Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
EX
BIBLIOTHECA
F.G.WALLER
1953
J
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
KEUR-STOF
DESES TYDTS,
Behelfende de voornaemfte,Gefchic-
dcniflcn of Ranipfaligheden
DER GROOTEN,
Mceft voorgevallen zedert liet Jacr 1640.
Vertoonendf.
Het laetfie Toonneel der Doorluchtige
Uyt verfcheyde Schrijvers en Talen verfamelt
door L. v. Bos.
Oecicrt met kunsltgc Af-beeldrfcls der voornaemstt Perjooneit
tnde Historiën, Jecr curieus nacr V leven Ge-et ft,
door den beroemden R. de Hoogc.
TOT DORDRECHT,
By Geemen van Cappel, Boeck-verkooper
op den Hoeck van de Beurs.
Anno 1672.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
OPDRACHT
Aen den
I Hoogh Achtbaren Edele Heer,
1 Heer,
M JOHAN HONIGH,
%*edt der Stadt zPididdel-
<
oogh Achtbare Heer*
Oedanigh de nuttigheyt
der Geichichten is, ftaec
veel te wel bekent, als
dat de zelve mijn penne
zoude behoeven, omdieyemandc
aen te prijfen , de dagelijckfche on-
dervindinge leert ons genoegh-
zaem , hoe zachteiijck men fich aen
een ander fpiegelt, en hoe heylza-
me leer-ftucken het zijn, die ons
eens anders ongeval befchicken.
* z Van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
OPDRAC Ht
Van den oever af de fchip-breuckejt
van andere te fien , baert ons een l
fchrickclijck genoegen, en plantJ
ons in , neffenseen Chriftelijck me—
dedooge, een heymeiijcke vreught:
van niet deelachtigh aen dat verderf)
te zijn. Waerlijck onfc eeuw is s
geenfins foo wel getuchtight , of]
fy vertoont fich maer al te vrucht-
baer in verfchrickelijcke voor- beel-
den , wy hebben daer van voor de- •
fen menighte van proeven gefien,
en komen tegenwoordigh tot het
vervolgh van al defe Rampzalighe-
den.
M i jnen Schrijver heeft daer voor
heen een goet getal van voort ge-
bracht, en niet ongeluckighlijck ;
getoont, hoe teelzaem defe tijden
in grouwclen zijn, en nu wederom
ons Vaderlaudt en de opmerekinge
der
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4
pJani
in
OPDRACHT.
der leerzame gemoederen.,, defè
ftucken op-geoffert, en alfoo ons
allen tot danckbaerheyt, aen fijn-,
y ver verbonden. Wy derven foo
veel daer van getuygen , datfc foo
in ftoflfe alsomftandigheden , voor
geen andere behoeven te wijcken^ ,
aen de waerachtigheyt behoeft nie-
mant te twijffelen. Soodanigh
is dit ftuck Hoogh Achtbare Heer,
hetwelckewy UEd: indefchoot
komen werpen- > niet alleen om
onder UEd: befcherminge veyligh
te zijn , maer oock om erkentenis
te dragen , aen de toegenegentheyc
die fijn Ed: tot bevorderingo van
dit werck eetoont heeft. Ontfangt
dan Hoogh Achtbaro Heen,, hec
geen wyaen UEd: gunde verfchul-
dight zijn* en verzeeckert U Ed:
beneffens dit geringe gefchenck ,
* 4
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
OPDRACHT,
van de alderdierfte en tcderflc ge-
negentheyt, en genegenfte dienft-
wiüigheyt van-.
Hoogb Acbthare Ed: Heer ,
UEd: Gewillighften Dienaer i
Geemen van Cappeu
"Dordrecht, uytmijn
Boecl^winckel , den
ter ff en van Bloey»
AEN:
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
**5tt> ^fefc^:
AEN-SPRAECK
Aea den
l e s E R.
Beminde Les er,
T hebben woor tenige Ta-
ren , wan tijdt tot tijdt en
by otdre wan gevolgh ee-
nige fluckcn wan genoem-
de Treur-Tooneelen titot
aendacbt en ofmerckjnge op-geoffert , en
inder Voaerheyt bevonden, dat mijn ai-
beyt niet geheel wrucbteloos aengeüpent en
befieedt isgelbeefl 5 de gcdueriqbeyt wan
des Werelts Rampen, en de wrucbtbaer-
heyt wan bet qttaet defer eetffre , hebben
y 5 mijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
AEN DEN LESER:
mijn penne Veder op nieuto hacker ge
mneckt , om die ^voor-beelden ^van uer*
derffelijcke onbeylen nietfonder bun ^ver-
Jcbuldight te laten woor by gaenA^
Wy geven dit Hoecb^ den Tijtel van
Keur-ftoflfe dezes Tijds, omdat bier
juyft niet alle Treurige njoorv allen by een
gebaelt zijn , maer alleen foodamge > die
foo in omflandighedeny als oprechte Vcxier-
beyt bet geficbt des Werelts ons hebben
Doaerdigh gefchenen te zjjn. Wy jouden
inderVaerheyt dit fluckjnerckelijcl^beb-
ben konnen <vergrooten , maer Vy hebben
onfe Keur met bet Keurlijckjïe Villen
bepalen. Onfe hope is dat defe onfen ar~
leyt V E. falaengenaem zijn, maer Ven-
fchen dat het goet foodanigen uoort-
ganc^ en aerïtoas in onfe Werelt en Tijdt
nemen f al> dat onfe penne Jiof ontbreken
fal , om meerder foodamge njoor -beelden
te njoorfbijn te brengen } en dat Vpy een*
mud
AEN DEN LE SER;
fAmael fatten beleven , ten eau we dk >
Van haren eerften ftant verandert en ontaert ,
Sijn eygen felfs ontlijckt en beter wort herbaert,
Ondertuffcben neemt dit aen, en doetu
ruoordeel , met de ge^tlltgen arbeyt <van
ufoo gelpiliigen > als oudenDtenaer ,
Dordrecht dcfen
26ftc van Lente-
maent. 1672.
L. v* Bos.
BLADT-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
BLADT-WYSER
Van de
eur-i
lts.
Tag. ï
I. Historie,
J)e Ridder Sr.Thomas Overbury.
II. HcnrydeTaIcran,GraefYanChalais. 44
III. Rcgcringe ende eynde van den Grootcn Mo-
gol Jangheer, met de doodt van lijn Soon Cufroe,
cn andere. 6j
IV. Napelfchc Beroerte , met de doodt yanlofe-
pho Carafta en Mas Anicllo. 105
V. Mefeck Bahaman, Koninck van Larry Joon,
cn andere. 177
yi. DonFerrante Pallavicino.
194
VII. DeKcyfer, Keyferin5 Dochter enVorften
van Sina. 208
VIII. Koningen van Cambodia.
216
I X. De Marquis Monaldefchi, Groot SchÜt-knaep
van de Koninginne Chriflina van S weden. 228
X. Gefchiedenis van den Groot Mogol, met de
doodt van Dara, Morad Bakfche, en andere Vor-
ften en Vori tinnen. 254
XI. Her.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
B L A D t - W Y ï F. R.
X L Herftcllingh van Carel de I L Koninck van
erootBiittanie &c.
Met de doodt van Gcncracl Major Harrifon , cn
andere Rechters van den Koninck. 352,
XII. Ottomannilche Rcgeringc, met de doodt
van de Cainniccan , Broeders , -Suiler , en Oom
vanAmurath. 391
XIII. Kiofcm , Groot-mocdcr van Sultan Maho-
met , cn andere. 406
XIV. Tfamen-fwcci ing op cn tegen dc Stact van
Barccllcnnc , met de doodt van Öiuitfrc Accjuil-
les , en andere. 440
X V. Hcnry de Fleury dc Cub.n , Hccrc van Buar.
H * 466
XVI. Dc Marquifc van G anges. 49 3
XVII. Het ongeluckjgh cyndc van de Graven
Nawküi 7 Zeriiii 3 en FrarigepaniL 528
O P
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
OP D H
I Treur-Stoffe defes Tijts.
Uyt verfchcyde Schrijvers en Taaien by
eenverfamelt> door L.v.Bos.
Zjf ghy belaft ter Schouburch in te treeden?
Te zien volmaakt een bloedtgh Tafereel?
Gefroft van moordt, en and' re ajgrijflijkheede?
Zlaa d'oogen op dit Var Blijk, Treur-thooneeL
Maar dat voor af, u 't hertte met befwijken,
Nochfehrikks, als ghy te mtdden in dtengloedt
V ziet omringt , van neer gehort te Lijken,
Noch vers geflacht . gevoenteldt in 'er bloedt.
Hoe Fb ANtt.s Kssfy nutrouw' Gemalinnen
Waar aan dat wet dan allé deugd ontbreekt ,
Haar hievo'Hjk,fchendt, door buyten fpoorigh minne 9
En door 'er boel, haar man na 't hertte fleeckt:
Hoe zy verhit, door bttt're wraak, gedreeven ,
't Vergif bereydt» en heym'lijk,zamen Jpandt
Met J A R V A S , die om zich te zien verkeeven,
Den Rtdder over BüRRY helft van kant.
En hoe het Paart van Napels raakt aan V hollen.
Anielio als een Vorft ten Throon gevoerdt ,
Die, eer hy noch geraakt aen 't fuyfebolle,
Door hulp des Volkx, het gantfche Rijdereer t.
Stigt moordt en brandt , vervolgt den meeften Aadel
Ter doodt, en recht een fchool van gruxc'len ant
Tot dat hy zelfs gefmeeten uyt den zaadel ,
Ter needer (lort , en fier ft als een Tyran.
Den Grooten Mogol rijk^van Zeen en Stranden*
Werdt aanga aft , be-oorlogt van zijn Zoon,
Dien hy met macht vervolgt, en k?*jgt i* hande,
Een jonger Broer , iferlek^ert op de l(roon
Zijm Vaaders, leydt den blinden KüSROE laagcttf
Dien hy met lift deed fitkf^en aan een kfort.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ie* Vaader, ah hier door aan V hert geflaagen 9
Die ruft zich toe , en wreekt die broeder moordt.
Maar ach! hm Jchijnt my 't hert te fchicr te br teken 9
Hoe woed den Pers in 't Hof van BAHAMA N.
( Hoefchijnt de moordt het hooft hier op te (leeken.
Den Ouden Heer, {verlokt door dun Tjrari)
j öntflaakj; ontbtet op ABBAS woordt zijn Zoonen*
Dien hy Fcfleert met alle Hoffteraadt,
Maar defen Jchclm% vermomdt geen Jchelm te thooncx*
Vermoordt de Vorst, en ty effens ook, zijn Zaat.
Maar ABBAS, Wê* de wraak, volgt op de hiele,
Valt in zijn huys , eenfelfdc loth te beurdt \
Hy Zf€t9 (ojckrili) zijn Kinderen ontzielen ,
" V Zy door vcrgif\ verf/onden of verfcheurdt.
Zn CoDOBANDO tm ter Heerjehappije
Gevoerdt, dte zjch nu mee fier zset van als ,
Vervalt tn V kort, in dulle rajèrnije,
Grijpt FATYMA, en brengt haar om den hals:
Zijn cygen lyindt ; een Bloem van feflien Jaar en,
En dooft in V Hofzoojchoonen Zonneschijn.
Doch hy verwoed, Jchijnt eintl ijlste bedaar en,
Ver moordt ztch zelfs , door V (lorpen van Fenijn.
Nu hoort men MonALDEChi zuchten, wcenen,
En J maken zijn gehoonde KONINCHIN;
Doch al vergeefs , zy wil geen oor en leeno: ,
Dies flort hy door haar eygett Hof-geztn.
Wy daalen dan wat nederwaarts by trappen,
' En zsen her fielt , den eerflen l^arcls SOON,
Vyt zijn langhduurghe en bittere ba/linghfchappen.
Bekleden weer zijns Vaders Erf en Throon.
Daar hy gepijft , door aengeboore kj'suhte
Dr Vterfekaar fbandt , en pleegt gerechte wraak.
En flraf, en doed zijn Vader MoORDERS Jlachte
En wie zich vindt bejoedeld met dse zaak?
/fy my ! o wee ! hoe klopt my V hert van bmne,
O Jmert , die my op V alder dtepfle raakj
7/;, hoor de nare galm der M A R QJJ 1 S 1NNE»
Zoo jammerlijk mishandelt, afgemaakt*
Du
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Vie in'er jcughd plach als een Star te Umken>
En van haar gaf een levendige ftr aal,
Werdi hier geparff, het dood'lijk^nat te drinken*
Of in der ijl te fneuv'len door het fl aal,
't Welk, zy verlate ff, doch dees verwoede honden,
Zien iet , het geen hun wrcetheyt tegen/reeft,
Voor bonnen V lijf. met meer als fes paar -wonden,
Tot dats' of V laaff, den laaficn dood-fmk,geeft,
Vns fluyten roy dees bloedige Gordijnne.
Maar zacht , ay zte, hetgeen 'er noch aanfcheeldt.
Serin. Nadast en Fr.akgepan verfchijnne
Op 't hofschavot, daar tl^zijn Treur-rol 'flecldt.
Vat van den Bos, dien Hoogh-gelccrden Schrijver,
Vat breyn ge/pits op 7 mergh der Poëzij,
Vvs voort gaat , en volhardt in zijnen yver,
Vie ons ver eer dt met ztdkenfchilderij,
Waar in hy V Menfchen lenen af kimt maaien ,
En wij ff den Vorflen aan htm doen en pligt,
Enftofverfchaft, uyt veelerkmde taaien ,
Geenjd'le, maar die f effens leerdt enfligt.
T. AsselynJ
DE
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DE RIDDER
Sr. THOMAS OVERBURY,
en andere.
INHOUDT.
I.
STaet der l(\onincki;ijcken. II. Aert van de Gravin
van Ejêx. III. Haer liefde op Robbert Car.
IV. Haer liften tegins h ier Man. V. De Heer Car
, verheft op de Gravin. VI. Northampton maeckt vrient-
i fihap niet Car. VIL Mijnoegenvan Ejjcx. VUL^r-
bittert de Grav.n. IX. //.i<r ./«"^ voortgang
X. Aemvas van het gefagh van Overbury. XI. Jy*
tr'ouwhartigheyt legen Car. XII. gevolgh.
XIII. Ongunfl van de Prins tegen Car. XIV.
Cniï'/;/ vtrjóeckt een Echt-Jcheydmg. XV. Vvrdttt
trouw van Overbury. XV I. ^ff* 'W? met Car.
! XVII. V4* Gravin zegens hem. XVIII. Afr> -
l thampton is mede deelachtigh aen den haet. XIX. £«
, aenrader van het Schelm-finck, XX. /> Ridder J er-
vas vort Stede-houder in den Tower. XXI. Tof/fjJ»
. om Overbury te dooden. XX II. ^f«w.w 114* 0«f-
i burijs gefagh. XXIII. Die van Car bedrogen vort.
', XXIV. En geraeckj in ongenade by den Kommk.
XXV. En in den Tower gevangen gefit. XX VI. Ver-
fcheyde toeruflmgen om hem te vergeven. XX Vil. Dc
' Ridder J er vas voort mede van den aenhang. XXVIII.
Overbury flaet veel uyt. X X I X. Houw 'lm ^ van de
Gravin met Car. XXX. Brief van Overbury aen
Car. XXXI. Die eynde/tjcli vergeven wort enfterft.
XX XII. Vervol gh" op de doodt van Overbury.
X X X II I. Onder joeck^tegens de f ( helmen. XXXIV.
StrOf over de Moorders. XXXV. Wïjtlooptgh ver-
hael van Jervas onderteek, XXXVI. Sijn verant-
woordingen. XXXVII. Belijdenis van Frajrhf».
6 A XXXVIII.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
L
Stact der
Koninck-
tijcken.
z Treurige Geschiedenis van
XXXVIII. Overtuyght Jervas. XXXIX. Sijtt
veroordeeltnge en doodt. XL. Doodt van Doétor
Franckltn. X L I. Befluyt tegens Car en de Gravin*
I. Geschiedenis.
Oe oock yder Koninckrijck of
gemeene befte wel en gei echte-
lijck fy beftjert, en vrome lie-
den de rechte itutfels van de fel- 1
vezijn^ evenwel kan daernoyt|
foodanigen ftaet bedacht wor-!
den , of onder de goeden , tol-
len altoos quaetaerdige lieden gevonden worden,
('t zy acngedreven , door hun natuerlijcke drift ,
of afgunft en ftaetfucht , om hun boofe genegent-
hedente voldoen) dewelcke menighmael vallen
in daden, die t'eenemael, met het geluck van
goede beftieringe ftrijdigh zijn, latende evenwel
niet na, door hun eygene wegen, en verkeerde
daden , hun eygen verderf en onderganck te be-
vorderen. Defe dingen , dewijlfe gefchieden ,
onvoorfien enbuyten verwachtinge, zijn des te
aenmerckelijcker. En door defe boofe neygin-
genfienwy ♦ dat oock felfs, die anderfints niec
geheel boos zijn , van langer handt , tot boofheyt
worden gebracht, en die aireets boofaerdigh zijn,
van boos dimmer en flimrner worden ; tot dat fy
hetuyterftevangodtloofheyt en vorders van on-
geval hebben gewonnen. De driftige lijdingen
van ongeregelde luften , om tot hun gewenfchte
eyndc te geraken, en mits het beroovender felver
die van ongetemde wraeck , zijn geenfints van de
minfte uytwerckfels van defe en andere fwaerder
ongevallen; dewijle men gemeenlick fiet , dat
het begintfel der fonden > foodanigh aen hun eyn-
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overburt. j
devaftis, dat het een, nootwendighlijck hetan-
;der , en defe te famen de verderfFenis of van ande-
ren , of van fich felven , met fich flepen.
Wy ftellen alhier den aendachtigen Lefer voor,
een voorbeelt van bittere wraeck, voortgekomen
. uyt ongetemde tochten van min. En de oprech-
•jti^heyt, bevoelende die ftraffen en boof heden,
tdie men Ifvvaerlijck fnoode trouwloofheyt fou
• ikonnentoedencken. Om de uytwerckfels te be-
uker aen te mercken , moeten w y de grondt diep
|ophalen,allbomen de onnoofelheyt niet beter kan
voorftellen , als door de bemerckinge, van de
ftraffende of vvreeckende boof heyt.
De Gravin van EfTex , een vrouw vol vrouwe- I !•
lijcke driften en genegentheden , geneyght tot ^fg ^
• ivoldoeninge van haer Tuften , en na de Hooffche van EfreXe
wijfe, quift en eergierigh, was met haer Man,
den Graef van Enex , in onluft geraeckt , 't geen
lin merckelijcke verwijderinge , en ten laetften in
iniet minder, als bitteren haet quam te ontaerden.
Dit venijn haer hart ontbindende , van de foete
ööi bandt van echte liefde , ftelde het felve lichtelijck
open voor ftrijdige neygingen , om het genoegen,
•ihetwelcke de vrouwelicke drift , ineen wettigh
befit niet genieten mocht of wilde , in een onwet-
tige betrachtinge te vinden.
Hetoogh van defe Gravinne, nu blindt gewor-
den voor haer plichten , viel haeft op eenen Rob-
n- bert Car , die van een Edel Jongen , door onma-
vtï tige gunft van den Koninck Jacob, tot deftaec
• -van een Ridder , en grooterijckdommen was op-
1 vs ge voert. Gelijck de gunft van den Koninck de-
4 ifèn Edelling, boven andere, befcheen, al foo wierc
Kit de felve gevolght door de achtinge van het gehee-
le Hof, ja van de gantfche gemeente , hy zijnde
boven dat een Man yan een fchoone gedaente en
A x aen*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
bert Car.
4 Treurige Gefcbiedenis van
l j j aengenamen omme-gangh , het welcke de eerffe
Hacr liefde genegentheden , V3n defe dartele Gravinne , maer
op Rob- al te krachtelijck , tot fich tt ock Hier uyt ont
ftondc vei meerdering van haet tegen haren Man ,
en een byfondere wil , om fich , op de befte wijfei
die het hier mooghlijck was, van hem ie ont-
ilaen.
Op defe tijdt hielt fich,omtrent het Hof, feec-
kere Meeftres of Miftris , Turner, een vrouw-
menfeh , wel van aengename bevailijekheden ;
maer van een quiftigh en dartel leven , het geen
haer ten laetften de deur opende , tot meerder on-
gebondentheden , ja foo verre dat hoerery en een
fiagh van toover-kunft of gift-mengingh, haer
gemeenlaemfte ondeughden waren. Sy was we-
duwe van een Genees- meefter, uyt wiens boec
ken of handel, fy defe quadekonften mocht ge
leert hebben. Met defe maeckt de Gravin ge
Haeïiiften meenfehap , hebbende aireets te voren kennifle
tcgens haer met haer gtrhadt , alioo haer overleden Man , by
Man, fijn leven haer , als Artz bedient had. Defe ge-
meenfaemheyt was haeft gemaeckt , (alfoo parts
cum paribus faciltcongregantur) gelijckmet gelijck
fich lichtelijck vereenight, Defe gemeenfaem»
heyt trock de Gravin dickmaels na het huys van
defe vrouw Turner, daerfe geduerighlijck haer
klachten, over haer Heer, tegens haer uytte, daer
vrouw Turner haer feer gevoeligh over toonde.
Defe die gebreck van alle dingen had, en uyt
dienften , aen de Gravin befteedt, winft verhoopte
te trecken, beloofde defelve haer hulp in alle
dingen, waer over tuiïchen hen beyden beHoten
wierdt, dat men denGraef vergif (bu ingeven:
maer fulcks gedaen zijnde , en fonder de verwach-
te uyt werekinge, deed de Gravin daer over by
Turner haer beklagh , in defen Brief ;
IV.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overbury. 5
Waarde Turner , gelijck^ghy altoos gevcceft zijt, alfoo
JgfU ghy als noch mijn eemge hoop tn deje veerelt. Mijn
."Heer ts foo roei als hy oyt geweejl n , en heeft fijn beklagh
fegcn mijn broeder How.ird gedaen , dat hy by my met
als Jij
gebruyckj heeft , dit
vrouw
vnaeckt my ont/wntgh, dewijl ic^ meerder ajtgtr v»n
hem heb, als van yemam anders ter werelt , als zijnde
de eemge ver hinder ingh , om ojt te gemeten , die gene die
'tckjjemtn.
Ondertuflchen, wierdt voor feyde Robbert
Xar, Vifcounti of Burgh-gracf van Rochefter
gemaeckt, vvelcke acnwas van eer de Gravin
~,.oockeen aenwas van genegenthcyt t-'hemwaerts ,
,ien van afkeer van haer Man veroorfaeckte.
In dele drift , begeeft fy fich weder na haren
Turner , met dc mont vol klachten , en de oogen
, vol tranen, als een die door haer boofeluften,
tot rafens toe overwonnen was. Hier befluyc
men weder aen de andere zijde , dat men de Vif-
count Car , door toover-kunften tot haer min fou
ifoecken te trecken. Om dit te volbrengen , be-
. ! geeft men fich na eenen Doaor F01 man , wonen-
vide in Lambeen, een plaets binnen Londen, een
. oudt Genees, meefter en Edelman, die men ge-
loofde , kennis in defe konft te hebben. Defe
kreegh men haeft, met giften en gaven op de
handt, om fich by vrouw Turner, tot uytvoe-
ringh van hun befluyt te voegen. Defe twee
;;jfnoode menfehen vangen verfcheyde wegen aen,
, • om den Bui gh-graef te bekollen , veel tijdts , en
: onkoften wierden'er befteedt met het maken van
iwafle- beelden, kruy^en van filver, en andere
1 fnuyfteryen , voor dit heyloos gebruyek , maer al
! te vergeefs. Eyndelijck , gaende defe werekers
al voort, wierdt goet gevonden, dat fy in het Hot
! fou foecken haer toeganck te maken, daer iy
A j vryen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
6 Treurige Gefcbiedenüvan
vrycn toeganck mocht hebben , tot die gene dieft
foo vyerighlijck beminde • daer fy niet naerliet J
hem een aengenaem en minnelijck gelaet te too^
nen , hoopende alfoo met ter tijdt tot hacr oogh J
V. wittegeraecken. De tijdt , eerder dan al defd
©e Heer toover-kunften deed fijn werck , fy geraecken byf
SSoode ecn > en ten ^ctften » cloor <*efe gelegent heytaen
Gravin, onderhandelingh , de Burgh-graef ftorte»
lichtclijck geprickelt door fijn eygen lichtveer-
digen aert > in de netten van de Gravin > en wierdt
foo leer op haer verfot , als fy op hem was. Al!
haer gaven wierden by hem verdubbelt , en al watl
aen haer was , fagh hy door een valfchen bril , fijn)
gedachten waren geduerigh omtrent haer befigh ,
en haer lief-lockeryen waren de geftadige onder-
houdingen van fijn geeft,ja hy vant geen vermaek,
als in haer tegenwoordigheyt , en geen ruft, als!
by haer , die de oorfaeck van fijn onriift was.
Dit foo wel geluckt zijnde , vermeerderde de •
genegentheyt van de Gravin , niet weynigh , te-
gen defetweeuytwerekers, ick weet niet door
wat raferny, meer vertrouwende de toovery van
defe Konftenaers , als die van haer dartele oogen ,
en verleydent gelaet , daer fich nochtans de Vrou-
wen alderliefft en alderfeeckerft mede behelpen ,
eerder genegen hun eygen gaven , als de konften
van anderen , hun uytgewrochte tochten toe te
fchri j ven. Sy deed hen al wat fy konde , doende I
hen met geit en andere middelen byftandt , om
hen in genegentheyt t'haer waerts te doen volhar-
den.
De Graef van Northampton haer Oom » worc
gefeght een handt mede in dit werck gehadt te
hebben , den welcken , fy haer gedachten hadt
geopenbaert , en hoe fy wenfehte van haer Man
ómflagen, en met dc Burgh-graef vervoeght te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
(Mi
m
U
M
Ni
I
ridder Overbury. 7
toJciin het welcke hy overleggende, vandc daer vi.
g?ooc voordeel in /ter «JE* van de grooce £*_
tfih cunft daer defen Car, by den Koninck,m was, met vriendt.
den welcken hy aireets groote gemeenfaemheyt fchap m«
had gemacckt, om fijn welftandt by den Konmck, Car.
die nylangh genoten had, en nu door den fclven
Car aen 't liabbacken was , niet geheel te ver 1 ie-
len Hy dan noodight de Burgh-graet aen lijn
tafêl , en de Gravin daer by , maeckten een over-
lech van het geen hen te doen ftondt, cn gelegent-
heden , om dickmaels by malkander te komen.
Van defe ti jdt af vervolghde de Gravin en hy hun
dartel en ongebonden leven , in fulck een gemeen-
faemheyt , als hen beyde, en de Edelheyt van
fulck een Edel- huys onbetamelijk was.
S Zijnde hun leven foo ongebonden , konde het
? nieïminder als ten laetften denGraef terooren
r komen, die fijn vrouw gr over begoft over te
jlé halen , haer te gemoet voerende , hoe on^ame. v ï t.
7; iick haer fulck een handel was, en hoe fy alle Mifnoegcn
GodS vanE,leX'
korte : al het welcke foo verre was , van haer tot
bedencken te brengen, dat fy ^overt^er
teeen haer Man in haet en birterheyt ontfteecken
wierdt In de plaets van andere voldoeningh ,
klimt fy in de Karos , en rent na haren Turner , als
het heylighdom van haren trooft, en ftort die haer
tranen en klachten in haren fchoot. Hierbefiuyt VIII.
mTn "en gebreckelijckhcydt in hem , dicmenj^c*
noemt Frigide quotdhanc, een onmacht omtrent Giavin»
haer te veroorfaecken , en daer toe wort Doftor
Forman ontboden. Hier fchreef men , hier
maecktemen walTe- beelden , kruyeen, en duy-
fent andere dingen meer, maer al om niet, op c
laetfte door een ander waflen-beeldt , en een leec-
kere doorn daer in gefteecken , feght men damnet
A 4
M
H
*ort
hadt
M*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de vooit
ganck.
8 Treurige Gefcb'tedenis van
ltuck voltrocken wierdr.
I X. Dit foo na haerbegee en , foo men meent» uyt-
Haer fnoo- gewrocht zijnde, begeeft fy fich,in haer Koets, na
haer Huys te Chartky, daer de G'aef byhaer
komt. Maer of de Graef I uftiger was , als fy had
verwacht > of watter vorder mocht gebeurt zijn ,
is onbekent. Altoos , fy begoft aen^het werck te
mistrouwen, en te vreefen , dat al hun arbeyt ver-
loren was , waer over fy een Brief aen Forman
fchteef van defen inhoudt :
Brief van de Gravin, aen Do&or Forman.
Waer de Vader , al -boe- wel ick^u altijdt vaerdtgh, tot
mijn hulp , gevonden heb. Moet tcl^ u die even-voel noch
afbidden : daer om btdde ic^u, dat ghy u deur (luytt
en de Heer met my om fijn byflandt btdt. Icl^ heb geen
reden als op u te vertrouwen; al voas de geheele werelt
tegen s my , den Hemel Jat my niet verlegen laten. Icl^
moet veel onruff en wreveligheden van mijn Heer en
Man uytffaen, oock^ veel voeder fporigheden van mijn vy-
anden , beneffens het verval van mijn gelucl^, V en zy
ghy , door u wijfkeyt , my uyt het midden van defe woe»
flijne verloft , het welc^e ick^u btdde om Codes vol.
U genegen Dochter,
Frances Essex.
Waerlijck een Brief foo dwaes als goddeloos,
evenwel veroorDeckte de felve een nieuwen aen-
vangh. Hy befwoor op nieuw een Note Muf-
caet , en een Brief, de een om hem in fijn drincken
gegeven , de andere om hem toegefonden te wor-
den , maer korts daer aen komt onfen vromen
Forman te fterven, en daer lagen doen al de fpillen
in de aflche.
Wac raet evenwel , daer moeft een ander op de
baen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
m
Ridder Overburt. 9
baen gebracht worden , en wie fou dat anders zijn
alseenen Giefhim, een Man, die men meende
een handt in het poeder- verraet te hebben gehadt ;
omdathyinfijn Almanach, daer foo nauw van
voorfe^ht had , altoos hy was een groot konftc-
naer incle Wit konft , en ten laetften oock , in defe
gemeene foort van toover- of befweer-konft,
en wasdaerom de alder-bcquaemfte Man die hen
diende.
Ondertuffchen gingh de Gravin voort in haren
I dartelen handel , aldei hande plaetfen van ontmoe-
i tingen, teeckenen , aenwijfingea wierden onder
1 hen beraemt , om geen gelegeuthcyt te verlieten ,
tot uytvoeringh van hun dartele luiten. Alle ze-
i digheydt en betamelijckheydt wierden onder de
. voeten getredé,door alle ongebondentheden. Hun
i kleedinghen dracht, gelaetrhayr, alles verftreck-
1 ten teeckenen van hun dartelheyt, en veroorfaeck-
i ten ten laetften, een af keer van hem , felfsindie
: gene , die hem voorhenen bemint en ge-eert had-
den.
Maer hier komt nu, op ons fchouw-tooneel ,
devoornaemfte fpeelder van ditfpel , terwijl de
ontucht haer rolle fpeelt, komt de deught te
voorfchijn.
Eenen Meefter Overbury , eertijdts leerlingh
in de Rechten , voorts een goet Edelman, heb-
bende een wijl in Vranckrijck verkeert, komt
eyndelijck weder in Engelandt, (juyltop de tijde
dat den ouden vromen Heer Cecil, Schat- meefter
desKonincks, geftorven was, gclijck hetfterek-
fte vermoeden was , door toedoen van Robbert
Car , om dat hy hem een vereeringh des Konincks
van 5000. ponden Sterlinghs , ten deelen ontfet
had , toonende den Koninck met een aerdigheyc
alleen het darden deel van de fommc > die tiende
A 5 den
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X.
Aerwas
L
to Treurige Gefcbiedems pan
denhoop , oordeelde dat Car daer mede behoor-
de tevreden te zijn , die het evenwel daer na op
de HeerCecil gewroocken fou hebben. )Overbu-
ry dan komt weder in Engelandt,en geraeckt in de
rnhhct gC gunft van de Heer Car , 't zy uyt liefde tot hem ,
ombury. als om fijn verftandt in verfcheyde dingen te ge-
bruycken. Hy befighde hem in fijn alderge-
heymfte faecken , in de welcke hy fich eerlijck en
betamelijck draeght, waer mede hy de uyterfte
genegentheyt wan , niet alleen van den Heer Car ,
maer oock van anderen. By verloop van tijdt
defe gunft brenght hem voordeel, voordeel Rijck-
dom , Rijckdomeer , en eer groot bewint voort ,
die hy alle loflijck uytvoert ; want waer naerftig.
heyt en nederighey t , in groot bewint , vervoegt
zijn, daer valt haeft gunft en genegentheydt te
winnen. Het welcke oock foo veel vermocht ,
op de genegentheyt van de Ridder (want hy was
alfdoe noch niet meerder) Car , dat hy hem aen-
nam voor de dierfte en getrouwtte van fijne vrien-
den.
Na eenigh verloop van tijdt , komt Meefter
Overbury, ten Hoof , in groot aenfien , foo ter
oorfaeck van de gunft van fijn Vriendt , die nu
oock tot de Sraet van Vifcount geklommen was ,
als ter oorfaeck van fijn forghvuldigh en naerftig-
heyt,in het verrechten van Hooflche faecken, foo
dat de eer de deught volgende, hy Ridder van den
Koninckgemaeckt wierdt.
Overbury ondertulfchen begon den handel tuf-
fchen den Burgh-graef , en de Gravin te mercken,
dewijl de gewoonte van fondigen hen foo ftout
had gemaeckt , dat fy fich niet fchaemden in 't
penbaer en ten Hoof, hun goddeloos'
plegen , en gelijck als in het aengeficht van de
gantfche werelc ce ftellen. Overbury fagh en ha.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
IBM
KM,
ji
B
9»
'M3t,
•»Jj
■
Ui
Ridder Overburt. h
tc te gelijck defen onbefchaemden handel , en
fonder fich ergens in te willen vermengen, droegh
(ichals of hy nergens van wilt. Evenwel konde
hynietvooiby lom wijlen eenige brieven over en
weer te brengen , om de plaetfen van hun by een-
komft tebeftellen, gefchreven, het welcke hy
met foo grooten getrouwigheyt , als tegenfin
dedc.
Defe dienft was niet alleen die van Overbury
vereyfcht wiei dt, maer dewijl de Heer Car, door
dit Venus jancken,flap in fijn befigheden begoft te
worden , wierdt het meeftendeel van fijn laft , op
de fchouders van Overbury,geleght, daer hy fich
evenwel , tot meerder aenfien van den Heer Car ,
kloeckelijck en eerlijck in draeght , hem alles toe-
fchrijvende , al fchoon hy der geen handt in had.
Hy antwoort voor hem in fijn af zijn, verhaeft de-
pêches en afvaerdingen in fijn tegenwoordigheyt;
bevordert de befoeck-brieven der follicitanten en
verfoeckers, en alfoo doordeforgeloofheyt van
den Heer Car , komt in groot aenfien en achtin-
ge , en wort foo van den Koninck , als van den
Raedt op het alderhooghfte bemint en geacht :
hy evenwel vermindert fijn cygen verdienften , en
fchrijft het alles den Burgh-graef toe. Hy on-
dertuflbhen , vernemende datter veel waren die
flechtelijck van den Heer Car fpraken , en noch
fiechtelijcker gevoelden, 'twelckhy, verblindt
door fijn vermaeckelijckheden , of niet fiet , of
nietfienenwil, niet hoort of niet hoorenwil;
vandt fich gehouden , als die geacht lbu hebben
trouweloos gevveeft te zijn , indien hy fijn ach-
tingh en de gunft van fijn Vriendt niet in de
waeghfchael ftelde , hem te waerfchouwen , en
te vermanen. Hy dan gelegentheyt gekregen
hebbende, voert hem defe woorden tegemoet*
Mijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
•r
XI.
Sijn trouw
harcigheyt
tegen Car.
XII.
Sonder
gevolgh.
XIII.
Ongutt
van de
Prins te-
gen Cai.
12 Treurige Gefchiedenis van
Mün Heer , hoe men de dingen magh xierachtelijcl^ of on-
achtfaemlijck^ voor by gaen , of door fijn grootheyt doen
very delen , die evenwel die eemgh perjoon open/) 1 ellen , voor
openbare veracht inge en verfoeytnge, jonnen in een uytfle-
kendt en Staets Perjoon .gelijcl^H Heerltjckhcyt u tfwjer-
lijck, verduyjlert voorden. Om de waerheyt te J 'eggen ,
mijn Heer , ( het Zy fonder u te vergrammen ge (eg hr) hef
Hof begint aen u zedigheyt te twijfelen , en vreefi dat
dejè eer, dte by Edele lieden behoort erjfelijcl^ te zijn,
door ttytflekcnde vnyligheden verduyftert , en door licht-
veerdighejt gefchant-vleclet Jal werden.
Defe cn diergelijcke andere redenen , op dees
tijdt tuflchen hen voorvallende , kloncken den
Heer Car al vry rouw in d'ooren • gelijck ge-
meeniijck goeden raedt quaet doet, bydie gene
die in der daet quaet zijn. Hy dan gaet ver-
gramt van hem , en laet Overbury ftaen.
Al dit niet tegenftaende, wordt hem van den
Koninck noch meerder gunft bewefen , zijnde
cemaeckteen uyt des Konincks geheymen Raet,
hetwclck,als zijnde hy van flechten afkomft,
Jongh,ongelettert en fonder veel ervarentheyt,
het milnoegen van een yeder noch meerder, te-
gens hem , verweckt , altoos het fcheen dat de
Luck-vrouw noch niet veimoeyt was, hem te
koeftcren.
Prins Hendrick,oudtfte Soon des Konincks,
alfdoen noch in 't leven zijnde, had yets ge-
merekt van het ongebonden leven , dat de
Burgh graef leyde , en daer over mifnoeght zijn-
de , toonde openb-ierlijck een af keer van hem
te hebben , fchouwt fijn gefelfch.ip,jae maeckt
ten laetften opentlijck vyantfehap met hem ,
willende hem niet foo veel als aenfien , of in
fijn tegenwoordigheyt dulden. Maer niet langh
daer na korac de Prins te fterven, niet fonder
groot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
■
Kt
lij
Ridder Overbury. i$
groot vermoeden van vergeven te zijn.
OnderturTchen raeckt de Gravin van EfTex
weder op de been , en hebbende in der daedc
bevonden , dac hun boofe koutten kracht op ha-
ren man hadden gebaert,en dathy onmachrigh
was met haer te verkeeren , gaet te werek ,
klaeght by haer vrienden over haers mans on-
bequaemheyt , en datfe noch niet veel flimmer
als een maeght was, verklarende daer over , dat
fy niet langer by hem wilde leven , al had fy
tot noch toe, eerbaerheyts halven gefwegen,
de mifhandelingh van haren Man, daer-en-bo- p^;;vin
ven , brack nu haer gedult , en verfocht daei om vetfocckt
dat men de faeck tot een echt- fcheydingh wilde een echt-
brengen. Hier op volghde eenigen vootflagh , tcheydmg.
van een houwelijck met haer en den Vifcount ,
om dat de werelt fcheen hun loflcn handel in
den neus te krijgen (foo men feght) wilden fy
het een beter doeck aen hangen , en alles door
de echt goetmaken , als of fulck een houwe-
lijck , niet eer een beleden ovetfpel ,als rechte
echt te noemen was. Maer wat fou men doen,
haer Man was noch in het leven, en twee man-
nen voor haer te hebben , wilde geen wet toe-
ftaen. Dit deed haer de echt-lcheydinge te
meer bevorderen om foo haer ouden met een
nieuw Man te verwiflelen , alloo Vrouwen
van hare (foeh de verandering beminnen. Maer
hier over ontftondt een gefchil ,of een Vrouw
een echt-fcheydinge fou mogen bevorderen,
alfoode fcheyt-brief de Man enniet de Vrouwe
was toegettaen. Evenwel na veel reden-kave-
lens over en weder , in aenmerekinge van des
Graven onbequaemheydt , en dat d'echt was
ingefteit,om kinderen te teelen, welcke voort-
teelinge alhier dan geen placts kondc hebben ,
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
14 Treurige Gefcbiedenis van
de echt-fcheydinge te bevorderen , wierdt haer!
toegeftaen. Hier op ginck men toe onder-1
foeckingh , twaelf eerlijke Vrouwen, wierdent
by de Gravin gefonden , die onderfoeck deden
of fy Maeghc was of niet, en getuyghden van
ja , hoe wel fommige meenen , dat fy in af we-
len van haer Min, al een kindt hadt gehadt.
Maer Tranfeat. Men wil wel feggen dat de
Gravin niec was befocht , maer wel een dochter
van de Ridder Thomas Monfon , in haer plaets,
maer gaen wy voort. Hier op volghde dc
echt-fcheydinge , en de Gravin had haer wil.
Nu mocht men vryelijck van een nieuw
houwelijck fpreken, nademael de echt-fchey-
dinge fijn volle leden had, het wierd evenwel ftil
gehouwen en alleen eenige weynige vertroude me-
de gedeelt. Overburyhad kennis daer van met
de reft, maer was alleen de Man di'ër tegen
was , want zijnde eens met Rochefter daer over
in reden geraeckt , op de Gaendery in Whice-
hal ; ontfagh hy fich niet , defe of diergelijc-
ke redenen tegen hem te gebruyeken : dat hy
oneyndelijck in hem gehouden was, en dien-
volgens genootfaeckt en verbonden hem ten
beften te raden , dat hy hem van tijdt tot tij Je
van fijn goetvindeu had gedient , maer dat hy
daer door niet alleen geen voordeel ontrent fijn
perfoon had gedaen , maer ooek felfs fijn mifnoe-
gen op den hals gehaelt. De Burgh-graef ,
defe woorden voor by gaende, drongh hem
alleenlijck fijn gevoelen omtrent dit houwelijck
te feggen, verklarende fich na fijnraedttefullen
gedragen , en hem alles ten beften af nemen.
Óverbury dan aldus geparft fprack vryborftigh
uyt,dathy, overleggende het gemeen gerucht,
het welck van hunnen handel wierdt geftroyt ,
hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overbury. 15
iy het felve oordeelde niet min fchadelijck tot fi j-
!ne verhoogingh , als dienftigh tot fijn verderf.
Jollende ongetvvijffelc al de eer , dewclcke hy al- xv#
ireets tegen woordigh befat, en oyt te verwach- vordcrc
iten had , verquilten en wech-werpen,omtrent een l*ouubva"
i Vrouw die loodanigh, van wegen de beledigingh ycr ur?'
van haer Man , als haer onzedighey t > in het oogh
was ; hem vorders tc gemoed: voerende de ver-
achtingc en de verfmadinge , die hy , by groote
lieden , daer over fou hebben te lijden. Hy ver-
focht hem vorders, by fich felven over tc leggen ,
de gelegentheyt van de Perfoon , waer van hy
fprack , haer leven , van kintf been af , haer tegen-
woordigen handel, de quade naemdieie had, by
groot en kleyn , en wat hem anders als quellingh >
verdriet , fchande , verfmaetheyt , oneer en ver-
derf daer uyt te verwachten ftondt : zijnde, om
rondt te gaen , geen daedt van een wijs Man , die
tot fijn Vrouwe temaecken , die hy tot fijn hoer
heeft gemaeckt. Hy droegh hem oock voor ,
dat hy , aengemerekt de lichtveerdigheyt van de-
fe Vrouw , niet anders van haer te wachten had,
als haer eerfte Man van haer had genoten. En
veel andere redenen meer.
Defe woorden moften weder hun tegen rede-
nen hebben , en Rochefter, ingenomen met gene.
genthey t, begoft wat heviger aen te gaen , in voe
gen het van een vriendelijke t'famenrpraeck in een
openbare gramfchap , en fchclden uy tbot ft. Tot
befluyt, Overbury eyfcht het geen men aen hem
verlchuldight was ,en verfoeckt Rochefter hem
te laten fijn eygen faeeken doen , alfoo hy defe en
diergelijckeonhebbelijckheden niet langer kond'
verdragen , geli jek hy defelve nu foo menighmael
had moeten lijden j feggende voorder , dat , in-
dkn'er yets geieght was >het geen hem foude mo-
gen
xvi.
Sijn twift
met Car»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XVII.
Haet van
de Gravin
tegens
hein.
XVIII.
Northamp
ton isme-
de dcelach
tigh aen
den haet.
16 Treurige Gefchiedenis van
gen mif hagen, dat het alleenigh voorc quam uyi
fijn goede genegentheyt die hy hem droegh , er
de plicht die hy hem fchuldigh was. En met dr
fe en diergelijcke andere woorden fcheyden fy v;
malkanderen.
De Gravin , die al van te voren een doodelijc*
ken haet op Overbury had gehad,om dat hy haren
Minnaer gedurighlijck haer by zijn ontraden had,
wierd, wanneer Rochefter haer,defe laetfte woor-
den ontdeckte,noch veel meer tegens hem ontfte-
ken.voornamentlijck bedenckende, dat hy haer de
naem van hoer hid gegeven (want de waerheyt is
hatelijck by de boofen ) het geen fy van te vooren
had verborgen gehouden , barft nu uyt in vyer en
vlam. Sy ftyde tegen Rochefter , het ware haer
niet mooghlijck defe overlaft en verongelijckinge
te verdragen, fy konde geen geluck ver hopen, loo
langh als Overbury in't leven was. Zijnde dc
Man alleen die hunbeyder genoegen verhinder-
de, met veel andere redenen meer, ftreckendc
alleenigh om Rochefter aen haer gramschap deel-
achtigh te maken, en tot wraeck te doen helpen
befluyten. Wat veel t Hy bewogen door luer
beweegh redenen, als mede door fijn byfonder
mifnoegen , fpant met haer aen , om fich over de-
fe verongelijckinge (foo geliefde het hen een
trouwhartige oprechtighéyt te noemen) op het
bitterfte te wreecken. Daer zijnder oock die
oordeelen , dat Northampton oock deel aen dit
- werck fou hebben , en dat hy defe woorden fou
hebben gefproken : Hy was verwondert , dat de
Burgh-graef fukk een genegentheyt tot delen
Overbury konde dragen, dathy fonder hem niet
konde doen , en hem hielt gelijck als fijn rechter
handt; aengemerckt, de felve beginnende des
Konincksgunft te winnen, hy metter tijde, uyt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ni
Ridder Overbury. 17
de grootheyt van defen Man , niet anders te ver-
wachten had , als fijn eygen onderganck j befluy-
••'( tende,datv ten ware hy, by tijts, den aenwas
van defen .Man befnoeyde , hy hem fekerlijck een
doorn in de voet fou zijn. Of dit nu voortquam
uyt vreefe,dfe-hy voor Overbury had , of afgunft,
dewelckehyhem droegh , of om' met fijn Nicht
en Rochefter eens te zijn, of om deoprechtig-
hcyt van Overbury die , t'eenemael al dele onge-
bondenheden tegen was, voor te komen, men
weet het niet. Hy voeghden'er noch dit by,dat, x 1 x.
hem aengaende,hy fich fel ven vry achte van eenige *™rJ*ct
mifdaet tegens de Staet , en hun geflacht foo uyt- scheim-
ftekende in het Rijck was , dat hy hem geen fcha- ftuck.
de konde doen. Maer aengaende Rochefter,
zijnde gemaecktkundigh, van al fijn heymelijck-
heden, en dienvolgens ftout en onhandelbaer ge-
worden , hy vandt het de eenige en veylighfte
middel , voor hun behoudenis , dat men defen
menfch aen een kant hielp . Hier op dan , geeft
jj Rochefter , aldus by den neus geleydt zijnde , fijn
ü toeftemminge : en alfoo fchort'er tegenwoordigh
I niet anders aen, als de middel, om het felve in het
• wercktcftellen.
't Geviel nu dat Sir Willem Wade, Luytenant
of Stede- houder van den Tour , in dat ampt rijck
geworden , en mits fijn ouderdom fijn bedieninge
1 Ihppelijck waernemende , van fijn bedieninge af- x x
j gefet,en dat de Ridder S*. Jarvis Yelvis,ecn byfon- De Rid'de£
i der vriendt van Rochefter en Northampton in fijn iervas
[ plaets wierdt geftelt , het geen voor eerft de wegh *jo« Loy*
r baende , om tot een werek te komen , dat aireets a™ ^"r,
by dit eedverwantfehap befloten en vaft geftelt
was ; gelijck hier na gehoort fal worden. Maer
de Gravin evenwel geen marren konnende velen ,
en yder dagh een Jaer achtende , die haer wraeck-
B fuchc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i % Treurige Gefch'iedenis van
fucht niet uyt wrocht , begeeft fich dan weder b
haer waerde en getrouwe Turner , klaeght haer
met bittere tranen , daer de hoeren Géiden om ve
legen zijn,hoeftoutelijck Overbury haer bemin
Rochefter had derven bejegenen , en hoe hy e
hoerenfnoode Vrouw van haer gemaeckt had,
verklarende niet te konnen ruften , voor en aleer
fyfichvan defen Neger, dien fchuym der men-
tenen , dien gevleefchden duyvel ibu gewroocken
hebben. JufTr. Turner , uyt een deughdelijckc
mededogent heyt ,vermcnght haer tranen met de ^
hare ,ftormtentiertal foo leer cp Overbury als
fy , en beloon haer eyndelijck alle byitant en hulp,
daer by voegende : lahy mofi fierzen,het was jam-
mer en fchade , dat foo een [noodt gedrocht foo een e erft* >
me Me-xrouiv , van fulcl^ ten trtfjdijcl^Huys afkom- \
Jligh , tot deuyterfte frnaedt van haer gejlacht,foo foude
onteeren , j a eerder dat fy fulcl^ een godloojheyt ovtr le-
ren foude, trilde fy hem met haer eygen handen doodtn.
Woorden die over een komen , met een gemoet , 1
dat meer door eenboofe quaetaerdigheyt, als door
reden gedreven wordt. Maer evenwel , beda-
rende een weynigh, begoftenfe het gewight en
belan^h van de faeck wat nader te overwegen,
en dit het geen kleyn werek was , een menfeh om
te brengen , foo in aenmerckingh van het gewitte,
xxi. als van het gericht , en daei omme , moft men den
Todcgh beften wegh daer toe verkiefen , en befluyten
bmytc 01 daer over > dat hem te vergeven , de gevoeghlijck-
dooden. fte middel fou zijn. Maer om den Man te vin-
den , die het fou toemaecken , vant men fwarig-
heyt ; maer na een ruym overlegh , wiert'er een
Welton bedacht, die eertijts Dienaer van defe
Turners Man was geweeft: wetende fy, byon-
dervindingh datter niemantbequamertoegevon- |
den koft worden , als defen gaft. Defen Man ,
zijn-
mm
T
I Ridder Overbury. 19
3: i;{. zijnde voor als doen 00 het landt , moft ontboden
worden, en Vrouw Turner moft met hem om-
fpringen , om hem tot het Ituck te bewegen ;
want dingen van delen aerdt , mollen met wijf-
heyt en voorfichtigheyt beleydt worden. Men
belooft hem twee hondert ponden fterlinghs , en
hy door de winft genoopt , neemt het werek aen.
Overbury , ondertulTchcn , groeyde ten Hoof ,
al meer en meer in gefagh , foo verre , dat lijn be-
-'."»J quaemheden aengemei ckt , hy door den Koninck
in fijn Raedt gekofen vvierdt , om in Nederlandt , x X 1 1.
aen't Hof van Brunei , voor Gcfant gefonden te Aenwaa
worden , om aldaer te verblijven. Dit komt °vcr'
Northamptoncö Rochefterter ooien, die daerg"^sh#
( over vol bedencken zijn, te gemoet Tiende, een
1 merckelijcken aenwas van fijn gefagh , toe
1 blijckelijck gevaer , van verval van het hunne.
Overbury was oock hier over in bedencken , aen
de eene zijde , wilde hy niet gaerne het Hof vei la-
ten, en aen de andere zijde, fo.u weygeringh van
het felfde aen te nemen, de aldermerckeiijckfte
verhinderingh van fijn bevorderingh zijn, terwijl
" y in overlegh is , komt Rochelter by hem , die
iudeplaets van hem het fel ve aen te raden , hem
[ daer van affchrickt , hem tegen voerende : T^jn Xxi 11,
bevordering!) en verwaebtingt was geenfints onder Die van
vreemde tolereren ;/;y was nu aireets tebuysin vol^o- Carbedro
\men atnfun, en dat fou door fijn af %ijn verminde- &cn wol<irf
•ren, men kor.de beter in tegenwoordigheyt als in af
ejen %jn beqnaemheyt toonen > wat reden badde hy
et onfekcr te foecken.daer by het feecl^ere aireets in ban-
\den hadde. Defe woorden bene flens liet gefagh van
Iden Burgh-graef brachten fijn twijffelachtigh ge-
moet , op die zijde, daer hy her lel ve begeerde te
i lubben - evenwel overleyde hy,dat hy desKoninks
«ongunü niet kondeontgaen , iadien hy weygerde,
B 2 en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
20 Treurige Gefcbiedenis van
cn die van Rochefter ftondt vaft, indien hyhet
aen-nam. Maer Rochefter , om hem uyt defe
twijffelmoedigheyt te helpen , verklaerde hem,
hyhaddcfichfoo wel bevonden, by de verrich-
tinge,die hy omtrent fijn faecken had gedaen ,
en fulck een getrouwigheyt in hem beipeurt , dat
hy alfoo lief fijn rechterhandt , als fijn hulp en by-
ftandt fou willen miflchen j en of in gelegentheyt
van weygeringh hem eenige onluft fou mogen ge-
beuren , fijn woort , gefagh , aenfien en gunft by
den Koninck, fouden hem, wel hacft, van alle
moeyelickheydt bevrijden en verloffen , indicn'c
daer mocht op aen komen , voor de rcft fou hy al-
le gunft, eneenbevorderingh door fijn toe doen
te wachten hebben. Hy door defe hoop ge-
leydt , en verfeeckert aen de ecne zijde van Ro-
chefters gunft,en aen de andere zijde het befte van
den Koninck verhoopende , neemt voor beleefde-
lijck , het hem opgeleydeampt te weygeren.
Sir Jervas nu inïijn bedieningh van den Tower
vaft geftelt zijnde, en bevonden t'eenemael aen
de wil van fijn twee bevorderaers , de Graef van
Northampton en Rochefter te hangen , foo dat fy
mochten vertrouwen, van hem alles te verkrij-
gen, wat fy begeerden , foo wafTernietoverigh,
als middel te vinden om Overbury in den Tower
te krijgen , die Rochefter wel haeft gevonden
had. Hy die den onnoofelen en al te gedienfti-
gen Ridder had aengemoedight , om het Gefant-
fchap af te flaen , is nu die gene die hem by den
Koninck tracht fwarttemaecken , voorftellende
deopgeblafen laetdunckentheyt van Overbury,
die fulck een aenfienlick gefantfchap , te geringh
een dienftachte, voor fijn hooge waerden ; en
voeght daer by , dat hy in ernft het felve fou wey-
geren aen te nemen. De Koninck zijnde aldus
in-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
mm
Ridder Overburï. 21
ingenomen , en dat door hem , die hy waende fijn En %cn;kt
aldertrouwite vrientte zijn, ontiteeckt in fuick i„ ongem-
een eramichap tegea Overbury , dat defe twee «jebyden
Werck-meeitcrs nu nietf wijffelen , of fy Tullen *on,nck-
hem haeft hebben daerTy begeren, alwaer ge-
vangen zijnde , in ongutift by den Koninck , onder
de tanden vaneen, die meer hun gunftachte, als
desKonincks mifnoegen, afgefchcy den van fijne
vrienden , berooft van aenfpraeck en verfoeck ,
als alleen van die gene, die, van defe vloeck ver-
wanten > aen hem gelbnden 1'ouden worden , was
'er nu de bette gelegentheyt om , door Wefton,
dat werektuyghdes Ouyvels, hunbefluyt uytte
voeren, ende'grootlte baerblijckelijckheyt, dat
het werek noyt fou konnen uy t komen, niet denc-
kende dat Godts oogen maer al te feeckere getuy-
gen zijn van fchelmery , en fijn voorfiemgheyt,
de gereede middelé, om fijn gerechtigheyt te vol-
doen. Soo treckt hier de eene fonde de andere ,
luft treckt begeerte , begeerte overfpel , en over-
fpelmoorderye en verderf.
De tijdt quam nu, dat Overbury molt fich lelrs
verklaren, wat hy, omtrent die gefantfehap fou
willen doen, aen- nemen of ontfeggen. Hydan
voor den Raedt geltelt zijnde , geeft tot ant-
woordt, dathyfeer aen fijn Mujelteyt verbon-
den is, voor al de gunftë die hy aen hem had bewe-
fen, en voornamentlick , voor defe groote eer,
die het hem had belieft , hem op te dragen , even-
wel, erkennende fichfelven fulck een plaetson-
waerdigh , en onervaren om fulck een gewichtige
laft uyt te voeren , en behal ven dat , gebonden aen
verfcheydene huyflijcke belangen, verfocht
daer in verfchoont te mogen zijn. Dit fcheen
hen allen wonderlijck toe , dat hy aldus fijn eygen
geluck verwerpen fou, en fich mee ontfagh des
• Hl
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
En in den
Towet ge-
vangen ge-
let.
xxvi.
Vcrfcheyde
toeruftingê
cm hem te
vergeven,
22 Treurige Gefclnedenis v*n
Konincks ongenoegen op fijn hals ce halen. Voor
de relt , geliick hy door fijn verfmadingh verdient
had , hy wierdt in de Tower gelet , doch niet om
als een nauwe gevangen gehouden te worden.
M;:er de Heeren Nonhampton en Rochelier ,
beydevandengeheymenRaedt, en in groot ge-
fagli een Hoor* zijnde , heten den Tower Vooghc
weten, hy (ba hem valt gevangen houden , tonder
toe te laten , dac eenige brieven of dicrgelijcken
hem ter handt fouden worden geftelt.
Zijnde aldus hun begeeren volbracht • was
voor het naette noodigh dat Wefton moeit ge-
bruyekt worden , om den Heer Overbuty op te
pallen, om het welcke te verkrijgen, was 'er
gantlch weynigh moeyten van nooden , in voege,
defen Wefton > met hit brieven aen Overbury ge-
fonden wordt , die aldus gedrongen wierdt , een
Ihngh in fijn eygen boefem te voeden.
Om nu het beitelde werek ten eynde te bren-
gen , en het vergif toe te maken, wierdt eenen
Francklin , dealderbequaemfte geacht , die in der
waerheytgrootebequaemheyt had, om het gift
fijn kracht te verminderen,of te vermecrderen,om
fchielijck of lanckfaem te wereken, foodathet
menighmael wel een maent ingenomen had ge-
weeft, eer het fijn uyt werekingh deed. En altoo
kreeghnu het werek fijn volle leden , Francklin,
een foort van een genees-meefter , fou de toema-
kcr, Wefton de uyt- reyeker van het vergif zijn,
Sir Jervas Y el vis een boefem vriendt van Nor-
thampton en Rochefter, en de Gravin en Vrouw
Turner bevordereflèn van den handel.
Maer dit was 'er noch overigh , het Houwe-
lijck tulTchen Rochefter en de Gravin moft nu fijn
voortganck hebben , niemant was 'er die nu het
fdve verhinderen konde, of ontraden > dewijl den
on-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overbury. 23
ontroofden Overbury gevangen fade , foo dat men
wel haeit quam toe befiuyt van de laeck, doch
ierdt noch een wijl ftil gehouden.
Ondertuflchen fchcen het hen hoogn ujdt , het
kengevangen werek ten eynde te brengen , en de
Gravin , als de voorbai ighfte , floegh de eerfte de
handt aen 't werek, kreegh een glaesje met blauw-
lachcigh water, omtrent twee duymcn hoogn.
Dit,inecn papier gewonden , wierdt \v -ltons
foon gegeven , met laft dat hy na den To wer fou
eaen f en het fclve fijn Vader overleveren. Dit
■ Icfehiede alfoo. Wefton dan hebbende dit wa-
i ter , was nu gereedt om dit gift Overbury in te
«even, foo als hy het avontmaeliou doen, en
; hebbende het glas in de eene, endelpijsindean-
> dere handt, wierdt ontmoet van Sn Jervas, den
wekken hy vraeghde, of hy het nu lou ingeven
■ of met, Jervas, "nergens van wetende, die hy
evenwel meende bewuft te zijn , vraeghde hem,
» wat'' Waer op hem Wefton vraeghde, oihy met
- wift wat 'er te doen was. Hy hier op bleet ver-
- wondert ftaen, en viel 111 een quaet vermoeden ,
• waer over hy Wefton nauw begoft te onder vra-
gen , die hem al den handel bekende , waer het
alles van dacn ouam, en wat de oorfaeck was. Hy
evenwel niet vérder dervende gaen, en vreelende
Gjn bevorderaers tcmifnoegen, lactWelton he-
nen gaen , met laft evenwel , dat hy het voor die
tijdt fou laten blijven. Des anderen daeghs •
wierdt hyby Northampton ontboden daer hem XXVH.
i de Graef na veel wijdtloopige redenen onrdeck- Jervas
te wat aengaende Overbury fijn voornemen was , u.ort mede
verhalende fijn ongebondene redenen en werckm- van den
oen, te-en de Gravin, fijn halfterngheyt en ftout-
Reyt tekens Rochefter , ja fijn tegen- ftiibbelingen
te^en een yder ; en dat het tijdt was, dat fulck een
p 3 3 B 4 menie h
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXVIII.
Ovcrbury
ftaet veel
uyt.
24 Treurige Gefchiedenisvan
menfch uyt de wereltwas, het welcke wel be-,|
fchickt zijnde , fouw'er niet een haen na kraeyen ,f
en wilde hy het helpen begunttigen , fulcks fou
geen kleynen acnwas van fijn geluck zijn, beloo-'
vende hem behalven dat , een vergeidingh van
duyfent pondt fterlinghs. Wat valt 'er veel te
feggen , Jervas liet fich , of door het geit , of door .
de gunft van Northampton bewegen , en belooft
alles ftil te fullen houden.
OndertulTchen Wefton , hebbende 80. ponden
van het geen hem was toegefeght , ontfangen ,
fonder evenwel yets te hebben gedaen , wort daer
over van Meeftres Turner over gehaelt. Hydan,
om in geen gebreecke te blijven , verforght fich
van alderhande flagh van vergif, het welcke hy in
fijnfpijs endranck vermenght. Vermeerderen-
de , of verminderende hun kracht , gelijck hem
Francklin onderwefen had. Oock wierden ee-
nige taerten , en conferven door de Ridder Sir
Thomas Monfon , aen een Simon Mafter fijn die-
naer , en door defen aen Wefton gefonden , die
oock al te famen vergiftight waren. Kortelijck
fijn zout , fijn fauce , en al wat hy nuttighde was
vergiftight, of vermindert of vermeerdert, na
dat hy Overbury gefteltfagh.
Door defen middel, begoft hy feer kranck te
worden , hebbende tot daer en toe altoos in goede
gefontheydt geleeft , foo dat hy nauwelijcks gaen
of ftaen konde , foo door pijn in fijn lichaem , als
fijn hooft. Maer zijnde een feer fterck man ,
ftondt het Iangh uyt , tot dat hy eyndelijck op fijn
Dienaer Wefton, begoft quaet vermoeden te krij-
gen. Want fijn fieckte verminderde of vermeer-
derde , na hy het beftelde. Door een koel-badt
evenwel , het welcke hem door een Apotheecker
Paul de la JBele genoemt, gemaeckt, en door
JDo&or
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
fci
Ridder Overbury. 25
. Poftor Mervin voorgcfchreven was , begoft hy
• fich een weynigh beter te gevoelen, en bleef alfoo
■ langer in het leven , als fijn moorders verwachten,
• vevenwel leyde hy een pijnelijck en een verdriengh
'i leven , te meer , alfoo hy,, door toedoen van fijne
vyanden, die vol vermoeden waren, foo nauw
bewaert wierdt, dat hcmniemandt felfs aenfijn
f veynftcr mocht fpreecken , onder voor geven , dat
den Raedt hetfelve alfoo belaft had : Invoegen
defen ellendigen gevangen gedult ia lijn linarc
en lijden nemén moft.
Ondertuflchen wierdt openbaer gemaeckt,d.it
Rochefter met de Gravin fou trouwen, het welck
een groote verwonderingh onder ai de werelc
maeckte , en een yder genoeghfaem de mont open
, deed , d'een fchaldt haer voor een lichte koy , en
al d'ander beklaeghde Rochefter, vreefende dat
hy met haer fou varen, gelijck de Graef van Effex
met haer gevaren was : maer om de mondt van de
gemeente te floppen , wierdt dit Houvyelijck be-
reden-kavelt , of het wettigh konde zijn of niet ,
zijnde haer eer fte Man noch in het leven. De
BifTchop van Canterbury en andere waren daer
hart tegen , maer Wmchefter en Ely hielden vaft ,
dat dier een nulliteyt of nietigheyt vanhetvoor-
gaende Houwelijck fou mogen toegeftaen wor-
den , waer door dit laetfte volkomen wettigh fou
konnen zijn. Dit wierdt gedaen , de nietigheyt
verkregen , met ordre dat Efltx haer houwelijcks
goedt , dat hy met haer gekregen had , weder fou
uytreycken. Dit wierdt dan foo beftelt , en het x x I x»
Houwelijck ginck fijn gangh, en de Koninck, Houwciijk
voortgaende in fijn genegentheyt en gunlt tot ™naJn
Rochefter, gaf hem het Graeffchap van Somer- ractcai.
fet , foo dat de Gravin evenwel een Gravin bleef,
maer alleen van naem veranderde. Dus klom hy
B 5 vaft
Early European Books, Copyright© 20 1 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
26 Treurige Gefdnedems van
vaftoptotdenhoogentiap van eer en waerdig.
heyr, weynighdcnckeikk •, dat hyopfijnalder-
hooghfte was , en dat de tijdt komen fou , dat hy
erfgenaem fou worden , van Overburijs flaep-ka-
mer in den Tower.
Hoe feer Overbury oock opgefloten was , het
gerucht van dit Houwelijck quam hem evenwel
ter ooien , waer uyt hy voort een befluyt maeck-
te, dat het nu om fijn leven te doen was , en valt
claer op aeu 't jammeren , foo over den Graef van
Somerfet , a.s fich felven , invoegen hy , door
fijn overmatige quellingh, weder in itoi t. Ondcr-
cuifchen wilde hy noch eens aen Somerfet , eer-
tijdts Rochefter, fchrijven, gelijck hy dede , in
defe woorden :
Brief van Overbury aen de Graef van
Somerfet.
£ ^ ^ Recht Edele en tv der de Heer : u voorgaende gexxoone
JSiief van gunjlen , en h volkomen beloften , raeckende mijn haeftige
Overbury verlof mge , vcroorj'aken my door dejè wejntge regiden ,
sca Gar. K Heerlijckheyt des te vermanen , en in gedachtenis te
brengen , met verhopende dat U Hoogh Edelheyt my ge-
heel vergeten heeft : en dewijl tcl^, mtdts defe Juare gc-
vanckems, met veelderhande queUtngcnvcorde aengetajl ,
Jou het mijn leven, en hooghsle gehtckjzjj* , indien tcl^de
open lucht mocht gemeten. Icl^ bidde dan U Hoogh
Edelheyt , erbarmen met mijn tegenvooordigen noodt te
hebben , en my een Jpoedige. verloj'inge te vetllcn bevorde-
ren: Icl^Jal daer over, met alleen te meer aen u verbon-
den x.ijn, maer « oocl^erkennen cis de bewaerder van het
leven van
Thomas Overbury.
Defen Brief wierdt na Somerfet gcfonden,
en de Bode bracht tot ant woort wederom , dac
hy
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overbury. 27
•ny voor tegen woordigh niet kondc te wege bren-
• gen, het genehy verfocht , maer dat SirOvcrbu-
jiyniet had tetwijfïelen, ofhyfou korteli jck fijn
verlollïngh vernemen. Ily dan aldus met hoop
gevoedt, begint fich fel ven wat te verkloecken.
Ondertufichen komt Wefton by Vrouw Tur-
ner , om noch eenigh geit te hebben , alloo hy
daer voor als doe om verlegen was. Maer kreegh
tot antwoorr, dat foo haeit als hy het werck lou
hebben uyt-gcvoert , hy lijn betalingh foukrij-
en, maer voor die tijdt niets behoefde te ver-
achten. Hier mede keert hy weder , en denckc
op nieuwe middelen, OndenuflTchen komt 'er
fchrijvens van Somerfet aen Overbury, inhou-
dende: Dat het Hof fier onledigh was, met ter-
fchevde faecken , en des Kjmingbs oor en te fier ie-
lemmert om eenige voorhagen te hooren: maer foo
hatft als hy eenige gcleger.theyt feu kpnnen linden ,
fou hy geenfins laten , fijn faeckjen te bevorderen. On-
der tufjehen fand$ hy hem tot fijn verftercl^ingh , een
Poeder, dat overmatig!) ge font en Ter s~t ere kende was,
het welck hv, in fijn eten, of in fijn drtneken fou
kpnnen gebrmeken. En wat was dit anders als
fterek vergif? dit ondertutfehen voede Over-
burijs hoop , die evenwel van dit Poeder niet gc-
bruyekte, maer Weflon, om het werck ten
eynde te brengen, Bommelde een onbekende
fchelmfchen Apotheccker , of drancke-berey dei-
op , met den welcke hy verdragh maeckre , voor
twintigh ponden, dat hy hem een Clyllcer of
fèuytiogh fou toemaken, daer hy ftiblimaetfou
indoen. Dit wordt gedacn, en Wciion weet
dcnonnoofelen Overbury foo fchoon te praten ,
feggende hem het fel ve tenalderhooghften dien-
High voor fijn gefontheyt te fullenzijn, dat hy
toeftaet geklifteert te zijn. Den Apotheecker
of
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2% Treurige Gefchiedenis van
xxxi. of drancke-bereyder , komt dan met het geen h;
Die cynde- had toegemaeckt , hy fet hem de fpuytingh , ei
h'\ck ver- Overbury valt daer over in groote flauten , pijn ii
Inöerft.0" gedarmte, en geeft des anderen daeghs me
onverdraeghlijcke lmart, den geeft. Daer foc
veel was om te doen , en foo veel om was aenge-
went geweeft.
Wefton dan ontfanght de reft van fijn betaling,
en helpt den onbekenden Apotheccker na Vrank-
rijck. Daer na gaf men uyt , dat de Ridder Over-
bury een feer quaedt, en onbetamelijck leven in
den Tower had geleght , waer mede hy fich fel-
ven t'eenemael bedorven had , jae dat hy door fich
in hoerery te verloopen , de pocken fich op den
hals had gehaelt , en daer van geftorven was , zijn-
de het de boolheyt niet genoegh, den Man het le-
ven te hebben benomen , fonder hem oock fijn
eer , die een vroom gemoet liever als het leven is>
alieenigh om haer grouwelen te bedecken en te
verblommen, door defe valfche blaem enlafte-
ringh te benemen, foo qualijckkan het quaet ,
wanneer het eenmael gaende gemaeckt is , aen het
ftille ftaen geraken. Dit wierdt by velen aen-
genomen, maer van andere in twijffel getrocken.
Sijn lichaem na fijn doodt bevant men feer lee-
lijck uytgeflagen en vol van vuyle vlecken en bla-
ren, het welcke onget wijfTelt door het veelvoudi-
ge vergif uytgeflagen , byde onkundige onder de
naem van rechte pocken moft doorgaen. Het
wierdt vorder in een luyfigh laecken gewonden en
foo in de kift geleydt , en op den Tour Bergh be-
graven.
Aldus fien wyin defen Man , dat foo wel dc
goede als de quade , tot een ellendigh eynde kon-
nen komen , en dat de verborgentheden van Gods
oordeelen , ondoorgrondelijck zijn , oock wat
loon
c
■
>
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
RIDDER OVERBURt. 29
J oon hec Hof vecltijts befchaft , aen die gene , die
3 ïch op dat woefte meyr , van alderhande driften >
: sn veranderlijckheden begeven. Hy was als een
ir:erlijck Edelman opgevoede , in allerhande we-
Kenfchappen ondervvefen, in gunft by Hovelin-
i gen , in aenfien ten Hoof > en echter ellendigh ia
iijneynde: waerlijck hy is de geluckighfte , die
'buyten het Hot en fware bedieningen lijn leven
, kan doorbrengen, en buyten noodt-dwangh ,
i dwarrelende gemoederen , en ftormen van vcran-
I derlijcke genegentheden , waer te nemen. Hy
1 mocht weifeggen en fich toepaflen.
. Vitam, anima*, opera fumptm impendimus AuU;
Ftéunia pro meritü qu* rctrtbuta pHtaf ?
Aula dedtt nobis refcripta votata papyro ,
Et fine men te fonos,(s fine corde tnanus.
Dat is :
Ziel. leven, werelden kofl , befleden rvy ten Hove,
Segh, ivat vergeldtngh wacht die Mandie dttbeflecdt?
Beloften in gejehrift , en meer niet als beloven,
Klanc\^fonder fn.dehant dacr 't hart het min/f van weet,
Maer wy hebben nu gefien de boofheyt op
den Throon , de bittere haet voorfpoedighlijck
uy twereken , al dat haer boofe drift het fnoot ge-
moet heeft konnen voorttellen j nu moeten wy
oock Godt het fijne geven , en toonen dat fijn ge-
rechtigheyt oock plaets heeft gehadt , en niet
t'eenemael van haerbelangh berooft is geweeft ;
hoewel onmatige gunft hem van een gedeelte
ontfet heeft.
XXXII.
De doodt van Overbury was twee jaren ver- Vmo, h
borgen geweeft , en de moetwil van Sommerfet op(jcd<
oot
begoft in fijn verhetfingh meer en meer op te van ov«-
fteecken , waer door hy lichtelijck fijn eertijts bury.
vrien-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3ó Treurige Gefchiedems vm
vrienden, tot vyanden gemaeckt heeft. Evew
moften fichdefe bedeckc houden, uytvrets
des Konincks mifnoegen, die noch niet feer in
gunlt verkoelt was. Ondcrtuffch/n onftondei
'er vei fcheydene geruchten , aengaende de doodl
van den Heer Overbury , dewelcke vermeerden
wierden , om dat een dienaer van Sir Overbury
een verfoeck brief acn de Heer Kookedeed in ftel-
len , waer in hy vertoonde , dat fijn Heer , ge-
wificlijck een onnatuerli jeke doot geflorven was (
dat indien het fijn Heerfchappy^ils hoogh Rech-i
ter, geliefde Wefton by h<Srn öróntbieden, hy,;
feeckei lijck , uyt hem fou konnen halen , 't geen
hem daer omtrent meerder licht fou geven.
Andere feggen , dat mijn Heer de Biftchop varï
Ondcrfoek Canterbury , hebbende eenigh mifnoegen tegens
tcgens de Sommerfet opgenomen , en begerigh zijnde, fich
Schelmen, fel ven aengenaem te maken , de Ridder Raelph
Winvvood, fijn gedachten , omtrent Overburijs
doodt , mede deelde , die des Konincks geheym-
fchi ijver , onder Sommerfet was , feggende, ver-
fcheydc brieven te hebben gefien , die geen kleyn
vermoeden gaven , dat 'er vorder een koffer in
fulck en fulck een plaets was , daer verfcheyde
fchriften in waren, die de waerheyt ten vollen
fouden konnen openbaren. Defen Ridder Raelph
begerigh, om door Sommerfets val , grooterte
worden , deed foo veel d3t de Heer Kooke hem
het onderfocck daer van aenbeval. Hoe't was
of niet, Wefton wierd by de Heer Kooke ont-
boden, en van hem over verfchcydene ftuc-
ken , de faeck belangende , ondervraeght ; hem
verfoeckende , en biddende de waerheyt te feg-
gen , voegende daer fom wijlen dreygementen by.
Wefton evenwel hieldt het uyt , en was tot geen
feggen te brengen. Dus volharde hy , een weeck
of
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overburt. 3 j
of veertien dagen langh, veifcheyde befchuldi-
ersquameu tegens hem , en veiklaerden op hun
ede , dat al wat hem te lalt vvierdc geleght , recht
en de waerheyt was. Maer al dit koft weynigh
helpen. Op het laetfte taft hem de Biflchcp van
Londen aen , op wiens vermaningen enaenradin-
^en hy het alles bekende : hoe Juffr. Turner en de
Gravin aen kennis waren gekomen, watgemeen-
fchap fy met Befweerders en fulck volck had ge-
hadt : dat Northampton , Sominerfet, en Franck-
lin ,beneffens Monlon , en Yelvis, een handt in
het werek hadden. Waer op fy alle wierden ge-
vangen genomen ; de fommige gelbnden na den
Touwer , en andere na Newgate , maer ÏNor-
thampton was niet langh te voren tijdelijck over-
leden. Wefton weder ondervraeght zijnde , bleef x x x I v,
volftandigh by fijnbekentenifle, en wïerdt daer straf over*
over veroordeelt om tot Tiburn opgehangen te t!e Moot-
worden. Hy ftaende onder de galgh , wierdt ders#
door de Ridder Sir John Hielis, op een nieuw
ondervraeght , daer hy alles weder oprechtelijck
bekende } met groot leetwefen van fijn mifdaedt,
en leed de doot, dier hy toe veroordeelt was. Hec
felfde gebeurde oock na hem Meefires Turner.
Wy fullen , tot voldoeningh van den Lefer , de
wijle vanonderfocck, omtient de perfonenvan
de Ridder Jervas Yelvis , en Doctor Francklin ,
als onfe ftorTe eygener zijnde , als mede hun doodc
een weynigh breeder verhalen , 'omtrent Wefton
en Turner ons vergenoegende , met het geen hec
vervolgh van onfe gefchiedenis , ons des wegen tc
kennen heeft gegeven.
De befchuldigingh van Sir Jervas was fooda- xxxv.
nigh, dat hy Welton in hergeven van het vergif wijtloo-
behulpfaem was ge weeft * en eerftelijck dat hy P%»wh"
liet glas met vergif in Weftons handt had geilen , ondafoX.
die
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
j 2 Treurige Gefcbiedenis van
die hem had gevraeghc , of hy het hem nugeve
fou , de Ridder had hem daer over wel beftraft
maer echter wierdt het hem dien avont,in fijri
fpijs gegeven j foo datdanblijckelijckwas ,daa
Jervas van het werck wift , en kennis had , vaal
het vergeven van Sir Thomas Overbury , «9* flwii
non propul fat injuriam cum pofjity inftrt. Dié
geen verongelijckingh weert, wanneer hy kant*
houdt men als had hy het aengedaen, feghtCi-r
cero.
Vorders al-hoe-wel hy wel wift dat het vergif
was , hielt hy Wefton evenwel by fich , en toon-
de hem gunft en een goet gelaet , ja » op een tijt,i
had hy hem een glas met feck gefonden , en daer j
by laten feggen , hy beminde hem foo wel , als hy i
oyt gedaen had , fonder hem al dien tijdt eenigh J»
loon te geven , maer foo haeft als Overbury doodt 1
was , liet hy Wefton gaen.
De Gravin had oock een brief aenden Stede-
houder gefonden.en met den felven eenige vergif-
tige taerté voor Overbury ,maer wijn voor des Ste-
dehouders Vrouw , verfoeckende hem , defetaer-
ten aen Overbury te geven, want daer waren brie-
ven in , maer fijn Vrouw en kinderen mochten
den wijn drincken, wantfy was verfeeckert daer 1
waren geen brieven in. Defe brie-ven betecc-
kenden venijn buyten twijffel. Twee of drie brie-
ven , van Northampton en Rochefter gefchreven,
over het geen hy met Jervas gehandelt had , ga-
ven oock eenigh licht. Op defe befchuldigingh
antwoorde hy aldus :
xxxvi. Mijn Heer, al eer ick antwoorde , op het geen
sijn ver- my te iafte wort geleght , laet ick mijn Heer een
fpreuck doen gedencken , die ick uyt u mondt
geleert heb ; dat wanneer een gevangen ftaet voor
het gerecht, ongetrooft, hem niet vreemder is
ft
antwooi-
dingo.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overburv
3?
ils goeden Raedt en overlcgh, zijnde alles wech-
enomen door de vrees van de doodt , en de forge
oor fijn Vrouw en kinderen. Gyhebc altoos
edelijden met foodanigc lieden gehadt ,en hebt
erklaert , liever in de hel te willen lijden,om ge-
ade aenj fulck een gedaen , als om hen veroor-
eelt te hebben.
Mijn Heer,gy hebt defe uwe eygcne regel om-
trent het ondertbecken van mijn faeck niet waer-
jenomen , gy hebt alle fchijnbaei heden ver-
wam, en my toegepalt , foo dat ïck baerblijc-
i kelijck veroordeelt was , eer ick overtuyght kon-
de zijn. Indien ick foo fnooden menfeh ben,
als u heerlijckheydt my oordeelt te zijn , foo was
■i ickeenigegunft onwaerdigh, maerick hoop dat
u heerlickneyt het (elve niet bevinden fal.
Doch ik wil geenfins yets loochenen,dat eeni-
igefchijn van waerheyttegé my heeft, en wil felfs
niet cenen logen voort brengen , om mijn leven
. ite bevryen , en ick bidde u heerli jekhty t my voor
odanigh aen te nemen , en u Chriitelijcke
iefde te my waerts te keeren.
Hier op verfocht hy het Hof dat de ftucken van
fijn befchuldigingh , by des Konincks Raedc
mochten worden verfamelt , de welcke de felve
waren, die hier voor fijn aengeroert, waer op
hy , yeder in 't byfonder antwoorde.
Op het eerfte'.SaZ icl^ het hem nu geven ? ant-
woorde hy , dat , wanneer Wefton hem fulcks
vraeghde, hy*geen vergif in fijn handt fagh, en
daerom was dat aen te mereken in Weftons en
fijnonderfoeck, datter was gefeght, fal ick het
hem nu geven? en niet -}Sal ick hem nu dat ge-
• ven ?
Maer vorders wanneer Wefton hem had gefegt
dat het vergif was, het welcke hy hem meende te
C ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
^ 4. Treurige Gefcbiedefiis van
geven , heb ickhem daer over bcftraft , en Godts
oordeel voor oogen ceftelt , ja ick heb hem loo
aengetaft , dat hy op fijn knien Godc en my be
dankte , en feyde my,dat hy en de fijne reden had-
den, Godtvoormyte bidden, om dat ickhem
wederhielt , van die werck uyt te voeren , eril >
noemt gy verixercken en heipen , als men eeti(i «
Man van fijn fonden affchrickt, en hem fijn gei; <
breecken doet belijden , foo ben ick foodanigh
een geweeft omtrent Wefton.
Op het tweede, nadat ick aldus Wefton ha<fi) i
verfchrickt , met Godts oordeel > en hem neer«|' :
flachtigh fagh , over fijn mifdaedt , konde ick henÉ
niet anders, als mijn Chriftelijcke liefde bewij^
feu , om hem op te rechten , die nedergeflagertia
was, endaerommehebbe ick hem gonlt bewe-?
fen , en beleeftheden getoont , ick heb hem toe-*;
gedroncken, om hem moet te geven, om dei
goede aenradinge van fijn gemocdt te volgen ♦«
het weick ick als doen bevandt , vaft geftelt in af-l
keer van de daedt. Dat ick hem geen loon of I
huur gegeven heb , is oock waer, ick heb hem j
aengenomen , op het aen bevelen van mijn Heer i
van Northampton, en de Ridder Thomas Mon»<
fon,dieick voor mijn vrienden hielde. En ver- {
trouwde , datfe my geen Man , vooreen bewaer-
derfoudentoe fenden , die myeenigh ongemickj
fou moeen toebrengen.
Watlhet darde aengaet , feyde hy , dat hy in de j
brief van de Gravin , niet had aengemerekt, als
haer meeningh na den letter , en feecker (feyde hy)
nadat ickdetaerten had ontfangen, en defelve
een wijl in de koocken hadde , geltaen , docht my
datfe foo fwart, vuyl, envanfulck een vreemde!
ver we waren , dat ick mijn Koek laft gaf , defelve
weghte werpen, en andere voor hem te roakenJ
II
Ridder Overbury.
Öpden brief van Novthamp<-on bewees hy ,
niets daerin ge weeltce zijn, dateenigh vergeven
fou mogen raccken.
Maer alfoo inden brief, den welcken hy aen
Nonhampcon gerchreven had , dele woorden
Honden \wat fych<j\er atngatt > kkfd farbikpw-
mert ^/»,*of dat icl^ de uvtkpmft k^erltjcf^fie uyt-
gewrocht. Wierdc hy oock ondervraeght , wac
daer ia fijn meeningh was. Hier haperde en
wanckeldehy gewekiigh , en gaf eyndciijck toe
antwoordt. Het was al langh geleden , dat hy
dien brief gefchreven had , en wat aenginck , de
byfondere omibndigheden , waer om hy defen
brief gefchreven had > die konde hy voor als doen
niet in gcheughenis brengen. Dit was de ant-
woortdewelck hy gaf op fijn befchuldiginge,
en na dat hy veel proteften en verklaringen tuf-
fchen Godt en fijn ziel , wegens fijnonnoofelheyc
hadgedaen, keerde hy fichtot de Rechters, en
feyde hen aldus : ick fal met menighce van onfeyl-
bare teeckenen bewiifen , dat ick g^en helper of
medelhnder van dit werek heb konnen zijn.
Want voor eerft ick heb een vrywillige ont-
deckingefelfsdaer van gedaen, Ibnder daer toe
gedrongen te zijn , fou yemandt konnen geloo-
ven , dat ick een faeck fou willen ontdecken , daer
ick my niet van fou konnen fuy veren i de natuer
is al te fterek in ons , dat wy onfe eyge befchuldi-
gersfoudenzijn.
Behalven dat , op dit mijn oprechtighey t te
meerder fou mogen blijeken, en voor de werek
openbaer zijn, ben ick voortgegienen heb den
moorder Wefton belchuldight. Het fou een
groote dwaelheyt ja dolligheyt in mygeweeft
hebben : yemandt te belciiuldigcn , die my van
gelijcken fou hebben konnen doen.
C z p
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
j 6 Treurige Gefchiedenis van
Ja Wefton felfs heeft my, voor den Cancellier,
een eerlijck Man verklaert te zijn. Want hy be-
leedt voor hem en andere tegenwoordigh , dat hy
meende dat de Stede- houder Jcrvas niet van de
t'famenfweeringh wilt , en zijnde in fijn onder-
vraging voor den Heer Opper- rechter , gevraegt,
wat hy meende met defe woorden , S*l tck het hem
nu geven? antwoorde hy , dat hy meende dat de
Luytenant kennis had van het vergif.
Vorders ick had fulck een vertrouwen op
mijn onnoofelheyt , dat ick mijn Heer den Opper*
rechter , en mijn Heer Zouch felf de wegh heb
aengewefen , om Wefton tot bekentenis te bren-
gen zijnde, met hem foetelijck en fachtelijck te
ondérgaen, enalfoodegront van fijn hart te vin-
den. Het welckoock de Heer Opper. rechter
met hem getuyghde.
Vorder na de doodt van de Ridder Ovcrbury
wierden Wefton en Vrouw Turner aen my gefon-
den , om uyt my te verftaen , of ick eenigh be-
dencken had , over de doodt van defelve. Wat
had het noodieh geweeft , eenigh onderfoeck te
doen, indien ick de minfte kennis daer van had ge-
hadt. .
ln voegen , al het geen ick wcte, aengaende
het vergeven van Sir Thomas Overbury , hebick
eerft geweten na fijn doodt , door ontdeckingh
van Wefton, en hier word ick geftelt als mede-
ftander van de daedt , daer ick niets , als na de
doodt van geweten hebbe.
Na dat hy hem met defe redenen verdedight
had , gingh hy vorder , te feggen : Indien ick van
hetbetteckben, foohTer mijn Heer den Schat-
meefter oock van , ick heb fijn brief. Om daer
in te toonen , dat hy my in fijn huys heeft ontbo-
den, en gefeght, het befteck is uw bekent foo
WC1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overbury. 37
wel als my > en die befteck was alleen om haer eer
te verbeteren , mijn Huys-vrouw heeft de brie-
ven, van de Heer Schat- meefter en Monfon.
En voor fulcke complotetyen of beftecken wil
ick gaerne in mijn doodt loopen.
Hy gingh vorder, en feyde, tegens den
Opper-rechcer, dat hy dit niet feyde om fich te
verdedigen, alfoo geen fchande of verfmaetheyt
konde op hem komen , want (feyde hy) defebe-
foeckingh is my van Godt toe gefonden , en 't zy
ick leef of fterf, het is de geluckfalighftequel-
lingh voor mijn ziel , die ick oyc heb ontfangen ;
ick heb mijn gantfche hart open geleght , voor
bloetfchuldt • maer vinde geen andere faeck van
berouw, als dvvalingh van mijn oordeel, niet
ontdeckende , het geen ick vermoede , ick bid
Godt dagelijcks vergiffenis voor minder fonde,
maer dit aengaende , ken ick geen ander als d wa-
lingh van mijn oordeel, in dat niet voor te ko-
men , wanneer ick fulcks in 't werek fagh.
Hier opftelde hy den Rechter dit vraeghftuck
voor; of yemandt die niet weet van eenigh toe-
legh , om yemandt te vergeven , maer alleenigh
fulcks vermoed , kan deelachtigh aen de moort
zijn , ( w3nt de woorden van fijn aenklacht luyden
vanmedeftand, en verfterekingh) en , feyde hy,
foo ycmant nu kan Peggen , dat fulck vermoeden
my een medeftander maeckt , ick weyger niet te
fterven , en erkenne my fchuldigh- Dit was den
inhoudt van fijn verdedigingh.
Hier op gaf den Heer Opper- rechter defe ant-
woordt , dat al fijn verfchooningen , en beroepin-
gen tot Godt den Rechter geenfints konden ver-
blinden , (maer feyde hy) om alle verfchoonin-
ge van u wech te nemen, en de faeck klaeren
blijckelijckte maecken, hier is de belijdenis van
C 3 Francklins
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3fc Treurige Gefcbiedemt Vdn
Franckün > halende die meteenen uytfijn boefem
en feggende : defen armen man geen kennis aen Sir
Jervas hebbende , quam delen morgen ten vijf
uren by my , en feyde my , dat hy leer ontroert
was, in fijn gewitte > en dien geheelen nacht
niet had konncn ruften , tot dat hy defe belijdenis
gemaeckt had -f en het is een foodanige (dit waren
lijn woorden) als de oogen van Engelandt nim-
mer fagen , noch de ooren van Chriftenrijck im-
mer hoorden.
Belijdenis van Francklin.
YTYVIT Meeflres Turner quam by my vd* voegen ie Gravin ,
rdijdenis en begeerde van my re hebben , 'het flarckfle vergif dat
van Franck ickhadde , voor Str Thomaf Overbury , en ingevolge kocht
\\U ick^fevenderhande : te votten , Si trek; wate r , Rotte-kruyt ,
Sublimaet , poeder van Diamanten, lapts Coflites , grtote
Spinne koppen , en Spaenjche vliegen. Al deje dingen
werden hem gegeven op byfondere tijaen, en vorder (be-
Jepdthy) dat de Stede-houder van dit vergeven kennis
had, alfoo bleeck^uyt verfiheyde brieven, die hy aen dt
Cravm gejchreven had, Welcks i'k. (feyde hy vorder)
felfs geften hebbe, die daer uyt wete , dat hyvande faecl^
'bevtn(l ts , een van defe brieven heb ic\^ de Gravin voor-
gele/én, omdat fyfe niet lefen konde, inde vcelckg de
Stede-houder dejè wiordcn gebruyckt.
Me-Vrouw, het gaet wonderlijckmetonfengart,
hy flachr de vos, rc meerder hy gevloeckt wort, te be-
ter hyvtert.e* dier gel ijcke woorden meer . Sir Thomas
gebruyckre noytwit zout, of daer was Rotte-kruyt in;
eens begeerde hy een Speeii-varcksken, en Vrouw Turner
deed daer Lapü Coflites in. Dat wit Poeder, dat hem
•was in den brief gejonde» , wft hy wei, wit Rotte-kruyt
te zijn; op een andere tijdt wierden hem twee Patrijfen
uyt het Hof gefonden, daer Meeflres Turner fpaenfche
vlieren, m de plaets van peper overflrojdt, foo datter
* ' r * * ma*
Ui
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
H
ridder Overbury. 39
Kauweliicksycts was, hetgeen hy mtüghde ,ofdaer was
vergif onder: voor deje dingen Jandt my de Gravin
vergeldingen en gottdt door Vrouw Turner .
Daer na fchreef fycunmy, dat uk, meer veigiffiu
koopen, maer tc^gh by haer , enjeydebaer, datief
helwerck al moede was, en badt haer op mft knien,
dat fy my met meer m deje dingen wdde gebrpckg* .
maer ly 'awongh, gaf Jchoone woorden en bcwoogh
my al 00 op mem. De oorfaeck, van dit vergeven,
Jjick deGravm my Jeyde, was, dat de Ridder Over-
bnrj haer, m het vervolgh van haer Jaukcn joo h:n-
der/ijcl^ was.
Opdefe belijdenis wift de Ridder Yelvis niet xxxvilK
te antwoorden , voornamenclijck op Tijn eygen ov«tBygt
I brief: waer over de Opper-rcchter hem IchuU Yems.
I dieh verklaerde , en vervolgens ter doodt veroor. x x x Ix
dedde, gelijck hy oock des anderen daeghs op sijn.cr-
denTowlr-bergh, gerecht wierdtaen een galgh
die daer voor hem op gerecht was.
Des morgens omtrent lesuren, quam ny,uyt
het huys vaS den Heer Schout Goare , tuftchen
Doctor Whyting , en Doctor Felton , twee Ca-
pellanen van fijn Majefteyt , zijnde in het iwart
gekleedt , in een Rocksken met hangende mou-
wen Hy had op fijn hooft een Cremofijn fatij-
ne kamer- muts , met goude palft menten geboort,
en een linnen muts daer onder , met een iwartc
hoedt daer over, meteen breeden bandt, eneen
paer hemels-blauwe fijde kouffen aen. boo als
hy by de Ladder quam , fprack hy een woordt ot
twee, tegen denhencker ,en ginckfoo vierot vijt
fportendeLeerop, fittende de Beul boven fijn
hooft , om hoogh op de Ladder. Hy vindende
de Ladder te recht over eynde te ftaen , voor üjn
gemack verfocht datmenfe wat fchuynier wilde
fetten , het weick , hy afkomende,gedaen wierdt,
C 4 bl,J-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4o Treurige Gefcbicdems van
blijvende den Beul boven op de galgh fitten. De I
Ladder weder vaft ftaende > gaet hy weer fes fpor- f
ten op , daer hy een weynigh geleten hebbende » |
begoft in defer vvijfe, tegen de omftaenders te j
fpreecken , dat hy nu wilde volbrengen > het geen i
men voor de banck der Rechteren van hem ver- ■
wacht had, namentlijck een open bekentenis doen i
van fijn mifdaedt , dat hy wel wifte het goedt ge-
voelen van vele verloren te hebben , ftaende foo
langh op fijn onnoofelheyt. Maer, feyde hy ,
federt hy was veroordeelt geweeft , hadden hem
defe twee Heeren, meenende de twee Leeraers',
degroote van fijnefondenkrachtelijkvooroogen
geftelt > en die noch te grooter , wanneer men die
ibeckt te heelen. Nu bekende hy die opentlijck
voor de gantfche werelt. Hy danckte dé Koninck
dat hy hem aldaer , en niet tot Tyburn had doen
iterven , zijnde een plaets van meerder oneer. Vor-
ders feyde hy , dat hy door loof heyt van Nor-
thampton tot het werck was gebracht, het welck
hem nu leedt was > daerom "vermaende hy een
yder , datfe fich door niemant , hoe waerdigh hy
mocht zijn, al was het de Koninck felfs, tot boof-
heyt fouden laten bewegen. Meer andere din-
gen feyde hy > te langh om te verhalen , een dingh
vervolgde hy ,was hem dien nacht in den fin geko-
men , hy had al fijn leven een groot fpeelder ge-
weeft , en daer door veel van fijn middelen verlo-
ren , waer over hy dickmaels had gebeden : Heer
lm my gehangen worden , indien icl^ meer fpeel , en
al foo hy evenwel was voortgegaen , was net hem
nu gfllnurr. Hy fagh niet verre van de galgh een
Ridder Sir Maximiiiaen Dallifon , te Paert, en
fey tegens hem, Ghy weet Sir Maxhniliaen , wat
fpeelen wy wel gefteelt hebben , en hot wy dagen in noch'
ff» 9 en nachten in dagen hebben verleert : lek. bidde u
Ridder
Wfctf fthe by tijdts af te
& OVERBURT. 4t
laten , tnonteert Godtnie$nteert
Vjjfkorbttfche'nden van fijn Sabbath \ wam by heeft we-
gtngenoegh om te firaffen t geitje k ghy tegenwoordigb
aen my jut> dietveynigh dacht alfoomijn leven teful-
Un eyndigen. Hier op antwoorde Sir Maxiraili-
aen : Sir lervas , icl^ ben over u feer bedroeft , en icf^
fal noyt vergeten, het geen ghy hier hebt gefeght. Waer
op hy weer , Siet toe , doet het dan. Na veel andere
woorden feyde hy regen den Schouteth , lek heb
daer een die mijn mantel houdt , magh ick hem
wel yets geven: Den Ampt-man feyde, hy
mocht wel , waer over hy de longhman , by fijnen
naem riep , die aen de voet van de Ladder ltondt>
en gaf hem uyt fijn fack , eenige ftucken gout en
filver: met defe woorden, Neemt dit , tn verteert
het , het welck den longhman met bittere tranen ,
danckbaerlijck aennam. Ondertuflchen wilde de
twee Godt-geleerden , een yder, dat fijn macker
een gebedt fou doen , maer als de een voor de an-
der niet wilde, fey Dotter Whyting: Indien ghy
Sir Yervas het fel ve kont volbrengen , ghy zijc 'er
qc alderbequaemfte toe , met kracht van ziel en
^eeft. Waer op hy antwoorde, Ick fal mijn beft
doen: maer mijn toehoorders, vervolghde hy ,
ick verfocck u Chriftelijcke verbeteringe , indien
ick met halve woorden , en onvolmaeckte rede-
nen kom te fchetteren als een kraen : hier op ded e
hyeen langhen treffelijck gebedt , befluytende,
dat Godt hem op fijn uyterfke van fijn grooten vy-
andt > den duy vel wilde behoeden , dat hy door
de felve niet mocht overwonnen worden , maer
hem overwinnen.
Als hy dit openbaer gebedt had gedaen ,
vraeghde hy,of hy , nu wel in het byfonder mocht
bidden , de Doftor feyde , Ja Heer. Toen maeck-
te hy een kort gebedt by fich felven , houdende
C 5 fijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
42 Treurige Gefchledenh van
fijn hoedt voor fijn oogen , hebbende gedaen
©ntdecktGjnaengeficht wederom , en feyde: n
heb ick gebeden, nu moet ick betalen, dat is t^
feggen de laetfte plicht doen aen het gerecht;
Alldoen feyde Doftor Whytingh , S» Jervatghj
mooght wel een flap lager flatn op de ladder, waer
op de Amptman ; het ff htm beter Har DoBor, te
ftaen , datr hy fiaet : wacht, fey daer op den Do&or
tegen den Scherprechter, hy heeft u fijn woordt
gegeven , hy tt weder in fijn byfonder gtbedt. Ja
icl^ weet het wel , antwoorde die. Hy heeft my het
woort en teecken gegeven , wanneer ick mijn ampt\
omtrent hem doen fSL Hy ontdecktefijnaenge-
ficht weder, na dit tweede gebedt , en nam foo
fijn affcheytvande gantfche vergaderineh , feg-
gende met een kieyne ftem en vrolijck gelaet : Uk
bidde u lieden bidt voor my , die noyt u aengeficbt
meer fal fien. Daer op feyde hy met een groote
yver van fijn geeft , Heer ick machte van uwe hant ,
dele bitteren Kjlck des doodts. En daer op feyde
hy het woort dat hy, tot een teecken gegeven
had : Heere Jefus ontfangt mijnen geeft. Waer
over hem den Scherprechter teriiondt van de
ladder keerde , en als hy nu hingh , quam de die-
naer van den Beul en trock hem by deeene voet ,
fijn eygen dienaer by de andere , enhy alfooeen
weynigh tijts gehangen hebbende , beweeghde
fich fijn lichaem niet meer , alleen fijn handt roer-
de hy noch een weynigh , zijnde gebonden met
een kleyn fwart lindt , 't welck hem den Scherp-
rechter korts te voren daer om gebonden had, al
het welckegedaen , en hy nu volkomen doot zijn-
de, wierd foo het lichaem als de galen van daer
genomen. Wy fouden hier het onder foecken
en de bekentenis van Francklin oock konnen by
voegen, maer omniette lange op een fnaer te
n
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ridder Overburt. 43
aen > Tullen wy het felve voorby gaen , en alleen x l.
ïggendat hytot Tyburn opgehangen is gewor- g™£rvaü
ien. Iraiicblin.
Aldus hebben wy gefienhet werckiuygh van
r-dele boof heyt geftraft , maer geenünts die daer
de eenige oorlaeck van zijn geweeft , namenthjck
deGravin, Northampton en Sommerfet, het is
waer, Northampton Uierfeen konen rijdt voor
het uyt vinden van het fchelm- ftuck , de Graef en
Gravin laten een geruytnen tijde in den Tour ge-
vangen , maer door veel vertoonmgen , en aen-
wijfingedatdcfe ecrlijcke Me vrouw , door die
fnoode menlchen Turner, Wefton en andere , en
by gevolgh de Heer Graef van Sommerfet,
door kracht van liefde , waren verleyt , en de
gunft des Koninghs over Sommerfet noch niet
t'eenem3el uyt zijnde, wierd de Koninck foo verre XLL
gebrachr,dat hy hen beyden het leven fchonck,en
van hun gevanckenis ontfloegh , foo evenwel , dat Je Gtavio,
fy fouden blijven , loo langh het fijn Majefleyt
geliefde , in een van de huyfen van de Heer Graef
Wallingford. En al foo is dit de uytwerckingh
en het gantfche gevolgh van defeinoodemoort.
Kn droevi^h voorbeeit, voor de deught felfs,
dat de vroomen op defe werelt, niet felden, de uy-
terfte droefem van ellende moeten opdrincken,
en de alderlaetfte en groottte boof heyt , voorde
werelt ten minlten, ongéftraft daer henen gaet.
HEN-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
44 Treurige Gefcbiedenis van
HENRY de TALERAN
Graef van Chalais.
INHOUDT.
I.
HOven der Vbr/len, Schouw-tooneelen des Wereltt,
II. Gevaerlijcke ftaet der fel ver, III. De Graef
van Chalais verbindt fich tegen den f^oninck. I V. Vcr*\
leyt Grammont. V. Voornemen der Eedverwanten.
V I. De l(onincl^ verwittight van V verraedt. VII. Ge*
fchil tujfchen de Chalais en Grammont \ ter oorfaeck^ van
Candale en Lavigny. VIII. Grammont ontdecï^t het
wercl(. IX. Chalais onder jocht , ontleent de faeclt^
X. Wort gevangen. Xl.Sijn rechts- fleginge. XII. 2?f-
lient de mifdaedt. XIII. Vonnis tegen hem,
XIV. Droef heyt van Me-Vrom» de Chalais. XV. Ha-
ren brief oen den I(oritnck^ XVI. Sonder vrucht,
XVII. Ellendige doodt van de Chalais. XVIII. Ver-
hael van de t' 'ptmen-Jvneeringe tegen de l^pninclt^ Johan
van Portugal.
II. Geschiedenis.
i.
Hoven dei
Vorften
Schouw-
tooneelen
des We-
zel»,
E Hoven der Vorften, mogen
mee recht genoemt worden |
Schouw- tooneelen des werelts,
daer een yder niet met geleende,
maer in fijn eygen kleederen en
gewaeden , fijn byfondere rolle
fpeelt. En waerlijck , gelijck de Dicht-konft ge-
woon is , op de gemeene Schouw- tooneelen , de
driften der gemoederen , op het hevighfte te ver-
toonen, en na de konft krachtelijck uyt te beel-
den ; alfoo fiec men oock de fel ve bewegingen al-
hier
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Graef van Chalais; 45
:r op fijn alderkrachtighfte. Haet , nijdt , af-
tounft, min, min-yver, ftaet-fucht,hoovaerdy,
;»ierigheyt, en diergelijcke lijdingen van de na*
fuer , hebben hier , eelijckalsin hun eygen hooft-
rtoffe hun vinnighfte beweginge : die oock foö
ijevaerlijck als befmettelijck zijn , om datfe door
{verknochte belangen , en verbondene genegent-
>neden , menighmael in wickelen , die gene die %
cmochtenfe hun eygen drift volgen , menighmael
<*!(ichbuytenCabakn en verwantfehappen louden
T«houden , daer in fe fich door een voorbarige Com-
Mplaifance of haegh-liefde , foo diep ingewickelc
*iïen, datfe fonder verlies van goederen en ftaet ,
4 ja menighmael van het leven daer niet uyt konnen
•;-geraecken. Welcke verwantfehappen de ftaet u,
" vider Koningen en Vorften des te gevaerlijcker Gevaerlijc-
imaecken, en geduerigh, willenfe hun ftaet , ja le- Kcn?fet
Jven veyligh en in feeckerheyt hebben, verbinden CI e vcr*
' jop alle handelingen , woorden , jae gebaren , van
. shun onderdanen acht te flaen. Godt , even- wel ,
1 jdiedoor fijn voor iïenighey t , het beftier over alle
Idingen heeft, toont de felve voornamentlijck om-
jtrent de Koningen , als , op wekkers voorhooft,
ihy de Chara&ers en ken-teeckenen van fijn macht
j gegraven heeft. En die hem des te meerder tot
* * I foree zijn , als fy hem nader bevonden worden.
r.A Wy ftellen u, waerde Lefer, alhier voor, de
1. i gefchiedenis van den Gravede Chalais, voorge-
j vallen onder de Regeringe van Louijs de X 1 1 f.
' Koninck van Vranckrijck , om tot nadeel van veel
nuttigheden, en drenftelijcke voor- beelden, ons
niet al te juyftaenhet vervolgh des tijdts te bin-
den , betrachtende veel eer en te gelijck nut en
vermaeckelijck gefchicht-fchrijver , als belette
tijdt en Hiftory- volger te zijn. Onfeeeuw , jae
halve eeuw fuUen wy even- wel niec te buyten
fpria-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
IIT.
De Gtacf
vanChalais
verbindt
fich tegen
den Ko-
ninck.
IV.
Vetleydt
Gram-
mum.
V.
Voorne-
men dec
eedver-
wanten.
4(5 Treurige Gefcbiedenis vun
fpringen , en verfoecken de vryheyt om in dd
ruymte te mogen weyden , cn buyten den genKfri
nen vaer-wegh nu en dan ten blom te mogm
plucken, alken om door fijn verwe uoogh, et
door fijn reuck u harfienen deeghtedoen. El
war verbiedt ons , *t geen , of onfe laette ondefli .
vindinge of onbewuftheyt van gefchriften , onflr
penne in het voorgaende onthouden heett , dod<
nieuwe nauwkeungheyt opgefocht, u yver ei
dienft op te offert-
DeGraef van Chalais, Opper- meefter vanck»
Garderobbe of Kleer-kamer van fijn Majefteyt^
van een fnedige doch ongerufte geeft , had fich on|«
voorfichtelijck ingewickelt, in eenige heymelijtyl
raet-fl-gen en befluytentegendeStaet,enhetleiJ
ven felfs van den Kohinck , met den Hartogh vanji
Vendofme, en Groot Prior van Vranckrijck ali<
mede de Marfchalck d'Ognano. 't Zy uyt cygen
drift van fijn ongerufte en ftaet-fuchtige geeft , oif
om den Hartogh vanVendofme,natuerlijck Broe-i
der van den Koninck te believen. Hy had oock ,|
onder »tgoet geleyde van vriendtfchap , Gram-)
mont , Soon van den Stadt-vooght van Bayonne,)
aen de koort gekregen , doch laet en half of wel? i
heel tegen wil en danck. Soo teedcr is evenwel w,
fulck een gemeenfaemheyt en maetfchappy , dat ki-r
de minfte bewuftheyt u trouwloolhey t af verght , p*d
om uwen Vorft trouw te zijn, of u tegehjckeeni ;,
verwant , en volgens fchuldigh maeckt , aen foo-t i
danige ftucken en lagen, als Staetfe boofheydc
machtigh is te fmeden. Sy fouden gefocht heb-
ben. Den H3rrogh van Orleans , oock des Ko-
nincks Moeder van fijn Majefteyt te vervreem-
den , en tot eevolgh van een huyflijcke twee-
dracht >ecn Irïiandcfchen Oorlogh te verwecken ,
felfs tot nadeel van des Konincki leven, Orleans i
dei)
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
r
■
De Graef van Chalais. 47
11 fich die tot hooger
. WC»'!
kroon >
ienftaet te banen.
. Koninck op vedcheyde berichten, die hem v 1.
van alle kanten gedaen wierden , had de Maer- pe Ko-
». fchalckd'Ognano, en verfcheydene anderen doen JJJfSgfct*
' gevangen nemen. En trock daer over na Brita- Van \ vei-
• oégne, daer de tegenwoordigheyt van fijn Perfoon
ten aldeihooghfte noodieh was. Om,gelijck
een heldere Sonne , door fijn lichte ftralcn te doen
verdwijnen , de nevelen van onlult , die aldaer als
elders opgereten > en in een verfamelt waren.
Het gebeurde nu datter een twift ontltondt
tiÜi tuflehen den Heer de Candale , en Lavigny , ge-
lijck deFranfchen Adel, als de gantfche weielc
weet , door een eygen , in de vierde graer , gedre-
ven wordt , terftont hun gefchil , niet met lofle v j y#
woorden of dinghtalen , maer met den degen te Gefchil
fceflechten , waren defe Heeren niet lange , or gjjjj?1
PU
MM
I
londen malkander hun dagemenc te huys. Gram-
en Grara-
• w. O J £11 VJ1 I
mondt had fich tot tweede aen den Heer de Can- mom ter
. ..» daleaengeboden, en de Grief van Chalais , itel-
de fich met een luchten Geeft aen de zijde van den s^™~
Heer Lavigny. Al hoewel evenwel dit gevecht Lavigny,
niet voortgingh , vant Grammont fich echter leer
tegen Chalais verbittert , om dat hy , niet tegen-
ftaende hun verwantfehap in't verbondt , en fijn
groote beloften , van alle dienft en nuttighey t hem
fullen toebrengen, fich nu niet ontfien had, de
wapenen tegens hem op te nemen.
Hy derhalven , 't zy om fich over den Graef te
wreecken , ot'anderfints door het knagen van fijn
gewifle aengetaft , gaet fich werpen voor de voe- v r j I#
ten van fijn Majefteyt. Bidt hem fijn leven te Gram- '
willen fparen , en uyt fijn mont een bet icht , daer moment-
fijn ftaet en leven aen gelegen was, te hooi en. De ^j^1"
Konink gaf hem fijn woort en toefegginge, en
al-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefckiedenis van
alfdoe , bcgoft Grammont den Koninck van ftuck m
tot ftuck te ontdecken , al wat hem van defen be- |
deckten handel bewuft was > wat raedt en wat
befluyt fy genomen hadden , en hoe hem de Gra-
vevanChalais het ftuck ontdeckt had. Ue Ko-
ninck vraeghde hem of hydit bericht niet welin
eefchtïft fuu ftellen. Hy daer op, la Sin , icl^ fal
bet wet mijn bloedt onderteyekentn.
De Koninck dan dit bericht verftaen hebbende,
doet de Graef van Chalais , korts te voren begif-
tight , met hetampt van Meefter van fijn Guai -
derobbe , voor hem komen , en toont hem het ge-
T x< fchrift , maer Chalais , alfchoon hy verbaeft was
Chalais het felve te fien , en niet weynigh ontftelt over de
ondetfocht breucke , die Grammont met hem gedaen had * |
OmE!" dC l°ocllent hart en ^arck de waerhey t van die facck , i
en fweert dat Grammont een fchelm en een ver-
rader is; doende vele eeden daer op , dathynoy^
fulcks in fijn gedachten had gehadt.
De Koninck evenwel doet hem gevangen fet-
ten , en hebbende des anderen daeghs , fijnen ge-
heymen Raedt vergadert , wierdt by den fel ven
*ort ?e- goetgevonden , bevel te geven , aen de Heere de
▼angco. Bourneuf> eerfte voorfitter in het Parlement*
of het hooge gerecht van Rennes , aen den Heer
de Brice tweede voorfitter , aen de Heeren Fouc-
quet, de Macheaux, en Briqueville Raets-hee-
ren van ftaet , en aen den algemeenen voorfpraeck
van het hof van Rennes , en andere van den fel ven
Recht-banck, onderfoeck te doen, en recht-
pleginge te beftellen , omtrent de faecke en be-
fchuldiginge van den Graef de Chalais, en fijn
medeftanders. In gevolge van defen laft , verga-
f . x \ derden fich de Heeren gemachtigden in de faeck,
8ïïta« bV de Cordeliers tot Nantes, en begoftenaen-
ftonts de Recht-pieginge aen te vangen. Eynde-
lijck
De Graef van Chalais. 49
jijck hebbende gefien de belaftingen en informa-
I tien of onderrichtingen. Vergadert en gecon-
fronteert , of tegen geltelt Grammont en andere
1 getuygen > wierdt hy veroordeelt , om dat hy hal-
iterrigh bleef in het loochenen,ter pijn-banck ge-
bracht te worden.
Maer 't zy dat de fchrick van het pijnigen , of
fijneygen gewifle hem drong , de waerheyt te leg-
gen , hy bekende vryelijck al den handel , het be-
leyt, onderwindt, en t'lamen-f weringen , die, Xir.
door de vyanden van den ftaet van Vranckrijck Bekent dc
waren aengevangen en aengerecht , ondeckende railüacdt.
oock verfcheyde andere byfonderheden , van fijn
verwanten en medeftanders. Het welcke alles
irijpelijck overleght zijnde, wierdt, in tegen-
' woordigheyt , van den Grooten Zegel-bewaer-
. der , het vonnis des doots tegens hem uytgefpro-
;ken, luydende aldus :
Vonnis tegen den Graef de Chalais.
ijnde gepen, door de Trainer van het Huls-gericht \
vergadert tot Nantes , uyt t^achte van Commtfie gege-
ven by den fyenine^, tot onder (oeck>ngh van de Rechts-
pleginge van den Gr ave van Chalais , en fin mede-fi an-
ders, de Informatien'. Interrogatorien , en Confefien van
gefeyde Chalais, en alfoo de heymdtjcl>c t'famen fwerw- Vonnis *c.
gen, tegen den Perfoon van den [yonmcl^. en fijn jiaet , gen hem.
en de Conclufie van den Procureur Cencrael , foo heeft
de l(amer en de Commtjfarijfcn tot delen eynde gedepu-
teert , verkjaert , ende verklaren mttfdefen , den fel ven
de Chalau fchuldtgh en overwinnen van grquet&e Ma-
jefiejt , in den hooghflen Graedt , en dat hy ps een pertur-
bateur en ver/foorder van de gemeene ruft ; en heeft tot
voldoentnge van het Jelve, de gefeyde l{amer , veroor-
deelt, gelijck^dejèlve veroordeelt nutfdejen, defelven de
Chalais tc hebben het Hooft afgeftneten , en fijn goede-
D reis
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
«5 o Treurige Gefchiedenis van
ren gcconfifqüccrt en verbeurt gemaeckj voor den l{p-
Getecckent
Malescot.
Ongelooflijck was de droef heyt van Me-vrou-
x i v. we de Chalais lijn Moeder , over het verlies van
Drodmeyt harcn Soon . ^iefe had verhoopt , een ftut in haer i
vrouwede ouderdom te Tullen zijn ; waerover>om alles te
ciwiais. wege te brengen > wat te gelijck haer Moeder-
lijcke plicht en teedere genegentheyt van haer
vereyfchte heeft fy de vrymoedigheyt genomen ,
felfs aendenKoninckte fchrijven, of miflchien
de Majefteyt, door Moederlijcke droef heyt tot
medelijden , en door medelijden , tot genade kon-
de gebracht worden, d' inhoudt dan van haren j
b;iefwas aldus.
XV.
Ha reu
brief aen
den Ko-
ninck,
Brief van Me-vrouwedeChilaisde Moeder
aen de Koninck.
Sire,
Ici^bikeHve dat diegene dte u deert ofte tnifdoet, ver-
dient, bene fins de tijdeitjeke ,ooc^ de firaffe van het toe
komende leven ,nademael gy het afbeeltfel vanGodt Ztjt, I
Maer, wanneer dejèlve vetgtffents belooft, aen dte gent I
die, met een waerdigh berouwen ,het fiivè hem afeyjfchen, I
toont hy ooct aen de/koningen, hoe fich de felve, hter m %
hebben te dragen. Want nademael de tranen vermo- %
gats zijn, het bejluyt des Hemels te veranderen , fullen 1
de mijne, Sire, geen macht hebben, om u tot medelijden y
te bewegen? De gerechtigheyt , is , m de gonmgen , een i
minder uytwerck,Cel van fin macht, als de barmher-\
tigheyt, 'en het ftraffen mm frijflijc^ als het vagex*nj
Hoeveel lieden leven noch in dt werelt, dte met Jchandet
wdcr de aerdenfouden leggen, indien uw Majeflejt M
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Graef van Chalais. $i
een vergiffenis gedaen had ; Sire gy zijt /(omnc^ Va-
W en Mee Her , van dejen cllendigen gevangen: /yin hy
Itmmer zijn als ghy goet? en Jchnldtger als ghy barm-
wttgh zijt? Jou het geen mijdaedt tegen s u zijn , nut
e hoopen op u gocdcrticrentheyt. De bef/e voorbeelden
ivoor .de goeden , zjjn die van barmherttgheyt : en de
\hoofwichten w orden alleen doortrapter en met beter , door
de (Ir af van andere. Sire , u\ btdde met gebogenc
\\nien , tt het leven af van mijn Soony en dat ghy ntet vedt
toelaten, dat die gene, dtekkheb opgeqnecc^t 9om u te dtc-
'en, Jou ff erven, ten dienfl van een ander: dat dat k^nt*
)et voelcke ick^foo waerdighlqci^ hebbe opgevoedt , magh
\ijn de verttoofftngh, voor die kfeyne ttjdt van leven f
\d$e tny noch overigh ü: en ten laetften dat dte gene, dte
iic^ ter xverelt heb gebracht my met tn't graf en helpt.
Jielaes, Sire, voaerom is hy met geflorven tn fijn gebcor-
< te of van de w onde die hy te St. Jan ontfangen heeft , of
in eemgh ander gevaer ,daer hy fch, tn uw>:n dienfl tn
'bevonden heeft, Joo tot Montauban , Montpellters ,als op
andere plaetjen ; of van de handt fel ve van dte gene , dte
&ns foo veel queliwgh veroor 'facck* heeft? hebt deernis
met hem, Stre, lact fijn voorgaende ondancl^acrheyt ,u
medelijden te heerlijker maeckrn ; over acht jaren heb
icl^ hem u gegeven , hy U Neef van den Marjchalcl^de
.Montluc,en by verwant fchap van den voorftter Janin;
de fijne dienen u dagelijckj , die fich ntet Jouden derven
voor h voeten werpen , ityt vreeje van u te mij ha-
gen: en evenwel ntet na laten , met alle nederigheyt en
eerbied/gheyt , de tranen in de oogen , u, beneffens my
het leven van defèn ellendige af te bidden : 'tzy dat hy
het fel ve {al hebben te eyndigen , tn een eeuwge. gevanc-
kentffc, of tn buyten-landjjche Heyr-legers , met u daer
mede te dienen. Soo ver magh IJ E. Majcflcyt de fljne
\bevrijden van de fchande, en het verlies, uw gerech-
\ tigheyt voldoen , en uw barmherttgheyt , op den hoogh-
flen throon feilen : ons verbindende meer en meer9
uwe goedertterentheyt te prijfen, en Godt geduertgh-
tijden bidden > voor de gejontheyt , en voor J poet 9 van
D 2 i*w
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
c 2 Treurige Gefch'tedenis van
urv K6nmc\lüc\^ Perfow , en ick^ voorftatnetttlijcli die
beu
Uw feer ootmoedige en gehoorfame on
derdane en dienarefle ,
De Mon riuC
xvi. Defe brief, hoe beweeghlijck en oo$rnoevdig-
Sondcr lijck: gefchreven, was evenwel geenGnts macn-
vrucht. t- ^ om ^ ya^ gefteide Wl\ wia den Koninck te
veranderen , 't zy dit hy noodigh achte , voor de
toen tegenwoordige tijden , de fchitterende
voncken van wederfpannighey t , die door een deel
ftaetfuchtige grooten opgeftoockt wierden, door j
het verderf van eenige weynigete dooven. Of
dat het belangh van fijn Perfoon , die eylaes ! hier
het voorwerp van defen ontfinde toelegh was ge-
weeft , hem voor alle klachten de ooren floot ;
het vonnis molt fijn voor tganck hebben, en het
Gerecht fijn eyfch. De doodt dan wordt hem r
aengeieght, en hy fiende, dat al d'yver van fijn jic
Magen vergeefs was , had anders niet te doen, als i i
fichdaertoetebereyden. Sijn vrienden evenwel, »
na datfe Hemel en Aerde bewogen hadden, en
geen middel fagen, fijn leven te verwerven,
lbchten ten minften eenigh uytftel voor fijn i
doodt. Het geen fy het gereetfte vonden, was al
de Beulen en Henckers, diefoo binnen Nantes , I
als daer omtrent mochten gevonden worden, Li
met geit om te koopen. En , in der waerhey t ,
fy brachten fooveelte weegh, dat'er noch bin-
nen , noch buyten de Stadt, eenigh Scherprechter
te vinden was , om het vonnis uyt te voeren : den I
eenen fichfieck, en den ander fich c'foeck maec
kende. Waer over de Koninck vergramt , beval ,
dat men fich fou dienen van eén mifdadige, die
tot Nantes gevangen fat , en binnen korten dageo
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
RÉ
'mé
c k
9 Of
ti
"TÉ
k:1f
u
Sm
Éi I
d
De Gkaef van Chalais. $3
XVII.
fou moeten fterven. Defe beloofde men hec le-
ven, in dien hy wilde beftaen , de Grave van ^ucnuigc
Chalais het Hooft af te flaen. Hy die binnen Jjciïï
korten tijdt anders moft gerabraeckt worden ,
fiendeeen foofchoone gelegentheyt , om het le-
ven te behouden fou het , al was het met de Ko-
ninck felve geweeft , gewaeght hebben. Hy dan
biedt fich ielven aen, maer komende tot hec
werek , toonde fich foo onbedreven in de faeck ,
dat hy den ongeluckigende Chalais meer als vijf-
tien (lagen gaf, eer hy het Hooft af kreegh.
Waerlijck en treurigh fchouw-fpel , en die al de
aenfehouwers tot deernis , en alleenigh niet tot
oproer verweckte. Dit washeteynde van den
Graef de Chalais , wiens dapperheyt , in veel ge-
legencheden getoont, wel een beter uyt gang fou
verdient hebben. Indien fijn aenvangh hem dit
niet te waerdigh had gemaeckc. Maer, dewijl
wy , hier ce voren gewagh hebben gemaeckc , van
de gevanckenis van den grooten Prior de Ven-
dofme , en de Marfchalck d'Ognano , over defel-
ve mifdaedt gevangen , foo konnen wy niet na la-
ten van hem dit te berichten , dat foo de een als de
ander , in de gevanckenis tot Vincennes geftorven
is.
Maer het fal mijnen Lefer , verhopen wy , niet
vervelen, noch mijn befette voorftellinge, van
defe eeuw niet tebuyten te gaen , eenighfints ver-
korten , indien ick defe voorgaende t'famen-fwe-
nngh , tegen leven en ftaet van den Koninck van
Vranckrijckaengevangen , vervoege en vergroo-
te , met een ander die den Koninck van Portugael
raeckte *, en al- hoe- wel vry ouder van dagen,
evenwel in omftandigheden en voorvallen fich
fijner niet fal behoeven te fchamen. Ick falfe,als
een Plutarchus, gelijck een parallel» of verge-
D 1 Ujck-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XVI II.
Vcthacl
van de t 'fa
mcnfwe-
lohan de
darde van
PonugaU
^4 Treurige Gefchiedenisvtn
lijck-ftuck u mede-deelen.
Defe t'famen.fweringe nam fijn begintzel J
kracht en aen was , foo uyt den haet , die men denj
rC «gen Koninck Johan de darde toedroegh , als uyt dd
deKoninck genegenthcy t , die de eedtverwanten tegens den]
Hartogh van Vifeo fijnen Neef voeden. Voort-i
komen Ie uyt de mildadigheyt die hy een yder
betoonde , en de byfondere vriendelijckheyt van
fijnen ommegangh. De goederen van het ge-|
luck ontbraken hem niet meerder als die van dej
nature. Hy was van eenfehoone geftalteniffè,]
en feer bevalligh van weten, faecken die inderl
daet maer ydel zijn, doch evenwel daer de ge-
meente fich feer aenbindt. Hy hielt fijn fpot mee
de deftige itemmigheyt, en beminde tenuytter-
ften fijn vermaeck, omtrent de welcke te betrach-
ten , hy fich geenfints fpaerfaem toonde. Defe
tTamen-fweringe vandt te meerder verwanten >
om dat men in een tijde van foo grooten vryheyt,
feer fwaerlijck den ftrengen aert van den Koninck
konde verdragen. De eerfte aenleyder wort on-
feeckergeftelt, maer de meefte willen den Har-
togh daer voor nemen , als de welcke door ftaet-
fucht gedreven (dewelck hem een Starre-kundi-
ge, hem het Rijck van Portugael , valfchelijck
toe feggende, ingeblafen had) geen faeck gewich-
tigh achte , om het eynde van fijn onmatige be-
geerte te bereyeken. D. Garcia de Menezes ,
Biflchop van Euora, was de voorbarigfte van al de
eedtverwanten, gedreven door een doodelijcken
haet, die hy den Koninck droeeh , ter oorfaeck
van eenige beledigingen, dewelke hy hem had ge-
daen, federt de doodt van den Hartogh van Bra-
gance , met de welcke hy,een feer nauw verbondt
van vrientfehap had gemaeckt. D. Ferdinand de
Menezes, begaf fich , alleen uyt byfondere gene-
gent-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Graef van Chalais; 55
gentheyt tot den Hartogh daer onder , wiens die-
naar hy was. r r -r
Menfoufwaerlijck weten tefeggen, of mif-
noeeen, of begeerten tot nieuwigheyt : D. üutie-
roCounno, krdinand deSilveira, D Alfonfo
d'Atayde, en D-PedrofijnSoon, dc Groet van
Penamacor , en Don Pedro d* Albuquerque , daer
toe brachten,
D.Gutiero Coutino nam de uytyoerinje van
dit groote ftuck wercks op fich. Defe Ridder
had een broeder D. Vafco Goutmo gapen* j een
Edelman van feer groote veidieniten , de welcke,
fiende fijndienften qualijck vergolden, op dien
tiidc tekenden Koninck groot mitnoegen had op-
genomen i ioo verre, dat hy van meeomge was ,
lichuyt hetRijck,enindienft vaneenigh vreemt
Vorit te begeven. D.Gutiero oordeelde defe
eele»enthcyc feer wel te pas te komen , om den
Harwgh een dapper man toe te voegen , en dien-
de fich daer van, om fijn Broeder de iaeck te open-
baren. Hy begoft fijn reden , met hem het onge-
liick te verwonen , dat hem aengedaen wierdt , en
de kieynegelegentheyt die men lagh , orr > oyc : tot
fijn voornemen te geraken, fop langh defen Ko-
ningh in het leven was • maer dat hy , by verande-
ring van Regcringe , fijn hoop fou konnen vol-
daen fien. By dele woorden voeghdehy feer
groote beloften, gelijck gemecnlijck diegene
Hoen, die yemant op hun zijde foecken te tree-
ke D Vafco liet fich aenfien , als haddc hy leer
groot genoegen , in defe verwantlchap , en fwoer
aathvdeeerftefouziin, die het fou helpen uyt-
voeren, het gene fy befloten hadden. In voegen
D Gutiero; geloovende volkomenthjck van
fijn Broeder verfeeckert te zijn , geen l warighey t
7 ^ maccK-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
5 6 Treurige Gefcbiedems van
maeckre,hem al de medeftanders teontdecken,en
hem by den Hartogh tc brengen. Men feght even*
wel , dat de andere eedeverwanten vrymoeyelijck
waren , om dat D . Gutiero , in het ontdecken foo
voorbarig was ge weeft »en hem belaften, wel nauw ^
op hem te letten , ja hem felfs niet uyt het gelicht '
teverliefen, wetende wat gevaer fteeckt , in het
ontdecken van faecken van fulck gewicht.
De meeningh van de eedtver wanten was , de
Regering te veranderen, door het dooden van den
Koninck, diefe , om hun handel een beter fchijn te
geven , de fchandt naem van een Tyran, of dwfn-
gelandt aenvreven. Het welcke uyt gevoert zijn-
de, fou fich d' Hartogh van de Jonge Prins,
noch een kindt zijnde , verfeeckeren, die men met
weynigh moeyten, aen een kant fou konnen hel-
pen. Invoegen d' Hartogh alfoo fondermoeytc
of beroerte in het Rijck te verwecken , tot de
kroon fou geraken.
Maer, terwijl de verwanten, gedreven door
vrees en hoop, van dagh tot dagh, de uytvoeringh
van het werek uytftelden , geraeckte de fel ve. aen
den dagh , gelijck wy fullen fien. De Biflchop
D. Garcia, onderhield een vrouw, van middel-
bare gelegentheyt , en leefde ter oorfaeck van het
felvé, feer gemeenfaemlijck met DiegoTinoco,
broeder van fijn boelinne, die vaft fijn fnoot voor-
deel uyt fulck een fchandelijcke gemeenfaemheyt
wift te trecken. Defe , als deelachtigh aen al de
ceheymen van het huys , fagh dat de Biflchop ,
lom wijlen des nachts , in het doncker en op onbe-
tamelijcke ueren , met eenige van de eedtverwan-
tenfprack,daerfe over dagh weynigh of nietby.
. malkanderen quamen. Defe al te groote voor-
forge , maeckte dat Tinoco eenigh quaedt ver-
moeden begoft te krijgen. De nieufgierigheyt
\ ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Graef van Chalais. 57
/eroorfaeckte hem , een weynigh nader acht op
:c? alles te flaen , maer het was niet noodigh , want,
de BiflTchop quam , gedreven door fijn blinde lief-
de , foo verre , dat hy hem het ftuck feifs ont-
deckte.
Men weet niet of de fmart van de beledigingh ,
die Tinoco, door de oneer van fijn Sufter, gevoel-
de,of de hoop van vergeldinge Tinoco defe Edel-
moedige gedachten aenbracht, altoos hyopen-
baerde deVaeck aen Antonio de Faria , met al de
omftandigheden , gelijckhet werek gelegen was :
dieontdeckte hetaenftondts den Koninck, doch
defe willende daer van beter onderrecht zijn, ont-
boodt Tinoco > in het Kloofter van de Cordeliers,
daer hy uyt fijn eygen mont veritont het gene hy
van Antonio Faria gehoort had. De Koninck
bedanckte hem voor defe trouw , en gaf hem veel
groote beloften : evenwel, alfoo hy geen andere
getuygen had , liet hy noch niet blijeken , al hoe-
wel hy wel oordeelde , dat de faeck waerachtigh
genoegh was. Het aenbrengen van Tinoco,
wierdt weynige dagen daer na , door D. Vafco
beveftight en gefterekt , die hem al de byfonder-
heden , van de t'iamen-fwenngh , benevens de na-
men der eedt ver wanten , ontdeckte. Hier mede
was het alles genoegh bcwaerheyt , waer over de
Koninck begoft op fijn hoede te zijn , toonende
fich evenwelgantfch onbekommert , om fijn mif-
vertrouwen te beter te verbergen. Hy liet niet,
gelijck als na fijn gewoonte , den Hartogh aen fijn
tafel te noodigen , fonder hem eenige verandering
in fijn woorden of gelaet- te toonen, gingh uyt ,
gelijck hy gewoon was , felfs in het gefelfchap
van de eedtverwanten , en dragende fich foo kon-
lUgh , dat men gantfeh geen verandering aen hem
vermereken konde , om te beter acht op al hun
D 5 wooj-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
«g Treurige Gefchiedenis van
woorden en gebaren te flaen. Sijn goet gebet
echter verhinderde hem niec , ordere op fijn ver-
feeckeringhteftellen. Hy wapende fich onder
üinekleeleren, en belafte fijn Trawanten , fich
altoos kort by fijn Perfoon te houden fonder een
ftan weeahs van hem te wijeken. Zedert eemgen
tijde, hShy fijn ordinare-Lijf- wacht, meteen
vaendel lichte paerden vergroot , die onder het
beieyt van D.Ferdinand Martines Mafcarenas
itonden, in wiens getrouvvigheyt , als zijnde m
verfcheyde voorvallen beproeft,hy fich felven ten
vollen vertrouwde. Hy ondertuffchen, begoft,
als met de hant , het verraedt te taften, het weicke
foo baerblijckelijck begoft te worden , dat de Ko-
ninck op fekeren dagh , de trappen van het Paley s
opcaenie , D.Pedro d' Atayde,die hem volghde ,
fichhielt als of hyftruyckelde, omhemfoo van
detrappenaf tetrecken. De Komnck fich hier
op omkeerende , fagh D.Gutiere , met den degen
half uyt getrocken , om werek te beginnen. De
Konincklceerde fich naD.Pedro, en vraeghde
hem , wat dat was , die daer op antwoorde, dat hy
geftruyckelthad, waer op de Komnck feyde,
wacht u dan dat gby niet valt.
Als de Koninck, op een anderen dagh , dicht
by een Eremytage gingh wandelen , zijnde ■
weynigh van fijn Lijf-wacht afgefondert, bc
deiehelmen hem aen te taften: maerde Kor
fulcks merekende, ftelde fijn rugge tegen
Kerckf ken , en keerde hen fijn aengeficht to
het weicke hy foodanigen achtbaerheyt en
vaftigheyt betoonde , dat hy de eedtverwan
moet°deaeontvallen. Soodanigh was de k
van fijn gedaente, en het ontfagh, het w<
Godt afs de natuerlijcke Vorften in-p
De Koninck was dit ooghfchnnelijck gevac
loten
linck
s het
e, in
tant-
en de
racht
:lcke
>lant.
:rfoo
haeft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Craef van Chalais. 59
haeft niet ontkomen , of hy vandt fich in een an-
der. De verwanten, wetende dathy na Alca-
cere ter Jaght was gegaen , verwachten hem , op
fijn wederkomft omtrent Setubal aende Zee,
maer hy,daer van verwittight, nam een anderen
wegh , en ontquam hen handen alfoo noch eens;
En waerlijckdic voorteelt van getrOuwigheyt ,
in het midden van foo veelontmu, isfeer aen-
merckelijck • nademael Don Vafquc, fonder acht
te nemen op lijn leven, op vriendefchap , ja op
bloed, metfulckeen forghdes Konincks lijf be-
waerde, en dat felfs opeen tijd* , wanneer hy oor-
faeck had ten hooghlten mifnoeght teztjn.
D'Hartoghondertufifchen , zijnde in geducrige
ongeruftheyt , en vol van bekommernis , omtrent
het uyt voeren van het verraedt , ginghna Palme-
la , om fijn Moeder te befoecken. Aldaer zijn-
de fchreef hy aen fijn medeftanders , en drongh
hen aen , om het werek ten eynde te brengen , be-
fchuldigende van bloodrhartigheyt, die gene die,
van tijdt tot tijdt , van gelegeiuheyt tot gelegent-
heyt de doodt van hunalgemeene vyandc uytftel-
den , hen vertoonende , dat, door foo veel uytftel-
lens, defaeck nootwendighlijck moft voor den
dagh komen , het welcke gefchiedende, was hun
aller doodt ongetwijfelt. Dat'er meer gevaer
in het vertrecken , als in de reuckeloof heyt was.
Dat men, dewijl de gemeene Yryheyt daer aen
hingh, onbefchroomt moft voortgaen.
De t'faemgefwoorene oordeelden de by-een-
komften gevaerlijcker , als de uy t voeringc fel ve •
in voegen fy, het uyterftcbefluyt genomen heb-
bende , fich van malkanderen affonderden , fon-
den oock D.Alvarod'Atayde na Santaren, om
fich van de Princes Johanna, des Konincks Sufter,
op het eerfte gerucht van des Konincks doodt ia
ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
7
60 Treurige Gefcbiedenis vah
yerfeeckeren. Macr om weder tot den Hartogh
van Vifeo te komen ; het ftuck was nu aireets foo
blaerblijckelijck geworden , dat de Koninck.
merekende het gevaer, daer hy fich yder uer, dood
het uytftelien van fijn ftraffe , inftelde , oordeelde]
dat het nu eenmael tijdt was, een fchut voor de^
boof heyt te fchieten ; maer gelijcker niet is , dat
beter middelen» om fijn leven te bewaren befchaft
als de vreefe , befloot hy den Hartogh voor eerft ,
met fijn eygen handen tedooden. Hy trock dan
naSetubal , en aldaer gekomen zijnde , fandthy
iia Palmela, aen den Hartogh ; hem by hem ont-
biedende, onder fchijn dat hy eenige noodige din-
gen met hem had over te leggen.
Een gemoedt dat vol van groote hoop is, vindt
men gemeenlijck ftijf en onverfettelijck : Maer
geen hoop is foo machtigh om het gevaer te doen
verachten, als die een kroon belooft. De Har-
togh, die uyt fijn gemoedt wel had behooren te
lefen , wat hy had te doen ofte laten , in de plaets
van fich aen een zijde te houden, was wel foo
ftout en onbedacht, dat hy na de plaets van fijn
verderf gingh. *::;>,JT , •,
De Koninck had in een afgefonderde kamer
van het Paleys , drie Ridders befcheyden , Pedro
Deca, Diegod'Arambuja, en Diego Mendez
del Rio • op wekkers moet en trouwe hy fich ten
vollen té verlaten had. D'Hartogh daer geko-
men zijnde f verfeecketden fich defe Mannen,
fonder eenjge bïijekte toonen,van de kamer deur,
De Koninck hier op komt binnen , en fiende
den Hartogh, vatte hem , gemeenfamenthjek by
den arm , als om hem vrientfehap te doen , voe-
rende hem defe woorden toe : Mijn Neef, wat
foudt gby hem doen , die u fou foecke» te dooden ? De
Hartogh antwoorde vol verbaeftheyt : Heer , *»-
° dien
m
Mi:»
GE'
esc»
ntta
Difct
De Graef van Chalais. 6i
dien ick.hn^e i ic^foude het hem doen. De Koninck
hier op : Ghy velt u eygen vonnis. En flaende ter
felver tijde de handt aen fijn dagge , gaf hem daer
medé verfcheyde fteecken , tot dat hy hem omge-
bracht had.
De Stadt hier op en het Paleys van Setubal wa-
ren gelijck als belegert , de Koninck had fijn Lijf-
wacht verdubbelt, en men fagh nergens yets als
oorloghsvolck, op de vetten, op demarekt, en
deftraten, als oock in de bygelegene Dorpen,
hetwelcke , met het aenkomen van de nacht, dc
verbaeftheyt noch grooter maeckte. Men hoor-
de over al het verkondigen van dc namen der eedt-
verwanten , met aenfegginge van ftraf, of belo-
ningen , die hen of verberghden , of te voorfchijn
brachten.
Het Iichaem van den Hartogh wierdt voor den
dagh, fonder eenigh gerucht inde groote Kerck
gebracht, daer het eenige ueren bleef , in het ge-
ficht van degantfche werelt.
Hier op wierdt de Rechts. pleginge aengeftelr,
Rellende de Koninck de Rechters, en totgetuy-
gen D.Vafco en Tinoco nemende. De Koninck
felfs w ierdt ondervraeght over de faeck , en de re-
den , die hem , tot fulck een vreemt en ongehoort
beftaen, had gedreven. Het vonnis desdoodts
dat daer op tot laft van den dooden volghde,wiert
de Infanta fijn Moeder, in behoorlijcke geftal-
tetoegefonden, die, door defe middel , de eerfte
kennilTe van het verraedt kreegh. Men vandt
evenwel eenige fwarighey t, in het rechtveerdigen
van defe dootflagh , want daer W3ren die feyden :
Vat de Koningh niemant vermocht te dooden , fonder
erdinare engebruyckflijtke Rtchts-fleginge. Dat noot-
Wtndigh ondervragingh en btweeringh , die de natutt
tnGoddelijcl<e wetten, ttn yd<r wtjdadige totlaet be-
hwr*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
61 Treurige Gefcbicdems van
hoorden tehebben voor gegaen. Dat, door defen handel
de Kpninckbet een en het ander den Hartogb blt}cWjK
ontnomen had: dat de Koninck. tegelijck K«™rj*
party was geweefi j dat de wetten , alleen van de blijden
en bewijfen hun kracht om fingen , en niemant buyten de
felve rechten mocht: tenwelck$n eynde, de getuygen
moffen worden by gebracht engeconfronteert , of tegen
den behlaeghden geilek j en foo voorts.
Defe redenen benootfaeckte den Koninck, een
verklaringeuyt te geven, doordewelcke hy be-
weerde : Dat men niet hadde te twijfelen , aen de
rechtmatigbeydt van des Hartogen doodt , niet meerder
Als aen de macht volgens de welcke hy hem de felve
bad aengedaen. Want, alhoewel het waer waf dat-
ter geen Vorft gevonden wierdt , die foo volmachtig-
lijct gewit, over yemants doodt of leven hebben kon-
de, dat hyhem onverhoort ,en onveroordeelt vermocht
te dooden; dat evenwel , wanneer de mifdaet fooblijc-
kehjck is , dat daer niet meerder aen te twijfelen xalt ,
en datter vevaer in fteeckf, wanneer men na gedaen-
te van Recht fou wiüen voortgaen.de Vorfï macht en
rermogen heeft, gel^in defe tegenwoordige daedt,
het leven den mifdadigen te Unemen ; om de on-
oelevent heden , die daer uyt fouden mogen ontjtaen*
%oor te ko»"». Dat hy evenwel begeerde dat men
[oude weten , dat hy met omficht en daer om-
trent bad gegaen. En dat hy het gemeene go* , bo-
ven firn byfonder genoegen had geftelt: wetende dat de
faeckln van het f&c*. >n Julck een ftaet ftonden , da
mengeen uytvoeringh of jïraffe omtrent [oodamge lie-
den konde doen , (onder fich in gevaer van een alge-
meene afval te (lellen. „^n,nU
De byfonderfte geheymen van den aenflagli
des Hartoghs, wierden noyt ter degen ontdeckt,
ais toen , wanneer het meefte gedeelte der ver-
wanten gevangen en overtuygnuijnde, a es
De Graef van Chalais.
62
JÉj
m
Dpentlijck cn klaerli jck beleden. Onder de welc-
XH ke was Ferdinand de Menezes , mifprijfende en
verwerpende des Konincks barmhertigheyt , veel
bittere woorden , felfs in fijn tegenwoordigheyt,
tegens hem uytbraeckte. Maer de Koninck,
fonder hem een woort te antwoorden , fandc hem
na de geftelde Rechters , de welcke hem Don Fer-
dinand , Don Pedro d'Atayde, en Don Pedro
d' Alburquerque veroordeelden , om op de groo-
*| te plaets , het Hooft afgeflagen te worden, terwijl
men vooreen yeder hetTverhael van hunne mifdaet
opcntlijck dede. D. Pedro d' Alburquerque
poogde des Konincks gramfchap te ftillen , door
het herdencken van fijn bewefene dienften fonder
aen te mercken, dat het felve by Vorlten fwack ,
I en lichtelijck verloren wordt, voornamentlijck>
i wanneer fy niet foecken als wraeck.
Don Vafco Coutino , badt den Koninck het le-
t ven van fijn Broeder af , maerhy wierdt evenwel
1 nadcburght van de Stadt Avis, in eeuwige ge-
' vanckenis gefonden , daer hymacr weynighda-
? gen fijn verwanten overleefde, ftcrvendenahec
• meefte gevoelen van vergif, zijnde iuick een
• w ijs van dooden in die geweften , niet als ai te ge-
meen, voornamentlijck aen die gene, die hec
fwaert van den Scherprechter ontrocken wor-
den.
Deltrafvan den Biiïchop D.Garcia de Mene-
zes wierdt uyt<*elttlt, om dat de Koninck geen
recht had op fijn Perfoon , die alleen onderden
Pausen het geetlelijck recht Itotidt, dervende der-
halven de handen niet aen hem (laen, uytvree-
fe van het gemeene volck tegens hem te verbitte-
ren , een fcherp voordeel in der daet , 't geen ye-
mant vryheyt geeft om te mifdoen, en hetna-
tuerlijck recht verhindert te ftraffen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
64 Treurige Gefcbiedems van
Hy was by de Koningin wanneer men hem ge-
vangen nam, terfclvertijdt wanneer d' Har togh |
gedoodc wierdt. Men ftelde hem in een gevan-
genis, op de Burght van Palmela, daerhyniec
meer als dry dagen gekeft hecfc , ftervendege-
lijck men gelooft, door de vuyligheyt felfsvan
fijn gevangenifle. Defen Heer , hoe geeftelijck
hyoock mocht geweeftzijn, had evenwel al de
hoedanigheden van een bracf Edel- en Krijgs-
man , gelijck hy oock in Italië de Scheeps-vloot,
die de Koninck Alfonfus tot byftant van Otranto
regens den Turck fandt, beftiert heeft. Don
Alvaro d'Atayde , en Ferdinandde Silveira ont-
quamen voor defereyfe het gevaer, de eene door
fijn wackerheyt, en de ander, door de getrouw-
heyt van een, die eenijts huys dienaer van fijn
Vader was geweeft. Hun eynde was evenwel
feeronderfcheyden, D. Alvaro, overlevende den
Koninck, kreegh na deflèlfs doodt,vergiffenis van
fijn mifdaet , en wierdt door den Koninck, Don
Emanud,in fijn ftaet en goederen herftelt , invoe-
gen hy in het Rijck weder gekeerc zijnde , noch
veel van fijn nakomelingen in de hooghfte en aen-
fienlijcklte bedieningen achter gelaten heeft.
DonFerdinand de Silveira, wierdt na eemge
Jaren , door laft van den Koninck , die hem op het
aldernaerftighfte (foo ten inficht van hun oude
gemeenfaemheyt , welcks beledigingh fijn haet
vermeerderde * als om dat hy vreefde, dat Silveira
zijnde fijn geheym-fchrijver geweeft , al fijn ge-
heymen moght komen te openbaren) veryolgn-
de , in Vranckrijck vermoort. Daer was niemant
als de Gtaef van Penamacor die in het KijcK
bleef: want defe, hebbend/ ïich in fijn Burght be-
geven, ftelde fich in ftaet van fich te ver weren ,
terwijl Me-vrouw Catharin* d'Acofta , ap
' - Schoon-
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Graef van Chalaisj 6$
: aSchoon-fufter , en Sufter van den Cardinael d'A-
njr;3Écofta , in de ftadt Scbugal , tot fijn befcherminge
3de wapen aennam. De kloeckmoedigheyt van
defe Vrouw , fou , buyten bedencken , noch yets
tftojwonders hebben te wege gebracht , ten waer de
tjÏKoninck , door fijn vooi fichtigheyt , fulcks voor
agekomenwas , byrijts, de plaets belegerende,
tdaerhyfichin Perfoon meteen braef Heyr-leger
3 liet vinden. Die daer mede lbo veel te wege
ïbracht, dat Me- Vrouw Cathai ina, merckende de
. Jkleynetegenftandt, die fy fou konnen doen, hec
i flot den Koninck in handen gaf, het welck hy luer
.. ^aenftonts weder vereerde , gelijck hy haer oock
i al de inkomften van haren Man fchonck , om die
i; gedurende haer leven te gebruyeken. De Graef
i verfocht een vry geleyde van den Koninck , om
i hem te komen fpreecken, maer hy kreegh'cr geen
1 voordeel van,als alleen de vryheyt om fijn Vrouw
en Kinderen, uyt het Rijck te mogen voeren.
] Defe is daer na in Caftille , na dat hy verfcheyde
« tochten, herwaerts en darwaerts , maer altoos te-
: gen den dienft van fijn Konink gedaen had, geftor-
i ven. Don Vafco voor fijn getrouwigheytaen den
• Koninck bewefen, kreeg, behalven de groote ach-
: tinge , in de welcke hy altoos , omtrent den Ko-
:ninck was, de Stadt Borba met denaenkleven
i van dien , tot een vereeringh , de welcke fijn na-
• komelingen daer na met de" plaets Redondo ver-
i wiflèlt hebben. Tinoco wierdt, met vijfchien
hondert Ducaten aen inkomft en Ampten, benet-
I fens vijf duyllnt in gereec geit , begiftight , maer
: eer hem des Konincks laft brief toequam > was de
i arme Tinoco al doodt, niet fonder vermoeden
; van eenige verborgentbeyt , of na de gemeene
• ; fwier van dien tijdt geftorven te zijn. Aldus
ieyndighdedefe t'famenfweeringh , dewelckewy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
<56 Tieurigt Gefibiedenis van
hoewel buyten ons bepalingh zijnde , den gunftU
gen Lefer evenwel niet hebben willen onthouden.
Regeringe ende Eynde van den
Grooten
MOGOL JANGHEER,
Met de Doodt van [tjn
SOON CUSROE,
en andere.
INHOUDT.
I.
E
Cbar vergeeft fich felven. II. Janghcer wort l(o-
WHcks III. Cufroe valt fijn Vader af. IV. Komt
regen hem te velde. V. GeraeckS i* banden van fijn
Vader. \l. Cufroe geblindt. VIL Jangbeer trouwt
met Nbrmal. VUL Canoon ftaet naer het Rijck.
IX. Doet Cufroe verwurgen. X. Curroon (laet tegen
fijn Vader op. XI. Wordt ge jlagen. XlL Wordt m
genade aengenomen. XIII. Oorfaeckjuan menden af-
val. XIV. Amadabat ingenomen. XV. Abdul
CawafiaetmetTz.xffiCaw». XVI. Dappere twee-
firijdt. XVIL Perwees tegen Curroon te velde.
XV 'III. Verraedt tegen Canoon. XIX. Tart ar valt
m het Rijck van den Mogol. XX. Bejrambeg ge/la- I
gen en onthalfï. XXI. Curroon wort gcjlagen.
XXII. Ganganna* Huys verweeft. XXIIL Vluch-
ten van Curroon. XXIV. Afgnnf van de I{ontngm
tegen Mahobet. XXV. Valfihe lagen hem geleght.
XXVI. Mahobet s Schoon-foon fwaerlijck. beledtght.
X XV 1 1. Era ve wraeck van Mahobet. X X V 1 1 L
I
BH
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL 67
JKormal ter doodt veroordeelt . XXIX. Maer voort
Mverfchoonr. XXX. Jangheer gevangen ontkomt door de
\vluckt. XXXI. Zedigheyt van Mahobet. XXXII.
Vultan Perveces ficrjt. XX XIII. Mahobet voort een
Zremijt. XXXIV. Tcelegh tegen Mahobet,
XXV. Dte Cttrroon toevalt. XXXVI. Doodt v*n
ien Mogol Janghecr. XXXVII. Sultan Bullochy
• moordt Koninekj XXXVIII. Nor mali xvederj]?annig-
iü^ beyt getemt. XXXIX. Sherry ar van pin gefuht be.
roojt. X L. Cartoon ftaet na de /(toon. X L I. Sul-
tan Iiullochy enie andere Frtncen ver moor t, XLII. Citr-
roon -wordt I\omnck^, van Indujlax.
III. Geschiedenis.
Y openen u , gunftige Lefer, al-
hier een Schouw-tooneel, dac
onfe eeuw foo voor , in't mid-
den,als na achteren in foo Moe-
digen gewaet voorftelt , als
oy t andere fich vertoont heefc.
Induttan is de plaets daer wy
fpelen , en de beftieringh van den grooten Mo-
gol , onfe ftoffe , wy Gen hier Rampralige Va-
ders, wederfpannige Soons, Vorftelijck^bloedc
geftorr, Vaders door huneygenzaetvervolght:
maer Lefer vergramtu niet, "wy Tullen u, aleer
wydit Boeck fluyten , hier nadien dwingelandc
fien lijden , het geen hy anderen gedaen heeft , en
"in fijn eygen Kinderen de vergeldinge ontfan-
*en , van fijn onnatuerlijcke wederfpannig-
heyt.
Ecbardegroote Mogol zijnde doorongeluck
(want hy op Gafhaw vergramt zijnde, "wilde £
hem vergeven, waer toe hy twee pillen had doen Ecba/vcr-i
maecken, de eene vergiftight en de andere niet, g"ftflcli
itf Gafhaw de eene , wel gemereke foo hy 1
E 2 meen?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
muck.
6% Treurige Gefcbiedenis van
meende, en nam den anderen, maer fich leehjck
vereffende, nam felfs het vergif, enitiert, fon*l
dertnn misflagh te derven bekennen; om het Ie-
ven ceraeckt , quam fijn Soon Cliaw Sehjm,i
naderhandt Jangheer genoemt tot de Kroon,!;
hoewel Raia Manfing, en Chan Azem,hever lijn»
Soon Cufroe daer toe (ouden gebracht hebben.
Defe aenvang van fijn Rijck nemende, alhoewel
1T hy üet een onderdaen , vergat even-wel geeni;*
langhor Vader te zijn , en nam fijn foon Cufroe, fijn me-l<
won Ko- de- vryer van de Kroon , weder in genade aen , als !
mede Cham Azem , en Raia Manfing , om door *
defe fachtmoedigheytde gonftvan fijn onderda-
nen te winnen. Maer de jonge Vorft , geraeckt i
door fijn eygengewnTe, vermoedt, dat dele ver-
giffenis maer geveynft is, en fchnjft derhalven
aen Huffanbegh, onder Koninck van Cabul , urn
ouden vrient, om met eenige macht, by tetty-
poor, hem te ontmoeten, opdathy, door lijn
behulp , een veylige vlucht mocht bekomen,zijn-
de verfeeckert , indien hy langer ten Hoof bleet
vanfijnkven,of fijngeficht te verliefen. Deten:
briefis hem fpoedighlijck ter handt geftelt, dern
weicken d'onder Koninck terftont gehooriaemt ,
komende me: drie duyfent paerden , tot AcnDar-
poor , vier-en-twintigh mijlen van Agra ,daer de
Vorft, in het fchemer-licht ontkomende, ge-|
volght van vijfhondert jonge dappere Mannen,
by hem komt , rijdende alfoo gelijckerhandt naj
Vngheer had haeft kennis van fijn Soonsf
vlucht , en wetende wat gevaer daer inftack, be-
laft Godge Melec Aliabfg , Hooft- man van M
Li j f- wacht , met de troepen die hy by hem had
Cufroe te volgen, en hem weder te rugge te bren-i
gen, voor weicken dienft hy met ongeioont fou*
|
in.
Cufroe
valt fijn
Vader af.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN CROOTEN MOGOL. 69
lijven. Defe met drieduyfent Paerden , fnelc
lem achter aen , gelijck oock Mortoza Chan met
ijftienhondert, Godge achter aen volghc, ja
lyfelve, daer toe door Myrza Ombrah ernftigh
geraden , volght met vijrtigh fclephanten > en
'cht duyfent Man , in voege de Vorit , aen
Hen zijde vervolght wierd, maer foodanigh was
"e fpoet , die Huffanbegh voor hem maeckte, dat
^een van de drie , op vijftien mijlen na by hem
konde geraecken; komende alfooopdcn negen-
den dagh, binnen Lahor, maer willende in het
Slot komen , wierden daer uyc gehouden ; en het
geen noch quader was , foo als hy wilde naer Ban- ,
ge , de plaets van fijn Landt- vooghdy rijden, wort
drie mijlen van Lahor , d'arme Vorft , door Sayet
Chan , veynfende, als of hy fich by hem wilde
voegen , gevangen genomen ; maer met loof heyc
ontlnappende , keert weder by HmTan, daer hy
een gulden bait, of brief van fijn Vader ont-
tingh , inhoudende dat de Koninck , vergetende
alle mifdaet, hem de Landt- vooghdyen van Cabul
en Banafoed had toegeftaen , maer hy daer mede
niet vergenoeght begeerde daer Zerbyne by : ™;
doch alles was maer om hem op te houden , tot gcn hem tc
dat fijn Vader fou komen om hem te vatten. Hy velde,
evenwel is loosgenoegh, om fijns Vaders liftte
ontdecken, invoegen, hy na drie weecken tijts,tot
het vermeefteren van het Slot van Lahor , befteet
te hebben , de Stadt verlaet , en gaet met twin-
tigh duyfent Paerden Jangheer tegen , met mee-
ninge hem flagh te leveren.
Het geviel dat hy fich op een nacht nederfloeg,
daer Mortoza Cawn met fes hondert paerden,
wetende van fijn komft, in hinder lage lagh.
Sonder langer te wachten , Mortoza valt hem op
het lijf: maer foodanigh wasdevoorfichtigheyc
E i van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefcbiedenh van
van HuflTan, dat, binnen de tijdt van twee ueren de
vyanden in route geflagen waren , en de Overfte
Shachelyal gedoodt ; Invoegen, indien niet
Godge Meleck, met des Konincks Standaert was
aen gekomen , roepende dat de groote Mogol bylif
der handc was , die van des Konincks zijde hadden!
alle verlooren ge weeft. Maer foodanigh was de i
jchtïck voor des Konincks komft » dat Abdul^l
JUia, des Princen Srandaert drager zijn Stands
daert fnoodelijck wech wierp , en de vlucht nam jïji
zijnde een voorbeelt voor hec gantfche Heyr , dat |
hem terftont volghde • en door de boeren hun tijt J
waer nemende , meeft neer gemaeckt , en al de !:
Bagagie geplondert wierdt.
D'EUendigeVotft, verfelfchapt met Haflan- i
begh , Abdul Radgee , en Chan Badaf haw, fagen k
nauwelijcks eens om , tot datfe te Lahor qua- V
men, daer Radgee bleef, maerCufroe met Ba-
daf haw, wilden de ftroom Ravy^over, om in
Gcraeckt veyligheyt tot Rantas , een on verwinnelijck flot ,
in handen tc geraecken , maer , door de verraderfche Schip-
van öjnva- JiC(ien t wierden vaft gehouden , en in handen der
dcI' Sonen van Caflem Cawn geftelt, die hen , fonder
vertoeven , of barmhertigheydt , nae Jangheer
fenden. De Koninck ten hooghften, over dat ge-
luck verheught , keert weder na Lahor , dooden-
de onderwegen veel Omrahs, die de zijde van
Cufroe gevolght waren. De Vorft wierdt in
bewaringhvanZemanaebeg (daer naer Mahobet
Chan, dat is beminde Heer genoemt) geftelt.
Haflanbeg , Bedaf ha , en Abdul Ragee , wierden
cerll opentlijck ont-ampt, en daer na gevangen
gefet.
'tZy nudatfommige Edelen, achtende het
doen van den Koninck Tyrannifch , of oordeetea-
de de tijtel van Cufroe tot de kroon (als daer toe
dooq
i
DEN CROOTEN MOGOL. 71
door fijn Groot Vader verkooren zijnde) de befte
te zijn, het is onfeecker, altoos eenige van de
voornaemite Mannen, die den Prins bewaerden,
maeckten een eedtverwantfchap , om den Mo-
gol , op het hoogh geberghte , als hy na Cabul
tooah, het leven te benemen, en Gulroe in fijn
placts te ftellen. De Venaders waren Mirza
Sherieff, broeder van AflaphGlun , Mirza Mau-
radijn , fijn Neef, Mirza Petulla, Mirza ShafTen-
bet*, Hollabeg, en Murdophchan. Jangm-er
Geen verraedt vermoedende , treckt voort , maer,
byeoetgeluck, wierdt foo welbewaert en op.
gepaft, dat fy hun lchelmery geenfmts konden
uyt voeren.
Maer groot was fijn verbaeftheyt, als hydoor
open befchuldigingh van GodgeVehes, kennis
van de voornoemde t'iamenfwermgh kreegh,
'tgeen hen alle het leven kofte. Hier na keert hy
van Cabul weder na Lahor , en onderwegen , er-
kennende het gevaer , in het welcke hy was ge- v L
weeft , en achtende Cufroe de oorlacck daer van Cufroc g«-
te zijn , beveelt fijn Soon , door het fap van Aeck , blindt,
't eeenfe daer toe gebruyeken , te blinden , dit ge-
fchiede , maer evenwel foo , dat hy noch een wey-
nigheeficht in fijne eene oogh behield. Chan
Az mede,Cufroes Schoon- vader, wierdt oock
in een üordigh gewaedt gefteecken , na de Guzel-
changebracht,daeryderOmbrah bevolen wierd,
hem inden baert tefpouwen, en foo gebonden
en gevleucrelt in de gevanckems geworpen , daer
hy volle twee Jaren bleef , tot dat hy , door voor-
fpraeck , van fijn vrouwen wierdt verloft.
Janaheer ondertuflehen ,op de fchoonc wedu-
we MeherMetzia, Doulets dochter, eertijdts
fijn Schat-meefters , doch daer na fijn onbégena-
dighde en gevangene, verheft, trouwt haertot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
t
yi Treurige Gefchïederits van
VIt fijn tweede Vrouw, veranderende haer naem in
langhce't Nourf habegum , of Normahal , dat is licht of
trouwt roem van hec hof. Haer Vader daer over wierd
roc[ No1" boven alle Ombrahs verheven , als ook haer broe-
der Affaphchan , en hy alfoo , brenght eenige Ja-
ren door , fonder andere forgh , als om fich in fijn
nieuwe luft te vermaken, Daer naontftonden'er
weder eenige oorlogen , die hy met geluck te bo-
ven gekomen is. Jangheer was vol van vreughde ,
door foo veel weivarens , maer het geluck was
vermocyt van hem langer te begunftigen , de huy-
fchelijcke onluft moft hem weder dat genoegen
benemen. Curroon zijn andere Soon, begoft
Cmtoon iuft tot de Opper-heerfchappy te krijgen, maer
ftactnahctoordeelende fijn oudtfte Broeder Cufroe, hoe-
Rijck, wei ten naeften by blindt , en in bewaringh , hem
in den wegh te zijn , befluyt hem aen een kant te
helpen. Hy maeckt de fieckaert , en niets is'er
dat hem helpen kan, als de blijde tijdingh, van
fijns Broeders doodt. Ganganna draeghc kondt-
fchap van de faeck, belooft hem voldoeningh
in fijn begeerte , en terftont, maeckt eenige Man.
cebdars de faeck bekent , uyt wekken godtloofen
hoop Reza Bandor de aldervoorbarighfte is.
Curroon , om [fich van alle vermoeden te vryen ,
laet fich uyt Brampore brengen, (zijnde deplaets,
daer d'ongeluckige Cufroe bewaert wierdt) on-
derfchijn van door veranderingh van lucht , fijn
gefontheyt te bevorderen, terwijl dien gevleefden
duyvel , op een feer onhebbelijcke uer des nachts,
aen Cufroes kamer, daer hy den vryen toeganck
toe had, beftaet te kloppen, defefpiïngendeuyt
een verfchrickelijcken droom, vraeght wie daer
is , en wat hy begeerde. De fchelm antwoordt ,
dat hy* van fijn Vader gefonden is , met order om-
trent fijn verloffingh. De ellendige Vorft , niet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
É
DEN GROOTEN MOGOL. 7$
tegenftaende die goede cijdingh , verfoeckt hem
ot's morgens te vertoeven; maer de moorder,
iïende geen middel van door reden in te geraken ,
breeckt de deur open met gewelt,de Prins vlieghc
uyt het bed 1 maer genoeghfaem blindt zijnde ,
weet niet waer hy lijn vyandt wachten fal , die
hem , op fijn voordeel, aengrijpt, onder de voeten Do«Xcur-
werpt , en verwui ght • dit gedaen zijnde , leydt toe vei-
hy hem weder in fijn bede , Huyt de deur achter wurgen,
hem , en begeeft fich van daer j latende yder in be-
dencken , als of de Vorft van een finckingh was
geltorven.
Curroon kreegh haeft de tijdingh van die
werek , en verheught fich in fijn gemoet : maer
de ongeluckige vrouw , Cawn Azems dochter,
hem gaende befoecken , vindt hem doodt , en
merekende, acn fijn blondt en blauw wefen, dat
hy vermoort is , ftort overvloet van tranen , fon-
der haer hooft en hayr te fparen. Haer Vader en
het gantfche huys is dcelachcigh aen haerfmart,
en gantfeh Brampore is,vol van dit fchelm-ftuck,
vermoedt te gelijck en vervloeckt de moorder.
Jangheer kreegh oock haeft de tijdingh van de-
femoort (felfs door fchrijven van Curroon) die
daer over aen het hart geraeckt , terftondc ver-
moeden neemt , en niet na laet Curroon fijn ge-
dachten bekent te maken , met fware dreygemen-
ten > tegens hem en fijn Ombrahs, t'eeniger tijdt,
dit fchelra ftuck op hen te verhalen. Hy onder-
tu(Tchen ontbiedt Chan Azem , en lijn bedroefde
Dochter by fich , vertrooft hen met veel vriende-
lijcke woorden , neemt hem aen voor fijn vriendt ,
en belooft Sultan flullochy , de foon van Cufroe
de Na-volgingh tot de Kroon , ftelt hem voor-
eerft , over thien duyfent paerden , en belaft Chan
Azem , hem forghvuldtlijckop te voeden.
K 5 Cur-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X
Curroan
74. Treurige Gefchtedenh van
Curroon,merckende fijns Vaders ; liefde tegen
Sultan Bullochy , oordeelt wel hoe feer hy by fa jn
Vader in ongenade ftact , en fonder te foecken zijn
cunft te winnen, fpat t'eenemael uyt in weder,
rnanni-heyt. Hy , door hulp van eemge andere
Vorften. m de Lmdc-vooghdyen , die hy van
wegen fijn Vader befat, krijght een heyr van
fi?n 70000. Paerden by een , en hebbende getuft , fijn
©P. Vaders fchatten te roo ven , treckt met die macht
recht op Agra aen, en vertoont fich met fijn heyr,
verdeelt onder Ganganna, Ruftan Chan, Pvaia
Bickermanfe, Mirza Daras, Sayet Chan , Ma-
hornet Tackieck , Thofally , en anderen , als voor
de poorten van de Stadt. Maer vindende aldaer
te veel wercks , treckt te rugge om fijn Vader ,
die met een aenmerckehjcke macht, tegens hem
in aentocht was , fiagh te leveren , die hy ontmoe-
te, omtrent deftadt Dehh, zijnde de Koninck
celegert, drie mijlen van de Stadt , daer hy fich
oock ter neder fiaet, met meeningh hem des ande-
ren daeghs aen te taften.
En iSder dacdt , de volgenden dagh , was nau-
weliicks verfcheenen, of Curroon fendt Raia
Biickermanfe met acht duyfent paerden , om het
gevecht aen te vangen. De Koninck had _voor
Overften Mahomet Chan, Abdul Chan Etha-
bar Chan , Aflaphs Chan , Godge Abdel Huflan ,
Zadoc Chan , Immirza Mamet , Raia Bertung ,
TzeerChan, Zeberdeeft Chan , en andere voor-
name Ombrahs , en fijn heyr m drie _ deden .ver-
deelt, houdendeeen gedeelte voor Wven , en
RaiaBertfing, een ander voor Sultan Sneryar,
liin Jonghfte^Soon , en Mahobet Chan, het darde
voor Abdulchan en Sadoc Chan.
De ftri jdt dan neemt fij n aen vanen 1 , en Zeoer-
deeft Chan , gcraeckende , onvoorficntetycK , on-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
I I
DEN GROOTEN MOGOL. 75
Ier vijf hondert lichte paerdcn v.m Curroon ,
;komt > dapperlijck ftrijdendeom : Bickermanfe ,
met fijn ftarcke troep paerden , talt Bertfing en
het Leger-gedeeltevanden Mogol, met fulck een
dapper heyt aen , dat het menigh het leven kofte ,
terwijl Ganganna , met Curroon , Mahobec
Cawn , en Ruftan Cawn met Thoftally, Abdul-
cavvn aen tallen , al hooiden van ongemeene on-
dervindingh endapperheyt, aldus vvicrt 'er, drie
ueren lang, van wederzijde , met degrootftehe-
vigheyt ter werclt gevochten, fonder dat men
konde merken , waer heen fich de ovcrwinningh
wilde ntygen, die op het laetftelcheen Curroon
te willen begunlligen. Maer Raia Bi jckermaufe,
na dat hy een groote moort , onder het volck van
den Mogol had gedacn , valt felfs inde tent van
den Mogol, en neemt hem daer felfs gevangen.
Maer nauwelijcks hadhy tijdt om degrootheyt
van fijn buyt aen temercken , dewijl een Man-
cebdar, daer tcgenwoordigh, hem met een ftrijdt-
bijl foo feecker en gewis trof, dat hy doot ter aer-
den viel , het welcke fulck een fchrick in al de reft
van fijn volgers maecktc, dat een yder om een
goet heen komen fagh, en gelcgemhcyt aen den
Koninck gaf, om fijn vallende zegen te herftellen.
Curroon fagh haeft, in wat ttaet fijnfaecken
Honden, als mede de oorfaeck daer van, doet al
wathymagh met vermanen, drcygen en ander-
fints , om de vluchtelingen tot ftandt re brengen ,
hy riep : was Bijckermanfedoot, hy leefde noch,
met hondert Overftcn , foo goet als hy, maer alles
W3S om niet , alfoo hun ongegronde fchrick en x L
onorden foodanigh was , dat het hem onmoogh- wortge-
lijck was , het volck te herftellen. Dus rijdt hy flaScn*
vaft hier en daer , in het midden van verfcheyde
bedenckingen, niet wetende,of hy door een Edele
doodc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
76 Treurige Gefcbeidenis van
doodt al fijn leedt wil bepalen , of door de vlucht,
fichingelegentheydt ftellen, een beter gel uck te
bewercken. Eyndeli jck door raedt van Gangan-
na keert hy denrugge, maer laet fijn volck en
fijn fchatten , ter genade van fijn vyanden , en na
een lange en fnelle vlucht , beneffens eenige wey-
nige van fijn vrienden , bekomt het hoogh en
woeft geberghte van Mewat , op welcks eenfa-
merotzen, hy tijde vindt » om fijnfnoodeweder-
fpannigheyt, en het gerecht des hemels te over-
dencken.
Sultan Perwees, met een vrolijck hart , ont-
moet fijn overwinnende Vader tot Balzol, en daer
op worden de Serrails weder gevri jdt, de poorten
van het Slot geopent , als zijnde nu alle vrees
wech-genomen. En de Koninck , om fijn vori-
ge forge te verfoeten , vermacckt fich met fijn
Noormal, het licht van fiinoogen, terwijl de
vrienden die Curroon ten hoof had, eenverfoe-
ningh tuffchen fijn Vader en hem bemiddelen ,
die fich daer toe foo genegen toont , datter ter-
x 1 1. ftont brieven van vrede , en vergiffenis na hem
won in afgeveerdight worden. Hy ontfanght defe Uf«
genaden met het gr0otfte genoegen ter werelt , en
Sf00" daelt daer op met Ganganna , Abdul Ca wn , Da-
rabCawn , Beyram Beg, en andere Ombrahs van
het geberghte, komt tot Azmeer, daerhyljch
felven voor fijn Vaders voeten werpt , en op lijn
leedtwefen , en eedt , noyt meer, tegen hem op te
ftaen , krijght vergiffenis , maer hoe bevey nft dele
ootmoedigheyt is geweeft , fullen wy terftondt
ficn.
Soo haeft als Raia Bijckermanfe gedoodt was ,
maeckte Curroon in fijn plaets Abdul Cawn
Landt-vooght van Gufurat , Amadabat , en Cam-
baya. Hy , hoewel blijde over fulck een verhoo-
gingh
li1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
m
DEN GKOOTEN MOGOL4 77
jgingh van fijn ftaet , ftelt echter fijn rcys darwaerts
1 uyt , maer fendt den ontmanden Baffadur Cawn , x 1 1 1.
voor uyt darwaerts , om alles tegen fijn komft te Oorfaeck
verveerdigen. Defe treckt in goede ftatie daer van ™a-
henen , en wierdt van de Inwoonders van Ama- wcn a va'
dabat feer heerlijck ontfangen. Hy fiende fich
felfs in foo hoogen achtingh , en foo ge-eert , ver-
geet dat hy eenonderdaenis, ftelt ficht'eenemael
in ftaet van heerfchappy, achtende niemant fijns
gelijck, felfs Nadal Tlaffi Chan, des Mogols
Cancelier , die hem , met fachtheyt en vermanin-
gen , fochte te recht te brengen , vindt fich ge-
drongen, om fijn leven te behouden, de ftadt te
verlaten, maer niet fonder hem vergeidingh van
foodanigen overlaft te dreygen , hy begeeft fich
fpoedighlijck na Mazarcawn, Onder- koninck van
Patan , en Baban Cawn , die van Chapperben-
niz,die hy op fijn klachten, vanbelediginghden
Mogol in fijn Perfoon , aengedaen , foodanigh
ontfteeckt, dathy, fiende middel om Curroon ,
hun ouden vyandt te beledigen , op den ontman-
den toeleggen. Sy wetende , dat hy niet boven
vijf hondert paerden by hem had , begeven fich ?
met duyfcnt ruytcren, en vijf Elephanten na
Amadabat , en komen door behulp van eenige
vyanden van den ontmanden, indeStadt, daerfe
al doen wat fy begeren, nemen het Cafteel met ge-
welt in , en den ontmanden gevangen , benefrtns
fijngefellen Mirza Madary , Motzab Cawn , en
MametHalTen.
Dit wierdt Curroon hacft bekent gemaeckt,
die dit tot fijn nadeel nemende,be(luyt het beftaen
van Nadab Tftffi Chan te wi eecken. Maer Ab-
dul Cawn neemt het werek voor hem op. Defe
vergadert al deHeeren enOmbrahs van fijn ge-
biedt, ontdeckc hen fijn meeningh, en yindt hen
alle
XIV.
Amndabat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
t
•y% Treurige Ge [chiedenis van
alle genegen hem dienft te doen , brengen feven
duyfent paerden by een , en begeven fich gefa-
mentlijck henen,om SafliCawn,en fijn verwanten
te ftraffen. Veertien hondert duyfent Ropies
fchiet Abdul Cawn , om dit heyr met thien duy-
fent te voet te verftercken, Hy dan komt tot
Brodera met fijn Heyr , maer aen-de andere zijde,
fitten oock fijn vyanden niet ftil. Saffi Cawn
Abdul haelt al by een wat hy kan, valt op defchat van
Cawnflaet Curroon , en tot vullingh rooft de koftelijcke
uietTfaffi Xhroon van ftaet , die defe Vorlt nochonlanghs
# tot Amadabat had laten oprechten , en met hulp
van defe en andere zenuwen , brenght een Leger
te velde van twintigh duyfent paerden , dartigh
Elephanten, en viif hondert Mufquettiers, doen-
de allefins verkondigen , dat defen toeftel ailee-
nigh was, tot voorftandt van des Konincks faeck.
Akius verwantfchapt met boven de twintig Om-
brahs van aenfien, namentlijck: Mir^a Caffen,
lmmtr^a Moetij*» > Kaia Cdicatvn, Rfia Doola,
Commtlcawn , Gokeldas, Pherec$ Cawn> Tïtdcmn
T^ed lacupy en andere, flaet fich totAlfempoor
neder , verwachtende , in een brave geftalte , dc
aenkomfte van fijn vyanden.
Abdul Cawn kreegh tot Anamogery de tij-
dingh van hun optocht , en het nederfiaen van hun
Leger, waer over hy fich darwaerts fpoey t vol
verlangen fijn vyandt aen te taften. 't En leed niet
lange, of de twee Heyr-legers, waren malkan-
deren in 'tgeficht, daer Abdul fijn vyandt van
achteren meende te verraflehen, maer wierdttij-
delijckontdeckt , invoegen hy hooft tegen hooft
moft bieden. Als hy cles vyandts macht ver-
ftont, was hy al een weynigh verfet, maer ne-
mende moet, verdeelde fijn Heyr in drie deelen,
vandc welckehyeen gedeelte Amet Cawn, en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN ÜROOTEN MOGOL. 79
zalibeg, een ander TzardiCawn, Maxatbeg,
.ien Mamec Cooly aen beval , behoudende hec
jhy fich na den vyandt,alwaer NaharCawn , fijn
^vijf Soonenen twee fwagers KaramametCawn ,
:en Kamamet Cawn, met drie duyfent paerden,
;eenaenvangh van den ftrijdt maeckten , taftendc
\ de troepen van Abdul foo vmnighlijck aen , datfe
r hem deden aerfelen, en fijn voordeelinge gront
, verliefen , behalven dat , (peelden fy , met hun
I Mufquetten foo dapper, dacfc de befte Ruytery
i van Abdul Cavvn in onorder brachten, en hun
I befte Elephanten verwonden , dwingende defel-
' ve fich te keeren, en hun rafernyop huneygen
1 volck teoeffenen.
Curroons Opper- hooft , bemerekt het gevaer ,
1 rnaer fiet geen middelen tot redderingh , als alleen
hooft voor hooft Nahar Cawn , tot een twee-
I ftrijdt aen te taften. Den oude Krij^s-man toont xvr.
fich daer gewilligh toe , komt met lijn lance hem Dappere
toegerent en quelt Abdul Cawn in den arm, rnaer jggj
hy in het hooft gewonde zijnde, fou te kort ge-
fchooten hebben, indien fijn Sooncn, hun uyc-
terfte dapperhey t , tot onderftandt van hun Va-
der niet getoont hadden , hoewel het by na drie
van hen lieden hec leven fou gekoft hebben. Ka-
mamet evenwel bleef doodc , en de reft lbo ver-
baeft , dat ten ware Ddawer Cawn , hen aenge-
moedight had , het gefchapen ftondr , dar fy kul-
den hebben moeten vluchten , en Abdul de over-
winningh l3ten.
Terwijl defe helden malkander foo dapperliick
tekeer gingen, deeden TzcdCawnen Tzed la-
cup , een braven aen-val op Tzalibeg en Amec
Cawn , alwaer na veel dapperheyt , en flagen ,
wederzijdes gegeven > Tzalibegh fijn Paerc ver-
In defe geftalte begeeft
loor,
Sn Treurige Gefchiedenis van
loor, zijnde het bteft door den Elephant van firn
vyandt gedoodt, en van fi,n Heer wei haeftver-
cefelfchapt. Amet Cawn fich dieper onder de
Raia Doola eevangen,en terftont de kop afgefme-
£n het welke met dat van Tzalibeg Saffin Cawn
als een eetuygenis van hun overwinning, toege-
fondenwierdt. De doodt van defe twee dappere
Mannenkracht fulck een fchnck onder het ge-
heele Heyr , dat , werpende alle hoop van over-
winningh van fich , een veder na een goet heen
komen fach , behalven alleen Tzaufi Chan,
Stadt-vooght van Brodera , die het te grooten
fchande dacht te zijn , daer hy noch vi,f hondert
paerden , en drie Elephanten , by fich had te
vluchten , maer wat grooter tegenRandr konde
hy doen , daer Saffin Cawn , m Perfoon met hm
overwinnende macht, hem op den hals quam, het
was dolheyt die te willen tegenftaen, en derhal. ]
ven, op aenradinahgeeft fich over, en kreegh
quartier. Maer fijn voorteelt .wrocht feer wey-
nifth op fijn Soon Mamet Coo y , want hy , iich
beeldende dat fijn Vader bloodehjck geda n
had, begeeft fich met veertigh paerden en een
£lephanT , na Abdul , die hem raede te vluchten
om het vervolgen van hun vyandeni te mogen ont-
gaen. In hef vluchten wierdt Mo faib Ca*d
Ichterhaelt , en Saffin Cawn toegebracht Maer
Abdul , met feer groote moeyten, en rwangh^,
geraeckttotBaroch, endes ™*™\d^™
Late, voorts weder tot Brampoor,verwacfcen-
de aldaer order en laft van Curroon , ^ om te
fien , hoe men defe fware flagh foukonnen her-
"'De Koninck ondertuiTchen bevint fich tot
Fettipoor, daer hem Abdul Cawns ongein-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL.
8i
Identheyt en de tweede wederfpannigheyt van
ijn Soon ter ooren komen. WatrÜjck het
aeckt hem aen het hart , dat geen ruft kan vinden,
_rer d'een en d'ander fiin verdiende liraf ontfange :
(hy ontbiedt fijn Soon Sultan Perwees, geert hem
(fijn genegentheyt te kennen, en met eenen laft,
• seenige macht te vergaderen, om fijn verrader-
fchen Broeder , en ongehoorfamc Ombrahs , die
"|by hem zijn, te vervolgen.
Perwees, verfocckende M ïhobet Chan hem XVIJ
~ite vergefellchappen , begeeft fich met 50000. perwecs*
;paerden , tegen Curroon op wegh. Onderwegen tegen
1 neemt hy Mirza Chan , Abdul Chans Scons > die C""°oii
.korts met Jangheers Nicht getrouwt was, ge-tcvc c*
ivangen , fendende hem gebonden na Agra. Cur-
rlroon kennis krijgende 7 van defen optocht, be-
;geeft fichderhaiven op het fpocdighite vanAzmir
ia Ivlandow , om fijn heyr te vermeerderen , met
jen vaft opfet > fijn Broeder flagh te leveren. Per-
I wees volght hem , en flaet fich omtrent drie mij-
:len van fijn Broeder neder , en den ;:aefien Mor-
gen-ftonde , ftelt fijn volck in ordeie , en taft hem
len , die op den culten .enval , door ongeval v3n
AuftaYi Chan en BerkcucLfchan , te rugge wijekt,
en fijn vyandt meefter van fijn begravingh laet,
kortelijckgeieght, Perwees behoudt het velt,
enCurroon vlucht na Brampore , fijn oude toe-
vlucht.
Ganganna bemerekende een byfondere droef- xvur.
heyt in Curroon,maeck: defelve een voordeel tot Verraedt
fijn verradery. Hy beweeght de Voi ft , hem te cSroon
fenden , aen fijn Broeder, om tuttellen hen beyden
een vrede te bevorderen: maer fijn meeningh
was hem in handen van den felven releveren, tot
I iwelcken eynde, hy al met Bc> rambegh en Darab-
;ehan eehandelt had, maer Abdulchan ontraedt
S F hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
%l Treurige Gefchïeden'ts van
hem fu!cks,en verleeckerdc hem, van de fchelmc
ryvan Ganganna. Defe omkomt het, en hec
verraedt komt in *t licht , waer over Beyrambeg , J
nut fijn medeftander , in yfere boeyens geftagen,
en op ecu Elephant gefet is, en hy met eemge
iiytgèlefeoe troepen, verlaet Biampoor, en j
neemt fijn vlucht na Decan , by Melec Ambar , |
daer hy herftellingh van fijn faecken verwacht , \
fendende ondertufichenfijnElephanten en troe- I
ptn , na Daultabat , tot dat hy de felve weder by
hemontbiedc.
Sultan Per wees en Mahobet Chan komen bin-
nen Ikampoor , en daer vernemen fy , waer henen
fichCurroon begeven heeft, van het welcke fy
den Koninck de wetedoen, die daer over niet
minder verheughtis, danofhy over een geyaer-
lijeke vyandt zegen -praelde. Ondertuflchen
xix. Ihen Thour, de Tartar van Ouzbeg, over
fattai valt ijnphcelecentheydtfoeckende, een tocht in In-
«ïd^ duftan tedoen , neemt de wederfpannigheyt der
Viogol Vorften tot fijn voordeel , valt met dartigh duy-
fent paerden in het Rijck, en berent Ghabul ,
doende voorts alles wat gevvelc en overlalt te
weegh kan brengen : Maer Zaed Cawn, Soon van
Jvlahobet Cawn, Onder-koninck van Bange,
komt hemuytlaft van den Mogolby, Itelt iich
met 2oooo. paerden, tuflehen den vyandt en de .
Stadt, taft hem foo dapperlijck acn,datlnen
Thour gedwongen is de vlucht te nemen , latende
het vclt>al den buy t, en menighte van Elephanten i
ten belicve van den over winnaer.
Terwijl Jangheer fich over fijne voorfpoet ver-
heught, verlalt Curroon fchielijck Decan, en
met al fijn Ombrahs , ontboden hem te volgen ,
begeeft fich door Golcunda na Bengaie, door-
treckt met vier duyfenc paerden , en drie hondert
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1
DEN GROOTEN MOGOL. 8$
Elephanten , de verlatene woeftijnen, en vertoont
fijn wapenen voor Dehaka, invoegen Ibrahim
Cawn , Landt- vooght van dat geweït , vreefende
voor meerder macht > de vlucht neemt, eerftna
Bannaras , en voorts na Meflipatan , terwijl Cur-
roon , lacchende met lijn ydele vrees, aldcOm-
brahs van dat vruchtbaer Landt , met fchoone
woorden, foo verre brenght , dat fy met paerden ,
gek en wapenen hem gewillighlijck tc hulp ko-
men. Vol vreugd , over dit goede gevolgh , vale
hy in Purop , daer hy mede fulcken fchrick , in het
hart van Makolidikhan,bcftierder van'dat Landt-
fchap , werekt , dat die mede, gelijck de ander, de
vlucht neemt na ElabafT, daer hy Ruftan fijn ge-
vaer te kennen geeft , die hem , in plaets van be-
dancken , voor fijn bloodhey t gevangen fet.
Curroon vaert voort met fijn macht de Ganges
over , hebbende het oogh op Kerry , maer woi dc
onderwegen , door Ibrahim Caw n , die nieuwe
moedt en macht gekregen had, in l'ulcker voegen,
uyt fijn hinder-lage , aetigetaft , dat het weynigh
fcheelde, of hy had geflagengt weeft , maer Ab-
dulChm, komende mee her befte gedeelte van
het heyr achter aen , bracht fchielijck fijn troepen
by,en nadrieueren gevecht , herftelt hem, doch
na datter wel drie duyfenc , van de zijde van Cur-
roon gebleven waren, ten koften van vier duyfenc
van Ibrahims volck, die hetoockmet fijn leven
moft betalen.
Curroon, dus van een groot gevaer vcrloft,ver»
volghc fijn wegh en geluck , vale als zegen-pra-
lende op Tanda , Gouro, Banaras > Chatigan , en
alfulcke plaetfen in Orixa en Bengala , die hem
weer derften bieden: roovende menighte van
Goudt en Juweelen , dwingende een yeder hem
tcgehoorfamen, Van daer op Pathan, van waer
F 2 Rau
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
%± Treurige Gefcbiedenis van
Raia Ufiem met vijf duyfent paerden, en
twmtigh duyfenc voet-knechten, hem te hulp
k0perwees had hier haeft de tijdingh af , en be-
fluvi hem te ftuycen- HY beveclt Brampoor aen
Ruftan Chan en Laf ker Cawn, en begeeft fich
met coooo- paerden, na Elebafle, en komende in
de Landen van Lala Berfing, wort, van defe, met
7000. P3erden ontmoet, gevende hem een ge-
fchenck van 3 leek Ropies.
Eyndelijck komt hy met lijn macht omtrent
Eiabas, dat Curroon gaerne vermeefterthadt,
maer, door Ruftan Chan , dapperhjekbefcherme
wiert, die hem met veelftatie vervvellekomt en
met Mahobet Cawn , in het Slot, herberght.
Doch Mahobet Cawn , kan geen langer mar-
ren velen, maer foeckt om met Curroon aen den
dans teecraecken ; die alfdoen een groote macht
by een had. Omtrent Thonec , vijf mijlen van Ba-
naras floegen fy hun leger op, in malkander*
eeficht • doch door de Rivier de Ganges gefchey-
Sen en verhindert , de een de ander aen te taften,
als alleen foo veer hun gefc hut toedragen kondc.
x x. Bsyrambegh met 4000. paerden , began het tpel ,
Beyram- beroovende het landt naer Elabas toe , maer wiert
tlKf op de diooghten van Schawezi door Mamet
§Xft. shawma aengetaft, fijn volck geftagen , en hy
°" Mahibct Cawn neemt dit , als een goet voor-
teecken, en fou gaerne ^^^r^{^e'
ben , maer fiet niet, hoe, fonderblijckehjckge-
vaer , fijn volck over de Rivier te krijgen , tot dat
hy , dooreen inboorling , aen een feeckere oordt
wiert gebracht, daerhy geluckiehh,ck over ge-
raeckte. Hy moedight fijn volc* , er , komti er-
ftondc Curroon in fijn aengeficht trotfen. Dde
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Hm
■Ü
den Grooten Mogol, 8$
onmachtigh fulcks te verdragen, ft el t fijn Heyr
in order, en beveelt ondertuffchen RaiaRhiem,
mee fijn Elephancen hem ee antwoorden. Defe
taft Mahobet , foo dappcrlijck , acn , ja brenght
I hem met fijn ftrijdebare dieren , in foodanigen on-
order, dat indien Abdul Chan , eri DerraChan ,
hem , volgens hun ordere , niet tijdelijck waren
by gekomen j Curroon had , met weynigh moey-
ten, een heerhjeke zegen behaelt. Dele herftcldcn
den ftaet vandenftrijdtfoodjnigh, dit Mahobet
Chans troepen niet alleen herreddert wierden,
maer oock felfs de Elephanten , gewonde , en
door de wonden aen 'c rafen , felfs hun woedende
kracheen op die gene oeffenden , die fy waren ee
befchermen. De Raia felfs , na dat hy onge-
mecne proeven van dapperheyt getoont had,
I wiert oock daer op de plaets doot geflagen.
, Zijnde een van de braeffte Vorften van India , aen
wiens doodt Abdul Chanfchuldigh was , en dat
i uyt begeerte tot wraeck over eenige onluften ,
> doch defe wraeck volghde hem oock, Curroon
I hier op valt oock toe , doende al wat in menfehen
/ vermogen lagh , en hierop raeckten bey de Hey-
i ren onder een, duerendc vijf uren langh met alle
i weder-zijdtfehc moet en dapperheydt. Cur-
i roon krijght een wonde in den Arm , en Per wees,
: hoewei fittende op fijn Elephant , wort door
I DerraChan, inde zijde gequetlt , en liep groot
; gevaer. Eyndelijck het Heyr van den Koninck
'. behieltden zegen , door de onwederftandclijcke
, dapperheyt van Mahobet , die met verfche
i macht aenquam. De wederfpannelingcn itaen
defe vloeteen wijl tegen , maer, fiende de faeck
aen hun zijde , bleeck van vreefc worden , keeren x x i.
eyndelijck den rugge. Curroon is niet machtigh Curroon
dit verval te ftutten, en vintfich tenlaetften ge- q°£b** -
F 3 noot- *
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
%6 Treurige Geschiedenis van
nootfaeckt met 4000. paerden, van fijn getroufte J
vrienden , na hec onverwinnelijck Slot Rantas >
daerhy Rüa Golam, een van de moordersvan
Vorft Cufroe, in had geleght, te vluchren , laten-
de het overige van fijn Heyr, denbitteren Kelck
des doots, de Roem van fulck een heerlijcke over-
winning aen fijn Broeder en M.mobet Chan,en de
roof van fijn Leger aen Raia Bertfing : die daer
^roote menighte van Goudt , Silver , koftclijcke
$teenen,Elcphanten, Kameelen, Paerden en Sla-
ven, foo van Mans als van Vrouwen vandt.
Sultan Curroon , had fich in fijn Slot niet langh
ftil gehouden , of hy hoort dat Mahobet Chan
hem weder komt naerderen ; hy derhalven be-
geeft fich weder van daer , en vlucht na Patan ,
met Aflaph Chauwns dochter fijn Vrouw (die
hem onlanghs een fchoone Dochter gebaert had)
alleen in fijn gefelfchap. Maer hy fent , door een
Zantel of poft,brieven aen DarabChan,alfdoein
Bengala , om eenigh volck te lichten , en hem by
Radgee Mahal , daer hy hem verwachten fou , tc
vinden. ..
Mahobet Chan , en Prins Perwees , zijn hem
ondertufTchen fnel achter aen, ruftende by na dagh
noch nacht, tot datfe tot Rantas komen, maer
hoorende dat hy oock van daer gevlucht en na
Patan was , volgen hem oock darwaerts , maer
vernemen haeft dat hy na Radgee Mahal was.
Tot Patan blijven fyeen wijl, om fich te ver-
varfchen , en hoorende van Darabs gedieniüg-
heyt , omtrent Curroon , bewegen fijn ouden Va-
der Ganganna, door brieven, fijn Soon van hem
af te trecken , en hem beloften te doen , foo hy
fich by hem wilde voegen. Maer Darab , yer-
gramt,door Mahobets ftrengheyt (als door wiens
toedoen hy gevangen gehouden wierdt) en duch-.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
N
9M
DEN GKOOTEN MOGOLi 87
tende defe aenradingen en beloften valfch te zijn ,
gaet voort met volck te lichten , weygert Per-
wees fijn gehoorfaemheyt , en onderftut alfoo de
. n wederfpannigheyt. De Vorft Perwees verklaert
1 r hem een verrader, en ftelt 4ooo.Ropies op fijn
i lijf, voor die hem,ievendeofdoodt,by hem in fijn
J heyrkonde brengen. Het gemeene volck , dat
3 fich gemecnli jck na de tijde voeght , wetende dat
Curroon aen 't vluchten was , krught piet alleen-
lijck DarabChan, maer oock fijn kinderen en
bloedt-vriend Morad , foon van lha Nabarkhan ,
flaet die al te famen de hoofden af, en fendtfe XXJ|
Perwees toe, diefe terftondtden ongeluckigen Gangan/
Vader Ganeanna vertoont, en vervolgens, na nas huw
Agrafendt, en aldaer op yfere pennen doet ftel-vowoett.
De tijdingh van dit ongeval quam Curroon
wel haeft ter ooren , die daer over Mahal verlaet ,
en de vlucht naer Medenpoer neemt , en van daer
vorder* na Odia een Stadt in Bengale. Mahobet
is hem achter aen tot Medenpoer toe , maer hem
aldaer nier vindende , wacht op de komft van Sul-
tan Perwees , en fendt Baker Chan met 8000.
paerden , om hem te volgen. Defe vertraeght
niet, maer komt binnen weynigh weecken tc ft
Odia, maer Curroon,hoewel met 5000. paerden,
en 300. Elephanten gefterekt , derft geen flagh
met hem wagen- maer,door vrees gedreven, vliet
na Gulcunda, tegen de verwachtmgh van
Bacher Chan, die hem gaerne totHaenhad ge-
bracht.
De Koninck van Gulcunda onttangt hem met
een geveynfde vrientfehap , en paft hem op , waer
hy gaet, met 12000. Paerden - maer Curroon
merekte wel haeft, dat het was, om fijneygen
verfeeckeringh , en uyt forgh voor fijn Diamande
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXIII.
Vluchten
vau Cur-
iooii.
8$ Treurige Gefcbiedenis van
mijnnen,alfdoe open zijnde, cyndclijck wort hy,
van Melec Amber , die fich van fijn wederfpan-
nigheyc Tochtte dienen, tot Decan genoodight,
maer,hy na dat hy eenige maendenaldaer verlieten
had, wort het itillc leven moe , en begeeft fich ,
met tien duyfent paerden,oflo Brampoor, fijn
oudefu-ftot:! ,te veroveren. Hy dan vertoont
fich voor de Stadt, maer RaiaRuftan, die door
Perwees daer in gelegt was , weygert hem den
toegang , 't welck hem foo ontfteeckt , dat hy , na
eenige vruchteloofe fcheld- woorden en ver-
vloeckingen,de vefting beftaet te befpringen,met
grooten haeft en moedigheyt , maer wort dapper-
lijck door Rufian afgewefen: hy evenwel ver-
nieuwt den aenval , maer wort op nieuw met ver-
lies van veel van de fijne , gedwongen te wijeken.
Mahomet Tackieck (die 't darde gedeelte van fijn
Heyr voerde) wil oock eenmael fijn geluck on-
derfoecken , en taft by het fchemerlicht de Stadt
foo moedigh aen, en wiert foo dapperlijck van
de fijne gevolght , dat hy in 't kort meefter van de
voornaemfte fterekte wort , toonende aen veel
oorden van de wal fijn opgerechte vanen , zijnde
als een toewenckinghaen AbdulChan, om hem
te hulp te komen. Jvlaer Abdul , vergeven door
afeunft , te fien , een Koopmans foon als hy was,
beTitter van fulck een roem, vertraeght om hem
te komen helpen , invoegen defen braven Capi-
teyn, zijnde te verre ingewickelt, op nieuw, door
Ruftan met verfche troepen , foo dapper en langh
wortaengetaft, dat meeftal fijn volck in ftucken
gehouwen en hy fwaerlijckin fijn oogh gequetft,
na alle mogelijcke tegenweer,gevangen genomen
is. Soo was de afeunft van Abdul de oorfaeck
van dit verlies , en de verhinderinge van een tref-
felijcke over winninge. Als Per wees en Maho-
bet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
den Groot en Mogol. 89
[ bet Chan , van het belegh van Brampoor kenniflè
! kregen , vertoeven fy niet darwaerts aen te trec-
■ ken , met Chan Alen , Raia Stertfing , en een
' groot heyr van Raoipous^- maer Curroon gevvaer-
' fchou wt , fiende miflchien , niet veel goets tegens
hen uyt te rechten , breeckt op , cn valt na Bella-
guate, foeckende onderwegen, te vergeefs, Hafler
te bemachtigen , maer , als hem dat milt , verloft
Rantas de fterekte , uyt handen van fijn vyanden ,
en gaet foo op Nieuw MeleckAmber, m Decan,
befoecken , geklcedt in fijn oudt gewaedt van on-
geval.
De Koninck verheught fich boven maten, over
foo veel zegens van fijn Soon Perwees, en Maho-
bet Cawn ï" en om te toonen , hoewel hem iulcks
behaeghde, aengemerekt hebbende, de dapper-
heyt en trouw van Ganna- Zied- Cawn , Soon van
Mahobet, ontbiedc hem ten hoof, cn hebbende
fijn goede genegentheyt, met veel vriendelijcke
woorden uyt gedruckt , voeght noch vijf duyfent
paerden by die van fijn bevel , en maeckt hem
voorder Landt-vooght van Bengala , de grootfte ,
beroemfte en vrucht baerfte Landt- vooghdy , van
geheel Indoftan.
Normal en AflTuph Cawn , over defe verheffing x x I v*
van Ganna-Zied-Cawn , worden met afgunlt Af?uuft
ontfteecken - en wenfehen gelegentheyt het fel- JJJJjjj ' .
ye te vei -hinderen , alleenigh om dat hy Maho- tegen
bets Soon is , fy vatten het dan aldus aen , eer- Mahobet.
teliickjom Mahobet te beledigen , bewegen fy
den Ouden Mogol, Mahobet te bevelen , Tonder
uytftel , Ganganna na Agra te lenden. Mahobet
geen voorbeeldt van ongehoorfaemheyt willende
zijn , laet hem gaen. Defe by den Mogol geko-
men, fpouwtalderhandeboofheyt , tegens Ma-
hobet uyt , en befchuldight hem , onder andere ,
F 5 dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXV.
Valfche la
f cn hem
jcleght.
Treurke Gefcheidenis van
dat hy , uyt enckel boofaerdigheyt , de oorfaeck
van de doodt van fijn Soon , en andere van fijn
reghfcLpwas,felfnadathydedienftvanCur.
in gelaten had, om denKomnckinfi,nheyrte
dieDenfe befchuldigingh deed al eenige werc-
kineh, inde licht geloovigeen fwacke Mogol ,
maer te meer, als Perwce,van gehjcken voor-
heen, door Ganganna, ingenomen , fijn Vader
verfoeckt Mahobet , als een verhmderaer van fijn
roem, en een Man , ftaetfuchtigh genoegh , om
de oppermacht in te fwelgen , tot hem te ontbie-
den. Dit maecktden Mogol foovaftmfim be-
flnvr dat hvhem veroordeelende, van noogh-
han overgeeft , en hem te huys ontbiedt , om fich
fe veramwoo den. Sic frtudt Pmt Virm. fa
LTimU ioor hirogb u grmdc. Mahobet
ftaét «wóndert over te fchelmery van Gangan-
m en de boofaerdigheyt van Normal , die hy
welrnercktean handt hierin te hebben , om dat
hem debo^tfchap, door »™h^«j,
was toegebracht, en kan met bedencke n , vol-
gens dely verhey't van fijn gemoe. hoe fijn ^
Leks kaneelooven, maer wederom , aenmerc-
hoe ferfot hy op Normal is , en dat fy een
ouden toTÏÏi ^eft, geeft geloof, maer
evenwel befluyt een anderen wegh m te gaen , tot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
PEN GROOTEN MOGOL 91
eheele Heyr, met fich. Hy dan gaec uyt het
ieyr , Tonder ce weten waer , ten laeeften , door
aet van fijn befte vrienden , die hem ontrieden na
^Ihet Hof te gaen , neemt hy den wegh na fijn Ca-
>:fteel Rantanpour, van meeningh, fijn eer door
-fchrijven te luyveren , en fich te verfeeckeren
voor de boofheyc van Normalen fijn andere vy-
anden.
Hy aldus in fijn flot Rantanpour fichonthou-
) dende , btfich om door lijdtfaemheyt lijn leedt te
•■; verletten, ontfanght eyndelijck van den Mogol
•v volkomen bevel, fijn Kafteel de Koningin over te
geven , die de bevvanngh daer van aen Bacher
fcawn,fijn vyandr, gegeven had, en dat hy fich na
Orixa , by fijn foon de Stedehouder aldaer , fou
begeven. Defe laft, foo bitter en hardt voor
een man als hy was , te verdouwen , drongh hem
defe antwoordt af • Hy was gereedt , felfs dwfent
levens voor fijn Hetr en meefier te geven , om hem dienft
te doen > maer noyt l^ohdeby verdragen, voor fijn vy-
anden te kuygen, op dat fy hem op dm ntckjj'ouden
1 treden , met defe, en meer andere woorden van
dien felven fin , keert de bode wederom , oock
: met bericht, dat Abdul Cawn , 't zy vermoeyc
' van foo veel tobbery , of geen uytkomft in fijn
faecken fiende, de zijde van Curroon verlaten h3d,
: en fich by Perwees, voor Brampoor begeven
' had.
De Koninck verwondert fich, over deftout-
heytvan Mahobet, maer defe over fijns meefters
ondanckbaerheyt. Maer, na veel aenradingen ,
van fijn verwanten en vrienden , hy neemt een ver-
fche moet , en gevolght van vijf duyfent vry wil-
lige Ragipous, treeckt uyt het flot , en door Raf-
fanwertrecktnaLahor, van meeningh, fijn ey-
en verdedigingh tegen den Mogol te maec-
ken3
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
r
Ni'!
XXVI.
Mahobets
Schoon-
foon
fwaerlijck
bdcdight.
XXVII.
Brave
wraeck van
Mahobct.
92 Treurige Ge febiedenis van
ken of te fterven. ^
De Koningin en Aflaph Cawn , merekten fiji^
meeningh genoeghfaem, maer vreefende fijn,
macht , en dat , indien hy eenige byfondere aen*
fpraeck met den Koninck kr eegh , hy fich wede i
in fijn <mnft mocht brengen , brengen den MogoJ
foo verre , dat defelve , fijn zegel ftack , aen at
wat fybeflooten hadden , zijnde dit dat Mahobet
fou komen,alleen gevolght van weynige fijn befte
vrienden , om fijn verantwoordingh te doen ;
maer hy merekte hun loof heyt , en , in fijn plaets,.
fendt fijn Schoon-foon , om fijn verfchoomngh te
doen, en meer verfeeckertheyt te verfoecken.
Defen jongen Heer neemt defen laft gewilhgh
aen, maer,op fijn eerfte aenkomft,aen de Lulcar of
Konincklijcke Tent (want de Mogol was toen in
tocht na Cabul) fonder dat hy de Koninck mocht
fien , wort belaft van fijn Elephant af tegaen,
doorordere van de Koningin , en van fijn kleede-
ren berooft , in vuyl en flecht gewaed gekleed , en
daer na met Rattans , of Rottinghs onder de foo-
ien van fijn voeten geflagen (de grootfte fchande ,
diemen yemandt aldaer kan aendoen) foo achter-
waert op een fnoode krengh van een paert gefet ,
en foo met ketel-trommen door het gantfche heyr
ecvoert. , .... .
Mahobet krijght wel haeft de tijdingh van
fijn Soons ongeval en wetende fulcks buyten
kennis van den Mogol , maer alleen door toedoen
van de Koningin gefchiedt te zijn , denckt niet an-
ders als op wraeck, vergadert foo veel volcks t>y
een als hy kan , en felfs op die ti jdt als men hem
meende te verraflèn, fiaet in het overkomen van
de Rivier Phat, Eradet Cawn, en vervolgende
fijn overwinningh, valt felfs op de reft van het
heyr , en vindt foo veel gelucks en dapperheytm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
den Groot en Mogol.
9*
xxvur.
Nonr.al ter
vet-
oordeelt.
ïjn Ragipous , dat hy met 20000. Man , een heyr
1 50000. in de vlucht flaet , en Jangheer de Ko-
aiinck , fijn Koningin Normal , beneffens veel
(Ombrahs en onder die AflaphCawn gevangen
aneemt. De Koninck wordt op een heerlijcken
( Elephant naKabul gevoert, beneffens fijn Ko-
nningin , maer fy , wort , door gemeen goetvinden,
::van Mahobet , en de andere Ombrahs of groo- £o°^j':
; ten , veroordeelt onthalft te worden.
Inderdaet een wonderlijcke verandeiingh van
j faecken , en een ongemeene fmart fich te fien in
handen van die gene > wiens leven men voorheen
Jgefocht heeft maer wat kan fy anders doen , als
. Fich te wapenen met gedult. Eyndelick by den
Koninck gebracht > om affcheyt van hem te ne-
men , en met eenen vergiffenis te verfoecken , van
al het gene fy buy ten fijn ordere, en tegen fijn
meeninghhadgedaen • maer leggende voor hem
cp iiaer knien , beweeght fijn hart in fulcker voe-
gen, dathy Mahobet bidt voor haer leven > die
i] niet hebbende , dat hy fijn wettige , hoewel als nu
. gevangen Heer , fou konnen ontleggen , hem fijn x x I x.
begeeren toeftaet , en alfoo wort Normal van de Maer won
doodt bevrijt , en in vordei e viyheyt geftelt , een wrfchooót
daedt ftreckende tot foo grooten voordeel van
haer Heer en Koninck , als tot nadeel van Maho-
bet, te Hecht om fijn voordeel te gebruyeken. Sy
als een Heldinne en bequaem genotgh om h ier
faecken te redderen, tait al van des Konincks
fchatren aen , dat fy koft vinden , vergadert volck
van alle kanten ,om haer te dienen. Invoegen
l Ouiipargan , Ondet -koninck van BatTovveie, haer
5000. paerden , Godge Tzera 3000. Madoffer
Chan 12000. toebracht, behalven noch 19000.
van haer eygen.
Mahobet kreegh haeft kennis van haer toeftel 9
en
oi. Tteurige Gefckiedenis van
enbeklaeghtfijn goetheyt te laet , die meenende
cenoech aen dén Koninck te hebben , haer lichte-
lijck had laten varen , als een Vrouw, die niet ver-
mogttt. Hy evenwel begeeft hch op wegh na
haer toe, van meeningh haer aen te taften. Nor*
mal is oock geenfints ftil , maer treckt oock nacr
hem toe ; en fent haer Soon Sheiyar met 8000.
„aerdennaLahor, om fich van die Keyferlijcke
Stadt te verfeeckeren, en kiijght onderwijlen
Sultan Buliochy, entwee Pnncen, Sonen van
d'Haen Shaw , die tot Brampore geltor ven is, 5
die men om tot het Rijck onbequaem te zijn , }
Chriftenen gemaeckt en gedoopt had , m handen , 1
en komt vorders met de felve, foo onverwacht,
binnen Lahor , dat meeft de Ragipous m ftucken
gehouden waren, en het Hot in fijn handen ge-
bracht , eer men van fijn aenkomft wift. Jangheer
rvx oock , gebruyckende de vry hey t , die hem altoos
langhce; van Mahobet , als fijn Heer en Koninck gegeven
gevangen wierdt van te mogen Jagen en vliegen neemt,
doo'T onder fchijn van die oeffening (zijnde tot kneed ,
ÏSSf 8. Mijlen 'van des Konincks heyr gekomen , dc
vluch , en begeeft fich na de Koningin , die hem
metopene armen ontfanght, en terftondt order
geeft om de Verraders aen te tallen. *
b Mahobet Chan, vernam welhaeftde vlucht
van Jangheer,en quelt fich daer foo feer niet over,
overgde wijfe , zijnde geenfints van meeumgh
hem langer te houden, als hy wilde, om foo te
fpreecken , maer de afval van 5000. van fijn Man-
nPen fmartJhem veel meer , maer, J™!^
fijn vyanden op hem aen quamen , dacht hem geen
faeck, om fich daer over
kleedt fich felvcn in een koftelijcken Pwfi« °*
Malie Rock , en met fchilt en fpeer , rijdt in net
geficht van des Mogols Leger , om te fien , of hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 9$
tot een aenfpraeck met hem koft komen , maer
vant , by alle teeckenen , fijns Meefters genegent-
heyt tegen hem verandert, en rijdt daerom weer
te rugge , en naer een korte aenfpraeck , ftelt fich
voor aen fijn heyr om den vyandt te ontfangen.
Maer Balant Chan , komt by hem, met een boot-
fchip van den Koninck, luydende, indien hy be-
geerde voor een getrouw onderdaen gehouden tc
worden , foude hy het felve uyt drucken , met hcc
ontflaen van Aflaph Chan des Koningins broeder,
en de andere Ombrahs die hy gevangen hielt. Ma-
hobet fagh wel dat het de rondt van de Koningin Zedigfaeyc
was, maer, willende den Koninck in alles te wille van Maho-
zijn, fendt hem verklaringe van fijn getrou wig- bet*
heyt te rugge, en belooft , foo haeft , als hy by
de Riviere Beled fou gekomen zijn , hem Aflfaph
te laten toekomen. Soo treckt hy af en komen-
de op de beftelde plaets , ontbied AflTaph Chan,
en fijn Soon , die hy vertoonde , dat hy middel
en vermogen had, hem te verderven, maer dat
fijn deught hem elders henen dreef, en daermede
doet hy hem Princelijck kleeden, enfettendeop
de befte van fijn paerden , doet hem , door acht
hondert paerden , na den Koninck leyden , daer fy
viiendelijcken wel ontfangen worden.
Dit foo gedaen zijnde, treckt de Mogoi mee
fijn Amazone te rugge , na Lahor , om met She-
riar te handelen, en de Majefteyt weder in fijn
glantsteftellen. En waerlijck door de wellus-
tigheden en vonden van vermaeck, die de Ko-
ningin dagelijcks wift voor te brengen, hy wic-
kelt fich felven foo diep in lijn dartclhcy t , dat hy
alles vergeet en achter rugge ftelt , felfs de weder-
fpannigheyt van fijn Soon gaet hem niet feer ter
harten : maer het was tijdt dat hy weder wacker
wierdt gemaeckt , door de tijdinghvan fijn lie-
ven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
9 (5 Treurige Gefckicdems van
x x x 1 1. ven (boos Per wees doodc, tot Brampoor geftor-
sultan Pei- Ven , fommige willen feggen van vergift. Uit
uccsiktt't. was een cjiepe wonde, waerlijck, m lijn hart,
en nellende fich felven fijn ongevallen voor ,
hy bevandt hoe ongeluckigh hy was , Culroe ,
en Sha Daniël fijn doodt, Perwees is nuoock
niet meer, Scha Ethimere, en Huffan fijn kints
Kinderen, Sonenvan Daniël zijn Chnüene , dat
is , na hun reeckeningh verlooren. Bullochy is
een kindt, en Curroon een rechte doorn in fijn
voet : hy was 3lreets oudt, en fagh op fijn fterven,
groote verwarringh in het Rijck te gemoet.
Mahobet Cawn valt de doot van Perwees me-
de heel bitter, als die, niet tegenftaende Gangan-
nas fchelmery , een manier van een fcheydmg tul-
fchen hen hid gemaeckt, altijdt even wel een by-
fondere liefde hem toegedragen had. Hy net ,
met hem , al fijn genoegen begraven , de hoop die
xxxiii. hyhad, hemeenm3elopdenthroontefien,ver-
Mahobct metight , en de ftaetfucht van Normal en Aiiaph
Cawn nu op het hooghlie gekomen, al dit werekt
in hem fulck een afkeer vandewerelt, en alle
menfchelijcken ommeganck, dat hy ficht'eene-
mael tot een eenfaem leven gaet begeven , ver-
laetfijn fiot Rantampoor , en door Zialor, komt
byRaia Zirmol , en onder fijn believen , flaet lich
tot Zirmol neder.
Maer Curroon groeyde nu wonderlijcK in
hoop , tracht ende nu meer als oy t na de regermgh ,
hebbende niet als kinderen, die hem daer m konde
tegen zijn. Hy dan , met veertigh Elephanten en
vijftien hondert paerdenlaet Bakar, en komt tot
Mafler Thormet in Decan , daer Melec hem met
blijtfehap ontfanght , en by fijntroepen vijt duy-
fent paerden voeght , met beloften , van hem
noch veertigh duyfent by te fetten, by eemge
t
je?:
wort ccn
Eremijt*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
H
m
DEN ÜROOTEN MOGOL. 97
goede gelegentheyt. OndertulTchen Normal
hoorende,dat Mahobet fich felven in eenfaemheyt
had begeven , en geen ruft konnende genieten ,
foo Iangh hy in het leven was > dacht nu bequa-
me gelegentheyt te hebben , om hem in handen
te krijgen , en Icydt daer op toe • maer Aflaph xoc£i
Cawnfelver, erkennende fijn beleefiheyt tegens tegen
hem gepleeght , en ongaerne fiende , dat foo bra- Mahobet,
ven man fou verlooren gaen , doet hem door een
fneile bode , de weet van fijn fufters voornemen ,
en tcgelijck verfoeckt Raia K3na}hem in belcher-
miir^h te nemen.
Mahobet dan , op het ontfangen van AlTaphs
brief, verlaet fijn kluys in Zirmol, en begeeft
fich na RaiaRana, die hem altoos groote lief-
de gedragen had. De Koningin, hier over,
fchri jft een brief aen de Raia , en doetfe Jangheer
onderteeckenen , waer in hem gelaft wordt Ma-
hobet over te leveren , of dat men hem met opr-
logh aen taften fal. De Raia in heteerft, ver-
acht haer Bravaden , maer eyndelijck de faeck be-
ter in fiende , fpreeckt Mahobet aen , en vertoont
hem de ftandt der faecken , de macht van fijn vy-
anden , waer door hy fich gedwongen vind, tegen
fijn liefde felfs, te fondigen, maer evenwel wilde
hy hem niet verraden , maer riedt hem , in alder
ylfichby Curroon te vervoegen, daerhyvoor-
ïeccker niet alleen ten hooghften aengenaem en
welkom fou zijn , maer oock fich felven weder in
itaet en aenfien konnen ftellen.
Mahobet dan , vindt fich genootfaeckt te ver-
trecken en met 500. Ragipous, en duyfent andere,
geleydt door Wafir Chan , begeeft fich na Decan, x x x W
daer hy totGuy veer,op de grenfen van Nifamfhas Die Cur-
Koninckrijck , Curroon vindt , die niet we- toj>n loe*
tende wie hy voor had , hem eerft als vyandt ont- va **
G fanght,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
€)% Treurige Gefcb'tedenis van
fanght > maer hoorende fijn voor Hellingen > en le-
fende een brief die hem kaia medegegeven had >
omhelft hem met overgroote blijefchap , veftighc
een geduerige vrientichap met hem , en geefc
hem bevel over dat Siot , en de reft van fijne troe-
pen. Gants India ftaet hier over verwondert , en
Norraal, doch te laet , beklaegt haer onvoorfich-
tigheyt. Jangheer felfs beltraft haer onbedachte
gnmmigheyt , en quelt fich lelvendaer foodanigh
over , dat hy, in een diepe fvvaermoedigheyt , fijn
vermaecktotCailïmeer veriaeten fich weder na
Lahor begeeft; maer op de hooge bergen van I
xxxvi. Bymbeni overvalt hem een fieckte , en na drie da-
Doodt vannen legers, en drie-en-twintigh jaren regerens*
den Mogol ®Qt vcrL)aefthey t van het gantfche gevolgh , onge-
ïang iecr. meenc fmart van >^01 mai en algemeene rouw van
gants India, iterft, niet'fonder vermoeden van
vergeven te zijn^ fteilende op fijn doodtbedde,
fijn neef Bullochy , foon van fijn oudtften foon
Sultan Cufroe , tot fijn opvolger, doende al de
Ombrahs fwceren hem te kroonen , en Curroon
buyten alle gedeelten te houden, noch gunft te
bc wijlen , als alleen het geen hy door ootmoedig-
heyt , moght verdienen. Het lichaem wort na
Lahor gevoert , en daer ter begraeffenis verveer-
de ht , voort van daer tot Tzekander omtrent
Agra gebracht , en aldaer in Koninck Ecbars
graf geleghr. . .
xxxviï. Toe Dehli wordt Sultan Bullochy, d^ttienja-
s«iian i ui- ren out zijnde , gekioont , met gewoonlijckeftaec
lo.hy wok cn heeriijCkheyt , en het gewoon toejuyehen van
*° * Padjba» filamtt , Godt bewaer de Koninck.
Maer Normal vreeft , in het eynde van Jangheer , |
het begin van een werelt van ellende , en zijnde i
felfs vol van eerfucht , foeckt , als een heylfame j
hulp middel,de ftaet in verwarring te ftellen en dc i
Kroon
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
"5*1
d
DEN GROOTEN MOGOL, 99
=1 Kroon,was het mogelijck, op haer Soons hooft te
vetten. Sy fict Bullochy een kindc , en te jongh
om haer veel tegenltandt te bewijfen; Gurroon xxxvrii.
aen een heel anderen oort, verre van der handt, Noimali
degantfche fchat noch in haer handen, en wapent Jjjjjjjjj
'i fich (elven alfoo met kloeckmoedigheyt. Sy heyïgfr
1 licht inderyl 15000. paerden , enfendtin fpoedt temt*
■1 aen haer loon,injangapocr zi jnde,laft ook foo veei
l te lichten, het wekke gedacn zijnde, was hier
n meningh, haer broeder co Bullochy t Tarnen te
I verworgen. Maer defe fiende haer aenvangh en
mceningh, vergaderen 50000. paerden, en bege-
ven fich daer mede te poft na Lahor , om Sheryar,
alfdoe met Godge Abdul Hafian vervoeght , en
aldaer flechs met 4000. paerden leggende , te
verraflehen , ftoppende onderwegen , de engten ,
waer door Normal fou moeten volgen , op. Sy
dan komen tot Lahor , en vinden aldaer Sheryars
troepen , diefe terftont aen taften , en flaen , jagen-
de hem in het Slot, d3er hy het noch twee dagen
uythielt,maeropden darden , wiert het felve ver-
raden , de vyanden ingelaten , fijn volck gedoot,
fijn fchatten genomen , hy gevangen , en om hem
onbequaem , voor toekomende ftaet-fucht te J jj x 1 x»
maecken, Bullochy niet willende, dat men hem ^aiifijngö»
dooden fou , van het geficht berooft. ficht bc-
Dit gedaen zijnde , fenden fy Eredet Chan met Iooft-
20000. paerden de Koningin tegen , maer fy, fien-
de hoe haer Soon gevaeren was , en vreefende ver-
raedt in haer Hey r , laet den moet vallen , en langh
verfoeyende haerachteloof heyt , van haer Broe-
der niet gedoodt te hebben, wanneer iyhemin
haer macht had , begeeft fich eyndelijck in han-
den , en onder de gehoorfaemhey t van Bullochy ,
die haer vertrooft , en alle eerbiedigheyt bewijft ,
foo langh als fijn lUjck duerde.
G 2 Maer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ico Treurige Gefcb'tedenis van
Maer langh duerde fijn heerfchappy niet ;
want Aflaph Chan , fiende alles foo als hy het be-
geerde , fendtfpoedighüjckeen feeckere boode
na Curroon , die fich foo fpoeyde , dat hy binnen
de tijdt van indagen tot Üaita in Decan quam ,
by Curroon, die vol van verlangen en begeerte ,
x r terftont fijn verfchooningh by Melec Amber de
Curroon Koninck van Decan doet , en met Mahobet
ftaci na de chan , Zulpheckar Chan , en 7ooo.Ragipous ,
Kroon. en jviancibdars , door Guzurat tot Amadabat
komt , daer hy door Saffin Chan wel ontfangen
wort : maer hier toeft hy niet lang, want fijn wegh
fpoedende, komt hy binnen drie weecken tijdts
tot Agra , daer hy terftondt de Konincklijckeeer
naemaen neemt, en door fijn gunftelingen voor
Koninck uy tgeroepen wordt , onder de naem van
Potchach Jehan. Hier van doet hy fijn Schoon-
vader Aflaph Chan bericht, als mede dat foo
langh Sultan Bullochy in't leven is, fijn groot-
heyt maer ongegront en ydel is. Aflaph het gae,
hoe't gae , de Kroon op fijn Schoon-foons hooft ,
willende vaft ftellen, beraed fich met Raia Ban-
dor , die terftondt , fonder vorder overlegh van
recht of onrecht, te poft na Lahor rijdt, en met de
fleutelen van Aflaph Chan, komt met fijn ge-
volgh , in de Hummum of het Bath , daer de on-
noofele Princen waren , en met een foo grooten
fpoedtals wreedtheyt, verwurght hen al te fa-
x Ei I. men , om Curroon door fulck een bloedigh Bat ,
sultan Bul- tot <je hooghfte waerdigheyt te brengen.
Opdefe ellendige wijfe ftierf de jonge Bul-
lochy , zijnde maer drie maenden Koninck van I n-
duftanof grooten Mogol ge weeft, en beneffens
hem Sultan Sheryar en ShaEtimoor, Sha Honen,
de gedoopte kinderen van Sultan Daniël ; voorts
twee foonen van Sultan Perwees, en twee van
bul-
lochy cn
andere
Princen
vermoort.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. ioi
Sultan Morad, al welckers lichamen in een hof
)tot Lahor , niet ver van het inge want van Jang-
dheer> begraven wierden ; maer hun hoofden , ais
3tot verfeeckcringh van hun doodt , wierden Cur-
;roon , of Chach lezan toegefonden, om fijn oo-
;gen , met fulck een aenfien ce verfadigen. Defe x L 1 1.
ïmoortvan'c Konincklijcke bloct,ontitelde Chach Curroon
'Jezan, Zied Chan ende andere Ömbr.ihs nkt*0,J Ko*
t weynigh , fy vei foeyen de daedt , maer vei Raende fiX&Sl
ifulcksuytlaftvan Curroon geichiet tezijn , vin-
Iden anders geen middel als te Twijgen en te buy-
en, voegende hy daer by alle teeckenen van
achtmoedighcyt en verbintenis , om een yder aen
hem eygen te maken. Na dit alles doet hy fich ,
in een 3lgemeene vergaderingh op nieuw Koninck
lofgrooten Mogoi kroonen, aennemende als ge-
i Teght is de naem van Schach Jezan, met by voeging
i van Sultan Sha Bedijn Mahomct.
Daer op beftelt hy de faecken van fijn Rijck,
; ftellende op en af na fijn welgevallen • het Serrail
. van fijn Vader wordt opgeflocen • Normal en haer
: drie dochters , Teer nauw bewaert , AtfaphChan ,
i wordt de tweede in het Rijck, en Mahobet na
hem, Channa Zied Chan blijft Onder-koninck
, van Bengala , en al die hem gunltigh waren ge-
. weeft, ontfangen hun vergeldingh. En aldus
heef t Curroon door een Zee van bloedt , de haven
, van de hooghfte waerdigheyt verkregen , nuer in
'defelve weeck van fijn krooningh, ontreckt hem
i Godt , een groot gedeelte van fijn genoegen , na-
mentiijck fijn beminde Vrouw , dochter van
i AflaphChan, vvaer op volghde hetfelve jaereen
fchrickelijckc fterfte , over het geheele Rijck ,
i als vergramde fich Godt over Too veel bloedt ver*,
i gieten , en grouwelen. Maer op wat wijfe hy ,
mede van fijn Kroon berooft is geworden , wat
G 3 leedc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
*o2 Treurige Gefchtedenis van
leedten droef heyt hy in fijn kinderen gefmaeckt
heefc , hoe Aureng Ztbe fijn foon , het Rijck (m
navolgingh van fijn Vader) tegens hem geufur-
peert en fichaengematight heett,fal hier na in het
Wonder en het lange vernielt worden. Opdat
wy mogen ficn , hoedanigh de Goddelijcke recht-
veerdigheyt omtrent de mentenen werekt , en hoe
dierdegroote Vader, het Vaderlijck recht allen
kinderen op het harte bindt ; oock dat de heers-
fuchtgeen wet, geen verbintenis foo krachtigh
of foo gewightigh vindt , die de drift van lijn
loop vermagh te ftuyten. Soo dat wy uyt Sene*
ca wel mogen feggen.
O valfch gtluck.van Vorften-%altn !
Mtt klater goudt gt$iert >
Bot pit gy, die u viert*
Cm hoogbi om baeji te laten dalen,
Voer nimmer Scepter , witje luft ,
tfetft jttekerbeyt of rufi»
91,
N4-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
103
3\£apelfche "Beroerte ,
Met de Doodc van
JOSEPHO CARAFFA,
en
MAS A N I H L L O.
INHOUDT.
i.
GEejuctfi gedult keert in weden. 1 1. Het Rijc^
van Napels ecu Jchncl^voor haervyanden. III. Oor-
faechi van den aenvang der beroerte. I V. Begintfel
van den Oproer. V. Voorganger van de oproerige. VI.
Mas Amello , een Vijfcher vangt het nrrcl^ acn. VII. Eer-
jic beflaen van Mas Amello. VIII- Aanvas der op-
roerigen. IX. Eerflc geveiht. X. Het Pakys.vandcn
Onder- komnzk^ befprongen . XI. Vlucht van den Onder -
kpninck: XII. Stouthcyt der oproerigcn. XIII. Voor-
fichtigheyt van den Cardmacl tilomarmi. XIV. ttfar*
we ontjleltems. X V. V Volck^ neemt Tibeno Cara fa
tot hun hulp. X V 1 fc«W verlaten. XVII.
Voortgang van het wieden. XVIII. Boeren komen de
Stadt te hulp. XIX. D'Ott der- konmek^ vcrflerckj fich.
XX. Begin van een ondcr-handtlmge. XXI. Eyfch
vanhetvolckj XXII. Wonderlik {Ion deren. XXIII.
Hoop tot voldoenmgc iv.er gebrcoiksn. XXIV. ^Vö*-
wen komen in' 't geweir. XXV. Als OOtfkdè Boeren.
XXVI. Nieuwe hoop van rufl gebroocke*. XXVII.
Spaenfche troepen berooft van geweer. XXVII. Amel-
lo fit te recht. XXVIII- Pionderen van bet volckj.
XXIX. Nmxoe wder-handelingc. XXX. Boofcn aert-
G 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
io4 Treurige Gefchiedenis van
flagh van den Hartoghvan Mat alom. XXXI. Aniello
tn gevaer van fijn leven. XXXI 1. Moort onder de
BmtSijten\ XXXIII. Perroue gepijnight en gedood t.
XXXIV. Htt L'i.r-ardt cntdfch/. XXXV. Nieuwe
Schclmery 5 tldfCk?* XXXVI- Mat alom ontvlucht.
XXXVII. CaraffatW^^vaH^. XXX VIII. En
niet een mes het hooft af-gejnrden. XXXIX. Recht-
rerdige vcrgcldtnge. XL. Grootcn <un\\\is der oproe-
rige. XLI. Beiey lt van Amello. XL II. Mantels
verboden. X L II. Nieuwen handel. X L 1 1 1. Blijd-
fchap onder V vo/cl^. X L I V. Amello bejoei lg denOnder*
kontnekj XLV. Sim aenfpraecl^aen het volcl^. XLVI.
Amello wordt van den Qnder-komnckj>ntfangen. XL VII.
Groot gejagh van Amello. XL VIII. Affiheyt van
Amello. XLIX. Amello in fijn ampt beveflight. L. Sijn
fchnck^ onder V volckj LI. Backer levendtgh m den
oven geworpen. LIL Zedigheyt van Aniello. LUI.
Goederen van Mataloni en Caraffa verbrandt. LI V. Ma-
t alom in beelt ent s opgehangen. LV. Gerechttge vergel-
dinge. LVI. Trotfheyt van Aniello. LYlI.Het
verdragh befworen. LVI II. Dwajc voor (lagen van
Amello. LIX. Redenen van Aniello. LX, B lijdt-
fchap onder V volcl^. LXI. Moetwil gejlraft . LXII.
Belacchelijcke hooghmoedt van Amello. LX III. Sijn
af-fchatttng. LX IV. klacht over fijn fotheyt. LXV.
Die baerblijckelijck^ is. L X V I. Vermeerdert door hee-
ten dranckj L X V 1 1. Sijn Vrouw befoeckj de Ondcr-
\omngm. LX VIII. Sijn vordere dwaefheyt. LXlX.
Sijn overdadtgheyt. LXX. Belacchelijcke kuerett.
LX XI. Nieuw duchten van den Onder- $i?ninckj
LX XII. /(lachten over Aniello. LXXIII. Be-
fiuyt tegen hem. L X XI V. Voorval fpeelt het/pel uyt.
LX XV. Amello in benautheyt. LX XVI. Toelegh
op Amello. LXX VIL Die ver moort wort. LXXVIII.
Sim hooft en Uchaem mij 'handelt. LX XIX. Sijn
magen gevangen. LXXX. Doch weder ontjlagen.
LX XXI. Sijn ge feilen gedoodt. LX XXII. Veran^
derlijikheyt van bet volci^ LXXX III. Nieuwe be-
roer-
tul ■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NAFELECHE BEROERTE. i0$
wocrte. LXXXIV. By-gehgbt. LXXXV. Aen-
<komfl va» Dom Ja*. LX XX VI. Napels kc\chotcn.
\LXXXVII. l\prt verbad van de» nytjlagb.
's |L X X X V 1 1 1. Swaer bewmt gevacrlijckj
IV. Geschiedenis.
xAnmtia Lafa fit furor : gequetft
gedult verkeert in woeden,
ieght de foo bekende , als waer-
achcige fpreucke. En , waer-
lijck, indien die grondt- regel
_ . vaft gaet , dat het verderf van
hetalderbeite, het alderfchadelijckfte is, heeft
hetoock een feeckergevolgh, dat defe deught
ontaerdende , in een gevaerlijck tegen gebreck
moet komen te veranderen. Als vindende de na-
tuer geen midden , om het uyterfte verval , van
fulck een beweginge , ten halven te ftuyten.
Het quaetfte is dat fulck een driftige uytbarftinge
felden tot ftant word gebracht, ionder hetuyt-
terfte verdei f van wat haer indenweghis, mee
(ich te flepen.
Het Napelfche volck, langh een fchrick van
ijnvyanden, een ontfagh der dwingelanden , en
een hinder- pael voor den woedende voortgangh
der Barbaren , door het foet ftreelen van den Ar-
ragonees verlockt , of eerder betoovert , en foo
eyndelijck dat moedige ros m3nlijdigh gewor-
den, en den toom gewoon gemaeckt zijnde,
fteeckt lijn zegel aen defe waerheyt,en toont, hoe
ver men lijden kan , en met wat gevaer , het felve
ontleei t wort. Want van langer handt tot laften
gewent , en hun ophoopinge gewoon gemaeckt
zijnde , ftreckte langh cie werelt tot een voor-
beeldt van een wonderlijck gedult , maer tenlaat-
G 5 ften,
I.
Gequetft
gedult
keert in
woeden.
IL
Het Rijck
vaB Napels
een fchrick
voor haer
vyanden,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
I
II Ié
Oorlaetk
van den
acnvangh
der be-
roerte.
IV.
Begint fel
van den
oproer*
106 Treurige Gefcbiedems van
ften, na hier ouden ftaet te ruggefiende, ene.
vergelijckinge, van de oude met de tegenwoor
01Jcijaenmaeckende, begoft met ernit naven
beringen om te fien , en fulck een weerw m
fijn beifierders te fcheppen , als het voorheen de
iVlve ontfagh en eerbiedigheyt gedragen hadde.
Het beraedt was noch verre van fnnuytflagh.
en het morren van eenige dadelijckheyt , wanneer
een driftig voor-beefdt, fchadehjeke aenleyder
tot eenigh roeckeloos beftaen , hec twijffelend
aemoedfaen'tgaen bracht: wantPalermo, en
?en eroot gedeelte van Sicilien , om de felve oor-
faeck , de {ware iaften , aen het Muy ten geraeckt ,
ena* muytende, niet alleen tot «raffel oofheyc
van hun drieft bea3en,maer oock tot hun betrach-
te evnd eekomen zijnde , konden niet minder als,
het aireets inwendigh yverend volck , de fporen
tot ontfinde aenvanghfelen geven.
Het bleef noch al by een gramfteungh morren,
fonder yets anders te beftaen , tot dat Ml.
op feeckeren nacht het AcclJ™-huys^
kedeongelden betaelt wierden , ™ b«n* w*rt
gefteeckln , doch het felve weder op gebouwt,
Kvotek met fchoone beloften geftik zijnde ,
Weef het noch in defelve ftandt. Het is waer , dat
d!Ondeï-W
als doe den Hartogh van Arcos , oj te**™
Sonnen.dagh , na fijn g^oonhjeke Godt^ .dienft
over de marekt rijdende, aldaer menigh van
keeren, en voordien tij*, fijn Codcs^enftte
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
mm
Napelsche Beroerte. «07
aten , jae oock de aenftaende viertijdt van St. Jan
ien Dooper , te verbieden, op dat niet,|door ver-
gaderinge van fulck een menighte volcks (gelijck
in die gelegentheyt p!a<»h te gefchieden) be-
quaemheyt tot eenigh driftigh beftaen mocht ge-
geven worden. Hyliedt ondertutTchen niet na ,
na middelen, tot ftillingh van het woedende
grauw, om te fien, en devijfleden uyt de ge-
meente en het fefdeuyt den Adel, by een te ver-
gaderen , om middel van ontlalt ingh te beramen ;
maer door zijdigheyt van fommige, eygen be-
langh van andere , en verachtingh des gevaers van
allen , bleef het werck fteecken , d'Onder-
koningh by fijn eyfch, en het volck in den
druck.
Het nootfchickelijck lotvandefe Stadt,en
veelcr ingefetenen , konde evenwel het werck in
de fel ve ftant niet laten, het vier tot noch tóe bin-
nen gehouden moft eenmael uyt barften , en de
ingekropte gramfchap , tot uytfporige bitterheyt,
den vryen toom hebben , en daer het hen tot nie-
ren toe meen aen een voorganger fchortc , alfoo
niemant gaerne in fulck een geval de eerfte , en al-
foo de gereetlte in het oogh is , quam hen die wel
haeft van felfs in de hant. En hoort op wat wijfe ,
Seker viiTcher, of vifch-verkooper,Tomafo Ani-
cllo,ofna de verkorting, MasjAniello genoemt,
was gemeenlijck omtrent de Marckt , en om fijn
boertigen geneughlijken aert , by al het gepeupel
feer aengenaem , die oock , om dat hy des Keyfers
wapen onder fijn veynfter had gemetfelt ftaen ,
dickmaels al lachende uyt^efchooten had , hy
fou noch de man zijn, die Napels verlolTen fou>
daer men om lachte. Defe was fijn vifch , van
de Accijns-meefters , om dat hy den impoft , daer
op ftjjende, weygerde te behalen ? afgenomen.
v.
Vóorgan-
gei van de
oproerige.
vr.
Mas Anw
ello een
ViiTcher,
vangt het
werck aen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
io% Treurige Gefch'tedenis van
Hy daer over gaet vergramt nacr huys toe. En
alfoo hy , in het voorby gaen , voorby een Kerck
moft gaen , daer feeckeren Bandijt, Perrone ge^
naemt in gevlucht was • wierdt van deielvege-
vraeght wat hem fchorte , dat fijn wefen foo ont-
ftelt ltondt. Aniello gaf daer op niet anders tot
antwoort , als dat het by hem valt ftondt , hy [oh
aen de gdgh, of de Stadtvan baer ovtrlafi redden.
Perrone lachte hem uyt, en feyde, hy was daer de
rechte man toe. Aniello weder : hy hoefde daer
piet mede tcfpotten , het fchorte hem maer , aen
twee of drie mannen van fijnen aert,om het
werck uyt te voeren : en wat foudt gy doen <
vraeghde Perrone: ftaet gy het met my< vraeghde
Aniello weder-, en waerom niet< hervraeghde
Perrone. Aniello eyfchte hem den eedt van ge-
trouwighey t af , die hem defel ve dede , en weder-
om die van Aniello ontfingh, waer op fy van een
fcheyden. Aniello fprack in het voorby gaen ,
aldeFruytverkoopersaen, die over al van dele
nieuwe impoft , de mont vol hadden , en feyde j:
hen , indienfe mifnoeght waren , fy fouden alle :
des anderen daeghs op de marckt komen , fonder
evenwel vruchten te willen koopen, als londer h
accijns. Dit quam Andrea Anacleno, Hoort- .
man van het volck ter ooren , die , op dien beitel-
dendazh, felver op de marckt verfcheen , om
omtrent de koophandel alle onluften te weren.
Alshvdebetalinevanden Impoft bevorderde en
het volck fulcks weygerde , ontftont'er een ge
rucht , en hy , üende het volck eenftemmigh even
weygerigh , badt hen, Rechts voordefemaelte
beVafen , en beloofde hen datfe wel haeft van
die laft verlicht fouden werden ; 't wekk de be-
roerte ftilde- maer Aniello ging ondertuHchen
door de buerte tc roepen; Smto *<HM>
AC-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 109
cci/ns » daer fommige mede lachten , andere ant-
oort op gaven. Hy macckte fich oock by een
•cioop Iongens en bengels, die hyopde Marckc
■oy een vergadert vandt : En leerde hen hem na-
zeggen: Twee Fornefi (een Napelfche munt) dt
vnaet oly , fes-en-twimigh on$en het fiucl^broot , twee-
.\n.twintigh graen de fchiff kaes> fes graen het kpeye
• -,'vleefcb , negen het kalfs vleefch , vierdegrieckfche wijn,
^wte de jlecbte wijn y en foo voort. /Cijnde de prijs
3p ivder dingh geftelt. Dit leerdenfe > als hun
■Mlene van buyten , en gingen daer mededeftraten
fcpp en neer , fich niet ontfiende , fulck den Onder-
koninck felfs in de ooren te galmen. Hy gaf hen
..noch een tweede lefle : Langh leve onfe Lieve-
vtvrouw van Carmine : Langh leve de Paus : langh
ve de t\onmcJ{ van Spangien , en het goet laer , en
erve , fl erve de quade Hegeringh, Dit vergader-
de te met een groote menighte van dit rappai-
lie, daer fich oock aenkomelingen begoften on-
der te mengen , foo dat hy een grooten trop van
ditgeboeft by malkander raepte, dcfe leyde hy
: (ter gedachtenis van de Lievrouw vanCarmine,
foo hy voor gaf) de Stade door , hebbende , elck
i©en fwackriet in de handt.
Het was nu Sondagh , en de tijde van het vye-
ren, van de Capelle van Santa Maria della Gratia,
als wanneer de Iongens en kinders , gewoon zijn,
een flot op de Marckt op te rechten , en het fel ve
met houte wapenen , werpen van vruchten en an*
derfints tebeftormen. Hier over vergadert ge-
meenlijck het gemeene volck , in grooter mc-
mighte, te meer alfoohet de tijdtvvas, dat men
de vruchten aen het Accijns- huys foude brengen,
daer, in fulck een gelegentheyt, altoos het een, of
het andere te grabbelen valt. Maer daer qua-
men geen voor den dagh > om dat noch kooper
noch
i
V «
9*.
no Treurige Gefcbiedenisvan
noch verkooper den Accijns betalen wilde^waer
over onder hen eerft een gekijf , en daer na eeo ge-
vecht onftondt, waer door men op de Marckt
ceen verfche , maer alleen oubacke vruchten , van
oen vorigen dagh vernam , 't geen eenigh mifnoe-
Cen onder het volck veroorfaeckte. Anaclerio,
uyt laft van den beftierder Zufia Grafliero , begaf
fich na de Marckt , om het gerucht te ftillen^
Daer hykooper ende verkooper even verbitter?
vandt. Hy de uyifpraeckvanhet gefchiiaenne^i
mende, velde het vonnis tegens de vreemdeling
een , om de eunft der Borgercn te winnen , zijnde I
5e felve meelt Pozzuolanen, daer by voegende»
harde dreygementen , van hen met ftocken te fulfl
len doen Gaen, indienfe weygengh vielen, om-
lijn uytfpraeck na te komen, Onder defe van
Pozzuolo, was een van Aniellos maeghfehap,!
de welcke , miflehien van Aniello opgeruyt , en, 1
fiende de onkoften niet veel minder , als het geen
hy van de vruchten fagh te maken, behalven noch
de vracht , in defe woorden uyt-voer : Godt geeft U
ons overvloeien de ^W^^*™^!4.
ick 'er dan niet van ofïleecken. Hier mede wierp ■
hvtwee eroote Manden met vruchten onder de L
voetTwfer op terftondt al de jongens aen het >
orabbelenvielen , daer fich Aniello, die ander ;
liet focht , onder mengde , roepende : 0* fiM >
mams* ooft (onder accijns. En alfoo het volcKI
van Anaclerio vaft voortgingh, ^et dreygen ,
wierden niet alleen de Fruytiers , maer oock de I
Mas dier over een deel Vijgen , Appeien e i
A.ieIto. vruchten in het aengeficht wierpen. MMrAnul
ellootnhet werek te verbeteren, feite ^ hem een
fteen op de borft, 'c gjen hem terftont van fi^n
VII.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte, m
ongh Heyr-leger na gedaen wierdt , foo dat fich
Anaclerio niet by tijdts gcnoegh in de Karos kon-
de begeven , om dien hagel van fteenen te ont-
gaen, rijdende tervluchcna de Lief- vrouw van
Carmine , en varende van daer , in een floep na
het Paleys.
Dit was tot den Oorlogh de Trompetten ge-
J blafen, het volck gemoedight door defe over-
winninge, woelde nu des te meer, roepende
om het feerft , leve de Koninck en lterve de quade
regeringe. Aniellos gevolgh toonde fichoock
tier met hun riedc Haven , daeï nu al eenige ftoc-
ken , oock piecken begolten onder te loopen , en
hy , om te toonen , dat hy de voorganger was ,
fprongh op een Fruyt tafel , en vermaende hen
fichnu eenm3elvan defe verdruckende Tyranny
te verloflèn , biedende fijn Hooft , en wat hy had-
de aen , om hen te redderen. Dit weckte gewei-
dighlijck de aireets geterghde menighte op > en
be woogh hen terltondt de handt aen het werek re
. \ fl aen , waer op men aenftonds het Accijns- huys in
r den brandt ftack , daer fchrifcen , boecken en al-
J les watter in was verbrandt wierdt. Dus gin-
'gen fy al voort, nemende hun hoop gewekitgh
1 aen. De gemeente door al defen handel voor
<} arger vreefende , floot fich in hun huyfen , en al de
. t-; winckels op,tcrwi jl den hoop,nn tot menigh duy-
>fent in hec getal aengegroeyt valt henen trock,
f na de ander Accijus-huyfen , van meel, vleefch ,
, vifch, en andere waren, daeric aenüonts alle
boecken, papieren, hnyfraet, bchangfcls, ftoe-
len,bancken , gemunt en ongemunt lilver uyt na-
.-<■; men, en al te famen ineen'groot vier wierpen:
•j in welcke onorde , noch die ordere onderhouden
«« wierdt, dat niemant fich het alderminfle van al
m defe dingen toe eygen de, noemende de gemeente
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i ii Treurige Geftbiedenit van
hetfelve hun bloede, dat hen door defe bloedt
fuveeisontfogen was.
VIIL Dus begeeft men fich wel tien duyfent ftarek,
dcrTproe- na het Paleys van den Onder-koninck toe, dra.
«ingen. nende fommige op hun ftock of lpiets een broodt*
eeliick als doe verkocht wierd, konnende nauwe-
liicks %i Oneen halen, finerende vaft den ouden
deun , langb leve en foo voort. Aniello aen de
andere zijde, met fijn gevolgh > dat oock wel
twee duyfent jongers fterek was , yder met een
riet , waer boven aen een fwarte lap , of lindt ge-
bonden was, ginghoock de ftraten open neer,
feggende vaft op een jammerlijcken toon : Erbarm
u over defe arme pielen in bet Vage- vier die met
langer het verdriet van hun pijnen jonnende verdra-
Zen, na een uytkpmft omfien : en dat foo beweegh-
fijck, dat het velen de traenen uyt de oogen
parfte, daer by voegende: Werc^t mede-broeders ,
helpt eefujlers, aen een foo rechtveer dtgen aen-
vanQ , die foo noodigh en wenfchelijck voor ten yder ts.
Aldus fingende komenfe aen het Gevangen-huys
van St. Jacob der Spangiaerden , daerte al de ge-
vangens uyt verloften, en tot verfterekingh van
hun hoop metfich namen. Aldus geraeckenfe
by de reft,by het Paleys van den Onder-koninck,
eyfehende eendrachtelijck gehoor , by fijn Excel-
lentie, die fich aen de vey nfters vertoonde , en het
volck beloofde > van den impoft der vruchten ,
in het geheel, en de andere voor een gedeelte
te verloflen. Maer dit vergenoeghde hen niet ,
die al voort gingen met roepen en tieren , leve ae
Koninck &c Ondertuflchen wilde een coet ge-
deelte na boven, by den Onder-koninck gaen,
maer wierden van de Lijf-wacht wederhouden ,
roependeondertuflehen, om gehoor by den On-
der-koninck, die fich nu aen een zijde hield .,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
■
: -■'.(,
IN
Napelsche Beroerte, h$
waer door het volck vergramt,de Lijf- wacht, foo
Duytfche als Spaenfche , aenviel, en wel haeft
op de vlucht dreef « aldus na binnen, daerfede
deur van de zael gefloten vonden , diewclhaeit
onder de voeten geraeckte , waer door fy nu , fon-
3ai| der tegenitand , na binnen gingen. Voortgaende
aoèl vonden fy , aen de eerlte kamer , de Lijfwacht we-
derom , die hen eenige tegenweer bood , maer
«I moltcn haett deDuycfchen, met verlies van hun ix,
•i Hellebaerden, en de Spangjaerden van Ivun ge-E«fte gc-
bruyckelijck geweer , de vlucht kiefen. Aldus vccht*
« geraecktenfe , met breecken der poorten , diefe
jj gefloten vonden, door 3I de kamers, tot aen het
rt heymelijcke Cabinet, daer d'Hartogh binnen
1 was , daer yemand uy c den hoop , fijn Hellebaerd,
^Idoor een deurken, dat in de deur was, flotende,
•J by na den Onder-koninck lelfs fou doorftoocken
hebben • doch d'Hartogh diCaftel de Sangro,
J Don Ferdinando Caracciolo, belette het , door
\ het te rugge ftooten van den Onder-koninck.
I Die , merekende aldaer niet feccker te zijn.
met de tegenwoordige Hcercn,befloot fich na het
: Slot te begeven , daer fijn Vrouw, met haer Staet-
[ Jufferen en Kinderen , oock korts te voren heen
: ge weecken was. Maer , verftaende dat de Val-
l bruggen van het Slot waren opgehaelt, wierdt te
. • rade, fich in het Kloofter van St.Louiste begeven,
S doch gingh fich noch eens aen de venfters vërtoo-
nen, aeink zijde vanhetruym , daerdemeeftcn
hoop was. Daer hy verklaerde hun wil te wil-
len doen , foo veel mogelijck was , werpende hen
brietkens toe , met des Konincks zegel gezegelt ,
en met fijn eygen handonderteeckent , waer in hy
hen ontfloegh van den impoft der vruchten, en
voor een gedeelte van de ander laften. Maer het
volck, willende alles in het geheel hebben, riep en
H tier*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i
■
X.
Het Pakys
van den
Viceroy
befpron-
XI.
Vlucht van
denOndei-
koninck.
XII.
Stouthcyd
der oproe-
ligen*
1 1 4. Treurige Gefikiedenis van
tierde , meer als van te voren , wijtende en roepen
de dat hy beneden feu komen, omvannabyme
hem te fpreecken, waer in fijn Excellentie her
oock wilde te wille zijn , om hen de maet vol t
meten. Terwijl ftelden, die binnen het Paley
waren, wacker de bancken, plonderendedeka
mers , en, wat fe konden vinden , te venfteren uy
werpende , fparende evenwel , als een Heyligh
dom, de woninge van denCardinaelTrivultio,
zijnde een gedeelte van het felve Paleys. De
Onder -koninck ondertuflehen om laegh geko-
men zijnde , fagh, door het geroep, weynigh
uyt te rechten • en, hebbende alvorens ordere ge-
ttelt , om een karos gereet te houden , meende ,
daer mede ftillekenshetvolckteontfnappen: en
was nu aireets dicht by het Kloofter , als het ge-
meen de fnof daer van in de neus krijgende , hem
op den hals quam. Sy deden de karos openen ,
daer twee van de ftoutfte binnen fprongen , drey-
gende den Onder-koninck , met den blooten de-
gen in de handt, en hem gebiedende hetvolckte
ontlaften , en dat met fulck een ftrafheydt , en foo
weynigh ontfagh , dat d'Onder-koninck , vree-
fende voor fijn leven, hen beloofde wat fy wil-
den. Eenige andere evenwel deden hem uyt de
karos komen , en ftelden hem in het midden , j
kuflende hem de eene de handen , de andere licti |
voor hem neder buygende , maer alle ootmoe- 4
diehlijck biddende, om Godes wille, het arme
volck te verlichten. Dit verfeeckerde hen
den Onder-koninck , maer overleyde onder-
tutichen , op wat wijfe hy beft uyt hun handen
fou geraecken , en vandt geen beter middel , als ;
een deelgelts onder den hoop te werpen, daer!
den meellen hoop na toe liep, hoewel andere t
riepen i fy begceren geen geit, maer ontlaltin-.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte,
t;e, gevende fijn Excellentie terwijlen gelegent-
feydt , mee veel Ridders enSpaenfchekrijghs-
•rieden , in de voornoemde Kerck van St. Louis
-ie geraecken.
i Het volck. feer ontfint zijnde , om dat hen den
•Onder-koninck ontfnapt was , begeeft lich na hec
Clooiter, werpt de eeifte poort onder de voet,
:n het lou de tweede gegolden hebben , 't en ware x 1 1 1.
■ ie Caidinael Afcanio rilomanr.i,Aerts-bi(Tchop voorfich-
Jvan Napels , tijdelijck aen komende , het fel vege- SjTjj
•jtuyt lud, met belofte evenwel, van te beforgen caidinael.
oy den Onder-koninck , dit het volck hun genoe-
gen mocht erlangen. En in der dacdt , hy ver-
docht aenftondts aen den Hartogh van Arcos ,
uiem des wegen fijn handt-fchrift, om meerder
>pnheyl voor te komen , toe te willen fenden , ge-
ïijck fijn Excellentie , door den MarquisdeTor-
recufe gedaen heeft > fijn Eminentie biddende,
net felve , met eygen handen , aen het volck
over te leveren. Dq Cardinael het gefchrifc
ontfangen hebbende , begeeft fichblijdelijck we-
der naer het volck , maer als hy het hen over-
uyt te voren las , en het volck veritondt , dat
die ontlaftingh maer voor een gedeelte , en het
felve noch aen vele deelen gebreckigh was,
.wierdt het woeden meerder als van te voren,
nopende fy met alle macht na demarekt, ter-
wijl de Cardinael fich na het Paleys begaf, enal-
daer vertoonde, aen de overige menighte, hoe
<leyn de hoop van hun voldoeninge was , onder- x 1
in<*e goet vindende,foo grooten menighte volclcs Nieuwe ,
:otrhun voorftandtby een te vergaderen, als mo- °ntftcltc^
i ^elijck was. Aldus begeven fy fich weder na mi*
Met Paleys, maer d'Onder-koninck had fich by
:ijdts van daer, naer PizziFalcone, inhethuys
an de Vaders Theatini van Santa Maria de gl"
H Z An-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ï 1 6 Treurige Ge[ch'iedenis van
Angoli , en van daer , in een oude draegh-ftoel ,
op het Slot Sc.Ehno begeven. Als het volck
die vernam, maeckt het fich weder teritondt
nacr het Paleys , om de Spaenfche krijghs-lie-v
den , aldaer , hun geweer af te nemen , die heiT
hun trommen en halve piecken overgaven, maer
hun mulquetten en degens behielden , met de
welcke fy veel van het volck ombrachten , e
fwaerlijck quetften. 't Volck ftelde fich daer o
ter weer, en dreef het krijghs- volck , met wer-
pen van fteenen , op de vlucht , niet fonder verlies
van eenige. De wapenen , die fe hen ont jaeght
hadden, dienden hen voor geweer, met het welck
fy de andere wacht-plaetfen der Stadt aentalten ,
het geweer, datfe aldaer vonden, tot hun ge-
bruyek nemende.
Aldus nemen fe hunnen wegh , na de wijck van
de Chiaia, en! het Paleys van den Heer Tiberio
CarafFa, Prins van Bifignano, Velt-Maerfchalck,
en Colonei Generael V3n Napels , den welcken
fy baden, in aller ootmoed , hy wilde de faecken
caratfatot van het volck ter herten nemen , en handthwe-
hunhulp. nen 9 en maecken , dat het hun voor- rechten,
hen van Keyfer Karei , en anderen vergunt , mocht
behouden. De Prins beloofde hen fijn byftant ;
maer terwijl fy aldaer op fijn komft wachten ,
begaf fich een gedeelte naer de Kay toe , daer men
als noch den Impoft van de Vruchten betaelde,
en ftack aldaer het Accijns- huys medeinbrant.
En alfoo hun hoop, aldaer , om de volcknjckhcy t
van die wijck, ftarek aennam, verdeeldenlelich
aldaer in twee hoopen , of beter , heyrlegers • de
kleynfte jongers ftelde de Prins in het midden ,
hy felve hen , te paerde voor-rijdende , feyde
vaft : Kom gaen wy kinderen, delmpoftenat-
doen; leydende hen alfoo ftraet uyt ftraeun , tot
xv.
't Volck
neemt
Tiberio
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 117
opdemarckt, daerhy, met verwonderinge,een
hoop van meer als vijftigh duyfent man vandt.
Die hy vriendelijck badc, fich tiil ce Willen hou-
den, om met gemickindekerck vanC^rmine te
geraecken, daer hy, op de ftoelklam , biddende
en bel werende , meteenciuycitixindehant , het
volck geruit te willen zijn , hen met eede belo-
vende , alles , tot hun genoegen , van den Onder -
koninck te fullen verkrijgen.
Hcl volck onder tuflehen, van een ander gedeel-
| te, brack vaft de gevanckciuTen op, behalven
drie of vier, diefe , ter liefde van den Koninck ,
den Aerts-bilTchop , den Nuncius, en den Prins
1 van Bifignano ipaerden j alles wierdt , door het
nu vuur, met fchriften, boeckenenai, verbrandt en
\ verteert. Van hier treckenfe na het pleyn van
ïial St.Laurens-kerck , de Prins geduerigh by hen ,
Lfli op hoop van , met 'er tijdt , hun woeden te lullen
ftillen. Hier loopenfe door de Kerck , na de
: Kloek-toren, om de kloeken te trecken , en al-
foo meer volcks op de been te brengen ; maer
: d'inganck wiert hen, door eenigc vluchtelingen ,
ontfeght, die, met twee fchoten, twee van de
[ Borgers ter neder velden. Dit deed hen de
1 moed facken • maer feecker Siciliaen, die als
j met een raferny beletcn fcheen, gaf hen weder
imoed, en noemde hen een deel bloodaerts,Ko-
; nijnen , Hennen en Kool-vreters ; maer defe
1 fijn boosaerdiglieydt wiert haeli geftraft , zijn-
rl de, door een inufquet-fchoot , uyt den fel ven
Toren , voor de kop gefchotcn. De Prins
j ondertuflehen, vermoeyt van foo veeltreckens ,
jl en behalven d.3t, fwack van fijn fieckte zijnde,
S deed lbo veel, dat hy , door een wijfe vondt ,
] fich van defen woeften hoop ontfloegh , hen
d verdeelende door verfcheydene wijeken van de
H 3 Stadt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
r
1 1 % Treurige Gefcbiedenls van
xvi. Stadt, onder voorgeven, van hun eygenehuy-
vvort van fen , voor pionderen te bewaren , oock fich mee
hun veda- bequame cn vereyfehte wapenen te voorfien.
un* En dit gekickte hem foo wel, dat een yeder
vertreckende , hy gelegent heydt vandt, fich in
een bygelegen Paleys te begeven , by feecker
Ridder van fijn maeghfehap, alwaer een wey-
nigh geruft hebbende, deed fich , tegen den
avondt , in een befloten draegh-ftoel , na het
nieuwe Slot dragen , Godt danckende , dit
woefte Grauw alfoo ontkomen te zijn. Het
Cerucht van fijn ontkomen verfpreyt zijnde»
koos het volck , dat fich nu hoofdeloos bc- •
vandt, Mafaniello, den eerften aenleyder , tot t«
hun Hooft, die, de faeck aennemende , door»
trommen en trompetten , het volck vaft meerit
en meer by een verfamelde- terwijl de Geefte- fc
lijckheydt , met Proceffien en Ommegangen, j
Godt pooghde te verfoenen, en hetdreygen-j
de ongeval af te bidden,
xvii D'Ondcr-koninck oock, beducht, dat het
vootigank volck fich weder na den Toren en Kerck van
van hct St. Laurens begeven mocht, om fich te dienen
v/ocdcn* van de wapenen , en de feüien ftucken gefchuts ,1
die aldaer , als in het Mag3fijn of Wapen-huys ,1
bewaert wierden, oock de groote kloek te tree-
ken, om meer volcks te vergaderen, gelijckm
foodanige gelegentheydt gemeenlijck gefchiet,
fandt derwaerts eenige benden Spangjaerts , om
defelve te bewaren, en begaf fich alfoo, tegen
de nacht , benefFcns vele Ampt-lieden en Rid-
ders, na het nieuwe Slot , ftaende als vaftaen
hec Paleys • en om vorder de Gemeenre te ftil-
lcn , gaf noch dien avondt laft , dat men het
iuoodc, van drie-en-twintigh, tot op dne-en-i
•dei tigh oneen fou verfwaren , voor de felve prijs * I
° oock
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 119
cck terftondt den accijns van de vruchten te ver-
ietigen. Evenwel konde de nacht het volck
iet toe ruft brengen , dat tuflehen negen en tien
ren, de kloek van de Liefvrouw van Carmine
egoft te trecken , en te wapen te roepen , verga-
ierendedaer door, eengroote menighte volcks,
lewelcke fich verdeelde , gaendc ecnige met
.Lende trommelen de Stadt uyt, omhetvyerte
tteecken, in alle Accijns-huyfen buyten Napels ,
andere na de Wapen maeckers en Svvaert -vegers ,
en daer men kruyt en loot verkocht , oock de Le-
veranciers van geweer, en Spietle-maeckers ,
daer fegenoegh vonden, omeenheyr, hoe groot
het moght zijn, tevoorfien. Maer een Wioc-
kelier, willende weer bieden, wierp een mortier
ten veynfteren uyt , en daer mede een der Borge-
ren doodt; het geendereft fooontfinde, datfe
terftondt hetvuurinhethuysftaecken, hetwelc-
kc veel buspoeder in hebbende, meteenyfelijck
geruchte , wel haeft opvloogh , met fich nemende
en doodende, behalven de lchadeacn de nagebu-
ren gedaen, over de feven-en-tachrentigh per-
foonen , benefTens wel vier-en-veertigh gequet-
ften. Waerom , om fulcks in het toekomende
voor te komen ,d'Onder-koninck, in alle an-
dere noften der Stadt , daer buspoeder bewaert
wierdt , al het felve nat en onnut dede maecken.
De morgen-ftondt , anders lieflijck enaenge-
naem, ontftondt nu verfchrickelijck en gevaer-
lijck , men fagh nu over al niet als gewapende
koppen , en dreygend krijghs-gevvecr , de Boe- x v 1 1 1.
ren felfs verlieten hunnen ackcr en brachten hun ^nd<?"
bouw-tuygh tot wapenen binnen , felf vrouwen Stadc
en kinderen wierden van den hoop, diemetfpe- hulp.
ten en ander keucken geweer, defe met ftocken
en rietftaven gewapent , meer om den hoop te
H 4 ver:
te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
^
i2o Treurige Ge[cbïedenis van
vergrooten als vrees aen te brengen. Een Bus-
poeder- verkooper, weygerende, uytlaft van fijn
Excellentie , kruyt te verkopen , fagh haeft de
brandt in fijn kruyt en het huys ; met fijn nabue-
ren> en ruym tfeftigh menfehen doodt , en in de
lucht.
Eenige anderen begaven fich , na des Konincks
Kruyt-molens, na Capo di Chino , om daer het
kruyt uyt te halen 5 maer het werek-vokk was 'er
voor 9 en fmeedt al den voor-raedt in het wa-
ter.
De Onder-koninck oock , om in geen ge-
breecke te blijven , befette het pleyn van het
Slot , en de toegangen , met vier hondert Spang-
x x x< jaerden , en het nieuwe Slot felfs , tot fijn ver-
De Onder- feeckeringh , met duyfent Duytfchers , en voorts
ironinck dc poort met acht hondert Spangjaerden , en
ïkhftaCkt duyfeat °f meer Italianen • omringende het
gantfche Pizzo Falcone , boven het Paleys , en
het Paleys felfs met goede fterekten en bol werc-
ken, van rijs met aerdegevult, en eenige fchans-
korven voor het fchietcn : hy. plante tegen ve-
der van de.ftraten, die op de Paleyfen uytko-
men, een ftuck grof gefchut, en twee anderen
voor de groote middel-poort , van het nieuwe
Paleys.
Terwijl vernam het volck, dat 'er vanPoz-
zuolo een Regiment Duytfchen , door 's Onder-
konincks bevel aenquam : hier trecken fy op aen ,
fiaen doodt, al die weer boden, en brachten die
fich overgaven, gebonden indeStadt. Dit ge-
beurde oock aen twee benden Italianen , maer
defe wierden alleenlijck ontwapent, enmetfpijs
x x. beladen , na het Paleys gefonden.
«n'ondT Ondertuflchen wierdt'er evenwel eenige on-
haodcSngcder.haudelinge aengevangen, hebbende d'On-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
"Hl
m
m
m
m
m
m
m
M
Napels che Beroerte. 121
derkoninck daeroveraen Mas Aniello gefchre-
venj maer alfoo de voor Hagen van het volck (bree-
der in onsoveifettmgh , de beroerde aengaende ,
uyteedrucktj niet koften aengenomcn worden ,
en de aenbiedingen van den Onder, koninck geen
genoegen gaven , gingh het werek lanckiaem
voort : 't vvelcke d'Onder-koninck mereken-
de , en vreefende dat de volhardinge des volcks
ia hun moetwil, hen, mee 'er tijde, tchalfterri-
gt r en trager toe verdragh fou maccken , fandc
den Hartogh van Maralonen, den Heer Jofcph
Caratfa ,dcn Prins van I3ifignano,die van Monte
Saroho , en meer andere Grooten , om door de
Stadt te rijden , om te (ien , of het volck, met re-
den , tot verdragh te brengen was. Eenige
van hen begaven Gch op dc marekt , onder een
oncyndige menighte volcks, feggende de Hoof-
den aen , dat fijn Excellentie genegen was , hen
i aldei hande vergenoegingc te geven. De Hoof-
J den antwoorden: Sy begeerden niet anders , als
j de voor- rechten , hen gegeven by Ferdinand , en X *
i beveftight door Karei de Vijfde g inhoudende dat g,fch
• noch hy , noch fijn nakomelingen , geen laften ,
op de Stadt ot het Rijck van Napels , fonder toe-
ftandt van den Paufelijckenftoel, fouden mogen
leggen, en die looopgeleght waren, fouden wel
, zijn • maer anderfints vermochten die van de
! Stadt , fonder blaem van wederfpannighcyt , de
felve voor- rechten , met de wapenen in dc handt ,
/ vorderen , en ongefchendt bewaren. Des ver-
! ftondenfy, dat alle laften, anderfints opgeftelt,
1 (eenige van geringh belanghuytgefondert) ver-
i nietight , en het ooripronckelijck , of Origineel ,
beruftende indes Stadts Schat. kamer by St.Lau-
rens , hen ter handt geftelt moft worden.
\ t Is waer , d'Heer Prior , van het volck gedron-
H 5 gen
van
het v olck*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ui Treurige Gefchiedenis van
een zijnde , focht acn die gefchrift te komen ,
bracht de Gemeente Hechts een uytfehnit
or copy, alfoo, feyde hy , het Origineel met te
vinden was, het welck wel aengenomen, maer
acn veeldeelen eebreeckigh bevonden wierdt,
waer over fich het volck foo ontftelde , dat het de
Prior quaet genoegh hadde , om uyt hun handen
teceraecken. _ . _
len GiulioCenovino, eenPriefter, en voor-
heen verkoren des volcks, beneffens Perronede
Bandiit , die men in vryheydt had geftelt , waren
Mas Aniello tot mede-hulpers bygeyoegnt , dele
leverden hem een lijfte over , van tfeftigh cn meer
huyfen van die gene die aen den accijns valt wa-
ren geweeft : wekker goederen , feyden fy , als
het bloedt van de Gemeente zijnde , men behoor-
de te verbrande. Soogefeght foogedaen, men
valt aen 'twerek, en plondert den eenen voor,
den anderen na , verbrandende alles dat 'er gevon-
den wierdt , filver , gout, ja groote lommen gelts ,
* fpeck , vlees , paerden , karoflèn , tapijten , en
ioo alles dat tot een huyshouden behoort, en dat
met fulck een befette order, dat niemandt het
hart had, het alderrainfte fich daer van toe te
eveenen. Ja fonder eenigh leedtwefen daer over
Jond»-' te toonen : foodanigh dat een, die een fervet wech
^ck pion- gefteecken had , terftondt om het leven gebracht
d«en%an|nccn ander met vijftigh (lagen geftraft wierdt.
betvoUk. £ dieeenfilverefchroef, en een ander, die een
filvertafel-bort genomen hadden , wierden open-
baerlijck, door beuls handen , opgehangen : een
jonghsken , dat een ftuck fpecks , dat door de
hitte uyt het vyer gefprongen was , opgeraept
had, ei daer medemeende heentegaen, wierdt
half doodt gellagen. Een ieecker man , die on-
der het verbranden der goederen , van den Har-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ggl
firn
;G*Ét
n
||
1,5 BJ
s.rc
s
H
acte
Nahlsche Beroerte. 12$
togh van Caivano , maer had gefeght , Oh arm
goet , fou het met het leven hebben moeten bekoo-
pen , 't en waer hy het tijdelijck ontkomen was.
Hier moftenfe aen , die eenighfints aendepachc
valt waren, en onder 3nderen oock Andrea Ana-
cierio, daer voorheen van gefproocken is, wiens
goedt wel gevluchc was , doch het huys evenwel
verbrant wicrr. Mas Aniello deed al de Koop-
lieden, di^ fich tot noch toe ftil hadden gehou-
den , weten , fy moften fich alle in het geweer
vaerdigh houden, halende van alle kanten, me-
nighte van geweer by der handt. Negen ftuc-
ken gefchuts , wierden by een Koopman , die
daer geit opgefchoten had , gevonden , en wech
gehaeit : waer by quamen feven andere, diefe
van een fcheepken, inde haven leggende (datfe
meteen ongewapende Caley befprongen) gehaeit
hadden : defe fteldenfe op de hoecken van de voor-
naemfte ftraten der Stadt.
Ondertuflchen wierden de Originele fchrifren, X x 1 1 It
daer het om te doen was, gevonden, en aen fijn Hoop tot
Excellentie overgelevcrt ; die daer over met de ^tST"
gemeente focht m verdragh te komen, gelijck |ebiokciu
& Aerts-biifchop oock geduerigh over en we-
der gingh , maer of defe wel yverde , d'On-
der-koninck evenwel , volgenden den Spaen-
fchen aerdt, toonde fich over lanckfaem, noch al
uytftel van tijdt focckende, het welckhetvolck
vermerekende ; verklaerde fich het felve datfe in
aller manieren wilden meefter zijn,van den Kloek-
toren van St.Laurens» daer hen groote afbreuck
wierdt uyt gedaen. En in der daedt , het verga-
derde fich, op de marckt-plaets , een menighte
volcks, wel tot tien duyfenttoe, diehetKloo-
fter van alle kanten belegerde, en begoft ai-
reets denaenvaltedoen, met het losbranden van
eenigh
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
124. Treurige Gefcbiedenis van
eenigh cefchut , hebbende oock aireets , eendeel
tacke-bSflchen ontfteecken , om 'er den brandt in
te krijgen , het welcke , behalven het planten
van een gróót ftuck gefchuts , daer fe den Toren
drcyehden mede om verre te fchieten, die van
binnen deed befluyten, fich op te ge ven, laten de
al hun geweer en wapenen , en in hun bloote
kleederen daer uyt gaende. Aldus wierdt het
volck meefter van den Toren, en vaneengroote
meniehte wapenen , beneffens actuien ttucken
gefchuts, dat vaft aen verfcheyde oorden en aen-
Romften geplant wierdt. Sy fochten oock aldaer
na hun voorrecht, brieven , maer defelve niet vin-
dende, wierden daer over foo vergramt, datie
al de brieven , fchnken , en andere goederen ,
die fe daer vonden, fonder uytftel in het vyer wier-
pen, behalven alieenigh het afbeeltfel van den
Koninck, het welcke fy, onder een dais in het
veynfter ftelden , roepende : Lcvt dt Komnckduy
(ent \*tt ,firve dcquadt F^gtrmge.
1 De vrouwen raeckten oock nu meternftaen
* X 1 V* het werek marcherende in verfcheyde troepen ,
geweer. hun Capiteymnnen , Vaendragerflen , Sargcamin-
nWen meer van fulcke ongehoorde namen
da? êen byfonder wefen gaf. Voor aen , m he
rólden vantwee foldateS, trock een vrouw wel
gèkleedt, enmetonaengenaemvanwefen, heb-
gende des Konincks wapen op het hooft , i mee een
gefchrift daerrontfom, lnydende :
W. é fc» gf-Tf ?H,~. wS en een
blood fwaert droegh fe in de rechter , er> een
fStïïSfc. flincf « handc. Daer op volghde
een dichte troep van mufquetterflen , .daer nade
piecken en hellebaerden , voorts de knodfer , en
Leken , oock tacke-boflehen op den neck , ge-
| WK*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Najelsche Beroerte. iz$
reedt om den brandt tefteeckenindehuyfender
venaders van het Vaderlandt , gelijck fe die
noemden. Op het lactite qiumen de kleyne
meyskens, felfs van vier en vijf jaer, met ftock-
jes en kneppelrjes in hun teedere handekens, een
acnfien waerlijck, dat indenaenfchouwer, niet
kolt laten medelijden te verwecken.
Alibo trocken oock de hoeren door de Stade , x x v.
hebbende in hun laetlie gelederen hun wijven, A,i 00ck
mede met tacke-boffchen en fulpher- ttocken ge- dc Boeren*
laden , al veerdigh om felfs de geheeleStadt indé
brandt te fteecken. MaerallöodievandeStadt
fich mans genoegh kenden , om hun faecken
felfs te redderen, wierden defe huys-lieden van
?,| Mas Aniello afgedanckt, en na hun Landt <*e-
ibnden. °
D' Onder- koninck vandt fich ondertuflehen
ten eynde Lijf-tocht, te meer, dewijl alles van
het volck opgehouden en afgefneden wierdt , ge-
lijck oock een B3rcksken , dat hem toevoer,
meende toe te brengen; , genomen wiert. Sijn
loopende Boden wierden valt gehouden , lbo dac
hy niet anders, als met fijnHccren en Ridders,
belegert was.
Ondertuflehen deed d' Aerts-bhTchop Filo-
matini alle neerftigheydt van dewerclt, om het
verdragh ten cyndc te brengen , en kreeeh nu van
den OaJer- koninck het Origineel of oorfpronc-
kelijck gefchrift der vryheden , van Keyfer Karei ,
in handen j bcneffens fchriftelijcke belofte van
den Onder-koninck felfs geteeckent , de felvc
Vryheden te willen onderhouden en voorftaen,
om de felve in dc Kerck van de Liefvrouw van
Carmine , opentlijck het volck voor te lefen.
Wonder was de blijdfchap van den Cardinael ,
als hy dit gefchritt in handen had j hopende hier
mede
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
jl6 Treurige GefehiedenisvAn
mede al de beroerte ten eynde tefien, en waer-
lijck , het had hier mede gedaen geweett , ten
XXVI. waer eenige rampfaligc voorvallen , en ontdeckte
Nieuwe t'famenfweringen van den Hartogh van Mataio-
hoop van . fljn broeder Jofeph Caraffa , tegensMas
S£&» Amello en die var i fijnen aenhangh , voorgeno
men op nieuw het fpic in de aflehc gewende had-
den, tot groote nadeel vandeganticheStadt van
^ De'cardinael dan, begeeft fich aldus na de
marekt, en door een ontallijcke memghte, ge-
volght na de Kerck , daer hy de Gemeente , van. de
ftoel , de gefeyde voor-rechten voor las. Maer ee-
nige quaetwiliigebliefen de Gemeente Matgele
evenwel de rechte niet waren • maer valfche in de
plaets, waer over het volck , op nieuw J*gol«e
morren , en ten laetften uyt te roepen: WA danftn
tnintnïu ons cocf, bedrijen ? '/fckta^**
fien, dat menden Cardmael fel fsfou hebben aen-
getaft, die, merckendedenonluft, Mas Ame lo
by fich ontboodt, en hem vraeghde, wat het
volck fchorte, die hem tot ™™™}
Gemeente meende, het waren de rechte Pnv ile-
gien niet, en dat men hen verkeerde foch" de
gandt te douwen ; maer hy was anders van de
oprechtigheydt fijner Eminentie verf* ekerr
De CarSinael daer op verfeeckerde hem , het
waren de felfde, enhy wilde die W»»^
trouwt man in handen Bellen, om die na tefien,
gelijckfe oockGiulioGenovmo, als een ervaren
man, wierden overgelcvert , om die nacewen,
terwijl de Cardinaeï daer ter plaetfe : Wee , om
fijn oprechtigheyttetoonen , wekte J uH hen
dien gantfehen nacht doorfagh, ■ m .oprecht . bc-
vandt. Ondertuflchen , terwijl de Card naei
met het volck fprack, en hen het gefchrift van
m
Hg
3
ft»
Napelsche Beroerte. 127
den Onder-koninck voorlas , waer inne hy niec
alleen alle impoften vernietighde } maer oock
het volck volkomentlijck vergaf , al wat 'er in
defe beroerte was gefchiet , ontftont'er weder een
nieuwe onruft, roepende het volck met luyder
kele ; Sy hadden noy t eenige onbetamclijckheydc
aengerecht, m3er waren getrouwe onderdanen,
van fijn Majefteyt, en wilden in dcsfelfs dienlfc
gaerne ftei ven • maer hadden alleen getracht , hun
vryheden te beichermen. Dus ontftelt zijnde,
en fich inbeeldende bedrogen te zijn, wilden fe
voortaen na geen verdr3gh meer Iuyfteren , te
meer , om dat fijn Eminentie niet had uytge-
druckt , dat het gantfche Rijck ontlaft fou wor-
den ; wilden daerom hun opfet vervolgen , tot
dat fy ten vollen fouden vergenoeght zijn -3 wac
j ) oock de Cardinael mocht aenwenden , om hen te
itillen, lefende hen voor den brief, hen van den
Onder-koninck gefonden , waer in hy fchreef :
Dat hy de Gemeente, om hen te vergenoegen ,
de verfochte voor- rechten toefandt , in Cance-
(\ lieifche forme > en verfocht, hy wilde hen de
.: felve, op Paufelijcke wijle, voorlefen. Dit
; • gaf hen geen genoegen , en man en vrouw ge-
raeckte weder op de been , ftrevende met drey-
gementen voorby het Cafteel.
Op het gerucht van defe beroerte tot Napels , x x v r 1.
quamen de nabuerige Spaenfche befettelingen sPaenfche
. oock op de been , en na Napels toe , behalven röfbawft
hondert Duytfchen , uyt Capua , die alle door de van bun
Gemeente ontmoet , en van hun geweer en vvape- Scwccr« .
nen berooft w ierden.
OndertufTchen nam Mas Aniello , ter oorfaeck x x v 1 1.
van fijn fnedigheydt en wackerheyt , in het han- Aniello fit
delen met den Onder-koninck, merckelijck in te Kcixu
gefagh ea waerdigheydc toe , en wierdt, niet
tegen-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1 ,.11
wm
volck.
11% Treurige Gefcbiedenis van
tegenftaende veel andere aenfienlijcke mannen
onder hen gevonden wierden , voor Hooft des
volcks verfiaert, die daer over op de marekteen
open fchouw-todneel dede oprechten, daerhy,^.
bcneffens fijn Raets-lieden , en voornamenthjcklQ^
Genovino , en den beruchten Perronê (nocnl
in lijn witte viffchers kleederen zijnde) eenyeder
recht dede. t ; ,
Aldus ginghdiendagh, zijnde de darden van
de beroerte, heen- en foo haeft was de morgen-
ftondt niet aengekomen , of men gingh henen het
xxvm. Paleys van den Hartogh van Caivanoteplonde-
piondeten ren, en het ceplonderde te verbranden , als voor
het eefechc is . Ywelck gefchiede , maer van daer
treckende na het Paleys van den Hartogh van
Mataloni , vonden fe het felve met hondert ge-
wapende Bandijten befchermt; waer over fyai-
togen, om meerder hulp by een te brengen, en
te|en den avont weer te komen. Ondertuflchcn
treckende over de Kay voorby het huya van - den
iongen Hartogh van Cayvano , Don rrancifco
Bacile, deed men daer, gehjekmen by fijn Va-
der gedaen had (brengende een yeder ftroo en
tacke-bofTen toe) onder het roepen van: Langb
/WOntouflchcn door yver van den Onder
koninck en Filomarini (die fich ™£>"¥™
belofte , in de Kerck onthield) nam ^ onderhan-
delinge weder fijnen aenvangh, daer by komende
een bfeede vergiffenis-bnef , van ^«gn^oor-
digh en voorheen bega.e fauter, en ggte
SÖ'S Adel nadeKerck van
locnc r Faciuw * -jUaer het Te Deunt te hoo-
Carminetedoen, om aldaer ne r .
ren fingen, blijvende evenwel Amello met het
volck, wel op hunne hoede.
■
XXIX.
Nieuwe
onderhall-
delinge.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napels che Beroerte. 129
Maer terwijl de Kercke nu vol volcks was, om
3de beftecken te hooren lefen , gebeurden 'er een
ivoor val, dat door goddeloofe menfchen gefmced ,
.ahet gantfche werck wederom in de alTche wierp,
mder de handelinge quamen over de vijf hon-
lert Bandijten, gewapent en te paerde, door de
>oort, die na de marcktfiet, ingedrongen , roe-
>endc, fy waren door Perrone ontboden (gel ijck
ïy oock bekende) om het volck van Napels by
ite ftaen. Dit was hun voorgeven , maer de waer-
iheydt , dat defelve niet quamen tot dienft van
;het volck; maer van den Hartogh van Mata- xxx,
doni , en fijn broeder Jofeph Caraffa , gehuurt Boofcn
- waren , om eei ft Mas Aniello den hals te breec- JJjjJJjjJ
>ken , en voorts van het volk , al w iele konden , Hartogh
•rover de klingh te laten fpringen , na dat fe de van Mata-'
cmarckt overweldight fouden hebben. DefeloRei
;£Bandijten wierden door Aniello beleefdelijck
ontfangen, doch dewijl fy noch voor hem wa-
ren , verfocht Perrone , dat defe Bandijten te
>aerde , fooals fy waren , door de Stadt mochten
rijden, en hun verblijfplaets byfbnder hebben.
ÉAniello achte het omrijden onnoodigh , maer
ivandt goet, dat fe te voet, op hun poft fouden
geplaetft worden , en hem altoos , op fijn ge-
bodt , ten dienft ftaen. Perrone hield aen , dat fc
te paerde fouden dienen , het welck het vermoe-
den van Aniello vermeerderde , dat Perrone , hier
mede, niet goets in den fin had ; waeroverhyte
■meerder dreef, dat men fe foude doen af fitten,
.wijfende hen met eenen een plaetsopde marckc
aen, om fich aldaer te onthouden. DeBandij- xxxr.
ten hier over vergramt , als hun aenflagh gemift Aniello in
fiende , waren wel foo ftout , dat eenige van hen , |-na1eervc^a
in het midden van wel tien duyfent menfchen,
>p Aniello los branden , tot feven fchoten toe ,
1 fonder
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
150 Treurige Gefcbiedenis van
fonder van eenige (als alleen door een kogel , die
flechts fijn hemd trof, en foo voor hem neder-
viel , *c geen voor een wonder-werck , van de
Lief vrouw van Carmine gehouden wierdt) ge-
raeckt te zijn. Wat ontiteltenis fulcks veroor-
faeckte , kan een yeder hchtelijck oordeelen ,
xxxii. terftondt viel men op de Bandij ten , endeed wel Ij
Moort on- drie hondert fchoten op hen , foo dat 'er dartighl|
der devci- van doodt bleven, twee indeKerck, felfs voor tb
Dankten. ^et no°ge Altaer , drie andere in het Sacraments- 1
" huys , en een onder den ftoel van den Cardinael > |
daer hy fich meende te bergen , en voorts de reft
in verfcheyde hoecken en geweften van de Kerck |
en het Kloofter ; behalven eenige gequetften ,
die men den kop af fmeet , en die op ftaecken i
fteide. De andere geraeckten wech , foo hier *
als daer henen : eendeel by de Barrevoeters , en f
andere in het Kloofter van Santa Maria della i
Kuova. Perrone wierdt terftondt in de yfers k
gefmeten , en gehandcit , gelijck gefeght fal
worden.
OndertuiTchen haelde men een Antimo Graflo,
een overgeven menfch , en mede-plichter van
het verraet , voor den dagh , die felfs in de kamer |
van den Cardinael om het leven gebracht wierd. j
Dit gefchiet, geraes en gewoel, maecktefulck |
een ontfteltenis in het Kloofter , dat de Mon-
ukken , vol verbaeftheydt , hier en daer liepen , |
niet wetende w aer fich te bergen , niet verwach-
tende als de laetfte ure, en biechtende fich onder
malkanderen , om foo niet ongebiecht te fterven.
Het volck noch niet vergenoeght , beftondt
felfs op de doode lichamen te woeden , fneed
hen de hoofden af, en bracht fe op de marckt,
en weder in het Kloofter keerende , om , die fich
verborgen hadden, op tefoecken, gebruycktde
• fel vel
. MUI
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K<ï:
m
Napelsche Beroerte. 131
: '■{, felve wreedtheyt op al diefe vonden; cn geluckigh
n waren fy , die over de mueren konden wech raec-
Iken : eenige wierden 'er echter levende gevat,
v die het gantfche ftuck ontdecktcn , als van den
Hartogh van Mataloni gefmeed/t zy uyt vvraeck»
*^ van den overlaft hem korts ce voren gedaen , of
om daer mede fijn beloften aen den Onder-
:~<Ê koninck gedaen, (van het hooft der m uyt mat c-
*fl kers te (uilen vellen) goet te rmecken. Defe
' daedt verbitterde het volck gewddigh, zijnde
terftondt door deg'.heeleS id- gcliroyt, gelijck
oock het meeftc vermoeden, foo van Aniello,
itft als andere was , dat dele Bandi jten , niet tot hulp ,
maer verderf van het volck binnen waren ge-
komen ^ te meer , alfoo men wift , dat defen
Pen one een v; ient van Mataloni , en fijn broeder
Jofeph Caraffa was 3 die lichtelijck wei, door fijn
middel, fich fouden hebben willen foecken te
wreecken. Aniello dan gaf aenftonts laft, om xxxiir.
I Perrone te pijnigen , en fijn medtftanders uyt P«rone
fijnen mondt te halen, die in der daedt veel din- jSMJea
: gen, tot nadeel van de Stadt, beleedt, nament- gedoot,
lijck , dat hy en de andere van Mataloni uytge-
maeckt waren , niet alleen om Aniello te ver-
moorden, maer oock om fijn liuys in de locht te
.:■ doen fpringen, gelijck 'er alreedis acht-en-tvvin-
/■■: tigh tonnen buspoeder onder ftonden, alsmede
■ het Kloofter vanCarmine , daer mede een groote
menighte ki uyt onder ftondt : waer toe hy aireets
v van den Hartogh en fijn medeftanders , eenhant-
. fchrift van vijftien duyfent kroonen ontfangen
had, het welck ook in der daedt by hem gevon-
: den wierdt. Dit beleedt Perrone , doch dit was
het noch al niet. Ondertuffchen wierdt hy,
i.Sjüé met een fijnen broeder «opentlijck opdemareke
/: onthooft , en hunne hoofden op twee piecken
I 2 geftelt, *
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i > 2 Treurige Gefchiedenis van
ccfttlt. Onder de Bandijten was 'er een, die,
eereedt ftaende om mee de andere doorfchoten
te worden , badt, men wilde hem verfchoonen, ,
hy fou grooter faecken ontdecken, als men tot
noch toe gchoort had. Defen het leven hem
eefchoncken zijnde, beleed - dat 'er den volgen-
den nacht verfcheyde troepen te paerdt in de
xxxiv. Stadt verwacht wierden , die van de andere vijf
Het gant- hondert fouden in gelaten worden t defe binnen
febcvet- zi-nJe fou men jlct vyer -m een Mijnfteecken ,
deck die onder de marekt gegraven was , ter tijde
als 'er het meefte volck op foude zijn, zijnde
tot dien eynde over de vijftigh vaten bus-
kruyt , maeckende omtrent 15000. ponden,
daer onder verfpreyt , door welcke flagh, de
marekt , met al de huyfen en Paleyfen daer
omtrent, als oock het Kloofter van Carmme
fouden hebben moeten opvliegen , het geen
ten minften , behalven defe fchade , over de
hondert en vijftigh zielen fou gekoft hebben;
waerlijck een verlchrickelijckc faeck ! na het
welcke fich de Bandijten te famen fouden ge-
vocht , beneffens eenige Edelen , en voorts
het°overige volck op het lijf gevallen , en
alles door de fcherpte des fwaerts vermoort
hebben. Als Aniello dit verftaen had , deed
hy terltond alles onderfoecken , en vandt het
foo als geieght is. Defe Bandijt behieldt hec
leven , maer wierdt voor al fijn leven op ujn
hals , uyt Napels gebannen. Het gevonden pus-
poeder quam het volck, dat des gebreckhad,
leer wel te pas.
x x x v Andere der Bandijten ontdeckten oock, door
Nieuwe ! kracht van pijnigen , dat al de Conduyten,
febdoocry Warerloopen , en backen , vergiftight waren,
pmdcckc, di. fc QOck bet fdye door ^ ft€rven van
0 ' twee
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 13$
. twee kinderen , alfoo bevonden wierdt, waer
over door aengeflagen biljetten , een yeder ge-
W3e» fchouwt wiert , fich te wachten van uyt uie
backen water te nuttigen.
Voorts gaf Anicllo lalt, de overige gevluchte
Bandijten, uyt deKlootters , daer ie fich in vcr-
Iteecken hadden , voor den dagh te halen , gelijck
'er ook menighte gevonden' wierdt , die men
terftondt den kop affloegh , en de hoofde op
fpietfen fette. De poorten wierden oock met
ftereke wacht befet, om te beletten dat den Adel
van binnen , fich met de Bandijten van buyten
niet fou vervoegen. Voorts , alfoo men had
verltaen dat d'Hartogh van Mataloni , in *fc
Kloofter van St. Ephraim , by de Capucijnen fich
verborgen had , trock het volck met groote
macht daer na toe * maer hy , door eenige ver-
fpieders gewaerfchouwt , had fich in het kleedt
van een Capucijner Monnick , wech gemaeckt > x x x v r.
en op een vluch-paert , na Bencventen bege- Mataloni
ven , en of wel eenige hem achter aen waren , ontvlucht,
quamen fe echter te laet. Al die fe van fijn volck
vonden, wierden, fonder genaden, om het leven
gebracht. Als hen dit gemift was, fochtmen
fijn broeder JofephCaraffa , daer, naeft den Har-
togh , het volck aldermeeft op ontfteecken was ,
in handen te krijgen. Het volck dan trock,
over de vier duyfent perfoonen fterek , na het
Kloofter van Santa Maria dellaNuova, daer men
wift Caraffa in verborgen re zijn , beneffens den
Heer Fra Gregorio CarafFa Prior della Rocclla.
Maer dafe , geholpen door Godt en fijn onfchult »
voorfiende het aenftaende gevaer , badt Jofeph
fich van daer , alwaerfe niet veyligh waren, te
vertrecken , maer konde hem niet bewegen , wef-
halven hy fich alleen van daer begaf , latende
1 i Jofeph
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXX VII.
Iofeph
Caraffa
wort ge-
vangen.
i3± Treurige Gefcbte&emt van
lofcph daer. Ter nauwer noodt was Gregono
ver t rocken, ot de flagh komt op den hals. HcM
vokk met groot gewelt ingedrongen zijnde J
focht, maer vandt, hem niet, alfoo hy tien ml
een feer heymelijcke plaets verborgen had.f
Doch hyfeifs, door een ramp faUge vrees gedre-1
ven viel in fijn lagen -y wat doet hy , hy lchrijrtf
een brief aen den Onder- koninck, waer in hy
hem te kennen geeft, in watgevaerhy ftondt J
en dat hy geen andere wijfe van verloffingh lagh ,fr
als dat fijn Lxcellentielou gelieven, tweeofdne
fchoten, doch met loos kruyt, na defe plaets,
onder den hoop te doen , en alfoo een fchnck on-
der het volck te maecken , waer door hy , het
yolck hun beiegh verlatende, en verlchoyende ,
celeeentheydt fou mogen vinden, om wechte
feraccken. Defen brief wierdt een armen Mon-
nick onder de voeten gebonden , om die aen
den Onder-koninck te brengen: maer defen ar-
men broeder was maer weynigh fchreden verre
«regaen , of hy wierdt , door eenige quaetaerdige,
valt gehouden, en van onderen totbovenenon-
derfocht, en den brief gevonden zijnde, wierdt
den armen hals , voor fijn brengh-loon , terltont
het hoott voor de voeten geleght. AlsCaratta
dit vernam, liet hy t'eenemael den moedt lac-
ken, foo om dat het volck, door defen bnet,
lichcelijck konde weten, dat hy noch m het Kloo-
fter was, als oock om dat hun gram fchap des te
heviger daer door tegens hem ontfteken molt.
Hy dan neemt voor tien te vlieden, te meer,
alfoo hem de Vaders aemeyden, dat hy veyliger
buyten ais binnen het Kloofter fou zijn , over.
mits het volck , als rafende , mee alleen alle
Cellen-kamers en vertrecken , maer oock de
Autaren, Kerck, hoven , hoccken en winckels,
ooor«
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 135
doortocht , brengende daer om het leven , en den
kop af (mijtende, verfcheyde Bandijten , dieal-
daer noch gevonden wierden. Hy dan leght fijn
wereltlijcke kleederen af , en doet geeftelijcke
aen , en begeeft fich alfoo met vier van de fijne ,
een veyniier uyt , dat op een Mcfle-maeckers
' huys uytquam, en begaf fich van daer, in een
Buer-huys , by een arme vrouw , daer hy lich
onder het bedde meende te verbergen , biddende
defe vrouw , onder groote beloften , hem , en de
fijne te willen bergen. Doch dele fyoode , ver-
hopende meer vooi deels van het vokk , foofe
hem voor den dagh bracht , als van hem , foo fe
hem verborgen hield (gelijckmen oock feght ,
dat fe wel vergolden is) levert hen al te Tarnen in
handen van de menighte. Men voert hen dan ,
gebonden , de ftraten op en neder , tot aen het
plaetsken van Ceviglio, hoewel hy twaelfduy-
fent kroonen beloofde, indien fe hem wilden los
laten. En hoewel der fommige waren , die daer
wel toe genegen waren, wierden defe evenwel
van de andere tegen gefproocken , roepende defe
vaft , Sla dood , (Ta doodt den verrader • op wclck
geroep een yeder toeliep metdaggensen moort-
priemen, maer een jongen rafenden bengel, foon
van een voornaem Vleeshouwer der Stadt, tradt
toe, enfneedhem, met een mes, fchielijck het **xy^
hooft af, het welcke van hem befchickt zijnde
» een mes ,
was het een wonder, met welckeentoejuychen het hooit
hy van het volck bejegent wiert, evenals of hy »S«««-
wel een trcffelijcke daed had gedaen. Alloo
wierden oock de hoofden van fijn viergefellen
afgefmeten , en neffens het fijne , op Tpietfen om-
gedragen. Dat van CarafFa wier eer f hal ven wat
hooger opgebeurt, zijnde daer bereffens , een
van fijn afgefnedene voeten op een tafereel valt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ji6 Treurige GefchiedetiU van
gemaeckt , waer op gefchreven ftondt , Dit is
Peppo Caraffa, Rtbel van het Vadtrlandt > en verra-
der van het getrouwe volckyan Napels. Sy hadden
het hooft oock een kroon van klater-gout op-
gefec, en alfoo wierden fy, Caraffa in hec mid-
den, ende de andere aenbeyde de zijden, na de
marckt gedragen. De lichamen wierden van
het volck naeckt ontkleet, en met fteenen en
alderhande vuyligheydt beworpen , onder een
geduerigh geroep van : Leve Godt , en den Kjtnincl^
duyfent jaer, en Jierven de verraders van het getrouwe
voleis .
IVlet foodanigen toeftel en met foodanige toe-
juychinge vergefelfchapt , wiert het hooft en hec
lichaem van Giufeppe ofgelijckmenkortheycs-
halven feght ,Peppo Caraffa , en de andere op de
marckt ten toon geftelt , in Aniellos tegenwoor-
dighey t , die hen by hem nader deed brengen ;
'twelck gefchiedende, trockhem dehayrenuyc
xxxix den baart, onder duyfent fchelt woorden, na de
Kcchivaer- welcke hy fichnaer het volck keerde , en een ge-
diee rer fpreckdeed , aengaende Godtsrechiveerdigheyt,
dewelcke al fchoonfe wat vertoeft , echter noch
aenkomt , en door verdubbelingh van ftraffe haer
traegheyt goet maeckt , volgens defpreucke hen-
to vradu&c. alsdefeaenfpraeckgedaen was , gat
hylaft: de hoofden der Bandijtenfoo hier als el-
ders afgekapt, yderop een pieckopte rechten,
en foo in ordereop de marckt te ftellen. Het lic-
haem van Caraffa wierdaen een hoogen galgh,
maer het hoott , in een y fere korf beneffens het at-
sefneden been , buyten de poort van St.Gennaro,
door welcke men na het Paleys van de Mataloni
gaet, opgehangen, met dit gefchrift foo op het
lichaam als op het hooft : Don Peppo Caraffa weder»
fpanntlinsh van'tvaderlant , is verrader van het ge-
Jr " trouwe
vootge
ftelt.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
H
ÉÉ
Napelsche Beroerte. i37
? f rouw Wc/^ t>4» N4/*//. Dit wiert foo volko-
menthjck uytgevoerc, onder hetgeftadigh roe-
pen van Leve leve , en fterven fterven &c.
't Was wonder wat een fchrick defen handel
verooriaeckte , een yder van den Adel en Ridder-
fchap, van uur tot uur, met anders verwachtende,
als, nahetvoorbeelt vanCaraffa, inftucken ge-
meden te worden, in tegendeel groeyde de X L.
macht des volcks geweldigh aen, foo dat men Grootcn
dien avondt over de honderten vijfughduyfent ZZïü"
zielen in volle wapenen fagh. gep™
Aniello,of achtende den Ondcr-koninck,
mede deelachtigh aen het fchelmftuck van Ma-
talom, of willende hem te krachtiger tot befluyc
dringen , fneedt hem , foo veel als hem moeelijck
was, alle toevoer, oock felfs het water van de
fonteynen, af, *t welck fijn Excellentie veroor.
faeckte,aen den Cardinael Filomarini te fchrii-
ven, en bevorderingh van het verdragh tever-
foecken , en dat hy al de Bandijten , die hy in
handen had, toch wilde aen het getrouwe volck
overleveren , om foo alle vermoeden wech te ne-
men : Aniello oock,vieelende dat de Bandijten
lich met de Duytfchen mochten vereenigen,
en het volck overvallen , befetteallede hoecken Yr ,
van de ftraten met fchantfen en fchans-korven , Beien van
: foo dat yeder Itraet een fterekte wierdt. Hv a«kUo.
' dce,d,°°/£kJIcht ^ alle veynfteren Itellen , en
i tackeboflehen op de ftraten branden , op dat men
| van fich fou konnen fien. Ditalle gaf, benef-
t fens de hondert en vijftigh koppen, dieinmin-
: der als fes uren tijdts afgefmeten , en op ftaecken
: gefet waren , een wonderlijck aenfien, en maeckte
? een groot ontfagh onder al den Napolitaenfchen
i Adel , en een ongemeene verwendennen voor de
| geheele werelt, dat een Viflcher, vanfulckegc-
J 5 ringc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ti« irmigt Gefcbitdetiisvan
rinee iaren, enfooweynighervarentheyt, onder
UË een geweldige men.ghte , fulckeenontfagh
konde hebben, datfe opftn wencken, deganc-
fche lcadt het onderfte boven fouden hebben ge-
keetc , en op alles Mek een befetten order Hellen ,
als ovt eenigh oudt ervaren Landtvooght , ot \
Krriehs-overlleheeftkonnendocn.
Hy deed oock het dragen van de Mantels, |«
xt Cupotten , of Ry-rocken , verbieden , felfs den
"Ttn Adel en deCeeftelijckheydt, dat een wonder-
Adel, en de o de'Monnyickenfonderkap, en
dé Prela en finder Tabbaert te fien marcheren,
ne Vrouwen felfs , mochten geen overkleederen
£Len?en wierden gelaft in het gaen hunklee-
dérfn wat hoöger op tebeuren, allesom te ver-
deden, dat men daW geen wapenen fou onder
verbergen , gelijck men by ondemndmge wrft
8^Shen begoft men weder met : «nft
tot de onderhandeling!} « m*n»^* ieJ?Z
dmael nu van den 'O-teJ^^^
Nieuw» menhetalopmeuvv naan^b
haodd. detbefte ordere geftelt, hetj^ ™gV ^
ÖÏÏ Ahegemeente.'eenyderliepna
^^arckt!!ndeKerckvanCarmine, daer den
hoogh verhemelt gefeten £ )noe, yoor
eewaedt.maermeenkoftehick Kleeo
faecken , en bendfcns hem ft Raets j
oovino, en Arpaja, nicu »" , meterooc i
Wanneer de ftucken voorgelefen er
wjuyehen aengenomen waren , Munt Oenovm^ _
BI
Napelsche Beroerte. 139
op den Predick-ftoel , en doet een korte aen-
fpraeck toe het volck , verheffende hun tegen-
woordigen ftaet , als verkregen hebbende , daer fy
lange na hadden getiacht, en hen nu tot danck-
baerheyt en vreughdo vermanende , begint felfs
aldereerit het Te Dmm Laudamus te fingen ,
gevolght van twee Sang- en Speel-reyen, onder
het fpelen van het Oorgel , 't geen fulck een har-
ten vreugd verweckte, dat menigh van blijufchap
de tranen uyt de oogtniprongen. Het geiangh
geüaen zijnde, maeckte fich de Caidinael vaer-
digh, om met Mas Anielio en fijn gcfelfchapna
den Onder-konincktegaen. Maerop datdefen
tocht te aenfienlijcker mocht zijn , had Anielio
laft gegeven , dat men de Huyfcn met Tapijten ,
en andere koftelijcke ftoffen fou hebben te behan-
gen, endeftratenfehoon natten en vegen, Hy
landt oock een van lijn Hooft- lieden voor af, na
fijn Excellentie, om ht m aen te feggen, datfe hem
quamen fpreecken , wenfehende te weten of het
fijn Excellentie mocht aengenaem zijn. Den
Onder- koninck toonde hem' fulcks wel te geval-
len , en antwoorde , hy foude komen als 't hem
geliefde , want hy ielfs , verlanghdefeer, om hem
te fien. Aldus begeeft men fich derwaerts.
Mas Anielio in het filver-laeckengekleedt , met
een witten veder- bos op het hooft, endenbloo-
ten degen in de handt , reedt voor de Karos van
den Cardinael. Ter rechter zijde van de Karos,
reedt fijn broeder Mattheo d'Amalri, in 't gout-
laecken gckleedt, en ter flincker zijde de nieuwe
Eletto, of verkoren desvolcks, FrancifcoAn-
tonio Arpa ja , en achter de Karos , in een befloten
ftoel, d'eerften Raeds-heer des volcks Don
Giulio Genovino. Op de marekt wierdenfe be-
groet, van meer als vijftighduyfent gewapende
man.
XL III.
Blijdtfchap
onder het
volck.
XLIV.
Anielio
befoeckt
den Onder»
koninck,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
iio Treurige Gefcbiedenh van
mannen, enwaerfe door reden, hoorden fe niet
als het gejuygh , en het oude gefangh , Langb
levt &c- In defer manieren , komen fe op hec
pleyn, van het nieuwe Slot, alwaerfe voorde
Fonteyn Medina, door den Hoofcman van de
Lijf- wacht , van fijn Excellentie , te paert , uyt
naem vandefelve, ontfangen wierden. Alsfy
malkander wederzijdts de hoffelijckheden bewe-
feu hadden , keerde fich Mas Aniello naer het :
volck, dat hem, omtrent twintigh duyfent m
hflC getal gevolghtwas, en gafheneenteecken
niet vorder te trecken , en ftii te wefen , waer op
terftondt eenyederftil bleef ftaen, fondereemgh
celuvdt te flacn , met de meefte gehoorfaemheydt
van de werelt. Hier op gaet Mas Aniello op de
zadel van fijn paert ftaen, en deed oyerluyd een
vriendeliicke acnfpraeckeaen het volck , hen ver-
manende Godt voor defc tegenwoordige wel-
daedt te dancken , als mede de Liefvrouw van
Carmine , en den Alderdoorluchtighften Car-
dinaei en Aerts-biflchop Filoraarini. Wd am
mi,n volck, vervolghde hy daer op, rvie^ndan
cnfe Heeren? Godt, Godt, antwoorde het volck
daer op , De Lief vrouw van Carmine , Kpntncl^ fbt -
lippus , de Cardinad Filomarini , * d> Hartogb van
Arcos , dit feyde hem foo een yeder , als een echo ,
na. Dit gedaen,haelde hy uyt fijnen boefem
de voor-rechten van Ferdinand en Karei de Vijf-
de , met de nieuwe , die van den Onder-koninck ,
en fijne Raden , beveftight waren , en forack
daer op weder tot het volck op defcwnfe. Dat
f££A fe nu van alle latten en befwaermrTen omlaft ,
Sft$ en in vryheydt herftelt waren , voor : 't welck
lo acn hct.tc Wege gebracht te hebben , hy geen andere
fteck Teglerde , als hun algemeene welftandt
Dat fijn Eminentie wei bewutt was , hoe hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 141
cm, in het begin vandefe beroerte, tweehon-
ïdert kroonen 'smaents, uyt lijn eygenbuydcl,
cfoo langh hy leefde, had geboden, wilde hydc
;>voortganck van de beroerte verhinderen, en de
ilalt aennemen , ten kortften te verdragen , 't welck
,;jhy ftandtvaftelijckgeweygertlud. Dat'etoock
„niet langer als een uur geleden was, dat hy door
.de krachtige handt van fijn bevel , enden blixetn
;van fijnen ban , gedwongen was geweeit, fijn
-ude gewaedt at te leggen , en dcfe tegen-
woordige kleederen aen te doen. Zijode echter
genegen te leven en te fterven , gelijck hy t»ebo-
)ren was, en na dit werek te hebben afgedaen ,
weder na fijn oude handt werek te keeren, fonder
,de waerdije van een penninek, voor fijn gebruyek
•te willen behouden , dus badt hy hen maer allee-
mgh , dat , wanneer hy quam te fterven , elck
ihem een Ave Maria ten beften wilde vereeren.
'Belooft ghy mydat p vraeghde hy. Ja, antwoor-
ide daer een yeder op, wy (uüen het gaerne doen*
4ot honden jaren na den dagh toe. Uk bedamke »
siteden [eer , feyde hy daer weder op , en , vervolgh-
Ide hy, Om de liefde , die icl^u lieden draeghywil
ick u eenen raedt geven; hght de wapenen niet eerder
af , voor dat de bexefligwgh van defe onderbande,
imgeuyt Span jen f al gnomen door den Kpninck
onjen Heer onderteeckent. Vertrouwt den *Add
met met allen, want het tyn verraders en onf* wan-
den. V oorts , ick ga met den Onder-kpninck bande-
ken, en, over een mr , fult ghy my weder fien , of
ten alderlanghfien , morgen vroegb; maer als tc^dan
■-met hy u kom,fiieckt dan de gantfche Stadt vryin
brandt. Belooft ghy my dat al te famen ? Wy fullen 't
••' doen antwoordehetvolckeendraChtelijck,«;«/J
verfeeckert. Wel wel , vervolghde Amello , van
>allts wat tot nocb toegedaenis, beeft fijn Excellentie
I (tn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
KLi
. t « y remise Gefcbiedenis xm
fcjfr „ ° „u meerder Koninck , als oyt, over
Napels, Slaytcnde dar het genoegen van . den |
Omte-komock foo groot was, * «
fijne vyanden onder firn voeren fcgh. AU Amel o
£gK^m< tfack , en gaf hen met twee kruyeen ,
^de.zêlen.Maeralfoodemen.eh.
£°U S?f^hèvTnaer gekomen wiert , hy dan treckt
hoorfaemheytnaergc* a , h met je
voort te paert, i ™ie™"« Wlloen
Karos , met Arpara, de br oca e ^
fet vonden, rreckt Arue hoi met deandere.
nen , gevolghr wJgJSffi&'w waer fy
Op den binnen Hof teg" ^ £ ^ 'n 0nder.ko-
voortna boven gmgen.vinaeno ■
„inckaen ^^^A^tobS» leyde,
wellekommen , dre Mas :Ame™ bewjjfen,
om fijn Excellentie «tb.'d'gheyt ^ i
gelrjck hy dedr u Sen kuiten.
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. i4,
j was fijn hooft en leven , fijn Excellentie over te x i v r
everen, om daer mede te doen , het geen hy ge- aJüI '
i helde, en lukkeen doodt hem te doen fterven vandcn
; alshemgoetfoudeduncken, feydehemden On' ?"dct'r
hy had hem noy t aen eenige mifdaet fchuldigh ge-
kent,ofgeoordeeIt, dat hy fijn Majefteytin le-
niger manieren beledight had , hy mocht derhal.
yen wel te vreden zijn , en foude by fijn Perfoon,
in alle gelegentheyt wel gefien wefcn,en hier over
l^oude tiy riem verfcheyden malen omhelft, en
Mas Amello geantwoort hebben - dat hy in der
daedt, noy t geen andere inficht had gehadt, als
fijn Majefteycen fijn Excellentie dienft te dóen,
vanhetwelckehyGodttotgetuygenam. Dit
weder.«,dts gefeght en gedaen zijnde,ginck men
opwaerts , na de heymelijckfte Kamer van het
Paleys, alwaer d' Onder-koninck , de Cardi-
nael en Anie lo inwijl van de tegenwoordige
ftandt der faecken handelden. 5 "vooraige
Onderwijl ontftont'er een groot gedruys, on-
der het ^volck (dat vaft meer en meer aenquam ,
l foo dat de placts tot het Paleys toe , foo vol was
. dafer geen menfch meer ttaen konde^ ver-
1 maede,V *f mcn gnomen had, datAniello of
J vaft gehouden , or anderfints beledight was
, Waer over den Onder- koninckgoet dacht ,fich
aen de veynfters , beneffens den Cardinael en
. Amello te vertoone„,'t welckgefchiede. Aniel-
I lo n een veynfter leggende , riep het volck toe .
l ^ tr \ 'lki Wï m&mt > vrede vrede. Waer"
op het volck weder antwoorde 5 Vrede vrede
i Hier op wierden te. ftondc van vreughde de klod
; ken geluyd , foo wel van denabuerige Kerck van
anderr^r «^Gccftf alsSdë
andere, MaeralfoofichAniello daeroverfon-
'n - vrede
.mi
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XL VII.
Groot ge-
iagh van
Aniello
XLVIII.
Affchcyt
van Aniel-
lo van den
Onder-
koninck.
Til Treuwe Gefcbiedems van
vrede toonde, wierd fulcks terftondt nagelaten.
Aniello vorders, om te toonen wat «raghhy
onder het volck had , feyde tegens den Onder-
koninck : Nu f* ^fr^^'^JT'ZZ
oéoorfaem bet volckvan Napels ts. Ln hier mede
nep hy i Leve Godty leve de Liefvrouw van Car-
mine, leve de KpnincfivanSpanjen , leve deQardtnael
Filomarini, leve d' Hartod van yircos , leve het
getrouwe volck van Napels, enfierve dequadeï^ege-
rinve. Dit wierdt alfoo van het vo ck beant-
woort. Voor de tweede proef , leyde Aniello
de vinger op de mont , daer mede te kennen
gevende, dat men fwijgen foude, waerop men
geengeluyt meer hoorde.Hier op riep hy,'voor de
faetfte proef, uythetveynfter , datoplijf-ftraffc
een veder fich uyt het pleyn fou hebben te ver-
trecken : waerinhyterftontgehoorfaemt wiert,
fonder dat 'er yemandt in gebreecke b eet,
daer fich d' Onder-komnck ten hooghlten
over verwonderde. Na ecnige onderhandehn-
ge, wierdt onder hen befloten, dat men de be-
Faemde ftucken fou doen drucken, enopSatur-
dagh indeDom.kerckbyeenkomen, omaldaer
onderlinge den eedt te doen , onder toeftandc
van den loninck. Dus nam de Cardmael fijn
affchevdt , en gingh met Aniello om laegn,
waS d'Ondfr.Lnnck defe op nieuw ver
fceckerde, dat hy niets tegens hem had, doch
dat hem feer aengenaem fou zi,n , dat men , de
Stadt van Bandijten , en fulck gefpuys , iuy-
VCldn:t affcheyden vereerde fijn Excellentie hem
een goude keten , van drie duyfent kroonen ,
hangfnde hem die met fijn eygen handen om i den
niet tegenftaende hy defelvememghmael
ernft gh weygerde ; maer moft die eynde
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte; 14$.
lijck, door bevel van den Onder-koninck ont-
fangen. Ter fel ver uren , als gefeght wordt,
wierden, uyt laft van den Onder-koninck , de
ftucken van hetverdragh verkondight, door den
Harcogh van St. Joris. Maer Aniello fijn af-
fcheydt van den Onder-koninck nemende , wierp
fich voor hem neder , en hem dekmen kuflènde,
die hem weder omhelfde , feggende : Gm in
vrede mijn /bon, Godt wil lê QgtHtn. Aldus ginck
de Cardmael in de Karos, ende een yedcr weder
opgefeten zijnde, reed men weder de frraet van
Tolcdo deur, langhs het Paleys van den Aerts-
Diüchop, gcvolght van menigten van toortfen,
en buytendat, over al licht in de veynfters zijn-
de. Mas Aniello was noch een wcynigh by den
Cardmael , tot dat hy , bencffens fijn broeder
Arpaja, enGenovino, in des Cardinaels Karos,
na huys gevoert wierdt. Dien nacht was hec
volck dapper op hun hoede , alfooder een ge-
rucht geftroyt wierdt , dat 'er een deel Bandij-
temn de Stade fouden komen.
De riaeften Vrydagh begon met het nemen
iran een Barck,met fes Bootsgcfellen, voeren-
de vier gewapende mannen, by de vvelcke een
packet brieven , van Mataloni , gevonden wierr
1 houdende aen fijn Geheym-fchri; ver; en hoewel
Iden inhoudt van geen nadeel fcheen te zijn , gaf
evenwel de wijfe van fchrijven, in cijffer en an-
dere teeckenen , beneffens de vorigen handel
van Mataloni, vermoeden aen Mas Aniello,
idie derhalven defe vier mannen liet pijnigen,
iom te vernemen , of Mataloni geen nieuwe
aenflagen voor had. De krijghs-lieden alles
jontdeckt hebbende, wierden terftondt den kop
ft geflagen (het geen oock noch dien dagh aen wel
ndert Bandijten gebeurde) maer het boots-
K volck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1 4.6 Treurige Gefchiedenis van
volck onfchuldigh verklaert zijnde , Het mea
loopcn. Voorts wierdt door de Stadt uytgeroe-
t>en, dat het ampt van Hopman Generael, het
welck de Gemeente MasAniello gegeven had,
door den Onder-koninckbevcftight was,hetgeen
niet weynigh fijn gefagh vermeerderde. Hy
recht dei hal ven een nieuwen Recht-banck in de
Soinltraet van Toledoop, met een hoogh fchavot
fi£ ampt aaer by, voorfienmetallegereedfchapomftraffe
bcvcftight. te pie„en, daer ten eerften vierBandijten, die
men onder de lackeyen van den Kuncius , en in -
hun kleederen gevonden had , de maeghdom van $ ,
namen , zijnde daer op het hooft voor de voeten »
■ I
Ia
't Welck fulck een fchrick onder defe
lackeyen (die men te Napels Scoppettellen 1
noemt) maeckte, dat niemandt fich op de ftraet |
derfte begeven , uyt vreefe van voor een Ban- ;
dijt aeneetaft te worden.
Aniello oock, fijnfilver laecken-gewaedwe- |r
der aieeleght , en fijn viflchers plunje weder aen-
eefchoten hebbende, begoft nu oock , opentlijck , ' ,
de klachten van het volck aen te hooren , en hen !
recht te doen, niet, gelijck voorheen, onder eeqt
verdeck , maer uyt de veynfters van fijn huys , daer i ,
men hem op fpietfen de brieven , gefchntten,1;
en memorialen toeftack, hebbende hygeduengh.
een eeladen , en overgehaelt roer by iicn. ten 1
groot ontfagh voor een yeder , te i meer , om.
Vu •, dat 'er ceftadighlijck acht of tien diiyfcniLiit-
volck. veel duy fenden , die heen en weder , door de bt adc,
trocken. Invoegen het een ongehoorde taecK
was tefien, fulck een gewapende memghte , eet
man , uyt de geringhrfe van het volck , en dat
noch een iongen lec&er , foo ftip te gehoorfamen ,
hebbende over de vijf honden duyfent zielen , ej
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 147
onder die wel twee honderc duyfent gewapende ,
onder fijn gebied. De gantfche Stade was ver-
vult , met fijn aengefiagene Placcaten en bevel-
brieven , onder den naem van den Heer Thomafo
Aniello d'Amalfi, Hooft, en Hopman Gcncrael
van het getrouwe volck van N3pels. Onderan-
deren verboodc hy ook het langh hiyr , om dat
bevonden was,dat veel Bandijten (ich onder vrou-
wen kleederen verborgen hadden , oock ver-
nieuwt dien bevel- brief , van geen mantels of
rocken te dragen. Yeder van het volck belafte
hy oock , dek" fich na fijn huys en ambacht te be-
geven, latende allcenigh vier mannen aen yeder
poft, die des daeghs yeder een Carolijn , twee
Garaffen wijns,en twee oneen broots fou gege-
ven worden; en defe Wachten wierden alle da-
gen verandert, brengende evenwel door de eant-
fche Stadt uyt , een getal van dartigh duyfenc
mannen , die alle dagen de wacht hadden.
Oock verftaen zijnde, dat eenige Heeren en
idders , op den aenvanck van defe beroerte , fich
by de Monnicken in de Kloofters begeven had-
den , wierdt oock. by Aniello aer.geflagen , dat een
yeder fich weder na fijn woningh fou hebben te
begeven , en dat op verlies van 't leven , 't welck
oock terftondt, uyt vrcefe voor de rafende Ge-
meente , gehoorfaemt wierd. Soo wierdt oock
gelaft , dat foo vreemden als Burgers , des Ko-
nincks wapen ter rechter , en dat van het volck
ter flincker handt, boven hun poort fouden han-
gen , dat oock op het nauvvftc naer gekomen
wierdt. Behalven de gedachte Bandijten , wier-
den 'er noch verfcheyde andere lieden gerecht ,
die, ii3 veieyfch van hun mis-bedrijf, tendee-
len onthalft, ten deelcn gehangen , en tendeelen
geraebraeckt wierden. Seecker Backer , die
K 2 fijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ta* treurige Gtfliietonu v*n
, , fijn broodt had fe licht gemaeckt , w.erdt le-
\ l'i ZJL i n den oven eeftéecken ; een ander op het
d« «U ™iaae"n foo na fijn Excellentie gefonden, om
tcwoq*». ten , erM l ^ , £ Her.
herlier wierf oock gehangen, die by nacht, een
^8 He wachters gedood! had. Een Sicihaen i
^erd medfónthafft , die vijftien Carolinen ,
ha"eenoten, om van gelijcken te doen. Een ,
foneen , diequamaenfeggen, dat 'er vier duyfent .
'«wc, ™ fcftien hondert paerdenaenqnamen, ■
wierdt, als een bedrieger , opgehangen. Seven
Gehevro-fchrijvers had hy in firn dienft , en tien
BeufenT om fi n vomriflen nyt te voeren , die alle
wereks g° noegh hadden, foo dat hy meer ge- j
vrpeft wierf als den grooten Turck lelis.
AUe Bandijten en valfche Monnicken , door
fiin ordere, gevangen, bracht men terftondtom
Z kven , eSn foo mén vertoefde fijn bevel te
vo brS , ftondt hy al gereedt in fijn veynfter,
lm met Gin roer , de onwillige te doorfchieten ,
Z'rTet ficCquanswijs, door fijn byllaender,
verbidden , foo dat het noyt daer toe q"^-
Een fchoon paert, wel vier hondert d uc aten
waerdigh, wierdt hem toegefonden , dat hy ter.
tI,1- S l weder d'Onder-koninck toefand, om in <
ABkUQ. „ende , dat het niet fin, maer des Komncte goeo
las • hy fchickte ook aen fi jn Excellentie voor de
Sve ftïllinge, als mede die van andere Edelen,
h ïer hoy ,en andere "ootlaeckeluckheden
Hy vandt op een verborgen p aets, de weerde
van hondert duyfent Rijcksdaelders , nfiWer ,
gout , en andere kofteli)ckheden , die ny meoc
voor fijn Majefteyt dede bewaren,
yemandt die fchat derfde aenroeren. Hy boo« |
Napelsche Beroerte. 149
»ck fijn Excellentie vijf millioenen aen , om
an hem , in eenige gelegen theyde gebruyckt te
/orden : en wat hem van eenige Ridders aenge-
oden wierdt , verwierp hy , feggende : Godt be-
ware my , dat icl^met eenigen Rjdder pays of vrede
bebbe. De dienaers van den Hartogh van Mata-
loni, die men krijgen konde, wierden gedoodt ,
en fommige gepijnight , om te weten , waer
fijn ichatten , die men niet vandt , verborgen
waren ; alleen een Haef , die men met twee fchoo-
ne paerden gekregen had, bedongh het leven,
nonder beloften alles te feggcn, die'hcm feyde dat
den Hartogh eerft op Uenevente , en van daer
na Calabria gevlucht was , fonder te weten op
wat byfondere plaets. Sijn goederen belangen- tilt
de , die waren in verfcheyde Kcicken , als van Goederen
Santa Maria der Wonderen, Santa Maria della Jran.Maw"
Stella , en het Kloofter der Barrevoeteren verbor- cauS
jen j die , daer over niet alleen het leven behielt , vei bram.
maer oock wel geloont en gekleed , ja oock met
een Hopmans plaets vereert wierd.
'Terftond fand hy nadegefeydc Kloofters , met
evel, dat fe de goederen, dij aküer gevlucht
waren , beneffens die van Mataloni , fouden , op
pene van brand -itraffe, te voorfchijn brengen,
gelijck gefchiede, zijnde bevonden van grooter
waerden te zijn, en voornamentlijck die van
Mataloni , die over de vijf hondert duyfent kroo-
nen bevonden wierden te beloopen , alfoo vijf
hondert arbeyders , aen de fdve genoegh te dra-
gen hadden , behalven noch vier duyfent kroonen
aen gemunt geit. Wanneer al de fchatten voor
Aniello gebracht wierden , verbood hy een
veder , op den hals , het minfte daer van aen te
oeren • dit gefchiede ook aen andere Heeren en
brften, wekkers verborgene goederen , uyt
K 3 hoec-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LTV.
Mataloni
pnbedte*
nilTc op-
gehangen.
L V.
Gciechtige
vergeldin-
6«.
L V T.
Tiotshcyt
van Aniel-
lo.
1<0 Treurige Gcfcbtedenu van
hoeckcn en winckels voor den dagh wierdenge-
haclt, en op de marckt al te famen, bcnettens
hun huyfen en Paleyfen, verbrandt.
Het atbeelfel van Mataloni , wierd van hem
met duyfenden van fteecken , doorboort , de
oocen uytgefteecken , het hooft afgeinedeti •, en
onder het hooft en hetlichaem van denellendi-
cen Jofeph CarafFa opgehangen , met dit op-
fchrift : Dit is dm Hartogh van Mataloni, weder-
fpamulmgb van fijn Majefleyt, en verrader van het
Lromve vdck van Napels. Dit gefchiedeop de
' felve plaets , daer voorhenen den rampfahgen
Prins van Sanza, onthallt is > van welcke dood
door den Hartogh van Medina de Las Torres
hem aengedaen , de twee voornaemde Garatten
de oorfaeck geacht wierden. .
Onder al clic woeden, liet hy evenwel niet na,
d'Onder-koninck op lijn verfoeck , met nood-
wendige voorraed > voor fijn Hof te verforgen.
Gelijck hy oock dede aen de Vloodt van Don
Jannettino Doria, daer om vervarfchinge m de
haven gekomen, met verbodt evenwel van te
landen, maer bevel, fichterftondt weder uyt de
haven te begeven.
De Cardinael Trivultio had (ich tot noch toe
aen een kant gehouden , fonder Aniello , eemge
plicht te bewijfen, die fich daer over byd ün-
aer-koninck beklaeght had: defe echter door
aenraden van den Ondcr-koninck , leyde nanac
over hart, om dat woedende breyn niet tegens
hem te ontfteecken , en komt derhalven naer de
marckt om Mas Aniello te begroeten , gelycK
hy dede met den naem van Illuftriffimo , die daer
op antwoorde, Het befoeck van uwe Eminentie , «
ons aeneenaem, [cboon het watlaetgefcbiet. * rot;
fche woorden van een opgeworpen viflcher .
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i
Napelsche Beroerte. 151
wacr door men fiec hoe verre het gefagh des
menfchen breyn verbafterenkan. Hy liet hem
evenwel, door twee hondertmufquettiers, we-
der, de aenfpraeck ge-eyndight zijnde , na fijn
Paleys geleyden, Verfcheyden Edel-Iieden ,
quamen oock , uyc name van den Onder- koninck ,
verfcheyden vereeringen hem toebrengen , en te
gelijck bedancken , voor de voorraet den felven
toegefonden : gelijck oock fijn Gemalmne , aen
fijn huyfvrouw, Madama Aniello liet vragen na
haer gefontheydt , en met verfcheyden fraeyighe-
den vereeren. Invoegen men in geen gelegene-
heydt, als in dcfe, een blijckelijckcrveraride-
ringe van ftacen geluck heeft gefien , 't geen
een yeder kan doen(bemercken , wat ftaet en
gefagh , aenfiens baren kan , en dat alle belangen
moeten wijeken voor ontfagh , 't zy vry willigh
of gedwongen ; indien anders de toekomende
eeuwen , of later jaren , geloof fullen konnen
geven , aen een faeck , die echter foo waerachtigh
als verwonderlijck is. Des anderen daeghs,
zijnde Saterdagh, gingh het woeden weer aen,
foo met hangen, als metonthalfen, van alle die
qene, dieeeniger mate fchuldigh bevonden wier-
pen. Maer alfoo defe de dagh was , dat men
wederzijds de beflotene voorwaerden foti be-
fweeren , wierdt alles daer toe vervaerdight :
en Aniello, foo als hy na de maeltijdt, na het
Paleys fou gaen, om d'Onder-koninck na de
Kerck te geleyden , deed eerft op verbeurte
van brandüichtinge uytroepen , dat yeder een
de ftraten , daer fijn Excellentie fou door moeten
rijden , oock de vey uiteren op het c,iei lijekfte fou
toemaecken , 't geen alles in een oogenblick tijdts
verricht wierdt.
Ondertuflchen wierden, van wegen fijn Ex-
it 4 cel-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1*2 Treurige Gefcbiedenis vm
cellentie twee paerden , feer koftelijck behan- I
gen , na de marekt , ten dienfte van Mas Aniello , I
en fijn broeder gefonden , daer fy beyde opklom- I
men , voor als doe in filver-laecken gekleedt
zijnde. Mas Aniello droegh in fijn rechter hant
een bloot fwaert , en de voor-rechten van den
Keyfer Karei de Vijfde , in fijn fiincker handt.
Sijn broeder droegh de gemaeckte beftecken
L V 1 1. van 'c verdragh , gelijck men die in de Kerck le-
H« ver-' fen en befweren lou : in hun gefelfchap reden
dragh wott ^en nieuvVen verkoren des volcks , Francifco An-
bciwoicn. ton-Q Arpaj3j en £)on julioGenovino, benef-
fens veel andere lieden van aenfien ; en dewijl
het volck van alle kanten feer quam toe te loo-
pen , foo dat de ftraten niet te gebruyeken waren ,
beval Aniello, op verlies van het leven, dat een
yeder fou hebben te rugge te wijeken , offtii
te blijven ftaen, 'tgeen oock terftondt gefchie-
de , en alfoo reden fe voort , hebbende Aniello
een trompetter voorfich. Aldus geraeckten fe
in het Paleys , en by d'Onder-koninck in fijn
kamer , en aldaer een weynigh vertoeft hebben-
de, weder om laeghj benefFens denGeheym-
raedt van Staten, en andere Bevel- hebbers, die
fich alle in de Karos begaven, en haeftigh voort
floegen om voor fijn Excellentie , aen des Bif-
fchops huys te geraecken. De anderen volgen
aenltondts , met een menighte trompetters , te
paerde voor uyt, daer op volghde een troep van
hondert ruyters, toen Aniello met fijn broeder,
en foo Arpaja de verkoren des volcks en Geno-
vino , die , ter oorfaeck van fijn ouderdom , in
een draegh-ftoel gedragen wierdt , alfoo hy de
moeyelijckheydt van het rijden niet konde verdra-
gen. Daer op quam de Hopman van de wacht ,
en terftondt daer aen d'Onder.koninck felfs , be-
halven
Napelsche Be
ROERTE.
ha ven fijn Adel- jongeren en opp.ilTers, omcin
• It,1?^6" WiP** > *«Rm*£i
Edel-lteden en Ridders tepaerde, envan arfdére
in de Karos gevolght ; oock een oney
memghtevolcks, roepende een yeder om het
feerite : Lmgb leve ie Kpmngl, vm Spang jen en r<£
toTnSZ ïl fT^T hcl ^ & Me-
ten, en he: khncken der trompetten , hoorde
de KeTk v'an SW,CkC' g£'Uyd Ko.'nende by
m, Z V ' rLullr,£ns ' h,eldt A"'<-'"° , en
met hem de gantfche hoop, een mvmeh flil
en Och na het volck te^ffl^
I rn few bet gttnuTl ^ * .
welcke woorden van de Gemeente naeevS
. worden. Aldus komende aen het Paley? van den
. Cardmael , vonden aldaer fijn Eminentie en
trocken alioogefamenthjckcr hant nadë Kerck
daerfevanal de Geeftehjcken ootmoed Twfe den !
foo gaenfe met malkanderen op de Galde ye
recht over den hoogen Airaer /cn deCaS
■ gehjek oock d'Onder-komnck , in hun t lot
. nen neder gefeten zijnde , g,],;ck oock a é de
andere Raden, ,„ hun geftotlte, wierden de bc-
ftecken van het verdragh, door den Raeds heer
Donato Cappola , overluyd voomelefen be
vcfl.ght van fijn ExccIIentien fijnLed" itaen-
ilTtr" A"'C1'Ü' !W-«#3S aendevoétvan
des Biflchops troon ; rot een ycders verwonde
nngh , op yeder van'de Uucken het fijne „ &
vethchtrnge , of tot verbeter.nge, yé t by ofaf
Wken^ ^ '"^
I ul. M$mCr Fkk" ,Ud > wi"d "rfiont
d eed gedaen van fijne Excellentie , en al de
bwen-genoemde Ampt-heden , om defelve ,c
K 5 onder-
Early European Books, Copyright© 201 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LV III
Dwafe
vroorlla-
gen van
Anicllo*
LIX.
Redenen
van Mas
Anictlo.
t < A. Treurige Gefcbiedenis van
K*- S Catholijcke Ma*ft-het
iwZw gefongcn , geduerende bet «rekke
MaT An ello, opgefwollen door hooghmoedt,
over het we gelucken van fijnen aeovangh,
eeftadigh het e!n of het ander fijn Excellentie
fen te dienen had: ondet andere dat hy van nu
voo "aen begeerde te zijn Hoofanan Gencrael
over de Stad?, dat hy , na vereyfeh van foodani-
een bedieningè , met lijf-wacht fou mogen gaen ,
ven Oock dat fijn Excellentie alle Ridders uyt
fiin Hof na hun huyfen fou doen verwecken , be-
n ve^eêmge ndeïe befpottel.jcke voorflell.n-
•gen , die dWr-koninck alle toeltondt , om
met ontijdigh e^^rf««
verbrodden , 1 wekkeen veder , *en^nonr«B,
of den walgh deed fteecken , of «toot nog-
(Wellen , ofln lacchen W*f*%föW%
de Edelman, die hy tot defe bWdrcW^n ge
bruyekte , fchaemde fich over def «
heden , en verklaerde tegens f Onder- KoninCK ,
dar hv teeen fijnen danck fulcks dede, en ver-
Excellentie, hem Afwegen te -1 en
verfchoónen. Hy voerde oock veel andere^ *
denen , die ten deden te pas , en ten de e Ier i met te
pafquamen, toemende feer gKg^Bg
fcapelfche vokk , 't . wekk fich fw g»™
boogh onder deheerfchappy yan hunKonm en
en foo lange fukke fware lalt en .ha dmoe en dn
gen, daer Ie
m
i.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. 155
vvederfpannige Nederlanden , maer oock dc Oo-
fterfche Halve Manen vandeOttomannen , on-
der dc voeten van fijn Majeiteyt fouden hebben
konnen brengen. Nu, vervolghdehy , alles dus
uytgevoerc hebbende , wilde hy fijn oude nerin-
ge wederom aenvangen, en begoft daer overals
rafende , fijn filver-laecken kleederen van fijn
lijf te fcheuien, loopende nu na den Cardinael ,
dan na den Ondei -koninck, om hem fulcks te hel-
pen doen, maerdefe weygerden fulcks, hoewel
hy fich voor hen op de knien wierp. Hiermede
was het alles tencynde, waer over dc Cardinael
) fijn atfcheytnam , en na fijn woninghrcedt, ge-
lijckoockd'Onder-koninck , met Aniello,en dc
j andere vergefelfchapt , die door de ftratenvandc
' Vicaria , en de Annonciata na de marckt reden ,
: al waer Mas Aniello met de anderen affteegh, om
■. fijn Excellentie te geleyden. Op het intreden
van de poort, wierd van alle drie de burchten het
; gefchut geloft, en voorts, latende fijn Excellentie
• i in fijn verblijf , vertrock een yeder na fijnent.
Ongemeen was de blijdtfchap van de geheclc
Stadt, ende het volck van Napels, overdege- DliidfchaP
• wenfchten uytflagh , van dcfe vrede, Dewelcke volckf
1 met alderhande vrcughde teeckenen getoont
wierdt , onder dc vvelcke geduerighlijck de lof van
Aniello , diefe hun befchermer en verlofier noem-
den , overvloedighlijck gehoor t wierdt. Maer
alhoewel de vrede aldus getroffen was , wilde
, Aniello even wel geenfints, dat het volck de wa-
| penen fou afleggen , en waerlijck fulcks was uiet
geheel tegen reden , alfoo de brandt, korts foo
hevigh ontfteecken , foo terftondt , t'eenemael ,
niet konde gelefcht worden. Hy dan ginck voort
fijn gefagh, foo veel , ja meerder als voor heen,
over het volck te voeren , ja Helde fich t'eenemael
als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i c/j Treurige Gefcbiedenis van
als vooeht , ja als Ty ran over de Stade. Eemge
noch verborgene goederen wierden , als vooren ,
celijck oocktenigeBandijten, die fich bYide Je-
füyten verfteecken hadden, even als de andere
onthalft wierden. Maer dere ftrengheytoeffende
hy niet alleen op fijn vyanden, maer oockopiijn
onderdanen , want als eenige van fijn volckuyt
waren , om de goederen van Caefare Lubrano, die ,
in het Cloofter van de Nonnen van het Kruys van i
Lucca , daer twee van deffelfs dochters m waren,
verborgen waren , daer uyt te halen , enop wey-
eerince de poort ondervoet wierpen , en het al-
les dreyghden te vernielen , waer door een van de
Vrouwen van fchrickbyna doodt bleef, viel de
Cardinael,die fulcks ter opren was gekomen,
daer over aen Mas Aniello klachtigh, die terftont
verklaerde , het felve gewelt buyten fijn ordere te
Zijn gefchiet, en daer over terftondt de hooft- U
lieden dede vatten, en openthjek op de marekt |J
tx I de kop voor de voeten leggen. De goederen u
Moedwil evenwel moften uyt het Kloofter, gelijcK ae u
yftuft. Nonnen, vreefende voor meerder gevaer , hem i
defelve gewillighlijck ter handt ftelden.
Een feer ledige faeck «beurde dien fdven
daeh, zijnde Sondagh. Aniello had, op verlies
7afhêtle^n,verbolen, dat yemant buyten fijn :
uvtcedruckt bevel , uyt de Stadt fou gaen. boo
"ï> fdatde Aerts-bhTchop van St. Severma de :
Heer CafFarelli, fichalfdoe te Napels bevinden-
dè, en genootfaeckt zijnde na Calabna, daer fijn t
kerek was, te vertrecken, in kort gewaedt ,
enf^^^
ello feer nauw onderhouden wiert) na het huys
Napelsche Beroerte. 157
Wat is u believen mijn goeden Heer? ugoet verlof
*mijn Heer, antwoorde deBiflchop, om na mijn
}■ Kjrcl^ in Calabria te vertrecken. Hola daer riep l x I J,
/ hUs ^Aniello vier bondert van mijn volcl^ , om den Belacche-
Heer Aerts-biffchopna fijn Kf reikte vergeftlfchappen.]^^h
M bedanck. u [eer-, antwoorde de Birfchop, lek, moet.
ben van metningb over %te te gaen. Over %ee fal u
Etrtv. oocl^gedient worden, vervolghde Aniello,
Voort daer , dat men terfiondt vetrtigh Felucken
cgereedt maeckt, ten dienfi van mijn Har, Die vve-
jnJ'der tot antwoort gaf, het waer niet van nooden,
alfoo hy alrcets met vier voorfien was , die hem
r voor fijn en fijns huysgefindes gebruyek, genoegh
/ waren. Wel wel, feyde Mas Aniello, foo veel
5 als 't u belieft , evenwel kpndt ghy my niet wey geren ,
1 dit faekjken met dubbelde pifioletten naer u te mmen»
I Gevende hem met eenen net fel ve over, en ver-
volgende : Ontfanght mijn Heer defe vier duyfent doh-
\ hele pifloletten , voor nootfaecktlijckheyt vanuwereys,
D'Aerts-biflchop beftondt te lacchen , enbe-
danckende hem voor die gunft, bleef een lange
wijl te weygeren , feggende , de felvc niet van
nooden te hebben : cyndelijck wierdt hy ,gehjck
als met dreygen gedwongen , wilde hy tegen
defen ongebonden fijn hooft niet wagen , vijf
hondert daer van te nemen. Die hem daer op
fchriftelijck verlof gegeven , en omarmt hebben-
de , tot een atfcheydt" feyde : Gaet mijn Heer in
alle fekerheyt.
Korts daer acn komt *er een Ridder van Aver-
fa, uythethuys vanTufo afkomftigh, byhem ,
om over eenige faecken met hem "te handelen ,
die hy , na gegeven verlof, een voet in 't gat gaf ^
met defe woorden : Gaet Heer, ick maecï^ u Prins
van Averfa.
Hy deed dien felven morgen het huys van een
Back-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
tinge van
Aniello,
!<S Treurige Ge fch'tedenis van
ttackfter verbranden , die haer broodt te hchc
«backen had, oock den Abt Jucolo Ametnno ,
beneffens Carlo Vitale , en den-banger Spmtello ,
de hoofden af flaen, als zijnde verwanten van den
Hartoeh van Mataloni , gelijck oock korts daer
aen eenen anderen van Ametranos vrienden.
Hy belafte oock de Vaders der Jeiuytcn, Cer-.
tofinen, Benediftcr Monnicken , en die van den
t y 1 1 1 oliif-bereh, eenige groote fomme van penningen,
W£ ten dienftevan hetvolckop te brengen , hy iet
oock eenige voorname lieden by fich ontbieden ,
en hem vraeende, offe oock den Koninck ee-
trou* Twarel , en fy fulcks verfeeckert hebben Je ,
deed hy hem een gefchrift onderteeckenen , in het
welcke fy beloofden , feeckere fomme gelts op te
brengen , 't wekk hy feyde tedoen , om fi,n be-
loften aen den Cardinael gcdaen , van fijn Maje-
fteyt, een vereeringe van fes Millioenengomste :
fenden , goet te maecken , en fi,n liefde aen , defel-
ve te toonen. Hy verboodt oock , op den hals , .
dat yemandt fich op fijn Franfch, voortaen fo
kleeaen,enveeianderedingcnmeer. Dienfelven
morgen ginck een van fijn befte vrienden Pizzi-
ca?olo genoemt , naer het Paley s toe , opentluck ,
..«» redende , dat Mas Aniello begoft fo; : te worden,
LX IV- lcbb j P:7_:rar0i0 hem eedreycht had, ten
xiachtovet en dat hy rizzicaroio uan y. t jg
fijn fot- waer hy van al dat woeden en branden at liet , dat i
^ hy hem met fijn eygen handen ^^udooden Ln
waerlijckdefemankonhem alleenigh handelen,
diealleenighvanfijnhandenfpijsgenoot,enoock,
een verfeeckering , van hem , voor d C raef van
Converfano krecgh , en hem fi)n goederen en lil-
"der ter haldt dede Hellen Aniello , fandt
noch dien felven morgen den Vader Roih , C o£
geleerde van den Cardinael , aen fijn Excel knue ,
hem biddende laft te willen geven , dat het volck |
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Natelsche Beroerte. 159
e poften ontwapenen tnogh , om dat hy niet lan-
er kon gebieden • en dat hy fich gaerne na Pofi-
ppoof elders, daerhet fijn Excellentie fouge-
i lieven , wilde verwecken. Defe boodtfehap was
1 fijn Excellentie feer aengenaem , die terftondt laft
gaf tot ontwapenen , gelijck oock voorts gefchic-
de , met groote t uft en vr cedfaemheyd , vuur , en
::; andere vreughde-teeckens. Evenwel lietAniel-
) lo niet na , als voren te gebieden , maer fooda-
nigh,dat het kant noch wal rocht,ftnjdige dingen
tegen malkander en alles op een onhebbelijcke
wijfe, daer hem d'Onder-koninck al mede liet
geworden , wel fiende, dat het haeft een eynde
fou moeten nemen, gelijck hy oock hem in fijn
keur liet, of deGalleyen van Genoa gekomen
in de haven fouden ingelaten worden , of nier.
Eyndelijck quam her/gefagh van Mas Aniello Lxv
loo hoogh, dat het hemindeharflenenfteegh , Diebac'r-
'M beginnende alleen , gelijck een fot , te paerdt biijckciijck
-o door de Stadt te rennen, fiaende , doodende , WOIt'
■ vangende, fpannendc en dingen doende, diefot-
ten gewoon zijn te doen. Selfs predickende,
en van den Ondcr-koninck felfs qualijckiprecc-
i kende. Ia hy dreyghde hem felis het hooft te
' fullen doen afflaen. DeKoninck, 'tqecn won-
der was, hield hy noch, in dealderhooghlteach-
tinge, lichtende fijnhoet, en fijn hooft buygen-
de , foo menighmael als hy fijn naem noemde.
Tegen den middagh quameneenigegemeene
borgers by den Cardinael , welckers broeders van
Aniello, tot Hop-lieden gemaeckt, (gelijck hy
lichtehjck foodanige Bevelhebbers , van de al-
derverachtfte maeckte) en nu gevangen , en ter
dood verwefen waren , hem biddende daer in te
willen voorfien. Sijn Eminentie fprack daer
T)ver met Aniello , maer fiende hem hartnec-
kigh,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1 60 Treurige Gefchkdenis van
kigh , verfocht alleen , dat men hun dood tot des
anderen daeghs, wilde uytftellen, alfoo het on-
billijck was , den dagh des Heeren , met bloedt-
vergieten te ontheyligen. Dit wierdt , met veel Ir..','
moeyten , van hem verkregen. En om hem 1-
voorts een weynigh van fulcke bloedige gedach- |".*;
ten af te trecken , ried hy hem , fich een weynigh
na Pofilippo te gaen vermaecken. Defenraedt
nam hyaen, doch op voor waerde, datdeCardi- j
nael met hem fougaen ■ waer op fijn Eminentie
(die fijn gefelfchap niet feer focht) hem badt voor iF'
te willen gaen , belovende aenftonts te volgen.
Na den middagh komt hy aen het Paleys P0™
van den Onder-koninck t'eenemael fonderorde, t
fonder bef, hoet of fwaerd, loopende te voet, 1 br-
even als of hy rafendewas, met een fchoe aen
fijn voeten. Aldus klimt hy de trappen op, jj^
en komt by fijn Eminentie in de kamer, leg- ja-
gende , dat hy eten wilde , dewijle hy van honger #««
fiierf. Sijn Excellentie belaft terftondt , dentf*'
Heer Mas Aniello t'eten voor te fetten, daerop gw
hy : Heen Heer, ick wil dat wy na Pofiltppo gaen ,
cm ows te vermaecken, endaerwat te [amen te eten,
al foo ick voorraedt met my gebracht hebbe ; en deed
met eenen, eenige boots gefellen , met eenige
zee-vruchten voor den dagh komen. Maer
d'Onder-koninck verfchoonde fich , ten belten
hy konde, om fijn onthael te ontgaen, voorge-
vende, fware pijn in het hooft te hebben, ge-
vende oockmet eenen laft, fijn eygenBarck aen
Mas Aniello tekenen, die fich daer terftondt in
fcheepte, met een menighte vanbootsgeleiien ,
vergefelfchapt, met meer als met veertien re-
lucken, vol van alderhande gemeen volck , met
gefangh en alderhande fpeeltuygh, tot lijn ver. m
maeck. Al varende fmeed hy vaft goud en Glver-
k;> I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. t6i
geit in zee, het welck de boots-lieden , om hem
te vermaecken , van de gront opfochten • en hem
weder gaven , *t geen hy hen dan vereerde. Ter-
wij ien at hy in de Barck , of Gondel , met groote l x v i.
fmaeck, van fijn zee-vruchten , en dronck geen vermeer-
kleyntje daertoe, foo dat men feght , dathy , in Jcrtdo°£
ii het heenen wedervaren, over detwaelf CarafFen, Sunck'
i luyvere Lachryma Chrifti, een van de edelfte
wijnen vanltalien, gedroncken heeft , welckers
werekinge wy den volgenden dagh fullen fien.
Hy weder komende, deed een vereeringe, aen
yeder van die hem vergefelfchapt hadden , van
tien maten korens.
Maer dit fpel had geenfins fijn behooilijcke
leden gehad, 'ten ware de vrouw van Mas Aniel-
lo, mede haer deel daer in hadgefpeelt , die te-
kens den middagh, een recht bequametijdt van
yerfoeck , naer het Paleys toe reedt, t'eenemael
in filver-laecken gekleed, vereert met den gou-
den keten en andere koftelijckheden , die haer
door d'Onder-koningin , vereert waren : fy quam lx v 1 1,
in de koftelijcke Bruylofts-karos , van den Har- A/.ieiios
, )togh van Mataloni, diehemaloverdeachtduy- vrl0y bc"
Tent kroonen gekoft liadde; vergefelfchapt met Wonder-
veel Edele vrouwen van haren doen , oock feer koningin,
prachtigh tocgemaeckt , namentlijck , de moeder
en twee fulters, beneffens andere van dat bloet ,
Edele kinderen van Edele viflehers. Mevrouw
Aniello had in haer armen een kleyn jonghsken ,
neef van haren Man, en foon van een van fijne
Doorluchtige fufters.
Komende aen het Paleys, wierdfeontfangen
en gedragen,in de Zetel van de Vrouwe des 3lge-
mecne Vifitadoors van het Rjjck , Don Gio;
Ponze de Leon , en de andere Mevrouwen , in
mdere ftoelen van Groote Vrouwen, opgepaft
L door.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i62 Treurige Gefch'tedenU van
door Hellebardicrs en Edel-joneeren van den
Onder-koninck. Aldus wierdcnfe van de Har-
toeinontfangen, enrijckelijckbegiftight,voor-
namentlijck Madama Aniello , met een Ichoon
Juweel van Diamanten. De Vifitadoor nam a
verfcheyde mael het Edele kindtin de armen, eaê
kufte het eerbiedighlijck. ln*t fcheyden ont-J
moete fy op de trappen den Ridder CofmoFon-
feca , den welcken de moeder van Aniello beUfte
fijn Excellentie te verwittigen, dat haren foonj
niemandt , als Godt en fijn Excellentie , gehoor-I
faemde, dat het hem der halven wilde gelieven ,1
haren foon een weynigh te betoomen , op dat i
hy foo veel quaets niet deed, en aldus gingh den i
geheelen Staet, weder in de Karos, enfoonaerj
hunPaleysop de marekt.
Als Mas Aniello van Pofilippo gekomen was , i
bevandt hy fich foodanigh door de Son en den i
heeten wijn , die hy gedroncken had , verhit , dat :
hy blijckelijck in fuffery en raferny verviel. Hy|
deed terftond den gefeyden Ridder Fonfeca ont-
bieden , en belafte de felve , verfcheyde Tateree-
len'van Marmer toe te ftellen, en die aen ver-
fcheyde oorden op te rechten, in de welcke ftont :
LTV HL Dat MasAniellod'^lmalfi, Overfte enOpper-boo}t
Vordere M f,et nttrwm volcl^van Napels , belaft e , dat men
™ yt niet meer fijnelaft , maer alleen die van ^H^JgJ
Aniello,
i
r7*
ntsifej
filet mur jtjrn mw* , ----- , \ r
van Arcos feu gtkoorfamtn. En foo gingh delei
S°DegvVlgenden dagh verminderde geenfin
fijn dwaefheydt , maer ftelde hem m grooter
hooehmoed , en verhaefte alfoo fijn val , indien
hy de voorfichtigheyd had gehad, op den voor-
gaenden Saterdafh, als de befweringegelchicdt
was, fijn ampt In ftaetaf te leggen, in handen
vao den Onder-koninck te ftellen , en fich weder-
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Na?elschê Beroerte. 163
om gelijck hy wel voorgaf, tot fijn vilTchery
te begeven , men fou hem met recht gedenck-
teeckenen en beelden hebben mogen oprechten :
maer de hooghmoed verblinde hem foodani^h \
dat hy , dien felven dagh , duyfent teeckenen van
de uyterfte dwaefheydt aenrechte , verfeit mee
onverdraeghhjeke wreedheden. Andere fee^en
evenwel , dat hy fijn gebiedt had willen overdra-
gen • maer dit hy daer in, door fijn vrouw en
magen , die al fmaeck in de ftaet begoftén te krij.
gen , verhindert wierd. Andere, die hetfehij-
nen uyt hem felfs gehoort te hebben , feydèfl ,
dat hy fulcks gelaten had , om de wraeck van foo
veel verwoedheydt , door hem gcpleeght , te
minder onderworpen te zijn. Altijdt, het vol-
voeren van fijn gefagh , was het uytvoeren van
ontallijcke dolligheden , die hem den alcemee-
nen haet, van het volck, dat voorhenen van fijn
handen vloogh , op den hals haelden. Als hy in
flaep was , fprongh hy , menighmael , haeftelijck
op , feggende tegen fijn vrouw : Wat (al ick doen,
die Heer van Napels ben , jlapt n ? geen/jnts. T'fa
WAC^er op de been, Uet ons onfe macht gtbruicken.
Hier mede begaf hy fich na de veynfter , firn
wacht geroepen, en die het een of het ander
belaft, om fijn gewelt niet te laten verflenifen.
Wat wonder dan , foo fijn harflênen gekrenckc
wierden < Des Maendaghs vroegh , vertoonde
hy fich op de marekt tepaerdt, en reedt foo na
het Paleys toe , met den degen in de hand , flaende
en quetfende verfcheyde perfoonen , fonder
eenige oorfaeck tet werelt. Dus op hetpleyn
gekomen , wierdt hy ontmoet door een oud Hop-
man , CaefarSpano, van het Regiment van Don
Profper Tuttavilla , die hem verfocht hem fijn
cygen krijghs-licdcn van het felve Regiment te
I* 3 wüieq
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
lo.
1 6x Treurige Gefctoedtm van
willen toevoegen, gelijck men de Duytfchenen
Walen had gedaen : waer op hy antwoorde , ny
fou eaen en nemen die ; maer als d'ander daer
r n y op leyde, dat fulcksnietkondegefchieden , fon-
overda der fijn fchrifteliicke laft , gaf hem Aniello, in
dighcyt het acnfien van fijn knjghs-heden , twee Hagen
van Aniel- ^ roede in 't aengeficht , feggende, lckju-
lafle u , datghy u volck {uit aenvatrden. Met eenen
keerde hy fich weder nadeStadt, daer hem een
ontmoete , die klaeghde ,over een verklicker vaa
het zout , die hem de voorgaende maent , vijf-en-
twintigh fecchinen had afgeparft , waer over
Aniello laft gaf, den felven verklicker den kop
af te fmijten , *t welckaenftondtsgefchiede.
Een ander klaeghde , dat fijn vrouw hem dien
voorgaenden nacht ontvoert was, (hoewel met
haer wil, als zijnde een openbare hoer) gevraegnc
hebbende waer fy was, endeanderhemdeplaets
aenwijfcnde, wierden fy beyde gevangen, den
hoereerder gerabraeckt, en de hoer opgehangen.
Dit wierdt gevolght van veel andere uytfpoor-
lijckheden , en onder anderen, dat hy quam in
des Konincks ftal , de paerden befagh , en feyde
dat defe niet de Koninck, maer yemandt anders
toecmamen, en als men hem feyde , datfe, ïnder
daed den Koninck behoorden, en dat d Heer
CarloCaracciolo, groot Stal- meefter des Rijcks,
daer het opfien over had , feyde hy : Wat CarU*.
wat oroot Stal-mecfler , ickbtn het d^mkt» numant ,
en nam met eenen, foo voor fich , als voor fijn
v rienden , fes van de befte paerden daer nvt , maer
hy was 'er nauwelijcks mede ten halven de
marcta , wanneer hy de felve weder te rugge
fAtEen andere ftreeck toonde hy aen de Vifita-
door, Don Gio PonzedeLeon, wiens goede-
reu
m
m
I m
mm
mm
«ras»
Ni
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
L XXI.
Nieuw
J duchten
van
Na pelsche Beroerte. 165
ren hy uyt de Gaft.huys-kerck van de Francifca- l x x
1 nen liet halen , en na de marckt brengen, doende Belacche-*-
I leggen, dat fulcks gefchiede , in voldoeningh van lijcke ku
) de kuflen, die hy fijn kleyn neefkendesdaeghste a"*™
l voren gegeven had. Hemvorders, belaftehy, ' " '
5 aenftonts, uyt het Rijck te vertrecken, alfooby
I hem niet meer van nooden hadde , en dc Konincks
> dieven genoeghfaem door het vuur geftrafc wa-
l ren; maer dien fel ven avondt land hy de goederen
wederom, daerfe van daengehielt waren. Defe
1 uytfporelijckheden brachten te gelijck verwon-
> deringe en vreefe in het hart van den Onder,
koninck , die, meenende dat alles nu gedaen was ,
beducht voor deferafenden Roelandt , op nieuw v
het Paleys ginck verlaten, en fich na het nieuw dOodct-
t Slot begeven , achtende evenwel noodigh , een ko»il)ci<.
J dapper voornemen aen te vangen , om eenmael
1 1 een eynde , van al defe rafernijen te maecken.
• Na den middagh fandhyeengeftrengelaft, aen
[ Don Ferrante Caracciolo , dat hy , op verbeurte
1 van fijn leven en goederen (om dat hy hem ,
■ : dien morgen ontmoetende , hem geen eer had
laengedaen) terrtond fou komen , en hem open-
: baerlijck op de marckt de voeten kuflen , gelijck
s hy oock een andere bode fand , aen fijn broeder
'IDon Carlo Caracciolo, groot Stal-meefter des
Konincks. De Ridders , op defe boodfehap ,
gaven een voorfichtige antwoort, alsdatfehet
«bevel van Mas Aniello fouden nakomen , macr,
nn tegendeel verfeeckerde fy hunne befte goede-
ren, en begaven fich na d'Onder- koninck, kla-
• !gende over het gewelt enoverlaft, die hen en al
tden Adel gefchiede, en de fnoode kleynachtinge ,
Idie hen allen wierd aengedaen, befluy tende men
tmolt fulck een fchrick-dier uyt de Stadt, ja of
ieerder uyt de werelt helpen. Defe klachten be-
L 3 droefden
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i66 Treurige Gefcb'tedenis van
droefden den Onder-koninck feer , maer wat raed
om defepeft te weren, zijnde de dwingelant met
foo een groote , en, dat het quaetfte is, ver-
beefte menighte geftut en omringde? Terwijl
fy befif h waren , om middelen te beramen ,
fict daer Genovino en Arpaja , die oock, over
den dollen Aniello , bun beklagh quaraen
doen, „
fTT11 D' Eerften klaeghde , dat hy niet alleen
Kcbtcn ' niet meer by hem konde te wegen brengen ,
ov« roaer oock geduerigh in gevaer van lijn leven
Aniello. was ^ dreygende hem Aniello geduerigh den
kop te doen af fmijten, dat fe niet behoefden
te dencken , dat fe met den Hartogh van Ofluna
te doen hadden. Dat Aniello hem oock tot
verfcheyde malen , met fijn ftocksken geliagen
had, zijnde evenwel gedwongen fijn leedtin te
kroppen , op dat hem niets fwaerder mocht
overkomen.
Arpaja klaeghde oock over het baerblijcKe-
lijck gevaer, dit hy alle uren hid te vreefen ,
oock dat hy hem alreeds een kinneback-flagh ge-
geven had. Aldus was yedcr in anghft en vrees ,
fonder evenwel eenigen middel tefien, tot red-
dennen van de faeck , ftaende een troep van
meer als hondert en vijftigh duyfent gewapen-
de mannen onder fijn bevelen , hoewel de meelten
hoop, en voornamentliick de Bevel-hebbers ,
hem , ter oorfaeck van fijn boofen en tyranni-
cen handel, al begoft te haten. Invoegen de
meefte Hop-lieden der Stadt , door raedt van
Genovino , noch des Sondaghs 's avondts by
denOnder-koninck gingen, hem verfekerende ,
dat fe defen handel van Aniello hateden , en hem
niet langer wilden gehoorfamen, maer m alles ,
tep believen van fijn Excellentie ftaen; indien ie
Napelsche Beroerte. 167
fich mochten verfeeckeren hun voor- rechten,
in dien ftaet, daer in fy nu geftelt waren, te
behouden, 't Welck hen fijn Excellentie vafte-
lijck beloofde , gelijck hy dien dagh noch de
felvc met openbare Placcaten deed beveiligen.
Boven delen wierd 'er befloten , dat men weder lx xiii.
een nieuwe vergader ingh , in de Kerck van St. !^1{^C"
Auguftijnfou leggen , om op nieuw den eedtgcnomck
te doen , fonder Mas Aniello daer by te laten
komen , die ondertuflTchen op nieuw , met de
Gondel van d'Onder- koningin , om een fpeel-
reyfe na Pofilippo gefondcn wierdt • gelijck
men orck ten laetften beraemde, dat men Aniello
voor al fijn leven foufoecken gevangen te letten,
overmits men ( ter oor faeck van het goede werck
door hem uytgevoert) tot fijn dood niet ver-
ftaen konde.
OndertuflTchen quam Aniello weder van Po-
filippo, en begaf lichterftondc na de Galeyen
toe, Rellende daer Hop-lieden en Bevel- hebbe-
ren op. Van daer na de marckt , daer hy ten
eerften eenige Hop-lieden dreyghde > den kop af
te fmijten , en onder anderen oock Genovino en
Arpaja, om datfe hem , dien dagh, eeengefel-
fchap hadden gehouden, ja hy dreygnde de ge-
ilede Stad in de brant te ftcecken , om dat fe toen
de eerfte mael fich ongehooi faem , tegens hem
getoont had. Vorders , ter oorfaeck van de
groote hitte die hy gevoelde, fmeet hy fich feiven,
foogekleetalshy was in de Zee, en daer weder
uyt gekomen zijnde,begoft met den degen teflaan,
te fchermen , en fulck een wefen te ftellen , dat
niemandt, oock niet felfs d'Aerts-biflchophem
bevredigen konde , foodat de Hop-lieden van hec
voick gedwongen waren, hem te vatten, in fijn
eygen huys in boeyen te fluyten , en met wachten
L 4 cc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
volfpeclt
het treur
fret.
168 Treurige Gefcbiedenis van
te bewaren. En ondertuirchen felf ter midder-
nacht , en met goet vinden van het volck , namen
de befte burgers de wapenen in handen > voor den
Onder-koninck.
L x x i v. Maer een onverwacht toeval deed veel, tot het
voorval uytfpeekn van dit treurfoel, namentlijck datee-
nen Mar co Vitale > een ftout wacker Ionghman,
en Opper-geheym-fchrijver van MasAniello,des
Dinghfdaeghs morgens vroegh , uyt de nieuwe
burcht , daer hy dien nacht geflapen had , na de
poort van de Chiaia , die daer het dichtfte by was,
gingh, en van daer na de Zee-kant, en de Borgo
della Chiaia, ter werelt niet wetende, van defen
laetften handel , tegen fijn meefter. Hy , daer ge.
komen,fagh het volck in het geweer, en vraeghde
daer over , met verwonderingh en ontfteltenis ,
watdaerdeoorfaeckvan was, en uyt wat macht
en laft fy de wapenen hadden aengenomen. Een
van de Hop lieden antwoorde hem ftoutelijck,
dat fu'cks uyt laft van den Onder-koninck ge-
fchiede. Waer op Vitale dwaeflijck antwoorde :
V ls wel, ickganademarckf > u hooft {aller voor be-
talen. D' Hopman, hoewel over het volck,
floegh de hand aen het geweer, en gaf hem een
vreeflèlijcken fteeck, daer een ander terftond een
kogel by voeghde , foo dat defen ellendige op de
plaets dood bleef ; en terftondt daer omtrent, in
de Kerck van St. Louijs , by de Minder- broeders
in een graf gefmeten wierd. Doch de Burgers
namen hem daer weder uyt , floegen hem den kop
af, fetten 't felveopeen ftaeck, en fleeptenhet
Uchaem door de geheele Stadt heen.
Het was dien dagh de vyerdagh van de Lief-
vrouw van Carmine. lylas Aniello , door goet
Anieiio in geluck uyt de Boeyens geraeckt zijnde, had fich
benauwt- yj de Kerck yan carmjne begeven , al waer hy de
LX XV.
■
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. i69
! \Trry!lt} d/n Cardinael verwachte, die daer
MilTefoudedoen ge ijck jaerlijcks hetgebruyek
was. De Cardmael ter nauwer noodt aen de
poort gekomen zijnde, wierdtvan Aniello ont-
moet , met defe woorden : Doorluchtige Heer, nu
fan tc^datbet vo ck my verlaten en verréden wiU
H foutvelwenfchen^at men defen dagh tot mijn
™™ftj»gb een trtfdïcke oJydinJdeed, L
den Onder- bmnc^foeRjden* en ale de iecht-
M bancksn der Stadt ter eer en van defe LiefvrLt,
m indien tck daer na moet fterven , fal ick. mmündood,
wel vergmoeght yn. lcj^verfoecke voorts dat u»
Eminentie , defen brief, aen den Onder^oninck gè.
•i Inft te doen Uhandigen. Met eenen gaf hy hem
> een brief in , handen. De Cardmael omïrmde
htm, prees fi,n heyligen yver, vaerdighde terftonc
' LCn £ af,n3erh5c Palevs> m« denBrief
. aen den Onder-konmck, en gingh alfoona den
; grooten Alcaer , om de Miflè te fingen , ahoo de
Kerck vol yolcks was. Mas Aniello begaf fich ,
< terfelver ti,d,op een Galderye, met eenCruys!
Cilndefthf dt' en bcval flchvan daer, in de
j goede gunft der gemeente, biddende hem niette
» willen verlaten, aengemerekt het genehy voor
hen gedaen had , verhalende voorts al fijnen
kJ L V ?a Weder H[™<*& te fuffen ,
bcgoft hy al fi;n fauren en mil|repcn te verhalen ,
: en een deel belachehjcke, ja ergerlijcke redenen
\ voor den dagh te brengen, foo dat hy van fijn Lijf-
! «£hr ACnten ■ W!erdr- Sc,f de CaVdinicl
mocht defelve niet langer aenhooren, maer gaf
: laft, aen eenige geeftelijcken hem van boven te
I doen komen Hy nu om laegh zijnde , met wil
of tegen wil , viel voorts aen de voeten van den
Cardinael , hem biddende fijn Godts- geleerde na
den Onder.koninck te willen fenden , om fijn Ex.
L 5 cellentie
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuestLLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Tttmige Gefcbiedtmt vm
celkntie, uyt fijnen naem, de opperfte macht
ov ?te geven. }t Welck hem fijn E.mnent.e be-
foofde te fullen doen , en deed hem voorts m de
lUep-kamet brengen, om hem te doen verklee-
S dewijl hyfeerbefweet was, enmeteenen,
een weynigh te doen rullen .begevende fi)n Emi-
nentie fich vorder weder na fijn Paleys. . IK,
Mas AnieUo, ondertuflehen, verkleed z.)nde, L.
gingh ineen Zael, uyt eenveynfter eggen, dat
op Ie Zee uyt komt , om de lucht te vatten , wan-
neer eenigeWUoedrge Edel-heden , hen ,
vereefelfchapt met eenige van de Gemeente, ,
ovefquamen. Defe eerlt in de Kerckvan Car-
mine gekomen zijnde , begolten te roepen ,Lmgb
tfS^rUM, gi/ghde voorfeyde fc
Sn te eemoet, feggende: So«fcg*y ,
A OP woorden V
v êt fchoten gebracht wierden , van v.er eed-
kanten, glnoemt Salvadore, , Carlo Cm -
lm A ntreio Ard zzone , en Andre Karna , aic i
moort
vort.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Dl
s
Napelsche Beroerte. 171
;duyfent zielen vervult was , en van daer op de
fimarckc , roepende geitadigh : Langb leve de
mine \ van Spang jen , en dat niemandt , onder firaffc
wan wederfpannigbeydt , den naem van Mas Aniello
meer noeme , Mas ^Aniello is doodt. En met eenen
doende eenige fchoten, hoewel met loos kruyt ,
üverfchricktenfe,in fulcker voegen, dat gemeene
ovolcksken, dat, korts te voren , alles dede be-
sven, dat, fiende hun Hooft dood, d'een hier,
'ander daer, om een goet heen komen fagh,
ónder de minfte moed te hebben , om eenige
^wederftand te bieden. Soo dat fy , onverhindert , lxxviii.
de Stadt, met dit hooft mochten doorwandelen • Si»n. hooft
*%erwijl de jongers fijn lichaem door al deftraten ^ishaa-111
heen en weder fieepten , ontfangende kuflen , dclt.*0"
omhelfingen , zegeningen en geit , van die ge-
ne , die met den grootften haet , op den dooden
ontfteecken waren. Voornamentlijck, die van
den Adel , die, op de eertte tijdingh van fijn dood,
fich weder uy t den huys begaven , en te paert na
'het Paleys van den Onder-koninck renden - die,
van blijdfchap buyten fich felven , een yeder
wel onthelde. Geliick oock de Cardinael , foo
haeft hy de tijding, met als hy te huys quam , ont-
vangen had , fich aenftonts, na den Onder-koninck
begaf , om hem geluck te wenfehen. Dietcr-
ftond geftrenge laft gaf, dat alle Hop-lieden der
. ijcken , met hun volck , in de wapenen komen
ouden ; en op verlies van het leven, niemant ge-
oorfamen dan hem. Oock wierd 'er laft gegeven, L* * ix.
m fijn medeaanders,als oock fijn vrouw,fufters, ma*
en andere magen van defelvete vangen. En om gen,8
dat fijn broeder Matheo, met eenigh volck na
Benevente getogen was , om te fien of hy den
Hartogh van Mataloni kondein handen krijgen,
wierd hem terftondc een grooten hoop volcks
achter
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LX X X.
Doch we-
der ontfla-
gen.
L X X X I.
Sijn gcfcl-
len ge-
dood.
LXXXII.
Verandei-
lijckheyt
van het
volck.
I y i Treurige Gefcbiedenis van
achter acn gefonden, foo te voet als tepaerdt,
die hem haeft kregen, en binnen Napels brach- '.;
ten , daer hy mede op het Slot gevangen wierd
gebracht , hoewel fe alle daer na , om het voicki "
Te bevredigen, weder in vryheyd geftelt wier-i-
den 1
Óver defe verioffinge wierden openbare danck; i
fegginge, gedaen , en het Te Deur» gefwgen. Na I
hét welcke fich d'Onder-koninck na de marekti1
begaf, daer hy opnieuw, met trompetten, heer
onderhouden van gemelde voor-rechten dedel
verkondigen, 'twelck met groote bhjdfchap ent:
geroep van, Uvt Uvty &c. aengenomen enbe-5
Int woord wierd. Hier op wierden de winckelll
weder geopent , Duytfche en Spaenfche knjghs-i
lieden namen de wapenen weder aen , en huril
wacht-huyfen door deStadtin, met verdubbe-j<
linee van de bewaerders van het Paleys. Mee^
de broeder van Mas Aniello , wierd oock fim«
moeder gevangen gebracht, enby dereft gelet .1
Tïy dL de^Stadt geleydt wierden, nep hei J
volck : Genade , genade , voor Mevrouw , de HartogM*
van Snoeckenhrfr. Men bracht oock vier hoof- 1
den van Anielfos gefellen mede , die fich niet
hadden willen gevangen geven.
Aldus eyndilhde het Teven , en met het leven i
de heerfchappy van Tomafo Aniello , verwon-
d^jck vooHe gantfche werelt : ,a een verJ
baeftheydt voor de toekomende eeuwen Hoe
nu de onluften weder begonnen zi,n , ^nwy
op het alderkortfte verhalen ..M^^J-
ten wv weten,datdeveranderlijck^ydtderge-l
moeien , in het volck nnMM^
was , dat fy Mas Amello wederom foo feerbe-
goftên te beminnen na fijn .doodt , als Tv Miemt ■
korts voor de fclvegchaet hadden. Tot bewns
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ft
Napelsche Beroerte. i7j
'an het felve deden fy fijn lichaem , met het hooft
irederom vereenight, op het alderheerlijcklle ,
erfelt met al de Geeftelijcken van deStadt, en
lenighte van krijghs lieden , en ontallijke andere
oigers, in ongemeene ftatien in de Kcrck van
eCarmine begraven.
Aldus fcheen dit vuur wel gedooften uytge-
i ublufcht te zijn , maer , eylaes ! de verborgene
rfvoncken van haet, verweckten wederom in het
isorc nieuwe vlammen. Sommige van den Adel ,
Tuften den handel van het volckophet alderaf-
unltighfte uyt te meten , en de Gemeente in fulc-
er voegen hatelijck te maecken , dat, eenige der
iorgers , komende in het Paleys , om over defe
aeck met fijn Excellentie te fpreecken, op het
ronvoorhenfte , met fchieten , van des Onder-
^onincks volck befprongen wierden • wacr over
fy fich op nieuw genoodfaeckt fagen, de wape-
nen weder in handen te nemen , gelijck oock,
mtrent den een-en-twintighften van Auguftus ,
^efchiede, behoudende evenwel hun oude geioep,
wan goetwilligheydt voor den Koninck. Echter
- ierdt defe onluft weder, door goet beleydt
in den Onder-koninck , en fijne Raden, als
mede den yver van den Cardinael Filomarini
<bygeleght , en op nieuw in de Kerck van Santa
Barbara, ftaende binnen de Nieuwe Burgh, den
.eed wederzijdts gedaen. Zijnde niet anders
" .^verwacht , als de beveftigingh van fijn Ko-
nincklijcke Majefteyt , dewelcke, volgens het
belluyt op den eet ften dagh van O&ober , aldaer
rmoft zijn. En in der waerheydt , op dien fel ven
«dagh, ontftondt'er een gerucht, dat fijn Hoog.
;heydt, Don Jan van Ooftenrijck, loon van ge-
feyde Majefteyt , met een Konincklijcke macht en
Scheeps- vloot , in de haven der Stadt quam , waer
over
lxxxiil
Nieuwe
beroerte»
LXXXIV,
>Veder by-
gcleght.
LXXXV.
Aenkomft
van Don
Ian van
Ooften-
rijck,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LXXXVI.
Napcis in-
«nomen
en bcfcho-
tciu
LXXXVII.
Kort
verhael
van den
uytflagh.
174 Treurige Gefchiedenisvan
over deGemeente met alle gewelt te famenliep,j<J
vol begeerte, om fulck een aenfienhjck VorftJ
nvt hunnen Koninck gefproten , te fien. En c
als men al van dagh totdagh verwachte, dat :
fulcks fou gefchieden , wierd 'er eyndelijck verg*
toont, dat fijne Hoogheydt geenfints genegen
was te landen , voor en al eer het getrouwe
volck van Napels fijn wapenen foude hebben
neder eeleght, die terftondt oock , volgens het
bevel, inde wapên-huyfen wech gebracht wiei|j
den, al hoewel fulcks ftreed, met de vryheydt ,
dewelcke hen was toegeftaen ; foodat men, des
Saterdaghs 's morgens , de vijfde van de vooriey-
demaent, eeenmenfehen meer ge wapent, maer
alles in goede ruft en ftilte fagh. En terwnPji
nu veder verlanghde,om den Vorft te uen,
wierdc de Stadt, opdenmiddagh, vandes Ko-
nincks krijghs-volclc met gewelt mg^omen,
het welck, niet, fonder veel ongeregelt heden,
pionderen , en vrou wen-fchenden toeginck , wan-
neer men oock de Stadt, met meer als drie duy-
fent ftuckengefchuts, foo van de drie Cafteelen ,
als uyt veertigh fchepen en galeyen begott te
befchieten , foS dat die peerel van Europa , t ee-
nemael over hoop fcheen te fullen vallen.
Hier door wierdt het volck op nieuw gedwon-
gen , fich in de wapenen te begeven- Hoevor-
Ls het volck van Napels , Gcfi onder het be ey t
vandenPrincevan Mafo, fich tegens deSpaen-
fche wapenen, dapperlijck, heeft befchermt y
onderhandelinge^het félve volck, na der handt
met den Hartogh van Guife en de £anfche Mi-
nifters en Stacfts dienaers heeft gehadt , tgeei i
IndreaPaulucci, ^ een handt daerin heb^
den hals gekoftheeft: oock hoe Don Giovan
Sergio Sanfeiice , Vader van Don Lucio Sanfeh-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Napelsche Beroerte. i7$
ce, fichlangh in een Kloofter, daer fijn broeder
:< Prior in was , verborgen gebleven zijnde , en na-
:3Jderhandc uytgaende ,<van de Napelfche Vrouwen
jjgevat, en met een ftiletom het leven gebracht
vwierdt, hoe daer na den Hartoghvan Guifede
xbefchermingh, van het Napelfche volck aenge-
• it nomen , en het felve verdedight heeft , tot dat het
>f door de Spaenfche macht gedwongen , fich na
r;:*Jeen algemeene vergifTenis , in handen der Span-
•igiaerden, heeft moeten overgeven. Mede hoe
de felve Hartogh van Guife, meenende weder na
- ^Rorne te vluchten , onderwegen achter haelt , en
.. y. eerft op Gajet a,en daer na in Spanien gevanckelijk
gevoei t is geweeft ; lijdt de beknoptheyt van dit
•-ra tegenwoordige werek , geenfints, breeder te
•m\ verhalen , ons te vreden houdende het gebiedt van
tien dagen, van onfen Mas Aniello, omftande-
• i hjck voor oogen te hebben geftelt , wijfende voor
v;. de reftden Lefcr,tothet wijtloopigh verhael ,
töfltvoordefen, door ons, uyt de Italiaenfche tale
' vertaelt, en in diuck uyt gegeven, daer al de
> volgenden handel , dienende meer toe voldoenin-
ge van den Lefer , als tot onfe vereyfehteftoffe op
: >d het alderbrcetite wort vei haelt. Het fy ons dan Lxxxvm
genoegh, te hebben aengewcfen , datter
dferny kan gevonden noch bedacht worden, datbewic"dt
.-ji een machtigh volck , genoopt door lallen , en op- IZtoT *
geruyt door ftaet-fotckende en wraeckgieri^e ctvaienc
menfehen , niet foude ter handt fiaen : oock hoe S^3"1^
gevaerlijck fwaer bewindt van ftaet , in een onder-
werpfel, dat , ontbloot van ervarentheyt en het
heerfclien ongewoon , en dien volgende fich fel-
ven niet machtigh is , vallende , gemeenlijck met
dat fwacke fteunfel te gronde komt te ftorten , en
dat de hooge Majefteyt en Aehtbaerheyt , hoe
leer bekdighc en gedrongen , en door de woeden-
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
17$ Treurige Gefchtedenis vm
de racnighten aengetaft , evenwel gemeenli jck het I
hooft weder boven fteeckt, voornamentlijck,daer i
eenloofeenbefcheydenevoortganck, of immers I
ftantvaftige en befette tegenbiedmge , de woeden-
de voorbarigheyt weet te verydelen. Wyfullen i
ons dan tot andere ftoffe , miffchienfoo wonder- 4
lijck niet, ten minftenniet veel minbloedigh als i,
defc, keeren.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
MELECK BAHAMANfT
Konwcl^van Larry loon,
En Andere.
INHOUDT.
i.
Tgcnfchap van de deught. II. Gelegentheyt van
htt Rijckvan Bahaman. III. Toclegh van Abba*
"geus kern. I V. Toeft el van Bahaman tot tegenweer.
V. Bcdrtegery van den Perftaen. VI. Verlockt Baha-
\tnan. VII. Bcfchcyuenhe yt van fijn kinderen,
i VI II. Helft den Perftaen aen V vonden. IX. Muy-
' ten der Perftanen. X. Geveynftheyt van den Perftaen.
* XI. Bedrieght de kjnderen van Bahaman. XII. Doodt
. van Bahaman en {tjn kinderen XIII. Droevtgh treur-
\fpel van de kinderen van Abba*. X I V. Vcorftchtig-
xheytvan Codobanda. XV. Sijns Vaders afgun ff te-
lgen hem. ■- X V I. Codobanda verltcft op een Arabtfche
'Vorftm. XVII. Mogar opvoeder van Codobanda u]ort
tverwurght. XVIII. V Geen Codobanda tot raferny
tver-weckj. XIX. Abba* doet fijn boon de oogen uyt-
'fteecken. XX. Fatyma/ecr vr.n Abba* bemint . XXI. Wort
ivanhaer Vader Aen hals omgedraeyt. XXII. Codo-
t banda vergeeft ftlh Jeli ou
V. Geschiedenis.
Sj^|^J**jp*|§ Oodanigh is de fchoonheydt en
• SLéIflC^)lr bevallijckheydt van de deught, i.
dat fy fonder eenige vergier- Eygci
felen van konft of van de naru- £ch'P •■
;^@»3» re, fich felven beminnelijck dc dcughu
maeckt , felf in onfe bitterfte
vyanden word de dapperheydc
lengebeden , en de alderwoedenfte ftraf- gierig-
'gen-
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
17 % tnmige Gefcbiedetiis van
hevdt, ontvalt het moordt- geweer , wanneer de
deueht fich vertoont, in de oogen van de woe-
dende wraeck. Dit is de regel van wegen de
deueht omtrent de deu:ght-licvende, gelijckelc- .
ke hoedanigheden te lichter door huns gehjeken i
oetrocken "worden: tmer anders is het geftelt, «
met die gene , die de natuer van dit koftelijck:'
juweel berooft heeft. Defe, als woedende te- ...
qens de vreckheydt van defe moeder, (oeckenm
anderen te verdelgen, hetgeen fy 'in fich fel ven :
niet vinden , om in hen niet te fien blmcken ,
'cgeen de aengeborene boosaerdigheydt in hun >
hartuytgedooft heeft.
Boven op het geberghte Taurus heerlchte
vooreenige jaren , een Vorft , Meleck Bahaman
cenoemt ^ fpreydende fijn heerfchappy uyt , over
meniphte van bergen endalen, foo over GelacK *
als over Taurus , een Koninck, die , al hoewel hy <
als in het midden van de locht, fijn gebied voer-
de, nochtans met feer groote moeyten, gedue-,
riehUjck tegens den Tartaer en Perfiaen , lijna
1 1 cebiedt genoodfaeckt was te befchermen. Soo- «
edegJm- oWh evenwel was fijn geluck, kloeckheydt cw
heyt Van ^eieydt . en foodanigh hun onderlinge eendracht:
!!" Rl'ck ( door welcke welftand kleyne dingen groot wor-i
lïaharnan, fcnl dat hy , in weerwil van al fijner vyandeoj
qucll ingen , altoos even onbewogen ,gelijck een
fcrckc?ots in het midden der baren , bleef. Heb-
bende het genoegen , den onderganck van veel
fijner vyanSen te fien , fich ondertuffchen tevre-f
den Rellende, hetgeen hem fijn Voorfaten had-
den naergelaten te bewaren, en fijn grauwe hay
ren, omtrent de welftand van fijn onderdanen
uy tgefiooft ; met ruft en vrede , in fijn graf te late
^Soodanigh waren de gedachten van Bahama
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Mheck Bahaman. 179
maer heel anders die van Sha Abbas, Koninck
van Feriien, die , wederkeerende van fiinover-
Winiuoge van Mozendram , na dat hy Shalky
Mirza, loon van den Koninck Abdalla Cawn,
lijn huys galt of gevangen gemaeckt had , na het
3 gcbenjhte den Taurus opfagh , en ophende , oor-
deelde , dat de hoogheydt van dit geboui der
mture, fijn groocmocdigheydt te na gingh 5 en
dat dcfe lucht. woninghnieroandi voorïjnwape-
:• nen behoorde te bejrijen , d.e fijn opper-macht II li
j in de wcegh was 5 fonder na eenigh recht of bil- TocIe?h
lifckhcyd te vragen , maer aclitende , ld tauius™ A,kbas
: Maer even wel om de werelt over fijn aenVangh
eenige yoldoeningh te geven, mofthy een deck-
mantel foecken. Hy leydt hem te laft, dathy '
van üjn hooge woninge , fijn twee Koninckrijc-
■ ken van Media cn Mozendram , met ftroopen ,
berooven van de Caravanen , verlocken van hun
■<Sude-wormen, laftigh valt,en voorts fijnen voort-
igangh na de Cafpilche zee mcrckelijck verhin-
dert , oock verfcheyde rivieren , die van den
bergh Taurus hun oorfpronck hebben, en Hyr-
cama en Shervan bevochtigen , (fonder welcke
zegen dcfe twee gcwtüenellendigh en on vrucht- '
baer worden) a nevelt.
Meleck Bahaman geeft Abbas kort bericht,
en geeft hem loodanigevoldoeninge, als hy oor-
deelde genoeghfaem te zijn, om een billiick Vorft
te vreden te Keilen, Maer Abbas , die het war- 1 v
ren iocht , lact iich door geen reden ftülen , maer lW
oeliuyt , daer kome af dat wil , defen onfchuldieen va" Baha'
►Vorft denoorlogh aen te doen , en belaft Met hï. KSJaÜ
t.ulibegh, met een heyr van Coofelbafhaws fijn
voornemen uyt te voeren, met laft, niet als zegen-
pralende , van het gebergte weder te keeren.
M z ' Dit
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
tiemke Gcfcbiedemt van
Dicwierdt gcenfints foo heynaelijckbeftelt,
„f d-ourte Bahaman wierdt daer heymehjck van
° waerfthouwt. Het ontftelde hem , >n het be-
^ niet wevnieh , te meer om dat fijn ouderdom
m e'r ruft X ooriogh begeerde en wenfch.e
Maer op dat fijn onderdanen volgens fijn
voorbeeld, den moed niet fouden laten facken,
werpt hy fijn bekommernis van fich, en geleek
Ten gemeen Vader .beforght fijnen 6)»?volcta
behoudenis, met toeftel van wapenen en lijt-tocht
vo"? langen tijde te beforgen , fijn plae s, foo
veel mo«Ujck was, te verftereken , fonder yets
n?te laten , dat hem d-eer-naem van een belorght
S i |h man konde geven. In yeder plagde
eenile cegen-weer vermoght te bieden, beitelde
hv noodle befettinge , ontb.ootende vorders ,
aUe XetTen, daer de vyand door molt, van alle
nootSckeHickheydt , om he-ingeenen dee n
hulp of verfterckmgh te geven. Als d t nu al es
Eèforght was, befluyt hy fich lelver ifijn Kon n-
„in iwee fonen , en tienduyfent kloecKeman-
„ n SfiTo Hooftlplaets op, daer hy meende voo
al het sewelt van den vyand vry te zijn. ue
Pe fi enlïhe Veld-heer onderruflehen begeeft
fich më d rt,gh duyfent mannen het geberghte
no maer vindt op den eerften aenvangh den wegh
foPo moe^e ijck en gevaerl, jek , door de men.ghte
van Pijlen en fteenen , die op hem en fijn volck ha-
Sn dat fy niet willen waer fich tebergen , en
fen veder omyfaghna gelegentheyt , om vaerdiget
weder af te dalen , als fy opgeklommen waren.
Mat MethicuHbegh .«jderhoudt hen, e be
l„l„en beloften, van rijeke vergeldinge, ltelt ucn
ïoor aen , en vo gens in het meefte gevaer , invoe-
gen hy, lenigt «eto^^
ïterekte van Bahaman neder liaet. ^
h.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
M ïuci: Bahaman. 181
Hoe hy defe fterckte meerder befagh , hoe hem
de hoop , om die te vermeefteren , kleynder
wierdt ; alfoo haer gelegemheyt foodanigh waer,
dac felfs het naerderen niet fonder groot gevaer
was : hy was wel voorfien van kleyn en groot
gefchut , maer alles was vergeefs en ydel , om foo
een tterekte te dwingen en te verfetten. Na
dit hy nu eenigen tijdt alles gedaen had dat lilt
en wapenen vermochten , cn geen voordeel op
de veftmge te behalen fagh , bcfluyt hy het voiïè-
vel over den leeuwen huyttetrecken. Hyver-
foeckt dan , met de belegerde , in gefpreck te mo- v.
gen komen, het welcke hem toegeltaen zijnde, Bedrieger/
befpringht hy denVorft, met duyfent verklarin- ™n dcn
gen, van fijndiafte vriendfehapengenegenthc-
den , en om (ulcks te beter te beveiligen , vereert
den ouden Koninck met keur van koftelijcke Tul-
banden , Rocken , Paerlen , en diergelijcke kofte-
lijckheden , hoewel flecht genoegh , om tot een
aefch voor een geheel Konincknjck te dienen,
biddende hem met eenen , by hem beneden te ko-
men, en fijn deel aen een koltehjcke maeltijdt,
die hy hem had toebereyd , te nemen. S werende
hooghlijck by Mortus Xllij , hec hooft van Shaw
Abbas , by het Paradijs , by de acht doorluchtige
Hemel-ronden, en diergelijcke eeden meer , dac
hy Konincklijckontfjngen, en niet beledightfal
worden , komen en gaen , foo en wanneer het hem
fal believen, feggende tot defe noodiginge alleen
bewogen te zijn, door de goede genegentheydt,
dewelcke hy hem toedroegh, en de hoop, om
door defe by een-komft, te beter met hem over.
een tefullen komen.
De vreedfame Koninck, onervaren in oorloghs .v \
liften , laet defen angel doorgaen , en ftelt geloof, BahamM.
in het foetelijck fluyten , van delen loofen voge-
M i laer.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
*l82 Treurige Gcfcbiedenis van
laef. Sijn Koningin en kinderen poogen hem
fulcks te ontraden, by brengende, verfcheyden
voorbeelden van hun trouwloof heyt , maer noch
defe redenen, noch de tranen en gebeden van fijn
Kiphs-lieden , belovende 'het , met hem , tot den
aiderlaetften man , uyt te houwden , waren ge-
noeghfaem , om fijn vaftgeftelde wil , en volgens
fijnuyterfte ongeval te verhoeden. Hy dan be-
geeft fichna omlaegh, en vindt defen Grocodil
vaerdigh, met de tranen in deoogen, om hem
op het alder vriendelickfte teontfangen,maer
geeft hem n3 een korte maeltijdt een yferen bedt >
. ibnder op eer , beloften of trouw te fien.
Terwijl defen ouden Bahaman fijn licht geloo-
vigheyt te laet befchreyt, fendt de.trouwloofe
Velt-heer, een brief aen de fonen , die hen, op
de punt vaneen fpiets , behandight wordt , in de
welcke hy hen verfocht , indienle hun Vaders be-
houdenis een eynde van den oorlogh , vrede en
vriendtfehap met Abbas ,en huneygen grootheyt
begeren, datfe omlaegh by hem fouden komen ,
en lbo niet , datfe noch het een noch het ander fou-
den te wachten hebben , maer wel in tegendeel
hun uy terfte verderf mochten te gemoet fien.
Natuur verrijekt den menlch , met een rede-
lijcke vernuft , dc tijdt met kennis en ondervin-
Eefchey* ^inge » en daerom de^e 1 wee Vorften geenfints op
deohcy t al het fnoicken , van defen bedrieger , acht flaen-
van lijn de , vermengen loof heyten wijf heyt onder een ,
kinderen, eu werpen defen gntwoort tot hem neder : Sy wil-
den wel gelooven dat by een eerlijcl^ Man waf „ en
ficb felven in alle beboorlicklwt laten vinden , indien
by bun Vader den Koninc^wildevry flellen, en weder
tot ben laten op kpmen> anders mocht by ben te recht ,
voor dwafen en kinderen achten, indien fe bem geloof -
den , na dat by foo trouwloofl^mtt hun Vader bad
geban-
Meleck Baham an, 18$
gebandelt, andere voldoeninge kpnden fy hem voor dien
tijdt niet geven. Hier voegbdenfe by , dat des Kjj*
nincks van Perfias ongegronde opgeblafentheyt , noyt
geluckjgb fou kotwen fyn, en al hoewel hy al over lange
den naem van een tvraden dwingeland gidrage had, dat
hy nu noch veel meer, door de je ongerechttghiyt,voor
al de werelt ficb ten toon flelde-, waardoor gthtd Afu
hem verachten, en de gantfche wivelt verjoeyen fou,
Als ten onver [addijck Vorjï , die foo veel vruchtbare
landen endtr fijn gebiedt hebbende , evenwel geen ruft
konde nemen , fonder een volcl^ , dat htm in bet minjle
noch het meefte heledïght , t' onder te brengen , en een
Kjmirxl^te verderven, wiens Voor fattn meer teuwtn,
Larrij loon, als de nakomelingen van lfmatl Per/ien
beftiert hadden, pijnde dit daer -en- boven een foo kpu-
den geweft , dat hy daer mede niet anders als etnbloo-
Un naem fou kpnnen winnen,
Defe woorden , die de hooghmoet van Abbas
fchenen te bepalen, verbitterden des te meerder
de boofheydt van den trouwloofen , die hen dan
ten laetften verfoeckc , het vermaeck te willen ne-
men, van hun Vader te fien het hooft aftfaen.
Sy antwoorden , hy magh doen wat hem goet v 1 1 r-
magh duncken , doch dat hy heeft te gedencken , p/rfac„
dat volgens hunnen Alcoran, moortniet te ver- oen twoc-
foenen is. De Veld-overtte fiende al fijn voor- den,
fiagen tevergeefs , en fich felven, daer hy waen-
de te bedriegen, in fijn eygen meeninge bedro-
gen, verkeert fijn boof heyd weer in raferny , en
beftormtde Butght op nieuw , maer wel bef pion-
gen wel verweert • dit fijn woeden kofte een
groote menighte van Coofel BalTes het leven,
foo door't gelchut gedoodt , als door het werpen
der fteenen verplettert \ foo dat daer door een al- 1 1.
gemeynen oproer onder hen ontftond , roepende Jf[?£ï!
eenftemmigh , Sy wildtn wedergeren , terwijl fy fiansn.
M 4 kpftwy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1 8 4 Treurige Gefcbiedenis van
koftcn, en niet langer als met het hooft tegens de wanjv
loopen\ fy )Agm ™aer *l *e wtl > daf al bm P°«g<» b
te vergeefs was, en kpnden hun Itven in andere dienjien II
voor hunnen Kjmincl^ beter hefteden , het %y tegen s den t1
Turck, of lndiaen. Hier vand fich de Veld-overfteji
van wederzijden, metdoodelijckebedenckingerVf!
befpiongen. Eerftelijck , de Sterckte te verove-f
ren , fcheen hemonmooghlijck, en fonder overal
winningh weder te keeren, fou hem ongetwijffelc )
fijn hooft kotten gelijck hem Terrat Cawn, I
OUverdi Cawn , Kurchichy Cawn , en andere I
brave Veld-overften, levende, of, om beter te feg- 1
gen , doode voorbeelden daer van verftreckten.
x< Hier bedacht hy weer een andere lift , en ont- •
Geveynft- flaet Bahamavanfijngevanckenis , biddende hem I
met gebogene knien vergiffenis af , van defe hem I
aengedane mif handehnge , verklarende alles, al-I
hcyd van
den Per
fiaen.
leen om fijn lijdfaemheydt te beproeven , en daer Iwiö?
van by den Koninck te konnen getuygen,gedaen te | p p
hebben : wat hem belanghde, Abbas had hem Ikas •
de keure gegeven , in het belegh te volharden , of I «?■ t
te ruege te keeren, maer hy (oude met beter |ïr
vreugnt en genoegen opbreecken en vertrecken, pe
indien hy alleenigh het geluck mocht genieten » |W<~
van fijn fonen te fien, welckers kloeckmoedige raès'
dapperheyd, hem indegrootfte verwonderingh Nftt-
ter werelt had geftelt; doch indien fy eenige voor- |»>
waerden van verdragh konden beramen , ach wat |i -
vreughde fou dat in fijn herte zijn ! en hoe nauw h »,
fou hem fulcks tot fijnvriendfehapendienft ver- "
binden !
Bahaman vindt fich ten hooghften verheught i*.;
door defe liftige Syrene> noy t was eenigh konftigh
gefangh of fnaren-fpel , aengenameraenyeroands
ooren, als defevleyende taelaen de fijne. Wat
valt 'er veel te feggen , hy foo onlanghs noch be-
drogen j
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ciüion
'.?{,>*
11 ï
m
Meleck Bah a man. 185
drogen , geeft opeen nieuw den valfchen bedrie-
ger geloof. Hy vaerdight een feer vriendelijc- xr^
leenbrief, aenfijnfonenaf, en verkrijghc verlof , Bedrieght
om van verre hen devreughtvanfijnverloffinghdekindc-
te laten aenfehouwen. Een fchelmfche bode SJISn,
levert hen huns Vaders brief over , en verley t de
goedaerdige Vorften, door fulck een pronck van
woorden,datfe ten laetften fijn verfoeck toeftaen ,
te metr, allbofe niet gaerne fulck een nabuur,
als Shah Abbas was , wilden verbitteren ; de
Koningin hun moeder felfsontraedt het hen niet,
maer wel d„ knjghs-lieden, die hen welopent-
lijck hun ongetwijfFelde ondergangh fpelden.
Maer dit was vergeefs, fy dalen af, fteunendeop
de trouwloofe trouw van den Velt-heer, die fijn
blijdfchap op hun komft , niet konde matigen.
Hy bracht hen terftond by hun Vader , tuflehen
dewelcke en hen veel teeckenen van liefde om-
gingen. De Veldt-heer vereert hen met een
koftelijck bancket, doch het welckehunlaetfte
was; want terwijl fy fich felvenvaft verheugh-
den en vrolijck maeckten, geeft de Perfiaenhet
teecken , waer op terltond drie CoofelbafTes voor X 1 1.
komen gefprongen,die met hun fcherpe houwers, P?od *an
defe drie Vorften het hooft afflaen, en dttmeeSftT
fulck een vaerdigheyd , dat het werek befchickt ónderen,
was, aleerhetyemandgewaerwierd. Hierop,
al eer dit ltuck wereks verfpreytwierd, fendhy
het zegel der doode Vorften na boven, en doet
door kracht van het fel ve , de plaets in fijn handen
overgeven, gaende de befettelingen ten deelen
vry , en ten deelen in hun dood.
Het leven van de Konincklijcke Weduwe
wierd gefpaert, doch die haer uyterfte ongeval ,
en man, en kinderloofheydt niet langh overleeft
heeft. En aldus geraeckte dit altoos vrye volck
M 5 in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ï %6 Treurige Gefchiedenis van
in ttaverny der Perttanen . feeckerlijck een voor-
beeldt, waer uyc yedergenoeghteleerenheett,
hoe wcynigh geloofs men het fraeecken vantijn
vyandt te geven heeft. Waer lijck een bitter woe-
den , op eerwaerde dapperheyt,en hchtgelooven-
de onnoofelheyt \ maer wat foudedienaerbeter I
als de meefter zijn , wiens ongebonden wreedt- F
heydt niemand , ja felfs fijn eygen bloedt niet ont-
fien heeft, welck verhael wy, tot nut en ver.
maeck (indien anders fukke voorbeelden mee
meer fchrick als vermaeck toebrengen , ten kort-
ften willen mede deelen; als eenvanontalhjcke
andere ftalen , van uytgefochte boof heyt.
Abbas had by verfcheyde vrouwen verfcheyde
Ptocvigh kinderen,die hy metgrootekofte enmoeytenen
treur.fpd forge opbracht. De aenfienlijckfte , en van de
van de kin- cr00tfte hoope, waren Ifmael,Sophy Myrza,Co-
Abb«a° dobanda Sultan, enEmangolij, vier uytgelefenc
brave Vorften • de twee eertte had hy by Gordina,
dochter van Siraon Cawn.de twee laettte by Mar-
tha,dochter van Scander Myrza , beyde Georgi-
aenfche Chriften vrouwen, gewonnen. De eertte
Ionckvrouvv was van daer door Kurchilu Cawn ,
en de andere door Shaw Tamas Codlubeg , bey-
de Perfianen , en gunftelingen des Komncks,
sebracht. Door defe twee vrouwen, dewelcke
uytfteeckende fchoon, door defe twee vrienden ,
die hem uyter maten getrouw, en door dele Kin-
deren , die het eygen beeld van hun vader waren,
achte fich Abbas op het hooghfte, van alle we-
reltfche vermaeckelijckheden gekomen. Maer
fiet hoe onftandtvaftigh de gront van ons vertrou-
wen is. De getrouwe liefde en oprechtigheydt
van defe Vorffen, wierdt haeft verandert en ver-
keert. Ifmael alder-eerft , wanneer hy , ter oor-
faeck van fijn dagelijckfche oeffemngc , m de wa-
penen >
Meleck Bahaman. 187
>enen , de Afiatifche wereldt , tot het hooghfte
ran verwondtringh had opgetogen, word door
ïen vergiftigen dranck, van het leven berooft;
lij nde noch niet boven de negentien jaren oudt.
Soflï Myrza wort door de honden omgebracht,
[hoewel eerit feer hoogh verheven zijnde over
iet ontdecken van een tYaracnf weering) hebben-
de de felve jaren van fijn broeder, en dat alleen
;uyt enckele afgunft des Konincks. Emangolij
ïer de gunitvanhetvolck, hem fijn ondergangh
sonde verhaelten, had fichmeteen waerleghfte»
.: beraden, die uyt de Almiten van fijn geboorten-
idagh, hem een kort leven toefeyde, hetvvelcke
::: hem een geduenge vreefe voor fijn vader , yeroor-
::ifaeckte , hec welcke hem foo fwaermoedigh
tuk maeckte, dat hy ten laetftenvanenckelquellingh
• jgeftoi ven is , latende de verwachtinge van de
kroon aen Codobanda Sultan, by genaemt Sophy,
;. Idewelcke door de ellende van fijn broeders ge-
v leert , fich felven , omtrent fijn vader , foo voor-
f.r> fichtighlijck wift te dragen, dat lïch Abbas nu
•weder, in defen eenigen , ten hooghften geluckigh
•. : hield , alfoo defc jongen Heer , te huys bemint , en
buyten van fijn vyanden ontfien en gevreeft wiert.
Het welck hy door veel treffelijcke daden en
overwinningen verkregen had, waerdoorhyby
de Gemeente 111 feer hooge achtinge was , fonder
fich evenwel aen hun vleycry te binden. Jahy
befchuldighdc fich felven van geveynftheydt , om
dat hy toeliet , dat men fijn daden foo vergulde ,
daer hem genoeghfaem bekent was, dat al de
glants van defe hcerlijckheyd, niet anders was,
als de weerfchijn van die van fijn vader , die hy
vreefde daer door te vertoornen. En foo verre
was hy hier van te miflehen , dathetraaeral te
feecker was, dat de gunft, dewelcke hy byde
Ce-
XIV,
Voorlich-
te heyt
van Codo-
bauda.
XV.
Sijns va-
ders af-
gunft »c-
gens hem.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
B
i%% Treurige Gefchiedetiis vdti
Gemeente befac, een gevaeriijck ongenoegen,!^-
en noch gevaerlijcker afgunft , in het hartvanl^;;
defen tyran verweckte ; het welcke hem deed 1 ia» •
voornemen, hem den wegh van fijn andere broe.|K^
dei s op te fenden , zijnde een heel andere , als beul ca
de jonge Vorft had voorgeftelt, om tot den coplji
van roem en achtinge te komen.
Terwijl Abbas omtrent het overleggen van ditJï
heerlijcke ftuck befigh was, oeffendedefe brave! «*k:
Vorft in het RijckArabie, fijne wapenen, maerfr
na verfcheydene overwinningen, vond hy henjn
fclven eyndelijck gevangen, en dat vaneen Ara- 1
xvi. bifche Princes , wiens uytfteeckende gaven geen!*...
Codobtn- minder kracht konden baren, als eenedel hart, I
da vcriieft ter ^rltcr aenftoot te winnen, en ficn eygentel^ur
Kfchc maecken; fonder evenwel na te laten , hem inl^
vS fijn minnebanden te vergefclfchappen. Bydefel*.i
Princefie, wonhy, binnen weymge jaren , tweel*^
kinderen, Sophy en Fatyma , die niet minder van '
hun vader bemind, als van hun groot-vader ge-
lief-kooft wiei den. Een wondere eygenfenap ,
te fcheyden , het geendenatuer foovaftaeneenli
verknocht heeft, de vrucht te lieven, en den boomi
te haten. Maer op dat defe fijnen haet te meer-
der kracht mocht uytwereken , net hy na den 1
eenen , en fchiet na den anderen ween , hy tracht i
hem te doen ontfinnen , door ophoopingh van i
ongelucken. Magar , een Arabier , belchermer J
en opfiendervanden Vorft , en derhalven feer by j
hem inachtinge, word by Abbas ontboden, enf
in de plaets vin vergeldingh , voor de getrouwe j
foree, dewelckt hy altoos voor fijnfoongedra-l
een had , hard van den vader aengefproocken , en |
befchuldight, dat hy den jongen Vorft, het hart
vol ftaet-fuchtgeblafenhad. Magar onkundigh
wat vergif voor hem bereytftaet, tracht fich fel-
ven
Meleck Bahaman, 189
:ven op een ootmoedige , en echter vrymoedige
' wijfe, te verantwoorden , fpreeckende ondertuf-
fchen met grooten lof van fijnen jongen Heer :
het welck niet anders was , als oly in het vuur ge-
joten , en de vlamme in het recdts ontfteecken
hart desKonincks opgeweckt, die teneerftenin
een donder van bittere woorden uytbarft • en in
■>j het midden van dit onweer , de blixem , van fijn
.overmatigh woedcn,doet voortfehieten, gevende
i het doodlijck teecken aen de Capigi , die terftond
| voor den d gh fpi ingen , en den ouden Heer ver- x v 1 1.
wu' gen. Wacrlijck een daed die ahc Barbariiche Magar op-
wreedheyt overtreft. codobao-
Dic was niet langh gefchiet , of het klinckende (^ver-
gerucht donderde het felve over al uyt » en on- wurght.
langhs in de ooren van den Vorft , daer hy tegens
den Tartar in het werek was, Hy hier overlaet
het heyr, en begeeft fich na fijn vader toe, bid-
dende den fel ven , nï dat hy alle teeckenen vin de
uydteeckentfte droefheyd gegeven had, hemde
redenen te willen feggen,waerom hy fijn onfchul-
digen opvoeder gedood had. Sijn vader vaert
daev op tegens Lu m , en barli ia defe woorden
uyt : Door u tveJcrfpannigbeycit. De Vorft roept
hemel en aerde tot getuygen, over fijn oprech-
tigheydt , onicliult, en gehoorfaemheyt. Abbas
daet-en-tegen , terght hem meer en meer, om
eenigen gront te hebben, om daer fijn vooi geno-
men bool hcydt op te bouwen. De Vorft tot X VII 1
ralens toe,door de hitte en de gramfchap ontftcec- '» Geen
ken, worde als in firn finnen verruckt , invoegen Jfa0t0°t
hem dacht, hy Paan fijn ouden vriend Magar, voor raferny
fijne oogen, onder b< uls handen, en treckedaer veweckt.
over fijn fwaert , als om den ouden man te be-
fchermen. Hier had , de woedende Vorft , niet
dan te veel voets > om fijn grouwelen uyt te voe-
ren ;
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
loo Treurige Gefchiedenis van I
ren • doet eerft foo veel met fchoone woor* j
den dat fijn foon de wapenen aHeght , waer over V
hy hem in een andere kamer roept , en voorgeven- 1 ^
de niet wel te pas te zijn ; gaet weder van daer , 1
en fendt in fijn plaets feven ltercke beulen, die i L
lïom en doof waren , door een trap-deur tot hem •
in, met bloedige fnaren, en noch bloediger fin- 4
nen gewapent en voorfien. De Prins fiendedit 1
volck indelen toeftel , en wel wetende , datdefe i
blocken niet te vermurwen waren , valt tegen defe i
hei-honden in , en begroette met fulcke geweldi- i
ge flagen, dat hyineenommefien , di ie van dele i
gaften afmaeckt , al eer fy hem aen het lijf kon- *
den komen. Dit hield al eenigen tijdt het uyt- f
voeren van hun laftop , en gewiflelijck , indien hy j
fijn geweer had gehad , daer was 'er niet een van |
hen allen afgekomen, maer zijnde daer van ont-
bloot , en aireets ten eynden adem , kregen de
overige fchelmen de overhandt, en fouden hem
voort afgemaeckt hebben , indien de Koninck, of
Tyran veel eerder , binnen komende , het felve
niet had verhindert, bevelende hem , al eer hy
weder tot fich felven quam , te blinden. Hier
y t y op haelt men terftondt gloeyende iiael voor den
Abbas dagh,het welckden jongen Heer van fijn geficht,
doet fijn en wat hem waerd was te fien , Afia van haer
foon dc ecje}fte juweel , Perlïa van haer kroon , en Mars
ftcSenr van fijn lieflte troetei-kind, berooft.
Het ongeval van foo een braefVorft, ipreyde
fich terftondt over geheel Perfia , gevende geen
kleyn hartzeer , aen al die gene , die de wel-
ftandt van het Rijck ter harten gingh. Sijn heyr
was vol van jammerhartigh mifnoegen , maer
vindende geen middel totwraeck, vergenoeght
fich met een ftilfwijgend vervloecken v3ndefen
ongoddelijckendwingelandr. ^
■nu
MelhcxBahaman. I9I
De ellendige Vorft overdenckende fijn on-
geval, en miffchende het vvaerde licht des hemels,
deed anders niet alsdendagh van fijne geboorte
te vervloecken- en ten laetïien , door fijn verlies
opgeftoockt , f weert den onderg3nck van den
Tyran, macr Vana ejl fine Viribus Wé , krachte-
loofe gramfchap woed tevergeefs, hy vindt fijn
v wraeck onmooghliick, en dat overdencken ver-
n meerdert fijn quael , doch Suliman Mirza , en
) Churchilu Cawn, die hem geduengh by waren ,
,j deden alles wat fy konden , om fijn ontftceckc
3 en gramme moed te ftillen , voegende hun lijden
.1 by het fijne.
Geduerende defe bedroefde en mifnoeghde
) tijden, bchieldt Abbas, gelijck een tweede Sa-
turnus, fijnen ouden loop, denckende nu eerft de
kroon valt op fijn hooft te ftaen , alle ftormen die
hemdreyghden, floeghhylichtelijckinde wint •
alle uren des daeghs, ja des nachts, befchickten
hem nieuwe ttoffe tot welluft.
Maer niet dat hem foo feer konde vermaecken , x x.
als de jonge Fatyma, geen andere Utft was 'ervoor J^'"3
fijn hart als Fatyma , ts yemand ia vrees , hy is in AcbbnSaD
vrede met hatyma, foo het Hof, als het geheele bemfcr.
Konmckri jek fbet over defe byfondere liefde ver-
wondert , en geniet fijn deel aen defe uy tikkende
vreught , want , door defe longvrouw , wierdt de
wegh , om fijn raferny te ftillen , ^ebaendt. De
gevangens, door toedoen van defe Fatyma, kre-
gen fomwijlen eenigh onderhoudt , fonderwelc-
ken dienft, fy anders van honger fouden hebben
moeten vergaen , alfoo niemandt , buyten haer,
aen het Hof was, die voor yemandtfou hebben
derven een woort fpreecken. Maer wat vreugh-
de was 'er voor den blinden Vorft , nademaelhy
niet genieten koft, wraeck fouherahetalderbeft
be~
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
lol Treurige Gefcbiedenisvan
behaecht hebben, en dat woordt iseenfoetge-
luvdt in fijne ooren, fonder te dencken hoe ver-
vioeckelijck de felve van een foon tegen fijn vader
eeoeffent zy , als maer Abbas lijden magh. De
duyvel laet,by defe gelegenthey t , niet na, hem
nieuwe raferny in te blafen , en een vyer van on-
gemeen woeden te ontfteecken. Want , wetende
hoe fijn vader Abbas fijn dochter Fatyma bemin-
de , gaf hem dit oorfaeck om haer te haten , hoe
wel hy haer anders medefeer liefhad , en op die
grondt haer verderf te bouwen. Eylaes ! be-
merekt wat wraeckgieiigheydt en toorn , felfs op
een vader, weicken kan, hy bemindt Fatyma,
Fatyma is fijn dochter , maer om dat Abbas haer
bemint, moet hy haer haten, om met fijn gehaette
vader niet over een te ftemmen , ja verderven :
want het kindt by hem komende, (eylaes op
een ongeluckige ftondt) om haer vader eenige
verlichtingh aen te brengen , en haer kinderlijcke
plicht te voldoen , vat hy haer aen , en m fijn
x x I uyterfte raferny , draeyt haer , eylacy ! den hals
wortvan om, zijnde de jonge deerne niet nuchtigh om
haer vader gch van f,;n ftereke handen te ontflaen. Alioo
bleef defe ongeluckige Princes, voor de voeten
van haer rafende vader. De jonge Vorftm , ge-
voelende hoe fy van haer vader aengetaft wiert
riep overluydt, dat hy fich bedroogh, en datfe
fijn dochter was, maer het was vergeefs. Doch
als ware het daer mede geenfmts genoegh , de
Vorft , hoorende den jongen Soffi jammerlijcK
over fijn fufters dood krijten, taft oock na den
jongen, maer de moeder , die tulfchen beyden
fchoot , verloft het kindt uyt fijn handen , en ten
ware fulcks , hy had mede gewis fijn leven ver-
loren , beneffens het Ri jek van Perfia, het welcke
hy of noch befit, of onlanghs noch befeten heeft.
li.:
omge-
diacyc.
r
li
Imt
fee
■Éit
1
|Ü
mê
tpt\
Ito: i
H
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Meleck Bahaman.
19$
Als Abbas dit jammerlijck treur-fpel verftont,
wierdt hy daer over foo geweldigh ontfint , dar 'er
2N veel waren, die vreefden, dat hy fich felven te kort
W fou hebben gedaen. Maer na dat hy fijn druck en
jammer met een zee van tranen had afgewaflTchen ,
matight hy fijn gramfchap , en, op hoop van
wraeck, neemt een nieuwe moed j belovende htm
I defe wreedheydt opgelijckemaet te vergelden :
maer hemgenaeckencïe, ontfanghr fulckeen ver-
fchrickelijcken ftorm van vervloeckingen , uyt de
r; mont van den ontfinden Vorlt,dathy verbaeiten
il als buyten fich felven ftiet. Maer, om tot heteyn-
•;.t de te komen, na dat d'ellendige aldus fijn bittere
I wraeck geoefTent, en noch twee dagen , in de mec-
| fte ongeduldigheyt ter werelt doorgebracht had •
neemt hy op den darden dagh een vergiftigen xxiï.
dranck in , die hem wel haeft den we^h van lijn Codoban-
broeders endochterdeedgaen. &g£
DeKonmek, omlijnen foon te erkennen , als
iede om de werelt te vergenoegen , vereerde hem
met een uytfteeckende treffdijeke uytvaert. De
Iroeve Vorllin , geraecktdoor foo veel blixemen
an ellende en tegenfpoet, fluyt fich felven op,
- buyten het geficht der menlchen , doch na dac
I haer foon , op den throon geklommen is , quam fy
weder te voorfchijn , miflehien, door hem, deel
n de beftieringh hebbende, want Abbas quam
enigen tijdt daer na tefterven, en dat (gelijck
1 men feght ) fijn eygen doodt, doende alfoo gewelc
aen het vers dat feght :
lAdgemrum Cereris , finecade <sf vulnere , Pauci
Defcendunt fyges , & ficca morte Üyranni.
<Dnt f$:
Seer feldenKoninck, of Tyran, wortfonder wonden,
*rOf ftortingh van fijn bloet , Godt Pluto toegefonden.
N DON
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
^
L
Wactheyt
van dc
obde
Spteuck.
0*0 N F ERRANT E
PALLAVICINO. j
INHOUDT.
L
WAerheydt van de oude ffreucle. II. Geftalteder
tijden, III. PaUavtcim tafi het Roomfche Ho\
aett. \y.Wortdaer over belelaeght en gevangen. S.Ma
fuyvert fich. \I. Gaet voort in fijn aenvang. VII. Be
klagh van den Nuntius tegens hem. VIII. Toelegh va
de Barbar ijuen op hem. IX. Carel Mor/u , verradi
van PaUav/ctno. X. Sijn liftigen aenvangh. XI. Licht
geloovigheyt van Pallavictno. XII. Vermoeden der
vrienden van PaUavicino. XIII. /(pnfiigen handel van
Morfu. XIV. Aem^anghvanhunreysnaerVranckrijckjM
XV. Worden vaft gehouden. XVI. En gevangen ge-
bracht. XVII. PaUavicino over fijn fchrij ten onder
vraeght* XV III. Soec\fuyt te breedten. XIX. Meter
ontdeckSiTOortfioaerdergefet. XX. Ter dood gedoemt
XXI. En opentlijcl^ onthaljl.
VI. Geschiedenis.
, L hoewel het oude fprceckwoordt \
Obfequiiim amicos Vtritas odium pa-
rit , van oude ondervindingh ejjl
herkomft is , heeft het evenwel»
geen geringh gebruyck in defe te-
genwoordige eeuw, indien anders
<*een meerder. De naecktheydt van die Godde-
Hjcke Maeght flickert oock nu eenige foo hate»
lijck in deoogen, dat fy, fchemerendedoordaö
fuyvere licht, menighmael het rechte padt van
de reden te buyteneaen, en op wegen vervallen^
die van menfchelijckneyt ontaerdende , gantfehtf
iijcfc trccken,na de woninge der wilde beefteru
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Don Ferrante. 195
Wy koefteren ons felven tc gaerne in onfe cygene
inbeeldinge, en zijn nimmer noodcr in ons ver-
Handt verlicht, als wanneer men ons onfe gebre-
ken voor oogen ftelt , fooaengenacm kan het be-
drogh felft zijn , en fulck een duyitermife brenghc
het onduyfteren in ons gemoedt. Mjer of, by
geval, minder ltaetengelegentheyt, defecorro-
iijf en vlees openingh kond. verdragen, hooger
ftandt evenwel is daervcel te tenger toe , het is
niet alleen hatelijck , maer oock (elft doode-
lijck de Vorften hun gtbreecken te feggen. De
groot heydc vin de misdagen , daer de Hoven
en Paleyfen van fwanger gaen , verbindt even-
wel menighmaL'1 de oprechte verltanden , die,
verfoeyende de ong'.-bondent heden , en in fich
bevindende de gerente middelen, om defelvete
ftraflfen , en al itraffende te verbeteren , hun ge-
moedt oordeelen te verkorten , indien fy ltilfwij-
^ende aenfehouwen , het gene fy fprceckende ho-
en te weren, of ten minften , een weynigh,
tlijck het zout de (keken, te doen inkrimpen.
Om dit uyt te wereken , gebruyekten de oude
Wijfelingen een onvci tlaeght gebet , eneenon-
I geluierde tongh, fluytende op hunnen rock al de
| vc-rfchrickelijcke bhxem-ftralen van gcfagh, ge-
wapenr met het gemeen gevoelen van wijfheyt,
n veyligh onder het lchut ofte fcherm van
onbelangh. Maer onfe eeuw , niet hilf foo II;
unftigh voor de wijfheyt, noch foo verbon- Gcftaltc
en aen de deught, en ons vernuft in lange foo da t,jde,°
: onbelanghc , noch in fulck een achtinge niet
: zijnde, vindt men fich verbonden, indien men
I fich in fijn gemoedt met het groeven der ge-
(breecken te b [Ir.ïtfen, wil ontlalien, fichach-
iter de wanden te verbergen, om doordewter-
t van defe worpen niet getroffen te worden.
N 2 Dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
, Treurige Gefcbtedenis van
Dat heeft noch echter fijn gevaer, voor foo veel
ceduerigh navorfchen, enyverigh nafpeurender
cequetfte hoofden, niet laetfom wijlen , doordc
voetftappen, de werck-man uyt te vinden , en
daerom liever
Cum veniet contra , digito compefce Ubettum ;
tAccufator erit , qui verbum dixerit , bic tfi.
3&at tg:
Ontmoet hy u, bedwingt u tong, en fiet daer van ,
Gy zijt aenklager,feght maer fiechts dit ïsde man. I
En evenwel : >
Viflicile efifatyram non fcribere , nam quis iniqu*
Tam patiens urbis , tam ferrtus ut teneatfc.
Het ftraf- dicht moet 'er 3en, want wie kan fich I
betoomen. i
Verftaelt aen 't hart , die fiet al 't onrecht van oudt 1:
Roomen.
En Romen was het onderwerpfel van de |*
fteeck-fchriften van den Heros van dit ons ver- 1 yr
hael, en dat felve was oock de Bemiddelaerfter iP? ■
van fijn onderganck, om deverradery geen ftraf I
te noemen. Maer tot de faeck.
Ferrante Pallavicino, Edelman van Bologne , 1- r;
?HLo en van een van de edelftegefiachten van Itahen ,
ul 'het trefFelijck door-lettert , en in Staets- en Kercke- U
Roomfche lücke faken, en beftieringen , meer als middel- *>...
HoFacn* matieh ervaren , ftende de onhebbelijckheden , die Ik
het Roomfche Hof, voornamentlijck onder der
reeeringe van Urbaen de VIII. vergiftight had- L. fc
den, konde niet nalaten, fijn pen in het werckte |u
Rellen , om foo veel in hem was , de vuyligheden , I u
die 'er ommegingen , aen te wijfen, en voor oogen I ^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Don F e r r a n t e. 197
Rellen. Behalven een boecksken wel onder de
taliaenfche Geletterde bekent , genoemt, 1/
[Divortio C<eUJlcy Hemelfche Echt-lchcydinge ,
! ftelde hy een ander in , genaemt ll Corritn Suali-
\gialo, de Afgefette Port, daer hy, onder fchijn
■ van afgefette en onderfchepte brieven, al voor-
I ftelt wat hy wil, endegeheymen van het Paufe-
'lijckeHof, aenalde wcreltopenbaert; raecken-
i de het gantfche Hof, en voormmentlijck de Bar-
barinen, tot den Paus felfs toe, niet fachtelijck
( op hun zeer.
De Nuntius of Afgefant van den Paus, byde iv.
Staet van Vtnetien, na langh nafporen, kreegh Wo« daer
eyndelijck vermoeden, dat Pallavicino,de Schrij- bS«rht
ver van defe fchriften was, en beftondt daer over «1 gevan-
: by de Staet van Venetien fijn beklagh tegens hem gen.
te doen, die daer over inde gevanckenis ge wor-
pen wierdt. Maer alfoo deblijcken te fwack,
en het bewijs gantfeh krachteloos waren , konde
fich Pallavicino llchtelijck fuyve»en , dieoock , v.
by gevolgh , van fijn gevanckenis ontflagen Maerfuy-
wierdt. venhch.
Maer hy los zijnde, inde plaets vandoor het
0evaer, afgefchrickt te zijn, bevandfichinfulc-
; ker voegen ontfteecken en genoopt, dat, wadende
boven dien de ftof van fchrijven geduerigh aen , VI
hy voornam fich breeder als voorheen uyt te Gaet voort
breyden : fich verfecckerende daer inne fijnge-infii"
moed niet te befwaren, dewijl hy het geenfints aenvanSh*
op de Kerck, maer wel op diegene, diefever-
keerdelijck en al te menfchelijckbefxierden (een
; quaet waerlijck, dat niet alleen de Roomrche,
; maer oock andere Kercken te veel ingenomen
heeft) geladen had. Het was op die rifdt dat de
Paus Urbanus, na dat hyde Schat-kiften van de
Kerck geledight, en die van fijn huys daer mede
N 3 vol
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
19B Treurige Gefcbieden'ts van
vol gemaeckt had, vergeten hebbende, dat hy Ij
Stedehouder van Chi iftus genoemt wort , fich als
'een Knjghsman begolt aen te Hellen , (voegende j
he: fwaei t van Paulus by de llcutelen van Petrus > I
ot' eerder die inden Tybur werpende , om fich te 1
becer met dat geweer te behelpen) endeChri-
ftenheyc dat verderf te befcheren, het welckden
grooten Tui ck foo lange gefocht , en noch niec
wel gevonden heeft. Vordcrs Pallavicino aen-
gemerekt hebbende de gerechiighey t van de faeck
van den Hartogh van Pai ma , ongerechtelijck
evenwel van den Paus gedreyghc, kondeniet na- |
laten defelve oprechtelijck op het papier te ftel- |
len, en te maecken datfe den Paufelijcken Ge- |
fant, als noch fijn vervolger zijnde, ter handt
wierde geitel t. Die wel fiende , en niet kon-
nende loochenen deoprech igheyt van de faeck,
en de onbillijckheydt van fijn Meeller , liet fich.
evenwel daer door niet ftillen , te meer , alfoo hy
felfs meer een verfpieder als afgefant wiert afge-
maelt) maer fteldelich aenals eenadder, fchie-
tende al het venijn uyt dat hy binnen had • be-
v I T. klagende Pallavicino vorders , doch niet aen den
Beklagh Raedt van Venetien,maer de Neven van den Paus,
Jjan d?" voegende by de befchuldigingh veel bedricgh-
tegenir lijekheden , na dat hem fijn quaetaerdigheydt te
hem. binnen dede fchieten , op dat de miidaedt te aen-
merckelijckèr moght zijn, endeftraffonderuyt-
ftel mocht in 't weick geftelt worden , maecken-
de ten eynde fulck een befluyr , dat hy de geeflel
van de Barbarinen was , en dat 'er geen beter mid-
dd was , om fijn handen te doen ftil ftaen , als hem
het hooft voor de voeten te leggen.
En waerlijck, hier aen ontbrack geen gevolgh,
want , de Barbarinen hadden foo haeft van de
voorteatick in fijn fchriften niet gehoort , of fy
fagen
1
m
li
Don Fekrante. 199
fagenom na middelen , om Pallavicino te verder- _v 1 tx
ven : en wel verleeckert zijnde, dat fy hem niet JJ^gJ^.
fouden in hinden konnen krijgen , dewijl hem de barinen
Stad van Venetien genoeghfaem een heylighdom tegens
was, onder wiens beichermingh hy veynghge- hem«
noegh mocht ruften , bedachten fy hem , door
een verraderlijckcn treek, in hun gewekte k' ij-
gen.
Sy dienden fich dan vaneen Fransman , Carel ix*
Morfugenaemt, die, vol zijnde van dele quaet- M^üt
aerdighcydt, die de alderwackcrfte en ver-moe- verrader
dentte gemoederen kan bedriegen , fich uyt hun van Paila-
.lid laft, na Venetië begaf. Aidaer na Pallavicino v,cin0«
,JiJ vernomen hebbende, focht alleen middel, om
•I fich in fijn vnendfehap in tedringen. Hyquam
Jgeduerighlijck in de boeckery, daer met den
ten of den anderen vriendc , Pallavicino fich fom-
wijlen liet vinden. De onbekommertheydt , en
het onbelangh , die hy ten eerften gebruyekte ,
fou het alderdoorfleepfte verftant bedrogen heb-
ben, tot dat hy quanswijs, gelijck als by geval,
hem quam te kennen, waer toe hygelegentheyt
focht met hen te reden-kavelen , om mede te too-
nen dat hy niet bot was ; onder het welcke eenige
woorden opvattende , die hem geliick als licht
gaven, en. Pallavicino hoorende noemen, ver-
klaerde, dat hy fijn Ed: tot noch toeonbekent
gegroet hadde , willende hem met alle gewelt de
handen kulTen , toonende ongemeene blijdfchap ,
en zegenende fijn geluck, het welcke hem , by
die gene gebracht had, die hy het aldermeeft op
de werelt wenfehte te fien , hebbende nu gele-
genthey t hem van naby te eeren , die hy van verre
lbo hoogh geacht had , ter oorfaeck van lijn door- x.
luchtige fchriften, in het prijfen van de welcke ^JJ™
hy fich feer uytbreyde , toonende die wel door- vangh.
N 4 lefen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1
■Ik
2oo Treurige Gefcbiedenis van
lefen te hebben , en eenige voorname plaetfen uyc
de felve te berde brengende. Pallavicino, over-
wonnen door fulck een overmatige beleeftheyt ,
kol! niet anders als hem ten hooghften bedanc-
ken , en hem weder fijn ootmoedighften dienft
aen te bieden. En alfoo nam Corfu fijn affcheyt ,
met het meefte genoegen van de werelt: feggen-
de dat hy by beter gelegentheyt hem in hetlange
en breeder fou fpreecken. Daer na, vorder mid-
del vindende om by hem te komen , maeckte een
vafte vriendfchap , met fulcke teeckenenvange-
negentheydt dat hy fcheen duyfent levens voor
hem ten beften te hebben. Geduerende defe
gemeenfaemheydt , vandt hy gelegentheydt te
feggen , hoedanigh fijn naem in Vranckrijck in
achtinge was, en wat werek de Cardinael Riche-
lieu van fijn wereken had , hoe hy de volheydt
en gemackelijckheydt der felver prees ; befiuy-
tende eyndelijck, dat, indien hy de moeyte wil-
de nemert , noch een tocht in Vranckrijck te doen,
onderfteunt door een man , die een aenbidder is
van brave verftanden , foude hy , buyten bedenc-
ken, fich geenfintsde reyfe wandancken. Hier
mede fcheyde hy weder, latende Pallavicino in
duyfent gedachten. Des anderen daeghsquam
hy weder by hem , en wachtende dat Pallavicino
felfs de eerlte van de faeck fprack, nam hy het
weder op , en feyde , indien hy fich op hem wilde
vertrouwen, hy was verfeeckert , dat genoemde
Cardinael hem na fijn waerdigheydt fou ontha-
len , en hem , buyten bedencken , fijn Gefchicht-
fchrijver maecken , onder een treffelijck onder-
houdt , toonende met eenen eenige byfondere laft
van den Cardinael , gelijck als om een bequaem
tnan op te foecken.
Pallavicino gedreven door de gemeene drift
der
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DonFerrante. zot
: der Lettermannen, lichtgeloovigheydt, ontrent
) de vleyerijen van anderen , vol hoop van groote
I itaet en achtbaerheydt , en nu als den wegh open
I fiende, om fich felven indeachtinge van fijn ge-
I flacht te Tullen mogen houden ; vorder aenmerc-
kende, dat in Italië , gelijck oock elders , de
Geletterde in geringe achtinge zi jn , en dat hy met
de reli , eer van honger, in Cubiculo Locando,
een Huyr-kamer, fou derven , als ecnigen wegh
tot bevorderinge vinden , nam de faeck t'eene-
mael ia fijn bedencken. Hy leyde voiders de
faeck met eenige van fijn vrienden over , en
voornamentlijck met een Augufti jn Fufconi , de-
welcke de faeck wel overleggende , antwoorden ,
d3t de bedenckinge goet was , dat by den Car-
dinael goede bevorderingh te vinden , maer de
middel om daer toe te geraecken , niet veyligh
was. Dat hy alles wel moft bedencken , en
wanneer hy al tenlaetften goet vandt na Vranck-
rijck te trecken , dat hy dan liever alleen fou
reyfen , fy wilden hem evenwel niet raden in
Italië te blijven, dier geen Letterman te hopen
heeft, om in dienlt vin eenigli Vorltte geraec-
ken , 't en zy hy voor coppelaer of verfpieder van
het Hof wil dienen, met verfecckeringh , een
geen te eerlijcke doodt te fullen fterven. Na
veel overleggens dan , en door groote en foo hy
meende» wel gegronde hoop gedreven , befluyt
hy , de reys aui te nemen ; en dat in gefelfchap
van defen Morfu, aen wiens oprechtigheydc en
getrouwigheydc te twijffelen , hem dimmer als
verradery ot Kerckfchendery dacht te zijn, foo
ver kan de begeerte, van fich felven eroot te fien ,
het verftant veiblinden. Morfu oiidertuirchen
droegh fich foo konftelijck omtrent hem , dat hoe
hy al fijn handelingenen manieren overleyde, en
N 5 over-
xr.
Lichtgc-
loovighcyt
van Palla-
vicitio.
XII.
Vermoe-
den der
vrienden
van Palla-
vicino.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
202 treurige Gefchiedetiis van
overwoeeh, hy niets fiennochmerckenkonde,
dat niet het volle wefen van alle oprechtigheydt
x n i. hadde. Sijn ommeganck was > vriendehjck , , en
Konftigen voi eerbiedigheyt , hy opende hem gelijck als het
handel van binnenfte van fijn hart , toonde fich gelijck als
Mo u verheft op Pallavicino , ontbrack hem geit , hy
leende het hem overvloedighhjck. Kortelijck ,
dede alles wat men van een oprecht vnendt lou
mogen verwachten of begeren. Een van de
vrienden van Pallavicino, een man foo groot van
geboorte als geleertheydt , wilde defen Mortu
fien en kennen , om , uyt fijn gedaente , fijn in-
borft ten naeuwfte te befpeuren, alfoo hy mdie
kennifle feer ervaren was. Maer wat hy lijn ge-
laet onderfocht , en hoe hy des felfs geftalte over-
woogh , hy kon daer niets minder als een verrader
in vinden. Zijnde dan het overlegh ten voüen
genomen , wierdt het vertreck vaft geftelt. Sijn
vrienden evenwel fagen fijn vertreck niet gaerne ,
maer wat fouden fe doen, aen de eene zijde wa-
ren fy ten hooghften over hem bekommert , en
wetende hoe hy by de Paus-gefinde ftond , vred-
den alroos vooreenige verradery , endathyt ee-
nieer tijdt in hunne handen fou mogen geraecken .
aen de andere zijde wenfchen fy fijn bevorderm.
ce, bv uytheemfcheVorften, wel wetende , dat
Ry defelve in Italië weynigh te verwachten
Hun reys dan gaet aen, nemende fy hunnen
JLVkh wech , van Venetien na Bergaroo, om aldaer eeni-
rhuf r^ed-vrienden van Pallavicino te befoeckcn
"V "» laerfe fich eenige dagen ophielden, l<>oom
VI fu hun eoet onthael te doen genieten , als om
"' noch naler al fijn gelaet na te (peuren, ofvanan-
den i te doen ondeTfoecken ; rnaer wat men na-
fpootde of onderfocht, de deught fcheen haet
I
Ij
1
)
1
<t
Don Fekrante. 20$
woninge in fijn hart , en de oprechtigheydt iti
fijn gemoedt haer firplacts genomen te hebben.
Eynd .lijck zijnde de vrienden in alles voldaen,
dat is gefeghr. , op het aldcrarghültightte bedro-
gen , neemt men fijn affcheyt , en fijn wegh regel*
rechena Geneve, daerfe fich weder ecnkleynen
tijd ophielden, en van daer vertrocken zijnde ,
veynlende Morfu , het een of het ander daer te
doen te hebben , bracht hy Pallavicino op een
morgen , foo als geloofli jek is , buy ten fijn weten ,
op den bodem van Avignone , welcke plaets>
gt lijck genocghfaem bekent is, onder het gebied
van den Paus van Romen ftaet. Sooals Tyeen
klcyn riviei ken fouden overgaen , wierden fe vaft
gehouden , onder voorgeven , dat fe cenige Con- , x
trabande , of vei bodene goederen by fich hadden, J^J
en wierden in gevolge daer over, van de daer toe gehouden,
beftelde dienaers , valt gelet. Alhier begoft Pal-
lavicino , hoewel te laet , vermoeden op den
fchelm Morfu te krijgen , fiende hem met den
Amptman fpreecken , als of fy malkander wel
meer gefien hadden, gelijck hy oock genoegh-
faem los en vry wierdc gehouden , het welcke hy
hem niet liet te gemoet te voeren, waeropden
ander niet wift wat te antwoorden. Sy wierden
dan te Avignone gebracht, en aldaer gevangen XVL
gefet , maer Morfu kreegh wel haeft fijn vryheyt , En gevan-
en Pallavicino bleef in hechtenis, het welcke Bcn
hem nu wel ter degen deed fien , in W3t Barbari- &cbracht>
fche handen hy gevallen was : wanneer men hem
nu begoft te ondervragen , was het gedingh ,
aengaende de verbodene goederen , haeft ten eyn-
de, en het kreegh een gantfeh ander gelaet,alfoo
men fijn fchriften en boecken begoft op te halen ,
en voor den dagh te brengen , in dewelcke hy de
d winghUndy der Barbarinen foo wacker had over
den
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
204 Treurige Gefch'tedenis van
den heeckel gehaelt. Evenwel konde hy niet
volkomcntlijck overtuyght worden , als alleen
door de gefchrevene ftucken , die hy noch by hen
hadde, m dewelcke hy den handel van den Paus
op het naecktfte ontlede en voor oogen ftelde j als
zijnde een antwoordt opde Antifatyra of tegen-
fchimp van den vader Tomafi. Evenwel was
noch dat alles niet genoeghom hem te overwin-
nen , indien men foo wel na recht , als na wraeck-
gierigheydt had gegaen, en de gerechtigheydt, foo
wel als het verfadigen van het verbittert ge-
moedt der Barbarinen , hun eynde en oogh-wit
x v i I. was ge weeft. Zijnde dan over defe fchriften gc-
Paiiavicino ondervraeght , berichte Pallavicino daer op , dat
?Teü)tl hyfe felfs niet gefchreven, maer wel , doorbe-
onder. geerte van Morfu , die uy t de uytfehriften groote
waeghL winft wift te trecken , uy tgefchreven had • too-
nende tot dien eynde eenige Hooft-ftucken , die
de waerheydt genoegh fchenen aen te wijfen , ver-
foeckende oock dat men defelve in Venetië , Ber-
gamo en Geneva fou onder foecken , endegetuy-
cen , die daer van waren, ondervragen. Het
welcke eefchiedende , waren al fijne vrienden op
fijn zijde , en vaerdigh om fijn U ven van de handen
fi ner vyanden te redderen en te btfehermen .
maer fijn doodt moft de Barbarinen al te nut en
aengenaem zijn, hy was en bleet gevangen , en
fijn gevangenis wierdt eerder verfwaert als ver-
licht, invoegen hy niet anders als de doodt had te
gC H^dan^fiênde geen andere uytkomft in fijn
faecken, en geen hoop van het leven daer af te
xv n i. brengen,begoftfichtotliftigheydttekeeren,ge-
socckc uyt ii ckleder levendt fchepfel alles fal aenwende«i ,
tebicken' om fijn vryheydt te verkrijgen. Hydanmaeckt
Z Kerckeriewaerder, door S^chencken e„
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3
■
Hij
I
l
1
I
Don Ferrante. 205?
fchoone woorden op fijn zijde te krijgen, invoe-
gen hy hem wat fachcer en milder begoft te han-
delen, als hy van te voren gedaen lud; onder an-
dere be vvoogh hy den fel ven , hem kaerflen te ge-
ven, om in die duyftere gevangenis met lefenfijn
bedroefde en laftige tijdt te verdrijven, en fijn
fwaermoedige gedachten te vermaecken. Die
gefchiedde, en Pallavicino, altoos ecnige enden
overhoudende, vergaerde een goede menighte
vandefelve, metdewelcke hy , op een nacht, het
vyer in de poort van fijn gevanckeniskreegh , en
fou daerdoor miflTchien wel uytgeraecktzijn , in-
dien fijn ongeval, fich niet tegens lulck een goe-
den aenvangh hid geftelt • de brandt dan wierdt
OOtdeckt , een yeder geraeckt op de been , en hoe
verbaeft men was , de plaets en de oorfaeck van
het ongeval was haeft uyrgevonden. Hier was
het fpit t'eenemaeiindeaflchcgewentelt, en de
grootfte mifdaedt ter werelt begaen , en daerom ,
lbo om hem te ftraffen , als om fich beter , van dit
gevaerlijck wercktuygh te verfecckeren , wierdt
fijn gevangenis in fulcker voegen verfwaert , dat x I *.
men hem geketent aen een muer vaft maeckte , Jla" ont"
niet anders als een wilde beeft , doende den hals in fiJSSJ11
een beugel , gelijck oock de voeten , en de armen gefit,
van gelijcken wederzijdes , foodat hy t'eenemael
de gedaeme van een gekruyfte Chriftus voor-
ftelde.
Op dit werek volghde wel haeft fijn vonnis,
door het welcke hy ter dood veroordeelt wierdt , x x.
niet tegenftaemle al de moeyte en yver, dielijn TcrJooJ
vrienden tot fijn verloliingeaenwenden. Defe gC °t*PU
dan wierdt hem aengefeght, dewelckchem aen-
genaem was, als zijnde een verlofiingh , uyt de
bitterfte quelling , dieoyt eenigh levend ichepfel
fou konnen verdragen, maer aen de andere zijde
bit-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2o6 Treurige Gefchiedems van
bicter, om datfe hem door fijn vyanden wierdc
aengedaen, en dat hy geen middel had, omfich
over hen te wreecken , en hen hun wreedheydc
betaelt te fetten , duyfent mael mocht hy lijn
lichtgeloovigheydt vervloecken , die de lchelm-
fche bedriegery, van defen Hooft-bedrieger,foo
lichtelijck geloof gegeven had, Tiende nu, door
het herdencken inlijngelaec, het gene hy , noch
niemandt van de fijne , oyt voorhenen had konnen
fien. Soo menighmael Ichold hy fich felven , als
ondanckbaer, wrevelmoedigh en hardneckigh,
die, gedreven door eygen vvaen , het vermoeden
van "fijne vrienden niet gcnoegh in achtinge ge-
nomen , ja in de windt geflagen had. Siin ftaet-
fuchcmoft,eroocfc*,n, die hem foofchandehjck
de oogen verblindt? tn tot die doodelijcke reyfe
' aengeraden had. * .aer wat mocht het alles ba-
ten < het vonnis was gevelt , en hy molt *er aen.
Hy dan wierdt van fijn yfere banden verloft,
cn met andere koorden gebonden, en alfoo te
voorfchi jn gebracht , zijnde foo dor en ellendigh-
lijck (door de pijn en quellingh, fulcks alsnoyt
eenigh Tyran had konnen bedencken) geitel t , dat
het een deernis verweckte in al die hem fagen ,
aileenigh de verbittertheydt , die men het gemoct
van de eenvoudige Gemeente had - eten in te
prenten, als ware hy een ketter en doodelijck
vyandt van de Roomfche Kerck en Stoel ge weel.,
nam het mede- doogenwech, en ftelde verwoed-
heydt in de plaets. Aldus dan wierdt hy op het
bloedt- tooneel gebracht, en aldaer, om kort te
nI gaen , onthooft. Sijn dood wierd gevolght van
En ?Pent- het juychen der Barbarinen , die nu hun hooghfte
lijck om- begeerte vervult lagen , en hem uyt den wegh i ge-
maeckt, die hen noch vorder tot een geeffelitont
te verftrecken; maer weder aen de andere zijde
|X1 CC
halft.
DonFerrante. 207
: 1 met dc tranen van fijne vrienden , en defe die gaer-
ne hadden, datmendeaenwaflendegebreecken,
• i van defe dwingelanden wat meerder had aenge-
ali taft,. Altoos het gene hy daer omtrent alreedts
•-.j gedaen heeft , leeft mdegeheuchenis vandeLet-
; ter-mannen , en doet hem noch voor langen tijdt
I leyen , felfs na fijn doodt. b ;
DE
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
li
208
D E
KEYSER,KEYSERIN,
DOCHTER j en VOR-
STEN van Sina,
En Anderen.
N H O U D T.
t
! Ufeeckere flaetvanhoogheydt.
h
Onfcecke-
icn ftaet
van hoog'
heyv
O II. W <ier T"r 1
(elven. IV. Ver Tart aren wtffe vanfcherenen dracht. |
SWreedtheyt der Tartaren. VI. MaovenUmg Hoec^
F ldZU /der Sineefen. VII. Js fijn Heer getrouw.
VIII LoosbeleytvandenTartartfdenlQntn^ Thten-
lir IX. De Stneefen geflagen. X. K****™*-
, , tl Vt ïcktlmcrv van Tvenu.
rcinmngh der Tartaren. XI. \ T>e(tadt
Maovenliung wordt vergeven. XIII. Z*/ta«
V ;001W, xv II. Sprinkhanen bederven de Land- 1 .
XX. Delger wapent
ffieglL. XXI. Velt-onvrfieColau
'fich. XXII. Loof kejdt van den Roov^Luang^
jxxiii. ^^^^^JSI^
%ff'^?^ ^artarelbe-
vanhet Keyferltfckekuys. XXVI.
machtigen Sina.
VII. Geschiedenis.
At 'hoogheydc en mogcmheydt van
ftaet , hSe feer door dc Luck-vrou ivv -m
fchiin getroetelt,alte menighmaei
van dit lacchendefoet bedrogen, en
*r^g?» door veel fierder als van andere ge^
tinger, ter neder geworpen worden, heeft al te,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Keyser, Keyser in,3cc, 209
3 veel waerheydcs, als dat wy veel getuygendaer
MHjtoe behoeven. De hooghfte gebouwen lijden de
rmeeftelaft van ftorm en ongeftuyme winden i van
!<blixem en donder-flagcn , gelijck wy uyt onfen
| Seneca ovcrfetten.
Het boogh gebouw , dat , opgetogen
Het hooft ten Hemel jleeckt ,
En door de wileisen bretckt,
Selfbuvten aüer menfchen oogen'y
Sicb aldermeeji gegeejftlt vindt
Door regen, jlorm en windt.
Het bofch y wiens toppen 't fwercl( btreycf^en
Siet menigbmael, verbaefl ,
Wanneer een Jiorm- windt raejl,
Haer oudtfte en onverfetbaerjïe eyckjn ,
Self in een oogerMicJ^ en jïondt ,
Geworpen neer te grondt.
Wy hebben hier en elders , waerlijck , Ienghtc
wan voorbeelden, op het tapeet gebracht , en
<>|de vvaerheydt van defe wis-reden of Axioma , ge-
^•Inoeghfaem bewefen , om by een yedei geloof te
'verdienen, maer, gelijck in alle byfondere voor-
wallen, de verfcheydentheydt der oorfaecken en
lomftandigheden , oock vedcheydentheyt van nut
en vermaeck toe brengen , willen wy de menigh-
te van de voorgaende dde niet onthouwen , waer-
lijck,in treurige voorvallen geen van de minften te
lachten.
De ftri jdtbare Tartaren,gevaerlijcke gebueren
^ivan de vernuftige Sinecfen, hadden, omtrent het
•uiiij2ofte. jaerdefer eeuw, fich van een groot gedeelte
1 van dit machtige Rijck meefter gemaeckt, maer,
door hun eygen onorder, beroerte, wreedt-
iheydt , oock affnijdingh van byftandt , wierden
:igedwongen weder te ruggc , en over hun fcheyts-
;';imuur te wijeken. O Als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
II.
Inval der
Tattaren
in Sma.
2io Treurige Gefcb'tedenis v<tn
Als nu de Sineefen fagen , dat dc Tartaren, 1
meer door hun eygen noodt wendigheydt , als \
hunne krachten te rugge waren gewcecken , heb- I
ben fy de opgenomene wapenen in de handen ge-
houden,en onkundigh van de kontt van Tyberius,
twift onder de vyanden te voeden , ftaen verw on-
dert, alles onder hen bygeleght zijnde, denTar-
tarifchen Kooinck wederom op hun grenfen , na
eenige jaren verloops , te fien. Defe had tfeftigh
duyfent ruyteren voor af gefonden, die de voor-
name ftadt Laotung bekommerden , terwijl hy
snet het gantfche heyr aenquam. Het belegh
had niet veel meer als veenigh uren gedueu,
wanneer de Sineeren en Tartaren malkander op
het rouwlle komen aen te taften. Men ftreedt
wederzijdts met de felve moedigheyd en hartnec-
kigheydt, foo dat'er van de zijde der Tartaren
twintigh , en van die van de Sineefe dartigh duy-
fent op het veldt bleven. En noch fou de Stadt
niet befweecken hebben, 'ten ware een van de
Ovcrften der Sineefen , door feer groote belof-
ten en gaven omgekocht , een van de poorten ,
voor de vyanden , had open geftelt.
Dit was de eerfte vrucht van het achteloos be-
waren van hun fcheydts-muer , beneffens de
fchclmfche verradery van dien Overfte. De Key-
fer der Sineefen meende, met het fendenvan een
ooet Onder-koninck , om op de toelagen van dp
Overften te letten, wel in alles voorüen te heb.
ben. M aer de fnoodheyd eingh de voorfichtig-
hevdt te boven. Defe Onder-koninck, wel we-
tende , dat fijn daedt geenfints te verfchoonen
was, koos een vry willige voor een gedwongen I
doodt, en verhingh fich felven. Een ppfiender ,
koninck beneffens hem gefonden, wierd van de 1 artaren
voiiaoght geYaoeen, doch behieldt foo veel dcughts, dat
fich ieiv«ru &w * » ' hy t
'III.
Onder
■ l
De Keyser, Keyserin,&c. 211
hy> fclfs in handen van fijn vyanden de Tartaren
zijnde, den over winnenden Koninck, fijnen Vorii,
niet begeerde te noemen, die evenwel, deughr-
lievende zijnde, hem, om fijn trouwe , het leven
gefchoncken heeft , dochhy, niet willende, des
wegen , aen den Tarcar vei ichuidigh: aijn , heefc
gelijck d'Onder-koninck, vei koren, hjn leven te
eyndigen.
De Tartaren hadden al ondervonden , wat
voordeel het toebrenght, fichin de gemoederen
der ingefetenen in tewickelen, en hui wijle van
leven, met de hunne gemeen te mate ken ; iydan
bevelen hen alle , opdeTartarilche wij;e , eeicho-
ren te worden, 't en waer fy lievei door hetttael
wilden omkomen. Hun wijfe van fcheren is lbo- 1 %
danigh , fy laten het hiyr kort affchrapen, hou- ?£nwïC<
den lange knevels , en achter op het hooft een van ftte*
tuyte , die hen tot op de Ichouderen hanght : om- ren *a
winden hun hoedeken van koftelijcke vellen, met dracnt*
een windel, en wapenen hun ooren, voorhooft,
en hooft-llapen alloo tegen dekoude; hier voe-
gen fyby, atrdigh geverwde paerts uayren, en
iïjje vloeken j het kleedt hanghc hen toe aende
enckekn. De mouwen zijn nauw, de relt wijde,
vvoid met een gordel toegebonden : Aen welc-
kers beyde zijden lnuyt-doecken hangen benef-
fens een mesken , en een beurfken voltaback , en
andere noodwendigheden. Hun houwer trecktn
fy van achteren, met de rechter handt , uyt , hun
laerlen zijn van pierden leder, of oock van fijdc 1
laecken gemaeckc , welcker achterzolen drie vin-
geren hoogh zijn. Sy gebruyeken geenfporeo,
maer lage en vheke zadels. Sy zijn blanck van
verwe, de neus meer plat of ingebogen, als ver-
heven , en de oogen feer kleyn. Van aerdt zijn fy
beleeft tegen vreemdelinge, en verfoeyen , des-
O 2 wc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
212 Treurige Gefchiedenis van
wegen de hooghmoedt der Sineefen. Totdefe
manieren fochten fy de Sineefen te brengen , om
hen te gehoorfamer te maecken , en de prachtige
hooghmoed van dien Land-aert te verdrucken.
Binnen Leoatung waren veel Koop- lieden , uyt
geheel Sina darwaerts aengevloeyt , die daer
grootc middelen verfamelt hadden : defen wordt
toegelaten , met hun koopmanfchappen , en mid-
delen , ten eerften , waer henen fy wilden , te ver-
trecken. Sy vertrecken , gelijck hen was toe-
gelaten , geladen met hun goederen en koopman-
fchappen ; maer de Tartaren , als fy omtrent dry
mijlen van de Stadt waren , vervolgen hen , en
na datfe hen hun goederen benomen hadden,
V. brengen hen alle wreedelijck om het leven , daer
Wic&heyd mgde genoeghfaem toonende , wat de inwoon-
de* Tat* ders van fulck een woedende Landt -aerdt te ver-
tarCtU wachten hadden. Waerlijck de fmet van defe
trbuwloof heydt , kan geenfints op den nacm van
ateemeene vyandtfchap doorgaen , maer fy ver-
toont allefints een fchijn van woede, en wreede
onbarmhertigheyt. . - . „ r
v t In den dienft van den Sineefchen Keyfer was
Maovcn- een Overfte , Thienkiu genaemt , die , zijnde uyt
Kung het landtfehap Quangtung af komftigh , door ge-
klo,eck leoentheydt van de nabuerigheyd , gemeenfehap
^cr'ftcdcimlt de Portugefen te Macao hadgemaeckt, en
Sineefen. vati defelve veel byfonderheden , den ooriogn
aengaende, geleert. Defe vandt de gelegent -
heyd, eenigh Hollands gefchut , dat door fchip-
breucké, aen hunnen oever was geraeckt, op de
veften van Ningijven te leggen • diede Keyler ,
na het verlies van Leaotung , fijn hoort- plaets
had gemaeckt. Defe Stadt wel gefterekt zijnde ,
komt hy terwijl met een gedeelte vandeSmee-
fche oorloghs-macht , de Tartaren met verfchey-
De Keyser, Keyserin>&c. hj
ie aenvallcn op het lijf, door dewelcke, alsfe
hem ten meeften deel wel geluckce , hy fich fel-
ven , by hen , feer ontfaggelijck macckt. Defe ,
fiende dat fe hem, of met gewelt, of met om- VI L
koopingh motten afkeeren , wenden fich tot het £ fi'n
laeiften , hem aenbiedende , indien hy met fijn geu0ÜWt
fterckfte macht , tot hen wil ovei komen , en den
oorlogh ten enden helpen brengen , de helft van
het Sincefche Rijck. Jvlaer rechte deughtluy-
ftert na geen bedcrffelijcke kootten , en blijft al-
toos fich felven goet genoegh , nemende een
goet gewille, voor haer aldciheerlijckfte vereel-
dinge.
Sy dan , fiende dat de lift krachteloos was , kee-
ren fich tot gewelt , en taften Ningijven aen ,
maer door de goeden raedt en dapperen tegen-
ftandt van defen geprefen Veldt-heer , ftaet hen
dit belegh en delen aenvangh op tien duyfent
mannen , en de foon van hunnen Koninck , voor
defe plaets gekregen , fonder evenwel de fterekte
te konnen bemachtigen. Sy hier door tot woe-
den gebracht, tiecken een enghte, door de kou-
de bevrore over, en vallen in het eylandtTacy-
van, of ïhacoyen , dat niet feer wel bewaerc
was ; dooden al dc inwoonderen , en aldus hun
voorgaende verlies eenighfints vergoedt hebben-
de , keeren weder na Tartarijen , om grooter
macht by een te verfamelen.
Dit is dan meer een roovery en inval , als een
oprechcen oorlogh ge weeft. Tot eenige jaren
daer na, wanneer d'Opper-vorftThienkiu ,door
een te vroegen doodt , uyt de werelt geruckt
zijnde, fijn broeder Zunchiu het Rijck overgela-
ten had, gelijck oockmede, aen de andere zijde
Thiennigu , Koninck der Tartaren , overleden ,
I fijn foon Thicnzung de beftiering van fijn ftaet
O $ moft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
21 4 Treurige Gefcb'tedenis van
mort overlaten, ontftont'er een andere geftalte-
nis van faecken. Thienzung , gedenckende dat
de gemoederen der Sineefen , door deftrafheydt
van fijn vader feer vervreemt waren , befluyteen
vVtt heel anderen wegh in te g3en. Hy toont de Si-
Loos be - necfen alle beleed heyt en goetgunftighcyt j hou-
JpJ ^.dende de nieuwe onderdanen m defelveftaet van
tifebeo fijn inboorlingen 't vvelck fijn faecken groot
Koninck VOOrdeel aenbracht. Ondertuflchen borft de
Thienzung woe(je van ^ Oorlogh op Corea uy t , een eylant,
aen de Sincefchc kuli gelegen, dit was de oor- i
Een feer lange landt- ftreeck-, tuffchén het
cvlandt lapan, en Sina gelegen, door de Zee en
Ze^-boefem befloten, wierdtvan Maovenhungs
krij 'hsvolck, voornamentlijck de Landtvooghdy
Hicnkun, in fulcker voegen gequelt, dat de in*
woonders, d'overlaft niet konnende verdragen ,
in grooter menighte na de Tartaren overliepen.
Hun Koninck ontfinch hen vriendelijck , en van
hen verftaen hebbende , dat men het heyr der
Sineefen liclrelijck fou konnen overvallen . indien
de Tartaren , in Coreaenfch ge waed , als vrienden
by hen quamen , wanneer ly hun rijdt konden
waernemen , en hen lichtelijek vernielen ; een
groote wraeckgicrigheydt, die d'eene tegen den
anderen ingeferen verbittert.
D'Onder- koninck wordt meteen groot heyr
darwaerts gefonden , gebruyekende , het geleyde
van eenige Coreanen, de Sineefen wijdt enzijdt
ï x. verftroyc* worden veel in de pan gehouwen , tot
1* sinee- dat M^ovenliung het bedrogh merekende, lijn
fen gcOa- rroepen by een vergadert , en"dapperentegenltant
gca' doet. Maer de Tartaren te veel in het getal zijn-
de , dringen hem , fich na de fchepen te begeven ,
dcvrclcke geKregen hebbende, begeeft hyfichna
Corea j
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Kjeyser,Keyserin>&cc 2i£
Corea, terwijl fijn kloecklte macht de Tartaren
nochophour. Door het ontkomen van Maoven-
liung , als in wiens doodt , of gevanckenis , de
ganti'che overwinning» gelegen was , kecren hun
woeden tegens de Coreanen , voornamentlijck de
viet\Noorderlijcker Landtvooghdijen , naeltaen
Tartarijen gelegen « ieli's tegen de wil van den
Tartaiifchen Koninck , die lieve» vrienden had
gemacckt , en vyanden genoegt! in Sma cc vinden
had.
Onderdies , de Koninck van Corea, om de fijne
te hulp te komen , en alle macht at' te weren ,
vergadert een heyr, en ftelt fich dacr m?de aen
den engen ingangh van het geberghte , om aldaer
de Tartaren te ontfangen, en waer tc nemen.
Maovenliung herftelt oockfijn heyr, om de Tar-
taren op het lijf te komen. Defe om door te
breecken , vallen op de Coreanen aen , terwijl
Maovenliung, met grootedaghreyfenaengeko-
men , van achteren de Tartaren aengrijpt. Maer
de noodwendigheydt van te over winnen of fter-
ven , deed de 1 artaren fich foo verdeden , dat fy
een gedeelte hun vyanden van voren, cn een ge-
deeltje die van achteren dapperlijck tegenhielden, x.
Hier wierdr m::t de grootlte moedigheydt ge- ^aw»
vochten , daer oy t mede geltreden is, doch van de 0J£J |jj"t
Tartaren zijn aldaer op de plaets vijftigh duyfent Tartaren,
gebleven , en rfeventigh duyfent Coreanen , en
meelt al de Sineefen , om dat de Tartaren op hen
aldermeeft vielen, om door te breecken. Kor-
telijck, niemandt had fich veel op de over win-
ningh te beroemen j de Koninck evenwel van
Corea, haelde korts wel haeit nieuwe en oude
troepen by een, en veroverde lichtelijck de Lan-
den, die van de Tartaren berooft, engcplondert
waren, dewijl fe deielve hadden ledigh gelaten,
O4 e?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 1 6 Treurige Gtfcbiedems van
en na Niuche wedergekeert waren.
Wat ondertuflchen de Sineefche Keyferdede,
om de Tartaren tegen te ftaen , en te verdrijven ,
of hy al eenige Portugeefche bus-fchieters , om
fijn volck , het rechte gebruyck van het gefchut
te leeren , aen de handt gekregen had ; konde hy
evenwel niet te wege brengen , dat de Tartaren
t'eenemael fijn Rijck verlieten : alles was door
rooverijen onveyligh, het Ooftelijcker gedeelte
van het felfde , het welcke fy het eerfte hadden
aengetaft , bleef in hun gewelt : zijnde tot daer en
toe > door het landtfchap van Leaotung ; tot foo
verre te rugge gedreven.
Waerlijck, de Keyfer Zunchiniu , magh, ter
oorfaeck van de trou wloof heydt van de fij ne > wel
feer ongeluckigh genoemt worden : defè fendt
X i, fijn Overfte Y venu , met de opperfte macht na het
Schelmcry landfchap van Leaotung , om of beftandt of vrede
vanYvcau. tc behandelen , of indien het een noch het an-
der wilde volgen , den oorlogh te vernieuwen.
Tot welcke noodwendigheyclt hy gedwongen
was , door de moetwil der roovers , die al de dee-
Jen van fijn Rijck befaten , en flimmer als de Tar-
taren felfs waren. Defen Y venu was uy tallen »
als een klöeck ooiloghs-man, en groote Rede-
neer daer toe de alderbequaemfte geacht. £n
waerlijck, men hadde daer niet in gemift, 'ten
waer fijn fiioode bediieghlijckheyt en ontrouw
alles verkeert had.
Het duerde niet langh , ofdefe fchelm Het fich ,
door macht van geit en groote beloften , fchan-
dighlijck omkoopen, en het eerfte dathydede,
op dat de trouwloof heydt niet fonder vrucht fou
zijn, was.eentoelegh op Maovenliungde fchrick
en geeffel der Tartaren. Hy maeckt fich feer
cemeenfaem, en verhandelt de aldergeheym-
fte
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
vê
De Keyser, Keyserin,&c 217
fte faecken met hem, wil niet fonderhem aen-
vangen, tot dat hy hem , door al defe fchijn
van vriendfchip , verlockt en bedrogen , op een
tijdt aen fijn tafel te gaft noodcr.de , den dapperen
Uorloghs man , geen quaet vermoedende , venijn x 1 r
eduncken geeft, bc.oovendc alfoo defen ge- Maovcn-
trouwen Helr van het leven, en het bedruck- «'«"gword
teR,Jck van fijnen wachter. Vorders maeckt vergeven*
hy een feer Ichandelijcke vrede met de Tar-
taren, foodamnh, dat de Keyfer defelvc niet
wilde houden, endeKacdt genoorlaeckt was die .
te vernietigen. Maer hy, om (ijn trouwloof-
htydt haer vollen Iwier te geven, wijlt den Tar-
taren een anderen wegh, om in hetlant Peking
te vallen, als defe, den welcken hy in bewaring
had, met belofte, hen door fijn macht, geen
moeyehjekheydtaentedoen. De Tartaren dan xiii.
vallen daer m, verwoeRen alles ponder van ach- Deftadt
Sr Vrnel5n ' en b^leg«en ten laetften de
Keyierhjcke ftadt Peking met den Keyfer felfs. 8 *
Defe konde door geen redenen bewogen w or-
den, deNoorder-deelen van Sma te verlaten, en
na de Zuyder-geweften te vlieden, Ondertuffchen
worden de Tartaren , in hun befpringen , dapper-
hjck wedcrltaen, en dat niet fonder merekdijek
verlies, en als (y fchenen hardrneckeJi-iek te wil-
len volharden , wordt Yvenu bflaft , foo Iangh
het land Lcaotung te Verlaten, tot dat hy Peking
fou ontfet hebben/ Hy komt dan met fijn heyr,
maer om dar hy quanswijs , de gantfete Stad niet
teftens wilde wagen, onthoudt hy fichvanmet
den vyandt te flaen , maer danght daeropaen,
dat men de vrede, die hy gemacckfhad , fou
houden.
De Keyfer fiende dat hy bedrogen was , ont-
ïeckt fijn meeninghaen niemant van'de Overften,
O 5 om
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Yvenu
■> . * Treurige Gefcbiedems vdn
*"Hlt fe aue op de zijde van den verrader waren ,
^«vnS.aU wilde hyfich over het uyter-
Zwegen fijn Hof, en beftellingh van denoor.
whberaden ontbiedt Yvenu, den verftandigen;
mfn, by hem in de Stadt: de verrader gehoor J
ftemt, felfs over de moeren gehaelt zijnde ,
fcmin op dat 'er geen openingh voor de Tartaren
fougemaeckt worden .nochfy lenden komen £
weten, datde Velt-heer van fijn heyr was , maer
K daedt.op dat hy van fijn verdorvenebenJ
den niet ton gevolght worden. Hy dan komt,
voo den KeyTer, Ie hem terftondt vangen, en
naereenkorteondervraginge.ombrengendoet^
r»e Kevfer van dit gevaer bevn dt , uet ten laer-
■w— ^Tartaren , nier het b°^U£&
«tocht. ' k ,„ met feet grooten buyt , weder na
ïèo^nckeerTn Swveel vermocht evenwel
de dóodf van een verrader , dat d'oorlogh daer
dooi « laneer duerde. De Tartaren deden meJ ,
nf«n mvalin Sina, maer wierden oockmenighJ,
mfél weder daer uyt gedreven , die .beneffens hun
S?« en roof, ooclT bloedige koppen te rogge,
brachten Dit duerde alfoo tot het jaer i6jé.
Inder de Sineefen gekeft had , om hun leeruige
en rad, vojmaeckteltjckteleeren.
nrfè tot de Kroon gekomen zijnde >.d«*g"l:
IV. Uele ,ot tSnftter werelt, znndefoot
v«and«- fich met de ff°?'Kf0T^I(^du d^ felfsdi
gehjek ccn vry-pwets , uuu *v ^acJ>
De Ketseh, Keyserin,&c. zl9
GWaerlijck menighte van foodanige komen tot
( hem over, die alle leer heerlijck van hemontfan-
$ gen , en met waerdigheden bègaeft w orden. Die
hem oock geen klcyne dienflen, felf tenens hun
Vader landt , hebben getoont en bewefen. Jvlaer
het grootiïe ongemack is den Sineefen vsn de
I Roovers overgekomen , diefich, niet f enoech*
: faeni konnende veyligen, van felfs de Tartaren
c opofferden enainboden. Huneerfteopftandt£e-
»l Ichiede in het landtfchap St.chucn, diedoor hum
woorfpoet ftout geworden, veel Steden geplon-
I dert, en de ftadtChingtu inden uy ter lien noodt
I gebracht hebben : die echter door een tweede
Pentheftiea, van den Keyfer in haer Vaderlandc
gefonden,dapperlijck,met verftroyingh der Roo-
vers , door het geberghte , verloit en bevrijdt is.
InhetlandfchapQiieicheu, zijn weder andere
cpgeftaen, over dewelcke fich een Sinees Heer
) tot Overfte , geftelt heeft , verlamt : om dat hy ,
ii in een rechts-plegingh onder gelegen had ; en wil-
j lende lichopdefe wijfeoverhjn Rechters wreec-
I ken. Dele heeft het heyr van d'Onder-koninck
geflagm, en fijn wraeck tegen lijn vyanden ee-
effent; maer cyndehjek wistik hy gedwongen
e wijeken, en een beter gelegemheydt te ver-
wachten.
Ondertuflchen wierdende Iandfchappen Xenfi
en Xantung, door overvloet van fprinckhanen,
met een grootetl hongers-noot, 2cnaeca<i, waer
over fich menighte van lieden tot roov-n en flelen
begaven, jafoodanigh, dat men acht volkomene
legers door Si na, van roovers en helen , telde,
wekkers Overften ycder felfs wel na de Kroon
Iderfte ftaen. Masr, gelijck veel mede-vryers
fielden over een komen , defe taften raalkanderen
et de wapenen aen, foo verre, dat fommige
XVI.
Opftandt
der Roo-
vers.
XVII.
Sprinck-
bancn
bederven
de Land-
fchappen.
22o Treurige Gefcbiedenis van
verdelght, andere ver jaeght zijnde, hetgantfche»
bewint tot tweequam, tot dewelcke de troepen
der verflagene Overften overquamen. Defe
waren Licungzu , in de landtfc happen Xenfi en
Honan , en Changhienchung , in delandfchappen
SuchuenenHuquang. I
De Tartaren fagen het werek valt met gemacKJ
_ aen, met meeningh om met 'er tijdt de machte-*!
iafma loofe op het lijf te komen. Licungzu viel in hed
denroovet jaer 1641. in het landfehap Honan , daer hy , de
Licungzu. vermaerde ftadt Caifung belegert , maerdoor dd
ftereke befettinghafgewefen zijnde, berooft hm
landfehap in het ronde, maer daer na weder met)
verfche fchelraen verfterekt zijnde , befet de Stadta
op nieuw , om defel ve uyt te hongeren ; en waer-j
Hjck de ftedeiingen aldus fes volle maenden beletj
zijnde , wierden tot fulck een grooten noodt ge-s
bracht , dat oudt leder , felfs doode lichamen ,
diergeli jeke dingen , hen tot voedfel moften ttrec-:
ken? tot dat eyndelijck des Keyfers oor oghs-<
macht .aenquam , waer door hy genootfaeckt wasJ
hetbeleghoptebreecken.
DeeP Overfte der dieven , nam ten laetnen den
. naem van Koninck aen , en hebbende van langer
handt , beyde voornoemde Landtfchappen onder
fich gebracht, brenght gewelt van leef-tocht in
de Hooft- ftadt Sugan , daer hy des Keyfers volck
van berooft, ja felfs met de naem van Komncki
niet te vreden zijnde, neemt die van Keyferaen,
xix. plegende onder defe macht , alle moetwilhghe-
si& Trt" den die hy konde bedencken , doodende de Over-
W,,h8heyUften, ftraflFendemetgelt.boeten, fchattinge op-i
,ftellwde, en foo voorts al res doende , dat dei
hooghfte macht fou vermogen, U™°yW*'r
men zijdigheden , in hei Keyferlijcke H*f ;
Wdeels mpodkek van 4enKeyfer felfs, om
De Keyser, Ketseb.in,&c. 221
de al te groote macht, van den gefneden Guei ,
♦idie met de Vorften felfs , na fijn eygen belief-
den , fchandelijck omfprongh , ja doode , indien fe
;:hem de hooghfte eer niet bewefen , doch defe , ten
ilaetften door bevel van den Keyfer omgekomen
zijnde, fcheen het wel voor een wijl te lullen,
tot dat die van fijnen aenhangh , fich willende van
hunvyanden wreecken, heymelijcke raetfiagen ,
.met de Roovers en Tartaren aenvingen.
Licungs hier door gemoedight , veilterckthet
nlandtfchap Xenfi, treckt op naer het Ooften,
:foo voorts de geele rivier over, en neemt loo
"ten eerften de vermaerde ftadt Kiancheu in , wek-
kers voorbeeldt vele andere gevoighc zijn , zijnde
ilreedts genoeghfaem vermoeyt van oorlogen ,
loch de H ooft- ItadtTary ven toont eenigen tijde
: tegenftandt , maer defe dapperheyt ftaet haer dier ,
:riewiji fy , eyndelijck voor het qewelt van den
■•vyandt gedwongen te fwichren/feer bitterlijck
ïn wreedelijck gehandelt wort. x x
De Keyfer Zunchiniu, nu onderrecht zijnde , rïeKcyfw
Jat de Roovers de geele rivier overgetrocken «'aPcnt
waren , verfamelt een groot leger , daer hy Colau f ch tcgcn
tot Overfte over fielt , om de vyanden tegen te Cm*
:ftaen , maer , alfoo het geluck htm allenWtegen
fcheen te willen zijn, het grootfte gedeelte van
; het heyr liep tot den vyandt over , door welck
tongeval, Colau de Veld-overfie, niet fiende, hoe
fijn eer ol de welftand van fijn meetter te befcher-
men, en niet konnende derhalven met eeren voor
.fijn Heer verfchijnen, kieft een vry willige doot , xxr.
ien verhanght fich felven. De Keyfer daer over , De
beraetflaeght fich , of het voor hem en fijn vey- hawVcï
;.;hgheydt niet raetfaem was, de Noorder deelen
;yan Sina te verlaten , en fich na de afgelegene dee-
len te begeven , en fijn ftoel in Nanking , de oude
Keyfer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
lir Treurige Gefchiedems van
Kevferlijcke Stade over te brengen. Maerfoo
wel die gene die hem getrouw , als die hem onge-
trouw waren , ftonden dit beüuyt tegen. De
cerfte waren daer op uyt , dat fy voor het ontdec-
ken van hun ichelmery , den Keyfer in handen vao
fijn vyanden mochten fien. Maer de anderen vreef-
den alleenioh , dat door de vlucht van den Keyler ,
de ontfteltenis in hetRijck te grooter fouzijn,
en dat de Landtfchappen , dewelcke hy verliet, .
terftondt in handen van den vyandt fouden geraec
ken, daer hy, door fijn tegenwoordigheyt, alles.;,
beter inorderefoukonnen houden.
Ondertuflchen Licongs , die altoos op lijn iuy-ji
men lach, en door alle middelen tot fijn voorne- ',
men trachte te komen , fendt een groote menighte i,
van de fijne , onbekent , in de Konmcklijcke ijtadt
XX ih Peking, om aldacr op te houden,. en gelijcK
toofheydt Kooplieden te geneeren, wmckels en neeringtll
T den op te fetten , om , wanneer hy met fijn Hcyrleger
£«n«u. aenquam, hun rol te fpeelen , en geh,ck als ge-
^ plondert of berooft, eenige beroerte te verwec-
ken. By defe loof heyt voeght hy , het omkoopen
van de Velt-overfte der Sineefen , die fiende , dat
alles toch verliep, en tot niet gmgh , fach i Het om-
koopen, om deStadt den Vyanden in handen i»
ceven. Wanneer nu dit werek aldus beftelt was, i
nadert hy met fijn Heyrleger , belegert de Stade ,
en febijnt het uyterüe eewdt te fuilen aenvangen.
Hy befchiet de plaets aen alle zijden , maer aen die
kant, daer hy den inkomft te gemoet fagh , lon-
XXIII* der kogels. Ten laetften wordt hem van de be-
™i"d wufteneen Poort geopent , des morgens vroegn
d?o"?«- voor den dageraet, waer door fijn troepen geia-
imu mentlijckin trocken. .„
Debefettelingen , die van geeniverraet wmen ,
fochten weltegenltandt te doen , raacr alfoo de
De Keyser, KeyseriNj&c. 22;
woomoemde afgefondene verfpieders , en vorders
3de omgekochte verraders alles in rep en roer ftel-
isden , witten fy niet , wiefe te gehoorlamen , wac
f^Wy te hoopen of te vreelcn hadden. Licungs ,
•^^tegemoedight , door het goct gcvolgh van fijn faec-
^•Icen , begeeft fich terftont na het Keyferlijckc
I-Hof , daer hy al ter neder flaet , dat cenigen weer
c. derfte bieden , neemt de eerftc muur van de Key-
.ferlijckewooningein, zijnde de Vorltfelfs noch
: van alles onkundigh , door fchelmery van fijn die-
! : naren , die op alle manieren liem trachten fijn vy-
anden in handen te leveren. Defe eyndelijck ver-
ï jfeeckert, datter geen reddering was te vinden, ge-
ven hem deftaet van fijn faecken te kennen , feg-
. gende datter geen uytkomft voor hem was , matr
dat hy nootwendigh fijn vyanden in handen fou
moeten vallen. Hy, in defe uyterften noodt >
vindt noch tijdt , om met fijn bloet aen den over-
winnaer Licungs te fchrij ven , en hem te bidden ,
nademael het geluck hem deftoel van Sina fcheen
toe te eygenen , fijn trouwloofe overftcn en diena-
ren toch te willen ftraffen , op dat fy, het geluck
jj cn welftandt, van hun ongeluckigen Heer, niet
I lange quamen te overleven, noch fich in den val
7 van hem, diefefoofchandelijck verraden hadden,
) ongeftraft mochten verblijden : doch dat hy toch
1 hetonnoofelevolck, dat niets mi fdaen had, wil-
> defparen, en dit gefchreven hebbende, heeft al-
der eerft fijn houwbare Dochter, op dat haer
} geen fchande fouden werden aengedaen , met fijn
fwaert door-ftoocken, en hy daer op, na fijn
boomgaert gaende , maeckt een ftrop van fijn
hooft- wintfel en verhanght fich felven aen een
\ pruymboom , foodanigen eynde heeft fich oock
fijn Keyferinne, gelijck oock de getrouwftevan
fijn dienaren verkooren.
Hicc
XXIV.
Des Key-
fers
begeerte
van hcuv
XXV.
lammer-
lijck cyr.de
van het
Keyferlijc-
kc huys.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
224 Treurige Gefcbiedents van
Hier op volght een algemeene verwoeftinge ,
de overwinnende vyandt , neemt het Paleys in
en beklimt den Keyferlijcken ftoei , doet des an-
deren daeghs het doode lichaem des Keyfers, in
kleyneftuckenfnijden, en den darden daghdaer
aen , twee van fijn kinderen , voor des Scadcs
Wallen, het hooft afQaen. Gelijck hy oock,
de Overften alle pijnelijck de doodt heeft aenge-
daen. Maer niet feer langh heeft fijn Rijck ge-
ftaen, zijnde door fijn eygenSoon, die in dienft
van den Sineefchen Keyfer Oorloghde , en tegen
de verleydingen van fijn Vader , met de wapenen
vandedeught gewapentwas, wederom verdre-
ven. Doch de Tartaren, een vafte voet een-
mael in Sina gekregen hebbende, zijn met geen
fchoone woorden, gelijck Ufanguei, Licunghs
Soon meende , te verdrijven . Maer dageh jcks,
door nieuwen aenwas van hun Landtüiedcn ver-
fterckt , maeckcen fich ten laetften geheel meelter
van het Rijck, niet fonderdeuyterfte wreedheyt
te plegen. De Sineefen worden gedwongen ,
hun gewaedt en hayr, na de Tartarilche wijfete
voegen en te fcheren , het welckdeoorfaeck van
veel beroerte weert , ja Corea tot noch toe cijof-
baer, wilde liever, als defe vreemde dracht, de
wapenen aennemen • maer worden ten laetften ,
mede gedwongen te buygen, en foo is met 'er tut
XXVI. geheel Sina t'onder gebracht, met groote : ver-
De Tana-wocftingh van Landen en Steden, foodanign,dat
^J^n in de ftadt Chingtu alleen fes hondert duyfent
6 borgers , doof den wreeden dwmgelandt
Chanehienchung , gedoodt zijn. Aldus wordt
dat geweldige Rijck, dat foo lange door fijn ey-
gen inboorlingen , en nu laetft door deVorften
van het doorluchtige huys vanjaymingabenierc
is geweeft , in handen van fijn oude vyandt-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De KeyseRj K eyserin, Sec» 22$
lijcke nagebueren, die tot daer en toedenatuer-
! lijekeen konftige fcheydtsmuer, had konnenaf-
I kecren, gegeven; om ons teleeren vvatmereke-
I lijeke veranderingen, felfs fulcke groote en ge-
7 weldige lichamen , onderworpen zijn , na de lee-
1 ringh van den grooten Hippocrates, datdevol-
'J lijvieheydt der welgefpierde lichamen menigh-
1 mael hec aldcrgroodte gevaer loopen.
K o-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
HEt Uet do- fouden vruchtbaer. 1 1. Qnaet voor-
enen van den Vorfi van Cambodta. IW
befluyt om den Rjninc^te dooden. I V. Het xoelcke hy
uitviert. \. Vlucht der Grooten. \l. Straf over de
fevwta. VIL DeVorflfoecktftwdaedtteverfchoomn.
VIII. Die den jongen I{ommK vermoorden doet.
IX. Overdadigheydt van flraffen. X. ^ veriomlt
met fijn broeder. XI. Rechtvoer dtgejiraffe. XW.Wreed-
keydt tegens de Kommkj tenderen. XIII. TkWwM
wreed tkcydt tegen fijn broeder. XIV. Gerechtigeflrof
eten fim Sxcager gepleeght. XV. De fc***V*f*«kt
fijn geloof. XVI. Verhael vandemoortvanGujoita.
VIII. Geschiedenis.
En vindt geen grooter vrucht-
baerheyt als in het ziet der ton-
den , en onder de fonden , geen
krachtiger voorttelinge, als in.
de ftaetfucht, wat grouwelijcke I
ftuckenoyt de werelt verbaett
— <-fr hebben gemaeckt , defe baer-
mocder hecftfe meeftal voortgebracht 'M ^'
geerlijckheden, wraeck , raferny , en wat van defe
lijdingen meer is. hebben hun voldoeningc en be-
palinle,maer de* tocht ftelt fich noyt vernoeght
cnbepaeltfichfeldcn als met fijn <*gen verderf ,
cn watboofheyt ishaer te groot, wat woeden te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
•1
-.1
II.
Koningen van C ambo dia. 227
bitter ? Wy hebben al eenige voorbeelden ge-
fien, en ftaen unoch al meerdere op te difièhen,
defe tegenwoordige is 'er een van , die u , Lefer >
ineenkleyn begrijp , al veel woeden fal.
Het onderwerp van defe gefchiedenis , is de
tegenwoordige heerfchende Koninck v^n Cam-
bodia j defe van Konincklijcke ilamme , en Neef
van fijn voorfaet zijnde, vandtlich veelte onhjd-
faem , om van anderen het Rijck befetcn rc fien >
het welcke fijn Voor-oudei s foo langh als Konin-
gen beihert hadden : de dii&ighcyt van fi/n aerdt ,
en de moedigheydt Yan fijn hart , beloofden van
hein niet anders, als ecnigh ltout en groot beftaen ,
en in der dact , fijn natuer moft hier nier. in gebre-
ken blijven, om de verwachtinge, die men van
hem hadde , goet te maecken.
Hy dan, had nacht en dagh geen andere ge-
dachten, of overlegh, als op wat wijfe hy den JSS.'
Koninck , fijn Oom , aen een kant helpen , en het men van
Rijck aen fichtrecken mocht, gebruyekende tot deayotft
Raedtsman , een van fijn (laven , een S wart , maer JJJu? am~
boven maten loos en doorcrapt , en tot de uy terflc
fchclmftucken bcqnaem. Maer om te beter cot
het eynde van hun voornemen te komen , vonden
fy geraden , des, Konincks Kamerlingh op hun
zijde te trecken , het welcke gefchieoe, zijnde
hem van defen Yortt de helft van hetXoninck-
rijck belooft en toegefeght , wanneer fy hun
werek te famen fotiden uytgevoert hebben : door
middel van defe, en liftigh bediijfyan fijnflaef,
wierdt d'aenhangh foo fterek eh machtigh,
dat fy nitt anders alsecnbequameiijdtvannoo-
den hadden , om het werek uyt te voeren. Defe
vonden fy op fecckeren.avoni, wanneer de Ko-
ninck , m$t eenige van fijn grootfte Heeren, in fijn
Hof be^h was te fpelen , m|(fc de kacrt , waer
P 2 henen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
III.
Sijn be-
fluyt om
den Ko-
ninck tc
dooden.
I V.
Het welck
hy uyt-
vóert.
V.
Vlucht det
GtOOtCH.
21$ Treurige Gefclneienis van
henen iich defen jongen Vorft oock begaf , om het
een en het ander fpel te helpen uytfpelen.
Het lpel was foodanighbefteecken : de Kamer-
lingh fou den ouden Koninck , gelijck wel meer
gebeurde, yets van achteren komen inluyfteren ,
en al luyfterende doorfteecken. Ditgefchiede,
deKamerlingh verfoeckt den Koninck te fpreec-
ken, die hem , gehoor gevende, van achteren door
fijn trouwloolen dienaer, met fijn krits of dagge
doorfteecken wierdt. Dit was foo haeft niet be-
ftelt , of de jonge Vorft vlieghc met fijn flaef
over cynden , treckt den Japonfchen houwer , die
hy onder fijn kleederen verborgen had , flaen ter-
ftondt de kaeriTen uyt , en geweldigh onder den
hoop der onvermoedende Heeren, die op fulck
een handel gantfchelijck niet verdacht waren ,
en derhalven niet wiften waer te vlieden, of hun
leven te bergen. Dit was noch niet genoegh ,
maer fy fteecken terftondt het Hof aen brandt ,
wiens vlamme het teecken was, ophetwelcke
al de huyfen der Grooten des Rijcks mede in de
brandt wierden geftoocken.
Dit in de duyfterheydt van de nacht geichie-
dende , verweckte een ongemeene verflagentheyt,
en vermeerderde de fchrick foodanigh , dat al de
Beftierders en Heeren van het Rijck , en wat van
eenigh gefagh was , om een goet heen komen fa-
gen , elck voor fijn eygen lijf en leven bekommert
zijnde. Des morgens was dc ontfteltenis niet
minder, waaneer dedoot van den Koninck open-
baer gemaeckt , en vernomen wierdt , dat al de
Grooten van het Rijck de vlucht genomen had-
den; invoegen, geen raedt aen te vangen , noch
eenige ordere te ftellen was, om den toelegh
van defe verraders te dempen en te weder ftaen.
De jonge Vorft, fich dienende van defe algemeene
ont-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
VI.
Koningen van Cambodia. 229
ontfteltenis, ontbiedt al de Bevelhebbers van al-
ilerhande volckeren , met hun krijghs-Jieden , ter-
iftondc by fich, dreygende niet minder als de
doodt , aen die gene , die nalaten bleef. Dit
bevel wierdt befcttelijck nagekomen , en een
>yeder vertoonde fich, gelijck belaft was, behal-
ven alleen de Tevinia of het Opper-hooft van de
Maleyers, die noch al tocht te dralen , alfoohy
mee konde gelooven dat lijn Koninck doodt
was.
Maer de Vorftfandt teritondt een deel knjghs-
, lieden daer heen , om de Maleyers voort te d^oen ,t
komen , en den Tevinia, tot ftraf van fijn onge- Tcvinb"
ihoorfaemheydt, vvaer men hem fou mogen be-
itrapen, om den hals te brengen, gelijck fe hem
oock vonden , en gevonden hebbende , het leven
benamen. In fijn plaets wierdt terÜondt een
nieuwe Tevinia geftelt , enoverdefeftrengheydt
een groote fchrick in het hart van een yeder ge-
plant. Als nu defe Overften by een waren, ver-
loonde fich d' opgeworpen Koninck aen hen,
ien ftaende onder den blauwen hemel , deed een
aenfpraeck aen hen , waer ia hy vertoonde , fijn
;recht tot de Kroon, als zijnde hemen fijn ouder
broeder , uyt kracht van erf- recht , eygen , waer
over fy fich genoodtfaeckt hadden bevonden, vu.
-fich tegens hunnen Oom , als onrecht befitter van Pe Yor£
het Rijck, op te werpen, en hem tot een gerechci- K te
3e wraeck te handelen, gelijck fy hem gehandelt verfchoo-
hadden ; nemende alfoo weder beyde de befitting ncn-
van het Koninckrijck ,dat henfoo recht veerdigh-
ïijck toequam. Hier mede eyfehte hy hen allen
xlen eedt van getrou wigheydt af, die hem van een
yeder van hen gedaen wierdt.
Als dit gefchiet was , houdt hy Krijghs-raedt ,
roet defe Overften , en maecken te famen een
P * over-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2*0 Treurige Gefcbiedenis van
overlegh , hoe die heyr by malkander te houden A
wat ord^re tegen alle vyandtlijckeaentaftingen te«
ftellen : want de oude Koninck was wel doodt ,|
en fijn lichaem door het vyer verteert, maerfijn|
oudtfte ibon , een jongelinck van 23 . jaren, alreetsjj
gekoren zijnde, om na fijns Vaders doodt te heer*
fchen , deed hen omfien en duchten.
Defe was op dien tijdt verre van der handt, na.)
de benedenfte Landen , omtrent de Zee-kant leg-}
gende getrocken • tot wel 60. mijlen van het
Hof, alwaer hy fich , met de Elephante- jacht'
dagelijcks befigh hield, vergefelfchapt met een
lijf-wacht van omtrent 600. mannen. Wdcke
gelegentheydt van fijn afzijn, defe opgeworpen
fchijnt waergenomen te hebben , om by het ar-
zï)n van den rechten Bloedt-wreecker , te ^cc^r"i
der in fijn ftuck te gaen. Maer om oock defei
aen een kant te helpen, en alfoo fichfelvenvaft1
en feecker in fijn befit te ftellen , fandt hy een
troep van 3000. dappere, enfijnaldervertrouw-
fte mannen, op het fpoedighfte daer henen , die
hem , al eer de tijdingh van fijn vaders doodt , en
de veranderingh infijnRijck, tot hem gekomen {
was, en hy middel tot fijn verfeeckermgh kondel
ftellen, op de jacht betrapen, en om het leven
brengen. . ,
De gevluchte Heeren en Grooten wierden
den doet. oock nagejaeght , en hier en daer gevangen , en
feer jammerlijck gehandelt , want, menmaecKte
hen het vel achter op den r ugge , tot aen de fenou-
deren toe van het vlees met een houwer los , en
als dan , wiert daer een pael ingeflagen , waer aen
fy danftonden, op een bancksken , met de han-
den aen een kruys uytgeftreckt , blijvende foo
ttaen , aen den wegh daer een yeder voorby
ingh , tot dat fy doodt waren. Eemge van hen ,
vin.
Die den
jonden
Koniuck
vejmoor
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Koningen van Ca mbo dia. 231
«hebben in de grootfte hitte der Sonne , en andere 1 x.
iellendige quellingcn, allöo wel drie dagen ge- °v"da'
;iftaen , eer fy ftierven. VVaerlijck het was een Jjjj*
lellendigh fchouwlpel, hen aldus aen teilen , en ttraifcu.
3een erbarmelijcke faeckhentehoorenfpreecken.
JKlagende tegens hun bekende, dat dcGodtvan
)lden Hemel, di r ongeval over hen had bdchoren j
/waer over ly fich mollen troolten , dathenvor-
>lders , hoe fwaei hen dit viel , de befpoctingh der
ijquade menfehen , hen noch veel verdrietiger
t viel.
Aldus wierden de vrienden van den ouden Ko-
'ininckgc handelt, enfijngeHachtals uytgeroeyt,
(behalven dat drie van fijn lonen , een van 6. een
1 ander van 13. en de darde van 17. jaren, fichineen
) Kloofter , onder de befcherminge van de Geefte-
.lijckheydt hadden gegeven, daerfe fichveyligh
r mochten onthouden.
Als nu al dit werek foodanigh beftelt was,
1 dat 'er niet meerder fcheen ovengh te zijn , daer
men behoefde voor te vreefen , gaet hy voort met
het vaft Rellen van de beltiennge, vergeeft de
lampten en bedieningen, kielt fi;a Rijcks-raden,
en andere hoogh ambtenaren. Maer voor al, x.
maeckt hy een verdragh met fijnoudlie broeder , jjjjjjj^
eenVorlivan een leer goedertieren aert, waer in f,,n
befloten wordt , dat fy met hun beyden , het broeder.
Rijck in Üilhtydt en vrede lullen beheerfchen ,
werende malkander getrouw te fullen zijn, en
fich ouderlingen noyt eenigh leedt aentcdoeti.
Jvlaer wat trouw ineenftaetluchtight-n moordt -
dadigh gemoedt te vinden is, fal terllondt blijc-
ken.
De Kamerlingh onderttuTchen , die fijn Heer
en Meeüer had vermoort , en de beloften had van
het halve Koninckrijck, vand fich t'eenemaelin
P 4 fijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Recht-
vcerdigc
ftratfe.
232 Treurige Ge fcbsedenis van
fijn hoop en verwachtinge bedrogen , en in de
plaets van fulcks als hy vereyfchre, alleenlijck
voorfien , met den eer-naem van Tevinia (want
waerdigheden van ftaec , zijn diie in defe ge-
weften; die van OKnea, Tevinia, enNappra)
voorfien. Dit , gelijck als het buyten fijn gif-
fingh gingh , behoorde oock buyten fijn verwach-
tingh te gaen, als die voor heen een Kamerlingh
geweeft zijnde, te verre behoorde te zijn vaneen
Konincklijcke weerdigheydt , door fulck kofte-
lijck bloet te koopen. Sijn hooghmoet was foo-
danigh, dat hy met defe vvaerdigheydt begiftight
wordende , daer over fich belghde , en niet
fchaemde in defe woorden uyt te barften : Hebbe
fk « Kj>nincJ( gtmaeckt, ick foude bet u wel weder
kpnnm ontmaeclyn. Welcke woorden de Koninck
foohoogh genomen heeft , dat hy hem des nachts
door eenige gewapende liet den hals breecken,
toonende wel waerachtigh te zijn, dat hetquaet
gemeenelijck fijn meefter loont.
De kinderen vorders , van den ouden Koninck ,
die , als gefeght is , overgebleven , en by de Prie-
fters gevlucht waren, geftijft door defe Heyden-
fche Geeftelijcken , begoften , om huns vaders
doodt te wreecken , een aenhangh te maecken
en hadden nu alreedtsfoogoet als 1200. perfonen
by der handt , door hulp van dewelcke , en vorder
aenwas , fy het Rijck , door het dooden der moor-
dei s, vermeenden aen fich te krijgen. Macr
defe aenflagh leeckreuyt , waerdoordePiiefters
genootfaeckt wierden te vluchten , de twee oudt-
fte van de kinderen wierden gevangen , maer de
jonghfte nam de Koningin, cfe moeder van den
opgeworpen Koninck , in haer befcherminge ^
nemende het voor haer eygen kindt aen : maer de
twee andere , wierden na een jaer gevangenis , op
het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Koningen van C ambodia. 235
iiet alderbitterfte gehandelt, zijnde gedwongen x 1 1
sdagelijcks de riemen, die uyt hun cygen vleel'ch wreedbeyt
^fiieden , en gebraden wierden , te eten , eynde- \Jonincks
ïjck wierden fy ter doot gedoemt , en alfoo zijn kinderen,
ihun lichamen, op een Pifangh-boom leggende ,
'dwers, met een houwer (een gebruyckelijcke
jwijfe, onder hen van rechtsplegingen van een ge-
f houwen. Sy toonden hen rot het laetfte loo
•1 j kloeckmoedigh , dat fy den houwer eei lt bcgeer-
tden te fien en te handelt n, om te befoecken,
of defelve oock fcherp genoegh was,
Wy hebben geleght hoe deKoninck eenver-
I bondt met lijn broeder had gemaeckt , om het
j Rijck te famen te beheerfchen. De oudtfte
; was, als verhaelt is , van een feer goedertieren
1 aerdt j, en over dies van een yeder bemindt : anders
tf als fijn broeder, die wreedt en hart van natuer
1 was. Defe , om fich van fijn broeder te verlof- XIII
I fen, leyde hem te laft, dat hy met fijn vrouw kJS*'"
[ Perkees Satry had getocht te boeleren , het welc- u reedheyd
I ke door haer broeders, 't zy met valfchcydt of tegen fijn
! met waeiheydc, oock beveüight wierdt. Dit btoeder*
1 was genoegh om aen fijn broeders leven te ko-
1 men , die hy mede , onder fc hij n van recht , dede
. dooden: welckc dacdt, een groote afkeer byal
i fijn onderdanen verweckte* alfoo niemandt foo
1 blindt was 1 dat hy niet konde fien, dat het alleen
i ftaet-fucht en afgunlt was , die hem tegen fijn
i broeder opgemaeckt hadden j te meer, alfoo hy ,
de liefde van de gemeente, tegens hem niet ver-
dragen konde. x 1 v.
Maer om weder een gerecht igh oordeel van dé Gercdnige
Hemel tegen de valf heydt te toonen : delen broe- fij" ^ean
) der van de vrouw , die fijn broeder overtuyght gat.
| had , wierdt op defelve wijfe door hem gehan-
delt , want hy befchuldighde hem van valfche ge-
P 5 tuy-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XV.
DcKo-
ninck ver-
faeckt fijn
geloof.
2 * 4 Treurige Gefcbiedenis van
tuygenis tegens fijn broeder gegeven te hebben,;
waer door hy hem veroorfaeckt had , de handen ,
aen fijn eygenbloet teflaen, enfulckeen wreede
Jtuck te beginnen. Oit , om de gunft van het)
volck wederom te krijgen, foovoorgefteltzijn-i
de , liet evenwel niet fijn eynde te bereyeken ,
want de befchuldighde wierdt daer over gevan-
gen gefet , en korts daer na mede met de doodt
geftraft.
Aldus kreegh defen dwingelandt de gantlche
beftieringh in handen, en regeert hetRijck met
wreedtheydt , dat hy door boof heyc en verradery
verkregen heeft , fonder evenwel noch fijn volko-
men geruftheydt te vinden, en wat ruft kan 'er
zijn, ineen gemoedt, dat met foo veel boof he-
den en grouwelen befmet is : hy ten laetften , om
door verfaeckingh van fijn geloof, het werekop
tehoopen, valt van het Heydendom af, enbe-
eeefc fich , na dat hy fich had laten befnijden , tot
de leeringh van Mahomet, en valt foo als uyt de
pan in't vyer- en tot meerder verfeeckenngh ,
alfoo hy fich beter op de Javanen, als fijn eygen
volck vertrouwde , treckt defelve geheel aen fich,
en betrouwt hen geheel de bewanngh van lijn
perfoon en leven.
En dit is alfoo den uytflagh van het goddeloos
beftaen van defen Koninck van Cambodia : die in
het midden van fijn overdadige boof heden, als
noch de vrucht verwacht, die foodanigeongod-
delijckheden, van de Goddeüjcke rechtveerdig-
hevdt , ten minften , te verwachten hebben.
Maer men fou defe ellendige en ongeloo-
viee Barbaren mogen befchuldigen, enoordee-
len, dathunwoeftenaerdt, demoorddadigheyd
eygen was : wy moeten tot ons leedtwefen , die
virgelegene geweften tot getuygen hebben , dat
1
N
4
Koningen van Cambodia. 23$
3 felfs onder die gene, die door hoogcr licht ver- xvi,
i licht zijn of be hooien te zijn , oock fcodanige Verhad
fchrick- dieren worden gevonden, die gelijckof ^^o^van
fy door bywoninge van de ongeloovigc volcke- Gajana.
ren , oock der felver aerdt , nootwendigh moften
aen doen, tot geen bool heydt onbcqtiaem bevon-
i den worden.
Seecker Otto Key, voordefen Hopman van
een vaendel voetknechten , in dicnit , van de Hee-
ren Bevvindt-hebberen van de Welt Indifche
maetfehappy, had door uytgegevene lchriften
bekent gemaeckt, hoedatinfeeckergeweft , van
Weft- Indien , merekehjek voordeel ftondt te
doen, voor die gene, dicgefintengemachtight
waren , aldaer eenigeColonien , ot Plantfoen-
plaetfen aen te rechten. De Ridder Barthafar
Gerbier Dounly, voornemens, fich na die ge-
weften te begeven, oordeelde, dat defelve Otto
Key, als een man van byfondere ervarentheydt ,
hem met allen dienftigh was j waer over hy de-
felve in fijnen dienft aennam , om met hem de
I landtfttccck Gujana te helpen aendoen , en bewo-
nen. Dele , beneffens vei fcheyde anderen , gaen
te fcheep, enftetckcnby Texel in Zee. Maer
j defe Otto Key, indeplaets van hetplantfoente
helpen voortfetten: 'ken weet door wat reden,
ofuyt wat inlicht , nam zedert himvertreck, een
bittere vyandtfehap op, tegens den Ridder Ger-
bier , en deed niet anders als alderhande verhinde-
ringe , omtrent de voorgenomene laeck, voort te
brenszen , belettende al het gene tot welltandt van
onderhandelingh , met de inwoonders moght die-
nen, al om de~n Bevelhebber , met fijn huyste
vernietigen. Wanneer fy aen hun voorgenome
kuft het eylandt Cajany , op de fterekte Naflau
waren aengekomen , liet delen Otto Key niet na ,
meer-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2$6 Treurige Gefcb'tedenis van
meerder en meerder fijn quaetaerdigheydt te too
nen , met her, voortbrengen van alle beletfelen
en hinderpalen, maer fich hier mede niet vernoe
gende , beitelde het ftuck wereks , waer van w
lullen hooren.
D'Opper-bevelhebber Gerbier, bevandfich,
met fijn huyfvrouw en drie dochters, inde wo-
ninge van den Bevelhebber Langedijck • wanneer
OttoKey , de tijde van het afzijn van Langedijck
waernemende , met een deeldroncken gemaeckte
fchelmen van krijghslieden , (den wekken hy had
wijs gemaeckt, het gene hy dedeuytordere van
de Heeren Staten GeneraeUen de HecrenBewind-
hebberen te doen) vorders vergefelfchapt met
een Johannes Adolphus Rhenanus , Micolaus
Stokram , en eenen Hans Speckmof. Begeeft
fich naer defterekte Naflbu, daerfe voor hadden
het huys van Langedijck te overweldigen. Eerft
ftelt defen Rhenanus , die als Raedt , Minerael-
fcheyder , en Genees- meefter mede was gevaren ,
een geladen roer , op de borft van Jonckvrouw
Debora Gerbier, die buyten het huys gegaen I
was , maer het lelfde weygerde , waer op de ge-
feyde fchelm fijn degen uytgetrocken, en fich re-
gens haer aengeftelt heeft. Maer defe Jonck-
vrouw vol moet zijnde , ftiet den fchelm met een
vuyft ter aerdc, en focht middeler wij le fijn han-
den te ontkomeh , begevende fich uy t de fterek-
te, naer het vleck, roepende met alle macht om
hulp en byftandt. Otto Key dit merekende,
en vreefende dat , hulp bygebracht zijnde , hun
aenflagh te niet fou zijn , dringht fijn gefelfchap
aen , om het ftuck te vervolgen , en te dien eynde ,
het huys van den Bevelhebber Langendijck te be-
klimmen , roepende aen fijn krijghslieden : Sy
[ouden maer febieten , dat aüts voor dtn duyxtl mocht
va-
Koningen van C ambo dia. 237
yvaren. Hy met fijn eygen handen , brack de lat-
•jten aen de zijden vandc woningen af, invoegen
ide fchelmen met gemack daer binnen geraeckten.
Hier vonden fe den gefeyden Opper- bevel-
ihebber Gerbier , met twee van fijn drie dochters ,
ten fijn vrouw , Deneffens noch drie of vier andere
"vrouwen, onwcerbaer en Tonder wapenen. Otto
JKey fette terliondc het finckroer den Ridder aen
ihet hooft. Maer dit wcygerdeoock , waer over
•ihy Nicolaes Stockram belaitc , den Heer met fijn
^ degen te doorfteecken» Dele milte mede den
Jfteeck, maer fijn arm, in het voorby gaen , itiet
•Iden Ridder in fulcker voegen, dat hy door de
itrapluyck ter aerden neder viel. Terwijl waren
Ide andere fchelmen befigh , met de ellendige
- -i vrouwen af te maecken. Twee van de Jonck-
• 1 vrouwen, lagen alreedts ter aerde gewentelt in
.hun bloedt, daer jonckvrouw Catharina Ger-
j9*{ bier vaft de laetfte fnick gaf, en haer fuftcr Maria
door haer been gefchoten was: fy, deViouw-
' 3 moeder , niet eens milf mdc , en den Ridder mee-
rrnende mededoodtte zijn, begaven (ichaenftonts
'•) weder van daer , maer vielen korts daer na in han-
: den van den Bevelhebber Lingedijck , die hen in
: 1 yfere boeyens na liet Vaderlandc gefonden heefc.
J Om de hooge mache met fulcke fchelmen te laten
) omfpringen , die onder de Barbaren felfs niet
1 weerdign geacht worden te leven, en den Chi ifte-
; nen eenonafwalielijckefchantvkckzi/n , alsof fe
i hunner landtslieden bloedt geri/igh en flecht ge-
i noegh achten , om voor foo weynigh belangh ,
- ï en met foo weynigh feecketheydt teftorten, en
! foo verre van de natuer oncaerdc waren , dac fe op
) defchepfelen , die hun geflachc ontwapent heeft ,
J en die de wilde beeften felfs fouden fparen , fich
' A nietontfien te woeden.
D E
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
233
DE
Kt acht van
de driften
des gc-
mocts.
MARQUIS MONALDE
S CHI, i |
Groot Scliilt-knaep van dc Koninginne
Chriftina van Svvedcn.
INHOUDT.,
I.
KRacht van de driften des gemoets. II. AenvanQ
van een hart gmcht. III. Priefiercn plicht vmT
fttljwijgen. lY.Overtnygingh van Monaldefchi. \.Sijn
middelen om de l^omngtn te bcocegen. VI. Te verk
geefs. VII. Sijn vonnis gecelt. VIII. Voorbede^
voor hem ge daen. IX. Gefbrec^ivegen der Kovtmgtn*
ven gefagh. X. Vorder aenhouden voor-hem. X I. Ti
vergeefs. XII. De Moroni* bereydt fuh ter doodt
XIII. Nteiewe hoop voor hem. XIV. Dochisvergeef
XV. Aenvangh va» Jtjn ombrengen. XVI.
digh mtf handelen. XVII. Laetfte doch vergeeffih^
hoop van genade. XVIII. Doodt van den Adarantf.
IX. Geschiedenis.
E driften des gemoets, indienfe
geweldigh zijn, wanneerfe fich
bevinden, in lbodanige onder-
werpfelen, dewelcke niet fterek
genoegh zijn » om lich tegen de-
fe lijdingen te kanten , maer ge-
lijckenfwacke bladeren, fich herwaerts en dar-
waerts door defelve laten vervoeren ; zijn altoos
geweldiger in de geeft der Vrouwen. t Z> ^et-
Se >t zy haec , 't zy luft »t zy gramfchap , deft : zi,n
in hen eelijck als in hun eygen Hootc-ttorre.
>tZv dac hun geeft te lichtelijck bewogen, geer
<• 7 p tegen»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
MARQJ1IS MONALDES CHI. 239
egenftandt aen defe driften vermogende te bie-
ien , dient om de natuerlijcke bewegingen der
elven te meerder aen te wackeren, of dat de inge-
aerdte veranderlickheyt van dit geflacht, geen
verplaetfingeerkendt, als die geweldigh envin-
inighis, waerlijck indien fulcks lbo is, in dege-
meeneflagh,wat fal het dan zijn, wanneer gebreck
ivan vermogen , deuytvoennge va:i defe tochten
niet wedei houdt , roaer in tegendeel macht en ge-
fagh te famen i pannen , om de driften , hocfe mo-
gen zijn, den vollen room te geven, waerlijck
van een van defe lijdingen, hooren dien grooten
Seneca dit feggen.
'NulIavK flamma tumidióut venti
Tanta , nee torti metuenda telt ,
Quanta cum virgo , Viduata toto ,
Ardti & odit.
' Noyt vlam baert fulck een kracht , noch't woe-
den van de Winden,
Noch't vinnighfchut.gevaert, dat mueren neder-
velt ,
Als 't Maeghdcn-hart door h3ct en minne-tccht
ontltelt,
Als 't van luer koets ontfet geen laefnis fiet te
vinden.
Wy hebben hier een voorbeelt, in een perfoon,
doorluchtigh genoegh voor onfe opmerekinge,
is't nier van dele drift van liefde, het isgewüTe-
lijck van een meer als vrouwclijckeftrenghcydt.
I lek gafe den gunftigen Lefer verhalen , fooalsfc
; door den Schrijver ons inde Franfchetaleisme-
. degedeelt, ons niet fchamende de lt3ppen van
: cenoogh-getuygente volgen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
240 Treurige Gefchtedems van
Het was op den fcften dagh van dc maent Novem-
! j ber , in het 1657. jaer , na de geboorte van onfen
Aenvangh Heylandt, wenneer de Koninginne Chriftina van
van een S weden , zijnde tot Fonteyn Beleau , geplaetft in
licht8*" ^e Conciergery van het Konincklijcke Slot , aen
dien geettelijcken Heer fandt, die ons dit mede
deelt, hem door een van haer dienaers doende
vragen , of hy de Overfte van het Kloofter was,
en ingevalle van ja , dat hy by de Koninginne moft
komen , die hem wilde fpreecken. Defe ant-
woordt , dat hy die , en vaerdigh was hem te vol-
gen. Hy dan alfoo > Tonder naer een tweede om
te fien, uyt vreefe haer Majefteyt te laten wach-
ten, volght den dienaer> tot in de voorkamer,
daer hem defelve beval te vertoeven ; die ten laet-
ften weder quam , en hem in de kamer by de Ko-
ninginne deed gaen , die hy alleen vandt. Hy
hebbende de gewoonlijcke eerbiedingen gedaen ,
vraeghde wat haer Majefteyt van haerootmoe-
dighiten dienaer begeerde. Sy beval hem , om
vrijer te mogen fpreecken , haer te volgen -} en
alfoo in de gaendery van de harten gekomen zijn-
de, vraeghde defen Priefter, of hy haer noyt
gefproocken had? Defe antwoorde , dat hyde
eer had gehad fijn eerbiedigheydt aen haer Maje-
fteyt te doen , en fijn ootmoedighfte gehoorfaem-
heydt haer aen te dienen , en dat fy de goedertie-
rentheydt hadde gehadt , van hem daer voor te
bedancken , fonder meer. Hier op feyde fy hem
dat hy een kleed droegh , het welcke haer ver-
bondt, fichophem te vertrouwen, en deed hem
beloven , onder verzegelingh van biechte, ge-
heym te houden het gene fy hem foudc gaen ont-
iii. decken. Defe antwoorde haer , dat in geheyme
pUcht van Wecken , hy van nature blindt en ftom was , en
ftilfwijgen. fulck zijnde voor alderhande flagh van menfehen ,
had
Marqjiis Monaldeschi. 241
had hy tegrooter reden , omfulcks te zijn , voor
een Princefle, gelijck fy was, daer by voegende
m defe Schrifcuer-plaets , S.Kramentum %egis abfcon-
* dm bonum tft, het is goet des Konincks heyligh-
dom ot geheym te verbergen. Na defc ant woorc
gaffe hem een pacquet brieven, toegezcgeltop
drie plaetfen , fonder eenige opfchift, en beval
I hem, defelvc haer weder te geven , in tegen woor-
):)| digheydc van die , fy hem die afeyfchtn foude,
I Het welcke de Prieiter haer belooft heeft. Sy
' beval hem oock, de rijdt , dagh , ure en plaets ,
waer en op dewelcke fy hem dir pjck brieven ge-
geven had, wel waer tenemencn te onthouden.
En fonder vorder onderhoudt , ginck hy met de
brieven henen.
Op Saterdagh , zijnde de tienden dagh van de
F? I felve Maent , een uer na de middagh , liet de Ko-
ninginne defen Priefter weder ontbieden. Hier
op gingh hy na een geheyme kamer , om de
brieven te halen , meenendedatde Koningin hem
5. die weder afeyfchen fou. Hy daer mede volghc
:den dienaer, dewelcke hem bracht in dcielve
igaenderije , en foohaeft fy daer in waren, floot
hy de deur met fulckeen voorbarighcydt , dat de
I Priefter daer een weynigh door ontftelt wiert.
IHy hebbende omtrent het midden van de gil.
: dery de Koningin gefien , daer fe met een van haer
f gevolgh fprack, die men de Marquis noemde,
1 (dewelcke daer na bevonden is Monaldefchi te
zijn) gingh na haer toe, enhy, hebbende haer
!de gewoonlijcke eerbiedigheden be wefen , eyfch-
)te fy hem , met een luyde ftem, integenvvoor- lv-
digheydt van defen Marquis , en drie andere lie- ^eTy'-
ju den , het pack brieven af, het welcke fy hem te Sional-
•fl bewaren gegeven had , feggende, Vader, geeft defchi.
imy het pacquet d3ticku gegeven heb: De Prie-
el fter
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
V.
r>; in mid-
delen om
de Konin
n te
c wegen.
t
211 Treurige Gefch'tedenis ?4»
fteV naderde, en gaf haer de brieven over. De
Koningin nam ie, en die eemgen tijdt be-
ften hebbende, opende defelve ; en nemende
den brief, en de fchriften die daer in waren, gaf
die den Marquis te lefen , hem vragende met
een deftige ftem, en verfeeckerdegeftaltenis, ot,
hv defelve wel kende. De Marquis loochende
die te kennen , maer wierdt evenwel bieeckir ifijn
aengeficht. Wilt ghy . vrneghde fy hem , defen
briefen fchriften niet erkennen ? En in der waerheyc
het waren maer nafchriften of copyen , die fy met
haer eygen handt nagefchreven had. De Ko-
ningin, hebbende den Marquis, een wijltijdts,
op We fchriften laten fien, haelde eyndeluck
de oorfpronckelijcke te voorfchijn , eti toonde
hem die, noemende hem verrader, en deed hem
lïin eygen fchrift en teeckeninge erkennen. fcy
ondervraeghde hem.menighmael , waer op hy
antwoord* ten beften hy konde, werpende 4e J
fchult op verfcheyde andere lieden , cyndelijckJ
wierp hy fich voor de voeten van de Koningin, |
en badt haer vergiffenis. En ter felver tijdt
trocken defe drie andere ,die daer tegen woordigh
waren, hunne degens , fonder die weder in te J
fteHydnacropriift weder over eynde,en troebel
Koningin, nPu na de eene , dan na den ^anderen
hoeckvan degaendery , haer geduerigh biddende
K wülen hoorei , en | fa
aen te nemen. Sy weygerde hem Mctegeen
fin« maer hoorde hem aen roet groot gedult,
£ derTat fXigeonhebbelijckhcytofteeckea
^aifc&rïSiide : roaer\keercnde Henna
den f Xr , wanneer de Marquis haer het mee.|
tte pe fte om hem re willenhooren, Zi,tgetuy-I
geSr^ni^Vader, naerderende meteenen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
§3
MarQjiis Monaldeschi. 143
den Marquis,enfteuncndeopeen kleyn ftocksken
van ebbenhout , met een ronden knop, dat ick
niet voorbarigh ben , omtrent defen menfeh, vi.
maer dat ick dien verrader en trouvvloofe , al de T« v«-
tijdt geef, die hy begeert te hebben , of van een gcct$'
Princ.effe die foobeledight is, tot fijn verfchoo-
ningh fou konnen eyfehen.
De Marquis vorder van dc Koninginnc ge-
drongen, gat* hacr de Papieren weder, en twee
of drie kleynelleutels te Pamen gebonden, diehy
uyt lijn fack haelde, latende met tenen twee of
drie ltuckcn kleyn geit vallen. Sy waren wel een
uer of meer befigh met malkander , maer de
Marquis haer niet met fijn antwoordt konnende
voldoen, naderde fy den Priefter, en feydehem
met een verhevene, maer gemat ighde ftemme, vil
Vader icJ^ vertreed, en laetu defen man, maecl^tbem Sijnvon-
hreydt om tt fterven , en forgbt voor fijn \iel. Defe ms &evelt*
Priefter wierdt daerover löodanigh ontftelt, als
of dat vonnis tegen hem gefproocken was , die
terltondt , beneffens den Marquis , fich VQor haer
voeten nederwierp, haer Majeftcyt vergiffenis
biddende voor defen ellcndigm Marquis , fygaf
hem tot antwoordt , dat fy fulcks niet konde
doen, en dat dien verrader lchuldiger en vuylder
was, als die gene, die menrabracckt. Dathy
wel wifte, dat fy hem, als een getrouw onder-
daen , haer aldergeheymlteen gewichtighfte faec-
ken en gedachten had medegedeeltj fonder hem
te willen verwijten het goed dat lyhemgedaen
had , dat meerder was , als fy felfs een broeder
fou hebben konnen doen, hem hebbende altoos
daer voor gehouden : voorts dat fijn eygen ge-
wiffe hem moft dienen voor een beul.
Na defe woorden vertrock fy , en liet den
Priefter daer, beneffens defe drie, die noch met
Q_2 den
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
244 Treurige Gefchiedems van
den blooten degen ftonden , gereedt om het
werck uyt te voeren. Na dat de Koningin was
vertrocken, wierp fich de Marquis voor de voe-
ten van den Priefter , en badt hem met allen y ver ,
haer Majefteyt na te volgen , en fijn vergiffenis
van haer te verwerven. Defe drie mannen , in te-
gendeel , drongen hem aen , om fich te biechten ,
clreygende hem geduerigh met hun geweer , fon-
der hem evenwel te raecken. En dc Priefter met
de oogen vol tranen , vermaende hem oock , om
VUL fijn vergiffenis van Godt te verfoecken. De op-
voorbeden perfte van defe drie vertrock nadeKoninginne,
voor hem om barmhercigheydr over den armen Mar-
jcdacn. tc verWecken , maer keerde droevigh we- •
der, om dat de Koninginne hem belaft had , het
werck uyt te voeren , en hem voort te helpen , en
feyde ai fchreyende , Marqués denckt op Godt en u
ïitl , ghy moet flerven. Op defe woorden als buyten
Sch félven , wierp fich de Marquis weder voor
de voeten van den Priefter, hem biddende en be-
fwerende, noch eens by de Koninginne te gaen,
om haer genade te verkrijgen. Het welcke hy de-
de, en vandt de Koningin alleen in haer kamer ,
met een vroiijck en opgeheldert gelaet , buyten
alle ontfteltenis. De Prielier haer naerderende ,
wierp fich voor haer voeten met fuchten en tra-
nen , en badt haer , by de fmarten en wonden van
onfen Salighmaecker , barmhertigheydt en gena-
de den Marquis te bewijfen. De Koningin
toonde fich als moeyelijck , dat fy fijn verfoeck ,
ten inficht van fijn trouwloofheyt endewreet-
heydt , die hy haer in haer eygen perfoon , had
willen doen lijden , niet konde toeftaen , waer
door hy geen vergiffenis , noch genade, te hopen
had , feggende vorders dat m'er veel had doen ra-
braecken, die het foo wel met hadden verdient ,
als dcfen verrader. -De
«JWK
1 Me<
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
li
M
I
.-:'•(
«J
Mar^uis Mo n* a l d e s ch i. 245:
De Priefterdan Tiende, mee al fijn bidden en
fmeccken niet op te konnen doen, nam de
vryigheydt haer te vertoonen , dac fy ia een huys
van den Koninck van Vranckiijck was , endatfy
wel moft toefien watfeginck beginnen , en of de
Koninck fulck wel goec Ion vinden. Waerop 1 x.
haer Majefteyt hem weder antwoord gaf , dat fy Gcfprcck
dat recht by den Altaerhad, en dat fy Godt tot J£g^!£
getuygen nam , dat fy het niet had op den per- ne gekgh.
loon van den Marquis, maer allehaetafgcleght
had , fiende nergens op als op fijn mildaet en ver-
radery, diergelijcke noyt begaen was,- en die al
de werelt raeckte : behalven dat de Koninck van
Vranckrijck haer in dat huys niet herberghdc , als
een toegevluchte gevangen : dat fy meefterfc van
haer wil was om recht over haerhuysgenooten,op
alle tijden en plaetlen, te plegen ; dat fy aen Godc
alleen reden van haer doen hadde te geven , daer
by voegende , dat het geen fy dede niet fonder
voorbeeld was. Hy weder daer op , dat *er ee-
nigh onderfcheydt was, en fooeenige Koningen
fulcks hadden gedaen , dat was in hun eygen Hof
en gebiedt gelchiedt, maer niet in dat van een
ander. Maer hy had defe woorden foo haeft niet
gefproocken , of hy had 'er berouw van , vreefen-
de de Koninginne te feer aengetaft te hebben.
Des gingh hy foo voort : Mivrouwe, volgen*, de VOn£*
eer en aebtinge , diegby in Vranckrijcl^bebt , en de ho- acnr|joJden
pe die alle goede Fra»$oyfen hebben van uwe handel inge , v an den
bidde tcl^ U Majejleyt , te verhoeden , dat defe daedt Piicftcrfe
(hoewel defelve, ten aenfienvanu Majefieyt ingerecb-
tigbeydt tnagb beftaen) niet in de gedachten der men-
jchen voor gewtldigh en verbaejï werde opgenomen.
BejUet liever een daedt van edelmoedigheyt , en barm~
b ar tigheyt, omtrent defen armenMarquis,often minften,
fielt htm in binden van des Kjtnincks gericht j enlaet
Q_ j hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XI.
Tc ver-
geefs.
246 Treurige Ge fibiedenis van
hem fijn rechtspleginge , in behoorlijckf gedaente op-
matcken > en gbyjult aUe voldoeninge ter wertlt ont fan-
gen , en op dtfewijfe die aenfienlijcken tijtel , die ghy on-
der de menfehen draegbt , bewaren. Hoe mijn Vader ,
ancwoorde fy , /oh /cj(^, /» dewekke het gericht fijn
plaets moet hebben > rn in volkome en oppermacht ,
ever mijne onderdanen, my dacr toe gebracht fien, om
ten rechtspleging}) te vervolgen , tegen een verrader van
ten huysgenoot > f4» wimr trouwloofheyt, deblijckcn
in mijn handen yn? Het iswaer, ancwoorde de
Priefter , maer uwe Majefteyt is Partije in be-
langh. De Koningin viel hem in fijne woorden ,
en feyde: Neen tneen Vader >ickjal het den Koninc^
laten weten. Kjert weder en draegbt forge voor fijn
\id, ichikan> volgens mijn gewiffe, unicttoeflacn,
dat ghy van my begeert. En alfoo fandt fy hem we-
der neen , maer het liet fich met defe laetfte woor-
den aenfien , dat , foo de Koningin defedaedt had
konnen uytftellen , en van plaets veranderen , dat
fy het fou gedaen hebben , maer het was te verre
gekomen , om een ander befluy t te nemen , fonder
fich op'c hooghfte te quetfen, van het ontfnappen
van den Marquis, en haer eer enleveningevaer
te ftellen.
In defe uyterfteftaet, wiftdePriefterniethoe
te doen , noch wat te doen , uytgeraecken en kon-
de hy niet , en al hadde hygekonnen, hy vandt
fich felven tot een plicht van Chriftelijcke liefde
verbonden , om den ellendigen Marquis tot een
goede doodt te brengen. Hy gaet dan weder na
de plaets daer hy den Marquis gelaten had, en
omhclfende defen armen ellendige, die met fijn
tranen overftort wierdt , vermaende hem met de
foetfte woorden, die hy kondebybrengen, om
fich ter doodt tebereyden, entedenckénopfijn
gewiflè , dcwijlder in de werelc geen hoop van le-
" — y ven
0:
Hm
U L .
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
fm
mm
WA
■
Mar^uis Monaldeschi. 247
ven voor hem was , en dat hy , lijdende als door x 1 r.
hec gericht, fijn leven aen Godc verfchuldight D^*&
was , en het felve op der aerden vcrJietènde , had 2"h t«
hy alleenigh fijn hoopte vetten op deeeuvvigheyt, doodt,
alwaer hy fijn vertrooftinge fou vinden.
Op defe droevige boodfehap, na dat hy twee
of driemael hard uytgefchrecuwt had , viel hy op
fijn knien voor den Pi ieiter , die ficli op een banck
van de gaendery gefet lud, en begoft fich cc biech-
ten. Ivlaer zijnde daer al ver in gekomen , Itondc
hy tot tweemacl toe op, en begolt weder te
fchreeuwen. Eyndelijck voldede hy fijn belij-
denis , in 't Latijn , Fran^oys , Italiaenfch , foo als
hy fich belt konde nytdi ucken. De Aelmoetfe-
nicr van de Koningin komt daer op in, foo als de
Priefterbefigh was met hem over een t wij (leiach-
tige faeck te ondervragen. De Marquis hem x 1 1 ï.
fiende , fonder de abfolntie , of afquijtinge te ver- jJJJJJ^
wachten, gingh naer hem toe, hopende genade i,cm,
cn gonft te vei krijgen. Sy fpraccken te fa men ,
in ltilte een geruymen tijde, houdende malkander
by de handen , itaende in een hoeck , en na hun
t'famen fpraeckge eyndight was, gingh d' Ael-
moeffeoier uyc, mee fich nemende, de opperftc
van defe drie , die tot het uytvoeren geftek
Warén 9 en eenweynigh daer naer d'Aelmoefle-
nier achterblijvende, quam d'andere alleen we-
derom , cn feyde regens hem : Marquis verfoeckjt XIV..
vergiffenis acn Godt , want fonder vertoeven , moet gby Do^h J5
jïerven. Hebt gby ugebieebt r En hem defe woorden vct8eCin
gefeght hebbende, drongh hem tegens demuer
van de gaendcrije , daer de fchildery van St. Ger-
main hanght , en fonder dat hem de Priefter foo
ras konde omkeeren , moft die fien , dat hy hem
een fteeck op de rechter borft gaf ; en de Marquis
die willende afkceren, greep den degen met de
Q,4 rech-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
248 Treurige Geschiedenis van
x w rechter handc , het vvelcke hem drie vingers quet-
Acnvangh fte , de fteeck evenwel gingh niet door , waer
irobrïn- tioor defc f tcSens een van de andere feyde , dac
gen. hy onder gewapent was , gelijck hy oock in der
diedt een panfier , of malie rock aen had , die wel
negentien ponden woegh. D' Ander evenwel
verdubbelde fijn fteecken na het aengcficht, na
het wclcke de Marquis riep : Mijn Vader, mijn
Vader. De Priefter naerderde opditgeroep , en
de andere gingen terwijlen een weynigh aen een
kant , en hy met een knie op der aerde , badt Godt
om vergiffenis , en feyde hem noch yets. Daer
op hy hem de abfolutiegaf , met vermaningede
doodt geduldigh te willen lijden , ter oorfaeck
van fijne fonden , en vergevende al die gene, die
xvi. hem die aendeden , hier op wierp hy fich op de
SS- vloer , en in het vallen gaf hem een ander een flagh
kn. °P her n0°ft ï die daer been van mede nam , hy
op de buyck leggende, gaf een teecken , dat men
hem onthalfenfou, waer op den ander hem twee
of drie flagen in den hals gaf, fonder hem veel
quaets te doen, ter oorfaeck van den malie rock ,
die met den kraegh van het wambuys opgehaelt
was , en de flagen geduerighlijck wederftondt:
ondertuflehen vermaende hem de Priefter op
Godt te dencken, en met gedult te lijden, be-
neffens andere woorden meer. Hier op quam
d'Overftc van de drie hem vragen , of hy hem
niet voort af fou maecken, die hem daer over
ftraffelijck bejegende, en feyde, hy had hem daer
omtrent geen raedt te geven; dat hy fijn leven
verfocht en wenfehte , en niet fijn doodt. Waer
over hem dic verfocht hem te willen verfchoonen,
en bekende ongelijck te hebben gehadt , dat hy
hem fulcks gevraeght had.
Onder defc redenen d'arme Marquis, die
niet
Mar^uis Monaldeschi, 249
• niet verwachte als de doodt , hooide de deur van
ide Galery openen, waer op mocdt nemende, hy
fichdarwaercs keerde, en faghdathet den Ael-
moflenier of armen beforger was , flceptc fich fel-
ven daer over voort ,foo wel als hy konde ,enfet-
2 te fich te leunen tegen de poften van de Caendery,
verfocht hem te fpreecken , dc Armen beforger
fette fich ter flincker handt , van den Marquis , de
Priefter ftaende aen de rechter , hy fich na den
Aelmoelfenier keerende, vouwende iijn handen te
famen , fcyde hem ycts , als fich biechtende , badt
: ■ voort Godt vergiffenis , eu kreegh op nieuw dc
afquijtinge.
De Armen beforger daer op gingh weder
wegh , fcggendeden Priefter dat hy by den Mar-
quis fou blijven. Terwijl hy na de Koninginne
gingh. Terfelvertijdt, defe die den Marquis.
indenneckhadgeflagen, ftack hem met een lang
fmal geweer door den hals , van welcke iteeck de
! Marquis op fijn rechterzijde viel, fondermeerte
fpreecken , nuer bleef wel een vierdendeel uers ,
te ademen , geduerende het welcke hem de
Priefter geducrigh toe riep en atnmaende, foo
;| veel als hem mooghlijck was, totdat de Mar-
quis met fijn bloedt fijn leven begaf, zijnde het
lfdoe omtrent by vieren naer de middagh.
De Prielter feyde tenige ge woonlijcke woor-
den over hem , en daer na de opperfte van de drie ,
verleyde hem een been en een arm, ontknoopte
fijn broeck, en onderbrotck, tafte in fijn binne
beurs, maer vandt daer met , als alleenigh in fijn
fack , een kleyn boccksken van dc Uren van de
Maget Maria, beneffens een kleyn mesken,
en foo gingen fy alle drie, beneffens denPrie-
• fter, omdeordere vanhaer Majefteyt teomfan-
1 gen.
CL 5 De
XVII,
Lactftc
doch ver-
gceftihe
hoop van
genade.
XV II L
Doodt yan
den
Marquis.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 <o Treurige Gefcbicdenis van
De Koninginne nu , van de doodc van den Mar-|.
quis verfeeckert zijnde, toonde leedtwefen vanfr
gedrongen geweeft te zijn, defe daedt, aen deug.
Marquis te laten in 't werck ftellen , biddende! *
Godc hem fijn mifdaden te vergeven. Sy beval L
voorts den Priefter hem te begraven, oockvelew,
miffèn over hem te fingen ; die terftondt ordereif.
ftelde , en door hulp van fijn Vicariusen Cappel- 1
laen, hem in deKerck, dicht by het Wy waters *
vat , begroeven , dat al voor fes uren befchickt
was. Des Maendaeghs daer aen , fandt de Ko-
ningin hondert guldens, door twee van haer die-
naers , aen 't Klooftcr , op dat de Priefters, Godt
voor de ruft van fijn z iele, fouden bidden. Ge- •
lijck het felve oock naer ordere gedacn wierdt.
Dit was het eynde van defen Marquis , groot 1
begunftelingh van de Koningin, en nu het voor- •
werp van haer uyterfte bitterheydt , ongeluckigh t
als hy het hooghfte in geluck meende geftegen te
zijn. Wat nu de rechte oorfaeck van fijn doodt
magh zijn geweeft, wordt by velen noch te ver-
geefs nagefpoort, ons aengaende,wy genoegen
ons de faeck te hebben verhaelt, gelijck fe gefchiet
is, en dat uyt een oogh-getuyge , gelijck inhet
vervolgh gehoort is. Veel nieuwsgierige gee- ■
ften , evenwel , wilden in gefchil trecken , of een
oppermachtige buyten fijn of haer gebiedt recht
heeft, fijn huyfcenooten , uyt eygen kracht met
de doodc te itiaffen. En hoewel de opmerc-
kiaee, die Vranckrijck altoos op de Sweedfche
Kroon gehadt heeft , verhindert heeft, dat dit
ge chil niet verder getrockenis- foo heef t boven •
dat , het ftilfwijgen van den Koninck doen ge- \
looven , dat het Koninckdom , een onuyt . wiflc- j
lijck Charafter of macht-teecken is, vertellen- j
de voor altoos diegene, die daer eenmael mede 1
mmmmm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Marqjiis Monal DESCHI. 251
is bekleedt geweeft. Alfoo wort geoordeelt ,
fidac , waer defelve fou mogen zijn , die het
uoude recht van opper en eygen macht altoos
Dbehoudt, en dat overhaer onderfaten, ten min-
aften die niet ftaen onder den Vorft, in wiens ae-
Mbied men fich bevindt. Maer dit fal alhier fe-
onoegh van gefeght zijn.
Ge
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
252
Gcfchiedcnis van den
GROOTEN MOGOL
Met de doodt van
DARA, MOR AD BAKSCHE,
en andere Voriten en Vorftinncn.
INHOUDT.
BEfchrijxnngb van het Hof van Chah lehan. II. 4ert\
van Dara en fijn Broeders. III. Befchrijvtng van 4
den aerdt der Vbrftinnen. I V. Onknyfheyt van Be- \
gumSaheb. \. Minnaer geflraft . VI. De Kpninck.
verfendt fijn Sonen. VII. Macht van d'Emtr Iemla.
VIII. Die komt in ongenade. I X. Spant met Aureng
Zebe aen. X. Hun aenjlagh op den /(pnincl^ van Gol-
kon Lx. XI. Mtfluckt. XII. Jemla werdt tegen
Golkonda ge jonden. XII. Steekt e van Chah Jehan oor-
faeck^van al de ongevallen. XIII. De Broeders berej- ï>
den fich ten oorlogh. XIV. Snoode geveynflheydt van
Aureng Zebe. XV. Sijn lis7 omtrent Jemla. XVI. Jem-
las gewillige gevancleents. XVII. Aureng Zebe treckt
te velde. XVIII. Souratte ingenomen. XVIII. Au-
reng Zebe vervoeght fich by Mor ad Bakche. XIX. Be-
kommernis van Chah Jehan. XX. Soliman Chekouh
gaet tegen Suiah te velde. XXI. Sijn overwinning op
Suiah. XXII. Aureng Zebe naerdprt Agra. XXIII.
Macht tegen s hem gefonden. XXIV. Wordt ge flagen.
XXV. Ragipous wie fy zijn. XXVI. Vrouwelijk
grootmoedigheydt. XXVII. Bekommernis van dei
Kontncks XXVIII. Sijn voor (lagen aen Dara. XXIX.
Bedenckingen van Dara. XXIX. Straf bejluyt van
den [{pmnck. XXX. Slagh ordere der twee Broeders.
XXXI. Aenvangh van den flagh. XXXII. Voor-
deel van Dara. XXXIII. Moedigheyt van Aureng
Zebe.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 2$}
>ebe. XXXIV. Mtflagh van Dara. X XX V. Daf-
■>erheydt van Sutah. XXXVI. Schelms varaedt van
5 ö( \cadultah-ka». XXXVII. Veioorfaeckt de overvutt-
ntmh voor Amen* Zet*. XXXVIII. Veynfery van
Aureng Zebe. XX X I X. Stoet van den Ovei wonnen
Dara. XL. Loofen handel vak Aureüg Zebe. X LI.
Soïtman Chekonh ducht op het geberght. XLIl.^y«-
ftry tuffchen Vader en Soon. X 1. 1 1 1. Sultan Mah-
moud verorert de jhrekte van Agra. XLLV. Cbab
Jehan tn fin eygen hof gevangen. XLV. AunngZcbe
vcrvolght Dara. X L V 1. Neeint fin
re-vangen. XLVII. Sijn yervolgh op Dara. XLVIII.
koudere Uoecknioedtgheyt van Aureng Zebe. XL 1 A.
Dara vlucht naer Amadabat. L. Aureng Zebe nf
Sultan Sutah aen. LI. Is tn groot gevaer. ^1
door verradery gereddert. LUI. Sutah vcrltc0 den
flagh L I V. Aureng Zebe lieert naer Agra. L V. Sun
ver vóhh tegen Sutah. LVI. Vluchten van Sutah. LVIL
Sultan Mahmoud valt fijn Vader af. L V II . I. Wort
tevange*. LI X. Aureng Zebe maeckj fichfelven Jg-
Ufc. LX. Dara wordt bedrogen. L X I. Sijn twee-
de (la«b met Aureng Zebe. LXII.£» vlucht. LXIII.
Sun fammerlueke ftaet. LXIV. Tn uyterfle befoft.
LXV Beseft fich na Gtonkan. LX VI. DK hem
^errae 'dt. L X V T T- Wordt tn een ellendtgeti ftaet tra
Dehlt gebracht. LXV III. Beraetflagmgh tegen hem.
LXIX. Vloeden el ge/haft. LXX. Deerltjcks moort
aen Dara gepleeght. LX X I. Syn vrouw neemt ver-
gtf. LX XII. Verractgefïrajt. LXXIII. S«Upa*
Chekpuij verraden en gevangen. L X X I V. Sijn kjoeck?
moedtgheydt. LX XV. Ombrengen der Vorflelijcke
ktndercn. LXXVI. Mor ad Bakche wordt onthooft.
L XXV II Staet van Sultan Sutah. LX XIX. Die
fich na Racan begeeft. L XXX. StjnbeÏÏuyten tegens den
Koninck van Racan ontdeckf. LX XXI. Doet hem
duchten. L XXXI t. Sun Vrouw cn kaderen gevangen
LX XXI II. Stjn twijfelachtige dood. LX XXIV. El~
ImMre verwoeflmvh van het Hitys van Sutah.
* • * X. G e-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2J4 Treurige Gefcbiedenh van
X. Geschiedenis.
At woeden en Rafernye ftaewi
fucht verooorfaeckc , wan
bloet fy vergiet , en hoe fwaöq
ken tegenweer de Natuer met
al haer verbinteniffen, en be»i
langen tegen defe peft is, ftaen <
wy u Lefer , tegenwoordigh
met een gefchiedenis foo aenmcrckelijck alaj!
— : >rc:chtigh voor te beelden . Se is van verre ge4i
haelt , maer indien wy fe wel aenmercken , fal onif
vari naby treffen , merckt dan aen met gedult.vJ
Wy hebben hier voor van de ongevallen desf
ftaets , van den grooten Mogol gefproockcn , erf |
hoe Curroon fich felven meefter van dat Rijck|j
heeft gemaeckt , en de naem van Chah Jehan aeoJT
genomen heeft, hier geven wy u het ver volgh.
I. Chah Jehan, foo veel gefeght als Koninckdes^
Bcrchrij- werelts , oudt ten tijde van defe voorvallen , om*
vingh vm^ de tfeventigh jaren, had vier Sonen, en
ïaCn Chah twee Dochteren. De oudtfte van de Sonen was
icham genoemt Dara of Darius. De tweede Sultan
Suiah,foo veel gefeght,als moedige Vorft.
De darde heet Aureng Zebe, het geen beteec-
kent cieraedt van den Throon. De vierde noem-
de men Morad Bakche , in onfe tael gefeght , ver-
vulde begeerte. De oudtfte van de twee Doch-
ters had de naem van Begum Saheb , of de opper
PrinceiTe , en de andere Rauchenara Begum, of
het licht der Vorftinnen. Zijnde het de gewoon -
te van dat Landt , diergelijcke beteeckenende na.
men, aen de Vorften en Vorftinnen te geven,
Gelijck oock de Vrouw van Chah Jehan , fo
vermaert door de Gantfche werelt, van wege
haerfchoonheyt, was genoemt Tage Mehalle
DEN GROOTEN MOGOL 2$$
$>f de Kroon van 't Hof. Yeder van dcfe vier So-
lden was Onder- koninck, over een van de vier
oorname Lantfchappen van het Rijck. Dara Aerdt'vas
e oudtfte was een Vorft van byfondere hoedanig- r)aia en
eden , hy was feer bevallijck in fijn ommegargh,§n Broe-
cherpfinnigh , feer beleeft cn mildtj maer hy M$*
ad al tegoeden gevoelen van fich fel ven ,achccn-
e alleen over al bequacm toe te zijn , en fich niet
onnende inbeelden , datter yemandt was , die
em fou konnen raedt geven • hy noemde oock
elfsonvoorfichtelijck , die gene die hem eenigen
^raedt hadden gegeven, in voegen, dat Jclfs
jdefe, die hem het aldevmeefte genegen waren,
•-em de heymelijcke raetflagen en aenvanghfelen
an fijn Broeders fchreumden te ontdecken.
Daer en boven was hy feer haeftigh en oploopen-
'e , dreygende , fchcldende , en beledigende ,
felfs de grootfte Omrahs of Heeren van het
JRijck , maer het gingh weder haeft over , gelijck
seen vuur van ftroy. Alhoewel hy een Mahome-
"taen was , en openbacrlijck daer over al blijck van
:dede, was hy evenwel een Heydenmetde Hey-
denen, en eenChriften metdeChriftenen. Hy
had geduenghlijck altoos fijn Heydenfche Lee-
raren by fich , de wclcke hy merckelijcke
fommen geks tot hun onderhoudt qaf, en die hem
in vergeldinge, hun bygeloovigheydt in planten.
• Maer om dat hy foo wanckelbaer in fijnGodts-
üdienft was, kan men met recht van hem feggen,
'dat hy 'er geen had , gelijck oock in het ver volgh
van defe gefchiedenis blijeken fal , dat de fchijn-
)reden, die Aureng Zebe voorftelde , waerom hy
ihem het hooft dede afflaen , was , dat hy Kafer ,
;ldat is ,ongeloovigh geworden was.
Sultan Suiah, was byna van den aerdt van Da-
tra , maer geheymer , en ttandtvaftiger , had oock
beter
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2*6 TiéUrtge Gefcb'iedenis van
beter béleydt > kloeckhtydrén bequaemheyt , om
Ojn in wickelingén uy t re voeren. Waer toe hy
vaft onder de handt , door giften en gaven , van de
voornaemfte Omrahs of'Heerén, fijn vrienden jp
en verwanten wift témaecken. Maer hy 1'iet fich
een weynigh te feer , door fijn vermaeckelijckhe- !
den vervoeren , met dat gróöre getal van vrou-
wen die hy had, fóo dat hy ménighmael veel tijdts,
met hier, in drincken , bancketteren , danflen
en fingeri:, doorbracht. Hy had fich tot dé
Perfiaënfche Godtsdienft begeven, al-hoe- wei
fijn vader en broeders Turcks waren.
Aurèngh Zebc had defe geeftigé wel-levent-
heydtriiet , nöch die beVallijcke geméenfaém-
heydc van Dara , hy fchéeri van grooter oordeel
en inficht, kénnende Wel met wien hy ómme-
gineh , en wel wetende diegene, van dewelcke
hy fich dienen wilde , te vérkiefen : fijn milcda-
dighedé» kbnde hy mét goetóverlegh, en op fijn I
alderbequaemfte beftéden en aen wenden. Hy
was feergeheym, loösénveynfende, ja foó vérre I
dat hy fich langen tijdr hiéldt alseen Fakirc, of !
een armé DerViché, of* Devótige arme - die de
wereldtafgeftorveniS, fichaénftellende, als 'had-
de hy gancfcngeert gedachten na de Króoh , maer
of hy alleerilijck iH gebedén' en Godtsdienft , fijn
leven wilde doorbrengen. Öhdertufichen Iiec
hy niet na in het Hof fijn naed te rtaeyén , en fijn
zaet te zaeyen , voornaméntTijck tóen , wannéér
hy fich felven Onder-kóninck van Decan fagh ,
maer alles beftelde hy mét'fulckeéngehéymènis
en loofheydr , dat men daer op geéndérhande
wijfe konde achterkomen; Hy wift fich oock
feer wel in de vriendtfcnap , van fijn vaderden
Koninck te houden, die, hóéwei hy Daragrootc
genegenthéydt toedroegh , evenwel niet kónde
DEN CROOTEN MOGOL
laten tc getuygen , dat hy Am eng Zebe , een
'| groote achtinge toedroegh, en hem geloofde be-
•i quaemtotdeheerfchappytezijnj datoockDara
I groot nabedencken gaf, die het felve merckende ,
I fich menighmael onder fijn vrienden liet ontval-
len , dat hy van al fijn broeders niemandt meer
vreefde, als dien Remazi,of Pilaer-bijcer.
Morad Bikche,diede jonghtte van allen was,
* wierdt oock de minfte in kloeckheydr en oordeel
1 gehouden. Hy dacht nergens op , als fijn ver-
1 maeck te nemen, en fijn tijdt metdiincken , ja-
S gen , en den boogh te fchieten , door te brenqen ,
I evenwel had hy eenige goede hoedanigheden T aJs
i die feer beleeft en miltdadigh was. Hy ftelde
I eer in niet verborgen te houden , mifprees de
I heymeüjcke onderhandelingen, roemende opent-
lijck dat hy geen hoop als in fijn arm en fwaerd
^had. En in der waerheydt, hy was een dapper
man, en indien defe dapperheydt meteenigh be-
> leydc had verfelfchapt gevveeft , hy foude het
r boven al fijn broeders gehaelr, en de Kroon van
: Hindouftan op fijn hooft gebracht hebben, ge-
';jck wy in het vervolgh fullen fien.
Wat de dochters aengaet , Begum Saheb was
er fchoon , kloeck van geeft , en feer van haer 1 1 r
Vader bemint. Ja 't geiucht liep felfs, dat hy Bcfchri).
aer beminde, op fulck een wijfe alshetalder- ynghvan
nbetamelijckrteis : altoos hy had fulck een groot der'Vo^
ertrouwen op haer, dat hy fijn lijf, en de vey- ftinnen.
ligheydt van fijn leven haer alleen toevertrouwde,
gevende haer de laft , om te letten op de foijfe die
imen op fijn tafel bracht , gelijck fy oock fijn geeft
3~eer wel wift te handelen , en felfs in de alder-
qewichtighfte faecken , fijn genegentheyt neygh-
de , waer henen fy wilde. Sy was uytfteeckende
>rijck , door het groot inkomen dat haer van haren
R Vader
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2,<% Treurige Gefcbiedenis vdn
Vader eegeven wierdt, daerfe oock fterkoftc-
lijck en miltdadighlijck van leefde. Sy meldt ..
t'éenemael de zijde van Dara, en verklaerde fich
opentlijck voor hem te zijn j het wekke hem
oock geen kleynen dienft in fijn faecken heeft ge-
daen , als mede in het onderhouden van luns Va-
ders eunft , want fy droeeh hem allefints , en gat
hem kennis van alle dingen. Evenwel was !u cks
piet om dat hy de oudtftefoon, en fy de oudtite
dochter was, gelijck het volck meende -maer
om dat hy haer belooft had , foo haeftalshyfou
Koninck geworden zijn, dat hy haer uythouwe-
lijcken fou : een buyten gemeene faeck , en die
men niet veel in Hindouftan (iet, om dat de man
vandePrincefle, niet konnende als feer macntigti
zijn , altoos in vermoeden is , van eenige oplicht 1
tot de Kroon te hebben: behalven dat de Komn- ,
een hun bloedt foo hoogh achten , dat fy met kon- 3
Ben gelooven, dat men yemandt vinden kan,
die hun dochters waerdigh is. ™k„
Hier fou het onredclijck zi,n, inhet voorbv
gaen niet aen te raecken, dat ^ pnn9efleal
eenigh belang van liefden had , hoewel fy ,
gelijck de andere vrouwen, vaft in hunferrail
iv. opgdloten was. Men vvil dan feggen , dat defe
©okuys- pringefle middel vandt , van een jonghman m net
Bell"" ferrail te laten komen , die van geen groote
£fcT ftaet , maer van goet gelaet, en wel gemaeckt
was Maer fy konde onder foo veel nalpeu-
Tende oogen/haer faecken foo heymeh,ckn^
beleggend of het ontdeckt.C han
jehan haer Vader , wierdt daer wel haefl ja
iewaerfchouwt , en nam een befluyt haer t
?erra(Tchen, onder fchijn var . haer te gaenbe
foecken. De Pnn9effe ^^aWtaioo
onverwacht by haer komen, had nauwelijks
DEN GROOTEN MOGOL.
1
a
" L
foo veel tijdes , als hacr Minnaer tc bergen, in
een van de grootfte ketels van haer badt. Het
welck foo heymelijck niet gefchiede, of de Ko-
ninck vermoede het werek gelijck het was 5 even-
wel maeckte hy geen woorden met haer , noch
deed haer eenigedreygementen, fel fs bleef al een
langen tijde by haer, om haer te onderhouden,
gelijck hy gewoon was , eyndelijck feyde hy ,
dat hy hacr eenighfints ongehavendt na fijn fin
vandt, in voegen hy oordeelde dat fy lichdiek-
maelder baden moft. En belafte daerom teer ge-
faghelijck , dat men terftondt de ketel Ion hebben
te heeten, en wilde niet vandaergaen, voor en
aleer de ontmanden hem feyden , dat fijn bevel
voldaen , en d'ellendige afgevaerdight en doodc
was.
Eenigentijdtdaerna, wiftfy andere middelen
te vinden , fy maeckte en nam tot haren Kane Sa-
man, foo veel als befchicker, en Hof-meefter,
een Perfiaen Nazerkan genaemt , zijnde hy een
jongh Heer, de wel gemaeckfte en braeffte van
hec geheele Hof, die hardt en moets genoegh had,
en fich van de gantfche werelt bemint wilt te
maecken , foo verre dat Chah Heftkan , Oom van
Aureng Zebe , fich niet ontfagh voor te (iaën, van
hem aen de Prii^ede uytte houwelijcken, hec
geen van Chah Jehan met allen euvel op genomen
-vierdt; ja als men hem daer na een gedeelte, van
hun heymelijcke mmneryenontdeckte, befloot hy
niet langh te vertoeven, met fich van de Nazerkan v
reontflaen. Hy boodt hem als eerf tulven een Mimua
Betlay, ofbondelken Betel (zijnde feer aengena- gcftwft,
me bladeren , diefe in die geweften , en door ge-
heel Indien, met kalck van Zee-fchelpen kauwen,
maeckende daer mede demont en lippen roodt,
en den aeflèm foet en aengenaero ) aen , dat hy ter-
K Z ltont
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
26o Treurige gefchiedenis van
ftondt gehouwen was te kauwen , volgens de ge-
woontë. Defc Jongen Heer had geen minder-
gedachten, als vergeven te zijn , hy fcheyde uyt
8e by ecnkomft feer wel gemoedt zijnde, en klom
in fijn draegh-bedde, ofdraegh-ftoel , maer het
venijn was foo krachtigh , dat hy doodt was al eer
hyinfijnHuysquam.
Rauchenara Begum, wierdt noyt voor foo
fchoon, of foo geeftigh, als Begum Saheb ge-
houden, maer fy was geenfints minder vroluck,
enluuieh, haetende het vermaeck niet meer als
haer Sutter . Defe droegh geheel de zijde en het
belangh van Aurengh Zcbe , en was alfoo by ge-
volgh een vyandinne , van haer Sufter en Broeder
Dara : dat was de oorfacck dat haer middelen niet
groot waren , noch oock haer kennis m de gehey-
men van ftaet , evenwel gelijck fy mede m het
Serrail was , en geen gebreck had aen geelt en ver-
fpieders, Het fy oock niet na, veel Taecken van
belangh te ontdecken , diefe heymelijck Aurengh
Zebewift te kennen te geven.
Chahjehan, eenige jaren voor defe onrutten ,
fichfiende, met defe vier P r ineen (alle bejaert ,
en alle getrouwt, alle een veder ftaende op lijn
Kroon-recht , alle vyanden van den ander , en elck
fijn heymeliicke kuyperyen hebbende) belait,
vandt fich in groote bekommenngh , over het
Sen hem ftondt te doen, vreefende felfs voor ga
cygen Perfoon, en gelijck als voorfiende j het
gein hem daer na bejegent is. Want hen wede
op te fluyten , in Goualeor (een fterekte. daer
men gemeenlijk dePrinc.en m opfluyt,en die voor
Sbaer,wortge^
beganckbare rotze gelegen is , zunde var .binnen
evenwel met goet water , en voorraet , om de bc-
fettinghtevoldenvoorfiei)) daer toe waren fy al- I
ti Hl I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL 26t
reets te machcigh geworden , alfooyeder een ge-
volgh als een Prins behoorde , had , en anderfinrs,
konde hy hen niet eerlijck van fich affonderen ,
fonder hen eenige lande beftieringe, na hunftaec
te geven , daer hy evenwel vreefdc , dat fy fich
~;erck, en kleyne Koningen, ionder over-hoofe
fouden maecken , gelijck fy in der daede , daer na
gedaen hebben. Evenwel vreciende , dat fy
malkanderen, felfs voor fijn oogen den beek
I mochten komen tebrcecken, indien hy hen al-
toos in het Hof hielde , bcllooc hy eyndclijck hen vr
I ee verfenden. Sulean Suiah fandc hy m het Rijck Dc kc-
vanBengale. Aurcngh Zebe, in Decan, Ma- mnckv».
rad Bakche in Guzarate , en Dara gaf hy Caboul SjJ"
en Muitan. De drie eerften , gingen mee feer nen'
goede genoegen in hun Landt-vooghdy, maecken-
de fich aldaer volkomcne Meefters, houdende al
het inkomen voor fich , en veel volcks in dienft,
alles onder fchijn, van de Landtfaten en bueren
intoom te houwen. Wat Dara aengaet, voor
foo veel hy de oudtfte Soon , en nu gelijck als
toe de Kroon gefchickc was , wilde hy (ich noyc
uyc hec Hof begeven , gelijck oock wel fcheeni
fulcks fijn Vader niec tegen den fin te zijn , die
hem oock ophielde met die hope , dat hy , na fijn
doodt, fijn opvolger fou zijn.
Hy liet oock nu alreedts toe, datmenlaften
ordere van hemonehngh , en dat hyeen flagh van
een Throon beneden de fijne, onder de Omrahs
befat , invoegen fy gelijck als twee Koningen
uytmaeckten : maer gelijck het feer fwaer is,
dat twee Opper-hoofden wel over een komen :
. Chah Jehan , al hoewel hem Dara , groote gene-
, gentheydc toonde , en groote eerbiedigheyc bc-
i wees , had evenwel aleoos een misvercrouwen
> op hem i vreefende hec een of het ander quaee ,
R 3 oock
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
262 Treurige Gefcbiedenis van
oock dewijl hy de hoedanigheydt van Aurengh
Zebe kende , die bequamer was om te heerfchen ,
als ycmaiidc van de andere, had hy altoos hey-
nielijck verftandt met hem.
Die is het geen onsgoet gedacht heeft , aen-
gaende defe vier Voilfen, en hun Vader Chah
Jelian voor af te feggen , felfs oock de twee Vor-
iiinnen niet voorby te gaen, om dat fy geen van de
minfte Perfonagien van dit treurfpel ftaen te
zijn, hebbende de vrouwen in Indien, foo wei
als in het Turckfche Hof en elders, menighmael ,
het voornaemfte gedeelte indegewichtighfteen
grootfte faecken , hoewel men menighmael fulcks
niet gade flaet , en fich het hooft brceckt , om
andere oorfaecken te foecken. Maer om defe
gefchiedenis nettelijck te verhandelen , moet men
de faeck een weynigh hooger nemen , en by-
brengen het geen een weynigh tijdts voor de
beroerte , tuflfchen Aureng Zebe, de Koninck van
Golkonda, en fijn Vifir Emir Jemla voorgeval-
len is 5 om dat het felfde de aerdt en nature van
Aureng Zebe, die de Hooft- perfonagie, of He-
ros van defe gefchiedenis fal hebben te zijn , klaer-
lijck oncdeckt , en als met de vinger aenwijft ,
toonende te gelijck hoe Emir Jemla, de eerftc
gronden van fijn opper- heerlichappy geleght
heeft.
v 1 1, Ten tijden wanneer Aureng Zebe in Decan
Macht van was , had de Koninck van Golkonda , tot fijn
Vifir en Veld-overfte , defen Emir Jemla , de-
welcke een Perfiaen van geboorte, en onder de
Indianen van een grooten naem was, Hy was
van geen doorluchtige geboorte, maer feer erva-
ren en door t rocken in faecken van ftaeten oor-
logh ; een man van eengroote geeft, en een dapper
Capiteyn. Hy had groote fchattea en njck
dom-
i
d'Emir
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 26$
dommen konnen vergaderen i niet alleen door
het bellieren der fatcken van dit Kijcke Koninc-
rijck • maer oock door den handel van lijne Sche-
pen, die hy na alle gewelten henen fandt, heb-
bende oock Mijnen van Di.m.nten voor fich al-
leen, hoewel onder veifierdc namen, die hem
groote Schatten op brachten : Invoegen men niet
fprack als van de Rijckdommen van Emir Jemla ,
endemenightevan fijn Diamanten, die men by
hem niet telde als by iackikms vol. Hy had
fich felven oock feer machngh, en aenmcrckelijck
gemaeckt , onderhoudende , behalvcn des Ko-
nincks troepen, oock eenige andere , tot fijn by-
fonderen dienft; beneffens feerfchoon gefchut,
met menighte van Franguis of Chriftenen , om
hetfelve te regeren. Lyndelijckhy wierdt foo
Rijck en machtigh , voornanaentlijck, wanneer hy
middel vandt , om in het Rijck van Karnates te
vallen , en in het felve al de oude Tempels der Af-
goden , van dat Landt te beroven: dat de Koninck
van Golkonda achterdochtigh wierdt, en fich
vaerdigh maeckte, om hem een quadcn treek te
fpelen : des te meer ,om dat hy niet konde verdra-
gen , 't geen men van hem feyde, dat hy nament-
lijck , een weynigh te groote gemeenfaemheyt ,
met de Koninginne fijn Moeder ibu hebben , die
noch fchoön geooegh , na hier ouderdom was.
Hy evenwel gal nicmandt yets van fijn voorne-
men te kennen, verwachtende den tijdt dat Jem-
la aen het Hof fou komen : want hy was alfdoe VIir#>
noch met fijn Hcyrin Karn3tes. Maer als men Komt in
hem op feeckeren dagh bericht dede , van het ongenade,
eeen , tufichen hem en fijn Moeder omgingh , had
hy geen vermogen meer te oniveynlen , maer
borft uyt in fchelden en dreygementen , van het
wek kc Jemla wel haeft bericht wierdt- om dat
R 4 hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2^4 Treurige Gefchtedems van
hy van fijn vrouwen zijde , menighte van vriendem
aen het i-fofhadde, zijndealindehooghfteamp-i
ten en bedieningen aldaer , gelijckoockde Konin-i
ginnc Moeder , die hem niet hate , over al haer
ooi en ter vloot leyde • en hem alles terftont over
fchreef • Die daer over terftondt fijn eenigen
Soon Mahmet Emir Kan , die aen het Hof was >
liet weten , fich foo haeft als hy konde , 't zy on-
der fchijn van de jacht, ofanderfints, uyt hec
Hof te begeven en by hem te komen.
Mahmet Emir Kan bleef in geen gebreecken,
van fijn vlucht, op alderhande manieren te be-
foecken, maer dewijl de Koninckhetooghfeer
nauw op hem hadde , waflTer niet een die gelucken
wilde ; 't welck Emir feer verlegen maeckte , die
daer over een vreemt befluyt nam , dat de
Koninck in groot gevaer van de Kroon en fijn le-
ven bracht j foo verre ficn wy , dat het waerach-
tieh is , dat die niet kan veynfen , niet kan heer-
tenen. Hy fchreef aen Aurengh Zebe , die voor
als doen, binnen Daulet Abad, de Hooft- ftadt
van Decan fich onthieldt; zijnde omtrent vijf-
tien of leftien dagh-reyfen vanGolkonda, hem
gevende te kennen , dat de Koninck van Colkon-
da hem en fijn huysgefinde, niet tegenftaende
de aenmerckelijcke dienften , die hy fijn Rijck
IX. hadgedaen, focht te vangen • 't geen de meefte
spant met ondanckbaei heydt en veiongelijckingh van de
zebcaen. gantfche wereldt was , waer door hy fich ge-
nootfaeckt vand fijn toevlucht tot hem te foeken ,
en te bidden, hem onder fijn befcherminge te
willen nemen*, dat, voor de relt, indien hy fijn
raedt wilde volgen , en fich op hem vertrouwen ,
hy de faecken , in fulcker voegen , fagh te bcftcl-
len , dat hy te^gelijck den Koninck en het Ko-
ninckrijck in handen fou krijgen. Hy maeckt de
fictie
Hl
i
i
m
ü
si
h
p
I
H
DEN CROOTEN MOGOL. 26$
•ifaeck feer licht, feggende, dat hy niet meer ais
•ivier of vijf duyfent paerden van de uytgelelentfte
ivan fijn heyr behoefde te nemen , ennaGolkon-
Ida aen te trecken , ftroyende een gerucht , dat het
ieen gelant van Chah lehan was , die om eenige
faecken van belamgh , tot den Koninck na Big-
inaguer trock. De Dabir , feyde hy, die de
igene is, aen dewelcke men fich aldeiceift aen-
! geeft, om den Koninck eenige faecken te kennen
te geven , was fijn verwandt , fchepicl , en alfoo
t'eenemael op fijn zijde. Hy loude flechts niet
1 vertoeven, in alderhaelt den aentocht re onder-
: nemen , en hy , lemla, fou maecken , dat hy aen
i de poorten van Bagnaguer fou zijn • en wan-
neer de Koninck uyt fou komen , om de brieven x.
te ontfangen , volgens het gebruyck , konde hy ^ acn'
fich licht van hem , en fijn gantfche huys verfe-
t keren , en daer van of mede doen het gene hy wil- van Gol-
: de > voor foo veel lijn huys rot Bagnaguer , daer konda.
hy gemeenli jck woont , fonder muer , gracht , of
: eenige fterckte is. Hy voeghdc hier by , dat hy
: defe aenfiagh op fijn kollen loude doen , waer
over hy hem vijhigh duyfent Roupies 'sdaeghs
(bedragende omtrent vijf-en* twintigh duyfent
■Rijcksdaeldets) aenboodt , geduerendt den gant-
fchen tijdt van lijn tocht.
Aureng 7xbc , die niet anders focht , als gele-
: genrheyr om lich fel ven groot te maecken, wilde
:defe, die lich foo fehoon aenboodt niet laten
<voorby gaen. Hy,daer over, begeeft fich ter-
ftondt op wegh, en beleydt fijn faecken fooge-
i luckighlijck , dat hy tot Bagnaguer quam , fonder
anders als voor een Gcfant van Chah Jehan bekent
1 te zijn j de Koninck van Golkonda, hebbende
(bericht van fijne aenkomft, gingh uyt om in een
'Hof te komen, volgens de gewoonte, om hem
R 5 met
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
266* Treurige Gefcbieden'wvAn
meteerbiedigheytteontfangen, en fich alfooals
inde handen van fijn vyandt geftelt hebbende,
kondeOmrah, geraeckcdoor medelijden, hoe-r-
wel hy van de vrienden van Emir was , metnala-sj*
eenden Koninck toe te bij te; fiet uw Majefteytf
xi. Aureng Zebe niet, maecktu van hier ofgyzijt ge. M«
Miiluckt. vangen- waer door de Koninck verbaeft fich weeWt »
rnaeckte, enfpringendeophet eerfte Paerdc da«P
hy krijgen konde, rende foo veel als hy mocht,
tot in de fterekte van Golkonda , zijnde maer een
kleyne mijl van daer gelegen. Aureng Zebe ,
fiende fijn üagh gemift , was daer over niet eens (
verbaeft, wel wetende dat hem d'Emir met fi;n
Heyr niet op het lijf fou vallen, maer nam ter-
ftondt het Konincklijck Paleys in , en daer
uyt alle het gene hem goet dacht , lendende even- * i
wel den Koninck al fijn Vrouwen wederom toe:;J
want dat wort door geheel Indien leer nauw
waer genomen , en gaet hem voorts , binnen lijn * i
fterekte belegeren. Maer alfoo het belegh byf
cebreck van noodige dingen , daer toe dienende ,
meer als twee maenden quam tedueren, kreegh
hvordere van Chahlehan, fijn vader, hetfelve
op te breecken , en fich weder na Decan te bege- 3
ven. Invoegen , al hoewel de belegerde , door
gebreck van leef-tocht, als op het uyterftewa- 1
ren, hy fich genootfaeckt vandt , firn werekte
laten ftéecken. „ f„on
Hy wift wel dat het Dara en Begum waren,
die den Koninck tot defe ordere te geven , aan-
gedrongen hadden , om dat fy met gaerne fouden
leden hebben , dat hy te machtich ™rdt:
f venwel toonde hy noyt eenigb > mifnoegen daer I
over, feggende ecnvoudelijck, dat hy gehouden 1
was Cha¥lehantegehoorfameD: hytrockeven-1
wel niet af, fondcr fich onder de handt wel van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
I
DEN GROOTEN MOGOL. 267
fijn moeyten te doen betalen. Hy trouwde felfs
oijn foon Sultan Mahmoud, aen de oudttte doch-
ter van den Koninck uyt, met beloften, dathy
nnem fijn opvolger foude maecken, gevende hem
jndertuflchen tot een houwelijcks-gavedeilerck-
te , en aenkleven van Ramguyi e. Hy maeckce
;OOck daer en-boven een verdragh, datvoonaen
al de filvere munt , die binnen dat Rijck gefla-
:gen wierdt, aen de eene zijde het teecken van
i Chah lehanfou dragen, oock dat d'Emir lemla
- met fijn gantfche hnyfgefin , fijn goederen , troe-
pen en gefchut , fou mogen vertrecken.
Defe twee groote mannen , waren niet langh
by een (want d'Emir begaf fichby AurengZebe)
fonder eenige groote faecken voor te nemen.
• Noch onderwegen zijnde, belegerden en namen
iy Bider, een van de fterckfte en machtighfte
plaetfen van Vifapour, en fetten het van daer na
; Daulet Abad, daerfy fulckeen vaftevrientfchap
te famen maeckten , dat Aureng Zebe geen
dagh konde zijn , fondcr Iemla twee of drie-
mael te fien , noch d'Emir fonder Aureng Zebe.
Defc gemeenfchap begoft haeft fijn werckingh te
doen, en leyde de eerlte grondt van het Koninck-
rijck van Aureng Zebe.
Emir Iemla, na dat hyfichverfcheydenmael
had laten ontbieden , gingh eyndelijck met feer
rijcke gefchcncken na Agra om Chah lehan te
bcfoecken , om hem aenbiedinge van fijn dienft te
doen , en hem aen te drijven ,om den Koninck van
Golkonda den oorloghaentedoen , als mede die
van Vifapour , en de Portugefen , op den hals te
komen. Hy vereerde hem terftondt , dien groo-
ten diamandt , die men acht fijns gelijcken niet te
hebben • hem met eenen te kennen gevende , dat
de Iteenen van Golkonda vry wat anders waren ,
als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2€i Treurige Gefchiedenis van
als de klippen van Kandahar , daer hy het voor
alfdoe op gemunt had ; en dat het dat geweft was ,
daer men den oorlogh moft voeren , maeckende
fich daer van meefter, tot aenden uythoeckvan
Comory toe. Chah Jehin , 't zy dat hy door de
diamanten van Jemla verblindt was , of dat hy
dienftigh achte, een heyr in het velt te hebben ,
eelijck het meefte gevoelen was, om Dara, die
hy fagh dat fich al vry wat machtigh maeckte , in
toom te houden, die alreedts de Vifir Sadullah-
kan , die Chah lehan feer beminde , en als de
voornaemfte van fijn gebiedt hield , had doen ver-
geven , om dat defe fcheen niet van fijnen aen-
hangh, en de zijde van Sultan Suiah een weynigh
te feer genegen te zijn , hoe 'tzy of niet, Chah
Iehao befloot een heyr na Decan , onder het bé-
leydt van d'Emir Iemla , te fenden,
Dara die het belangh van de faeckwel fagh,
icmll1' en dat het fenden van troepen darwaerts , allee-
wort tegen nioh was Aureng Zebe te ver ftereken , ftelde fich
Goikonda ^ dapperlijck tegen , trachtende met alder-
gefonden. hancje middelen, het felve te beletten. Even-
wel fiende dat fijn Vader daer mede door wilde ,
moft hy oock in het eynde daer fijn zegel aen
fteecken ; echter op defe voorwaerden , dat
Aureng Zebe , fich binnen Dauled Abad , als
Landvooght fou houden, fonder ficheenighfints
met den oorlogh te bemoey en , noch gefagh over
het heyr te hebben , daer d'Emir Iemla alleen het
Opper-hooft van fou zijn. Dat vorder, tot ver.
feeckeringe van fijn trouw, Iemla fijn gantlcne
huvfeefin , aen het Hof foude laten. D'Emir
konde feer fwaerlijck tot defe laetfte voorwaar-
de befluyten , maer dewijl Chah lehan hem badt ,
defe voldoeningh aen Dara te willen geven, en
hem beloften dede, hem binnen korten tijdt fijn
VKHN
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 269
syrouwe en kinderen weder toe te fullen fenden,
inamhyde voorwaerdenaen, entrockaJfoo, met
1 een fchoon heyr na Decan, tot Aureng Zebe, en
ifonder langh te vertoeven, viel in Vifapour, en
vooreen ltercke plaets Kaliancgenaemt.
De faecken van Hindóuftan , waren omtrent ^„cLli
in defen ftaet, als verhaelt is; wanneer Chah iehan.
Iehan leer kranck wierdt. Dit maeckt terltondt °a°r^
een feer groote ontfteltenis door het gantfche JJL^
Rijck. Dara lichte ten eerften machtige troepen ien.
binnen Dehlyen Agra, de Hooft-tteden van het
Rijck. Sultan Suiah dede het lelve in Bengale :
Aureng Zebe in Decan, en MoradBakche niet
minder in fijn gebiedt van Guzarate. Yeder van
hun vieren vergaderden fijn vriendenen verwan-
ten aen fijn zijde , een yeder fchreef Ooft en Weft,
om meerder aenhangh te maecken. Dara heb-
bende eenige van hun brieven onderfchept , toon-
de die aen Chah Iehan , en maeckte daer veel over
te doen. Begum fijn fufter , ontbrack mede in
dele gelegentheydt niet , luer uyterfte beft te
doen , om den Koninck tegen haer andere broe-
ders op te maecken: maer Chah Iehan miftrouw-
de Dara aldermeeft , en vreefende , dat hy hem ,
den een of den anderen tijdt vergeven mocht ,
gaf laft dat men goede acht fou nemen , op het
gene men hem opdifchte. Men feght oock dat hy
aen Aureng Zebe fou gefchreven hebben , en dat
Dara het felve vernomen hebbende , niet had na-
gelaten te bulderen en te dreygen.
De fieckte onder dies van Chah I ehan geraeck-
te aen het fleuren , even wel liep het gerucht dat
hy geftorven was. Terftondt was het gantfche
Hof in onordere , de ftadt in beroerte. De winc -
kels wierden gefloten voor vele dagen , en de vier
Konincklijcke broeders maecktenopentlijck on-
gemeene
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2?o Treurige Gefcbiedetiit van
XIII. gcmeene toeftel tot den oorlogh , en om de waer
Dc broc- heydt niec te verfwijgen , het was niet fonder re-
ders be- 9 dat fy fich tot den oorlogh voeghden , wa
Sooiiwtl fy wiften alle wel » ciat k seen veylheydt te noPeQ
"'hadden, maer dat fe moften, gelijckmen feght,
of overwinnen of fterven , of Koninck zijn of
niet ; nademael het eerftc werck van den over- *
winnaer fou zijn , fich van fijn broeders te ont-
Jïaen , gelijck eertijdts hun vader Chah lehan fich
van fijn broeders ontflagen had.
Sultan Suiah , die groote fchatten had , binnen 3
fijn kofteÜjck en Rijck gebiedt van Bengale, ver-
gadert , ten weieken eynde hy verfcheyde Raias
of Koninckfkens , die in die geweften waren,
t'onder gebracht hadde; terwijl hy van de andere r
groote macht van geit trock , fteldefich alder
cerft in ftaet van te oorlogen , te velde, met een I*
machtigh Heyr , en op het vertrouwen het wekk
hy hadopaldeOmrahs Perfant Perfiacnfch ge-
finde grooten , om dat hy fich van hun gefintheyt
verklaerdt had , treckt ftoutmoedighlijck op
Agra aen. Opentlijck van fich gevende , dat
Chah Jehan doodt was , dat Dara hem vergeven
had, dat hy de doodt van fijn Vader begeerde te
wreecken , en in een woort , dat hy meende Ko-
ninck te zijn.
Dara dede hem door Chah lehan felve
fchrijven , de welcke hem verboodt vorder te
trecken, hem verfeeckerende dat fijn fieckte
van geen belangh was, en dathy fich vry beter
gevoelde als voor heen. Maer dewijl hy vrienden »
aen het Hof had , de welcke hem verfeeckerden ,
dat fijns Vaders fieckte doodelijck was , fioegn
hy het alles in de windt, en liedt niet na te naerde-
ren en aen te trecken , gedueriehlijck voorgeven-
de , wel te weten , dat Chah lehan doodt was } en
dat,
DEN GROOTEH MOGOL. %jt
jtdat j in allen gevallen , indien hy levende was , hy
vcven wel begeerde te gaen fijn voeten te kuffen , en
(fijn bevelen te ontfangen.
Aureng Zebe terftondt daer na, en by na op de
felfde tijde ftelde lïch oock in ftaet, na de zijde van
I Decan , maccktc groot gerucht , en bcgoft mede ,
na Agratetrecken. Men dede hem terftont het
felfde verbodt, foo uyt name vanChah Jthan, als
van Dara , die hem feer dreyghde , maer hy liet
het fijn dove ooren hooren , en gat defelve ant-
woordt van Sultan Suiah.
Ondertuflchen wel fiende dat fijn Schat-kift
nietalteovervloedighwas, en dat de macht van
wapenen-, die hy voor fichinhetbyfonderhad,
van weynigh belanghs was, bedacht hy twee von-
den , d'eene belangende Morad Bakche, end'an-
der d'Emir Jemla." Aen Morad Bakche fchreef
hy terftondt een foeten brief, daer in hy verklaer-
de , dat hy altoos fijn ware en innerfte vrient was
geweeft, dat hem belangende, hy in geender
manierc na het Rijdt ftondt , gelijck hy fijn Broe-
der oock wel wift, dat hy, geduerendefijngant-
fche leven , fich niet anders als een Faguire of
geeftelijcke had gedragen. Maer dat Dara een
menfehwas, die niet wel een Rijck foukonnen
bellieren , dat hy een Kaf er een ongeloovige, en
van meeft al de Omrahs doodelijckgehaet was,
dat Sultan Suiah een Kaferny en Ketter, en by ge-
gevolgh een vyand van Hindouftan , en de Kroon
onwaerdigh was. Invoegen , in een woordt , snoodc*
dat 'er niemandt als hy, Morad, was, die meteeveynft-
recht na de Kroon fou mogen ftaen. Dat men ncyt van
ten Hoof anders niet verwachte, en dataldaer, Jjjj?*
fijn dapperheden genoegh bekent zijnde , een ye-
der hem toevallen fou. Wat hem in fijn byfon-
der aengaet , indien hy hem wilde beloven , dac
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
27& Treurige Gefcbiedenis van
hy Koninck zijnde , hem in het leven wiWe laten •
en foetelijck, in een hoeck van fijn Rijck fijn
tijde doorbrengen , biddende Godt de geheelereft
van fijn leven, dathy veerdiehwas, tichbyhem
te vervoegen , en hem met fijn raedr en vrienden
by te ftaen , willende hem fijn gantfche oorloghs^
macht in handen ftellen , om Dara en Sultan Suiate
te bekrijgen. Dat hy hem ondertuffchen non-
dert «juyfent roupies, foo veel als vijftigh duyi
fent Rijcksdaelders toefandt , dewelcke hy hem I4
verlocht , als een pandt en verfeeckeringh van fijn 1
vriendfehap en byfonderfte genegentheydt te aen- ■
vaerden, hem vorders verfoeckende teneerftente
komen , om fich van het flot van Sourate te ver-
feeckeren, daerhy weiwift , dat noch al de fchat
van het Landt befloten lagh. Morad Bakche, i
die de rijekfte noch de machtightteniet was , ont- I*
fingh met groot genoegen , defe voorflagh van I*
fijn broeder, benefFens de roupies, die hy hem K
fandt, wekken brief van AurengZebe, hyaen
de gantfche werelt vertoonde ; om de jeughtte \
verbinden , de wapenen voor hem in handen te ne-
men , en de rijeke Kooplieden , om hem het gek
te leenen , dat hy van hen eyfehte. Hy begoft
fich oock t'eenemael als een Koninck te dragen,
deed groote beloften aen de geheele werelt ,
doende ten laetften foo veel , dat hy een machtigli
heyr op de been kreegh , van dewelcke hy drie
duyfent mannen affonderde, die onder het beleyt
van Ghah Abas, ontmande , maer braefoorloghs-
man , het flot van Sourate fouden belegeren.
Aureng Zebe fandt oock fijn oudtfte foon Sul-
tan Mahmoud , die hy met de dochter van den
Koninck van Golkonda getrouwt had , aen den
Emir lemla, die noch met het beleghvan Kahane
befigh was, om hem te bewegen tot Daulet Abad
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 27$
>y hem te komen, onder fchijn van eenigeby- xv.
>ndere faecken mee hem te hebben over te leg- s»i» lift
>en. lemla wel twijffelende wat het was , deed °c™"aent
(fijn verlchooningh, fcggende rondt uy t , dat Chah Cm *'
ïlehan niet dood was, dat hy daer feecker bericht
tvan had , en dat daer-en- boven fijn gantfehc
ihuyfgefin noch tot Agra in handen van den Ko-
• ninck en Dara was , loo dat hy hem op geender-
;hande wijle konde helpen , of fich voor ném ver-
i klaren: invoegen dat Sultan Mahmoud, onver-
richter faecken weder na Daulet Abud molt kec-
1 , zijnde tegen den Emir feer mifuoeghr.
aer Aureng Zebe, liet fich daer mede mei af-
fetten- hy landt noch eenmael aen lemla , doch
-niet fijneerfte, maer fijn tweeden foon Mazum ,
die hem de brieven van fijn Vader overgaf , en
hem met fulck een behendigheydt en foetheydt
ihandelde , dat het hem niet mooghlijck was , lan-
ger tegen te ftaen. Hy drongh der hal ven debe-
legeringh van Kaliane feer hardt aen; foo verre,
dat de belegerde fich bedwongen lagen , fich op
verdragh over te geven • Vei koos de belle uyt
" jn heyr , en begaf fich tcrltondt met Mazum op
en tocht. Op fijn aenkomlt , dedc hem Aureng
Zebe alle mogelijcke tecckenen van vriendfehap ,
hem noemende fijn JJaba, cnBabagy, Vader of
Heer-vader , en na dat hy hem hondert mael had
omhelft, leydehy hem een weynigh ter zijde , en
feyde hem , dat hy , foo veel als hy konde begrij-
pen, niet oordeelde recht te zijn, terwijl hy fijn
huyfgefin, foo dicht by het Hof, en in handen van
Dara had , dat hy wagen foude , eenige faeck van
gewicht , tot fijnen voordeel , aen te vangen , die
geweten of vernomen fou konnen worden : maer
dat 'er evenwel geen faeck foo fwaer was , daer
' i men geen middel toe fou weten te vinden. Leyt
S mX •
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
274 Treurige Gefchiedenis van
mv toe , fey dt hy , u een befluyt voor te dragen , |
dat u miflchiem» 'taldereertte inverwondermgh 1
fal ft ellen igelijck ghy vreeft voor u vrouw en u
kindcrm , die tot Agrate pande zijn, foo ioude i
middel, om hun veyüghcydt te verfoi gen, dele-
zijn • dat ghy my toelaet , dat ïck veynfe , u in de !
gevangenis te weipen, en my alfoo van uper-\
foon te verfeeckeren. Het is buyten bederic ;:
ken, of de geheele werelt fal gelooven datnetf fe
ernil is- want wie fou fich konnen inbeelden ,1
dat een man, oelijckals ghy zijt, fichgewilhgn 1?.
fou laten vaneen < Ondertuffchen kan ïck my van i
een eededte van u troepen, gefchut , en andetffe:
oorlodis - eereedfchap dienen , foo gehjck als ghy {
het dfenfngh fuic achten. Ghy kondt my oock 4 «.
eenise fommegelts , gelijck ghy my foo menigh- 4
ma Jhebt belooft , ter handt «ellen , en met het t
felfde, oordeeleick, mi jngeluck te konnen loec-:
ken en onderftaen, en wy konnen te famen ons 4
overlegh maecken , om te fien , hoe wy alles fu- *
len aenleggen. In dien ghy ; daer-en- boven wilr
toelaten, dat ick u in de fterckte van Dauleti
Abad doe voeren , daer ghy geen gevangen , mae-
Heeren Meelter fultzijn • datickualdaer, doo
mijn foon Sultan Mazum, of Sultan Mahmou
doé bewaren , fou het al den handel noch een veel
beter fchijnfel gtven: en ick lie niet wat Dara,l
daer op met recht fou hebben te feggen, noch
hoe hydeswegen,u vrouw of kinderen, daer over, t
cenicre mif handelingh fou konnen aendoen.
Iemla, 'tzy ter oorfaeck vandevriendlchap,f
die hy met Aureng Zebe gefworen had , oide
eroote beloften , die hy hem deed , of om dat hy
Sultan Mazum, die heel ftilen wel gewapentby
hem ftondt, vreefde, of eerder Mahmoud, di
hem een feer quaec gelaet toonde , om dat hy rne
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i
■
li
9
s
i
DEN GROOTEN MOGOL 275
fijn broeder gekomen was , en hem fulcks te doen
gevveygerc had, die oock in het inkomen hem
gedreyght had , met de voet te fchoppen , ftondt
alles toe, dat Aureng Zebe op hem begeerde •
en keurde de middel, van hem gevangen tcne- xvi.
men, voor goet • invoegen dat Aureng Zebe, JSjj-L
foo haeft niet vertrocken was, of de mcelter van gevangl-
fijn gefchut, cjuam met sroote ftrafheyt by Emir , wfc
den vveicken hy, uyt lalt van li jn meciter beval ,
hem te volgen, Üuytende hem vorder in een ka-
mer, en hem gevende goede bewaerders, hec
volck dat Aureng Zebe by der handt had , hec
huysin het ronde.
Het gerucht , van het vangen van Iemla , was
foo haelt niet verfprey t , of het verweckte een
groote beroerte. Het volck dat hy met fich had-
de gebracht , hoe verbaeft fy oock waren , ftelde
fich in ftaet, om hem te verloflen, en liep mee
het fwaertin de handt, om fijn bewaerders aen te
taften, en hem van lijn gevangenis teontllaen,
dat hen niet fvvaer om te doen was • want Aureng
Zebe had geen machts genoegh , tot fulck een
ftout beftaen, by een gebracht* alfoo deeenige
cn bloote naem van d'Kmir Iemla een yederdeed
beven: maer dewijl het niet anders als loof heydc
was , wierden al dele troepen haelt ter neder ge-
ftelt, en dat door het geen Aureng Zebe aen de
voornaemlte Hooft- lieden van hetheyr, teken,
nengaf, als mede door de tegenwoordigheyt van
hem felven , die fich» beneffer.s fijn twee fonen,
feer kloeckhertigh betoonde , fprceckende nu toe
den een , dan tot den anderen , voegende daer be-
loften en gefchencken by , invoegen al de troepen
van Iemla, als mede de meeftevandievanChah
Iehan, fiendehet werek in verwerringe, en geen
Opper-hoofc hebbende , oock geloovende > dac
S z de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Zcbc
treek t tc
velde.
276 Treurige Gefchiedems van
de Koninck doodt , ten minften op het uyterfte
kranck was en overwegende de groote beloften ,
die men hen dede , van hun foldije te vergrooten ,
en hen ttrftondt drie maenden op de handt te ge-
ven , de zijde van Aureng Zebe verkoren. Die ,
al den toefteivan Iemla aengefiagen hebbende ,
tot fijn Cameelen en tenten toe, fichterftondt te
xvii. velde begaf, om Sourate te gaen belegeren ; en
Auicng net jnnemen van die plaets tc verhaetten , daer
Moi ad Bakche meer te doen vand als hy gemeenc
had. Maer hy , na dat hy eenige dagen in aen-
tocht was geweeft , kreegh de tijdingh, dat de
Stede- vooght de plaets had overgegeven, waer
over hy fandt aen Morad > deswegen geluck te
wentellen, hem te gtlijck te kennen te geven,
wat hy met Iemla had aengerecht , en vorder te
doen feggen , dac hy volcks en middelen , als me-
de verttandts genoegh in het Hof had, om alles
uyt te voeren ^ dat hem niets ontbrack , en hy
fich recht toe rechc aen , na Brampour cn Agra
gingh begeven , dat hy hem onderwegen fou
verwachten, en hy fichhaeftenmoftomby hem
te komen.
Het is waer dat Morad foo veel gelts binnen
Sourate niet vandt, als hy gemeent had : 't zy
dat 'er in der daedt foo veel niet was geweeft , als
men had voorgegeven, of dat de Stadt-vooght
daer een deel van wech had gemaeckt , gehjek
fommige hebben gelooft : evenwel het weymge
dat hy daer vandt , diende hem, om fijnknjghs-
lieden te betalen , die hem waren gevoight , op
hope van uyt de groote fchatten van Sourate hun
deel te hebben. Het is niet min waer , dat hy
geen groote reden had , om op het innemen van
defelve plaets te roemen, om datfe niet na be-
hooren gefterekt was , en fijn volck daer evenwel
D een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. lyj
) een geheelc maent voor verfleet , fonder hoop
► van die te overweldigen , 'ten waerde Hollan- xviir,
j ders hem hadden bygeftaen , die hem dc vondt Somate in
•leerden van een Mijne te doen (pril gen , dieeen gcncmKn'
goet gedeelte van de muer omwerpende , de bele-
gerde in de uyterfte verbaefthcyde lteide, en
d vvongh fich over te geven.
Het innemen van dele plaets vorderde fijn
Voorgenomen werek feer , 3II00 bet gerucht ter-
ftondt over al verfpreyde, dit Morud Sou ate
had ingenomen , dat hy daer Mijnen h-d laten
: fpringen, 'tgeen by de Indianen vry wat hoogh
; klonck, die fich noch niet feer daer op verfton-
den,en dat hy daer vorders geweldige fchatten
gevonden had. Niet tegenltaende dit groot ge-
rucht, defen grooten naèm , en al dele voordee-
len, vervoeght met de geduerige brieven en be-
loften van Aureng Zebe": De gefnedene of ont-
mande Chah Abas, een man vaneen groot ver-
ftandt , en moet , oock feer tor den dienft van fijn
Meefter geneyeht, was geenfintsvan gevoelen,
dat fich Moradfoo nauw met Aureng Zebe ver-
eenigen foude • maer dat hy hem met woorden
molt ophouden , en hem alleen na Agra laten
trecken j dat hy ondertuiTchen feecker bericht van
de fieckte des Konincks fou konnen krijgen , en
terwijlen fien wat gangh de faken wilden nemen.
Dat hy Sourate fou konnen laten verftereken ,
zijnde een voordcclige plaets , en die hem meefter
maeckte , van een Lmdt van feer grooten omflagh
en inkomft ; en dat hy felfs , metter tijdt , fich fou
konnen van Brampour, een feer aenmerckelijcke
doortoght, en gelijck als de hinderpael van De-
: can , verfeeckeren. Maer de geduerige brieven,
1 en verklaringen van Aureng Zebe , gevoeght met
'rf de kleyne macht, en het weynighgefchutengelt
öl S i dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2*? % Treurige Gefchiedenis van
diehy hsd, oock de blinde drifc van fich op den I
Throontefien, dede hem al defe aenmerekingen I
over het hooft fien , en de Stadt Amed Abed , en I
Guferatte verlaten , fijn wegh door Boflchen enl
Bergen nemen, om fich, op het fpoedighfte,]
opderendervousofloop-plaets vinden, daer hy
van Aureng Zebe befcheyden was; en van hem
nu twee of drie dagen verwacht wierdt.
Men toonde groote vreught , en byfondere !
teeckenen van blijdtfehap , op het by een-komen i
xvtn. van dere twee machten, de Princen befochten i
zèbe vet- malkander, en Aureng Zebe toonde duyfent teec-
vocght fich kenen van vrientfehap en genegentheyt , aen Mo-
M°iad rad. Hy verklaerde hem op nieuw en met groo-^
teeeden, dathy geen wil tot de Kroon had; en^
dat hy daer alleen was , om hem tegen Dara, hun
gemeene vyandt, te helpen, en hem op den*
Throon te fteilen. In gevolgh van dit onderling
onthael , begoftenbeyde de Oorloghs machten ,
te famen aen te trecken. Aureng Zebe , ver-
volghdeal , onder het trecken , fijn verklaringen .
van vrientfehap , en fijn beleeftheden tegens Mo--
rad, hem handelende ,'tzy in't openbaer, ofin'c
byfonder , niet anders als Hazered Koninck en
Majctteyt , in voegen dat Morad Bakche fich .
t'eenemael verfeeckerde , dat het Aureng Zebe
oprechrelijck en wel met hem meende, gedoo-
gende oock gewillighlijck en fonder weder-
fpreecken , de eerbiedigheden die hy hem bewees,
in plaets van te gedencken , het geen foo onlanghs
in Golkonda was voor gevallen , en aen te merc-
ken, dat die gene die fich, met fulck een koenhey t,
had vervoeght , om een Koninckrijckaenfichte
trecken ,feer weynigh treek en genegentheyt had,
om , als een Fakire en geeftelijcke te leven , en te
fterven,
Defe
DEN GROOTEN MOGOL. 279
Dcfe twee oorloghs- machten aldus by een ge-
I voeght zijnde , maecktcn een feer aenmerckehjck
ilichaem uyc, het wclck een grooten roep in het
Hof veroorfaeckte en vervveckce • en niet alleen
Dara, maer felfs Chah Jehan genoegt) tedenc-
ken gaf, als wel kennende de kracht van de geeft
en het beleyt van Aureng Zcbe > en de moed van x j x.
Ivlorad Bakche, wel denckende , dat men een Bekom-
vyer gingh aenlteeckcn, dat viy fijn werek fou van
geven om te blufichen. Hyhadgoet fchnjven ifo*
brieven op bi ieven , dat hy nu beter was , dat fy
maer hadden (ich een yedcr in fijn beftelde Laud-
vooghdy te begeven, en dit hygoet kende, en
vergeten wilde al wat tot dien tijdt toe gedaen en
aengevangen was : al defe brieven verhinderden
hun aentocht niet, en, geli jek de lleckte van Chah
Jehan by hen altoos voor doodelnck geacht
wierd , en hen geen ontbraecken , die hen van
alles ten nauwften bericht deden , gingen fy mede
al voort in het veynfen , feggende geduerighiijck
(en miftchien lulcks wel geloovcnde ) dat al defe
rerfierde valfche bi ievcn waren , die Da^a buyten
:wijfTel had doen initellcn : dit Chah Jehan buy-
ten bedencken doodt, of in (bet van teüervei*
was ; en eyndelijck , ilat . al fchoon hy noch in
het leven was, iy wilden komen en hem de voe-
ten kuffen , oock hem uyt de handen van D3ra
verlofTen.
Wat fal hier defen Chah Jehan, defenonge-
luckigen Konmck doen , fiende dat fijn kinderen
fijn bevelen in de windt flaen, geduerigh hoo-
rende , dat fe vaft op Agra aenkomen , en fich
bevindende fieck onder de handen van Dara, dac
is gefeght een Vorft , die niet als oorloghfoeekt,
en'lich daer toe vervcerdighdc , met alle moge-
lijckcfpoedt, yver, en al de teeckenen van een
S 4 rafen-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 go Treurige Gefchiedenisvan
rafende drift tegen fijn broeders { maer wat kon-
de hy doen in defen uyterftcn ftandt i hy moet
hen fijn fchatten in handen laten , en gehengen
dat fy daer medeomfpringen, naer hun believen.
Hy is benoodight , om fijn oude en getrouwftc
Veldt-overften by hem te doen komen» diehy
wei wift, voor het meefte gedeelte, Daraniet
feer genegen te zijn, en hen te bevelen, voor de-
fen Dara felfs te gaen ftrijden, en dat tegen fijn
eygen bloet, fijneygene kinderen en eyndelijck
tegen de gene, voor dewelcke hy veelmeerder
aehtingh , als voor Dara heeft. Hy vindt fich
genootfaeckt een heyr terftondt tegen Sultan
Suiahte fenden, om dat hem defen het alderkort-
fte op den hals is ; en een ander tegen Aureng
Zebe , en Morad Bakche , die vaft aen komen.
Soliman Chekouh , de oudtfte foon van Oara ,
chekouh een jonghVor ft van omtrent de vijf-en-twintigh
gact tegen jaren, maer wel gemaeckt vanlichaem, kloeck
van geeft en beleyd , voorts edelmoedigh , milt ,
in 't kort , van al de werelt bemindt , doch alder-
meeft van Chah Iehan, die hem aireets feerrijck
had gemaeckt r en hem eerder dan Dara, als fijn
opvolger aenmerckte, was de gene die als alge-
meen Hooft , over het heyr tegen Suiah , geftelt
wierdt. Evenwel Chah Iehan, die liever had
gefien datSuhh weder naBengale wasgekeert,
als tot eenigh bloedigh gevecht gekomen , dat
hem niet als treurigh konde uytvallen , gaf hem
tot mede-macker een ouden Raja lefieingue ge-
noemt, die tegen woordigh noch een van de mach-
tighfte en rijckfte Raias , of Koninckskens van
eantfch Hindouftan is , of noch korts geweeft is ;
5aer- en-boven , een van de verftandighfte mannen
van het Rijck , den welcken hy heymelijck laft
gaf, geen ftrijdt, als indeuyterftenootwendig-
heyt
xx.
Soliman
Suiah te
velde.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
'1
DEN GROOTEN ' M OGOL. zSt
heytte wagen, en alle middelen aen te wenden,
dat Suiah weder mocht te ruggekeeren, en fijn
troepen bewaren tot beter gèlegentheyt • dat is
tot die tijde toe, dat hy het eynde van fijns Vaders
fieckte, en den uytflagh van Aureng Zebe en
Morad Bakchefou gefien hebben»
MaeT dewijl delen jongen Vorft Soliman Che-
kouh , vol van moet en vier , niet anders trachtc
als fich , door ctmge uytftekende daden,doorluch-
tigh te maccken, en Sultan Suiah vreelde,dat Au-
reng Zebe een flagh komende te winnen, tich al-
der eerft van de Hooft-ftadt Agra en Dehly
meefter fouden maccken , was her onmooghlijck
voor de Raia Jeflungue te vei hinderen, dat de
tweeheyren aen malkander quamen. Sy waren dan
foohaelt niet malkander in het geficht , of fy ver-
vaerdigen fich ten ftrijdt , en waren als geen tijdt,
ionder malkander met het gefchut te begroe-
ten. Wy lullen hier de bylbnderheden , van
delen ftrijdt geenfints op halen , het fal genoegh
Zijn, te weten, dat het eerfte treffen feer rouw
en hart, en van beyde zijden even halltarrigh **ï.
was; maer dat ten laettten Soliman Chc- Sl,ncvcrr
kouh , Suiah met fulck een gcwelt dreef, datopS.
hy hem in onordre bracht en benootfaeckte te
wijeken-, en ten laetften te vlieden , in voegen dat
de Jeflëingue , en de Patan Delilkan , die een van
de voornaemtte Hoofden , een dapper man , maer
groot vrient van de Raia was , en die niet als door
fijn beweginge gedreven wierdt, hem wel ter
-oeder trouwen, fouden hebben willen te hulp
omen. Men hout het daer voor , dat het gant-
fche Heyr van Suiah geflagen, en hyfelfsinge-
vaer van gevangen te worden was , maer het was
geenfints het voor nemen van den Raia hem te
verderven , noch oock van den Koninck , die hem
S 5 het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXII.
Auieng
Zebe na-
dert Agra,
28 2 Treurige Gef hiedems van
het tegendeel bevolen had, bchilven dat hy te
wel ervaren was, om de handt aen een Prins van
den bloede te leggen. Kortelijck , Suiah hadde
tiidt om te wijeken , en felfs fonder feer veel
volcks te verliefen •, evenwel , om dat het veldt
vandenftrijdt en eenige ftucken gefchuts m han-
den van Soliman bleven, quam het gerucht aenL
het Hof, dat Suiah t'eenemael geüagen was. j
Defe overwinningh gaf Soliman Chekouh een
groot aenfien, en namfeerdeachtinge, die men
van Suiah gehad hadde, wech, verkoelde oock
feer de genegentheydt die de Perfans hem toe-
droegen. . , ,
Na dat men eenige dagen in het vervolgen van
Suiah had befteedt, Soliman, die dagelijcks tij-
dingh uyt het Hof kreegh, en volgens vernam,
dat Aureng Zebe , en Morad Bakche naerderden ,
oock wel wilt , dat fijn vader Dara weynieh
voorfichtigheydt, en menighte van heymehjeke
wanden had, befloot het vervolgen van Suiah te
laten, en op het vaerdighfte weder na Agra te:
keeren ; daer blijckeiijck Dara tegen Aureng
Zebe, en Morad Bafcche fou moeten itrijden.
Dit was de bette raedt, die hy fou konnen ne-
men • want niemar.ac heeft tetwijffelen , dat in-
dien hy daer in tiidis was gekomen , Aureng Zebe
het voordeel niet fou hebben gehad, dat hy be-
haelde, ia felf dat hy hrm niet fou hebben derven
aentaften , zijnde de partijen al te ongehjek , maer
het oneeluck van Dara liet fulcks niet toe.
Ondertuflchen, tenvijl al dcfe dingen foo voor-
vielen, omtrent Elbas, een plaets alwaer de
Gemna fich met den Ganges vereemght , daer de-
fen aaeh geichkde , had het fpel omtrent Agra
een heel anderaenfien. Ten Hoof was men leer
ontftelt, te verftaen dat Aureng Zebe, de rivier
0
|
igttt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOtES MOGOL. 28;
van Brampour was overgetogen , als mede de an-
dere doortochten, tuflchen het geberghte, die
anders fecr fwaer waren , invoegen men terttondt
cemge troepen fandt om het te ftuyten , en de
doortocht van de rivier van Eugencs tcdifpute-
ren of verhinderen • terwijl het gantfche heyrfich
in ordereitelde: tot dien eynde.wierden twee van
de aenfienltjcklte en machtighlie van het Rijck,
om dat gedeelte te leyden,gekoi en, d'cenKafem
Kan, een vei maert oorloghs-man,en groot vrienc
van Chahlehanmuer weynigh tot Dara genegen,
en die derhalven genoeDhlacin teg n fijnen wil
dien rocht aennam , alleen om fijn Meefter, die
hy ia handen van Dara fagh , te wille te zijn.
D'anderc was KflTom Sungue,een feer mjchn'gh
Raia of Koninckskcn, die geenfints minder als
lefleingue te achten was, zijnde de fchoon-foon
van Riia Rana , die ren tijden van Ekbar foo
machti^h , en als Opper- hooft van de Raias was.
Dan op hun vertreck, toonde hen groote teec-
kenen van vriendtfehap, met veel heerlijcke ver-
eeringen ■ en onder tuflehen . terwul fy fcheyden ,
vandt Chah Jehan middel , hen in het hcymelijck
te Peggen , 't geen hy voor heen Rau Jcflènguege-
feght had , wanneer hy met Soliman tegen Sultan
Siiiah te velde toogh. Sy , in gevolgh van fijn
bevel j bleven oock geenfints in gebreecke , <*e-
duerende hunnen tocht , rnenighmael boden aen J*" h
Aureng Zcbc en Morad Bakchetefenden , omtcgens
hem te bewegen , te rugge te trecken. Maer al hcm
te vergeefs ; en daer en boven hun boden en qua- £cfo0(lcn'
men niet weder te rugge , en het Heyr gingh vaft
fijn gangh , en dat met fulck een fpoet en naerftig-
heydt , dat fy het felvein het gelicht kregen , veel
eerder als fy gemeent hadden ; op een hooghte
weynigh van de Revier af gelegen.
Dewijl
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 $4 Trewigt Gefchiedenis van
Dewijl het Somer en in de grootfte hette was
was de Rivier doorganckelijck , het welcke d<
oorfaeck was dat Kafem Kan , cn de Raia, ficl
voort tot den ftrijdt verveerdighden , behal
ven dat fy terftondt het voornemen van Aureng
Zebe kenden , dat hy hen focht met gewelt op «
houden , alfoo fijn Heyr noch niet geheel geko-
men en was , en hen met fchieten vaft befich hielt,
vreefendehy felve, dacfy de Rivier fouden ovei
komen, en hem aen taften, in de plaets van hem
alleen den doortocht te verhinderen , niet alleen
om hem het water af te fnijden , maer oock , om
te verhinderen dat fijn volck, van den tocht feer
vermoeyt , fich mocht ruften en herftellen. En
waerlijck het was geheel in onordre , en fooda-
nigh van den wegh , en door de hette af geflooft ,
dat indien men het terftont had aengetatt, en het
water ge weert , het is fonder t wijffel , het foudc
fónder veel tegenftandt, geflagen geweeftzijn.
Dochfy hielden fich te vreden , den Oever van de
Rivier te bewaren , om Aureng Zebe den door-
tocht te verhinderen , volgens delaft die fy ont-
fangen hadden.
Na dat Aureng Zebe fijn Heyr alleenhjc
twee of drie dagen had laten ruften , en den vyar
befich houdende , hy het felve had gereedt geftelt,
om de ftroom over te trecken , dede hy al fijn ge-
fchut , dat hy feer wel geplaetft had , fpeelen • be-
velende voorts , dat men , onder de befchermingh
van het felve, te water fou gaen. Kafem Kan en de
Raia deden van hun zijde oock het hunne fpeelen,
«ellende fich in ftaet om den vyandt te weder
ftaen. De ftrijdt gingh feer hevigh aen , in het be
gin , en met groote hartneckigheyt van beyde iv
den , doordeongemeene dapperheyt van Jelio
Seingue , want wat Kafem Kan belanght , hoewel
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 285:
y anderfims ten braef krijghsman was , gaf hy xx 1 v.
\ evenwel, in dclt gelegentheyt daer geen groote wordt
i proeven van. Sommige befchuldigen hem felfs Bcfla6cn«
van verradery , hem te laft leggende , dat hy , des
• nachts , kruyt en kogels in het zandt verborgen
j had , want na twee of drie Charges of lollïngen ,
j walTer geen meer voor handen. Hoe 't dan was of
É niet , het vechten hielt daerom niet op, macr ging
even hevigh .icn , en all'00 wierdt dien doortocht
treffelijck bevochten. Daer waren eenige rotzen,
ïüin de kiilc van den itroom die groote verhindering
• aen brachten , zijnde oock de oever acn verfchey-
den oorden , feer hoogh , en fwacr te beklimmen.
Maer Morad ,ten laetlten, wierp üch in het water,
met fulck een drift en kracht , en toonde fulck een
moedighey t , dat men hem niet langer konde te-
gen ftaen.
Hy dan geraeckt over>en by gevolgh een groot
edeelte van het heyr , het welck d'oorfaeck was ,
at Kafem Kan begoft te wijeken • en dat JelTom
Seinguc ia groot gevaer van fijn perfoon was,
want hy had al de vyanden genoeghfaem op den
hals , en ten ware gewecit , de ongemeene dapper-
heyt van fijn Rjgipous, die meelt altemael aen
fijn zijde üierven , hy fouw'cr gebleven hebben.
Men kan oordeelcn in wat grooter gevaer , hy
fich, by die gelegentheyt, bevand , dat hy, na
dat hy fich , lbo wel als hy konde gereddert had ,
en weder na fijn Landt keerde , niet dervende , ter ,
oorfacck van fijn groot verlies , weder na Agra
trecken , van feven of acht dnyfent Ragipous ,
die hy met fich had mede gebracht , niet meer als
vijf of fes hondert , daer wederom afvoerde.
Defe Ragipous , die den naem van de Raias xxv.
dragen , gelijck of men wilde feggen Konincks- JJPjy u* 3
kinderen, zijn van Vaders en Moeders wegen , af- zijn.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
286 Treurige Gefchiedenis van
komftigh van lieden , die niet anders hebben ge^
daen als den degen te voeren 5 de Raias , welckers
onderdanen fy zijn , geven hen eenige Landen tod
hun onderhoudt , onder voorwaerden , datfyal-i
tijdt vaerdigh moeten zijn, na den oorlogh te
trecken, wanneer het hen bevolen wordt, zijn-i
de alfoo een foort van Edel- lieden onder heb
lieden. Sy nemen of gebruycken veel Opium , jae
tot een verwonderlijke menighte toe , maer fy;
zijn van hun Jonckheyt af , daer toe gewoon ge-!
maeckt. Wanneer fy fullen ten ftrijt gaen, vergeten*
fy niet hun gemeen gedeelte of Doüs te verdub-4
beien. Dit fap maeckt hen gelijck als dronc-i
ken, en als ongcvoeligh van het gevaer,. In-j
voegen fy fich , even als rafende dieren in het j
gevecht werpen. Niet wetende van vluchten*
of wijeken, maer wel aen de voeten van hun-|
nen Raia te fterven. Hun ontbreeckt niet als .1
overlegh , want moedigheyt enbefluyt hebben fy j
genoegh. Hetiseenvreughthentefien, met dei
harflènen door defen Opium verdooft , wanneer j
de ftrijdt fai aengaen, malkander omhelfen, en fich J
onderlinge als het laetftevaerweltoetefeggen ;
als lieden die niet anders wachten als de doodt.
En omdeferedenis het, dat de groote Mogol, I
hoe wel hy een Mahometaen , en by gevolgh vy- I
andt van de Heydenen is, evenwel nietnalaet, \
menighte van Rais, geduerigh in fijn dienft te heb- 1
ben , die hy als fijn andere Omrahs in achtinge |
houdt 5 en van de welcke hy fich in fijn heyrlegers
dient, gelijck offe Mahometanen waren.
Ick kan geenfins nalaten te feggen , wat fierder
onthael dedochter van Rana , haren man lelTom
Seinde , over fijn verlies en vlucht, gedaen heeft.
Wanneer men haer had te kennen gegeven , dat de
Raia naby was, en vorder het verlies van de flagh ,
niec
Early European Books; Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
■4
4
m
DEN GB.OOTEN MOGOL. 28?
niet tegenftaende alle mogelijcke dapperheydt ,
daer in van hangetoont, dac hem niet meer als
vijf of fes hondert Ragipous waren overgeble-
ven , en hy niet langer kennende wederltaen , ge-
nootfieckt was geweeft te vluchten , in plaets van
yemandt te fenden, omhein te ontfangen, enin
fijn ongeval te vertroolkn , beval fy koeltjes , dat
men de poorten van het Slot fou fluyten, en dac
men defen fnooden niet fou laten inkomen, dac
hy haer man niet was , en fy hem noyc onder haer
oogen wilde fien. Datdefchoon-foon V3n Ra- xxvr.
ma foo fnoodt van ziel niet konde zijn , dat hy wel Vrouwc"
had te gedencken, dat, zijndeaen een foo door- gJoJtmoo
luchtigen gedacht gekomen, hy daer dedeught digheyt.
van na raoft volgen ; en dat in een woort , hy had
behooren te overwinnen , of te fterven. Een
oogenblick daer na , had fy andere bewegingen :
fy belafte dat men haer een lijck-ftapel fou berey-
den, dat fe fich wilde verbranden , dat men haer
bedroogh , en nootwendighlijck haer man doodt
was , fulcks konde niet anders zijn. Een weynigh
daer nafaghmen haer in haer gelaet verandert,
fich c'eenemacl vergrammen enduyfent fcheldt-
woorden tegens hem uytbraecken. In een woort,
fy bleef in defe ontftelrcnis acht of negen dagen ,
fonder haer man te willen fien • tot dat in 'c eynde
haer moeder quam, die haer een weynigh ter ne-
der ftelde , en vertroofte , met de beloften , dac
foo haeft , als fich de Raia een weynigh fou uyt-
geruft en vervarfcht hebben, hy een nieu wieder
op de been fou brengen , om Aureng Zebe"ce
bevechten en fijneerteherftellen, hetkoftewac
het wilde. Waerhjck een grooce moedt in defe
PringelTe, die,fettede alle lucht ter zijden, in
geen faeck behagen konde vinden , als in de
deughc*
Als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2%% Treurige Gefchiedenis van
Als Dara, het geen gebeurt was > vernomen
had , viel hy in fulck een gramfchap, tegen Kafem
Kan, dat men gelooft, hy hem het hooft fou
hebben afgeflagen , foo hy tegen woordigh was
ge weeft. Hy had die felve i afende bewegingen ,
tegen d'Emir Iemla, als die deeerfte en voor-
naemfte oorfaeck van fijn ongeval was , en volck ,
geit i en gefchut , fijn broeder befchaft had. Hy
wilde fijn foon Mahomcth Emir Kan dooden,
cn fijn vrouw en dochter na de Bar as , of marekt j
fenden, om hen als flaef innen te verkoopen , en
het is feecker , dat hy yets foodanighs fou hebben
aengevangen , indien Chah lehan , met groote
voorfichtigheydt en foetheydt, fijn woeden niet
geftilt had , hem vertoonende ,dat d'Emir lemla
foo weynigh beleydt niet had , noch foo veel
vriendfehap voor Aureng Zebe , dat hy in fijn be-
langh, fijn geheele huyfgefin fou hebben willen
wagen, ja opofferen. Dat het buy ten bedenc-
ken was, of Aureng Zebe had hem bedrogen,
volgens fijn gewoonlijcke loof heydt en bedrie-
SCWatvorders Aureng Zebe en Morad Bakche
aengaet, degeluckigen uytflagh, vandefeeerftc
ontmoetinge, blies hen het hart foodanighop,
enmoedighde hun gantfeheheyr in fulcker voe-
gen, dat fy fichnuvoortaenonverwinnelijck en
bequaem om alles over te komen, achten te zijn.
Aureng Zebe, daer en boven , om fijn krijghs-he-
den te meer te moedigen , roemde opentlijck dat
hy dartighduyfent Mogols tot fijn believen had ;
felfs inhetheyrvan Dara, en daer was wel yets
aen , gelijck in het vervolgh blijeken fal. Morad
Bakche fochx , boven alle dingen, niet anders als
te ftrijden , en begeerde, dat men in allefpoedt fou
optrecken; maer Aureng Zebe, om defe dntt
r een
DEN GROOTEN MOGOL 289
een wcynigh te matigen , vertoonde hem > dien-
; ^Iftigh te zijn , dat het heyr fich wat vervarfchte
v"ï*en die ftroom , dat hy onder tuffchen aen fijn
V vrienden fchrijven fou , om daer door een volko-
nmenkennifle van de ftaet ten hoof te krijgen, en
>j hoe het met hun faccken ftondt. Invoegen hy
Agra niet naerderde , voor dat hy eenige dagen
had ftii gelegen , en evenwel trock hy feer lanck-
faemaen , om beter onderrechtingh v3n alles te
krijgen , en fijn tijde en gelegentheyt te nemen.
Wat Chah Iehan aengaet , als hy klaerlijck het
befluyt van Aureng Zebe, en Morad fagh, en
dat 'er geen hoop was, hen te doen weder en te
rugge keeren , bevandt hy fich in fulck een ver- xxvii;
warringe, dat hy niet wift wat te beginnen , en j^J™^
eenigh groot quaedt voorfiende , had hy gaerne den '* V
defe uyterfte fchey-flagh willen verhoeden , waer Koninch.
toe hy fagh , dat Dara fich met allen y ver ver-
vaerdighde. Maer wat foude hy doen , om fich
daer tegen te ftellen , hy was noch veel te fwack
van fijn fieckte , en bcvand fich geduerigh onder
de handen van Dara, diehy , gelijckgefeghtis,
niet al te veel vertrouwde j invoegen hy noot-
wendigh , na fijn pijpen molt danflen , al de macht
van het Rijck hem in handen ftellen , en de Bevel,
ebberen belaften , hem in alles tc gehoorfamen.
Terftondt was alles in de wapenen , en waer-
lijck men weet niet, of men in Hindouftan oyt
fchoonder heyr gcfien heeft ; men houdt dat 'er
niet veel minder als hondert duyfent te paert , en
twintigh duyfent te voet in geweeft zijn , met
tachtentigh ftucken gefchuts^ fonder het onge-
looflijck getal van jongens en dienaren , foetelaers
en diergeliicke te reeckenen. Hoe fchoon en
heerlijck dit heyr was , en bequaem om drie fulc-
ke , als Aureng Zebe had , in ttucken te houwen ,
T dis
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2qo Treurige Gefcbiedems van
die niet boven de dartigh of veertigh duyfent
mannen , in als , en die noch door de lange tocht
vermoeytenafgemac, fterek was joock weymgh
cefchut , in aenmereking van Daia ,by ucn had,
evenwel , hoe fou men 'cgelooven? men vandt
nauwlijcks yemand , die Dara yets goets tc voren
fpelde , om dat men win , dat het meefte gedeelte
van de Omrahs hem niet toe^edaen waren , en dat
al dat hy had, van goede krijghslieden , en daer,.
hy hem Toude mogen op vertrouwen, onder het
beleydt van Soliman Chekeuh was. En het
was om defe oorfaeck, dat de getrouwfte van
fijn vriendenen Chah lehan felfs van rade waren,
dat hy eerftelijck geen flaghfoude wagen, bijn
Vader hoe fwack hy was, boodfich felvenaen,
om te velde te gaen, enfichby Gjnfoon Aureng
Zebe te laten dragen, 't wclck de befte middel
was, om vrede te verkrijgen, en het dienftighlte
xxviii voor de ftaet van Chah lehan. Want het isieec-
sija v"l: ker, dat noch Aureng Zebe, Morad.B*-
flagenaen che oyt de ftoutigheydt fouden hebben gehadt ,
DaKU te^en hun eygen Vader te ftrijden, en ot iy al
fufeks fouden hebben derven beftaen , fy daer
iiechtelijck mede fouden gevaren hebben , om
dat,behalven dat,de deeling niet gelijk was, alfoo
de eroote Omrahs, foo toe Chah lehan genegen
waren , dat fe niet fouden hebben gelaten met alle
dapperheyt te ftrijden , indien fe hem felfs aen het
hooït van het heyr gefier .hadden. De BeveU
hebbers felfs van Aureng Zebe , en Morad h . had-
den veel liefde en achtbaerheyt voor defen Vor It ,
daer fy ten meeften deel fchepfels en maeckfels
van waren , datfe den degen tegens hem fouden
cetrocken hebben , gelijck oock al de reft van
het heyr, t'cenemael hem toegedaen en genegen
was. Ten anderen rieden fy hem , dat mge vafhy
m
DEN GROOTEN MOGOL 2£l
na geen voorflagen en middelen wilde luyfteren,
hy fich evenwel niec reuckeloos in gevaer fou
itellen, noch den oorlogh te feer verhaeflen,
maer al het verlengen foccken , om ti jdt aen So-
liman Chckouh te geven, die met fpoet aen quam,
om fich by hem te vervoegen. Het welck oock
een feer goeden raedt was, aengeiïendc liefde,
die het gantfche hcyr defen jongen Heer toe-
droegh , behalven dat hy , als overWniner , weder
keerde, en al daer fich Dara op fou derven ver-
trouwen , onder en by fich had , celijck ee-
feght is. £> / fa
Maer geen van alle defe be weeghredenen , wa-
ren machtigh om hem te bewegen , alfoo fijn ge-
dachten nergens anders toe ftreckten , als om flagh
te leveren , foo haeft hem mooghlijck was , en in
perfoon Aureng Zebe onder oogentefien. En
het kan zijn , dat hy niet qualijck dede voor
fijn eer, aenfien, en byfonder belangh , indien
hy anders meefter van fijngeluck was geweett,
en de faecken had konnen doen uytvallen , foo
als hy defelve wel konde voorflaen ; want fiec
eens ten naeltenby, wat fijn aenmerekingen wa-
ren , daer hy fich niet konde bedwingen , yets van
teontdecken.
Hy merekte fich felven aen als Meefter VanXXVIIÏ»
Chah lehan, daer hy mede konde handelen nn^*™' a
lijn eygen begei en,gclijck hy oock al fijn fchatten Daw.
en macht in handen had. Dat Sultan Suiah wei
half bedorven en verloren was, en dat fijn twee
andere broeders , met een fwack en vermoeyc
heyr, fich van felfs quamen in fijn handen wer-
pen : dat , indien hy de flagh wan , gelijck feer
waerfchijnelijck was , fy hem niet louden kon-
nen ontkomen iy invoegen hy terftond volkomen
Meefter , ten eynde vanal fijn faecken >en op dea
X Z top
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
292 Treurige Gefcbtedents van
top van fijn begeren fou zijn , foo dat hem me-
mfndc fou kennen tegenfpreecken , of de wet
ftellen, en hot Rijck foo doende «fijn handen
was , da: h^m niemand: ioukonnendifputeren of
in twij fel trecken : in de plaets,dat foo fijn Vader
te velde toogh, alles fou worden bygeleght, fijn
broeders fouden weder na hun Landtvooghdy
keeren , Chah Jehan weder komende met gefont-
heyt, fou, gehjek ais voorheen, debemermgn
van fijn Rijck aenvaerden, en foo alles komen in
de ftaet daer het tevoren in ge weeft was. Dat,
indien hy vorder Soliman Chekouh inwachte
Chah Iehan eenigh befluyt tot fijn achterdeel
konde nemen , of yets met Aureng Zebe bedifle-
len, en vorders, wat hy oock mocht doen , om
den ftrijdt te winnen , dat Soliman , doorluentigh
door fijn verfche overwinninge , daer evenwel
altoos de eer en roem van foude hebben, Daer-
en- boven , wat fou die niet wel bequaem zijn aen
te vangen, zijnde opgeblafcn door foo veel eer
en voordeel , voornamentlijck, geftut en on-
derfchraeght , gelijck hy was, door de : liefde
engunft v!n Chah lehan , en het grootfte gedeel-
te van de Omiahs < Wat wift hy , of hy noch
wel eenige eerbiedinge en acht ingh voor hem,
fijn Vader fou houwen, en waer toe fou hem tijn
ftaet-fucht niet konnen vervoeren.
Defe aenmerekingen deden Dara benuyten ,
fichteeen allen raedt te ftellen, enfijneygenbc-
lanah te volgen. En in der daedt hy belatte ter.
ftondt het g?ntfcheheyr in het veldt te brengen ,
en cinch fel ver van fijn Vader oorlof nemen , die
in het&Slot van Agra was. D'Oude Man ver-
fmolt fchier in tranen , hem omhelfende , maer
hy liet niet na hem te feggen met grooten ernft :
Wel dan Dara, nademaelghy wilt dat alles ge.
I w
\ ffl'.''
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 29$
daen wordt , gelijck ghy wilt , gaet dan , de Hee-
rc zegene u ; maer denckt om defe drie woorden : x x 1 x.
Indien ghy de ftrijdt verliclt , foq wacht u wel van Straf be-
oyt voor my te verfchijncn. Defe reden racck- Jj^1 van
ten hem niet feer , maer hy ginck rou tvelijck van Koninpk.
aaf daer, tteegh te paert, en met fijn heyr voort-
treckende> floegh fich aen de overtocht van de
ftroom Thembel neder , zijnde omtrenc twintigh
mijlen van Agra gelegen , daer hy üch veifterck-
te> verwachtende fijns vyandts aenkomft : maer
de arge en loofe Aurcng Zcbe > die het aen geen
goede verfpieders ontbrack , en wel wift dat
d'overtocht aldaer feer fwaer was , hoede fich
wel van die te bevechten. Hy floegh fich wel
daer omtrent neder, foo dat men uyt het leger
van Dara , fijn tenten wel bekennen konde.
Maer wat doet hy ondertuflchen < hy begoft
meteen weder fpannige Raia Chempet genoemt ,
te handelen, deed hem groote gefchencken eo
beloften, indien hy hem de doorganck door fijn
landt wilde verleenen , om daer door eengemac-
kelijcker doortocht van de ftroom te vinden.
Chempet verdroeghmet hem , enboodtfichaen
hem felfs den wegh door de bofichen en bergen
van fijn landt te wijfen. Dien felven nacht brack
Aureng Zebe op , fonder veel gerucht te maec-
ken , latende eenige tenten ftaen , om Dara te be-
driegen , en treckende nacht en dagh , dede fulc-
ken naerftigheydt , dat hy al eer over de ftroom
was, als Dara daer de tijdingh van had, invoegen
hy genootfaeckt was, felfs fijn leger-plaets te
verlaten, en fich na fijn vyandt te begeven , die
men hem feyde hart aen te trecken, om de rivier
de Gemna te winnen , en aldaer fonder moeyte ,
fich van fijn water te dienen , wel te verfterc-
ken, en Dara te verwachten. De plaetsdaer
T $ hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
294 Treurige Gefcbïedenis van
hy fich neder fioegh , is niet meer als vijf mijlen
van Agra, eertijdcs Samonguer, en tegenwoor-
digh Fatea Badgenoemt, loo veel geleydt, als
plaets van overwinninge. Een weynigh tijdts
<laer na, quamfich Dara oockaldaer neder flaen,
op den oever van de Riviere > tuiTchcn Agra en
het heyr van Aureng Zebe.
Aldus lagen defe twee lieyrlegers , in 't geficht
den een van den ander , fonder malkander aen te
taften : geduerende wekken tijdt Chah Jehan ver-
fcheyde brieven aen Dara fchreef, dat Soliman
Chekouh niet verre was,dat hy fich niet verhaeftê
fou, maer nader aen Agra komen, dat hy een voor-
deelige plaets fou kiefen,om fich daer neder te flaé
en fijn aenkomft te verwachten: maer Dara gaf
hem tot antwoort, dat geen drie dagen fouden
voorby gaen , of hy fou hem Aureng Zebe , en
Morad, gebonden voor fijn voeten leveren, om
fulcke voldoeningh van hen te eyfchen , als hy
dienftigh fou oordeelen, en fonder langer te wach-
ten, belafte terftondt fijn heyr in ordere teftel-
len.
- « ~. Hy fette al fijn geftucken voor aen , maeckende
or'ctere der het felve met ketenS 2en malkander vaft » °m de
weghvoorde paerden te fluy ten. Achter hetge-
fchut ftelde hy ook een groot getal Cameelé,voor
op dewelcke hy mede eenigh fchiet-geweer vaft
maeckte , van de groote van een dubbele muf-
quet , dat door een man, die achter op fat, afge-
fchoten en weder geladen wierdt, fonder dat hy
behoefde af te klimmen. Achter defe Cameelen
ftelde hy het grootfte gedeelte van fijn mufquet-
tiers. Van de reft der troepen , beftaende meeft
in ruytery (gewapent met fwaert , boogh en pijl-
koker, gelijck gemeenlijck de Mogols, dat is
gefeght , blancke Indianen , *ijn j of met den de-
gen
XXX.
twee
broeders*
i
DEN GROOTËN MOGOL. 29$
gen , en een foort van een halve picck , gelijck
gemeenlijck de Ragipous ge wapent gaen) maeck-
te hy drie hoopen. De rechter vleugel vertrouw-
de hy aen Calli-lulah-kan , met dartigh duyfent
Mogols onder fich, alfoohy groot Bakchis, foo
veel gefeght als groot Meeiter en Overlte van de
ruytery was* De flmcker vleugel wierde Ruftam
Kan Dakny, een vermaert en leer dapper Over-
fte , beneffcns Raia Chatreiacc , en de Kaïa Ram-
feingue Routle aenbevolen. De middel-troep
behield hy voor fich lelven.
Aureng Zebe , en Morad Rakche van hun zijde
beitelden oock hun heyr , byna op defelve manie-
re, als alleen , dat fy in het midden der troepen
van eenige Omrahs, foo ter rechter als ter flinc-
ker handt , eenige kleyne veldt-ftucken hadden
verborgen , zijnde een vondt van d'Kmir Jemla >
die hem oock niet qualijck geluckt is. Men ge-
bruyckt fonderliugh anders geen oor loghs- liften ,
als dieickverhaelthebbe, als alleen dat men hier
en daer eenige vyer of foort van granaet- werpers
ftelde, die hun vyer-werck met een ftock, feer
verre onder de ruytcrs weten te werpen , waer
door fe de paerden verfchrickt maecken, behaiven
de fchade die fe doen.
Zijnde alles aldus beftelt, be^oft het ge- xxxt.
fchut van d'een en d'andere zijde te lpelen , want Aenvar.gb
het felve is by hen altoos gewoon het voorfpel te ™"£en
maecken. Waer op terftondt pijlen begolten te
vliegen , wanneerder een foo ftercken ftort-regen
ontftondt, dat de ftrijdt daer door verhindert
wierdt. De regen over zijnde, bcgoli het ge-
fchut fich weder te laten hooren , en als doen was
het dat fich Dara vertoonde, dewelckegefeten
op een trotfcn Elephant van Gilan, bevel gaf,
dat men van alle kanten fou aenvallen , gelijck hy
T 4 felfsj
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
29<S Treurige Gefchiedenis van
felfs, in het midden van een groocen troep ruy-d
ters» op het gefchut van fijn vyandt aentoogh,
dat hem dapperlijck onthaelde, en veel volcks
rondtfom hem henen ter neder deed Horten , en 2
alfoo onorder brachten > niet alleen in het gros |
dat hy beftierde > maer oock in dat van de ruy-1
tery, die achter hem volghde. Evenwel wan- 1
neer men hem fagh vaft blijven op fijn Elc-
phant y met een ftoutmoedigh gelaet rondtfom
üen, en met de handt het teecken doen van
aen te vallen , en hem te volgen , was de onordere
haeft gedaen, nemende een yeder fijn plaetsdie
hy gelaten had , en treckende met hem op den
vyandt aen. Maer hy konde by de felve niet ko-
men , fonder noch een donder van gefchut uyt te
ftaen , die weder op een nieuw groote onorde ver-
oorfaeckte ; en een goet gedeelte van fijn volck
deed te rugge wijckcnj hy evenwel, fonder fijn
gelaet te veranderen , bleef even beftendigh ,
moedigende fijn volck aen,en geduerigh wijfende,
dat men hem fou volgen , fonder meer ti jdt te ver-
liefen. in voegen hy dapper aen dringende,
meefter van het gefchut wierdt, daer hy de kete-
nen van brack, drongh alfoo in het Heyr , en hielp
kamelen en voetknechten , en al wat hy aen dien
xxx it. oordtin de weghvandt in onorde, en maeckte al-
foo een brave doortocht , voor de ruytery die
hem volghde. Enalsdoe was het dat hy,hebbende
de ruytery des vyandts voor fich , een hardt ge-
vecht ontftont. Een hagel van fchichten vloogh
eerft van d'een en d'andre zijde. Dara felfs nam
oock den boogh in de handt , maer al het gefchiet
doet weynigh fchade, de pijlen verhefen fich
meerder in de lucht , of vallen opderaerde, als
fy quetften of dooden. De ecrfte ontlaftmgh van
<ie pijlen gedaen zijnde , quamenfy malkander na-
der
Voordeel
van Dara.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
m
DEN GROOTEN MOGOL. 297
eren het raeckte foo te met tot een handt ge-
echt. Toen ginck het eerft ter degen van beyde
ijden acn. Dara vertoonde fich altoos onbe-
.veeghlijck op fijn Elephant , moedt gevende , en
een yeder toe roepende, endrongh tenlaetften,
metfulckeen dapperheytaen, dat"hy al wat hem
hinderen mocht , uyt den wegh hielp , de ruyte-
ry in onorder, en eyndelijck felfs in de vlucht
bracht.
Aureng Zebe , die niet verre van daer , en
oock op een Elephant geleten was , fiende defe
onordere , bevandt fich in groote bekommernis ,
en pooghde op alderhande maniere > maer fonder
groot gevolgh , daer in te voorfien, Hy deed *
een ttoep van fijn befte ruytery aen trecken, om
te fien of hy het tegen Dara fou konnen ftaende
houden , maer het duerde niet feer langh , of dien
troep wierdt oock gedwongen, in groote onor-
der, te wijeken, wat hy oock doenoffeggen kon-
de, om het felve te verhinderen , maer laetons
onderwijlen fijn moedt en fijn kloeckmoedigheyt
aenmereken. Hy fagh dat by na fijn gantfche
heyr in onorde en op de vlucht was, in voegen hy
geen duyfent mannen by fich had , die ftant hiel-
den. Hy fagh dat Dara , niet tegenftaende de
ongemackelijckheyt, van den wegh, als zijnde
ongelijck en vol grachten , evenwel het gelaet
maeckte,van hem op het lijf te vallen, echter ver-
loor hy daerom geenfints de moet , en wel verre xxxiil
van fchrick te hebben , en om een goet heen ko- Moedig-
men te fien , hielt dapperlijckftandt , roepende de Jjj™
voornaemfte vat fijn Overften met hun naem , en Zcbe.
het woordt DdiramSoo veel als moedt mi jn vrien-
den, daer by voegende, wat hoop is*er inde
vlucht"? Weet gy niet waer onfe Decan is £ Kpd*
be, Kjdabe, Godt is het , Godt is het , en op dat
T 5 nie-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefchiedenis van
nicmandt acn fijn moedigheyt fou hebben te
t wij ffelen , en yeder mocht uen , dat hy nergens
minder op dacht, als op de vluch t,belafte hy voor
een yeder , dat men terftondt fijn Élephant keete-
nen, om de beenen,fou flaen, en wilde hetoock
in der daedt gedaen hebben , ten waer fy hem hun
moet en vernieuwde dapperhey t toonden.
Dara ondertutfchen trachte wel by Aureng
Zebe te komen , hoewel hy noch verre van hem
was , en de ongemackelijckheyt van den wegh
hem feer op hield > en het over al noch vol ruyters
was , die Ichoon in onordere , evenwel niet lieten,
dappere tegenftandt te doen, zijnde oock dat al-
leen , 'tgeen fijn overwinning konde veroorfaec-
ken, en een eynde van den mijdt maecken, en
eyndelijck hy{fou al defe fwarigheden te boven ge-
komen zijn • en Aureng Zebe met fijn kleyne
macht , die hem , omtrent fijn perfoon nochove-
righ was, geenfints in ftaet ge weeft zijn, om
defe , aireets overwinnende vyanden , te konnen
tegen ftaen . Maer Dara konde fich van fijn voor-
deel niet dienen , en fiet hier wat het gene was ,
dat hem verhinderde , en de oorfaeck waer, van de
behoudenis van Aureng Zebe.
xxxiv. Daraverraerckte, dat fijn flincker vleugel in
Misflagh groote verwarringh was, gelijck men hem oock
van Dara. ce kennen gaf, dat Ruitan Kam, enChatrefale
gedoodt waren , dat Ramfeingue Routle te verre
ingedrongen was, dat hy deur en deurgeflagen
had, maer dat hy, voor tegenwoordigh,aen alle
zijden omcingelt , en in feer groot gevaer was ,
verliet fijn voornemen , van fijn Broeder aen te
taften , om fijn flincker vleugel te hulp te komen.
Daer ontftondt op nieuw een hart gevecht , maer
Dara quam het al te boven, brengende het alles m
onordere , vindende evenwel altoos het een of hec
ander ,
i
DEN GROOTEN MóGOL. 299
nder, dat hem tegenftandt deed , en verhinder-
de. Onder dies Ramfeingue Routle , vocht mee
00 grooten moedt en dapperheydt , als moge-
jek was. Hy querftc Morad Bakche , en quam
hem foo na by, dat hy de ftrengen van fijnEle-
phantbegoft lostefnijden, om hemteraerdente
werpen, maer de dapper heyt, en hetfgeluck van
orad , gaven hem dacr geen tijde noch geJegent-
eydt toe, en waerhjck noyt Oorloghs man,
vocht met meerder kloeckheyt als Morad , in de- x X X v,
fe gelegentheyt , foogequetft en bedrongen van Dapper-
de Ragipous van Ramfeingue , als hy was , o^jj30
noyt toonde hy fich verbaeft , of gingh een tree uia *
te rugge , en hy wift fijn tijdt foo wel waer te ne-
men, dat alhoewel hy met fijn fchilt, fijn Soon
feven of acht jaren oudt , die hy aen fijn zijde had
: fitten , genoodtfaeckt was te bedecken , hy met
een pijl Ramfeingue doodt ter aerde velde.
Dara was niet langh fonder defe droeve boodt-
fchap te ontfangen , celijck men hem oock ter
ifelver tijdt berichte , dat Morad in groot gevaer
sl was, (tellende fich de Ragipous aen, als briefchen-
: de Leen wen, om dc doodt van hun Raia te wreec-
ken. En hoewel hy fagh,dat ,aendienoordt,de
wegh feer moeyclijck was, en hy altoos eenige
kleyne troepen vandt die hem op hielden , fagh
men hem evenwel met alle raferny op Morad aen
fetten j en dit was in der daedt dat hy had moeten
doen, om de miflagh van Aureng Zebe aen te
taften , te vergoeden j maer fijn ongeluck was
hem in den wech , of om beter te feggen , een van
de fnoodfte verraderyen , die menfou konnenbe-
dencken , die oock oorfaeck van fijn verlies en on- x x x v I.
dergangh was. schelms
Calil-ullah-kan, hy die over de dartigh duy- ve"act van
fent Mogols , van de rechter vleugel geboodt , J^h."^
cn
1 - " '
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
aoo Treurige Gefchieden'ts van
en die alleen met defelve, machtigh was , de gant
fche macht van Aureng Zebe te vermeefteren
terwijl Dara, en fijn flincker vleugel met fulc
een dapperheyt ftreden en foo voorfpoedigh wa
ren , hielde fichaen een zijde , fonder yets te doen,
als hadde hem het werk niet aen gegaen, en fonder
toe te laten , dat yemandt van de fijne een pijl-
fchoot , onder voorgeven dat fy de troep van re-
ferve , of behulp waren , en dat hy niet , als in het
alderuyterfte ftrijden moft , waer toe hy laft en?
ordere had. Maer de rechte oorfaeck behield hy
by fich, namentlijck de oude beledigingh, die hem
Dara gedaea had , als hy hem de fiagen met de
Babouche had doen geven • welcke Babouche foo
veel als een fchoe van de Mogolsis. Maer even-
wel dit fchelmftuck fou van weynigh belanghge-?},
weeft zijn , indien defen fchelmhier mede had ttv
vreden geweeft, Dara had evenwel de overwin- 3»
ningh verkregen. Siet hier hoe verre hem fijn jt
raferny vervoerde. Hy gingh van fijn troep af,
gevolght van eenige weynige, en rende met alle I
macht na Dara felfs toe , ter felver tijdt , wanneer
hy heen toogh, om Mond op te komen, en van
foo verre , als men hem konde verftaen , riep met
alk macht , Mob Barekbad , Het goede zy voor u ,
Hrtartt Sdamtt , Dat u Majefteyt geiondenbe-
houdenzy , fy heeft de overwinmngh verkregen , i
Blbamd ul EUahy Maer mijn Godt, wat wilt ghy:«
daer om hoogh op u Elephant doen ? is het niet?
langh genoegh, dat ghy u ibodanigh hebt in ge- '
vaer ceftelt , indiqn de minfte van de fchoten , die a
chy door u hooft-deckfel hebt, u perfoon ge- j
troffen had , waer fouden wy tegenwoordigh
zijn* ontbreeckender oock verraders in dit heyr < i
in Godts naem , komt doch vaerdigh af , en j
klimt te paert, wat is 'er anders te doen , als de J
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GB.OOTEN MOGOL. 30I
L'luchcelingen na te jagen • gaen wy , en laten niec
soe , dat fy ons ontkomen.
I Indien Dara fijn finnen genoeghfaem by een
tnad gehad , om het bedrogh te mercken , en tc
weten wat het tc feggenwas> in die tijde niet op
ijn Elephant gefien te worden j of dat hy >liever
defen pluymftri jeker terftondt den kop had laten
"flaen , hy had van alles meefter ge weeft , maer
goede Vorft liet fich ftreelen en verblinden ,
ioor defe foete woorden. Hy hoorde defen
: raedt gelijck offe wel ter degen waeren heylfaem
1 was , klam van fijn Elephant , en ginck te paerde
fitten. Maer het duerde geen vierdendeel van een
aer, of hy merektedeverradery vanCalil-ullah-
kan ; en fagh klaer de misflagh die hy gedaen had.
Hy fagh vaft na hem om , vraeghde waer hy was ,
om den verrader om te brengen , maer de fchelm
was te verre van der handt , en de gelegentheydt
verloren.
Sou men wel gelooven , dat foo haeft het heyr
. fagh , dat hun Vorft niet meer op fijn Elephant
was , het felve oordeelde , dat 'er verradery onder
fchuylde, en Dara doodt was? Waerlijck
een yeder was in de hooghfte bekommernis van XXXVII
de werelt, en niemandt wilt wat hy te doen had. v«oor- *
de, maer fagh alleenigh om de hand van Aureng faccktde
Zebe teontgaen. Wat fullen wy feggen t alles oycrwin-
raeckte in verwarringe , elck koos de vlucht , Au?eng°0*
waerlijck een fchiclijcke en vreemde verande- zebe,
ringh : hy die fich felven foo even te voren over-
winnaer fagh, vind fich verlaten, en gehouden
felfs te vlieden, indien hy fijn leven wil behou-
den.
Aureng Zebe gemoedight door een foo won-
derlijcken voorval , bleef in geen gebreecke alles
wat hy konde aen tc wenden , om fich van defe
ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
^
XXXVIIL
Vcynfcry
van Au-
■engZcbe.
XXXIX.
Staet van
de over-
wonnen
Sara.
5 o2 Treurige Gefchiedenis van
gelegentheydt te dienen. Calil-uUah-kan , quar :
terftondt by hem , om hem fijn dienft aen te bie«
den , met al het geen hy , met fijn troepen , vood
hem konde doen. Dele bedanekte hem hoogha
Jijck , en deed hem duyfent beloften > maer hjl
wachte fich wel , hem op fijnen naem aen te ne
men , maer bracht hem terftondt by Morad , di<
gelijck men wel kan dencken , hem met open<
armen ontfingh. Aureng Zebe , ondertuflchen .
deed niet als Morad prijfen , om dat hy foo dap
perlijck geftreden had, gaf hem al de eer van d<
overwinninge ,en geduerigh den naem van Maje.j
fteyt, in de tegenwoordigheydt van Calil-ullah-
kan: en toonde fich t'eenemael als fijn ootmoe-
dighften dienaer. Ondertutfchen arbeyde hy
nacht en nacht, fchreef over al, aen al deOm<;
rans, fich verfeeckerende nu vanden eenen, mor»
gen van den ander. Chah Heftkan fijn Oom * en
groot vyandt van Dara , ter oorfaeck van een be*
ledigingh , die hy van hemontfangen had, deed
het felve van fijner zijde voor hem -9 fterekende
niet weynigh den aenhangh van fijnen Neef.
Ondertufichen merekt de loofheyt en ge-
veynftheyt van Aureng Zebe , wat men handelt,
wat men belooft , het is niet voor Aureng Zebe,
die had niet anders voor als Fakire of geeftelijck te
leven , het is al voor Morad Bakche , defe is het al
en hy niets.
Wat den ongeluckigen Dara nu aengaet , hy
quam met alder haeft binnen Agra , in gedaentc
van een wanhoopigh menfeh , fonder fijn Vader
onder de oogen te derven komen , gedenckende
miflehien , aen de ftraffe woorden die hy hem op
fijn affcheyt te gemoedt voerde. De goede Ou-
de Man evenwel liet niet na, hem heymehjck
eem van fijn ontmande toe te fenden , om hem van
de
Early European Books; Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL 303
ie volhardingh, fijner genegentheyt teverfeec-
iteen , en het ongenoegen , dat hy in fijn on-
I geluck had , te kennen te geven , oock te vertoo-
rnen , dat hy als noch niet te wanhopen had , n3de-
i mael hy noch een goede oorloghs-macht, onder
) het beleyt van Soliman Chekouh tewachten had.
Hy foude na Dehly tiecken, daer hy duyfent
aerden in de Konincklijcke ftalleii vinden fou,
11 d'Overfte van de fterekte aldaer had laft , om
em geit en Klephanten tebeltellen. Voorde
eft, hy molt fich foo weymgh als mooghlijck
was ,affonderen,dat hy hem dickmaels fou ichnj-
ven, en dat hy ïn't eyndeAureng Zebe wel fou
weten te vinden en te ftrafFen.
Men feght datDara alsdoe in fulck eenver-
warringh en verflagentheydt was , dat hy den
ontmanden geen antwoordt konde geven , noch
oock de moed had, om yemandt aen Chah Jehan
te feuden; maeralleenigh, dat,hebbende verlchey-
de reyfen aen Begum Saheb gefonden , hy om-
trent de middernacht vertrock , nemende fijn
vrouw , fijn dochters , en fijn jongen loon , Scpé
Chekouh met fich, en het geen byna ongeloof-
lijck w as, is, dat hy niet meer, als met drie of vier
hondert mannen vergefellchapt is geween. Laet
hem fijn wegh vorderen , na Dchli , en fien wy
binnen Agra , hoe Aureng Zebe fijn faecken weet
te beleggen.
Hy wilt leer wel , d3t Dara , en die van fijnen
aenhangh, als nocheenige hoop, op de fegen-
pralende oorloghs-macht, die onder Soliman
was , konden velten, waer over hy beüoot hen die
te benemen » of ten minlten onnut en vruchteloos x L.
te maken. Tot delen eynde fchreef hy brieven op Looien
i brieven aen Raia IeiTeingue en Dehlkan, die de
voornaemfte hoofden van defe troepen van Soli. zebe?0
man
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
20l Treurige Gefcbiedenis van
man was, datter van de zijde van Dara niet meer
te hoopen was , dat hy de flagh verloren had , dat
fiin gantfche oorloghs-macht fich aen hem had
overgegeven.Datalde werelthem had verlaten,
cnhy alleen na Dehiy gevlucht was, dathyte
geender tijdt fijn handen konde ontkomen, en
Sat'eroveralorderewasgeftelt, om hem te krij-
gen. Wat Chah Jehan belangt , dat hy in een ttaet
was , om weynigh van fijn leven te doen hopen ;
dat fy wel toefagen watfy deden, en indien iy
wijfe mannen waren , en fijn en fijner vrienden ge-
luck wilden volgen , en fijn vrienden zijn , datie
fich moltea van de per foon van Soliman Cnekoun
verfecckeren , en hem die toe brengen.
Jefieingue bevandt fich ai vry twijfelmoedign,
omtrent het geen hy te doen had , ontfiende noch i
fecr Chah Jehan en Dara, en noch meer de nant l
aen een Konincklijck Perfoon te fiaen wel we- 4
tende dat hem daer over vroegh oi laet , eenign t
ongeval , al was het van de handt van Aureng Z,e- -
befelfs, konde toe komen. Daer en boyen wilt i
hy wel, dat Soliman Chekouh al teveel moe» i
had, om fich op fülck een wijfe te laten vatten •
dat hy eerder foufterven, in het verdedigen van
fijn perfoon. Na dat hy raedt met Dehl Kan lijn i
groote vriendt, over defe faeck genomen , en l
jy malkanderen wederom trouw gefwooren naa-
den, gaen fy recht na de tente van Soliman , die
hen vaft verwachte, want hy had oock de tijdingn
van het verlies van Dara , en had hen daer over ai
verfcheyden mael doen af foecken. Hyontdeckt
hen vrymoedighlijck al de gclegentheyt der laec-
ken, toonde hen brieven van Aureng ^et>e> ga
hen te kennen wat ordere hy , om hem te vangen
had, aengefien hetgevaerinhet welckehy was
dathy fich noch opbelil Kan, noch op Daou
m
DEN GROOTEN MOGOL. 305
Kan, noch de reft van fijn heyrkonde vertrou-
wen, en riedt hem derhal ven, als fijn vriendt , eer-
der te fien of hy liet geberghte van Serenaguer
konde krijgen , zijnde fulcks de alderbelte middel
voor hem , die hy konde nemen • dat de Raia van
dat lantfehap, fittende opcenontoegatickelijcke
plaets , endienvolgende, de macht van Aureng
Zebe,vveynigh ontfiende: hem fonder twijfel
met opene armen fou ontfan^cn. Dat hy van
daer konde fien, wat loop de iaecken namen, en
dathy, altoos, fiende fijn voordeel , weder vau'c
geberghte konde afkomen.
De Jonge Vorft merekt aen defe voorflagen
wel , dat hy fich voortaen op den Raia niet leer
fou hebben te vertrouwen, cn dat'er geen feecker-
heyc voor fijn perfoonwas, nademael Delil Kan
en hyeene handt waren, het welck hem dede be-
fluyten , defen raet te volgen. Hy dan belaft cer-
ftondt , dat men fijn toeltel fal verveerdigen , en cl Sh
den wegh na het geberghte opfiaen. Eenige van vlucht op
fijn toegenegentfte vrienden, als oock menighteJ,ct ?*"
van Manfeb Dars , Saieds (een Hagh vanoorloghs bcrghtc#
ordere) en andere fielden fich in ftandt om hem te
volgen , de reft van het heyr geheel verftelt zijn-
de, bleef by den Raia , en dat een fnoodtftuck
wereks yan een Raia , en een vuyle wreedtheydc
magh genoemt worden, was,dat hy cn Delil Kan,
onder de handt cenigh volck fonden , om fijn ba-
gagie en toeltel aen te taften , ontnemende hem ,
onder andere dingen , een Elephant met goude
Roupies geladen. Het welck een groote onor-
dere , in die weynige , die hem volghden, maeck-
1 te, van dewelcke hem vele verlieten , en weder
»: keerden , gevende felfs gelegentheydt aen de
" •< boeren , om fijn volok op 't lijf te vallen • hen te
plonderen en te berooven • ja felfs eenige daer
V van
XL L
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ioö Treurige Gefcbiedems van
van doodt te flaen. Evenwel hy dede foo veel
dat hy het geberghte kreegh , met fijn vrouw en ■
kinderen, daer de Rata van Serenaguer hem, met
aldcrhande beleeftheydt en teeckenen vangene- I
gentheydt onthaelde en verfeeckerde , dathyal- >
daer in alfoo grootenveyligheydt was, als ware .j
hy Koninck van het gantfche Landt ; en dat hy I
hem met al fijn macht foubefchermenenverde- ;
digen. Laet ons ondertuflehen fien wat 'er bin -1
nenAgraomgaet.
Dne of vier dagen na defen flagh van Samo-
guer, quamenAurengZebe, en Morad Bakche i
recht na de poorten van de Scadt , in een Hot ,
dewelckc een kleyne mijl van de Sterckte is.
Van daer fandt hy een ontmande, diefnedighen
gauw , en van wiens trouw hy het alderbefte ver-
Feeckert was, na Chah Iehan, om hem vanlij-
x li i. nent wegen te groeten , met duy fent fchoone ver-
veynfery klaringen en ootmoedigheden, betuygende, dat
tmichen h feer droevieh was, over het gene was gebeurt P
foon?" en dathy, tcFoorfaeck van de ftaet-fucht , er
'c quade voornemen van Dara , genootfaeckt was
ge weeft, defe uyterfte middelen aen te vangen.
Voor de reft had hy groote vreught te verftaen ,
dat hy begoft van fijn fieckte tebeteren , enhy
was daer niet, als alleen om fijn bevelen te ont-
fatsen. Chah Iehan liet niet na groot genoe-
gen aen den ontmanden over den handel en voort-
ganck van AurengZebe te toonen, en defe eer-
biedigheden van fijn foon met groote vreught aen
te nemen , hoewel hy wel fagh , dat men de iaeck
te verre gebracht had, en de loofeenbedeckten
aerdt van Aureng Zebe kende , en dat hy fich der-
halven niet feer veel op hem moft vertrouwen.
OndertulTchen deed hy fich uyt het bedde hel-
pen , vertoonde fich hier en daer ,en het fich door
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GR. O O TE N MOGOL
ZO?
t met
P
m
M
i
de Stade dragen , poogende alfoo loof hey
loofheydt te betalen, entefpelen wiedearghfte
fou zijn , hy of Aut eng Zebe , meenende hem al-
foo in fijn ftricken te krijgen.
Hy fand oock een ontmanden aen hem, om
hem te kennen te geven, dat hem hetquactbe-
leydt en de onbequaemheydt van Daranitt on-
kundigh waren. Dat hy wel koude gedencken ,
hoe goeden geneaentlïeydt hy altoos voor hem
gehadt hadde. En tot befluyc , dat hy hem toch
ten eerften wilde bykomen om te famen te beraet-
flaen , wat men in defe verwerringh fou hebben te
doen , behalven dat hy ten hooghften verlanghde
hem te fienen teomhelfen. AurengZebe, van
fijn kant , fagh mede wel , dat hy fich op de woor-
den van Chah lehan niet feer had te vertrouwen ,
temeer» om dat hy wift dat Regum Saheb , fijn
vyandinne nacht en dagh by hem was • en fijn
Vader, buyten bedencken, alles nahaer befluyc
uy tvoerde , vreefende oock , dat men hem , in de
Sterckte zijnde, fou mogen valt houden , en een
quade part fpelen • en in der daedt , men oordeelt 9
dat fulcks feeckerlijck befloten was, en dat men
die ltercke Tartarinncn of ïartarifche vrouwen ,
die in het Serrail waren , ge wapent had , die hem,
foo haeft als hy daer binnen fou gekomen zijn , op
het lijf fouden hebben gevallen. Hoe het zy of
niet , hy wilde het noyt wagen , en ondertuffchen
ftroyde hy vaft het gerucht, dat hy den eenen dagh
voor, en den anderen na, by fijn Vader komen
fou : maer als dien dagh gekomen was , ftelde men
het tot morgen uyt , en alfoo deed hy van tijd tot
tijdt, fonder dat die van fijnbefoeckverfcheen,
Ondertulïchen vervolghde hy fijn heymelijckc
onderhandelingen , ondertafte het gemoed van de
alderaenüenlijcküe Omrahs , tot dat hy alle»
V Z
onder
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2o8 Treurige Gefcbtederits ran
onder dc handc , na fijn genoegen , befteldt
x L 1 1 x. ^Men was feer verwondert , over dat fijn oudtfte
Sultan * {bon Sultan Mahmoud, na de Sterckte of het Slot
Mahmoud van Agra gefonden zijnde, onder fchijn van fijn
de'S- Groot-vader te fpreecken , defe jonge ftoute en
te van onvertfaeghde Vorft binnen komende, terftondt
Agn. de wachters aen de poort op het lijf viel , ftooten-
de die , werpende gene , terwijl een deel volcks ,
heymelijck daer omtrent beftelt , met gewclt bin-
nen quam , en fich meefters van de mueren maeck-
te. Wasoyt eenigh menfeh verbaeft, foo was
het Chah Jehan, fiende dat hy in de ltrick geval-
len was , diehy voor anderen had gefpannen , en
geleght. Dat hy fich fel ven een gevangen vandt,
en Aureng Zcbe meefter van de fterekte. Men
feght dat hy terftondt gefonden heeft , om de
meeningh van Sultan Mahmoud te ondertaften ,
hem belovende op fijn Kroon en op den Alcoran ,
dat , indien hy hem getrouw wilde zijn , en hem in
defe gelegentheydt dienen, hy hem Koninck
wilde maecken. Dat hy terftont by hem binnen
foude komen, en defe gelegentheydt niet molt
laten voorby gaen. Voor de relt , fou dit een
werek zijn , dat hem des Heeren zegen , beneffens
een onfterffelijcke roem , fou toebrengen, om
dat men altoos hier na fou feggen,dat Sultan
Mahmoud Chah Jehan , fijn Groot- vader, uyt de
gevaockenis verloft had. En wacr hjck , indien
Sultan Mahmoud harts genoegh had gehadt , om
dit werek te beftaen , en Chah Jehan had konnen
uytgaen , om fich door de Stadt te laten fien , en
fich te velde te konnen brengen: niemandt be-
hoeft te twijffelen , of al de grootfte Omrahs
fouden hem hebben gefocht te dienen , en Aureng
Zebe felfs fou noch dc ftbutheydt , noch het hare
neb*
DEN GROOTEN MOGOL. 309
hcbbe n gehadt , om tegen fijn Vader , in perfoon
te ftrijden , te meer , allöo hy fou hebben te vree-
fen gehad , van al de werelt, ja van Morad Bakche
felf te fullen worden verlaten. Soo is dit de
grootfte misflagh van den KoninckChah lehan,
dat hy , na het verlies van Dara , niet terftond fich
buyten de Sterckte getoont heeft.
Ondertuflchen Sultan Mahmoud ft zy,dat hy
vreefdc datChahJehan fijn woord niet fou hou-
den en felfs daer binnen valt gehouden te wor-
den , of dat hy fijn Vader niet wilde tcgenftaen)
wilde noytna eenige voorflagen luyfteren , noch
binnen in de woninge van Chah iehan komen ,
antwoordende alleenlijck kloecklijck , dat hy
geen ordere , of laft van fijn Vader had , om hem
te komen fien , maer wel niet weder by hem te
komen , Tonder hem de fleutels van de Sterckte te
brengen , op dat hy in alle verfeeckeringh mocht
komen, en de voeten van fijn Majefteyt kuflené
Byna twee dagen gingen voorby , eer hy konde
befluyten de fleutels over te geven , geduerende
welcketijdt, Sultan Mahmoud fich vaft op fijn
ftuck hield , en wacker op fijn hoede was , tot dat
hy fagh , dat al het volck , dat hy tot wacht aen de
poort had, van langer handt een vooreen wech
fackte , en dat 'er geen feeckerheyt in fijn faecken XLly
was , wanneer hy Aureug Zebe liet weten , dat Chah
hy terftondt by hem wilde komen, indien hyiehanin
wijs was, alfoo hy hem faecken van beiangh wgjygï"
feggen had. Maer Aureng Zebe was te gauwen va°g£n4"
man , om fulck een groote misflagh te begaen ,
maer in de plaets van dat , fandt hy terftondt fijn
ontmande Etbarkan , als beftierderen vooght V3n
de Sterckte , die voort Chah lehan , beneffens
fijn dochter Begum Saheb , en de reft der vrou-
wen , daer vaft binnen befloot , doende verfchey-
Vj de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3 io Treurige Gefcb'iedenls van
de poorten toemetfelen , invoegen hy met nie-
mandt fpreecken , noch aen yemandt fchrijven
kon de.
Onderwijlen fchreef hem Aureng Zebe een
kleyn briefken , 'c geen hy aen al de werek ver-
toonde , al eer hy defelve verzegelde, in het welc-
ke hy, onder andere dingen, hem te kennen gaf ,
hoe hy wift, dat, niet tegenftaende ai fijns Va-
ders groote verklaringen , van liefde tegens hem
en afkeer van Dara , hy evenwel niet gelaten had ,
twee Elephanten , met goude Roupies geladen ,
aen hem te fenden, om hem daer door weder op
de been te helpen , en den oorlogh op nieuw te
beginnen en aen te vangen • en alfoo was hy hec
niet , om de faeck recht te nemen , die hem ge-
vangen hield, maer wel Dara: die hy eygentlijck
het felfde wijten moft ; dewijl hy d'oorfaeck van
al fijn ongevallen was, en dat hy anders hem ten
eerften fou hebben komen vinden. Het was oock
in der daedt alfoo, dat, op defelve nacht, toen
Dara vertrock , hy hem de twee Elephanten met
gout geladen, gefonden had» en dat het Rauchnara
Ï3egum was , die het felfde hem Aureng Zebe
had te kennen gegeven , gelijck fy oock had ge-
daen , wegen de fnooden treek die men hem , door
de Tartanfche vrouwen , had gemeent te fpelcn ;
behalven dat Aureng Zebe oock eenige brieven
van Chah Jehanaen Dara had onderfchept.
Soo hacft als men vernam, dat Chah lehan be-
floten en als gevangen was , waren al de Omrahs
verbonden , om hun ootmoedigheydc en hofFe-
lijcke plicht , aen Aureng Zebe , en Morad Bak-
che te bewijfen ; en, hetgeen by na ongelooflijck
is, daer was niet een van allen, die het hart had,
yets tot voordeel van hunnen Koninck aen te
Vangen, die de gene was, diehengemaeckthad
hec
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
;(
DEN GROOTEN MOGOL. 311
het gene datfe waren , en hen als uyt hec ftof , ja
felfs flaverny getrockcn had, om hen tor rijck-
dom en ftaet te brengen. Echter wat ender eeni-
ge, gelijck als Danechmend Kan, en eenige an-
deren, die fich onzijdigh hielden , maer al de
anderen namen de zijde van Am eng Zebc.
Dele dan fich alfoo van Chaz lehan , en al de
Omrahs verfeeckert hebbende, nam lbo veel gelts
uytdefchat-kilt , als hem goet d;chc j en latende
Chah Heftkan , lijn Oom , tot Stede- vooght over
Agra, vertrock met Morad , om Dara te vervol- xlv.
gen , en op te lbecken, op dien dagh, wanneer het
heyr moft vertrecken. De byfonderfte vrienden vctvolght
van Morad Bakche , en voornamentlijck fijn ont- Daia.
m3ndeChah Abas, diewelwiften, datovermoet
van beleeftheyt.eneerbiedigheyt gemeenlijckeen
teecken van bedriegery is • rieden hem , nademael
hy Koninck was , en de geheele werelt hem daer
voor erkende , gelijck oock Anreng Zebe hem
daer van deneer-naem gaf, dat hy hem fou laten
Dara vervolgen , enhy, benefTens fijn troepen,
fich omtrent Agra en Dehli fou houden.
Indien hy delen ractgevolght had, het is feec-
ker, dat hy Anreng Zebe niet weynigh bekom-
mert fou hebben , maer hy moft fe verwerpen ,
AurengZebe, heeft te veel gelucks: Morad ver-
trouwde fich ten vollen op fijn beloften, en eeden
van getrouwigheydt. Sy dan vertrockente fa-
men , en namen hunnen tocht na Dehli.
Wanneer fy tot Maturas, drie of vier kleyne
daghreyfen van Agra gekomen waren, de vrien-
den van Morad Bakche, die yetsgemerekt had-
den, onderltonden noch eens, yets op fijn geeft
te winnen, hem verfeeckerende, dat Aureng Zebe
een eenigh quaet voornemen had , dat men hem
van alle kanten daer over waerfchouwde > en dac
V 4 voor*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3 12 Treurige Gefchiedenis van
voornamentlijck dien dagh, hy fich wachten molt
van hem in fijn tenctegaenbefoecken • waertod
hy licht een deckmantel van onpaflelijckheydt 1
konde opnemen. Maer wat men hem mochc i
feggen > hy wilde nergens na luy lieren, deooren
waren hem geftopt ; en al de goede raet , die men ]
hem gaf , was vergeefs , gelijck of hy door de ]
vriendelij ckheydt van Aureng Zebe betoovert
was ge weeft. Hy dan liet niet na , den felven
avondt hem te gaen befoecken , en met hem te
avondt malen . Soo haeft als hy by hem gekomen
was , Aureng Zebe die hem verwachte , en alles
met Minkan , en drie of vier van fijn gemeenfaem-
ftc Overfte verveerdight had , liet niet na , hem
op het vriendeli jckfte te omhelfen , beneffens veel
andere vriendelijckheden, fclfsfoo verre , dathy
hem met fijn neusdoeck > over het aengeficht
ftreeck , om hem het fweet en het ftof af te wif-
fchen i hem geduerighde Majefteyt na het hooft
werpende.
OndertuflTchen wort 'er opgedifcht ; men eet ,
de gefpraeckfaemheyt neemt toe, men handelt van
alle dingen , gelijck gemeenlijck gefchiet , en ten
laetften word 'er een groote vies met uytfteec-
kende wijn van Chirat te voor fchi jn gebracht , als
oock eenige andere met wijn van Cabour , om
een roes te drincken. Als doe Aureng Zebe ,
die fich ernftigh hield , en een groot Mahumecacn
in befetheydt wilde fchijnen , rees met een vro.
lijckhéydt van de tafel , vermanende evenwel
Mórad Bakche, fich met Mircan en de andere
Heereh vrolijck te maecken , gaende alfoo van
daer , gelijck als om te ruften. Morad , die den
dronck feer beminde , en de wijn feer goet be-
vandt, liet niet na fijn goet gedeelte daer van te ne-
men i tot dac hy droncken wierdt , en in fiaep viel.
DEN G ROOT EN MOGOL, 313
Dit was recht het gene men verwachte , want
;>men deed terftont eenige dienaers ,die daer tegen-
woordigh waren vertrecken , als om hem , op
ijn befte gemack te laten ruften. Daer na nam
men hem lijn Sabrt of bouwer, en fijn hmder of
ponjaert af. Maer Aureng Zebe was niet
langh, fonder hem felfs te komen opwecken.
Hyquamm de Kamer, en gaf hem een rouwen
ftoot met de voet , en foo als hy fijn dronckeoo-
genbegoft te openen, dede hyhcm dcfe korte en
wonderlijcke vermaningh: Hot? feyde hy , wat XL VI.
fchande en vuyligheyt is defe ? een Kynincl^ als gy,foo £E"*
weynighmatigheyt te ramen, en fichfoovolte fuypenf neemt fijn
wat fal men van u en van my feggen .«* voort neemt ons broeder
s defen fnooden dronckaert van hier , dat men hem han~ Morad
den en voeten bindt , en dat men hem daer in henen gcvangcn*
werpt, om fijnen wijn uyt te flapen, Soo gefeght
foo gedaen , hy heeft goet te fchreeuwenen te tie-
ren, fes of feven ftercke gaften werpen fich op
hem , die hemdeyfersom handen en voeten flaen.
it werck koft alfoo niet uyt gevoert worden , of
mmige van fijn volck, daer omtrent zijnde, had-
den daer eenigh bericht van. Sy maeckten eenigh
gerucht, cn wilden met kracht binnen gaen ;
maer Alioh Couly, een van de voornaemlte be-
vel-hebberen , en meefter van fijn gefchut, die
men al over langh op de hand had gekregen ,
dreyghdc , cn deed hen van daer gaen. Men
liet niet na terftondt volck door het gantfche heyr
te fenden , om defe eerfte bewegingen van beroer-
te te ftillen; die anderfints heel gevaerlijck konde,
zijn. Men feyde het was niet, fy warender te-
genwoordigh geweeft , Morad Bakche had
flechs een glas tè veel gedroncken, en dat hy,in die
ftaet al de werelt gefchonden en gelaftert had , tot
Aureng Zebe felfs toe , invoegen men genoot-
V 5 faeckt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 , 4 Treurige Gefcbiedems van
faeckt was geweeft , hem in defe dolligheyt , by
fonder af te lluyten , en dat men hem des morgens
als hy fijn wijn had uytgeflapen , wel haeft weder
fou voor den dagh fien komen.
Ondertuflchen gingen de vereeringen , den ge-
heelen nacht , over al,by de hoofden en bevelheb-
beren van het heyr , men verhooghde hun gagie of
onderhoudt terftondt ; men gaf hen groote hoop ,
cngelijckdaerniemandtwas, die niet, van over
langh get wi jfelt had , dat het alfoo fou toe gaen ,
was men niet feer verwondert , te fien, dat des
morgens alles in ftilte was , invoegen men den
volgenden nacht , defen armen Vorft meen Em-
bary (een flagh van kamerkens , die men van de
Elephanten laet dragen , met de vrouwen daer in)
floot , en recht na Dehly , en de fterckte Slimger ,
leggende in het midden van de Rivier hetvoe-
""Wanneer men nu aldus het gantfche Heyr te
xlvii. vreden hadgeftelt, behalven d'ontmande Cnah
?o£h?p Abas , die in groote bekommernis was , kreegh
ïï£ P Aureng Zebe ,°het gantfche hey r van Morad , on-
der fijn gebiedt • en vervorderde alfoo lijn wegh ,
om Dara te vervolgen , die vaft, met groote da° h-
reyfens,naLahortoogh,met meeningh omiicn
aldacr wel te verftercken, en fijn vrienden dar-
waerts te locken ; maer Aureng Zebe , vervolgh-
de hem met fulck een fnelheyt, dat hy geen tijde
had , om veel groote faecken te doen , en in tegen-
deel eedrongen was te wijeken, en den wegh na
M ultan te nemen , daer hem oock niet veel ftondt
uyt te rechten , om dat. Aureng Zebe , niet tegen-
ftaende de groote hette, nacht en dagh in aentochc
was. Soo verre , dat , om een yeder moet te ge-
ven, en neerftigheyt te plegen, hy memghmael
al twee of drie mijlen voor uyt was : vindende fich
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN G ROOTEN MOGOL. 3l£
•lickmael genootfaeekt te drincken , foo vuylcn
'ivater, als al dereft , een ftuckdroogh brooc te
;;:ten , onder een boom te leggen flapen , in het
niddcn van den wegh, verwachtende deaenkomft
/an het hcyr , met het hooft op fijn fchilt , gelijck
senflechtkrijghsman, invoegen fich Dara oock
nu gedrongen vandt , Ivlultan te verlaten, om
niet in handen van Aureng /cbe te vallen , die hy
i als nu niet fou konnen regen ftaen. Hy nam den
'egh na Scindy , dier hy fich gingh werpen in de
erckte Tata-Bakar , die itercke vermaerde
plaets , gelegen , in het midden van de vloedc
Indus.
Aureng Zebe hem fiende dien wegh nemen ,
vandt geenfints geraden hem vorder te volgen ,
zijnde wel blijde, dat hy den wegh na Caboul niet
genomen had , daer hy buyten twijfel onderftant ,
van meer als duyfent mannen fou gevonden heb-
ben , hy vergenoeghde fich , hem leven of acht
duyfent mannen , achter aen te fenden , onder her.
geleyde van Mir Baba, fijn voetltcrs foon , en
keerde kort wederom , met de felve fnelheyt waer
mede hy gekomen was , vrecfende, dat'er, aen
de zijde van Agra , yets , door lijn af zijn fou mo-
gen ontftaen , om datycmandt , van defe machti-
ge Raias , als Jefleingue , of Jelfomfeingue , fou-
den mogen foecken , Chah Jehan uy t de gevanc-
kenis te'lichten, of datSoliman Shekouhmetde
Raia de Serenaguer, van fijn geberghte mocht ko-
men , of eyndelijck dat Sultan Suiah Agr3 al te
feer naderen mocht. Maer fiet hier een toeval ,
dat hem bejegende , om dat hy fich te feer wilde
verhaeften.
Soo als hy aldus van MultannaLahortrock,
en met fijn gcwoonlijckefnelheydt voort toogh>
fagh hy fich ontmoeten,door den Raia lelTangue,
ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 1 6 Treurige Ge[cbiedenis van
vergefelfchapt met vier of vijf duyfent van Gjr.
Ragipous , in feer goede ordere. Aureng Zebe
die fijn heyr achter gelaten had , en anderfint'
wel wift , dat dcfe Raia feer tot Chah Jehan ge
negen was , vand fich ten alderhooghften verle.
gen , gelijck men fich kan inbeelden , vreefendt
dat defe Raia, fich dienende van defe gelegent.
heydt , een ftuck wercks van ftaet mocht aenrech
ten , en hem vaft houden , om daer door Chat
lehan uyt de gevanckenis te trecken , het geer
hem, voor als doe, feer licht fou gevallen heb.
ben. Men weet oock felfs niet, of defe Raia
geen foodanigen voornemen fou mogen hebber
gehad t want fijn aentocht was, vaneenbuyter
gemeene fnelheydt gcweeft, in fulcker voegen ft
dat Aureng Zebe , daer gantfch geen bericht van
had , geloovende dat hy noch omtrent Denk|.
was : maer , wat kan de ftantvaftighey t en kloeck.
¥fBlT. moedigheyt niet te wege brengen- Aureng Zebe,
Rondere fonder fich te ontftellen , en bedut te toonen rijdt
kloeck- recht op den Raia aen, en van foo verre als hy nera|
moedis- faeri fecfe hem het teecken met de handt,!*
Aart?" dat hy terftont by hem komen fou , hy hem wederl-
zcbc. toeroepende : Salamet Bached ï\aiagt , Salameif
Bached Bahagi t Zijt gegroet , Heer Koninck, Heeri -
Vader. Wanneer hybyhem was,feydenynem,l
lek verachte u vaft met ongedult , bet isgedaen , Dara \
is verloren, hy is maer alleenigh, ickbebbem Mtrbabai
achter aen gefondeny hy k*n het niet ontho™»- kng
het geen een overdaet van beieeftheydt was , ny|
nam fijn peerlen-keten van fijnen hals, enfloegtia
feom die van den Raia, en om fich ten eerften,!
met eoet fatfoen van hem te ontflaen, wanthyl
wenfehte fich nu al verre van daer , belafte hyl
hem : Ga l\aiat foo hoeft als gbymoogbt, naLaborê
mijnheer is vermotyt, gaetkatftigb, en verwacht my+ >
DEN CROOTEN MOGOL,
317
vrees dat daeryets fou mogen voorvallen , iel^maecl^
Uede-vooght van de plaats, en fiette attes tnumtban-
voor de refi ben ick [eer in u gehouden $ over hef
ughy met Soliman Chekpuh gedaen hebt. Waer heb$
by Delilkan gelaten f lcl^ fal my wel weten te wreec-
en , haejï u ; Salamet Bacbet vaert wel , tn datr mede
lek, fijns weeghs.
f Wanneer Dara tot Tatabakar gekomen was ,
telde hy tot vooght ofte Gouverneur van de
•laets een ontmande van groot beleydt , met
en goede befettingh van Parans , en Sayeds , en
otbos-fchieters Franguis , Portugefen> Engel-
chen en Duytfchen, die hem waren gevolght ,
>p de groote hope die hy hen gegeven had ; wanc
ndien hem het werek gelucktwaer, enhyKo-
ïinck had geworden , al de Franguis die in fijn
lienft waren, hadden Omrahs, groote Heeren,ge-
Areeft. Hy liet oock aldaer het meefte van lijn
chatten , hebbende als noch geen gebreck aen
*out of filver , en fonder daer langer als eenige
weynige dagen Uil te zijn, vertrock, alleen met
.twee of drie duyfcnt mannen en gingh de rivier
Jndusaf na Scundij, en van daer met eenonge-
• looflijcke vaerdigheyt, al de landen van den Raia
. Katche doortreckende , geraeckte in 't landt van
« Guzaratte , en alfoo voor de poorten van Amed-
oabad. Chah-Nava Zekan , Schoon-vader van Dara *
, Aureng Zebe, was toen aldaer Stadt-vooght, met vlucht naci
I een goede bclèttingh , bequaem genoegh om we- Amadabat,
) derftandt te doen ; evenwel 't zy dat hy verbaeft
v was , of dat het hem aen moede ontbrack (want
I al-hoe-wel hy van het gedacht der oude Vorften
van Machate waer, was hy evenwel de rechte
1 oorloghs- man niet, maer een man van fijn ver-
maeck, en feer beleeft) hy toonde geen tegen-
ftandt aen Dara , ja in tegendeel , hy onthaelde
hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
*i% Treurige Gefcbiedenis van
hem feer heerlijck , en dat op fulck een bevallijc
ke wijfe> datDarawel foodwaes was, alsficl
op hem te vertrouwen , en hem fijn raedtflagei
bekent te maecken, felfs hem de brieven, dit*
hem de Raia leflemfeingue , en andere van fijifl
vrienden , die hem fouden bykomen , te laten fiena
hoewel het niet dan al te waer was , 't geen hens
aldewerelt feyde, en al fijn Vrienden hemfchre
ven, dat buytentwijffel Ghah-Nava Zekan hc
verraden fou.
Noyt was eenigh menfch meer verwondert al:
AurengZebe , wanneer hy vernam dat Darabin*-
«en Amed-Abad was, want hy witt wel dat hen-
geen geit ontbrack , en dat al fijn vrienden, dieir
groot getal waren, niet fouden laten hem by te ;
komen , en anderfints vant hy het niet feecker ielfcl;*
darwaerts te gaen , om hem te vinden , zijnde fooc
verre van Agra en Chah Jehan , en fich te verwerd
ren in al de landen van de Raias Jefleingue,
Jeflbmfeineue , en andere , van die geweften.
Behalven, 3at hem dede om fien, dat Sultan Suiah
meteenfterekheyrvaft aenquam, dat hy aireets
by Elabas was , en dat de Raia Serenaguer fich:
vaerdigh maeckte, om van hetgeberghte, met
Soliman Shekouh te komen , in voegen hy fich in
de meefte onfeeckerhey t den werelt vandt ; war-|
waerts hy fich wilde wenden. Eyndelijck dachcfl
hem het dienftightte te zijn, Dara aldaer int
fijn ruft te laten , vooreen tijdt , en te gaen daen
het 't aldernoodigfte was , namentlijckna Sultan
Suiah, die nu aireets de Ganges by Elabas over
getrocken was.
Defe had fich in een kleyn dorp neder getiagen,
het welcke Kadione genoemt wort, daer hy wel tel
pas fich had verfekert,van een groote Talas of wa-£
tertanger of back, dewelcke aldaer op den wegh;
ftond|l
DEN GROOTEN MOGOL, 319
oftondt ; Aureng Zcbc , begeerde fich op de kant
-Tan een fntl loopende ftroom , omtrent ander half
mjl van daer , nade zijde van Agra. Tuffchen
henbeyden,iseenfeei fchoone vlackte, heel be-
quaem voor een velt-fiaeh. Aurcng Zebe was foo L.
haeft niet daer,of des anderen daegs, onverduldigh AuIcng
haeckendeeeneyndevandenoorloch tefien, hy^n^
quam Suiah aentaften, hebbende, fijnbagagie ofsuiah aen.
toerecht aen gene zijde van de ftroom gelaten.
Aldaerdedehy kracht en gewelt tegen Suiahdie
onbedenckelick zijn. D'Emir lemla, den ge-
angen, die recht op den dagh van de ftrijdt L>y
lem quam , hebbende nu niet voor Dara meer te
vreefcn , om dat fijn huyfgefinin veyligheyt was ,
toonde daer al fijn kracht, moedt en dapperheyt.
Jvlaergelijck fich Suiah wel had verfterckt, en
eenfchoon gefchut, en een voordeelige plaets ;
was het Aurcng Zebe niet mooghlijck hem te
dwingen, of van daer te doen gaen , om hemhec
water te doen verlaten, gelijckhy hoopte, inte-
gendeel, hy wierdt felfs verfcheydemael gedwon-
gen te wijeken, vindende ongemeene tegenttandt,
nvoegenhyin groote bekommernis was, zijnde
Sultan Suiah ongenegen fich vorder na de vlackte
te begeven , of die voordeelige plaets , waer in hy
was , te verlaten , niet foeckendeals alleenigh fich
befchermen , het welcke in der daet wijffel ijck
an hem gedaen was , want hy voorfagh wel , dat
het Aureng Zebe aldaer niet langh fou konnen
harden , maer door de groote hitte gedwongen
zijn, weder na de Rivier te wijeken, om water
te foeckcn.En dat hy hem als dan,van achteren ter
legen op het lijf fou konnen vallen. Aureng Ze-
►e voorfagh oock wel het felfde , en het was oock
de reden , waerom hy fich foo haefte ; maer
uet hier een andere aenwas van ongelegentheyt.
op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
7 20 Treurige Gefchiedms van
Op de felve tijde wierdt hem aeneefeght , dat I
Raia Jefibmfeingue, die in fchijn fichmet hem f
had vergeleecken , op fijn hinder tocht was ge.
vallen , en vaft fijn toeftel en gout begoft te pion-
deren. Defe tijdingh maeckte hem (eer verbad*,,
en des te meer , om dat hy merekte , dat hjn heyr ,
dat daer yets van verttaen had, daer door de*}
fchrick gekregen had, en aireets het meeftendeei ,
vluchtende hier en daer liep. Hy evenwel ver.
loor fijn oordeel daeromniet, en wel wetende
dat te rugge te keeren , oorfaeck van fijn gemeen
bederf fou zijn. Befloot , gelijck als in den ttri)t
met Dara , al wat'er over komen of gebeuren
mocht, ftantvaftelijck uyt te ftaen. Onder-
tuflehen wiert de onorder meer en meer m lim
heyr. Suiah,die fich van defe gelegentheyt wilde
dienen, neemt fijn tijdt wel waer, en tafthem
dapperlijck aen , de bettierder van den Elephanc
van Aureng Zebe wierdt met een pijl doot van bo-
ven neder gefchoten, hy derhal ven beftiert hem
felve , ten beften hy kan ; foo langh tot dat er een
. L l- ander op fou komen. De pijlen regenden op
Is ,n groot . gr ^ fchieten foo veel hy <
ECVaCI* konde ióc Elephant wort verfchrkkt , en treet l
te rugge ; daer is hy in de uyterfte noot , en in j
fulclTeen ftaet , dat hy aireets een voet , uyt Hm
plaets licht , gelijck als om fich ter aerden te wer- 1
pen ; en men weet niet , wat hy , m die ongele-
gentheydt niet wel fou hebben gedaen ,'t en vv aer
lemla , die dicht by hem was , en die meer deed , i
als men van eenigh groot man fou hebben koonen
verwachten, hem fnet opfteecken vanttjntodt
had toegeroepen , Deern K«* » ^Jjl^
is de Dekan? of de plaets van fi,n ^va«gems. |
Dit was waerlijck hem op het iiyterfte te^ bren-
gen, enmenfoufeggen,dathem het geluck voor
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
■
DEN GROOTEN MOGOL.' g2l
Is nu t'eenemael had verlaten , ja menfagh by na
geen middel voor hem , om te konnen ontkomen :
maer fijn geluck is krachtiger als dit alle, Suiah
moet op de vlucht , en hy moet , gelijck Daia ,
omfien, om fijn leven te bergen. En Aureng
Zebe moet overwinnacr blijven , en de Kroon
an Indien op fijn hooft ficn.
Hier moet men een weynigh teruggegacn , en
edencken den ftrijdt , van Samongucr , en dat
leyne voorval , dat Dara bederven heeft j hier
is het lelvetefien, en om recht tefpreken , hier
wordt de felfde verradeifche treek gcfpeelt.
Allah- Verdi- kan, een van lijn voornaemitc Over- L j r
ften, die, gelijckfommige feggen, omgekocht wortdoot
was , gaet fich van defelve loof heydt dienen , die verradery
Calil-ullah-kan tegen Dara gebruyekt heeft : Bcicddciu
daer zijnder evenwel die gelooven , dat *er geen
fchelmery mede gemenght was , en dat het maer
een enckelc vleyinge is ge weeft : want , fiende dat
het gantfche heyr van Aureng Zebe in onordcre
wasT liep defen na Sultan Suiah, en nep hem van
verre het felfde Mohbarek , of heyl wenfehen,
van Calil-ullah-kan , toe , hem biddende, met ge-
vouwen handen,fich niet langer in fuickeen groot
gevaer , op fijn Eleph.mt , te houden. Kjomt doch
af, feyde hy , in Godts natm , die beeft u Opper-
vorfï van de Indien gtmaec kt : laet ons de vluchtelingen
vervolgen , dat ons ^Aureng X,ebenitt ontkomt. Sul-
tan Suiah, hier in niet mjfer als Dara, begingh
defelve misflagh , en hy was foo haeft niet afge-
klommen, of het heyr, hem niet meer fiende,
wierdt met verbaeftheydt aen^ctaft , en, geloo-
vende,datmen hem door verradery, had gevangen s^j,1^
of gedoodt, verliep, fonder dat m'er yets tegen lieft de
konde doen • gelijck dat van Dara gedaen had ,
ja ds flachtingh was foo groot , dat Suiah
X fich
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LIV.
Auicn;
Ze'oc keert
Agta.
222 Tremïge Gefchtedenu van
fich niet, als met hec hooghfte geluck bergen
konde.
Wanneer IeiTomfeingue dele boodlchap ont-
iïngh ,en wel merekre, dat het voor hem niet vey-
ligh was , daer langhte blijven ,vergenoeghde hy
fich , met het geen hy gerooft had, en toogti
met 'er haeft, recht na Agratoe, om van daer na
fijn eygen landt te trecken. Het gerucht was
alreedts in Agra,dac Aureng Zebede flagh verlo-
ren had , dat hy , beneffens d'Emir Iemla , gevan-
gen was , in fulcker voegen , dat de Scadtvooght .
der Stade Chah Heltkan, Oom van Aureng Zebe,
fiende Ieflemfeingue , van wiens verradery hy ge-
hoort had , aen de poorten van de Stadt , en nu
wanhopende van fijn leven , alreedts een beecker
met vergif ui fijn handt genomen had , om fich
fclven den doodt aen te doen , en in der daedt , hy
fou het hebben gedroncken , 't en waer fijn vrou-
wen het feive belet hadden , ja , indien Jeflom-
feingue de moed had gehad , langer binnen Agra
te blijven , foo hy hem wat ftoutehjck had ge-
dreyght, belooft en yverigh voor de vryheydc
van Chah ïehan gefproocken , hy hem lichtelijck
uyt de gevanckenis fou verloft hebben , en dat te
lichter, om dat Agra twee geheele dagen inde
meeningh bleef, dat Aureng Zebe de nederlaegn
had , maer JeiTomfeineue , die te wel wift hoe 'c
daer afgeloopen was , en die daer niet langh dert-
te huys houden , of yets aenvangen, deed met
anders als door te trecken, en fich na fijn landt te
begeven. , .
Aureng Zebe, die alleen voor Agra bekom-
mert was, enterechtvreefde, dat Ieffomfeingue
yets voor Chah ïehan mocht aenvangen , hieldt
fich niet langh op , met het vervolgen van Suian ,
maer keerde haeftelijck na Agra, metlimgant-
iche
I
■fa
1
1
h
•b
■
H
■
DEN GROOTEN MOGOL. 323
fche macht j daer hy langh bleef, Rellende op
alles ordere , en van alles fich vcrfeeckerende.
F öndertuflchen wierdt hy bericht, dit Sultan
Suiah niet (eer veel volcks, in dien nederlacgh ver-
loren had , om dat hy niet langh vcrvo'ght was ,
dat hy fel f s van al de Raias,aenbeyde de zijden van
den Ganges groote byftandt ki ecgh , om dat hy
den naem had, van feer rijck en uiildt te zijn ;
dat vorder , hy fich binnen Klabas fterek maeckte',
welcke plaets een ge wichtige en vermaerdedoor-
gangh , over delelve Rivier en wel foo veel als
de voomaemfte plaets van Bengalen is. Vorders
fagli hy by lich tweeperfonen , die, in der waer-
heydt , feer bequaem waren , om hem ckenft te
doen, Sultan Mahmoud , fijnoudtfte Soon , en
d'Emir lemla: maer hy wift oock wei , dat defe ,
die grooten dienft aen hun Vorften hebben ge-
daen , daer door oock menighmael baldadigh
worden , om dat fy meenen , tiat het hen al toe-
komt , en men hen niet genoeghfacm beloonen
kan. Hy vermerekte felts aireets , dat defen eer-
Iten aireets begolt te wederfpai reien, endage-
liickstrotfer en"hoovacrdiger wierdt • omdathy
fich van het Siot van Agra had meefter gemaeckt ,
en doordien middel , al wat Chah Iehan fou heb-
ben konnen voornemen , gebroocken had. En
wat lemla belanqht, hy kende in der waerheyt,
genoeghfacm , de^kloeckte van fijn geelt , fijn be-
leydt en dapperheydt , maer hy nas hem evenwel
gevaerlijck, ter oorfaeck van fijn rijekdom en
grooten naem, en tvvijffelde niet, of, zijnde in
de achtingh van een van de voomaemfte mannen
van Indien, hy had al mede fulcke groote ver-
wachtingen, als fijn foon Sultan Mahmoud.
Al defe aenmerekingen , fouden een middel-
bare geeft, genoeghfaem, hebben konnen ontftel-
X z len;
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 24. Treurige Gefcbiedenis ran
ten • maer Aureng Zebe vond over al middel toe
hy wilt hen oeyde af ce fonderen , en dat met fulck-
een behcndigheyüt en bevallijckheyt , dat noch
d'een , noch d'ander reden , om fich daer over te
beklagen , had. Hy fondt hen beyde met een
m 7* macht igh heyr, tegen Sultan Suiah, gevende hey-
voigh te- melijck lemla te kennen, dat de Landtvooghoy
jen suiah. van gengale, zijnde het befte geweft van Hin-
douftan, hem voor al fijn leven , als mede fijn
foon, na fijn doodt, was toegevoeghr, en dat
v het van daer was , dat hy de erkentenis , van
de eroote dienfte , de welcke hy hem had gedaen ,
beginnen wilde : en dei halven dat het hem allee-
nieh toeftond , Suiah t'onder te brengen, dat, foo
haeft hy het felve fou hebben befchickt , hy hem
Mir-ul-Omrahs (dat de eerfte en voornaemfte
Staet van Hindouftan , en foo veel als Overfte van
aldeOmrahsis) foude maecken. Hy feydete-
een Sultan Mahmoud niet als defe drie of vier
woorden : Gedenckt, dat ghy de oudtfte van mij
kinderen zijt , dat het voor u felven is , dat ghy
caet ftrijden , dat ghy veel , maer nochtans niet
ledaen hebt , 'c en zy ghy u meefter van Suiah ,
onfe erootllc en gcvaerlijckfte vyandt, maeckt.
Ick wil wel verhopen, metGodts hulp, haeltal
de anderen onder de knie te krijgen. Met dele
woorden, gaf hy hen beyde hun aftcheydt, geven-
de hen de gewone gefchencken , te weten , kotte-
liicke Serapahs of kleederen , eenige paerden,
eeoioe Elephanten , allekoftelijcktoegemaeckt, ,
hebbende oock met foetigheyt d'Emirlemla be-
wogen, hem fijn eenigen foon Mahmet Emir
Kan, gelijck als tot fijn vertrooftmge, engefel-
fchaptc laten; maer inderdaedt, het was hem te
doen, om een pantsman voor firn trouw te heb-
benjgelijck hy oock Sultan Mahwoud foo fchoon
o 1:
DEN GïLOOTEN MOGOL',
I
:gepraet had, dat hy fijn vrouw, de dochter van
den Koninck van Golkonda, als eencegroocen
moeyelijckheydt , voor een itaegh treckend heyr ,
binnen Agra liet.
Suitan Suiah, die alcoos vrcefde, dat men de
Raias van het lager Bengale , regens hem , moght
opmaecken, die hy , door nuf handclingh > wel
oede reden gegeven had, en voor nknundt foo
er als voor d'Kmir Icmla beducht was, had niet
o haeft de tijdingh van hun aentocht vernomen ,
of, vreefende dat men hem de weghna Bengale
mocht affnijden , brack fijn leger op , en daelde
af na Benares en Patna, en van daer na Mo-
guiere, een kleyn ltedeken , op den Ganges gele-
gen, anderfints,gemeenlijck de fleutel van't Rijek
van Bengale genoemt , hebbende een engen toe-
ganck, tuflchen het geberghte en boflTchadien.
Hy vandt geraden fich aldaer op te houden, en
fterck te maecken , en , tot meerder verfeeckert-
heydt , wierp een groote Tranchee of affnijdingh
op , van de Stade tot het geberghte toe , van goe-
de meeningh , aldaer d'Emir lemla te verwach-
ten en defen doortocht met hem tedifputeren ,
of bevechten. Maer hy was wel verwondert,
wanneer men hem quam aenfeggen , dat de troe-
pen van lemla, die al lachtjes de Ganges afqua- ,
men , niet waren , als om hem op te houden en be-
driegen, dat hy felfs daer niet by was , maerde
Raias van het geberghte, dat ter rechterhandt
van de Rivier leght , gewonnen had , dat hy en
Sultan Mahmoud, mtt de blom van hun heyr ,
recht na Rage Mehalle togen , om hem den wegh
af te fnijden , invoegen hy gedrongen was , al fijne
verfterekingen , opgiet alderfpoedighfte te verla-
ten; Evenwel hy toonde foogrootennaerftig- «^XJ*
heydt , dat , al-hoe- wel hy gedwongen was , die fa suiaJt,
X 3
grooten
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 16 Treurige Gefchtedertii van
crooten afwijck die de Ganges ter flincker-
zijde inaeckt, te volgen, hy Emir evenwel ee-
nige dagen voor , en eerder tot Rage Mehalle
quam , daer hy de tijde had lichte verfteicken.
Om dat lemla , fijn opbreken vernomen hebben,
de, weder na de flincker zijde, en de Ganges
trock, en dat door Teer quade wegen, om aldaer
fijn troepen , die met het grof gefchut en de toe-
rultinge , ianghs de Rivier afquamen , aldaer in te
wachten. Soo haeft als alles gekomen was,gmgh
hy Suiah aentaften , die fich felven, vijf of fes da-
gen na malkander, dapperlijck weerde: maer fien-
de, dat het gefchur van lemla, dat geduengh
fpeelde, al fijnfteickten om verre wierp, en dat
het hem feer fwaer fou vallen, hem veel langer
aldaer tegen te ftaen , behalven dat de tijdt van
den regen vaftaenquam, maecktehy fich, onder
gunft van de nacht, van daer, twee groote ftuc-
ken gefchnts achter latende. D'Emir derfte
hem by de nacht niet volgen, uyt vreefe van
in eenige hinderlagen te vallen , maer wachte
tot den dageraedt ; doch het geluck wilde,
voor Suiah , dat op het aenbreecken van den
dagh , een geweldigen regen ontftondc , die
drie dagen achter een duerde, invoegen lemla ^
niet alleen voor eenige dagen uyt Rage Me-
halle niet konde komen , maer oock lelfs ge-
houden was, aldaer den Winter over te bren-
gen-, ter oorfaeck van den regen, die indiege-
weften boven maten is • en de wegen foo on-
bcquacm voor de tijdt van vier maenden , te
weten, lulij, Auguftus, September en OUo-
ber, maeckt, dat geen heyr defelve fou kon -
nen sebruyeken. Alfoo dan had Sultan Suiah
tijdt, om fich te redderen , en fulck een plaets
toe fijn veyligheydc te kicfen. als hy feltsbe-
DEN GROOTEN MOGOL. 327
I geerde • fijn heyr te verftercken , ofuyt het lager
I Bengale verfcheyde ftucken gefchutstc laten ko-
n men, als mede veel Portugelen, die daer woon-
II achtigh waren , tot fich re ontbieden. Doende
□f. hen groote en wonderlijcke beloften , felfs hen
• alle lijck te maccken» Kercken te bouwen, en
anderfints ; en waerlijck , fy konden hem al goe-
den dienft doen, allooder, alleen 111 het Kijck van
Bengalen , niet minder als acht of negen duyfent
huyfgefinnen van Frangins, Portugelen,en Jvlefti-
I fen , uf halfllagh , gevonden worden.
Sultan Manmoud nu, die om de voorgefeyde
redenen , hooghtnoedighen trots geworden was ,
enmiH'chien , nagrootcr dingen ftond , als hem
voor als doe mocht dienfiigh of betamelijck zijn ,
wilde met volkomen macht, overliet heyr gebie-
den , en dat d'Emir Jemla fijn ordere fou hebben
te volgen , latende oock, ter ielver tijde, fich eeni-
ge Itoute woorden, fijn Vader raeckende, ont-
fchieten, als was hy hein de Kroon genoegh-
faem verfchuldight , voegende daer andere, vol
verachtingc cn drcygementen , tegen Iemla,by ;
het vvelcke groote atkcerighcydt onder hen
maeckte, die oock felfs al lange duerden, totdat
Sultan Mahmoud, verüaende dat fijn Vader, over
fijn doen , (eer t'onvreden was, en vreefende lvii.
felfs , dat Jemla laft had , om fich van fijn perfoon jÏÏjJ5Jou
te verfeeckeren , fich na Sultan Suiah , niet feer vait lijn
wcynigh volcks, begaf- den wekken hy groote Vadaaf.
beloften en den eed van getrcuwighcydt deed:
: maer Suiah, vreefende dat dit een bedrieghlijc-
• ken ftreeck van AurengZebe w3s , hield t hem
1 geduerigh inhetoogh, ibnderhem eenigh bevel
van belangh in fijn 'heyr te geven, 'cwelckhem
I foo mifnocghde , dat hy een i ge maenden daer
na Suiah weder verliet » en fich weder na
X 4 d'Emir
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LVII I.
Vort ge-
vangen.
LIX.
Aureng
Zebe
maeckt
fich (elven
Koninck.
328 Treurige Gefchiedenis van
d'Emir Jemla begaf ; die hem feer wel ontfingh ,
mee verfecckeringh , dathy gunftelijck van hem
aen fijn Vader fchrij ven fou* en al fijn vermogen
aen wenden, om hem fijn misflagh te doen ver-
geten.
Anrcng Zebe evenwel , fchreef hem een brief
vol bitterheydt, door dewelcke hy hem beval te
rugh na Dehli tc komen , ftellende ondertuflehen
goede ordere, dat hy tot daer toe niet quara*
want hy was foo haeft.deGanges niet over, of
hy vandt volck dat hem vaft hield , en in een
Embary floten , gelijck Morad was gefchiet > en
na Goüaleor voerden , daer men niet gelooft , dat
hy oyt weder uyt gekomen is. Door welcke
faeck fich Aureng Zebe , van groote onheylen
miflehien verlofte, gelijck hy oockfijn tweede
foon Sultan Mazum te kennen gaf, dat deftaec
van hcerfchappy fuick een teedere faeck is , dat de
Koningen , menighmael , hun eygen fchaduwe in
vermoeden moeten trecken , dat , indien hy fich
niet wijflèlijcker draeght , als fijn broeder,
hem het felve fou konnen gebeuren.
Terwijl nu defe dingen alfoo in Bengale ge-
fchieden , en Sultan Suiah foo veel wederftandt
bood als hy konde , vindende fich nu over de
een , dan over de andere zijde van den Ganges ,
hieldt fich Aureng Zebe al omtrent Agra, gaende
en komende vaft af en aen , en treckende eynde-
lijck na Dehli, daer hy ten laetften in ernft en
openbaerlijck voor Koninck begoft te fpelen ,
ftellende ordere op al de faecken van het Rijck ,
maer boven al, op middel denckende, om Dara
in handen te krijgen, en hem Guzurate te doen
verlaten • 't welck evenwel feer fwaerom te doen
was , teroorfaeck van de voorverhaelde redenen ;
evenwel quam hec geluck van Aureng Zebe
defe
DEN GROOTEN MOGOL. 329
: defe fwarigheydt oock te boven. En fiet op
vwatwijfe. r
JelTomfeingue , die fich weder na fijn Land be-
geven had , vei njckt met het gten hy Aureng be-
ïooft had, 1 echte een machtigh hcyr op en fchreef
aenDara, da: hy ten aldcrceiitena Agra fou ko-
men , en dat hy lich op den wegh by hem fou ver-
>\ voegen. Dara,dk- ahtedts een lauiehjckheyr by
/ een had gebracht, hoewel maer, ten meciten deel ,
uyt t'iamen gcracpt volck,cn achte,dat, alshy
by Agraqaam, vcrfcheydc van lijn oude vrien-
den, hem met Jefibmfeinguc vervoeght fiende,
hem buy ten t wijffel toe fouden vallen , vertrock lx,
3 terftondt van Amedabat, en lbo in aller haeft Darawort
op Afmire , Teven of acht daghreyfen van Agra. bedr0'eu-
Maer leffomfeingue hielde hem fijn woordtniet,
want de Raia leflèmgue bevorderde fijn verdragh,
met Aureng Zebe , en focht hem alfoo t'eenemael
tot hen te trccken , of ten minften fijn voornemen
te verhinderen : hy fchreef hem menighmael,
met vertooningc in wat gevaer hy fich begaf,
nemende een vei vallen laeck aen, gelijck dic"van
Dara was , dat hy wel foude toefien wat hy deed ,
en niet voortgaen, fich en fijn gantfche geflacht
te verderven : dat Aureng Zebe hem noyt fijn
mifdaedt vergeven fou , dat hy foo wel een Raia
was als hy , dat hy het bloedt van de Ragipous
molt (paren, dat, indien hy meende de andere
Raias aen lijn zijde te krijgen , hy gewifielijck fou
vinden , die het hem fouden beletten , en in een
woordt, dat het een faeck was, die in het alge-
meen de Jndous, datisalhetRijck,raeckte, en
.hen allen in gevaer ftelde , indien men fulckeen
:gevaerlijck vyer liet opgacn. Voorde reft, in
idien hy Data wilde laten, Aureng Zebe fou hec
Hes vergeten , en hem de Landtvooghdy van
X 5 Guza-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2jo Treurige Geschiedenis van
Guzarate geven , 'c welck hem byfonderlijck ge-
legen fou komen. Om dat het felve dicht aen
fijn eygen landt gelegen is , en hy in volle vryheyc
aldaer fou konnen wonen, vooralhetwelckehy
fich felven tot borgh ftelde, kortelijck,fooveel
wift defen Raia te doen, dat hy leflbmfeingué
weder na fijn landt dede keeren ; terwijl Aureng
Zebe,met fijn gantfche macht, Afmire naderde,,
cnfichin hetgehcht van Daranederfloegh.
Wat fal nu Dara , defen armen Vorft aenvan-
gen? hy fiet fich t'eenemael in fijn hoop en ver-
wachtingh bedtogen, en bemerckt wel dat het
hem onmooghlijck is , behouden met fijn troe-
pen, weder na Amedabad te keeren , hebbende
meer als vijf-en-dartigh dagen treckenstedoen,
zijnde het daer-en-boven in het heetfte van de
Somer, daerby komende gebreck van water en
dat lwal door Linden van de Raias fijn wegh
moft maecken : die alle vrienden of verwanten
van Teflbmfeingue waren. Hy dan , fiende geen
andere uytkomft, befluyt noch eens het uyterfte
te wagen, en fijn broeder flagh te leveren, maer
wat kan hy veel te wege brengen , die van alle
kanten verlaten is; alleenigh heeft hy noch Chah-
NavareKan byfich, daer hy fich op vertrouwt,
maer die hem evenwel verraedt en fijn voorne-
mens aen Aureng Zebeontdeckt. Hetiswaer,
dat Chah-Navare Kan , in de flagh omgekomen
is 'tzv door de handt van Dara felfs, gelijck
fommige willen , 't zy door het volck van Aureng
Hetgevechtnamfijnaenvangh ,des morgens,
omtrenf denegenof tienuren Hetg^hntvan
Dara, zijnde feer wel , op een kleyne hooghte ge-
t"l olantl liet fichwel hooren, maer, eelijckmcn
„ zcbcgt , het ücfonder kogci$> u fuJc|cr
LXÏ.
Sijn twee
4e flagh
met Au-
•tl
BEN GROOtEN MoGOL. 331
wierdt hy, van de geheele werel i verraden. Maer
nauwelijcks waren fy acn malkander gekomen,
of Jefleingue verroonde fich n.i en dicht by Dara ,
den welcken hy dedc aenllggen , dal hy fich op de
vlucht begeven feu , indien hy niet wilde gevan-
1 gen worden • invoegen delen anncn Voilt leer
benauwt zijnde, gedwongen wierd, opdeitaende
voet de vlucht te nemen , en dat metlulck een on- lxil
order enhaeft, dat hydetijdt niet had, om felfs Envluc,u»
fijn bagagie te doen packen j Jae ter nauwer
noodt lijn vrouw en de reft van fijn kinderen te
bergen : noch is het leecker , dat , indien de Raia
leifeinguede mmfte nacrittgheyt had willen doen,
hy het geenfints ontkomen fou hebben maer de-
fe droegh altoos het Konincklijcke huys fijnbe-
hoorlijcke eerbiedigheyt.
Defe ongeluckige Vorft , aldus van de geheele
werelt verlaten , en niet meer als , ten hooghften,
met twee duyfent mannen vcrfelt , vand fich ge-
dwongen in 't hart van de Somer , fonder tenten ,
of bagagie en toeruthiwc , de landen van al de
Raias,die tuifcheu Almireen Amad-abad wo-
nen , doorren ecken. Terwijl de Koullijs , boe-
ren van dele ge weiten, het fnoodfte gefpuys van
! geheel Indien, hem nacht en dagh vervolghde ,
beroovende endoodende iijn kiijghslicden , met
fulck eenwreedheyt, dat niemand twee honderc
treden uy t den trop konde blijven , die met ter-
ftondt naeckt uytgefchut , of, foo hy deminfte
tegenlhndt dede, gedoodt wierdt. Evenwel,
niet tegenftaende al defe verhinderinghen quel-
lingen, deed hy foo veel , dat hy opeendagh-
reyfens na by Amed-abad quam , hopende des an-
h deren dacghs binnen de Stadt te komen, om fich
ï aidaer te ververfchen en te trachten , wederom
>: ecnige macht by een te verfamelen , maer alles
valt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 $2 Treurige Gefchiedenis van
valt den overwonnen en ongeluckigen verkeer-
delijck uyt.
De Stedevooght, die hy in de Sterckte van!
Amed-abad gelaten had , was aireets, door fcher*
pe en dreygende brieven, van AurengZebe be-
schreven ; waer door hy de zijde van Dara veria-
ten en die van Aureng Zebe aengenomen had ;
in fulcker voege , dat hy Dara fchreef , dat hy niet
nader behoefde te komen, alfoo hy de poorten fou
geflooten , en alles , tegens hem , in de wapenen
vinden. Wanneer de Vrouwen defe tijdingh
verftonden , het welcke gefchiede , op het aenko-
men van den dagh, maecktenfy cea gejammer,
dat een fteene hart fou hebben doen breecken , al-
les was indruck en verwarringe , de een fagh op
den ander , fonder te weten , wat te doen , of aen
te vangen. Dara quam ten laetften oock , by na
half doodt voor den dagh , fpteeckende nu tegen
den een, dan tegen den anderen, felfs tot de
l x 1 1 1 minfte krijghslieden toe. Hy fiet vaft dat al de
sijn jam- * werelt verbaeft , en op het punt van hem te verla-
meriijckcn ten was , wat fal hy doen? waer fal hy blijven I
ftact* en vertrecken moft hy , dat felfde oogenblick*
Eyndeiijck geraeckt hy weder 'op de reys , niet
meer als met vier of vijf hondert ruyters verfeit,
beneffens twee Elephanté,diemen feyde met gout
en filver geladen te zijn; nemende denweghna
Tatabakar , hoewel fulcks by na onmooghlijck
fcheen, aengemerekt het kleyn gefelfchap , dat
hem noch overigh was gebleven, en de zandige
woeftijnendie hy door moft; daer hy groot pe-
breckvan water , in het heetfte van defomer iou
hebben te vinden. Evenwel hy quam > niet te-
genftaende duyfent moeyelijckheden , in het lanc
vandenRaiaKatche.
Defe Raia deed hemin'teerft goet onthael ,
en
li
II
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 333
iïn beloofde hem felfs byftant te fullen doen , be-
choudens, dat hy fijn Soon wilde uythouwelijc-
j^K&en ; maer Jeflfeingue deed wel haelt met delen
:Raia , dat hy met Jeflbmfeingue had gcdaen • in
"(voegen Dara Tiende , de vriendtfchap van defen
.Baibar, t'eenemael verkoelt, endauby gevolgh,
[ïjnperfoon aldier groot gevaer liep, tcrftondt
fijn wegh na Tatabakar , befloot te vervol-
len.
Terwijl nu Dara lijnen wegh na Tatabakar
ervolghde , duerde d'oorlogh in Bcngale noch,
toonende Sultan Suiah ongclooflijcke weer, tegen
d'Emir Jemla; doch hier aen liet fich Aureng Ze-
be weynigh gelegen zijn, als wel kennende de
dapperheyt en wijfheyt, van Jemla, maer het
meefte dat hem ongeruft maeckte , was Soliman
Chekouh gelijck als voor fijn poorten tefien,
want van Agra , tot het geberghte , waer op
hy fichonthieldt, was geen acht dagen reyfens ;
fonder dat hy hem evenwel van daer kon trecken ,
die hem geduerigh in onruft hiel, door de ge-
duerige geruchten , dat hy met den Kaia af quam.
Evenwel hy mort yets aenvangen • hy deed den
Raia Jeftèinmic brief op brief aen den Raia van
Serenaguer fchrijven , doende hem groote belof-
ten , indien hy hem Soliman Chekouh in handen
wilde leveren, en aen de andere zijde, hem drey-
gende met den oorlogh, indien hy volharde
hem te befchermen. De Raia gaf tot antvvoorr,
dat hy liever 3I fijn befktingh wilde vcrliefen , als
fulck een fnoode daet aenvangen ► waer over Au-
reng Zebe liende fijn vaft bcflu>t, fich te velt
begaf, treckende recht na het geberghte toe,
daer hy , door een oneyndelijcke menighte van
Pioniers , de rotzen doet verbreecken en de we-
gen verbreeden. Maer de Raia hielt'er de fpot
mede,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
i $ 4 Twnrge Gefcbiedenh van
mede , als hebbende niet veel van die zijde te
vreefen , de wegen waren onbeganckelijck , en de!
gelegenthey t van het geberghte foodanigh , dati
men>felfs met fteenen,viermael grooter macht foul
hebben af gekeert. Aureng Zebe dan moft we- \
der af trecken , en weder keeren fonderyets uyt- i
gerecht te hebben.
DaraondertuflTchen, naderde fijn fterekte V3n il
Tatabakar , en, wanneer hy nu niet meer als twee t
ofdriekleynedaghreyfens daer of was , kreegh ,
hy tijdingh, dat Mir Baba , die het nu langen tijde \
belegert had gehouden , de plaetsophetuyterfte I
had gebracht, zijnde ongemeen gebreck aen
lijf-tocht daer binnen. De Stedevooght , even-
wel, droeghfich even dapper , doende gedueri-
ge uytvallen , daer hy den vyandt geen kkyne af-
breuck mede deed , fpottende met al het gewelc
van Mir Baba , en de dreygementen van Aureng
Zebe. Maer, wanneer hy verftondt dat Dara
niet verre van daer was , verdubbelde hy fijn
moet , beneffens die van al fijn Franguis , in voe-
gen niet een onder hen gevonden wierdt,die niet
van befluyt was , metkracht op den vyandt uyt te
vallen en alles te wagen , om het belegh te doen
op breecken, en Dara binnen te helpen.
Dara ondertuffchen was in groote bekommer-
nis: om het belegh te doen ttaecken, had hy
geenfintsmachtsgenoegh, waer over hybefloot
de Rivier Indus over te trecken , en fich na Per-
fien te begeven , hoewel fulcks niet fonder de
grootfte fwarigheyt des werelts , ter oorfaeck van
de geweldige woeftijnen , en het gebreck des wa-
ters konde qefchieden • behalven , dat men op
die lantpalen n jet als kleyne Raias en Patans had ,
die noch Perfiaén noch Mogol erkennen ; doch
fijn vrouw oatried het hem , door defe flechte re-
den,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL.
n, dat hy dan moftbeduytcn , fijn Vrouw en
dochter flavinnen van den Koninck van Pcrfien te
jlaten, endiergchjeke redenen mecr. Terwijl hy L*1**»
muindefetwijfelmoedigheyt was, quarn hem öli^^yjj*
Jen fin , dat daer omtrent een machtige Patan fich e C
onthieldt, Gion Kan genoemt ; wiens leven hy,
toe twee malen toe, behouden had j hebbende
Chahjehan , hem voor den Klephanr doen wer-
pen, om dat hy verlcheyden malen van hem af ge-
vallen was. Hy dan bcfluyt na hem toctcrey-
fen, verhoopende eenige aenfienelijckc byftandc
te verkrijgen , om daer mede Tatabakar te oncfet-
ten. Maeckende fijn overlegh , dat gedaen zijn-
de, fijn fchatten van daer uyt te lichten , voorts
fich na Kandahar te begeven en foo het Rijck van
Kaboul aen te doen , hebbende groote hoop in
Mahobet Kan, die daer Landtvooghc en feer
machtigh was , oock , door fijn gonft , die Landc-
vooghdy verkregen had. Sijn jongen foonSepe
Chckouhgenaemt, bemerekendedit befluytvan
fijn Vader , quarn fich voor fijn voeten neder-
werpen , biddende hem * in Godes naem , niet
in de landen van defen Patan te willen trecken, ge-
lijck oock fijn Vrouw en Dochter deden , hem
vertoonende,dat hy maer een rover , en weder-
"pannige was, die hem onget wijfeit verraden fou,
dat hy juyftVfoo itip niet behoefde voor te nemen
deplaets teontfettcn, maer fich maer na Kaboul
had te begeven, dat Mir Baba, lichtelijck hec
belegh niet eens op breecken fou j om hem te
1 volgen.
Dara als getrocken door de kracht van fijn on-
; eeluckigh noodt- loc , verwierp defen raedt , wil-
) lende na geen andere voorflagen luyfteren , voort t x v.
t brengende veel fwarigheden , daer tegen , dat Gi- SjK?
pn Kan foofnood niet fou zijn , als hem te verra- Gion Ka»,
den,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LXVI.
Die hem
verüedt.
2 * (5 Treurige Gefchiedenis van
den , hebbende hem foo veel goets gedaen. Hy
dan fiaet op wegh , wat men hem oock mocht feg-
gen , en gaet beproeven , ten koften van fijn leven ,
dat men fich noyt op fchelmen mach vertrouwen.;
Defe Rover, die in 'teerfte meende, dat hy veel
volcks had dat hem volghde , deed hem het befte
onthaeldathykonde, toonende hemde grootftaf
vrientfchap enbeleeftheyt, die men fou konnen ,jj
plaetfendefijn volck , hier en daer , by fijn onder^fl
danen, met bevel, hen op het befte te onthalen^
raaer , wanneer hy bevandt , dat hy niet meer ajsP
twee of drie hondert mannen by fich had , toonde
hy wel haeft wie hy was. Men weet nu niet y
of hy niet wel eenige brieven van Au: eng Zebe
had sekregen , of dat hy was aengevochten door
gierigheydt, van wegen eenigemuylen, die men
feyde» met goudt geladen te zijn, hoe het zy of
niet, op feeckeren morgenftondt , als m'er het
minft op dacht , en defe arme lieden alleeniglï
trachten fich te ververfchen , meenende in alle
veyligheydttezijn; fiedaer,defen verrader, ditf
den santfchen nacht niet had gedaen , als volck b
een te rapen, fich op Dara en §epe Chekou
werpen , en eenige van de fijnen , die fich focht
te verweren, om den hals brengen , fonder t
vergeten defe Muylen hun vracht, en al de juwee-'
len van de vrouwen wech te nemen. Voort 1
fette hy hem gebonden op een Elephant, doende
een beul achter hem fitten , met laft hem den kop
af te houwen, op het minfteteeckendatnylou-
de van wederftandt doen , of yemandt anders, van
hem te willen verlofien. En in defe vreemde
fchijn , voerde hy hem na hetheyr voör ïataba
kar daer hy hem den Mir Baba in handen fte*de
die hem,V£rgefelfchapt met defen verrader Sebe ,
oa Lahor ,«n van daer na Dehli deed brenSe^a
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL, 337
Wanneer hy voor de poort van Dehli was,
nam Aureng Zebe een overlegh, of men hem door
f het midden van de Stade fouleydenof niet, om
I hem vorders na Goüaleor te voeren. Veel waren
» van gevoelen , dat men fich des wachten moft.
; alfooder ecnige onorder fou konnen uyt ontltaen ,
1 dat men fou mogen onderftaen hem te verloflen ,
> en fulcks een groote vcrkleyningh voor het Ko-
1 nincklijck huys fou zijn. Andere oordeelden
! het tegendeel , en dat het in allen gevallen moft
gefchieden, om daer door de gantfche vverelt te
verbafen,endeopper.macht van Aureng Zebe te
tooncn, en een yder doen bli jeken, dat hy het felve
was , gelijck noch veel Omrahs daer aen tvvijffd-
den , oock om alle hoop , die gene , die hem noch
gencgentheydt toedroegen, te benemen. Het
| goetvinden vandefe laetfte wierdgevolght: men
' lette hem dan op een Elephant, met fijn kleynen
foon SepeChekouh aen fijn zijde, en achter hen
Bhadur-kan , in plaets van den beul. Het was
geen van defe trorfe Elephanttn van Gilon , of
i*egu, die hy gewoon was te berijden, met fijn
goude en kottel ijck geborduerde klceJen , met
fijn heerlijcke dars of fonnen-fcheim boven fijn
hooft, maer een oudt en ellendigh dier , vuylcn
leelijck aen te fien , met een oud verfcheurt dcck-
I kleedt > en een Hechte ftoel t 'eenemael ongedeckt.
I Men lagh hem niet met fijn hals-fnoer van kofte- txviu
lijeke groote peerlen, noch fijn ^ierlijcken Tul- VVort in
bant en geborduerde kleederen - maer met een^"enn^t
flecht gewaed , vuyl en morfigh , met een (lordige na Dehli
' Chale of fluyer op het hooft , gelijck een geringh gebracht,
dienaer,en fijn foon op defelve wijfetoegemaeckt.
Jn defe verachte ftaet , deed men hem in de Stade
komen, en over degroote Bazars of Handel- plaet-
fen leyden , om van een yeder geficn te worden.
Y Di;
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3 $8 Treurige Gefcbiedenis van
Dit veroorfaeckte een groote ontfteltenis onder
het gemeene volck , dat vaft de wreedtheydt
van Aureng Zebe verfoeyde , die fijn Vader
en cygen loon Sultan Mahmoud, en fijn andere
broeder Morad, behalvendefcn>gcvangen hield,
evenwel was 'er niemandc , die de moedt had ,
een fwaert te trecken, alleenigh warendereeni-
ge Fakiren of Geeftelijcken , en eenigh geringh
volck vandenBazar, die, fiende defen fchelm-,
fchen Patan, aen fijn zijde te paert rijden , hem
duyfent fcheldc- woord en en verraders na den
kop wierpen , ja felfs hem met Iteenen bego-
ften tecoyen; waerlijck, de galderijen en wmc-
kels krielden vanmenfehen, die hcete tranen om
dit jammerlijck fchouwfpel ftorteden , in het
midden van fcheld- woorden en vervloeckingen,
tegen defen fnooden Gion Kan. Kortelijck kieyn
en groot (gelijck de Indianen feer jammerhartigh
zijn) verfmolt in tranen, en toonde groot mede-
lijden , maer niemandt derfte yets aenvangen.
Als defen doortocht gedaen was , bracht men
hem in een van fijn Hoven, Heyder Abad ge-
noemt.
Men liet niet na Aureng Zebe aen te feggen,
wat droefheydt het volck om Daramaeckte, en
wat vervloeckingen het feive op den Patan
uytftorte , dat men hem haeft doodt gefteenight
fou hebben gehadt , en hoe het fich tot een oproer
liet aenfien. Hier over wierdt op een nieuw raet
gehouden , wat men vorder te doen had , ot men
hem na Goüaleor , gelijck men befioten had,
fou fenden, of eerder ten eerften aen kant
r xvni helpen, fonder hem vorder tevervoeren. bom-
Bera«na- mige wilden , men fou hem vervoeren , met
g.nghtc- eencenoeghfamebygeleyde, daerDaneh-mead-
genhem. k *hocwci ecn oude vyandt van Dm , feer har*
' op-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 339
f J opftondt, maer defe Rauchnara-begum, volden-
;.;J de de bewegingh van haer haet tegens haer broe^
-J der, dreef Aureng Zebc harde aen, om hem te
j'j dooden , fonder hem na Goualeor te voeren , <*e.
5| üjekoock al fijn oude vyanden, Kaiil-Gullah-
\ kan , en Chah-Heft-kan , en boven al een pluym-
1 ftnjcker van een Genees-meefter , uyt Pcrfien,
3j 4aer gevlucht, Hakim Daoud genoeme, en met 'er
y| tijdt tot een groot Omrah Tarkarrubkangewor-
j den , deden. Defen onbefchaemden rechte fich
' I op , in de volle vergadering , en bt coft te treren ,
dat het noodigh was, voorde veyligheydt van de
1 ftaet, hem te doen fterven, temeer, om dat hy
I geen Mufelman meer was, maer al over langh
een Kiafer en Afgoden-dienaer, fonder Godcs-
dienlt geworden • dat hy de fonde daer van op fich
nam ; en waerlijck die vloeck was niet mis, want
het duerde niet langh, ot hyquam in ongenade, LXIX;
. enwierd alseenguytgehandclt en ellendighliick VI?cck
•er doodt gebracht. Kortelijck,al drt bewoogh
*8 Aureng Zebe , om fijn broeder te doen ombren-
gen, maer Sepe Chekouh fou men na Goualeor
voeren.
De Iafl van dit heyloofe werek, wierdt een
i flaef, Nazer , die door Chah Jehan opgevoede
/ was , opgeleght , te meer , om dat men wel wift,
Idat hem Dara voor defen eensqualijckgehandelc
had. Defen beul , vergefelfchapt met drie of
vier andere moorders , begaf fich daer Dara was ,
1 dieop dien tijdt felve , met fijn foon, eenige erwe-
3ten koockte , alfoo hy vreefde , dat men hem ver-
beven fou. Soo haeft als hy Nazer van verre fagh,
oriep hy Sepe Chekouh toe: Mjn Soon , fie daer .
'"^ntnkpmt ons dooden : nemendeter felver tijdt een
.i"jkleyn keucken-mefken, zijnde al de wapenen,
idie men hem gelaten had» Een van defe beulen
Y z vvierp
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
LXX.
Decrlijckc
nioort acn
Dara
gepleeght.
LXXI.
Sijn vrouw
neemt
vergif.
L X X 1 1.
Vcrract
geftraft.
2.40 Treurige Gefchiedenis van
wierp fich terftondt op Sepe Chekouh, terwijl
de andere de armen en beenenvan Dara vatten,
eu hem ter aerdea wierpen, houdende hem on-
der terwijl Nazer hem het hooft affneedt. Men
bracht het ielve Aureng Zebe toe , die terftondt
belafte , dat men het in een fchotel fou letten , en
water voor den dagh halen. Hy eylchte oock
een neusdoeck , en na dat hy het aenficht wel had
gewaflchen , en wel fagh , dat het Daras hooit
was,begofthy tefchreyen, onder defe woorden :
Jti> btdbakt l Ach ellendige !- gaet neemt het
van my wech , en dat men hem gaet mnetgrai
van Houmayon begraven.
Op den avondt deed men de dochter van Dara
in hec ferrail brengen, en naderhandt Chah Iehan
en Begum. Saheb,die hacr Aureng Zebe afvergh-
den,hem toefenden. Wat de vrouw van Daraaen-
gaet, fy had hacr dagenalteLahorge-eyndight,
daer fy . voorfiende wel hun uyterfte ongeval, tien
fel ven vergeven had; Sepe Chekouh wierdt na
Goualeor gevoert. Eyndelijck eenige dagen
daer na , deed men Gion Kan, in de vergadenngn
voor Aureng Zebe komen, daer men hem eenige
vereeringen gaf, en alloo weder nahuys fandr.
Maer foo als hy dicht by Gjn Landt was , kreegh
ny de betalingh die hy verdient had , want hy
wierdt in een bofch vermoort. Defen wreeden
Barbaer wift niet , dat , of de Koningen menign.
macl foodanige fchelmftucken , om hun belangh
Toebten , fy evenwel « ^tokcte«»;
ben , en vroegh ot laet defelve weteo te Krat-
fC Ondertuflchen de Stedevooght van Tatabakar,
do?r de ordere vanDara felfs, *««Ëd£
gedrongen had, ^^m^^^
over te geven. WaeriijcK ncc w« r
Hl
.- I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 341
voorwaerden als hy begeerde , maer het waren
oock foodanige, die niet gehouden wierden , want
d'arme ontmande , was ïbo haelt tor Lahor niet
gekomen , of hy wierdt , beaejFeas eemge weyni-
ge van fijn volck, die als doe by hem waren, in
ftucken gehouwen, door Kalil-uüah-kan, die daer
Stadtvooght was. De oorfaeck waerom het be-
floten verdragh niet gehouden w ierdt , is , dat hy
fich heymelijck verveerdighde,om regel- recht na
Soliman Chckouh te trecken, (parende geen ltuc-
ken gouts onder deFranguis, en al die met hem
uytgetrocken waren , ouder fchijn van hem tot
Dehli voor Aureng Zebetegeleyden, alfoode-
felve dickmaels h id gefeght , dat hy lulcken dap-
peren man wel eens wilde iien ,die fich foo kloec-
kelijck had verweert.
Daer was dan niemandt van het huys van Dara
meer overigh als Soliman Chekouh , die men niet
lichtelijck uyt Serenaguer had konnen trecken,
indien de Raiavaft by lijn eerlte meeningh geble-
ven was , maer de heymeli jeke onderh indelingen
van den Raia lefllingue, de belof ten en dreyge-
mentcn van Aureng Zebe , de doodt van Dara,
en de andere Raias lijn gebueren , van 't geberght,
die men omgekocht had, en fich doorordereen
op kollen van Aureng Zebe verveerdighden , om
hem te beoorlogen , hielpen ten laetften de crou w
van defen fnooden belchermer aen 't waggelen , en
deden hem toeltaen , al wat men hem verghde.
Soliman , die daer de lucht van kreegh , begaf fich
op de vlucht, midden door dit woefte Landt
heen, na den grooten Tibet, maer de Toon van lx XIII,
den Raia , die hem terftond achter aen was, deed SöjJfjL 1
hem met fteenen aentaften, waer door d'arme verraden
Vorft gequetft , gevangen , en na Dehli gevoert en gevan-
wierdt • daer men hem vaft fette in Selunguer die 5eii*
Y j kleyne
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Ï.XX IV.
Sijti
ïcloeck-
mocdig-
bcyw "
542 Treurige Gefchiedenis van
kleyne ftetckte, daer men voor heen Mprad
Bakche in gefec had. Maer Auxcng Zebe om te
doen geli jek hy voor heen mee Dara gedaen had ,
deed hem in tegenvvoordigheyt van al de Heeren ,
voor hem brengen , op dat niemant fou hebben te
twijfelen, of hy was de rechte. Op het in ko-
men van de poort , deed men hem de ketenen af >
diehy aen de beenen had, latende hem die om
fijn handen waren , verguit fcheenen te zijn.
Wanneer men defen grooten , fchoonen en wel
gemaeckten jongelinck fagh binnen komen, wa-
ren der verfcheyde Omrahs , die fich van fchreyen
niet konden onthouden. Nochoock al de groo-
te Vrouwen van het Hof, die verlof hadden hem
te mogen komen fien, door eenigh nauw getra-
ly* Aureng Zebe die felfs toonde , door fijn onge -
val geraeckt te zijn , gaf hem feer goede en vrien-
delijcke woorden om hem te troolten, hemfeg-
gende onder andere dingen , dat hy niet behoefde
te vreefen , alfoo hem geen quaet gefchieden fou ,
dat hy in tegendeel wei onthaelt fou worden , dat
hy goede hoop fou hebben , dat God groot was ,
dat hy fich moft te vreden ftellen > dat hy fijn Va-
der Dara niet had doen fterven , als alleen om dat
hy Kafer , en ketter of menfehfonder Gods-dienlt
geworden was. Waer op de Vorft hem den ba-
lam , of danckfegginge dede , fteeckende lijn
handen na de aerde, en defelve foo verre als ny
konde boven het hooft fteeckende , na de wijle der
Indianen, feggende hem vorder, met groote
kioeckmoedighey t , dat , indien hy voor had ,
hem de pouft, of het vergif te doen dnncken, dat
hyhem verfocht, dat mes hem hoe eerder hoe ■
liever aen een kant hielp , dat hy des wel getroolt
was, maer Aureng Zebe, beloofde hem over-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL 343
luydt , dat hy fe hem niet Pou doen drincken , dac
1 hy des aengaende geruft fou zijn , en alleenigh fich
foecken te vermaecken. Dit gePeght zijnde, be-
danckte hy hem weder op een nieu \v,en na datmen
hem yecs , uyt naem van Aureng Zebe, aengaende
den Élcphanc met goudt geladen , die men hem
ontnam als hy na Serenaguer trock , ondervraeghc
had, deed men hem vertrecken, en des anderen
daeghs na Goualcor by de andere voeren.
Defe Pouft daer van gefproocken is, is een
flagh van vergit' , dat men gemeenleek de Vor-
ften geeft, die men het hooft niet wil laten af-
flaen , en dit is het eerfte dat men hen des morgens
brenght , zijnde verboden hen geen eten te geven ,
voor fy daer een goeden beecker van gedroncken
hebben, al fouden fe van honger fterven. Die
gedroncken zijnde , doet hen mager worden , en
als ongevoeligh fterven » verliefende van langer
handt hun krachten en verftandt , en wordende
gantfeh Üuymerigh en dud-ooiigh. En door lxxv.
defe middel heeft men SepeChekouh,hct Poontje ojnbren-
van Morad Bakche , en , niet tegcnltaendede be- Sen d«.
loften van Aureng Zebe , defen Soliman Chekouh kc$S£?
oock aen een kant geholpen, en daerom was het »cn.
dat hy , vreePende een hnckfame doodt , in de
plaets van de pouft te drincken , liever terftondt
wilde fterven.
Maer wat Morad Bakche aengaet , men heeft
fich fijner op een andere geweldiger middel ont-
flagen : want Aureng Zebe, fiendedat, hoewel
hy een gevangen Vorlt was , al de werelt evenwel
niet naliet, hem groote liefde te toonen, felfs
yeerfen en gedichten tot fijn lof teftroyen, waer
in fijn dapperheydt en groote moedt feergepre-
fenwierdt; oordeelde dat het niet genoegh voor
fijn feeckerheydt was, hem heymelijck door de
Y 4 Vul*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
;
wort ont-
hooft,,
5 44 Treurige Gefchiedenis van
poutt te doen fterven, gelijck hy de andere ge-
dacn had , vreefende dat men altijdt aen fijn dood
fou t wiiffclcn , V3nd een andere middel , te weten ,
een befchuldigingh tegens hem, die hy hem on-
der de handt verweckte.
De kinderen van een feeckeren Sayed , een feer
rijck man, die hy tot Amed-abad , om fijn goe-
deren te hebben , ter tijdt als hy den ooi logh wil-
de aenvangen, had laten ombrengen (gelijck hy
van al denjeke Kooplieden geit of nam , of leen-
de) quamen in de volle vergaderingh hun beklagh
doen , recht , en het hooft van Morad Bakche ey-
fchen , tot verfoeningh van hun Vaders bloedt.
LXXVII. Niet een vanaldeOmrahsderftedaertegenfpre-
Morad * ken , foo om dat het een Sayed , dat is , verwande
Bakche ^ yan ivlahomet was , die men groote achtinge toe-
^ ' draeght, als,omdateenyeder welfagh, dat het
Aureng Zebcs bedrijf was , en wat hy voor had ,
invoegen het hooft van diegene, die hun Vader
gedood had , hen fonder tegenfpreecken wierdt
toegeftaen , gelijck hem het 1'elvcoockaenftonts ,
in Goualeor , afgeflagen wierdt.
Nu was 'er geen doorn in de voet van Aureng
Zebe meeroverigh , als alleen Sultan Suiah , die
fich noch in Bengale verweerde, doch hy molt
ten laettten voor het gewelt en het geluckvan
Aureng Zebe wijeken. Men fand van alle kan- •
ten foo grooten macht vanvolck, d'Emir Jemla
toe, dat de Vorft gedrongen wierdt na Dake, de
uyterfteStadtvan Bengale, aen de Zee gelegen te
vlieden : Maer hy geen fchepen hebbende , om
fich ter zee te begeven, en niet wetende waer
vorder heen te vluchten, fand fijn oudfte foon
Sultan Banque, na den Koninck van Racan of
Mog , een Heyden of Afgoden-dienaer , om van
hem te verfoecken , fich eenigen tijdt in fijn
Landt
Bh
B
LXXVÏII.
Stact vanf
Sultan
Suiah»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 34$
Landt te mogen ophouden , en of hy hem de gunft
■wilde bewijlen , wanneer het Moiflon , of de tijd
van de geftelde windt fou gekomen zijn , hem een
fchip te befteüen , om daer mede na Mokate
varen , alfoo hy begeerte had na Mecquc te rey-
fen , 0111 van daer op Perfien en ïurekyen temo-
gen trecken. Dele Koninck gaf hem tot ant-
woordt , dat hy feer welkom fou zijn , en dat men
hemonderftand fou doen, van alles darmen konde,
en ter fel ver rijdt keerde Sultan dat Banque we-
derom na Dake, met menighte Caleaflèn, of
halve Galeven van dien Koninck » zijnde gevoert,
door Franguis , of Portugefen , in de wclcke Sul-
tan Suiah met fijn gantfche huyfgefin , fijn vrouw,
fijn dt ie fonen , en dochteren , in te fcheep
gingh.
Hy wierdt wel ontfangen , zijnde hen alleLXXix.
nootdruft tot het leven, van den Koninck, foo Dief,chnj|
veel het Land vermocht , beforght. Aldus ein- bieeft •
gen eenige maenden door, het MoifTon komt, *
maer van geen fchip wierd 'er gefproocken , hoe-
wel het niet als voor geit begeert wiert ; want de
Roupies in gout , filver en juweelen , ontbraec-
kender noch niet, hy had 'er maer al te veel af ,
't geen miffchien de oorfaeck van fijn verderf is
ge weeft . of ten minften daer toe geholpen heefc.
Defe flagh van Barbarifche Koningen , hebben
gantfeh geen edelmoedigheydt , gelijckfe fich
oock feer weynigh aen hun trouw of beloften ,
binden , fiende maer alleen op hun belangh : om
fich uyt hun handen te redderen , moet mende
fterckfte zijn ; of niet hebben , dat hun gierisheyc
fou mogen prickelen. Sultan Suiah magh valt
aenhouden om een fchip te krijgen , het is doch al
te vergeefs , hy vordert ter werelt niet met allen ,
ja in tegendeel, begint de Koninck ingenegent-
Y 5 hcyt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3d6 Treurige Gefcbiedenis van
heyt, feer tegens hem te verkoelen , felfs fichj
over hem te beklagen , om dat hy heni niet komd
aenfpreecken. Men weet niet > of Sultan Suiah
hem tebefoecken , niet voor te veel vernederingh
voor fich geacht heeft, of eerder gevreeft , dat,
sijndein het huys des Konincks , men fich van fijn
perfoon verfeeckeren mocht , om alfoo fijn fchat-
ten in handen te krijgen, of hem in handen van
Emir Iemla , die groote macht van geit , uyc na-
me van AurengZebe, tot dien eynde beloofde
te leveren. Hoe het was of niet , hy wilde den
Koninck niet gaen befoecken , maer genoeghde
fich Sultan Banque, darwaerts te fenden. Als
defe dicht by des Konincks huys was, begoft hy
fijn miltheydtaen het volck te toonen , werpende
menighte van halve goude roupies, oockheele,
onder hen. Zijnde, in gevolgh, voor den Koninck
gekomen , deed hy hem vereenngh, van menighte
eoude en filvere vaten, alle mee koftelijcke ge-
Seenten vangrooter waerden befet, verfchoonen-
de fijn Vader Sultan Suiah, omdathy onpafie-
lijck was, en dienvolgende felfs niet komen kon-
de , biddende hem vorder van fijnen 'c wegen , het
fchip te willen gedencken , beneffens de belof-
ten , die men hem had gedaen. Maer al dat hielp
tot de faeck niet , in tegendeel , fiet den Koninck ,
die vijf of fes dagen daer na, aen Sultan Suiah
fendt, om hem een van fijn dochters ten houwe-
lijck af te eyfehen , die hem defen noy t konde be-
fluyten toe te ftaen ; 't welck den Barbaer feer ver-
bitterde. Wat fal hy dan eyndehjck doen het
Moiflbn gaet vaft deur , wat fal hy aenvangen , als
het werek van een wanhopige < Siet hier een
vremden aenflagh, 't welck haeft een voorbeelt,
van wat de wanhoop vermagh , fou gegeven
hebben. ^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GB.OOTEN MOGOL. 347
Al hoewel defen Koninck van Rakan een Hey- l x x x.
H den is , heeft hy evenwel menighte , van Mahu- sijnbe-
1 metanen in fijn ihet , die darwaerts gekomen , of ^
:ldaer als flaven, door fijn Franguis , v3n liiei en Koninck
Jdaer gebracht zijn. Defe Mahumetanen , vap Rakan
li kreegh Sultan Suiah , onder de handt op fijn zij- ortdeckt.
•f de , en met twee of drie hondert mannen , die hy
t noch by fich had , van die gene die hem van Ben-
•! galegevolght waren, befloot hy feeckeren dagh >
• het huys van defen Barbaer plotftlijck aen te
taften, en t'overvallen , alles neer te maecken
•j wat men vandt , en fich alfoo tot Koninck van
J Rakan op te werpen. Dit ^vas in der daedt een
itout beftaen , en meer voort komende van een
wanhoopigh als wel befint menfeh. Evenwel
a het bericht van de Portugeefen en Hollanders ,
ie daer voor alfdoe waren , fcheen het werek niet
I geheel onmooghlijk. Maeropden dagh voor den L x x x 1:
beftemden rijdt , dat het werek fijn aenvanghne- Docthem*
| men fou , wierdt d'aenlhgh ontdeckt « 't geen al vluchten»
. den handel van Suiah , verdierf en te niet maeck-
i te en wel haelt de oorlacckvan fijn onderganck
,1 was. Want, fiendc na dat geen middel, wilde hy
i beftaen te vluchten, na Pegu, het welck hem
evenwel foo veel als een onmooglijcke faeck was ,
ij ter oorfaeck V3n de rouwe geberghten en
! bofTchen , die hy doortetreckenhad. Enoock,
• t men was hem terftondr op de hielen , en dat foo
. 1 dight , dat men hem noch dien felfden dagh ach-
. 1 terhaeldc. Hy in der daedt verdedighde iich met
; allen mannelijck , tot onderganck van een groot
; 1 deel van defe Barbaren , maer d'hoop der vyanden
: wietdt foo groot, dat hy ten laetften door de
menighte vermeeftert wiert , en 3t gevcght veria-
en molt. Sultan Bangue , die foo ver niet ge-
vordert was als fijn Vader, vocht oockalseen
Leeuw ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefch'tedenis van
Leeuw , maer eydelijck ziindc feer door fleer
werpen gequctft , wierdt mede gevangen , en.
a?""* met fijn Moeder, twee kleync Broeders en fijn
cn kinde- Sufters , wegh geleydt. Maer wat de perfooti
ren gevan- van Sultan Suiah felve aengaet , daei van wee*
scn* 9 men dit alken^h, dat hy met een Vrouw, een
ontmande , en'twee andere lieden , de hooghte
vanhetgeberghte won, dat hy een ftecn worp
kreegh , die hem onder de voet wierp , maer dat
men hem wei haeft weder op debeen hielp. Dat
d'ontmande hem met fijn tulban de wonde ver.
bonden heeft , en dat fy Tochten , dwers door het
Bofch te vlieden. Andere feggen dat men hem
onder de dooden gevonden heeft , maer dat hy
niet gekent wierdt, gelijck het felve, door een
brief van het Opper-hooft der Hollanders , aldaer
leggende, bevettight wordt, invoegen het
LXXXIII fwbabedi;ck te weten is, waer hy fou mogen ver-
varen zijn , 't geen oock veel ontfteltenilTen en wa-
pen krijtens, daer na, tot Dehly veroorfaeckt
heeft, want daer feyde me dat hy tot Maflipatan
gekomen was, om fich aldaer met de Koningen
van Golkonda , en Vifapour te vervoegen. An-
dere feyden, men had hem met twee fchepen m
het eeficht van Suratte fien varen • hebbende roo-
de vlaggen op, welcke fchepen hem de Komnck
van Pefu ofSiam had befchickt. Andere dat hy
in Perfien was, en tot Chiras gefien waer , felts
oock binnen Candahar, vaerdigh ommet de eer-
fte gelegentheydt in het Rijck van Caboul te trec-
kCAureng Zebe felfs feyde op feeckeren tijde al
lacchende", dat Sultan Suiah tenlaetlten Agij , of
een Pellegrim was geworden, als willende feg-
gen , dat hy na Mecque was , en als noch zijnder
l!en ghte van lieden, die vaft ftellen, dat hy m
m |
Sijn twij-
felachtige
dood.
li;
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
DEN GROOTEN MOGOL. 349
^erfien , van Conftantinopolen wedergekcert
. s , daer hy veel gelts van dacn gebracht fou
hebben • maer het geen de klaeiftc beveftigingh
an allen geeft, is defen brief van den Hollandt-
chen Koopman, namentlijck, dat hy feeckcr-
oijek uyt de werelt is. Men wil oock, dat een
eynigh tijdts , na dat hy geflagen was , fijn
waert, en fijn kanger of ponjaert fonden ge-
vonden zijn, in dier voegen het gelooflijck is,
indien hy in 't gevecht niet is gebleven , hy
daer na geftorven, of een proye van de Tygers
of Elephanten , daer de boflehen van die landen
vol van zijn , geworden is. Hoe het zy of
•niet, men leyde ai fijn huyfgefin , vrouwenen
kinderen, gevangen, daer men fe feer hart han-
delde , maer ten laetflen wierdenfe verlolt, en
fachter gehandelt, en als doe deed Hen de Ko-
ninck de oudfte dochter brengen , die hy trouw-
. de, felf de moeder van den Koninck hielde aen
im Sultan Ranque te echten. Maer dit alles
as maer een korte vreught, want het isfeec-
ker, dat de Koninck eyndclijck fich lbo leer
op dit gcflacht verbitterde , dat hy het felve
t'eenemael beval uyt te roeyen , foo dat 'er
niet een overigh is gebleven, die niet gedoodt
is geworden , "tot aen fijn eygen vrouw toe,
hoewel fy fwanger was. Sniran Banque met lxxxiv.
fijn broeders wierden mee ellendige verroelte *j!woe?e
bijlen de hoofden afgeflagen , en de vrouwen ftinofa Van
zijn in kameis opgeüoten geworden, daer feta roy»
van honger en ongetmek geftoi ven ziin. V3n Su,a!''
Aldus eyndighde defen oorlogh , die de
ftaet-fucht en begeerte om te heerfchen, 011-
.! der dele vier broeders had verweckt , na dat
yfe vijf of fes jaren geduert heeft gchadt, na-
:mentlijck zedert het laer 1655. totin hetlaer
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
r
250 Treurige Gefcbiedenis van
van tfcftigh of een-en-tfeftigh , latende Auren
Zebc > in de vreedfame beltittinge van dit foi P t
geweldigh gebiedt.
HerJ
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
35 i
Hcrftellingh van
ARE L de TWEEDE,
Koninck van Groot Brittanic, ikc.
Met de doodt van
GENERA EL MAJOR HARRISON,
en andere Rechters van den
Koninck.
L
INHOUDT.
Eranderlijcke ftaetderntenfehen II. Droeve ft aft
van het Hitys van Stuart. III. Oorfaecken van.
ies T<onmcks herfte/linge. I V. Aengewende plichten des
r^ontncl^s. V. Sijn vervoachtinge , op de nyt^omft der
<aecken. VI. Sijn verklarwge. VII. Werckt fcer op
'tgemoet des voleis. VIII. Hm ifefde aen den
ntnd^haoont. IX. Sijn acnnemtngh. X. Eejindingh
van het volcl^aen den r(oM:nc\. XI. Die openbaerlijtl^
wort ayt geroepen. XII. Sijn tocht door Hollandt.
XIII. Sijn ae;:komfi m Engel 'audf. XIV. Sijnont-
ihatingh. XV. Sijn at*k$mft tot Londen. XVI. En
onthalwge. XVII. Sijn aenvangh van faecken.
XVIII. Onder föccl^ over des l\oninckj Rechters.
XIX. Cenerael Major Harrifon wort verhoort. XX. Sijn
vonnis. XXI. C oionel Scroop verhoort, XXII. On-
der foeci^ over de andere gevangenen. XXIII. John
Coks wijt/oopige verdcdiKgh. XXIV. Wederleggtngh
van' fijn verdedingh. XXV. Mr. Pieters voor gefrelt.
XXVI. Onderjoec^over de andere lyoninckj Rechters.
X X V 1 1. Straf van Harnfon. XVIII. En de an.
vicre. XXIX. Sir Henry Vane xtort onthalft.
XXX. Eentge tn Hoüandt gevangen, XXXI. En
m Engtlandt geredt.
XI. Ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Verander-
lijke ftact
der men-
fchen.
^ j 2 Treurige Gefcbiedetiis van
XI. Geschiedenis,
E veranderlijckheyt der men^i
fchelijcke faccken, foo als de-J
i^vsj^» ^ felve een fchrick en fchreumi t. .
SV#W /. is voor die gene die hoogh gefe-$
ten en hun ongeval als ont-j
^ ... . , waflen, en voor foo verre ge-j
luckigh zijn, alfoo is fe die een krachtige vertroo-e. ■
ftingeS voor die gene, die van hoogh af gevaU
en Ten door een hartneckige verftaeltheydt vam r
een ongeluckiph noot-lot , van alle krachten^,
te rijfen berooft zijn. Waerhjck, de voorbeeldeffi.
zijn te menighvuldigh , om te twijffelen , of er
een Goddelijcke beftieringe zy , die , door een
fondere opmerekinge de germgh daden d
menfehen felfs beftiert , en wy door defelve te vv
ïerhcht , om tedencken, dat het alles op firn beo
looD ftaet , en de eebeurlijckhey dt der dingen aerf
£ roPer £ ' % Is waer , gelijck de val der Vorfte*
en Koningen van een groote hooghte en byfon-
der eewicht is, alfoo is defelve niet felden doo.
deliick, en fleept met fieh menighmael ee nvaft|
wanhoop van oyt weder te fullen n fen- maen..
r?oodaPnige hebben gemeenlijck ^ckebeweeg-L*
redenen voor fich, die de almogentheyt , volgen*^
fijn gerechtigheyt, verbinden ,'t gene Godt , ücM
fel ven, en alle goede menfehen foo hardnek is,
Senemael vanliet aengeficht der aerden wech te
weren. In tegendeel geeft ee n , of onverdiende,
of overmatige , of hatehjeke verdruckinge een,
kUhVho°op van herftellmge ,of ten liften
voldoeninge , onder vertrouwer . , da : , gel jett
Godt menighmael onfe ongerechtigheden , met-
ongerechtigheden ftraft, hy evenwel . die ^onge-
rechtige wirek- middelen, te fyner tijdttehuys
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
F
Generael M*tor Harrison. 353
)' foecken , enonfe becraende oogen , hec genoegh-
llijck fchouwfpel van het Goddelijck gerecht ver-
gunnen fal. Dit zy foo en ondertuflchen , om te
ilfluyten.
Nemo confidat nimium fecundis,
N«wo defperet md'tora Lapfus.
<®at té:
<\ Veft noyt u hoop te feer op't lacchen van'c geluck.
En wanhoopt nimmermeer van beter in u druck.
Wy hebben in ons vorige werck gelaten , den
* Koninckop 't fchavot , Engelandt in tranen , en de
werelt in de aldergrootfte verwonderingh en ver*
baeftheyt , ja als in twijffel , of wel het Koninck-
| lijck Chara&er, of Eer-teecken, buyten wefen en
uytwiflèlijck fou geworden zijn , Et Deo non fa-
lutem fed exitium nofirum cura efjc. Godt niet
onfe behoudenis, maer wel ons verdajsLftondt te
beforgen. Nu fullen wy eenmael^m toneel
veranderen , en Hellen des cllendigen Nazaet op
den throon , en tot glory en roem van het God-
delijck gerecht, een deel onrechtveerdige Rech-
ts op net fchavot. Verwondert en verheughtu
:fer, en doordefe gerechtige rechtspleginge ,
leert wel hopen van de Goddelijcke gerechtig-
heydt.
Het ellendigh dwalen , droevigh omfwerven , 1 1»
en vergeefs hopen, dat tot hier en toe het Held- ftarc°tcv7„
• achtigh gedult van de Konincklijcke ballingen bet huys
ihad geoeffent , was niet min een angel in het ge- VJ,n Smait»
moedt van de oprechte Encelfchen , als een doorn
jin het hart van defe ellendige Vorften felve. Ja
^het brocht menige aen een welgegronde vreefe*
tfjdat het nu met Eng'landts eer, endeKoninck-
•jflijcke waerdigheydt , foo vaft op dien grontflagh
'eveftight, t'eenemael uyt en gedaen was. Maer
Z Godt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 S4 Treurige' Gefchiedems van
Godt heeft getoont , en dat in achtinge van geen
van fijn minite wonderheden,dat'et noch hem aen
macht, nochEngeiant aen geen werck-middelen i
oncbrack, om een throon wederom op terech- I
ten, die te langhgeftaen heeft, en te vaftgegronc I
was, om door rafende driften ter neder gevelt te
worden : want gelijck in dejoodfche flaverny, I
onder het geweit der Philifteen, of hun gevange-
nis onder de macht der Chaldeen, Godt lieden j
heeft opgeweckt , om voortreffelijcke werck-, I
middelen te zijn, om de faecken daer heen te bren- j
gen , waer heen hy wilde , foo heeft hy oockom- !
trent de Engelfchen gedaen , al waer hy mede foo- j
danige lieden heeft verweckt, die mochten die- j
nen tot bequame werck-middelen, tot herftel- 1
lingh van een verdruckte Konincklijcke macht.
Ja men fou mogen fegeen , dat hy de gantfche
keten of akvan fijn Goddelijcke vooriienigheyt ,
heeft uytptoreckt, om een fnoode ufurpatie ot
onwettige macht te vernietigen , en de wettige
heerfchappy weder op te rechten.
Tot defeneynde heeft hy foo wonderlijck, en
menighmael, hun gedaente van beftieringh ver-
andert en verydelt , niet toelatende dat delelve
eenigen vaften ftandt fou mogen krijgen , maer
doende hen , op het fchoonfte van hunne hoop ,
gelijck de appelen van Sodoma , vervallen en ver-
ftuyven , daerten minften foo veel mede wierdt te
wege gebracht, datdefe bcftierdersfichmeeren
meer tegens malkander verbitterden. Leven-
de gelijck als honden, met den roof van Enge-
landts macht , vechtende en knibbelende daer
om , terwijl een darde komt , en dat juyttede
rechte eygenaer , die hen den broek uyt de klau-
wen neemt. « .
Defe fcheuringen onder hen-heden, braenten
1, ° even-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
I
5tt
9
Cenerael Major Harrison.
evenwel geen meer voordeel tot defe Randt van III.
faecken toe, als de verfoeningli en liet vaftver- Oo»j&«ï
dragh , tuflehen Vranckrijck en Spanjen ge- xonincks
:^kM maèckc, zijnde beyde op een tijde gunftigh en heiftd-
;r^:!j milt in beloften: nademael des Konincks faken,
mede onder de ftucken van het verdragh begrepen
waren. Maer fy waren malkander foo hardt aen
de veren geween, en hadden fich foo onderlinge
aengetaft > dat het voor hen noch geen tijt fcheen ,
de Decken van andere te behartigen, eer dat de
hunne in beter en V3fter Itandt (tonden , dewijl
noch het vermoeden, onderhen, foo verre was
£1 van wech genomen re zijn , dat niemandt van hen
\il een voet uyt fijn wegh derfte gaen , uyt vreefe te
veel voordeel aen fijn verfocndèn vyand te geven ,
wel wetende , dat het verminderen van fijn krach-
ten , den aenwas van die van fijn tegenftrever
was.
Maer het geliefde Godt , tot uytvoeringh van
it werek , geen vreemde macht , en gcvaerlijc-
ke onderftandt van Buytcn- Vorflcn , maer Enge-
■ landt felfs , tot Engehnds vcrloHinge te gebruye-
) ken. De Generacl Monck , en na hem den Har-
togh van Ormond , toonden fich mannen , die
;. voor de komende eeuwen ter eeuwiger gedachte-
: nis bevvaert worden , voornamentlijck deeerfte ,
die , hoewel de minfte van afkomft , de meefte
: evenwel in het werek is ge weeft.
De Konincklijcke ballingh wilde oock seen-
fints omtrent fijn belanghmlzijn-, doendèalleS
wat hy konde , om felfs fijn vyanden op fijn zijde,
en tot fijn gunft te trecken. De getrouwe on- . v
iderdanen weckte hy op door beloften , gefterekt Aenge-
t met de aldergrootlte en krachtighile verfeecke- *ende
• ringen. Hier boven bracht hy by de fchijnbaer- Plichte;i
iheydt van vreemde byftandt, en toonde der hal- £23».
Z z ven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 <6 Treurige Gefcbiedenis van
ven fijn onderdanen , dat hy foo wel macht had ,
hen als wederfpannige te flaen enteftrafFen, in-
dien fe vertoefden hem in de armen te vallen, als
hy genegentheydt had, hun voorbarigheydt met
verdiende vergeldingen en liefde te beloonen.
Hier by quamen meerandere doorluchtige en
heerliicke mannen , om defe machine , die groot
werck-tuygh aen 'tgaen te helpen: dele waren
den Heer Cancelier , dc Graven van Southamton,
Oxfort, Briftol, St.Albons, beneffensdetwee
Geheymfchrijvers vanStaet, de oude Graet van
Norwich , de Heer Goringh , de Graef van Man-
chefter , de Graef van Sandwich, beneffens de
Heer Af hley Couper,beneffens veel andere meer,
ja oock eenige die voor heen , tegens den Koninck
ingefpannen waren.
Terwijl defe lieden befigh waren de gemoede-
ren voor den Koninck te bereyden , en de ftaet op
de befte wijfe te hervormen (omtrent welcke be-
middelingen wy niet langh willen zijn , alfoo wy
in het leven van defen Koninck daer wijdcloopign
vangehandelt hebben) was de Komnck noch tot
BruSel , geruftelijck verwachtende de uytllagh
van het Parlement, die fchielijcker was als de
Spangjaerts , maeckende hun Mefures , ot Fas-
maet na hun eygen lanckfamen aerdt, omtrent
v. hun beraetflaginge , verwacht hadden. Hy Krij-
s'»nLvcr* gende naerder verfeeckeringh , van dele nooge
wachuoge * deringe> maeckt fich ten eerften vaerdigh ,
u tkdoCmft om^naBreia; te vertrecken , fooomfich ^anaUe
d« faken, bedenckingen te ontflaen , als om met meeraer
en befendingen te manieren. Hy dan fijn Hotte-
Wckheydt by den Stedehouder des Komncks van
S, in die geweften, afgeleght hebbende ,
)
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
1
X
km
.- 1
Generael Major. Harrison. 357
penj alwaer men vreefde dat deliftige Spangjaerts,
eenige vondt fouden bedcncken , om hem te doen
vertoeven, gelijck oock den Landt- vooght al-
daer hem dede verfoecken , hy wilde om naer
Engelandt te gaen , weder te rugge komen , en de
Spaenfche Majefteyt , wiens galt hy foo lange
was ge weeft, (want in der daedt hy had daereen
aenfienlijck Hof , en een jaerlijckfchc inkomft van
negen duyfent ponden üerlinghs genoten) die eer
aendoen, van ineen van fijn havens te fcheepte
gaen , om foo van uyt fijn gebied , op fijn throon
te ftappen. Maer de Koninck weygerde fulcks
met allebeleeftheyt.
Hy was foo haeft niet tot Breda , en in het Hof
van fijn Neef de Prins van Orange gekomen , of
hebbende verftaen , dat het Parlement nu verga-
dert was , fendt brieven door de Heer Mordant ,
en de Ridder John Greenvü , aen beyde de Huy-
fen , aen den Heer Generael Monck , en de Staat
van Londen. Die terftondt openbaerlijck ge-
druckt wierden. Zijnde den inhoudt van defe
boodfchap en brieven ; voornamentlijck fooda-
nieh : Dat fijn Majefteyt toeflaet een vry en alge- t«.
meemvergtffents , aen al Jjjn onderdanen , wie fy mnch- klaringc,
ten tijn* dewelcke binnen veertigb dagen , na verjon*,
diginge van defe, fijn genade fouden kpmen aenmmen ,
en door eenige publijcke a&e , of openbaer gefcbrift >
verklaren fulcks te doen-, die alleenigb uytgefondert ,
die bet Parlement felfs fat gelieven uyt te fonderen.
Het welcl^ hy milde bevejligen , op fijn Kjtninckltjcl^
woordt : en wat teedere gewijfen aengaet , niemandt
fal , over eenige verfchiüentheden , omtrent de Godts-
dienjl , gemoeyt worden , indien fulcks de vrede van het
K^pninckrijsk ver ft oor t. Wegen mij daden en
achter heden y hy wilde fich f elven in alles fielten na het
believen en het oordeel van het Parlement } dat hy oock,
Z i foe-
VI.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3 5 $ Treurige Gefchiedenïs van
toefiemmingh wil dragen , tot ten gefchrtft , a8ey of ijti;
éBens van het Parlement, totbttalingh tnvoldoeningb \
van de acbterbeden van hethtyr endeScbetps-vloten , ]
en dat de J 'the fuUenin dienjl van Jijn Majefteyt aenge-
nemen worden , op fulcke goede bttalinge en voorwaer-
den , als fy ds dan mochten ontfangen engenieten.
Defe aengename boodtfehap en brieven dan >
, wierden mee de alderhooghfte vreughd en genoe-
gen , van een yed^r , aen dewelcke fy gefonden
waren, ontfangen , in het Parlement voornament-
lijck, wierdt fijn Majefteyts naem in fulckeen
hoogeachtinge gehouden, dat, foo menighmaet
de fpreecker des Konincks naem quam te noemen ,
een yeder oprees , en fijn hooft ontdeckte. In
het huys der Gemeente was aenmerekens W3er-
digh dat M*. Luke Robinfon , die voorheen een
groot gemeene-befts-man was ge weeft ; deeerfte
van alle, van wegen den brief, fprack, en fich
bekende overtuyght te zijn.
Defe verklaringh was oock niet minder aenge-
naem , aen het gemeene volck , die van blijdt-
fchap nauwlijcks willen wat fy deden , fiende de
gemoed herftellingh van hun wettigh Vorft en Koninck te
.des yokte. gemoet# Hjer op Volghde het befluyt van het
Parlement, dat volgens de fondamentele grondt-
wetten van dat Koninckrijcke, des felfs beftie-
ringh moft en foude beftaen in Koningh , Heeren ,
en die van de Gemeente. En voorts , hebbende
een diep gevoelen van de ellenden en quellingen ,
in de welcke dit Koninckrijck was , zedert het
ftout beftaen van de verftoorders van het felve ,
ingewickelc , dacht hen de befte wegh , om defe
breflen en openingen te ftoppen, de herftellingh
van den Koninck aen fijn volck te bevorderen.
En dat dies wegen brieven van bey de huyfen , aen
fijn Majefteyt fouden werden gcfopden, m de-
welcke
VII:
Werckt
(eer in 't
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
GENERAEL MAJOR HARRISON. 359
/clcke defelve wieidt bedanckc, voor fijn ge-
: nadige aenbicdinge , en hun trouwe plicht lijn
Majefteyt , v% eder op dragen. Vorders dat de
Ridder John Gieenvil, van bey de Huyfenfou
werden bedancki , en 500. Ponden fterlinghs van
die van de Gemeente fou worden getelt , om hem
een Juweel te koopen, tot getuygenis, van de
eerbiedigheyt die hem het Huys toedroeeh. Al
het wclcke met alle behoorhjeke omitandigheden
wiert volbracht.
Vorders om hun hartelijcke genegentheyt , tot v 1 1 1.
fijn Majelleyt te betuygen , wiert'er geordon- Hun'-lietde
neert de fomme van 50000. ponden, als een veree- x?ofe
ringhvoordcfelve , welck geit terltondt wierdc betoom!
• opgenomen , beneffens noch andere foo veel pon-
den, van de Stade van London, dewelcke mee
:elatingh v3n het Parlement , oockeen plichtige
antwoordt fonden aen lijn Majefteyt , en fijn twee
Broeders , n3 dat fy de Heer Mordant en de Rid-
der Greenvil wel hadden onthaelt , en hem yeder
300. ponden vereert , om Juweelen voor te koo-
ien.
De Krijghs- macht, wilde oock geenfints in ge-
Dreecken blijven , van hun fchuldige plicht , wanc
)p het mede deelen van des Konincks brieven en
verklaringen, maecktefy terüondteen verklaer-
briefaen den Generael , waerin fy toonden, dat
fegewillighlijcken vaerdighlijck fich onder lïjn
Majelleyt bogen.
Dit wiert foo mede gevolght van de Scheeps-
macht , onder den nu Graef van Sandtwich , toen
Mont3gue, aen de wekkeen de Vloot, deKo- mix.
ninckgelijckc bl ieven , en verklaringen gclonden s,i»acn«c-
had, de ftucken wierden alle geloft, op htt over- nu°s J'
leveren vandefe brieven , gelijck oock ten Iaetflen
Col.Harlow , Stadcvooghtbeneffensde Krijghs-
Z 4 lieden
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
x.
Befènding
van het
vokk aen
den
Koninck,
2 60 Treurige Gefcbiedetiis van
lieden van de befettingh aldaer deden , met een
vertooningh aenden Heer Generael Monck.
Dit was niet genoegh , men gaf bevel dat men
des Konincks wapen, in alle Kercken weder op-
rechten, en dat van het gemeene beft afwerpen
fou , dat men voorts alle rechtspleginge had in
fijn naem uyt te voeren , gebruyekende het tegen-
woordige groote zegel tot nader order , op dat 'er
geen verhinderingh omtrent de Recht-faecken
mocht werden toegebracht.
De Paefch-term of rechtspleginge wiert oock l -
uytgeftelt, op dat geen tuflehen beyden komende !
befigheden , \le bevorderinge van dit groote
werek moght komen te verhinderen, gelijdk oock
alle Ampt-lieden, Schepenen, en diergelijcke ,
die op den 25. van Gras-maent in dienlt waren , -J 1
in hun dienft , maer op des Konincks naem gehou- i
den wierden.
Vorders wierdt vaft geftelt, dat menden Ko-
ninck fou ootmoedighli jek verfoecken, een haefti- |
ge overkomft na fijn Parlement temaecken, en j,
op het fpoedighfte te komen, omdebeftieringh I
van fijn Rijcken te aenvaerden, en dat men ten j
dien eyndebyfondere Gecommitteerden, enAf-
gevaerdighden , aen den Koninck tot Breda fou
(enden > met hun brieven aen fijn Majefteyt , zijn-, -j
de Do&or Clargijs , nu Sir Thomas , des Gene- j
raels broeder , al voorheen met des felfs byfonde- \
ren brief, aen den Koninck gefonden, om hem 1
defelve vaft- en be-ftellingen vandeHuyfen te (
kennen te geven. Hier voeghden die van Londen j
mede hun byfondere Afgevaerdighden by.
Van wegen het Hooger Huys, waren verkoren
de Graef van Oxfort, Warwick en Middlefex, i
De Burgh. graef Hereford, de Heer Berckiey,,
de Heer Broock.
We-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
;>3tfi
Generael Major Harrison. 36c
Wegen het Lager Huys gingen deHeerFair-
fax , certijdts Hooft tegen , nu Lit van het Huys
^ ien voor de Koninck, de Heeren Bruce, Falck-
land, Caftleton, Herbert , Mandevil , de Ridder
Noratio , nu Heer Touwnfend. SirAntony,nu
Heer Af hley Cooper , de Ridder George Booth,
Denzil nu Hollis , de Ridder Hcnry Holland , en
flm Sir lohn Cholmley. Die van de Stadt waren
.oock tot 19. of 20. in 't getal» die geen Ridders
voorheen zijnde, alle inden Hacgh van den Ko-
ninck Ridders geflagen wierden.
Ondertuflchen heeft men oock in Holland niet
il gcfeten » maer de Hecren Staten hebben oock
nyt hun Vergaderinge een goetaental Heeren na
Breda gefchickt , om fijn Majefteyt geluck te
wenfchen, en de vorderevereyfchteHoffelijck-
heden af te leggen , oock met allen ernft te ver-
foecken , dat het fijn Majefteyt wilde gelieven >
voor fijn vertreck , in Hollandt te komen , het
welcke fijn Majefteyt heeft toegeftaen. 'twelck
gefchiede, terwijl de Koninck met groorentoe-
fiel , by het Hooger- en L3ger Huys tot Koninck
van Engelandt , Schotlandt , Vrancknjck en Yer-
landt , uytgeroepen wierdt. Gaende de Heeren
van het Hooger Huys, met hun Heraulten
vooraen, nadeZael van Weft-munfter, alwaer
fyfichftil hielden voor de poort, en de leden van
het Lager Huys terftondt mede aenquamen , waer
op terltondt op het voorlefen van Ml Bifs , M r, x 1.
Ryley , als Herault , met des Konincks wapenen Die open-
behangen, de uytroepinge heeft gedaen : die wy JJJJjj?
/ voorby gaen , om in een byfondere gefchiedenis geroepen*
nietaltelanckwijligh te zijn. Onder al defe ver-
i richtingen, vertreckt de Koninck eyndelijckvan
\ Breda , op den Moerdijck , om van daer , volgens
fijn beloften, na den Haegh te trecken, en voorts
Z 5 van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
door
Holland,
361 Treurige Gefchieden'ts van
van Schevelingen fijn reys na Engeland tebevor^
xii. deren, Hy nam fijn wegh te lande , en aldaer ko*
ïijn tocht mende , vand verfcheyde troepen van der Heeren
vS raten Ruytery > en menighte van Jachten van
Staet, als mede de Heeren van Beverweerc , ed
van Strevelshoeck, die uyt laft van hunHooghj
Mogende daer waren, om den Koninckteonc-j
fangen. Den Heer van Beverweert, vergefel-ï
fchapt met den ouden Heer van Strevelshoeck,!
deed fijn aenfpraeck in het Fran$oys , en wierdtÖ
in defelve van den Koninck geantwoort , en daer 1
op giogh men in de Jachten fcheep, onder het i
gedonder van het gefchut der Jachten. Soo mee
een goede windt Dordrecht Yoorby , daerhyty
Hoppende van de Overigheydt onthaelt wierdt.
Voorts voorby Rotterdam , door Delfs-haven ,
en Delft , naden Haegh , over al met losbranden
van het gefchut verwellekomt. In den Haegh
wierdtfijn Majefteyt, omtrent de tijd van 14. da-
gen, op het heerüjckfte en Konincklijckfte , dat
meu van trouwhartige, en wei willende Nage-
bueren fou konnen verwachten, onthaelt, na de
onthalinge, mee koftelijcke gefchencken, beftaen-
de in een Bed, met fijn toebehooren, waerdigh
geacht 7000. pondtfterlinghs , voor iooo- pond
aen koftelijck rafel lijnwaed , en 100000. guldens
aen baren selde * vereert • en is foo eyndelijck
met de hooghfte aenfienlijckheydt , en onder
een drangh van ontelbare aenlchou wers , en onder
het 2, 'donder van memgh* e van grof gefchut , tot
Schevelingen t'fcheep gegaen. Zijnde ten alder-
hooghften vergenoeght van het Koninckhjck ont-
hael, hem aengedaen; en feecker is het dat het
felve defe Staet over de tien tonnen gouts gekoit
heeft, aldus fteeckt hy over na Engelanc , en komc
op den Z5, dagh van May , tot Dovres te landen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
mm
WÊÊ
pi
m
li
Generael Major Harrison. 363
Ten cerften wierdt hy aldaer door de Generael x 1 1 ï,
lonck , die roe Canterbury op fijn aenkomft ge- Sijn acn-'
acht had, en op fijn aenkomen darwaertsont- p0ml?in.
aden wierdt, vei wellekomt,zijnde eenyderten EnSeland»
)oden
kierhooghften benieuwt, hoe dden Koninck,
n een foo dier verfchuldende dienaer, den een den
nder fou ontmoeten. Andere waren bekom-
en , of aen dit onthalen , wel het een of het an-
er gcbreckelijcks fou mogen gevonden worden ,
laer het knielen v.m den Generael , en hetomhei-
Jfenenkuflenvan den Koninck, gaf al de voldoe-
mingh aen den Adel en hec volck. De Koninck
dan ieedt opwacres met den Generael , onder een
verhemelt, onder wegen begroet door den Major
en Aldermans van Dover, daer de Leeraer een
korte aenfpraeck , aen fijn Majeiteyt deed , en na
defelve hem vereerde met een Bibel met goude
flooten.
Hierop tradt fijn Majefteyt weder inde koets ,
hy beneffens den Hartogh van Jorck fittende in
de eene , en die van Gloccftcr , met de Generael
Monck indcandere, fittende den Hartogh van
Bockingam in het Portier.
Ontrent twee Engelfchc mijlen van Dover,
gingh de Koninck te Pacrt fitten, rijdende de
Hartogh ter rechter, en den Generael ter flincker-
handt , bloots hoofts , gevolght van den Hartogh
van Buckingam , en de refi van den Adel , eenfge-
lijcksongedeckt. Aldus komen fy te Canter-
bury ,alwaer hy mede door dien Major en Alder-
mans ontmoedt , verwellekomt , door de Penfio-
mris van die Stade aengefproken , en vorders me-
ie hooghlijck vereert, en alfoo naer het hofge-
leydt wierdt, Alhier maecktehy, ten eerften
den Generael Monck Ridder van de Kouflèbandt,
welcke order hem den Hartogh van Jorck felver
om
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XIV.
Sijn ont-
halingh.
3(54, Treurige Gefcbiedenls van
om den hals wierp. Den Saterdaghen Sondag
vertoefde hy hier, en vertrock des MaendaghL
•5 morgens na Rochefter , daer hy dien avont aenCi
quam, alwaer hy uyt fijn verblijf- plaets , fichnaj;
Ghattam begaf, om het fchip de Souvereyn , era
andere fchepenvanfijnScheeps machttefien, ed
keerde tegens den avondt weer , na fijn herbergh4[v
ten huyfe van den Collonel Gibbons.
Tuflchen den 4. en 5. des Dinghfdaghs 's mor^
gens heel vroegh , zijnde alsdoe des Konincks ge "
boorten-dagh, vertrock hy van Rochefter, zij
de de wcghmet de oorloghs-macht in Kent , w
derzijdes befet, diedoordemaeghdenmctkruy
en bloemen beftroyt wierd. Door aldeplaei
fen waer hy doorreedt, toonde men teeckenen va
vreughd. Tot Dartford , quamen de Bevelheb-
bers , van de Regimenten , te paert , by hem , de-
welcke hem een ootmoedigh gefchnft, oyerleM
verden , waer in fy hun voivaerdigheydt verklaer- i
den , om fijn Majeftey t hun bloedt en leven op te 1
offeren, tot befchermingh van fijn perfoon ens
Staet. j .
Tot Blakheath ftondt het heyr inordere, al
waer fijn Majefteyt het felfde overfagh , gebruyc- :
kende feer veel vriendelijcke woorden, de welcke f
met luyde toejuychingen , van hun-heder zijde
wierden beantwoort. Van hier begat tien lijn
Majefteyt na Londen, en quam omtrent ten een
uer na de middagh > by Sint Georges Fields , al-
waer de Heer Major en Aldermans , hem w een
Tent verwachten , om fijn Majefteyt te verwelle-
komen. Het fwaert wierdt hem aldaer overge-
oeven , en den Major Sir Allein, Ridder geflagen.
fta een korte maeltijdt , reed de Komnck na Lon-
den , daer hy over Southwarck binnen quam.
Van de Brugh * fla TemPle Bar'
Generael Major Harrison. 365
Graten aen de cene zijde afgefchoten , daer dc xv.
;*Liveri jen en Gildens voor ftonden , ftaende aen de jfjj^1*
Sindere zijde deTrayncd Bands, daer fich eenige L0n^
SEdel- lieden, als vr/willigers, hadden onder ver-
imenghc , zijnde alle in witte wambuyfengekleet,
1 onder het beleydt van den Ridder John Stawel.
-(De wijfe van fijns Majefteyts doortocht was foo-
idanigh j voor af ginck een troep Edel-lieden ,
^eleydt door den Major Brown , met blootc de-
gens , alle met filver-laecke wambuyfen aen , zijn-
3de omtrent 300. fterck , behalven dedienaers*
(Daer op volghde een anderen trop , omtrent
Zoo. fterck , alle in fulpe rocken , en de voet- jon-
gers in purperilevreyen. Daer op een troep on-
der Colonel Sir lohn Robinfon met buffelfche
>kolders , filvere moude ry-rocken , en groene
liuyers. Hier na een troep , in het blaeuw , met
filvere kanten , hun veldt-teeckenen roodt met
filvere frangien. Zijnde ontrent 200. in 't getal.
' Daer na volghde een troep van fes Trompetten ,
:feven voet- jongers in zee-groenen filver gekleer,
daer op weer een ander,hebbende grauwe en blau-
' we leverijen , dartigh voet- jongers , vier Trom-
petters, met 220. mannen, hebbende totveldt-
teycken, hemels-blauw , met filvere frangie, on-
der de Graef V3n Northampton. Noch een met
grauwe levereyen , fes Trompetters , met gelijcke
veit-teeckens , zijnde omtrent 150. geleydtdoor
den Heer Goring. Noch een van 70. man. Noch
een van 500. man. Onder den Heer Cleveland,
meeft Edel-lieden. Noch een van omtrent 1 00.
in 't fwart. Noch een van 300. paerden , geleydt
door den Heer Mordant.
Nadefe volghden twee Trompettere met fijn
Majefteyts Wapenen, de dienaers van de Sheriffs,
in roode rocken , met filvere gallon of kant, met
huu
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XVI.
Een ont-
halingc.
366 Treurige Gefchiedenis van
hun halve piecken , omtrent 72. in 'c getaL Da
op volghden de Edel-lieden, uyt verfcheyde vae
dels van Londen , al infelpe rocken, met goud
ketenen, hebbende yeder fijn byfondcre levere
na fijn vaendel, in de kleederen van hun jongens:.
Hier volghde een Ketel-trommel , met vijf Trom'
petters. Voorts de Borgers , omtrent 600. in *
getal: metdefetwaclfLeeraers , toen fijn Ma/d
lteyts Lijf- wacht, geleydt door den Ridder GilC
bert Gerard , en Major Rofcarrock. Toen döj
Marfhal van de Staet, met acht voet- jongens $
met al de Wachters en Bevelhebbers inorderea..
Voorts de Sherifs en Aldermans van Londen, ic
hun fcharlaecken rocken , rijeke zael- kleederen r\
en goude ketenen , met hun voet- jongers , kofte- 1
lijck toegemaeckt. Toen volghden de Scepters :
en Heraults , in hun koltelijcke rocken. De
Heer Major, dragende het fwaert bloots*
hoofts. De Hartogh van Buckingam bloots,
hoofts. En daer op de Koninck , tuflehen fijn
twee Konincklijcke broederen. Hen volghde
een trop bloots hoofts,met witte levreyenj toen
des Generaels Lijf- wacht, en een anderen troep
van Adel , voor het laetfte vijf Regimenten van
het heyr te paerde , met borft- rugh- en hooft-
harnas.
Aldus wiert hy onder een vreughdigh toe-
juyghen , in het Konincklijck Hof gebracht.
Alhier wiert hyvan denGraefvan Manchefter,
met een gunltige aenfpraeck bejegent , die daer
voor , met een gelijcke , van den Koninck wierdt
beant woort. Daer op begaf fich de Koninck ter
maeltijdt, en van daer tot fijn ruft, diehy, na
ïbo veel tobbens door de werelt, en foo veel on-
ruft geleden, alhier met recht behoorde te vin.
Maer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrisón. 367
Maer dc Borgers van Londen , wilden noch
iet ruften , maer befteden dien tijdt in vreughde-
yeren , en alderhande teeckenen van blijdfchap.
Terftondc voeghde fich fijn Majefteyr , aen hec
)Roervan de sfcec, enfloegh die dingen eer han-
TS|ien , die hec gemeene belang, fijn forgè af eyfchte.
(Die wy voorby gaen , om te fien , wat voorts hec Sjjn aen-
,. ihemelfche gerecht , omtrent de Rechters (fi rfii/vaneh van
Ap/<i«r,godtvvouts) of eerder Moorders van fijn foecken.
' igrooten Vader, hadt befloocen. Die Tooneel
wan vreughde , ftaec nu in een Treur-cooneel te
:veranderen, en nienighce van bloede moet hier ge-
>ftorc worden, om die bejammerlijcke fmeccen,
van hec Konincklijcke af ce waflehen.
Dewijl defe fchuldige gewiflen , op hec rijfen
^van defe nieuwe Son , fich genootfacckc vonden
de duyfternis te foecken , en daer dit ruym befla-
gen Eylandc hen te enge viel , over Zee hun toe-
vluchc ce foecken j wiert 'er by het Parlement
een Proclamatie of indaginge beftelt , door de-
welcke, alle de Perfonen , daerinaengeroert,als
Rechters over den overleden Koninck , gedacghc
wierden , om fich, binnen dc tijdt van 14 dagen ,
na verkondiginge van dien, voor de Spreecker,
of Spreeckers van het Parlemenc , of voor den
Heer Major van Londen, of de Sheriffs van de
Graeffchappen van Engelandc , &c. cc verfchij-
nen , dac hen niemanc fou herbergen of verbergen,
indien die niec mede als verraders wilde gehandelc
worden. Uycfonderende defe, uyc krachc van
fijn Majefteycs verklaringe uyc Breda gegeven ,
uyc de algemeene qui jcfcheldinge.
Colonel Karrifon, een van des Konincks biccer-
i fteenquaecwillighftc Rechcers, was alvoorens ,
1 in het Graeffchap Stafford, gevangen, rocLon-
; den gebrachc , en by ordere , van fijn Excellentie
Monck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
a6S Treurige Gefcbiedenis van
iloDck (korts daer aen Hartogh van Albemarlej
ccmacckt) indenTowergefet. Bydefeuytge-,
x Y 9 k fonderde Koninck moorders , wierden oockdooij
cv« dl laft van het Parlement gevoeght , Golonel Lam-
Konincks bert , en de Ridder Sir Henry VanWJ en zo. an-1
Eecbten. dere, om fulcke mifdaden , als het Parlemen^
ftondt te verklaren. .,
Vandefe zijnder eenige by verfcheyden mid-
delen, en op verfcheyde tijden, by den kop ge-
kregen , die voor het gerecht , yeder op fijn beurt
zijn ceftelt. . i
Deeerfte als eerft gevangen , en geen van de
laetfteinRanghenftaet [quiaqui prior 'fiw™£
potiortfijurtt tiete eerfte is mordere, deeerfte
fnreclu is) wierdt alder eerft voor het gericht ge-
ftelt. De Rechters waren, voornamenthjcK uyt
den voornaemften Adel , en de Heer Ma, or, als
de Ridder, Orlando Bridgeman, Heer opperj
Baron als Ópper-rechter , fijn raden waren, dei
Ridder JeffryPalmer , de Ridder Heneage Finch,
algemeen bevorderaer , de Ridder Edu ward Tur-j
ner enKeelinehWindham. Harrifon dan voort
Major hem de Ridder Hardres Waller , en WiUtam Hej
Harrifon vemneham • maer Harrifon verfocht eerft te.
Teloor, fpTeTlkcn1? ' Sijn befchuldigingh dan wimtail
voor^elefen : Dat hy , beneffens Mcht"t Z l !
niet hebbende de vreefe Godts voor hun oogen, en a
Aioblück l verraderlik > ontrouweluck>MdW
veten, over bet vTroorZeelen v*n den voorleden Opper-
We del KonMck Karei del. iTvn
gtdacbteniff*,* in gevolge
bod, ba Txrnmtt» ha trmpn «' <W>
Generael Major Harrison. 369
ve beylige Majefteyt ba welcke alfoo &c.
arrifon en Heveningham , verklaerden fich niec
huldigh, maer Walier bepleyte fichfchuldigh
e zijn. Dk wierdt oock alfoo met eenige ande-
re gedaen , maer des anderen daeghs vvierdt Har-
ifon weder voor de banck geftelt , benefFens
)Scroope en noch vier andere, maer foo, dat een
eder van hen byfonder moft gehoort worden.
De algemeene. Rechts-bevorderer , Heneage
Finch , leyde hem , met groote welfprekemheyt ,
de eruwelijckheydt van^de daedt te voren , ja dat
de gedachten felfs van diergelijcken t'allen tijden,
en by allen volckeren , onverfoenlijck en verra-
derlijck was gedacht en gehouden , als bleeck uyc
de gefchiedenis van de twee ontmanden tegens
den Koninck Ahafuerus : Die alleen de wil had-
den gehadt ; oock de getuygenis van Tacitus ,
■r daer hyfeght: Qui deliberant defciverunt , Diefich
L des beraden , zijn alreedts afgevallen. Dat fuleks
niet alleen het belangh van clen Koninck, in fijn
.'perfoon; maer van het geheele volck was , en
dienvolgens, de moort niet alleen tegens hem,
i*m maer het gantfche Rijck begaen was. Hier op
,:■ gingh hy voort , in het verhandelen van de trappen
.: en omltandigheden van het werek , van tijdt toe
tJltijdt, en verklaerde dat fijnperfoon, van die ge-
ne, die noch in't leven waren, (zijnde alreedts
fes-en-twintigh van hen doodt) devoornaemfte
1 aenleyder tot dit ftuck was geweeft , volgens fijn
i voorfiagh : Dat men hem voor het voleis moft [wart
: maecken. De Ridder Edward Turner gebruyek-
! te defeive woorden , ten naeften by , en daer op
1 wiert den getuygen dên eed afgenomen. Sijn feg-
gen , dat men den Koninck moft fwart maecken ,
wiert beveftight,door eenen M*. Mitly , met veel
omftandigheden.
A a Hier
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
3jó Treurige Gefchtedenïs van
Hier op begoft Harrilon met vreemde befluyt-
redeiien , genomen van de blijckelijckheyt van de
daedc , dat het niet in een hoeck of winckel , maer
openbaerlijck was gefchiet : dat hy geloofde, dac
Godt in dien dagen met fijn dienaers was (hoe
oockGodt fcheen, dit oordeel over hem te lat en
komen) dat hy menighmael had gewenfcht,
Godts wille daer omtrent te weten • maer dat hy
geen oVertuygingh van eenigh quaet daer omtrent
had oyt konnen gevoelen maer eerder een ver-
feeckeringe en vaftigheydt in fijn gemoedt -y daer
by voegende fijn onfchult omtrent eenigh man
vrouw of kindt. Dat hy niet fijn eygen oordeel
maei fijngewiflfe, omtrent Godt, was gevolght
Dat alles wat hy in defen had gedaen , uyt kracht
van het Parlement was gefchiedt. Endat noch
dit, noch eenigh ander Hof V3ii Rechtspleginge ,
eenigh recht over het (elfde had ; en dienvolgens
konde fy hem niet belchuldigen , als diealleenigh
het gefagh van het lelve was gevolght , en fulcks
in de vreéfe des Heeren gedaen had.
Hier op begoft het Hof, ai al het gehoor uyt
te fchieeuwen , om dat hy Godt de werckmeefter
van fijn boofheydt maeckte, en het Parlement
tot fijn verfeeckeringh en recht nam , uyt welcks
gefagh hy het werck beftelt had.
En wierdt geantwoordt, dat , al hoewel de
Heeren . en die van de Gemeente , in volle verga-
deringh', dit gefagh op hen hadden genomen , het
felve evenwel verradery was ; want de Heeren
noch die van de Gemeente , maken , noch maeck-
ten oyt , geen wettigh Parlement, fonder Ko-
ninck ; doch het achtfte gedeelte van het Huys
der Gemeente was het niet, 't geen dit verraedt
beftelt en beftemt had. Na veel andere redenen ,
over en weder, viel hy ten lactften daer op , dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. 371
. de Koninck had fijn Standaert opgerecht , en dac
.otegens het volck, welckers voorftander en be-
gSfchermer hy;behoorde te zijn, dat Godtgeenuyt-
3 nemer van perfonen was, endeoorfaeck van 011-
: fchuldigh bioct-vergieten, en dat lbo wel in hem,
flalseenigh ander had willen te huys foecken, ko-
' mende weder met het felfde gefagh van het Par-
1: lemcnt voor den dagh. Het leggen van den Ko-
ninck f\vart temaecken , bekende hy wel , maer .
c: nam het in een geheel anderen fin , dat men , na-
mentlijck, hem openbaer voor het volck moft
ftellen, op dat een yeder de fvvartheydt van fijn
feylen moght fien. Ten lactften , drongh hy het
daer op , dat hy onbereyt was , teroorfaeck , dat
hy fes maenden W3s gevangen geweeft ; dat hy
evenwel eenige befluyten van het Parlement ge-
reedt had tot fijn verfchooninge : en hier maeckte
hy fijn befiuyt. Hier op wierdt recht verfocht ,
en de Vergaderingh der befvvorene gaf hun von-
nis in, het wclck gcfchicdc , Tonder vjii hun plaets
op te ftaen, waerqverdc uytfpraeck wierdgedaen
in dcfe woorden :T?/>y fult weder gdeydt worden ter XX.
: plaetfe daer ghv vandaen yt gebracht ; tn van daer op Sijn von-
een horde gefleept , nadepUets daer het F(echt fal wor- nis*
' den gtdaen. Daer fult ghy by de keel opgehangtn , en
noch half levende pijnde , afgenomen , uw heymelijckf
leden afgefmden, u ingewandt uyt ulichaem genomen ,
en defehe, ghy noch levende , mor uoogen verbrandt N
worden. Voorts fal men u het hoof t afhouwen, enu
. lichacm invierdeelen verdeelen, om daer mede, na het
believen des Kjnincks gedaen te worden. En alfoo
■ wierdt hy weder na Nevvgate , of de Nieuwe
: Poort , fijn gevangen-huys , gebracht.
Colonel Adriaen Scroop , wierd na hem voor x xt;
ihet Gericht geftelt. Dele na eenige Proteften Coiond
• | verklaringen, en anders , wiert mede befchuldight verhoort,
Aa z van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
272 Treurige Gefchiedenis van
van in dat genoemde hooge Hof gefeten 1 en het
vonnis onderteeckent te hebben. My wilde oock
het gefagh van h-t Parlement tot fijn voordeel
gebruycken, verklarende alles uyc macht van het
felve gcdaen te hebben • maer wat de perfoon des
Konincks aengingh, hy verklaerdegeenquaedt-
aerdigheydt met allen , tegens hem te hebben.
Dat , indien *er dwalingh was, fulcks een dwa-
lingh was van het verftandt of het oordeel , en
niet van fijn wil. Eyndelijck met reden over-
wonnen zijnde , erkende hy het gericht , waer
voor hy ftondt , bidden Je evenwel , fy wilden fij n
infichc in achtingh nemen , en fijn faeckltellen als
huneygen, enooideelen, of het voordeel van de
algemeene quijtfcheldinge , hem niet mede toe-
quam. Maer hy wierdt van gelijcken fchuldigh
bevonden en veroordeelt,
xxil. Iohn Carew was de naefte , die het geheel leyde
onder- ' over den boegh van Harrifon , en wonders van de
focck over vreefe Godts , en het gefagh van het Parlement
«Se- had in te brengen , het welcke hy alle gehoor-
Ld, faemheydt fchuldigh was , di#yolgens erkende
hy , in het hooge Hof gefeten , en des Konincks
vonnis onderteeckent te hebben , maer geen mif-
daedt daer in -t als fteunendeopdemacht van het
Huys, maer alles wierdt te licht bevonden en
hy veroordeelt , als de voorgaènde.
Thomas Schot quam daer op te voorlcnijn,
tegen dewelcke , als fegens^e andere , getuyge-
niflTen wierden voortgebracht. Hy daer op, nan-
delde als de voorgaènde , maer voeghde daer toe ,
dat het gefagh van de overgeblevene leden van hec
Parlement , wei foo goet konde zijn, als het par-
lement had geweefr, wanneer de Biflchoppen
daer uytgeQoten yfaren, ftellende daer by een
vraeghftuck, of twee Staten , de darde mogen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
GeiNERAEl Major Harrison. 373
\wech nemen , en indien het tweede, niet volhard ,
dn het gene haer vertrouvvc is , uy«: te voeren , dat
cdat gedeelte , het welcke in volhai dingh en befit-
tingh is , de tijtel magh voeren van 't geheel.
Door welcke befluy t- reden , hy meende hetge-
jiagh van het Parlement te beveftigen. Hierop
' wierdt geantwoord , dat de Biflchoppen wierden
wech genomen, uyt kracht van een arte, of be-
fluyt , gemaeckt met toeftandt van den Koninck , ,
de Heeren, en die van de Gemeente, en dat het
rechtveerdigen van dele lafterigen gront- regel,
in hoogh verraedt, onverdraegnhjek was , Ml
; William Lenthall, M». Thcophilus Ruddu'ph,
en de verkoren Heer Major , wierdt den eed afge-
komen , over het gene fy getuyghden , nament-
lijck , dat hy had*gewenfcht , het ware op fijn
Graf gefchreven : Hier light Thomas Scot , een van
defe , die den Kjyninclt ter doodt beeft veroordeelt.
"relijck hy dier naophetflaeckenvanhetParle-
ïent mede had gefeght : Nadcmael het 11 belief-
te is , het Huys te flaecken , ick fie geen middel
om het felve te verhinderen , maerals dat gedaen
is, weet ick oock niet, waerickdit foogehaette
hooft laten of verbergen fal. Gregorius Cle-
ment bekende fijn ichuït. Collonel Jones maeck-
teweynigh tegenweer, maer bekende fijn fitten
enteeckenen.
Voorts wierclt d^Jlechty.orderaer lohn Cook iJJ '
te voorfchijn gebracht, hem wierdt mede in het cooks
algemeen , het felve van de andere telaft geleght , wijdioopi-
i maer in het byfonder wiert tegenshem getuyght : ^j^J" .
f dat hy den Koninck had -belaft, met hoogh ver- 1§1"S1'
I raedt ; dat hy had voorgetogen , indien de Ko-
r ninck > het geen fijn belaftingh aengingh , niet .
I wilde beweren , men alles pro confejfo voor be-
I kent en beleden fou moeten houden. Dat hy
Aa $ von-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
374 Treurige Ge[chieden'ts vw
vonnis aen het Hof had verfocht , feggende , dat
het uytgeitorte bloedt, daeromriep , dat hy dei
Rechters tot verfcheyden mael fulcks had afge-
drongen • ja foo verre , dat hy fich had vergramt ,
om dat het Hof daer te lanckfaem mede voort-
gingh. L
Naeenige omftandigheden, tufTchen hem en de
Rechters , ftond hy op , en feyde : lekfou mogen
feggen met Paulus , Tegens de Wet en tegens de Kjy-
fer, hofeick. niet mifdaen t* hebben. De dingen,
W3er mede ick worde belaft , zijn in een engh
begrijp befloten , van dewelcke de ftoffein dele
drie Hooft-ftucken magh befloten worden.
J. Dat ick, beneffens anderen , des Konincks
doodt voorgenomen , beraetflaeght en bevordert
heb. II. Dat om dien t'famenfweringh te vol-
voeren , ick , beneffens anderen , macht en gefagh
over den Koninck heb aengenomen. III, Dat
•er een onbekent perfoon was , die den Koninck
het hooft heeft afgeflagen, endaticktenminften
daer toe fou geholpen hebben.
Mijn Heer , feer weynigh talb ick te fpreecken
voot my fel ven , endaerom vertrouw ick vryheyt
van het Hof te fullen verkrijgen, en indien fal
konnen blijcken, dat ick oythebvoorgeflagen,
beraetflaeght , aengevangen , of bedacht , het
geen des Konincks doodt aengaet, nocheeniger
mate daer toe mijnen raedt# verleent , hope ick
voor onfchuldigh te föllen bevonden worden.
Mijn Heer, my was belaft , neffens Doftor
Doriflaus , en Ml Afke, een befchuldigingh te-
gens den Koninck in teftellen , to <welcken eyn-
de, ick een bevel-brief enordereontfangenhad.
Jvlaer, mijn Heer, ick befluyt dat van my met
gefeght kan worden , dat ick het felve uyt eemge
quaedcaerdigheydt , of quade meeninge hebbe
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. 375
gedaen , maer dat ick dacr toe verfocht en gelalt
»ben geweeft, alfoo ick handelde in mijn Sphasra
i of beroep, als een Raetsmanen Rechtsgeleerde >
cfonder hec begrijp van dti'elve ordue en lalt te
I buyten gegaen te hebben.
Het geen my voor het naefte te verdedigen
I ftaet, is 5 dat ick hope, dat mijn woorden toe
3 geen hoogh verraedt konnengetrocken worden,
I cn woorden zijn het maer , waer over ick worde
I aengeklaeght. Woorden konnen een man tot
I een ketter , maer tot geen verrader maecken,
I jMaer menbelaitmy noch vorder, datickdever-
I radery in gefchrift heb geftelt : waer op ick aldus
hebbe te antwoorden : Vragende, OPer oock
blijeks genoegh zy , dat ick 'er mijn hand heb on-
; der gefet. Het geen ick fchreef, fchreef ick uyt
de mondt van een ander • en al hoewel de woor-
den in lich felven verraedt waren , kan evenwel
het felve my , die defelve maer na fchreef , niet
opgelcght worden : voor foo veel verradery , uyc
een verraderfch hert , cn een heymelijck befluye
om het felve uyt te voeren , moet voortkomen.
Het naelte daer acn , mijn Heer 7 is , dat ick hec
hooge Hof, tegens den Koninck gebeden heb.
Ick hoop, mijn Heer, dat oock die (aeck voor
geen verradery fal konnen genome worden; wanc
indien het woordt eenvoudighlijck , en in fijn
rechten fin genomen wordt , fal het niet anders
betekenen , "als dat, voor foo veel als defe Edel-
lieden en Heeren, den Koninck voor deRecht-
i banck gebracht hadden , fy door my wierden
I verfocht recht te doen , ick vertrouw dat blijcken
i fal, dat ick uyt eengoet bcfluyt, en niet buyten
1 mijn ampt gedaen heb. Ick ftel gren andere
I woorden in die lalt, als geweeft zijn in de gege-
vene order , die dat Hof gevolmachtight heeft,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
37*> Treurige GefchïedenU van
En mijn Heer , indien ick nu alleenigh , volgens
het vereyfeh van de faeck,gedaen hebjenalleeniglu
verklaert, dat fulcks fou zijn, volgens Recht; |
Dat is , volgens de wetten , foo is het mijn Heer ,
dac, indien men tweederhandeuytleggingeover
dat woordt wil maecken, het aldergunftighfte,
voor my,fal moeten dienen. Want daer een be-
geerte is om recht te doen, kan geen begeerte tot
onrecht zijn : want, mijn Heer, indien van my
recht wordt verfocht , en onrecht daeropgedaen
wordt, fulcks ftaet my geenfints te verantwoor-
den.
Ick houdedan mijn Heer , dat het woort twee-
fints teverftaenis (namentlijck recht of oordeel,
of recht en veroordeelirigh te eyfehen) en mijn
.Heer, indien defe, den wekken de faeck belaft
was, geen wet konden vinden, dewelckemach-
tigh genoegh was , om den Koninck het leven te
benemen , en ick alleen hem oordeel afvorderde ,
foo gaf ickhet mijne niet , gelijck ick my aen defe
geleerde mannen , die kennilTe van de Rechten
hebben , gedrage ; en vrage hen , of fy noyt droe-
vigh zijn geweeft, wanneer de faeck felfs , tot
voordeel van hun Meefters uytviel , voor foo
veel fy defelve voor ongerechtigheydt kenden ?
En foo ben ick oock in defe geweeft.
Wederom , mijn Heer, foeckickuheerlijck-
heydt te willen aenmereken, dat fijns Majefteyts
ftaet, te dier tijde , feer droevigh was, als ge-
vangen zijnde , onder de macht van een heyrleger,
en diergelijcke< Ick hoop , mijn Heer , dat het
geen ick , volgens mijn laft , by wijfe van goedt-
duncken, omtrent fijn faeck hebbe gedaen , eer
voor hem een dienft , als ondienft geweeft is.
Voor foo veel fulcks ftreckt, om fijn recht sple-
ginge, foo veel te eerder ten eynden te brengen,
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. 377
dat tot fijn verloifingh , als wel bewuft dat 'er
^een wet te vinden was, die hem tot langer ge-
wanckenis koft veroordcclen , en dei halven, na
recht en Juftitic een voortganck , dit isfijnont-
• laftingh te foecken. Al het welcke ick vei hope
in uw heerlijckheden een beter gevoelen, om-
trent my, te lullen uytwereken , als dat men my
• vooreen verrader.fou houden.
Op dele wijle gingh hy al voort , hardt daerop
: dringende, dat woorden voor geen werek-mid-
delen konnen gehouden worden , om ycmant het
leven te benemen , dat hy alles om loon,als Raets-
man, niet als Meelter, maer als dienaer had ge-
daen. En al hoewel hy niet 3geerde of handel-
de uyt krachc van een wettigh gefagh , verhoop-
te hy echter, dat hy, gaende hun lalt en order
niet te buyten , des wegen oock niet te befchuldi-
gen was. En der hal ven fiende , dat 'er foodani-
gen blijckelijckheyt niet waer , als het fel ve klaer-
. : lijck, gelijckde Sonopdcnmiddagh fchijnt , te
doen blijcken , befloot hy, dat foodanigen verra-
derlijken belhiyt , als men hem (oude willen op-
dringen , by hem geenfints was gewceft. Hier op
wierdt geantwoord: Dat Cook als een Rechts- xxiv.
geleerde, veel gefproocken had, doch dat hetvvedcr-
vrcemt was, dat hy , die de wetten en rechten jjjSf
foo wel wift , die foo verre had te buyten gegaen : vJlde-"
hy was buyten bedencken langh genoegh doende din^c.
geweelt, omtrent het bemiddelen van des Ko-
nincks doodt, gelijck hy hem ooekmenighmael
in fijn reden was gevallen, en lange redenen re-
gens hem had gevoert ; waer uyt af te meten
was , dat de mont uyt deovervloet der gedachten
des harts, fprack: bchalven dit hy, in het ver-
foecken van recht , de moort aengedrongen had ;
dat hec voorts niet gelooflijck was , dat hy (be-
Aa 5 laften-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
* 7 8 Treurige Gefchiedenis van
lattende den Geheymlchrijvcr , dien fnooden laf
te teeckenen) geen gedachten van des Konincki
doodt fou hebben gehad. Hy was oock een vat
hen, die den fnooden Raedt hadden doen vergadc
ren , en de faeck met hen overleyden. En de-
wijl in verradery geen aenwas en vermeerderingl
kan zijn, foo was hv fchuldigh aen het geheel,
voor lbo veel hy fchuldigh was aen een gedeelte,
En voor foo veel hy voortbracht , dat het geen hj
had gedaen, om joon was gefchiet; dat was foo
veel gefeght, als dat geen Raedtsman aen hoogh
verraedt kan fchuldigh bevonden worden , en dat
een Raedtsman , gevende den raedt , om een man
re dooden , evenwel van fijn dood onfchul-
digh is. ■ ■ .
Dat hy, vervolghde hy, fijn Iaft tegens den-i
Koninck , een glants geeft , als voorgekomen van"
hetvolck van Engelandt , daerop hebt ghy Hee-
ren oock u bedekken te nemen, voor foo veel:
ghy oock van dat volck een gedeelte zijt : Of
Ihy oock toeftaet, het geen hy feght : maenck
hoop, ghy zijt hier, om vooral de werelt te ver-d
klaren, dat het volck van Engelandt geen handc -
daenngehadt heeft. ft _
Het was hem niet genoegh geweelt lijn lalt te,
voleen , maer hy verfwaert delelve met alle m- ;
beeldelijcke omftandigheden. Hy drongh het
werek aen, en vertoornde fich over het uytfte . {
Hy wil dat men fwijgen voor belijden houden fal. l
Hv houdt fich als een dienaer van het volck van i
Engeland en wanneer hy fijn oude kennuTen ont- «
moet, fceht hy: Dat de K^inck^oet jltrvtn, tn
ie opptrjoofdigbtydmethem. En daerom vertrouw
ick !St , ioo ghy , als ick , gehouden zijn , de Ge-
meente van Engeland, van foo een fchrickelijcke I
moort , te ontlaften. Ghy Heeren , yeder ftap I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrisok. 379
trap, indittreufpel, is verraedt,deafte ielfs
wan dc gegevene laft , was verraec , het verfchijnen
I in het Hot", was verraet , het komen in de zael van
Weft-munfter , was verraet > en al die daer tegen-
owoordigh waren (behalven de droevige aen-
I fchouwers) waren fchuldighaen verraet.
Hy feghc , dat hy het om fijn belooningh hecfc
edatn , en foo heeft oock Judas gedaen , die om
;dartigh filverlingen, fijn Heer en Meeftcr verra-
' den heeft, en daer op henen gingh , fich felven
1 verhingh. Een Raedtsman moet fich houden ,
binnen de bepalingh der wetten, foo wel als het
ander volck. Noyt heeft men hier van fulck een
idingh, als het hoogc Hof van recht gehoort.
Een hoogh Hof, ja een Bloed-raet te faem ge-
roepen , om fijn Jvlajefteyt te fiachten. Voorts
Mt. Cook, kennis hebbende van fulck een ge-
fchrift, dat den Koninck voor een moorder uyt-
maeckt, en dat voortbrengende, zegelende, en
overleverende , toont die niet klaer genoegh , een
■ voornemen te hebben gehad, om «JesKonincks
leven te benemen t En'wacrlijck , mijn Heer, na-
demael hy feght, dat hy den Koninck een goe-
den dienlt heeft gedaen , recht tegens hem ver-
foeckende, foo verhoop ick oock, dat het in my
geen onbeleeftheydt lal zijn , indien ick recht
tegen hem verfoeck.
En nademael hy heeft gefeght, dat de Ko-
ninck » en met hem de Opper. hoofdigheydt ,
moft ftei ven, kan lulcksinaenmerckingh van al
de andere omftandigheden,niet anders worde aen-
genomen , of lijn verfoeck van Recht tegen den
'Koninck, ftreckt daer henen om het vonnis van
fijn doodt te betrachten. Hy feght , dat hy recht
^verfocht heeft, en foo deden lyoock, dieon-
fen Salighmaecker in hec aengeficht fpogen,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXV.
Mr. Pie
3 %o Treurige Cefcbiedenis van
en foo verfoeckc hy recht , dat hy gefeght heeft ,1
Het peftorte bloet roept daerom.
Na al defc verhandelingh , de gevangen niet?
meer hebbende by te brengen, hebben de ge-:
fworene , ionder uyt tegaen , hem fchuldieh ge-
oordeelt , en volgens verwefen , om gefleept ,
gehangen en voorts als de andere gehandelt te;
worden.
Wannter Cook van de Bar was wech gebracht,
ftelde men eenen Mr. Hugh Pieters , gewefen
tcrs voor- Leeraer , Voör. Als den eedt was gedaen , ftont
des Koninghs Recht vorderaer op en feyde : Gy
Heeren , de gevangen die voor de Bar ftaet , is
hier gebracht, om dat hy des voorleden Konincks
doodt , beholpen , bewerckt en bevordert heefc.
Hier mede ginck hy voort met het werck , foo
hatelijck als het was , voor te ftellen. Menigh-
ten van getuygen waren tegens hem , maer fijn
ftoute onbefchaemthey t loochende alles , al hoe-
wel veel dingen, niet alleen door de dagh regifters
van het ge waende Romp Parlement , maer oock
door verfcheyde geloofwaerdigc getuygen,
beweren wierden, hun verklannge was fooda-
nigh. ,
Dat Hugh Pieters mcnighmaei raet gepleeght
had, hoe men En^elandt tot een vrye ftaet konde
brengen. Dat hy vorder had gefeght, fulcks
konde niet te wege gebracht worden, of 150.
motten vernietight worden >en dat derelve getuy-
ge hem had gevraeght , wie defe wan n , waer op
hy had geant woort dat defel ve in defe drie L.L.L.
beftonden , en als de getuyge aenhielt , om k her-
der die letteren uyttedrucken, hy gefeght had-
de, dat defelve waren, Lord Lawyers , 5c
Levytes , de Heeren, Rechts-geleerden, en Levy-
ten of Godtsgeieerde,alleenigh,dat hy defe laetfte
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. 381
had uytgefondert. Dat hy vorder met Crom-
wel raedt gepieeght had, of 'er geen wegh of mid-
del was, het Rijck, Tonder den Kouinck vaftte
ftellen • en dat onder hen was vaft gtftelt, dat 'er
:>j geen andere middel was , als den Koninck het
• .hooft af te flaen. Dat vorders de gctuygege-
>: vraeght had , of hy of Crom wel defe woorden ge-
[fproocktn had5 waer op hy had gcieght fulcks
niet te weten, maer dat fulcks evenwel hun be-
fluyt was geweeft. Dat Mr. Pietersmenighmael,
met Cromwel en Ireton , in de Star in Colemans-
ftraet was geweeft, en fom wijlen gewoon was,
daer , met een lang fwaert te komen , en van daer
niet te fcheyden, voor vier uren in den morgen-
ftondt.
Dat hy voorde Krijghs-lieden verfcheydene
reyfen getrocken hadt , en toen voornamentlijck ,
wanneer het Hof van Juftitie gefeten was. Dat
hy vorder feer befigh was geweeft , op dien dagh ,
wanneer de verkondigingh van het Hof in het Pa-
leystot Weft-muniter , gedaen wierdt, en vor-
der had gefeght , fulcks was niet , ten waer fulcks
oock in Cheaphde , aen het kruys , en voor de ou-
de Beurs gefchiede.
Dat hy omtrent her werck van Weft munfter
was geweeft, wanneer het hooge Hof gefeten
was , oock het volck aengemoedight had , na-
memlijck die van Coionel Stubb*e"rs Regiment ,
als mede anderen, Juftitie , Juftitie , Recht Recht
te roepen , gelijck daer op het roepen, gevo'ght
was» Dat hy,op verfcheydene tijden, met de
Bevel-hebberen van het heyr , een overlegh ge-
maeckt had , namentlijck in de gefchilderde Ka-
mer * omtrent het verhooren van den Koninck.
Dat hy oock, vei fcheyde malen , by Bradf haw in
de Deanery van Wclt-munfter , tot 's morgens ,
ten
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
g g 2 Treurige Gefclnederits vatt
ten twee uren toe , wasgeweeft.
Een andere getuyge verklaerde,dat hy Mr.Piev
ters had hooren leggen : Dat hy met de Bevel-bei J
bers , omtrent des Kjynincks doodt , in overlegh wasge-
weeft, en dat hywelbaefleen gefegendendagb fou fitn.
Dat hy van den Koninck felden , als feer vuyl , la-
fterlijck , en quaedtaerdighlijck gefproken had ,
noemende hem een Tyran of dwingelandt , moor-
der van fijn volck en foo voort. Dat hy vorder
had gefeght, dat hy op een dagh voorden Ko-
ninck had moeten predicken , maer dat de boof-
wicht (meenende den Koninck) hem niet had
willen hooren. Dat hy dien morgen , wanneer de
Koninck onthooft wierdt, op het Schavot was
geweeft, en tot dien eynde verfcheydene dingen
beitelt had.
Dat hy het gebedt (foo men het wil noemen)
een maent voor des Konincks doodt> in de gefchil-
derde Kamer , doende , defe woorden daer had
in gevoeg ht - 6 Heer , wat is 'er al te doen, omdefen
grooten Man , tot onderfoecl^ te brengen , en wat een ge-
nade iffet , dat defegroottStaet voor ons nedervalt . Hy
fal ons alle weder in bloedt fieüen , indien wy 't fijne niet
wecb nemen. Dat in een Leer-fpraeck , in St.Mar-
gariets-kerek , tot Weft-munlter, al fijn yver
was , om het volck tot des Konincks-moort op te
wecken, hem noemende Tyran, verrader en
moorder van fijn volck , en foo voort , feggende
vorders : Goede lieden , de macht is in uwe handen ,
om dien Barrabas , &c. meenende den Koninck.
Al defe dingen heeft Hu^h Pieters wel ftoute-
lijck en onbefchaemdclijck geloochenr. Maer
d'aenklager vervolghde : Dat hy het werek foo
verre gebracht hebbende , des Sondaghs , na dat
de Koninck voor het gericht was geftelt , voor
Cromwel en andere tot Wmte-hal , over dit ge-
deelte
li» '
mm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison, $S$
deeltevanden49. Pfalm : Hun Koningen in lyte-
» nen te binden , en hun Edelen in vfere banden, defe tere
'hebben al de heyligen , des de Heere geprefen , geleerc
; had. Dat hy op dien tijde had gefeght , geygent
l de Heere , het Lager Huys isnugeqtyvert , ere. en
| het Opper-hup [al haeji ter nedervaüen , noemende
Jen Koninck menighmael boofwicht. Dierge-
ijeke dingen meer , wierden 'er te voorfchijn ge-
bracht , die foo lafterlijck als goddeloos en oproe-
irigh zijn, daer wy onfen geduldigen Lefcr niet
mede willen op houden , alfoo men uyt dit ver-
haelde , van de reft , genoeghfaem kan oordeelen.
- Hy konde hier op niet veel feggen , maer bracht
alieenlijck by ,wat goede plichten hy voor des Ko-
nincks vrienden gedaen had , waer op hem geant-
woort wierdt, dat hy daer niet was gebracht , om
fijn vrome daden , foo hy fe noemde , maer om fijn
boofe ftucken. Waer op de banck, fonder uyt te
gaen of op te ftaen , het vonnis velde , om gelijck
als de andere gehandelt te woi den.
Daer na wierdt de Colonel Axrel onderfocht , x x v I.
en na gedane onderfoeck mede geiijck de andere Onder-
veroordeelt, als oock Colonel Francais Hacker, joeckd0rve£
n naer hem Willem He wiet, welckers byfonder- koÏÏE
eden wy willen voorby gaen , om des Lefers ge- Rechters,
duit niet te mifbruyeken, verfchillcnde maer in
eenige omttandigheden , doch ftreckende alle tot
het f elvige eynde, namenthjek om de befte der
Koningen uyt te roeyen , en Engelandttebrand-
mereken met een fmet, die geen eeuwen, geen •
tijdt, hoe bequaem alles te vernietigen, vermo-
igens zijn, af te wallenen, om voort te gaen tot
^ net verhael van hun ftraffc , daer van wy de by-
' fonderheden den Lefer niet willen onthouwen,
: op dat wy defelve hem gelijck als levendigh voor
oogen ftcllen , nadenaael wy verfeeckert rijn,
dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXVII.
Straf van
Harrifon,
i
2 84 Treurige Gefcbiedeni s van
dat yeder vroom gemoed , dat niet fonder ver4j
fchricken , des Konincks doodt , of gefien , of ge-<
hoort heeft, fich genoegen fal, de ftraf van defël
monfters §n fchrick- dieren , die onder het heyligi|
kleedt van recht en gercchtigheydt > fulck ee*
grouwel-ftuck hebben konnen verbergen , op het;
aldernauwfte te be Gehouwen.
Op Saterdagh, zijnde den 1$ . van Wijn-maenti,:
wierdt Cenerael Major Harrifon, des morgens
'omtrent negen uren , uyt de gevanckenis van
Newgate door een troep Paerden , en de dienaer$Ü
van den Sheriff, gehaelt* Hy wierdt op een hor.$
de of fiede gefieept , na de oid Bayly, Fleet- ftraet,
en foo na Charingh Croflê, al waer een hal ve galgh
was opgerecht. Hy was gekleedt in een fulpen
rock , en in alles feer Gnnelijck en koftelijck toe-
«ftelt, toonende den gantfehen wegh overeen
vrolijck wefen. Als men tot de plaets van het ge-
recht gekomen was , fprongh hy, meteengroote
moedigheyt, op fijn voeten , en begaf fich ftoute-
li jek na de ladder , met defe woorden : Dn u Godtt
vinger , en alfoo klam hy vier fprotten op , feg-
cende : lek ben eenvrolijckMan. Den Hencker
hemden ftropomden hals doende, faghhy hem
aen , en feyde : lekbiddeu ,geeft my een weyntghmter
ruymu, ickbth noch etnweynigh tefpreecken. pit
eefchiede, en hy keerde fijn aengeficht:na White-
Kali, en fcheen tegrim4acchen,alsdoe,totdne-
mael toe, fijn handt opheffende , fprack hydefe
woorden : Ghy Edel- lieden , ick hel , in bet k?rt ,
tenige weynige woorden met «• lieden te fpreeckfn. Na-
demael ghy yets verwacht t van em man, du gtf •eedt is
om te turven, lebben aen geen faeckf<M<l'Zh> van
diemy ttlafi worden geleght , hehbt oockmetstegen mun
3geL. vfrvolgende voorts met luyder
ftemme*, dat al het gene hy gedaen had , indien hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. $8$
i defelve macht had, hy weder fou doen , verha-
1 lende menighmael , dat het geenfints tegens fijn
gewiffe was , en fich fclven alfoo rechtveerdigen-
de, dat, hoewel hy onfchuldigh en t'onrechc
veroordeelt was , hy evenwel verhoopte , wel
haefi,aen Godts rechterhandt te fitten, en fijn
Rechter teoordeelen; Voorts feyde hy , geen-
fints felfs, aen geen des aldergeringhften bloedt
fchuldigh te zijn. En het geen men hem te laft
leyde , daer woude hy , om geen tien duyfent we-
relden, aen fchuldigh zijn. Want, al wat hy had
gedaen , daer was Godts handt in, geweeft en
daer van was niet tegen fijn gewitte gefchiedt.
Sijn doodt, vorder, was geen bewijs van de geble-
kene daedt , maer wel van een mifdaedt, tegens
hem aengeleght , en dat, al hoewel de wegen des
menfchen met Godts wegen niet over een qua-
men, men fich aen den uytval niet binden moet,
noch daer acht op (Taen. Wat hem belanght , hy
had acht geflagen , geduerende fijn leven , op
Godts wetten , en voor Chriftus een goeden
ftrijdt geltreden ; en fou daerom veilchi jnen , om
fich lelven te rechtveerdigen voor den Koninck
t aller koningen ; voor wie een yeder moet te recht
h| ftaen. Hv hoopte, oock dat al fijn broederen, in
Godts Wet fouden volharden, en in die grondt-
regelen blijven. Hier op riep hem een Edelman
: toe , en verfocht hem , hy wilde doch fijn grou we-
li jcke mifdaden belijden ; waer over hy fijn aenge-
ficht naer hem toekeerde , met een ftraf gelaet ,"en
foo ftil fweegh voor een tijdt. Waer over dc
I beul , meenende dat hy gedaen had , neder quam ,
en hem de muts over de oogen deed. Maer Har-
rifon ftiet defelve Weder , met de hand, op'vaerts f
U lachte het volck toe, en fich na den Henckerkee-
J tende, verfocht een weynigh meer tijdts, alfoo
Bb hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
-i%6 Treurige Ge[cb'tedeni$ vun
ny noch een weynigh te fpreecken had. En fien- ^
de , dat eeniee van de aenfchouwers hun oogcn op |
fijn beenen lloegen , die feer beefden , gelijck van
yemandt , die groote fchrick en vrees heefc , voor
de doodt , feyde hy , dat fulcks byquam , door een
i wackheyt , om dat hy te veel bloedts in den oor- ?
logh verloren had, en dat hy fulcks wel feven ja-
ren onderworpen was geweeft, gelijck hy al fe- 4
ventien jaren denoorlogh had gevolght , gedue-
rende welcken tijdt, hy niet gedaen had, waer .
over hy fich behoefde te fchamen. Hiermede j
dede hy een kort gebedt , en fiuy tende beyde fijn
oogen, verfocht den Kencker fijn ampt te doen. ,
Hy bleef byna een vierdendeel van een uer han-
gen, wanneer fijn fulpen rock, hem, door den
Scherprechter , uytgetogen wierdt ; die hem ter-
ltondt afnam , fijn lichaem opende , fijn hart daer
uytruckte en de aenfchouwers toonde. Sijnman-
nelijcke leden wierden afgefncden , en , beneffens
fijn ingewandt, in het vyer geworpen. Voorts
wierdt fijn hoort afgehouwen , het hrf in vier
deelen gedeelt en weder op de fiede geleght en
na Ne wgate gevoert, om mede , na des Konincks
believen , gedaen te werden,
xxv ui. Des Maendaghs daeraen, zijnde de vijftiende
Ende van Wijn-maent, omtrent defelve uer , wierdc
ML John Carew op gelijcke manier , na deielve
plaets gebracht , al waer , na voorgaende pijn , tyu
lichaem mede verdeelt , en na Newgate hervoert
wierdt, maer fijn Majefteyt, had opaenhoudcn
van fijn vrienden , toegeftaen , dat de leden
moghten begraven worden.
Des anderen daeghs werden IohnCook , en
M«. Hugh Pieters .omtrent defelve ucr , op twee
hordens, na defelve plaets gebracht : M'. Èieters
vandtfichniets te wil tot fterven berey t, gelucj
aisdete»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. 387
I hy door veel fotce exclamatien en uytroepingen
tl Hec blijcken, en oordeelde, dat men hem noch
h wat behoorde te bewaren , maer fulcks wiert niec
i aengenomen, maer den armen hals moft 'ermede
acn, Cookdroeghfichfeerzedighen verftande-
i lijck. Het hooft van Cook wierdtop een ftaeck
gefet, aen de Noord-zijde van de Zael tot Welt -
munfter, ter flincker zijde van dat van Harrifon,
en dat van M'. Pieters op den Brugh te Londen.
I Hun leden wierden oock alibo op eenige der
Stadts poorten geftelt.
Op Woenfdagh , wierden Thomas Scot en
George Clement, yeder op fijn byfondere hor-
den , en omtrent een uerdaerna Mc Scroop, en
John Jones , te famen op een horde , na defelve
plaets gebracht en aldaer op defelve wijfeafge-
macckr.
Francjs Hacker, enMt. Daniël Axtel, wier-
den op Vrydagh , zijnde den negentiende van
Wijnmaent, omtrent defelve tiidt , in den mor.
~cn, op een horde van Nevvgate, na Tyburnge-
eept , en aldaer beyde opgehangen. Axtel
wierdt gevierdendcelc , weder te rugge gevoert ,
maer heclichaem van Hacker, wierdt, uyt byfon-
dere gnnit en genade des Konincks , geheel aen
fijne vrienden overgeleverr , en begraven, Axtels
hoofc wierdt mede op de Zael van Weft-munfter
geftelt.
Niet een van ai defe mannen toonde , in hun
ood , eenigh leedtwefen van hun daedt , maer
echtveerdighden het gefagh , volgens het welc-
ke fulcks gefchiede , en fich felven uyt kracht
van het felve.
Maer Lefer, ftae ftil, wy fluytenals noch de
ordijnen niet , want het treuripel is noch niec
n eynde. De Ridder Henry Vane , en Colonel
Bb % Lam.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2 SS Treurige Gefcb'tedenis van
Lambert, waren al een goede wijl te voren in
hechtenis, en wierden, het volgende Iaer , inde
macnt van lunij , V3n hun gevanckenis , in het Ey-
land Scyüy , na Londen in den Tour gebracht , en
alfoo vervolgens,voor de Ridder Robbert Folter,
Opper-rechter van des Konincks Recht-banck , i
ter onderfoeckgeftelt. Sir Henry wierdt aenge-
klaeght als hebbende des Konincks doodt be-
vordert en bemiddelt , en het gebiedt , of Gou-
vernement , op fich iUven genomen en onwet-
teliick befeten. Colonel Lambert wierdt be-
fchuldight oorlogh tegens den Koninck , fooin
het Graeffchap Middlefex, Chef hit e, Yorkef hi-
re, als in andere plaetfen, na het Noorden ge-
voert te hebben. De Ridder Vanes beweerde
mede het gefagh van het Parlement, en recht-
veerdighdlhet ielve, Hellende het Hof van het
«richt io een deel noodloofe moeyeh)ckheden.
tolonel Lambert, droegh fich felven feer heb-
beliick en beleefdelijck tegens het Hof , lich
het oordeel van het fel ve gewillighlijck onder-
werpende. Evenwel wierden fy beyde , als ver-
raders veroordeelt. Jvlaer de Koninck , ter
oorfaeckvan fijn ?otmoedigheydt en bequamen
handel , omtrent fijn onderioeck , deed Colonel
Lambert genade, waer voor MeRechters ver-
focht, fijn Majefteyt ootmoedighhjck te be- *
dancken. Het We fou oock Sir Henry Vanc
miffchien genoten hebben, 'ten waerfi)nvoor-
baSeydfen verfmacklijcke manieren ^hem 1
den ween daer toe geHoten hadden. Evenwel
htdhv de eenade, door voorfpraeck van eemge *
fi ÜhJ vrienden, die fich in *i ; Konincks *
Öwel gedragen hadden , d« fijn vonnis
wierdt verfalht li in
andere, gehandelt te worden , hy veroordeelt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Generael Major Harrison. 38$
wiert onthalft te worden , het wekke oock op xxix.
:^ den 14. van Junij op een Schavot op denTouwer- sir Hcnry
j bergh, (daer voorheen de Graef van Strafford , Van.f
I door fijn vaders Ichelmery , het hooft verloren omhaUt'
had) wierdt uytgevoert. Hy op het Schavot
zijnde, hield daer een deel verraderlijcke en fchan-
daleufe redenen, rnaerhywierd 'er in geftuyt en
na dat men hem twee of dry mael verboden had ,
voort te varen , dreyghde men hem fijngefchrift
te ontnemen , maer hy , om het felve voor te ko-
men , fcheurde het in ftucken, en leyd* in fulck een
geftaltenis , fijn hooft op het block.
Ondertu Jchen Milcs Corbet , Colonel Okey ,
en Colonel Barck Stead, hebbende het meefte
:t gedeelte van Hoogh- en Neder- duy tflandt door-
gereyft, en een wijl tijdts tot Hanaw fich ont-
houden , onder vreemde namen , quamen ten laet-
ften tot Delft in Holland, hebbende hun vrouwen
ontboden , om aldaer by hen te komen • om uyc
hen te weten , hoe de faecken voor hen in Enge-
landtftonden : maer defe hunne brieven zijn, door
den gefaot Downing , in den Haegh, onderfchept
en geopent ; waer op fy alle dry , in Barkfteads ,
en Okeys herbergh , gevat wierden. Juyft foo
als Miles Corbeth , na de maelcijd, wilde na huys
gaen. De Ridder Downing was felfs tegen- x.x*»
woordigh, wanneer fy gevat wierden , en hen HouSd"
dien nacht in de gevauekenis gehouden hebhende, gevangen,
dede hen van daer, na Helvoet-fluys vervoeren,
daer hy hen infeheepte in ecnEngelfcheFrigat ,
de Swarte Moor genoemt, dit by geval daerlagh.
Hier mede quamen fy tot Gravefend , alwaerSir
JRobbifon , Stedehouder van den To ver , uyt laft
> van fijn Majefteyt, vergefelfchapt met bequame
Élwacht , hen over nam en na de Tovvcr voerde.
* >Van daer wierden fy, korts daeraen, voor des
Bb 1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
2Qo Treurige Gefchie&enis van
fconincks Recht-banck geftelt- alwaer hen ge
vraeeht wierdt, wat fy voor hen felven konden
inbrengen, waerom fy niet fouden fterven , vol-
gens de wetten. Hier op antwoorden fy, dat ty !
Hie felfde niet waren , die in de voorgelcfcn afte
vanbedragingh, uytgedruckt ftonden. Hierop
wierden de gecuygen , die, al gereedt by der handt
waren, ingeroepen, dcwelcke, na voorgaenden
eedt , eeruyghden , dat fy defelve waren. Waer
over d'Heer Opper-rechter voortgmgh, en het
vonnis tegens hen uytfprack , als dat ly , even ge-
v Yy t lijckdeanderevoorgaende,rondengerechtenge-
E^in En-* handelt worden , h£wdcke oock op ^rda|h ,
haeft daer aen volgende, wiert uytgeyoert. Maer
in der daedt , hun eynde was beter, als dat van ye-
mant van de voorgaende,fy erkennende de wettig-
oock andere , om het felfde te doen , voornament-
Ukk, Colonel Okey, die oock om fi,n dapper-
heydt en andere goede hoedanigheden , by een
veder eroot medelijden veroorfaeckte , fy alle
ontfchuldighden den Koninck , van alle quaewr-
Sydt , enerkenden hun misflagh , omtrent h
tónde houden van des Parlements gefagh, als
noch wettigh noch volkomen zijnde.
En alfoo wierdt ten deelen degrouwehjeke
Konincks-moort, aen Karei de 1. begaen ^ ge-
boet : maer verre van voldoening } |«deo*I
fukk koftelijck bloedt, aen hoedanig voldoe
ningh het zy , noch altijdt feer verre te kort
&hiet.
jut* »«•
gelande
gciccht
Otto-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
39*
Ottomannifche ^egeringe ,
Met de doodt van de
C A ] M A C C A N,
Broeders , Sufter, en Oom van
Amurath.
INHOUDT,
t
GEvolghvan de dood 'van SultanOfman. 1 1. $Uck*
te befhermge va» Muflapha. III. Die afge/tt ,
flaets voor Amurath maeckje. IV- Vcrandtrtngh der
Rqc\s-faeckeiL V. Verandmngh tnden aerd van Amu-
rath. VI. Sijnjloutmoedigheydt. VII. Sijn optocht
va Babyion. VIII. Dat hy vermecjiert. IX. Be-
langh van de Turcl^fche l^rijghslteden. X. (ie fan ten
onvernoeght. XI. VerhaelvandenCaimaccan. Xll. Sijn
trouvoeloofheydt. XIII. Sijn gevangenis. XIV. En
doodt. XV. Amurath doet fin broedets dooden.
XVI. Sqn lief de tot fin gunflelwgen. XVII. Opkomfl
van den Selecfar Aga. XVIII. Verval van Amarath.
XIX. Muflapha , den ouden Sultan , wordt vergeven.
ritfl X X. Amurath drtnckj ftch Jelvcn doodt. XXI. Sijn
bitterheydt tegen fin broeders. XXII. Lof van Amu-
rath. XXIII, Sijn wreedheydt op den Mouphtt en fin
fufler gepleeght. XXIV. Doorfieeckt fijn eygen vrouw m
XXV. OorJ aecken van fijn qualcn. XXVI. Stjnfchr/el^
voor de doodt. XXVII. En getroffen te zijn van den
bltxem. XXVIII. Gejl altenis der gemoederen na fjndoot.
XII. Geschiedenis.
N een van onfc Treur- toneelen , is
van dc doodt van Sulc an Ofman'ge-
vvagh gemacckt, die , waerlijck, by
ISA de ver'ftandighfte Wcrclc-wijfen ,
van fulck een belangh is geoor deelt
Bb 4 geworr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
392 Treurige Gefcbiedems van
géworden} dat fe daer uyt niet minder als de on-
derganck van het Ottomannifche gebiedt , -tege-l
moet hebben gefien , en of miflehien mijnen
t gunftigen Lefer , fich door eenige begeerte mocht .
Geroigh gedreven fien , om den uytflagh van lui ck een aen-
ja" ic vanen te fien , en wat fulck een Paroxifme , in een
doodt YJn d ~. . * i
sultan lichaem van Staet te wege brenght, te onder-
Ofman. vinden , fullen wy hem daer van het vervolgh niet
onthouden. *t Geen fich miflehien van voren als
een Lam , maer van achter als een Leeuw vertoo-
nen fali wy laten u daer van oordeelen, fooghy
wilt, en gaen u verhalen, hoe het daer mede ge-
legen is.
Na de wreede engrouwelijckemoortvanOi-
man , wierdt wel den ouden Muftapha op den
Throongefet, maer hoe < Omteheerfchen f of
om het moetwilligh en ongebonden geflacht dei;
Janitzaren , en andere Krijehslieden , onder fijn
gcfagh te laten de pijpen ftelïen i Want,gedueren-
de de tijdt, in dewelcke hy de beftieringe, heeft
gehadt, gingh het foo los enonfeeckerraetde
Staet , dat men alle drie rtiaenden byna een nieu-
wen Vifir fagh opgeworpen , volgens de drift van
hun onbeftelde moetwil en kregelheydt. Maer
de grooten en machtighfte aen de poort, gehol-
bcftietmg pen°engeftut door denMufty, die niet meer als
Muftapha jde andere, defe verwarringe langer kondeaenfien ,
* nafnen op een tijdt , een onverwacht befluyt , en
na datfe fich van de Hoofden der krijghsheden
verfeeckert hadden , gingen op een morgen-
ï 1 1 ftondt , en haelden den jongen Amurath , uyt lijn
Pie a%cfet Woninge,of eerder gevangen- huys, en deden hem,
riactsvoorniet 2\s dertien of veertien jaren oudt
£X! zii^e , voor Keyfer uytroepen , ftellende Mufta-
nha weder in deStaet , waer in hy geweeft was.
Na dat fy hem op het Hof van het Serraii aen het
TI.
Slechte
Caimaccan. 39$
olck getoont hadden , lcyden fy hem , omringht
met fijn Lijf- wachcen, na de Mofcheavan Iup,
buyten de wallen vanConftantinopoIen , ineen
plaetsdiefe luanfary noemen , daerdeOttoman-
nifche Keyfers gewoon zijn , het fwaert van de
Mouphti te ontfrngen. Waerlijck , op het eer- Ve? v\
iteontluyckenvandefe nieuwe heeifchappy, be- ringh dcr
coften de faecken vanhetRijck terftondteenan- Rücbs-
der wefen te krijgen. De groote Vifu deed ter- faecken»
ftondt van defe veranderinge dcGraefvanSeffij,
Gefandt van de Franfche Kroon , kennis hebben ,
als oock den Bailo Giuft iniano, en andere dienaers
en minifters van vreemde Vorften ; op dat een
yeder fijn Heer en Meefter, of Meetters , daer
van mocht de weet doen ; met verfeeckeringe ,
van de goede genegentheydt die in hunnen Heer
was , om het gene met hen verhandelt was , te
onderhouden en vaft te ftellen. Gelijck hen na-
der fou bericht worden , door byfondere brieven ,
die fijnHoogheyt hen door deeerfteChiaus van
de poort, fou toefenden. M
De begintfelen van Amurath, de vierde van
lien naem , beft ieiinge , waren facht en foet ge-
noegh. Maer , na dat hy in jaren aengroeyde en
aennam , nam oock in hem , de begeerte, om de v v*
oproerige moorders van fijn broeders, ten voor- JShta
beeldt van andere , te ftraffen, of ten minften hun den°a«dt
moedwil te bedwingen toe , vreefende t'avondt van Amu-
of morgen , mede het ongeval van fijn Voorfaet ,a •
cjeelachtigh te worden. Maer hoedanigh moft
de moedt , en hoedanigh de kloeckheyt zijn , van
een die fich fulcks fou derven onderwinden, na-
inentiijck een quael te genefen , daer de Ottoman-
nifche beftieringh foo langh aengegaen , en die in
de grondt van dit groote gebiedt, fulcke diepe
ortels gefchoten heeft , ofomklaerdertejfpre-
Bb 5 ken,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
a94 Treurige Gefchiedenis van
ken , van het eene uyterfte tot het andere , van alk
froote toelatinge, tot een ftrijdighnauw ver.
andt en blinde gehoorfaemheyt , fulck een ont
fagchelijck lichaem , als fijn krijghs-macht is]
over te brengen < Evenwel ,om tot het fich voort L
geftelds eynde te komen, liet hy geen naerftig-
heydc of arbeydt , nochbedenckelijcke onkoften
onvérfocht , om al de hoofden van d'oproerige^i t
in handen van fijn gerecht te hebben ; doende hen
v L felfs,van uyt de donckerfte hoecken van Afia , na
sijn ftout- Conftantinopolen brengen, met ongemeene b64r
Z°dtZ' looninge voor die gene, die hem daer in dienft
y deden. En om te betuygen, dat hy eeenfints
het gevaer vreefde , dat hem menighmaeldreygh-
de, als hem geboodtfchaptwierd, dat de Ianir-»f ;
zaren fich te famen rotten , om fich tegens fijn ge-
fagh lettellen en meteen roekeloofe hooghmoed,*.
op fijn eerfte verfchijnen uyt hetSerrail , in hemsj.
het verfchrickelijck treurfpel van fijn broeder tel
vernieuwen, belaftehyaenftondts de fijne, datfe
fich fouden vaerdigh maecken, om hem na de
Mofchea te vergefelfchappen , of met hem ter 2 .
jaght te gaen , feggende vryborftigh uyt, dat hy
geen vreefe kende , dat , daer hy fijn geficht konde
laten wenden , niemandt in der daedthet hart fooi
foet fou hebben , als hem in het aengeficht tefien. I
:n inderwaerheydt , hymaeckte een veder vol!
verbaeftheydt , die hem fagh een paert berijden * i
fijn worp fpeer werpen , of fijn boogh handelen , I
in al het weicke hy foodanigh was , dat men hem
met recht daer in, voor een vandekloecktteen I
handighfte perfonenvanhet gantfche Rnck , loul
hebben mogen achten. . I
v 1 1. Defe Prins nu fich tot fchande en veracht mge I
sünop- rccckenende , dat de vermaerde ftadt537lon » |
SSioo «ttijdts deStoel vanhetAfiyrifchegebiedt, die
C A I H A C C A N. 395
ran den Kcyfer Soliman, eertij ts de Perfianen ont-
nomen was, nu foomenighmael, met verlies van
cbo veel volcks, te vergeefs was geiochr, wilde die
.weder in handen van het Ottomannifche gebiedt
joverbrengen. Hyvoeght iichdan>om dele Stadt
I weder uyt handen van de Perfianen te trecken,mec
;ten groore macht daer henen. Daer hyfich, na
een verfchrickelijck gedonder van gefchut en
vieralgemeenebelpringingen , mecftei af maeckr, VI II,
hebbende fich dele veertigh d.:gen, de welcke Dat,Iy
het belegh geduert had , een wijs , onvermoeyt , ft"™cc~
moedigh , en voorfichtigh Hooft getoont. Hy
dan, zijnde uyt Afia weder na Conftaminopolen
gekeert , overladen met palmen en lauwrieren ,
en fiende, dat de Gefandt van Perfia, fich, omtrent
fijn perfoon , al te langhfaem in fijnen voortgangh
toonde , fchreef aen fijn Vifir Multapha , dïe fich
in die geweften bevandt , dat hy , in het verfterc-
ken van Babyion , fich op foodanigen wijfe te
dragen hadde, en met de Landtvooghden op de
Perfiaenfche grenfen , foodanigh den handel te
beftieren , dat 'er een onderhandelingh van vrede ,
of ten minften V3n een langhduerigh beftandt ,
moght aenge vangen worden , toonende in het fel-
ve , den aerdt van een verftandigh Vorft , die voor
een tijdt , wat van hun hooghfte achtbaerheydt af
ftaen , om te mogen het eynde , daer fe na trach-
ten , bereyeken. Hy bevorderde de vrede met
de Perfianen , wel wetende , dat , 't en waer hy van
de zijde van Perfien vry was , hy fijn begeren ,
van de Chriftenheydt in verwerringh enverdee-
i lingh te brengen , niet fou konnen volbrengen. jx
I Ondertuflchen , terwijl hy defe dingen fmede , liet Belargb
t hy oock fijn mifnoegen , omtrent fijn krijghslie- van de
i den , varen , hebbende van hen het aldergrootfte J[^rcJflhc
genoegen , voor foo veel fy hen in defen oorlogh liciln!"
in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
io6 Treurige Gefchiedenis van
in Afia, feer ioffelijck en dapperlijck gedragen
hadden. En dewijl hy oock wel wift , dat het
Turckfche krijghsvolck van het oorlogen in Afia,
als ver afgelegen, moeyelijck , en fchadelijck,
voor hun byfondere belangen , een afkeer heeft ,
cn in tegendeel na den krij^h in Europa , als wor-
dende gevoert , in nabuenge rijcke en vette lan-
den, fecr begeri^h is, liet hy verluyen, dat fijn
roeeningh was de^Chriftenhey t te beoorlogen.
x En waerlijck,eenigen tijdt na fijn wederkomil,
Gefamen quam'er een Gefandt uyt Polen, om hem met
onver- geluckwenfchinge over fijn wederkomft uyt Afia
****** te begroeten , zijnde wel vergefelfchapt met over
de vijf-en- veertigh perfonen. Defe , hoewel
omfangen, met alle fchijn van vriendehjckheyt ,
wierdt echter van de Vifiers , een weymgh trotfe-
lijck bejegent , dewelcke drongen, dat de Ko-
mnck van Polen, de rooverijcn, en tochten van
de Cofacquen, uyt deBorifthenes inde Swarte
Zee, volgens de Hooft-ftucken van de laetRen
onderhandelinge moft beletten , oock eenige
Sterckten , diefe Palangues noemen , doen af-
werpen , over welcke klachten hy , geenfints ver-
baeft zijnde, met alfoo grooten moedigheydt en
drift, hen weder de invallen van de Tartaren te
gemoedt voerde , dringende alfoo wel op herftel-
lin"h, en vergoedinge van Ichade, alsdeTurc-
ken. Korts hier na nam hy fijn oorlof, mede-
brengende eenige brieven van den Grooten Heer ,
tot antwoordt op die van den Koninck van Polen.
Ter (elver tijde quam'er oock een Gefandt van
aenfien, van wegen den Keyfer, mede meteen
feer aenfienlijck gevolgh, om diergehjeke Hot-
felijckheden, uyt name van fijn KeyferJijcke Ma-
jefteyt, mede afteleggen. Defe, hoewel buy-
ten de Stadt , ontmoet en ingehaelt , en op het
heer-
Caimaccan.
397
^heerlijckfteontfangen, wicrdt evenwel van den
^grooten Vifier Muftapha , alsdoe van Babyion
**wedergckeert zijnde , loodanigh niet begroet ,
dals de glants van den Vorft verdiende , die hem ge-
bonden had. Sommige wilden het daer opleg-
i gen , dat hy fichden tijtel van Hoogh-gefand had
■si aengematight , fonder de gewoonlijcke vereerin-
gen te doen , invoegen hy wercks genoegh had,om
| ter eerfter gehoor , van den grooten Heer , die
311 men aen de Poort de Hantkullinge noemt , te gc-
:i, raecken. Defe dingen fcheen'er de verwach-
<ii tingh van het kri jghsvolck feer te fti jven , en lieten
het alles tot een breucke , by hen aenfien. Maer
daer viel noch een andere facck voor , van vry
meerder belangh. Daer was een Vorft van Mol- x r.
davia, die de Turcken noemden , Bogdania Lu- v*nlh*j|
pulo, dewelcke, door eer-fucht gedreven, fijn caimac-
foon Vorft van Walachia focht te maecken , be- cao.
roovende daer van den befittenden Vorft Mat-
thias , fijn doodelijcken vyandr. Defe handelde
over defe faeck, waernemende het afzijn van den
grooten Vifir . met Mehemet de Caimaccan , die
in het afwefen van den Vifir , het gemoedt van den
grooten Heer , vry na fijn fin konde buygen , om
door fijn toedoen , de toeftemminge van den
Turckfchen Keyfer te verkrijgen. De Caimac-
can >om een groot ft uckgelts te winnen , dat hem
aengeboden wicrdt, ontfagh fich niet daer, by den
grooten Heer , openinge van te doen. Voegende x 1 1.
verfcheyde lafteringen tegens Matthias daer by , .siinft1I°'*"
dringende en prickelende hem in fulcker voegen 00 ieyt*
aen , dat hy ten laetften hem tot toeftant bracht ,
onder defe voorwaerden evenwel , dat , indien het
werek , niet londer gerucht wierdt uytgevoert >
gelijck hy had voorgegeven , hy roet fijn hooit
daer voor betalen fou.
Defe
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
r
*a% Treurige Gefcbiedenis van
Defe onderhandelingh wierdt foo heymeli jet
niet beftelt , of *t quam de Vorft Matthias ter ooo
ren , doch die benam hem geenfints de moedt ^
zijnde de edele harten eygen , op 'i aen was van ge»)
vaer , in moedigheydt méde daer tegen aen tci
groeyen. Hy dan ora Lupulo van fijnvoorne^
wen te ontfetten , vergadert uyt Honganjen , en:
Tranfilvanic , of Sevenbergen , door hulp va»
Ragotfki, eenige brave troepen by een, met de*
welcke vervoeght , by die van fijn eygen onder-i
danen , hy machtigh genoegh was . om Lupulo
aen te taften, gelfjck fy deden , met fulck ge-
volgh, dat hy hem floegh , en fch3ndelijckopde
vlucht dreef, latende veel van de fijne, envoor-
namentli jek , menighte van Tartaren op de plaets,
welcke Tartaren de Caimaccan hem uyt het half
eylandt CafTa had toegefonden.
Matthias ftaendc om tepaert te klimmen, e
den vyandt aen te grijpen , had fpoedi&hli jek , een
van de fijne , aen den grooteu Heer afgevaerdight,
door den welcken hyden felvenaenfchreef , dat
de minfte Grieck, van fijn gantfcheRijck, die
Van fijnent wegen aen hem gefonden wierdt , al-
tijdt wel by hem fouontfangen worden, en dat
hy den fel ven , op het minfte bevel van fijn Hoog-
heydt, gaerne fijn Vorftendom in handen wilde
ftellen , ionder fich daer over te bedencken , of
uytftel te nemen : maer , het felve over te geven ,
aen fijn ouden en geflagen vyandt , fulcks geloof-
de hy niet, dat de grooten Heer had toegeftaen ,
veel minder bevolen.
Wanneer defen brief by den grooten Heer de
eene poort in quam , quam ter fel ver tijd een Poit-
bode de andere in , met de tijdingh van het verlies
van Lupulo. Het welcke den Keyfer foo ver-
gramde tegens Caimaccan , dat hy hem tcrltondc
f'?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
C A I M
A C C A N.
399
10 de fcvcn Torens dede gevangen fetten , met XI lh
meeninge evenwel van hem , op het voorbidden Si)'n ge-
van de Sultana, het leven te fparen. Maer, als vau«kenis-
men hem de Inventaris , of Vond-cedul van fnecr
's een millioen van filverePiaftre,infijnSchat-
ift gevonden, overleverde , dede hy hem terltond
j ter dood veroordeelen , feggende, datfulck een
groote fomme gelts , binnen iulck een korten tijt ,
I dat hy Caimaccan was geweeft , gewonnen , hem
bhjcks genoegh verftreckte , dat hy geen eerlijck
man was, en dat hydaeromme, bygevolgh, de
dood verdient had. Aldus wierden 'er terltondt x 1 v-
;efonden , die hem wel haeft het hooft van den En doo<Ic*
:llendigen toebrachten.
Soo groot was fijn na-yver, omtrent fijn on-
derdanen, maer noch grooter, die hy fijneygen
bloedt toedroegh , want zijnde, op den tocht na
1 Babyion , en beforght dat in fijn afzijn , de liefde ,
1 die een yeder fijn broeders , om hun uytfteecken-
de fchoonheydt en goetheydt toedroegh , hem in
fijn afwefen eenigh lcedt fou mogen vcroorfaec-
/ken, beval hy hen om te brengen, het welcke Xv*
i aen twee , namentliick Baiazeten Orcan , wierdt Amu"th
| uytgevoert , maer lbrahim , die na hem heerfch- KSdSÏ
te , wiert door de moeder bevvaert. doodcn.
In tegendeel , foo Itraf als hy fich teeens die
gene, die of fijn, of gonit, of mifnoegen ver-
dienden , toonde , foo voldoende was hy we-
derom tegens die gene , die hem behacghlijck wa-
ren. J n voegen dat hy fijneygen doch eer, zijnde
ahdan twaelf jaren oudt , aen fijn Cuoftelingh «te «dH*,
ten houwehjek beloofde, zijnde die eenloosh- tot fijn
man uyt Bofnia geboren en als Edel-jongen in ?u°fte-
.jfljn Hof opgevoedt. Engelijck de uyterfte gunft lmÊCn•
' der Vorften gewoon is , monfiers in geluck te
maccken, hy wierd tcraond Sele&ar Aga, dat is
Hoofc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Opkomft
van de
Scle&ar
Aga.
XVI II.
Verval van
Amuiath,
XIX.
Muftapha
de oude
Sultan .
4'ordt
vergeven.
400 Treurige Gefch'tedems van
Hooft over al de Edellingen gemaeckt, wien
ampt het is, des grooten Heeren fwaert te dragen!
met uy tauytinge van drie of vier andere , die voor
hem in waerdighey dt waren. Zijnde een iaeck ,
die men noyt voor henen gepleeght had , en die
geen kleyn mifnoegen en geen geringe klachten >
in het Serrail , veroorfaéckten en verweckten. Al
hoewel nudenaefte trap van defe waerdigheydt,
aemeenliick is, als Landt. vooght na Cairo en
Eeypten, wiens inkomften jaerhjeks, tot twee
hondert duyfentRijcksdaelderskomt, geionden
te worden, lbo wierdt hy evenwel daer henen
niet gefchickt , maer om hem in ftaet te «ellen ,
van fijn dochter te mogen trouwen, gat hyhem
het ampt van Capitano Bacha , foo veel als alge-
meen Zee-overfte, benerTens het heerlijck fa-
leys van ibraim Bacha , ftaende op de plaets , daerlw*
menyeder Vrydagh oeffeningh te paert heeft.
't Zy nu dat de ledighey t, waer in fich de Vorlt
be vandt , hem aenleydingh gaf , of dat de natuer-
li jeke drift van fijn natuer hem daer toe aenmaen-
de i foo ftrijdtbaer en befcheyden als delen Amu-
rath voorhenen was geweeft , foo verwijk, en
fuypachtigh wierd hy ten laetften, 't welck hem ,
eenPmanlr van Sciatica , of dgle fieckte op den ,
hals haelde, en oock daer toe bracht , dat hy lijn
ouden Oom Muftapha dede vergeven «. hoewel
dit eerder een belangh van Staet fou mogen ge-
noemt zijn , dewijl hy voor hemgeheerfchthad,
en milTchien wel weder eenige nieuwe onluft ïou ,
konnen veroorfaecken , hoewel de genoeghfaem
kintfehen ouderdom van dien Heer , hem van alle
vermoeden wet had behooren te bevrijden. Hy|.
danTgaf fich geheel over tot fijt . weUuften en on- .
gebonlentheden. OpdenPaefch-dagh , van dc .
ïureken , die fy Bayram noemen , bevand hy fich
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
■
Caimaccan. 401
in dc Mofchca of Tempel, alwaer hyfeydetc-
gcns de Seleó\ar Bacha , dat hy na den dienft , met
hem (oude komen middaghmalen , geüjck hy de»
de. Hy wilde oock, dat by hem , acn defdve
tafel , een Perfiaenfch Heer fou fitten , zijnde een
foon van eenen Emir Guione , een van de gt ootfte
van geheel Perfia , die hem de vvegh had gebaenc
om Revan weder te krijgen , en aen de welckc hy,
in lijn foon alle gunft betoonde. Dele aldus in
gunlt by den grooten Heer zijnde , deed een groo-
ten dienil aen fijn Vaderlandt, alfoo hy dc be-
geerte van denKeylerin fulckcr voegen fochtin
rc volgen , dat hy hem foodanigh tot veel drinc- x X«
ken bracht , dat het hem eyndelijck de doodt ver- Ammatli
oorfaeckte : want opdefemaeltijdt , gaende by f;"^^
trappen , van gemeene wijn , tot brandewijn, fon. doodt,
der fich te vergenoegen , met de wijn Mofcate
vanCandia, ofdefterckftc Malvefeyen, en wec-
kende den dorft metalderhande verweckende fpij-
fe op , o verlade hy in fülcker voegen fich fel ven ,
dat de natuerlijcke warmte , niet vermogens fulck
een mengel- moes te boven te komen, hy door
een geweldige koorts aengetaft wietdc ; die hem
binnen weynigh dagen , uyt het getal der levende
wechnam.
Geduerende fijn fieckte, deed hy fijn broeder
en moeder, menighmaelby fich ontbieden : maer
de Sultana , moeder van de een , en van den ander
(van wiens doodt hier na byfonderlijck gefprooc-
ken werdt) die nacht en dagh by fijn bedde was,
fcyde hem valt, dat fijn broeder niet kor.de ko-
men , alfoo hy niet minder kranck was ,als hy fel-
ve. Want fy vreefde, niet fonder grooteen ge- UJÜ
wichtige redenen , dat hy hem foudeom het le- Jgj bltt-
ven doen brengen , om dat fy hem menighmael, tegenfifn
in fijn grooefte gramfchap en raierny,over de dood brocdeis*
C c van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
402 Treurige Gefcbtedems van
van fijn kinderen had hooren feggen , dat hy fic
wcyniah dier aen Het gelegen zijn, wie, na lijn
doodtThec Ottomannifche gebiedt foubeftieren ,
nademael hy het fel ve fijn kinderen niet konde na-
laten. Gelijck hyalreets,fooals hiervoor gefeght
is, zijn twee andere broeders, Baiazeth en Orcan,
had uyt de wegh geholpen.
Aldus fchandelijckftierfdefen Amurath, inde
blom van fijndagen, zijnde by fijn leven, de han-
dighfte, dapperfte, en fchoonfte man van fijn ge-
biedt geweeftj bcquaem om de aldergroottte faec-
ken uyt te voeren , en van noch grooter verwach-
Lrfttr tinge- Voi ders van een uytfteeckende geeft, en
ArnuratK met fukk een diepe voorfichtigheyt begaeft, dat
hy niemandt anders raedt van nooden had , ais
alleen om fijn geweldige en driftige befluyten te
wederhouden , die hem van fijn grootemocdig-
heydt, enhaeftigegramfchap, menighmael ver-
xxiu. oorfaeckt en toegeblafen wierden. Eemgevoor-
s.jnwreet- beelden hiervan, fullen het getal van de rampla-
!;ey 1 °P lige alhier helpen vermeerderen. Het eerite lien
MÖuphti wy in de ongeluckige Mouphti Uflaim Eflendi j ,
SST' die hyfooSn.Godsdieniklijek alsgrammelije
fuftct . dede dnoden. Het andere in fijnoudtltelulter
gepiccghr. mocder haer beftraflpende over cewge min-
nerije , die fy al te ongebonden fcheen te volgen ,
wierdt van haer wat trotfelijck en ftoutelijck be-
jegent , het welcke degramfchap van haren broe-
der foodanigh gaende maeckte , dat hy haer, met ;
een ftockop het hooft , doodt ter aerden floten,
xxiv. Een darde fien wy in de fchoonfte van fi)n Sulta-
roor- „en en vrouwen , dewelcke , willende met hem
fteeckt fijn boertcn yets te voorfchijn bracht , het we.cK
VSi van hem opentlijck verboden was , dat hem
in iulcker voegen vergramde , dat ny naer
een ponjaert in de borft douwde , een faeck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Gaimaccan. 403
die fwaerlijck een naem kan gegeven wor-
den.
Eenige hebben gemeent , dat hy met de vallen-
de fieckte befmet was , gelijck men oordeelt , dat
veel Ottomannifche Keyfers , daer mede gcquelt ,
zijn geweeft. Maer de Genees meefters , lchn> 0*g,*;
ven die quale twee oorfaecken toe, dewelckebey- j<cn van
de machtighgenoegh zijn , een menfeh foodani- fijnqua-
gen fchricK aen te jagen , die een langen en 1 waren len»
indruck inde nature van eenigh menfeh kan maec-
ken. De eerfte is , dat fijnen Oom Multapha,
genoeghfaem aen het rafen gebracht , dooringe- XXVI
ven van den grooten Vifir Dauft (die verhoopte Sijn jy^j,
de kinderen van de Sultana , die hy getrouwt had- voor de
de, tot de heerfchappy te brengen) voorgeno- doodt»
men had , hem met fijn broeder te verwurgen.
Het welcke aireedts foo verre quam , dat defe
jongen Amurath, aireedts de pees van een boogh
om den hals had doch de ampt-licden van het
Serrail, op het fchrecuwen van het kindt toe-
loopende, onttrocken hem de aenlhende doodt.
Dit was fijn eerfte fchrick , waerlijck groot ge-
noegh om de geeft te ontltellen , en foodanigen
fwa: ighcydt tc veroorfaecken.
De tweede was , dat, zijnde in het Serrail , de ÏJiJJp
blixem op het bedde floegh, op het welcke hy fe„ te zijn
Hiep , die de lacckens , en fijn hemde in een oogen- van den
bliek tot aiïchc maeckte, en fijn eene zijde fvvart bl,xcm«
verfenghde , fonder hem vorder leedt aen te doen.
Sijn doodt baerde in het gemeene volck , en de
middel- flagh van fijn onderdanen , een groote
fmart, als die veyligh en vry van alle veidruc-
kinge , door dc ftrengheydt van fijn bevel-fchrif-
ten, en uytvoeringh van fijn rechtsplegingen,
leefden. Maer dedooten, de Spahis enlanit- ^
zaren , konden hun genoegen , daer over , fooda-
Cc 2 nigh
*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
404 Treurige Gefcbiedems van
xxvin. aigh niet ontveynfcn, of men kott genoeghfaem
Gcftaitc- mercken , dat de aenftaende gefchencken van den
DiS *oed nieuwen Keyfer , die fe , na gewoonte , te wach-
ten" na fijn ten hadden , genoeghfaem waren , om felfs fijn
doodt. gedachtenis uyt te wifTchen. Ivlaer dit fal van
defen Amurath en lijn heerlchappy genoeghge-
feght zijn.
K I O-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
405
K I O S E M,
Groot-Moeder <z>an
SULTAN MAHOMET,
en andere.
INHOUDT.
I.
T> Elangh van V Turc^fche Hof. I ï. Mahomet komt
-LJ tot de Throon. III. Oneenigheydt der twee /yeyjè-
r innen. IV. Spah 'is tegen de lanttXMren te velde. Y. Die
verflrojt voorden. VI. Trotfheydt der Iani tsaren.
VII. Georgc Ncbi doodt gefchoten. VIII. Ongere-
geltheydt van Beèlas Aga. I X. Het volcl^ oproerigh
tegenshem. X. Staus Bacha wordt Vtfir. XI. MiJ-
haeght de Iamtzaren. XII. Bedriegelijcke boojheydt
va» de oude Tyeyferinne. XIII. Oproer der Ianttz^tren.
XIV. Getrouwheydt van denViftr. XV. Het Serratl
tnberoerte. XVI. Oiitfleltenit van de ryeyjcrltjcke Moe-
der ett Sooh. X V 1 1. Ordcre tot btwarmgh van V Hof
ge/lelt. XVIII. Frees van den groot en Heer. XIX. Het
Serratl ver (ekert. XX. Treurighjchouwfpel. XXI. Ge-
vaerlijcks dwalmgc. XXII. De Sultan bewogen tegen
fijn Groot-Moeder. XXIII. 1 't Vonnis des doodt stegens
haergevelt. XXIV. Haer ellendige doot. XXV. Too-
ver-teeckenen by haer gevonden. XXVI. Haer begraef-
feniffe. XXV II. Mahomct s Bannier opvefleecken.
XXVIII. Vrrdeeltheytder fanitzaren. XXIX. Hart-
'■ neckigheydt van Beiïas. XXX. Bevel des lyey/crs aen
de lamtzaren. XX XI. Afval der IanitZMtm van
. Beclas. XXXII. Die verwurg ht wordt. XXXIII.
\ Vlucht van liul-Iiahia. XXXIV. Stjn Jchat ■?ravcn
i en gevonden. XXXV. Stfn doolt. XXXVI. " Vlucht
r vanl^araChtaoux. XXXVII. Sijndoodt.
Cc i XIII. Ge^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
I.
Bclanfch
Tan 't
Turckfche
Hof.
I L
Mahotnet
komt tot
den
Tliroon*
406 Treurige Gefcbiedenis van
XIII. Ge sc hiep en is.
E Hoven der Vorften zijn ge-
meenlijck foo vol van oneemg-
hedcn,als van dartel en vermaec-
kelijckheden ; de afgunft fit daer
op den alderhooghlien throon ,|
dewelcke meent dat de luyfterj
van een ander, de verdonckering van haer glants|
is. Defe na-y veringe werekt fom wijlen groote >
bitterheden, en verwoeftingen uyt , en doet Heli
niet felden de banden waffchen tn het bloedt , dat
het leven geeft aen die ons in den wegh is. Maer
ot in het algemeen de Hoven der Grootendeie
peft onderworpen zijn, het Turckfche in t by-
fonder weet daer van te fprcecken, daer Vader-
en Brocder-mooit , altoos vantijdt tot njdt heb-
ben in fwangh gegaen , ja menighmael moeten
dienen, tot verfeeckeringh van een waggelende
ftaet. Dus verre kan fich de nature vergeten ,
wanneer het ftaet en vermogen eelt. Ja noch
verder, wanneer niet een Vader , die de ltratneyt
fomwijlen wat eygender is, maer een Moeder,
haer moederlijcke drift vergeet , en alleen om
eefaeh te houden , foeckt te vernietigen , het geen
Syt haer voort gekomen is. Wy f"n hier een
Groot- Moeder tegen haer kindts kindt gekant ,
maer oock een Groot- Moeder , om haer trouvv-
loofheydt , geftrafc. Hoort , Lefer , en verwon-
dert u , over de kracht van Godts oordeelen , lens
onder de Barbaren. . c.
Na de doodt van Sultan Ibrahim , klom n;n
oudtftenfoon, Mahomet, als doe niet meer als
negen jarenoudt , op den Throon. Kiofem lijn
Groot-Moeder , geduerende de m^er-wig-
heydt , van den Keyfer , gaf men de beftienngh in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M. 407
handen-, een Vrouwe, door haer jaren en lange on-
dervindinge in Staets-faecken tot delen lalt O Ver
bequaem. Als dit nu aldus beitelt was, leydc
men den jongen Sultan , nadc Moiijuee of Tem-
pel Ejub , al waer men hem , na het gebruyek , het
] fwaert aengorde , en als Keyfer ia gevolgh uyt-
1% riep , dooraldeKonincknjcken, enLandvoogh-
dijen van het Ottomannifche Rijck.
Een geruymen tijde beliierde de oude Keyfe-
rinne het Rijck met volkomen gelagh, beftellen-
de alles na haer eygen welgevallen. Maer de
Moeder van den Keyfer , itellende fich gedue-
righhjck de doodt van haer man voor oogen , be-
goit te vreefen , dat defe loofe en doortrapte
Staets- vrouw , die 'er de oorfaeckvan was, wel
mede een toclegh op haren foon fou komen te
maecken, om door dien middel (foo foet is de
heerfchappy) voor altoos de beftiermgh in han-
den te houden. Dit miftrouwen maecktehaer
omfichtiger als na gewoonte , en wackcr toe-
kende op de veyligheydt en het leven van haer
foon de jonge Vorit. De kenmflè die fy h3d van
het ftaetgierigh hooghdravend gemoct , van defe { T u
oudeKeyïeiinne, en de nauwe verbintenis die fy Onccnit-
hieldt met de lanitzaven , die haren Man hadden hcydt det
gedoodt j vermeerderden met recht haer ver- gg*J"
moeden. Om nu haer in haer doen tegen te mij-
nen , en allbo dien doodelijcken flagh te weren,
maeckte fy een tegen-bandt met de Spahis, de
Bachas en de Beys , die in het Serrail waren op-
gebracht, en geducrighlijck tegen delanüzaren
ingefpannen zijn. Sy focht hen aen door brieven ,
en menighvuldige boodtfehappen , beklagende
fich tegens hen , over de dood van den Sultan ha-
ren Man , en de ongebondentheyt der lanitzaren.
Sy vertoonde hen met krachtige bcwijfen , hoe
Cc 4 wey-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4o8 Treurige Ge(cb\edenh VAti
weynigh ftaet men van haren foon , haer wettige
Vorft , maeckte : en voeghde daer by , dat , 't en
ware fy by tijdts op hun hoede waren , deoude
Keyferinne hem feeckerlijck en volkomentlijck
t'onderbrengen , en de naemenorderederSpahis
vernietigen loude. De Spahis van Afie wier-
den door defe tijdingh gaende ; en fulcks veel
waerfchijnelijckheydts hebbende , namen fy de
wapenen aen > en trocken recht opScutari, mec
een aenfienelijcke macht , aen } onder het beley c
Spahis i van Georgi Nebi : wanneer fy aldaer waren ,
tegen de eyfehten fy de hoofden , van die gene , die de
ïanitzaten werek-meefters van de doodt hunnes Keyfers wa-
tc velde, ren ^ te £ïct t jjcjt on(jer <je befchermingh van
de lanitzers ftonden , en door de Keyferinne , be-
ft ierfter, het hooft opgehouden wierden. Op
dit gerucht Morad Bacha> Groot Vifir, onder
de lanitzaren opgebracht , en diefe een byfondere
achtinge toedroegen , die mede beneffens hen ,
medeftander in de doodt van den Sul tan was ge-
weeft, komt met aller haeft van Conftancinopo-
len na Scutari , met een heyr , dat uy t lanitzaren ,
en fulcke als van fijnen aenhangh waren , beftont,
wel voorfien van gefchut en oorloghs-gereedt-
fchap , foo om aen te taften > als te verweren. Op
het naerderen van defe tweeoorloghs-machten ,
vielender eenigefchermutfelenvoor, tuflTchende
voor-troep van de Spahis en de Delis, die de Lijf-
wacht zijn, van den grooten Vifir , welck begin
hen fonder twijffel, tot een hooft-treffen fou
hebben gebracht, indien de Bewindt- hebbers van
de Recht- hoven van Natolia en Grieckenlandt ,
hen de ongoddelijckheydt , diefe , met het on-
derlingh verftorten van het Mufulmanifche bloer,
't welck hen foo forghvuldigh, tot vernietiging
der ongejoovigen ftondt te behouden , begingen ,
voor
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M. 409
voor oogen Hellende , fulcks niet hadden belet.
Sy voerden hen oock in gevolgh te gemoet , dat ,
indienfe onderlinge ecnigh gefchil hadden , fy
konden daer hun beklagh overdoen, menfoude
hen vreedfaem hoorcn, en volgens de wet, een
ycder rechtdoen.
Defe en meer andere redenen , maccktcn een
indruck in het gemoedt van Nebi en fijn andere
Spahis, en de geftaltcnis diefe aen hunvyanden
merckten van hen flagh te willen lcveré, deed hen
de ooren leenen tot verdragh. jvlacr het geen
hen byfonderlijck de moedtdcde verliefen , was
dat defe Rechtsvooghdenhen feyden , 'ten waer
fy weder na huys gingen , dat de groote Vifir
voorgenomen had , al hun Regifters en Maen-
lijlien te verbranden , en door het gantfche Key-
fernjck een Nefiraum, dat is een Bevel- brief, Die vci-
uyt naem van den Sultan en Mouphci, door de- ftr°yl
welcke yeder Turck , die boven de feventien ja- wordcn*
ren is, tot de wapenen op ontboden wordt ) te
doen verkondigen. Hier op fcheyden de Spahis
van fclfs, en vermeerderden door hun aftrecken
de trotsheydt en ongehondentheydt van de lanit-
zaren , en die van der felver aenhangh : maer
voornamentlijck van hun voorname Bevel-heb-
beren , de Be&as Aga , die in hooge achtingh by
de Keyferin was , de Kul-Kiahia, Stedehouder der
lamtzaren , en de Kara Chiaoux, medeftander van
Bectas Aga , en deed hen fich inbeelden, dat, vi.
hebbende de wapenen doen vallen, uyt handen Trot^,eyt
van dac volck, fy alleen volkomen meefters van zaJcn.3"""
het Rijck waren. Defe drie beftierden , zedert ,
alles na hun eygenwil en begeren : enbearbcy-
den heymelijck het verderf cn vernietigen der
Spahis, en voornamentlijck van defe , die den
naem van rijck of dapper hadden. En gelijck .
Cc 5 Ceor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
VII.
Ncbi
doodt
a j o Treurige Gefcbiedems van
GeorgiusNebi, van dit getal , envandeaenfiet.
Iiickfte onder hen was, gaven fy ordere aen deo>!
Baclia vanNatolia, om hem aen een kant te hel-
pen, gelijck hy oock gedaen heeft. Want dele- -.
Bacha , hem op feeckeren tijdt , in fijn wijck , van v
fijn volck afgefondert , betrapt hebbende , fchoot
hem met een finck-roer , of piftool , door de kop,
cn fondt fijn hooft na het Hof. : a
Defe daet verbitterde de Spahis m fulcker voe-
.Sten ge, datfy,inNatolia, verlcheyde heymehjcke
„cfchotcn. | > >fcy mftcn aenftelden , alwaer fybefloteo,
fich over de Ianitzaren te wreecken , en om fulcks
te beter uyt te voeren, trockenfe verfcheydene
Beys aen hun zijde, beneffens eenigeBachas van
Afia , en onder dele eenen Iplir Circalliaen van
ceboorte , maer in het Serrail opgevoedt, een dap-
per rijck en machtigh man. Sy , in gevolgh ,
[aften veel leger-plaetfen der Ianitzaren in Afia
aen, fnijdende de neus en armen af, al die hen
in handen quamen.
Aen de andere zijde BeftasAga, infijnStaec
oV"' verfeeckert, vergaderde vall rijekdommen met
gdiSjdt hoopen, endatdoorfchattingen, Roverijen, en
van Beitas anderre diergelijcke vonden. Hy deed tot Bel.
*ga- crade drie hondert duyfent afperen fiacn , die maer
een darden deel aen filver waerdigh waren , zijnde
de twee andere deelen niet als koper. Defe deed
hv uvtceven onder het handc-wereks volck , en
wercilieden, dringende anderen hc— voor
defe valfche munt te geven; tegen de pn) van
hondert en feltigh afpers voor een Hongerde
D Hef 'volck dat fonder fmerte dit verlies niet
konde dracen , begoft tot Conftantinopolen op
Kn tegkomeng, beginnende «^jgj»
de Zadeimaeckers , en die liep foo fchierhjck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O ü E M. 411
<f/oort) dat in eenoogenblick dcgeheelcStadtin
oproer was. Maerha grootlie gewelt,gefchie-
in de wijck van de Jvlouphti. Sy dwongen
hem met deSeigte, of Prediker van den giooten
*Heer, en de Nakib Liref, of Hooft van het ge-
lacht van Mahomet, met hen na hetSerraü te
gaen. Soo haeti waren fy daer niet , of fy bego- 1 X.
Iten met groot getier , hun klachten te doen , oproer"
:felfs aen de poo; t van de woningh van den groo- tc^ns'8 '
isten Heer. De Capi Agafi, Soliman Aga, enfan»
Kurzier Aga , eerfte geincdeceoverde vrouwen,
rieden den grooien Heer , fich van fulck een
goede gelegentheydt , om Be&as en fijn mede-
landers t'onder te brengen , te dienen. Maer
de vrees, en al te veclomfichtigheydrs , was de
oorfaeck , die dit voornemen verhinderde. Men
oordeelde alleenigh dienftigh te zijn , om defe ge-
terghde menighte te ftillen, hetampt vaneerite
Vitïr Melek , Achmet Bacha , af te nemen , hoe-
wel hy t'eenemaelde lanitzarentoegedaen enge-
icgen was. Dit wierdt foo terüondt gedaen ,
n het zegel, hem ontnomen, itelde men in handen
van de Siaus Bacha, een man van moed en dappere
uytvoerinpe.
Dele nieuwe Vifir beforght voor fijn eer , en x.
ijn Vorft en Heer ten alderhooghfte genegen , jjjjjj
oeghde fich terftondt , om de ongebondentheydt JJSvifiii
an Bestas te dwingen , en fijnen aenhanck te ver-
lengen , uyt vreeie dat hem het felve mocht ge-
eut en , dat Murat Bacha gebeurt was , die eeni-
gen tijdt voorheen eerfte Vifir was geweeft, en
" et leven had moeten laten, om dat hy niet met
eótas wilde gevoelen, 'een ware hy naGricc-
kenlandc gevlucht was. Als de faecken aldus
J Verwart ftonden , hielden de lanitzaren de wacht
op de ftraten, en lieten felfs geen twee Borgeren
by
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X I.
Mifhaeght
de Ianit-
zaïco.
XII.
Bed lieg h-
lijckc
boofheyt
van de
Oude
Keyfcrin.
412 Treurige Gefcbtedenis van
by een , foo feer waren fy , voor eenige hey me#
lijeke by-een-komften beducht , waer in fy hutff
gedachten en voornemens mochten openbaren!
Men ftelde verfcheyde handt wereks- lieden geJ
vangen , die men geloofde de oorfaeck van defia
Jaeclte onordere geweeft te zijn , en dat fondei
laft van den nieuwen Vifir. Het Hof felve was
in geen gerufter ftaet, het had mede fijn verdey-i
lingen , en de vrienden van den Sultan arbeydenj^
om fich te ontflaen van de wederfpannige Hoof-I^
den der lanitzaren. De Stedehouder van de BalJI?
tagis, ofte Bijl-dragers, foudedes anderen daeghsif >
's morgens , den Kul-chiachia , foo als hy , na ge-l
woontcj na den Divan quam, ontmoeten , enl
dooden. Het welcke hy fou hebben uyt-ge.1
wracht, 'ten ware de oude Keyferinne , die van #t
de ftrijdigen aenhangh was , hem , door dreyge- m
menten , van meeninge had doen veranderen. De i|
twee Keyferinnen waren feer op malkander gebe- 8
ten, de jonge, om het gefagh van haren foon ttaen-
de te houden, en de oude, om haer eygen te be-
waren- de vervverringe indeStadt meer en meer
toenemende.
De verkiefinge van den Siaus Bacha behaegh-
de de lanitzaren geenfints , om datfe wel wiften ,
dat hy van haer aenhangh niet was. Ondertuf-
fchen , dewijl de faecken in dien ftaet ftonden ,
deden fy al wat fy konden, om hem door fchoone
beloften tot haer te trecken.
De Oude Sultana van haer zijde onderrechte
Be&as , van al dat'er in het Serrail ommeginck ,
en fchreef hem , dat de Jonge Keyferin oorfaeck
van al defen onruft was ; dat het noodigh was ,
om al defe onorderen voor te komen, dat men den
Sultan Mahomet affette, en fijn broeder Soly-
man, in fijn plaets ftelde, die t'eenemael onder
haer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
m
BIC'
K I O S E M. 413
cr vooghdy foude ftaen. Hier voeghdefe noch
y , d3t Soliman wel gemaeckt was , ïterek na fi j-
e Jaren , en vol van Majëftey t en van een acht-
aer aenfien , daer Mahomet in tegendeel,
'wackelijck , ongefont , en , in een woordt , on-
:hickelijck voor de Kroon en het Ri jek was.
Als Be&as defen brief gelefen hadde, Ieyde hy
en vergaderingh , tot Orta-giami , de Mofquce
'er Ianitzarcn , om raedt te plegen • daer men
nenighte van Krijghs-lieden en wet-geleerden
^ndt, die onder hen degeeftelijcke facckenbe-
brgen , de een uyt genegentheyt tot hunnen aen-
angh, en de andere, om dat fy des felfs macht
vreefden. Alleen d'eerften Vifir liet lich daer
liet vinden. Evenwel lieten fy hem verfoecken,
>m aldaer te komen , hopende hem tot hun be-
langh te fullen konnen trecken , of fich van hem
ontflaen , indien hy fich by hen niet wilde vervoe-
gen. Het was aireets twee uren na Sonnen onder-
»angh , wanneer fy hem dit verfoeck deden , en
ilhoewel hetontijdigh was, en het een grooten
'Vifir niet betaemde by yemant anders te gacn als
'ïjn Heer en Meefter, oordeelde hy evenwel ,dac
iy in dien ftant van faecken , molt ontveynfen , en
felfs tot nadeel van fijn ampt en moet fich dar-
waerts aen begeven. Hy vertrock dan van fij-
nent met feer weynigh gevolgh , en het eerfte dat
hem al gaende ontmoete , was een wacht van tien x 1 1 1.
duyfent Janitzaren , met het roer op de fchouder , Oproer *
en lont, aen beydeeynden brandende, indehant. dcr Ianit'
Defe ontmoetinge maeckte hem in'c eerft feerzaren'
verbaeft, en hy ftont al in bcdenckinge, of hy we.
derom wilde keeren. Jvlaer als hy weder by fich
:felven gekomen was , en fich nader bedacht had ,
•befloot hy voort te gaen , en fijn wegh ce vervol-
gen. Als hy nu in de JMofquee gekomen was ,
quam
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ai l Treurige Gefcb'tedenh van
quam hem Beftas niet eens in het gemoet . , hy gi
2oeghdcfich,vol trotfheydt, eenBevel-hebbef
hem to^te fenden, om defe eer- plicht by hem al-
te leien. Al-hoewel het grootmoedigh hart
van den Vifir defe verachtinge qualijck konde ver*
draden, liet hy evenwei fulcks niet blijcken , ei»
gaende voort , met ontveynfen, gelijck hy alree
de begonnen had , naérderde Beftas , die ter nau \
wer noot oprees , om hem te groeten. Hy iett|
hem evenwel aen fijn flincker hant , hetwelckdf
plaets van eer is bydcKrijghs-hedén onderhen |
als zijnde de zijde daer hun f waert hanght.
Als hynugefeténwas, feydèhyhem, datfy|
om verfcheyde faecken vergadert waren , en dan:
het voor eerfli van nóoden Was , den Sultan at tö
fetten, en Soliman in fijn plaets te ftellen : dasfc
men in gevólgé de ordere van het Serrail molki
veranderen , en al hoe wel men gewoon was, jaer ;
lijcks, kinderen van verfcheyde vólckerenby een
tevereaderén , totdienft van den gröoten Heer *
dat men, van doe vóortaen niemandt föüde toelaj
ten , als die kindéren van lanitzaren waren. Urt
Vifir ftondt in *t eerfte toe , al het genei:
Beaasvoorfloegh, en verfeeckerde hen, fweej-
rende op den Alcoran , en fchrickélijcke Éeders,
teeensfich, en fijn geheel hüyfgêfin doende p*.
dien hy fijn wóórden te kort dedé , hen té die-ï'
nen met alle genegentheydr enal fijn vermocenf
Dit voldede Beftas foódanigh , dat hy begoft ta
gelooven,datmen fich feeckerlijck op hem foi
mogen vertrouwen, en dat hy waérlijck,aenhut
belangen vaft waer , invoegen , dat , foo ten ïnliei
van defe aénmerekihge , als op vertrouwen vau
fijneyeen macht, en hét weynigh vermogen da*
hy in den Vifir fagh , óm hem te hinderen, hy oor*
lof van hem nam, breètkëndé alfoo fijn Kalab*
Divan r'
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Np
W
u
K i
S E M.
415
851
Divan , of verwarden raedt af. Maer Chiachia
Bey , of de algemeene Stede- houder der Janitza-
ren, befchuldighden Bettas feer, om dachyden
Vifir foo uyt fijn handen had iaten gaen • hem te-
genvoerende , dac hy qualijck had gedaen, den
vogel alfoo uyt de koye te laten j en delen menfch
niet het hooft op fijn ichouderen henen «^aen , die
hen binnen korten tijdt het hunne benemen fou,
en meer andere redenen meer. Maer Be&as
fpotte met hunne redenen , hen leggende , dat fy
fpraecken als lieden , die geen hart hadden , en die
hun eygene kochten niet kennen, dat 'er foo vvey-
nigh tijdts tuflTchen toen en morgen was , dat , in-
dien den Vifir fijnwoort nietnaquam, hy even-
wel in geen ftaet konde zijn, om hen tegen te
ftaen , ofte hinderen , hebbende noeh macht noch
raedt.
Maer de Vifir had heel andere gedachten. Soo G*r' J[* .
haeft als hy fich in vryheyt fagh , begaf hy fich na h«t ^
't Serrail, alleen met twee Pei fonen verzelt, danc- den vilïi.
kende Godt van herten , die hem uyt fulck een
blijckelijck gevaer had verloft. Als hy nu aen de
Yfcre-poort gekomen was, met meeninge om
door den Hof te gaen , ftondt hy verbaeft , de fel-
ve open te vinden , heel anders als de gewoonte
was , hy vraeghde daer van de redenen aen de Bo-
ftanges of Thuyn- lieden , die hem niet anders fey-
den, als dat fulcks gefchiede , door ordereen laft
van de oude Sultane of Keyferin > dewelcke , ge-
lijck als bleeck uyc het gevolgh , haer vertrouwe-
lingen verwachte , die haer dien felvcn nacht lou-
den vervoeren , in een feeckere plaets bren-
gen. Soo haeft als de Vifir was binnen gegaen f
begaf hy fich , fonder gerucht te maecken , in de
woningh van den Sultan , en ontmoete t'allen ge-
luck > onderwegen , Kutzlir Agafi, Soliman Aga,
Hooft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefcbiedems van
Hooft van <ie gefnedenen in't Vrouvven-geti
mer, die de ronde dede, rondtsom dewoningi
van de oude Keyferinne. Defe kende terftondl
den Vifir aen fijn ftem,en was wel verwondert J
hem aldaer op fulck een uer te fien. Maer wan J
neer hy hem had gefeght, in wat ftaet de faeckenl
ftonden , bedanckte hy hem , voor de forge die hyi
gedragen had , en prees fijn wackerheydt ; voe-|
gende hier by , dat hy had gemerckt , dat de oude!
Sultane, noch niet te bedde was , endatfefich-
vermaeckte met haer gefnedene en vrouwen , ml
danfTen en fingen , onder het fpelen van fnaren-
foei, daer fy anders gewoon was, twee uren na
Son, of in de nacht, gelijck men daer reeckent,
te bedde te gaen. Waer over fy , na eenige wey-
nige onderhandelinge , namentlijck hy de Vifir
Soliman Aga, en eenige gemeden vandenKey-
fer , te famen , na de woninge van de oude Sultane
gingen , alwaer willende met gewelt ingaen, ly
doo°r hare ontmanden te rugge gehouden wierden.
Maer Soliman Aga, een moedigh en dapper man,
niet konnende verdragen, dat men hem den in-
x v. ganck ontfeyde , gaf een wonde met fijn dolck of
Het serrail • ard ? in het aengefichtvan den Bacha Ka-
an beroer- r Qglarj grQOt Kamerlingh van de Sultane, in
gevolgh van het welcke de ontmanden , die hem
volenden , met een woede indrongen , hebbende
denDdolck in de handt, drijvende al de gefnedene
ofte ontmanden, van de Sultane, op de vlucht.
Invoegen fy alleen in de kamer bleef ; daer fy ge-
ilek wierdt onder de bewaringe van de ontman-
den des Keyiers. De andere ontmanden, van de
Keyferin , die gevlucht waren , willende uyt het
Serrail loopen , vonden door ordere van Soliman
Aga , de poort gefloten , en wierden foo vaft ge.
houden , met ai de Bevel-hebberen, en foo in
een
et-
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M. 417
een verfeeckerde plaets gebracht. Dcfen handel
gefchiede met foo weynigh geruchts , dat het ge-
ler daer van niet eens in het gedeelte des Keyfers
quam , hoewel het niet verre van daer was. Als
dit nu alles foogeluckighlijck uytgevoert wierd,
gingen de Vifir en Soliman Aga te famen naerde
jonge Sultane , daer fy te bedde lagh. Sy open-
den de deur fachtelijck een weymgh,en gaven een
teecken aen de vrouwen die hem bewaerden, van
niet te feggen , hun wijfende, door teeckenen,
dat men de jonge Keyferin moft opwecken. Want
het is de wijfe van het Hof des Turckfchen Key-
fers , door teeckenen te fpreecken, om gerucht te
fchouwen, en gelijck of fulcks yetszedighs en
deftighs met fich bracht 5 zijnde het volck te
Hoof, foodanigh gewoon , door teeckenen met
malkander te fpreecken ; dat fy , op defe wijfe,
malkanderen geheele geichiedeniflèn konnen ver-
tellen , fonder een woordt te fpreecken. Ter-
ftondt defe Vrouwen , krou wende haer foeteli jek
de voeten , maeckten haer wacker , en feyden
haer, dat Soliman Aga haer wilde fpreecken.
Sy lichte fich uyt den bedde, een weynigh ver-
baeft, om te weten wat hy haer wilde feggen-
nauwelijcks had hy begonnen haer te vertellen ,
wat 'er ommegingh , of fy wierdt foodanigh
vei fchrickt, dat, niet raachtigh, binnen den boord
van befadightheydt te blijven, fy alsontfinnigh XVL
begolt t§ loopen , roepende om haer foon , die omftelie-
mede in de kamer fliep , en hem omhelfende , fey- "»s van d«
de : O mijn foon , wy zijn doodt. De grooten
Heer , die in der daedt maer een kint was , begoft moeder e»
mede te fchreyen , en werpende fich voor de foon.
voeten van Soliman Aga , fey de hem : La La
KjiBara Bent , Mijn Opliender behoedt my. Op
defe woorden , kon Soliman niet laten tranen te
D d ftor*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4 1 g lituvge Gefchiedems van
ftortcn: en nemende hem in de armen, de Viurl
en hy , vertrooften moeder en kindt foo veel $
als fy mochten, hen verfeeckerende , dat fe eer- f
der duyfent dooden fouden fterven, als toela- i
ten» dat hen eenigh leed fou overkomen hier$
mede leyden fy hen, op het licht van eenige
toortfen, die de vrouwen droegen, na de Hozada ,
een kamer , daerfich, gemeenlijck , de voor-
naemfte Ampt-lieden van het Hof onthouden.
Sy , die de wacht in die kamer hadden , waren ver-
baeft over dit licht , en uytgaende na de zijde
van waer het felve quam , wierdens noch te meer-
der , fiende dat het de grooten Heer was ;
het welcke hen met haeft, weder na hun mac-
kers deed keeren , om hen op te wecken , en
fich in hun ftandt te doen ftellen. De groo-
ten Heer wierdt terftondt op een Throon geitelr ,
die altoos in defelve kamer is, al waer deAmpte-
naren , die veertigh in het getal zijn, fich ootmoe-
diehlijck hem quamen aenbieden , hem leer ge-
dienftelijck biddende, hen te willen feggen, ot
hy eelegentheydt hadde, hen in fijn dienlt te
eebruycken , en hun moet en trouwe te beproe-
ven, op het welcke SolimanAga, hen tot ant-
woordt gaf: Hydie het broodt van den groeten Heer
eet, moet fich onjchendtbaer aen fijn dienfl houden.
Wy hebben tot kier en toe verdragen, dat de verraders
Sultan lbrahim hebben gedoodt ; nu willen fy onsoocl^
deren mt de handen nemen. Het fiaet aen u-htdeti ,
die fijn voornaemfie dienaren qjt9 hem dêKtrtocK "
hulp te lippen, enhembytefiaen, fooveelalsghyver-
W^iemfi MuftaphaBacha, Hooftman vandefe
kame? , en hy die het fwaert van den grooten
Heer draeght , een man ftout als een Leeuw , en
vau een onver winnclijcke moed , die al over langh
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O $ E M. 419
hid gehoort , van het quact voornemen , van de
oude Sultane , antwoorde terftont hier op : Groo-
ten Meefter , ftelt u geruft , ghy fult op morgen
believet Godt , de hoofden van u vyanden , voor
u voeten, ficn. De grootcn Vifk en de andere,
een oogenblick fich beraetflaeght hebbende, en
de dringende noot geen langh vertreck lijdende,
begotten te handelen ycderVan fijn zijde. Hec
eerfte dat fy deden , was papier en mót te doen ko-
men , en den grooten Heer een Bevel-brief te
doen teeckenen , om Boftangis Bacha in verfeec- XV IL
keringh te nemen , als een verrader , om dat hy by Ordere
nacht de poort van de Hoven had open gelaten , "„g^n
het geen oock aenftondts gefchiede. Men gaf «t Hof
fijn ampt aen een ander , dewelcke den eedt van geftelt*
getrouwigheydt gedaen hebbende , defelve, uyc
naem van den grooten Heer, aen al de Hoveniers
dede doen , die wel vijf hondert in het getal wa-
ren , dewelcke hy ftelde , tot bewaringh van dc
poorten, en op de mueren van den Hof. Men
deed oock in gevolge de Ichoglans of Adel-
jongers van den grooten Heer komen, en opdat
fulcks fonder gerucht en onorden mocht toe-
gaen, ginck men terltondt na de kamer V3n den
Capa Aga , die , uyt kracht van fijn ampt , gefagh
heeft over al de jonckheydt van het Serraü , en
kloppen foetelijck aen fijnveynfter. De wach-
ters vraeehden wat 'er was, men antwoor-
de , datfe den Capa Aga fouden wacker maecken ,
en dat hy hen quam fpreecken aen de veynfter.
De Capa Aga, al eer hy daer quam, wilde eerft
weten, wie hem fpreecken wilde. Menfeyde
hem, het was de Vifirende Kuflir Aga: waerop
hy antwoorde , dat hy niet wel te pas was , en dae
hy niet konde opftaen, en dat men hem door de
veynfters fou laten weten , wat men van hem be-
Dd 2 geerde,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
42o Treurige Gefchiedenis van
geerde, het wclckt hen genootfaeckte , hem ge-
noeg hfaem toe te roepen • Wy belaften u , uyt na-
me van den grooten Heer, terftont al delcho-
glans te doen voor den dagh komen , die in 'c
Serrailzijn, om een faeck van het hooghftebe-
hngh. Hy evenwel gehoorfaemde daerom niet,
het welcke hen deed gelooven , dat hy van de t'fa-
menfweringh was j hoewel de waerheyt was , dat
hy, zijnde een man van tnegentigh jaer , en niet
feer gefont, wercks gt noegh had fich te bewegen.
Soliman Aga , fiende dat hy fich niet in ftaet ttelde
van te gehoorfamen , riep hem voor de tweede
mael toe , foo har t als hy konde. *Aga doetfonder
vertoeven de Jchoglans opfiaen, men wil ons dengroo-
ttn Heer ontvoeren. Maer hy bleef foo als hy was,
cn antwoorde , dat hy fulcks niet fou doen , voor
hy fagh een bevel van den Sultan. Op het ge-
ruchtvan dit kibbelen over en weder , ontwaeck-
ten de huyfgenooten vandenCapa Aga, en heb-
bende verftaen , dat het om het leven van den
Vorft te doen was , gingen fonder bevel en ordere
kloppen aen de poorten van de groote en kleyne
kamers der Ichoglans.
De Wccker felfs gingh na de grootlte kamer
toe, en quam daer in omtrent ten vijf uren na Son.
Als hy in het midden van de kamer was , die tach-
tentigh fchreden lenghte uytbracht , begoft hy ,
foo veel als hy konde , fijn handen tegens malkan-
der te flaen, hoewel het een groote mifdaedt is,
foo veel eeruchts des nachts in het Serrail te ma-
ken. Op dit gerucht warender eenige verbaeft ,
niet wetende wat fulcks bedieden mocht : Sy
vraeghden wat *er gaens was. Waer op de Wec-
ker antwoorde , fiaende noch ftercker met lijn
handen, als te voren : Staetop, mentsgereedty om
K I O S E M. 421
was terftondt een yeder op de been, en daer mocht
ghy hebben gefien defe Jchoglans, in het getal
van fes hondert , onder malkander loopen , de
eene fonder kleederen , de ander half gekleedt en
fonder wapenen,en de meeftc om fich te verfchuy-
len i mecnende dat de lanitzaren alreedts meefter
waren van het Serrail. Terwijl fy in defe ver-
baeltheydt waren , komt 'er een wacht vanfwarte
en witte ontmande, die hen weder moedt aen-
fpraecken, en belaften fich te wapenen, fooals
fy konden , en daer te blijven tot nader laft. De
andere kamers van de Ichoglans , en andere Amp-
tenaren , waren in defelve ver werringe , maer men
moedighde die geliick de eertte, met laft fich te
wapenen , met fulcksals fy konden.
Geduerende al defen ti)dt , was de grooten
Heer niet te trooften , vreelende altoos , dat men XVUL
hem doodenfou , gelijckmen fijn Vader had ge- Vrccsvan
daen. Maer Muftapha Bacha , fijn Swaerc- den groo«
drager , hem by de handt nemende , en hem al fijn *n Heer.
volck in wapenen toonende , vaerdigh om voor
hem te fterven , gaf hem daer mede een nieuwe
moedt. Onder dies , ontftont 'er een faeck , die
de ontfteltenis algemeen maeckte : want een van
defe jonge gefellen , fiende den grooten Heer,
voorbyfijnveynftergaen, bcgoftmet luyder ke-
len te roepen : Godtgeve duyfentjaer levens aen onfen
Kjyfer. Daer op de andere antwoorden *AUaha
Allaba , dat een krijghs-geroep onder de Turcken
is , het welckcineenoogenblick, tot aen deafge-
legentfte plaetfen van het Serrail voortgaende,
de Confijtuerders,de Keucken-dienaers, de Valc-
keniers , Bijl-dragers , en verfcheyde anderen , de
wapenen deed aennemen.
Maer de faecken waren aldus gelegen , niet al-
leen binnen het Serrail , maer men ginck oock
Dd j dact
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
422 Treurige Gefchiedents van
daer buyten , me: defelve yver te werck. De
Vifir had lalt gegeven , aen al de Bachas , Beigler-
begs>en voorts alle fijn vrienden» fich, Tonder ver-
toe vet^in het Serrail te laten vinden» met foo veel
volcks , als fy by een konden krijgen ; en dat fe
voor drie dagen fpijfe met fich foudcn brengen 9
het welcke hy hencrnftelijck, op verbeurte van
het leven , belafte. In minder als niet , was de
toeloop van volck foo groot , dat al de Hoven
van het Serrail, al de Buy ten- hoven en aldeftra-
tcn rontfomme vol van gewapende waren. Van
Galata en Tophana quamen menighte van Barc-
ken , geladen met buspoeder , en andere nootfaec-
kelijckheden. Invoegen dat op het aenbreecken
van den dagh , men op de ftraten een gantfch leger
te voet en te paerde fagh , en op Zee foo veel vaer-
tuygh en Galeven » dat fulcks genoeg h was , om
TIK», de lanitzaren de fchrick aen te jagen ; dewelcke
He* serrtH <j* tijdingh van al defen toeftel vcrftaen hebben-
yoickett. ^ en gen(je VJn alle kanten, het volck toeloo*
pen , om hunnen Heer te befehermen , oordeel-
den , dat het tijdt was , om op hun faecken te let-
ten. Tot dien eynde, deden fy een groote me-
nighte Albanoyfcn , Griecken, en andere Chrifte-
nen inde wapenen komen : Hengelt ,beneflfens
de eer tij telen , en voor- rechten van lanitzaren
aenbiedende , 00c k hen belovende, datfe hen van
den Harach , of hooft-gelt, dat de Chriftenen
gemeenlijck betalen , fouden verloflen. Het
welck foo veel vermogen op hen hadde , dat het
meefte gedeelte de wapenen aennemende , het fich
liet aenüen , dat Hof en Stade een rafende Borger-
lijcken oorlogh gingh aenvangen.
Alle dingen öndertuflehen waren in goede qr*
dere, binnen het Serrail, en wanneer de Morgen-
gebeden waren gedaen, fonden deBaltagis, of
Bijl-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M. 42$
I Bijl-dragers wachten, aen dele hoglans, om hen
tefeggen, datfe fich by hen wilden vervoegen,
om te Tarnen na de kamer van den grootcn Heer tc
gaen. De Baltagis waren omtrent |twee hon-
dert in hec getal, feer dapper en wei gemoedt.
' Wanneer fy nu mer de Jchoglans aen de deur van
de kamer quamen , wierd hen den inganck eewey-
gert , door een ontmande , die daer de mceftervan -
en feer vaft aen de belangen van de oude Koningin,
was. Dele feyde hen, dat fy wel moetwilligh
waren , komende in fulck een geftalte in des Key-
fers kamer 2 hen met eenen belaftende fich te ver-
trecken. V/aerop fy alle eenftemmigh antwoor-
den, dat fy fijn Majefteyt wilden fpreecken, en
begeerden,dat men de oude Sultane , als een vyan-
dinne van den Keyfer , en Godtsdienft van Ma-
homet, dede fterven. Het welcke defen Amp-
tenaer , die op fijn gefagh ltondt, in fulcker voe-
gen vertoornde , dat hy hen handelde , als oproe-
rige en wederfpannige , feggende: Wat hebt ghy-
litden met de Sultane te doen , fijt gby -lieden wel waer-
digh den mondt te openen , om ten eenigb woordt tegtns
baer te fpreecken ? Maer als hy dele woorden en
meer andere, van de rouwftenadruck,dickmael
herhaelde , was 'er een van den hoop, die uytriep :
Doodt dien fcbelm , want hy is een vyandt van 't Geloof
gtlijck. de andere. Maer terwijl een van hen-lieden
de handt ophief , om hem te fiaen • ontvluchte hy
hen inden Hof, maer zijnde aldaer vervolght en
achter haelt , fou hy daer terftondc het leven heb-
ben gelaten , indien hy met gewelt van bidden
niet verkregen had, van fich te werpen voorde
voeten vancien grooten Heer , eer hy ftierf. Hy
dan had foo haefteenzegtl , en de fieutel van een »chou J_
verborgen ichat den Sultan met in handen geftelt , fpd,
als een van de Baltagis, geheeten Jalehe Saferli ,
Dd 4 hem,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
424* Treurige. Gefchiedenis van
hem 9 met fijn bijl, de kop van een kloofde, foo
als hy bcgoft fich fel ven te verfchopnen. Defe
eerfte flagh was foo haeft niet gegeven , of de an- 4
dere vielen oock op hem en hieuwen hem in '
ftucken met hun fabels. Defe foo fchierlijcke en
geweldige daedt maeckte fulck een fchrick ei
vrees, in het gemoedt van de andere Amptenaren,
die het eenighfints met de oude Koningin hiel-
den , dat fy wel verbonden, dat het hen alder-
beft was te veynfen. De jongen Sultan felver
die het bloedt en het breyn van defen ellendige
op het fchoone huys-raet en koftelijcke tapij-
ten had gefien fpringen , en niet wift de goede
meeningh van fijn dienaren, kond fich niet be-
dwingen vaneen grooten fchreeuw te geven, en
den Salihar, die hem in fijn armen had , meer als
voorheen te vatten. Maer fijn fchrick en tranen
hielden op , als men dit bloedigh lichaem , van fijn
oogen had wech genomen , en hem vertoont , dac
dit was een oiferhandc van liefde engenegent-
heydt, die fijn getrouwe dienaren hem deden.
OndertuiTchen de nieuwe Mouphti , Kenan Ba-
cha , een van de V ifirs van den Raedt , en B.dy-
zade Efiendi , die voorheen Hooft van het ge-
recht was geweeft , en de Spahis feer genegen
was, inkomende in des Keyfers kamer, waren
feer verbaeft , foo veel onordere > en foo weynigh
eerbiedigheydt aldaer te fien , d'een fpreecken-
de Georgiaens , d'andcr Mingreliaenfch , Bof-
nieens , Albaenfch , Turckfch en Icaliaens , en
wiften der hal ven niet , waer te beginnen , om met
order e in een faeck van fulck een belangh te han-
delen* De Mouphti en eenige andere waren van
rade , dat men de oude Sultane foo lichtelijck niet
molt veroordeelen , dat men de faeck met ge-
mack moft onderfoecken , of men mhTchien te
gelijck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M. 425
gelijck haer leven konde bewaren, enhetgefagh
van den Sultan behouden. Maer de andere die
geen uytftel konden velen , feyden eenftemmigh ,
dat men haer op ftaende voet moft ver wijfen, ion-
der langer beraedt te nemen , tennunlten, indien
hy felf niet wilde voor een van haer medeftanders
gehouden zijn.
Terwijl de faecken aldus in het Serrail non-
den, kreegh de jonge Keyferinne bericht , dat 'er
een gevecht op de liraet was geweeft; en gelijck
fy de uytkomtt daer van niet wilt, vreefde fydat
Be&as de doodt van de oude Sultane fou foecken
tewreecken, indien delaniczaren voordeelhad-
den. Sy dan deckte fich met een deck-kleedt , en
begaf fich na des Konincks kamer, omtefiende
beroerte teltillen. Inkomende, feyde fy over-
luydt , tegen de gene die daer verfamelt waren :
ls dit de eerbiedigheydt , die ghy uwen opperften Heer
toedraeght f kent ghy de plaetswel daer ghy ijjt ? wat
vraeght ghv na eeu vrouw , en waerommoeytghyumtt
de faecken van den groeten Heer? Daerwarender
vele die meenden m rn tcerlte, dat dit een loof-
heydt was van de jonge Sultane, omdewerelt te
doen gelooven, dat fy de oude focht dienft te
doen , eerder als haer in eeniger maniere te hin-
deren : hoewel fulcks waerlijck haermeeninge
niet was. Dit macckte dat defe jonge Edellin-
gen , meerder als te voren , de Mouphii aendron-
gen, om de Fefta, of het vonnis desdoodrs te-
gens haer te vellen. Maer een van defelve , mee-
nende, dat defe bedeckte vrouwe, de oude Sul-
tane felfs wel fbu mogen wefen , begoft luyd uyt dwaling,
te roepen", Siet daer is fe die ghy begeert , fy is in u han-
dtn , wreeckt u van haer , en Jlraft haer mifdaden.
Waer op , als eenige van hen , haer wilden aen~
taften , liep fy vaerdighlijck na haren foon toe , en
Ddv5 wierp
XXI.
Gevaec-
lijckc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXII,
De Sultan
fcewogen
ee gen fijn
<koot-
Moeder,
XXIII.
•t Vonnis
tegen haer
gcvelt.
42(5 Treurige Gefchïedenis van
wierp fich voor fijn voeten, en feyde, hemotn-
helfende : Neen, neen, ickben de oude Sultane niet ,
ickben de Moeder van fijn Majefleyt. En droogen-
de met haer neusdoeckde tranen, die dit droevigh
voorwerpfel hem uyt de oogen geparft had , af.
Dcde fy hen teecken van fich te vertrecken , het
welcke terftondt de drift van die gene, die haer
voor henen hadden willen deren , ter neder fette.
De Mouphti ondertuflehen, die wel fagh, met
wat driftigheydt > dit oproerigh volck aengingn ,
en dat het onmogelijck was, hen in een faeck,
die fe foo vierighlijck begeerden , tegen te ftaen ,
fonder fich in gevaer van het leven te verliefea , te
ftellen • gelijck hy wel had geraerekt , aen eemge
woorden, die de oude KenanBach3 met den Vi-
fir had gevoert, verfocht hy de gantfehc verga*
deringh te fwijgen5 en nadat hyeenigen korten
tijdt , met de voornaemfte Staets-dienaers gefpro-
ken hid, wierdt 'er befloten , dat men feer onder-
danighlijck, fijn Majefteyt fou verf oe eken , het
vonnis van haer doodt toe te ftaen , het welcke
op defe wijfehem wierdt voorgedragen : Heert
Godts wille is, dat ghy u Groote-Moeder , in handen
van het Gerecht fielt , indien ghy begeert het volck te
vreden te fleüen. Een \ltyn quaet is mingevaerli/ck.,
als een groot , en hier is geen ander middel , foo het
Godt belieft , het eynde fal geluckjgh ^«. Zijnde
pen en inft voortgebracht, fchreef de Mouphti
het vonnis , dat de grooten Heer teeckende. Het
hieldt in , dat de oude Keyferin fou gewurght
worden, maer datfe met geen degens fou ge tij-
gen , noch haer lichaem geplettert worden. Dit
gefchrift wierdt geftelt, in handen van de Kamer-
lingen, met woordelijcke ordere , dat men dele
Sultane , fou brengen buyten de Cafhani , otte
<ic Vogel-poort, op dat fy niet fou&ftervenin
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S £ M. 427
:egenwoordigheydc van den grooten Heer , en
niet gehoort worden.
De Ichoglans, hebbende defe laft ontfangen,
gingen heen met opgehevene handen , al roepen-
de , <AUaha AUaha , rot voor de poort van het
t Vrouwen-getimmer , alwaer fy eenige fwarte
I ontmande vonden , die de wacht hadden, dewelc-
) ke , hebbende de laft van denKeyfer gefien , en
een diergelijcke laft van Soliman Aga ontfan-
1 gen , lieten hen binnen komen , onder verband
v even wel, dat 'er niet meer als twintighinde ka-
1 mer fouden komen. De beft gewapende gin-
gen aldereerft in ; defe ontmoeten in het gaen >
voorby de kamer der Staet-dochtercn , de fot-
tinne of boufonne van de Sultane , met het piftool
in de handt > die hen vraeghde > wat fy be-
geerden. Sy antwoorden , dat fe de Groot-
Moeder van den grooten Heer begeerden. Sy
daer op , Die ben ick, enfteldelichtegelijckin
ordere > om los te branden ; maer het brande op
jide pan af. De Ichoglans geterght door defe
ftouthey t , grepen haer aen , meenende dat fy de
oude Sultane was , maer fy wierden beter door
Soliman Kutzlcr Aga onderrecht , en alfoo gin-
gen fy recht in de kamer daer fy was. Maer
als fy de deur opende , vonden fy geen licht
daer in (hoewel men gemeenlijck nacht en dagh
licht brandt , in meelt al de vertrecken der Vrou-
wen van het Serrail) om dat de oude Sultana,
hen hooren de • komen , al de kaerflen uytge- xxiv*
daen, en fich fel ven in een grootekleer- kamer Haer
verfteecken, en met Matelaflèn, Tapijten, «H Re
en andere foorten van huys-raedt, bedeckc *
ihad.
Sy deden terftondt fackels komen , fochten
haer over al , en vonden haer evenwel niet , waer
over
+
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
42& Treurige Gefchiedenis van
over fy fich feer ontfinddijck tegen Soliman Ag
aenftelden, ja foo verre, dat fy fich in wefenftcj
den | van hem te willen dooden , hem befchuldi
gen de dat hy haer had wech gemaeckt. Hy fete:
hen foo veel ter neder alshykonde, envermaen i
de hen nauwer onderfoeck te doen , als fe tot nocj 0
toe gedaen hadden; waer over een van de Delli;
Dogangi genoemt , bedacht , dat men defe kleer
kamer et' kleer- kafle, behoorde te doorfoecken
en hy , hebbende al de plunje wechgenomen
vand aldaer de Sultane, die fich verborgen had
Sy hem fiende , feyde tegens hem ftiilekens : Brat:
Karei als ghy fijt , hebt mede- lijden metmytick.f*
u tot fiaet brengen, en fal oen yeder Ichoglan , vijj
Beurfm , yeder met vijf hondert kroonen , gtven
indien fy mijn leven bewaren. Verradereffe, antwoor
de defe , bet is mgeentijdtom verdraghte maecken j
noch u leven vry te kpopen , ghy moet fltrven. Ec
nemende haer te geli jck by de beenen , trock haei
buyten. De Sultane opftaende, tafte in haren
fack , en wierp een neus-doeck vol fequinen ondei
hen , denckende dat fy fich fouden befigh houden
met die op te rapen, en fy ondertulfchen gele-
gentheydt vinden , om fich te bergen • maer fy
was bedrogen. Eenige evenwel , van de jonghfte ,
geraeckten aen 't grabbelen ; maer Dohangi, niet
anders als een Engeifchen hont , hield haer by de
kladden vaft; en alhoewel fy fwaerlijvigh was ,
fmeedt haer onder de voet , in gevolge van het
wclcke, de andere fich oock in ordere fielden ,
om het vonnis uyt te voeren. Onder dit volck
was mede een Albanoys , Ali Boftangi genoemt ,
die , fiende haer twee groote gefteenten aen de
ooren hebben, toetafte-, en defelve wech nam.
Dit waren twee diamanten van de groote van een
noot, die driehoecks-gewijs geflepen, en door
Ru-
in::;
3.
I..:
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K ï O 5 E M. 429
ubijnen opgehouden waren. Defe oorhangh-
ls of pendanten , waren haer , in de blom van
taer jaren , door Sultan Achmet gegeven , op die
jdt , wanneer hy haer 't aldermeefte beminde:
en wil feggen, dat, onder al de fchat van den
jrooten Heer, diergelijcke niet te vinden was, ge-
:ijck oock dealdergauwfteKleynodiers, defelve
enten een geheel jaers inkomft van groot Cayre
vaerdigh te zijn. Ali toonde die aen fijn ge-
1 ellen , om te weten wat fy mochten waerdigh
1 rijn 9 en of hy defelve laten fien, of, die
verbergen moft. Maer defe , hebbende defelve
"eer hoogh gewaerdeert , wierdt hy daer over ,
net fulck een vreefe bevangen , dat men hem
• ;'eeniger tijdt, die weder benemen mocht , dat
ïy eenige dagen was , fonder te konnen fiapen ;
iet welcke hem dede befluyten , die Soliman Aga
n handen te ftellen , om fe aen den grooten Heer
) weder te geven : In vergeldinge van het welcke s
' y hen feftien fequing vereerde , bencffens een
laets in de fchatkamer , daer hy hem om gebe-
den hadde.
De andere plunderden de oude Sultane elck om
het feerfte , nemende de eene haer den ringh van
den vinger , een ander haer arm -ringen , die haer
koufle-banden , dees yets anders van haer klee-
dinge , want fy was feer koftelijck toegemaeckt.
Men vandt in haer martere fibelinifche voede- **V«
ringh , eenige toover-teeckenen , door welcke fy teeckcnciï
"chinbeelde, detonghvanalleKeyfers , vanh3- by haat
n tijdt , te konnen binden. Een die fulcks felfs gevonden,
gefien heeft , verhaelt,een keten gefien te heb-
ben , diefe over fkh had , daer de namen van Sul-
ftan Murat, en Sultan Ibrahim , wonderlijcker
wijfe in waren gefneden. Defe was gemaeckc
'oor een vermaerde Cindis , een Slecht-hooft ,
maer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4j o Treurige Gefcbiedenis van
maer feer bygeloovigh , en voor al , een groot lc
genaer , de welcke fich fel ven , door defe ffagh vai
bedriegery , bekent gemaeckt hebbende > binnei
kor een tijde , voornaem begunftelingh van Sul ta.
Ibrahim; en binnen twee jaren tijdes van een arn
en cllendigh Klerck, die de Turcken Hofta noe
men» denjekfte man van 'geheel Conüantinopo
len wierdt.
Maer, om weder tot de Sultane te komen , di<
wy onder de handen van dit jonge woedende 1
Tolck , dat na den buyt als kraeyen dorfte , gelater n
hebben : fy wierdt in een oogenblick tijdes be< J
rooft, van alles wat fy aenhadde, Haerkofle* 1
lijeke voerrijen wierden in duyfent ftucken ge- 3
fcheurt, en fy wierdt alfoo naeckt opdeplaets*
gelaten , maer in gevolgh , by de voeten gefleep|l
na deChufhana, of vogel-poort. Wanneer fyj
nu aen die plaets was , daer men haer had te doo
den, bevand men, dat defe jonge beulen , van gee
ftroppen of ftricken voorfien waren , om haer ce
verworgen, waer door fich een van allen naerd
Keyferlijck Capel begaf, en d3er die koorde nam
die aen de poort van de Mofquee hingh. Wan-
neer fy die nu hadden , deden fy haer defel ve om
den hals. Dogangi, van dewelckcwygefpro
ken hebben , druckte defel ve van achteren me
de handt aen haren hals , terwijl de andere de
koorde toetrocken. Hoewel fy een vrouwe
was , van meer als tachtentigh jaren , en to
noch toe buyten haer felven geweeft , ooe'
geen tandt meer in haer mondt hadde, lietfe
evenwel niet na, komende als uyt een diepen I
flaep , met haer kevels foo ftarek te bijten , en dac I
op den lincker duym van defe Dogangi , die by|
geval in haren monde was geraeckt, dathyde»
ielve daer niet weder konde uyt krijgen , voor dar
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M.
4*s
hy haer een fteeckmethet fcherp van fijndolck
bóven hec rechter oogh gegeven had. 5y ware»
voornamcntlijck mee hun vieren , die aennamea
haer te verworgen , maer gelijck fy maer lees-
lingen in dat ampt waren ^haddeniy wereksge-
noegh , om daer toe te gcraecken , doende haer
i langen tijde veel quellingenuytltaen,eyndelijck,
fiende, dat fyfich niet meer bewecghde, geloof-
den fy dat fy doodt was , en begoften te fchreeu-
wen, UW, Uldiy dat is, fy is doodt; en liepen
voort heen om de tijdingh daer van aen den groo-
ten Heer re brengen. Maer ter nauwer noodt,
waren fy uyt het geficht , of fy rechte fich op ,
en keerde het hoort , het wclck de oorfaeck was >
dat men hen weder te rugge riep, om het werek
te volvoeren. Sy gaven haer de koort weder om
den hals , en trocken defelve foo wel toe, met de
fteel van een bijl , dat fy eyndelijck den geeft gaf.
De fwarte ontmande namen haer üchaem , en
brochten het fel ve met groote eerbkdigheydt , in
de Konincklijcke Mofquee , daer fy haer begroe-
ven. Al haer Haven , in 't getal van omtrent vier
honderr , lieren fich a'daer vinden , ftorten me-
nighre van tranen , fich het hayr uyt het hooft
fcheurende , en dJt op fulckeenbarmlijcke wijfe>
dat hetgantfche Hof daer mede bewogen was.
Het werek op defe vvijfe volbracht zijnde, in
hét Scrrail , bedanckte de Vifir dclchoglans van
de mocyte die fy genomen hadden , en gaf ter fel-
ver tijtordrc, om de banniere van Mahomer op te
fteecken, welke men onder de fchat van de Prins ,
met groote forge, gewoon is te bewaren. Wan-
neer defelve wordt opgelioocken , zijn al de
Turcken gehouden, die boven de feven jaren,
(fommige meenen van feventienjarenj bevonden
worden , de wapenen aen te nemen > en fich on-
der
XXVI.
Haer
cctlijck*
bcgracffc-
nis.
XXVII.
Mahomow
banniere
wort op-
geftekea»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
a y 2 Treurige Gefchiedenis van
der <fcfe banniere te begeven. Men haeldefc
met veel eerbiedigheydts voor den dagh, ende
Ichodansdroegenfe, al roepende, AUb *Aliah,
en fetten die op de voornaemfte poort van het
Serrail, daerfe van al het volck konde genen
worden: ingevolge van het welcke men de Pro-
ceffie ofce Ommeganck, van de hemelfche ban-
niere liet verkondigen : want de Tut eken geloo-
ven, dat defelve, door den Engel Gabnel , van
den hemel , Mahomet is toegebracht , op dien
tiidt , als hy den oorlogh regens de Chriitenen
voerde, als een onfeylbuer teecken , van fijn aen-
ftaende overwinninge. Defe byge oovigheydt
bracht , in dele Handt der faecken , fulck een won-
derliicke uytwerekinge , in de geeft der 1 ureken
voort , dat niet alleen jonge en oude j maer oocK
de vrouwen en de fiecken , oordeelden gehou-
den te zijn, fich daer by te voegen , om te fter.
ven, in het verdedigen van een fooheyhge laeck.
Als defe tijdinge, alsmede die van de doodt der
oude Keyferinne, in de oude kamer der lanitza-
ren quam, begonften de voornaemfte onder hen
VYVTIl te morren, en overluyt te roepen, dat nettijdt
33E was, nu hun byfondere ; belang» ».
beyt da te werpen , en te dencken , op «]*war
hun ziel , en Godtsdienft : dat , indien fy ftreden ,
tekens defe heyli^e en Goddelijcke banniere, ly
ócGaurs , dat beduydt , de ongeloovigen en boos-
wichten, foudengelijck worden. In de nieuwe
kamer dede Beftas , al wat hy konde, om dit > dei
vreefen uvt de eeeft der Krijghsliedentedrijven.
Hy deed hen onmatelijck groote beloften, en ley-
de , dat het niet raeckte , als fwacke geeften , hch
opdiemaniere te laten verfchricken, datmenop
fijn belangen moft letten, en lijn achtmgewaer
nemen, en op alderhande wijfe onderhouden
lanitza
ren.
L
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ft
m
m
■
:ï>I
K i o s e m. 4n
Dat de grooten Heer en fijn Moeder hungefia-
gene vyanden waren , die hun verderf gel'woren
hadden , alfoo hun voornaemfte voornemen was ,
defe krijghs-ordcr t'eenemael te vernietigen.
Hy vertoonde hen oock >vcr volgens , dat al het
voordeel aen fijn zijde was, datfemaei hadden te
wachten tegens een deel rapaüje , dat quatfjek ge-
wapent was en van geen ordere wift. Vorders
dat men defe gelegent heyt , die fich foo gunftigh-
lijck aenboodt, om hun vyanden re verdelgen ,
niet moft verliefen ; dat men om re beter ten eyn-
de voornemen teraecken, de Scadc aen verfchey-
denc oorden moft in den brandt ftcecken , om de
Burgers te dwingen, fich van een te icheyden , om
hun&gocderen en huyfgefin te bewaren. Defe
fijne aenfpraeck evenwel , bracht weynigh te we-
ge , en fijn voorflagen noch minder , alfoo de mee-
fteampt- en krijghs- lieden hun woningen en goe-
deren in de Stadt hadden , diefe niet veel luft had-
den te verbranden. In tegendeel , dit maecktc
verdeclingh onder hen , alioo yeder fijn zijde
trock.
Ter felver tijdt quam 'er een Amptenaer van
den grooten Heer, te paert, die, op gevaer van fijn
leven, een gefchieven lalt van den grooten Heer
bracht,die hy in het midden van den hoop wierp ;
roepende, terwijl hyvaft weder wech rende: Hy
die fich niet gaet begeven , onder de banniere van den
Propheet , is een Heyden verklaert en fijn V rouwe wort
van hem gefcheyden. Men nam het gefchrift op ,
het welcke , in de tegenwoordigheyt vm de voor-
naemfte Amptenaren, gelefen wierdt, welcks in-
houdt foodani^h was': lek heb Bctlas Aga Bacha
xan Bofniagemaïckt • ickheb K.ara Chiaoux , algemeen
Hooftman ter \ee gemarekt : ick. heb Kul Kjchia
Bacha van Ttmifwar gemaecckt , m KjM Haffan
E e OgU
XXIX.
Hartncc-
kigheyc
vaaBc&as,
XXX.
Bevel des
Ktyfers
aen de
Ianitza»
ieo»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
454 Treurige Gefclnedenïs va*
Cgle Jamtjaire Agafi gtmaeckt. En , dat „
ƒ00 haeïl fy de[e tegenwoordige fuüen hebben gefien,
fy , onder verbeurte van hun leven , en verderf van hun
buyfeefittntn , elck fich begeve daer hun ampt hen henen
roept. Ter felver tijde quam 'er oock tijdinge,
dat de oude kamer van de Janitzaren haer poll- ot
ftandt-plaets verlaten had, en dat fy,fonder hunne
wapenen , fich onder de banniere begeven had-
den nadat fy het geit geweygert hadden , dat hen
Beftas had aengeboden , verlatende alfoot'eene-
mael fijn zijde • oock , dat de Spalüs en de Jebe-
gis , die over het grof gefchut geftclt zijn, valt m
aentocht waren, om hun kameren te komen be-
ftoocken , en met grof gelchut te befchieten.
DeSpahis toonden fich hier in omtrent feervye-
ri"h, als die genegen waren, fich op de Janit-
zaren te wreecken » over het onheyl , dat hen,
gelijck gefeght is , van hen was overgekomen , en 4
fouden hen alle over de klinge hebben doen fprm-
gen, 'ten wacr de groote Vifir fulcks, door fijn
cefaeh, verhindert had.
De Ianitzaren van de nieuwe kamer,uyt kracht
ifvYdVr van het bevel der Sultane, riepen hun nieuwen
fanitzaren Overfte uyt , volgens hun gewoonlijke mamere ,
f anBcaa*. cn a\s fy hem befocht , en geluck gewenlcnt nad-
den , liepen alle onordenthjek onder de banniere
van den Propheet. Kara HaiTan , foo nieuws
Aea der Janit zaren gemaeckt , begaf fich naer het
Serrail , om den grooten Heer te bedancken , van
wegen de eer, die hy hemgedaen had, vande-
welcke hy wel ontfangen wierdt - als mede fijn
vrienden, die hem darwaerts wilden vergelel-
fchappen. Na dat hy fich , na de g^oonlijcke
wiife , had ter aerden geworpen , ontnngn hy de
kleedingen , die men in die gelegenthey t gewoon
is te glven, enkreeghlaft, nadatmenhemeen
K I O s E M. 43$
wevni<*h over de moetwil der Janitzarenbeftrafc
ad , lienvoortaen beter in hun plicht te houden,
erwijl defe dingen aldus gefchieden, vonden
ch Beftas, KufKahia en KarasChiaoux , van
al de werelt verlaten, beluiven van eenige van
hun vrienden , werpende den een op de ander de
fchuic van dit ongeluckigh gevolgh , yan hunnen
enflaeh. Maer dewijl het geen tijd was , hen
langh met klagen beügh te houden , en dat men
om een goet heen komen molt fien , begat licn
veder na fijnent. Soohacft als Bèta daer geko-
men was /beftelde hy fijn huyflelijcke faccken,
foo veel als de tijdt hem wilde toelaten , en als een
Albanons eekleedt , gingh fich by een arm man ,
die eertiidts van fijn vrienden was geween, ver-
bergen , maer zijnde des anderen daeghs, door een
ion|en ontdeckt, wierdt hy gevangen, op een
mu?l-ezel gefet, en in dat ge waedt, dwars door
de memghte van het volck , dat vaftdefen ellen-
diae alle verachtinge en fmaet aendede, naden
grooten Heer gevoert, dier hy ge warght wicrdt. xx X I h
Hy was in fulck een vervloeckmge by de geheele w0idt g^
werelt, dat, na hy doodt was , de Kocks , enwurcht.
ander Koocken-gefpuys, hem methunfpeten en
voreken door het lijf Itaecken } hem by den baert
trocken , en het hayr daer uytgehaelt , hun wen-
den in ConRantinopolen toegefonden , met briei-
jes, inhoudende: Siet daer van kethayr van den iwr-
raderBtBas, die, eer by fijn hooft verloor, eenbergb
van andere hm hoofden wilde fien Joo hocgh als dt Kercl^
vandeheyligeSophie.
Kul Kahia , tot fijnent gekomen , vulde eenige xxxill.
maelen met gemunt goudt , edel gefteente ,en am vlucht
dere koftelijckheden , met meeiungh, ncnmetKahisu
tfettiohpaerden op de vlucht te begeven, eniich
m het seberehte van Albaaie te verbergen, die
b b Eci foo
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4*6 Treurige Gefchiedenis van
foo onaendoenlijck zijn, dat de Turcken den In-
woonder van delelve , tot noch toe , onder hun;
jock r.iet hebben konnen doen buygen : maer ver*
nemende, dat men hein ernftelijck vervolghde,
cn dat hst hem onmooghlijck fou zijn, fich te
bergen met foo een groot gevolgh, hieldthyby
fich niet als een Adel- jongen, cn gaf al de rett <
oorlof, declende hen miltdadighlijck , het meefte
gedeelte van fijn gek , en hen voor hun goede wil ,
bcleefdelijck bedanckende.
Hy vervolghde dan fijnen wegh met defen die-
naer , en vier paerden , met gout en edele gefteen-
ten geladen , maer merekende , dat hem fulcks
XXXIV oock te veel hinderde , begroef hy omtrent voor
sijnfchar'de waerdije van fes hondert duyfent RijcksdaeL
bcgraven ^ers , op een plaets die hy merekte , en daer hec
en gevon- naderhan(it v3n de Harders gevonden wierdt , die
niet wel malkander over de deelingh konnende
verftaen , fulck een gerucht maeckten , dat fulcks
tot kennis van de Rechter van de plaets quam , die
het al na fich trock, opdat fy malkander des re
beter fouden konnen verftaen , en na den grooteo
Heer bracht. Kul Kahia aldus fijn wegh volgen-
de, bevandt fich op eenplaets , daerhybroodt
wilde koopen: maer alloo hy goudt moft wifle-
len, viel het terftondtden Backerin, dat hy een
van de wederfpannigen mocht zijn , die uyt Con-
ftantinopolen gevlucht was , daer hy een Hopman
van de Ruytery, die aldaer in befettinghlagh,
kennis van dede hebben, die daer met een deel
volcks quam om hem te vangen.
Maer Kul Kahia , geenfints van fin zijnde, le-
vende in hun handen te vallen , verweerde fich
xxxv feer dap perlijck , tot dat men hem meteen roer-
Sijn doot. fchoot ter neder velde. Defen Hopman , dede
hem het hooft aflhijden , en faudc het terltondt
acn den Sultan.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
K I O S E M.
437
Lara Chiaoux had fichondertufTchen,met twee
hondert van fijn gevolgh in fijn fpeel-tuyn bege-
ven , met meeninge fich aldaer wd re verdedigen.
Aldaer wiet dt hy aengetatt , door een Aga van de x x x vi.
Spahis.genaemc, Parmakfis, race vijf hondert ™£h,TW
mannen. Maer als men fagh , dat 'er veel bloets Ghiaoufc
van wederzijde fou vergoten worden, indien het
gevechr hevigh wiei dc , deed men hcymclijck aen
die van fijn aenhangh feggen , dat, indien lynch
fielden tegens de wille van den grooten Heer, men
hen alle Fou doen {terven • het wt ckehenfulck
een fchrickaenbracht, dat fy verliepen, en hem
alleen lieten. Waer door hem defen Aga hchte-
lijck in handen kreegh , hem hoop gevende , ter-
wijl hy hem naer het Serrail bracht, dathy den
grooten Heer voor hem fou bidden , en dat die
voorfeecker hem fijn miidaedt fou vergeven.
Maer de Sultan hem fiende komen , door de poort jxx vii.
van den Hof, gaf het teecken aen den beul,ora ' '
hem terftondt te wurgen , het welckop de ftaende
voet oock gedaen wierdt. Maer de nieuwe Aga
der Janiizaren bleef van fijn zijde niet (lil , ton-
der yets te doen , en gelijck hy al de Bevelhebbe-
ren kende, die de zijde van de wederfpannigen
waren toegedaen geweeft , liet hy nacht voor
nacht, fommige van defelve ombrengen, mvoe-
gen hy ia't kort , wel omtrent acht-en-dartigh
wurgen deed. Het welcke fulck een vrees onder
de Janitzaren nueckte , dat fy fich wel wachten ,
van in langen tijdt weer buyten hun plicht te
gaen. ,
Siet hier het eynde van dit treurfpel , het welc-
ke des te aenmerckelijcker is, door devaerdig-
heydtvandeuytvoeringe, dewijl het in 't geheel
niet over de veertigh uren geduert heeft. Waer-
lijckdit geeft ons genoegh te kennen, in watge-
Ec 3 vaer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4$8 Treurige Gefchtedenis van
vaer de hooge Machten zijn , en dat de befet-
te gehoorfaemheydt van het Turckfche Hof,
hen in hun jeught, beneffens hun Wet-regul
geleert wordt, defe Barbaren evenwel niet
verhindert , fomwijlcn , voornamentlijck als
fy hun belangen, met die van hun Overften
fien vermenght , ter zijden uyt te fpattem Hier
toe helpt hen voornamentlijck de kennhTe die fy
hebben , dat de ftaet en welftand van hun Opper-
heer , aen hun getal en dapperheyt hanght , en dat
fonder de hulp van hunne wapenen , dac Rijck , als
van fijn ftutfel berooft fou moeten vallen , enter
neder ftorten. De vaerdige ftraf evenwel , die
over de moetwillige valt , wederhoudt krachtigh,
genoegh defe vinnige driften , beneffens de inge-
dronckene wetten van gehoorfaemheyt, die wel
traeghlijck wijeken voor belangh , maer als fe
eens den wegh te buyten gegaen hebben , fooda-
nigh door wanhoop gevoert worden • dat 'er niets
te wreedt, niets te groot is, het geen hun ont-
finnigheydt niet fou ter handt flaen.
Wy mogen defe Barbaren befchuldigen foo
wy willen, en hen de fmette van bitter woeden
acnwrijven, onfe Chriftenheydt ftaet deswegen
oock geenfints vrytefpreecken, dacr defe eeuw ,
maer veel re baerblijckelijcke voorbeelden van
heeft , die al die van de voorgaende eeuwen be-
fchamen , zijnde al te waer dat
JEtas p Ar en turn peior avis tulit
hJos nequiorts , moxdaturos
Progtniem Vitiojiorem.
<$at tg:
Ons Oud 'ren tijden hun Voor- vaders tijdt te fnood ,
Stelt ons,r> boos geflachr, de moeder |n haer fchoot
Om uyt oflt*{aet op nieuw een ftamme te verfamen „
Dat alle v •« theydt ftaet ln ondcught te befchamen.
& T'famen-
■ ( ■
s
m
1 1
l«
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
T'Samen-fweringh op en tegen de
Staet van
4*9
B ARCELLONNE,
Met de dood van den
Heer O NUF F RE AQUILLES,
en andere.
INHOUDT.
van
STaet wm den oorlogh tuffchenVranc^ck^e
II. Toelegb op Barcellonne. III. At
Baronnefed'/tlby. I V. Die deelachttgh aen 'tverraedt
wordt. V. Haer mtnntJiften om Onoffrio te trecken.
V L Die ftch mede inwickelt. VII. Als oock. den Abt
de GalUcans. VIII. Raedt tof Madrid gehouden.
IX. Beflellingen van de Baronnejfc. X. Wijfevanttyt-
voeringe. XI. IQmft van den Graef d" Harcour geeft
het wcl^ ten ander veefen. XII. Verdeeltngen tn Bar-
cellcnne. X 1 1 1. Reden van den Stadtvooght aen den
Onder-konmck: XIV. Vertreed, van de Graef geeft
woedt aen de verwanten. XV. hifi om Chabot te
trecken. X V I. Fcrvolgh van het werek. X V 1 1. Ver-
achteringh der Spaenfchefaecken. XVIII. Ontftelt het
eedt-gejpan. XIX. De Graef 'fotckt het verraedt te ont-
deden. XX. Bekommernis der eedt -verwant en.
XXI. Nieuwe aenflagh. XXII. Befluyt tot den voort-
gangh. XXIII. En de middel. XXIV. Gebreck.
van gevolgh vet nietight alles. XXV. Benauwt heydt der
Verwanten. XXVI. Begin van het ontdecken.
XXVII. Batlltnvan Mart are gevangen. XXVIII. Eh
ter doodt gebracht. XXIX. Recht over de andere der
Eedt-verwanten. XXX. Aqnlh ' wnrdt gevangen.
XXXI. En onthooft. XXXII. Den A t <■ GaUtcanes
tn de Baronneffe gebannen. XXXIII. mtrr^enenvan
affcheydt¥ _
™ " Ec 4 XIV. Ge.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
440 Treurige Ge[cbiedenis van
XIV. Geschiedenis.
Y hebben in onfe voorgaende
Gefchiedenis genen de Vrou-
wen op onsTreur-toneel,niet
flechteiijck, hunrolle fpelen,
en om niet te haeft van dat ge.
flacht af te fcheyden , moeten
weder yets vrouwelijcks te
voorfchi jn brengen , en defe ftucken te famen voe-
gen , te meer, om dat fy niet meerder in plaets be-
hoorden te verfchiïlen , als fy in tijdt verfchelcn >
hebbende beyde hun bepalinge een weynigh on-
der of boven de middel- eeuw.
Na het verlies van de flagh van Lerida , en hec
flecht gevolgh, dat de Franfche hadden, in het be-
I. legh van Tarragone. De Spangiaerts , die tot
Stact van daer toe, niet hadden getracht, als Arragon te
behoeden en behouden , maeckten nu groote aen-
flagen op Catalogne , voornemende alle macht
aen te wenden , om de Franfchen van daer, na over
gene zijde van het Pyreneefche geberghte te ja-
gen. Hun wapen macht was overwinnende en
veel ftereker als de Franfche , het volck in eeji
groote ontfteltenis • de medeftanders (eenige by-
fondere uytgefondert) van die Kroon, waren in
hun y ver vry verkoelt. En die van Spangien , in
tegendeel, die nu langen tijdt fulck een gelegent-
heyd verwacht hadden , geftelt , om alles te doen ,
tot voordeel van die Kroon. Indefeftandtvan
faecken , vonden de Sraets dienaers van Madrid
geen faeck dienftiger, als binnen Barcellonne een
faétie ofaenhanghtemaecken, dewelcke binnen
korten tijdt machtigh wordende , met hulp van
eenige troepen , en hyftant van de fcheeps-macht ,
defelve Stact fou konnen wederbrengen, onder
de
den ooi
logh tuf-
fchen
Vranck-
rijck cn
Spangien,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
AQjlILLES.
den Koninck
van
441
van
Onuffre
de gehoorfaemheydc
Spangian.
De Hartogh Toralto, beftierder en vooght van | ï#
i'Tarragone, die, ter oorfaeck van fijn gebuer- Toelcgh
jfchap , meer onderhandelingh en onderlingh ver- °P Bar-
sftandt, met de Catalanen had , kreegh lalt en or- nDC*
5 dere , om daer toe foo veel behendigheden te ge-
1 bruyeken, als hy konde , en de grontflagh van den
saenhangh te leggen, die men aldaer wilde aen-
i!>j houden. Dees Herrogh , kennende de woelen-
'4 de geeft, en de ongeruften aerdt , van Hypolite
i d' Arragon , fiaronneHe d'Alby , het aenfien en de
Q in wickelingen die fy binnen Barcellonne had , als
1 mede haer onfeylbare genegentheyc tot de Spaen»
> fche Kroon j oordeelde, fich niemandt beter te
>. konnen toevoegen, of een faeck van fulck een
c belangh te vertrouwen , als haer.
Defe Vrouw was oorfpronckelijck uyt Arra-
gon , en gecrouwt met de Baron d'Alby , een
man van groot aenfien en treffelijcke ftaet , io
Catalogne: De verfcheydenheydt van belangh AüyaB
en neyginge , gevoeght by de ttrijdigheydt van dc Baron-
hunne driften en eygenfehappen , het onhebbe- ncflè
lijfik gelaet van den eenen, eo al te groote ga- dAlby«
lanterije , en aerdi^heyt van den anderen , maeck-
te dat de man fin vrouwe tegelijck met de Span-
giaerden haette , en dat de vrouw , van geen faeck
meerder afkeer had , als van haer man , en de
Franfchen.
Defe" Baronnefle had ongemeene hoedanighe-
den, foo wel als fchoonheydtj ja foo veel, als
eenige vrouw van haer Lantaerdt , en geeft , meer
als een van onfe tijdt. Behalven dé behaeghlijck-
heydt van haer vrouwen aerdt , had fy al de koen.
heydt van ons geflacht,. een -volkomen kennifle
yan alle dingen , en een wonder li jek beleydt , om
Ee 5 dc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
IV.
Die deel-
achtig h
aen het
venaet
wort.
442 Treurige Gcfcbiedenisvan
de alderfwaerfte faecken uy t te voeren > alfoo we
als de alderteederfte : voor de reft , was fy wel.
luftigh , en uytfteeckende beminnelijck , niet al.
leen, door de betooveringen van haer vleefchelijc
ke dartelheydt , maer oock bequaem om felfs de
onthoudinge, en geregeltheydt te mirprijfen , van
defe die den naem van eerlijcke vrouwen dragen ,
of ten minften die noch eenige welftandt behou-
den; invoegen dat die felve geeft , die haer het
gemeene goetduncken dede haten , dede dat fy
felfs een overfpel niet van de handt wijfenkon,
daer fy wel veel in haer gelijcken vint > maer wey-
nige als fy , die met fich te voldoen , lïch felven
niet ontliet, een groote t'famen-fweringh aen te
rechten , en het verval van een geheelen Staet te
ondernemen.
Defe Vrouwe , ten minften foodanigh als ick
haer heb afgebeeldt, wierdt dan verkoren, om het
geheym van de faeck te worden toevertrouwt , en
alle dingen, na dat fy het dienftigh achte, te be-
llieren. De twee wefentlijckeHooft-ftucken,
daerdeHartoghToralto en fy malkander in ver-
ftonden , waren cerftelijck den Abt de Gallicans ,
Afgefant van de Geeftelijckheydt , te winnen,
die genoeghfaem het hooghftegefagh , ja volko-
men macht, over aideGeeftelijckheyt vanCa-
talogne had , en het werck alfoo te befteecken ,
voorts dat Onofre Aquilles , door haer middel ,
mocht worden , Schatmeefter van den Koninck
van Hifpanien, fijn geit in handen krijgen , om
het felve aen nutte en noodige lieden uy t te dee-
len : volgens de ordere, dewelcke hy , van de
Baronnefle fou ontfangen. Onofre Aquilles
was geen geboren Edelman, maer van dele goe-
de huyfen, die men Patricy of Heeren kinderen
Roerat : cn daer-en- boven had een Onder-komnck
van
In*
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Onuftre A^uilles. 44$
rif an Catalogne hem doen edel maecken , ter oor-
beek van eenige groote dienften , in faecken van
obelangh. Hy was feer rijck > had veel vrienden,
£ was wel gemaeckt van perfoon , feer beleeft , ze-
rdigh, en in fchijn feer gcheym : invoegen, hyby
i-memande in vermoeden konde komen , al had men
al geweten , dat hy geit aen byfondere lieden ge-
; geven had. Het welcke feer dienftigh was , tot
het voornemen van de Baronnefle , waer van fy
) fich diende als volght.
Defe Onoffre had van over eenige jaren haer v. ,
genegenthcyt toegedragen: maer gelijckfy ,tot mm™*
cïaer en toe , geen groot werek van hem gemaeckt om onof-
had , foo vergenoeghde fy fich , om hem te hande- f«o te
len, als een perfoon die verdient bemint te wor- trc<keB'
den - en van dewelcke men niet het uyterfte be-
geert. Maer nu , de wijl fy niet anders focht , als
hem t'eenemael te winnen, voorquamfy zijnbe-
leeftheden , op de eerfte ontmoetinge , en trock
wel haeft fijn belanch tot haer.
Defe eertte foetheydt was hem byfonderge-
- voclijck, hy fprack tegens haer van min • fy
hoort het aen , hy doet haer groote verklaringen ,
fyontfanghtfe , hy wordt de alderhevighfte min-
naer ter werelt , en fy fchijnt feer geraeckt te
zijn.
Op feeckeren daghbefloot hy , niet meeralfoo
te quijnen , en, meteen ongemeene drift , gelijck
de hevighfte minnaers gewoon zijn, verfocht om
haer te genieten. De Baronnefle die niet an-
ders begeerde, als hem in delen ftaet te fien , ant-
woorde , dat fy gereed was fijn liefde te voldoen ,
maer dat fulcksmoft zijn, onder feeckere voor-
waerden, die evenwel billijck en gerechtigh , ja
felfs eerlijck voor hem waren. Hy beloofde al-
les , en verfocht allcenigh tc weten , wat men van
hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
VI.
Die fich
mede in-
wickelt.
444 Treurige Gefcbiedenis van
hem begeerde. Sy, na dat fy veel fwareeedeq
hem afgeverght hadde , van niet te openbaren als
methaerordere, gaf hem te kennen , dat deKo-
ningh van Spangien , voornemens was , een.groo^
ten aenhangh binnen Barcellonne te maecken,
dat men haerdeeerhadgedaen , van hetgeheyn*
daer van , aen haer te vertrouwen , en dat hy ge»
koren was , om de uytdeeler van het geit te zijn,
Indien hy dan genegen was , vervol ghde fy , fijo
Prins en Vorft tc dienen, dat fy hem gaerne alles
wilde toeftaen.
Onoffre Aquilles, een menfch van een feer
foeten aert , hebbende oock eenige ondervinding^
in de faeckendes werelts, zijnde oock verre vaa
geweldigheden, die hy in defe faeck onfeylbaer
te voren fagh, bleef heel opgetogen , door defen
onver wachten voorflagh. Hy vertoonde haer,
dat fulcks was het gemeene Vaderland verraden,,
en een fchvickelijcke irouwloof heyt , tegens den
Koninck V3ti Vranckrijck be^aen. Maer fy bleef
vaftbyhaer voornemen en liet niet na , hem fijn
fwackheydt van gemoed, ert kleyne liefde tegens
haer , te verwijlen, hem te vertoonen,haer gene-
gentheydt om hem te voldoen , fonder dat hy haer
wilde voldoen , vorders fijn ondanckbaerheydt
tegen den Cathoiijcken Koninck, nademael hy,
alleen door fijn gunfi en genade, het voor-recht
van den Adel genoot.
Hy die fich door haer redenen aen het leven
geraeckt voelde, en dat van haer, die hy foohe.
vigh beminde , nam dit vooröcl van fijn verbmte-
nis , aen den Spaenfchen Koninck , feer gaerne op.
Hy wilde gelooven, enkonde fich verfeeckeren
(om aen defe vrouwe te behagen) dat hy met aller
eer, defe nieuwe belangen mocht aenneraen,- en
om hetallesmetweynighwoordentefeggen, hy
ge-
1
m
v]
V
IK!
i
■Ét
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
I
ONUFFRE AQJOILLES. 44$
noothaeren wierd trouwloos , e» beveftighde
enighmael het felve met diere ceden» Hierop
volghde een volha* dinge in hun by-een-komft ,
en alfoo bleef OnofFie eenonfcheydbaer lidt van
defen aenhangh.
De Üaronneflc hid een brief van den Kooinck »
.oor den Abt de Gallicans ; macr fy ftclde uyt
hem defelve over te leveren , tot dat fy Onoflfre
fou gewonnen hebben, om dat fy geloofde, dat hy y J
een groot vnendt van den Abt, en dienvolgens de AU 00*k
bequaemfte man was, om hem te bewegen , ge- den Abt de
'lijck fy in dit hier gevoelen geenfmts bedrogen Gallkans.
was. Want ter nauwer noodt had fy hem den
brief vertoont , of hy verklaerdefcch viywilligh ,
en opentlijck voor hen. lieden, tn hielp hen van
die uer af aen middelen overleggen , om hun
voornemen tot een goet eynde te brengen.
Dele volveerdigheyt in het beftuyten, om-
trent een faeck van fulck een btlangh, quam
voort , uyt de genegenthey t die hy altoos de Span-
iaerden had toe gedragen , en men k3n nauwe-
jjeks feggen , wie hier meerder büjtfchap ont-
fingh , of°hy, over de openbaringh die men hem
deed , of fy , die deftivc dede over de volle toe-
ftandt, die hy gaf.
D'Abt bleef in geen gebreken , het Hof ant-
woordt te fchrijven :dat hy den brief ontfangen
had, gelijck oock de BaronnefTe, den Hartogh
Toralto , beneffens eenige andere ttaetdienaeis ,
onderrechte,van het geluckigh begin van hunne
faecken. Als doen was het, dat fy hun voorne-
men eenige gedaente wilde geven, het welcktot
noch toe , niet anders als overhoop in hun harflè-
nen gelegen had. Tot Madrid hielden de Spaen- V 1 1 L
fche oock verfcheydene raetflagen , om oock op j^'J//
middelen te dencken , om den handel, en fulck een gchondciu
groo-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
446 Treurige GefchiedenU v*n
grooten toelegh wel te beftiercn. Tot Barcelon <
uc hadden onfe drie eedt ver wanten de felvebej
kommernis , en na dat men over handts verfchey.
deonderrichtinge had over en weder gefondenr
wierdt ten laetften beflooten , dat de gantfchcr
tijdt , die noch tot de naefte velt-toght overig!
was , befteedt foü worden ,omaenhanghfeis vooi
ix.' den Koninck van Spangien te winnen ; om
leücllin- Onuffrio geit te doen hebben , om daer door , dit
jen yandcgene> «-jaer men fich op vertrouwen mocht, t<
■CS?" winnen ; onder welcke tijdt oock de Baronnefl(
brieven van vergiffenis uytdeelde , aen diefe be-
geerden te hebben. Dat vorders , wanneer d
weck in ftaet van wereken fouzijn , de Scheeps
vloot voor Barcellonne fou komen , en dat vijf of
fes duyfent man, van het heyr fich voor de mueren
van Barcellonne fouden verwonen, gelaetmaec-3
leende van hen te willen belegeren. Dat daer op?
den Abt de Gallicans , den algemeenen Raedt fou
doen vergaderen , al vvaer hy , de Catalanen , door
een lange aenfpraeck, fou vermanen , fich met den
Koninck van Spangien weder te vereenigen ; dac
hy op fich nemen fou, de verfoeninge te doen, tot
voordeel van hetLandtfchap uytvallen. En in-
dien deColonel die zijdeniet wilde aenvaerden ,
dat hy alsdan uyt deStadt fou gaen, en gaende
voor al de Geeftelijckheydt , daer hy na fijn wille
mede konde leven, de eerfte fou zijn om uyt te roe-
x pen, Vryheyd$> vrybeydt , vtrdragh mtt Spangien.*
wijfevan En dat op het felve geroep , die van den aenhanghi*
u/tvoe- de wapenen fouden aennemen , de Gevangen-if
«ngc huyfen opbreecken, fich van de Terfanne ver-.-
feeckeren (zijnde een fchip en wapen. plaets ,
uytfiende op de Zee) om daer de Spaenfche ge.
vangens uyt te lichten, diealdaerbewaert wier-
den , dat ter felver tijdt , de krijghs-lieden van de
Vlot
Onuffre A <^uil les. 447
otc van boort fouden komen , en hun befte
doen van de zijde van de Zee ; daer fy fouden,door
die van den aenhangh vervracht worden > terwijl
,)de andere tc lande oock van die zijde begoften*
üdaer menfe mede helpen foude.
Dit befluyt dan aldus genomen zijnde , bego-
ftenfy hun handel aen te leggen , niet opentlijck ,
maer ftil , vergaderende vall vrienden van alle kan-
ten , verklcynende de ftaet van Vranckrijck * en ,
I als met fmart te voren feggende , dat de Spuenfche
\ wel haeft geheel Catalogne fouden onder üch
hebben: dus beklaeghde üch elck over de tegen-
woordige ftaet , en menighten wierden 'er gevon-
en, die de Werck-meefters verfoeyden, vandc
vryheydt daer fich de Catalanen , quanswijs in-
geftelt hadden,
Defe redenen wierden des te vrijer gevoert»
om dat 'er als doe geen Onder- koninck in de
Landtvooghdy was, zijnde de MarfchalckdeLa
Mothc , geduerende defeonorder,te huys ontbo-
den. Doch daer was bericht, dat de Graef van Ko*j[#va
Harcourt in Catalogne quam gebieden , met veel de^Graef
troepen verfch volck. Dit hieldt de alderdrif- d'Hctcout
richtte gemoederen op die in Spangien waren; «ceft het
defe wilden wachten op de uytkomft van die aod<;r
faeck , en hadden alreedts berouw het werek foo wefe*
verre gebracht te hebben. D'Aenhanck der
Franfchen in tegendeel, en voornamentlijck het
ik gemeene volck , kreegh hier door een nieuwen
raoedt • en het groot aenfien van den Graef de
Harcourt , dede een yedcr hem met verlangen te
gemoet fien.
Hy dan komt eyndelijck met een prachtige»
toeftel , die de livreyen van de Koninck noch veel
heerlijcker en aenfienlijcker maeckten ; hy wiert
oock feer treffelijck onthaelc, en men dede hem
een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Verdec-
linge in
Barccl-
lonne.
44 g Treurige Gefcb'teiems van
een foo aenücolijcke intrede, als men den Konindf
felfs fou hebben konnen doen.
Geduerende fijn verblijf tot Barcellonne,
wierden buyten gemeene koften om hemgedaen.
En alfoo wies de moedt meer en meer der Cata-
lanen, dieaengemercktonfentoeftel, ter Zee en
te Landt, aireede ftaet maeekten, de Spaenfchen te i
verdrijven , tot Madrid toe.
Onder dies, de Graef de Harcour , die geeal
groot vriendt van den Marfchalck de La Mothei
was, om dathy geloofde, dat hy met fijn vyan*
den en voornamentlijck den Hartogh van Lon-
fueville, aenfpande, deed onderfoeck aoor fijn
4eef Chaboth . die eenigen tijde in Catalogne
had gedient, en eenige andere, wie tijn vrienden
of vyanden waren , om fich daer als een aenhangh
van te maecken , en ongevoelijck de andere te ver-
derven. . _, :
Men heeft twee nijdigheden m Catalogne,
vandewelcke Don Jofephde Marguerit , Landt-
vooght, Hooft van de eene , en Don lofeph
d' Ardenne , en de Regent hoofden van de andere
zijn. Beyde hebben fy ftaet genoegh, en beyde
zijnfe van feer aenficnlijcke Huyfen. De eerlte
in niet te groot van moedt > maer vaneenonge-
looflijcke wackerheydt, en altoos ingefpannen
om teontdecken, wat 'er tegens het belangh der
Catalanen * fou mogen gefmeedt worden , voor
de reft machtigh in de Raets- vergaderingen, en
voornamentlijck onder de Gemeente. Don lo-
feph d'Ardennc , is feer deftigh en moedigh , en
voor het meefte gedeelte , onderftut door het oor-
loehs-volck : en gelijck als van al de Ridders en
die van den Adel > niet foo kloeckfinmgh als d an-
der, maer die zemeenlijck den racdt van den
Regent gebruyekt.
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Onuffre Aqjiilles. 449
De Graef van Harcour, in de plaets van defe
verdeelingen te vernietigen , verklaerde fich
opentlijck voor Don lofeph d'Ardenne , en
maeckte fich alfoo verdacht aen den Stadvooght ,
cn fijn vrienden. Die langh gearbeydt hebbende ,
om de gunlt van denOnder-koninck te winnen,
i maer te vergeefs , de vryheydcopfich nam, van
I hem op feeckeren tijdt aldus aentefpreecken.
Indien het al niet was , dat fich den Heer Onder ~ -^.^jj*
•<A kpninel{_voor mijn vyanden verklaert badde : icl^fou^ Stadt.
'iQf wel plomp \tjn , indien ickjiiet vermerckje de afkeer die vooght
.. hy van my heeft. Zfdert ick.de eer heb gehadt delaft
. te bedienen , die icl^ bedien , geloof ick. niets te hebben konnillckt
"jm vergeten , het geen den dien ft van den Koninckmagh be-
langen. Van dieswtgen geloof ickgeenfwts Heer , dat
ghy qualijck, k°»dt voldaen ify*. Maer ickfuwel dat
mijn ongeval elders van daer kpmt. Ghy tyt te meten
gekomen , dat ickjian debyfonderfle vrienden , van den
. Marfchalck. de La Moth'e , ben geweefï. En ghyfiet
wel , dat in alle voorvallen , in dewelcke icl^ hem ver-
magb te dienen, ic^fidck* doe met vreugbde. Htttf
■ itaer , dat icl^altoos Vaft fal fijn aen fijn belangh j maer
I fulckj behoorde u eenigc acbtit.ge voor my te doen heb-
l ben. De Marfchalck. de La Mothe , heeft my foo veel
als gemaeckt > het geen ick. ben , en foo ick daer van
geen erkfnteniffe droegh , foo mocht uwe Hoogheydt my
met recht , van or.danckbaerheydt befchuldigen. Hy is
in degtvanckenis , en ghy tyt in Catalogne. lcl^geloof
niet dat uw belangen fooftrijdigh qjnjat /c/^/ïj w vrient
niet fou kpnnen qjn , fonderu temifnoegen: uyt het ge-
ne ick. voor hem hebbegedaeny ftaetuteoordeelenfwat
ghy vanmijngetroüwighcydt te verwachten hebt , indien
het u aengenaem is , dat icl^u dienaer ben.
De Graef van HarCour was feer verwondert
over defe aenfpraeck , en na dat hy had geant-
woordt door eenige redenen , die geen befluyc
F f maeek*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XI V.
Vettreck
van den
Graef
geeft moed
aen de
Verwan-
ten.
XV.
lift om
Chabot tt
trecken.
4 rp Treurige Gefcbiedenis wn
maeckten, liet hy den anderen henen gaen, flcch-lj;
telijck voldaen van de moeytc, die hy genomen i
had. Die ftelde de Stadtvooght en die van lijn j
zijde , buyten hoop , van fich oy t met den Onder- •
koninckte lullen konnen vereenen , en bcvettigh,!
de den anderen aenhanck in het gevoelen , van ficbj
altoos te lullen konnen verfeeckeren van lijn I
gunft : DorTlofeph d'Ardenne de Regent, en I
tenige andere van hun medeftandérs , waren ner-l
eens op uyt , als dm hun vyanden t'onder te bren- 1
gen • maer de Baronnefle d' Alby , en de reft van \
de Eedt-verwanten , waren wel vergenoeght, van
een fco bequame gelegentheyde , van de belangen i
van fijn Catholijcke Majefteyt gevonden te heb-
ben. En in der waerheydc, de handelingen en
Brigues gefchieden zedert in ichi/n tegens den j
Stcdevooght, maer heymdijekenmet waerheyc i
voor Spangien.
Omtrent defe tijdt vervaerdighde fich den
Onder koninck na het heyr te trecken , het welc-
ke onfe Eedt-verwanten met vrcughde verfton-
den. Maer Hypolite en haer Vertrouwden,
achten noodigh te zijn , ecnige Franfchen op hun
zijde te trecken» door middel van dewefcke , ly
van alles konden onderrecht worden. Sy dan r
wierpen het oogc op Chabot , als een man zijnde , -
eeli jek fy begeerden. Het was den goeden Neet
van den Önder-koninck, en vyandt van den Stede-
voocht , en al fijnen aenhangh. Hy was met loos
genoegh, om ter degen te ontdecken wat die
eedt-eefpan voor had , en wat men voor den Ko-
tóinck van Spangien deed : daer. en- boven, een
ydel opceblafen menfeh , licht van aert, enloo,
Sanigh moft hy zijn , om hen te dienen > tot ont-
deckinge van alles: Sy dienden fich van drie mid.
delen lm hem te winnen , waer van de mmfte
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Onuffre Aqjjilles. 451
daer meer als macluigh genoegh toe was.
De eerfte hingh aen de BaronnefTe d'Alby,
ie hem tot liefde fou vcrlocken , daer Onuffre
Aquilles, fichniec tegen ttelde, 'tzydat hyniec
geloofde > dat het daer toe fou komen , of dat fijn
j liefde door het genieten alreedts verkoelt was,
v. en het veel meer hun gemeen beiangh was > dac
i hem te famen hieldt als fijn liefde.
Oe tweede middel wierdt bellek door Aquil-
1 les felfs, en dat met een goec gevolgh : hy was
*<s een mm van eenaengenaem byzijii; en een geeft
i die fich lichtelijck in de gunlt indtongh. Op
:-j feeckeren d.igh , als hy een langh onderhoudt mee
Chabot hadibreyde hy fichnytop fijn verdien-
den, d.'.er by voegende, dat 'er geen ftaet was ,
: daer hy niet fou mogen na ftaen. D*andere ant-
) woorde hem met een gelijcke manier en toon:
1 Indien icl^my ttiet bedriegh , het itwaer, daticl^ge-
. nnegh van afk.omfi, en genoeghfaem indenoorlogh ge*
c oeffent ben , -ijnde een oudt Bevelhebber ,gelijck ick ben ,
om V(ts te dtrven verhopen ■ maer tegenuwordigh %tjn
'•'1 het de verdienden alleen niet, die de menfehen tot fïaet
' brengen , men moet gefagb > tn het geen noch foaerdtr
\ ü te bekpmen , geit hebben , om te konnen voldoen : wat
Ji my aengaet, ic\f,ü u vryborjligb uy tl eggen, dat ick
1 ben afiiomfligh uyt eenHuys dat genoegh faem t' onder-
gebracht is. En daer op verhaelde hy hem al de
; ongelegent heden, zedert de vervolginge van den
I Cancelier Poiet, tegen den Zeevooght Chabot,
• I toe aen den tegenwoordigen ltandt van fijne faec-
I ken. Aquilles gaf hem tot antwoordt , dat een
yeder fijn gefagh wel kende, en wat geltbelanjht,
• dat het een eerlijck man daer aen noyt ombreeckt,
dat hy de minfte van fijn dienaren was, maeral-
> toos duyfent piftoletten tot fijnen dienft had.
D«fe aenbiedinge was te goet om niet aenge-
,5 F f z nomen
L_
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4<2 Treurige Gefchiederits vtn
nomen te worden , en men maeckte terftondt dat
het selt tegen woordigh was • .men moet dele lot
aenden HeerChabot, endievanlfijntterckie gc
ven, dat fy meer als eenigh volckinde werelt,
de prijs verhoogen, van weldaden van dien aerd:.
Hy fprack zedert niet als van de geeft > behaegh- M
lückheyt en edelmoedigheyt van Onoffre Aquil-
les , en om hem niet t'eenemael fchuldigh te blij- .
ven, toonde hy hem gunft voor gunft, enge hjcK
Aquilles hem geit gdeent had, loo vervulde hy
hem dagelijcks met nieuwe tijdingen, tn dat wa- j
ren de koten die fe fochten. Door defe middel
maeckteufe een wonderlijcke vafte v: ïeodfchapte
famen De darde middel nu, diefe aenwenden
om hem te winnen , is al te geeftigh , en te wel ,
op fijn opgeblafen imborft genomen , om hier
voorby cegaen te worden.
Sy feyden hem een middel te hebben bedacht ,
tot fijn bevorderinge , dewelcke hen niet ver-
werpelijck fcheen te zijn : en dat hen docht dat
hy reden had te ftaen na de Landcvooghdy van
Catalonien , en wat hen aengingh , dat fy foo dap-
perlijck tegen Don Joftph Marguerite aen fou-
oen caen , dat het hem onmooghhjck fou i zijn hen
te wederftaen. En dat vorders, Gch dienende
van 'tcefaeh van fijnen Neef, en dat van firn ey-
t?en felve, hy coede middel fou vinden, om tot die
Lets te komen * dat in der waerheydt daer wel
een faeck was, die alleenigh dit voornemen kon-
de verhinderen; dat is , dat volgens de inftellin.
gen van het Landt , de Landtvooght een Catalan
moft zijn, maer dat die fwarigheydt wel haeft fou
wechgenome^
naturalizeren. Chabot achte hunne voorflagh £
feergoettezijn, en badt hen hun forge daer om- |
ttent tcbeftedeo, enwathemaeogtngh, hyfou *
Onuffre A^uilles. ' 453
_ de zijde van het Hof arbeyden , en was wel
werfeeckert dat fijn broeders hunel en aerdedaer-
m bewegen fouden.
Hier op nam men met defelve yver fijn af-
cheydt : Chabot begaf fich nier het leger, heb-
nde het gemoedc vol van defe Ichoone voor-
gh. De andere wonder iijck in hun (chick,
efe voorforge te hebben , in fulck een tengere
eek gemaeckt , bcgoften met goeden ernit te
ereken , om die in belangh waren , met geit om
e koopen, winnende onder fchijn van edelmoe-
idigheydt, die vaifchelijck edelmoedigh waren,
door brieven van vergiffenis de vreesachtige,
weckendede geeft der Ridders op die half in fiaep
as : in een woordt, latende niets onderfocht,
m hun aenflagh te doen gelucken. En niet te
vreden foo veel loof heden , binnen Barcellonne ,
in hetwerek te ftellen, maer fy lieten oock hun
ïgen op defe gaen , die rontfom de Stadt woon-
den. Aldus wonnen fy den Bailiu van Mattaro ,
: een man van naturen tot zijdigheydt genegen , en
;<van een aenfienlijck gefagh, onder de medeftan-
I ders , en de Micheletten. Defe beloofde hen ,
ofonderyemants weten, vijf hondert mannen , met
I daggen en piftolen ge wapent binnen de Stadt te
Idoen komen, en fich felven daer mede te laten
;ï vinden, wanneer het hem dienftigh dacht, om
t het werek te helpen uytvoeren. •
Siet daer de ftaet , in dewelcke de faecken der
) Eedt- verwanten ftonden , wanneer fy feer onlufti-
j ge tijdinge voor hun aenvangh ontfingen. De
} Grave d'Harcour, die niet foo feer begeerde als
'i met de vyanden tefiaen , had fijn troepen tot aen
1 } de Segre voortgefet j maer gelijck fy Lerida ,
•! Ballaguier, en in *t gemeen, alle overtochten in
hun gewelt hadden was het hem gelijck als on-
F f i rqoogh-
xvr.
Vervolgh
van het
wetek,
XVI R
Verachtc-
lingh der
Spacnfchc
faecken»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4*4 Treurige Gcfcb'iederiis van
roooghlijck, om met hen aen het treffen te ge* J
faecken, zijnde, gelijck fy waren voor een Loof
crooce en foelie rivier : de Franfchen dan zijnde 1
lelijck als buyten hoop, om tekonnenoverge- •
raecken , en leer bevreeft, een onnutte leger.;*
tocht te doen , wierd hen door twee Catalaenfche
Priefters , een vond gewefen , van een brugge van
koorden voor de voetknechten, oock een door-
eanck, hoewel wat fwaerengevaerlijckvoorde
ruytery getoonr. Dit valt 'er dan van te leggen >
dat een deel van het Regiment van Champagne,
zijnde op defe wijfe overgekomen , terftondt m de
vlucht floegh al dat hen aenquara , waer door daer
na de reft van 'theyrgemackelijck volghde: dat
vorders de ftagh van Liorens wan, endcSpaen-
fche troepen in fulck een vreeflijcke onordere
bracht, dat indien deGraved'Harcour, diege-
breck aen leeftocht had , fijn overwinmnge yer-
volght had , men had de faecken van Vrancki ïjck
x v 1 1 1. in den hooghften top aldaer gefien. Dit maeckte :
omftelt een groote verflagentheyt onder de Eedt- verwan-
ten, en hoewel de voornaemfte der medeltan-
ders, op alderhande wijfe hun aenhangh fochten
voort te fetten , foo was het dat fy begotten te U:n
dat fy felvequalijck bedacht waren: en niet ge-
loovende dat de oorloghs-macht te Lande fou
konnen naerderen, hadden fy goede redenen, te
t wijffelen aen het gevolgh van hunnen aenilagn.
De Raedt inSpangien had geen beter gevoe-
len, evenwel om alles te befoeckeri, en met te
verfuymen , gaf men laft aen den Zeevooght , om
fijn ancker voor Barcelonnc uyt tc werpen. Dit
wierdt alfoo gedaen, maer de Stadtvooght , van
die plaets , hébbende alreedts eenigh vermoeden ,
en hier over nieuwe onruft geroeide , verdubbel-
de de wacht, cn ftclde fulck een goede ordere
over
het< eedt
gefpaa
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Onuffre Aqjuilles. 455
over al, dat de t'Samen-fweerders tc vergeef?
ets fouden hebben aenge vangen.
Soo haeft als de Graefd' Harcour onderricht x ix.'
wierdt van 'r gene daer omgingh, fand hy Plellïs T)c Gracf
I Bezancon daer henen , om alle fijn forge te befte- focckt ,!Ct
fc den , tot verfeeckeringh van de plaets , en ontdec- omdeJ°
I kinge van verradery , indien 'er eenige mocht ke».
> fchuylen. De Scheeps- vloot mctckende, dat
hun verblijf aldaer vruchteloos was, keerde we-
der na haer havens, en Plellis, korts daer acn , we-
der na het leger, fonder yets te hebben ont-
deckt.
Terwijl de faecken aldus ftonden , Chabot die
noyt fou hebben gedacht , dat de B^ronneflè d'Al-
by, en Onuffres Aquiliesyets fouden hebben wil-
len tegen de dienit vandenKoninck vanVranck-
rijck aenvangen , vervolghde fijn ommegangh
met hen , bracht hen dan het een dan het ander
nieuws toe, en leende vaft nu en din weder geit
in de plaets, invoegen de fchuk nu al tot 3000
piftoletten gerefen was. Aquilles die nu alle
hoop verloren had , en by gevolgh nu met geen
ontdeckinge meer te doen had , wierdt moeye-
lijck, dat hy een foo vrypoftigen vriendt gevon-
den had , en floot de handt. De Vloot het fich
korts daer aen weder voor de Stadt fien , blijvende
daer eenigen tijdt , maer vindende niet meer uyt
te rechten als de eerftemael, wierdt gedwongen
weder te keeren.
Ondertuiïchen waren onfe Eedt-verwnntcn in x x.
de meefte bekommernis des werelts, want fy wa- ^°j"da
ren van fich felven niet machtigh genoegh , om £2t-
fich Meefters van Barcellonne te maecken, en verwanten,
koften vorders niet fien, hoede faecken , gelijck
men fe met het Hof van Spangien had overg«-
le^ht , tot een goet eynde fouden konnen gebracht
Ff 4 wor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefcb'tedems van
worden. Sy wierden eenige dagen met verfchey-
de gedachten aengetaft, niet wetende wat fy be-
ginnen fouden , maer vernemende , dat men feer
fprack, van het overgaen vandeStadt vanBala-
guier, w^ren fy ten hooghften bekommert voor
de wederkomft van den Graef d'Harcour , het
welcke hen een vergaderingh > van de voornaem-
fte vanheteedt-gefpan dede leggen, ommetgoe-
XXI. den einft van hun belangen te handelen. Defe
N'clnWCi cefchiede ten huyfen van Onoffres, alwaerfich
«ctiiagn. öQnden de Baronne{re d' Alby , den Abt des Gal.
licans , die van St. Paul , Amingan , Serra, Ferrier
en Ancona. Aquilles had nu alreedts wel ge-
merekt , in wat fnooder werek fijn minne-drift
hem ingewickelt had ; en gelijck hy alienghfkenj
fijn ftiite en vreedfaemhey t weder tot fich kreegh,
was hy geenfints van rade dat men fich tot eenige
geweldigheydt fou begeven : hy bracht oockby ,
dat het eenbelacchelijcke faeck was , te wachten
na de byftandt, die de Spaenfchen hadden toege-
feght j en dat , wanneer men defelve al geheel had ,
aengefien de forge en wackerheydt van den Stadt-
vooght , en de goede ordre , die Harcour van fijn
zijde medegeftelt hadde, endaer bydealgemee-
ne opftandt en al-arm van alhetgemeenevolck,
hen t'eenemaei onmooghlijck fou zijn , een goede
uytkomft te maecken; dat hetaenvangen van de
faeck gewiffelijck hun verderf met fich fou.de fle-
pen , daer in tegendeel het ilille fitten , hen op
duyfentderhande manieren fou konnen behouden.
Alfoo miflfchien de t'famen.fweringh niet eens
fou voor den dagh komen, nademael de voor-
naemfte lieden van eer zijnde, daer van alleemgh
grondige kenniffe hadden , en dat het vermoeden ,
dat de middelbare mochten geven, geenblijcks
genoegh mede bracht , en dat men indiergehjeke
| •;
I ^:
i..-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Onuffre AQuilles. 457
jgelegentheydt , fich foude vergenoegen eenige
^geringe ende ellendige , tot fpiegel van anderen ,
stc doen fterven : behalven defe redenen , had
• •oiAquüles noch een heymelijcke by Tonder , die
meerder indruck maeckte op fijn gemoedt , als op
dac van de andere. Hy dacht dat zijnde de aen-
vanger en voorltelder van een raet van gematight-
heydt ; fulck een fchijnreden voor fijn vrienden
fou konnen zijn, om by Harcour fijn genade te
, verkrijgen, indien hy, by geval, befchuldight
wierdt. Maer fulcks anderfints zijnde , dat het
onmooghlijck fou zijn hem te behouden.
Sijn meeningh was redelijck na allen blijck , en
men leght , dat defelve oock aengenomen wiert ,
wanneer den Abt de Uallicans het woordt nam,
fecgende : Het is ons felvengevleyt, te gelooven
dat onfen handel lange fal verborgenblijven , in-
dien een eedt-gefpan , van twee of drie perionen ,
altoos voor den dagh komt , wanneer men daer
lanckfacm mede te werek gaet , konnen wydan
**!ïje eenighfins hopen, dat een gefpan, daer de helft
van de Scaet aenvatt is, geheym fal konnen blij-
i&i ven: en als het nu komt alles ontdeckt te worden,
wie meent ghy , dat men befchuldigen fal als ons ,
die het al hebben gedaen. Gclijckofhet werek
te beleyden, minder mifdaedt was, als dat nyt
. te voeren. Al die in diergelijcke gelegentheden
..5 een goet gevolgh hebben gehadt , zijn daer ftou-
I telijck mede voortgevaren , en die fich daer mede
I hebben bedorven, welckers getal vrylijck groot
i is , die hebben fulcks gedaen door fachte en ge-
matighde wegen.
Dit laetfte gevoelen trock weder de toeftandt
van een yeder , en den armen Aquilles moft oock
veynfen het felve te willen volgen , keerendefich
de BaronnefTe > met een lacchende mont naer hem
Ff 5 toe,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXII.
Befluyr tot
den voott-
ganck.
XXIII.
En dc
middel.
XXIV.
Gebteck
van ge-
volgh.
Vcrnie-
tight alles.
4 j 8 Treurige Gefcbiedenis van
toe , feyde hem ftillekens , het is mijn gevoelen ,
dat men toe het alder uyterfte voortgaet , endad
men felfs, alshetdaer opaenkomt, men mijner»
man niet fpaert , om dat wanneer wy van hem ont-ï
{lagen zijn , wy malkander konnen trouwen. Hec
bt-fluyt dan genomen zijnde, overleyden fy een
goede wijl de middelen , maer vonden geen ande-t
re , als veel gewapende in de Stadt te doen ko-
men , al hun vrienden aen te manen ,en den Over-
fle vin de Scheeps- vloot te laten weten, tegen i
den 8- van Herfftmaent te komen,tegens wekken '
tijde fy geloofden gereedt te konnen zijn • zijnde
hun meeningh , de Sterckte aen de Zee, de Spaen-
fchen in handen te geven, de gevangeniiTen te
breecken , daer menighte van Spangiaerden , die i
in de flagh van Liorens gevangen waren, vaft la-
ten , voorts te poogen üch meefters te maecken.
Van de Terfanne , of het Arcenael, daer de flechte
krijghs-lieden faten,en voorts de reft uyt te wach-
ten, en indien het werek niet wilde lucken , te
fien, in het midden van de beroerte wech te maec-
ken , ten beften fy konden.
Sy verwachten wel met groot verlangen defen
acheften dagh , maer met vveynigh gcvolgh , alfoo
deScheeps-vloot niet te voorfchijnquam, 'tzy
dat den Overfte traegh was , alfoo hy daer nu
cvveemael te vergeefs was ge weeft , of dat hy ge-
breck van lijf-tocht hadde, gelijck hy daer na
heeft verklaert, en het felve genootfaeckt wasj
in fijn havenen te gaen halen , altoos hy het den
aenflagh varen, en lietdeEedtverwanten, buy-
ten alle hoop van onderftant.
Dit <*af een vreemde veranderingh onder hen-
lieden , ?oodanigh dat defe , die hun hoop het al-
derverfte hadden uytgefet , nualleemgh wenfeh.
ten , om de ftraf te mogen ontkomen. Sy ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
|, ONUFFB.E AQjJILLES.' 4^9
loonden malkanderen , door de dierfteeeden die fy
Iconden bedencken , verklarende tegen een , liever
luylentmael te willen fterven , als lich onderlinge
_cbeichu'digen. En toe hun ongeluck, wanneer
men het werek begoft tc ontdecken, was hun
. ^rootfte moeyte , om eenigc vertrouwde, daerfy xxv.
I vermoeden op hadden, en eenige geringe onder- Benauwt-
(handelaers, dicfe hier en daer hadden toe ge-$g™££
- h bruyekt , wech te helpen. Geduerende defe on- lcn.
: gerultheydt enmoeyelijckheden , komt de Graef
d'Harcour, aen wie nu fich Balaguier had over-
gegeven, tot Barcellonne, daer hyal de eer ont-
lin^h, die men een overwinnende Onder-koninck
foifkonnen acmioen. De alderfchuldighfte wa-
ïi ren die gene , die de mcefte teeckenen van vreugh-
de deden, en over fijn wederkomft , en over lijn
geluckigeveldt- tocht. Maer al dat verhinderde
hem niet om fijn belt te doen tot het ontdecken
, van defe t'fimen-fweringe , en om daer toe te ko-
men , beftede alle mooghlijcke middelen. Hy
i beloofde iliafloof heydt , ja geit on vergeldinge ,
5 aen die gene, die hem daer eenigh iichc vanfou-
I) den neven. Een, wiens naem onbekent is,bracht Begin vaij
rj deBailliti van Martaro aen, met verfeeckeringh het om-
■ dat van fijn vangen , de kenniflè van al de faeck dccken.
hingh. Hy deed hem terltondt by den kop vat-
ten , en in het Paleys te Barcellonne brengen, die
al op den felven dagh ondervraeght wierdt -y maer
wat flimme ftreecken men gebruyekte, het was
onmooghlijck hem yets uyt den hals te halen.
Ter feiver tijd , eenige Bevelhebberen , die tot
"Mattaro in befettingh lagen , fpraecken tegen den
Graef d'Hai cour tot fijnen voordeel , verklaren-
de noyt Catalan foo met hun belangen ingeno-
men te hebben geilen , als hem , dat in alle kleyne
moeyten, die tuflehen dcBorgerscnkiijghs-lie-
den
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
De Baillui
van Moi-
taro ge-
vangen.
460 Treurige Gefchiedenls van
den mochten zijn ontftaen, hy altoos fichaend<
zijde van hetkujghsvolckhadgeftelt • endathjl
fich altoos toonde foo grooten hater van de Span*.
giaerden , als vricodt van de Franfchen.
Defe redenen gevoeght , by de Hechte blijeken
die 'er tegens hem waren , begoften eenige werc-
kingen op het gemoedt van den Grave te doen j
x x v i L wanneer hy een tweede bericht ontfingh , dat het
eerlte niet vveynighbeveftighde^ maeroockmet
dat , wel verre van een volkomen overtuyginge
zijnde, felfs zijnde het vermoeden niet krachtigh
genoegh, om hem tot den pijnbanck te brengen.
Men was genootfaeckt , fijn gantfche maniere van
leven t'onderfte boven te halen , en na een naeu w
onderfoeck , vandt men feeckere oude mifdaden ,
daer den ellendigen felfs naeuwelijcks meer van
wift , zijnde daer niet op toegeruft » en fich dien»
volgens niet wel konnende befchermen , wierdt
hy ter dood veroordeelt , en na de veroordeelingh
ter pijnbanck gebracht. Het gewelt van het pij-
nigen , en de fitchren uytflagh die hy in het werek
fagh, deden het hem alle s belijden. Hybelafte
terftondt DonOnoffres Aquilles, als een van de
voornaemfte van den aenh ingh , en als men nu uyt
hem getrocken had >al dat hy wiit , fand men hem
terftondt, om met de doodt geftraft te werden ,
gelijck gefchiede. Et*n foo vaerdigen rechts-
pleginge maeckte het gantfche eedt-gefpan ver-
baeft • en Amingan meer als de reft : defe had
grootegemeenfehap meteen Edelman, genoemt
Jvlargarolla , op wiens getrouw igheydt hy nu be-
góft vermoeden te krijgen. Hy trachteopalle
manieren hem te doen vertrecken , maer niet kon-
nende daer toe geraecken, kreegh tweemannen
op fijn handt , om hem te befchuldigen. De be-
fchuldigingh gedacn zijnde, gingh hyhem felfs
te
XXVIII.
£n ter
doodt
gebracht.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Onuffre Aquilles. 461
f:C kennen geven, wat 'er gepaflfeert was > cn bc-
rwocr hem te willen vercrecken, om fich te ge-
lijck met fijn vrienden in verfecckeringh te itel-
en. Margarolla merekte de loofheydt van
• lAmingin: maer om hem alle vermoeden tcbe-
- nemen , beloofde hy hem > door dc vlucht hun ge-
>meene verferekeringe te verforgen; maer in de
cplaets van fulcks te doen, begeeft hy fich na den
Onder- koninck , bidt hem om genade , en om dc
: :.beloofde ftraffcloof heydt te mogen genieten, vcr-
: tfeeckerende hem grooteopeningh van al den han-
idd te fullen doen. Men deed hem genade, en
<hy feyde alles dat hy wift, en bcfchuldighde
< Amingan, als een van de meefte aenleyders van
:'twerck. Men vatte Amingan by den kop, en
hy niet willende bekennen, wietdt fcernauwin
de gevanckenis bewaert 5 ondertuflehen focht
1 men oock Aquiiles , maer defe had fich al uyt
£ Barcellonne begeven , en dat foo ftillekcns , dat
r men niet wift wat wegh hy genomen had, of waer
r hy fich mocht onthouden. Ondertuflehen de xxix
■~ Graef ,opeenighaenbrengen , liet, FerreenSan- R«ht
cana vatten , en ftelde defelve ordere , omtrent °v"ctandc
Serra, die mede gevlucht was. lcdt.
Amingan van dit alles , in fijn gevanckenis on- wnran-
derrecht zijnde, achte nu fijn verderf feccker , in- tcn*
dien hy voortginck fijn leven tegens het gerecht
I te verweren. Het voorbeeldt van Margarolla
1 hem ecnige hoop vju behoudenis gevende, nam
1 hy een voornemen dat te volgen, cn beloofde al
) de medeftanders te openbaren. De Graef, die foo
/ veel aen dc doodt van een niet gelegen was, als
. aen de volkomen kennis van dit groote eedt-
} gefpan , deed hem genade , en kreegh , door defe
i middel , kennis van de geheele faeck. De Abc
r van Sc Paul , die hy had belaft , wierdt oock ter-
ttondc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
462 Treurige Gefchiedenis van
ftondt gevat, maer als geeftelijck zijnde, wierdi
hy volgens eenige waerneminge omtrent het ftraf-l
fen der Geeftelijcken , met fes andere na Rozesfr
gefonden. Eenige die men niet volkomentlijckk;
konde overtuygen, en defe felfs, die men het le-9
ven had gefchoncken , wierden uy t Catalogne ge-* ;
bannen. Dit gedaen zijnde , fchenen alle dingen ir
genoegh in ftilte te zijn , om tijde en verfeeckert-r
heyt aen Onoffre Aquilles te geven , om voor deur?
dagh te komen. En waerlijck, foo als hy meen- >t
de het eynde van de ftraffen te fien , en dat mem1
de Baronnefle d'Alby geen moeyten aen dede, ge-
li jek oock niet den Abt de Galücans , met de-
welcke hy de aldermeefte onderhandehngh had b'
gehadt , quam hy weder in de Stadt, en verbergh-
de fich in een plaets , die heymelijck voor eenye- •?
der , behalven voor de Baronnefle was. Sy die j.-
alles in de Stadt waernam, en voornamentlijck i
wat'erbyden Onder-koninckommeginck, ver- •
nam dat hy nieuwe vergeldingen belooide, aen t
die gene , die Aquilles fou ontdecken , en dat men I
felfs yets vermoede van fijn binnen- komft,gingh I
hem tijdelijck waerfchouwen , en leyde hem m i
haer karos , onder de fit-kuflfens , en bracht hem I
alfoo by de Carmeliten. Ondertuffchen gmek ;
men vaft voort met hem te foecken , macr al te I
vergeefs, en men was nu geheel buyten hoop,
van hem te vinden , wanneer hy ontdeckt wiert.
De Poortier van de Carmeliten had mede ge-
hoort, datdeGraef veel gelts beloofde, aen die
heil foude leveren : het welcke hem veroorfaeck-
teeen van fijn Broederste fpreecken, die in de
Stadt een Ambachts-man was , en feer fwaerhjck
de koft konde winnen. Hy feyde hem, dat hy
een fceckere middel had , om hem rijck te maec-
ken : dat Aquilles in hun Kloofter was , en foo hy
^ fulcks
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
O NUF F RE AC^UIL LES. 46$
fulclcs den Onder- koninck aenbracht, dat hy,
een treffelijcke vergeldiuge hebben fou. Defe
beriedt fich niet langh , maer gaec foo terftondt
den mifdadiger ontdecken.
De Graef vol verlangen , om hem in handen te
krijgen , gaet by de Carmeliten de Miife hooren,
na devvelcke hy felve een nauw onderfoeck , door
al het Klootter doet , en vant hem in de kamer van
een Mis-priefter. Terftondt deedhy hem vat- xxx,
ten , en naer het Paleys voeren. Hy was foo Aq»iIIcs
haeft niet in de gevangenis , of men begoft hem te y™rJ£'
ondervragen , en des anderen daeghs , veroor-
deelde men hem ter doodt. Daerop wierthy
twee dagen aen een, ter pijnigingegeftelr, maer
fondcr vrucht, en wat men hem dede uytftaen,
hy bncht niet een van fijn medeftanders voor den
dagh. En hy fou in defen ftandt , 't zy door hart-
ncckighey t , of volftandigheyt geftorven hebben,
wanneer een Capucin, fijn eygen Broeder , hem
'efaecken van ds andere werelt foo klaerlijck
oor oogen ftelde^ dat hem dacht, dat hy fich
niet meer, over die gene die hy alhier liet te be-
kommeren hadde. En al foo verdween al lijn
ftantvaftigheyt , en na dat hy de namen en het ge-
tal, van de verwanten, ende ordere van den aen-
flagh had ontdeckt , wierdt hem het Hooft af ge-
flagen.
Hy was in der daedt een feer cerlijck Edelman ,
na het oordeel der Franfchen felve, foo prei als
dat van de Catelanen , vol geeft , Edelmocdigh,
en vryborftighi De treek die hy had tot fijn wel-
luft, beftondenwel inden regel van Hoftdijcke
aerdigheyt , maer hier de mact te buy ten eaende ,
lede hem fijn plicht vergeten , en kofte hem alfoo
et leven.
Chabot aengetaft , van een Edelmoedige fpijt,
van
XXXI.
En
om hooft,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
464. Treurige Gefchiedenis van
van geit van een verrader genoten te hebben , ver-4*
focht, dat men het felve voor hem foude verklad
ren en verbeurt maecken , nemende al heel wel J*;
fijn yver voor des Konincks belangh , dooifc
een wraeck van foodanigen natuere , te toonen.
Waerlijck het ontdecken van dit verraet , verJf
oorfaeckte een grootc enalgemeene blijdtfchapJ"
onder de Catalanen , en voornamentlijckde Fran*
fchen. Al de Regeerders der Stadt quamen bj*-
denOnder-koninck, hun Hoffelickheden afleg#
gen , en den Abt de Gallicans , gevolght van al dej,;
Geeftelickheyt , quam hem oock bedancken,l>
voor dat door fijn forge enbeleydt, men de aenj
leyders en medeftanders van defen aenflagh had
ontdeckt. Ja ant woorde de Graef , en uw een vari
devoornaemfïe, mijn Heer den *Abt. En belaftc ^
xxxil. daer op een van de bevelhebbers van lijn lijt
?e,^bt dc wacht , fich van hem te verfeeckeren , en hem ir
cn Ik de Terfane te brengen, waerin hy terftondt ge#
Batooncflc hoorfaemt wierdt.
gebannen. De Baronneffe wierdt oock in gevolge gevan|:
gen , maer haer Vrouwelijck geflacht , en fchoon j
heyt, waren de eerite voorfpraecken , die vooij
haer behoudenis aenhielden, voorts haer geboort $
en de verdienften van Donjofeph d'Ardcnne ha-J
ren Schoon broeder, volvoerden dereft. Haetl
ftraffedan, quam daerop uyt, dat men haer naii
Tarragone voerde. Maer voor haer verrreck ,;;
gaf men haer ten minften , een deel van de beltrar-l;
Wen , die fy verdient had : waer op fy amwoor-v
de,dat fy niet dacht,datfe de Koninck van Vranck-»
rijck had ongetrouw geweeft , oock fich geënt
vvandin van haer Vaderlandt had getoont. Dati
fY uyt Arragon van geboorte , en dienvolgens
Spaenfch was, dat fy geen belangh inCatalogn*
had,als alleen foo veel het belangh van haren Man
: mocne
i
I
XXXIII.
Haer
redenen
van
affcheyt.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ONUFFRE AQJ1ILLES. 46$
ochuengaen, het welcke fy verklaerde het hare
Jiet te zijn , en foo men haer ftrafce , dat fulcks
: "moft gefchiede , als een vyandmue , en niet als een
>ngetrouwe.
De Graef d'Harcour gaf ordre dat fy na Terra-
gone wicrdt gevoert , en Chabot begaf tich na
Vaille , een kleyne Stadt , daer fy door moft , en
alwaer fy genooefaeckt was te vernachten , en
daer, feght men, genoten fy de laetfte uren van
malkander tefien, ophungemack. Des ande-
ren daeghs liet hy haer, door al de 1 uytery , en het
voet- volck , dat hy by een kon krijgen , tot dicht
by Tarragone brengen. De Stadtvooght van
Zl Tarragone deed oock by na al fijn befettingh
uy t tréeken , en daer was onderlingh beftant voor
een korten rijdt , die Hyppolite beftede , om ver-
iof van de Franlchen te nemen. Sy toonde hen
duyfentderhande beleeftheden, en fcyde dat'er
geen braver Landtaert ter werelt was, als de Fran-
fchen , en dat fy hen altoos feer fou achten • maer
J dat het haer onmooghïijck was hen te bemin-
nen, foo Uflfth fyhaer Vorft den oorlo^h acnde-
,l den. Als. de HofFelijckheden waren afgeleght,
ginghfymet den Stadtvooght na Tarragone , en
Chabot weder na fijn leger-pfcaets,
Siet daer het eynde vandefe t' Samen -Cvveringe*
die de Catalanen niet als ftraffe, en de Spaeniche
1 niet als verwerringh en fchande heeft toege-
I bracht. Waerlijck, de Graef heeft hier 0111-
I trent , foo wel in het ontdecken , als ftrafFen een
.| groote wackerheydt , en edelmocdigheydt gc-
1 toont.
■
m
til
Cg
HEN-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
466
HENRY de FLEUR Y
d e C U L A N, 1
Hecrc van Buat, St.Sire en la Fo-
reft de Geil.
I N
H O
I.
U D T.
V Er bondot plicht der Ouder fnttn. II. Handelmgh i
vanStaet eengevaerlijckejaeck, III. Dapperheyt I
van Buat. I V. Sijn Onder-handeltngh met Engelandt. 1 .
V. Wordt doorwant faanhcytverradtn. VI. Inhoudt \>
van den ontdeckjen brtef. VII. Sijn brief aai den Heer \
Arlmgton. VIII. Ondervraging van Buat. IX. Statt |
»'» Hoüandt. X. Saec^* 4* ^"r<* JÖffff '
*fcr J/<?r^. X I. Aetimackj,uge op den handel van Buat. \
XII. Zeelandt wenkt omtrent de fax(k,van Buat.y
XIII. Holland axtvooort dacr tegen. XIV. Fénolghi)
tan Contcflen. XV. Verioontnge van de Staten vatt*
Holland aen V Hof gedaen. XVI. Vtrklaungh van\
4 Hof. XVII. Vonms tegen Buat. XVIII.
fchrüven van de Heer T^eur-vorfl van BrandenburghJ
XIX. Antwoord der Heeren Staten. XX. Btreydmgh\\
tot de uytvoertngh van V vonnis. XXI. Buat wort ter a
doodt geleydt. XXII. Sijn doodt. XX III.
graejfentJ. XXIV. Verklartngbvan Zeelandt.
I.
Verbonden
plicht dei
Onder-
laten.
Geschiedenis.
Oo onfcheydtbacr is de dien
bare plichr, van de nature der
Onderfaten, dat die, gelijk met
het licht des hemels , van ons
ontfangen wordt , en verheit!
foo veel van de macht der ver-;
dien ften , als ome verbintenis!
groot is. De heerfchappy heeft niet foeter *
D'Heere van Buat. 467
an dit verbandt om Hagen te zijn , en felfs aen nie-
mandc verplicht , alle plichten voor fich tefien
buygen. Echter ontbrecckt geen vergeldingh
aen njdelijcke en welgemeende verdienfttn , doch
foodanige als die na de maet van der Votlten oor-
deel gemeten worden: die evenwel, ly zijnfoo
groot als fy willen , de minfte mifdaet niet mo-
len ophalen 5 voor lbo veel onfe weldaden enc-
kele plichten , en onfe nalatigheden felfs terftondc
mifdaden zijn. Waerlijck te minder zijn kils al
onfe uytfteeckenftc daden te achten , om dat ly,
't zy beloont of onbeloont,ons altoos lchadehjck,
hoewel vorderlijck fy anderen mogen zijn : de
verachtingh werekt in ons een ftrijdige tegen wil ,
en doet ons menighmaeltottegendecligefnood-
heden vervallen : Maer debeloonmghlells, hoe
fchoon die onfe oogen magh aenltaen , werekt
niet felden in ons, in de piaets van vergenoegh-
iaemheydt • een opgeblafentheydt , die fich mee
oneeoorloft acht tc zijn. Het vootbeeld , dat wy
onfen gunttigen Lefer alhier hebben voor te Hel-
len, isbyons en uythcemfchen felfs, maer al te
wel bekent, om onfe'aenprijfinge te behoeven.
En fou in der daedt geen ftoffe voor mijn penne
zijn , 't en waer andere ? welcker fchnften fich een
langer leven beloven ,.het felve een ftoffe van hun
behgheden gemaeckt hadden : altoos wy Gen hier ^
hoe delicaet en teeder een dinck het is , iaecken yan Suet
van ftaet ter handt te flaen, en hoegevaerlijck het «n ge-
dwalen omtrent hooge belangen is. SS?1
De Vader van defen Heer , is de Coloncl Buat
eeweeft , die lange defen Staet brave en dappere
dienften heeft gedaen. Hy felfs was Edel-knaep
van lijn Hoogheyd: Prins Wilhelm, en van lijn
Meefter feer bemint ge weeft van wie hy oock
met een Compagnie paerden is begiftighc gewor-
Gg Z ^n.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
III.
Dapper-
hcyt van
Buat.
46 % Treurige Gefcbiedenis van
den Maer hoewel d'oorlogh te Lande ophield ,
konde fijn Edelmoedigheydt evenwel geen ruft
vinden, maer begaf lichter Zee, ommdedientt
der Hooghmogende Heeren Staten , fich felven ,
tot onderftandc vinden verdruckten en bedruck-
ten Noordfchen Koninck van Denemarcken , te
laten gebruyeken, varende als vry willige op hec
Schip van den als doe Onder -Zeevooght de Ruy-
ter , daer hy , foo verre buyten anderen uytmunte,
dat hy , wanneer men het krijghs-volck landen
fou * om de overwinnende Sweden ,op Funen aen
te taften , de eerfte was , die uyt de boot in het
water fprongh , om aen anderen tot een voorbeelt
te dienen, gevende alfoo vry een groot belangh
tot de daer aen gevolghde overwinmngh. We-
derom te huys gekomen , vervolghde hy lijn
cfienft , enachtinge omtrent de Heeren fijne Mee-
fters , blijvende in groot aenfien , te meer , dewijl
hy aen een van de doorluchtighfte Huyfen van ons
1 v Vaderlandt getrouwt was. Staende de fware en
sijn ond«. fchadeliicken oorlogh, luflfchen de Vereemghde
handeiinge Landen en Engelandt , had hy met bewilhginge
UndrEn6C' van de Staet , eenige onderhandeiinge , ftreckende
tot bevorderingh van de vrede . met eenen Syl-
vius, eertijdts Edelman by de Pr inentte Royael,
daer na by den Koninck van Engelandt , en wiile-
linge van brieven gehouden : maer fich verder in-
latende , als de tedei heydt van des Staets belangh
wilde toelaten, wierdt hy op Dondefdagh, zijnde
de negentienden dagh van Oogft-maent , uyt or-
dere en laft van de Heeren Staten van Hollandt
eevangen genomen. De aenvangh van (kt lijn
ongeval was een ellendigh verfuym , hy was ,
twee dagen te voren, by den Heer Johan de W"h,
Raedt-Penfionarisgeweeft, om hem, na lijn ge-
woonte, fijn brieven mede te deelen; zijnde drie
in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat. 469
het getal. Ti
1 van feer weynigh be-
: wareu
I langh • ^naer een darde , had noch dagh nocb op.
| fchrift , als alleen, Pour vous mefme, voor ufelve; w
1 welcke darde, dooronachuaemheydt, onder de onac"t_
: twee andere geraeckt was. 'Defe van den Heerfacmhcyt
I Raedt-Penfionaris dooi fien zijnde, wierdt bevon- veiradcn.
) den foodanige dingen in te houden , die vry naer-
5 der opmerekinge verdienden en waerdigh waren,
) Onder andere vand m'er defe uytgedruckte woor-
den , van Sylvius geftelt : Des Villes que vous Savés ,
<y qui font intemionnées , Pourunebonne Paix. De
Steden die gy wtl weet>en die tot een goede vrede genegen
\ijn. Door welck woordt Paix of vrede , de Ko-
ninck van Engelandt verttaen wierdt, gelijck daer
na gefeght wierdt , dat Sylvius een nauw verband
tufichen defelve Steden aenriedt, die het toeftondt
eenkloeckmoedighbefluyt te nemen: dat Enge-
landt fich alsdan klaerder fou openbaren , en in een
naerder verbondt met hen treden , die men onder
de handt alle middelen beftellen foude , om tot een
goet verdraghte komen , en de bekende Intrigue
of inwarringh (door het welcke de andere niet
wel willende verftaen wierden) te breecken en
vernietigen.
Buat ondertuflehen te huys gekomen , en wel
meenendedefen.geheym-brief, te rugge te hebben
gehouden, vandt fich wel verbaeft , "wanneer hy
bevandt , deielve met de andere overgegeven te
hebben. Hy , daer over , begeeft fich weder na
den Raedt-Penfionaris , vraeght hem , of hy die
brief hadde, diehetfelfdebeveliighde, metby-
voeginge, dat hy daer van bericht aen deHeeren
Gecommitteerde Raden fou doen , waer over
Buat t'eenemael bleyck in fijn gelaet wierdt, en
noch meerontftelt, wanneer hy, terftondtbyde
Heeren Staten van Hollandt wierdt ontboden ,
C g 5 die
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
VI.
Inhoudt
van den
blief.
470 Treurige Ge[cb'iedenis van
die hem , na cenigh onderfoeck, de fleutels van
fiin Schrijf-kamer af-eyfehten , en voorts gevanc-
kdiick, eerft na de Catteleyny, en voorts nade
cevWen-poort , dede brengen. De inhoud van
den brief, luydc uyt hetFranfch in onfe tael ver.
welt , aldus :
Voor u felfe.
Waerde Vrient.
ICkoordeeleverplicht te qjn ,omu, wegtns mtjn lang
fliUwijgen , voldoeningh te geven , wam ick bemercM
uyt aüt uwe brieven, dat ghy feer bekommert yt , «if
met sroot ongtdult tijdingh vanmy vermacht , en voor-
namtntltjck, uyt u laetjle , die ghy aen Mdord , of mijn
Heef hebt ge fchreven, en diemyveroorfaeckte,mvvan i
de ttrfit gelegentheydt te dienen } omti in het byj onder V
te berichten , hoe ick g"°" moeyten h'k &'hadt > m f '
overkomen, en genoot faeckt ben geweeft , «« mooi rackj
na het Noorden op tejlaen, maereyndeh}c\ alhier ge-%\
luckizblijck aengekpmen ben, omtrent vijftien down*
seleden , doch het was op die tijdt , dat men al onfe ha-
icJtr w/rt nagelaten in 'tbrtedete vertoonen en represen-
teren, al htt gene ghy my hebt gecommumceert , of ge-
meen vemaeckt ; 't geen alhier byfonderluck
lijcktsgeweefï : maer geljckonfc Vloot ydert uytgeloo-
pen is ,en felfs een gevecht is voorgevaren , van bet
Ucke wy fro nuhetvervolgh verfïaen hebben, alsons\
voordeeligh genoegh geweefi qnde , heeft mengeenfints
dienftighgeoordctit ,het middel van den bruf.diegby i
my gegivtn had , te volgen . alfoo fulcks ™ defe ttjdts
Jletentheydt, ontijdighfou^ijn : maer belangende het*
logïmerck en beflu t, bet welckedevrtendtnvoorgeno. *
mtn hebben, ttneyndtdAt k*rw**rts gefrndtn worde V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat. 471
wofdt voor feer goet gehouden , en ghy mooght vryelijcl^
$>op dun voet arbeyden, uverfteckerende , dat men al dc
\ openingen , die op dat fubjett gedaen fullen worden > om-
,( belfl : want icl^weet van goeder handt , dat > niet tegen-
; flaende defe laetHeoverwinninge , de Kpninck, evenwel
noch altoos , in de goede genegcntheydt tot de Vrede vol-
. for<2f , invoegen de vrienden daer ob hun giffingen ofte
,< Mefures daer na kannen nemen t f onder v reef e > dat men
, van meeninge , van defer \i)de fal veranderen. Maer
het is oock noodigh, dat icl^ u fegge , dat om te beter
?fj uytficgh in dit voornemen te vinden , het dienjligh fou
V %ijn j <fc J*c*fc» , <i/fg/;y , tel een goede Vrede
genegen %ijn , ficb [eer nauw te famtn verbinden , om-
mnt dit fubjett* en datfe onder malkander een vigo-
reus en i^oeckmoedigh beflityt maecken , waer op wy
* eenigh goet fondament kpnnen maecl^en. In dien ge-
r valle, derve tckjuverfeeckereny dat voor eenige feecker
of vapgheydt , men daer in magh komente befpeuren ,
men fich k}aerder van defer fyde fal uytdrucken en tx-
\ pliceren -} en dat men als dan in een byfonderer correfpon-
> dentie fal treden -} en onder de handt , fal men alle mid-
'\ delen fourneren enbeflellen, diefe fullen begeren, om tot
i een goet verdragh te kpmen , en de Intrigue die ghy
weet te breecken. Indien ghy oordeelt , dat 'er plaets
of gelegentheydt $y, om yets reëels , of wefentluchj ,
door dien middel te bewercleen , ghy hebt daer maer om-
trent te arbeyden > en my te berichten , wat voortgancf^
ghy daer omtrent gedaen hebt \ en icl^ belove u dat de
faecl^geheym fal gehouden worden j niet twijffelende , of
door dien' middel , fullen wy de faecl^ brengen tot het
eynde dat wy begeren. lck.geloof oock, de uytflagh of
het fucces , het welck wy in het laetjle gevecht hebben ge-
hadt , fal daer oock^al eenighfints toe helpen. Want
de partije van de Vrienden , en defe die de Vrede wen-
fchen , fal daer door verflerekf worden, lckjfidde u ,
de poetheydt te hebben > my in het byfondet te berichten ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
ma
472 Treurige Gtfcbiedenis van
ef fulckj niet eenigt vtranieringe in de StAet veroor»
faeckf beeft , en dat ghy myhet ware verlies en jchade\
die ghy geleden hebt , laet weten } want baerblijc\elijch
men fm het aldaer > fooveel als men falkpnnen> foee»
km te verbergen , om het volcl^ te blind- hoeden. Wy
hebben nïet verloren als een fchip, daer Tromp [eer bequa.
mehf elk een Brander had aengtkraebt \ en omtrent vtet
©ƒ vijf honden mannen , foo doodt alsgequetft. Wy
hebben twee van u fc*hepm gekomen , die wy daer na vetm
brandt hebben , en Banckert , diefe commandeerde » is het
geluckjghlijcl^ ontkpmey< : wy hebben vijf of fes honden
gevangenen , men heeft oock eenige van u fchepen firn
fpringen , en men gelooft dat ghy veel febade hebt gele-
den. Uk. bidde u daer na te vernemen , en my des deel- \
achtigh te matchen % en my te gelooven voor altoosten
%ijn , &c.
Men vandt noch in fijn Schrij f. kamer de klad- 1
de van een anderen brief, den wekken hy aen'
jirlingtcn, Geheym-fchrijver van den Koninck,}
door de handc van fijn Vrouw, gefchreven had, t
zijnde van defen inhoudt :
In den Haegh defen 9. Maert , 1 666.
v 11.
Bijn brief
aen den
Heet
Waer.de M I LOR. Df
ICj^/öM^e u niet kpnnen vertoonen , met wtlck,onge- \
voegen ick. den brief van mijn Vriend ontfangen heb j
aen den waerltfck > hy jal fijn Majefteyt niet bericht hebben , hoe 9
Hce.r hy alles hier te Lande gelaten heeft, want het is onmoogh- I & „
Aihngton. Am ^ ^ gj^g^j hebben, van al dat men r.;
hem geftght heeft. Eyndelijck > waerde Milord, is 1^, 4
noodigb dat ghy weet , 'dat wy hier een flerckepartije <>ƒ r .
aenhangh voorde Vrede hebben gemaeck*, enbygevolgh 1 ^
voor mijntyeyne Meejler, gaende de andere partijen , »
die hier voor altoos geregeersheeft, verre te boven ; in» *
voegen de Koning niet heeft te mj/ffelen , of mijn è
• 0 ' Met- 1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat.
473
Meefter fal boven vallen, en dat fyb'mnenwtynigh da
en bemin der daedt [uilen doenblijcken > door de ver -
,eeckeringe , dieSylvius en ick hen hebben gedaen , </df
/i/n Majefteyt de befte genegentheydt terwerelt tot de
Vrede hetft-y en in der daedt in vriendtfcbapmet het
Landt te leven , en dat hy voor Godt verkjaert geen an -
: der voornemen te hebben ; het welcke de harten , van alle
eerlijcke lieden alhier , gewonnen heeft. Ickjaet u be-
dencken, wanneer de Vrede fal getroffen qjny in wat
goeden ftandt fijn Majefleyt , en mijn kleynen Meefter
alhier fal fijn • ja ick fegge noch , dat hy de grootfte
Koninck. des wertlts fal yn. Maer indien de eerlijcke
lieden, eenige kpelheydt omtrent debevorderinghvande
Vrede befpeuren , htbtghy waerde Milord , u te verfeec-
keren, dat al de werelt alhier , terpayigbltjck.hunpar~
ttje, tot het aldermterfle toe fal fxckenvoot te ftaen.
En indien het ongeluc^ na dat men alles toegebracht
heeft, ben op bet uyterjle fielt • fuüenfy gewifjelijck
mijn kleynen Meefter verjagen , enfieh aen Vranckrtjck.
overgeven ; en twijffdt niet , waerde Milord , of het
gten ick u berichte , ts de waerheyt ; want op mijn \tele ,
ick. weet het , en ben wel verfeeckert , dat hetgeluckyan
mijn kleynen Meefter hangbt aen de goede Intelligentie ,
van den Kpninck. met de eerlijcke lieden alhier , tot be-
vorderingh van de Vrede ; 't welck my oockyeroorfaeck?
beeft , mijn laetïle brieven in'tvyer te werpen-, want
badde ick defelve aen de wel- willende mede gededt , fy
(ouden aüe verandert ïjjjn • geluck. ick. hier boven geftgbt
'hebbe , en ickbefwere u nochmaels , waerde Mdord , den
Kjninck. wel te verfeeckeren, dat, 'ten y hy Vrede
maeckf , mijn k^eyne Meefter geheel te gronde JaL
^Defen brief wierdt bevonden gefchrcvcn te
zijn, te diertijdt, als door gantfch Hollandteen
gerucht liep , dat men fijn Hoogheydt de Prins
vanOraneien, in de hooge bedieningen ioultei-
Gg5 lcD*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
474 Treurige Gefch'ttdenis van
len - ja dat wel veertien Steden in Hollandt dact
toegenegen waren: en waer na in April men ttj
rade wierdt , foo 't fcheen , dat gunftigh befiuyt tt
nemen, Gjn JPrin^eiijcke perfoon te fien, ondei:
andere binnenlandl'che faecken. Uyt defen briel i
was oock klaerlijck tebefpeuren, hoe nauwhy
de belangen van den Koninck van Engelandt en
den Prins met de partije , van die hy Honeftes
Cens , (S bons Amis , eerlijcke lieden en goede
vrienden noemde verknochte y en dat fulcks noot-
wendigh aen die van de Intngue of regnerende
grooten arghwaen molt geven , van oproerige
aenvangen.
In de vergaderingh van haer Hooghmogende
waren vele, die meenden, het raeckte HoJlandt
niet alleen , maer de gantfche Ceneraliteyt , alfoo
hy een Bevelhebber , en aen defelve met eede ver-
bonden was > voornamentlijck wilde Zeelandt
kennis van faecken hebben , alfoo Buat op hun
repartitie of deelingh ftond. MaerdievanHol-
landt brachten by : Ubi te invenio ibi te htdico ,
' Daer ick u vinde , daer recht ick u • vorders , dat
hy , voornamentlijck Hollandt , welcks toeftandt
tot defe onderhandelingh hy mifbruyckte, had
beledight. J
Wanneer de Heeren van de Gecommitteerde
Raden, hem wijdtloopigh hadden ondervraecht ,
itelden fy de faecken alles in handen van 't Pro-
vinciale Hof: het mecftè dat van het fel ve onder-
JL111* focht wierdt, was, wie die Bons Amis Hone fles
Gesis, die eerlijcke lieden., of fijn medeftanders
Buat. waren. Hier op bericht hy : dat hy fijne brie-
ven feer mildelijck aen velen had medegedeelt ;
invoeeen het getal genoeghfaem oneyndelijck
was,~aendewelckehy des Kouincks goede wille
tot de Vrede had bekent gemaeckt, ja dat hy op
ICCCKG*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heeue van Buat. 475
eeckeren tijdtuyt de Kcrck komende, alwaerde
Leeraer feer op de ongcrechtigheydt van de En-
igelfche was uy tgevaren , tegen vele gefeght had :
Hot qudijck die man onderrecht wat* vorder sy dat de
K 'ontneem alle manieren de Vrede focht , ja dat byfe ffl
fijnen fack bad , meenende daer mede fijne brieven.
Doch dat fijne vrienden hem menighmael hadden
geien ht, dat hy te breedt met fijne brie ven wey-
% ,%at hy een gevaerlijck werek by der handc
had • hy foude fich de faecke ontflaen , alfoohec
fijn 'doen niet was : maer hy, gehjekhy altoos
i ftaende hield , dacht een goet werek te doen , leg-
gende maer alleenigh aengedrongen te hebben ,
dat 'er een befendingh na Engelandt mocht ge-
■ fchieden , en dat men fulcks doende , een ge-
wenfehte Vrede fou hebben.
Het is wacr dat Sylvius in Hollant , en by Buat
ter Hcrberge was geweeft, daer hy veel overleghs
mede had gehad , die weder in Engelant gekomen
zijnde, de Koninck de faeck een wcymgh te breed
had toegemeten, als of het hier alles vol zijdig-
iv den en partyfehappen was , en de Koninck byna
niet fou konnen eyfehen, of het foude hem wor-
den toegeftaen, die oock daer over een brier acn
hem eefchreven had , die hy uy tfonderde met dele
woorden: Jivecó mid desplaifir, en die hy daer
na , om goede redenen , fchrijft verbrandt te heb-
ben. In der daed , de faecken ftonden alsdoe foo- ^f.
danichinHoUandt, dat fich in Hollandtveel Le- Hollandt,
den voor fijn Hoogheytden Prins van Orangien ,
openbaerden, aendringende dat men hem eenige
aenfienlijcken dienlt behoorde op te leggen , ten
minften in den Raedt van State teplaetlen, waer
over de ongefinde, om dat te verfetten, eenige
andere middelen hadde moeten uyt vinden.
Ondertufichen viel oock voor, dat *er een groot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X.
Saecken
van de
Heet Kic
Treurige Ge fchiedenit van
ongenoegen , tuflehen de twee Onder- Zecvoogh I
den , de Ruyter en Tromp voorviel , leggende
d'een op den ander , de oorfaeck van de fchade it
het vorige gevecht geleden. Waer door d'Heei
Kievit , Gecommitteerde B^aedt, en Bewindt-
hebber van de Ooflt-Indifche Maetfchappy, die
met de Sufter van Tromp getrouwt was , door ge-
negentheydt tot fijn Swager aengedreven , eer
verhael van het geen in de voorgaende Slagh was
voorgevallen , volgens den Brief van fijn Schoon-
broeder, had laten in druck uytgaen ; ftreckende
alles om den Heer Tromp te verfchoonen , en den
Heer de Ruyter te befchuldigen. Het welck
hem feer euvel afgenomen , en tegens de Placca-
vit en van ten gedaen , geoordeelt wierdt ; invoegen hem
der Hotft. voor eerft verbodt wierd gedaen , van in den Raet
te komen , doch hy, vreefende voor erger > als die
met den Heer Buat veel gerrieenfaemheydt had
gehadt, trock eerft naBrabandt, en vandaerna
Engelandt: gelijck oock d'Heer van derHorft,
mede gewefèn Gecommitteerde Raedt , geraden
vandt na Brabandt te vertrecken.
In der daedt, het verbranden van dien gefeyden
brief, verfchoonde hun en Buats faecken vry veel,
als mede de moedigheydt, die Buat in fijn ant-
woortaen desKonincks Geheym-fchrijver toon-
de ; daer hy in der daedt de Staet het hare eenigh-
fints gaf. Maer dit was al wel , indien het werek
geheym was gebleven , maer openbaer geworden,
konde niet minder als die van het andere gedeelte ,
alarmeren , fiende wat 'er voor hen gekoockt
wierdt. Waerlijck Buat had wel mogen fijn ge-
meenfaemheydt met Sylvius vervolgen, en feg-
gen , maer hy gingh te wijdt in het afmalen van de
zijdigheyt, en het gemeen maecken, wat hyeen
yeder applicabel en toepaflèlijck achte.
On«:
XI.
Aenmerc
kin^c op
den han-
del van
Suat.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat.
477
Ondertufichen ontbraeckendergeen, d;
-te plichten omtrent hem en fijne faeck aenwen-
. den , en onder anderen vooreerft de Heeren van
Zeelandt , dewelcke verfochten openinge en
Communicatie , of gemeenmaeckinge van de
Rechtsplegingen tegen Buat gehouden ; raaer
die van Hollandt waren daer tegen , als mede de
. meefte anderen , en alfoo wierdt fulcks weder uy t
de Notulen gelicht. Zeelandt bracht oock by ,
dat fy in allen gevallen behoorden kennilTe van
; faecken te hebben , voor foo veel hy op hun re-
partitie ftondt, oock leggende tot Bergen op den
Zoominbefettingh, konde hy voor geen Borger
of Inwoondervan Hollandt gehouden worden.
Maer die van Hollandt fey den daei tegen : Hy
ware in der daedt eenlnwoonder , en hadinden
Haegh fijn verblijf. Dat fy voïderaldermeeft
gequetft waren , voor foo veel hy , al te breedt in
het byfonder en het openbaer had gefproocken ,
> voorgevende , men konde de Vrede hebben als
men begeerde , indien men flechts een bePendingh
naEngelandt wilde doen, befchuldtgcnde alfoo
de Regeringh van Wan Debvoiren , en plicht-
verfuym , 't welck diende om oproer en fcheu-
ringh onder de Gemeente te verwecken. Hier
tegen diende weder, dat Over-Yffel foodanige
voorftellingen opentlijck had gedaen , en veel le-
den getoont hadden, daer toe genegen te zijn;
dat oock het tiende Artijckel , van het Verbondt
of de Alliantie, in 't Jaer 166Z. met Engelandt
gemaeckt , fulcks genoegh te kennen gaf, en toe-
liet ; zijnde oock blijckelijck dat Vranckrijck , in
het beloofde onderftandt , feer gebreeckigh was
ge weeft , en alfoo genoegh oorfaeck tot een fepa-
I rate en afgefonderde befendingh gaf: foo even-
wel , dat men het tiende Artijckel voldede. An-
deie
XII.
Zeelandt
werrkt
omtrent
de fa eek
van Buat,
XIII.
Hollandt
antwoott
daet tegen.
XIV
Vetvolgh
van Con-
teften.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XV.
Vertoo-
ningh van
dc Staten
van Hol-
landt aen
'tHof
gedacn.
47 % Treurige Gefcbiedenis van
dercfeydenoock, Buat had veel meer tegen dJJ
Ceneraliteyc , als tegen Hollandt alleen , mifdae»
cn gefondight, dewijl het maecken van vrede , bjl
d' Unie of devereenigingh, de gemeene Bondt
genooten behoorde, dat oock de Minifter o
Staet dienaer van Hollandt , dacr in van Hol
landt alleen geen laft konde ontfangen. Mae
hetlaghfoo , hy had daer van kennis gedaen heb.
ben , aen de Hceren , tot de heymelijcke verrich
tingevan haer Hoogh Mogende geftelt y en de
felve lieten , in gewichtige faken , geduerighlijck
het bellier aen Holland.
OndertuflTchen wierdt gemaeckt , dat de advi}.
fen of ftemmingen in 'c Hof niet over een qua.
men, alfoodcr vele tot moderatie en matigheydt :
en Péenam txtréordinariam , buyten ordinare ftraffe
neyghden : Maer de Heeren Staten van Hollandt i:
verftonden dat hy Crimen la[<e Majefiatis, <fc.':
mifdaedt V3n gequetfte Majefteyt , tegens de Op-
perhoofdighey t , begaen had , en begeerde , der-
halven , dat het Hof fou wij fen , volgens de wet-
ten- hebbende hy Buat gepooght een Vrede te
maecken , met uytfluytingh van Vranckrijck , en
alfoo tegen defelve Kroon en Majefteyt, wekkers
VafiTal en onderdaen hy was , gefondight. Oock
hadden al voor defen, de Staten van Hollandt,
het Hof van Hollandt, in hun vergaderingh by
malkander gehadt , en het felve van fulcks ver-
maent , oock hun flappighey t overgehael t en aen-
ge wefen , diefe aen van Meflèn , en van Ruyven ,
die fimpelijck gebannen waren , getoont had-
den. Oock bybrengende, dat de Stierman van
Cortenaer, die na fijn doodt het Schip met de
vlasge had afgeftiert , daer over alleenlijck mee
de koord om den hals was geftraft geweeft , die
daer, na tot de Engelfchen overloopende , een aen-
B leyder
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat. 479
ttyder tot het branden onfer fchepen in 't VI ie , en
i »p der Schellingh was geweelt. Dit wierdt van
orlolland foodanigh voorgeftelt , als waren defel-
e Heeren Staten eenighlints bedacht ceweeft,
at hec Hof, door flapheydt , weder in defe faeck
onocht fondigen. Eyndelijck wierd goet gevon-
ilen , dat feven uyt het Lichaem der Staten fouden
morden Gevolmachtight , die de vorige verma-
lingen, van wegen hare Groot- Mogende, we-
ierom vernieuwen fouden , om het Hof te doen
*ijfen , na vereyfeh van rechten , en de ftraf te be-
tellen , gelijck men den fulcken gewoon is, die
nifdaet vangequetfte Majefteyt hebben begaen ; ^
rvaer op die van het Hof, eenltemmigh verklaer- VJJ -ta{Jof
len , hun gewiflè en cedt , in defen gelijck fy in
dies gewoon waren , te fullen voldoen. Alles
Jan onderfocht zijnde, wierdt op Dijnghfdagh ,
zijnde de vijfde dagh vandeWijn-maent , het
vonnis des doots vaft geftelc • des Donderdaeghs
daer aen , wierd het hernomen , en de uytvoei ingh
daer van fou op Saterdagh gevolght hebben , 't en
waer de Scherp-rechter befcheyden was , om tot
mfteldam recht te doen. Op Sondagh , tegens
e middagh, wierdt hem de doodt aengefeght ,
na dat in alle Kercken voor hem was gebeden.
Hy toonde fich daer over leer verbaeft , niet ken-
nende begrijpen, foo fwaren ftraf verdient te het**
>en-, meenende alles ten beften vandeStaetge-
laen te hebben ; en in die meeningh bleef hy vol-
ïardigh. De Heer Copes , Staets. dienaer van den
Heer Keur-vorft van Brandenburgh, gaf fichop
het gerucht van het gevelde vonnis , by de Heeren
Staten van Hollandc aen , met een brief van voor-
fpraeck , tot verfachtingh van de ftraffe : hem
vierdt geantwoordt, dat de Vergaderingh onvol-
komen was j waer op hy weder des anderen
daeghs
XVII.
Vonnis
tegens
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
480 Trearige GefchiedenU van
daeghs aenftondt , dat de uy tvoeringh mocht wor* j
den uycgeftelt » tot datfe volkomen fou zijn.1
Doch vergeefs. De brief van den Kcur.vorftL^
luyde aldus :
Sijn Keur-vorftelijcke Doorluchtigheydt vans
Brandenburgh, aen de Groot-Mogende I
Heeren Staten vanHollandt.
•^r^" Y htbben jeeckerlijek. verfiat» , dat de
XVIII*
voor- yV n*efltr Buaty doot •emfmar* [intentie, m n
fchriiven fa-u^ perijcliel is geraeckt ; wyverflamooc^, dat ^
Kcut'v'oift fijn onverftandige Conduyte , dit wynm metnen
van B^ap- excuferen, groote oorfaec^ heeft ge&nen tot u Groot**'-'
«fenbarglu j^ogende ihdignatie , enfcberpeproneduren\ maer al-
foo % tot mek toe de Staet troumelipkbeeft gedient , i
en dat' oot^fijn Voorouders boer -ieven tem dienfie van f
dm Statt gtwatght , en van over foo veel jaren af ', hattï
verdient gtmaeelej hebben , in weleltengtvalle men meer
op genaden, als of de foute felfs,phegbtefim : Soo
hebben , by de jen, de vrybeydt wilUn gebruyclien, u
Groot- Mogende vriendelijk te wfoeckf* » fy grieven ,
in faveur , van elefe Intereeffie , oen ons foo veel te defe-
reren, dat fy genade voor retbt prefereren , en de uyt-
eefproocken f intentie fulck* mitigeren > dat by endedt
fijne, die [onder twtjjfel» over dit ongduck* ten hoogh-
Ben qjn bedroeft ,ftch daer over mogen verblijden : end*
foo veel meer , oorfaetk. hebben , voor u Groot- Mogende
welvaert, Godt oen te roepen. U Groot-Mogende I
f uilen hi 'er door, [oo veel metrroems ontfangen>d[oo j
9 1 niet is te prejumeren, dat defenmenfehfooboofom- I
tenue jou hebben gebade , als wel (teen of gander om. I
Randigheydt hem graveert -y ende veel meer i» ttvermoe- I;
den, dat hybem, door onbedack[aw>keypinditcx&- \
luck beeft geftort. Wy $eb» tot eèGtoot-Mogsnde I
dit vafi vmrouwtnJyfHlten, deft^etnwetfjitmet ^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere yan Buat. 481
^vruchteloos laten qjjk* en gelijcl^wy fulcks , vooreen
x$eecken> van u Groot- Mogende ons toedragende byfon-
iderlijcke affeBie fuüen opnemen , foo willen wy oocl^
Jdaer- en- tegen by aüe occafien , uGtoot-Mogende onfe
ajfeftie in der daedt bewijfen , <2Tc,
4 Oftober \666.
Den negenden
De Antwoordt van Hollandt daer op
luydc aldus:
Doorluchtige, &c.
DE hooge Ejlime, die wy van allen tijden gebadt
hebben, van u Kjur-vorftdtjckt Doorl. ftr^^a^
lbo», en omtrent des felfs interejien > isfoodanigh, dat ren Staten*
j ons niet liever geweeji is als defelvey met alle gevoegh-
\ lijckf manier e, van Complaifance , temoge^jf eigenen y
\ ende betuygen > ende dienvolgende foude ohsten hoogb-
f flen aengenaem hebben geweeji , by aldien wy , oen dc
begeerte van u Kjurvorjlelijcjy Doorluchtigbeydt , ten
»4 aenfien vande Hjt-meefler Buat, bekent gemaeck} by u
}Qurvorftelijcl{e Doorl. Mi/Jive, van den negenden de*
fer hopende Maent , hadden kpnnen defereren ■ maer
de gelegentbeydt en importantie van de faecken , by den
jelven Buat, en fijne Complicen y gemachineert ende
ondernomen > in den tegenwoordigen toejlant van trjdt »
ende de [ware re flexie , die defelve ^ijn hebbende , op de
hoogh aenfienhjche Geallieerden van defenStaety be-
n nevens de verre uytfunde en bekpmmerlijcks confequen-
tie van uytjlagh in onfe f{epublijck/jae, fchijnen fooge~
: vaerlijcl^y dat wy niet hebben derven ondernemen , ten
I aenfien van de luftitieby onfen Hovegepleeght , eenigb*
\ fints te doen relacheren : Wy verfoecfyn overfulckj ,
b dat u Kjurvorf>el?jcJ{c Doorlucht igbey dt ten goeden be-
lieve teduyden, datwy, omvoorgaendeconjid(ratien>
genoot faeckt %ijn geweeji deluflitie te laten hebben on-
verhindert haren voortgancl^ • achtervolgende de Sen-
H h tenm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
482 Treurige Gefcbiedetiis van
tent ie door den voorfchreven Hove uytgejproocken , hy
den druck gemeen gemacckt , ende dat r van een Exem-
plaer hier nevens gaet : ende dat u KjurvorjlelijcJy
Doorluchtigheydt dtenohvermindertt belitveverfetckert
te wefen , dat wy ons bereydt houden , om by alle occur-
rentien , te doen ende helpen verforgen , het gent defelve
Wtlgevalligh en aen gelegen foude weftn4
Onder des,
Doorluchtige, Sec
Den groot en Godt biddende, dathy u Keurvorfi- ft
lijekf Doorluchtigheyt wille Regenen , ende hoeden <T
in fijne genadige befcherminge. Gefchreveninden é
Bageden 1 i.OHob.fejlienbondertfes-en-tfeJligh i
Dit was d'uytflagh van des Keur-vorften ver- -
foeck , en foo gaet het R.echt fijn gangh : tijn 1)
vonnis hier in te laflen, achten wyonnoodigh, i
als zijnde de natuer van fijn mifdaet genoeghfaem
uyt het voorgaende te begrijpen, behalven
dat het felve door den druck gemeen gemaeckt is ,
waer aen wy ons gedragen. Oock fal van het
felve , in de Deductie , van wegen Zeelandt daer
over gedaen , tot kenniiïe , hier achter genoegh-
faem invloeyen.
Alle plichten dan , foo van wegen den Heer
Keur- vorft als die van Zeelandt , en fijne vordere
vrienden en verwanten, vergeefs zijnde, ontbrack
x x 'er niet als het vonnis uyt te voeren. Op Ivlaen-
Bercyding dagh, zijnde de elfde van Wijn-maent, quamen
tot d'uyt- deGuardes, vier vanen tepaerdt, en foo veel te
▼ocringh. voet> m ^ wapenen3 ftellende fichfoo, opliet
Binnen- als het Buyten-hof. Ten elf uren fiel-
den fich die alle in ordere op de plaets , op de
Kneuter-dijck, en op den Vijver-bergh : het voet-
volck voor, en depaerden daer achter, latende
echter
" i
D'Heere van Buat. 485
echter plaets tuffchen hen cn het fchavot , voor
detoefienders. Ten half twaelven, wierdt hy
van de Gevangen- poon geleydt, gekleedt inden
rouw, met een langen rouw-mantel om , doch
daer onder met eenlU.cke koord gebonden , foo
nochtans, dat hy fijn hoedt konde afnemen,- en
achter hem wierdt de fleep van defelve mantel,
door een dienaer nagedragen. Sijn dienaeis
volghdenhem oock , alle in 't f «A-art gekleet ; ce-
'ijck oock de FranfcheLeeraer Carré, beneffcns
den Haeghfchen Leeraer Vollenhovius , die hem
ten laetften ware by ge weeft, en voordewelcke
hy den dagh te voren , fijn Uyterfte Wille had ge-
maeckt, indewelcke hybedongh, dat fijn kindt
of kinderen mochten inden hervormden Godts-
dienlt opgetrocken worden , alfoo fijn andere nae-
fte bloedt- verwanten , anders gefint waren. Sijn
Vrouw had wel verfocht by hem te komen , maer
hy nad fichdesverfchoont , uyt vreefedatfulcks
te veel ontfteltcnis aen wederzijde fou baren.
Van de Gevangen-poort gingh hy na de Rolle,
, oor en achter door een goet getal krij^hs-lieden,
met halve piecken en hellebarden ge wapent , be-
waert. Onder het gaen, groete hy lijn beken- xxi.
den , met het afnemen van den hoed, gelijck oock J^J0^trt
op *t Binnen- hof , io't uytgaen en inkomen • hy
na degallerijeenkamer van fijn Hoogheydt, hoe,
wel die als doe niet in den Haegh was , diepe eer-
biedigheydt dede. Komende op de Rol'.e , groe-
te aldaer de Heeren Raden , en hoorde fijn vonnis
lefen, fchuddende fomwijlen met het hooft,
doch anders niet fpreeckende, als in'tlaetite,
doch niet overluydt , feggende : lek fterf noch-
tans onfcbuldigb. Daer mede het Hof en de
Rechts-aeleerde groetende , gingh weder opde-
fejye wiïfcaf , en foo na "t fchavot, daer hy fijn
Hh2 hoedt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
484. Treurige Gefcbiedenis van
hoedt en mantel afleyde , als wanneer men fagh ,
dat hy aen de armen gevleugelt was. De Leeraer
Carré feyde hem nochyets, en Buat gaf hemyets,
in een neusdoeck gewonden , en daer over be-
geeft hy fich tot bidden, knielende op een ftuck
fwarte bay. Hy had verfocht dat het gantfche(
fchavot , met rouw fou bekleedt worden , doch
dit wierdt afgeflagen. De Leeraer Vollenhó-y
vius deed een geleert , aendachtigh en langh ge-,
bedt, behelfende dat niet alleen de Lijder , maer
oock al de omftaeoders de doodt wel rijckelijck
verdient hadden; uytbreydendehunmenighvul-
dige fonden , en Godts geftrengh oordeel , val-
lende daer na weder op des Heeren ondoor-
grondige barmhertigheydt , die hy alle boet-,
veerdige verfeeckerde en verkondighde. Hoe-
wel dit een feer ftichtelijcke en bondige verma-
ningh was , warender evenwel veel van gevoe-
len, dathetgebedt te langh duerde , alfoohetde
mifdadiger vervelen mocht , die miflchien fijn ge-
dachten liever wat inwendiger fou hebbé befteet.
Het gebedt dan ge-eyndight , en een yeder weder
xxii. opgeftaen zijnde, wilden fijn dienaers hem het
Sijn dood. ^mbays afdoen , en hem voort handelen • maer
de Scherprechter fchoot toe , en fette hem een
muts'op , die hy he m voor de oogen fchickte , en
leyde hem foo eyndeftjck daer hy knielen foude ,
daer men aen het bewegen van fijn lippen fagh ,
dat hy Godt geduerighlijck bad , onder het welc-
ke hem den Scherprechter den flagh gaf .
Het hooft af zijnde, wierdt hy vin fijn die-
naers in de kift geleght; en eerft op de Voor-
poort, en van daer, desavonts, in fi/nhuys ge-
bracht , van waer het de volgende nacht in de
xxiii. Kioofter-kerck gedragen , en in het Graf van de
fcris. ta"Heer Cats, fijn Vrouwen Groot- vader, begra-
ven wierdt. ' -De
m
in
K
t
]t y.üi
j
s
§*■» > J
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
«h
D'Heere van Buat. 485
De Heeren vanZeeiandt, hebbende, gedue-
Jende de gevanckenis van Buit, aengehouden, om
isenniflTe van rechtsplegingen en andeifmts te heb-
1 jen , en die , om voorvei haelde redenen niet kon-
; .lende bekomen , hebben echter , na fijn doodt ,
defe klachte, of, foo als men fe fou mogen noe-
men , doen voorkomen. D'inhoud is als volght.
Naer dat den Rit-meefter Buat, goeder roe*
morie, door ordere van de Provincie van Hol-gc van
landt , was gefaifeert ende gebracht op de voor- zccUndt.
poorte van 's Gravenhagc , hebben de Heeren
Staten van Zeelandt , Iterativelijck verfocht , en-
de daer op aengehouden ; ten eynde hare Ed:
Mo*: Communicatie ende kenniflè mochten
werden gegeven , van de itucken en befcheyden ,
die tot fijnen lafte wierden ge-employeerc , uyc
oorfaeckedat hetdelift, daer mede wierdebe-
fchuldight , den gemeencn ftaet raeckte ; en dat
hy daer van was een Militair Officier , oockop de
repartitieendein eedtvan dele Provincie, doch
is'c felve te vergeefs ge weeft , en na dat ondervvij-
leneen veder in verwachtinge was , wat fijn
ftrifte gevanckenifle , extraordinaire proceduy-
ren teeens hem gehouden , ende het ongewoon
aenmanen van de Heeren Staten van Hollandt en-
de Weft-Vrieflandt , aen de Rechters iterative-
lijck, gedaen , foude geworden , ende fpeciahjck,
wathooee Oimina tot fijnen lafte, mochtezijn
aen den dagh gekomen , daer van de geruchten en
de blauwe boeckfkens, hem aireede hadden ge-
condemneert , foo zijn eyndelijck door fijn Sen-
tentie, de oogen van alle de werelt eeopent,
fiende de Extentien en ingrediënten van dien • be-
komende alfoo den gemeenen ftaet en defe Pro-
vincie, niet anders, als met ende nevens den ge-
Hh x nngh-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
48 6 Treurige Gefcbtedenit van
ringhften ingefeten , door de flagh en de executie f ;C
felfs, eerft van defe importante faecke> de ver-r
fochte kennifl> , behalvcn dat de Heeren Staten *u
V3n Hollandt, in 't begin van het voornoemde^
faififlèment, door de Heeren OrdinarisGedepu-^
teenien, ter Generaüteyt wierden onderricht^
dat den gemelden Rit-meefter de Buat , gevraegt
Eijnde , of hy niet en wift , dat het niet geoorloft wat
met den vyandt te correfponderen , daer op hadde
geantwoordt,foi felvegedaen te hebben , met kennijft J|:
van den Heer Raedt Penfionaris de Wit , die oock
hadde veiklaert, fulcks waerachtigh te wefen,
maer dat de correfpondentie , al eenigen tij dt , in- j »
terruptwas geloopenj waer op wijders onder-
focht zijnde, of dan de gemelde Heer Raedt-Pen-
fionaris , ende nevens hem , noch eenige anderen» o
uyt het midden van haer Hoogh Mog : vergade- i'
ringe, waren geauthorifeert, ommediergelijcke r
gewichtige Correfpondenrien te onderhouden , i
ende andere Perfoonen , bny ten de regeringe daer
toe te Employeren, ende haer, hetfelve, naer
gelegentheyt wederom optefeggen, is daer op, :
by de gemelde Heeren Ordinaris,Gedeputeerden
ter Generaüteyt geantwoordt, dat gene van haer i
allen kenniffe hadden, dat den Heer Raedt Penfi- «
onaris de Wit, of yemandt anders, Hooghmo-
genden, tot het houden, van foodanige Gor-
refpondentien , waren geauthorifeert, ofte be-
voeght, maer niet en vviften, wat macht ende
authoriteyt , den meergemelden Heer Raedt- •
Penfionaris de Wit,by de Heeren Staten van Hol-
landten Weft- Vrieflant , dien aengaende , mochte
wefen gegeven. Waer uyt dan, de Heeren Sta- I
ten van Zeelandt gebleecken zijnde, dat 'er af-
fonderige correfpondentien ende handelingen
wierden gehouden , niet dat de een of d'anderc
Pro-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat. 487
Provintie fomwijlen yets , den gemecnen Staec
raeckende, aen de handt mochte komen ; ende
daer op verder , na de waerheydt van dien (ouden
■1 laten inquireren , om dier dan van aen de gemeene
( Bondtgenooten , gewifle kennifle te konnen ge-
ven • maer ex profejfo en by maniere van een fepa-
rate negotiatie , overfaecken, de gemeene Unie
en alle leden van dien , foo hooghlijck importe-
rende , fonder aen defelve te geven eenige de min-
fte Communicatie, het welcke by de refpeaivc
Leden defer Provintie , in de jonghfte vergade-
ring, met groote bekommeringe wefendeinge-
fien , hebben eenparighlijck verftaen , dat wy van
defe faecke fouden maecken , een geratfonneert
poina van befchrijvinge , om defelve, als weten-
de van fonderlingh moment , in de refpeaive
Vroetfchappen rijckelijck te overwegen. Om
welcke lalt ende ordere , completelijck te vol-
doen , foo foude daer toe wel een geheele deduftie
van nooden wefen , die wy oock gaerne op 't pa-
pier fullen brengen , foo wanneer de Heeren Sta-
ten fuicks voor aengenaem mochten hebben ge-
jugeert, met alle de redenen ende confideratien
ter materie dienende , ende voort verfien met per-
tinente refolutieni van de ongefondeerde en bouw-
vallige argumenten , daer mede debewufte Hol-
landtfche deduaie , de feparate correfponden-
tien ende handelingen , met den Ufurpateur
Cromwel gehouden, foo wijdcloopigh, doen,
fonder eenigh fondament tracht te Iunifieren,
mee vordere aenwijfmgen , van de fchadehjeke
vruchten, die defe maniere van doen albereydts
heeft eegeven , ende noch vorder te vreefen ltaen ,
oock de confufienenftrijdigheden, diedaeruyt,
nootfaeckelijcken moeten volgen, foo damnne
niet t'eenemael cn worde geremedieert. |c WeicK
H h 4 g°et'
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
4 88 Treurige Geschiedenis van
goet-vinderi van u Ed: Mog: afwachtende, ful-Jj
len wy alhier alleen eenige weynige poinften in L
confideratie , kortelijck aenroeren, ende totbe-ï
fluy t toonen , wat wegens de Provincie , ter ver- f c
gadcringe van haer Hoogh-Mogende, over dit h
impertinent fubjeft (onfes oordeels) behoorde tc {■
werden ingebracht, verfoeckende dat uwe Ed; '
Mog: alles rijpelijck, en na hunne importantie
gelieven te overwegen j en vervolgeus de Heereq
hare Gedeputeerden, daerop volkomentliick te
belaften.
In de voorfchreven Sententie wordt gefprooc-
ken van feeckere Artijckelen van Vrede , die noyt. j
aen hare Hoogh- Mogende zijn vertoont , die \
nochtans fulcks , ter eerfter plaetfe toequam , ende i
in defe Landen alleen zijn, de Hooge Overig. .
heydt; infaecken van Vrede ende Oorlogh, ende 4
niet eene Provintie in 't particulier, gelijck het 1
Hof Provintiael , de Provintie van Hollant ende ï
Weft- Vrieflandt , by de voorfchreven Sententie , »
die Hooge Charafter zijnde, en toe te fchrijven.
Het wordt den Rit-meefterde Buat hoogh ge- -
imputeert, dat hy, feeckeren brief uyt Engelandt }
ontfangen hebbende , defelve aen de Minifters
van Holland niet en heeft gecommuniceert , maer
verbrandt gehadt, niet minder wordt hem te laft
geleght, dat hyover de voorfchreve Importante
faecken , tweederley correfpondentien foude heb-
ben gehouden; de eene opentlijck met kenniflè,
en de andere fecretelijck fonder kenniflè : wat
fal de gemeene Hooge Regeringe hier in voor
mifcontenterrient toonen t dat defelve buyten
kenniflè ende communicatie van alles is gelaten,
ende dat defe correfpondentien , endehandeünge
alleen, is gebleven tuflehen de Minifters van de
Keeren Stater* van Hollandt en Weft- Vrieflandt ,
en
D'Heere van Buat. 489
ren de voornoemde Rit-meefter de Buat t het is
tvan een quaet en pernicieus exempel, dat, ten tij-
sden van den laetiten Engelfchen oorlogh , met
sden Ufurpateur Cromwel , over dat bewuft ha-
hteiijck werck, van de feclufie, tvveederley cor-
' refpondentie en onderhandelinge is gehouden:
a de eene met kenniiïè, en de ander fonder weten
6 van hare Hoogh- Mogende. Ja direfteli jck re-
gens haer intentie en refolutie ; en dar die gene die
1 fulcks hadden gepleeght, meer zijn geremune-
reert als gecorrigeert. Aen denRicmeefterdc
t Buat is bekent gemaeckt en verklaert, dooror-
! dere van eene Provintie, dat 'er geen apparentie
was , om yemant naer Engelant te lenden • 't geen
ten anderen tijde foo vierighlijck is nagejaeght ,
1: cn dat hy dien aengaende alle hope foude bene-
men , werdendealfoo , alle de Provintien , buyten
haer weten en kennifte daer mede vervangen » die
het nochtans, buyten alle contraverfie re famen
•f toequam, haer lentementen daer over te verkla-
en. In fomma 'tgene de Voor-ouders hebben
oorfeghc en gcvreeft , doe de Regeeringh noch
"00 geluckighwas, van een gemeen Hoogh Mi-
nifter in den Staer van 't Landt te hebben , dat de
: Provintie van Hollandt en Weft-Vrieflandt al-
les aen haer foude willen trecken , en over haer
medeleden genoe<*hfaem een fupei ioriteyt oefTe-
nen , werdt in delen dage , by na geheelijck ge-
dimpleert ende vervult. Zijnde boeknieuwe-
1 li jck, onder het wapen en den druck van de Hee-
>' ren Staten van Hollandt ende Weft-Vrieflandt ,
1 in druck gekomen , eenige aenmerekingen ende
u aenvvijfingen , op de jonghfte ingekomen Miffive
wan den Koninck van Groot Brittanien , fonder
\ de andere Provintien daer over te kennen ofte
confulteren,daer van daer nochtans ïulckereful-
Hh 5 tatiea
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
490 Treurige Gefchïedems van
«tien moeten afvloeyen. Ommc nu tekomeal^
tot correftiecn verbeteringe Van alledefe, endcl,B heisa
meer andere hooghgaende abuyfen ende ïncon-
gruiteycen , die met menighte konnen worden
aeneewefcn» ende om voor te komen, dat een
ende defclve'faecke , op den ecnen tijde met ge-
loont, ende op een anderen tijde met geftrarcen
werde ,of dat in deeenc Provincie voor geoorloft
en wel gedaen, en in een andere Provintie voor
een Crimen, ende Delift foude worden gehou-
den : foo achten wy, dat 't meer als tijdtis, dat
uyt de name , ende van wegen defe Provintie , al-
le 'e gene voorfchreven is , meteen byfonderen
ernft, ter vergaderinge van de gemeene Bondc-
cenooten werde gereprefenteert,ende vorder daer
op aengehouden , dat de Heeren Staten van Hol-
landt en Weft-Vrieaandt , mogen nalaten haer
parciculierlijck te onderwinden , foodanige at.
{onderlinge direftien , correfpondentien ende
neeotiacien,mec andere Princen ende Potentaten ,
als voren zijn aenge wefen, dat in plaetfe van dien ,
foodanige ordere werde geftelt , dat alle de Pro-
vintien , dien aengaende , mogen geruft zim ; ende
daer inne Egalijcken , tot bevorderinge van t ge-
meene beft, participeren, ende in cas dit , buy
ten vermoeden , by de Provintie van Hollandc
niet mochte werden te wege gebracht, ende da
defelve , vervolgens de voorgaende manier van
doen, niet foude nalaten, dat als dan , wegens de
Heeren Staten van Zeelandt , foude worden ver-
klaert, dat haer Ed: Mog: onfchuldigh willen
zijn , aen de ondienften , fcheuringen , en andere
onheylen , die daer wijders uyt te bevreefen i ftaen ,
ende dat defelve dan oock foodanige affonderlm-
ge correfpondentien, direaicendehandehnge,
met andere Princen ende Potentaten
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
D'Heere van Buat. 491
angen ende houden, alsdefelve voor den dienft
van het gemeene Landt , ende hare Provimie ful-
len bevinden te behooren.
Dit wicrdt aldus uytgemeten , maer de korts
daer opgevolghde onderhanddingh, etrft door
afgefondenc brieven , tuffchen den Koninck van
Engelandt , en haer Hoogh- Mogende , daer na
door bemiddelingh van de Kroon S weden , heeft
genoeghfaem aengewefen»dat Hollandt goede be-
radingen , maximen en Staees-gronden had ge-
volghc. En hier mede laten wy den Heer de JBuat
ruften. Wy Tullen hem evenwel met drie woor-
den tot een Graf-dicht vereeren.
GRAF-DICHT,
Op de Heer
HENRY de FLEURY,
Heer van Buat , &c.
Staet-Reyjiger > beweent , eerdatghy vorder gaety
Een echte Soon van Mars , een BaJUert-kjnt van Staet.
Een Yveraer met fchult , een wel-geooghde Blinde.
Een die de Vrede focht , daer Vre niet was te vinden.
Een du de Molen draeyt die hem te pletter jlaet.
Een die , geen leven moe ,fijn eygen felfs verraet.
Een tweede Phaè'ton , die , fonder 9t ff oor te kennen ,
jye Sonne- wagen mendt , en fntuvelt door het mennen,
Bekpfiight , met fijn hals , een les voor menigh eeuw 3
Hoe forgelijcl^het , te fyelen met den Leeuw.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
49*
D E
MAR QJJ I S E .
<van Gtinges. M\
INHOUDT.
I.
AFkomfl en hoedantgheydt van de Marquifim,
II. Haer eerfle Houxcelijckj III. Haer komfi
en fiaet ten Hoof. IV. Haer befchrijvinge. V. Sy
voort Weduwe. VI. Haer tweede Houwe/ijcl^ VII. Var*
moeden tegens haer. VIII. Haer verfehooninghe.
IX. Quade aevtbrengtngen tegens haer. X. Onlufie»
tn haer Houvcelijck^ en lagen haer geleght. XI. Sy bt-
flelt haer faecken x*or haer vertreed XII. Haer komft
tot Ganges. XIII. Goet ontboei bcgtn van Jammer.
XIV. Vort geftootfaec^t haer Testament te ver anderen.
XV. Aem angh van het fchetm-ftuekj XVI. Haer
ootmoedigheyt. XV II. Te vergeefs. XVIII. Wort
op Ivcionpen Venijn te dr mêlee». XIX. Ontvlucht ae
handt van haer Moorders. XX. Wonderl^ontkomtn
van de Marqutfotne. X X I. Du butnen Ganges vlucht*
XXII. Overgeven boofheydt van haer Broeders*
XXIII. Gr ouwel ijclre moort. XXIV. Hervatte
moordadtgheyt. XXV. Stoet van de gewonde Mar*
quiftnne. XXVI. De moorders ontltomen. XXVII.
Komft van de Marquts tot Ganges. XXVIII. Haer
vr,endeliickheyt tegens haer Man. XXIX. Komft van
haer Moeder. XXX. Het Parlement fendt om het
wre^te onder fceeire». XXXI. Doodt van de Mar-
auifinne. XXXII. Haer Man wordt gevangen.
XXXIII. Algemeene droef heyt over de doodt van Ae
Marquifinne.
XVI. Ge.
0
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Marquise.
49*
XVI. Geschiedenis.
* VM^C^ Y gaen u mer> gunftige Lefer,
' w\\\wfjtS> voor^e^en» een van de fon-
SöJ^VF^fê dei linghfte voorvallen van on-
2§V{jiX^ft fe tijde , ghy fiet hier de rafer-
vhfËF^uWS$ nY °P fyn hooghftc j de natuer
gS^$3M^ft fonder kracht , de min veran-
" ~ dert in haet , de onnoofelheyc
verdruckt , javermoort, ja verfcheurt > leelt en
(chaemt u over de wreetheyt der Chriftenen , die
door hun bitcer woeden , de Barbaren fachtmoe-
digh maecken. Ongeluckigeeeuw , die wybe-
"everi, die de nakomende ver wonderingh en ver-
aeftheyt ftaec PC verwecken , en nauwelijcks fal
doen gelooven , 't geen wy met betraende oogen
aenfc houwen.
Me Vrouwe de Marquifinne vanGanges, is I-
het bedroeft onderwerp van defe getchiedenis> eri hoeda«
een Me- vrouw , van fulckeen volmaeckte fchoo- nigheyt
nen bevallijckhcydt, dat , inder waerheydr, ly vande
met recht een wonder van onfe tijdt kondege- JJjJJui*
noemt worden. Haer wiege was Avignon , dier mnc*
haer het geluck foo mildtdadigh, inhetfehenc-
'ken van haer gaven was geweeft, als de natuer
fich in het mededeelen van haer koftelijckfte goe-
deren , had getoont te zijn. Sy was eenige
Dochter van den Heer deRoflan, kintskint van
den Heer de Joannis , Heer van Nocheres , van
wiens groote en aenfienlijcke middelen fyetlge-
naem was , dat is te feggen, dat fy ten minften ,
vier of vijf hondert duyfent guldens ten houwe-
lijck had. Men noemde haer in haer jonge vx-
ren La Chafteau Blanc, zijnde het felveeeney-
gendom van haer Vader , die haer feer jonck
naliet , onder de befchermingh \w haer Groot-
vader ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
494, Treurige Gefchiedenis van
vader, die haer terftondt, wanneer fy begoflg
eenighfints houwbaer te worden , van alle kanten,!
fagh aengefochti van Heerenvangrooteftaetenj
aenfien. !
IL Den hemel eyndelijck fchickce haer toe, in
Haer ccrftfl haer dertiende jaer , den Heer Marquis de Caftel- :
rV' *ane > ^ee^ van ^en overleden Hartoghde Vil- "j
lars -y hy was een jongh Edelman , feer wel ge- f •
maeckt , en van fulck eengoet Huys , als 'erin het
Koninckrijck magh zijn , die fich geduerigh oock
in het Hof had opgehouden , by fijn Moeder Me-
vrouwe de Marquifinne van Ampus , waer door
hy , in alderhande oeffeningen uytfteeckende
was. Hun houwelijck wierdt voltrocken , in
het feftien hondert en negen-en-veertighfte jaer ,
van Chriftus geboorte.
Kort na het welcke, men defe lchoone Mar- I
quife ten Hoof fagh komen , met toejuyehen van ;i
t de gantfche vverelt , ten inficht van haer uytne-
mende gaven , om wekkers wil fy de eer had ,
komft en haer lof op verfcheyde manieren te hooren uyt
£acVC0 trompetten , felfs door de mondt van fijn Maje-
ftey t • die , om haer te meerder te doen uy tfteec-
ken, haereer-plaets in een ballet of danflery wil-
de geven , en felfs met haer danffen , en daer wal
het dat fy den tijtel kreegh vandefchoone Pro
venciale ; door dewelcke fy beter was bekent
als met die van de Marquifinne de Caftellane.
Sy genoot oock defe eer, by een andere gele-
gentheydtt als hebbende de Koningin van Swe-
den hooren feggen, dat fy, in foo veel Komnck-
rijeken als fy door-reyft had, noyt haers gelijc-
ken,infchoonheydt, hadgefien. En indienden
hemel haer foo wei een man als een vrou w ge-
maeckt had, fy al haergenegentheydten liefde
haer fou willen op-offeren. Siet hier een kleyne
de Mar q^u i s e. 49$
fchrijvinge van h3er gedaente. Sy had een
icngeficht het foetlte en te gelijck dettighfte dac
er in dc werelt magh gevonden worden. Sy
was foo blanck en iuyver van verw als Snee,
;3aer een levendigheydt van bloedt foo aerdigh
> ioorfpeclde , datmennoyt eenvolmaeckter ver-
engmge heeft gefien. Haer oogen en hayr wa-
tt bruynder als een git, haer oogen wacrlijck ,
van dewekke men in de hooghte van hun licht ,
ft 1 alen niet verdragen konde , en die in die tijde
!bo veel pennen, om hun fchoonheyt af te beel-
den , gaende gemaeckt hebben. Haer mondt was Hacrv^c.
dat gedeelte van haer aengeficht , dat men met fc|inj-
recht wel het fchoonfte mocht noemen , fooda- vinge»
igh in volmaecktheydt , dat felfs de nauwkeu-
righften mollen bekennen , noyt fchoonder te
hebben gefien. Haer neus was , volgens de reft ,
en na de volmaeckteftellingh van de andere dee-
len , de welgemaeckftc ter werelt. D'Omtreck
van haer aengeficht was volmaecktelijck rondt ,
engenaem en pocfel > foo dat men in het kort ,
metwaerheydt wel feggenen verklaren mocht,
noyt foo veel fchoons by malkander gevonden te
hebben. Haer geftake was meer als middelbaer ,
haer fpraeck foo liefli jek en bevallijck, haer gangh
foo deftigh en edel , haer onderhoudt foo gemac-
kelijck, haer aerdt foo gefelligh, haer geeft foo
oprecht en foo goedertieren , dat het in der vvaer-
hey t, het geloof fou te boven gaen,van yemant die
geen ooghen oor-getuyge, daer van was ge weeft.
Defe uytfteeckende hoedanigheden , die mach-
tigh waren , om defe jonge Marquifinne , het op-
perfte goet , in dit leven te doen hopen , vonden
fich wel haeft dealdergrootfte bitterheden onder-
worpen j die de onftandtvaitigheydt der dingen ,
yemant, yan wat ftaet hy zy, kan doen beproeven.
De
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
406 Tfiürtge GefchiedenU van
De tijdingh gekomen zijnde, van het verlies
onfer Galcyen , inde Siciliaenfche Zee , maeckte i
niet alleen het gantfche Hof, maer oock in het
byfonder, defe brave Vrouw ontftelt, door het
v. verlies van den Marquis de Caftellane haren Man,
Süe ciie in defe ongeluckige Schip-breuck het leven
liet. Aldus bleef fy Weduwe fonder kinderen,
onder de handen en hetopficht van Me- Vrouwe
d'Ampus haer Schoon-moeder : dewelcke haer
noch een tijdtbyhaer in het Hof gehouden heb.
bende , eyndelijck goet vandt , dat fy weer na
Avignon fou keeren , om aldaer haer faecken te
beftellen , en fich by haer Groot- vader , over het
verlies van haren Man te vertrooften. Sy oor-
deelde dat haer , om veyligh en feecker omtrent
haer eer en aenfien te zijn , geen beter woo-
ningh kon gebeuren , als die van een Kloofter,
daerfe fich met haer Dienft-maeghden in beg3f ,
fonder fich van yemant , als van die gene , daerfe
mede te doen had , te laten fien,
Ondertuflchen wiert de min-yver van haer ou-
de vryers , door de gelegent heyt van haer We-
duwfehap meer als oyt voor heen opgeweckt. Al
wat 'er van ftaetx of bevallickheden in het geweft
was , dacht niet als na middelen om haer te be-
hagen. Eyndelijck na eenige jaren Weduwe ge-
weeft te hebben , befloot fy , onder al die haer ten
houwelijck verfochten , haer tweede hou wehjck
HaeVtVee- met de Marquis de Ganges, Baron in Languedoc,
dehouwe- en Stadt-vooght van de Stadt en het Slot St. An-
Hj<*. dré , zijnde omtrent tuffchen de 1 8. of 2o. Jaren
oudt , aen te gaen , welck houwelijck m het Jaer
1658, volbracht wierdt. Waerlijck het foude
wel fwaer geweèft zijn , twee fulcke volmaeckte
getrouwde lieden, in het gantfche KomnckrijcK
te vinden, die elck voor fichfelvenfoo fchoon,
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Marquise, 497
en op malkanderen foo verlieft waren. Sy
fmaeckten, in de eerfte jaren van hun houwelijck 3
al de foetigheden , die men op defe werelt , van
den hemel > fou konnen wenfchen , die hen oock
wel lueft de vrucht van hun houwelijck dede ge-
nieten , door het telen van fchoone kinderen.
Hun gemeen verblijf was totAvignon, hoe-
wel fy fom wijlen , om fïch wat te vermaecken,
na Ganges , een kleyn liedeken in Languedoc ,
feven mijlen van Montpelliers , en negentien van
A vignon verreyfden , en dacr eenige maenden fich
ophielden.
Waerlijck fy hadden lange , in dien geluckigen
ftaet konnen leven , indien de quaetaerdigheyt en
de afgunlt hun ruft niet hadgebroocken , zijnde
gewis en feecker , dat > indien de Marquifinne de
Ganges, van een geringer ftaet had geweeft, en
minder begaeft van de goederen der natuer en des
gelucks j fy de trouwloofe boof heydt , van haer
valfche vrienden , en al de fnootheydt der valfche
tongen , wel te boven fou zijn gekomen. Maer
om dat haer ftaet , haer goederen en haer fchoon-
heydt haer ver boven andere verheften , en hec
veel gemackelijcker is in de Son een vlecke te bc-
fpeuren, als een gantlche misftalte in eenige der
andere fterren , foo was het occk dat haer ftaet en
volkomentheden , dcoogen van fommige (eer de-
den , die, fonder afgunft , de voordeden in andere
niet konnen aenfien , die den hemel en de Natuer
hen onthouden heeft.
Defe quaet-aerdige geeften , die fich aen alles v 1 1
ooten , alles ten argften duyden,en alles in ver- J*"noc" É
moeden trecken, vonden quaet-aerdigheyt, en SJ**°°^
een onbetaemlijckheyt in de ommeganck van defe
Marquifinne, Sy konden niet verdragen , dat
een vrouw van foodanigen ftaet , en met foo veel
1 i vol-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
49* Treurige Gefcbiedem vm
volmaecktheden begaeft* haer tot een borger- jfjt!
lijck leven foude uy t laten , fonder vermoeden van \ j
Gabnterye, en dartele wellultigheyt. Defc Afr
fchadelijcke gedrochten wilden het alles uytlcg» k
gen, na de fin van hun verfoeyelijcke regulenea \u
wetten, latende geenfints befmette zijn , door
het fnoode vergif van valfche vrientfehap ; korte»;
lijck fy wilden, dat dele wel gebooren cn hoogh
begaefde Vrouw , haer fonder mifdaedt , niet fou' 1 -
mogen vertoonen , noch laten aenfien. j
In der waerheyt , het had defe boofe geeften en j;:
valfche tongen geenfints ontbroocken , het ge- i
moet van haer man te vergiftigen, indien hy altijdt
wil en genegentheyt had gehadt , om hen te hoo- < »»
ren, en ofhyfe hoorde, geloof aen hun valfche
aenftoockingen , te geven : m3er de liefde had te i
veel plaets in fijn hart genomen , om fich te laten i ...
bewegen , felf yets quaets van foo waerdigen we-
derhelft te dencken , die hem foo wel bekent was. t
Waerhjck men moet feggen, dat de Marquifinne u
vin. deGanges, fich vermaeckte in een eerhjck by
Ha« ver- zijn,cefienen befocht was, m3er fonder verban- h.
fchoonin. te'mS)benmeteenfulckeeerlijckevryheyt,alseen 1
V' perfoon van haer ftaet , en voornainenthjck in die i
«eweften , vry mach gefeght worden te ftaen.
frlen fou niet konnen feggen , dat fy oy t die ge- »
voorrechte geduerfaemheyt heeft toe gelaten , die *
den begunftighde , van de reft van het gefelfcnap, k
kanonderfcheyden. En ojn hier inkort te gaen, g.
men fou haer jonckheyt wel een weynigh yan dar-
telheyt en onvoorfichtighey: mógen ™$a™'
gen, maer noyt vanargernis, fchandale oi vuy- ■
gOnd;rtulTchen,menweetwat fiagh vat ivolck I;
deverftoote,of af gekeerde : mianaers |-
inbeelden, over at het padt tot hun voornem» I
de Mar q^u i s e.' 499
gemaeckt te zijn : defe Groot- fpreeckers en
]\7iet-doenders, die fich voeden met hun inbeel-
dingen, en menighte van kalleden in de luchc
bouwen. Die hun droomen en rcvelarijen op de
hooghlte Marckt derven verkoopen • alsgeflage
en beproefde waerheden , en op veder reden , de
eer en deughc van dat geflacht opofferen , aende
roock van hun ydelheyt , onbefcheydentheydt en
onvoorfichtigheydt, aen de uytvallen van hun
wanhoop en rafernije : datfe niet als met eeroie-
digheydt en onnoofelc minnelijckheyt behoor-
den te aenfehou wen.
Van defe flach van menfehen was het , Ó2tde
Marquifinne van Ganges , menighmael aengetaft
vvierdt ; feifs in het midden van menighte van an-
dere lieden , van eer en verdicniten , die met haer
verkeerden en omme gingen. Men kin nu be-
dencken, offy, fich vindende in hetgeweltvan
ioodanige menfehen, minder koft , als mee
fuicke verwen afgefchildert te werden , en dat foo
dickmaels , en op Ioodanige gelegentheydr , als
het defe groot-fpreeckende Mugge -lifters belief-
de , en tcgens haer uyt te braecken , al het vergif,
dat haer verachtinge in hun boefem gelaten h id.
Van defe dan wierdtfygekaetftengcüingert, ton-
der mcde-lijdtn. Men feght gemeenlijck dat de
ooren van den Man, onbegancke'ijckc toegan-
gen , voor de lafteringen van de deught , en hec
raecken van hun belangen , omtrent hunne vrou-
wen zijn , om dat 'er felden foo goeden vriendt ,
of foo bitteren vyandt kan gevonden worden, die
de moeyte of de ongenuchc fou wilkn op fich ne-
men , om hem daer tijdinge van te doen lubben, q^,^
of den aenbrenger daer van te willen zijn. Even- ambren-
wel wierden gevonden, die Brutael en onbefchoft gin*ïen.
enoegh waren, om defe fnoode plicht aen den jjjjj
li 2 Mar-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X.
Onluftcn
in hacr
houwe-
lijck , cn
<oo Treurige Gefcbiedems van
Marquis tc doen • en die hem genegender als oyt
vindende om hen te hooren , gelegentheydt ge-
noeMi vonden , om de wantrouw en de moeye-
lijckheyd hem in te blafen. Dewelcke niet min-
der in fijn harte konden voortbrengen , als een
koelheydt omtrent fijn vrouw, die te met in een
voile koude ontaerde, en alle oogenblicken bit-
tere uytwerckfels van korfelheydt en wrevelig-
heyt voortbrachten.
Geduerende defe onluften , en moeyehjekheyc
van haer Man, omtrent haer, die fich meer en
meer ontdeckte , en voor oogen ftelde , gevielder
een faeck , die haer evenwel foo veel met aen de
lagen hact quaet-aerdigheydt van haer Man, als degedagc
*clcsht' boorheydt van haer vyanden deed vertaften , dat
is dat fy , en haer gevolgh fich op een tijde feer
qualiick bevonden, door het eten van room, in
het welcke bevonden wierd , dat men rotte-kruyt
cemenght had - doch al te weynigh , om te doen
fterven , evenwel al te veel , om haer geen grootc
moeyeliickheydt en quellinge aen te doen; be-
neflfens al die gene , die met haer daer van gegeten
hadden. , « .
Als doe quam haer in den fin , dat fy voorheen
tot Parijs haer Horofcoop , of Geboortens-itond
had laten toe-rechten % waerdoor fy met een ge-
weldige dood gedreyght wierdt , en dar door de
handt van yemandt van haer naefte vrienden. Die
voorval maeckte groot gerucht , voor eemge da-
een , binnen Avignon en elders, yeder fprack daer
gin gedachten van : doch fy toonde fich daer om-
, trent feer koel , cn on.onderfcheydehjck , en
maeckten daer dickmaels,in haer by-een-korolten,
haer boerteriien over. . , . ,
Men weei niet of fy niet wel eemgh gebteck
van genegentheydt, inde Abt en denlUddgde
N
li
'ff
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Marquise. 501
anges , haer Schoon-brocders gemerckt had :
maer dat is feecker > wanneerder een voor-flagh
wierdt gemaeckc,om een reys na Ganges te doen,
fy een onoverwinnelijck, tegen- fin , tegen die ver-
blijf-plaets toonde. En foo men oyc eenigekoel-
heyt en knorrery> tuffchcfl haer enhacrman,ge-
fien heeft 1 het is by die gelegen theydt ge weeft,
allbo defelve , teioorfaeck van defc reyfe gemeen-
lijck uytboriten, evenwel fy vjndt fichgenoot-
faeckt, daer menighmael gantfche jaren door te
brengen , maer met fulck eenongedult , als men
kan oordeelen, in een perfoon ge weeft te zijn,
die tegen haer fin , in een plaecs verblijven moet ,
en niet liever als haer Vaderlijcke Stadt fou fien.
Na de doodt van den Heer van Nocheres, haer
Groot-vader , die haer erfgenaem had gelaten ,
moft fy nootfaeckelijck daer veel blijven , fonder
genootfaeckt te zijn, na Ganges te reyfen, ter
oorfaeck van de goederen, die daer omtrent ge-
legen waren. Het welcke haer foo gunftelijck
mede- viel > als het haer Man tegen de borit was ,
die liever in Languedoc als daer was -y maer al
dat 'er te doen ftondt, was voor een tijdt elck
fijns weeghs te gaen. De reys met haer Man
darwaerts, op feeckeren tijdt, voor handenzijn-
de, en de Marquifinne, ick weet niet wat on-
paflelijckheydt, die fy niet openbaerde, gevoe- XI
lende , befloot defe haer uyterfte wille te maken Sy beftelt
tot Avignon , fonder haer Man daer van te fpre- haer faken
ken , in het welcke fy , Me-vrouw de Roflan , J^jj*
haer Moeder , algemeene erfgenaem maeckt , met
macht , om met haer goederen te doen , ten belten
van die van haer kinderen diefy wilde , beltaende
in een foon V3n vijf of fes jaren , en een dochter
die wat jonger was : defe uyterfte wille wierdt,
met een openbare verklaringh , de welcke fy eeni-
I i 3 Sc
50I Tteurtge Gefcb'tedenis vw
ge dagen daer na , voor de Overigheydt van
Avignon , en veel lieden van aenfien, deedt , ge-
volght , door dewelcke fy niet alleenlijck , haer
uyterlte wille bevelüghde, maeroockindebeftc
gedaente verklaerde, dat indien fy quamtefter-
ven buyten Avignon , en ecnigh later Teftament >
als het tegenwoordige gevonden wierdt , fyhet
felve als valfch en ondergefteecken verwierp , al
was het oock onder geteeckent met haer eygenu
bloedr» Het wclcke fy , met dealderkrachtigh-
fte konft- woorden en termen , die men kolt by->
brengen , deed uy tdrucken. Wat nu de oorfaeck
van dit befluyt magh geweeft zijn, fulcks valt feec
duylier om te raden. Het moet voorfeeckcc
een groote verbitteringh regens haer Man ge-
weeit zijn , die haer tot dit befluyt gebracht
heeft.
Defe voorforge wierdt met noch een andere
vergefelfchapt , het welcke was , dat fy omtrent
de twintigh piftoletten , onder in haer kafken ver-
borgen had, dewelcke fy op haervertreck, de
Geeftelijcke , en voornamentlijck de Recollets
van Avignon wilde geven , met byfondere aen-
bevelinge, Godt voor haer te doen bidden , dat
het fijn Almachtige barmhertigheydt wilde ge-
lieven haer niet te laten fterven , fonder byftandt
van de Sacramenten der Kcrcke , waer het oock
fou mogen zijn. Het welcke fy hen, op fulck
een byfondere wijfe aenbeval , darmen fou heb-
ben geoordeelt , dat fy door een dringende noot-
wendigheydt tot fulck een aenbevelingh was ge-
drongen geweeft; en dat fy die onheylen voor-
fagh , daer men in het vervolgh van defe Gefchie-
denis van hooren fel. Haer lieffte vrienden , en
al die van haer kennis waren , verklaren , dat fy
ooyt foodanigen tecderheydcgecoonc* noch foo
veel
I H
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mar (^u i s e.
veel tranen op haeraffcheydengeftort had , als op
die tijde j wanneer fyvoor als doe hier affcheydc
nam. Hetwelcke fydede, met lulck een beval-
lijekheydt van woorden , en fulcke ongemeene
uy tdruckingen , dat een yder , op het aldei hoogh-
ite, daer door bewogen wierdt.
Eyndelijck komt de tijdt vanhaer vertreck- Hactn'
en fy , met haer man en kinderen , begeef t fich op i<0mft
de rcys , gevolght van het gantfche huylgefm. tot üan-
Sy wierdt op haer aenkomft oncfangen > metdeScs*
meefte liefde en genegentheydtdiemenfoukon-
nen bedencken. Me-vrouwe de Ganges j haer
Schoon- moeder , zijnde een van d: verltandighite
en beleeftfte Vrouwen van hcrRijckj die haer
byfonder lief had , en wederom van de Marqui-
fïnne feer geacht en ge-eert wierdt , als doe aldaer
zijnde , deed haer de foetfte onthalingh , met tra-
nen van blijdtfehnp , die men fou mogen bedenc-
ken. De Heeren haer Schoon- broeders deden
het felve , verklarende , alles wat fy konden , te
willen bybrengen, om haer de eenfaemheydt te
doen vergeten, en haer al het vermaeck aente
doen , dat hen fou mooghlijck zijn. De Mar-
quis felfs, die gemeenlijck met de lucht van fin
veranderde , toonde fich alfdoe de vrolijckfte man _
van de werelt; met alle teeckenen van liefdeen
toebehaeghlijckhcydt en Complaifance tegen fijn
vrouw. Eyndclijck , men fou hebben géfeght ,
dat alle dingen tefamenfpanden,om haer dit ver-
blijf aengenaem te maecken, en al de fmart te
doen vergeten , die fy , over het mifTchen van
Avignon en haer vrienden , mocht gevoelen.
By na veertien maenden waren fyinde foet-
heyd van dit leven , wanneer de Jvlarquis de Gan-
ges , ter oorfaeck van de wederkomlt der Staten ,
5ch genootfaeckc vandt , een reys na Avignon
li 4 , en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XIII.
Goet
onthael.
504 Treurige Gefchiedenis van
en St. André te doen • om eenige gewichtige ver-
richringe. Me- vrouw de Ganges> had ficheeni-
gen tijde te voren mede na Montpellier begeven ,
daer haer gemeen verblijf was ; met haer twee
jonger fonen, die aldaer in de Hooge School la»
gen : en alfoo bleef niemand t op het Slot van
Ganges, als Me- vrouwe de Marquifinne , met
haer twee Schoon- broeders, de Abt, endeRid-
der , de oudtfte van de twee , zijnde de jonger tot
Malta. Het was als doe dat defe Heeren fche-
nen hun forge te verdubbelen, en al hun minne*
Begin van li jekheden in te fpannen , om haer vermaeck aen te
jammer. ^ocn > en haer te docn gelooven , dat fy waerlijck
een oprecht voornemen hadden , om een onftoor-
bare ruft en vrede , in hun huys te willen oprech-
ten. Gelijck fy oock van harent wegen in hun
by woningen , wandelingen ,geduerigh getuygh-
de, openende oprechtehjek haer hart, metver-
klaringe, dat het haer uyterfte genoegen was , al-
dus te leven , na foo veel moeyelijckhcdcn , als de
quaetaerdigheydt van haer vyanden haer had ge-
brouwen , zedert fy hadden getracht, over de lief-
de , de vrede, en volgens het geluck van haer hou-
welijck , met haer Man den Marquis , te zegen-
pralen.
Sy deden haer oock verklaringh van duyfene
brave en wonderlijcke dingen , foo om haer fmarc
daer omtrent te verfoeten, als om haer te doen be-
grijpen dat hun broeder de Marquis noytfnoo-
dcr vyanden had gehad, als hen, indienfeniec
trachten, voor het toekomende, fich te houden
tegens haer , in een volkomen ftaet van eerbiedig-
heyt en zedigheyt, van een volmaeckteover-een-
komft. Maer dat , voor de reft , fy een werek
van edelmoedigheydt moft toonen, om hem te
winnen door liefde en vriendelijckheyt , en fulcks
hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mar q^u I $ Ef $0$
.em voor al fijn leven bewijfen , en dat was de
uyterfte wille te weder- roepen , dewelcke fy tot x I v.
Avignon, tot nadeel van haer Man, gemaeckt Wordt
i had , en een andere in de placts te maccken , die Sf"
ft tot fijn voordeel was • lelfs geduerende fijn af. haecTcfta-
wefen, om hem, opfijn weder-komft , met een n,ent tc
15 aengename verwonderingh te ontfangen i een 1™
middel waerlijck, die henbeydegeluckigh fou
konnenmiecken.
Defe voorftellingh wierdt gemaeckt , aenge-
nomen en vol voert , op den fel fden dagh. Defe
Heeren hadden foo wel hunmaet en tijdt geno-
men , dat zedert de tijdt , dat fy haer toeftand hier
toe verleen3e, men haer geen tijdt gaf, om de
faeck naerder te overleggen , toe dat fy gedaen
had , hc t geen fy wilden , daer toe gedrongen door
beweegh-redenen en onbedenckelijcke beleeft-
heden , die al de verhinderingen van een wil fou-
den hebben konnen buygen , die al vry onver-
st innelijcker was , als die van de Ma: quife.
Hier fou men feggen was hun begeren ten
hooghften top, en dit was bequaem,ominhun
huyfgefin duyfent redenen, van blijdefchap en
vreught te veroorfaecken , dewelcke door de
koelheydt, die men van over lange, tufichenden
Marquis, en de Marquifinne de Ganges , ge-
il merekthad, al vry t'ondergedruckten uytgebluft
n was ; die nu meer onlijdtfaemheydt betoonde ,
om hem weder te fien komen , als oyt , om hem ,
[ felfs uyt de mondt van fijn broeders , al het geen
fy , toe fijn vergenoeginge en vrede van hun huys
S gedaen had, te doen verftaen. OndertuflTchen
d bleef de Marquis noch tot Avignon , of daer
0 omtrent , daer hy de noodtwendigheydt van fijn
1 byzijn betoonde, omtrent de welttandt en de goe-
de befticringe van fijn goederen , terwijl fijn
li 5 broe-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
^06 Treurige Gefcbiedenis van
broeders , aen de andere zijde , meer en meer, al dc j
verdrietelijckheden , die het gemoed van de Mar- 1
quifinne mochten belicten, te vernietigen • en ah
de geheugenis van haer ftaet, en waerde kennif- \
fen , door vermaeck wech te nemen , of te ver-
pachten fochten. Sy verdubbelden geduerigheyt
omtrent haer, en pooghden yeder dagh, door
haer forghvuldigheydt, te betoonen , dat fy hen
t'eenemael fich , door de grootte van luer goe-
dertierentheyt , eygen gemaeckt had.
De Marquifmne de Ganges was voornemens,
om eenige hulp-middelen "in te nemen, om al
de bewegingen, die de Lente gcmeenlijck in on-
fe lichamen maeckt , voor te komen , of om eeni-
ge kteyne onpaflelijckheydt, daer fy de voort-
gangh van vreefde , wech te nemen.
Om die te doen , befterade fy den Dinghs-
dagh , de feventiende van de maent May. Men
bracht hier des morgens feer vroegh een purgeer
of fuy ver-dranck , diefe , volgens het voorfchrifc
van een Genees-meefter , had doen gereedt maec-
ken : maer fy weygerde die in te nemen , als
men haer defelve aenboodt , fonder andere reden
van haer weygeringe te geven, als dat fy eente-
genfin had, in de drabbigheydt van den dranck ;
in de plaets van dcwelcke, fy eenige pillen uyt
een kasje deed langen, diefe wel gewoon was te
gebruyeken. Men fou de forge niet konnen uyt-
drucken, die defe broeders, dien morgen toon-
den • om te vernemen hoedanigh de werekinge
van het genees -middel, en hoe het met luer ge-
fontheydt was, op al het welcke de Marquiie,
met alle uytdruckingen van beleeftheydt ant-
woorde. ... j r
Naer noen van dien felvendagh, begeerde ly
gefelfchap in haer kamer te hebben, waer toe fy
* r ' fcven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mar Q^u i s e, 507
Peven of acht Juffrouwen deed noodigen, om
h3er te vermaecken , die indefelveplaets woon-
den, het geen defelve, mot alle cerbiedigheydt
en liefde, aennamen, D'Abt en de Ridder de
Ganges, wilden mede van de party zijn. Het is
waer, dat menmerekte, dac iood'een als d" an-
der, feer ftil en ftatigh was , toonendeick weet
niet wat ongeruftigheydt , diefe evenwel op al-
derhande manieren trachten te verbergen , nade-
macl hun fufter , twee of dricmael hen dacr over
denoorlogh aendeed, enbeboerte. De Ridder
had fich op fijn koets geleght, enpooghdegc-
noeghfaem als met gewelr , ujn moeyelijckheydt
met wisjes wasjes te bedecken. D' Abt had
geen blijvende plaets, fijn geliet wasgebrooc-
ken, en om kort te gaen ,d*een en d'ander toon-
de genoeghfaem, in fpift van hun ontveynfen,
datfe muyfe-neften in het hooft hadden.
Omtrent de kloeke vier uren, wilde Mc- vrouw
de Marquilinnedit gefclkhjp met een Gollitioii
of namiddagh-gerecht verceren, ditlo oock ter-
ftondt deed te voorfchijn brengen • macreenige
van defe Jonckvrouwcn, als oock haer Schoon-
broeders, toonden geen genegentheytom te eten *
en fy was deeenige, die, door haer graegheyt, de
onluft van de andere voldede. Na vijf uren ver-
t rocken de IufFrouwen, d'Abt veynfde hen
re willen vergefelfchappcn , tot aen de poort van
het Slot, en de Ridder bleef alleen by fijn Schoon-
fufteri Tonder yets anders te doen, als fich cp
fijn koets op te rechten , en fich te ïtellen in ftanc
van een die in feer diepe gedachten is. D'Abt
cjuam terftondt wederom boven-, maermeteen Xv.
gelaet, datfchrickaendealderftantvaltighltefou Aenvangh
hebben gegeven. Hy was Ponder hoedt , en™"1»"
toonde een ontiteltenis in fijn gclaèt, die, vol- ^k?'1
gens
wÊÊÊÊÊÊÊm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
v
XVI.
Hacr oot-
rnocdig-
hcyt.
508 Treurige Gefchiedenis vah
gens hetvcrhael, van de Marquifinne , meereen
duyvel als een menfch vertoonde. Hy had de
armen van een gefprey t , had in de eene handt een
piftool of finck-roer , foo men het noemen moet ,
cn een glas met vergif in de andere. Hy floot de
deur achter fich toe , foo haeft als hy binnen
was, en komende in fulck een gedaente byhet
bedde van fijn Schoon-fufter , bleef omtrent twee
fchreden van haer af ftaen , om haer tijdt te geven
hem in fulck een geftalte te befchouwen. De
Ridder op dat aenfien nam de degen in de handt ,
en fcheen terftondt de verflagen geeft van fijn
fufter te herftellen, alsoffe in hem haerbefcher-
meren voorftander fagh. Maer eylaes ! fiende
in fijn geficht, bemerckte fy wel haeft daer in de
blijckelijckfte teyckenen , van fijn fnoodt voor-
nemen, het welcke haer wel haeft wierdt ver-
toont , door de aenfpraeck die haer d' Abt dede
in defe eygene woorden : Me.vrouw , ick. moet u
(onder complementen of hoffelijkheden doen weten , dat
gby terftondt heit te fterven; en [onder uytftel, of dit
vuur, of dit ftael, of dit vergif te kf*fm> die u tot
die» eynde bereydt qjn. Sterven Heeren> feyde fy
daer op, eylaes ! wathebbe ic^ugedaen, datghymy
op defe wij ft handelt , en my wilt in de ouderdom en
ftaet , waer in ick ben , doen Jlerven. Is 'er yemandt
van u lieden , die fich over my heeft te beklagen ? ach !
mijn Heer en , bedtnekt het gene ghy aenvanght te doen ,
en laetmy weten, biddeick u4ieden, om wat oorfaeck
f by begeert dat ick. Jlerven fal 1 wil' %h myfonder
armhertigheydt en fonder mede-lijden handelen? ey-
laes, ick. bid uduyfentmael vergiffenis , indien ick ƒ-
lieden in eenige faecke heb verkort. Maer in Godts
noem ( mijn goede broeders) bedenckf uf elven , tn doet
my de doodt niet aen. Eylaes ! ick kan ni«t meer , m
de flatt, waer in ick ben , hebt doch mtdt-ltjden met
J my,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
/
de Marquise. 509
, icl^ befwere het u ■ lieden , ty l'uvtn Hitten , hebt
ioch deernis met my.
Defe vertooningen en fmeeckingen, die uyc
ulck een fchoone mondt voortquamen, fouden
cqusem hebben geweeft , om de blixem en don-
der te wederhouwen , en vonden evenwel geen
toegangh , in de harten van defe woedende en on-
menfchelijcke Barbaren , die hun gemoed en har-
te voor alle mede-lijden en eerbiedigheydt geflo-
ten, en niets voorgenomen hadden, sis hun ver»
vloeckt opfet , ten koften van het bloedt van defe
onnoofele fchoone , te volbrengen. Soo verre
was het daeraf , dat foo veel vleyen , en fulcke
tranen , hun wreedheydt in mede-doogen fouden
hebben verandert. Voort voort Me-vrouw (fey
de Ridder) foo veel praets niety wy hebben geen tijdt
te veel , dit moet gefchieden , macckt 'er een eynde van,
dat met Urhaefl.
Hier valt aen te mercken , dat defe Me- vrouw
Jefen Ridder altoos een byfondere gunft toe-
gedragen heeft , ja foo verre , dat fy hem mcnigh-
mael al het geit , dat fe befpaert had , gegeven
heeft: ja felfs voor eenige weynige dagen, had fe
hem noch de gunft van een WüTel- brief, voor een
merckelijcke fomme gcdaen. Al het welcke
haer deed verhopen , dat hy , door het gedenc-
ken van al defe weldaden , fou van fijn vvreethey t
f laten, en haer eerder uy t defe uytertte benauwt- x v 1 1.
.ïeydt verloflen , als haer eenighleedtaendoen: Tc yo
. Maer fiende rner ongeval fonder hulp middel , en scet**
[dat haer tranen en gebeden vruchteloos waren,
c omtrent defe woedende draecken , ltelde fy fich
li in haer wefen , fagh hen aen met een verfmadcuc
;elaet , gevende een fucht , uyt het diepfte van
.iaren boelem , en haer oogen na den Hemel op-
heffende > als defeive tot getuyge van defe trouw-
loof-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
^10 Treurige Gefchledenit van
loof hcy t nemende , ftack haer handt uyc , om h
vergif uyc die van den Abt te nemen. En, tet- i
wijl dele duy veis haer het piftool op het hart, qt
xvili, hec ^waert op de keel itelden , dranck het doode-
wort lijck fap (loopendehet fweet van benauwtheydc
gedwon- over haer aengeficht) foo fchoon uyt , dat 'er niet
fcdünc!,n a's eenige weynige droppen van op haer boefem
ken. ftorten , die genoeghfaem konden getuygen , van
de kracht van de reft , door de fwarte plecken , die
fe op haer vleefch lieten • gelijck oock op haer
lippen.
De Ridder merckende , dat fy in den bodem
van het glas , het dickfle van den dranck liet (de-
wclcke gemaeckt was van rotte-kruyt enfubl'
maet, gemenght metfterck water) namdemoey-
te van het felve by een te vergaderen, en haer
het felve weder te geven, met defe woorden:
Wacker Me-vrouw , ghy moet den Kelck geheel
drincken,het geen fy dede, fonder evenwel h
felve deur te i weigen , maer hieldt het in ha
mostic , en latende Sch op haer bedde achter ov
vallen, met eenkreedcvaneendie nualreedts
doodt voor oogen net , fpoogh defen laetfte
broek , in de laeckens uyt , feggende voorts teg
defe Barbaren , dat fy haer ten minften de hulp
van een Biecht- vader fouden gunnen, omalsecri
Chriften menfeh te mogen fterven. Sy lieten
haer , d'een foo wel als d'ander in defen ftaet , en
gingen de kamer uyt, diefc wel forghvuldighli/ck
achter fich toefloten j en gaven ordere aen den
Vicaris van deplaets (die van over vijf-en-twin-
tigh jaren hundienaer geweeft, en als doe in een
andere kamer daer omtrent was) fich by haer te
houden , en haer te fien fterven.
Ondertuflfchen Me-vröuw deGanges (die in
het midden van al defe omfteltenis, evenwel
toos
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Marquise, 511
oos haer reden en vcpftandt bewaerdt had) be-
nerckende het vertreckenvan defe Barbaren, en
vel oordcelende dat fy wel haeft fouden weder
tomen , nam hec voornemen , van ftch felven uyt x I )rï
t veynlter te werpen, om door haer vlucht, 5en^[^ctht
t uyterfte betfuyt van hun raferny teoncgaen j vem^
of ten minften om hen hec vermaeck niet te geven mooiders.
om voor hun oogen te lterven.
Om die te doen , fchoot fy een flecht fijden
rocksken aen , om haer naccktheydt te bedecken ,
alfoo fy anders niet als in het hemde was , en fich
ftellende aen de veynlter , die na den Voor- hof
fagh , hebbende de hooghte omtrent van twee-
en.twintigh voeten, wilde ïkh daer uyt , met het
hooft voor , op de aerde gronde, die hart genoegh,
«n met grooce lteenen bezaeyc was , werpen.
S00 als de Priefter inquam , die haer fiende in de-
fen ftaet , na haer toe litp , om haer by een eynde
van haer rock V3ft te houden , macr het felve niet '
t fterek genoegh zijnde , om hier geheel lichaem ce
houden, dat alreedts acn hec vallen was, bleef
•-hem in de handen , «venwel , was dele kleyne ver-
: hinderingh , die de Priefter h id toegebracht , foo
i voordecligh , dat fy , in de plaets van op net hooft
I te vallen , op haer bloote voeten neder quam , fon-
) der eenigh lecfcl te hebben, als dat fy hetdick
f van haer been een weynigh quetfte , daer het in te-
{ gendeel gefchapen was , hooft , hals , ja het gant-
t fche lichaem te breecken.
Defe Pnefter, die Me-vrouwde Gangesniet
I feer beminde , en die men acht , mede aen het
fchelm-ftuck deelachtigh te zijn • deed terftond ,
of door onvoorfichtigheydt , of vuyligheyc , een
groote kruyek met water , die in het andere veyn-
I fter ftondt , achter haer vallen , die gerioegh fou
hebben geweeft om haer hooft teverpletceren,
foo
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X X.
Wonder
lijck ont
^ 1 2 treurige Gefchiedems van
foofe maer twee duym breedt dichter acnhacr
hooft gevallen was. Soo haeft als defe ellendige
Vrouw fagh , datfe op de aerde was , ftack fy ,
een tynde van haer tuyten , foo diep in haer montï
als fy konde, om daer door tot braecken teko-1i
men, het welck haer wel geluckte, helpende J;
daer toe de fpijie, die fy, maer twee uren ge- h
leden, genuttight had.
Na defe ontlaftinge (daer ficheen vnrekenvant
wilde dienen, hoewel tot fijn ongeluck, nade-J
mael het beeft terftondt daer aen borft) rechte
komen van gcj1 jefc ]yle. vrouw weder op , om te fien of fyj
quülnne het fou konnen ontloopen , maer vandt dcn\
Neder -hof aen alle kanten gefloten • en liep]
daerom recht na de Paerde-ft3l toe , daer fy meen -i
de uyt te fullen konnen geraecken • maer fy vandt*
het daer oock gefloten ; en bemerekte als doe wel1
dat fy weynigh voordeel had gedaen , met fich
uyt het veynfter te werpen , als alleen dat fy
een ruymer gevanckenis , als haer kamer was , ver*t
kregen had. Terwijl fy in defebenauwtheydc*
was , vernam fy de Stal-meefter , die een weynigh
geflapen had, en liep vaerdigh naer hem toe , en
feyde tegen hem : Mijn Vriendt , icï^ bidde u , om
de liefde Godts, behoedt mijn leven; eylaes ic^ ben
vergeven , verlate my niet , ickbefweertu , bebtmede-\
lijden met my , in deflaet daer in ic^ ben > opent my de
flallineh, op dat ickmagb uyt geraecken . Defe
Stal- meefter toonde fich in defe gelegentheydt de
eerlijckfte man van het gantfche Huys en toonde
in het midden van fijn geringe ftaet , dat hy noch
demenfchelijckheydt bewaerthad, die de ande-
ren hadden verloren; hy nam haer by d'armen,
leyde haer door de ftal , en ftelde haer m han-
den van eenige vrouwen van de placts , tegen de-
welcke fygeduerigh feyde, datfe vergeven was
I
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mar q^u i s e. 51$
en dat men haer wilde te hulp komen.
De Priefter onder dies , fiende haer vluchten , x x I.
gaf fulcks defe wreede Schoon -broeders te ken- JJJ bin'
nen , die haer terftondt naliepen , roepende over- Gangcs
uydt , dat fy fot geworden , en met de opftij- vlucht,
ingh van de moeder gequelt was • waer over
et volck , dat haer half naeckt » met het hayr on-
ebonden , en blootsvoets fagh loopen , en om
hulp roepen , niet wift wat van haer te oordee-
I len. Eyndelijck wierdt fy door de Ridder de
} Ganges vaft gehouden , dicht by het huys van den
i Heer des Prats , daer hy haer met gewelt dede
1 ingaen , en fich met haer infloot , terwijl d'Abt ,
; fich aen den drempel , met het piftool in de hand
t vertoonde , feggende dat hy , d'eerfte die naderen
) dorft, ter neder fou fchieten 5 Soeckende door.
defe middel alle hulp > die men haer fou mogen
doen , te beletten , en het vergif tijdt te geven ,
om fijn werck te doen.
Het was juyft ter goeder uren alfoo gelegen ,
dat den Heer des Prats, als doe , eenige Ionck-
vrouwen tot fijnent had, die daer gekomen wa-
ren om fi jn huyfvrouwe te befoecken , onder de-
welcke een was , die Me-Iuffrouw Brunelle ge-
noemt wiert , Huyfvrou van den Leeraer van defe
placts, die met een aerdigheyt , een groote doos
met Orvietan , de Marquifinne in de hant duwde ,
die daer brokskens van nam , foo menighmael als
de Ridder , die als een befeten menfch gingh over
en wedei* wandelen , haer- den rugge toekeerde,
OndertuRchen, de andere Ionckvrou wen daer te-
gen wöordigh, ftelden fich in ftaet, omd'eüen-
dige Marquifinne te hulp te komen , en dewijl fy
hen met hardt aenhouden drincken af eyfchte ,
was 'er een , die haer een glas water gaf , het
welcke fy feer begerighlijck indronck , ter oor-
K k faeck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
}i 4 Treurige Gefcbiedms van
faeck van dc brandt > die fyinwendigh, foodoor
den Orvietan , als het ingenomen venijn , gevoel-
de. Macr dien tyran van een Ridder > die, op alle
manieren, haer quellingh focht te verdubbelen ,
floegh haer met dc handt het glas van de mont , en
feyde tegen de vrouwen , dat fy hem groot genoe-
gen fouden geven , indienfe geen getuygen van de
fotternijen van fijn Schoon-fufter wilden zijn ,
maer een weynigh vertrecken , tot dat haer quael
wat over was, hen verklarende, dat hyaldaer te-
genwoordigh was, om haer alderhande hulp en
byftandt te doen , en met haer alles wat het was ,
uyt te ftaen.
De arme Marquifinne, hoorende dele verkla-
ringe , kreegh eenige hoop van medelijden in de-
fen moorder te fullen vinden , en oordeelde hem ,
door haerootmoedigheydt te fuIJenkonnenbuy-
gen , waer door fy defelve Iuffers badt , haer toe
te laten , in vryigheydt met den Ridder te fpreec-
ken ; en datfe fich voor eenigen tijdt , in een an-
dere'kamer geliefden te vertrecken. Het welc
ke fy deden. Als doe defe ellendige vrouw , ge-
heel bebloet, cn in haer tranen gewaflehen , en
dragende in haer fchoon aengeficht , al de teeckc-
nen van overtollige fmart , wierp fichaen de voe-
ten van defe wreede , en met gevouwen handen ,
en gebogen lichaem, feyde hem: Ridder, mijn
voerde broeder* fult ghy geen deernis metmy hebben ,
die altoos fuUk eenbyfondergenegentbeyt utotgedra-
ven heb, en die noch tegenwoordigh , mtjnbloetgeemc
% uwen dienfi fou bejteden j» ghy weet wel, datief
noyt gelaten hè, u het felfdete toonen, en evenwel,
hoe handelt ghy my , ponder het felve verdient te heb*
ben • en wat fal de werelt van al defen handel oordet-
len } Ach ! mijn broeder, hoe groot ismijnongeluc^
van foo gehanddt te qjn i moer evtmtl > mdtrn
de Marquise. 51?
ghy mede-lijden met my wilt hebben , en mijn leven be-
houden , ici^ fweer> by mijn gedeelte des Hemels , dat
kk. noytyets, dat tot bier en toe gefcbiet is , fal ge-
denel^en , en dat icl^ u altoos , als mijn Befchermer
fal aenmercken.
Defe woorden, vergefclfchapt met menighte
van hieken en tranen , bequaem om Leeuwen en
Beeren te vermorwen , en de wreedthey t felve
tot ttilee te brengen, wierden felfs niet eens xxii;
van defen woedenden Barbaer acngehoort , die Overgeven
fich vindende gedreven door fijn onlijdcfaem- v°°ha2'
heydt , midts het vertoeven van het wereken broeder»,
van 't venijn , door fijn eygene handen , het uyt-
terfte van dit treur-fpel wilde befluyten , en tree-
kende fijn degen , die feer kort was , Tonder dat fy
het gewaer wierdt , en nemende die in de handt,
op de manier van een ponjaert , terwijl defe ellen-
dige noch fat te bidden en te fmeecken, met ge-
vouwen handen , op beyde haer knien, haer daer
mede twee fwarc fteecken in den boefem , d'een
inde rechter mamme, en d'ander dicht by den
krop, en het fleutel-been , gaf. Dit veroorfaeck-
te haer vaerdighlijck op teftaen , en te'f oepen , xxni;
Help , help , men xermoort my , loopende recht op Giouwo-
de deur aen. Maer defen moorder haer achter Jjj£0*u
aen komende, ftack haer noch vi j f mael het fwaert
in het lichaem , met mecningh om haer heel af te
maecken , 't en ware met de laetfte fteeck , fijn
degen gebroocken was , latende fijn ftuck , wel
diep in haer fchouder fteecken. Waer op defe
ellendige ter aerden viel , ge wentelt in haer bloet,
dat haer van alle kanten af, en over de geheele
kamer heen liep. Ondertuffchen defe trouw-
loofe, geloovende dat hyhaer afgemaeckt had ,
gingh na fijn broeder den Abt , die fich noch
aen de deur bevandc , met het piftool in de handt ,
Kk i tegen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
r i £ Treurige Gefcbiedenis van
tegen den welcke hy feyde in defe felve woorden :
Gaen w v htm Ah , tof «wcfc u gtdatn. Al de
Vrouwen, die fich, op, haer verfoeck> in de andere
kamer hadden begeven, liepen, op het gerucht >
toe, en vindende defe ellendige uytgeftreckt ,
verdroncken in haer bloedt leggen , eninfulck
een bewegingh van adem , die hen genoeghfaeni
deed oordeelen , dat fy op haer verfcheyen ftontf
trocken fich fel ven by het hayr , van droefheydt ,
dat fy dit ongeval niet waren voorgekomen , en
defe uyterfte wreedtheydt niet hadden konnen
verhinderen.
OndertufTchen een onder hen , aenichou-
wendeditdroevigh fchouwfpel , vernam dat de
Marquifinne noch d'oogen opende,en dat fy dien-
volgens in ftaet was , om noch eenige onderftandt
te konnen genieten , waer over die terftont naet
het veynfter liep, om de geheele Buert tot hulp
te roepen, verklarende dat Me-vrouw noch niet
doodt was. Onfe twee moorders fulcks hooren.
de , die al op het wech gaen waren , fagh men
den Abt terftondt wederkeeren , en als een duy vel
als hy was, in de kamer komen vliegen, met het
piftool inde handt , die vindende dele arme Mar-
x X 1 T quifinne onder de handen van de vrouwen , die
Sool haer fochten op het bedde te helpen, haer het
dighcyt. felve op de borft fette , om haer al de wrcedtney t
der wapenen te doen gevoelen , en het werck we-
der op te nemen, daer het fijn broeder gelaten
had. Maer behalven dat het roer op de pan ar-
brande, foo had Me-Iuffer Brunelle hemby de
arm gevat, om de fchoot te verhinderen : net
welcke haer ftondt, op een harde vnyit-flagh,
die haer defe moordcr op het hooft , en m het aen.
geficht eaf; willende hy fich vorder dienen , van
Sit piftool dat fijn fchoot gemift had , tocrd^«
de Marquise. $17
felve om, om daer mede de ellendige, als met
een hamer voort het hooft in ftucken te flaen , en
haer voort af te maecken. iMaer defc lonck-
vrouw en de andere ftelden fich foo dapperlijck
daer tegen aen , datle hém eyndelijck uyt de ka-
mer en op de itraet kregen , met een meer als ge-
meene kloeckmocdigheyt , en in het midden van
rouwelijckevervloeckingen : Dit gedaen zijn-
de , was hun voornaemfte forgh dele arme ge-
kjuetlte te hulp te komen , en het bloedt van ruer
wonden te lielpen, en hier was het , daer de on-
verwinnelijcke moedt van Me-vrouw van Gan-
ges, merckelijckbleeck, want, zijnde een wey-
nigh tot haer fel ven gekomen, en fiende de uyter-
ite ongeruftheydt en bekommernis om het tluck
van den degen uyt haer fchouder te trecken , fey- x x v.
defe met feer grootekloeckmoedighcydttegens ^a"™
Ionckvrouw Brunelle , dat , om met meerder dc Mar.
kracht te trecken , fy haer eene voet tegens haer quifinnc.
lichaem aen molt fetten, om foo met ge welt het
ftuck ftael daer uyt te krijgen.
Terwijl nu al defe vrouwen foo befich met
haer W3ren , die alfoo veel riep, na de hulp-
middelen van haer ziel, als die van haer lichaem j
onfe moorders fiende dat het nacht was (want het
was alreedts omtrent negen of tien uren in den
avondt) vonden goet tot Auberas, een andere
plaets , hun broeder toebehoorende , te gaen fla-
pen, zijnde omtrent een mijl weeghs vanCan-
ges : 3lwaer gekomen (volgens de getuygenis,
die de Bailliu van de plaets, des, gerechteli jck, ge-
geven heeft, en die daer tegen wootdigh was)
fcheen het dat fy malkander fouden vermoort
hebben, onder het verwijt datfe malkander de-
den, over hun quaet beleydt, omtrent het uyt-
voeren van de faeck , datfe met foo veel middelen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
518 Treurige Gefchiedenis van
als fe hadden aengewendt, defe vrouw niet ten
vollen hadden konnen afmaecken , invoegen dac
na al hec verwijten en fc helden , datfe malkander
te gemoet voerden , fy eyndelijck befloten weder
na het huys van des Prats te keeren , om de ellen-
dige voorts t'eenemael hunwreedetyrannyopte
offeren , en niet af te laten , voor dat fy den geeft
onder hun handen fou gegeven hebben. Maer fy
wierden in hun voornemen felfs door hun eygen
ongeruftigheydt en onfeeckerheydt , die gemeen»
lijck de wanhopige zielen vertellen , verhindert.
Onder tuflehen, de Borgemeefters van Ganges»
van de geheelefaeck onderrecht zijnde, begaven
fich terltondt in het huys yan des Prats , verge-
felfch3p met knechts en dienaers wel gewapent,
om defe arme Me- vrouw hun dienft aen te bie-
den , die hen fiende in de kamer komen , hen de
ftereke handt afeyfehte , en verfocht van hen be-
fchermt te zijn ; daer fy haer van verfceckerden ,
yolgens al hun kracht en vermogen , doende oock
terltondt net huys met veel gewapende krijghs-
lieden , tot haer verfeeckeringh > befetten. Zijn-
de de tijding, van defe fchrickelijckedaet, noch
dien n3cht, over al verfpreyt , fagh men , op het
aenkomen van den dagh , menighte van lieden van
aenfien, die , door hun beleeftheden, aen de Mar-
quifinne , wel toonden , wat deel lieden van eer,
aen het ongeval van verdruckte onnoofelheydt
hebben. De Heeren Baronnen de Semenez en
van CineftouS) hun naefte g^Suren , waren dc
eerfte , die fich by haer lieten vinden ; en klaer-
lijck hun uy terfte droefheydt over haer ongeval
blijeken. De Baron van Treffan , groot Pre-
vooft van Languedoc , zijnde oock van hun ge-
buren , en defe tijdingh mede verftaen hebbende ,
deed door fijn naerftigheydt , om al fijn volck ,
° achter
mm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mar q^u i s e, 519
achter defe fchelmcn te fenden , blijcken , hoe
grooten vyandt hy van fulcke duy vclfche ftuckeq ,
en hoe y verigh tot voorftandt der verdruckte in
fijn ampt en bedieningh was : niaer defe trouw-
loofe fchelmen waren niet te vinden, maer ftelden
al hun y ver te leur , nemende nu defe dan genen X X v L
wegh , gaende te fcheep , aen de kuft dicht by J,ersmoor"
Agde , anders genoemt Le Gras de Palaval , om omkomen,
daer heen te reyfen , daer hun goet of quaetgc-
fternte hen leyden fou.
MenfandtondertulTchcn na Montpelliers ,om
Genees- en Heel-meefters , tot hulpenbyftande
van defe ellendige vrouw, die fich binnen wey-
nigh tijdt door hun hulp vry beter bevandt. De
Marquis de G3nges was tot Avignon, wanneer
hy defe tijdingh kreegh, zijnde aidaer befigh>
om een Criminele of Lijfftraf-fchuldice faeck»
tegens een van fijn dienaren , te vervolgen • die
hy befchuldighde , van hem twee hondertkroo-
nen te hebben ontftolen. Hy fcheen het gebruyek
var! al fijn finnen en verftandt, op defe tijdingh
te fullen verliefen , fwerende duyfent mael , dac
fijn broeders anders geen beul t om hun boomeyt
te ftraffen , fouden hebben , als hem : hy vertroclc
evenwel noch dien dagh , noch des anderen
daeghs niet , voor na de middagh • befocht oock
noch eenige vrienden binnen Avignon , fondcr
hen evenwel defe maere te kennen te geven.
Als hy nu tot Ganges gekomen was , verfocht
hy terftondt fijn vrouw te fpreecken , die eenige
goede Priefters , al van te voren , tot dit befoecïci
bereydt hadden. Sijn eerfte aenkomft was ver- txva
gefelfchapt met al de getuyghniflTen , die de wan-
hoop van haer in foodanigheenftaet tefien, hem Maiqui»
fou hebben konnen uyt doen drucken , ftellende tot.
fich wonderlijck aen met krijten 1 tieren > en fich Gaos«»
Kk 4 fel ven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
520 Treurige Gefchiedenïs van
felvcn by het hayr cc trecken. Wy fullen ons
hier niet binden aen alle de woorden , die de Mar-
quifinne op lijn aenkomen hem tegen voerde •
volgens de vryheyt , die haer vermoeden aen haer
hart en gedachten mocht geven. Het eynde van
de faeck fal alles uytwijfen en doen bekennen, of
haer arghwaen met of fonder grondt was, en of
het onmooghlijck zy , dat een bedrieghlijcken
fchijn , de aldervuylöe boof heydt kan benevelen
en bedecken. Die kan men evenwel niet laten te
feggen , dat fy hem aenfprack , met een byfonderc
matigheydt ,,en een item foo teeder en raeckende,
dat , indien men eenige woorden , die fe hem in
het begin tegenvoerde , eenige naem van verwijt
fou mogen geven, foo heeft men noyteenighbe-
XXVIII. leefder of zediger gehoort ; evenwel een Gee-
ïlicide- telijcke daer by ftaende, haer vertoonende dat
lijekheyt d'Heer Marquis de Ganges mifmoedigh was ,
tegens over eenige woorden die ly hem had te gemoet
hacx ^"'gévoert, miflehien fonderdefel veten aldernauw-
ltén overwogen te hebben , wilde fy terftónt daer
van een openbare verfchooninge doen , biddende
hem duyfentroacl om vergiffenis , en hem roepen-
de by haer bedde , met fulcke woorden van gene-
gentheydt en op fulckeen bevalüjckewijfehem
de handt toereyekende , als men fou konnen be-
dencken. Sy vertoonde hem , dat hy defe woor-
den eerder haer pijnelijckheydt, als eenighmif»
noegen moft wijten, het geen de aldergrootfte
verwonderingh maeckte, in alle die daer tegen-
woordigh waren, daer fich de Marquis echter van
wilde dienen, om van haer een verklaringh tot
fijnen voordeel te trecken, door de welcke die ge-
ne, diefe in gevolgh van haer Teftaroent en
uyterfte wille van Avicnon, gemaeckt had, te
niet gemaeckt wierdt , daer hy noch met haer yan
■ . wilde
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mak q^u i s e. 521
de fpreccken , om te trachten te voorGen , in
i de wey geringe, dewelcke d'Onder-gefandt van
l den Paus hem dede , om de donatie ot gifte aen te
I teeckenen , die defe moorders , in het afzijn van
haer man , haer te Ganges hadden veroorfaeckt te
doen. Maer fy antwoerde daer op met een groo-
te moedigheydt , dat fy niets te vernieuwen of te
veranderen had , van al dat fy had gedaen tot
Avignon , en dat fulcks haer rechte en uyterfte
meeninge v. as , het welcke evenwel den Maiquis
niet wederhieldt , haer fijn uyterfte forge en gene-
gentheyt , in het felve huys van den Heef des
Prats te bewijfen.
Me- vrouwe de RolTan , Moeder van de Mar-
quifinne, vertoefde niet , om korts, nadekomlt
van den Marquis , haer dochter te komen bcfoec-
ken, verfclfchapc en oock voorgegaen vaneeni-
ge aenfienlijcke Heeren van Avignon , die haer
oock quamen befoecken. Maer fy was in de s
hooghite verwonderingh van haertefien, onder
handen van haren man , tegens dewelcke fy aireets
bad gefeght , al wat haer vermoeden , fy zy valfch
of waerachtigh, haer in de mondt konde leggen.
En het geen haer noch het meelle ver wonderde,
was, door haer dochter verfocht te zijn , hem te
willen omhelfen j en wel vergenoeght met hem
te leven. En foo groot was het uytwerckfel van x x ' x*
defe verwonderinge, dar, al hoewel fy haer doch- *a"
ter in fulck een ellendigen ftaet befchouwde, fy Moeder,
evenwel niet kon befluyten , meer als twee of drie
dagen by haer te blijven , teneynde van dewelcke
fy weder naer huys vertrock , fonder dat haer
dochcer haer konde wederhouden.
De grootfte begeerte die de gewonde toonde,
was , fich naer Montpelliers te laten voeren , om
haer gelicht eenplaets teonttrecken , die haer ge.
Kk 5 due-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
$22 Treurige Gefchiedenis van
duerighlijck het beeldc van haer beuls voor oogen
ftelde, en om aldaer te krachtiger hulp. middelen
van de Genees- en Heel-meefters te verkrijgen :
maerde Heel-meefter , dewelcke over haer gingh
deed haer begrijpen , dat het als noch geen tijde
was , om haer te vervoeren, het welcke men niet ,
fonder het uyterfte gevaer , fou konncn aenvan-
gen. Om vorder te leggen , hoe groot haer edel-
moedigheydt is ge weeft, omtrent het vergeven
van haer moorders , en de geftalte van haer ge-
moedt om alle geeftelijcke middelen, tot welftanc
van haer ziele aen te wenden, fou een ongeloofli jc-
ke faeck uytbrengen , 't en waer defelve door foo
veel getuygen was beveftight. Sy verfocht de
hoftie te genieten , met een byfonderen y ver , en
al eer fy defelve genoot , wilde fy eerft openbaer-
li jek alle de wonden vertoonen van haer ziel. De
Priefter , die haer de hoftie toebracht , maeckte
haer verftelt , om dat het defelve was , die by haer
was gekomen , na dat fy het venijn had ingeno-
men, daerfe oock altoos feer groot misvertrou-
wen op had gehad, en die fenoyt feer hoogh ge-
acht had, het welcke fy niet konde nalaten, hem
in defe gelegentheydt te kennen te geven, hem
biddende, de helft van de hoftie, dewelcke hy
haer aenboodt, te willen nemen, vreefendedat
haer vyanden , onder defenheyligenfehijn, haer
noch mochten deeren. Het was oock alsdoe,dat
fy nieuwe verklaringen voortbracht, van al haer
vyanden te vergeven , dat fe haer hadden mif-
daen • voornamentli jek die gene , die haer en haer
eer , en haer leven hadden willen benemen ,
nemende Codt tot getuygen, overdeonnoolel-
heydt van haren handel en wandel , herhalende
weder, al haer verfchooningen, vergiffemiien ,
en beleeftheden, omtrent ea tegens haer Man ,
wegen
mm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
de Mar c^u i s e! $zi
egen alle de woorden , die fe tegen hem mochc
^ :fproocken hebben. Eyndelijck , het was een
wonder haer te hooren fpreecken , met de ma-
igheydt van een Engel, en op een wijfediede
arten konde vervoeren. Sy getuyghdc oock
oe weynigh wefen fy had , van de vleyerijen van
eenige , in haer ongeval feggende , dat fy ncy t foo
fchoon geleecken had , als toen ; gelijck wel
waerachtigh was , maer fy toonde op alles een
erachtingh , omtrent defe woorden, en alle y del-
eden deslevens. Sy had by nacr altoos ,gedue-
rende haer leger , haer foon aen haer zijde , die fy
geduerighlijck , tot de betrachtinge van de
deught aenmaendej hem vragend met woor-
den , die de toehoorders in tranen deden verfmel-
ten, of hy niet altoos gedencken fou , Godt voor
fijn arme Mama te bidden , wanneer fy doodt
was , en met fijn Papa fomwijlen van haer te fpre-
ken. Hetkindt toonde met grootc vrymoedig-
heydt, dat, wanneer het groot fou geworden
zijn , hy op fijn Oomen , voorfeecker de mif han-
delingh , die fe fijn Moeder gedaen hadden , fou
trachten te wreecken : maer fy beftrafte hem
hard over defe gedachten , en beval hem , alles
hen , gelijck als fy gedaen had , te vergeven. Ja
in tegendeel hen te dienen, waer in hy konde ,
indien het moeht noodigh zijn.
OndertuflTchen het Parlement van Tholoufe ,
defe voortreffelijcke wreeckerder mifdaden, en
befchermer der onnoofelen, hebbende met fchrick
defe daedt verftaen , wilde niet wachten, nadat
men Recht van hen fou mogen eyfehen , maer
fandt terftondt de Heer Catalan, Raedts-Heer
van dat Hof, op hun eygen koften, als afgefon-
dene Bevelhebber en Commiflaris in de faeck >
om alles ten nauwften te onder ltacn. Defen
Heer
ment fend
om het
u crek te
ondet-
foccken.
^24 Treurige Gefcbiedents van
Heerwas foo haeft niet binnen Ganges, met fijn]
gevolgh , gekomen , of hy verfochc de Marqui-j
tinne van Ganges te fpreecken» doch die, dien
avondt in geen ftaet was, om aengefproocken te
konnen worden, zijnde noch niet wel bekomen
van een befwi jmelinge > die haer korts te voren
was overgekomen,
xxx. Des morgens daer aen , den Heer Catalan, fon-
Hct Parie- der yemandt verlof te vragen , begaf fich na de
4 Marquifinne. Soo haeft ais fy hem fagh , feyde
fy hem , dat hy feer wellekom was , en bejegend*
hem feer beleefdelijck, Daer na , hem verwo-
nende haer deerlijcken ftaet, verfocht hem met
ernftige woorden , haer uyt defe plaets te doen
vervoeren, daer fy, met allen feer tegen haer
hert was, om redenen, dewelcke fy hem foude
leggen. De Commiflaris vertoonde haer , hec
belangh , dat gantfeh het Hof in het gemeen , en
hyin het byfonder, in haer ongeval hadden, en
verfeeckerde haer van het goet Recht , dat fy van
defelve fou hebben te wachten, hier op belaften-
de eenyeder te vertrecken , nicmandt uytgefon-
dert, bleef hy by haer wel ander half uer alleen.-
Na welcken tijdt , vreefende haer te feer , door te
lange redenen , te fullen vermoeyen , vertrock
hy , met verfeeckeringh van haer des anderen,
daeghs weder te fullen komen befoecken , om
noch meerder tijdt met haer te verhandelen.
Ondertuffchen bevoelde fy Gchflechteralsna
gewoonte, fy wierdtgeklijfteert, en bracht dien
gantfehen nacht , in geduerige ongeruftheden
door , dewelcke feeckerlijck de voorboden van
haer doodt waren , eyndelijck op Sondagh , zijn-
de m«- de de vijfde van de Maent Iumj , quam fy ora-
quifwne. trent ten vier uren , op den avondt te overlijden ,
maer met fulcke fmarten en ongeruftheden,
die
XXXI.
Dood van
DE M A B. Q_U I S E. 52$
iedeh3rten in medelijden deden verfraelten.
Terftont na haer doodc , de Heer Catalan ,
.ie twaclf mannen van den Heer Stede-vooght
)y fich had, ben;ffens vijf Archers, eneenHo-
.juecon, fandt ddelve na het Slot van den Mar-
quis van Ganges, met ordere van fich van fijn per-
foon te verfeeckeren., als mede van die van den
Priefter en eenige andere Huyfgenoten , het
welcke oock terftondt na gekomen wierd. Men *
vandt den Marquis , daer hy alleen in de zael woldt
gingh wandelen, zijnde vol fwaermoedigheydt. gcvaogcn.
Wanneer hem defe laft wierd vertoont , ant woor-
de hy, fonderfichteontftellen , dathy vaerdigh
was te gehoorfamen, en dat het anders oock fijn
voornemen was , de moorders van fijn Vrouw ,
by het Parlement te vervolgen. Men vorderde
hem de fleutels af van fijn Cabinet , die hy ter-
ftondt overgaf , en alfoo wierdt hy , beneffens de
andere, in^de gevanckenifle , van de Theforijs,
tot Montpelliers gevoert. Hy quam daer inde
nacht, op een (leent huyr-paert, zijnde al het
volck even begerigh om hem te fien , invoegen
men,overal, licht in de veynfters fagh. Wanneer
hy aenquam , in het midden van de Lijfwacht ,
die hem geleyde , vandt hy fich , met al het ge-
fchreeuw en verwijt befprongen , daer een ralend
volck yemand fou konnen medeaentaften , wan-
neer het den indruck , van het eerfte gerucht, ont-
fangen heeft. En waerlijck , men kan niet onc-
veynfen, dat dit voorval , zijnde foowreedten
onmenfchelijck , in alle fijn omftandigheden , het
volck de grootfte haet heeft aengeblalen , die men
fou mogen bedencken, tegen al die gene, die men
mocht vermoeden,eenigh deel daer aen te hebben»
invoegen het geenfints te verwonderen was-,
indien het volck alleachtinge , omtrent den Mar-
quis
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXXIII.
Algemee-
ns drocf-
heyt oret
de doodt
van de
Jviarqui-
finnc»
52Ö Treurige Gefibiedenis van
quis verloor, oordeelende dat fijn gcvanckenis
aireets een foorc van overtuygingh was.
De Vrouwen van Montpelliers , waren oock
foodanigh ingenomen, over het wreedeftuck,
omtrent de onnoofele Marquifïnne van Ganges
gepleeght, dat men qualijck fou konnen bedenc-
ken, het geen fy niet felfs fouden hebben, tot
wraeck van fulck een grouwelijck ftuck, aenge-
recht. Men kan fich oock wel inbeelden , dat
Avignon , daer defe ellendige Vrouw was ge-
voedt, en daer fyhaeralderdierfte verwantenen
bekenden hadden, mede geen kleyngedeelceaen
de uyterfte , ja verwoede droefheydt tegen de
aioorders, van foo eenaenfienlijckeBorgereflc,
en getrouwe Gefellinne had. Waerlijck het
gantfche Landt rontfomme was in fmart , en een
yeder, groot en kleyn, toonde fich daer omtrent
een alderhooghften gevoeligh.
Na dat fy eenige uren doodt was geweeft,
wierdt haer lichaem geopent , daer men klaerlijck
bevandt , dat fy waerlijck aen het vergif was ge-
ltorven , het welcke haer het gantfche ingewand
genoeghfaem verbrandt, oock fwartepleckenin
haer herficnen gemaeckthad , het welck doet be-
kennen , hoedanigh de kracht , en goede geftalte-
nis van dit arme fchepfci is geweeft , konnende
foo langen rijdt, het ge welt van een vergif we-
derftaen , dat een Leeuwinne nauwelijcks de tijdt
van eenige uren fou hebben konnen uytftaen.
Zijnde feecker , dat , hoewel haer quetfuren , m
groot getal en verfcheyden waren , het felve
haer evenwel met een feeckere doodt dreyghde.
De meefte ver wonderingh , die men omtrent de(«
haer dood gehadt heeft , was , defel ve te Gen ko-
men , op die tijdt , wanneer men fich fel ven met
groote hoop begoft te lief-kofen > en dat fy fcheen
i
de Mar q^u i s e. 527
hoonder te zijn , als fy oyt gcweeft was ; haer
•oogen glinftcriger> en haer fpraeckkloeckerals
oyt.
Me-vrouw van Roflan haer Moeder , ftelde
ch terftondt in de befittinge van alle haer goede-
n > verklarende vorders fich opentlijck partije
de rechtspleginge , haer dochter acngaende,
ewelcke fy oock met alle kloeckheydt enyver
vervolghde. De Heer Catalan, vervoeghde fich
coock aen alle plaetfen , daer hy eenige onderrech-
itingh fou konnen krijgen , om de rechtspleginge
rin ltaet te ftellen. Hy verhoorde de Marquis
van Ganges, weynigh tijdts na dat hy hem gevan-
gen hadi en hieldt hemde tweede mael wel elf
iren op > Ponder verpoofen. Maer gelijck als toe
noch toe de hantdadige vluchtigh , of onover-
wonnen zijn, foo falGodt, gewiflèlijck te fijner
tijde, en de eene ftraffen, en de andere openba-
ren.
Het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
528
Het ongeluckigh eynclé van
de Graven
i, 1
Kracht dct j
Majefteyt. 1
NADASTI , ZERINI,.
en F R A NGElP AN I.
I N H O U D. T.
.? l:; Jl^y va < a^:,i sTu'rS^I
KRacht der Majtflcyt. II. ^1&&tspl*giHgt teg^
tfadafli. III. Dedoodthematngefeght. IV. Sm
Brief aen den Heyferi V. Sijn tweede gejchrtft aen den,
t^jf** yhi^J^reydfJtcbontieJterveM. \ll.Von-,
wovcrhemgelproockt». \ lil. Sijn doodt. IX. Ge<
flaltevanhet Gerekt. Plechtigheden omtrent Zertm,
enFrangepani.' la. Dt dood 'hen aengefeght XII. Hm
verveerdtringhtorer doodt. «U. Briefvan Frange-
pamaendenKeyfer. XIV. Brief mm Frangepam aen
fijn Vrouw. X V. Vorderen handel van Zennt en Fran-
Zepani. XVI. Hun by-eeu-kpmfï. XVII. Briefvan
Zerhti aen fin Vrouw. XVIII. Zermt en Frangepam
vanhmwaerdigheyt berooft. XIX. VonntsvanZerm.
XX. Doodt van Zermi. XXI. Vbnnts over Frange-
pam. XXII. Sijn doodt.
XVII. Geschiedenis.
Oodanigh is de Opper-machc
en heerfchappy der gerechtig-
heydt , en foodanigh haer Ma-
jefteyc, dat felfs barmhertig-
heydt , die foete en vriende-
lijcke deught , voor haer wijc-
ken, en niet felden, onder de
Voet vallen moet, fy eygent fich toe dehooghlte
macht, en maeckt al de andere <^*ȣ"
dienareficn ; hetfwaert paft beter in hare handen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NADASTl,ZERINI,enFRANGEPANI. 529
als de tranen in de oogen van ontfarmen, of het
blaecken in de oogen van ftereke klotckmoedig-
heydt , of de maetfchael in de handt van gema-
tightheydt, felfs, als de handt inde beurs van
nnltdadigheydt , voornamentlijck , daer dc hoo-
ge Macht gevaer lijdt , ofhetgemeene beft haer
heyl van haer billijckheydt verwachten en ontfan-
gen moet. Het Keyferlijck gefagh , heeft on-
fanghs defe tweeftrijdt der deughden vertoont ,
en deveyligheydt van fijn Throon , fijn ftrengh
gerecht af eyfehen moeten , verbeeldende de we-
relt, de gerechtigheydt op haren Throon , en hec
mede-doogen in 't gelicht.
Wy fullen dan , waerde Lefer , ons Treur-
tooneel gaen befluyten, met het laetfteaeofien-
lijckblbet, dat tot hier en toe, defe eeuwe heeft
geftort gefien , en daer mede hebt danck voor u
gedult.
De Graven Nadafti, Zerini, en Frangepani ,
hebben wy gefien , of eerder gehoort , in ftaec
van wederfpannigheydt , en miiTchien noch , uyc
overtolligheydt van medelijden beklaeght , in
hun gevanckemiTe , laet ons hen nu eenmael gaen
befchreyen op het fchavot tot danckbaerheyt van
ditheerlijckleer-ftuck, aen ons onderdanen , dac
femet hun bloetgefchreven hebben.
Difcite Jujlitiam Moniti & non temmen divos.
Leert gerechtigheydt, en verfmaet geen Goden,
Hun bedrijf (op dat wy noch verwerpen ,
noch onderfchrijven het gevoelen van veel van
onfe Landts-lieden , die hen liever Martelaren of
Bloedt-getuygen van Geloof , als van Staet wil-
len hebben) fullen wy trecken uyt hun vonnilTè ,
foo als die ons ter handt is gekomen , en foo min-
L l der
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
IT,
&echts-
plegingc
tegen
J 50 Treurige Ge[chiedenis van
der dwalen in ons oordeel» en dat van een ander
minder verkorten.
Na dat defe Graven een geruymen tijde Na-
dafti tot Weenen , en de twee andere tot Nieuw-
ltadt gevangen waren gehouden , en gerechts-
plegingcn over hen gevoert , heef t eyndelijck het
gerecht het fijne ge vordert, en eeneyndevande
faeck willen fien. Nadafti eerft , als begaen heb-
bende Crimen Perdutüionis 6r Laf* Majeflatis,
mifdaet van wederfpannighcydt , en gequettte
Majefteyt, wier Jt eerli en voor al , en na hem de
andere van alle ftaet en waerdigheydt ontfet > op
defe wijfe : De Onder- Land- Maerfchalck, uyc
name van Keyferlijcke Majeilcyt gclatt , ontbood
Nadaft i in de Landt-ttove , en leent hem aen , dat
hy, over fijnmifdaedt , uychetLandt-huys, als
een Graef en Landt- heer , raoft geltooten , en het
Gerecht overgegeven worden. Daeropdeedt
den Landt-opbiuier een reden , geduerende de-
vvelcke hy, Nadaftialtijdtdenaem van Graef en
Heer gegeven heeft, maer op het laetfte befloot
hy aldus ; Dat is hygeweejl , maer nu niet meer : mant
gby verrader , fyt en blijft verjïooten van naem , eer ,
waerde , en alle uwe goederen , gelijcl{ oocl^ ugeflacht.
Waer overNadafti fichfeerontftelde, en in defe
woorden uytborft : Vitam honores tst bona tolle,
faltem Liberis StrvaFamam : Neemt mijn leven ,
eer-tijtelen en goederen wech, maer laet mijn
kinderen ten minften hun eer en faem behouden.
Maer dit bleef'erby , en fijn kinderen zijn oock
nadei handt geen Graven Natti» maer Heeren van
Creutze, uyt Keyferlijcke toelatingh , genoemt.
Hier op volghde de Ematriculatie,of uytwiffïngh
uyt het Landt. boeck • het welckgedaen zijnde,
leyde hem voor eerft de Landt- Marfchalck, uyc
de Stove , en de trappen af| en voorts de Landt-
op-
<
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Nadastïj ZERiNi>en Frangepani. 531
opbieder , na de deur of poort van het Landt-*
huys , en ftiet hem daer uyt . Toen wierdt hy in
een koets gcfet , en met een geleyde van twee
honden vijftigh man , na het Raet- huys gevoert ,
door een ontaltijcke menighte volcks, roepende
vaft , het Vivat voor den Keyfer , en het Pcreat , of
fitne voor Nadaiïi, en alle verraders. Onder-
wegen vraeghde Nadafti den Heer Hopman Ar-
nold , die by hem in de koets fat , waer men hem
voerde, en of hy niet wel een Biecht-vader fou
konnen krijgen • Die hem antwoorde, Men voer-
de hem naer het Raedt-huys, en hy twijffeldc
niet, of een Biecht- vader fou hem wel gewor-
den. Als hy nu in het Raedt-huys quam, heeft
hem de Heer Stadt-Richter terftondt overgeno-
men, en inde toebereydeplaets gevoeit. Wan-
neer Nad3fli in fijn kamer gekomen was , eylchte
hy pen en in ft en begoft terltondt te fchrijven ,
maer ftracks leyde hy iïch te bedde , zijnde be-
waert met vijfugh mufqucttiei s.
Op den acht-en-twintighlten van Grasmaent ,
des feftien hondert en een-cn-tieventighlte Jaers ,
is feer vroegh, Vader Raphaël, a SanftoFrsn-
cifco, Augnftijner, die doorgaens, geduerende
fijn gevanckenis , fijn Biecht-vader was ge weeft,
by hem gekomen, den welckcn hy feervriende-
lijck ontfangen heeft , en gefeght, dewijl hy na al-
len fchifn en blijck , fou moeten ftei ven , wilde hy
niet meer van de werelt, maer van fijnen Heer
lefüs Chriiius alleen hooren , en met de felvigc al-
leen fijn overigen tijde doorbrengen , tot" den
evnde toe, brengende vorder dien dagh over, in
fich tot de algemeene biecht tebereyden. En
al hoewel hem wel geoorloft was , een ofte meer
van fijn kinderen by fich te laten , heeft hy even-
wel fulcks niet begeert , maer alleen van fi>n
U z
Biecht-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
III.
De doodt
hem aen-
gefcght.
Treurige Gefcbiedenis van
Biecht- vader verfocht , hy wilde defelve by hem
ontbieden , en fijnen Vaderlijcken zegen mede-
deden , en tot volitandige , en alderonderdanigh-
fte trouw, tegen fijn Keyferlijcke Majefteyt ver-
manen. Op den fel ven 28. April, zijn de Heeren
Raedt Commiflarifen , Heer Leopold , en Heere
Grumbach ,by hem in het Raedt- huys gekomen,
en hebben hem de dood aengefeght i doende Heer
Leopold daer die reden over , dat iy van fijn Key-
ferlijcke Majefteyt gelaft waren , hem aen te feg-
gen , dat hy fich bereyde , het oordeel van het Ge-
recht , door de gedelegeerde of befcheydene
Rechters gewefen , fijn loop te laten houden , Ril-
lende, uyt kracht van het felvige, opaenftaende
Donderdagh , zijnde den jo. der Maent, omtrent
ten negen uren , aldaer tot Weenen in het Raedt-
huys , van het leven ter doodt gebracht worden :
waer op hy alleen geantwoort heeft : Omnis Po*
tefias a Deo , (se out Potejlati rtfijlit , Ordinationi
Divin* rtfijiit. Alle Macht is van Gode, en die de
Macht wederftaet , wederftaet de Goddelijcke
Ordinantie , bedanckende vorders fijn Keyfer-
lijcke Majefteyt , over fijn foo genadigen vonnis ,
daer by voegende , hy wifte dat fijn Majefteyt
van een teeder gemoed was , en dat hy derhalven
niet wijder fou erkennen of voornemen laten , als
het gene na rechten fou bevonden zijn tebehoo-
ren, waer aen hy fich derhalven op het alder ge-
hoorfaemfte wilde overgeven. Evenwel deed
hy fijn Majefteyt defen brief behandigen.
AlDERGENADIGHSTI KEYSER,
IV. Tpv At ick. d defen tijdt herwatrts achtergelaten
Sijn bt ief | J faftt , mijn toevlucht tot uwe Keyf<rfyc*? Ma'
Kcvfer 1'tèeyt " nemen, en my voor uwen Genadtn-throonnt-
* der tt werpen, als een ongeluc^fdigh enonweerdigh
onder*
K
Éi
n
I
ii
i
Nadasti,Zerini, cn Frangepani. 53 j
onder daen, fulcks komt aüeenigh voort uytde fcbaem-
< te en verfoeyingh van mijn al te groote mifdaden en
< mifbandelingb , en vrees > als [oude icl^, door bloote
t redenen en gebeden, gantfchverdienfteloos pijnde uwer
I Kjyferlijcke Majefïeyts alderbilluckfle ongenade, te-
gens my, ver grootenen vermeerderen • des hebbe icl^ het
> felvigedoor anderen , met jchuldiger ootmoedigheydt gc-
• \ daen , en verhoopt yets van uwer Kjyferlijcke Ma]C-
fleyt aengeboren mildtdadightydt engoetheydt te [uilen
genieten. Maer , 0 my ongeluckjaltge , de mifdaden
%ijn boven mijn hooft geklommen 9 enick.hebbe, inde
plaets van de verhoopte genaden , het oordeel des doodt s
*l ontfangen.
tAldergenadighjie barmhartighfte Kjyfer , uwe
rï Kjyferlijcke Majefteyt vergeve my , die van alle men-
\ fchelijckjt hulp berooft ben, dat icl^ voor uwe Kjyfer
lijcke Majejïeyt met defe mijn onwaerdighfte gebede
s derf komen verfebynen , en op het alderonderdanigh-
jle bidden , defe weynige met heete tranen , en benauw*
der %icle gefebreven, met uwe genadige oogen te wiU
■ \ len gewaerdigen te overlefen en aen te nemen. Uwe
H Kjyferlijcke Majefieyt befit hier op der aerden , de floel
1 des\Alderbooghften , en de Goddelijcke gerechtig-
- heydc , feghc *Auguflinus , heefc diegene de ftraf
toegefchickt die de ionden beminnen. En de
Pfalmijl David feghc , lek wil den Heer de barm-
hercigheydten de gerechcigheyc ten lof nageven.
Jjff9 Dewijl nu over my , die de paffe verdient hebbe , aireets
JpJ het oordeel gevelt is, verhope icl^ecbtcrnoehdebarm-
I hertigheydt , dewijl ick, felfs over mijn [ware mifda-
den een affchouwen draegh , het %y de wille van uwe
Kjyferlijcke Majefieyt , my niet door het fwaert te rech-
ten, maer naeru aengeboren Kjyferlijcke milt- engoet-
m heydt , het overige van mijn leven , aen een geeficlijckc
-wl ptaets , in treuren en boetveerdigheydt , te laten over-
M brengen , op dat ickjniet met lijf enkele kpme te flerven,
LI J nwr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
$ } 4 Treurige Gefchleienis van
mae-r eerder de voorgaende foo qualijcl^aengelegbte en
kejïede tijdt betreuren magh.
Uwe Kjyferlijcltf Majejleyt late fich door de het I
Hooehloflijckfte Aerts-huys aengeboren y barmbertig- j
heydty daer heent Allergenadigbfte bewegen , dat uwe \
Ksyferlijcly Majejleyt > geen oordeel , fonder goetheydt
enbarmhertigheyt > late gefchieden , nadtmatl de jacht*
moedigbeydt als dan aldermeefiteprijfenjlaet , wanneer
de bmijcl^fïe oorfaeck, tot toorn voorhanden is. De
barmhertige goede Godt , wil fulckjs uweKjyferltjckf
Majejleyt hier tijdtlijc^ en hier namaels eeuwighit jclt^
beloonen j den welcken ickjnu met aller onderdanighjier >
en toegedragen harte , van de Goddelijcl^e goetheydt ,
alle geluckfaligheydt toewen fchet onderwerpende mijn
felve de voeten van uwe genade»
Uwer Keyferlijck* Majefieyt
Alder-onderdanighfte , en aldcr-
geringhfte Onderdaen
Franc, de Nadastj.
Waerlijck , fijn Keyferiijcke Majefteyt > heeft .
over het ontfangen van dele en andere brieven der
veroordeelde Graven > klare teeckenen gecoonc ,
hoe gaerne hy plaecs aen genade fou gegeven heb-
ben , zijnde in der daec j toe fachemoedigheyde
genegen geweeft > om te toonen d3t hy i N/7;//
oblivifci folet niji injurias , niets gewoon was te
vergeten , als verongelijckingh > maer de inficht
van het bonum public um het al ge meen e goet»
drongh hem na den anderen wegh , hem doende
overleggen, dat de altegrooterailtdadigheydt,
omtrent foo fware misbedrijven , de regeringh
en ftaet der Vorften meer verfwackt , als ver-
fterekt ♦ hem quam te voren* datdequijtfchel-
dinge
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI. 53$
; dinee wel eenige weynige beroert en verge-
n noceht , maer dat de fchnck veel duyfenden op
b den rechten wegh behoudt ; en dat de gerechtig-
r! heydt alleen den rechten ballem is, dtedatgroote
) Corpus Pcliticum, d;t lichaem van ftaet , vanver-
derffenifle kan bewaren. Wefhaiven hy de drilt
van fijn natuer heef'c moeten te buy ten gaen , en
het vereyfeh van de nootfaeckehjekheydr , en de
cemeenewelltandt betrachten, op dat luftttta
Pax fefe ofcularentur , gerechtigheydt en vrede
maikanderen mogen kuflui.
Nadafti dan vermerekende , dat de verlocnte
levens-cenade niet wilde volgen , deed vorders
een memoriael of gedenck-fchiift van delen in-
houdt overleveren,
ALDERGENADlOllSTE KeySER >
D
Ewul het nu [<>o mei mv gelegen is , dat hk de sijn twcc.
I m ojif heydt dcsfchrickelijckiu doodt s voor oogen, & n-
HnhoopvL verloljinge hebhe , g*«
Tariïbeydt van lefus Chriflw , M« parten dtrgefi.
oentÏÏe en falhbjU lenckyroutv Uarta en by dehtyl
Tan^n Lï & Hat urn Kfil«m '
2n Mtrgenadigbjle gelief t toetejlaen dat Mm-
xl devoorhecnopgerichtefondattmen^
M vm man arme M*> noch een dtfpofitte ofte le~
ft Uinvt van [even duyfrnt guldens magb matckm, met
iüer iderdinighfie verlangen , dat uyt handen van
LnenBiccht-vaier P.F. aSanZaVranctfco,
juoufiunertvanderBarvotteren Orden t mt,nmet ey-
aener handt gefchreven Confignatie of toedeelwge magh
tytgededt en aengeleght werden.
Wtlcke oroole miltdadtgheydt tngoethtydt, Godt
uwt Ksifaïith* Majefieyt , duytfmmrvw wwl*
LI 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
$\6 Treurige Gefcbiedenis v*n
dm, en dtfelveUnge jaren ge font baren, enhfunat-
luckjge regeringhbehoudmwil. ' ö
Uwer Kfffirljjcke Majejleyt
Alder-onderdanighften en gerino--
fte Onderdaen
Franc, de Nadasti.
Dit verfoeck van Nadafti is van denKeyfer
toegeftaen; de volgende Woenfdagh , zijnde de
negentiende , voor de middagh , heeft hy fijn ge-
nerale ofte algemeene biechte , foo men het
noemt, gefproockcn , en drie miflTen knielende
v i. gehoort , en de hoftie ontfangen j defen dagh vor-
Hy bcrcyrders, alsoockalde tijde , van de boodfehap fijns
SrvS" " doodts' tot acn fijn ljetftc toe, heeft hy met ge-
vcn' duerigh bidden , en geeftelijcke t'famenl praeckên
overgebracht , en foodanigen berouw en leedt-
wefen over lijn begane mifdaet getoont, dat fijn
Geeftelijcke Vertroofters daer over het alder-
grootfte genoegen hadden. Hy konde oock fijn
Keyicrlijcke Majefteyt , wegens fijn rechtraatigh
en goedertieren vonnis , niet genoegh dancken.
Des middaghs en des avondts heeft hy feer wey-
nigh gegeten , al hoewel hem feer treffelijck op-
gedifcht is geworden , fittende met den Heer
Stadt Rechter , en fijn Biecht- vaders aen de tafel.
Alfoo defelvenamiddagh, op fijn verfoeck , hem
noch P. Stephanus a Sanfto Petro, Barrevoeter ,
is toegevoeght, die tot het eynde van fijn leven,
by hem gebleven is.
Op den ao. van Gras-maent , heeft hy feer
vroegh, omtrent vijf uren, de laetftemiflè, van
het lijden Chrifti gehoort , en fich alfoo den Heer
tot een brandt-offer toegevoeght ; doende vor-
ders met het kruys in de ecne, en een gewijde
waffe-
NADASTI|ZEKINI,'en Frangepani. 5J7
wafle-kccrs in de andere handt, op een nieuw,
mee gebogen knien , verklaringh van berouw en
boete, vooi fijnBiecht-vader, zijnde in fijnmif-
gewaedt geklecdt. Daer na heeft hy , van de
omttaenders , en voornamentlijck van de Geefte-
lijcke fijn aficheyc genomen, hen biddende, fy
wilden hem , de aengedane moeyclijckheydt ten
beften houden. Gelijck hy oock feer onder df-
nighlijck, van fijn Keylerlijcke Majelteyt dede j
biddende om vergiffenis al die gene, die hy op ee~
niger wijfe,felïs met gedachten mocht beledight
of mifdaen hebben j gelijck hy oock van harten
j een yeder vergaf , wat men hem mocht hebben
aengedaen. Vorder s alfoo hy een weynigb
flaeuw wierdt, gaf men hem een luttel wijn
en tweeback, van het welcke hy oock fijn Biecht-
vaders mede- deelde: na dat hy drie beten en foo
veel teugen inde naem der Heylige Diievuldig-
heydt gedaenhad.
Wanneer nu de ure des doodts gekomen , en
hem fulcks aengefeght was, heeft ^hy fich daer
willighlijck nagefchickt, en is derhal ven uytge-
feyde ftove of kamer, in begeleydingh van de
Wachten , na de Borgerftove (in de welcke voor-
heen de OverlteKratz , die mede veel moedtwil
bedreven had , en in de Noortlinger flagh gevan-
gen wierdt, onthalft is geworden) geleydt", hou-
dende in de eene handt een Crucifix , of Kruys-
beeldt, en in de ander een Bede- fnoer of Roten,
krans, gaende al biddende voort; aldaer geko-
men zijnde, fette hyfich in een leen-üocl , nut
fwart bekleedt, en ttaende op een fwartuytge-
fpreyt kleedt, neder, alwaer hy fijn vonnis aen-
gehoorc heeft , luydende aldus :
LI 5 Von-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefcbiedenis vm
Vonnis over den Graef Nadajli uyt-
gefproocken.
NAdemacl Francifcus Nadafti , in de onder-
foeckineh over fijne faeck , vry wilüghli jck
ovct hem bekent en gewant gedaen heefc , oock door fijn
gefprooc- ey gene handt- fchrif ten en andere, infijnonder-
■ foeckinge bevondene fchriftelijcke getuygeniflTe,
overtuyght is geworden, dathy, geheel verge-
tende, alleeeren , waerdigheden en digniteyten ,
die hy van fijne Keyferlijcke Majefteyt , en des
felfs glorieufe Voor- vaderen ontfangen heeft , als
mede andere Keyferlijcke , Konincklijcke , en
Landt- vorftelijcke hooge genaden , en vorders
fijne eygene behoorlijcke fchuldige plichten , uyc
ondanckbaerheydt , lomere ambitie ofte ftaet-
fucht, en vervloeckte vermetentheydt , hetOr-
men L*f* Mqtftatts & Perduellionis , in navolgen-
de ftucken begaen heeft»
Als dat hy met verfcheydene tot nadeel van en
tegen fijnen gefalfden natuerlijcken en rechtmati-
gen Koninck en Landt-vorft , de Roomfche Key-
ferlijcke en Hongaerfche en Boheemfche Ko-
nincklijcke Majefteyt, onfen Aldergenadighften
Heer verbodene verbinteniflTen heeft aengericht,
en tegen defelvigealderhooghftegemelte Maje-
fteyt, fchadelijcken afval, gecoopereert, ofbe-
mede-werekt , ten eynde het felve Konincknjck
van Hungarijen, vreemder gewelt en proteaie te
onderwerpen, en tot dien eynde het felve meteen
verfchrickelijcke en tot oneer van de Goddehjc-
ke Majefteyt ftreckende, eedt-verwandtfehapbe-
veftight, oock andere daer toe verleyt, en des-
weeen verfcheydene heymelijcke conventiculen ,
foodoor fichfelven, ais andere byge woont, en
- - 7f — - - - — - - * - * " rot
NADASTI,ZERIN!I,enF&ANGEPANI. 539
tot voorfettingh van fijn hoogh-ftraflijck begin
en acnvangh , om den Adel en gefpanfchappentc
winnen, alderhande middelen aengewendt , en
noch daer over, (hoe de inval, in het Koninck-
rijck van Hongarijen werckelijck 3cn te rechten ,
wie men vangen of blinden moft) fich onderlinge
beraetflacghc , te gclijck oock denaenfiagh, te-
gens Hoogh gedachte Keyferlijcke Majefteyts
perfoon gemaeckt, langen tijdt , en totdelelve
Majefteyt, door andere daer van kennifie beko-
men heeft, ongeopenbaert gelaten. Oock de
Poft-bode (by dewelcke geheyme brieven van
fijn Majefteyt waren) werckelijck berooft en
gefpolieert, de brieven opgebroocken , gelefen
en gefcheurt , mitfgaders fijnes Majefteyts , van
de Bcrgh-fteden , na harwaerts gevoerde gelde-
ren , op de openbare wegen, door eenige dier toe
beftelde mede-hulperen^doen aentaften > en alles
daer op aengeleght , dat hy alle gewichtige be-
raetüagingen, by hem vernomen zijnde, om fijn
Majefteyt te fchaden , fijne medfeftanders geopen-
baert, mede tot het rechten vaneen oofchuldigh
perfoon, geraden , gelijck oock een oproerige
aenrpraeck , aende vier ftanden des Koninckiijcks
Hongarijen afgelegt,behalven veel andere, in fijn
rechtspleging geblekcne eer-vergetcne , en firaf-
matige mif bruyeken begacn heeft, van dewelcke
hy door klaerblijckclijcke aften en getuygeniflen ,
als mede , door fijn eygen bekentenis , isover-
tuyght, bekennende mecrmaels fulcke fwaerbe-
fchuldigingen, niet tc konnen beantwoorden ;
Soo 'is , door het daer toe van Keyferlijcke
Majefteyt , in faecken , verordonneert ltdidum
Delcgatum > verkoren gerecht , alles in rijper over-
legh genomen, alle inkomende fchriften en noot-
wendigheden , tot oordeel cn recht erkent , en de
~~ •■- - Key-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
f 40 Treurige Gefckiedenis van
Keyferlijcke Majeiteyt , het gerecht fijnen loop
te laten , genadighlijck beraden geworden : na-
mentlijck dat Franc.ifcus Nadaiti, zy met eer,
lijfengoet, in fijn Keyferlijcke Majefteyts ftraf-
fe gevallen , invoegen hem alle eer en waerdig-
hcydt ontfet , fijne goederen verbeurt gemaeckt ,
fijne gedachteniflen voor al de werelt uyege-
wifcht, en eyndelijck fijn perfoon den Scharp-
rechter overgelevert Tullen werden , dewelcke
hem cerplaecfe, alwaer fulcks gewoon is tege-
fchieden , fijne rechter hand , en voorts het hooft
afhouwen , en alfoo van leven ter doodt richten
fal ; hem Nadafti , tot een welverdiende ftraf , an-
dere fijns gelijcken tot een fchrick, enaffchou-
welijck exempel of voorbeeldt. Gepubliceert
tot Weenen , den 30. April , 1671.
Maer ingevolge van dit , is hem de genade van
fijn rechcer handt te behouden , oock voorgele-
fen, wanneer hy alles outgedult, en al biddende
had aengehoort, is hy eyndelijck , voor een daer
toe bereyden Altaer, nedergevallen , enbefloot
vm. alfoo fijn gebeden • voor het lactfte , druckte hy
Sijn dcot. het Kruys-beeldt aen fijn hart» en houdende het
Pater-nofter , of de Rofen-krans in fijn rechcer
handt , liet fich , door den Edel- jongen , Fran§if-
cus Gorffij , den rock uyt trecken , en het hayr te
lamen voegen , en fich de oogen verbinden , en al-
foo heeft hem den Scherp-rechter , fittende in
den leenlioel , onder het roepen van lefus Maria
Jofeph, meteenenflagh, het hooft, geiuckigh-
lijck afgelegen : hetlichaem bleef foo lange in
den ftoel fitten, tot dat men het van daer, na de
kilt gedragen heeft.
Het Keyferlijcke Stadt-eericht, bydefeuyt-
voeringh tegenwoordigh zijnde , was geplaets t
op eenhooghverhevene , cn met root laecken be-
deckte
1
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
KAT)ASTI,ZERINI,enFRANGEPANI. 54 1
deckte ftellinqhgeplaettt , hebbende een hoogh-
verhevcn banck in het midden. De Heer Mofes t x
fat , roet een groot lwaert, met iilver beflagen , Gdhltc
in de flincker.cn een fvvarten ttaf , in de rechter gnj»
handt , fittende ter rechterzijde , Heer lacobLo-
her , Doctor in de Rechten , Heer lohan Wiegh ,
Zegel voerder van het felvige gerecht , Heer Jan
Andreae van Liebenbergh , Heer Simon Stcphan ,
Heer Magnus Schutz , der Rechten Doctor,
Heer Mathias Prean van Zallantzcn ; en ter flinc-
ker zi)de Heer Mathias JacobOlber, Heer Mi-
chaël Pyhr, Heer Joh3n Martin Drach, Heer
Johan Heinvich , en Heer Danicl Fockij , al by-
iïtters van het Keyferlijck Gericht , met bedcck-
tcn hoofde.
Het lichaem , met het hooft , wiert door vier ,
daertoc beftelde vermomde perfoonen, inde kift
geleght , en alfoo in het Hof , of op de plaets van
het Recht- huys , op een laegh , met fwart laecken
bedcckt , geftel , gelet , en voor eenigen tijdt , aen
het volckvertoont ; men had oock, tot verfecc
kerin^h van het Gerecht, en voorkominge van
alle oproer , uyt het Pufche Regiment , onder het
gelcyde van den overften Wacht-meefter , des
morgens vroegh , de poort van de kamer , den
Hof, de nieuwe Marckt , de plaets de Lubek ge-
noemt , en de plaets by de letimeren befet, gelijck
oock door de Borgery, hondert man ïn't gctal,het
Raedthuys bcwaert vvierdt , en vorders alles ge-
daen, dat tot verfeeckeringh konde dienen, als
mede de Stadts-poortcn ge'Hoten gehouden , bc-
nctTens laft dat fich de vordere rWgerfchap by
huys fou hebben te houden. By deleuytvoe-
ringh, is oock de Turckfche Chiaus , vanOfcn
aldaer zijnde, genaemt Hagi Ibrahim, alsmede
de KeyferliickeTol-raeefter , Heer Frans dc Me~
• fegnien
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
542 Treurige Gefchiedenis van
fegnien Meningki , tegen woordigh geweeft, feg- 1
eende den Ghiaus tegen de Tol-meefter, Nadatti \:
hadde fijnen loon, die hy al lange gefoght had. I"'
Soodanigh was het eynde van den Graef Nadafti» 1.9
laet ons nu befien , hoe de Graven Zerini , en 1
Frangepani , het hunne bekomen hebben.
Op den 27. van Gras-maent , des naermid- i
daghs, ten twee uren , is de Heer van Abele , i
en wat later naer hem de Keer Doctor Molitor , i
van Weenen, naer Nieuw- liadt gereyft > alwacjT
omtrent half fes uren, aenge komen zijnde, heb.
ben fy, by den KeyferlijckenRaedt, en Borge»
meefter aldaer , Heer Matthias Eyerl , den vader j
Guardiaen, der Capuciner, Vader Otto, beyde ê
der Graven , tot daer en toe , gewefene Biecht- 1
x. vader, aengetroffen , met dewelcke fy in onder-
Plechtig- handelingh , van wegen hun opgeleyde Iaft , zijn
heden getreden , uyt dewelcke i'y wel foo veel konden
zïinTen bemercken , dat de Graven noch weynighfrnbeel-
Prange- dinghvanhun vonnis hadden,
pani, irlier over dan hebben fich de Heeren Bemach- I
tighde , met tegenwoordige Heer Burgermce-
fter, en Stadt Richters , oock de Keylerlijcke
Raedts-Heer Iohan Paul Pleyers van Pleyeren , «
over de wijfe van hen de*doodt aen te feggen , be-
raden. Goetvindendc te famen , dat na het eyn-
digen van het laetfte onderfoeck , wegen hun
medeftanders , gelijck hen bevolen was, des vol-
genden daeghs het felve te doen • De Vader
Capucijn , fich aenftonts na de Graven , den eenen
na den anderen fou begeven , en hen vragen , wat
tijdinge de Heeren Raden, en laft hebbende V2n
Weenen mede gebracht hadden ; en by die ge- I
legentheydt hen te bewegen, hun vrywillige
overdracht, aen de Goddelijcke en Keyferlijcke
Majefteyts wille te doen, waer toe fich gemelde
Biecht-
KADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI. 54$
Biecht- vader feer gewillighhjck heeft laten ge-
bruycken. Vorder acngaende aenkundigingh
3 des doodts , vandt men geraden , dat het felyige
j op den na noen , van den 28. des Maents gefchie-
i den, en men hen tegelijcknahtt Burger Wapen-
huys voeren foude. Volgens het welcke fy Hee-
ren Gemachtighden , het Keyferlijck bevel, den
Heer Borgcmêelkr , en Heer Stadt Richter , ge-
meen gemaeckt , oock den Hooftman van het
Pyfche Regiment, Heer Erneft, Vry-heer van
der Ehr , toegefchickt hebben , die fich het felvi-
ge alder gehoorfaemft onderworpen hebben.
Hier na , gingen fy Hccren Raet en Gemach-
tighden het genoemde Borger Wapen huys be-
fien , en bevonden het fclve tot de voorgenome
; Rechts uytvoeringe , ctn leer wcl-gelegen en
1 feeckere plaets te zijn. De Heer Burgemecfter
i en Stad Richter , hebben oock» het oprechten van
> een Schavot of Straf- toneel , op fich genomen,
} en het felve met fwart laeckentebedtcken j en
| alles vorders te verveerdigen , oock den Scherp-
i rechter , om fijn mede-rneefter, naer Oedenburgh
te doen fchrijven , oock hun begraef- plaets op het
Kerck- hof van den Dom-kerck uyt te kiefen.
Op den 28. ten acht uren , voor middagh , zijn
gemelde Heeren Gemachtighde , by den Graef
Zerini gekomen , en hebben met hem , over hec
onderfoeck van fijn medeftanders , en andere om-
lhndigheden , tot aen tvvaelf uren befigh geweelt.
Hy heeft , geduerende het onderfoeck, verfchev-
den malen geweent , en feerdickmael fijn gefichc
van hen afgekeert , waeruyt fybemerekten , dat
hy fich de doodt noch niet had ingcbeeldt , oock
om dat hy alle de vraegh-ftucken , en hun ant-
woordt , felfs aengeteeckent en uytgefchreven
heeft.
Van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
544 Treurige Gefcb'tedenis van
Van hem vertreckende , hebben gefey de Hee-
ren het felve oock met Frangepani aengevangen ,
en daer mede tot twee uren na de middagh btfigh
ge weeft i onder het welcke hy verfocht , eenmacl \
van fijn gevangenis ontflagen te werden, oordee- é
lende , dat hy met defe jarige banden , het geen hy i
mocht gedaen hebben , genocgh geboet had.
Als dit gedaen was , wierdt de Biecht, vader hem
na den eten toegefonden, die Zeiini vraeghde»
wat voor tijdinghde Heeren Gemachtighdevan
Weenen mede gebracht hadden , die , gelijck als
oock Frangepani, antwoorde fulcks niet te we-
ten, maer dat fe hem, wegen de mede- ftanders,
ondervraeght hadden ; maer de Vader voerde hen
te gemoet, dat het met de ingebeelde vergiffenis
foo even niet geftelt was , en dat fe wel fouden
doen , fich Codes , en des Keyfers wille te onder-
werpen.
Tuffchen vier en vijf uren des avonts , op den n
felven 28. zijn de Heeren Raedt en Gemachtigh-
den , om hen de doodt aen te feggen , na de
Burght gereden, doende voorhenen , de drie
Stadts poorten fluyten, latende die na Weenen,
alleenlijck open. Het Burger Wapen.huys,
wierdt oock ondertuflchen vervaeidight • waer
henen fich de Heer Stadt Richter , met fijne by-
ntteren voor af begeven heeft; oock vijf-
tien mannen, vande IrifcheVaen, zijnderge-
laft , om de beleydingh te doen. Wanneer de
Heeren Gemachtighde in den Burght gekomen
waren, hebben fy'Zerini alder-eerft doen voort-
komen, en hem door den Heer van Abele, den
doodt in volgende wijfe aengefeght.
Hoort ghy ! ghyfultugehoorfaemlijcklt wei
wetende erinneren, wat voor affchouwehjeke,
en grouwfame laftcr en daden van beledigh ter
* Maje-
Nadasti, Zerinijêd Frangepani. 54^
Majefteyt, tegen de Roomfch Keyferlijcke, oock
l Hongarfche en Boheemfche Konincklijcke Ma-
>i jefteyt, Eerts-Hauogh van Ooitenrijck, onfen
I en uwen , van Godc gegeven , en gelalfden , aller-
I genadighfte, mildtdadighften , en goedertieren-
lten Keyfer , Koninck en Heer , ghy in velen ge-
vallen, gantfch vermetelijck en onverantwoor-
delijck begaen hebt.
En hoewel fulcks , foo wel uyt uwe eygene be-
kentenis , en eygen fchriften , als oock des vol-
gende rechtshandelinge, gantfch notoir en bekent
is geweeft » en daer over Keyferlijcke Majefteyt ,
machten recht heeft gehadt } u fonder eenigeaen-
hooringh, verantwoordingh en onderfocck, de
ftraffete laten genieten, dewelcke de Keyferlijc-
I ke , Konincklijcke , Ecrts-Hartoghlijcke , en
' voorts andere rechten, in lbodanigcn grouwfa-
t men mifdrijf cn lafter, doorgaens gewoon zijn te
I verordineren en te laten gefchieden : foo hebben
•1 fijne Keyferlijcke en Konincklijcke Majefteyt,
, evenwel, gelijckinalle, alfoooock in defen hun
aengeboren Eerts-Hartoghïijcke Ooftenrijck-
{ fche milde zegen , willen aenwenden ,en u tot den
I laetften toe, over de acngeftelde klachten des
I kamer-recht vervolgers , toe u verantwoordingh
f laten komen , en alfoo uwent wegen , een O imi-
i neel Proces of hals-rechtspleginge , ten vollen la-
; ten verhandelen en gebeuren : en in dier maten ,
u het gedelegeerde en verkorene Gerecht over te
geven y het welcke alles met vlijt foude overfien 7
I en daer over het oordeel veilen , dat niet alleen al-
t les den gantfchenrechtspleginge aengaende, op
i nieuw overfien, en met gedachten overgeflagen
1 heeft, maeroock, het geen daer omtrent bevon-
i den is i den geheymen Raedt , onderdanighlijck
• voordragen laten >} en nu fijn Keyferlijcke Maje-»
M m fteyt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XI.
De doodt
hen aen«
gefeght.
346 Tteurtge GefchtedenhvAn
fteyt , welgevallen , omtrent het oordeel , van
defeverkoreneRechtbanck, ontfluyt fichfelven
genadighlijcken , dat deswegen, de gerechtigheyc
haer behoorlijcken loop fal gelaten worden.
Soo hebben ons , allerhooghft genoemde Key-
ferlijcke Majefteyt» allergenadighft aenbevolen ,
u beydcn het felvige hier mede te verkondigen ;
dat is namentlijck , dat ghy van het leven ter
doodt gerichtet fult worden , het welcke over-
morgen, zijnde de dartighfte, of laetfte van dele
maent April, alhier in de Nieuw- ftadt, om de
kloeke negen uren , voor de middagh , gewifch
en onfeylbaer voltrocken fal werden , foo dac
ghy u middeler tijdt ter doodt,en ter eeuw igheyt,
bereyden mooght. Godt wil u en uwe ziele
genadigh wefen. Waer op defelve Heer van
Abele, de Heer Hopman van der Ehr, hem na
het Wapen- huys te geleyden , aenbevolen heeft.
Over dit wierdt hy foo bleeck en ontftelt , dat
hy geen woordt antwoorden konde , maertrock
alleen fijn fchouders, en wierdt foo aenftondts ,
fonder in fijn kamer te mogen gaen , door den
Heer Hooftman van der Ehr , met vijftign
krijghs.lieden van fijn vaendel , te voet , door den
Burght uytgeleydt, daer hy van den Heer Stadt
Richter over , en in fijn Caros genomen , en alfoo,
in geleyde van gefeyde vijftign foldaten , nanet
Burger Wapen- huvs , in een hem toebereyde ka-
mer gebracht is , fittende de Heer Stadt Rich-
ter , en de Heer Hopman by hem in de Caros.
Soo haeft de Heer Stadt Richter, nafijnver-
richtingh, met de Caros wedergekomen , en de
Heeren Gemachtigliden fulcks te kennen gege-
ven was , hebben fy Frangepani voor hen komen
laten, den wekken d'Heer van Abele, van ge-
lijcken, de doodt aengefeght heefe , en dat by na
mm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Nadastïj Zerini, en Frange?anï. $47
in defelvc formale woorden : waer over hy noch
bleecker wierdt als Zerini, willende evenwel,
over het een en het ander woorden voeren en feg~
gende, hy had noyt gedacht, dat hem fijn Maje-
fteyt ter doodt fou nebben veroordeelt, mier,
om dat hy fich willigh in fijn handen had gege-
ven , vergiffenis verwacht • maer hy wierdc van
den Heer van Abele gebeden, dat hygehoorfa-
men , en na de beitelde plaets fich vervoegen wil-
de, gelijck oock feer willighlijck van hem ge-
fchiede.
Soo haeft de Graven aen hun bcftelde plaets
gekomen waren , hebben de Heeren Gemich-
tighden , hen hun bedde , bulfter en gebede-
boecken laten volgen, maer al wat 'er vorder in
hun gevangen-kamer gevonden wierdt, op het
aldernauwlie laten verzegelen. Van dien tijde
aen , zijn de drie Stadts-poorten, tot den 30. April
toe , gefloten gehouden , blijvende alleen de
Weener poort ongefloten , maer op den dagh van
het uy tgevoerde recht , is oock de vierde geflo-
ten , tot na het gedane werek.
Als Zerini vervoert wierdt , fprack hy geen x 1 r;
enckelwoordc tegens de byzijnde Heeren • maerHunvcr-
Frangipani klaeghde , dat de beflelde tijdt van fijn JoJdè8™
fierven te kort waer, en dat het hem onmoogh- doot.
lijck was, fich binnen foo korten tijde , tot"'er
doodt te konnen bereyden , en verfocht dacr over
de Stadts Richter, hy wilde den Heer van Abele
bidden , eens by hem te willen komen , doch die
liet hem weten , alleen by hem te komen , was
hem ongeoorloft, maer fybeyde hadden laftby
hem te komen, alshy door hen fijn Keyferlijcke
Majefteyt yets vorders aen te brengen of te open-
baren had : van genade vorders wiften fy niet ,
oock konde de tijdt van het Gerecht niet uytge-
Mm 2 ftelc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
5 4 % Treurige Gefcbiedenis van
ftelt of verfchoven werden, oock hadde hy noch
twee dagen tijdt , langh genoegh , om fich te be-
reyden. Beyde hadden fy pen en in& verfocht te
hebben , het welcke hen oock vergunt is gewor- <
den. De Stadts Richter qmm verfcheyde rey-
fen by Frangipani , die niet genoegh konde Peg-
gen , hoe qua~li jek hy fich ter doodt bereyden kon-
de : waer over de Heeren Gemachtighde,al hoe-
wei het nu al elf uien in der nacht v. as , belloten
hebben noch eenmael by hem te gaen , om fijn
begeerten te verfhen , en hem te troolien : tegen
de welcke Frangipmi fijnongeluckigenftandt ,en
fijn aengefeyde doodt feer bitterhjck beklaeghde,
feggende , dat het hem t'eenemael onmooghhjck
was, fich binnen foo korten tijdt , tot der doodt
te bereyden, hy was noch jongh, endelaetfte
van fijn naemen ftam, biddende ootmoedighlijck,
fijn Keyfeilijcke Majefteyt, hy wilde hem voor
defe mael doch het leven Ichencken, hy foudc
fijn leven lanck , niet meer tegens hem mifdoen ,
tot wekken eynde hy verlof verfocht, om een
ootmoedigen brief, aenfijn Majefteyt temogen
laten afgaen , verhopende dat de Heeren foo lange
het Gericht fouden willen uytftellen , tot dat hy
antwoordt fou bekomen hebben.
De Heer van Abele gaf daer op tot antwoort ,
in vermaningh , hy wilde fich over dit gerechtigh
oordeel geduldigh aenftellen ; en gedencken , dat
fijn Kefferlijcke Majefteyt een Vorft van een
teedet egewifle was, en dat die dei halven de laec-
ken wel had overwogen , eer hy befiotenhad,
het Gerecht aldus fijn loop te laten houden i:
Judicia Domini , waren luftficatainfemtt 'pp, dat
is * de oordeelen des Heeren waren infich telven
cerechtveerdight : fy beyde hadden met hem ,
wegen fijn jonge jaren, enhoogen ftaec , grooc
1 1
Nadasti, Zerini> en F&angepani. 549
mede- lijden , en wenfchten van harten , dit hy
tot dat ongeval niet gekomen vvacr • niet anders
Is door den doodt konde hy djor nu uyt komen ,
lie lelfs, in aenmerckingh van fijn fwaremifda-
den , veel te kort fchoot , en had fijn Kcyferlijcke
Mijelteyt derhalven noch groote genade ge-
toont. Vorders hadde hy noch tijdts genoegh ,
m fich ter doodt te be eyden , en of wel fy
erfeeckert waren , dat 'er geen hoop van genade
was , wilden fy evenwel fim fchrijven , fijn
""eyferlijcke Majefteyt fpoedighlijck laten toe-
omen , maer konden hem wel verfecckeren ,
at geen genade daer op te volgen ftondc > want
e ft af (gelijck men daer feght) was gebroocken ,
hebbende fy vorder bevel , het recht niet uyt te
ftellen, waernahyfich, inhetbeforgen van fijn
ziel tefchicken had.
Hy evenwel hieldt aen om genade voor fijn
jonge jaren , met voorftellingh onder anderen
dat, dewijl fijn Majefteyt geen van defe , die
met hem nu door den Scharprechter te fterven
waren , voor de eerfte mael over hun wederfpan-
nigheydt ftrafte , defelve hem oock defe Gjn eerfte
mifdaedt, genadighlijck vergeven, en het leven
fchencken wilde. Waer op d'Heet van Abele
berechte : Sy moften de laft , die hen opgeleght
as , naer komen , dat echter waren fy verfeec-
ert , dat fijn Keyfct lijcke Majefteyt hem en fijn
medeftanders , uyt fijn aeng borene goeiheydt
liever vergiffenis fou hebben gedaen • maer dat
Godes eer , en de algemeene feecket hey t , oock
het welvaren van foo veel Ghriftenen landen, hem
anders afvorderden , en dit uyterfte bcfluyt af-
gedrongen hadden • invoegen geen genade voor
handen of te hopen was , foo dat hy defe fijn
korten en laettten tijdt , in ydele hoop, niet te ver-
Mm 1 geefs
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XIII.
Brief van
Prange-
pani acn
den
Xeyfcr.
^^o Treurige Gefchtedtnis vm
geefs behoorde te laten henen gaen , maer eer tot
iïjns ziels behoudenis aenwenden.
Omtrent de kloek half twaelve, lieten de Hee-
renoockZerini halen, diefich als noch het oor-
deel gaerne onderwierp, Sijn Biecht- vader ge-
tuyghde van hem, dat hyvaerdighwas, felfdes
anderen daeghs te fterven , hy had oock verder
Frangipani alles vergeven , gebruyekenjjp defe
woorden , Alhoewel hy myindit ongeval ge-
bracht heeft, foo vergeef ick het hem echter,
wat wil ick met hem doen , dewijl hy het felfde
met my lijden moet >3 daerop haddehyfich, met
groot leedtwefen gebiecht , en fich ernliighlijck
aen Godt bevolen.
Een yeder van hen wierdt affonderhjck ge-
plaetft, hebbende daghen nacht fes Capuciners,
en yder hunnen Vader Guardiaen by fich : onder-
tuflehen liet Frangipani defen brief , in het Latijn,
aen den Keyfer afloopen.
AIDERGENADIGHSTE K.EYSER,
Roninck en Heer.
DOor mijn fidderen en leven , ter oorfatck van
bet oordeel desverfcbrickelijckendoodts , op be-
den namiddigb, bymyontfangen, K™ '"k"™*tlijck*
de pennebeftieren • de krachten ontbreecken my> ader»
penadigbJleKjvf<y> né behooren een ootmoedigb fchrij*
ven temmktn, waer mede ick.eenvone\der Ksyfer-
Vickebarmbertigbeydt , en Chriftelijck mede-lijden jou-
de mogen verwecken : dochbiddeic^, alderdemoedigb-
Ae, defe, met fwacJejn geeft gefchrevene brief , metu
aenoeboreneooetbeydt te wiüen overlefen. Met gtboge-
ne \nien v% ick. neder voor dendoorluebtigen tbroon
van uwe Kfyfirlï*kf Majefieyt , en met biggelend* tra-
nen , en oneyndelijck fuchten , bidde tc^ *y de v
wonden Ckrifii, by de verdtenfien der Godtbarendt
Nadasti, Zerini, cn Frangepani. 5^1
lonckyrouw Maria , en alle de Heyligen > uwe Kjyfer*
lijcke Majtfleyt > mijne groote mi/daden , mijn al te
heete jcught , en mi)H ovtrtredingb , mijn onrijp ver-
flandt te willen vergeven : wilt doch atnfien, alder-
genadigbfïe Kjyfer^met uw genadige oogen3mijn blotyen-
de jeught, dewelcks ickjvoor dentijdtverliefenmott ,
Atnmtrckt my rampfalige , als de eenige, die van mijn
geflacht overigh is , het wtlcke van ontilbare jaren af9
het Hoogblojfelijcke Eerts-huys , en het gantfche ChrU
fiendom met onbevleckter trtuwe en toeger.egentbeydt ,
altijdt gedient heeft, en wat de mijne daer omtrent mo-
gen te kprt kpmen , dat wil u Kjyjerlijcl^e Majefleyt met
fijn onvtrgelijektlijcke , en door al de werelt beroemde
mildtdadigheydt en barmhtrt'tgheydt vervullen , en my >
die albtrtyts doodt ben , wederom in het leven berslel-
len. Jc4 vreefe de doodt geenfint s , tot voltreckjnge
van U Kjyferlijcke Majefleyts bevel , en tot betuygingh
van mijn onverandtrlijcketotgefchickjtheydtt tegen mij.
nen aldergenadigbflen Heer > die altijdt ben bereydt
geweefl , op uwer Kjyferlijcke Majefleyt alderminfte
wendden , den laetflen druppel bloedts te vergieten :
maer aldtrgenadigbfle Keyfer , icl^jchricke aüeenigh in
hetbedenckenvanfoofen fmadelijcken uytgangh uytdit
leven , door de handt van den Scbarprechtcr. Ach icl^
arme en ramp faligb men fch ! ach wilde Godt , dat icl^
noyt geboren , of voor lange uyt het getal der levende
wech genomen was geweefl. Aldergtnadigbfle Kjy [er ,
de Kjyfer Carolus Magnus , of de Groote , plagh tot be-
tuygingh van fijn overgroote goet en barmhertigheydt ,
uyt te roepen , Ach konde ick de dooden weder le-
vende maecken ! Geen minder mildtdadigheyt , heeft
men t'allen tijden in uwe Kjy ferlijcke Majefleyt erkent
en ervaren. Nu , aldergenadighfle Kjyfer , kpndtghy
1 u glorywaerdighfte grootmoedigheydt > in het weder le-
vend maecken van my ellendigh flervende perfoon , gena-
dighfl oejfenett* lclt^ wil erkennen , dat ic^btt leven
Mm 4 en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
5?2 Treurige Gefcbiedenis van
tn mijn Uven uwe Kjyferlijcke barmbertigheyt fcbuldigb
ben', en fal voortaen niet meer my , maer uwer Kjyjer»
lijeks Majefieyt vergiffenis , trouwelijck. Uven : toont
genade , mildtdadigheytenbarmbertigbeytt aldergtné»
dighfie Kfyfer, ic\ bidde maer alleen voor deje moei \
by de heylige Drievuldigheydt , dat de ft bittere ktlcl^des
doodts > van my wtebgenomen magh werden. Ooc k
is hetmy onmooghlijck.y aldergenadighfte Kjyfer , dat
icl^in jachten en geeft befweecken, inettelijckeuren
ftechts , de heyl van mijn qiel , genoeghfaem beforgen
kan. jildergenadighfte Ksyfer , wilt doch mijn
fchreytnde gtbeden9 afdergenadigbjl aennement tn de
genade des levens , in ten andere flr af , fyfydanwatfl
\y te hefteden, lek. wilde gaeme meerder fcbr\jven%
tn u Majefteyt ombarmhertigbeydt vorder aenroepen,
maer rcj^ ellendige , kan het ter oorfaeck van mijn
fwackjjeydt niet doen. IcI^Jluyte dan , en onder-
werpe mijn leven uwe Keyferltjckegoet tnbarmhertig-
beydt , wenfehendete levcnen te fierven.
Uwer Ktyferlijcke Majefieyts
Ootmoedighfte Dienaeren getrouw-
de Onderdaen in doodes noot ,
Franc. Frangepani.
Ter zijden ftondt noch : Op Dinghsdaghten
fes uren, des avondts, ben ick het gewelt des
Borgerlijcken Stadts- gerecht , overgegeven ge-
worden, en fta op nacftkomende Donderdaeh>
ter doodt te gaen , wanneer Godt en uwe Keyier-
liicke Majefteyt genade in defe noch overige uren
my daer van niet bevrijden. Neuftadt den 28.
Aprilis , om elf uren in de nacht , 1671.
Zerini ondertuflehen , bereyde fich met moe-
digheydt ter doodt , hoorde mis in fijn kamer , en
nam dacr op het Sacrament, welcke plechtighe-
den
NADASTI,ZERINI, CnFRANGEPANI. $53
den , de Heeren Gemachtighde,bygewoonc heb-
ben • en na dat hy fijngebedt, na het uytdcelen
gedaen hadde , lieten fy hem , door den Capuci-
ner feggen, fy Heeren Gemachtighde waren al-
daer, om hem tevertrooften en by teftaen. Het
welcke hy feer gaerne vernomen , en de Heeren
by hem te willen komen , doen verfoecken heeft.
Gelijck fy oock hebben gedaen , dewelcke hy
noch eenige geheyme faeckcn., door aendnjvingh
van fijn gewiflfe , bekent gemaeckt heeft. De
Heer van Abele, nam aen het felve aen te dienen ,
en vermaende hem , ondertuiïchen noch meerder
tebedencken, engetroolttezijn. Nadeleenan-
dere trooftelijcke woorden , zijn fy van hem wsch
gegaen.
Frangepani bracht met fijn biecht en gecfte-
door, wanneer na de biechc , de Vader Guardiaen
noch de mifle dede, en hem het Sacrament uyt-
reyckre, Daer op volghde het middaghmael ,
en omtrent ten twee urennademiddaghbcioch-
ten de Heeren Frangepani wederom, wanneer hy,
in hun byzijn , van fijn Keyferlijcke Majelleyt
onderdanighli fijn oorlof genomen heefc, oock
den felven op fijn knien vergiffenis van fijn bega-
ne mifdaden , op het alderbeweeghlijcklle , met
tranen afgebeden, leggende de fchult felver op
fijn al te vyerige jeugtit. Hy hieldt oock aen om
hulp voor fijn ziel , en verfocht een gave voor de
Vaders de Capucinen , over hun foo getrouwe by-
Itant : als mede voor fijn Gemalin , yets uyt fijne
middelen , oock fchriftelijck van haer fijn af-
fcheyt te mogen nemen. Voor fijn Edel-jongen
Barnardino Veniero , verfocht hy een afveerdi-
gingh : gelijck mede betalingh voor fijn andere
fchuldenaren. Alle de Keyferlijcke Staeudicna-
Mm 5
ren ,
? ?4 Treurige Gefchiedenis van
ren , daer hy eenigh goet van ontfangen had > be- \$
danckte hy > en die hem mochten ergens in bele- jte
dight hebben , vergaf hy lulcks. Hy aenbeval j k
fijn Neve > Orpheus Frangepani , fijne Kcyferlijc- | 1
ke Majefteycdoch vraeghde de Heeren Gemach-
tighden, of defelve oock vets tegen fijn Maje-
fteyt mocht mifdaen hebben , en voor hetlaetfte
bedanckte hy de Heeren voor hun genomene
moeyten.
Hier op gafd'Heer van Abele tot antwoordt,
Sy beyde waren ten hooghften vergenoeght , over
fijn bereydt gemoedt , en dat hy fich foo vryelijck
aen Godts wille had overgegeven , fulcks ware
een onfeylbaer teycken , van de eeuwige falig-
heydt te fullen erlangen. Het oorlof nemen
van fijn Keyferlijcke Majefteyt , en fijn Staets-
dienaren , wilden fy getrouwelijck aendienen ; en i
verfeeckerden hem Keyferlijcke , Majefteyt had- I
de hem in fijn harte , fijn mifdaden al lange verge-
ven , en was feer ongaerne tot defe ftrafFe geko-
men. Wegen de zielentrooft, had hy fich oock
wegen defelve te verfeeckeren : gelijck oock die
de Vaders Capuciners, buytentwijffel , met een
goede gave foude gedencké; en wegen fijn dienaer
en fchuldenaren te voldoen , fulcks foude hy vrye-
lijck, aen de miltdadigheydt en genade des Key-
fers bevolen laten , hy was te teeder van gewifle ,
om yemandt onvoldaen te laten. Wat fijn Ge-
malin belanght, daer had men bericht van, dat
fich defelve in het gebiedt van Venetien begeven
had, aen dewelcke hy vryelijck fijn affcheydt-
brief mocht fchrij ven. Wat Orpheus aengaet ,
de genaden, poort foude oock voor hem niet ge-
floten zijn , wanneer hy defelve van gantfcher
harten quam af ce vergen, doch hadde defelve
met fijn eygen fchrij ven, fijn faeck piet weynigh
s
"Nadasti, Zerini, enFRANGEPANi. 555
befwaerc , en fich felven de wederfpannigheydc
deelachtigh gemaeckt. Vorders fouden de Hee-
ren Minilteis en Suecs-dienaers > defe fijn oorlof
neminge leer ter harten nemen. Eyndelijck had-
de hy hen-lieden voor hun moeyten niet te be-
dancken , fy hadden wel gewenft , dat het hen op-
geleyde bevel , vreughdiger ware geweeft , doch
fy moften * als getrouwe dienaren, het geen hen
opgeleght was , volvoeren. Defe t'famen-
fpraeck was foo langh en klaeghlijck , dat nie-
mandt, daer tegen woordigh was , die de tranen
niet uy t de oogen fprongen.
Hy feyde vorder tegen den Heer van Abele , hy
ftierfnu wel noch eens foo gaerne, dewijl hy ver-
feeckert was , dat fijne Keyferlijcke Majefteyt
hem fijne mifdaden vergeven had , en verfeecker-
dc defelve, dat hy tereerfteroogenblick, in der
eeuwigheydt voor fijn langh leven, engeluckige
regeringe , en gewenfchte nakomelingen , Godt
foude bidden. Hy bad oock de Heeren , voor de
laetfte genade, dat hy perfoonlijck van fijn Swa-
ger Zerini mocht fijn affcheyt nemen; het welcke
hem toegeöaenis geworden , doch onder verband
dat fulcks in tegenwoordigheyt van hen-lieden ,
den Heer Hooftman van der Ehr , en der Biecht-
vaderen, en in deDuytfche fpraeck gefchieden
moft.
Terwijl nu de Heeren weder na Zerini gingen ,
feyde hy hen , hy wilde ondertuflchen fijnen
brief, aen fijn lieffte Gemalin afvaerdigen, gelijck
hy het felve , in de Italiaenfche tale gcdaen heeft ,
luydende in de onfe aldus :
M
Brief van Frangepani aen fijn Vrouw. Btie/wn
Yn liefjlt Luüié , dewijl ick. nu , volgens de Frange-
wiüe dts Hemels , en Goddelijke hfiellinge,^
tot
ani acn
jjn Vrouw
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Treurige Gefchiedenis van
tot boete vdn de tegen de honghfte Majefteyt , mijnes al-
dergenadigbfien Kjyfcrs , Kjwincks en Heeren , begane
mifdaedt , uyt dit naer een ander leven hebbe te vertrec-
ken y kpndc icl^ niet nalaten , u met defe mijne weynigt
hartelijcl^ te begroeten , endealdtrlaefiexAdjeuofaf*
febeydt te geven t biddende u by de vijf wonden van le»
fus Chrifius , mijn lieve Lullia , dat ghy uyt Chriflelije-
goetheydt my vergeven wilt , indien ghy > wegen
defe mijne begane mi fdaden, genoot faec kt wordt , eenige
wederweerdigheydt en droef beyt te lijden. Van gelijc-
ktn > mijn lieve Lullia , bidde icf^, ghy wilt myoock,
felfs de aldergeringhfte beledigingb vergeven , indien
ghy eenige , ftaende onfe eeht , van my ontfangen hebt :
icli van mijnent wegen , vergeve het u> indien icl^ eenige
ongunft, of ongenoegen van u magh ontfangen hebben >
daer icl^ in tegendeel , niet als van uytwerckjngen van
een fuyvere en oprechte liefde te ffreeckfn weet.
In defer voegen neme icl^oocj^ van alle mijne Heer en ,
vrienden en verwanten > mijn laetfte affcheydt » my
hen aenbcvelende , en hen biddende , fy willen om der lief-
de wille , een fHequiem voor mijne arme %iele , Godt den
Almacbtigen opofferen ; die verhope binnen weynigh
uren , de eeuwige genietingh van fijn Alderheylighfle
aengijiebt te genieten.
Mijn waerde Lullia , iel; wenfehte uyt gront mijnes
harten , u yets , ter laetfier gedachtenis 9 van mijn ge-
trouwe liefde te laten > maer ick. bevinde my arm > en
van alles berooft, hebbe evenwel feerbewteghlijck , de
KjyferlijckeMajefieyt onderdanighjl gibedun > datde-
felve, volgens fijn aengeborene goetheydt en miltdadig-
beydt , fijn grootmoedigheydt en vrygeventheydt tegen u
wil gebruyekpt , en u een gedenc^teecken van mijne
danckjtaerheydt laten toekomen; en fla geen twijffd
ofghyfult van de felvige Kjyferlijcke Majefleyt > de
uytwerekjnge , van des felfs burlijckegmtmoedigbeyt >
met 9 er datdt ervaren.
Vari
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI. 557
Van Orpheo l:rang<pani ritme icl^in gelijcktr geflal-
tenis mijn laetfte, envrtendelijckfie affcheyty enbidde
hem, hy wil my vergeven, wat faeckehetmagh^jn,
waer mede icl{ hem magh beledight hebben , en ic\be-
fwere hem , by de liefde , die by my altoos toegedragen
heeft , voor foo veel by , fijne Kjyferlijcke Majejieyt
beledight , en daer door oorfaec^ tot ongenade gegeven
heeft , dat hy met alle onderdanighjle toevlucht , bydt
felvige, om aldergenadigbfte vergiffenis» aenbouden ;
en Jich voor mijnen Grootmachtigen IQyfers voeten
neder werpen wil • de genaden-deur fal hem niet gefloten
Ijjny en hy fal gewifielijcl{tmet mededeelingbvandes
felfsmildtdadigbeydt , in genaden aengenomen worden ;
het welcke ick oocf^fijn Majefieyt onderdanighft af-
gebeden hebbe. Defelve Orpheo wil doch mede-lijden
met my hebben, dat ic^met eenigb gedenc^-teecken,
geen danctyaerbeydttegens hem toonen kan; dewijl ick
geen ding voor hem in mijn vermogen hebbe. Adjeu>mijn
lieve Lullia , adjeu , adjeu , vaert wel , vaert wel: mtjn
waerfie Ecbt-genoohic^bebbe op defer werelt,tegens u in
liefde geleeftyicl^wil mede in de anderejby de Goddeltjcke
Majefteyt tualdergetrouwjle voorfpratcfaijn.
Mijn lieve Lullia ,
Ick leve en lterve dan u gencgenfte en
getrouwfte Echt-genoot ,
Franc. Frangefani.
Nieuw fladt , den
29. April, des
Iaers 1671.
Vordcrstoc na-fchrifc j Wanneer de Pagie Bar-
nardino by u komen fal , foo doet my die gunft ,
en laet hem om de liefde van my , en wegen de
trouwe dienften my bewefen , u aenbevolen zijn.
Zerini vraeghde de Heeren Gemachtighden ,
*of hy dan gantfeh geen genade te hopen had , het
ware
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XV.
Vorderen
handel met
Zetini en
Fiangc-
pani.
8 Treurige Gefcbiedems van
ware beter dat fijn Keyferlijcke Majefteyt hem
by het leven hield , alfoo hy hem noch goede dien.
ften konde en wilde doen. De Heer van Abele
antwoorde daer op > het was telaet om daer van te
fpreecken > en geen tijdt van vorderedienft ftondt
voor handen, daer was niet overigh als tefter-
ven, en geen hoop van genaden, Daer op ant-
woorde hy , In Godes naem , hy ftierf gaerne t
maer de wijle viel hem hart. De Heer van Abele
ïeyde het felve wel te gelooven, doch hy moft ge-
dencken, dat oock veel andere Hecren defen wegh
caen moften j Godt hadde hem, tot fijn faligheyc,
defe ftraf van eeuwigheydt befchoren , en ioo
voort.
Hier mede feyde hy , hem ware noch yets , we-
gens de medeftanders ingevallen , gelijck hy oock
omftandelijck te kennen gaf; waer over hem
d'Heer van Abele prees > dathy fijngemoedtfoo
gantfchelijck ontdeckte, dit ware een groote ge-
nade van Godt > en hy foude morgen foo veel eer-
der in de eeuwige heerlijckheydt gaen , fy onder-
tuflehen fouden het vertrouwde fijn Majefteyt
alder-onderdanighfte mede-deelenen aenbrengen.
Hier op dede hy eenigh verfoeckvan eenigebe-
ftellingen na fijn doodt , en andere dingen , wacr
op de Heercn berechten , fy konden deswegen
niet befiuyten, maer vertrouvrden alles fijn Key-
ferlijcke Majefteyts goetheydt toe. Hy weder
daer op , hy bracht lülcks niet voort als een be-
flellingh, maer ftelde het alles in handen van fijn
Keyferlijcke Majefteyt, en had alleen eetoont,
wat fijn begeren wel fou zijn. Vorders badt hy >
fijn Majefteyt wilde fijn foon, dochter en huyl-
vrouvv, fich ten beften aenbevolen laten zijn.
Hy vraeghde vorders de Hecren wat doodt hy fou
hebben uytteftaen, hy had fich ingebeeldt , hy
foude
ES
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NADASTI,ZERlNI,enFRANGE?ANI.
udc gevierdendeelt > of anders fecr hardt gepij-
. ight geworden zijn • waer op d'Hcer van Abele
ericlue •, of hy ïchoon fvvaerlijck en fchricke-
ijck tegens fijn Majefteyt mifdaen > en dienvol-
gens wel dien leer fwaren doodt , die de Rechten
de wederfpannige toevoegen , verdient had ; foo
had evenwel de Keyferlijcke Majefteyt , gelijck
hy in alle andere dingen gewoon was , alfoo oock
in defe faecke , de goetheydt voor de geftreng-
heydt geftelt, en het oordeel tot de geringhite
doodt , namentlijck het onthoofden , en het af-
kappen van fijn rech rer handt gebogen , het welck
een byfondere genade was. Waer op Zerini ant-
woorde , fy Heeren wilden doch voor hem , by
fijn Keyferlijcke Majefteyt acnhouden, hem van
het afkappen van fijn hand te willen verlchoonen.
\ Het welcke fy oock aengenomen hebben te doen,
"onder hem evenwel daer hoop toe te geven.
Op defelve wijfe heeft oock Frangepani, dien
'elven avondt na fijn doodt gevraeght , den welc-
ken fy , even als Zerini geantwoordt hebben ; die
cock tot verfchooningh van fijn rechter hand aen-
gehouden heeft, daer by voegende, het foude
hem anders aen fijn faligheydt hinderen. Doch
de Heeren hebben hem , gelijck Zerini , mede
tuuchen hoop en vreefe gelaten. En al hoewel
de Heeren Gemachtighde die genade van de handt
te verfchoonen , al by fich hadden , wilden fy
die evenwel nochby fich houden , op dat defelve
. de arme Graven, op het laetfte noch voor een
y verquickingh dienen mocht. Gelijck Frangepani
j dickmael herhaelde, Och ! hoe llijde en wel vergt-
x noeght fou ick fterven , indien icf^ He genade van de
t rechter handt erlangen moght. En mec al defe ver-
i handelingen wierek den tijdt van twee , tot feven
uren in den avondt doorgebracht. Hier op heb-
ben
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
X VI.
Hun
by ccn-
komft*
560 Treurige Gefchiedenis van
ben fy , op hun innerlijck begeren , en goetvinden
des Biecht-vaders , Zerini en Frangepani , by
een laten komen , om affcheyt van malkander
te nemen ^dewelcke by een komende, feyde Fran«{
gepani tegens hem in de Hooghduy tfche fpraeck:*
Hertlieffte Heer Broeder • dewijle het nu Codt,
alfoo belieft heeft, datwy, om onfe groote fon-:
den en gebreecken, volgens hetgerechtigeoor*
deel, van onfen aldergenadighften Keyfer, Ko-
ninck en Heer , morgen te famen fterven moeten *
foo hebbe ick de tegenwoordige Keyferlijke Hee-
ren Raedt en Gemachtighden , om die genade ge^
beden , dat ick voor mijn laetfte eynde , den Heer
Broeder fien , en mijn oorlof van hem nemen
mocht, foo ben ick dan,uyc de verkrcgene genade*
by den Heer Broeder gekomen , en bidde hem van
harten om vergevinge, indien ick hem , indejeot
andere handelingen mocht beledight hebben,
Ick wenfche alleen , dat ick door mijn doodt hem
in het leven mocht behouden ; doch ick hoop dat
d'Heer Broeder, als een dapper helt, de doodt
niet vreefen fal , als die hem ten beften fal ge-
dyen, maer <lie met vreughden uytftaen ; hier
mede dan neem ick mijn affcheydt , en hope dat
wy morgen malkanderen in de eeuwige faligheydt
fullenkuflen ; daer op zijnfe beyde neder geknielt,
hebben malkander omhelft, en handen en mondt
eekuft , feggende Frangepani, na herhaelde op.
weckinge, hetlaetftevaertweltoe-, metbyvoe-
gingh , Ick hope , wy fullen morgen op delen tijd,
ui de andere werelt, met meerder vertrooltmgii
en genoegen, alsindefe, malkanderen kuilen, en
is daer mede fonder be wegiogh , of eenige tranen
heen gegaen. Zerini bedanckte hem , dat ny by
hem gekomen was , vergaf hem alles , wilde gaer.
ne fterven , en badt hem vangelijcken, om ver-
giffenis. m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI. 561
Na defen handel badt Frangepani de Heeren
jemachtighden andermael , om verfchooningh
an fijn rechter handt , alfoo hy feyde , anders aen
Jjn faligheydt verkort te Tullen worden. Sy be-
rechten daer op , als noch hadden fy geen ant-
woordt , maer verwachten een genadigh befluyt
op defe faeck , fy konden hem niet verieeckeren
noch afflaen, hst moft verwacht zijn , onder tuft
(enen bleef het alles , by het gegevene vonnis j op
'lat hy toch geen hoop van genaden voeden foude.
Daerom hebben de Heeren Raedt en Vol-
„jachnghden met de Heer Stadts Rechter ver-
fproocken , foo haeft het vonnis fou gelefen zijn ,
en de veroordeelde weer om defelve genade fou
aenhouden , dat de Heer Stadt Richter twee by-
fitteren , na hen Heeren Gemachtighden , foude
fchicken , om die genade te verfoecken , hoewel
alles al veerdigh was.
Soo haeft als de dagh , de dartighfte van April ,
aenbrack, is oock de vierde, namentlijck de Wee-
ner- poort gefloten, en de Borger fchap , onder
hun Vaendelen, in het geweer gebracht , en op
de plaets geftelt. Omtrent fes uren,hebben bey-
de veroordeelden , doch yeder byfonder de laet-
fte mifle gehoort, endetijdtinaendacht totaen
; acht uren doorgebracht , wanneer de Heeren Ge-
i machtighden, weder darwaerts gereden zijn, al-
• waer fy alles in goede ordere , byfonderlijck het
! Straf-toneel , met fwart laecken bekleet , en twee
| blocken , hamer en beytel , tot afhackingh der
! nanden gevonden hebben : en alfoo hebben fy
! fich , tot uytvoeringh van alles gevoeght , op ge-
; wacht en gevolght van meer als hondert perlo-
j nen , tot meerder eerbiedinge van fijn Keyferlijcke
I Jvlajefteyt.
Op hun aenkomft in het Wapen-huys , hebben
Na fy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XVII.
Brief van
Zciini
aen lijn
Vrouw,
5<5z Treurige Gefchiedenisvdn
ïy Heercn Gemachtighden vernomen , dat /er im
even te voren in onmacht had gelegen > maer dac
men hem met Alkermes en andere hartfterekingen
verquick^en weder te recht gebracht had^de oor-
faeck daer van was , behalven de natuerlijcke
ichrick , dat hy nu aen den darden dagh , het min*
ite niet gegeten of gedroncken had> maeralfoo
vattende fterven wilde. Hier op zijn de Heeren
by Zerini gegaen t die hen over hun forghvuldig-
heydt en moeyten feer bedanckte , en voorts van*
fijn Keyferlijcke Majefteyt,feeronderdanighlijck
oorlof genomen heeft ; toonende vorders groot
berouw en leedwefen , over fijn begane ontrouw >
en daer over fijn Majefteyt ootmoedighlijckom
vergiffenis biddende. Hy gaf oock den Heer van
Abele een affcheydt-brief, met Hooghduytfch
opfchrift, maer vanbinnen inde Croatifche tael
gefchreven, luydend' aldus : '
Mijn lievt Hart , gby moet u over dit mijn fchrijven
niet bedroeven» ofontfielltn, maer bet Goddelijcl^Ge-
richt infun. Op morgen , om tien uren , fuüenfymy
bet hooft afflaen ; als mede uwen broeder. Heden heb-
ben wy van malkander ons oorlof genomen , en hier me-
de neme icl^ ooc£ op defe wereldt > van u een eeuwige af~
fcheydt , u biddende, indien icl^u ergens inbeledigbt
hebbe> voor foo veel icl^ wete, myfulcks te vergeven,
Codt %y des gelooft , icl^ ben tot 'er doodt wel bereydt »
en ontjielle my daer niet over > telt boof> in den ^Almdch-
tigen, die myinde werelt gefet heeft , dat hy ficb ooc£
mijner fal erbarmen , en ie ^ wil hem bidden {tot de-
toelcke ick morgen verhof e te kpmen ) dat wy ons onder-
linge , voor fijnen heyligen Tbroon , in de eeuwige bttr.
lutkjjeydt mogen bevinden ; vorder s weet it^noch van
onfen Soon , noch van andere beüeüingb , omtrent onfe
armoede yets te fchrijven , i*k htbbe bet alles de Godde-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
NADASTl,ZERINIjenFRANGEPANI. 56$
Itjckt wille aenbevolen , ghy moet u dan niet bedroeven ,
dewijl het foo moetqijn.lndeNituw jiadt, voorden
lattften dagh mijns levens , den 19. April , omtrent ten
(even uren des avondts , 1671. Godt wil u> benef-
fcns Aurora Vtronica, mijn Dochter , Regenen.
Peter, Graef vanZerini,
't Op-fchrifc was
Mijn harts aldcrlieffie Vrouw , Gemalin , iegeh-
ttoordigh tot Wittiben , Vrouw %Anna Catbarina ,
Gravin van %erini.
Maer gelijck voor henen met Nadafti gefchiet
was , alfoo moften oock defe twee Graven , eerft
van hunne waerdigheydt berooft worden , eer
men hen ter doodt konde brengen , het welcke
by na met de felffte omftandigheydt gefchieden j
Zerini als het hem wierdt aengefeght , feyde te- x V.1.1 r*
gens den Heer van Abele , het ware wel , maer ^ngepa-
iijn foon, die t'eenemael onfchuldigh ware , be- ni Tanhua
. hoorde fijn Landtmanfchap te behouden. Waer wacrdig-
op van Abele weder berichte , in diergelijcke fciooft
atroce en fvvare mifdaden van gequetfte Maje-
fteyt , vereyfchten de Keyferlijcke Rechten , dat
oock de fonen , fy zijn fchuldigh of onfchuldigh ,
hier aen deelachtigh moeten zijn , volgens de
fpreucke van den Propheet : De Vaders hebben fuere
druyven gegeten , en de kjnderen %ijn de tanden Jiomp
geworden. Doch de foon mocht fich foodanigh
omtrent fijn Keyferlijcke Majefteyt komen te
dragen 3 dat hy hem wederom in fijn waerdigheyt
quam te ftellen. Hier mede namen de Heeren
oorlof van hem , gelijckfe oock van Frangepani
hebben gedaen , die hen weder vraeghde > of hy
wel mocht verfeeckert zijn , dat de Keyferlijcke
Majefteyc hem fija mifdaden vergeven had, die
Mn2 dacc
(64 Treurige Gefrfrie&erin van
daer op antwoorden , het ware feecker 1 1 jck waer ,
hy mocht dacr op geruft ftervcn j fijn Majêfteyt
had hem alles in fijn harte vergeven, alleen de
ftraf moft ratione boni public i ten inficht van 't ge-
meene goedt gefchieden. Hier op feyde hy :
O met wat een vergenoeging!) fterve ici^ , vorders
vi aeghde hy , of de genade van het behouden van
fijn handt noch niet aengekomen ware. De Heer
van Abele feyde , fy hadden noch geen ant woort ,
doch fy verfeeckerden hem , het Recht niet te la-
ten voortgaen , voor fy des befcheydt hadden.
Waer op hy > O boegaerne en vrolijtl^fou kiftenen ,
en bet hooft ten beften geven , wanneer *c£ de rechte band
by 't lijf behouden mocht. Van Abele feyde , Sijn
Majetteyt foude fich , door fijn aengebóorne
goetheyt , bewegen laten, en hier mede , na eeni-
|e andere woorden , en dewijl het nu al omtrent
de kloek van negen uren was , hebbende Heeren
de laetften oorlof genomen.
De Heeren dan , hebben fich in den eerften
Hof. van het Borgereh Wapen- huys, op een
plaets met een fchoone Turckfche tapijt beleyt ,
néder gefet, al waer de Heer Stadt Richter, twee
van fijne byfitteren, tot defeive gefonden heeft ,
die hen te kennen gaven , het ware tijdt , het
Recht met Zerini fijnacnvanck te geven , en al-
foo hebben defeive byfieters , zijnde Heer Mi-
chaël Marck , en Heer Hans Chriftopher Geru-
bel Zereni het felfde aengefeght , die daer over ,
om fijn vonnis te aenhooren , in volgende ordere ,
naden eerften Voor-zael of Voor-hof gebracht
is. Eerfteli jck , die beyde Staets-byfitters , ee-
nise mufquettiers 5 Hy Zerini felfs > fijn Biecht-
vader met fijn macker, de Heer Hopman van der
Ehr, en een Corporaeifchap nahem. «*\°P
dede de Heer Stadt Richter een korróaenTpraecK,
NADASTI,ZERINl,enFRANGEPANI. 565
en daer op las de Geheym-fchrijver Maximiliaen
Haan het vonnis. Zijnde in formaliteyc en om-
ftandelijckheden, als dac van Nadafti, rnaerüjn
befchuldigingen waren. 1. Hy hadde fich met xix.
anderen tegen fijn Keyferlijcke Majeitcyt , ver- Vonms
metentlijck ingelaten , en na de voorgaende ver-
kregene verfchooningh , op nieuw hoogh verbo-
dene machinatien , en betrachtingen aengevan-
gen. Met affendingh van feeckere perionen ,
door het Koninckrijck van Hongarijen , en el-
ders, wat hy konde, gedaen ; oocktot Cziaka-
turn tegens de afgevaerdigh.de Keyferlijcke volc-
keren, liet gefchut op depafteyn en wallen ge-
bracht- en byfondere wachten tegen de Duyt-
fche Chriftenen verordineert, oock diergekjcke
handelingen in Over- Hongarijen aengevangen,
defelve opgeheven, en tot voltrcckmgh van fijn
verdoemt beftaen , veel anderen opgeruy t , en tot
fich getrocken ; en onder andere Frangepani ,
beneffens veel bedrieehlijcke beloften , het
Dirtaorium of de beftellingh , tot voltrec-
kmgh van fijn aenvangh , opgedragen • vorder
met hem overgele^ht , om fijn Keyferlijcke
Majefteyts Erf. Koninckrijck en Landen, erbar-
melijck en on-Chriftelijck, aen te taften, en te
overvallen, en een vreemde machten heerfchap-
py te onderwerpen. Tot defen eynde had hy aen
verfcheydene geweften, en voornamenthjek m
Turckijen, om verboden volck en geit- hulp ge-
fonden , gelijck oock van fijne Keyferlijcke Maje-
fteyts Krijghs-overften onderftandt begeert , en
die op fijn zijde getrocken , oock de Veftmgh
Copreinitz,uytde macht van fijne Keyleihjcke
Majefteyt, onder fijn gewelt gefocht te krijgen ;
en fich vorder met fnoode vei wandtfehappen be-
holpen, i-
Nnj Daer-
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
$66 Treurige Gefchiedenis van
Daer-en-boven hadde hy in Maert 1670. op
de vergaderingh te Neufol , yemandt met brie-
ven , aen ettelijcke voorname Heeren der by-een-
komll afgeveerdighc , en hen niet alleen vermaent
niet te verdragen, of te accorderen , maer oock
defelve opgehitft , en fijn godtloos voornemen
geopenbaert , en op het krachtelijckftc en be-
weeghlijckfte, tot de wapenen opgeruyt , en tot
opftandt tegen den Keyfer vermaent : gelijck ge-
dachte fijne medeftanders de wapenen oock dade-
lijck opgenomen, alle vyandtfchap gepleeght en
aengevangen , en veel onfchuldigh bloet vergoten
hadden. Dat hy Zerini oock de Wallachen , en
hunne Biffthoppen , om met hem te houden h3r-
telijck hadde aengemaent. Hy had oock een feker
perfoon, met een infame en fmadelijckeinftruc-
tie , tegens fijn Keyferlijckc Majefteyts eygene
perfoon , aen feeckeren oort afgefonden. En
vorders verfcheydene andere daden , blijckende
uyt fijn rechtsplegingh , aengerecht, dewelcke
niet konnende verantwoorden of wederleggen,
maer te bekennen genootfaeckt zijnde , wierdt hy
verklaert , mifdaet van gequetfte Ma jeftey t , &c.
te hebben begaen , en vorders met verbeuringe
van fijn goederen , om hooft en handt te verliefen
veroordeelt.
Onder het lefen had hy altoos het Kruysbeeldt
inde handt, enbadtgeduerighlijck: na het fel ve
brack d'Heer Stadt Richter , na de gewoonte
den Staf , en wierp die van de Gaendery in de Zael
neder. Maer daer op wierdt hem , de Keyferlijc-
ke genade , van de hand te behouden voorgelefen ,
waer op fich Zerini feer laegh gebogen heeft.
OndertufTchen wierdt de deur , die naer het Seraf-
toneel gingh , geopent , ftaende aldaer een Scha-
vot , fes fchreden langh , en vier breedc* met fwarc
- v laec-
Nadasti, ZERJNi>en Frangepani. $6>
laecken bedeckt , waer op hy gebracht wierdt ,
biddende geduerighlijck mee fijn Ihecht-vader in
grooter aandacht -y ondertuflehen hebben fich de
Heeren Gemachtighden , als oock het Staets Ge-
richt , yeder aen fijnen byfonderen oort geplaetft ,
om het recht aen te fien. Zerini feyde tegen fijn
Biechtvader : Dele (wijfendeop het volck) ont-
fetten fich meer als ick ; daer op heeft hy fich fclfs
den over- rock uytgetogen,en die fijn Edel jongen
Tarrody gegeven , heeft oock felfs fijn onder-
rock, daer men desavondts te voren den kraegh
had afgefneden , geopent , waer op hem defelve
iongen de oogen met een met goudt geftickte
neufdoeck verbonden, en te gelijck het hayr op-
geknoopt heeft , en is foo fonder meer redenen ,
of oorlof-nemingh van het volck , nedergeknielt,
alleenigh feggende voor hetlaetftc : Heer in uwe
handen beveel itkjnijnen , ten ey nde van de welc-
ke hem den Scharprechter , de (Ugh bracht , D*Jt«,
doch ongeluckighlijck , alfoo hy noch een molt Zcrini.
uytftaen , eer het hooft afgeflagen wierdt.
Dit gedaen zijnde , hebben eenige daer toe be-
fteide eerlijcke lieden het lichaem en het hooft,
ter zijden van het fchavot , te famen geleght , en
meteen kleedt , gelijck oock het bloedt , dat alle-
fints , en voornamentlijck aen de trappen, daer
men moft afkomen gefprongen was , terftont be-
deckt. Na defe verrichtinge , heeft de Vader
Guardiaen de omftaenders hartelijck gebeden ,
een aendachtigh gebedt voor defe arme ziel te
doen , gelijck fy oock gedaen hebben, en daer me-
de hebben fich de Heeren, weder in hun vorige
ordere in de Voor- zael gefet. t
Als doe is Frangepani , op defelve wij fe voor
de Heeren gebracht, en is met hem, met3flefen
van fijn vonnis , breecken van den Staf , en mede-
Nn 4 dcc-
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
XXI.
Vonnis
268 Treurige Gefchiedenis van
deelingh van de genade des, handts , evenals met
Zerini gehandelt.
D'inhoudt van fijn vonnis (fonderomftandig-
heden en formaliteyt, die gelijck met de andere
overFran- zijn op te halen) was :' L Dat hy de tijdelijck
gepam, bckomene kenniflè , van Peter Zerini; fijn weder-
. fpannigen aenvangh verfwegen , het DirtBorium
of beftellingh des wegen ontfangen en aengeno-
men had. 1 I. Dat hy een verdoemden brief,
van dato den 9. Martij 1670. aen den Hooftman
Tfcholnifch , met verachtingh van de Keyfeilijc-
ke wapenen , en gantfche Duytfche natie afge-
fonden had , met openbaringh van fijn quaet voor-
nemen , tegen fijn aldergenadighfte Heer.
III. Dat hy opentüjck de Stadt Agrauw , en
andere geeft en wereltlijcke ftanden en onderda-
nen in Croatien had bewogen , tot t'fameoftcm-
mingh , met Zerini , met voorgenomen inlege-
ringh en befettingh van twee hondert man in de
felve Stadt , tot bemachtigingh van de felve;
I V. Dat hy het Keyferlijcke voor-raet , voor de
Petriniarifchc Granitzeren, de Rivier de Sau af-
gevoert , genomen had. V. Dat hy by de
Turcken , om verboden hulp en byftandt aeiige-
houdenhad. VI. Dat hy de Wallachen en hun
gemeynden Biflchop , tot gelijcken afval, van fijn
Keyferlijcke Majefteyt , en toeval tot Zereni aen-
cemaent had. VII. Dat hy een fecckereln-
ftru&ie en onderrichtingen , door hem en andere ,
gefmeedt, vol zijnde van fmadelijcke woorden ,
tegen fijn Keyferlijcke Majefteytshooghfteper-
foon , aen feeckeren oort afgefonden , en vorders
in veel andere wegen eer-vergetentlijck enfiraf-
matighlijck mifdaen had. Over alle welcke
mifdaden,en foo voort: volgens de formaliteytcn
van voorgaende vonnüTen. De toeftandt van fijn
rech-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
m
Nadasti, Zerïni, en Frangeïani. $69
rechter handt te mogen behouden , wierdt hem
oock in voorgaende termenen woorden, gegeven
uytLaxenburgh, van den 49, April 1671. voor-
gelefen.
Geduerende het Iefen van het vonnis > badt hy ,
metopgeflageneoogen, geduerighlijck , kuflcn-
de hetKruys-beeldtverfcheydenmael, vraeghde
oock , na aflelingh van het vonnis , of 'er dan
gantfch geen genade voor handen voor hem was
Waer op de gemelde genade van fijn handt te be-
houden , hem voorgelefen wierdt. Als hy dit
gehoort had, fprack hy overluydt : Icl^ bedanc-
ke fijn KjyferUjcke Majefieyt > mijnen alder-gena-
dighften Heer, voor defe van my geheel en gantfch
onverdiende , laetfi e genade , (eer onder danighlijck»
En daerop is wederom de deur naer het. Schavot
gcopent , en hy daer na toegebracht , hebbende
al vorens den Biechtvader gevraeght , of Zerini
wel gerecht was , en hoorende van ja , feyde hy :
Wel aen, foohoop ickhet felfde, entradtalfoo
manhif tighli jck op het Schavot , hebbende alleen
het Kruys-beeldt in de handt. Daer gekomen
zijnde , dede hy in het Latijn fijn gebedt , dueren-
de wel ander half quartier uers , feggende onder
anderen : *Ach Godt , vtrgeeft my alle , ja alle mijne
fonden ; ach Godt , ghy wett , dat ic^door mijn foo
groote mij daden , een veel fwaerdtr dood verdient hebbe ,
maerghv heht defelve , door de goedigheydt , van mijn
aldergenadighp Kjyfer en Heer , ƒ00 verre verfacht ,
des wegen blijve u de eeuwige glorie , lof en eer. Jc/«
bidde u 00c \mijn Godt > door u bitter lijden en Jlervcn ,
dat , indien icl^ buyten verhopen t ergens in de onder-
foeckjngen , over my gejlelt , in mijne fchriftelijckf
verantwoordingen ofindebiechtef yets fou mogen heb-
ben verfwgen , doorhes welcke ick u , of mijn alder*
genadigbjk Kjyftr en Heer Jou mogen hebben mifdaen i
Nn 5 dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
*yo Treurige Gefcfnedems van
datghyfulckf* als buy ten wille, en uyt vergttenheyt ; fcawtfc>
*» ftpackbeydt, van mijne men fchelijcke, en gebreec- |vk>ku
tyge geheugeniSy voortgekomen , aennemenwih. IcJ^ 5
« , wyn getrouwe Godt , j*4tf »»y <*oc£ /'/i
mj/ii ktfjle «r* , «» ^00^ > en benauwt-
keydt, met u krachtige bulf.by : vergeeft my mijne
mij 'daden , en ontfanght mijn arme %d , in de eeuwige
vreugbde en faligbeydt.
Na befluyt van defe en andere» fonder ftorten
van tranen, groocmoedighlijck uytgefproockene
xxn. gebeden , heeft hy fijnen over-rock , fijn Pagie
Sijn dood. üernardino ter handt geftelt, oock den,des avonts
te voren afgekraeghde onder-rock , opgedaen , en
fich het hayr van den fel ven Edel. jongen , mee
een fnuyt-doeck laten opbinden • maer fich be-
denckende, trock defelve wederom van denoo-
een af, en nemende het Kruys- beeldt weder inde
handt , keerde fich naer het volck , en feyde tegen
hetfelve indeLatijnfche tale: Ghy lieden die bier
tegenwoordig)) qjt , en mijn ellenden aenfehouwt , /pie-
pelt u , en neemt een voor-beeldt oen my : bemindt
Godt , en fijne Majefieyt , qjt hem
trouw en toegedaen , wacht u , en onthoudt u van de
voddeloofe en verdoemde fiaet-fucbt , die my, in dit
uyterke verderf gebracht beeft. Vaert mUbiddct
tmrnw, meteen aendachtige Requiem , Ic^ gaena
de doodt , en falby Godt u voor-fpraecl^ijn , adjeu,
adieu , vaert wel , vaert wel.
Hier mede liethy fich ten tweede mael de oo-
gen verblinden , en knielde neder, roepende ge-
duerieh lefus Maria, tot dat hem de Scharp-
icchter de flagh gaf , die te ver naer het lijf
ctngh , waer door hy, diep verwondt zijnde,
fijne handt oprichte, en riep , lefus mijn hoop,
hy aen het vallen lijnde, rechte fich weder op,
roepende Jefus ceduerighlijck aen , waer op hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Nabasti,Zerinï, enF&ANG» ani'. 571
vien tweeden flagh ontfangen heeft , die hem het
chooft van het lichaem nam , fommige willen ,
3idat hy drie flagen fou ontfangen hebben , maer
J&et eerfte fchijnt het geloofweerdighfte te zijn.
vOver defe twee feylen van den Scherprechter ,
r ontftondt groote fchrick , die oock daer over valt
gefet is geworden. De lichamen en hoofden
zijn het volck een wijl ten toon eeftelt , en daer
na , veder onder fijn farck , op net Kerck-hof
van den Domkerck, met een ltatelijck gevolgh
van krijghs-lieden en Heeren > begraven.
£ Y N D £•
Tot Dordrecht,
<_ — ■ ta.
Gedruckt by Nicolaes de Vries,
wonende in de Nieuw-ftraet, by de
Lacijnfche School. 1672.
mmnnmmm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4
B
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
30 K 4