Skip to main content

Full text of "Keur-stof deses tydts, behelsende de voornaemste geschiedenissen of rampsaligheden der grooten, meest voorgevallen zedert het jaar 1640, vertoonende het laetste toonneel der doorluchtige mannen uit verscheyde schrijvers en talen vers. door L. v. Bos geçiert met af-beeldtsels"

See other formats


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


EX 

BIBLIOTHECA 


F.G.WALLER 

1953 


J 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


KEUR-STOF 

DESES  TYDTS, 
Behelfende  de  voornaemfte,Gefchic- 

dcniflcn  of  Ranipfaligheden 

DER  GROOTEN, 

Mceft  voorgevallen  zedert  liet  Jacr  1640. 
Vertoonendf. 

Het  laetfie  Toonneel  der  Doorluchtige 

Uyt  verfcheyde  Schrijvers  en  Talen  verfamelt 
door  L.  v.  Bos. 

Oecicrt  met  kunsltgc  Af-beeldrfcls  der  voornaemstt  Perjooneit 
tnde  Historiën,  Jecr  curieus  nacr  V  leven  Ge-et  ft, 
door  den  beroemden  R.  de  Hoogc. 


TOT  DORDRECHT, 


By  Geemen  van  Cappel,  Boeck-verkooper 
op  den  Hoeck  van  de  Beurs. 

Anno  1672. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


OPDRACHT 

Aen  den 

I  Hoogh  Achtbaren  Edele  Heer, 

1  Heer, 

M  JOHAN  HONIGH, 

%*edt  der  Stadt  zPididdel- 

< 


oogh  Achtbare  Heer* 

Oedanigh  de  nuttigheyt 
der  Geichichten  is,  ftaec 
veel  te  wel  bekent,  als 
dat  de  zelve  mijn  penne 
zoude  behoeven,  omdieyemandc 
aen  te  prijfen ,  de  dagelijckfche  on- 
dervindinge  leert  ons  genoegh- 
zaem ,  hoe  zachteiijck  men  fich  aen 
een  ander  fpiegelt,  en  hoe  heylza- 
me  leer-ftucken  het  zijn,  die  ons 
eens  anders  ongeval  befchicken. 

*  z  Van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


OPDRAC Ht 


Van  den  oever  af  de  fchip-breuckejt 
van  andere  te  fien ,  baert  ons  een  l 
fchrickclijck  genoegen,  en  plantJ 
ons  in ,  neffenseen  Chriftelijck  me— 
dedooge,  een  heymeiijcke  vreught: 
van  niet  deelachtigh  aen  dat  verderf) 
te  zijn.  Waerlijck  onfc  eeuw  is  s 
geenfins  foo  wel  getuchtight  ,  of] 
fy  vertoont  fich  maer  al  te  vrucht- 
baer  in  verfchrickelijcke  voor- beel- 
den ,  wy  hebben  daer  van  voor  de-  • 
fen  menighte  van  proeven  gefien, 
en  komen  tegenwoordigh  tot  het 
vervolgh  van  al  defe  Rampzalighe- 
den. 

M  i  jnen  Schrijver  heeft  daer  voor 
heen  een  goet  getal  van  voort  ge- 
bracht, en  niet  ongeluckighlijck ; 
getoont,  hoe  teelzaem  defe  tijden 
in  grouwclen  zijn,  en  nu  wederom 
ons  Vaderlaudt  en  de  opmerekinge 

der 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4 

pJani 


in 


OPDRACHT. 

der  leerzame  gemoederen.,,  defè 
ftucken  op-geoffert,  en  alfoo  ons 
allen  tot  danckbaerheyt,  aen  fijn-, 
y  ver  verbonden.  Wy  derven  foo 
veel  daer  van  getuygen ,  datfc  foo 
in  ftoflfe  alsomftandigheden ,  voor 
geen  andere  behoeven  te  wijcken^ , 
aen  de  waerachtigheyt  behoeft  nie- 
mant  te  twijffelen.  Soodanigh 
is  dit  ftuck  Hoogh  Achtbare  Heer, 
hetwelckewy  UEd:  indefchoot 
komen  werpen-  >  niet  alleen  om 
onder  UEd:  befcherminge  veyligh 
te  zijn ,  maer  oock  om  erkentenis 
te  dragen  ,  aen  de  toegenegentheyc 
die  fijn  Ed:  tot  bevorderingo  van 
dit  werck  eetoont heeft.  Ontfangt 
dan  Hoogh  Achtbaro  Heen,,  hec 
geen  wyaen  UEd:  gunde  verfchul- 
dight  zijn*  en  verzeeckert  U  Ed: 
beneffens  dit  geringe  gefchenck , 

*  4 


van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


OPDRACHT, 

van  de  alderdierfte  en  tcderflc  ge- 
negentheyt,  en  genegenfte  dienft- 
wiüigheyt  van-. 

Hoogb  Acbthare  Ed:  Heer , 

UEd:  Gewillighften  Dienaer  i 

Geemen  van  Cappeu 

"Dordrecht,  uytmijn 
Boecl^winckel ,  den 
ter  ff  en  van  Bloey» 


AEN: 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


**5tt>  ^fefc^: 


AEN-SPRAECK 
Aea  den 

l  e  s  E  R. 

Beminde  Les  er, 

T  hebben  woor  tenige  Ta- 
ren  ,  wan  tijdt  tot  tijdt  en 
by  otdre  wan  gevolgh  ee- 
nige fluckcn  wan  genoem- 
de Treur-Tooneelen  titot 
aendacbt  en  ofmerckjnge  op-geoffert ,  en 
inder  Voaerheyt  bevonden,  dat  mijn  ai- 
beyt  niet  geheel  wrucbteloos  aengeüpent  en 
befieedt  isgelbeefl  5  de gcdueriqbeyt  wan 
des  Werelts  Rampen,  en  de  wrucbtbaer- 
heyt  wan  bet  qttaet  defer  eetffre ,  hebben 

y  5  mijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


AEN  DEN  LESER: 
mijn  penne  Veder  op  nieuto  hacker  ge 
mneckt ,  om  die  ^voor-beelden  ^van  uer* 
derffelijcke  onbeylen  nietfonder  bun  ^ver- 
Jcbuldight   te   laten  woor  by  gaenA^ 
Wy  geven  dit  Hoecb^  den  Tijtel  van 
Keur-ftoflfe  dezes  Tijds,  omdat  bier 
juyft  niet  alle  Treurige  njoorv  allen  by  een 
gebaelt  zijn ,  maer  alleen  foodamge  >  die 
foo  in  omflandighedeny  als  oprechte  Vcxier- 
beyt  bet  geficbt  des  Werelts  ons  hebben 
Doaerdigh  gefchenen  te  zjjn.    Wy  jouden 
inderVaerheyt  dit  fluckjnerckelijcl^beb- 
ben  konnen  <vergrooten ,  maer  Vy  hebben 
onfe  Keur  met  bet  Keurlijckjïe  Villen 
bepalen.    Onfe  hope  is  dat  defe  onfen  ar~ 
leyt  V  E.  falaengenaem  zijn,  maer  Ven- 
fchen  dat  het  goet  foodanigen  uoort- 
ganc^  en  aerïtoas  in  onfe  Werelt  en  Tijdt 
nemen  f al>  dat  onfe  penne Jiof  ontbreken 
fal ,  om  meerder  foodamge  njoor -beelden 

te  njoorfbijn  te  brengen }  en  dat  Vpy  een* 

mud 


AEN   DEN   LE  SER; 

fAmael  fatten  beleven ,  ten  eau  we  dk  > 

Van  haren  eerften  ftant  verandert  en  ontaert , 
Sijn  eygen  felfs  ontlijckt  en  beter  wort  herbaert, 

Ondertuffcben  neemt  dit  aen,  en  doetu 
ruoordeel ,  met  de  ge^tlltgen  arbeyt  <van 
ufoo gelpiliigen >  als  oudenDtenaer , 


Dordrecht  dcfen 
26ftc  van  Lente- 
maent.  1672. 


L.  v*  Bos. 


BLADT- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


BLADT-WYSER 


Van  de 


eur-i 


lts. 


Tag.  ï 


I.  Historie, 
J)e  Ridder  Sr.Thomas  Overbury. 

II.  HcnrydeTaIcran,GraefYanChalais.  44 

III.  Rcgcringe  ende  eynde  van  den  Grootcn  Mo- 
gol  Jangheer,  met  de  doodt  van  lijn  Soon  Cufroe, 
cn  andere.  6j 

IV.  Napelfchc  Beroerte ,  met  de  doodt  yanlofe- 
pho  Carafta  en  Mas  Anicllo.  105 

V.  Mefeck  Bahaman,  Koninck  van  Larry  Joon, 
cn  andere.  177 


yi.  DonFerrante  Pallavicino. 


194 


VII.  DeKcyfer,  Keyferin5  Dochter  enVorften 
van  Sina.  208 


VIII.  Koningen  van  Cambodia. 


216 


I X.  De  Marquis  Monaldefchi,  Groot  SchÜt-knaep 
van  de  Koninginne  Chriflina  van  S weden.  228 

X.  Gefchiedenis  van  den  Groot  Mogol,  met  de 
doodt  van  Dara,  Morad  Bakfche,  en  andere  Vor- 
ften  en  Vori  tinnen.  254 

XI.  Her. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


B  L  A  D  t  -  W  Y  ï  F.  R. 

X  L  Herftcllingh  van  Carel  de  I L  Koninck  van 
erootBiittanie  &c. 

Met  de  doodt  van  Gcncracl  Major  Harrifon ,  cn 
andere  Rechters  van  den  Koninck.  352, 

XII.  Ottomannilche  Rcgeringc,  met  de  doodt 
van  de  Cainniccan ,  Broeders ,  -Suiler ,  en  Oom 
vanAmurath.  391 

XIII.  Kiofcm ,  Groot-mocdcr  van  Sultan  Maho- 
met ,  cn  andere.  406 

XIV.  Tfamen-fwcci  ing  op  cn  tegen  dc  Stact  van 
Barccllcnnc ,  met  de  doodt  van  Öiuitfrc  Accjuil- 
les ,  en  andere.  440 

X  V.  Hcnry  de  Fleury  dc  Cub.n ,  Hccrc  van  Buar. 

H  *  466 

XVI.  Dc  Marquifc  van  G anges.  49 3 

XVII.  Het  ongeluckjgh  cyndc  van  de  Graven 
Nawküi  7  Zeriiii  3  en  FrarigepaniL  528 


O  P 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


OP     D  H 


I  Treur-Stoffe  defes  Tijts. 

Uyt  verfchcyde  Schrijvers  en  Taaien  by 
eenverfamelt>  door  L.v.Bos. 

Zjf  ghy  belaft  ter  Schouburch  in  te  treeden? 
Te  zien  volmaakt  een  bloedtgh  Tafereel? 
Gefroft  van  moordt,  en  and' re  ajgrijflijkheede? 

Zlaa  d'oogen  op  dit  Var Blijk,  Treur-thooneeL 
Maar  dat  voor  af,  u  't  hertte  met  befwijken, 

Nochfehrikks,  als  ghy  te  mtdden  in  dtengloedt 
V  ziet  omringt ,  van  neer  gehort  te  Lijken, 

Noch  vers  geflacht .  gevoenteldt  in  'er  bloedt. 
Hoe  Fb  ANtt.s  Kssfy  nutrouw'  Gemalinnen 

Waar  aan  dat  wet  dan  allé  deugd  ontbreekt , 
Haar  hievo'Hjk,fchendt,  door  buyten  fpoorigh  minne  9 

En  door  'er  boel,  haar  man  na  't  hertte  fleeckt: 
Hoe  zy  verhit,  door  bttt're  wraak,  gedreeven , 

't  Vergif  bereydt»  en  heym'lijk,zamen  Jpandt 
Met  J  A  R  V  A  S ,  die  om  zich  te  zien  verkeeven, 

Den  Rtdder  over  BüRRY  helft  van  kant. 
En  hoe  het  Paart  van  Napels  raakt  aan  V  hollen. 

Anielio  als  een  Vorft  ten  Throon  gevoerdt , 
Die,  eer  hy  noch  geraakt  aen  't  fuyfebolle, 

Door  hulp  des  Volkx,  het  gantfche  Rijdereer t. 
Stigt  moordt  en  brandt ,  vervolgt  den  meeften  Aadel 

Ter  doodt,  en  recht  een  fchool  van gruxc'len  ant 
Tot  dat  hy  zelfs  gefmeeten  uyt  den  zaadel , 
Ter  needer  (lort ,  en  fier  ft  als  een  Tyran. 
Den  Grooten  Mogol  rijk^van  Zeen  en  Stranden* 

Werdt  aanga  aft ,  be-oorlogt  van  zijn  Zoon, 
Dien  hy  met  macht  vervolgt,  en  k?*jgt  i*  hande, 

Een  jonger  Broer ,  iferlek^ert  op  de  l(roon 
Zijm  Vaaders,  leydt  den  blinden  KüSROE  laagcttf 
Dien  hy  met  lift  deed  fitkf^en  aan  een  kfort. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ie*  Vaader,  ah  hier  door  aan  V  hert  geflaagen  9 
Die  ruft  zich  toe ,  en  wreekt  die  broeder  moordt. 
Maar  ach!  hm  Jchijnt  my  't  hert  te  fchicr  te  br teken  9 
Hoe  woed  den  Pers  in  't  Hof  van  BAHAMA  N. 
(  Hoefchijnt  de  moordt  het  hooft  hier  op  te  (leeken. 

Den  Ouden  Heer,  {verlokt  door  dun  Tjrari) 
j  öntflaakj;  ontbtet  op  ABBAS  woordt  zijn  Zoonen* 
Dien  hy  Fcfleert  met  alle  Hoffteraadt, 
Maar  defen  Jchclm%  vermomdt  geen  Jchelm  te  thooncx* 

Vermoordt  de  Vorst,  en  ty  effens  ook,  zijn  Zaat. 
Maar  ABBAS,  Wê*  de  wraak,  volgt  op  de  hiele, 

Valt  in  zijn  huys ,  eenfelfdc  loth  te  beurdt \ 
Hy  Zf€t9  (ojckrili)  zijn  Kinderen  ontzielen , 
"  V  Zy  door  vcrgif\  verf/onden  of  verfcheurdt. 
Zn  CoDOBANDO  tm  ter  Heerjehappije 

Gevoerdt,  dte  zjch  nu  mee  fier  zset  van  als  , 
Vervalt  tn  V  kort,  in  dulle  rajèrnije, 

Grijpt  FATYMA,  en  brengt  haar  om  den  hals: 
Zijn  cygen  lyindt ;  een  Bloem  van  feflien  Jaar  en, 

En  dooft  in  V  Hofzoojchoonen  Zonneschijn. 
Doch  hy  verwoed,  Jchijnt  eintl  ijlste  bedaar  en, 

Ver  moordt  ztch  zelfs ,  door  V  (lorpen  van  Fenijn. 
Nu  hoort  men  MonALDEChi  zuchten,  wcenen, 

En  J maken  zijn  gehoonde  KONINCHIN; 
Doch  al  vergeefs  ,  zy  wil  geen  oor  en  leeno: , 
Dies  flort  hy  door  haar  eygett  Hof-geztn. 
Wy  daalen  dan  wat  nederwaarts  by  trappen, 

'  En  zsen  her  fielt ,  den  eerflen  l^arcls  SOON, 
Vyt  zijn  langhduurghe  en  bittere  ba/linghfchappen. 

Bekleden  weer  zijns  Vaders  Erf  en  Throon. 
Daar  hy  gepijft ,  door  aengeboore  kj'suhte 

Dr  Vterfekaar  fbandt ,  en  pleegt  gerechte  wraak. 
En  flraf,  en  doed  zijn  Vader  MoORDERS  Jlachte 

En  wie  zich  vindt  bejoedeld  met  dse  zaak? 
/fy  my !  o  wee !  hoe  klopt  my  V  hert  van  bmne, 

O  Jmert ,  die  my  op  V  alder  dtepfle  raakj 
7/;,  hoor  de  nare  galm  der  M  A  R  QJJ  1  S  1NNE» 
Zoo  jammerlijk  mishandelt,  afgemaakt* 


Du 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Vie  in'er  jcughd plach  als  een  Star  te  Umken> 

En  van  haar  gaf  een  levendige  ftr  aal, 
Werdi  hier  geparff,  het  dood'lijk^nat  te  drinken* 

Of  in  der  ijl  te  fneuv'len  door  het  fl aal, 
't  Welk,  zy  verlate  ff,  doch  dees  verwoede  honden, 
Zien  iet ,  het  geen  hun  wrcetheyt  tegen/reeft, 
Voor  bonnen  V  lijf.  met  meer  als  fes  paar  -wonden, 

Tot  dats'  of  V  laaff,  den  laaficn  dood-fmk,geeft, 
Vns  fluyten  roy  dees  bloedige  Gordijnne. 

Maar  zacht ,  ay  zte,  hetgeen  'er  noch  aanfcheeldt. 
Serin.  Nadast  en  Fr.akgepan  verfchijnne 

Op  't  hofschavot,  daar  tl^zijn  Treur-rol 'flecldt. 
Vat  van  den  Bos,  dien  Hoogh-gelccrden  Schrijver, 

Vat  breyn  ge/pits  op  7  mergh  der  Poëzij, 
Vvs  voort  gaat ,  en  volhardt  in  zijnen  yver, 

Vie  ons  ver  eer  dt  met  ztdkenfchilderij, 
Waar  in  hy  V  Menfchen  lenen  af  kimt  maaien , 

En  wij  ff  den  Vorflen aan  htm  doen  en  pligt, 
Enftofverfchaft,  uyt  veelerkmde  taaien , 

Geenjd'le,  maar  die  f  effens  leerdt  enfligt. 

T.  AsselynJ 


DE 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DE  RIDDER 

Sr.  THOMAS  OVERBURY, 

en  andere. 
INHOUDT. 
I. 

STaet  der  l(\onincki;ijcken.    II.  Aert  van  de  Gravin 
van  Ejêx.      III.   Haer  liefde  op  Robbert  Car. 
IV.  Haer  liften  tegins  h  ier  Man.     V.  De  Heer  Car 
,  verheft  op  de  Gravin.  VI.  Northampton  maeckt  vrient- 
i  fihap  niet  Car.  VIL  Mijnoegenvan Ejjcx.  VUL^r- 
bittert  de  Grav.n.      IX.  //.i<r  ./«"^  voortgang 
X.  Aemvas  van  het  gefagh  van  Overbury.    XI.  Jy* 
tr'ouwhartigheyt  legen  Car.      XII.  gevolgh. 
XIII.  Ongunfl  van  de  Prins  tegen  Car.  XIV. 
Cniï'/;/  vtrjóeckt  een  Echt-Jcheydmg.      XV.  Vvrdttt 
trouw  van  Overbury.      XV  I.  ^ff*  'W?  met  Car. 
!  XVII.  V4*     Gravin  zegens  hem.  XVIII.  Afr>  - 

l  thampton  is  mede  deelachtigh  aen  den  haet.    XIX.  £« 
,  aenrader  van  het  Schelm-finck,    XX.  />  Ridder  J er- 
vas  vort  Stede-houder  in  den  Tower.     XXI.  Tof/fjJ» 
.  om  Overbury  te  dooden.     XX II.  ^f«w.w  114*  0«f- 
i  burijs gefagh.    XXIII.  Die  van  Car  bedrogen  vort. 
',  XXIV.  En  geraeckj  in  ongenade  by  den  Kommk. 
XXV.  En  in  den  Tower  gevangen  gefit.  XX  VI.  Ver- 
fcheyde  toeruflmgen  om  hem  te  vergeven.  XX  Vil.  Dc 
' Ridder  J  er  vas  voort  mede  van  den  aenhang.  XXVIII. 
Overbury  flaet  veel  uyt.    X  X I X.  Houw  'lm  ^  van  de 
Gravin  met  Car.     XXX.  Brief  van  Overbury  aen 
Car.    XXXI.  Die  eynde/tjcli  vergeven  wort  enfterft. 
XX  XII.  Vervol gh"  op    de   doodt   van  Overbury. 
X  X  X II I.  Onder  joeck^tegens  de  f (  helmen.  XXXIV. 
StrOf  over  de  Moorders.     XXXV.  Wïjtlooptgh  ver- 
hael  van  Jervas  onderteek,     XXXVI.  Sijn  verant- 
woordingen.    XXXVII.  Belijdenis  van  Frajrhf». 
6  A  XXXVIII. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


L 

Stact  der 
Koninck- 
tijcken. 


z  Treurige  Geschiedenis  van 

XXXVIII.  Overtuyght  Jervas.  XXXIX.  Sijtt 
veroordeeltnge  en  doodt.  XL.  Doodt  van  Doétor 
Franckltn.    X  L I.  Befluyt  tegens  Car  en  de  Gravin* 

I.  Geschiedenis. 

Oe  oock  yder  Koninckrijck  of 
gemeene  befte  wel  en  gei  echte- 
lijck  fy  beftjert,  en  vrome  lie- 
den de  rechte  itutfels  van  de  fel- 1 
vezijn^  evenwel  kan  daernoyt| 
foodanigen  ftaet  bedacht  wor-! 
den ,  of  onder  de  goeden ,  tol- 
len altoos  quaetaerdige  lieden  gevonden  worden, 
('t  zy  acngedreven ,  door  hun  natuerlijcke  drift , 
of  afgunft  en  ftaetfucht ,  om  hun  boofe  genegent- 
hedente  voldoen)  dewelcke  menighmael  vallen 
in  daden,  die  t'eenemael,  met  het  geluck  van 
goede beftieringe  ftrijdigh  zijn,  latende  evenwel 
niet  na,  door  hun  eygene  wegen,  en  verkeerde 
daden ,  hun  eygen  verderf  en  onderganck  te  be- 
vorderen.   Defe  dingen ,  dewijlfe  gefchieden , 
onvoorfien  enbuyten  verwachtinge,  zijn  des  te 
aenmerckelijcker.    En  door  defe  boofe  neygin- 
genfienwy  ♦  dat  oock  felfs,  die  anderfints  niec 
geheel  boos  zijn  ,  van  langer  handt ,  tot  boofheyt 
worden  gebracht,  en  die  aireets  boofaerdigh  zijn, 
van  boos  dimmer  en  flimrner  worden  ;  tot  dat  fy 
hetuyterftevangodtloofheyt  en  vorders  van  on- 
geval hebben  gewonnen.    De  driftige  lijdingen 
van  ongeregelde  luften ,  om  tot  hun  gewenfchte 
eyndc  te  geraken,  en  mits  het  beroovender  felver 
die  van  ongetemde  wraeck ,  zijn  geenfints  van  de 
minfte  uytwerckfels  van  defe  en  andere  fwaerder 
ongevallen;  dewijle  men  gemeenlick  fiet ,  dat 
het  begintfel  der  fonden  >  foodanigh  aen  hun  eyn- 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overburt.  j 
devaftis,  dat  het  een,  nootwendighlijck  hetan- 
;der ,  en  defe  te  famen  de  verderfFenis  of  van  ande- 
ren ,  of  van  fich  felven ,  met  fich  flepen. 

Wy  ftellen  alhier  den  aendachtigen  Lefer  voor, 
een  voorbeelt  van  bittere  wraeck,  voortgekomen 
.  uyt  ongetemde  tochten  van  min.    En  de  oprech- 
•jti^heyt,  bevoelende  die  ftraffen  en  boof heden, 
tdie  men  Ifvvaerlijck  fnoode  trouwloofheyt  fou 

•  ikonnentoedencken.  Om  de  uytwerckfels  te  be- 
uker aen  te  mercken ,  moeten  w  y  de  grondt  diep 

|ophalen,allbomen  de  onnoofelheyt  niet  beter  kan 
voorftellen  ,  als  door  de  bemerckinge,  van  de 
ftraffende  of  vvreeckende  boof heyt. 

De  Gravin  van  EfTex ,  een  vrouw  vol  vrouwe-    I  !• 
lijcke  driften  en  genegentheden ,  geneyght  tot  ^fg  ^ 

•  ivoldoeninge  van  haer  Tuften ,  en  na  de  Hooffche  van  EfreXe 
wijfe,  quift  en  eergierigh,  was  met  haer  Man, 
den  Graef  van  Enex ,  in  onluft  geraeckt ,  't  geen 
lin  merckelijcke  verwijderinge ,  en  ten  laetften  in 
iniet  minder,  als  bitteren  haet  quam  te  ontaerden. 

Dit  venijn  haer  hart  ontbindende ,  van  de  foete 
ööi  bandt  van  echte  liefde ,  ftelde  het  felve  lichtelijck 
open  voor  ftrijdige  neygingen ,  om  het  genoegen, 
•ihetwelcke  de  vrouwelicke  drift ,  ineen  wettigh 
befit  niet  genieten  mocht  of  wilde ,  in  een  onwet- 
tige betrachtinge  te  vinden. 

Hetoogh  van  defe  Gravinne,  nu  blindt  gewor- 
den voor  haer  plichten ,  viel  haeft  op  eenen  Rob- 
n-  bert  Car ,  die  van  een  Edel  Jongen  ,  door  onma- 
vtï  tige  gunft  van  den  Koninck  Jacob,  tot  deftaec 
•  -van  een  Ridder ,  en  grooterijckdommen  was  op- 
1  vs  ge  voert.    Gelijck  de  gunft  van  den  Koninck  de- 
4  ifèn  Edelling,  boven  andere,  befcheen,  al foo  wierc 
Kit  de  felve  gevolght  door  de  achtinge  van  het  gehee- 
le  Hof,  ja  van  de  gantfche  gemeente ,  hy  zijnde 
boven  dat  een  Man  yan  een  fchoone  gedaente  en 

A  x  aen* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


bert  Car. 


4  Treurige  Gefcbiedenis  van 

l  j  j  aengenamen  omme-gangh ,  het  welcke  de  eerffe 
Hacr  liefde  genegentheden ,  V3n  defe  dartele  Gravinne ,  maer 
op  Rob-  al  te  krachtelijck ,  tot  fich  tt  ock  Hier  uyt  ont 
ftondc  vei  meerdering  van  haet  tegen  haren  Man , 
en  een  byfondere  wil ,  om  fich  ,  op  de  befte  wijfei 
die  het  hier  mooghlijck  was,  van  hem  ie  ont- 
ilaen. 

Op  defe  tijdt  hielt  fich,omtrent  het  Hof,  feec- 
kere  Meeftres  of  Miftris  ,  Turner,  een  vrouw- 
menfeh ,  wel  van  aengename  bevailijekheden  ; 
maer  van  een  quiftigh  en  dartel  leven ,  het  geen 
haer  ten  laetften  de  deur  opende ,  tot  meerder  on- 
gebondentheden ,  ja  foo  verre  dat  hoerery  en  een 
fiagh  van  toover-kunft  of  gift-mengingh,  haer 
gemeenlaemfte  ondeughden  waren.  Sy  was  we- 
duwe van  een  Genees- meefter,  uyt  wiens  boec 
ken  of  handel,  fy  defe  quadekonften  mocht  ge 
leert  hebben.  Met  defe  maeckt  de  Gravin  ge 
Haeïiiften  meenfehap ,  hebbende  aireets  te  voren  kennifle 
tcgens  haer  met  haer  gtrhadt ,  alioo  haer  overleden  Man ,  by 
Man,  fijn  leven  haer ,  als  Artz  bedient  had.  Defe  ge- 
meenfaemheyt  was  haeft  gemaeckt ,  (alfoo  parts 
cum  paribus  faciltcongregantur)  gelijckmet  gelijck 
fich  lichtelijck  vereenight,  Defe  gemeenfaem» 
heyt  trock  de  Gravin  dickmaels  na  het  huys  van 
defe  vrouw  Turner,  daerfe  geduerighlijck  haer 
klachten,  over  haer  Heer,  tegens  haer  uytte,  daer 
vrouw  Turner  haer  feer  gevoeligh  over  toonde. 
Defe  die  gebreck  van  alle  dingen  had,  en  uyt 
dienften ,  aen  de  Gravin  befteedt,  winft  verhoopte 
te  trecken,  beloofde  defelve  haer  hulp  in  alle 
dingen,  waer  over  tuiïchen  hen beyden beHoten 
wierdt,  dat  men  denGraef  vergif  (bu  ingeven: 
maer  fulcks  gedaen  zijnde ,  en  fonder  de  verwach- 
te uyt  werekinge,  deed  de  Gravin  daer  over  by 
Turner  haer  beklagh ,  in  defen  Brief ; 


IV. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder   Overbury.  5 

Waarde  Turner ,  gelijck^ghy  altoos  gevcceft  zijt,  alfoo 
JgfU  ghy  als  noch  mijn  eemge  hoop  tn  deje  veerelt.  Mijn 
."Heer  ts  foo  roei  als  hy  oyt  geweejl  n ,  en  heeft  fijn  beklagh 
fegcn  mijn  broeder  How.ird  gedaen ,  dat  hy  by  my  met 


als  Jij 


gebruyckj  heeft ,  dit 


vrouw 

vnaeckt  my  ont/wntgh,  dewijl  ic^  meerder  ajtgtr  v»n 
hem  heb,  als  van  yemam  anders  ter  werelt ,  als  zijnde 
de  eemge  ver  hinder  ingh ,  om  ojt  te  gemeten ,  die  gene  die 
'tckjjemtn. 

Ondertuflchen,  wierdt  voor  feyde  Robbert 
Xar,  Vifcounti  of  Burgh-gracf  van  Rochefter 
gemaeckt,  vvelcke  acnwas  van  eer  de  Gravin 
~,.oockeen  aenwas  van genegenthcyt  t-'hemwaerts , 
,ien  van  afkeer  van  haer  Man  veroorfaeckte. 

In  dele  drift ,  begeeft  fy  fich  weder  na  haren 
Turner ,  met  dc  mont  vol  klachten ,  en  de  oogen 
,  vol  tranen,  als  een  die  door  haer  boofeluften, 
tot  rafens  toe  overwonnen  was.    Hier  befluyc 
men  weder  aen  de  andere  zijde ,  dat  men  de  Vif- 
count  Car ,  door  toover-kunften  tot  haer  min  fou 
ifoecken  te  trecken.    Om  dit  te  volbrengen ,  be- 
. !  geeft  men  fich  na  eenen  Doaor  F01  man ,  wonen- 
vide in  Lambeen,  een  plaets  binnen  Londen,  een 
.  oudt  Genees,  meefter  en  Edelman,  die  men  ge- 
loofde ,  kennis  in  defe  konft  te  hebben.  Defe 
kreegh  men  haeft,  met  giften  en  gaven  op  de 
handt,  om  fich  by  vrouw  Turner,  tot  uytvoe- 
ringh  van  hun  befluyt  te  voegen.    Defe  twee 
;;jfnoode  menfehen  vangen  verfcheyde  wegen  aen, 
,  •  om  den  Bui  gh-graef  te  bekollen ,  veel  tijdts ,  en 
:  onkoften  wierden'er  befteedt  met  het  maken  van 
iwafle- beelden,  kruy^en  van  filver,  en  andere 
1  fnuyfteryen ,  voor  dit  heyloos  gebruyek ,  maer  al 
!  te  vergeefs.   Eyndelijck ,  gaende  defe  werekers 
al  voort,  wierdt  goet  gevonden,  dat  fy  in  het  Hot 
!  fou  foecken  haer  toeganck  te  maken,  daer  iy 

A  j  vryen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


6  Treurige  Gefcbiedenüvan 

vrycn  toeganck  mocht  hebben ,  tot  die  gene  dieft 
foo  vyerighlijck  beminde  •  daer  fy  niet  naerliet  J 
hem  een  aengenaem  en  minnelijck  gelaet  te  too^ 
nen ,  hoopende  alfoo  met  ter  tijdt  tot  hacr  oogh  J 
V.  wittegeraecken.  De  tijdt ,  eerder  dan  al  defd 
©e  Heer    toover-kunften  deed  fijn  werck ,  fy  geraecken  byf 

SSoode  ecn  >  en  ten  ^ctften »  cloor  <*efe  gelegent  heytaen 
Gravin,  onderhandelingh ,  de  Burgh-graef  ftorte» 
lichtclijck  geprickelt  door  fijn  eygen  lichtveer- 
digen  aert  >  in  de  netten  van  de  Gravin  >  en  wierdt 
foo  leer  op  haer  verfot ,  als  fy  op  hem  was.  Al! 
haer  gaven  wierden  by  hem  verdubbelt ,  en  al  watl 
aen  haer  was ,  fagh  hy  door  een  valfchen  bril ,  fijn) 
gedachten  waren  geduerigh  omtrent  haer  befigh , 
en  haer  lief-lockeryen  waren  de  geftadige  onder- 
houdingen van  fijn  geeft,ja  hy  vant  geen  vermaek, 
als  in  haer  tegenwoordigheyt ,  en  geen  ruft,  als! 
by  haer ,  die  de  oorfaeck  van  fijn  onriift  was. 

Dit  foo  wel  geluckt  zijnde ,  vermeerderde  de  • 
genegentheyt  van  de  Gravin ,  niet  weynigh ,  te- 
gen defetweeuytwerekers,  ick  weet  niet  door 
wat  raferny,  meer  vertrouwende  de  toovery  van 
defe  Konftenaers ,  als  die  van  haer  dartele  oogen , 
en  verleydent  gelaet ,  daer  fich  nochtans  de  Vrou- 
wen alderliefft  en  alderfeeckerft  mede  behelpen , 
eerder  genegen  hun  eygen  gaven  ,  als  de  konften 
van  anderen ,  hun  uytgewrochte  tochten  toe  te 
fchri  j  ven.  Sy  deed  hen  al  wat  fy  konde ,  doende  I 
hen  met  geit  en  andere  middelen  byftandt ,  om 
hen  in  genegentheyt  t'haer  waerts  te  doen  volhar- 
den. 

De  Graef  van  Northampton  haer  Oom »  worc 
gefeght  een  handt  mede  in  dit  werck  gehadt  te 
hebben ,  den  welcken ,  fy  haer  gedachten  hadt 
geopenbaert ,  en  hoe  fy  wenfehte  van  haer  Man 
ómflagen,  en  met  dc  Burgh-graef  vervoeght  te 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


(Mi 

m 
U 

M 
Ni 

I 


ridder  Overbury.  7 
toJciin  het  welcke  hy  overleggende,  vandc  daer  vi. 

g?ooc  voordeel  in  /ter  «JE*  van  de  grooce  £*_ 
tfih  cunft  daer  defen  Car,  by  den  Koninck,m  was,  met  vriendt. 
den  welcken  hy  aireets  groote  gemeenfaemheyt  fchap  m« 
had  gemacckt,  om  fijn  welftandt  by  den  Konmck,  Car. 
die  nylangh  genoten  had,  en  nu  door  den  fclven 
Car  aen  't liabbacken  was ,  niet  geheel  te  ver  1  ie- 
len     Hy  dan  noodight  de  Burgh-graet  aen  lijn 
tafêl ,  en  de  Gravin  daer  by ,  maeckten  een  over- 
lech  van  het  geen  hen  te  doen  ftondt,  cn  gelegent- 
heden  ,  om  dickmaels  by  malkander  te  komen. 
Van  defe  ti  jdt  af  vervolghde  de  Gravin  en  hy  hun 
dartel  en  ongebonden  leven ,  in  fulck  een  gemeen- 
faemheyt ,  als  hen  beyde,  en  de  Edelheyt  van 
fulck  een  Edel-  huys  onbetamelijk  was. 
S      Zijnde  hun  leven  foo  ongebonden ,  konde  het 
?    nieïminder  als  ten  laetften  denGraef  terooren 
r  komen,  die  fijn  vrouw  gr  over begoft  over  te 
jlé  halen ,  haer  te  gemoet  voerende ,  hoe  on^ame.    v  ï  t. 
7;    iick  haer  fulck  een  handel  was,  en  hoe  fy  alle  Mifnoegcn 

GodS  vanE,leX' 
korte :  al  het  welcke  foo  verre  was ,  van  haer  tot 
bedencken  te  brengen,  dat  fy  ^overt^er 
teeen  haer  Man  in  haet  en  birterheyt  ontfteecken 
wierdt    In  de  plaets  van  andere  voldoeningh , 
klimt  fy  in  de  Karos ,  en  rent  na  haren  Turner ,  als 
het  heylighdom  van  haren  trooft,  en  ftort  die  haer 
tranen  en  klachten  in  haren  fchoot.    Hierbefiuyt  VIII. 
mTn  "en  gebreckelijckhcydt  in  hem  ,  dicmenj^c* 
noemt  Frigide  quotdhanc,  een  onmacht  omtrent  Giavin» 
haer  te  veroorfaecken ,  en  daer  toe  wort  Doftor 
Forman  ontboden.    Hier  fchreef  men  ,  hier 
maecktemen  walTe- beelden ,  kruyeen,  en  duy- 
fent  andere  dingen  meer,  maer  al  om  niet,  op  c 
laetfte  door  een  ander  waflen-beeldt ,  en  een  leec- 
kere  doorn  daer  in  gefteecken ,  feght  men  damnet 

A  4 


M 


H 


*ort 

hadt 
M* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de  vooit 
ganck. 


8  Treurige  Gefcb'tedenis  van 

ltuck  voltrocken  wierdr. 
I X.  Dit  foo  na  haerbegee  en ,  foo  men  meent»  uyt- 
Haer  fnoo-  gewrocht  zijnde,  begeeft  fy  fich,in  haer  Koets,  na 
haer  Huys  te  Chartky,  daer  de  G'aef  byhaer 
komt.  Maer  of  de  Graef  I  uftiger  was ,  als  fy  had 
verwacht  >  of  watter  vorder  mocht  gebeurt  zijn  , 
is  onbekent.  Altoos ,  fy  begoft  aen^het  werck  te 
mistrouwen,  en  te  vreefen ,  dat  al  hun  arbeyt  ver- 
loren was ,  waer  over  fy  een  Brief  aen  Forman 
fchteef  van  defen  inhoudt : 

Brief  van  de  Gravin,  aen  Do&or  Forman. 

Waer  de  Vader ,  al -boe- wel  ick^u  altijdt  vaerdtgh,  tot 
mijn  hulp ,  gevonden  heb.  Moet  tcl^  u  die  even-voel  noch 
afbidden  :  daer  om  btdde  ic^u,  dat  ghy  u  deur  (luytt 
en  de  Heer  met  my  om  fijn  byflandt  btdt.  Icl^  heb  geen 
reden  als  op  u  te  vertrouwen;  al  voas  de  geheele  werelt 
tegen s  my ,  den  Hemel  Jat  my  niet  verlegen  laten.  Icl^ 
moet  veel  onruff  en  wreveligheden  van  mijn  Heer  en 
Man  uytffaen,  oock^  veel  voeder fporigheden  van  mijn  vy- 
anden  ,  beneffens  het  verval  van  mijn  gelucl^,  V  en  zy 
ghy ,  door  u  wijfkeyt ,  my  uyt  het  midden  van  defe  woe» 
flijne  verloft ,  het  welc^e  ick^u  btdde  om  Codes  vol. 

U  genegen  Dochter, 

Frances  Essex. 

Waerlijck  een  Brief  foo  dwaes  als  goddeloos, 
evenwel  veroorDeckte  de  felve  een  nieuwen  aen- 
vangh.  Hy  befwoor  op  nieuw  een  Note  Muf- 
caet ,  en  een  Brief,  de  een  om  hem  in  fijn  drincken 
gegeven ,  de  andere  om  hem  toegefonden  te  wor- 
den ,  maer  korts  daer  aen  komt  onfen  vromen 
Forman  te  fterven,  en  daer  lagen  doen  al  de  fpillen 
in  de  aflche. 
Wac  raet  evenwel ,  daer  moeft  een  ander  op  de 

baen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


m 


Ridder  Overburt.  9 
baen  gebracht  worden ,  en  wie  fou  dat  anders  zijn 
alseenen  Giefhim,  een  Man,  die  men  meende 
een  handt  in  het  poeder- verraet  te  hebben  gehadt ; 
omdathyinfijn  Almanach,  daer  foo  nauw  van 
voorfe^ht  had  , altoos  hy  was  een  groot  konftc- 
naer incle  Wit  konft ,  en  ten laetften  oock ,  in defe 
gemeene  foort  van  toover-  of  befweer-konft, 
en  wasdaerom  de  alder-bcquaemfte  Man  die  hen 
diende. 

Ondertuffchen  gingh  de  Gravin  voort  in  haren 
I  dartelen  handel ,  aldei  hande  plaetfen  van  ontmoe- 
i  tingen,  teeckenen ,  aenwijfingea  wierden  onder 
1  hen  beraemt ,  om  geen  gelegeuthcyt  te  verlieten , 
tot  uytvoeringh  van  hun  dartele  luiten.  Alle  ze- 
i  digheydt  en  betamelijckheydt  wierden  onder  de 
.  voeten  getredé,door  alle  ongebondentheden.  Hun 
i  kleedinghen  dracht,  gelaetrhayr,  alles  verftreck- 
1  ten  teeckenen  van  hun  dartelheyt,  en  veroorfaeck- 
i  ten  ten  laetften,  een  af  keer  van  hem  ,  felfsindie 
:  gene ,  die  hem  voorhenen  bemint  en  ge-eert  had- 
den. 

Maer  hier  komt  nu,  op  ons  fchouw-tooneel , 
devoornaemfte  fpeelder  van  ditfpel ,  terwijl  de 
ontucht  haer  rolle  fpeelt,  komt  de  deught  te 
voorfchijn. 

Eenen  Meefter  Overbury ,  eertijdts  leerlingh 
in  de  Rechten ,  voorts  een  goet  Edelman,  heb- 
bende een  wijl  in  Vranckrijck  verkeert,  komt 
eyndelijck  weder  in  Engelandt,  (juyltop  de  tijde 
dat  den  ouden  vromen  Heer  Cecil,  Schat- meefter 
desKonincks,  geftorven  was,  gclijck  hetfterek- 
fte  vermoeden  was ,  door  toedoen  van  Robbert 
Car ,  om  dat  hy  hem  een  vereeringh  des  Konincks 
van  5000.  ponden  Sterlinghs ,  ten  deelen  ontfet 
had ,  toonende  den  Koninck  met  een  aerdigheyc 
alleen  het  darden  deel  van  de  fommc  >  die  tiende 

A  5  den 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X. 

Aerwas 


L 


to  Treurige  Gefcbiedems  pan 

denhoop  ,  oordeelde  dat  Car  daer  mede  behoor- 
de tevreden  te  zijn  ,  die  het  evenwel  daer  na  op 
de  HeerCecil  gewroocken  fou  hebben.  )Overbu- 
ry  dan  komt  weder  in  Engelandt,en  geraeckt  in  de 
rnhhct  gC  gunft  van  de  Heer  Car ,  't  zy  uyt  liefde  tot  hem , 
ombury.  als  om  fijn  verftandt  in  verfcheyde  dingen  te  ge- 
bruycken.  Hy  befighde  hem  in  fijn  alderge- 
heymfte  faecken ,  in  de  welcke  hy  fich  eerlijck  en 
betamelijck  draeght,  waer  mede  hy  de  uyterfte 
genegentheyt  wan ,  niet  alleen  van  den  Heer  Car , 
maer  oock  van  anderen.  By  verloop  van  tijdt 
defe  gunft  brenght  hem  voordeel,  voordeel  Rijck- 
dom  ,  Rijckdomeer ,  en  eer  groot  bewint  voort , 
die  hy  alle  loflijck  uytvoert ;  want  waer  naerftig. 
heyt  en  nederighey t ,  in  groot  bewint ,  vervoegt 
zijn,  daer  valt  haeft  gunft  en  genegentheydt  te 
winnen.  Het  welcke  oock  foo  veel  vermocht , 
op  de  genegentheyt  van  de  Ridder  (want  hy  was 
alfdoe  noch  niet  meerder)  Car ,  dat  hy  hem  aen- 
nam  voor  de  dierfte  en  getrouwtte  van  fijne  vrien- 
den. 

Na  eenigh  verloop  van  tijdt ,  komt  Meefter 
Overbury,  ten  Hoof ,  in  groot  aenfien ,  foo  ter 
oorfaeck  van  de  gunft  van  fijn  Vriendt ,  die  nu 
oock  tot  de  Sraet  van  Vifcount  geklommen  was , 
als  ter  oorfaeck  van  fijn  forghvuldigh  en  naerftig- 
heyt,in  het  verrechten  van  Hooflche  faecken,  foo 
dat  de  eer  de  deught  volgende,  hy  Ridder  van  den 
Koninckgemaeckt  wierdt. 

Overbury  ondertulfchen  begon  den  handel  tuf- 
fchen  den  Burgh-graef ,  en  de  Gravin  te  mercken, 
dewijl  de  gewoonte  van  fondigen  hen  foo  ftout 
had  gemaeckt ,  dat  fy  fich  niet  fchaemden  in  't 
penbaer  en  ten  Hoof,  hun  goddeloos' 


plegen ,  en  gelijck  als  in  het  aengeficht  van  de 
gantfche  werelc  ce  ftellen.  Overbury  fagh  en  ha. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


IBM 
KM, 

ji 

B 


9» 

'M3t, 


•»Jj 
■ 

Ui 


Ridder  Overburt.  h 
tc  te  gelijck  defen  onbefchaemden  handel ,  en 
fonder  fich  ergens  in  te  willen  vermengen,  droegh 
(ichals  of  hy  nergens  van  wilt.  Evenwel  konde 
hynietvooiby  lom  wijlen  eenige  brieven  over  en 
weer  te  brengen ,  om  de  plaetfen  van  hun  by  een- 
komft  tebeftellen,  gefchreven,  het  welcke  hy 
met  foo  grooten  getrouwigheyt ,  als  tegenfin 
dedc. 

Defe  dienft  was  niet  alleen  die  van  Overbury 
vereyfcht  wiei  dt,  maer  dewijl  de  Heer  Car,  door 
dit  Venus  jancken,flap  in  fijn  befigheden  begoft  te 
worden ,  wierdt  het  meeftendeel  van  fijn  laft ,  op 
de  fchouders  van  Overbury,geleght,  daer  hy  fich 
evenwel ,  tot  meerder  aenfien  van  den  Heer  Car , 
kloeckelijck  en  eerlijck  in  draeght ,  hem  alles  toe- 
fchrijvende ,  al  fchoon  hy  der  geen  handt  in  had. 
Hy  antwoort  voor  hem  in  fijn  af  zijn,  verhaeft  de- 
pêches en  afvaerdingen  in  fijn  tegenwoordigheyt; 
bevordert  de  befoeck-brieven  der  follicitanten  en 
verfoeckers,  en  alfoo  doordeforgeloofheyt  van 
den  Heer  Car ,  komt  in  groot  aenfien  en  achtin- 
ge ,  en  wort  foo  van  den  Koninck ,  als  van  den 
Raedt  op  het  alderhooghfte  bemint  en  geacht : 
hy  evenwel  vermindert  fijn  cygen  verdienften ,  en 
fchrijft  het  alles  den  Burgh-graef  toe.    Hy  on- 
dertuflbhen  ,  vernemende  datter  veel  waren  die 
flechtelijck  van  den  Heer  Car  fpraken ,  en  noch 
fiechtelijcker gevoelden,  'twelckhy,  verblindt 
door  fijn  vermaeckelijckheden ,  of  niet  fiet ,  of 
nietfienenwil,  niet  hoort  of  niet  hoorenwil; 
vandt  fich  gehouden ,  als  die  geacht  lbu  hebben 
trouweloos  gevveeft  te  zijn ,  indien  hy  fijn  ach- 
tingh  en  de  gunft  van  fijn  Vriendt  niet  in  de 
waeghfchael  ftelde ,  hem  te  waerfchouwen ,  en 
te  vermanen.    Hy  dan  gelegentheyt  gekregen 
hebbende,  voert  hem  defe  woorden  tegemoet* 

Mijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


•r 


XI. 

Sijn  trouw 
harcigheyt 
tegen  Car. 


XII. 

Sonder 
gevolgh. 


XIII. 

Ongutt 
van  de 
Prins  te- 
gen Cai. 


12  Treurige  Gefchiedenis  van 

Mün  Heer ,  hoe men  de  dingen  magh  xierachtelijcl^  of  on- 
achtfaemlijck^  voor  by  gaen ,  of  door  fijn  grootheyt  doen 
very delen ,  die  evenwel  die  eemgh  perjoon  open/) 1  ellen ,  voor 
openbare  veracht  inge  en  verfoeytnge,  jonnen  in  een  uytfle- 
kendt  en  Staets  Perjoon  .gelijcl^H  Heerltjckhcyt  u  tfwjer- 
lijck,  verduyjlert  voorden.  Om  de  waerheyt  te  J 'eggen , 
mijn  Heer  ,  (  het  Zy  fonder  u  te  vergrammen  ge  (eg  hr)  hef 
Hof  begint  aen  u  zedigheyt  te  twijfelen  ,  en  vreefi  dat 
dejè  eer,  dte  by  Edele  lieden  behoort  erjfelijcl^  te  zijn, 
door  ttytflekcnde  vnyligheden  verduyftert ,  en  door  licht- 
veerdighejt  gefchant-vleclet  Jal  werden. 

Defe  cn  diergelijcke  andere  redenen ,  op  dees 
tijdt  tuflchen  hen  voorvallende ,  kloncken  den 
Heer  Car  al  vry  rouw  in  d'ooren  •  gelijck  ge- 
meeniijck  goeden  raedt  quaet  doet,  bydie  gene 
die  in  der  daet  quaet  zijn.  Hy  dan  gaet  ver- 
gramt  van  hem ,  en  laet  Overbury  ftaen. 

Al  dit  niet  tegenftaende,  wordt  hem  van  den 
Koninck  noch  meerder  gunft  bewefen ,  zijnde 
cemaeckteen  uyt  des  Konincks  geheymen  Raet, 
hetwclck,als  zijnde  hy  van  flechten  afkomft, 
Jongh,ongelettert  en  fonder  veel  ervarentheyt, 
het  milnoegen  van  een  yeder  noch  meerder,  te- 
gens  hem ,  verweckt ,  altoos  het  fcheen  dat  de 
Luck-vrouw  noch  niet  veimoeyt  was, hem  te 
koeftcren. 

Prins  Hendrick,oudtfte  Soon  des  Konincks, 
alfdoen  noch  in  't  leven  zijnde,  had  yets  ge- 
merekt  van  het  ongebonden  leven  ,  dat  de 
Burgh  graef  leyde ,  en  daer  over mifnoeght zijn- 
de ,  toonde  openb-ierlijck  een  af  keer  van  hem 
te  hebben , fchouwt  fijn  gefelfch.ip,jae  maeckt 
ten  laetften  opentlijck  vyantfehap  met  hem , 
willende  hem  niet  foo  veel  als  aenfien ,  of  in 
fijn  tegenwoordigheyt  dulden.  Maer  niet  langh 
daer  na  korac  de  Prins  te  fterven,  niet  fonder 

groot 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


■ 

Kt 

lij 


Ridder  Overbury.  i$ 
groot  vermoeden  van  vergeven  te  zijn. 

OnderturTchen  raeckt  de  Gravin  van  EfTex 
weder  op  de  been ,  en  hebbende  in  der  daedc 
bevonden ,  dac  hun  boofe  koutten  kracht  op  ha- 
ren man  hadden  gebaert,en  dathy  onmachrigh 
was  met  haer  te  verkeeren ,  gaet  te  werek , 
klaeght  by  haer  vrienden  over  haers  mans  on- 
bequaemheyt ,  en  datfe  noch  niet  veel  flimmer 
als  een  maeght  was,  verklarende daer over , dat 
fy  niet  langer  by  hem  wilde  leven ,  al  had  fy 
tot  noch  toe,  eerbaerheyts  halven  gefwegen, 
de  mifhandelingh  van  haren  Man,  daer-en-bo-  p^;;vin 
ven ,  brack  nu  haer  gedult ,  en  verfocht  daei  om  vetfocckt 
dat  men  de  faeck  tot  een  echt-  fcheydingh  wilde  een  echt- 
brengen.    Hier  op  volghde  eenigen  vootflagh ,  tcheydmg. 
van  een  houwelijck  met  haer  en  den  Vifcount , 
om  dat  de  werelt  fcheen  hun  loflcn  handel  in 
den  neus  te  krijgen  (foo  men  feght)  wilden  fy 
het  een  beter  doeck  aen  hangen ,  en  alles  door 
de  echt  goetmaken ,  als  of  fulck  een  houwe- 
lijck ,  niet  eer  een  beleden  ovetfpel  ,als  rechte 
echt  te  noemen  was.    Maer  wat  fou  men  doen, 
haer  Man  was  noch  in  het  leven,  en  twee  man- 
nen voor  haer  te  hebben ,  wilde  geen  wet  toe- 
ftaen.    Dit  deed  haer  de  echt-lcheydinge  te 
meer  bevorderen  om  foo  haer  ouden  met  een 
nieuw   Man  te  verwiflelen  ,  alloo  Vrouwen 
van  hare  (foeh  de  verandering  beminnen.  Maer 
hier  over  ontftondt  een  gefchil  ,of  een  Vrouw 
een  echt-fcheydinge  fou  mogen  bevorderen, 
alfoode  fcheyt-brief  de  Man  enniet  de  Vrouwe 
was  toegettaen.    Evenwel  na  veel  reden-kave- 
lens  over  en  weder ,  in  aenmerekinge  van  des 
Graven  onbequaemheydt ,  en  dat  d'echt  was 
ingefteit,om  kinderen  te  teelen,  welcke  voort- 
teelinge  alhier  dan  geen  placts  kondc  hebben , 

de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


14  Treurige  Gefcbiedenis  van 

de  echt-fcheydinge  te  bevorderen ,  wierdt  haer! 
toegeftaen.    Hier  op  ginck  men  toe  onder-1 
foeckingh  ,  twaelf  eerlijke  Vrouwen,  wierdent 
by  de  Gravin  gefonden  ,  die  onderfoeck  deden 
of  fy  Maeghc  was  of  niet,  en  getuyghden  van 
ja  ,  hoe  wel  fommige  meenen  ,  dat  fy  in  af  we- 
len van  haer  Min,  al  een  kindt  hadt  gehadt. 
Maer  Tranfeat.    Men  wil  wel  feggen  dat  de 
Gravin  niec  was  befocht ,  maer  wel  een  dochter 
van  de  Ridder  Thomas  Monfon ,  in  haer  plaets, 
maer  gaen  wy  voort.     Hier  op  volghde  dc 
echt-fcheydinge ,  en  de  Gravin  had  haer  wil. 

Nu  mocht  men   vryelijck  van  een  nieuw 
houwelijck  fpreken,  nademael  de  echt-fchey- 
dinge fijn  volle  leden  had,  het  wierd  evenwel  ftil 
gehouwen  en  alleen  eenige  weynige  vertroude  me- 
de gedeelt.    Overburyhad  kennis  daer  van  met 
de  reft,  maer  was  alleen  de  Man  di'ër  tegen 
was ,  want  zijnde  eens  met  Rochefter  daer  over 
in  reden  geraeckt ,  op  de  Gaendery  in  Whice- 
hal ;  ontfagh  hy  fich  niet ,  defe  of  diergelijc- 
ke  redenen  tegen  hem  te  gebruyeken :  dat  hy 
oneyndelijck  in  hem  gehouden  was,  en  dien- 
volgens genootfaeckt  en  verbonden  hem  ten 
beften  te  raden  ,  dat  hy  hem  van  tijdt  tot  tij  Je 
van  fijn  goetvindeu  had  gedient ,  maer  dat  hy 
daer  door  niet  alleen  geen  voordeel  ontrent  fijn 
perfoon  had  gedaen ,  maer  ooek  felfs  fijn  mifnoe- 
gen  op  den  hals  gehaelt.    De  Burgh-graef , 
defe  woorden  voor  by  gaende,  drongh  hem 
alleenlijck  fijn  gevoelen  omtrent  dit  houwelijck 
te  feggen, verklarende  fich  na  fijnraedttefullen 
gedragen ,  en  hem  alles  ten  beften  af  nemen. 
Óverbury  dan  aldus  geparft  fprack  vryborftigh 
uyt,dathy,  overleggende  het  gemeen  gerucht, 
het  welck  van  hunnen  handel  wierdt  geftroyt , 

hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overbury.  15 
iy  het  felve  oordeelde  niet  min  fchadelijck  tot  fi  j- 
!ne  verhoogingh ,  als  dienftigh  tot  fijn  verderf. 

Jollende  ongetvvijffelc  al  de  eer ,  dewclcke  hy  al-  xv# 
ireets  tegen  woordigh  befat,  en  oyt  te  verwach-  vordcrc 
iten  had ,  verquilten  en  wech-werpen,omtrent  een  l*ouubva" 
i  Vrouw  die  loodanigh,  van  wegen  de  beledigingh  ycr  ur?' 
van  haer  Man ,  als  haer  onzedighey t  > in  het  oogh 
was ;  hem  vorders  tc  gemoed:  voerende  de  ver- 
achtingc  en  de  verfmadinge ,  die  hy ,  by  groote 
lieden ,  daer  over  fou  hebben  te  lijden.    Hy  ver- 
focht  hem  vorders,  by  fich  felven  over  tc  leggen  , 
de  gelegentheyt  van  de  Perfoon ,  waer  van  hy 
fprack ,  haer  leven ,  van  kintf  been  af ,  haer  tegen- 
woordigen handel, de  quade  naemdieie  had,  by 
groot  en  kleyn ,  en  wat  hem  anders  als  quellingh  > 
verdriet ,  fchande ,  verfmaetheyt ,  oneer  en  ver- 
derf daer  uyt  te  verwachten  ftondt :  zijnde,  om 
rondt  te  gaen  ,  geen  daedt  van  een  wijs  Man  ,  die 
tot  fijn  Vrouwe  temaecken  ,  die  hy  tot  fijn  hoer 
heeft  gemaeckt.    Hy  droegh  hem  oock  voor , 
dat  hy ,  aengemerekt  de  lichtveerdigheyt  van de- 
fe  Vrouw ,  niet  anders  van  haer  te  wachten  had, 
als  haer  eerfte  Man  van  haer  had  genoten.  En 
veel  andere  redenen  meer. 

Defe  woorden  moften  weder  hun  tegen  rede- 
nen hebben ,  en  Rochefter,  ingenomen  met  gene. 
genthey  t,  begoft  wat  heviger  aen  te  gaen ,  in  voe 
gen  het  van  een  vriendelijke  t'famenrpraeck  in  een 
openbare  gramfchap ,  en  fchclden  uy  tbot  ft.  Tot 
befluyt,  Overbury  eyfcht  het  geen  men  aen  hem 
verlchuldight  was  ,en  verfoeckt  Rochefter  hem 
te  laten  fijn  eygen  faeeken  doen ,  alfoo  hy  defe  en 
diergelijckeonhebbelijckheden  niet  langer  kond' 
verdragen  ,  geli jek  hy  defelve  nu  foo  menighmael 
had  moeten  lijden  j  feggende  voorder ,  dat ,  in- 
dkn'er  yets  geieght  was  >het  geen  hem  foude  mo- 
gen 


xvi. 

Sijn  twift 
met  Car» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XVII. 
Haet  van 
de  Gravin 
tegens 
hein. 


XVIII. 

Northamp 
ton  isme- 
de  dcelach 
tigh  aen 
den  haet. 


16  Treurige  Gefchiedenis  van 

gen mif hagen,  dat  het  alleenigh voorc  quam  uyi 
fijn  goede  genegentheyt  die  hy  hem  droegh ,  er 
de  plicht  die  hy  hem  fchuldigh  was.  En  met  dr 
fe  en  diergelijcke  andere  woorden  fcheyden  fy  v; 

malkanderen. 

De  Gravin ,  die  al  van  te  voren  een  doodelijc* 
ken  haet  op  Overbury  had  gehad,om  dat  hy  haren 
Minnaer  gedurighlijck  haer  by  zijn  ontraden  had, 
wierd,  wanneer  Rochefter  haer,defe  laetfte  woor- 
den ontdeckte,noch  veel  meer  tegens  hem  ontfte- 
ken.voornamentlijck  bedenckende,  dat  hy  haer  de 
naem  van  hoer  hid gegeven  (want  de  waerheyt  is 
hatelijck  by  de  boofen )  het  geen  fy  van  te  vooren 
had  verborgen  gehouden ,  barft  nu  uyt  in  vyer  en 
vlam.  Sy  ftyde  tegen  Rochefter ,  het  ware  haer 
niet  mooghlijck  defe  overlaft  en  verongelijckinge 
te  verdragen,  fy  konde  geen  geluck  ver  hopen,  loo 
langh  als  Overbury  in't  leven  was.  Zijnde  dc 
Man  alleen  die  hunbeyder  genoegen  verhinder- 
de, met  veel  andere  redenen  meer,  ftreckendc 
alleenigh  om  Rochefter  aen  haer  gramschap  deel- 
achtigh  te  maken,  en  tot  wraeck  te  doen  helpen 
befluyten.  Wat  veel  t  Hy  bewogen  door  luer 
beweegh  redenen,  als  mede  door  fijn  byfonder 
mifnoegen ,  fpant  met  haer  aen ,  om  fich  over  de- 
fe verongelijckinge  (foo  geliefde  het  hen  een 
trouwhartige  oprechtighéyt  te  noemen)  op  het 
bitterfte  te  wreecken.  Daer  zijnder  oock  die 
oordeelen ,  dat  Northampton  oock  deel  aen  dit 
-  werck  fou  hebben ,  en  dat  hy  defe  woorden  fou 
hebben  gefproken :  Hy  was  verwondert ,  dat  de 
Burgh-graef  fukk  een  genegentheyt  tot  delen 
Overbury  konde  dragen,  dathy  fonder  hem  niet 
konde  doen ,  en  hem  hielt  gelijck  als  fijn  rechter 
handt;  aengemerckt,  de  felve  beginnende  des 
Konincksgunft  te  winnen,  hy  metter  tijde,  uyt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ni 


Ridder  Overbury.  17 
de  grootheyt  van  defen  Man ,  niet  anders  te  ver- 
wachten had ,  als  fijn  eygen  onderganck  j  befluy- 
••'(  tende,datv  ten  ware  hy,  by  tijts,  den  aenwas 
van  defen  .Man  befnoeyde ,  hy  hem  fekerlijck  een 
doorn  in  de  voet  fou  zijn.    Of  dit  nu  voortquam 
uyt  vreefe,dfe-hy  voor  Overbury  had ,  of  afgunft, 
dewelckehyhem  droegh ,  of  om'  met  fijn  Nicht 
en  Rochefter  eens  te  zijn, of  om  deoprechtig- 
hcyt  van  Overbury  die ,  t'eenemael  al  dele  onge- 
bondenheden tegen  was,  voor  te  komen,  men 
weet  het  niet.   Hy  voeghden'er  noch  dit  by,dat,   x  1  x. 
hem  aengaende,hy  fich  fel  ven  vry  achte  van  eenige  *™rJ*ct 
mifdaet  tegens  de  Staet ,  en  hun  geflacht  foo  uyt-  scheim- 
ftekende  in  het  Rijck  was ,  dat  hy  hem  geen  fcha-  ftuck. 
de  konde  doen.    Maer  aengaende  Rochefter, 
zijnde  gemaecktkundigh,  van  al  fijn  heymelijck- 
heden,  en  dienvolgens  ftout  en  onhandelbaer  ge- 
worden ,  hy  vandt  het  de  eenige  en  veylighfte 
middel ,  voor  hun  behoudenis ,  dat  men  defen 
menfch  aen  een  kant  hielp .    Hier  op  dan ,  geeft 
jj  Rochefter ,  aldus  by  den  neus  geleydt  zijnde ,  fijn 
ü  toeftemminge :  en  alfoo  fchort'er  tegenwoordigh 
I  niet  anders  aen,  als  de  middel,  om  het  felve  in  het 
•  wercktcftellen. 

't  Geviel  nu  dat  Sir  Willem  Wade,  Luytenant 
of  Stede-  houder  van  den  Tour ,  in  dat  ampt  rijck 
geworden ,  en  mits  fijn  ouderdom  fijn  bedieninge 
1  Ihppelijck  waernemende  ,  van  fijn  bedieninge  af-    x  x 
j  gefet,en  dat  de  Ridder  S*.  Jarvis  Yelvis,ecn  byfon-  De  Rid'de£ 
i  der  vriendt  van  Rochefter  en  Northampton  in  fijn  iervas 
[  plaets  wierdt  geftelt ,  het  geen  voor  eerft  de  wegh  *jo«  Loy* 
r  baende ,  om  tot  een  werek  te  komen ,  dat  aireets  a™  ^"r, 
by  dit  eedverwantfehap  befloten  en  vaft  geftelt 
was ;  gelijck  hier  na  gehoort  fal  worden.  Maer 
de  Gravin  evenwel  geen  marren  konnende  velen , 
en  yder  dagh  een  Jaer  achtende ,  die  haer  wraeck- 

B  fuchc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i  %  Treurige  Gefch'iedenis  van 

fucht  niet  uyt  wrocht ,  begeeft  fich  dan  weder  b 
haer  waerde  en  getrouwe  Turner ,  klaeght  haer 
met  bittere  tranen ,  daer  de  hoeren  Géiden  om  ve 
legen  zijn,hoeftoutelijck  Overbury  haer  bemin 
Rochefter  had  derven  bejegenen  ,  en  hoe  hy  e 
hoerenfnoode  Vrouw  van  haer  gemaeckt  had, 
verklarende  niet  te  konnen  ruften ,  voor  en  aleer 
fyfichvan  defen  Neger,  dien  fchuym  der  men- 
tenen ,  dien  gevleefchden  duyvel  ibu  gewroocken 
hebben.    JufTr.  Turner ,  uyt  een  deughdelijckc 
mededogent heyt  ,vermcnght  haer  tranen  met  de  ^ 
hare  ,ftormtentiertal  foo  leer  cp  Overbury  als 
fy ,  en  beloon  haer  eyndelijck  alle  byitant  en  hulp, 
daer  by  voegende :  lahy  mofi  fierzen,het  was  jam- 
mer en  fchade ,  dat  foo  een  [noodt  gedrocht  foo  een  e  erft*  > 
me  Me-xrouiv  ,  van  fulcl^  ten  trtfjdijcl^Huys  afkom-  \ 
Jligh ,  tot  deuyterfte  frnaedt  van  haer  gejlacht,foo  foude 
onteeren  ,  j  a  eerder  dat  fy  fulcl^  een  godloojheyt  ovtr  le- 
ren foude,  trilde  fy  hem  met  haer  eygen  handen  doodtn. 
Woorden  die  over  een  komen ,  met  een  gemoet ,  1 
dat  meer  door  eenboofe  quaetaerdigheyt,  als  door 
reden  gedreven  wordt.    Maer  evenwel ,  beda- 
rende een  weynigh,  begoftenfe  het  gewight  en 
belan^h  van  de  faeck  wat  nader  te  overwegen, 
en  dit  het  geen  kleyn  werek  was ,  een  menfeh  om 
te  brengen ,  foo  in  aenmerckingh  van  het  gewitte, 
xxi.    als  van  het  gericht ,  en  daei  omme ,  moft  men  den 
Todcgh   beften  wegh  daer  toe  verkiefen  ,  en  befluyten 
bmytc 01  daer  over  > dat  hem  te  vergeven ,  de  gevoeghlijck- 
dooden.    fte  middel  fou  zijn.    Maer  om  den  Man  te  vin- 
den ,  die  het  fou  toemaecken ,  vant  men  fwarig- 
heyt ;  maer  na  een  ruym  overlegh ,  wiert'er  een 
Welton  bedacht,  die  eertijts  Dienaer  van  defe 
Turners  Man  was  geweeft:  wetende  fy,  byon- 
dervindingh  datter  niemantbequamertoegevon-  | 
den  koft  worden ,  als  defen  gaft.   Defen  Man , 

zijn- 


mm 


T 

I  Ridder   Overbury.  19 

3:  i;{.  zijnde  voor  als  doen  00  het  landt ,  moft  ontboden 
worden,  en  Vrouw  Turner  moft  met  hem  om- 
fpringen ,  om  hem  tot  het  Ituck  te  bewegen  ; 
want  dingen  van  delen  aerdt  ,  mollen  met  wijf- 
heyt  en  voorfichtigheyt  beleydt  worden.  Men 
belooft  hem  twee  hondert  ponden  fterlinghs ,  en 
hy  door  de  winft  genoopt ,  neemt  het  werek  aen. 

Overbury  ,  ondertulTchcn ,  groeyde  ten  Hoof , 
al  meer  en  meer  in  gefagh ,  foo  verre ,  dat  lijn  be- 
-'."»J  quaemheden  aengemei  ckt ,  hy  door  den  Koninck 

in  fijn  Raedt  gekofen  vvierdt ,  om  in  Nederlandt ,  x  X 1 1. 
aen't  Hof  van  Brunei ,  voor  Gcfant  gefonden  te  Aenwaa 
worden  ,  om  aldaer  te  verblijven.    Dit  komt  °vcr' 
Northamptoncö  Rochefterter  ooien,  die  daerg"^sh# 
( over  vol  bedencken zijn,  te  gemoet  Tiende,  een 
1  merckelijcken  aenwas   van  fijn  gefagh  ,  toe 
1  blijckelijck  gevaer  ,  van  verval  van  het  hunne. 
Overbury  was  oock  hier  over  in  bedencken  ,  aen 
de  eene  zijde ,  wilde  hy  niet  gaerne  het  Hof  vei  la- 
ten, en  aen  de  andere  zijde,  fo.u  weygeringh  van 
het  felfde  aen  te  nemen,  de  aldermerckeiijckfte 
verhinderingh  van  fijn  bevorderingh  zijn,  terwijl 
"  y  in  overlegh  is ,  komt  Rochelter  by  hem ,  die 
iudeplaets  van  hem  het  fel ve  aen  te  raden ,  hem 
[ daer  van  affchrickt , hem  tegen  voerende :  T^jn  Xxi  11, 
bevordering!)  en  verwaebtingt  was  geenfints  onder  Die  van 
vreemde  tolereren  ;/;y  was  nu  aireets  tebuysin  vol^o-  Carbedro 
\men  atnfun,  en  dat  fou  door  fijn  af  %ijn  verminde-  &cn  wol<irf 
•ren,  men  kor.de  beter  in  tegenwoordigheyt  als  in  af 
ejen  %jn  beqnaemheyt  toonen  >  wat  reden  badde  hy 
et  onfekcr  te  foecken.daer  by  het  feecl^ere  aireets  in  ban- 
\den  hadde.  Defe  woorden  bene  flens  liet  gefagh  van 
Iden  Burgh-graef  brachten  fijn  twijffelachtigh  ge- 
moet  ,  op  die  zijde,  daer  hy  her  lel  ve  begeerde  te 
i lubben  -  evenwel  overleyde  hy,dat  hy  desKoninks 
«ongunü  niet  kondeontgaen ,  iadien  hy  weygerde, 

B  2  en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


20  Treurige  Gefcbiedenis  van 

cn  die  van  Rochefter  ftondt  vaft,  indien  hyhet 
aen-nam.  Maer  Rochefter ,  om  hem  uyt  defe 
twijffelmoedigheyt  te  helpen ,  verklaerde  hem, 
hyhaddcfichfoo  wel  bevonden,  by  de  verrich- 
tinge,die  hy  omtrent  fijn  faecken  had  gedaen , 
en  fulck  een  getrouwigheyt  in  hem  beipeurt ,  dat 
hy  alfoo  lief  fijn  rechterhandt ,  als  fijn  hulp  en  by- 
ftandt  fou  willen  miflchen  j  en  of  in  gelegentheyt 
van  weygeringh  hem  eenige  onluft  fou  mogen  ge- 
beuren ,  fijn  woort ,  gefagh ,  aenfien  en  gunft  by 
den  Koninck,  fouden  hem,  wel  hacft,  van  alle 
moeyelickheydt  bevrijden  en  verloffen ,  indicn'c 
daer  mocht  op  aen  komen ,  voor  de  rcft  fou  hy  al- 
le gunft,  eneenbevorderingh  door  fijn  toe  doen 
te  wachten  hebben.  Hy  door  defe  hoop  ge- 
leydt ,  en  verfeeckert  aen  de  ecne  zijde  van  Ro- 
chefters  gunft,en  aen  de  andere  zijde  het  befte  van 
den  Koninck  verhoopende ,  neemt  voor  beleefde- 
lijck ,  het  hem  opgeleydeampt  te  weygeren. 

Sir  Jervas  nu  inïijn  bedieningh  van  den  Tower 
vaft  geftelt  zijnde,  en  bevonden  t'eenemael  aen 
de  wil  van  fijn  twee  bevorderaers ,  de  Graef  van 
Northampton  en  Rochefter  te  hangen ,  foo  dat  fy 
mochten  vertrouwen,  van  hem  alles  te  verkrij- 
gen, wat  fy  begeerden ,  foo  wafTernietoverigh, 
als  middel  te  vinden  om  Overbury  in  den  Tower 
te  krijgen ,  die  Rochefter  wel  haeft  gevonden 
had.  Hy  die  den  onnoofelen  en  al  te  gedienfti- 
gen  Ridder  had  aengemoedight ,  om  het  Gefant- 
fchap  af  te  flaen ,  is  nu  die  gene  die  hem  by  den 
Koninck  tracht  fwarttemaecken ,  voorftellende 
deopgeblafen  laetdunckentheyt  van  Overbury, 
die  fulck  een  aenfienlick  gefantfchap ,  te  geringh 
een  dienftachte,  voor  fijn  hooge  waerden  ;  en 
voeght  daer  by ,  dat  hy  in  ernft  het  felve  fou  wey- 
geren aen  te  nemen.    De  Koninck  zijnde  aldus 

in- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


mm 


Ridder  Overburï.  21 
ingenomen ,  en  dat  door  hem  ,  die  hy  waende  fijn  En  %cn;kt 
aldertrouwite  vrientte  zijn,  ontiteeckt  in  fuick  i„  ongem- 
een eramichap  tegea  Overbury  ,  dat  defe  twee  «jebyden 
Werck-meeitcrs  nu  nietf  wijffelen ,  of  fy  Tullen  *on,nck- 
hem  haeft  hebben  daerTy  begeren,  alwaer  ge- 
vangen zijnde ,  in  ongutift  by  den  Koninck ,  onder 
de  tanden  vaneen,  die  meer  hun  gunftachte,  als 
desKonincks  mifnoegen,  afgefchcy den  van  fijne 
vrienden  ,  berooft  van  aenfpraeck  en  verfoeck , 
als  alleen  van  die  gene,  die,  van  defe  vloeck  ver- 
wanten >  aen  hem  gelbnden  1'ouden  worden ,  was 
'er  nu  de  bette  gelegentheyt  om ,  door  Wefton, 
dat  werektuyghdes  Ouyvels,  hunbefluyt  uytte 
voeren,  ende'grootlte  baerblijckelijckheyt,  dat 
het  werek  noyt  fou  konnen  uy  t  komen,  niet  denc- 
kende  dat  Godts  oogen  maer  al  te  feeckere  getuy- 
gen  zijn  van  fchelmery  ,  en  fijn  voorfiemgheyt, 
de  gereede  middelé,  om  fijn  gerechtigheyt  te  vol- 
doen. Soo  treckt  hier  de  eene  fonde  de  andere  , 
luft  treckt  begeerte ,  begeerte  overfpel ,  en  over- 
fpelmoorderye  en  verderf. 

De  tijdt  quam  nu,  dat  Overbury  molt  fich  lelrs 
verklaren,  wat  hy,  omtrent  die  gefantfehap fou 
willen  doen,  aen- nemen  of  ontfeggen.  Hydan 
voor  den  Raedt  geltelt  zijnde  ,  geeft  tot  ant- 
woordt, dathyfeer  aen  fijn  Mujelteyt  verbon- 
den is, voor  al  de  gunftë  die  hy  aen  hem  had  bewe- 
fen,  en  voornamentlick ,  voor  defe  groote  eer, 
die  het  hem  had  belieft ,  hem  op  te  dragen  ,  even- 
wel,  erkennende  fichfelven  fulck  een  plaetson- 
waerdigh ,  en  onervaren  om  fulck  een  gewichtige 
laft  uyt  te  voeren ,  en  behal ven  dat ,  gebonden  aen 
verfcheydene  huyflijcke  belangen,  verfocht 
daer  in  verfchoont  te  mogen  zijn.  Dit  fcheen 
hen  allen  wonderlijck  toe ,  dat  hy  aldus  fijn  eygen 
geluck verwerpen  fou,  en  fich  mee ontfagh  des 


• Hl 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


En  in  den 
Towet  ge- 
vangen ge- 
let. 


xxvi. 

Vcrfcheyde 
toeruftingê 
cm  hem  te 
vergeven, 


22  Treurige  Gefclnedenis  v*n 
Konincks  ongenoegen  op  fijn  hals  ce  halen.  Voor 
de  relt ,  geliick  hy  door  fijn  verfmadingh  verdient 
had ,  hy  wierdt  in  de  Tower  gelet ,  doch  niet  om 
als  een  nauwe  gevangen  gehouden  te  worden. 
M;:er  de  Heeren  Nonhampton  en  Rochelier , 
beydevandengeheymenRaedt,  en  in  groot ge- 
fagli  een  Hoor* zijnde  ,  heten  den  Tower  Vooghc 
weten,  hy  (ba  hem  valt  gevangen  houden  ,  tonder 
toe  te  laten ,  dac  eenige  brieven  of  dicrgelijcken 
hem  ter  handt  fouden  worden  geftelt. 

Zijnde  aldus  hun  begeeren  volbracht  •  was 
voor  het  naette  noodigh  dat  Wefton  moeit  ge- 
bruyekt  worden ,  om  den  Heer  Overbuty  op  te 
pallen,  om  het  welcke  te  verkrijgen,  was 'er 
gantlch  weynigh  moeyten  van  nooden ,  in  voege, 
defen  Wefton  >  met  hit  brieven aen  Overbury  ge- 
fonden  wordt ,  die  aldus  gedrongen  wierdt ,  een 
Ihngh  in  fijn  eygen  boefem  te  voeden. 

Om  nu  het  beitelde  werek  ten  eynde  te  bren- 
gen ,  en  het  vergif  toe  te  maken,  wierdt  eenen 
Francklin ,  dealderbequaemfte  geacht ,  die  in  der 
waerheytgrootebequaemheyt  had,  om  het  gift 
fijn  kracht  te  verminderen,of  te  vermecrderen,om 
fchielijck  of  lanckfaem  te  wereken,  foodathet 
menighmael  wel  een  maent  ingenomen  had  ge- 
weeft,  eer  het  fijn  uyt werekingh  deed.  En  altoo 
kreeghnu  het  werek  fijn  volle  leden ,  Francklin, 
een  foort  van  een  genees-meefter ,  fou  de  toema- 
kcr,  Wefton  de  uyt- reyeker  van  het  vergif  zijn, 
Sir  Jervas  Y  el  vis  een  boefem  vriendt  van  Nor- 
thampton  en  Rochefter,  en  de  Gravin  en  Vrouw 
Turner  bevordereflèn  van  den  handel. 

Maer  dit  was  'er  noch  overigh ,  het  Houwe- 
lijck  tulTchen  Rochefter  en  de  Gravin  moft  nu  fijn 
voortganck  hebben ,  niemant  was  'er  die  nu  het 
fdve  verhinderen  konde,  of  ontraden  >  dewijl  den 

on- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overbury.  23 
ontroofden  Overbury  gevangen  fade ,  foo  dat  men 
wel  haeit  quam  toe  befiuyt  van  de  laeck,  doch 
ierdt  noch  een  wijl  ftil  gehouden. 
Ondertuflchen  fchcen  het  hen  hoogn  ujdt ,  het 
kengevangen  werek  ten  eynde  te  brengen ,  en  de 
Gravin ,  als  de  voorbai  ighfte ,  floegh  de  eerfte  de 
handt  aen  't  werek,  kreegh  een  glaesje  met  blauw- 
lachcigh  water,  omtrent  twee  duymcn  hoogn. 
Dit,inecn  papier  gewonden  ,  wierdt  \v  -ltons 
foon  gegeven ,  met  laft  dat  hy  na  den  To  wer  fou 
eaen  f  en  het  fclve  fijn  Vader  overleveren.  Dit 

■  Icfehiede  alfoo.  Wefton  dan  hebbende  dit  wa- 
i  ter ,  was  nu  gereedt  om  dit  gift  Overbury  in  te 

«even,  foo  als  hy  het  avontmaeliou  doen,  en 
;  hebbende  het  glas  in  de  eene,  endelpijsindean- 
>  dere  handt,  wierdt  ontmoet  van  Sn  Jervas,  den 

wekken  hy  vraeghde,  of  hy  het  nu  lou  ingeven 

■  of  met,  Jervas, "nergens  van  wetende,  die  hy 
evenwel  meende  bewuft  te  zijn ,  vraeghde  hem, 

»  wat''  Waer  op  hem  Wefton  vraeghde,  oihy  met 

-  wift  wat 'er  te  doen  was.    Hy  hier  op  bleet  ver- 

-  wondert  ftaen,  en  viel  111  een quaet  vermoeden  , 
•  waer  over  hy  Wefton  nauw  begoft  te  onder  vra- 
gen ,  die  hem  al  den  handel  bekende ,  waer  het 
alles  van  dacn  ouam,  en  wat  de  oorfaeck  was.  Hy 
evenwel  niet  vérder  dervende  gaen,  en  vreelende 
Gjn  bevorderaers  tcmifnoegen,  lactWelton  he- 
nen gaen ,  met  laft  evenwel ,  dat  hy  het  voor  die 
tijdt  fou  laten  blijven.  Des  anderen  daeghs • 
wierdt  hyby  Northampton  ontboden   daer  hem  XXVH. 

i  de  Graef  na  veel  wijdtloopige  redenen  onrdeck-  Jervas 
te  wat  aengaende  Overbury  fijn  voornemen  was  ,  u.ort  mede 
verhalende  fijn  ongebondene  redenen  en  werckm-  van  den 
oen,  te-en  de  Gravin,  fijn  halfterngheyt  en  ftout- 
Reyt  tekens  Rochefter ,  ja  fijn  tegen- ftiibbelingen 
te^en  een  yder  ;  en  dat  het  tijdt  was,  dat  fulck  een 
p        3     3  B  4  menie h 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXVIII. 

Ovcrbury 
ftaet  veel 
uyt. 


24  Treurige  Gefchiedenisvan 

menfch  uyt  de  wereltwas,  het  welcke  wel  be-,| 
fchickt  zijnde ,  fouw'er  niet  een  haen  na  kraeyen  ,f 
en  wilde  hy  het  helpen  begunttigen ,  fulcks  fou 
geen  kleynen  acnwas  van  fijn  geluck  zijn,  beloo-' 
vende  hem  behalven  dat ,  een  vergeidingh  van 
duyfent  pondt  fterlinghs.    Wat  valt 'er  veel  te 
feggen  ,  Jervas  liet  fich ,  of  door  het  geit ,  of  door  . 
de  gunft  van  Northampton  bewegen ,  en  belooft 
alles  ftil  te  fullen  houden. 

OndertulTchen  Wefton ,  hebbende  80.  ponden 
van  het  geen  hem  was  toegefeght ,  ontfangen  , 
fonder  evenwel  yets  te  hebben  gedaen ,  wort  daer 
over  van  Meeftres  Turner  over  gehaelt.  Hydan, 
om  in  geen  gebreecke  te  blijven ,  verforght  fich 
van  alderhande  flagh  van  vergif,  het  welcke  hy  in 
fijnfpijs  endranck  vermenght.  Vermeerderen- 
de ,  of  verminderende  hun  kracht ,  gelijck  hem 
Francklin  onderwefen  had.  Oock  wierden  ee- 
nige  taerten ,  en  conferven  door  de  Ridder  Sir 
Thomas  Monfon ,  aen  een  Simon  Mafter  fijn  die- 
naer  ,  en  door  defen  aen  Wefton  gefonden ,  die 
oock  al  te  famen  vergiftight  waren.  Kortelijck 
fijn  zout ,  fijn  fauce ,  en  al  wat  hy  nuttighde  was 
vergiftight,  of  vermindert  of  vermeerdert,  na 
dat  hy  Overbury  gefteltfagh. 

Door  defen  middel,  begoft  hy  feer  kranck  te 
worden ,  hebbende  tot  daer  en  toe  altoos  in  goede 
gefontheydt  geleeft ,  foo  dat  hy  nauwelijcks  gaen 
of  ftaen  konde ,  foo  door  pijn  in  fijn  lichaem ,  als 
fijn  hooft.  Maer  zijnde  een  feer  fterck  man , 
ftondt  het  Iangh  uyt ,  tot  dat  hy  eyndelijck  op  fijn 
Dienaer  Wefton,  begoft  quaet  vermoeden  te  krij- 
gen. Want  fijn  fieckte  verminderde  of  vermeer- 
derde ,  na  hy  het  beftelde.  Door  een  koel-badt 
evenwel ,  het  welcke  hem  door  een  Apotheecker 
Paul  de  la  JBele  genoemt,  gemaeckt,  en  door 

JDo&or 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


fci 


Ridder  Overbury.  25 
.  Poftor  Mervin  voorgcfchreven  was ,  begoft  hy 

•  fich  een  weynigh  beter  te  gevoelen,  en  bleef  alfoo 
■  langer  in  het  leven ,  als  fijn  moorders  verwachten, 

•  vevenwel  leyde  hy  een  pijnelijck  en  een  verdriengh 
'i  leven ,  te  meer ,  alfoo  hy,,  door  toedoen  van  fijne 

vyanden,  die  vol  vermoeden  waren,  foo  nauw 
bewaert  wierdt,  dat  hcmniemandt  felfs  aenfijn 
f  veynftcr  mocht  fpreecken ,  onder  voor  geven ,  dat 
den  Raedt  hetfelve  alfoo  belaft  had  :  Invoegen 
defen  ellendigen  gevangen  gedult  ia  lijn  linarc 
en  lijden  nemén  moft. 

Ondertuflchen  wierdt  openbaer  gemaeckt,d.it 
Rochefter  met  de  Gravin  fou  trouwen,  het  welck 
een  groote  verwonderingh  onder  ai  de  werelc 
maeckte ,  en  een  yder  genoeghfaem  de  mont  open 
,  deed ,  d'een  fchaldt  haer  voor  een  lichte  koy ,  en 
al  d'ander  beklaeghde  Rochefter,  vreefende  dat 
hy  met  haer  fou  varen,  gelijck  de  Graef  van  Effex 
met  haer  gevaren  was :  maer  om  de  mondt  van  de 
gemeente  te  floppen ,  wierdt  dit  Houvyelijck  be- 
reden-kavelt ,  of  het  wettigh  konde  zijn  of  niet , 
zijnde  haer  eer fte  Man  noch  in  het  leven.  De 
BifTchop  van  Canterbury  en  andere  waren  daer 
hart  tegen ,  maer  Wmchefter  en  Ely  hielden  vaft , 
dat  dier  een  nulliteyt  of  nietigheyt  vanhetvoor- 
gaende  Houwelijck  fou  mogen  toegeftaen  wor- 
den ,  waer  door  dit  laetfte  volkomen  wettigh  fou 
konnen  zijn.    Dit  wierdt  gedaen ,  de  nietigheyt 
verkregen ,  met  ordre  dat  Efltx  haer  houwelijcks 
goedt ,  dat  hy  met  haer  gekregen  had ,  weder  fou 
uytreycken.    Dit  wierdt  dan  foo  beftelt ,  en  het  x  x  I  x» 
Houwelijck  ginck  fijn  gangh,  en  de  Koninck,  Houwciijk 
voortgaende  in  fijn  genegentheyt  en  gunlt  tot  ™naJn 
Rochefter,  gaf  hem  het Graeffchap  van  Somer- ractcai. 
fet ,  foo  dat  de  Gravin  evenwel  een  Gravin  bleef, 
maer  alleen  van  naem  veranderde.  Dus  klom  hy 

B  5  vaft 


Early  European  Books,  Copyright©  20 1  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


26  Treurige  Gefdnedems  van 
vaftoptotdenhoogentiap  van  eer  en  waerdig. 
heyr,  weynighdcnckeikk •,  dat  hyopfijnalder- 
hooghfte  was ,  en  dat  de  tijdt  komen  fou ,  dat  hy 
erfgenaem  fou  worden ,  van  Overburijs  flaep-ka- 
mer  in  den  Tower. 

Hoe  feer  Overbury  oock  opgefloten  was ,  het 
gerucht  van  dit  Houwelijck  quam  hem  evenwel 
ter  ooien  ,  waer  uyt  hy  voort  een  befluyt  maeck- 
te,  dat  het  nu  om  fijn  leven  te  doen  was ,  en  valt 
claer  op  aeu  't  jammeren ,  foo  over  den  Graef  van 
Somerfet ,  a.s  fich  felven ,  invoegen  hy ,  door 
fijn  overmatige  quellingh,  weder  in  itoi  t.  Ondcr- 
cuifchen  wilde  hy  noch  eens  aen  Somerfet ,  eer- 
tijdts  Rochefter,  fchrijven,  gelijck  hy  dede ,  in 
defe  woorden : 

Brief  van  Overbury  aen  de  Graef  van 
Somerfet. 

£  ^  ^        Recht  Edele  en  tv  der  de  Heer :  u  voorgaende  gexxoone 
JSiief  van   gunjlen ,  en  h  volkomen  beloften ,  raeckende  mijn  haeftige 
Overbury  verlof  mge  ,  vcroorj'aken  my  door  dejè  wejntge  regiden , 
sca  Gar.    K  Heerlijckheyt  des  te  vermanen ,  en  in  gedachtenis  te 
brengen ,  met  verhopende  dat  U  Hoogh  Edelheyt  my  ge- 
heel  vergeten  heeft :  en  dewijl  tcl^,  mtdts  defe  Juare  gc- 
vanckems,  met  veelderhande  queUtngcnvcorde  aengetajl , 
Jou  het  mijn  leven,  en  hooghsle gehtckjzjj* ,  indien  tcl^de 
open  lucht  mocht  gemeten.    Icl^  bidde  dan  U  Hoogh 
Edelheyt ,  erbarmen  met  mijn  tegenvooordigen  noodt  te 
hebben ,  en  my  een  Jpoedige.  verloj'inge  te  vetllcn  bevorde- 
ren: Icl^Jal  daer  over,  met  alleen  te  meer  aen u verbon- 
den x.ijn,  maer  «  oocl^erkennen  cis  de  bewaerder  van  het 
leven  van 

Thomas  Overbury. 

Defen  Brief  wierdt  na  Somerfet  gcfonden, 
en  de  Bode  bracht  tot  ant woort  wederom ,  dac 

hy 


i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overbury.  27 
•ny  voor  tegen  woordigh  niet  kondc  te  wege  bren- 
•  gen,  het  genehy  verfocht ,  maer  dat  SirOvcrbu- 
jiyniet  had  tetwijfïelen,  ofhyfou  korteli jck  fijn 
verlollïngh  vernemen.  Ily  dan  aldus  met  hoop 
gevoedt,  begint  fich  fel  ven  wat  te  verkloecken. 

Ondertufichen  komt  Wefton  by  Vrouw  Tur- 
ner ,  om  noch  eenigh  geit  te  hebben  ,  alloo  hy 
daer  voor  als  doe  om  verlegen  was.  Maer  kreegh 
tot  antwoorr,  dat  foo  haeit  als  hy  het  werck  lou 
hebben  uyt-gcvoert ,  hy  lijn  betalingh  foukrij- 
en,  maer  voor  die  tijdt  niets  behoefde  te  ver- 
achten. Hier  mede  keert  hy  weder ,  en  denckc 
op  nieuwe  middelen,  OndenuflTchen  komt  'er 
fchrijvens  van  Somerfet  aen  Overbury,  inhou- 
dende: Dat  het  Hof  fier  onledigh  was,  met  ter- 
fchevde  faecken ,  en  des  Kjmingbs  oor  en  te  fier  ie- 
lemmert  om  eenige  voorhagen  te  hooren:  maer  foo 
hatft  als  hy  eenige  gcleger.theyt  feu  kpnnen  linden  , 
fou  hy  geenfins  laten  ,  fijn  faeckjen  te  bevorderen.  On- 
der tufjehen  fand$  hy  hem  tot  fijn  verftercl^ingh ,  een 
Poeder,  dat  overmatig!)  ge  font  en  Ter  s~t  ere  kende  was, 
het  welck  hv,  in  fijn  eten,  of  in  fijn  drtneken  fou 
kpnnen  gebrmeken.  En  wat  was  dit  anders  als 
fterek  vergif?  dit  ondertutfehen  voede  Over- 
burijs  hoop  ,  die  evenwel  van  dit  Poeder  niet  gc- 
bruyekte,  maer  Weflon,  om  het  werck  ten 
eynde  te  brengen,  Bommelde  een  onbekende 
fchelmfchen  Apotheccker ,  of  drancke-berey dei- 
op  ,  met  den  welcke  hy  verdragh  maeckre ,  voor 
twintigh  ponden,  dat  hy  hem  een  Clyllcer  of 
fèuytiogh  fou  toemaken,  daer  hy  ftiblimaetfou 
indoen.  Dit  wordt  gedacn,  en  Wciion  weet 
dcnonnoofelen  Overbury  foo  fchoon  te  praten  , 
feggende  hem  het  fel ve  tenalderhooghften  dien- 
High  voor  fijn  gefontheyt  te  fullenzijn,  dat  hy 
toeftaet  geklifteert  te  zijn.    Den  Apotheecker 

of 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2%  Treurige  Gefchiedenis  van 

xxxi.  of  drancke-bereyder ,  komt  dan  met  het  geen  h; 
Die  cynde-  had  toegemaeckt ,  hy  fet  hem  de  fpuytingh ,  ei 
h'\ck  ver-   Overbury  valt  daer  over  in  groote  flauten ,  pijn  ii 
Inöerft.0"      gedarmte,  en  geeft  des  anderen  daeghs  me 
onverdraeghlijcke  lmart,  den  geeft.    Daer  foc 
veel  was  om  te  doen ,  en  foo  veel  om  was  aenge- 
went  geweeft. 

Wefton  dan  ontfanght  de  reft  van  fijn  betaling, 
en  helpt  den  onbekenden  Apotheccker  na  Vrank- 
rijck.  Daer  na  gaf  men  uyt ,  dat  de  Ridder  Over- 
bury een  feer  quaedt,  en  onbetamelijck  leven  in 
den  Tower  had  geleght ,  waer  mede  hy  fich  fel- 
ven  t'eenemael  bedorven  had ,  jae  dat  hy  door  fich 
in  hoerery  te  verloopen  ,  de  pocken  fich  op  den 
hals  had  gehaelt ,  en  daer  van  geftorven  was ,  zijn- 
de het  de  boolheyt  niet  genoegh,  den  Man  het  le- 
ven te  hebben  benomen  ,  fonder  hem  oock  fijn 
eer ,  die  een  vroom  gemoet  liever  als  het  leven  is> 
alieenigh  om  haer  grouwelen  te  bedecken  en  te 
verblommen,  door  defe  valfche  blaem  enlafte- 
ringh  te  benemen,  foo  qualijckkan  het  quaet , 
wanneer  het  eenmael  gaende  gemaeckt  is ,  aen  het 
ftille  ftaen  geraken.  Dit  wierdt  by  velen  aen- 
genomen,  maer  van  andere  in  twijffel  getrocken. 

Sijn  lichaem  na  fijn  doodt  bevant  men  feer  lee- 
lijck  uytgeflagen  en  vol  van  vuyle  vlecken  en  bla- 
ren, het  welcke  onget  wijfTelt  door  het  veelvoudi- 
ge vergif  uytgeflagen ,  byde  onkundige  onder  de 
naem  van  rechte  pocken  moft  doorgaen.  Het 
wierdt  vorder  in  een  luyfigh  laecken  gewonden  en 
foo  in  de  kift  geleydt ,  en  op  den  Tour  Bergh  be- 
graven. 

Aldus  fien  wyin  defen  Man ,  dat  foo  wel  dc 
goede  als  de  quade ,  tot  een  ellendigh  eynde  kon- 
nen  komen ,  en  dat  de  verborgentheden  van  Gods 
oordeelen  ,  ondoorgrondelijck  zijn ,  oock  wat 

loon 


c 


■ 


> 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


RIDDER    OVERBURt.  29 

J  oon  hec  Hof  vecltijts  befchaft ,  aen  die  gene ,  die 
3  ïch  op  dat  woefte  meyr ,  van  alderhande  driften  > 
:  sn  veranderlijckheden  begeven.  Hy  was  als  een 
ir:erlijck  Edelman  opgevoede ,  in  allerhande  we- 
Kenfchappen  ondervvefen,  in  gunft  by  Hovelin- 
i  gen ,  in  aenfien  ten  Hoof  >  en  echter  ellendigh  ia 
iijneynde:  waerlijck  hy  is  de  geluckighfte ,  die 
'buyten  het  Hot  en  fware  bedieningen  lijn  leven 
,  kan  doorbrengen,  en  buyten  noodt-dwangh , 
i  dwarrelende  gemoederen ,  en  ftormen  van  vcran- 
I  derlijcke  genegentheden ,  waer  te  nemen.  Hy 
1  mocht  weifeggen  en  fich  toepaflen. 

.  Vitam,  anima*,  opera      fumptm  impendimus  AuU; 
Ftéunia  pro  meritü  qu*  rctrtbuta  pHtaf  ? 
Aula  dedtt  nobis  refcripta  votata  papyro , 
Et  fine  men  te  fonos,(s  fine  corde  tnanus. 

Dat  is : 

Ziel.  leven,  werelden  kofl ,  befleden  rvy  ten  Hove, 
Segh,  ivat  vergeldtngh  wacht  die  Mandie  dttbeflecdt? 
Beloften  in gejehrift ,  en  meer  niet  als  beloven, 
Klanc\^fonder  fn.dehant  dacr  't  hart  het  min/f  van  weet, 

Maer  wy  hebben  nu  gefien  de  boofheyt  op 
den  Throon ,  de  bittere  haet  voorfpoedighlijck 
uy twereken ,  al  dat  haer  boofe  drift  het  fnoot  ge- 
moet  heeft  konnen  voorttellen  j  nu  moeten  wy 
oock  Godt  het  fijne  geven ,  en  toonen  dat  fijn  ge- 
rechtigheyt  oock  plaets  heeft  gehadt ,  en  niet 
t'eenemael  van  haerbelangh  berooft  is  geweeft  ; 
hoewel  onmatige  gunft  hem  van  een  gedeelte 
ontfet  heeft. 


XXXII. 


De  doodt  van  Overbury  was  twee  jaren  ver-  Vmo,  h 
borgen  geweeft ,  en  de  moetwil  van  Sommerfet  op(jcd< 


oot 


begoft  in  fijn  verhetfingh  meer  en  meer  op  te  van  ov«- 
fteecken ,  waer  door  hy  lichtelijck  fijn  eertijts  bury. 

vrien- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3ó  Treurige  Gefchiedems  vm 

vrienden,  tot  vyanden  gemaeckt  heeft.  Evew 
moften  fichdefe  bedeckc  houden,  uytvrets 
des  Konincks  mifnoegen,  die  noch  niet  feer  in 
gunlt  verkoelt  was.    Ondcrtuffch/n  onftondei 
'er  vei  fcheydene  geruchten ,  aengaende  de  doodl 
van  den  Heer  Overbury  ,  dewelcke  vermeerden 
wierden ,  om  dat  een  dienaer  van  Sir  Overbury 
een  verfoeck  brief  acn  de  Heer  Kookedeed  in  ftel- 
len ,  waer  in  hy  vertoonde  ,  dat  fijn  Heer ,  ge- 
wificlijck een  onnatuerli jeke  doot  geflorven  was  ( 
dat  indien  het  fijn  Heerfchappy^ils  hoogh  Rech-i 
ter,  geliefde  Wefton  by  h<Srn öróntbieden,  hy,; 
feeckei  lijck ,  uyt  hem  fou  konnen  halen ,  't  geen 
hem  daer  omtrent  meerder  licht  fou  geven. 
Andere  feggen ,  dat  mijn  Heer  de  Biftchop  varï 
Ondcrfoek  Canterbury ,  hebbende  eenigh  mifnoegen  tegens 
tcgens de   Sommerfet opgenomen ,  en begerigh  zijnde,  fich 
Schelmen,  fel  ven  aengenaem  te  maken ,  de  Ridder  Raelph 
Winvvood,  fijn  gedachten ,  omtrent  Overburijs 
doodt ,  mede  deelde ,  die  des  Konincks  geheym- 
fchi  ijver ,  onder  Sommerfet  was ,  feggende,  ver- 
fcheydc  brieven  te  hebben  gefien ,  die  geen  kleyn 
vermoeden  gaven ,  dat  'er  vorder  een  koffer  in 
fulck  en  fulck  een  plaets  was ,  daer  verfcheyde 
fchriften  in  waren,  die  de  waerheyt  ten  vollen 
fouden  konnen  openbaren.  Defen  Ridder  Raelph 
begerigh,  om  door Sommerfets val ,  grooterte 
worden ,  deed  foo  veel  d3t  de  Heer  Kooke  hem 
het  onderfocck  daer  van  aenbeval.    Hoe't  was 
of  niet,  Wefton  wierd  by  de  Heer  Kooke  ont- 
boden, en  van  hem  over  verfchcydene  ftuc- 
ken ,  de  faeck  belangende ,  ondervraeght ;  hem 
verfoeckende ,  en  biddende  de  waerheyt  te  feg- 
gen ,  voegende  daer  fom wijlen  dreygementen  by. 
Wefton  evenwel  hieldt  het  uyt ,  en  was  tot  geen 
feggen  te  brengen.  Dus  volharde  hy ,  een  weeck 

of 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overburt.         3  j 

of  veertien  dagen  langh,  veifcheyde  befchuldi- 
ersquameu  tegens  hem ,  en  veiklaerden  op  hun 
ede ,  dat  al  wat  hem  te  lalt  vvierdc  geleght ,  recht 
en  de  waerheyt  was.    Maer  al  dit  koft  weynigh 
helpen.    Op  het  laetfte  taft  hem  de  Biflchcp  van 
Londen  aen ,  op  wiens  vermaningen  enaenradin- 
^en  hy  het  alles  bekende :  hoe  Juffr.  Turner  en  de 
Gravin  aen  kennis  waren  gekomen,  watgemeen- 
fchap  fy  met  Befweerders  en  fulck  volck  had  ge- 
hadt :  dat  Northampton ,  Sominerfet,  en  Franck- 
lin  ,beneffens  Monlon ,  en  Yelvis,  een  handt  in 
het  werek  hadden.    Waer  op  fy  alle  wierden  ge- 
vangen genomen ;  de  fommige  gelbnden  na  den 
Touwer ,  en  andere  na  Newgate ,  maer  ÏNor- 
thampton  was  niet  langh  te  voren  tijdelijck  over- 
leden. Wefton  weder  ondervraeght  zijnde ,  bleef  x  x  x  I  v, 
volftandigh  by  fijnbekentenifle,  en  wïerdt  daer  straf  over* 
over  veroordeelt  om  tot  Tiburn  opgehangen  te t!e  Moot- 
worden.    Hy  ftaende  onder  de  galgh ,  wierdt ders# 
door  de  Ridder  Sir  John  Hielis,  op  een  nieuw 
ondervraeght ,  daer  hy  alles  weder  oprechtelijck 
bekende }  met  groot  leetwefen  van  fijn  mifdaedt, 
en  leed  de  doot,  dier  hy  toe  veroordeelt  was.  Hec 
felfde  gebeurde  oock  na  hem  Meefires  Turner. 

Wy  fullen  ,  tot  voldoeningh  van  den  Lefer ,  de 
wijle  vanonderfocck,  omtient  de  perfonenvan 
de  Ridder  Jervas  Yelvis ,  en  Doctor  Francklin , 
als  onfe  ftorTe  eygener  zijnde ,  als  mede  hun  doodc 
een  weynigh  breeder  verhalen ,  'omtrent  Wefton 
en  Turner  ons  vergenoegende ,  met  het  geen  hec 
vervolgh  van  onfe  gefchiedenis ,  ons  des  wegen  tc 
kennen  heeft  gegeven. 

De  befchuldigingh  van  Sir  Jervas  was  fooda-  xxxv. 
nigh,  dat  hy  Welton  in  hergeven  van  het  vergif  wijtloo- 
behulpfaem  was  ge  weeft  *  en  eerftelijck  dat  hy  P%»wh" 
liet  glas  met  vergif  in  Weftons  handt  had  geilen ,  ondafoX. 

die 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


j  2         Treurige  Gefcbiedenis  van 
die  hem  had  gevraeghc ,  of  hy  het  hem  nugeve 
fou ,  de  Ridder  had  hem  daer  over  wel  beftraft 
maer echter  wierdt  het  hem  dien  avont,in  fijri 
fpijs  gegeven  j  foo  datdanblijckelijckwas  ,daa 
Jervas  van  het  werck  wift ,  en  kennis  had ,  vaal 
het  vergeven  van  Sir  Thomas  Overbury  ,  «9*  flwii 
non  propul  fat  injuriam  cum  pofjity  inftrt.  Dié 
geen  verongelijckingh  weert,  wanneer  hy  kant* 
houdt  men  als  had  hy  het  aengedaen,  feghtCi-r 
cero. 

Vorders  al-hoe-wel  hy  wel  wift  dat  het  vergif 
was ,  hielt  hy  Wefton  evenwel  by  fich ,  en  toon- 
de hem  gunft  en  een  goet  gelaet ,  ja » op  een  tijt,i 
had  hy  hem  een  glas  met  feck  gefonden ,  en  daer  j 
by  laten  feggen ,  hy  beminde  hem  foo  wel ,  als  hy  i 
oyt  gedaen  had ,  fonder  hem  al  dien  tijdt  eenigh  J» 
loon  te  geven ,  maer  foo  haeft  als  Overbury  doodt 1 
was ,  liet  hy  Wefton  gaen. 

De  Gravin  had  oock  een  brief  aenden  Stede- 
houder gefonden.en  met  den  felven  eenige  vergif- 
tige taerté  voor  Overbury ,maer  wijn  voor  des  Ste- 
dehouders Vrouw ,  verfoeckende  hem ,  defetaer- 
ten  aen  Overbury  te  geven,  want  daer  waren  brie- 
ven in ,  maer  fijn  Vrouw  en  kinderen  mochten 
den  wijn  drincken,  wantfy  was  verfeeckert  daer  1 
waren  geen  brieven  in.  Defe  brie-ven  betecc- 
kenden  venijn  buyten  twijffel.  Twee  of  drie  brie- 
ven ,  van  Northampton  en  Rochefter  gefchreven, 
over  het  geen  hy  met  Jervas  gehandelt  had ,  ga- 
ven oock  eenigh  licht.  Op  defe  befchuldigingh 
antwoorde  hy  aldus : 
xxxvi.  Mijn  Heer,  al  eer  ick  antwoorde ,  op  het  geen 
sijn  ver-  my  te  iafte  wort  geleght ,  laet  ick  mijn  Heer  een 
fpreuck  doen  gedencken ,  die  ick  uyt  u  mondt 
geleert  heb ;  dat  wanneer  een  gevangen  ftaet  voor 
het  gerecht,  ongetrooft,  hem  niet  vreemder  is 


ft 


antwooi- 
dingo. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overburv 


3? 


ils  goeden  Raedt  en  overlcgh,  zijnde  alles  wech- 
enomen  door  de  vrees  van  de  doodt ,  en  de  forge 
oor  fijn  Vrouw  en  kinderen.    Gyhebc  altoos 
edelijden  met  foodanigc  lieden  gehadt  ,en  hebt 
erklaert ,  liever  in  de  hel  te  willen  lijden,om  ge- 
ade  aenj  fulck  een  gedaen ,  als  om  hen  veroor- 
eelt  te  hebben. 
Mijn  Heer,gy  hebt  defe  uwe eygcne  regel om- 
trent  het  ondertbecken  van  mijn  faeck  niet  waer- 
jenomen  ,  gy  hebt  alle  fchijnbaei  heden  ver- 
wam,  en  my  toegepalt ,  foo  dat  ïck  baerblijc- 
i  kelijck  veroordeelt  was ,  eer  ick  overtuyght  kon- 
de  zijn.    Indien  ick  foo  fnooden  menfeh  ben, 
als  u  heerlijckheydt  my  oordeelt  te  zijn ,  foo  was 
■i  ickeenigegunft  onwaerdigh,  maerick  hoop  dat 
u  heerlickneyt  het  (elve  niet  bevinden  fal. 

Doch  ik  wil  geenfins  yets  loochenen,dat  eeni- 
igefchijn  van  waerheyttegé  my  heeft,  en  wil  felfs 
niet  cenen  logen  voort  brengen ,  om  mijn  leven 
.  ite  bevryen ,  en  ick  bidde  u  heerli jekhty t  my  voor 
odanigh  aen  te  nemen ,  en  u  Chriitelijcke 
iefde  te  my  waerts  te  keeren. 

Hier  op  verfocht  hy  het  Hof  dat  de  ftucken  van 
fijn  befchuldigingh  ,  by  des  Konincks  Raedc 
mochten  worden  verfamelt ,  de  welcke  de  felve 
waren,  die  hier  voor  fijn  aengeroert,  waer  op 
hy ,  yeder  in  't  byfonder  antwoorde. 

Op  het  eerfte'.SaZ  icl^  het  hem  nu  geven  ?  ant- 
woorde hy ,  dat ,  wanneer  Wefton  hem  fulcks 
vraeghde,  hy*geen  vergif  in  fijn  handt  fagh,  en 
daerom  was  dat  aen  te  mereken  in  Weftons  en 
fijnonderfoeck,  datter  was  gefeght,  fal  ick  het 
hem  nu  geven?  en  niet  -}Sal  ick  hem  nu  dat  ge- 
•  ven  ? 

Maer  vorders  wanneer  Wefton  hem  had  gefegt 
dat  het  vergif  was,  het  welcke  hy  hem  meende  te 

C  ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


^  4.  Treurige  Gefcbiedefiis  van 

geven ,  heb  ickhem  daer  over  bcftraft ,  en  Godts 
oordeel  voor  oogen  ceftelt ,  ja  ick  heb  hem  loo 
aengetaft ,  dat  hy  op  fijn  knien  Godc  en  my  be 
dankte , en  feyde  my,dat  hy  en  de  fijne  reden  had- 
den, Godtvoormyte  bidden,  om  dat  ickhem 
wederhielt ,  van  die  werck  uyt  te  voeren ,  eril  > 
noemt  gy  verixercken  en  heipen ,  als  men  eeti(i « 
Man  van  fijn  fonden  affchrickt,  en  hem  fijn  gei;  < 
breecken  doet  belijden ,  foo  ben  ick  foodanigh 
een  geweeft  omtrent  Wefton. 

Op  het  tweede,  nadat  ick  aldus  Wefton  ha<fi)  i 
verfchrickt ,  met  Godts  oordeel >  en  hem  neer«|' : 
flachtigh  fagh ,  over  fijn  mifdaedt ,  konde  ick  henÉ 
niet  anders,  als  mijn  Chriftelijcke  liefde  bewij^ 
feu ,  om  hem  op  te  rechten ,  die  nedergeflagertia 
was,  endaerommehebbe  ick  hem  gonlt  bewe-? 
fen ,  en  beleeftheden  getoont ,  ick  heb  hem  toe-*; 
gedroncken,  om  hem  moet  te  geven,  om  dei 
goede  aenradinge  van  fijn  gemocdt  te  volgen  ♦« 
het  weick  ick  als  doen  bevandt ,  vaft  geftelt  in  af-l 
keer  van  de  daedt.    Dat  ick  hem  geen  loon  of  I 
huur  gegeven  heb ,  is  oock  waer,  ick  heb  hem  j 
aengenomen ,  op  het  aen  bevelen  van  mijn  Heer  i 
van  Northampton,  en  de  Ridder  Thomas  Mon»< 
fon,dieick  voor  mijn  vrienden  hielde.    En  ver-  { 
trouwde ,  datfe  my  geen  Man ,  vooreen  bewaer- 
derfoudentoe  fenden ,  die  myeenigh  ongemickj 
fou  moeen  toebrengen. 

Watlhet  darde  aengaet ,  feyde  hy ,  dat  hy  in  de  j 
brief  van  de  Gravin ,  niet  had  aengemerekt,  als 
haer  meeningh  na  den  letter ,  en  feecker  (feyde  hy) 
nadat  ickdetaerten  had  ontfangen,  en  defelve 
een  wijl  in  de  koocken  hadde ,  geltaen ,  docht  my 
datfe  foo  fwart,  vuyl,  envanfulck  een  vreemde! 
ver  we  waren ,  dat  ick  mijn  Koek  laft  gaf ,  defelve 
weghte  werpen,  en  andere  voor  hem  te  roakenJ 


II 


Ridder  Overbury. 

Öpden  brief  van  Novthamp<-on  bewees  hy  , 
niets daerin ge weeltce zijn,  dateenigh  vergeven 
fou  mogen  raccken. 

Maer  alfoo  inden  brief,  den  welcken  hy  aen 
Nonhampcon  gerchreven  had  ,  dele  woorden 
Honden  \wat  fych<j\er  atngatt  >  kkfd  farbikpw- 
mert  ^/»,*of  dat  icl^  de  uvtkpmft  k^erltjcf^fie  uyt- 
gewrocht.  Wierdc  hy  oock  ondervraeght ,  wac 
daer  ia  fijn  meeningh  was.  Hier  haperde  en 
wanckeldehy  gewekiigh ,  en  gaf  eyndciijck  toe 
antwoordt.  Het  was  al  langh  geleden  ,  dat  hy 
dien  brief  gefchreven  had ,  en  wat  aenginck ,  de 
byfondere  omibndigheden  ,  waer  om  hy  defen 
brief  gefchreven  had  >  die  konde  hy  voor  als  doen 
niet  in  gcheughenis  brengen.  Dit  was  de  ant- 
woortdewelck  hy  gaf  op  fijn  befchuldiginge, 
en  na  dat  hy  veel  proteften  en  verklaringen  tuf- 
fchen  Godt  en  fijn  ziel ,  wegens  fijnonnoofelheyc 
hadgedaen,  keerde  hy  fichtot  de  Rechters,  en 
feyde  hen  aldus :  ick  fal  met  menighce  van  onfeyl- 
bare  teeckenen  bewiifen ,  dat  ick  g^en  helper  of 
medelhnder  van  dit  werek  heb  konnen  zijn. 

Want  voor  eerft  ick  heb  een  vrywillige  ont- 
deckingefelfsdaer  van  gedaen,  Ibnder  daer  toe 
gedrongen  te  zijn ,  fou  yemandt  konnen  geloo- 
ven ,  dat  ick  een  faeck  fou  willen  ontdecken ,  daer 
ick  my  niet  van  fou  konnen  fuy  veren  i  de  natuer 
is  al  te  fterek  in  ons ,  dat  wy  onfe  eyge  befchuldi- 
gersfoudenzijn. 

Behalven  dat ,  op  dit  mijn  oprechtighey t  te 
meerder  fou  mogen  blijeken,  en  voor  de  werek 
openbaer  zijn,  ben  ick  voortgegienen  heb  den 
moorder  Wefton  belchuldight.  Het  fou  een 
groote  dwaelheyt  ja  dolligheyt  in  mygeweeft 
hebben :  yemandt  te  belciiuldigcn ,  die  my  van 
gelijcken  fou  hebben  konnen  doen. 

C  z  p 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


j  6  Treurige  Gefchiedenis  van 

Ja  Wefton  felfs  heeft  my,  voor  den  Cancellier, 
een  eerlijck  Man  verklaert  te  zijn.  Want  hy  be- 
leedt  voor  hem  en  andere  tegenwoordigh ,  dat  hy 
meende  dat  de  Stede- houder  Jcrvas  niet  van  de 
t'famenfweeringh  wilt ,  en  zijnde  in  fijn  onder- 
vraging voor  den  Heer  Opper- rechter ,  gevraegt, 
wat  hy  meende  met  defe  woorden ,  S*l  tck  het  hem 
nu  geven?  antwoorde  hy ,  dat  hy  meende  dat  de 
Luytenant  kennis  had  van  het  vergif. 

Vorders  ick  had  fulck  een  vertrouwen  op 
mijn  onnoofelheyt ,  dat  ick  mijn  Heer  den  Opper* 
rechter ,  en  mijn  Heer  Zouch  felf  de  wegh  heb 
aengewefen ,  om  Wefton  tot  bekentenis  te  bren- 
gen zijnde,  met  hem  foetelijck  en  fachtelijck  te 
ondérgaen,  enalfoodegront  van  fijn  hart  te  vin- 
den. Het  welckoock  de  Heer  Opper. rechter 
met  hem  getuyghde. 

Vorder  na  de  doodt  van  de  Ridder  Ovcrbury 
wierden  Wefton  en  Vrouw  Turner  aen  my  gefon- 
den ,  om  uyt  my  te  verftaen ,  of  ick  eenigh  be- 
dencken  had ,  over  de  doodt  van  defelve.  Wat 
had  het  noodieh  geweeft ,  eenigh  onderfoeck  te 
doen,  indien  ick  de  minfte  kennis  daer  van  had  ge- 

hadt.  . 

ln  voegen ,  al  het  geen  ick  wcte,  aengaende 
het  vergeven  van  Sir  Thomas  Overbury ,  hebick 
eerft  geweten  na  fijn  doodt ,  door  ontdeckingh 
van  Wefton,  en  hier  word  ick  geftelt  als  mede- 
ftander  van  de  daedt ,  daer  ick  niets ,  als  na  de 
doodt  van  geweten  hebbe. 

Na  dat  hy  hem  met  defe  redenen  verdedight 
had ,  gingh  hy  vorder ,  te  feggen :  Indien  ick  van 
hetbetteckben,  foohTer  mijn  Heer  den  Schat- 
meefter  oock  van ,  ick  heb  fijn  brief.  Om  daer 
in  te  toonen ,  dat  hy  my  in  fijn  huys  heeft  ontbo- 
den, en  gefeght,  het  befteck  is  uw  bekent  foo 

WC1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overbury.  37 
wel  als  my  >  en  die  befteck  was  alleen  om  haer  eer 
te  verbeteren  ,  mijn  Huys-vrouw  heeft  de  brie- 
ven, van  de  Heer  Schat- meefter  en  Monfon. 
En  voor  fulcke  complotetyen  of  beftecken  wil 
ick  gaerne  in  mijn  doodt  loopen. 

Hy  gingh  vorder,  en  feyde,  tegens  den 
Opper-rechcer,  dat  hy  dit  niet  feyde  om  fich  te 
verdedigen,  alfoo  geen  fchande of  verfmaetheyt 
konde  op  hem  komen  ,  want  (feyde  hy)  defebe- 
foeckingh  is  my  van  Godt  toe  gefonden ,  en  't  zy 
ick  leef  of  fterf,  het  is  de  geluckfalighftequel- 
lingh  voor  mijn  ziel ,  die  ick  oyc  heb  ontfangen ; 
ick  heb  mijn  gantfche  hart  open  geleght ,  voor 
bloetfchuldt  •  maer  vinde  geen  andere  faeck  van 
berouw,  als  dvvalingh  van  mijn  oordeel,  niet 
ontdeckende ,  het  geen  ick  vermoede ,  ick  bid 
Godt  dagelijcks  vergiffenis  voor  minder  fonde, 
maer  dit  aengaende ,  ken  ick  geen  ander  als  d  wa- 
lingh  van  mijn  oordeel,  in  dat  niet  voor  te  ko- 
men ,  wanneer  ick  fulcks  in  't  werek  fagh. 

Hier  opftelde  hy  den  Rechter  dit  vraeghftuck 
voor;  of  yemandt  die  niet  weet  van  eenigh  toe- 
legh ,  om  yemandt  te  vergeven ,  maer  alleenigh 
fulcks  vermoed ,  kan  deelachtigh  aen  de  moort 
zijn ,  (  w3nt  de  woorden  van  fijn  aenklacht  luyden 
vanmedeftand,  en  verfterekingh)  en  ,  feyde  hy, 
foo  ycmant  nu  kan  Peggen ,  dat  fulck  vermoeden 
my  een  medeftander  maeckt ,  ick  weyger  niet  te 
fterven ,  en  erkenne  my  fchuldigh-  Dit  was  den 
inhoudt  van  fijn  verdedigingh. 

Hier  op  gaf  den  Heer  Opper- rechter  defe  ant- 
woordt ,  dat  al  fijn  verfchooningen ,  en  beroepin- 
gen tot  Godt  den  Rechter  geenfints  konden  ver- 
blinden ,  (maer feyde  hy)  om  alle  verfchoonin- 
ge  van  u  wech  te  nemen,  en  de  faeck  klaeren 
blijckelijckte  maecken,  hier  is  de  belijdenis  van 

C  3  Francklins 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3fc         Treurige  Gefcbiedemt  Vdn 
Franckün  >  halende  die  meteenen  uytfijn  boefem 
en  feggende :  defen  armen  man  geen  kennis  aen  Sir 
Jervas  hebbende ,  quam  delen  morgen  ten  vijf 
uren  by  my ,  en  feyde  my ,  dat  hy  leer  ontroert 
was,  in  fijn  gewitte  >  en  dien  geheelen  nacht 
niet  had  konncn  ruften ,  tot  dat  hy  defe  belijdenis 
gemaeckt  had  -f  en  het  is  een  foodanige  (dit  waren 
lijn  woorden)  als  de  oogen  van  Engelandt  nim- 
mer fagen ,  noch  de  ooren  van  Chriftenrijck  im- 
mer hoorden. 


Belijdenis  van  Francklin. 

YTYVIT  Meeflres  Turner  quam  by  my  vd*  voegen  ie  Gravin , 
rdijdenis  en  begeerde  van  my  re  hebben ,  'het  flarckfle  vergif  dat 
van  Franck  ickhadde ,  voor  Str  Thomaf  Overbury ,  en  ingevolge  kocht 
\\U  ick^fevenderhande :  te  votten ,  Si  trek; wate r ,  Rotte-kruyt , 

Sublimaet ,  poeder  van  Diamanten,  lapts  Coflites ,  grtote 
Spinne  koppen  ,  en  Spaenjche  vliegen.  Al  deje  dingen 
werden  hem  gegeven  op  byfondere  tijaen,  en  vorder  (be- 
Jepdthy)  dat  de  Stede-houder  van  dit  vergeven  kennis 
had,  alfoo  bleeck^uyt  verfiheyde  brieven,  die  hy  aen  dt 
Cravm  gejchreven  had,  Welcks  i'k.  (feyde  hy  vorder) 
felfs  geften  hebbe,  die  daer  uyt  wete ,  dat  hyvande  faecl^ 
'bevtn(l  ts ,  een  van  defe  brieven  heb  ic\^  de  Gravin  voor- 
gele/én, omdat fyfe  niet  lefen  konde,  inde  vcelckg  de 
Stede-houder  dejè  wiordcn  gebruyckt. 

Me-Vrouw,  het  gaet  wonderlijckmetonfengart, 
hy  flachr  de  vos,  rc  meerder  hy  gevloeckt  wort,  te  be- 
ter hyvtert.e*  dier  gel  ijcke  woorden  meer .  Sir  Thomas 
gebruyckre  noytwit  zout,  of  daer  was  Rotte-kruyt  in; 
eens  begeerde  hy  een  Speeii-varcksken,  en  Vrouw  Turner 
deed  daer  Lapü  Coflites  in.  Dat  wit  Poeder,  dat  hem 
•was  in  den  brief  gejonde» ,  wft  hy  wei,  wit  Rotte-kruyt 
te  zijn;  op  een  andere  tijdt  wierden  hem  twee  Patrijfen 
uyt  het  Hof  gefonden,  daer  Meeflres  Turner  fpaenfche 
vlieren,  m  de  plaets  van  peper  overflrojdt,  foo  datter 
*   '        r  *  *  ma* 


Ui 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


H 


ridder   Overbury.  39 

Kauweliicksycts  was,  hetgeen  hy  mtüghde ,ofdaer  was 
vergif onder:  voor  deje  dingen  Jandt  my  de  Gravin 
vergeldingen  en  gottdt  door  Vrouw  Turner . 

Daer  na  fchreef  fycunmy,  dat  uk,  meer  veigiffiu 
koopen,  maer  tc^gh  by  haer ,  enjeydebaer,  datief 
helwerck  al  moede  was,  en  badt  haer  op  mft  knien, 
dat  fy  my  met  meer  m  deje  dingen  wdde  gebrpckg* . 
maer  ly  'awongh,  gaf  Jchoone  woorden  en  bcwoogh 
my  al  00  op  mem.  De  oorfaeck,  van  dit  vergeven, 
Jjick  deGravm  my  Jeyde,  was,  dat  de  Ridder  Over- 
bnrj  haer,  m  het  vervolgh  van  haer  Jaukcn  joo  h:n- 
der/ijcl^  was. 

Opdefe  belijdenis  wift  de  Ridder  Yelvis  niet  xxxvilK 
te  antwoorden ,  voornamenclijck  op Tijn  eygen  ov«tBygt 
I  brief:  waer  over  de  Opper-rcchter  hem  IchuU  Yems. 
I  dieh  verklaerde ,  en  vervolgens  ter  doodt  veroor.  x  x  x  Ix 
dedde,  gelijck  hy  oock  des  anderen  daeghs  op  sijn.cr- 
denTowlr-bergh,  gerecht  wierdtaen een galgh 
die  daer  voor  hem  op  gerecht  was. 

Des  morgens  omtrent  lesuren,  quam  ny,uyt 
het  huys  vaS  den  Heer  Schout  Goare ,  tuftchen 
Doctor  Whyting ,  en  Doctor  Felton  ,  twee  Ca- 
pellanen  van  fijn  Majefteyt ,  zijnde  in  het  iwart 
gekleedt ,  in  een  Rocksken  met  hangende  mou- 
wen Hy  had  op  fijn  hooft  een  Cremofijn  fatij- 
ne  kamer-  muts ,  met  goude  palft  menten  geboort, 
en  een  linnen  muts  daer  onder ,  met  een  iwartc 
hoedt  daer  over,  meteen  breeden  bandt,  eneen 
paer  hemels-blauwe  fijde  kouffen  aen.  boo  als 
hy  by  de  Ladder  quam ,  fprack  hy  een  woordt  ot 
twee,  tegen  denhencker  ,en  ginckfoo  vierot  vijt 
fportendeLeerop,  fittende  de  Beul  boven  fijn 
hooft ,  om  hoogh  op  de  Ladder.  Hy  vindende 
de  Ladder  te  recht  over  eynde  te  ftaen ,  voor  üjn 
gemack  verfocht  datmenfe  wat  fchuynier  wilde 
fetten ,  het  weick ,  hy  afkomende,gedaen  wierdt, 

C  4  bl,J- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4o  Treurige  Gefcbicdems  van 

blijvende  den  Beul  boven  op  de  galgh  fitten.  De  I 
Ladder  weder  vaft  ftaende  >  gaet  hy  weer  fes  fpor-  f 
ten  op ,  daer  hy  een  weynigh  geleten  hebbende » | 
begoft  in  defer  vvijfe,  tegen  de  omftaenders  te  j 
fpreecken ,  dat  hy  nu  wilde  volbrengen  >  het  geen  i 
men  voor  de  banck  der  Rechteren  van  hem  ver-  ■ 
wacht  had,  namentlijck  een  open  bekentenis  doen  i 
van  fijn  mifdaedt ,  dat  hy  wel  wifte  het  goedt  ge- 
voelen van  vele  verloren  te  hebben ,  ftaende  foo 
langh  op  fijn  onnoofelheyt.    Maer,  feyde  hy , 
federt  hy  was  veroordeelt  geweeft ,  hadden  hem 
defe  twee  Heeren,  meenende  de  twee  Leeraers', 
degroote  van  fijnefondenkrachtelijkvooroogen 
geftelt  >  en  die  noch  te  grooter ,  wanneer  men  die 
ibeckt  te  heelen.    Nu  bekende  hy  die  opentlijck 
voor  de  gantfche  werelt.  Hy  danckte  dé  Koninck 
dat  hy  hem  aldaer ,  en  niet  tot  Tyburn  had  doen 
iterven ,  zijnde  een  plaets  van  meerder  oneer.  Vor- 
ders  feyde  hy ,  dat  hy  door  loof  heyt  van  Nor- 
thampton  tot  het  werck  was  gebracht,  het  welck 
hem  nu  leedt  was  >  daerom  "vermaende  hy  een 
yder ,  datfe  fich  door  niemant ,  hoe  waerdigh  hy 
mocht  zijn,  al  was  het  de  Koninck  felfs,  tot  boof- 
heyt  fouden  laten  bewegen.    Meer  andere  din- 
gen feyde  hy  >  te  langh  om  te  verhalen ,  een  dingh 
vervolgde  hy ,was  hem  dien  nacht  in  den  fin  geko- 
men ,  hy  had  al  fijn  leven  een  groot  fpeelder  ge- 
weeft  ,  en  daer  door  veel  van  fijn  middelen  verlo- 
ren ,  waer  over  hy  dickmaels  had  gebeden  :  Heer 
lm  my  gehangen  worden ,  indien  icl^  meer  fpeel ,  en 
al  foo  hy  evenwel  was  voortgegaen ,  was  net  hem 
nu  gfllnurr.    Hy  fagh  niet  verre  van  de  galgh  een 
Ridder  Sir  Maximiiiaen  Dallifon ,  te  Paert,  en 
fey  tegens  hem,  Ghy  weet  Sir Maxhniliaen ,  wat 
fpeelen  wy  wel  gefteelt  hebben ,  en  hot  wy  dagen  in  noch' 
ff»  9  en  nachten  in  dagen  hebben  verleert :  lek.  bidde  u 


Ridder 
Wfctf  fthe  by  tijdts  af  te 


&    OVERBURT.  4t 
laten  ,  tnonteert  Godtnie$nteert 

Vjjfkorbttfche'nden  van  fijn  Sabbath  \  wam  by  heeft  we- 
gtngenoegh  om  te  firaffen  t  geitje  k  ghy  tegenwoordigb 
aen  my  jut>  dietveynigh  dacht  alfoomijn  leven  teful- 
Un  eyndigen.    Hier  op  antwoorde  Sir  Maxiraili- 
aen :  Sir  lervas ,  icl^  ben  over  u  feer  bedroeft ,  en  icf^ 
fal  noyt  vergeten,  het  geen  ghy  hier  hebt  gefeght.  Waer 
op  hy  weer  ,  Siet  toe ,  doet  het  dan.  Na  veel  andere 
woorden  feyde  hy  regen  den  Schouteth ,  lek  heb 
daer  een  die  mijn  mantel  houdt ,  magh  ick  hem 
wel  yets  geven:  Den  Ampt-man  feyde,  hy 
mocht  wel ,  waer  over  hy  de  longhman ,  by  fijnen 
naem  riep  ,  die  aen  de  voet  van  de  Ladder  ltondt> 
en  gaf  hem  uyt  fijn  fack ,  eenige  ftucken  gout  en 
filver:  met  defe  woorden,  Neemt  dit ,  tn verteert 
het ,  het  welck  den  longhman  met  bittere  tranen , 
danckbaerlijck  aennam.  Ondertuflchen  wilde  de 
twee  Godt-geleerden ,  een  yder,  dat  fijn  macker 
een  gebedt  fou  doen ,  maer  als  de  een  voor  de  an- 
der niet  wilde,  fey  Dotter  Whyting:  Indien  ghy 
Sir  Yervas  het  fel  ve  kont  volbrengen ,  ghy  zijc  'er 
qc  alderbequaemfte  toe ,  met  kracht  van  ziel  en 
^eeft.    Waer  op  hy  antwoorde,  Ick  fal  mijn  beft 
doen:  maer  mijn  toehoorders,  vervolghde  hy , 
ick  verfocck  u  Chriftelijcke  verbeteringe , indien 
ick  met  halve  woorden ,  en  onvolmaeckte  rede- 
nen kom  te  fchetteren  als  een  kraen :  hier  op  ded  e 
hyeen  langhen  treffelijck  gebedt ,  befluytende, 
dat  Godt  hem  op  fijn  uyterfke  van  fijn  grooten  vy- 
andt  >  den  duy  vel  wilde  behoeden ,  dat  hy  door 
de  felve  niet  mocht  overwonnen  worden ,  maer 
hem  overwinnen. 

Als  hy  dit  openbaer  gebedt  had  gedaen , 
vraeghde  hy,of  hy ,  nu  wel  in  het  byfonder  mocht 
bidden ,  de  Doftor  feyde ,  Ja  Heer.  Toen  maeck- 
te  hy  een  kort  gebedt  by  fich  felven ,  houdende 

C  5  fijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


42  Treurige  Gefchledenh  van 
fijn  hoedt  voor  fijn  oogen ,  hebbende  gedaen 
©ntdecktGjnaengeficht  wederom  ,  en  feyde:  n 
heb  ick  gebeden,  nu  moet  ick betalen,  dat  is  t^ 
feggen  de  laetfte  plicht  doen  aen  het  gerecht; 
Alldoen  feyde  Doftor  Whytingh ,  S»  Jervatghj 
mooght  wel  een  flap  lager  flatn  op  de  ladder,  waer 
op  de  Amptman  ;  het  ff  htm  beter  Har  DoBor,  te 
ftaen ,  datr  hy  fiaet :  wacht,  fey  daer  op  den  Do&or 
tegen  den  Scherprechter,  hy  heeft  u  fijn  woordt 
gegeven  ,  hy  tt  weder  in  fijn  byfonder  gtbedt.  Ja 
icl^  weet  het  wel ,  antwoorde  die.  Hy  heeft  my  het 
woort  en  teecken  gegeven ,  wanneer  ick  mijn  ampt\ 
omtrent  hem  doen  fSL  Hy  ontdecktefijnaenge- 
ficht  weder,  na  dit  tweede  gebedt ,  en  nam  foo 
fijn  affcheytvande  gantfche  vergaderineh ,  feg- 
gende  met  een  kieyne  ftem  en  vrolijck  gelaet :  Uk 
bidde  u  lieden  bidt  voor  my  ,  die  noyt  u  aengeficbt 
meer  fal  fien.  Daer  op  feyde  hy  met  een  groote 
yver  van  fijn  geeft ,  Heer  ick  machte  van  uwe  hant , 
dele  bitteren  Kjlck  des  doodts.  En  daer  op  feyde 
hy  het  woort  dat  hy,  tot  een  teecken  gegeven 
had  :  Heere  Jefus  ontfangt  mijnen  geeft.  Waer 
over  hem  den  Scherprechter  teriiondt  van  de 
ladder  keerde ,  en  als  hy  nu  hingh ,  quam  de  die- 
naer  van  den  Beul  en  trock  hem  by  deeene  voet , 
fijn  eygen  dienaer  by  de  andere  ,  enhy  alfooeen 
weynigh  tijts  gehangen  hebbende  ,  beweeghde 
fich  fijn  lichaem  niet  meer ,  alleen  fijn  handt  roer- 
de hy  noch  een  weynigh ,  zijnde  gebonden  met 
een  kleyn  fwart  lindt ,  't  welck  hem  den  Scherp- 
rechter korts  te  voren  daer  om  gebonden  had,  al 
het  welckegedaen ,  en  hy  nu  volkomen  doot  zijn- 
de, wierd  foo  het  lichaem  als  de  galen  van  daer 
genomen.  Wy  fouden  hier  het  onder  foecken 
en  de  bekentenis  van  Francklin  oock  konnen  by 
voegen,  maer  omniette  lange  op  een  fnaer  te 


n 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ridder  Overburt.  43 

aen >  Tullen  wy  het  felve  voorby  gaen ,  en  alleen    x  l. 
ïggendat  hytot  Tyburn  opgehangen  is  gewor-  g™£rvaü 

ien.  Iraiicblin. 
Aldus  hebben  wy  gefienhet  werckiuygh  van 
r-dele  boof  heyt  geftraft ,  maer  geenünts  die  daer 
de  eenige  oorlaeck  van  zijn  geweeft ,  namenthjck 
deGravin,  Northampton  en  Sommerfet,  het  is 
waer,  Northampton  Uierfeen  konen  rijdt  voor 
het  uyt  vinden  van  het  fchelm-  ftuck  ,  de  Graef  en 
Gravin  laten  een  geruytnen  tijde  in  den  Tour  ge- 
vangen ,  maer  door  veel  vertoonmgen ,  en  aen- 
wijfingedatdcfe  ecrlijcke  Me  vrouw  ,  door  die 
fnoode  menlchen  Turner,  Wefton  en  andere ,  en 
by  gevolgh  de  Heer  Graef  van  Sommerfet, 
door  kracht  van  liefde ,  waren  verleyt ,  en  de 
gunft  des  Koninghs  over  Sommerfet  noch  niet 
t'eenem3el  uyt  zijnde,  wierd  de  Koninck  foo  verre  XLL 
gebrachr,dat  hy  hen  beyden  het  leven  fchonck,en 
van  hun  gevanckenis  ontfloegh ,  foo  evenwel ,  dat  Je  Gtavio, 
fy  fouden  blijven  ,  loo  langh  het  fijn  Majefleyt 
geliefde ,  in  een  van  de  huyfen  van  de  Heer  Graef 
Wallingford.    En  al  foo  is  dit  de  uytwerckingh 
en  het  gantfche  gevolgh  van  defeinoodemoort. 
Kn  droevi^h  voorbeeit,  voor  de  deught  felfs, 
dat  de  vroomen  op  defe  werelt,  niet  felden,  de  uy- 
terfte  droefem  van  ellende  moeten  opdrincken, 
en  de  alderlaetfte  en  groottte  boof  heyt ,  voorde 
werelt  ten  minlten,  ongéftraft  daer  henen  gaet. 


HEN- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


44         Treurige  Gefcbiedenis  van 

HENRY  de  TALERAN 

Graef  van  Chalais. 

INHOUDT. 
I. 

HOven  der  Vbr/len,  Schouw-tooneelen  des  Wereltt, 
II.  Gevaerlijcke  ftaet  der  fel  ver,  III.  De  Graef 
van  Chalais  verbindt  fich  tegen  den  f^oninck.  I V.  Vcr*\ 
leyt  Grammont.  V.  Voornemen  der  Eedverwanten. 
V I.  De  l(onincl^  verwittight  van  V  verraedt.  VII.  Ge* 
fchil  tujfchen  de  Chalais  en  Grammont  \  ter  oorfaeck^  van 
Candale  en  Lavigny.  VIII.  Grammont  ontdecï^t  het 
wercl(.  IX.  Chalais  onder jocht ,  ontleent  de  faeclt^ 
X.  Wort  gevangen.  Xl.Sijn  rechts- fleginge.  XII.  2?f- 
lient  de  mifdaedt.  XIII.  Vonnis  tegen  hem, 
XIV.  Droef heyt  van  Me-Vrom»  de  Chalais.  XV.  Ha- 
ren brief  oen  den  I(oritnck^  XVI.  Sonder  vrucht, 
XVII.  Ellendige  doodt  van  de  Chalais.  XVIII. Ver- 
hael  van  de  t' 'ptmen-Jvneeringe  tegen  de  l^pninclt^  Johan 
van  Portugal. 

II.  Geschiedenis. 


i. 

Hoven  dei 
Vorften 
Schouw- 
tooneelen 
des  We- 
zel», 


E  Hoven  der  Vorften,  mogen 
mee  recht  genoemt  worden  | 
Schouw-  tooneelen  des  werelts, 
daer  een  yder  niet  met  geleende, 
maer  in  fijn  eygen  kleederen  en 
gewaeden ,  fijn  byfondere  rolle 
fpeelt.  En  waerlijck ,  gelijck  de  Dicht-konft  ge- 
woon is ,  op  de  gemeene  Schouw- tooneelen ,  de 
driften  der  gemoederen ,  op  het  hevighfte  te  ver- 
toonen,  en  na  de  konft  krachtelijck  uyt  te  beel- 
den ;  alfoo  fiec  men  oock  de  fel ve  bewegingen  al- 
hier 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Graef  van  Chalais;  45 

:r  op  fijn  alderkrachtighfte.    Haet ,  nijdt ,  af- 
tounft,  min,  min-yver,  ftaet-fucht,hoovaerdy, 
;»ierigheyt,  en  diergelijcke  lijdingen  van  de  na* 
fuer ,  hebben  hier ,  eelijckalsin  hun  eygen  hooft- 
rtoffe  hun  vinnighfte  beweginge :  die  oock  foö 
ijevaerlijck  als  befmettelijck  zijn ,  om  datfe  door 
{verknochte  belangen ,  en  verbondene  genegent- 
>neden  ,  menighmael  in  wickelen ,  die  gene  die  % 
cmochtenfe  hun  eygen  drift  volgen ,  menighmael 
<*!(ichbuytenCabakn  en  verwantfehappen  louden 
T«houden ,  daer  in  fe  fich  door  een  voorbarige  Com- 
Mplaifance  of  haegh-liefde ,  foo  diep  ingewickelc 
*iïen,  datfe  fonder  verlies  van  goederen  en  ftaet , 
4  ja  menighmael  van  het  leven  daer  niet  uyt  konnen 
•;-geraecken.    Welcke  verwantfehappen  de  ftaet  u, 
"  vider  Koningen  en  Vorften  des  te  gevaerlijcker  Gevaerlijc- 
imaecken,  en  geduerigh,  willenfe  hun  ftaet ,  ja  le-  Kcn?fet 
Jven  veyligh  en  in  feeckerheyt  hebben,  verbinden  CI  e  vcr* 
'  jop  alle  handelingen ,  woorden ,  jae  gebaren ,  van 
.  shun  onderdanen  acht  te  flaen.  Godt ,  even- wel , 
1    jdiedoor  fijn  voor  iïenighey t ,  het  beftier  over  alle 
Idingen  heeft,  toont  de  felve  voornamentlijck  om- 
jtrent  de  Koningen ,  als ,  op  wekkers  voorhooft, 
ihy  de  Chara&ers  en  ken-teeckenen  van  fijn  macht 
j  gegraven  heeft.    En  die  hem  des  te  meerder  tot 
*  *  I  foree  zijn ,  als  fy  hem  nader  bevonden  worden. 
r.A    Wy  ftellen  u,  waerde  Lefer,  alhier  voor,  de 
1. i gefchiedenis  van  den  Gravede  Chalais,  voorge- 
j  vallen  onder  de  Regeringe  van  Louijs  de  X 1 1  f. 
'  Koninck  van  Vranckrijck ,  om  tot  nadeel  van  veel 
nuttigheden,  en  drenftelijcke  voor- beelden,  ons 
niet  al  te  juyftaenhet  vervolgh  des  tijdts  te  bin- 
den ,  betrachtende  veel  eer  en  te  gelijck  nut  en 
vermaeckelijck  gefchicht-fchrijver ,  als  belette 
tijdt  en  Hiftory- volger  te  zijn.    Onfeeeuw  ,  jae 
halve  eeuw  fuUen  wy  even- wel  niec  te  buyten 

fpria- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


IIT. 

De  Gtacf 
vanChalais 
verbindt 
fich  tegen 
den  Ko- 
ninck. 


IV. 
Vetleydt 
Gram- 
mum. 


V. 
Voorne- 
men dec 
eedver- 
wanten. 


4(5  Treurige  Gefcbiedenis  vun 

fpringen ,  en  verfoecken  de  vryheyt  om  in  dd 
ruymte  te  mogen  weyden  ,  cn  buyten  den  genKfri 
nen  vaer-wegh  nu  en  dan  ten  blom  te  mogm 
plucken,  alken  om  door  fijn  verwe  uoogh,  et 
door  fijn  reuck  u  harfienen  deeghtedoen.  El 
war  verbiedt  ons ,  *t  geen ,  of  onfe  laette  ondefli . 
vindinge  of  onbewuftheyt  van  gefchriften  ,  onflr 
penne  in  het  voorgaende  onthouden  heett ,  dod< 
nieuwe  nauwkeungheyt  opgefocht,  u  yver  ei 
dienft  op  te  offert- 

DeGraef  van  Chalais,  Opper- meefter  vanck» 
Garderobbe  of  Kleer-kamer  van  fijn  Majefteyt^ 
van  een  fnedige  doch  ongerufte  geeft ,  had  fich  on|« 
voorfichtelijck  ingewickelt,  in  eenige  heymelijtyl 
raet-fl-gen  en  befluytentegendeStaet,enhetleiJ 
ven  felfs  van  den  Kohinck  ,  met  den  Hartogh  vanji 
Vendofme,  en  Groot  Prior  van  Vranckrijck  ali< 
mede  de  Marfchalck  d'Ognano.  't  Zy  uyt  cygen 
drift  van  fijn  ongerufte  en  ftaet-fuchtige  geeft ,  oif 
om  den  Hartogh  vanVendofme,natuerlijck  Broe-i 
der  van  den  Koninck  te  believen.    Hy  had  oock  ,| 
onder  »tgoet  geleyde  van  vriendtfchap ,  Gram-) 
mont ,  Soon  van  den  Stadt-vooght  van  Bayonne,) 
aen  de  koort  gekregen ,  doch  laet  en  half  of  wel?  i 
heel  tegen  wil  en  danck.    Soo  teedcr  is  evenwel  w, 
fulck  een  gemeenfaemheyt  en  maetfchappy ,  dat  ki-r 
de  minfte  bewuftheyt  u  trouwloolhey  t  af verght ,  p*d 
om  uwen  Vorft  trouw  te  zijn,  of  u  tegehjckeeni ;, 
verwant ,  en  volgens  fchuldigh  maeckt ,  aen  foo-t  i 
danige ftucken  en  lagen,  als  Staetfe  boofheydc 
machtigh  is  te  fmeden.    Sy  fouden  gefocht  heb- 
ben.   Den  H3rrogh  van  Orleans ,  oock  des  Ko- 
nincks  Moeder  van  fijn  Majefteyt  te  vervreem- 
den ,  en  tot  eevolgh  van  een  huyflijcke  twee- 
dracht >ecn  Irïiandcfchen  Oorlogh  te  verwecken , 
felfs  tot  nadeel  van  des  Konincki leven,  Orleans  i 

dei) 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


r 


■ 


De  Graef  van  Chalais.  47 

11  fich  die  tot  hooger 


.  WC»'! 


kroon  > 
ienftaet  te  banen. 

.  Koninck  op  vedcheyde  berichten,  die  hem    v  1. 
van  alle  kanten  gedaen  wierden ,  had  de  Maer-  pe  Ko- 
».   fchalckd'Ognano,  en  verfcheydene  anderen  doen  JJJfSgfct* 
'  gevangen  nemen.    En  trock  daer  over  na  Brita-  Van  \  vei- 
•  oégne,  daer  de  tegenwoordigheyt  van  fijn  Perfoon 
ten  aldeihooghfte  noodieh  was.  Om,gelijck 
een  heldere  Sonne ,  door  fijn  lichte  ftralcn  te  doen 
verdwijnen ,  de  nevelen  van  onlult ,  die  aldaer  als 
elders  opgereten  >  en  in  een  verfamelt  waren. 
Het  gebeurde  nu  datter  een  twift  ontltondt 
tiÜi  tuflehen  den  Heer  de  Candale ,  en  Lavigny ,  ge- 
lijck  deFranfchen  Adel,  als  de  gantfche  weielc 
weet ,  door  een  eygen ,  in  de  vierde  graer ,  gedre- 
ven wordt ,  terftont  hun  gefchil ,  niet  met  lofle    v  j  y# 
woorden  of  dinghtalen ,  maer  met  den  degen  te  Gefchil 
fceflechten ,  waren  defe  Heeren  niet  lange ,  or  gjjjj?1 


PU 
MM 


I 


londen  malkander  hun  dagemenc  te  huys.  Gram- 


en  Grara- 


•  w.  O  J  £11    VJ1  I 

mondt  had  fich  tot  tweede  aen  den  Heer  de  Can-  mom  ter 
.  ..»  daleaengeboden,  en  de  Grief  van  Chalais ,  itel- 

de  fich  met  een  luchten  Geeft  aen  de  zijde  van  den  s^™~ 
Heer  Lavigny.  Al  hoewel  evenwel  dit  gevecht  Lavigny, 
niet  voortgingh ,  vant  Grammont  fich  echter  leer 
tegen  Chalais  verbittert ,  om  dat  hy ,  niet  tegen- 
ftaende  hun  verwantfehap  in't  verbondt ,  en  fijn 
groote  beloften ,  van  alle  dienft  en  nuttighey t  hem 
fullen  toebrengen,  fich  nu  niet  ontfien  had,  de 
wapenen  tegens  hem  op  te  nemen. 

Hy  derhalven ,  't  zy  om  fich  over  den  Graef  te 
wreecken  ,  ot'anderfints  door  het  knagen  van  fijn 
gewifle  aengetaft ,  gaet  fich  werpen  voor  de  voe-  v  r  j  I# 
ten  van  fijn  Majefteyt.    Bidt  hem  fijn  leven  te  Gram-  ' 
willen  fparen ,  en  uyt  fijn  mont  een  bet  icht ,  daer  moment- 
fijn  ftaet  en  leven  aen  gelegen  was,  te  hooi  en.  De  ^j^1" 
Konink  gaf  hem  fijn  woort  en  toefegginge,  en 

al- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefckiedenis  van 
alfdoe ,  bcgoft  Grammont  den  Koninck  van  ftuck  m 
tot  ftuck  te  ontdecken ,  al  wat  hem  van  defen  be-  | 
deckten  handel  bewuft  was  >  wat  raedt  en  wat 
befluyt  fy  genomen  hadden  ,  en  hoe  hem  de  Gra- 
vevanChalais  het  ftuck  ontdeckt  had.    Ue  Ko- 
ninck vraeghde  hem  of  hydit  bericht  niet  welin 
eefchtïft  fuu  ftellen.    Hy  daer  op,  la  Sin ,  icl^  fal 
bet  wet  mijn  bloedt  onderteyekentn. 

De  Koninck  dan  dit  bericht  verftaen  hebbende, 
doet  de  Graef  van  Chalais ,  korts  te  voren  begif- 
tight ,  met  hetampt  van  Meefter  van  fijn  Guai  - 
derobbe ,  voor  hem  komen ,  en  toont  hem  het  ge- 
T  x<     fchrift ,  maer  Chalais ,  alfchoon  hy  verbaeft  was 
Chalais    het  felve  te  fien  ,  en  niet  weynigh  ontftelt  over  de 
ondetfocht  breucke ,  die  Grammont  met  hem  gedaen  had  *  | 

OmE!"  dC  l°ocllent  hart  en  ^arck  de  waerhey t  van  die  facck ,  i 
en  fweert  dat  Grammont  een  fchelm  en  een  ver- 
rader is;  doende  vele  eeden  daer  op ,  dathynoy^ 
fulcks  in  fijn  gedachten  had  gehadt. 

De  Koninck  evenwel  doet  hem  gevangen  fet- 
ten ,  en  hebbende  des  anderen  daeghs ,  fijnen  ge- 
heymen  Raedt  vergadert ,  wierdt  by  den  fel  ven 
*ort  ?e-    goetgevonden ,  bevel  te  geven ,  aen  de  Heere  de 
▼angco.    Bourneuf>  eerfte  voorfitter  in  het  Parlement* 
of  het  hooge  gerecht  van  Rennes ,  aen  den  Heer 
de  Brice  tweede  voorfitter ,  aen  de  Heeren  Fouc- 
quet,  de  Macheaux,  en  Briqueville  Raets-hee- 
ren  van  ftaet ,  en  aen  den  algemeenen  voorfpraeck 
van  het  hof  van  Rennes ,  en  andere  van  den  fel  ven 
Recht-banck,  onderfoeck  te  doen,  en  recht- 
pleginge  te  beftellen ,  omtrent  de  faecke  en  be- 
fchuldiginge  van  den  Graef  de  Chalais,  en  fijn 
medeftanders.   In  gevolge  van  defen  laft ,  verga- 
f . x  \    derden  fich  de  Heeren  gemachtigden  in  de  faeck, 
8ïïta«  bV  de  Cordeliers  tot  Nantes,  en  begoftenaen- 
ftonts  de  Recht-pieginge  aen  te  vangen.  Eynde- 

lijck 


De  Graef  van  Chalais.  49 
jijck  hebbende  gefien  de  belaftingen  en  informa- 
I  tien  of  onderrichtingen.  Vergadert  en  gecon- 
fronteert ,  of  tegen  geltelt  Grammont  en  andere 
1  getuygen  >  wierdt  hy  veroordeelt ,  om  dat  hy  hal- 
iterrigh  bleef  in  het  loochenen,ter  pijn-banck  ge- 
bracht te  worden. 

Maer  't  zy  dat  de  fchrick  van  het  pijnigen ,  of 
fijneygen  gewifle  hem  drong ,  de  waerheyt  te  leg- 
gen ,  hy  bekende  vryelijck  al  den  handel ,  het  be- 
leyt,  onderwindt,  en  t'lamen-f weringen , die,  Xir. 
door  de  vyanden  van  den  ftaet  van  Vranckrijck  Bekent  dc 
waren  aengevangen  en  aengerecht ,  ondeckende  railüacdt. 
oock  verfcheyde  andere  byfonderheden  ,  van  fijn 
verwanten  en  medeftanders.    Het  welcke  alles 
irijpelijck  overleght  zijnde,  wierdt,  in  tegen- 
'  woordigheyt ,  van  den  Grooten  Zegel-bewaer- 
.  der ,  het  vonnis  des  doots  tegens  hem  uytgefpro- 
;ken,  luydende  aldus : 


Vonnis  tegen  den  Graef  de  Chalais. 

ijnde  gepen,  door  de  Trainer  van  het  Huls-gericht \ 
vergadert  tot  Nantes ,  uyt  t^achte  van  Commtfie  gege- 
ven by  den  fyenine^,  tot  onder (oeck>ngh  van  de  Rechts- 
pleginge  van  den  Gr  ave  van  Chalais ,  en  fin  mede-fi  an- 
ders, de  Informatien'.  Interrogatorien ,  en  Confefien  van 
gefeyde  Chalais,  en  alfoo  de  heymdtjcl>c  t'famen  fwerw-  Vonnis  *c. 
gen,  tegen  den  Perfoon  van  den  [yonmcl^.  en  fijn  jiaet ,  gen  hem. 
en  de  Conclufie  van  den  Procureur  Cencrael ,  foo  heeft 
de  l(amer  en  de  Commtjfarijfcn  tot  delen  eynde  gedepu- 
teert ,  verkjaert ,  ende  verklaren  mttfdefen ,  den  fel  ven 
de  Chalau  fchuldtgh  en  overwinnen  van  grquet&e  Ma- 
jefiejt ,  in  den  hooghflen  Graedt ,  en  dat  hy  ps  een  pertur- 
bateur  en  ver/foorder  van  de  gemeene  ruft  ;  en  heeft  tot 
voldoentnge  van  het  Jelve,  de  gefeyde  l{amer ,  veroor- 
deelt, gelijck^dejèlve  veroordeelt  nutfdejen,  defelven  de 
Chalais  tc  hebben  het  Hooft  afgeftneten ,  en  fijn  goede- 

D  reis 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


«5  o  Treurige  Gefchiedenis  van 

ren  gcconfifqüccrt  en  verbeurt  gemaeckj  voor  den  l{p- 

Getecckent 

Malescot. 

Ongelooflijck  was  de  droef  heyt  van  Me-vrou- 
x  i  v.    we  de  Chalais  lijn  Moeder ,  over  het  verlies  van 
Drodmeyt  harcn  Soon .  ^iefe  had  verhoopt ,  een  ftut  in  haer  i 
vrouwede  ouderdom  te  Tullen  zijn ;  waerover>om  alles  te 
ciwiais.    wege  te  brengen  >  wat  te  gelijck  haer  Moeder- 
lijcke  plicht  en  teedere  genegentheyt  van  haer 
vereyfchte  heeft  fy  de  vrymoedigheyt  genomen , 
felfs  aendenKoninckte  fchrijven,  of  miflchien 
de  Majefteyt,  door  Moederlijcke  droef  heyt  tot 
medelijden ,  en  door  medelijden ,  tot  genade  kon- 
de  gebracht  worden,  d' inhoudt  dan  van  haren  j 
b;iefwas  aldus. 


XV. 

Ha  reu 
brief  aen 
den  Ko- 
ninck, 


Brief  van  Me-vrouwedeChilaisde  Moeder 
aen  de  Koninck. 

Sire, 

Ici^bikeHve  dat  diegene  dte  u  deert  ofte  tnifdoet, ver- 
dient, bene  fins  de  tijdeitjeke  ,ooc^  de  firaffe  van  het  toe 
komende  leven  ,nademael gy  het  afbeeltfel  vanGodt  Ztjt,  I 
Maer,  wanneer  dejèlve  vetgtffents  belooft,  aen  dte  gent  I 
die,  met  een  waerdigh  berouwen  ,het  fiivè  hem  afeyjfchen,  I 
toont  hy  ooct  aen  de/koningen,  hoe  fich  de  felve,  hter  m  % 
hebben  te  dragen.    Want  nademael  de  tranen  vermo-  % 
gats  zijn,  het  bejluyt  des  Hemels  te  veranderen ,  fullen  1 
de  mijne,  Sire,  geen  macht  hebben,  om  u  tot  medelijden  y 
te  bewegen?    De  gerechtigheyt ,  is ,  m  de  gonmgen ,  een i 
minder  uytwerck,Cel  van  fin  macht,  als  de  barmher-\ 
tigheyt,  'en  het  ftraffen  mm  frijflijc^  als  het  vagex*nj 
Hoeveel  lieden  leven  noch  in  dt  werelt,  dte  met  Jchandet 
wdcr  de  aerdenfouden  leggen,  indien  uw  Majeflejt  M 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Graef  van  Chalais.  $i 

een  vergiffenis  gedaen  had  ;  Sire  gy  zijt  /(omnc^  Va- 
W  en  Mee  Her  ,  van  dejen  cllendigen  gevangen:  /yin  hy 
Itmmer  zijn  als  ghy  goet?  en  Jchnldtger  als  ghy  barm- 
wttgh  zijt?  Jou  het  geen  mijdaedt  tegen s  u  zijn ,  nut 
e  hoopen  op  u  gocdcrticrentheyt.    De  bef/e  voorbeelden 
ivoor  .de  goeden ,  zjjn  die  van  barmherttgheyt  :  en  de 
\hoofwichten  w  orden  alleen  doortrapter  en  met  beter  ,  door 
de  (Ir af  van  andere.    Sire  ,  u\  btdde  met  gebogenc 
\\nien  ,  tt  het  leven  af  van  mijn  Soony  en  dat  ghy  ntet  vedt 
toelaten,  dat die  gene,  dtekkheb  opgeqnecc^t  9om  u  te  dtc- 
'en,  Jou  ff  erven,  ten  dienfl  van  een  ander:  dat  dat  k^nt* 
)et  voelcke  ick^foo  waerdighlqci^ hebbe  opgevoedt ,  magh 
\ijn  de  verttoofftngh,  voor  die  kfeyne  ttjdt  van  leven f 
\d$e  tny  noch  overigh  ü:  en  ten  laetften  dat  dte  gene,  dte 
iic^  ter  xverelt  heb  gebracht  my  met  tn't  graf  en  helpt. 
Jielaes,  Sire,  voaerom  is  hy  met geflorven  tn  fijn gebcor- 
<  te  of  van  de  w  onde  die  hy  te  St.  Jan  ontfangen  heeft ,  of 
in  eemgh  ander  gevaer  ,daer  hy  fch,  tn  uw>:n  dienfl tn 
'bevonden  heeft,  Joo  tot  Montauban ,  Montpellters ,als  op 
andere  plaetjen ;  of  van  de  handt  fel ve  van  dte  gene ,  dte 
&ns  foo  veel  queliwgh  veroor 'facck*  heeft?  hebt  deernis 
met  hem,  Stre,  lact  fijn  voorgaende  ondancl^acrheyt  ,u 
medelijden  te  heerlijker  maeckrn  ;  over  acht  jaren  heb 
icl^  hem  u  gegeven ,  hy  U  Neef  van  den  Marjchalcl^de 
.Montluc,en  by  verwant fchap  van  den  voorftter  Janin; 
de  fijne  dienen  u  dagelijckj ,  die  fich  ntet  Jouden  derven 
voor  h  voeten  werpen  ,  ityt  vreeje  van  u  te  mij  ha- 
gen:  en  evenwel  ntet  na  laten ,  met  alle  nederigheyt  en 
eerbied/gheyt ,  de  tranen  in  de  oogen ,  u,  beneffens  my 
het  leven  van  defèn  ellendige  af  te  bidden  :  'tzy  dat  hy 
het  fel  ve  {al  hebben  te  eyndigen ,  tn  een  eeuwge.  gevanc- 
kentffc,  of  tn  buyten-landjjche  Heyr-legers ,  met  u  daer 
mede  te  dienen.    Soo  ver magh  IJ  E.  Majcflcyt  de  fljne 
\bevrijden  van  de  fchande,  en  het  verlies,  uw  gerech- 
\  tigheyt  voldoen ,  en  uw  barmherttgheyt ,  op  den  hoogh- 
flen  throon  feilen  :    ons  verbindende  meer  en  meer9 
uwe  goedertterentheyt  te  prijfen,   en  Godt  geduertgh- 
tijden  bidden >  voor  de gejontheyt ,  en  voor J poet  9  van 

D  2  i*w 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


c  2  Treurige  Gefch'tedenis  van 

urv  K6nmc\lüc\^  Perfow ,  en  ick^  voorftatnetttlijcli  die 
beu 

Uw  feer  ootmoedige  en  gehoorfame  on 
derdane  en  dienarefle , 

De  Mon  riuC 

xvi.  Defe  brief,  hoe  beweeghlijck  en  oo$rnoevdig- 
Sondcr  lijck:  gefchreven,  was  evenwel  geenGnts  macn- 
vrucht.     t-    ^  om  ^  ya^  gefteide  Wl\  wia  den  Koninck  te 

veranderen ,  't  zy  dit  hy  noodigh  achte ,  voor  de 
toen  tegenwoordige  tijden  ,  de  fchitterende 
voncken  van  wederfpannighey  t ,  die  door  een  deel 
ftaetfuchtige  grooten  opgeftoockt  wierden,  door  j 
het  verderf  van  eenige  weynigete  dooven.  Of 
dat  het  belangh  van  fijn  Perfoon ,  die  eylaes  !  hier 
het  voorwerp  van  defen  ontfinde  toelegh  was  ge- 
weeft  ,  hem  voor  alle  klachten  de  ooren  floot ; 
het  vonnis  molt  fijn  voor  tganck  hebben,  en  het 
Gerecht  fijn  eyfch.    De  doodt  dan  wordt  hem  r 
aengeieght,  en  hy  fiende,  dat  al  d'yver  van  fijn  jic 
Magen  vergeefs  was ,  had  anders  niet  te  doen,  als  i  i 
fichdaertoetebereyden.  Sijn  vrienden  evenwel,  » 
na datfe Hemel  en  Aerde  bewogen  hadden,  en 
geen  middel  fagen,  fijn  leven  te  verwerven, 
lbchten  ten  minften  eenigh  uytftel  voor  fijn  i 
doodt.    Het  geen  fy  het  gereetfte  vonden,  was  al 
de  Beulen  en  Henckers,  diefoo  binnen  Nantes ,  I 
als  daer  omtrent  mochten  gevonden  worden,  Li 
met  geit  om  te  koopen.    En ,  in  der  waerhey t , 
fy  brachten  fooveelte  weegh,  dat'er  noch  bin- 
nen ,  noch  buyten  de  Stadt,  eenigh  Scherprechter 
te  vinden  was ,  om  het  vonnis  uyt  te  voeren :  den  I 
eenen  fichfieck,  en  den  ander  fich  c'foeck  maec 
kende.  Waer  over  de  Koninck  vergramt ,  beval , 
dat  men  fich  fou  dienen  van  eén  mifdadige,  die 
tot  Nantes  gevangen  fat ,  en  binnen  korten  dageo 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


RÉ 

'mé 
c  k 

9  Of 

ti 

"TÉ 

k:1f 

u 

Sm 

Éi  I 

d 


De  Gkaef  van  Chalais.  $3 


XVII. 


fou  moeten  fterven.  Defe  beloofde  men  hec  le- 
ven, in  dien  hy  wilde  beftaen ,  de  Grave  van  ^ucnuigc 
Chalais  het  Hooft  af  te  flaen.  Hy  die  binnen  Jjciïï 
korten  tijdt  anders  moft  gerabraeckt  worden , 
fiendeeen  foofchoone  gelegentheyt ,  om  het  le- 
ven te  behouden  fou  het ,  al  was  het  met  de  Ko- 
ninck  felve  geweeft ,  gewaeght  hebben.  Hy  dan 
biedt  fich  ielven  aen,  maer  komende  tot  hec 
werek ,  toonde  fich  foo  onbedreven  in  de  faeck  , 
dat  hy  den  ongeluckigende  Chalais  meer  als  vijf- 
tien (lagen  gaf,  eer  hy  het  Hooft  af  kreegh. 
Waerlijck  en  treurigh  fchouw-fpel ,  en  die  al  de 
aenfehouwers  tot  deernis ,  en  alleenigh  niet  tot 
oproer  verweckte.  Dit  washeteynde  van  den 
Graef  de  Chalais ,  wiens  dapperheyt ,  in  veel  ge- 
legencheden  getoont,  wel  een  beter  uyt gang  fou 
verdient  hebben.  Indien  fijn  aenvangh  hem  dit 
niet  te  waerdigh  had  gemaeckc.  Maer,  dewijl 
wy ,  hier  ce  voren  gewagh  hebben  gemaeckc ,  van 
de  gevanckenis  van  den  grooten  Prior  de  Ven- 
dofme ,  en  de  Marfchalck  d'Ognano ,  over  defel- 
ve  mifdaedt  gevangen ,  foo  konnen  wy  niet  na  la- 
ten van  hem  dit  te  berichten ,  dat  foo  de  een  als  de 
ander ,  in  de  gevanckenis  tot  Vincennes  geftorven 
is. 

Maer  het  fal  mijnen  Lefer ,  verhopen  wy ,  niet 
vervelen,  noch  mijn  befette voorftellinge,  van 
defe  eeuw  niet  tebuyten  te  gaen ,  eenighfints  ver- 
korten ,  indien  ick  defe  voorgaende  t'famen-fwe- 
nngh ,  tegen  leven  en  ftaet  van  den  Koninck  van 
Vranckrijckaengevangen ,  vervoege  en  vergroo- 
te ,  met  een  ander  die  den  Koninck  van  Portugael 
raeckte  *,  en  al- hoe- wel  vry  ouder  van  dagen, 
evenwel  in  omftandigheden  en  voorvallen  fich 
fijner  niet  fal  behoeven  te  fchamen.  Ick  falfe,als 
een  Plutarchus,  gelijck  een  parallel»  of  verge- 

D  1  Ujck- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XVI II. 

Vcthacl 
van  de  t 'fa 
mcnfwe- 


lohan  de 
darde  van 
PonugaU 


^4         Treurige  Gefchiedenisvtn 
lijck-ftuck  u  mede-deelen. 

Defe  t'famen.fweringe  nam  fijn  begintzel  J 
kracht  en  aen was ,  foo  uyt  den  haet  ,  die  men  denj 
rC  «gen  Koninck  Johan  de  darde  toedroegh ,  als  uyt  dd 
deKoninck  genegenthcy  t ,  die  de  eedtverwanten  tegens  den] 
Hartogh  van  Vifeo  fijnen  Neef  voeden.  Voort-i 
komen  Ie  uyt  de  mildadigheyt  die  hy  een  yder 
betoonde ,  en  de  byfondere  vriendelijckheyt  van 
fijnen  ommegangh.    De  goederen  van  het  ge-| 
luck  ontbraken  hem  niet  meerder  als  die  van  dej 
nature.    Hy  was  van  eenfehoone  geftalteniffè,] 
en  feer  bevalligh  van  weten,  faecken  die  inderl 
daet  maer  ydel  zijn,  doch  evenwel  daer  de  ge- 
meente fich  feer  aenbindt.  Hy  hielt  fijn  fpot  mee 
de  deftige  itemmigheyt,  en  beminde  tenuytter- 
ften  fijn  vermaeck,  omtrent  de  welcke  te  betrach- 
ten ,  hy  fich  geenfints  fpaerfaem  toonde.  Defe 
tTamen-fweringe  vandt  te  meerder  verwanten  > 
om  dat  men  in  een  tijde  van  foo  grooten  vryheyt, 
feer  fwaerlijck  den  ftrengen  aert  van  den  Koninck 
konde  verdragen.    De  eerfte  aenleyder  wort  on- 
feeckergeftelt,  maer  de  meefte  willen  den  Har- 
togh daer  voor  nemen  ,  als  de  welcke  door  ftaet- 
fucht  gedreven  (dewelck  hem  een  Starre-kundi- 
ge,  hem  het  Rijck  van  Portugael ,  valfchelijck 
toe  feggende,  ingeblafen  had)  geen  faeck  gewich- 
tigh  achte ,  om  het  eynde  van  fijn  onmatige  be- 
geerte te  bereyeken.    D.  Garcia  de  Menezes , 
Biflchop  van  Euora,  was  de  voorbarigfte  van  al  de 
eedtverwanten,  gedreven  door  een  doodelijcken 
haet,  die  hy  den  Koninck  droeeh ,  ter  oorfaeck 
van  eenige  beledigingen,  dewelke  hy  hem  had  ge- 
daen,  federt  de  doodt  van  den  Hartogh  van  Bra- 
gance ,  met  de  welcke  hy,een  feer  nauw  verbondt 
van  vrientfehap  had  gemaeckt.  D.  Ferdinand  de 
Menezes,  begaf  fich ,  alleen  uyt  byfondere  gene- 

gent- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Graef  van  Chalais;  55 
gentheyt  tot  den  Hartogh  daer  onder ,  wiens  die- 
naar hy  was.  r  r  -r 
Menfoufwaerlijck  weten  tefeggen,  of  mif- 

noeeen,  of  begeerten  tot  nieuwigheyt :  D.  üutie- 
roCounno,  krdinand  deSilveira,  D  Alfonfo 
d'Atayde,  en  D-PedrofijnSoon,  dc Groet  van 
Penamacor ,  en  Don  Pedro  d*  Albuquerque ,  daer 

toe  brachten, 

D.Gutiero  Coutino  nam  de  uytyoerinje  van 
dit  groote  ftuck  wercks  op  fich.  Defe  Ridder 
had  een  broeder  D.  Vafco  Goutmo  gapen*  j  een 
Edelman  van  feer  groote  veidieniten ,  de  welcke, 
fiende  fijndienften  qualijck  vergolden,  op  dien 
tiidc  tekenden  Koninck  groot  mitnoegen  had  op- 
genomen  i  ioo  verre,  dat  hy  van  meeomge  was  , 
lichuyt  hetRijck,enindienft  vaneenigh  vreemt 
Vorit te  begeven.  D.Gutiero  oordeelde  defe 
eele»enthcyc  feer  wel  te  pas  te  komen ,  om  den 
Harwgh  een  dapper  man  toe  te  voegen  ,  en  dien- 
de  fich  daer  van,  om  fijn  Broeder  de  iaeck  te  open- 
baren.  Hy  begoft  fijn  reden ,  met  hem  het  onge- 
liick  te  verwonen ,  dat  hem  aengedaen  wierdt ,  en 
de  kieynegelegentheyt  die  men  lagh ,  orr >  oyc :  tot 
fijn  voornemen  te  geraken,  fop  langh  defen  Ko- 
ningh  in  het  leven  was  •  maer  dat  hy ,  by  verande- 
ring van  Regcringe ,  fijn  hoop  fou  konnen  vol- 
daen  fien.  By  dele  woorden  voeghdehy  feer 
groote  beloften,  gelijck  gemecnlijck  diegene 
Hoen,  die  yemant  op  hun  zijde  foecken  te  tree- 

ke  D  Vafco  liet  fich  aenfien  ,  als  haddc  hy  leer 
groot  genoegen ,  in  defe  verwantlchap ,  en  fwoer 
aathvdeeerftefouziin,  die  het  fou  helpen  uyt- 
voeren,  het  gene  fy  befloten  hadden.  In  voegen 
D  Gutiero;  geloovende  volkomenthjck  van 
fijn  Broeder  verfeeckert  te  zijn ,  geen  l warighey t 
7  ^  maccK- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


5 6  Treurige  Gefcbiedems  van 

maeckre,hem  al  de  medeftanders  teontdecken,en 
hem  by  den  Hartogh  tc  brengen.  Men  feght  even* 
wel ,  dat  de  andere  eedeverwanten  vrymoeyelijck 
waren ,  om  dat  D . Gutiero  ,  in  het  ontdecken  foo 
voorbarig  was  ge  weeft  »en  hem  belaften,  wel  nauw  ^ 
op  hem  te  letten ,  ja  hem  felfs  niet  uyt  het  gelicht  ' 
teverliefen,  wetende  wat  gevaer  fteeckt ,  in  het 
ontdecken  van  faecken  van  fulck  gewicht. 

De  meeningh  van  de  eedtver wanten  was ,  de 
Regering  te  veranderen,  door  het  dooden  van  den 
Koninck,  diefe ,  om  hun  handel  een  beter  fchijn  te 
geven ,  de  fchandt  naem  van  een  Tyran,  of  dwfn- 
gelandt  aenvreven.  Het  welcke  uyt gevoert  zijn- 
de, fou  fich  d' Hartogh  van  de  Jonge  Prins, 
noch  een  kindt  zijnde ,  verfeeckeren,  die  men  met 
weynigh  moeyten,  aen  een  kant  fou  konnen  hel- 
pen. Invoegen  d' Hartogh  alfoo  fondermoeytc 
of  beroerte  in  het  Rijck  te  verwecken ,  tot  de 
kroon  fou  geraken. 

Maer,  terwijl  de  verwanten,  gedreven  door 
vrees  en  hoop,  van  dagh  tot  dagh,  de  uytvoeringh 
van  het  werek  uytftelden ,  geraeckte  de  fel  ve.  aen 
den  dagh ,  gelijck  wy  fullen  fien.  De  Biflchop 
D.  Garcia,  onderhield  een  vrouw,  van  middel- 
bare gelegentheyt ,  en  leefde  ter  oorfaeck  van  het 
felvé,  feer  gemeenfaemlijck  met  DiegoTinoco, 
broeder  van  fijn  boelinne,  die  vaft  fijn  fnoot  voor- 
deel uyt  fulck  een  fchandelijcke  gemeenfaemheyt 
wift  te  trecken.  Defe ,  als  deelachtigh  aen  al  de 
ceheymen  van  het  huys ,  fagh  dat  de  Biflchop , 
lom  wijlen  des  nachts ,  in  het  doncker  en  op  onbe- 
tamelijcke  ueren ,  met  eenige  van  de  eedtverwan- 
tenfprack,daerfe  over  dagh  weynigh  of  nietby. 
.  malkanderen  quamen.  Defe  al  te  groote  voor- 
forge ,  maeckte  dat  Tinoco  eenigh  quaedt  ver- 
moeden begoft  te  krijgen.    De  nieufgierigheyt 

\  ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Graef  van  Chalais.  57 
/eroorfaeckte  hem  ,  een  weynigh  nader  acht  op 
:c?  alles  te  flaen ,  maer  het  was  niet  noodigh ,  want, 
de  BiflTchop  quam  ,  gedreven  door  fijn  blinde  lief- 
de ,  foo  verre ,  dat  hy  hem  het  ftuck  feifs  ont- 
deckte. 

Men  weet  niet  of  de  fmart  van  de  beledigingh , 
die  Tinoco,  door  de  oneer  van  fijn  Sufter,  gevoel- 
de,of  de  hoop  van  vergeldinge  Tinoco  defe  Edel- 
moedige gedachten  aenbracht,  altoos  hyopen- 
baerde  deVaeck  aen  Antonio  de  Faria ,  met  al  de 
omftandigheden ,  gelijckhet  werek  gelegen  was : 
dieontdeckte  hetaenftondts  den  Koninck,  doch 
defe  willende  daer  van  beter  onderrecht  zijn,  ont- 
boodt  Tinoco  >  in  het  Kloofter  van  de  Cordeliers, 
daer  hy  uyt  fijn  eygen  mont  veritont  het  gene  hy 
van  Antonio  Faria  gehoort  had.  De  Koninck 
bedanckte  hem  voor  defe  trouw ,  en  gaf  hem  veel 
groote  beloften :  evenwel,  alfoo  hy  geen  andere 
getuygen  had ,  liet  hy  noch  niet  blijeken ,  al  hoe- 
wel hy  wel  oordeelde ,  dat  de  faeck  waerachtigh 
genoegh  was.  Het  aenbrengen  van  Tinoco, 
wierdt  weynige  dagen  daer  na ,  door  D.  Vafco 
beveftight  en  gefterekt ,  die  hem  al  de  byfonder- 
heden ,  van  de  t'iamen-fwenngh ,  benevens  de  na- 
men der  eedt  ver  wanten ,  ontdeckte.  Hier  mede 
was  het  alles  genoegh  bcwaerheyt ,  waer  over  de 
Koninck  begoft  op  fijn  hoede  te  zijn ,  toonende 
fich  evenwelgantfch onbekommert ,  om  fijn  mif- 
vertrouwen  te  beter  te  verbergen.  Hy  liet  niet, 
gelijck  als  na  fijn  gewoonte ,  den  Hartogh  aen  fijn 
tafel  te  noodigen ,  fonder  hem  eenige  verandering 
in  fijn  woorden  of  gelaet-  te  toonen,  gingh  uyt , 
gelijck  hy  gewoon  was ,  felfs  in  het  gefelfchap 
van  de  eedtverwanten ,  en  dragende  fich  foo  kon- 
lUgh ,  dat  men  gantfeh  geen  verandering  aen  hem 
vermereken  konde ,  om  te  beter  acht  op  al  hun 

D  5  wooj- 




Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


«g  Treurige  Gefchiedenis  van 
woorden  en  gebaren  te  flaen.  Sijn  goet  gebet 
echter  verhinderde  hem  niec ,  ordere  op  fijn  ver- 
feeckeringhteftellen.  Hy  wapende  fich  onder 
üinekleeleren,  en  belafte fijn  Trawanten  ,  fich 
altoos  kort  by  fijn  Perfoon  te  houden  fonder  een 
ftan  weeahs  van  hem  te  wijeken.  Zedert  eemgen 
tijde,  hShy fijn  ordinare-Lijf- wacht,  meteen 
vaendel  lichte  paerden  vergroot  ,  die  onder  het 
beieyt  van  D.Ferdinand  Martines  Mafcarenas 
itonden,  in  wiens  getrouvvigheyt ,  als  zijnde  m 
verfcheyde  voorvallen  beproeft,hy  fich  felven  ten 
vollen  vertrouwde.  Hy  ondertuffchen,  begoft, 
als  met  de  hant ,  het  verraedt  te  taften,  het  weicke 
foo  baerblijckelijck  begoft  te  worden ,  dat  de  Ko- 
ninck  op  fekeren  dagh ,  de  trappen  van  het  Paley s 
opcaenie ,  D.Pedro d' Atayde,die  hem  volghde , 
fichhielt  als  of hyftruyckelde,  omhemfoo van 
detrappenaf  tetrecken.  De  Komnck  fich  hier 
op  omkeerende ,  fagh  D.Gutiere ,  met  den  degen 
half  uyt  getrocken ,  om  werek  te  beginnen.  De 
Konincklceerde  fich  naD.Pedro,  en  vraeghde 
hem  ,  wat  dat  was ,  die  daer  op  antwoorde,  dat  hy 
geftruyckelthad,  waer  op  de  Komnck  feyde, 
wacht  u  dan  dat  gby  niet  valt. 

Als  de  Koninck,  op  een  anderen  dagh ,  dicht 
by  een  Eremytage  gingh  wandelen ,  zijnde  ■ 
weynigh  van  fijn  Lijf-wacht afgefondert,  bc 
deiehelmen  hem  aen  te  taften:  maerde  Kor 
fulcks  merekende,  ftelde  fijn  rugge  tegen 
Kerckf  ken ,  en  keerde  hen  fijn  aengeficht  to 
het  weicke  hy  foodanigen  achtbaerheyt  en 
vaftigheyt  betoonde ,  dat  hy  de  eedtverwan 
moet°deaeontvallen.   Soodanigh  was  de  k 
van  fijn  gedaente,  en  het  ontfagh,  het  w< 
Godt  afs  de  natuerlijcke  Vorften  in-p 
De  Koninck  was  dit  ooghfchnnelijck  gevac 


loten 
linck 
s  het 
e,  in 
tant- 
en de 
racht 
:lcke 
>lant. 
:rfoo 
haeft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Craef  van  Chalais.  59 
haeft  niet  ontkomen ,  of  hy  vandt  fich  in  een  an- 
der. De  verwanten,  wetende  dathy  na  Alca- 
cere  ter  Jaght  was  gegaen ,  verwachten  hem ,  op 
fijn  wederkomft  omtrent  Setubal  aende  Zee, 
maer  hy,daer  van  verwittight,  nam  een  anderen 
wegh ,  en  ontquam  hen  handen  alfoo  noch  eens; 
En  waerlijckdic  voorteelt  van  getrOuwigheyt , 
in  het  midden  van  foo  veelontmu,  isfeer  aen- 
merckelijck  •  nademael  Don  Vafquc,  fonder  acht 
te  nemen  op  lijn  leven,  op  vriendefchap ,  ja  op 
bloed,  metfulckeen  forghdes  Konincks  lijf  be- 
waerde,  en  dat  felfs  opeen  tijd* ,  wanneer  hy  oor- 
faeck  had  ten  hooghlten  mifnoeght  teztjn. 

D'Hartoghondertufifchen ,  zijnde  in  geducrige 
ongeruftheyt ,  en  vol  van  bekommernis ,  omtrent 
het  uyt voeren  van  het  verraedt ,  ginghna  Palme- 
la  ,  om  fijn  Moeder  te  befoecken.  Aldaer  zijn- 
de fchreef  hy  aen  fijn  medeftanders ,  en  drongh 
hen  aen ,  om  het  werek  ten  eynde  te  brengen ,  be- 
fchuldigende  van  bloodrhartigheyt,  die  gene  die, 
van  tijdt  tot  tijdt ,  van  gelegeiuheyt  tot  gelegent- 
heyt  de  doodt  van  hunalgemeene  vyandc  uytftel- 
den ,  hen  vertoonende ,  dat,  door  foo  veel  uytftel- 
lens,  defaeck  nootwendighlijck  moft  voor  den 
dagh  komen ,  het  welcke  gefchiedende,  was  hun 
aller  doodt  ongetwijfelt.  Dat'er  meer  gevaer 
in  het  vertrecken  ,  als  in  de  reuckeloof  heyt  was. 
Dat  men,  dewijl  de  gemeene  Yryheyt  daer  aen 
hingh,  onbefchroomt  moft  voortgaen. 

De  t'faemgefwoorene  oordeelden  de  by-een- 
komften  gevaerlijcker ,  als  de  uy t voeringc  fel  ve  • 
in  voegen  fy,  het  uyterftcbefluyt  genomen  heb- 
bende ,  fich  van  malkanderen  affonderden  ,  fon- 
den  oock  D.Alvarod'Atayde  na  Santaren,  om 
fich  van  de  Princes  Johanna,  des  Konincks  Sufter, 
op  het  eerfte  gerucht  van  des  Konincks  doodt  ia 

ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


7 


60         Treurige  Gefcbiedenis  vah 
yerfeeckeren.  Macr  om  weder  tot  den  Hartogh 
van  Vifeo  te  komen ;  het  ftuck  was  nu  aireets  foo 
blaerblijckelijck  geworden  ,  dat  de  Koninck. 
merekende  het  gevaer,  daer  hy  fich  yder  uer,  dood 
het  uytftelien  van  fijn  ftraffe ,  inftelde  ,  oordeelde] 
dat  het  nu  eenmael  tijdt  was,  een  fchut  voor  de^ 
boof  heyt  te  fchieten  ;  maer  gelijcker  niet  is ,  dat 
beter  middelen»  om  fijn  leven  te  bewaren  befchaft 
als  de  vreefe ,  befloot  hy  den  Hartogh  voor  eerft , 
met  fijn  eygen  handen  tedooden.  Hy  trock  dan 
naSetubal ,  en  aldaer  gekomen  zijnde  ,  fandthy 
iia  Palmela,  aen  den  Hartogh ;  hem  by  hem  ont- 
biedende, onder  fchijn  dat  hy  eenige  noodige  din- 
gen met  hem  had  over  te  leggen. 

Een  gemoedt  dat  vol  van  groote  hoop  is,  vindt 
men  gemeenlijck  ftijf  en  onverfettelijck :  Maer 
geen  hoop  is  foo  machtigh  om  het  gevaer  te  doen 
verachten,  als  die  een  kroon  belooft.  De  Har- 
togh, die  uyt  fijn  gemoedt  wel  had  behooren  te 
lefen ,  wat  hy  had  te  doen  ofte  laten ,  in  de  plaets 
van  fich  aen  een  zijde  te  houden,  was  wel  foo 
ftout  en  onbedacht,  dat  hy  na  de  plaets  van  fijn 

verderf gingh.  *::;>,JT  ,  •, 

De  Koninck  had  in  een  afgefonderde  kamer 
van  het  Paleys ,  drie  Ridders  befcheyden ,  Pedro 
Deca,  Diegod'Arambuja,  en  Diego  Mendez 
del  Rio  •  op  wekkers  moet  en  trouwe  hy  fich  ten 
vollen  té  verlaten  had.  D'Hartogh  daer  geko- 
men zijnde  f  verfeecketden  fich  defe  Mannen, 
fonder  eenjge  bïijekte  toonen,van  de  kamer  deur, 
De  Koninck  hier  op  komt  binnen  ,  en  fiende 
den  Hartogh,  vatte  hem ,  gemeenfamenthjek  by 
den  arm ,  als  om  hem  vrientfehap  te  doen ,  voe- 
rende hem  defe  woorden  toe :  Mijn  Neef,  wat 
foudt  gby  hem  doen ,  die  u  fou  foecke»  te  dooden  ?  De 
Hartogh  antwoorde  vol  verbaeftheyt :  Heer ,  *»- 
°  dien 


m 

Mi:» 

GE' 

esc» 

ntta 
Difct 


De  Graef  van  Chalais.  6i 

dien  ick.hn^e  i  ic^foude  het  hem  doen.  De  Koninck 
hier  op :  Ghy  velt  u  eygen  vonnis.  En  flaende  ter 
felver  tijde  de  handt  aen  fijn  dagge ,  gaf  hem  daer 
medé  verfcheyde  fteecken ,  tot  dat  hy  hem  omge- 
bracht had. 

De  Stadt  hier  op  en  het  Paleys  van  Setubal  wa- 
ren gelijck  als  belegert ,  de  Koninck  had  fijn  Lijf- 
wacht verdubbelt,  en  men  fagh  nergens  yets  als 
oorloghsvolck,  op  de  vetten,  op  demarekt,  en 
deftraten,  als  oock  in  de  bygelegene  Dorpen, 
hetwelcke  ,  met  het  aenkomen  van  de  nacht,  dc 
verbaeftheyt  noch  grooter  maeckte.  Men  hoor- 
de over  al  het  verkondigen  van  dc  namen  der  eedt- 
verwanten  ,  met  aenfegginge  van  ftraf,  of  belo- 
ningen ,  die  hen  of  verberghden ,  of  te  voorfchijn 
brachten. 

Het  Iichaem  van  den  Hartogh  wierdt  voor  den 
dagh,  fonder  eenigh  gerucht  inde  groote Kerck 
gebracht,  daer  het  eenige  ueren  bleef ,  in  het  ge- 
ficht  van  degantfche  werelt. 

Hier  op  wierdt  de  Rechts. pleginge  aengeftelr, 
Rellende  de  Koninck  de  Rechters,  en  totgetuy- 
gen  D.Vafco  en  Tinoco  nemende.  De  Koninck 
felfs  w ierdt  ondervraeght  over  de  faeck ,  en  de  re- 
den ,  die  hem ,  tot  fulck  een  vreemt  en  ongehoort 
beftaen,  had  gedreven.  Het  vonnis  desdoodts 
dat  daer  op  tot  laft  van  den  dooden  volghde,wiert 
de  Infanta  fijn  Moeder,  in  behoorlijcke  geftal- 
tetoegefonden,  die, door  defe middel ,  de  eerfte 
kennilTe  van  het  verraedt  kreegh.  Men  vandt 
evenwel  eenige  fwarighey t,  in  het  rechtveerdigen 
van  defe  dootflagh ,  want  daer  W3ren  die  feyden : 
Vat  de  Koningh  niemant  vermocht  te  dooden ,  fonder 
erdinare  engebruyckflijtke  Rtchts-fleginge.  Dat  noot- 
Wtndigh  ondervragingh  en  btweeringh  ,  die  de  natutt 
tnGoddelijcl<e  wetten,  ttn  yd<r  wtjdadige  totlaet  be- 

hwr* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


61  Treurige  Gefcbicdems  van 

hoorden  tehebben  voor gegaen.  Dat,  door  defen handel 
de  Kpninckbet  een  en  het  ander  den  Hartogb  blt}cWjK 
ontnomen  had:  dat  de  Koninck.  tegelijck  K«™rj* 
party  was  geweefi  j  dat  de  wetten ,  alleen  van  de  blijden 
en  bewijfen  hun  kracht  om  fingen ,  en  niemant  buyten  de 
felve  rechten  mocht:  tenwelck$n  eynde,  de  getuygen 
moffen  worden  by  gebracht  engeconfronteert ,  of  tegen 
den  behlaeghden  geilek  j  en  foo  voorts. 

Defe  redenen  benootfaeckte  den  Koninck,  een 
verklaringeuyt  te  geven,  doordewelcke  hy  be- 
weerde :    Dat  men  niet  hadde  te  twijfelen ,  aen  de 
rechtmatigbeydt  van  des  Hartogen  doodt ,  niet  meerder 
Als  aen  de  macht  volgens  de  welcke  hy  hem  de  felve 
bad  aengedaen.  Want,  alhoewel  het  waer  waf  dat- 
ter  geen  Vorft  gevonden  wierdt ,  die  foo  volmachtig- 
lijct  gewit,  over  yemants  doodt  of  leven  hebben  kon- 
de, dat  hyhem  onverhoort  ,en  onveroordeelt  vermocht 
te  dooden;  dat  evenwel ,  wanneer  de  mifdaet  fooblijc- 
kehjck  is ,  dat  daer  niet  meerder  aen  te  twijfelen  xalt , 
en  datter  vevaer  in  fteeckf,  wanneer  men  na  gedaen- 
te  van  Recht  fou  wiüen  voortgaen.de  Vorfï  macht  en 
rermogen  heeft,  gel^in  defe  tegenwoordige  daedt, 
het  leven  den  mifdadigen  te  Unemen ;  om  de  on- 
oelevent heden ,  die  daer  uyt  fouden  mogen  ontjtaen* 
%oor  te  ko»"».    Dat  hy  evenwel  begeerde  dat  men 
[oude  weten ,  dat  hy  met  omficht  en  daer  om- 

trent  bad  gegaen.    En  dat  hy  het  gemeene  go* , bo- 
ven firn  byfonder  genoegen  had  geftelt:  wetende  dat  de 
faeckln  van  het  f&c*.  >n  Julck  een  ftaet  ftonden ,  da 
mengeen  uytvoeringh  of  jïraffe  omtrent  [oodamge  lie- 
den konde  doen ,  (onder  fich  in  gevaer  van  een  alge- 

meene  afval  te  (lellen.  „^n,nU 
De  byfonderfte  geheymen  van  den  aenflagli 
des  Hartoghs,  wierden  noyt  ter  degen  ontdeckt, 
ais  toen ,  wanneer  het  meefte  gedeelte  der  ver- 
wanten gevangen  en  overtuygnuijnde,  a es 


De  Graef  van  Chalais. 


62 


JÉj 

m 


Dpentlijck cn  klaerli jck  beleden.  Onder  de  welc- 
XH  ke  was  Ferdinand  de  Menezes ,  mifprijfende  en 
verwerpende  des  Konincks  barmhertigheyt ,  veel 
bittere  woorden ,  felfs  in  fijn  tegenwoordigheyt, 
tegens  hem  uytbraeckte.    Maer  de  Koninck, 
fonder  hem  een  woort  te  antwoorden  ,  fandc  hem 
na  de  geftelde  Rechters ,  de  welcke  hem  Don  Fer- 
dinand ,  Don  Pedro  d'Atayde,  en  Don  Pedro 
d' Alburquerque  veroordeelden ,  om  op  de  groo- 
*|  te  plaets ,  het  Hooft  afgeflagen  te  worden,  terwijl 
men  vooreen  yeder  hetTverhael  van  hunne  mifdaet 
opcntlijck  dede.    D.  Pedro  d' Alburquerque 
poogde  des  Konincks  gramfchap  te  ftillen ,  door 
het  herdencken  van  fijn  bewefene  dienften  fonder 
aen  te  mercken,  dat  het  felve  by  Vorlten  fwack , 
I  en  lichtelijck verloren  wordt,  voornamentlijck> 
i  wanneer  fy  niet  foecken  als  wraeck. 

Don  Vafco  Coutino ,  badt  den  Koninck  het  le- 
t  ven  van  fijn  Broeder  af ,  maerhy  wierdt  evenwel 
1  nadcburght  van  de  Stadt  Avis,  in  eeuwige  ge- 
'  vanckenis  gefonden ,  daer  hymacr  weynighda- 
?  gen  fijn  verwanten  overleefde,  ftcrvendenahec 

•  meefte  gevoelen  van  vergif,  zijnde  iuick  een 

•  w  ijs  van dooden  in  die  geweften  ,  niet  als  ai  te  ge- 
meen, voornamentlijck  aen  die  gene,  die  hec 
fwaert  van  den  Scherprechter  ontrocken  wor- 
den. 

Deltrafvan  den  Biiïchop  D.Garcia  de  Mene- 
zes wierdt  uyt<*elttlt,  om  dat  de  Koninck  geen 
recht  had  op  fijn  Perfoon ,  die  alleen  onderden 
Pausen  het  geetlelijck  recht  Itotidt,  dervende  der- 
halven  de  handen  niet  aen  hem  (laen,  uytvree- 
fe  van  het  gemeene  volck  tegens  hem  te  verbitte- 
ren ,  een  fcherp  voordeel  in  der  daet ,  't  geen  ye- 
mant  vryheyt  geeft  om  te  mifdoen,  en  hetna- 
tuerlijck  recht  verhindert  te  ftraffen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


64  Treurige  Gefcbiedems  van 

Hy  was  by  de  Koningin  wanneer  men  hem  ge- 
vangen nam,  terfclvertijdt  wanneer  d' Har  togh  | 
gedoodc  wierdt.    Men  ftelde  hem  in  een  gevan- 
genis, op  de  Burght  van  Palmela,  daerhyniec 
meer  als  dry  dagen  gekeft  hecfc ,  ftervendege- 
lijck  men  gelooft,  door  de  vuyligheyt  felfsvan 
fijn gevangenifle.    Defen  Heer ,  hoe  geeftelijck 
hyoock  mocht  geweeftzijn,  had  evenwel  al  de 
hoedanigheden  van  een  bracf  Edel-  en  Krijgs- 
man ,  gelijck  hy  oock  in  Italië  de  Scheeps-vloot, 
die  de  Koninck  Alfonfus  tot  byftant  van  Otranto 
regens  den  Turck  fandt,  beftiert  heeft.  Don 
Alvaro  d'Atayde ,  en  Ferdinandde  Silveira  ont- 
quamen  voor  defereyfe  het  gevaer,  de  eene  door 
fijn  wackerheyt,  en  de  ander,  door  de  getrouw- 
heyt  van  een,  die  eenijts  huys  dienaer  van  fijn 
Vader  was  geweeft.    Hun  eynde  was  evenwel 
feeronderfcheyden,  D.  Alvaro,  overlevende  den 
Koninck,  kreegh  na  deflèlfs  doodt,vergiffenis  van 
fijn  mifdaet ,  en  wierdt  door  den  Koninck,  Don 
Emanud,in  fijn  ftaet  en  goederen  herftelt ,  invoe- 
gen hy  in  het  Rijck  weder  gekeerc  zijnde ,  noch 
veel  van  fijn  nakomelingen  in  de  hooghfte  en  aen- 
fienlijcklte  bedieningen  achter  gelaten  heeft. 

DonFerdinand  de  Silveira,  wierdt  na  eemge 
Jaren ,  door  laft  van  den  Koninck ,  die  hem  op  het 
aldernaerftighfte  (foo  ten  inficht  van  hun  oude 
gemeenfaemheyt ,  welcks  beledigingh  fijn  haet 
vermeerderde  *  als  om  dat  hy  vreefde,  dat  Silveira 
zijnde  fijn  geheym-fchrijver  geweeft ,  al  fijn ge- 
heymen  moght  komen  te  openbaren)  veryolgn- 
de ,  in  Vranckrijck  vermoort.  Daer  was  niemant 
als  de  Gtaef  van  Penamacor  die  in  het  KijcK 
bleef:  want  defe,  hebbend/  ïich  in  fijn  Burght  be- 
geven, ftelde  fich  in  ftaet  van  fich  te  ver  weren , 
terwijl  Me-vrouw  Catharin*  d'Acofta ,  ap 
'       -  Schoon- 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Graef  van  Chalaisj  6$ 
:  aSchoon-fufter ,  en  Sufter  van  den  Cardinael  d'A- 
njr;3Écofta  ,  in  de  ftadt  Scbugal ,  tot  fijn  befcherminge 
3de  wapen  aennam.    De  kloeckmoedigheyt  van 
defe  Vrouw ,  fou  ,  buyten  bedencken ,  noch  yets 
tftojwonders  hebben  te  wege  gebracht ,  ten  waer  de 
tjÏKoninck ,  door  fijn  vooi  fichtigheyt ,  fulcks  voor 
agekomenwas ,  byrijts,  de  plaets  belegerende, 
tdaerhyfichin  Perfoon  meteen braef  Heyr-leger 
3 liet  vinden.    Die  daer  mede  lbo  veel  te  wege 
ïbracht,  dat  Me- Vrouw Cathai ina, merckende  de 
.  Jkleynetegenftandt,  die  fy fou konnen doen,  hec 
i  flot  den  Koninck  in  handen  gaf,  het  welck  hy  luer 
..  ^aenftonts  weder  vereerde ,  gelijck  hy  haer  oock 
i  al  de  inkomften  van  haren  Man  fchonck ,  om  die 
i;  gedurende  haer  leven  te  gebruyeken.    De  Graef 
i  verfocht  een  vry  geleyde  van  den  Koninck ,  om 
i  hem  te  komen  fpreecken,  maer  hy  kreegh'cr  geen 
1  voordeel  van,als  alleen  de  vryheyt  om  fijn  Vrouw 
en  Kinderen,  uyt  het  Rijck  te  mogen  voeren. 
]  Defe  is  daer  na  in  Caftille ,  na  dat  hy  verfcheyde 
« tochten,  herwaerts  en  darwaerts ,  maer  altoos  te- 
:  gen  den  dienft  van  fijn  Konink  gedaen  had,  geftor- 
i  ven.  Don  Vafco  voor  fijn  getrouwigheytaen  den 

•  Koninck  bewefen,  kreeg,  behalven  de  groote  ach- 
:  tinge  ,  in  de  welcke  hy  altoos ,  omtrent  den  Ko- 
:ninck  was,  de  Stadt  Borba  met  denaenkleven 
i  van  dien ,  tot  een  vereeringh ,  de  welcke  fijn  na- 

•  komelingen  daer  na  met  de"  plaets  Redondo  ver- 
i  wiflèlt  hebben.    Tinoco  wierdt,  met  vijfchien 

hondert  Ducaten  aen  inkomft  en  Ampten,  benet- 
I  fens  vijf  duyllnt  in  gereec  geit ,  begiftight ,  maer 
:  eer  hem  des  Konincks  laft  brief  toequam  >  was  de 
i  arme  Tinoco  al  doodt,  niet  fonder  vermoeden 
;  van  eenige  verborgentbeyt ,  of  na  de  gemeene 
•  ;  fwier  van  dien  tijdt  geftorven  te  zijn.  Aldus 
ieyndighdedefe  t'famenfweeringh ,  dewelckewy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


<56  Tieurigt  Gefibiedenis  van 

hoewel  buyten  ons  bepalingh  zijnde ,  den  gunftU 

gen  Lefer  evenwel  niet  hebben  willen  onthouden. 


Regeringe  ende  Eynde  van  den 
Grooten 

MOGOL  JANGHEER, 

Met  de  Doodt  van  [tjn 
SOON  CUSROE, 
en  andere. 


INHOUDT. 
I. 


E 


Cbar  vergeeft  fich  felven.    II.  Janghcer  wort  l(o- 
WHcks  III.  Cufroe  valt  fijn  Vader  af.  IV.  Komt 
regen  hem  te  velde.    V.  GeraeckS  i*  banden  van  fijn 
Vader.    \l.  Cufroe geblindt.    VIL  Jangbeer  trouwt 
met  Nbrmal.    VUL  Canoon  ftaet  naer  het  Rijck. 
IX.  Doet  Cufroe  verwurgen.    X.  Curroon  (laet  tegen 
fijn  Vader  op.    XI.  Wordt  ge jlagen.    XlL  Wordt  m 
genade  aengenomen.    XIII.  Oorfaeckjuan  menden  af- 
val.    XIV.  Amadabat  ingenomen.    XV.  Abdul 
CawafiaetmetTz.xffiCaw».    XVI.  Dappere  twee- 
firijdt.     XVIL    Perwees  tegen  Curroon  te  velde. 
XV 'III.  Verraedt  tegen  Canoon.  XIX.  Tart  ar  valt 
m  het  Rijck  van  den  Mogol.    XX.  Bejrambeg  ge/la-  I 
gen  en  onthalfï.      XXI.  Curroon  wort  gcjlagen. 
XXII.  Ganganna*  Huys  verweeft.    XXIIL  Vluch- 
ten van  Curroon.    XXIV.  Afgnnf  van  de  I{ontngm 
tegen  Mahobet.     XXV.  Valfihe  lagen  hem  geleght. 
XXVI.  Mahobet s  Schoon-foon  fwaerlijck.  beledtght. 
X  XV 1 1.  Era ve  wraeck  van  Mahobet.   X  X  V 1 1 L 


I 


BH 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL  67 
JKormal  ter  doodt  veroordeelt .     XXIX.   Maer  voort 
Mverfchoonr.    XXX.  Jangheer  gevangen  ontkomt  door  de 
\vluckt.    XXXI.  Zedigheyt  van  Mahobet.  XXXII. 
Vultan  Perveces  ficrjt.     XX XIII.  Mahobet  voort  een 
Zremijt.      XXXIV.    Tcelegh     tegen  Mahobet, 
XXV.  Dte  Cttrroon  toevalt.    XXXVI.  Doodt v*n 
ien  Mogol  Janghecr.     XXXVII.  Sultan  Bullochy 
•    moordt  Koninekj  XXXVIII.  Nor  mali  xvederj]?annig- 
iü^  beyt  getemt.    XXXIX.  Sherry  ar  van  pin  gefuht  be. 
roojt.    X  L.  Cartoon  ftaet  na  de  /(toon.    X  L I.  Sul- 
tan Iiullochy  enie  andere  Frtncen  ver  moor  t,  XLII.  Citr- 
roon -wordt  I\omnck^,  van  Indujlax. 

III.  Geschiedenis. 

Y  openen  u ,  gunftige  Lefer,  al- 
hier een  Schouw-tooneel,  dac 
onfe  eeuw  foo  voor ,  in't  mid- 
den,als  na  achteren  in  foo  Moe- 
digen gewaet  voorftelt ,  als 
oy  t  andere  fich  vertoont  heefc. 
Induttan  is  de  plaets  daer  wy 
fpelen ,  en  de  beftieringh  van  den  grooten  Mo- 
gol ,  onfe  ftoffe ,  wy  Gen  hier  Rampralige  Va- 
ders, wederfpannige  Soons,  Vorftelijck^bloedc 
geftorr,  Vaders  door  huneygenzaetvervolght: 
maer  Lefer  vergramtu  niet, "wy Tullen  u,  aleer 
wydit  Boeck  fluyten ,  hier  nadien  dwingelandc 
fien  lijden ,  het  geen  hy  anderen  gedaen  heeft ,  en 
"in  fijn  eygen  Kinderen  de  vergeldinge  ontfan- 
*en  ,  van  fijn  onnatuerlijcke  wederfpannig- 
heyt. 

Ecbardegroote  Mogol  zijnde  doorongeluck 
(want  hy  op  Gafhaw  vergramt  zijnde,  "wilde  £ 
hem  vergeven,  waer  toe  hy  twee  pillen  had  doen  Ecba/vcr-i 
maecken,  de  eene  vergiftight  en  de  andere  niet,  g"ftflcli 
itf  Gafhaw  de  eene  ,  wel  gemereke  foo  hy  1 

E  2  meen? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


muck. 


6%         Treurige  Gefcbiedenis  van 
meende,  en  nam  den  anderen,  maer  fich  leehjck 
vereffende,  nam  felfs  het  vergif,  enitiert,  fon*l 
dertnn  misflagh  te  derven  bekennen;  om  het  Ie- 
ven  ceraeckt  ,  quam  fijn  Soon  Cliaw  Sehjm,i 
naderhandt  Jangheer  genoemt  tot  de  Kroon,!; 
hoewel  Raia  Manfing,  en  Chan  Azem,hever  lijn» 
Soon  Cufroe  daer  toe  (ouden  gebracht  hebben. 
Defe  aenvang  van  fijn  Rijck nemende,  alhoewel 
1T     hy  üet  een  onderdaen ,  vergat  even-wel  geeni;* 
langhor  Vader  te  zijn  ,  en  nam  fijn  foon  Cufroe,  fijn  me-l< 
won  Ko-  de- vryer  van  de  Kroon ,  weder  in  genade  aen ,  als ! 

mede  Cham  Azem ,  en  Raia  Manfing ,  om  door  * 
defe  fachtmoedigheytde  gonftvan  fijn  onderda- 
nen te  winnen.    Maer  de  jonge  Vorft ,  geraeckt  i 
door  fijn  eygengewnTe,  vermoedt,  dat  dele  ver- 
giffenis maer  geveynft  is,  en  fchnjft  derhalven 
aen  Huffanbegh,  onder  Koninck  van  Cabul  ,  urn 
ouden  vrient,  om  met  eenige  macht,  by  tetty- 
poor,  hem  te  ontmoeten,  opdathy,  door  lijn 
behulp ,  een  veylige  vlucht  mocht  bekomen,zijn- 
de  verfeeckert ,  indien  hy  langer  ten  Hoof  bleet 
vanfijnkven,of  fijngeficht  te  verliefen.  Deten: 
briefis  hem  fpoedighlijck  ter  handt  geftelt,  dern 
weicken  d'onder  Koninck  terftont  gehooriaemt , 
komende  me:  drie  duyfent  paerden ,  tot  AcnDar- 
poor ,  vier-en-twintigh  mijlen  van  Agra  ,daer  de 
Vorft, in  het  fchemer-licht  ontkomende,  ge-| 
volght  van  vijfhondert  jonge  dappere  Mannen, 
by  hem  komt  ,  rijdende  alfoo  gelijckerhandt  naj 

Vngheer  had  haeft  kennis  van  fijn  Soonsf 
vlucht  ,  en  wetende  wat  gevaer  daer  inftack,  be- 
laft Godge  Melec  Aliabfg ,  Hooft-  man  van  M 
Li  j  f-  wacht ,  met  de  troepen  die  hy  by  hem  had 
Cufroe  te  volgen,  en  hem  weder  te  rugge  te  bren-i 
gen,  voor  weicken  dienft  hy  met  ongeioont  fou* 


| 


in. 

Cufroe 
valt  fijn 
Vader  af. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  CROOTEN  MOGOL.  69 
lijven.    Defe  met  drieduyfent  Paerden ,  fnelc 
lem  achter  aen ,  gelijck  oock  Mortoza  Chan  met 
ijftienhondert,  Godge  achter  aen  volghc,  ja 
lyfelve,  daer  toe  door  Myrza  Ombrah  ernftigh 
geraden  ,  volght  met  vijrtigh  fclephanten  >  en 
'cht  duyfent  Man ,  in  voege  de  Vorit ,  aen 
Hen  zijde  vervolght  wierd,  maer  foodanigh  was 
"e  fpoet ,  die  Huffanbegh  voor  hem  maeckte,  dat 
^een  van  de  drie ,  op  vijftien  mijlen  na  by  hem 
konde  geraecken;  komende  alfooopdcn  negen- 
den dagh,  binnen  Lahor,  maer  willende  in  het 
Slot  komen ,  wierden  daer  uyc  gehouden ;  en  het 
geen  noch  quader  was ,  foo  als  hy  wilde  naer  Ban-  , 
ge ,  de  plaets  van  fijn  Landt- vooghdy  rijden,  wort 
drie  mijlen  van  Lahor ,  d'arme  Vorft  ,  door  Sayet 
Chan ,  veynfende,  als  of  hy  fich  by  hem  wilde 
voegen ,  gevangen  genomen ;  maer  met  loof  heyc 
ontlnappende ,  keert  weder  by  HmTan,  daer  hy 
een  gulden  bait,  of  brief  van  fijn  Vader  ont- 
tingh ,  inhoudende  dat  de  Koninck ,  vergetende 
alle  mifdaet,  hem  de  Landt- vooghdyen  van  Cabul 
en  Banafoed  had  toegeftaen  ,  maer  hy  daer  mede 
niet  vergenoeght  begeerde  daer  Zerbyne  by :  ™; 
doch  alles  was  maer  om  hem  op  te  houden ,  tot  gcn  hem  tc 
dat  fijn  Vader  fou  komen  om  hem  te  vatten.   Hy  velde, 
evenwel  is  loosgenoegh,  om  fijns  Vaders  liftte 
ontdecken,  invoegen,  hy  na  drie  weecken  tijts,tot 
het  vermeefteren  van  het  Slot  van  Lahor ,  befteet 
te  hebben ,  de  Stadt  verlaet ,  en  gaet  met  twin- 
tigh  duyfent  Paerden  Jangheer  tegen ,  met  mee- 
ninge  hem  flagh  te  leveren. 

Het  geviel  dat  hy  fich  op  een  nacht  nederfloeg, 
daer  Mortoza  Cawn  met  fes  hondert  paerden, 
wetende  van  fijn  komft,  in  hinder  lage  lagh. 
Sonder  langer  te  wachten ,  Mortoza  valt  hem  op 
het  lijf:  maer  foodanigh  wasdevoorfichtigheyc 

E  i  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefcbiedenh  van 
van  HuflTan,  dat,  binnen  de  tijdt  van  twee  ueren  de 
vyanden  in  route  geflagen  waren ,  en  de  Overfte 
Shachelyal  gedoodt  ;  Invoegen,  indien  niet 
Godge  Meleck,  met  des  Konincks  Standaert  was 
aen  gekomen ,  roepende  dat  de  groote  Mogol  bylif 
der  handc  was ,  die  van  des  Konincks  zijde  hadden! 
alle  verlooren  ge  weeft.    Maer  foodanigh  was  de  i 
jchtïck  voor  des  Konincks  komft »  dat  Abdul^l 
JUia,  des  Princen  Srandaert  drager  zijn  Stands 
daert  fnoodelijck  wech  wierp ,  en  de  vlucht  nam  jïji 
zijnde  een  voorbeelt  voor  hec  gantfche  Heyr ,  dat  | 
hem  terftont  volghde  •  en  door  de  boeren  hun  tijt  J 
waer  nemende ,  meeft  neer  gemaeckt ,  en  al  de  !: 
Bagagie  geplondert  wierdt. 

D'EUendigeVotft,  verfelfchapt  met  Haflan-  i 
begh ,  Abdul  Radgee ,  en  Chan  Badaf haw,  fagen  k 
nauwelijcks  eens  om ,  tot  datfe  te  Lahor  qua-  V 
men,  daer  Radgee  bleef,  maerCufroe  met  Ba- 
daf haw,  wilden  de  ftroom  Ravy^over,  om  in 
Gcraeckt  veyligheyt  tot  Rantas ,  een  on verwinnelijck  flot , 
in  handen  tc  geraecken ,  maer ,  door  de  verraderfche  Schip- 
van  öjnva-  JiC(ien  t  wierden  vaft  gehouden ,  en  in  handen  der 
dcI'        Sonen  van  Caflem  Cawn  geftelt,  die  hen ,  fonder 
vertoeven ,  of  barmhertigheydt ,  nae  Jangheer 
fenden.  De  Koninck  ten  hooghften,  over  dat  ge- 
luck  verheught ,  keert  weder  na  Lahor ,  dooden- 
de  onderwegen  veel  Omrahs,  die  de  zijde  van 
Cufroe  gevolght  waren.    De  Vorft  wierdt  in 
bewaringhvanZemanaebeg  (daer  naer  Mahobet 
Chan,  dat  is  beminde  Heer  genoemt)  geftelt. 
Haflanbeg ,  Bedaf  ha ,  en  Abdul  Ragee ,  wierden 
cerll  opentlijck  ont-ampt,  en  daer  na  gevangen 
gefet. 

'tZy  nudatfommige  Edelen,  achtende  het 
doen  van  den  Koninck  Tyrannifch ,  of  oordeetea- 
de  de  tijtel  van  Cufroe  tot  de  kroon  (als  daer  toe 

dooq 


i 


DEN  CROOTEN    MOGOL.  71 

door  fijn  Groot  Vader  verkooren  zijnde)  de  befte 
te  zijn,  het  is  onfeecker,  altoos  eenige  van  de 
voornaemite  Mannen,  die  den  Prins  bewaerden, 
maeckten  een  eedtverwantfchap ,  om  den  Mo- 
gol ,  op  het  hoogh  geberghte ,  als  hy  na  Cabul 
tooah,  het  leven  te  benemen,  en  Gulroe  in  fijn 
placts  te  ftellen.  De  Venaders  waren  Mirza 
Sherieff,  broeder  van  AflaphGlun  ,  Mirza  Mau- 
radijn ,  fijn  Neef,  Mirza  Petulla,  Mirza  ShafTen- 
bet*,  Hollabeg,  en  Murdophchan.  Jangm-er 
Geen  verraedt  vermoedende ,  treckt  voort ,  maer, 
byeoetgeluck,  wierdt  foo  welbewaert  en  op. 
gepaft,  dat  fy  hun  lchelmery  geenfmts  konden 
uyt  voeren. 

Maer  groot  was  fijn  verbaeftheyt,  als  hydoor 
open  befchuldigingh  van  GodgeVehes,  kennis 
van  de  voornoemde  t'iamenfwermgh  kreegh, 
'tgeen  hen  alle  het  leven  kofte.  Hier  na  keert  hy 
van  Cabul  weder  na  Lahor ,  en  onderwegen ,  er- 
kennende het  gevaer ,  in  het  welcke  hy  was  ge-  v  L 
weeft ,  en  achtende  Cufroe  de  oorlacck  daer  van  Cufroc  g«- 
te  zijn ,  beveelt  fijn  Soon ,  door  het  fap  van  Aeck ,  blindt, 
't  eeenfe daer  toe  gebruyeken ,  te  blinden ,  dit  ge- 
fchiede ,  maer  evenwel  foo ,  dat  hy  noch  een  wey- 
nigheeficht  in  fijne  eene  oogh  behield.  Chan 
Az  mede,Cufroes  Schoon- vader,  wierdt  oock 
in  een  üordigh  gewaedt  gefteecken ,  na  de  Guzel- 
changebracht,daeryderOmbrah  bevolen  wierd, 
hem  inden  baert  tefpouwen,  en  foo  gebonden 
en  gevleucrelt  in  de  gevanckems  geworpen ,  daer 
hy  volle  twee  Jaren  bleef ,  tot  dat  hy ,  door  voor- 
fpraeck ,  van  fijn  vrouwen  wierdt  verloft. 

Janaheer  ondertuflehen  ,op  de  fchoonc  wedu- 
we MeherMetzia,  Doulets  dochter,  eertijdts 
fijn  Schat-meefters ,  doch  daer  na  fijn  onbégena- 
dighde  en  gevangene,  verheft,  trouwt  haertot 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


t 


yi         Treurige  Gefchïederits  van 
VIt    fijn  tweede  Vrouw,  veranderende  haer  naem  in 
langhce't  Nourf  habegum ,  of  Normahal ,  dat  is  licht  of 
trouwt     roem  van  hec  hof.    Haer  Vader  daer  over  wierd 
roc[  No1"  boven  alle  Ombrahs  verheven ,  als  ook  haer  broe- 
der  Affaphchan ,  en  hy  alfoo ,  brenght  eenige  Ja- 
ren door ,  fonder  andere  forgh ,  als  om  fich  in  fijn 
nieuwe  luft  te  vermaken,  Daer  naontftonden'er 
weder  eenige  oorlogen ,  die  hy  met  geluck  te  bo- 
ven gekomen  is.  Jangheer  was  vol  van  vreughde , 
door  foo  veel  weivarens ,  maer  het  geluck  was 
vermocyt  van  hem  langer  te  begunftigen ,  de  huy- 
fchelijcke  onluft  moft  hem  weder  dat  genoegen 
benemen.   Curroon  zijn  andere  Soon,  begoft 
Cmtoon  iuft  tot  de  Opper-heerfchappy  te  krijgen,  maer 
ftactnahctoordeelende  fijn  oudtfte  Broeder  Cufroe,  hoe- 
Rijck,     wei  ten  naeften  by  blindt ,  en  in  bewaringh ,  hem 
in  den  wegh  te  zijn ,  befluyt  hem  aen  een  kant  te 
helpen.    Hy  maeckt  de  fieckaert ,  en  niets  is'er 
dat  hem  helpen  kan,  als  de  blijde  tijdingh,  van 
fijns  Broeders  doodt.   Ganganna  draeghc  kondt- 
fchap  van  de  faeck,  belooft  hem  voldoeningh 
in  fijn  begeerte ,  en  terftont,  maeckt  eenige  Man. 
cebdars  de  faeck  bekent ,  uyt  wekken  godtloofen 
hoop  Reza  Bandor  de  aldervoorbarighfte  is. 
Curroon ,  om  [fich  van  alle  vermoeden  te  vryen , 
laet  fich  uyt  Brampore brengen,  (zijnde  deplaets, 
daer  d'ongeluckige Cufroe  bewaert  wierdt)  on- 
derfchijn  van  door  veranderingh  van  lucht ,  fijn 
gefontheyt  te  bevorderen,  terwijl  dien  gevleefden 
duyvel ,  op  een  feer  onhebbelijcke  uer  des  nachts, 
aen  Cufroes  kamer,  daer  hy  den  vryen  toeganck 
toe  had,  beftaet  te  kloppen,  defefpiïngendeuyt 
een verfchrickelijcken droom,  vraeght  wie  daer 
is ,  en  wat  hy  begeerde.    De  fchelm  antwoordt , 
dat  hy*  van  fijn  Vader  gefonden  is ,  met  order  om- 
trent fijn  verloffingh.   De  ellendige  Vorft ,  niet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


É 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  7$ 

tegenftaende  die  goede  cijdingh ,  verfoeckt  hem 
ot's  morgens  te  vertoeven;  maer  de  moorder, 
iïende  geen  middel  van  door  reden  in  te  geraken  , 
breeckt  de  deur  open  met  gewelt,de  Prins  vlieghc 
uyt  het  bed  1  maer  genoeghfaem  blindt  zijnde , 
weet  niet  waer  hy  lijn  vyandt  wachten  fal ,  die 
hem ,  op  fijn  voordeel,  aengrijpt, onder  de  voeten  Do«Xcur- 
werpt ,  en  verwui  ght  •  dit  gedaen  zijnde ,  leydt  toe  vei- 
hy  hem  weder  in  fijn  bede ,  Huyt  de  deur  achter  wurgen, 
hem ,  en  begeeft  fich  van  daer  j  latende  yder  in  be- 
dencken ,  als  of  de  Vorft  van  een  finckingh  was 
geltorven. 

Curroon  kreegh  haeft  de  tijdingh  van  die 
werek ,  en  verheught  fich  in  fijn  gemoet :  maer 
de  ongeluckige  vrouw ,  Cawn  Azems  dochter, 
hem  gaende  befoecken ,  vindt  hem  doodt ,  en 
merekende,  acn  fijn  blondt  en  blauw  wefen,  dat 
hy  vermoort  is ,  ftort  overvloet  van  tranen ,  fon- 
der  haer  hooft  en  hayr  te  fparen.  Haer  Vader  en 
het  gantfche  huys  is  dcelachcigh  aen  haerfmart, 
en  gantfeh  Brampore  is,vol  van  dit  fchelm-ftuck, 
vermoedt  te  gelijck  en  vervloeckt  de  moorder. 

Jangheer  kreegh  oock  haeft  de  tijdingh  van  de- 
femoort  (felfs  door  fchrijven  van  Curroon)  die 
daer  over  aen  het  hart  geraeckt ,  terftondc  ver- 
moeden neemt ,  en  niet  na  laet  Curroon  fijn  ge- 
dachten bekent  te  maken ,  met  fware  dreygemen- 
ten  >  tegens  hem  en  fijn  Ombrahs,  t'eeniger  tijdt, 
dit  fchelra  ftuck  op  hen  te  verhalen.  Hy  onder- 
tu(Tchen  ontbiedt  Chan  Azem  ,  en  lijn  bedroefde 
Dochter  by  fich ,  vertrooft  hen  met  veel  vriende- 
lijcke  woorden ,  neemt  hem  aen  voor  fijn  vriendt , 
en  belooft  Sultan  flullochy ,  de  foon  van  Cufroe 
de  Na-volgingh  tot  de  Kroon ,  ftelt  hem  voor- 
eerft ,  over  thien  duyfent  paerden ,  en  belaft  Chan 
Azem ,  hem  forghvuldtlijckop  te  voeden. 

K  5  Cur- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X 

Curroan 


74.         Treurige  Gefchtedenh  van 

Curroon,merckende  fijns  Vaders ;  liefde  tegen 
Sultan  Bullochy ,  oordeelt  wel  hoe  feer  hy  by  fa  jn 
Vader  in  ongenade  ftact ,  en  fonder  te  foecken  zijn 
cunft  te  winnen,  fpat  t'eenemael  uyt  in  weder, 
rnanni-heyt.  Hy ,  door  hulp  van  eemge  andere 
Vorften.  m  de  Lmdc-vooghdyen ,  die  hy  van 
wegen  fijn  Vader  befat,  krijght  een  heyr  van 
fi?n  70000.  Paerden  by  een ,  en  hebbende  getuft ,  fijn 
©P.  Vaders  fchatten  te  roo  ven ,  treckt  met  die  macht 
recht  op  Agra  aen,  en  vertoont  fich  met  fijn  heyr, 
verdeelt  onder  Ganganna,  Ruftan  Chan,  Pvaia 
Bickermanfe,  Mirza  Daras,  Sayet  Chan  ,  Ma- 
hornet  Tackieck ,  Thofally ,  en  anderen ,  als  voor 
de  poorten  van  de  Stadt.  Maer  vindende  aldaer 
te  veel  wercks ,  treckt  te  rugge  om  fijn  Vader , 
die  met  een  aenmerckehjcke  macht,  tegens  hem 
in  aentocht  was ,  fiagh  te  leveren ,  die  hy  ontmoe- 
te, omtrent  deftadt  Dehh,  zijnde  de  Koninck 
celegert,  drie  mijlen  van  de  Stadt ,  daer  hy  fich 
oock  ter  neder  fiaet,  met  meeningh  hem  des  ande- 
ren  daeghs  aen  te  taften. 

En  iSder  dacdt ,  de  volgenden  dagh ,  was  nau- 
weliicks  verfcheenen,  of  Curroon  fendt  Raia 
Biickermanfe  met  acht  duyfent  paerden ,  om  het 
gevecht  aen  te  vangen.  De  Koninck  had _voor 
Overften  Mahomet  Chan,  Abdul  Chan  Etha- 
bar  Chan ,  Aflaphs  Chan ,  Godge  Abdel  Huflan , 
Zadoc  Chan ,  Immirza  Mamet ,  Raia  Bertung , 
TzeerChan,  Zeberdeeft  Chan ,  en  andere  voor- 
name Ombrahs ,  en  fijn  heyr  m  drie _  deden .ver- 
deelt, houdendeeen  gedeelte  voor  Wven ,  en 
RaiaBertfing,  een  ander  voor  Sultan  Sneryar, 
liin  Jonghfte^Soon ,  en  Mahobet  Chan,  het  darde 
voor  Abdulchan  en  Sadoc  Chan. 

De  ftri  jdt  dan  neemt  fij  n  aen  vanen 1 ,  en  Zeoer- 
deeft  Chan ,  gcraeckende ,  onvoorficntetycK ,  on- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


I  I 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  75 

Ier  vijf  hondert  lichte  paerdcn  v.m  Curroon  , 
;komt  >  dapperlijck  ftrijdendeom :  Bickermanfe  , 
met  fijn  ftarcke  troep  paerden ,  talt  Bertfing  en 
het  Leger-gedeeltevanden  Mogol,  met  fulck  een 
dapper  heyt  aen ,  dat  het  menigh  het  leven  kofte  , 
terwijl  Ganganna ,  met   Curroon  ,  Mahobec 
Cawn ,  en  Ruftan  Cawn  met  Thoftally,  Abdul- 
cavvn  aen  tallen ,  al  hooiden  van  ongemeene  on- 
dervindingh  endapperheyt,  aldus  vvicrt 'er,  drie 
ueren  lang,  van  wederzijde  ,  met  degrootftehe- 
vigheyt  ter  werclt  gevochten,  fonder  dat  men 
konde  merken ,  waer  heen  fich  de  ovcrwinningh 
wilde  ntygen,  die  op  het  laetftelcheen  Curroon 
te  willen  begunlligen.  Maer  Raia  Bi jckermaufe, 
na  dat  hy  een  groote  moort ,  onder  het  volck  van 
den  Mogol  had  gedacn ,  valt  felfs  inde  tent  van 
den  Mogol,  en  neemt  hem  daer  felfs  gevangen. 
Maer  nauwelijcks  hadhy  tijdt  om  degrootheyt 
van  fijn  buyt  aen  temercken ,  dewijl  een  Man- 
cebdar,  daer  tcgenwoordigh,  hem  met  een  ftrijdt- 
bijl  foo  feecker  en  gewis  trof,  dat  hy  doot  ter  aer- 
den  viel ,  het  welcke  fulck  een  fchrick  in  al  de  reft 
van  fijn  volgers  maecktc,  dat  een  yder  om  een 
goet  heen  komen  fagh,  en  gelcgemhcyt  aen  den 
Koninck  gaf,  om  fijn  vallende  zegen  te  herftellen. 

Curroon  fagh  haeft,  in  wat  ttaet  fijnfaecken 
Honden,  als  mede  de  oorfaeck  daer  van,  doet  al 
wathymagh  met  vermanen,  drcygen  en  ander- 
fints ,  om  de  vluchtelingen  tot  ftandt  re  brengen , 
hy  riep  :  was  Bijckermanfedoot,  hy  leefde  noch, 
met  hondert  Overftcn ,  foo  goet  als  hy,  maer  alles 
W3S  om  niet ,  alfoo  hun  ongegronde  fchrick  en    x  L 
onorden  foodanigh  was ,  dat  het  hem  onmoogh-  wortge- 
lijck  was ,  het  volck  te  herftellen.    Dus  rijdt  hy  flaScn* 
vaft  hier  en  daer ,  in  het  midden  van  verfcheyde 
bedenckingen,  niet  wetende,of  hy  door  een  Edele 

doodc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


76  Treurige  Gefcbeidenis  van 

doodt  al  fijn  leedt  wil  bepalen ,  of  door  de  vlucht, 
fichingelegentheydt  ftellen,  een  beter  gel uck  te 
bewercken.  Eyndeli jck  door  raedt  van  Gangan- 
na  keert  hy  denrugge,  maer  laet  fijn  volck  en 
fijn  fchatten ,  ter  genade  van  fijn  vyanden ,  en  na 
een  lange  en  fnelle  vlucht ,  beneffens  eenige  wey- 
nige  van  fijn  vrienden ,  bekomt  het  hoogh  en 
woeft  geberghte  van  Mewat ,  op  welcks  eenfa- 
merotzen,  hy  tijde  vindt » om  fijnfnoodeweder- 
fpannigheyt,  en  het  gerecht  des  hemels  te  over- 
dencken. 

Sultan  Perwees,  met  een  vrolijck  hart ,  ont- 
moet fijn  overwinnende  Vader  tot  Balzol,  en  daer 
op  worden  de  Serrails  weder  gevri  jdt,  de  poorten 
van  het  Slot  geopent ,  als  zijnde  nu  alle  vrees 
wech-genomen.   En  de  Koninck ,  om  fijn  vori- 
ge forge  te  verfoeten ,  vermacckt  fich  met  fijn 
Noormal,  het  licht  van  fiinoogen,  terwijl  de 
vrienden  die  Curroon  ten  hoof  had,  eenverfoe- 
ningh  tuffchen  fijn  Vader  en  hem  bemiddelen , 
die  fich  daer  toe  foo  genegen  toont ,  datter  ter- 
x  1 1.    ftont  brieven  van  vrede ,  en  vergiffenis  na  hem 
won  in   afgeveerdight  worden.   Hy  ontfanght  defe  Uf« 
genaden  met  het  gr0otfte  genoegen  ter  werelt ,  en 

Sf00"  daelt  daer  op  met  Ganganna ,  Abdul  Ca  wn ,  Da- 
rabCawn ,  Beyram  Beg,  en  andere  Ombrahs  van 
het  geberghte,  komt  tot  Azmeer,  daerhyljch 
felven  voor  fijn  Vaders  voeten  werpt ,  en  op  lijn 
leedtwefen , en  eedt ,  noyt  meer,  tegen  hem  op  te 
ftaen ,  krijght  vergiffenis ,  maer  hoe  bevey nft  dele 
ootmoedigheyt  is  geweeft ,  fullen  wy  terftondt 
ficn. 

Soo  haeft  als  Raia  Bijckermanfe  gedoodt  was , 
maeckte  Curroon  in  fijn  plaets  Abdul  Cawn 
Landt-vooght  van  Gufurat ,  Amadabat ,  en  Cam- 
baya.  Hy ,  hoewel  blijde  over  fulck  een  verhoo- 

gingh 


li1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


m 


DEN  GKOOTEN  MOGOL4  77 

jgingh  van  fijn  ftaet ,  ftelt  echter  fijn  rcys  darwaerts 
1  uyt ,  maer  fendt  den  ontmanden  Baffadur  Cawn ,  x  1 1 1. 
voor  uyt  darwaerts  ,  om  alles  tegen  fijn  komft  te  Oorfaeck 
verveerdigen.    Defe  treckt  in  goede  ftatie  daer van  ™a- 
henen ,  en  wierdt  van  de  Inwoonders  van  Ama-  wcn  a  va' 
dabat  feer  heerlijck  ontfangen.    Hy  fiende  fich 
felfs  in  foo  hoogen  achtingh ,  en  foo  ge-eert ,  ver- 
geet dat  hy  eenonderdaenis,  ftelt  ficht'eenemael 
in  ftaet  van  heerfchappy,  achtende  niemant  fijns 
gelijck,  felfs  Nadal  Tlaffi  Chan,  des  Mogols 
Cancelier ,  die  hem  ,  met  fachtheyt  en  vermanin- 
gen ,  fochte  te  recht  te  brengen ,  vindt  fich  ge- 
drongen, om  fijn  leven  te  behouden,  de  ftadt  te 
verlaten,  maer  niet  fonder hem vergeidingh van 
foodanigen  overlaft  te  dreygen ,  hy  begeeft  fich 
fpoedighlijck  na  Mazarcawn,  Onder- koninck  van 
Patan  ,  en  Baban  Cawn ,  die  van  Chapperben- 
niz,die  hy  op  fijn  klachten,  vanbelediginghden 
Mogol  in  fijn  Perfoon ,  aengedaen ,  foodanigh 
ontfteeckt,  dathy,  fiende  middel  om  Curroon , 
hun  ouden  vyandt  te  beledigen ,  op  den  ontman- 
den toeleggen.    Sy  wetende ,  dat  hy  niet  boven 
vijf  hondert  paerden  by  hem  had ,  begeven  fich  ? 
met  duyfcnt  ruytcren,  en  vijf  Elephanten  na 
Amadabat ,  en  komen  door  behulp  van  eenige 
vyanden  van  den  ontmanden,  indeStadt,  daerfe 
al  doen  wat  fy  begeren,  nemen  het  Cafteel  met  ge- 
welt  in ,  en  den  ontmanden  gevangen  ,  benefrtns 
fijngefellen  Mirza  Madary  ,  Motzab  Cawn ,  en 
MametHalTen. 

Dit  wierdt  Curroon  hacft  bekent  gemaeckt, 
die  dit  tot  fijn  nadeel  nemende,be(luyt  het  beftaen 
van  Nadab  Tftffi  Chan  te  wi  eecken.  Maer  Ab- 
dul  Cawn  neemt  het  werek  voor  hem  op.  Defe 
vergadert  al  deHeeren  enOmbrahs  van  fijn  ge- 
biedt, ontdeckc  hen  fijn  meeningh,  en  yindt  hen 

alle 


XIV. 

Amndabat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


t 


•y%  Treurige  Ge [chiedenis  van 

alle  genegen  hem  dienft  te  doen ,  brengen  feven 
duyfent  paerden  by  een ,  en  begeven  fich  gefa- 
mentlijck  henen,om  SafliCawn,en  fijn  verwanten 
te  ftraffen.  Veertien  hondert  duyfent  Ropies 
fchiet  Abdul  Cawn ,  om  dit  heyr  met  thien  duy- 
fent te  voet  te  verftercken,  Hy  dan  komt  tot 
Brodera  met  fijn  Heyr ,  maer  aen-de  andere  zijde, 
fitten  oock  fijn  vyanden  niet  ftil.  Saffi  Cawn 
Abdul  haelt  al  by  een  wat  hy  kan,  valt  op  defchat  van 
Cawnflaet  Curroon ,  en  tot  vullingh  rooft  de  koftelijcke 
uietTfaffi  Xhroon  van  ftaet ,  die  defe  Vorlt  nochonlanghs 
#  tot  Amadabat  had  laten  oprechten ,  en  met  hulp 
van  defe  en  andere  zenuwen ,  brenght  een  Leger 
te  velde  van  twintigh  duyfent  paerden ,  dartigh 
Elephanten,  en  viif  hondert  Mufquettiers,  doen- 
de allefins  verkondigen ,  dat  defen  toeftel  ailee- 
nigh  was,  tot  voorftandt  van  des  Konincks  faeck. 
Akius  verwantfchapt  met  boven  de  twintig  Om- 
brahs  van  aenfien,  namentlijck:  Mir^a  Caffen, 
lmmtr^a  Moetij*»  >  Kaia  Cdicatvn,  Rfia  Doola, 
Commtlcawn ,  Gokeldas,  Pherec$  Cawn>  Tïtdcmn 
T^ed  lacupy  en  andere,  flaet  fich  totAlfempoor 
neder ,  verwachtende ,  in  een  brave  geftalte ,  dc 
aenkomfte  van  fijn  vyanden. 

Abdul  Cawn  kreegh  tot  Anamogery  de  tij- 
dingh  van  hun  optocht ,  en  het  nederfiaen  van  hun 
Leger,  waer  over  hy  fich  darwaerts  fpoey t  vol 
verlangen  fijn  vyandt  aen  te  taften.  't  En  leed  niet 
lange,  of  de  twee  Heyr-legers,  waren  malkan- 
deren  in  'tgeficht,  daer  Abdul  fijn  vyandt  van 
achteren  meende  te  verraflehen,  maer  wierdttij- 
delijckontdeckt ,  invoegen  hy  hooft  tegen  hooft 
moft  bieden.  Als  hy  cles  vyandts  macht  ver- 
ftont,  was  hy  al  een  weynigh  verfet,  maer  ne- 
mende moet,  verdeelde  fijn  Heyr  in  drie  deelen, 
vandc  welckehyeen  gedeelte Amet Cawn,  en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  ÜROOTEN  MOGOL.  79 

zalibeg,  een  ander  TzardiCawn,  Maxatbeg, 
.ien  Mamec  Cooly  aen  beval ,  behoudende  hec 


jhy  fich  na  den  vyandt,alwaer  NaharCawn ,  fijn 
^vijf  Soonenen  twee  fwagers  KaramametCawn , 
:en  Kamamet  Cawn,  met  drie  duyfent  paerden, 
;eenaenvangh  van  den  ftrijdt  maeckten ,  taftendc 
\  de  troepen  van  Abdul  foo  vmnighlijck  aen ,  datfe 
r  hem  deden  aerfelen,  en  fijn  voordeelinge  gront 
,  verliefen  ,  behalven  dat ,  (peelden  fy  ,  met  hun 
I  Mufquetten  foo  dapper,  dacfc  de  befte  Ruytery 
i  van  Abdul  Cavvn  in  onorder  brachten,  en  hun 
I  befte  Elephanten  verwonden ,  dwingende  defel- 
'  ve  fich  te  keeren,  en  hun  rafernyop  huneygen 
1  volck  teoeffenen. 

Curroons  Opper- hooft ,  bemerekt  het  gevaer , 
1  rnaer  fiet  geen  middelen  tot  redderingh ,  als  alleen 
hooft  voor  hooft  Nahar  Cawn ,  tot  een  twee- 
I  ftrijdt  aen  te  taften.  Den  oude  Krij^s-man  toont  xvr. 
fich  daer  gewilligh  toe ,  komt  met  lijn  lance  hem  Dappere 
toegerent  en  quelt  Abdul  Cawn  in  den  arm,  rnaer  jggj 
hy  in  het  hooft  gewonde  zijnde,  fou  te  kort  ge- 
fchooten  hebben,  indien  fijn  Sooncn,  hun  uyc- 
terfte  dapperhey t ,  tot  onderftandt  van  hun  Va- 
der niet  getoont  hadden ,  hoewel  het  by  na  drie 
van  hen  lieden  hec  leven  fou  gekoft  hebben.  Ka- 
mamet  evenwel  bleef  doodc ,  en  de  reft  lbo  ver- 
baeft  ,  dat  ten  ware  Ddawer  Cawn ,  hen  aenge- 
moedight  had ,  het  gefchapen  ftondr ,  dar  fy  kul- 
den hebben  moeten  vluchten ,  en  Abdul  de  over- 
winningh  l3ten. 

Terwijl  defe  helden  malkander  foo  dapperliick 
tekeer  gingen,  deeden  TzcdCawnen  Tzed la- 
cup  ,  een  braven  aen-val  op  Tzalibeg  en  Amec 
Cawn  ,  alwaer  na  veel  dapperheyt ,  en  flagen , 
wederzijdes  gegeven  >  Tzalibegh  fijn  Paerc  ver- 


In  defe  geftalte  begeeft 


loor, 


Sn  Treurige  Gefchiedenis  van 

loor,  zijnde  het  bteft  door  den  Elephant  van  firn 
vyandt  gedoodt,  en  van  fi,n  Heer  wei  haeftver- 
cefelfchapt.    Amet  Cawn  fich  dieper  onder  de 

Raia  Doola  eevangen,en  terftont  de  kop  afgefme- 
£n  het  welke  met  dat  van  Tzalibeg  Saffin  Cawn 
als  een  eetuygenis  van  hun  overwinning,  toege- 
fondenwierdt.  De  doodt  van  defe  twee  dappere 
Mannenkracht  fulck  een  fchnck  onder  het  ge- 
heele  Heyr ,  dat ,  werpende  alle  hoop  van  over- 
winningh  van  fich ,  een  veder  na  een  goet  heen 
komen  fach  ,  behalven  alleen  Tzaufi  Chan, 
Stadt-vooght  van  Brodera ,  die  het  te  grooten 
fchande  dacht  te  zijn ,  daer  hy  noch  vi,f  hondert 
paerden ,  en  drie  Elephanten ,  by  fich  had  te 
vluchten  ,  maer  wat  grooter  tegenRandr konde 
hy  doen ,  daer  Saffin  Cawn ,  m  Perfoon  met  hm 
overwinnende  macht,  hem  op  den  hals  quam,  het 
was  dolheyt  die  te  willen  tegenftaen,  en  derhal.  ] 
ven,  op  aenradinahgeeft  fich  over,  en  kreegh 
quartier.    Maer  fijn  voorteelt .wrocht  feer  wey- 
nifth  op  fijn  Soon  Mamet  Coo  y ,  want  hy ,  iich 
beeldende  dat  fijn  Vader  bloodehjck  geda  n 
had,  begeeft  fich  met  veertigh  paerden  en  een 
£lephanT ,  na  Abdul ,  die  hem  raede  te  vluchten 
om  het  vervolgen  van  hun  vyandeni te  mogen  ont- 
gaen.    In  hef  vluchten  wierdt  Mo  faib  Ca*d 
Ichterhaelt ,  en  Saffin  Cawn  toegebracht  Maer 
Abdul ,  met  feer  groote  moeyten,  en  rwangh^, 
geraeckttotBaroch,  endes  ™*™\d^™ 
Late,  voorts  weder  tot  Brampoor,verwacfcen- 
de  aldaer  order  en  laft  van  Curroon  , ^  om  te 
fien ,  hoe  men  defe  fware  flagh  foukonnen  her- 

"'De  Koninck  ondertuiTchen  bevint  fich  tot 
Fettipoor,  daer  hem  Abdul  Cawns  ongein- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL. 


8i 


Identheyt  en  de  tweede  wederfpannigheyt  van 
ijn  Soon  ter  ooren  komen.     WatrÜjck  het 
aeckt  hem  aen  het  hart ,  dat  geen  ruft  kan  vinden, 
_rer  d'een  en  d'ander  fiin  verdiende  liraf  ontfange : 
(hy  ontbiedt  fijn  Soon  Sultan  Perwees,  geert  hem 
(fijn  genegentheyt  te  kennen,  en  met  eenen  laft, 
•  seenige  macht  te  vergaderen,  om  fijn  verrader- 
fchen  Broeder ,  en  ongehoorfamc  Ombrahs ,  die 
"|by  hem  zijn,  te  vervolgen. 

Perwees,  verfocckende  M  ïhobet  Chan  hem  XVIJ 
~ite  vergefellchappen ,  begeeft  fich  met  50000.  perwecs* 
;paerden ,  tegen  Curroon  op  wegh.  Onderwegen  tegen 
1  neemt  hy  Mirza  Chan ,  Abdul  Chans  Scons  >  die  C""°oii 
.korts  met  Jangheers  Nicht  getrouwt  was,  ge-tcvc  c* 
ivangen ,  fendende  hem  gebonden  na  Agra.  Cur- 
rlroon  kennis  krijgende 7  van  defen  optocht,  be- 
;geeft  fichderhaiven  op  het  fpocdighite  vanAzmir 
ia  Ivlandow  ,  om  fijn  heyr  te  vermeerderen ,  met 
jen  vaft  opfet  >  fijn  Broeder  flagh  te  leveren.  Per- 
I  wees  volght  hem  ,  en  flaet  fich  omtrent  drie  mij- 
:len  van  fijn  Broeder  neder  ,  en  den  ;:aefien  Mor- 
gen-ftonde ,  ftelt  fijn  volck  in  ordeie  ,  en  taft  hem 
len  ,  die  op  den  culten  .enval ,  door  ongeval  v3n 
AuftaYi  Chan  en  BerkcucLfchan  ,  te  rugge  wijekt, 
en  fijn  vyandt  meefter  van  fijn  begravingh  laet, 
kortelijckgeieght,  Perwees  behoudt  het  velt, 
enCurroon  vlucht  na  Brampore ,  fijn  oude  toe- 
vlucht. 

Ganganna  bemerekende  een  byfondere droef-  xvur. 
heyt  in  Curroon,maeck:  defelve  een  voordeel  tot  Verraedt 
fijn  verradery.    Hy  beweeght  de  Voi  ft ,  hem  te  cSroon 
fenden  ,  aen  fijn  Broeder,  om  tuttellen  hen  beyden 
een  vrede  te  bevorderen:  maer  fijn  meeningh 
was  hem  in  handen  van  den  felven  releveren,  tot 
I  iwelcken  eynde,  hy  al  met  Bc>  rambegh  en  Darab- 
;ehan  eehandelt  had,  maer  Abdulchan  ontraedt 
S  F  hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


%l  Treurige  Gefchïeden'ts  van 

hem  fu!cks,en  verleeckerdc  hem,  van  de  fchelmc 
ryvan  Ganganna.    Defe  omkomt  het,  en  hec 
verraedt  komt  in  *t  licht ,  waer  over  Beyrambeg ,  J 
nut  fijn  medeftander ,  in  yfere  boeyens  geftagen, 
en  op  ecu  Elephant  gefet  is,  en  hy  met  eemge 
iiytgèlefeoe  troepen,  verlaet  Biampoor,  en  j 
neemt  fijn  vlucht  na  Decan ,  by  Melec  Ambar ,  | 
daer  hy  herftellingh  van  fijn  faecken  verwacht ,  \ 
fendende  ondertufichenfijnElephanten  en  troe-  I 
ptn ,  na  Daultabat ,  tot  dat  hy  de  felve  weder  by 
hemontbiedc. 

Sultan  Per  wees  en  Mahobet  Chan  komen  bin- 
nen Ikampoor ,  en  daer  vernemen  fy ,  waer  henen 
fichCurroon  begeven  heeft,  van  het  welcke  fy 
den  Koninck  de  wetedoen,  die  daer  over  niet 
minder  verheughtis,  danofhy  over  een  geyaer- 
lijeke  vyandt  zegen -praelde.  Ondertuflchen 
xix.   Ihen  Thour,  de  Tartar  van  Ouzbeg,  over 
fattai  valt  ijnphcelecentheydtfoeckende,  een  tocht  in  In- 
«ïd^  duftan  tedoen ,  neemt  de  wederfpannigheyt  der 
Viogol    Vorften  tot  fijn  voordeel ,  valt  met  dartigh  duy- 
fent  paerden  in  het  Rijck,  en  berent  Ghabul , 
doende  voorts  alles  wat  gevvelc  en  overlalt  te 
weegh  kan  brengen :  Maer  Zaed  Cawn,  Soon  van 
Jvlahobet  Cawn,  Onder-koninck  van  Bange, 
komt  hemuytlaft  van  den  Mogolby,  Itelt  iich 
met  2oooo.  paerden,  tuflehen  den  vyandt  en  de  . 
Stadt,  taft  hem  foo  dapperlijck  acn,datlnen 
Thour  gedwongen  is  de  vlucht  te  nemen ,  latende 
het  vclt>al  den  buy  t,  en  menighte  van  Elephanten  i 
ten  belicve  van  den  over  winnaer. 

Terwijl  Jangheer  fich  over  fijne  voorfpoet  ver- 
heught,  verlalt  Curroon  fchielijck  Decan,  en 
met  al  fijn  Ombrahs ,  ontboden  hem  te  volgen , 
begeeft  fich  door  Golcunda  na  Bengaie,  door- 
treckt  met  vier  duyfenc  paerden ,  en  drie  hondert 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  8$ 
Elephanten ,  de  verlatene  woeftijnen,  en  vertoont 
fijn  wapenen  voor  Dehaka,  invoegen  Ibrahim 
Cawn ,  Landt- vooght  van  dat  geweït ,  vreefende 
voor  meerder  macht  >  de  vlucht  neemt,  eerftna 
Bannaras ,  en  voorts  na  Meflipatan ,  terwijl  Cur- 
roon , lacchende  met  lijn  ydele  vrees,  aldcOm- 
brahs  van  dat  vruchtbaer  Landt ,  met  fchoone 
woorden,  foo  verre  brenght ,  dat  fy  met  paerden , 
gek  en  wapenen  hem  gewillighlijck  tc  hulp  ko- 
men. Vol  vreugd ,  over  dit  goede  gevolgh  ,  vale 
hy  in  Purop ,  daer  hy  mede  fulcken fchrick ,  in  het 
hart  van  Makolidikhan,bcftierder  van'dat  Landt- 
fchap ,  werekt ,  dat  die  mede,  gelijck  de  ander,  de 
vlucht  neemt  na  ElabafT,  daer  hy  Ruftan  fijn  ge- 
vaer  te  kennen  geeft ,  die  hem  ,  in  plaets  van  be- 
dancken ,  voor  fijn  bloodhey  t  gevangen  fet. 

Curroon  vaert  voort  met  fijn  macht  de  Ganges 
over ,  hebbende  het  oogh  op  Kerry ,  maer  woi  dc 
onderwegen ,  door  Ibrahim  Caw  n ,  die  nieuwe 
moedt  en  macht  gekregen  had,  in  l'ulcker  voegen, 
uyt  fijn  hinder-lage ,  aetigetaft ,  dat  het  weynigh 
fcheelde,  of  hy  had  geflagengt  weeft ,  maer  Ab- 
dulChm,  komende  mee  her  befte  gedeelte  van 
het  heyr  achter  aen ,  bracht  fchielijck  fijn  troepen 
by,en nadrieueren  gevecht ,  herftelt  hem,  doch 
na  datter  wel  drie  duyfenc ,  van  de  zijde  van  Cur- 
roon gebleven  waren,  ten  koften  van  vier  duyfenc 
van  Ibrahims  volck,  die  hetoockmet  fijn  leven 
moft  betalen. 

Curroon,  dus  van  een  groot  gevaer  vcrloft,ver» 
volghc  fijn  wegh  en  geluck ,  vale  als  zegen-pra- 
lende op  Tanda ,  Gouro,  Banaras  >  Chatigan  ,  en 
alfulcke  plaetfen  in  Orixa  en  Bengala ,  die  hem 
weer  derften  bieden:  roovende  menighte  van 
Goudt  en  Juweelen ,  dwingende  een  yeder  hem 
tcgehoorfamen,  Van  daer  op  Pathan,  van  waer 

F  2  Rau 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


%±         Treurige  Gefcbiedenis  van 

Raia  Ufiem   met  vijf  duyfent  paerden,  en 

twmtigh  duyfenc  voet-knechten,  hem  te  hulp 

k0perwees  had  hier  haeft  de  tijdingh  af ,  en  be- 
fluvi  hem  te  ftuycen-  HY  beveclt  Brampoor  aen 
Ruftan  Chan  en  Laf  ker  Cawn,  en  begeeft  fich 
met  coooo-  paerden,  na  Elebafle,  en  komende  in 
de  Landen  van  Lala  Berfing,  wort,  van  defe,  met 
7000.  P3erden  ontmoet,  gevende  hem  een  ge- 
fchenck  van  3  leek  Ropies. 

Eyndelijck  komt  hy  met  lijn  macht  omtrent 
Eiabas,  dat  Curroon  gaerne  vermeefterthadt, 
maer,  door  Ruftan  Chan ,  dapperhjekbefcherme 
wiert,  die  hem  met  veelftatie  vervvellekomt  en 
met  Mahobet  Cawn ,  in  het  Slot,  herberght. 

Doch  Mahobet  Cawn ,  kan  geen  langer  mar- 
ren velen,  maer  foeckt  om  met  Curroon  aen  den 
dans  teecraecken  ;  die  alfdoen  een  groote  macht 
by  een  had.  Omtrent  Thonec ,  vijf  mijlen  van  Ba- 
naras  floegen  fy  hun  leger  op,  in  malkander* 
eeficht  •  doch  door  de  Rivier  de  Ganges  gefchey- 
Sen  en  verhindert ,  de  een  de  ander  aen  te  taften, 
als  alleen  foo  veer  hun  gefc hut  toedragen  kondc. 
x  x.    Bsyrambegh  met  4000.  paerden ,  began  het  tpel , 
Beyram-   beroovende  het  landt  naer  Elabas  toe ,  maer  wiert 
tlKf    op  de  diooghten  van  Schawezi  door  Mamet 
§Xft.  shawma  aengetaft,  fijn  volck  geftagen  ,  en  hy 

°"  Mahibct  Cawn  neemt  dit ,  als  een  goet  voor- 

teecken,  en fou gaerne  ^^^r^{^e' 
ben  ,  maer fiet niet, hoe,  fonderblijckehjckge- 
vaer ,  fijn  volck  over  de  Rivier  te  krijgen  ,  tot  dat 
hy ,  dooreen  inboorling ,  aen  een  feeckere  oordt 
wiert  gebracht,  daerhy  geluckiehh,ck  over  ge- 
raeckte.  Hy moedight fijn volc* ,  er , komti er- 
ftondc  Curroon  in  fijn  aengeficht  trotfen.  Dde 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Hm 

■Ü 


den  Grooten  Mogol,  8$ 
onmachtigh  fulcks  te  verdragen,  ft  el  t  fijn  Heyr 
in  order,  en  beveelt  ondertuffchen  RaiaRhiem, 
mee  fijn  Elephancen  hem  ee  antwoorden.  Defe 
taft  Mahobet ,  foo  dappcrlijck ,  acn ,  ja  brenght 
I  hem  met  fijn  ftrijdebare  dieren ,  in  foodanigen  on- 
order,  dat  indien  Abdul  Chan ,  eri  DerraChan  , 
hem  ,  volgens  hun  ordere ,  niet  tijdelijck  waren 
by  gekomen  j  Curroon  had ,  met  weynigh  moey- 
ten,  een  heerhjeke  zegen  behaelt.  Dele  herftcldcn 
den  ftaet  vandenftrijdtfoodjnigh,  dit  Mahobet 
Chans  troepen  niet  alleen  herreddert  wierden, 
maer  oock  felfs  de  Elephanten ,  gewonde  ,  en 
door  de  wonden  aen  'c  rafen ,  felfs  hun  woedende 
kracheen  op  die  gene  oeffenden ,  die  fy  waren  ee 
befchermen.    De  Raia  felfs ,  na  dat  hy  onge- 
mecne  proeven  van  dapperheyt  getoont  had, 
I  wiert  oock  daer  op  de  plaets  doot  geflagen. 
,  Zijnde  een  van  de braeffte  Vorften  van  India ,  aen 
wiens  doodt  Abdul  Chanfchuldigh  was ,  en  dat 
i  uyt  begeerte  tot  wraeck  over  eenige  onluften , 
>  doch  defe  wraeck  volghde  hem  oock,  Curroon 
I  hier  op  valt  oock  toe ,  doende  al  wat  in  menfehen 
/  vermogen lagh  ,  en  hierop  raeckten  bey  de  Hey- 
i  ren  onder  een,  duerendc  vijf  uren  langh  met  alle 
i  weder-zijdtfehc  moet  en  dapperheydt.  Cur- 
i  roon  krijght  een  wonde  in  den  Arm  ,  en  Per  wees, 
:  hoewei  fittende  op  fijn  Elephant ,  wort  door 
I  DerraChan,  inde  zijde  gequetlt ,  en  liep  groot 
;  gevaer.    Eyndelijck  het  Heyr  van  den  Koninck 
'.  behieltden  zegen  ,  door  de  onwederftandclijcke 
,  dapperheyt  van  Mahobet ,  die  met  verfche 
i  macht  aenquam.    De  wederfpannelingcn  itaen 
defe  vloeteen  wijl  tegen ,  maer,  fiende  de  faeck 
aen  hun  zijde ,  bleeck  van  vreefc  worden ,  keeren    x  x  i. 
eyndelijck  den  rugge.    Curroon  is  niet  machtigh  Curroon 
dit  verval  te  ftutten,  en  vintfich  tenlaetften  ge-  q°£b**  - 

F  3  noot-  * 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


%6  Treurige  Geschiedenis  van 

nootfaeckt  met  4000.  paerden,  van  fijn  getroufte  J 
vrienden ,  na  hec  onverwinnelijck  Slot  Rantas  > 
daerhy  Rüa  Golam,  een  van  de  moordersvan 
Vorft  Cufroe,  in  had  geleght,  te  vluchren ,  laten- 
de het  overige  van  fijn  Heyr,  denbitteren  Kelck 
des  doots,  de  Roem  van  fulck  een  heerlijcke  over- 
winning aen  fijn  Broeder  en  M.mobet  Chan,en  de 
roof  van  fijn  Leger  aen  Raia  Bertfing :  die  daer 
^roote  menighte  van  Goudt ,  Silver ,  koftclijcke 
$teenen,Elcphanten,  Kameelen,  Paerden  en  Sla- 
ven, foo  van  Mans  als  van  Vrouwen  vandt. 

Sultan  Curroon ,  had  fich  in  fijn  Slot  niet  langh 
ftil  gehouden ,  of  hy  hoort  dat  Mahobet  Chan 
hem  weder  komt  naerderen ;  hy  derhalven  be- 
geeft fich  weder  van  daer ,  en  vlucht  na  Patan , 
met  Aflaph  Chauwns  dochter  fijn  Vrouw  (die 
hem  onlanghs  een  fchoone  Dochter  gebaert  had) 
alleen  in  fijn  gefelfchap.  Maer  hy  fent ,  door  een 
Zantel  of  poft,brieven  aen  DarabChan,alfdoein 
Bengala ,  om  eenigh  volck  te  lichten ,  en  hem  by 
Radgee  Mahal ,  daer  hy  hem  verwachten  fou ,  tc 

vinden.  .. 

Mahobet  Chan ,  en  Prins  Perwees ,  zijn  hem 
ondertufTchen  fnel  achter  aen,  ruftende  by  na  dagh 
noch  nacht,  tot  datfe  tot  Rantas  komen,  maer 
hoorende  dat  hy  oock  van  daer  gevlucht  en  na 
Patan  was ,  volgen  hem  oock  darwaerts ,  maer 
vernemen  haeft  dat  hy  na  Radgee  Mahal  was. 

Tot  Patan  blijven  fyeen  wijl,  om  fich  te  ver- 
varfchen ,  en  hoorende  van  Darabs  gedieniüg- 
heyt ,  omtrent  Curroon ,  bewegen  fijn  ouden  Va- 
der Ganganna,  door  brieven,  fijn Soon  van  hem 
af  te  trecken ,  en  hem  beloften  te  doen ,  foo  hy 
fich  by  hem  wilde  voegen.  Maer  Darab ,  yer- 
gramt,door  Mahobets  ftrengheyt  (als  door  wiens 
toedoen  hy  gevangen  gehouden  wierdt)  en  duch-. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


N 

9M 


DEN  GKOOTEN  MOGOLi  87 

tende  defe  aenradingen  en  beloften  valfch  te  zijn , 
gaet  voort  met  volck  te  lichten ,  weygert  Per- 
wees  fijn  gehoorfaemheyt ,  en  onderftut  alfoo  de 
.  n  wederfpannigheyt.  De  Vorft  Perwees  verklaert 
1  r  hem  een  verrader,  en  ftelt  4ooo.Ropies  op  fijn 
i  lijf,  voor  die  hem,ievendeofdoodt,by  hem  in  fijn 
J  heyrkonde  brengen.    Het  gemeene  volck ,  dat 
3  fich  gemecnli  jck  na  de  tijde  voeght ,  wetende  dat 
Curroon  aen  't  vluchten  was ,  krught  piet  alleen- 
lijck  DarabChan,  maer  oock  fijn  kinderen  en 
bloedt-vriend  Morad ,  foon  van  lha  Nabarkhan , 
flaet  die  al  te  famen  de  hoofden  af,  en  fendtfe  XXJ| 
Perwees  toe,  diefe  terftondtden  ongeluckigen  Gangan/ 
Vader  Ganeanna  vertoont,  en  vervolgens,  na  nas  huw 
Agrafendt,  en  aldaer  op  yfere  pennen  doet  ftel-vowoett. 

De  tijdingh  van  dit  ongeval  quam  Curroon 
wel  haeft  ter  ooren ,  die  daer  over  Mahal  verlaet , 
en  de  vlucht  naer  Medenpoer  neemt ,  en  van  daer 
vorder*  na  Odia  een  Stadt  in  Bengale.  Mahobet 
is  hem  achter  aen  tot  Medenpoer  toe ,  maer  hem 
aldaer  nier  vindende ,  wacht  op  de  komft  van  Sul- 
tan Perwees ,  en  fendt  Baker  Chan  met  8000. 
paerden ,  om  hem  te  volgen.  Defe  vertraeght 
niet,  maer  komt  binnen  weynigh  weecken  tc  ft 
Odia,  maer  Curroon,hoewel  met  5000.  paerden, 
en  300.  Elephanten  gefterekt ,  derft  geen  flagh 
met  hem  wagen-  maer,door  vrees  gedreven,  vliet 
na  Gulcunda,  tegen  de  verwachtmgh  van 
Bacher  Chan,  die  hem  gaerne  totHaenhad  ge- 
bracht. 

De  Koninck  van  Gulcunda  onttangt  hem  met 
een  geveynfde  vrientfehap ,  en  paft  hem  op  ,  waer 
hy  gaet,  met  12000.  Paerden  -  maer  Curroon 
merekte  wel  haeft,  dat  het  was, om  fijneygen 
verfeeckeringh ,  en  uyt  forgh  voor  fijn  Diamande 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXIII. 

Vluchten 
vau  Cur- 
iooii. 


8$  Treurige  Gefcbiedenis  van 

mijnnen,alfdoe  open  zijnde,  cyndclijck  wort  hy, 
van  Melec  Amber ,  die  fich  van  fijn  wederfpan- 
nigheyc  Tochtte  dienen,  tot  Decan  genoodight, 
maer,hy  na  dat  hy  eenige  maendenaldaer  verlieten 
had,  wort  het  itillc  leven  moe ,  en  begeeft  fich , 
met  tien  duyfent  paerden,oflo  Brampoor,  fijn 
oudefu-ftot:!  ,te  veroveren.    Hy  dan  vertoont 
fich  voor  de  Stadt,  maer  RaiaRuftan,  die  door 
Perwees  daer  in  gelegt  was ,  weygert  hem  den 
toegang ,  't  welck  hem  foo  ontfteeckt ,  dat  hy ,  na 
eenige  vruchteloofe  fcheld- woorden  en  ver- 
vloeckingen,de  vefting  beftaet  te  befpringen,met 
grooten  haeft  en  moedigheyt ,  maer  wort  dapper- 
lijck  door  Rufian  afgewefen:  hy  evenwel  ver- 
nieuwt den  aenval ,  maer  wort  op  nieuw  met  ver- 
lies van  veel  van  de  fijne ,  gedwongen  te  wijeken. 
Mahomet  Tackieck  (die  't  darde  gedeelte  van  fijn 
Heyr  voerde)  wil  oock  eenmael  fijn  geluck  on- 
derfoecken ,  en  taft  by  het  fchemerlicht  de  Stadt 
foo  moedigh  aen,  en  wiert  foo  dapperlijck  van 
de  fijne  gevolght ,  dat  hy  in  't  kort  meefter  van  de 
voornaemfte  fterekte  wort ,  toonende  aen  veel 
oorden  van  de  wal  fijn  opgerechte  vanen ,  zijnde 
als  een  toewenckinghaen  AbdulChan,  om  hem 
te  hulp  te  komen.  Jvlaer  Abdul ,  vergeven  door 
afeunft ,  te  fien ,  een  Koopmans  foon  als  hy  was, 
beTitter van fulck een  roem,  vertraeght  om  hem 
te  komen  helpen ,  invoegen  defen  braven  Capi- 
teyn,  zijnde  te  verre  ingewickelt,  op  nieuw,  door 
Ruftan  met  verfche  troepen ,  foo  dapper  en  langh 
wortaengetaft,  dat  meeftal  fijn  volck  in  ftucken 
gehouwen  en  hy  fwaerlijckin  fijn  oogh  gequetft, 
na  alle  mogelijcke  tegenweer,gevangen  genomen 
is.   Soo  was  de  afeunft  van  Abdul  de  oorfaeck 
van  dit  verlies ,  en  de  verhinderinge  van  een  tref- 
felijcke  over  winninge.   Als  Per  wees  en  Maho- 

bet 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


den  Groot  en  Mogol.  89 
[  bet  Chan ,  van  het  belegh  van  Brampoor  kenniflè 
!  kregen ,  vertoeven  fy  niet  darwaerts  aen  te  trec- 
■  ken ,  met  Chan  Alen ,  Raia  Stertfing  ,  en  een 
'  groot  heyr  van  Raoipous^-  maer  Curroon  gevvaer- 
'  fchou  wt ,  fiende  miflchien  ,  niet  veel  goets  tegens 
hen  uyt  te  rechten ,  breeckt  op ,  cn  valt  na  Bella- 
guate,  foeckende  onderwegen, te  vergeefs,  Hafler 
te  bemachtigen ,  maer ,  als  hem  dat  milt ,  verloft 
Rantas  de  fterekte ,  uyt  handen  van  fijn  vyanden  , 
en  gaet  foo  op  Nieuw  MeleckAmber,  m  Decan, 
befoecken ,  geklcedt  in  fijn  oudt  gewaedt  van  on- 
geval. 

De  Koninck  verheught  fich  boven  maten,  over 
foo  veel  zegens  van  fijn  Soon  Perwees,  en  Maho- 
bet  Cawn  ï"  en  om  te  toonen ,  hoewel  hem  iulcks 
behaeghde,  aengemerekt  hebbende,  de  dapper- 
heyt  en  trouw  van  Ganna- Zied- Cawn ,  Soon  van 
Mahobet,  ontbiedc  hem  ten  hoof,  cn  hebbende 
fijn  goede  genegentheyt,  met  veel  vriendelijcke 
woorden  uyt  gedruckt ,  voeght  noch  vijf  duyfent 
paerden  by  die  van  fijn  bevel ,  en  maeckt  hem 
voorder  Landt-vooght  van  Bengala ,  de  grootfte , 
beroemfte  en  vrucht baerfte  Landt- vooghdy ,  van 
geheel  Indoftan. 

Normal  en  AflTuph  Cawn ,  over  defe  verheffing  x x  I  v* 
van  Ganna-Zied-Cawn  ,  worden  met  afgunlt  Af?uuft 
ontfteecken  -  en  wenfehen  gelegentheyt  het  fel-  JJJJjjj '  . 
ye  te  vei  -hinderen  ,  alleenigh  om  dat  hy  Maho-  tegen 
bets  Soon  is ,  fy  vatten  het  dan  aldus  aen ,  eer-  Mahobet. 
teliickjom  Mahobet  te  beledigen ,  bewegen  fy 
den  Ouden  Mogol,  Mahobet  te  bevelen ,  Tonder 
uytftel ,  Ganganna  na  Agra  te  lenden.  Mahobet 
geen  voorbeeldt  van  ongehoorfaemheyt  willende 
zijn ,  laet  hem  gaen.    Defe  by  den  Mogol  geko- 
men, fpouwtalderhandeboofheyt ,  tegens  Ma- 
hobet uyt ,  en  befchuldight  hem ,  onder  andere  , 

F  5  dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXV. 

Valfche  la 
f cn  hem 
jcleght. 


Treurke  Gefcheidenis  van 
dat  hy ,  uyt  enckel  boofaerdigheyt ,  de  oorfaeck 
van  de  doodt  van  fijn  Soon ,  en  andere  van  fijn 
reghfcLpwas,felfnadathydedienftvanCur. 

in  gelaten  had,  om  denKomnckinfi,nheyrte 

dieDenfe  befchuldigingh  deed  al  eenige  werc- 
kineh,  inde  licht  geloovigeen  fwacke  Mogol , 
maer  te  meer,  als  Perwce,van  gehjcken  voor- 
heen, door  Ganganna,  ingenomen  ,  fijn  Vader 
verfoeckt  Mahobet ,  als  een  verhmderaer  van  fijn 
roem,  en  een  Man ,  ftaetfuchtigh  genoegh ,  om 
de  oppermacht  in  te  fwelgen ,  tot  hem  te  ontbie- 
den.  Dit  maecktden  Mogol  foovaftmfim  be- 
flnvr  dat  hvhem  veroordeelende,  van  noogh- 

han  overgeeft ,  en  hem  te  huys  ontbiedt ,  om  fich 
fe  veramwoo  den.  Sic  frtudt  Pmt  Virm.  fa 
LTimU  ioor  hirogb  u  grmdc.  Mahobet 
ftaét  «wóndert  over  te  fchelmery  van  Gangan- 
m  en  de  boofaerdigheyt  van  Normal ,  die  hy 
welrnercktean  handt  hierin  te  hebben ,  om  dat 
hem debo^tfchap,  door  »™h^«j, 
was  toegebracht,  en  kan  met  bedencke n ,  vol- 
gens  dely  verhey't  van  fijn  gemoe. hoe  fijn ^ 
Leks  kaneelooven,  maer  wederom ,  aenmerc- 
hoe  ferfot  hy  op  Normal  is ,  en  dat  fy  een 
ouden  toTÏÏi  ^eft,  geeft  geloof,  maer 
evenwel  befluyt  een  anderen  wegh  m  te  gaen ,  tot 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


PEN  GROOTEN  MOGOL  91 

eheele  Heyr,  met  fich.    Hy  dan  gaec  uyt  het 
ieyr ,  Tonder  ce  weten  waer  ,  ten  laeeften ,  door 
aet  van  fijn  befte  vrienden ,  die  hem  ontrieden  na 
^Ihet  Hof  te  gaen ,  neemt  hy  den  wegh  na  fijn  Ca- 
>:fteel  Rantanpour,  van  meeningh,  fijn  eer  door 
-fchrijven  te  luyveren ,  en  fich  te  verfeeckeren 
voor  de  boofheyc  van  Normalen  fijn  andere vy- 
anden. 

Hy  aldus  in  fijn  flot  Rantanpour  fichonthou- 
)  dende ,  btfich  om  door  lijdtfaemheyt  lijn  leedt  te 
•■;  verletten,  ontfanght  eyndelijck  van  den  Mogol 
•v  volkomen  bevel,  fijn  Kafteel  de  Koningin  over  te 
geven  ,  die  de  bevvanngh  daer  van  aen  Bacher 
fcawn,fijn  vyandr,  gegeven  had,  en  dat  hy  fich  na 
Orixa ,  by  fijn  foon  de  Stedehouder  aldaer ,  fou 
begeven.    Defe  laft,  foo  bitter  en  hardt  voor 
een  man  als  hy  was ,  te  verdouwen  ,  drongh  hem 
defe  antwoordt  af  •  Hy  was  gereedt ,  felfs  dwfent 
levens  voor  fijn  Hetr  en  meefier  te  geven ,  om  hem  dienft 
te  doen  >  maer  noyt  l^ohdeby  verdragen,  voor  fijn  vy- 
anden  te  kuygen,  op  dat  fy  hem  op  dm  ntckjj'ouden 
1  treden ,  met  defe, en  meer  andere  woorden  van 
dien  felven  fin ,  keert  de  bode  wederom ,  oock 
:  met  bericht,  dat  Abdul  Cawn  , 't  zy  vermoeyc 
'  van  foo  veel  tobbery ,  of  geen  uytkomft  in  fijn 
faecken  fiende,  de  zijde  van  Curroon  verlaten  h3d, 
:  en  fich  by  Perwees,  voor  Brampoor  begeven 
'  had. 

De  Koninck  verwondert  fich,  over  deftout- 
heytvan  Mahobet,  maer  defe  over  fijns  meefters 
ondanckbaerheyt.  Maer,  na  veel aenradingen , 
van  fijn  verwanten  en  vrienden ,  hy  neemt  een  ver- 
fche  moet ,  en  gevolght  van  vijf  duyfent  vry  wil- 
lige Ragipous,  treeckt  uyt  het  flot ,  en  door  Raf- 
fanwertrecktnaLahor,  van  meeningh,  fijn  ey- 
en  verdedigingh  tegen  den  Mogol  te  maec- 

ken3 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


r 


Ni'! 


XXVI. 

Mahobets 

Schoon- 

foon 

fwaerlijck 
bdcdight. 


XXVII. 
Brave 
wraeck  van 
Mahobct. 


92        Treurige  Ge febiedenis  van 

ken  of  te  fterven.  ^ 

De  Koningin  en  Aflaph  Cawn ,  merekten  fiji^ 
meeningh  genoeghfaem,  maer  vreefende  fijn, 
macht ,  en  dat ,  indien  hy  eenige  byfondere  aen* 
fpraeck  met  den  Koninck  kr eegh ,  hy  fich  wede i 
in  fijn  <mnft  mocht  brengen ,  brengen  den  MogoJ 
foo  verre ,  dat  defelve ,  fijn  zegel  ftack ,  aen  at 
wat  fybeflooten  hadden ,  zijnde  dit  dat  Mahobet 
fou  komen,alleen  gevolght  van  weynige  fijn  befte 
vrienden ,  om  fijn  verantwoordingh  te  doen  ; 
maer  hy  merekte  hun  loof  heyt , en , in  fijn  plaets,. 
fendt  fijn  Schoon-foon ,  om  fijn  verfchoomngh  te 
doen,  en  meer  verfeeckertheyt  te  verfoecken. 
Defen  jongen  Heer  neemt  defen  laft  gewilhgh 
aen,  maer,op  fijn  eerfte  aenkomft,aen  de  Lulcar  of 
Konincklijcke  Tent  (want  de  Mogol  was  toen  in 
tocht  na  Cabul)  fonder  dat  hy  de  Koninck  mocht 
fien  ,  wort  belaft  van  fijn  Elephant  af  tegaen, 
doorordere  van  de  Koningin ,  en  van  fijn  kleede- 
ren berooft ,  in  vuyl  en  flecht  gewaed  gekleed ,  en 
daer  na  met  Rattans ,  of  Rottinghs  onder  de  foo- 
ien van  fijn  voeten  geflagen  (de  grootfte  fchande , 
diemen  yemandt  aldaer  kan  aendoen)  foo  achter- 
waert  op  een  fnoode  krengh  van  een  paert  gefet , 
en  foo  met  ketel-trommen  door  het  gantfche  heyr 

ecvoert.  ,     ....  . 

Mahobet  krijght  wel  haeft  de  tijdingh  van 
fijn  Soons  ongeval  en  wetende  fulcks  buyten 
kennis  van  den  Mogol ,  maer  alleen  door  toedoen 
van  de  Koningin  gefchiedt  te  zijn ,  denckt  niet  an- 
ders als  op  wraeck,  vergadert  foo  veel  volcks  t>y 
een  als  hy  kan ,  en  felfs  op  die  ti  jdt  als  men  hem 
meende  te  verraflèn,  fiaet  in  het  overkomen  van 
de  Rivier  Phat,  Eradet  Cawn,  en  vervolgende 
fijn  overwinningh,  valt  felfs  op  de  reft  van  het 
heyr ,  en  vindt  foo  veel  gelucks  en  dapperheytm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


den  Groot  en  Mogol. 


9* 


xxvur. 

Nonr.al  ter 
vet- 
oordeelt. 


ïjn  Ragipous ,  dat  hy  met  20000.  Man ,  een  heyr 
1 50000.  in  de  vlucht  flaet ,  en  Jangheer  de  Ko- 
aiinck ,  fijn  Koningin  Normal ,  beneffens  veel 
(Ombrahs  en  onder  die  AflaphCawn  gevangen 
aneemt.  De  Koninck  wordt  op  een  heerlijcken 
(  Elephant  naKabul  gevoert,  beneffens  fijn  Ko- 
nningin ,  maer  fy ,  wort ,  door  gemeen  goetvinden, 
::van  Mahobet ,  en  de  andere  Ombrahs  of  groo-  £o°^j': 
;  ten ,  veroordeelt  onthalft  te  worden. 

Inderdaet  een  wonderlijcke  verandeiingh  van 
j  faecken ,  en  een  ongemeene  fmart  fich  te  fien  in 
handen  van  die  gene  >  wiens  leven  men  voorheen 
Jgefocht  heeft    maer  wat  kan  fy  anders  doen ,  als 
.  Fich  te  wapenen  met  gedult.    Eyndelick  by  den 
Koninck  gebracht  >  om  affcheyt  van  hem  te  ne- 
men ,  en  met  eenen  vergiffenis  te  verfoecken ,  van 
al  het  gene  fy  buy ten  fijn  ordere,  en  tegen  fijn 
meeninghhadgedaen  •  maer  leggende  voor  hem 
cp  iiaer  knien  ,  beweeght  fijn  hart  in  fulcker  voe- 
gen, dathy  Mahobet  bidt  voor  haer  leven >  die 
i]  niet  hebbende ,  dat  hy  fijn  wettige ,  hoewel  als  nu 
.  gevangen  Heer ,  fou  konnen  ontleggen  ,  hem  fijn  x  x  I  x. 
begeeren  toeftaet ,  en  alfoo  wort  Normal  van  de  Maer  won 
doodt  bevrijt ,  en  in  vordei e  viyheyt  geftelt , een  wrfchooót 
daedt  ftreckende  tot  foo  grooten  voordeel  van 
haer  Heer  en  Koninck ,  als  tot  nadeel  van  Maho- 
bet, te  Hecht  om  fijn  voordeel  te  gebruyeken.  Sy 
als  een  Heldinne  en  bequaem  genotgh  om  h  ier 
faecken  te  redderen,  tait  al  van  des  Konincks 
fchatren  aen ,  dat  fy  koft  vinden  ,  vergadert  volck 
van  alle  kanten  ,om  haer  te  dienen.  Invoegen 
l  Ouiipargan ,  Ondet  -koninck  van  BatTovveie,  haer 
5000.  paerden ,  Godge  Tzera  3000.  Madoffer 
Chan  12000.  toebracht,  behalven  noch  19000. 
van  haer  eygen. 
Mahobet  kreegh  haeft  kennis  van  haer  toeftel  9 

en 


oi.  Tteurige  Gefckiedenis  van 

enbeklaeghtfijn  goetheyt  te  laet ,  die  meenende 
cenoech  aen  dén  Koninck  te  hebben ,  haer  lichte- 
lijck  had  laten  varen ,  als  een  Vrouw,  die  niet  ver- 
mogttt.    Hy  evenwel  begeeft  hch  op  wegh  na 
haer  toe,  van meeningh  haer  aen  te  taften.  Nor* 
mal  is  oock  geenfints  ftil ,  maer  treckt  oock  nacr 
hem  toe  ;  en  fent  haer  Soon  Sheiyar  met  8000. 
„aerdennaLahor,  om  fich  van  die  Keyferlijcke 
Stadt  te  verfeeckeren,  en  kiijght  onderwijlen 
Sultan Buliochy,  entwee  Pnncen,  Sonen  van 
d'Haen  Shaw ,  die  tot  Brampore  geltor  ven  is,  5 
die  men  om  tot  het  Rijck  onbequaem  te  zijn , } 
Chriftenen  gemaeckt  en  gedoopt  had ,  m  handen ,  1 
en  komt  vorders  met  de  felve,  foo  onverwacht, 
binnen  Lahor ,  dat  meeft  de  Ragipous  m  ftucken 
gehouden  waren,  en  het  Hot  in  fijn  handen  ge- 
bracht ,  eer  men  van  fijn  aenkomft  wift.  Jangheer 
rvx   oock ,  gebruyckende  de  vry  hey t ,  die  hem  altoos 
langhce;  van  Mahobet ,  als  fijn  Heer  en  Koninck  gegeven 
gevangen  wierdt  van  te  mogen  Jagen  en  vliegen  neemt, 
doo'T  onder  fchijn  van  die  oeffening  (zijnde  tot  kneed , 
ÏSSf    8.  Mijlen 'van  des  Konincks  heyr  gekomen  ,  dc 
vluch  ,  en  begeeft  fich  na  de  Koningin ,  die  hem 
metopene  armen  ontfanght,  en  terftondt  order 
geeft  om  de  Verraders  aen  te  tallen.  * 
b  Mahobet  Chan,  vernam  welhaeftde  vlucht 
van  Jangheer,en  quelt  fich  daer  foo  feer  niet  over, 
overgde  wijfe ,  zijnde  geenfints  van  meeumgh 
hem  langer  te  houden,  als  hy  wilde,  om  foo  te 
fpreecken ,  maer  de  afval  van  5000.  van  fijn  Man- 
nPen  fmartJhem  veel  meer ,  maer,  J™!^ 
fijn  vyanden  op  hem  aen  quamen ,  dacht  hem  geen 
faeck,  om  fich  daer  over 
kleedt  fich  felvcn  in  een  koftelijcken  Pwfi«  °* 
Malie  Rock ,  en  met  fchilt  en  fpeer ,  rijdt  in  net 
geficht  van  des  Mogols  Leger ,  om  te  fien ,  of  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  9$ 
tot  een  aenfpraeck  met  hem  koft  komen ,  maer 
vant ,  by  alle  teeckenen ,  fijns  Meefters  genegent- 
heyt  tegen  hem  verandert,  en  rijdt  daerom  weer 
te  rugge ,  en  naer  een  korte  aenfpraeck ,  ftelt  fich 
voor  aen  fijn  heyr  om  den  vyandt  te  ontfangen. 
Maer  Balant  Chan ,  komt  by  hem,  met  een  boot- 
fchip  van  den  Koninck,  luydende,  indien hy be- 
geerde voor  een  getrouw  onderdaen  gehouden  tc 
worden ,  foude  hy  het  felve  uyt  drucken ,  met  hcc 
ontflaen  van  Aflaph  Chan  des  Koningins  broeder, 
en  de  andere  Ombrahs  die  hy  gevangen  hielt.  Ma- 
hobet  fagh  wel  dat  het  de  rondt  van  de  Koningin  Zedigfaeyc 
was,  maer,  willende  den  Koninck  in  alles  te  wille  van  Maho- 
zijn,  fendt  hem  verklaringe  van  fijn  getrou wig-  bet* 
heyt  te  rugge,  en  belooft ,  foo  haeft ,  als  hy  by 
de  Riviere  Beled  fou  gekomen  zijn  ,  hem  Aflfaph 
te  laten  toekomen.  Soo  treckt  hy  af  en  komen- 
de op  de  beftelde  plaets ,  ontbied  AflTaph  Chan, 
en  fijn  Soon ,  die  hy  vertoonde ,  dat  hy  middel 
en  vermogen  had,  hem  te  verderven,  maer  dat 
fijn  deught  hem  elders  henen  dreef,  en  daermede 
doet  hy  hem  Princelijck  kleeden,  enfettendeop 
de  befte  van  fijn  paerden ,  doet  hem ,  door  acht 
hondert  paerden ,  na  den  Koninck  leyden ,  daer  fy 
viiendelijcken  wel  ontfangen  worden. 

Dit  foo  gedaen  zijnde,  treckt  de  Mogoi  mee 
fijn  Amazone  te  rugge ,  na  Lahor ,  om  met  She- 
riar  te  handelen,  en  de  Majefteyt  weder  in  fijn 
glantsteftellen.  En  waerlijck  door  de  wellus- 
tigheden en  vonden  van  vermaeck,  die  de  Ko- 
ningin dagelijcks  wift  voor  te  brengen,  hy  wic- 
kelt  fich  felven  foo  diep  in  lijn  dartclhcy  t ,  dat  hy 
alles  vergeet  en  achter  rugge  ftelt ,  felfs  de  weder- 
fpannigheyt  van  fijn  Soon  gaet  hem  niet  feer  ter 
harten :  maer  het  was  tijdt  dat  hy  weder  wacker 
wierdt  gemaeckt ,  door  de  tijdinghvan  fijn  lie- 
ven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


9  (5  Treurige  Gefckicdems  van 

x  x  x  1 1.  ven  (boos  Per  wees  doodc,  tot  Brampoor  geftor- 
sultan  Pei-  Ven ,  fommige  willen  feggen  van  vergift.  Uit 
uccsiktt't.  was  een  cjiepe  wonde,  waerlijck,  m  lijn  hart, 
en  nellende  fich  felven  fijn  ongevallen  voor , 
hy  bevandt  hoe  ongeluckigh  hy  was ,  Culroe , 
en  Sha  Daniël  fijn  doodt,  Perwees  is  nuoock 
niet  meer,  Scha  Ethimere,  en  Huffan  fijn  kints 
Kinderen,  Sonenvan  Daniël  zijn  Chnüene ,  dat 
is ,  na  hun  reeckeningh  verlooren.  Bullochy  is 
een  kindt,  en  Curroon  een  rechte  doorn  in  fijn 
voet :  hy  was  3lreets  oudt,  en  fagh  op  fijn  fterven, 
groote  verwarringh  in  het  Rijck te  gemoet. 

Mahobet  Cawn  valt  de  doot  van  Perwees  me- 
de heel  bitter,  als  die, niet  tegenftaende  Gangan- 
nas  fchelmery ,  een  manier  van  een  fcheydmg  tul- 
fchen  hen  hid  gemaeckt,  altijdt  even  wel  een  by- 
fondere  liefde  hem  toegedragen  had.  Hy  net , 
met  hem ,  al  fijn  genoegen  begraven ,  de  hoop  die 
xxxiii.  hyhad,  hemeenm3elopdenthroontefien,ver- 
Mahobct  metight ,  en  de  ftaetfucht  van  Normal  en  Aiiaph 
Cawn  nu  op  het  hooghlie  gekomen,  al  dit  werekt 
in  hem  fulck  een  afkeer  vandewerelt,  en  alle 
menfchelijcken  ommeganck,  dat  hy  ficht'eene- 
mael  tot  een  eenfaem  leven  gaet  begeven ,  ver- 
laetfijn  fiot  Rantampoor ,  en  door  Zialor,  komt 
byRaia  Zirmol ,  en  onder  fijn  believen ,  flaet  lich 
tot  Zirmol  neder. 

Maer  Curroon  groeyde  nu  wonderlijcK  in 
hoop ,  tracht  ende  nu  meer  als  oy  t  na  de  regermgh , 
hebbende  niet  als  kinderen,  die  hem  daer  m  konde 
tegen  zijn.  Hy  dan ,  met  veertigh  Elephanten  en 
vijftien  hondert  paerdenlaet  Bakar,  en  komt  tot 
Mafler  Thormet  in  Decan ,  daer  Melec  hem  met 
blijtfehap ontfanght ,  en by  fijntroepen  vijt duy- 
fent  paerden  voeght ,  met  beloften ,  van  hem 
noch  veertigh  duyfent  by  te  fetten,  by  eemge 


t 

je?: 


wort  ccn 
Eremijt* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


H 


m 


DEN   ÜROOTEN  MOGOL.  97 

goede  gelegentheyt.     OndertulTchen  Normal 
hoorende,dat  Mahobet  fich  felven  in  eenfaemheyt 
had  begeven ,  en  geen  ruft  konnende  genieten , 
foo  Iangh  hy  in  het  leven  was  >  dacht  nu  bequa- 
me  gelegentheyt  te  hebben ,  om  hem  in  handen 
te  krijgen ,  en  Icydt  daer  op  toe  •  maer  Aflaph  xoc£i 
Cawnfelver,  erkennende  fijn  beleefiheyt  tegens  tegen 
hem  gepleeght ,  en  ongaerne  fiende ,  dat  foo  bra-  Mahobet, 
ven  man  fou  verlooren  gaen ,  doet  hem  door  een 
fneile  bode  ,  de  weet  van  fijn  fufters  voornemen , 
en  tcgelijck  verfoeckt  Raia  K3na}hem  in  belcher- 
miir^h  te  nemen. 

Mahobet  dan ,  op  het  ontfangen  van  AlTaphs 
brief,  verlaet  fijn  kluys  in  Zirmol,  en  begeeft 
fich  na  RaiaRana,  die  hem  altoos  groote  lief- 
de gedragen  had.  De  Koningin,  hier  over, 
fchri  jft  een  brief  aen  de  Raia ,  en  doetfe  Jangheer 
onderteeckenen ,  waer  in  hem  gelaft  wordt  Ma- 
hobet over  te  leveren ,  of  dat  men  hem  met  opr- 
logh  aen  taften  fal.  De  Raia  in  heteerft,  ver- 
acht haer  Bravaden ,  maer eyndelijck  de  faeck  be- 
ter in  fiende ,  fpreeckt  Mahobet  aen  ,  en  vertoont 
hem  de  ftandt  der  faecken ,  de  macht  van  fijn  vy- 
anden ,  waer  door  hy  fich  gedwongen  vind,  tegen 
fijn  liefde  felfs,  te  fondigen,  maer  evenwel  wilde 
hy  hem  niet  verraden ,  maer  riedt  hem ,  in  alder 
ylfichby  Curroon  te  vervoegen,  daerhyvoor- 
ïeccker  niet  alleen  ten  hooghften  aengenaem  en 
welkom  fou  zijn ,  maer  oock  fich  felven  weder  in 
itaet  en  aenfien  konnen  ftellen. 

Mahobet  dan ,  vindt  fich  genootfaeckt  te  ver- 
trecken  en  met  500.  Ragipous,  en  duyfent  andere, 
geleydt  door  Wafir  Chan ,  begeeft  fich  na  Decan,  x  x  x  W 
daer  hy  totGuy  veer,op  de  grenfen  van  Nifamfhas  Die  Cur- 
Koninckrijck ,  Curroon  vindt ,  die  niet  we-  toj>n  loe* 
tende  wie  hy  voor  had ,  hem  eerft  als  vyandt  ont- va  ** 

G  fanght, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


€)%         Treurige  Gefcb'tedenis  van 
fanght  >  maer  hoorende  fijn  voor  Hellingen  >  en  le- 
fende  een  brief  die  hem  kaia  medegegeven  had  > 
omhelft  hem  met  overgroote  blijefchap ,  veftighc 
een  geduerige  vrientichap  met  hem ,  en  geefc 
hem  bevel  over  dat  Siot ,  en  de  reft  van  fijne  troe- 
pen. Gants  India  ftaet  hier  over  verwondert ,  en 
Norraal,  doch  te  laet ,  beklaegt  haer  onvoorfich- 
tigheyt.  Jangheer  felfs  beltraft  haer  onbedachte 
gnmmigheyt ,  en  quelt  fich  lelvendaer  foodanigh 
over ,  dat  hy,  in  een  diepe  fvvaermoedigheyt ,  fijn 
vermaecktotCailïmeer  veriaeten  fich  weder  na 
Lahor  begeeft;  maer  op  de  hooge  bergen  van  I 
xxxvi.  Bymbeni  overvalt  hem  een  fieckte ,  en  na  drie  da- 
Doodt  vannen  legers,  en  drie-en-twintigh jaren  regerens* 
den  Mogol  ®Qt  vcrL)aefthey t  van  het  gantfche  gevolgh ,  onge- 
ïang  iecr.  meenc  fmart  van  >^01  mai  en  algemeene  rouw  van 
gants  India,  iterft,  niet'fonder  vermoeden  van 
vergeven  te  zijn^  fteilende  op  fijn  doodtbedde, 
fijn  neef  Bullochy ,  foon  van  fijn  oudtften  foon 
Sultan Cufroe ,  tot  fijn  opvolger,  doende  al  de 
Ombrahs  fwceren  hem  te  kroonen ,  en  Curroon 
buyten  alle  gedeelten  te  houden,  noch  gunft  te 
bc wijlen ,  als  alleen  het  geen  hy  door  ootmoedig- 
heyt ,  moght  verdienen.    Het  lichaem  wort  na 
Lahor  gevoert ,  en  daer  ter  begraeffenis  verveer- 
de ht ,  voort  van  daer  tot  Tzekander  omtrent 
Agra  gebracht ,  en  aldaer  in  Koninck  Ecbars 
graf  geleghr.  .  . 

xxxviï.  Toe  Dehli  wordt  Sultan  Bullochy,  d^ttienja- 
s«iian  i  ui-  ren  out  zijnde ,  gekioont ,  met  gewoonlijckeftaec 
lo.hy  wok  cn  heeriijCkheyt ,  en  het  gewoon  toejuyehen  van 
*°      *  Padjba»  filamtt ,  Godt  bewaer  de  Koninck. 

Maer  Normal  vreeft ,  in  het  eynde  van  Jangheer ,  | 
het  begin  van  een  werelt  van  ellende ,  en  zijnde  i 
felfs  vol  van  eerfucht ,  foeckt ,  als  een  heylfame  j 
hulp  middel,de  ftaet  in  verwarring  te  ftellen  en  dc  i 

Kroon 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


"5*1 

d 


DEN  GROOTEN    MOGOL,  99 
=1  Kroon,was  het  mogelijck,  op  haer  Soons  hooft  te 
vetten.   Sy  fict  Bullochy  een  kindc ,  en  te  jongh 
om  haer  veel  tegenltandt  te  bewijfen;  Gurroon  xxxvrii. 
aen  een  heel  anderen  oort,  verre  van  der  handt,  Noimali 
degantfche  fchat  noch  in  haer  handen,  en  wapent  Jjjjjjjjj 
'i  fich  (elven  alfoo  met  kloeckmoedigheyt.    Sy  heyïgfr 
1  licht  inderyl  15000.  paerden ,  enfendtin  fpoedt  temt* 
■1  aen  haer  loon,injangapocr  zi  jnde,laft  ook  foo  veei 
l  te  lichten,  het  wekke  gedacn  zijnde,  was  hier 
n  meningh,  haer  broeder  co  Bullochy  t  Tarnen  te 
I  verworgen.    Maer  defe  fiende  haer  aenvangh  en 
mceningh,  vergaderen 50000.  paerden,  en  bege- 
ven fich  daer  mede  te  poft  na  Lahor ,  om  Sheryar, 
alfdoe  met  Godge  Abdul  Hafian  vervoeght ,  en 
aldaer  flechs  met  4000.  paerden  leggende ,  te 
verraflehen ,  ftoppende  onderwegen ,  de  engten , 
waer  door  Normal  fou  moeten  volgen ,  op.  Sy 
dan  komen  tot  Lahor ,  en  vinden  aldaer  Sheryars 
troepen ,  diefe  terftont aen  taften ,  en  flaen ,  jagen- 
de hem  in  het  Slot,  d3er  hy  het  noch  twee  dagen 
uythielt,maeropden  darden ,  wiert  het  felve  ver- 
raden ,  de  vyanden  ingelaten ,  fijn  volck  gedoot, 
fijn  fchatten  genomen ,  hy  gevangen  ,  en  om  hem 
onbequaem ,  voor  toekomende  ftaet-fucht  te  J  jj x  1  x» 
maecken,  Bullochy  niet  willende,  dat  men  hem  ^aiifijngö» 
dooden  fou  ,  van  het  geficht  berooft.  ficht  bc- 

Dit  gedaen  zijnde ,  fenden  fy  Eredet  Chan  met Iooft- 
20000.  paerden  de  Koningin  tegen ,  maer  fy,  fien- 
de hoe  haer  Soon  gevaeren  was ,  en  vreefende  ver- 
raedt  in  haer  Hey  r ,  laet  den  moet  vallen ,  en  langh 
verfoeyende  haerachteloof  heyt ,  van  haer  Broe- 
der niet  gedoodt  te  hebben,  wanneer  iyhemin 
haer  macht  had  ,  begeeft  fich  eyndelijck  in  han- 
den ,  en  onder  de  gehoorfaemhey  t  van  Bullochy , 
die  haer  vertrooft ,  en  alle  eerbiedigheyt  bewijft  , 
foo  langh  als  fijn  lUjck  duerde. 

G  2  Maer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ico         Treurige  Gefcb'tedenis  van 

Maer  langh  duerde  fijn  heerfchappy  niet ; 
want  Aflaph  Chan ,  fiende  alles  foo  als  hy  het  be- 
geerde ,  fendtfpoedighüjckeen  feeckere  boode 
na  Curroon ,  die  fich  foo  fpoeyde ,  dat  hy  binnen 
de  tijdt  van  indagen  tot  Üaita  in  Decan  quam  , 
by  Curroon,  die  vol  van  verlangen  en  begeerte , 
x  r     terftont  fijn  verfchooningh  by  Melec  Amber  de 
Curroon   Koninck  van  Decan  doet ,  en  met  Mahobet 
ftaci  na  de  chan ,  Zulpheckar  Chan ,  en  7ooo.Ragipous , 
Kroon.     en  jviancibdars  ,  door  Guzurat  tot  Amadabat 
komt ,  daer  hy  door  Saffin  Chan  wel  ontfangen 
wort :  maer  hier  toeft  hy  niet  lang,  want  fijn  wegh 
fpoedende,  komt  hy  binnen  drie  weecken  tijdts 
tot  Agra ,  daer  hy  terftondt  de  Konincklijckeeer 
naemaen  neemt,  en  door  fijn  gunftelingen  voor 
Koninck  uy  tgeroepen  wordt ,  onder  de  naem  van 
Potchach  Jehan.  Hier  van  doet  hy  fijn  Schoon- 
vader Aflaph  Chan  bericht,  als  mede  dat  foo 
langh  Sultan  Bullochy  in't  leven  is,  fijn  groot- 
heyt  maer  ongegront  en  ydel  is.    Aflaph  het  gae, 
hoe't  gae ,  de  Kroon  op  fijn  Schoon-foons  hooft , 
willende  vaft  ftellen,  beraed  fich  met  Raia  Ban- 
dor ,  die  terftondt ,  fonder  vorder  overlegh  van 
recht  of  onrecht,  te  poft  na  Lahor  rijdt,  en  met  de 
fleutelen  van  Aflaph  Chan,  komt  met  fijn  ge- 
volgh ,  in  de  Hummum  of  het  Bath ,  daer  de  on- 
noofele  Princen  waren ,  en  met  een  foo  grooten 
fpoedtals  wreedtheyt,  verwurght  hen  al  te  fa- 
x  Ei  I.    men ,  om  Curroon  door  fulck  een  bloedigh  Bat , 
sultan  Bul-  tot  <je  hooghfte  waerdigheyt  te  brengen. 

Opdefe  ellendige  wijfe  ftierf  de  jonge  Bul- 
lochy ,  zijnde  maer  drie  maenden  Koninck  van  I  n- 
duftanof  grooten  Mogol  ge  weeft,  en  beneffens 
hem  Sultan  Sheryar  en  ShaEtimoor,  Sha  Honen, 
de  gedoopte  kinderen  van  Sultan  Daniël ;  voorts 
twee  foonen  van  Sultan  Perwees,  en  twee  van 

bul- 


lochy cn 
andere 
Princen 
vermoort. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  ioi 

Sultan  Morad,  al  welckers  lichamen  in  een  hof 
)tot  Lahor ,  niet  ver  van  het  inge want  van  Jang- 
dheer>  begraven  wierden ;  maer  hun  hoofden ,  ais 
3tot  verfeeckcringh  van  hun  doodt  ,  wierden  Cur- 
;roon ,  of  Chach  lezan  toegefonden,  om  fijn  oo- 
;gen ,  met  fulck  een  aenfien  ce  verfadigen.    Defe  x  L 1 1. 
ïmoortvan'c  Konincklijcke  bloct,ontitelde  Chach  Curroon 
'Jezan,  Zied  Chan  ende  andere  Ömbr.ihs  nkt*0,J  Ko* 
t  weynigh ,  fy  vei  foeyen  de  daedt ,  maer  vei  Raende  fiX&Sl 
ifulcksuytlaftvan  Curroon  geichiet  tezijn  ,  vin- 
Iden  anders  geen  middel  als  te  Twijgen  en  te  buy- 
en,  voegende  hy  daer  by  alle  teeckenen  van 
achtmoedighcyt  en  verbintenis ,  om  een  yder  aen 
hem  eygen  te  maken.    Na  dit  alles  doet  hy  fich , 
in  een  3lgemeene  vergaderingh  op  nieuw  Koninck 
lofgrooten  Mogoi  kroonen,  aennemende  als  ge- 
i  Teght  is  de  naem  van  Schach  Jezan, met  by  voeging 
i  van  Sultan  Sha  Bedijn  Mahomct. 

Daer  op  beftelt  hy  de  faecken  van  fijn  Rijck, 
;  ftellende  op  en  af  na  fijn  welgevallen  •  het  Serrail 
.  van  fijn  Vader  wordt  opgeflocen  •  Normal  en  haer 
:  drie  dochters ,  Teer  nauw  bewaert ,  AtfaphChan , 
i  wordt  de  tweede  in  het  Rijck,  en  Mahobet  na 
hem,  Channa  Zied  Chan  blijft  Onder-koninck 
,  van  Bengala ,  en  al  die  hem  gunltigh  waren  ge- 
. weeft,  ontfangen  hun  vergeldingh.    En  aldus 
heef  t  Curroon  door  een  Zee  van  bloedt ,  de  haven 
,  van  de  hooghfte  waerdigheyt  verkregen ,  nuer  in 
'defelve  weeck  van  fijn  krooningh,  ontreckt  hem 
i  Godt ,  een  groot  gedeelte  van  fijn  genoegen ,  na- 
mentiijck  fijn  beminde  Vrouw  ,  dochter  van 
i  AflaphChan,  vvaer  op  volghde  hetfelve  jaereen 
fchrickelijckc  fterfte  ,  over  het  geheele  Rijck , 
i  als  vergramde  fich  Godt  over  Too  veel  bloedt  ver*, 
i  gieten ,  en  grouwelen.    Maer  op  wat  wijfe  hy , 
mede  van  fijn  Kroon  berooft  is  geworden ,  wat 

G  3  leedc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


*o2        Treurige  Gefchtedenis  van 
leedten  droef  heyt  hy  in  fijn  kinderen  gefmaeckt 
heefc ,  hoe  Aureng  Ztbe  fijn  foon ,  het  Rijck  (m 
navolgingh  van  fijn  Vader)  tegens  hem  geufur- 
peert  en  fichaengematight  heett,fal  hier  na  in  het 
Wonder  en  het  lange  vernielt  worden.  Opdat 
wy  mogen  ficn ,  hoedanigh  de  Goddelijcke  recht- 
veerdigheyt  omtrent  de  mentenen  werekt ,  en  hoe 
dierdegroote  Vader,  het  Vaderlijck  recht  allen 
kinderen  op  het  harte  bindt ;  oock  dat  de  heers- 
fuchtgeen  wet,  geen  verbintenis  foo  krachtigh 
of  foo  gewightigh  vindt ,  die  de  drift  van  lijn 
loop  vermagh  te  ftuyten.    Soo  dat  wy  uyt  Sene* 
ca  wel  mogen  feggen. 

O  valfch  gtluck.van  Vorften-%altn ! 
Mtt  klater  goudt  gt$iert  > 
Bot  pit  gy,  die  u  viert* 
Cm  hoogbi  om  baeji  te  laten  dalen, 
Voer  nimmer  Scepter ,  witje  luft , 
tfetft  jttekerbeyt  of  rufi» 


91, 


N4- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


103 


3\£apelfche  "Beroerte , 

Met  de  Doodc  van 

JOSEPHO  CARAFFA, 

en 

MAS     A  N  I  H  L  L  O. 

INHOUDT. 

i. 

GEejuctfi  gedult  keert  in  weden.    1 1.  Het  Rijc^ 
van  Napels  ecu  Jchncl^voor  haervyanden.  III.  Oor- 
faechi  van  den  aenvang  der  beroerte.    I V.  Begintfel 
van  den  Oproer.    V.  Voorganger  van  de  oproerige.  VI. 
Mas  Amello ,  een  Vijfcher  vangt  het  nrrcl^  acn.  VII.  Eer- 
jic  beflaen  van  Mas  Amello.    VIII-  Aanvas  der  op- 
roerigen.    IX.  Eerflc geveiht.  X.  Het  Pakys.vandcn 
Onder- komnzk^  befprongen .   XI.  Vlucht  van  den  Onder - 
kpninck:    XII.  Stouthcyt  der  oproerigcn.  XIII.  Voor- 
fichtigheyt  van  den  Cardmacl  tilomarmi.  XIV.  ttfar* 
we  ontjleltems.    X  V.  V  Volck^  neemt  Tibeno  Cara  fa 
tot  hun  hulp.   X  V 1  fc«W  verlaten.  XVII. 

Voortgang  van  het  wieden.  XVIII.  Boeren  komen  de 
Stadt  te  hulp.  XIX.  D'Ott  der- konmek^ vcrflerckj  fich. 
XX.  Begin  van  een  ondcr-handtlmge.  XXI.  Eyfch 
vanhetvolckj  XXII.  Wonderlik  {Ion deren.  XXIII. 
Hoop  tot  voldoenmgc  iv.er  gebrcoiksn.  XXIV.  ^Vö*- 
wen  komen  in' 't  geweir.  XXV.  Als  OOtfkdè  Boeren. 
XXVI.  Nieuwe  hoop  van  rufl  gebroocke*.  XXVII. 
Spaenfche  troepen  berooft  van  geweer.  XXVII.  Amel- 
lo fit  te  recht.  XXVIII-  Pionderen  van  bet  volckj. 
XXIX.  Nmxoe  wder-handelingc.  XXX.  Boofcn  aert- 

G  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


io4         Treurige  Gefchiedenis  van 

flagh  van  den  Hartoghvan  Mat  alom.  XXXI.  Aniello 
tn  gevaer  van  fijn  leven.     XXXI 1.  Moort  onder  de 
BmtSijten\    XXXIII.  Perroue  gepijnight  en  gedood t. 
XXXIV.  Htt  L'i.r-ardt  cntdfch/.    XXXV.  Nieuwe 
Schclmery  5  tldfCk?*    XXXVI-  Mat  alom  ontvlucht. 
XXXVII.  CaraffatW^^vaH^.  XXX VIII. En 
niet  een  mes  het  hooft  af-gejnrden.     XXXIX.  Recht- 
rerdige  vcrgcldtnge.     XL.  Grootcn  <un\\\is  der  oproe- 
rige.    XLI.  Beiey  lt  van  Amello.     XL  II.  Mantels 
verboden.    X  L  II.  Nieuwen  handel.  X  L  1 1 1.  Blijd- 
fchap  onder  V  vo/cl^.  X  L I V.  Amello  bejoei  lg  denOnder* 
kontnekj  XLV.  Sim  aenfpraecl^aen  het  volcl^.  XLVI. 
Amello  wordt  van  den  Qnder-komnckj>ntfangen.  XL VII. 
Groot  gejagh  van  Amello.    XL VIII.  Affiheyt  van 
Amello.  XLIX.  Amello  in  fijn  ampt  beveflight.  L.  Sijn 
fchnck^  onder  V  volckj    LI.  Backer  levendtgh  m  den 
oven  geworpen.    LIL  Zedigheyt  van  Aniello.  LUI. 
Goederen  van  Mataloni  en  Caraffa  verbrandt.  LI  V.  Ma- 
t alom  in  beelt ent s  opgehangen.    LV.  Gerechttge  vergel- 
dinge.    LVI.  Trotfheyt  van  Aniello.  LYlI.Het 
verdragh  befworen.    LVI  II.  Dwajc  voor  (lagen  van 
Amello.    LIX.  Redenen  van  Aniello.    LX,  B  lijdt- 
fchap  onder  V  volcl^.  LXI. Moetwil gejlraft .  LXII. 
Belacchelijcke  hooghmoedt  van  Amello.    LX III.  Sijn 
af-fchatttng.  LX  IV.  klacht  over  fijn  fotheyt.  LXV. 
Die  baerblijckelijck^  is.    L  X  V I.  Vermeerdert  door  hee- 
ten  dranckj    L  X  V 1 1.  Sijn  Vrouw  befoeckj  de  Ondcr- 
\omngm.  LX  VIII.  Sijn  vordere  dwaefheyt.  LXlX. 
Sijn  overdadtgheyt.     LXX.   Belacchelijcke  kuerett. 
LX XI.   Nieuw  duchten   van  den   Onder- $i?ninckj 
LX XII.  /(lachten  over  Aniello.     LXXIII.  Be- 
fiuyt  tegen  hem.  L X  XI V.  Voorval  fpeelt  het/pel uyt. 
LX  XV.  Amello  in  benautheyt.   LX  XVI.  Toelegh 
op  Amello.  LXX  VIL  Die  ver moort  wort.  LXXVIII. 
Sim  hooft  en  Uchaem  mij 'handelt.     LX  XIX.  Sijn 
magen  gevangen.     LXXX.  Doch  weder  ontjlagen. 
LX  XXI.  Sijn  ge feilen  gedoodt.    LX  XXII.  Veran^ 
derlijikheyt  van  bet  volci^    LXXX III.  Nieuwe  be- 
roer- 


tul  ■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


NAFELECHE   BEROERTE.  i0$ 
wocrte.    LXXXIV.  By-gehgbt.     LXXXV.  Aen- 
<komfl  va»  Dom  Ja*.    LX XX  VI.  Napels  kc\chotcn. 
\LXXXVII.  l\prt   verbad  van  de»  nytjlagb. 
's |L  X  X  X  V 1 1 1.  Swaer  bewmt  gevacrlijckj 

IV.  Geschiedenis. 

xAnmtia  Lafa  fit  furor :  gequetft 
gedult  verkeert  in  woeden, 
ieght  de  foo  bekende ,  als  waer- 
achcige  fpreucke.  En ,  waer- 
lijck,  indien  die  grondt- regel 

 _ .  vaft  gaet ,  dat  het  verderf  van 

hetalderbeite,  het  alderfchadelijckfte  is,  heeft 
hetoock  een  feeckergevolgh,  dat  defe  deught 
ontaerdende ,  in  een  gevaerlijck  tegen  gebreck 
moet  komen  te  veranderen.  Als  vindende  de  na- 
tuer  geen  midden ,  om  het  uyterfte  verval ,  van 
fulck  een  beweginge  ,  ten  halven  te  ftuyten. 
Het  quaetfte  is  dat  fulck  een  driftige  uytbarftinge 
felden  tot  ftant  word  gebracht,  ionder  hetuyt- 
terfte  verdei  f  van  wat  haer  indenweghis,  mee 
(ich  te  flepen. 

Het  Napelfche  volck,  langh  een  fchrick  van 
ijnvyanden,  een  ontfagh  der  dwingelanden ,  en 
een  hinder-  pael  voor  den  woedende  voortgangh 
der  Barbaren ,  door  het  foet  ftreelen  van  den  Ar- 
ragonees  verlockt ,  of  eerder  betoovert ,  en  foo 
eyndelijck  dat  moedige  ros  m3nlijdigh  gewor- 
den, en  den  toom  gewoon  gemaeckt  zijnde, 
fteeckt  lijn  zegel  aen  defe  waerheyt,en  toont,  hoe 
ver  men  lijden  kan ,  en  met  wat  gevaer ,  het  felve 
ontleei  t  wort.  Want  van  langer  handt  tot  laften 
gewent ,  en  hun  ophoopinge  gewoon  gemaeckt 
zijnde ,  ftreckte  langh  cie  werelt  tot  een  voor- 
beeldt van  een  wonderlijck  gedult ,  maer  tenlaat- 

G  5  ften, 


I. 

Gequetft 
gedult 
keert  in 
woeden. 


IL 

Het  Rijck 
vaB  Napels 
een  fchrick 
voor  haer 
vyanden, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


I 


II  Ié 

Oorlaetk 
van  den 
acnvangh 
der  be- 
roerte. 


IV. 

Begint  fel 
van  den 
oproer* 


106        Treurige  Gefcbiedems  van 
ften,  na  hier  ouden  ftaet  te  ruggefiende,  ene. 
vergelijckinge,  van  de  oude  met  de  tegenwoor 
01Jcijaenmaeckende,  begoft  met  ernit  naven 
beringen  om  te  fien ,  en  fulck  een  weerw  m 
fijn  beifierders  te  fcheppen ,  als  het  voorheen  de 
iVlve  ontfagh  en  eerbiedigheyt  gedragen  hadde. 

Het  beraedt  was  noch  verre  van  fnnuytflagh. 
en  het  morren  van  eenige  dadelijckheyt ,  wanneer 
een  driftig  voor-beefdt,  fchadehjeke  aenleyder 
tot  eenigh  roeckeloos  beftaen  ,  hec  twijffelend 
aemoedfaen'tgaen  bracht:  wantPalermo,  en 
?en  eroot  gedeelte  van  Sicilien ,  om  de  felve  oor- 
faeck ,  de  {ware  iaften ,  aen  het  Muy  ten  geraeckt , 
ena* muytende,  niet  alleen  tot  «raffel  oofheyc 
van  hun  drieft  bea3en,maer  oock  tot  hun  betrach- 
te evnd  eekomen  zijnde ,  konden  niet  minder  als, 
het  aireets  inwendigh  yverend  volck ,  de  fporen 
tot  ontfinde  aenvanghfelen  geven. 

Het  bleef  noch  al  by  een  gramfteungh  morren, 
fonder  yets  anders  te  beftaen ,  tot  dat  Ml. 
op  feeckeren  nacht  het  AcclJ™-huys^ 
kedeongelden  betaelt  wierden  ,  ™  b«n*  w*rt 
gefteeckln ,  doch  het  felve  weder  op  gebouwt, 
Kvotek  met  fchoone  beloften  geftik  zijnde , 
Weef  het  noch  in  defelve  ftandt.  Het  is  waer ,  dat 

d!Ondeï-W 

als  doe  den  Hartogh  van  Arcos  ,  oj  te**™ 
Sonnen.dagh ,  na  fijn  g^oonhjeke  Godt^ .dienft 
over  de  marekt  rijdende,  aldaer  menigh  van 

keeren,  en  voordien  tij*,  fijn  Codcs^enftte 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


mm 


Napelsche  Beroerte.  «07 
aten ,  jae  oock  de  aenftaende  viertijdt  van  St.  Jan 
ien  Dooper ,  te  verbieden,  op  dat  niet,|door  ver- 
gaderinge  van  fulck  een  menighte  volcks  (gelijck 
in  die  gelegentheyt  p!a<»h  te  gefchieden)  be- 
quaemheyt  tot  eenigh  driftigh  beftaen  mocht  ge- 
geven worden.  Hyliedt  ondertutTchen  niet  na , 
na  middelen,  tot  ftillingh  van  het  woedende 
grauw,  om  te  fien,  en  devijfleden  uyt  de  ge- 
meente en  het  fefdeuyt  den  Adel,  by  een  te  ver- 
gaderen ,  om  middel  van  ontlalt ingh  te  beramen ; 
maer  door  zijdigheyt  van  fommige,  eygen  be- 
langh  van  andere ,  en  verachtingh  des  gevaers  van 
allen ,  bleef  het  werck  fteecken  ,  d'Onder- 
koningh  by  fijn  eyfch,  en  het  volck  in  den 
druck. 

Het  nootfchickelijck  lotvandefe  Stadt,en 
veelcr  ingefetenen ,  konde  evenwel  het  werck  in 
de  fel  ve  ftant  niet  laten,  het  vier  tot  noch  tóe  bin- 
nen gehouden  moft  eenmael  uyt  barften ,  en  de 
ingekropte  gramfchap ,  tot  uytfporige  bitterheyt, 
den  vryen  toom  hebben ,  en  daer  het  hen  tot  nie- 
ren toe  meen  aen  een  voorganger  fchortc ,  alfoo 
niemant  gaerne  in  fulck  een  geval  de  eerfte ,  en  al- 
foo de  gereetlte  in  het  oogh  is ,  quam  hen  die  wel 
haeft  van  felfs  in  de  hant.  En  hoort  op  wat  wijfe , 
Seker  viiTcher,  of  vifch-verkooper,Tomafo  Ani- 
cllo,ofna  de  verkorting,  MasjAniello  genoemt, 
was  gemeenlijck  omtrent  de  Marckt ,  en  om  fijn 
boertigen  geneughlijken  aert ,  by  al  het  gepeupel 
feer  aengenaem  ,  die  oock ,  om  dat  hy  des  Keyfers 
wapen  onder  fijn  veynfter  had  gemetfelt  ftaen , 
dickmaels  al  lachende  uyt^efchooten  had ,  hy 
fou  noch  de  man  zijn,  die  Napels  verlolTen  fou> 
daer  men  om  lachte.  Defe  was  fijn  vifch  ,  van 
de  Accijns-meefters ,  om  dat  hy  den  impoft ,  daer 
op  ftjjende,  weygerde  te  behalen  ?  afgenomen. 


v. 

Vóorgan- 
gei  van  de 
oproerige. 


vr. 

Mas  Anw 
ello  een 
ViiTcher, 
vangt  het 
werck  aen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


io%         Treurige  Gefch'tedenis  van 
Hy  daer  over  gaet  vergramt  nacr  huys  toe.  En 
alfoo  hy ,  in  het  voorby  gaen ,  voorby  een  Kerck 
moft  gaen ,  daer  feeckeren  Bandijt,  Perrone  ge^ 
naemt  in  gevlucht  was  •  wierdt  van  deielvege- 
vraeght  wat  hem  fchorte ,  dat  fijn  wefen  foo  ont- 
ftelt  ltondt.    Aniello  gaf  daer  op  niet  anders  tot 
antwoort ,  als  dat  het  by  hem  valt  ftondt ,  hy  [oh 
aen  de  gdgh,  of  de  Stadtvan  baer  ovtrlafi  redden. 
Perrone  lachte  hem  uyt,  en  feyde,  hy  was  daer  de 
rechte  man  toe.    Aniello  weder :  hy  hoefde  daer 
piet  mede  tcfpotten  ,  het  fchorte  hem  maer ,  aen 
twee  of  drie  mannen  van  fijnen  aert,om  het 
werck  uyt  te  voeren :  en  wat  foudt  gy  doen  < 
vraeghde  Perrone:  ftaet  gy  het  met  my<  vraeghde 
Aniello  weder-,  en  waerom  niet<  hervraeghde 
Perrone.   Aniello  eyfchte  hem  den  eedt  van  ge- 
trouwighey t  af ,  die  hem  defel ve  dede ,  en  weder- 
om die  van  Aniello  ontfingh,  waer  op  fy  van  een 
fcheyden.    Aniello  fprack  in  het  voorby  gaen , 
aldeFruytverkoopersaen,  die  over  al  van  dele 
nieuwe  impoft ,  de  mont  vol  hadden ,  en  feyde  j: 
hen ,  indienfe  mifnoeght  waren ,  fy  fouden  alle  : 
des  anderen  daeghs  op  de  marckt  komen  ,  fonder 
evenwel  vruchten  te  willen  koopen,  als  londer  h 
accijns.    Dit  quam  Andrea  Anacleno,  Hoort-  . 
man  van  het  volck  ter  ooren ,  die ,  op  dien  beitel- 
dendazh,  felver  op  de  marckt  verfcheen ,  om 
omtrent  de  koophandel  alle onluften te  weren. 
Alshvdebetalinevanden  Impoft  bevorderde  en 
het  volck  fulcks  weygerde ,  ontftont'er  een  ge 
rucht ,  en  hy ,  üende  het  volck  eenftemmigh  even 
weygerigh  ,  badt  hen,  Rechts  voordefemaelte 
beVafen ,  en  beloofde  hen  datfe  wel  haeft  van 
die  laft  verlicht  fouden  werden ;  't  wekk  de  be- 
roerte ftilde-  maer  Aniello  ging  ondertuHchen 
door  de  buerte  tc  roepen;  Smto  *<HM> 

AC- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  109 
cci/ns »  daer  fommige  mede  lachten ,  andere  ant- 
oort  op  gaven.    Hy  macckte  fich  oock  by  een 
•cioop  Iongens  en  bengels,  die  hyopde  Marckc 
■oy  een  vergadert  vandt :  En  leerde  hen  hem  na- 
zeggen: Twee  Fornefi  (een  Napelfche  munt)  dt 
vnaet  oly ,  fes-en-twimigh  on$en  het fiucl^broot ,  twee- 
.\n.twintigh  graen  de  fchiff  kaes>  fes  graen  het  kpeye 
•  -,'vleefcb ,  negen  het  kalfs  vleefch ,  vierdegrieckfche  wijn, 
^wte  de  jlecbte  wijn  y  en  foo  voort.  /Cijnde  de  prijs 
3p ivder  dingh  geftelt.    Dit  leerdenfe >  als  hun 
■Mlene  van  buyten ,  en  gingen  daer  mededeftraten 
fcpp  en  neer ,  fich  niet  ontfiende ,  fulck  den  Onder- 
koninck  felfs  in  de  ooren  te  galmen.    Hy  gaf  hen 
..noch  een  tweede  lefle  :  Langh  leve  onfe  Lieve- 
vtvrouw  van  Carmine  :  Langh  leve  de  Paus  :  langh 
ve  de  t\onmcJ{  van  Spangien ,  en  het  goet  laer ,  en 
erve ,  fl  erve  de  quade  Hegeringh,    Dit  vergader- 
de te  met  een  groote  menighte  van  dit  rappai- 
lie,  daer  fich  oock  aenkomelingen  begoften  on- 
der te  mengen ,  foo  dat  hy  een  grooten  trop  van 
ditgeboeft  by  malkander  raepte,  dcfe  leyde  hy 
:  (ter  gedachtenis  van  de  Lievrouw  vanCarmine, 
foo  hy  voor  gaf)  de  Stade  door ,  hebbende ,  elck 
i©en  fwackriet  in  de  handt. 

Het  was  nu  Sondagh  ,  en  de  tijde  van  het  vye- 
ren,  van  de  Capelle  van  Santa  Maria  della  Gratia, 
als  wanneer  de  Iongens  en  kinders ,  gewoon  zijn, 
een  flot  op  de  Marckt  op  te  rechten ,  en  het  fel  ve 
met  houte  wapenen ,  werpen  van  vruchten  en  an* 
derfints  tebeftormen.  Hier  over  vergadert  ge- 
meenlijck  het  gemeene volck ,  in  grooter  mc- 
mighte,  te  meer  alfoohet  de  tijdtvvas,  dat  men 
de  vruchten  aen  het  Accijns- huys  foude  brengen, 
daer,  in  fulck  een  gelegentheyt,  altoos  het  een,  of 
het  andere  te  grabbelen  valt.  Maer  daer  qua- 
men  geen  voor  den  dagh  >  om  dat  noch  kooper 

noch 


i 


V  « 

9*. 


no  Treurige  Gefcbiedenisvan 

noch  verkooper  den  Accijns  betalen  wilde^waer 
over  onder  hen  eerft  een  gekijf ,  en  daer  na  eeo  ge- 
vecht onftondt,  waer  door  men  op  de  Marckt 
ceen  verfche ,  maer  alleen  oubacke  vruchten ,  van 
oen  vorigen  dagh  vernam ,  't  geen  eenigh  mifnoe- 
Cen  onder  het  volck  veroorfaeckte.  Anaclerio, 
uyt  laft  van  den  beftierder  Zufia  Grafliero ,  begaf 
fich  na  de  Marckt ,  om  het  gerucht  te  ftillen^ 
Daer  hykooper  ende  verkooper  even  verbitter? 
vandt.    Hy  de  uyifpraeckvanhet  gefchiiaenne^i 
mende,  velde  het  vonnis  tegens  de  vreemdeling 
een ,  om  de  eunft  der  Borgercn  te  winnen ,  zijnde  I 
5e  felve  meelt  Pozzuolanen,  daer  by  voegende» 
harde  dreygementen ,  van  hen  met  ftocken  te  fulfl 
len  doen  Gaen,  indienfe  weygengh  vielen,  om- 
lijn uytfpraeck  na  te  komen,   Onder  defe  van 
Pozzuolo,  was  een  van  Aniellos  maeghfehap,! 
de  welcke ,  miflehien  van  Aniello  opgeruyt ,  en,  1 
fiende  de  onkoften  niet  veel  minder ,  als  het  geen 
hy  van  de  vruchten  fagh  te  maken,  behalven  noch 
de  vracht ,  in  defe  woorden  uyt-voer :  Godt  geeft  U 
ons  overvloeien  de  ^W^^*™^!4. 

ick  'er  dan  niet  van  ofïleecken.    Hier  mede  wierp  ■ 
hvtwee  eroote  Manden  met  vruchten  onder  de  L 
voetTwfer  op  terftondt  al  de  jongens  aen  het  > 
orabbelenvielen  ,  daer  fich  Aniello,  die  ander  ; 
liet  focht ,  onder  mengde ,  roepende :  0*  fiM  > 
mams*  ooft  (onder  accijns.    En  alfoo  het  volcKI 
van  Anaclerio  vaft  voortgingh,  ^et  dreygen  , 
wierden  niet  alleen  de  Fruytiers ,  maer  oock  de  I 

Mas       dier  over  een  deel  Vijgen ,  Appeien  e  i 
A.ieIto.   vruchten  in  het  aengeficht  wierpen.  MMrAnul 
ellootnhet  werek  te  verbeteren,  feite ^ hem  een 
fteen  op  de  borft,  'c  gjen  hem  terftont  van  fi^n 


VII. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte,  m 
ongh  Heyr-leger  na  gedaen  wierdt ,  foo  dat  fich 
Anaclerio  niet  by  tijdts  gcnoegh  in  de  Karos  kon- 
de  begeven ,  om  dien  hagel  van  fteenen  te  ont- 
gaen,  rijdende  tervluchcna  de  Lief- vrouw  van 
Carmine ,  en  varende  van  daer ,  in  een  floep  na 
het  Paleys. 

Dit  was  tot  den  Oorlogh  de  Trompetten  ge- 
J  blafen,  het  volck  gemoedight  door  defe  over- 
winninge,  woelde  nu  des  te  meer,  roepende 
om  het  feerft ,  leve  de  Koninck  en  lterve  de  quade 
regeringe.    Aniellos  gevolgh  toonde  fichoock 
tier  met  hun  riedc  Haven ,  daeï  nu  al  eenige  ftoc- 
ken ,  oock  piecken  begolten  onder  te  loopen ,  en 
hy ,  om  te  toonen ,  dat  hy  de  voorganger  was , 
fprongh  op  een  Fruyt  tafel ,  en  vermaende  hen 
fichnu  eenm3elvan  defe  verdruckende  Tyranny 
te  verloflèn ,  biedende  fijn  Hooft ,  en  wat  hy  had- 
de  aen ,  om  hen  te  redderen.    Dit  weckte  gewei- 
dighlijck  de  aireets  geterghde  menighte  op  >  en 
be  woogh  hen  terltondt  de  handt  aen  het  werek  re 
.  \  fl aen ,  waer  op  men  aenftonds  het  Accijns-  huys  in 
r  den  brandt  ftack ,  daer  fchrifcen ,  boecken  en  al- 
J  les  watter  in  was  verbrandt  wierdt.    Dus  gin- 
'gen  fy  al  voort,  nemende  hun  hoop gewekitgh 
1  aen.    De  gemeente  door  al  defen  handel  voor 
<}  arger  vreefende ,  floot  fich  in  hun  huyfen  ,  en  al  de 
.  t-;  winckels  op,tcrwi jl  den  hoop,nn  tot  menigh  duy- 
>fent  in  hec  getal  aengegroeyt  valt  henen  trock, 
f  na  de  ander  Accijus-huyfen ,  van  meel,  vleefch , 
,  vifch,  en  andere  waren,  daeric  aenüonts  alle 
boecken,  papieren,  hnyfraet,  bchangfcls,  ftoe- 
len,bancken ,  gemunt  en  ongemunt  lilver  uyt  na- 
.-<■;  men,  en  al  te  famen  ineen'groot  vier  wierpen: 
•j  in  welcke  onorde ,  noch  die  ordere  onderhouden 
««  wierdt,  dat  niemant  fich  het  alderminfle  van  al 
m  defe  dingen  toe  eygen  de,  noemende  de  gemeente 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i  ii         Treurige  Geftbiedenit  van 
hetfelve  hun  bloede,  dat  hen  door  defe bloedt 
fuveeisontfogen  was. 
VIIL       Dus  begeeft  men  fich  wel  tien  duyfent  ftarek, 
dcrTproe-  na  het  Paleys  van  den  Onder-koninck  toe, dra. 
«ingen.     nende  fommige  op  hun  ftock  of  lpiets  een  broodt* 
eeliick  als  doe  verkocht  wierd,  konnende  nauwe- 
liicks %i Oneen  halen,  finerende  vaft  den  ouden 
deun ,  langb  leve  en  foo  voort.    Aniello  aen  de 
andere  zijde,  met  fijn  gevolgh  >  dat  oock  wel 
twee  duyfent  jongers  fterek  was ,  yder  met  een 
riet ,  waer  boven  aen  een  fwarte  lap ,  of  lindt  ge- 
bonden was,  ginghoock  de  ftraten  open  neer, 
feggende  vaft  op  een  jammerlijcken  toon :  Erbarm 
u  over  defe  arme  pielen  in  bet  Vage- vier   die  met 
langer  het  verdriet  van  hun  pijnen  jonnende  verdra- 
Zen,  na  een  uytkpmft  omfien :  en  dat  foo  beweegh- 
fijck,  dat  het  velen  de  traenen  uyt  de  oogen 
parfte,  daer  by  voegende:  Werc^t mede-broeders , 
helpt  eefujlers,    aen  een  foo  rechtveer dtgen  aen- 
vanQ  ,  die  foo  noodigh  en  wenfchelijck  voor  ten  yder  ts. 
Aldus  fingende  komenfe  aen  het  Gevangen-huys 
van  St.  Jacob  der  Spangiaerden ,  daerte  al  de  ge- 
vangens uyt  verloften,  en  tot  verfterekingh  van 
hun  hoop  metfich  namen.   Aldus  geraeckenfe 
by  de  reft,by  het  Paleys  van  den  Onder-koninck, 
eyfehende  eendrachtelijck  gehoor ,  by  fijn  Excel- 
lentie, die  fich  aen  de  vey nfters  vertoonde ,  en  het 
volck  beloofde  >  van  den  impoft  der  vruchten  , 
in  het  geheel,  en  de  andere  voor  een  gedeelte 
te  verloflen.    Maer  dit  vergenoeghde  hen  niet , 
die  al  voort  gingen  met  roepen  en  tieren ,  leve  ae 
Koninck  &c  Ondertuflchen  wilde  een  coet  ge- 
deelte na  boven,  by  den  Onder-koninck  gaen, 
maer  wierden  van  de  Lijf-wacht  wederhouden , 
roependeondertuflehen,  om  gehoor  by  den  On- 
der-koninck, die  fich  nu  aen  een  zijde  hield ., 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


■ 

: -■'.(, 
IN 


Napelsche  Beroerte,  h$ 

waer  door  het  volck  vergramt,de  Lijf- wacht,  foo 
Duytfche  als  Spaenfche ,  aenviel,  en  wel  haeft 
op  de  vlucht  dreef «  aldus  na  binnen,  daerfede 
deur  van  de  zael  gefloten  vonden ,  diewclhaeit 
onder  de  voeten  geraeckte ,  waer  door  fy  nu ,  fon- 
3ai|  der  tegenitand ,  na  binnen  gingen.  Voortgaende 
aoèl  vonden  fy ,  aen  de  eerlte  kamer ,  de  Lijfwacht  we- 
derom ,  die  hen  eenige  tegenweer  bood ,  maer 
«I  moltcn  haett  deDuycfchen,  met  verlies  van  hun  ix, 
•i  Hellebaerden,  en  de  Spangjaerden  van  Ivun  ge-E«fte  gc- 

bruyckelijck  geweer ,  de  vlucht  kiefen.    Aldus vccht* 
« geraecktenfe ,  met  breecken  der  poorten ,  diefe 
jj  gefloten  vonden,  door  3I  de  kamers,  tot  aen  het 
rt  heymelijcke  Cabinet,  daer  d'Hartogh  binnen 
1  was ,  daer  yemand  uy c  den  hoop ,  fijn  Hellebaerd, 
^Idoor  een  deurken,  dat  in  de  deur  was,  flotende, 
•J  by  na  den  Onder-koninck  lelfs  fou  doorftoocken 
hebben  •  doch  d'Hartogh  diCaftel  de  Sangro, 
J  Don  Ferdinando  Caracciolo,  belette  het ,  door 
\  het  te  rugge  ftooten  van  den  Onder-koninck. 
I  Die ,  merekende  aldaer  niet  feccker  te  zijn. 
met  de  tegenwoordige  Hcercn,befloot  fich  na  het 
:  Slot  te  begeven ,  daer  fijn  Vrouw,  met  haer  Staet- 
[  Jufferen  en  Kinderen ,  oock  korts  te  voren  heen 
:  ge  weecken  was.    Maer ,  verftaende  dat  de  Val- 
l  bruggen  van  het  Slot  waren  opgehaelt,  wierdt  te 
.  •  rade, fich  in  het  Kloofter  van  St.Louiste  begeven, 
S  doch  gingh  fich  noch  eens  aen  de  venfters  vërtoo- 
nen,  aeink  zijde  vanhetruym  ,  daerdemeeftcn 
hoop  was.    Daer  hy  verklaerde  hun  wil  te  wil- 
len doen ,  foo  veel  mogelijck  was ,  werpende  hen 
brietkens  toe ,  met  des  Konincks  zegel  gezegelt , 
en  met  fijn  eygen  handonderteeckent ,  waer  in  hy 
hen  ontfloegh  van  den  impoft  der  vruchten,  en 
voor  een  gedeelte  van  de  ander  laften.    Maer  het 
volck,  willende  alles  in  het  geheel  hebben,  riep  en 

H  tier* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i 

■ 


X. 

Het  Pakys 
van  den 

Viceroy 
befpron- 


XI. 
Vlucht  van 
denOndei- 
koninck. 

XII. 
Stouthcyd 
der  oproe- 
ligen* 


1 1 4.        Treurige  Gefikiedenis  van 
tierde ,  meer  als  van  te  voren ,  wijtende  en  roepen 
de  dat  hy  beneden  feu  komen,  omvannabyme 
hem  te  fpreecken,  waer  in  fijn  Excellentie  her 
oock  wilde  te  wille  zijn ,  om  hen  de  maet  vol  t 
meten.    Terwijl  ftelden,  die  binnen  het  Paley 
waren,  wacker  de  bancken,  plonderendedeka 
mers ,  en,  wat  fe  konden  vinden ,  te  venfteren  uy 
werpende ,  fparende  evenwel ,  als  een  Heyligh 
dom,  de  woninge  van  denCardinaelTrivultio, 
zijnde  een  gedeelte  van  het  felve  Paleys.  De 
Onder -koninck  ondertuflehen  om  laegh  geko- 
men zijnde  ,  fagh,  door  het  geroep,  weynigh 
uyt  te  rechten •  en,  hebbende  alvorens  ordere  ge- 
ttelt ,  om  een  karos  gereet  te  houden ,  meende , 
daer  mede  ftillekenshetvolckteontfnappen:  en 
was  nu  aireets  dicht  by  het  Kloofter ,  als  het  ge- 
meen de  fnof  daer  van  in  de  neus  krijgende ,  hem 
op  den  hals  quam.   Sy  deden  de  karos  openen , 
daer  twee  van  de  ftoutfte  binnen  fprongen ,  drey- 
gende  den  Onder-koninck ,  met  den  blooten  de- 
gen in  de  handt,  en  hem  gebiedende  hetvolckte 
ontlaften ,  en  dat  met  fulck  een  ftrafheydt ,  en  foo 
weynigh  ontfagh ,  dat  d'Onder-koninck  ,  vree- 
fende  voor  fijn  leven,  hen  beloofde  wat  fy  wil- 
den.   Eenige  andere  evenwel  deden  hem  uyt  de 
karos  komen ,  en  ftelden  hem  in  het  midden ,  j 
kuflende  hem  de  eene  de  handen ,  de  andere  licti  | 
voor  hem  neder  buygende ,  maer  alle  ootmoe-  4 
diehlijck biddende,  om  Godes  wille,  het  arme 
volck  te  verlichten.    Dit  verfeeckerde  hen 
den  Onder-koninck ,  maer  overleyde  onder- 
tutichen ,  op  wat  wijfe  hy  beft  uyt  hun  handen 
fou  geraecken  ,  en  vandt  geen  beter  middel ,  als ; 
een  deelgelts  onder  den  hoop  te  werpen,  daer! 
den  meellen  hoop  na  toe  liep,  hoewel  andere t 
riepen i  fy  begceren  geen  geit,  maer  ontlaltin-. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte, 

t;e,  gevende  fijn  Excellentie  terwijlen  gelegent- 
feydt  ,  mee  veel  Ridders  enSpaenfchekrijghs- 
•rieden  ,  in  de  voornoemde  Kerck  van  St.  Louis 
-ie  geraecken. 

i   Het  volck.  feer  ontfint  zijnde ,  om  dat  hen  den 
•Onder-koninck  ontfnapt  was ,  begeeft  lich  na  hec 
Clooiter,  werpt  de  eeifte  poort  onder  de  voet, 
:n  het  lou  de  tweede  gegolden  hebben  ,  't  en  ware   x  1 1 1. 
■  ie  Caidinael  Afcanio  rilomanr.i,Aerts-bi(Tchop  voorfich- 
Jvan  Napels  ,  tijdelijck  aen  komende ,  het  fel  vege-  SjTjj 
•jtuyt  lud,  met  belofte  evenwel,  van  te  beforgen  caidinael. 
oy  den  Onder-koninck ,  dit  het  volck  hun  genoe- 
gen mocht  erlangen.    En  in  der  dacdt ,  hy  ver- 
docht aenftondts  aen  den  Hartogh  van  Arcos , 
uiem  des  wegen  fijn  handt-fchrift,  om  meerder 
>pnheyl  voor  te  komen ,  toe  te  willen  fenden  ,  ge- 
ïijck  fijn  Excellentie ,  door  den  MarquisdeTor- 
recufe  gedaen  heeft  >  fijn  Eminentie  biddende, 
net  felve  ,  met  eygen  handen  ,  aen  het  volck 
over  te  leveren.    Dq  Cardinael  het  gefchrifc 
ontfangen  hebbende ,  begeeft  fichblijdelijck  we- 
der naer  het  volck ,  maer  als  hy  het  hen  over- 
uyt  te  voren  las  ,  en  het  volck  veritondt ,  dat 
die  ontlaftingh  maer  voor  een  gedeelte  ,  en  het 
felve  noch  aen  vele  deelen  gebreckigh  was, 
.wierdt  het  woeden  meerder  als  van  te  voren, 
nopende  fy  met  alle  macht  na  demarekt,  ter- 
wijl de  Cardinael  fich  na  het  Paleys  begaf,  enal- 
daer  vertoonde,  aen  de  overige  menighte,  hoe 
<leyn  de  hoop  van  hun  voldoeninge  was ,  onder-   x  1 
in<*e  goet  vindende,foo  grooten  menighte  volclcs  Nieuwe  , 
:otrhun  voorftandtby  een  te  vergaderen,  als  mo- °ntftcltc^ 
i  ^elijck  was.    Aldus  begeven  fy  fich  weder  na  mi* 
Met  Paleys,  maer  d'Onder-koninck  had  fich  by 
:ijdts  van  daer,  naer  PizziFalcone,  inhethuys 
an  de  Vaders  Theatini  van  Santa  Maria  de  gl" 

H  Z  An- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ï  1 6         Treurige  Ge[ch'iedenis  van 
Angoli ,  en  van  daer ,  in  een  oude  draegh-ftoel , 
op  het  Slot  Sc.Ehno  begeven.    Als  het  volck 
die  vernam,  maeckt  het  fich  weder  teritondt 
nacr  het  Paleys ,  om  de  Spaenfche  krijghs-lie-v 
den ,  aldaer ,  hun  geweer  af  te  nemen ,  die  heiT 
hun  trommen  en  halve  piecken  overgaven,  maer 
hun  mulquetten  en  degens  behielden  ,  met  de 
welcke  fy  veel  van  het  volck  ombrachten  ,  e 
fwaerlijck  quetften.  't  Volck  ftelde  fich  daer  o 
ter  weer,  en  dreef  het  krijghs- volck  ,  met  wer- 
pen van  fteenen ,  op  de  vlucht ,  niet  fonder  verlies 
van  eenige.    De  wapenen ,  die  fe  hen  ont jaeght 
hadden,  dienden  hen  voor  geweer,  met  het  welck 
fy  de  andere  wacht-plaetfen  der  Stadt  aentalten , 
het  geweer,  datfe  aldaer  vonden,  tot  hun  ge- 
bruyek  nemende. 

Aldus  nemen  fe  hunnen  wegh ,  na  de  wijck  van 
de  Chiaia,  en! het  Paleys  van  den  Heer Tiberio 
CarafFa,  Prins  van  Bifignano,  Velt-Maerfchalck, 
en  Colonei  Generael  V3n  Napels ,  den  welcken 
fy  baden,  in  aller  ootmoed ,  hy  wilde  de  faecken 
caratfatot  van  het  volck  ter  herten  nemen ,  en  handthwe- 
hunhulp.  nen  9  en  maecken  ,  dat  het  hun  voor- rechten, 
hen  van  Keyfer  Karei ,  en  anderen  vergunt ,  mocht 
behouden.    De  Prins  beloofde  hen  fijn  byftant ; 
maer  terwijl  fy  aldaer  op  fijn  komft  wachten , 
begaf  fich  een  gedeelte  naer  de  Kay  toe ,  daer  men 
als  noch  den  Impoft  van  de  Vruchten  betaelde, 
en  ftack  aldaer  het  Accijns- huys  medeinbrant. 
En  alfoo  hun  hoop,  aldaer ,  om  de  volcknjckhcy t 
van  die  wijck,  ftarek  aennam,  verdeeldenlelich 
aldaer  in  twee  hoopen ,  of  beter ,  heyrlegers  •  de 
kleynfte  jongers  ftelde  de  Prins  in  het  midden  , 
hy  felve  hen  ,  te  paerde  voor-rijdende  ,  feyde 
vaft  :  Kom  gaen  wy  kinderen,  delmpoftenat- 
doen;  leydende  hen  alfoo  ftraet  uyt  ftraeun ,  tot 


xv. 

't  Volck 

neemt 

Tiberio 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  117 

opdemarckt,  daerhy,  met  verwonderinge,een 
hoop  van  meer  als  vijftigh  duyfent  man  vandt. 
Die  hy  vriendelijck  badc,  fich  tiil  ce  Willen  hou- 
den, om  met  gemickindekerck  vanC^rmine  te 
geraecken,  daer  hy,  op  de  ftoelklam ,  biddende 
en  bel  werende ,  meteenciuycitixindehant ,  het 
volck  geruit  te  willen  zijn  ,  hen  met  eede  belo- 
vende ,  alles ,  tot  hun  genoegen ,  van  den  Onder - 
koninck  te  fullen  verkrijgen. 

Hcl  volck  onder  tuflehen,  van  een  ander  gedeel- 
|  te,  brack  vaft  de  gevanckciuTen  op,  behalven 
drie  of  vier,  diefe  ,  ter  liefde  van  den  Koninck , 
den  Aerts-bilTchop  ,  den  Nuncius,  en  den  Prins 
1  van  Bifignano  ipaerden  j  alles  wierdt ,  door  het 
nu  vuur,  met  fchriften,  boeckenenai,  verbrandt  en 
\  verteert.    Van  hier  treckenfe  na  het  pleyn  van 
ïial  St.Laurens-kerck ,  de  Prins  geduerigh  by  hen , 
Lfli  op  hoop  van ,  met  'er  tijdt ,  hun  woeden  te  lullen 
ftillen.    Hier  loopenfe  door  de  Kerck  ,  na  de 
:  Kloek-toren,  om  de  kloeken  te  trecken  ,  en  al- 
foo  meer  volcks  op  de  been  te  brengen  ;  maer 
:  d'inganck  wiert  hen,  door  eenigc  vluchtelingen  , 
ontfeght,  die,  met  twee  fchoten,  twee  van  de 
[  Borgers  ter  neder  velden.    Dit  deed  hen  de 
1  moed  facken  •  maer  feecker  Siciliaen,  die  als 
j  met  een  raferny  beletcn  fcheen,  gaf  hen  weder 
imoed,  en  noemde  hen  een  deel  bloodaerts,Ko- 
;  nijnen  ,  Hennen  en  Kool-vreters  ;  maer  defe 
1  fijn  boosaerdiglieydt  wiert  haeli  geftraft ,  zijn- 
rl  de,  door  een  inufquet-fchoot  ,  uyt  den  fel  ven 
Toren  ,  voor  de  kop  gefchotcn.    De  Prins 
j  ondertuflehen,  vermoeyt  van  foo  veeltreckens , 
jl  en  behalven  d.3t,  fwack  van  fijn fieckte zijnde, 
S  deed  lbo  veel,  dat  hy  ,  door  een  wijfe  vondt , 
]  fich  van  defen  woeften  hoop  ontfloegh  ,  hen 
d  verdeelende  door  verfcheydene  wijeken  van  de 

H  3  Stadt, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


r 


1 1  %         Treurige  Gefcbiedenls  van 
xvi.    Stadt,  onder  voorgeven,  van  hun  eygenehuy- 
vvort  van  fen ,  voor  pionderen  te  bewaren ,  oock  fich  mee 
hun  veda-  bequame  cn  vereyfehte  wapenen  te  voorfien. 
un*        En  dit  gekickte  hem  foo  wel,  dat  een  yeder 
vertreckende ,  hy  gelegent heydt  vandt,  fich  in 
een  bygelegen  Paleys  te  begeven  ,  by  feecker 
Ridder  van  fijn  maeghfehap,  alwaer  een  wey- 
nigh  geruft  hebbende,  deed  fich ,  tegen  den 
avondt ,  in  een  befloten  draegh-ftoel ,  na  het 
nieuwe  Slot  dragen  ,  Godt  danckende  ,  dit 
woefte  Grauw  alfoo  ontkomen  te  zijn.  Het 
Cerucht  van  fijn  ontkomen  verfpreyt  zijnde» 
koos  het  volck  ,  dat  fich  nu  hoofdeloos  bc-  • 
vandt,  Mafaniello,  den  eerften  aenleyder ,  tot t« 
hun  Hooft,  die,  de  faeck  aennemende  ,  door» 
trommen  en  trompetten  ,  het  volck  vaft  meerit 
en  meer  by  een  verfamelde-  terwijl  de  Geefte-  fc 
lijckheydt ,  met  Proceffien  en  Ommegangen, j 
Godt  pooghde  te  verfoenen,  en  hetdreygen-j 
de  ongeval  af  te  bidden, 
xvii       D'Ondcr-koninck  oock,  beducht,  dat  het 
vootigank  volck  fich  weder  na  den  Toren  en  Kerck  van 
van  hct   St.  Laurens  begeven  mocht,  om  fich  te  dienen 
v/ocdcn*    van  de  wapenen ,  en  de  feüien  ftucken  gefchuts  ,1 
die  aldaer ,  als  in  het  Mag3fijn  of  Wapen-huys  ,1 
bewaert  wierden,  oock  de  groote  kloek  te  tree- 
ken,  om  meer  volcks te  vergaderen,  gelijckm 
foodanige  gelegentheydt  gemeenlijck  gefchiet, 
fandt  derwaerts  eenige  benden  Spangjaerts ,  om 
defelve  te  bewaren,  en  begaf  fich  alfoo,  tegen 
de  nacht ,  benefFcns  vele  Ampt-lieden  en  Rid- 
ders, na  het  nieuwe  Slot ,  ftaende  als  vaftaen 
hec  Paleys  •  en  om  vorder  de  Gemeenre  te  ftil- 
lcn  ,  gaf  noch  dien  avondt  laft ,  dat  men  het 
iuoodc,  van  drie-en-twintigh,  tot  op  dne-en-i 
•dei  tigh  oneen  fou  verfwaren ,  voor  de  felve  prijs *  I 
°  oock 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  119 
cck  terftondt  den  accijns  van  de  vruchten  te  ver- 
ietigen.  Evenwel  konde  de  nacht  het  volck 
iet  toe  ruft  brengen ,  dat  tuflehen  negen  en  tien 
ren,  de  kloek  van  de  Liefvrouw  van  Carmine 
egoft  te  trecken ,  en  te  wapen  te  roepen ,  verga- 
ierendedaer door,  eengroote  menighte volcks, 
lewelcke  fich  verdeelde  ,  gaendc  ecnige  met 
.Lende  trommelen  de  Stadt  uyt,  omhetvyerte 
tteecken,  in  alle  Accijns-huyfen  buyten  Napels , 
andere  na  de  Wapen  maeckers  en  Svvaert -vegers , 
en  daer  men  kruyt  en  loot  verkocht ,  oock  de  Le- 
veranciers van  geweer,  en  Spietle-maeckers , 
daer  fegenoegh  vonden,  omeenheyr,  hoe  groot 
het  moght  zijn,  tevoorfien.  Maer  een  Wioc- 
kelier,  willende  weer  bieden,  wierp  een  mortier 
ten  veynfteren  uyt ,  en  daer  mede  een  der  Borge- 
ren doodt;  het  geendereft  fooontfinde,  datfe 
terftondt  hetvuurinhethuysftaecken,  hetwelc- 
kc  veel  buspoeder  in  hebbende,  meteenyfelijck 
geruchte ,  wel  haeft  opvloogh ,  met  fich  nemende 
en  doodende,  behalven  de  lchadeacn  de  nagebu- 
ren  gedaen,  over  de  feven-en-tachrentigh  per- 
foonen ,  benefTens  wel  vier-en-veertigh  gequet- 
ften.  Waerom ,  om  fulcks  in  het  toekomende 
voor  te  komen  ,d'Onder-koninck,  in  alle  an- 
dere noften  der  Stadt ,  daer  buspoeder  bewaert 
wierdt ,  al  het  felve  nat  en  onnut  dede  maecken. 

De  morgen-ftondt ,  anders  lieflijck  enaenge- 
naem,  ontftondt  nu  verfchrickelijck  en  gevaer- 
lijck ,  men  fagh  nu  over  al  niet  als  gewapende 
koppen ,  en  dreygend  krijghs-gevvecr ,  de  Boe-  x  v  1 1 1. 
ren  felfs  verlieten  hunnen  ackcr  en  brachten  hun  ^nd<?" 


bouw-tuygh  tot  wapenen  binnen ,  felf  vrouwen  Stadc 
en  kinderen  wierden  van  den  hoop,  diemetfpe-  hulp. 
ten  en  ander  keucken  geweer,  defe  met  ftocken 
en  rietftaven  gewapent ,  meer  om  den  hoop  te 

H  4  ver: 


te 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


^ 


i2o  Treurige  Ge[cbïedenis  van 
vergrooten  als  vrees  aen  te  brengen.  Een  Bus- 
poeder- verkooper,  weygerende,  uytlaft  van  fijn 
Excellentie  ,  kruyt  te  verkopen ,  fagh  haeft  de 
brandt  in  fijn  kruyt  en  het  huys  ;  met  fijn  nabue- 
ren>  en  ruym  tfeftigh  menfehen  doodt ,  en  in  de 
lucht. 

Eenige  anderen  begaven  fich ,  na  des  Konincks 
Kruyt-molens,  na  Capo di  Chino ,  om  daer  het 
kruyt  uyt  te  halen  5  maer  het  werek-vokk  was  'er 
voor  9  en  fmeedt  al  den  voor-raedt  in  het  wa- 
ter. 

De  Onder-koninck  oock  ,  om  in  geen  ge- 
breecke  te  blijven  ,  befette  het  pleyn  van  het 
Slot ,  en  de  toegangen ,  met  vier  hondert  Spang- 
x  x  x<   jaerden ,  en  het  nieuwe  Slot  felfs ,  tot  fijn  ver- 
De  Onder-  feeckeringh ,  met  duyfent  Duytfchers ,  en  voorts 
ironinck    dc  poort  met  acht  hondert  Spangjaerden  ,  en 
ïkhftaCkt  duyfeat  °f  meer  Italianen  •  omringende  het 
gantfche  Pizzo  Falcone ,  boven  het  Paleys ,  en 
het  Paleys  felfs  met  goede  fterekten  en  bol  werc- 
ken,  van  rijs  met  aerdegevult,  en  eenige  fchans- 
korven  voor  het  fchietcn :  hy.  plante  tegen  ve- 
der van  de.ftraten,  die  op  de  Paleyfen  uytko- 
men,  een  ftuck  grof  gefchut,  en  twee  anderen 
voor  de  groote  middel-poort ,  van  het  nieuwe 
Paleys. 

Terwijl  vernam  het  volck,  dat 'er  vanPoz- 
zuolo  een  Regiment  Duytfchen ,  door 's  Onder- 
konincks  bevel  aenquam :  hier  trecken  fy  op  aen , 
fiaen  doodt,  al  die  weer  boden,  en  brachten  die 
fich  overgaven,  gebonden  indeStadt.   Dit  ge- 
beurde oock  aen  twee  benden  Italianen  ,  maer 
defe  wierden  alleenlijck ontwapent,  enmetfpijs 
x  x.     beladen ,  na  het  Paleys  gefonden. 
«n'ondT    Ondertuflchen  wierdt'er  evenwel  eenige  on- 
haodcSngcder.haudelinge  aengevangen,  hebbende  d'On- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


"Hl 


m 

m 

m 
m 
m 
m 
m 

M 


Napels che  Beroerte.  121 

derkoninck  daeroveraen  Mas  Aniello  gefchre- 
venj  maer  alfoo  de  voor  Hagen  van  het  volck  (bree- 
der  in  onsoveifettmgh ,  de  beroerde  aengaende , 
uyteedrucktj  niet  koften  aengenomcn  worden , 
en  de  aenbiedingen  van  den  Onder,  koninck  geen 
genoegen  gaven  ,  gingh  het  werek  lanckiaem 
voort  :  't  vvelcke  d'Onder-koninck  mereken- 
de ,  en  vreefende  dat  de  volhardinge  des  volcks 
ia  hun  moetwil,  hen,  mee 'er  tijde,  tchalfterri- 
gt  r  en  trager  toe  verdragh  fou  maccken ,  fandc 
den  Hartogh  van  Maralonen,  den  Heer  Jofcph 
Caratfa  ,dcn  Prins  van  I3ifignano,die  van  Monte 
Saroho ,  en  meer  andere  Grooten ,  om  door  de 
Stadt  te  rijden ,  om  te  (ien ,  of  het  volck,  met  re- 
den ,  tot  verdragh  te  brengen  was.  Eenige 
van  hen  begaven  Gch  op  dc  marekt ,  onder  een 
oncyndige  menighte  volcks,  feggende  de  Hoof- 
den aen ,  dat  fijn  Excellentie  genegen  was ,  hen 
i  aldei  hande  vergenoegingc  te  geven.    De  Hoof- 
J  den  antwoorden:  Sy  begeerden  niet  anders ,  als 
j  de  voor- rechten ,  hen  gegeven  by  Ferdinand ,  en    X  * 
i  beveftight  door  Karei  de  Vijfde  g  inhoudende  dat  g,fch 
•  noch  hy ,  noch  fijn  nakomelingen ,  geen  laften , 
op  de  Stadt  ot  het  Rijck  van  Napels ,  fonder  toe- 
ftandt  van  den  Paufelijckenftoel,  fouden  mogen 
leggen,  en  die looopgeleght  waren,  fouden  wel 
,  zijn  •  maer  anderfints  vermochten  die  van  de 
!  Stadt ,  fonder  blaem  van  wederfpannighcyt ,  de 
felve  voor- rechten ,  met  de  wapenen  in  dc  handt , 
/  vorderen  ,  en  ongefchendt  bewaren.    Des  ver- 
!  ftondenfy,  dat  alle  laften,  anderfints opgeftelt, 
1  (eenige  van  geringh  belanghuytgefondert)  ver- 
i  nietight ,  en  het  ooripronckelijck ,  of  Origineel , 
beruftende  indes  Stadts  Schat. kamer  by  St.Lau- 
rens  ,  hen  ter  handt  geftelt  moft  worden. 
\  t  Is  waer ,  d'Heer  Prior ,  van  het  volck  gedron- 

H  5  gen 


van 
het  v  olck* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ui  Treurige  Gefchiedenis  van 
een  zijnde  ,  focht  acn  die  gefchrift  te  komen , 
bracht  de  Gemeente  Hechts  een  uytfehnit 
or  copy,  alfoo,  feyde  hy ,  het  Origineel  met  te 
vinden  was,  het  welck  wel  aengenomen,  maer 
acn  veeldeelen  eebreeckigh  bevonden  wierdt, 
waer  over  fich  het  volck  foo  ontftelde ,  dat  het  de 
Prior  quaet  genoegh  hadde ,  om  uyt  hun  handen 

teceraecken.  _  .  _ 

len  GiulioCenovino,  eenPriefter,  en  voor- 
heen verkoren  des  volcks,  beneffens  Perronede 
Bandiit ,  die  men  in  vryheydt  had  geftelt ,  waren 
Mas  Aniello  tot  mede-hulpers  bygeyoegnt ,  dele 
leverden  hem  een  lijfte  over ,  van  tfeftigh cn  meer 
huyfen  van  die  gene  die  aen  den  accijns  valt  wa- 
ren geweeft :  wekker  goederen ,  feyden  fy ,  als 
het  bloedt  van  de  Gemeente  zijnde ,  men  behoor- 
de te  verbrande.  Soogefeght  foogedaen,  men 
valt  aen  'twerek,  en  plondert  den  eenen  voor, 
den  anderen  na ,  verbrandende  alles  dat  'er  gevon- 
den  wierdt ,  filver ,  gout,  ja  groote  lommen  gelts , 
*     fpeck  ,  vlees ,  paerden  ,  karoflèn ,  tapijten ,  en 
ioo  alles  dat  tot  een  huyshouden  behoort,  en  dat 
met  fulck  een  befette  order,  dat  niemandt  het 
hart  had,  het  alderrainfte  fich  daer  van  toe  te 
eveenen.   Ja  fonder  eenigh  leedtwefen  daer  over 
Jond»-'  te  toonen :  foodanigh  dat  een,  die  een  fervet  wech 
^ck  pion-  gefteecken  had ,  terftondt  om  het  leven  gebracht 
d«en%an|nccn  ander  met  vijftigh  (lagen  geftraft  wierdt. 
betvoUk.  £      dieeenfilverefchroef,  en  een  ander,  die  een 
filvertafel-bort  genomen  hadden ,  wierden  open- 
baerlijck,  door  beuls  handen ,  opgehangen :  een 
jonghsken ,  dat  een  ftuck  fpecks  ,  dat  door  de 
hitte  uyt  het  vyer  gefprongen  was  ,  opgeraept 
had,  ei  daer  medemeende  heentegaen,  wierdt 
half  doodt  gellagen.   Een  ieecker  man ,  die  on- 
der het  verbranden  der  goederen ,  van  den  Har- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ggl 
firn 

;G*Ét 

n 

|| 

1,5  BJ 

s.rc 

s 

H 
acte 


Nahlsche  Beroerte.  12$ 
togh  van  Caivano  ,  maer  had  gefeght ,  Oh  arm 
goet ,  fou  het  met  het  leven  hebben  moeten  bekoo- 
pen ,  't  en  waer  hy  het  tijdelijck  ontkomen  was. 
Hier  moftenfe  aen  ,  die  eenighfints  aendepachc 
valt  waren,  en  onder  3nderen  oock  Andrea  Ana- 
cierio,  daer  voorheen  van  gefproocken  is,  wiens 
goedt  wel  gevluchc  was ,  doch  het  huys  evenwel 
verbrant  wicrr.    Mas  Aniello  deed  al  de  Koop- 
lieden, di^  fich  tot  noch  toe  ftil  hadden  gehou- 
den ,  weten ,  fy  moften  fich  alle  in  het  geweer 
vaerdigh  houden,  halende  van  alle  kanten,  me- 
nighte  van  geweer  by  der  handt.    Negen  ftuc- 
ken  gefchuts ,  wierden  by  een  Koopman  ,  die 
daer  geit  opgefchoten  had ,  gevonden ,  en  wech 
gehaeit  :  waer  by  quamen  feven  andere,  diefe 
van  een  fcheepken,  inde  haven  leggende  (datfe 
meteen  ongewapende  Caley  befprongen) gehaeit 
hadden :  defe  fteldenfe  op  de  hoecken  van  de  voor- 
naemfte  ftraten  der  Stadt. 

Ondertuflchen  wierden  de  Originele  fchrifren,  X  x  1 1  It 
daer  het  om  te  doen  was,  gevonden,  en  aen  fijn  Hoop  tot 
Excellentie  overgelevcrt ;  die  daer  over  met  de  ^tST" 
gemeente  focht  m  verdragh  te  komen,  gelijck  |ebiokciu 
&  Aerts-biifchop  oock  geduerigh  over  en  we- 
der gingh  ,  maer  of  defe  wel  yverde ,  d'On- 
der-koninck  evenwel  ,  volgenden  den  Spaen- 
fchen  aerdt,  toonde  fich  over  lanckfaem,  noch  al 
uytftel  van  tijdt  focckende,  het  welckhetvolck 
vermerekende ;  verklaerde  fich  het  felve  datfe  in 
aller  manieren  wilden  meefter  zijn,van  den  Kloek- 
toren  van  St.Laurens»  daer  hen  groote  afbreuck 
wierdt  uyt  gedaen.    En  in  der  daedt ,  het  verga- 
derde fich,  op  de marckt-plaets ,  een menighte 
volcks,  wel  tot  tien  duyfenttoe,  diehetKloo- 
fter  van  alle  kanten  belegerde,  en  begoft  ai- 
reets denaenvaltedoen,  met  het  losbranden  van 

eenigh 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


124.       Treurige  Gefcbiedenis  van 
eenigh  cefchut ,  hebbende  oock  aireets ,  eendeel 
tacke-bSflchen  ontfteecken  ,  om 'er  den  brandt  in 
te  krijgen  ,  het  welcke  ,  behalven  het  planten 
van  een  gróót  ftuck  gefchuts ,  daer  fe  den  Toren 
drcyehden  mede  om  verre  te  fchieten,  die  van 
binnen  deed  befluyten,  fich  op  te  ge  ven,  laten  de 
al  hun  geweer  en  wapenen  ,  en  in  hun  bloote 
kleederen  daer  uyt  gaende.    Aldus  wierdt  het 
volck  meefter  van  den  Toren,  en  vaneengroote 
meniehte  wapenen  ,  beneffens  actuien  ttucken 
gefchuts,  dat  vaft  aen  verfcheyde  oorden  en  aen- 
Romften  geplant  wierdt.  Sy  fochten  oock  aldaer 
na  hun  voorrecht,  brieven ,  maer  defelve  niet  vin- 
dende,  wierden  daer  over  foo  vergramt,  datie 
al  de  brieven ,  fchnken ,  en  andere  goederen , 
die  fe  daer  vonden,  fonder  uytftel  in  het  vyer  wier- 
pen, behalven  alieenigh  het  afbeeltfel  van  den 
Koninck,  het  welcke  fy,  onder  een  dais  in  het 
veynfter  ftelden ,  roepende :  Lcvt  dt  Komnckduy 
(ent \*tt  ,firve  dcquadt  F^gtrmge. 
1   De  vrouwen  raeckten  oock  nu  meternftaen 
*  X 1 V*  het  werek   marcherende  in  verfcheyde  troepen , 

geweer.  hun  Capiteymnnen ,  Vaendragerflen ,  Sargcamin- 
nWen  meer  van  fulcke  ongehoorde  namen 
da?  êen  byfonder  wefen  gaf.  Voor  aen ,  m  he 
rólden  vantwee  foldateS,  trock  een  vrouw wel 
gèkleedt,  enmetonaengenaemvanwefen,  heb- 
gende  des  Konincks  wapen  op  het  hooft ,  i mee een 
gefchrift  daerrontfom,  lnydende : 

W.  é  fc»  gf-Tf  ?H,~. wS  en  een 
blood  fwaert  droegh  fe  in  de  rechter  ,  er>  een 

fStïïSfc.  flincf «  handc.    Daer  op  volghde 

een  dichte  troep  van  mufquetterflen , .daer  nade 

piecken  en  hellebaerden ,  voorts  de  knodfer ,  en 

Leken ,  oock  tacke-boflehen  op  den  neck ,  ge- 


|  WK* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Najelsche  Beroerte.  iz$ 

reedt  om  den  brandt  tefteeckenindehuyfender 
venaders  van  het  Vaderlandt  ,  gelijck  fe  die 
noemden.  Op  het  lactite  qiumen  de  kleyne 
meyskens,  felfs  van  vier  en  vijf  jaer,  met  ftock- 
jes  en  kneppelrjes  in  hun  teedere  handekens,  een 
acnfien  waerlijck,  dat  indenaenfchouwer,  niet 
kolt  laten  medelijden  te  verwecken. 

Alibo  trocken  oock  de  hoeren  door  de  Stade ,    x  x  v. 
hebbende  in  hun  laetlie  gelederen  hun  wijven,  A,i  00ck 
mede  met  tacke-boffchen  en  fulpher- ttocken  ge-  dc  Boeren* 
laden ,  al  veerdigh  om  felfs  de  geheeleStadt  indé 
brandt  te  fteecken.  MaerallöodievandeStadt 
fich  mans  genoegh  kenden  ,  om  hun  faecken 
felfs  te  redderen,  wierden defe huys-lieden van 
?,|  Mas  Aniello  afgedanckt,  en  na  hun  Landt  <*e- 
ibnden.  ° 

D'  Onder- koninck  vandt  fich  ondertuflehen 
ten  eynde  Lijf-tocht,  te  meer,  dewijl  alles  van 
het  volck  opgehouden  en  afgefneden  wierdt ,  ge- 
lijck oock  een  B3rcksken  ,  dat  hem  toevoer, 
meende  toe  te  brengen; ,  genomen  wiert.  Sijn 
loopende  Boden  wierden  valt  gehouden ,  lbo  dac 
hy  niet  anders,  als  met  fijnHccren  en  Ridders, 
belegert  was. 

Ondertuflehen  deed  d'  Aerts-bhTchop  Filo- 
matini  alle  neerftigheydt  van  dewerclt,  om  het 
verdragh  ten  cyndc  te  brengen ,  en  kreeeh  nu  van 
den  OaJer- koninck  het  Origineel  of  oorfpronc- 
kelijck  gefchrift  der  vryheden ,  van  Keyfer  Karei , 
in  handen  j  bcneffens  fchriftelijcke  belofte  van 
den  Onder-koninck  felfs  geteeckent  ,  de  felvc 
Vryheden  te  willen  onderhouden  en  voorftaen, 
om  de  felve  in  dc  Kerck  van  de  Liefvrouw  van 
Carmine  ,  opentlijck  het  volck  voor  te  lefen. 
Wonder  was  de  blijdfchap  van  den  Cardinael , 
als  hy  dit  gefchritt  in  handen  had  j  hopende  hier 

mede 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


jl6         Treurige  GefehiedenisvAn 
mede  al  de  beroerte  ten  eynde  tefien,  en  waer- 
lijck  ,  het  had  hier  mede  gedaen geweett ,  ten 
XXVI.  waer eenige  rampfaligc  voorvallen ,  en  ontdeckte 
Nieuwe    t'famenfweringen  van  den  Hartogh  van  Mataio- 
hoop  van    .       fljn  broeder  Jofeph  Caraffa ,  tegensMas 
S£&»  Amello  en  die  var i  fijnen  aenhangh ,  voorgeno 
men  op  nieuw  het  fpic  in  de  aflehc  gewende  had- 
den, tot  groote  nadeel  vandeganticheStadt  van 

^  De'cardinael  dan,  begeeft  fich  aldus  na  de 
marekt,  en  door  een  ontallijcke  memghte,  ge- 
volght  na  de  Kerck ,  daer  hy  de  Gemeente ,  van. de 
ftoel ,  de  gefeyde  voor-rechten  voor  las.  Maer  ee- 
nige quaetwiliigebliefen  de  Gemeente  Matgele 
evenwel  de  rechte  niet  waren  •  maer  valfche  in  de 
plaets,  waer  over  het  volck ,  op  nieuw J*gol«e 
morren , en  ten  laetften  uyt  te  roepen:  WA  danftn 
tnintnïu  ons  cocf,  bedrijen  ? '/fckta^** 
fien,  dat  menden  Cardmael fel fsfou hebben  aen- 
getaft,  die,  merckendedenonluft,  Mas Ame  lo 
by  fich  ontboodt,  en  hem  vraeghde,  wat  het 
volck  fchorte,  die  hem  tot  ™™™} 
Gemeente  meende,  het  waren  de  rechte  Pnv ile- 
gien  niet,  en  dat  men  hen  verkeerde  foch"  de 
gandt  te  douwen  ;  maer  hy  was  anders  van  de 
oprechtigheydt  fijner  Eminentie  verf* ekerr 
De  CarSinael  daer  op  verfeeckerde  hem  ,  het 
waren  de  felfde,  enhy  wilde  die  W»»^ 
trouwt  man  in  handen  Bellen,  om  die  na  tefien, 
gelijckfe  oockGiulioGenovmo,  als  een  ervaren 
man,  wierden  overgelcvert ,  om  die  nacewen, 
terwijl  de  Cardinaeï  daer  ter  plaetfe :  Wee ,  om 
fijn  oprechtigheyttetoonen  ,  wekte J uH hen 
dien  gantfehen  nacht  doorfagh,  ■ m .oprecht .  bc- 
vandt.    Ondertuflchen  ,  terwijl  de  Card naei 
met  het  volck  fprack,  en  hen  het  gefchrift  van 


m 

Hg 

3 

ft» 


Napelsche  Beroerte.  127 
den  Onder-koninck  voorlas ,  waer  inne  hy  niec 
alleen  alle  impoften  vernietighde  }  maer  oock 
het  volck  volkomentlijck  vergaf ,  al  wat  'er  in 
defe  beroerte  was  gefchiet ,  ontftont'er  weder  een 
nieuwe  onruft,  roepende  het  volck  met  luyder 
kele ;  Sy  hadden  noy t  eenige  onbetamclijckheydc 
aengerecht,  m3er  waren  getrouwe  onderdanen, 
van  fijn  Majefteyt,  en  wilden  in  dcsfelfs  dienlfc 
gaerne  ftei  ven  •  maer  hadden  alleen  getracht ,  hun 
vryheden  te  beichermen.  Dus  ontftelt zijnde, 
en  fich  inbeeldende  bedrogen  te  zijn,  wilden  fe 
voortaen  na  geen  verdr3gh  meer  Iuyfteren  ,  te 
meer  ,  om  dat  fijn  Eminentie  niet  had  uytge- 
druckt ,  dat  het  gantfche  Rijck  ontlaft  fou  wor- 
den ;  wilden  daerom  hun  opfet  vervolgen ,  tot 
dat  fy  ten  vollen  fouden  vergenoeght  zijn  -3  wac 
j  )  oock  de  Cardinael  mocht  aenwenden ,  om  hen  te 
itillen,  lefende  hen  voor  den  brief,  hen  van  den 
Onder-koninck  gefonden  ,  waer  in  hy  fchreef : 
Dat  hy  de  Gemeente,  om  hen  te  vergenoegen , 
de  verfochte  voor- rechten  toefandt ,  in  Cance- 
(\  lieifche  forme  >  en  verfocht,  hy  wilde  hen  de 
.:  felve,  op  Paufelijcke  wijle,  voorlefen.  Dit 
;  •  gaf  hen  geen  genoegen ,  en  man  en  vrouw  ge- 
raeckte  weder  op  de  been ,  ftrevende  met  drey- 
gementen  voorby  het  Cafteel. 

Op  het  gerucht  van  defe  beroerte  tot  Napels ,  x  x  v  r  1. 
quamen  de  nabuerige  Spaenfche  befettelingen  sPaenfche 
.    oock  op  de  been ,  en  na  Napels  toe ,  behalven  röfbawft 
hondert  Duytfchen ,  uyt  Capua ,  die  alle  door  de  van  bun 
Gemeente  ontmoet ,  en  van  hun  geweer  en  vvape-  Scwccr«  . 
nen  berooft  w  ierden. 

OndertufTchen  nam  Mas  Aniello ,  ter oorfaeck  x  x  v  1 1. 
van  fijn  fnedigheydt  en  wackerheyt ,  in  het  han-  Aniello  fit 
delen  met  den  Onder-koninck,  merckelijck  in  te  Kcixu 
gefagh  ea  waerdigheydc  toe  ,  en  wierdt,  niet 

tegen- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1  ,.11 


wm 


volck. 


11%         Treurige  Gefcbiedenis  van 
tegenftaende  veel  andere  aenfienlijcke  mannen 
onder  hen  gevonden  wierden  ,  voor  Hooft  des 
volcks  verfiaert,  die  daer  over  op  de  marekteen 
open  fchouw-todneel  dede  oprechten,  daerhy,^. 
bcneffens  fijn  Raets-lieden  ,  en  voornamenthjcklQ^ 
Genovino ,  en  den  beruchten  Perronê  (nocnl 
in  lijn  witte  viffchers  kleederen  zijnde)  eenyeder 

recht  dede.  t  ;  , 

Aldus  ginghdiendagh,  zijnde  de  darden  van 
de  beroerte,  heen-  en  foo  haeft  was  de  morgen- 
ftondt  niet  aengekomen ,  of  men  gingh  henen  het 
xxvm.  Paleys  van  den  Hartogh  van  Caivanoteplonde- 
piondeten  ren,  en  het  ceplonderde  te  verbranden ,  als  voor 
het     eefechc  is .  Ywelck  gefchiede ,  maer  van  daer 
treckende  na  het  Paleys  van  den  Hartogh  van 
Mataloni ,  vonden  fe  het  felve  met  hondert  ge- 
wapende Bandijten  befchermt;  waer  over  fyai- 
togen,  om  meerder  hulp  by  een  te  brengen,  en 
te|en  den  avont  weer  te  komen.  Ondertuflchcn 
treckende  over  de  Kay  voorby  het  huya  van  - den 
iongen  Hartogh  van  Cayvano  ,  Don  rrancifco 
Bacile,  deed  men  daer,  gehjekmen  by  fijn  Va- 
der gedaen  had  (brengende  een  yeder  ftroo  en 
tacke-bofTen  toe)  onder  het  roepen  van:  Langb 

/WOntouflchcn  door  yver  van  den  Onder 
koninck  en  Filomarini  (die  fich  ™£>"¥™ 
belofte ,  in  de  Kerck  onthield)  nam  ^ onderhan- 
delinge  weder  fijnen  aenvangh,  daer  by  komende 

een  bfeede  vergiffenis-bnef ,  van  ^«gn^oor- 
digh  en  voorheen  bega.e  fauter,  en  ggte 

SÖ'S  Adel nadeKerck van 

locnc  r  Faciuw  *  -jUaer  het  Te  Deunt  te  hoo- 
Carminetedoen,  om  aldaer ne r  . 

ren  fingen,  blijvende  evenwel  Amello  met  het 
volck,  wel  op  hunne  hoede. 


■ 


XXIX. 

Nieuwe 

onderhall- 

delinge. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napels che  Beroerte.  129 

Maer  terwijl  de  Kercke  nu  vol  volcks  was,  om 
3de  beftecken  te  hooren  lefen ,  gebeurden  'er  een 
ivoor  val,  dat  door  goddeloofe  menfchen  gefmced , 
.ahet  gantfche  werck  wederom  in  de  alTche  wierp, 
mder  de  handelinge  quamen  over  de  vijf  hon- 
lert  Bandijten,  gewapent  en  te  paerde,  door  de 
>oort,  die  na  de  marcktfiet,  ingedrongen , roe- 
>endc,  fy  waren  door  Perrone  ontboden  (gel  ijck 
ïy  oock  bekende)  om  het  volck  van  Napels  by 
ite  ftaen.  Dit  was  hun  voorgeven ,  maer  de  waer- 
iheydt  ,  dat  defelve  niet  quamen  tot  dienft  van 
;het  volck;  maer  van  den  Hartogh  van  Mata-  xxx, 
doni  ,  en  fijn  broeder  Jofeph  Caraffa ,  gehuurt  Boofcn 
-  waren ,  om  eei  ft  Mas  Aniello  den  hals  te  breec-  JJjjJJjjJ 
>ken ,  en  voorts  van  het  volk ,  al  w  iele  konden ,  Hartogh 
•rover  de  klingh  te  laten  fpringen ,  na  dat  fe  de  van  Mata-' 
cmarckt  overweldight  fouden  hebben.  DefeloRei 
;£Bandijten  wierden  door  Aniello  beleefdelijck 
ontfangen,  doch  dewijl  fy  noch  voor  hem  wa- 
ren ,  verfocht  Perrone  ,  dat  defe  Bandijten  te 
>aerde ,  fooals  fy  waren ,  door  de  Stadt  mochten 
rijden,  en  hun  verblijfplaets  byfbnder  hebben. 
ÉAniello  achte  het  omrijden  onnoodigh  ,  maer 
ivandt  goet,  dat  fe  te  voet,  op  hun  poft  fouden 
geplaetft  worden ,  en  hem  altoos  ,  op  fijn  ge- 
bodt ,  ten  dienft  ftaen.    Perrone  hield  aen ,  dat  fc 
te  paerde  fouden  dienen ,  het  welck  het  vermoe- 
den van  Aniello  vermeerderde ,  dat  Perrone ,  hier 
mede,  niet  goets  in  den  fin  had ;  waeroverhyte 
■meerder  dreef,  dat  men  fe  foude  doen  af  fitten, 
.wijfende  hen  met  eenen  een  plaetsopde  marckc 
aen,  om  fich  aldaer  te  onthouden.    DeBandij-  xxxr. 
ten  hier  over  vergramt ,  als  hun  aenflagh  gemift  Aniello  in 
fiende ,  waren  wel  foo  ftout ,  dat  eenige  van  hen ,  |-na1eervc^a 
in  het  midden  van  wel  tien  duyfent  menfchen, 
>p  Aniello  los  branden ,  tot  feven  fchoten  toe , 

1  fonder 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


150       Treurige  Gefcbiedenis  van 
fonder  van  eenige  (als  alleen  door  een  kogel ,  die 
flechts  fijn  hemd  trof,  en  foo  voor  hem  neder- 
viel ,  *c  geen  voor  een  wonder-werck  ,  van  de 
Lief  vrouw  van  Carmine  gehouden  wierdt)  ge- 
raeckt  te  zijn.    Wat  ontiteltenis  fulcks  veroor- 
faeckte  ,  kan  een  yeder  hchtelijck  oordeelen  , 
xxxii.  terftondt  viel  men  op  de  Bandij  ten ,  endeed  wel  Ij 
Moort  on-  drie  hondert  fchoten  op  hen ,  foo  dat 'er  dartighl| 
der  devci-  van  doodt  bleven,  twee  indeKerck,  felfs  voor  tb 
Dankten.  ^et  no°ge  Altaer ,  drie  andere  in  het  Sacraments- 1 
"  huys  ,  en  een  onder  den  ftoel  van  den  Cardinael >  | 
daer  hy  fich  meende  te  bergen ,  en  voorts  de  reft 
in  verfcheyde  hoecken  en  geweften  van  de  Kerck  | 
en  het  Kloofter  ;  behalven  eenige  gequetften , 
die  men  den  kop  af  fmeet ,  en  die  op  ftaecken  i 
fteide.    De  andere  geraeckten  wech  ,  foo  hier  * 
als  daer  henen :  eendeel  by  de  Barrevoeters ,  en  f 
andere  in  het  Kloofter  van  Santa  Maria  della  i 
Kuova.    Perrone  wierdt  terftondt  in  de  yfers  k 
gefmeten ,  en  gehandcit ,  gelijck  gefeght  fal 
worden. 

OndertuiTchen  haelde  men  een  Antimo  Graflo, 
een  overgeven  menfch  ,  en  mede-plichter  van 
het  verraet ,  voor  den  dagh ,  die  felfs  in  de  kamer  | 
van  den  Cardinael  om  het  leven  gebracht  wierd.  j 
Dit  gefchiet,  geraes  en  gewoel,  maecktefulck  | 
een  ontfteltenis  in  het  Kloofter ,  dat  de  Mon- 
ukken ,  vol  verbaeftheydt ,  hier  en  daer  liepen ,  | 
niet  wetende  w  aer  fich  te  bergen ,  niet  verwach- 
tende als  de  laetfte  ure,  en  biechtende  fich  onder 
malkanderen ,  om  foo  niet  ongebiecht  te  fterven. 
Het  volck  noch  niet  vergenoeght  ,  beftondt 
felfs  op  de  doode  lichamen  te  woeden ,  fneed 
hen  de  hoofden  af,  en  bracht  fe  op  de  marckt, 
en  weder  in  het  Kloofter  keerende ,  om ,  die  fich 
verborgen  hadden,  op  tefoecken,  gebruycktde 
•  fel  vel 


.  MUI 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K<ï: 

m 


Napelsche  Beroerte.  131 

:  '■{,  felve  wreedtheyt  op  al  diefe  vonden;  cn  geluckigh 
n  waren  fy ,  die  over  de  mueren  konden  wech  raec- 
Iken  :  eenige  wierden 'er  echter  levende  gevat, 
v  die  het  gantfche  ftuck  ontdecktcn  ,  als  van  den 
Hartogh  van  Mataloni  gefmeed/t  zy  uyt  vvraeck» 
*^  van  den  overlaft  hem  korts  ce  voren  gedaen  ,  of 
om  daer  mede  fijn  beloften  aen  den  Onder- 
:~<Ê  koninck  gedaen,  (van  het  hooft  der  m  uyt  mat c- 
*fl  kers  te  (uilen  vellen)  goet  te  rmecken.  Defe 
'  daedt  verbitterde  het  volck  gewddigh,  zijnde 
terftondt  door  deg'.heeleS  id-  gcliroyt,  gelijck 
oock  het  meeftc  vermoeden,  foo  van  Aniello, 
itft  als  andere  was  ,  dat  dele  Bandi  jten ,  niet  tot  hulp , 
maer  verderf  van  het  volck  binnen  waren  ge- 
komen  ^  te  meer  ,  alfoo  men  wift  ,  dat  defen 
Pen  one  een  v;  ient  van  Mataloni ,  en  fijn  broeder 
Jofeph  Caraffa  was  3  die  lichtelijck  wei, door  fijn 
middel,  fich  fouden  hebben  willen  foecken  te 
wreecken.    Aniello  dan  gaf  aenftonts  laft,  om  xxxiir. 
I  Perrone  te  pijnigen  ,  en  fijn  medtftanders  uyt  P«rone 
fijnen  mondt  te  halen,  die  in  der  daedt  veel  din-  jSMJea 
:  gen,  tot  nadeel  van  de  Stadt,  beleedt,  nament-  gedoot, 
lijck ,  dat  hy  en  de  andere  van  Mataloni  uytge- 
maeckt  waren  ,  niet  alleen  om  Aniello  te  ver- 
moorden,  maer  oock  om  fijn  liuys  in  de  locht  te 
.:■  doen  fpringen,  gelijck 'er  alreedis  acht-en-tvvin- 
/■■:  tigh  tonnen  buspoeder  onder  ftonden,  alsmede 
■  het  Kloofter  vanCarmine ,  daer  mede  een  groote 
menighte  ki  uyt  onder  ftondt  :  waer  toe  hy  aireets 
v  van  den  Hartogh  en  fijn  medeftanders ,  eenhant- 
.  fchrift  van  vijftien  duyfent  kroonen  ontfangen 
had,  het  welck  ook  in  der  daedt  by  hem  gevon- 
:  den  wierdt.    Dit  beleedt  Perrone ,  doch  dit  was 
het  noch  al  niet.    Ondertuffchen  wierdt  hy, 
i.Sjüé  met  een  fijnen  broeder  «opentlijck  opdemareke 
/:  onthooft  ,  en  hunne  hoofden  op  twee  piecken 

I  2  geftelt,  * 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i  >  2         Treurige  Gefchiedenis  van 
ccfttlt.    Onder  de  Bandijten  was 'er  een,  die, 
eereedt  ftaende  om  mee  de  andere  doorfchoten 
te  worden  ,  badt,  men  wilde  hem  verfchoonen,  , 
hy  fou  grooter  faecken  ontdecken,  als  men  tot 
noch  toe  gchoort  had.    Defen  het  leven  hem 
eefchoncken  zijnde,  beleed  -  dat 'er  den  volgen- 
den  nacht  verfcheyde  troepen  te  paerdt  in  de 
xxxiv.  Stadt  verwacht  wierden ,  die  van  de  andere  vijf 
Het  gant-  hondert  fouden  in  gelaten  worden  t  defe  binnen 
febcvet-    zi-nJe   fou  men  jlct  vyer  -m  een  Mijnfteecken , 

deck      die  onder  de  marekt  gegraven  was  ,  ter  tijde 
als 'er  het  meefte  volck  op  foude  zijn,  zijnde 
tot  dien  eynde  over  de  vijftigh  vaten  bus- 
kruyt  ,  maeckende  omtrent  15000.  ponden, 
daer  onder  verfpreyt  ,  door  welcke  flagh,  de 
marekt  ,  met  al  de  huyfen  en  Paleyfen  daer 
omtrent,  als  oock  het  Kloofter  van  Carmme 
fouden  hebben  moeten  opvliegen  ,  het  geen 
ten  minften  ,  behalven  defe  fchade  ,  over  de 
hondert  en  vijftigh  zielen  fou  gekoft  hebben; 
waerlijck  een  verlchrickelijckc  faeck  !  na  het 
welcke  fich  de  Bandijten  te  famen  fouden  ge- 
vocht ,  beneffens  eenige  Edelen  ,  en  voorts 
het°overige  volck  op  het  lijf  gevallen  ,  en 
alles  door  de  fcherpte  des  fwaerts  vermoort 
hebben.    Als  Aniello  dit  verftaen  had  ,  deed 
hy  terltond  alles  onderfoecken  ,  en  vandt  het 
foo  als  geieght  is.    Defe  Bandijt  behieldt  hec 
leven ,  maer  wierdt  voor  al  fijn  leven  op  ujn 
hals ,  uyt  Napels  gebannen.    Het  gevonden  pus- 
poeder  quam  het  volck,  dat  des  gebreckhad, 
leer  wel  te  pas. 
x  x  x  v      Andere  der  Bandijten  ontdeckten  oock,  door 
Nieuwe  !  kracht  van  pijnigen  ,  dat  al  de  Conduyten, 
febdoocry  Warerloopen  ,  en  backen ,  vergiftight  waren, 
pmdcckc,    di.  fc  QOck  bet  fdye    door  ^  ft€rven  van 

0  '  twee 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  13$ 

.  twee  kinderen  ,  alfoo  bevonden  wierdt,  waer 
over  door  aengeflagen  biljetten  ,  een  yeder  ge- 
W3e»  fchouwt  wiert ,  fich  te  wachten  van  uyt  uie 
backen  water  te  nuttigen. 

Voorts  gaf  Anicllo  lalt,  de  overige  gevluchte 
Bandijten,  uyt  deKlootters ,  daer  ie  fich  in  vcr- 
Iteecken  hadden ,  voor  den  dagh  te  halen ,  gelijck 
'er  ook  menighte  gevonden'  wierdt  ,  die  men 
terftondt  den  kop  affloegh  ,  en  de  hoofde  op 
fpietfen  fette.  De  poorten  wierden  oock  met 
ftereke  wacht  befet,  om  te  beletten  dat  den  Adel 
van  binnen ,  fich  met  de  Bandijten  van  buyten 
niet  fou  vervoegen.  Voorts  ,  alfoo  men  had 
verltaen  dat  d'Hartogh  van  Mataloni ,  in  *fc 
Kloofter  van  St.  Ephraim ,  by  de  Capucijnen  fich 
verborgen  had  ,  trock  het  volck  met  groote 
macht  daer  na  toe  *  maer  hy ,  door  eenige  ver- 
fpieders  gewaerfchouwt ,  had  fich  in  het  kleedt 
van  een  Capucijner  Monnick ,  wech  gemaeckt  >  x  x  x  v  r. 
en  op  een  vluch-paert ,  na  Bencventen  bege-  Mataloni 
ven ,  en  of  wel  eenige  hem  achter  aen  waren ,  ontvlucht, 
quamen  fe  echter  te  laet.  Al  die  fe  van  fijn  volck 
vonden,  wierden,  fonder  genaden,  om  het  leven 
gebracht.  Als  hen  dit  gemift  was,  fochtmen 
fijn  broeder  JofephCaraffa  ,  daer,  naeft  den  Har- 
togh ,  het  volck  aldermeeft  op  ontfteecken  was , 
in  handen  te  krijgen.  Het  volck  dan  trock, 
over  de  vier  duyfent  perfoonen  fterek  ,  na  het 
Kloofter  van  Santa  Maria  dellaNuova,  daer  men 
wift  Caraffa  in  verborgen  re  zijn ,  beneffens  den 
Heer  Fra  Gregorio  CarafFa  Prior  della  Rocclla. 
Maer  dafe ,  geholpen  door  Godt  en  fijn  onfchult » 
voorfiende  het  aenftaende  gevaer ,  badt  Jofeph 
fich  van  daer ,  alwaerfe  niet  veyligh  waren,  te 
vertrecken ,  maer  konde  hem  niet  bewegen ,  wef- 
halven  hy  fich  alleen  van  daer  begaf  ,  latende 

1  i  Jofeph 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXX  VII. 

Iofeph 
Caraffa 
wort  ge- 
vangen. 


i3±        Treurige  Gefcbte&emt  van 
lofcph  daer.    Ter  nauwer  noodt  was  Gregono 
ver  t  rocken,  ot  de  flagh  komt  op  den  hals.  HcM 
vokk  met  groot  gewelt  ingedrongen  zijnde  J 
focht,  maer  vandt,  hem  niet,  alfoo  hy  tien  ml 
een  feer  heymelijcke  plaets  verborgen  had.f 
Doch  hyfeifs,  door  een  ramp  faUge  vrees  gedre-1 
ven   viel  in  fijn  lagen  -y  wat  doet  hy ,  hy  lchrijrtf 
een  brief  aen  den  Onder- koninck,  waer  in  hy 
hem  te  kennen  geeft,  in  watgevaerhy ftondt  J 
en  dat  hy  geen  andere  wijfe  van  verloffingh  lagh  ,fr 
als  dat  fijn  Lxcellentielou  gelieven,  tweeofdne 
fchoten,  doch  met  loos  kruyt,  na  defe  plaets, 
onder  den  hoop  te  doen  ,  en  alfoo  een  fchnck  on- 
der het  volck  te  maecken ,  waer  door  hy ,  het 
yolck  hun  beiegh  verlatende,  en  verlchoyende , 
celeeentheydt  fou  mogen  vinden,  om  wechte 
feraccken.    Defen  brief  wierdt  een  armen  Mon- 
nick  onder  de  voeten  gebonden  ,  om  die  aen 
den  Onder-koninck  te  brengen:  maer  defen  ar- 
men broeder  was  maer  weynigh  fchreden  verre 
«regaen ,  of  hy  wierdt ,  door  eenige  quaetaerdige, 
valt  gehouden,  en  van  onderen  totbovenenon- 
derfocht,  en  den  brief  gevonden  zijnde,  wierdt 
den  armen  hals ,  voor  fijn  brengh-loon ,  terltont 
het  hoott  voor  de  voeten  geleght.  AlsCaratta 
dit  vernam,  liet  hy  t'eenemael  den  moedt  lac- 
ken,  foo  om  dat  het  volck,  door  defen  bnet, 
lichcelijck  konde  weten,  dat  hy  noch  m  het  Kloo- 
fter  was,  als  oock  om  dat  hun  gram  fchap  des  te 
heviger  daer  door  tegens  hem  ontfteken  molt. 
Hy  dan  neemt  voor  tien  te  vlieden,  te  meer, 
alfoo  hem  de  Vaders  aemeyden,  dat  hy  veyliger 
buyten  ais  binnen  het  Kloofter  fou  zijn  ,  over. 
mits  het  volck ,  als  rafende ,  mee  alleen  alle 
Cellen-kamers  en  vertrecken  ,  maer  oock  de 
Autaren,  Kerck,  hoven ,  hoccken en winckels, 

ooor« 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  135 

doortocht ,  brengende  daer  om  het  leven ,  en  den 
kop  af  (mijtende,  verfcheyde  Bandijten ,  dieal- 
daer  noch  gevonden  wierden.  Hy  dan  leght  fijn 
wereltlijcke  kleederen  af ,  en  doet  geeftelijcke 
aen ,  en  begeeft  fich  alfoo  met  vier  van  de  fijne , 
een  veyniier  uyt  ,  dat  op  een  Mcfle-maeckers 
'  huys  uytquam,  en  begaf  fich  van  daer,  in  een 
Buer-huys ,  by  een  arme  vrouw  ,  daer  hy  lich 
onder  het  bedde  meende  te  verbergen  ,  biddende 
defe  vrouw ,  onder  groote  beloften ,  hem ,  en  de 
fijne  te  willen  bergen.  Doch  dele  fyoode ,  ver- 
hopende meer  vooi  deels  van  het  vokk  ,  foofe 
hem  voor  den  dagh  bracht ,  als  van  hem ,  foo  fe 
hem  verborgen  hield  (gelijckmen  oock  feght , 
dat  fe  wel  vergolden  is)  levert  hen  al  te  Tarnen  in 
handen  van  de  menighte.  Men  voert  hen  dan , 
gebonden ,  de  ftraten  op  en  neder ,  tot  aen  het 
plaetsken  van  Ceviglio,  hoewel  hy  twaelfduy- 
fent  kroonen  beloofde,  indien  fe  hem  wilden  los 
laten.  En  hoewel  der  fommige  waren ,  die  daer 
wel  toe  genegen  waren,  wierden  defe  evenwel 
van  de  andere  tegen  gefproocken ,  roepende  defe 
vaft ,  Sla  dood ,  (Ta  doodt  den  verrader  •  op  wclck 
geroep  een  yeder  toeliep  metdaggensen  moort- 
priemen,  maer  een  jongen  rafenden bengel,  foon 
van  een  voornaem  Vleeshouwer  der  Stadt,  tradt 
toe,  enfneedhem,  met  een  mes,  fchielijck  het  **xy^ 
hooft  af,  het  welcke  van  hem  befchickt  zijnde 

»  een    mes , 

was  het  een  wonder,  met welckeentoejuychen  het  hooit 
hy  van  het  volck  bejegent  wiert,  evenals  of  hy  »S«««- 
wel  een  trcffelijcke  daed  had  gedaen.  Alloo 
wierden  oock  de  hoofden  van  fijn  viergefellen 
afgefmeten ,  en  neffens  het  fijne ,  op  Tpietfen  om- 
gedragen. Dat  van  CarafFa  wier  eer  f  hal  ven  wat 
hooger  opgebeurt,  zijnde  daer  bereffens ,  een 
van  fijn  afgefnedene  voeten  op  een  tafereel  valt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ji6        Treurige  GefchiedetiU  van 
gemaeckt ,  waer  op  gefchreven  ftondt  ,  Dit  is 
Peppo  Caraffa,  Rtbel  van  het  Vadtrlandt  >  en  verra- 
der van  het  getrouwe  volckyan  Napels.    Sy  hadden 
het  hooft  oock  een  kroon  van  klater-gout  op- 
gefec,  en  alfoo  wierden  fy,  Caraffa  in  hec  mid- 
den, ende  de  andere  aenbeyde de  zijden,  na  de 
marckt  gedragen.   De  lichamen  wierden  van 
het  volck  naeckt  ontkleet,  en  met  fteenen  en 
alderhande  vuyligheydt  beworpen  ,  onder  een 
geduerigh  geroep  van :  Leve  Godt ,  en  den  Kjtnincl^ 
duyfent  jaer,  en  Jierven  de  verraders  van  het  getrouwe 

voleis  . 

IVlet  foodanigen  toeftel  en  met  foodanige  toe- 
juychinge  vergefelfchapt ,  wiert  het  hooft  en  hec 
lichaem  van  Giufeppe  ofgelijckmenkortheycs- 
halven  feght  ,Peppo  Caraffa ,  en  de  andere  op  de 
marckt  ten  toon  geftelt ,  in  Aniellos  tegenwoor- 
dighey t ,  die  hen  by  hem  nader  deed  brengen ; 
'twelck  gefchiedende,  trockhem  dehayrenuyc 
xxxix  den  baart,  onder  duyfent  fchelt  woorden,  na  de 
Kcchivaer-  welcke  hy  fichnaer  het  volck  keerde ,  en  een  ge- 
diee  rer    fpreckdeed ,  aengaende  Godtsrechiveerdigheyt, 
dewelcke  al  fchoonfe  wat  vertoeft ,  echter  noch 
aenkomt ,  en  door  verdubbelingh  van  ftraffe  haer 
traegheyt  goet  maeckt ,  volgens  defpreucke  hen- 
to  vradu&c.  alsdefeaenfpraeckgedaen  was ,  gat 
hylaft:  de  hoofden  der  Bandijtenfoo  hier  als  el- 
ders afgekapt,  yderop  een  pieckopte  rechten, 
en  foo  in  ordereop  de  marckt  te  ftellen.    Het  lic- 
haem van  Caraffa  wierdaen  een  hoogen  galgh, 
maer  het  hoott ,  in  een  y  fere  korf  beneffens  het  at- 
sefneden  been ,  buyten  de  poort  van  St.Gennaro, 
door  welcke  men  na  het  Paleys  van  de  Mataloni 
gaet,  opgehangen,  met  dit  gefchrift  foo  op  het 
lichaam  als  op  het  hooft :  Don  Peppo  Caraffa  weder» 
fpanntlinsh  van'tvaderlant ,  is  verrader  van  het  ge- 
Jr  "  trouwe 


vootge 
ftelt. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


H 

ÉÉ 


Napelsche  Beroerte.  i37 
?  f  rouw  Wc/^  t>4»  N4/*//.    Dit  wiert  foo  volko- 
menthjck  uytgevoerc,  onder  hetgeftadigh  roe- 
pen  van  Leve  leve ,  en  fterven  fterven  &c. 

't  Was  wonder  wat  een  fchrick  defen  handel 
verooriaeckte ,  een  yder  van  den  Adel  en  Ridder- 
fchap,  van  uur  tot  uur,  met  anders  verwachtende, 
als,  nahetvoorbeelt  vanCaraffa,  inftucken  ge- 
meden te  worden,    in  tegendeel  groeyde  de    X  L. 
macht  des  volcks  geweldigh  aen,  foo  dat  men  Grootcn 
dien  avondt  over  de  honderten  vijfughduyfent  ZZïü" 
zielen  in  volle  wapenen  fagh.  gep™ 

Aniello,of  achtende  den  Ondcr-koninck, 
mede  deelachtigh  aen  het  fchelmftuck  van  Ma- 
talom,  of  willende  hem  te  krachtiger  tot  befluyc 
dringen ,  fneedt  hem ,  foo  veel  als  hem  moeelijck 
was,  alle  toevoer,  oock  felfs  het  water  van  de 
fonteynen,  af,  *t  welck  fijn  Excellentie  veroor. 
faeckte,aen  den  Cardinael  Filomarini te fchrii- 
ven,  en  bevorderingh  van  het  verdragh  tever- 
foecken  ,  en  dat  hy  al  de  Bandijten ,  die  hy  in 
handen  had,  toch  wilde  aen  het  getrouwe  volck 
overleveren  ,  om  foo  alle  vermoeden  wech  te  ne- 
men :  Aniello  oock,vieelende  dat  de  Bandijten 
lich  met  de  Duytfchen  mochten  vereenigen, 
en  het  volck  overvallen ,  befetteallede  hoecken    Yr  , 
van  de  ftraten  met  fchantfen  en  fchans-korven ,  Beien  van 
:  foo  dat  yeder  Itraet  een  fterekte  wierdt.    Hv  a«kUo. 
'  dce,d,°°/£kJIcht  ^  alle  veynfteren  Itellen  ,  en 
i  tackeboflehen  op  de  ftraten  branden ,  op  dat  men 
|  van  fich  fou  konnen  fien.    Ditalle  gaf,  benef- 
t  fens  de  hondert  en  vijftigh koppen,  dieinmin- 
:  der  als  fes  uren  tijdts  afgefmeten ,  en  op  ftaecken 
:  gefet  waren ,  een  wonderlijck  aenfien,  en  maeckte 
?  een  groot  ontfagh  onder  al  den  Napolitaenfchen 
i  Adel ,  en  een  ongemeene  verwendennen  voor  de 
|  geheele  werelt,  dat  een  Viflcher,  vanfulckegc- 

J  5  ringc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ti«        irmigt  Gefcbitdetiisvan 
rinee  iaren,  enfooweynighervarentheyt,  onder 
UË  een  geweldige  men.ghte ,  fulckeenontfagh 
konde  hebben,  datfe  opftn  wencken,  deganc- 
fche  lcadt  het  onderfte  boven  fouden  hebben  ge- 

keetc ,  en  op  alles  Mek  een  befetten  order  Hellen , 
als  ovt  eenigh  oudt  ervaren  Landtvooght ,  ot  \ 
Krriehs-overlleheeftkonnendocn. 

Hy  deed  oock  het  dragen  van  de  Mantels,  |« 
xt      Cupotten ,  of  Ry-rocken ,  verbieden ,  felfs  den 
"Ttn  Adel  en  deCeeftelijckheydt,  dat  een  wonder- 
Adel,  en  de  o    de'Monnyickenfonderkap,  en 

dé  Prela  en  finder  Tabbaert  te  fien  marcheren, 
ne  Vrouwen  felfs ,  mochten  geen  overkleederen 
£Len?en  wierden  gelaft  in  het  gaen  hunklee- 
dérfn  wat  hoöger  op  tebeuren,  allesom  te  ver- 
deden, dat  men  daW  geen  wapenen  fou  onder 
verbergen ,  gelijck  men  by  ondemndmge  wrft 

8^Shen  begoft  men  weder  met :  «nft 
tot  de  onderhandeling!}  «  m*n»^* ieJ?Z 
dmael  nu  van  den 'O-teJ^^^ 

Nieuw»  menhetalopmeuvv  naan^b 

haodd.  detbefte  ordere geftelt,  hetj^ ™gV ^ 
ÖÏÏ Ahegemeente.'eenyderliepna 
^^arckt!!ndeKerckvanCarmine,  daer  den 

hoogh  verhemelt  gefeten £ )noe,  yoor 

eewaedt.maermeenkoftehick  Kleeo 
faecken ,  en  bendfcns hem  ft  Raets  j 
oovino,  en  Arpaja,  nicu  »"  ,       meterooc  i 
Wanneer  de  ftucken  voorgelefen  er 
wjuyehen  aengenomen  waren ,  Munt  Oenovm^  _ 


BI 


Napelsche  Beroerte.  139 
op  den  Predick-ftoel ,  en  doet  een  korte  aen- 
fpraeck  toe  het  volck ,  verheffende  hun  tegen- 
woordigen  ftaet ,  als  verkregen  hebbende ,  daer  fy 
lange  na  hadden  getiacht,  en  hen  nu  tot  danck- 
baerheyt  en  vreughdo  vermanende  ,  begint  felfs 
aldereerit  het  Te  Dmm  Laudamus  te  fingen , 
gevolght  van  twee  Sang-  en  Speel-reyen,  onder 
het  fpelen  van  het  Oorgel ,  't  geen  fulck  een  har- 
ten vreugd  verweckte,  dat  menigh  van  blijufchap 
de  tranen  uyt  de  oogtniprongen.  Het  geiangh 
geüaen zijnde,  maeckte  fich  de  Caidinael  vaer- 
digh,  om  met  Mas  Anielio  en  fijn  gcfelfchapna 
den  Onder-konincktegaen.  Maerop  datdefen 
tocht  te  aenfienlijcker  mocht  zijn ,  had  Anielio 
laft  gegeven ,  dat  men  de  Huyfcn  met  Tapijten , 
en  andere  koftelijcke  ftoffen  fou  hebben  te  behan- 
gen, endeftratenfehoon  natten  en  vegen,  Hy 
landt  oock  een  van  lijn  Hooft- lieden  voor  af,  na 
fijn  Excellentie,  om  ht m  aen  te  feggen,  datfe  hem 
quamen  fpreecken  ,  wenfehende  te  weten  of  het 
fijn  Excellentie  mocht  aengenaem  zijn.  Den 
Onder- koninck  toonde  hem'  fulcks  wel  te  geval- 
len ,  en  antwoorde  ,  hy  foude  komen  als  't  hem 
geliefde ,  want  hy  ielfs ,  verlanghdefeer,  om  hem 
te  fien.  Aldus  begeeft  men  fich  derwaerts. 
Mas  Anielio  in  het  filver-laeckengekleedt ,  met 
een  witten  veder- bos  op  het  hooft,  endenbloo- 
ten  degen  in  de  handt ,  reedt  voor  de  Karos  van 
den  Cardinael.  Ter  rechter  zijde  van  de  Karos, 
reedt  fijn  broeder  Mattheo  d'Amalri,  in  't  gout- 
laecken  gckleedt,  en  ter  flincker  zijde  de  nieuwe 
Eletto,  of  verkoren  desvolcks,  FrancifcoAn- 
tonio  Arpa  ja ,  en  achter  de  Karos ,  in  een  befloten 
ftoel,  d'eerften  Raeds-heer  des  volcks  Don 
Giulio  Genovino.  Op  de  marekt  wierdenfe  be- 
groet, van  meer  als  vijftighduyfent  gewapende 

man. 


XL  III. 

Blijdtfchap 
onder  het 
volck. 


XLIV. 
Anielio 
befoeckt 
den  Onder» 
koninck, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


iio         Treurige  Gefcbiedenh  van 
mannen,  enwaerfe  door  reden,  hoorden fe niet 
als  het  gejuygh ,  en  het  oude  gefangh  ,  Langb 
levt  &c-    In  defer  manieren ,  komen  fe  op  hec 
pleyn,  van  het  nieuwe  Slot,  alwaerfe  voorde 
Fonteyn  Medina,  door  den  Hoofcman  van  de 
Lijf- wacht ,  van  fijn  Excellentie ,  te  paert ,  uyt 
naem  vandefelve,  ontfangen  wierden.  Alsfy 
malkander  wederzijdts  de  hoffelijckheden  bewe- 
feu  hadden ,  keerde  fich  Mas  Aniello  naer  het  : 
volck,  dat  hem,  omtrent  twintigh  duyfent  m 
hflC  getal  gevolghtwas,  en  gafheneenteecken 
niet  vorder  te  trecken ,  en  ftii  te  wefen ,  waer  op 
terftondt  eenyederftil bleef ftaen,  fondereemgh 
celuvdt  te  flacn ,  met  de  meefte  gehoorfaemheydt 
van  de  werelt.    Hier  op  gaet  Mas  Aniello  op  de 
zadel  van  fijn  paert  ftaen,  en  deed  oyerluyd  een 
vriendeliicke  acnfpraeckeaen  het  volck ,  hen  ver- 
manende  Godt  voor  defc  tegenwoordige  wel- 
daedt  te  dancken ,  als  mede  de  Liefvrouw  van 
Carmine  ,  en  den  Alderdoorluchtighften  Car- 
dinaei  en  Aerts-biflchop  Filoraarini.  Wd  am 
mi,n  volck,  vervolghde  hy  daer  op,  rvie^ndan 
cnfe  Heeren?  Godt,  Godt,  antwoorde  het  volck 
daer  op ,  De  Lief  vrouw  van  Carmine ,  Kpntncl^  fbt  - 
lippus ,  de  Cardinad  Filomarini ,  *  d>  Hartogb  van 
Arcos ,  dit  feyde  hem  foo  een  yeder ,  als  een  echo , 
na.    Dit  gedaen,haelde  hy  uyt  fijnen boefem 
de  voor-rechten  van  Ferdinand  en  Karei  de  Vijf- 
de ,  met  de  nieuwe  ,  die  van  den  Onder-koninck , 
en  fijne  Raden  ,  beveftight  waren  ,  en forack 
daer  op  weder  tot  het  volck  op  defcwnfe.  Dat 
f££A  fe  nu  van  alle  latten  en  befwaermrTen  omlaft , 
Sft$  en  in  vryheydt  herftelt  waren  ,  voor : 't  welck 
lo  acn  hct.tc  Wege  gebracht  te  hebben  ,  hy  geen  andere 
fteck Teglerde ,  als  hun  algemeene  welftandt 
Dat  fijn  Eminentie  wei  bewutt  was ,  hoe  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  141 

cm, in  het  begin  vandefe  beroerte,  tweehon- 
ïdert  kroonen  'smaents,  uyt  lijn  eygenbuydcl, 
cfoo  langh  hy  leefde,  had  geboden,  wilde  hydc 
;>voortganck  van  de  beroerte  verhinderen,  en  de 
ilalt  aennemen ,  ten  kortften  te  verdragen ,  't  welck 
,;jhy  ftandtvaftelijckgeweygertlud.  Dat'etoock 
„niet  langer  als  een  uur  geleden  was,  dat  hy  door 
.de  krachtige  handt  van  fijn  bevel ,  enden  blixetn 
;van  fijnen  ban  ,  gedwongen  was  geweeit,  fijn 
-ude  gewaedt  at  te  leggen  ,  en  dcfe  tegen- 
woordige kleederen  aen  te  doen.    Zijode  echter 
genegen  te  leven  en  te  fterven ,  gelijck  hy  t»ebo- 
)ren  was,  en  na  dit  werek  te  hebben afgedaen , 
weder  na  fijn  oude  handt werek  te  keeren,  fonder 
,de  waerdije  van  een  penninek,  voor  fijn  gebruyek 
•te  willen  behouden  ,  dus  badt  hy  hen  maer  allee- 
mgh  ,  dat ,  wanneer  hy  quam  te  fterven ,  elck 
ihem  een  Ave  Maria  ten  beften  wilde  vereeren. 
'Belooft  ghy  mydat  p  vraeghde  hy.  Ja,  antwoor- 
ide  daer  een  yeder  op,  wy  (uüen  het  gaerne  doen* 
4ot  honden  jaren  na  den  dagh  toe.    Uk  bedamke  » 
siteden  [eer ,  feyde  hy  daer  weder  op ,  en ,  vervolgh- 
Ide  hy,  Om  de  liefde ,  die  icl^u  lieden  draeghywil 
ick  u  eenen  raedt  geven;  hght  de  wapenen  niet  eerder 
af ,  voor  dat  de  bexefligwgh  van  defe  onderbande, 
imgeuyt  Span  jen  f al  gnomen         door  den  Kpninck 
onjen  Heer  onderteeckent.    Vertrouwt  den  *Add 
met  met  allen,  want  het  tyn  verraders  en  onf*  wan- 
den. V oorts ,  ick  ga  met  den  Onder-kpninck  bande- 
ken, en,  over  een  mr ,  fult  ghy  my  weder  fien  ,  of 
ten  alderlanghfien ,  morgen  vroegb;  maer  als  tc^dan 
■-met  hy  u  kom,fiieckt  dan  de  gantfche  Stadt  vryin 
brandt.  Belooft  ghy  my  dat  al  te  famen  ?  Wy  fullen  't 
••'  doen  antwoordehetvolckeendraChtelijck,«;«/J 
verfeeckert.    Wel  wel ,  vervolghde  Amello ,  van 
>allts  wat  tot  nocb  toegedaenis,  beeft  fijn  Excellentie 
I  (tn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


KLi 


.  t «        y  remise  Gefcbiedenis  xm 

fcjfr  „  °  „u  meerder  Koninck ,  als  oyt,  over 
Napels,  Slaytcnde  dar  het  genoegen  van .  den | 
Omte-komock  foo  groot  was,  *  « 
fijne  vyanden  onder  firn  voeren  fcgh.  AU  Amel  o 

£gK^m<  tfack ,  en  gaf  hen  met  twee  kruyeen , 
^de.zêlen.Maeralfoodemen.eh. 

£°U  S?f^hèvTnaer  gekomen  wiert ,  hy  dan  treckt 
hoorfaemheytnaergc*  a    ,  h  met  je 

voort  te  paert,  i ™ie™"« Wlloen 
Karos ,  met  Arpara,  de  br oca e  ^ 

fet vonden,  rreckt Arue hoi met  deandere. 

nen ,  gevolghr  wJgJSffi&'w  waer  fy 
Op  den  binnen  Hof  teg" ^ £ ^  'n  0nder.ko- 
voortna  boven  gmgen.vinaeno  ■ 

„inckaen  ^^^A^tobS»  leyde, 
wellekommen ,  dre  Mas :Ame™  bewjjfen, 
om  fijn  Excellentie  «tb.'d'gheyt  ^  i 

gelrjck  hy  dedr u  Sen  kuiten. 


i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  i4, 

j  was  fijn  hooft  en  leven ,  fijn  Excellentie  over  te  x  i  v  r 
everen,  om  daer  mede  te  doen ,  het  geen  hy  ge-  aJüI  ' 
i  helde,  en  lukkeen  doodt  hem  te  doen  fterven  vandcn 
;  alshemgoetfoudeduncken,  feydehemden  On' ?"dct'r 

hy  had  hem  noy  t  aen  eenige  mifdaet  fchuldigh  ge- 
kent,ofgeoordeeIt,  dat  hy  fijn  Majefteytin  le- 
niger manieren  beledight  had ,  hy  mocht  derhal. 
yen  wel  te  vreden  zijn ,  en  foude  by  fijn  Perfoon, 
in  alle  gelegentheyt  wel  gefien  wefcn,en  hier  over 
l^oude  tiy  riem  verfcheyden  malen  omhelft,  en 
Mas  Amello  geantwoort  hebben  -  dat  hy  in  der 
daedt,  noy t  geen  andere  inficht  had  gehadt,  als 
fijn  Majefteycen  fijn  Excellentie  dienft  te  dóen, 
vanhetwelckehyGodttotgetuygenam.  Dit 
weder.«,dts  gefeght  en  gedaen  zijnde,ginck  men 
opwaerts  ,  na  de  heymelijckfte  Kamer  van  het 
Paleys,  alwaer  d' Onder-koninck ,  de  Cardi- 
nael  en  Anie  lo  inwijl  van  de  tegenwoordige 
ftandt  der  faecken  handelden.         5  "vooraige 
Onderwijl  ontftont'er  een  groot  gedruys,  on- 
der  het ^volck  (dat  vaft  meer  en  meer  aenquam  , 
l  foo  dat  de  placts  tot  het  Paleys  toe ,  foo  vol  was 
.  dafer  geen  menfch  meer  ttaen  konde^ ver- 
1  maede,V  *f  mcn  gnomen  had,  datAniello  of 
J  vaft  gehouden  ,  or  anderfints  beledight  was 
,  Waer  over  den  Onder- koninckgoet  dacht  ,fich 
aen  de  veynfters ,  beneffens  den  Cardinael  en 
.  Amello  te  vertoone„,'t  welckgefchiede.  Aniel- 
I  lo   n  een  veynfter  leggende ,  riep  het  volck  toe  . 

l  ^  tr     \  'lki  Wï  m&mt  >  vrede  vrede.  Waer" 
op  het  volck  weder  antwoorde  5  Vrede  vrede 
i  Hier  op  wierden  te.  ftondc  van  vreughde  de  klod 
;  ken  geluyd ,  foo  wel  van  denabuerige  Kerck  van 

anderr^r  «^Gccftf  alsSdë 
andere,   MaeralfoofichAniello  daeroverfon- 

'n  -  vrede 


.mi 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XL  VII. 

Groot  ge- 
iagh  van 
Aniello 


XLVIII. 

Affchcyt 
van  Aniel- 
lo van  den 
Onder- 
koninck. 


Til         Treuwe  Gefcbiedems  van 
vrede  toonde,  wierd  fulcks  terftondt  nagelaten. 
Aniello  vorders,  om  te  toonen  wat  «raghhy 
onder  het  volck  had ,  feyde  tegens  den  Onder- 

koninck  :  Nu  f*  ^fr^^'^JT'ZZ 
oéoorfaem  bet  volckvan  Napels  ts.    Ln  hier  mede 
nep  hy  i  Leve  Godty  leve  de  Liefvrouw  van  Car- 
mine,  leve  de  KpnincfivanSpanjen ,  leve  deQardtnael 
Filomarini,  leve  d' Hartod  van yircos ,  leve  het 
getrouwe  volck  van  Napels,  enfierve  dequadeï^ege- 
rinve.    Dit  wierdt  alfoo  van  het  vo  ck  beant- 
woort.    Voor  de  tweede  proef ,  leyde  Aniello 
de  vinger  op  de  mont ,  daer  mede  te  kennen 
gevende,  dat  men  fwijgen  foude,  waerop  men 
geengeluyt  meer  hoorde.Hier  op  riep  hy,'voor  de 
faetfte  proef,  uythetveynfter ,  datoplijf-ftraffc 
een  veder  fich  uyt  het  pleyn  fou  hebben  te  ver- 
trecken  :  waerinhyterftontgehoorfaemt  wiert, 
fonder  dat  'er  yemandt  in  gebreecke  b  eet, 
daer  fich  d'  Onder-komnck  ten  hooghlten 
over  verwonderde.   Na  ecnige  onderhandehn- 
ge,  wierdt  onder  hen  befloten,  dat  men  de  be- 
Faemde  ftucken  fou  doen  drucken,  enopSatur- 
dagh  indeDom.kerckbyeenkomen,  omaldaer 
onderlinge  den  eedt  te  doen ,  onder  toeftandc 
van  den loninck.   Dus  nam  de  Cardmael fijn 
affchevdt ,  en  gingh  met  Aniello  om  laegn, 
waS  d'Ondfr.Lnnck  defe  op  nieuw  ver 
fceckerde,  dat  hy  niets  tegens  hem  had,  doch 
dat  hem  feer  aengenaem  fou  zi,n  ,  dat  men ,  de 
Stadt  van  Bandijten  ,  en  fulck  gefpuys  ,  iuy- 

VCldn:t  affcheyden  vereerde  fijn  Excellentie  hem 
een  goude  keten  ,  van  drie  duyfent  kroonen , 
hangfnde  hem  die  met  fijn  eygen  handen  om i  den 
niet  tegenftaende  hy  defelvememghmael 
ernft  gh  weygerde  ;  maer  moft  die  eynde 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte;  14$. 
lijck,  door  bevel  van  den  Onder-koninck  ont- 
fangen.    Ter  fel  ver  uren  ,  als  gefeght  wordt, 
wierden,  uyt  laft  van  den  Onder-koninck  ,  de 
ftucken  van  hetverdragh  verkondight,  door  den 
Harcogh  van  St.  Joris.    Maer  Aniello  fijn  af- 
fcheydt  van  den  Onder-koninck  nemende ,  wierp 
fich  voor  hem  neder  ,  en  hem  dekmen  kuflènde, 
die  hem  weder  omhelfde  ,  feggende  :  Gm  in 
vrede  mijn  /bon,  Godt  wil  lê  QgtHtn.  Aldus  ginck 
de  Cardmael  in  de  Karos,  ende  een yedcr weder 
opgefeten  zijnde,  reed  men  weder  de frraet  van 
Tolcdo  deur,  langhs  het  Paleys  van  den  Aerts- 
Diüchop,  gcvolght  van  menigten  van  toortfen, 
en  buytendat,  over  al  licht  in  de  veynfters  zijn- 
de.   Mas  Aniello  was  noch  een  wcynigh  by  den 
Cardmael  ,  tot  dat  hy ,  bencffens  fijn  broeder 
Arpaja,  enGenovino,  in  des Cardinaels Karos, 
na  huys  gevoert  wierdt.    Dien  nacht  was  hec 
volck  dapper  op  hun  hoede  ,  alfooder  een  ge- 
rucht geftroyt  wierdt ,  dat 'er  een  deel  Bandij- 
temn  de  Stade  fouden  komen. 

De  riaeften  Vrydagh  begon  met  het  nemen 
iran  een  Barck,met  fes  Bootsgcfellen,  voeren- 
de vier  gewapende  mannen,  by  de vvelcke een 
packet  brieven ,  van  Mataloni ,  gevonden  wierr 
1  houdende aen  fijn  Geheym-fchri;  ver;  en  hoewel 
Iden  inhoudt  van  geen  nadeel  fcheen  te  zijn ,  gaf 
evenwel  de  wijfe  van  fchrijven,  in  cijffer  en  an- 
dere teeckenen  ,  beneffens  de  vorigen  handel 
van  Mataloni,  vermoeden  aen  Mas  Aniello, 
idie  derhalven  defe  vier  mannen  liet  pijnigen, 
iom  te  vernemen  ,  of  Mataloni  geen  nieuwe 
aenflagen  voor  had.    De  krijghs-lieden  alles 
jontdeckt  hebbende,  wierden  terftondt  den  kop 
ft  geflagen  (het  geen  oock  noch  dien  dagh  aen  wel 
ndert  Bandijten  gebeurde)  maer  het  boots- 

K  volck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1 4.6  Treurige  Gefchiedenis  van 

volck  onfchuldigh  verklaert  zijnde  ,  Het  mea 
loopcn.    Voorts  wierdt  door  de  Stadt  uytgeroe- 
t>en,  dat  het  ampt  van  Hopman Generael,  het 
welck  de  Gemeente  MasAniello  gegeven  had, 
door  den  Onder-koninckbevcftight  was,hetgeen 
niet  weynigh  fijn  gefagh  vermeerderde.  Hy 
recht  dei  hal  ven  een  nieuwen  Recht-banck  in  de 
Soinltraet  van  Toledoop,  met  een  hoogh  fchavot 
fi£  ampt  aaer  by,  voorfienmetallegereedfchapomftraffe 
bcvcftight.  te  pie„en,  daer  ten  eerften  vierBandijten,  die 
men  onder  de  lackeyen  van  den  Kuncius ,  en  in  - 
hun  kleederen  gevonden  had ,  de  maeghdom  van  $ , 
namen ,  zijnde  daer  op  het  hooft  voor  de  voeten  » 


■  I 


Ia 


't  Welck  fulck  een  fchrick  onder  defe 
lackeyen  (die  men  te  Napels  Scoppettellen  1 
noemt)  maeckte,  dat  niemandt  fich  op  de  ftraet  | 
derfte  begeven ,  uyt  vreefe  van  voor  een  Ban- ; 
dijt  aeneetaft  te  worden. 

Aniello  oock,  fijnfilver  laecken-gewaedwe-  |r 
der  aieeleght ,  en  fijn  viflchers  plunje  weder  aen- 
eefchoten  hebbende, begoft  nu  oock ,  opentlijck , '  , 
de  klachten  van  het  volck  aen  te  hooren ,  en  hen  ! 
recht  te  doen,  niet,  gelijck  voorheen,  onder  eeqt 
verdeck ,  maer  uyt  de  veynfters  van  fijn  huys ,  daer  i , 
men  hem  op  fpietfen  de  brieven ,  gefchntten,1; 
en  memorialen  toeftack,  hebbende  hygeduengh. 
een  eeladen ,  en  overgehaelt  roer  by  iicn.    ten  1 
groot  ontfagh  voor  een  yeder  ,  te i  meer ,  om. 
Vu  •,  dat 'er  ceftadighlijck  acht  of  tien  diiyfcniLiit- 

volck.  veel  duy fenden ,  die  heen  en  weder ,  door  de  bt adc, 
trocken.  Invoegen  het  een  ongehoorde  taecK 
was  tefien,  fulck  een  gewapende  memghte ,  eet 
man ,  uyt  de  geringhrfe  van  het  volck ,  en  dat 
noch  een  iongen  lec&er ,  foo  ftip  te  gehoorfamen , 
hebbende  over  de  vijf  honden  duyfent  zielen ,  ej 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  147 

onder  die  wel  twee  honderc  duyfent  gewapende , 
onder  fijn  gebied.    De  gantfche  Stade  was  ver- 
vult ,  met  fijn  aengefiagene  Placcaten  en  bevel- 
brieven  ,  onder  den  naem  van  den  Heer  Thomafo 
Aniello  d'Amalfi,  Hooft,  en  Hopman  Gcncrael 
van  het  getrouwe  volck  van  N3pels.  Onderan- 
deren verboodc  hy  ook  het  langh  hiyr ,  om  dat 
bevonden  was,dat  veel  Bandijten  (ich  onder  vrou- 
wen kleederen  verborgen  hadden  ,  oock  ver- 
nieuwt dien  bevel- brief ,  van  geen  mantels  of 
rocken  te  dragen.    Yeder  van  het  volck  belafte 
hy  oock ,  dek"  fich  na  fijn  huys  en  ambacht  te  be- 
geven, latende  allcenigh  vier  mannen  aen  yeder 
poft,  die  des  daeghs  yeder  een  Carolijn  ,  twee 
Garaffen  wijns,en  twee  oneen  broots  fou  gege- 
ven worden;  en  defe Wachten  wierden  alle  da- 
gen verandert,  brengende  evenwel  door  de  eant- 
fche  Stadt  uyt  ,  een  getal  van  dartigh  duyfenc 
mannen ,  die  alle  dagen  de  wacht  hadden. 
Oock  verftaen  zijnde,  dat  eenige  Heeren  en 
idders ,  op  den  aenvanck  van  defe  beroerte ,  fich 
by  de  Monnicken  in  de  Kloofters  begeven  had- 
den ,  wierdt  oock. by  Aniello  aer.geflagen ,  dat  een 
yeder  fich  weder  na  fijn  woningh  fou  hebben  te 
begeven ,  en  dat  op  verlies  van  't  leven ,  't  welck 
oock  terftondt,  uyt  vrcefe  voor  de  rafende  Ge- 
meente ,  gehoorfaemt  wierd.    Soo  wierdt  oock 
gelaft ,  dat  foo  vreemden  als  Burgers ,  des  Ko- 
nincks  wapen  ter  rechter ,  en  dat  van  het  volck 
ter  flincker  handt,  boven  hun  poort  fouden  han- 
gen ,  dat  oock  op  het  nauvvftc  naer  gekomen 
wierdt.    Behalven  de  gedachte  Bandijten ,  wier- 
den  'er  noch  verfcheyde  andere  lieden  gerecht , 
die,  ii3  veieyfch  van  hun  mis-bedrijf,  tendee- 
len  onthalft,  ten  deelcn  gehangen ,  en  tendeelen 
geraebraeckt  wierden.    Seecker  Backer  ,  die 

K  2  fijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ta*        treurige  Gtfliietonu  v*n 
, ,     fijn  broodt  had  fe  licht  gemaeckt ,  w.erdt  le- 
\  l'i      ZJL i  n  den  oven  eeftéecken ;  een  ander  op  het 

d«  «U  ™iaae"n  foo  na  fijn  Excellentie  gefonden,  om 
tcwoq*».  ten  ,  erM  l  ^  ,  £  Her. 

herlier  wierf  oock gehangen,  die by nacht,  een 
^8  He  wachters  gedood!  had.    Een  Sicihaen  i 
^erd  medfónthafft ,  die  vijftien  Carolinen  , 
ha"eenoten,  om  van  gelijcken  te  doen.    Een  , 
foneen  ,  diequamaenfeggen,  dat 'er  vier  duyfent  . 
'«wc,  ™  fcftien  hondert  paerdenaenqnamen,  ■ 
wierdt, als  een  bedrieger  ,  opgehangen.  Seven 
Gehevro-fchrijvers  had  hy  in  firn  dienft ,  en  tien 
BeufenT  om  fi  n  vomriflen  nyt  te  voeren ,  die  alle 
wereks  g° noegh  hadden,  foo  dat  hy  meer  ge-  j 
vrpeft  wierf  als  den  grooten  Turck  lelis. 

AUe  Bandijten  en  valfche  Monnicken ,  door 
fiin  ordere,  gevangen,  bracht  men  terftondtom 
Z  kven  ,  eSn  foo  mén  vertoefde  fijn  bevel  te 
vo  brS ,  ftondt  hy  al  gereedt  in  fijn  veynfter, 
lm  met Gin  roer ,  de  onwillige  te  doorfchieten , 
Z'rTet  ficCquanswijs,  door  fijn  byllaender, 
verbidden ,  foo  dat  het  noyt  daer  toe  q"^- 

Een  fchoon  paert,  wel  vier  hondert  d uc aten 
waerdigh,  wierdt  hem  toegefonden  ,  dat  hy  ter. 
tI,1-  S l  weder  d'Onder-koninck  toefand,  om  in  < 

ABkUQ.  „ende ,  dat  het  niet  fin,  maer  des  Komncte goeo 
las  •  hy  fchickte  ook  aen  fi  jn  Excellentie  voor  de 
Sve  ftïllinge,  als  mede  die  van  andere  Edelen, 
h  ïer  hoy  ,en  andere  "ootlaeckeluckheden 

Hy  vandt  op  een  verborgen  p  aets,  de  weerde 
van  hondert  duyfent  Rijcksdaelders  ,  nfiWer , 
gout ,  en  andere  kofteli)ckheden ,  die  ny  meoc 
voor  fijn  Majefteyt  dede  bewaren, 
yemandt  die  fchat  derfde  aenroeren.  Hy  boo«  | 


Napelsche  Beroerte.  149 
»ck  fijn  Excellentie  vijf  millioenen  aen  ,  om 
an  hem ,  in  eenige  gelegen theyde  gebruyckt  te 
/orden :  en  wat  hem  van  eenige  Ridders  aenge- 
oden  wierdt ,  verwierp  hy ,  feggende :  Godt  be- 
ware my  ,  dat  icl^met  eenigen  Rjdder  pays  of  vrede 
bebbe.    De  dienaers  van  den  Hartogh  van  Mata- 
loni, die  men  krijgen  konde,  wierden  gedoodt , 
en  fommige  gepijnight  ,  om  te  weten ,  waer 
fijn  ichatten  ,  die  men  niet  vandt ,  verborgen 
waren ;  alleen  een  Haef ,  die  men  met  twee  fchoo- 
ne  paerden  gekregen  had,  bedongh  het  leven, 
nonder  beloften  alles  te  feggcn,  die'hcm  feyde  dat 
den  Hartogh  eerft  op  Uenevente ,  en  van  daer 
na  Calabria  gevlucht  was  ,  fonder  te  weten  op 
wat  byfondere  plaets.    Sijn  goederen  belangen-  tilt 
de ,  die  waren  in  verfcheyde  Kcicken ,  als  van  Goederen 
Santa  Maria  der  Wonderen,  Santa  Maria della  Jran.Maw" 
Stella ,  en  het  Kloofter  der  Barrevoeteren  verbor-  cauS 
jen  j  die ,  daer  over  niet  alleen  het  leven  behielt ,  vei  bram. 
maer  oock  wel  geloont  en  gekleed ,  ja  oock  met 
een  Hopmans  plaets  vereert  wierd. 
'Terftond  fand  hy  nadegefeydc  Kloofters ,  met 
evel,  dat  fe  de  goederen,  dij  aküer  gevlucht 
waren ,  beneffens  die  van  Mataloni ,  fouden ,  op 
pene  van  brand -itraffe,  te  voorfchijn  brengen, 
gelijck  gefchiede,  zijnde  bevonden  van  grooter 
waerden  te  zijn,  en  voornamentlijck  die  van 
Mataloni ,  die  over  de  vijf  hondert  duyfent  kroo- 
nen  bevonden  wierden  te  beloopen  ,  alfoo  vijf 
hondert  arbeyders ,  aen  de  fdve  genoegh  te  dra- 
gen hadden ,  behalven  noch  vier  duyfent  kroonen 
aen  gemunt  geit.    Wanneer  al  de  fchatten  voor 
Aniello  gebracht  wierden  ,  verbood  hy  een 
veder ,  op  den  hals ,  het  minfte  daer  van  aen  te 
oeren  •  dit  gefchiede  ook  aen  andere  Heeren  en 
brften,  wekkers  verborgene  goederen  ,  uyt 

K  3  hoec- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LTV. 
Mataloni 
pnbedte* 
nilTc  op- 
gehangen. 

L  V. 
Gciechtige 
vergeldin- 
6«. 


L  V  T. 

Tiotshcyt 
van  Aniel- 
lo. 


1<0         Treurige  Gcfcbtedenu  van 
hoeckcn  en  winckels  voor  den dagh  wierdenge- 
haclt,  en  op  de  marckt  al  te  famen,  bcnettens 
hun  huyfen  en  Paleyfen,  verbrandt. 

Het  atbeelfel  van  Mataloni ,  wierd  van  hem 
met  duyfenden  van  fteecken  ,  doorboort  ,  de 
oocen  uytgefteecken ,  het  hooft  afgeinedeti  •,  en 
onder  het  hooft  en  hetlichaem  van  denellendi- 
cen  Jofeph  CarafFa  opgehangen  ,  met  dit  op- 
fchrift  :  Dit  is  dm  Hartogh  van  Mataloni,  weder- 
fpamulmgb  van  fijn  Majefleyt,  en  verrader  van  het 
Lromve  vdck  van  Napels.    Dit  gefchiedeop  de 
'  felve  plaets  ,  daer  voorhenen  den  rampfahgen 
Prins  van  Sanza,  onthallt  is >  van  welcke  dood 
door  den  Hartogh  van  Medina  de  Las  Torres 
hem  aengedaen ,  de  twee  voornaemde  Garatten 
de  oorfaeck  geacht  wierden.  . 

Onder  al  clic  woeden,  liet  hy  evenwel  niet  na, 
d'Onder-koninck  op  lijn  verfoeck  ,  met  nood- 
wendige voorraed  >  voor  fijn  Hof  te  verforgen. 
Gelijck  hy  oock  dede  aen  de  Vloodt  van  Don 
Jannettino  Doria,  daer  om  vervarfchinge  m  de 
haven  gekomen,  met  verbodt  evenwel  van  te 
landen,  maer bevel,  fichterftondt  weder uyt de 
haven  te  begeven. 

De  Cardinael  Trivultio  had  (ich  tot  noch  toe 
aen  een  kant  gehouden ,  fonder  Aniello ,  eemge 
plicht  te  bewijfen,  die  fich  daer  over  byd  ün- 
aer-koninck  beklaeght  had:  defe  echter  door 
aenraden  van  den  Ondcr-koninck  ,  leyde  nanac 
over  hart,  om  dat  woedende  breyn  niet  tegens 
hem  te  ontfteecken ,  en  komt  derhalven  naer  de 
marckt  om  Mas  Aniello  te  begroeten ,  gelycK 
hy  dede  met  den  naem  van  Illuftriffimo ,  die  daer 
op  antwoorde,  Het  befoeck  van  uwe  Eminentie ,  « 
ons  aeneenaem,  [cboon  het  watlaetgefcbiet.    *  rot; 
fche  woorden  van  een  opgeworpen  viflcher . 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i 


Napelsche  Beroerte.  151 

wacr  door  men  fiec  hoe  verre  het  gefagh  des 
menfchen  breyn  verbafterenkan.    Hy  liet  hem 
evenwel,  door  twee  hondertmufquettiers,  we- 
der, de  aenfpraeck  ge-eyndight  zijnde  ,  na  fijn 
Paleys  geleyden,    Verfcheyden  Edel-Iieden  , 
quamen  oock ,  uyc  name  van  den  Onder-  koninck , 
verfcheyden  vereeringen  hem  toebrengen ,  en  te 
gelijck  bedancken ,  voor  de  voorraet  den  felven 
toegefonden :  gelijck  oock  fijn  Gemalmne ,  aen 
fijn  huyfvrouw,  Madama  Aniello  liet  vragen  na 
haer  gefontheydt ,  en  met  verfcheyden  fraeyighe- 
den  vereeren.    Invoegen  men  in  geen  gelegene- 
heydt,  als  in  dcfe,  een  blijckelijckcrveraride- 
ringe  van  ftacen  geluck  heeft  gefien  ,  't  geen 
een  yeder  kan  doen(bemercken  ,  wat  ftaet  en 
gefagh ,  aenfiens  baren  kan ,  en  dat  alle  belangen 
moeten  wijeken  voor  ontfagh ,  't  zy  vry willigh 
of  gedwongen  ;  indien  anders  de  toekomende 
eeuwen ,  of  later  jaren  ,  geloof  fullen  konnen 
geven ,  aen  een  faeck ,  die  echter  foo  waerachtigh 
als  verwonderlijck  is.    Des  anderen  daeghs, 
zijnde  Saterdagh,  gingh  het  woeden  weer  aen, 
foo  met  hangen,  als  metonthalfen,  van  alle  die 
qene,  dieeeniger  mate  fchuldigh  bevonden  wier- 
pen.   Maer  alfoo  defe  de  dagh  was  ,  dat  men 
wederzijds  de  beflotene  voorwaerden  foti  be- 
fweeren  ,  wierdt  alles  daer  toe  vervaerdight : 
en  Aniello,  foo  als  hy  na  de  maeltijdt,  na  het 
Paleys  fou  gaen,  om  d'Onder-koninck  na  de 
Kerck  te  geleyden  ,  deed  eerft  op  verbeurte 
van  brandüichtinge  uytroepen  ,  dat  yeder  een 
de  ftraten ,  daer  fijn  Excellentie  fou  door  moeten 
rijden  ,  oock  de  vey uiteren  op  het  c,iei  lijekfte  fou 
toemaecken ,  't  geen  alles  in  een  oogenblick  tijdts 
verricht  wierdt. 

Ondertuflchen  wierden,  van  wegen  fijn  Ex- 
it 4  cel- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1*2         Treurige  Gefcbiedenis  vm 
cellentie  twee  paerden  ,  feer  koftelijck  behan-  I 
gen ,  na  de  marekt ,  ten  dienfte  van  Mas  Aniello ,  I 
en  fijn  broeder  gefonden ,  daer  fy  beyde  opklom-  I 
men ,  voor  als  doe  in  filver-laecken  gekleedt 
zijnde.    Mas  Aniello  droegh in  fijn  rechter  hant 
een  bloot  fwaert ,  en  de  voor-rechten  van  den 
Keyfer  Karei  de  Vijfde  ,  in  fijn  fiincker  handt. 
Sijn  broeder  droegh  de  gemaeckte  beftecken 
L  V  1 1.  van  'c  verdragh ,  gelijck  men  die  in  de  Kerck  le- 
H«  ver-'  fen  en  befweren  lou  :  in  hun  gefelfchap  reden 
dragh  wott  ^en  nieuvVen  verkoren  des  volcks ,  Francifco  An- 
bciwoicn.  ton-Q  Arpaj3j  en  £)on  julioGenovino,  benef- 
fens veel  andere  lieden  van  aenfien  ;  en  dewijl 
het  volck  van  alle  kanten  feer  quam  toe  te  loo- 
pen ,  foo  dat  de  ftraten  niet  te  gebruyeken  waren , 
beval  Aniello,  op  verlies  van  het  leven,  dat  een 
yeder  fou  hebben  te  rugge  te  wijeken  ,  offtii 
te  blijven  ftaen,  'tgeen  oock  terftondt  gefchie- 
de ,  en  alfoo  reden  fe  voort ,  hebbende  Aniello 
een  trompetter  voorfich.    Aldus  geraeckten  fe 
in  het  Paleys  ,  en  by  d'Onder-koninck  in  fijn 
kamer ,  en  aldaer  een  weynigh  vertoeft  hebben- 
de, weder  om  laeghj  benefFens  denGeheym- 
raedt  van  Staten,  en  andere  Bevel- hebbers,  die 
fich  alle  in  de  Karos  begaven,  en  haeftigh  voort 
floegen  om  voor  fijn  Excellentie  ,  aen  des  Bif- 
fchops  huys  te  geraecken.    De  anderen  volgen 
aenltondts ,  met  een  menighte  trompetters ,  te 
paerde  voor  uyt,  daer  op  volghde  een  troep  van 
hondert  ruyters,  toen  Aniello  met  fijn  broeder, 
en  foo  Arpaja  de  verkoren  des  volcks  en  Geno- 
vino  ,  die ,  ter  oorfaeck  van  fijn  ouderdom ,  in 
een  draegh-ftoel  gedragen  wierdt ,  alfoo  hy  de 
moeyelijckheydt  van  het  rijden  niet  konde  verdra- 
gen.   Daer  op  quam  de  Hopman  van  de  wacht , 
en  terftondt  daer  aen  d'Onder.koninck  felfs ,  be- 

halven 


Napelsche  Be 


ROERTE. 


ha  ven  fijn  Adel- jongeren  en  opp.ilTers,  omcin 

•  It,1?^6"  WiP**  >  *«Rm*£i 

Edel-lteden  en  Ridders  tepaerde,  envan  arfdére 
in  de  Karos  gevolght ;  oock  een  oney 
memghtevolcks,  roepende  een  yeder  om  het 
feerite :  Lmgb  leve  ie  Kpmngl,  vm  Spang jen  en  r<£ 

toTnSZ  ïl  fT^T hcl  ^  & Me- 
ten, en  he:  khncken  der  trompetten  ,  hoorde 

de  KeTk  v'an  SW,CkC'  g£'Uyd     Ko.'nende  by 

m,  Z  V  '  rLullr,£ns '  h,eldt  A"'<-'"° ,  en 
met  hem  de  gantfche  hoop,  een  mvmeh  flil 

en  Och  na  het  volck  te^ffl^ 

I  rn  few  bet  gttnuTl  ^         *  . 

welcke  woorden  van  de  Gemeente  naeevS 
.  worden.  Aldus  komende  aen  het  Paley?  van  den 
.  Cardmael ,  vonden  aldaer  fijn  Eminentie  en 
trocken  alioogefamenthjckcr  hant  nadë  Kerck 
daerfevanal  de Geeftehjcken ootmoed Twfe  den ! 
foo  gaenfe  met  malkanderen  op  de  Galde  ye 
recht  over  den  hoogen  Airaer  /cn  deCaS 
■  gehjek  oock  d'Onder-komnck  ,  in  hun  t  lot 
.  nen  neder  gefeten  zijnde  ,  g,],;ck  oock  a  é  de 
andere  Raden,  ,„  hun  geftotlte,  wierden  de  bc- 
ftecken  van  het  verdragh,  door  den  Raeds  heer 
Donato  Cappola  ,  overluyd  voomelefen  be 
vcfl.ght  van  fijn  ExccIIentien fijnLed" itaen- 

ilTtr"  A"'C1'Ü'  !W-«#3S  aendevoétvan 
des  Biflchops  troon  ;  rot  een  ycders  verwonde 
nngh  ,  op  yeder  van'de  Uucken  het  fijne  „ & 
vethchtrnge ,  of  tot  verbeter.nge, yé t  by  ofaf 

Wken^  ^  '"^ 

I     ul.  M$mCr  Fkk"  ,Ud  >  wi"d  "rfiont 

d  eed  gedaen  van  fijne  Excellentie  ,  en  al  de 

bwen-genoemde  Ampt-heden  ,  om  defelve  ,c 

K  5  onder- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  l  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LV  III 

Dwafe 
vroorlla- 
gen  van 
Anicllo* 


LIX. 

Redenen 
van  Mas 
Anictlo. 


t  <  A.         Treurige  Gefcbiedenis  van 
K*- S  Catholijcke  Ma*ft-het 

iwZw  gefongcn ,  geduerende  bet  «rekke 
MaT  An  ello,  opgefwollen  door  hooghmoedt, 
over  het  we  gelucken  van  fijnen  aeovangh, 
eeftadigh  het  e!n  of  het  ander  fijn  Excellentie 
fen  te  dienen  had:  ondet  andere  dat  hy  van  nu 
voo  "aen  begeerde  te  zijn  Hoofanan  Gencrael 
over  de  Stad?,  dat  hy ,  na  vereyfeh  van  foodani- 
een  bedieningè ,  met  lijf-wacht  fou  mogen  gaen , 

ven    Oock  dat  fijn  Excellentie  alle  Ridders  uyt 
fiin  Hof  na  hun  huyfen  fou  doen  verwecken ,  be- 
n  ve^eêmge  ndeïe  befpottel.jcke  voorflell.n- 
•gen  ,  die  dWr-koninck  alle  toeltondt  ,  om 
met  ontijdigh  e^^rf«« 
verbrodden ,  1  wekkeen  veder ,  *en^nonr«B, 
of  den  walgh  deed  fteecken  ,  of  «toot  nog- 
(Wellen ,  ofln  lacchen  W*f*%föW% 
de  Edelman,  die  hy  tot  defe  bWdrcW^n  ge 
bruyekte  ,  fchaemde  fich  over  def « 
heden ,  en  verklaerde  tegens  f  Onder- KoninCK  , 
dar  hv  teeen  fijnen  danck  fulcks  dede,  en  ver- 
Excellentie,  hem  Afwegen  te -1  en 
verfchoónen.    Hy  voerde  oock  veel  andere^ * 
denen ,  die  ten  deden  te  pas ,  en  ten  de e Ier i  met  te 
pafquamen,  toemende  feer  gKg^Bg 
fcapelfche  vokk ,  't .  wekk  fich  fw  g»™ 
boogh  onder  deheerfchappy  yan  hunKonm  en 
en  foo  lange  fukke  fware  lalt  en .ha  dmoe en  dn 
gen,  daer  Ie 


m 
i. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  155 

vvederfpannige  Nederlanden ,  maer  oock  dc  Oo- 
fterfche  Halve  Manen  vandeOttomannen  ,  on- 
der dc  voeten  van  fijn  Majeiteyt  fouden hebben 
konnen brengen.    Nu,  vervolghdehy  ,  alles  dus 
uytgevoerc  hebbende  ,  wilde  hy  fijn  oude  nerin- 
ge  wederom  aenvangen,  en  begoft  daer  overals 
rafende  ,  fijn  filver-laecken  kleederen  van  fijn 
lijf  te  fcheuien,  loopende  nu  na  den  Cardinael , 
dan  na  den  Ondei  -koninck,  om  hem  fulcks  te  hel- 
pen doen,  maerdefe  weygerden  fulcks,  hoewel 
hy  fich  voor  hen  op  de  knien  wierp.  Hiermede 
was  het  alles  tencynde,  waer  over  dc  Cardinael 
)  fijn  atfcheytnam  ,  en  na  fijn  woninghrcedt,  ge- 
lijckoockd'Onder-koninck ,  met  Aniello,en dc 
j  andere  vergefelfchapt ,  die  door  de  ftratenvandc 
'  Vicaria ,  en  de  Annonciata  na  de  marckt  reden , 
:  al  waer  Mas  Aniello  met  de  anderen  affteegh,  om 
■.  fijn  Excellentie  te  geleyden.    Op  het  intreden 
van  de  poort,  wierd  van  alle  drie  de  burchten  het 
;  gefchut  geloft,  en  voorts,  latende  fijn  Excellentie 

•  i  in  fijn  verblijf ,  vertrock  een  yeder  na  fijnent. 
Ongemeen  was  de  blijdtfchap  van  de  geheclc 

Stadt,  ende  het  volck  van  Napels,  overdege-  DliidfchaP 

•  wenfchten uytflagh ,  van dcfe  vrede,  Dewelcke  volckf 
1  met  alderhande  vrcughde  teeckenen  getoont 

wierdt ,  onder  dc  vvelcke  geduerighlijck  de  lof  van 
Aniello  ,  diefe  hun  befchermer  en  verlofier  noem- 
den ,  overvloedighlijck  gehoor t  wierdt.  Maer 
alhoewel  de  vrede  aldus  getroffen  was ,  wilde 
,  Aniello  even  wel  geenfints,  dat  het  volck  de  wa- 
|  penen  fou  afleggen ,  en  waerlijck  fulcks  was  uiet 
geheel  tegen  reden  ,  alfoo  de  brandt, korts  foo 
hevigh  ontfteecken ,  foo  terftondt ,  t'eenemael , 
niet  konde  gelefcht  worden.  Hy  dan  ginck  voort 
fijn  gefagh,  foo  veel ,  ja  meerder  als  voor  heen, 
over  het  volck  te  voeren , ja  Helde  fich  t'eenemael 

als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i  c/j       Treurige  Gefcbiedenis  van 
als  vooeht ,  ja  als  Ty ran  over  de  Stade.  Eemge 
noch  verborgene  goederen  wierden ,  als  vooren , 

celijck  oocktenigeBandijten,  die  fich  bYide  Je- 
füyten  verfteecken  hadden,  even  als  de  andere 
onthalft  wierden.  Maer  dere  ftrengheytoeffende 
hy  niet  alleen  op  fijn  vyanden,  maer  oockopiijn 
onderdanen ,  want  als  eenige  van  fijn  volckuyt 
waren ,  om  de  goederen  van  Caefare  Lubrano,  die  , 
in  het  Cloofter  van  de  Nonnen  van  het  Kruys  van  i 
Lucca ,  daer  twee  van  deffelfs  dochters  m  waren, 
verborgen  waren ,  daer  uyt  te  halen  ,  enop  wey- 
eerince  de  poort  ondervoet  wierpen  ,  en  het  al- 
les dreyghden  te  vernielen ,  waer  door  een  van  de 
Vrouwen  van  fchrickbyna  doodt  bleef,  viel  de 
Cardinael,die  fulcks  ter  opren  was  gekomen, 
daer  over  aen  Mas  Aniello  klachtigh,  die  terftont 
verklaerde ,  het  felve  gewelt  buyten  fijn  ordere te 
Zijn  gefchiet,  en  daer  over  terftondt  de  hooft-  U 
lieden  dede vatten,  en  openthjek  op  de  marekt  |J 
tx  I    de  kop  voor  de  voeten  leggen.    De  goederen  u 
Moedwil  evenwel  moften  uyt  het  Kloofter,  gelijcK  ae  u 
yftuft.    Nonnen,  vreefende  voor  meerder  gevaer ,  hem  i 
defelve  gewillighlijck  ter  handt  ftelden. 

Een  feer  ledige  faeck  «beurde  dien  fdven 
daeh,  zijnde Sondagh.  Aniello  had, op  verlies 
7afhêtle^n,verbolen,  dat  yemant  buyten fijn  : 
uvtcedruckt  bevel ,  uyt  de  Stadt  fou  gaen.  boo 
"ï>  fdatde  Aerts-bhTchop  van  St.  Severma  de  : 
Heer  CafFarelli,  fichalfdoe  te  Napels  bevinden- 
dè,  en  genootfaeckt  zijnde  na  Calabna,  daer  fijn  t 
kerek  was,  te  vertrecken,   in  kort  gewaedt , 
enf^^^ 

ello  feer  nauw  onderhouden  wiert)  na het  huys 


Napelsche  Beroerte.  157 

Wat  is  u  believen  mijn  goeden  Heer?  ugoet  verlof 
*mijn  Heer,  antwoorde  deBiflchop,  om  na  mijn 
}■  Kjrcl^  in  Calabria  te  vertrecken.    Hola  daer  riep  l  x  I J, 
/  hUs  ^Aniello  vier  bondert  van  mijn  volcl^  ,  om  den  Belacche- 
Heer  Aerts-biffchopna  fijn  Kf reikte  vergeftlfchappen.]^^h 
M  bedanck.  u [eer-,  antwoorde  de  Birfchop,  lek, moet. 
ben  van  metningb  over  %te  te  gaen.    Over  %ee  fal  u 
Etrtv.  oocl^gedient  worden,  vervolghde  Aniello, 
Voort  daer  ,  dat  men  terfiondt  vetrtigh  Felucken 
cgereedt  maeckt,  ten  dienfi  van  mijn  Har,  Die  vve- 
jnJ'der  tot  antwoort  gaf,  het  waer  niet  van  nooden, 
alfoo  hy  alrcets  met  vier  voorfien  was ,  die  hem 
r  voor  fijn  en  fijns  huysgefindes  gebruyek,  genoegh 
/  waren.    Wel  wel,  feyde  Mas  Aniello,  foo  veel 
5  als  't  u  belieft  ,  evenwel  kpndt  ghy  my  niet  wey geren , 
1  dit  faekjken  met  dubbelde  pifioletten  naer  u  te  mmen» 
I  Gevende  hem  met  eenen  net  fel  ve  over,  en  ver- 
volgende :  Ontfanght  mijn  Heer  defe  vier  duyfent  doh- 
\  hele  pifloletten ,  voor  nootfaecktlijckheyt  vanuwereys, 
D'Aerts-biflchop  beftondt  te  lacchen  ,  enbe- 
danckende  hem  voor  die  gunft,  bleef  een  lange 
wijl  te  weygeren ,  feggende ,  de  felvc  niet  van 
nooden  te  hebben :  cyndelijck  wierdt  hy  ,gehjck 
als  met  dreygen  gedwongen  ,  wilde  hy  tegen 
defen  ongebonden  fijn  hooft  niet  wagen  ,  vijf 
hondert  daer  van  te  nemen.    Die  hem  daer  op 
fchriftelijck  verlof  gegeven ,  en  omarmt  hebben- 
de ,  tot  een  atfcheydt" feyde  :  Gaet  mijn  Heer  in 
alle  fekerheyt. 

Korts  daer  acn  komt  *er  een  Ridder  van  Aver- 
fa,  uythethuys  vanTufo  afkomftigh,  byhem  , 
om  over  eenige  faecken  met  hem  "te  handelen , 
die  hy ,  na  gegeven  verlof,  een  voet  in  't  gat  gaf  ^ 
met  defe  woorden  :  Gaet  Heer,  ick  maecï^  u Prins 
van  Averfa. 

Hy  deed  dien  felven  morgen  het  huys  van  een 

Back- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


tinge  van 
Aniello, 


!<S  Treurige  Ge fch'tedenis  van 
ttackfter  verbranden  ,  die  haer  broodt  te  hchc 
«backen  had,  oock  den  Abt  Jucolo  Ametnno , 
beneffens  Carlo  Vitale  ,  en  den-banger  Spmtello , 
de  hoofden  af  flaen,  als  zijnde  verwanten  van  den 
Hartoeh  van  Mataloni ,  gelijck  oock  korts  daer 
aen  eenen  anderen  van  Ametranos  vrienden. 

Hy  belafte  oock  de  Vaders  der  Jeiuytcn,  Cer-. 
tofinen,  Benediftcr  Monnicken  ,  en  die  van  den 
t  y  1 1 1   oliif-bereh,  eenige  groote  fomme  van  penningen, 
W£  ten  dienftevan  hetvolckop  te  brengen  ,  hy  iet 
oock  eenige  voorname  lieden  by  fich  ontbieden , 
en  hem  vraeende,  offe  oock  den  Koninck  ee- 
trou* Twarel ,  en  fy  fulcks  verfeeckert  hebben  Je , 
deed  hy  hem  een  gefchrift  onderteeckenen ,  in  het 
welcke  fy  beloofden ,  feeckere  fomme  gelts  op  te 
brengen ,  't  wekk  hy  feyde  tedoen ,  om  fi,n  be- 
loften aen  den  Cardinael  gcdaen  ,  van  fijn  Maje- 
fteyt,  een  vereeringe  van  fes  Millioenengomste  : 
fenden ,  goet  te  maecken ,  en  fi,n  liefde  aen ,  defel- 
ve  te  toonen.    Hy  verboodt  oock  ,  op  den  hals ,  . 
dat  yemandt  fich  op  fijn  Franfch,  voortaen  fo 
kleeaen,enveeianderedingcnmeer.  Dienfelven 
morgen  ginck  een  van  fijn  befte  vrienden  Pizzi- 
ca?olo  genoemt ,  naer  het  Paley s  toe ,  opentluck  , 
..«»  redende ,  dat  Mas  Aniello  begoft  fo; :  te  worden, 
LX IV-  lcbb      j  P:7_:rar0i0 hem  eedreycht  had,  ten 
xiachtovet  en  dat  hy  rizzicaroio  uan  y.  t  jg 

fijn  fot-    waer  hy  van  al  dat  woeden  en  branden  at  liet ,  dat  i 
^       hy  hem  met  fijn eygen handen ^^udooden  Ln 
waerlijckdefemankonhem  alleenigh  handelen, 
diealleenighvanfijnhandenfpijsgenoot,enoock, 

een  verfeeckering ,  van  hem ,  voor  d C raef  van 
Converfano  krecgh ,  en  hem  fi)n  goederen  en  lil- 
"der  ter  haldt  dede  Hellen  Aniello ,  fandt 
noch  dien  felven  morgen  den  Vader  Roih , C o£ 
geleerde  van  den  Cardinael ,  aen  fijn  Excel knue  , 
hem  biddende  laft  te  willen  geven ,  dat  het  volck  | 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Natelsche  Beroerte.  159 
e  poften  ontwapenen  tnogh ,  om  dat  hy  niet  lan- 
er  kon  gebieden  •  en  dat  hy  fich  gaerne  na  Pofi- 
ppoof  elders,  daerhet  fijn  Excellentie  fouge- 
i lieven ,  wilde  verwecken.  Defe boodtfehap  was 
1  fijn  Excellentie  feer  aengenaem  ,  die  terftondt  laft 
gaf  tot  ontwapenen ,  gelijck  oock  voorts  gefchic- 
de ,  met  groote  t  uft  en  vr cedfaemheyd ,  vuur ,  en 
::;  andere  vreughde-teeckens.  Evenwel  lietAniel- 
)  lo  niet  na ,  als  voren  te  gebieden  ,  maer  fooda- 
nigh,dat  het  kant  noch  wal  rocht,ftnjdige  dingen 
tegen  malkander  en  alles  op  een  onhebbelijcke 
wijfe,  daer  hem  d'Onder-koninck  al  mede  liet 
geworden  ,  wel  fiende,  dat  het  haeft  een  eynde 
fou  moeten  nemen,  gelijck  hy  oock  hem  in  fijn 
keur  liet,  of  deGalleyen  van  Genoa  gekomen 
in  de  haven  fouden  ingelaten  worden  ,  of  nier. 
Eyndelijck  quam  her/gefagh  van  Mas  Aniello  Lxv 
loo  hoogh,  dat  het  hemindeharflenenfteegh ,  Diebac'r- 
'M  beginnende  alleen  ,  gelijck  een  fot  ,  te  paerdt  biijckciijck 
-o  door  de  Stadt  te  rennen,  fiaende ,  doodende , WOIt' 
■  vangende,  fpannendc  en  dingen  doende,  diefot- 
ten  gewoon  zijn  te  doen.  Selfs  predickende, 
en  van  den  Ondcr-koninck  felfs  qualijckiprecc- 
i  kende.  Ia  hy  dreyghde  hem  felis  het  hooft  te 
'  fullen  doen afflaen.  DeKoninck,  'tqecn  won- 
der was,  hield  hy  noch,  in  dealderhooghlteach- 
tinge,  lichtende  fijnhoet,  en  fijn  hooft  buygen- 
de ,  foo  menighmael  als  hy  fijn  naem  noemde. 

Tegen  den  middagh  quameneenigegemeene 
borgers  by  den  Cardinael ,  welckers  broeders  van 
Aniello,  tot  Hop-lieden  gemaeckt,  (gelijck hy 
lichtehjck  foodanige  Bevelhebbers  ,  van  de  al- 
derverachtfte  maeckte)  en  nu  gevangen  ,  en  ter 
dood  verwefen  waren ,  hem  biddende  daer  in  te 
willen  voorfien.    Sijn  Eminentie  fprack  daer 

T)ver  met  Aniello  ,  maer  fiende  hem  hartnec- 
kigh, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1 60        Treurige  Gefchkdenis  van 
kigh ,  verfocht  alleen ,  dat  men  hun  dood  tot  des 
anderen  daeghs,  wilde  uytftellen,  alfoo  het  on- 
billijck  was ,  den  dagh  des  Heeren ,  met  bloedt- 
vergieten  te  ontheyligen.  Dit  wierdt ,  met  veel  Ir..',' 
moeyten  ,  van  hem  verkregen.   En  om  hem  1- 
voorts  een  weynigh  van  fulcke  bloedige  gedach-  |".*; 
ten  af  te  trecken ,  ried  hy  hem ,  fich  een  weynigh 
na  Pofilippo  te  gaen  vermaecken.  Defenraedt 
nam  hyaen,  doch  op  voor  waerde,  datdeCardi- j 
nael  met  hem  fougaen  ■  waer  op  fijn  Eminentie 
(die  fijn  gefelfchap  niet  feer  focht)  hem  badt  voor  iF' 
te  willen  gaen ,  belovende  aenftonts  te  volgen. 

Na  den  middagh  komt  hy  aen  het  Paleys  P0™ 
van  den  Onder-koninck  t'eenemael  fonderorde,  t 
fonder  bef,  hoet  of  fwaerd,  loopende  te  voet,  1  br- 
even als  of  hy  rafendewas,  met  een  fchoe  aen 
fijn  voeten.   Aldus  klimt  hy  de  trappen  op,  jj^ 
en  komt  by  fijn  Eminentie  in  de  kamer,  leg- ja- 
gende ,  dat  hy  eten  wilde ,  dewijle  hy  van  honger  #«« 
fiierf.   Sijn  Excellentie  belaft  terftondt ,  dentf*' 
Heer  Mas  Aniello  t'eten  voor  te  fetten,  daerop  gw 
hy :  Heen  Heer,  ick  wil  dat  wy  na  Pofiltppo  gaen , 
cm  ows  te  vermaecken,  endaerwat  te  [amen  te  eten, 
al  foo  ick  voorraedt  met  my  gebracht  hebbe ;  en  deed 
met  eenen,  eenige  boots  gefellen ,  met  eenige 
zee-vruchten  voor  den  dagh  komen.  Maer 
d'Onder-koninck  verfchoonde  fich ,  ten  belten 
hy  konde,  om  fijn  onthael te ontgaen,  voorge- 
vende, fware  pijn  in  het  hooft  te  hebben,  ge- 
vende oockmet  eenen  laft,  fijn  eygenBarck  aen 
Mas  Aniello  tekenen,  die  fich  daer  terftondt  in 
fcheepte,  met  een  menighte  vanbootsgeleiien  , 
vergefelfchapt,  met  meer  als  met  veertien  re- 
lucken,  vol  van  alderhande  gemeen  volck  ,  met 
gefangh  en  alderhande  fpeeltuygh,  tot  lijn  ver.  m 
maeck.  Al  varende  fmeed  hy  vaft  goud  en  Glver- 


k;>  I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  t6i 
geit  in  zee,  het  welck  de  boots-lieden ,  om  hem 
te  vermaecken ,  van  de  gront  opfochten  •  en  hem 
weder  gaven ,  *t  geen  hy  hen  dan  vereerde.  Ter- 
wij ien  at  hy  in  de  Barck ,  of  Gondel ,  met  groote  l  x  v  i. 
fmaeck,  van  fijn  zee-vruchten  ,  en  dronck  geen  vermeer- 
kleyntje  daertoe,  foo  dat  men  feght ,  dathy ,  in  Jcrtdo°£ 
ii  het heenen  wedervaren, over detwaelf  CarafFen,  Sunck' 
i  luyvere  Lachryma  Chrifti,  een  van  de  edelfte 
wijnen  vanltalien,  gedroncken  heeft ,  welckers 
werekinge  wy  den  volgenden  dagh  fullen  fien. 
Hy  weder  komende,  deed  een  vereeringe,  aen 
yeder  van  die  hem  vergefelfchapt  hadden  ,  van 
tien  maten  korens. 

Maer  dit  fpel  had  geenfins  fijn  behooilijcke 
leden  gehad,  'ten  ware  de  vrouw  van  Mas  Aniel- 
lo,  mede  haer  deel  daer  in  hadgefpeelt ,  die  te- 
kens den  middagh,  een  recht  bequametijdt  van 
yerfoeck ,  naer  het Paleys  toe  reedt,  t'eenemael 
in  filver-laecken  gekleed,  vereert  met  den  gou- 
den keten  en  andere  koftelijckheden ,  die  haer 
door  d'Onder-koningin ,  vereert  waren  :  fy  quam  lx  v  1 1, 
in  de  koftelijcke  Bruylofts-karos ,  van  den  Har-  A/.ieiios 
,  )togh  van  Mataloni,  diehemaloverdeachtduy-  vrl0y  bc" 
Tent  kroonen  gekoft  liadde;  vergefelfchapt  met  Wonder- 
veel Edele  vrouwen  van  haren  doen ,  oock  feer  koningin, 
prachtigh  tocgemaeckt ,  namentlijck ,  de  moeder 
en  twee  fulters,  beneffens  andere  van  dat  bloet , 
Edele  kinderen  van  Edele viflehers.  Mevrouw 
Aniello  had  in  haer  armen  een  kleyn  jonghsken  , 
neef  van  haren  Man,  en  foon  van  een  van  fijne 
Doorluchtige  fufters. 

Komende  aen  het  Paleys,  wierdfeontfangen 
en  gedragen,in  de  Zetel  van  de  Vrouwe  des  3lge- 
mecne  Vifitadoors  van  het  Rjjck ,  Don  Gio; 
Ponze  de  Leon  ,  en  de  andere  Mevrouwen ,  in 
mdere  ftoelen  van  Groote  Vrouwen,  opgepaft 

L  door. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i62         Treurige  Gefch'tedenU  van 
door  Hellebardicrs  en  Edel-joneeren  van  den 
Onder-koninck.   Aldus  wierdcnfe  van  de  Har- 
toeinontfangen,  enrijckelijckbegiftight,voor- 
namentlijck  Madama  Aniello ,  met  een  Ichoon 
Juweel  van  Diamanten.    De  Vifitadoor  nam  a 
verfcheyde  mael  het  Edele  kindtin  de  armen,  eaê 
kufte  het  eerbiedighlijck.    ln*t  fcheyden  ont-J 
moete  fy  op  de  trappen  den  Ridder  CofmoFon- 
feca ,  den  welcken  de  moeder  van  Aniello  beUfte 
fijn  Excellentie  te  verwittigen,  dat  haren  foonj 
niemandt ,  als  Godt  en  fijn  Excellentie ,  gehoor-I 
faemde,  dat  het  hem  der  halven  wilde  gelieven  ,1 
haren  foon  een  weynigh  te  betoomen ,  op  dat  i 
hy  foo  veel  quaets  niet  deed,  en  aldus  gingh  den  i 
geheelen  Staet,  weder  in  de  Karos,  enfoonaerj 
hunPaleysop  de  marekt. 

Als  Mas  Aniello  van  Pofilippo  gekomen  was ,  i 
bevandt  hy  fich  foodanigh  door  de  Son  en  den  i 
heeten  wijn ,  die  hy  gedroncken  had ,  verhit ,  dat  : 
hy  blijckelijck  in  fuffery  en  raferny  verviel.  Hy| 
deed  terftond  den  gefeyden  Ridder  Fonfeca  ont- 
bieden ,  en  belafte  de  felve ,  verfcheyde  Tateree- 
len'van  Marmer  toe  te  ftellen,  en  die  aen  ver- 
fcheyde oorden  op  te  rechten,  in  de  welcke  ftont : 


LTV  HL  Dat  MasAniellod'^lmalfi,  Overfte  enOpper-boo}t 
Vordere  M  f,et  nttrwm  volcl^van  Napels ,  belaft e ,  dat  men 
™  yt  niet  meer fijnelaft ,  maer  alleen  die  van ^H^JgJ 
Aniello, 


i 


r7* 

ntsifej 


filet  mur  jtjrn  mw*  ,  -----         ,    \  r 

van  Arcos  feu  gtkoorfamtn.    En  foo  gingh  delei 

S°DegvVlgenden  dagh  verminderde  geenfin 
fijn  dwaefheydt  ,  maer  ftelde  hem  m  grooter 
hooehmoed ,  en  verhaefte  alfoo  fijn  val ,  indien 
hy  de  voorfichtigheyd  had  gehad,  op  den  voor- 
gaenden  Saterdafh,  als  de  befweringegelchicdt 
was,  fijn  ampt  In  ftaetaf  te  leggen,  in  handen 
vao  den  Onder-koninck  te  ftellen ,  en  fich  weder- 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Na?elschê  Beroerte.  163 
om  gelijck  hy  wel  voorgaf,  tot  fijn  vilTchery 
te  begeven ,  men  fou  hem  met  recht  gedenck- 
teeckenen  en  beelden  hebben  mogen  oprechten : 
maer  de  hooghmoed  verblinde  hem  foodani^h  \ 
dat  hy ,  dien  felven  dagh ,  duyfent  teeckenen  van 
de  uyterfte  dwaefheydt  aenrechte  ,  verfeit  mee 
onverdraeghhjeke  wreedheden.  Andere  fee^en 
evenwel ,  dat  hy  fijn  gebiedt  had  willen  overdra- 
gen •  maer  dit  hy  daer  in,  door  fijn  vrouw  en 
magen ,  die  al  fmaeck  in  de  ftaet  begoftén  te  krij. 
gen ,  verhindert  wierd.    Andere,  die hetfehij- 
nen  uyt  hem  felfs  gehoort  te  hebben  ,  feydèfl , 
dat  hy  fulcks  gelaten  had ,  om  de  wraeck  van  foo 
veel  verwoedheydt  ,  door  hem  gcpleeght ,  te 
minder  onderworpen  te  zijn.    Altijdt,  het  vol- 
voeren van  fijn  gefagh ,  was  het  uytvoeren  van 
ontallijcke  dolligheden ,  die  hem  den  alcemee- 
nen  haet,  van  het  volck,  dat  voorhenen  van  fijn 
handen  vloogh ,  op  den  hals  haelden.    Als  hy  in 
flaep  was ,  fprongh  hy ,  menighmael ,  haeftelijck 
op ,  feggende  tegen  fijn  vrouw  :  Wat  (al  ick  doen, 
die  Heer  van  Napels  ben ,  jlapt  n  ?  geen/jnts.  T'fa 
WAC^er  op  de  been,  Uet  ons  onfe  macht  gtbruicken. 
Hier  mede  begaf  hy  fich  na  de  veynfter  ,  firn 
wacht  geroepen,  en  die  het  een  of  het  ander 
belaft,  om  fijn  gewelt  niet  te  laten  verflenifen. 
Wat  wonder  dan ,  foo  fijn  harflênen  gekrenckc 
wierden  <   Des  Maendaghs  vroegh ,  vertoonde 
hy  fich  op  de  marekt  tepaerdt,  en  reedt  foo  na 
het  Paleys  toe ,  met  den  degen  in  de  hand ,  flaende 
en  quetfende  verfcheyde  perfoonen  ,  fonder 
eenige  oorfaeck  tet  werelt.    Dus  op  hetpleyn 
gekomen ,  wierdt  hy  ontmoet  door  een  oud  Hop- 
man ,  CaefarSpano,  van  het  Regiment  van  Don 
Profper  Tuttavilla ,  die  hem  verfocht  hem  fijn 
cygen  krijghs-licdcn  van  het  felve  Regiment  te 

I*  3  wüieq 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


lo. 


1 6x        Treurige  Gefctoedtm  van 
willen  toevoegen,  gelijck  men  de  Duytfchenen 
Walen  had  gedaen  :  waer  op  hy  antwoorde ,  ny 
fou  eaen  en  nemen  die ;  maer  als  d'ander  daer 
r  n  y  op  leyde,  dat  fulcksnietkondegefchieden ,  fon- 
overda    der  fijn  fchrifteliicke  laft ,  gaf  hem  Aniello,  in 
dighcyt    het  acnfien  van  fijn  knjghs-heden ,  twee  Hagen 
van  Aniel-  ^      roede  in 't  aengeficht ,  feggende,  lckju- 
lafle  u ,  datghy  u  volck  {uit  aenvatrden.  Met  eenen 
keerde  hy  fich  weder  nadeStadt,  daer  hem  een 
ontmoete ,  die  klaeghde  ,over  een  verklicker  vaa 
het  zout ,  die  hem  de  voorgaende  maent ,  vijf-en- 
twintigh  fecchinen  had  afgeparft  ,  waer  over 
Aniello  laft  gaf,  den  felven  verklicker  den  kop 
af  te  fmijten ,  *t  welckaenftondtsgefchiede. 

Een  ander  klaeghde ,  dat  fijn  vrouw  hem  dien 
voorgaenden  nacht  ontvoert  was,  (hoewel  met 
haer  wil,  als  zijnde  een  openbare  hoer)  gevraegnc 
hebbende  waer fy  was,  endeanderhemdeplaets 
aenwijfcnde,  wierden  fy  beyde  gevangen,  den 
hoereerder  gerabraeckt,  en  de  hoer  opgehangen. 
Dit  wierdt  gevolght  van  veel  andere  uytfpoor- 
lijckheden  ,  en  onder  anderen,  dat  hy  quam  in 
des  Konincks  ftal ,  de  paerden  befagh ,  en  feyde 
dat  defe  niet  de  Koninck,  maer  yemandt  anders 
toecmamen,  en  als  men  hem  feyde ,  datfe,  ïnder 
daed  den  Koninck  behoorden,  en  dat  d  Heer 
CarloCaracciolo,  groot  Stal- meefter  des  Rijcks, 
daer  het  opfien  over  had ,  feyde  hy :  Wat  CarU*. 
wat  oroot  Stal-mecfler ,  ickbtn het d^mkt» numant , 
en  nam  met  eenen,  foo  voor  fich ,  als  voor  fijn 
v  rienden ,  fes  van  de  befte  paerden  daer  nvt ,  maer 
hy  was  'er  nauwelijcks  mede  ten  halven  de 
marcta  ,  wanneer  hy  de  felve  weder  te  rugge 

fAtEen  andere  ftreeck  toonde  hy  aen  de  Vifita- 
door,  Don  Gio  PonzedeLeon,  wiens  goede- 

reu 


m 


m 


I  m 
mm 


mm 

«ras» 


Ni 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


L  XXI. 

Nieuw 
J  duchten 
van 


Na  pelsche  Beroerte.  165 
ren  hy  uyt  de  Gaft.huys-kerck  van  de  Francifca-    l  x  x 
1  nen  liet  halen  ,  en  na  de marckt brengen,  doende  Belacche-*- 
I  leggen,  dat fulcks gefchiede , in voldoeningh van  lijcke  ku 
)  de  kuflen,  die  hy  fijn  kleyn  neefkendesdaeghste  a"*™ 
l  voren  gegeven  had.    Hemvorders,  belaftehy,     '  "  ' 
5  aenftonts,  uyt  het  Rijck  te  vertrecken,  alfooby 
I  hem  niet  meer  van  nooden  hadde ,  en  dc  Konincks 

>  dieven  genoeghfaem  door  het  vuur  geftrafc  wa- 
l  ren;  maer  dien  fel  ven  avondt  land  hy  de  goederen 

wederom, daerfe van daengehielt waren.  Defe 
1  uytfporelijckheden  brachten  te  gelijck  verwon- 

>  deringe  en  vreefe  in  het  hart  van  den  Onder, 
koninck ,  die,  meenende  dat  alles  nu  gedaen  was , 
beducht  voor  deferafenden  Roelandt ,  op  nieuw  v 
het  Paleys  ginck  verlaten,  en  fich  na  het  nieuw  dOodct- 

t  Slot  begeven ,  achtende  evenwel  noodigh ,  een  ko»il)ci<. 
J  dapper  voornemen  aen  te  vangen ,  om  eenmael 
1 1  een  eynde  ,  van  al  defe  rafernijen  te  maecken. 
•  Na  den  middagh  fandhyeengeftrengelaft,  aen 
[  Don  Ferrante  Caracciolo ,  dat  hy ,  op  verbeurte 
1  van  fijn  leven  en  goederen  (om  dat  hy  hem , 
■ :  dien  morgen  ontmoetende  ,  hem  geen  eer  had 
laengedaen)  terrtond  fou  komen  ,  en  hem  open- 
:  baerlijck  op  de  marckt  de  voeten  kuflen ,  gelijck 
s  hy  oock  een  andere  bode  fand  ,  aen  fijn  broeder 
'IDon  Carlo  Caracciolo,  groot  Stal-meefter  des 
Konincks.    De  Ridders  ,  op  defe  boodfehap , 
gaven  een  voorfichtige  antwoort,  alsdatfehet 
«bevel  van  Mas  Aniello  fouden  nakomen ,  macr, 
nn  tegendeel  verfeeckerde  fy  hunne  befte  goede- 
ren, en  begaven  fich  na  d'Onder- koninck,  kla- 
•  !gende  over  het  gewelt  enoverlaft,  die  hen  en  al 
tden  Adel  gefchiede,  en  de  fnoode  kleynachtinge , 
Idie  hen  allen  wierd  aengedaen,  befluy  tende  men 
tmolt  fulck  een  fchrick-dier  uyt  de  Stadt,  ja  of 
ieerder  uyt  de  werelt  helpen.   Defe  klachten  be- 

L  3  droefden 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i66  Treurige  Gefcb'tedenis  van 
droefden  den  Onder-koninck  feer ,  maer  wat  raed 
om  defepeft  te  weren,  zijnde  de  dwingelant  met 
foo  een  groote  ,  en,  dat  het  quaetfte  is,  ver- 
beefte  menighte  geftut  en  omringde?  Terwijl 
fy  befif  h  waren  ,  om  middelen  te  beramen , 
fict  daer  Genovino  en  Arpaja ,  die  oock,  over 
den  dollen  Aniello  ,  bun  beklagh  quaraen 

doen,  „ 
fTT11     D'  Eerften  klaeghde  ,  dat  hy  niet  alleen 
Kcbtcn  '  niet  meer  by  hem  konde  te  wegen  brengen , 
ov«       roaer  oock  geduerigh  in  gevaer  van  lijn  leven 
Aniello.    was  ^  dreygende  hem  Aniello  geduerigh  den 
kop  te  doen  af  fmijten,  dat  fe  niet  behoefden 
te  dencken ,  dat  fe  met  den  Hartogh  van  Ofluna 
te  doen  hadden.    Dat  Aniello  hem  oock  tot 
verfcheyde  malen  ,  met  fijn  ftocksken  geliagen 
had,  zijnde  evenwel  gedwongen  fijn  leedtin  te 
kroppen  ,  op  dat  hem  niets  fwaerder  mocht 
overkomen. 

Arpaja  klaeghde  oock  over  het  baerblijcKe- 
lijck  gevaer,  dit  hy  alle  uren  hid  te  vreefen , 
oock  dat  hy  hem  alreeds  een  kinneback-flagh  ge- 
geven had.    Aldus  was  yedcr  in  anghft  en  vrees , 
fonder  evenwel  eenigen  middel  tefien,  tot  red- 
dennen van  de  faeck  ,  ftaende  een  troep  van 
meer  als  hondert  en  vijftigh  duyfent  gewapen- 
de mannen  onder  fijn  bevelen ,  hoewel  de  meelten 
hoop,  en  voornamentliick  de  Bevel-hebbers , 
hem  ,  ter  oorfaeck  van  fijn  boofen  en  tyranni- 
cen  handel,  al  begoft  te  haten.   Invoegen  de 
meefte  Hop-lieden  der  Stadt ,  door  raedt  van 
Genovino ,  noch  des  Sondaghs  's  avondts  by 
denOnder-koninck  gingen,  hem  verfekerende , 
dat  fe  defen  handel  van  Aniello  hateden ,  en  hem 
niet  langer  wilden  gehoorfamen,  maer  m  alles  , 
tep  believen  van  fijn  Excellentie  ftaen;  indien  ie 


Napelsche  Beroerte.  167 

fich  mochten  verfeeckeren  hun  voor- rechten, 
in  dien  ftaet,  daer  in  fy  nu  geftelt  waren,  te 
behouden,    't  Welck  hen  fijn  Excellentie  vafte- 
lijck  beloofde ,  gelijck  hy  dien  dagh  noch  de 
felvc  met  openbare  Placcaten  deed  beveiligen. 
Boven  delen  wierd  'er  befloten ,  dat  men  weder  lx  xiii. 
een  nieuwe  vergader ingh ,  in  de  Kerck  van  St.  !^1{^C" 
Auguftijnfou  leggen  ,  om  op  nieuw  den  eedtgcnomck 
te  doen  ,  fonder  Mas  Aniello  daer  by  te  laten 
komen  ,  die  ondertuflTchen  op  nieuw  ,  met  de 
Gondel  van  d'Onder- koningin  ,  om  een  fpeel- 
reyfe  na  Pofilippo  gefondcn  wierdt  •  gelijck 
men  orck  ten  laetften  beraemde,  dat  men  Aniello 
voor  al  fijn  leven  foufoecken  gevangen  te  letten, 
overmits  men  ( ter  oor faeck  van  het  goede  werck 
door  hem  uytgevoert)  tot  fijn  dood  niet  ver- 
ftaen  konde. 

OndertuflTchen  quam  Aniello  weder  van  Po- 
filippo, en  begaf  lichterftondc  na  de  Galeyen 
toe,  Rellende  daer  Hop-lieden  en  Bevel- hebbe- 
ren op.  Van  daer  na  de  marckt ,  daer  hy  ten 
eerften  eenige  Hop-lieden  dreyghde  >  den  kop  af 
te  fmijten  ,  en  onder  anderen  oock  Genovino  en 
Arpaja,  om  datfe  hem  ,  dien  dagh,  eeengefel- 
fchap  hadden  gehouden,  ja  hy  dreygnde  de  ge- 
ilede Stad  in  de  brant  te  ftcecken ,  om  dat  fe  toen 
de  eerfte  mael  fich  ongehooi  faem ,  tegens  hem 
getoont  had.  Vorders  ,  ter  oorfaeck  van  de 
groote  hitte  die  hy  gevoelde,  fmeet  hy  fich  feiven, 
foogekleetalshy  was  in  de  Zee,  en  daer  weder 
uyt  gekomen  zijnde,begoft  met  den  degen  teflaan, 
te  fchermen  ,  en  fulck  een  wefen  te  ftellen ,  dat 
niemandt,  oock  niet  felfs  d'Aerts-biflchophem 
bevredigen  konde ,  foodat  de  Hop-lieden  van  hec 
voick  gedwongen  waren,  hem  te  vatten,  in  fijn 
eygen  huys  in  boeyen  te  fluyten ,  en  met  wachten 

L  4  cc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


volfpeclt 
het  treur 
fret. 


168  Treurige  Gefcbiedenis  van 
te  bewaren.  En  ondertuirchen  felf  ter  midder- 
nacht ,  en  met  goet  vinden  van  het  volck ,  namen 
de  befte  burgers  de  wapenen  in  handen  >  voor  den 
Onder-koninck. 
L  x  x  i  v.  Maer  een  onverwacht  toeval  deed  veel,  tot  het 
voorval  uytfpeekn  van  dit  treurfoel,  namentlijck  datee- 
nen Mar  co  Vitale  >  een  ftout  wacker  Ionghman, 
en  Opper-geheym-fchrijver  van  MasAniello,des 
Dinghfdaeghs  morgens  vroegh ,  uyt  de  nieuwe 
burcht ,  daer  hy  dien  nacht  geflapen  had ,  na  de 
poort  van  de  Chiaia ,  die  daer  het  dichtfte  by  was, 
gingh,  en  van  daer  na  de  Zee-kant,  en  de  Borgo 
della  Chiaia,  ter  werelt  niet  wetende,  van  defen 
laetften  handel ,  tegen  fijn  meefter.  Hy ,  daer  ge. 
komen,fagh  het  volck  in  het  geweer,  en  vraeghde 
daer  over ,  met  verwonderingh  en  ontfteltenis , 
watdaerdeoorfaeckvan  was,  en  uyt  wat  macht 
en  laft  fy  de  wapenen  hadden  aengenomen.  Een 
van  de  Hop  lieden  antwoorde  hem  ftoutelijck, 
dat  fu'cks  uyt  laft  van  den  Onder-koninck  ge- 
fchiede.  Waer  op  Vitale  dwaeflijck  antwoorde : 
V  ls  wel,  ickganademarckf  >  u  hooft  {aller  voor  be- 
talen. D'  Hopman,  hoewel  over  het  volck, 
floegh  de  hand  aen  het  geweer,  en  gaf  hem  een 
vreeflèlijcken  fteeck,  daer  een  ander  terftond  een 
kogel  by  voeghde ,  foo  dat  defen  ellendige  op  de 
plaets  dood  bleef ;  en  terftondt  daer  omtrent,  in 
de  Kerck  van  St.  Louijs ,  by  de  Minder- broeders 
in  een  graf  gefmeten  wierd.  Doch  de  Burgers 
namen  hem  daer  weder  uyt ,  floegen  hem  den  kop 
af,  fetten  't  felveopeen  ftaeck,  en  fleeptenhet 
Uchaem  door  de  geheele  Stadt  heen. 

Het  was  dien  dagh  de  vyerdagh  van  de  Lief- 
vrouw van  Carmine.    lylas  Aniello ,  door  goet 
Anieiio  in  geluck  uyt  de  Boeyens  geraeckt  zijnde,  had  fich 
benauwt-  yj  de  Kerck  yan  carmjne  begeven ,  al  waer  hy  de 


LX  XV. 


■ 


I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  i69 

!  \Trry!lt}  d/n  Cardinael  verwachte,  die  daer 
MilTefoudedoen  ge  ijck  jaerlijcks  hetgebruyek 
was.  De  Cardmael  ter  nauwer  noodt  aen  de 
poort  gekomen  zijnde,  wierdtvan  Aniello  ont- 
moet ,  met defe  woorden :  Doorluchtige  Heer,  nu 
fan  tc^datbet  vo  ck  my  verlaten  en  verréden  wiU 
H  foutvelwenfchen^at  men  defen  dagh  tot  mijn 
™™ftj»gb  een  trtfdïcke  oJydinJdeed,  L 
den  Onder- bmnc^foeRjden*  en  ale  de  iecht- 
M  bancksn  der  Stadt  ter  eer  en  van  defe  LiefvrLt, 
m  indien  tck  daer  na  moet  fterven ,  fal  ick.  mmündood, 
wel  vergmoeght  yn.  lcj^verfoecke  voorts  dat  u» 
Eminentie ,  defen  brief,  aen  den  Onder^oninck  gè. 
•i  Inft  te  doen  Uhandigen.  Met  eenen  gaf  hy  hem 
>  een  brief  in ,  handen.  De  Cardmael  omïrmde 
htm,  prees  fi,n  heyligen  yver,  vaerdighde  terftonc 

'  LCn  £  af,n3erh5c  Palevs>  m«  denBrief 
.  aen  den  Onder-konmck,  en  gingh  alfoona  den 
;  grooten  Alcaer ,  om  de  Miflè  te  fingen ,  ahoo  de 
Kerck  vol  yolcks  was.  Mas  Aniello  begaf  fich , 
<  terfelver  ti,d,op  een  Galderye, met  eenCruys! 

Cilndefthf dt'  en  bcval  flchvan  daer,  in  de 
j  goede  gunft  der  gemeente,  biddende  hem  niette 
»  willen  verlaten,  aengemerekt  het  genehy  voor 
hen  gedaen  had  ,  verhalende  voorts  al  fijnen 

kJ L       V  ?a  Weder  H[™<*&  te  fuffen , 
bcgoft  hy  al  fi;n  fauren  en  mil|repcn  te  verhalen , 
:  en  een  deel  belachehjcke,  ja  ergerlijcke  redenen 
\  voor  den  dagh  te  brengen,  foo  dat  hy  van  fijn  Lijf- 

! «£hr  ACnten  ■  W!erdr-     Sc,f  de  CaVdinicl 
mocht  defelve  niet  langer  aenhooren,  maer  gaf 

:  laft,  aen  eenige  geeftelijcken  hem  van  boven  te 
I  doen  komen    Hy  nu  om  laegh  zijnde ,  met  wil 
of  tegen  wil ,  viel  voorts  aen  de  voeten  van  den 
Cardinael ,  hem  biddende  fijn  Godts-  geleerde  na 
den  Onder.koninck  te  willen  fenden ,  om  fijn  Ex. 

L  5  cellentie 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuestLLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Tttmige  Gefcbiedtmt  vm 
celkntie,  uyt  fijnen  naem,  de  opperfte  macht 
ov  ?te  geven.   }t  Welck  hem  fijn  E.mnent.e  be- 
foofde  te  fullen  doen ,  en  deed  hem  voorts  m  de 
lUep-kamet  brengen, om  hem  te  doen  verklee- 
S  dewijl  hyfeerbefweet  was,  enmeteenen, 
een  weynigh  te  doen  rullen  .begevende  fi)n  Emi- 
nentie fich  vorder  weder  na  fijn  Paleys.      .  IK, 
Mas  AnieUo, ondertuflehen, verkleed  z.)nde,  L. 
gingh  ineen  Zael,  uyt  eenveynfter  eggen,  dat 
op  Ie  Zee  uyt  komt ,  om  de  lucht  te  vatten ,  wan- 
neer eenigeWUoedrge  Edel-heden ,  hen , 
vereefelfchapt  met  eenige  van  de  Gemeente,  , 
ovefquamen.    Defe  eerlt  in  de  Kerckvan Car- 
mine  gekomen  zijnde ,  begolten  te  roepen  ,Lmgb 

tfS^rUM,  gi/ghde  voorfeyde  fc 
Sn  te  eemoet, feggende:  So«fcg*y  , 

A  OP  woorden  V 

v  êt  fchoten  gebracht  wierden  ,  van  v.er  eed- 
kanten,  glnoemt  Salvadore, ,  Carlo Cm - 
lm   A  ntreio  Ard  zzone ,  en  Andre  Karna ,  aic  i 


moort 
vort. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Dl 


s 


Napelsche  Beroerte.  171 
;duyfent  zielen  vervult  was ,  en  van  daer  op  de 
fimarckc ,  roepende  geitadigh :  Langb  leve  de 
mine \  van  Spang  jen  ,  en  dat  niemandt ,  onder  firaffc 
wan  wederfpannigbeydt ,  den  naem  van  Mas  Aniello 
meer  noeme ,  Mas  ^Aniello  is  doodt.   En  met  eenen 
doende  eenige  fchoten,  hoewel  met  loos  kruyt , 
üverfchricktenfe,in  fulcker  voegen, dat gemeene 
ovolcksken,  dat,  korts  te  voren ,  alles  dede  be- 
sven, dat,  fiende  hun  Hooft  dood,  d'een  hier, 
'ander  daer,  om  een  goet  heen  komen  fagh, 
ónder  de  minfte  moed  te  hebben ,  om  eenige 
^wederftand  te  bieden.  Soo  dat  fy ,  onverhindert ,  lxxviii. 
de  Stadt,  met  dit  hooft  mochten  doorwandelen  •  Si»n.  hooft 
*%erwijl  de  jongers  fijn  lichaem  door  al  deftraten  ^ishaa-111 
heen  en  weder  fieepten  ,  ontfangende  kuflen ,  dclt.*0" 
omhelfingen ,  zegeningen  en  geit ,  van  die  ge- 
ne ,  die  met  den  grootften  haet ,  op  den  dooden 
ontfteecken  waren.    Voornamentlijck,  die  van 
den  Adel ,  die,  op  de  eertte  tijdingh  van  fijn  dood, 
fich  weder  uy t  den  huys  begaven ,  en  te  paert  na 
'het  Paleys  van  den  Onder-koninck  renden  -  die, 
van  blijdfchap  buyten  fich  felven  ,  een  yeder 
wel  onthelde.    Geliick  oock  de  Cardinael ,  foo 
haeft  hy  de  tijding,  met  als  hy  te  huys  quam ,  ont- 
vangen had ,  fich  aenftonts,  na  den  Onder-koninck 
begaf ,  om  hem  geluck  te  wenfehen.  Dietcr- 
ftond  geftrenge  laft  gaf,  dat  alle  Hop-lieden  der 
.  ijcken ,  met  hun  volck ,  in  de  wapenen  komen 
ouden ;  en  op  verlies  van  het  leven,  niemant  ge- 
oorfamen  dan  hem. Oock  wierd  'er  laft  gegeven,  L*  *  ix. 
m  fijn  medeaanders,als  oock  fijn  vrouw,fufters,  ma* 
en  andere  magen  van  defelvete  vangen.  En  om  gen,8 
dat  fijn  broeder  Matheo,  met  eenigh  volck  na 
Benevente  getogen  was  ,  om  te  fien  of  hy  den 
Hartogh  van  Mataloni  kondein  handen  krijgen, 
wierd  hem  terftondc  een  grooten  hoop  volcks 

achter 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LX  X  X. 

Doch  we- 
der ontfla- 
gen. 


L  X  X  X  I. 

Sijn  gcfcl- 
len  ge- 
dood. 


LXXXII. 
Verandei- 
lijckheyt 
van  het 
volck. 


I  y  i         Treurige  Gefcbiedenis  van 
achter  acn  gefonden,  foo  te  voet  als  tepaerdt, 
die  hem  haeft  kregen,  en  binnen  Napels  brach-  '.; 
ten ,  daer  hy  mede  op  het  Slot  gevangen  wierd 
gebracht ,  hoewel  fe  alle  daer  na ,  om  het  voicki " 
Te  bevredigen,  weder  in  vryheyd  geftelt wier-i- 

den  1 
Óver  defe  verioffinge  wierden  openbare  danck;  i 

fegginge,  gedaen ,  en  het  Te  Deur»  gefwgen.    Na  I 
hét  welcke  fich  d'Onder-koninck  na  de  marekti1 
begaf,  daer  hy  opnieuw,  met  trompetten,  heer 
onderhouden  van  gemelde  voor-rechten  dedel 
verkondigen,  'twelck  met  groote  bhjdfchap  ent: 
geroep  van,  Uvt  Uvty  &c.  aengenomen  enbe-5 
Int  woord  wierd.    Hier  op  wierden  de  winckelll 
weder  geopent ,  Duytfche  en  Spaenfche  knjghs-i 
lieden  namen  de  wapenen  weder  aen  ,  en  huril 
wacht-huyfen  door  deStadtin,  met  verdubbe-j< 
linee  van  de  bewaerders  van  het  Paleys.  Mee^ 
de  broeder  van  Mas  Aniello  ,  wierd  oock  fim« 
moeder  gevangen  gebracht,  enby dereft gelet  .1 
Tïy  dL  de^Stadt  geleydt  wierden,  nep  hei J 
volck :  Genade ,  genade ,  voor  Mevrouw  ,  de  HartogM* 
van  Snoeckenhrfr.    Men  bracht  oock  vier  hoof- 1 
den  van  Anielfos  gefellen  mede ,  die  fich  niet 
hadden  willen  gevangen  geven. 

Aldus  eyndilhde  het  Teven ,  en  met  het  leven  i 
de  heerfchappy  van  Tomafo  Aniello ,  verwon- 
d^jck  vooHe  gantfche  werelt  :  ,a  een  verJ 
baeftheydt  voor  de  toekomende  eeuwen  Hoe 
nu  de  onluften  weder  begonnen  zi,n ,  ^nwy 
op  het  alderkortfte verhalen  ..M^^J- 
ten  wv  weten,datdeveranderlijck^ydtderge-l 

moeien ,  in  het  volck  nnMM^ 
was ,  dat  fy  Mas  Amello  wederom  foo  feerbe- 
goftên  te  beminnen  na  fijn .doodt ,  als Tv Miemt  ■ 
korts  voor  de  fclvegchaet  hadden.  Tot  bewns 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ft 


Napelsche  Beroerte.  i7j 

'an  het  felve  deden  fy  fijn  lichaem ,  met  het  hooft 
irederom  vereenight,  op  het  alderheerlijcklle , 
erfelt  met  al  de  Geeftelijcken  van deStadt,  en 
lenighte  van  krijghs  lieden ,  en  ontallijke  andere 
oigers,  in  ongemeene  ftatien  in  de  Kcrck  van 
eCarmine  begraven. 

Aldus  fcheen  dit  vuur  wel  gedooften  uytge- 
i  ublufcht  te  zijn  ,  maer  ,  eylaes !  de  verborgene 
rfvoncken  van  haet,  verweckten  wederom  in  het 
isorc  nieuwe  vlammen.  Sommige  van  den  Adel , 
Tuften  den  handel  van  het  volckophet  alderaf- 
unltighfte  uyt  te  meten ,  en  de  Gemeente  in  fulc- 
er  voegen  hatelijck  te  maecken ,  dat,  eenige  der 
iorgers ,  komende  in  het  Paleys ,  om  over  defe 
aeck  met  fijn  Excellentie  te  fpreecken,  op  het 
ronvoorhenfte ,  met  fchieten  ,  van  des  Onder- 
^onincks  volck  befprongen  wierden  •  wacr  over 
fy  fich  op  nieuw  genoodfaeckt  fagen,  de  wape- 
nen weder  in  handen  te  nemen  ,  gelijck  oock, 
mtrent  den  een-en-twintighften  van  Auguftus , 
^efchiede,  behoudende  evenwel  hun  oude  geioep, 
wan  goetwilligheydt  voor  den  Koninck.  Echter 
-  ierdt  defe  onluft  weder,  door  goet  beleydt 
in  den  Onder-koninck  ,  en  fijne  Raden,  als 
mede  den  yver  van  den  Cardinael  Filomarini 
<bygeleght ,  en  op  nieuw  in  de  Kerck  van  Santa 
Barbara,  ftaende  binnen  de  Nieuwe  Burgh,  den 
.eed  wederzijdts  gedaen.    Zijnde  niet  anders 
"  .^verwacht ,  als  de  beveftigingh  van  fijn  Ko- 
nincklijcke  Majefteyt  ,  dewelcke,  volgens  het 
belluyt  op  den  eet ften  dagh  van  O&ober ,  aldaer 
rmoft  zijn.    En  in  der  waerheydt ,  op  dien  fel  ven 
«dagh,  ontftondt'er  een  gerucht,  dat  fijn  Hoog. 
;heydt,  Don  Jan  van  Ooftenrijck,  loon  van  ge- 
feyde  Majefteyt ,  met  een  Konincklijcke  macht  en 
Scheeps- vloot ,  in  de  haven  der  Stadt  quam ,  waer 

over 


lxxxiil 

Nieuwe 
beroerte» 


LXXXIV, 
>Veder  by- 
gcleght. 


LXXXV. 

Aenkomft 
van  Don 
Ian  van 
Ooften- 
rijck, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LXXXVI. 

Napcis  in- 
«nomen 
en  bcfcho- 
tciu 


LXXXVII. 

Kort 
verhael 
van  den 
uytflagh. 


174         Treurige  Gefchiedenisvan 
over  deGemeente  met  alle  gewelt  te  famenliep,j<J 
vol  begeerte,  om  fulck  een  aenfienhjck  VorftJ 
nvt  hunnen  Koninck  gefproten  ,  te  fien.    En  c 
als  men  al  van  dagh  totdagh  verwachte,  dat  : 
fulcks  fou  gefchieden ,  wierd  'er  eyndelijck  verg* 
toont,  dat  fijne  Hoogheydt  geenfints  genegen 
was  te  landen  ,  voor  en  al  eer  het  getrouwe 
volck  van  Napels  fijn  wapenen  foude  hebben 
neder  eeleght,  die  terftondt  oock ,  volgens  het 
bevel,  inde  wapên-huyfen  wech gebracht  wiei|j 
den,  al  hoewel  fulcks  ftreed,  met  de  vryheydt , 
dewelcke  hen  was  toegeftaen  ;  foodat  men,  des 
Saterdaghs  's  morgens ,  de  vijfde  van  de  vooriey- 
demaent,  eeenmenfehen  meer  ge  wapent,  maer 
alles  in  goede  ruft  en  ftilte  fagh.   En  terwnPji 
nu  veder  verlanghde,om  den  Vorft  te  uen, 
wierdc  de  Stadt,  opdenmiddagh,  vandes Ko- 
nincks  krijghs-volclc  met  gewelt  mg^omen, 
het welck,  niet,  fonder  veel  ongeregelt heden, 
pionderen ,  en  vrou  wen-fchenden  toeginck ,  wan- 

neer  men  oock  de  Stadt,  met  meer als drie  duy- 
fent  ftuckengefchuts,  foo  van  de  drie  Cafteelen , 
als  uyt  veertigh  fchepen  en  galeyen  begott  te 
befchieten ,  foS  dat  die  peerel  van  Europa ,  t  ee- 
nemael  over  hoop  fcheen  te  fullen  vallen. 

Hier  door  wierdt  het  volck  op  nieuw  gedwon- 
gen ,  fich  in  de  wapenen  te  begeven-  Hoevor- 
Ls  het  volck  van  Napels ,  Gcfi  onder  het  be  ey  t 
vandenPrincevan  Mafo,  fich  tegens  deSpaen- 
fche  wapenen,  dapperlijck,  heeft  befchermt y 
onderhandelinge^het  félve volck,  na  der  handt 
met  den  Hartogh  van  Guife  en  de £anfche  Mi- 
nifters  en  Stacfts  dienaers  heeft  gehadt ,  tgeei i 
IndreaPaulucci,  ^  een  handt  daerin  heb^ 
den  hals  gekoftheeft:  oock  hoe  Don  Giovan 
Sergio  Sanfeiice ,  Vader  van  Don  Lucio  Sanfeh- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Napelsche  Beroerte.  i7$ 
ce,  fichlangh  in  een  Kloofter,  daer  fijn  broeder 
:<  Prior  in  was ,  verborgen  gebleven  zijnde ,  en  na- 
:3Jderhandc  uytgaende  ,<van  de  Napelfche  Vrouwen 
jjgevat,  en  met  een  ftiletom  het  leven  gebracht 
vwierdt,  hoe  daer  na  den  Hartoghvan  Guifede 
xbefchermingh,  van  het  Napelfche  volck  aenge- 
•  it  nomen ,  en  het  felve  verdedight  heeft ,  tot  dat  het 
>f  door  de  Spaenfche  macht  gedwongen ,  fich  na 
r;:*Jeen  algemeene  vergifTenis ,  in  handen  der  Span- 
•igiaerden,  heeft  moeten  overgeven.    Mede  hoe 
de  felve  Hartogh  van  Guife,  meenende  weder  na 
-  ^Rorne  te  vluchten ,  onderwegen  achter haelt ,  en 
..  y.  eerft  op  Gajet  a,en  daer  na  in  Spanien  gevanckelijk 
gevoei  t  is  geweeft ;  lijdt  de  beknoptheyt  van  dit 
•-ra  tegenwoordige  werek  ,  geenfints,  breeder  te 
•m\  verhalen ,  ons  te  vreden  houdende  het  gebiedt  van 
tien  dagen,  van  onfen  Mas  Aniello,  omftande- 
•  i  hjck  voor  oogen  te  hebben  geftelt ,  wijfende  voor 
v;.  de  reftden  Lefcr,tothet  wijtloopigh verhael , 
töfltvoordefen,  door  ons,  uyt  de  Italiaenfche  tale 
'  vertaelt,  en  in  diuck  uyt  gegeven,  daer  al  de 
>  volgenden  handel ,  dienende  meer  toe  voldoenin- 
ge  van  den  Lefer ,  als  tot  onfe  vereyfehteftoffe  op 
:  >d  het  alderbrcetite  wort  vei  haelt.    Het  fy  ons  dan  Lxxxvm 
genoegh,  te  hebben  aengewcfen ,  datter 
dferny  kan  gevonden  noch  bedacht  worden,  datbewic"dt 
.-ji  een  machtigh  volck ,  genoopt  door  lallen ,  en  op-  IZtoT  * 
geruyt  door  ftaet-fotckende  en  wraeckgieri^e  ctvaienc 
menfehen ,  niet  foude  ter  handt  fiaen :  oock  hoe  S^3"1^ 
gevaerlijck  fwaer  bewindt  van  ftaet ,  in  een  onder- 
werpfel,  dat ,  ontbloot  van  ervarentheyt  en  het 
heerfclien  ongewoon ,  en  dien  volgende  fich  fel- 
ven  niet  machtigh  is ,  vallende ,  gemeenlijck  met 
dat  fwacke  fteunfel  te  gronde  komt  te  ftorten ,  en 
dat  de  hooge  Majefteyt  en  Aehtbaerheyt ,  hoe 
leer  bekdighc  en  gedrongen ,  en  door  de  woeden- 
de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


17$  Treurige  Gefchtedenis  vm 
de  racnighten  aengetaft ,  evenwel  gemeenli  jck  het  I 
hooft  weder  boven  fteeckt,  voornamentlijck,daer  i 
eenloofeenbefcheydenevoortganck,  of  immers  I 
ftantvaftige  en  befette  tegenbiedmge ,  de  woeden- 
de voorbarigheyt  weet  te  verydelen.  Wyfullen  i 
ons  dan  tot  andere  ftoffe ,  miffchienfoo  wonder-  4 
lijck niet, ten minftenniet  veel  minbloedigh  als  i, 
defc,  keeren. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


MELECK  BAHAMANfT 

Konwcl^van  Larry  loon, 

En  Andere. 
INHOUDT. 

i. 

Tgcnfchap  van  de  deught.      II.  Gelegentheyt  van 
htt Rijckvan  Bahaman.   III.  Toclegh  van  Abba* 
"geus  kern.    I  V.  Toeft  el  van  Bahaman  tot  tegenweer. 
V.  Bcdrtegery  van  den  Perftaen.    VI.  Verlockt  Baha- 
\tnan.      VII.    Bcfchcyuenhe yt  van    fijn  kinderen, 
i  VI II.  Helft  den  Perftaen  aen  V  vonden.    IX.  Muy- 
'  ten  der  Perftanen.    X.  Geveynftheyt  van  den  Perftaen. 

*  XI.  Bedrieght  de  kjnderen  van  Bahaman.  XII.  Doodt 
.  van  Bahaman  en  {tjn  kinderen  XIII.  Droevtgh treur- 
\fpel  van  de  kinderen  van  Abba*.  X I V.  Vcorftchtig- 
xheytvan  Codobanda.  XV.  Sijns  Vaders  afgun  ff  te- 
lgen hem.  ■-  X  V I.  Codobanda  verltcft  op  een  Arabtfche 
'Vorftm.  XVII.  Mogar opvoeder  van  Codobanda  u]ort 
tverwurght.  XVIII.  V  Geen  Codobanda  tot  raferny 
tver-weckj.  XIX.  Abba*  doet  fijn  boon  de  oogen  uyt- 
'fteecken.  XX.  Fatyma/ecr  vr.n  Abba*  bemint .  XXI.  Wort 
ivanhaer  Vader  Aen  hals  omgedraeyt.  XXII.  Codo- 
t  banda  vergeeft  ftlh  Jeli  ou 

V.  Geschiedenis. 
Sj^|^J**jp*|§  Oodanigh  is  de  fchoonheydt  en 

•  SLéIflC^)lr  bevallijckheydt  van  de  deught,  i. 

dat  fy  fonder  eenige  vergier-  Eygci 
felen  van  konft  of  van  de  naru-  £ch'P  •■ 

;^@»3»  re,  fich  felven  beminnelijck  dc  dcughu 

maeckt ,  felf  in  onfe  bitterfte 
vyanden  word  de  dapperheydc 
lengebeden ,  en  de  alderwoedenfte  ftraf- gierig- 




'gen- 
van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


17  %         tnmige  Gefcbiedetiis  van 
hevdt,  ontvalt  het  moordt- geweer ,  wanneer  de 
deueht  fich  vertoont,  in  de  oogen  van  de  woe- 
dende wraeck.    Dit  is  de  regel  van  wegen  de 
deueht  omtrent  de  deu:ght-licvende,  gelijckelc-  . 
ke  hoedanigheden  te  lichter  door  huns  gehjeken  i 
oetrocken  "worden:  tmer  anders  is  het  geftelt,  « 
met  die  gene  ,  die  de  natuer  van  dit  koftelijck:' 
juweel  berooft  heeft.    Defe,  als  woedende  te- ... 
qens  de  vreckheydt  van  defe  moeder,  (oeckenm 
anderen  te  verdelgen,  hetgeen  fy 'in  fich  fel  ven  : 
niet  vinden ,  om  in  hen  niet  te  fien  blmcken , 
'cgeen  de  aengeborene  boosaerdigheydt  in  hun  > 
hartuytgedooft  heeft. 

Boven  op  het  geberghte  Taurus  heerlchte 
vooreenige  jaren ,  een  Vorft ,  Meleck  Bahaman 
cenoemt  ^  fpreydende  fijn  heerfchappy  uyt ,  over 
meniphte  van  bergen  endalen,  foo over GelacK * 
als  over  Taurus ,  een  Koninck,  die ,  al  hoewel  hy  < 
als  in  het  midden  van  de  locht,  fijn  gebied  voer- 
de, nochtans  met  feer  groote  moeyten,  gedue-, 
riehUjck  tegens  den  Tartaer  en  Perfiaen  ,  lijna 
1 1     cebiedt  genoodfaeckt  was  te  befchermen.  Soo- « 
edegJm-  oWh  evenwel  was  fijn  geluck,  kloeckheydt  cw 
heyt  Van   ^eieydt  .  en  foodanigh  hun  onderlinge  eendracht: 
!!"  Rl'ck  ( door  welcke  welftand  kleyne  dingen  groot  wor-i 
lïaharnan,  fcnl  dat  hy  ,  in  weerwil  van  al  fijner  vyandeoj 
qucll  ingen ,  altoos  even  onbewogen  ,gelijck  een 
fcrckc?ots  in  het  midden  der  baren ,  bleef.  Heb- 
bende het  genoegen  ,  den  onderganck  van  veel 
fijner  vyanSen  te  fien ,  fich  ondertuffchen  tevre-f 
den  Rellende,  hetgeen  hem  fijn  Voorfaten  had- 
den naergelaten  te  bewaren,  en  fijn  grauwe  hay 
ren,  omtrent  de  welftand  van  fijn  onderdanen 
uy  tgefiooft ;  met  ruft  en  vrede ,  in  fijn  graf  te  late 

^Soodanigh  waren  de  gedachten  van  Bahama 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Mheck  Bahaman.  179 
maer  heel  anders  die  van  Sha  Abbas,  Koninck 
van  Feriien,  die ,  wederkeerende  van  fiinover- 
Winiuoge  van  Mozendram  ,  na  dat  hy  Shalky 
Mirza,  loon  van  den  Koninck  Abdalla  Cawn, 
lijn  huys  galt  of  gevangen  gemaeckt  had  ,  na  het 
3  gcbenjhte  den  Taurus  opfagh ,  en  ophende ,  oor- 
deelde ,  dat  de  hoogheydt  van  dit  geboui  der 
mture,  fijn  groocmocdigheydt  te  na  gingh  5  en 
dat  dcfe  lucht. woninghnieroandi  voorïjnwape- 
:•  nen  behoorde  te  bejrijen ,  d.e  fijn  opper-macht    II  li 
j  in  de  wcegh  was  5  fonder  na  eenigh  recht  of  bil-  TocIe?h 
lifckhcyd  te  vragen  ,  maer  aclitende  ,  ld  tauius™  A,kbas 

:  Maer  even  wel  om  de  werelt  over  fijn  aenVangh 
eenige  yoldoeningh  te  geven,  mofthy  een  deck- 
mantel foecken.    Hy  leydt  hem  te  laft,  dathy  ' 
van  üjn  hooge  woninge ,  fijn  twee  Koninckrijc- 
■  ken  van  Media  cn  Mozendram ,  met  ftroopen , 
berooven  van  de  Caravanen ,  verlocken  van  hun 
■<Sude-wormen,  laftigh  valt,en  voorts  fijnen  voort- 
igangh  na  de  Cafpilche  zee  mcrckelijck  verhin- 
dert ,  oock  verfcheyde  rivieren  ,  die  van  den 
bergh  Taurus  hun  oorfpronck  hebben,  en Hyr- 
cama  en  Shervan  bevochtigen ,  (fonder  welcke 

zegen  dcfe  twee  gcwtüenellendigh  en on vrucht-  ' 
baer  worden)  a nevelt. 

Meleck  Bahaman  geeft  Abbas  kort  bericht, 
en  geeft  hem  loodanigevoldoeninge,  als  hy  oor- 
deelde  genoeghfaem  te  zijn,  om  een  billiick  Vorft 
te  vreden  te  Keilen,    Maer  Abbas ,  die  het  war-     1  v 
ren  iocht ,  lact  iich  door  geen  reden  ftülen  ,  maer  lW 
oeliuyt ,  daer  kome  af  dat  wil ,  defen  onfchuldieen  va"  Baha' 
►Vorft  denoorlogh  aen  te  doen ,  en  belaft  Met  hï.  KSJaÜ 
t.ulibegh,  met  een  heyr  van  Coofelbafhaws  fijn 
voornemen  uyt  te  voeren,  met  laft,  niet  als  zegen- 
pralende  ,  van  het  gebergte  weder  te  keeren. 

M  z  '  Dit 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


tiemke  Gcfcbiedemt  van 
Dicwierdt  gcenfints  foo  heynaelijckbeftelt, 
„f  d-ourte  Bahaman  wierdt  daer  heymehjck  van 
°  waerfthouwt.    Het  ontftelde  hem ,  >n  het  be- 
^  niet  wevnieh ,  te  meer  om  dat  fijn  ouderdom 
m  e'r  ruft  X  ooriogh  begeerde  en  wenfch.e 
Maer  op  dat  fijn  onderdanen  volgens  fijn 
voorbeeld,  den  moed  niet  fouden  laten  facken, 
werpt  hy  fijn  bekommernis  van  fich,  en  geleek 
Ten  gemeen  Vader  .beforght  fijnen  6)»?volcta 
behoudenis,  met  toeftel  van  wapenen  en  lijt-tocht 
vo"?  langen  tijde  te  beforgen ,  fijn  plae  s,  foo 
veel  mo«Ujck  was,  te  verftereken ,  fonder  yets 
n?te  laten ,  dat  hem  d-eer-naem  van  een  belorght 
S  i  |h  man  konde  geven.    In  yeder plagde 
eenile  cegen-weer  vermoght  te  bieden,  beitelde 
hv  noodle  befettinge  ,  ontb.ootende  vorders , 
aUe  XetTen,  daer  de  vyand  door  molt,  van  alle 
nootSckeHickheydt  ,  om  he-ingeenen  dee  n 
hulp  of  verfterckmgh  te  geven.   Als  d  t  nu  al  es 
Eèforght  was,  befluyt  hy  fich  lelver ifijn  Kon  n- 
„in  iwee  fonen  ,  en  tienduyfent  kloecKeman- 
„  n  SfiTo  Hooftlplaets  op, daer  hy  meende  voo 
al  het  sewelt  van  den  vyand  vry  te  zijn.  ue 
Pe  fi  enlïhe  Veld-heer  onderruflehen  begeeft 
fich  më  d  rt,gh  duyfent  mannen  het  geberghte 
no  maer  vindt  op  den  eerften  aenvangh  den  wegh 
foPo  moe^e  ijck  en  gevaerl,  jek ,  door  de  men.ghte 
van  Pijlen  en  fteenen ,  die  op  hem  en  fijn  volck  ha- 
Sn  dat  fy  niet  willen  waer  fich  tebergen ,  en 
fen  veder  omyfaghna  gelegentheyt ,  om  vaerdiget 

weder  af  te  dalen ,  als  fy  opgeklommen  waren. 
Mat  MethicuHbegh .«jderhoudt  hen,  e  be 
l„l„en  beloften,  van  rijeke  vergeldinge,  ltelt  ucn 
ïoor  aen ,  en  vo  gens  in  het  meefte  gevaer ,  invoe- 
gen hy,  lenigt  «eto^^ 
ïterekte  van  Bahaman  neder  liaet.  ^ 


h. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


M  ïuci:  Bahaman.  181 


Hoe  hy  defe  fterckte  meerder  befagh ,  hoe  hem 
de  hoop  ,  om  die  te  vermeefteren  ,  kleynder 
wierdt ;  alfoo  haer  gelegemheyt  foodanigh  waer, 
dac  felfs  het  naerderen  niet  fonder  groot gevaer 
was :  hy  was  wel  voorfien  van  kleyn  en  groot 
gefchut ,  maer  alles  was  vergeefs  en  ydel ,  om  foo 
een  tterekte  te  dwingen  en  te  verfetten.  Na 
dit  hy  nu  eenigen  tijdt  alles  gedaen  had  dat  lilt 
en  wapenen  vermochten ,  cn  geen  voordeel  op 
de  veftmge  te  behalen  fagh  ,  bcfluyt  hy  het  voiïè- 
vel  over  den  leeuwen  huyttetrecken.  Hyver- 
foeckt  dan ,  met  de  belegerde ,  in  gefpreck  te  mo-  v. 
gen  komen,  het  welcke  hem  toegeltaen  zijnde,  Bedrieger/ 
befpringht  hy  denVorft,  met  duyfent  verklarin-  ™n  dcn 
gen,  van  fijndiafte  vriendfehapengenegenthc- 
den ,  en  om  (ulcks  te  beter  te  beveiligen ,  vereert 
den  ouden  Koninck  met  keur  van  koftelijcke  Tul- 
banden ,  Rocken ,  Paerlen ,  en  diergelijcke  kofte- 
lijckheden  ,  hoewel  flecht  genoegh  ,  om  tot  een 
aefch  voor  een  geheel  Konincknjck  te  dienen, 
biddende  hem  met  eenen ,  by  hem  beneden  te  ko- 
men, en  fijn  deel  aen  een  koltehjcke  maeltijdt, 
die  hy  hem  had  toebereyd ,  te  nemen.  S  werende 
hooghlijck  by  Mortus  Xllij ,  hec  hooft  van  Shaw 
Abbas  ,  by  het  Paradijs ,  by  de  acht  doorluchtige 
Hemel-ronden,  en  diergelijcke eeden meer ,  dac 
hy  Konincklijckontfjngen,  en  niet  beledightfal 
worden ,  komen  en  gaen ,  foo  en  wanneer  het  hem 
fal  believen,  feggende  tot  defe  noodiginge  alleen 
bewogen  te  zijn,  door  de  goede  genegentheydt, 
dewelcke  hy  hem  toedroegh,  en  de  hoop,  om 
door  defe  by  een-komft,  te  beter  met  hem  over. 
een  tefullen  komen. 

De  vreedfame  Koninck,  onervaren  in  oorloghs     .v  \ 
liften ,  laet  defen  angel  doorgaen ,  en  ftelt  geloof,  BahamM. 
in  het  foetelijck  fluyten ,  van  delen  loofen  voge- 

M  i  laer. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


*l82       Treurige  Gcfcbiedenis  van 
laef.   Sijn  Koningin  en  kinderen  poogen  hem 
fulcks  te  ontraden,  by brengende,  verfcheyden 
voorbeelden  van  hun  trouwloof  heyt ,  maer  noch 
defe  redenen,  noch  de  tranen  en  gebeden  van  fijn 
Kiphs-lieden ,  belovende  'het ,  met  hem ,  tot  den 
aiderlaetften  man ,  uyt  te  houwden ,  waren  ge- 
noeghfaem ,  om  fijn  vaftgeftelde  wil ,  en  volgens 
fijnuyterfte  ongeval  te  verhoeden.    Hy  dan  be- 
geeft fichna  omlaegh,  en  vindt  defen  Grocodil 
vaerdigh,  met  de  tranen  in  deoogen,  om  hem 
op  het  alder  vriendelickfte  teontfangen,maer 
geeft  hem  n3  een  korte  maeltijdt  een  yferen  bedt  > 
.  ibnder  op  eer ,  beloften  of  trouw  te  fien. 

Terwijl  defen  ouden  Bahaman  fijn  licht  geloo- 
vigheyt  te  laet  befchreyt,  fendt  de.trouwloofe 
Velt-heer,  een  brief  aen de fonen ,  die  hen,  op 
de  punt  vaneen  fpiets ,  behandight  wordt ,  in  de 
welcke  hy  hen  verfocht ,  indienle  hun  Vaders  be- 
houdenis een  eynde  van  den  oorlogh  ,  vrede  en 
vriendtfehap  met  Abbas  ,en  huneygen  grootheyt 
begeren,  datfe  omlaegh  by  hem  fouden  komen , 
en  lbo  niet ,  datfe  noch  het  een  noch  het  ander  fou- 
den te  wachten  hebben ,  maer  wel  in  tegendeel 
hun  uy  terfte  verderf  mochten  te  gemoet  fien. 

Natuur  verrijekt  den  menlch ,  met  een  rede- 
lijcke  vernuft ,  dc  tijdt  met  kennis  en  ondervin- 
Eefchey*    ^inge »  en  daerom  de^e  1  wee  Vorften  geenfints  op 
deohcy  t    al  het  fnoicken ,  van  defen  bedrieger ,  acht  flaen- 
van  lijn    de ,  vermengen  loof  heyten  wijf  heyt  onder  een , 
kinderen,  eu  werpen  defen  gntwoort  tot  hem  neder :  Sy  wil- 
den wel  gelooven  dat  by  een  eerlijcl^  Man  waf  „  en 
ficb  felven  in  alle  beboorlicklwt  laten  vinden ,  indien 
by  bun  Vader  den  Koninc^wildevry  flellen,  en  weder 
tot  ben  laten  op  kpmen>  anders  mocht  by  ben  te  recht , 
voor  dwafen  en  kinderen  achten,  indien fe  bem  geloof  - 
den  ,  na  dat  by  foo  trouwloofl^mtt  hun  Vader  bad 

geban- 


Meleck  Baham  an,  18$ 

gebandelt,  andere  voldoeninge  kpnden  fy  hem  voor  dien 
tijdt  niet  geven.  Hier  voegbdenfe  by ,  dat  des  Kjj* 
nincks  van  Perfias  ongegronde  opgeblafentheyt ,  noyt 
geluckjgb  fou  kotwen  fyn,  en  al  hoewel  hy  al  over  lange 
den  naem  van  een  tvraden  dwingeland gidrage  had,  dat 
hy  nu  noch  veel  meer,  door  de  je  ongerechttghiyt,voor 
al  de  werelt  ficb  ten  toon flelde-,  waardoor  gthtd  Afu 
hem  verachten,  en  de  gantfche  wivelt  verjoeyen  fou, 
Als  ten  onver [addijck  Vorjï ,  die  foo  veel  vruchtbare 
landen  endtr  fijn  gebiedt  hebbende ,  evenwel  geen  ruft 
konde  nemen  ,  fonder  een  volcl^ ,  dat  htm  in  bet  minjle 
noch  het  meefte  heledïght ,  t' onder  te  brengen ,  en  een 
Kjmirxl^te  verderven,  wiens  Voor fattn  meer  teuwtn, 
Larrij  loon,  als  de  nakomelingen  van  lfmatl  Per/ien 
beftiert  hadden,  pijnde  dit  daer -en- boven  een  foo  kpu- 
den  geweft  ,  dat  hy  daer  mede  niet  anders  als  etnbloo- 
Un  naem  fou  kpnnen  winnen, 

Defe  woorden ,  die  de  hooghmoet  van  Abbas 
fchenen  te  bepalen,  verbitterden  des  te  meerder 
de  boofheydt  van  den  trouwloofen ,  die  hen  dan 
ten  laetften  verfoeckc ,  het  vermaeck  te  willen  ne- 
men, van  hun  Vader  te  fien  het  hooft  aftfaen. 
Sy  antwoorden ,  hy  magh  doen  wat  hem  goet  v  1 1  r- 
magh  duncken ,  doch  dat  hy  heeft  te  gedencken ,  p/rfac„ 
dat  volgens  hunnen  Alcoran,  moortniet  te  ver-  oen  twoc- 
foenen  is.    De  Veld-overtte  fiende  al  fijn  voor-  den, 
fiagen  tevergeefs ,  en  fich  felven,  daer  hy  waen- 
de  te  bedriegen,  in  fijn  eygen  meeninge bedro- 
gen, verkeert  fijn  boof  heyd  weer  in  raferny ,  en 
beftormtde  Butght  op  nieuw ,  maer  wel  bef  pion- 
gen wel  verweert  •  dit  fijn  woeden  kofte  een 
groote  menighte  van  Coofel  BalTes  het  leven, 
foo  door't  gelchut  gedoodt ,  als  door  het  werpen 
der  fteenen  verplettert  \  foo  dat  daer  door  een  al-     1 1. 
gemeynen  oproer  onder  hen  ontftond  ,  roepende  Jf[?£ï! 
eenftemmigh  ,  Sy  wildtn  wedergeren  ,  terwijl  fy  fiansn. 

M  4  kpftwy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1 8  4         Treurige  Gefcbiedenis  van 

koftcn,  en  niet  langer  als  met  het  hooft  tegens  de  wanjv 

loopen\  fy  )Agm  ™aer  *l  *e  wtl  >  daf  al  bm  P°«g<»  b 
te  vergeefs  was,  en  kpnden  hun  Itven  in  andere  dienjien  II 
voor  hunnen  Kjmincl^  beter  hefteden ,  het  %y  tegen s  den  t1 
Turck,  of  lndiaen.  Hier  vand  fich  de  Veld-overfteji 
van  wederzijden,  metdoodelijckebedenckingerVf! 
befpiongen.  Eerftelijck ,  de  Sterckte  te  verove-f 
ren ,  fcheen  hemonmooghlijck,  en  fonder  overal 
winningh  weder  te  keeren,  fou  hem  ongetwijffelc ) 
fijn  hooft  kotten  gelijck  hem  Terrat  Cawn,  I 
OUverdi  Cawn ,  Kurchichy  Cawn  ,  en  andere  I 
brave  Veld-overften,  levende,  of, om  beter  te  feg- 1 
gen ,  doode  voorbeelden  daer  van  verftreckten. 
x<  Hier  bedacht  hy  weer  een  andere  lift ,  en  ont-  • 
Geveynft-  flaet  Bahamavanfijngevanckenis ,  biddende  hem  I 
met  gebogene  knien  vergiffenis  af ,  van  defe  hem  I 
aengedane  mif  handehnge ,  verklarende  alles,  al-I 


hcyd  van 
den  Per 
fiaen. 


leen  om  fijn  lijdfaemheydt  te  beproeven  ,  en  daer  Iwiö? 
van  by  den  Koninck  te  konnen  getuygen,gedaen  te  |  p  p 
hebben  :  wat  hem  belanghde,  Abbas  had  hem  Ikas  • 
de  keure  gegeven ,  in  het  belegh  te  volharden ,  of  I  «?■ t 
te  ruege  te  keeren,  maer  hy  (oude  met  beter  |ïr 
vreugnt  en  genoegen opbreecken en vertrecken,  pe 
indien  hy  alleenigh  het  geluck  mocht  genieten »  |W<~ 
van  fijn  fonen  te  fien,  welckers  kloeckmoedige  raès' 
dapperheyd,  hem  indegrootfte  verwonderingh  Nftt- 
ter  werelt  had  geftelt;  doch  indien  fy  eenige  voor-  |»> 
waerden  van  verdragh  konden  beramen ,  ach  wat  |i  - 
vreughde  fou  dat  in  fijn  herte  zijn  !  en  hoe  nauw  h  », 
fou  hem  fulcks  tot  fijnvriendfehapendienft  ver-  " 
binden ! 

Bahaman  vindt  fich  ten  hooghften  verheught  i*.; 
door  defe  liftige  Syrene>  noy t  was  eenigh  konftigh 
gefangh  of  fnaren-fpel ,  aengenameraenyeroands 
ooren,  als  defevleyende  taelaen  de  fijne.  Wat 
valt  'er  veel  te  feggen ,  hy  foo  onlanghs  noch  be- 
drogen j 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ciüion 
'.?{,>* 


11  ï 

m 


Meleck  Bah  a  man.  185 
drogen ,  geeft  opeen  nieuw  den  valfchen bedrie- 
ger  geloof.    Hy  vaerdight  een  feer  vriendelijc-  xr^ 
leenbrief,  aenfijnfonenaf,  en  verkrijghc  verlof ,  Bedrieght 
om  van  verre  hen  devreughtvanfijnverloffinghdekindc- 
te  laten  aenfehouwen.    Een  fchelmfche  bode  SJISn, 
levert  hen  huns  Vaders  brief  over  ,  en  verley  t  de 
goedaerdige  Vorften,  door  fulck  een  pronck  van 
woorden,datfe  ten  laetften  fijn  verfoeck  toeftaen  , 
te  metr,  allbofe  niet  gaerne  fulck  een  nabuur, 
als  Shah  Abbas  was ,  wilden  verbitteren  ;  de 
Koningin  hun  moeder  felfsontraedt  het  hen  niet, 
maer  wel  d„  knjghs-lieden,  die  hen  welopent- 
lijck  hun  ongetwijfFelde  ondergangh  fpelden. 
Maer  dit  was  vergeefs,  fy  dalen  af,  fteunendeop 
de  trouwloofe  trouw  van  den  Velt-heer,  die  fijn 
blijdfchap  op  hun  komft ,  niet  konde  matigen. 
Hy  bracht  hen  terftond  by  hun  Vader ,  tuflehen 
dewelcke  en  hen  veel  teeckenen  van  liefde  om- 
gingen.   De  Veldt-heer  vereert  hen  met  een 
koftelijck  bancket,  doch  het  welckehunlaetfte 
was;  want  terwijl  fy  fich  felvenvaft verheugh- 
den  en  vrolijck  maeckten,  geeft  de  Perfiaenhet 
teecken ,  waer  op  terltond  drie  CoofelbafTes  voor   X 1 1. 
komen  gefprongen,die  met  hun  fcherpe  houwers,  P?od  *an 
defe  drie  Vorften  het  hooft  afflaen,  en  dttmeeSftT 
fulck  een  vaerdigheyd ,  dat  het  werek  befchickt  ónderen, 
was,  aleerhetyemandgewaerwierd.  Hierop, 
al  eer  dit  ltuck  wereks  verfpreytwierd,  fendhy 
het  zegel  der  doode  Vorften  na  boven,  en  doet 
door  kracht  van  het  fel ve ,  de  plaets  in  fijn  handen 
overgeven,  gaende  de  befettelingen  ten  deelen 
vry ,  en  ten  deelen  in  hun  dood. 

Het  leven  van  de  Konincklijcke  Weduwe 
wierd  gefpaert,  doch  die  haer  uyterfte  ongeval , 
en  man,  en kinderloofheydt niet langh overleeft 
heeft.   En  aldus  geraeckte  dit  altoos  vrye  volck 

M  5  in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ï  %6  Treurige  Gefchiedenis  van 
in  ttaverny  der  Perttanen  .  feeckerlijck  een  voor- 
beeldt, waer  uyc  yedergenoeghteleerenheett, 
hoe  wcynigh  geloofs  men  het  fraeecken  vantijn 
vyandt  te  geven  heeft.  Waer lijck  een  bitter  woe- 
den ,  op  eerwaerde  dapperheyt,en  hchtgelooven- 
de  onnoofelheyt  \  maer  wat  foudedienaerbeter  I 
als  de  meefter  zijn ,  wiens  ongebonden  wreedt-  F 
heydt  niemand ,  ja  felfs  fijn  eygen  bloedt  niet  ont- 
fien  heeft,  welck  verhael  wy,  tot  nut  en  ver. 
maeck  (indien  anders  fukke  voorbeelden  mee 
meer  fchrick  als  vermaeck  toebrengen ,  ten  kort- 
ften  willen  mede  deelen;  als  eenvanontalhjcke 
andere  ftalen ,  van  uytgefochte  boof  heyt. 

Abbas  had  by  verfcheyde  vrouwen  verfcheyde 
Ptocvigh  kinderen,die  hy  metgrootekofte  enmoeytenen 
treur.fpd  forge  opbracht.    De  aenfienlijckfte ,  en  van  de 
van  de  kin-  cr00tfte  hoope,  waren  Ifmael,Sophy  Myrza,Co- 
Abb«a°  dobanda  Sultan,  enEmangolij,  vier  uytgelefenc 
brave  Vorften  •  de  twee  eertte  had  hy  by  Gordina, 
dochter  van  Siraon  Cawn.de  twee  laettte  by  Mar- 
tha,dochter  van  Scander  Myrza ,  beyde  Georgi- 
aenfche  Chriften  vrouwen,  gewonnen.  De  eertte 
Ionckvrouvv  was  van  daer  door  Kurchilu  Cawn , 
en  de  andere  door  Shaw  Tamas  Codlubeg ,  bey- 
de Perfianen  ,  en  gunftelingen  des  Komncks, 
sebracht.   Door  defe  twee  vrouwen,  dewelcke 
uytfteeckende  fchoon,  door  defe  twee  vrienden , 
die  hem  uyter  maten  getrouw,  en  door  dele  Kin- 
deren ,  die  het  eygen  beeld  van  hun  vader  waren, 
achte  fich  Abbas  op  het  hooghfte,  van  alle  we- 
reltfche  vermaeckelijckheden  gekomen.  Maer 
fiet  hoe  onftandtvaftigh  de  gront  van  ons  vertrou- 
wen is.   De  getrouwe  liefde  en  oprechtigheydt 
van  defe  Vorffen,  wierdt  haeft  verandert  en  ver- 
keert.  Ifmael  alder-eerft ,  wanneer  hy ,  ter  oor- 
faeck  van  fijn  dagelijckfche  oeffemngc ,  m  de  wa- 

penen  > 


Meleck  Bahaman.  187 

>enen  ,  de  Afiatifche  wereldt ,  tot  het  hooghfte 
ran  verwondtringh  had  opgetogen,  word  door 
ïen  vergiftigen  dranck,  van  het  leven  berooft; 
lij nde  noch  niet  boven  de  negentien  jaren  oudt. 

Soflï  Myrza  wort  door  de  honden  omgebracht, 
[hoewel  eerit  feer  hoogh  verheven  zijnde  over 
iet  ontdecken  van  een  tYaracnf weering)  hebben- 
de de  felve  jaren  van  fijn  broeder,  en  dat  alleen 
;uyt  enckele  afgunft  des  Konincks.  Emangolij 
ïer  de  gunitvanhetvolck,  hem  fijn  ondergangh 
sonde  verhaelten,  had  fichmeteen  waerleghfte» 
.:  beraden,  die  uyt  de  Almiten  van  fijn  geboorten- 
idagh,  hem  een  kort  leven  toefeyde,  hetvvelcke 
:::  hem  een  geduenge  vreefe  voor  fijn  vader ,  yeroor- 
::ifaeckte  ,  hec  welcke  hem  foo  fwaermoedigh 
tuk  maeckte,  dat  hy  ten  laetftenvanenckelquellingh 
•  jgeftoi  ven  is  ,  latende  de  verwachtinge  van  de 
kroon  aen  Codobanda  Sultan,  by  genaemt  Sophy, 
;.  Idewelcke  door  de  ellende  van  fijn  broeders  ge- 
v  leert ,  fich  felven ,  omtrent  fijn  vader ,  foo  voor- 
f.r>  fichtighlijck  wift  te  dragen,  dat  lïch  Abbas  nu 
•weder,  in  defen  eenigen ,  ten  hooghften  geluckigh 
•. :  hield ,  alfoo  defc  jongen  Heer ,  te  huys  bemint ,  en 
buyten  van  fijn  vyanden  ontfien  en  gevreeft  wiert. 

Het  welck  hy  door  veel  treffelijcke  daden  en 
overwinningen  verkregen  had,  waerdoorhyby 
de  Gemeente  111  feer  hooge  achtinge  was ,  fonder 
fich  evenwel  aen  hun  vleycry  te  binden.  Jahy 
befchuldighdc  fich  felven  van  geveynftheydt ,  om 
dat  hy  toeliet ,  dat  men  fijn  daden  foo  vergulde , 
daer  hem  genoeghfaem  bekent  was,  dat  al  de 
glants  van  defe  hcerlijckheyd,  niet  anders  was, 
als  de  weerfchijn  van  die  van  fijn  vader ,  die  hy 
vreefde  daer  door  te  vertoornen.  En  foo  verre 
was  hy  hier  van  te  miflehen  ,  dathetraaeral  te 
feecker  was,  dat  de  gunft,  dewelcke  hy  byde 

Ce- 


XIV, 

Voorlich- 
te heyt 
van  Codo- 
bauda. 


XV. 

Sijns  va- 
ders af- 
gunft »c- 
gens  hem. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


B 


i%%        Treurige  Gefchiedetiis vdti 
Gemeente  befac,  een  gevaeriijck  ongenoegen,!^- 
en  noch  gevaerlijcker  afgunft ,  in  het  hartvanl^;; 
defen  tyran  verweckte ;  het  welcke  hem  deed  1  ia»  • 
voornemen,  hem  den  wegh  van  fijn  andere  broe.|K^ 
dei  s  op  te  fenden ,  zijnde  een  heel  andere ,  als  beul  ca 
de  jonge  Vorft  had  voorgeftelt,  om  tot  den  coplji 
van  roem  en  achtinge  te  komen. 

Terwijl  Abbas  omtrent  het  overleggen  van  ditJï 
heerlijcke  ftuck  befigh  was,  oeffendedefe brave! «*k: 
Vorft  in  het  RijckArabie,  fijne  wapenen,  maerfr 
na  verfcheydene  overwinningen,  vond  hy  henjn 
fclven  eyndelijck  gevangen,  en  dat  vaneen  Ara- 1 
xvi.    bifche  Princes ,  wiens uytfteeckende gaven  geen!*... 
Codobtn-  minder  kracht  konden  baren,  als  eenedel  hart, I 
da  vcriieft  ter  ^rltcr  aenftoot  te  winnen,  en  ficn  eygentel^ur 
Kfchc  maecken;  fonder  evenwel  na  te  laten  ,  hem  inl^ 
vS    fijn  minnebanden  te  vergefclfchappen.  Bydefel*.i 
Princefie,  wonhy,  binnen  weymge  jaren ,  tweel*^ 
kinderen,  Sophy  en  Fatyma ,  die  niet  minder  van  ' 
hun  vader  bemind,  als  van  hun  groot-vader  ge- 
lief-kooft  wiei den.   Een  wondere  eygenfenap , 
te  fcheyden  ,  het  geendenatuer  foovaftaeneenli 
verknocht  heeft,  de  vrucht  te  lieven,  en  den  boomi 
te  haten.    Maer  op  dat  defe  fijnen  haet  te  meer- 
der kracht  mocht  uytwereken  ,  net  hy  na  den  1 
eenen ,  en  fchiet  na  den  anderen  ween ,  hy  tracht  i 
hem  te  doen  ontfinnen ,  door  ophoopingh  van  i 
ongelucken.    Magar ,  een  Arabier ,  belchermer  J 
en  opfiendervanden  Vorft ,  en  derhalven  feer  by  j 
hem  inachtinge,  word  by  Abbas  ontboden,  enf 
in  de  plaets  vin  vergeldingh ,  voor  de  getrouwe  j 
foree,  dewelckt  hy  altoos  voor  fijnfoongedra-l 
een  had ,  hard  van  den  vader  aengefproocken ,  en  | 
befchuldight,  dat  hy  den  jongen  Vorft,  het  hart 
vol  ftaet-fuchtgeblafenhad.   Magar  onkundigh 
wat  vergif  voor  hem  bereytftaet,  tracht  fich  fel- 

ven 


Meleck  Bahaman,  189 

:ven  op  een  ootmoedige ,  en  echter  vrymoedige 
'  wijfe,  te  verantwoorden  ,  fpreeckende  ondertuf- 
fchen  met  grooten  lof  van  fijnen  jongen  Heer  : 
het  welck  niet  anders  was ,  als  oly  in  het  vuur  ge- 
joten  ,  en  de  vlamme  in  het  recdts  ontfteecken 
hart  desKonincks  opgeweckt,  die  teneerftenin 
een  donder  van  bittere  woorden  uytbarft  •  en  in 
■>j  het  midden  van  dit  onweer ,  de  blixem ,  van  fijn 
.overmatigh  woedcn,doet  voortfehieten,  gevende 
i  het  doodlijck  teecken  aen  de  Capigi ,  die  terftond 
|  voor  den  d  gh  fpi  ingen ,  en  den  ouden  Heer  ver-  x  v  1 1. 
wu'  gen.  Wacrlijck  een  daed  die  ahc  Barbariiche  Magar  op- 
wreedheyt  overtreft.  codobao- 

Dic  was  niet  langh  gefchiet ,  of  het  klinckende  (^ver- 
gerucht  donderde  het  felve  over  al  uyt »  en  on-  wurght. 
langhs  in  de  ooren  van  den  Vorft ,  daer  hy  tegens 
den  Tartar  in  het  werek  was,    Hy  hier  overlaet 
het  heyr,  en  begeeft  fich  na  fijn  vader  toe,  bid- 
dende den  fel  ven  ,  nï  dat  hy  alle  teeckenen  vin  de 
uydteeckentfte  droefheyd  gegeven  had,  hemde 
redenen  te  willen  feggen,waerom  hy  fijn  onfchul- 
digen  opvoeder  gedood  had.    Sijn  vader  vaert 
daev  op  tegens  Lu  m  ,  en  barli  ia  defe  woorden 
uyt :  Door  u  tveJcrfpannigbeycit.    De  Vorft  roept 
hemel  en  aerde  tot  getuygen,  over  fijn  oprech- 
tigheydt ,  onicliult,  en  gehoorfaemheyt.  Abbas 
daet-en-tegen  ,  terght  hem  meer  en  meer,  om 
eenigen  gront  te  hebben,  om  daer  fijn  vooi geno- 
men bool  hcydt  op  te  bouwen.    De  Vorft  tot  X  VII 1 
ralens  toe,door  de  hitte  en  de  gramfchap  ontftcec-  '»  Geen 
ken,  worde  als  in  firn  finnen  verruckt ,  invoegen  Jfa0t0°t 
hem  dacht,  hy  Paan  fijn  ouden  vriend  Magar,  voor  raferny 
fijne  oogen,  onder  b<  uls  handen,  en  treckedaer veweckt. 
over  fijn  fwaert ,  als  om  den  ouden  man  te  be- 
fchermen.    Hier  had ,  de  woedende  Vorft ,  niet 
dan  te  veel  voets  >  om  fijn  grouwelen  uyt  te  voe- 
ren ; 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


loo         Treurige  Gefchiedenis  van  I 
ren  •  doet  eerft  foo  veel  met  fchoone  woor*  j 
den dat  fijn  foon  de  wapenen  aHeght ,  waer  over  V 
hy  hem  in  een  andere  kamer  roept ,  en  voorgeven- 1  ^ 
de  niet  wel  te  pas  te  zijn ;  gaet  weder  van  daer  ,  1 
en  fendt  in  fijn  plaets  feven  ltercke  beulen,  die i L 
lïom  en  doof  waren ,  door  een  trap-deur  tot  hem  • 
in,  met  bloedige  fnaren,  en  noch  bloediger  fin- 4 
nen  gewapent  en  voorfien.    De  Prins  fiendedit  1 
volck  indelen  toeftel ,  en  wel  wetende ,  datdefe  i 
blocken  niet  te  vermurwen  waren ,  valt  tegen  defe  i 
hei-honden  in  ,  en  begroette  met  fulcke  geweldi-  i 
ge  flagen,  dat  hyineenommefien ,  di  ie  van  dele  i 
gaften  afmaeckt ,  al  eer  fy  hem  aen  het  lijf  kon-  * 
den  komen.    Dit  hield  al  eenigen  tijdt  het  uyt-  f 
voeren  van  hun  laftop ,  en  gewiflelijck ,  indien  hy  j 
fijn  geweer  had  gehad  ,  daer  was  'er  niet  een  van  | 
hen  allen  afgekomen,  maer  zijnde  daer  van  ont- 
bloot ,  en  aireets  ten  eynden  adem ,  kregen  de 
overige  fchelmen  de  overhandt,  en  fouden  hem 
voort  afgemaeckt  hebben ,  indien  de  Koninck,  of 
Tyran  veel  eerder ,  binnen  komende ,  het  felve 
niet  had  verhindert,  bevelende  hem ,  al  eer  hy 
weder  tot  fich  felven  quam ,  te  blinden.  Hier 
y  t  y     op  haelt  men  terftondt  gloeyende  iiael  voor  den 
Abbas     dagh,het  welckden  jongen  Heer  van  fijn  geficht, 
doet  fijn  en  wat  hem  waerd  was  te  fien ,  Afia  van  haer 
foon  dc    ecje}fte  juweel ,  Perlïa  van  haer  kroon ,  en  Mars 
ftcSenr  van  fijn  lieflte  troetei-kind,  berooft. 

Het  ongeval  van  foo  een  braefVorft,  ipreyde 
fich  terftondt  over  geheel  Perfia ,  gevende  geen 
kleyn  hartzeer  ,  aen  al  die  gene  ,  die  de  wel- 
ftandt  van  het  Rijck  ter  harten  gingh.  Sijn  heyr 
was  vol  van  jammerhartigh  mifnoegen  ,  maer 
vindende  geen  middel  totwraeck,  vergenoeght 
fich  met  een  ftilfwijgend  vervloecken  v3ndefen 
ongoddelijckendwingelandr.  ^ 


■nu 


MelhcxBahaman.  I9I 

De  ellendige  Vorft  overdenckende  fijn  on- 
geval, en  miffchende  het  vvaerde  licht  des  hemels, 
deed  anders  niet  alsdendagh  van  fijne  geboorte 
te  vervloecken-  en  ten  laetïien ,  door  fijn  verlies 
opgeftoockt ,  f  weert  den  onderg3nck  van  den 
Tyran,  macr  Vana  ejl  fine  Viribus  Wé  ,  krachte- 
loofe  gramfchap  woed  tevergeefs,  hy  vindt  fijn 
v  wraeck  onmooghliick,  en  dat  overdencken  ver- 
n  meerdert  fijn  quael  ,  doch  Suliman  Mirza ,  en 
)  Churchilu  Cawn,  die  hem  geduengh  by  waren , 
,j  deden  alles  wat  fy  konden ,  om  fijn  ontftceckc 
3  en  gramme  moed  te  ftillen ,  voegende  hun  lijden 
.1  by  het  fijne. 

Geduerende  defe  bedroefde  en  mifnoeghde 
)  tijden,  bchieldt  Abbas,  gelijck  een  tweede  Sa- 
turnus,  fijnen  ouden  loop,  denckende  nu  eerft  de 
kroon  valt  op  fijn  hooft  te  ftaen ,  alle  ftormen  die 
hemdreyghden,  floeghhylichtelijckinde  wint  • 
alle  uren  des  daeghs,  ja  des  nachts,  befchickten 
hem  nieuwe  ttoffe  tot  welluft. 

Maer  niet  dat  hem  foo  feer  konde  vermaecken ,    x  x. 
als  de  jonge  Fatyma,  geen  andere  Utft  was  'ervoor  J^'"3 
fijn  hart  als  Fatyma ,  ts  yemand  ia  vrees ,  hy  is  in  AcbbnSaD 
vrede  met  hatyma,  foo  het  Hof,  als  het  geheele  bemfcr. 
Konmckri  jek  fbet  over  defe  byfondere  liefde  ver- 
wondert ,  en  geniet  fijn  deel  aen  defe  uy tikkende 
vreught ,  want ,  door  defe  longvrouw ,  wierdt  de 
wegh ,  om  fijn  raferny  te  ftillen ,  ^ebaendt.  De 
gevangens,  door  toedoen  van  defe  Fatyma,  kre- 
gen fomwijlen  eenigh  onderhoudt ,  fonderwelc- 
ken  dienft,  fy  anders  van  honger  fouden  hebben 
moeten  vergaen ,  alfoo  niemandt ,  buyten  haer, 
aen  het  Hof  was,  die  voor  yemandtfou  hebben 
derven  een  woort  fpreecken.  Maer  wat  vreugh- 
de  was  'er  voor  den  blinden  Vorft ,  nademaelhy 
niet  genieten  koft,  wraeck  fouherahetalderbeft 

be~ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


lol  Treurige  Gefcbiedenisvan 

behaecht  hebben,  en  dat  woordt  iseenfoetge- 
luvdt  in  fijne  ooren,  fonder  te  dencken  hoe  ver- 
vioeckelijck  de  felve  van  een  foon  tegen  fijn  vader 
eeoeffent  zy  ,  als  maer  Abbas  lijden  magh.  De 
duyvel  laet,by  defe gelegenthey t , niet  na,  hem 
nieuwe  raferny  in  te  blafen  ,  en  een  vyer  van  on- 
gemeen woeden  te  ontfteecken.  Want ,  wetende 
hoe  fijn  vader  Abbas  fijn  dochter  Fatyma  bemin- 
de ,  gaf  hem  dit  oorfaeck  om  haer  te  haten ,  hoe 
wel  hy  haer  anders  medefeer  liefhad ,  en  op  die 
grondt  haer  verderf  te  bouwen.    Eylaes !  be- 
merekt  wat  wraeckgieiigheydt  en  toorn ,  felfs  op 
een  vader,  weicken  kan,  hy  bemindt  Fatyma, 
Fatyma  is  fijn  dochter ,  maer  om  dat  Abbas  haer 
bemint,  moet  hy  haer  haten,  om  met  fijn  gehaette 
vader  niet  over  een  te  ftemmen ,  ja  verderven  : 
want  het  kindt  by  hem  komende,  (eylaes  op 
een  ongeluckige  ftondt)  om  haer  vader  eenige 
verlichtingh  aen  te  brengen ,  en  haer  kinderlijcke 
plicht  te  voldoen ,  vat  hy  haer  aen ,  en  m  fijn 
x  x  I    uyterfte  raferny ,  draeyt  haer ,  eylacy !  den  hals 
wortvan  om,  zijnde  de  jonge  deerne  niet  nuchtigh  om 
haer  vader  gch  van  f,;n  ftereke  handen  te  ontflaen.  Alioo 
bleef  defe  ongeluckige  Princes,  voor  de  voeten 
van  haer  rafende  vader.    De  jonge  Vorftm  ,  ge- 
voelende hoe  fy  van  haer  vader  aengetaft  wiert 
riep  overluydt,  dat  hy  fich  bedroogh,  en  datfe 
fijn  dochter  was,  maer  het  was  vergeefs.  Doch 
als  ware  het  daer  mede  geenfmts  genoegh  ,  de 
Vorft ,  hoorende  den  jongen  Soffi  jammerlijcK 
over  fijn  fufters  dood  krijten,  taft  oock  na  den 
jongen,  maer  de  moeder ,  die  tulfchen  beyden 
fchoot ,  verloft  het  kindt  uyt  fijn  handen  ,  en  ten 
ware  fulcks ,  hy  had  mede  gewis  fijn  leven  ver- 
loren ,  beneffens  het  Ri  jek  van  Perfia,  het  welcke 
hy  of  noch  befit,  of  onlanghs  noch  befeten  heeft. 


li.: 


omge- 
diacyc. 


r 
li 

Imt 
fee 
■Éit 
1 

|Ü 
mê 

tpt\ 

Ito:  i 

H 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Meleck  Bahaman. 


19$ 


Als  Abbas  dit  jammerlijck  treur-fpel  verftont, 
wierdt  hy  daer  over  foo  geweldigh  ontfint ,  dar  'er 
2N  veel  waren,  die  vreefden,  dat  hy  fich  felven  te  kort 
W  fou  hebben  gedaen.   Maer  na  dat  hy  fijn  druck  en 
jammer  met  een  zee  van  tranen  had  afgewaflTchen  , 
matight  hy  fijn  gramfchap  ,  en,  op  hoop  van 
wraeck,  neemt  een  nieuwe  moed  j  belovende  htm 
I  defe  wreedheydt  opgelijckemaet  te  vergelden  : 
maer  hemgenaeckencïe,  ontfanghr  fulckeen  ver- 
fchrickelijcken  ftorm  van  vervloeckingen ,  uyt  de 
r;  mont  van  den  ontfinden  Vorlt,dathy  verbaeiten 
il  als  buyten  fich  felven  ftiet.  Maer,  om  tot  heteyn- 
•;.t  de  te  komen,  na  dat  d'ellendige  aldus  fijn  bittere 
I  wraeck  geoefTent,  en  noch  twee  dagen ,  in  de  mec- 
|  fte  ongeduldigheyt  ter  werelt  doorgebracht  had  • 
neemt  hy  op  den  darden  dagh  een  vergiftigen  xxiï. 
dranck  in ,  die  hem  wel  haeft  den  we^h  van  lijn  Codoban- 
broeders  endochterdeedgaen.  &g£ 
DeKonmek,  omlijnen  foon  te  erkennen ,  als 
iede  om  de  werelt  te  vergenoegen ,  vereerde  hem 
met  een  uytfteeckende  treffdijeke  uytvaert.  De 
Iroeve  Vorllin ,  geraecktdoor  foo  veel  blixemen 
an  ellende  en  tegenfpoet,  fluyt  fich  felven  op, 
-  buyten  het  geficht  der  menlchen ,  doch  na  dac 
I  haer  foon ,  op  den  throon  geklommen  is ,  quam  fy 
weder  te  voorfchijn  ,  miflehien,  door  hem,  deel 
n  de  beftieringh  hebbende,  want  Abbas  quam 
enigen  tijdt  daer  na  tefterven,  en  dat  (gelijck 
1  men  feght )  fijn  eygen  doodt,  doende  alfoo  gewelc 
aen  het  vers  dat  feght : 

lAdgemrum  Cereris ,  finecade  <sf  vulnere ,  Pauci 
Defcendunt  fyges ,  &  ficca  morte  Üyranni. 

<Dnt  f$: 

Seer  feldenKoninck,  of  Tyran,  wortfonder  wonden, 
*rOf  ftortingh  van  fijn  bloet ,  Godt  Pluto  toegefonden. 

N  DON 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


^ 


L 

Wactheyt 
van  dc 
obde 
Spteuck. 


0*0  N    F  ERRANT  E 

PALLAVICINO.  j 

INHOUDT. 
L 

WAerheydt  van  de  oude  ffreucle.    II.  Geftalteder 
tijden,  III.  PaUavtcim  tafi  het  Roomfche  Ho\ 
aett.  \y.Wortdaer  over  belelaeght  en  gevangen.  S.Ma 
fuyvert  fich.  \I.  Gaet  voort  in fijn  aenvang.  VII.  Be 
klagh  van  den  Nuntius  tegens  hem.    VIII.  Toelegh  va 
de  Barbar  ijuen  op  hem.    IX.  Carel  Mor/u ,  verradi 
van  PaUav/ctno.  X.  Sijn  liftigen  aenvangh.  XI.  Licht 
geloovigheyt  van  Pallavictno.    XII.  Vermoeden  der 
vrienden  van  PaUavicino.    XIII.  /(pnfiigen  handel  van 
Morfu.  XIV.  Aem^anghvanhunreysnaerVranckrijckjM 
XV.  Worden  vaft  gehouden.    XVI.  En  gevangen  ge- 
bracht.  XVII.  PaUavicino  over  fijn  fchrij ten  onder 
vraeght*   XV III.  Soec\fuyt te breedten.  XIX.  Meter 
ontdeckSiTOortfioaerdergefet.    XX.  Ter dood gedoemt 
XXI.  En  opentlijcl^  onthaljl. 

VI.  Geschiedenis. 

,  L  hoewel  het  oude  fprceckwoordt  \ 
Obfequiiim  amicos  Vtritas  odium  pa- 
rit ,  van  oude  ondervindingh  ejjl 
herkomft  is  ,  heeft  het  evenwel» 
geen  geringh  gebruyck  in  defe  te- 
genwoordige eeuw,  indien  anders 
<*een  meerder.  De  naecktheydt  van  die  Godde- 
Hjcke  Maeght  flickert  oock  nu  eenige  foo  hate» 
lijck  in  deoogen,  dat  fy,  fchemerendedoordaö 
fuyvere  licht,  menighmael  het  rechte  padt  van 
de  reden  te  buyteneaen,  en  op  wegen  vervallen^ 
die  van  menfchelijckneyt  ontaerdende ,  gantfehtf 
iijcfc  trccken,na  de  woninge  der  wilde  beefteru 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Don   Ferrante.  195 
Wy  koefteren  ons  felven  tc  gaerne  in  onfe  cygene 
inbeeldinge,  en  zijn  nimmer  noodcr  in  ons  ver- 
Handt  verlicht,  als  wanneer  men  ons  onfe  gebre- 
ken voor  oogen  ftelt ,  fooaengenacm  kan  het  be- 
drogh  felft  zijn ,  en  fulck  een  duyitermife  brenghc 
het  onduyfteren  in  ons  gemoedt.   Mjer  of,  by 
geval,  minder  ltaetengelegentheyt,  defecorro- 
iijf  en  vlees  openingh  kond.  verdragen,  hooger 
ftandt  evenwel  is  daervcel  te  tenger  toe  ,  het  is 
niet  alleen  hatelijck  ,  maer  oock  (elft  doode- 
lijck  de  Vorften  hun  gtbreecken  te  feggen.  De 
groot heydc  vin  de  misdagen  ,  daer  de  Hoven 
en  Paleyfen  van  fwanger  gaen ,  verbindt  even- 
wel menighmaL'1  de  oprechte  verltanden ,  die, 
verfoeyende  de  ong'.-bondent heden  ,  en  in  fich 
bevindende  de  gerente  middelen,  om  defelvete 
ftraflfen  ,  en  al  itraffende  te  verbeteren  ,  hun  ge- 
moedt oordeelen  te  verkorten  ,  indien  fy  ltilfwij- 
^ende  aenfehouwen ,  het  gene  fy  fprceckende  ho- 
en te  weren,  of  ten  minften  ,  een  weynigh, 
tlijck  het  zout  de  (keken,  te  doen  inkrimpen. 
Om  dit  uyt  te  wereken  ,  gebruyekten  de  oude 
Wijfelingen  een  onvci  tlaeght  gebet ,  eneenon- 
I  geluierde  tongh,  fluytende  op  hunnen  rock  al  de 
|  vc-rfchrickelijcke  bhxem-ftralen  van  gcfagh,  ge- 
wapenr  met  het  gemeen  gevoelen  van  wijfheyt, 
n  veyligh  onder  het  lchut  ofte  fcherm  van 
onbelangh.     Maer  onfe  eeuw  ,  niet  hilf  foo  II; 
unftigh  voor  de  wijfheyt,  noch  foo  verbon- Gcftaltc 
en  aen  de  deught,  en  ons  vernuft  in  lange  foo  da  t,jde,° 
:  onbelanghc  ,  noch  in  fulck  een  achtinge  niet 
:  zijnde,  vindt  men  fich  verbonden,  indien  men 
I fich  in  fijn  gemoedt  met  het  groeven  der  ge- 
(breecken  te  b  [Ir.ïtfen,  wil  ontlalien,  fichach- 
iter  de  wanden  te  verbergen,  om  doordewter- 
t  van  defe  worpen  niet  getroffen  te  worden. 

N  2  Dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


,  Treurige  Gefcbtedenis  van 

Dat  heeft  noch  echter  fijn  gevaer,  voor  foo  veel 
ceduerigh  navorfchen,  enyverigh  nafpeurender 
cequetfte  hoofden,  niet laetfom wijlen ,  doordc 
voetftappen,  de  werck-man  uyt  te  vinden  ,  en 
daerom  liever 

Cum  veniet  contra ,  digito  compefce  Ubettum  ; 

tAccufator  erit  ,  qui  verbum  dixerit ,  bic  tfi. 

3&at  tg: 

Ontmoet  hy  u,  bedwingt  u  tong,  en  fiet  daer  van , 
Gy  zijt  aenklager,feght  maer  fiechts  dit  ïsde  man.  I 

En  evenwel :  > 
Viflicile  efifatyram  non  fcribere ,  nam  quis  iniqu* 
Tam  patiens  urbis ,  tam  ferrtus  ut  teneatfc. 

Het  ftraf- dicht  moet 'er  3en,  want  wie  kan  fich  I 
betoomen.  i 

Verftaelt  aen  't  hart ,  die  fiet  al  't  onrecht  van  oudt  1: 
Roomen. 

En  Romen  was  het  onderwerpfel  van  de  |* 
fteeck-fchriften  van  den  Heros  van  dit  ons  ver-  1  yr 
hael,  en  dat  felve  was  oock  de  Bemiddelaerfter  iP?  ■ 
van  fijn  onderganck,  om  deverradery  geen  ftraf  I 
te  noemen.  Maer  tot  de  faeck. 

Ferrante  Pallavicino,  Edelman  van  Bologne ,  1-  r; 
?HLo  en  van  een  van  de  edelftegefiachten  van  Itahen , 
ul 'het     trefFelijck  door-lettert ,  en  in  Staets-  en  Kercke-  U 
Roomfche  lücke  faken,  en  beftieringen  ,  meer  als  middel-  *>... 
HoFacn*   matieh  ervaren ,  ftende de onhebbelijckheden ,  die  Ik 
het  Roomfche  Hof,  voornamentlijck  onder  der 
reeeringe  van  Urbaen  de  VIII.  vergiftight  had- L.  fc 
den,  konde  niet  nalaten,  fijn  pen  in  het  werckte  |u 
Rellen ,  om  foo  veel  in  hem  was ,  de  vuyligheden ,  I  u 
die 'er  ommegingen ,  aen  te  wijfen,  en  voor  oogen  I  ^ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Don  F  e  r  r  a  n  t  e.  197 

Rellen.  Behalven  een  boecksken  wel  onder  de 
taliaenfche  Geletterde  bekent  ,  genoemt,  1/ 
[Divortio  C<eUJlcy  Hemelfche  Echt-lchcydinge , 
!  ftelde  hy  een  ander  in ,  genaemt  ll  Corritn  Suali- 
\gialo,  de  Afgefette  Port,  daer  hy,  onder  fchijn 
■  van  afgefette  en  onderfchepte  brieven,  al  voor- 
I  ftelt  wat  hy  wil,  endegeheymen  van  het  Paufe- 
'lijckeHof,  aenalde  wcreltopenbaert;  raecken- 
i  de  het  gantfche  Hof,  en  voormmentlijck  de  Bar- 
barinen,  tot  den  Paus  felfs  toe,  niet  fachtelijck 
( op  hun  zeer. 

De  Nuntius  of  Afgefant  van  den  Paus,  byde  iv. 
Staet  van  Vtnetien,  na  langh  nafporen,  kreegh  Wo«  daer 
eyndelijck  vermoeden,  dat  Pallavicino,de  Schrij-  bS«rht 
ver  van  defe fchriften was,  en  beftondt  daer  over  «1  gevan- 
:  by  de  Staet  van  Venetien  fijn  beklagh  tegens  hem  gen. 
te  doen,  die  daer  over  inde  gevanckenis  ge  wor- 
pen wierdt.    Maer  alfoo  deblijcken  te  fwack, 
en  het  bewijs  gantfeh  krachteloos  waren ,  konde 
fich  Pallavicino  llchtelijck  fuyve»en ,  dieoock ,  v. 
by  gevolgh  ,  van  fijn  gevanckenis  ontflagen  Maerfuy- 
wierdt.  venhch. 

Maer  hy  los  zijnde,  inde  plaets  vandoor  het 
0evaer,  afgefchrickt  te  zijn,  bevandfichinfulc- 
;  ker  voegen  ontfteecken  en  genoopt,  dat,  wadende 
boven  dien  de  ftof  van  fchrijven  geduerigh  aen ,  VI 
hy  voornam  fich  breeder  als  voorheen  uyt  te  Gaet  voort 
breyden  :  fich  verfecckerende  daer  inne  fijnge-infii" 
moed  niet  te  befwaren,  dewijl  hy  het  geenfints  aenvanSh* 
op  de  Kerck,  maer  wel  op  diegene,  diefever- 
keerdelijck  en  al  te  menfchelijckbefxierden  (een 
;  quaet  waerlijck,  dat  niet  alleen  de  Roomrche, 
;  maer  oock  andere  Kercken  te  veel  ingenomen 
heeft)  geladen  had.    Het  was  op  die  rifdt  dat  de 
Paus  Urbanus,  na  dat  hyde  Schat-kiften  van  de 
Kerck  geledight,  en  die  van  fijn  huys  daer  mede 

N  3  vol 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


19B        Treurige  Gefcbieden'ts  van 
vol  gemaeckt  had,  vergeten  hebbende,  dat  hy  Ij 
Stedehouder  van  Chi  iftus  genoemt  wort ,  fich  als 
'een  Knjghsman  begolt  aen  te  Hellen ,  (voegende  j 
he:  fwaei t  van  Paulus  by  de  llcutelen  van  Petrus  >  I 
ot'  eerder  die  inden  Tybur  werpende ,  om  fich  te  1 
becer  met  dat  geweer  te  behelpen)  endeChri- 
ftenheyc  dat  verderf  te  befcheren,  het  welckden 
grooten  Tui  ck  foo  lange  gefocht ,  en  noch  niec 
wel  gevonden  heeft.    Vordcrs  Pallavicino  aen- 
gemerekt  hebbende  de  gerechiighey  t  van  de  faeck 
van  den  Hartogh  van  Pai  ma  ,  ongerechtelijck 
evenwel  van  den  Paus  gedreyghc,  kondeniet  na-  | 
laten  defelve  oprechtelijck  op  het  papier  te  ftel-  | 
len,  en  te  maecken  datfe  den  Paufelijcken  Ge-  | 
fant,  als  noch  fijn  vervolger  zijnde,  ter  handt 
wierde  geitel t.    Die  wel  fiende ,  en  niet  kon- 
nende  loochenen  deoprech  igheyt  van  de  faeck, 
en  de  onbillijckheydt  van  fijn  Meeller ,  liet  fich. 
evenwel  daer  door  niet  ftillen ,  te  meer ,  alfoo  hy 
felfs  meer  een  verfpieder  als  afgefant  wiert  afge- 
maelt)  maer  fteldelich  aenals  eenadder,  fchie- 
tende  al  het  venijn  uyt  dat  hy  binnen  had  •  be- 
v  I T.    klagende  Pallavicino  vorders ,  doch  niet  aen  den 
Beklagh    Raedt  van  Venetien,maer  de  Neven  van  den  Paus, 
Jjan  d?"    voegende  by  de  befchuldigingh  veel  bedricgh- 
tegenir    lijekheden  ,  na  dat  hem  fijn  quaetaerdigheydt  te 
hem.       binnen  dede  fchieten  ,  op  dat  de  miidaedt  te  aen- 
merckelijckèr  moght  zijn,  endeftraffonderuyt- 
ftel  mocht  in 't  weick  geftelt  worden ,  maecken- 
de  ten  eynde  fulck  een  befluyr ,  dat  hy  de  geeflel 
van  de  Barbarinen  was ,  en  dat  'er  geen  beter  mid- 
dd  was ,  om  fijn  handen  te  doen  ftil  ftaen ,  als  hem 
het  hooft  voor  de  voeten  te  leggen. 

En  waerlijck,  hier  aen  ontbrack  geen  gevolgh, 
want ,  de  Barbarinen  hadden  foo  haeft  van  de 
voorteatick  in  fijn  fchriften  niet  gehoort ,  of  fy 

fagen 


1 

m 


li 


Don  Fekrante.  199 
fagenom  na  middelen ,  om  Pallavicino  te  verder-  _v  1  tx 
ven  :  en  wel  verleeckert  zijnde,  dat  fy  hem  niet  JJ^gJ^. 
fouden  in  hinden  konnen  krijgen ,  dewijl  hem  de  barinen 
Stad  van  Venetien  genoeghfaem  een  heylighdom  tegens 
was,  onder  wiens  beichermingh  hy  veynghge- hem« 
noegh  mocht  ruften  ,  bedachten  fy  hem ,  door 
een  verraderlijckcn  treek,  in  hun  gewekte  k' ij- 
gen. 

Sy  dienden  fich  dan  vaneen  Fransman ,  Carel  ix* 
Morfugenaemt,  die,  vol  zijnde  van  dele  quaet-  M^üt 
aerdighcydt,  die  de  alderwackcrfte  en  ver-moe-  verrader 
dentte  gemoederen  kan  bedriegen ,  fich  uyt  hun  van  Paila- 
.lid  laft,  na  Venetië  begaf.    Aidaer  na  Pallavicino  v,cin0« 
,JiJ  vernomen  hebbende,  focht  alleen  middel,  om 
•I  fich  in  fijn  vnendfehap  in  tedringen.  Hyquam 

Jgeduerighlijck  in  de  boeckery,  daer  met  den 
ten  of  den  anderen  vriendc ,  Pallavicino  fich  fom- 
wijlen  liet  vinden.  De  onbekommertheydt ,  en 
het  onbelangh ,  die  hy  ten  eerften  gebruyekte , 
fou  het  alderdoorfleepfte  verftant  bedrogen  heb- 
ben, tot  dat  hy  quanswijs,  gelijck als by geval, 
hem  quam  te  kennen,  waer  toe  hygelegentheyt 
focht  met  hen  te  reden-kavelen ,  om  mede  te  too- 
nen  dat  hy  niet  bot  was ;  onder  het  welcke  eenige 
woorden  opvattende ,  die  hem  geliick  als  licht 
gaven,  en. Pallavicino  hoorende  noemen,  ver- 
klaerde,  dat  hy  fijn  Ed:  tot  noch  toeonbekent 
gegroet  hadde ,  willende  hem  met  alle  gewelt  de 
handen  kulTen ,  toonende  ongemeene  blijdfchap , 
en  zegenende  fijn  geluck,  het  welcke  hem ,  by 
die  gene  gebracht  had,  die  hy  het  aldermeeft  op 
de  werelt  wenfehte  te  fien ,  hebbende  nu  gele- 
genthey t  hem  van  naby  te  eeren ,  die  hy  van  verre 
lbo  hoogh  geacht  had ,  ter  oorfaeck  van  lijn  door-  x. 
luchtige  fchriften,  in  het  prijfen  van  de  welcke  ^JJ™ 
hy  fich  feer  uytbreyde ,  toonende  die  wel  door-  vangh. 

N  4  lefen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1 


■Ik 


2oo         Treurige  Gefcbiedenis  van 
lefen  te  hebben ,  en  eenige  voorname  plaetfen  uyc 
de  felve  te  berde  brengende.  Pallavicino,  over- 
wonnen door  fulck  een  overmatige  beleeftheyt , 
kol!  niet  anders  als  hem  ten  hooghften  bedanc- 
ken ,  en  hem  weder  fijn  ootmoedighften  dienft 
aen  te  bieden.  En alfoo  nam  Corfu  fijn  affcheyt , 
met  het  meefte  genoegen  van  de  werelt:  feggen- 
de  dat  hy  by  beter  gelegentheyt  hem  in  hetlange 
en  breeder  fou  fpreecken.  Daer  na,  vorder  mid- 
del vindende  om  by  hem  te  komen ,  maeckte  een 
vafte  vriendfchap  ,  met  fulcke  teeckenenvange- 
negentheydt  dat  hy  fcheen  duyfent  levens  voor 
hem  ten  beften  te  hebben.    Geduerende  defe 
gemeenfaemheydt  ,  vandt  hy  gelegentheydt  te 
feggen ,  hoedanigh  fijn  naem  in  Vranckrijck  in 
achtinge  was,  en  wat  werek  de  Cardinael  Riche- 
lieu  van  fijn  wereken  had ,  hoe  hy  de  volheydt 
en  gemackelijckheydt  der  felver  prees ;  befiuy- 
tende  eyndelijck,  dat,  indien  hy  de  moeyte  wil- 
de nemert ,  noch  een  tocht  in  Vranckrijck  te  doen, 
onderfteunt  door  een  man ,  die  een  aenbidder  is 
van  brave  verftanden ,  foude  hy ,  buyten  bedenc- 
ken,  fich  geenfintsde  reyfe  wandancken.  Hier 
mede  fcheyde  hy  weder,  latende  Pallavicino  in 
duyfent  gedachten.    Des  anderen  daeghsquam 
hy  weder  by  hem ,  en  wachtende  dat  Pallavicino 
felfs  de  eerlte  van  de  faeck  fprack,  nam  hy  het 
weder  op ,  en  feyde ,  indien  hy  fich  op  hem  wilde 
vertrouwen,  hy  was  verfeeckert ,  dat  genoemde 
Cardinael  hem  na  fijn  waerdigheydt  fou  ontha- 
len ,  en  hem ,  buyten  bedencken ,  fijn  Gefchicht- 
fchrijver  maecken ,  onder  een  treffelijck  onder- 
houdt ,  toonende  met  eenen  eenige  byfondere  laft 
van  den  Cardinael ,  gelijck  als  om  een  bequaem 
tnan  op  te  foecken. 

Pallavicino  gedreven  door  de  gemeene  drift 

der 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DonFerrante.  zot 
:  der  Lettermannen,  lichtgeloovigheydt,  ontrent 
)  de  vleyerijen  van  anderen ,  vol  hoop  van  groote 
I  itaet  en  achtbaerheydt ,  en  nu  als  den  wegh  open 
I  fiende,  om  fich  felven  indeachtinge  van  fijn  ge- 
I  flacht  te  Tullen  mogen  houden ;  vorder  aenmerc- 
kende,  dat  in  Italië  ,  gelijck  oock  elders  ,  de 
Geletterde  in  geringe  achtinge  zi  jn ,  en  dat  hy  met 
de  reli ,  eer  van  honger,  in  Cubiculo  Locando, 
een  Huyr-kamer,  fou  derven  ,  als  ecnigen  wegh 
tot  bevorderinge  vinden ,  nam  de  faeck  t'eene- 
mael  ia  fijn  bedencken.  Hy  leyde  voiders  de 
faeck  met  eenige  van  fijn  vrienden  over  ,  en 
voornamentlijck  met  een  Augufti  jn  Fufconi ,  de- 
welcke  de  faeck  wel  overleggende ,  antwoorden , 
d3t  de  bedenckinge  goet  was ,  dat  by  den  Car- 
dinael  goede  bevorderingh  te  vinden ,  maer  de 
middel  om  daer  toe  te  geraecken ,  niet  veyligh 
was.  Dat  hy  alles  wel  moft  bedencken  ,  en 
wanneer  hy  al  tenlaetften  goet  vandt  na  Vranck- 
rijck  te  trecken  ,  dat  hy  dan  liever  alleen  fou 
reyfen  ,  fy  wilden  hem  evenwel  niet  raden  in 
Italië  te  blijven,  dier  geen  Letterman  te  hopen 
heeft,  om  in  dienlt  vin  eenigli  Vorltte  geraec- 
ken ,  't  en  zy  hy  voor  coppelaer  of  verfpieder  van 
het  Hof  wil  dienen,  met  verfecckeringh ,  een 
geen  te  eerlijcke  doodt  te  fullen  fterven.  Na 
veel  overleggens  dan ,  en  door  groote  en  foo  hy 
meende» wel  gegronde  hoop  gedreven  ,  befluyt 
hy ,  de  reys  aui  te  nemen  ;  en  dat  in  gefelfchap 
van  defen  Morfu,  aen  wiens  oprechtigheydc  en 
getrouwigheydc  te  twijffelen  ,  hem  dimmer  als 
verradery  ot  Kerckfchendery  dacht  te  zijn,  foo 
ver  kan  de  begeerte,  van  fich  felven  eroot  te  fien  , 
het  verftant  veiblinden.  Morfu  oiidertuirchen 
droegh  fich  foo  konftelijck  omtrent  hem ,  dat  hoe 
hy  al  fijn  handelingenen  manieren overleyde,  en 

N  5  over- 


xr. 

Lichtgc- 
loovighcyt 
van  Palla- 
vicitio. 


XII. 

Vermoe- 
den der 
vrienden 
van  Palla- 
vicino. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


202  treurige  Gefchiedetiis  van 
overwoeeh,  hy  niets  fiennochmerckenkonde, 
dat  niet  het  volle  wefen  van  alle  oprechtigheydt 
x  n  i.  hadde.  Sijn  ommeganck  was >  vriendehjck , ,  en 
Konftigen  voi  eerbiedigheyt ,  hy  opende  hem  gelijck  als  het 
handel  van  binnenfte  van  fijn  hart  ,  toonde  fich  gelijck  als 
Mo  u  verheft  op  Pallavicino ,  ontbrack  hem  geit ,  hy 
leende  het  hem  overvloedighhjck.  Kortelijck , 
dede  alles  wat  men  van  een  oprecht  vnendt  lou 
mogen  verwachten  of  begeren.  Een  van  de 
vrienden  van  Pallavicino,  een  man  foo groot  van 
geboorte  als  geleertheydt ,  wilde  defen  Mortu 
fien  en  kennen ,  om ,  uyt  fijn  gedaente ,  fijn  in- 
borft  ten  naeuwfte  te  befpeuren,  alfoo  hy  mdie 
kennifle  feer  ervaren  was.  Maer  wat  hy  lijn  ge- 
laet  onderfocht ,  en  hoe  hy  des  felfs  geftalte  over- 
woogh ,  hy  kon  daer  niets  minder  als  een  verrader 
in  vinden.  Zijnde  dan  het  overlegh  ten  voüen 
genomen ,  wierdt  het  vertreck  vaft geftelt.  Sijn 
vrienden  evenwel  fagen  fijn  vertreck  niet  gaerne , 
maer  wat  fouden  fe  doen,  aen  de  eene  zijde  wa- 
ren fy  ten  hooghften  over  hem  bekommert ,  en 
wetende  hoe  hy  by  de  Paus-gefinde  ftond  ,  vred- 
den  alroos  vooreenige  verradery ,  endathyt  ee- 
nieer  tijdt  in  hunne  handen  fou  mogen  geraecken . 
aen  de  andere  zijde  wenfchen  fy  fijn  bevorderm. 
ce,  bv  uytheemfcheVorften,  wel  wetende ,  dat 
Ry  defelve  in  Italië  weynigh  te  verwachten 

Hun  reys  dan  gaet  aen,  nemende  fy  hunnen 
JLVkh  wech ,  van  Venetien  na  Bergaroo,  om  aldaer  eeni- 
rhuf  r^ed-vrienden  van  Pallavicino  te  befoeckcn 
"V  "»  laerfe  fich  eenige  dagen  ophielden,  l<>oom 
VI  fu  hun  eoet  onthael  te  doen  genieten  ,  als  om 
"'  noch  naler  al  fijn  gelaet  na  te  (peuren,  ofvanan- 
den i  te  doen  ondeTfoecken ;  rnaer  wat  men  na- 
fpootde  of  onderfocht,  de  deught  fcheen haet 


I 
Ij 

1 

) 

1 

<t 


Don  Fekrante.  20$ 
woninge  in  fijn  hart  ,  en  de  oprechtigheydt  iti 
fijn  gemoedt  haer  firplacts  genomen  te  hebben. 

Eynd  .lijck  zijnde  de  vrienden  in  alles  voldaen, 
dat  is  gefeghr. ,  op  het  aldcrarghültightte  bedro- 
gen ,  neemt  men  fijn  affcheyt ,  en  fijn  wegh  regel* 
rechena  Geneve,  daerfe  fich  weder  ecnkleynen 
tijd  ophielden,  en  van  daer  vertrocken  zijnde , 
veynlende  Morfu  ,  het  een  of  het  ander  daer  te 
doen  te  hebben ,  bracht  hy  Pallavicino  op  een 
morgen ,  foo  als  geloofli jek  is ,  buy ten  fijn  weten  , 
op  den  bodem  van  Avignone  ,  welcke  plaets> 
gt  lijck  genocghfaem  bekent  is,  onder  het  gebied 
van  den  Paus  van  Romen  ftaet.    Sooals  Tyeen 
klcyn  riviei  ken  fouden  overgaen  ,  wierden  fe  vaft 
gehouden ,  onder  voorgeven  ,  dat  fe  cenige  Con-  ,  x 
trabande ,  of  vei  bodene  goederen  by  fich  hadden,  J^J 
en  wierden  in  gevolge  daer  over,  van  de  daer  toe  gehouden, 
beftelde  dienaers ,  valt  gelet.  Alhier  begoft  Pal- 
lavicino ,  hoewel  te  laet  ,  vermoeden  op  den 
fchelm  Morfu  te  krijgen  ,  fiende  hem  met  den 
Amptman  fpreecken ,  als  of  fy  malkander  wel 
meer  gefien  hadden,  gelijck  hy  oock  genoegh- 
faem  los  en  vry  wierdc  gehouden ,  het  welcke  hy 
hem  niet  liet  te  gemoet  te  voeren,  waeropden 
ander  niet  wift  wat  te  antwoorden.    Sy  wierden 
dan  te  Avignone  gebracht,  en  aldaer  gevangen  XVL 
gefet ,  maer  Morfu  kreegh  wel  haeft  fijn  vryheyt ,  En  gevan- 
en  Pallavicino  bleef  in  hechtenis,  het  welcke Bcn 
hem  nu  wel  ter  degen  deed  fien ,  in  W3t  Barbari-  &cbracht> 
fche  handen  hy  gevallen  was  :  wanneer  men  hem 
nu  begoft  te  ondervragen  ,  was  het  gedingh , 
aengaende  de  verbodene  goederen ,  haeft  ten  eyn- 
de,  en  het  kreegh  een  gantfeh  ander  gelaet,alfoo 
men  fijn  fchriften  en  boecken  begoft  op  te  halen  , 
en  voor  den  dagh  te  brengen ,  in  dewelcke  hy  de 
d  winghUndy  der  Barbarinen  foo  wacker  had  over 

den 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


204         Treurige  Gefch'tedenis  van 
den  heeckel  gehaelt.   Evenwel  konde  hy  niet 
volkomcntlijck  overtuyght  worden  ,  als  alleen 
door  de  gefchrevene  ftucken ,  die  hy  noch  by  hen 
hadde,  m  dewelcke  hy  den  handel  van  den  Paus 
op  het  naecktfte  ontlede  en  voor  oogen  ftelde  j  als 
zijnde  een  antwoordt  opde  Antifatyra  of  tegen- 
fchimp  van  den  vader  Tomafi.   Evenwel  was 
noch  dat  alles  niet  genoeghom  hem  te  overwin- 
nen ,  indien  men  foo  wel  na  recht ,  als  na  wraeck- 
gierigheydt  had  gegaen,  en  de  gerechtigheydt,  foo 
wel  als  het  verfadigen  van  het  verbittert  ge- 
moedt  der  Barbarinen ,  hun  eynde  en  oogh-wit 
x  v  i  I.  was  ge  weeft.    Zijnde  dan  over  defe  fchriften  gc- 
Paiiavicino  ondervraeght ,  berichte  Pallavicino  daer  op ,  dat 
?Teü)tl   hyfe  felfs  niet  gefchreven,  maer  wel ,  doorbe- 
onder.     geerte  van  Morfu ,  die  uy  t  de  uytfehriften  groote 
waeghL    winft  wift  te  trecken ,  uy  tgefchreven  had  •  too- 
nende  tot  dien  eynde  eenige  Hooft-ftucken ,  die 
de  waerheydt  genoegh  fchenen  aen  te  wijfen ,  ver- 
foeckende  oock  dat  men  defelve  in  Venetië ,  Ber- 
gamo  en  Geneva  fou  onder foecken ,  endegetuy- 
cen  ,  die  daer  van  waren,  ondervragen.  Het 
welcke  eefchiedende ,  waren  al  fijne  vrienden  op 
fijn  zijde ,  en  vaerdigh  om  fijn  U  ven  van  de  handen 
fi  ner  vyanden  te  redderen  en  te  btfehermen . 
maer  fijn  doodt  moft  de  Barbarinen  al  te  nut  en 
aengenaem  zijn,  hy  was  en  bleet  gevangen ,  en 
fijn  gevangenis  wierdt  eerder  verfwaert  als  ver- 
licht,  invoegen  hy  niet  anders  als  de  doodt  had  te 

gC H^dan^fiênde  geen  andere  uytkomft  in  fijn 
faecken,  en  geen  hoop  van  het  leven  daer  af  te 
xv  n  i.  brengen,begoftfichtotliftigheydttekeeren,ge- 
socckc  uyt  ii  ckleder  levendt  fchepfel  alles  fal  aenwende«i , 
tebicken'  om  fijn  vryheydt  te  verkrijgen.  Hydanmaeckt 
Z  Kerckeriewaerder,  door  S^chencken  e„ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3 


■ 

Hij 

I 

l 
1 

I 


Don  Ferrante.  205? 
fchoone  woorden  op  fijn  zijde  te  krijgen,  invoe- 
gen hy  hem  wat  fachcer  en  milder  begoft  te  han- 
delen, als  hy  van  te  voren  gedaen  lud;  onder  an- 
dere be  vvoogh  hy  den  fel  ven ,  hem  kaerflen  te  ge- 
ven, om  in  die  duyftere  gevangenis  met  lefenfijn 
bedroefde  en  laftige  tijdt  te  verdrijven,  en  fijn 
fwaermoedige  gedachten  te  vermaecken.  Die 
gefchiedde,  en  Pallavicino,  altoos  ecnige  enden 
overhoudende,  vergaerde  een  goede  menighte 
vandefelve,  metdewelcke  hy ,  op  een  nacht,  het 
vyer  in  de  poort  van  fijn  gevanckeniskreegh ,  en 
fou  daerdoor  miflTchien  wel  uytgeraecktzijn ,  in- 
dien fijn  ongeval,  fich  niet  tegens  lulck  een  goe- 
den aenvangh  hid  geftelt  •  de  brandt  dan  wierdt 
OOtdeckt ,  een  yeder  geraeckt  op  de  been  ,  en  hoe 
verbaeft  men  was ,  de  plaets  en  de  oorfaeck  van 
het  ongeval  was  haeft  uyrgevonden.  Hier  was 
het  fpit  t'eenemaeiindeaflchcgewentelt,  en  de 
grootfte  mifdaedt  ter  werelt  begaen  ,  en  daerom , 
lbo  om  hem  te  ftraffen ,  als  om  fich  beter ,  van  dit 
gevaerlijck  wercktuygh  te  verfecckeren ,  wierdt 
fijn  gevangenis  in  fulcker  voegen  verfwaert ,  dat  x  I  *. 
men  hem  geketent  aen  een  muer  vaft  maeckte ,  Jla"  ont" 
niet  anders  als  een  wilde  beeft ,  doende  den  hals  in  fiJSSJ11 
een  beugel ,  gelijck  oock  de  voeten ,  en  de  armen  gefit, 
van  gelijcken  wederzijdes ,  foodat  hy  t'eenemael 
de  gedaeme  van  een  gekruyfte  Chriftus  voor- 
ftelde. 

Op  dit  werek  volghde  wel  haeft  fijn  vonnis, 
door  het  welcke  hy  ter  dood  veroordeelt  wierdt ,    x  x. 
niet  tegenftaemle  al  de  moeyte  en  yver,  dielijn  TcrJooJ 
vrienden  tot  fijn  verloliingeaenwenden.    Defe  gC  °t*PU 
dan  wierdt  hem  aengefeght,  dewelckchem  aen- 
genaem  was,  als  zijnde  een  verlofiingh ,  uyt  de 
bitterfte  quelling  ,  dieoyt  eenigh  levend  ichepfel 
fou  konnen  verdragen,  maer  aen  de  andere  zijde 

bit- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2o6  Treurige  Gefchiedems  van 
bicter,  om  datfe  hem  door  fijn  vyanden  wierdc 
aengedaen,  en  dat  hy  geen  middel  had,  omfich 
over  hen  te  wreecken ,  en  hen  hun  wreedheydc 
betaelt  te  fetten  ,  duyfent  mael  mocht  hy  lijn 
lichtgeloovigheydt  vervloecken ,  die  de  lchelm- 
fche  bedriegery,  van  defen  Hooft-bedrieger,foo 
lichtelijck  geloof  gegeven  had,  Tiende  nu,  door 
het  herdencken  inlijngelaec,  het  gene  hy  ,  noch 
niemandt  van  de  fijne ,  oyt  voorhenen  had  konnen 
fien.  Soo menighmael  Ichold  hy  fich  felven  ,  als 
ondanckbaer,  wrevelmoedigh  en  hardneckigh, 
die,  gedreven  door  eygen  vvaen ,  het  vermoeden 
van  "fijne  vrienden  niet  gcnoegh  in  achtinge  ge- 
nomen ,  ja  in  de  windt  geflagen  had.  Siin  ftaet- 
fuchcmoft,eroocfc*,n,  die  hem  foofchandehjck 
de  oogen  verblindt? tn  tot  die  doodelijcke  reyfe 
'  aengeraden  had.  *  .aer  wat  mocht  het  alles  ba- 
ten  <  het  vonnis  was  gevelt ,  en  hy  molt  *er  aen. 

Hy  dan  wierdt  van  fijn  yfere  banden  verloft, 
cn  met  andere  koorden  gebonden,  en  alfoo  te 
voorfchi  jn  gebracht ,  zijnde  foo  dor  en  ellendigh- 
lijck  (door  de  pijn  en  quellingh,  fulcks  alsnoyt 
eenigh  Tyran  had  konnen  bedencken)  geitel  t ,  dat 
het  een  deernis  verweckte  in  al  die  hem  fagen , 
aileenigh  de  verbittertheydt ,  die  men  het  gemoct 
van  de  eenvoudige  Gemeente  had  -  eten  in  te 
prenten,  als  ware  hy  een  ketter  en  doodelijck 
vyandt  van  de  Roomfche  Kerck  en  Stoel  ge  weel., 
nam  het  mede- doogenwech,  en  ftelde  verwoed- 
heydt  in  de  plaets.  Aldus  dan  wierdt  hy  op  het 
bloedt- tooneel  gebracht,  en  aldaer,  om  kort  te 
nI  gaen ,  onthooft.  Sijn  dood  wierd  gevolght  van 
En  ?Pent-  het  juychen  der  Barbarinen ,  die  nu  hun  hooghfte 
lijck  om-  begeerte  vervult  lagen ,  en  hem  uyt  den  wegh i  ge- 
maeckt,  die  hen  noch  vorder  tot  een  geeffelitont 
te  verftrecken;  maer  weder  aen  de  andere  zijde 

|X1  CC 


halft. 


DonFerrante.  207 

:  1  met  dc  tranen  van  fijne  vrienden ,  en  defe  die  gaer- 
ne  hadden,  datmendeaenwaflendegebreecken, 
•  i  van  defe  dwingelanden  wat  meerder  had  aenge- 
ali  taft,.  Altoos  het  gene  hy  daer  omtrent  alreedts 
•-.j  gedaen  heeft ,  leeft  mdegeheuchenis  vandeLet- 
;  ter-mannen ,  en  doet  hem  noch  voor  langen  tijdt 
I  leyen ,  felfs  na  fijn  doodt.  b  ; 


DE 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


li 


208 


D  E 


KEYSER,KEYSERIN, 

DOCHTER  j  en  VOR- 
STEN van  Sina, 

En  Anderen. 


N  H  O  U  D  T. 
t 

!  Ufeeckere  flaetvanhoogheydt. 


h 

Onfcecke- 
icn  ftaet 
van  hoog' 
heyv 


O II.  W  <ier  T"r  1 

(elven.    IV.  Ver  Tart  aren  wtffe  vanfcherenen  dracht.  | 
SWreedtheyt  der Tartaren.    VI.  MaovenUmg  Hoec^ 
F  ldZU /der  Sineefen.    VII.  Js  fijn  Heer  getrouw. 
VIII  LoosbeleytvandenTartartfdenlQntn^  Thten- 

lir     IX.  De  Stneefen  geflagen.    X.  K****™*- 
,    ,    tl  Vt    ïcktlmcrv  van  Tvenu. 

rcinmngh  der  Tartaren.    XI.  \  T>e(tadt 

Maovenliung  wordt  vergeven.    XIII.  Z*/ta« 

V  ;001W,    xv  II.  Sprinkhanen  bederven  de  Land- 1 . 

XX.  Delger  wapent 
ffieglL.    XXI.  Velt-onvrfieColau 
'fich.    XXII.  Loof kejdt  van  den  Roov^Luang^ 

jxxiii.  ^^^^^JSI^ 

%ff'^?^  ^artarelbe- 
vanhet  Keyferltfckekuys.  XXVI. 

machtigen  Sina. 

VII.  Geschiedenis. 
At  'hoogheydc  en  mogcmheydt  van 
ftaet ,  hSe  feer  door  dc  Luck-vrou ivv -m 
fchiin  getroetelt,alte  menighmaei 
van  dit  lacchendefoet bedrogen,  en 
*r^g?»  door  veel  fierder  als  van  andere  ge^ 
tinger,  ter  neder  geworpen  worden,  heeft  al  te, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Keyser,  Keyser  in,3cc,  209 
3  veel  waerheydcs,  als  dat  wy  veel  getuygendaer 
MHjtoe  behoeven.  De  hooghfte  gebouwen  lijden  de 
rmeeftelaft  van  ftorm  en  ongeftuyme  winden  i  van 
!<blixem  en  donder-flagcn ,  gelijck  wy  uyt  onfen 
|  Seneca  ovcrfetten. 

Het  boogh  gebouw  ,  dat ,  opgetogen 
Het  hooft  ten  Hemel  jleeckt , 
En  door  de  wileisen  bretckt, 
Selfbuvten  aüer  menfchen  oogen'y 
Sicb  aldermeeji  gegeejftlt  vindt 
Door  regen,  jlorm  en  windt. 
Het  bofch  y  wiens  toppen  't  fwercl(  btreycf^en 
Siet  menigbmael,  verbaefl , 
Wanneer  een  Jiorm- windt  raejl, 
Haer  oudtfte  en  onverfetbaerjïe  eyckjn  , 
Self  in  een  oogerMicJ^  en  jïondt , 
Geworpen  neer  te  grondt. 

Wy  hebben  hier  en  elders ,  waerlijck  ,  Ienghtc 
wan  voorbeelden,  op  het  tapeet  gebracht  ,  en 
<>|de  vvaerheydt  van  defe  wis-reden  of  Axioma ,  ge- 
^•Inoeghfaem  bewefen  ,  om  by  een  yedei  geloof  te 
'verdienen,  maer, gelijck  in  alle  byfondere  voor- 
wallen, de  verfcheydentheydt  der  oorfaecken  en 
lomftandigheden ,  oock  vedcheydentheyt  van  nut 
en  vermaeck  toe  brengen ,  willen  wy  de  menigh- 
te  van  de  voorgaende  dde  niet  onthouwen ,  waer- 
lijck,in  treurige  voorvallen  geen  van  de  minften  te 
lachten. 

De  ftri jdtbare  Tartaren,gevaerlijcke  gebueren 
^ivan  de  vernuftige  Sinecfen,  hadden,  omtrent  het 
•uiiij2ofte.  jaerdefer  eeuw,  fich  van  een  groot  gedeelte 
1  van  dit  machtige  Rijck  meefter  gemaeckt,  maer, 
door  hun  eygen  onorder,  beroerte,  wreedt- 
iheydt ,  oock  affnijdingh  van  byftandt ,  wierden 
:igedwongen  weder  te  ruggc ,  en  over  hun  fcheyts- 
;';imuur  te  wijeken.  O  Als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


II. 

Inval  der 
Tattaren 
in  Sma. 


2io        Treurige  Gefcb'tedenis  v<tn 

Als  nu  de  Sineefen  fagen  ,  dat  dc  Tartaren,  1 
meer  door  hun  eygen  noodt  wendigheydt ,  als  \ 
hunne  krachten  te  rugge  waren  gewcecken  ,  heb-  I 
ben  fy  de  opgenomene  wapenen  in  de  handen  ge- 
houden,en  onkundigh  van  de  kontt  van  Tyberius, 
twift  onder  de  vyanden  te  voeden ,  ftaen  verw  on- 
dert, alles  onder  hen  bygeleght  zijnde,  denTar- 
tarifchen  Kooinck  wederom  op  hun  grenfen  ,  na 
eenige  jaren  verloops ,  te  fien.  Defe  had  tfeftigh 
duyfent  ruyteren  voor  af  gefonden,  die  de  voor- 
name ftadt  Laotung  bekommerden  ,  terwijl  hy 
snet  het  gantfche  heyr  aenquam.    Het  belegh 
had  niet  veel  meer  als  veenigh  uren  gedueu, 
wanneer  de  Sineeren  en  Tartaren  malkander  op 
het  rouwlle  komen  aen  te  taften.    Men  ftreedt 
wederzijdts  met  de  felve  moedigheyd  en  hartnec- 
kigheydt,  foo  dat'er  van  de  zijde  der  Tartaren 
twintigh ,  en  van  die  van  de  Sineefe  dartigh  duy- 
fent  op  het  veldt  bleven.   En  noch  fou  de  Stadt 
niet  befweecken  hebben,  'ten  ware  een  van  de 
Ovcrften  der  Sineefen ,  door  feer  groote  belof- 
ten en  gaven  omgekocht ,  een  van  de  poorten , 
voor  de  vyanden ,  had  open  geftelt. 

Dit  was  de  eerfte  vrucht  van  het  achteloos  be- 
waren van  hun  fcheydts-muer  ,  beneffens  de 
fchclmfche  verradery  van  dien  Overfte.  De  Key- 
fer  der  Sineefen  meende,  met  het  fendenvan  een 
ooet  Onder-koninck ,  om  op  de  toelagen  van  dp 
Overften  te  letten,  wel  in  alles  voorüen  te  heb. 
ben.    M  aer  de  fnoodheyd  eingh  de  voorfichtig- 
hevdt  te  boven.   Defe  Onder-koninck,  wel  we- 
tende ,  dat  fijn  daedt  geenfints  te  verfchoonen 
was,  koos  een  vry  willige  voor  een  gedwongen  I 
doodt,  en  verhingh fich felven.  Een ppfiender , 
koninck    beneffens  hem  gefonden,  wierd  van  de  1  artaren 
voiiaoght  geYaoeen,  doch  behieldt  foo  veel  dcughts,  dat 

fich  ieiv«ru  &w  *    »    '  hy  t 


'III. 

Onder 


■  l 


De  Keyser,  Keyserin,&c.  211 
hy>  fclfs  in  handen  van  fijn  vyanden  de  Tartaren 
zijnde,  den  over  winnenden  Koninck,  fijnen  Vorii, 
niet  begeerde  te  noemen,  die  evenwel,  deughr- 
lievende  zijnde,  hem,  om  fijn  trouwe ,  het  leven 
gefchoncken  heeft ,  dochhy,  niet  willende,  des 
wegen ,  aen  den  Tarcar  vei  ichuidigh:  aijn  ,  heefc 
gelijck  d'Onder-koninck,  vei  koren,  hjn  leven  te 
eyndigen. 

De  Tartaren  hadden  al  ondervonden  ,  wat 
voordeel  het  toebrenght,  fichin  de  gemoederen 
der  ingefetenen  in  tewickelen,  en  hui  wijle  van 
leven,  met  de  hunne  gemeen  te  mate  ken ;  iydan 
bevelen  hen  alle  ,  opdeTartarilche  wij;e ,  eeicho- 
ren  te  worden,  't en  waer  fy  lievei  door  hetttael 
wilden  omkomen.  Hun  wijfe  van  fcheren  is  lbo-     1  % 
danigh ,  fy  laten  het  hiyr  kort  affchrapen,  hou-  ?£nwïC< 
den  lange  knevels ,  en  achter  op  het  hooft  een  van  ftte* 
tuyte ,  die  hen  tot  op  de  Ichouderen  hanght :  om- ren  *a 
winden  hun  hoedeken  van  koftelijcke  vellen,  met  dracnt* 
een  windel,  en  wapenen  hun  ooren,  voorhooft, 
en  hooft-llapen  alloo  tegen  dekoude;  hier  voe- 
gen fyby,  atrdigh  geverwde  paerts  uayren,  en 
iïjje  vloeken  j  het  kleedt  hanghc  hen  toe  aende 
enckekn.    De  mouwen  zijn  nauw,  de  relt  wijde, 
vvoid  met  een  gordel  toegebonden  :  Aen  welc- 
kers  beyde  zijden  lnuyt-doecken  hangen  benef- 
fens een  mesken  ,  en  een  beurfken  voltaback  ,  en 
andere  noodwendigheden.  Hun  houwer  trecktn 
fy  van  achteren,  met  de  rechter  handt ,  uyt ,  hun 
laerlen  zijn  van  pierden  leder,  of  oock  van  fijdc  1 
laecken  gemaeckc ,  welcker  achterzolen  drie  vin- 
geren hoogh  zijn.  Sy  gebruyeken  geenfporeo, 
maer  lage  en  vheke  zadels.    Sy  zijn  blanck  van 
verwe,  de  neus  meer  plat  of  ingebogen, als  ver- 
heven ,  en  de  oogen  feer  kleyn.    Van  aerdt  zijn  fy 
beleeft  tegen  vreemdelinge,  en  verfoeyen ,  des- 

O  2  wc- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


212        Treurige  Gefchiedenis  van 
wegen  de  hooghmoedt  der  Sineefen.  Totdefe 
manieren  fochten  fy  de  Sineefen  te  brengen ,  om 
hen  te  gehoorfamer  te  maecken ,  en  de  prachtige 
hooghmoed  van  dien  Land-aert  te  verdrucken. 

Binnen  Leoatung  waren  veel  Koop- lieden ,  uyt 
geheel  Sina  darwaerts  aengevloeyt  ,  die  daer 
grootc  middelen  verfamelt  hadden :  defen  wordt 
toegelaten ,  met  hun  koopmanfchappen ,  en  mid- 
delen ,  ten  eerften ,  waer  henen  fy  wilden ,  te  ver- 
trecken.   Sy  vertrecken ,  gelijck  hen  was  toe- 
gelaten ,  geladen  met  hun  goederen  en  koopman- 
fchappen ;  maer  de  Tartaren ,  als  fy  omtrent  dry 
mijlen  van  de  Stadt  waren ,  vervolgen  hen ,  en 
na  datfe  hen  hun  goederen  benomen  hadden, 
V.     brengen  hen  alle  wreedelijck  om  het  leven ,  daer 
Wic&heyd  mgde  genoeghfaem  toonende ,  wat  de  inwoon- 
de* Tat*   ders  van  fulck  een  woedende  Landt -aerdt  te  ver- 
tarCtU     wachten  hadden.    Waerlijck  de  fmet  van  defe 
trbuwloof  heydt ,  kan  geenfints  op  den  nacm  van 
ateemeene  vyandtfchap  doorgaen ,  maer  fy  ver- 
toont allefints  een  fchijn  van  woede,  en  wreede 
onbarmhertigheyt.  .     - .     „  r 

v  t        In  den  dienft  van  den  Sineefchen  Keyfer  was 
Maovcn-  een  Overfte ,  Thienkiu  genaemt ,  die ,  zijnde  uyt 
Kung      het  landtfehap  Quangtung  af komftigh ,  door  ge- 
klo,eck     leoentheydt  van  de  nabuerigheyd ,  gemeenfehap 
^cr'ftcdcimlt  de  Portugefen  te  Macao  hadgemaeckt,  en 
Sineefen.  vati  defelve  veel  byfonderheden  ,  den  ooriogn 
aengaende,  geleert.    Defe  vandt  de  gelegent - 
heyd,  eenigh  Hollands  gefchut ,  dat  door  fchip- 
breucké,  aen  hunnen  oever  was  geraeckt,  op  de 
veften  van  Ningijven  te  leggen  •  diede  Keyler , 
na  het  verlies  van  Leaotung ,  fijn  hoort- plaets 
had  gemaeckt.    Defe  Stadt  wel  gefterekt  zijnde , 
komt  hy  terwijl  met  een  gedeelte  vandeSmee- 
fche  oorloghs-macht ,  de  Tartaren  met  verfchey- 


De  Keyser,  Keyserin>&c.  hj 
ie  aenvallcn  op  het  lijf,  door  dewelcke,  alsfe 
hem  ten  meeften  deel  wel  geluckce ,  hy  fich  fel- 
ven ,  by  hen ,  feer  ontfaggelijck  macckt.  Defe , 
fiende  dat  fe  hem,  of  met  gewelt,  of  met  om-    VI  L 
koopingh  motten  afkeeren  ,  wenden  fich  tot  het  £  fi'n 
laeiften ,  hem  aenbiedende  ,  indien  hy  met  fijn  geu0ÜWt 
fterckfte  macht ,  tot  hen  wil  ovei  komen ,  en  den 
oorlogh  ten  enden  helpen  brengen ,  de  helft  van 
het  Sincefche  Rijck.    Jvlaer  rechte  deughtluy- 
ftert  na  geen  bedcrffelijcke  kootten ,  en  blijft  al- 
toos fich  felven  goet  genoegh  ,  nemende  een 
goet  gewille,  voor  haer  aldciheerlijckfte  vereel- 
dinge. 

Sy  dan ,  fiende  dat  de  lift  krachteloos  was ,  kee- 
ren  fich  tot  gewelt  ,  en  taften  Ningijven  aen , 
maer  door  de  goeden  raedt  en  dapperen  tegen- 
ftandt  van  defen  geprefen  Veldt-heer ,  ftaet  hen 
dit  belegh  en  delen  aenvangh  op  tien  duyfent 
mannen ,  en  de  foon  van  hunnen  Koninck ,  voor 
defe  plaets  gekregen ,  fonder  evenwel  de  fterekte 
te  konnen  bemachtigen.  Sy  hier  door  tot  woe- 
den gebracht,  tiecken  een  enghte,  door  de  kou- 
de bevrore  over,  en  vallen  in  het  eylandtTacy- 
van,  of  ïhacoyen  ,  dat  niet  feer  wel  bewaerc 
was ;  dooden  al  dc  inwoonderen ,  en  aldus  hun 
voorgaende  verlies  eenighfints  vergoedt  hebben- 
de ,  keeren  weder  na  Tartarijen ,  om  grooter 
macht  by  een  te  verfamelen. 

Dit  is  dan  meer  een  roovery  en  inval ,  als  een 
oprechcen  oorlogh  ge  weeft.  Tot  eenige  jaren 
daer  na,  wanneer d'Opper-vorftThienkiu ,door 
een  te  vroegen  doodt  ,  uyt  de  werelt  geruckt 
zijnde,  fijn  broeder  Zunchiu  het  Rijck  overgela- 
ten had,  gelijck  oockmede,  aen  de  andere  zijde 
Thiennigu ,  Koninck  der  Tartaren  ,  overleden , 
I  fijn  foon  Thicnzung  de  beftiering  van  fijn  ftaet 

O  $  moft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


21 4        Treurige  Gefcb'tedenis  van 
mort  overlaten,  ontftont'er  een  andere  geftalte- 
nis  van  faecken.    Thienzung ,  gedenckende  dat 
de  gemoederen  der  Sineefen ,  door  deftrafheydt 
van  fijn  vader  feer  vervreemt  waren ,  befluyteen 
vVtt  heel  anderen  wegh  in  te  g3en.    Hy  toont  de  Si- 
Loos  be  -  necfen  alle  beleed  heyt  en  goetgunftighcyt j  hou- 
JpJ  ^.dende  de  nieuwe  onderdanen  m  defelveftaet  van 
tifebeo     fijn  inboorlingen    't  vvelck  fijn  faecken  groot 
Koninck    VOOrdeel  aenbracht.    Ondertuflchen  borft  de 
Thienzung  woe(je  van  ^  Oorlogh  op  Corea  uy t ,  een  eylant, 
aen  de  Sincefchc  kuli  gelegen,  dit  was  de  oor-  i 

Een  feer  lange  landt- ftreeck-,  tuffchén  het 
cvlandt  lapan,  en  Sina  gelegen,  door  de  Zee  en 
Ze^-boefem  befloten,  wierdtvan  Maovenhungs 
krij  'hsvolck,  voornamentlijck  de  Landtvooghdy 
Hicnkun,  in  fulcker  voegen  gequelt,  dat  de  in* 
woonders,  d'overlaft  niet  konnende  verdragen , 
in  grooter  menighte  na  de  Tartaren  overliepen. 
Hun  Koninck  ontfinch  hen  vriendelijck ,  en  van 
hen  verftaen  hebbende  ,  dat  men  het  heyr  der 
Sineefen  liclrelijck  fou  konnen  overvallen  .  indien 
de  Tartaren ,  in  Coreaenfch  ge  waed ,  als  vrienden 
by  hen  quamen ,  wanneer  ly  hun  rijdt  konden 
waernemen ,  en  hen  lichtelijek  vernielen  ;  een 
groote  wraeckgicrigheydt,  die  d'eene  tegen  den 
anderen  ingeferen  verbittert. 

D'Onder- koninck  wordt  meteen  groot  heyr 
darwaerts  gefonden ,  gebruyekende ,  het  geleyde 
van  eenige  Coreanen,  de  Sineefen  wijdt  enzijdt 
ï x.     verftroyc*  worden  veel  in  de  pan  gehouwen  ,  tot 
1*  sinee-  dat  M^ovenliung  het  bedrogh  merekende,  lijn 
fen  gcOa-  rroepen  by  een  vergadert ,  en"dapperentegenltant 
gca'       doet.   Maer  de  Tartaren  te  veel  in  het  getal  zijn- 
de ,  dringen  hem ,  fich  na  de  fchepen  te  begeven , 
dcvrclcke geKregen hebbende,  begeeft hyfichna 

Corea  j 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Kjeyser,Keyserin>&cc  2i£ 

Corea,  terwijl  fijn  kloecklte  macht  de  Tartaren 
nochophour.  Door  het  ontkomen  van  Maoven- 
liung ,  als  in  wiens  doodt ,  of  gevanckenis  ,  de 
ganti'che  overwinning»  gelegen  was ,  kecren  hun 
woeden  tegens  de  Coreanen  ,  voornamentlijck  de 
viet\Noorderlijcker  Landtvooghdijen ,  naeltaen 
Tartarijen  gelegen  «  ieli's  tegen  de  wil  van  den 
Tartaiifchen  Koninck  ,  die  lieve»  vrienden  had 
gemacckt ,  en  vyanden  genoegt!  in  Sma  cc  vinden 
had. 

Onderdies  ,  de  Koninck  van  Corea,  om  de  fijne 
te  hulp  te  komen ,  en  alle  macht  at'  te  weren , 
vergadert  een  heyr,  en  ftelt  fich  dacr  m?de  aen 
den  engen  ingangh  van  het  geberghte ,  om  aldaer 
de  Tartaren  te  ontfangen,  en  waer  tc  nemen. 
Maovenliung  herftelt  oockfijn  heyr, om  de  Tar- 
taren op  het  lijf  te  komen.  Defe  om  door  te 
breecken ,  vallen  op  de  Coreanen  aen  ,  terwijl 
Maovenliung,  met  grootedaghreyfenaengeko- 
men ,  van  achteren  de  Tartaren  aengrijpt.  Maer 
de  noodwendigheydt  van  te  over  winnen  of  fter- 
ven ,  deed  de  1  artaren  fich  foo  verdeden ,  dat  fy 
een  gedeelte  hun  vyanden  van  voren,  cn  een  ge- 
deeltje  die  van  achteren  dapperlijck  tegenhielden,  x. 
Hier  wierdr  m::t  de  grootlte  moedigheydt  ge-  ^aw» 
vochten ,  daer  oy  t  mede  geltreden  is,  doch  van  de  0J£J |jj"t 
Tartaren  zijn  aldaer  op  de  plaets  vijftigh  duyfent  Tartaren, 
gebleven ,  en  rfeventigh  duyfent  Coreanen ,  en 
meelt  al  de  Sineefen ,  om  dat  de  Tartaren  op  hen 
aldermeeft  vielen,  om  door  te  breecken.  Kor- 
telijck,  niemandt  had  fich  veel  op  de  over  win- 
ningh  te  beroemen  j  de  Koninck  evenwel  van 
Corea,  haelde  korts  wel  haeit  nieuwe  en  oude 
troepen  by  een,  en  veroverde  lichtelijck  de  Lan- 
den, die  van  de  Tartaren  berooft,  engcplondert 
waren,  dewijl fe  deielve  hadden ledigh gelaten, 

O4  e? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 1 6  Treurige  Gtfcbiedems  van 
en  na  Niuche  wedergekeert  waren. 

Wat  ondertuflchen  de  Sineefche  Keyferdede, 
om  de  Tartaren  tegen  te  ftaen ,  en  te  verdrijven , 
of  hy  al  eenige  Portugeefche  bus-fchieters ,  om 
fijn  volck ,  het  rechte  gebruyck  van  het  gefchut 
te  leeren ,  aen  de  handt  gekregen  had  ;  konde  hy 
evenwel  niet  te  wege  brengen ,  dat  de  Tartaren 
t'eenemael  fijn  Rijck  verlieten  :  alles  was  door 
rooverijen  onveyligh,  het  Ooftelijcker  gedeelte 
van  het  felfde ,  het  welcke  fy  het  eerfte  hadden 
aengetaft ,  bleef  in  hun  gewelt :  zijnde  tot  daer  en 
toe  >  door  het  landtfchap  van  Leaotung ;  tot  foo 
verre  te  rugge  gedreven. 

Waerlijck,  de  Keyfer  Zunchiniu  ,  magh,  ter 
oorfaeck  van  de  trou wloof heydt  van  de  fij  ne  >  wel 
feer  ongeluckigh  genoemt  worden :  defè  fendt 
X  i,    fijn  Overfte  Y  venu  ,  met  de  opperfte  macht  na  het 
Schelmcry  landfchap  van  Leaotung ,  om  of  beftandt  of  vrede 
vanYvcau.  tc  behandelen ,  of  indien  het  een  noch  het  an- 
der wilde  volgen  ,  den  oorlogh  te  vernieuwen. 
Tot  welcke  noodwendigheyclt  hy  gedwongen 
was ,  door  de  moetwil  der  roovers ,  die  al  de  dee- 
Jen  van  fijn  Rijck  befaten ,  en  flimmer  als  de  Tar- 
taren felfs  waren.    Defen  Y  venu  was  uy tallen » 
als  een  klöeck  ooiloghs-man,  en  groote  Rede- 
neer daer  toe  de  alderbequaemfte  geacht.  £n 
waerlijck,  men  hadde  daer  niet  in  gemift,  'ten 
waer  fijn  fiioode  bediieghlijckheyt  en  ontrouw 
alles  verkeert  had. 

Het  duerde  niet  langh ,  ofdefe  fchelm  Het  fich , 
door  macht  van  geit  en  groote  beloften ,  fchan- 
dighlijck  omkoopen,  en  het  eerfte  dathydede, 
op  dat  de  trouwloof  heydt  niet  fonder  vrucht  fou 
zijn,  was.eentoelegh  op  Maovenliungde  fchrick 
en  geeffel  der  Tartaren.  Hy  maeckt  fich  feer 
cemeenfaem,  en  verhandelt  de  aldergeheym- 

fte 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


vê 


De  Keyser,  Keyserin,&c  217 
fte  faecken  met  hem,  wil  niet  fonderhem  aen- 
vangen,  tot  dat  hy  hem ,  door  al  defe  fchijn 
van  vriendfchip ,  verlockt  en  bedrogen ,  op  een 
tijdt  aen  fijn  tafel  te  gaft  noodcr.de ,  den  dapperen 
Uorloghs  man ,  geen  quaet  vermoedende ,  venijn    x  1  r 
eduncken  geeft,  bc.oovendc  alfoo  defen  ge-  Maovcn- 
trouwen  Helr  van  het  leven,  en  het  bedruck-  «'«"gword 
teR,Jck  van  fijnen  wachter.    Vorders  maeckt vergeven* 
hy  een  feer  Ichandelijcke  vrede  met  de  Tar- 
taren, foodamnh,  dat  de  Keyfer  defelvc  niet 
wilde  houden,  endeKacdt  genoorlaeckt  was  die  . 
te  vernietigen.    Maer  hy,  om  (ijn  trouwloof- 
htydt  haer  vollen  Iwier  te  geven,  wijlt  den  Tar- 
taren een  anderen  wegh,  om  in  hetlant  Peking 
te  vallen,  als  defe,  den  welcken  hy  in  bewaring 
had,  met  belofte,  hen  door  fijn  macht,  geen 
moeyehjekheydtaentedoen.    De  Tartaren  dan  xiii. 
vallen  daer  m,  verwoeRen  alles  ponder  van  ach-  Deftadt 

Sr  Vrnel5n '  en  b^leg«en  ten  laetften  de 

Keyierhjcke  ftadt  Peking  met  den  Keyfer  felfs.         8  * 

Defe  konde  door  geen  redenen  bewogen  w  or- 
den, deNoorder-deelen  van  Sma  te  verlaten,  en 
na  de  Zuyder-geweften  te  vlieden,  Ondertuffchen 
worden  de  Tartaren ,  in  hun  befpringen ,  dapper- 
hjck  wedcrltaen,  en  dat  niet  fonder  merekdijek 
verlies,  en  als  (y  fchenen  hardrneckeJi-iek  te  wil- 
len volharden  ,  wordt  Yvenu  bflaft ,  foo  Iangh 
het  land  Lcaotung  te  Verlaten,  tot  dat  hy  Peking 
fou  ontfet  hebben/ Hy  komt  dan  met  fijn  heyr, 
maer  om  dar  hy  quanswijs ,  de  gantfete  Stad  niet 
teftens  wilde  wagen,  onthoudt  hy  fichvanmet 
den  vyandt  te  flaen  ,  maer  danght  daeropaen, 
dat  men  de  vrede,  die  hy  gemacckfhad  ,  fou 
houden. 

De  Keyfer  fiende  dat  hy  bedrogen  was ,  ont- 
ïeckt  fijn  meeninghaen  niemant  van'de  Overften, 

O  5  om 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Yvenu 


■> .  *        Treurige  Gefcbiedems  vdn 

*"Hlt  fe aue  op  de  zijde  van  den  verrader  waren , 

^«vnS.aU  wilde  hyfich  over  het  uyter- 

Zwegen  fijn  Hof,  en  beftellingh  van  denoor. 

whberaden  ontbiedt Yvenu,  den verftandigen; 

mfn,  by  hem  in  de  Stadt:  de  verrader  gehoor  J 

ftemt,  felfs  over  de  moeren  gehaelt  zijnde  , 

fcmin  op  dat  'er  geen  openingh  voor  de  Tartaren 

fougemaeckt  worden  .nochfy  lenden  komen £ 

weten,  datde  Velt-heer  van  fijn  heyr  was ,  maer 

K  daedt.op  dat  hy  van  fijn  verdorvenebenJ 

den niet  ton  gevolght  worden.    Hy  dan  komt, 

voo  den  KeyTer,  Ie  hem  terftondt  vangen,  en 
naereenkorteondervraginge.ombrengendoet^ 

r»e  Kevfer  van  dit  gevaer  bevn  dt ,  uet  ten  laer- 

■w—  ^Tartaren  ,  nier  het  b°^U£& 
«tocht.       '  k      ,„  met  feet  grooten  buyt ,  weder  na 
ïèo^nckeerTn    Swveel  vermocht  evenwel 
de  dóodf  van  een  verrader ,  dat  d'oorlogh  daer 
dooi «  laneer  duerde.    De  Tartaren  deden  meJ , 
nf«n  mvalin  Sina,  maer  wierden  oockmenighJ, 
mfél  weder  daer  uyt  gedreven ,  die  .beneffens  hun 
S?«  en  roof,  ooclT  bloedige  koppen  te  rogge, 
brachten    Dit  duerde  alfoo  tot  het  jaer  i6jé. 

Inder  de  Sineefen  gekeft  had ,  om  hun  leeruige 
en  rad,  vojmaeckteltjckteleeren. 

nrfè  tot  de  Kroon  gekomen  zijnde  >.d«*g"l: 
IV.       Uele  ,ot  tSnftter  werelt,  znndefoot 

v«and«-  fich  met  de  ff°?'Kf0T^I(^du  d^  felfsdi 

gehjek  ccn  vry-pwets ,  uuu  *v  ^acJ> 


De  Ketseh,  Keyserin,&c.  zl9 
GWaerlijck  menighte  van  foodanige  komen  tot 
(  hem  over,  die  alle  leer  heerlijck  van  hemontfan- 
$  gen  ,  en  met  waerdigheden  bègaeft  w  orden.  Die 
hem  oock  geen  klcyne  dienflen,  felf  tenens  hun 
Vader  landt ,  hebben  getoont  en  bewefen.  Jvlaer 
het  grootiïe  ongemack  is  den  Sineefen  vsn  de 
I  Roovers  overgekomen  ,  diefich,  niet  f enoech* 
:  faeni  konnende  veyligen,  van  felfs  de  Tartaren 
c  opofferden  enainboden.  Huneerfteopftandt£e- 
»l  Ichiede  in  het  landtfchap  St.chucn,  diedoor  hum 
woorfpoet  ftout  geworden,  veel  Steden  geplon- 
I  dert,  en  de  ftadtChingtu  inden uy ter lien noodt 
I  gebracht  hebben  :  die  echter  door  een  tweede 
Pentheftiea,  van  den  Keyfer  in  haer  Vaderlandc 
gefonden,dapperlijck,met  verftroyingh  der  Roo- 
vers ,  door  het  geberghte ,  verloit  en  bevrijdt  is. 

InhetlandfchapQiieicheu,  zijn  weder  andere 
cpgeftaen,  over  dewelcke  fich  een  Sinees  Heer 
)  tot  Overfte ,  geftelt  heeft ,  verlamt :  om  dat  hy , 
ii  in  een  rechts-plegingh  onder  gelegen  had ;  en  wil- 
j  lende  lichopdefe  wijfeoverhjn  Rechters  wreec- 
I  ken.  Dele  heeft  het  heyr  van  d'Onder-koninck 
geflagm,  en  fijn  wraeck  tegen  lijn  vyanden  ee- 
effent;  maer  cyndehjek  wistik  hy  gedwongen 
e  wijeken,  en  een  beter  gelegemheydt  te  ver- 
wachten. 

Ondertuflchen  wierdende  Iandfchappen  Xenfi 
en  Xantung,  door  overvloet  van  fprinckhanen, 
met  een  grootetl  hongers-noot,  2cnaeca<i,  waer 
over  fich  menighte  van  lieden  tot  roov-n  en  flelen 
begaven,  jafoodanigh,  dat  men  acht  volkomene 
legers  door  Si  na,  van  roovers  en  helen ,  telde, 
wekkers  Overften  ycder  felfs  wel  na  de  Kroon 
Iderfte  ftaen.  Masr,  gelijck  veel  mede-vryers 
fielden  over  een  komen ,  defe  taften  raalkanderen 
et  de  wapenen  aen,  foo  verre,  dat  fommige 


XVI. 

Opftandt 
der  Roo- 
vers. 


XVII. 

Sprinck- 
bancn 
bederven 
de  Land- 
fchappen. 


22o        Treurige  Gefcbiedenis  van 
verdelght,  andere  ver  jaeght  zijnde,  hetgantfche» 
bewint  tot  tweequam,  tot  dewelcke  de  troepen 
der  verflagene  Overften  overquamen.  Defe 
waren  Licungzu  ,  in  de  landtfc happen  Xenfi  en 
Honan ,  en  Changhienchung ,  in  delandfchappen 
SuchuenenHuquang.  I 
De  Tartaren  fagen  het  werek  valt  met  gemacKJ 
_  aen,  met  meeningh  om  met 'er  tijdt  de  machte-*! 
iafma  loofe  op  het  lijf  te  komen.  Licungzu  viel  in  hed 
denroovet  jaer  1641.  in  het  landfehap  Honan ,  daer  hy ,  de 
Licungzu.  vermaerde  ftadt  Caifung  belegert ,  maerdoor  dd 
ftereke  befettinghafgewefen zijnde,  berooft  hm 
landfehap  in  het  ronde,  maer  daer  na  weder  met) 
verfche  fchelraen  verfterekt  zijnde ,  befet  de  Stadta 
op  nieuw ,  om  defel  ve  uyt  te  hongeren  ;  en  waer-j 
Hjck  de  ftedeiingen  aldus  fes  volle  maenden  beletj 
zijnde ,  wierden  tot  fulck  een  grooten  noodt  ge-s 
bracht ,  dat  oudt  leder ,  felfs  doode  lichamen , 
diergeli  jeke  dingen ,  hen  tot  voedfel  moften  ttrec-: 
ken?  tot  dat  eyndelijck  des  Keyfers  oor  oghs-< 
macht  .aenquam ,  waer  door  hy  genootfaeckt  wasJ 
hetbeleghoptebreecken. 

DeeP  Overfte  der  dieven ,  nam  ten  laetnen  den 
.  naem  van  Koninck  aen ,  en  hebbende  van  langer 
handt ,  beyde  voornoemde  Landtfchappen  onder 
fich  gebracht,  brenght  gewelt  van  leef-tocht  in 
de  Hooft-  ftadt  Sugan ,  daer  hy  des  Keyfers  volck 
van  berooft,  ja  felfs  met  de  naem  van  Komncki 
niet  te  vreden  zijnde,  neemt  die  van  Keyferaen, 
xix.  plegende  onder  defe  macht ,  alle  moetwilhghe- 
si&  Trt"  den  die  hy  konde  bedencken ,  doodende  de  Over- 
W,,h8heyUften,  ftraflFendemetgelt.boeten,  fchattinge op-i 
,ftellwde,  en  foo  voorts  al res  doende  ,  dat  dei 
hooghfte  macht  fou  vermogen,  U™°yW*'r 
men  zijdigheden  ,  in  hei  Keyferlijcke  H*f ; 
Wdeels  mpodkek van  4enKeyfer  felfs,  om 


De  Keyser,  Ketseb.in,&c.  221 
de  al  te  groote  macht,  van  den  gefneden  Guei , 
♦idie  met  de  Vorften  felfs ,  na  fijn  eygen  belief- 
den ,  fchandelijck  omfprongh ,  ja doode ,  indien  fe 
;:hem  de  hooghfte  eer  niet  bewefen ,  doch  defe ,  ten 
ilaetften  door  bevel  van  den  Keyfer  omgekomen 
zijnde,  fcheen  het  wel  voor  een  wijl  te  lullen, 
tot  dat  die  van  fijnen  aenhangh ,  fich  willende  van 
hunvyanden  wreecken,  heymelijcke  raetfiagen , 
.met  de  Roovers  en  Tartaren  aenvingen. 

Licungs  hier  door  gemoedight ,  veilterckthet 
nlandtfchap  Xenfi,  treckt  op  naer  het  Ooften, 
:foo  voorts  de  geele  rivier  over,  en  neemt  loo 
"ten  eerften  de  vermaerde  ftadt  Kiancheu  in ,  wek- 
kers voorbeeldt  vele  andere  gevoighc  zijn ,  zijnde 
ilreedts  genoeghfaem  vermoeyt  van  oorlogen , 
loch  de  H  ooft- ItadtTary  ven  toont  eenigen  tijde 
:  tegenftandt ,  maer  defe  dapperheyt  ftaet  haer  dier , 
:riewiji  fy ,  eyndelijck  voor  het  qewelt  van  den 
■•vyandt  gedwongen  te  fwichren/feer  bitterlijck 
ïn  wreedelijck  gehandelt  wort.  x  x 

De  Keyfer  Zunchiniu,  nu  onderrecht  zijnde ,  rïeKcyfw 
Jat  de  Roovers  de  geele  rivier  overgetrocken  «'aPcnt 
waren ,  verfamelt  een  groot  leger ,  daer  hy  Colau  f ch  tcgcn 
tot  Overfte  over  fielt ,  om  de  vyanden  tegen  te  Cm* 
:ftaen ,  maer ,  alfoo  het  geluck  htm  allenWtegen 
fcheen  te  willen  zijn,  het  grootfte  gedeelte  van 
;  het  heyr  liep  tot  den  vyandt  over ,  door  welck 
tongeval,  Colau  de  Veld-overfie,  niet  fiende,  hoe 
fijn  eer  ol  de  welftand  van  fijn  meetter  te  befcher- 
men,  en  niet  konnende  derhalven  met  eeren  voor 
.fijn  Heer verfchijnen,  kieft  een  vry  willige  doot ,  xxr. 
ien  verhanght  fich  felven.    De  Keyfer  daer  over ,  De 
beraetflaeght  fich  ,  of  het  voor  hem  en  fijn  vey-  hawVcï 
;.;hgheydt  niet  raetfaem  was,  de  Noorder  deelen 
;yan  Sina  te  verlaten ,  en  fich  na  de  afgelegene  dee- 
len te  begeven ,  en  fijn  ftoel  in  Nanking ,  de  oude 

Keyfer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


lir         Treurige  Gefchiedems  van 
Kevferlijcke  Stade  over  te  brengen.  Maerfoo 
wel  die  gene  die  hem  getrouw ,  als  die  hem  onge- 
trouw waren  ,  ftonden  dit  beüuyt  tegen.  De 
cerfte  waren  daer  op  uyt ,  dat  fy  voor  het  ontdec- 
ken  van  hun  ichelmery ,  den  Keyfer  in  handen  vao 
fijn  vyanden  mochten  fien.  Maer  de  anderen  vreef- 
den  alleenioh ,  dat  door  de  vlucht  van  den  Keyler , 
de  ontfteltenis  in  hetRijck  te  grooter  fouzijn, 
en  dat  de  Landtfchappen ,  dewelcke  hy  verliet, . 
terftondt  in  handen  van  den  vyandt  fouden  geraec 
ken,  daer  hy,  door  fijn  tegenwoordigheyt,  alles.;, 
beter  inorderefoukonnen  houden. 

Ondertuflchen  Licongs ,  die  altoos  op  lijn  iuy-ji 
men  lach,  en  door  alle  middelen  tot  fijn  voorne-  ', 
men  trachte  te  komen ,  fendt  een  groote  menighte  i, 
van  de  fijne ,  onbekent ,  in  de  Konmcklijcke  ijtadt 
XX  ih  Peking,  om  aldacr  op  te  houden,. en  gelijcK 
toofheydt  Kooplieden  te  geneeren,  wmckels  en  neeringtll 
T  den   op  te  fetten ,  om ,  wanneer  hy  met  fijn  Hcyrleger 
£«n«u.  aenquam,  hun  rol  te  fpeelen ,  en  geh,ck  als  ge- 
^    plondert  of  berooft,  eenige  beroerte  te  verwec- 
ken. By  defe  loof  heyt  voeght  hy ,  het  omkoopen 
van  de  Velt-overfte  der  Sineefen ,  die  fiende ,  dat 
alles  toch  verliep,  en  tot  niet  gmgh  ,  fach i  Het  om- 
koopen, om  deStadt  den  Vyanden  in  handen i» 
ceven.    Wanneer  nu  dit  werek  aldus  beftelt  was,  i 
nadert  hy  met  fijn  Heyrleger ,  belegert  de  Stade , 
en  febijnt  het  uyterüe  eewdt  te  fuilen  aenvangen. 
Hy  befchiet  de  plaets  aen  alle  zijden ,  maer  aen  die 
kant,  daer  hy  den inkomft te gemoet fagh ,  lon- 
XXIII*  der  kogels.    Ten  laetften  wordt  hem  van  de  be- 
™i"d      wufteneen  Poort  geopent ,  des  morgens  vroegn 
d?o"?«-  voor  den  dageraet,  waer  door  fijn  troepen  geia- 
imu       mentlijckin  trocken.  .„ 

Debefettelingen ,  die  van  geeniverraet  wmen  , 
fochten  weltegenltandt  te  doen ,  raacr  alfoo  de 


De  Keyser,  KeyseriNj&c.  22; 

woomoemde  afgefondene  verfpieders ,  en  vorders 
3de  omgekochte  verraders  alles  in  rep  en  roer  ftel- 
isden ,  witten  fy  niet ,  wiefe  te  gehoorlamen ,  wac 
f^Wy  te  hoopen  of  te  vreelcn  hadden.    Licungs , 
•^^tegemoedight ,  door  het  goct  gcvolgh  van  fijn  faec- 
^•Icen  ,  begeeft  fich  terftont  na  het  Keyferlijckc 
I-Hof ,  daer  hy  al  ter  neder  flaet ,  dat  cenigen  weer 
c.  derfte  bieden ,  neemt  de  eerftc  muur  van  de  Key- 
.ferlijckewooningein,  zijnde  de  Vorltfelfs  noch 
:  van  alles  onkundigh ,  door  fchelmery  van  fijn  die- 
!  :  naren ,  die  op  alle  manieren  liem  trachten  fijn  vy- 
anden  in  handen  te  leveren.   Defe  eyndelijck  ver- 
ï   jfeeckert,  datter  geen  reddering  was  te  vinden,  ge- 
ven hem  deftaet  van  fijn  faecken  te  kennen ,  feg- 
.  gende  datter  geen  uytkomft  voor  hem  was ,  matr 
dat  hy  nootwendigh  fijn  vyanden  in  handen  fou 
moeten  vallen.    Hy,  in  defe  uyterften  noodt  > 
vindt  noch  tijdt ,  om  met  fijn  bloet  aen  den  over- 
winnaer  Licungs  te  fchrij  ven ,  en  hem  te  bidden , 
nademael  het  geluck  hem  deftoel  van  Sina  fcheen 
toe  te  eygenen ,  fijn  trouwloofe  overftcn  en  diena- 
ren toch  te  willen  ftraffen ,  op  dat  fy,  het  geluck 
jj  cn  welftandt,  van  hun  ongeluckigen  Heer,  niet 
I  lange  quamen  te  overleven,  noch  fich  in  den  val 
7  van  hem,  diefefoofchandelijck  verraden  hadden, 
)  ongeftraft  mochten  verblijden :  doch  dat  hy  toch 
1  hetonnoofelevolck,  dat  niets  mi  fdaen  had,  wil- 
>  defparen,  en  dit gefchreven  hebbende,  heeft  al- 
der  eerft  fijn  houwbare  Dochter,  op  dat  haer 
}  geen  fchande  fouden  werden  aengedaen ,  met  fijn 
fwaert  door-ftoocken,  en  hy  daer  op,  na  fijn 
boomgaert  gaende ,  maeckt  een  ftrop  van  fijn 
hooft- wintfel  en  verhanght  fich  felven  aen  een 
\  pruymboom ,  foodanigen  eynde  heeft  fich  oock 
fijn  Keyferinne,  gelijck  oock  de  getrouwftevan 
fijn  dienaren  verkooren. 

Hicc 


XXIV. 
Des  Key- 

fers 

begeerte 
van  hcuv 


XXV. 
lammer- 
lijck  cyr.de 
van  het 
Keyferlijc- 
kc huys. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


224         Treurige  Gefcbiedents  van 

Hier  op  volght  een  algemeene  verwoeftinge , 
de  overwinnende  vyandt ,  neemt  het  Paleys  in 
en  beklimt  den  Keyferlijcken  ftoei ,  doet  des  an- 
deren daeghs  het  doode  lichaem  des  Keyfers,  in 
kleyneftuckenfnijden,  en  den  darden  daghdaer 
aen ,  twee  van  fijn  kinderen ,  voor  des  Scadcs 
Wallen,  het  hooft  afQaen.    Gelijck  hy  oock, 
de  Overften  alle  pijnelijck  de  doodt  heeft  aenge- 
daen.    Maer  niet  feer  langh  heeft  fijn  Rijck  ge- 
ftaen,  zijnde  door  fijn  eygenSoon,  die  in  dienft 
van  den  Sineefchen  Keyfer  Oorloghde ,  en  tegen 
de  verleydingen  van  fijn  Vader ,  met  de  wapenen 
vandedeught  gewapentwas,  wederom  verdre- 
ven.    Doch  de  Tartaren,  een  vafte  voet  een- 
mael  in Sina gekregen  hebbende,  zijn  met  geen 
fchoone  woorden,  gelijck  Ufanguei,  Licunghs 
Soon  meende ,  te  verdrijven .    Maer  dageh jcks, 
door  nieuwen  aenwas  van  hun  Landtüiedcn  ver- 
fterckt ,  maeckcen  fich  ten  laetften  geheel  meelter 
van  het  Rijck,  niet  fonderdeuyterfte  wreedheyt 
te  plegen.    De  Sineefen  worden  gedwongen , 
hun  gewaedt  en  hayr,  na  de  Tartarilche  wijfete 
voegen  en  te  fcheren ,  het  welckdeoorfaeck  van 
veel  beroerte  weert ,  ja  Corea  tot  noch  toe  cijof- 
baer,  wilde  liever,  als  defe  vreemde  dracht,  de 
wapenen  aennemen  •  maer  worden  ten  laetften , 
mede  gedwongen  te  buygen,  en  foo  is  met  'er  tut 
XXVI.  geheel  Sina  t'onder  gebracht,  met  groote :  ver- 
De  Tana-wocftingh  van  Landen  en  Steden,  foodanign,dat 
^J^n  in  de  ftadt  Chingtu  alleen  fes  hondert  duyfent 
6    borgers  ,   doof  den  wreeden  dwmgelandt 
Chanehienchung ,  gedoodt  zijn.   Aldus  wordt 
dat  geweldige  Rijck,  dat  foo  lange  door  fijn  ey- 
gen  inboorlingen ,  en  nu  laetft  door  deVorften 
van  het  doorluchtige  huys  vanjaymingabenierc 
is  geweeft ,  in  handen  van  fijn  oude  vyandt- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  KeyseRj  K  eyserin,  Sec»  22$ 
lijcke  nagebueren,  die  tot  daer  en  toedenatuer- 
!  lijekeen  konftige  fcheydtsmuer,  had  konnenaf- 
I  kecren,  gegeven;  om  ons  teleeren  vvatmereke- 
I  lijeke  veranderingen,  felfs  fulcke  groote  en  ge- 
7  weldige  lichamen  ,  onderworpen  zijn  ,  na  de  lee- 
1  ringh  van  den  grooten  Hippocrates,  datdevol- 
'J  lijvieheydt  der  welgefpierde  lichamen  menigh- 
1  mael  hec  aldcrgroodte  gevaer  loopen. 


K  o- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


HEt  Uet  do-  fouden  vruchtbaer.    1 1.  Qnaet  voor- 
enen van  den  Vorfi  van  Cambodta.  IW 
befluyt  om  den  Rjninc^te  dooden.    I V.  Het  xoelcke  hy 
uitviert.    \.  Vlucht  der  Grooten.    \l.  Straf  over  de 
fevwta.    VIL  DeVorflfoecktftwdaedtteverfchoomn. 

VIII.  Die  den  jongen  I{ommK  vermoorden  doet. 

IX.  Overdadigheydt  van  flraffen.    X.  ^  veriomlt 
met  fijn  broeder.  XI.  Rechtvoer  dtgejiraffe.  XW.Wreed- 
keydt  tegens  de  Kommkj  tenderen.    XIII.  TkWwM 
wreed tkcydt  tegen  fijn  broeder.    XIV.  Gerechtigeflrof 
eten  fim  Sxcager  gepleeght.    XV.  De  fc***V*f*«kt 
fijn  geloof.    XVI.  Verhael  vandemoortvanGujoita. 

VIII.  Geschiedenis. 

En  vindt  geen  grooter  vrucht- 
baerheyt  als  in  het  ziet  der  ton- 
den ,  en  onder  de  fonden ,  geen 
krachtiger  voorttelinge,  als  in. 
de  ftaetfucht,  wat  grouwelijcke  I 
ftuckenoyt  de  werelt  verbaett 
—  <-fr        hebben  gemaeckt ,  defe  baer- 
mocder  hecftfe  meeftal  voortgebracht  'M  ^' 
geerlijckheden,  wraeck ,  raferny , en  wat  van  defe 
lijdingen  meer  is.  hebben  hun  voldoeningc  en  be- 
palinle,maer  de*  tocht  ftelt  fich  noyt  vernoeght 
cnbepaeltfichfeldcn  als  met  fijn <*gen verderf , 
cn  watboofheyt  ishaer  te  groot,  wat  woeden  te 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


•1 


-.1 


II. 


Koningen  van  C  ambo  dia.  227 
bitter  ?  Wy  hebben  al  eenige  voorbeelden  ge- 
fien,  en  ftaen  unoch  al  meerdere  op  te  difièhen, 
defe  tegenwoordige  is  'er  een  van ,  die  u ,  Lefer  > 
ineenkleyn  begrijp  ,  al  veel  woeden  fal. 

Het  onderwerp  van  defe  gefchiedenis ,  is  de 
tegenwoordige  heerfchende  Koninck  v^n  Cam- 
bodia  j  defe  van  Konincklijcke  ilamme  ,  en  Neef 
van  fijn  voorfaet  zijnde,  vandtlich  veelte  onhjd- 
faem ,  om  van  anderen  het  Rijck  befetcn  rc  fien  > 
het  welcke  fijn  Voor-oudei  s  foo  langh  als  Konin- 
gen beihert  hadden :  de  dii&ighcyt  van  fi/n  aerdt , 
en  de  moedigheydt  Yan  fijn  hart ,  beloofden  van 
hein  niet  anders,  als  ecnigh  ltout  en  groot  beftaen , 
en  in  der  dact ,  fijn  natuer  moft  hier  nier.  in  gebre- 
ken blijven,  om  de  verwachtinge,  die  men  van 
hem  hadde ,  goet  te  maecken. 

Hy  dan,  had  nacht  en  dagh  geen  andere  ge- 
dachten, of  overlegh,  als  op  wat  wijfe  hy  den  JSS.' 
Koninck ,  fijn  Oom ,  aen  een  kant  helpen ,  en  het  men  van 
Rijck  aen  fichtrecken  mocht,  gebruyekende  tot  deayotft 
Raedtsman ,  een  van  fijn  (laven ,  een  S  wart ,  maer  JJJu? am~ 
boven  maten  loos  en  doorcrapt ,  en  tot  de  uy terflc 
fchclmftucken  bcqnaem.    Maer  om  te  beter  cot 
het  eynde  van  hun  voornemen  te  komen  ,  vonden 
fy  geraden  ,  des,  Konincks  Kamerlingh  op  hun 
zijde  te  trecken ,  het  welcke  gefchieoe,  zijnde 
hem  van  defen  Yortt  de  helft  van  hetXoninck- 
rijck  belooft  en  toegefeght ,  wanneer  fy  hun 
werek  te  famen  fotiden  uytgevoert  hebben  :  door 
middel  van  defe,  en  liftigh  bediijfyan  fijnflaef, 
wierdt  d'aenhangh  foo  fterek  eh  machtigh, 
dat  fy  nitt  anders  alsecnbequameiijdtvannoo- 
den  hadden  ,  om  het  werek  uyt  te  voeren.  Defe 
vonden  fy  op  fecckeren.avoni,  wanneer  de  Ko- 
ninck ,  m$t  eenige  van  fijn  grootfte  Heeren,  in  fijn 
Hof  be^h  was  te  fpelen ,  m|(fc  de  kacrt ,  waer 

P  2  henen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


III. 

Sijn  be- 
fluyt  om 
den  Ko- 
ninck tc 
dooden. 


I  V. 

Het  welck 
hy  uyt- 
vóert. 


V. 

Vlucht  det 

GtOOtCH. 


21$         Treurige  Gefclneienis  van 

henen  iich  defen  jongen  Vorft  oock  begaf ,  om  het 

een  en  het  ander  fpel  te  helpen  uytfpelen. 

Het  lpel  was  foodanighbefteecken  :  de  Kamer- 
lingh  fou  den  ouden  Koninck ,  gelijck  wel  meer 
gebeurde,  yets  van  achteren  komen  inluyfteren , 
en  al  luyfterende  doorfteecken.  Ditgefchiede, 
deKamerlingh  verfoeckt  den  Koninck  te  fpreec- 
ken,  die  hem ,  gehoor  gevende,  van  achteren  door 
fijn  trouwloolen  dienaer,  met  fijn  krits  of  dagge 
doorfteecken  wierdt.  Dit  was  foo  haeft  niet  be- 
ftelt  ,  of  de  jonge  Vorft  vlieghc  met  fijn  flaef 
over  cynden ,  treckt  den  Japonfchen  houwer ,  die 
hy  onder  fijn  kleederen  verborgen  had ,  flaen  ter- 
ftondt  de  kaeriTen  uyt ,  en  geweldigh  onder  den 
hoop  der  onvermoedende  Heeren,  die  op  fulck 
een  handel  gantfchelijck  niet  verdacht  waren , 
en  derhalven  niet  wiften  waer  te  vlieden,  of  hun 
leven  te  bergen.  Dit  was  noch  niet  genoegh , 
maer  fy  fteecken  terftondt  het  Hof  aen  brandt , 
wiens  vlamme  het  teecken  was,  ophetwelcke 
al  de  huyfen  der  Grooten  des  Rijcks  mede  in  de 
brandt  wierden  geftoocken. 

Dit  in  de  duyfterheydt  van  de  nacht  geichie- 
dende ,  verweckte  een  ongemeene  verflagentheyt, 
en  vermeerderde  de  fchrick  foodanigh ,  dat  al  de 
Beftierders  en  Heeren  van  het  Rijck ,  en  wat  van 
eenigh  gefagh  was ,  om  een  goet  heen  komen  fa- 
gen  ,  elck  voor  fijn  eygen  lijf  en  leven  bekommert 
zijnde.  Des  morgens  was  dc  ontfteltenis  niet 
minder,  waaneer  dedoot  van  den  Koninck  open- 
baer  gemaeckt ,  en  vernomen  wierdt ,  dat  al  de 
Grooten  van  het  Rijck  de  vlucht  genomen  had- 
den; invoegen,  geen  raedt  aen  te  vangen ,  noch 
eenige  ordere  te  ftellen  was,  om  den  toelegh 
van  defe  verraders  te  dempen  en  te  weder ftaen. 
De  jonge  Vorft,  fich  dienende  van  defe  algemeene 

ont- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


VI. 


Koningen  van  Cambodia.  229 
ontfteltenis,  ontbiedt  al  de  Bevelhebbers  van  al- 
ilerhande  volckeren  ,  met  hun  krijghs-Jieden ,  ter- 
iftondc  by  fich,  dreygende  niet  minder  als  de 
doodt ,  aen  die  gene ,  die  nalaten  bleef.  Dit 
bevel  wierdt  befcttelijck  nagekomen  ,  en  een 
>yeder  vertoonde  fich,  gelijck belaft  was,  behal- 
ven  alleen  de  Tevinia  of  het  Opper-hooft  van  de 
Maleyers,  die  noch  al  tocht  te  dralen ,  alfoohy 
mee  konde  gelooven  dat  lijn  Koninck  doodt 
was. 

Maer  de  Vorftfandt  teritondt  een  deel  knjghs- 
,  lieden  daer  heen ,  om  de  Maleyers  voort  te  d^oen  ,t 
komen ,  en  den  Tevinia,  tot  ftraf  van  fijn  onge- Tcvinb" 
ihoorfaemheydt,  vvaer  men  hem  fou  mogen  be- 
itrapen,  om  den  hals  te  brengen,  gelijck fe  hem 
oock  vonden  ,  en  gevonden  hebbende ,  het  leven 
benamen.    In  fijn  plaets  wierdt  terÜondt  een 
nieuwe  Tevinia  geftelt ,  enoverdefeftrengheydt 
een  groote  fchrick  in  het  hart  van  een  yeder  ge- 
plant.   Als  nu  defe  Overften  by  een  waren,  ver- 
loonde  fich  d' opgeworpen  Koninck  aen  hen, 
ien  ftaende  onder  den  blauwen  hemel ,  deed  een 
aenfpraeck  aen  hen  ,  waer  ia  hy  vertoonde  ,  fijn 
;recht  tot  de  Kroon,  als  zijnde  hemen  fijn  ouder 
broeder ,  uyt  kracht  van  erf- recht ,  eygen  ,  waer 
over  fy  fich  genoodtfaeckt  hadden  bevonden,  vu. 
-fich  tegens  hunnen  Oom ,  als  onrecht  befitter  van  Pe  Yor£ 
het  Rijck,  op  te  werpen,  en  hem  tot  een  gerechci-  K  te 
3e  wraeck  te  handelen,  gelijck  fy  hem  gehandelt  verfchoo- 
hadden ;  nemende  alfoo  weder  beyde  de  befitting  ncn- 
van  het  Koninckrijck  ,dat  henfoo  recht  veerdigh- 
ïijck  toequam.    Hier  mede  eyfehte  hy  hen  allen 
xlen  eedt  van  getrou  wigheydt  af,  die  hem  van  een 
yeder  van  hen  gedaen  wierdt. 

Als  dit  gefchiet  was ,  houdt  hy  Krijghs-raedt , 
roet  defe  Overften ,  en  maecken  te  famen  een 

P  *  over- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2*0  Treurige  Gefcbiedenis  van 
overlegh ,  hoe  die  heyr  by  malkander  te  houden  A 
wat  ord^re  tegen  alle  vyandtlijckeaentaftingen  te« 
ftellen :  want  de  oude  Koninck  was  wel  doodt  ,| 
en  fijn  lichaem  door  het  vyer  verteert,  maerfijn| 
oudtfte  ibon ,  een  jongelinck  van  23 .  jaren,  alreetsjj 
gekoren  zijnde,  om  na  fijns  Vaders  doodt  te  heer* 
fchen ,  deed  hen  omfien  en  duchten. 

Defe  was  op  dien  tijdt  verre  van  der  handt,  na.) 
de  benedenfte  Landen ,  omtrent  de  Zee-kant  leg-} 
gende  getrocken  •  tot  wel  60.  mijlen  van  het 
Hof,  alwaer  hy  fich  ,  met  de  Elephante- jacht' 
dagelijcks  befigh hield,  vergefelfchapt  met  een 
lijf-wacht  van  omtrent  600.  mannen.  Wdcke 
gelegentheydt  van  fijn  afzijn,  defe  opgeworpen 
fchijnt  waergenomen  te  hebben ,  om  by  het  ar- 
zï)n  van  den  rechten  Bloedt-wreecker ,  te  ^cc^r"i 
der  in  fijn  ftuck  te  gaen.    Maer  om  oock  defei 
aen  een  kant  te  helpen,  en  alfoo  fichfelvenvaft1 
en  feecker  in  fijn  befit  te  ftellen ,  fandt  hy  een 
troep  van  3000. dappere,  enfijnaldervertrouw- 
fte  mannen,  op  het  fpoedighfte daer henen ,  die 
hem ,  al  eer  de  tijdingh  van  fijn  vaders  doodt ,  en 
de  veranderingh  infijnRijck,  tot  hem  gekomen  { 
was,  en  hy  middel  tot  fijn  verfeeckermgh  kondel 
ftellen,  op  de  jacht  betrapen,  en  om  het  leven 

brengen.  .  , 

De  gevluchte  Heeren  en  Grooten  wierden 
den  doet.  oock  nagejaeght ,  en  hier  en  daer  gevangen ,  en 
feer  jammerlijck gehandelt ,  want,  menmaecKte 
hen  het  vel  achter  op  den  r ugge ,  tot  aen  de  fenou- 
deren  toe  van  het  vlees  met  een  houwer  los ,  en 
als  dan ,  wiert  daer  een  pael  ingeflagen ,  waer  aen 
fy  danftonden,  op  een  bancksken ,  met  de  han- 
den aen  een  kruys  uytgeftreckt ,  blijvende  foo 
ttaen  ,  aen  den  wegh  daer  een  yeder  voorby 
ingh ,  tot  dat  fy  doodt  waren.  Eemge  van  hen , 


vin. 

Die  den 
jonden 
Koniuck 
vejmoor 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Koningen  van  Ca  mbo  dia.  231 

«hebben  in  de  grootfte  hitte  der  Sonne ,  en  andere    1  x. 
iellendige  quellingcn,  allöo  wel  drie  dagen  ge-  °v"da' 
;iftaen  ,  eer  fy  ftierven.    VVaerlijck  het  was  een  Jjjj* 
lellendigh  fchouwlpel,  hen  aldus  aen  teilen ,  en  ttraifcu. 
3een  erbarmelijcke  faeckhentehoorenfpreecken. 
JKlagende  tegens  hun  bekende,  dat  dcGodtvan 
)lden  Hemel,  di r  ongeval  over  hen  had  bdchoren  j 
/waer  over  ly  fich  mollen  troolten  ,  dathenvor- 
>lders ,  hoe  fwaei  hen  dit  viel ,  de  befpoctingh  der 
ijquade  menfehen  ,  hen  noch  veel  verdrietiger 
t  viel. 

Aldus  wierden  de  vrienden  van  den  ouden  Ko- 
'ininckgc handelt,  enfijngeHachtals  uytgeroeyt, 
(behalven  dat  drie  van  fijn  lonen  ,  een  van  6.  een 
1  ander  van  13.  en  de  darde  van  17.  jaren,  fichineen 
)  Kloofter ,  onder  de  befcherminge  van  de  Geefte- 
.lijckheydt  hadden  gegeven,  daerfe  fichveyligh 
r  mochten  onthouden. 

Als  nu  al  dit  werek  foodanigh  beftelt  was, 
1  dat  'er  niet  meerder  fcheen  ovengh  te  zijn ,  daer 
men  behoefde  voor  te  vreefen  ,  gaet  hy  voort  met 
het  vaft  Rellen  van  de  beltiennge,  vergeeft  de 
lampten  en  bedieningen,  kielt  fi;a Rijcks-raden, 
en  andere  hoogh  ambtenaren.    Maer  voor  al,  x. 
maeckt  hy  een  verdragh  met  fijnoudlie  broeder ,  jjjjjjj^ 
eenVorlivan  een  leer  goedertieren  aert,  waer  in  f,,n 
befloten  wordt  ,  dat  fy  met  hun  beyden ,  het  broeder. 
Rijck  in  Üilhtydt  en  vrede  lullen  beheerfchen , 
werende  malkander  getrouw  te  fullen  zijn,  en 
fich  ouderlingen  noyt  eenigh  leedt  aentcdoeti. 
Jvlaer  wat  trouw  ineenftaetluchtight-n  moordt - 
dadigh  gemoedt  te  vinden  is,  fal  terllondt  blijc- 
ken. 

De  Kamerlingh  onderttuTchen ,  die  fijn  Heer 
en  Meeüer  had  vermoort ,  en  de  beloften  had  van 
het  halve Koninckrijck,  vand  fich  t'eenemaelin 

P  4  fijn 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Recht- 

vcerdigc 

ftratfe. 


232  Treurige  Ge fcbsedenis  van 
fijn  hoop  en  verwachtinge  bedrogen ,  en  in  de 
plaets  van  fulcks  als  hy  vereyfchre,  alleenlijck 
voorfien  ,  met  den  eer-naem  van  Tevinia  (want 
waerdigheden  van  ftaec  ,  zijn  diie  in  defe  ge- 
weften;  die  van  OKnea,  Tevinia,  enNappra) 
voorfien.  Dit ,  gelijck  als  het  buyten  fijn  gif- 
fingh  gingh ,  behoorde oock  buyten  fijn  verwach- 
tingh  te  gaen,  als  die  voor  heen  een  Kamerlingh 
geweeft  zijnde,  te  verre  behoorde  te  zijn  vaneen 
Konincklijcke  weerdigheydt ,  door  fulck  kofte- 
lijck  bloet  te  koopen.  Sijn  hooghmoet  was  foo- 
danigh,  dat  hy  met  defe  vvaerdigheydt  begiftight 
wordende  ,  daer  over  fich  belghde  ,  en  niet 
fchaemde  in  defe  woorden  uyt  te  barften  :  Hebbe 
fk  «  Kj>nincJ(  gtmaeckt,  ick  foude  bet  u  wel  weder 
kpnnm  ontmaeclyn.  Welcke  woorden  de  Koninck 
foohoogh  genomen  heeft ,  dat  hy  hem  des  nachts 
door  eenige  gewapende  liet  den  hals  breecken, 
toonende  wel  waerachtigh  te  zijn,  dat  hetquaet 
gemeenelijck  fijn  meefter  loont. 

De  kinderen  vorders ,  van  den  ouden  Koninck , 
die ,  als  gefeght  is ,  overgebleven ,  en  by  de  Prie- 
fters  gevlucht  waren,  geftijft  door  defe  Heyden- 
fche  Geeftelijcken  ,  begoften ,  om  huns  vaders 
doodt  te  wreecken ,  een  aenhangh  te  maecken 
en  hadden  nu  alreedtsfoogoet  als  1200.  perfonen 
by  der  handt ,  door  hulp  van  dewelcke ,  en  vorder 
aenwas ,  fy  het  Rijck ,  door  het  dooden  der  moor- 
dei s,  vermeenden  aen  fich  te  krijgen.  Macr 
defe  aenflagh  leeckreuyt ,  waerdoordePiiefters 
genootfaeckt  wierden  te  vluchten ,  de  twee  oudt- 
fte  van  de  kinderen  wierden  gevangen ,  maer  de 
jonghfte  nam  de  Koningin,  cfe  moeder  van  den 
opgeworpen  Koninck  ,  in  haer  befcherminge  ^ 
nemende  het  voor  haer  eygen  kindt  aen  :  maer  de 
twee  andere ,  wierden  na  een  jaer  gevangenis ,  op 

het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Koningen  van  C ambodia.  235 

iiet  alderbitterfte  gehandelt,  zijnde  gedwongen    x  1 1 
sdagelijcks  de  riemen,  die  uyt hun cygen vleel'ch  wreedbeyt 
^fiieden  ,  en  gebraden  wierden ,  te  eten ,  eynde-  \Jonincks 
ïjck  wierden  fy  ter  doot  gedoemt ,  en  alfoo  zijn  kinderen, 
ihun  lichamen,  op  een  Pifangh-boom  leggende , 
'dwers,  met  een  houwer  (een  gebruyckelijcke 
jwijfe,  onder  hen  van  rechtsplegingen  van  een  ge- 
f  houwen.    Sy  toonden  hen  rot  het  laetfte  loo 
•1  j  kloeckmoedigh ,  dat  fy  den  houwer  eei  lt  bcgeer- 
tden  te  fien  en  te  handelt  n,  om  te  befoecken, 
of  defelve  oock  fcherp  genoegh  was, 

Wy  hebben  geleght  hoe  deKoninck  eenver- 
I  bondt  met  lijn  broeder  had  gemaeckt  ,  om  het 
j  Rijck  te  famen  te  beheerfchen.    De  oudtfte 
;  was,  als  verhaelt  is  ,  van  een  feer  goedertieren 
1  aerdt  j,  en  over  dies  van  een  yeder  bemindt :  anders 
tf  als  fijn  broeder,  die  wreedt  en  hart  van  natuer 
1  was.    Defe  ,  om  fich  van  fijn  broeder  te  verlof-  XIII 
I  fen,  leyde  hem  te  laft,  dat  hy  met  fijn  vrouw  kJS*'" 
[  Perkees  Satry  had  getocht  te  boeleren  ,  het  welc-  u  reedheyd 
I  ke  door  haer  broeders,  't  zy  met  valfchcydt  of  tegen  fijn 
!  met  waeiheydc,  oock  beveüight  wierdt.    Dit  btoeder* 
1  was  genoegh  om  aen  fijn  broeders  leven  te  ko- 
1  men ,  die  hy  mede ,  onder  fc hij n  van  recht ,  dede 
.  dooden:  welckc  dacdt,  een  groote  afkeer  byal 
i  fijn  onderdanen  verweckte*  alfoo  niemandt  foo 
1  blindt  was  1  dat  hy  niet  konde  fien,  dat  het  alleen 
i  ftaet-fucht  en  afgunlt  was ,  die  hem  tegen  fijn 
i  broeder  opgemaeckt  hadden  j  te  meer,  alfoo  hy , 
de  liefde  van  de  gemeente,  tegens  hem  niet  ver- 
dragen konde.  x  1  v. 

Maer  om  weder  een  gerecht  igh  oordeel  van  dé  Gercdnige 
Hemel  tegen  de  valf  heydt  te  toonen :  delen  broe-  fij"  ^ean 
)  der  van  de  vrouw ,  die  fijn  broeder  overtuyght  gat. 
|  had ,  wierdt  op  defelve  wijfe  door  hem  gehan- 
delt ,  want  hy  befchuldighde  hem  van  valfche  ge- 

P  5  tuy- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XV. 
DcKo- 
ninck  ver- 
faeckt  fijn 
geloof. 


2  *  4  Treurige  Gefcbiedenis  van 
tuygenis  tegens  fijn  broeder  gegeven  te  hebben,; 
waer  door  hy  hem  veroorfaeckt  had ,  de  handen  , 
aen  fijn  eygenbloet  teflaen,  enfulckeen  wreede 
Jtuck  te  beginnen.  Oit ,  om  de  gunft  van  het) 
volck  wederom  te  krijgen,  foovoorgefteltzijn-i 
de ,  liet  evenwel  niet  fijn  eynde  te  bereyeken , 
want  de  befchuldighde  wierdt  daer  over  gevan- 
gen gefet ,  en  korts  daer  na  mede  met  de  doodt 
geftraft. 

Aldus  kreegh  defen  dwingelandt  de  gantlche 
beftieringh  in  handen,  en  regeert  hetRijck  met 
wreedtheydt ,  dat  hy  door  boof  heyc  en  verradery 
verkregen  heeft ,  fonder  evenwel  noch  fijn  volko- 
men geruftheydt  te  vinden,  en  wat  ruft  kan 'er 
zijn,  ineen  gemoedt,  dat  met  foo  veel  boof  he- 
den en  grouwelen  befmet  is :  hy  ten  laetften ,  om 
door  verfaeckingh  van  fijn  geloof,  het  werekop 
tehoopen,  valt  van  het  Heydendom  af,  enbe- 
eeefc  fich ,  na  dat  hy  fich  had  laten  befnijden ,  tot 
de  leeringh  van  Mahomet,  en  valt  foo  als  uyt  de 
pan  in't  vyer-  en  tot  meerder  verfeeckenngh  , 
alfoo  hy  fich  beter  op  de  Javanen,  als  fijn eygen 
volck  vertrouwde ,  treckt  defelve  geheel  aen  fich, 
en  betrouwt  hen  geheel  de  bewanngh  van  lijn 
perfoon  en  leven. 

En  dit  is  alfoo  den  uytflagh  van  het  goddeloos 
beftaen  van  defen  Koninck  van  Cambodia :  die  in 
het  midden  van  fijn  overdadige  boof  heden,  als 
noch  de  vrucht  verwacht,  die  foodanigeongod- 
delijckheden,  van  de  Goddeüjcke  rechtveerdig- 
hevdt ,  ten  minften ,  te  verwachten  hebben. 

Maer  men  fou  defe  ellendige  en  ongeloo- 
viee  Barbaren  mogen  befchuldigen,  enoordee- 
len,  dathunwoeftenaerdt,  demoorddadigheyd 
eygen  was  :  wy  moeten  tot  ons  leedtwefen ,  die 
virgelegene  geweften  tot  getuygen  hebben ,  dat 


1 

N 

4 


Koningen  van  Cambodia.  23$ 

3 felfs  onder  die  gene,  die  door  hoogcr  licht  ver-  xvi, 
i  licht  zijn  of  be hooien  te  zijn  ,  oock  fcodanige  Verhad 
fchrick- dieren  worden  gevonden,  die  gelijckof ^^o^van 
fy  door  bywoninge  van  de  ongeloovigc  volcke-  Gajana. 
ren ,  oock  der  felver  aerdt ,  nootwendigh  moften 
aen  doen,  tot  geen  bool  heydt  onbcqtiaem  bevon- 
i  den  worden. 

Seecker  Otto  Key,  voordefen  Hopman  van 
een  vaendel  voetknechten ,  in  dicnit ,  van  de  Hee- 
ren  Bevvindt-hebberen  van  de  Welt  Indifche 
maetfehappy,  had  door  uytgegevene  lchriften 
bekent  gemaeckt,  hoedatinfeeckergeweft ,  van 
Weft- Indien  ,  merekehjek  voordeel  ftondt  te 
doen,  voor  die  gene,  dicgefintengemachtight 
waren  ,  aldaer  eenigeColonien  ,  ot  Plantfoen- 
plaetfen  aen  te  rechten.  De  Ridder  Barthafar 
Gerbier  Dounly,  voornemens,  fich  na  die  ge- 
weften  te  begeven,  oordeelde,  dat  defelve  Otto 
Key,  als  een  man  van  byfondere  ervarentheydt , 
hem  met  allen  dienftigh  was  j  waer  over  hy  de- 
felve in  fijnen  dienft  aennam  ,  om  met  hem  de 
I  landtfttccck  Gujana  te  helpen  aendoen  ,  en  bewo- 
nen. Dele ,  beneffens  vei  fcheyde  anderen ,  gaen 
te  fcheep,  enftetckcnby  Texel  in  Zee.  Maer 
j  defe  Otto  Key,  indeplaets  van  hetplantfoente 
helpen  voortfetten:  'ken  weet  door  wat  reden, 
ofuyt  wat  inlicht ,  nam  zedert  himvertreck,  een 
bittere  vyandtfehap  op,  tegens  den  Ridder  Ger- 
bier ,  en  deed  niet  anders  als  alderhande  verhinde- 
ringe ,  omtrent  de  voorgenomene  laeck,  voort  te 
brenszen ,  belettende  al  het  gene  tot  welltandt  van 
onderhandelingh ,  met  de  inwoonders  moght  die- 
nen, al  om  de~n  Bevelhebber  ,  met  fijn  huyste 
vernietigen.  Wanneer  fy  aen  hun  voorgenome 
kuft  het  eylandt  Cajany ,  op  de  fterekte  Naflau 
waren  aengekomen ,  liet  delen  Otto  Key  niet  na , 

meer- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2$6  Treurige  Gefcb'tedenis  van 
meerder  en  meerder  fijn  quaetaerdigheydt  te  too 
nen  ,  met  her,  voortbrengen  van  alle  beletfelen 
en  hinderpalen,  maer  fich  hier  mede  niet  vernoe 
gende ,  beitelde  het  ftuck  wereks  ,  waer  van  w 
lullen  hooren. 

D'Opper-bevelhebber  Gerbier,  bevandfich, 
met  fijn  huyfvrouw  en  drie  dochters,  inde  wo- 
ninge  van  den  Bevelhebber  Langedijck  •  wanneer 
OttoKey ,  de  tijde  van  het  afzijn  van  Langedijck 
waernemende ,  met  een  deeldroncken  gemaeckte 
fchelmen  van  krijghslieden ,  (den  wekken  hy  had 
wijs  gemaeckt,  het  gene  hy  dedeuytordere  van 
de  Heeren  Staten  GeneraeUen  de  HecrenBewind- 
hebberen  te  doen)  vorders  vergefelfchapt  met 
een  Johannes  Adolphus  Rhenanus  ,  Micolaus 
Stokram  ,  en  eenen  Hans  Speckmof.  Begeeft 
fich  naer  defterekte  Naflbu,  daerfe  voor  hadden 
het  huys  van  Langedijck  te  overweldigen.  Eerft 
ftelt  defen  Rhenanus ,  die  als  Raedt ,  Minerael- 
fcheyder ,  en  Genees- meefter  mede  was  gevaren , 
een  geladen  roer ,  op  de  borft  van  Jonckvrouw 
Debora  Gerbier,  die  buyten  het  huys  gegaen  I 
was ,  maer  het  lelfde  weygerde ,  waer  op  de  ge- 
feyde  fchelm  fijn  degen  uytgetrocken,  en  fich  re- 
gens haer  aengeftelt  heeft.  Maer  defe  Jonck- 
vrouw vol  moet  zijnde ,  ftiet  den  fchelm  met  een 
vuyft  ter  aerdc,  en  focht  middeler wij  le  fijn  han- 
den te  ontkomeh ,  begevende  fich  uy t  de  fterek- 
te,  naer  het  vleck,  roepende  met  alle  macht  om 
hulp  en  byftandt.  Otto  Key  dit  merekende, 
en  vreefende  dat ,  hulp  bygebracht  zijnde ,  hun 
aenflagh  te  niet  fou  zijn ,  dringht  fijn  gefelfchap 
aen  ,  om  het  ftuck  te  vervolgen ,  en  te  dien  eynde , 
het  huys  van  den  Bevelhebber  Langendijck  te  be- 
klimmen ,  roepende  aen  fijn  krijghslieden  :  Sy 
[ouden  maer  febieten ,  dat  aüts  voor  dtn  duyxtl  mocht 

va- 


Koningen  van  C  ambo  dia.  237 

yvaren.    Hy  met  fijn  eygen  handen ,  brack  de  lat- 
•jten  aen  de  zijden  vandc  woningen  af,  invoegen 
ide  fchelmen  met  gemack  daer  binnen  geraeckten. 

Hier  vonden  fe  den  gefeyden  Opper- bevel- 
ihebber  Gerbier ,  met  twee  van  fijn  drie  dochters  , 
ten  fijn  vrouw  ,  Deneffens  noch  drie  of  vier  andere 
"vrouwen,  onwcerbaer  en  Tonder  wapenen.  Otto 
JKey  fette  terliondc  het  finckroer  den  Ridder  aen 
ihet  hooft.    Maer  dit  wcygerdeoock ,  waer  over 
•ihy  Nicolaes  Stockram  belaitc ,  den  Heer  met  fijn 
^ degen  te  doorfteecken»    Dele  milte  mede  den 
Jfteeck,  maer  fijn  arm,  in  het  voorby  gaen ,  itiet 
•Iden  Ridder  in  fulcker  voegen,  dat  hy  door  de 
itrapluyck  ter  aerden  neder  viel.    Terwijl  waren 
Ide  andere  fchelmen  befigh  ,  met  de  ellendige 
- -i  vrouwen  af  te  maecken.    Twee  van  de  Jonck- 
•  1  vrouwen,  lagen  alreedts  ter  aerde  gewentelt  in 
.hun  bloedt,  daer  jonckvrouw  Catharina  Ger- 
j9*{  bier  vaft  de  laetfte  fnick  gaf,  en  haer  fuftcr  Maria 
door  haer  been  gefchoten  was:  fy,  deViouw- 
'  3  moeder ,  niet  eens  milf  mdc ,  en  den  Ridder  mee- 
rrnende  mededoodtte zijn,  begaven (ichaenftonts 
'•)  weder  van  daer ,  maer  vielen  korts  daer  na  in  han- 
:  den  van  den  Bevelhebber  Lingedijck  ,  die  hen  in 
:  1  yfere  boeyens  na  liet  Vaderlandc  gefonden  heefc. 
J  Om  de  hooge  mache  met  fulcke  fchelmen  te  laten 
)  omfpringen  ,  die  onder  de  Barbaren  felfs  niet 
1  weerdign  geacht  worden  te  leven,  en  den  Chi  ifte- 
;  nen  eenonafwalielijckefchantvkckzi/n ,  alsof  fe 
i  hunner  landtslieden  bloedt  geri/igh  en  flecht  ge- 
i  noegh  achten ,  om  voor  foo  weynigh  belangh , 
-  ï  en  met  foo  weynigh  feecketheydt  teftorten,  en 
!  foo  verre  van  de  natuer  oncaerdc  waren ,  dac  fe  op 
)  defchepfelen ,  die  hun  geflachc  ontwapent  heeft , 
J  en  die  de  wilde  beeften  felfs  fouden  fparen ,  fich 
'  A  nietontfien  te  woeden. 

D  E 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


233 


DE 


Kt  acht  van 
de  driften 
des  gc- 
mocts. 


MARQUIS  MONALDE 

S  CHI,  i  | 

Groot  Scliilt-knaep  van  dc  Koninginne 
Chriftina  van  Svvedcn. 

INHOUDT., 
I. 

KRacht  van  de  driften  des  gemoets.     II.  AenvanQ 
van  een  hart  gmcht.    III.  Priefiercn  plicht  vmT 
fttljwijgen.  lY.Overtnygingh  van  Monaldefchi.  \.Sijn 
middelen  om  de  l^omngtn  te  bcocegen.     VI.  Te  verk 
geefs.     VII.  Sijn  vonnis  gecelt.    VIII.  Voorbede^ 
voor  hem  ge  daen.    IX.  Gefbrec^ivegen  der  Kovtmgtn* 
ven  gefagh.    X.  Vorder  aenhouden  voor-hem.    X I.  Ti 
vergeefs.    XII.  De  Moroni*  bereydt  fuh  ter  doodt 
XIII.  Nteiewe  hoop  voor  hem.  XIV.  Dochisvergeef 
XV.  Aenvangh  va»  Jtjn  ombrengen.  XVI. 
digh  mtf handelen.    XVII.  Laetfte  doch  vergeeffih^ 
hoop  van  genade.    XVIII.  Doodt  van  den  Adarantf. 

IX.  Geschiedenis. 

E  driften  des  gemoets,  indienfe 
geweldigh  zijn,  wanneerfe fich 
bevinden,  in  lbodanige  onder- 
werpfelen,  dewelcke  niet  fterek 
genoegh  zijn » om  lich  tegen  de- 
fe  lijdingen  te  kanten ,  maer  ge- 
lijckenfwacke  bladeren,  fich  herwaerts  en  dar- 
waerts  door  defelve  laten  vervoeren ;  zijn  altoos 
geweldiger  in  de  geeft  der  Vrouwen.  t  Z> ^et- 
Se  >t  zy  haec ,  't  zy  luft  »t  zy gramfchap ,  deft :  zi,n 
in  hen  eelijck  als  in  hun  eygen  Hootc-ttorre. 
>tZv  dac  hun  geeft  te  lichtelijck  bewogen,  geer 
<•     7  p  tegen» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


MARQJ1IS  MONALDES  CHI.  239 

egenftandt  aen  defe  driften  vermogende  te  bie- 
ien ,  dient  om  de  natuerlijcke  bewegingen  der 
elven  te  meerder  aen  te  wackeren,  of  dat  de  inge- 
aerdte  veranderlickheyt  van  dit  geflacht,  geen 
verplaetfingeerkendt,  als  die  geweldigh  envin- 
inighis,  waerlijck  indien  fulcks  lbo  is,  in  dege- 
meeneflagh,wat  fal  het  dan  zijn,  wanneer  gebreck 
ivan  vermogen ,  deuytvoennge  va:i  defe  tochten 
niet  wedei  houdt ,  roaer  in  tegendeel  macht  en  ge- 
fagh  te  famen  i pannen ,  om  de  driften ,  hocfe  mo- 
gen zijn,  den  vollen  room  te  geven,  waerlijck 
van  een  van  defe  lijdingen,  hooren  dien  grooten 
Seneca  dit  feggen. 

'NulIavK  flamma  tumidióut  venti 
Tanta ,  nee  torti  metuenda  telt , 
Quanta  cum  virgo ,  Viduata  toto , 
Ardti  &  odit. 

'  Noyt  vlam  baert  fulck  een  kracht ,  noch't  woe- 
den van  de  Winden, 
Noch't  vinnighfchut.gevaert,  dat  mueren  neder- 
velt  , 

Als  't  Maeghdcn-hart  door  h3ct  en  minne-tccht 
ontltelt, 

Als  't  van  luer  koets  ontfet  geen  laefnis  fiet  te 
vinden. 

Wy  hebben  hier  een  voorbeelt,  in  een  perfoon, 
doorluchtigh  genoegh  voor  onfe  opmerekinge, 
is't  nier  van  dele  drift  van  liefde,  het  isgewüTe- 
lijck  van  een  meer  als  vrouwclijckeftrenghcydt. 
I  lek  gafe  den  gunftigen  Lefer  verhalen ,  fooalsfc 
;  door  den  Schrijver  ons  inde  Franfchetaleisme- 
.  degedeelt,  ons  niet  fchamende  de  lt3ppen  van 
:  cenoogh-getuygente  volgen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


240  Treurige  Gefchtedems  van 
Het  was  op  den  fcften  dagh  van  dc  maent  Novem- 
!  j  ber ,  in  het  1657.  jaer ,  na  de  geboorte  van  onfen 
Aenvangh  Heylandt,  wenneer  de  Koninginne  Chriftina  van 
van  een  S  weden ,  zijnde  tot  Fonteyn  Beleau ,  geplaetft  in 
licht8*"  ^e  Conciergery  van  het  Konincklijcke  Slot ,  aen 
dien  geettelijcken  Heer  fandt,  die  ons  dit  mede 
deelt,  hem  door  een  van  haer  dienaers  doende 
vragen ,  of  hy  de  Overfte  van  het  Kloofter  was, 
en  ingevalle  van  ja ,  dat  hy  by  de  Koninginne  moft 
komen ,  die  hem  wilde  fpreecken.  Defe  ant- 
woordt ,  dat  hy  die ,  en  vaerdigh  was  hem  te  vol- 
gen. Hy  dan  alfoo  >  Tonder  naer  een  tweede  om 
te  fien,  uyt  vreefe  haer  Majefteyt  te  laten  wach- 
ten, volght  den  dienaer>  tot  in  de  voorkamer, 
daer  hem  defelve  beval  te  vertoeven ;  die  ten  laet- 
ften  weder  quam ,  en  hem  in  de  kamer  by  de  Ko- 
ninginne deed  gaen  ,  die  hy  alleen  vandt.  Hy 
hebbende  de  gewoonlijcke  eerbiedingen  gedaen , 
vraeghde  wat  haer  Majefteyt  van  haerootmoe- 
dighiten  dienaer  begeerde.  Sy  beval  hem ,  om 
vrijer  te  mogen  fpreecken  ,  haer  te  volgen  -}  en 
alfoo  in  de  gaendery  van  de  harten  gekomen  zijn- 
de, vraeghde  defen  Priefter,  of  hy  haer  noyt 
gefproocken  had?  Defe  antwoorde ,  dat  hyde 
eer  had  gehad  fijn  eerbiedigheydt  aen  haer  Maje- 
fteyt te  doen ,  en  fijn  ootmoedighfte  gehoorfaem- 
heydt  haer  aen  te  dienen ,  en  dat  fy  de  goedertie- 
rentheydt  hadde  gehadt ,  van  hem  daer  voor  te 
bedancken ,  fonder  meer.  Hier  op  feyde  fy  hem 
dat  hy  een  kleed  droegh ,  het  welcke  haer  ver- 
bondt,  fichophem  te  vertrouwen,  en  deed  hem 
beloven  ,  onder  verzegelingh  van  biechte,  ge- 
heym  te  houden  het  gene  fy  hem  foudc  gaen  ont- 
iii.  decken.  Defe  antwoorde  haer ,  dat  in  geheyme 
pUcht van  Wecken ,  hy  van  nature  blindt  en  ftom  was ,  en 
ftilfwijgen.  fulck  zijnde  voor  alderhande  flagh  van  menfehen , 

had 


Marqjiis  Monaldeschi.  241 
had  hy  tegrooter  reden  ,  omfulcks  te  zijn ,  voor 
een  Princefle,  gelijck  fy  was,  daer  by  voegende 
m  defe  Schrifcuer-plaets  ,  S.Kramentum  %egis  abfcon- 
*  dm  bonum  tft,  het  is  goet  des  Konincks  heyligh- 
dom  ot  geheym  te  verbergen.  Na  defc  ant  woorc 
gaffe  hem  een  pacquet  brieven,  toegezcgeltop 
drie  plaetfen  ,  fonder  eenige  opfchift,  en  beval 
I  hem,  defelvc  haer  weder  te  geven ,  in  tegen woor- 
):)|  digheydc  van  die  ,  fy  hem  die  afeyfchtn  foude, 
I  Het  welcke  de  Prieiter  haer  belooft  heeft.  Sy 
'  beval  hem  oock,  de  rijdt ,  dagh  ,  ure  en  plaets , 
waer  en  op  dewelcke  fy  hem  dir  pjck  brieven  ge- 
geven  had,  wel  waer  tenemencn  te  onthouden. 
En  fonder  vorder  onderhoudt ,  ginck  hy  met  de 
brieven  henen. 

Op  Saterdagh ,  zijnde  de  tienden  dagh  van  de 
F? I  felve  Maent ,  een  uer  na  de  middagh ,  liet  de  Ko- 
ninginne  defen  Priefter  weder  ontbieden.  Hier 
op  gingh  hy  na  een  geheyme  kamer  ,  om  de 
brieven  te  halen  ,  meenendedatde  Koningin  hem 
5.  die  weder  afeyfchen  fou.    Hy  daer  mede  volghc 
:den  dienaer,  dewelcke  hem  bracht  in  dcielve 
igaenderije ,  en  foohaeft  fy  daer  in  waren,  floot 
hy  de  deur  met  fulckeen  voorbarighcydt ,  dat  de 
I  Priefter  daer  een  weynigh  door  ontftelt  wiert. 
IHy  hebbende  omtrent  het  midden  van  de  gil. 
:  dery  de  Koningin  gefien  ,  daer  fe  met  een  van  haer 
f gevolgh  fprack,  die  men  de  Marquis  noemde, 
1  (dewelcke  daer  na  bevonden  is  Monaldefchi  te 
zijn)  gingh  na  haer  toe,  enhy,  hebbende  haer 
!de  gewoonlijcke  eerbiedigheden  be  wefen ,  eyfch- 
)te  fy  hem  ,  met  een  luyde  ftem,  integenvvoor-  lv- 
digheydt  van  defen  Marquis ,  en  drie  andere  lie-  ^eTy'- 
ju  den ,  het  pack  brieven  af,  het  welcke  fy  hem  te  Sional- 
•fl  bewaren  gegeven  had  ,  feggende,  Vader,  geeft  defchi. 
imy  het  pacquet  d3ticku  gegeven  heb:  De  Prie- 
el fter 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


V. 
r>; in  mid- 
delen om 
de  Konin 
n  te 

c  wegen. 


t 


211        Treurige  Gefch'tedenis  ?4» 
fteV  naderde,  en  gaf  haer  de  brieven  over.  De 
Koningin  nam  ie,  en  die  eemgen  tijdt  be- 
ften hebbende,  opende  defelve  ;  en  nemende 
den  brief,  en  de  fchriften  die  daer  in  waren,  gaf 
die  den  Marquis  te  lefen ,  hem  vragende  met 
een  deftige ftem,  en  verfeeckerdegeftaltenis,  ot, 
hv  defelve  wel  kende.    De  Marquis  loochende 
die  te  kennen ,  maer  wierdt evenwel bieeckir ifijn 
aengeficht.   Wilt  ghy .  vrneghde  fy  hem ,  defen 
briefen  fchriften  niet  erkennen  ?  En  in  der  waerheyc 
het  waren  maer  nafchriften  of  copyen ,  die  fy  met 
haer  eygen  handt  nagefchreven  had.    De  Ko- 
ningin, hebbende  den  Marquis,  een  wijltijdts, 
op  We  fchriften  laten  fien,  haelde  eyndeluck 
de  oorfpronckelijcke  te  voorfchijn  ,  eti  toonde 
hem  die,  noemende  hem  verrader,  en  deed  hem 
lïin  eygen  fchrift  en  teeckeninge  erkennen.  fcy 
ondervraeghde  hem.menighmael ,  waer  op  hy 
antwoord*  ten  beften  hy  konde,  werpende  4e  J 
fchult  op  verfcheyde  andere  lieden  ,  cyndelijckJ 
wierp  hy  fich  voor  de  voeten  van  de  Koningin,  | 
en  badt  haer  vergiffenis.    En  ter  felver  tijdt 
trocken  defe  drie  andere  ,die  daer  tegen  woordigh 
waren,  hunne  degens ,  fonder  die  weder  in  te  J 

fteHydnacropriift  weder  over  eynde,en  troebel 
Koningin,  nPu  na  de  eene  ,  dan  na  den ^anderen 
hoeckvan  degaendery ,  haer  geduerigh  biddende 
K  wülen  hoorei  ,  en  | fa 
aen  te  nemen.    Sy  weygerde  hem  Mctegeen 
fin«  maer  hoorde  hem  aen  roet  groot  gedult, 
£  derTat  fXigeonhebbelijckhcytofteeckea 
^aifc&rïSiide  :  roaer\keercnde  Henna 
den  f  Xr  ,  wanneer  de  Marquis  haer  het  mee.| 
tte  pe  fte  om  hem  re willenhooren,  Zi,tgetuy-I 
geSr^ni^Vader,  naerderende meteenen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


§3 


MarQjiis  Monaldeschi.  143 

den  Marquis,enfteuncndeopeen  kleyn  ftocksken 
van  ebbenhout ,  met  een  ronden  knop,  dat  ick 
niet  voorbarigh  ben  ,  omtrent  defen  menfeh,  vi. 
maer  dat  ick  dien  verrader  en  trouvvloofe ,  al  de  T«  v«- 
tijdt  geef,  die  hy  begeert  te  hebben ,  of  van  een  gcct$' 
Princ.effe  die  foobeledight  is,  tot  fijn  verfchoo- 
ningh  fou  konnen  eyfehen. 

De  Marquis  vorder  van  dc  Koninginnc  ge- 
drongen, gat*  hacr  de  Papieren  weder,  en  twee 
of  drie  kleynelleutels  te  Pamen  gebonden,  diehy 
uyt  lijn  fack  haelde,  latende  met  tenen  twee  of 
drie  ltuckcn  kleyn  geit  vallen.  Sy  waren  wel  een 
uer  of  meer  befigh  met  malkander  ,  maer  de 
Marquis  haer  niet  met  fijn  antwoordt  konnende 
voldoen,  naderde  fy  den  Priefter,  en  feydehem 
met  een  verhevene,  maer  gemat ighde  ftemme,  vil 
Vader  icJ^  vertreed,  en  laetu  defen  man,  maecl^tbem  Sijnvon- 
hreydt  om  tt  fterven ,  en  forgbt  voor  fijn  \iel.  Defe  ms  &evelt* 
Priefter  wierdt  daerover  löodanigh  ontftelt,  als 
of  dat  vonnis  tegen  hem  gefproocken  was ,  die 
terltondt ,  beneffens  den  Marquis  ,  fich  VQor  haer 
voeten  nederwierp,  haer  Majeftcyt  vergiffenis 
biddende  voor  defen  ellcndigm  Marquis  ,  fygaf 
hem  tot  antwoordt  ,  dat  fy  fulcks  niet  konde 
doen,  en  dat  dien  verrader lchuldiger  en vuylder 
was,  als  die  gene,  die  menrabracckt.  Dathy 
wel  wifte,  dat  fy  hem,  als  een  getrouw  onder- 
daen ,  haer  aldergeheymlteen  gewichtighfte  faec- 
ken  en  gedachten  had  medegedeeltj  fonder  hem 
te  willen  verwijten  het  goed  dat  lyhemgedaen 
had  ,  dat  meerder  was ,  als  fy  felfs  een  broeder 
fou  hebben  konnen  doen,  hem  hebbende  altoos 
daer  voor  gehouden :  voorts  dat  fijn  eygen  ge- 
wiffe  hem  moft  dienen  voor  een  beul. 

Na  defe  woorden  vertrock  fy  ,  en  liet  den 
Priefter  daer,  beneffens  defe  drie,  die  noch  met 

Q_2  den 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


244        Treurige  Gefchiedems  van 
den  blooten  degen  ftonden  ,  gereedt  om  het 
werck  uyt  te  voeren.   Na  dat  de  Koningin  was 
vertrocken,  wierp  fich  de  Marquis  voor  de  voe- 
ten van  den  Priefter ,  en  badt  hem  met  allen  y ver , 
haer  Majefteyt  na  te  volgen ,  en  fijn  vergiffenis 
van  haer  te  verwerven.  Defe  drie  mannen ,  in  te- 
gendeel ,  drongen  hem  aen ,  om  fich  te  biechten  , 
clreygende  hem  geduerigh  met  hun  geweer ,  fon- 
der  hem  evenwel  te  raecken.  En  dc  Priefter  met 
de  oogen  vol  tranen ,  vermaende  hem  oock ,  om 
VUL  fijn  vergiffenis  van  Godt  te  verfoecken.    De  op- 
voorbeden  perfte  van  defe  drie  vertrock  nadeKoninginne, 
voor  hem  om        barmhercigheydr  over  den  armen  Mar- 
jcdacn.  tc  verWecken  ,  maer  keerde  droevigh  we-  • 

der,  om  dat  de  Koninginne  hem  belaft  had ,  het 
werck  uyt  te  voeren ,  en  hem  voort  te  helpen ,  en 
feyde  ai  fchreyende ,  Marqués  denckt  op  Godt  en  u 
ïitl ,  ghy  moet flerven.  Op  defe  woorden  als  buyten 
Sch  félven ,  wierp  fich  de  Marquis  weder  voor 
de  voeten  van  den  Priefter,  hem  biddende  en  be- 
fwerende,  noch  eens  by  de  Koninginne  te  gaen, 
om  haer  genade  te  verkrijgen.  Het  welcke  hy  de- 
de,  en  vandt  de  Koningin  alleen  in  haer  kamer , 
met  een  vroiijck  en  opgeheldert  gelaet ,  buyten 
alle  ontfteltenis.  De  Prielier  haer  naerderende , 
wierp  fich  voor  haer  voeten  met  fuchten  en  tra- 
nen ,  en  badt  haer ,  by  de  fmarten  en  wonden  van 
onfen  Salighmaecker ,  barmhertigheydt  en  gena- 
de den  Marquis  te  bewijfen.  De  Koningin 
toonde  fich  als  moeyelijck  ,  dat  fy  fijn  verfoeck , 
ten  inficht  van  fijn  trouwloofheyt  endewreet- 
heydt ,  die  hy  haer  in  haer  eygen  perfoon ,  had 
willen  doen  lijden  ,  niet  konde  toeftaen ,  waer 
door  hy  geen  vergiffenis ,  noch  genade,  te  hopen 
had ,  feggende  vorders  dat  m'er  veel  had  doen  ra- 
braecken,  die  het  foo  wel  met  hadden  verdient , 
als  dcfen  verrader.  -De 


«JWK 
1  Me< 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


li 


M 
I 

.-:'•( 
«J 


Mar^uis  Mo  n*  a  l  d  e  s  ch  i.  245: 
De  Priefterdan  Tiende,  mee  al  fijn  bidden  en 
fmeccken  niet  op  te  konnen  doen,  nam  de 
vryigheydt  haer  te  vertoonen ,  dac  fy  ia  een  huys 
van  den  Koninck  van  Vranckiijck  was  ,  endatfy 
wel  moft  toefien  watfeginck  beginnen ,  en  of  de 
Koninck  fulck  wel  goec  Ion  vinden.   Waerop    1  x. 
haer  Majefteyt  hem  weder  antwoord  gaf ,  dat  fy  Gcfprcck 
dat  recht  by  den  Altaerhad,  en  dat  fy  Godt  tot  J£g^!£ 
getuygen  nam  ,  dat  fy  het  niet  had  op  den  per-  ne  gekgh. 
loon  van  den  Marquis,  maer  allehaetafgcleght 
had ,  fiende  nergens  op  als  op  fijn  mildaet  en  ver- 
radery,  diergelijcke  noyt  begaen  was,-  en  die  al 
de  werelt  raeckte  :  behalven  dat  de  Koninck  van 
Vranckrijck  haer  in  dat  huys  niet  herberghdc ,  als 
een  toegevluchte  gevangen :  dat  fy  meefterfc  van 
haer  wil  was  om  recht  over  haerhuysgenooten,op 
alle  tijden  en  plaetlen,  te  plegen ;  dat  fy  aen  Godc 
alleen  reden  van  haer  doen  hadde  te  geven ,  daer 
by  voegende ,  dat  het  geen  fy  dede  niet  fonder 
voorbeeld  was.    Hy  weder  daer  op ,  dat  *er  ee- 
nigh  onderfcheydt  was,  en fooeenige Koningen 
fulcks  hadden  gedaen ,  dat  was  in  hun  eygen  Hof 
en  gebiedt  gelchiedt,  maer  niet  in  dat  van  een 
ander.    Maer  hy  had  defe  woorden  foo  haeft  niet 
gefproocken ,  of  hy  had  'er  berouw  van ,  vreefen- 
de  de  Koninginne  te  feer  aengetaft  te  hebben. 
Des  gingh  hy  foo  voort  :  Mivrouwe,  volgen*,  de  VOn£* 
eer  en  aebtinge ,  diegby  in  Vranckrijcl^bebt ,  en  de  ho-  acnr|joJden 
pe  die  alle  goede  Fra»$oyfen  hebben  van  uwe  handel inge ,  v  an  den 
bidde  tcl^  U  Majejleyt ,  te  verhoeden  ,  dat  defe  daedt  Piicftcrfe 
(hoewel  defelve,  ten  aenfienvanu  Majefieyt  ingerecb- 
tigbeydt  tnagb  beftaen)  niet  in  de  gedachten  der  men- 
jchen  voor  gewtldigh  en  verbaejï  werde  opgenomen. 
BejUet  liever  een  daedt  van  edelmoedigheyt ,  en  barm~ 
b ar tigheyt, omtrent  defen  armenMarquis,often  minften, 
fielt  htm  in  binden  van  des  Kjtnincks  gericht  j  enlaet 

Q_  j  hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XI. 

Tc  ver- 
geefs. 


246        Treurige  Ge fibiedenis  van 
hem  fijn  rechtspleginge ,  in  behoorlijckf  gedaente  op- 
matcken  >  en  gbyjult  aUe  voldoeninge  ter  wertlt  ont fan- 
gen  ,  en  op  dtfewijfe  die  aenfienlijcken  tijtel ,  die  ghy  on- 
der  de  menfehen  draegbt ,  bewaren.   Hoe  mijn  Vader , 
ancwoorde  fy ,  /oh  /cj(^,  /»  dewekke  het  gericht  fijn 
plaets  moet  hebben  >  rn      in  volkome  en  oppermacht , 
ever  mijne  onderdanen,  my  dacr  toe  gebracht  fien,  om 
ten  rechtspleging})  te  vervolgen ,  tegen  een  verrader  van 
ten  huysgenoot  >  f4»  wimr  trouwloofheyt,  deblijckcn 
in  mijn  handen  yn?  Het  iswaer,  ancwoorde  de 
Priefter ,  maer  uwe  Majefteyt  is  Partije  in  be- 
langh.   De  Koningin  viel  hem  in  fijne  woorden , 
en  feyde:  Neen  tneen  Vader >ickjal het  den  Koninc^ 
laten  weten.    Kjert  weder  en  draegbt  forge  voor  fijn 
\id,  ichikan>  volgens  mijn  gewiffe,  unicttoeflacn, 
dat  ghy  van  my  begeert.  En  alfoo  fandt  fy  hem  we- 
der neen  ,  maer  het  liet  fich  met  defe  laetfte  woor- 
den aenfien ,  dat ,  foo  de  Koningin  defedaedt  had 
konnen  uytftellen ,  en  van  plaets  veranderen ,  dat 
fy  het  fou  gedaen  hebben ,  maer  het  was  te  verre 
gekomen ,  om  een  ander  befluy  t  te  nemen ,  fonder 
fich  op'c  hooghfte  te  quetfen,  van  het  ontfnappen 
van  den  Marquis,  en  haer  eer  enleveningevaer 
te  ftellen. 

In  defe  uyterfteftaet,  wiftdePriefterniethoe 
te  doen  ,  noch  wat  te  doen ,  uytgeraecken  en  kon- 
de  hy  niet ,  en  al  hadde  hygekonnen,  hy  vandt 
fich  felven  tot  een  plicht  van  Chriftelijcke  liefde 
verbonden ,  om  den  ellendigen  Marquis  tot  een 
goede  doodt  te  brengen.  Hy  gaet  dan  weder  na 
de  plaets  daer  hy  den  Marquis  gelaten  had,  en 
omhclfende  defen  armen  ellendige,  die  met  fijn 
tranen  overftort  wierdt ,  vermaende  hem  met  de 
foetfte  woorden,  die  hy  kondebybrengen,  om 
fich  ter  doodt  tebereyden,  entedenckénopfijn 
gewiflè ,  dcwijlder  in  de  werelc  geen  hoop  van  le- 
"     —   y  ven 


0: 


Hm 


U   L  . 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


fm 


mm 

WA 


■ 


Mar^uis  Monaldeschi.  247 
ven  voor  hem  was  ,  en  dat  hy ,  lijdende  als  door   x  1  r. 
hec  gericht,  fijn  leven  aen  Godc  verfchuldight  D^*& 
was ,  en  het  felve  op  der  aerden  vcrJietènde ,  had  2"h  t« 
hy  alleenigh  fijn  hoopte  vetten  op  deeeuvvigheyt,  doodt, 
alwaer  hy  fijn  vertrooftinge  fou  vinden. 

Op  defe  droevige  boodfehap,  na  dat  hy  twee 
of  driemael  hard  uytgefchrecuwt  had ,  viel  hy  op 
fijn  knien  voor  den  Pi  ieiter ,  die  ficli  op  een  banck 
van  de  gaendery  gefet  lud,  en  begoft  fich  cc  biech- 
ten.  Ivlaer  zijnde  daer  al  ver  in  gekomen  ,  Itondc 
hy  tot  tweemacl  toe  op,  en  begolt  weder  te 
fchreeuwen.    Eyndelijck  voldede  hy  fijn  belij- 
denis ,  in  't  Latijn ,  Fran^oys ,  Italiaenfch ,  foo  als 
hy  fich  belt  konde  nytdi  ucken.    De  Aelmoetfe- 
nicr  van  de  Koningin  komt  daer  op  in,  foo  als  de 
Priefterbefigh  was  met  hem  over  een  t  wij  (leiach- 
tige faeck  te  ondervragen.    De  Marquis  hem  x  1 1  ï. 
fiende ,  fonder  de  abfolntie ,  of  afquijtinge  te  ver-  jJJJJJ^ 
wachten,  gingh  naer  hem  toe,  hopende  genade  i,cm, 
cn  gonft  te  vei  krijgen.    Sy  fpraccken  te  fa  men , 
in  ltilte  een  geruymen  tijde,  houdende  malkander 
by  de  handen  ,  itaende  in  een  hoeck  ,  en  na  hun 
t'famen  fpraeckge  eyndight  was,  gingh  d'  Ael- 
moeffeoier  uyc,  mee  fich  nemende,  de  opperftc 
van  defe  drie  ,  die  tot  het  uytvoeren  geftek 
Warén 9  en  eenweynigh  daer  naer  d'Aelmoefle- 
nier  achterblijvende,  quam  d'andere  alleen  we- 
derom ,  cn  feyde  regens  hem  :  Marquis  verfoeckjt  XIV.. 
vergiffenis  acn  Godt ,  want  fonder  vertoeven  ,  moet  gby  Do^h  J5 
jïerven.  Hebt  gby  ugebieebt  r  En  hem  defe  woorden  vct8eCin 
gefeght  hebbende,  drongh  hem  tegens  demuer 
van  de  gaendcrije ,  daer  de  fchildery  van  St.  Ger- 
main  hanght ,  en  fonder  dat  hem  de  Priefter  foo 
ras  konde  omkeeren ,  moft  die  fien ,  dat  hy  hem 
een  fteeck  op  de  rechter  borft  gaf ;  en  de  Marquis 
die  willende  afkceren,  greep  den  degen  met  de 

Q,4  rech- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


248         Treurige  Geschiedenis  van 
x  w    rechter  handc ,  het  vvelcke  hem  drie  vingers  quet- 
Acnvangh  fte ,  de  fteeck  evenwel  gingh  niet  door ,  waer 

irobrïn-  tioor  defc  f  tcSens  een  van  de  andere  feyde ,  dac 
gen.  hy  onder  gewapent  was ,  gelijck  hy  oock  in  der 
diedt  een  panfier ,  of  malie  rock  aen  had ,  die  wel 
negentien  ponden  woegh.  D' Ander  evenwel 
verdubbelde  fijn  fteecken  na  het  aengcficht,  na 
het  wclcke  de  Marquis  riep  :  Mijn  Vader,  mijn 
Vader.  De  Priefter  naerderde  opditgeroep ,  en 
de  andere  gingen  terwijlen  een  weynigh  aen  een 
kant ,  en  hy  met  een  knie  op  der  aerde ,  badt  Godt 
om  vergiffenis ,  en  feyde  hem  noch  yets.  Daer 
op  hy  hem  de  abfolutiegaf ,  met  vermaningede 
doodt  geduldigh  te  willen  lijden ,  ter  oorfaeck 
van  fijne  fonden  ,  en  vergevende  al  die  gene,  die 
xvi.  hem  die  aendeden ,  hier  op  wierp  hy  fich  op  de 
SS-  vloer ,  en  in  het  vallen  gaf  hem  een  ander  een  flagh 
kn.  °P  her  n0°ft  ï  die  daer  been  van  mede  nam ,  hy 
op  de  buyck  leggende,  gaf  een  teecken ,  dat  men 
hem  onthalfenfou,  waer  op  den  ander  hem  twee 
of  drie  flagen  in  den  hals  gaf,  fonder  hem  veel 
quaets  te  doen,  ter  oorfaeck  van  den  malie  rock , 
die  met  den  kraegh  van  het  wambuys  opgehaelt 
was ,  en  de  flagen  geduerighlijck  wederftondt: 
ondertuflehen  vermaende  hem  de  Priefter  op 
Godt  te  dencken,  en  met  gedult  te  lijden,  be- 
neffens andere  woorden  meer.  Hier  op  quam 
d'Overftc  van  de  drie  hem  vragen ,  of  hy  hem 
niet  voort  af  fou  maecken,  die  hem  daer  over 
ftraffelijck  bejegende,  en  feyde,  hy  had  hem  daer 
omtrent  geen  raedt  te  geven;  dat  hy  fijn  leven 
verfocht  en  wenfehte ,  en  niet  fijn  doodt.  Waer 
over  hem  dic  verfocht  hem  te  willen  verfchoonen, 
en  bekende  ongelijck  te  hebben  gehadt ,  dat  hy 
hem  fulcks  gevraeght  had. 

Onder  defc  redenen  d'arme  Marquis,  die 

niet 


Mar^uis  Monaldeschi,  249 

•  niet  verwachte  als  de  doodt ,  hooide  de  deur  van 
ide Galery openen,  waer  op  mocdt  nemende,  hy 
fichdarwaercs  keerde,  en  faghdathet  den  Ael- 
moflenier  of  armen  beforger  was ,  flceptc  fich  fel- 
ven  daer  over  voort  ,foo  wel  als  hy  konde  ,enfet- 

2  te  fich  te  leunen  tegen  de  poften  van  de  Caendery, 
verfocht  hem  te  fpreecken ,  dc  Armen  beforger 
fette  fich  ter  flincker  handt ,  van  den  Marquis ,  de 
Priefter  ftaende  aen  de  rechter  ,  hy  fich  na  den 
Aelmoelfenier  keerende,  vouwende  iijn  handen  te 
famen  ,  fcyde  hem  ycts ,  als  fich  biechtende ,  badt 
:  ■  voort  Godt  vergiffenis ,  eu  kreegh  op  nieuw  dc 
afquijtinge. 

De  Armen  beforger  daer  op  gingh  weder 
wegh ,  fcggendeden  Priefter  dat  hy  by  den  Mar- 
quis fou  blijven.  Terwijl  hy  na  de  Koninginne 
gingh.  Terfelvertijdt,  defe  die  den  Marquis. 
indenneckhadgeflagen,  ftack  hem  met  een  lang 
fmal  geweer  door  den  hals ,  van  welcke  iteeck  de 
!  Marquis  op  fijn  rechterzijde  viel,  fondermeerte 
fpreecken  ,  nuer  bleef  wel  een  vierdendeel  uers , 
te  ademen ,  geduerende  het  welcke  hem  de 
Priefter  geducrigh  toe  riep  en  atnmaende,  foo 
;|  veel  als  hem  mooghlijck  was,  totdat  de  Mar- 
quis met  fijn  bloedt  fijn  leven  begaf,  zijnde  het 
lfdoe  omtrent  by  vieren  naer  de  middagh. 
De  Prielter  feyde  tenige ge woonlijcke  woor- 
den over  hem  ,  en  daer  na  de  opperfte  van  de  drie , 
verleyde  hem  een  been  en  een  arm,  ontknoopte 
fijn  broeck,  en  onderbrotck,  tafte  in  fijn  binne 
beurs,  maer  vandt  daer  met ,  als  alleenigh  in  fijn 
fack ,  een  kleyn  boccksken  van  dc  Uren  van  de 
Maget  Maria,  beneffens  een  kleyn  mesken, 
en  foo  gingen  fy  alle  drie,  beneffens  denPrie- 

•  fter,  omdeordere  vanhaer  Majefteyt  teomfan- 
1  gen. 

CL  5  De 


XVII, 

Lactftc 
doch  ver- 
gceftihe 
hoop  van 
genade. 


XV  II  L 
Doodt  yan 

den 

Marquis. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 <o        Treurige  Gefcbicdenis  van 

De  Koninginne  nu ,  van  de  doodc  van  den  Mar-|. 
quis  verfeeckert  zijnde,  toonde  leedtwefen  vanfr 
gedrongen  geweeft  te  zijn,  defe  daedt,  aen  deug. 
Marquis  te  laten  in  't  werck  ftellen  ,  biddende!  * 
Godc  hem  fijn  mifdaden  te  vergeven.  Sy  beval  L 
voorts  den  Priefter  hem  te  begraven,  oockvelew, 
miffèn  over  hem  te  fingen ;  die  terftondt  ordereif. 
ftelde ,  en  door  hulp  van  fijn  Vicariusen  Cappel- 1 
laen,  hem  in  deKerck,  dicht  by  het  Wy  waters  * 
vat ,  begroeven ,  dat  al  voor  fes  uren  befchickt 
was.    Des  Maendaeghs  daer  aen ,  fandt  de  Ko- 
ningin hondert  guldens,  door  twee  van  haer  die- 
naers ,  aen  't  Klooftcr ,  op  dat  de  Priefters,  Godt 
voor  de  ruft  van  fijn  z iele, fouden bidden.  Ge-  • 
lijck  het  felve  oock  naer  ordere  gedacn  wierdt. 

Dit  was  het  eynde  van  defen  Marquis ,  groot  1 
begunftelingh  van  de  Koningin,  en  nu  het  voor-  • 
werp  van  haer  uyterfte  bitterheydt ,  ongeluckigh  t 
als  hy  het  hooghfte  in  geluck  meende  geftegen  te 
zijn.    Wat  nu  de  rechte  oorfaeck  van  fijn  doodt 
magh  zijn  geweeft,  wordt  by  velen  noch  te  ver- 
geefs nagefpoort,  ons  aengaende,wy  genoegen 
ons  de  faeck  te  hebben  verhaelt,  gelijck  fe  gefchiet 
is,  en  dat  uyt  een  oogh-getuyge ,  gelijck  inhet 
vervolgh  gehoort  is.    Veel  nieuwsgierige  gee-  ■ 
ften ,  evenwel ,  wilden  in  gefchil  trecken ,  of een 
oppermachtige  buyten  fijn  of  haer  gebiedt  recht 
heeft,  fijn  huyfcenooten ,  uyt  eygen  kracht  met 
de  doodc  te  itiaffen.    En  hoewel  de  opmerc- 
kiaee,  die  Vranckrijck  altoos  op  de  Sweedfche 
Kroon  gehadt  heeft ,  verhindert  heeft,  dat  dit 
ge  chil  niet  verder  getrockenis-  foo  heef t  boven  • 
dat  ,  het  ftilfwijgen  van  den  Koninck  doen  ge-  \ 
looven ,  dat  het  Koninckdom ,  een  onuyt . wiflc-  j 
lijck  Charafter  of  macht-teecken  is,  vertellen- j 
de  voor  altoos  diegene,  die  daer  eenmael  mede  1 


mmmmm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Marqjiis  Monal  DESCHI.  251 
is  bekleedt  geweeft.  Alfoo  wort  geoordeelt , 
fidac  ,  waer  defelve  fou  mogen  zijn  ,  die  het 
uoude  recht  van  opper  en  eygen  macht  altoos 
Dbehoudt,  en  dat  overhaer  onderfaten,  ten  min- 
aften  die  niet  ftaen  onder  den  Vorft,  in  wiens  ae- 
Mbied  men  fich  bevindt.  Maer  dit  fal  alhier  fe- 
onoegh  van  gefeght  zijn. 


Ge 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


252 


Gcfchiedcnis  van  den 


GROOTEN  MOGOL 

Met  de  doodt  van 
DARA,  MOR  AD  BAKSCHE, 

en  andere  Voriten  en  Vorftinncn. 

INHOUDT. 


BEfchrijxnngb  van  het  Hof  van  Chah  lehan.  II.  4ert\ 
van  Dara  en  fijn  Broeders.    III.  Befchrijvtng  van  4 
den  aerdt  der  Vbrftinnen.    I V.  Onknyfheyt  van  Be-  \ 
gumSaheb.    \.  Minnaer  geflraft .    VI.  De  Kpninck. 
verfendt  fijn  Sonen.    VII.  Macht  van  d'Emtr  Iemla. 
VIII.  Die  komt  in  ongenade.    I X.  Spant  met  Aureng 
Zebe  aen.    X.  Hun  aenjlagh  op  den  /(pnincl^  van  Gol- 
kon  Lx.    XI.  Mtfluckt.      XII.  Jemla  werdt  tegen 
Golkonda  ge  jonden.    XII.  Steekt e  van  Chah  Jehan  oor- 
faeck^van  al  de  ongevallen.    XIII.  De  Broeders berej-  ï> 
den  fich  ten  oorlogh.    XIV.  Snoode  geveynflheydt  van 


Aureng  Zebe.  XV.  Sijn  lis7  omtrent  Jemla.  XVI.  Jem- 
las  gewillige  gevancleents.  XVII.  Aureng  Zebe  treckt 
te  velde.  XVIII.  Souratte  ingenomen.  XVIII.  Au- 
reng Zebe  vervoeght  fich  by  Mor  ad  Bakche.  XIX.  Be- 
kommernis van  Chah  Jehan.  XX.  Soliman  Chekouh 
gaet  tegen  Suiah  te  velde.  XXI.  Sijn  overwinning  op 
Suiah.  XXII.  Aureng  Zebe  naerdprt  Agra.  XXIII. 
Macht  tegen s  hem  gefonden.  XXIV.  Wordt  ge flagen. 
XXV.  Ragipous  wie  fy  zijn.  XXVI.  Vrouwelijk 
grootmoedigheydt.  XXVII.  Bekommernis  van  dei 
Kontncks  XXVIII.  Sijn  voor  (lagen  aen  Dara.  XXIX. 
Bedenckingen  van  Dara.  XXIX.  Straf  bejluyt  van 
den  [{pmnck.  XXX.  Slagh  ordere  der  twee  Broeders. 
XXXI.  Aenvangh  van  den  flagh.  XXXII.  Voor- 
deel van  Dara.    XXXIII.  Moedigheyt  van  Aureng 

Zebe. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  2$} 

>ebe.    XXXIV.  Mtflagh  van  Dara.  X  XX V.  Daf- 
■>erheydt  van  Sutah.    XXXVI.  Schelms  varaedt  van 
5 ö(  \cadultah-ka».    XXXVII.  Veioorfaeckt  de  overvutt- 
ntmh  voor  Amen*  Zet*.    XXXVIII.  Veynfery  van 
Aureng  Zebe.    XX  X  I X.  Stoet  van  den  Ovei  wonnen 
Dara.    XL.  Loofen  handel vak  Aureüg  Zebe.  X LI. 
Soïtman  Chekonh  ducht  op  het  geberght.  XLIl.^y«- 
ftry  tuffchen  Vader  en  Soon.    X 1. 1 1 1.  Sultan  Mah- 
moud  verorert  de  jhrekte  van  Agra.    XLLV.  Cbab 
Jehan  tn  fin  eygen  hof  gevangen.  XLV.  AunngZcbe 
vcrvolght  Dara.    X  L  V 1.  Neeint  fin 
re-vangen.    XLVII.  Sijn yervolgh  op  Dara.  XLVIII. 
koudere  Uoecknioedtgheyt  van  Aureng  Zebe.    XL  1  A. 
Dara  vlucht  naer  Amadabat.    L.  Aureng  Zebe  nf 
Sultan  Sutah  aen.  LI.  Is  tn  groot  gevaer.  ^1 
door  verradery  gereddert.    LUI.  Sutah  vcrltc0  den 
flagh     L  I V.  Aureng  Zebe  lieert  naer  Agra.  L  V.  Sun 
ver  vóhh  tegen  Sutah.  LVI.  Vluchten  van  Sutah.  LVIL 
Sultan  Mahmoud  valt  fijn  Vader  af.    L  V II .  I.  Wort 
tevange*.    LI  X.  Aureng  Zebe  maeckj  fichfelven  Jg- 
Ufc.   LX.  Dara  wordt  bedrogen.   L  X  I.  Sijn twee- 
de (la«b  met  Aureng  Zebe.  LXII.£»  vlucht.  LXIII. 
Sun  fammerlueke  ftaet.    LXIV.  Tn  uyterfle  befoft. 
LXV    Beseft  fich  na  Gtonkan.     LX  VI.  DK  hem 
^errae  'dt.    L  X  V  T  T-  Wordt  tn  een  ellendtgeti  ftaet  tra 
Dehlt gebracht.    LXV III.  Beraetflagmgh  tegen  hem. 
LXIX.  Vloeden  el  ge/haft.     LXX.  Deerltjcks  moort 
aen  Dara  gepleeght.    LX  X  I.  Syn  vrouw  neemt  ver- 
gtf.    LX XII.  Verractgefïrajt.    LXXIII.  S«Upa* 
Chekpuij  verraden  en  gevangen.    L  X  X I V.  Sijn  kjoeck? 
moedtgheydt.     LX XV.   Ombrengen  der  Vorflelijcke 
ktndercn.    LXXVI.  Mor  ad  Bakche  wordt  onthooft. 
L  XXV II   Staet  van  Sultan  Sutah.    LX XIX.  Die 
fich  na Racan begeeft.    L  XXX.  StjnbeÏÏuyten tegens  den 
Koninck  van  Racan  ontdeckf.    LX XXI.  Doet  hem 
duchten.    L  XXXI  t.  Sun  Vrouw  cn  kaderen  gevangen 
LX  XXI II.  Stjn  twijfelachtige  dood.   LX  XXIV.  El~ 
ImMre  verwoeflmvh  van  het  Hitys  van  Sutah. 

*       •   *  X.  G  e- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2J4         Treurige  Gefcbiedenh  van 

X.  Geschiedenis. 

At  woeden  en  Rafernye  ftaewi 
fucht  verooorfaeckc  ,  wan 
bloet  fy  vergiet ,  en  hoe  fwaöq 
ken  tegenweer  de  Natuer  met 
al  haer  verbinteniffen,  en  be»i 
langen  tegen  defe  peft  is,  ftaen  < 
wy  u  Lefer ,  tegenwoordigh 
met  een  gefchiedenis  foo  aenmcrckelijck  alaj! 
— :  >rc:chtigh  voor  te  beelden .   Se  is  van  verre  ge4i 
haelt ,  maer  indien  wy  fe  wel  aenmercken ,  fal  onif 
vari  naby  treffen ,  merckt  dan  aen  met  gedult.vJ 
Wy  hebben  hier  voor  van  de  ongevallen  desf 
ftaets ,  van  den  grooten  Mogol  gefproockcn ,  erf | 
hoe  Curroon  fich  felven  meefter  van  dat  Rijck|j 
heeft  gemaeckt ,  en  de  naem  van  Chah  Jehan  aeoJT 
genomen  heeft,  hier  geven  wy  u  het  ver  volgh. 
I.        Chah  Jehan,  foo  veel  gefeght  als  Koninckdes^ 
Bcrchrij-  werelts ,  oudt  ten  tijde  van  defe  voorvallen ,  om* 
vingh  vm^  de  tfeventigh  jaren,  had  vier  Sonen,  en 
ïaCn  Chah  twee  Dochteren.  De  oudtfte  van  de  Sonen  was 
icham     genoemt  Dara  of  Darius.    De  tweede  Sultan 
Suiah,foo  veel  gefeght,als  moedige  Vorft. 
De  darde  heet  Aureng  Zebe,  het  geen  beteec- 
kent  cieraedt  van  den  Throon.   De  vierde  noem- 
de men  Morad  Bakche ,  in  onfe  tael  gefeght ,  ver- 
vulde begeerte.    De  oudtfte  van  de  twee  Doch- 
ters  had  de  naem  van  Begum  Saheb ,  of  de  opper 
PrinceiTe  ,  en  de  andere  Rauchenara  Begum,  of 
het  licht  der  Vorftinnen.  Zijnde  het  de  gewoon  - 
te  van  dat  Landt ,  diergelijcke  beteeckenende  na. 
men,  aen  de  Vorften  en  Vorftinnen  te  geven, 
Gelijck  oock  de  Vrouw  van  Chah  Jehan ,  fo 
vermaert  door  de  Gantfche  werelt,  van  wege 
haerfchoonheyt,  was  genoemt  Tage  Mehalle 


DEN  GROOTEN  MOGOL  2$$ 
$>f  de  Kroon  van  't  Hof.   Yeder  van  dcfe  vier  So- 
lden was  Onder- koninck,  over  een  van  de  vier 
oorname  Lantfchappen  van  het  Rijck.    Dara  Aerdt'vas 
e  oudtfte  was  een  Vorft  van  byfondere  hoedanig-  r)aia  en 
eden  ,  hy  was  feer  bevallijck  in  fijn  ommegargh,§n  Broe- 
cherpfinnigh ,  feer  beleeft  cn  mildtj  maer  hy  M$* 
ad  al  tegoeden  gevoelen  van  fich  fel  ven  ,achccn- 
e  alleen  over  al  bequacm  toe  te  zijn ,  en  fich  niet 
onnende  inbeelden ,  datter  yemandt  was ,  die 
em  fou  konnen  raedt  geven  •  hy  noemde  oock 
elfsonvoorfichtelijck ,  die  gene  die  hem  eenigen 
^raedt  hadden  gegeven,  in  voegen,   dat  Jclfs 
jdefe,  die  hem  het  aldevmeefte  genegen  waren, 
•-em  de  heymelijcke  raetflagen  en  aenvanghfelen 
an  fijn  Broeders  fchreumden  te  ontdecken. 
Daer  en  boven  was  hy  feer  haeftigh  en  oploopen- 
'e ,  dreygende  ,  fchcldende  ,  en  beledigende  , 
felfs  de  grootfte  Omrahs  of  Heeren  van  het 
JRijck ,  maer  het  gingh  weder  haeft  over ,  gelijck 
seen  vuur  van  ftroy.  Alhoewel  hy  een  Mahome- 
"taen  was ,  en  openbacrlijck  daer  over  al  blijck  van 
:dede,  was  hy  evenwel  een  Heydenmetde  Hey- 
denen,  en  eenChriften  metdeChriftenen.  Hy 
had  geduenghlijck  altoos  fijn  Heydenfche  Lee- 
raren by  fich  ,  de  wclcke   hy  merckelijcke 
fommen  geks  tot  hun  onderhoudt  qaf,  en  die  hem 
in  vergeldinge,  hun  bygeloovigheydt  in  planten. 
•  Maer  om  dat  hy  foo  wanckelbaer  in  fijnGodts- 
üdienft  was,  kan  men  met  recht  van  hem  feggen, 
'dat  hy  'er  geen  had ,  gelijck  oock  in  het  ver  volgh 
van  defe  gefchiedenis  blijeken  fal ,  dat  de  fchijn- 
)reden,  die  Aureng  Zebe  voorftelde ,  waerom  hy 
ihem  het  hooft  dede  afflaen ,  was ,  dat  hy  Kafer , 
;ldat  is  ,ongeloovigh  geworden  was. 

Sultan  Suiah,  was  byna  van  den  aerdt  van  Da- 
tra  ,  maer  geheymer ,  en  ttandtvaftiger ,  had  oock 

beter 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2*6         TiéUrtge  Gefcb'iedenis  van 
beter  béleydt  >  kloeckhtydrén  bequaemheyt ,  om 
Ojn  in  wickelingén  uy  t  re  voeren.   Waer  toe  hy 
vaft  onder  de  handt ,  door  giften  en  gaven  ,  van  de 
voornaemfte  Omrahs  of'Heerén,  fijn  vrienden  jp 
en  verwanten  wift  témaecken.   Maer  hy  1'iet  fich 
een  weynigh  te  feer ,  door  fijn  vermaeckelijckhe- ! 
den  vervoeren ,  met  dat  gróöre  getal  van  vrou- 
wen die  hy  had,  fóo  dat  hy  ménighmael  veel  tijdts, 
met  hier,  in  drincken  ,  bancketteren  ,  danflen 
en  fingeri:,  doorbracht.    Hy  had  fich  tot  dé 
Perfiaënfche  Godtsdienft  begeven,  al-hoe- wei 
fijn  vader  en  broeders  Turcks  waren. 

Aurèngh  Zebc  had  defe  geeftigé  wel-levent- 
heydtriiet ,  nöch  die  beVallijcke  geméenfaém- 
heydc  van  Dara ,  hy  fchéeri  van  grooter  oordeel 
en  inficht,  kénnende  Wel  met  wien  hy  ómme- 
gineh ,  en  wel  wetende  diegene,  van dewelcke 
hy  fich  dienen  wilde ,  te  vérkiefen :  fijn  milcda- 
dighedé»  kbnde  hy  mét  goetóverlegh,  en  op  fijn  I 
alderbequaemfte  beftéden  en  aen wenden.  Hy 
was  feergeheym,  loösénveynfende,  ja  foó  vérre  I 
dat  hy  fich  langen  tijdr  hiéldt  alseen  Fakirc,  of  ! 
een  armé  DerViché,  of*  Devótige  arme  -  die  de 
wereldtafgeftorveniS,  fichaénftellende,  als 'had- 
de  hy  gancfcngeert  gedachten  na  de  Króoh ,  maer 
of  hy  alleerilijck  iH  gebedén' en  Godtsdienft ,  fijn 
leven  wilde  doorbrengen.  Öhdertufichen  Iiec 
hy  niet  na  in  het  Hof  fijn  naed  te  rtaeyén ,  en  fijn 
zaet  te  zaeyen ,  voornaméntTijck  tóen ,  wannéér 
hy  fich  felven  Onder-kóninck  van  Decan  fagh , 
maer  alles  beftelde  hy  mét'fulckeéngehéymènis 
en  loofheydr  ,  dat  men  daer  op  geéndérhande 
wijfe  konde  achterkomen;  Hy  wift  fich  oock 
feer  wel  in  de  vriendtfcnap  ,  van  fijn  vaderden 
Koninck  te  houden,  die,  hóéwei  hy  Daragrootc 
genegenthéydt  toedroegh ,  evenwel  niet  kónde 


DEN  CROOTEN  MOGOL 
laten  tc  getuygen ,  dat  hy  Am  eng  Zebe  ,  een 
'|  groote  achtinge  toedroegh,  en  hem  geloofde  be- 
•i  quaemtotdeheerfchappytezijnj  datoockDara 
I  groot  nabedencken  gaf,  die  het  felve  merckende , 
I  fich  menighmael  onder  fijn  vrienden  liet  ontval- 
len ,  dat  hy  van  al  fijn  broeders  niemandt  meer 
vreefde,  als  dien  Remazi,of  Pilaer-bijcer. 
Morad Bikche,diede  jonghtte van  allen  was, 
*  wierdt  oock  de  minfte  in  kloeckheydr  en  oordeel 
1  gehouden.    Hy  dacht  nergens  op  ,  als  fijn  ver- 
1  maeck  te  nemen,  en  fijn  tijdt  metdiincken  ,  ja- 
S  gen  ,  en  den  boogh  te  fchieten ,  door  te  brenqen , 
I  evenwel  had  hy  eenige  goede  hoedanigheden  T  aJs 
i  die  feer  beleeft  en  miltdadigh  was.    Hy  ftelde 
I  eer  in  niet  verborgen  te  houden  ,  mifprees  de 
I  heymeüjcke onderhandelingen,  roemende opent- 
lijck  dat  hy  geen  hoop  als  in  fijn  arm  en  fwaerd 
^had.    En  in  der  waerheydt,  hy  was  een  dapper 
man,  en  indien  defe  dapperheydt meteenigh be- 
>  leydc  had  verfelfchapt  gevveeft ,  hy  foude  het 
r  boven  al  fijn  broeders  gehaelr,  en  de  Kroon  van 
:  Hindouftan  op  fijn  hooft  gebracht  hebben,  ge- 
';jck  wy  in  het  vervolgh  fullen  fien. 

Wat  de  dochters  aengaet ,  Begum  Saheb  was 
er  fchoon ,  kloeck  van  geeft ,  en  feer  van  haer    1 1  r 
Vader  bemint.    Ja  't  geiucht  liep  felfs,  dat  hy  Bcfchri). 
aer  beminde,  op  fulck  een  wijfe  alshetalder-  ynghvan 
nbetamelijckrteis :  altoos  hy  had  fulck  een  groot  der'Vo^ 
ertrouwen  op  haer,  dat  hy  fijn  lijf,  en  de  vey-  ftinnen. 
ligheydt  van  fijn  leven  haer  alleen  toevertrouwde, 
gevende  haer  de  laft ,  om  te  letten  op  de  foijfe  die 
imen  op  fijn  tafel  bracht ,  gelijck  fy  oock  fijn  geeft 
3~eer  wel  wift  te  handelen ,  en  felfs  in  de  alder- 
qewichtighfte  faecken  ,  fijn  genegentheyt  neygh- 
de ,  waer  henen  fy  wilde.    Sy  was  uytfteeckende 
>rijck ,  door  het  groot  inkomen  dat  haer  van  haren 

R  Vader 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2,<%        Treurige  Gefcbiedenis  vdn 
Vader  eegeven  wierdt,  daerfe  oock  fterkoftc- 
lijck  en  miltdadighlijck  van  leefde.   Sy  meldt .. 
t'éenemael  de  zijde  van  Dara,  en  verklaerde  fich 
opentlijck  voor  hem  te  zijn  j  het  wekke  hem 
oock  geen  kleynen  dienft  in  fijn  faecken  heeft  ge- 
daen ,  als  mede  in  het  onderhouden  van  luns  Va- 
ders eunft ,  want  fy  droeeh  hem  allefints ,  en  gat 
hem  kennis  van  alle  dingen.  Evenwel  was  !u  cks 
piet  om  dat  hy  de  oudtftefoon,  en  fy  de  oudtite 
dochter  was,  gelijck  het  volck  meende  -maer 
om  dat  hy  haer  belooft  had ,  foo  haeftalshyfou 
Koninck  geworden  zijn,  dat  hy  haer  uythouwe- 
lijcken  fou :  een  buyten  gemeene  faeck  ,  en  die 
men  niet  veel  in  Hindouftan  (iet,  om  dat  de  man 
vandePrincefle,  niet konnende als feer  macntigti 
zijn ,  altoos  in  vermoeden  is ,  van  eenige  oplicht  1 
tot  de  Kroon  te  hebben:  behalven  dat  de  Komn-  , 
een  hun  bloedt  foo  hoogh  achten ,  dat  fy  met  kon-  3 
Ben  gelooven,  dat  men  yemandt  vinden  kan, 
die  hun  dochters  waerdigh  is.  ™k„ 
Hier  fou  het  onredclijck  zi,n,  inhet voorbv 
gaen  niet  aen  te  raecken,  dat  ^  pnn9efleal 
eenigh  belang  van  liefden  had  ,  hoewel  fy  , 
gelijck  de  andere  vrouwen,  vaft  in  hunferrail 
iv.    opgdloten  was.    Men  vvil  dan  feggen ,  dat  defe 
©okuys-   pringefle  middel  vandt ,  van  een  jonghman  m  net 
Bell""  ferrail  te  laten  komen  ,  die  van  geen  groote 
£fcT     ftaet ,  maer  van  goet  gelaet,  en  wel  gemaeckt 
was    Maer  fy  konde  onder  foo  veel  nalpeu- 
Tende  oogen/haer  faecken  foo  heymeh,ckn^ 
beleggend  of  het  ontdeckt.C  han 

jehan  haer  Vader  ,  wierdt  daer  wel haefl ja 
iewaerfchouwt  ,  en  nam  een  befluyt  haer t 
?erra(Tchen,  onder  fchijn  var .  haer  te  gaenbe 
foecken.    De  Pnn9effe  ^^aWtaioo 
onverwacht  by  haer  komen,  had  nauwelijks 


DEN  GROOTEN  MOGOL. 


1 

a 


"  L 


foo  veel  tijdes ,  als  hacr  Minnaer  tc bergen,  in 
een  van  de  grootfte  ketels  van  haer  badt.  Het 
welck  foo  heymelijck  niet  gefchiede,  of  de  Ko- 
ninck  vermoede  het  werek  gelijck  het  was  5  even- 
wel maeckte  hy  geen  woorden  met  haer ,  noch 
deed  haer  eenigedreygementen,  fel  fs  bleef  al  een 
langen  tijde  by  haer,  om  haer  te  onderhouden, 
gelijck  hy  gewoon  was ,  eyndelijck  feyde  hy , 
dat  hy  hacr  eenighfints  ongehavendt  na  fijn  fin 
vandt,  in  voegen  hy  oordeelde  dat  fy  lichdiek- 
maelder  baden  moft.  En  belafte  daerom  teer  ge- 
faghelijck ,  dat  men  terftondt  de  ketel  Ion  hebben 
te  heeten,  en  wilde  niet  vandaergaen,  voor  en 
aleer  de  ontmanden  hem  feyden ,  dat  fijn  bevel 
voldaen ,  en  d'ellendige  afgevaerdight  en  doodc 
was. 

Eenigentijdtdaerna,  wiftfy  andere  middelen 
te  vinden ,  fy  maeckte  en  nam  tot  haren  Kane  Sa- 
man,  foo  veel  als  befchicker,  en  Hof-meefter, 
een  Perfiaen  Nazerkan  genaemt ,  zijnde  hy  een 
jongh  Heer,  de  wel  gemaeckfte  en  braeffte  van 
hec  geheele  Hof,  die  hardt  en  moets  genoegh  had, 
en  fich  van  de  gantfche  werelt  bemint  wilt  te 
maecken ,  foo  verre  dat  Chah  Heftkan ,  Oom  van 
Aureng  Zebe ,  fich  niet  ontfagh  voor  te  (iaën,  van 
hem  aen  de  Prii^ede  uytte  houwelijcken,  hec 
geen  van  Chah  Jehan  met  allen  euvel  op  genomen 
-vierdt;  ja  als  men  hem  daer  na  een  gedeelte,  van 
hun  heymelijcke  mmneryenontdeckte,  befloot  hy 
niet  langh  te  vertoeven,  met  fich  van  de  Nazerkan  v 
reontflaen.  Hy  boodt  hem  als  eerf  tulven  een  Mimua 
Betlay,  ofbondelken  Betel  (zijnde feer  aengena- gcftwft, 
me  bladeren ,  diefe  in  die  geweften ,  en  door  ge- 
heel Indien,  met  kalck  van  Zee-fchelpen  kauwen, 
maeckende  daer  mede  demont  en  lippen  roodt, 
en  den  aeflèm  foet  en  aengenaero )  aen ,  dat  hy  ter- 

K  Z  ltont 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


26o  Treurige  gefchiedenis  van 
ftondt  gehouwen  was  te  kauwen ,  volgens  de  ge- 
woontë.  Defc  Jongen  Heer  had  geen  minder- 
gedachten,  als  vergeven  te  zijn ,  hy  fcheyde  uyt 
8e  by  ecnkomft  feer  wel  gemoedt  zijnde,  en  klom 
in  fijn  draegh-bedde,  ofdraegh-ftoel ,  maer  het 
venijn  was  foo  krachtigh ,  dat  hy  doodt  was  al  eer 
hyinfijnHuysquam. 

Rauchenara  Begum,  wierdt  noyt  voor  foo 
fchoon,  of  foo  geeftigh,  als  Begum  Saheb  ge- 
houden, maer  fy was  geenfints minder vroluck, 
enluuieh,  haetende  het  vermaeck  niet  meer  als 
haer  Sutter .  Defe  droegh  geheel  de  zijde  en  het 
belangh  van  Aurengh  Zcbe ,  en  was  alfoo  by  ge- 
volgh  een  vyandinne ,  van  haer  Sufter  en  Broeder 
Dara :  dat  was  de  oorfacck  dat  haer  middelen  niet 
groot  waren ,  noch  oock  haer  kennis  m  de  gehey- 
men  van  ftaet ,  evenwel  gelijck  fy  mede  m  het 
Serrail  was ,  en  geen  gebreck  had  aen  geelt  en  ver- 
fpieders,  Het  fy  oock  niet  na,  veel  Taecken  van 
belangh  te  ontdecken ,  diefe  heymelijck  Aurengh 
Zebewift  te  kennen  te  geven. 

Chahjehan,  eenige  jaren  voor  defe  onrutten , 
fichfiende,  met  defe  vier  P r ineen  (alle  bejaert , 
en  alle  getrouwt,  alle  een  veder  ftaende  op  lijn 
Kroon-recht ,  alle  vyanden  van  den  ander ,  en  elck 
fijn  heymeliicke  kuyperyen  hebbende)  belait, 
vandt  fich  in  groote  bekommenngh ,  over  het 
Sen  hem  ftondt  te  doen,  vreefende  felfs  voor  ga 
cygen  Perfoon,  en  gelijck  als  voorfiende  j  het 
gein  hem  daer  na  bejegent  is.   Want  hen  wede 
op  te  fluyten ,  in  Goualeor  (een  fterekte.  daer 
men  gemeenlijk  dePrinc.en  m  opfluyt,en  die  voor 
Sbaer,wortge^ 
beganckbare  rotze  gelegen  is ,  zunde  var .binnen 
evenwel  met  goet  water ,  en  voorraet ,  om  de  bc- 
fettinghtevoldenvoorfiei))  daer  toe  waren  fy  al-  I 


ti  Hl  I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL  26t 
reets  te  machcigh  geworden ,  alfooyeder  een  ge- 
volgh  als  een  Prins  behoorde ,  had ,  en  anderfinrs, 
konde  hy  hen  niet  eerlijck  van  fich  affonderen , 
fonder  hen  eenige  lande  beftieringe,  na  hunftaec 
te  geven ,  daer  hy  evenwel  vreefdc  ,  dat  fy  fich 
~;erck,  en  kleyne Koningen,  ionder over-hoofe 
fouden  maecken ,  gelijck  fy  in  der  daede ,  daer  na 
gedaen  hebben.     Evenwel  vreciende  ,  dat  fy 
malkanderen,  felfs  voor  fijn  oogen  den  beek 
I  mochten  komen  tebrcecken,  indien  hy  hen  al- 
toos in  het  Hof  hielde ,  bcllooc  hy  eyndclijck  hen  vr 
I  ee  verfenden.   Sulean  Suiah  fandc  hy  m  het  Rijck  Dc  kc- 
vanBengale.    Aurcngh  Zebe,  in  Decan,  Ma- mnckv». 
rad  Bakche  in  Guzarate ,  en  Dara  gaf  hy  Caboul  SjJ" 
en  Muitan.    De  drie  eerften ,  gingen  mee  feer  nen' 
goede  genoegen  in  hun  Landt-vooghdy,  maecken- 
de  fich  aldaer  volkomcne  Meefters,  houdende  al 
het  inkomen  voor  fich ,  en  veel  volcks  in  dienft, 
alles  onder  fchijn,  van  de  Landtfaten  en  bueren 
intoom  te  houwen.    Wat  Dara  aengaet,  voor 
foo  veel  hy  de  oudtfte  Soon ,  en  nu  gelijck  als 
toe  de  Kroon  gefchickc  was ,  wilde  hy  (ich  noyc 
uyc  hec  Hof  begeven  ,  gelijck  oock  wel  fcheeni 
fulcks  fijn  Vader  niec  tegen  den  fin  te  zijn ,  die 
hem  oock  ophielde  met  die  hope ,  dat  hy ,  na  fijn 
doodt,  fijn  opvolger fou  zijn. 

Hy  liet  oock  nu  alreedts  toe,  datmenlaften 
ordere  van  hemonehngh ,  en  dat  hyeen  flagh  van 
een  Throon  beneden  de  fijne,  onder  de  Omrahs 
befat  ,  invoegen  fy  gelijck  als  twee  Koningen 
uytmaeckten  :  maer  gelijck  het  feer  fwaer  is, 
dat  twee  Opper-hoofden  wel  over  een  komen : 
.  Chah  Jehan ,  al  hoewel  hem  Dara ,  groote  gene- 
,  gentheydc  toonde ,  en  groote  eerbiedigheyc  bc- 
i  wees  ,  had  evenwel  aleoos  een  misvercrouwen 
>  op  hem  i  vreefende  hec  een  of  het  ander  quaee , 

R  3  oock 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


262         Treurige  Gefcbiedenis  van 
oock  dewijl  hy  de  hoedanigheydt  van  Aurengh 
Zebe  kende ,  die  bequamer  was  om  te  heerfchen , 
als  ycmaiidc  van  de  andere,  had  hy  altoos  hey- 
nielijck  verftandt  met  hem. 

Die  is  het  geen  onsgoet  gedacht  heeft ,  aen- 
gaende  defe  vier  Voilfen,  en  hun  Vader  Chah 
Jelian  voor  af  te  feggen ,  felfs  oock  de  twee  Vor- 
iiinnen  niet  voorby  te  gaen,  om  dat  fy  geen  van  de 
minfte  Perfonagien  van  dit  treurfpel  ftaen  te 
zijn,  hebbende  de  vrouwen  in  Indien,  foo  wei 
als  in  het  Turckfche  Hof  en  elders,  menighmael , 
het  voornaemfte  gedeelte  indegewichtighfteen 
grootfte  faecken ,  hoewel  men  menighmael  fulcks 
niet  gade  flaet ,  en  fich  het  hooft  brceckt ,  om 
andere  oorfaecken  te  foecken.    Maer  om  defe 
gefchiedenis  nettelijck  te  verhandelen ,  moet  men 
de  faeck  een  weynigh  hooger  nemen  ,  en  by- 
brengen  het  geen  een  weynigh  tijdts  voor  de 
beroerte ,  tuflfchen  Aureng  Zebe,  de  Koninck  van 
Golkonda,  en  fijn  Vifir  Emir  Jemla  voorgeval- 
len is  5  om  dat  het  felfde  de  aerdt  en  nature  van 
Aureng  Zebe,  die  de  Hooft- perfonagie,  of  He- 
ros van  defe  gefchiedenis  fal  hebben  te  zijn ,  klaer- 
lijck  oncdeckt ,  en  als  met  de  vinger  aenwijft , 
toonende  te  gelijck  hoe  Emir  Jemla,  de  eerftc 
gronden   van  fijn  opper- heerlichappy  geleght 
heeft. 

v  1 1,  Ten  tijden  wanneer  Aureng  Zebe  in  Decan 
Macht  van  was ,  had  de  Koninck  van  Golkonda  ,  tot  fijn 
Vifir  en  Veld-overfte ,  defen  Emir  Jemla  ,  de- 
welcke  een  Perfiaen  van  geboorte,  en  onder  de 
Indianen  van  een  grooten  naem  was,  Hy  was 
van  geen  doorluchtige  geboorte,  maer  feer  erva- 
ren en  door t  rocken  in  faecken  van  ftaeten  oor- 
logh  ;  een  man  van  eengroote  geeft,  en  een  dapper 
Capiteyn.   Hy  had  groote  fchattea  en  njck 

dom- 


i 


d'Emir 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  26$ 

dommen  konnen  vergaderen  i  niet  alleen  door 
het  bellieren  der  fatcken  van  dit  Kijcke  Koninc- 
rijck  •  maer  oock  door  den  handel  van  lijne  Sche- 
pen, die  hy  na  alle  gewelten  henen  fandt,  heb- 
bende oock  Mijnen  van  Di.m.nten  voor  fich  al- 
leen, hoewel  onder  veifierdc  namen,  die  hem 
groote  Schatten  op  brachten  :  Invoegen  men  niet 
fprack  als  van  de  Rijckdommen  van  Emir  Jemla , 
endemenightevan fijn  Diamanten,  die  men  by 
hem  niet  telde  als  by  iackikms  vol.  Hy  had 
fich  felven  oock  feer  machngh,  en  aenmcrckelijck 
gemaeckt ,  onderhoudende ,  behalvcn  des  Ko- 
nincks  troepen,  oock  eenige  andere ,  tot  fijn  by- 
fonderen  dienft;  beneffens  feerfchoon  gefchut, 
met  menighte  van  Franguis  of  Chriftenen ,  om 
hetfelve  te  regeren.  Lyndelijckhy  wierdt  foo 
Rijck  en  machtigh ,  voornanaentlijck,  wanneer  hy 
middel  vandt ,  om  in  het  Rijck  van  Karnates  te 
vallen ,  en  in  het  felve  al  de  oude  Tempels  der  Af- 
goden ,  van  dat  Landt  te  beroven:  dat  de  Koninck 
van  Golkonda  achterdochtigh  wierdt,  en  fich 
vaerdigh  maeckte,  om  hem  een  quadcn  treek  te 
fpelen :  des  te  meer  ,om  dat  hy  niet  konde  verdra- 
gen ,  't  geen  men  van  hem  feyde,  dat  hy  nament- 
lijck ,  een  weynigh  te  groote  gemeenfaemheyt , 
met  de  Koninginne  fijn  Moeder  ibu  hebben ,  die 
noch  fchoön  geooegh ,  na  hier  ouderdom  was. 
Hy  evenwel  gal  nicmandt  yets  van  fijn  voorne- 
men te  kennen,  verwachtende  den  tijdt  dat  Jem- 
la aen  het  Hof  fou  komen  :  want  hy  was  alfdoe  VIir#> 
noch  met  fijn  Hcyrin  Karn3tes.  Maer  als  men  Komt  in 
hem  op  feeckeren  dagh  bericht  dede ,  van  het  ongenade, 
eeen ,  tufichen  hem  en  fijn  Moeder  omgingh ,  had 
hy  geen  vermogen  meer  te  oniveynlen ,  maer 
borft  uyt  in  fchelden  en  dreygementen ,  van  het 
wek kc  Jemla  wel  haeft  bericht  wierdt-  om  dat 

R  4  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2^4        Treurige  Gefchtedems  van 

hy  van  fijn  vrouwen  zijde ,  menighte  van  vriendem 
aen  het  i-fofhadde,  zijndealindehooghfteamp-i 
ten  en  bedieningen  aldaer ,  gelijckoockde  Konin-i 
ginnc  Moeder ,  die  hem  niet  hate ,  over  al  haer 
ooi  en  ter  vloot  leyde  •  en  hem  alles  terftont  over 
fchreef  •  Die  daer  over  terftondt  fijn  eenigen 
Soon  Mahmet  Emir  Kan ,  die  aen  het  Hof  was  > 
liet  weten ,  fich  foo  haeft  als  hy  konde ,  't  zy  on- 
der fchijn  van  de  jacht,  ofanderfints,  uyt  hec 
Hof  te  begeven  en  by  hem  te  komen. 

Mahmet  Emir  Kan  bleef  in  geen  gebreecken, 
van  fijn  vlucht, op  alderhande  manieren  te  be- 
foecken,  maer  dewijl  de  Koninckhetooghfeer 
nauw  op  hem  hadde ,  waflTer  niet  een  die  gelucken 
wilde ;  't  welck  Emir  feer  verlegen  maeckte ,  die 
daer  over  een  vreemt  befluyt  nam ,  dat  de 
Koninck  in  groot  gevaer  van  de  Kroon  en  fijn  le- 
ven bracht  j  foo  verre  ficn  wy ,  dat  het  waerach- 
tieh  is ,  dat  die  niet  kan  veynfen ,  niet  kan  heer- 
tenen. Hy  fchreef  aen  Aurengh  Zebe ,  die  voor 
als  doen,  binnen  Daulet  Abad,  de  Hooft- ftadt 
van  Decan  fich  onthieldt;  zijnde  omtrent  vijf- 
tien of  leftien  dagh-reyfen  vanGolkonda,  hem 
gevende  te  kennen ,  dat  de  Koninck  van  Colkon- 
da  hem  en  fijn  huysgefinde,  niet  tegenftaende 
de  aenmerckelijcke  dienften ,  die  hy  fijn  Rijck 
IX.  hadgedaen,  focht  te  vangen  •  't  geen  de  meefte 
spant  met  ondanckbaei  heydt  en  veiongelijckingh  van  de 
zebcaen.  gantfche  wereldt  was  ,  waer  door  hy  fich  ge- 
nootfaeckt  vand  fijn  toevlucht  tot  hem  te  foeken , 
en  te  bidden,  hem  onder  fijn  befcherminge  te 
willen  nemen*,  dat,  voor  de  relt,  indien  hy  fijn 
raedt  wilde  volgen ,  en  fich  op  hem  vertrouwen , 
hy  de  faecken ,  in  fulcker  voegen ,  fagh  te  bcftcl- 
len  ,  dat  hy  te^gelijck  den  Koninck  en  het  Ko- 
ninckrijck  in  handen  fou krijgen.  Hy  maeckt  de 

fictie 


Hl 


i 

i 

m 

ü 

si 

h 


p 

I 

H 


DEN  CROOTEN  MOGOL.  26$ 

•ifaeck  feer  licht,  feggende,  dat  hy  niet  meer  ais 
•ivier  of  vijf  duyfent  paerden  van  de  uytgelelentfte 
ivan  fijn  heyr  behoefde  te  nemen ,  ennaGolkon- 
Ida  aen  te  trecken ,  ftroyende  een  gerucht ,  dat  het 
ieen  gelant  van  Chah  lehan  was ,  die  om  eenige 
faecken  van  belamgh ,  tot  den  Koninck  na  Big- 
inaguer  trock.     De  Dabir  ,  feyde  hy,  die  de 
igene  is,  aen  dewelcke  men  fich  aldeiceift  aen- 
!  geeft,  om  den  Koninck  eenige  faecken  te  kennen 
te  geven ,  was  fijn  verwandt ,  fchepicl ,  en  alfoo 
t'eenemael  op  fijn  zijde.    Hy  loude flechts  niet 
1  vertoeven,  in  alderhaelt  den  aentocht  re  onder- 
:  nemen ,  en  hy ,  lemla,  fou  maecken  ,  dat  hy  aen 
i  de  poorten  van  Bagnaguer  fou  zijn  •  en  wan- 
neer de  Koninck  uyt  fou  komen ,  om  de  brieven  x. 
te  ontfangen ,  volgens  het  gebruyck ,  konde  hy  ^ acn' 
fich  licht  van  hem ,  en  fijn  gantfche  huys  verfe- 
t  keren ,  en  daer  van  of  mede  doen  het  gene  hy  wil-  van  Gol- 
:  de  >  voor  foo  veel  lijn  huys  rot  Bagnaguer ,  daer  konda. 
hy  gemeenli  jck  woont ,  fonder  muer ,  gracht ,  of 
:  eenige  fterckte  is.    Hy  voeghdc  hier  by ,  dat  hy 
:  defe  aenfiagh  op  fijn  kollen  loude  doen  ,  waer 
over  hy  hem  vijhigh duyfent Roupies  'sdaeghs 
(bedragende  omtrent  vijf-en*  twintigh  duyfent 
■Rijcksdaeldets)  aenboodt ,  geduerendt  den  gant- 
fchen  tijdt  van  lijn  tocht. 

Aureng  7xbc ,  die  niet  anders  focht ,  als  gele- 
:  genrheyr  om  lich  fel  ven  groot  te  maecken,  wilde 
:defe,  die  lich  foo  fehoon  aenboodt  niet  laten 
<voorby  gaen.  Hy,daer  over,  begeeft  fich  ter- 
ftondt  op  wegh,  en  beleydt  fijn  faecken  fooge- 
i  luckighlijck ,  dat  hy  tot  Bagnaguer  quam ,  fonder 
anders  als  voor  een  Gcfant  van  Chah  Jehan  bekent 
1  te  zijn  j  de  Koninck  van  Golkonda,  hebbende 
(bericht  van  fijne  aenkomft,  gingh  uyt  om  in  een 
'Hof  te  komen,  volgens  de  gewoonte,  om  hem 

R  5  met 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


266*        Treurige  Gefcbieden'wvAn 
meteerbiedigheytteontfangen,  en  fich  alfooals 
inde  handen  van  fijn  vyandt  geftelt  hebbende, 
kondeOmrah,  geraeckcdoor  medelijden,  hoe-r- 
wel  hy  van  de  vrienden  van  Emir  was ,  metnala-sj* 
eenden  Koninck  toe  te  bij  te;  fiet  uw  Majefteytf 
xi.    Aureng  Zebe  niet,  maecktu  van  hier  ofgyzijt  ge.  M« 
Miiluckt.  vangen-  waer  door  de  Koninck  verbaeft  fich  weeWt  » 
rnaeckte,  enfpringendeophet  eerfte  Paerdc  da«P 
hy  krijgen  konde,  rende  foo  veel  als  hy  mocht, 
tot  in  de  fterekte  van  Golkonda ,  zijnde  maer  een 
kleyne  mijl  van  daer  gelegen.    Aureng  Zebe , 
fiende  fijn  üagh  gemift ,  was  daer  over  niet  eens  ( 
verbaeft,  wel  wetende  dat  hem  d'Emir  met  fi;n 
Heyr  niet  op  het  lijf  fou vallen,  maer  nam  ter- 
ftondt  het  Konincklijck  Paleys  in  ,  en  daer 
uyt  alle  het  gene  hem  goet  dacht ,  lendende  even-  *  i 
wel  den  Koninck  al  fijn  Vrouwen  wederom  toe:;J 
want  dat  wort  door  geheel  Indien  leer  nauw 
waer  genomen ,  en  gaet  hem  voorts ,  binnen  lijn  *  i 
fterekte  belegeren.   Maer  alfoo  het  belegh  byf 
cebreck  van  noodige  dingen ,  daer  toe  dienende , 
meer  als  twee  maenden  quam  tedueren,  kreegh 
hvordere  van  Chahlehan,  fijn  vader,  hetfelve 
op  te  breecken ,  en  fich  weder  na  Decan  te  bege-  3 
ven.   Invoegen ,  al  hoewel  de  belegerde ,  door 
gebreck  van  leef-tocht,  als  op  het  uyterftewa-  1 
ren,  hy  fich  genootfaeckt  vandt ,  firn  werekte 

laten  ftéecken.  „  f„on 

Hy  wift  wel  dat  het  Dara  en  Begum  waren, 
die  den  Koninck  tot  defe  ordere  te  geven  ,  aan- 
gedrongen hadden ,  om  dat  fy  met  gaerne  fouden 
leden  hebben ,  dat  hy  te  machtich  ™rdt: 
f venwel  toonde  hy  noyt  eenigb >  mifnoegen  daer  I 
over,  feggende  ecnvoudelijck,  dat  hy  gehouden  1 
was  Cha¥lehantegehoorfameD:  hytrockeven-1 
wel  niet  af,  fondcr  fich  onder  de  handt  wel  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


I 

DEN  GROOTEN  MOGOL.  267 
fijn  moeyten  te  doen  betalen.    Hy  trouwde  felfs 
oijn  foon  Sultan  Mahmoud,  aen  de  oudttte  doch- 
ter van  den  Koninck  uyt,  met  beloften,  dathy 
nnem  fijn  opvolger  foude  maecken,  gevende  hem 
jndertuflchen  tot  een  houwelijcks-gavedeilerck- 
te ,  en  aenkleven  van  Ramguyi  e.    Hy  maeckce 
;OOck  daer  en-boven  een  verdragh,  datvoonaen 
al  de  filvere  munt ,  die  binnen  dat  Rijck  gefla- 
:gen  wierdt,  aen  de  eene  zijde  het  teecken  van 
i  Chah  lehanfou dragen,  oock  dat  d'Emir  lemla 
-    met  fijn  gantfche  hnyfgefin ,  fijn  goederen ,  troe- 
pen en  gefchut ,  fou  mogen  vertrecken. 

Defe  twee  groote  mannen ,  waren  niet  langh 
by  een  (want  d'Emir  begaf  fichby  AurengZebe) 
fonder  eenige  groote  faecken  voor  te  nemen. 
•  Noch  onderwegen  zijnde,  belegerden  en  namen 
iy  Bider,  een  van  de  fterckfte  en  machtighfte 
plaetfen  van  Vifapour,  en  fetten  het  van  daer  na 
;  Daulet  Abad,  daerfy  fulckeen  vaftevrientfchap 
te  famen  maeckten  ,  dat  Aureng  Zebe  geen 
dagh  konde  zijn ,  fondcr  Iemla  twee  of  drie- 
mael  te  fien  ,  noch  d'Emir  fonder  Aureng  Zebe. 
Defc  gemeenfchap  begoft  haeft  fijn  werckingh  te 
doen,  en  leyde  de  eerlte  grondt  van  het  Koninck- 
rijck  van  Aureng  Zebe. 

Emir  Iemla,  na  dat  hyfichverfcheydenmael 
had  laten  ontbieden ,  gingh  eyndelijck  met  feer 
rijcke  gefchcncken  na  Agra  om  Chah  lehan  te 
bcfoecken ,  om  hem  aenbiedinge  van  fijn  dienft  te 
doen ,  en  hem  aen  te  drijven  ,om  den  Koninck  van 
Golkonda  den  oorloghaentedoen  ,  als  mede  die 
van  Vifapour ,  en  de  Portugefen ,  op  den  hals  te 
komen.  Hy  vereerde  hem  terftondt ,  dien  groo- 
ten  diamandt ,  die  men  acht  fijns  gelijcken  niet  te 
hebben  •  hem  met  eenen  te  kennen  gevende ,  dat 
de  Iteenen  van  Golkonda  vry  wat  anders  waren , 

als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2€i  Treurige  Gefchiedenis  van 
als  de  klippen  van  Kandahar ,  daer  hy  het  voor 
alfdoe  op  gemunt  had ;  en  dat  het  dat  geweft  was , 
daer  men  den  oorlogh  moft  voeren ,  maeckende 
fich  daer  van  meefter,  tot  aenden  uythoeckvan 
Comory  toe.  Chah  Jehin ,  't  zy  dat  hy  door  de 
diamanten  van  Jemla  verblindt  was  ,  of  dat  hy 
dienftigh  achte,  een  heyr  in  het  velt  te  hebben  , 
eelijck  het  meefte  gevoelen  was,  om  Dara,  die 
hy  fagh  dat  fich  al  vry  wat  machtigh  maeckte ,  in 
toom  te  houden,  die  alreedts  de  Vifir  Sadullah- 
kan ,  die  Chah  lehan  feer  beminde  ,  en  als  de 
voornaemfte  van  fijn  gebiedt  hield ,  had  doen  ver- 
geven ,  om  dat  defe  fcheen  niet  van  fijnen  aen- 
hangh,  en  de  zijde  van  Sultan  Suiah  een  weynigh 
te  feer  genegen  te  zijn ,  hoe  'tzy  of  niet,  Chah 
Iehao  befloot  een  heyr  na  Decan ,  onder  het  bé- 
leydt  van  d'Emir  Iemla ,  te  fenden, 

Dara  die  het  belangh  van  de  faeckwel  fagh, 
icmll1'    en  dat  het  fenden  van  troepen  darwaerts ,  allee- 
wort  tegen  nioh  was  Aureng  Zebe  te  ver  ftereken ,  ftelde  fich 
Goikonda  ^  dapperlijck  tegen  ,  trachtende  met  alder- 
gefonden.  hancje  middelen,  het  felve  te  beletten.  Even- 
wel fiende  dat  fijn  Vader  daer  mede  door  wilde , 
moft  hy  oock  in  het  eynde  daer  fijn  zegel  aen 
fteecken  ;  echter  op  defe  voorwaerden  ,  dat 
Aureng  Zebe  ,  fich  binnen  Dauled  Abad  ,  als 
Landvooght  fou houden,  fonder  ficheenighfints 
met  den  oorlogh  te  bemoey en ,  noch  gefagh  over 
het  heyr  te  hebben ,  daer  d'Emir  Iemla  alleen  het 
Opper-hooft  van  fou  zijn.  Dat  vorder,  tot  ver. 
feeckeringe  van  fijn  trouw,  Iemla  fijn  gantlcne 
huvfeefin ,  aen  het  Hof  foude  laten.  D'Emir 
konde  feer  fwaerlijck  tot  defe  laetfte  voorwaar- 
de befluyten ,  maer  dewijl  Chah  lehan  hem  badt , 
defe  voldoeningh  aen  Dara  te  willen  geven,  en 
hem  beloften  dede,  hem  binnen  korten  tijdt  fijn 

VKHN 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  269 

syrouwe  en  kinderen  weder  toe  te  fullen  fenden, 
inamhyde  voorwaerdenaen,  entrockaJfoo,  met 
1  een  fchoon  heyr  na  Decan,  tot  Aureng  Zebe,  en 
ifonder  langh  te  vertoeven,  viel  in  Vifapour,  en 
vooreen  ltercke plaets  Kaliancgenaemt. 

De  faecken  van  Hindóuftan ,  waren  omtrent  ^„cLli 
in  defen  ftaet,  als  verhaelt  is;  wanneer  Chah  iehan. 
Iehan  leer  kranck  wierdt.  Dit  maeckt  terltondt  °a°r^ 
een  feer  groote  ontfteltenis  door  het  gantfche  JJL^ 
Rijck.  Dara  lichte  ten  eerften  machtige  troepen  ien. 
binnen  Dehlyen  Agra,  de  Hooft-tteden  van  het 
Rijck.    Sultan  Suiah  dede  het  lelve  in  Bengale : 
Aureng  Zebe  in  Decan,  en  MoradBakche  niet 
minder  in  fijn  gebiedt  van  Guzarate.    Yeder  van 
hun  vieren  vergaderden  fijn  vriendenen  verwan- 
ten aen  fijn  zijde  ,  een  yeder  fchreef  Ooft  en  Weft, 
om  meerder  aenhangh  te  maecken.    Dara  heb- 
bende eenige  van  hun  brieven  onderfchept ,  toon- 
de die  aen  Chah  Iehan ,  en  maeckte  daer  veel  over 
te  doen.    Begum  fijn  fufter ,  ontbrack  mede  in 
dele  gelegentheydt  niet ,  luer  uyterfte  beft  te 
doen ,  om  den  Koninck  tegen  haer  andere  broe- 
ders op  te  maecken:  maer  Chah  Iehan  miftrouw- 
de  Dara  aldermeeft ,  en  vreefende ,  dat  hy  hem , 
den  een  of  den  anderen  tijdt  vergeven  mocht , 
gaf  laft  dat  men  goede  acht  fou  nemen ,  op  het 
gene  men  hem  opdifchte.  Men  feght  oock  dat  hy 
aen  Aureng  Zebe  fou  gefchreven  hebben ,  en  dat 
Dara  het  felve  vernomen  hebbende ,  niet  had  na- 
gelaten te  bulderen  en  te  dreygen. 

De  fieckte  onder  dies  van  Chah  I  ehan  geraeck- 
te  aen  het  fleuren ,  even  wel  liep  het  gerucht  dat 
hy  geftorven  was.  Terftondt  was  het  gantfche 
Hof  in  onordere ,  de  ftadt  in  beroerte.  De  winc  - 
kels  wierden  gefloten  voor  vele  dagen ,  en  de  vier 
Konincklijcke  broeders  maecktenopentlijck  on- 

gemeene 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2?o         Treurige  Gefcbiedetiit  van 
XIII.  gcmeene  toeftel  tot  den  oorlogh ,  en  om  de  waer 
Dc  broc-  heydt  niec  te  verfwijgen ,  het  was  niet  fonder  re- 
ders be-        9  dat  fy  fich  tot  den  oorlogh  voeghden ,  wa 

Sooiiwtl  fy  wiften  alle  wel » ciat  k  seen  veylheydt  te  noPeQ 

"'hadden,  maer dat fe moften,  gelijckmen  feght, 
of  overwinnen  of  fterven  ,  of  Koninck  zijn  of 
niet ;  nademael  het  eerftc  werck  van  den  over-  * 
winnaer  fou  zijn ,  fich  van  fijn  broeders  te  ont- 
Jïaen ,  gelijck  eertijdts  hun  vader  Chah  lehan  fich 
van  fijn  broeders  ontflagen  had. 

Sultan  Suiah ,  die  groote  fchatten  had ,  binnen  3 
fijn  kofteÜjck  en  Rijck  gebiedt  van  Bengale,  ver- 
gadert ,  ten  weieken  eynde  hy  verfcheyde  Raias 
of  Koninckfkens  ,  die  in  die  geweften  waren, 
t'onder  gebracht  hadde;  terwijl  hy  van  de  andere  r 
groote  macht  van  geit  trock ,  fteldefich  alder 
cerft  in  ftaet  van  te  oorlogen ,  te  velde,  met  een  I* 
machtigh  Heyr ,  en  op  het  vertrouwen  het  wekk 
hy  hadopaldeOmrahs  Perfant  Perfiacnfch  ge- 
finde  grooten ,  om  dat  hy  fich  van  hun  gefintheyt 
verklaerdt  had  ,  treckt  ftoutmoedighlijck  op 
Agra  aen.  Opentlijck  van  fich  gevende ,  dat 
Chah  Jehan  doodt  was ,  dat  Dara  hem  vergeven 
had,  dat  hy  de  doodt  van  fijn  Vader  begeerde  te 
wreecken ,  en  in  een  woort ,  dat  hy  meende  Ko- 
ninck te  zijn. 

Dara  dede  hem  door  Chah  lehan  felve 
fchrijven ,  de  welcke  hem  verboodt  vorder  te 
trecken,  hem  verfeeckerende  dat  fijn  fieckte 
van  geen  belangh  was,  en  dathy  fich vry beter 
gevoelde  als  voor  heen.  Maer  dewijl  hy  vrienden  » 
aen  het  Hof  had ,  de  welcke  hem  verfeeckerden , 
dat  fijns  Vaders  fieckte  doodelijck  was ,  fioegn 
hy  het  alles  in  de  windt,  en  liedt  niet  na  te  naerde- 
ren  en  aen  te  trecken ,  gedueriehlijck  voorgeven- 
de ,  wel  te  weten ,  dat  Chah  lehan  doodt  was }  en 

dat, 


DEN  GROOTEH  MOGOL.  %jt 

jtdat  j  in  allen  gevallen  ,  indien  hy  levende  was ,  hy 
vcven wel  begeerde  te  gaen  fijn  voeten  te  kuffen ,  en 
(fijn  bevelen  te  ontfangen. 

Aureng  Zebe  terftondt  daer  na,  en  by  na  op  de 
felfde  tijde  ftelde  lïch  oock  in  ftaet,  na  de  zijde  van 
I  Decan ,  maccktc  groot  gerucht ,  en  bcgoft  mede , 
na  Agratetrecken.  Men  dede  hem  terftont  het 
felfde verbodt,  foo uyt  name  vanChah  Jthan,  als 
van  Dara ,  die  hem  feer  dreyghde ,  maer  hy  liet 
het  fijn  dove  ooren  hooren ,  en  gat  defelve  ant- 
woordt van  Sultan  Suiah. 

Ondertuflchen  wel  fiende  dat  fijn  Schat-kift 
nietalteovervloedighwas,  en  dat  de  macht  van 
wapenen-,  die  hy  voor  fichinhetbyfonderhad, 
van  weynigh  belanghs  was,  bedacht  hy  twee  von- 
den ,  d'eene  belangende  Morad  Bakche,  end'an- 
der  d'Emir  Jemla."  Aen  Morad  Bakche  fchreef 
hy  terftondt  een  foeten  brief,  daer  in  hy  verklaer- 
de ,  dat  hy  altoos  fijn  ware  en  innerfte  vrient  was 
geweeft,  dat  hem  belangende,  hy  in  geender 
manierc  na  het  Rijdt  ftondt ,  gelijck  hy  fijn  Broe- 
der oock  wel  wift,  dat  hy,  geduerendefijngant- 
fche  leven ,  fich  niet  anders  als  een  Faguire  of 
geeftelijcke  had  gedragen.     Maer  dat  Dara  een 
menfehwas,  die  niet  wel  een  Rijck  foukonnen 
bellieren ,  dat  hy  een  Kaf  er  een  ongeloovige,  en 
van  meeft  al  de  Omrahs  doodelijckgehaet  was, 
dat  Sultan  Suiah  een  Kaferny  en  Ketter,  en  by  ge- 
gevolgh  een  vyand  van  Hindouftan ,  en  de  Kroon 
onwaerdigh  was.    Invoegen  ,  in  een  woordt ,  snoodc* 
dat 'er  niemandt  als  hy,  Morad,  was,  die  meteeveynft- 
recht  na  de  Kroon  fou  mogen  ftaen.    Dat  men  ncyt  van 
ten  Hoof  anders  niet  verwachte,  en  dataldaer,  Jjjj?* 
fijn  dapperheden  genoegh  bekent  zijnde ,  een  ye- 
der  hem  toevallen  fou.    Wat  hem  in  fijn  byfon- 
der  aengaet ,  indien  hy  hem  wilde  beloven ,  dac 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


27&        Treurige  Gefcbiedenis  van 
hy  Koninck  zijnde ,  hem  in  het  leven  wiWe  laten  • 
en  foetelijck,  in  een  hoeck  van  fijn  Rijck  fijn 
tijde  doorbrengen , biddende  Godt  de  geheelereft 
van  fijn  leven,  dathy  veerdiehwas,  tichbyhem 
te  vervoegen ,  en  hem  met  fijn  raedr  en  vrienden 
by  te  ftaen ,  willende  hem  fijn  gantfche  oorloghs^ 
macht  in  handen  ftellen ,  om  Dara  en  Sultan  Suiate 
te  bekrijgen.    Dat  hy  hem  ondertuffchen  non- 
dert  «juyfent  roupies,  foo  veel  als  vijftigh  duyi 
fent  Rijcksdaelders  toefandt ,  dewelcke  hy  hem  I4 
verlocht ,  als  een  pandt  en  verfeeckeringh  van  fijn  1 
vriendfehap  en  byfonderfte  genegentheydt  te  aen-  ■ 
vaerden,  hem  vorders  verfoeckende  teneerftente 
komen ,  om  fich  van  het  flot  van  Sourate  te  ver- 
feeckeren,  daerhy  weiwift ,  dat  noch  al  de  fchat 
van  het  Landt  befloten  lagh.    Morad  Bakche,  i 
die  de  rijekfte  noch  de  machtightteniet  was ,  ont- I* 
fingh  met  groot  genoegen  ,  defe  voorflagh  van  I* 
fijn  broeder,  benefFens  de  roupies,  die  hy  hem  K 
fandt,  wekken  brief  van  AurengZebe,  hyaen 
de  gantfche  werelt  vertoonde ;  om  de  jeughtte  \ 
verbinden ,  de  wapenen  voor  hem  in  handen  te  ne- 
men ,  en  de  rijeke  Kooplieden ,  om  hem  het  gek 
te  leenen ,  dat  hy  van  hen  eyfehte.    Hy  begoft 
fich  oock  t'eenemael  als  een  Koninck  te  dragen, 
deed  groote  beloften  aen  de  geheele  werelt , 
doende  ten  laetften  foo  veel ,  dat  hy  een  machtigli 
heyr  op  de  been  kreegh ,  van  dewelcke  hy  drie 
duyfent  mannen  affonderde,  die  onder  het  beleyt 
van  Ghah  Abas,  ontmande ,  maer  braefoorloghs- 
man ,  het  flot  van  Sourate  fouden  belegeren. 

Aureng  Zebe  fandt  oock  fijn  oudtfte  foon  Sul- 
tan  Mahmoud ,  die  hy  met  de  dochter  van  den 
Koninck  van  Golkonda  getrouwt  had ,  aen  den 
Emir  lemla,  die  noch  met  het  beleghvan  Kahane 
befigh  was,  om  hem  te  bewegen  tot  Daulet  Abad 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  27$ 
>y  hem  te  komen,  onder  fchijn  van  eenigeby-  xv. 
>ndere  faecken  mee  hem  te  hebben  over  te  leg-  s»i»  lift 
>en.    lemla  wel  twijffelende  wat  het  was ,  deed  °c™"aent 
(fijn  verlchooningh,  fcggende  rondt  uy t ,  dat  Chah  Cm  *' 
ïlehan  niet  dood  was,  dat  hy  daer  feecker  bericht 
tvan  had  ,  en  dat  daer-en- boven  fijn  gantfehc 
ihuyfgefin  noch  tot  Agra  in  handen  van  den  Ko- 
•  ninck  en  Dara  was ,  loo  dat  hy  hem  op  geender- 
;hande  wijle  konde  helpen  ,  of  fich  voor  ném  ver- 
i klaren:  invoegen  dat  Sultan  Mahmoud,  onver- 
richter faecken  weder  na  Daulet  Abud  molt  kec- 
1  ,  zijnde  tegen  den  Emir  feer  mifuoeghr. 
aer  Aureng  Zebe,  liet  fich  daer  mede  mei  af- 
fetten-  hy  landt  noch  eenmael  aen  lemla ,  doch 
-niet  fijneerfte,  maer  fijn  tweeden  foon  Mazum  , 
die  hem  de  brieven  van  fijn  Vader  overgaf  ,  en 
hem  met  fulck  een  behendigheydt  en  foetheydt 
ihandelde ,  dat  het  hem  niet  mooghlijck  was ,  lan- 
ger tegen  te  ftaen.    Hy  drongh  der  hal  ven  debe- 
legeringh  van  Kaliane  feer  hardt  aen;  foo  verre, 
dat  de  belegerde  fich  bedwongen  lagen  ,  fich  op 
verdragh  over  te  geven  •  Vei  koos  de  belle  uyt 
"  jn  heyr ,  en  begaf  fich  tcrltondt  met  Mazum  op 
en  tocht.  Op  fijn  aenkomlt ,  dedc  hem  Aureng 
Zebe  alle  mogelijcke  tecckenen  van  vriendfehap , 
hem  noemende  fijn  JJaba,  cnBabagy,  Vader  of 
Heer-vader  ,  en  na  dat  hy  hem  hondert  mael  had 
omhelft,  leydehy  hem  een  weynigh  ter  zijde ,  en 
feyde  hem ,  dat  hy ,  foo  veel  als  hy  konde  begrij- 
pen, niet  oordeelde  recht  te  zijn,  terwijl  hy  fijn 
huyfgefin,  foo  dicht  by  het  Hof,  en  in  handen  van 
Dara  had ,  dat  hy  wagen  foude ,  eenige  faeck  van 
gewicht ,  tot  fijnen  voordeel ,  aen  te  vangen ,  die 
geweten  of  vernomen  fou  konnen  worden :  maer 
dat  'er  evenwel  geen  faeck  foo  fwaer  was ,  daer 
'  i  men  geen  middel  toe  fou  weten  te  vinden.  Leyt 

S  mX  • 




Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


274        Treurige  Gefchiedenis  van 
mv  toe ,  fey dt  hy ,  u  een  befluyt  voor  te  dragen ,  | 
dat  u  miflchiem»  'taldereertte  inverwondermgh  1 
fal  ft  ellen  igelijck  ghy  vreeft  voor  u  vrouw  en  u 
kindcrm ,  die  tot  Agrate pande zijn,  foo  ioude  i 
middel,  om  hun  veyüghcydt  te  verfoi gen,  dele- 
zijn •  dat  ghy  my  toelaet ,  dat  ïck  veynfe ,  u  in  de ! 
gevangenis  te  weipen,  en  my  alfoo  van  uper-\ 
foon  te  verfeeckeren.    Het  is  buyten  bederic ;: 
ken,  of  de  geheele  werelt  fal  gelooven  datnetf  fe 
ernil  is-  want  wie  fou  fich  konnen  inbeelden  ,1 
dat  een  man,  oelijckals  ghy  zijt,  fichgewilhgn  1?. 
fou  laten  vaneen  <  Ondertuffchen  kan  ïck  my  van  i 
een  eededte  van  u  troepen,  gefchut ,  en  andetffe: 
oorlodis  -  eereedfchap  dienen ,  foo  gehjck  als  ghy  { 
het  dfenfngh  fuic  achten.    Ghy  kondt  my  oock  4 «. 
eenise  fommegelts ,  gelijck  ghy  my  foo  menigh-  4 
ma  Jhebt  belooft ,  ter  handt  «ellen ,  en  met  het  t 
felfde,  oordeeleick,  mi  jngeluck  te  konnen  loec-: 
ken  en  onderftaen,  en  wy  konnen  te  famen  ons  4 
overlegh  maecken ,  om  te  fien ,  hoe  wy  alles  fu-  * 
len  aenleggen.    In  dien  ghy ;  daer-en- boven  wilr 
toelaten,  dat  ick  u  in  de  fterckte  van  Dauleti 
Abad  doe  voeren ,  daer  ghy  geen  gevangen ,  mae- 
Heeren  Meelter  fultzijn  •  datickualdaer,  doo 
mijn  foon  Sultan  Mazum,  of  Sultan  Mahmou 
doé  bewaren ,  fou  het  al  den  handel  noch  een  veel 
beter  fchijnfel  gtven:  en  ick  lie  niet  wat  Dara,l 
daer  op  met  recht  fou  hebben  te  feggen,  noch 
hoe  hydeswegen,u  vrouw  of  kinderen,  daer  over,  t 
cenicre  mif  handelingh  fou  konnen  aendoen. 

Iemla,  'tzy  ter  oorfaeck vandevriendlchap,f 
die  hy  met  Aureng  Zebe  gefworen  had  ,  oide 
eroote  beloften ,  die  hy  hem  deed ,  of  om  dat  hy 
Sultan  Mazum,  die  heel  ftilen  wel gewapentby 
hem  ftondt,  vreefde,  of  eerder  Mahmoud,  di 
hem  een  feer  quaec  gelaet  toonde ,  om  dat  hy  rne 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i 

■ 

li 
9 


s 


i 


DEN  GROOTEN  MOGOL  275 
fijn  broeder  gekomen  was ,  en  hem  fulcks  te  doen 
gevveygerc  had,  die  oock  in  het  inkomen  hem 
gedreyght  had ,  met  de  voet  te  fchoppen ,  ftondt 
alles  toe,  dat  Aureng  Zebe  op  hem  begeerde  • 
en  keurde  de  middel,  van  hem  gevangen  tcne-  xvi. 
men,  voor  goet  •  invoegen  dat  Aureng  Zebe,  JSjj-L 
foo  haeft  niet  vertrocken  was,  of  de  mcelter  van  gevangl- 
fijn  gefchut,  cjuam  met  sroote  ftrafheyt  by  Emir ,  wfc 
den  vveicken  hy,  uyt  lalt  van  li  jn  meciter  beval , 
hem  te  volgen,  Üuytende  hem  vorder  in  een  ka- 
mer,  en  hem  gevende  goede  bewaerders,  hec 
volck  dat  Aureng  Zebe  by  der  handt  had ,  hec 
huysin  het  ronde. 

Het  gerucht ,  van  het  vangen  van  Iemla  ,  was 
foo  haelt  niet  verfprey t ,  of  het  verweckte  een 
groote  beroerte.  Het  volck  dat  hy  met  fich  had- 
de  gebracht ,  hoe  verbaeft  fy  oock  waren  ,  ftelde 
fich  in  ftaet,  om  hem  te  verloflen,  en  liep  mee 
het  fwaertin  de  handt,  om  fijn  bewaerders  aen  te 
taften,  en  hem  van  lijn  gevangenis  teontllaen, 
dat  hen  niet  fvvaer  om  te  doen  was  •  want  Aureng 
Zebe  had  geen  machts  genoegh ,  tot  fulck  een 
ftout  beftaen,  by  een  gebracht*  alfoo  deeenige 
cn  bloote  naem  van  d'Kmir  Iemla  een  yederdeed 
beven:  maer  dewijl  het  niet  anders  als  loof  heydc 
was ,  wierden  al  dele  troepen  haelt  ter  neder  ge- 
ftelt,  en  dat  door  het  geen  Aureng  Zebe  aen  de 
voornaemlte  Hooft- lieden  van  hetheyr,  teken, 
nengaf,  als  mede  door  de  tegenwoordigheyt  van 
hem  felven  ,  die  fich»  beneffer.s  fijn  twee  fonen, 
feer  kloeckhertigh  betoonde ,  fprceckende  nu  toe 
den  een ,  dan  tot  den  anderen ,  voegende  daer  be- 
loften en  gefchencken  by ,  invoegen  al  de  troepen 
van  Iemla,  als  mede  de meeftevandievanChah 
Iehan,  fiendehet  werek  in  verwerringe,  en  geen 
Opper-hoofc  hebbende ,  oock  geloovende  >  dac 

S  z  de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Zcbc 
treek t  tc 
velde. 


276  Treurige  Gefchiedems  van 

de  Koninck  doodt  ,  ten  minften  op  het  uyterfte 
kranck  was  en  overwegende  de  groote  beloften  , 
die  men  hen  dede ,  van  hun  foldije  te  vergrooten  , 
en  hen  ttrftondt  drie  maenden  op  de  handt  te  ge- 
ven ,  de  zijde  van  Aureng  Zebe  verkoren.  Die , 
al  den  toefteivan  Iemla  aengefiagen  hebbende , 
tot  fijn  Cameelen  en  tenten  toe,  fichterftondt  te 
xvii.  velde  begaf,  om  Sourate  te  gaen  belegeren ;  en 
Auicng  net  jnnemen  van  die  plaets  tc  verhaetten ,  daer 
Moi  ad  Bakche  meer  te  doen  vand  als  hy  gemeenc 
had.  Maer  hy ,  na  dat  hy  eenige  dagen  in  aen- 
tocht  was  geweeft  ,  kreegh  de  tijdingh,  dat  de 
Stede- vooght  de  plaets  had  overgegeven,  waer 
over  hy  fandt  aen  Morad >  deswegen  geluck  te 
wentellen,  hem  te  gtlijck  te  kennen  te  geven, 
wat  hy  met  Iemla  had  aengerecht ,  en  vorder  te 
doen  feggen ,  dac  hy  volcks  en  middelen ,  als  me- 
de verttandts  genoegh  in  het  Hof  had,  om  alles 
uyt  te  voeren  ^  dat  hem  niets  ontbrack ,  en  hy 
fich  recht  toe  rechc  aen ,  na  Brampour  cn  Agra 
gingh  begeven  ,  dat  hy  hem  onderwegen  fou 
verwachten,  en  hy  fichhaeftenmoftomby  hem 
te  komen. 

Het  is  waer  dat  Morad  foo  veel  gelts  binnen 
Sourate  niet  vandt,  als  hy  gemeent  had  :  't  zy 
dat  'er  in  der  daedt  foo  veel  niet  was  geweeft ,  als 
men  had  voorgegeven,  of  dat  de  Stadt-vooght 
daer  een  deel  van  wech  had  gemaeckt  ,  gehjek 
fommige  hebben  gelooft :  evenwel  het  weymge 
dat  hy  daer  vandt ,  diende  hem,  om  fijnknjghs- 
lieden  te  betalen ,  die  hem  waren  gevoight ,  op 
hope  van  uyt  de  groote  fchatten  van  Sourate  hun 
deel  te  hebben.  Het  is  niet  min  waer ,  dat  hy 
geen  groote  reden  had ,  om  op  het  innemen  van 
defelve  plaets  te  roemen,  om  datfe  niet  na  be- 
hooren  gefterekt  was ,  en  fijn  volck  daer  evenwel 
D  een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  lyj 

)  een  geheelc  maent  voor  verfleet  ,  fonder  hoop 
►  van  die  te  overweldigen ,  'ten  waerde  Hollan-  xviir, 
j  ders  hem  hadden  bygeftaen ,  die  hem  dc  vondt  Somate  in 
•leerden  van  een  Mijne  te  doen  (pril  gen ,  dieeen  gcncmKn' 
goet  gedeelte  van  de  muer  omwerpende ,  de  bele- 
gerde in  de  uyterfte  verbaefthcyde  lteide,  en 
d  vvongh  fich  over  te  geven. 

Het  innemen  van  dele  plaets  vorderde  fijn 
Voorgenomen  werek  feer ,  3II00  bet  gerucht  ter- 
ftondt  over  al  verfpreyde,  dit  Morud  Sou  ate 
had  ingenomen ,  dat  hy  daer  Mijnen  h-d  laten 
:  fpringen,  'tgeen  by  de  Indianen  vry  wat  hoogh 
;  klonck,  die  fich  noch  niet  feer  daer  op  verfton- 
den,en  dat  hy  daer  vorders  geweldige  fchatten 
gevonden  had.    Niet  tegenltaende  dit  groot  ge- 
rucht, defen  grooten  naèm  ,  en  al  dele  voordee- 
len,  vervoeght  met  de  geduerige  brieven  en  be- 
loften van  Aureng  Zebe":  De  gefnedene  of  ont- 
mande Chah  Abas,  een  man  vaneen  groot  ver- 
ftandt ,  en  moet ,  oock  feer  tor  den  dienft  van  fijn 
Meefter geneyeht,  was  geenfintsvan  gevoelen, 
dat  fich  Moradfoo  nauw  met  Aureng Zebe  ver- 
eenigen foude  •  maer  dat  hy  hem  met  woorden 
molt  ophouden ,  en  hem  alleen  na  Agra  laten 
trecken  j  dat  hy  ondertuiTchen  feecker  bericht  van 
de  fieckte  des  Konincks  fou  konnen  krijgen ,  en 
terwijlen  fien  wat  gangh  de  faken  wilden  nemen. 
Dat  hy  Sourate  fou  konnen  laten  verftereken , 
zijnde  een  voordcclige  plaets ,  en  die  hem  meefter 
maeckte ,  van  een  Lmdt  van  feer  grooten  omflagh 
en  inkomft ;  en  dat  hy  felfs ,  metter  tijdt ,  fich  fou 
konnen  van  Brampour,  een  feer  aenmerckelijcke 
doortoght,  en  gelijck  als  de  hinderpael  van  De- 
:  can ,  verfeeckeren.    Maer  de  geduerige  brieven, 
1  en  verklaringen  van  Aureng  Zebe ,  gevoeght  met 
'rf  de  kleyne  macht,  en  het  weynighgefchutengelt 
öl  S  i  dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2*?  %        Treurige  Gefchiedenis  van 
diehy  hsd,  oock  de  blinde  drifc  van  fich  op  den  I 
Throontefien,  dede  hem  al  defe  aenmerekingen  I 
over  het  hooft  fien ,  en  de  Stadt  Amed  Abed  ,  en  I 
Guferatte  verlaten ,  fijn  wegh  door  Boflchen  enl 
Bergen  nemen,  om  fich,  op  het  fpoedighfte,] 
opderendervousofloop-plaets  vinden,  daer  hy 
van  Aureng  Zebe  befcheyden  was;  en  van  hem 
nu  twee  of  drie  dagen  verwacht  wierdt. 

Men  toonde  groote  vreught ,  en  byfondere  ! 
teeckenen  van  blijdtfehap ,  op  het  by  een-komen  i 
xvtn.  van  dere  twee  machten,  de  Princen  befochten  i 
zèbe  vet-  malkander,  en  Aureng  Zebe  toonde  duyfent  teec- 
vocght  fich  kenen  van  vrientfehap  en  genegentheyt ,  aen  Mo- 
M°iad  rad.    Hy  verklaerde  hem  op  nieuw  en  met  groo-^ 
teeeden,  dathy  geen  wil  tot  de  Kroon  had;  en^ 
dat  hy  daer  alleen  was ,  om  hem  tegen  Dara,  hun 
gemeene  vyandt,  te  helpen,  en  hem  op  den* 
Throon  te  fteilen.    In  gevolgh  van  dit  onderling 
onthael ,  begoftenbeyde  de  Oorloghs  machten , 
te  famen  aen  te  trecken.   Aureng  Zebe ,  ver- 
volghdeal ,  onder  het  trecken ,  fijn  verklaringen . 
van  vrientfehap ,  en  fijn  beleeftheden  tegens  Mo-- 
rad,  hem  handelende  ,'tzy  in't  openbaer,  ofin'c 
byfonder ,  niet  anders  als  Hazered  Koninck  en 
Majctteyt ,  in  voegen  dat  Morad  Bakche  fich . 
t'eenemael  verfeeckerde ,  dat  het  Aureng  Zebe 
oprechrelijck  en  wel  met  hem  meende,  gedoo- 
gende  oock  gewillighlijck  en  fonder  weder- 
fpreecken ,  de  eerbiedigheden  die  hy  hem  bewees, 
in  plaets  van  te  gedencken ,  het  geen  foo  onlanghs 
in  Golkonda  was  voor  gevallen ,  en  aen  te  merc- 
ken,  dat  die  gene  die  fich,  met  fulck  een  koenhey  t, 
had  vervoeght ,  om  een  Koninckrijckaenfichte 
trecken  ,feer  weynigh  treek  en  genegentheyt  had, 
om ,  als  een  Fakire  en  geeftelijcke  te  leven ,  en  te 
fterven, 

Defe 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  279 

Dcfe  twee  oorloghs- machten  aldus  by  een  ge- 
I  voeght  zijnde ,  maecktcn  een  feer  aenmerckehjck 
ilichaem  uyc,  het  wclck  een  grooten  roep  in  het 
Hof  veroorfaeckte  en  vervveckce  •  en  niet  alleen 
Dara,  maer  felfs  Chah  Jehan  genoegt)  tedenc- 
ken  gaf,  als  wel  kennende  de  kracht  van  de  geeft 
en  het  beleyt  van  Aureng  Zcbe  >  en  de  moed  van  x  j  x. 
Ivlorad  Bakche,  wel  denckende  ,  dat  men  een  Bekom- 
vyer  gingh  aenlteeckcn,  dat  viy  fijn  werek  fou  van 
geven  om  te  blufichen.  Hyhadgoet  fchnjven  ifo* 
brieven  op  bi  ieven ,  dat  hy  nu  beter  was  ,  dat  fy 
maer  hadden  (ich  een  yedcr  in  fijn  beftelde  Laud- 
vooghdy  te  begeven,  en  dit  hygoet  kende,  en 
vergeten  wilde  al  wat  tot  dien  tijdt  toe  gedaen  en 
aengevangen  was :  al  defe  brieven  verhinderden 
hun  aentocht  niet,  en, geli jek  de  lleckte  van  Chah 
Jehan  by  hen  altoos  voor  doodelnck  geacht 
wierd ,  en  hen  geen  ontbraecken ,  die  hen  van 
alles  ten  nauwften  bericht  deden ,  gingen  fy  mede 
al  voort  in  het  veynfen  ,  feggende  geduerighiijck 
(en  miftchien  lulcks  wel  geloovcnde  )  dat  al  defe 
rerfierde  valfche  bi ievcn  waren ,  die  Da^a  buyten 
:wijfTel  had  doen  initellcn  :  dit  Chah  Jehan  buy- 
ten bedencken  doodt,  of  in  (bet  van  teüervei* 
was ;  en  eyndelijck  ,  ilat .  al  fchoon  hy  noch  in 
het  leven  was,  iy  wilden  komen  en  hem  de  voe- 
ten kuffen ,  oock  hem  uyt  de  handen  van  D3ra 
verlofTen. 

Wat  fal  hier  defen  Chah  Jehan,  defenonge- 
luckigen  Konmck  doen ,  fiende  dat  fijn  kinderen 
fijn  bevelen  in  de  windt  flaen,  geduerigh  hoo- 
rende ,  dat  fe  vaft  op  Agra  aenkomen  ,  en  fich 
bevindende  fieck  onder  de  handen  van  Dara,  dac 
is  gefeght  een  Vorft ,  die  niet  als  oorloghfoeekt, 
en'lich  daer  toe  vervcerdighdc ,  met  alle  moge- 
lijckcfpoedt,  yver,  en  al  de  teeckenen  van  een 

S  4  rafen- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 go        Treurige  Gefchiedenisvan 

rafende  drift  tegen  fijn  broeders  {  maer  wat  kon- 
de  hy  doen  in  defen  uyterftcn  ftandt  i  hy  moet 
hen  fijn  fchatten  in  handen  laten ,  en  gehengen 
dat  fy  daer  medeomfpringen,  naer  hun  believen. 
Hy  is  benoodight  ,  om  fijn  oude  en  getrouwftc 
Veldt-overften  by  hem  te  doen  komen»  diehy 
wei  wift,  voor  het  meefte  gedeelte,  Daraniet 
feer  genegen  te  zijn,  en  hen  te  bevelen,  voor  de- 
fen Dara  felfs  te  gaen  ftrijden,  en  dat  tegen  fijn 
eygen  bloet,  fijneygene  kinderen  en  eyndelijck 
tegen  de  gene,  voor  dewelcke  hy  veelmeerder 
aehtingh ,  als  voor  Dara  heeft.    Hy  vindt  fich 
genootfaeckt  een  heyr  terftondt  tegen  Sultan 
Suiahte  fenden,  om  dat  hem  defen  het  alderkort- 
fte  op  den  hals  is ;  en  een  ander  tegen  Aureng 
Zebe ,  en  Morad  Bakche ,  die  vaft  aen  komen. 
Soliman  Chekouh ,  de  oudtfte  foon  van  Oara , 
chekouh  een  jonghVor ft  van  omtrent  de  vijf-en-twintigh 
gact  tegen  jaren,  maer  wel  gemaeckt  vanlichaem,  kloeck 
van  geeft  en  beleyd  ,  voorts  edelmoedigh ,  milt , 
in  't kort ,  van  al  de  werelt  bemindt ,  doch  alder- 
meeft  van  Chah  Iehan,  die  hem  aireets  feerrijck 
had  gemaeckt  r  en  hem  eerder  dan  Dara,  als  fijn 
opvolger  aenmerckte,  was  de  gene  die  als  alge- 
meen Hooft ,  over  het  heyr  tegen  Suiah ,  geftelt 
wierdt.   Evenwel  Chah  Iehan,  die  liever  had 
gefien  datSuhh  weder  naBengale  wasgekeert, 
als  tot  eenigh  bloedigh  gevecht  gekomen  ,  dat 
hem  niet  als  treurigh  konde  uytvallen ,  gaf  hem 
tot  mede-macker  een  ouden  Raja  lefieingue  ge- 
noemt,  die  tegen  woordigh  noch  een  van  de  mach- 
tighfte  en  rijckfte  Raias ,  of  Koninckskens  van 
eantfch  Hindouftan  is ,  of  noch  korts  geweeft  is  ; 
5aer-  en-boven ,  een  van  de  verftandighfte  mannen 
van  het  Rijck ,  den  welcken  hy  heymelijck  laft 
gaf,  geen  ftrijdt,  als  indeuyterftenootwendig- 

heyt 


xx. 

Soliman 


Suiah  te 
velde. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


'1 


DEN  GROOTEN  ' M  OGOL.  zSt 
heytte  wagen,  en  alle  middelen  aen  te  wenden, 
dat  Suiah  weder  mocht  te  ruggekeeren,  en  fijn 
troepen  bewaren  tot  beter  gèlegentheyt  •  dat  is 
tot  die  tijde  toe,  dat  hy  het  eynde  van  fijns  Vaders 
fieckte,  en  den  uytflagh  van  Aureng  Zebe  en 
Morad  Bakchefou  gefien  hebben» 

MaeT  dewijl  delen  jongen  Vorft  Soliman  Che- 
kouh  ,  vol  van  moet  en  vier ,  niet  anders  trachtc 
als  fich ,  door  ctmge  uytftekende  daden,doorluch- 
tigh  te  maccken,  en  Sultan  Suiah  vreelde,dat  Au- 
reng  Zebe  een  flagh  komende  te  winnen,  tich  al- 
der  eerft  van  de  Hooft-ftadt  Agra  en  Dehly 
meefter  fouden  maccken  ,  was  her  onmooghlijck 
voor  de  Raia  Jeflungue  te  vei  hinderen,  dat  de 
tweeheyren  aen  malkander  quamen.  Sy  waren  dan 
foohaelt  niet  malkander  in  het  geficht ,  of  fy  ver- 
vaerdigen  fich  ten  ftrijdt ,  en  waren  als  geen  tijdt, 
ionder  malkander  met  het  gefchut  te  begroe- 
ten.   Wy  lullen  hier  de  bylbnderheden  ,  van 
delen  ftrijdt  geenfints  op  halen ,  het  fal  genoegh 
Zijn,  te  weten,  dat  het  eerfte  treffen  feer  rouw 
en  hart,  en  van  beyde  zijden  even  halltarrigh  **ï. 
was;  maer   dat  ten  laettten   Soliman  Chc- Sl,ncvcrr 
kouh  ,  Suiah  met  fulck  een  gcwelt  dreef,  datopS. 
hy  hem  in  onordre  bracht  en  benootfaeckte  te 
wijeken-,  en  ten  laetften  te  vlieden ,  in  voegen  dat 
de  Jeflëingue ,  en  de  Patan  Delilkan ,  die  een  van 
de  voornaemtte  Hoofden ,  een  dapper  man ,  maer 
groot  vrient  van  de  Raia  was ,  en  die  niet  als  door 
fijn  beweginge  gedreven  wierdt,  hem  wel  ter 
-oeder  trouwen,  fouden  hebben  willen  te  hulp 
omen.    Men  hout  het  daer  voor ,  dat  het  gant- 
fche  Heyr  van  Suiah  geflagen,  en  hyfelfsinge- 
vaer  van  gevangen  te  worden  was ,  maer  het  was 
geenfints  het  voor  nemen  van  den  Raia  hem  te 
verderven ,  noch  oock  van  den  Koninck ,  die  hem 

S  5  het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXII. 

Auieng 
Zebe  na- 
dert Agra, 


28  2  Treurige  Gef  hiedems  van 
het  tegendeel  bevolen  had,  bchilven  dat  hy  te 
wel  ervaren  was,  om  de  handt  aen  een  Prins  van 
den  bloede  te  leggen.  Kortelijck ,  Suiah  hadde 
tiidt  om  te  wijeken  ,  en  felfs  fonder  feer  veel 
volcks  te  verliefen  •,  evenwel ,  om  dat  het  veldt 
vandenftrijdt  en  eenige  ftucken  gefchuts  m  han- 
den van  Soliman  bleven,  quam  het  gerucht  aenL 
het  Hof,  dat  Suiah  t'eenemael  geüagen  was.  j 
Defe  overwinningh  gaf  Soliman  Chekouh  een 
groot  aenfien,  en  namfeerdeachtinge,  die  men 
van  Suiah  gehad  hadde,  wech,  verkoelde  oock 
feer  de  genegentheydt  die  de  Perfans  hem  toe- 

droegen.  .  ,  , 

Na  dat  men  eenige  dagen  in  het  vervolgen  van 
Suiah  had  befteedt,  Soliman,  die  dagelijcks  tij- 
dingh  uyt  het  Hof  kreegh,  en  volgens  vernam, 
dat  Aureng  Zebe ,  en  Morad  Bakche  naerderden , 
oock  wel  wilt ,  dat  fijn  vader  Dara  weynieh 
voorfichtigheydt,  en  menighte  van  heymehjeke 
wanden  had,  befloot  het  vervolgen  van  Suiah  te 
laten,  en  op  het  vaerdighfte  weder  na  Agra  te: 
keeren  ;  daer  blijckeiijck  Dara  tegen  Aureng 
Zebe,  en  Morad  Bafcche  fou  moeten  itrijden. 
Dit  was  de  bette  raedt,  die  hy  fou  konnen  ne- 
men •  want  niemar.ac  heeft  tetwijffelen ,  dat  in- 
dien hy  daer  in  tiidis  was  gekomen ,  Aureng  Zebe 
het  voordeel  niet  fou  hebben  gehad,  dat  hy  be- 
haelde,  ia  felf  dat  hy  hrm  niet  fou  hebben  derven 
aentaften ,  zijnde  de  partijen  al  te  ongehjek ,  maer 
het  oneeluck  van  Dara  liet  fulcks  niet  toe. 

Ondertuflchen,  tenvijl  al  dcfe  dingen  foo  voor- 
vielen,  omtrent  Elbas,  een  plaets  alwaer  de 
Gemna  fich  met  den  Ganges  vereemght ,  daer  de- 
fen  aaeh  geichkde ,  had  het  fpel  omtrent  Agra 
een  heel  anderaenfien.  Ten  Hoof  was  men  leer 
ontftelt,  te  verftaen  dat  Aureng  Zebe,  de  rivier 


0 
| 

igttt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOtES  MOGOL.  28; 
van  Brampour  was  overgetogen  ,  als  mede  de  an- 
dere doortochten,  tuflchen  het  geberghte,  die 
anders  fecr  fwaer  waren ,  invoegen  men  terttondt 
cemge  troepen  fandt  om  het  te  ftuyten ,  en  de 
doortocht  van  de  rivier  van  Eugencs  tcdifpute- 
ren  of  verhinderen  •  terwijl  het  gantfche  heyrfich 
in  ordereitelde:  tot  dien  eynde.wierden  twee  van 
de  aenfienltjcklte  en  machtighlie  van  het  Rijck, 
om  dat  gedeelte  te  leyden,gekoi  en,  d'cenKafem 
Kan,  een  vei  maert  oorloghs-man,en  groot  vrienc 
van  Chahlehanmuer  weynigh  tot  Dara  genegen, 
en  die  derhalven  genoeDhlacin  teg  n  fijnen  wil 
dien  rocht  aennam ,  alleen  om  fijn  Meefter,  die 
hy  ia  handen  van  Dara  fagh ,  te  wille  te  zijn. 
D'anderc  was  KflTom  Sungue,een  feer  mjchn'gh 
Raia  of  Koninckskcn,  die  geenfints  minder  als 
lefleingue  te  achten  was,  zijnde  de  fchoon-foon 
van  Riia  Rana  ,  die  ren  tijden  van  Ekbar  foo 
machti^h  ,  en  als  Opper-  hooft  van  de  Raias  was. 

Dan  op  hun  vertreck,  toonde  hen  groote  teec- 
kenen  van  vriendtfehap,  met  veel  heerlijcke  ver- 
eeringen  ■  en  onder tuflehen  .  terwul  fy  fcheyden , 
vandt  Chah  Jehan  middel  ,  hen  in  het  hcymelijck 
te  Peggen  ,  't  geen  hy  voor  heen  Rau  Jcflènguege- 
feght  had  ,  wanneer  hy  met  Soliman  tegen  Sultan 
Siiiah  te  velde  toogh.    Sy ,  in  gevolgh  van  fijn 
bevel  j  bleven  oock  geenfints  in  gebreecke ,  <*e- 
duerende  hunnen  tocht ,  rnenighmael  boden  aen  J*"  h 
Aureng  Zcbc  en  Morad  Bakchetefenden ,  omtcgens 
hem  te  bewegen ,  te  rugge  te  trecken.    Maer  al hcm 
te  vergeefs ;  en  daer  en  boven  hun  boden  en  qua-  £cfo0(lcn' 
men  niet  weder  te  rugge  ,  en  het  Heyr  gingh  vaft 
fijn  gangh  ,  en  dat  met  fulck  een  fpoet  en  naerftig- 
heydt ,  dat  fy  het  felvein  het  gelicht  kregen ,  veel 
eerder  als  fy  gemeent  hadden ;  op  een  hooghte 
weynigh  van  de  Revier  af  gelegen. 

Dewijl 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2  $4        Trewigt  Gefchiedenis  van 

Dewijl  het  Somer  en  in  de  grootfte  hette  was 
was  de  Rivier  doorganckelijck ,  het  welcke  d< 
oorfaeck  was  dat  Kafem  Kan ,  cn  de  Raia,  ficl 
voort  tot  den  ftrijdt  verveerdighden  ,  behal 
ven  dat  fy  terftondt  het  voornemen  van  Aureng 
Zebe  kenden ,  dat  hy  hen  focht  met  gewelt  op  « 
houden ,  alfoo  fijn  Heyr  noch  niet  geheel  geko- 
men  en  was ,  en  hen  met  fchieten  vaft  befich  hielt, 
vreefendehy  felve,  dacfy  de  Rivier fouden  ovei 
komen,  en  hem  aen  taften,  in  de  plaets  van  hem 
alleen  den  doortocht  te  verhinderen ,  niet  alleen 
om  hem  het  water  af  te  fnijden ,  maer  oock ,  om 
te  verhinderen  dat  fijn  volck,  van  den  tocht  feer 
vermoeyt ,  fich  mocht  ruften  en  herftellen.  En 
waerlijck  het  was  geheel  in  onordre ,  en  fooda- 
nigh  van  den  wegh ,  en  door  de  hette  af  geflooft , 
dat  indien  men  het  terftont  had  aengetatt,  en  het 
water  ge  weert ,  het  is  fonder  t  wijffel ,  het  foudc 
fónder  veel  tegenftandt,  geflagen  geweeftzijn. 
Dochfy  hielden  fich  te  vreden ,  den  Oever  van  de 
Rivier  te  bewaren ,  om  Aureng  Zebe  den  door- 
tocht te  verhinderen ,  volgens  delaft  die  fy  ont- 
fangen  hadden. 

Na  dat  Aureng  Zebe  fijn  Heyr  alleenhjc 
twee  of  drie  dagen  had  laten  ruften ,  en  den  vyar 
befich  houdende ,  hy  het  felve  had  gereedt  geftelt, 
om  de  ftroom  over  te  trecken ,  dede  hy  al  fijn  ge- 
fchut ,  dat  hy  feer  wel  geplaetft  had ,  fpeelen  •  be- 
velende  voorts ,  dat  men ,  onder  de  befchermingh 
van  het  felve,  te  water  fou  gaen.  Kafem  Kan  en  de 
Raia  deden  van  hun  zijde  oock  het  hunne  fpeelen, 
«ellende  fich  in  ftaet  om  den  vyandt  te  weder 
ftaen.  De  ftrijdt  gingh  feer  hevigh  aen ,  in  het  be 
gin ,  en  met  groote  hartneckigheyt  van  beyde  iv 
den ,  doordeongemeene  dapperheyt  van  Jelio 
Seingue ,  want  wat  Kafem  Kan  belanght ,  hoewel 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  285: 
y  anderfims  ten  braef  krijghsman  was ,  gaf  hy  xx  1  v. 
\ evenwel,  in  dclt  gelegentheyt  daer geen groote wordt 
i  proeven  van.    Sommige  befchuldigen  hem  felfs  Bcfla6cn« 
van  verradery ,  hem  te  laft  leggende ,  dat  hy ,  des 

•  nachts ,  kruyt  en  kogels  in  het  zandt  verborgen 
j  had ,  want  na  twee  of  drie  Charges  of  lollïngen , 
j  walTer  geen  meer  voor  handen.  Hoe  't  dan  was  of 
É  niet ,  het  vechten  hielt  daerom  niet  op,  macr  ging 

even  hevigh  .icn ,  en  all'00  wierdt  dien  doortocht 
treffelijck  bevochten.  Daer  waren  eenige  rotzen, 
ïüin  de  kiilc  van  den  itroom  die  groote  verhindering 

•  aen  brachten ,  zijnde  oock  de  oever  acn  verfchey- 
den  oorden ,  feer  hoogh ,  en  fwacr  te  beklimmen. 
Maer  Morad  ,ten  laetlten, wierp  üch  in  het  water, 
met  fulck  een  drift  en  kracht ,  en  toonde  fulck  een 
moedighey  t ,  dat  men  hem  niet  langer  konde  te- 
gen ftaen. 

Hy  dan  geraeckt  over>en  by  gevolgh  een  groot 
edeelte  van  het  heyr ,  het  welck  d'oorfaeck  was , 
at  Kafem  Kan  begoft  te  wijeken  •  en  dat  JelTom 
Seinguc  ia  groot  gevaer  van  fijn  perfoon  was, 
want  hy  had  al  de  vyanden  genoeghfaem  op  den 
hals ,  en  ten  ware  gewecit ,  de  ongemeene  dapper- 
heyt  van  fijn  Rjgipous,  die  meelt  altemael  aen 
fijn  zijde  üierven  ,  hy  fouw'cr  gebleven  hebben. 
Men  kan  oordeelcn  in  wat  grooter  gevaer ,  hy 
fich,  by  die  gelegentheyt, bevand ,  dat  hy,  na 
dat  hy  fich ,  lbo  wel  als  hy  konde  gereddert  had , 
en  weder  na  fijn  Landt  keerde ,  niet  dervende ,  ter  , 
oorfacck  van  fijn  groot  verlies ,  weder  na  Agra 
trecken ,  van  feven  of  acht  dnyfent  Ragipous , 
die  hy  met  fich  had  mede  gebracht ,  niet  meer  als 
vijf  of  fes  hondert ,  daer  wederom  afvoerde. 

Defe  Ragipous ,  die  den  naem  van  de  Raias  xxv. 
dragen ,  gelijck  of  men  wilde  feggen  Konincks-  JJPjy u* 3 
kinderen,  zijn  van  Vaders  en  Moeders  wegen ,  af-  zijn. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


286         Treurige  Gefchiedenis  van 
komftigh  van  lieden ,  die  niet  anders  hebben  ge^ 
daen  als  den  degen  te  voeren  5  de  Raias ,  welckers 
onderdanen  fy  zijn ,  geven  hen  eenige  Landen  tod 
hun  onderhoudt ,  onder  voorwaerden  ,  datfyal-i 
tijdt  vaerdigh  moeten  zijn,  na  den  oorlogh  te 
trecken,  wanneer  het  hen  bevolen  wordt,  zijn-i 
de  alfoo  een  foort  van  Edel- lieden  onder  heb 
lieden.  Sy  nemen  of  gebruycken  veel  Opium ,  jae 
tot  een  verwonderlijke  menighte  toe ,  maer  fy; 
zijn  van  hun  Jonckheyt  af ,  daer  toe  gewoon  ge-! 
maeckt. Wanneer  fy  fullen  ten  ftrijt  gaen,  vergeten* 
fy  niet  hun  gemeen  gedeelte  of  Doüs  te  verdub-4 
beien.    Dit  fap  maeckt  hen  gelijck  als  dronc-i 
ken,  en  als  ongcvoeligh  van  het  gevaer,.  In-j 
voegen  fy  fich ,  even  als  rafende  dieren  in  het  j 
gevecht  werpen.    Niet  wetende  van  vluchten* 
of  wijeken,  maer  wel  aen  de  voeten  van  hun-| 
nen  Raia  te  fterven.    Hun  ontbreeckt  niet  als  .1 
overlegh ,  want  moedigheyt  enbefluyt  hebben  fy  j 
genoegh.    Hetiseenvreughthentefien,  met  dei 
harflènen  door  defen  Opium  verdooft ,  wanneer  j 
de  ftrijdt  fai  aengaen,  malkander  omhelfen,  en  fich  J 
onderlinge  als  het  laetftevaerweltoetefeggen ; 
als  lieden  die  niet  anders  wachten  als  de  doodt. 
En  omdeferedenis  het,  dat  de  groote  Mogol,  I 
hoe  wel  hy  een  Mahometaen ,  en  by  gevolgh  vy-  I 
andt  van  de  Heydenen  is,  evenwel  nietnalaet,  \ 
menighte  van  Rais,  geduerigh  in  fijn  dienft  te  heb- 1 
ben ,  die  hy  als  fijn  andere  Omrahs  in  achtinge  | 
houdt  5  en  van  de  welcke  hy  fich  in  fijn  heyrlegers 
dient, gelijck offe  Mahometanen  waren. 

Ick  kan  geenfins  nalaten  te  feggen ,  wat  fierder 
onthael  dedochter  van  Rana ,  haren  man  lelTom 
Seinde ,  over  fijn  verlies  en  vlucht,  gedaen  heeft. 
Wanneer  men  haer  had  te  kennen  gegeven ,  dat  de 
Raia  naby  was,  en  vorder  het  verlies  van  de  flagh , 

niec 


Early  European  Books;  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


■4 


4 


m 


DEN  GB.OOTEN  MOGOL.  28? 

niet  tegenftaende  alle  mogelijcke  dapperheydt , 
daer  in  van  hangetoont,  dac  hem  niet  meer  als 
vijf  of  fes  hondert  Ragipous  waren  overgeble- 
ven ,  en  hy  niet  langer  kennende  wederltaen ,  ge- 
nootfieckt  was  geweeft  te  vluchten , in  plaets  van 
yemandt  te  fenden,  omhein  te ontfangen,  enin 
fijn  ongeval  te  vertroolkn ,  beval  fy  koeltjes ,  dat 
men  de  poorten  van  het  Slot  fou  fluyten,  en  dac 
men  defen  fnooden  niet  fou  laten  inkomen,  dac 
hy  haer  man  niet  was ,  en  fy  hem  noyc  onder  haer 
oogen  wilde  fien.  Datdefchoon-foon  V3n  Ra-  xxvr. 
ma  foo  fnoodt  van  ziel  niet  konde  zijn  ,  dat  hy  wel  Vrouwc" 
had  te  gedencken,  dat,  zijndeaen  een  foo  door-  gJoJtmoo 
luchtigen  gedacht  gekomen,  hy  daer  dedeught  digheyt. 
van  na  raoft  volgen  ;  en  dat  in  een  woort ,  hy  had 
behooren  te  overwinnen  ,  of  te  fterven.  Een 
oogenblick  daer  na ,  had  fy  andere  bewegingen  : 
fy  belafte  dat  men  haer  een  lijck-ftapel  fou  berey- 
den,  dat  fe  fich  wilde  verbranden  ,  dat  men  haer 
bedroogh ,  en  nootwendighlijck  haer  man  doodt 
was  ,  fulcks  konde  niet  anders  zijn.  Een  weynigh 
daer  nafaghmen  haer  in  haer  gelaet  verandert, 
fich  c'eenemacl  vergrammen  enduyfent  fcheldt- 
woorden  tegens  hem  uytbraecken.  In  een  woort, 
fy  bleef  in  defe  ontftelrcnis  acht  of  negen  dagen , 
fonder  haer  man  te  willen  fien  •  tot  dat  in  'c  eynde 
haer  moeder  quam,  die  haer  een  weynigh  ter  ne- 
der ftelde ,  en  vertroofte ,  met  de  beloften ,  dac 
foo  haeft ,  als  fich  de  Raia  een  weynigh  fou  uyt- 
geruft  en  vervarfcht  hebben,  hy  een  nieu  wieder 
op  de  been  fou  brengen  ,  om  Aureng  Zebe"ce 
bevechten  en  fijneerteherftellen,  hetkoftewac 
het  wilde.  Waerhjck  een  grooce  moedt  in  defe 
PringelTe,  die,fettede  alle  lucht  ter  zijden,  in 
geen  faeck  behagen  konde  vinden  ,  als  in  de 
deughc* 

Als 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2%%        Treurige  Gefchiedenis  van 

Als  Dara,  het  geen  gebeurt  was  >  vernomen 
had ,  viel  hy  in  fulck  een  gramfchap, tegen  Kafem 
Kan,  dat  men  gelooft,  hy  hem  het  hooft  fou 
hebben  afgeflagen ,  foo  hy  tegen  woordigh  was 
ge  weeft.    Hy  had  die  felve  i  afende  bewegingen , 
tegen  d'Emir  Iemla,  als  die  deeerfte  en  voor- 
naemfte  oorfaeck  van  fijn  ongeval  was ,  en  volck , 
geit  i  en  gefchut ,  fijn  broeder  befchaft  had.  Hy 
wilde  fijn  foon  Mahomcth  Emir  Kan  dooden, 
cn  fijn  vrouw  en  dochter  na  de  Bar  as ,  of  marekt  j 
fenden,  om  hen  als  flaef  innen  te  verkoopen ,  en 
het  is  feecker ,  dat  hy  yets  foodanighs  fou  hebben 
aengevangen  ,  indien  Chah  lehan ,  met  groote 
voorfichtigheydt  en  foetheydt,  fijn  woeden  niet 
geftilt  had ,  hem  vertoonende  ,dat  d'Emir  lemla 
foo  weynigh  beleydt  niet  had ,  noch  foo  veel 
vriendfehap  voor  Aureng  Zebe ,  dat  hy  in  fijn  be- 
langh,  fijn  geheele  huyfgefin  fou  hebben  willen 
wagen,  ja  opofferen.    Dat  het  buy  ten  bedenc- 
ken  was,  of  Aureng  Zebe  had  hem  bedrogen, 
volgens  fijn  gewoonlijcke  loof  heydt  en  bedrie- 

SCWatvorders  Aureng  Zebe  en  Morad  Bakche 
aengaet,  degeluckigen  uytflagh,  vandefeeerftc 
ontmoetinge,  blies  hen  het  hart  foodanighop, 
enmoedighde  hun  gantfeheheyr  in  fulcker  voe- 
gen, dat  fy  fichnuvoortaenonverwinnelijck  en 
bequaem  om  alles  over  te  komen,  achten  te  zijn. 
Aureng  Zebe,  daer  en  boven ,  om  fijn  krijghs-he- 
den  te  meer  te  moedigen ,  roemde  opentlijck  dat 
hy  dartighduyfent  Mogols  tot  fijn  believen  had ; 
felfs  inhetheyrvan  Dara,  en  daer  was  wel  yets 
aen ,  gelijck  in  het  vervolgh  blijeken  fal.  Morad 
Bakche  fochx ,  boven  alle  dingen,  niet  anders  als 
te  ftrijden ,  en  begeerde,  dat  men  in  allefpoedt  fou 
optrecken;  maer  Aureng  Zebe,  om  defe  dntt 
r  een 


DEN  GROOTEN  MOGOL  289 
een  wcynigh  te  matigen ,  vertoonde  hem  >  dien- 
;  ^Iftigh  te  zijn  ,  dat  het  heyr  fich  wat  vervarfchte 
v"ï*en  die  ftroom  ,  dat  hy  onder tuffchen  aen  fijn 
V  vrienden  fchrijven  fou ,  om  daer  door  een  volko- 
nmenkennifle  van  de  ftaet  ten  hoof  te  krijgen,  en 
>j  hoe  het  met  hun  faccken  ftondt.    Invoegen  hy 
Agra  niet  naerderde ,  voor  dat  hy  eenige  dagen 
had  ftii  gelegen ,  en  evenwel  trock  hy  feer  lanck- 
faemaen  ,  om  beter  onderrechtingh  v3n  alles  te 
krijgen ,  en  fijn  tijde  en  gelegentheyt  te  nemen. 

Wat  Chah  Iehan aengaet ,  als  hy  klaerlijck  het 
befluyt  van  Aureng  Zebe,  en  Morad  fagh,  en 
dat 'er  geen  hoop  was,  hen  te  doen  weder  en  te 
rugge  keeren ,  bevandt  hy  fich  in  fulck  een  ver-  xxvii; 
warringe,  dat  hy  niet  wift  wat  te  beginnen ,  en  j^J™^ 
eenigh  groot  quaedt  voorfiende  ,  had  hy  gaerne  den  '* V 
defe  uyterfte  fchey-flagh  willen  verhoeden  ,  waer  Koninch. 
toe  hy  fagh ,  dat  Dara  fich  met  allen  y  ver  ver- 
vaerdighde.    Maer  wat  foude  hy  doen ,  om  fich 
daer  tegen  te  ftellen ,  hy  was  noch  veel  te  fwack 
van  fijn  fieckte ,  en  bcvand  fich  geduerigh  onder 
de  handen  van  Dara,  diehy ,  gelijckgefeghtis, 
niet  al  te  veel  vertrouwde  j  invoegen  hy  noot- 
wendigh ,  na  fijn  pijpen  molt  danflen ,  al  de  macht 
van  het  Rijck  hem  in  handen  ftellen ,  en  de  Bevel, 
ebberen  belaften ,  hem  in  alles  tc  gehoorfamen. 
Terftondt  was  alles  in  de  wapenen ,  en  waer- 
lijck  men  weet  niet,  of  men  in  Hindouftan  oyt 
fchoonder  heyr  gcfien  heeft ;  men  houdt  dat  'er 
niet  veel  minder  als  hondert  duyfent  te  paert ,  en 
twintigh  duyfent  te  voet  in  geweeft  zijn ,  met 
tachtentigh  ftucken  gefchuts^  fonder  het  onge- 
looflijck  getal  van  jongens  en  dienaren ,  foetelaers 
en  diergeliicke  te  reeckenen.    Hoe  fchoon  en 
heerlijck  dit  heyr  was ,  en  bequaem  om  drie  fulc- 
ke ,  als  Aureng  Zebe  had ,  in  ttucken  te  houwen , 

T  dis 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2qo         Treurige  Gefcbiedems  van 
die  niet  boven  de  dartigh  of  veertigh  duyfent 
mannen  ,  in  als  ,  en  die  noch  door  de  lange  tocht 
vermoeytenafgemac,  fterek  was  joock  weymgh 
cefchut ,  in aenmereking  van  Daia  ,by  ucn  had, 
evenwel ,  hoe  fou  men  'cgelooven?  men  vandt 
nauwlijcks  yemand ,  die  Dara  yets  goets  tc  voren 
fpelde ,  om  dat  men  win ,  dat  het  meefte  gedeelte 
van  de  Omrahs  hem  niet  toe^edaen  waren ,  en  dat 
al  dat  hy  had,  van  goede  krijghslieden ,  en  daer,. 
hy  hem  Toude  mogen  op  vertrouwen,  onder  het 
beleydt  van  Soliman  Chekeuh  was.    En  het 
was  om  defe  oorfaeck,  dat  de  getrouwfte  van 
fijn  vriendenen  Chah  lehan  felfs  van  rade  waren, 
dat  hy  eerftelijck  geen  flaghfoude  wagen,  bijn 
Vader  hoe  fwack  hy  was,  boodfich  felvenaen, 
om  te  velde  te  gaen,  enfichby  Gjnfoon  Aureng 
Zebe  te  laten  dragen,  't  wclck  de  befte  middel 
was,  om  vrede  te  verkrijgen,  en  het  dienftighlte 
xxviii  voor  de  ftaet  van  Chah  lehan.  Want  het  isieec- 
sija  v"l:  ker,  dat  noch  Aureng  Zebe,  Morad.B*- 
flagenaen  che  oyt  de  ftoutigheydt  fouden  hebben  gehadt , 
DaKU      te^en  hun  eygen  Vader  te  ftrijden,  en  ot  iy  al 
fufeks  fouden  hebben  derven  beftaen ,  fy  daer 
iiechtelijck  mede  fouden  gevaren  hebben  ,  om 
dat,behalven  dat,de  deeling  niet  gelijk  was,  alfoo 
de  eroote  Omrahs,  foo  toe  Chah  lehan  genegen 
waren ,  dat  fe  niet  fouden  hebben  gelaten  met  alle 
dapperheyt  te  ftrijden ,  indien  fe  hem  felfs  aen  het 
hooït  van  het  heyr  gefier .hadden.   De  BeveU 
hebbers  felfs  van  Aureng  Zebe ,  en  Morad h .  had- 
den  veel  liefde  en  achtbaerheyt  voor  defen  Vor  It , 
daer  fy  ten  meeften  deel  fchepfels  en  maeckfels 
van  waren ,  datfe  den  degen tegens  hem  fouden 
cetrocken  hebben  ,  gelijck  oock  al  de  reft  van 
het  heyr,  t'cenemael  hem  toegedaen  en  genegen 
was.  Ten  anderen  rieden  fy  hem ,  dat  mge  vafhy 


m 


DEN  GROOTEN  MOGOL  2£l 
na  geen  voorflagen  en  middelen  wilde  luyfteren, 
hy  fich  evenwel  niec  reuckeloos  in  gevaer  fou 
itellen,  noch  den  oorlogh  te  feer  verhaeflen, 
maer  al  het  verlengen  foccken ,  om  ti jdt  aen  So- 
liman  Chckouh  te  geven,  die  met  fpoet  aen  quam, 
om  fich  by  hem  te  vervoegen.    Het  welck  oock 
een  feer  goeden  raedt  was,  aengeiïendc  liefde, 
die  het  gantfche  hcyr  defen  jongen  Heer  toe- 
droegh ,  behalven  dat  hy ,  als  overWniner ,  weder 
keerde,  en  al  daer  fich  Dara  op  fou  derven  ver- 
trouwen ,  onder  en  by  fich  had  ,  celijck  ee- 
feght  is.  £>   /  fa 

Maer  geen  van  alle  defe  be  weeghredenen ,  wa- 
ren machtigh  om  hem  te  bewegen ,  alfoo  fijn  ge- 
dachten nergens  anders  toe  ftreckten ,  als  om  flagh 
te  leveren ,  foo  haeft  hem  mooghlijck  was ,  en  in 
perfoon  Aureng  Zebe  onder  oogentefien.  En 
het  kan  zijn  ,  dat  hy  niet  qualijck  dede  voor 
fijn  eer,  aenfien,  en  byfonder  belangh ,  indien 
hy  anders  meefter  van  fijngeluck  was  geweett, 
en  de  faecken  had  konnen  doen  uytvallen ,  foo 
als  hy  defelve  wel  konde  voorflaen ;  want  fiec 
eens  ten  naeltenby,  wat  fijn  aenmerekingen  wa- 
ren ,  daer  hy  fich  niet  konde  bedwingen ,  yets  van 
teontdecken. 

Hy  merekte  fich  felven  aen  als  Meefter  VanXXVIIÏ» 
Chah  lehan,  daer  hy  mede  konde  handelen  nn^*™'  a 
lijn  eygen  begei  en,gclijck  hy  oock  al  fijn  fchatten  Daw. 
en  macht  in  handen  had.  Dat  Sultan  Suiah  wei 
half  bedorven  en  verloren  was,  en  dat  fijn  twee 
andere  broeders  ,  met  een  fwack  en  vermoeyc 
heyr,  fich  van  felfs  quamen  in  fijn  handen  wer- 
pen :  dat ,  indien  hy  de  flagh  wan  ,  gelijck  feer 
waerfchijnelijck  was ,  fy  hem  niet  louden  kon- 
nen ontkomen  iy  invoegen  hy  terftond  volkomen 
Meefter ,  ten  eynde  vanal  fijn  faecken  >en  op  dea 

X  Z  top 


i 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


292         Treurige  Gefcbtedents  van 
top  van  fijn  begeren  fou  zijn ,  foo  dat  hem  me- 
mfndc  fou  kennen  tegenfpreecken  ,  of  de  wet 
ftellen,  en  hot  Rijck  foo  doende  «fijn  handen 
was ,  da:  h^m  niemand:  ioukonnendifputeren  of 
in  twij  fel  trecken :  in  de  plaets,dat  foo  fijn  Vader 
te  velde  toogh,  alles  fou  worden  bygeleght,  fijn 
broeders  fouden  weder  na  hun  Landtvooghdy 
keeren ,  Chah  Jehan  weder  komende  met  gefont- 
heyt,  fou,  gehjek  ais  voorheen,  debemermgn 
van  fijn  Rijck  aenvaerden,  en  foo  alles  komen  in 
de  ftaet  daer  het  tevoren  in  ge  weeft  was.  Dat, 
indien  hy  vorder  Soliman  Chekouh  inwachte 
Chah  Iehan  eenigh  befluyt  tot  fijn  achterdeel 
konde  nemen ,  of  yets  met  Aureng  Zebe  bedifle- 
len,  en  vorders,  wat  hy  oock  mocht  doen ,  om 
den  ftrijdt  te  winnen ,  dat  Soliman ,  doorluentigh 
door  fijn  verfche  overwinninge  ,  daer  evenwel 
altoos  de  eer  en  roem  van  foude  hebben,  Daer- 
en- boven ,  wat  fou  die  niet  wel  bequaem  zijn  aen 
te  vangen,  zijnde  opgeblafcn  door  foo  veel  eer 
en  voordeel  ,  voornamentlijck,  geftut  en  on- 
derfchraeght ,  gelijck  hy  was,  door  de :  liefde 
engunft  v!n  Chah  lehan ,  en  het  grootfte gedeel- 
te van  de  Omiahs  <  Wat  wift  hy ,  of  hy  noch 
wel  eenige  eerbiedinge  en  acht ingh  voor  hem, 
fijn  Vader  fou  houwen,  en  waer  toe  fou  hem  tijn 
ftaet-fucht  niet  konnen  vervoeren. 

Defe  aenmerekingen  deden  Dara  benuyten , 
fichteeen  allen raedt  te  ftellen,  enfijneygenbc- 
lanah  te  volgen.  En  in  der  daedt  hy  belatte  ter. 
ftondt  het  g?ntfcheheyr  in  het  veldt  te  brengen  , 
en  cinch  fel  ver  van  fijn  Vader  oorlof  nemen ,  die 
in  het&Slot  van  Agra  was.  D'Oude  Man  ver- 
fmolt  fchier  in  tranen ,  hem  omhelfende ,  maer 
hy  liet  niet  na  hem  te  feggen  met  grooten  ernft : 
Wel  dan  Dara,  nademaelghy  wilt  dat  alles  ge. 


I  w 

\  ffl'.'' 


■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  29$ 
daen  wordt ,  gelijck  ghy  wilt ,  gaet  dan ,  de  Hee- 
rc  zegene  u ;  maer  denckt  om  defe  drie  woorden :  x  x  1  x. 
Indien  ghy  de  ftrijdt  verliclt ,  foq  wacht  u  wel  van  Straf  be- 
oyt  voor  my  te  verfchijncn.  Defe  reden  racck-  Jj^1  van 
ten  hem  niet  feer ,  maer  hy  ginck  rou  tvelijck  van  Koninpk. 
aaf  daer,  tteegh  te  paert,  en  met  fijn  heyr  voort- 
treckende>  floegh  fich  aen  de  overtocht  van  de 
ftroom  Thembel  neder ,  zijnde  omtrenc  twintigh 
mijlen  van  Agra  gelegen ,  daer  hy  üch  veifterck- 
te>  verwachtende  fijns  vyandts  aenkomft :  maer 
de  arge  en  loofe  Aurcng  Zcbe  >  die  het  aen  geen 
goede  verfpieders  ontbrack  ,  en  wel  wift  dat 
d'overtocht  aldaer  feer  fwaer  was ,  hoede  fich 
wel  van  die  te  bevechten.  Hy  floegh  fich  wel 
daer  omtrent  neder,  foo  dat  men  uyt  het  leger 
van  Dara  ,  fijn  tenten  wel  bekennen  konde. 
Maer  wat  doet  hy  ondertuflchen  <  hy  begoft 
meteen  weder fpannige  Raia  Chempet  genoemt , 
te  handelen,  deed  hem  groote  gefchencken  eo 
beloften,  indien  hy  hem  de  doorganck  door  fijn 
landt  wilde  verleenen ,  om  daer  door  eengemac- 
kelijcker  doortocht  van  de  ftroom  te  vinden. 
Chempet  verdroeghmet  hem  ,  enboodtfichaen 
hem  felfs  den  wegh  door  de  bofichen  en  bergen 
van  fijn  landt  te  wijfen.  Dien  felven  nacht  brack 
Aureng  Zebe  op ,  fonder  veel  gerucht  te  maec- 
ken  ,  latende  eenige  tenten  ftaen ,  om  Dara  te  be- 
driegen ,  en  treckende  nacht  en  dagh ,  dede  fulc- 
ken  naerftigheydt ,  dat  hy  al  eer  over  de  ftroom 
was,  als  Dara  daer  de  tijdingh  van  had,  invoegen 
hy  genootfaeckt  was,  felfs  fijn  leger-plaets  te 
verlaten,  en  fich  na  fijn  vyandt  te  begeven  ,  die 
men  hem  feyde  hart  aen  te  trecken,  om  de  rivier 
de  Gemna  te  winnen ,  en  aldaer  fonder  moeyte , 
fich  van  fijn  water  te  dienen ,  wel  te  verfterc- 
ken,  en  Dara  te  verwachten.    De  plaetsdaer 

T  $  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


294  Treurige  Gefcbïedenis  van 
hy  fich  neder  fioegh ,  is  niet  meer  als  vijf  mijlen 
van  Agra,  eertijdcs  Samonguer,  en  tegenwoor- 
digh  Fatea  Badgenoemt,  loo  veel  geleydt, als 
plaets  van  overwinninge.  Een  weynigh  tijdts 
<laer  na,  quamfich  Dara  oockaldaer  neder  flaen, 
op  den  oever  van  de  Riviere  >  tuiTchcn  Agra  en 
het  heyr  van  Aureng  Zebe. 

Aldus  lagen  defe  twee  lieyrlegers ,  in  't  geficht 
den  een  van  den  ander ,  fonder  malkander  aen  te 
taften :  geduerende  wekken  tijdt  Chah  Jehan  ver- 
fcheyde  brieven  aen  Dara  fchreef,  dat  Soliman 
Chekouh  niet  verre  was,dat  hy  fich  niet  verhaeftê 
fou,  maer  nader  aen  Agra  komen,  dat  hy  een  voor- 
deelige  plaets  fou  kiefen,om  fich  daer  neder  te  flaé 
en  fijn  aenkomft  te  verwachten:  maer  Dara  gaf 
hem  tot  antwoort,  dat  geen  drie  dagen  fouden 
voorby  gaen ,  of  hy  fou  hem  Aureng  Zebe ,  en 
Morad,  gebonden  voor  fijn  voeten  leveren,  om 
fulcke  voldoeningh  van  hen  te  eyfchen ,  als  hy 
dienftigh  fou  oordeelen,  en  fonder  langer  te  wach- 
ten, belafte  terftondt  fijn  heyr  in  ordere  teftel- 
len. 

-  «  ~.      Hy  fette  al  fijn  geftucken  voor  aen ,  maeckende 

or'ctere  der  het  felve  met  ketenS  2en  malkander  vaft  »  °m  de 
weghvoorde  paerden  te  fluy ten.  Achter  hetge- 

fchut  ftelde  hy  ook  een  groot  getal  Cameelé,voor 
op  dewelcke  hy  mede  eenigh  fchiet-geweer  vaft 
maeckte ,  van  de  groote  van  een  dubbele  muf- 
quet ,  dat  door  een  man,  die  achter  op  fat,  afge- 
fchoten  en  weder  geladen  wierdt,  fonder  dat  hy 
behoefde  af  te  klimmen.  Achter  defe  Cameelen 
ftelde  hy  het  grootfte  gedeelte  van  fijn  mufquet- 
tiers.  Van  de  reft  der  troepen ,  beftaende  meeft 
in  ruytery  (gewapent  met  fwaert ,  boogh  en  pijl- 
koker, gelijck  gemeenlijck  de  Mogols,  dat  is 
gefeght ,  blancke  Indianen ,  *ijn  j  of  met  den  de- 
gen 


XXX. 


twee 
broeders* 


i 


DEN  GROOTËN  MOGOL.  29$ 

gen ,  en  een  foort  van  een  halve  picck  ,  gelijck 
gemeenlijck  de  Ragipous  ge  wapent  gaen)  maeck- 
te  hy  drie  hoopen.  De  rechter  vleugel  vertrouw- 
de hy  aen  Calli-lulah-kan ,  met  dartigh  duyfent 
Mogols  onder  fich,  alfoohy  groot  Bakchis,  foo 
veel  gefeght  als  groot  Meeiter  en  Overlte  van  de 
ruytery  was*  De  flmcker  vleugel  wierde  Ruftam 
Kan  Dakny,  een  vermaert  en  leer  dapper  Over- 
fte ,  beneffcns  Raia  Chatreiacc ,  en  de  Kaïa  Ram- 
feingue  Routle  aenbevolen.  De  middel-troep 
behield  hy  voor  fich  lelven. 

Aureng  Zebe ,  en  Morad  Rakche  van  hun  zijde 
beitelden  oock  hun  heyr ,  byna  op  defelve  manie- 
re,  als  alleen ,  dat  fy  in  het  midden  der  troepen 
van  eenige  Omrahs,  foo  ter  rechter  als  ter  flinc- 
ker  handt ,  eenige  kleyne  veldt-ftucken  hadden 
verborgen ,  zijnde  een  vondt  van  d'Kmir  Jemla  > 
die  hem  oock  niet  qualijck  geluckt  is.  Men  ge- 
bruyckt  fonderliugh  anders  geen  oor loghs- liften , 
als  dieickverhaelthebbe,  als  alleen  dat  men  hier 
en  daer  eenige  vyer  of  foort  van  granaet- werpers 
ftelde,  die  hun  vyer-werck  met  een  ftock,  feer 
verre  onder  de  ruytcrs  weten  te  werpen  ,  waer 
door  fe  de  paerden  verfchrickt  maecken,  behaiven 
de  fchade  die  fe  doen. 

Zijnde  alles  aldus  beftelt,  be^oft  het  ge-  xxxt. 
fchut  van  d'een  en  d'andere  zijde  te  lpelen ,  want  Aenvar.gb 
het  felve  is  by  hen  altoos  gewoon  het  voorfpel  te  ™"£en 
maecken.    Waer  op  terftondt  pijlen  begolten  te 
vliegen ,  wanneerder  een  foo  ftercken  ftort-regen 
ontftondt,  dat  de  ftrijdt  daer  door  verhindert 
wierdt.    De  regen  over  zijnde,  bcgoli  het  ge- 
fchut  fich  weder  te  laten  hooren ,  en  als  doen  was 
het  dat  fich  Dara  vertoonde,  dewelckegefeten 
op  een  trotfcn  Elephant  van  Gilan,  bevel  gaf, 
dat  men  van  alle  kanten  fou  aenvallen ,  gelijck  hy 

T  4  felfsj 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


29<S         Treurige  Gefchiedenis  van 
felfs,  in  het  midden  van  een  groocen  troep ruy-d 
ters»  op  het  gefchut  van  fijn  vyandt  aentoogh, 
dat  hem  dapperlijck  onthaelde,  en  veel  volcks 
rondtfom  hem  henen  ter  neder  deed  Horten ,  en  2 
alfoo  onorder  brachten  >  niet  alleen  in  het  gros  | 
dat  hy  beftierde  >  maer  oock  in  dat  van  de  ruy-1 
tery,  die  achter  hem  volghde.  Evenwel  wan- 1 
neer  men  hem  fagh  vaft  blijven  op  fijn  Elc- 
phant  y  met  een  ftoutmoedigh  gelaet  rondtfom 
üen,  en  met  de  handt  het  teecken  doen  van 
aen  te  vallen ,  en  hem  te  volgen ,  was  de  onordere 
haeft  gedaen,  nemende  een  yeder  fijn  plaetsdie 
hy  gelaten  had ,  en  treckende  met  hem  op  den 
vyandt  aen.    Maer  hy  konde  by  de  felve  niet  ko- 
men ,  fonder  noch  een  donder  van  gefchut  uyt  te 
ftaen ,  die  weder  op  een  nieuw  groote  onorde  ver- 
oorfaeckte ;  en  een  goet  gedeelte  van  fijn  volck 
deed  te  rugge  wijckcnj  hy  evenwel,  fonder  fijn 
gelaet  te  veranderen ,  bleef  even  beftendigh , 
moedigende  fijn  volck  aen,en  geduerigh  wijfende, 
dat  men  hem  fou  volgen ,  fonder  meer  ti  jdt  te  ver- 
liefen.    in  voegen  hy  dapper  aen  dringende, 
meefter  van  het  gefchut  wierdt,  daer  hy  de  kete- 
nen van  brack,  drongh  alfoo  in  het  Heyr ,  en  hielp 
kamelen  en  voetknechten  ,  en  al  wat  hy  aen  dien 
xxx  it.  oordtin  de  weghvandt  in  onorde,  en  maeckte  al- 
foo een  brave  doortocht  ,  voor  de  ruytery  die 
hem  volghde.  Enalsdoe  was  het  dat  hy,hebbende 
de  ruytery  des  vyandts  voor  fich  ,  een  hardt  ge- 
vecht ontftont.    Een  hagel  van  fchichten  vloogh 
eerft  van  d'een  en  d'andre  zijde.    Dara  felfs  nam 
oock  den  boogh  in  de  handt ,  maer  al  het  gefchiet 
doet  weynigh  fchade,  de  pijlen  verhefen  fich 
meerder  in  de  lucht ,  of  vallen  opderaerde,  als 
fy  quetften  of dooden.  De  ecrfte  ontlaftmgh  van 
<ie  pijlen  gedaen  zijnde ,  quamenfy  malkander  na- 
der 


Voordeel 
van  Dara. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


m 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  297 

eren  het  raeckte  foo  te  met  tot  een  handt  ge- 
echt.  Toen  ginck  het  eerft  ter  degen  van  beyde 
ijden  acn.  Dara  vertoonde  fich  altoos  onbe- 
.veeghlijck  op  fijn  Elephant ,  moedt  gevende ,  en 
een  yeder  toe  roepende,  endrongh  tenlaetften, 
metfulckeen  dapperheytaen,  dat"hy  al  wat  hem 
hinderen  mocht ,  uyt  den  wegh  hielp ,  de  ruyte- 
ry  in  onorder,  en  eyndelijck  felfs  in  de  vlucht 
bracht. 

Aureng  Zebe ,  die  niet  verre  van  daer  ,  en 
oock  op  een  Elephant  geleten  was ,  fiende  defe 
onordere ,  bevandt  fich  in  groote  bekommernis , 
en  pooghde  op  alderhande  maniere  >  maer  fonder 
groot  gevolgh ,  daer  in  te  voorfien,    Hy  deed  * 
een  ttoep  van  fijn  befte  ruytery  aen  trecken,  om 
te  fien  of  hy  het  tegen  Dara  fou  konnen  ftaende 
houden ,  maer  het  duerde  niet  feer  langh ,  of  dien 
troep  wierdt  oock  gedwongen,  in  groote  onor- 
der, te  wijeken,  wat  hy  oock  doenoffeggen  kon- 
de,  om  het  felve  te  verhinderen ,  maer  laetons 
onderwijlen  fijn  moedt  en  fijn  kloeckmoedigheyt 
aenmereken.    Hy  fagh  dat  by  na  fijn  gantfche 
heyr  in  onorde  en  op  de  vlucht  was,  in  voegen  hy 
geen  duyfent  mannen  by  fich  had ,  die  ftant  hiel- 
den.   Hy  fagh  dat  Dara ,  niet  tegenftaende  de 
ongemackelijckheyt,  van  den  wegh,  als  zijnde 
ongelijck  en  vol  grachten ,  evenwel  het  gelaet 
maeckte,van  hem  op  het  lijf  te  vallen,  echter  ver- 
loor hy  daerom  geenfints  de  moet ,  en  wel  verre  xxxiil 
van  fchrick  te  hebben ,  en  om  een  goet  heen  ko-  Moedig- 
men  te  fien ,  hielt  dapperlijckftandt ,  roepende  de  Jjj™ 
voornaemfte  vat  fijn  Overften  met  hun  naem ,  en  Zcbe. 
het  woordt  DdiramSoo  veel  als  moedt  mi  jn  vrien- 
den, daer  by  voegende,  wat  hoop  is*er  inde 
vlucht"?  Weet  gy  niet  waer  onfe  Decan  is  £  Kpd* 
be,  Kjdabe,  Godt  is  het ,  Godt  is  het ,  en  op  dat 

T  5  nie- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefchiedenis  van 
nicmandt  acn  fijn  moedigheyt  fou  hebben  te 
t wij  ffelen  ,  en  yeder  mocht  uen ,  dat  hy  nergens 
minder  op  dacht,  als  op  de  vluch t,belafte  hy  voor 
een  yeder ,  dat  men  terftondt  fijn  Élephant  keete- 
nen, om  de  beenen,fou  flaen,  en  wilde  hetoock 
in  der  daedt  gedaen  hebben ,  ten  waer  fy  hem  hun 
moet  en  vernieuwde  dapperhey  t  toonden. 

Dara  ondertutfchen  trachte  wel  by  Aureng 
Zebe  te  komen ,  hoewel  hy  noch  verre  van  hem 
was ,  en  de  ongemackelijckheyt  van  den  wegh 
hem  feer  op  hield  >  en  het  over  al  noch  vol  ruyters 
was ,  die  Ichoon  in  onordere ,  evenwel  niet  lieten, 
dappere  tegenftandt  te  doen,  zijnde  oock  dat  al- 
leen ,  'tgeen  fijn  overwinning  konde  veroorfaec- 
ken,  en  een  eynde  van  den  mijdt  maecken,  en 
eyndelijck  hy{fou  al  defe  fwarigheden  te  boven  ge- 
komen zijn  •  en  Aureng  Zebe  met  fijn  kleyne 
macht ,  die  hem ,  omtrent  fijn  perfoon  nochove- 
righ  was,  geenfints  in  ftaet  ge  weeft  zijn,  om 
defe  ,  aireets  overwinnende  vyanden ,  te  konnen 
tegen  ftaen .  Maer  Dara  konde  fich  van  fijn  voor- 
deel niet  dienen ,  en  fiet  hier  wat  het  gene  was , 
dat  hem  verhinderde ,  en  de  oorfaeck  waer,  van  de 
behoudenis  van  Aureng  Zebe. 
xxxiv.  Daraverraerckte,  dat  fijn  flincker  vleugel  in 
Misflagh  groote  verwarringh  was,  gelijck men  hem  oock 
van  Dara.  ce  kennen  gaf,  dat  Ruitan  Kam,  enChatrefale 
gedoodt  waren ,  dat  Ramfeingue  Routle  te  verre 
ingedrongen  was,  dat  hy  deur  en  deurgeflagen 
had,  maer  dat  hy,  voor  tegenwoordigh,aen  alle 
zijden  omcingelt ,  en  in  feer  groot  gevaer  was , 
verliet  fijn  voornemen ,  van  fijn  Broeder  aen  te 
taften ,  om  fijn  flincker  vleugel  te  hulp  te  komen. 
Daer  ontftondt  op  nieuw  een  hart  gevecht ,  maer 
Dara  quam  het  al  te  boven,  brengende  het  alles  m 
onordere ,  vindende  evenwel  altoos  het  een  of  hec 

ander , 


i 


DEN  GROOTEN  MóGOL.  299 

nder,  dat  hem  tegenftandt  deed ,  en  verhinder- 
de.   Onder  dies  Ramfeingue  Routle ,  vocht  mee 
00  grooten  moedt  en  dapperheydt ,  als  moge- 
jek  was.    Hy  querftc  Morad  Bakche ,  en  quam 
hem  foo  na  by,  dat  hy  de  ftrengen  van  fijnEle- 
phantbegoft  lostefnijden,  om  hemteraerdente 
werpen,  maer  de  dapper  heyt,  en  hetfgeluck  van 
orad ,  gaven  hem  dacr  geen  tijde  noch  geJegent- 
eydt  toe,  en  waerhjck  noyt  Oorloghs  man, 
vocht  met  meerder  kloeckheyt  als  Morad ,  in  de-  x  X  X  v, 
fe  gelegentheyt ,  foogequetft  en  bedrongen  van  Dapper- 
de  Ragipous  van  Ramfeingue  ,  als  hy  was ,  o^jj30 
noyt  toonde  hy  fich  verbaeft ,  of  gingh  een  tree  uia  * 
te  rugge ,  en  hy  wift  fijn  tijdt  foo  wel  waer  te  ne- 
men, dat  alhoewel  hy  met  fijn  fchilt,  fijn  Soon 
feven  of  acht  jaren  oudt ,  die  hy  aen  fijn  zijde  had 
:  fitten ,  genoodtfaeckt  was  te  bedecken ,  hy  met 
een  pijl  Ramfeingue  doodt  ter  aerde  velde. 

Dara  was  niet  langh  fonder  defe  droeve  boodt- 
fchap  te  ontfangen ,  celijck  men  hem  oock  ter 
ifelver  tijdt  berichte ,  dat  Morad  in  groot  gevaer 
sl  was,  (tellende  fich  de  Ragipous  aen,  als  briefchen- 
:  de  Leen  wen,  om  dc  doodt  van  hun  Raia  te  wreec- 
ken.  En  hoewel  hy  fagh,dat  ,aendienoordt,de 
wegh  feer  moeyclijck  was,  en  hy  altoos  eenige 
kleyne  troepen  vandt  die  hem  op  hielden ,  fagh 
men  hem  evenwel  met  alle  raferny  op  Morad  aen 
fetten  j  en  dit  was  in  der  daedt  dat  hy  had  moeten 
doen,  om  de  miflagh  van  Aureng  Zebe  aen  te 
taften  ,  te  vergoeden  j  maer  fijn  ongeluck  was 
hem  in  den  wech ,  of  om  beter  te  feggen ,  een  van 
de  fnoodfte  verraderyen ,  die  menfou  konnenbe- 
dencken ,  die  oock  oorfaeck  van  fijn  verlies  en  on-  x  x  x  v  I. 
dergangh  was.  schelms 

Calil-ullah-kan,  hy  die  over  de  dartigh  duy-  ve"act  van 
fent  Mogols ,  van  de  rechter  vleugel  geboodt ,  J^h."^ 

cn 

1      -  "  ' 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


aoo        Treurige  Gefchieden'ts  van 
en  die  alleen  met  defelve,  machtigh  was , de  gant 
fche  macht  van  Aureng  Zebe  te  vermeefteren 
terwijl  Dara,  en  fijn  flincker  vleugel  met  fulc 
een  dapperheyt  ftreden  en  foo  voorfpoedigh  wa 
ren ,  hielde  fichaen  een  zijde ,  fonder  yets  te  doen, 
als  hadde  hem  het  werk  niet  aen  gegaen,  en  fonder 
toe  te  laten ,  dat  yemandt  van  de  fijne  een  pijl- 
fchoot ,  onder  voorgeven  dat  fy  de  troep  van  re- 
ferve ,  of  behulp  waren ,  en  dat  hy  niet ,  als  in  het 
alderuyterfte  ftrijden  moft  ,  waer  toe  hy  laft  en? 
ordere  had.    Maer  de  rechte  oorfaeck behield  hy 
by  fich,  namentlijck  de  oude  beledigingh,  die  hem 
Dara  gedaea  had ,  als  hy  hem  de  fiagen  met  de 
Babouche  had  doen  geven  •  welcke  Babouche  foo 
veel  als  een  fchoe  van  de  Mogolsis.  Maer  even- 
wel dit  fchelmftuck  fou  van  weynigh  belanghge-?}, 
weeft  zijn ,  indien  defen  fchelmhier  mede  had  ttv 
vreden  geweeft,  Dara  had  evenwel  de  overwin- 3» 
ningh  verkregen.    Siet  hier  hoe  verre  hem  fijn  jt 
raferny  vervoerde.    Hy  gingh  van  fijn  troep  af, 
gevolght  van  eenige  weynige,  en  rende  met  alle  I 
macht  na  Dara  felfs  toe ,  ter  felver  tijdt ,  wanneer 
hy  heen  toogh,  om  Mond  op  te  komen,  en  van 
foo  verre ,  als  men  hem  konde  verftaen ,  riep  met 
alk  macht ,  Mob  Barekbad ,  Het  goede  zy  voor  u , 
Hrtartt  Sdamtt ,  Dat  u  Majefteyt  geiondenbe- 
houdenzy ,  fy  heeft  de  overwinmngh  verkregen ,  i 
Blbamd  ul  EUahy  Maer  mijn  Godt,  wat wilt  ghy:« 
daer  om  hoogh  op  u  Elephant  doen  ?  is  het  niet? 
langh  genoegh,  dat  ghy  u  ibodanigh  hebt  in  ge-  ' 
vaer  ceftelt ,  indiqn  de  minfte  van  de  fchoten ,  die  a 
chy  door  u  hooft-deckfel  hebt,  u  perfoon  ge-  j 
troffen  had  ,  waer  fouden  wy  tegenwoordigh 
zijn*  ontbreeckender  oock  verraders  in  dit  heyr  <  i 
in  Godts  naem  ,  komt  doch  vaerdigh  af  ,  en  j 
klimt  te  paert,  wat  is 'er  anders  te  doen  ,  als  de  J 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GB.OOTEN  MOGOL.  30I 

L'luchcelingen  na  te  jagen  •  gaen  wy ,  en  laten  niec 
soe ,  dat  fy  ons  ontkomen. 
I  Indien  Dara  fijn  finnen  genoeghfaem  by  een 
tnad  gehad ,  om  het  bedrogh  te  mercken  ,  en  tc 
weten  wat  het  tc  feggenwas>  in  die  tijde  niet  op 
ijn  Elephant  gefien  te  worden  j  of  dat  hy  >liever 
defen  pluymftri  jeker  terftondt  den  kop  had  laten 
"flaen  ,  hy  had  van  alles  meefter  ge weeft ,  maer 
goede  Vorft  liet  fich  ftreelen  en  verblinden , 
ioor  defe  foete  woorden.    Hy  hoorde  defen 
:  raedt  gelijck  offe  wel  ter  degen  waeren  heylfaem 
1  was  ,  klam  van  fijn  Elephant ,  en  ginck  te  paerde 
fitten.  Maer  het  duerde  geen  vierdendeel  van  een 
aer,  of  hy  merektedeverradery  vanCalil-ullah- 
kan ;  en  fagh  klaer  de  misflagh  die  hy  gedaen  had. 
Hy  fagh  vaft  na  hem  om ,  vraeghde  waer  hy  was , 
om  den  verrader  om  te  brengen ,  maer  de  fchelm 
was  te  verre  van  der  handt ,  en  de  gelegentheydt 
verloren. 

Sou  men  wel  gelooven ,  dat  foo  haeft  het  heyr 
.  fagh ,  dat  hun  Vorft  niet  meer  op  fijn  Elephant 
was ,  het  felve  oordeelde ,  dat  'er  verradery  onder 
fchuylde,  en    Dara  doodt  was?  Waerlijck 
een  yeder  was  in  de  hooghfte  bekommernis  van  XXXVII 
de  werelt,  en  niemandt  wilt  wat  hy  te  doen  had.  v«oor-  * 
de,  maer  fagh  alleenigh  om  de  hand  van  Aureng  faccktde 
Zebe  teontgaen.    Wat  fullen  wy  feggen  t  alles  oycrwin- 
raeckte  in  verwarringe  ,  elck  koos  de  vlucht ,  Au?eng°0* 
waerlijck  een  fchiclijcke  en  vreemde  verande-  zebe, 
ringh  :  hy  die  fich  felven  foo  even  te  voren  over- 
winnaer  fagh,  vind  fich  verlaten,  en  gehouden 
felfs  te  vlieden,  indien  hy  fijn  leven  wil  behou- 
den. 

Aureng  Zebe  gemoedight  door  een  foo  won- 
derlijcken  voorval ,  bleef  in  geen  gebreecke  alles 
wat  hy  konde  aen  tc  wenden ,  om  fich  van  defe 

ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


^ 


XXXVIIL 
Vcynfcry 
van  Au- 
■engZcbe. 


XXXIX. 

Staet  van 
de  over- 
wonnen 
Sara. 


5  o2         Treurige  Gefchiedenis  van 
gelegentheydt  te  dienen.   Calil-uUah-kan ,  quar : 
terftondt  by  hem  ,  om  hem  fijn  dienft  aen  te  bie« 
den ,  met  al  het  geen  hy ,  met  fijn  troepen ,  vood 
hem  konde  doen.   Dele  bedanekte  hem  hoogha 
Jijck ,  en  deed  hem  duyfent  beloften  >  maer  hjl 
wachte  fich  wel ,  hem  op  fijnen  naem  aen  te  ne 
men ,  maer  bracht  hem  terftondt  by  Morad  ,  di< 
gelijck  men  wel  kan  dencken ,  hem  met  open< 
armen  ontfingh.  Aureng  Zebe ,  ondertuflchen . 
deed  niet  als  Morad  prijfen ,  om  dat  hy  foo  dap 
perlijck  geftreden  had,  gaf  hem  al  de  eer  van  d< 
overwinninge  ,en  geduerigh  den  naem  van  Maje.j 
fteyt,  in  de  tegenwoordigheydt  van  Calil-ullah- 
kan:  en  toonde  fich  t'eenemael  als  fijn  ootmoe- 
dighften  dienaer.    Ondertutfchen  arbeyde  hy 
nacht  en  nacht,  fchreef  over  al,  aen  al  deOm<; 
rans,  fich  verfeeckerende  nu  vanden  eenen,  mor» 
gen  van  den  ander.  Chah  Heftkan  fijn  Oom  *  en 
groot  vyandt  van  Dara ,  ter  oorfaeck  van  een  be* 
ledigingh ,  die  hy  van  hemontfangen  had,  deed 
het  felve  van  fijner  zijde  voor  hem  -9  fterekende 
niet  weynigh  den  aenhangh  van  fijnen  Neef. 

Ondertufichen  merekt  de  loofheyt  en  ge- 
veynftheyt  van  Aureng  Zebe ,  wat  men  handelt, 
wat  men  belooft ,  het  is  niet  voor  Aureng  Zebe, 
die  had  niet  anders  voor  als  Fakire  of  geeftelijck  te 
leven ,  het  is  al  voor  Morad  Bakche ,  defe  is  het  al 
en  hy  niets. 

Wat  den  ongeluckigen  Dara  nu  aengaet ,  hy 
quam  met  alder  haeft  binnen  Agra ,  in  gedaentc 
van  een  wanhoopigh  menfeh ,  fonder  fijn  Vader 
onder  de  oogen  te  derven  komen ,  gedenckende 
miflehien ,  aen  de  ftraffe  woorden  die  hy  hem  op 
fijn  affcheyt  te  gemoedt  voerde.  De  goede  Ou- 
de Man  evenwel  liet  niet  na,  hem  heymehjck 
eem  van  fijn  ontmande  toe  te  fenden ,  om  hem  van 

de 


Early  European  Books;  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL  303 
ie  volhardingh,  fijner  genegentheyt  teverfeec- 
iteen ,  en  het  ongenoegen ,  dat  hy  in  fijn  on- 
I  geluck  had ,  te  kennen  te  geven ,  oock  te  vertoo- 
rnen ,  dat  hy  als  noch  niet  te  wanhopen  had ,  n3de- 
i  mael  hy  noch  een  goede  oorloghs-macht,  onder 
)  het  beleyt  van  Soliman  Chekouh  tewachten  had. 
Hy  foude  na  Dehly  tiecken,  daer  hy  duyfent 
aerden  in  de  Konincklijcke  ftalleii  vinden  fou, 
11  d'Overfte  van  de  fterekte  aldaer  had  laft ,  om 
em  geit  en  Klephanten  tebeltellen.  Voorde 
eft,  hy  molt  fich  foo  weymgh  als  mooghlijck 
was  ,affonderen,dat  hy  hem  dickmaels  fou  ichnj- 
ven,  en  dat  hy  ïn't  eyndeAureng  Zebe  wel  fou 
weten  te  vinden  en  te  ftrafFen. 

Men  feght  datDara  alsdoe  in  fulck  eenver- 
warringh  en  verflagentheydt  was ,  dat  hy  den 
ontmanden  geen  antwoordt  konde  geven ,  noch 
oock  de  moed  had,  om  yemandt  aen  Chah  Jehan 
te  feuden;  maeralleenigh,  dat,hebbende  verlchey- 
de  reyfen  aen  Begum  Saheb  gefonden ,  hy  om- 
trent de  middernacht  vertrock  ,  nemende  fijn 
vrouw ,  fijn  dochters ,  en  fijn  jongen  loon  ,  Scpé 
Chekouh  met  fich,  en  het  geen byna ongeloof- 
lijck  w  as,  is,  dat  hy  niet  meer,  als  met  drie  of  vier 
hondert  mannen  vergefellchapt  is  geween.  Laet 
hem  fijn  wegh  vorderen ,  na  Dchli ,  en  fien  wy 
binnen  Agra ,  hoe  Aureng  Zebe  fijn  faecken  weet 
te  beleggen. 

Hy  wilt  leer  wel ,  d3t  Dara ,  en  die  van  fijnen 
aenhangh,  als  nocheenige  hoop,  op  de  fegen- 
pralende  oorloghs-macht,  die  onder  Soliman 
was ,  konden  velten,  waer  over  hy  beüoot  hen  die 
te  benemen » of  ten  minlten  onnut  en  vruchteloos  x  L. 
te  maken.  Tot  delen  eynde  fchreef  hy  brieven  op  Looien 
i  brieven  aen  Raia  IeiTeingue  en  Dehlkan,  die  de 
voornaemfte  hoofden  van  defe  troepen  van  Soli.  zebe?0 

man 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


20l  Treurige  Gefcbiedenis  van 
man  was,  datter  van  de  zijde  van  Dara  niet  meer 
te  hoopen  was ,  dat  hy  de  flagh  verloren  had ,  dat 
fiin  gantfche  oorloghs-macht  fich  aen  hem  had 
overgegeven.Datalde  werelthem  had  verlaten, 
cnhy  alleen  na  Dehiy  gevlucht  was,  dathyte 
geender  tijdt  fijn  handen  konde  ontkomen,  en 
Sat'eroveralorderewasgeftelt,  om  hem  te  krij- 
gen. Wat  Chah  Jehan  belangt ,  dat  hy  in  een  ttaet 
was ,  om  weynigh  van  fijn  leven  te  doen  hopen ; 
dat  fy  wel  toefagen  watfy  deden,  en  indien  iy 
wijfe  mannen  waren ,  en  fijn  en  fijner  vrienden  ge- 
luck  wilden  volgen ,  en  fijn  vrienden  zijn ,  datie 
fich  moltea  van  de  per foon  van  Soliman  Cnekoun 
verfecckeren ,  en  hem  die  toe  brengen. 

Jefieingue  bevandt  fich  ai  vry  twijfelmoedign, 
omtrent  het  geen  hy  te  doen  had ,  ontfiende  noch  i 
fecr  Chah  Jehan  en  Dara,  en  noch  meer  de  nant  l 
aen  een  Konincklijck  Perfoon  te  fiaen   wel  we-  4 
tende  dat  hem  daer  over  vroegh  oi  laet ,  eenign  t 
ongeval ,  al  was  het  van  de  handt  van  Aureng  Z,e-  - 
befelfs,  konde  toe  komen.    Daer  en  boyen  wilt  i 
hy  wel,  dat  Soliman  Chekouh  al  teveel  moe»  i 
had,  om  fich  op  fülck  een  wijfe  te  laten  vatten  • 
dat  hy  eerder  foufterven,  in  het  verdedigen  van 
fijn  perfoon.    Na  dat  hy  raedt  met  Dehl  Kan  lijn  i 
groote  vriendt,  over  defe  faeck  genomen  ,  en  l 
jy  malkanderen  wederom  trouw  gefwooren  naa- 
den,  gaen  fy  recht  na  de  tente  van  Soliman ,  die 
hen  vaft  verwachte,  want  hy  had  oock  de  tijdingn 
van  het  verlies  van  Dara ,  en  had  hen  daer  over  ai 
verfcheyden  mael  doen  af  foecken.  Hyontdeckt 
hen  vrymoedighlijck  al  de  gclegentheyt  der  laec- 
ken,  toonde  hen  brieven  van  Aureng  ^et>e>  ga 
hen  te  kennen  wat  ordere  hy ,  om  hem  te  vangen 
had,  aengefien  hetgevaerinhet welckehy  was 
dathy  fich  noch opbelil  Kan,  noch  op  Daou 


m 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  305 

Kan,  noch  de  reft  van  fijn  heyrkonde vertrou- 
wen, en  riedt  hem  derhal  ven,  als  fijn  vriendt ,  eer- 
der te  fien  of  hy  liet  geberghte  van  Serenaguer 
konde  krijgen ,  zijnde  fulcks  de  alderbelte  middel 
voor  hem ,  die  hy  konde  nemen  •  dat  de  Raia  van 
dat  lantfehap,  fittende  opcenontoegatickelijcke 
plaets  ,  endienvolgende,  de  macht  van  Aureng 
Zebe,vveynigh  ontfiende:  hem  fonder  twijfel 
met  opene  armen  fou  ontfan^cn.  Dat  hy  van 
daer  konde  fien,  wat  loop  de  iaecken  namen,  en 
dathy,  altoos,  fiende  fijn  voordeel ,  weder  vau'c 
geberghte  konde  afkomen. 

De  Jonge  Vorft  merekt  aen  defe  voorflagen 
wel ,  dat  hy  fich  voortaen  op  den  Raia  niet  leer 
fou  hebben  te  vertrouwen,  cn  dat'er  geen  feecker- 
heyc  voor  fijn  perfoonwas,  nademael  Delil  Kan 
en  hyeene  handt  waren,  het  welck  hem  dede  be- 
fluyten ,  defen  raet  te  volgen.    Hy  dan  belaft  cer- 
ftondt ,  dat  men  fijn  toeltel  fal  verveerdigen ,  en  cl  Sh 
den  wegh  na  het  geberghte  opfiaen.    Eenige  van  vlucht  op 
fijn toegenegentfte  vrienden,  als  oock  menighteJ,ct  ?*" 
van  Manfeb  Dars ,  Saieds  (een  Hagh  vanoorloghs  bcrghtc# 
ordere)  en  andere  fielden  fich  in  ftandt  om  hem  te 
volgen ,  de  reft  van  het  heyr  geheel  verftelt  zijn- 
de, bleef  by  den  Raia  ,  en  dat  een  fnoodtftuck 
wereks  yan  een  Raia ,  en  een  vuyle  wreedtheydc 
magh  genoemt  worden,  was,dat  hy  cn  Delil  Kan, 
onder  de  handt  cenigh  volck  fonden ,  om  fijn  ba- 
gagie  en  toeltel  aen  te  taften ,  ontnemende  hem  , 
onder  andere  dingen ,  een  Elephant  met  goude 
Roupies  geladen.    Het  welck  een  groote  onor- 
dere ,  in  die  weynige ,  die  hem  volghden,  maeck- 
1  te,  van  dewelcke  hem  vele  verlieten ,  en  weder 
»:  keerden  ,  gevende  felfs  gelegentheydt  aen  de 
"  •<  boeren ,  om  fijn  volok  op  't  lijf  te  vallen  •  hen  te 
plonderen  en  te  berooven  •  ja  felfs  eenige  daer 

V  van 


XL  L 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ioö  Treurige  Gefcbiedems  van 
van  doodt  te  flaen.  Evenwel  hy  dede  foo  veel 
dat  hy  het  geberghte  kreegh ,  met  fijn  vrouw  en  ■ 
kinderen,  daer  de  Rata  van  Serenaguer  hem,  met 
aldcrhande  beleeftheydt  en  teeckenen  vangene-  I 
gentheydt  onthaelde  en  verfeeckerde ,  dathyal-  > 
daer  in  alfoo  grootenveyligheydt  was,  als  ware  .j 
hy  Koninck  van  het  gantfche  Landt ;  en  dat  hy  I 
hem  met  al  fijn  macht  foubefchermenenverde-  ; 
digen.  Laet  ons  ondertuflehen  fien  wat  'er  bin -1 
nenAgraomgaet. 

Dne  of  vier  dagen  na  defen  flagh  van  Samo- 
guer,  quamenAurengZebe,  en  Morad  Bakche  i 
recht  na  de  poorten  van  de  Scadt ,  in  een  Hot , 
dewelckc  een  kleyne  mijl  van  de  Sterckte  is. 
Van  daer  fandt  hy  een  ontmande,  diefnedighen 
gauw ,  en  van  wiens  trouw  hy  het  alderbefte  ver- 
Feeckert  was,  na  Chah  Iehan,  om  hem  vanlij- 
x  li  i.  nent  wegen  te  groeten ,  met  duy  fent  fchoone  ver- 
veynfery  klaringen  en  ootmoedigheden,  betuygende,  dat 
tmichen   h  feer  droevieh  was,  over  het  gene  was  gebeurt  P 
foon?"   en  dathy,  tcFoorfaeck  van  de  ftaet-fucht  ,  er 
'c  quade  voornemen  van  Dara ,  genootfaeckt  was 
ge  weeft,  defe  uyterfte  middelen  aen  te  vangen. 
Voor  de  reft  had  hy  groote  vreught  te  verftaen , 
dat  hy  begoft  van  fijn  fieckte  tebeteren ,  enhy 
was  daer  niet,  als  alleen  om  fijn  bevelen  te  ont- 
fatsen.    Chah  Iehan  liet  niet  na  groot  genoe- 
gen aen  den  ontmanden  over  den  handel  en  voort- 
ganck  van  AurengZebe  te  toonen,  en  defe  eer- 
biedigheden van  fijn  foon  met  groote  vreught  aen 
te  nemen ,  hoewel  hy  wel  fagh ,  dat  men  de  iaeck 
te  verre  gebracht  had,  en  de  loofeenbedeckten 
aerdt  van  Aureng  Zebe  kende ,  en  dat  hy  fich  der- 
halven  niet  feer  veel  op  hem  moft  vertrouwen. 
OndertulTchen  deed  hy  fich  uyt  het  bedde  hel- 
pen ,  vertoonde  fich  hier  en  daer  ,en  het  fich  door 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GR.  O  O  TE  N  MOGOL 


ZO? 

t  met 


P 

m 


M 


i 


de  Stade  dragen ,  poogende  alfoo  loof hey 
loofheydt  te  betalen,  entefpelen  wiedearghfte 
fou  zijn ,  hy  of  Aut  eng  Zebe ,  meenende  hem  al- 
foo in  fijn  ftricken  te  krijgen. 

Hy  fand  oock  een  ontmanden  aen  hem,  om 
hem  te  kennen  te  geven,  dat  hem  hetquactbe- 
leydt  en  de  onbequaemheydt  van  Daranitt  on- 
kundigh  waren.    Dat  hy  wel  koude  gedencken  , 
hoe  goeden  geneaentlïeydt  hy  altoos  voor  hem 
gehadt  hadde.    En  tot  befluyc ,  dat  hy  hem  toch 
ten  eerften  wilde  bykomen  om  te  famen  te  beraet- 
flaen ,  wat  men  in  defe  verwerringh  fou  hebben  te 
doen ,  behalven  dat  hy  ten  hooghften  verlanghde 
hem  te  fienen  teomhelfen.    AurengZebe,  van 
fijn  kant ,  fagh  mede  wel ,  dat  hy  fich  op  de  woor- 
den van  Chah  lehan  niet  feer  had  te  vertrouwen , 
temeer»  om  dat  hy  wift  dat Regum  Saheb ,  fijn 
vyandinne  nacht  en  dagh  by  hem  was  •  en  fijn 
Vader,  buyten  bedencken,  alles  nahaer  befluyc 
uy  tvoerde ,  vreefende  oock ,  dat  men  hem ,  in  de 
Sterckte  zijnde,  fou  mogen  valt  houden ,  en  een 
quade  part  fpelen  •  en  in  der  daedt ,  men  oordeelt  9 
dat  fulcks  feeckerlijck  befloten  was,  en  dat  men 
die  ltercke  Tartarinncn  of  ïartarifche  vrouwen , 
die  in  het  Serrail  waren ,  ge  wapent  had ,  die  hem, 
foo  haeft  als  hy  daer  binnen  fou  gekomen  zijn ,  op 
het  lijf  fouden  hebben  gevallen.    Hoe  het  zy  of 
niet ,  hy  wilde  het  noyt  wagen ,  en  ondertuffchen 
ftroyde  hy  vaft  het  gerucht,  dat  hy  den  eenen  dagh 
voor,  en  den  anderen  na,  by  fijn  Vader  komen 
fou :  maer  als  dien  dagh  gekomen  was ,  ftelde  men 
het  tot  morgen  uyt ,  en  alfoo  deed  hy  van  tijd  tot 
tijdt,  fonder  dat  die  van  fijnbefoeckverfcheen, 
Ondertulïchen  vervolghde  hy  fijn  heymelijckc 
onderhandelingen ,  ondertafte  het  gemoed  van  de 
alderaenüenlijcküe  Omrahs  ,  tot  dat  hy  alle» 


V  Z 


onder 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2o8        Treurige  Gefcbtederits  ran 

onder  dc  handc  ,  na  fijn  genoegen  ,  befteldt 

x  L 1 1  x.  ^Men  was  feer  verwondert ,  over  dat  fijn  oudtfte 
Sultan    *  {bon  Sultan  Mahmoud,  na  de  Sterckte  of  het  Slot 
Mahmoud  van  Agra  gefonden  zijnde,  onder  fchijn  van  fijn 
de'S-  Groot-vader  te  fpreecken ,  defe  jonge  ftoute  en 
te  van     onvertfaeghde  Vorft  binnen  komende,  terftondt 
Agn.      de  wachters  aen  de  poort  op  het  lijf  viel ,  ftooten- 
de  die ,  werpende  gene ,  terwijl  een  deel  volcks , 
heymelijck  daer  omtrent  beftelt ,  met  gewclt  bin- 
nen quam ,  en  fich  meefters  van  de  mueren  maeck- 
te.    Wasoyt  eenigh  menfeh  verbaeft,  foo  was 
het  Chah  Jehan,  fiende  dat  hy  in  de  ltrick  geval- 
len was ,  diehy  voor  anderen  had  gefpannen ,  en 
geleght.    Dat  hy  fich  fel  ven  een  gevangen  vandt, 
en  Aureng  Zcbe  meefter  van  de  fterekte.  Men 
feght  dat  hy  terftondt  gefonden  heeft ,  om  de 
meeningh  van  Sultan  Mahmoud  te  ondertaften , 
hem  belovende  op  fijn  Kroon  en  op  den  Alcoran , 
dat ,  indien  hy  hem  getrouw  wilde  zijn ,  en  hem  in 
defe  gelegentheydt  dienen,  hy  hem  Koninck 
wilde  maecken.    Dat  hy  terftont  by  hem  binnen 
foude  komen,  en  defe  gelegentheydt  niet  molt 
laten  voorby  gaen.    Voor  de  relt  ,  fou  dit  een 
werek  zijn ,  dat  hem  des  Heeren  zegen ,  beneffens 
een  onfterffelijcke  roem  ,  fou  toebrengen,  om 
dat  men  altoos  hier  na  fou  feggen,dat  Sultan 
Mahmoud  Chah  Jehan ,  fijn  Groot- vader,  uyt  de 
gevaockenis  verloft  had.   En  wacr  hjck  ,  indien 
Sultan  Mahmoud  harts  genoegh  had  gehadt ,  om 
dit  werek  te  beftaen ,  en  Chah  Jehan  had  konnen 
uytgaen ,  om  fich  door  de  Stadt  te  laten  fien ,  en 
fich  te  velde  te  konnen  brengen:  niemandt  be- 
hoeft te  twijffelen ,  of  al  de  grootfte  Omrahs 
fouden  hem  hebben  gefocht  te  dienen ,  en  Aureng 
Zebe  felfs  fou  noch  dc  ftbutheydt ,  noch  het  hare 

neb* 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  309 

hcbbe  n  gehadt ,  om  tegen  fijn  Vader ,  in  perfoon 
te  ftrijden ,  te  meer ,  allöo  hy  fou  hebben  te  vree- 
fen  gehad ,  van  al  de  werelt,  ja  van  Morad  Bakche 
felf  te  fullen  worden  verlaten.  Soo  is  dit  de 
grootfte  misflagh  van  den  KoninckChah  lehan, 
dat  hy ,  na  het  verlies  van  Dara ,  niet  terftond  fich 
buyten  de  Sterckte  getoont  heeft. 

Ondertuflchen Sultan  Mahmoud  ft  zy,dat  hy 
vreefdc  datChahJehan  fijn  woord  niet  fou  hou- 
den en  felfs  daer  binnen  valt  gehouden  te  wor- 
den ,  of  dat  hy  fijn  Vader  niet  wilde  tcgenftaen) 
wilde  noytna  eenige  voorflagen  luyfteren ,  noch 
binnen  in  de  woninge  van  Chah  iehan  komen , 
antwoordende  alleenlijck  kloecklijck  ,  dat  hy 
geen  ordere ,  of  laft  van  fijn  Vader  had ,  om  hem 
te  komen  fien ,  maer  wel  niet  weder  by  hem  te 
komen ,  Tonder  hem  de  fleutels  van  de  Sterckte  te 
brengen ,  op  dat  hy  in  alle  verfeeckeringh  mocht 
komen,  en  de  voeten  van  fijn  Majefteyt  kuflené 
Byna  twee  dagen  gingen  voorby ,  eer  hy  konde 
befluyten  de  fleutels  over  te  geven ,  geduerende 
welcketijdt,  Sultan  Mahmoud  fich  vaft  op  fijn 
ftuck  hield ,  en  wacker  op  fijn  hoede  was ,  tot  dat 
hy  fagh ,  dat  al  het  volck ,  dat  hy  tot  wacht  aen  de 
poort  had,  van  langer  handt  een  vooreen  wech 
fackte ,  en  dat  'er  geen  feeckerheyt in  fijn  faecken  XLly 
was ,  wanneer  hy  Aureug  Zebe  liet  weten ,  dat  Chah 
hy  terftondt  by  hem  wilde  komen,  indien  hyiehanin 
wijs  was,  alfoo  hy  hem  faecken  van  beiangh  wgjygï" 
feggen  had.  Maer  Aureng  Zebe  was  te  gauwen  va°g£n4" 
man ,  om  fulck  een  groote  misflagh  te  begaen , 
maer  in  de  plaets  van  dat ,  fandt  hy  terftondt  fijn 
ontmande  Etbarkan ,  als  beftierderen  vooght  V3n 
de  Sterckte ,  die  voort  Chah  lehan  ,  beneffens 
fijn  dochter  Begum  Saheb ,  en  de  reft  der  vrou- 
wen ,  daer  vaft  binnen  befloot ,  doende  verfchey- 

Vj  de 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3  io        Treurige  Gefcb'iedenls  van 
de  poorten  toemetfelen ,  invoegen  hy  met  nie- 
mandt  fpreecken  ,  noch  aen  yemandt  fchrijven 
kon  de. 

Onderwijlen  fchreef  hem  Aureng  Zebe  een 
kleyn  briefken ,  'c  geen  hy  aen  al  de  werek  ver- 
toonde ,  al  eer  hy  defelve  verzegelde,  in  het  welc- 
ke  hy,  onder  andere  dingen,  hem  te  kennen  gaf , 
hoe  hy  wift,  dat,  niet  tegenftaende  ai  fijns  Va- 
ders groote  verklaringen ,  van  liefde  tegens  hem 
en  afkeer  van  Dara ,  hy  evenwel  niet  gelaten  had , 
twee  Elephanten ,  met  goude  Roupies  geladen , 
aen  hem  te  fenden,  om  hem  daer  door  weder  op 
de  been  te  helpen ,  en  den  oorlogh  op  nieuw  te 
beginnen  en  aen  te  vangen  •  en  alfoo  was  hy  hec 
niet ,  om  de  faeck  recht  te  nemen ,  die  hem  ge- 
vangen hield,  maer  wel  Dara:  die  hy  eygentlijck 
het  felfde  wijten  moft ;  dewijl  hy  d'oorfaeck  van 
al  fijn  ongevallen  was,  en  dat  hy  anders  hem  ten 
eerften  fou  hebben  komen  vinden.  Het  was  oock 
in  der  daedt  alfoo,  dat,  op  defelve  nacht,  toen 
Dara  vertrock ,  hy  hem  de  twee  Elephanten  met 
gout  geladen,  gefonden  had» en  dat  het  Rauchnara 
Ï3egum  was  ,  die  het  felfde  hem  Aureng  Zebe 
had  te  kennen  gegeven ,  gelijck  fy  oock  had  ge- 
daen ,  wegen  de  fnooden  treek  die  men  hem ,  door 
de  Tartanfche  vrouwen ,  had  gemeent  te  fpelcn ; 
behalven  dat  Aureng  Zebe  oock  eenige  brieven 
van  Chah  Jehanaen  Dara  had  onderfchept. 

Soo  hacft  als  men  vernam, dat  Chah  lehan  be- 
floten  en  als  gevangen  was ,  waren  al  de  Omrahs 
verbonden ,  om  hun  ootmoedigheydc  en  hofFe- 
lijcke  plicht ,  aen  Aureng  Zebe ,  en  Morad  Bak- 
che  te  bewijfen ;  en,  hetgeen  by na ongelooflijck 
is,  daer  was  niet  een  van  allen,  die  het  hart  had, 
yets  tot  voordeel  van  hunnen  Koninck  aen  te 
Vangen,  die  de  gene  was,  diehengemaeckthad 

hec 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


;( 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  311 

het  gene  datfe  waren ,  en  hen  als  uyt  hec  ftof ,  ja 
felfs  flaverny  getrockcn  had,  om  hen  tor  rijck- 
dom  en  ftaet  te  brengen.  Echter  wat  ender  eeni- 
ge,  gelijck  als  Danechmend  Kan,  en eenige an- 
deren, die  fich  onzijdigh  hielden  ,  maer  al  de 
anderen  namen  de  zijde  van  Am  eng  Zebc. 

Dele  dan  fich  alfoo  van  Chaz  lehan ,  en  al  de 
Omrahs  verfeeckert  hebbende,  nam  lbo  veel  gelts 
uytdefchat-kilt ,  als  hem  goet  d;chc  j  en  latende 
Chah  Heftkan ,  lijn  Oom ,  tot  Stede- vooght  over 
Agra,  vertrock  met  Morad ,  om  Dara  te  vervol-  xlv. 
gen ,  en  op  te  lbecken,  op  dien  dagh,  wanneer  het 
heyr  moft  vertrecken.  De  byfonderfte  vrienden  vctvolght 
van  Morad  Bakche ,  en  voornamentlijck  fijn  ont-  Daia. 
m3ndeChah  Abas,  diewelwiften,  datovermoet 
van  beleeftheyt.eneerbiedigheyt  gemeenlijckeen 
teecken  van  bedriegery  is  •  rieden  hem ,  nademael 
hy  Koninck  was ,  en  de  geheele  werelt  hem  daer 
voor  erkende  ,  gelijck  oock  Anreng  Zebe  hem 
daer  van  deneer-naem  gaf,  dat  hy  hem  fou  laten 
Dara  vervolgen  ,  enhy,  benefTens  fijn  troepen, 
fich  omtrent  Agra  en  Dehli  fou  houden. 

Indien  hy  delen  ractgevolght  had,  het  is  feec- 
ker,  dat  hy  Anreng  Zebe  niet  weynigh  bekom- 
mert fou  hebben  ,  maer  hy  moft  fe  verwerpen  , 
AurengZebe,  heeft  te  veel  gelucks:  Morad  ver- 
trouwde fich  ten  vollen  op  fijn  beloften,  en  eeden 
van  getrouwigheydt.  Sy  dan  vertrockente  fa- 
men  ,  en  namen  hunnen  tocht  na  Dehli. 

Wanneer  fy  tot  Maturas,  drie  of  vier  kleyne 
daghreyfen  van  Agra  gekomen  waren,  de  vrien- 
den van  Morad  Bakche,  die  yetsgemerekt  had- 
den, onderltonden  noch  eens,  yets  op  fijn  geeft 
te  winnen,  hem  verfeeckerende,  dat  Aureng  Zebe 
een  eenigh  quaet  voornemen  had ,  dat  men  hem 
van  alle  kanten  daer  over  waerfchouwde  >  en  dac 

V  4  voor* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3 12        Treurige  Gefchiedenis  van 
voornamentlijck  dien  dagh,  hy  fich  wachten  molt 
van  hem  in  fijn  tenctegaenbefoecken  •  waertod 
hy  licht  een  deckmantel  van  onpaflelijckheydt  1 
konde  opnemen.    Maer  wat  men  hem  mochc  i 
feggen  >  hy  wilde  nergens  na  luy  lieren,  deooren 
waren  hem  geftopt ;  en  al  de  goede  raet ,  die  men  ] 
hem  gaf ,  was  vergeefs ,  gelijck  of  hy  door  de  ] 
vriendelij ckheydt  van  Aureng  Zebe  betoovert 
was  ge  weeft.    Hy  dan  liet  niet  na ,  den  felven 
avondt  hem  te  gaen  befoecken  ,  en  met  hem  te 
avondt malen .  Soo  haeft  als  hy  by  hem  gekomen 
was ,  Aureng  Zebe  die  hem  verwachte ,  en  alles 
met  Minkan ,  en  drie  of  vier  van  fijn  gemeenfaem- 
ftc  Overfte  verveerdight  had  ,  liet  niet  na ,  hem 
op  het  vriendeli  jckfte  te  omhelfen ,  beneffens  veel 
andere  vriendelijckheden,  fclfsfoo  verre  ,  dathy 
hem  met  fijn  neusdoeck  >  over  het  aengeficht 
ftreeck ,  om  hem  het  fweet  en  het  ftof  af  te  wif- 
fchen  i  hem  geduerighde  Majefteyt  na  het  hooft 
werpende. 

OndertuflTchen  wort  'er  opgedifcht ;  men  eet , 
de  gefpraeckfaemheyt  neemt  toe,  men  handelt  van 
alle  dingen ,  gelijck  gemeenlijck  gefchiet ,  en  ten 
laetften  word  'er  een  groote  vies  met  uytfteec- 
kende  wijn  van  Chirat  te  voor  fchi  jn  gebracht ,  als 
oock  eenige  andere  met  wijn  van  Cabour ,  om 
een  roes  te  drincken.  Als  doe  Aureng  Zebe , 
die  fich  ernftigh  hield ,  en  een  groot  Mahumecacn 
in  befetheydt  wilde  fchijnen ,  rees  met  een  vro. 
lijckhéydt  van  de  tafel ,  vermanende  evenwel 
Mórad  Bakche,  fich  met  Mircan  en  de  andere 
Heereh  vrolijck  te  maecken  ,  gaende  alfoo  van 
daer ,  gelijck  als  om  te  ruften.  Morad ,  die  den 
dronck  feer  beminde ,  en  de  wijn  feer  goet  be- 
vandt,  liet  niet  na  fijn  goet  gedeelte  daer  van  te  ne- 
men i  tot  dac  hy  droncken  wierdt ,  en  in  fiaep  viel. 


DEN  G ROOT EN  MOGOL,  313 

Dit  was  recht  het  gene  men  verwachte ,  want 
;>men  deed  terftont  eenige  dienaers  ,die  daer  tegen- 
woordigh  waren  vertrecken ,  als  om  hem ,  op 
ijn  befte  gemack  te  laten  ruften.    Daer  na  nam 
men  hem  lijn  Sabrt  of bouwer,  en  fijn  hmder of 
ponjaert  af.     Maer  Aureng  Zebe  was  niet 
langh,  fonder  hem  felfs  te  komen  opwecken. 
Hyquamm  de  Kamer,  en  gaf  hem  een  rouwen 
ftoot  met  de  voet ,  en  foo  als  hy  fijn  dronckeoo- 
genbegoft  te  openen,  dede  hyhcm  dcfe  korte  en 
wonderlijcke  vermaningh:  Hot?  feyde  hy ,  wat  XL  VI. 
fchande  en  vuyligheyt  is  defe  ?  een  Kynincl^  als  gy,foo  £E"* 
weynighmatigheyt te  ramen,  en  fichfoovolte  fuypenf  neemt  fijn 
wat  fal  men  van  u  en  van  my  feggen  .«*  voort  neemt  ons  broeder 
s  defen  fnooden  dronckaert  van  hier ,  dat  men  hem  han~  Morad 
den  en  voeten  bindt ,  en  dat  men  hem  daer  in  henen  gcvangcn* 
werpt,  om  fijnen  wijn  uyt  te  flapen,    Soo  gefeght 
foo  gedaen ,  hy  heeft  goet  te  fchreeuwenen  te  tie- 
ren, fes  of  feven  ftercke  gaften  werpen  fich  op 
hem ,  die  hemdeyfersom  handen  en  voeten  flaen. 
it  werck  koft  alfoo  niet  uyt  gevoert  worden ,  of 
mmige  van  fijn  volck,  daer  omtrent  zijnde,  had- 
den daer  eenigh  bericht  van.  Sy  maeckten  eenigh 
gerucht,  cn  wilden  met  kracht  binnen  gaen ; 
maer  Alioh  Couly,  een  van  de  voornaemlte  be- 
vel-hebberen  ,  en  meefter  van  fijn  gefchut,  die 
men  al  over  langh  op  de  hand  had  gekregen , 
dreyghdc  ,  cn  deed  hen  van  daer  gaen.  Men 
liet  niet  na  terftondt  volck  door  het  gantfche  heyr 
te  fenden ,  om  defe  eerfte  bewegingen  van  beroer- 
te te  ftillen;  die  anderfints  heel  gevaerlijck  konde, 
zijn.    Men  feyde  het  was  niet,  fy  warender  te- 
genwoordigh  geweeft ,   Morad  Bakche  had 
flechs  een  glas  tè  veel  gedroncken,  en  dat  hy,in  die 
ftaet  al  de  werelt  gefchonden  en  gelaftert  had ,  tot 
Aureng  Zebe  felfs  toe ,  invoegen  men  genoot- 

V  5  faeckt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 , 4         Treurige  Gefcbiedems  van 
faeckt  was  geweeft ,  hem  in  defe  dolligheyt ,  by 
fonder  af  te  lluyten ,  en  dat  men  hem  des  morgens 
als  hy  fijn  wijn  had  uytgeflapen ,  wel  haeft  weder 
fou  voor  den  dagh  fien  komen. 

Ondertuflchen  gingen  de  vereeringen ,  den  ge- 
heelen  nacht ,  over  al,by  de  hoofden  en  bevelheb- 
beren van  het  heyr ,  men  verhooghde  hun  gagie  of 
onderhoudt  terftondt ;  men  gaf  hen  groote  hoop , 
cngelijckdaerniemandtwas,  die  niet,  van  over 
langh  get  wi  jfelt  had ,  dat  het  alfoo  fou  toe  gaen , 
was  men  niet  feer  verwondert ,  te  fien,  dat  des 
morgens  alles  in  ftilte  was ,  invoegen  men  den 
volgenden  nacht ,  defen  armen  Vorft  meen  Em- 
bary  (een  flagh  van  kamerkens ,  die  men  van  de 
Elephanten  laet  dragen ,  met  de  vrouwen  daer  in) 
floot ,  en  recht  na  Dehly ,  en  de  fterckte  Slimger , 
leggende  in  het  midden  van  de  Rivier  hetvoe- 

""Wanneer  men  nu  aldus  het  gantfche  Heyr  te 
xlvii.  vreden  hadgeftelt,  behalven  d'ontmande  Cnah 
?o£h?p  Abas ,  die  in  groote  bekommernis  was ,  kreegh 
ïï£  P  Aureng  Zebe  ,°het  gantfche  hey  r  van  Morad ,  on- 
der  fijn  gebiedt  •  en  vervorderde  alfoo  lijn  wegh , 
om  Dara  te  vervolgen ,  die  vaft,  met  groote  da°  h- 
reyfens,naLahortoogh,met  meeningh  omiicn 
aldacr  wel  te  verftercken,  en  fijn  vrienden  dar- 
waerts  te  locken ;  maer  Aureng  Zebe ,  vervolgh- 
de  hem  met  fulck  een  fnelheyt,  dat  hy  geen  tijde 
had ,  om  veel  groote  faecken  te  doen ,  en  in  tegen- 
deel  eedrongen  was  te  wijeken,  en  den  wegh  na 
M ultan  te  nemen ,  daer  hem  oock  niet  veel  ftondt 
uyt  te  rechten ,  om  dat.  Aureng  Zebe ,  niet  tegen- 
ftaende  de  groote  hette,  nacht  en  dagh  in  aentochc 
was.    Soo  verre ,  dat ,  om  een  yeder  moet  te  ge- 
ven, en  neerftigheyt  te  plegen,  hy  memghmael 
al  twee  of  drie  mijlen  voor  uyt  was :  vindende  fich 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  G  ROOTEN  MOGOL.  3l£ 

•lickmael  genootfaeekt  te  drincken  ,  foo  vuylcn 
'ivater,  als  al  dereft ,  een  ftuckdroogh  brooc  te 
;;:ten  ,  onder  een  boom  te  leggen  flapen ,  in  het 
niddcn  van  den  wegh,  verwachtende  deaenkomft 
/an  het  hcyr ,  met  het  hooft  op  fijn  fchilt ,  gelijck 
senflechtkrijghsman,  invoegen  fich  Dara  oock 
nu  gedrongen  vandt ,  Ivlultan  te  verlaten,  om 
niet  in  handen  van  Aureng  /cbe  te  vallen ,  die  hy 
i  als  nu  niet  fou  konnen  regen  ftaen.    Hy  nam  den 
'egh  na  Scindy ,  dier  hy  fich  gingh  werpen  in  de 
erckte  Tata-Bakar ,  die  itercke  vermaerde 
plaets ,  gelegen ,  in  het  midden  van  de  vloedc 
Indus. 

Aureng  Zebe  hem  fiende  dien  wegh  nemen , 
vandt  geenfints  geraden  hem  vorder  te  volgen , 
zijnde  wel  blijde,  dat  hy  den  wegh  na  Caboul  niet 
genomen  had ,  daer  hy  buyten  twijfel  onderftant , 
van  meer  als  duyfent  mannen  fou  gevonden  heb- 
ben ,  hy  vergenoeghde  fich ,  hem  leven  of  acht 
duyfent  mannen ,  achter  aen  te  fenden ,  onder  her. 
geleyde  van  Mir  Baba,  fijn  voetltcrs foon ,  en 
keerde  kort  wederom  ,  met  de  felve  fnelheyt  waer 
mede  hy  gekomen  was ,  vrecfende,  dat'er,  aen 
de  zijde  van  Agra ,  yets ,  door  lijn  af  zijn  fou  mo- 
gen ontftaen ,  om  datycmandt ,  van  defe  machti- 
ge Raias ,  als  Jefleingue ,  of  Jelfomfeingue  ,  fou- 
den  mogen  foecken ,  Chah  Jehan  uy t  de  gevanc- 
kenis  te'lichten,  of  datSoliman  Shekouhmetde 
Raia  de  Serenaguer,  van  fijn  geberghte  mocht  ko- 
men ,  of  eyndelijck  dat  Sultan  Suiah  Agr3  al  te 
feer  naderen  mocht.  Maer  fiet  hier  een  toeval , 
dat  hem  bejegende ,  om  dat  hy  fich  te  feer  wilde 
verhaeften. 

Soo  als  hy  aldus  van  MultannaLahortrock, 
en  met  fijn  gcwoonlijckefnelheydt  voort  toogh> 
fagh  hy  fich  ontmoeten,door  den  Raia  lelTangue, 

ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 1 6         Treurige  Ge[cbiedenis  van 
vergefelfchapt  met  vier  of  vijf  duyfent  van  Gjr. 
Ragipous ,  in  feer  goede  ordere.   Aureng  Zebe 
die  fijn  heyr  achter  gelaten  had  ,  en  anderfint' 
wel  wift ,  dat  dcfe  Raia  feer  tot  Chah  Jehan  ge 
negen  was ,  vand  fich  ten  alderhooghften  verle. 
gen ,  gelijck  men  fich  kan  inbeelden ,  vreefendt 
dat  defe  Raia,  fich  dienende  van  defe gelegent. 
heydt ,  een  ftuck  wercks  van  ftaet  mocht  aenrech 
ten ,  en  hem  vaft  houden ,  om  daer  door  Chat 
lehan  uyt  de  gevanckenis  te  trecken  ,  het  geer 
hem,  voor  als  doe,  feer  licht  fou  gevallen  heb. 
ben.    Men  weet  oock  felfs  niet,  of  defe  Raia 
geen  foodanigen  voornemen  fou  mogen  hebber 
gehad  t  want  fijn  aentocht  was,  vaneenbuyter 
gemeene  fnelheydt  gcweeft,  in  fulcker  voegen  ft 
dat  Aureng  Zebe ,  daer  gantfch  geen  bericht  van 
had ,  geloovende  dat  hy  noch  omtrent  Denk|. 
was :  maer ,  wat  kan  de  ftantvaftighey t  en  kloeck. 
¥fBlT.  moedigheyt  niet  te  wege  brengen-  Aureng  Zebe, 
Rondere  fonder  fich  te  ontftellen ,  en  bedut  te  toonen  rijdt 
kloeck-    recht  op  den  Raia  aen,  en  van  foo  verre  als  hy  nera| 
moedis-   faeri   fecfe  hem  het  teecken  met  de  handt,!* 
Aart?"  dat  hy  terftont  by  hem  komen  fou ,  hy  hem  wederl- 
zcbc.      toeroepende  :  Salamet  Bached  ï\aiagt  ,  Salameif 
Bached  Bahagi  t  Zijt  gegroet ,  Heer  Koninck,  Heeri  - 
Vader.  Wanneer  hybyhem  was,feydenynem,l 
lek  verachte  u  vaft  met  ongedult ,  bet  isgedaen ,  Dara \ 
is  verloren,  hy  is  maer  alleenigh,  ickbebbem  Mtrbabai 
achter  aen  gefondeny  hy  k*n  het  niet  ontho™»-  kng 
het  geen  een  overdaet  van  beieeftheydt  was ,  ny| 
nam  fijn  peerlen-keten  van  fijnen  hals,  enfloegtia 
feom  die  van  den  Raia,  en  om  fich  ten  eerften,! 
met  eoet  fatfoen  van  hem  te  ontflaen,  wanthyl 
wenfehte  fich  nu  al  verre  van  daer ,  belafte  hyl 
hem  :  Ga  l\aiat  foo  hoeft  als  gbymoogbt,  naLaborê 
mijnheer  is  vermotyt,  gaetkatftigb,  en  verwacht  my+  > 


DEN  CROOTEN  MOGOL, 


317 


vrees  dat  daeryets  fou  mogen  voorvallen ,  iel^maecl^ 
Uede-vooght  van  de  plaats,  en  fiette  attes tnumtban- 
voor  de  refi  ben  ick  [eer  in  u  gehouden  $  over  hef 
ughy  met  Soliman  Chekpuh  gedaen  hebt.  Waer  heb$ 
by  Delilkan  gelaten  f  lcl^  fal  my  wel  weten  te  wreec- 
en ,  haejï  u ;  Salamet  Bacbet  vaert  wel  ,  tn  datr  mede 
lek,  fijns  weeghs. 

f  Wanneer  Dara  tot  Tatabakar  gekomen  was  , 
telde  hy  tot  vooght  ofte  Gouverneur  van  de 
•laets  een  ontmande  van  groot  beleydt  ,  met 
en  goede  befettingh  van  Parans ,  en  Sayeds ,  en 
otbos-fchieters  Franguis ,  Portugefen>  Engel- 
chen  en  Duytfchen,  die  hem  waren  gevolght , 
>p  de  groote  hope  die  hy  hen  gegeven  had ;  wanc 
ndien  hem  het  werek  gelucktwaer,  enhyKo- 
ïinck  had  geworden ,  al  de  Franguis  die  in  fijn 
lienft  waren,  hadden  Omrahs,  groote  Heeren,ge- 
Areeft.    Hy  liet  oock  aldaer  het  meefte  van  lijn 
chatten ,  hebbende  als  noch  geen  gebreck  aen 
*out  of  filver ,  en  fonder  daer  langer  als  eenige 
weynige  dagen  Uil  te  zijn,  vertrock,  alleen  met 
.twee  of  drie  duyfcnt  mannen  en  gingh  de  rivier 
Jndusaf  na  Scundij,  en  van  daer  met  eenonge- 
•  looflijcke  vaerdigheyt,  al  de  landen  van  den  Raia 
.  Katche  doortreckende ,  geraeckte  in  't  landt  van 
«  Guzaratte ,  en  alfoo  voor  de  poorten  van  Amed- 
oabad.   Chah-Nava  Zekan  ,  Schoon-vader  van  Dara  * 
,  Aureng  Zebe,  was  toen  aldaer  Stadt-vooght,  met  vlucht  naci 
I  een  goede  bclèttingh ,  bequaem  genoegh  om  we-  Amadabat, 
)  derftandt  te  doen ;  evenwel  't  zy  dat  hy  verbaeft 
v  was ,  of  dat  het  hem  aen  moede  ontbrack  (want 
I  al-hoe-wel  hy  van  het  gedacht  der  oude  Vorften 
van  Machate  waer,  was  hy  evenwel  de  rechte 
1  oorloghs- man  niet,  maer  een  man  van  fijn  ver- 
maeck,  en  feer  beleeft)  hy  toonde  geen  tegen- 
ftandt  aen  Dara  ,  ja  in  tegendeel ,  hy  onthaelde 

hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


*i%  Treurige  Gefcbiedenis van 
hem  feer  heerlijck ,  en  dat  op  fulck  een  bevallijc 
ke  wijfe>  datDarawel  foodwaes  was,  alsficl 
op  hem  te  vertrouwen ,  en  hem  fijn  raedtflagei 
bekent  te  maecken,  felfs  hem  de  brieven,  dit* 
hem  de  Raia  leflemfeingue  ,  en  andere  van  fijifl 
vrienden  ,  die  hem  fouden  bykomen ,  te  laten  fiena 
hoewel  het  niet  dan  al  te  waer  was ,  't  geen  hens 
aldewerelt  feyde,  en  al  fijn  Vrienden  hemfchre 
ven,  dat  buytentwijffel  Ghah-Nava Zekan hc 
verraden  fou. 

Noyt  was  eenigh  menfch  meer  verwondert  al: 
AurengZebe  ,  wanneer  hy  vernam  dat  Darabin*- 
«en  Amed-Abad  was,  want  hy  witt  wel  dat  hen- 
geen  geit  ontbrack ,  en  dat  al  fijn  vrienden,  dieir 
groot  getal  waren,  niet  fouden  laten  hem  by  te ; 
komen ,  en  anderfints  vant  hy  het  niet  feecker  ielfcl;* 
darwaerts  te  gaen ,  om  hem  te  vinden ,  zijnde  fooc 
verre  van  Agra  en  Chah  Jehan ,  en  fich  te  verwerd 
ren  in  al  de  landen  van  de  Raias  Jefleingue, 
Jeflbmfeineue  ,  en  andere ,  van  die  geweften. 
Behalven,  3at  hem  dede  om  fien,  dat  Sultan  Suiah 
meteenfterekheyrvaft  aenquam,  dat  hy  aireets 
by  Elabas  was ,  en  dat  de  Raia  Serenaguer  fich: 
vaerdigh  maeckte,  om  van  hetgeberghte,  met 
Soliman  Shekouh  te  komen ,  in  voegen  hy  fich  in 
de  meefte  onfeeckerhey t  den  werelt  vandt ;  war-| 
waerts  hy  fich  wilde  wenden.   Eyndelijck  dachcfl 
hem  het  dienftightte  te  zijn,  Dara  aldaer int 
fijn  ruft  te  laten ,  vooreen  tijdt ,  en  te  gaen  daen 
het 't  aldernoodigfte  was ,  namentlijckna  Sultan 
Suiah,  die  nu  aireets  de  Ganges  by  Elabas  over 
getrocken  was. 

Defe  had  fich  in  een  kleyn  dorp  neder  getiagen, 
het  welcke  Kadione  genoemt  wort,  daer  hy  wel  tel 
pas  fich  had  verfekert,van  een  groote  Talas  of  wa-£ 
tertanger  of  back,  dewelcke  aldaer  op  den  wegh; 

ftond|l 


DEN  GROOTEN  MOGOL,  319 
oftondt ;  Aureng  Zcbc ,  begeerde  fich  op  de  kant 
-Tan  een  fntl  loopende  ftroom ,  omtrent  ander  half 
mjl  van  daer ,  nade  zijde  van  Agra.  Tuffchen 
henbeyden,iseenfeei  fchoone  vlackte,  heel  be- 
quaem  voor  een  velt-fiaeh.  Aurcng  Zebe  was  foo  L. 
haeft  niet  daer,of  des  anderen  daegs,  onverduldigh  AuIcng 
haeckendeeeneyndevandenoorloch  tefien,  hy^n^ 
quam  Suiah  aentaften,  hebbende,  fijnbagagie  ofsuiah  aen. 
toerecht  aen  gene  zijde  van  de  ftroom  gelaten. 
Aldaerdedehy  kracht  en  gewelt  tegen  Suiahdie 
onbedenckelick  zijn.    D'Emir  lemla,  den  ge- 
angen,  die  recht  op  den  dagh  van  de  ftrijdt  L>y 
lem  quam ,  hebbende  nu  niet  voor  Dara  meer  te 
vreefcn ,  om  dat  fijn  huyfgefinin  veyligheyt  was , 
toonde  daer  al  fijn  kracht,  moedt  en  dapperheyt. 
Jvlaergelijck  fich  Suiah  wel  had  verfterckt,  en 
eenfchoon  gefchut,  en  een  voordeelige  plaets ; 
was  het  Aurcng  Zebe  niet  mooghlijck  hem  te 
dwingen,  of  van  daer  te  doen  gaen ,  om  hemhec 
water  te  doen  verlaten,  gelijckhy  hoopte,  inte- 
gendeel, hy  wierdt  felfs  verfcheydemael  gedwon- 
gen te  wijeken,  vindende  ongemeene  tegenttandt, 
nvoegenhyin  groote bekommernis  was,  zijnde 
Sultan  Suiah  ongenegen  fich  vorder  na  de  vlackte 
te  begeven ,  of  die  voordeelige  plaets ,  waer  in  hy 
was ,  te  verlaten ,  niet  foeckendeals  alleenigh  fich 
befchermen ,  het  welcke  in  der  daet  wijffel ijck 
an  hem  gedaen  was ,  want  hy  voorfagh  wel ,  dat 
het  Aureng  Zebe  aldaer  niet  langh  fou  konnen 
harden ,  maer  door  de  groote  hitte  gedwongen 
zijn,  weder  na  de  Rivier  te  wijeken,  om  water 
te  foeckcn.En  dat  hy  hem  als  dan,van  achteren  ter 
legen  op  het  lijf  fou  konnen  vallen.    Aureng  Ze- 
►e  voorfagh  oock  wel  het  felfde ,  en  het  was  oock 
de  reden  ,  waerom  hy  fich  foo  haefte ;  maer 
uet  hier  een  andere  aenwas  van  ongelegentheyt. 

op 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


7  20        Treurige  Gefchiedms  van 

Op  de  felve  tijde  wierdt  hem  aeneefeght ,  dat  I 
Raia  Jefibmfeingue,  die  in  fchijn  fichmet  hem  f 
had  vergeleecken ,  op  fijn  hinder  tocht  was  ge. 
vallen ,  en  vaft  fijn  toeftel  en  gout  begoft  te  pion- 
deren.   Defe  tijdingh  maeckte  hem  (eer  verbad*,, 
en  des  te  meer ,  om  dat  hy  merekte ,  dat  hjn  heyr , 
dat  daer  yets  van  verttaen  had,  daer  door  de*} 
fchrick  gekregen  had,  en  aireets  het  meeftendeei , 
vluchtende  hier  en  daer  liep.    Hy  evenwel  ver. 
loor  fijn  oordeel  daeromniet,  en  wel  wetende 
dat  te  rugge  te  keeren ,  oorfaeck  van  fijn  gemeen 
bederf  fou  zijn.  Befloot ,  gelijck  als  in  den  ttri)t 
met  Dara ,  al  wat'er  over  komen  of  gebeuren 
mocht,  ftantvaftelijck  uyt  te  ftaen.  Onder- 
tuflehen  wiert  de  onorder  meer  en  meer  m  lim 
heyr.  Suiah,die  fich  van  defe  gelegentheyt  wilde 
dienen,  neemt  fijn  tijdt  wel  waer,  en  tafthem 
dapperlijck  aen ,  de  bettierder  van  den  Elephanc 
van  Aureng  Zebe  wierdt  met  een  pijl  doot  van  bo- 
ven neder  gefchoten,  hy  derhal  ven  beftiert  hem 
felve ,  ten  beften  hy  kan ;  foo  langh  tot  dat  er  een 
.  L  l-     ander  op  fou  komen.    De  pijlen  regenden  op 
Is  ,n  groot  .       gr  ^         fchieten  foo  veel  hy  < 

ECVaCI*  konde  ióc Elephant  wort  verfchrkkt ,  en  treet  l 
te  rugge ;  daer  is  hy  in  de  uyterfte  noot ,  en  in  j 
fulclTeen  ftaet ,  dat  hy  aireets  een  voet ,  uyt  Hm 
plaets  licht ,  gelijck  als  om  fich  ter  aerden  te  wer- 1 
pen ;  en  men  weet  niet ,  wat  hy ,  m  die  ongele- 
gentheydt  niet  wel  fou  hebben  gedaen  ,'t  en  vv  aer 
lemla ,  die  dicht  by  hem  was ,  en  die  meer  deed ,  i 
als  men  van  eenigh  groot  man  fou  hebben  koonen 
verwachten,  hem  fnet  opfteecken  vanttjntodt 
had  toegeroepen ,  Deern  K«* » ^Jjl^ 
is  de  Dekan?  of  de  plaets  van  fi,n  ^va«gems.  | 
Dit  was  waerlijck  hem  op  het  iiyterfte  te^ bren- 
gen, enmenfoufeggen,dathem  het  geluck  voor 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


■ 


DEN  GROOTEN  MOGOL.'  g2l 

Is  nu  t'eenemael  had  verlaten  ,  ja  menfagh  by  na 
geen  middel  voor  hem ,  om  te  konnen  ontkomen : 
maer  fijn  geluck  is  krachtiger  als  dit  alle,  Suiah 
moet  op  de  vlucht ,  en  hy  moet ,  gelijck  Daia  , 
omfien,  om  fijn  leven  te  bergen.  En  Aureng 
Zebe  moet  overwinnacr  blijven  ,  en  de  Kroon 
an  Indien  op  fijn  hooft  ficn. 

Hier  moet  men  een  weynigh  teruggegacn  ,  en 
edencken  den  ftrijdt  ,  van  Samongucr  ,  en  dat 
leyne  voorval ,  dat  Dara  bederven  heeft  j  hier 
is  het  lelvetefien,  en  om  recht  tefpreken  ,  hier 
wordt  de  felfde  verradeifche  treek  gcfpeelt. 
Allah- Verdi-  kan,  een  van  lijn  voornaemitc  Over-    L  j  r 
ften,  die,  gelijckfommige  feggen,  omgekocht  wortdoot 
was ,  gaet  fich  van  defelve  loof  heydt  dienen ,  die  verradery 
Calil-ullah-kan  tegen  Dara  gebruyekt  heeft :  Bcicddciu 
daer  zijnder  evenwel  die  gelooven ,  dat  *er  geen 
fchelmery  mede  gemenght  was ,  en  dat  het  maer 
een  enckelc  vleyinge  is  ge  weeft  :  want ,  fiende  dat 
het  gantfche  heyr  van  Aureng  Zebe  in  onordcre 
wasT  liep  defen  na  Sultan  Suiah,  en  nep  hem  van 
verre  het  felfde  Mohbarek  ,  of  heyl  wenfehen, 
van  Calil-ullah-kan ,  toe  ,  hem  biddende,  met  ge- 
vouwen handen,fich  niet  langer  in  fuickeen  groot 
gevaer ,  op  fijn  Eleph.mt ,  te  houden.    Kjomt  doch 
af,  feyde  hy  ,  in  Godts  natm  ,  die  beeft  u  Opper- 
vorfï  van  de  Indien gtmaec kt :  laet  ons  de  vluchtelingen 
vervolgen ,  dat  ons  ^Aureng  X,ebenitt  ontkomt.  Sul- 
tan Suiah,  hier  in  niet  mjfer  als  Dara,  begingh 
defelve  misflagh ,  en  hy  was  foo  haeft  niet  afge- 
klommen, of  het  heyr,  hem  niet  meer  fiende, 
wierdt  met  verbaeftheydt  aen^ctaft  ,  en,  geloo- 
vende,datmen  hem  door  verradery,  had  gevangen  s^j,1^ 
of  gedoodt,  verliep,  fonder  dat  m'er  yets  tegen  lieft  de 
konde  doen  •  gelijck  dat  van  Dara  gedaen  had , 
ja  ds  flachtingh  was  foo  groot  ,  dat  Suiah 

X  fich 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LIV. 

Auicn; 
Ze'oc  keert 
Agta. 


222         Tremïge  Gefchtedenu  van 
fich  niet,  als  met  hec  hooghfte  geluck  bergen 
konde. 

Wanneer  IeiTomfeingue  dele  boodlchap  ont- 
iïngh  ,en  wel  merekre,  dat  het  voor  hem  niet  vey- 
ligh  was ,  daer  langhte  blijven  ,vergenoeghde  hy 
fich  ,  met  het  geen  hy  gerooft  had,  en  toogti 
met 'er  haeft,  recht  na  Agratoe,  om  van  daer  na 
fijn  eygen  landt  te  trecken.    Het  gerucht  was 
alreedts  in  Agra,dac  Aureng  Zebede  flagh  verlo- 
ren  had ,  dat  hy ,  beneffens  d'Emir  Iemla ,  gevan- 
gen  was ,  in  fulcker  voegen ,  dat  de  Scadtvooght  . 
der  Stade  Chah  Heltkan,  Oom  van  Aureng  Zebe, 
fiende  Ieflemfeingue ,  van  wiens  verradery  hy  ge- 
hoort  had ,  aen  de  poorten  van  de  Stadt ,  en  nu 
wanhopende  van  fijn  leven ,  alreedts  een  beecker 
met  vergif  ui  fijn  handt  genomen  had  ,  om  fich 
fclven  den  doodt  aen  te  doen ,  en  in  der  daedt ,  hy 
fou  het  hebben  gedroncken ,  't  en  waer  fijn  vrou- 
wen het  feive  belet  hadden ,  ja ,  indien  Jeflom- 
feingue  de  moed  had  gehad ,  langer  binnen  Agra 
te  blijven  ,  foo  hy  hem  wat  ftoutehjck  had  ge- 
dreyght,  belooft  en  yverigh  voor  de  vryheydc 
van  Chah  ïehan  gefproocken ,  hy  hem  lichtelijck 
uyt  de  gevanckenis  fou  verloft  hebben ,  en  dat  te 
lichter,  om  dat  Agra  twee  geheele  dagen  inde 
meeningh  bleef,  dat  Aureng  Zebe  de  nederlaegn 
had ,  maer  JeiTomfeineue ,  die  te  wel  wift  hoe  'c 
daer  afgeloopen  was ,  en  die  daer  niet  langh  dert- 
te  huys  houden  ,  of  yets  aenvangen,  deed  met 
anders  als  door  te  trecken,  en  fich  na  fijn  landt  te 

begeven.  ,  . 

Aureng  Zebe,  die  alleen  voor  Agra  bekom- 
mert was,  enterechtvreefde,  dat  Ieffomfeingue 
yets  voor  Chah  ïehan  mocht  aenvangen  ,  hieldt 
fich  niet  langh  op ,  met  het  vervolgen  van  Suian , 
maer  keerde  haeftelijck  na  Agra,  metlimgant- 

iche 


I 
■fa 
1 

1 

h 

•b 


■ 


H 

■ 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  323 

fche  macht  j  daer  hy  langh  bleef,  Rellende  op 
alles  ordere ,  en  van  alles  fich  vcrfeeckerende. 
F    öndertuflchen  wierdt  hy  bericht,  dit  Sultan 
Suiah  niet  (eer  veel  volcks,  in  dien  nederlacgh  ver- 
loren had ,  om  dat  hy  niet  langh  vcrvo'ght  was , 
dat  hy  fel f s  van  al  de  Raias,aenbeyde  de  zijden  van 
den  Ganges  groote  byftandt  ki  ecgh ,  om  dat  hy 
den  naem  had,  van  feer  rijck  en  uiildt  te  zijn ; 
dat  vorder ,  hy  fich  binnen  Klabas  fterek  maeckte', 
welcke  plaets  een  ge  wichtige  en  vermaerdedoor- 
gangh ,  over  delelve  Rivier  en  wel  foo  veel  als 
de  voomaemfte  plaets  van  Bengalen  is.  Vorders 
fagli  hy  by  lich  tweeperfonen  ,  die,  in  der  waer- 
heydt ,  feer  bequaem  waren ,  om  hem  ckenft  te 
doen,  Sultan  Mahmoud  ,  fijnoudtfte  Soon ,  en 
d'Emir lemla:  maer  hy  wift  oock  wei ,  dat  defe , 
die  grooten  dienft  aen  hun  Vorften  hebben  ge- 
daen  ,  daer  door  oock  menighmael  baldadigh 
worden ,  om  dat  fy  meenen  ,  tiat  het  hen  al  toe- 
komt ,  en  men  hen  niet  genoeghfacm  beloonen 
kan.    Hy  vermerekte  felts  aireets ,  dat  defen  eer- 
Iten  aireets  begolt  te  wederfpai reien,  endage- 
liickstrotfer  en"hoovacrdiger  wierdt  •  omdathy 
fich  van  het  Siot  van  Agra  had  meefter  gemaeckt , 
en  doordien  middel ,  al  wat  Chah  Iehan  fou  heb- 
ben konnen  voornemen ,  gebroocken  had.  En 
wat  lemla  belanqht,  hy  kende  in  der  waerheyt, 
genoeghfacm  ,  de^kloeckte  van  fijn  geelt ,  fijn  be- 
leydt  en  dapperheydt ,  maer  hy  nas  hem  evenwel 
gevaerlijck,  ter  oorfaeck  van  fijn  rijekdom  en 
grooten  naem,  en  tvvijffelde  niet,  of,  zijnde  in 
de  achtingh  van  een  van  de  voomaemfte  mannen 
van  Indien,  hy  had  al  mede  fulcke  groote  ver- 
wachtingen, als  fijn  foon  Sultan  Mahmoud. 

Al  defe  aenmerekingen ,  fouden  een  middel- 
bare geeft,  genoeghfaem,  hebben  konnen  ontftel- 

X  z  len; 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2  24.         Treurige  Gefcbiedenis  ran 
ten  •  maer  Aureng  Zebe  vond  over  al  middel  toe 
hy  wilt  hen  oeyde  af  ce  fonderen ,  en  dat  met  fulck- 
een  behcndigheyüt  en  bevallijckheyt ,  dat  noch 
d'een ,  noch  d'ander  reden ,  om  fich  daer  over  te 
beklagen ,  had.  Hy  fondt  hen  beyde  met  een 
m 7*   macht  igh  heyr,  tegen  Sultan  Suiah,  gevende  hey- 
voigh  te-  melijck  lemla  te  kennen,  dat  de  Landtvooghoy 
jen  suiah.  van  gengale,  zijnde  het  befte  geweft  van  Hin- 
douftan,  hem  voor  al  fijn  leven  ,  als  mede  fijn 
foon,  na  fijn  doodt,  was  toegevoeghr,  en  dat 
v  het  van  daer  was ,  dat  hy  de  erkentenis ,  van 
de  eroote  dienfte ,  de  welcke  hy  hem  had  gedaen  , 
beginnen  wilde :  en  dei  halven  dat  het  hem  allee- 
nieh  toeftond ,  Suiah  t'onder  te  brengen,  dat,  foo 
haeft  hy  het  felve  fou  hebben  befchickt ,  hy  hem 
Mir-ul-Omrahs  (dat  de  eerfte  en  voornaemfte 
Staet  van  Hindouftan ,  en  foo  veel  als  Overfte  van 
aldeOmrahsis)  foude maecken.   Hy  feydete- 
een  Sultan  Mahmoud  niet  als  defe  drie  of  vier 
woorden :  Gedenckt,  dat  ghy  de  oudtfte  van  mij 
kinderen  zijt ,  dat  het  voor  u  felven  is ,  dat  ghy 
caet  ftrijden ,  dat  ghy  veel ,  maer  nochtans  niet 
ledaen  hebt ,  'c  en  zy  ghy  u  meefter  van  Suiah , 
onfe  erootllc  en  gcvaerlijckfte  vyandt,  maeckt. 
Ick  wil  wel  verhopen,  metGodts  hulp,  haeltal 
de  anderen  onder  de  knie  te  krijgen.    Met  dele 
woorden,  gaf  hy  hen  beyde  hun  aftcheydt,  geven- 
de hen  de  gewone  gefchencken ,  te  weten ,  kotte- 
liicke  Serapahs  of  kleederen ,  eenige  paerden, 
eeoioe  Elephanten ,  allekoftelijcktoegemaeckt,  , 
hebbende  oock  met  foetigheyt  d'Emirlemla  be- 
wogen, hem  fijn  eenigen  foon  Mahmet  Emir 
Kan,  gelijck  als  tot  fijn  vertrooftmge,  engefel- 
fchaptc  laten;  maer  inderdaedt,  het  was  hem  te 
doen,  om  een  pantsman  voor  firn  trouw  te  heb- 
benjgelijck  hy  oock  Sultan  Mahwoud  foo  fchoon 

o  1: 


DEN  GïLOOTEN  MOGOL', 


I 


:gepraet  had,  dat  hy  fijn  vrouw,  de  dochter  van 
den  Koninck  van  Golkonda,  als  eencegroocen 
moeyelijckheydt ,  voor  een  itaegh  treckend  heyr , 
binnen  Agra  liet. 

Suitan  Suiah,  die  alcoos  vrcefde,  dat  men  de 
Raias  van  het  lager  Bengale ,  regens  hem ,  moght 
opmaecken,  die  hy  ,  door  nuf  handclingh  >  wel 
oede  reden  gegeven  had,  en  voor  nknundt  foo 
er  als  voor  d'Kmir  Icmla  beducht  was,  had  niet 
o  haeft  de  tijdingh  van  hun  aentocht  vernomen  , 
of,  vreefende  dat  men  hem  de  weghna  Bengale 
mocht  affnijden  ,  brack  fijn  leger  op ,  en  daelde 
af  na  Benares  en  Patna,  en  van  daer  na  Mo- 
guiere,  een  kleyn  ltedeken ,  op  den  Ganges  gele- 
gen, anderfints,gemeenlijck  de  fleutel  van't  Rijek 
van  Bengale  genoemt ,  hebbende  een  engen  toe- 
ganck,  tuflchen  het  geberghte  en  boflTchadien. 
Hy  vandt  geraden  fich  aldaer  op  te  houden,  en 
fterck  te  maecken ,  en ,  tot  meerder  verfeeckert- 
heydt ,  wierp  een  groote  Tranchee  of  affnijdingh 
op ,  van  de  Stade  tot  het  geberghte  toe ,  van  goe- 
de meeningh ,  aldaer  d'Emir  lemla  te  verwach- 
ten en  defen  doortocht  met  hem  tedifputeren  , 
of  bevechten.    Maer  hy  was  wel  verwondert, 
wanneer  men  hem  quam  aenfeggen ,  dat  de  troe- 
pen van  lemla,  die  al  lachtjes  de  Ganges  afqua-  , 
men ,  niet  waren  ,  als  om  hem  op  te  houden  en  be- 
driegen, dat  hy  felfs  daer  niet  by  was ,  maerde 
Raias  van  het  geberghte,  dat  ter  rechterhandt 
van  de  Rivier  leght ,  gewonnen  had ,  dat  hy  en 
Sultan  Mahmoud,  mtt  de  blom  van  hun  heyr , 
recht  na  Rage  Mehalle  togen ,  om  hem  den  wegh 
af  te  fnijden ,  invoegen  hy  gedrongen  was ,  al  fijne 
verfterekingen  ,  opgiet  alderfpoedighfte  te  verla- 
ten;  Evenwel  hy  toonde  foogrootennaerftig-  «^XJ* 
heydt ,  dat ,  al-hoe- wel  hy  gedwongen  was ,  die  fa  suiaJt, 


X  3 


grooten 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 16        Treurige  Gefchtedertii  van 
crooten  afwijck  die  de  Ganges  ter  flincker- 
zijde  inaeckt,  te  volgen,  hy  Emir  evenwel  ee- 
nige dagen  voor ,  en  eerder  tot  Rage  Mehalle 
quam  ,  daer  hy  de  tijde  had  lichte  verfteicken. 
Om  dat  lemla ,  fijn  opbreken  vernomen  hebben, 
de,  weder  na  de  flincker  zijde,  en  de  Ganges 
trock,  en  dat  door  Teer  quade  wegen,  om  aldaer 
fijn  troepen ,  die  met  het  grof  gefchut  en  de toe- 
rultinge ,  ianghs  de  Rivier  afquamen ,  aldaer  in  te 
wachten.  Soo  haeft  als  alles  gekomen  was,gmgh 
hy  Suiah  aentaften ,  die  fich  felven,  vijf  of  fes  da- 
gen na  malkander,  dapperlijck  weerde:  maer  fien- 
de,  dat  het  gefchur  van  lemla,  dat  geduengh 
fpeelde,  al  fijnfteickten  om  verre  wierp,  en  dat 
het  hem  feer  fwaer  fou  vallen,  hem  veel  langer 
aldaer  tegen  te  ftaen ,  behalven  dat  de  tijdt  van 
den  regen  vaftaenquam,  maecktehy  fich,  onder 
gunft  van  de  nacht,  van  daer,  twee  groote  ftuc- 
ken  gefchnts  achter  latende.    D'Emir  derfte 
hem  by  de  nacht  niet  volgen,  uyt  vreefe  van 
in  eenige  hinderlagen  te  vallen  ,  maer  wachte 
tot  den  dageraedt  ;  doch  het  geluck  wilde, 
voor  Suiah  ,  dat  op  het  aenbreecken  van  den 
dagh  ,  een  geweldigen  regen  ontftondc  ,  die 
drie  dagen  achter  een  duerde,  invoegen  lemla ^ 
niet  alleen  voor  eenige  dagen  uyt  Rage  Me- 
halle niet  konde  komen  ,  maer  oock  lelfs  ge- 
houden was,  aldaer  den  Winter  over  te  bren- 
gen-, ter  oorfaeck  van  den  regen,  die  indiege- 
weften  boven  maten  is  •  en  de  wegen  foo  on- 
bcquacm  voor  de  tijdt  van  vier  maenden  ,  te 
weten,  lulij,  Auguftus,  September  en  OUo- 
ber,  maeckt,  dat  geen  heyr  defelve  fou  kon  - 
nen  sebruyeken.    Alfoo  dan  had  Sultan  Suiah 
tijdt,  om  fich  te  redderen ,  en  fulck  een  plaets 
toe  fijn  veyligheydc  te  kicfen.  als  hy  feltsbe- 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  327 

I  geerde  •  fijn  heyr  te  verftercken ,  ofuyt  het  lager 

I  Bengale  verfcheyde  ftucken  gefchutstc  laten  ko- 
n  men,  als  mede  veel  Portugelen,  die  daer  woon- 

II  achtigh  waren ,  tot  fich  re  ontbieden.  Doende 
□f.  hen  groote  en  wonderlijcke  beloften ,  felfs  hen 

•  alle  lijck  te  maccken»  Kercken  te  bouwen,  en 
anderfints ;  en  waerlijck  ,  fy  konden  hem  al  goe- 
den dienft  doen,  allooder,  alleen  111  het  Kijck  van 
Bengalen  ,  niet  minder  als  acht  of  negen  duyfent 
huyfgefinnen  van  Frangins,  Portugelen,en  Jvlefti- 

I  fen ,  uf  halfllagh ,  gevonden  worden. 

Sultan  Manmoud  nu,  die  om  de  voorgefeyde 
redenen ,  hooghtnoedighen  trots  geworden  was , 
enmiH'chien ,  nagrootcr  dingen  ftond ,  als  hem 
voor  als  doe  mocht  dienfiigh  of  betamelijck  zijn  , 
wilde  met  volkomen  macht,  overliet  heyr  gebie- 
den ,  en  dat  d'Emir  Jemla  fijn  ordere  fou  hebben 
te  volgen ,  latende  oock,  ter  ielver  tijde,  fich  eeni- 
ge  Itoute  woorden,  fijn  Vader  raeckende,  ont- 
fchieten,  als  was  hy  hein  de  Kroon  genoegh- 
faem  verfchuldight ,  voegende  daer  andere,  vol 
verachtingc  cn  drcygementen  ,  tegen  Iemla,by  ; 
het  vvelcke  groote  atkcerighcydt  onder  hen 
maeckte,  die  oock  felfs  al  lange duerden,  totdat 
Sultan  Mahmoud,  verüaende  dat  fijn  Vader,  over 
fijn  doen  ,  (eer  t'onvreden  was,  en  vreefende  lvii. 
felfs ,  dat  Jemla  laft  had ,  om  fich  van  fijn  perfoon  jÏÏjJ5Jou 
te  verfeeckeren ,  fich  na  Sultan  Suiah ,  niet  feer  vait  lijn 
wcynigh  volcks,  begaf-  den  wekken  hy  groote  Vadaaf. 
beloften  en  den  eed  van  getrcuwighcydt  deed: 
:  maer  Suiah,  vreefende  dat  dit  een  bedrieghlijc- 

•  ken  ftreeck  van  AurengZebe  w3s ,  hield t  hem 
1  geduerigh  inhetoogh,  ibnderhem  eenigh  bevel 

van  belangh  in  fijn 'heyr  te  geven,  'cwelckhem 
I  foo  mifnocghde  ,  dat  hy  een i ge  maenden  daer 
na  Suiah  weder  verliet  »  en  fich  weder  na 

X  4  d'Emir 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LVII  I. 

Vort  ge- 
vangen. 


LIX. 

Aureng 
Zebe 
maeckt 
fich  (elven 
Koninck. 


328  Treurige  Gefchiedenis  van 
d'Emir  Jemla  begaf ;  die  hem  feer  wel  ontfingh , 
mee  verfecckeringh ,  dathy  gunftelijck  van  hem 
aen  fijn  Vader  fchrij  ven  fou*  en  al  fijn  vermogen 
aen  wenden,  om  hem  fijn  misflagh  te  doen  ver- 
geten. 

Anrcng  Zebe  evenwel ,  fchreef  hem  een  brief 
vol  bitterheydt,  door  dewelcke  hy  hem  beval  te 
rugh  na  Dehli  tc  komen ,  ftellende  ondertuflehen 
goede  ordere,  dat  hy  tot  daer  toe  niet  quara* 
want  hy  was  foo  haeft.deGanges  niet  over,  of 
hy  vandt  volck  dat  hem  vaft  hield  ,  en  in  een 
Embary  floten  ,  gelijck  Morad  was  gefchiet  >  en 
na  Goüaleor  voerden ,  daer  men  niet  gelooft ,  dat 
hy  oyt  weder  uyt  gekomen  is.  Door  welcke 
faeck  fich  Aureng  Zebe ,  van  groote  onheylen 
miflehien  verlofte,  gelijck  hy  oockfijn  tweede 
foon  Sultan  Mazum  te  kennen  gaf,  dat  deftaec 
van  hcerfchappy  fuick  een  teedere  faeck  is ,  dat  de 
Koningen ,  menighmael ,  hun  eygen  fchaduwe  in 
vermoeden  moeten  trecken ,  dat ,  indien  hy  fich 
niet  wijflèlijcker  draeght  ,  als  fijn  broeder, 
hem  het  felve  fou  konnen  gebeuren. 

Terwijl  nu  defe  dingen  alfoo  in  Bengale  ge- 
fchieden ,  en  Sultan  Suiah  foo  veel  wederftandt 
bood  als  hy  konde  ,  vindende  fich  nu  over  de 
een ,  dan  over  de  andere  zijde  van  den  Ganges , 
hieldt  fich  Aureng  Zebe  al  omtrent  Agra,  gaende 
en  komende  vaft  af  en  aen ,  en  treckende  eynde- 
lijck  na  Dehli,  daer  hy  ten  laetften  in  ernft  en 
openbaerlijck  voor  Koninck  begoft  te  fpelen , 
ftellende  ordere  op  al  de  faecken  van  het  Rijck , 
maer  boven  al,  op  middel  denckende,  om  Dara 
in  handen  te  krijgen,  en  hem  Guzurate  te  doen 
verlaten  •  't  welck  evenwel  feer  fwaerom  te  doen 
was ,  teroorfaeck  van  de  voorverhaelde  redenen ; 
evenwel  quam  hec  geluck  van  Aureng  Zebe 

defe 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  329 

:  defe  fwarigheydt  oock  te  boven.    En  fiet  op 

vwatwijfe.  r 

JelTomfeingue ,  die  fich  weder  na  fijn  Land  be- 
geven had ,  vei  njckt  met  het  gten  hy  Aureng  be- 
ïooft  had,  1  echte  een  machtigh  hcyr  op  en  fchreef 
aenDara,  da:  hy  ten  aldcrceiitena  Agra  fou  ko- 
men ,  en  dat  hy  lich  op  den  wegh  by  hem  fou  ver- 
>\  voegen.  Dara,dk- ahtedts  een  lauiehjckheyr  by 
/  een  had  gebracht,  hoewel  maer,  ten  meciten  deel , 
uyt  t'iamen  gcracpt  volck,cn  achte,dat,  alshy 
by  Agraqaam,  vcrfcheydc  van  lijn  oude  vrien- 
den, hem  met  Jefibmfeinguc  vervoeght  fiende, 
hem  buy ten  t wijffel  toe  fouden  vallen ,  vertrock  lx, 
3  terftondt  van  Amedabat,  en  lbo  in  aller  haeft  Darawort 
op  Afmire ,  Teven  of  acht  daghreyfen  van  Agra.  bedr0'eu- 
Maer  leffomfeingue  hielde  hem  fijn  woordtniet, 
want  de  Raia  leflèmgue  bevorderde  fijn  verdragh, 
met  Aureng  Zebe ,  en  focht  hem  alfoo  t'eenemael 
tot  hen  te  trccken  ,  of  ten  minften  fijn  voornemen 
te  verhinderen  :  hy  fchreef  hem  menighmael, 
met  vertooningc  in  wat  gevaer  hy  fich  begaf, 
nemende  een  vei  vallen  laeck  aen,  gelijck  dic"van 
Dara  was ,  dat  hy  wel  foude  toefien  wat  hy  deed , 
en  niet  voortgaen,  fich  en  fijn  gantfche  geflacht 
te  verderven  :  dat  Aureng  Zebe  hem  noyt  fijn 
mifdaedt  vergeven  fou  ,  dat  hy  foo  wel  een  Raia 
was  als  hy ,  dat  hy  het  bloedt  van  de  Ragipous 
molt  (paren,  dat,  indien  hy  meende  de  andere 
Raias  aen  lijn  zijde  te  krijgen ,  hy  gewifielijck  fou 
vinden ,  die  het  hem  fouden  beletten ,  en  in  een 
woordt,  dat  het  een  faeck  was,  die  in  het  alge- 
meen de  Jndous,  datisalhetRijck,raeckte,  en 
.hen  allen  in  gevaer  ftelde ,  indien  men  fulckeen 
:gevaerlijck  vyer  liet  opgacn.    Voorde  reft,  in 
idien  hy  Data  wilde  laten,  Aureng  Zebe  fou  hec 
Hes  vergeten  ,  en  hem  de  Landtvooghdy  van 

X  5  Guza- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2jo  Treurige  Geschiedenis  van 
Guzarate  geven ,  'c  welck  hem  byfonderlijck  ge- 
legen  fou  komen.  Om  dat  het  felve  dicht  aen 
fijn  eygen  landt  gelegen  is ,  en  hy  in  volle  vryheyc 
aldaer  fou  konnen  wonen,  vooralhetwelckehy 
fich  felven  tot  borgh  ftelde,  kortelijck,fooveel 
wift  defen  Raia  te  doen,  dat  hy  leflbmfeingué 
weder  na  fijn  landt  dede  keeren ;  terwijl  Aureng 
Zebe,met  fijn  gantfche  macht,  Afmire  naderde,, 
cnfichin  hetgehcht  van  Daranederfloegh. 

Wat  fal  nu  Dara ,  defen  armen  Vorft  aenvan- 
gen?  hy  fiet  fich  t'eenemael  in  fijn  hoop  en  ver- 
wachtingh  bedtogen,  en  bemerckt  wel  dat  het 
hem  onmooghlijck  is ,  behouden  met  fijn  troe- 
pen, weder  na  Amedabad  te  keeren ,  hebbende 
meer  als  vijf-en-dartigh  dagen  treckenstedoen, 
zijnde  het  daer-en-boven  in  het  heetfte  van  de 
Somer,  daerby  komende  gebreck  van  water  en 
dat  lwal  door  Linden  van  de  Raias  fijn  wegh 
moft  maecken :  die  alle  vrienden  of  verwanten 
van  Teflbmfeingue  waren.  Hy  dan ,  fiende  geen 
andere  uytkomft,  befluyt  noch  eens  het  uyterfte 
te  wagen,  en  fijn  broeder  flagh  te  leveren,  maer 
wat  kan  hy  veel  te  wege  brengen  ,  die  van  alle 
kanten  verlaten  is;  alleenigh  heeft  hy  noch  Chah- 
NavareKan  byfich,  daer  hy  fich  op  vertrouwt, 
maer  die  hem  evenwel  verraedt  en  fijn  voorne- 
mens aen  Aureng  Zebeontdeckt.  Hetiswaer, 
dat  Chah-Navare  Kan ,  in  de  flagh  omgekomen 
is  'tzv  door  de  handt  van  Dara  felfs,  gelijck 
fommige  willen ,  't  zy  door  het  volck  van  Aureng 

Hetgevechtnamfijnaenvangh  ,des  morgens, 

omtrenf  denegenof  tienuren  Hetg^hntvan 

Dara,  zijnde  feer  wel ,  op  een  kleyne  hooghte  ge- 

t"l  olantl  liet  fichwel  hooren,  maer,  eelijckmcn 
„  zcbcgt ,  het  ücfonder  kogci$>  u  fuJc|cr 


LXÏ. 

Sijn  twee 
4e  flagh 
met  Au- 


•tl 


BEN  GROOtEN  MoGOL.  331 
wierdt  hy,  van  de  geheele  werel  i  verraden.  Maer 
nauwelijcks  waren  fy  acn  malkander  gekomen, 
of  Jefleingue  verroonde  fich  n.i  en  dicht  by  Dara , 
den  welcken  hy  dedc  aenllggen ,  dal  hy  fich  op  de 
vlucht  begeven  feu ,  indien  hy  niet  wilde  gevan- 
1  gen  worden  •  invoegen  delen  anncn  Voilt  leer 
benauwt  zijnde,  gedwongen  wierd,  opdeitaende 
voet  de  vlucht  te  nemen  ,  en  dat  metlulck  een  on-  lxil 
order  enhaeft,  dat  hydetijdt  niet  had,  om  felfs  Envluc,u» 
fijn  bagagie  te  doen  packen  j  Jae  ter  nauwer 
noodt  lijn  vrouw  en  de  reft  van  fijn  kinderen  te 
bergen :  noch  is  het  leecker ,  dat ,  indien  de  Raia 
leifeinguede  mmfte  nacrittgheyt  had  willen  doen, 
hy  het  geenfints  ontkomen  fou  hebben  maer  de- 
fe  droegh  altoos  het  Konincklijcke  huys  fijnbe- 
hoorlijcke  eerbiedigheyt. 

Defe  ongeluckige  Vorft ,  aldus  van  de  geheele 
werelt  verlaten ,  en  niet  meer  als ,  ten  hooghften, 
met  twee  duyfent  mannen  vcrfelt ,  vand  fich  ge- 
dwongen in  't  hart  van  de  Somer ,  fonder  tenten , 
of  bagagie  en  toeruthiwc  ,  de  landen  van  al  de 
Raias,die  tuifcheu  Almireen  Amad-abad  wo- 
nen ,  doorren ecken.    Terwijl  de  Koullijs ,  boe- 
ren van  dele  ge  weiten,  het  fnoodfte  gefpuys  van 
!  geheel  Indien,  hem  nacht  en  dagh  vervolghde , 
beroovende  endoodende  iijn  kiijghslicden ,  met 
fulck  eenwreedheyt,  dat  niemand  twee  honderc 
treden  uy t  den  trop  konde  blijven ,  die  met  ter- 
ftondt  naeckt  uytgefchut ,  of,  foo  hy  deminfte 
tegenlhndt  dede,  gedoodt  wierdt.  Evenwel, 
niet  tegenftaende  al  defe  verhinderinghen  quel- 
lingen,  deed  hy  foo  veel ,  dat  hy  opeendagh- 
reyfens  na  by  Amed-abad  quam ,  hopende  des  an- 
h  deren  dacghs  binnen  de  Stadt  te  komen,  om  fich 
ï  aidaer  te  ververfchen  en  te  trachten ,  wederom 
>:  ecnige  macht  by  een  te  verfamelen ,  maer  alles 

valt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2 $2        Treurige  Gefchiedenis  van 
valt  den  overwonnen  en  ongeluckigen  verkeer- 
delijck  uyt. 

De  Stedevooght,  die  hy  in  de  Sterckte  van! 
Amed-abad  gelaten  had ,  was  aireets,  door  fcher* 
pe  en  dreygende  brieven,  van  AurengZebe  be- 
schreven ;  waer  door  hy  de  zijde  van  Dara  veria- 
ten  en  die  van  Aureng  Zebe  aengenomen  had  ; 
in  fulcker  voege ,  dat  hy  Dara  fchreef ,  dat  hy  niet 
nader  behoefde  te  komen,  alfoo  hy  de  poorten  fou 
geflooten ,  en  alles ,  tegens  hem ,  in  de  wapenen 
vinden.  Wanneer  de  Vrouwen  defe  tijdingh 
verftonden ,  het  welcke  gefchiede ,  op  het  aenko- 
men  van  den  dagh,  maecktenfy  cea gejammer, 
dat  een  fteene  hart  fou  hebben  doen  breecken ,  al- 
les was  indruck  en  verwarringe ,  de  een  fagh  op 
den  ander ,  fonder  te  weten ,  wat  te  doen ,  of  aen 
te  vangen.  Dara  quam  ten  laetften  oock ,  by  na 
half  doodt  voor  den  dagh ,  fpteeckende  nu  tegen 
den  een,  dan  tegen  den  anderen,  felfs  tot  de 
l  x  1 1 1  minfte  krijghslieden  toe.  Hy  fiet  vaft  dat  al  de 
sijn  jam-  *  werelt  verbaeft ,  en  op  het  punt  van  hem  te  verla- 
meriijckcn  ten  was ,  wat  fal  hy  doen?  waer  fal  hy  blijven  I 
ftact*  en  vertrecken  moft  hy ,  dat  felfde  oogenblick* 
Eyndeiijck  geraeckt  hy  weder  'op  de  reys ,  niet 
meer  als  met  vier  of  vijf  hondert  ruyters  verfeit, 
beneffens  twee  Elephanté,diemen  feyde  met  gout 
en filver geladen  te  zijn;  nemende  denweghna 
Tatabakar ,  hoewel  fulcks  by  na  onmooghlijck 
fcheen,  aengemerekt  het  kleyn  gefelfchap ,  dat 
hem  noch  overigh  was  gebleven,  en  de  zandige 
woeftijnendie  hy  door  moft;  daer  hy  groot  pe- 
breckvan  water ,  in  het  heetfte  van  defomer  iou 
hebben  te  vinden.  Evenwel  hy  quam  >  niet  te- 
genftaende  duyfent  moeyelijckheden ,  in  het  lanc 
vandenRaiaKatche. 

Defe  Raia  deed  hemin'teerft  goet  onthael , 

en 


li 


II 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  333 
iïn  beloofde  hem  felfs  byftant  te  fullen  doen  ,  be- 
choudens,  dat  hy  fijn  Soon  wilde  uythouwelijc- 
j^K&en  ;  maer  Jeflfeingue  deed  wel  haelt  met  delen 
:Raia ,  dat  hy  met  Jeflbmfeingue  had  gcdaen  •  in 
"(voegen  Dara  Tiende  ,  de  vriendtfchap  van  defen 
.Baibar,  t'eenemael  verkoelt,  endauby  gevolgh, 
[ïjnperfoon  aldier  groot  gevaer  liep,  tcrftondt 
fijn  wegh  na  Tatabakar  ,  befloot  te  vervol- 


len. 


Terwijl  nu  Dara  lijnen  wegh  na  Tatabakar 
ervolghde ,  duerde  d'oorlogh  in  Bcngale  noch, 
toonende  Sultan  Suiah  ongclooflijcke  weer,  tegen 
d'Emir  Jemla;  doch  hier  aen  liet  fich  Aureng  Ze- 
be  weynigh  gelegen  zijn,  als  wel  kennende  de 
dapperheyt  en  wijfheyt,  van  Jemla,  maer  het 
meefte  dat  hem  ongeruft  maeckte ,  was  Soliman 
Chekouh  gelijck  als  voor  fijn  poorten  tefien, 
want  van  Agra ,  tot  het  geberghte ,  waer  op 
hy  fichonthieldt,  was  geen  acht  dagen  reyfens  ; 
fonder  dat  hy  hem  evenwel  van  daer  kon  trecken , 
die  hem  geduerigh  in  onruft  hiel,  door  de  ge- 
duerige  geruchten  ,  dat  hy  met  den  Kaia  af  quam. 
Evenwel  hy  mort  yets  aenvangen  •  hy  deed  den 
Raia  Jeftèinmic  brief  op  brief  aen  den  Raia  van 
Serenaguer  fchrijven  ,  doende  hem  groote  belof- 
ten ,  indien  hy  hem  Soliman  Chekouh  in  handen 
wilde  leveren,  en  aen  de  andere  zijde,  hem  drey- 
gende  met  den  oorlogh,  indien  hy  volharde 
hem  te  befchermen.  De  Raia  gaf  tot  antvvoorr, 
dat  hy  liever  3I  fijn  befktingh  wilde  vcrliefen ,  als 
fulck  een  fnoode  daet  aenvangen  ►  waer  over  Au- 
reng Zebe  liende  fijn  vaft  bcflu>t,  fich  te  velt 
begaf,  treckende  recht  na  het  geberghte  toe, 
daer  hy ,  door  een  oneyndelijcke  menighte  van 
Pioniers  ,  de  rotzen  doet  verbreecken  en  de  we- 
gen verbreeden.   Maer  de  Raia  hielt'er  de  fpot 

mede, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


i  $  4  Twnrge  Gefcbiedenh  van 
mede ,  als  hebbende  niet  veel  van  die  zijde  te 
vreefen ,  de  wegen  waren  onbeganckelijck ,  en  de! 
gelegenthey t  van  het  geberghte  foodanigh ,  dati 
men>felfs  met  fteenen,viermael  grooter  macht  foul 
hebben  af  gekeert.  Aureng  Zebe  dan  moft  we-  \ 
der  af  trecken ,  en  weder  keeren  fonderyets  uyt-  i 
gerecht  te  hebben. 

DaraondertuflTchen,  naderde  fijn  fterekte  V3n  il 
Tatabakar ,  en,  wanneer  hy  nu  niet  meer  als  twee  t 
ofdriekleynedaghreyfens  daer  of  was  ,  kreegh  , 
hy  tijdingh,  dat  Mir  Baba ,  die  het  nu  langen  tijde  \ 
belegert  had  gehouden ,  de  plaetsophetuyterfte  I 
had  gebracht,  zijnde  ongemeen  gebreck  aen 
lijf-tocht  daer  binnen.  De  Stedevooght ,  even- 
wel,  droeghfich  even  dapper ,  doende  gedueri- 
ge  uytvallen ,  daer  hy  den  vyandt  geen  kkyne  af- 
breuck  mede  deed ,  fpottende  met  al  het  gewelc 
van  Mir  Baba ,  en  de  dreygementen  van  Aureng 
Zebe.  Maer,  wanneer  hy  verftondt  dat  Dara 
niet  verre  van  daer  was ,  verdubbelde  hy  fijn 
moet ,  beneffens  die  van  al  fijn  Franguis ,  in  voe- 
gen niet  een  onder  hen  gevonden  wierdt,die  niet 
van  befluyt  was  ,  metkracht  op  den  vyandt  uyt  te 
vallen  en  alles  te  wagen ,  om  het  belegh  te  doen 
op  breecken,  en  Dara  binnen  te  helpen. 

Dara  ondertuffchen  was  in  groote  bekommer- 
nis: om  het  belegh  te  doen  ttaecken,  had  hy 
geenfintsmachtsgenoegh,  waer  over  hybefloot 
de  Rivier  Indus  over  te  trecken ,  en  fich  na  Per- 
fien  te  begeven ,  hoewel  fulcks  niet  fonder  de 
grootfte  fwarigheyt  des  werelts ,  ter  oorfaeck  van 
de  geweldige  woeftijnen ,  en  het  gebreck  des  wa- 
ters konde  qefchieden  •  behalven ,  dat  men  op 
die  lantpalen  n jet  als  kleyne  Raias  en  Patans  had , 
die  noch  Perfiaén  noch  Mogol  erkennen ;  doch 
fijn  vrouw  oatried  het  hem ,  door  defe  flechte  re- 
den, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL. 


n,  dat  hy  dan  moftbeduytcn ,  fijn  Vrouw  en 
dochter  flavinnen  van  den  Koninck  van  Pcrfien  te 
jlaten,  endiergchjeke  redenen  mecr.  Terwijl  hy  L*1**» 
muindefetwijfelmoedigheyt  was,  quarn  hem  öli^^yjj* 
Jen  fin  ,  dat  daer  omtrent  een  machtige  Patan  fich  e  C 
onthieldt,  Gion  Kan  genoemt ;  wiens  leven  hy, 
toe  twee  malen  toe,  behouden  had  j  hebbende 
Chahjehan  ,  hem  voor  den  Klephanr  doen  wer- 
pen, om  dat  hy  verlcheyden  malen  van  hem  af  ge- 
vallen was.  Hy  dan  bcfluyt  na  hem  toctcrey- 
fen,  verhoopende  eenige  aenfienelijckc  byftandc 
te  verkrijgen ,  om  daer  mede  Tatabakar  te  oncfet- 
ten.  Maeckende  fijn  overlegh , dat  gedaen  zijn- 
de, fijn  fchatten  van  daer  uyt  te  lichten ,  voorts 
fich  na  Kandahar  te  begeven  en  foo  het  Rijck  van 
Kaboul  aen  te  doen ,  hebbende  groote  hoop  in 
Mahobet  Kan,  die  daer  Landtvooghc  en  feer 
machtigh  was ,  oock ,  door  fijn  gonft ,  die  Landc- 
vooghdy  verkregen  had.  Sijn  jongen  foonSepe 
Chckouhgenaemt,  bemerekendedit  befluytvan 
fijn  Vader ,  quarn  fich  voor  fijn  voeten  neder- 
werpen ,  biddende  hem  *  in  Godes  naem ,  niet 
in  de  landen  van  defen  Patan  te  willen  trecken,  ge- 
lijck  oock  fijn  Vrouw  en  Dochter  deden ,  hem 
vertoonende,dat  hy  maer  een  rover ,  en  weder- 
"pannige  was,  die  hem  onget  wijfeit  verraden  fou, 
dat  hy  juyftVfoo  itip  niet  behoefde  voor  te  nemen 
deplaets  teontfettcn,  maer  fich  maer  na  Kaboul 
had  te  begeven,  dat  Mir  Baba,  lichtelijck  hec 
belegh  niet  eens  op  breecken  fou  j  om  hem  te 
1  volgen. 

Dara  als  getrocken  door  de  kracht  van  fijn  on- 
;  eeluckigh  noodt- loc ,  verwierp  defen  raedt ,  wil- 
)  lende  na  geen  andere  voorflagen  luyfteren ,  voort  t  x  v. 
t  brengende  veel  fwarigheden ,  daer  tegen ,  dat  Gi-  SjK? 
pn  Kan  foofnood  niet  fou  zijn ,  als  hem  te  verra-  Gion  Ka», 

den, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LXVI. 
Die  hem 
verüedt. 


2  *  (5         Treurige  Gefchiedenis  van 
den ,  hebbende  hem  foo  veel  goets  gedaen.  Hy 
dan  fiaet  op  wegh ,  wat  men  hem  oock  mocht  feg- 
gen ,  en  gaet  beproeven ,  ten  koften  van  fijn  leven , 
dat  men  fich  noyt  op  fchelmen  mach  vertrouwen.; 
Defe  Rover,  die  in  'teerfte  meende,  dat  hy  veel 
volcks  had  dat  hem  volghde ,  deed  hem  het  befte 
onthaeldathykonde,  toonende  hemde  grootftaf 
vrientfchap  enbeleeftheyt,  die  men  fou  konnen  ,jj 
plaetfendefijn  volck ,  hier  en  daer ,  by  fijn  onder^fl 
danen,  met  bevel,  hen  op  het  befte  te  onthalen^ 
raaer ,  wanneer  hy  bevandt ,  dat  hy  niet  meer  ajsP 
twee  of  drie  hondert  mannen  by  fich  had ,  toonde 
hy  wel  haeft  wie  hy  was.    Men  weet  nu  niet  y 
of  hy  niet  wel  eenige  brieven  van  Au:  eng  Zebe 
had  sekregen ,  of  dat  hy  was  aengevochten  door 
gierigheydt,  van  wegen  eenigemuylen,  die  men 
feyde»  met  goudt  geladen  te  zijn,  hoe  het  zy  of 
niet,  op  feeckeren  morgenftondt  ,  als  m'er  het 
minft  op  dacht ,  en  defe  arme  lieden  alleeniglï 
trachten  fich  te  ververfchen  ,  meenende  in  alle 
veyligheydttezijn;  fiedaer,defen verrader,  ditf 
den  santfchen  nacht  niet  had  gedaen ,  als  volck  b 
een  te  rapen,  fich  op  Dara  en  §epe  Chekou 
werpen ,  en  eenige  van  de  fijnen ,  die  fich  focht 
te  verweren,  om  den  hals  brengen  ,  fonder  t 
vergeten  defe  Muylen  hun  vracht,  en  al  de  juwee-' 
len  van  de  vrouwen  wech  te  nemen.    Voort  1 
fette  hy  hem  gebonden  op  een  Elephant,  doende 
een  beul  achter  hem  fitten ,  met  laft  hem  den  kop 
af  te  houwen,  op  het  minfteteeckendatnylou- 
de  van  wederftandt  doen ,  of  yemandt  anders,  van 
hem  te  willen  verlofien.   En  in  defe  vreemde 
fchijn ,  voerde  hy  hem  na  hetheyr  voör  ïataba 
kar  daer  hy  hem  den  Mir  Baba  in  handen  fte*de 
die  hem,V£rgefelfchapt  met  defen  verrader  Sebe , 
oa  Lahor  ,«n  van  daer  na  Dehli  deed  brenSe^a 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL,  337 

Wanneer  hy  voor  de  poort  van  Dehli  was, 
nam  Aureng  Zebe  een  overlegh,  of  men  hem  door 
f  het  midden  van  de  Stade  fouleydenof niet,  om 
I  hem  vorders  na  Goüaleor  te  voeren.  Veel  waren 
»  van  gevoelen  ,  dat  men  fich  des  wachten  moft. 
;  alfooder  ecnige  onorder  fou  konnen  uyt  ontltaen  , 
1  dat  men  fou  mogen  onderftaen  hem  te  verloflen  , 
>  en  fulcks  een  groote  vcrkleyningh  voor  het  Ko- 
1  nincklijck  huys  fou  zijn.    Andere  oordeelden 
!  het  tegendeel ,  en  dat  het  in  allen  gevallen  moft 
gefchieden,  om  daer  door  de  gantfche  vverelt  te 
verbafen,endeopper.macht  van  Aureng  Zebe  te 
tooncn,  en  een  yder  doen  bli jeken,  dat  hy  het  felve 
was ,  gelijck  noch  veel  Omrahs  daer  aen  tvvijffd- 
den ,  oock  om  alle  hoop ,  die  gene ,  die  hem  noch 
gencgentheydt  toedroegen,  te  benemen.  Het 
|  goetvinden  vandefe  laetfte  wierdgevolght:  men 
'  lette  hem  dan  op  een  Elephant,  met  fijn  kleynen 
foon  SepeChekouh  aen  fijn  zijde,  en  achter  hen 
Bhadur-kan ,  in  plaets  van  den  beul.    Het  was 
geen  van  defe  trorfe  Elephanttn  van  Gilon  ,  of 
i*egu,  die  hy  gewoon  was  te  berijden,  met  fijn 
goude  en  kottel ijck  geborduerde  klceJen  ,  met 
fijn  heerlijcke  dars  of  fonnen-fcheim  boven  fijn 
hooft,  maer  een  oudt en ellendigh dier ,  vuylcn 
leelijck  aen  te  fien  ,  met  een  oud  verfcheurt  dcck- 
I  kleedt >  en  een  Hechte  ftoel  t  'eenemael  ongedeckt. 
I  Men  lagh  hem  niet  met  fijn  hals-fnoer  van  kofte-  txviu 
lijeke  groote  peerlen,  noch  fijn  ^ierlijcken  Tul- VVort  in 
bant  en  geborduerde  kleederen  -  maer  met  een^"enn^t 
flecht  gewaed ,  vuyl  en  morfigh  ,  met  een  (lordige  na  Dehli 
'  Chale  of  fluyer  op  het  hooft ,  gelijck  een  geringh  gebracht, 
dienaer,en  fijn  foon  op  defelve  wijfetoegemaeckt. 
Jn  defe  verachte  ftaet ,  deed  men  hem  in  de  Stade 
komen,  en  over  degroote  Bazars  of  Handel-  plaet- 
fen  leyden ,  om  van  een  yeder  geficn  te  worden. 

Y  Di; 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3 $8        Treurige  Gefcbiedenis  van 
Dit  veroorfaeckte  een  groote  ontfteltenis  onder 
het  gemeene  volck  ,  dat  vaft  de  wreedtheydt 
van  Aureng  Zebe  verfoeyde  ,  die  fijn  Vader 
en  cygen  loon  Sultan  Mahmoud,  en  fijn  andere 
broeder  Morad,  behalvendefcn>gcvangen  hield, 
evenwel  was  'er  niemandc  ,  die  de  moedt  had , 
een  fwaert  te  trecken,  alleenigh warendereeni- 
ge  Fakiren  of  Geeftelijcken ,  en  eenigh  geringh 
volck  vandenBazar,  die,  fiende  defen  fchelm-, 
fchen  Patan,  aen  fijn  zijde  te  paert  rijden ,  hem 
duyfent  fcheldc- woord  en  en  verraders  na  den 
kop  wierpen ,  ja  felfs  hem  met  Iteenen  bego- 
ften  tecoyen;  waerlijck,  de  galderijen  en  wmc- 
kels  krielden  vanmenfehen,  die  hcete  tranen  om 
dit  jammerlijck  fchouwfpel  ftorteden  ,  in  het 
midden  van  fcheld- woorden  en  vervloeckingen, 
tegen  defen  fnooden  Gion  Kan.  Kortelijck  kieyn 
en  groot  (gelijck  de  Indianen feer  jammerhartigh 
zijn)  verfmolt  in  tranen,  en  toonde  groot  mede- 
lijden ,  maer  niemandt  derfte  yets  aenvangen. 
Als  defen  doortocht  gedaen  was ,  bracht  men 
hem  in  een  van  fijn  Hoven,  Heyder  Abad  ge- 
noemt. 

Men  liet  niet  na  Aureng  Zebe  aen  te  feggen, 
wat  droefheydt  het  volck  om  Daramaeckte,  en 
wat  vervloeckingen  het  feive  op  den  Patan 
uytftorte ,  dat  men  hem  haeft  doodt  gefteenight 
fou  hebben  gehadt ,  en  hoe  het  fich  tot  een  oproer 
liet  aenfien.    Hier  over  wierdt  op  een  nieuw  raet 
gehouden ,  wat  men  vorder  te  doen  had ,  ot  men 
hem  na  Goüaleor  ,  gelijck  men  befioten  had, 
fou  fenden,  of  eerder  ten  eerften  aen  kant 
r  xvni  helpen,  fonder  hem  vorder  tevervoeren.  bom- 
Bera«na-  mige  wilden ,  men  fou  hem  vervoeren ,  met 
g.nghtc-  eencenoeghfamebygeleyde,  daerDaneh-mead- 
genhem.  k  *hocwci  ecn  oude  vyandt  van  Dm ,  feer  har* 
'  op- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  339 

f  J  opftondt,  maer  defe  Rauchnara-begum,  volden- 
;.;J  de  de  bewegingh  van  haer  haet  tegens  haer  broe^ 
-J  der,  dreef  Aureng  Zebc  harde  aen,  om  hem  te 
j'j  dooden ,  fonder  hem  na  Goualeor  te  voeren ,  <*e. 
5|  üjekoock  al  fijn  oude  vyanden,  Kaiil-Gullah- 
\  kan ,  en  Chah-Heft-kan ,  en  boven  al  een  pluym- 
1  ftnjcker  van  een  Genees-meefter  ,  uyt  Pcrfien, 
3j  4aer  gevlucht,  Hakim  Daoud  genoeme,  en  met  'er 
y|  tijdt  tot  een  groot  Omrah  Tarkarrubkangewor- 
j  den ,  deden.    Defen  onbefchaemden  rechte  fich 
'  I  op ,  in  de  volle  vergadering ,  en  bt  coft  te  treren , 
dat  het  noodigh  was,  voorde  veyligheydt  van  de 
1  ftaet,  hem  te  doen  fterven,  temeer,  om  dat  hy 
I  geen  Mufelman  meer  was,  maer  al  over  langh 
een  Kiafer  en  Afgoden-dienaer,  fonder  Godcs- 
dienlt  geworden  •  dat  hy  de  fonde  daer  van  op  fich 
nam  ;  en  waerlijck  die  vloeck  was  niet  mis,  want 
het  duerde  niet  langh,  ot  hyquam  in  ongenade,  LXIX; 
.  enwierd  alseenguytgehandclt  en  ellendighliick  VI?cck 
•er  doodt  gebracht.    Kortelijck,al  drt  bewoogh 
*8  Aureng  Zebe ,  om  fijn  broeder  te  doen  ombren- 
gen, maer  Sepe  Chekouh  fou  men  na  Goualeor 
voeren. 

De  Iafl  van  dit  heyloofe  werek,  wierdt  een 
i  flaef,  Nazer ,  die  door  Chah  Jehan  opgevoede 
/  was ,  opgeleght ,  te  meer ,  om  dat  men  wel  wift, 
Idat  hem  Dara  voor  defen  eensqualijckgehandelc 
had.    Defen  beul ,  vergefelfchapt  met  drie  of 
vier  andere  moorders ,  begaf  fich  daer  Dara  was , 
1  dieop  dien  tijdt  felve ,  met  fijn  foon,  eenige  erwe- 
3ten  koockte ,  alfoo  hy  vreefde ,  dat  men  hem  ver- 
beven fou.  Soo  haeft  als  hy  Nazer  van  verre  fagh, 
oriep  hy  Sepe  Chekouh  toe:  Mjn Soon ,  fie daer . 
'"^ntnkpmt  ons  dooden  :  nemendeter  felver  tijdt  een 
.i"jkleyn  keucken-mefken,  zijnde  al  de  wapenen, 
idie  men  hem  gelaten  had»   Een  van  defe  beulen 

Y  z  vvierp 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


LXX. 
Decrlijckc 
nioort  acn 
Dara 

gepleeght. 


LXXI. 

Sijn  vrouw 
neemt 
vergif. 


L  X  X  1 1. 

Vcrract 
geftraft. 


2.40         Treurige  Gefchiedenis  van 
wierp  fich  terftondt  op  Sepe  Chekouh,  terwijl 
de  andere  de  armen  en  beenenvan  Dara  vatten, 
eu  hem  ter  aerdea  wierpen,  houdende  hem  on- 
der terwijl  Nazer  hem  het  hooft  affneedt.  Men 
bracht  het  ielve  Aureng  Zebe  toe ,  die  terftondt 
belafte ,  dat  men  het  in  een  fchotel  fou  letten ,  en 
water  voor  den  dagh  halen.    Hy  eylchte  oock 
een  neusdoeck ,  en  na  dat  hy  het  aenficht  wel  had 
gewaflchen ,  en  wel  fagh ,  dat  het  Daras  hooit 
was,begofthy  tefchreyen,  onder defe woorden  : 
Jti>  btdbakt  l  Ach  ellendige  !-  gaet  neemt  het 
van  my  wech  ,  en  dat  men  hem  gaet  mnetgrai 
van  Houmayon  begraven. 

Op  den  avondt  deed  men  de  dochter  van  Dara 
in  hec  ferrail  brengen,  en  naderhandt  Chah  Iehan 
en  Begum.  Saheb,die  hacr  Aureng  Zebe  afvergh- 
den,hem  toefenden.  Wat  de  vrouw  van  Daraaen- 
gaet,  fy  had  hacr  dagenalteLahorge-eyndight, 
daer  fy . voorfiende  wel  hun  uyterfte  ongeval,  tien 
fel  ven  vergeven  had;  Sepe  Chekouh  wierdt  na 
Goualeor  gevoert.    Eyndelijck  eenige  dagen 
daer  na ,  deed  men  Gion  Kan,  in  de  vergadenngn 
voor  Aureng  Zebe  komen,  daer  men  hem  eenige 
vereeringen  gaf,  en  alloo  weder  nahuys  fandr. 
Maer  foo  als  hy  dicht  by  Gjn  Landt  was ,  kreegh 
ny  de  betalingh  die  hy  verdient  had  ,  want  hy 
wierdt  in  een  bofch  vermoort.    Defen  wreeden 
Barbaer  wift  niet ,  dat ,  of  de  Koningen  menign. 
macl  foodanige  fchelmftucken ,  om  hun  belangh 
Toebten  ,  fy  evenwel  «  ^tokcte«»; 
ben ,  en  vroegh  ot  laet  defelve  weteo  te  Krat- 

fC  Ondertuflchen  de  Stedevooght  van  Tatabakar, 
do?r  de  ordere  vanDara  felfs, *««Ëd£ 
gedrongen  had, ^^m^^^ 
over  te  geven.   WaeriijcK  ncc  w«  r 


Hl 


.-  I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  341 
voorwaerden  als  hy  begeerde  ,  maer  het  waren 
oock  foodanige,  die  niet  gehouden  wierden ,  want 
d'arme  ontmande ,  was  ïbo  haelt  tor  Lahor  niet 
gekomen ,  of  hy  wierdt ,  beaejFeas  eemge  weyni- 
ge  van  fijn  volck,  die  als  doe  by  hem  waren,  in 
ftucken  gehouwen,  door  Kalil-uüah-kan,  die  daer 
Stadtvooght  was.    De  oorfaeck  waerom  het  be- 
floten  verdragh  niet  gehouden  w  ierdt ,  is  ,  dat  hy 
fich  heymelijck  verveerdighde,om  regel- recht  na 
Soliman  Chckouh  te  trecken,  (parende geen  ltuc- 
ken  gouts  onder  deFranguis,  en  al  die  met  hem 
uytgetrocken  waren ,  ouder  fchijn  van  hem  tot 
Dehli  voor  Aureng  Zebetegeleyden,  alfoode- 
felve  dickmaels  h  id  gefeght ,  dat  hy  lulcken  dap- 
peren man  wel  eens  wilde  iien  ,die  fich  foo  kloec- 
kelijck  had  verweert. 

Daer  was  dan  niemandt  van  het  huys  van  Dara 
meer  overigh  als  Soliman Chekouh ,  die  men  niet 
lichtelijck  uyt  Serenaguer  had  konnen  trecken, 
indien  de  Raiavaft  by  lijn  eerlte  meeningh geble- 
ven was ,  maer  de  heymeli  jeke  onderh  indelingen 
van  den  Raia  lefllingue,  de  belof  ten  en  dreyge- 
mentcn  van  Aureng  Zebe ,  de  doodt  van  Dara, 
en  de  andere  Raias  lijn  gebueren ,  van  't  geberght, 
die  men  omgekocht  had,  en  fich doorordereen 
op  kollen  van  Aureng  Zebe  verveerdighden ,  om 
hem  te  beoorlogen ,  hielpen  ten  laetften  de  crou  w 
van  defen  fnooden  belchermer  aen  't  waggelen ,  en 
deden  hem  toeltaen ,  al  wat  men  hem  verghde. 
Soliman ,  die  daer  de  lucht  van  kreegh ,  begaf  fich 
op  de  vlucht,  midden  door  dit  woefte  Landt 
heen,  na  den  grooten  Tibet,  maer  de  Toon  van  lx  XIII, 
den  Raia ,  die  hem  terftond  achter  aen  was,  deed  SöjJfjL 1 
hem  met  fteenen  aentaften,  waer  door  d'arme  verraden 
Vorft  gequetft ,  gevangen ,  en  na  Dehli  gevoert  en  gevan- 
wierdt  •  daer  men  hem  vaft  fette  in  Selunguer  die  5eii* 

Y  j  kleyne 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Ï.XX  IV. 

Sijti 

ïcloeck- 
mocdig- 

bcyw  " 


542  Treurige  Gefchiedenis  van 
kleyne  ftetckte,  daer  men  voor  heen  Mprad 
Bakche  in  gefec  had.  Maer  Auxcng  Zebe  om  te 
doen  geli  jek  hy  voor  heen  mee  Dara  gedaen  had , 
deed  hem  in  tegenvvoordigheyt  van  al  de  Heeren , 
voor  hem  brengen ,  op  dat  niemant  fou  hebben  te 
twijfelen,  of  hy  was  de  rechte.  Op  het  in  ko- 
men van  de  poort ,  deed  men  hem  de  ketenen  af  > 
diehy  aen  de  beenen  had,  latende  hem  die  om 
fijn  handen  waren ,  verguit  fcheenen  te  zijn. 
Wanneer  men  defen  grooten ,  fchoonen  en  wel 
gemaeckten  jongelinck  fagh  binnen  komen,  wa- 
ren der  verfcheyde  Omrahs ,  die  fich  van  fchreyen 
niet  konden  onthouden.  Nochoock  al  de  groo- 
te  Vrouwen  van  het  Hof,  die  verlof  hadden  hem 
te  mogen  komen  fien,  door  eenigh  nauw  getra- 

ly* Aureng  Zebe  die  felfs  toonde ,  door  fijn  onge  - 
val  geraeckt  te  zijn ,  gaf  hem  feer  goede  en  vrien- 
delijcke  woorden  om  hem  te  troolten,  hemfeg- 
gende  onder  andere  dingen ,  dat  hy  niet  behoefde 
te  vreefen ,  alfoo  hem  geen  quaet  gefchieden  fou , 
dat  hy  in  tegendeel  wei  onthaelt  fou  worden ,  dat 
hy  goede  hoop  fou  hebben ,  dat  God  groot  was , 
dat  hy  fich  moft  te  vreden  ftellen  >  dat  hy  fijn  Va- 
der Dara  niet  had  doen  fterven ,  als  alleen  om  dat 
hy  Kafer ,  en  ketter  of  menfehfonder  Gods-dienlt 
geworden  was.  Waer  op  de  Vorft  hem  den  ba- 
lam  ,  of  danckfegginge  dede ,  fteeckende  lijn 
handen  na  de  aerde,  en  defelve  foo  verre  als  ny 
konde  boven  het  hooft  fteeckende ,  na  de  wijle  der 
Indianen,  feggende  hem  vorder,  met  groote 
kioeckmoedighey t ,  dat ,  indien  hy  voor  had , 
hem  de  pouft, of  het  vergif  te  doen  dnncken,  dat 

hyhem  verfocht,  dat  mes  hem  hoe  eerder  hoe  ■ 
liever  aen  een  kant  hielp ,  dat  hy  des  wel  getroolt 
was,  maer  Aureng  Zebe,  beloofde  hem  over- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL  343 
luydt ,  dat  hy  fe  hem  niet  Pou  doen  drincken ,  dac 
1  hy  des  aengaende  geruft  fou  zijn ,  en  alleenigh  fich 
foecken  te  vermaecken.  Dit  gePeght  zijnde,  be- 
danckte  hy  hem  weder  op  een  nieu \v,en  na  datmen 
hem  yecs ,  uyt  naem  van  Aureng  Zebe,  aengaende 
den  Élcphanc  met  goudt  geladen ,  die  men  hem 
ontnam  als  hy  na  Serenaguer  trock ,  ondervraeghc 
had,  deed  men  hem  vertrecken,  en  des  anderen 
daeghs  na  Goualcor  by  de  andere  voeren. 

Defe  Pouft  daer  van  gefproocken  is,  is  een 
flagh  van  vergit' ,  dat  men  gemeenleek  de  Vor- 
ften  geeft,  die  men  het  hooft  niet  wil  laten  af- 
flaen  ,  en  dit  is  het  eerfte  dat  men  hen  des  morgens 
brenght ,  zijnde  verboden  hen  geen  eten  te  geven , 
voor  fy  daer  een  goeden  beecker  van  gedroncken 
hebben,  al  fouden  fe  van  honger  fterven.  Die 
gedroncken  zijnde ,  doet  hen  mager  worden ,  en 
als  ongevoeligh  fterven  »  verliefende  van  langer 
handt  hun  krachten  en  verftandt ,  en  wordende 
gantfeh  Üuymerigh  en  dud-ooiigh.    En  door  lxxv. 
defe  middel  heeft  men  SepeChekouh,hct  Poontje  ojnbren- 
van  Morad  Bakche  ,  en  ,  niet  tegcnltaendede  be-  Sen  d«. 
loften  van  Aureng  Zebe ,  defen  Soliman  Chekouh  kc$S£? 
oock  aen  een  kant  geholpen,  en daerom  was  het  »cn. 
dat  hy  ,  vreePende  een  hnckfame  doodt ,  in  de 
plaets  van  de  pouft  te  drincken ,  liever  terftondt 
wilde  fterven. 

Maer  wat  Morad  Bakche aengaet ,  men  heeft 
fich  fijner  op  een  andere  geweldiger  middel  ont- 
flagen  :  want  Aureng  Zebe,  fiendedat,  hoewel 
hy  een  gevangen  Vorlt  was ,  al  de  werelt  evenwel 
niet  naliet,  hem  groote  liefde  te  toonen,  felfs 
yeerfen  en  gedichten  tot  fijn  lof  teftroyen,  waer 
in  fijn  dapperheydt  en  groote  moedt  feergepre- 
fenwierdt;  oordeelde  dat  het  niet  genoegh  voor 
fijn  feeckerheydt  was,  hem  heymelijck  door  de 

Y  4  Vul* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


; 


wort  ont- 
hooft,, 


5  44  Treurige  Gefchiedenis  van 
poutt  te  doen  fterven,  gelijck  hy  de  andere  ge- 
dacn  had ,  vreefende  dat  men  altijdt  aen  fijn  dood 
fou  t  wiiffclcn ,  V3nd  een  andere  middel ,  te  weten , 
een  befchuldigingh  tegens  hem,  die  hy  hem  on- 
der de  handt  verweckte. 

De  kinderen  van  een  feeckeren  Sayed ,  een  feer 
rijck  man,  die  hy  tot  Amed-abad ,  om  fijn  goe- 
deren te  hebben ,  ter  tijdt  als  hy  den  ooi  logh  wil- 
de aenvangen,  had  laten  ombrengen  (gelijck  hy 
van  al  denjeke  Kooplieden  geit  of  nam ,  of  leen- 
de) quamen  in  de  volle  vergaderingh  hun  beklagh 
doen ,  recht ,  en  het  hooft  van  Morad  Bakche  ey- 
fchen ,  tot  verfoeningh  van  hun  Vaders  bloedt. 
LXXVII.  Niet  een  vanaldeOmrahsderftedaertegenfpre- 
Morad  *  ken ,  foo  om  dat  het  een  Sayed ,  dat  is ,  verwande 
Bakche  ^  yan  ivlahomet  was ,  die  men  groote  achtinge  toe- 
^    '   draeght,  als,omdateenyeder  welfagh,  dat  het 
Aureng  Zebcs  bedrijf  was ,  en  wat  hy  voor  had , 
invoegen  het  hooft  van  diegene,  die  hun  Vader 
gedood  had ,  hen  fonder  tegenfpreecken  wierdt 
toegeftaen ,  gelijck  hem  het  1'elvcoockaenftonts , 
in  Goualeor ,  afgeflagen  wierdt. 

Nu  was 'er  geen  doorn  in  de  voet  van  Aureng 
Zebe  meeroverigh  ,  als  alleen  Sultan  Suiah  ,  die 
fich  noch  in  Bengale  verweerde,  doch  hy  molt 
ten  laettten  voor  het  gewelt  en  het  geluckvan 
Aureng  Zebe  wijeken.    Men  fand  van  alle  kan-  • 
ten  foo  grooten  macht  vanvolck,  d'Emir  Jemla 
toe,  dat  de  Vorft  gedrongen  wierdt  na  Dake,  de 
uyterfteStadtvan  Bengale,  aen  de  Zee  gelegen  te 
vlieden  :  Maer  hy  geen  fchepen  hebbende ,  om 
fich  ter  zee  te  begeven,  en  niet  wetende  waer 
vorder  heen  te  vluchten,  fand  fijn  oudfte  foon 
Sultan  Banque,  na  den  Koninck  van  Racan  of 
Mog ,  een  Heyden  of  Afgoden-dienaer ,  om  van 
hem  te  verfoecken ,  fich  eenigen  tijdt  in  fijn 

Landt 


Bh 


B 


LXXVÏII. 
Stact  vanf 
Sultan 
Suiah» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  34$ 
Landt  te  mogen  ophouden ,  en  of  hy  hem  de  gunft 
■wilde  bewijlen  ,  wanneer  het  Moiflon ,  of  de  tijd 
van  de  geftelde  windt  fou  gekomen  zijn ,  hem  een 
fchip  te  befteüen  ,  om  daer  mede  na  Mokate 
varen ,  alfoo  hy  begeerte  had  na  Mecquc  te  rey- 
fen  ,  0111  van  daer  op  Perfien  en  ïurekyen  temo- 
gen trecken.  Dele  Koninck  gaf  hem  tot  ant- 
woordt ,  dat  hy  feer  welkom  fou  zijn ,  en  dat  men 
hemonderftand  fou  doen,  van  alles  darmen  konde, 
en  ter  fel  ver  rijdt  keerde  Sultan  dat  Banque  we- 
derom na  Dake,  met  menighte  Caleaflèn,  of 
halve  Galeven  van  dien  Koninck »  zijnde  gevoert, 
door  Franguis ,  of  Portugefen ,  in  de  wclcke  Sul- 
tan Suiah  met  fijn  gantfche  huyfgefin ,  fijn  vrouw, 
fijn  dt  ie  fonen  ,  en  dochteren  ,  in  te  fcheep 
gingh. 

Hy  wierdt  wel  ontfangen  ,  zijnde  hen  alleLXXix. 
nootdruft  tot  het  leven,  van  den  Koninck,  foo  Dief,chnj| 
veel  het  Land  vermocht ,  beforght.   Aldus  ein-  bieeft  • 
gen  eenige  maenden  door,  het  MoifTon  komt,  * 
maer  van  geen  fchip  wierd  'er  gefproocken ,  hoe- 
wel het  niet  als  voor  geit  begeert  wiert ;  want  de 
Roupies  in  gout ,  filver  en  juweelen ,  ontbraec- 
kender  noch  niet,  hy  had 'er  maer  al  te  veel  af , 
't  geen  miffchien  de  oorfaeck  van  fijn  verderf  is 
ge  weeft .  of  ten  minften  daer  toe  geholpen  heefc. 
Defe  flagh  van  Barbarifche  Koningen ,  hebben 
gantfeh  geen  edelmoedigheydt  ,  gelijckfe  fich 
oock  feer  weynigh  aen  hun  trouw  of  beloften , 
binden ,  fiende  maer  alleen  op  hun  belangh :  om 
fich  uyt  hun  handen  te  redderen ,  moet  mende 
fterckfte  zijn ;  of  niet  hebben ,  dat  hun  gierisheyc 
fou  mogen  prickelen.    Sultan  Suiah  magh  valt 
aenhouden  om  een  fchip  te  krijgen ,  het  is  doch  al 
te  vergeefs ,  hy  vordert  ter  werelt  niet  met  allen , 
ja  in  tegendeel,  begint  de  Koninck  ingenegent- 

Y  5  hcyt, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3d6         Treurige  Gefcbiedenis  van 
heyt,  feer  tegens  hem  te  verkoelen ,  felfs  fichj 
over  hem  te  beklagen ,  om  dat  hy  heni  niet  komd 
aenfpreecken.    Men  weet  niet  >  of  Sultan  Suiah 
hem  tebefoecken ,  niet  voor  te  veel  vernederingh 
voor  fich geacht  heeft,  of  eerder gevreeft ,  dat, 
sijndein  het  huys  des  Konincks ,  men  fich  van  fijn 
perfoon  verfeeckeren  mocht ,  om  alfoo  fijn  fchat- 
ten  in  handen  te  krijgen,  of  hem  in  handen  van 
Emir  Iemla ,  die  groote  macht  van  geit ,  uyc  na- 
me van  AurengZebe,  tot  dien  eynde  beloofde 
te  leveren.   Hoe  het  was  of  niet ,  hy  wilde  den 
Koninck  niet  gaen  befoecken  ,  maer  genoeghde 
fich  Sultan  Banque,  darwaerts  te  fenden.  Als 
defe  dicht  by  des  Konincks  huys  was,  begoft  hy 
fijn  miltheydtaen  het  volck  te  toonen ,  werpende 
menighte  van  halve  goude  roupies,  oockheele, 
onder  hen.  Zijnde,  in  gevolgh,  voor  den  Koninck 
gekomen ,  deed  hy  hem  vereenngh,  van  menighte 
eoude  en  filvere  vaten, alle  mee  koftelijcke  ge- 
Seenten  vangrooter  waerden  befet,  verfchoonen- 
de  fijn  Vader  Sultan  Suiah,  omdathy  onpafie- 
lijck  was,  en  dienvolgende  felfs  niet  komen  kon- 
de ,  biddende  hem  vorder  van  fijnen  'c  wegen ,  het 
fchip  te  willen  gedencken ,  beneffens  de  belof- 
ten ,  die  men  hem  had  gedaen.    Maer  al  dat  hielp 
tot  de  faeck  niet ,  in  tegendeel ,  fiet  den  Koninck , 
die  vijf  of  fes  dagen  daer  na,  aen  Sultan  Suiah 
fendt,  om  hem  een  van  fijn  dochters  ten  houwe- 
lijck  af  te  eyfehen ,  die  hem  defen  noy t  konde  be- 
fluyten  toe  te  ftaen ;  't  welck  den  Barbaer  feer  ver- 
bitterde.  Wat  fal  hy  dan  eyndehjck  doen  het 
Moiflbn  gaet  vaft  deur ,  wat  fal  hy  aenvangen ,  als 
het  werek  van  een  wanhopige  <  Siet  hier  een 
vremden  aenflagh,  't  welck  haeft  een  voorbeelt, 
van  wat  de  wanhoop  vermagh  ,  fou  gegeven 
hebben.  ^ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GB.OOTEN  MOGOL.  347 

Al  hoewel  defen  Koninck  van  Rakan  een  Hey-  l  x  x  x. 
H  den  is ,  heeft  hy  evenwel  menighte ,  van  Mahu-  sijnbe- 
1  metanen  in  fijn  ihet ,  die  darwaerts  gekomen ,  of  ^ 
:ldaer  als  flaven,  door  fijn  Franguis ,  v3n  liiei  en  Koninck 
Jdaer  gebracht   zijn.     Defe    Mahumetanen ,  vap  Rakan 
li  kreegh  Sultan  Suiah ,  onder  de  handt  op  fijn  zij-  ortdeckt. 
•f  de ,  en  met  twee  of  drie  hondert  mannen ,  die  hy 
t  noch  by  fich  had ,  van  die  gene  die  hem  van  Ben- 
•!  galegevolght  waren,  befloot  hy  feeckeren dagh  > 
•  het  huys  van  defen  Barbaer  plotftlijck  aen  te 
taften,  en  t'overvallen ,  alles  neer  te  maecken 
•j  wat  men  vandt ,  en  fich  alfoo  tot  Koninck  van 
J  Rakan  op  te  werpen.    Dit  ^vas  in  der  daedt  een 
itout  beftaen ,  en  meer  voort  komende  van  een 
wanhoopigh  als  wel  befint  menfeh.  Evenwel 
a  het  bericht  van  de  Portugeefen  en  Hollanders , 
ie  daer  voor  alfdoe  waren ,  fcheen  het  werek  niet 
I  geheel  onmooghlijk.  Maeropden  dagh  voor  den  L  x  x  x  1: 
beftemden  rijdt ,  dat  het  werek  fijn  aenvanghne-  Docthem* 
|  men  fou ,  wierdt  d'aenlhgh  ontdeckt «  't  geen  al  vluchten» 
.  den  handel  van  Suiah ,  verdierf  en  te  niet  maeck- 
i  te  en  wel  haelt  de  oorlacckvan  fijn  onderganck 
,1  was.  Want,  fiendc  na  dat  geen  middel,  wilde  hy 
i  beftaen  te  vluchten,  na  Pegu,  het  welck  hem 
evenwel  foo  veel  als  een  onmooglijcke  faeck  was , 
ij  ter  oorfaeck  V3n  de  rouwe  geberghten  en 
!  bofTchen ,  die  hy  doortetreckenhad.  Enoock, 
•  t  men  was  hem  terftondr  op  de  hielen ,  en  dat  foo 
.  1  dight ,  dat  men  hem  noch  dien  felfden  dagh  ach- 
.  1  terhaeldc.   Hy  in  der  daedt  verdedighde  iich  met 
;  allen  mannelijck ,  tot  onderganck  van  een  groot 
;  1  deel  van  defe  Barbaren ,  maer  d'hoop  der  vyanden 
:  wietdt  foo  groot,  dat  hy  ten  laetften  door  de 
menighte  vermeeftert  wiert ,  en  3t  gevcght  veria- 
en  molt.    Sultan  Bangue ,  die  foo  ver  niet  ge- 
vordert  was  als  fijn  Vader,  vocht  oockalseen 

Leeuw , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefch'tedenis  van 
Leeuw ,  maer  eydelijck  ziindc  feer  door  fleer 
werpen  gequctft ,  wierdt  mede  gevangen ,  en. 
a?""*  met  fijn  Moeder,  twee  kleync  Broeders  en  fijn 
cn  kinde-  Sufters ,  wegh  geleydt.    Maer  wat  de  perfooti 
ren  gevan-  van  Sultan  Suiah  felve  aengaet ,  daei  van  wee* 
scn*   9  men  dit  alken^h,  dat  hy  met  een  Vrouw,  een 
ontmande ,  en'twee  andere  lieden ,  de  hooghte 
vanhetgeberghte  won,  dat  hy  een  ftecn  worp 
kreegh ,  die  hem  onder  de  voet  wierp ,  maer  dat 
men  hem  wei  haeft  weder  op  debeen  hielp.  Dat 
d'ontmande  hem  met  fijn  tulban  de  wonde  ver. 
bonden  heeft ,  en  dat  fy  Tochten ,  dwers  door  het 
Bofch  te  vlieden.    Andere  feggen  dat  men  hem 
onder  de  dooden  gevonden  heeft ,  maer  dat  hy 
niet  gekent  wierdt,  gelijck  het  felve, door  een 
brief  van  het  Opper-hooft  der  Hollanders ,  aldaer 
leggende,  bevettight  wordt,   invoegen  het 
LXXXIII  fwbabedi;ck  te  weten  is,  waer  hy  fou  mogen  ver- 
varen zijn  ,  't  geen  oock  veel  ontfteltenilTen  en  wa- 
pen krijtens,  daer  na,  tot  Dehly  veroorfaeckt 
heeft,  want  daer  feyde  me  dat  hy  tot  Maflipatan 
gekomen  was,  om  fich  aldaer  met  de  Koningen 
van  Golkonda ,  en  Vifapour  te  vervoegen.  An- 
dere  feyden,  men  had  hem  met  twee  fchepen  m 
het  eeficht  van  Suratte  fien  varen  •  hebbende  roo- 
de  vlaggen  op,  welcke  fchepen  hem  de  Komnck 
van  Pefu  ofSiam  had  befchickt.  Andere  dat  hy 
in  Perfien  was,  en  tot  Chiras  gefien  waer ,  felts 
oock  binnen  Candahar,  vaerdigh  ommet  de  eer- 
fte  gelegentheydt  in  het  Rijck  van  Caboul  te  trec- 

kCAureng  Zebe  felfs  feyde  op  feeckeren  tijde  al 
lacchende",  dat  Sultan  Suiah  tenlaetlten  Agij ,  of 
een  Pellegrim  was  geworden,  als  willende  feg- 
gen ,  dat  hy  na  Mecque  was ,  en  als  noch  zijnder 
l!en  ghte  van  lieden,  die  vaft  ftellen,  dat  hy m 


m  | 


Sijn  twij- 
felachtige 
dood. 


li; 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


DEN  GROOTEN  MOGOL.  349 

^erfien  ,  van  Conftantinopolen  wedergekcert 
.  s  ,  daer  hy  veel  gelts  van  dacn  gebracht  fou 
hebben  •  maer  het  geen  de  klaeiftc  beveftigingh 
an  allen  geeft,  is  defen  brief  van  den  Hollandt- 
chen  Koopman,  namentlijck,  dat  hy  feeckcr- 
oijek  uyt  de  werelt  is.    Men  wil  oock,  dat  een 
eynigh  tijdts ,  na  dat  hy  geflagen  was  ,  fijn 
waert,  en  fijn  kanger  of  ponjaert  fonden  ge- 
vonden zijn,  in  dier  voegen  het  gelooflijck  is, 
indien  hy  in  't  gevecht  niet  is  gebleven  ,  hy 
daer  na  geftorven,  of  een  proye  van  de  Tygers 
of  Elephanten  ,  daer  de  boflehen  van  die  landen 
vol  van  zijn  ,  geworden  is.    Hoe  het  zy  of 
•niet,  men  leyde  ai  fijn huyfgefin ,  vrouwenen 
kinderen,  gevangen,  daer  men  fe  feer  hart  han- 
delde ,  maer  ten  laetflen  wierdenfe verlolt,  en 
fachter  gehandelt,  en  als  doe  deed  Hen  de  Ko- 
ninck  de  oudfte  dochter  brengen ,  die  hy  trouw- 
.  de,  felf  de  moeder  van  den  Koninck  hielde  aen 
im  Sultan  Ranque  te  echten.    Maer  dit  alles 
as  maer  een  korte  vreught,  want  het  isfeec- 
ker,  dat  de  Koninck  eyndclijck  fich  lbo  leer 
op  dit  gcflacht  verbitterde  ,  dat  hy  het  felve 
t'eenemael  beval  uyt  te  roeyen  ,  foo  dat  'er 
niet  een  overigh  is  gebleven,  die  niet  gedoodt 
is  geworden  ,  "tot  aen  fijn  eygen  vrouw  toe, 
hoewel  fy  fwanger  was.    Sniran  Banque  met  lxxxiv. 
fijn  broeders  wierden  mee  ellendige  verroelte  *j!woe?e 
bijlen  de  hoofden  afgeflagen  ,  en  de  vrouwen  ftinofa  Van 
zijn  in  kameis  opgeüoten  geworden,  daer  feta  roy» 
van  honger  en  ongetmek  geftoi  ven  ziin.  V3n  Su,a!'' 

Aldus  eyndighde   defen  oorlogh  ,  die  de 
ftaet-fucht  en  begeerte  om  te  heerfchen,  011- 
.!  der  dele  vier  broeders  had  verweckt  ,  na  dat 
yfe  vijf  of  fes  jaren  geduert  heeft  gchadt,  na- 
:mentlijck  zedert  het  laer  1655.  totin  hetlaer 

van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


r 


250        Treurige  Gefcbiedenis  van 
van  tfcftigh  of  een-en-tfeftigh ,  latende  Auren 
Zebc  >  in  de  vreedfame  beltittinge  van  dit  foi  P  t 
geweldigh  gebiedt. 


HerJ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


35  i 

Hcrftellingh  van 

ARE  L  de  TWEEDE, 

Koninck  van  Groot  Brittanic,  ikc. 

Met  de  doodt  van 

GENERA  EL  MAJOR  HARRISON, 
en  andere  Rechters  van  den 
Koninck. 

L 


INHOUDT. 


Eranderlijcke  ftaetderntenfehen  II.  Droeve  ft  aft 
van  het  Hitys  van  Stuart.  III.  Oorfaecken  van. 
ies  T<onmcks  herfte/linge.  I V.  Aengewende  plichten  des 
r^ontncl^s.  V.  Sijn  vervoachtinge ,  op  de  nyt^omft  der 
<aecken.  VI.  Sijn  verklarwge.  VII.  Werckt  fcer  op 
'tgemoet  des  voleis.  VIII.  Hm  ifefde  aen  den 
ntnd^haoont.  IX.  Sijn  acnnemtngh.  X.  Eejindingh 
van  het  volcl^aen  den  r(oM:nc\.  XI.  Die  openbaerlijtl^ 
wort  ayt  geroepen.  XII.  Sijn  tocht  door  Hollandt. 
XIII.  Sijn  ae;:komfi  m  Engel 'audf.  XIV.  Sijnont- 
ihatingh.  XV.  Sijn  at*k$mft  tot  Londen.  XVI.  En 
onthalwge.    XVII.   Sijn   aenvangh  van  faecken. 

XVIII.  Onder  föccl^  over   des  l\oninckj  Rechters. 

XIX.  Cenerael  Major  Harrifon  wort  verhoort.  XX.  Sijn 
vonnis.  XXI.  C oionel  Scroop  verhoort,  XXII.  On- 
der foeci^  over  de  andere  gevangenen.  XXIII.  John 
Coks  wijt/oopige  verdcdiKgh.  XXIV.  Wederleggtngh 
van' fijn  verdedingh.  XXV.  Mr.  Pieters  voor  gefrelt. 
XXVI.  Onderjoec^over  de  andere  lyoninckj  Rechters. 
X  X  V 1 1.  Straf  van  Harnfon.  XVIII.  En  de  an. 
vicre.  XXIX.  Sir  Henry  Vane  xtort  onthalft. 
XXX.  Eentge  tn  Hoüandt  gevangen,  XXXI.  En 
m  Engtlandt  geredt. 

XI.  Ge- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Verander- 
lijke ftact 
der  men- 
fchen. 


^  j  2        Treurige  Gefcbiedetiis  van 

XI.  Geschiedenis, 

E  veranderlijckheyt  der  men^i 
fchelijcke  faccken,  foo  als  de-J 
i^vsj^»  ^  felve  een  fchrick  en  fchreumi  t. . 
SV#W  /.  is  voor  die  gene  die  hoogh  gefe-$ 
ten  en  hun  ongeval  als  ont-j 
^   ...  .    ,     waflen,  en  voor  foo  verre  ge-j 
luckigh  zijn,  alfoo  is  fe  die  een  krachtige  vertroo-e.  ■ 
ftingeS voor  die  gene,  die  van  hoogh  af  gevaU 
en  Ten  door  een  hartneckige  verftaeltheydt  vam  r 
een  ongeluckiph  noot-lot ,  van  alle  krachten^, 
te  rijfen  berooft  zijn.  Waerhjck,  de  voorbeeldeffi. 
zijn  te  menighvuldigh ,  om  te  twijffelen ,  of  er 
een  Goddelijcke  beftieringe  zy ,  die ,  door  een 
fondere  opmerekinge  de  germgh daden  d 
menfehen  felfs  beftiert ,  en  wy  door  defelve  te  vv 
ïerhcht ,  om  tedencken,  dat  het  alles  op  firn  beo 
looD  ftaet ,  en  de  eebeurlijckhey  dt  der  dingen  aerf 
£ roPer  £ '  %  Is  waer ,  gelijck  de  val  der  Vorfte* 
en  Koningen  van  een  groote  hooghte  en  byfon- 
der  eewicht  is,  alfoo  is  defelve  niet  felden  doo. 
deliick,  en  fleept  met fieh menighmael ee nvaft| 
wanhoop  van  oyt  weder  te  fullen  n  fen-  maen.. 
r?oodaPnige  hebben  gemeenlijck  ^ckebeweeg-L* 
redenen  voor  fich,  die  de  almogentheyt ,  volgen*^ 
fijn  gerechtigheyt,  verbinden  ,'t  gene  Godt ,  ücM 
fel  ven,  en  alle  goede  menfehen  foo  hardnek  is, 
Senemael  vanliet aengeficht der aerden  wech te 
weren.  In  tegendeel  geeft  ee  n ,  of  onverdiende, 
of  overmatige  ,  of  hatehjeke  verdruckinge  een, 
kUhVho°op  van  herftellmge  ,of  ten  liften 
voldoeninge  ,  onder  vertrouwer . ,  da :  ,  gel  jett 
Godt  menighmael  onfe  ongerechtigheden ,  met- 
ongerechtigheden  ftraft,  hy  evenwel .  die ^onge- 
rechtige  wirek- middelen,  te  fyner  tijdttehuys 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


F 

Generael  M*tor  Harrison.  353 

)'  foecken ,  enonfe  becraende  oogen ,  hec  genoegh- 
llijck  fchouwfpel  van  het  Goddelijck  gerecht  ver- 
gunnen fal.    Dit  zy  foo  en  ondertuflchen  ,  om  te 
ilfluyten. 

Nemo  confidat  nimium  fecundis, 
N«wo  defperet  md'tora  Lapfus. 

<®at  té: 

<\  Veft  noyt  u  hoop  te  feer  op't  lacchen  van'c  geluck. 
En  wanhoopt  nimmermeer  van  beter  in  u  druck. 

Wy  hebben  in  ons  vorige  werck  gelaten  ,  den 

*  Koninckop  't  fchavot ,  Engelandt  in  tranen  ,  en  de 
werelt  in  de  aldergrootfte  verwonderingh  en  ver* 
baeftheyt ,  ja  als  in  twijffel ,  of  wel  het  Koninck- 

|  lijck  Chara&er,  of  Eer-teecken,  buyten  wefen  en 
uytwiflèlijck  fou  geworden  zijn ,  Et  Deo  non  fa- 
lutem  fed  exitium  nofirum  cura  efjc.    Godt  niet 
onfe  behoudenis,  maer  wel  ons  verdajsLftondt  te 
beforgen.    Nu  fullen  wy  eenmael^m  toneel 
veranderen ,  en  Hellen  des  cllendigen  Nazaet  op 
den  throon ,  en  tot  glory  en  roem  van  het  God- 
delijck gerecht,  een  deel  onrechtveerdige  Rech- 
ts op  net  fchavot.  Verwondert  en  verheughtu 
:fer,  en  doordefe  gerechtige  rechtspleginge , 
leert  wel  hopen  van  de  Goddelijcke  gerechtig- 
heydt. 

Het  ellendigh  dwalen ,  droevigh  omfwerven ,     1 1» 
en  vergeefs  hopen,  dat  tot  hier  en  toe  het  Held-  ftarc°tcv7„ 

•  achtigh  gedult  van  de  Konincklijcke  ballingen  bet  huys 
ihad  geoeffent ,  was  niet  min  een  angel  in  het  ge-  VJ,n  Smait» 
moedt  van  de  oprechte  Encelfchen ,  als  een  doorn 

jin  het  hart  van  defe  ellendige  Vorften  felve.  Ja 
^het  brocht  menige  aen  een  welgegronde  vreefe* 
tfjdat  het  nu  met  Eng'landts  eer,  endeKoninck- 
•jflijcke  waerdigheydt ,  foo  vaft  op  dien  grontflagh 
'eveftight,  t'eenemael  uyt  en  gedaen  was.  Maer 

Z  Godt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2  S4         Treurige'  Gefchiedems  van 
Godt  heeft  getoont ,  en  dat  in  achtinge  van  geen 
van  fijn  minite  wonderheden,dat'et  noch  hem  aen 
macht,  nochEngeiant  aen  geen  werck-middelen  i 
oncbrack,  om  een  throon  wederom  op  terech-  I 
ten,  die  te  langhgeftaen  heeft,  en  te  vaftgegronc  I 
was,  om  door  rafende  driften  ter  neder  gevelt  te 
worden  :  want  gelijck  in  dejoodfche  flaverny,  I 
onder  het  geweit  der  Philifteen,  of  hun  gevange- 
nis onder  de  macht  der  Chaldeen,  Godt  lieden  j 
heeft  opgeweckt  ,  om  voortreffelijcke  werck-,  I 
middelen  te  zijn,  om  de  faecken  daer  heen  te  bren-  j 
gen ,  waer  heen  hy  wilde ,  foo  heeft  hy  oockom-  ! 
trent  de  Engelfchen  gedaen ,  al  waer  hy  mede  foo-  j 
danige  lieden  heeft  verweckt,  die  mochten  die-  j 
nen  tot  bequame  werck-middelen,  tot  herftel-  1 
lingh  van  een  verdruckte  Konincklijcke  macht. 
Ja  men  fou  mogen  fegeen ,  dat  hy  de  gantfche 
keten  of  akvan  fijn  Goddelijcke  vooriienigheyt , 
heeft  uytptoreckt,  om  een  fnoode  ufurpatie  ot 
onwettige  macht  te  vernietigen ,  en  de  wettige 
heerfchappy  weder  op  te  rechten. 

Tot  defeneynde  heeft  hy  foo  wonderlijck,  en 
menighmael,  hun  gedaente  van  beftieringh  ver- 
andert en  verydelt ,  niet  toelatende  dat  delelve 
eenigen  vaften  ftandt  fou  mogen  krijgen  ,  maer 
doende  hen ,  op  het  fchoonfte  van  hunne  hoop , 
gelijck  de  appelen  van  Sodoma ,  vervallen  en  ver- 
ftuyven ,  daerten  minften  foo  veel  mede  wierdt  te 
wege gebracht,  datdefe  bcftierdersfichmeeren 
meer  tegens  malkander  verbitterden.  Leven- 
de gelijck  als  honden,  met  den  roof  van  Enge- 
landts  macht ,  vechtende  en  knibbelende  daer 
om ,  terwijl  een  darde  komt ,  en  dat  juyttede 
rechte  eygenaer ,  die  hen  den  broek  uyt  de  klau- 
wen neemt.  «  . 

Defe  fcheuringen  onder  hen-heden,  braenten 
1,  °  even- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


I 

5tt 


9 


Cenerael  Major  Harrison. 

evenwel  geen  meer  voordeel  tot  defe  Randt  van  III. 
faecken  toe,  als  de  verfoeningli  en  liet  vaftver-  Oo»j&«ï 
dragh  ,  tuflehen  Vranckrijck  en  Spanjen  ge-  xonincks 
:^kM  maèckc,  zijnde  beyde  op  een  tijde  gunftigh  en  heiftd- 
;r^:!j  milt  in  beloften:  nademael  des  Konincks  faken, 
mede  onder  de  ftucken  van  het  verdragh  begrepen 
waren.    Maer  fy  waren  malkander  foo  hardt  aen 
de  veren  geween,  en  hadden  fich  foo  onderlinge 
aengetaft  >  dat  het  voor  hen  noch  geen  tijt  fcheen , 
de  Decken  van  andere  te  behartigen,  eer  dat  de 
hunne  in  beter  en  V3fter  Itandt  (tonden  ,  dewijl 
noch  het  vermoeden,  onderhen,  foo  verre  was 
£1  van  wech  genomen  re  zijn ,  dat  niemandt  van  hen 
\il  een  voet  uyt  fijn  wegh  derfte  gaen ,  uyt  vreefe  te 
veel  voordeel  aen  fijn  verfocndèn  vyand  te  geven , 
wel  wetende ,  dat  het  verminderen  van  fijn  krach- 
ten ,  den  aenwas  van  die  van  fijn  tegenftrever 
was. 

Maer  het  geliefde  Godt ,  tot  uytvoeringh  van 
it  werek ,  geen  vreemde  macht ,  en  gcvaerlijc- 
ke  onderftandt  van  Buytcn- Vorflcn ,  maer  Enge- 
■  landt  felfs ,  tot  Engehnds  vcrloHinge  te  gebruye- 
)  ken.    De  Generacl  Monck ,  en  na  hem  den  Har- 
togh  van  Ormond ,  toonden  fich  mannen  ,  die 
;.  voor  de  komende  eeuwen  ter  eeuwiger  gedachte- 
:  nis  bevvaert  worden ,  voornamentlijck  deeerfte , 
die ,  hoewel  de  minfte  van  afkomft ,  de  meefte 
:  evenwel  in  het  werek  is  ge  weeft. 

De  Konincklijcke  ballingh  wilde  oock  seen- 
fints  omtrent  fijn  belanghmlzijn-,  doendèalleS 
wat  hy  konde ,  om  felfs  fijn  vyanden  op  fijn  zijde, 
en  tot  fijn  gunft  te  trecken.    De  getrouwe  on-    .  v 
iderdanen  weckte  hy  op  door  beloften ,  gefterekt  Aenge- 
t  met  de  aldergrootlte  en  krachtighile  verfeecke-  *ende 
•  ringen.    Hier  boven  bracht  hy  by  de  fchijnbaer-  Plichte;i 
iheydt  van  vreemde  byftandt,  en  toonde  der  hal-  £23». 

Z  z  ven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2  <6  Treurige  Gefcbiedenis  van 
ven  fijn  onderdanen ,  dat  hy  foo  wel  macht  had , 
hen  als  wederfpannige  te  flaen  enteftrafFen,  in- 
dien fe  vertoefden  hem  in  de  armen  te  vallen,  als 
hy  genegentheydt  had,  hun  voorbarigheydt  met 
verdiende  vergeldingen  en  liefde  te  beloonen. 

Hier  by  quamen  meerandere  doorluchtige  en 
heerliicke  mannen ,  om  defe  machine ,  die  groot 
werck-tuygh  aen  'tgaen  te  helpen:  dele  waren 
den  Heer  Cancelier ,  dc  Graven  van  Southamton, 
Oxfort,  Briftol,  St.Albons,  beneffensdetwee 
Geheymfchrijvers  vanStaet,  de  oude  Graet  van 
Norwich ,  de  Heer  Goringh ,  de  Graef  van  Man- 
chefter  ,  de  Graef  van  Sandwich,  beneffens  de 
Heer  Af  hley  Couper,beneffens  veel  andere  meer, 
ja  oock  eenige  die  voor  heen ,  tegens  den  Koninck 
ingefpannen  waren. 

Terwijl  defe  lieden  befigh  waren  de  gemoede- 
ren voor  den  Koninck  te  bereyden ,  en  de  ftaet  op 
de  befte  wijfe  te  hervormen  (omtrent  welcke  be- 
middelingen wy  niet  langh  willen  zijn ,  alfoo  wy 
in  het  leven  van  defen  Koninck  daer  wijdcloopign 
vangehandelt  hebben)  was  de  Komnck  noch  tot 
BruSel  ,  geruftelijck  verwachtende  de  uytllagh 
van  het  Parlement,  die  fchielijcker  was  als  de 
Spangjaerts ,  maeckende  hun  Mefures  ,  ot  Fas- 
maet  na  hun  eygen  lanckfamen  aerdt,  omtrent 
v.     hun  beraetflaginge ,  verwacht  hadden.  Hy  Krij- 
s'»nLvcr*   gende  naerder  verfeeckeringh ,  van  dele  nooge 
wachuoge  *     deringe>  maeckt  fich  ten  eerften  vaerdigh , 
u  tkdoCmft  om^naBreia;  te vertrecken ,  fooomfich ^anaUe 
d«  faken,  bedenckingen  te  ontflaen ,  als  om  met  meeraer 

en  befendingen  te  manieren.  Hy  dan  fijn  Hotte- 
Wckheydt  by  den  Stedehouder  des  Komncks  van 
S,  in  die  geweften,  afgeleght  hebbende  , 


) 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


1 

X 

km 


.- 1 


Generael  Major.  Harrison.  357 

penj  alwaer  men  vreefde  dat  deliftige  Spangjaerts, 
eenige  vondt  fouden  bedcncken  ,  om  hem  te  doen 
vertoeven,  gelijck  oock  den  Landt- vooght  al- 
daer  hem  dede  verfoecken ,  hy  wilde  om  naer 
Engelandt  te  gaen ,  weder  te  rugge  komen ,  en  de 
Spaenfche  Majefteyt  ,  wiens  galt  hy  foo  lange 
was  ge  weeft,  (want  in  der  daedt  hy  had  daereen 
aenfienlijck  Hof ,  en  een  jaerlijckfchc  inkomft  van 
negen  duyfent  ponden  üerlinghs  genoten)  die  eer 
aendoen,  van  ineen  van  fijn  havens  te  fcheepte 
gaen ,  om  foo  van  uyt  fijn  gebied ,  op  fijn  throon 
te  ftappen.  Maer  de  Koninck  weygerde  fulcks 
met  allebeleeftheyt. 

Hy  was  foo  haeft  niet  tot  Breda ,  en  in  het  Hof 
van  fijn  Neef  de  Prins  van  Orange  gekomen ,  of 
hebbende  verftaen ,  dat  het  Parlement  nu  verga- 
dert was  ,  fendt  brieven  door  de  Heer  Mordant , 
en  de  Ridder  John  Greenvü ,  aen  beyde  de  Huy- 
fen ,  aen  den  Heer  Generael  Monck ,  en  de  Staat 
van  Londen.  Die  terftondt  openbaerlijck  ge- 
druckt  wierden.  Zijnde  den  inhoudt  van  defe 
boodfchap  en  brieven  ;  voornamentlijck  fooda- 
nieh  :  Dat  fijn  Majefteyt  toeflaet  een  vry  en  alge-  t«. 
meemvergtffents ,  aen  al Jjjn onderdanen ,  wie fy  mnch-  klaringc, 
ten  tijn*  dewelcke  binnen  veertigb  dagen ,  na  verjon*, 
diginge  van  defe,  fijn  genade  fouden  kpmen  aenmmen , 
en  door  eenige  publijcke  a&e  ,  of  openbaer  gefcbrift  > 
verklaren  fulcks  te  doen-,  die  alleenigb  uytgefondert , 
die  bet  Parlement  felfs  fat  gelieven  uyt  te  fonderen. 
Het  welcl^  hy  milde  bevejligen  ,  op  fijn  Kjtninckltjcl^ 
woordt  :  en  wat  teedere  gewijfen  aengaet ,  niemandt 
fal ,  over  eenige  verfchiüentheden ,  omtrent  de  Godts- 
dienjl ,  gemoeyt  worden ,  indien  fulcks  de  vrede  van  het 
K^pninckrijsk  ver  ft  oor  t.  Wegen  mij daden  en 
achter  heden  y  hy  wilde  fich  f elven  in  alles  fielten  na  het 
believen  en  het  oordeel  van  het  Parlement }  dat  hy  oock, 

Z  i  foe- 


VI. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3  5  $         Treurige  Gefchiedenïs  van 
toefiemmingh  wil  dragen  ,  tot  ten  gefchrtft ,  a8ey  of  ijti; 
éBens  van  het  Parlement,  totbttalingh  tnvoldoeningb  \ 
van  de  acbterbeden  van  hethtyr  endeScbetps-vloten ,  ] 
en  dat  de J 'the  fuUenin  dienjl  van  Jijn  Majefteyt  aenge- 
nemen  worden ,  op  fulcke  goede  bttalinge  en  voorwaer- 
den ,  als  fy  ds  dan  mochten  ontfangen  engenieten. 

Defe  aengename  boodtfehap  en  brieven  dan  > 
,  wierden  mee  de  alderhooghfte  vreughd  en  genoe- 
gen ,  van  een  yed^r ,  aen  dewelcke  fy  gefonden 
waren,  ontfangen ,  in  het  Parlement  voornament- 
lijck,  wierdt  fijn  Majefteyts  naem  in  fulckeen 
hoogeachtinge gehouden,  dat,  foo  menighmaet 
de  fpreecker  des  Konincks  naem  quam  te  noemen , 
een  yeder  oprees  ,  en  fijn  hooft  ontdeckte.  In 
het  huys  der  Gemeente  was  aenmerekens  W3er- 
digh  dat  M*.  Luke  Robinfon ,  die  voorheen  een 
groot  gemeene-befts-man  was  ge  weeft ;  deeerfte 
van  alle,  van  wegen  den  brief,  fprack,  en  fich 
bekende  overtuyght  te  zijn. 

Defe  verklaringh  was  oock  niet  minder  aenge- 
naem ,  aen  het  gemeene  volck  ,  die  van  blijdt- 
fchap  nauwlijcks  willen  wat  fy  deden ,  fiende  de 
gemoed  herftellingh  van  hun  wettigh  Vorft  en  Koninck  te 
.des  yokte.  gemoet#  Hjer  op  Volghde  het  befluyt  van  het 
Parlement,  dat  volgens  de  fondamentele  grondt- 
wetten  van  dat  Koninckrijcke,  des  felfs  beftie- 
ringh  moft  en  foude  beftaen  in  Koningh ,  Heeren , 
en  die  van  de  Gemeente.  En  voorts ,  hebbende 
een  diep  gevoelen  van  de  ellenden  en  quellingen , 
in  de  welcke  dit  Koninckrijck  was  ,  zedert  het 
ftout  beftaen  van  de  verftoorders  van  het  felve , 
ingewickelc ,  dacht  hen  de  befte  wegh ,  om  defe 
breflen  en  openingen  te  ftoppen,  de  herftellingh 
van  den  Koninck  aen  fijn  volck  te  bevorderen. 
En  dat  dies  wegen  brieven  van  bey  de  huyfen ,  aen 
fijn  Majefteyt  fouden  werden  gcfopden,  m  de- 

welcke 


VII: 

Werckt 
(eer  in  't 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


GENERAEL  MAJOR  HARRISON.  359 
/clcke  defelve  wieidt  bedanckc,  voor  fijn  ge- 
:  nadige  aenbicdinge ,  en  hun  trouwe  plicht  lijn 
Majefteyt ,  v%  eder  op  dragen.  Vorders  dat  de 
Ridder  John  Gieenvil,  van  bey  de  Huyfenfou 
werden  bedancki ,  en  500.  Ponden  fterlinghs  van 
die  van  de  Gemeente  fou  worden  getelt ,  om  hem 
een  Juweel  te  koopen,  tot  getuygenis,  van  de 
eerbiedigheyt  die  hem  het  Huys  toedroeeh.  Al 
het  wclcke  met  alle  behoorhjeke  omitandigheden 
wiert  volbracht. 

Vorders  om  hun  hartelijcke  genegentheyt ,  tot    v  1 1 1. 
fijn  Majelleyt  te  betuygen ,  wiert'er  geordon-  Hun'-lietde 
neert  de  fomme  van  50000.  ponden,  als  een  veree-  x?ofe 
ringhvoordcfelve  ,  welck  geit  terltondt  wierdc  betoom! 
•  opgenomen ,  beneffens  noch  andere  foo  veel  pon- 
den,  van  de  Stade  van  London,  dewelcke  mee 
:elatingh  v3n  het  Parlement ,  oockeen  plichtige 
antwoordt  fonden  aen  lijn  Majefteyt ,  en  fijn  twee 
Broeders ,  n3  dat  fy  de  Heer  Mordant  en  de  Rid- 
der Greenvil  wel  hadden  onthaelt ,  en  hem  yeder 
300.  ponden  vereert ,  om  Juweelen  voor  te  koo- 
ien. 

De  Krijghs- macht,  wilde  oock  geenfints  in  ge- 
Dreecken  blijven ,  van  hun  fchuldige  plicht ,  wanc 
)p  het  mede  deelen  van  des  Konincks  brieven  en 
verklaringen,  maecktefy  terüondteen  verklaer- 
briefaen  den  Generael ,  waerin  fy  toonden,  dat 
fegewillighlijcken  vaerdighlijck  fich  onder  lïjn 
Majelleyt  bogen. 

Dit  wiert  foo  mede  gevolght  van  de  Scheeps- 
macht ,  onder  den  nu  Graef  van  Sandtwich ,  toen 
Mont3gue,  aen  de  wekkeen  de  Vloot,  deKo-  mix. 
ninckgelijckc  bl  ieven ,  en  verklaringen  gclonden  s,i»acn«c- 
had,  de  ftucken  wierden  alle  geloft,  op  htt  over- nu°s  J' 
leveren  vandefe  brieven ,  gelijck  oock  ten  Iaetflen 
Col.Harlow ,  Stadcvooghtbeneffensde  Krijghs- 

Z  4  lieden 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


x. 

Befènding 
van  het 
vokk  aen 
den 

Koninck, 


2  60        Treurige  Gefcbiedetiis  van 
lieden  van  de  befettingh  aldaer  deden ,  met  een 
vertooningh  aenden  Heer  Generael  Monck. 

Dit  was  niet  genoegh ,  men  gaf  bevel  dat  men 
des  Konincks  wapen,  in  alle  Kercken  weder  op- 
rechten, en  dat  van  het  gemeene  beft  afwerpen 
fou ,  dat  men  voorts  alle  rechtspleginge  had  in 
fijn  naem  uyt  te  voeren ,  gebruyekende  het  tegen- 
woordige groote  zegel  tot  nader  order ,  op  dat  'er 
geen  verhinderingh  omtrent  de  Recht-faecken 
mocht  werden  toegebracht. 

De  Paefch-term  of  rechtspleginge  wiert  oock  l  - 
uytgeftelt,  op  dat  geen  tuflehen  beyden  komende  ! 
befigheden  ,  \le  bevorderinge  van  dit  groote 
werek  moght  komen  te  verhinderen,  gelijdk  oock 
alle  Ampt-lieden,  Schepenen,  en  diergelijcke , 
die  op  den  25.  van  Gras-maent  in  dienlt  waren ,  -J 1 
in  hun  dienft ,  maer  op  des  Konincks  naem  gehou-  i 
den  wierden. 

Vorders  wierdt  vaft  geftelt,  dat  menden  Ko- 
ninck fou  ootmoedighli jek  verfoecken,  een  haefti-  | 
ge  overkomft  na  fijn  Parlement  temaecken,  en  j, 
op  het  fpoedighfte  te  komen,  omdebeftieringh  I 
van  fijn  Rijcken  te  aenvaerden,  en  dat  men  ten  j 
dien  eyndebyfondere Gecommitteerden,  enAf- 
gevaerdighden ,  aen  den  Koninck  tot  Breda  fou 
(enden  >  met  hun  brieven  aen  fijn  Majefteyt ,  zijn-,  -j 
de  Do&or  Clargijs ,  nu  Sir  Thomas ,  des  Gene-  j 
raels  broeder ,  al  voorheen  met  des  felfs  byfonde-  \ 
ren  brief,  aen  den  Koninck  gefonden,  om  hem  1 
defelve  vaft-  en  be-ftellingen  vandeHuyfen  te  ( 
kennen  te  geven.  Hier  voeghden  die  van  Londen  j 
mede  hun  byfondere  Afgevaerdighden  by. 

Van  wegen  het  Hooger  Huys,  waren  verkoren 
de  Graef  van  Oxfort,  Warwick  en  Middlefex,  i 
De  Burgh. graef  Hereford,  de  Heer  Berckiey,, 
de  Heer  Broock. 

We- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


;>3tfi 


Generael  Major  Harrison.  36c 
Wegen  het  Lager  Huys  gingen  deHeerFair- 
fax ,  certijdts  Hooft  tegen ,  nu  Lit  van  het  Huys 
^  ien  voor  de  Koninck,  de  Heeren  Bruce,  Falck- 
land,  Caftleton,  Herbert ,  Mandevil ,  de  Ridder 
Noratio ,  nu  Heer Touwnfend.  SirAntony,nu 
Heer  Af  hley  Cooper ,  de  Ridder  George  Booth, 
Denzil  nu  Hollis ,  de  Ridder  Hcnry  Holland ,  en 
flm  Sir  lohn  Cholmley.  Die  van  de  Stadt  waren 
.oock  tot  19.  of  20.  in 't  getal»  die  geen  Ridders 
voorheen  zijnde,  alle  inden  Hacgh  van  den  Ko- 
ninck Ridders  geflagen  wierden. 

Ondertuflchen  heeft  men  oock  in  Holland  niet 
il  gcfeten »  maer  de  Hecren  Staten  hebben  oock 
nyt  hun  Vergaderinge  een  goetaental  Heeren  na 
Breda  gefchickt ,  om  fijn  Majefteyt  geluck  te 
wenfchen,  en  de  vorderevereyfchteHoffelijck- 
heden  af  te  leggen ,  oock  met  allen  ernft  te  ver- 
foecken ,  dat  het  fijn  Majefteyt  wilde  gelieven  > 
voor  fijn  vertreck ,  in  Hollandt  te  komen  ,  het 
welcke  fijn  Majefteyt  heeft  toegeftaen.  'twelck 
gefchiede,  terwijl  de  Koninck  met  groorentoe- 
fiel ,  by  het  Hooger-  en  L3ger  Huys  tot  Koninck 
van  Engelandt ,  Schotlandt ,  Vrancknjck  en  Yer- 
landt ,  uytgeroepen  wierdt.    Gaende  de  Heeren 
van  het  Hooger  Huys,  met  hun  Heraulten 
vooraen,  nadeZael  van  Weft-munfter,  alwaer 
fyfichftil  hielden  voor  de  poort,  en  de  leden  van 
het  Lager  Huys  terftondt  mede aenquamen ,  waer 
op  terltondt  op  het  voorlefen  van  Ml  Bifs ,  M  r,    x  1. 
Ryley ,  als  Herault ,  met  des  Konincks  wapenen  Die  open- 
behangen,  de  uytroepinge  heeft  gedaen :  die  wy  JJJJjj? 
/  voorby  gaen ,  om  in  een  byfondere  gefchiedenis  geroepen* 
nietaltelanckwijligh  te  zijn.  Onder  al  defe  ver- 
i  richtingen,  vertreckt  de  Koninck  eyndelijckvan 
\  Breda ,  op  den  Moerdijck ,  om  van  daer ,  volgens 
fijn  beloften,  na  den  Haegh  te  trecken,  en  voorts 

Z  5  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


door 
Holland, 


361  Treurige  Gefchieden'ts  van 
van  Schevelingen  fijn  reys  na  Engeland  tebevor^ 
xii.  deren,  Hy  nam  fijn  wegh  te  lande ,  en  aldaer  ko* 
ïijn  tocht  mende ,  vand  verfcheyde  troepen  van  der  Heeren 
vS raten  Ruytery  >  en  menighte  van  Jachten  van 
Staet,  als  mede  de  Heeren  van  Beverweerc ,  ed 
van  Strevelshoeck,  die  uyt  laft  van  hunHooghj 
Mogende  daer  waren,  om  den  Koninckteonc-j 
fangen.  Den  Heer  van  Beverweert,  vergefel-ï 
fchapt  met  den  ouden  Heer  van  Strevelshoeck,! 
deed  fijn  aenfpraeck  in  het  Fran$oys ,  en  wierdtÖ 
in  defelve  van  den  Koninck  geantwoort ,  en  daer  1 
op  giogh  men  in  de  Jachten  fcheep,  onder  het  i 
gedonder  van  het  gefchut  der  Jachten.  Soo  mee 
een  goede  windt  Dordrecht  Yoorby ,  daerhyty 
Hoppende  van  de  Overigheydt  onthaelt  wierdt. 
Voorts  voorby  Rotterdam  ,  door  Delfs-haven , 
en  Delft ,  naden  Haegh ,  over  al  met  losbranden 
van  het  gefchut  verwellekomt.  In  den  Haegh 
wierdtfijn  Majefteyt,  omtrent  de  tijd  van  14.  da- 
gen, op  het  heerüjckfte  en  Konincklijckfte ,  dat 
meu  van  trouwhartige,  en  wei  willende  Nage- 
bueren  fou  konnen  verwachten,  onthaelt,  na  de 
onthalinge,  mee  koftelijcke  gefchencken,  beftaen- 
de  in  een  Bed,  met  fijn  toebehooren,  waerdigh 
geacht  7000.  pondtfterlinghs ,  voor  iooo-  pond 
aen  koftelijck  rafel  lijnwaed ,  en  100000.  guldens 
aen  baren  selde *  vereert  •  en  is  foo  eyndelijck 
met  de  hooghfte  aenfienlijckheydt  ,  en  onder 
een  drangh  van  ontelbare  aenlchou  wers ,  en  onder 
het  2, 'donder  van  memgh*  e  van  grof  gefchut ,  tot 
Schevelingen  t'fcheep  gegaen.  Zijnde  ten  alder- 
hooghften  vergenoeght  van  het  Koninckhjck  ont- 
hael,  hem  aengedaen;  en  feecker  is  het  dat  het 
felve  defe  Staet  over  de  tien  tonnen  gouts  gekoit 
heeft,  aldus  fteeckt  hy  over  na  Engelanc ,  en  komc 
op  den  Z5,  dagh  van  May ,  tot  Dovres  te  landen. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


mm 

WÊÊ 

pi 
m 

li 


Generael  Major  Harrison.  363 

Ten  cerften  wierdt  hy  aldaer  door  de  Generael  x  1 1  ï, 
lonck ,  die  roe  Canterbury  op  fijn  aenkomft  ge-  Sijn  acn-' 
acht  had,  en  op  fijn  aenkomen  darwaertsont-  p0ml?in. 
aden  wierdt,  vei  wellekomt,zijnde  eenyderten  EnSeland» 


)oden 

kierhooghften  benieuwt,  hoe  dden  Koninck, 
n  een  foo  dier  verfchuldende  dienaer,  den  een  den 
nder  fou  ontmoeten.  Andere  waren  bekom- 
en ,  of  aen  dit  onthalen ,  wel  het  een  of  het  an- 
er  gcbreckelijcks  fou  mogen  gevonden  worden  , 
laer  het  knielen  v.m  den  Generael ,  en  hetomhei- 
Jfenenkuflenvan  den  Koninck,  gaf  al  de  voldoe- 
mingh  aen  den  Adel  en  hec  volck.  De  Koninck 
dan  ieedt  opwacres  met  den  Generael ,  onder  een 
verhemelt,  onder  wegen  begroet  door  den  Major 
en  Aldermans  van  Dover,  daer  de  Leeraer  een 
korte  aenfpraeck ,  aen  fijn  Majeiteyt  deed ,  en  na 
defelve  hem  vereerde  met  een  Bibel  met  goude 
flooten. 

Hierop  tradt  fijn  Majefteyt  weder  inde  koets , 
hy  beneffens  den  Hartogh  van  Jorck  fittende  in 
de  eene ,  en  die  van  Gloccftcr ,  met  de  Generael 
Monck  indcandere,  fittende  den  Hartogh  van 
Bockingam  in  het  Portier. 

Ontrent  twee  Engelfchc  mijlen  van  Dover, 
gingh  de  Koninck  te  Pacrt  fitten,  rijdende  de 
Hartogh  ter  rechter,  en  den  Generael  ter  flincker- 
handt ,  bloots  hoofts ,  gevolght  van  den  Hartogh 
van  Buckingam  ,  en  de  refi  van  den  Adel ,  eenfge- 
lijcksongedeckt.  Aldus  komen  fy  te  Canter- 
bury ,alwaer  hy  mede  door  dien  Major  en  Alder- 
mans ontmoedt ,  verwellekomt ,  door  de  Penfio- 
mris  van  die  Stade  aengefproken ,  en  vorders  me- 
ie hooghlijck  vereert,  en  alfoo  naer  het  hofge- 
leydt  wierdt,  Alhier  maecktehy,  ten  eerften 
den  Generael  Monck  Ridder  van  de  Kouflèbandt, 
welcke  order  hem  den  Hartogh  van  Jorck  felver 

om 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XIV. 

Sijn  ont- 
halingh. 


3(54,         Treurige  Gefcbiedenls  van 
om  den  hals  wierp.    Den  Saterdaghen  Sondag 
vertoefde  hy  hier,  en  vertrock  des  MaendaghL 
•5  morgens  na  Rochefter ,  daer  hy  dien  avont  aenCi 
quam,  alwaer  hy  uyt  fijn  verblijf- plaets ,  fichnaj; 
Ghattam  begaf,  om  het  fchip  de  Souvereyn ,  era 
andere  fchepenvanfijnScheeps  machttefien,  ed 
keerde  tegens  den  avondt  weer ,  na  fijn  herbergh4[v 
ten  huyfe  van  den  Collonel  Gibbons. 

Tuflchen  den 4.  en  5.  des  Dinghfdaghs  's  mor^ 
gens  heel  vroegh ,  zijnde  alsdoe  des  Konincks  ge " 
boorten-dagh,  vertrock  hy  van  Rochefter,  zij 
de  de  wcghmet  de  oorloghs-macht  in  Kent ,  w 
derzijdes  befet,  diedoordemaeghdenmctkruy 
en  bloemen  beftroyt  wierd.  Door  aldeplaei 
fen  waer  hy  doorreedt,  toonde  men  teeckenen  va 
vreughd.  Tot  Dartford ,  quamen  de  Bevelheb- 
bers ,  van  de  Regimenten ,  te  paert ,  by  hem ,  de- 
welcke  hem  een  ootmoedigh  gefchnft,  oyerleM 
verden ,  waer  in  fy  hun  voivaerdigheydt  verklaer-  i 
den ,  om  fijn  Majeftey  t  hun  bloedt  en  leven  op  te  1 
offeren,  tot  befchermingh  van  fijn  perfoon  ens 

Staet.  j  . 

Tot  Blakheath  ftondt  het  heyr  inordere,  al 
waer  fijn  Majefteyt  het  felfde  overfagh ,  gebruyc-  : 
kende  feer  veel  vriendelijcke  woorden,  de  welcke  f 
met  luyde  toejuychingen  ,  van  hun-heder  zijde 
wierden  beantwoort.   Van  hier  begat  tien  lijn 
Majefteyt  na  Londen,  en  quam  omtrent  ten  een 
uer  na  de  middagh  >  by  Sint  Georges  Fields ,  al- 
waer de  Heer  Major  en  Aldermans ,  hem  w  een 
Tent  verwachten ,  om  fijn  Majefteyt  te  verwelle- 
komen.    Het  fwaert  wierdt  hem  aldaer  overge- 
oeven ,  en  den  Major  Sir  Allein,  Ridder  geflagen. 
fta  een  korte  maeltijdt ,  reed  de  Komnck  na  Lon- 
den ,  daer  hy  over  Southwarck  binnen  quam. 

Van  de  Brugh  *  fla  TemPle  Bar' 


Generael  Major  Harrison.  365 

Graten  aen  de  cene  zijde  afgefchoten  ,  daer  dc  xv. 
;*Liveri  jen  en  Gildens  voor  ftonden ,  ftaende  aen  de  jfjj^1* 
Sindere  zijde  deTrayncd  Bands,  daer fich eenige L0n^ 
SEdel- lieden,  als  vr/willigers,  hadden  onder  ver- 
imenghc ,  zijnde  alle  in  witte  wambuyfengekleet, 
1  onder  het  beleydt  van  den  Ridder  John  Stawel. 
-(De  wijfe  van  fijns  Majefteyts  doortocht  was  foo- 
idanigh  j  voor  af  ginck  een  troep  Edel-lieden , 
^eleydt  door  den  Major  Brown  ,  met  blootc  de- 
gens ,  alle  met  filver-laecke  wambuyfen  aen ,  zijn- 
3de  omtrent  300.  fterck  ,  behalven  dedienaers* 
(Daer  op  volghde  een  anderen  trop  ,  omtrent 
Zoo.  fterck ,  alle  in  fulpe  rocken ,  en  de  voet- jon- 
gers in  purperilevreyen.  Daer  op  een  troep  on- 
der Colonel  Sir  lohn  Robinfon  met  buffelfche 
>kolders  ,  filvere  moude  ry-rocken  ,  en  groene 
liuyers.    Hier  na  een  troep ,  in  het  blaeuw ,  met 
filvere  kanten ,  hun  veldt-teeckenen  roodt  met 
filvere  frangien.    Zijnde  ontrent  200.  in  't  getal. 
'  Daer  na  volghde  een  troep  van  fes  Trompetten , 
:feven  voet- jongers  in  zee-groenen  filver  gekleer, 
daer  op  weer  een  ander,hebbende  grauwe  en  blau- 
'  we  leverijen ,  dartigh  voet- jongers ,  vier  Trom- 
petters, met 220.  mannen,  hebbende  totveldt- 
teycken,  hemels-blauw  ,  met  filvere  frangie,  on- 
der de  Graef  V3n  Northampton.    Noch  een  met 
grauwe  levereyen ,  fes  Trompetters ,  met  gelijcke 
veit-teeckens ,  zijnde  omtrent  150.  geleydtdoor 
den  Heer  Goring.  Noch  een  van  70.  man.  Noch 
een  van  500.  man.  Onder  den  Heer  Cleveland, 
meeft  Edel-lieden.    Noch  een  van  omtrent  1 00. 
in  't  fwart.  Noch  een  van  300.  paerden ,  geleydt 
door  den  Heer  Mordant. 

Nadefe  volghden  twee  Trompettere  met  fijn 
Majefteyts  Wapenen,  de  dienaers  van  de  Sheriffs, 
in  roode  rocken ,  met  filvere  gallon  of  kant,  met 

huu 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XVI. 
Een  ont- 
halingc. 


366        Treurige  Gefchiedenis  van 
hun  halve  piecken ,  omtrent  72.  in  'c  getaL  Da 
op  volghden  de  Edel-lieden,  uyt  verfcheyde  vae 
dels  van  Londen ,  al  infelpe  rocken,  met  goud 
ketenen,  hebbende  yeder  fijn  byfondcre  levere 
na  fijn  vaendel,  in  de  kleederen  van  hun  jongens:. 
Hier  volghde  een  Ketel-trommel ,  met  vijf  Trom' 
petters.    Voorts  de  Borgers ,  omtrent  600.  in  * 
getal:  metdefetwaclfLeeraers ,  toen  fijn  Ma/d 
lteyts  Lijf- wacht,  geleydt  door  den  Ridder  GilC 
bert  Gerard ,  en  Major  Rofcarrock.    Toen  döj 
Marfhal  van  de  Staet,  met  acht  voet-  jongens  $ 
met  al  de  Wachters  en  Bevelhebbers  inorderea.. 
Voorts  de  Sherifs  en  Aldermans  van  Londen,  ic 
hun  fcharlaecken  rocken ,  rijeke  zael- kleederen  r\ 
en  goude  ketenen ,  met  hun  voet- jongers ,  kofte- 1 
lijck  toegemaeckt.   Toen  volghden  de  Scepters  : 
en  Heraults ,  in  hun  koltelijcke  rocken.  De 
Heer  Major,  dragende  het  fwaert  bloots* 
hoofts.    De  Hartogh  van  Buckingam  bloots, 
hoofts.   En  daer  op  de  Koninck ,  tuflehen  fijn 
twee  Konincklijcke  broederen.    Hen  volghde 
een  trop  bloots  hoofts,met  witte  levreyenj  toen 
des  Generaels  Lijf- wacht,  en  een  anderen  troep 
van  Adel ,  voor  het  laetfte  vijf  Regimenten  van 
het  heyr  te  paerde ,  met  borft-  rugh-  en  hooft- 
harnas. 

Aldus  wiert  hy  onder  een  vreughdigh  toe- 
juyghen  ,  in  het  Konincklijck  Hof  gebracht. 
Alhier  wiert  hyvan  denGraefvan  Manchefter, 
met  een  gunltige  aenfpraeck  bejegent ,  die  daer 
voor ,  met  een  gelijcke ,  van  den  Koninck  wierdt 
beant  woort.  Daer  op  begaf  fich  de  Koninck  ter 
maeltijdt,  en  van  daer  tot  fijn  ruft,  diehy,  na 
ïbo  veel  tobbens  door  de  werelt,  en  foo  veel  on- 
ruft  geleden,  alhier  met  recht  behoorde  te  vin. 

Maer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
30  K  4 


Generael  Major  Harrisón.  367 
Maer  dc  Borgers  van  Londen ,  wilden  noch 
iet  ruften ,  maer  befteden  dien  tijdt  in  vreughde- 
yeren ,  en  alderhande  teeckenen  van  blijdfchap. 
Terftondc  voeghde  fich  fijn  Majefteyr ,  aen  hec 
)Roervan  de  sfcec,  enfloegh  die  dingen  eer  han- 
TS|ien ,  die  hec  gemeene  belang,  fijn  forgè  af  eyfchte. 

(Die  wy  voorby  gaen  ,  om  te  fien ,  wat  voorts  hec  Sjjn  aen- 
,.  ihemelfche  gerecht ,  omtrent  de  Rechters  (fi  rfii/vaneh  van 
Ap/<i«r,godtvvouts)  of  eerder  Moorders  van  fijn  foecken. 
' igrooten  Vader,  hadt  befloocen.    Die  Tooneel 
wan  vreughde ,  ftaec  nu  in  een  Treur-cooneel  te 
:veranderen,  en  nienighce  van  bloede  moet  hier  ge- 
>ftorc  worden,  om  die  bejammerlijcke  fmeccen, 
van  hec  Konincklijcke  af  ce  waflehen. 

Dewijl  defe  fchuldige  gewiflen ,  op  hec  rijfen 
^van  defe  nieuwe  Son ,  fich  genootfacckc  vonden 
de  duyfternis  te  foecken ,  en  daer  dit  ruym  befla- 
gen  Eylandc  hen  te  enge  viel ,  over  Zee  hun  toe- 
vluchc  ce  foecken  j  wiert  'er  by  het  Parlement 
een  Proclamatie  of  indaginge  beftelt ,  door  de- 
welcke,  alle  de  Perfonen ,  daerinaengeroert,als 
Rechters  over  den  overleden  Koninck ,  gedacghc 
wierden ,  om  fich,  binnen  dc  tijdt  van  14  dagen , 
na  verkondiginge  van  dien,  voor  de  Spreecker, 
of  Spreeckers  van  het  Parlemenc ,  of  voor  den 
Heer  Major  van  Londen,  of  de  Sheriffs  van  de 
Graeffchappen  van  Engelandc ,  &c.  cc  verfchij- 
nen ,  dac  hen  niemanc  fou  herbergen  of  verbergen, 
indien  die  niec  mede  als  verraders  wilde  gehandelc 
worden.  Uycfonderende  defe,  uyc  krachc  van 
fijn  Majefteycs  verklaringe  uyc  Breda  gegeven , 
uyc  de  algemeene  qui  jcfcheldinge. 

Colonel  Karrifon,  een  van  des  Konincks  biccer- 
i  fteenquaecwillighftc  Rechcers,  was  alvoorens , 
1  in  het  Graeffchap  Stafford,  gevangen,  rocLon- 
;  den  gebrachc ,  en  by  ordere ,  van  fijn  Excellentie 

Monck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


a6S        Treurige  Gefcbiedenis  van 
iloDck  (korts  daer aen  Hartogh  van  Albemarlej 
ccmacckt)  indenTowergefet.  Bydefeuytge-, 
x  Y  9  k  fonderde  Koninck  moorders ,  wierden  oockdooij 
cv«  dl    laft  van  het  Parlement  gevoeght ,  Golonel  Lam- 
Konincks  bert ,  en  de  Ridder  Sir  Henry  VanWJ  en  zo.  an-1 
Eecbten.  dere,  om  fulcke  mifdaden ,  als  het  Parlemen^ 
ftondt  te  verklaren.  ., 
Vandefe  zijnder  eenige  by  verfcheyden  mid- 
delen,  en  op  verfcheyde  tijden,  by  den  kop  ge- 
kregen ,  die  voor  het  gerecht ,  yeder  op  fijn  beurt 

zijn  ceftelt.  .  i 

Deeerfte  als  eerft  gevangen ,  en  geen  van  de 
laetfteinRanghenftaet  [quiaqui  prior  'fiw™£ 
potiortfijurtt  tiete  eerfte  is  mordere,  deeerfte 
fnreclu  is)  wierdt  alder  eerft  voor  het  gericht  ge- 

ftelt.    De  Rechters  waren,  voornamenthjcK  uyt 
den  voornaemften  Adel ,  en  de  Heer  Ma, or,  als 
de  Ridder,  Orlando  Bridgeman,  Heer  opperj 
Baron  als  Ópper-rechter ,  fijn  raden  waren,  dei 
Ridder  JeffryPalmer ,  de  Ridder  Heneage  Finch, 
algemeen  bevorderaer ,  de  Ridder  Edu  ward  Tur-j 
ner  enKeelinehWindham.    Harrifon  dan  voort 

Major  hem  de  Ridder  Hardres  Waller ,  en  WiUtam  Hej 
Harrifon  vemneham  •  maer  Harrifon  verfocht  eerft  te. 
Teloor,  fpTeTlkcn1? '  Sijn  befchuldigingh  dan  wimtail 

voor^elefen :  Dat  hy ,  beneffens  Mcht"t  Z  l  ! 

niet  hebbende  de  vreefe  Godts  voor  hun  oogen,  en  a 

Aioblück  l  verraderlik  >  ontrouweluck>MdW 

veten,  over  bet  vTroorZeelen  v*n  den  voorleden  Opper- 
We  del  KonMck  Karei  del.  iTvn 
gtdacbteniff*,*  in  gevolge 

bod,  ba  Txrnmtt»  ha  trmpn  «'  <W> 


Generael  Major  Harrison.  369 

ve  beylige  Majefteyt   ba    welcke    alfoo  &c. 
arrifon  en  Heveningham ,  verklaerden  fich  niec 
huldigh,  maer  Walier  bepleyte  fichfchuldigh 
e  zijn.    Dk  wierdt  oock  alfoo  met  eenige  ande- 
re gedaen ,  maer  des  anderen  daeghs  vvierdt  Har- 
ifon  weder  voor  de  banck  geftelt  ,  benefFens 
)Scroope  en  noch  vier  andere,  maer  foo,  dat  een 
eder  van  hen  byfonder  moft  gehoort  worden. 
De  algemeene.  Rechts-bevorderer  ,  Heneage 
Finch ,  leyde  hem ,  met  groote  welfprekemheyt , 
de  eruwelijckheydt  van^de  daedt  te  voren ,  ja  dat 
de  gedachten  felfs  van  diergelijcken  t'allen  tijden, 
en  by  allen  volckeren ,  onverfoenlijck  en  verra- 
derlijck  was  gedacht  en  gehouden ,  als  bleeck  uyc 
de  gefchiedenis  van  de  twee  ontmanden  tegens 
den  Koninck  Ahafuerus :  Die  alleen  de  wil  had- 
den gehadt  ;  oock  de  getuygenis  van  Tacitus , 
■r  daer  hyfeght:  Qui  deliberant  defciverunt ,  Diefich 
L  des  beraden ,  zijn  alreedts  afgevallen.  Dat  fuleks 
niet  alleen  het  belangh  van  clen  Koninck,  in  fijn 
.'perfoon;  maer  van  het  geheele  volck  was  ,  en 
dienvolgens,  de  moort  niet  alleen  tegens  hem, 
i*m  maer  het  gantfche  Rijck  begaen  was.    Hier  op 
,:■  gingh  hy  voort ,  in  het  verhandelen  van  de  trappen 
.:  en  omltandigheden  van  het  werek ,  van  tijdt  toe 
tJltijdt,  en  verklaerde  dat  fijnperfoon,  van  die  ge- 
ne, die  noch  in't  leven  waren,  (zijnde  alreedts 
fes-en-twintigh  van  hen  doodt)  devoornaemfte 
1  aenleyder  tot  dit  ftuck  was  geweeft ,  volgens  fijn 
i  voorfiagh  :  Dat  men  hem  voor  het  voleis  moft  [wart 
:  maecken.    De  Ridder  Edward  Turner  gebruyek- 
!  te  defeive  woorden ,  ten  naeften  by ,  en  daer  op 
1  wiert  den  getuygen  dên  eed  afgenomen.  Sijn  feg- 
gen ,  dat  men  den  Koninck  moft  fwart  maecken , 
wiert  beveftight,door  eenen  M*.  Mitly ,  met  veel 
omftandigheden. 

A  a  Hier 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


3jó        Treurige  Gefchtedenïs  van 

Hier  op  begoft  Harrilon  met  vreemde  befluyt- 
redeiien ,  genomen  van  de  blijckelijckheyt  van  de 
daedc ,  dat  het  niet  in  een  hoeck  of  winckel ,  maer 
openbaerlijck  was  gefchiet :  dat  hy  geloofde,  dac 
Godt  in  dien  dagen  met  fijn  dienaers  was  (hoe 
oockGodt  fcheen,  dit  oordeel  over  hem  te  lat  en 
komen)  dat  hy  menighmael  had  gewenfcht, 
Godts  wille  daer  omtrent  te  weten  •  maer  dat  hy 
geen  oVertuygingh  van  eenigh  quaet  daer  omtrent 
had  oyt  konnen  gevoelen    maer  eerder  een  ver- 
feeckeringe  en  vaftigheydt  in  fijn  gemoedt  -y  daer 
by  voegende  fijn  onfchult  omtrent  eenigh  man 
vrouw  of  kindt.    Dat  hy  niet  fijn  eygen  oordeel 
maei  fijngewiflfe,  omtrent  Godt,  was  gevolght 
Dat  alles  wat  hy  in  defen  had  gedaen ,  uyt  kracht 
van  het  Parlement  was  gefchiedt.   Endat  noch 
dit,  noch  eenigh  ander  Hof  V3ii  Rechtspleginge , 
eenigh  recht  over  het  (elfde  had  ;  en  dienvolgens 
konde  fy  hem  niet  belchuldigen ,  als  diealleenigh 
het  gefagh  van  het  lelve  was  gevolght ,  en  fulcks 
in  de  vreéfe  des  Heeren  gedaen  had. 

Hier  op  begoft  het  Hof,  ai  al  het  gehoor  uyt 
te  fchieeuwen ,  om  dat  hy  Godt  de  werckmeefter 
van  fijn  boofheydt  maeckte,  en  het  Parlement 
tot  fijn  verfeeckeringh  en  recht  nam ,  uyt  welcks 
gefagh  hy  het  werck  beftelt  had. 

En  wierdt  geantwoordt,  dat ,  al  hoewel  de 
Heeren .  en  die  van  de  Gemeente ,  in  volle  verga- 
deringh',  dit  gefagh  op  hen  hadden  genomen ,  het 
felve  evenwel  verradery  was  ;  want  de  Heeren 
noch  die  van  de  Gemeente ,  maken ,  noch  maeck- 
ten  oyt  ,  geen  wettigh  Parlement,  fonder  Ko- 
ninck ;  doch  het  achtfte  gedeelte  van  het  Huys 
der  Gemeente  was  het  niet,  't  geen  dit  verraedt 
beftelt  en  beftemt  had.  Na  veel  andere  redenen , 
over  en  weder,  viel  hy  ten  lactften daer  op ,  dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  371 

.   de  Koninck  had  fijn  Standaert  opgerecht ,  en  dac 
.otegens  het  volck,  welckers  voorftander  en  be- 
gSfchermer  hy;behoorde  te  zijn,  dat  Godtgeenuyt- 
3  nemer  van  perfonen  was,  endeoorfaeck  van  011- 
:  fchuldigh  bioct-vergieten,  en  dat  lbo  wel  in  hem, 
flalseenigh  ander  had  willen  te  huys  foecken,  ko- 
'  mende  weder  met  het  felfde  gefagh  van  het  Par- 
1:  lemcnt  voor  den  dagh.    Het  leggen  van  den  Ko- 
ninck f\vart  temaecken ,  bekende  hy  wel ,  maer  . 
c:  nam  het  in  een  geheel  anderen  fin ,  dat  men ,  na- 
mentlijck,  hem  openbaer  voor  het  volck  moft 
ftellen,  op  dat  een  yeder  de  fvvartheydt  van  fijn 
feylen  moght  fien.    Ten  lactften ,  drongh  hy  het 
daer  op  ,  dat  hy  onbereyt  was ,  teroorfaeck ,  dat 
hy  fes  maenden  W3s  gevangen  geweeft ;  dat  hy 
evenwel  eenige  befluyten  van  het  Parlement  ge- 
reedt  had  tot  fijn  verfchooninge :  en  hier  maeckte 
hy  fijn  befiuyt.    Hier  op  wierdt  recht  verfocht , 
en  de  Vergaderingh  der  befvvorene gaf  hun  von- 
nis in,  het  wclck  gcfchicdc ,  Tonder  vjii  hun  plaets 
op  te  ftaen,  waerqverdc  uytfpraeck  wierdgedaen 
in  dcfe  woorden  :T?/>y  fult  weder gdeydt  worden  ter  XX. 
:  plaetfe  daer  ghv  vandaen  yt  gebracht ;  tn  van  daer  op  Sijn  von- 
een  horde  gefleept ,  nadepUets  daer  het  F(echt  fal  wor- nis* 
'  den  gtdaen.    Daer  fult  ghy  by  de  keel  opgehangtn ,  en 
noch  half  levende  pijnde ,  afgenomen  ,  uw  heymelijckf 
leden  afgefmden,  u  ingewandt uyt ulichaem genomen , 
en  defehe,  ghy  noch  levende ,  mor  uoogen  verbrandt  N 
worden.    Voorts  fal  men  u  het  hoof t  afhouwen,  enu 
.  lichacm  invierdeelen  verdeelen,  om  daer  mede,  na  het 
believen  des  Kjnincks  gedaen  te  worden.    En  alfoo 
■  wierdt  hy  weder  na  Nevvgate  ,  of  de  Nieuwe 
:  Poort ,  fijn  gevangen-huys ,  gebracht. 

Colonel  Adriaen  Scroop ,  wierd  na  hem  voor    x  xt; 
ihet  Gericht  geftelt.    Dele  na  eenige  Proteften  Coiond 
•  |  verklaringen,  en  anders ,  wiert  mede  befchuldight  verhoort, 

Aa  z  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


272         Treurige  Gefchiedenis  van 
van  in  dat  genoemde  hooge  Hof  gefeten  1  en  het 
vonnis  onderteeckent  te  hebben.  My  wilde  oock 
het  gefagh  van  h-t  Parlement  tot  fijn  voordeel 
gebruycken,  verklarende  alles  uyc  macht  van  het 
felve  gcdaen  te  hebben  •  maer  wat  de  perfoon  des 
Konincks  aengingh,  hy  verklaerdegeenquaedt- 
aerdigheydt  met  allen ,  tegens  hem  te  hebben. 
Dat ,  indien *er  dwalingh  was,  fulcks  een  dwa- 
lingh  was  van  het  verftandt  of  het  oordeel  ,  en 
niet  van  fijn  wil.   Eyndelijck  met  reden  over- 
wonnen  zijnde ,  erkende  hy  het  gericht  ,  waer 
voor  hy  ftondt ,  bidden  Je  evenwel ,  fy  wilden  fij  n 
infichc  in  achtingh  nemen ,  en  fijn  faeckltellen  als 
huneygen,  enooideelen,  of  het  voordeel  van  de 
algemeene  quijtfcheldinge ,  hem  niet  mede  toe- 
quam.    Maer  hy  wierdt  van  gelijcken  fchuldigh 
bevonden  en  veroordeelt, 
xxil.      Iohn  Carew  was  de  naefte ,  die  het  geheel  leyde 
onder-  '  over  den  boegh  van  Harrifon ,  en  wonders  van  de 
focck  over  vreefe  Godts ,  en  het  gefagh  van  het  Parlement 
«Se-  had  in  te  brengen ,  het  welcke  hy  alle  gehoor- 
Ld,       faemheydt  fchuldigh  was ,  di#yolgens  erkende 
hy ,  in  het  hooge  Hof  gefeten ,  en  des  Konincks 
vonnis  onderteeckent  te  hebben ,  maer  geen  mif- 
daedt  daer  in -t  als  fteunendeopdemacht  van  het 
Huys,  maer  alles  wierdt  te  licht  bevonden  en 
hy  veroordeelt ,  als  de  voorgaènde. 

Thomas  Schot  quam  daer  op  te  voorlcnijn, 
tegen  dewelcke ,  als  fegens^e  andere  ,  getuyge- 
niflTen  wierden  voortgebracht.  Hy  daer  op,  nan- 
delde  als  de  voorgaènde ,  maer  voeghde  daer  toe , 
dat  het  gefagh  van  de  overgeblevene  leden  van  hec 
Parlement ,  wei  foo  goet  konde  zijn,  als  het  par- 
lement had  geweefr,  wanneer  de  Biflchoppen 
daer  uytgeQoten  yfaren,  ftellende  daer  by  een 
vraeghftuck,  of  twee  Staten  ,  de  darde  mogen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


GeiNERAEl  Major  Harrison.  373 

\wech  nemen  ,  en  indien  het  tweede,  niet  volhard  , 
dn  het  gene  haer  vertrouvvc  is ,  uy«:  te  voeren ,  dat 
cdat  gedeelte ,  het  welcke  in  volhai  dingh  en  befit- 
tingh  is ,  de  tijtel  magh  voeren  van  't  geheel. 
Door  welcke  befluy t- reden  ,  hy  meende  hetge- 
jiagh  van  het  Parlement  te  beveftigen.  Hierop 
'  wierdt  geantwoord ,  dat  de  Biflchoppen  wierden 
wech  genomen,  uyt  kracht  van  een  arte,  of  be- 
fluyt ,  gemaeckt  met  toeftandt  van  den  Koninck ,  , 
de  Heeren,  en  die  van  de  Gemeente,  en  dat  het 
rechtveerdigen  van  dele  lafterigen  gront- regel, 
in  hoogh  verraedt,  onverdraegnhjek  was ,  Ml 
;  William  Lenthall,  M».  Thcophilus  Ruddu'ph, 
en  de  verkoren  Heer  Major ,  wierdt  den  eed  afge- 
komen ,  over  het  gene  fy  getuyghden ,  nament- 
lijck ,  dat  hy  had*gewenfcht ,  het  ware  op  fijn 
Graf  gefchreven :  Hier  light  Thomas  Scot ,  een  van 
defe  ,  die  den  Kjyninclt  ter  doodt  beeft  veroordeelt. 
"relijck  hy  dier  naophetflaeckenvanhetParle- 
ïent  mede  had  gefeght  :  Nadcmael  het  11  belief- 
te is ,  het  Huys  te  flaecken ,  ick  fie  geen  middel 
om  het  felve  te  verhinderen  ,  maerals  dat  gedaen 
is,  weet  ick  oock  niet,  waerickdit  foogehaette 
hooft  laten  of  verbergen  fal.    Gregorius  Cle- 
ment bekende  fijn  ichuït.  Collonel  Jones  maeck- 
teweynigh  tegenweer,  maer  bekende  fijn  fitten 
enteeckenen. 

Voorts  wierclt  d^Jlechty.orderaer  lohn  Cook  iJJ  ' 
te  voorfchijn  gebracht,  hem  wierdt  mede  in  het  cooks 
algemeen ,  het  felve  van  de  andere  telaft  geleght ,  wijdioopi- 
i  maer  in  het  byfonder  wiert  tegenshem  getuyght :  ^j^J" . 
f  dat  hy  den  Koninck  had -belaft,  met  hoogh  ver-  1§1"S1' 
I  raedt ;  dat  hy  had  voorgetogen ,  indien  de  Ko- 
r  ninck  >  het  geen  fijn  belaftingh  aengingh ,  niet  . 
I  wilde  beweren ,  men  alles  pro  confejfo  voor  be- 
I  kent  en  beleden  fou  moeten  houden.   Dat  hy 

Aa  $  von- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


374  Treurige  Ge[chieden'ts  vw 
vonnis  aen  het  Hof  had  verfocht ,  feggende ,  dat 
het  uytgeitorte  bloedt,  daeromriep  ,  dat hy  dei 
Rechters  tot  verfcheyden  mael  fulcks  had  afge- 
drongen •  ja  foo  verre ,  dat  hy  fich  had  vergramt , 
om  dat  het  Hof  daer  te  lanckfaem  mede  voort- 
gingh.  L 

Naeenige  omftandigheden,  tufTchen  hem  en  de 
Rechters ,  ftond  hy  op ,  en  feyde :  lekfou  mogen 
feggen  met  Paulus ,  Tegens  de  Wet  en  tegens  de  Kjy- 
fer,  hofeick.  niet  mifdaen  t*  hebben.  De  dingen, 
W3er  mede  ick  worde  belaft ,  zijn  in  een  engh 
begrijp  befloten ,  van  dewelcke  de  ftoffein  dele 
drie  Hooft-ftucken  magh  befloten  worden. 
J.  Dat  ick,  beneffens  anderen  ,  des  Konincks 
doodt  voorgenomen ,  beraetflaeght  en  bevordert 
heb.  II.  Dat  om  dien  t'famenfweringh  te  vol- 
voeren ,  ick ,  beneffens  anderen ,  macht  en  gefagh 
over  den  Koninck  heb  aengenomen.  III,  Dat 
•er  een  onbekent  perfoon  was ,  die  den  Koninck 
het  hooft  heeft  afgeflagen,  endaticktenminften 
daer  toe  fou  geholpen  hebben. 

Mijn  Heer ,  feer  weynigh  talb  ick  te  fpreecken 
voot  my  fel  ven ,  endaerom  vertrouw  ick  vryheyt 
van  het  Hof  te  fullen  verkrijgen,  en  indien fal 
konnen  blijcken,  dat  ick  oythebvoorgeflagen, 
beraetflaeght ,  aengevangen  ,  of  bedacht ,  het 
geen  des  Konincks  doodt  aengaet,  nocheeniger 
mate  daer  toe  mijnen  raedt#  verleent ,  hope  ick 
voor  onfchuldigh  te  föllen  bevonden  worden. 

Mijn  Heer,  my  was  belaft  ,  neffens  Doftor 
Doriflaus ,  en  Ml  Afke,  een  befchuldigingh  te- 
gens den  Koninck  in  teftellen ,  to  <welcken  eyn- 
de,  ick  een  bevel-brief  enordereontfangenhad. 
Jvlaer,  mijn  Heer,  ick  befluyt  dat  van  my  met 
gefeght  kan  worden ,  dat  ick  het  felve  uyt  eemge 
quaedcaerdigheydt ,  of  quade  meeninge  hebbe 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  375 

gedaen ,  maer  dat  ick  dacr  toe  verfocht  en  gelalt 
»ben  geweeft,  alfoo  ick  handelde  in  mijn  Sphasra 
i  of  beroep,  als  een  Raetsmanen  Rechtsgeleerde  > 
cfonder  hec  begrijp  van  dti'elve  ordue  en  lalt  te 
I  buyten  gegaen  te  hebben. 

Het  geen  my  voor  het  naefte  te  verdedigen 
I  ftaet,  is 5  dat  ick  hope,  dat  mijn  woorden  toe 
3  geen  hoogh  verraedt  konnengetrocken  worden, 
I  cn  woorden  zijn  het  maer ,  waer  over  ick  worde 
I  aengeklaeght.    Woorden  konnen  een  man  tot 
I  een  ketter  ,  maer  tot  geen  verrader  maecken, 
I  jMaer  menbelaitmy  noch  vorder,  datickdever- 
I  radery  in  gefchrift  heb  geftelt :  waer  op  ick  aldus 
hebbe  te  antwoorden  :  Vragende,  OPer  oock 
blijeks  genoegh  zy  ,  dat  ick  'er  mijn  hand  heb  on- 
;  der  gefet.  Het  geen  ick  fchreef,  fchreef  ick  uyt 
de  mondt  van  een  ander  •  en  al  hoewel  de  woor- 
den in  lich  felven  verraedt  waren ,  kan  evenwel 
het  felve  my ,  die  defelve  maer  na  fchreef ,  niet 
opgelcght  worden :  voor  foo  veel  verradery ,  uyc 
een  verraderfch  hert ,  cn  een  heymelijck  befluye 
om  het  felve  uyt  te  voeren  ,  moet  voortkomen. 

Het  naelte  daer  acn ,  mijn  Heer  7  is ,  dat  ick  hec 
hooge  Hof,  tegens  den  Koninck  gebeden  heb. 
Ick  hoop,  mijn  Heer,  dat  oock  die  (aeck  voor 
geen  verradery  fal  konnen  genome  worden;  wanc 
indien  het  woordt  eenvoudighlijck  ,  en  in  fijn 
rechten  fin  genomen  wordt ,  fal  het  niet  anders 
betekenen ,  "als  dat,  voor  foo  veel  als defe  Edel- 
lieden en  Heeren,  den  Koninck  voor  deRecht- 
i  banck  gebracht  hadden  ,  fy  door  my  wierden 
I  verfocht  recht  te  doen ,  ick  vertrouw  dat  blijcken 
i  fal,  dat  ick  uyt  eengoet  bcfluyt,  en  niet  buyten 
1  mijn  ampt  gedaen  heb.  Ick  ftel  gren  andere 
I  woorden  in  die  lalt,  als  geweeft  zijn  in  de  gege- 
vene  order ,  die  dat  Hof  gevolmachtight  heeft, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


37*>  Treurige  GefchïedenU  van 
En  mijn  Heer ,  indien  ick  nu  alleenigh ,  volgens 
het  vereyfeh  van  de  faeck,gedaen  hebjenalleeniglu 
verklaert,  dat  fulcks  fou  zijn,  volgens  Recht; | 
Dat  is ,  volgens  de  wetten ,  foo  is  het  mijn  Heer  , 
dac,  indien  men  tweederhandeuytleggingeover 
dat  woordt  wil  maecken,  het  aldergunftighfte, 
voor  my,fal  moeten  dienen.  Want  daer  een  be- 
geerte is  om  recht  te  doen,  kan  geen  begeerte  tot 
onrecht  zijn  :  want,  mijn  Heer,  indien  van  my 
recht  wordt  verfocht ,  en  onrecht  daeropgedaen 
wordt,  fulcks  ftaet  my  geenfints  te  verantwoor- 
den. 

Ick  houdedan  mijn  Heer ,  dat  het  woort  twee- 
fints  teverftaenis  (namentlijck  recht  of  oordeel, 
of  recht  en  veroordeelirigh  te  eyfehen)  en  mijn 
.Heer,  indien  defe,  den  wekken  de  faeck belaft 
was,  geen  wet  konden  vinden,  dewelckemach- 
tigh  genoegh  was ,  om  den  Koninck  het  leven  te 
benemen ,  en  ick  alleen  hem  oordeel  afvorderde , 
foo  gaf  ickhet  mijne  niet ,  gelijck  ick  my  aen  defe 
geleerde  mannen ,  die  kennilTe  van  de  Rechten 
hebben ,  gedrage ;  en  vrage  hen ,  of  fy  noyt  droe- 
vigh  zijn  geweeft,  wanneer  de  faeck  felfs ,  tot 
voordeel  van  hun  Meefters  uytviel ,  voor  foo 
veel  fy  defelve  voor  ongerechtigheydt  kenden  ? 
En  foo  ben  ick  oock  in  defe  geweeft. 

Wederom ,  mijn  Heer,  foeckickuheerlijck- 
heydt  te  willen  aenmereken,  dat  fijns  Majefteyts 
ftaet,  te  dier  tijde ,  feer  droevigh  was,  als  ge- 
vangen zijnde ,  onder  de  macht  van  een  heyrleger, 
en  diergelijcke<  Ick  hoop ,  mijn  Heer ,  dat  het 
geen  ick ,  volgens  mijn  laft ,  by  wijfe  van  goedt- 
duncken,  omtrent  fijn  faeck  hebbe  gedaen ,  eer 
voor  hem  een  dienft ,  als  ondienft  geweeft  is. 
Voor  foo  veel  fulcks  ftreckt,  om  fijn  recht sple- 
ginge,  foo  veel  te  eerder  ten  eynden  te  brengen, 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  377 
dat  tot  fijn  verloifingh ,  als  wel  bewuft  dat  'er 
^een  wet  te  vinden  was,  die  hem  tot  langer  ge- 
wanckenis  koft  veroordcclen ,  en  dei  halven,  na 
recht  en  Juftitic  een  voortganck ,  dit  isfijnont- 
•  laftingh  te  foecken.    Al  het  welcke  ick  vei  hope 
in  uw  heerlijckheden  een  beter  gevoelen,  om- 
trent my,  te  lullen  uytwereken ,  als  dat  men  my 
•  vooreen  verrader.fou houden. 

Op  dele  wijle  gingh  hy  al  voort ,  hardt  daerop 
:  dringende,  dat  woorden  voor  geen  werek-mid- 
delen  konnen  gehouden  worden  ,  om  ycmant  het 
leven  te  benemen ,  dat  hy  alles  om  loon,als  Raets- 
man,  niet  als  Meelter,  maer  als  dienaer  had  ge- 
daen.    En  al  hoewel  hy  niet  3geerde  of  handel- 
de uyt  krachc  van  een  wettigh  gefagh ,  verhoop- 
te hy  echter,  dat  hy,  gaende  hun  lalt  en  order 
niet  te  buyten ,  des  wegen  oock  niet  te  befchuldi- 
gen  was.    En  der  hal  ven  fiende  ,  dat  'er  foodani- 
gen  blijckelijckheyt  niet  waer ,  als  het  fel ve  klaer- 
.  :  lijck,  gelijckde  Sonopdcnmiddagh  fchijnt ,  te 
doen  blijcken  ,  befloot  hy,  dat foodanigen  verra- 
derlijken belhiyt ,  als  men  hem  (oude  willen  op- 
dringen ,  by  hem  geenfints  was  gewceft.  Hier  op 
wierdt  geantwoord:  Dat  Cook  als  een  Rechts-  xxiv. 
geleerde,  veel  gefproocken  had,  doch  dat  hetvvedcr- 
vrcemt  was,  dat  hy  ,  die  de  wetten  en  rechten  jjjSf 
foo  wel  wift ,  die  foo  verre  had  te  buyten  gegaen :  vJlde-" 
hy  was  buyten  bedencken  langh  genoegh  doende  din^c. 
geweelt,  omtrent  het  bemiddelen  van  des  Ko- 
nincks  doodt,  gelijck  hy  hem  ooekmenighmael 
in  fijn  reden  was  gevallen,  en  lange  redenen  re- 
gens hem  had  gevoert ;  waer  uyt  af  te  meten 
was ,  dat  de  mont  uyt  deovervloet  der  gedachten 
des  harts,  fprack:  bchalven  dit  hy,  in  het  ver- 
foecken  van  recht ,  de  moort  aengedrongen  had  ; 
dat  hec  voorts  niet  gelooflijck  was ,  dat  hy  (be- 

Aa  5  laften- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


*  7  8  Treurige  Gefchiedenis  van 
lattende  den  Geheymlchrijvcr ,  dien  fnooden  laf 
te  teeckenen)  geen  gedachten  van  des  Konincki 
doodt  fou  hebben  gehad.  Hy  was  oock  een  vat 
hen, die  den  fnooden  Raedt  hadden  doen  vergadc 
ren ,  en  de  faeck  met  hen  overleyden.  En  de- 
wijl in  verradery  geen  aenwas  en  vermeerderingl 
kan  zijn,  foo  was  hv  fchuldigh  aen  het  geheel, 
voor  lbo  veel  hy  fchuldigh  was  aen  een  gedeelte, 
En  voor  foo  veel  hy  voortbracht ,  dat  het  geen  hj 
had  gedaen,  om  joon  was  gefchiet;  dat  was  foo 
veel  gefeght,  als  dat  geen  Raedtsman  aen  hoogh 
verraedt  kan  fchuldigh  bevonden  worden ,  en  dat 
een  Raedtsman ,  gevende  den  raedt ,  om  een  man 
re  dooden  ,  evenwel  van  fijn  dood  onfchul- 

digh  is.  ■     ■  . 

Dat  hy,  vervolghde  hy,  fijn  Iaft  tegens  den-i 
Koninck  ,  een  glants  geeft ,  als  voorgekomen  van" 
hetvolck  van  Engelandt ,  daerop  hebt  ghy  Hee- 
ren  oock  u  bedekken  te  nemen,  voor  foo  veel: 
ghy  oock  van  dat  volck  een  gedeelte  zijt  :  Of 
Ihy  oock  toeftaet,  het  geen  hy  feght  :  maenck 
hoop,  ghy  zijt  hier,  om  vooral  de  werelt  te  ver-d 
klaren,  dat  het  volck  van  Engelandt  geen  handc  - 
daenngehadt  heeft.  ft  _ 

Het  was  hem  niet  genoegh  geweelt  lijn  lalt  te, 
voleen  ,  maer  hy  verfwaert  delelve  met  alle  m-  ; 
beeldelijcke  omftandigheden.    Hy  drongh  het 
werek  aen,  en  vertoornde  fich  over  het  uytfte  .  { 
Hy  wil  dat  men  fwijgen  voor  belijden  houden  fal.  l 
Hv  houdt  fich  als  een  dienaer  van  het  volck  van  i 
Engeland  en  wanneer  hy  fijn  oude  kennuTen  ont-  « 
moet,  fceht  hy:  Dat  de  K^inck^oet jltrvtn, tn 
ie  opptrjoofdigbtydmethem.  En  daerom  vertrouw 
ick  !St ,  ioo  ghy ,  als  ick ,  gehouden  zijn ,  de  Ge- 
meente  van  Engeland,  van  foo  een  fchrickelijcke  I 
moort ,  te  ontlaften.   Ghy  Heeren ,  yeder  ftap  I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrisok.  379 

trap,  indittreufpel,  is  verraedt,deafte  ielfs 
wan  dc  gegevene  laft ,  was  verraec ,  het  verfchijnen 
I  in  het  Hot",  was  verraet ,  het  komen  in  de  zael  van 
Weft-munfter ,  was  verraet  >  en  al  die  daer  tegen- 
owoordigh  waren  (behalven  de  droevige  aen- 
I  fchouwers)  waren  fchuldighaen  verraet. 

Hy  feghc ,  dat  hy  het  om  fijn  belooningh  hecfc 
edatn ,  en  foo  heeft  oock  Judas  gedaen ,  die  om 
;dartigh  filverlingen,  fijn  Heer  en  Meeftcr  verra- 
'  den  heeft,  en  daer  op  henen  gingh ,  fich  felven 
1  verhingh.    Een  Raedtsman  moet  fich  houden  , 
binnen  de  bepalingh  der  wetten,  foo  wel  als  het 
ander  volck.    Noyt  heeft  men  hier  van  fulck  een 
idingh,  als  het  hoogc  Hof  van  recht  gehoort. 
Een  hoogh  Hof,  ja  een  Bloed-raet  te  faem  ge- 
roepen ,  om  fijn  Jvlajefteyt  te  fiachten.  Voorts 
Mt.  Cook,  kennis  hebbende  van  fulck  een  ge- 
fchrift,  dat  den  Koninck  voor  een  moorder  uyt- 
maeckt,  en  dat  voortbrengende,  zegelende,  en 
overleverende  ,  toont  die  niet  klaer  genoegh  ,  een 
■  voornemen  te  hebben  gehad,  om  «JesKonincks 
leven  te  benemen  t  En'wacrlijck ,  mijn  Heer,  na- 
demael  hy  feght,  dat  hy  den  Koninck  een  goe- 
den dienlt  heeft  gedaen ,  recht  tegens  hem  ver- 
foeckende,  foo  verhoop  ick  oock,  dat  het  in  my 
geen  onbeleeftheydt  lal  zijn ,  indien  ick  recht 
tegen  hem  verfoeck. 

En  nademael  hy  heeft  gefeght,  dat  de  Ko- 
ninck »  en  met  hem  de  Opper. hoofdigheydt , 
moft  ftei  ven,  kan  lulcksinaenmerckingh  van  al 
de  andere  omftandigheden,niet  anders  worde  aen- 
genomen ,  of  lijn  verfoeck  van  Recht  tegen  den 
'Koninck,  ftreckt  daer  henen  om  het  vonnis  van 
fijn  doodt  te  betrachten.  Hy  feght ,  dat  hy  recht 
^verfocht  heeft,  en  foo  deden  lyoock,  dieon- 
fen  Salighmaecker  in  hec  aengeficht  fpogen, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXV. 

Mr.  Pie 


3  %o        Treurige  Cefcbiedenis  van 
en  foo  verfoeckc  hy  recht ,  dat  hy gefeght  heeft  ,1 
Het  peftorte  bloet  roept  daerom. 

Na  al  defc  verhandelingh ,  de  gevangen  niet? 
meer  hebbende  by  te  brengen,  hebben  de  ge-: 
fworene ,  ionder  uyt  tegaen ,  hem  fchuldieh  ge- 
oordeelt  ,  en  volgens  verwefen ,  om  gefleept , 
gehangen  en  voorts  als  de  andere  gehandelt  te; 
worden. 

Wannter  Cook  van  de  Bar  was  wech  gebracht, 
ftelde  men  eenen  Mr.  Hugh  Pieters ,  gewefen 
tcrs  voor-  Leeraer ,  Voör.  Als  den  eedt  was  gedaen ,  ftont 
des  Koninghs  Recht  vorderaer  op  en  feyde :  Gy 
Heeren ,  de  gevangen  die  voor  de  Bar  ftaet ,  is 
hier  gebracht,  om  dat  hy  des  voorleden  Konincks 
doodt ,  beholpen ,  bewerckt  en  bevordert  heefc. 
Hier  mede  ginck  hy  voort  met  het  werck ,  foo 
hatelijck  als  het  was ,  voor  te  ftellen.  Menigh- 
ten  van  getuygen  waren  tegens  hem ,  maer  fijn 
ftoute  onbefchaemthey t  loochende  alles ,  al  hoe- 
wel veel  dingen,  niet  alleen  door  de  dagh  regifters 
van  het  ge  waende  Romp  Parlement ,  maer  oock 
door  verfcheyde  geloofwaerdigc  getuygen, 
beweren  wierden,  hun  verklannge  was  fooda- 

nigh.  , 

Dat  Hugh  Pieters  mcnighmaei  raet  gepleeght 
had,  hoe  men  En^elandt  tot  een  vrye  ftaet  konde 
brengen.  Dat  hy  vorder  had  gefeght,  fulcks 
konde  niet  te  wege  gebracht  worden,  of  150. 
motten  vernietight  worden  >en  dat  derelve  getuy- 
ge  hem  had  gevraeght ,  wie  defe  wan  n ,  waer  op 
hy  had  geant woort  dat  defel ve  in  defe  drie  L.L.L. 
beftonden ,  en  als  de  getuyge  aenhielt ,  om  k her- 
der die  letteren  uyttedrucken,  hy  gefeght  had- 
de,  dat  defelve  waren,  Lord  Lawyers ,  5c 
Levytes ,  de  Heeren,  Rechts-geleerden,  en  Levy- 
ten  of  Godtsgeieerde,alleenigh,dat  hy  defe  laetfte 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  381 
had  uytgefondert.     Dat  hy  vorder  met  Crom- 
wel  raedt  gepieeght  had,  of  'er  geen  wegh  of  mid- 
del was,  het  Rijck,  Tonder  den  Kouinck  vaftte 
ftellen  •  en  dat  onder  hen  was  vaft  gtftelt,  dat  'er 
:>j  geen  andere  middel  was  ,  als  den  Koninck  het 
•  .hooft  af  te  flaen.    Dat  vorders  de  gctuygege- 
>:  vraeght  had ,  of  hy  of  Crom  wel  defe  woorden  ge- 
[fproocktn  had5  waer  op  hy  had  gcieght  fulcks 
niet  te  weten,  maer  dat  fulcks  evenwel  hun  be- 
fluyt  was  geweeft.  Dat  Mr.  Pietersmenighmael, 
met  Cromwel  en  Ireton ,  in  de  Star  in  Colemans- 
ftraet  was  geweeft,  en  fom  wijlen  gewoon  was, 
daer ,  met  een  lang  fwaert  te  komen ,  en  van  daer 
niet  te  fcheyden,  voor  vier  uren  in  den  morgen- 
ftondt. 

Dat  hy  voorde  Krijghs-lieden  verfcheydene 
reyfen  getrocken  hadt ,  en  toen  voornamentlijck , 
wanneer  het  Hof  van  Juftitie  gefeten  was.  Dat 
hy  vorder  feer  befigh  was  geweeft ,  op  dien  dagh , 
wanneer  de  verkondigingh  van  het  Hof  in  het  Pa- 
leystot  Weft-muniter ,  gedaen  wierdt,  en  vor- 
der had  gefeght ,  fulcks  was  niet ,  ten  waer  fulcks 
oock  in  Cheaphde ,  aen  het  kruys ,  en  voor  de  ou- 
de Beurs  gefchiede. 

Dat  hy  omtrent  her  werck  van  Weft  munfter 
was  geweeft,  wanneer  het  hooge  Hof  gefeten 
was ,  oock  het  volck  aengemoedight  had ,  na- 
memlijck  die  van  Coionel  Stubb*e"rs  Regiment , 
als  mede  anderen,  Juftitie ,  Juftitie ,  Recht  Recht 
te  roepen ,  gelijck  daer  op  het  roepen,  gevo'ght 
was»  Dat  hy,op  verfcheydene  tijden,  met  de 
Bevel-hebberen  van  het  heyr ,  een  overlegh  ge- 
maeckt  had ,  namentlijck  in  de  gefchilderde  Ka- 
mer *  omtrent  het  verhooren  van  den  Koninck. 
Dat  hy  oock,  vei  fcheyde  malen ,  by  Bradf  haw  in 
de  Deanery  van  Wclt-munfter ,  tot  's  morgens , 

ten 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


g  g  2         Treurige  Gefclnederits  vatt 
ten  twee  uren  toe ,  wasgeweeft. 

Een  andere  getuyge  verklaerde,dat  hy  Mr.Piev 
ters  had  hooren  leggen :  Dat  hy  met  de  Bevel-bei J 
bers ,  omtrent  des  Kjynincks  doodt ,  in  overlegh  wasge- 
weeft, en  dat  hywelbaefleen  gefegendendagb  fou  fitn. 
Dat  hy  van  den  Koninck  felden ,  als  feer  vuyl ,  la- 
fterlijck ,  en  quaedtaerdighlijck  gefproken  had , 
noemende  hem  een  Tyran  of  dwingelandt ,  moor- 
der van  fijn  volck  en  foo  voort.  Dat  hy  vorder 
had  gefeght,  dat  hy  op  een  dagh  voorden  Ko- 
ninck had  moeten  predicken ,  maer  dat  de  boof- 
wicht  (meenende  den  Koninck)  hem  niet  had 
willen  hooren.  Dat  hy  dien  morgen ,  wanneer  de 
Koninck  onthooft  wierdt,  op  het  Schavot  was 
geweeft,  en  tot  dien  eynde  verfcheydene  dingen 
beitelt  had. 

Dat  hy  het  gebedt  (foo  men  het  wil  noemen) 
een  maent  voor  des  Konincks  doodt>  in  de  gefchil- 
derde  Kamer ,  doende ,  defe  woorden  daer  had 
in  gevoeg  ht  -  6  Heer ,  wat  is 'er  al  te  doen,  omdefen 
grooten  Man ,  tot  onderfoecl^  te  brengen ,  en  wat  een  ge- 
nade iffet ,  dat  defegroottStaet  voor  ons  nedervalt .  Hy 
fal  ons  alle  weder  in  bloedt  fieüen ,  indien  wy  't  fijne  niet 
wecb  nemen.  Dat  in  een  Leer-fpraeck ,  in  St.Mar- 
gariets-kerek ,  tot  Weft-munlter,  al  fijn  yver 
was ,  om  het  volck  tot  des  Konincks-moort  op  te 
wecken,  hem  noemende  Tyran,  verrader  en 
moorder  van  fijn  volck ,  en  foo  voort ,  feggende 
vorders :  Goede  lieden ,  de  macht  is  in  uwe  handen  , 
om  dien  Barrabas ,  &c.  meenende  den  Koninck. 

Al  defe  dingen  heeft  Hu^h  Pieters  wel  ftoute- 
lijck  en  onbefchaemdclijck  geloochenr.  Maer 
d'aenklager  vervolghde :  Dat  hy  het  werek  foo 
verre  gebracht  hebbende ,  des  Sondaghs ,  na  dat 
de  Koninck  voor  het  gericht  was  geftelt ,  voor 
Cromwel  en  andere  tot  Wmte-hal ,  over  dit  ge- 
deelte 


li» ' 


mm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison,  $S$ 
deeltevanden49.  Pfalm  :  Hun  Koningen  in  lyte- 
»  nen  te  binden ,  en  hun  Edelen  in  vfere  banden,  defe  tere 
'hebben  al  de  heyligen ,  des    de  Heere geprefen  ,  geleerc 
;  had.    Dat  hy  op  dien  tijde  had  gefeght ,  geygent 
l    de  Heere ,  het  Lager  Huys  isnugeqtyvert ,  ere.  en 
|  het  Opper-hup  [al  haeji  ter  nedervaüen ,  noemende 
Jen  Koninck  menighmael  boofwicht.  Dierge- 
ijeke  dingen  meer ,  wierden  'er  te  voorfchijn  ge- 
bracht ,  die  foo  lafterlijck  als  goddeloos  en  oproe- 
irigh  zijn,  daer  wy  onfen  geduldigen  Lefcr  niet 
mede  willen  op  houden ,  alfoo  men  uyt  dit  ver- 
haelde ,  van  de  reft ,  genoeghfaem  kan  oordeelen. 
-  Hy  konde  hier  op  niet  veel  feggen ,  maer  bracht 
alieenlijck  by ,wat  goede  plichten  hy  voor  des  Ko- 
nincks  vrienden  gedaen  had ,  waer  op  hem  geant- 
woort  wierdt, dat  hy  daer  niet  was  gebracht , om 
fijn  vrome  daden ,  foo  hy  fe  noemde ,  maer  om  fijn 
boofe  ftucken.  Waer  op  de  banck,  fonder  uyt  te 
gaen  of  op  te  ftaen ,  het  vonnis  velde ,  om  gelijck 
als  de  andere  gehandelt  te  woi  den. 

Daer  na  wierdt  de  Colonel  Axrel  onderfocht ,  x  x  v  I. 
en  na  gedane  onderfoeck  mede  geiijck  de  andere  Onder- 
veroordeelt,  als  oock  Colonel  Francais  Hacker,  joeckd0rve£ 
n  naer  hem  Willem  He  wiet,  welckers  byfonder-  koÏÏE 
eden  wy  willen  voorby  gaen ,  om  des  Lefers  ge-  Rechters, 
duit  niet  te  mifbruyeken,  verfchillcnde  maer  in 
eenige  omttandigheden ,  doch  ftreckende  alle  tot 
het  f  elvige  eynde,  namenthjek  om  de  befte  der 
Koningen  uyt  te  roeyen ,  en  Engelandttebrand- 
mereken  met  een  fmet,  die  geen  eeuwen,  geen  • 
tijdt,  hoe  bequaem  alles  te  vernietigen,  vermo- 
igens  zijn,  af  te  wallenen,  om  voort  te  gaen  tot 
^  net  verhael  van  hun  ftraffc ,  daer  van  wy  de  by- 
' fonderheden  den  Lefer  niet  willen  onthouwen, 
:  op  dat  wy  defelve  hem  gelijck  als  levendigh  voor 
oogen  ftcllen  ,  nadenaael  wy  verfeeckert  rijn, 

dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXVII. 
Straf  van 
Harrifon, 


i 


2  84  Treurige  Gefcbiedeni  s  van 
dat  yeder  vroom  gemoed ,  dat  niet  fonder  ver4j 
fchricken ,  des  Konincks  doodt ,  of  gefien ,  of  ge-< 
hoort  heeft,  fich  genoegen  fal,  de  ftraf  van  defël 
monfters  §n  fchrick- dieren ,  die  onder  het  heyligi| 
kleedt  van  recht  en  gercchtigheydt  >  fulck  ee* 
grouwel-ftuck  hebben  konnen  verbergen ,  op  het; 
aldernauwfte  te  be  Gehouwen. 

Op  Saterdagh,  zijnde  den  1$ .  van  Wijn-maenti,: 
wierdt  Cenerael  Major  Harrifon,  des  morgens 
'omtrent  negen  uren  ,  uyt  de  gevanckenis  van 
Newgate  door  een  troep  Paerden ,  en  de  dienaer$Ü 
van  den  Sheriff,  gehaelt*  Hy  wierdt  op  een  hor.$ 
de  of  fiede  gefieept ,  na  de  oid  Bayly,  Fleet-  ftraet, 
en  foo  na  Charingh  Croflê,  al  waer  een  hal  ve  galgh 
was  opgerecht.  Hy  was  gekleedt  in  een  fulpen 
rock ,  en  in  alles  feer  Gnnelijck  en  koftelijck  toe- 
«ftelt,  toonende  den  gantfehen  wegh  overeen 
vrolijck  wefen.  Als  men  tot  de  plaets  van  het  ge- 
recht gekomen  was ,  fprongh  hy,  meteengroote 
moedigheyt,  op  fijn  voeten ,  en  begaf  fich  ftoute- 
li  jek  na  de  ladder ,  met  defe  woorden :  Dn  u  Godtt 
vinger  ,  en  alfoo  klam  hy  vier  fprotten  op ,  feg- 
cende  :  lek  ben eenvrolijckMan.    Den  Hencker 
hemden  ftropomden  hals  doende,  faghhy  hem 
aen , en feyde :  lekbiddeu ,geeft my een weyntghmter 
ruymu,  ickbth  noch  etnweynigh  tefpreecken.  pit 
eefchiede,  en  hy  keerde  fijn  aengeficht:na  White- 
Kali,  en  fcheen  tegrim4acchen,alsdoe,totdne- 
mael  toe,  fijn  handt  opheffende  ,  fprack  hydefe 
woorden  :  Ghy  Edel-  lieden ,  ick  hel ,  in  bet  k?rt , 
tenige  weynige  woorden  met  «•  lieden  te  fpreeckfn.  Na- 
demael  ghy  yets  verwacht  t  van  em  man,  du  gtf •eedt  is 
om  te  turven,  lebben  aen  geen  faeckf<M<l'Zh>  van 
diemy  ttlafi worden geleght ,  hehbt  oockmetstegen  mun 
3geL.   vfrvolgende  voorts  met  luyder 
ftemme*,  dat  al  het  gene  hy  gedaen  had ,  indien  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  $8$ 

i  defelve  macht  had,  hy  weder fou doen ,  verha- 
1  lende  menighmael ,  dat  het  geenfints  tegens  fijn 
gewiffe  was ,  en  fich  fclven  alfoo  rechtveerdigen- 
de,  dat,  hoewel  hy  onfchuldigh  en  t'onrechc 
veroordeelt  was ,  hy  evenwel  verhoopte  ,  wel 
haefi,aen  Godts  rechterhandt  te  fitten,  en  fijn 
Rechter  teoordeelen;    Voorts  feyde  hy ,  geen- 
fints felfs,  aen  geen  des  aldergeringhften  bloedt 
fchuldigh  te  zijn.    En  het  geen  men  hem  te  laft 
leyde ,  daer  woude  hy ,  om  geen  tien  duyfent  we- 
relden, aen  fchuldigh  zijn.  Want,  al  wat  hy  had 
gedaen ,  daer  was  Godts  handt  in,  geweeft  en 
daer  van  was  niet  tegen  fijn  gewitte  gefchiedt. 
Sijn  doodt,  vorder,  was  geen  bewijs  van  de  geble- 
kene  daedt ,  maer  wel  van  een  mifdaedt,  tegens 
hem  aengeleght ,  en  dat,  al  hoewel  de  wegen  des 
menfchen  met  Godts  wegen  niet  over  een  qua- 
men,  men  fich  aen  den  uytval  niet  binden  moet, 
noch  daer  acht  op  (Taen.    Wat  hem  belanght ,  hy 
had  acht  geflagen  ,  geduerende  fijn  leven ,  op 
Godts  wetten  ,  en  voor  Chriftus  een  goeden 
ftrijdt  geltreden  ;  en  fou  daerom  veilchi  jnen  ,  om 
fich  lelven  te  rechtveerdigen  voor  den  Koninck 
t  aller  koningen  ;  voor  wie  een  yeder  moet  te  recht 
h|  ftaen.  Hv  hoopte,  oock  dat  al  fijn  broederen,  in 
Godts  Wet  fouden  volharden,  en  in  die  grondt- 
regelen  blijven.    Hier  op  riep  hem  een  Edelman 
:  toe ,  en  verfocht  hem ,  hy  wilde  doch  fijn  grou we- 
li  jcke  mifdaden  belijden ;  waer  over  hy  fijn  aenge- 
ficht  naer  hem  toekeerde ,  met  een  ftraf  gelaet  ,"en 
foo  ftil  fweegh  voor  een  tijdt.    Waer  over  dc 
I  beul ,  meenende  dat  hy  gedaen  had ,  neder  quam , 
en  hem  de  muts  over  de  oogen  deed.    Maer  Har- 
rifon  ftiet  defelve  Weder ,  met  de  hand,  op'vaerts  f 
U lachte  het  volck  toe,  en  fich  na  den  Henckerkee- 
J  tende,  verfocht  een  weynigh  meer  tijdts,  alfoo 

Bb  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


-i%6        Treurige  Ge[cb'tedeni$  vun 

ny  noch  een  weynigh  te  fpreecken  had.  En  fien-  ^ 
de ,  dat  eeniee  van  de  aenfchouwers  hun  oogcn  op  | 
fijn  beenen  lloegen ,  die  feer  beefden ,  gelijck  van 
yemandt ,  die  groote  fchrick  en  vrees  heefc ,  voor 
de  doodt ,  feyde  hy ,  dat  fulcks  byquam ,  door  een 
i  wackheyt ,  om  dat  hy  te  veel  bloedts  in  den  oor-  ? 
logh  verloren  had,  en  dat  hy  fulcks  wel  feven  ja- 
ren onderworpen  was  geweeft,  gelijck  hy  al  fe- 4 
ventien  jaren  denoorlogh  had  gevolght ,  gedue- 
rende  welcken  tijdt,  hy  niet  gedaen  had,  waer  . 
over  hy  fich  behoefde  te  fchamen.    Hiermede  j 
dede  hy  een  kort  gebedt ,  en  fiuy tende  beyde  fijn 
oogen,  verfocht  den  Kencker  fijn  ampt  te  doen.  , 
Hy  bleef  byna  een  vierdendeel  van  een  uer  han- 
gen, wanneer  fijn  fulpen  rock,  hem,  door  den 
Scherprechter ,  uytgetogen  wierdt ;  die  hem  ter- 
ltondt  afnam ,  fijn  lichaem  opende ,  fijn  hart  daer 
uytruckte  en  de  aenfchouwers  toonde.  Sijnman- 
nelijcke  leden  wierden  afgefncden ,  en ,  beneffens 
fijn  ingewandt,  in  het  vyer geworpen.  Voorts 
wierdt  fijn  hoort  afgehouwen  ,  het  hrf  in  vier 
deelen  gedeelt  en  weder  op  de  fiede  geleght  en 
na  Ne wgate  gevoert,  om  mede ,  na  des  Konincks 
believen  ,  gedaen  te  werden, 
xxv  ui.    Des  Maendaghs  daeraen,  zijnde  de  vijftiende 
Ende      van  Wijn-maent,  omtrent  defelve  uer ,  wierdc 
ML  John  Carew  op  gelijcke  manier ,  na  deielve 
plaets  gebracht ,  al  waer ,  na  voorgaende  pijn ,  tyu 
lichaem  mede  verdeelt ,  en  na  Newgate  hervoert 
wierdt,  maer  fijn  Majefteyt,  had  opaenhoudcn 
van  fijn  vrienden ,  toegeftaen  ,  dat  de  leden 
moghten  begraven  worden. 

Des  anderen  daeghs  werden  IohnCook ,  en 
M«.  Hugh  Pieters  .omtrent  defelve  ucr ,  op  twee 
hordens,  na  defelve  plaets  gebracht :  M'.  Èieters 
vandtfichniets  te  wil  tot  fterven  berey  t,  gelucj 


aisdete» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  387 
I  hy  door  veel  fotce  exclamatien  en  uytroepingen 
tl  Hec  blijcken,  en  oordeelde,  dat  men  hem  noch 
h  wat  behoorde  te  bewaren ,  maer  fulcks  wiert  niec 
i  aengenomen,  maer  den  armen  hals  moft 'ermede 
acn,    Cookdroeghfichfeerzedighen  verftande- 
i  lijck.    Het  hooft  van  Cook  wierdtop  een  ftaeck 
gefet,  aen  de  Noord-zijde  van  de  Zael  tot  Welt - 
munfter,  ter  flincker  zijde  van  dat  van  Harrifon, 
en  dat  van  M'.  Pieters  op  den  Brugh  te  Londen. 
I  Hun  leden  wierden  oock  alibo  op  eenige  der 
Stadts  poorten  geftelt. 

Op  Woenfdagh ,  wierden  Thomas  Scot  en 
George  Clement,  yeder  op  fijn  byfondere hor- 
den ,  en  omtrent  een  uerdaerna  Mc  Scroop,  en 
John  Jones ,  te  famen  op  een  horde  ,  na  defelve 
plaets  gebracht  en  aldaer  op  defelve  wijfeafge- 
macckr. 

Francjs  Hacker,  enMt.  Daniël  Axtel,  wier- 
den op  Vrydagh  ,  zijnde  den  negentiende  van 
Wijnmaent,  omtrent  defelve  tiidt ,  in  den  mor. 
~cn,  op  een  horde  van  Nevvgate,  na  Tyburnge- 
eept  ,  en  aldaer  beyde  opgehangen.  Axtel 
wierdt  gevierdendcelc ,  weder  te  rugge  gevoert  , 
maer  heclichaem  van  Hacker,  wierdt,  uyt  byfon- 
dere gnnit  en  genade  des  Konincks ,  geheel  aen 
fijne  vrienden  overgeleverr ,  en  begraven,  Axtels 
hoofc  wierdt  mede  op  de  Zael  van  Weft-munfter 
geftelt. 

Niet  een  van  ai  defe  mannen  toonde ,  in  hun 
ood ,  eenigh  leedtwefen  van  hun  daedt  ,  maer 
echtveerdighden  het  gefagh ,  volgens  het  welc- 
ke  fulcks  gefchiede ,  en  fich  felven  uyt  kracht 
van  het  felve. 

Maer  Lefer,  ftae  ftil,  wy  fluytenals  noch  de 
ordijnen  niet ,  want  het  treuripel  is  noch  niec 
n  eynde.   De  Ridder  Henry  Vane ,  en  Colonel 

Bb  %  Lam. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2  SS        Treurige  Gefcb'tedenis  van 
Lambert,  waren  al  een  goede  wijl  te  voren  in 
hechtenis,  en  wierden,  het  volgende  Iaer ,  inde 
macnt  van  lunij ,  V3n  hun  gevanckenis ,  in  het  Ey- 
land  Scyüy ,  na  Londen  in  den  Tour  gebracht ,  en 
alfoo  vervolgens,voor  de  Ridder  Robbert  Folter, 
Opper-rechter  van  des  Konincks  Recht-banck ,  i 
ter  onderfoeckgeftelt.    Sir  Henry  wierdt  aenge- 
klaeght   als  hebbende  des  Konincks  doodt  be- 
vordert en  bemiddelt  ,  en  het  gebiedt ,  of  Gou- 
vernement ,  op  fich  iUven  genomen  en  onwet- 
teliick  befeten.    Colonel  Lambert  wierdt  be- 
fchuldight  oorlogh  tegens  den  Koninck , fooin 
het  Graeffchap  Middlefex,  Chef  hit  e,  Yorkef  hi- 
re,  als  in  andere  plaetfen,  na  het  Noorden  ge- 
voert  te  hebben.    De  Ridder  Vanes  beweerde 
mede  het  gefagh  van  het  Parlement,  en  recht- 
veerdighdlhet  ielve,  Hellende  het  Hof  van  het 
«richt  io  een  deel  noodloofe  moeyeh)ckheden. 
tolonel  Lambert,  droegh  fich  felven feer heb- 
beliick  en  beleefdelijck  tegens  het  Hof  ,  lich 
het  oordeel  van  het  fel ve  gewillighlijck onder- 
werpende.    Evenwel  wierden  fy  beyde ,  als  ver- 
raders   veroordeelt.    Jvlaer  de  Koninck  ,  ter 
oorfaeckvan  fijn  ?otmoedigheydt  en  bequamen 
handel ,  omtrent  fijn  onderioeck ,  deed  Colonel 
Lambert  genade,  waer  voor  MeRechters  ver- 
focht,  fijn  Majefteyt  ootmoedighhjck  te  be-  * 
dancken.    Het  We  fou  oock  Sir  Henry  Vanc 
miffchien  genoten  hebben,  'ten  waerfi)nvoor- 
baSeydfen  verfmacklijcke  manieren  ^hem  1 
den  ween  daer  toe  geHoten  hadden.  Evenwel 
htdhv  de  eenade,  door  voorfpraeck  van  eemge  * 
fi ÜhJ  vrienden,  die  fich  in  *i ;  Konincks * 
Öwel  gedragen  hadden  ,  d«  fijn  vonnis 
wierdt  verfalht  li  in 

andere,  gehandelt  te  worden  ,  hy  veroordeelt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Generael  Major  Harrison.  38$ 
wiert  onthalft  te  worden  ,  het  wekke  oock  op  xxix. 
:^  den  14.  van  Junij  op  een  Schavot  op  denTouwer-  sir  Hcnry 
j  bergh,  (daer  voorheen  de  Graef  van  Strafford ,  Van.f 
I  door  fijn  vaders  Ichelmery ,  het  hooft  verloren omhaUt' 
had)  wierdt  uytgevoert.    Hy  op  het  Schavot 
zijnde,  hield  daer  een  deel  verraderlijcke  en  fchan- 
daleufe redenen, rnaerhywierd 'er  in  geftuyt  en 
na  dat  men  hem  twee  of  dry  mael  verboden  had , 
voort  te  varen ,  dreyghde  men  hem  fijngefchrift 
te  ontnemen ,  maer  hy ,  om  het  felve  voor  te  ko- 
men ,  fcheurde  het  in  ftucken,  en  leyd*  in  fulck  een 
geftaltenis ,  fijn  hooft  op  het  block. 

Ondertu  Jchen  Milcs  Corbet ,  Colonel  Okey , 
en  Colonel  Barck  Stead,  hebbende  het  meefte 
:t  gedeelte  van  Hoogh-  en  Neder-  duy tflandt  door- 
gereyft,  en  een  wijl  tijdts  tot  Hanaw  fich ont- 
houden ,  onder  vreemde  namen ,  quamen  ten  laet- 
ften  tot  Delft  in  Holland,  hebbende  hun  vrouwen 
ontboden ,  om  aldaer  by  hen  te  komen  •  om  uyc 
hen  te  weten ,  hoe  de  faecken  voor  hen  in  Enge- 
landtftonden :  maer  defe  hunne  brieven  zijn,  door 
den  gefaot  Downing ,  in  den  Haegh,  onderfchept 
en  geopent ;  waer  op  fy  alle  dry ,  in  Barkfteads , 
en  Okeys  herbergh ,  gevat  wierden.   Juyft  foo 
als  Miles  Corbeth ,  na  de  maelcijd,  wilde  na  huys 
gaen.    De  Ridder  Downing  was  felfs  tegen-  x.x*» 
woordigh,  wanneer  fy  gevat  wierden ,  en  hen  HouSd" 
dien  nacht  in  de  gevauekenis  gehouden  hebhende,  gevangen, 
dede  hen  van  daer,  na Helvoet-fluys  vervoeren, 
daer  hy  hen  infeheepte  in  ecnEngelfcheFrigat  , 
de  Swarte  Moor  genoemt,  dit  by  geval  daerlagh. 
Hier  mede  quamen  fy  tot  Gravefend ,  alwaerSir 
JRobbifon ,  Stedehouder  van  den  To  ver ,  uyt  laft 
>  van  fijn  Majefteyt,  vergefelfchapt  met  bequame 
Élwacht ,  hen  over  nam  en  na  de  Tovvcr  voerde. 
*  >Van  daer  wierden  fy,  korts  daeraen,  voor  des 


Bb  1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


2Qo         Treurige  Gefchie&enis  van 
fconincks  Recht-banck  geftelt-  alwaer  hen  ge 
vraeeht  wierdt,  wat  fy  voor  hen  felven  konden 
inbrengen,  waerom  fy  niet  fouden fterven ,  vol- 
gens de  wetten.    Hier  op  antwoorden  fy,  dat  ty  ! 
Hie  felfde  niet  waren  ,  die  in  de  voorgelcfcn  afte 
vanbedragingh,  uytgedruckt  ftonden.  Hierop 
wierden  de  gecuygen ,  die,  al  gereedt  by  der  handt 
waren,  ingeroepen,  dcwelcke,  na  voorgaenden 
eedt ,  eeruyghden ,  dat  fy  defelve  waren.  Waer 
over  d'Heer  Opper-rechter  voortgmgh,  en  het 
vonnis  tegens  hen  uytfprack ,  als  dat  ly ,  even  ge- 
v  Yy  t  lijckdeanderevoorgaende,rondengerechtenge- 
E^in  En-*  handelt  worden ,  h£wdcke  oock  op  ^rda|h  , 
haeft  daer  aen  volgende,  wiert  uytgeyoert.  Maer 
in  der  daedt ,  hun  eynde  was  beter,  als  dat  van  ye- 
mant  van  de  voorgaende,fy  erkennende  de  wettig- 

oock  andere ,  om  het  felfde  te  doen ,  voornament- 
Ukk,  Colonel  Okey,  die  oock  om  fi,n dapper- 
heydt  en  andere  goede  hoedanigheden ,  by  een 
veder  eroot  medelijden  veroorfaeckte  ,  fy  alle 
ontfchuldighden  den  Koninck ,  van  alle  quaewr- 
Sydt ,  enerkenden  hun  misflagh ,  omtrent  h 
tónde  houden  van  des  Parlements  gefagh,  als 
noch  wettigh  noch  volkomen  zijnde. 

En  alfoo  wierdt  ten  deelen  degrouwehjeke 
Konincks-moort,  aen  Karei  de  1.  begaen ^  ge- 
boet :  maer  verre  van  voldoening  } |«deo*I 
fukk koftelijck bloedt,  aen  hoedanig voldoe 
ningh  het  zy  ,  noch  altijdt  feer  verre  te  kort 
&hiet. 


jut*  »«• 

gelande 
gciccht 


Otto- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


39* 

Ottomannifche  ^egeringe  , 

Met  de  doodt  van  de 

C    A    ]    M    A    C    C    A  N, 
Broeders ,  Sufter,  en  Oom  van 
Amurath. 

INHOUDT, 
t 

GEvolghvan  de  dood 'van  SultanOfman.  1 1.  $Uck* 
te  befhermge  va»  Muflapha.  III.  Die  afge/tt  , 
flaets  voor  Amurath  maeckje.  IV-  Vcrandtrtngh  der 
Rqc\s-faeckeiL  V.  Verandmngh  tnden  aerd  van  Amu- 
rath. VI.  Sijnjloutmoedigheydt.  VII.  Sijn optocht 
va  Babyion.  VIII.  Dat  hy  vermecjiert.  IX.  Be- 
langh  van  de  Turcl^fche  l^rijghslteden.  X.  (ie  fan  ten 
onvernoeght.  XI.  VerhaelvandenCaimaccan.  Xll.  Sijn 
trouvoeloofheydt.  XIII.  Sijn  gevangenis.  XIV.  En 
doodt.  XV.  Amurath  doet  fin  broedets  dooden. 
XVI.  Sqn  lief  de  tot  fin gunflelwgen.  XVII.  Opkomfl 
van  den  Selecfar  Aga.  XVIII.  Verval  van  Amarath. 
XIX.  Muflapha  ,  den  ouden  Sultan ,  wordt  vergeven. 
ritfl  X  X.  Amurath  drtnckj  ftch  Jelvcn  doodt.  XXI.  Sijn 
bitterheydt  tegen  fin  broeders.  XXII.  Lof  van  Amu- 
rath. XXIII,  Sijn  wreedheydt  op  den  Mouphtt  en  fin 
fufler  gepleeght.  XXIV.  Doorfieeckt  fijn  eygen  vrouw  m 
XXV.  OorJ aecken  van  fijn  qualcn.  XXVI.  Stjnfchr/el^ 
voor  de  doodt.  XXVII.  En  getroffen  te  zijn  van  den 
bltxem.  XXVIII.  Gejl  altenis  der  gemoederen  na  fjndoot. 

XII.  Geschiedenis. 

N  een  van  onfc  Treur-  toneelen ,  is 
van  dc  doodt  van  Sulc an  Ofman'ge- 
vvagh  gemacckt,  die ,  waerlijck,  by 
ISA  de  ver'ftandighfte  Wcrclc-wijfen  , 
van  fulck  een  belangh  is  geoor deelt 
Bb  4  geworr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


392         Treurige  Gefcbiedems  van 
géworden}  dat  fe  daer  uyt  niet  minder  als  de  on- 
derganck  van  het  Ottomannifche  gebiedt  , -tege-l 
moet  hebben  gefien  ,  en  of  miflehien  mijnen 
t     gunftigen  Lefer ,  fich  door  eenige  begeerte  mocht  . 
Geroigh  gedreven  fien ,  om  den  uytflagh  van  lui ck  een  aen- 
ja"  ic     vanen  te  fien ,  en  wat  fulck  een  Paroxifme ,  in  een 

doodt  YJn       d  ~.  .         *  i 

sultan  lichaem  van  Staet  te  wege  brenght,  te  onder- 
Ofman.  vinden ,  fullen  wy  hem  daer  van  het  vervolgh  niet 
onthouden.  *t  Geen  fich  miflehien  van  voren  als 
een  Lam ,  maer  van  achter  als  een  Leeuw  vertoo- 
nen  fali  wy  laten  u  daer  van  oordeelen,  fooghy 
wilt,  en  gaen  u  verhalen,  hoe  het  daer  mede  ge- 
legen is. 

Na  de  wreede  engrouwelijckemoortvanOi- 
man ,  wierdt  wel  den  ouden  Muftapha  op  den 
Throongefet,  maer  hoe  <  Omteheerfchen  f  of 
om  het  moetwilligh  en  ongebonden  geflacht  dei; 
Janitzaren ,  en  andere  Krijehslieden ,  onder  fijn 
gcfagh  te  laten  de  pijpen  ftelïen  i  Want,gedueren- 
de  de  tijdt,  in  dewelcke  hy  de  beftieringe,  heeft 
gehadt,  gingh  het  foo  los  enonfeeckerraetde 
Staet ,  dat  men  alle  drie  rtiaenden  byna  een  nieu- 
wen Vifir  fagh  opgeworpen ,  volgens  de  drift  van 
hun  onbeftelde  moetwil  en  kregelheydt.  Maer 
de  grooten  en  machtighfte  aen  de  poort,  gehol- 
bcftietmg  pen°engeftut  door  denMufty,  die  niet  meer  als 
Muftapha  jde  andere,  defe  verwarringe  langer  kondeaenfien  , 
*  nafnen  op  een  tijdt ,  een  onverwacht  befluyt ,  en 
na  datfe  fich  van  de  Hoofden  der  krijghsheden 
verfeeckert  hadden ,  gingen  op  een  morgen- 
ï  1 1    ftondt ,  en  haelden  den  jongen  Amurath ,  uyt  lijn 
Pie  a%cfet  Woninge,of  eerder  gevangen-  huys,  en  deden  hem, 
riactsvoorniet  2\s  dertien  of  veertien  jaren  oudt 

£X!  zii^e ,  voor  Keyfer  uytroepen ,  ftellende  Mufta- 
nha  weder  in  deStaet ,  waer  in  hy  geweeft  was. 
Na  dat  fy  hem  op  het  Hof  van  het  Serraii  aen  het 


TI. 

Slechte 


Caimaccan.  39$ 
olck  getoont  hadden ,  lcyden  fy  hem ,  omringht 
met  fijn  Lijf- wachcen,  na  de  Mofcheavan  Iup, 
buyten  de  wallen  vanConftantinopoIen  ,  ineen 
plaetsdiefe  luanfary  noemen  ,  daerdeOttoman- 
nifche  Keyfers  gewoon  zijn ,  het  fwaert  van  de 
Mouphti  te  ontfrngen.    Waerlijck ,  op  het  eer-  Ve?  v\ 
iteontluyckenvandefe  nieuwe  heeifchappy,  be-  ringh  dcr 
coften  de  faecken  vanhetRijck  terftondteenan-  Rücbs- 
der  wefen  te  krijgen.    De  groote  Vifu  deed  ter- faecken» 
ftondt  van  defe  veranderinge  dcGraefvanSeffij, 
Gefandt  van  de  Franfche  Kroon ,  kennis  hebben , 
als  oock  den  Bailo  Giuft iniano,  en  andere  dienaers 
en  minifters  van  vreemde  Vorften ;  op  dat  een 
yeder  fijn  Heer  en  Meefter,  of  Meetters ,  daer 
van  mocht  de  weet  doen  ;  met  verfeeckeringe , 
van  de  goede  genegentheydt  die  in  hunnen  Heer 
was ,  om  het  gene  met  hen  verhandelt  was ,  te 
onderhouden  en  vaft  te  ftellen.   Gelijck  hen  na- 
der fou  bericht  worden ,  door  byfondere  brieven , 
die  fijnHoogheyt  hen  door  deeerfteChiaus  van 
de  poort,  fou  toefenden.  M 

De  begintfelen  van  Amurath,  de  vierde  van 
lien  naem  ,  beft ieiinge ,  waren  facht  en  foet  ge- 
noegh.    Maer ,  na  dat  hy  in  jaren  aengroeyde  en 
aennam ,  nam  oock  in  hem ,  de  begeerte,  om  de  v  v* 
oproerige  moorders  van  fijn  broeders,  ten  voor-  JShta 
beeldt  van  andere ,  te  ftraffen,  of  ten  minften  hun  den°a«dt 
moedwil  te  bedwingen  toe ,  vreefende  t'avondt van  Amu- 
of  morgen ,  mede  het  ongeval  van  fijn  Voorfaet ,a  • 
cjeelachtigh  te  worden.    Maer  hoedanigh  moft 
de  moedt ,  en  hoedanigh  de  kloeckheyt  zijn ,  van 
een  die  fich  fulcks  fou  derven  onderwinden,  na- 
inentiijck  een  quael  te  genefen ,  daer  de  Ottoman- 
nifche  beftieringh  foo  langh  aengegaen ,  en  die  in 
de  grondt  van  dit  groote  gebiedt,  fulcke  diepe 
ortels  gefchoten  heeft ,  ofomklaerdertejfpre- 

Bb  5  ken, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


a94        Treurige  Gefchiedenis  van 
ken ,  van  het  eene  uyterfte  tot  het  andere  ,  van  alk 

froote  toelatinge,  tot  een  ftrijdighnauw  ver. 
andt  en  blinde  gehoorfaemheyt ,  fulck  een  ont 
fagchelijck  lichaem  ,  als  fijn  krijghs-macht  is] 
over  te  brengen  <  Evenwel  ,om  tot  het  fich  voort  L 
geftelds  eynde  te  komen,  liet  hy  geen  naerftig- 
heydc  of  arbeydt ,  nochbedenckelijcke  onkoften 
onvérfocht ,  om  al  de  hoofden  van  d'oproerige^i  t 
in  handen  van  fijn  gerecht  te  hebben ;  doende  hen 
v  L    felfs,van  uyt  de  donckerfte  hoecken  van  Afia ,  na 
sijn  ftout-  Conftantinopolen  brengen,  met  ongemeene  b64r 
Z°dtZ'  looninge  voor  die  gene,  die  hem  daer  in  dienft 
y        deden.    En  om  te  betuygen,  dat  hy  eeenfints 
het  gevaer  vreefde ,  dat  hem  menighmaeldreygh- 
de,  als  hem  geboodtfchaptwierd,  dat  de  Ianir-»f ; 
zaren  fich  te  famen  rotten ,  om  fich  tegens  fijn  ge- 
fagh  lettellen  en  meteen  roekeloofe  hooghmoed,*. 
op  fijn  eerfte  verfchijnen  uyt  hetSerrail ,  in  hemsj. 
het  verfchrickelijck  treurfpel  van  fijn  broeder  tel 
vernieuwen,  belaftehyaenftondts  de  fijne,  datfe 
fich  fouden  vaerdigh  maecken,  om  hem  na  de 
Mofchea  te  vergefelfchappen  ,  of  met  hem  ter  2  . 
jaght  te  gaen ,  feggende  vryborftigh  uyt,  dat  hy 
geen  vreefe  kende ,  dat ,  daer  hy  fijn  geficht  konde 
laten  wenden ,  niemandt  in  der  daedthet  hart  fooi 

foet  fou  hebben ,  als  hem  in  het  aengeficht  tefien.  I 
:n  inderwaerheydt  ,  hymaeckte  een  veder  vol! 
verbaeftheydt ,  die  hem  fagh  een  paert  berijden  *  i 
fijn  worp  fpeer  werpen ,  of  fijn  boogh  handelen ,  I 
in  al  het  weicke  hy  foodanigh  was ,  dat  men  hem 
met  recht  daer  in,  voor  een  vandekloecktteen  I 
handighfte  perfonenvanhet  gantfche  Rnck ,  loul 
hebben  mogen  achten.  .  I 

v  1 1.  Defe  Prins  nu  fich  tot  fchande  en  veracht mge  I 
sünop-  rccckenende ,  dat  de  vermaerde  ftadt537lon »  | 
SSioo   «ttijdts  deStoel  vanhetAfiyrifchegebiedt,  die 


C  A  I  H  A  C  C  A  N.  395 

ran  den  Kcyfer  Soliman,  eertij ts  de  Perfianen  ont- 
nomen was,  nu  foomenighmael,  met  verlies  van 
cbo  veel  volcks,  te  vergeefs  was  geiochr,  wilde  die 
.weder  in  handen  van  het  Ottomannifche  gebiedt 
joverbrengen.  Hyvoeght  iichdan>om dele Stadt 
I  weder  uyt  handen  van  de  Perfianen  te  trecken,mec 
;ten  groore  macht  daer  henen.  Daer  hyfich,  na 
een  verfchrickelijck  gedonder  van  gefchut  en 
vieralgemeenebelpringingen ,  mecftei  af  maeckr,  VI II, 
hebbende  fich  dele  veertigh  d.:gen,  de  welcke  Dat,Iy 
het  belegh  geduert  had ,  een  wijs ,  onvermoeyt ,  ft"™cc~ 
moedigh  ,  en  voorfichtigh  Hooft  getoont.  Hy 
dan,  zijnde  uyt  Afia  weder  na  Conftaminopolen 
gekeert ,  overladen  met  palmen  en  lauwrieren , 
en  fiende,  dat  de  Gefandt  van  Perfia,  fich,  omtrent 
fijn  perfoon ,  al  te  langhfaem  in  fijnen  voortgangh 
toonde ,  fchreef  aen  fijn  Vifir  Multapha ,  dïe  fich 
in  die  geweften  bevandt ,  dat  hy  ,  in  het  verfterc- 
ken  van  Babyion ,  fich  op  foodanigen  wijfe  te 
dragen  hadde,  en  met  de  Landtvooghden  op  de 
Perfiaenfche  grenfen ,  foodanigh  den  handel  te 
beftieren  ,  dat  'er  een  onderhandelingh  van  vrede , 
of  ten  minften  V3n  een  langhduerigh  beftandt , 
moght  aenge vangen  worden ,  toonende  in  het  fel- 
ve ,  den  aerdt  van  een  verftandigh  Vorft ,  die  voor 
een  tijdt ,  wat  van  hun  hooghfte  achtbaerheydt  af 
ftaen ,  om  te  mogen  het  eynde ,  daer  fe  na  trach- 
ten ,  bereyeken.    Hy  bevorderde  de  vrede  met 
de  Perfianen ,  wel  wetende ,  dat ,  't  en  waer  hy  van 
de  zijde  van  Perfien  vry  was ,  hy  fijn  begeren , 
van  de  Chriftenheydt  in  verwerringh  enverdee- 
i  lingh  te  brengen  ,  niet  fou  konnen  volbrengen.  jx 
I  Ondertuflchen ,  terwijl  hy  defe  dingen  fmede ,  liet  Belargb 
t  hy  oock  fijn  mifnoegen ,  omtrent  fijn  krijghslie-  van  de 
i  den ,  varen ,  hebbende  van  hen  het  aldergrootfte  J[^rcJflhc 
genoegen ,  voor  foo  veel  fy  hen  in  defen  oorlogh  liciln!" 

in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


io6       Treurige  Gefchiedenis  van 
in  Afia,  feer  ioffelijck  en  dapperlijck  gedragen 
hadden.   En  dewijl  hy  oock  wel  wift  ,  dat  het 
Turckfche  krijghsvolck  van  het  oorlogen  in  Afia, 
als  ver  afgelegen,  moeyelijck  ,  en  fchadelijck, 
voor  hun  byfondere  belangen ,  een  afkeer  heeft , 
cn  in  tegendeel  na  den  krij^h  in  Europa ,  als  wor- 
dende gevoert ,  in  nabuenge  rijcke  en  vette  lan- 
den, fecr  begeri^h  is,  liet  hy  verluyen,  dat  fijn 
roeeningh  was  de^Chriftenhey  t  te  beoorlogen. 
x         En  waerlijck,eenigen  tijdt  na  fijn  wederkomil, 
Gefamen  quam'er  een  Gefandt  uyt  Polen,  om  hem  met 
onver-     geluckwenfchinge  over  fijn  wederkomft  uyt  Afia 
******    te  begroeten ,  zijnde  wel  vergefelfchapt  met  over 
de  vijf-en- veertigh  perfonen.    Defe  ,  hoewel 
omfangen,  met  alle  fchijn  van  vriendehjckheyt , 
wierdt  echter  van  de  Vifiers ,  een  weymgh  trotfe- 
lijck  bejegent ,  dewelcke  drongen,  dat  de  Ko- 
mnck  van  Polen,  de  rooverijcn,  en  tochten  van 
de  Cofacquen,  uyt  deBorifthenes  inde  Swarte 
Zee,  volgens  de  Hooft-ftucken  van  de  laetRen 
onderhandelinge  moft  beletten  ,  oock  eenige 
Sterckten ,  diefe  Palangues  noemen  ,  doen  af- 
werpen ,  over  welcke  klachten  hy ,  geenfints  ver- 
baeft  zijnde,  met  alfoo grooten moedigheydt  en 
drift,  hen  weder  de  invallen  van  de  Tartaren  te 
gemoedt  voerde ,  dringende  alfoo  wel  op  herftel- 
lin"h,  en  vergoedinge  van  Ichade,  alsdeTurc- 
ken.    Korts  hier  na  nam  hy  fijn  oorlof,  mede- 
brengende eenige  brieven  van  den  Grooten  Heer , 
tot  antwoordt  op  die  van  den  Koninck  van  Polen. 
Ter  (elver  tijde  quam'er  oock  een  Gefandt  van 
aenfien,  van  wegen  den  Keyfer,  mede  meteen 
feer  aenfienlijck  gevolgh,  om  diergehjeke  Hot- 
felijckheden,  uyt  name  van  fijn  KeyferJijcke  Ma- 
jefteyt,  mede  afteleggen.   Defe,  hoewel  buy- 
ten  de  Stadt ,  ontmoet  en  ingehaelt ,  en  op  het 

heer- 


Caimaccan. 


397 


^heerlijckfteontfangen,  wicrdt  evenwel  van  den 
^grooten  Vifier  Muftapha  ,  alsdoe  van  Babyion 
**wedergckeert  zijnde ,  loodanigh  niet  begroet  , 
dals  de  glants  van  den  Vorft  verdiende ,  die  hem  ge- 
bonden had.    Sommige  wilden  het  daer  opleg- 
i  gen ,  dat  hy  fichden  tijtel  van  Hoogh-gefand  had 
■si  aengematight ,  fonder  de  gewoonlijcke  vereerin- 
gen te  doen ,  invoegen  hy  wercks  genoegh  had,om 
|  ter  eerfter  gehoor ,  van  den  grooten  Heer  ,  die 
311  men  aen  de  Poort  de  Hantkullinge  noemt ,  te  gc- 
:i,  raecken.    Defe  dingen  fcheen'er  de  verwach- 
<ii  tingh  van  het  kri  jghsvolck  feer  te  fti  jven ,  en  lieten 
het  alles  tot  een  breucke ,  by  hen  aenfien.  Maer 
daer  viel  noch  een  andere  facck  voor ,  van  vry 
meerder  belangh.  Daer  was  een  Vorft  van  Mol-     x  r. 
davia,  die  de  Turcken  noemden ,  Bogdania  Lu-  v*nlh*j| 
pulo,  dewelcke,  door  eer-fucht  gedreven,  fijn  caimac- 
foon  Vorft  van  Walachia  focht  te  maecken ,  be-  cao. 
roovende  daer  van  den  befittenden  Vorft  Mat- 
thias ,  fijn  doodelijcken  vyandr.    Defe  handelde 
over  defe  faeck,  waernemende  het  afzijn  van  den 
grooten  Vifir .  met  Mehemet  de  Caimaccan ,  die 
in  het  afwefen  van  den  Vifir ,  het  gemoedt  van  den 
grooten  Heer ,  vry  na  fijn  fin  konde  buygen ,  om 
door  fijn  toedoen  ,  de  toeftemminge  van  den 
Turckfchen  Keyfer  te  verkrijgen.    De  Caimac- 
can >om  een  groot  ft uckgelts  te  winnen ,  dat  hem 
aengeboden  wicrdt,  ontfagh  fich  niet  daer,  by  den 
grooten  Heer ,  openinge  van  te  doen.  Voegende    x  1 1. 
verfcheyde  lafteringen  tegens  Matthias  daer  by ,  .siinft1I°'*" 
dringende  en  prickelende  hem  in  fulcker  voegen  00  ieyt* 
aen ,  dat  hy  ten  laetften  hem  tot  toeftant  bracht , 
onder  defe  voorwaerden  evenwel ,  dat ,  indien  het 
werek ,  niet  londer  gerucht  wierdt  uytgevoert  > 
gelijck  hy  had  voorgegeven ,  hy  roet  fijn  hooit 
daer  voor  betalen  fou. 

Defe 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


r 


*a%        Treurige  Gefcbiedenis  van 

Defe  onderhandelingh  wierdt  foo  heymeli jet 
niet  beftelt ,  of  *t  quam  de  Vorft  Matthias  ter  ooo 
ren ,  doch  die  benam  hem  geenfints  de  moedt  ^ 
zijnde  de  edele  harten  eygen ,  op  'i  aen  was  van  ge») 
vaer  ,  in  moedigheydt  méde  daer  tegen  aen  tci 
groeyen.  Hy  dan  ora  Lupulo  van  fijnvoorne^ 
wen  te  ontfetten ,  vergadert  uyt  Honganjen ,  en: 
Tranfilvanic  ,  of  Sevenbergen ,  door  hulp  va» 
Ragotfki,  eenige  brave  troepen  by  een,  met  de* 
welcke  vervoeght ,  by  die  van  fijn  eygen  onder-i 
danen ,  hy  machtigh  genoegh  was .  om  Lupulo 
aen  te  taften,  gelfjck  fy  deden  ,  met  fulck  ge- 
volgh,  dat  hy  hem  floegh ,  en  fch3ndelijckopde 
vlucht  dreef,  latende  veel  van  de  fijne,  envoor- 
namentli  jek ,  menighte  van  Tartaren  op  de  plaets, 
welcke  Tartaren  de  Caimaccan  hem  uyt  het  half 
eylandt  CafTa  had  toegefonden. 

Matthias  ftaendc  om  tepaert  te  klimmen,  e 
den  vyandt  aen  te  grijpen ,  had  fpoedi&hli  jek ,  een 
van  de  fijne ,  aen  den  grooteu  Heer  afgevaerdight, 
door  den  welcken  hyden  felvenaenfchreef ,  dat 
de  minfte  Grieck,  van  fijn  gantfcheRijck,  die 
Van  fijnent  wegen  aen  hem  gefonden  wierdt ,  al- 
tijdt  wel  by  hem  fouontfangen  worden,  en  dat 
hy  den  fel  ven ,  op  het  minfte  bevel  van  fijn  Hoog- 
heydt,  gaerne  fijn  Vorftendom  in  handen  wilde 
ftellen ,  ionder  fich  daer  over  te  bedencken ,  of 
uytftel  te  nemen :  maer ,  het  felve  over  te  geven , 
aen  fijn  ouden  en  geflagen  vyandt ,  fulcks  geloof- 
de hy  niet,  dat  de  grooten  Heer  had  toegeftaen , 
veel  minder  bevolen. 

Wanneer  defen  brief  by  den  grooten  Heer  de 
eene  poort  in  quam ,  quam  ter  fel  ver  tijd  een  Poit- 
bode  de  andere  in ,  met  de  tijdingh  van  het  verlies 
van  Lupulo.  Het  welcke  den  Keyfer  foo  ver- 
gramde tegens  Caimaccan ,  dat  hy  hem  tcrltondc 


f'? 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


C  A  I  M 


A  C  C  A  N. 


399 

10  de fcvcn  Torens  dede  gevangen  fetten  ,  met  XI lh 
meeninge  evenwel  van  hem ,  op  het  voorbidden  Si)'n  ge- 
van  de  Sultana,  het  leven  te  fparen.  Maer,  als  vau«kenis- 
men  hem  de  Inventaris ,  of  Vond-cedul  van  fnecr 
's  een  millioen  van  filverePiaftre,infijnSchat- 
ift  gevonden,  overleverde ,  dede  hy  hem  terltond 
j  ter  dood  veroordeelen ,  feggende,  datfulck  een 
groote  fomme  gelts ,  binnen  iulck  een  korten  tijt , 
I  dat  hy  Caimaccan  was  geweeft ,  gewonnen ,  hem 
bhjcks  genoegh  verftreckte ,  dat  hy  geen  eerlijck 
man  was,  en  dat  hydaeromme,  bygevolgh,  de 
dood  verdient  had.    Aldus  wierden  'er  terltondt  x  1  v- 
;efonden ,  die  hem  wel  haeft  het  hooft  van  den  En  doo<Ic* 
:llendigen  toebrachten. 

Soo  groot  was  fijn  na-yver,  omtrent  fijn  on- 
derdanen, maer  noch  grooter,  die  hy  fijneygen 
bloedt  toedroegh ,  want  zijnde,  op  den  tocht  na 
1  Babyion ,  en  beforght  dat  in  fijn  afzijn ,  de  liefde , 
1  die  een  yeder  fijn  broeders  ,  om  hun  uytfteecken- 
de  fchoonheydt  en  goetheydt  toedroegh ,  hem  in 
fijn  afwefen  eenigh  lcedt  fou  mogen  vcroorfaec- 
/ken,  beval  hy  hen  om  te  brengen,  het  welcke  Xv* 
i  aen  twee ,  namentliick  Baiazeten  Orcan ,  wierdt  Amu"th 
|  uytgevoert ,  maer  lbrahim ,  die  na  hem  heerfch-  KSdSÏ 
te ,  wiert  door  de  moeder  bevvaert.  doodcn. 

In  tegendeel ,  foo  Itraf  als  hy  fich  teeens  die 
gene,  die  of  fijn,  of  gonit,  of  mifnoegen  ver- 
dienden ,  toonde ,  foo  voldoende  was  hy  we- 
derom tegens  die  gene ,  die  hem  behacghlijck  wa- 
ren.   J  n  voegen  dat  hy  fijneygen  doch  eer,  zijnde 
ahdan  twaelf  jaren  oudt  ,  aen  fijn  Cuoftelingh  «te  «dH*, 
ten  houwehjek  beloofde,  zijnde  die  eenloosh-  tot  fijn 
man  uyt  Bofnia  geboren  en  als  Edel-jongen  in  ?u°fte- 
.jfljn  Hof  opgevoedt.  Engelijck  de  uyterfte  gunft  lmÊCn• 
'  der  Vorften  gewoon  is  ,  monfiers  in  geluck  te 
maccken,  hy  wierd  tcraond  Sele&ar  Aga,  dat  is 

Hoofc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Opkomft 
van  de 
Scle&ar 
Aga. 


XVI  II. 
Verval  van 
Amuiath, 


XIX. 
Muftapha 
de  oude 
Sultan  . 
4'ordt 
vergeven. 


400        Treurige  Gefch'tedems  van 
Hooft  over  al  de  Edellingen  gemaeckt,  wien 
ampt  het  is,  des  grooten  Heeren  fwaert  te  dragen! 
met  uy  tauytinge  van  drie  of  vier  andere ,  die  voor 
hem  in  waerdighey dt  waren.    Zijnde  een  iaeck  , 
die  men  noyt  voor  henen  gepleeght  had ,  en  die 
geen  kleyn  mifnoegen  en  geen  geringe  klachten  > 
in  het  Serrail ,  veroorfaéckten  en  verweckten.  Al 
hoewel  nudenaefte  trap  van  defe  waerdigheydt, 
aemeenliick  is,  als  Landt. vooght  na  Cairo  en 
Eeypten,  wiens  inkomften  jaerhjeks,  tot  twee 
hondert  duyfentRijcksdaelderskomt,  geionden 
te  worden,  lbo  wierdt  hy  evenwel  daer  henen 
niet  gefchickt ,  maer  om  hem  in  ftaet  te  «ellen , 
van  fijn  dochter  te  mogen  trouwen,  gat  hyhem 
het  ampt  van  Capitano  Bacha ,  foo  veel  als  alge- 
meen Zee-overfte,  benerTens  het  heerlijck  fa- 
leys  van  ibraim  Bacha ,  ftaende  op  de  plaets ,  daerlw* 
menyeder  Vrydagh  oeffeningh  te  paert  heeft. 

't  Zy  nu  dat  de  ledighey  t,  waer  in  fich  de  Vorlt 
be vandt ,  hem  aenleydingh  gaf ,  of  dat  de  natuer- 
li  jeke  drift  van  fijn  natuer  hem  daer  toe  aenmaen- 
de  i  foo  ftrijdtbaer  en  befcheyden  als  delen  Amu- 
rath  voorhenen  was  geweeft  ,  foo  verwijk,  en 
fuypachtigh  wierd  hy  ten  laetften,  't  welck  hem , 
eenPmanlr  van  Sciatica ,  of  dgle  fieckte  op  den  , 
hals  haelde,  en  oock  daer  toe  bracht ,  dat  hy  lijn 
ouden  Oom  Muftapha  dede  vergeven «.  hoewel 
dit  eerder  een  belangh  van  Staet  fou  mogen  ge- 
noemt  zijn ,  dewijl  hy  voor  hemgeheerfchthad, 
en  milTchien  wel  weder eenige  nieuwe  onluft  ïou  , 
konnen  veroorfaecken ,  hoewel  de  genoeghfaem 
kintfehen  ouderdom  van  dien  Heer ,  hem  van  alle 
vermoeden  wet  had  behooren  te  bevrijden.  Hy|. 
danTgaf  fich  geheel  over  tot  fijt .  weUuften  en  on-  . 
gebonlentheden.    OpdenPaefch-dagh  ,  van  dc  . 
ïureken ,  die  fy  Bayram  noemen ,  bevand  hy  fich 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


■ 


Caimaccan.  401 

in  dc  Mofchca  of  Tempel,  alwaer  hyfeydetc- 
gcns  de  Seleó\ar  Bacha ,  dat  hy  na  den  dienft ,  met 
hem  (oude  komen  middaghmalen ,  geüjck  hy  de» 
de.  Hy  wilde  oock,  dat  by  hem ,  acn  defdve 
tafel ,  een  Perfiaenfch  Heer  fou  fitten ,  zijnde  een 
foon  van  eenen  Emir  Guione  ,  een  van  de  gt ootfte 
van  geheel  Perfia ,  die  hem  de  vvegh  had  gebaenc 
om  Revan  weder  te  krijgen ,  en  aen  de  welckc  hy, 
in  lijn  foon  alle  gunft  betoonde.  Dele  aldus  in 
gunlt  by  den  grooten  Heer  zijnde ,  deed  een  groo- 
ten  dienil  aen  fijn  Vaderlandt,  alfoo  hy  dc  be- 
geerte van  denKeylerin  fulckcr  voegen  fochtin 
rc  volgen  ,  dat  hy  hem  foodanigh  tot  veel  drinc-  x  X« 
ken  bracht ,  dat  het  hem  eyndelijck  de  doodt  ver-  Ammatli 
oorfaeckte  :  want  opdefemaeltijdt ,  gaende  by  f;"^^ 
trappen ,  van  gemeene  wijn ,  tot  brandewijn,  fon.  doodt, 
der  fich  te  vergenoegen ,  met  de  wijn  Mofcate 
vanCandia,  ofdefterckftc  Malvefeyen,  en  wec- 
kende den  dorft  metalderhande  verweckende  fpij- 
fe  op ,  o  verlade  hy  in  fülcker  voegen  fich  fel  ven , 
dat  de  natuerlijcke  warmte ,  niet  vermogens  fulck 
een  mengel- moes  te  boven  te  komen,  hy  door 
een  geweldige  koorts  aengetaft  wietdc ;  die  hem 
binnen  weynigh  dagen ,  uyt  het  getal  der  levende 
wechnam. 

Geduerende  fijn  fieckte,  deed  hy  fijn  broeder 
en  moeder,  menighmaelby  fich  ontbieden :  maer 
de  Sultana ,  moeder  van  de  een ,  en  van  den  ander 
(van  wiens  doodt  hier  na  byfonderlijck  gefprooc- 
ken  werdt)  die  nacht  en  dagh  by  fijn  bedde  was, 
fcyde  hem  valt,  dat  fijn  broeder  niet kor.de ko- 
men ,  alfoo  hy  niet  minder  kranck  was  ,als  hy  fel- 
ve.    Want  fy  vreefde,  niet  fonder  grooteen  ge-  UJÜ 
wichtige  redenen ,  dat  hy  hem  foudeom  het  le-  Jgj  bltt- 
ven  doen  brengen ,  om  dat  fy  hem  menighmael,  tegenfifn 
in  fijn  grooefte  gramfchap  en  raierny,over  de  dood  brocdeis* 

C  c  van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


402  Treurige  Gefcbtedems  van 
van  fijn  kinderen  had  hooren  feggen ,  dat  hy  fic 
wcyniah  dier  aen  Het  gelegen  zijn,  wie, na  lijn 
doodtThec  Ottomannifche  gebiedt  foubeftieren , 
nademael  hy  het  fel ve  fijn  kinderen  niet  konde  na- 
laten. Gelijck  hyalreets,fooals  hiervoor  gefeght 
is,  zijn  twee  andere  broeders,  Baiazeth  en  Orcan, 
had  uyt  de  wegh  geholpen. 

Aldus fchandelijckftierfdefen  Amurath,  inde 
blom  van  fijndagen,  zijnde  by  fijn  leven,  de  han- 
dighfte,  dapperfte,  en  fchoonfte  man  van  fijn  ge- 
biedt geweeftj  bcquaem  om  de aldergroottte  faec- 
ken  uyt  te  voeren ,  en  van  noch  grooter  verwach- 
Lrfttr  tinge-    Voi  ders  van  een  uytfteeckende  geeft,  en 
ArnuratK  met  fukk  een  diepe  voorfichtigheyt  begaeft,  dat 
hy  niemandt  anders  raedt  van  nooden  had ,  ais 
alleen  om  fijn  geweldige  en  driftige  befluyten  te 
wederhouden ,  die  hem  van  fijn  grootemocdig- 
heydt,  enhaeftigegramfchap,  menighmael  ver- 
xxiu.  oorfaeckt  en  toegeblafen  wierden.  Eemgevoor- 
s.jnwreet-  beelden  hiervan,  fullen  het  getal  van  de  rampla- 
!;ey 1  °P     lige alhier  helpen  vermeerderen.    Het  eerite  lien 
MÖuphti  wy  in  de  ongeluckige  Mouphti  Uflaim  Eflendi j , 
SST'  die  hyfooSn.Godsdieniklijek  alsgrammelije 
fuftct  .    dede  dnoden.    Het  andere  in  fijnoudtltelulter 
gepiccghr.         mocder  haer  beftraflpende  over  cewge  min- 
nerije ,  die  fy  al  te  ongebonden  fcheen  te  volgen  , 
wierdt  van  haer  wat  trotfelijck  en  ftoutelijck  be- 
jegent ,  het  welcke  degramfchap  van  haren  broe- 
der foodanigh  gaende  maeckte ,  dat  hy  haer,  met ; 
een  ftockop  het  hooft ,  doodt  ter  aerden  floten, 
xxiv.  Een  darde  fien  wy  in  de  fchoonfte  van  fi)n  Sulta- 
roor-      „en  en  vrouwen ,  dewelcke ,  willende  met  hem 
fteeckt  fijn  boertcn  yets  te  voorfchijn  bracht ,  het  we.cK 
VSi     van  hem  opentlijck  verboden  was ,  dat  hem 
in  iulcker  voegen  vergramde ,  dat  ny  naer 
een  ponjaert  in  de  borft  douwde  ,  een  faeck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Gaimaccan.  403 
die  fwaerlijck  een  naem  kan  gegeven  wor- 
den. 

Eenige  hebben  gemeent ,  dat  hy  met  de  vallen- 
de fieckte  befmet  was ,  gelijck  men  oordeelt ,  dat 
veel  Ottomannifche  Keyfers ,  daer  mede  gcquelt  , 
zijn  geweeft.    Maer  de  Genees  meefters ,  lchn>  0*g,*; 
ven  die  quale  twee  oorfaecken  toe,  dewelckebey-  j<cn  van 
de  machtighgenoegh  zijn ,  een  menfeh  foodani-  fijnqua- 
gen  fchricK  aen  te  jagen ,  die  een  langen  en  1  waren  len» 
indruck  inde  nature  van  eenigh  menfeh  kan  maec- 
ken.    De  eerfte  is ,  dat  fijnen  Oom  Multapha, 
genoeghfaem  aen  het  rafen  gebracht ,  dooringe-  XXVI 
ven  van  den  grooten  Vifir  Dauft  (die  verhoopte  Sijn  jy^j, 
de  kinderen  van  de  Sultana ,  die  hy  getrouwt  had-  voor  de 
de,  tot  de  heerfchappy  te  brengen)  voorgeno- doodt» 
men  had ,  hem  met  fijn  broeder  te  verwurgen. 
Het  welcke  aireedts  foo  verre  quam ,  dat  defe 
jongen  Amurath,  aireedts  de  pees  van  een  boogh 
om  den  hals  had   doch  de  ampt-licden  van  het 
Serrail,  op  het  fchrecuwen  van  het  kindt  toe- 
loopende,  onttrocken  hem  de  aenlhende  doodt. 
Dit  was  fijn  eerfte  fchrick ,  waerlijck groot  ge- 
noegh  om  de  geeft  te  ontltellen ,  en  foodanigen 
fwa:  ighcydt  tc  veroorfaecken. 

De  tweede  was ,  dat,  zijnde  in  het  Serrail ,  de  ÏJiJJp 
blixem  op  het  bedde  floegh,  op  het  welcke  hy  fe„  te  zijn 
Hiep ,  die  de  lacckens ,  en  fijn  hemde  in  een  oogen-  van  den 
bliek  tot  aiïchc  maeckte,  en  fijn  eene  zijde  fvvart  bl,xcm« 
verfenghde ,  fonder  hem  vorder  leedt  aen  te  doen. 
Sijn  doodt  baerde  in  het  gemeene  volck ,  en  de 
middel- flagh  van  fijn  onderdanen  ,  een  groote 
fmart,  als  die  veyligh  en  vry  van  alle  veidruc- 
kinge ,  door  dc  ftrengheydt  van  fijn  bevel-fchrif- 
ten,  en  uytvoeringh  van  fijn  rechtsplegingen, 
leefden.   Maer  dedooten,  de  Spahis  enlanit-  ^ 
zaren ,  konden  hun  genoegen ,  daer  over ,  fooda- 

Cc  2  nigh 


* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


404  Treurige  Gefcbiedems  van 
xxvin.  aigh  niet  ontveynfcn,  of  men  kott  genoeghfaem 
Gcftaitc-  mercken ,  dat  de  aenftaende  gefchencken  van  den 
DiS  *oed  nieuwen  Keyfer ,  die  fe ,  na  gewoonte ,  te  wach- 
ten" na  fijn  ten  hadden ,  genoeghfaem  waren ,  om  felfs  fijn 
doodt.     gedachtenis  uyt  te  wifTchen.    Ivlaer  dit  fal  van 

defen  Amurath  en  lijn  heerlchappy  genoeghge- 

feght  zijn. 


K  I  O- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


405 

K    I    O    S    E  M, 

Groot-Moeder  <z>an 

SULTAN  MAHOMET, 
en  andere. 

INHOUDT. 
I. 

T>  Elangh  van  V  Turc^fche Hof.    I  ï.  Mahomet  komt 
-LJ  tot  de  Throon.    III.  Oneenigheydt  der  twee  /yeyjè- 
r  innen.    IV.  Spah  'is  tegen  de  lanttXMren  te  velde.  Y.  Die 
verflrojt  voorden.     VI.  Trotfheydt  der  Iani  tsaren. 
VII.   Georgc  Ncbi  doodt gefchoten.     VIII.  Ongere- 
geltheydt  van  Beèlas  Aga.     I X.  Het  volcl^  oproerigh 
tegenshem.    X.  Staus  Bacha  wordt  Vtfir.    XI.  MiJ- 
haeght  de  Iamtzaren.     XII.   Bedriegelijcke  boojheydt 
va»  de  oude  Tyeyferinne.     XIII.    Oproer  der  Ianttz^tren. 
XIV.  Getrouwheydt  van  denViftr.     XV.  Het  Serratl 
tnberoerte.    XVI.  Oiitfleltenit  van  de ryeyjcrltjcke Moe- 
der ett  Sooh.     X  V 1 1.  Ordcre  tot  btwarmgh  van  V  Hof 
ge/lelt.  XVIII.  Frees  van  den  groot  en  Heer.   XIX.  Het 
Serratl  ver  (ekert.  XX.  Treurighjchouwfpel.    XXI.  Ge- 
vaerlijcks  dwalmgc.    XXII.  De  Sultan  bewogen  tegen 
fijn  Groot-Moeder.     XXIII.  1 't  Vonnis  des  doodt stegens 
haergevelt.    XXIV.  Haer ellendige  doot.  XXV.  Too- 
ver-teeckenen  by  haer  gevonden.    XXVI.  Haer  begraef- 
feniffe.     XXV II.    Mahomct s  Bannier  opvefleecken. 
XXVIII.  Vrrdeeltheytder  fanitzaren.  XXIX.  Hart- 
'■  neckigheydt  van  Beiïas.    XXX.  Bevel  des  lyey/crs  aen 
de  lamtzaren.     XX XI.  Afval  der  IanitZMtm  van 
.   Beclas.     XXXII.  Die  verwurg ht  wordt.  XXXIII. 
\  Vlucht  van  liul-Iiahia.     XXXIV.  Stjn  Jchat  ■?ravcn 
i  en  gevonden.    XXXV.  Stfn  doolt.    XXXVI.  " Vlucht 
r  vanl^araChtaoux.    XXXVII.  Sijndoodt. 

Cc  i       XIII.  Ge^ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


I. 

Bclanfch 
Tan  't 
Turckfche 
Hof. 


I  L 

Mahotnet 
komt  tot 
den 

Tliroon* 


406        Treurige  Gefcbiedenis  van 

XIII.  Ge  sc  hiep  en  is. 

E  Hoven  der  Vorften  zijn  ge- 
meenlijck  foo  vol  van  oneemg- 
hedcn,als  van  dartel  en  vermaec- 
kelijckheden ;  de  afgunft  fit  daer 
op  den  alderhooghlien  throon  ,| 
dewelcke  meent  dat  de  luyfterj 
van  een  ander,  de  verdonckering  van  haer  glants| 
is.  Defe  na-y veringe  werekt  fom wijlen  groote  > 
bitterheden,  en  verwoeftingen  uyt ,  en  doet  Heli 
niet  felden  de  banden  waffchen  tn  het  bloedt ,  dat 
het  leven  geeft  aen  die  ons  in  den  wegh  is.  Maer 
ot  in  het  algemeen  de  Hoven  der  Grootendeie 
peft  onderworpen  zijn,  het  Turckfche  in  t  by- 
fonder  weet  daer  van  te  fprcecken,  daer  Vader- 
en Brocder-mooit ,  altoos  vantijdt  tot  njdt  heb- 
ben in  fwangh  gegaen ,  ja  menighmael  moeten 
dienen,  tot  verfeeckeringh  van  een  waggelende 
ftaet.  Dus  verre  kan  fich  de  nature  vergeten , 
wanneer  het  ftaet  en  vermogen  eelt.  Ja  noch 
verder,  wanneer  niet  een  Vader ,  die  de  ltratneyt 
fomwijlen  wat  eygender  is,  maer  een  Moeder, 
haer  moederlijcke  drift  vergeet ,  en  alleen  om 
eefaeh  te  houden ,  foeckt  te  vernietigen ,  het  geen 
Syt  haer  voort  gekomen  is.  Wy  f"n  hier  een 
Groot- Moeder  tegen  haer  kindts  kindt  gekant , 
maer  oock  een  Groot-  Moeder ,  om  haer  trouvv- 
loofheydt ,  geftrafc.  Hoort ,  Lefer ,  en  verwon- 
dert u ,  over  de  kracht  van  Godts  oordeelen ,  lens 
onder  de  Barbaren.  .  c. 

Na  de  doodt  van  Sultan  Ibrahim ,  klom  n;n 
oudtftenfoon,  Mahomet,  als  doe  niet  meer  als 
negen  jarenoudt ,  op  den  Throon.  Kiofem  lijn 
Groot-Moeder  ,  geduerende  de  m^er-wig- 
heydt ,  van  den  Keyfer ,  gaf  men  de  beftienngh  in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I     O     S     E     M.  407 

handen-,  een  Vrouwe,  door  haer  jaren  en  lange  on- 
dervindinge  in  Staets-faecken  tot  delen  lalt  O  Ver 
bequaem.  Als  dit  nu  aldus  beitelt  was,  leydc 
men  den  jongen  Sultan ,  nadc  Moiijuee  of  Tem- 
pel Ejub ,  al  waer  men  hem ,  na  het  gebruyek ,  het 
]  fwaert  aengorde  ,  en  als  Keyfer  ia  gevolgh  uyt- 
1%  riep  ,  dooraldeKonincknjcken,  enLandvoogh- 
dijen  van  het  Ottomannifche  Rijck. 

Een  geruymen  tijde  beliierde  de  oude  Keyfe- 
rinne  het  Rijck  met  volkomen  gelagh,  beftellen- 
de  alles  na  haer  eygen  welgevallen.  Maer  de 
Moeder  van  den  Keyfer ,  itellende  fich  gedue- 
righhjck  de  doodt  van  haer  man  voor  oogen ,  be- 
goit  te  vreefen  ,  dat  defe  loofe  en  doortrapte 
Staets- vrouw ,  die 'er  de  oorfaeckvan  was,  wel 
mede  een  toclegh  op  haren  foon  fou  komen  te 
maecken,  om  door  dien  middel  (foo  foet  is  de 
heerfchappy)  voor  altoos  de  beftiermgh  in  han- 
den te  houden.  Dit  miftrouwen  maecktehaer 
omfichtiger  als  na  gewoonte  ,  en  wackcr  toe- 
kende op  de  veyligheydt  en  het  leven  van  haer 
foon  de  jonge  Vorit.  De  kenmflè  die  fy  h3d  van 
het  ftaetgierigh  hooghdravend  gemoct ,  van  defe  { T  u 
oudeKeyïeiinne,  en  de  nauwe  verbintenis  die  fy  Onccnit- 
hieldt  met  de  lanitzaven  ,  die  haren  Man  hadden  hcydt  det 
gedoodt  j  vermeerderden  met  recht  haer  ver-  gg*J" 
moeden.  Om  nu  haer  in  haer  doen  tegen  te  mij- 
nen ,  en  allbo  dien  doodelijcken  flagh  te  weren, 
maeckte  fy  een  tegen-bandt  met  de  Spahis,  de 
Bachas  en  de  Beys ,  die  in  het  Serrail  waren  op- 
gebracht, en  geducrighlijck  tegen  delanüzaren 
ingefpannen  zijn.  Sy  focht  hen  aen  door  brieven , 
en  menighvuldige  boodtfehappen  ,  beklagende 
fich  tegens  hen ,  over  de  dood  van  den  Sultan  ha- 
ren Man ,  en  de  ongebondentheyt  der  lanitzaren. 
Sy  vertoonde  hen  met  krachtige  bcwijfen ,  hoe 

Cc  4  wey- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4o8        Treurige  Ge(cb\edenh  VAti 
weynigh  ftaet  men  van  haren  foon ,  haer  wettige 
Vorft ,  maeckte  :  en  voeghde  daer  by ,  dat  ,  't  en 
ware  fy  by  tijdts  op  hun  hoede  waren ,  deoude 
Keyferinne  hem  feeckerlijck  en  volkomentlijck 
t'onderbrengen ,  en  de  naemenorderederSpahis 
vernietigen  loude.    De  Spahis  van  Afie  wier- 
den door  defe  tijdingh  gaende ;  en  fulcks  veel 
waerfchijnelijckheydts  hebbende ,  namen  fy  de 
wapenen  aen  >  en  trocken  recht  opScutari,  mec 
een  aenfienelijcke  macht ,  aen }  onder  het  beley c 
Spahis i    van  Georgi  Nebi  :  wanneer  fy  aldaer  waren , 
tegen  de    eyfehten  fy  de  hoofden  ,  van  die  gene  ,  die  de 
ïanitzaten  werek-meefters  van  de  doodt  hunnes  Keyfers  wa- 
tc  velde,   ren  ^      te  £ïct  t jjcjt  on(jer  <je  befchermingh  van 

de  lanitzers  ftonden ,  en  door  de  Keyferinne ,  be- 
ft ierfter,  het  hooft  opgehouden  wierden.  Op 
dit  gerucht  Morad  Bacha>  Groot  Vifir,  onder 
de  lanitzaren  opgebracht ,  en  diefe  een  byfondere 
achtinge  toedroegen  ,  die  mede  beneffens  hen , 
medeftander  in  de  doodt  van  den  Sul  tan  was  ge- 
weeft,  komt  met  aller  haeft  van  Conftancinopo- 
len  na  Scutari ,  met  een  heyr ,  dat  uy t  lanitzaren  , 
en  fulcke  als  van  fijnen  aenhangh  waren ,  beftont, 
wel  voorfien  van  gefchut  en  oorloghs-gereedt- 
fchap ,  foo  om  aen  te  taften  >  als  te  verweren.  Op 
het  naerderen  van  defe  tweeoorloghs-machten , 
vielender  eenigefchermutfelenvoor,  tuflTchende 
voor-troep  van  de  Spahis  en  de  Delis,  die  de  Lijf- 
wacht zijn,  van  den  grooten  Vifir ,  welck  begin 
hen  fonder  twijffel,  tot  een  hooft-treffen  fou 
hebben  gebracht,  indien  de  Bewindt-  hebbers  van 
de  Recht- hoven  van  Natolia  en  Grieckenlandt , 
hen  de  ongoddelijckheydt ,  diefe ,  met  het  on- 
derlingh  verftorten  van  het  Mufulmanifche  bloer, 
't  welck  hen  foo  forghvuldigh,  tot  vernietiging 
der  ongejoovigen  ftondt  te  behouden ,  begingen , 

voor 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I     O     S     E    M.  409 

voor  oogen  Hellende ,  fulcks  niet  hadden  belet. 
Sy  voerden  hen  oock  in  gevolgh  te  gemoet ,  dat , 
indienfe  onderlinge  ecnigh  gefchil  hadden  ,  fy 
konden  daer  hun  beklagh  overdoen,  menfoude 
hen  vreedfaem  hoorcn,  en  volgens  de  wet,  een 
ycder  rechtdoen. 

Defe  en  meer  andere  redenen  ,  maccktcn  een 
indruck  in  het  gemoedt  van  Nebi  en  fijn  andere 
Spahis,  en  de  geftaltcnis  diefe  aen  hunvyanden 
merckten  van  hen  flagh  te  willen  lcveré,  deed  hen 
de  ooren  leenen  tot  verdragh.    jvlacr  het  geen 
hen  byfonderlijck  de  moedtdcde  verliefen ,  was 
dat  defe  Rechtsvooghdenhen  feyden ,  'ten  waer 
fy  weder  na  huys  gingen ,  dat  de  groote  Vifir 
voorgenomen  had ,  al  hun  Regifters  en  Maen- 
lijlien  te  verbranden ,  en  door  het  gantfche  Key- 
fernjck  een  Nefiraum,  dat  is  een  Bevel- brief,  Die vci- 
uyt  naem  van  den  Sultan  en  Mouphci,  door  de-  ftr°yl 
welcke  yeder  Turck ,  die  boven  de  feventien  ja-  wordcn* 
ren  is,  tot  de  wapenen  op  ontboden  wordt )  te 
doen  verkondigen.    Hier  op  fcheyden  de  Spahis 
van  fclfs,  en  vermeerderden  door  hun  aftrecken 
de  trotsheydt  en  ongehondentheydt  van  de  lanit- 
zaren ,  en  die  van  der  felver  aenhangh  :  maer 
voornamentlijck  van  hun  voorname  Bevel-heb- 
beren ,  de  Be&as  Aga ,  die  in  hooge  achtingh  by 
de  Keyferin  was ,  de  Kul-Kiahia,  Stedehouder  der 
lamtzaren ,  en  de  Kara  Chiaoux,  medeftander  van 
Bectas  Aga  ,  en  deed  hen  fich  inbeelden,  dat,  vi. 
hebbende  de  wapenen  doen  vallen,  uyt  handen  Trot^,eyt 
van  dac  volck,  fy  alleen  volkomen  meefters  van  zaJcn.3""" 
het  Rijck  waren.  Defe  drie  beftierden ,  zedert , 
alles  na  hun  eygenwil  en  begeren  :  enbearbcy- 
den  heymelijck  het  verderf  cn  vernietigen  der 
Spahis,  en  voornamentlijck  van  defe  ,  die  den 
naem  van  rijck  of  dapper  hadden.    En  gelijck  . 

Cc  5  Ceor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


VII. 

Ncbi 
doodt 


a  j  o         Treurige  Gefcbiedems  van 
GeorgiusNebi,  van  dit  getal ,  envandeaenfiet. 
Iiickfte  onder  hen  was,  gaven  fy  ordere  aen  deo>! 
Baclia  vanNatolia,  om  hem  aen  een  kant  te  hel- 
pen, gelijck  hy  oock  gedaen heeft.    Want  dele-  -. 
Bacha ,  hem  op  feeckeren  tijdt ,  in  fijn  wijck ,  van  v 
fijn  volck  afgefondert ,  betrapt  hebbende ,  fchoot 
hem  met  een  finck-roer ,  of  piftool ,  door  de  kop, 
cn  fondt  fijn  hooft  na  het  Hof.  :  a 

Defe  daet  verbitterde  de  Spahis  m  fulcker  voe- 
.Sten  ge,  datfy,inNatolia,  verlcheyde  heymehjcke 
„cfchotcn.  |  >     >fcy  mftcn  aenftelden ,  alwaer  fybefloteo, 

fich  over  de  Ianitzaren  te  wreecken ,  en  om  fulcks 
te  beter  uyt  te  voeren,  trockenfe  verfcheydene 
Beys  aen  hun  zijde,  beneffens  eenigeBachas  van 
Afia ,  en  onder  dele  eenen  Iplir  Circalliaen  van 
ceboorte ,  maer  in  het  Serrail  opgevoedt,  een  dap- 
per rijck  en  machtigh  man.  Sy ,  in  gevolgh , 
[aften  veel  leger-plaetfen  der  Ianitzaren  in  Afia 
aen,  fnijdende  de  neus  en  armen  af,  al  die  hen 
in  handen  quamen. 

Aen  de  andere  zijde  BeftasAga,  infijnStaec 
oV"'  verfeeckert,  vergaderde  vall  rijekdommen  met 
gdiSjdt  hoopen,  endatdoorfchattingen,  Roverijen, en 
van  Beitas  anderre  diergelijcke  vonden.    Hy  deed  tot  Bel. 
*ga-      crade  drie  hondert  duyfent  afperen  fiacn ,  die  maer 
een  darden  deel  aen  filver  waerdigh  waren ,  zijnde 
de  twee  andere  deelen  niet  als  koper.    Defe  deed 
hv  uvtceven  onder  het  handc-wereks  volck ,  en 
wercilieden,  dringende  anderen  hc—  voor 
defe  valfche  munt  te  geven;  tegen  de pn)  van 
hondert  en  feltigh  afpers  voor  een  Hongerde 

D  Hef 'volck  dat  fonder  fmerte  dit  verlies  niet 
konde  dracen ,  begoft  tot  Conftantinopolen  op 
Kn  tegkomeng,  beginnende  «^jgj» 
de  Zadeimaeckers ,  en  die  liep  foo  fchierhjck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I     O     ü     E     M.  411 

<f/oort)  dat  in  eenoogenblick  dcgeheelcStadtin 
oproer  was.    Maerha  grootlie  gewelt,gefchie- 
in  de  wijck  van  de  Jvlouphti.    Sy  dwongen 
hem  met  deSeigte,  of  Prediker  van  den  giooten 
*Heer,  en  de  Nakib  Liref,  of  Hooft  van  het  ge- 
lacht  van  Mahomet,  met  hen  na  hetSerraü  te 
gaen.    Soo  haeti  waren  fy  daer  niet ,  of  fy  bego-     1 X. 
Iten  met  groot  getier  ,  hun  klachten  te  doen ,  oproer" 
:felfs  aen  de  poo;  t  van  de  woningh  van  den  groo-  tc^ns'8 ' 
isten  Heer.    De  Capi  Agafi,  Soliman  Aga,  enfan» 
Kurzier  Aga ,  eerfte geincdeceoverde vrouwen, 
rieden  den  grooien  Heer  ,  fich  van  fulck  een 
goede  gelegentheydt ,  om  Be&as  en  fijn  mede- 
landers t'onder  te  brengen ,  te  dienen.  Maer 
de  vrees,  en  al  te  veclomfichtigheydrs ,  was  de 
oorfaeck  ,  die  dit  voornemen  verhinderde.  Men 
oordeelde  alleenigh  dienftigh  te  zijn ,  om  defe  ge- 
terghde  menighte  te  ftillen,  hetampt  vaneerite 
Vitïr  Melek ,  Achmet  Bacha ,  af  te  nemen ,  hoe- 
wel hy  t'eenemaelde  lanitzarentoegedaen  enge- 
icgen  was.    Dit  wierdt  foo  terüondt  gedaen , 
n  het  zegel,  hem  ontnomen,  itelde  men  in  handen 
van  de  Siaus  Bacha,  een  man  van  moed  en  dappere 
uytvoerinpe. 

Dele  nieuwe  Vifir  beforght  voor  fijn  eer ,  en  x. 
ijn  Vorft  en  Heer  ten  alderhooghfte  genegen  ,  jjjjjj 
oeghde fich  terftondt , om  de ongebondentheydt  JJSvifiii 
an  Bestas  te  dwingen ,  en  fijnen  aenhanck  te  ver- 
lengen ,  uyt  vreeie  dat  hem  het  felve  mocht  ge- 
eut  en ,  dat  Murat  Bacha  gebeurt  was ,  die  eeni- 
gen  tijdt  voorheen  eerfte  Vifir  was  geweeft,  en 
"  et  leven  had  moeten  laten,  om  dat  hy  niet  met 
eótas  wilde  gevoelen,  'een  ware  hy  naGricc- 
kenlandc  gevlucht  was.    Als  de  faecken  aldus 
J  Verwart  ftonden ,  hielden  de  lanitzaren  de  wacht 
op  de  ftraten,  en  lieten  felfs  geen  twee  Borgeren 

by 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X  I. 

Mifhaeght 
de  Ianit- 
zaïco. 


XII. 

Bed  lieg  h- 

lijckc 

boofheyt 

van  de 

Oude 

Keyfcrin. 


412  Treurige  Gefcbtedenis  van 
by  een ,  foo  feer  waren  fy ,  voor  eenige  hey me# 
lijeke  by-een-komften  beducht ,  waer  in  fy  hutff 
gedachten  en  voornemens  mochten  openbaren! 
Men  ftelde  verfcheyde  handt  wereks- lieden  geJ 
vangen  ,  die  men  geloofde  de  oorfaeck  van  defia 
Jaeclte  onordere  geweeft  te  zijn  ,  en  dat  fondei 
laft  van  den  nieuwen  Vifir.  Het  Hof  felve  was 
in  geen  gerufter  ftaet,  het  had  mede  fijn  verdey-i 
lingen ,  en  de  vrienden  van  den  Sultan  arbeydenj^ 
om  fich  te  ontflaen  van  de  wederfpannige  Hoof-I^ 
den  der  lanitzaren.  De  Stedehouder  van  de  BalJI? 
tagis,  ofte  Bijl-dragers,  foudedes  anderen  daeghsif  > 
's  morgens ,  den  Kul-chiachia ,  foo  als  hy ,  na  ge-l 
woontcj  na  den  Divan  quam,  ontmoeten  ,  enl 
dooden.  Het  welcke  hy  fou  hebben  uyt-ge.1 
wracht,  'ten  ware  de  oude  Keyferinne ,  die  van  #t 
de  ftrijdigen  aenhangh  was ,  hem ,  door  dreyge-  m 
menten ,  van  meeninge  had  doen  veranderen.  De  i| 
twee  Keyferinnen  waren  feer  op  malkander  gebe-  8 
ten,  de  jonge,  om  het  gefagh  van  haren  foon  ttaen- 
de  te  houden,  en  de  oude,  om  haer  eygen  te  be- 
waren- de  vervverringe  indeStadt  meer  en  meer 
toenemende. 

De  verkiefinge  van  den  Siaus  Bacha  behaegh- 
de  de  lanitzaren  geenfints ,  om  datfe  wel  wiften , 
dat  hy  van  haer  aenhangh  niet  was.  Ondertuf- 
fchen ,  dewijl  de  faecken  in  dien  ftaet  ftonden , 
deden  fy  al  wat  fy  konden,  om  hem  door  fchoone 
beloften  tot  haer  te  trecken. 

De  Oude  Sultana  van  haer  zijde  onderrechte 
Be&as ,  van  al  dat'er  in  het  Serrail  ommeginck , 
en  fchreef  hem ,  dat  de  Jonge  Keyferin  oorfaeck 
van  al  defen  onruft  was ;  dat  het  noodigh  was , 
om  al  defe  onorderen  voor  te  komen,  dat  men  den 
Sultan  Mahomet  affette,  en  fijn  broeder  Soly- 
man,  in  fijn  plaets ftelde,  die  t'eenemael onder 

haer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


m 

BIC' 


K     I     O     S     E     M.  413 

cr  vooghdy  foude  ftaen.  Hier  voeghdefe  noch 
y ,  d3t  Soliman  wel  gemaeckt  was ,  ïterek  na  fi j- 
e  Jaren ,  en  vol  van  Majëftey  t  en  van  een  acht- 
aer  aenfien  ,  daer  Mahomet  in  tegendeel, 
'wackelijck ,  ongefont ,  en ,  in  een  woordt ,  on- 
:hickelijck  voor  de  Kroon  en  het  Ri  jek  was. 

Als  Be&as  defen  brief  gelefen  hadde,  Ieyde  hy 
en  vergaderingh ,  tot  Orta-giami ,  de  Mofquce 
'er  Ianitzarcn ,  om  raedt  te  plegen  •  daer  men 
nenighte  van  Krijghs-lieden  en  wet-geleerden 
^ndt,  die  onder  hen  degeeftelijcke  facckenbe- 
brgen ,  de  een  uyt  genegentheyt  tot  hunnen  aen- 
angh,  en  de  andere,  om  dat  fy  des  felfs  macht 
vreefden.  Alleen  d'eerften  Vifir  liet  lich  daer 
liet  vinden.  Evenwel  lieten  fy  hem  verfoecken, 
>m  aldaer  te  komen ,  hopende  hem  tot  hun  be- 
langh  te  fullen  konnen  trecken ,  of  fich  van  hem 
ontflaen ,  indien  hy  fich  by  hen  niet  wilde  vervoe- 
gen. Het  was  aireets  twee  uren  na  Sonnen  onder- 
»angh ,  wanneer  fy  hem  dit  verfoeck  deden ,  en 
ilhoewel  hetontijdigh was,  en  het  een  grooten 
'Vifir  niet  betaemde  by  yemant  anders  te  gacn  als 
'ïjn  Heer  en  Meefter,  oordeelde  hy  evenwel  ,dac 
iy  in  dien  ftant  van  faecken ,  molt  ontveynfen ,  en 
felfs  tot  nadeel  van  fijn  ampt  en  moet  fich  dar- 
waerts  aen  begeven.  Hy  vertrock  dan  van  fij- 
nent met  feer  weynigh  gevolgh ,  en  het  eerfte  dat 
hem  al  gaende  ontmoete ,  was  een  wacht  van  tien  x  1 1 1. 
duyfent  Janitzaren ,  met  het  roer  op  de  fchouder ,  Oproer  * 
en  lont,  aen beydeeynden brandende,  indehant. dcr  Ianit' 
Defe  ontmoetinge  maeckte  hem  in'c  eerft  feerzaren' 
verbaeft,  en  hy  ftont  al  in  bcdenckinge,  of  hy  we. 
derom  wilde  keeren.  Jvlaer  als  hy  weder  by  fich 
:felven  gekomen  was ,  en  fich  nader  bedacht  had , 
•befloot  hy  voort  te  gaen ,  en  fijn  wegh  ce  vervol- 
gen.  Als  hy  nu  in  de  JMofquee  gekomen  was , 

quam 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ai  l  Treurige  Gefcb'tedenh  van 
quam  hem  Beftas  niet  eens  in  het  gemoet . ,  hy  gi 
2oeghdcfich,vol  trotfheydt,  eenBevel-hebbef 
hem  to^te  fenden,  om  defe  eer-  plicht  by  hem  al- 
te  leien.  Al-hoewel  het  grootmoedigh  hart 
van  den  Vifir  defe  verachtinge  qualijck  konde  ver* 
draden,  liet  hy  evenwei  fulcks  niet  blijcken ,  ei» 
gaende  voort ,  met  ontveynfen,  gelijck  hy  alree 
de  begonnen  had ,  naérderde  Beftas ,  die  ter  nau \ 
wer  noot  oprees ,  om  hem  te  groeten.  Hy  iett| 
hem  evenwel  aen  fijn  flincker  hant ,  hetwelckdf 
plaets  van  eer  is  bydcKrijghs-hedén  onderhen  | 
als  zijnde  de  zijde  daer  hun  f waert  hanght. 

Als  hynugefeténwas,  feydèhyhem,  datfy| 
om  verfcheyde  faecken  vergadert  waren ,  en  dan: 
het  voor  eerfli  van  nóoden  Was ,  den  Sultan  at  tö 
fetten,  en  Soliman  in  fijn  plaets  te  ftellen  :  dasfc 
men  in  gevólgé  de  ordere  van  het  Serrail  molki 
veranderen ,  en  al  hoe  wel  men  gewoon  was,  jaer ; 
lijcks,  kinderen  van  verfcheyde  vólckerenby  een 
tevereaderén  ,  totdienft  van  den  gröoten  Heer  * 
dat  men,  van  doe  vóortaen  niemandt  föüde  toelaj 
ten ,  als  die  kindéren  van  lanitzaren  waren.  Urt 
Vifir  ftondt  in  *t  eerfte  toe  ,  al  het  genei: 
Beaasvoorfloegh,  en  verfeeckerde  hen,  fweej- 
rende  op  den  Alcoran  ,  en  fchrickélijcke  Éeders, 
teeensfich,  en  fijn  geheel  hüyfgêfin  doende p*. 
dien  hy  fijn  wóórden  te  kort  dedé ,  hen  té  die-ï' 
nen  met  alle  genegentheydr  enal  fijn  vermocenf 
Dit  voldede  Beftas  foódanigh ,  dat  hy  begoft  ta 
gelooven,datmen  fich  feeckerlijck  op  hem  foi 
mogen  vertrouwen,  en  dat  hy  waérlijck,aenhut 
belangen  vaft  waer ,  invoegen ,  dat ,  foo  ten  ïnliei 
van  defe  aénmerekihge ,  als  op  vertrouwen  vau 
fijneyeen macht,  en  hét  weynigh vermogen da* 
hy  in  den  Vifir  fagh ,  óm  hem  te  hinderen,  hy  oor* 
lof  van  hem  nam,  breètkëndé  alfoo  fijn  Kalab* 

Divan  r' 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Np 
W 

u 


K  i 


S    E  M. 


415 


851 


Divan ,  of  verwarden raedt  af.    Maer  Chiachia 
Bey ,  of  de  algemeene  Stede-  houder  der  Janitza- 
ren,  befchuldighden  Bettas  feer,  om  dachyden 
Vifir  foo  uyt  fijn  handen  had  iaten  gaen  •  hem  te- 
genvoerende ,  dac  hy  qualijck  had  gedaen,  den 
vogel  alfoo  uyt  de  koye  te  laten  j  en  delen  menfch 
niet  het  hooft  op  fijn  ichouderen  henen  «^aen ,  die 
hen  binnen  korten  tijdt  het  hunne  benemen  fou, 
en  meer  andere  redenen  meer.    Maer  Be&as 
fpotte  met  hunne  redenen ,  hen  leggende ,  dat  fy 
fpraecken  als  lieden ,  die  geen  hart  hadden ,  en  die 
hun  eygene  kochten  niet  kennen, dat  'er  foo  vvey- 
nigh  tijdts  tuflTchen  toen  en  morgen  was ,  dat ,  in- 
dien den  Vifir  fijnwoort  nietnaquam,  hy  even- 
wel in  geen  ftaet  konde  zijn,  om  hen  tegen  te 
ftaen ,  ofte  hinderen ,  hebbende  noeh  macht  noch 
raedt. 

Maer  de  Vifir  had  heel  andere  gedachten.  Soo  G*r' J[* . 
haeft  als  hy  fich  in  vryheyt  fagh ,  begaf  hy  fich  na  h«t  ^ 
't  Serrail,  alleen  met  twee  Pei  fonen  verzelt,  danc-  den  vilïi. 
kende  Godt  van  herten ,  die  hem  uyt  fulck  een 
blijckelijck  gevaer  had  verloft.  Als  hy  nu  aen  de 
Yfcre-poort  gekomen  was,  met  meeninge  om 
door  den  Hof  te  gaen ,  ftondt  hy  verbaeft ,  de  fel- 
ve  open  te  vinden ,  heel  anders  als  de  gewoonte 
was ,  hy  vraeghde  daer  van  de  redenen  aen  de  Bo- 
ftanges  of  Thuyn-  lieden ,  die  hem  niet  anders  fey- 
den,  als  dat  fulcks  gefchiede ,  door  ordereen  laft 
van  de  oude  Sultane  of  Keyferin  >  dewelcke ,  ge- 
lijck  als  bleeck  uyc  het  gevolgh ,  haer  vertrouwe- 
lingen verwachte ,  die  haer  dien  felvcn  nacht  lou- 
den  vervoeren ,  in  een  feeckere  plaets  bren- 
gen. Soo  haeft  als  de  Vifir  was  binnen  gegaen  f 
begaf  hy  fich ,  fonder  gerucht  te  maecken ,  in  de 
woningh  van  den  Sultan ,  en  ontmoete  t'allen  ge- 
luck  >  onderwegen ,  Kutzlir  Agafi,  Soliman  Aga, 

Hooft 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefcbiedems  van 
Hooft  van  <ie  gefnedenen  in't  Vrouvven-geti 
mer,  die  de  ronde  dede,  rondtsom  dewoningi 
van  de  oude  Keyferinne.    Defe  kende  terftondl 
den  Vifir  aen  fijn  ftem,en  was  wel  verwondert  J 
hem  aldaer  op  fulck  een  uer  te  fien.    Maer  wan J 
neer  hy  hem  had  gefeght,  in  wat  ftaet  de  faeckenl 
ftonden ,  bedanckte  hy  hem ,  voor  de  forge  die  hyi 
gedragen  had ,  en  prees  fijn  wackerheydt ;  voe-| 
gende  hier  by ,  dat  hy  had  gemerckt ,  dat  de  oude! 
Sultane,  noch  niet  te  bedde  was  ,  endatfefich- 
vermaeckte  met  haer  gefnedene  en  vrouwen ,  ml 
danfTen  en  fingen ,  onder  het  fpelen  van  fnaren- 
foei,  daer  fy  anders  gewoon  was,  twee  uren  na 
Son,  of  in  de  nacht,  gelijck  men  daer  reeckent, 
te  bedde  te  gaen.    Waer  over  fy ,  na  eenige  wey- 
nige  onderhandelinge ,  namentlijck  hy  de  Vifir 
Soliman  Aga,  en  eenige  gemeden  vandenKey- 
fer ,  te  famen ,  na  de  woninge  van  de  oude  Sultane 
gingen ,  alwaer  willende  met  gewelt  ingaen,  ly 
doo°r  hare  ontmanden  te  rugge  gehouden  wierden. 
Maer  Soliman  Aga,  een  moedigh  en  dapper  man, 
niet  konnende  verdragen,  dat  men  hem  den in- 
x  v.    ganck  ontfeyde ,  gaf  een  wonde  met  fijn  dolck  of 
Het  serrail    •     ard  ?  in  het  aengefichtvan  den  Bacha  Ka- 
an beroer-  r  Qglarj  grQOt  Kamerlingh  van  de  Sultane,  in 
gevolgh  van  het  welcke  de  ontmanden ,  die  hem 
volenden ,  met  een  woede  indrongen ,  hebbende 
denDdolck  in  de  handt,  drijvende  al  de  gefnedene 
ofte  ontmanden,  van  de  Sultane,  op  de  vlucht. 
Invoegen  fy  alleen  in  de  kamer  bleef  ;  daer  fy  ge- 
ilek wierdt  onder  de  bewaringe  van  de  ontman- 
den des  Keyiers.  De  andere  ontmanden,  van  de 
Keyferin ,  die  gevlucht  waren ,  willende  uyt  het 
Serrail  loopen ,  vonden  door  ordere  van  Soliman 
Aga ,  de  poort  gefloten ,  en  wierden  foo  vaft  ge. 
houden ,  met  ai  de  Bevel-hebberen,  en  foo  in 

een 


et- 

I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K    I    O    S     E    M.  417 

een  verfeeckerde  plaets  gebracht.    Dcfen  handel 
gefchiede  met  foo  weynigh  geruchts ,  dat  het  ge- 
ler daer  van  niet  eens  in  het  gedeelte  des  Keyfers 
quam ,  hoewel  het  niet  verre  van  daer  was.  Als 
dit  nu  alles  foogeluckighlijck  uytgevoert  wierd, 
gingen  de  Vifir  en  Soliman  Aga  te  famen  naerde 
jonge  Sultane ,  daer  fy  te  bedde  lagh.    Sy  open- 
den de  deur  fachtelijck  een  weymgh,en  gaven  een 
teecken  aen  de  vrouwen  die  hem  bewaerden,  van 
niet  te  feggen  ,  hun  wijfende,  door  teeckenen, 
dat  men  de  jonge  Keyferin  moft  opwecken.  Want 
het  is  de  wijfe  van  het  Hof  des  Turckfchen  Key- 
fers ,  door  teeckenen  te  fpreecken,  om  gerucht  te 
fchouwen,  en  gelijck  of  fulcks  yetszedighs  en 
deftighs  met  fich  bracht  5  zijnde  het  volck  te 
Hoof,  foodanigh  gewoon ,  door  teeckenen  met 
malkander  te  fpreecken ;  dat  fy ,  op  defe  wijfe, 
malkanderen  geheele  geichiedeniflèn  konnen  ver- 
tellen ,  fonder  een  woordt  te  fpreecken.  Ter- 
ftondt  defe  Vrouwen ,  krou wende  haer  foeteli jek 
de  voeten ,  maeckten  haer  wacker ,  en  feyden 
haer,  dat  Soliman  Aga  haer  wilde  fpreecken. 
Sy  lichte  fich  uyt  den  bedde,  een  weynigh  ver- 
baeft,  om  te  weten  wat  hy  haer  wilde  feggen- 
nauwelijcks  had  hy  begonnen  haer  te  vertellen , 
wat 'er  ommegingh  ,  of  fy  wierdt  foodanigh 
vei  fchrickt,  dat, niet  raachtigh,  binnen  den  boord 
van  befadightheydt  te  blijven,  fy  alsontfinnigh  XVL 
begolt  t§  loopen ,  roepende  om  haer  foon  ,  die  omftelie- 
mede  in  de  kamer  fliep ,  en  hem  omhelfende ,  fey-  "»s  van  d« 
de  :  O  mijn  foon ,  wy  zijn  doodt.    De  grooten 
Heer  ,  die  in  der  daedt  maer  een  kint  was ,  begoft  moeder  e» 
mede  te  fchreyen  ,  en  werpende  fich  voor  de  foon. 
voeten  van  Soliman  Aga  ,  fey  de  hem  :  La  La 
KjiBara  Bent ,  Mijn  Opliender  behoedt  my.  Op 
defe  woorden  ,  kon  Soliman  niet  laten  tranen  te 

D  d  ftor* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4 1  g         lituvge  Gefchiedems  van 
ftortcn:  en  nemende  hem  in  de  armen,  de  Viurl 
en  hy  ,  vertrooften  moeder  en  kindt  foo  veel  $ 
als  fy  mochten,  hen  verfeeckerende ,  dat fe eer-  f 
der  duyfent  dooden  fouden  fterven,  als  toela-  i 
ten»  dat  hen  eenigh  leed  fou  overkomen  hier$ 
mede  leyden  fy  hen,  op  het  licht  van  eenige 
toortfen,  die  de  vrouwen  droegen,  na  de  Hozada , 
een  kamer  ,  daerfich,  gemeenlijck  ,  de  voor- 
naemfte  Ampt-lieden  van  het  Hof  onthouden. 
Sy ,  die  de  wacht  in  die  kamer  hadden ,  waren  ver- 
baeft  over  dit  licht ,  en  uytgaende  na  de  zijde 
van  waer  het  felve  quam ,  wierdens  noch  te  meer- 
der ,  fiende  dat  het  de  grooten  Heer  was ; 
het  welcke  hen  met  haeft,  weder  na  hun  mac- 
kers  deed  keeren  ,  om  hen  op  te  wecken  ,  en 
fich  in  hun  ftandt  te  doen  ftellen.    De  groo- 
ten Heer  wierdt  terftondt  op  een  Throon  geitelr , 
die  altoos  in  defelve  kamer  is,  al  waer  deAmpte- 
naren ,  die  veertigh  in  het  getal  zijn,  fich  ootmoe- 
diehlijck  hem  quamen  aenbieden ,  hem  leer  ge- 
dienftelijck  biddende,  hen  te  willen  feggen,  ot 
hy  eelegentheydt  hadde,  hen  in  fijn  dienlt  te 
eebruycken  ,  en  hun  moet  en  trouwe  te  beproe- 
ven, op  het  welcke  SolimanAga,  hen  tot  ant- 
woordt gaf:  Hydie  het  broodt  van  den  groeten  Heer 
eet,  moet  fich  onjchendtbaer  aen  fijn  dienfl  houden. 
Wy  hebben  tot  kier  en  toe  verdragen,  dat  de  verraders 
Sultan  lbrahim  hebben  gedoodt ;  nu  willen  fy  onsoocl^ 
deren  mt  de  handen  nemen.    Het  fiaet  aen  u-htdeti , 
die  fijn  voornaemfie  dienaren  qjt9  hem  dêKtrtocK  " 
hulp  te  lippen,  enhembytefiaen,  fooveelalsghyver- 

W^iemfi  MuftaphaBacha,  Hooftman  vandefe 
kame?  ,  en  hy  die  het  fwaert  van  den  grooten 
Heer  draeght ,  een  man  ftout  als  een  Leeuw ,  en 
vau  een  onver  winnclijcke  moed ,  die  al  over  langh 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I    O     $    E    M.  419 

hid  gehoort  ,  van  het  quact  voornemen ,  van  de 
oude  Sultane ,  antwoorde  terftont  hier  op :  Groo- 
ten  Meefter ,  ftelt  u  geruft ,  ghy  fult  op  morgen 
believet  Godt ,  de  hoofden  van  u  vyanden  ,  voor 
u  voeten,  ficn.  De  grootcn  Vifk  en  de  andere, 
een  oogenblick  fich  beraetflaeght  hebbende,  en 
de  dringende  noot  geen  langh  vertreck lijdende, 
begotten  te  handelen  ycderVan  fijn  zijde.  Hec 
eerfte  dat  fy  deden ,  was  papier  en  mót  te  doen  ko- 
men ,  en  den  grooten  Heer  een  Bevel-brief  te 
doen  teeckenen  ,  om  Boftangis  Bacha  in  verfeec-  XV IL 
keringh  te  nemen ,  als  een  verrader ,  om  dat  hy  by  Ordere 
nacht  de  poort  van  de  Hoven  had  open  gelaten ,  "„g^n 
het  geen  oock  aenftondts  gefchiede.  Men  gaf  «t  Hof 
fijn  ampt  aen  een  ander ,  dewelcke  den  eedt  van  geftelt* 
getrouwigheydt  gedaen  hebbende ,  defelve,  uyc 
naem  van  den  grooten  Heer,  aen  al  de  Hoveniers 
dede  doen ,  die  wel  vijf  hondert  in  het  getal  wa- 
ren ,  dewelcke  hy  ftelde ,  tot  bewaringh  van  dc 
poorten,  en  op  de  mueren  van  den  Hof.  Men 
deed  oock  in  gevolge  de  Ichoglans  of  Adel- 
jongers  van  den  grooten  Heer  komen,  en  opdat 
fulcks  fonder  gerucht  en  onorden  mocht  toe- 
gaen,  ginck  men  terltondt  na  de  kamer  V3n  den 
Capa  Aga ,  die ,  uyt  kracht  van  fijn  ampt ,  gefagh 
heeft  over  al  de  jonckheydt  van  het  Serraü  ,  en 
kloppen  foetelijck  aen  fijnveynfter.  De  wach- 
ters vraeehden  wat 'er  was,  men  antwoor- 
de ,  datfe  den  Capa  Aga  fouden  wacker  maecken , 
en  dat  hy  hen  quam  fpreecken  aen  de  veynfter. 
De  Capa  Aga,  al  eer  hy  daer  quam,  wilde eerft 
weten,  wie  hem  fpreecken  wilde.  Menfeyde 
hem,  het  was  de  Vifirende  Kuflir  Aga:  waerop 
hy  antwoorde ,  dat  hy  niet  wel  te  pas  was ,  en  dae 
hy  niet  konde  opftaen,  en  dat  men  hem  door  de 
veynfters  fou  laten  weten ,  wat  men  van  hem  be- 

Dd  2  geerde, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


42o        Treurige  Gefchiedenis  van 
geerde,  het  wclckt  hen  genootfaeckte ,  hem ge- 
noeg hfaem  toe  te  roepen  •  Wy  belaften  u ,  uyt  na- 
me van  den  grooten  Heer,  terftont  al  delcho- 
glans  te  doen  voor  den  dagh  komen ,  die  in  'c 
Serrailzijn,  om  een  faeck  van  het  hooghftebe- 
hngh.    Hy  evenwel  gehoorfaemde  daerom  niet, 
het  welcke  hen  deed  gelooven ,  dat  hy  van  de  t'fa- 
menfweringh  was  j  hoewel  de  waerheyt  was ,  dat 
hy,  zijnde  een  man  van  tnegentigh  jaer ,  en  niet 
feer  gefont,  wercks  gt  noegh  had  fich  te  bewegen. 
Soliman  Aga ,  fiende  dat  hy  fich  niet  in  ftaet  ttelde 
van  te  gehoorfamen  ,  riep  hem  voor  de  tweede 
mael  toe ,  foo  har  t  als  hy  konde.    *Aga  doetfonder 
vertoeven  de  Jchoglans  opfiaen,  men  wil  ons  dengroo- 
ttn Heer  ontvoeren.    Maer  hy  bleef  foo  als  hy  was, 
cn  antwoorde ,  dat  hy  fulcks  niet  fou  doen ,  voor 
hy  fagh  een  bevel  van  den  Sultan.   Op  het  ge- 
ruchtvan  dit  kibbelen  over  en  weder ,  ontwaeck- 
ten  de  huyfgenooten  vandenCapa  Aga,  en  heb- 
bende verftaen ,  dat  het  om  het  leven  van  den 
Vorft  te  doen  was ,  gingen  fonder  bevel  en  ordere 
kloppen  aen  de  poorten  van  de  groote  en  kleyne 
kamers  der  Ichoglans. 

De  Wccker  felfs  gingh  na  de  grootlte  kamer 
toe,  en  quam  daer  in  omtrent  ten  vijf  uren  na  Son. 
Als  hy  in  het  midden  van  de  kamer  was ,  die  tach- 
tentigh  fchreden  lenghte  uytbracht ,  begoft  hy , 
foo  veel  als  hy  konde ,  fijn  handen  tegens  malkan- 
der te  flaen,  hoewel  het  een  groote  mifdaedt  is, 
foo  veel  eeruchts  des  nachts  in  het  Serrail  te  ma- 
ken. Op  dit  gerucht  warender  eenige  verbaeft , 
niet  wetende  wat  fulcks  bedieden  mocht  :  Sy 
vraeghden  wat  *er  gaens  was.  Waer  op  de  Wec- 
ker  antwoorde ,  fiaende  noch  ftercker  met  lijn 
handen,  als  te  voren  :  Staetop,  mentsgereedty  om 


K     I    O    S    E    M.  421 

was  terftondt  een  yeder  op  de  been,  en  daer  mocht 
ghy  hebben  gefien  defe  Jchoglans,  in  het  getal 
van  fes  hondert ,  onder  malkander  loopen ,  de 
eene  fonder  kleederen  ,  de  ander  half  gekleedt  en 
fonder  wapenen,en  de  meeftc  om  fich  te  verfchuy- 
len  i  mecnende  dat  de  lanitzaren  alreedts  meefter 
waren  van  het  Serrail.  Terwijl  fy  in  defe  ver- 
baeltheydt  waren ,  komt  'er  een  wacht  vanfwarte 
en  witte  ontmande,  die  hen  weder  moedt  aen- 
fpraecken,  en  belaften  fich  te  wapenen,  fooals 
fy  konden  ,  en  daer  te  blijven  tot  nader  laft.  De 
andere  kamers  van  de  Ichoglans ,  en  andere  Amp- 
tenaren ,  waren  in  defelve  ver werringe ,  maer  men 
moedighde  die  geliick  de  eertte,  met  laft  fich  te 
wapenen ,  met  fulcksals  fy  konden. 

Geduerende  al  defen  ti)dt  ,  was  de  grooten 
Heer  niet  te  trooften ,  vreelende  altoos ,  dat  men  XVUL 
hem  doodenfou  ,  gelijckmen  fijn  Vader  had  ge-  Vrccsvan 
daen.    Maer  Muftapha  Bacha  ,  fijn  Swaerc-  den  groo« 
drager ,  hem  by  de  handt  nemende ,  en  hem  al  fijn  *n  Heer. 
volck  in  wapenen  toonende ,  vaerdigh  om  voor 
hem  te  fterven ,  gaf  hem  daer  mede  een  nieuwe 
moedt.    Onder  dies ,  ontftont  'er  een  faeck ,  die 
de  ontfteltenis  algemeen  maeckte :  want  een  van 
defe  jonge  gefellen ,  fiende  den  grooten  Heer, 
voorbyfijnveynftergaen,  bcgoftmet  luyder  ke- 
len te  roepen :  Godtgeve  duyfentjaer  levens  aen  onfen 
Kjyfer.    Daer  op  de  andere  antwoorden  *AUaha 
Allaba ,  dat  een  krijghs-geroep  onder  de  Turcken 
is ,  het  welckcineenoogenblick,  tot  aen  deafge- 
legentfte  plaetfen  van  het  Serrail  voortgaende, 
de  Confijtuerders,de  Keucken-dienaers,  de  Valc- 
keniers ,  Bijl-dragers ,  en  verfcheyde  anderen ,  de 
wapenen  deed  aennemen. 

Maer  de  faecken  waren  aldus  gelegen ,  niet  al- 
leen binnen  het  Serrail ,  maer  men  ginck  oock 

Dd  j  dact 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


422  Treurige  Gefchiedents  van 
daer  buyten ,  me:  defelve  yver  te  werck.  De 
Vifir  had  lalt  gegeven ,  aen  al  de  Bachas ,  Beigler- 
begs>en  voorts  alle  fijn  vrienden»  fich,  Tonder  ver- 
toe vet^in  het  Serrail  te  laten  vinden»  met  foo  veel 
volcks ,  als  fy  by  een  konden  krijgen ;  en  dat  fe 
voor  drie  dagen  fpijfe  met  fich  foudcn  brengen  9 
het  welcke  hy  hencrnftelijck,  op  verbeurte  van 
het  leven ,  belafte.  In  minder  als  niet ,  was  de 
toeloop  van  volck  foo  groot ,  dat  al  de  Hoven 
van  het  Serrail,  al  de  Buy  ten- hoven  en  aldeftra- 
tcn  rontfomme  vol  van  gewapende  waren.  Van 
Galata  en  Tophana  quamen  menighte  van  Barc- 
ken  ,  geladen  met  buspoeder ,  en  andere  nootfaec- 
kelijckheden.  Invoegen  dat  op  het  aenbreecken 
van  den  dagh ,  men  op  de  ftraten  een  gantfch  leger 
te  voet  en  te  paerde  fagh ,  en  op  Zee  foo  veel  vaer- 
tuygh  en  Galeven »  dat  fulcks  genoeg h  was  ,  om 
TIK»,  de  lanitzaren  de  fchrick  aen  te  jagen ;  dewelcke 
He*  serrtH  <j*  tijdingh  van  al  defen  toeftel  vcrftaen  hebben- 
yoickett.  ^  en  gen(je  VJn  alle  kanten,  het  volck  toeloo* 
pen ,  om  hunnen  Heer  te  befehermen ,  oordeel- 
den ,  dat  het  tijdt  was ,  om  op  hun  faecken  te  let- 
ten. Tot  dien  eynde,  deden  fy  een  groote  me- 
nighte Albanoyfcn ,  Griecken,  en  andere  Chrifte- 
nen  inde  wapenen  komen  :  Hengelt ,beneflfens 
de  eer  tij  telen  ,  en  voor- rechten  van  lanitzaren 
aenbiedende ,  00c k  hen  belovende,  datfe  hen  van 
den  Harach  ,  of  hooft-gelt,  dat  de  Chriftenen 
gemeenlijck  betalen  ,  fouden  verloflen.  Het 
welck  foo  veel  vermogen  op  hen  hadde ,  dat  het 
meefte  gedeelte  de  wapenen  aennemende ,  het  fich 
liet  aenüen ,  dat  Hof  en  Stade  een  rafende  Borger- 
lijcken  oorlogh  gingh  aenvangen. 

Alle  dingen  öndertuflehen  waren  in  goede  qr* 
dere,  binnen  het  Serrail,  en  wanneer  de  Morgen- 
gebeden waren  gedaen,  fonden  deBaltagis,  of 

Bijl- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I    O    S    E    M.  42$ 

I  Bijl-dragers  wachten,  aen dele hoglans, om  hen 
tefeggen,  datfe  fich  by  hen  wilden  vervoegen, 
om  te  Tarnen  na  de  kamer  van  den  grootcn  Heer  tc 
gaen.    De  Baltagis  waren  omtrent  |twee  hon- 
dert  in  hec  getal,  feer  dapper  en  wei  gemoedt. 
'  Wanneer  fy  nu  mer  de  Jchoglans  aen  de  deur  van 
de  kamer  quamen ,  wierd  hen  den  inganck  eewey- 
gert ,  door  een  ontmande ,  die  daer  de  mceftervan  - 
en  feer  vaft  aen  de  belangen  van  de  oude  Koningin, 
was.    Dele  feyde  hen,  dat  fy  wel  moetwilligh 
waren ,  komende  in  fulck  een  geftalte  in  des  Key- 
fers  kamer  2  hen  met  eenen  belaftende  fich  te  ver- 
trecken.  V/aerop  fy  alle  eenftemmigh  antwoor- 
den, dat  fy  fijn  Majefteyt  wilden  fpreecken,  en 
begeerden,dat  men  de  oude  Sultane ,  als  een  vyan- 
dinne  van  den  Keyfer ,  en  Godtsdienft  van  Ma- 
homet,  dede  fterven.    Het  welcke  defen  Amp- 
tenaer ,  die  op  fijn  gefagh  ltondt,  in  fulcker  voe- 
gen vertoornde ,  dat  hy  hen  handelde ,  als  oproe- 
rige en  wederfpannige ,  feggende:  Wat  hebt  ghy- 
litden  met  de  Sultane  te  doen ,  fijt gby -lieden  wel  waer- 
digh  den  mondt  te  openen ,  om  ten  eenigb  woordt  tegtns 
baer  te  fpreecken  ?  Maer  als  hy  dele  woorden  en 
meer  andere,  van  de  rouwftenadruck,dickmael 
herhaelde ,  was  'er  een  van  den  hoop,  die  uytriep : 
Doodt  dien  fcbelm ,  want  hy  is  een  vyandt  van  't  Geloof 
gtlijck.  de  andere.  Maer  terwijl  een  van  hen-lieden 
de  handt  ophief ,  om  hem  te  fiaen  •  ontvluchte  hy 
hen  inden  Hof,  maer  zijnde  aldaer  vervolght  en 
achter haelt ,  fou  hy  daer  terftondc  het  leven  heb- 
ben gelaten  ,  indien  hy  met  gewelt  van  bidden 
niet  verkregen  had,  van  fich  te  werpen  voorde 
voeten  vancien  grooten  Heer ,  eer  hy  ftierf.  Hy 
dan  had  foo  haefteenzegtl ,  en  de  fieutel  van  een  »chou  J_ 
verborgen  ichat  den  Sultan  met  in  handen  geftelt ,  fpd, 
als  een  van  de  Baltagis,  geheeten  Jalehe  Saferli , 

Dd  4  hem, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


424*  Treurige.  Gefchiedenis  van 
hem  9  met  fijn  bijl,  de  kop  van  een  kloofde,  foo 
als  hy  bcgoft  fich  fel  ven  te  verfchopnen.  Defe 
eerfte  flagh  was  foo  haeft  niet  gegeven ,  of  de  an-  4 
dere  vielen  oock  op  hem  en  hieuwen  hem  in  ' 
ftucken  met  hun  fabels.  Defe  foo  fchierlijcke  en 
geweldige  daedt  maeckte  fulck  een  fchrick  ei 
vrees,  in  het  gemoedt  van  de  andere  Amptenaren, 
die  het  eenighfints  met  de  oude  Koningin  hiel- 
den ,  dat  fy  wel  verbonden,  dat  het  hen  alder- 
beft  was  te  veynfen.  De  jongen  Sultan  felver 
die  het  bloedt  en  het  breyn  van  defen  ellendige 
op  het  fchoone  huys-raet  en  koftelijcke  tapij- 
ten had  gefien  fpringen  ,  en  niet  wift  de  goede 
meeningh  van  fijn  dienaren,  kond  fich  niet  be- 
dwingen vaneen  grooten  fchreeuw  te  geven,  en 
den  Salihar,  die  hem  in  fijn  armen  had ,  meer  als 
voorheen  te  vatten.  Maer  fijn  fchrick  en  tranen 
hielden  op ,  als  men  dit  bloedigh  lichaem ,  van  fijn 
oogen  had  wech  genomen ,  en  hem  vertoont ,  dac 
dit  was  een  oiferhandc  van  liefde  engenegent- 
heydt,  die  fijn  getrouwe  dienaren  hem  deden. 
OndertuiTchen  de  nieuwe  Mouphti ,  Kenan  Ba- 
cha ,  een  van  de  V ifirs  van  den  Raedt ,  en  B.dy- 
zade  Efiendi ,  die  voorheen  Hooft  van  het  ge- 
recht was  geweeft ,  en  de  Spahis  feer  genegen 
was,  inkomende  in  des  Keyfers  kamer,  waren 
feer  verbaeft ,  foo  veel  onordere  >  en  foo  weynigh 
eerbiedigheydt  aldaer  te  fien ,  d'een  fpreecken- 
de  Georgiaens ,  d'andcr  Mingreliaenfch  ,  Bof- 
nieens  ,  Albaenfch ,  Turckfch  en  Icaliaens ,  en 
wiften  der  hal  ven  niet ,  waer  te  beginnen ,  om  met 
order e  in  een  faeck  van  fulck  een  belangh  te  han- 
delen* De  Mouphti  en  eenige  andere  waren  van 
rade ,  dat  men  de  oude  Sultane  foo  lichtelijck  niet 
molt  veroordeelen ,  dat  men  de  faeck  met  ge- 
mack  moft  onderfoecken ,  of  men  mhTchien  te 

gelijck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I    O    S    E    M.  425 

gelijck  haer  leven konde bewaren,  enhetgefagh 
van  den  Sultan  behouden.  Maer  de  andere  die 
geen  uytftel  konden  velen  ,  feyden  eenftemmigh , 
dat  men  haer  op  ftaende  voet  moft  ver  wijfen,  ion- 
der langer  beraedt  te  nemen ,  tennunlten,  indien 
hy  felf  niet  wilde  voor  een  van  haer  medeftanders 
gehouden  zijn. 

Terwijl  de  faecken  aldus  in  het  Serrail  non- 
den, kreegh  de  jonge  Keyferinne  bericht ,  dat  'er 
een  gevecht  op  de  liraet  was  geweeft;  en  gelijck 
fy  de  uytkomtt  daer  van  niet  wilt,  vreefde  fydat 
Be&as  de  doodt  van  de  oude  Sultane  fou  foecken 
tewreecken,  indien  delaniczaren  voordeelhad- 
den.  Sy  dan  deckte  fich  met  een  deck-kleedt ,  en 
begaf  fich  na  des  Konincks  kamer,  omtefiende 
beroerte  teltillen.  Inkomende,  feyde  fy  over- 
luydt ,  tegen  de  gene  die  daer  verfamelt  waren : 
ls  dit  de  eerbiedigheydt ,  die  ghy  uwen  opperften  Heer 
toedraeght  f  kent  ghy  de  plaetswel  daer  ghy  ijjt  ?  wat 
vraeght  ghv  na  eeu  vrouw ,  en  waerommoeytghyumtt 
de  faecken  van  den  groeten  Heer?  Daerwarender 
vele  die  meenden  m  rn  tcerlte,  dat  dit  een  loof- 
heydt  was  van  de  jonge  Sultane,  omdewerelt  te 
doen  gelooven,  dat  fy  de  oude  focht  dienft  te 
doen ,  eerder  als  haer  in  eeniger  maniere  te  hin- 
deren :  hoewel  fulcks  waerlijck  haermeeninge 
niet  was.  Dit  macckte  dat  defe  jonge  Edellin- 
gen ,  meerder  als  te  voren  ,  de  Mouphii  aendron- 
gen,  om  de  Fefta,  of  het  vonnis  desdoodrs  te- 
gens  haer  te  vellen.  Maer  een  van  defelve ,  mee- 
nende,  dat  defe  bedeckte  vrouwe,  de  oude  Sul- 
tane  felfs  wel  fbu  mogen  wefen  ,  begoft  luyd  uyt  dwaling, 
te  roepen",  Siet  daer  is  fe  die  ghy  begeert ,  fy  is  in  u  han- 
dtn ,  wreeckt  u  van  haer  ,  en  Jlraft  haer  mifdaden. 
Waer  op ,  als  eenige  van  hen  ,  haer  wilden aen~ 
taften ,  liep  fy  vaerdighlijck  na  haren  foon  toe  ,  en 

Ddv5  wierp 


XXI. 

Gevaec- 
lijckc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXII, 
De  Sultan 
fcewogen 
ee gen  fijn 
<koot- 
Moeder, 


XXIII. 

•t  Vonnis 
tegen  haer 
gcvelt. 


42(5  Treurige  Gefchïedenis  van 
wierp  fich  voor  fijn  voeten,  en  feyde,  hemotn- 
helfende  :  Neen,  neen,  ickben  de  oude  Sultane  niet , 
ickben  de  Moeder  van  fijn  Majefleyt.  En droogen- 
de  met  haer  neusdoeckde  tranen,  die  dit  droevigh 
voorwerpfel  hem  uyt  de  oogen  geparft  had ,  af. 
Dcde  fy  hen  teecken  van  fich  te  vertrecken ,  het 
welcke  terftondt  de  drift  van  die  gene,  die  haer 
voor  henen  hadden  willen  deren ,  ter  neder  fette. 

De  Mouphti  ondertuflehen,  die  wel  fagh,  met 
wat  driftigheydt  >  dit  oproerigh  volck  aengingn , 
en  dat  het  onmogelijck  was,  hen  in  een  faeck, 
die  fe  foo  vierighlijck  begeerden ,  tegen  te  ftaen , 
fonder  fich  in  gevaer  van  het  leven  te  verliefea ,  te 
ftellen  •  gelijck  hy  wel  had  geraerekt ,  aen  eemge 
woorden,  die  de  oude  KenanBach3  met  den  Vi- 
fir  had  gevoert,  verfocht  hy  de  gantfehc  verga* 
deringh  te  fwijgen5  en  nadat  hyeenigen korten 
tijdt ,  met  de  voornaemfte  Staets-dienaers  gefpro- 
ken  hid,  wierdt 'er  befloten ,  dat  men  feer  onder- 
danighlijck,  fijn  Majefteyt  fou  verf oe  eken ,  het 
vonnis  van  haer  doodt  toe  te  ftaen ,  het  welcke 
op  defe  wijfehem  wierdt  voorgedragen  :  Heert 
Godts  wille  is,  dat  ghy  u  Groote-Moeder ,  in  handen 
van  het  Gerecht  fielt ,  indien  ghy  begeert  het  volck  te 
vreden  te  fleüen.  Een  \ltyn  quaet  is  mingevaerli/ck., 
als  een  groot ,  en  hier  is  geen  ander  middel  ,  foo  het 
Godt  belieft ,  het  eynde  fal  geluckjgh  ^«.  Zijnde 
pen  en  inft  voortgebracht,  fchreef  de  Mouphti 
het  vonnis ,  dat  de  grooten  Heer  teeckende.  Het 
hieldt  in ,  dat  de  oude  Keyferin  fou  gewurght 
worden,  maer  datfe  met  geen  degens  fou  ge  tij- 
gen ,  noch  haer  lichaem  geplettert  worden.  Dit 
gefchrift  wierdt  geftelt,  in  handen  van  de  Kamer- 
lingen,  met  woordelijcke  ordere ,  dat  men  dele 
Sultane ,  fou  brengen  buyten  de  Cafhani ,  otte 
<ic  Vogel-poort,  op  dat  fy  niet  fou&ftervenin 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K    I    O    S    £    M.  427 

:egenwoordigheydc  van  den  grooten  Heer  ,  en 
niet  gehoort  worden. 

De  Ichoglans,  hebbende  defe  laft  ontfangen, 
gingen  heen  met  opgehevene  handen  ,  al  roepen- 
de ,  <AUaha  AUaha ,  rot  voor  de  poort  van  het 
t  Vrouwen-getimmer ,  alwaer  fy  eenige  fwarte 
I  ontmande  vonden ,  die  de  wacht  hadden,  dewelc- 
)  ke ,  hebbende  de  laft  van  denKeyfer  gefien  ,  en 
een  diergelijcke  laft  van  Soliman  Aga  ontfan- 
1  gen ,  lieten  hen  binnen  komen ,  onder  verband 
v  even  wel,  dat 'er  niet  meer  als  twintighinde  ka- 
1  mer  fouden  komen.    De  beft  gewapende  gin- 
gen  aldereerft  in  ;  defe  ontmoeten  in  het  gaen  > 
voorby  de  kamer  der  Staet-dochtercn ,  de  fot- 
tinne  of  boufonne  van  de  Sultane ,  met  het  piftool 
in  de  handt  >  die  hen  vraeghde  >  wat  fy  be- 
geerden.  Sy  antwoorden  ,  dat  fe  de  Groot- 
Moeder  van  den  grooten  Heer  begeerden.  Sy 
daer  op  ,  Die  ben  ick,  enfteldelichtegelijckin 
ordere  >  om  los  te  branden  ;  maer  het  brande  op 
jide  pan  af.    De  Ichoglans  geterght  door  defe 
ftouthey t ,  grepen  haer  aen ,  meenende  dat  fy  de 
oude  Sultane  was ,  maer  fy  wierden  beter  door 
Soliman  Kutzlcr  Aga  onderrecht ,  en  alfoo  gin- 
gen fy  recht  in  de  kamer  daer  fy  was.  Maer 
als  fy  de  deur  opende  ,  vonden  fy  geen  licht 
daer  in  (hoewel  men  gemeenlijck  nacht  en  dagh 
licht  brandt ,  in  meelt  al  de  vertrecken  der  Vrou- 
wen van  het  Serrail)  om  dat  de  oude  Sultana, 
hen  hooren de  •  komen ,  al  de  kaerflen  uytge-  xxiv* 
daen,  en  fich  fel  ven  in  een  grootekleer- kamer  Haer 
verfteecken,  en  met  Matelaflèn,   Tapijten, «H Re 
en  andere  foorten  van  huys-raedt,   bedeckc  * 
ihad. 

Sy  deden  terftondt  fackels  komen  ,  fochten 
haer  over  al ,  en  vonden  haer  evenwel  niet ,  waer 

over 


+ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


42&         Treurige  Gefchiedenis  van 
over  fy  fich  feer  ontfinddijck  tegen  Soliman  Ag 
aenftelden,  ja  foo  verre,  dat  fy  fich  in  wefenftcj 
den  |  van  hem  te  willen  dooden ,  hem  befchuldi 
gen  de  dat  hy  haer  had  wech  gemaeckt.  Hy  fete: 
hen  foo  veel  ter  neder  alshykonde,  envermaen  i 
de  hen  nauwer  onderfoeck  te  doen ,  als  fe  tot  nocj  0 
toe  gedaen  hadden;  waer  over  een  van  de  Delli; 
Dogangi  genoemt  ,  bedacht ,  dat  men  defe  kleer 
kamer  et' kleer- kafle,  behoorde  te  doorfoecken 
en  hy ,  hebbende  al  de  plunje  wechgenomen 
vand  aldaer  de  Sultane,  die  fich  verborgen  had 
Sy  hem  fiende ,  feyde  tegens  hem  ftiilekens :  Brat: 
Karei  als  ghy  fijt ,  hebt  mede- lijden  metmytick.f* 
u  tot  fiaet  brengen,  en  fal  oen  yeder Ichoglan ,  vijj 
Beurfm  ,  yeder  met  vijf  hondert  kroonen  ,  gtven 
indien  fy  mijn  leven  bewaren.    Verradereffe,  antwoor 
de  defe  ,  bet  is  mgeentijdtom  verdraghte  maecken  j 
noch  u  leven  vry  te  kpopen  ,  ghy  moet  fltrven.  Ec 
nemende  haer  te  geli jck  by  de  beenen ,  trock  haei 
buyten.    De  Sultane  opftaende,  tafte  in  haren 
fack ,  en  wierp  een  neus-doeck  vol  fequinen  ondei 
hen ,  denckende  dat  fy  fich  fouden  befigh  houden 
met  die  op  te  rapen,  en  fy  ondertulfchen  gele- 
gentheydt  vinden ,  om  fich  te  bergen  •  maer  fy 
was  bedrogen.  Eenige  evenwel ,  van  de  jonghfte , 
geraeckten  aen  't  grabbelen  ;  maer  Dohangi,  niet 
anders  als  een  Engeifchen  hont ,  hield  haer  by  de 
kladden  vaft;  en  alhoewel  fy  fwaerlijvigh was , 
fmeedt  haer  onder  de  voet ,  in  gevolge  van  het 
wclcke,  de  andere  fich  oock  in  ordere  fielden  , 
om  het  vonnis  uyt  te  voeren.    Onder  dit  volck 
was  mede  een  Albanoys ,  Ali  Boftangi  genoemt , 
die ,  fiende  haer  twee  groote  gefteenten  aen  de 
ooren  hebben,  toetafte-,  en  defelve  wech  nam. 
Dit  waren  twee  diamanten  van  de  groote  van  een 
noot,  die  driehoecks-gewijs  geflepen,  en  door 

Ru- 


in::; 


3. 

I..: 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     ï     O     5    E    M.  429 

ubijnen  opgehouden  waren.   Defe  oorhangh- 
ls  of  pendanten ,  waren  haer ,  in  de  blom  van 
taer  jaren ,  door  Sultan  Achmet  gegeven ,  op  die 
jdt ,  wanneer  hy  haer  't  aldermeefte  beminde: 
en  wil  feggen,  dat,  onder  al  de  fchat  van  den 
jrooten  Heer,  diergelijcke  niet  te  vinden  was,  ge- 
:ijck  oock  dealdergauwfteKleynodiers,  defelve 
enten  een  geheel  jaers  inkomft  van  groot  Cayre 
vaerdigh  te  zijn.    Ali  toonde  die  aen  fijn  ge- 
1  ellen  ,  om  te  weten  wat  fy  mochten  waerdigh 
1  rijn 9  en  of  hy  defelve  laten  fien,  of,  die 
verbergen  moft.  Maer  defe  ,  hebbende  defelve 
"eer  hoogh  gewaerdeert ,  wierdt  hy  daer  over , 
net  fulck  een  vreefe  bevangen  ,  dat  men  hem 
•  ;'eeniger  tijdt,  die  weder  benemen  mocht ,  dat 
ïy  eenige  dagen  was ,  fonder  te  konnen  fiapen  ; 
iet  welcke  hem  dede  befluyten ,  die  Soliman  Aga 
n  handen  te  ftellen ,  om  fe  aen  den  grooten  Heer 
)  weder  te  geven  :  In  vergeldinge  van  het  welcke s 
'  y  hen  feftien  fequing  vereerde  ,  bencffens  een 
laets  in  de  fchatkamer ,  daer  hy  hem  om  gebe- 
den hadde. 

De  andere  plunderden  de  oude  Sultane  elck  om 
het  feerfte  ,  nemende  de  eene  haer  den  ringh  van 
den  vinger ,  een  ander  haer  arm -ringen ,  die  haer 
koufle-banden ,  dees  yets  anders  van  haer  klee- 
dinge ,  want  fy  was  feer  koftelijck  toegemaeckt. 

Men  vandt  in  haer  martere  fibelinifche  voede-  **V« 
ringh ,  eenige  toover-teeckenen ,  door  welcke  fy  teeckcnciï 
"chinbeelde,  detonghvanalleKeyfers ,  vanh3-  by  haat 

n  tijdt ,  te  konnen  binden.   Een  die  fulcks  felfs  gevonden, 
gefien  heeft ,  verhaelt,een  keten  gefien  te  heb- 
ben ,  diefe  over  fkh  had ,  daer  de  namen  van  Sul- 
ftan  Murat,  en  Sultan  Ibrahim  ,  wonderlijcker 
wijfe  in  waren  gefneden.    Defe  was  gemaeckc 
'oor  een  vermaerde  Cindis ,  een  Slecht-hooft , 

maer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4j  o  Treurige  Gefcbiedenis  van 
maer  feer  bygeloovigh ,  en  voor  al ,  een  groot  lc 
genaer ,  de  welcke  fich  fel  ven ,  door  defe  ffagh  vai 
bedriegery ,  bekent  gemaeckt  hebbende  >  binnei 
kor  een  tijde ,  voornaem  begunftelingh  van  Sul  ta. 
Ibrahim;  en  binnen  twee  jaren  tijdes  van  een  arn 
en  cllendigh  Klerck,  die  de  Turcken  Hofta  noe 
men»  denjekfte  man  van 'geheel  Conüantinopo 
len  wierdt. 

Maer,  om  weder  tot  de  Sultane  te  komen ,  di< 
wy  onder  de  handen  van  dit  jonge  woedende  1 
Tolck ,  dat  na  den  buyt  als  kraeyen  dorfte ,  gelater  n 
hebben :  fy  wierdt  in  een  oogenblick  tijdes  be<  J 
rooft,  van  alles  wat  fy  aenhadde,  Haerkofle*  1 
lijeke  voerrijen  wierden  in  duyfent  ftucken  ge-  3 
fcheurt,  en  fy  wierdt  alfoo  naeckt  opdeplaets* 
gelaten ,  maer  in  gevolgh ,  by  de  voeten  gefleep|l 
na  deChufhana,  of  vogel-poort.  Wanneer  fyj 
nu  aen  die  plaets  was ,  daer  men  haer  had  te  doo 
den,  bevand  men,  dat  defe  jonge  beulen ,  van  gee 
ftroppen  of  ftricken  voorfien  waren ,  om  haer  ce 
verworgen,  waer  door  fich  een  van  allen  naerd 
Keyferlijck  Capel  begaf,  en  d3er  die  koorde  nam 
die  aen  de  poort  van  de  Mofquee  hingh.  Wan- 
neer fy  die  nu  hadden ,  deden  fy  haer  defel  ve  om 
den  hals.  Dogangi,  van  dewelckcwygefpro 
ken  hebben  ,  druckte  defel  ve  van  achteren  me 
de  handt  aen  haren  hals ,  terwijl  de  andere  de 
koorde  toetrocken.  Hoewel  fy  een  vrouwe 
was  ,  van  meer  als  tachtentigh  jaren ,  en  to 
noch  toe  buyten  haer  felven  geweeft ,  ooe' 
geen  tandt  meer  in  haer  mondt  hadde,  lietfe 
evenwel  niet  na,  komende  als  uyt  een  diepen I 
flaep ,  met  haer  kevels  foo  ftarek  te  bijten ,  en  dac  I 
op  den  lincker  duym  van  defe  Dogangi ,  die  by| 
geval  in  haren  monde  was  geraeckt,  dathyde» 
ielve  daer  niet  weder  konde  uyt  krijgen ,  voor  dar 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K    I    O    S    E  M. 


4*s 


hy  haer  een  fteeckmethet  fcherp  van  fijndolck 


bóven  hec  rechter  oogh  gegeven  had.  5y  ware» 
voornamcntlijck  mee  hun  vieren ,  die  aennamea 
haer  te  verworgen  ,  maer  gelijck  fy  maer  lees- 
lingen  in  dat  ampt  waren  ^haddeniy  wereksge- 
noegh ,  om  daer  toe  te  gcraecken ,  doende  haer 
i  langen  tijde  veel  quellingenuytltaen,eyndelijck, 
fiende,  dat  fyfich  niet  meer  bewecghde,  geloof- 
den fy  dat  fy  doodt  was ,  en  begoften  te  fchreeu- 
wen,  UW,  Uldiy  dat  is,  fy  is  doodt;  en  liepen 
voort  heen  om  de  tijdingh  daer  van  aen  den  groo- 
ten  Heer  re  brengen.    Maer  ter  nauwer  noodt, 
waren  fy  uyt  het  geficht ,  of  fy  rechte  fich  op  , 
en  keerde  het  hoort ,  het  wclck  de  oorfaeck  was > 
dat  men  hen  weder  te rugge riep,  om  het  werek 
te  volvoeren.   Sy  gaven  haer  de  koort  weder  om 
den  hals ,  en  trocken  defelve  foo  wel  toe,  met  de 
fteel  van  een  bijl ,  dat  fy  eyndelijck  den  geeft  gaf. 
De  fwarte  ontmande  namen  haer  üchaem  ,  en 
brochten  het  fel  ve  met  groote  eerbkdigheydt ,  in 
de  Konincklijcke  Mofquee ,  daer  fy  haer  begroe- 
ven.   Al  haer  Haven ,  in  't  getal  van  omtrent  vier 
honderr ,  lieren  fich  a'daer  vinden  ,  ftorten  me- 
nighre  van  tranen ,  fich  het  hayr  uyt  het  hooft 
fcheurende ,  en  dJt  op  fulckeenbarmlijcke  wijfe> 
dat  hetgantfche  Hof  daer  mede  bewogen  was. 

Het  werek  op  defe  vvijfe  volbracht  zijnde,  in 
hét  Scrrail ,  bedanckte  de  Vifir  dclchoglans  van 
de  mocyte  die  fy  genomen  hadden ,  en  gaf  ter  fel- 
ver  tijtordrc,  om  de  banniere  van  Mahomer  op  te 
fteecken,  welke  men  onder  de  fchat  van  de  Prins , 
met  groote  forge,  gewoon  is  te  bewaren.  Wan- 
neer defelve  wordt  opgelioocken  ,  zijn  al  de 
Turcken  gehouden,  die  boven  de  feven  jaren, 
(fommige  meenen  van  feventienjarenj  bevonden 
worden ,  de  wapenen  aen  te  nemen  >  en  fich  on- 
der 


XXVI. 
Haer 
cctlijck* 
bcgracffc- 
nis. 


XXVII. 
Mahomow 
banniere 
wort  op- 
geftekea» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


a  y  2        Treurige  Gefchiedenis  van 
der  <fcfe  banniere  te  begeven.    Men  haeldefc 
met  veel  eerbiedigheydts  voor  den  dagh,  ende 
Ichodansdroegenfe,  al  roepende,  AUb  *Aliah, 
en  fetten  die  op  de  voornaemfte  poort  van  het 
Serrail,  daerfe  van  al  het  volck  konde  genen 
worden:  ingevolge  van  het  welcke  men  de  Pro- 
ceffie  ofce  Ommeganck,  van  de  hemelfche  ban- 
niere  liet  verkondigen  :  want  de  Tut  eken  geloo- 
ven,  dat  defelve,  door  den  Engel  Gabnel ,  van 
den  hemel ,  Mahomet  is  toegebracht ,  op  dien 
tiidt ,  als  hy  den  oorlogh  regens  de  Chriitenen 
voerde,  als  een  onfeylbuer  teecken ,  van  fijn  aen- 
ftaende  overwinninge.    Defe  byge  oovigheydt 
bracht ,  in  dele  Handt  der  faecken ,  fulck  een  won- 
derliicke  uytwerekinge ,  in  de  geeft  der  1  ureken 
voort ,  dat  niet  alleen  jonge  en  oude  j  maer  oocK 
de  vrouwen  en  de  fiecken  ,  oordeelden  gehou- 
den te  zijn,  fich  daer  by  te  voegen ,  om  te  fter. 
ven,  in  het  verdedigen  van  een  fooheyhge  laeck. 
Als  defe  tijdinge,  alsmede  die  van  de  doodt  der 
oude  Keyferinne,  in  de  oude  kamer  der  lanitza- 
ren  quam,  begonften  de  voornaemfte  onder  hen 
VYVTIl  te  morren,  en  overluyt  te  roepen,  dat  nettijdt 
33E  was,  nu  hun  byfondere ;  belang» ». 
beyt  da    te  werpen ,  en  te  dencken ,  op  «]*war 

hun  ziel ,  en  Godtsdienft :  dat ,  indien  fy  ftreden , 
tekens  defe  heyli^e  en  Goddelijcke  banniere,  ly 
ócGaurs ,  dat  beduydt ,  de  ongeloovigen  en  boos- 
wichten, foudengelijck  worden.  In  de  nieuwe 
kamer  dede  Beftas ,  al  wat  hy  konde,  om  dit  >  dei 
vreefen  uvt  de  eeeft  der  Krijghsliedentedrijven. 
Hy  deed  hen  onmatelijck  groote  beloften,  en  ley- 
de ,  dat  het  niet  raeckte ,  als  fwacke  geeften ,  hch 
opdiemaniere  te  laten  verfchricken,  datmenop 
fijn  belangen  moft  letten,  en  lijn  achtmgewaer 
nemen,  en  op  alderhande  wijfe  onderhouden 


lanitza 
ren. 


L 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ft 

m 

m 


■ 

:ï>I 


K  i  o  s  e  m.  4n 
Dat  de  grooten  Heer  en  fijn  Moeder  hungefia- 
gene  vyanden  waren ,  die  hun  verderf  gel'woren 
hadden ,  alfoo  hun  voornaemfte  voornemen  was , 
defe  krijghs-ordcr  t'eenemael  te  vernietigen. 

Hy  vertoonde  hen  oock  >vcr  volgens ,  dat  al  het 
voordeel  aen  fijn  zijde  was,  datfemaei  hadden  te 
wachten  tegens  een  deel  rapaüje ,  dat  quatfjek  ge- 
wapent  was  en  van  geen  ordere  wift.  Vorders 
dat  men  defe  gelegent  heyt ,  die  fich  foo  gunftigh- 
lijck  aenboodt,  om  hun  vyanden  re  verdelgen  , 
niet  moft  verliefen  ;  dat  men  om  re  beter  ten  eyn- 
de  voornemen  teraecken,  de  Scadc  aen  verfchey- 
denc  oorden  moft  in  den  brandt  ftcecken ,  om  de 
Burgers  te  dwingen, fich  van  een  te  icheyden ,  om 
hun&gocderen  en  huyfgefin  te  bewaren.  Defe 
fijne  aenfpraeck  evenwel ,  bracht  weynigh  te  we- 
ge ,  en  fijn  voorflagen  noch  minder ,  alfoo  de  mee- 
fteampt-  en  krijghs- lieden  hun  woningen  en  goe- 
deren in  de  Stadt  hadden ,  diefe  niet  veel  luft  had- 
den te  verbranden.    In  tegendeel ,  dit  maecktc 
verdeclingh  onder  hen  ,  alioo  yeder  fijn  zijde 
trock. 

Ter  felver  tijdt  quam  'er  een  Amptenaer  van 
den  grooten  Heer,  te  paert,  die,  op  gevaer  van  fijn 
leven,  een  gefchieven  lalt  van  den  grooten  Heer 
bracht,die  hy  in  het  midden  van  den  hoop  wierp  ; 
roepende, terwijl  hyvaft weder wech rende:  Hy 
die  fich  niet  gaet  begeven ,  onder  de  banniere  van  den 
Propheet ,  is  een  Heyden  verklaert  en  fijn  V rouwe  wort 
van  hem  gefcheyden.  Men  nam  het  gefchrift  op , 
het  welcke ,  in  de  tegenwoordigheyt  vm  de  voor- 
naemfte Amptenaren,  gelefen  wierdt,  welcks in- 
houdt foodani^h  was':  lek  heb  Bctlas  Aga  Bacha 
xan  Bofniagemaïckt  •  ickheb  K.ara  Chiaoux ,  algemeen 
Hooftman  ter  \ee  gemarekt  :  ick.  heb  Kul  Kjchia 
Bacha  van  Ttmifwar  gemaecckt  ,  m  KjM  Haffan 

E  e  OgU 


XXIX. 
Hartncc- 

kigheyc 
vaaBc&as, 


XXX. 

Bevel  des 
Ktyfers 
aen  de 
Ianitza» 
ieo» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


454        Treurige  Gefclnedenïs  va* 

Cgle  Jamtjaire  Agafi gtmaeckt.    En  ,  dat „ 

ƒ00  haeïl  fy  de[e  tegenwoordige  fuüen  hebben  gefien, 
fy ,  onder  verbeurte  van  hun  leven ,  en  verderf  van  hun 
buyfeefittntn ,  elck  fich  begeve  daer  hun  ampt  hen  henen 
roept.    Ter  felver  tijde  quam  'er  oock  tijdinge, 
dat  de  oude  kamer  van  de  Janitzaren  haer  poll-  ot 
ftandt-plaets  verlaten  had,  en  dat  fy,fonder  hunne 
wapenen ,  fich  onder  de  banniere  begeven  had- 
den nadat  fy  het  geit  geweygert  hadden , dat  hen 
Beftas  had  aengeboden ,  verlatende  alfoot'eene- 
mael  fijn  zijde  •  oock ,  dat  de  Spalüs  en  de  Jebe- 
gis ,  die  over  het  grof  gefchut  geftclt  zijn,  valt  m 
aentocht  waren,  om  hun  kameren  te  komen be- 
ftoocken  ,  en  met  grof  gelchut  te  befchieten. 
DeSpahis  toonden  fich  hier  in  omtrent  feervye- 
ri"h,  als  die  genegen  waren,  fich  op  de  Janit- 
zaren te  wreecken  »  over  het  onheyl ,  dat  hen, 
gelijck  gefeght  is ,  van  hen  was  overgekomen ,  en  4 
fouden  hen  alle  over  de  klinge  hebben  doen  fprm- 
gen,  'ten  wacr  de  groote  Vifir  fulcks, door  fijn 
cefaeh,  verhindert  had. 

De  Ianitzaren  van  de  nieuwe  kamer,uyt  kracht 
ifvYdVr  van  het  bevel  der  Sultane,  riepen  hun  nieuwen 
fanitzaren  Overfte  uyt ,  volgens  hun  gewoonlijke  mamere , 
f anBcaa*.  cn  a\s  fy  hem  befocht ,  en  geluck  gewenlcnt  nad- 
den ,  liepen  alle  onordenthjek  onder  de  banniere 
van  den  Propheet.   Kara  HaiTan  ,  foo  nieuws 
Aea  der  Janit zaren  gemaeckt ,  begaf  fich  naer  het 
Serrail ,  om  den  grooten  Heer  te  bedancken ,  van 
wegen  de  eer,  die  hy  hemgedaen  had,  vande- 
welcke  hy  wel  ontfangen  wierdt  -  als  mede fijn 
vrienden,  die  hem  darwaerts  wilden  vergelel- 
fchappen.    Na  dat  hy  fich ,  na  de  g^oonlijcke 
wiife ,  had  ter  aerden  geworpen ,  ontnngn  hy  de 
kleedingen ,  die  men  in  die  gelegenthey  t  gewoon 
is  te  glven,  enkreeghlaft,  nadatmenhemeen 


K   I   O   s    E   M.  43$ 
wevni<*h  over  de  moetwil  der  Janitzarenbeftrafc 
ad  ,  lienvoortaen  beter  in  hun  plicht  te  houden, 
erwijl  defe  dingen  aldus  gefchieden,  vonden 
ch  Beftas,  KufKahia  en  KarasChiaoux ,  van 
al  de  werelt  verlaten,  beluiven  van  eenige  van 
hun  vrienden ,  werpende  den  een  op  de  ander  de 
fchuic  van  dit  ongeluckigh  gevolgh ,  yan  hunnen 
enflaeh.    Maer  dewijl  het  geen  tijd  was ,  hen 
langh  met  klagen  beügh  te  houden  ,  en  dat  men 
om  een  goet  heen  komen  molt  fien ,  begat  licn 
veder  na  fijnent.    Soohacft  als  Bèta  daer  geko- 
men was /beftelde  hy  fijn  huyflelijcke  faccken, 
foo  veel  als  de  tijdt  hem  wilde  toelaten ,  en  als  een 
Albanons  eekleedt ,  gingh  fich  by  een  arm  man , 
die  eertiidts  van  fijn  vrienden  was  geween,  ver- 
bergen ,  maer  zijnde  des  anderen  daeghs,  door  een 
ion|en  ontdeckt,  wierdt  hy  gevangen,  op  een 
mu?l-ezel  gefet,  en  in  dat  ge waedt,  dwars  door 
de  memghte  van  het  volck ,  dat  vaftdefen  ellen- 
diae  alle  verachtinge  en  fmaet  aendede,  naden 
grooten  Heer  gevoert,  dier  hy  ge  warght  wicrdt.  xx  X I  h 
Hy  was  in  fulck  een  vervloeckmge  by  de  geheele  w0idt  g^ 
werelt,  dat,  na  hy  doodt  was ,  de  Kocks ,  enwurcht. 
ander  Koocken-gefpuys,  hem  methunfpeten  en 
voreken  door  het  lijf  Itaecken }  hem  by  den  baert 
trocken ,  en  het  hayr  daer  uytgehaelt ,  hun  wen- 
den in  ConRantinopolen  toegefonden ,  met  briei- 
jes,  inhoudende:  Siet  daer  van  kethayr  van  den iwr- 
raderBtBas,  die,  eer  by  fijn  hooft  verloor,  eenbergb 
van  andere  hm  hoofden  wilde fien  Joo  hocgh  als  dt  Kercl^ 
vandeheyligeSophie. 

Kul  Kahia ,  tot  fijnent  gekomen ,  vulde  eenige  xxxill. 
maelen  met  gemunt  goudt ,  edel  gefteente  ,en  am  vlucht 
dere  koftelijckheden  ,  met  meeiungh,  ncnmetKahisu 
tfettiohpaerden  op  de  vlucht  te  begeven,  eniich 
m  het  seberehte  van  Albaaie  te  verbergen,  die 
b     b  Eci  foo 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4*6        Treurige  Gefchiedenis  van 

foo  onaendoenlijck  zijn,  dat  de  Turcken  den  In- 

woonder  van  delelve ,  tot  noch  toe ,  onder  hun; 
jock  r.iet  hebben  konnen  doen  buygen :  maer  ver* 
nemende,  dat  men  hein  ernftelijck  vervolghde, 
cn  dat  hst  hem  onmooghlijck  fou  zijn,  fich  te 
bergen  met  foo  een  groot gevolgh,  hieldthyby 
fich  niet  als  een  Adel- jongen,  cn  gaf  al  de  rett  < 
oorlof,  declende  hen  miltdadighlijck ,  het  meefte 
gedeelte  van  fijn  gek ,  en  hen  voor  hun  goede  wil , 
bcleefdelijck  bedanckende. 

Hy  vervolghde  dan  fijnen  wegh  met  defen  die- 
naer ,  en  vier  paerden  ,  met  gout  en  edele  gefteen- 
ten  geladen ,  maer  merekende  ,  dat  hem  fulcks 
XXXIV  oock  te  veel  hinderde ,  begroef  hy  omtrent  voor 
sijnfchar'de  waerdije  van  fes  hondert  duyfent  RijcksdaeL 
bcgraven  ^ers ,  op  een  plaets  die  hy  merekte ,  en  daer  hec 
en  gevon-  naderhan(it  v3n  de  Harders  gevonden  wierdt ,  die 
niet  wel  malkander  over  de  deelingh  konnende 
verftaen ,  fulck  een  gerucht  maeckten ,  dat  fulcks 
tot  kennis  van  de  Rechter  van  de  plaets  quam ,  die 
het  al  na  fich  trock,  opdat  fy  malkander  des  re 
beter  fouden  konnen  verftaen ,  en  na  den  grooteo 
Heer  bracht.  Kul  Kahia  aldus  fijn  wegh  volgen- 
de, bevandt  fich  op  eenplaets  ,  daerhybroodt 
wilde  koopen:  maer  alloo  hy  goudt  moft  wifle- 
len,  viel  het  terftondtden  Backerin,  dat  hy  een 
van  de  wederfpannigen  mocht  zijn ,  die  uyt  Con- 
ftantinopolen  gevlucht  was ,  daer  hy  een  Hopman 
van  de  Ruytery,  die  aldaer  in  befettinghlagh, 
kennis  van  dede  hebben,  die  daer  met  een  deel 
volcks  quam  om  hem  te  vangen. 

Maer  Kul  Kahia ,  geenfints  van  fin  zijnde,  le- 
vende in  hun  handen  te  vallen  ,  verweerde  fich 
xxxv  feer  dap perlijck ,  tot  dat  men  hem  meteen  roer- 
Sijn  doot.  fchoot  ter  neder  velde.    Defen  Hopman ,  dede 
hem  het  hooft  aflhijden ,  en  faudc  het  terltondt 
acn  den  Sultan. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


K     I    O    S    E  M. 


437 


Lara  Chiaoux  had  fichondertufTchen,met  twee 
hondert  van  fijn  gevolgh  in  fijn  fpeel-tuyn  bege- 
ven ,  met  meeninge  fich  aldaer  wd  re  verdedigen. 
Aldaer  wiet  dt  hy  aengetatt ,  door  een  Aga  van  de  x  x  x  vi. 
Spahis.genaemc,  Parmakfis,  race  vijf  hondert  ™£h,TW 
mannen.    Maer  als  men  fagh ,  dat  'er  veel  bloets  Ghiaoufc 
van  wederzijde  fou  vergoten  worden,  indien  het 
gevechr  hevigh  wiei  dc ,  deed  men  hcymclijck  aen 
die  van  fijn  aenhangh  feggen ,  dat,  indien  lynch 
fielden  tegens  de  wille  van  den  grooten  Heer,  men 
hen  alle  Fou  doen  {terven  •  het  wt  ckehenfulck 
een  fchrickaenbracht,  dat  fy  verliepen,  en  hem 
alleen  lieten.    Waer  door  hem  defen  Aga  hchte- 
lijck  in  handen  kreegh ,  hem  hoop  gevende ,  ter- 
wijl hy  hem  naer  het  Serrail  bracht,  dathy  den 
grooten  Heer  voor  hem  fou  bidden ,  en  dat  die 
voorfeecker  hem  fijn  miidaedt  fou  vergeven. 
Maer  de  Sultan  hem  fiende  komen ,  door  de  poort  jxx  vii. 
van  den  Hof,  gaf  het  teecken  aen  den  beul,ora   '  ' 
hem  terftondt  te  wurgen ,  het  welckop  de  ftaende 
voet  oock  gedaen  wierdt.    Maer  de  nieuwe  Aga 
der  Janiizaren  bleef  van  fijn  zijde  niet  (lil ,  ton- 
der yets  te  doen ,  en  gelijck  hy  al  de  Bevelhebbe- 
ren kende,  die  de  zijde  van  de  wederfpannigen 
waren  toegedaen  geweeft ,  liet  hy  nacht  voor 
nacht,  fommige  van defelve ombrengen,  mvoe- 
gen  hy  ia't  kort  ,  wel  omtrent  acht-en-dartigh 
wurgen  deed.    Het  welcke  fulck  een  vrees  onder 
de  Janitzaren  nueckte ,  dat  fy  fich  wel  wachten , 
van  in  langen  tijdt  weer  buyten  hun  plicht  te 

gaen.  , 

Siet  hier  het  eynde  van  dit  treurfpel ,  het  welc- 
ke des  te  aenmerckelijcker  is,  door  devaerdig- 
heydtvandeuytvoeringe,  dewijl  het  in 't  geheel 
niet  over  de  veertigh  uren  geduert  heeft.  Waer- 
lijckdit  geeft  ons  genoegh  te  kennen,  in  watge- 

Ec  3  vaer 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4$8  Treurige  Gefchtedenis  van 
vaer  de  hooge  Machten  zijn  ,  en  dat  de  befet- 
te  gehoorfaemheydt  van  het  Turckfche  Hof, 
hen  in  hun  jeught,  beneffens  hun  Wet-regul 
geleert  wordt,  defe  Barbaren  evenwel  niet 
verhindert ,  fomwijlcn  ,  voornamentlijck  als 
fy  hun  belangen,  met  die  van  hun  Overften 
fien  vermenght ,  ter  zijden  uyt  te  fpattem  Hier 
toe  helpt  hen  voornamentlijck  de  kennhTe  die  fy 
hebben ,  dat  de  ftaet  en  welftand  van  hun  Opper- 
heer ,  aen  hun  getal  en  dapperheyt  hanght ,  en  dat 
fonder  de  hulp  van  hunne  wapenen ,  dac  Rijck ,  als 
van  fijn  ftutfel berooft  fou moeten  vallen ,  enter 
neder  ftorten.  De  vaerdige  ftraf  evenwel ,  die 
over  de  moetwillige  valt ,  wederhoudt  krachtigh, 
genoegh  defe  vinnige  driften ,  beneffens  de  inge- 
dronckene  wetten  van  gehoorfaemheyt,  die  wel 
traeghlijck  wijeken  voor  belangh  ,  maer  als  fe 
eens  den  wegh  te  buyten  gegaen  hebben ,  fooda- 
nigh  door  wanhoop  gevoert  worden  •  dat  'er  niets 
te  wreedt,  niets  te  groot  is,  het  geen  hun  ont- 
finnigheydt  niet  fou  ter  handt  flaen. 

Wy  mogen  defe  Barbaren  befchuldigen  foo 
wy  willen,  en  hen  de  fmette  van  bitter  woeden 
acnwrijven,  onfe  Chriftenheydt  ftaet  deswegen 
oock  geenfints  vrytefpreecken,  dacr  defe  eeuw , 
maer  veel  re  baerblijckelijcke  voorbeelden  van 
heeft ,  die  al  die  van  de  voorgaende  eeuwen  be- 
fchamen ,  zijnde  al  te  waer  dat 

JEtas  p Ar en turn peior avis  tulit 
hJos  nequiorts ,  moxdaturos 
Progtniem  Vitiojiorem. 

<$at  tg: 

Ons  Oud 'ren  tijden  hun  Voor- vaders  tijdt  te  fnood , 
Stelt  ons,r>  boos  geflachr,  de  moeder  |n  haer  fchoot 
Om  uyt  oflt*{aet  op  nieuw  een  ftamme  te  verfamen  „ 
Dat  alle  v  •«  theydt  ftaet  ln  ondcught  te  befchamen. 

&  T'famen- 


■  ( ■ 

s 


m 
1 1 

l« 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


T'Samen-fweringh  op  en  tegen  de 
Staet  van 


4*9 


B  ARCELLONNE, 

Met  de  dood  van  den 
Heer  O  NUF  F  RE  AQUILLES, 

en  andere. 

INHOUDT. 


van 


STaet  wm  den  oorlogh  tuffchenVranc^ck^e 
II.  Toelegb  op  Barcellonne.    III.  At 
Baronnefed'/tlby.    I V.  Die  deelachttgh  aen  'tverraedt 
wordt.    V.  Haer  mtnntJiften  om  Onoffrio  te  trecken. 
V  L  Die  ftch  mede  inwickelt.    VII.  Als  oock.  den  Abt 
de  GalUcans.    VIII.  Raedt  tof  Madrid  gehouden. 
IX.  Beflellingen  van  de  Baronnejfc.    X.  Wijfevanttyt- 
voeringe.     XI.  IQmft  van  den  Graef  d" Harcour  geeft 
het  wcl^  ten  ander  veefen.    XII.  Verdeeltngen  tn  Bar- 
cellcnne.    X 1 1 1.  Reden  van  den  Stadtvooght  aen  den 
Onder-konmck:     XIV.  Vertreed,  van  de  Graef  geeft 
woedt  aen  de  verwanten.    XV.  hifi  om  Chabot  te 
trecken.    X  V I.  Fcrvolgh  van  het  werek.    X  V 1 1.  Ver- 
achteringh  der  Spaenfchefaecken.    XVIII.  Ontftelt  het 
eedt-gejpan.    XIX.  De  Graef  'fotckt  het  verraedt  te  ont- 
deden.     XX.    Bekommernis    der    eedt -verwant  en. 
XXI.  Nieuwe  aenflagh.    XXII.  Befluyt  tot  den  voort- 
gangh.    XXIII.  En  de  middel.    XXIV.  Gebreck. 
van  gevolgh  vet nietight  alles.    XXV.  Benauwt heydt  der 
Verwanten.      XXVI.    Begin  van  het  ontdecken. 
XXVII.  Batlltnvan  Mart  are  gevangen.    XXVIII.  Eh 
ter  doodt  gebracht.    XXIX.  Recht  over  de  andere  der 
Eedt-verwanten.     XXX.   Aqnlh  '  wnrdt  gevangen. 
XXXI.  En  onthooft.    XXXII.  Den  A  t  <■  GaUtcanes 
tn  de  Baronneffe gebannen.    XXXIII.  mtrr^enenvan 
affcheydt¥  _ 

™  "  Ec  4        XIV.  Ge. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


440        Treurige  Ge[cbiedenis  van 

XIV.  Geschiedenis. 

Y  hebben  in  onfe  voorgaende 
Gefchiedenis  genen  de  Vrou- 
wen op  onsTreur-toneel,niet 
flechteiijck,  hunrolle  fpelen, 
en  om  niet  te  haeft  van  dat  ge. 
flacht  af  te  fcheyden ,  moeten 
weder  yets  vrouwelijcks  te 
voorfchi  jn  brengen ,  en  defe  ftucken  te  famen  voe- 
gen ,  te  meer,  om  dat  fy  niet  meerder  in  plaets  be- 
hoorden te  verfchiïlen ,  als  fy  in  tijdt  verfchelcn  > 
hebbende  beyde  hun  bepalinge  een  weynigh  on- 
der of  boven  de  middel- eeuw. 

Na  het  verlies  van  de  flagh  van  Lerida ,  en  hec 
flecht  gevolgh,  dat  de  Franfche  hadden,  in  het  be- 
I.  legh  van  Tarragone.  De  Spangiaerts ,  die  tot 
Stact  van  daer  toe,  niet  hadden  getracht,  als  Arragon  te 
behoeden  en  behouden ,  maeckten  nu  groote  aen- 
flagen  op  Catalogne ,  voornemende  alle  macht 
aen  te  wenden ,  om  de  Franfchen  van  daer,  na  over 
gene  zijde  van  het  Pyreneefche  geberghte  te  ja- 
gen. Hun  wapen  macht  was  overwinnende  en 
veel  ftereker  als  de  Franfche  ,  het  volck  in  eeji 
groote  ontfteltenis  •  de  medeftanders  (eenige  by- 
fondere  uytgefondert)  van  die  Kroon,  waren  in 
hun  y ver  vry  verkoelt.  En  die  van  Spangien ,  in 
tegendeel,  die  nu  langen  tijdt  fulck een  gelegent- 
heyd  verwacht  hadden ,  geftelt ,  om  alles  te  doen , 
tot  voordeel  van  die  Kroon.  Indefeftandtvan 
faecken ,  vonden  de  Sraets  dienaers  van  Madrid 
geen  faeck  dienftiger,  als  binnen  Barcellonne  een 
faétie  ofaenhanghtemaecken,  dewelcke  binnen 
korten  tijdt  machtigh  wordende ,  met  hulp  van 
eenige  troepen ,  en  hyftant  van  de  fcheeps-macht , 
defelve  Stact  fou  konnen  wederbrengen,  onder 

de 


den  ooi 
logh  tuf- 
fchen 
Vranck- 
rijck  cn 
Spangien, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


AQjlILLES. 
den  Koninck 


van 


441 

van 


Onuffre 

de  gehoorfaemheydc 
Spangian. 

De  Hartogh  Toralto,  beftierder  en  vooght  van     |  ï# 
i'Tarragone,  die,  ter  oorfaeck  van  fijn  gebuer- Toelcgh 
jfchap ,  meer  onderhandelingh  en  onderlingh  ver-  °P  Bar- 
sftandt,  met  de  Catalanen  had ,  kreegh  lalt  en  or-  nDC* 
5  dere ,  om  daer  toe  foo  veel  behendigheden  te  ge- 
1  bruyeken,  als  hy  konde ,  en  de  grontflagh  van  den 
saenhangh  te  leggen,  die  men  aldaer  wilde  aen- 
i!>j  houden.    Dees  Herrogh ,  kennende  de  woelen- 
'4  de  geeft,  en  de  ongeruften  aerdt ,  van  Hypolite 
i  d' Arragon ,  fiaronneHe  d'Alby ,  het  aenfien  en  de 
Q  in wickelingen die  fy  binnen  Barcellonne had ,  als 
1  mede  haer  onfeylbare  genegentheyc  tot  de  Spaen» 
>  fche  Kroon j  oordeelde,  fich  niemandt  beter  te 
>.  konnen  toevoegen,  of  een  faeck  van  fulck  een 
c  belangh  te  vertrouwen ,  als  haer. 

Defe  Vrouw  was  oorfpronckelijck  uyt  Arra- 
gon  ,  en  gecrouwt  met  de  Baron  d'Alby  ,  een 
man  van  groot  aenfien  en  treffelijcke  ftaet ,  io 
Catalogne:    De  verfcheydenheydt  van  belangh  AüyaB 
en  neyginge ,  gevoeght  by  de  ttrijdigheydt  van  dc  Baron- 
hunne driften  en  eygenfehappen ,  het  onhebbe-  ncflè 
lijfik  gelaet  van  den  eenen,  eo  al  te  groote  ga-  dAlby« 
lanterije ,  en  aerdi^heyt  van  den  anderen ,  maeck- 
te  dat  de  man  fin  vrouwe  tegelijck  met  de  Span- 
giaerden  haette ,  en  dat  de  vrouw , van  geen  faeck 
meerder  afkeer  had  ,  als  van  haer  man  ,  en  de 
Franfchen. 

Defe"  Baronnefle  had  ongemeene  hoedanighe- 
den, foo  wel  als  fchoonheydtj  ja  foo  veel,  als 
eenige  vrouw  van  haer  Lantaerdt ,  en  geeft ,  meer 
als  een  van  onfe  tijdt.  Behalven  dé  behaeghlijck- 
heydt  van  haer  vrouwen  aerdt ,  had  fy  al  de  koen. 
heydt  van  ons  geflacht,.  een -volkomen  kennifle 
yan  alle  dingen ,  en  een  wonder  li  jek  beleydt ,  om 

Ee  5  dc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


IV. 

Die  deel- 
achtig h 
aen  het 
venaet 
wort. 


442  Treurige  Gcfcbiedenisvan 
de  alderfwaerfte  faecken  uy  t  te  voeren  >  alfoo  we 
als  de  alderteederfte  :  voor  de  reft ,  was  fy  wel. 
luftigh ,  en  uytfteeckende  beminnelijck  ,  niet  al. 
leen,  door  de  betooveringen  van  haer  vleefchelijc 
ke  dartelheydt ,  maer  oock  bequaem  om  felfs  de 
onthoudinge,  en  geregeltheydt  te  mirprijfen ,  van 
defe  die  den  naem  van  eerlijcke  vrouwen  dragen , 
of  ten  minften  die  noch  eenige  welftandt  behou- 
den; invoegen  dat  die  felve  geeft  ,  die  haer  het 
gemeene  goetduncken  dede  haten  ,  dede  dat  fy 
felfs  een  overfpel  niet  van  de  handt  wijfenkon, 
daer  fy  wel  veel  in  haer  gelijcken  vint  >  maer  wey- 
nige  als  fy ,  die  met  fich  te  voldoen ,  lïch  felven 
niet  ontliet,  een  groote  t'famen-fweringh  aen  te 
rechten ,  en  het  verval  van  een  geheelen  Staet  te 
ondernemen. 

Defe  Vrouwe ,  ten  minften  foodanigh  als  ick 
haer  heb  afgebeeldt,  wierdt  dan  verkoren,  om  het 
geheym  van  de  faeck  te  worden  toevertrouwt ,  en 
alle  dingen,  na  dat  fy  het  dienftigh  achte,  te  be- 
llieren. De  twee  wefentlijckeHooft-ftucken, 
daerdeHartoghToralto  en  fy  malkander  in  ver- 
ftonden ,  waren  cerftelijck  den  Abt  de  Gallicans , 
Afgefant  van  de  Geeftelijckheydt ,  te  winnen, 
die  genoeghfaem  het  hooghftegefagh ,  ja  volko- 
men macht,  over  aideGeeftelijckheyt vanCa- 
talogne  had ,  en  het  werck  alfoo  te  befteecken , 
voorts  dat  Onofre  Aquilles  ,  door  haer  middel , 
mocht  worden ,  Schatmeefter  van  den  Koninck 
van  Hifpanien,  fijn  geit  in  handen  krijgen ,  om 
het  felve  aen  nutte  en  noodige  lieden  uy t  te  dee- 
len  :  volgens  de  ordere,  dewelcke  hy  ,  van  de 
Baronnefle  fou  ontfangen.  Onofre  Aquilles 
was  geen  geboren  Edelman,  maer  van  dele  goe- 
de huyfen,  die  men  Patricy  of  Heeren  kinderen 
Roerat :  cn  daer-en-  boven  had  een  Onder-komnck 

van 


In* 

■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Onuftre  A^uilles.  44$ 

rif  an  Catalogne  hem  doen  edel  maecken ,  ter  oor- 
beek van  eenige  groote  dienften ,  in  faecken  van 
obelangh.  Hy  was  feer  rijck  >  had  veel  vrienden, 
£  was  wel  gemaeckt  van  perfoon ,  feer  beleeft ,  ze- 
rdigh,  en  in fchijn  feer  gcheym :  invoegen,  hyby 
i-memande  in  vermoeden  konde  komen ,  al  had  men 
al  geweten  ,  dat  hy  geit  aen  byfondere  lieden  ge- 
;  geven  had.  Het  welcke  feer  dienftigh  was ,  tot 
het  voornemen  van  de  Baronnefle ,  waer  van  fy 
)  fich  diende  als  volght. 

Defe  Onoffre  had  van  over  eenige  jaren  haer    v.  , 
genegenthcyt  toegedragen:  maer  gelijckfy  ,tot mm™* 
cïaer  en  toe ,  geen  groot  werek  van  hem  gemaeckt  om  onof- 
had ,  foo  vergenoeghde  fy  fich ,  om  hem  te  hande-  f«o  te 
len,  als  een  perfoon  die  verdient  bemint  te  wor- trc<keB' 
den  -  en  van  dewelcke  men  niet  het  uyterfte  be- 
geert.   Maer  nu ,  de  wijl  fy  niet  anders  focht ,  als 
hem  t'eenemael  te  winnen,  voorquamfy  zijnbe- 
leeftheden ,  op  de  eerfte  ontmoetinge ,  en  trock 
wel  haeft  fijn  belanch  tot  haer. 

Defe  eertte  foetheydt  was  hem  byfonderge- 
-  voclijck,  hy  fprack  tegens  haer  van  min  •  fy 
hoort  het  aen ,  hy  doet  haer  groote  verklaringen , 
fyontfanghtfe  ,  hy  wordt  de  alderhevighfte  min- 
naer  ter  werelt ,  en  fy  fchijnt  feer  geraeckt  te 
zijn. 

Op  feeckeren  daghbefloot  hy ,  niet  meeralfoo 
te  quijnen , en,  meteen ongemeene drift ,  gelijck 
de  hevighfte  minnaers  gewoon  zijn,  verfocht  om 
haer  te  genieten.  De  Baronnefle  die  niet  an- 
ders begeerde,  als  hem  in  delen  ftaet  te  fien ,  ant- 
woorde ,  dat  fy  gereed  was  fijn  liefde  te  voldoen , 
maer  dat  fulcksmoft  zijn,  onder  feeckere  voor- 
waerden,  die  evenwel  billijck  en  gerechtigh ,  ja 
felfs  eerlijck  voor  hem  waren.  Hy  beloofde  al- 
les ,  en  verfocht  allcenigh  tc  weten ,  wat  men  van 

hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


VI. 

Die  fich 
mede  in- 
wickelt. 


444  Treurige  Gefcbiedenis  van 
hem  begeerde.  Sy,  na  dat  fy  veel  fwareeedeq 
hem  afgeverght  hadde  ,  van  niet  te  openbaren  als 
methaerordere,  gaf  hem  te  kennen ,  dat  deKo- 
ningh  van  Spangien ,  voornemens  was ,  een.groo^ 
ten  aenhangh  binnen  Barcellonne  te  maecken, 
dat  men  haerdeeerhadgedaen ,  van  hetgeheyn* 
daer  van ,  aen  haer  te  vertrouwen ,  en  dat  hy  ge» 
koren  was ,  om  de  uytdeeler  van  het  geit  te  zijn, 
Indien  hy  dan  genegen  was ,  vervol ghde  fy ,  fijo 
Prins  en  Vorft  tc  dienen,  dat  fy  hem  gaerne  alles 
wilde  toeftaen. 

Onoffre  Aquilles,  een  menfch  van  een  feer 
foeten  aert ,  hebbende  oock  eenige  ondervinding^ 
in  de  faeckendes  werelts,  zijnde  oock  verre vaa 
geweldigheden,  die  hy  in  defe  faeck onfeylbaer 
te  voren  fagh,  bleef  heel  opgetogen ,  door  defen 
onver  wachten  voorflagh.  Hy  vertoonde  haer, 
dat  fulcks  was  het  gemeene  Vaderland  verraden,, 
en  een  fchvickelijcke  irouwloof  heyt ,  tegens  den 
Koninck  V3ti  Vranckrijck  be^aen.  Maer  fy  bleef 
vaftbyhaer  voornemen  en  liet  niet  na ,  hem  fijn 
fwackheydt  van  gemoed,  ert  kleyne  liefde  tegens 
haer ,  te  verwijlen,  hem  te  vertoonen,haer  gene- 
gentheydt  om  hem  te  voldoen ,  fonder  dat  hy  haer 
wilde  voldoen  ,  vorders  fijn  ondanckbaerheydt 
tegen  den Cathoiijcken  Koninck,  nademael  hy, 
alleen  door  fijn  gunfi  en  genade,  het  voor-recht 
van  den  Adel  genoot. 

Hy  die  fich  door  haer  redenen  aen  het  leven 
geraeckt  voelde,  en  dat  van  haer,  die  hy  foohe. 
vigh  beminde ,  nam  dit  vooröcl  van  fijn  verbmte- 
nis ,  aen  den  Spaenfchen  Koninck ,  feer  gaerne  op. 
Hy  wilde  gelooven,  enkonde  fich  verfeeckeren 
(om  aen  defe  vrouwe  te  behagen)  dat  hy  met  aller 
eer,  defe  nieuwe  belangen  mocht  aenneraen,-  en 
om  hetallesmetweynighwoordentefeggen,  hy 

ge- 


1 

m 
v] 

V 


IK! 

i 


■Ét 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


I 


ONUFFRE  AQJOILLES.  44$ 
noothaeren  wierd  trouwloos ,  e»  beveftighde 
enighmael  het  felve  met  diere  ceden»  Hierop 
volghde  een  volha*  dinge  in  hun  by-een-komft , 
en  alfoo  bleef  OnofFie  eenonfcheydbaer  lidt  van 
defen  aenhangh. 

De  Üaronneflc  hid  een  brief  van  den  Kooinck » 
.oor  den  Abt  de  Gallicans ;  macr  fy  ftclde  uyt 
hem  defelve  over  te  leveren ,  tot  dat  fy  Onoflfre 
fou  gewonnen  hebben,  om  dat  fy  geloofde,  dat  hy   y  J 
een  groot  vnendt  van  den  Abt,  en  dienvolgens  de  AU  00*k 
bequaemfte  man  was,  om  hem  te  bewegen ,  ge- den  Abt  de 
'lijck  fy  in  dit  hier  gevoelen  geenfmts  bedrogen  Gallkans. 
was.    Want  ter  nauwer  noodt  had  fy  hem  den 
brief  vertoont ,  of  hy  verklaerdefcch  viywilligh , 
en  opentlijck  voor  hen. lieden,  tn  hielp  hen  van 
die  uer  af  aen  middelen  overleggen  ,  om  hun 
voornemen  tot  een  goet  eynde  te  brengen. 

Dele  volveerdigheyt  in  het  beftuyten,  om- 
trent een  faeck  van  fulck  een  btlangh,  quam 
voort ,  uyt  de  genegenthey  t  die  hy  altoos  de  Span- 
iaerden  had  toe  gedragen  ,  en  men  k3n  nauwe- 
jjeks  feggen ,  wie  hier  meerder  büjtfchap  ont- 
fingh ,  of°hy,  over  de  openbaringh  die  men  hem 
deed ,  of  fy ,  die  deftivc  dede  over  de  volle  toe- 
ftandt,  die  hy  gaf. 

D'Abt  bleef  in  geen  gebreken ,  het  Hof  ant- 
woordt te  fchrijven  :dat  hy  den  brief  ontfangen 
had,  gelijck  oock  de  BaronnefTe,  den  Hartogh 
Toralto  ,  beneffens  eenige  andere  ttaetdienaeis , 
onderrechte,van  het  geluckigh  begin  van  hunne 
faecken.  Als  doen  was  het,  dat  fy  hun  voorne- 
men eenige  gedaente  wilde  geven,  het  welcktot 
noch  toe ,  niet  anders  als  overhoop  in  hun  harflè- 
nen  gelegen  had.  Tot  Madrid  hielden  de  Spaen-  V 1 1  L 
fche  oock  verfcheydene  raetflagen ,  om  oock  op  j^'J// 
middelen  te  dencken ,  om  den  handel,  en  fulck  een  gchondciu 

groo- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


446         Treurige  GefchiedenU  v*n 
grooten  toelegh  wel  te  beftiercn.  Tot  Barcelon  < 
uc  hadden  onfe  drie  eedt  ver  wanten  de  felvebej 
kommernis ,  en  na  dat  men  over  handts  verfchey. 
deonderrichtinge  had  over  en  weder  gefondenr 
wierdt  ten  laetften  beflooten ,  dat  de  gantfchcr 
tijdt ,  die  noch  tot  de  naefte  velt-toght  overig! 
was ,  befteedt  foü  worden  ,omaenhanghfeis  vooi 
ix.'   den  Koninck  van  Spangien  te  winnen ;  om 
leücllin-  Onuffrio  geit  te  doen  hebben ,  om  daer  door ,  dit 
jen  yandcgene>  «-jaer  men  fich  op  vertrouwen  mocht,  t< 
■CS?"     winnen ;  onder  welcke  tijdt  oock  de  Baronnefl( 
brieven  van  vergiffenis  uytdeelde ,  aen  diefe  be- 
geerden te  hebben.    Dat  vorders  ,  wanneer  d 
weck  in  ftaet  van  wereken  fouzijn ,  de  Scheeps 
vloot  voor  Barcellonne  fou  komen ,  en  dat  vijf  of 
fes  duyfent  man,  van  het  heyr  fich  voor  de  mueren 
van  Barcellonne  fouden verwonen,  gelaetmaec-3 
leende  van  hen  te  willen  belegeren.   Dat  daer  op? 
den  Abt  de  Gallicans ,  den  algemeenen  Raedt  fou 
doen  vergaderen ,  al  vvaer  hy ,  de  Catalanen ,  door 
een  lange  aenfpraeck,  fou  vermanen ,  fich  met  den 
Koninck  van  Spangien  weder  te  vereenigen ;  dac 
hy  op  fich  nemen  fou,  de  verfoeninge  te  doen,  tot 
voordeel  van  hetLandtfchap  uytvallen.   En  in- 
dien deColonel  die  zijdeniet  wilde  aenvaerden , 
dat  hy  alsdan  uyt  deStadt  fou  gaen,  en  gaende 
voor  al  de  Geeftelijckheydt ,  daer  hy  na  fijn  wille 
mede  konde  leven,  de  eerfte  fou  zijn  om  uyt  te  roe- 
x      pen,  Vryheyd$>  vrybeydt ,  vtrdragh  mtt  Spangien.* 
wijfevan  En  dat  op  het  felve  geroep ,  die  van  den  aenhanghi* 
u/tvoe-    de  wapenen  fouden  aennemen  ,  de  Gevangen-if 
«ngc      huyfen  opbreecken,  fich  van  de  Terfanne  ver-.- 
feeckeren  (zijnde  een  fchip  en  wapen. plaets , 
uytfiende  op  de  Zee)  om  daer  de  Spaenfche  ge. 
vangens  uyt  te  lichten,  diealdaerbewaert  wier- 
den ,  dat  ter  felver  tijdt ,  de  krijghs-lieden  van  de 

Vlot 


Onuffre  A <^uil les.  447 

otc  van  boort  fouden  komen ,  en  hun  befte 
doen  van  de  zijde  van  de  Zee ;  daer  fy  fouden,door 
die  van  den  aenhangh  vervracht  worden  >  terwijl 
,)de  andere  tc  lande  oock  van  die  zijde  begoften* 
üdaer  menfe  mede  helpen  foude. 

Dit  befluyt  dan  aldus  genomen  zijnde ,  bego- 
ftenfy  hun  handel  aen  te  leggen ,  niet  opentlijck  , 
maer  ftil ,  vergaderende  vall  vrienden  van  alle  kan- 
ten ,  verklcynende  de  ftaet  van  Vranckrijck  *  en , 
I  als  met  fmart  te  voren  feggende ,  dat  de  Spuenfche 
\  wel  haeft  geheel  Catalogne  fouden  onder  üch 
hebben:  dus  beklaeghde  üch  elck  over  de  tegen- 
woordige ftaet ,  en  menighten  wierden  'er  gevon- 
en,  die  de  Werck-meefters  verfoeyden,  vandc 
vryheydt  daer  fich  de  Catalanen ,  quanswijs  in- 
geftelt  hadden, 

Defe  redenen  wierden  des  te  vrijer  gevoert» 
om  dat 'er  als  doe  geen  Onder- koninck  in  de 
Landtvooghdy  was,  zijnde  de  MarfchalckdeLa 
Mothc ,  geduerende  defeonorder,te  huys  ontbo- 
den.   Doch  daer  was  bericht,  dat  de  Graef  van  Ko*j[#va 
Harcourt  in  Catalogne  quam  gebieden ,  met  veel  de^Graef 
troepen  verfch  volck.    Dit  hieldt  de  alderdrif-  d'Hctcout 
richtte  gemoederen  op  die  in  Spangien  waren;  «ceft  het 
defe  wilden  wachten  op  de  uytkomft  van  die  aod<;r 
faeck ,  en  hadden  alreedts  berouw  het  werek  foo  wefe* 
verre  gebracht  te  hebben.    D'Aenhanck  der 
Franfchen  in  tegendeel,  en voornamentlijck het 
ik  gemeene  volck ,  kreegh  hier  door  een  nieuwen 
raoedt  •  en  het  groot  aenfien  van  den  Graef  de 
Harcourt ,  dede  een  yedcr  hem  met  verlangen  te 
gemoet  fien. 

Hy  dan  komt  eyndelijck  met  een  prachtige» 
toeftel ,  die  de  livreyen  van  de  Koninck  noch  veel 
heerlijcker  en  aenfienlijcker  maeckten ;  hy  wiert 
oock  feer  treffelijck  onthaelc,  en  men  dede  hem 

een 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Verdec- 
linge  in 
Barccl- 
lonne. 


44  g        Treurige  Gefcb'teiems  van 
een  foo  aenücolijcke  intrede,  als  men  den  Konindf 
felfs  fou  hebben  konnen  doen. 

Geduerende  fijn  verblijf  tot  Barcellonne, 
wierden  buyten  gemeene  koften  om  hemgedaen. 
En  alfoo  wies  de  moedt  meer  en  meer  der  Cata- 
lanen, dieaengemercktonfentoeftel,  ter  Zee  en 
te  Landt,  aireede  ftaet  maeekten,  de  Spaenfchen  te  i 
verdrijven ,  tot  Madrid  toe. 

Onder  dies,  de  Graef  de  Harcour  ,  die  geeal 
groot  vriendt  van  den  Marfchalck  de  La  Mothei 
was,  om  dathy  geloofde,  dat  hy  met  fijn  vyan* 
den  en  voornamentlijck  den  Hartogh  van  Lon- 

fueville,  aenfpande,  deed  onderfoeck  aoor  fijn 
4eef  Chaboth .  die  eenigen  tijde  in  Catalogne 
had  gedient,  en eenige andere,  wie  tijn  vrienden 
of  vyanden  waren ,  om  fich  daer  als  een  aenhangh 
van  te  maecken ,  en  ongevoelijck  de  andere  te  ver- 
derven. .   _,  : 

Men  heeft  twee  nijdigheden  m  Catalogne, 
vandewelcke  Don  Jofephde  Marguerit ,  Landt- 
vooght,  Hooft  van  de  eene  ,  en  Don  lofeph 
d' Ardenne ,  en  de  Regent  hoofden  van  de  andere 
zijn.  Beyde  hebben  fy  ftaet  genoegh,  en  beyde 
zijnfe  van  feer  aenficnlijcke  Huyfen.  De  eerlte 
in  niet  te  groot  van  moedt  >  maer  vaneenonge- 
looflijcke  wackerheydt,  en  altoos  ingefpannen 
om  teontdecken,  wat 'er  tegens  het  belangh  der 
Catalanen  *  fou  mogen  gefmeedt  worden ,  voor 
de  reft  machtigh  in  de  Raets- vergaderingen,  en 
voornamentlijck  onder  de  Gemeente.  Don  lo- 
feph d'Ardennc ,  is  feer  deftigh  en  moedigh ,  en 
voor  het  meefte  gedeelte ,  onderftut  door  het  oor- 
loehs-volck :  en  gelijck  als  van  al  de  Ridders  en 
die  van  den  Adel  >  niet  foo  kloeckfinmgh  als  d  an- 
der, maer  die  zemeenlijck  den  racdt  van  den 
Regent  gebruyekt. 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Onuffre  Aqjiilles.  449 

De  Graef  van  Harcour,  in  de  plaets  van  defe 
verdeelingen  te  vernietigen  ,  verklaerde  fich 
opentlijck  voor  Don  lofeph  d'Ardenne  ,  en 
maeckte  fich  alfoo  verdacht  aen  den  Stadvooght , 
cn fijn  vrienden.  Die  langh  gearbeydt  hebbende , 
om  de  gunlt  van  denOnder-koninck  te  winnen, 
i  maer  te  vergeefs ,  de  vryheydcopfich  nam,  van 
I  hem  op  feeckeren  tijdt  aldus  aentefpreecken. 

Indien  het  al  niet  was ,  dat  fich  den  Heer  Onder ~  -^.^jj* 
•<A  kpninel{_voor  mijn  vyanden  verklaert  badde  :  icl^fou^  Stadt. 
'iQf  wel  plomp  \tjn ,  indien  ickjiiet  vermerckje  de  afkeer  die  vooght 
..  hy  van  my  heeft.    Zfdert  ick.de  eer  heb  gehadt  delaft 
.    te  bedienen ,  die  icl^  bedien ,  geloof  ick.  niets  te  hebben  konnillckt 
"jm   vergeten ,  het  geen  den  dien  ft  van  den  Koninckmagh  be- 
langen.  Van  dieswtgen geloof  ickgeenfwts  Heer ,  dat 
ghy  qualijck,  k°»dt  voldaen  ify*.    Maer  ickfuwel  dat 
mijn  ongeval  elders  van  daer  kpmt.    Ghy  tyt  te  meten 
gekomen  ,  dat  ickjian  debyfonderfle  vrienden ,  van  den 
.    Marfchalck.  de  La  Moth'e ,  ben  geweefï.    En  ghyfiet 
wel ,  dat  in  alle  voorvallen ,  in  dewelcke  icl^  hem  ver- 
magb  te  dienen,  ic^fidck*  doe  met  vreugbde.  Htttf 
■    itaer ,  dat  icl^altoos  Vaft  fal  fijn  aen  fijn  belangh  j  maer 
I   fulckj  behoorde  u  eenigc  acbtit.ge  voor  my  te  doen  heb- 
l    ben.    De  Marfchalck.  de  La  Mothe ,  heeft  my  foo  veel 
als  gemaeckt  >  het  geen  ick.  ben  ,  en  foo  ick  daer  van 
geen  erkfnteniffe  droegh  ,  foo  mocht  uwe  Hoogheydt  my 
met  recht ,  van  or.danckbaerheydt  befchuldigen.  Hy  is 
in  degtvanckenis ,  en  ghy  tyt  in  Catalogne.  lcl^geloof 
niet  dat  uw  belangen  fooftrijdigh  qjnjat  /c/^/ïj  w  vrient 
niet  fou  kpnnen  qjn ,  fonderu  temifnoegen:  uyt  het  ge- 
ne ick.  voor  hem  hebbegedaeny  ftaetuteoordeelenfwat 
ghy  vanmijngetroüwighcydt  te  verwachten  hebt ,  indien 
het  u  aengenaem  is ,  dat  icl^u  dienaer  ben. 

De  Graef  van  HarCour  was  feer  verwondert 
over  defe  aenfpraeck ,  en  na  dat  hy  had  geant- 
woordt  door  eenige  redenen  ,  die  geen  befluyc 

F  f  maeek* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XI  V. 

Vettreck 
van  den 
Graef 
geeft  moed 
aen  de 
Verwan- 
ten. 


XV. 
lift  om 
Chabot  tt 
trecken. 


4  rp        Treurige  Gefcbiedenis  wn 
maeckten,  liet  hy  den  anderen  henen  gaen,  flcch-lj; 
telijck  voldaen  van  de  moeytc,  die  hy  genomen  i 
had.    Die  ftelde  de  Stadtvooght  en  die  van  lijn  j 
zijde ,  buyten  hoop ,  van  fich  oy t  met  den  Onder-  • 
koninckte  lullen  konnen  vereenen ,  en  bcvettigh,! 
de  den  anderen  aenhanck  in  het  gevoelen ,  van  ficbj 
altoos  te  lullen  konnen  verfeeckeren  van  lijn  I 
gunft  :  DorTlofeph  d'Ardenne  de  Regent,  en  I 
tenige  andere  van  hun  medeftandérs ,  waren  ner-l 
eens  op  uyt ,  als  dm  hun  vyanden  t'onder  te  bren- 1 
gen  •  maer  de  Baronnefle  d' Alby ,  en  de  reft  van  \ 
de  Eedt-verwanten ,  waren  wel  vergenoeght, van 
een  fco  bequame  gelegentheyde ,  van  de  belangen  i 
van  fijn  Catholijcke  Majefteyt  gevonden  te  heb- 
ben.    En  in  der  waerheydc,  de  handelingen  en 
Brigues  gefchieden  zedert  in  ichi/n  tegens  den  j 
Stcdevooght,  maer  heymdijekenmet  waerheyc  i 
voor  Spangien. 

Omtrent  defe  tijdt  vervaerdighde  fich  den 
Onder  koninck  na  het  heyr  te  trecken ,  het  welc- 
ke  onfe  Eedt-verwanten  met  vrcughde  verfton- 
den.  Maer  Hypolite  en  haer  Vertrouwden, 
achten  noodigh  te  zijn ,  ecnige  Franfchen  op  hun 
zijde  te  trecken»  door  middel  van  dewefcke ,  ly 
van  alles  konden  onderrecht  worden.  Sy  dan  r 
wierpen  het  oogc  op  Chabot ,  als  een  man  zijnde ,  - 
eeli  jek  fy  begeerden.  Het  was  den  goeden  Neet 
van  den  Önder-koninck,  en  vyandt  van  den  Stede- 
voocht ,  en  al  fijnen  aenhangh.  Hy  was  met  loos 
genoegh,  om  ter  degen  te  ontdecken  wat  die 
eedt-eefpan  voor  had ,  en  wat  men  voor  den  Ko- 
tóinck  van  Spangien  deed  :  daer. en- boven,  een 
ydel  opceblafen  menfeh ,  licht  van  aert,  enloo, 
Sanigh  moft  hy  zijn ,  om  hen  te  dienen  >  tot  ont- 
deckinge  van  alles:  Sy  dienden  fich  van  drie  mid. 
delen  lm  hem  te  winnen  ,  waer  van  de  mmfte 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Onuffre  Aqjjilles.  451 

daer  meer  als  macluigh  genoegh  toe  was. 

De  eerfte  hingh  aen  de  BaronnefTe  d'Alby, 
ie  hem  tot  liefde  fou  vcrlocken ,  daer  Onuffre 
Aquilles,  fichniec  tegen  ttelde,  'tzydat  hyniec 
geloofde  >  dat  het  daer  toe  fou  komen ,  of  dat  fijn 
j  liefde  door  het  genieten  alreedts  verkoelt  was, 
v.  en  het  veel  meer  hun  gemeen  beiangh  was  >  dac 
i  hem  te  famen  hieldt  als  fijn  liefde. 

Oe  tweede  middel  wierdt  bellek  door  Aquil- 
1  les  felfs,  en  dat  met  een  goec  gevolgh :  hy  was 
*<s  een  mm  van  eenaengenaem  byzijii;  en  een  geeft 
i  die  fich  lichtelijck  in  de  gunlt  indtongh.  Op 
:-j  feeckeren  d.igh ,  als  hy  een  langh  onderhoudt  mee 
Chabot  hadibreyde  hy  fichnytop  fijn  verdien- 
den, d.'.er  by  voegende,  dat 'er  geen  ftaet  was  , 
:  daer  hy  niet  fou  mogen  na  ftaen.    D*andere  ant- 
)  woorde  hem  met  een  gelijcke  manier  en  toon: 
1  Indien  icl^my  ttiet  bedriegh ,  het  itwaer,  daticl^ge- 
.  nnegh  van  afk.omfi,  en  genoeghfaem  indenoorlogh  ge* 
c  oeffent  ben ,  -ijnde  een  oudt  Bevelhebber  ,gelijck  ick  ben , 
om  V(ts  te  dtrven  verhopen  ■  maer  tegenuwordigh  %tjn 
'•'1  het  de  verdienden  alleen  niet,  die  de  menfehen  tot  fïaet 
'  brengen ,  men  moet  gefagb  >  tn  het  geen  noch  foaerdtr 
\  ü  te  bekpmen  ,  geit  hebben  ,  om  te  konnen  voldoen  :  wat 
Ji  my  aengaet,  ic\f,ü  u  vryborjligb  uy  tl  eggen,  dat  ick 
1  ben  afiiomfligh  uyt  eenHuys  dat  genoegh faem  t' onder- 
gebracht is.    En  daer  op  verhaelde  hy  hem  al  de 
;  ongelegent  heden,  zedert  de  vervolginge  van  den 
I  Cancelier  Poiet,  tegen  den  Zeevooght  Chabot, 

•  I  toe  aen  den  tegenwoordigen  ltandt  van  fijne  faec- 
I  ken.    Aquilles  gaf  hem  tot  antwoordt ,  dat  een 

yeder  fijn  gefagh  wel  kende,  en  wat  geltbelanjht, 

•  dat  het  een  eerlijck  man  daer  aen  noyt  ombreeckt, 
dat  hy  de  minfte  van  fijn  dienaren  was,  maeral- 

>  toos  duyfent  piftoletten  tot  fijnen  dienft  had. 

D«fe  aenbiedinge  was  te  goet  om  niet  aenge- 
,5  F  f  z  nomen 

L_  


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4<2        Treurige  Gefchiederits  vtn 
nomen  te  worden ,  en  men  maeckte  terftondt  dat 
het  selt  tegen  woordigh  was  •  .men  moet  dele  lot 
aenden  HeerChabot,  endievanlfijntterckie  gc 
ven,  dat  fy  meer  als  eenigh  volckinde  werelt, 
de  prijs  verhoogen,  van  weldaden  van  dien  aerd:. 
Hy  fprack  zedert  niet  als  van  de  geeft >  behaegh-  M 
lückheyt  en  edelmoedigheyt  van  Onoffre  Aquil- 
les  ,  en  om  hem  niet  t'eenemael  fchuldigh  te  blij-  . 
ven,  toonde  hy  hem  gunft  voor  gunft,  enge hjcK 
Aquilles  hem  geit  gdeent  had,  loo  vervulde  hy 
hem  dagelijcks  met  nieuwe  tijdingen,  tn  dat  wa-  j 
ren  de  koten  die  fe  fochten.    Door  defe  middel 
maeckteufe  een  wonderlijcke  vafte  v:  ïeodfchapte 
famen     De  darde  middel  nu,  diefe  aenwenden 
om  hem  te  winnen ,  is  al  te  geeftigh ,  en  te  wel , 
op  fijn  opgeblafen  imborft  genomen  ,  om  hier 
voorby  cegaen  te  worden. 

Sy  feyden  hem  een  middel  te  hebben  bedacht , 
tot  fijn  bevorderinge  ,  dewelcke  hen  niet  ver- 
werpelijck  fcheen  te  zijn  :  en  dat  hen  docht  dat 
hy  reden  had  te  ftaen  na  de  Landcvooghdy  van 
Catalonien ,  en  wat  hen  aengingh ,  dat  fy  foo  dap- 
perlijck  tegen  Don  Joftph  Marguerite  aen  fou- 
oen  caen ,  dat  het  hem  onmooghhjck  fou i  zijn  hen 
te  wederftaen.   En  dat  vorders,  Gch  dienende 
van  'tcefaeh  van  fijnen  Neef,  en  dat  van  firn  ey- 
t?en  felve,  hy  coede  middel  fou  vinden,  om  tot  die 
Lets  te  komen  *  dat  in  der  waerheydt  daer  wel 
een  faeck  was,  die  alleenigh  dit  voornemen  kon- 
de  verhinderen;  dat  is ,  dat  volgens  de  inftellin. 
gen  van  het  Landt ,  de  Landtvooght  een  Catalan 
moft  zijn,  maer  dat  die  fwarigheydt  wel  haeft  fou 
wechgenome^ 

naturalizeren.  Chabot  achte  hunne  voorflagh  £ 
feergoettezijn,  en  badt  hen  hun  forge  daer  om-  | 
ttent  tcbeftedeo,  enwathemaeogtngh,  hyfou  * 


Onuffre  A^uilles.  '  453 

_  de  zijde  van  het  Hof  arbeyden ,  en  was  wel 
werfeeckert  dat  fijn  broeders  hunel  en  aerdedaer- 
m  bewegen  fouden. 

Hier  op  nam  men  met  defelve  yver  fijn  af- 
cheydt :  Chabot  begaf  fich  nier  het  leger,  heb- 
nde  het  gemoedc  vol  van  defe  Ichoone  voor- 
gh.    De  andere  wonder  iijck  in  hun  (chick, 
efe  voorforge  te  hebben  ,  in  fulck  een  tengere 
eek  gemaeckt ,  bcgoften  met  goeden  ernit  te 
ereken ,  om  die  in  belangh  waren ,  met  geit  om 
e  koopen,  winnende  onder  fchijn  van  edelmoe- 
idigheydt,  die  vaifchelijck  edelmoedigh  waren, 
door  brieven  van  vergiffenis  de  vreesachtige, 
weckendede  geeft  der  Ridders  op  die  half  in  fiaep 
as  :  in  een  woordt,  latende  niets  onderfocht, 
m  hun  aenflagh  te  doen  gelucken.   En  niet  te 
vreden  foo  veel  loof  heden ,  binnen  Barcellonne , 
in  hetwerek  te  ftellen,  maer  fy  lieten  oock  hun 
ïgen  op  defe  gaen ,  die  rontfom  de  Stadt  woon- 
den.   Aldus  wonnen  fy  den  Bailiu  van  Mattaro , 
:  een  man  van  naturen  tot  zijdigheydt  genegen ,  en 
;<van  een  aenfienlijck  gefagh,  onder  de  medeftan- 
I  ders ,  en  de  Micheletten.    Defe  beloofde  hen , 
ofonderyemants  weten,  vijf  hondert  mannen ,  met 
I  daggen  en  piftolen  ge  wapent  binnen  de  Stadt  te 
Idoen  komen,  en  fich  felven  daer  mede  te  laten 
;ï vinden,  wanneer  het  hem  dienftigh  dacht,  om 
t  het  werek  te  helpen  uytvoeren.  • 

Siet  daer  de  ftaet ,  in  dewelcke  de  faecken  der 
)  Eedt- verwanten  ftonden ,  wanneer  fy  feer  onlufti- 
j  ge  tijdinge  voor  hun  aenvangh  ontfingen.  De 
}  Grave  d'Harcour,  die  niet  foo  feer  begeerde  als 
'i  met  de  vyanden  tefiaen ,  had  fijn  troepen  tot  aen 
1 }  de  Segre  voortgefet  j  maer  gelijck  fy  Lerida , 
•!  Ballaguier,  en  in  *t  gemeen,  alle  overtochten  in 
hun  gewelt  hadden was  het  hem  gelijck  als  on- 

F  f  i  rqoogh- 


xvr. 

Vervolgh 
van  het 
wetek, 


XVI  R 

Verachtc- 
lingh  der 
Spacnfchc 
faecken» 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4*4        Treurige  Gcfcb'iederiis  van 
roooghlijck,  om  met  hen  aen  het  treffen  te  ge*  J 
faecken,  zijnde,  gelijck  fy  waren  voor  een  Loof 
crooce  en  foelie  rivier  :  de  Franfchen  dan  zijnde  1 
lelijck  als  buyten  hoop,  om  tekonnenoverge-  • 
raecken  ,  en  leer  bevreeft,  een  onnutte  leger.;* 
tocht  te  doen ,  wierd  hen  door  twee  Catalaenfche 
Priefters ,  een  vond  gewefen ,  van  een  brugge  van 
koorden  voor  de  voetknechten,  oock  een  door- 
eanck,  hoewel  wat  fwaerengevaerlijckvoorde 
ruytery  getoonr.    Dit  valt  'er  dan  van  te  leggen  > 
dat  een  deel  van  het  Regiment  van  Champagne, 
zijnde  op  defe  wijfe  overgekomen ,  terftondt  m  de 
vlucht  floegh  al  dat  hen  aenquara ,  waer  door  daer 
na  de  reft  van  'theyrgemackelijck  volghde:  dat 
vorders  de  ftagh  van  Liorens  wan,  endcSpaen- 
fche  troepen  in  fulck  een  vreeflijcke  onordere 
bracht,  dat  indien  deGraved'Harcour,  diege- 
breck  aen  leeftocht  had ,  fijn  overwinmnge  yer- 
volght  had ,  men  had  de  faecken  van  Vrancki  ïjck 
x  v  1 1 1.  in  den  hooghften  top  aldaer  gefien.    Dit  maeckte : 
omftelt    een  groote  verflagentheyt  onder  de  Eedt- verwan- 
ten,  en  hoewel  de  voornaemfte  der  medeltan- 
ders,  op  alderhande  wijfe  hun  aenhangh  fochten 
voort  te  fetten ,  foo  was  het  dat  fy  begotten  te  U:n 
dat  fy  felvequalijck  bedacht  waren:  en  niet  ge- 
loovende  dat  de  oorloghs-macht  te  Lande  fou 
konnen  naerderen,  hadden  fy  goede  redenen,  te 
t  wijffelen  aen  het  gevolgh  van  hunnen  aenilagn. 

De  Raedt  inSpangien  had  geen  beter  gevoe- 
len, evenwel  om  alles  te  befoeckeri,  en  met  te 
verfuymen ,  gaf  men  laft  aen  den  Zeevooght ,  om 
fijn  ancker  voor  Barcelonnc  uyt  tc  werpen.  Dit 
wierdt  alfoo  gedaen,  maer  de  Stadtvooght ,  van 
die  plaets ,  hébbende  alreedts  eenigh  vermoeden , 
en  hier  over  nieuwe  onruft  geroeide ,  verdubbel- 
de de  wacht,  cn  ftclde  fulck  een  goede  ordere 

over 


het<  eedt 
gefpaa 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Onuffre  Aqjuilles.  455 
over  al,  dat  de  t'Samen-fweerders  tc  vergeef? 
ets  fouden  hebben  aenge  vangen. 
Soo  haeft  als  de  Graefd' Harcour  onderricht   x  ix.' 
wierdt  van 'r  gene  daer  omgingh,  fand  hy  Plellïs  T)c  Gracf 
I  Bezancon  daer  henen ,  om  alle  fijn  forge  te  befte- focckt  ,!Ct 
fc  den ,  tot  verfeeckeringh  van  de  plaets ,  en  ontdec-  omdeJ° 
I  kinge  van  verradery  ,  indien  'er  eenige  mocht  ke». 
>  fchuylen.    De  Scheeps- vloot  mctckende,  dat 
hun  verblijf  aldaer  vruchteloos  was,  keerde  we- 
der na  haer  havens,  en  Plellis,  korts  daer  acn ,  we- 
der na  het  leger,  fonder  yets  te  hebben  ont- 
deckt. 

Terwijl  de  faecken aldus  ftonden ,  Chabot  die 
noyt  fou  hebben  gedacht ,  dat  de  B^ronneflè  d'Al- 
by,  en  Onuffres  Aquiliesyets  fouden  hebben  wil- 
len tegen  de  dienit  vandenKoninck  vanVranck- 
rijck  aenvangen  ,  vervolghde  fijn  ommegangh 
met  hen ,  bracht  hen  dan  het  een  dan  het  ander 
nieuws  toe,  en  leende  vaft  nu  en  din  weder  geit 
in  de  plaets,  invoegen  de  fchuk  nu  al  tot 3000 
piftoletten  gerefen  was.  Aquilles  die  nu  alle 
hoop  verloren  had  ,  en  by  gevolgh  nu  met  geen 
ontdeckinge  meer  te  doen  had ,  wierdt  moeye- 
lijck,  dat  hy  een  foo  vrypoftigen  vriendt  gevon- 
den had ,  en  floot  de  handt.  De  Vloot  het  fich 
korts  daer  aen  weder  voor  de  Stadt  fien ,  blijvende 
daer  eenigen  tijdt ,  maer  vindende  niet  meer  uyt 
te  rechten  als  de  eerftemael,  wierdt  gedwongen 
weder  te  keeren. 

Ondertuiïchen  waren  onfe  Eedt-verwnntcn  in   x  x. 
de  meefte  bekommernis  des  werelts,  want  fy  wa-  ^°j"da 
ren  van  fich  felven  niet  machtigh  genoegh ,  om  £2t- 
fich  Meefters  van  Barcellonne  te  maecken,  en  verwanten, 
koften  vorders  niet  fien,  hoede  faecken ,  gelijck 
men  fe  met  het  Hof  van  Spangien  had  overg«- 
le^ht ,  tot  een  goet  eynde  fouden  konnen  gebracht 

Ff  4  wor- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefcb'tedems  van 
worden.  Sy  wierden  eenige  dagen  met  verfchey- 
de  gedachten  aengetaft,  niet  wetende  wat  fy  be- 
ginnen fouden ,  maer  vernemende ,  dat  men  feer 
fprack,  van  het  overgaen  vandeStadt  vanBala- 
guier,  w^ren  fy  ten  hooghften  bekommert  voor 
de  wederkomft  van  den  Graef  d'Harcour ,  het 
welcke  hen  een  vergaderingh  >  van  de  voornaem- 
fte vanheteedt-gefpan dede leggen,  ommetgoe- 
XXI.  den  einft  van  hun  belangen  te  handelen.  Defe 
N'clnWCi    cefchiede  ten  huyfen  van  Onoffres,  alwaerfich 
«ctiiagn.  öQnden  de  Baronne{re  d' Alby ,  den  Abt  des  Gal. 

licans ,  die  van  St.  Paul ,  Amingan ,  Serra,  Ferrier 
en  Ancona.  Aquilles  had  nu  alreedts  wel  ge- 
merekt ,  in  wat  fnooder  werek  fijn  minne-drift 
hem  ingewickelt  had ;  en  gelijck  hy  alienghfkenj 
fijn  ftiite  en  vreedfaemhey t  weder  tot  fich  kreegh, 
was  hy  geenfints  van  rade  dat  men  fich  tot  eenige 
geweldigheydt  fou  begeven  :  hy  bracht  oockby , 
dat  het  eenbelacchelijcke  faeck  was ,  te  wachten 
na  de  byftandt,  die  de  Spaenfchen  hadden  toege- 
feght  j  en  dat ,  wanneer  men  defelve  al  geheel  had , 
aengefien  de  forge  en  wackerheydt  van  den  Stadt- 
vooght ,  en  de  goede  ordre ,  die  Harcour  van  fijn 
zijde  medegeftelt  hadde,  endaer  bydealgemee- 
ne  opftandt  en  al-arm  van  alhetgemeenevolck, 
hen  t'eenemaei  onmooghlijck  fou  zijn ,  een  goede 
uytkomft  te  maecken;  dat  hetaenvangen  van  de 
faeck  gewiffelijck hun  verderf  met  fich  fou.de  fle- 
pen ,  daer  in  tegendeel  het  ilille  fitten ,  hen  op 
duyfentderhande  manieren  fou  konnen  behouden. 
Alfoo  miflfchien  de  t'famen.fweringh  niet  eens 
fou  voor  den  dagh  komen,  nademael  de  voor- 
naemfte  lieden  van  eer  zijnde,  daer  van  alleemgh 
grondige  kenniffe  hadden ,  en  dat  het  vermoeden , 
dat  de  middelbare  mochten  geven,  geenblijcks 
genoegh  mede  bracht ,  en  dat  men  indiergehjeke 


|  •; 

I  ^: 


i..- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Onuffre  AQuilles.  457 

jgelegentheydt ,  fich  foude  vergenoegen  eenige 
^geringe  ende  ellendige ,  tot  fpiegel  van  anderen , 
stc  doen  fterven  :  behalven  defe  redenen  ,  had 
•  •oiAquüles  noch  een  heymelijcke  by Tonder  ,  die 
meerder  indruck  maeckte  op  fijn  gemoedt ,  als  op 
dac  van  de  andere.    Hy  dacht  dat  zijnde  de  aen- 
vanger  en  voorltelder  van  een  raet  van  gematight- 
heydt  ;  fulck  een  fchijnreden  voor  fijn  vrienden 
fou  konnen  zijn,  om  by  Harcour  fijn  genade  te 
,  verkrijgen,  indien  hy,  by  geval,  befchuldight 
wierdt.    Maer  fulcks  anderfints  zijnde ,  dat  het 
onmooghlijck  fou  zijn  hem  te  behouden. 

Sijn  meeningh  was  redelijck  na  allen  blijck ,  en 
men  leght ,  dat  defelve  oock  aengenomen  wiert , 
wanneer  den  Abt  de  Uallicans  het  woordt  nam, 
fecgende :  Het  is  ons  felvengevleyt,  te  gelooven 
dat  onfen  handel  lange  fal  verborgenblijven  ,  in- 
dien een  eedt-gefpan ,  van  twee  of  drie  perionen , 
altoos  voor  den  dagh  komt ,  wanneer  men  daer 
lanckfacm  mede  te  werek  gaet ,  konnen  wydan 
**!ïje  eenighfins  hopen,  dat  een  gefpan,  daer  de  helft 
van  de  Scaet  aenvatt  is,  geheym  fal  konnen  blij- 
i&i  ven:  en  als  het  nu  komt  alles  ontdeckt  te  worden, 
wie  meent  ghy ,  dat  men  befchuldigen  fal  als  ons , 
die  het  al  hebben  gedaen.    Gclijckofhet  werek 
te  beleyden,  minder  mifdaedt  was,  als  dat  nyt 
.  te  voeren.    Al  die  in  diergelijcke  gelegentheden 
..5  een  goet  gevolgh  hebben  gehadt ,  zijn  daer  ftou- 
I  telijck  mede  voortgevaren ,  en  die  fich  daer  mede 
I  hebben  bedorven,  welckers  getal  vrylijck  groot 
i  is ,  die  hebben  fulcks  gedaen  door  fachte  en  ge- 
matighde  wegen. 

Dit  laetfte  gevoelen  trock  weder  de  toeftandt 
van  een  yeder ,  en  den  armen  Aquilles  moft  oock 
veynfen  het  felve  te  willen  volgen ,  keerendefich 
de  BaronnefTe  >  met  een  lacchende  mont  naer  hem 

Ff  5  toe, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXII. 

Befluyr  tot 
den  voott- 
ganck. 


XXIII. 

En  dc 
middel. 


XXIV. 
Gebteck 
van  ge- 
volgh. 
Vcrnie- 
tight  alles. 


4  j  8         Treurige  Gefcbiedenis  van 
toe ,  feyde  hem  ftillekens ,  het  is  mijn  gevoelen , 
dat  men  toe  het  alder  uyterfte  voortgaet ,  endad 
men  felfs,  alshetdaer  opaenkomt,  men  mijner» 
man  niet  fpaert ,  om  dat  wanneer  wy  van  hem  ont-ï 
{lagen  zijn ,  wy  malkander  konnen  trouwen.  Hec 
bt-fluyt  dan  genomen  zijnde,  overleyden  fy  een 
goede  wijl  de  middelen ,  maer  vonden  geen  ande-t 
re ,  als  veel  gewapende  in  de  Stadt  te  doen  ko- 
men ,  al  hun  vrienden  aen  te  manen  ,en  den  Over- 
fle  vin  de  Scheeps- vloot  te  laten  weten,  tegen i 
den  8-  van  Herfftmaent  te  komen,tegens  wekken ' 
tijde  fy  geloofden  gereedt  te  konnen  zijn  •  zijnde 
hun  meeningh ,  de  Sterckte  aen  de  Zee,  de  Spaen- 
fchen  in  handen  te  geven,  de  gevangeniiTen  te 
breecken ,  daer  menighte  van  Spangiaerden ,  die  i 
in  de  flagh  van  Liorens  gevangen  waren,  vaft  la- 
ten ,  voorts  te  poogen  üch  meefters  te  maecken. 
Van  de  Terfanne ,  of  het  Arcenael,  daer  de  flechte 
krijghs-lieden  faten,en  voorts  de  reft  uyt  te  wach- 
ten, en  indien  het  werek  niet  wilde  lucken  ,  te 
fien,  in  het  midden  van  de  beroerte  wech  te  maec- 
ken ,  ten  beften  fy  konden. 

Sy  verwachten  wel  met  groot  verlangen  defen 
acheften  dagh ,  maer  met  vveynigh  gcvolgh ,  alfoo 
deScheeps-vloot  niet  te  voorfchijnquam,  'tzy 
dat  den  Overfte  traegh  was ,  alfoo  hy  daer  nu 
cvveemael  te  vergeefs  was  ge  weeft ,  of  dat  hy  ge- 
breck  van  lijf-tocht  hadde,  gelijck  hy  daer  na 
heeft  verklaert,  en  het  felve  genootfaeckt  wasj 
in  fijn  havenen  te  gaen  halen ,  altoos  hy  het  den 
aenflagh  varen,  en  lietdeEedtverwanten,  buy- 
ten  alle  hoop  van  onderftant. 

Dit  <*af  een  vreemde  veranderingh  onder  hen- 
lieden ,  ?oodanigh  dat  defe ,  die  hun  hoop  het  al- 
derverfte  hadden  uytgefet ,  nualleemgh  wenfeh. 
ten ,  om  de  ftraf  te  mogen  ontkomen.    Sy  ver- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


|,  ONUFFB.E  AQjJILLES.'  4^9 

loonden  malkanderen ,  door  de  dierfteeeden  die  fy 
Iconden  bedencken ,  verklarende  tegen  een ,  liever 
luylentmael  te  willen  fterven ,  als  lich  onderlinge 
_cbeichu'digen.   En  toe  hun  ongeluck,  wanneer 
men  het  werek  begoft  tc  ontdecken,  was  hun 
.  ^rootfte  moeyte ,  om eenigc  vertrouwde,  daerfy  xxv. 
I  vermoeden  op  hadden,  en  eenige  geringe  onder- Benauwt- 
(handelaers,  dicfe  hier  en  daer  hadden  toe  ge-$g™££ 
-  h  bruyekt ,  wech  te  helpen.    Geduerende  defe  on-  lcn. 
:  gerultheydt  enmoeyelijckheden ,  komt  de  Graef 
d'Harcour,  aen  wie  nu  fich  Balaguier  had  over- 
gegeven, tot  Barcellonne,  daer  hyal  de  eer  ont- 
lin^h,  die  men  een  overwinnende  Onder-koninck 
foifkonnen  acmioen.    De  alderfchuldighfte  wa- 
ïi  ren  die  gene ,  die  de  mcefte  teeckenen  van  vreugh- 
de  deden,  en  over  fijn  wederkomft  ,  en  over  lijn 
geluckigeveldt- tocht.    Maer  al  dat  verhinderde 
hem  niet  om  fijn  belt  te  doen  tot  het  ontdecken 
,  van  defe  t'fimen-fweringe ,  en  om  daer  toe  te  ko- 
men ,  beftede  alle  mooghlijcke  middelen.  Hy 
i  beloofde  iliafloof  heydt ,  ja  geit  on  vergeldinge , 
5  aen  die  gene,  die  hem  daer  eenigh  iichc  vanfou- 
I)  den  neven.    Een,  wiens naem  onbekent  is,bracht  Begin vaij 
rj  deBailliti  van  Martaro  aen,  met verfeeckeringh  het  om- 
■  dat  van  fijn  vangen ,  de  kenniflè  van  al  de  faeck  dccken. 
hingh.    Hy  deed  hem  terltondt  by  den  kop  vat- 
ten ,  en  in  het  Paleys  te  Barcellonne  brengen,  die 
al  op  den  felven  dagh  ondervraeght  wierdt  -y  maer 
wat  flimme  ftreecken  men  gebruyekte,  het  was 
onmooghlijck  hem  yets  uyt  den  hals  te  halen. 

Ter  feiver  tijd ,  eenige  Bevelhebberen ,  die  tot 
"Mattaro  in  befettingh  lagen ,  fpraecken  tegen  den 
Graef  d'Hai  cour  tot  fijnen  voordeel ,  verklaren- 
de noyt  Catalan  foo  met  hun  belangen  ingeno- 
men te  hebben  geilen ,  als  hem ,  dat  in  alle  kleyne 
moeyten,  die  tuflehen  dcBorgerscnkiijghs-lie- 

den 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


De  Baillui 
van  Moi- 
taro  ge- 
vangen. 


460        Treurige  Gefchiedenls  van 
den  mochten  zijn  ontftaen,  hy  altoos  fichaend< 
zijde  van  hetkujghsvolckhadgeftelt  •  endathjl 
fich  altoos  toonde  foo  grooten  hater  van  de  Span*. 
giaerden ,  als  vricodt  van  de  Franfchen. 

Defe  redenen  gevoeght ,  by  de  Hechte  blijeken 
die 'er  tegens  hem  waren ,  begoften  eenige  werc- 
kingen  op  het  gemoedt  van  den  Grave  te  doen  j 
x  x  v  i  L  wanneer  hy  een  tweede  bericht  ontfingh ,  dat  het 
eerlte  niet  vveynighbeveftighde^  maeroockmet 
dat ,  wel  verre  van  een  volkomen  overtuyginge 
zijnde,  felfs  zijnde  het  vermoeden  niet  krachtigh 
genoegh,  om  hem  tot  den  pijnbanck  te  brengen. 
Men  was  genootfaeckt ,  fijn  gantfche  maniere  van 
leven  t'onderfte  boven  te  halen ,  en  na  een  naeu  w 
onderfoeck ,  vandt  men  feeckere  oude  mifdaden , 
daer  den  ellendigen  felfs  naeuwelijcks  meer  van 
wift ,  zijnde  daer  niet  op  toegeruft »  en  fich  dien» 
volgens  niet  wel  konnende  befchermen  ,  wierdt 
hy  ter  dood  veroordeelt ,  en  na  de  veroordeelingh 
ter  pijnbanck  gebracht.    Het  gewelt  van  het  pij- 
nigen ,  en  de  fitchren  uytflagh  die  hy  in  het  werek 
fagh,  deden  het  hem  alle  s  belijden.  Hybelafte 
terftondt  DonOnoffres  Aquilles,  als  een  van  de 
voornaemfte  van  den  aenh ingh ,  en  als  men  nu  uyt 
hem  getrocken  had  >al  dat  hy  wiit ,  fand  men  hem 
terftondt,  om  met  de  doodt  geftraft  te  werden , 
gelijck  gefchiede.    Et*n  foo  vaerdigen  rechts- 
pleginge  maeckte  het  gantfche  eedt-gefpan  ver- 
baeft  •  en  Amingan  meer  als  de  reft :  defe  had 
grootegemeenfehap  meteen  Edelman,  genoemt 
Jvlargarolla ,  op  wiens  getrouw  igheydt  hy  nu  be- 
góft  vermoeden  te  krijgen.    Hy  trachteopalle 
manieren  hem  te  doen  vertrecken ,  maer  niet  kon- 
nende  daer  toe  geraecken,  kreegh  tweemannen 
op  fijn  handt ,  om  hem  te  befchuldigen.  De  be- 
fchuldigingh  gedacn  zijnde,  gingh  hyhem  felfs 

te 


XXVIII. 
£n  ter 
doodt 
gebracht. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Onuffre  Aquilles.  461 

f:C  kennen  geven,  wat  'er  gepaflfeert  was  >  cn  bc- 
rwocr  hem  te  willen  vercrecken,  om  fich  te  ge- 
lijck  met  fijn  vrienden  in  verfecckeringh  te  itel- 
en.    Margarolla  merekte  de  loofheydt  van 
•  lAmingin:  maer  om  hem  alle  vermoeden  tcbe- 
-  nemen ,  beloofde  hy  hem  >  door  dc  vlucht  hun  ge- 
>meene  verferekeringe  te  verforgen;  maer  in  de 
cplaets  van  fulcks  te  doen,  begeeft  hy  fich  na  den 
Onder-  koninck ,  bidt  hem  om  genade ,  en  om  dc 
:  :.beloofde  ftraffcloof  heydt  te  mogen  genieten,  vcr- 
:  tfeeckerende  hem  grooteopeningh  van  al  den  han- 
idd  te  fullen  doen.    Men  deed  hem  genade,  en 
<hy  feyde  alles  dat  hy  wift,  en  bcfchuldighde 
<  Amingan,  als  een  van  de  meefte  aenleyders  van 
:'twerck.    Men  vatte  Amingan  by  den  kop,  en 
hy  niet  willende  bekennen,  wietdt  fcernauwin 
de  gevanckenis  bewaert  5  ondertuflehen  focht 
1  men  oock  Aquiiles ,  maer  defe  had  fich  al  uyt 
£  Barcellonne  begeven ,  en  dat  foo  ftillekcns  ,  dat 
r  men  niet  wift  wat  wegh  hy  genomen  had,  of  waer 
r  hy  fich  mocht  onthouden.    Ondertuflehen  de  xxix 
■~  Graef  ,opeenighaenbrengen ,  liet,  FerreenSan-  R«ht 
cana  vatten ,  en  ftelde  defelve  ordere  ,  omtrent  °v"ctandc 
Serra, die  mede  gevlucht  was.  lcdt. 

Amingan  van  dit  alles ,  in  fijn  gevanckenis  on-  wnran- 
derrecht  zijnde,  achte  nu  fijn  verderf  feccker ,  in- tcn* 
dien  hy  voortginck  fijn  leven  tegens  het  gerecht 
I  te  verweren.  Het  voorbeeldt  van  Margarolla 
1  hem  ecnige  hoop  vju  behoudenis  gevende,  nam 
1  hy  een  voornemen  dat  te  volgen,  cn  beloofde  al 
)  de  medeftanders  te  openbaren.  De  Graef,  die  foo 
/  veel  aen  dc  doodt  van  een  niet  gelegen  was,  als 
.  aen  de  volkomen  kennis  van  dit  groote  eedt- 
}  gefpan ,  deed  hem  genade ,  en  kreegh ,  door  defe 
i  middel ,  kennis  van  de  geheele  faeck.  De  Abc 
r  van  Sc  Paul ,  die  hy  had  belaft ,  wierdt  oock  ter- 

ttondc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


462        Treurige  Gefchiedenis  van 
ftondt  gevat,  maer als geeftelijck zijnde,  wierdi 
hy  volgens  eenige  waerneminge  omtrent  het  ftraf-l 
fen  der  Geeftelijcken ,  met  fes  andere  na  Rozesfr 
gefonden.  Eenige  die  men  niet  volkomentlijckk; 
konde  overtuygen,  en  defe  felfs,  die  men  het  le-9 
ven  had  gefchoncken ,  wierden  uy  t  Catalogne  ge-* ; 
bannen.    Dit  gedaen  zijnde ,  fchenen  alle  dingen  ir 
genoegh  in  ftilte  te  zijn ,  om  tijde  en  verfeeckert-r 
heyt  aen  Onoffre  Aquilles  te  geven ,  om  voor  deur? 
dagh  te  komen.    En  waerlijck,  foo  als  hy  meen-  >t 
de  het  eynde  van  de  ftraffen  te  fien ,  en  dat  mem1 
de  Baronnefle  d'Alby  geen  moeyten  aen  dede, ge- 
li  jek  oock  niet  den  Abt  de  Galücans ,  met  de- 
welcke  hy  de  aldermeefte  onderhandehngh  had  b' 
gehadt ,  quam  hy  weder  in  de  Stadt,  en  verbergh- 
de  fich  in  een  plaets ,  die  heymelijck  voor  eenye-  •? 
der ,  behalven  voor  de  Baronnefle  was.    Sy  die  j.- 
alles  in  de  Stadt  waernam,  en  voornamentlijck  i 
wat'erbyden  Onder-koninckommeginck,  ver-  • 
nam  dat  hy  nieuwe  vergeldingen  belooide,  aen  t 
die  gene ,  die  Aquilles  fou  ontdecken ,  en  dat  men  I 
felfs  yets  vermoede  van  fijn  binnen- komft,gingh  I 
hem  tijdelijck  waerfchouwen  ,  en  leyde  hem  m  i 
haer  karos ,  onder  de  fit-kuflfens ,  en  bracht  hem  I 
alfoo  by  de  Carmeliten.    Ondertuffchen  gmek  ; 
men  vaft  voort  met  hem  te  foecken ,  macr  al  te  I 
vergeefs,  en  men  was  nu  geheel  buyten  hoop, 
van  hem  te  vinden ,  wanneer  hy  ontdeckt  wiert. 

De  Poortier  van  de  Carmeliten  had  mede  ge- 
hoort,  datdeGraef  veel  gelts  beloofde,  aen  die 
heil  foude  leveren :  het  welcke  hem  veroorfaeck- 
teeen  van  fijn  Broederste  fpreecken,  die  in  de 
Stadt  een  Ambachts-man  was ,  en  feer  fwaerhjck 
de  koft konde  winnen.  Hy  feyde  hem,  dat  hy 
een  fceckere  middel  had ,  om  hem  rijck  te  maec- 
ken :  dat  Aquilles  in  hun  Kloofter  was ,  en  foo  hy 
^  fulcks 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


O  NUF  F  RE   AC^UIL  LES.  46$ 

fulclcs  den  Onder- koninck  aenbracht,  dat  hy, 
een  treffelijcke  vergeldiuge  hebben  fou.  Defe 
beriedt  fich  niet  langh ,  maer  gaec  foo  terftondt 
den  mifdadiger  ontdecken. 

De  Graef  vol  verlangen ,  om  hem  in  handen  te 
krijgen ,  gaet  by  de  Carmeliten  de  Miife  hooren, 
na  devvelcke  hy  felve  een  nauw  onderfoeck ,  door 
al  het  Klootter  doet ,  en  vant  hem  in  de  kamer  van 
een  Mis-priefter.  Terftondt  deedhy  hem  vat-  xxx, 
ten ,  en  naer  het  Paleys  voeren.  Hy  was  foo  Aq»iIIcs 
haeft  niet  in  de  gevangenis ,  of  men  begoft  hem  te  y™rJ£' 
ondervragen ,  en  des  anderen  daeghs ,  veroor- 
deelde men  hem  ter  doodt.  Daerop wierthy 
twee  dagen  aen  een,  ter  pijnigingegeftelr,  maer 
fondcr  vrucht,  en  wat  men  hem  dede  uytftaen, 
hy  bncht  niet  een  van  fijn  medeftanders  voor  den 
dagh.  En  hy  fou  in  defen  ftandt ,  't  zy  door  hart- 
ncckighey t ,  of  volftandigheyt  geftorven  hebben, 
wanneer  een  Capucin,  fijn  eygen  Broeder ,  hem 
'efaecken  van  ds  andere  werelt  foo  klaerlijck 
oor  oogen  ftelde^  dat  hem  dacht,  dat  hy  fich 
niet  meer,  over  die  gene  die  hy  alhier  liet  te  be- 
kommeren hadde.  En  al  foo  verdween  al  lijn 
ftantvaftigheyt ,  en  na  dat  hy  de  namen  en  het  ge- 
tal, van  de  verwanten, ende  ordere  van  den  aen- 
flagh  had  ontdeckt ,  wierdt  hem  het  Hooft  af  ge- 
flagen. 

Hy  was  in  der  daedt  een  feer  cerlijck  Edelman , 
na  het  oordeel  der  Franfchen  felve,  foo  prei  als 
dat  van  de  Catelanen  ,  vol  geeft  ,  Edelmocdigh, 
en  vryborftighi  De  treek  die  hy  had  tot  fijn  wel- 
luft,  beftondenwel  inden  regel  van  Hoftdijcke 
aerdigheyt ,  maer  hier  de  mact  te  buy  ten  eaende , 

lede  hem  fijn  plicht  vergeten ,  en  kofte  hem  alfoo 

et  leven. 

Chabot  aengetaft ,  van  een  Edelmoedige  fpijt, 

van 


XXXI. 

En 

om  hooft, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


464.        Treurige  Gefchiedenis  van 
van  geit  van  een  verrader  genoten  te  hebben  ,  ver-4* 
focht,  dat  men  het  felve  voor  hem  foude  verklad 
ren  en  verbeurt  maecken ,  nemende  al  heel  wel  J*; 
fijn  yver  voor  des  Konincks  belangh  ,  dooifc 
een  wraeck  van  foodanigen  natuere ,  te  toonen. 

Waerlijck  het  ontdecken  van  dit  verraet ,  verJf 
oorfaeckte  een  grootc  enalgemeene  blijdtfchapJ" 
onder  de  Catalanen ,  en  voornamentlijckde  Fran* 
fchen.   Al  de  Regeerders  der  Stadt  quamen  bj*- 
denOnder-koninck,  hun  Hoffelickheden  afleg# 
gen ,  en  den  Abt  de  Gallicans ,  gevolght  van  al  dej,; 
Geeftelickheyt  ,  quam  hem  oock  bedancken,l> 
voor  dat  door  fijn  forge  enbeleydt,  men  de  aenj 
leyders  en  medeftanders  van  defen  aenflagh  had 
ontdeckt.    Ja  ant  woorde  de  Graef ,  en  uw  een  vari 
devoornaemfïe,  mijn  Heer  den  *Abt.    En  belaftc  ^ 
xxxil.  daer  op  een  van  de  bevelhebbers  van  lijn  lijt 
?e,^bt  dc  wacht ,  fich  van  hem  te  verfeeckeren ,  en  hem  ir 
cn  Ik       de Terfane te  brengen,  waerin  hy  terftondt  ge# 
Batooncflc  hoorfaemt  wierdt. 

gebannen.  De  Baronneffe  wierdt  oock  in  gevolge  gevan|: 
gen ,  maer  haer  Vrouwelijck  geflacht ,  en  fchoon  j 
heyt,  waren  de  eerite  voorfpraecken ,  die  vooij 
haer  behoudenis  aenhielden,  voorts  haer  geboort  $ 
en  de  verdienften  van  Donjofeph  d'Ardcnne  ha-J 
ren  Schoon  broeder,  volvoerden  dereft.  Haetl 
ftraffedan,  quam  daerop  uyt,  dat  men  haer  naii 
Tarragone  voerde.  Maer  voor  haer  verrreck ,;; 
gaf  men  haer  ten  minften  ,  een  deel  van  de  beltrar-l; 
Wen  ,  die  fy  verdient  had :  waer  op  fy  amwoor-v 
de,dat  fy  niet  dacht,datfe  de  Koninck  van  Vranck-» 
rijck  had  ongetrouw  geweeft  ,  oock  fich  geënt 
vvandin  van  haer  Vaderlandt  had  getoont.  Dati 
fY  uyt  Arragon  van  geboorte  ,  en  dienvolgens 
Spaenfch  was,  dat  fy  geen  belangh  inCatalogn* 
had,als  alleen  foo  veel  het  belangh  van  haren  Man 
:  mocne 


i 


I 


XXXIII. 
Haer 
redenen 
van 

affcheyt. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ONUFFRE    AQJ1ILLES.  46$ 

ochuengaen,  het  welcke  fy  verklaerde  het  hare 
Jiet  te  zijn ,  en  foo  men  haer  ftrafce  ,  dat  fulcks 
:  "moft  gefchiede ,  als  een  vyandmue ,  en  niet  als  een 
>ngetrouwe. 

De  Graef  d'Harcour  gaf  ordre  dat  fy  na  Terra- 
gone  wicrdt  gevoert ,  en  Chabot  begaf  tich  na 
Vaille ,  een  kleyne  Stadt ,  daer  fy  door  moft ,  en 
alwaer  fy  genooefaeckt  was  te  vernachten ,  en 
daer,  feght  men,  genoten  fy  de  laetfte  uren  van 
malkander  tefien,  ophungemack.  Des  ande- 
ren daeghs  liet  hy  haer,  door  al  de  1  uytery ,  en  het 
voet-  volck ,  dat  hy  by  een  kon  krijgen ,  tot  dicht 
by  Tarragone  brengen.  De  Stadtvooght  van 
Zl  Tarragone  deed  oock  by  na  al  fijn  befettingh 
uy t  tréeken ,  en  daer  was  onderlingh  beftant  voor 
een  korten  rijdt ,  die  Hyppolite  beftede ,  om  ver- 
iof  van  de  Franlchen  te  nemen.  Sy  toonde  hen 
duyfentderhande  beleeftheden,  en  fcyde  dat'er 
geen  braver  Landtaert  ter  werelt  was,  als  de  Fran- 
fchen ,  en  dat  fy  hen  altoos  feer  fou  achten  •  maer 
J  dat  het  haer  onmooghïijck  was  hen  te  bemin- 
nen, foo  Uflfth  fyhaer  Vorft  den  oorlo^h  acnde- 
,l  den.  Als.  de  HofFelijckheden  waren  afgeleght, 
ginghfymet  den  Stadtvooght  na  Tarragone ,  en 
Chabot  weder  na  fijn  leger-pfcaets, 

Siet  daer  het  eynde  vandefe  t' Samen -Cvveringe* 
die  de  Catalanen  niet  als  ftraffe,  en  de  Spaeniche 
1  niet  als  verwerringh  en  fchande  heeft  toege- 
I  bracht.  Waerlijck,  de  Graef  heeft  hier  0111- 
I  trent ,  foo  wel  in  het  ontdecken ,  als  ftrafFen  een 
.|  groote  wackerheydt  ,  en  edelmocdigheydt  gc- 
1  toont. 


■ 

m 

til 


Cg 


HEN- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


466 

HENRY  de  FLEUR  Y 

d  e    C  U  L  A  N,  1 

Hecrc  van  Buat,  St.Sire  en  la  Fo- 
reft  de  Geil. 


I  N 


H  O 
I. 


U  D  T. 


V Er  bondot  plicht  der Ouder  fnttn.    II.  Handelmgh  i 
vanStaet eengevaerlijckejaeck,    III.  Dapperheyt  I 
van  Buat.    I V.  Sijn  Onder-handeltngh  met  Engelandt.  1 . 
V.  Wordt  doorwant faanhcytverradtn.    VI.  Inhoudt  \> 
van  den  ontdeckjen  brtef.    VII.  Sijn  brief  aai  den  Heer  \ 
Arlmgton.  VIII.  Ondervraging  van  Buat.  IX.  Statt  | 

»'»  Hoüandt.  X.  Saec^*  4*  ^"r<*  JÖffff  ' 
*fcr  J/<?r^.    X I.  Aetimackj,uge  op  den  handel  van  Buat.  \ 

XII.  Zeelandt  wenkt  omtrent  de  fax(k,van  Buat.y 

XIII.  Holland axtvooort  dacr tegen.  XIV.  Fénolghi) 
tan  Contcflen.  XV.  Verioontnge  van  de  Staten  vatt* 
Holland  aen  V  Hof  gedaen.  XVI.  Vtrklaungh  van\ 
4  Hof.  XVII.  Vonms  tegen  Buat.  XVIII. 
fchrüven  van  de  Heer  T^eur-vorfl  van  BrandenburghJ 
XIX.  Antwoord  der  Heeren  Staten.  XX.  Btreydmgh\\ 
tot  de  uytvoertngh  van  V  vonnis.  XXI.  Buat  wort  ter  a 
doodt  geleydt.  XXII.  Sijn  doodt.  XX III. 
graejfentJ.    XXIV.  Verklartngbvan Zeelandt. 


I. 

Verbonden 
plicht  dei 
Onder- 
laten. 


Geschiedenis. 
Oo  onfcheydtbacr  is  de  dien 
bare  plichr,  van  de  nature  der 
Onderfaten,  dat  die,  gelijk  met 
het  licht  des  hemels ,  van  ons 
ontfangen  wordt ,  en  verheit! 
foo  veel  van  de  macht  der  ver-; 
dien  ften  ,  als  ome  verbintenis! 
groot  is.   De  heerfchappy  heeft  niet  foeter  * 


D'Heere  van  Buat.  467 

an  dit  verbandt  om  Hagen  te  zijn ,  en  felfs  aen  nie- 
mandc  verplicht  ,  alle  plichten  voor  fich  tefien 
buygen.    Echter  ontbrecckt  geen  vergeldingh 
aen  njdelijcke  en  welgemeende  verdienfttn ,  doch 
foodanige  als  die  na  de  maet  van  der  Votlten  oor- 
deel gemeten  worden:  die  evenwel,  ly  zijnfoo 
groot  als  fy  willen ,  de  minfte  mifdaet  niet  mo- 
len ophalen  5  voor  lbo  veel  onfe  weldaden  enc- 
kele  plichten ,  en  onfe  nalatigheden  felfs  terftondc 
mifdaden  zijn.    Waerlijck  te  minder  zijn  kils  al 
onfe  uytfteeckenftc  daden  te  achten ,  om  dat  ly, 
't  zy  beloont  of  onbeloont,ons  altoos  lchadehjck, 
hoewel  vorderlijck  fy  anderen  mogen  zijn  :  de 
verachtingh  werekt  in  ons  een  ftrijdige  tegen  wil , 
en  doet  ons  menighmaeltottegendecligefnood- 
heden  vervallen  :  Maer  debeloonmghlells,  hoe 
fchoon  die  onfe  oogen  magh  aenltaen  ,  werekt 
niet  felden  in  ons,  in  de  piaets  van  vergenoegh- 
iaemheydt  •  een  opgeblafentheydt ,  die  fich  mee 
oneeoorloft  acht  tc  zijn.  Het  vootbeeld ,  dat  wy 
onfen  gunttigen  Lefer  alhier  hebben  voor  te  Hel- 
len, isbyons  en  uythcemfchen  felfs,  maer  al  te 
wel  bekent,  om  onfe'aenprijfinge  te  behoeven. 
En  fou  in  der  daedt  geen  ftoffe  voor  mijn  penne 
zijn ,  't  en  waer  andere  ?  welcker  fchnften  fich  een 
langer  leven  beloven  ,.het  felve  een  ftoffe  van  hun 
behgheden  gemaeckt  hadden :  altoos  wy  Gen  hier  ^ 
hoe  delicaet  en  teeder  een  dinck  het  is ,  iaecken  yan  Suet 
van  ftaet  ter  handt  te  flaen,  en  hoegevaerlijck  het  «n  ge- 
dwalen  omtrent  hooge  belangen  is.  SS?1 

De  Vader  van  defen  Heer ,  is  de  Coloncl  Buat 
eeweeft ,  die  lange  defen  Staet  brave  en  dappere 
dienften  heeft  gedaen.  Hy  felfs  was  Edel-knaep 
van  lijn  Hoogheyd:  Prins  Wilhelm,  en  van  lijn 
Meefter  feer  bemint  ge  weeft  van  wie  hy  oock 
met  een  Compagnie  paerden  is  begiftighc  gewor- 

Gg  Z  ^n. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


III. 

Dapper- 
hcyt  van 
Buat. 


46  %        Treurige  Gefcbiedenis  van 
den    Maer  hoewel  d'oorlogh  te  Lande  ophield , 
konde  fijn  Edelmoedigheydt  evenwel  geen  ruft 
vinden,  maer  begaf  lichter  Zee,  ommdedientt 
der  Hooghmogende  Heeren  Staten ,  fich  felven , 
tot  onderftandc  vinden verdruckten en bedruck- 
ten  Noordfchen  Koninck  van  Denemarcken ,  te 
laten  gebruyeken,  varende  als  vry willige  op  hec 
Schip  van  den  als  doe  Onder -Zeevooght  de  Ruy- 
ter ,  daer  hy ,  foo  verre  buyten  anderen  uytmunte, 
dat  hy ,  wanneer  men  het  krijghs-volck  landen 
fou *  om  de  overwinnende  Sweden  ,op  Funen  aen 
te  taften ,  de  eerfte  was ,  die  uyt  de  boot  in  het 
water  fprongh ,  om  aen  anderen  tot  een  voorbeelt 
te  dienen,  gevende  alfoo  vry  een  groot  belangh 
tot  de  daer  aen  gevolghde  overwinmngh.  We- 
derom te  huys  gekomen ,  vervolghde  hy  lijn 
cfienft ,  enachtinge  omtrent  de  Heeren  fijne  Mee- 
fters ,  blijvende  in  groot  aenfien ,  te  meer ,  dewijl 
hy  aen  een  van  de  doorluchtighfte  Huyfen  van  ons 
1  v     Vaderlandt  getrouwt  was.    Staende  de  fware en 
sijn  ond«.  fchadeliicken  oorlogh,  luflfchen  de  Vereemghde 
handeiinge  Landen  en  Engelandt ,  had  hy  met  bewilhginge 
UndrEn6C'  van  de  Staet ,  eenige  onderhandeiinge ,  ftreckende 
tot  bevorderingh  van  de  vrede .  met  eenen  Syl- 
vius,  eertijdts  Edelman  by  de  Pr  inentte  Royael, 
daer  na  by  den  Koninck  van  Engelandt ,  en  wiile- 
linge  van  brieven  gehouden :  maer  fich  verder  in- 
latende ,  als  de  tedei  heydt  van  des  Staets  belangh 
wilde  toelaten,  wierdt  hy  op  Dondefdagh,  zijnde 
de  negentienden  dagh  van  Oogft-maent ,  uyt  or- 
dere  en  laft  van  de  Heeren  Staten  van  Hollandt 
eevangen  genomen.    De  aenvangh  van  (kt  lijn 
ongeval  was  een  ellendigh  verfuym  ,  hy  was , 
twee  dagen  te  voren,  by  den  Heer  Johan  de  W"h, 
Raedt-Penfionarisgeweeft,  om  hem,  na  lijn  ge- 
woonte, fijn  brieven  mede  te  deelen;  zijnde  drie 

in 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  van  Buat.  469 


het  getal.  Ti 


1  van  feer  weynigh  be- 


:  wareu 

I  langh  •  ^naer  een  darde ,  had  noch  dagh  nocb  op. 
|  fchrift ,  als  alleen,  Pour  vous  mefme,  voor  ufelve;  w 
1  welcke  darde,  dooronachuaemheydt,  onder  de  onac"t_ 
:  twee  andere  geraeckt  was.  'Defe  van  den  Heerfacmhcyt 
I  Raedt-Penfionaris  dooi  fien  zijnde,  wierdt  bevon-  veiradcn. 
)  den  foodanige  dingen  in  te  houden ,  die  vry  naer- 
5  der  opmerekinge  verdienden  en  waerdigh  waren, 
)  Onder  andere  vand  m'er  defe  uytgedruckte  woor- 
den ,  van  Sylvius  geftelt :  Des  Villes  que  vous  Savés , 
<y  qui  font  intemionnées ,  Pourunebonne  Paix.  De 
Steden  die  gy  wtl  weet>en  die  tot  een  goede  vrede  genegen 
\ijn.    Door  welck  woordt  Paix  of  vrede ,  de  Ko- 
ninck  van  Engelandt  verttaen  wierdt,  gelijck  daer 
na  gefeght  wierdt ,  dat  Sylvius  een  nauw  verband 
tufichen  defelve  Steden  aenriedt,  die  het  toeftondt 
eenkloeckmoedighbefluyt  te  nemen:  dat  Enge- 
landt fich  alsdan  klaerder  fou  openbaren ,  en  in  een 
naerder  verbondt  met  hen  treden ,  die  men  onder 
de  handt  alle  middelen  beftellen  foude ,  om  tot  een 
goet  verdraghte  komen ,  en  de  bekende  Intrigue 
of  inwarringh  (door  het  welcke  de  andere  niet 
wel  willende  verftaen  wierden)  te  breecken  en 
vernietigen. 

Buat  ondertuflehen  te  huys  gekomen ,  en  wel 
meenendedefen.geheym-brief,  te  rugge  te  hebben 
gehouden,  vandt  fich  wel  verbaeft , "wanneer hy 
bevandt ,  deielve  met  de  andere  overgegeven  te 
hebben.  Hy ,  daer  over ,  begeeft  fich  weder  na 
den  Raedt-Penfionaris ,  vraeght  hem ,  of  hy  die 
brief  hadde,  diehetfelfdebeveliighde,  metby- 
voeginge,  dat  hy  daer  van  bericht  aen  deHeeren 
Gecommitteerde  Raden  fou  doen  ,  waer  over 
Buat  t'eenemael  bleyck  in  fijn  gelaet  wierdt,  en 
noch  meerontftelt,  wanneer  hy,  terftondtbyde 
Heeren  Staten  van  Hollandt  wierdt  ontboden  , 

C  g  5  die 


I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


VI. 
Inhoudt 
van  den 
blief. 


470  Treurige  Ge[cb'iedenis  van 
die  hem ,  na  cenigh  onderfoeck,  de  fleutels  van 
fiin  Schrijf-kamer  af-eyfehten ,  en  voorts  gevanc- 
kdiick,  eerft  na  de  Catteleyny,  en  voorts  nade 
cevWen-poort ,  dede  brengen.  De  inhoud  van 
den  brief,  luydc  uyt  hetFranfch  in  onfe  tael  ver. 
welt ,  aldus : 

Voor  u  felfe. 

Waerde  Vrient. 

ICkoordeeleverplicht  te qjn  ,omu, wegtns mtjn  lang 
fliUwijgen ,  voldoeningh  te  geven ,  wam  ick  bemercM 
uyt  aüt  uwe  brieven,  dat  ghy  feer  bekommert  yt ,  «if 
met  sroot  ongtdult  tijdingh  vanmy  vermacht ,  en  voor- 
namtntltjck,  uyt  u  laetjle ,  die  ghy  aen  Mdord ,  of  mijn 
Heef  hebt  ge fchreven,  en  diemyveroorfaeckte,mvvan  i 
de  ttrfit  gelegentheydt  te  dienen }  omti  in  het byj onder V 

te  berichten  ,  hoe  ick  g"°"  moeyten  h'k  &'hadt  >  m  f  ' 
overkomen,  en  genoot faeckt  ben  geweeft  ,  «« mooi rackj 
na  het  Noorden  op  tejlaen,  maereyndeh}c\  alhier ge-%\ 
luckizblijck  aengekpmen  ben,  omtrent  vijftien  down* 
seleden ,  doch  het  was  op  die  tijdt ,  dat  men  al  onfe  ha- 


icJtr  w/rt  nagelaten  in  'tbrtedete  vertoonen  en  represen- 
teren, al  htt  gene  ghy  my  hebt gecommumceert ,  of  ge- 
meen vemaeckt ;  't  geen  alhier  byfonderluck 
lijcktsgeweefï :  maer  geljckonfc  Vloot ydert uytgeloo- 
pen  is  ,en  felfs  een  gevecht  is  voorgevaren  ,  van  bet 
Ucke  wy  fro  nuhetvervolgh  verfïaen  hebben,  alsons\ 
voordeeligh  genoegh  geweefi  qnde ,  heeft  mengeenfints 
dienftighgeoordctit  ,het  middel  van  den  bruf.diegby  i 
my  gegivtn  had ,  te  volgen  .  alfoo  fulcks  ™  defe  ttjdts 
Jletentheydt,  ontijdighfou^ijn  :  maer  belangende  het* 
logïmerck en beflu  t,  bet  welckedevrtendtnvoorgeno. * 
mtn  hebben,  ttneyndtdAt  k*rw**rts  gefrndtn  worde  V 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  van  Buat.  471 

wofdt  voor  feer  goet  gehouden ,  en  ghy  mooght  vryelijcl^ 
$>op  dun  voet  arbeyden,  uverfteckerende ,  dat  men  al  dc 
\  openingen ,  die  op  dat  fubjett gedaen  fullen  worden  >  om- 
,(  belfl :  want  icl^weet  van  goeder  handt ,  dat  >  niet  tegen- 
;  flaende  defe  laetHeoverwinninge ,  de  Kpninck,  evenwel 
noch  altoos ,  in  de  goede  genegcntheydt  tot  de  Vrede  vol- 
.  for<2f ,  invoegen  de  vrienden  daer  ob  hun giffingen  ofte 
,<  Mefures  daer  na  kannen  nemen  t  f onder  v reef e  >  dat  men 
,  van  meeninge ,  van  defer  \i)de  fal  veranderen.  Maer 
het  is  oock  noodigh,  dat  icl^  u  fegge ,  dat  om  te  beter 
?fj  uytficgh  in  dit  voornemen  te  vinden ,  het  dienjligh  fou 
V  %ijn  j      <fc  J*c*fc» ,  <i/fg/;y ,     tel  een  goede  Vrede 
genegen  %ijn ,  ficb  [eer  nauw  te  famtn  verbinden ,  om- 
mnt  dit  fubjett*  en  datfe  onder  malkander  een  vigo- 
reus  en  i^oeckmoedigh  beflityt  maecken  ,  waer  op  wy 
*  eenigh  goet  fondament  kpnnen  maecl^en.    In  dien  ge- 
r  valle,  derve  tckjuverfeeckereny  dat  voor  eenige  feecker 
of  vapgheydt ,  men  daer  in  magh komente befpeuren , 
men  fich  k}aerder  van  defer  fyde  fal  uytdrucken  en  tx- 
\  pliceren  -}  en  dat  men  als  dan  in  een  byfonderer  correfpon- 
>  dentie  fal  treden  -}  en  onder  de  handt ,  fal  men  alle  mid- 
'\  delen  fourneren  enbeflellen,  diefe  fullen  begeren,  om  tot 
i  een  goet  verdragh  te  kpmen ,  en  de  Intrigue  die  ghy 
weet  te  breecken.    Indien  ghy  oordeelt ,  dat  'er  plaets 
of  gelegentheydt  $y,  om  yets  reëels  ,  of  wefentluchj  , 
door  dien  middel  te  bewercleen  ,  ghy  hebt  daer  maer  om- 
trent te  arbeyden  >  en  my  te  berichten ,  wat  voortgancf^ 
ghy  daer  omtrent  gedaen  hebt  \  en  icl^  belove  u  dat  de 
faecl^geheym  fal  gehouden  worden  j  niet  twijffelende ,  of 
door  dien'  middel  ,  fullen  wy  de  faecl^  brengen  tot  het 
eynde  dat  wy  begeren.     lck.geloof  oock,  de  uytflagh  of 
het  fucces ,  het  welck  wy  in  het  laetjle  gevecht  hebben  ge- 
hadt ,  fal  daer  oock^al  eenighfints  toe  helpen.  Want 
de  partije  van  de  Vrienden ,  en  defe  die  de  Vrede  wen- 
fchen ,  fal  daer  door  verflerekf  worden,    lckjfidde  u , 
de  poetheydt  te  hebben  >  my  in  het  byfondet  te  berichten  , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


ma 


472        Treurige  Gtfcbiedenis  van 
ef  fulckj  niet  eenigt  vtranieringe  in  de  StAet  veroor» 
faeckf  beeft ,  en  dat  ghy  myhet  ware  verlies  en  jchade\ 
die  ghy  geleden  hebt ,  laet  weten }  want  baerblijc\elijch 
men  fm  het  aldaer  >  fooveel  als  men  falkpnnen>  foee» 
km  te  verbergen  ,  om  het  volcl^  te  blind- hoeden.  Wy 
hebben  nïet  verloren  als  een  fchip,  daer  Tromp  [eer  bequa. 
mehf  elk  een  Brander  had  aengtkraebt  \  en  omtrent  vtet 
©ƒ  vijf  honden  mannen ,  foo  doodt  alsgequetft.  Wy 
hebben  twee  van  u  fc*hepm gekomen ,  die  wy  daer  na  vetm 
brandt  hebben ,  en  Banckert ,  diefe  commandeerde »  is  het 
geluckjghlijcl^  ontkpmey< :  wy  hebben  vijf  of  fes  honden 
gevangenen ,  men  heeft  oock  eenige  van  u  fchepen  firn 
fpringen ,  en  men  gelooft  dat  ghy  veel  febade  hebt  gele- 
den.   Uk.  bidde  u  daer  na  te  vernemen ,  en  my  des  deel-  \ 
achtigh  te  matchen  %  en  my  te  gelooven  voor  altoosten 
%ijn ,  &c. 

Men  vandt  noch  in  fijn  Schrij  f.  kamer  de  klad- 1 
de  van  een  anderen  brief,  den  wekken  hy  aen' 
jirlingtcn,  Geheym-fchrijver  van  den  Koninck,} 
door  de  handc  van  fijn  Vrouw, gefchreven  had,  t 
zijnde  van  defen  inhoudt : 

In  den  Haegh  defen  9.  Maert ,  1 666. 


v  11. 

Bijn  brief 
aen  den 
Heet 


Waer.de  M  I  LOR. Df 

ICj^/öM^e  u  niet  kpnnen  vertoonen ,  met  wtlck,onge- \ 
voegen  ick.  den  brief  van  mijn  Vriend  ontfangen  heb  j 
aen  den     waerltfck  >  hy  jal  fijn  Majefteyt  niet  bericht  hebben ,  hoe  9 
Hce.r        hy  alles  hier  te  Lande  gelaten  heeft,  want  het  is  onmoogh-  I  &  „ 
Aihngton.         Am  ^  ^  gj^g^j  hebben,  van  al  dat  men  r.; 

hem  geftght  heeft.    Eyndelijck  >  waerde  Milord,  is  1^, 4 
noodigb  dat  ghy  weet ,  'dat  wy  hier  een  flerckepartije  <>ƒ  r . 
aenhangh  voorde  Vrede  hebben  gemaeck*,  enbygevolgh  1  ^ 
voor  mijntyeyne  Meejler,  gaende  de  andere  partijen ,  » 
die  hier  voor  altoos  geregeersheeft,  verre  te  boven ;  in»  * 
voegen  de  Koning  niet  heeft  te  mj/ffelen ,  of  mijn  è 
•  0  '  Met- 1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  van  Buat. 


473 


Meefter  fal  boven  vallen,  en  dat  fyb'mnenwtynigh  da 
en  bemin  der  daedt  [uilen  doenblijcken  >  door  de  ver - 
,eeckeringe ,  dieSylvius  en  ick  hen  hebben gedaen  ,  </df 
/i/n  Majefteyt  de  befte  genegentheydt  terwerelt  tot  de 
Vrede  hetft-y  en  in  der  daedt  in  vriendtfcbapmet  het 
Landt  te  leven ,  en  dat  hy  voor  Godt  verkjaert  geen  an  - 
:  der  voornemen  te  hebben ;  het  welcke  de  harten ,  van  alle 
eerlijcke  lieden  alhier ,  gewonnen  heeft.    Ickjaet  u  be- 
dencken,  wanneer  de  Vrede  fal  getroffen  qjny  in  wat 
goeden  ftandt  fijn  Majefleyt ,  en  mijn  kleynen  Meefter 
alhier  fal  fijn  •  ja  ick  fegge  noch  ,  dat  hy  de  grootfte 
Koninck.  des  wertlts  fal  yn.    Maer  indien  de  eerlijcke 
lieden,  eenige  kpelheydt  omtrent  debevorderinghvande 
Vrede  befpeuren ,  htbtghy  waerde  Milord ,  u  te  verfeec- 
keren,  dat  al  de  werelt  alhier ,  terpayigbltjck.hunpar~ 
ttje,  tot  het  aldermterfle  toe  fal  fxckenvoot  te  ftaen. 
En  indien  het  ongeluc^  na  dat  men  alles  toegebracht 
heeft,  ben  op  bet  uyterjle  fielt  •  fuüenfy  gewifjelijck 
mijn  kleynen  Meefter  verjagen ,  enfieh  aen  Vranckrtjck. 
overgeven  ;  en  twijffdt  niet ,  waerde  Milord  ,  of  het 
gten  ick  u  berichte ,  ts  de  waerheyt ;  want  op  mijn  \tele , 
ick.  weet  het ,  en  ben  wel  verfeeckert ,  dat  hetgeluckyan 
mijn  kleynen  Meefter  hangbt  aen  de  goede  Intelligentie , 
van  den  Kpninck.  met  de  eerlijcke  lieden  alhier ,  tot  be- 
vorderingh  van  de  Vrede ;  't  welck  my  oockyeroorfaeck? 
beeft ,  mijn  laetïle  brieven  in'tvyer  te  werpen-,  want 
badde  ick  defelve  aen  de  wel- willende  mede gededt  ,  fy 
(ouden  aüe  verandert  ïjjjn  •  geluck.  ick.  hier  boven  geftgbt 
'hebbe ,  en  ickbefwere  u  nochmaels  ,  waerde  Mdord ,  den 
Kjninck.  wel  te  verfeeckeren,  dat,  'ten  y  hy  Vrede 
maeckf  ,  mijn  k^eyne  Meefter  geheel  te  gronde  JaL 

^Defen  brief  wierdt  bevonden  gefchrcvcn  te 
zijn,  te  diertijdt,  als  door  gantfch  Hollandteen 
gerucht  liep ,  dat  men  fijn  Hoogheydt  de  Prins 
vanOraneien,  in  de  hooge  bedieningen  ioultei- 

Gg5  lcD* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


474  Treurige  Gefch'ttdenis  van 
len  -  ja  dat  wel  veertien  Steden  in  Hollandt  dact 
toegenegen  waren:  en  waer  na  in  April  men  ttj 
rade  wierdt ,  foo  't  fcheen ,  dat  gunftigh  befiuyt  tt 
nemen,  Gjn  JPrin^eiijcke  perfoon  te  fien,  ondei: 
andere  binnenlandl'che  faecken.  Uyt  defen  briel  i 
was  oock  klaerlijck  tebefpeuren,  hoe  nauwhy 
de  belangen  van  den  Koninck  van  Engelandt  en 
den  Prins  met  de  partije ,  van  die  hy  Honeftes 
Cens ,  (S  bons  Amis ,  eerlijcke  lieden  en  goede 
vrienden  noemde  verknochte  y  en  dat  fulcks  noot- 
wendigh  aen  die  van  de  Intngue  of  regnerende 
grooten  arghwaen  molt  geven  ,  van  oproerige 
aenvangen. 

In  de  vergaderingh  van  haer  Hooghmogende 
waren  vele,  die  meenden,  het  raeckte HoJlandt 
niet  alleen ,  maer  de  gantfche  Ceneraliteyt ,  alfoo 
hy  een  Bevelhebber ,  en  aen  defelve  met  eede  ver- 
bonden was  >  voornamentlijck  wilde  Zeelandt 
kennis  van  faecken  hebben ,  alfoo  Buat  op  hun 
repartitie  of  deelingh  ftond.  MaerdievanHol- 
landt  brachten  by  :  Ubi  te  invenio  ibi  te  htdico , 
'  Daer  ick  u  vinde ,  daer  recht  ick  u  •  vorders ,  dat 
hy ,  voornamentlijck  Hollandt ,  welcks  toeftandt 
tot  defe  onderhandelingh  hy  mifbruyckte,  had 

beledight.  J 
Wanneer  de  Heeren  van  de  Gecommitteerde 
Raden,  hem  wijdtloopigh  hadden  ondervraecht , 
itelden  fy  de  faecken  alles  in  handen  van  't  Pro- 
vinciale Hof:  het  mecftè  dat  van  het  fel  ve  onder- 

JL111*  focht  wierdt,  was,  wie  die  Bons  Amis  Hone fles 
Gesis,  die  eerlijcke  lieden.,  of  fijn  medeftanders 

Buat.  waren.  Hier  op  bericht  hy :  dat  hy  fijne  brie- 
ven feer  mildelijck  aen  velen  had  medegedeelt ; 
invoeeen  het  getal  genoeghfaem  oneyndelijck 
was,~aendewelckehy  des  Kouincks goede  wille 
tot  de  Vrede  had  bekent  gemaeckt,  ja  dat  hy  op 

ICCCKG* 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heeue  van  Buat.  475 

eeckeren  tijdtuyt de Kcrck komende,  alwaerde 
Leeraer  feer  op  de  ongcrechtigheydt  van  de  En- 
igelfche  was  uy tgevaren ,  tegen  vele  gefeght  had : 
Hot  qudijck  die  man  onderrecht  wat*  vorder sy  dat  de 
K 'ontneem  alle  manieren  de  Vrede  focht ,  ja  dat  byfe  ffl 
fijnen  fack  bad ,  meenende  daer  mede  fijne  brieven. 
Doch  dat  fijne  vrienden  hem  menighmael  hadden 
geien  ht,  dat  hy  te  breedt  met  fijne  brie  ven  wey- 
%  ,%at  hy  een  gevaerlijck  werek  by  der  handc 
had  •  hy  foude  fich  de  faecke  ontflaen ,  alfoohec 
fijn  'doen  niet  was  :  maer  hy,  gehjekhy  altoos 
i  ftaende  hield ,  dacht  een  goet  werek  te  doen ,  leg- 
gende maer  alleenigh  aengedrongen  te  hebben , 
dat 'er  een  befendingh  na  Engelandt  mocht  ge- 
■  fchieden ,  en  dat  men  fulcks  doende  ,  een  ge- 
wenfehte  Vrede  fou  hebben. 

Het  is  wacr  dat  Sylvius  in  Hollant ,  en  by  Buat 
ter  Hcrberge  was  geweeft,  daer  hy  veel  overleghs 
mede  had  gehad ,  die  weder  in  Engelant  gekomen 
zijnde,  de  Koninck  de  faeck  een  wcymgh  te  breed 
had  toegemeten,  als  of  het  hier  alles  vol  zijdig- 
iv  den  en  partyfehappen  was ,  en  de  Koninck  byna 
niet  fou  konnen  eyfehen,  of  het  foude  hem  wor- 
den toegeftaen,  die  oock  daer  over  een  brier  acn 
hem  eefchreven  had ,  die  hy  uy tfonderde  met  dele 
woorden:  Jivecó  mid  desplaifir,  en  die  hy  daer 
na ,  om  goede  redenen ,  fchrijft  verbrandt  te  heb- 
ben.    In  der  daed ,  de  faecken  ftonden  alsdoe  foo-  ^f. 
danichinHoUandt,  dat  fich  in  Hollandtveel  Le-  Hollandt, 
den  voor  fijn  Hoogheytden  Prins  van  Orangien , 
openbaerden,  aendringende  dat  men  hem  eenige 
aenfienlijcken  dienlt  behoorde  op  te  leggen ,  ten 
minften  in  den  Raedt  van  State  teplaetlen,  waer 
over  de  ongefinde,  om  dat  te  verfetten,  eenige 
andere  middelen  hadde  moeten  uyt vinden. 
Ondertufichen  viel  oock  voor,  dat  *er  een  groot 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X. 

Saecken 
van  de 
Heet  Kic 


Treurige  Ge fchiedenit  van 
ongenoegen ,  tuflehen  de  twee  Onder-  Zecvoogh I 
den ,  de  Ruyter  en  Tromp  voorviel ,  leggende 
d'een  op  den  ander ,  de  oorfaeck  van  de  fchade  it 
het  vorige  gevecht  geleden.  Waer  door  d'Heei 
Kievit  ,  Gecommitteerde  B^aedt,  en  Bewindt- 
hebber  van  de  Ooflt-Indifche  Maetfchappy,  die 
met  de  Sufter  van  Tromp  getrouwt  was ,  door  ge- 
negentheydt  tot  fijn  Swager  aengedreven  ,  eer 
verhael  van  het  geen  in  de  voorgaende  Slagh  was 
voorgevallen ,  volgens  den  Brief  van  fijn  Schoon- 
broeder, had  laten  in  druck  uytgaen ;  ftreckende 
alles  om  den  Heer  Tromp  te  verfchoonen ,  en  den 
Heer  de  Ruyter  te  befchuldigen.  Het  welck 
hem  feer  euvel  afgenomen ,  en  tegens  de  Placca- 
vit  en  van  ten  gedaen ,  geoordeelt  wierdt ;  invoegen  hem 
der  Hotft.  voor  eerft  verbodt  wierd  gedaen ,  van  in  den  Raet 
te  komen ,  doch  hy,  vreefende  voor  erger  >  als  die 
met  den  Heer  Buat  veel  gerrieenfaemheydt  had 
gehadt,  trock  eerft  naBrabandt,  en  vandaerna 
Engelandt:  gelijck  oock  d'Heer  van  derHorft, 
mede  gewefèn  Gecommitteerde  Raedt ,  geraden 
vandt  na  Brabandt  te  vertrecken. 

In  der  daedt,  het  verbranden  van  dien  gefeyden 
brief,  verfchoonde  hun  en  Buats  faecken  vry  veel, 
als  mede  de  moedigheydt,  die  Buat  in  fijn  ant- 
woortaen  desKonincks  Geheym-fchrijver  toon- 
de ;  daer  hy  in  der  daedt  de  Staet  het  hare  eenigh- 
fints  gaf.  Maer  dit  was  al  wel ,  indien  het  werek 
geheym  was  gebleven ,  maer  openbaer  geworden, 
konde  niet  minder  als  die  van  het  andere  gedeelte , 
alarmeren ,  fiende  wat  'er  voor  hen  gekoockt 
wierdt.  Waerlijck  Buat  had  wel  mogen  fijn  ge- 
meenfaemheydt  met  Sylvius  vervolgen,  en  feg- 
gen ,  maer  hy  gingh  te  wijdt  in  het  afmalen  van  de 
zijdigheyt,  en  het  gemeen  maecken,  wat  hyeen 
yeder  applicabel  en  toepaflèlijck  achte. 

On«: 


XI. 
Aenmerc 
kin^c  op 
den  han- 
del van 
Suat. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
30  K  4 


D'Heere  van  Buat. 


477 


Ondertufichen  ontbraeckendergeen,  d; 
-te  plichten  omtrent  hem  en  fijne  faeck  aenwen- 
.  den ,  en  onder  anderen  vooreerft  de  Heeren  van 
Zeelandt  ,  dewelcke  verfochten  openinge  en 
Communicatie  ,  of  gemeenmaeckinge  van  de 
Rechtsplegingen  tegen  Buat  gehouden ;  raaer 
die  van  Hollandt  waren  daer  tegen ,  als  mede  de 
.  meefte  anderen ,  en  alfoo  wierdt  fulcks  weder  uy t 
de  Notulen  gelicht.  Zeelandt  bracht  oock  by , 
dat  fy  in  allen  gevallen  behoorden  kennilTe  van 
;  faecken  te  hebben ,  voor  foo  veel  hy  op  hun  re- 
partitie ftondt,  oock  leggende  tot  Bergen  op  den 
Zoominbefettingh,  konde  hy  voor  geen  Borger 
of  Inwoondervan  Hollandt  gehouden  worden. 
Maer  die  van  Hollandt  fey den  daei  tegen  :  Hy 
ware  in  der  daedt  eenlnwoonder  , en  hadinden 
Haegh  fijn  verblijf.  Dat  fy  voïderaldermeeft 
gequetft  waren ,  voor  foo  veel  hy ,  al  te  breedt  in 
het  byfonder  en  het  openbaer  had  gefproocken , 
>  voorgevende ,  men  konde  de  Vrede  hebben  als 
men  begeerde ,  indien  men  flechts  een  bePendingh 
naEngelandt  wilde  doen,  befchuldtgcnde  alfoo 
de  Regeringh  van  Wan  Debvoiren ,  en  plicht- 
verfuym ,  't  welck  diende  om  oproer  en  fcheu- 
ringh  onder  de  Gemeente  te  verwecken.  Hier 
tegen  diende  weder,  dat  Over-Yffel  foodanige 
voorftellingen  opentlijck  had  gedaen ,  en  veel  le- 
den getoont  hadden,  daer  toe  genegen  te  zijn; 
dat  oock  het  tiende  Artijckel ,  van  het  Verbondt 
of  de  Alliantie,  in  't  Jaer  166Z.  met  Engelandt 
gemaeckt ,  fulcks  genoegh  te  kennen  gaf,  en  toe- 
liet ;  zijnde  oock  blijckelijck  dat  Vranckrijck ,  in 
het  beloofde  onderftandt ,  feer  gebreeckigh  was 
ge  weeft ,  en  alfoo  genoegh  oorfaeck  tot  een  fepa- 
I  rate  en  afgefonderde  befendingh  gaf:  foo  even- 
wel ,  dat  men  het  tiende  Artijckel  voldede.  An- 

deie 


XII. 

Zeelandt 
werrkt 
omtrent 
de  fa  eek 
van  Buat, 


XIII. 

Hollandt 
antwoott 
daet  tegen. 


XIV 
Vetvolgh 
van  Con- 
teften. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XV. 

Vertoo- 
ningh  van 
dc  Staten 
van  Hol- 
landt  aen 
'tHof 
gedacn. 


47  %        Treurige  Gefcbiedenis  van 
dercfeydenoock,  Buat  had  veel  meer  tegen  dJJ 
Ceneraliteyc ,  als  tegen  Hollandt  alleen  ,  mifdae» 
cn  gefondight,  dewijl  het  maecken  van  vrede ,  bjl 
d' Unie  of  devereenigingh,  de  gemeene  Bondt 
genooten  behoorde,  dat  oock  de  Minifter  o 
Staet  dienaer  van  Hollandt ,  dacr  in  van  Hol 
landt  alleen  geen  laft  konde  ontfangen.  Mae 
hetlaghfoo ,  hy  had  daer  van  kennis  gedaen  heb. 
ben ,  aen  de  Hceren ,  tot  de  heymelijcke  verrich 
tingevan  haer  Hoogh  Mogende  geftelt  y  en  de 
felve  lieten ,  in  gewichtige  faken ,  geduerighlijck 
het  bellier  aen  Holland. 

OndertuflTchen  wierdt  gemaeckt ,  dat  de  advi}. 
fen  of  ftemmingen  in  'c  Hof  niet  over  een  qua. 
men,  alfoodcr  vele  tot  moderatie  en  matigheydt : 
en  Péenam  txtréordinariam  ,  buyten  ordinare  ftraffe 
neyghden :  Maer  de  Heeren  Staten  van  Hollandt  i: 
verftonden  dat  hy  Crimen  la[<e  Majefiatis,  <fc.': 
mifdaedt  V3n  gequetfte  Majefteyt ,  tegens  de  Op- 
perhoofdighey  t ,  begaen  had ,  en  begeerde ,  der- 
halven  ,  dat  het  Hof  fou  wij  fen  ,  volgens  de  wet- 
ten- hebbende  hy  Buat  gepooght  een  Vrede  te 
maecken ,  met  uytfluytingh  van  Vranckrijck  ,  en 
alfoo  tegen  defelve  Kroon  en  Majefteyt,  wekkers 
VafiTal  en  onderdaen  hy  was ,  gefondight.  Oock 
hadden  al  voor  defen,  de  Staten  van  Hollandt, 
het  Hof  van  Hollandt,  in  hun  vergaderingh  by 
malkander  gehadt ,  en  het  felve  van  fulcks  ver- 
maent ,  oock  hun  flappighey t  overgehael  t  en  aen- 
ge  wefen ,  diefe  aen  van  Meflèn ,  en  van  Ruyven , 
die  fimpelijck  gebannen  waren  ,  getoont  had- 
den. Oock  bybrengende,  dat  de  Stierman  van 
Cortenaer,  die  na  fijn  doodt  het  Schip  met  de 
vlasge  had  afgeftiert ,  daer  over  alleenlijck  mee 
de  koord  om  den  hals  was  geftraft  geweeft ,  die 
daer,  na  tot  de  Engelfchen  overloopende ,  een  aen- 
B  leyder 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  van  Buat.  479 
ttyder  tot  het  branden  onfer  fchepen  in  't  VI ie ,  en 
i  »p  der  Schellingh  was  geweelt.  Dit  wierdt  van 
orlolland  foodanigh  voorgeftelt ,  als  waren  defel- 
e  Heeren  Staten  eenighlints  bedacht  ceweeft, 
at  hec  Hof,  door  flapheydt ,  weder  in  defe  faeck 
onocht  fondigen.  Eyndelijck  wierd  goet  gevon- 
ilen ,  dat  feven  uyt  het  Lichaem  der  Staten  fouden 
morden  Gevolmachtight ,  die  de  vorige  verma- 
lingen, van  wegen  hare  Groot- Mogende,  we- 
ierom  vernieuwen  fouden  ,  om  het  Hof  te  doen 
*ijfen ,  na  vereyfeh  van  rechten ,  en  de  ftraf  te  be- 
tellen ,  gelijck men  den  fulcken  gewoon  is,  die 
nifdaet  vangequetfte  Majefteyt  hebben  begaen ;  ^ 
rvaer  op  die  van  het  Hof,  eenltemmigh  verklaer-  VJJ  -ta{Jof 
len  ,  hun  gewiflè  en  cedt ,  in  defen  gelijck  fy  in 
dies  gewoon  waren ,  te  fullen  voldoen.  Alles 
Jan  onderfocht  zijnde,  wierdt  op  Dijnghfdagh , 
zijnde  de  vijfde  dagh  vandeWijn-maent  ,  het 
vonnis  des  doots  vaft  geftelc  •  des  Donderdaeghs 
daer  aen ,  wierd  het  hernomen ,  en  de  uytvoei  ingh 
daer  van  fou  op  Saterdagh  gevolght  hebben ,  't  en 
waer  de  Scherp-rechter  befcheyden  was ,  om  tot 
mfteldam  recht  te  doen.  Op  Sondagh ,  tegens 
e  middagh,  wierdt  hem  de  doodt  aengefeght , 
na  dat  in  alle  Kercken  voor  hem  was  gebeden. 
Hy  toonde  fich  daer  over  leer  verbaeft ,  niet  ken- 
nende begrijpen,  foo  fwaren  ftraf  verdient  te  het** 
>en-,  meenende  alles  ten  beften  vandeStaetge- 
laen  te  hebben ;  en  in  die  meeningh  bleef  hy  vol- 
ïardigh.  De  Heer  Copes ,  Staets.  dienaer  van  den 
Heer  Keur-vorft  van  Brandenburgh,  gaf  fichop 
het  gerucht  van  het  gevelde  vonnis ,  by  de  Heeren 
Staten  van  Hollandc  aen ,  met  een  brief  van  voor- 
fpraeck  ,  tot  verfachtingh  van  de  ftraffe  :  hem 
vierdt  geantwoordt,  dat  de  Vergaderingh  onvol- 
komen was  j  waer  op  hy  weder  des  anderen 

daeghs 


XVII. 

Vonnis 
tegens 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


480        Trearige  GefchiedenU  van 
daeghs  aenftondt ,  dat  de  uy  tvoeringh  mocht  wor*  j 
den  uycgeftelt »  tot  datfe  volkomen  fou  zijn.1 
Doch  vergeefs.   De  brief  van  den  Kcur.vorftL^ 
luyde  aldus : 

Sijn  Keur-vorftelijcke  Doorluchtigheydt  vans 
Brandenburgh,  aen  de  Groot-Mogende  I 
Heeren  Staten  vanHollandt. 


•^r^"  Y  htbben  jeeckerlijek.  verfiat»  ,  dat  de 


XVIII* 

voor-       yV  n*efltr  Buaty  doot •emfmar*  [intentie,  m  n 
fchriiven    fa-u^  perijcliel  is  geraeckt  ;  wyverflamooc^,  dat  ^ 
Kcut'v'oift  fijn  onverftandige  Conduyte  ,  dit  wynm  metnen 
van  B^ap-  excuferen,  groote  oorfaec^  heeft  ge&nen  tot  u  Groot**'-' 
«fenbarglu  j^ogende  ihdignatie ,  enfcberpeproneduren\  maer  al- 
foo  %  tot  mek  toe  de Staet troumelipkbeeft  gedient , i 
en  dat' oot^fijn  Voorouders  boer -ieven tem  dienfie  van f 
dm  Statt  gtwatght ,  en  van  over  foo  veel  jaren  af ',  hattï 
verdient  gtmaeelej  hebben ,  in  weleltengtvalle  men  meer 
op  genaden,  als  of  de  foute  felfs,phegbtefim :  Soo 
hebben ,  by  de  jen,  de  vrybeydt  wilUn  gebruyclien,  u 
Groot-  Mogende  vriendelijk  te  wfoeckf* » fy  grieven , 
in  faveur ,  van  elefe  Intereeffie ,  oen  ons  foo  veel  te  defe- 
reren,  dat  fy  genade  voor  retbt  prefereren ,  en  de  uyt- 
eefproocken  f intentie  fulck*  mitigeren  >  dat  by  endedt 
fijne,  die  [onder  twtjjfel»  over  dit  ongduck*  ten  hoogh- 
Ben  qjn  bedroeft  ,ftch  daer  over  mogen  verblijden :  end* 
foo  veel  meer ,  oorfaetk.  hebben ,  voor  u  Groot- Mogende 
welvaert,  Godt  oen  te  roepen.    U  Groot-Mogende  I 
f uilen  hi 'er  door,  [oo  veel  metrroems  ontfangen>d[oo  j 
9 1 niet  is  te  prejumeren,  dat  defenmenfehfooboofom-  I 
tenue  jou  hebben  gebade ,  als  wel  (teen  of  gander  om.  I 
Randigheydt  hem  graveert  -y  ende  veel  meer  i»  ttvermoe-  I; 
den,  dat  hybem,  door  onbedack[aw>keypinditcx&-  \ 
luck  beeft  geftort.    Wy  $eb»  tot  eèGtoot-Mogsnde  I 
dit  vafi  vmrouwtnJyfHlten,  deft^etnwetfjitmet  ^ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  yan  Buat.  481 

^vruchteloos  laten  qjjk*  en  gelijcl^wy fulcks ,  vooreen 
x$eecken>  van  u  Groot- Mogende  ons  toedragende  byfon- 
iderlijcke  affeBie  fuüen  opnemen ,  foo  willen  wy  oocl^ 
Jdaer- en- tegen  by  aüe  occafien ,  uGtoot-Mogende  onfe 
ajfeftie  in  der  daedt  bewijfen ,  <2Tc, 
4  Oftober  \666. 


Den  negenden 


De  Antwoordt  van  Hollandt  daer  op 
luydc  aldus: 


Doorluchtige,  &c. 


DE  hooge  Ejlime,  die  wy  van  allen  tijden  gebadt 
hebben,  van  u  Kjur-vorftdtjckt  Doorl.  ftr^^a^ 
lbo»,  en  omtrent  des felfs  interejien  >  isfoodanigh,  dat  ren  Staten* 
j  ons  niet  liever  geweeji  is  als  defelvey  met  alle gevoegh- 
\  lijckf  manier e,  van  Complaifance ,  temoge^jf  eigenen  y 
\  ende  betuygen  >  ende  dienvolgende  foude  ohsten  hoogb- 
f  flen  aengenaem  hebben  geweeji ,  by  aldien  wy ,  oen  dc 
begeerte  van  u  Kjurvorjlelijcjy  Doorluchtigbeydt ,  ten 
»4  aenfien  vande  Hjt-meefler  Buat,  bekent gemaeck}  by  u 
}Qurvorftelijcl{e  Doorl.  Mi/Jive,  van  den  negenden  de* 
fer  hopende  Maent ,  hadden  kpnnen  defereren  ■  maer 
de  gelegentbeydt  en  importantie  van  de  faecken ,  by  den 
jelven  Buat,  en  fijne  Complicen  y  gemachineert  ende 
ondernomen  >  in  den  tegenwoordigen  toejlant  van  trjdt » 
ende  de  [ware  re flexie ,  die  defelve  ^ijn  hebbende ,  op  de 
hoogh  aenfienhjche  Geallieerden  van  defenStaety  be- 
n  nevens  de  verre  uytfunde  en  bekpmmerlijcks  confequen- 
tie  van  uytjlagh  in  onfe  f{epublijck/jae,  fchijnen  fooge~ 
:  vaerlijcl^y  dat  wy  niet  hebben  derven  ondernemen ,  ten 
I  aenfien  van  de  luftitieby  onfen  Hovegepleeght ,  eenigb* 
\  fints  te  doen  relacheren  :  Wy  verfoecfyn  overfulckj , 
b  dat  u  Kjurvorf>el?jcJ{c  Doorlucht  igbey  dt  ten  goeden  be- 
lieve  teduyden,  datwy,  omvoorgaendeconjid(ratien> 
genoot faeckt  %ijn  geweeji  deluflitie  te  laten  hebben  on- 
verhindert  haren  voortgancl^  •  achtervolgende  de  Sen- 

H  h  tenm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


482         Treurige  Gefcbiedetiis  van 

tent  ie  door  den  voorfchreven  Hove  uytgejproocken ,  hy 
den  druck  gemeen  gemacckt ,  ende  dat r  van  een  Exem- 
plaer  hier  nevens  gaet  :  ende  dat  u  KjurvorjlelijcJy 
Doorluchtigheydt  dtenohvermindertt  belitveverfetckert 
te  wefen ,  dat  wy  ons  bereydt  houden ,  om  by  alle  occur- 
rentien ,  te  doen  ende  helpen  verforgen ,  het  gent  defelve 
Wtlgevalligh  en  aen  gelegen  foude  weftn4 

Onder  des, 

Doorluchtige,  Sec 

Den  groot  en  Godt  biddende,  dathy  u  Keurvorfi-  ft 
lijekf  Doorluchtigheyt  wille  Regenen ,  ende  hoeden  <T 
in  fijne  genadige  befcherminge.  Gefchreveninden  é 
Bageden  1  i.OHob.fejlienbondertfes-en-tfeJligh  i 

Dit  was  d'uytflagh  van  des  Keur-vorften  ver-  - 
foeck ,  en  foo  gaet  het  R.echt  fijn  gangh  :  tijn  1) 
vonnis  hier  in  te  laflen,  achten  wyonnoodigh,  i 
als  zijnde  de  natuer  van  fijn  mifdaet  genoeghfaem 
uyt  het  voorgaende  te  begrijpen,  behalven 
dat  het  felve  door  den  druck  gemeen  gemaeckt  is , 
waer  aen  wy  ons  gedragen.    Oock  fal  van  het 
felve ,  in  de  Deductie ,  van  wegen  Zeelandt  daer 
over  gedaen ,  tot  kenniiïe ,  hier  achter  genoegh- 
faem invloeyen. 

Alle  plichten  dan ,  foo  van  wegen  den  Heer 
Keur- vorft  als  die  van  Zeelandt ,  en  fijne  vordere 
vrienden  en  verwanten,  vergeefs  zijnde,  ontbrack 
x  x     'er  niet  als  het  vonnis  uyt  te  voeren.    Op  Ivlaen- 
Bercyding  dagh,  zijnde  de  elfde  van  Wijn-maent,  quamen 
tot  d'uyt-  deGuardes,  vier  vanen  tepaerdt,  en  foo  veel  te 
▼ocringh.  voet>  m  ^  wapenen3  ftellende  fichfoo,  opliet 
Binnen-  als  het  Buyten-hof.  Ten  elf  uren  fiel- 
den fich  die  alle  in  ordere  op  de  plaets ,  op  de 
Kneuter-dijck,  en  op  den  Vijver-bergh :  het  voet- 
volck  voor,  en  depaerden  daer  achter,  latende 

echter 


"  i 


D'Heere  van  Buat.  485 

echter  plaets  tuffchen  hen  cn  het  fchavot ,  voor 
detoefienders.  Ten  half  twaelven,  wierdt  hy 
van  de  Gevangen- poon  geleydt,  gekleedt  inden 
rouw,  met  een  langen  rouw-mantel  om  ,  doch 
daer  onder  met  eenlU.cke  koord  gebonden ,  foo 
nochtans,  dat  hy  fijn  hoedt  konde  afnemen,-  en 
achter  hem  wierdt  de  fleep  van  defelve  mantel, 
door  een  dienaer  nagedragen.  Sijn  dienaeis 
volghdenhem  oock ,  alle  in  't  f «A-art  gekleet ;  ce- 
'ijck  oock  de  FranfcheLeeraer  Carré,  beneffcns 
den  Haeghfchen  Leeraer  Vollenhovius ,  die  hem 
ten  laetften  ware  by  ge  weeft,  en  voordewelcke 
hy  den  dagh  te  voren ,  fijn  Uyterfte  Wille  had  ge- 
maeckt,  indewelcke  hybedongh,  dat  fijn  kindt 
of  kinderen  mochten  inden  hervormden  Godts- 
dienlt  opgetrocken  worden ,  alfoo  fijn  andere  nae- 
fte  bloedt- verwanten ,  anders  gefint  waren.  Sijn 
Vrouw  had  wel  verfocht  by  hem  te  komen ,  maer 
hy  nad  fichdesverfchoont ,  uyt  vreefedatfulcks 
te  veel  ontfteltcnis  aen  wederzijde  fou  baren. 

Van  de  Gevangen-poort  gingh  hy  na  de  Rolle, 
,  oor  en  achter  door  een  goet  getal  krij^hs-lieden, 
met  halve  piecken  en  hellebarden  ge  wapent ,  be- 
waert.  Onder  het  gaen,  groete  hy  lijn  beken-  xxi. 
den  ,  met  het  afnemen  van  den  hoed,  gelijck  oock  J^J0^trt 
op  *t  Binnen- hof ,  io't  uytgaen  en  inkomen  •  hy 
na  degallerijeenkamer  van  fijn  Hoogheydt,  hoe, 
wel  die  als  doe  niet  in  den  Haegh  was ,  diepe  eer- 
biedigheydt  dede.  Komende  op  de  Rol'.e ,  groe- 
te aldaer  de  Heeren  Raden ,  en  hoorde  fijn  vonnis 
lefen,  fchuddende  fomwijlen  met  het  hooft, 
doch  anders  niet  fpreeckende,  als  in'tlaetite, 
doch  niet  overluydt ,  feggende  :  lek  fterf  noch- 
tans onfcbuldigb.  Daer  mede  het  Hof  en  de 
Rechts-aeleerde  groetende  ,  gingh  weder  opde- 
fejye  wiïfcaf ,  en  foo  na  "t  fchavot,  daer  hy  fijn 

Hh2  hoedt 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


484.  Treurige  Gefcbiedenis  van 
hoedt  en  mantel  afleyde ,  als  wanneer  men  fagh , 
dat  hy  aen  de  armen  gevleugelt  was.  De  Leeraer 
Carré  feyde  hem  nochyets,  en  Buat  gaf  hemyets, 
in  een  neusdoeck  gewonden  ,  en  daer  over  be- 
geeft hy  fich  tot  bidden,  knielende  op  een  ftuck 
fwarte  bay.  Hy  had  verfocht  dat  het  gantfche( 
fchavot  ,  met  rouw  fou  bekleedt  worden ,  doch 
dit  wierdt  afgeflagen.  De  Leeraer  Vollenhó-y 
vius  deed  een  geleert ,  aendachtigh  en  langh  ge-, 
bedt,  behelfende  dat  niet  alleen  de  Lijder ,  maer 
oock  al  de  omftaeoders  de  doodt  wel  rijckelijck 
verdient  hadden;  uytbreydendehunmenighvul- 
dige  fonden ,  en  Godts  geftrengh  oordeel ,  val- 
lende daer  na  weder  op  des  Heeren  ondoor- 
grondige barmhertigheydt ,  die  hy  alle  boet-, 
veerdige  verfeeckerde  en  verkondighde.  Hoe- 
wel dit  een  feer  ftichtelijcke  en  bondige  verma- 
ningh  was ,  warender  evenwel  veel  van  gevoe- 
len, dathetgebedt  te  langh  duerde ,  alfoohetde 
mifdadiger  vervelen  mocht ,  die  miflchien  fijn  ge- 
dachten liever  wat  inwendiger  fou  hebbé  befteet. 
Het  gebedt  dan  ge-eyndight ,  en  een  yeder  weder 
xxii.  opgeftaen  zijnde,  wilden  fijn  dienaers  hem  het 
Sijn  dood.  ^mbays  afdoen ,  en  hem  voort  handelen  •  maer 
de  Scherprechter  fchoot  toe ,  en  fette  hem  een 
muts'op ,  die  hy  he  m  voor  de  oogen  fchickte ,  en 
leyde  hem  foo  eyndeftjck  daer  hy  knielen  foude , 
daer  men  aen  het  bewegen  van  fijn  lippen  fagh , 
dat  hy  Godt  geduerighlijck  bad ,  onder  het  welc- 
ke  hem  den  Scherprechter  den  flagh  gaf . 

Het  hooft  af  zijnde,  wierdt  hy  vin  fijn  die- 
naers in  de  kift  geleght;  en  eerft  op  de  Voor- 
poort, en  van  daer,  desavonts,  in fi/nhuys ge- 
bracht ,  van  waer  het  de  volgende  nacht  in  de 
xxiii.  Kioofter-kerck  gedragen ,  en  in  het  Graf  van  de 
fcris.  ta"Heer  Cats,  fijn  Vrouwen  Groot- vader,  begra- 
ven  wierdt.  '  -De 


m 

in 

K 

t 


]t y.üi 


j 


s 


§*■»  >  J 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


«h 


D'Heere  van  Buat.  485 

De  Heeren  vanZeeiandt,  hebbende,  gedue- 
Jende  de  gevanckenis  van  Buit,  aengehouden,  om 
isenniflTe  van  rechtsplegingen  en  andeifmts  te  heb- 
1  jen ,  en  die ,  om  voorvei  haelde  redenen  niet  kon- 
;  .lende  bekomen  ,  hebben  echter ,  na  fijn  doodt , 
defe  klachte,  of,  foo  als  men  fe  fou  mogen  noe- 
men ,  doen  voorkomen.    D'inhoud  is  als  volght. 

Naer  dat  den Rit-meefter  Buat,  goeder  roe* 
morie,  door  ordere  van  de  Provincie  van  Hol-gc  van 
landt ,  was  gefaifeert  ende  gebracht  op  de  voor-  zccUndt. 
poorte  van  's  Gravenhagc ,  hebben  de  Heeren 
Staten  van  Zeelandt ,  Iterativelijck  verfocht ,  en- 
de  daer  op  aengehouden  ;  ten  eynde  hare  Ed: 
Mo*:  Communicatie  ende  kenniflè  mochten 
werden  gegeven ,  van  de  itucken  en  befcheyden , 
die  tot  fijnen  lafte  wierden  ge-employeerc ,  uyc 
oorfaeckedat  hetdelift,  daer  mede  wierdebe- 
fchuldight ,  den  gemeencn  ftaet  raeckte ;  en  dat 
hy  daer  van  was  een  Militair  Officier ,  oockop  de 
repartitieendein  eedtvan  dele  Provincie,  doch 
is'c  felve  te  vergeefs  ge  weeft ,  en  na  dat  ondervvij- 
leneen  veder  in  verwachtinge  was  ,  wat  fijn 
ftrifte  gevanckenifle ,  extraordinaire  proceduy- 
ren  teeens  hem  gehouden ,  ende  het  ongewoon 
aenmanen  van  de  Heeren  Staten  van  Hollandt  en- 
de Weft-Vrieflandt ,  aen  de  Rechters  iterative- 
lijck, gedaen  ,  foude  geworden ,  ende  fpeciahjck, 
wathooee  Oimina  tot  fijnen  lafte,  mochtezijn 
aen  den  dagh  gekomen ,  daer  van  de  geruchten  en 
de  blauwe  boeckfkens,  hem  aireede  hadden  ge- 
condemneert ,  foo  zijn  eyndelijck  door  fijn  Sen- 
tentie, de  oogen  van  alle  de  werelt  eeopent, 
fiende  de  Extentien  en  ingrediënten  van  dien  • be- 
komende alfoo  den  gemeenen  ftaet  en  defe  Pro- 
vincie, niet  anders,  als  met  ende  nevens  den  ge- 

Hh  x  nngh- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


48 6        Treurige  Gefcbtedenit  van 

ringhften  ingefeten ,  door  de  flagh  en  de  executie  f  ;C 
felfs,  eerft  van  defe  importante  faecke>  de  ver-r 
fochte kennifl> ,  behalvcn  dat  de  Heeren  Staten  *u 
V3n  Hollandt,  in 't  begin  van  het  voornoemde^ 
faififlèment,  door  de  Heeren  OrdinarisGedepu-^ 
teenien,  ter  Generaüteyt  wierden  onderricht^ 
dat  den  gemelden  Rit-meefter  de  Buat ,  gevraegt 
Eijnde ,  of  hy  niet  en  wift ,  dat  het  niet  geoorloft  wat 
met  den  vyandt  te  correfponderen ,  daer  op  hadde 
geantwoordt,foi  felvegedaen  te  hebben ,  met  kennijft  J|: 
van  den  Heer  Raedt  Penfionaris  de  Wit ,  die  oock 
hadde  veiklaert,  fulcks  waerachtigh  te  wefen, 
maer  dat  de  correfpondentie ,  al  eenigen  tij dt ,  in-  j » 
terruptwas  geloopenj  waer  op  wijders  onder- 
focht  zijnde,  of  dan  de  gemelde  Heer  Raedt-Pen- 
fionaris ,  ende  nevens  hem ,  noch  eenige  anderen»  o 
uyt  het  midden  van  haer  Hoogh  Mog :  vergade-  i' 
ringe,  waren  geauthorifeert,  ommediergelijcke  r 
gewichtige  Correfpondenrien  te  onderhouden ,  i 
ende  andere  Perfoonen ,  bny ten  de  regeringe  daer 
toe  te  Employeren,  ende  haer,  hetfelve,  naer 
gelegentheyt  wederom  optefeggen,  is  daer  op,  : 
by  de  gemelde  Heeren  Ordinaris,Gedeputeerden 
ter  Generaüteyt  geantwoordt,  dat  gene  van  haer  i 
allen kenniffe hadden,  dat  den  Heer Raedt Penfi-  « 
onaris  de  Wit,  of  yemandt  anders,  Hooghmo- 
genden,  tot  het  houden,  van  foodanige  Gor- 
refpondentien ,  waren  geauthorifeert,  ofte  be- 
voeght,  maer  niet  en  vviften,  wat  macht  ende 
authoriteyt ,  den  meergemelden  Heer  Raedt-  • 
Penfionaris  de  Wit,by  de  Heeren  Staten  van  Hol- 
landten Weft-  Vrieflant ,  dien  aengaende ,  mochte 
wefen  gegeven.    Waer  uyt  dan,  de  Heeren  Sta-  I 
ten  van  Zeelandt  gebleecken  zijnde,  dat 'er  af- 
fonderige  correfpondentien   ende  handelingen 
wierden  gehouden ,  niet  dat  de  een  of  d'anderc 

Pro- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  van  Buat.  487 
Provintie  fomwijlen  yets ,  den  gemecnen  Staec 
raeckende,  aen  de  handt  mochte  komen  ;  ende 
daer  op  verder ,  na  de  waerheydt  van  dien  (ouden 
■1  laten  inquireren ,  om  dier  dan  van  aen  de  gemeene 
(  Bondtgenooten ,  gewifle  kennifle  te  konnen  ge- 
ven •  maer  ex profejfo  en  by  maniere  van  een  fepa- 
rate  negotiatie ,  overfaecken,  de  gemeene  Unie 
en  alle  leden  van  dien ,  foo  hooghlijck  importe- 
rende ,  fonder  aen  defelve  te  geven  eenige  de  min- 
fte  Communicatie,  het  welcke  by  de  refpeaivc 
Leden  defer  Provintie  ,  in  de  jonghfte  vergade- 
ring, met  groote  bekommeringe  wefendeinge- 
fien ,  hebben  eenparighlijck  verftaen ,  dat  wy  van 
defe  faecke  fouden  maecken ,  een  geratfonneert 
poina  van  befchrijvinge ,  om  defelve,  als  weten- 
de van  fonderlingh  moment ,  in  de  refpeaive 
Vroetfchappen  rijckelijck  te  overwegen.  Om 
welcke  lalt  ende  ordere  ,  completelijck  te  vol- 
doen ,  foo  foude  daer  toe  wel  een  geheele  deduftie 
van  nooden  wefen ,  die  wy  oock  gaerne  op  't  pa- 
pier fullen  brengen ,  foo  wanneer  de  Heeren  Sta- 
ten fuicks  voor  aengenaem  mochten  hebben  ge- 
jugeert,  met  alle  de  redenen  ende  confideratien 
ter  materie  dienende ,  ende  voort  verfien  met  per- 
tinente refolutieni  van  de  ongefondeerde  en  bouw- 
vallige argumenten ,  daer  mede  debewufte  Hol- 
landtfche  deduaie ,  de  feparate  correfponden- 
tien  ende  handelingen  ,  met  den  Ufurpateur 
Cromwel  gehouden,  foo  wijdcloopigh,  doen, 
fonder  eenigh  fondament  tracht  te  Iunifieren, 
mee  vordere  aenwijfmgen ,  van  de  fchadehjeke 
vruchten,  die  defe  maniere  van  doen  albereydts 
heeft  eegeven ,  ende  noch  vorder  te  vreefen  ltaen  , 
oock  de  confufienenftrijdigheden,  diedaeruyt, 
nootfaeckelijcken  moeten  volgen,  foo  damnne 
niet  t'eenemael  cn  worde  geremedieert.  |c  WeicK 
  H  h  4  g°et' 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


4  88  Treurige  Geschiedenis  van 
goet-vinderi  van  u  Ed:  Mog:  afwachtende,  ful-Jj 
len  wy  alhier  alleen  eenige  weynige  poinften  in  L 
confideratie ,  kortelijck  aenroeren,  ende  totbe-ï 
fluy t  toonen ,  wat  wegens  de  Provincie ,  ter  ver-  f  c 
gadcringe  van  haer  Hoogh-Mogende,  over  dit  h 
impertinent  fubjeft  (onfes oordeels)  behoorde  tc  {■ 
werden  ingebracht,  verfoeckende  dat  uwe  Ed;  ' 
Mog:  alles  rijpelijck,  en  na  hunne  importantie 
gelieven  te  overwegen  j  en  vervolgeus  de  Heereq 
hare  Gedeputeerden,  daerop  volkomentliick te 
belaften. 

In  de  voorfchreven  Sententie  wordt  gefprooc- 
ken  van  feeckere  Artijckelen  van  Vrede ,  die  noyt.  j 
aen  hare  Hoogh- Mogende  zijn  vertoont  ,  die  \ 
nochtans  fulcks ,  ter  eerfter  plaetfe  toequam ,  ende  i 
in  defe  Landen  alleen  zijn,  de  Hooge  Overig.  . 
heydt;  infaecken  van  Vrede  ende  Oorlogh,  ende  4 
niet  eene  Provintie  in 't  particulier,  gelijck  het  1 
Hof  Provintiael ,  de  Provintie  van  Hollant  ende  ï 
Weft- Vrieflandt ,  by  de  voorfchreven  Sententie ,  » 
die  Hooge  Charafter  zijnde,  en  toe  te  fchrijven. 

Het  wordt  den  Rit-meefterde  Buat  hoogh  ge-  - 
imputeert,  dat  hy,  feeckeren  brief  uyt  Engelandt  } 
ontfangen  hebbende ,  defelve  aen  de  Minifters 
van  Holland  niet  en  heeft  gecommuniceert ,  maer 
verbrandt  gehadt,  niet  minder  wordt  hem  te  laft 
geleght,  dat  hyover  de  voorfchreve  Importante 
faecken ,  tweederley  correfpondentien  foude  heb- 
ben gehouden;  de  eene opentlijck met kenniflè, 
en  de  andere  fecretelijck  fonder  kenniflè  :  wat 
fal  de  gemeene  Hooge  Regeringe  hier  in  voor 
mifcontenterrient  toonen  t  dat  defelve  buyten 
kenniflè  ende  communicatie  van  alles  is  gelaten, 
ende  dat  defe  correfpondentien ,  endehandeünge 
alleen,  is  gebleven  tuflehen  de  Minifters  van  de 
Keeren  Stater*  van  Hollandt  en  Weft- Vrieflandt , 

en 


D'Heere  van  Buat.  489 

ren  de  voornoemde  Rit-meefter  de  Buat  t  het  is 
tvan  een  quaet  en  pernicieus  exempel,  dat,  ten  tij- 
sden van  den  laetiten  Engelfchen  oorlogh  ,  met 
sden  Ufurpateur  Cromwel ,  over  dat  bewuft  ha- 
hteiijck  werck,  van  de  feclufie,  tvveederley cor- 
'  refpondentie  en  onderhandelinge  is  gehouden: 
a  de  eene  met  kenniiïè,  en  de  ander  fonder  weten 
6  van  hare  Hoogh-  Mogende.    Ja  direfteli jck  re- 
gens haer  intentie  en  refolutie ;  en  dar  die  gene  die 
1  fulcks  hadden  gepleeght,  meer  zijn  geremune- 
reert  als  gecorrigeert.    Aen  denRicmeefterdc 
t  Buat  is  bekent  gemaeckt  en  verklaert,  dooror- 
!  dere  van  eene  Provintie,  dat 'er  geen  apparentie 
was ,  om  yemant  naer  Engelant  te  lenden  •  't  geen 
ten  anderen  tijde  foo  vierighlijck  is  nagejaeght , 
1:  cn  dat  hy  dien  aengaende  alle  hope  foude  bene- 
men ,  werdendealfoo ,  alle  de  Provintien ,  buyten 
haer  weten  en  kennifte  daer  mede  vervangen »  die 
het  nochtans,  buyten  alle  contraverfie  re  famen 
•f  toequam,  haer  lentementen  daer  over  te  verkla- 
en.    In  fomma  'tgene  de  Voor-ouders  hebben 
oorfeghc  en  gcvreeft ,  doe  de  Regeeringh  noch 
"00  geluckighwas,  van  een  gemeen  Hoogh  Mi- 
nifter  in  den  Staer  van  't  Landt  te  hebben ,  dat  de 
:  Provintie  van  Hollandt  en  Weft-Vrieflandt  al- 
les aen  haer  foude  willen  trecken  ,  en  over  haer 
medeleden  genoe<*hfaem  een  fupei  ioriteyt  oefTe- 
nen ,  werdt  in  delen  dage ,  by  na  geheelijck  ge- 
dimpleert  ende  vervult.    Zijnde  boeknieuwe- 
1  li  jck,  onder  het  wapen  en  den  druck  van  de  Hee- 
>'  ren  Staten  van  Hollandt  ende  Weft-Vrieflandt , 
1  in  druck  gekomen ,  eenige  aenmerekingen  ende 
u  aenvvijfingen ,  op  de  jonghfte  ingekomen  Miffive 
wan  den  Koninck  van  Groot  Brittanien ,  fonder 
\  de  andere  Provintien  daer  over  te  kennen  ofte 
confulteren,daer  van  daer  nochtans  ïulckereful- 

Hh  5  tatiea 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


490  Treurige  Gefchïedems  van 
«tien  moeten  afvloeyen.  Ommc  nu  tekomeal^ 
tot  correftiecn  verbeteringe  Van  alledefe,  endcl,B  heisa 
meer  andere  hooghgaende  abuyfen  ende  ïncon- 
gruiteycen ,  die  met  menighte  konnen  worden 
aeneewefcn»  ende  om  voor  te  komen,  dat  een 
ende  defclve'faecke ,  op  den  ecnen  tijde  met  ge- 
loont,  ende  op  een  anderen  tijde  met  geftrarcen 
werde  ,of  dat  in  deeenc  Provincie  voor  geoorloft 
en  wel  gedaen,  en  in  een  andere  Provintie  voor 
een  Crimen,  ende  Delift  foude  worden  gehou- 
den :  foo  achten  wy,  dat 't  meer  als  tijdtis,  dat 
uyt  de  name ,  ende  van  wegen  defe  Provintie ,  al- 
le 'e  gene  voorfchreven  is ,  meteen  byfonderen 
ernft,  ter  vergaderinge  van  de  gemeene  Bondc- 
cenooten  werde  gereprefenteert,ende  vorder  daer 
op  aengehouden ,  dat  de  Heeren  Staten  van  Hol- 
landt  en  Weft-Vrieaandt  ,  mogen  nalaten  haer 
parciculierlijck  te  onderwinden  ,  foodanige  at. 
{onderlinge  direftien  ,  correfpondentien  ende 
neeotiacien,mec  andere  Princen  ende  Potentaten , 
als  voren  zijn  aenge wefen,  dat  in  plaetfe  van  dien , 
foodanige  ordere  werde  geftelt ,  dat  alle  de  Pro- 
vintien  ,  dien  aengaende ,  mogen  geruft  zim ;  ende 
daer  inne  Egalijcken ,  tot  bevorderinge  van  t  ge- 
meene beft,  participeren,  ende  in  cas  dit  ,  buy 
ten  vermoeden ,  by  de  Provintie  van  Hollandc 
niet  mochte  werden  te  wege  gebracht,  ende  da 
defelve ,  vervolgens  de  voorgaende  manier  van 
doen,  niet  foude  nalaten,  dat  als  dan ,  wegens  de 
Heeren  Staten  van  Zeelandt ,  foude  worden  ver- 
klaert,  dat  haer  Ed:  Mog:  onfchuldigh  willen 
zijn  ,  aen  de  ondienften ,  fcheuringen ,  en  andere 
onheylen ,  die  daer  wijders  uyt  te  bevreefen i  ftaen , 
ende  dat  defelve  dan  oock  foodanige  affonderlm- 
ge  correfpondentien,  direaicendehandehnge, 
met  andere  Princen  ende  Potentaten 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


D'Heere  van  Buat.  491 

angen  ende  houden,  alsdefelve  voor  den  dienft 
van  het  gemeene  Landt ,  ende  hare  Provimie  ful- 
len  bevinden  te  behooren. 

Dit  wicrdt  aldus  uytgemeten ,  maer  de  korts 
daer  opgevolghde  onderhanddingh,  etrft  door 
afgefondenc  brieven ,  tuffchen  den  Koninck  van 
Engelandt ,  en  haer  Hoogh-  Mogende ,  daer  na 
door  bemiddelingh  van  de  Kroon  S weden ,  heeft 
genoeghfaem  aengewefen»dat  Hollandt  goede  be- 
radingen ,  maximen  en  Staees-gronden  had  ge- 
volghc.  En  hier  mede  laten  wy  den  Heer  de  JBuat 
ruften.  Wy  Tullen  hem  evenwel  met  drie  woor- 
den tot  een  Graf-dicht  vereeren. 

GRAF-DICHT, 
Op  de  Heer 

HENRY  de  FLEURY, 

Heer  van  Buat ,  &c. 

Staet-Reyjiger  >  beweent ,  eerdatghy  vorder  gaety 
Een  echte  Soon  van  Mars ,  een  BaJUert-kjnt  van  Staet. 
Een  Yveraer  met  fchult ,  een  wel-geooghde  Blinde. 
Een  die  de  Vrede  focht ,  daer  Vre  niet  was  te  vinden. 
Een  du  de  Molen  draeyt  die  hem  te  pletter  jlaet. 
Een  die ,  geen  leven  moe  ,fijn  eygen  felfs  verraet. 
Een  tweede  Phaè'ton ,  die ,  fonder  9t  ff  oor  te  kennen , 
jye  Sonne-  wagen  mendt ,  en  fntuvelt  door  het  mennen, 
Bekpfiight ,  met  fijn  hals ,  een  les  voor  menigh  eeuw  3 
Hoe  forgelijcl^het    ,  te fyelen  met  den  Leeuw. 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


49* 

D  E 


MAR  QJJ  I  S  E  . 
<van  Gtinges.  M\ 


INHOUDT. 
I. 

AFkomfl  en  hoedantgheydt  van  de  Marquifim, 
II.  Haer  eerfle  Houxcelijckj  III.  Haer  komfi 
en  fiaet  ten  Hoof.  IV.  Haer  befchrijvinge.  V.  Sy 
voort  Weduwe.  VI.  Haer  tweede  Houwe/ijcl^  VII.  Var* 
moeden  tegens  haer.  VIII.  Haer  verfehooninghe. 
IX.  Quade  aevtbrengtngen  tegens  haer.  X.  Onlufie» 
tn  haer  Houvcelijck^  en  lagen  haer  geleght.  XI.  Sy  bt- 
flelt  haer  faecken  x*or  haer  vertreed  XII.  Haer  komft 
tot  Ganges.    XIII.  Goet  ontboei  bcgtn  van  Jammer. 

XIV.  Vort  geftootfaec^t  haer  Testament  te  ver  anderen. 

XV.  Aem  angh  van  het  fchetm-ftuekj  XVI.  Haer 
ootmoedigheyt.  XV II.  Te  vergeefs.  XVIII.  Wort 
op  Ivcionpen  Venijn  te  dr  mêlee».  XIX.  Ontvlucht  ae 
handt  van  haer  Moorders.  XX.  Wonderl^ontkomtn 
van  de  Marqutfotne.    X  X I.  Du  butnen  Ganges  vlucht* 

XXII.  Overgeven  boofheydt  van    haer  Broeders* 

XXIII.  Gr  ouwel ijclre  moort.  XXIV.  Hervatte 
moordadtgheyt.  XXV.  Stoet  van  de  gewonde  Mar* 
quiftnne.  XXVI.  De  moorders  ontltomen.  XXVII. 
Komft  van  de  Marquts  tot  Ganges.  XXVIII.  Haer 
vr,endeliickheyt  tegens  haer  Man.  XXIX.  Komft  van 
haer  Moeder.  XXX.  Het  Parlement  fendt  om  het 
wre^te  onder  fceeire».  XXXI.  Doodt  van  de  Mar- 
auifinne.  XXXII.  Haer  Man  wordt  gevangen. 
XXXIII.  Algemeene  droef heyt  over  de  doodt  van  Ae 
Marquifinne. 


XVI.  Ge. 

0 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de  Marquise. 


49* 


XVI.  Geschiedenis. 

*  VM^C^  Y  gaen  u  mer>  gunftige  Lefer, 
'  w\\\wfjtS>    voor^e^en»  een  van  de  fon- 
SöJ^VF^fê   dei  linghfte  voorvallen  van  on- 
2§V{jiX^ft  fe  tijde ,  ghy  fiet  hier  de  rafer- 
vhfËF^uWS$  nY  °P  fyn  hooghftc  j  de  natuer 
gS^$3M^ft  fonder  kracht ,  de  min  veran- 
"  ~  dert  in  haet ,  de  onnoofelheyc 

verdruckt ,  javermoort,  ja  verfcheurt  >  leelt  en 
(chaemt  u  over  de  wreetheyt  der  Chriftenen  ,  die 
door  hun  bitcer  woeden ,  de  Barbaren  fachtmoe- 
digh  maecken.  Ongeluckigeeeuw  ,  die  wybe- 
"everi,  die  de  nakomende  ver  wonderingh  en  ver- 
aeftheyt  ftaec  PC  verwecken ,  en  nauwelijcks  fal 
doen  gelooven ,  't  geen  wy  met  betraende  oogen 
aenfc  houwen. 

Me  Vrouwe  de  Marquifinne  vanGanges,  is  I- 
het  bedroeft  onderwerp  van  defe  getchiedenis>  eri  hoeda« 
een  Me- vrouw  ,  van  fulckeen  volmaeckte  fchoo-  nigheyt 
nen  bevallijckhcydt,  dat ,  inder  waerheydr,  ly  vande 
met  recht  een  wonder  van  onfe  tijdt  kondege-  JJjJJui* 
noemt  worden.    Haer  wiege  was  Avignon ,  dier  mnc* 
haer  het  geluck  foo  mildtdadigh,  inhetfehenc- 
'ken  van  haer  gaven  was  geweeft,  als  de  natuer 
fich  in  het  mededeelen  van  haer  koftelijckfte  goe- 
deren ,  had  getoont  te  zijn.    Sy  was  eenige 
Dochter  van  den  Heer  deRoflan,  kintskint  van 
den  Heer  de  Joannis ,  Heer  van  Nocheres  ,  van 
wiens  groote  en  aenfienlijcke  middelen  fyetlge- 
naem  was  ,  dat  is  te  feggen,  dat  fy  ten  minften , 
vier  of  vijf  hondert  duyfent  guldens  ten  houwe- 
lijck  had.    Men  noemde  haer  in  haer  jonge  vx- 
ren  La  Chafteau  Blanc,  zijnde  het  felveeeney- 
gendom  van  haer  Vader  ,  die  haer  feer  jonck 
naliet ,  onder  de  befchermingh  \w  haer  Groot- 
vader , 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


494,  Treurige  Gefchiedenis  van 
vader,  die  haer  terftondt,  wanneer  fy  begoflg 
eenighfints  houwbaer  te  worden ,  van  alle  kanten,! 
fagh  aengefochti  van  Heerenvangrooteftaetenj 
aenfien.  ! 
IL  Den  hemel  eyndelijck  fchickce  haer  toe,  in 
Haer  ccrftfl  haer  dertiende  jaer ,  den  Heer  Marquis  de  Caftel-  : 

rV'  *ane  >  ^ee^  van  ^en  overleden  Hartoghde  Vil- "j 
lars  -y  hy  was  een  jongh  Edelman ,  feer  wel  ge- f  • 
maeckt ,  en  van  fulck  eengoet  Huys ,  als  'erin  het 
Koninckrijck  magh  zijn ,  die  fich  geduerigh  oock 
in  het  Hof  had  opgehouden ,  by  fijn  Moeder  Me- 
vrouwe  de  Marquifinne  van  Ampus ,  waer  door 
hy  ,  in  alderhande  oeffeningen  uytfteeckende 
was.  Hun  houwelijck  wierdt  voltrocken ,  in 
het  feftien  hondert  en  negen-en-veertighfte  jaer , 
van  Chriftus  geboorte. 

Kort  na  het  welcke,  men  defe  lchoone  Mar-  I 
quife  ten  Hoof  fagh  komen ,  met  toejuyehen  van  ;i 
t     de  gantfche  vverelt ,  ten  inficht  van  haer  uytne- 
mende  gaven ,  om  wekkers  wil  fy  de  eer  had , 
komft  en  haer  lof  op  verfcheyde  manieren  te  hooren  uyt 
£acVC0  trompetten ,  felfs  door  de  mondt  van  fijn  Maje- 
ftey  t  •  die  ,  om  haer  te  meerder  te  doen  uy  tfteec- 
ken,  haereer-plaets  in  een  ballet  of  danflery  wil- 
de geven ,  en  felfs  met  haer  danffen  ,  en  daer  wal 
het  dat  fy  den  tijtel  kreegh  vandefchoone  Pro 
venciale ;  door  dewelcke  fy  beter  was  bekent 
als  met  die  van  de  Marquifinne  de  Caftellane. 

Sy  genoot  oock  defe  eer,  by  een  andere  gele- 
gentheydtt  als  hebbende  de  Koningin  van  Swe- 
den  hooren  feggen,  dat  fy,  in  foo  veel  Komnck- 
rijeken  als  fy  door-reyft  had,  noyt haers gelijc- 
ken,infchoonheydt,  hadgefien.  En  indienden 
hemel  haer  foo  wei  een  man  als  een  vrou  w  ge- 
maeckt  had,  fy  al  haergenegentheydten  liefde 
haer  fou  willen  op-offeren.   Siet  hier  een  kleyne 


de  Mar  q^u  i  s  e.  49$ 

fchrijvinge  van  h3er  gedaente.   Sy  had  een 
icngeficht  het  foetlte  en  te  gelijck  dettighfte  dac 
er  in  dc  werelt  magh  gevonden  worden.  Sy 
was  foo  blanck  en  iuyver  van  verw  als  Snee, 
;3aer  een  levendigheydt  van  bloedt  foo  aerdigh 
>  ioorfpeclde ,  datmennoyt  eenvolmaeckter  ver- 
engmge  heeft  gefien.    Haer  oogen  en  hayr  wa- 
tt bruynder  als  een  git,  haer  oogen  wacrlijck , 
van  dewekke  men  in  de  hooghte  van  hun  licht , 
ft  1  alen  niet  verdragen  konde ,  en  die  in  die  tijde 
!bo  veel  pennen,  om  hun  fchoonheyt  af  te  beel- 
den ,  gaende  gemaeckt  hebben.  Haer  mondt  was  Hacrv^c. 
dat  gedeelte  van  haer  aengeficht ,  dat  men  met  fc|inj- 
recht  wel  het  fchoonfte  mocht  noemen ,  fooda-  vinge» 
igh  in  volmaecktheydt ,  dat  felfs  de  nauwkeu- 
righften  mollen  bekennen  ,  noyt  fchoonder  te 
hebben  gefien.    Haer  neus  was ,  volgens  de  reft , 
en  na  de  volmaeckteftellingh  van  de  andere  dee- 
len ,  de  welgemaeckftc  ter  werelt.  D'Omtreck 
van  haer  aengeficht  was  volmaecktelijck  rondt , 
engenaem  en  pocfel  >  foo  dat  men  in  het  kort , 
metwaerheydt  wel  feggenen  verklaren  mocht, 
noyt  foo  veel  fchoons  by  malkander  gevonden  te 
hebben.  Haer  geftake  was  meer  als  middelbaer , 
haer  fpraeck  foo  liefli  jek  en  bevallijck,  haer  gangh 
foo  deftigh  en  edel ,  haer  onderhoudt  foo  gemac- 
kelijck,  haer  aerdt  foo  gefelligh,  haer  geeft  foo 
oprecht  en  foo  goedertieren ,  dat  het  in  der  vvaer- 
hey  t,  het  geloof  fou  te  boven  gaen,van  yemant  die 
geen  ooghen  oor-getuyge,  daer  van  was  ge  weeft. 
Defe  uytfteeckende  hoedanigheden ,  die  mach- 
tigh  waren ,  om  defe  jonge  Marquifinne ,  het  op- 
perfte  goet ,  in  dit  leven  te  doen  hopen ,  vonden 
fich  wel  haeft  dealdergrootfte  bitterheden  onder- 
worpen j  die  de  onftandtvaitigheydt  der  dingen  , 
yemant,  yan  wat  ftaet  hy  zy,  kan  doen  beproeven. 

De 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


406        Tfiürtge  GefchiedenU  van 

De tijdingh  gekomen  zijnde,  van  het  verlies 
onfer  Galcyen ,  inde  Siciliaenfche  Zee ,  maeckte  i 
niet  alleen  het  gantfche  Hof,  maer  oock  in  het 
byfonder,  defe  brave  Vrouw  ontftelt,  door  het 
v.     verlies  van  den  Marquis  de  Caftellane  haren  Man, 
Süe  ciie  in  defe  ongeluckige  Schip-breuck  het  leven 
liet.    Aldus  bleef  fy  Weduwe fonder kinderen, 
onder  de  handen  en  hetopficht  van  Me- Vrouwe 
d'Ampus  haer  Schoon-moeder :  dewelcke  haer 
noch  een  tijdtbyhaer  in  het  Hof  gehouden  heb. 
bende ,  eyndelijck  goet  vandt ,  dat  fy  weer  na 
Avignon  fou  keeren ,  om  aldaer  haer  faecken  te 
beftellen ,  en  fich  by  haer  Groot- vader ,  over  het 
verlies  van  haren  Man  te  vertrooften.  Sy  oor- 
deelde dat  haer ,  om  veyligh  en  feecker  omtrent 
haer  eer  en  aenfien  te  zijn ,  geen  beter  woo- 
ningh  kon  gebeuren  ,  als  die  van  een  Kloofter, 
daerfe  fich  met  haer  Dienft-maeghden  in  beg3f , 
fonder  fich  van  yemant ,  als  van  die  gene ,  daerfe 
mede  te  doen  had ,  te  laten  fien, 

Ondertuflchen  wiert  de  min-yver  van  haer  ou- 
de vryers ,  door  de  gelegent heyt  van  haer  We- 
duwfehap  meer  als  oyt  voor  heen  opgeweckt.  Al 
wat  'er  van  ftaetx  of  bevallickheden  in  het  geweft 
was ,  dacht  niet  als  na  middelen  om  haer  te  be- 
hagen. Eyndelijck  na  eenige  jaren  Weduwe  ge- 
weeft  te  hebben ,  befloot  fy ,  onder  al  die  haer  ten 
houwelijck  verfochten ,  haer  tweede  hou wehjck 
HaeVtVee-  met  de  Marquis  de  Ganges,  Baron  in  Languedoc, 
dehouwe-  en  Stadt-vooght  van  de  Stadt  en  het  Slot  St.  An- 
Hj<*.  dré ,  zijnde  omtrent  tuffchen  de  1 8.  of  2o.  Jaren 
oudt ,  aen  te  gaen ,  welck  houwelijck  m  het  Jaer 
1658,  volbracht  wierdt.  Waerlijck  het  foude 
wel  fwaer  geweèft  zijn ,  twee  fulcke  volmaeckte 
getrouwde  lieden,  in  het  gantfche  KomnckrijcK 
te  vinden,  die  elck  voor  fichfelvenfoo  fchoon, 

en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
30  K  4 


de  Marquise,  497 
en  op  malkanderen  foo  verlieft  waren.  Sy 
fmaeckten,  in  de  eerfte  jaren  van  hun  houwelijck  3 
al  de  foetigheden  ,  die  men  op  defe  werelt ,  van 
den  hemel  >  fou  konnen  wenfchen ,  die  hen  oock 
wel  lueft  de  vrucht  van  hun  houwelijck  dede  ge- 
nieten ,  door  het  telen  van  fchoone  kinderen. 

Hun  gemeen  verblijf  was  totAvignon,  hoe- 
wel fy  fom wijlen  ,  om  fïch  wat  te  vermaecken, 
na  Ganges ,  een  kleyn  liedeken  in  Languedoc , 
feven  mijlen  van  Montpelliers ,  en  negentien  van 
A  vignon  verreyfden ,  en  dacr  eenige  maenden  fich 
ophielden. 

Waerlijck  fy  hadden  lange ,  in  dien  geluckigen 
ftaet  konnen  leven ,  indien  de  quaetaerdigheyt  en 
de  afgunlt  hun  ruft  niet  hadgebroocken ,  zijnde 
gewis  en  feecker ,  dat  >  indien  de  Marquifinne  de 
Ganges,  van  een  geringer  ftaet  had  geweeft,  en 
minder  begaeft  van  de  goederen  der  natuer  en  des 
gelucks  j  fy  de  trouwloofe  boof  heydt ,  van  haer 
valfche  vrienden ,  en  al  de  fnootheydt  der  valfche 
tongen ,  wel  te  boven  fou  zijn  gekomen.  Maer 
om  dat  haer  ftaet ,  haer  goederen  en  haer  fchoon- 
heydt  haer  ver  boven  andere  verheften ,  en  hec 
veel  gemackelijcker  is  in  de  Son  een  vlecke  te  bc- 
fpeuren,  als  een  gantlche  misftalte  in  eenige  der 
andere  fterren ,  foo  was  het  occk  dat  haer  ftaet  en 
volkomentheden  ,  dcoogen  van  fommige  (eer  de- 
den ,  die,  fonder  afgunft ,  de  voordeden  in  andere 
niet  konnen  aenfien ,  die  den  hemel  en  de  Natuer 
hen  onthouden  heeft. 

Defe  quaet-aerdige  geeften ,  die  fich  aen  alles    v  1 1 
ooten ,  alles  ten  argften  duyden,en  alles  in  ver-  J*"noc"  É 
moeden  trecken,  vonden  quaet-aerdigheyt,  en  SJ**°°^ 
een  onbetaemlijckheyt  in  de  ommeganck  van  defe 
Marquifinne,    Sy  konden  niet  verdragen ,  dat 
een  vrouw  van  foodanigen  ftaet ,  en  met  foo  veel 

1  i  vol- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


49*        Treurige  Gefcbiedem  vm 
volmaecktheden  begaeft*  haer  tot  een  borger-  jfjt! 
lijck  leven  foude  uy t  laten ,  fonder  vermoeden  van  \ j 
Gabnterye,  en  dartele  wellultigheyt.      Defc  Afr 
fchadelijcke  gedrochten  wilden  het  alles  uytlcg»  k 
gen,  na  de  fin  van  hun  verfoeyelijcke  regulenea  \u 
wetten,  latende  geenfints  befmette  zijn  ,  door 
het  fnoode  vergif  van  valfche  vrientfehap ;  korte»; 
lijck fy  wilden,  dat  dele  wel  gebooren  cn  hoogh 
begaefde  Vrouw ,  haer  fonder  mifdaedt ,  niet  fou'  1  - 
mogen  vertoonen  ,  noch  laten  aenfien.  j 
In  der  waerheyt ,  het  had  defe  boofe  geeften  en  j;: 
valfche  tongen  geenfints  ontbroocken ,  het  ge-  i 
moet  van  haer  man  te  vergiftigen,  indien  hy  altijdt 
wil  en  genegentheyt  had  gehadt ,  om  hen  te  hoo-  < »» 
ren,  en ofhyfe  hoorde,  geloof  aen  hun  valfche 
aenftoockingen ,  te  geven :  m3er  de  liefde  had  te  i 
veel  plaets  in  fijn  hart  genomen ,  om  fich  te  laten  i ... 
bewegen ,  felf  yets  quaets  van  foo  waerdigen we- 
derhelft te  dencken ,  die  hem  foo  wel  bekent  was.  t 
Waerhjck  men  moet  feggen,  dat  de  Marquifinne  u 
vin.  deGanges,  fich  vermaeckte  in  een  eerhjck  by 
Ha«  ver-  zijn,cefienen  befocht  was,  m3er  fonder  verban-  h. 
fchoonin.  te'mS)benmeteenfulckeeerlijckevryheyt,alseen  1 
V'        perfoon  van  haer  ftaet ,  en  voornainenthjck  in  die  i 
«eweften ,  vry  mach  gefeght  worden  te  ftaen. 
frlen  fou  niet  konnen  feggen ,  dat  fy  oy  t  die  ge-  » 
voorrechte  geduerfaemheyt  heeft  toe  gelaten ,  die  * 
den  begunftighde ,  van  de  reft  van  het  gefelfcnap,  k 
kanonderfcheyden.   En  ojn  hier  inkort  te gaen,  g. 
men  fou  haer  jonckheyt  wel  een  weynigh  yan  dar- 
telheyt  en  onvoorfichtighey:  mógen  ™$a™' 
gen,  maer  noyt  vanargernis,  fchandale  oi  vuy-  ■ 

gOnd;rtulTchen,menweetwat  fiagh vat ivolck  I; 
deverftoote,of  af  gekeerde :  mianaers  |- 
inbeelden,  over  at  het  padt  tot  hun  voornem» I 


de    Mar  q^u  i  s  e.'  499 

gemaeckt  te  zijn  :  defe  Groot- fpreeckers  en 
]\7iet-doenders,  die  fich  voeden  met  hun  inbeel- 
dingen, en  menighte  van  kalleden  in  de  luchc 
bouwen.  Die  hun  droomen en  rcvelarijen  op  de 
hooghlte  Marckt  derven  verkoopen  •  alsgeflage 
en  beproefde  waerheden  ,  en  op  veder  reden  ,  de 
eer  en  deughc  van  dat  geflacht  opofferen ,  aende 
roock  van  hun  ydelheyt ,  onbefcheydentheydt  en 
onvoorfichtigheydt,  aen  de  uytvallen  van  hun 
wanhoop  en  rafernije  :  datfe  niet  als  met  eeroie- 
digheydt  en  onnoofelc  minnelijckheyt  behoor- 
den te  aenfehou  wen. 

Van  defe  flach  van  menfehen  was  het ,  Ó2tde 
Marquifinne  van  Ganges ,  menighmael  aengetaft 
vvierdt ;  feifs  in  het  midden  van  menighte  van  an- 
dere lieden ,  van  eer  en  verdicniten ,  die  met  haer 
verkeerden  en  omme gingen.  Men  kin  nu  be- 
dencken,  offy,  fich  vindende  in  hetgeweltvan 
ioodanige  menfehen,  minder  koft  ,  als  mee 
fuicke  verwen  afgefchildert  te  werden  ,  en  dat  foo 
dickmaels ,  en  op  Ioodanige  gelegentheydr ,  als 
het  defe  groot-fpreeckende  Mugge -lifters  belief- 
de ,  en  tcgens  haer  uyt  te  braecken ,  al  het  vergif, 
dat  haer  verachtinge  in  hun  boefem  gelaten  h  id. 
Van  defe  dan  wierdtfygekaetftengcüingert,  ton- 
der mcde-lijdtn.  Men  feght  gemeenlijck  dat  de 
ooren  van  den  Man,  onbegancke'ijckc  toegan- 
gen ,  voor  de  lafteringen  van  de  deught ,  en  hec 
raecken  van  hun  belangen ,  omtrent  hunne  vrou- 
wen zijn  ,  om  dat  'er  felden  foo  goeden  vriendt , 
of  foo  bitteren  vyandt  kan  gevonden  worden,  die 
de  moeyte  of  de  ongenuchc  fou  wilkn  op  fich  ne- 
men  ,  om  hem  daer  tijdinge  van  te  doen  lubben, q^,^ 
of  den  aenbrenger  daer  van  te  willen  zijn.  Even-  ambren- 
wel  wierden  gevonden, die  Brutael  en  onbefchoft  gin*ïen. 
enoegh  waren,  om  defe  fnoode  plicht  aen  den  jjjjj 

li  2  Mar- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X. 

Onluftcn 
in  hacr 
houwe- 
lijck ,  cn 


<oo  Treurige  Gefcbiedems  van 
Marquis  tc  doen  •  en  die  hem  genegender  als  oyt 
vindende  om  hen  te  hooren ,  gelegentheydt  ge- 
noeMi  vonden  ,  om  de  wantrouw  en  de  moeye- 
lijckheyd  hem  in  te  blafen.  Dewelcke  niet  min- 
der  in  fijn  harte  konden  voortbrengen ,  als  een 
koelheydt  omtrent  fijn  vrouw,  die  te  met  in  een 
voile  koude  ontaerde,  en  alle  oogenblicken  bit- 
tere uytwerckfels  van  korfelheydt  en  wrevelig- 
heyt  voortbrachten. 

Geduerende  defe  onluften ,  en  moeyehjekheyc 
van  haer  Man,  omtrent  haer,  die  fich  meer  en 
meer  ontdeckte ,  en  voor  oogen  ftelde ,  gevielder 
een  faeck ,  die  haer  evenwel  foo  veel  met  aen  de 
lagen  hact  quaet-aerdigheydt  van  haer  Man,  als  degedagc 
*clcsht'    boorheydt  van  haer  vyanden  deed  vertaften ,  dat 
is  dat  fy ,  en  haer  gevolgh  fich  op  een  tijde  feer 
qualiick  bevonden,  door  het  eten  van  room,  in 
het  welcke bevonden  wierd ,  dat  men  rotte-kruyt 
cemenght  had  -  doch  al  te  weynigh ,  om  te  doen 
fterven  ,  evenwel  al  te  veel ,  om  haer  geen  grootc 
moeyeliickheydt  en  quellinge  aen  te  doen;  be- 
neflfens  al  die  gene ,  die  met  haer  daer  van  gegeten 

hadden.  ,  «  . 

Als  doe  quam  haer  in  den  fin ,  dat  fy  voorheen 
tot  Parijs  haer  Horofcoop ,  of  Geboortens-itond 
had  laten  toe-rechten  %  waerdoor  fy  met  een  ge- 
weldige dood  gedreyght  wierdt ,  en  dar  door  de 
handt  van  yemandt  van  haer  naefte  vrienden.  Die 
voorval  maeckte  groot  gerucht ,  voor  eemge  da- 
een  ,  binnen  Avignon  en  elders,  yeder  fprack  daer 
gin  gedachten  van :  doch  fy  toonde  fich  daer  om- 
,  trent  feer  koel ,  cn  on.onderfcheydehjck  ,  en 
maeckten  daer  dickmaels,in  haer  by-een-korolten, 
haer boerteriien  over.  .  ,     .  , 

Men  weei  niet  of  fy  niet  wel  eemgh  gebteck 
van  genegentheydt,  inde  Abt  en  denlUddgde 


N 

li 

'ff 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de  Marquise.  501 

anges  ,  haer  Schoon-brocders  gemerckt  had : 
maer  dat  is  feecker  >  wanneerder  een  voor-flagh 
wierdt  gemaeckc,om  een  reys  na  Ganges  te  doen, 
fy  een  onoverwinnelijck,  tegen-  fin ,  tegen  die  ver- 
blijf-plaets  toonde.  En  foo  men  oyc  eenigekoel- 
heyt  en  knorrery>  tuffchcfl  haer  enhacrman,ge- 
fien  heeft  1  het  is  by  die  gelegen  theydt  ge  weeft, 
allbo  defelve ,  teioorfaeck  van  defc  reyfe  gemeen- 
lijck  uytboriten,  evenwel  fy  vjndt  fichgenoot- 
faeckt,  daer  menighmael  gantfche  jaren  door  te 
brengen  ,  maer  met  fulck  eenongedult ,  als  men 
kan  oordeelen,  in  een  perfoon  ge  weeft  te  zijn, 
die  tegen  haer  fin ,  in  een  plaecs  verblijven  moet , 
en  niet  liever  als  haer  Vaderlijcke  Stadt  fou  fien. 

Na  de  doodt  van  den  Heer  van  Nocheres,  haer 
Groot-vader ,  die  haer  erfgenaem  had  gelaten , 
moft  fy  nootfaeckelijck  daer  veel  blijven  ,  fonder 
genootfaeckt  te  zijn,  na  Ganges  te  reyfen,  ter 
oorfaeck  van  de  goederen,  die  daer  omtrent  ge- 
legen waren.  Het  welcke  haer  foo  gunftelijck 
mede- viel  >  als  het  haer  Man  tegen  de  borit  was , 
die  liever  in  Languedoc  als  daer  was  -y  maer  al 
dat 'er  te  doen  ftondt,  was  voor  een  tijdt  elck 
fijns  weeghs  te  gaen.  De  reys  met  haer  Man 
darwaerts,  op feeckeren tijdt,  voor  handenzijn- 
de, en  de  Marquifinne,  ick  weet  niet  wat  on- 
paflelijckheydt,  die  fy  niet  openbaerde,  gevoe-  XI 
lende ,  befloot  defe  haer  uyterfte  wille  te  maken  Sy  beftelt 
tot  Avignon ,  fonder  haer  Man  daer  van  te  fpre-  haer  faken 
ken ,  in  het  welcke  fy ,  Me-vrouw  de  Roflan ,  J^jj* 
haer  Moeder ,  algemeene  erfgenaem  maeckt ,  met 
macht ,  om  met  haer  goederen  te  doen ,  ten  belten 
van  die  van  haer  kinderen  diefy  wilde ,  beltaende 
in  een  foon  V3n  vijf  of  fes  jaren ,  en  een  dochter 
die  wat  jonger  was  :  defe  uyterfte  wille  wierdt, 
met  een  openbare  verklaringh ,  de  welcke  fy  eeni- 

I  i  3  Sc 


50I        Tteurtge  Gefcb'tedenis  vw 
ge  dagen  daer  na ,  voor  de  Overigheydt  van 
Avignon  ,  en  veel  lieden  van  aenfien,  deedt ,  ge- 
volght ,  door  dewelcke  fy  niet  alleenlijck ,  haer 
uyterlte  wille  bevelüghde,  maeroockindebeftc 
gedaente  verklaerde,  dat  indien  fy  quamtefter- 
ven  buyten  Avignon ,  en  ecnigh  later  Teftament  > 
als  het  tegenwoordige  gevonden  wierdt ,  fyhet 
felve  als  valfch  en  ondergefteecken  verwierp ,  al 
was  het  oock  onder  geteeckent  met  haer  eygenu 
bloedr»   Het  wclcke  fy ,  met  dealderkrachtigh- 
fte  konft- woorden  en  termen ,  die  men  kolt  by-> 
brengen ,  deed  uy  tdrucken.    Wat  nu  de  oorfaeck 
van  dit  befluyt  magh  geweeft  zijn,  fulcks  valt  feec 
duylier  om  te  raden.    Het  moet  voorfeeckcc 
een  groote  verbitteringh  regens  haer  Man  ge- 
weeit  zijn  ,  die  haer  tot  dit  befluyt  gebracht 
heeft. 

Defe  voorforge  wierdt  met  noch  een  andere 
vergefelfchapt ,  het  welcke  was ,  dat  fy  omtrent 
de  twintigh  piftoletten ,  onder  in  haer  kafken  ver- 
borgen had,  dewelcke  fy  op  haervertreck,  de 
Geeftelijcke ,  en  voornamentlijck  de  Recollets 
van  Avignon  wilde  geven ,  met  byfondere  aen- 
bevelinge,  Godt  voor  haer  te  doen  bidden ,  dat 
het  fijn  Almachtige  barmhertigheydt  wilde  ge- 
lieven  haer  niet  te  laten  fterven ,  fonder  byftandt 
van  de  Sacramenten  der  Kcrcke ,  waer  het  oock 
fou  mogen  zijn.  Het  welcke  fy  hen,  op  fulck 
een  byfondere  wijfe  aenbeval ,  darmen  fou  heb- 
ben geoordeelt ,  dat  fy  door  een  dringende  noot- 
wendigheydt  tot  fulck  een  aenbevelingh  was  ge- 
drongen geweeft;  en  dat  fy  die  onheylen  voor- 
fagh ,  daer  men  in  het  vervolgh  van  defe  Gefchie- 
denis  van  hooren  fel.  Haer  lieffte  vrienden ,  en 
al  die  van  haer  kennis  waren ,  verklaren ,  dat  fy 
ooyt  foodanigen  tecderheydcgecoonc*  noch  foo 

veel 


I  H 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de   Mar  (^u  i  s  e. 

veel  tranen  op  haeraffcheydengeftort  had ,  als  op 
die  tijde  j  wanneer  fyvoor  als  doe  hier  affcheydc 
nam.  Hetwelcke  fydede,  met  lulck  een  beval- 
lijekheydt  van  woorden ,  en  fulcke  ongemeene 
uy  tdruckingen ,  dat  een  yder ,  op  het  aldei  hoogh- 
ite,  daer  door  bewogen  wierdt. 

Eyndelijck  komt  de  tijdt  vanhaer  vertreck-  Hactn' 
en  fy ,  met  haer  man  en  kinderen ,  begeef  t  fich  op  i<0mft 
de  rcys ,  gevolght  van  het  gantfche  huylgefm.  tot  üan- 
Sy  wierdt  op  haer  aenkomft  oncfangen  >  metdeScs* 
meefte  liefde  en  genegentheydtdiemenfoukon- 
nen  bedencken.  Me-vrouwe  de  Ganges  j  haer 
Schoon- moeder ,  zijnde  een  van  d:  verltandighite 
en  beleeftfte  Vrouwen  van  hcrRijckj  die  haer 
byfonder  lief  had ,  en  wederom  van  de  Marqui- 
fïnne  feer  geacht  en  ge-eert  wierdt ,  als  doe  aldaer 
zijnde ,  deed  haer  de  foetfte  onthalingh ,  met  tra- 
nen van  blijdtfehnp ,  die  men  fou  mogen  bedenc- 
ken. De  Heeren  haer  Schoon- broeders  deden 
het  felve ,  verklarende  ,  alles  wat  fy  konden ,  te 
willen  bybrengen,  om  haer  de  eenfaemheydt  te 
doen  vergeten,  en  haer  al  het  vermaeck  aente 
doen ,  dat  hen  fou  mooghlijck  zijn.  De  Mar- 
quis  felfs,  die  gemeenlijck  met  de  lucht  van  fin 
veranderde ,  toonde  fich  alfdoe  de  vrolijckfte  man  _ 
van  de  werelt;  met  alle  teeckenen  van  liefdeen 
toebehaeghlijckhcydt  en  Complaifance  tegen  fijn 
vrouw.  Eyndclijck ,  men  fou  hebben  géfeght , 
dat  alle  dingen  tefamenfpanden,om  haer  dit  ver- 
blijf aengenaem  te  maecken,  en  al  de  fmart  te 
doen  vergeten ,  die  fy ,  over  het  mifTchen  van 
Avignon  en  haer  vrienden ,  mocht  gevoelen. 

By  na  veertien  maenden  waren  fyinde  foet- 
heyd  van  dit  leven ,  wanneer  de  Jvlarquis  de  Gan- 
ges ,  ter  oorfaeck  van  de  wederkomlt  der  Staten , 
5ch  genootfaeckc  vandt ,  een  reys  na  Avignon 

li  4  ,  en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XIII. 

Goet 
onthael. 


504  Treurige  Gefchiedenis  van 
en  St.  André  te  doen  •  om  eenige  gewichtige  ver- 
richringe.  Me- vrouw  de  Ganges>  had  ficheeni- 
gen tijde  te  voren  mede  na  Montpellier  begeven  , 
daer  haer  gemeen  verblijf  was ;  met  haer  twee 
jonger  fonen,  die  aldaer  in  de  Hooge  School  la» 
gen  :  en  alfoo  bleef  niemand  t  op  het  Slot  van 
Ganges,  als  Me- vrouwe  de  Marquifinne ,  met 
haer  twee  Schoon- broeders,  de  Abt,  endeRid- 
der ,  de  oudtfte  van  de  twee ,  zijnde  de  jonger  tot 
Malta.  Het  was  als  doe  dat  defe  Heeren  fche- 
nen  hun  forge  te  verdubbelen,  en  al  hun  minne* 
Begin  van  li jekheden  in  te  fpannen ,  om  haer  vermaeck  aen  te 
jammer.  ^ocn  >  en  haer  te  docn  gelooven ,  dat  fy  waerlijck 
een  oprecht  voornemen  hadden ,  om  een  onftoor- 
bare  ruft  en  vrede ,  in  hun  huys  te  willen  oprech- 
ten. Gelijck  fy  oock  van  harent  wegen  in  hun 
by woningen ,  wandelingen ,geduerigh  getuygh- 
de,  openende  oprechtehjek  haer  hart,  metver- 
klaringe,  dat  het  haer  uyterfte  genoegen  was ,  al- 
dus te  leven  ,  na  foo  veel  moeyelijckhcdcn ,  als  de 
quaetaerdigheydt  van  haer  vyanden  haer  had  ge- 
brouwen ,  zedert  fy  hadden  getracht,  over  de  lief- 
de ,  de  vrede,  en  volgens  het  geluck  van  haer  hou- 
welijck ,  met  haer  Man  den  Marquis ,  te  zegen- 
pralen. 

Sy  deden  haer  oock  verklaringh  van  duyfene 
brave  en  wonderlijcke  dingen ,  foo  om  haer  fmarc 
daer  omtrent  te  verfoeten,  als  om  haer  te  doen  be- 
grijpen dat  hun  broeder  de  Marquis  noytfnoo- 
dcr  vyanden  had  gehad,  als  hen,  indienfeniec 
trachten,  voor  het  toekomende,  fich  te  houden 
tegens  haer ,  in  een  volkomen  ftaet  van  eerbiedig- 
heyt  en  zedigheyt,  van  een  volmaeckteover-een- 
komft.  Maer  dat ,  voor  de  reft ,  fy  een  werek 
van  edelmoedigheydt  moft  toonen,  om  hem  te 
winnen  door  liefde  en  vriendelijckheyt ,  en  fulcks 

hem 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
30  K  4 


de    Mar  q^u  I  $  Ef  $0$ 

.em  voor  al  fijn  leven  bewijfen  ,  en  dat  was  de 
uyterfte  wille  te  weder- roepen  ,  dewelcke  fy  tot   x  I  v. 
Avignon,  tot  nadeel  van  haer  Man,  gemaeckt  Wordt 
i  had  ,  en  een  andere  in  de  placts  te  maccken ,  die  Sf" 
ft  tot  fijn  voordeel  was  •  lelfs  geduerende  fijn  af.  haecTcfta- 

wefen,  om  hem,  opfijn  weder-komft ,  met  een  n,ent  tc 
15  aengename  verwonderingh  te  ontfangen  i  een  1™ 
middel  waerlijck,  die  henbeydegeluckigh  fou 
konnenmiecken. 

Defe  voorftellingh  wierdt  gemaeckt ,  aenge- 
nomen  en  vol  voert ,  op  den  fel  fden  dagh.  Defe 
Heeren  hadden  foo  wel  hunmaet  en  tijdt  geno- 
men ,  dat  zedert  de  tijdt ,  dat  fy  haer  toeftand  hier 
toe  verleen3e,  men  haer  geen  tijdt  gaf,  om  de 
faeck  naerder  te  overleggen ,  toe  dat  fy  gedaen 
had ,  hc  t  geen  fy  wilden ,  daer  toe  gedrongen  door 
beweegh-redenen  en  onbedenckelijcke  beleeft- 
heden ,  die  al  de  verhinderingen  van  een  wil  fou- 
den  hebben  konnen  buygen ,  die  al  vry  onver- 
st innelijcker  was ,  als  die  van  de  Ma:  quife. 

Hier  fou  men  feggen  was  hun  begeren  ten 
hooghften  top, en  dit  was  bequaem,ominhun 
huyfgefin  duyfent  redenen,  van  blijdefchap  en 
vreught  te  veroorfaecken  ,  dewelcke  door  de 
koelheydt,  die  men  van  over  lange,  tufichenden 
Marquis,  en  de  Marquifinne  de  Ganges  ,  ge- 
il merekthad,  al  vry  t'ondergedruckten  uytgebluft 
n  was ;  die  nu  meer  onlijdtfaemheydt  betoonde , 
om  hem  weder  te  fien  komen ,  als  oyt ,  om  hem  , 
[  felfs  uyt  de  mondt  van  fijn  broeders ,  al  het  geen 
fy ,  toe  fijn  vergenoeginge  en  vrede  van  hun  huys 
S  gedaen  had,  te  doen  verftaen.  OndertuflTchen 
d  bleef  de  Marquis  noch  tot  Avignon  ,  of  daer 

0  omtrent ,  daer  hy  de  noodtwendigheydt  van  fijn 

1  byzijn  betoonde,  omtrent  de  welttandt  en  de  goe- 
de befticringe  van  fijn  goederen  ,  terwijl  fijn 

li  5  broe- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


^06        Treurige  Gefcbiedenis  van 
broeders ,  aen  de  andere  zijde ,  meer  en  meer,  al  dc  j 
verdrietelijckheden ,  die  het  gemoed  van  de  Mar- 1 
quifinne  mochten  belicten,  te  vernietigen  •  en  ah 
de  geheugenis  van  haer  ftaet,  en  waerde  kennif-  \ 
fen ,  door  vermaeck  wech  te  nemen ,  of  te  ver- 
pachten fochten.  Sy  verdubbelden  geduerigheyt 
omtrent  haer,  en  pooghden  yeder  dagh,  door 
haer  forghvuldigheydt,  te  betoonen ,  dat  fy  hen 
t'eenemael  fich ,  door  de  grootte  van  luer  goe- 
dertierentheyt ,  eygen  gemaeckt  had. 

De  Marquifmne  de  Ganges  was  voornemens, 
om  eenige  hulp-middelen  "in  te  nemen,  om  al 
de  bewegingen,  die  de  Lente  gcmeenlijck  in  on- 
fe  lichamen  maeckt ,  voor  te  komen ,  of  om  eeni- 
ge kteyne  onpaflelijckheydt,  daer  fy  de  voort- 
gangh  van  vreefde ,  wech  te  nemen. 

Om  die  te  doen  ,  befterade  fy  den  Dinghs- 
dagh ,  de  feventiende  van  de  maent  May.  Men 
bracht  hier  des  morgens  feer  vroegh  een  purgeer 
of  fuy ver-dranck ,  diefe ,  volgens  het  voorfchrifc 
van  een  Genees-meefter ,  had  doen  gereedt  maec- 
ken  :  maer  fy  weygerde  die  in  te  nemen  ,  als 
men  haer  defelve  aenboodt ,  fonder  andere  reden 
van  haer  weygeringe  te  geven,  als  dat  fy  eente- 
genfin  had,  in  de  drabbigheydt  van  den  dranck  ; 
in  de  plaets  van  dcwelcke,  fy  eenige  pillen  uyt 
een  kasje  deed  langen,  diefe  wel  gewoon  was  te 
gebruyeken.  Men  fou  de  forge  niet  konnen  uyt- 
drucken,  die  defe  broeders,  dien  morgen  toon- 
den •  om  te  vernemen  hoedanigh  de  werekinge 
van  het  genees -middel,  en  hoe  het  met  luer  ge- 
fontheydt  was,  op  al  het  welcke  de Marquiie, 
met  alle  uytdruckingen  van  beleeftheydt  ant- 

woorde.  ...       j  r 

Naer  noen  van  dien  felvendagh,  begeerde  ly 
gefelfchap  in  haer  kamer  te  hebben,  waer  toe  fy 
*        r  '  fcven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de   Mar  Q^u  i  s  e,  507 

Peven  of  acht  Juffrouwen  deed  noodigen,  om 
h3er  te  vermaecken ,  die  indefelveplaets  woon- 
den, het  geen  defelve,  mot  alle  cerbiedigheydt 
en  liefde,  aennamen,  D'Abt  en  de  Ridder  de 
Ganges,  wilden  mede  van  de  party  zijn.  Het  is 
waer,  dat  menmerekte,  dac  iood'een  als  d"  an- 
der, feer  ftil  en  ftatigh  was ,  toonendeick weet 
niet  wat  ongeruftigheydt ,  diefe  evenwel  op  al- 
derhande  manieren  trachten  te  verbergen  ,  nade- 
macl  hun  fufter ,  twee  of  dricmael  hen  dacr  over 
denoorlogh  aendeed,  enbeboerte.  De  Ridder 
had  fich  op  fijn  koets  geleght,  enpooghdegc- 
noeghfaem  als  met  gewelr ,  ujn  moeyelijckheydt 
met  wisjes  wasjes  te  bedecken.  D'  Abt  had 
geen  blijvende  plaets,  fijn  geliet  wasgebrooc- 
ken,  en  om  kort  te  gaen  ,d*een  en  d'ander  toon- 
de genoeghfaem,  in  fpift  van  hun  ontveynfen, 
datfe  muyfe-neften  in  het  hooft  hadden. 

Omtrent  de  kloeke  vier  uren, wilde  Mc-  vrouw 
de  Marquilinnedit  gefclkhjp  met  een  Gollitioii 
of  namiddagh-gerecht  verceren,  ditlo  oock  ter- 
ftondt  deed  te  voorfchijn  brengen  •  macreenige 
van  defe  Jonckvrouwcn,  als  oock  haer  Schoon- 
broeders, toonden  geen  genegentheytom  te  eten  * 
en  fy  was  deeenige,  die,  door  haer  graegheyt,  de 
onluft  van  de  andere  voldede.  Na  vijf  uren  ver- 
t rocken  de  IufFrouwen,  d'Abt  veynfde  hen 
re  willen  vergefelfchappcn ,  tot  aen  de  poort  van 
het  Slot,  en  de  Ridder  bleef  alleen  by  fijn  Schoon- 
fufteri  Tonder  yets  anders  te  doen,  als  fich  cp 
fijn  koets  op  te  rechten ,  en  fich  te  ïtellen  in  ftanc 
van  een  die  in  feer  diepe  gedachten  is.  D'Abt 
cjuam  terftondt  wederom  boven-,  maermeteen  Xv. 
gelaet,  datfchrickaendealderftantvaltighltefou  Aenvangh 
hebben  gegeven.  Hy  was  Ponder  hoedt  ,  en™"1»" 
toonde  een  ontiteltenis  in  fijn  gclaèt,  die,  vol-  ^k?'1 

gens 


wÊÊÊÊÊÊÊm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


v 

XVI. 
Hacr  oot- 
rnocdig- 
hcyt. 


508  Treurige  Gefchiedenis  vah 
gens  hetvcrhael,  van  de  Marquifinne ,  meereen 
duyvel  als  een  menfch  vertoonde.  Hy  had  de 
armen  van  een  gefprey  t  ,  had  in  de  eene  handt  een 
piftool  of  finck-roer ,  foo  men  het  noemen  moet , 
cn  een  glas  met  vergif  in  de  andere.  Hy  floot  de 
deur  achter  fich  toe  ,  foo  haeft  als  hy  binnen 
was,  en  komende  in  fulck  een  gedaente  byhet 
bedde  van  fijn  Schoon-fufter ,  bleef  omtrent  twee 
fchreden  van  haer  af  ftaen ,  om  haer  tijdt  te  geven 
hem  in  fulck  een  geftalte  te  befchouwen.  De 
Ridder  op  dat  aenfien  nam  de  degen  in  de  handt , 
en  fcheen  terftondt  de  verflagen  geeft  van  fijn 
fufter  te  herftellen,  alsoffe  in  hem  haerbefcher- 
meren  voorftander  fagh.  Maer  eylaes !  fiende 
in  fijn  geficht,  bemerckte  fy  wel  haeft  daer  in  de 
blijckelijckfte  teyckenen ,  van  fijn  fnoodt  voor- 
nemen, het  welcke  haer  wel  haeft  wierdt  ver- 
toont ,  door  de  aenfpraeck  die  haer  d' Abt  dede 
in  defe  eygene  woorden  :  Me.vrouw  ,  ick.  moet  u 
(onder  complementen  of  hoffelijkheden  doen  weten ,  dat 
gby  terftondt  heit  te  fterven;  en  [onder  uytftel,  of  dit 
vuur,  of  dit  ftael,  of  dit  vergif  te  kf*fm>  die  u  tot 
die»  eynde  bereydt  qjn.  Sterven  Heeren>  feyde  fy 
daer  op,  eylaes !  wathebbe  ic^ugedaen,  datghymy 
op  defe  wij  ft  handelt ,  en  my  wilt  in  de  ouderdom  en 
ftaet ,  waer  in  ick  ben ,  doen Jlerven.  Is  'er  yemandt 
van  u  lieden ,  die fich  over  my  heeft  te  beklagen  ?  ach ! 
mijn  Heer  en ,  bedtnekt  het  gene  ghy  aenvanght  te  doen , 
en  laetmy  weten,  biddeick  u4ieden,  om  wat  oorfaeck 

f by  begeert  dat  ick.  Jlerven  fal  1  wil'  %h  myfonder 
armhertigheydt  en  fonder  mede-lijden  handelen?  ey- 
laes, ick.  bid  uduyfentmael  vergiffenis ,  indien  ick  ƒ- 
lieden  in  eenige  faecke  heb  verkort.  Maer  in  Godts 
noem  ( mijn  goede  broeders)  bedenckf  uf elven ,  tn  doet 
my  de  doodt  niet  aen.  Eylaes  !  ick  kan  ni«t  meer ,  m 
de  flatt,  waer  in  ick  ben ,  hebt  doch  mtdt-ltjden  met 
J  my, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


/ 


de   Marquise.  509 

,  icl^  befwere  het  u ■  lieden ,  ty  l'uvtn Hitten ,  hebt 
ioch  deernis  met  my. 

Defe  vertooningen  en  fmeeckingen,  die  uyc 
ulck  een  fchoone  mondt  voortquamen,  fouden 
cqusem  hebben  geweeft ,  om  de  blixem  en  don- 
der te  wederhouwen ,  en  vonden  evenwel  geen 
toegangh ,  in  de  harten  van  defe  woedende  en  on- 
menfchelijcke  Barbaren ,  die  hun  gemoed  en  har- 
te voor  alle  mede-lijden  en  eerbiedigheydt  geflo- 
ten, en  niets  voorgenomen  hadden,  sis  hun  ver» 
vloeckt  opfet ,  ten  koften  van  het  bloedt  van  defe 
onnoofele  fchoone ,  te  volbrengen.  Soo  verre 
was  het  daeraf ,  dat  foo  veel  vleyen  ,  en  fulcke 
tranen ,  hun  wreedheydt  in  mede-doogen  fouden 
hebben  verandert.  Voort  voort  Me-vrouw  (fey 
de  Ridder)  foo  veel  praets  niety  wy  hebben  geen  tijdt 
te  veel ,  dit  moet  gefchieden ,  macckt  'er  een  eynde  van, 
dat  met  Urhaefl. 

Hier  valt  aen  te  mercken ,  dat  defe  Me- vrouw 
Jefen  Ridder  altoos  een  byfondere  gunft  toe- 
gedragen heeft ,  ja  foo  verre ,  dat  fy  hem  mcnigh- 
mael  al  het  geit ,  dat  fe  befpaert  had  ,  gegeven 
heeft:  ja  felfs  voor  eenige  weynige  dagen,  had  fe 
hem  noch  de  gunft  van  een  WüTel- brief,  voor  een 
merckelijcke  fomme  gcdaen.    Al  het  welcke 
haer  deed  verhopen ,  dat  hy ,  door  het  gedenc- 
ken  van  al  defe  weldaden ,  fou  van  fijn  vvreethey  t 
f  laten,  en  haer  eerder  uy t  defe  uytertte  benauwt-  x  v  1 1. 
.ïeydt  verloflen  ,  als  haer  eenighleedtaendoen:  Tc  yo 
.  Maer  fiende  rner  ongeval  fonder  hulp  middel ,  en  scet** 
[dat  haer  tranen  en  gebeden  vruchteloos  waren, 
c  omtrent  defe  woedende  draecken ,  ltelde  fy  fich 
li  in  haer  wefen ,  fagh  hen  aen  met  een  verfmadcuc 
;elaet ,  gevende  een  fucht ,  uyt  het  diepfte  van 
.iaren  boelem ,  en  haer  oogen  na  den  Hemel  op- 
heffende >  als  defeive  tot  getuyge  van  defe  trouw- 

loof- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


^10         Treurige  Gefchledenit  van 
loof  hcy  t  nemende ,  ftack  haer  handt  uyc  ,  om  h 
vergif  uyc  die  van  den  Abt  te  nemen.  En,  tet-  i 
wijl  dele  duy  veis  haer  het  piftool  op  het  hart,  qt 
xvili,  hec  ^waert  op  de  keel  itelden ,  dranck  het  doode- 
wort      lijck  fap  (loopendehet  fweet  van  benauwtheydc 
gedwon-   over  haer  aengeficht)  foo  fchoon  uyt ,  dat  'er  niet 
fcdünc!,n  a's  eenige  weynige  droppen  van  op  haer boefem 
ken.       ftorten ,  die  genoeghfaem  konden  getuygen ,  van 
de  kracht  van  de  reft ,  door  de  fwarte  plecken ,  die 
fe  op  haer  vleefch  lieten  •  gelijck  oock  op  haer 
lippen. 

De  Ridder  merckende ,  dat  fy  in  den  bodem 
van  het  glas ,  het  dickfle  van  den  dranck  liet  (de- 
wclcke  gemaeckt  was  van  rotte-kruyt  enfubl' 
maet,  gemenght  metfterck  water)  namdemoey- 
te  van  het  felve  by  een  te  vergaderen,  en  haer 
het  felve  weder  te  geven,  met  defe  woorden: 
Wacker  Me-vrouw ,  ghy  moet  den  Kelck  geheel 
drincken,het  geen  fy  dede,  fonder evenwel h 
felve  deur  te  i  weigen ,  maer  hieldt  het  in  ha 
mostic ,  en  latende  Sch  op  haer  bedde  achter  ov 
vallen,  met  eenkreedcvaneendie  nualreedts 
doodt  voor  oogen  net  ,  fpoogh  defen  laetfte 
broek ,  in  de  laeckens  uyt ,  feggende  voorts  teg 
defe  Barbaren ,  dat  fy  haer  ten  minften  de  hulp 
van  een  Biecht- vader fouden gunnen,  omalsecri 
Chriften  menfeh  te  mogen  fterven.  Sy  lieten 
haer ,  d'een  foo  wel  als  d'ander  in  defen  ftaet ,  en 
gingen  de  kamer  uyt,  diefc  wel  forghvuldighli/ck 
achter  fich  toefloten  j  en  gaven  ordere  aen  den 
Vicaris  van  deplaets  (die  van  over  vijf-en-twin- 
tigh  jaren  hundienaer  geweeft,  en  als  doe  in  een 
andere  kamer  daer  omtrent  was)  fich  by  haer  te 
houden ,  en  haer  te  fien  fterven. 

Ondertuflfchen  Me-vröuw  deGanges  (die  in 
het  midden  van  al  defe  omfteltenis,  evenwel 

toos 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de  Marquise,  511 

oos  haer  reden  en  vcpftandt  bewaerdt  had)  be- 
nerckende  het  vertreckenvan  defe  Barbaren, en 
vel  oordcelende  dat  fy  wel  haeft  fouden  weder 
tomen ,  nam  hec  voornemen  ,  van  ftch  felven  uyt  x  I  )rï 
t  veynlter  te  werpen,  om  door  haer  vlucht,  5en^[^ctht 
t  uyterfte  betfuyt  van  hun  raferny  teoncgaen  j  vem^ 
of  ten  minften  om  hen  hec  vermaeck  niet  te  geven  mooiders. 
om  voor  hun  oogen  te  lterven. 

Om  die  te  doen  ,  fchoot  fy  een  flecht  fijden 
rocksken  aen ,  om  haer  naccktheydt  te  bedecken , 
alfoo  fy  anders  niet  als  in  het  hemde  was ,  en  fich 
ftellende  aen  de  veynlter  ,  die  na  den  Voor- hof 
fagh  ,  hebbende  de  hooghte  omtrent  van  twee- 
en.twintigh  voeten,  wilde  ïkh  daer  uyt ,  met  het 
hooft  voor ,  op  de  aerde  gronde,  die  hart  genoegh, 
«n  met  grooce  lteenen  bezaeyc  was  ,  werpen. 
S00  als  de  Priefter  inquam ,  die  haer  fiende  in  de- 
fen  ftaet ,  na  haer  toe  litp ,  om  haer  by  een  eynde 
van  haer  rock  V3ft  te  houden ,  macr  het  felve  niet  ' 
t  fterek  genoegh  zijnde ,  om  hier  geheel  lichaem  ce 
houden,  dat  alreedts  acn  hec  vallen  was,  bleef 
•-hem  in  de  handen ,  «venwel ,  was  dele  kleyne  ver- 
:  hinderingh ,  die  de  Priefter  h  id  toegebracht ,  foo 
i  voordecligh ,  dat  fy ,  in  de  plaets  van  op  net  hooft 
I  te  vallen ,  op  haer  bloote  voeten  neder  quam ,  fon- 
)  der  eenigh  lecfcl  te  hebben,  als  dat  fy  hetdick 
f  van  haer  been  een  weynigh  quetfte ,  daer  het  in  te- 
{  gendeel  gefchapen  was ,  hooft ,  hals ,  ja  het  gant- 
t  fche  lichaem  te  breecken. 

Defe  Pnefter,  die  Me-vrouwde  Gangesniet 
I  feer  beminde ,  en  die  men  acht ,  mede  aen  het 
fchelm-ftuck  deelachtigh  te  zijn  •  deed  terftond , 
of  door  onvoorfichtigheydt ,  of  vuyligheyc ,  een 
groote  kruyek  met  water ,  die  in  het  andere  veyn- 
I  fter  ftondt ,  achter  haer  vallen ,  die  gerioegh  fou 
hebben  geweeft  om  haer  hooft  teverpletceren, 

foo 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X  X. 

Wonder 
lijck  ont 


^  1 2  treurige  Gefchiedems  van 
foofe  maer  twee  duym  breedt  dichter  acnhacr 
hooft  gevallen  was.  Soo  haeft  als  defe  ellendige 
Vrouw  fagh ,  datfe  op  de  aerde  was  ,  ftack  fy , 
een  tynde  van  haer  tuyten ,  foo  diep  in  haer  montï 
als  fy  konde,  om  daer  door  tot  braecken  teko-1i 
men,  het  welck  haer  wel  geluckte,  helpende J; 
daer  toe  de  fpijie,  die  fy,  maer  twee  uren  ge-  h 
leden,  genuttight  had. 

Na  defe  ontlaftinge  (daer  ficheen  vnrekenvant 
wilde  dienen,  hoewel  tot  fijn  ongeluck,  nade-J 
mael  het  beeft  terftondt  daer  aen  borft)  rechte 
komen  van  gcj1  jefc  ]yle.  vrouw  weder  op ,  om  te  fien  of  fyj 
quülnne   het  fou  konnen  ontloopen ,  maer  vandt  dcn\ 
Neder -hof  aen  alle  kanten  gefloten  •  en  liep] 
daerom  recht  na  de  Paerde-ft3l  toe ,  daer  fy  meen -i 
de  uyt  te  fullen  konnen  geraecken  •  maer  fy  vandt* 
het  daer  oock  gefloten ;  en  bemerekte  als  doe  wel1 
dat  fy  weynigh  voordeel  had  gedaen ,  met  fich 
uyt  het  veynfter  te  werpen ,  als  alleen  dat  fy 
een  ruymer  gevanckenis ,  als  haer  kamer  was ,  ver*t 
kregen  had.    Terwijl  fy  in  defebenauwtheydc* 
was ,  vernam  fy  de  Stal-meefter ,  die  een  weynigh 
geflapen  had,  en  liep  vaerdigh  naer  hem  toe ,  en 
feyde  tegen  hem :  Mijn  Vriendt ,  icï^  bidde  u ,  om 
de  liefde  Godts,  behoedt  mijn  leven;  eylaes  ic^  ben 
vergeven ,  verlate  my  niet ,  ickbefweertu ,  bebtmede-\ 
lijden  met  my ,  in  deflaet  daer  in  ic^  ben  >  opent  my  de 
flallineh,  op  dat  ickmagb  uyt  geraecken .  Defe 
Stal-  meefter  toonde  fich  in  defe  gelegentheydt  de 
eerlijckfte  man  van  het  gantfche  Huys  en  toonde 
in  het  midden  van  fijn  geringe  ftaet ,  dat  hy  noch 
demenfchelijckheydt  bewaerthad,  die  de  ande- 
ren hadden  verloren;  hy  nam  haer  by  d'armen, 
leyde  haer  door  de  ftal ,  en  ftelde  haer  m  han- 
den van  eenige  vrouwen  van  de  placts ,  tegen  de- 
welcke  fygeduerigh  feyde,  datfe  vergeven  was 


I 


en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de   Mar  q^u  i  s  e.  51$ 

en  dat  men  haer  wilde  te  hulp  komen. 

De  Priefter  onder  dies ,  fiende  haer  vluchten ,   x  x  I. 
gaf  fulcks  defe  wreede  Schoon -broeders  te  ken-  JJJ  bin' 
nen ,  die  haer  terftondt  naliepen ,  roepende  over-  Gangcs 
uydt ,  dat  fy  fot  geworden ,  en  met  de  opftij-  vlucht, 
ingh  van  de  moeder  gequelt  was  •  waer  over 
et  volck ,  dat  haer  half  naeckt » met  het  hayr  on- 
ebonden ,  en  blootsvoets  fagh  loopen ,  en  om 
hulp  roepen  ,  niet  wift  wat  van  haer  te  oordee- 
I  len.    Eyndelijck  wierdt  fy  door  de  Ridder  de 
}  Ganges  vaft  gehouden ,  dicht  by  het  huys  van  den 
i  Heer  des  Prats ,  daer  hy  haer  met  gewelt  dede 
1  ingaen ,  en  fich  met  haer  infloot ,  terwijl  d'Abt , 
;  fich  aen  den  drempel ,  met  het  piftool  in  de  hand 
t  vertoonde ,  feggende  dat  hy ,  d'eerfte  die  naderen 
)  dorft,  ter  neder  fou  fchieten  5  Soeckende  door. 
defe  middel  alle  hulp  >  die  men  haer  fou  mogen 
doen ,  te  beletten ,  en  het  vergif  tijdt  te  geven , 
om  fijn  werck  te  doen. 

Het  was  juyft  ter  goeder  uren  alfoo gelegen , 
dat  den  Heer  des  Prats,  als  doe  ,  eenige  Ionck- 
vrouwen  tot  fijnent  had,  die  daer  gekomen  wa- 
ren om  fi  jn  huyfvrouwe  te  befoecken ,  onder  de- 
welcke  een  was ,  die  Me-Iuffrouw  Brunelle  ge- 
noemt  wiert ,  Huyfvrou  van  den  Leeraer  van  defe 
placts,  die  met  een  aerdigheyt ,  een  groote  doos 
met  Orvietan ,  de  Marquifinne  in  de  hant  duwde , 
die  daer  brokskens  van  nam ,  foo  menighmael  als 
de  Ridder ,  die  als  een  befeten  menfch  gingh  over 
en  wedei*  wandelen ,  haer-  den  rugge  toekeerde, 
OndertuRchen,  de  andere  Ionckvrou  wen  daer  te- 
gen wöordigh,  ftelden  fich  in  ftaet,  omd'eüen- 
dige  Marquifinne  te  hulp  te  komen ,  en  dewijl  fy 
hen  met  hardt  aenhouden  drincken  af  eyfchte , 
was 'er  een  ,  die  haer  een  glas  water  gaf  ,  het 
welcke  fy  feer  begerighlijck  indronck ,  ter  oor- 

K  k  faeck 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


}i  4  Treurige  Gefcbiedms  van 
faeck  van  dc  brandt  >  die  fyinwendigh,  foodoor 
den  Orvietan ,  als  het  ingenomen  venijn ,  gevoel- 
de. Macr  dien  tyran  van  een  Ridder  >  die,  op  alle 
manieren,  haer  quellingh  focht  te  verdubbelen , 
floegh  haer  met  dc  handt  het  glas  van  de  mont ,  en 
feyde  tegen  de  vrouwen ,  dat  fy  hem  groot  genoe- 
gen fouden  geven  ,  indienfe  geen  getuygen  van  de 
fotternijen  van  fijn  Schoon-fufter  wilden  zijn , 
maer  een  weynigh  vertrecken ,  tot  dat  haer  quael 
wat  over  was,  hen  verklarende,  dat  hyaldaer  te- 
genwoordigh  was,  om  haer  alderhande  hulp  en 
byftandt  te  doen ,  en  met  haer  alles  wat  het  was , 
uyt  te  ftaen. 

De  arme  Marquifinne,  hoorende  dele  verkla- 
ringe ,  kreegh  eenige  hoop  van  medelijden  in  de- 
fen  moorder  te  fullen  vinden ,  en  oordeelde  hem , 
door  haerootmoedigheydt  te  fuIJenkonnenbuy- 
gen ,  waer  door  fy  defelve  Iuffers  badt ,  haer  toe 
te  laten ,  in  vryigheydt  met  den  Ridder  te  fpreec- 
ken ;  en  datfe  fich  voor  eenigen  tijdt ,  in  een  an- 
dere'kamer  geliefden  te  vertrecken.    Het  welc 
ke  fy  deden.    Als  doe  defe  ellendige  vrouw ,  ge- 
heel bebloet,  cn  in  haer  tranen  gewaflehen ,  en 
dragende  in  haer  fchoon  aengeficht ,  al  de  teeckc- 
nen  van  overtollige  fmart ,  wierp  fichaen  de  voe- 
ten van  defe  wreede ,  en  met  gevouwen  handen , 
en  gebogen  lichaem,  feyde  hem:  Ridder,  mijn 
voerde  broeder*  fult  ghy  geen  deernis  metmy hebben , 
die  altoos  fuUk  eenbyfondergenegentbeyt  utotgedra- 
ven  heb,  en  die  noch tegenwoordigh ,  mtjnbloetgeemc 
%  uwen  dienfi  fou  bejteden  j»  ghy  weet  wel,  datief 
noyt  gelaten  hè,  u  het  felfdete  toonen,  en  evenwel, 
hoe  handelt  ghy  my ,  ponder  het  felve  verdient  te  heb* 
ben  •  en  wat  fal  de  werelt  van  al  defen  handel  oordet- 
len  }  Ach !  mijn  broeder,  hoe  groot  ismijnongeluc^ 
van  foo  gehanddt  te  qjn  i  moer  evtmtl  >  mdtrn 


de  Marquise.  51? 

ghy  mede-lijden  met  my  wilt  hebben ,  en  mijn  leven  be- 
houden ,  ici^  fweer>  by  mijn  gedeelte  des  Hemels ,  dat 
kk.  noytyets,  dat  tot  bier  en  toe gefcbiet  is ,  fal  ge- 
denel^en ,  en  dat  icl^  u  altoos  ,  als  mijn  Befchermer 
fal  aenmercken. 

Defe  woorden,  vergefclfchapt  met  menighte 
van  hieken  en  tranen ,  bequaem  om  Leeuwen  en 
Beeren  te  vermorwen ,  en  de  wreedthey t  felve 
tot  ttilee  te  brengen,  wierden  felfs  niet  eens  xxii; 
van  defen  woedenden  Barbaer  acngehoort  ,  die  Overgeven 
fich  vindende  gedreven  door  fijn  onlijdcfaem- v°°ha2' 
heydt ,  midts  het  vertoeven  van  het  wereken  broeder», 
van  't  venijn ,  door  fijn  eygene  handen ,  het  uyt- 
terfte  van  dit  treur-fpel  wilde  befluyten ,  en  tree- 
kende  fijn  degen ,  die  feer  kort  was ,  Tonder  dat  fy 
het  gewaer  wierdt ,  en  nemende  die  in  de  handt, 
op  de  manier  van  een  ponjaert ,  terwijl  defe  ellen- 
dige noch  fat  te  bidden  en  te  fmeecken,  met  ge- 
vouwen handen  ,  op  beyde  haer  knien,  haer  daer 
mede  twee  fwarc  fteecken  in  den  boefem ,  d'een 
inde  rechter mamme,  en  d'ander  dicht  by  den 
krop, en  het  fleutel-been ,  gaf.  Dit  veroorfaeck- 
te  haer  vaerdighlijck  op  teftaen ,  en te'f oepen ,  xxni; 
Help ,  help ,  men  xermoort  my ,  loopende  recht  op  Giouwo- 
de  deur  aen.    Maer  defen  moorder  haer  achter  Jjj£0*u 
aen  komende,  ftack  haer  noch  vi j  f  mael  het  fwaert 
in  het  lichaem ,  met  mecningh  om  haer  heel  af  te 
maecken ,  't  en  ware  met  de  laetfte  fteeck  ,  fijn 
degen  gebroocken  was ,  latende  fijn  ftuck ,  wel 
diep  in  haer  fchouder  fteecken.    Waer  op  defe 
ellendige  ter  aerden  viel ,  ge  wentelt  in  haer  bloet, 
dat  haer  van  alle  kanten  af,  en  over  de  geheele 
kamer  heen  liep.   Ondertuffchen  defe  trouw- 
loofe,  geloovende  dat  hyhaer  afgemaeckt  had , 
gingh  na  fijn  broeder  den  Abt ,  die  fich  noch 
aen  de  deur  bevandc ,  met  het  piftool  in  de  handt , 

Kk  i  tegen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


r  i  £         Treurige  Gefcbiedenis  van 
tegen  den  welcke  hy  feyde  in  defe  felve  woorden : 
Gaen  w  v  htm  Ah  ,  tof  «wcfc  u  gtdatn.    Al  de 
Vrouwen,  die  fich,  op,  haer  verfoeck>  in  de  andere 
kamer  hadden  begeven, liepen, op  het  gerucht > 
toe,  en  vindende  defe  ellendige  uytgeftreckt , 
verdroncken  in  haer  bloedt  leggen  ,  eninfulck 
een  bewegingh  van  adem ,  die  hen  genoeghfaeni 
deed  oordeelen ,  dat  fy  op  haer  verfcheyen  ftontf 
trocken  fich  fel  ven  by  het  hayr ,  van  droefheydt , 
dat  fy  dit  ongeval  niet  waren  voorgekomen ,  en 
defe  uyterfte  wreedtheydt  niet  hadden  konnen 
verhinderen. 

OndertufTchen  een  onder  hen  ,  aenichou- 
wendeditdroevigh  fchouwfpel ,  vernam  dat  de 
Marquifinne  noch  d'oogen  opende,en  dat  fy  dien- 
volgens  in  ftaet  was ,  om  noch  eenige  onderftandt 
te  konnen  genieten ,  waer  over  die  terftont  naet 
het  veynfter  liep,  om  de  geheele  Buert  tot  hulp 
te  roepen,  verklarende  dat  Me-vrouw  noch  niet 
doodt  was.   Onfe  twee  moorders  fulcks  hooren. 
de ,  die  al  op  het  wech  gaen  waren ,  fagh  men 
den  Abt  terftondt  wederkeeren ,  en  als  een  duy  vel 
als  hy  was,  in  de  kamer  komen  vliegen,  met  het 
piftool  inde  handt ,  die  vindende  dele  arme  Mar- 
x  X 1 T  quifinne  onder  de  handen  van  de  vrouwen ,  die 
Sool    haer  fochten  op  het  bedde  te  helpen,  haer  het 
dighcyt.    felve  op  de  borft  fette ,  om  haer  al  de  wrcedtney  t 
der  wapenen  te  doen  gevoelen ,  en  het  werck  we- 
der op  te  nemen,  daer  het  fijn  broeder  gelaten 
had.   Maer  behalven  dat  het  roer  op  de  pan  ar- 
brande,  foo  had  Me-Iuffer  Brunelle  hemby  de 
arm  gevat,  om  de  fchoot  te  verhinderen  :  net 
welcke  haer  ftondt,  op  een  harde  vnyit-flagh, 
die  haer  defe  moordcr  op  het  hooft ,  en  m  het  aen. 
geficht  eaf;  willende  hy  fich  vorder  dienen  ,  van 
Sit  piftool  dat  fijn  fchoot  gemift  had ,  tocrd^« 


de   Marquise.  $17 

felve  om,  om  daer  mede  de  ellendige,  als  met 
een  hamer  voort  het  hooft  in  ftucken  te  flaen ,  en 
haer  voort  af  te  maecken.  iMaer  defc  lonck- 
vrouw  en  de  andere  ftelden  fich  foo  dapperlijck 
daer  tegen  aen ,  datle  hém  eyndelijck  uyt  de  ka- 
mer en  op  de  itraet  kregen ,  met  een  meer  als  ge- 
meene  kloeckmocdigheyt ,  en  in  het  midden  van 
rouwelijckevervloeckingen  :  Dit  gedaen  zijn- 
de ,  was  hun  voornaemfte  forgh  dele  arme  ge- 
kjuetlte  te  hulp  te  komen ,  en  het  bloedt  van  ruer 
wonden  te  lielpen,  en  hier  was  het ,  daer  de  on- 
verwinnelijcke  moedt  van  Me-vrouw  van  Gan- 
ges,  merckelijckbleeck,  want, zijnde  een  wey- 
nigh  tot  haer  fel  ven  gekomen,  en  fiende  de  uyter- 
ite  ongeruftheydt  en  bekommernis  om  het  tluck 
van  den  degen  uyt  haer  fchouder  te  trecken ,  fey-  x  x  v. 
defe  met  feer  grootekloeckmoedighcydttegens  ^a"™ 
Ionckvrouw  Brunelle ,  dat  ,  om  met  meerder  dc  Mar. 
kracht  te  trecken  ,  fy  haer  eene  voet  tegens  haer  quifinnc. 
lichaem  aen  molt  fetten,  om  foo  met  ge  welt  het 
ftuck  ftael  daer  uyt  te  krijgen. 

Terwijl  nu  al  defe  vrouwen  foo  befich  met 
haer  W3ren  ,  die  alfoo  veel  riep,  na  de  hulp- 
middelen van  haer  ziel,  als  die  van  haer  lichaem  j 
onfe  moorders  fiende  dat  het  nacht  was  (want  het 
was  alreedts  omtrent  negen  of  tien  uren  in  den 
avondt)  vonden  goet  tot  Auberas,  een  andere 
plaets ,  hun  broeder  toebehoorende ,  te  gaen  fla- 
pen,  zijnde  omtrent  een  mijl  weeghs  vanCan- 
ges  :  3lwaer  gekomen  (volgens  de  getuygenis, 
die  de  Bailliu  van  de  plaets,  des,  gerechteli  jck,  ge- 
geven heeft,  en  die  daer  tegen wootdigh  was) 
fcheen  het  dat  fy  malkander  fouden  vermoort 
hebben,  onder  het  verwijt  datfe  malkander  de- 
den, over  hun  quaet  beleydt,  omtrent  het  uyt- 
voeren  van  de  faeck ,  datfe  met  foo  veel  middelen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


518  Treurige  Gefchiedenis  van 
als  fe  hadden  aengewendt,  defe  vrouw  niet  ten 
vollen  hadden  konnen  afmaecken ,  invoegen  dac 
na  al  hec  verwijten  en  fc helden ,  datfe  malkander 
te  gemoet  voerden ,  fy  eyndelijck  befloten  weder 
na  het  huys  van  des  Prats  te  keeren  ,  om  de  ellen- 
dige voorts  t'eenemael  hunwreedetyrannyopte 
offeren ,  en  niet  af  te  laten ,  voor  dat  fy  den  geeft 
onder  hun  handen  fou  gegeven  hebben.  Maer  fy 
wierden  in  hun  voornemen  felfs  door  hun  eygen 
ongeruftigheydt  en  onfeeckerheydt ,  die  gemeen» 
lijck  de  wanhopige  zielen  vertellen ,  verhindert. 

Onder tuflehen,  de  Borgemeefters  van  Ganges» 
van  de  geheelefaeck onderrecht  zijnde,  begaven 
fich  terltondt  in  het  huys  yan  des  Prats ,  verge- 
felfch3p  met  knechts  en  dienaers  wel  gewapent, 
om  defe  arme  Me- vrouw  hun  dienft  aen  te  bie- 
den ,  die  hen  fiende  in  de  kamer  komen ,  hen  de 
ftereke  handt  afeyfehte ,  en  verfocht  van  hen  be- 
fchermt  te  zijn ;  daer  fy  haer  van  verfceckerden , 
yolgens  al  hun  kracht  en  vermogen ,  doende  oock 
terltondt  net  huys  met  veel  gewapende  krijghs- 
lieden ,  tot  haer  verfeeckeringh  >  befetten.  Zijn- 
de de  tijding,  van  defe  fchrickelijckedaet,  noch 
dien  n3cht,  over  al  verfpreyt ,  fagh  men ,  op  het 
aenkomen  van  den  dagh ,  menighte  van  lieden  van 
aenfien,  die ,  door  hun  beleeftheden,  aen  de  Mar- 
quifinne ,  wel  toonden ,  wat  deel  lieden  van  eer, 
aen  het  ongeval  van  verdruckte  onnoofelheydt 
hebben.    De  Heeren  Baronnen  de  Semenez  en 
van  CineftouS)  hun  naefte  g^Suren  ,  waren  dc 
eerfte ,  die  fich  by  haer  lieten  vinden ;  en  klaer- 
lijck  hun  uy terfte  droefheydt  over  haer  ongeval 
blijeken.    De  Baron  van  Treffan  ,  groot  Pre- 
vooft  van  Languedoc ,  zijnde  oock  van  hun  ge- 
buren  ,  en  defe  tijdingh  mede  verftaen  hebbende  , 
deed  door  fijn  naerftigheydt  ,  om  al  fijn  volck , 

°  achter 


mm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de  Mar  q^u  i  s  e,  519 

achter  defe  fchelmcn  te  fenden ,  blijcken  ,  hoe 
grooten  vyandt  hy  van  fulcke  duy  vclfche  ftuckeq , 
en  hoe  y verigh  tot  voorftandt  der  verdruckte  in 
fijn  ampt  en  bedieningh  was  :  niaer  defe  trouw- 
loofe  fchelmen  waren  niet  te  vinden,  maer  ftelden 
al  hun  y  ver  te  leur ,  nemende  nu  defe  dan  genen  X  X  v  L 
wegh ,  gaende  te  fcheep ,  aen  de  kuft  dicht  by  J,ersmoor" 
Agde ,  anders  genoemt  Le  Gras  de  Palaval ,  om  omkomen, 
daer  heen  te  reyfen ,  daer  hun  goet  of  quaetgc- 
fternte  hen  leyden  fou. 

MenfandtondertulTchcn  na  Montpelliers  ,om 
Genees-  en  Heel-meefters ,  tot  hulpenbyftande 
van  defe  ellendige  vrouw,  die  fich  binnen  wey- 
nigh  tijdt  door  hun  hulp  vry  beter  bevandt.  De 
Marquis  de  G3nges  was  tot  Avignon,  wanneer 
hy  defe  tijdingh  kreegh,  zijnde  aidaer  befigh> 
om  een  Criminele  of  Lijfftraf-fchuldice  faeck» 
tegens  een  van  fijn  dienaren ,  te  vervolgen  •  die 
hy  befchuldighde ,  van  hem  twee  hondertkroo- 
nen  te  hebben  ontftolen.  Hy  fcheen  het  gebruyek 
var!  al  fijn  finnen  en  verftandt,  op  defe  tijdingh 
te  fullen  verliefen ,  fwerende  duyfent  mael ,  dac 
fijn  broeders  anders  geen  beul  t  om  hun  boomeyt 
te  ftraffen ,  fouden  hebben ,  als  hem :  hy  vertroclc 
evenwel  noch  dien  dagh  ,  noch  des  anderen 
daeghs  niet ,  voor  na  de  middagh  •  befocht  oock 
noch  eenige  vrienden  binnen  Avignon  ,  fondcr 
hen  evenwel  defe  maere  te  kennen  te  geven. 

Als  hy  nu  tot  Ganges  gekomen  was ,  verfocht 
hy  terftondt  fijn  vrouw  te  fpreecken  ,  die  eenige 
goede  Priefters ,  al  van  te  voren ,  tot  dit  befoecïci 
bereydt  hadden.    Sijn  eerfte  aenkomft  was  ver-  txva 
gefelfchapt  met  al  de  getuyghniflTen ,  die  de  wan- 
hoop  van  haer  in  foodanigheenftaet  tefien,  hem  Maiqui» 
fou  hebben  konnen  uyt  doen  drucken ,  ftellende  tot. 
fich  wonderlijck  aen  met  krijten  1  tieren  >  en  fich  Gaos«» 

Kk  4  fel  ven 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


520        Treurige  Gefchiedenïs  van 
felvcn  by  het  hayr  cc  trecken.   Wy  fullen  ons 
hier  niet  binden  aen  alle  de  woorden ,  die  de  Mar- 
quifinne  op  lijn  aenkomen  hem  tegen  voerde  • 
volgens  de  vryheyt ,  die  haer  vermoeden  aen  haer 
hart  en  gedachten  mocht  geven.    Het  eynde  van 
de  faeck  fal  alles  uytwijfen  en  doen  bekennen,  of 
haer  arghwaen  met  of  fonder grondt  was,  en  of 
het  onmooghlijck  zy ,  dat  een  bedrieghlijcken 
fchijn ,  de  aldervuylöe  boof  heydt  kan  benevelen 
en  bedecken.    Die  kan  men  evenwel  niet  laten  te 
feggen ,  dat  fy  hem  aenfprack ,  met  een  byfonderc 
matigheydt  ,,en  een  item  foo  teeder  en  raeckende, 
dat ,  indien  men  eenige  woorden ,  die  fe  hem  in 
het  begin  tegenvoerde ,  eenige  naem  van  verwijt 
fou  mogen  geven,  foo  heeft  men  noyteenighbe- 
XXVIII.  leefder  of  zediger  gehoort ;  evenwel  een  Gee- 
ïlicide-  telijcke  daer  by  ftaende,  haer  vertoonende  dat 
lijekheyt  d'Heer  Marquis  de  Ganges  mifmoedigh  was , 
tegens     over  eenige  woorden  die  ly  hem  had  te  gemoet 
hacx  ^"'gévoert,  miflehien fonderdefel veten aldernauw- 
ltén  overwogen  te  hebben ,  wilde  fy  terftónt  daer 
van  een  openbare  verfchooninge  doen ,  biddende 
hem  duyfentroacl  om  vergiffenis ,  en  hem  roepen- 
de by  haer  bedde ,  met  fulcke  woorden  van  gene- 
gentheydt  en  op  fulckeen  bevalüjckewijfehem 
de  handt  toereyekende ,  als  men  fou  konnen  be- 
dencken.   Sy  vertoonde  hem ,  dat  hy  defe  woor- 
den eerder  haer  pijnelijckheydt,  als  eenighmif» 
noegen  moft  wijten,  het  geen  de aldergrootfte 
verwonderingh  maeckte,  in  alle  die  daer  tegen- 
woordigh  waren,  daer  fich  de  Marquis  echter  van 
wilde  dienen,  om  van  haer  een  verklaringh  tot 
fijnen  voordeel  te  trecken,  door  de  welcke  die  ge- 
ne, diefe  in  gevolgh  van  haer  Teftaroent  en 
uyterfte  wille  van  Avicnon,  gemaeckt  had,  te 
niet  gemaeckt  wierdt ,  daer  hy  noch  met  haer  yan 
■  .  wilde 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de  Mak  q^u  i  s  e.  521 

de  fpreccken ,  om  te  trachten  te  voorGen ,  in 
i  de  wey  geringe,  dewelcke  d'Onder-gefandt  van 
l  den  Paus  hem  dede ,  om  de  donatie  ot  gifte  aen  te 
I  teeckenen ,  die  defe  moorders ,  in  het  afzijn  van 
haer  man  ,  haer  te  Ganges  hadden  veroorfaeckt  te 
doen.  Maer  fy  antwoerde  daer  op  met  een  groo- 
te  moedigheydt  ,  dat  fy  niets  te  vernieuwen  of  te 
veranderen  had ,  van  al  dat  fy  had  gedaen  tot 
Avignon ,  en  dat  fulcks  haer  rechte  en  uyterfte 
meeninge  v.  as ,  het  welcke  evenwel  den  Maiquis 
niet  wederhieldt ,  haer  fijn  uyterfte  forge  en  gene- 
gentheyt ,  in  het  felve  huys  van  den  Heef  des 
Prats  te  bewijfen. 

Me- vrouwe  de  RolTan ,  Moeder  van  de  Mar- 
quifinne,  vertoefde  niet ,  om  korts,  nadekomlt 
van  den  Marquis ,  haer  dochter  te  komen  bcfoec- 
ken,  verfclfchapc  en  oock  voorgegaen  vaneeni- 
ge  aenfienlijcke  Heeren  van  Avignon  ,  die  haer 
oock  quamen  befoecken.    Maer  fy  was  in  de  s 
hooghite  verwonderingh  van  haertefien,  onder 
handen  van  haren  man ,  tegens  dewelcke  fy  aireets 
bad  gefeght ,  al  wat  haer  vermoeden ,  fy  zy  valfch 
of  waerachtigh,  haer  in  de  mondt  konde  leggen. 
En  het  geen  haer  noch  het  meelle  ver  wonderde, 
was,  door  haer  dochter  verfocht  te  zijn ,  hem  te 
willen  omhelfen  j  en  wel  vergenoeght  met  hem 
te  leven.    En  foo  groot  was  het  uytwerckfel  van  x  x ' x* 
defe  verwonderinge,  dar,  al  hoewel  fy  haer  doch-  *a" 
ter  in  fulck  een  ellendigen  ftaet  befchouwde,  fy  Moeder, 
evenwel  niet  kon  befluyten ,  meer  als  twee  of  drie 
dagen  by  haer  te  blijven ,  teneynde  van  dewelcke 
fy  weder  naer  huys  vertrock ,  fonder  dat  haer 
dochcer  haer  konde  wederhouden. 

De  grootfte  begeerte  die  de  gewonde  toonde, 
was ,  fich  naer  Montpelliers  te  laten  voeren ,  om 
haer  gelicht  eenplaets  teonttrecken ,  die  haer  ge. 

Kk  5  due- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


$22  Treurige  Gefchiedenis  van 
duerighlijck  het  beeldc  van  haer  beuls  voor  oogen 
ftelde,  en  om  aldaer  te  krachtiger  hulp. middelen 
van  de  Genees-  en  Heel-meefters  te  verkrijgen : 
maerde  Heel-meefter ,  dewelcke  over  haer  gingh 
deed  haer  begrijpen ,  dat  het  als  noch  geen  tijde 
was ,  om  haer  te  vervoeren,  het  welcke  men  niet , 
fonder  het  uyterfte  gevaer ,  fou  konncn  aenvan- 
gen.  Om  vorder  te  leggen ,  hoe  groot  haer  edel- 
moedigheydt  is  ge  weeft,  omtrent  het  vergeven 
van  haer  moorders ,  en  de  geftalte  van  haer  ge- 
moedt  om  alle  geeftelijcke  middelen,  tot  welftanc 
van  haer  ziele  aen  te  wenden,  fou  een  ongeloofli  jc- 
ke  faeck  uytbrengen ,  't  en  waer  defelve  door  foo 
veel  getuygen  was  beveftight.  Sy  verfocht  de 
hoftie  te  genieten ,  met  een  byfonderen  y  ver ,  en 
al  eer  fy  defelve  genoot ,  wilde  fy  eerft  openbaer- 
li  jek  alle  de  wonden  vertoonen  van  haer  ziel.  De 
Priefter ,  die  haer  de  hoftie  toebracht ,  maeckte 
haer  verftelt ,  om  dat  het  defelve  was ,  die  by  haer 
was  gekomen ,  na  dat  fy  het  venijn  had  ingeno- 
men, daerfe  oock  altoos  feer  groot  misvertrou- 
wen op  had  gehad,  en  die  fenoyt  feer  hoogh  ge- 
acht had,  het  welcke  fy  niet konde  nalaten,  hem 
in  defe  gelegentheydt  te  kennen  te  geven,  hem 
biddende,  de  helft  van  de  hoftie,  dewelcke  hy 
haer  aenboodt,  te  willen  nemen,  vreefendedat 
haer  vyanden ,  onder  defenheyligenfehijn,  haer 
noch  mochten  deeren.  Het  was  oock  alsdoe,dat 
fy  nieuwe  verklaringen  voortbracht,  van  al  haer 
vyanden  te  vergeven  ,  dat  fe  haer  hadden  mif- 
daen  •  voornamentli  jek  die  gene ,  die  haer  en  haer 
eer  ,  en  haer  leven  hadden  willen  benemen , 
nemende Codt  tot  getuygen,  overdeonnoolel- 
heydt  van  haren  handel  en  wandel ,  herhalende 
weder,  al  haer  verfchooningen,  vergiffemiien , 
en  beleeftheden,  omtrent  ea  tegens  haer  Man , 

wegen 


mm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


de   Mar  c^u  i  s  e!  $zi 

egen  alle  de  woorden ,  die  fe  tegen  hem  mochc 
^  :fproocken  hebben.  Eyndelijck ,  het  was  een 
wonder  haer  te  hooren  fpreecken ,  met  de  ma- 
igheydt  van  een  Engel,  en  op  een  wijfediede 
arten  konde  vervoeren.  Sy  getuyghdc  oock 
oe  weynigh  wefen  fy  had ,  van  de  vleyerijen  van 
eenige ,  in  haer  ongeval  feggende ,  dat  fy  ncy  t  foo 
fchoon  geleecken  had  ,  als  toen  ;  gelijck  wel 
waerachtigh  was  ,  maer  fy  toonde  op  alles  een 
erachtingh ,  omtrent  defe  woorden,  en  alle  y del- 
eden deslevens.  Sy  had  by  nacr  altoos  ,gedue- 
rende  haer  leger ,  haer  foon  aen  haer  zijde ,  die  fy 
geduerighlijck  ,  tot  de  betrachtinge  van  de 
deught  aenmaendej  hem  vragend  met  woor- 
den ,  die  de  toehoorders  in  tranen  deden  verfmel- 
ten,  of  hy  niet  altoos  gedencken  fou ,  Godt  voor 
fijn  arme  Mama  te  bidden  ,  wanneer  fy  doodt 
was ,  en  met  fijn  Papa  fomwijlen  van  haer  te  fpre- 
ken.  Hetkindt  toonde  met  grootc  vrymoedig- 
heydt,  dat,  wanneer  het  groot  fou  geworden 
zijn ,  hy  op  fijn  Oomen ,  voorfeecker  de  mif  han- 
delingh ,  die  fe  fijn  Moeder  gedaen  hadden ,  fou 
trachten  te  wreecken  :  maer  fy  beftrafte  hem 
hard  over  defe  gedachten ,  en  beval  hem ,  alles 
hen ,  gelijck  als  fy  gedaen  had ,  te  vergeven.  Ja 
in  tegendeel  hen  te  dienen,  waer  in  hy  konde , 
indien  het  moeht  noodigh  zijn. 

OndertuflTchen  het  Parlement  van  Tholoufe , 
defe  voortreffelijcke  wreeckerder  mifdaden,  en 
befchermer  der  onnoofelen, hebbende  met  fchrick 
defe  daedt  verftaen ,  wilde  niet  wachten,  nadat 
men  Recht  van  hen  fou  mogen  eyfehen  ,  maer 
fandt  terftondt  de  Heer  Catalan,  Raedts-Heer 
van  dat  Hof,  op  hun  eygen  koften,  als  afgefon- 
dene  Bevelhebber  en  Commiflaris  in  de  faeck  > 
om  alles  ten  nauwften  te  onder ltacn.  Defen 

Heer 


ment  fend 
om  het 
u  crek  te 
ondet- 
foccken. 


^24  Treurige  Gefcbiedents  van 
Heerwas  foo  haeft  niet  binnen  Ganges,  met  fijn] 
gevolgh ,  gekomen ,  of  hy  verfochc  de  Marqui-j 
tinne  van  Ganges  te  fpreecken»  doch  die,  dien 
avondt  in  geen ftaet  was,  om aengefproocken te 
konnen  worden,  zijnde  noch  niet  wel  bekomen 
van  een  befwi jmelinge  >  die  haer  korts  te  voren 
was  overgekomen, 
xxx.  Des  morgens  daer  aen ,  den  Heer  Catalan,  fon- 
Hct  Parie-  der  yemandt  verlof  te  vragen ,  begaf  fich  na  de 
4  Marquifinne.  Soo  haeft  ais  fy  hem  fagh ,  feyde 
fy  hem ,  dat  hy  feer  wellekom  was ,  en  bejegend* 
hem  feer  beleefdelijck,  Daer  na ,  hem  verwo- 
nende haer  deerlijcken  ftaet,  verfocht  hem  met 
ernftige  woorden ,  haer  uyt  defe  plaets  te  doen 
vervoeren,  daer  fy,  met  allen  feer  tegen  haer 
hert  was,  om  redenen,  dewelcke  fy  hem  foude 
leggen.  De  Commiflaris  vertoonde  haer ,  hec 
belangh ,  dat  gantfeh  het  Hof  in  het  gemeen ,  en 
hyin  het  byfonder,  in  haer  ongeval  hadden,  en 
verfeeckerde  haer  van  het  goet  Recht ,  dat  fy  van 
defelve  fou  hebben  te  wachten,  hier  op  belaften- 
de  eenyeder  te  vertrecken ,  nicmandt  uytgefon- 
dert,  bleef  hy  by  haer  wel  ander  half  uer  alleen.- 
Na  welcken  tijdt ,  vreefende  haer  te  feer ,  door  te 
lange  redenen ,  te  fullen  vermoeyen ,  vertrock 
hy ,  met  verfeeckeringh  van  haer  des  anderen, 
daeghs  weder  te  fullen  komen  befoecken ,  om 
noch  meerder  tijdt  met  haer  te  verhandelen. 

Ondertuffchen  bevoelde  fy  Gchflechteralsna 
gewoonte,  fy  wierdtgeklijfteert,  en  bracht  dien 
gantfehen  nacht ,  in  geduerige  ongeruftheden 
door ,  dewelcke  feeckerlijck  de  voorboden  van 
haer  doodt  waren ,  eyndelijck  op  Sondagh ,  zijn- 
de m«-  de  de  vijfde  van  de  Maent  Iumj ,  quam  fy  ora- 
quifwne.  trent  ten  vier  uren ,  op  den  avondt  te  overlijden , 
maer  met  fulcke  fmarten  en  ongeruftheden, 

die 


XXXI. 

Dood  van 


DE    M  A  B.  Q_U  I  S   E.  52$ 

iedeh3rten  in  medelijden  deden  verfraelten. 

Terftont  na  haer  doodc ,   de  Heer  Catalan , 
.ie  twaclf  mannen  van  den  Heer  Stede-vooght 
)y  fich  had,  ben;ffens  vijf  Archers,  eneenHo- 
.juecon,  fandt  ddelve  na  het  Slot  van  den  Mar- 
quis  van  Ganges,  met  ordere  van  fich  van  fijn  per- 
foon  te  verfeeckeren.,  als  mede  van  die  van  den 
Priefter  en  eenige  andere  Huyfgenoten  ,  het 
welcke  oock  terftondt  na  gekomen  wierd.  Men  * 
vandt  den  Marquis ,  daer  hy  alleen  in  de  zael  woldt 
gingh  wandelen,  zijnde  vol  fwaermoedigheydt.  gcvaogcn. 
Wanneer  hem  defe  laft  wierd  vertoont ,  ant  woor- 
de  hy,  fonderfichteontftellen  ,  dathy  vaerdigh 
was  te  gehoorfamen,  en  dat  het  anders  oock  fijn 
voornemen  was ,  de  moorders  van  fijn  Vrouw , 
by  het  Parlement  te  vervolgen.    Men  vorderde 
hem  de  fleutels  af  van  fijn  Cabinet ,  die  hy  ter- 
ftondt overgaf ,  en  alfoo  wierdt  hy ,  beneffens  de 
andere,  in^de  gevanckenifle  ,  van  de  Theforijs, 
tot  Montpelliers  gevoert.  Hy  quam  daer  inde 
nacht,  op  een  (leent  huyr-paert,  zijnde  al  het 
volck  even  begerigh  om  hem  te  fien  ,  invoegen 
men,overal,  licht  in  de  veynfters  fagh.  Wanneer 
hy  aenquam ,  in  het  midden  van  de  Lijfwacht , 
die  hem  geleyde ,  vandt  hy  fich ,  met  al  het  ge- 
fchreeuw  en  verwijt  befprongen ,  daer  een  ralend 
volck  yemand  fou  konnen  medeaentaften ,  wan- 
neer het  den  indruck ,  van  het  eerfte  gerucht,  ont- 
fangen  heeft.    En  waerlijck ,  men  kan  niet  onc- 
veynfen,  dat  dit  voorval  ,  zijnde  foowreedten 
onmenfchelijck ,  in  alle  fijn  omftandigheden ,  het 
volck  de  grootfte  haet  heeft  aengeblalen ,  die  men 
fou  mogen  bedencken,  tegen  al  die  gene,  die  men 
mocht  vermoeden,eenigh  deel  daer  aen  te  hebben» 
invoegen  het  geenfints  te  verwonderen  was-, 
indien  het  volck  alleachtinge ,  omtrent  den  Mar- 
quis 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXXIII. 
Algemee- 
ns drocf- 
heyt  oret 
de  doodt 
van  de 
Jviarqui- 
finnc» 


52Ö         Treurige  Gefibiedenis  van 

quis  verloor,  oordeelende  dat  fijn gcvanckenis 

aireets  een  foorc  van  overtuygingh  was. 

De  Vrouwen  van  Montpelliers ,  waren  oock 
foodanigh  ingenomen,  over  het  wreedeftuck, 
omtrent  de  onnoofele  Marquifïnne  van  Ganges 
gepleeght,  dat  men  qualijck  fou  konnen  bedenc- 
ken,  het  geen  fy  niet  felfs  fouden  hebben,  tot 
wraeck  van  fulck  een  grouwelijck  ftuck,  aenge- 
recht.  Men  kan  fich  oock  wel  inbeelden ,  dat 
Avignon  ,  daer  defe  ellendige  Vrouw  was  ge- 
voedt,  en  daer  fyhaeralderdierfte  verwantenen 
bekenden  hadden,  mede  geen  kleyngedeelceaen 
de  uyterfte  ,  ja  verwoede  droefheydt  tegen  de 
aioorders,  van  foo  eenaenfienlijckeBorgereflc, 
en  getrouwe  Gefellinne  had.  Waerlijck  het 
gantfche  Landt  rontfomme  was  in  fmart ,  en  een 
yeder,  groot  en  kleyn,  toonde  fich  daer  omtrent 
een  alderhooghften  gevoeligh. 

Na  dat  fy  eenige  uren  doodt  was  geweeft, 
wierdt  haer  lichaem  geopent ,  daer  men  klaerlijck 
bevandt ,  dat  fy  waerlijck  aen  het  vergif  was  ge- 
ltorven ,  het  welcke  haer  het  gantfche  ingewand 
genoeghfaem  verbrandt,  oock  fwartepleckenin 
haer  herficnen  gemaeckthad ,  het  welck  doet  be- 
kennen ,  hoedanigh  de  kracht ,  en  goede  geftalte- 
nis  van  dit  arme  fchepfci  is  geweeft  ,  konnende 
foo  langen  rijdt,  het  ge  welt  van  een  vergif  we- 
derftaen ,  dat  een  Leeuwinne  nauwelijcks  de  tijdt 
van  eenige  uren  fou  hebben  konnen  uytftaen. 
Zijnde  feecker ,  dat ,  hoewel  haer  quetfuren ,  m 
groot  getal  en  verfcheyden  waren  ,  het  felve 
haer  evenwel  met  een  feeckere  doodt  dreyghde. 
De  meefte  ver  wonderingh ,  die  men  omtrent  de(« 
haer  dood  gehadt  heeft ,  was ,  defel  ve  te  Gen  ko- 
men ,  op  die  tijdt ,  wanneer  men  fich  fel  ven  met 
groote  hoop  begoft  te  lief-kofen  >  en  dat  fy  fcheen 


i 


de  Mar  q^u  i  s  e.  527 

hoonder  te  zijn ,  als  fy  oyt  gcweeft  was ;  haer 
•oogen  glinftcriger>  en  haer  fpraeckkloeckerals 
oyt. 

Me-vrouw  van  Roflan  haer  Moeder ,  ftelde 
ch  terftondt  in  de  befittinge  van  alle  haer  goede- 
n  >  verklarende  vorders  fich  opentlijck  partije 
de  rechtspleginge ,  haer  dochter  acngaende, 
ewelcke  fy  oock  met  alle  kloeckheydt  enyver 
vervolghde.   De  Heer  Catalan,  vervoeghde  fich 
coock  aen  alle  plaetfen ,  daer  hy  eenige  onderrech- 
itingh  fou  konnen  krijgen ,  om  de  rechtspleginge 
rin  ltaet  te  ftellen.    Hy  verhoorde  de  Marquis 
van  Ganges,  weynigh  tijdts  na  dat  hy  hem  gevan- 
gen hadi  en  hieldt  hemde  tweede mael wel  elf 
iren  op  >  Ponder  verpoofen.  Maer  gelijck  als  toe 
noch  toe  de  hantdadige  vluchtigh ,  of  onover- 
wonnen zijn,  foo  falGodt,  gewiflèlijck  te  fijner 
tijde,  en  de  eene  ftraffen,  en  de  andere  openba- 
ren. 


Het 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


528 


Het  ongeluckigh  eynclé  van 
de  Graven 


i,  1 

Kracht  dct  j 
Majefteyt.  1 


NADASTI  ,  ZERINI,. 

en  F  R  A  NGElP  AN  I. 

I  N  H  O  U  D.  T. 

.?  l:;     Jl^y  va     <  a^:,i  sTu'rS^I 

KRacht  der  Majtflcyt.    II.  ^1&&tspl*giHgt  teg^ 
tfadafli.    III.  Dedoodthematngefeght.  IV. Sm 
Brief  aen  den  Heyferi    V.  Sijn  tweede  gejchrtft  aen  den, 
t^jf**    yhi^J^reydfJtcbontieJterveM.  \ll.Von-, 
wovcrhemgelproockt».    \  lil.  Sijn  doodt.  IX.  Ge< 
flaltevanhet  Gerekt.        Plechtigheden  omtrent  Zertm, 
enFrangepani.'  la.  Dt  dood 'hen  aengefeght   XII.  Hm 
verveerdtringhtorer  doodt.    «U.  Briefvan  Frange- 
pamaendenKeyfer.    XIV.  Brief  mm  Frangepam  aen 
fijn  Vrouw.    X  V.  Vorderen  handel  van  Zennt  en  Fran- 
Zepani.    XVI.  Hun  by-eeu-kpmfï.    XVII.  Briefvan 
Zerhti  aen  fin  Vrouw.    XVIII.  Zermt  en  Frangepam 
vanhmwaerdigheyt  berooft.    XIX.  VonntsvanZerm. 
XX.  Doodt  van  Zermi.    XXI.  Vbnnts  over  Frange- 
pam.   XXII.  Sijn  doodt. 

XVII.  Geschiedenis. 

Oodanigh  is  de  Opper-machc 
en  heerfchappy  der  gerechtig- 
heydt ,  en  foodanigh  haer  Ma- 
jefteyc,  dat  felfs  barmhertig- 
heydt  ,  die  foete  en  vriende- 
lijcke  deught ,  voor  haer  wijc- 
ken,  en  niet  felden,  onder  de 
Voet  vallen  moet,  fy  eygent  fich  toe  dehooghlte 
macht,  en  maeckt  al  de  andere  <^*ȣ" 
dienareficn ;  hetfwaert  paft  beter  in  hare  handen 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


NADASTl,ZERINI,enFRANGEPANI.  529 

als  de  tranen  in  de  oogen  van  ontfarmen,  of  het 
blaecken  in  de  oogen  van  ftereke  klotckmoedig- 
heydt ,  of  de  maetfchael  in  de  handt  van  gema- 
tightheydt,  felfs,  als  de  handt  inde  beurs  van 
nnltdadigheydt ,  voornamentlijck ,  daer  dc  hoo- 
ge  Macht  gevaer  lijdt ,  ofhetgemeene  beft  haer 
heyl  van  haer  billijckheydt  verwachten  en  ontfan- 
gen  moet.  Het  Keyferlijck  gefagh  ,  heeft  on- 
fanghs  defe  tweeftrijdt  der  deughden  vertoont , 
en  deveyligheydt  van  fijn  Throon  ,  fijn  ftrengh 
gerecht  af  eyfehen  moeten ,  verbeeldende  de  we- 
relt,  de  gerechtigheydt  op  haren  Throon ,  en  hec 
mede-doogen  in  't  gelicht. 

Wy  fullen  dan  ,  waerde  Lefer  ,  ons  Treur- 
tooneel  gaen  befluyten,  met  het  laetfteaeofien- 
lijckblbet,  dat  tot  hier  en  toe,  defe  eeuwe  heeft 
geftort  gefien ,  en  daer  mede  hebt  danck  voor  u 
gedult. 

De  Graven  Nadafti,  Zerini,  en  Frangepani , 
hebben  wy  gefien ,  of  eerder  gehoort ,  in  ftaec 
van  wederfpannigheydt ,  en  miiTchien  noch ,  uyc 
overtolligheydt  van  medelijden  beklaeght ,  in 
hun  gevanckemiTe ,  laet  ons  hen  nu  eenmael  gaen 
befchreyen  op  het  fchavot  tot  danckbaerheyt  van 
ditheerlijckleer-ftuck,  aen  ons  onderdanen ,  dac 
femet  hun  bloetgefchreven  hebben. 

Difcite  Jujlitiam  Moniti  &  non  temmen  divos. 

Leert  gerechtigheydt,  en  verfmaet  geen  Goden, 

Hun  bedrijf  (op  dat  wy  noch  verwerpen , 
noch  onderfchrijven  het  gevoelen  van  veel  van 
onfe  Landts-lieden ,  die  hen  liever  Martelaren  of 
Bloedt-getuygen  van  Geloof ,  als  van  Staet  wil- 
len hebben)  fullen  wy  trecken  uyt  hun  vonnilTè , 
foo  als  die  ons  ter  handt  is  gekomen ,  en  foo  min- 

L  l  der 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


IT, 

&echts- 
plegingc 
tegen 


J 50        Treurige  Ge[chiedenis  van 

der  dwalen  in  ons  oordeel»  en  dat  van  een  ander 

minder  verkorten. 

Na  dat  defe  Graven  een  geruymen  tijde  Na- 
dafti  tot  Weenen ,  en  de  twee  andere  tot  Nieuw- 
ltadt  gevangen  waren  gehouden ,  en  gerechts- 
plegingcn  over  hen  gevoert ,  heef  t  eyndelijck  het 
gerecht  het  fijne  ge  vordert,  en  eeneyndevande 
faeck  willen  fien.  Nadafti  eerft ,  als  begaen  heb- 
bende Crimen  Perdutüionis  6r  Laf*  Majeflatis, 
mifdaet  van  wederfpannighcydt ,  en  gequettte 
Majefteyt,  wier  Jt  eerli  en  voor  al ,  en  na  hem  de 
andere  van  alle  ftaet  en  waerdigheydt  ontfet  >  op 
defe  wijfe  :  De  Onder- Land- Maerfchalck,  uyc 
name  van  Keyferlijcke  Majeilcyt  gclatt ,  ontbood 
Nadaft  i  in  de  Landt-ttove ,  en  leent  hem  aen ,  dat 
hy,  over  fijnmifdaedt ,  uychetLandt-huys,  als 
een  Graef  en  Landt- heer ,  raoft  geltooten ,  en  het 
Gerecht  overgegeven  worden.  Daeropdeedt 
den  Landt-opbiuier  een  reden  ,  geduerende  de- 
vvelcke  hy,  Nadaftialtijdtdenaem  van  Graef  en 
Heer  gegeven  heeft,  maer  op  het  laetfte  befloot 
hy  aldus  ;  Dat  is  hygeweejl ,  maer  nu  niet  meer :  mant 
gby  verrader ,  fyt  en  blijft  verjïooten  van  naem ,  eer  , 
waerde ,  en  alle  uwe  goederen ,  gelijcl{  oocl^  ugeflacht. 
Waer  overNadafti  fichfeerontftelde,  en  in  defe 
woorden  uytborft  :  Vitam  honores  tst  bona  tolle, 
faltem  Liberis  StrvaFamam  :  Neemt  mijn  leven  , 
eer-tijtelen  en  goederen  wech,  maer  laet  mijn 
kinderen  ten  minften  hun  eer  en  faem  behouden. 
Maer  dit  bleef'erby  ,  en  fijn  kinderen  zijn  oock 
nadei  handt  geen  Graven  Natti»  maer  Heeren  van 
Creutze,  uyt  Keyferlijcke  toelatingh ,  genoemt. 
Hier  op  volghde  de  Ematriculatie,of  uytwiffïngh 
uyt  het  Landt. boeck  •  het  welckgedaen zijnde, 
leyde  hem  voor  eerft  de  Landt-  Marfchalck,  uyc 
de  Stove ,  en  de  trappen  af|  en  voorts  de  Landt- 

op- 


< 
I 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Nadastïj ZERiNi>en  Frangepani.  531 

opbieder  ,  na  de  deur  of  poort  van  het  Landt-* 
huys ,  en  ftiet  hem  daer  uyt .  Toen  wierdt  hy  in 
een  koets  gcfet ,  en  met  een  geleyde  van  twee 
honden  vijftigh  man ,  na  het  Raet-  huys  gevoert , 
door  een  ontaltijcke  menighte  volcks,  roepende 
vaft ,  het  Vivat  voor  den  Keyfer ,  en  het  Pcreat , of 
fitne  voor  Nadaiïi,  en  alle  verraders.  Onder- 
wegen vraeghde  Nadafti  den  Heer  Hopman  Ar- 
nold ,  die  by  hem  in  de  koets  fat ,  waer  men  hem 
voerde,  en  of  hy  niet  wel  een  Biecht-vader  fou 
konnen  krijgen  •  Die  hem  antwoorde,  Men  voer- 
de hem  naer  het  Raedt-huys,  en  hy  twijffeldc 
niet,  of  een  Biecht- vader  fou  hem  wel  gewor- 
den. Als  hy  nu  in  het  Raedt-huys  quam,  heeft 
hem  de  Heer  Stadt-Richter  terftondt overgeno- 
men, en  inde toebereydeplaets gevoeit.  Wan- 
neer Nad3fli  in  fijn  kamer  gekomen  was ,  eylchte 
hy  pen  en  in  ft  en  begoft  terltondt  te  fchrijven  , 
maer  ftracks  leyde  hy  iïch  te  bedde ,  zijnde  be- 
waert  met  vijfugh  mufqucttiei s. 

Op  den  acht-en-twintighlten  van  Grasmaent , 
des  feftien  hondert  en  een-cn-tieventighlte  Jaers , 
is  feer  vroegh,  Vader  Raphaël,  a  SanftoFrsn- 
cifco,  Augnftijner,  die  doorgaens,  geduerende 
fijn  gevanckenis  ,  fijn  Biecht-vader  was  ge  weeft, 
by  hem  gekomen,  den  welckcn  hy  feervriende- 
lijck  ontfangen  heeft ,  en  gefeght,  dewijl  hy  na  al- 
len fchifn  en  blijck ,  fou  moeten  ftei  ven  ,  wilde  hy 
niet  meer  van  de  werelt,  maer  van  fijnen  Heer 
lefüs  Chriiius  alleen  hooren ,  en  met  de  felvigc  al- 
leen fijn  overigen  tijde  doorbrengen  ,  tot"  den 
evnde  toe,  brengende  vorder  dien  dagh  over,  in 
fich  tot  de  algemeene  biecht  tebereyden.  En 
al  hoewel  hem  wel  geoorloft  was ,  een  ofte  meer 
van  fijn  kinderen  by  fich  te  laten ,  heeft  hy  even- 
wel fulcks  niet  begeert ,  maer  alleen  van  fi>n 


U  z 


Biecht- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


III. 

De  doodt 
hem  aen- 
gefcght. 


Treurige  Gefcbiedenis  van 
Biecht- vader  verfocht ,  hy  wilde  defelve  by  hem 
ontbieden ,  en  fijnen  Vaderlijcken  zegen  mede- 
deden  ,  en  tot  volitandige ,  en  alderonderdanigh- 
fte  trouw,  tegen  fijn  Keyferlijcke  Majefteyt  ver- 
manen. Op  den  fel  ven  28.  April,  zijn  de  Heeren 
Raedt  Commiflarifen ,  Heer  Leopold ,  en  Heere 
Grumbach  ,by  hem  in  het  Raedt- huys  gekomen, 
en  hebben  hem  de  dood  aengefeght  i  doende  Heer 
Leopold  daer  die  reden  over ,  dat  iy  van  fijn  Key- 
ferlijcke Majefteyt  gelaft  waren ,  hem  aen  te  feg- 
gen ,  dat  hy  fich  bereyde ,  het  oordeel  van  het  Ge- 
recht ,  door  de  gedelegeerde  of  befcheydene 
Rechters  gewefen ,  fijn  loop  te  laten  houden ,  Ril- 
lende, uyt  kracht  van  het  felvige,  opaenftaende 
Donderdagh ,  zijnde  den  jo.  der  Maent,  omtrent 
ten  negen  uren ,  aldaer  tot  Weenen  in  het  Raedt- 
huys ,  van  het  leven  ter  doodt  gebracht  worden : 
waer  op  hy  alleen  geantwoort  heeft :  Omnis  Po* 
tefias  a  Deo ,  (se  out  Potejlati  rtfijlit  ,  Ordinationi 
Divin*  rtfijiit.  Alle  Macht  is  van  Gode,  en  die  de 
Macht  wederftaet ,  wederftaet  de  Goddelijcke 
Ordinantie  ,  bedanckende  vorders  fijn  Keyfer- 
lijcke Majefteyt ,  over  fijn  foo  genadigen  vonnis , 
daer  by  voegende ,  hy  wifte  dat  fijn  Majefteyt 
van  een  teeder  gemoed  was ,  en  dat  hy  derhalven 
niet  wijder  fou  erkennen  of  voornemen  laten ,  als 
het  gene  na  rechten  fou  bevonden  zijn  tebehoo- 
ren,  waer  aen  hy  fich  derhalven  op  het  alder  ge- 
hoorfaemfte  wilde  overgeven.  Evenwel  deed 
hy  fijn  Majefteyt  defen  brief  behandigen. 

AlDERGENADIGHSTI  KEYSER, 

IV.     Tpv  At  ick.  d  defen  tijdt  herwatrts  achtergelaten 
Sijn  bt  ief    |  J  faftt ,  mijn  toevlucht  tot  uwe  Keyf<rfyc*?  Ma' 
Kcvfer     1'tèeyt "  nemen,  en  my  voor  uwen  Genadtn-throonnt- 
*    der  tt  werpen,  als  een  ongeluc^fdigh  enonweerdigh 

onder* 


K 

Éi 


n 
I 


ii 
i 


Nadasti,Zerini, cn Frangepani.  53 j 

onder  daen,  fulcks  komt  aüeenigh  voort  uytde  fcbaem- 

<  te  en  verfoeyingh  van  mijn  al  te  groote  mifdaden  en 

<  mifbandelingb ,  en  vrees  >  als  [oude  icl^,  door  bloote 
t  redenen  en  gebeden,  gantfchverdienfteloos  pijnde  uwer 
I  Kjyferlijcke  Majefïeyts  alderbilluckfle  ongenade,  te- 

gens  my,  ver grootenen  vermeerderen  •  des  hebbe  icl^  het 
>  felvigedoor  anderen ,  met  jchuldiger  ootmoedigheydt  gc- 
•  \  daen ,  en  verhoopt  yets  van  uwer  Kjyferlijcke  Ma]C- 
fleyt  aengeboren  mildtdadightydt  engoetheydt  te  [uilen 
genieten.    Maer ,  0  my  ongeluckjaltge  ,  de  mifdaden 
%ijn  boven  mijn  hooft  geklommen  9  enick.hebbe,  inde 
plaets  van  de  verhoopte  genaden ,  het  oordeel  des  doodt  s 
*l  ontfangen. 

tAldergenadighjie  barmhartighfte  Kjyfer  ,  uwe 
rï  Kjyferlijcke  Majefteyt  vergeve  my ,  die  van  alle  men- 
\  fchelijckjt  hulp  berooft  ben,  dat  icl^  voor  uwe  Kjyfer 
lijcke  Majejïeyt  met  defe  mijn  onwaerdighfte  gebede 
s  derf  komen  verfebynen ,  en  op  het  alderonderdanigh- 
jle  bidden  ,  defe  weynige  met  heete  tranen ,  en  benauw* 
der  %icle  gefebreven,  met  uwe  genadige  oogen  te  wiU 
■  \  len  gewaerdigen  te  overlefen  en  aen  te  nemen.  Uwe 
H  Kjyferlijcke  Majefieyt  befit  hier  op  der  aerden ,  de  floel 
1  des\Alderbooghften ,  en  de  Goddelijcke  gerechtig- 
-  heydc ,  feghc  *Auguflinus ,  heefc  diegene  de  ftraf 
toegefchickt  die  de  ionden  beminnen.    En  de 
Pfalmijl  David  feghc ,  lek  wil  den  Heer  de  barm- 
hercigheydten  de  gerechcigheyc  ten  lof  nageven. 
Jjff9    Dewijl  nu  over  my ,  die  de  paffe  verdient  hebbe ,  aireets 
JpJ  het  oordeel  gevelt  is,  verhope  icl^ecbtcrnoehdebarm- 
I  hertigheydt ,  dewijl  ick,  felfs  over  mijn  [ware  mifda- 
den een  affchouwen  draegh ,  het  %y  de  wille  van  uwe 
Kjyferlijcke  Majefieyt ,  my  niet  door  het  fwaert  te  rech- 
ten, maer  naeru  aengeboren  Kjyferlijcke milt-  engoet- 
m     heydt ,  het  overige  van  mijn  leven ,  aen  een  geeficlijckc 
-wl  ptaets  ,  in  treuren  en  boetveerdigheydt ,  te  laten  over- 
M     brengen ,  op  dat  ickjniet  met  lijf  enkele  kpme  te  flerven, 

LI  J  nwr 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


$  }  4         Treurige  Gefchleienis  van 

mae-r  eerder  de  voorgaende  foo  qualijcl^aengelegbte  en 

kejïede  tijdt  betreuren  magh. 

Uwe  Kjyferlijcltf  Majejleyt  late  fich  door  de  het  I 
Hooehloflijckfte  Aerts-huys  aengeboren  y  barmbertig-  j 
heydty  daer  heent  Allergenadigbfte  bewegen  ,  dat  uwe  \ 
Ksyferlijcly  Majejleyt  >  geen  oordeel ,  fonder  goetheydt 
enbarmhertigheyt  >  late  gefchieden ,  nadtmatl  de  jacht* 
moedigbeydt  als  dan  aldermeefiteprijfenjlaet ,  wanneer 
de  bmijcl^fïe  oorfaeck,  tot  toorn  voorhanden  is.  De 
barmhertige  goede  Godt ,  wil  fulckjs  uweKjyferltjckf 
Majejleyt  hier  tijdtlijc^  en  hier  namaels  eeuwighit jclt^ 
beloonen  j  den  welcken  ickjnu  met  aller  onderdanighjier  > 
en  toegedragen  harte ,  van  de  Goddelijcl^e  goetheydt , 
alle  geluckfaligheydt  toewen fchet  onderwerpende  mijn 
felve  de  voeten  van  uwe  genade» 

Uwer  Keyferlijck*  Majefieyt 

Alder-onderdanighfte  ,  en  aldcr- 
geringhfte  Onderdaen 

Franc,  de  Nadastj. 


Waerlijck ,  fijn  Keyferiijcke  Majefteyt  >  heeft . 
over  het  ontfangen  van  dele  en  andere  brieven  der 
veroordeelde  Graven  >  klare  teeckenen  gecoonc , 
hoe  gaerne  hy  plaecs  aen  genade  fou  gegeven  heb- 
ben ,  zijnde  in  der  daec  j  toe  fachemoedigheyde 
genegen  geweeft  >  om  te  toonen  d3t  hy  i  N/7;// 
oblivifci  folet  niji  injurias ,  niets  gewoon  was  te 
vergeten ,  als  verongelijckingh  >  maer  de  inficht 
van  het  bonum  public um  het  al  ge  meen  e  goet» 
drongh  hem  na  den  anderen  wegh ,  hem  doende 
overleggen,  dat  de  altegrooterailtdadigheydt, 
omtrent  foo  fware  misbedrijven ,  de  regeringh 
en  ftaet  der  Vorften  meer  verfwackt  ,  als  ver- 
fterekt  ♦  hem  quam  te  voren*  datdequijtfchel- 

dinge 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


NADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI.  53$ 

;  dinee  wel  eenige  weynige  beroert  en  verge- 
n  noceht ,  maer  dat  de  fchnck  veel  duyfenden  op 
b  den  rechten  wegh  behoudt ;  en  dat  de  gerechtig- 
r!  heydt  alleen  den  rechten  ballem  is,  dtedatgroote 
)  Corpus  Pcliticum,  d;t  lichaem  van  ftaet ,  vanver- 
derffenifle  kan  bewaren.    Wefhaiven  hy  de  drilt 
van  fijn  natuer  heef'c  moeten  te  buy  ten  gaen ,  en 
het  vereyfeh  van  de  nootfaeckehjekheydr ,  en  de 
cemeenewelltandt betrachten,  op  dat luftttta 
Pax  fefe  ofcularentur  ,  gerechtigheydt  en  vrede 
maikanderen  mogen  kuflui. 

Nadafti  dan  vermerekende  ,  dat  de  verlocnte 
levens-cenade  niet  wilde  volgen  ,  deed  vorders 
een  memoriael  of  gedenck-fchiift  van  delen  in- 
houdt  overleveren, 

ALDERGENADlOllSTE  KeySER > 


D 


Ewul  het  nu  [<>o  mei  mv  gelegen  is ,  dat  hk  de  sijn  twcc. 
I    m  ojif heydt  dcsfchrickelijckiu  doodt  s  voor  oogen,  &  n- 
HnhoopvL  verloljinge  hebhe ,  g*« 

Tariïbeydt  van  lefus  Chriflw ,  M«  parten  dtrgefi. 
oentÏÏe  en  falhbjU  lenckyroutv  Uarta  en  by  dehtyl 
Tan^n  Lï  &  Hat  urn  Kfil«m  ' 
2n  Mtrgenadigbjle  gelief  t  toetejlaen  dat  Mm- 
xl  devoorhecnopgerichtefondattmen^ 
M  vm  man  arme  M*>  noch  een  dtfpofitte  ofte  le~ 

ft  Uinvt  van  [even  duyfrnt  guldens  magb  matckm,  met 
iüer  iderdinighfie  verlangen  ,  dat  uyt  handen  van 
LnenBiccht-vaier  P.F.  aSanZaVranctfco, 

juoufiunertvanderBarvotteren  Orden t  mt,nmet  ey- 

aener  handt  gefchreven  Confignatie  of  toedeelwge  magh 

tytgededt  en  aengeleght  werden. 

Wtlcke  oroole  miltdadtgheydt  tngoethtydt,  Godt 

uwt  Ksifaïith*  Majefieyt  ,  duytfmmrvw  wwl* 

LI  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


$\6        Treurige  Gefcbiedenis  v*n 

dm,  en dtfelveUnge  jaren  ge  font baren,  enhfunat- 

luckjge  regeringhbehoudmwil.  '  ö 

Uwer  Kfffirljjcke  Majejleyt 

Alder-onderdanighften  en  gerino-- 
fte  Onderdaen 

Franc,  de  Nadasti. 


Dit  verfoeck  van  Nadafti  is  van  denKeyfer 
toegeftaen;  de  volgende  Woenfdagh ,  zijnde  de 
negentiende ,  voor  de  middagh ,  heeft  hy  fijn  ge- 
nerale ofte  algemeene  biechte  ,  foo  men  het 
noemt,  gefproockcn  ,  en  drie  miflTen  knielende 
v  i.     gehoort ,  en  de  hoftie  ontfangen  j  defen  dagh  vor- 
Hy  bcrcyrders,  alsoockalde  tijde ,  van  de  boodfehap  fijns 
SrvS"  "  doodts'  tot  acn  fijn  ljetftc  toe,  heeft  hy  met  ge- 
vcn'    duerigh  bidden ,  en  geeftelijcke  t'famenl praeckên 
overgebracht ,  en  foodanigen  berouw  en  leedt- 
wefen  over  lijn  begane  mifdaet  getoont,  dat  fijn 
Geeftelijcke  Vertroofters  daer  over  het  alder- 
grootfte  genoegen  hadden.   Hy  konde  oock  fijn 
Keyicrlijcke  Majefteyt ,  wegens  fijn  rechtraatigh 
en  goedertieren  vonnis ,  niet  genoegh  dancken. 
Des  middaghs  en  des  avondts  heeft  hy  feer  wey- 
nigh  gegeten ,  al  hoewel  hem  feer  treffelijck  op- 
gedifcht  is  geworden  ,  fittende  met  den  Heer 
Stadt  Rechter ,  en  fijn  Biecht- vaders  aen  de  tafel. 
Alfoo  defelvenamiddagh,  op  fijn  verfoeck ,  hem 
noch  P.  Stephanus  a  Sanfto  Petro,  Barrevoeter , 
is  toegevoeght,  die  tot  het  eynde  van  fijn  leven, 
by  hem  gebleven  is. 

Op  den  ao.  van  Gras-maent  ,  heeft  hy  feer 
vroegh,  omtrent  vijf  uren,  de  laetftemiflè,  van 
het  lijden  Chrifti  gehoort ,  en  fich  alfoo  den  Heer 
tot  een  brandt-offer  toegevoeght ;  doende  vor- 
ders  met  het  kruys  in  de  ecne,  en  een  gewijde 

waffe- 


NADASTI|ZEKINI,'en Frangepani.  5J7 
wafle-kccrs  in  de  andere  handt,  op  een  nieuw, 
mee  gebogen  knien ,  verklaringh  van  berouw  en 
boete,  vooi  fijnBiecht-vader,  zijnde  in  fijnmif- 
gewaedt  geklecdt.    Daer  na  heeft  hy ,  van  de 
omttaenders ,  en  voornamentlijck  van  de  Geefte- 
lijcke  fijn  aficheyc  genomen,  hen  biddende,  fy 
wilden  hem ,  de  aengedane  moeyclijckheydt  ten 
beften  houden.    Gelijck  hy  oock  feer  onder  df- 
nighlijck,  van  fijn  Keylerlijcke  Majelteyt  dede  j 
biddende  om  vergiffenis  al  die  gene,  die  hy  op  ee~ 
niger  wijfe,felïs  met  gedachten  mocht  beledight 
of  mifdaen  hebben  j  gelijck  hy  oock  van  harten 
j   een  yeder  vergaf ,  wat  men  hem  mocht  hebben 
aengedaen.    Vorder s  alfoo  hy  een  weynigb 
flaeuw  wierdt,  gaf  men  hem  een  luttel  wijn 
en  tweeback,  van  het  welcke  hy  oock  fijn  Biecht- 
vaders mede- deelde:  na  dat  hy  drie  beten  en  foo 
veel  teugen  inde  naem der Heylige Diievuldig- 
heydt  gedaenhad. 

Wanneer  nu  de  ure  des  doodts  gekomen  ,  en 
hem  fulcks  aengefeght  was,  heeft ^hy  fich  daer 
willighlijck  nagefchickt,  en  is  derhal  ven  uytge- 
feyde  ftove  of  kamer,  in  begeleydingh  van  de 
Wachten ,  na  de  Borgerftove  (in  de  welcke  voor- 
heen de  OverlteKratz  ,  die  mede  veel  moedtwil 
bedreven  had ,  en  in  de  Noortlinger  flagh  gevan- 
gen wierdt,  onthalft  is  geworden)  geleydt",  hou- 
dende in  de  eene  handt  een  Crucifix  ,  of  Kruys- 
beeldt,  en  in  de  ander  een  Bede- fnoer  of  Roten, 
krans,  gaende  al  biddende  voort;  aldaer geko- 
men zijnde,  fette  hyfich  in  een  leen-üocl ,  nut 
fwart  bekleedt,  en  ttaende  op  een  fwartuytge- 
fpreyt  kleedt,  neder,  alwaer  hy  fijn  vonnis  aen- 
gehoorc  heeft ,  luydende  aldus : 

LI  5  Von- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefcbiedenis  vm 


Vonnis  over  den  Graef  Nadajli  uyt- 
gefproocken. 

NAdemacl  Francifcus  Nadafti  ,  in  de  onder- 
foeckineh  over  fijne  faeck ,  vry  wilüghli  jck 
ovct  hem  bekent  en  gewant  gedaen  heefc ,  oock  door  fijn 
gefprooc-  ey gene  handt- fchrif ten  en  andere,  infijnonder- 
■       foeckinge  bevondene  fchriftelijcke  getuygeniflTe, 
overtuyght  is  geworden,  dathy,  geheel  verge- 
tende, alleeeren ,  waerdigheden  en  digniteyten , 
die  hy  van  fijne  Keyferlijcke  Majefteyt ,  en  des 
felfs  glorieufe  Voor- vaderen  ontfangen  heeft , als 
mede  andere  Keyferlijcke  ,  Konincklijcke  ,  en 
Landt- vorftelijcke  hooge  genaden ,  en  vorders 
fijne  eygene  behoorlijcke  fchuldige  plichten ,  uyc 
ondanckbaerheydt  ,  lomere  ambitie  ofte  ftaet- 
fucht,  en  vervloeckte  vermetentheydt ,  hetOr- 
men  L*f*  Mqtftatts  &  Perduellionis ,  in  navolgen- 
de ftucken  begaen  heeft» 

Als  dat  hy  met  verfcheydene  tot  nadeel  van  en 
tegen  fijnen  gefalfden  natuerlijcken  en  rechtmati- 
gen  Koninck  en  Landt-vorft ,  de  Roomfche  Key- 
ferlijcke en  Hongaerfche  en  Boheemfche  Ko- 
nincklijcke Majefteyt,  onfen Aldergenadighften 
Heer  verbodene  verbinteniflTen  heeft  aengericht, 
en  tegen  defelvigealderhooghftegemelte  Maje- 
fteyt, fchadelijcken  afval,  gecoopereert,  ofbe- 
mede-werekt ,  ten  eynde  het  felve  Konincknjck 
van  Hungarijen,  vreemder  gewelt  en  proteaie  te 
onderwerpen,  en  tot  dien  eynde  het  felve  meteen 
verfchrickelijcke  en  tot  oneer  van  de  Goddehjc- 
ke  Majefteyt  ftreckende,  eedt-verwandtfehapbe- 
veftight,  oock  andere  daer  toe  verleyt,  en  des- 
weeen  verfcheydene  heymelijcke  conventiculen , 
foodoor  fichfelven,  ais  andere  byge woont,  en 

-  -  7f  —  -  -    -  —  -  -   *  -  * "  rot 


NADASTI,ZERIN!I,enF&ANGEPANI.  539 
tot  voorfettingh  van  fijn  hoogh-ftraflijck  begin 
en  acnvangh  ,  om  den  Adel  en  gefpanfchappentc 
winnen,  alderhande  middelen  aengewendt ,  en 
noch  daer  over,  (hoe  de  inval,  in  het  Koninck- 
rijck  van  Hongarijen  werckelijck  3cn  te  rechten , 
wie  men  vangen  of  blinden  moft)  fich  onderlinge 
beraetflacghc ,  te  gclijck  oock  denaenfiagh,  te- 
gens  Hoogh  gedachte  Keyferlijcke  Majefteyts 
perfoon  gemaeckt,  langen  tijdt ,  en  totdelelve 
Majefteyt,  door  andere  daer  van  kennifie  beko- 
men heeft,  ongeopenbaert  gelaten.    Oock  de 
Poft-bode  (by  dewelcke  geheyme  brieven  van 
fijn  Majefteyt  waren)  werckelijck  berooft  en 
gefpolieert,  de  brieven  opgebroocken ,  gelefen 
en  gefcheurt ,  mitfgaders  fijnes  Majefteyts ,  van 
de  Bcrgh-fteden ,  na  harwaerts  gevoerde  gelde- 
ren ,  op  de  openbare  wegen,  door  eenige  dier  toe 
beftelde  mede-hulperen^doen  aentaften  >  en  alles 
daer  op  aengeleght ,  dat  hy  alle  gewichtige  be- 
raetüagingen,  by  hem  vernomen  zijnde,  om  fijn 
Majefteyt  te  fchaden ,  fijne  medfeftanders  geopen- 
baert,  mede  tot  het  rechten  vaneen  oofchuldigh 
perfoon,  geraden ,  gelijck  oock  een  oproerige 
aenrpraeck ,  aende  vier  ftanden  des  Koninckiijcks 
Hongarijen  afgelegt,behalven  veel  andere,  in  fijn 
rechtspleging  geblekcne  eer-vergetcne ,  en  firaf- 
matige  mif  bruyeken  begacn  heeft,  van  dewelcke 
hy  door  klaerblijckclijcke  aften  en  getuygeniflen , 
als  mede  ,  door  fijn  eygen  bekentenis ,  isover- 
tuyght, bekennende  mecrmaels  fulcke  fwaerbe- 
fchuldigingen,  niet  tc  konnen  beantwoorden  ; 

Soo  'is ,  door  het  daer  toe  van  Keyferlijcke 
Majefteyt ,  in  faecken ,  verordonneert  ltdidum 
Delcgatum  >  verkoren  gerecht ,  alles  in  rijper  over- 
legh  genomen,  alle  inkomende  fchriften  en  noot- 
wendigheden ,  tot  oordeel  cn  recht  erkent ,  en  de 
~~  •■-    -  Key- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


f  40  Treurige  Gefckiedenis  van 
Keyferlijcke  Majeiteyt ,  het  gerecht  fijnen  loop 
te  laten ,  genadighlijck  beraden  geworden  :  na- 
mentlijck  dat  Franc.ifcus  Nadaiti,  zy  met  eer, 
lijfengoet,  in  fijn  Keyferlijcke  Majefteyts  ftraf- 
fe  gevallen ,  invoegen  hem  alle  eer  en  waerdig- 
hcydt  ontfet ,  fijne  goederen  verbeurt  gemaeckt , 
fijne  gedachteniflen  voor  al  de  werelt  uyege- 
wifcht,  en  eyndelijck  fijn  perfoon  den  Scharp- 
rechter  overgelevert  Tullen  werden  ,  dewelcke 
hem  cerplaecfe,  alwaer  fulcks  gewoon  is  tege- 
fchieden ,  fijne  rechter  hand ,  en  voorts  het  hooft 
afhouwen ,  en  alfoo  van  leven  ter  doodt  richten 
fal ;  hem  Nadafti ,  tot  een  welverdiende  ftraf ,  an- 
dere fijns  gelijcken  tot  een  fchrick,  enaffchou- 
welijck  exempel  of  voorbeeldt.  Gepubliceert 
tot  Weenen ,  den  30.  April ,  1671. 

Maer  ingevolge  van  dit ,  is  hem  de  genade  van 
fijn  rechcer  handt  te  behouden ,  oock  voorgele- 
fen,  wanneer  hy  alles  outgedult,  en  al  biddende 
had  aengehoort,  is  hy  eyndelijck ,  voor  een  daer 
toe  bereyden  Altaer,  nedergevallen ,  enbefloot 
vm.  alfoo  fijn  gebeden  •  voor  het  lactfte ,  druckte  hy 
Sijn  dcot.  het  Kruys-beeldt  aen  fijn  hart»  en  houdende  het 
Pater-nofter ,  of  de  Rofen-krans  in  fijn  rechcer 
handt ,  liet  fich ,  door  den  Edel- jongen ,  Fran§if- 
cus  Gorffij ,  den  rock  uyt  trecken  ,  en  het  hayr  te 
lamen  voegen ,  en  fich  de  oogen  verbinden ,  en  al- 
foo heeft  hem  den  Scherp-rechter ,  fittende  in 
den  leenlioel ,  onder  het  roepen  van  lefus  Maria 
Jofeph,  meteenenflagh,  het  hooft,  geiuckigh- 
lijck  afgelegen  :  hetlichaem  bleef  foo  lange  in 
den  ftoel  fitten,  tot  dat  men  het  van  daer,  na  de 
kilt  gedragen  heeft. 

Het  Keyferlijcke  Stadt-eericht,  bydefeuyt- 
voeringh  tegenwoordigh  zijnde ,  was  geplaets  t 
op  eenhooghverhevene ,  cn  met  root  laecken  be- 

deckte 


1 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


KAT)ASTI,ZERINI,enFRANGEPANI.  54 1 
deckte  ftellinqhgeplaettt ,  hebbende  een  hoogh- 
verhevcn  banck  in  het  midden.   De  Heer  Mofes    t  x 
fat ,  roet  een  groot  lwaert,  met  iilver  beflagen ,  Gdhltc 
in  de  flincker.cn  een  fvvarten  ttaf ,  in  de  rechter  gnj» 
handt ,  fittende  ter  rechterzijde  ,  Heer  lacobLo- 
her ,  Doctor  in  de  Rechten ,  Heer  lohan  Wiegh , 
Zegel  voerder  van  het  felvige  gerecht ,  Heer  Jan 
Andreae  van  Liebenbergh ,  Heer  Simon  Stcphan , 
Heer  Magnus  Schutz  ,  der  Rechten  Doctor, 
Heer  Mathias  Prean  van  Zallantzcn ;  en  ter  flinc- 
ker  zi)de  Heer  Mathias  JacobOlber,  Heer  Mi- 
chaël  Pyhr,  Heer  Joh3n  Martin  Drach,  Heer 
Johan  Heinvich ,  en  Heer  Danicl  Fockij ,  al  by- 
iïtters  van  het  Keyferlijck  Gericht ,  met  bedcck- 
tcn  hoofde. 

Het  lichaem  ,  met  het  hooft ,  wiert  door  vier , 
daertoc  beftelde  vermomde  perfoonen,  inde  kift 
geleght ,  en  alfoo  in  het  Hof ,  of  op  de  plaets  van 
het  Recht- huys ,  op  een  laegh ,  met  fwart  laecken 
bedcckt ,  geftel ,  gelet ,  en  voor  eenigen  tijdt ,  aen 
het  volckvertoont ;  men  had  oock,  tot  verfecc 
kerin^h  van  het  Gerecht,  en  voorkominge  van 
alle  oproer ,  uyt  het  Pufche  Regiment ,  onder  het 
gelcyde  van  den  overften  Wacht-meefter ,  des 
morgens  vroegh ,  de  poort  van  de  kamer  ,  den 
Hof,  de  nieuwe  Marckt ,  de  plaets  de  Lubek  ge- 
noemt  , en  de  plaets  by  de  letimeren  befet,  gelijck 
oock  door  de  Borgery,  hondert  man  ïn't  gctal,het 
Raedthuys  bcwaert  vvierdt ,  en  vorders  alles  ge- 
daen,  dat  tot  verfeeckeringh  konde  dienen,  als 
mede  de  Stadts-poortcn  ge'Hoten  gehouden ,  bc- 
nctTens  laft  dat  fich  de  vordere  rWgerfchap  by 
huys  fou  hebben  te  houden.    By  deleuytvoe- 
ringh,  is  oock  de  Turckfche  Chiaus ,  vanOfcn 
aldaer  zijnde,  genaemt  Hagi  Ibrahim,  alsmede 
de  KeyferliickeTol-raeefter ,  Heer  Frans dc  Me~ 
•  fegnien 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


542        Treurige  Gefchiedenis  van 
fegnien  Meningki ,  tegen woordigh  geweeft,  feg- 1 
eende  den  Ghiaus  tegen  de  Tol-meefter,  Nadatti  \: 
hadde  fijnen  loon,  die  hy  al  lange  gefoght  had.  I"' 
Soodanigh  was  het  eynde  van  den  Graef  Nadafti»  1.9 
laet  ons  nu  befien  ,  hoe  de  Graven  Zerini ,  en  1 
Frangepani ,  het  hunne  bekomen  hebben. 

Op  den  27.  van  Gras-maent ,  des  naermid-  i 
daghs,  ten  twee  uren  ,  is  de  Heer  van  Abele  ,  i 
en  wat  later  naer  hem  de  Keer  Doctor  Molitor  ,  i 
van  Weenen,  naer  Nieuw-  liadt  gereyft  >  alwacjT 
omtrent  half  fes  uren,  aenge  komen  zijnde,  heb. 
ben  fy,  by  den KeyferlijckenRaedt,  en Borge» 
meefter  aldaer ,  Heer  Matthias  Eyerl ,  den  vader  j 
Guardiaen,  der  Capuciner,  Vader  Otto,  beyde  ê 
der  Graven ,  tot  daer  en  toe ,  gewefene  Biecht-  1 
x.     vader,  aengetroffen ,  met  dewelcke  fy  in  onder- 
Plechtig-  handelingh ,  van  wegen  hun  opgeleyde  Iaft ,  zijn 
heden      getreden ,  uyt  dewelcke  i'y  wel  foo  veel  konden 
zïinTen  bemercken ,  dat  de  Graven  noch  weynighfrnbeel- 
Prange-    dinghvanhun  vonnis  hadden, 
pani,         irlier  over  dan  hebben  fich  de  Heeren  Bemach-  I 
tighde  ,  met  tegenwoordige  Heer  Burgermce- 
fter,  en  Stadt  Richters  ,  oock  de  Keylerlijcke 
Raedts-Heer  Iohan  Paul  Pleyers  van  Pleyeren  ,  « 
over  de  wijfe  van  hen  de*doodt  aen  te  feggen ,  be- 
raden.  Goetvindendc  te  famen ,  dat  na  het  eyn- 
digen  van  het  laetfte  onderfoeck  ,  wegen  hun 
medeftanders ,  gelijck  hen  bevolen  was,  des  vol- 
genden daeghs  het  felve  te  doen  •  De  Vader 
Capucijn ,  fich  aenftonts  na  de  Graven ,  den  eenen 
na  den  anderen  fou  begeven ,  en  hen  vragen ,  wat 
tijdinge  de  Heeren  Raden,  en  laft hebbende V2n 
Weenen  mede  gebracht  hadden ;  en  by  die  ge-  I 
legentheydt  hen  te  bewegen,  hun  vrywillige 
overdracht,  aen  de  Goddelijcke  en  Keyferlijcke 
Majefteyts  wille  te  doen,  waer  toe  fich  gemelde 

Biecht- 


KADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI.  54$ 

Biecht- vader  feer  gewillighhjck  heeft  laten  ge- 
bruycken.    Vorder  acngaende  aenkundigingh 
3  des  doodts ,  vandt  men  geraden ,  dat  het  felyige 
j  op  den  na  noen ,  van  den  28.  des  Maents  gefchie- 
i  den, en  men  hen  tegelijcknahtt  Burger  Wapen- 
huys  voeren  foude.  Volgens  het  welcke  fy  Hee- 
ren  Gemachtighden  ,  het  Keyferlijck bevel,  den 
Heer  Borgcmêelkr ,  en  Heer  Stadt  Richter ,  ge- 
meen gemaeckt  ,  oock  den  Hooftman  van  het 
Pyfche  Regiment,  Heer  Erneft,  Vry-heer  van 
der  Ehr ,  toegefchickt  hebben ,  die  fich  het  felvi- 
ge  alder  gehoorfaemft  onderworpen  hebben. 

Hier  na ,  gingen  fy  Hccren  Raet  en  Gemach- 
tighden  het  genoemde  Borger  Wapen  huys  be- 
fien ,  en  bevonden  het  fclve  tot  de  voorgenome 
;  Rechts  uytvoeringe ,  ctn  leer  wcl-gelegen  en 
1  feeckere  plaets  te  zijn.    De  Heer  Burgemecfter 
i  en  Stad  Richter ,  hebben  oock»  het  oprechten  van 
>  een  Schavot  of  Straf- toneel ,  op  fich  genomen, 
}  en  het  felve  met  fwart  laeckentebedtcken  j  en 
|  alles  vorders  te  verveerdigen ,  oock  den  Scherp- 
i  rechter ,  om  fijn  mede-rneefter,  naer  Oedenburgh 
te  doen  fchrijven ,  oock  hun  begraef- plaets  op  het 
Kerck-  hof  van  den  Dom-kerck  uyt  te  kiefen. 

Op  den  28.  ten  acht  uren ,  voor  middagh ,  zijn 
gemelde  Heeren  Gemachtighde ,  by  den  Graef 
Zerini  gekomen ,  en  hebben  met  hem  ,  over  hec 
onderfoeck  van  fijn  medeftanders ,  en  andere  om- 
lhndigheden ,  tot  aen  tvvaelf  uren  befigh  geweelt. 
Hy  heeft ,  geduerende  het  onderfoeck,  verfchev- 
den  malen  geweent ,  en  feerdickmael  fijn  gefichc 
van  hen  afgekeert ,  waeruyt  fybemerekten ,  dat 
hy  fich  de  doodt  noch  niet  had  ingcbeeldt ,  oock 
om  dat  hy  alle  de  vraegh-ftucken  ,  en  hun  ant- 
woordt ,  felfs  aengeteeckent  en  uytgefchreven 
heeft. 

Van 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


544        Treurige  Gefcb'tedenis  van 

Van  hem  vertreckende ,  hebben  gefey  de  Hee- 
ren  het  felve  oock  met  Frangepani  aengevangen , 
en  daer  mede  tot  twee  uren  na  de  middagh  btfigh 
ge  weeft  i  onder  het  welcke  hy  verfocht ,  eenmacl  \ 
van  fijn  gevangenis  ontflagen  te  werden,  oordee-  é 
lende ,  dat  hy  met  defe  jarige  banden ,  het  geen  hy  i 
mocht  gedaen  hebben  ,  genocgh  geboet  had. 
Als  dit  gedaen  was ,  wierdt  de  Biecht,  vader  hem 
na  den  eten  toegefonden,  die  Zeiini  vraeghde» 
wat  voor  tijdinghde  Heeren  Gemachtighdevan 
Weenen  mede  gebracht  hadden ,  die ,  gelijck  als 
oock  Frangepani,  antwoorde  fulcks  niet  te  we- 
ten, maer  dat  fe  hem,  wegen  de  mede- ftanders, 
ondervraeght  hadden ;  maer  de  Vader  voerde  hen 
te  gemoet,  dat  het  met  de  ingebeelde  vergiffenis 
foo  even  niet  geftelt  was  ,  en  dat  fe  wel  fouden 
doen ,  fich  Codes ,  en  des  Keyfers  wille  te  onder- 
werpen. 

Tuffchen  vier  en  vijf  uren  des  avonts ,  op  den  n 
felven  28.  zijn  de  Heeren Raedt  en  Gemachtigh- 
den  ,  om  hen  de  doodt  aen  te  feggen  ,  na  de 
Burght  gereden,  doende  voorhenen  ,  de  drie 
Stadts  poorten  fluyten,  latende  die  na  Weenen, 
alleenlijck  open.  Het  Burger  Wapen.huys, 
wierdt  oock  ondertuflchen  vervaeidight  •  waer 
henen  fich  de  Heer  Stadt  Richter ,  met  fijne  by- 
ntteren  voor  af  begeven  heeft;  oock  vijf- 
tien mannen,  vande  IrifcheVaen,  zijnderge- 
laft ,  om  de  beleydingh  te  doen.  Wanneer  de 
Heeren  Gemachtighde  in  den  Burght  gekomen 
waren,  hebben  fy'Zerini  alder-eerft  doen  voort- 
komen, en  hem  door  den  Heer  van  Abele,  den 
doodt  in  volgende  wijfe  aengefeght. 

Hoort  ghy  !  ghyfultugehoorfaemlijcklt  wei 
wetende  erinneren,  wat  voor  affchouwehjeke, 
en  grouwfame  laftcr  en  daden  van  beledigh  ter 

*  Maje- 


Nadasti, Zerinijêd Frangepani.  54^ 

Majefteyt,  tegen  de  Roomfch  Keyferlijcke,  oock 
l  Hongarfche  en  Boheemfche  Konincklijcke  Ma- 
>i  jefteyt,  Eerts-Hauogh  van  Ooitenrijck,  onfen 
I  en  uwen ,  van  Godc  gegeven ,  en  gelalfden ,  aller- 
I  genadighfte,  mildtdadighften  ,  en  goedertieren- 
lten  Keyfer ,  Koninck  en  Heer ,  ghy  in  velen  ge- 
vallen, gantfch  vermetelijck  en  onverantwoor- 
delijck  begaen  hebt. 

En  hoewel  fulcks ,  foo  wel  uyt  uwe  eygene  be- 
kentenis ,  en  eygen  fchriften ,  als  oock  des  vol- 
gende rechtshandelinge,  gantfch  notoir  en  bekent 
is  geweeft »  en  daer  over  Keyferlijcke  Majefteyt , 
machten  recht  heeft  gehadt }  u  fonder  eenigeaen- 
hooringh,  verantwoordingh  en  onderfocck,  de 
ftraffete  laten  genieten,  dewelcke  de  Keyferlijc- 
I  ke  ,  Konincklijcke  ,  Ecrts-Hartoghlijcke  ,  en 
'  voorts  andere  rechten,  in  lbodanigcn  grouwfa- 
t  men  mifdrijf  cn  lafter,  doorgaens  gewoon  zijn  te 
I  verordineren  en  te  laten  gefchieden  :  foo  hebben 
•1  fijne  Keyferlijcke  en  Konincklijcke  Majefteyt, 
,  evenwel,  gelijckinalle,  alfoooock  in  defen hun 
aengeboren  Eerts-Hartoghïijcke  Ooftenrijck- 
{  fche  milde  zegen  ,  willen  aenwenden  ,en  u  tot  den 
I  laetften  toe,  over  de  acngeftelde  klachten  des 
I  kamer-recht  vervolgers ,  toe  u  verantwoordingh 
f  laten  komen ,  en  alfoo  uwent  wegen ,  een  O  imi- 
i  neel  Proces  of  hals-rechtspleginge ,  ten  vollen  la- 
;  ten  verhandelen  en  gebeuren  :  en  in  dier  maten , 
u  het  gedelegeerde  en  verkorene  Gerecht  over  te 
geven  y  het  welcke  alles  met  vlijt  foude  overfien  7 
I  en  daer  over  het  oordeel  veilen  ,  dat  niet  alleen  al- 
t  les  den  gantfchenrechtspleginge  aengaende,  op 
i  nieuw  overfien,  en  met  gedachten overgeflagen 
1  heeft,  maeroock,  het  geen  daer  omtrent  bevon- 
i  den  is  i  den  geheymen  Raedt ,  onderdanighlijck 
•  voordragen  laten  >}  en  nu  fijn  Keyferlijcke  Maje-» 

M  m  fteyt, 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XI. 

De  doodt 
hen  aen« 
gefeght. 


346        Tteurtge  GefchtedenhvAn 
fteyt ,  welgevallen  ,  omtrent  het  oordeel ,  van 
defeverkoreneRechtbanck,  ontfluyt  fichfelven 
genadighlijcken ,  dat  deswegen,  de  gerechtigheyc 
haer  behoorlijcken  loop  fal  gelaten  worden. 

Soo  hebben  ons ,  allerhooghft  genoemde  Key- 
ferlijcke  Majefteyt»  allergenadighft  aenbevolen , 
u  beydcn  het  felvige  hier  mede  te  verkondigen  ; 
dat  is  namentlijck ,  dat  ghy  van  het  leven  ter 
doodt  gerichtet  fult  worden ,  het  welcke  over- 
morgen, zijnde  de  dartighfte,  of  laetfte  van  dele 
maent  April,  alhier  in  de  Nieuw- ftadt,  om  de 
kloeke  negen  uren ,  voor  de  middagh ,  gewifch 
en  onfeylbaer  voltrocken  fal  werden ,  foo  dac 
ghy  u  middeler  tijdt  ter  doodt,en  ter  eeuw igheyt, 
bereyden  mooght.  Godt  wil  u  en  uwe  ziele 
genadigh  wefen.  Waer  op  defelve  Heer  van 
Abele,  de  Heer  Hopman  van  der  Ehr,  hem  na 
het  Wapen- huys  te  geleyden ,  aenbevolen  heeft. 

Over  dit  wierdt  hy  foo  bleeck  en  ontftelt ,  dat 
hy  geen  woordt  antwoorden  konde ,  maertrock 
alleen  fijn  fchouders,  en  wierdt  foo  aenftondts , 
fonder  in  fijn  kamer  te  mogen  gaen  ,  door  den 
Heer  Hooftman  van  der  Ehr  ,  met  vijftign 
krijghs.lieden  van  fijn  vaendel ,  te  voet ,  door  den 
Burght  uytgeleydt,  daer  hy  van  den  Heer  Stadt 
Richter  over ,  en  in  fijn  Caros  genomen ,  en  alfoo, 
in  geleyde  van  gefeyde  vijftign  foldaten ,  nanet 
Burger  Wapen- huvs ,  in  een  hem  toebereyde  ka- 
mer gebracht  is ,  fittende  de  Heer  Stadt  Rich- 
ter ,  en  de  Heer  Hopman  by  hem  in  de  Caros. 

Soo  haeft  de  Heer  Stadt  Richter,  nafijnver- 
richtingh,  met  de  Caros  wedergekomen ,  en  de 
Heeren  Gemachtigliden  fulcks  te  kennen  gege- 
ven was ,  hebben  fy  Frangepani  voor  hen  komen 
laten,  den  wekken  d'Heer  van  Abele,  van ge- 
lijcken,  de  doodt  aengefeght  heefe ,  en  dat  by  na 


mm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Nadastïj  Zerini,  en  Frange?anï.  $47 

in  defelvc  formale  woorden :  waer  over  hy  noch 
bleecker  wierdt  als  Zerini,  willende  evenwel, 
over  het  een  en  het  ander  woorden  voeren  en  feg~ 
gende,  hy  had  noyt  gedacht,  dat  hem  fijn  Maje- 
fteyt  ter  doodt  fou  nebben  veroordeelt,  mier, 
om  dat  hy  fich  willigh  in  fijn  handen  had  gege- 
ven ,  vergiffenis  verwacht  •  maer  hy  wierdc  van 
den  Heer  van  Abele  gebeden,  dat  hygehoorfa- 
men ,  en  na  de  beitelde  plaets  fich  vervoegen  wil- 
de, gelijck  oock  feer  willighlijck  van  hem  ge- 
fchiede. 

Soo  haeft  de  Graven  aen  hun  bcftelde  plaets 
gekomen  waren  ,  hebben  de  Heeren  Gemich- 
tighden  ,  hen  hun  bedde ,  bulfter  en  gebede- 
boecken  laten  volgen,  maer  al  wat 'er  vorder  in 
hun  gevangen-kamer  gevonden  wierdt,  op  het 
aldernauwlie  laten  verzegelen.  Van  dien  tijde 
aen ,  zijn  de  drie  Stadts-poorten,  tot  den  30.  April 
toe  ,  gefloten  gehouden  ,  blijvende  alleen  de 
Weener  poort  ongefloten ,  maer  op  den  dagh  van 
het  uy  tgevoerde  recht ,  is  oock  de  vierde  geflo- 
ten ,  tot  na  het  gedane  werek. 

Als  Zerini  vervoert  wierdt  ,  fprack  hy  geen    x  1  r; 
enckelwoordc  tegens  de  byzijnde  Heeren  •  maerHunvcr- 
Frangipani  klaeghde ,  dat  de  beflelde  tijdt  van  fijn  JoJdè8™ 
fierven  te  kort  waer,  en  dat  het  hem  onmoogh-  doot. 
lijck  was,  fich  binnen  foo  korten  tijde ,  tot"'er 
doodt  te  konnen  bereyden ,  en  verfocht  dacr  over 
de  Stadts  Richter,  hy  wilde  den  Heer  van  Abele 
bidden ,  eens  by  hem  te  willen  komen  ,  doch  die 
liet  hem  weten  ,  alleen  by  hem  te  komen ,  was 
hem  ongeoorloft,  maer  fybeyde  hadden  laftby 
hem  te  komen,  alshy  door  hen  fijn  Keyferlijcke 
Majefteyt  yets  vorders  aen  te  brengen  of  te  open- 
baren had  :  van  genade  vorders  wiften  fy  niet , 
oock  konde  de  tijdt  van  het  Gerecht  niet  uytge- 

Mm  2  ftelc 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


5  4  %         Treurige  Gefcbiedenis  van 
ftelt  of verfchoven  werden,  oock hadde hy noch 
twee  dagen  tijdt ,  langh  genoegh ,  om  fich  te  be- 
reyden.  Beyde  hadden  fy  pen  en  in&  verfocht  te 
hebben ,  het  welcke  hen  oock  vergunt  is  gewor-  < 
den.    De  Stadts  Richter  qmm  verfcheyde  rey- 
fen  by  Frangipani ,  die  niet  genoegh  konde  Peg- 
gen ,  hoe  qua~li  jek  hy  fich  ter  doodt  bereyden  kon- 
de  :  waer  over  de  Heeren  Gemachtighde,al  hoe- 
wei het  nu  al  elf  uien  in  der  nacht  v.  as ,  belloten 
hebben  noch  eenmael  by  hem  te  gaen ,  om  fijn 
begeerten  te  verfhen ,  en  hem  te  troolien  :  tegen 
de  welcke  Frangipmi  fijnongeluckigenftandt  ,en 
fijn  aengefeyde  doodt  feer  bitterhjck  beklaeghde, 
feggende ,  dat  het  hem  t'eenemael  onmooghhjck 
was,  fich  binnen  foo  korten  tijdt ,  tot  der  doodt 
te  bereyden,  hy  was  noch  jongh,  endelaetfte 
van  fijn  naemen  ftam,  biddende  ootmoedighlijck, 
fijn  Keyfeilijcke  Majefteyt,  hy  wilde  hem  voor 
defe  mael  doch  het  leven  Ichencken,  hy  foudc 
fijn  leven  lanck ,  niet  meer  tegens  hem  mifdoen , 
tot  wekken  eynde  hy  verlof  verfocht,  om  een 
ootmoedigen  brief,  aenfijn  Majefteyt  temogen 
laten  afgaen ,  verhopende  dat  de  Heeren  foo  lange 
het  Gericht  fouden  willen  uytftellen ,  tot  dat  hy 
antwoordt  fou  bekomen  hebben. 

De  Heer  van  Abele  gaf  daer  op  tot  antwoort , 
in  vermaningh  ,  hy  wilde  fich  over  dit  gerechtigh 
oordeel  geduldigh  aenftellen ;  en  gedencken ,  dat 
fijn  Kefferlijcke  Majefteyt  een  Vorft  van  een 
teedet  egewifle  was,  en  dat  die  dei  halven  de  laec- 
ken  wel  had  overwogen ,  eer  hy  befiotenhad, 
het  Gerecht  aldus  fijn  loop  te  laten  houden i: 
Judicia  Domini ,  waren  luftficatainfemtt  'pp,  dat 
is *  de  oordeelen  des  Heeren  waren  infich  telven 
cerechtveerdight  :  fy  beyde  hadden  met  hem , 
wegen  fijn  jonge  jaren,  enhoogen  ftaec ,  grooc 


1 1 


Nadasti,  Zerini> en F&angepani.  549 
mede- lijden  ,  en  wenfchten  van  harten ,  dit  hy 
tot  dat  ongeval  niet  gekomen  vvacr  •  niet  anders 
Is  door  den  doodt  konde  hy  djor  nu  uyt  komen , 
lie  lelfs,  in  aenmerckingh  van  fijn  fwaremifda- 
den ,  veel  te  kort  fchoot ,  en  had  fijn  Kcyferlijcke 
Mijelteyt  derhalven  noch  groote  genade  ge- 
toont.    Vorders  hadde  hy  noch  tijdts  genoegh , 
m  fich  ter  doodt  te  be  eyden ,  en  of  wel  fy 
erfeeckert  waren ,  dat  'er  geen  hoop  van  genade 
was  ,  wilden  fy  evenwel  fim  fchrijven  ,  fijn 
""eyferlijcke  Majefteyt  fpoedighlijck  laten  toe- 
omen ,  maer  konden  hem  wel  verfecckeren , 
at  geen  genade  daer  op  te  volgen  ftondc  >  want 
e  ft  af  (gelijck  men  daer  feght)  was  gebroocken , 
hebbende  fy  vorder  bevel ,  het  recht  niet  uyt  te 
ftellen,  waernahyfich,  inhetbeforgen  van  fijn 
ziel  tefchicken  had. 

Hy  evenwel  hieldt  aen  om  genade  voor  fijn 
jonge  jaren  ,  met  voorftellingh  onder  anderen 
dat,  dewijl  fijn  Majefteyt  geen  van  defe  ,  die 
met  hem  nu  door  den  Scharprechter  te  fterven 
waren ,  voor  de  eerfte  mael  over  hun  wederfpan- 
nigheydt  ftrafte ,  defelve  hem  oock  defe  Gjn  eerfte 
mifdaedt,  genadighlijck  vergeven,  en  het  leven 
fchencken  wilde.  Waer  op  d'Heet  van  Abele 
berechte  :  Sy  moften  de  laft ,  die  hen  opgeleght 
as ,  naer  komen ,  dat  echter  waren  fy  verfeec- 
ert ,  dat  fijn  Keyfct lijcke  Majefteyt  hem  en  fijn 
medeftanders ,  uyt  fijn  aeng  borene  goeiheydt 
liever  vergiffenis  fou  hebben  gedaen  •  maer  dat 
Godes  eer ,  en  de  algemeene  feecket  hey t ,  oock 
het  welvaren  van  foo  veel  Ghriftenen  landen,  hem 
anders  afvorderden ,  en  dit  uyterfte  bcfluyt  af- 
gedrongen hadden  •  invoegen  geen  genade  voor 
handen  of  te  hopen  was ,  foo  dat  hy  defe  fijn 
korten  en  laettten  tijdt ,  in  ydele  hoop,  niet  te  ver- 

Mm  1  geefs 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XIII. 

Brief  van 
Prange- 
pani acn 
den 
Xeyfcr. 


^^o        Treurige  Gefchtedtnis  vm 

geefs  behoorde  te  laten  henen  gaen ,  maer  eer  tot 

iïjns  ziels  behoudenis  aenwenden. 

Omtrent  de  kloek  half  twaelve,  lieten  de  Hee- 
renoockZerini  halen,  diefich  als  noch  het  oor- 
deel gaerne  onderwierp,  Sijn  Biecht-  vader  ge- 
tuyghde  van  hem,  dat  hyvaerdighwas,  felfdes 
anderen  daeghs  te  fterven ,  hy  had  oock  verder 
Frangipani  alles  vergeven  ,  gebruyekenjjp  defe 
woorden  ,  Alhoewel  hy  myindit  ongeval  ge- 
bracht heeft,  foo  vergeef  ick  het  hem  echter, 
wat  wil  ick  met  hem  doen ,  dewijl  hy  het  felfde 
met  my  lijden  moet  >3  daerop  haddehyfich,  met 
groot  leedtwefen  gebiecht ,  en  fich  ernliighlijck 
aen  Godt  bevolen. 

Een  yeder  van  hen  wierdt  affonderhjck  ge- 
plaetft,  hebbende  daghen  nacht  fes  Capuciners, 
en  yder  hunnen  Vader  Guardiaen  by  fich :  onder- 
tuflehen  liet  Frangipani  defen  brief ,  in  het  Latijn, 
aen  den  Keyfer  afloopen. 

AIDERGENADIGHSTE  K.EYSER, 

Roninck  en  Heer. 

DOor  mijn  fidderen  en  leven ,  ter  oorfatck  van 
bet  oordeel  desverfcbrickelijckendoodts ,  op  be- 
den namiddigb,  bymyontfangen,  K™  '"k"™*tlijck* 
de  pennebeftieren  •  de  krachten  ontbreecken  my>  ader» 
penadigbJleKjvf<y>  né  behooren  een  ootmoedigb  fchrij* 
ven  temmktn,  waer  mede  ick.eenvone\der  Ksyfer- 
Vickebarmbertigbeydt ,  en  Chriftelijck  mede-lijden jou- 
de mogen  verwecken :  dochbiddeic^,  alderdemoedigb- 
Ae,  defe,  met  fwacJejn  geeft  gefchrevene  brief ,  metu 
aenoeboreneooetbeydt  te  wiüen  overlefen.  Met  gtboge- 
ne  \nien  v%  ick.  neder  voor  dendoorluebtigen  tbroon 
van  uwe  Kfyfirlï*kf  Majefieyt ,  en  met  biggelend*  tra- 
nen ,  en  oneyndelijck  fuchten  ,  bidde  tc^  *y  de  v 
wonden  Ckrifii,  by  de  verdtenfien  der  Godtbarendt 


Nadasti, Zerini, cn Frangepani.  5^1 

lonckyrouw  Maria ,  en  alle  de  Heyligen  >  uwe  Kjyfer* 
lijcke  Majtfleyt  >  mijne  groote  mi/daden  ,  mijn  al  te 
heete  jcught ,  en  mi)H  ovtrtredingb ,  mijn  onrijp  ver- 
flandt  te  willen  vergeven  :  wilt  doch  atnfien,  alder- 
genadigbfïe  Kjyfer^met  uw  genadige  oogen3mijn  blotyen- 
de  jeught,  dewelcks  ickjvoor  dentijdtverliefenmott , 
Atnmtrckt  my  rampfalige ,  als  de  eenige,  die  van  mijn 
geflacht  overigh  is ,  het  wtlcke  van  ontilbare  jaren  af9 
het  Hoogblojfelijcke  Eerts-huys ,  en  het  gantfche  ChrU 
fiendom  met  onbevleckter  trtuwe  en  toeger.egentbeydt , 
altijdt  gedient  heeft,  en  wat  de  mijne  daer  omtrent  mo- 
gen te  kprt  kpmen ,  dat  wil  u  Kjyjerlijcl^e  Majefleyt  met 
fijn  onvtrgelijektlijcke ,  en  door  al  de  werelt  beroemde 
mildtdadigheydt  en  barmhtrt'tgheydt  vervullen ,  en  my  > 
die  albtrtyts  doodt  ben ,  wederom  in  het  leven  berslel- 
len.  Jc4  vreefe  de  doodt  geenfint  s  ,  tot  voltreckjnge 
van  U  Kjyferlijcke  Majefleyts  bevel ,  en  tot  betuygingh 
van  mijn  onverandtrlijcketotgefchickjtheydtt  tegen  mij. 
nen  aldergenadigbflen  Heer  >  die  altijdt  ben  bereydt 
geweefl ,  op  uwer  Kjyferlijcke  Majefleyt  alderminfte 
wendden ,  den  laetflen  druppel  bloedts  te  vergieten : 
maer  aldtrgenadigbfle  Keyfer ,  icl^jchricke  aüeenigh  in 
hetbedenckenvanfoofen  fmadelijcken  uytgangh  uytdit 
leven ,  door  de  handt  van  den  Scbarprechtcr.  Ach  icl^ 
arme  en  ramp  faligb  men  fch  !  ach  wilde  Godt ,  dat  icl^ 
noyt geboren  ,  of  voor  lange  uyt  het  getal  der  levende 
wech  genomen  was  geweefl.  Aldergtnadigbfle  Kjy [er , 
de  Kjyfer  Carolus  Magnus ,  of  de  Groote ,  plagh  tot  be- 
tuygingh van  fijn  overgroote  goet  en  barmhertigheydt , 
uyt  te  roepen  ,  Ach  konde  ick  de  dooden  weder  le- 
vende maecken  !  Geen  minder  mildtdadigheyt ,  heeft 
men  t'allen  tijden  in  uwe  Kjy  ferlijcke  Majefleyt  erkent 
en  ervaren.  Nu ,  aldergenadighfle  Kjyfer ,  kpndtghy 
1  u  glorywaerdighfte  grootmoedigheydt >  in  het  weder  le- 
vend maecken  van  my  ellendigh  flervende perfoon ,  gena- 
dighfl  oejfenett*    lclt^  wil  erkennen ,  dat  ic^btt  leven 

Mm  4  en 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


5?2        Treurige  Gefcbiedenis  van 
tn  mijn  Uven  uwe  Kjyferlijcke  barmbertigheyt  fcbuldigb 
ben',  en  fal  voortaen  niet  meer  my ,  maer  uwer  Kjyjer» 
lijeks  Majefieyt  vergiffenis ,  trouwelijck.  Uven  :  toont 
genade  ,  mildtdadigheytenbarmbertigbeytt  aldergtné» 
dighfie  Kfyfer,  ic\  bidde  maer  alleen  voor  deje  moei \ 
by  de  heylige  Drievuldigheydt ,  dat  de  ft  bittere  ktlcl^des 
doodts  >  van  my  wtebgenomen  magh  werden.    Ooc k 
is  hetmy  onmooghlijck.y  aldergenadighfte  Kjyfer ,  dat 
icl^in  jachten  en  geeft  befweecken,  inettelijckeuren 
ftechts ,  de  heyl  van  mijn  qiel ,  genoeghfaem  beforgen 
kan.    jildergenadighfte  Ksyfer  ,  wilt  doch  mijn 
fchreytnde  gtbeden9  afdergenadigbjl  aennement  tn  de 
genade  des levens ,  in  ten  andere  flr af ,  fyfydanwatfl 
\y  te  hefteden,    lek.  wilde  gaeme  meerder  fcbr\jven% 
tn  u  Majefteyt  ombarmhertigbeydt  vorder  aenroepen, 
maer  rcj^  ellendige ,  kan  het  ter  oorfaeck  van  mijn 
fwackjjeydt  niet  doen.    IcI^Jluyte  dan  ,  en  onder- 
werpe  mijn  leven  uwe  Keyferltjckegoet  tnbarmhertig- 
beydt ,  wenfehendete  levcnen  te fierven. 

Uwer  Ktyferlijcke  Majefieyts 

Ootmoedighfte  Dienaeren  getrouw- 
de Onderdaen  in  doodes  noot , 

Franc.  Frangepani. 

Ter  zijden  ftondt  noch  :  Op  Dinghsdaghten 
fes  uren,  des  avondts,  ben  ick  het  gewelt  des 
Borgerlijcken  Stadts- gerecht ,  overgegeven  ge- 
worden,  en  fta  op  nacftkomende  Donderdaeh> 
ter  doodt  te  gaen ,  wanneer  Godt  en  uwe  Keyier- 
liicke  Majefteyt  genade  in  defe  noch  overige  uren 
my  daer  van  niet  bevrijden.  Neuftadt  den  28. 
Aprilis ,  om  elf  uren  in  de  nacht ,  1671. 

Zerini  ondertuflehen ,  bereyde  fich  met  moe- 
digheydt  ter  doodt ,  hoorde  mis  in  fijn  kamer ,  en 
nam  dacr  op  het  Sacrament,  welcke plechtighe- 
den 


NADASTI,ZERINI,  CnFRANGEPANI.  $53 

den ,  de  Heeren  Gemachtighde,bygewoonc  heb- 
ben •  en  na  dat  hy  fijngebedt,  na  het  uytdcelen 
gedaen  hadde ,  lieten  fy  hem ,  door  den  Capuci- 
ner  feggen,  fy  Heeren  Gemachtighde  waren  al- 
daer,  om  hem  tevertrooften  en  by  teftaen.  Het 
welcke  hy  feer  gaerne  vernomen ,  en  de  Heeren 
by  hem  te  willen  komen ,  doen  verfoecken  heeft. 
Gelijck  fy  oock  hebben  gedaen ,  dewelcke  hy 
noch  eenige  geheyme  faeckcn.,  door  aendnjvingh 
van  fijn  gewiflfe  ,  bekent  gemaeckt  heeft.  De 
Heer  van  Abele,  nam  aen  het  felve  aen  te  dienen , 
en  vermaende  hem ,  ondertuiïchen  noch  meerder 
tebedencken,  engetroolttezijn.  Nadeleenan- 
dere  trooftelijcke  woorden ,  zijn  fy  van  hem  wsch 
gegaen. 

Frangepani  bracht  met  fijn  biecht  en  gecfte- 


door,  wanneer  na  de  biechc ,  de  Vader  Guardiaen 
noch  de  mifle  dede,  en  hem  het  Sacrament  uyt- 
reyckre,  Daer  op  volghde  het  middaghmael , 
en  omtrent  ten  twee  urennademiddaghbcioch- 
ten  de  Heeren  Frangepani  wederom,  wanneer  hy, 
in  hun  byzijn ,  van  fijn  Keyferlijcke  Majelleyt 
onderdanighli  fijn  oorlof  genomen  heefc,  oock 
den  felven  op  fijn  knien  vergiffenis  van  fijn  bega- 
ne mifdaden ,  op  het  alderbeweeghlijcklle ,  met 
tranen  afgebeden,  leggende  de  fchult  felver  op 
fijn  al  te  vyerige  jeugtit.  Hy  hieldt  oock  aen  om 
hulp  voor  fijn  ziel ,  en  verfocht  een  gave  voor  de 
Vaders  de  Capucinen ,  over  hun  foo  getrouwe  by- 
Itant  :  als  mede  voor  fijn  Gemalin ,  yets  uyt  fijne 
middelen ,  oock  fchriftelijck  van  haer  fijn  af- 
fcheyt  te  mogen  nemen.  Voor  fijn  Edel-jongen 
Barnardino  Veniero  ,  verfocht  hy  een  afveerdi- 
gingh  :  gelijck  mede  betalingh  voor  fijn  andere 
fchuldenaren.   Alle  de  Keyferlijcke  Staeudicna- 


Mm  5 


ren , 


?  ?4  Treurige  Gefchiedenis  van 
ren ,  daer  hy  eenigh  goet  van  ontfangen  had  >  be-  \$ 
danckte  hy  >  en  die  hem  mochten  ergens  in  bele-  jte 
dight  hebben ,  vergaf  hy  lulcks.  Hy  aenbeval  j  k 
fijn  Neve  >  Orpheus  Frangepani ,  fijne Kcyferlijc-  | 1 
ke  Majefteycdoch  vraeghde  de  Heeren  Gemach- 
tighden,  of  defelve  oock  vets  tegen  fijn  Maje- 
fteyt mocht  mifdaen  hebben ,  en  voor  hetlaetfte 
bedanckte  hy  de  Heeren  voor  hun  genomene 
moeyten. 

Hier  op  gafd'Heer  van  Abele  tot  antwoordt, 
Sy  beyde  waren  ten  hooghften  vergenoeght ,  over 
fijn  bereydt  gemoedt ,  en  dat  hy  fich  foo  vryelijck 
aen  Godts  wille  had  overgegeven ,  fulcks  ware 
een  onfeylbaer  teycken ,  van  de  eeuwige  falig- 
heydt  te  fullen  erlangen.  Het  oorlof  nemen 
van  fijn  Keyferlijcke  Majefteyt ,  en  fijn  Staets- 
dienaren ,  wilden  fy  getrouwelijck  aendienen ;  en  i 
verfeeckerden  hem  Keyferlijcke ,  Majefteyt  had-  I 
de  hem  in  fijn  harte ,  fijn  mifdaden  al  lange  verge- 
ven ,  en  was  feer  ongaerne  tot  defe  ftrafFe  geko- 
men. Wegen  de  zielentrooft,  had  hy  fich  oock 
wegen  defelve  te  verfeeckeren :  gelijck  oock  die 
de  Vaders  Capuciners,  buytentwijffel ,  met  een 
goede  gave  foude  gedencké;  en  wegen  fijn  dienaer 
en  fchuldenaren  te  voldoen ,  fulcks  foude  hy  vrye- 
lijck, aen  de  miltdadigheydt  en  genade  des  Key- 
fers  bevolen  laten ,  hy  was  te  teeder  van  gewifle , 
om  yemandt  onvoldaen  te  laten.  Wat  fijn  Ge- 
malin belanght,  daer  had  men  bericht  van,  dat 
fich  defelve  in  het  gebiedt  van  Venetien  begeven 
had,  aen  dewelcke  hy  vryelijck  fijn  affcheydt- 
brief  mocht  fchrij  ven.  Wat  Orpheus  aengaet , 
de  genaden,  poort  foude  oock  voor  hem  niet  ge- 
floten zijn ,  wanneer  hy  defelve  van  gantfcher 
harten  quam  af  ce  vergen,  doch  hadde  defelve 
met  fijn  eygen  fchrij  ven,  fijn  faeck  piet  weynigh 


s 


"Nadasti,  Zerini,  enFRANGEPANi.  555 

befwaerc ,  en  fich  felven  de  wederfpannigheydc 
deelachtigh  gemaeckt.   Vorders  fouden  de  Hee- 
ren  Minilteis  en  Suecs-dienaers  >  defe  fijn  oorlof 
neminge  leer  ter  harten  nemen.    Eyndelijck  had- 
de  hy  hen-lieden  voor  hun  moeyten  niet  te  be- 
dancken ,  fy  hadden  wel  gewenft ,  dat  het  hen  op- 
geleyde  bevel ,  vreughdiger  ware  geweeft ,  doch 
fy  moften  *  als  getrouwe  dienaren,  het  geen  hen 
opgeleght  was  ,  volvoeren.    Defe  t'famen- 
fpraeck  was  foo  langh  en  klaeghlijck ,  dat  nie- 
mandt,  daer  tegen  woordigh  was ,  die  de  tranen 
niet  uy  t  de  oogen  fprongen. 

Hy  feyde  vorder  tegen  den  Heer  van  Abele ,  hy 
ftierfnu  wel  noch  eens  foo  gaerne,  dewijl  hy  ver- 
feeckert  was ,  dat  fijne  Keyferlijcke  Majefteyt 
hem  fijne  mifdaden  vergeven  had ,  en  verfeecker- 
dc  defelve,  dat  hy  tereerfteroogenblick,  in  der 
eeuwigheydt  voor  fijn  langh  leven,  engeluckige 
regeringe ,  en  gewenfchte  nakomelingen ,  Godt 
foude  bidden.  Hy  bad  oock  de  Heeren ,  voor  de 
laetfte  genade,  dat  hy  perfoonlijck  van  fijn Swa- 
ger  Zerini  mocht  fijn  affcheyt  nemen;  het  welcke 
hem  toegeöaenis  geworden ,  doch  onder  verband 
dat  fulcks  in  tegenwoordigheyt  van  hen-lieden , 
den  Heer  Hooftman  van  der  Ehr ,  en  der  Biecht- 
vaderen, en  in  deDuytfche  fpraeck  gefchieden 
moft. 

Terwijl  nu  de  Heeren  weder  na  Zerini  gingen , 
feyde  hy  hen  ,  hy  wilde  ondertuflchen  fijnen 
brief,  aen  fijn  lieffte  Gemalin  afvaerdigen,  gelijck 
hy  het  felve ,  in  de  Italiaenfche  tale  gcdaen  heeft , 
luydende  in  de  onfe  aldus : 


M 


Brief  van  Frangepani  aen  fijn  Vrouw.  Btie/wn 
Yn  liefjlt  Luüié  ,  dewijl  ick.  nu ,  volgens  de  Frange- 


wiüe  dts  Hemels ,  en  Goddelijke  hfiellinge,^ 


tot 


ani acn 
jjn  Vrouw 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Treurige  Gefchiedenis  van 
tot  boete  vdn  de  tegen  de  honghfte  Majefteyt ,  mijnes  al- 
dergenadigbfien  Kjyfcrs ,  Kjwincks  en  Heeren ,  begane 
mifdaedt ,  uyt  dit  naer  een  ander  leven  hebbe  te  vertrec- 
ken  y  kpndc  icl^  niet  nalaten ,  u  met  defe  mijne  weynigt 
hartelijcl^  te  begroeten ,  endealdtrlaefiexAdjeuofaf* 
febeydt  te  geven  t  biddende  u  by  de  vijf  wonden  van  le» 
fus  Chrifius ,  mijn  lieve  Lullia ,  dat  ghy  uyt  Chriflelije- 

goetheydt  my  vergeven  wilt  ,  indien  ghy >  wegen 
defe  mijne  begane  mi fdaden,  genoot  faec kt  wordt ,  eenige 
wederweerdigheydt  en  droef beyt  te  lijden.  Van gelijc- 
ktn  >  mijn  lieve  Lullia ,  bidde  icf^,  ghy  wilt  myoock, 
felfs  de  aldergeringhfte  beledigingb  vergeven  ,  indien 
ghy  eenige ,  ftaende  onfe  eeht ,  van  my  ontfangen  hebt : 
icli  van  mijnent  wegen ,  vergeve  het  u>  indien  icl^  eenige 
ongunft,  of  ongenoegen  van  u  magh  ontfangen  hebben  > 
daer  icl^  in  tegendeel ,  niet  als  van  uytwerckjngen  van 
een  fuyvere  en  oprechte  liefde  te  ffreeckfn  weet. 

In  defer  voegen  neme  icl^oocj^  van  alle  mijne  Heer  en , 
vrienden  en  verwanten  >  mijn  laetfte  affcheydt  »  my 
hen  aenbcvelende ,  en  hen  biddende ,  fy  willen  om  der  lief- 
de  wille ,  een  fHequiem  voor  mijne  arme  %iele ,  Godt  den 
Almacbtigen  opofferen  ;  die  verhope  binnen  weynigh 
uren ,  de  eeuwige  genietingh  van  fijn  Alderheylighfle 
aengijiebt  te  genieten. 

Mijn  waerde  Lullia ,  iel;  wenfehte  uyt  gront  mijnes 
harten ,  u  yets ,  ter  laetfier  gedachtenis  9  van  mijn  ge- 
trouwe liefde  te  laten  >  maer  ick.  bevinde  my  arm  >  en 
van  alles  berooft,  hebbe  evenwel  feerbewteghlijck  ,  de 
KjyferlijckeMajefieyt  onderdanighjl  gibedun >  datde- 
felve,  volgens  fijn  aengeborene goetheydt  en  miltdadig- 
beydt ,  fijn  grootmoedigheydt  en  vrygeventheydt  tegen  u 
wil  gebruyekpt ,  en  u  een  gedenc^teecken  van  mijne 
danckjtaerheydt  laten  toekomen;  en  fla  geen  twijffd 
ofghyfult  van  de  felvige  Kjyferlijcke  Majefleyt  >  de 
uytwerekjnge ,  van  des  felfs  burlijckegmtmoedigbeyt  > 
met 9  er  datdt  ervaren. 

Vari 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


NADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI.  557 
Van  Orpheo  l:rang<pani  ritme  icl^in  gelijcktr  geflal- 
tenis  mijn  laetfte,  envrtendelijckfie  affcheyty  enbidde 
hem,  hy  wil  my  vergeven,  wat  faeckehetmagh^jn, 
waer  mede  icl{  hem  magh  beledight  hebben ,  en  ic\be- 
fwere  hem ,  by  de  liefde ,  die  by  my  altoos  toegedragen 
heeft ,  voor  foo  veel  by ,  fijne  Kjyferlijcke  Majejieyt 
beledight ,  en  daer  door  oorfaec^  tot  ongenade  gegeven 
heeft ,  dat  hy  met  alle  onderdanighjle  toevlucht ,  bydt 
felvige,  om  aldergenadigbfte  vergiffenis»  aenbouden  ; 
en  Jich  voor  mijnen  Grootmachtigen  IQyfers  voeten 
neder  werpen  wil  •  de  genaden-deur  fal  hem  niet  gefloten 
Ijjny  en  hy  fal  gewifielijcl{tmet  mededeelingbvandes 
felfsmildtdadigbeydt ,  in  genaden  aengenomen  worden  ; 
het  welcke  ick  oocf^fijn  Majefieyt  onderdanighft  af- 
gebeden  hebbe.    Defelve  Orpheo  wil  doch  mede-lijden 
met  my  hebben,  dat  ic^met  eenigb gedenc^-teecken, 
geen danctyaerbeydttegens hem toonen kan;  dewijl  ick 
geen  ding  voor  hem  in  mijn  vermogen  hebbe.  Adjeu>mijn 
lieve  Lullia ,  adjeu ,  adjeu ,  vaert  wel ,  vaert  wel:  mtjn 
waerfie Ecbt-genoohic^bebbe  op defer  werelt,tegens  u  in 
liefde geleeftyicl^wil  mede  in  de  anderejby  de  Goddeltjcke 
Majefteyt  tualdergetrouwjle  voorfpratcfaijn. 

Mijn  lieve  Lullia , 

Ick  leve  en  lterve  dan  u  gencgenfte  en 
getrouwfte  Echt-genoot , 

Franc.  Frangefani. 

Nieuw  fladt ,  den 
29.  April,  des 
Iaers  1671. 

Vordcrstoc  na-fchrifc  j  Wanneer  de  Pagie  Bar- 
nardino  by  u  komen  fal ,  foo  doet  my  die  gunft , 
en  laet  hem  om  de  liefde  van  my ,  en  wegen  de 
trouwe  dienften  my  bewefen ,  u  aenbevolen  zijn. 

Zerini  vraeghde  de  Heeren  Gemachtighden , 
*of  hy  dan  gantfeh  geen  genade  te  hopen  had ,  het 

ware 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XV. 
Vorderen 
handel  met 
Zetini  en 
Fiangc- 
pani. 


8  Treurige  Gefcbiedems  van 
ware  beter  dat  fijn  Keyferlijcke  Majefteyt  hem 
by  het  leven  hield ,  alfoo  hy  hem  noch  goede  dien. 
ften  konde  en  wilde  doen.  De  Heer  van  Abele 
antwoorde  daer  op  >  het  was  telaet  om  daer  van  te 
fpreecken  >  en  geen  tijdt  van  vorderedienft  ftondt 
voor  handen,  daer  was  niet  overigh  als  tefter- 
ven,  en  geen  hoop  van  genaden,  Daer  op  ant- 
woorde hy ,  In  Godes  naem ,  hy  ftierf  gaerne  t 
maer  de  wijle  viel  hem  hart.  De  Heer  van  Abele 
ïeyde  het  felve  wel  te  gelooven,  doch  hy  moft  ge- 
dencken,  dat  oock  veel  andere  Hecren  defen  wegh 
caen  moften  j  Godt  hadde  hem,  tot  fijn  faligheyc, 
defe  ftraf  van  eeuwigheydt  befchoren  ,  en  ioo 
voort. 

Hier  mede  feyde  hy ,  hem  ware  noch  yets ,  we- 
gens de  medeftanders  ingevallen ,  gelijck  hy  oock 
omftandelijck  te  kennen  gaf;  waer  over  hem 
d'Heer  van  Abele  prees  >  dathy  fijngemoedtfoo 
gantfchelijck  ontdeckte,  dit  ware  een  groote  ge- 
nade van  Godt  >  en  hy  foude  morgen  foo  veel  eer- 
der in  de  eeuwige  heerlijckheydt  gaen ,  fy  onder- 
tuflehen  fouden  het  vertrouwde  fijn  Majefteyt 
alder-onderdanighfte  mede-deelenen  aenbrengen. 
Hier  op  dede  hy  eenigh  verfoeckvan  eenigebe- 
ftellingen  na  fijn  doodt ,  en  andere  dingen ,  wacr 
op  de  Heercn  berechten ,  fy  konden  deswegen 
niet  befiuyten,  maer  vertrouvrden  alles  fijn  Key- 
ferlijcke Majefteyts  goetheydt  toe.  Hy  weder 
daer  op ,  hy  bracht  lülcks  niet  voort  als  een  be- 
flellingh,  maer  ftelde  het  alles  in  handen  van  fijn 
Keyferlijcke  Majefteyt,  en  had  alleen  eetoont, 
wat  fijn  begeren  wel  fou  zijn.  Vorders  badt  hy  > 
fijn  Majefteyt  wilde  fijn  foon,  dochter  en  huyl- 
vrouvv,  fich  ten  beften  aenbevolen  laten  zijn. 
Hy  vraeghde  vorders  de  Hecren  wat  doodt  hy  fou 
hebben  uytteftaen,  hy  had  fich  ingebeeldt  ,  hy 

foude 


ES 
■ 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


NADASTI,ZERlNI,enFRANGE?ANI. 

udc  gevierdendeelt  >  of  anders  fecr  hardt  gepij- 
.  ight  geworden  zijn  •  waer  op  d'Hcer  van  Abele 
ericlue  •,  of  hy  ïchoon  fvvaerlijck  en  fchricke- 
ijck  tegens  fijn  Majefteyt  mifdaen  >  en  dienvol- 
gens wel  dien  leer  fwaren  doodt ,  die  de  Rechten 
de  wederfpannige  toevoegen ,  verdient  had  ;  foo 
had  evenwel  de  Keyferlijcke  Majefteyt ,  gelijck 
hy  in  alle  andere  dingen  gewoon  was  ,  alfoo  oock 
in  defe  faecke ,  de  goetheydt  voor  de  geftreng- 
heydt  geftelt,  en  het  oordeel  tot  de  geringhite 
doodt ,  namentlijck  het  onthoofden ,  en  het  af- 
kappen van  fijn  rech  rer  handt  gebogen ,  het  welck 
een  byfondere  genade  was.  Waer  op  Zerini  ant- 
woorde ,  fy  Heeren  wilden  doch  voor  hem ,  by 
fijn  Keyferlijcke  Majefteyt  acnhouden,  hem  van 
het  afkappen  van  fijn  hand  te  willen  verlchoonen. 
\  Het  welcke  fy  oock  aengenomen  hebben  te  doen, 
"onder  hem  evenwel  daer  hoop  toe  te  geven. 

Op  defelve  wijfe  heeft  oock  Frangepani,  dien 
'elven  avondt  na  fijn  doodt  gevraeght ,  den  welc- 
ken  fy ,  even  als  Zerini  geantwoordt  hebben ;  die 
cock  tot  verfchooningh  van  fijn  rechter  hand  aen- 
gehouden  heeft,  daer  by  voegende,  het  foude 
hem  anders  aen  fijn  faligheydt  hinderen.  Doch 
de  Heeren  hebben  hem ,  gelijck  Zerini ,  mede 
tuuchen  hoop  en  vreefe  gelaten.  En  al  hoewel 
de  Heeren  Gemachtighde  die  genade  van  de  handt 
te  verfchoonen  ,  al  by  fich  hadden ,  wilden  fy 
die  evenwel  nochby  fich  houden  ,  op  dat  defelve 
.  de  arme  Graven,  op  het  laetfte  noch  voor  een 
y  verquickingh  dienen  mocht.  Gelijck  Frangepani 
j  dickmael  herhaelde,  Och  !  hoe  llijde  en  wel  vergt- 
x  noeght  fou  ick  fterven  ,  indien  icf^  He  genade  van  de 
t  rechter  handt  erlangen  moght.  En  mec  al  defe  ver- 
i  handelingen  wierek  den  tijdt  van  twee ,  tot  feven 
uren  in  den  avondt  doorgebracht.  Hier  op  heb- 
ben 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


X  VI. 

Hun 
by  ccn- 
komft* 


560         Treurige  Gefchiedenis  van 
ben  fy ,  op  hun  innerlijck  begeren ,  en  goetvinden 
des  Biecht-vaders ,  Zerini  en  Frangepani ,  by 
een  laten  komen ,  om  affcheyt  van  malkander 
te  nemen  ^dewelcke  by  een  komende,  feyde  Fran«{ 
gepani  tegens  hem  in  de  Hooghduy  tfche  fpraeck:* 
Hertlieffte  Heer  Broeder  •  dewijle  het  nu  Codt, 
alfoo  belieft  heeft,  datwy,  om  onfe  groote  fon-: 
den  en  gebreecken,  volgens  hetgerechtigeoor* 
deel,  van  onfen  aldergenadighften  Keyfer,  Ko- 
ninck  en  Heer ,  morgen  te  famen  fterven  moeten  * 
foo  hebbe  ick  de  tegenwoordige  Keyferlijke  Hee- 
ren  Raedt  en  Gemachtighden ,  om  die  genade  ge^ 
beden ,  dat  ick  voor  mijn  laetfte  eynde ,  den  Heer 
Broeder  fien  ,  en  mijn  oorlof  van  hem  nemen 
mocht,  foo  ben  ick  dan,uyc  de  verkrcgene  genade* 
by  den  Heer  Broeder  gekomen ,  en  bidde  hem  van 
harten  om  vergevinge,  indien  ick  hem  ,  indejeot 
andere  handelingen  mocht  beledight  hebben, 
Ick  wenfche  alleen ,  dat  ick  door  mijn  doodt  hem 
in  het  leven  mocht  behouden ;  doch  ick  hoop  dat 
d'Heer  Broeder,  als  een  dapper  helt,  de  doodt 
niet  vreefen  fal ,  als  die  hem  ten  beften  fal  ge- 
dyen,  maer  <lie  met  vreughden  uytftaen ;  hier 
mede  dan  neem  ick  mijn  affcheydt ,  en  hope  dat 
wy  morgen  malkanderen  in  de  eeuwige  faligheydt 
fullenkuflen ;  daer  op  zijnfe  beyde  neder  geknielt, 
hebben  malkander  omhelft,  en  handen  en  mondt 
eekuft ,  feggende  Frangepani,  na  herhaelde  op. 
weckinge,  hetlaetftevaertweltoe-,  metbyvoe- 
gingh ,  Ick  hope ,  wy  fullen  morgen  op  delen  tijd, 
ui  de  andere werelt,  met  meerder vertrooltmgii 
en  genoegen,  alsindefe,  malkanderen  kuilen,  en 
is  daer  mede  fonder  be wegiogh ,  of  eenige  tranen 
heen  gegaen.   Zerini  bedanckte hem ,  dat  ny  by 
hem  gekomen  was ,  vergaf  hem  alles ,  wilde  gaer. 
ne  fterven ,  en  badt  hem  vangelijcken,  om  ver- 
giffenis. m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 
Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 
30  K  4 


NADASTI,ZERINI,enFRANGEPANI.  561 

Na  defen  handel  badt  Frangepani  de  Heeren 
jemachtighden  andermael ,  om  verfchooningh 
an  fijn  rechter  handt ,  alfoo  hy  feyde ,  anders  aen 
Jjn  faligheydt  verkort  te  Tullen  worden.    Sy  be- 
rechten daer  op  ,  als  noch  hadden  fy  geen  ant- 
woordt ,  maer  verwachten  een  genadigh  befluyt 
op  defe  faeck ,  fy  konden  hem  niet  verieeckeren 
noch  afflaen,  hst  moft  verwacht  zijn ,  onder  tuft 
(enen  bleef  het  alles ,  by  het  gegevene  vonnis  j  op 
'lat  hy  toch  geen  hoop  van  genaden  voeden  foude. 

Daerom  hebben  de  Heeren  Raedt  en  Vol- 
„jachnghden  met  de  Heer  Stadts  Rechter  ver- 
fproocken ,  foo  haeft  het  vonnis  fou  gelefen  zijn , 
en  de  veroordeelde  weer  om  defelve  genade  fou 
aenhouden ,  dat  de  Heer  Stadt  Richter  twee  by- 
fitteren ,  na  hen  Heeren  Gemachtighden ,  foude 
fchicken ,  om  die  genade  te  verfoecken ,  hoewel 
alles  al  veerdigh  was. 

Soo  haeft  als  de  dagh ,  de  dartighfte  van  April , 
aenbrack,  is  oock  de  vierde,  namentlijck  de  Wee- 
ner- poort  gefloten,  en  de  Borger fchap ,  onder 
hun  Vaendelen,  in  het  geweer  gebracht ,  en  op 
de  plaets  geftelt.    Omtrent  fes  uren,hebben  bey- 
de  veroordeelden ,  doch  yeder  byfonder  de  laet- 
fte  mifle  gehoort,  endetijdtinaendacht  totaen 
;  acht  uren  doorgebracht ,  wanneer  de  Heeren  Ge- 
i  machtighden,  weder  darwaerts  gereden  zijn,  al- 
•  waer  fy  alles  in  goede  ordere ,  byfonderlijck  het 
!  Straf-toneel ,  met  fwart  laecken  bekleet ,  en  twee 
|  blocken ,  hamer  en  beytel ,  tot  afhackingh  der 
!  nanden  gevonden  hebben :  en  alfoo  hebben  fy 
!  fich ,  tot  uytvoeringh  van  alles  gevoeght ,  op  ge- 
;  wacht  en  gevolght  van  meer  als  hondert  perlo- 
j  nen ,  tot  meerder  eerbiedinge  van  fijn  Keyferlijcke 
I  Jvlajefteyt. 

Op  hun  aenkomft  in  het  Wapen-huys ,  hebben 

Na  fy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XVII. 

Brief  van 
Zciini 
aen  lijn 
Vrouw, 


5<5z  Treurige  Gefchiedenisvdn 
ïy  Heercn  Gemachtighden  vernomen ,  dat  /er im 
even  te  voren  in  onmacht  had  gelegen  >  maer  dac 
men  hem  met  Alkermes  en  andere  hartfterekingen 
verquick^en  weder  te  recht  gebracht  had^de  oor- 
faeck  daer  van  was  ,  behalven  de  natuerlijcke 
ichrick  ,  dat  hy  nu  aen  den  darden  dagh ,  het  min* 
ite  niet  gegeten  of  gedroncken  had>  maeralfoo 
vattende  fterven  wilde.  Hier  op  zijn  de  Heeren 
by  Zerini  gegaen  t  die  hen  over  hun  forghvuldig- 
heydt  en  moeyten  feer  bedanckte ,  en  voorts  van* 
fijn  Keyferlijcke  Majefteyt,feeronderdanighlijck 
oorlof  genomen  heeft ;  toonende  vorders  groot 
berouw  en  leedwefen ,  over  fijn  begane  ontrouw  > 
en  daer  over  fijn  Majefteyt  ootmoedighlijckom 
vergiffenis  biddende.  Hy  gaf  oock  den  Heer  van 
Abele  een  affcheydt-brief,  met  Hooghduytfch 
opfchrift,  maer  vanbinnen  inde  Croatifche tael 
gefchreven,  luydend' aldus :  ' 

Mijn  lievt  Hart ,  gby  moet  u  over  dit  mijn  fchrijven 
niet  bedroeven»  ofontfielltn,  maer  bet  Goddelijcl^Ge- 
richt  infun.  Op  morgen ,  om  tien  uren ,  fuüenfymy 
bet  hooft  afflaen  ;  als  mede  uwen  broeder.  Heden  heb- 
ben wy  van  malkander  ons  oorlof  genomen ,  en  hier  me- 
de neme  icl^  ooc£  op  defe  wereldt  >  van  u  een  eeuwige  af~ 
fcheydt ,  u  biddende,  indien  icl^u  ergens  inbeledigbt 
hebbe>  voor  foo  veel  icl^  wete,  myfulcks  te  vergeven, 
Codt  %y  des  gelooft ,  icl^  ben  tot  'er  doodt  wel  bereydt » 
en  ontjielle  my  daer  niet  over  >  telt  boof>  in  den  ^Almdch- 
tigen,  die  myinde  werelt  gefet  heeft ,  dat  hy  ficb  ooc£ 
mijner  fal  erbarmen ,  en  ie ^  wil  hem  bidden  {tot  de- 
toelcke  ick  morgen  verhof  e  te  kpmen )  dat  wy  ons  onder- 
linge ,  voor  fijnen  heyligen  Tbroon ,  in  de  eeuwige  bttr. 
lutkjjeydt  mogen  bevinden ;  vorder  s  weet  it^noch  van 
onfen  Soon ,  noch  van  andere  beüeüingb ,  omtrent  onfe 
armoede yets  te  fchrijven ,  i*k  htbbe  bet  alles  de  Godde- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


NADASTl,ZERINIjenFRANGEPANI.  56$ 

Itjckt  wille  aenbevolen ,  ghy  moet  u  dan  niet  bedroeven , 
dewijl  het  foo  moetqijn.lndeNituw  jiadt,  voorden 
lattften  dagh  mijns  levens ,  den  19.  April ,  omtrent  ten 
(even  uren  des  avondts ,  1671.  Godt  wil  u>  benef- 
fcns  Aurora  Vtronica,  mijn  Dochter ,  Regenen. 

Peter,  Graef  vanZerini, 

't  Op-fchrifc  was 

Mijn  harts  aldcrlieffie  Vrouw ,  Gemalin ,  iegeh- 
ttoordigh  tot  Wittiben  ,  Vrouw  %Anna  Catbarina , 
Gravin  van  %erini. 

Maer  gelijck  voor  henen  met  Nadafti  gefchiet 
was ,  alfoo  moften  oock  defe  twee  Graven ,  eerft 
van  hunne  waerdigheydt  berooft  worden  ,  eer 
men  hen  ter  doodt  konde  brengen ,  het  welcke 
by  na  met  de  felffte  omftandigheydt  gefchieden  j 
Zerini  als  het  hem  wierdt  aengefeght ,  feyde  te- x  V.1.1  r* 
gens  den  Heer  van  Abele ,  het  ware  wel ,  maer  ^ngepa- 
iijn  foon,  die  t'eenemael  onfchuldigh  ware ,  be-  ni  Tanhua 
.  hoorde  fijn  Landtmanfchap  te  behouden.   Waer  wacrdig- 
op  van  Abele  weder  berichte  ,  in  diergelijcke  fciooft 
atroce  en  fvvare  mifdaden  van  gequetfte  Maje- 
fteyt ,  vereyfchten  de  Keyferlijcke  Rechten ,  dat 
oock  de  fonen ,  fy  zijn  fchuldigh  of  onfchuldigh  , 
hier  aen  deelachtigh  moeten  zijn  ,  volgens  de 
fpreucke  van  den  Propheet :  De  Vaders  hebben  fuere 
druyven  gegeten ,  en  de  kjnderen  %ijn  de  tanden Jiomp 
geworden.    Doch  de  foon  mocht  fich  foodanigh 
omtrent  fijn  Keyferlijcke  Majefteyt  komen  te 
dragen  3  dat  hy  hem  wederom  in  fijn  waerdigheyt 
quam  te  ftellen.    Hier  mede  namen  de  Heeren 
oorlof  van  hem ,  gelijckfe  oock  van  Frangepani 
hebben  gedaen ,  die  hen  weder  vraeghde  >  of  hy 
wel  mocht  verfeeckert  zijn ,  dat  de  Keyferlijcke 
Majefteyc  hem  fija mifdaden  vergeven  had,  die 

Mn2  dacc 


(64        Treurige  Gefrfrie&erin  van 
daer  op  antwoorden ,  het  ware  feecker  1 1  jck  waer , 
hy  mocht  dacr  op  geruft  ftervcn  j  fijn  Majêfteyt 
had  hem  alles  in  fijn  harte  vergeven,  alleen  de 
ftraf  moft  ratione  boni  public i  ten  inficht  van  't  ge- 
meene  goedt  gefchieden.    Hier  op  feyde  hy : 
O  met  wat  een  vergenoeging!)  fterve  ici^ ,  vorders 
vi  aeghde  hy ,  of  de  genade  van  het  behouden  van 
fijn  handt  noch  niet  aengekomen  ware.  De  Heer 
van  Abele  feyde ,  fy  hadden  noch  geen  ant  woort , 
doch  fy  verfeeckerden  hem ,  het  Recht  niet  te  la- 
ten voortgaen ,  voor  fy  des  befcheydt  hadden. 
Waer  op  hy  >  O  boegaerne  en  vrolijtl^fou  kiftenen , 
en  bet  hooft  ten  beften  geven ,  wanneer  *c£  de  rechte  band 
by  't  lijf  behouden  mocht.    Van  Abele  feyde  ,  Sijn 
Majetteyt  foude  fich  ,  door  fijn  aengebóorne 
goetheyt ,  bewegen  laten,  en  hier  mede ,  na  eeni- 
|e  andere  woorden  ,  en  dewijl  het  nu  al  omtrent 
de  kloek  van  negen  uren  was ,  hebbende  Heeren 
de  laetften  oorlof  genomen. 

De  Heeren  dan  ,  hebben  fich  in  den  eerften 
Hof.  van  het  Borgereh  Wapen- huys,  op  een 
plaets  met  een  fchoone  Turckfche  tapijt  beleyt , 
néder  gefet,  al  waer  de  Heer  Stadt  Richter,  twee 
van  fijne  byfitteren,  tot  defeive  gefonden  heeft , 
die  hen  te  kennen  gaven ,  het  ware  tijdt ,  het 
Recht  met  Zerini  fijnacnvanck  te  geven ,  en  al- 
foo  hebben  defeive  byfieters  ,  zijnde  Heer  Mi- 
chaël  Marck ,  en  Heer  Hans  Chriftopher  Geru- 
bel  Zereni  het  felfde  aengefeght ,  die  daer  over  , 
om  fijn  vonnis  te  aenhooren ,  in  volgende  ordere , 
naden  eerften  Voor-zael  of  Voor-hof  gebracht 
is.    Eerfteli jck ,  die  beyde  Staets-byfitters ,  ee- 
nise  mufquettiers  5  Hy  Zerini  felfs  >  fijn  Biecht- 
vader met  fijn  macker,  de  Heer  Hopman  van  der 
Ehr,  en  een  Corporaeifchap  nahem.  «*\°P 
dede  de  Heer  Stadt  Richter  een  korróaenTpraecK, 


NADASTI,ZERINl,enFRANGEPANI.  565 
en  daer  op  las  de  Geheym-fchrijver  Maximiliaen 
Haan  het  vonnis.    Zijnde  in  formaliteyc  en  om- 
ftandelijckheden,  als  dac  van  Nadafti,  rnaerüjn 
befchuldigingen  waren.    1.  Hy  hadde  fich  met  xix. 
anderen  tegen  fijn  Keyferlijcke  Majeitcyt ,  ver-  Vonms 
metentlijck  ingelaten ,  en  na  de  voorgaende  ver- 
kregene  verfchooningh ,  op  nieuw  hoogh  verbo- 
dene  machinatien ,  en  betrachtingen  aengevan- 
gen.    Met  affendingh  van  feeckere  perionen , 
door  het  Koninckrijck  van  Hongarijen  ,  en  el- 
ders, wat  hy  konde,  gedaen  ;  oocktot  Cziaka- 
turn  tegens  de  afgevaerdigh.de  Keyferlijcke  volc- 
keren,  liet  gefchut  op  depafteyn  en  wallen  ge- 
bracht- en  byfondere  wachten  tegen  de  Duyt- 
fche  Chriftenen verordineert,  oock  diergekjcke 
handelingen  in  Over- Hongarijen  aengevangen, 
defelve  opgeheven,  en  tot  voltrcckmgh  van  fijn 
verdoemt  beftaen ,  veel  anderen  opgeruy  t ,  en  tot 
fich  getrocken  ;  en  onder  andere  Frangepani , 
beneffens  veel  bedrieehlijcke  beloften  ,  het 
Dirtaorium  of  de  beftellingh  ,  tot  voltrec- 
kmgh  van  fijn  aenvangh ,  opgedragen  •  vorder 
met  hem  overgele^ht  ,  om  fijn  Keyferlijcke 
Majefteyts  Erf.  Koninckrijck  en  Landen,  erbar- 
melijck  en  on-Chriftelijck,  aen  te  taften,  en  te 
overvallen,  en  een  vreemde  machten  heerfchap- 
py  te  onderwerpen.    Tot  defen  eynde  had  hy  aen 
verfcheydene  geweften,  en  voornamenthjek  m 
Turckijen,  om  verboden  volck  en  geit- hulp  ge- 
fonden ,  gelijck  oock  van  fijne  Keyferlijcke  Maje- 
fteyts  Krijghs-overften  onderftandt  begeert ,  en 
die  op  fijn  zijde  getrocken  ,  oock  de  Veftmgh 
Copreinitz,uytde  macht  van  fijne  Keyleihjcke 
Majefteyt,  onder  fijn  gewelt  gefocht  te  krijgen  ; 
en  fich  vorder  met  fnoode  vei  wandtfehappen  be- 
holpen, i- 

Nnj  Daer- 


m 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


$66        Treurige  Gefchiedenis  van 

Daer-en-boven  hadde  hy  in  Maert  1670.  op 
de  vergaderingh  te  Neufol ,  yemandt  met  brie- 
ven ,  aen  ettelijcke  voorname  Heeren  der  by-een- 
komll  afgeveerdighc ,  en  hen  niet  alleen  vermaent 
niet  te  verdragen,  of  te  accorderen ,  maer  oock 
defelve  opgehitft ,  en  fijn  godtloos  voornemen 
geopenbaert ,  en  op  het  krachtelijckftc  en  be- 
weeghlijckfte,  tot  de  wapenen  opgeruyt ,  en  tot 
opftandt  tegen  den  Keyfer  vermaent :  gelijck  ge- 
dachte fijne  medeftanders  de  wapenen  oock  dade- 
lijck  opgenomen,  alle  vyandtfchap  gepleeght  en 
aengevangen ,  en  veel  onfchuldigh  bloet  vergoten 
hadden.  Dat  hy  Zerini  oock  de  Wallachen ,  en 
hunne  Biffthoppen ,  om  met  hem  te  houden  h3r- 
telijck  hadde  aengemaent.  Hy  had  oock  een  feker 
perfoon,  met  een  infame  en  fmadelijckeinftruc- 
tie ,  tegens  fijn  Keyferlijckc  Majefteyts  eygene 
perfoon  ,  aen  feeckeren  oort  afgefonden.  En 
vorders  verfcheydene  andere  daden ,  blijckende 
uyt  fijn  rechtsplegingh ,  aengerecht,  dewelcke 
niet  konnende  verantwoorden  of  wederleggen, 
maer  te  bekennen  genootfaeckt  zijnde ,  wierdt  hy 
verklaert ,  mifdaet  van  gequetfte  Ma jeftey t ,  &c. 
te  hebben  begaen ,  en  vorders  met  verbeuringe 
van  fijn  goederen ,  om  hooft  en  handt  te  verliefen 
veroordeelt. 

Onder  het  lefen  had  hy  altoos  het  Kruysbeeldt 
inde  handt,  enbadtgeduerighlijck:  na  het  fel  ve 
brack  d'Heer  Stadt  Richter ,  na  de  gewoonte 
den  Staf ,  en  wierp  die  van  de  Gaendery  in  de  Zael 
neder.  Maer  daer  op  wierdt  hem ,  de  Keyferlijc- 
ke  genade ,  van  de  hand  te  behouden  voorgelefen , 
waer  op  fich  Zerini  feer  laegh  gebogen  heeft. 
OndertufTchen  wierdt  de  deur ,  die  naer  het  Seraf- 
toneel  gingh ,  geopent ,  ftaende  aldaer  een  Scha- 
vot ,  fes  fchreden  langh ,  en  vier  breedc*  met  fwarc 

-   v  laec- 


Nadasti,  ZERJNi>en  Frangepani.  $6> 

laecken  bedeckt ,  waer  op  hy  gebracht  wierdt , 
biddende  geduerighlijck  mee  fijn  Ihecht-vader  in 
grooter  aandacht  -y  ondertuflehen  hebben  fich  de 
Heeren  Gemachtighden ,  als  oock  het  Staets  Ge- 
richt ,  yeder  aen  fijnen  byfonderen  oort  geplaetft , 
om  het  recht  aen  te  fien.  Zerini  feyde  tegen  fijn 
Biechtvader :  Dele  (wijfendeop  het  volck)  ont- 
fetten  fich  meer  als  ick ;  daer  op  heeft  hy  fich  fclfs 
den  over-  rock  uytgetogen,en  die  fijn  Edel  jongen 
Tarrody  gegeven  ,  heeft  oock  felfs  fijn  onder- 
rock,  daer  men  desavondts  te  voren  den  kraegh 
had  afgefneden ,  geopent ,  waer  op  hem  defelve 
iongen  de  oogen  met  een  met  goudt  geftickte 
neufdoeck  verbonden,  en  te  gelijck  het  hayr  op- 
geknoopt heeft ,  en  is  foo  fonder  meer  redenen , 
of  oorlof-nemingh  van  het  volck ,  nedergeknielt, 
alleenigh  feggende  voor  hetlaetftc  :  Heer  in  uwe 
handen  beveel  itkjnijnen  ,  ten  ey  nde  van  de  welc- 
ke  hem  den  Scharprechter  ,  de  (Ugh  bracht ,  D*Jt«, 
doch  ongeluckighlijck ,  alfoo  hy  noch  een  molt  Zcrini. 
uytftaen ,  eer  het  hooft  afgeflagen  wierdt. 

Dit  gedaen  zijnde ,  hebben  eenige  daer  toe  be- 
fteide  eerlijcke  lieden  het  lichaem  en  het  hooft, 
ter  zijden  van  het  fchavot ,  te  famen  geleght ,  en 
meteen  kleedt ,  gelijck  oock  het  bloedt ,  dat  alle- 
fints ,  en  voornamentlijck  aen  de  trappen,  daer 
men  moft  afkomen  gefprongen  was ,  terftont  be- 
deckt. Na  defe  verrichtinge ,  heeft  de  Vader 
Guardiaen  de  omftaenders  hartelijck  gebeden , 
een  aendachtigh  gebedt  voor  defe  arme  ziel  te 
doen ,  gelijck  fy  oock  gedaen  hebben,  en  daer  me- 
de hebben  fich  de  Heeren,  weder  in  hun  vorige 
ordere  in  de  Voor-  zael  gefet.  t 

Als  doe  is  Frangepani ,  op  defelve  wij  fe  voor 
de  Heeren  gebracht,  en  is  met  hem,  met3flefen 
van  fijn  vonnis ,  breecken  van  den  Staf ,  en  mede- 

Nn  4  dcc- 


1 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


XXI. 

Vonnis 


268         Treurige  Gefchiedenis  van 
deelingh  van  de  genade  des,  handts ,  evenals  met 

Zerini  gehandelt. 

D'inhoudt  van  fijn  vonnis  (fonderomftandig- 
heden  en  formaliteyt,  die  gelijck  met  de  andere 
overFran-  zijn  op  te  halen)  was  :'    L  Dat  hy  de  tijdelijck 
gepam,     bckomene  kenniflè ,  van  Peter  Zerini;  fijn  weder- 
.  fpannigen  aenvangh  verfwegen ,  het  DirtBorium 
of  beftellingh  des  wegen  ontfangen  en  aengeno- 
men  had.   1 I.  Dat  hy  een  verdoemden  brief, 
van  dato  den  9.  Martij  1670.  aen  den  Hooftman 
Tfcholnifch ,  met  verachtingh  van  de  Keyfeilijc- 
ke  wapenen  ,  en  gantfche  Duytfche  natie  afge- 
fonden  had ,  met  openbaringh  van  fijn  quaet  voor- 
nemen ,  tegen  fijn  aldergenadighfte  Heer. 

III.  Dat  hy  opentüjck  de  Stadt  Agrauw ,  en 
andere  geeft  en  wereltlijcke  ftanden  en  onderda- 
nen in  Croatien  had  bewogen ,  tot  t'fameoftcm- 
mingh ,  met  Zerini ,  met  voorgenomen  inlege- 
ringh  en  befettingh  van  twee  hondert  man  in  de 
felve  Stadt  ,  tot  bemachtigingh  van  de  felve; 

I V.  Dat  hy  het  Keyferlijcke  voor-raet ,  voor  de 
Petriniarifchc  Granitzeren,  de  Rivier  de  Sau  af- 
gevoert ,  genomen  had.  V.  Dat  hy  by  de 
Turcken ,  om  verboden  hulp  en  byftandt  aeiige- 
houdenhad.  VI.  Dat  hy  de  Wallachen  en  hun 
gemeynden  Biflchop ,  tot  gelijcken  afval,  van  fijn 
Keyferlijcke  Majefteyt ,  en  toeval  tot  Zereni  aen- 
cemaent  had.  VII.  Dat  hy  een  fecckereln- 
ftru&ie  en  onderrichtingen ,  door  hem  en  andere , 
gefmeedt,  vol  zijnde  van  fmadelijcke  woorden , 
tegen  fijn  Keyferlijcke  Majefteytshooghfteper- 
foon ,  aen  feeckeren  oort  afgefonden ,  en  vorders 
in  veel  andere  wegen  eer-vergetentlijck  enfiraf- 
matighlijck  mifdaen  had.  Over  alle  welcke 
mifdaden,en  foo  voort:  volgens  de  formaliteytcn 
van  voorgaende  vonnüTen.   De  toeftandt  van  fijn 

rech- 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


m 


Nadasti,  Zerïni,  en  Frangeïani.  $69 
rechter  handt  te  mogen  behouden ,  wierdt  hem 
oock in  voorgaende  termenen  woorden,  gegeven 
uytLaxenburgh,  van  den  49,  April  1671.  voor- 

gelefen. 

Geduerende  het  Iefen  van  het  vonnis  >  badt  hy , 
metopgeflageneoogen,  geduerighlijck ,  kuflcn- 
de  hetKruys-beeldtverfcheydenmael,  vraeghde 
oock  ,  na  aflelingh  van  het  vonnis  ,  of 'er  dan 
gantfch  geen  genade  voor  handen  voor  hem  was 
Waer  op  de  gemelde  genade  van  fijn  handt  te  be- 
houden ,  hem  voorgelefen  wierdt.  Als  hy  dit 
gehoort  had,  fprack  hy  overluydt :  Icl^  bedanc- 
ke  fijn  KjyferUjcke  Majefieyt  >  mijnen  alder-gena- 
dighften  Heer,  voor  defe  van  my  geheel  en  gantfch 
onverdiende  ,  laetfi e  genade  ,  (eer  onder  danighlijck» 
En  daerop  is  wederom  de  deur  naer  het.  Schavot 
gcopent ,  en  hy  daer  na  toegebracht ,  hebbende 
al  vorens  den  Biechtvader  gevraeght ,  of  Zerini 
wel  gerecht  was ,  en  hoorende  van  ja ,  feyde  hy : 
Wel  aen,  foohoop  ickhet  felfde,  entradtalfoo 
manhif tighli  jck  op  het  Schavot ,  hebbende  alleen 
het  Kruys-beeldt  in  de  handt.  Daer  gekomen 
zijnde ,  dede  hy  in  het  Latijn  fijn  gebedt ,  dueren- 
de  wel  ander  half  quartier  uers ,  feggende  onder 
anderen  :  *Ach  Godt ,  vtrgeeft  my  alle ,  ja  alle  mijne 
fonden ;  ach  Godt ,  ghy  wett ,  dat  ic^door  mijn  foo 
groote  mij daden ,  een  veel  fwaerdtr  dood  verdient  hebbe , 
maerghv  heht  defelve ,  door  de  goedigheydt ,  van  mijn 
aldergenadighp  Kjyfer  en  Heer ,  ƒ00  verre  verfacht , 
des  wegen  blijve  u  de  eeuwige  glorie ,  lof  en  eer.  Jc/« 
bidde  u  00c \mijn  Godt  >  door  u  bitter  lijden  en  Jlervcn  , 
dat ,  indien  icl^  buyten  verhopen  t  ergens  in  de  onder- 
foeckjngen ,  over  my  gejlelt  ,  in  mijne  fchriftelijckf 
verantwoordingen  ofindebiechtef  yets  fou  mogen  heb- 
ben verfwgen  ,  doorhes  welcke  ick  u ,  of  mijn  alder* 
genadigbjk  Kjyftr  en  Heer  Jou  mogen  hebben  mifdaen  i 

Nn  5  dat 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


*yo        Treurige  Gefcfnedems  van 
datghyfulckf*  als  buy  ten  wille,  en  uyt  vergttenheyt ;  fcawtfc> 
*»  ftpackbeydt,  van  mijne  men fchelijcke,  en gebreec-  |vk>ku 


tyge  geheugeniSy  voortgekomen ,  aennemenwih.  IcJ^  5 

« ,  wyn  getrouwe  Godt ,  j*4tf  »»y  <*oc£  /'/i 
mj/ii  ktfjle  «r* ,  «» ^00^  >        en  benauwt- 
keydt,  met  u  krachtige  bulf.by  :  vergeeft  my  mijne 
mij 'daden ,  en  ontfanght  mijn  arme  %d ,  in  de  eeuwige 
vreugbde  en  faligbeydt. 

Na  befluyt  van  defe  en  andere»  fonder  ftorten 
van  tranen,  groocmoedighlijck  uytgefproockene 
xxn.  gebeden ,  heeft  hy  fijnen  over-rock ,  fijn  Pagie 
Sijn  dood.  üernardino  ter  handt  geftelt,  oock  den,des  avonts 
te  voren  afgekraeghde  onder-rock ,  opgedaen ,  en 
fich  het  hayr  van  den  fel  ven  Edel.  jongen ,  mee 
een  fnuyt-doeck  laten  opbinden  •  maer  fich  be- 
denckende,  trock  defelve  wederom  van  denoo- 
een  af,  en  nemende  het  Kruys- beeldt  weder  inde 
handt ,  keerde  fich  naer  het  volck ,  en  feyde  tegen 
hetfelve  indeLatijnfche  tale:  Ghy  lieden  die  bier 
tegenwoordig))  qjt ,  en  mijn  ellenden  aenfehouwt ,  /pie- 
pelt u ,  en  neemt  een  voor-beeldt  oen  my  :  bemindt 
Godt ,  en  fijne  Majefieyt  ,  qjt  hem 

trouw  en  toegedaen ,  wacht  u ,  en  onthoudt  u  van  de 
voddeloofe  en  verdoemde  fiaet-fucbt ,  die  my,  in  dit 
uyterke  verderf  gebracht  beeft.  Vaert  mUbiddct 
tmrnw,  meteen  aendachtige  Requiem  ,  Ic^  gaena 
de  doodt ,  en  falby  Godt  u  voor-fpraecl^ijn ,  adjeu, 
adieu ,  vaert  wel ,  vaert  wel. 

Hier  mede  liethy  fich  ten  tweede  mael  de  oo- 
gen  verblinden  ,  en  knielde  neder,  roepende  ge- 
duerieh  lefus  Maria,  tot  dat  hem  de  Scharp- 
icchter  de  flagh  gaf ,  die  te  ver  naer  het  lijf 
ctngh  ,  waer  door  hy,  diep  verwondt  zijnde, 
fijne  handt  oprichte,  en  riep  ,  lefus  mijn  hoop, 
hy  aen  het  vallen  lijnde,  rechte  fich  weder  op, 
roepende  Jefus  ceduerighlijck  aen ,  waer  op  hy 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Nabasti,Zerinï,  enF&ANG» ani'.  571 

vien  tweeden  flagh  ontfangen  heeft ,  die  hem  het 
chooft  van  het  lichaem  nam ,  fommige  willen , 
3idat  hy  drie  flagen  fou  ontfangen  hebben ,  maer 
J&et  eerfte  fchijnt  het  geloofweerdighfte  te  zijn. 
vOver  defe  twee  feylen  van  den  Scherprechter , 
r  ontftondt  groote  fchrick ,  die  oock  daer  over  valt 
gefet  is  geworden.    De  lichamen  en  hoofden 
zijn  het  volck  een  wijl  ten  toon  eeftelt ,  en  daer 
na ,  veder  onder  fijn  farck ,  op  net  Kerck-hof 
van  den  Domkerck,  met  een  ltatelijck  gevolgh 
van  krijghs-lieden  en  Heeren  >  begraven. 


£   Y   N   D  £• 


Tot  Dordrecht, 

 <_  —  ■  ta.  

Gedruckt  by  Nicolaes  de  Vries, 
wonende  in  de  Nieuw-ftraet,  by  de 
Lacijnfche  School.  1672. 

mmnnmmm 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4 


 B 


Early  European  Books,  Copyright©  201  1  ProQuest  LLC. 

Images  reproduced  by  courtesy  of  Koninklijke  Bibliotheek,  Den  Haag. 

30  K  4