Skip to main content

Full text of "Verzameling van kronyken, charters en oorkonden betrekkelijk de stad en meijerij van 's Hertogenbosch. 1 deel"

See other formats


This  is  a  digital  copy  of  a  book  that  was  preserved  for  generations  on  library  shelves  bef  ore  it  was  carefully  scanned  by  Google  as  part  of  a  project 
to  make  the  world's  books  discoverable  online. 

It  has  survived  long  enough  for  the  copyright  to  expire  and  the  book  to  enter  the  public  domain.  A  public  domain  book  is  one  that  was  never  subject 
to  copyright  or  whose  legal  copyright  term  has  expired.  Whether  a  book  is  in  the  public  domain  may  vary  country  to  country.  Public  domain  books 
are  our  gateways  to  the  past,  representing  a  wealth  of  history,  culture  and  knowledge  that 's  often  difficult  to  discover. 

Marks,  notations  and  other  marginalia  present  in  the  original  volume  will  appear  in  this  file  -  a  reminder  of  this  book's  long  journey  from  the 
publisher  to  a  library  and  finally  to  you. 

Usage  guidelines 

Google  is  proud  to  partner  with  libraries  to  digitize  public  domain  materials  and  make  them  widely  accessible.  Public  domain  books  belong  to  the 
public  and  we  are  merely  their  custodians.  Nevertheless,  this  work  is  expensive,  so  in  order  to  keep  providing  this  resource,  we  have  taken  steps  to 
prevent  abuse  by  commercial  parties,  including  placing  technical  restrictions  on  automated  querying. 

We  also  ask  that  you: 

+  Make  non-commercial  use  of  the  files  We  designed  Google  Book  Search  for  use  by  individuals,  and  we  request  that  you  use  these  files  for 
personal,  non-commercial  purposes. 

+  Refrainfrom  automated  querying  Do  not  send  automated  queries  of  any  sort  to  Google's  system:  If  you  are  conducting  research  on  machine 
translation,  optical  character  recognition  or  other  areas  where  access  to  a  large  amount  of  text  is  helpful,  please  contact  us.  We  encourage  the 
use  of  public  domain  materials  for  these  purposes  and  may  be  able  to  help. 

+  Maintain  attribution  The  Google  "watermark"  you  see  on  each  file  is  essential  for  informing  people  about  this  project  and  helping  them  find 
additional  materials  through  Google  Book  Search.  Please  do  not  remove  it. 

+  Keep  it  legal  Whatever  your  use,  remember  that  you  are  responsible  for  ensuring  that  what  you  are  doing  is  legal.  Do  not  assume  that  just 
because  we  believe  a  book  is  in  the  public  domain  for  users  in  the  United  States,  that  the  work  is  also  in  the  public  domain  for  users  in  other 
countries.  Whether  a  book  is  still  in  copyright  varies  from  country  to  country,  and  we  can't  offer  guidance  on  whether  any  specific  use  of 
any  specific  book  is  allowed.  Please  do  not  assume  that  a  book's  appearance  in  Google  Book  Search  means  it  can  be  used  in  any  manner 
any  where  in  the  world.  Copyright  infringement  liability  can  be  quite  severe. 

About  Google  Book  Search 

Google's  mission  is  to  organize  the  world's  Information  and  to  make  it  universally  accessible  and  useful.  Google  Book  Search  helps  readers 
discover  the  world's  books  while  helping  authors  and  publishers  reach  new  audiences.  You  can  search  through  the  full  text  of  this  book  on  the  web 


at|http  :  //books  .  google  .  com/ 


ÜNIYEIWITT 


Digitized 


by  Google 


Digitized 


by  Google 


Digitized  by 


Google 


VfiRZAUËLIi\(J 

VAM 


•StnttCKELflK 


DE  ST4D  Eli  HBIIERU 


^8  Mtertogenbosch^ 


-f 


SftERT0GE7«eOSCn, 
P.    ««Tan  VI  9. 


Digitized  by  VjO( 


Digitized 


by  Google 


VBRIAIELIN6 


IRONYKBN,  CHARTERS  M  OORKONDEN 


DE  STAD  EN  HEUERU  VAN  '8  HIRT0GE1IB08GH. 


Digitized 


by  Google 


Digitized 


by  Google 


VRRIAHKIING 


umm,  mmm  m  oomoien 


BBTEBK.KBL1JK    UK 


STAD  EN  I8U8RU  VAN  'SHRftTOfiRNBOSCH, 


3MX)R 


Db.  e.  R.  HERMANS. 


Mti^tgcimi  ^00r  \^  ftnmmi  #fitMt«(l^  san  Awtitrn  rn 


EewBie  MBe^9. 


Eoj?jL 


'sHERTOGENBOSCH.     P.  STOKVIS. 

1848. 


Digitized 


by  Google 


Digitized  by 


Google 


IJ 


/4S  a-Pt 
/.7 


INLEIDING. 


Weinjj^y  zeer  weinig  is  wegens  de  schrijrers  der  kro- 
nyken  bekend,  wier  oordeelkuiidige  uitgave  den  leden  van 
het  Noord-Brabandsch  fienooUchap  wordt  aangeboden.  Dit 
weinige,  bg  een  over»gt  der  gebezigde  bandscbriften,  zal 
den  inhoud  uitmaken  dezer  inleiding. 

I.     Aellierta»  Caperiiias* 

Volgens  zigne  eigene  getuigenis  in  A^,prologe  zijner  kro- 

nyk  was  Albertus  Cuperinus  te  's  Hertdgenbosch  geboren, 

was  in  de  Latijusche  taal  bedreven,  blijkens  de  door  hem 

gebezigde  werken,  en  daar  hij  zich  hruêder  noemt,  zoo 

geloof  ik  2  dat  big  Minderbroeder  of  ten  minste  een  kloos» 

tergeestelgke  zal  geweest  zijo.    Dat  bij  bij  bet  zamenstel- 

len  dezer  kronyk  met  oordeel,  te  werk  ging,  blijkt  almede 

uit  de  prologe,  als  waarin  bij  zijne  bronnen  tot  waai^ 

borg  aanvoert    De  dooc  bem  aangehaalde  kronyken  van 

Mr.  Peter  van  Os  en  BIr.  Willem  Mooi  zijn  thans  nog 

voorhanden,  en  zullen  in  deze  Ferzameling  van  Krom/^ 

ken  plaats  krijgen;  maar  de  kropyk  van  Adiïaan  de  Ruy- 

ter  is  tot.  du9  v^r  gphepl  oivbel^pnjl.     ,,     ,f    .  ^  i-    - 
C.  ^  ■     '   '    .  j^^ 


/At^'l^ 


Digitized 


by  Google 


II.  INLEIDING. 

Van  Guperinus  kronyk  bestaan  menigTuldige  afschrif- 
ten, cenige  van  welke  wij  beschreven  of  opgegeven  heb- 
ben in  het  Getchiedk,  Mengelw.  over  Noord-Brahandj 
dl.  I,  blz.  193  —  201.  De  navolgende  zijn  bij  het  ter 
perse  leggen  dezer  kronyk  door  ons  geraadpleegd  en  met 
elkander  vergeleken,  gelyk  in  de  aanteekeningen  aan  den 
voet  der  bladzijden  blijken  kan.  Op  het  voorbeeld  van 
andere  oordeelkundige  uitgevers  is  elk  afschrift  met  de 
eerste  letter  van  den  naam  des  bezitters  aangeduid,  op 
deze  wijze; 

V.  De  heer  Fred.  Verachter,  oud-bibliothecaris,  thans 
archivarius  der  stad  Antwerpen,  van  wien  ik  zgo  etem* 
plaar  in  1840  op  ëéne  zeei'  Hnerpligtende  wijze  ten  ge- 
schenke mogt  ontvtUigen,  ëtf  dat  ïesCètiid  is  om  ter  eeni- 
niger  tijd  de  boekerij  vaü  bèt  Genootschdp  te  versieren. 

B.  Het  tweede  handschrift  berust  in  de  boekerij  van 
den  hoog  welgeboren  heer  baron  R.  van  Breugel,  staats- 
raad ,  te  \  Gf avenhage, 

G.  Een  gebrekkig  en  onvolledig  afschrift,  voor  kor- 
ten tijd  door  het  Genootschap  aangekocht. 

W.  Deze  kronyk  is  mij  gedienstig  ten  gebruike  toege- 
staan door  den  beritter,  den  heer  H.  de  Wijs,  oud -lid 
der  gedeputeerde  staten  van  dit  gewest,  die  dezelve  ia 
1836  bij  koop  verkregen  had  uit  de  nalatenschap  van 
den  heer  F.  X.  Loutermans,  in  wiens  verzameling  zij  ins- 
gelijks bij  koop  was  gekomen  uit  At  nalatenschap  van 
den  Meijerijschen  historieschrijver  Mr.  J.  H.  van  Heurn. 
Uit  eene  bladz.  57  bijgevoegde  aanteekening  van  rjjne 
hand  blijkt,  dat  hij  dezelve  'Werkelijk  bezeten  en  gebruikt 
heeft. 

A.  Het  afschrift  k,  ts  mij  t)p  eené  even  zoo  vëipli^ 
tende  wjjse  terguod  doot  dèb  heet  Hr.  J.  Ackeradyck, 


Digitized 


by  Google 


IKtKlDING.  lU. 

hoogleeraar  te  Utrecht,  hem  aangekomea  uit  de  nalatea- 
schap  yan  zijneo  vader,  den  heer  Mr.  W.  C.  Ackersdjck. 

V.  In  1838  kocht  de  bibliotheek -commissie  des  Ge- 
nootschaps  eeoen  HjvigeQ  codex  aan  op  de  boek  ver  koo- 
ping  van  den  heer  C.  S.  Flament,  in  leven  bibliotheca- 
ris der  koniokKjke  boekerij  te  ^sGravenhage  (1),  die  den- 
zelven  verkregen  had  uit  de  verzameling  van  den  Lea- 
venschen  rector  magnificus  J.  F.  van  den  Velde,  op  wiens 
Catalogue  des  Livres  rares  et  prédeux  [Gandy  1832) 
hij  t.  II,  pag.  703,  n".  15317,  gemeld  wordt. 

Beschouwen  wrj  thans  elk  handschrift  uit  een  biblio- 
graphisch  oogpunt  en  beoordeelen  wij  de  betrekkelijke 
waarde  van  allen. 

Handeehrife  V.  Wt  handschrift,  in  een'  perkamenten 
band  gebonden ,  is  op  schrijfpapier  in  quarto  met  eene 
dnidelijke  en  goed  leesbare  hand  van  de  zestiende  eeuw 
afgeschreven  en  bevat  69  dubbele,  dus  138  enkele  blad- 
zgden.  Uit  de  uitlatiqgeo  (hiatue)  en  schrgffouten,  voor- 
al in  enkele-  Lat^psche  woorden,  schijnt  het  een  afschrift 
te  zijo,  zoodat  het  eigetihandig  werk  van  Cuperinus  voor 
als  nog  onbekend  is.  Ik  heb  dit  handschrift  tot  grond- 
slag  mijner  vergelijking  genomen  en  ook  laten  afdrukken, 
omdat  hetzelve  het  oudste  was,  als .  blijkbaar  reeds  in 
1565  afgeschreven  9  ea  dus  het  naaste  zal  komen  bij  de 
spelling  van  Cuperinus^  die  in  de  overige  copiën  merke- 
lijk vei^schik;  ook  omdat  vele  kleinere  bijzonderheden  hier 
omstandiger. beschreven  zijn  dan  in  de  overigen,  zoo  als 
men  in  de  aanteekeningen  op  den  tekst  hier  en  daar  zal 
aangemerkt  vinden.  Uit  enkele  bijzonderheden,  die  in 
geen  ander  afschrift  voorkomen,  zou  men  mogen  vermoe- 

(i)    Op  dient  caUlo(Ut  {*iffa^e,  183S)  voorkomendo  op  bladt.  184, 


Digitized 


by  Google 


TT.  INLltIDIir«, 

deo,  dat  de  afschrijver  zich  Dtet  uitsluitend  bij  het  co- 
piëreD  bepaald,  maar  er  die  bij  eigeoe  bevinding  bgge- 
voegd  heeft. 

Achter  deze  kronyk  volgt  fol.  70  —  79  met  dezelfde 
hand:  Die  Chronycke  vander  êtat  van  Antwerpen^  int 
corte  van  Brabante  [sic]  it/den  off  tot  keiter  Carolus 
die  vyfHe,     Op  het  schutblad  staat  deze 

fiOEDKEÜRIMHE. 

»Z>^  Chronycke  tal  mogen  gedrucht  worden:  en.  .aA- 
hoewel  het  veele  eaeken  beheUt,  die  in  andere  wgtloo^ 
piger  verhaelt  worden  y  daer  êyn  sommige  dingen  in  9 
de  welche  in  andere  niet  beschreven  syn, 

»iS.  7*.  ei  J,  ü.  L,  pastor  hegg.  Antv.,  lib.  eens.*' 

Welke  goedkeuring  alleen  sch^nt  te  slaan  op  de  Ant- 
werpsche  kronyk,  die,  zoo  ver  ik  weet,  nimmer  gedrukt  is. 
Handschrift  B.  Het  afschrift  van  den  baron  Tan 
Breugel,  mede  in  een^  perkamenten  band  gebonden  en  op 
quarto  schrijfpapier  afgeschreven,  bevat  106  dubbele  of 
212  enkele  vol  geschrevene  bladzijden,  waar  achter  nog 
wel  even  zoo  veel  wit  papier  gebleven  is.  Tot  fol.  81 
vso.  is  het  werk  door  ééne  hand,  mede  uit  de  zestiende 
eeuw,  gecopieerd,  terwijl  het  volgende  van  het  jaar  1568 
en  1559  (zie  bladz.  141  — 143  der  afgedrukte  kronyk) 
van  eene  andere  hand  is.  Hierop  volgt  eene  naamsop-' 
gave  der  schepenen  van  's  Hertogenbosch  van  1559  tot 
1629,  met  geschiedkundige  aanteekeningen  wegens  het  be- 
noemen van  die  ambtenaren,  doorvlochten  met  eenige  be- 
rigten,  welke  wij  bladz.  143 — 150  hebben  doen  afdruk* 


Digitized 


by  Google 


I1II.BIDIH«.  y, 

ken.  Op  hét  eerste  fol.  heeft  R.  vao  Brouchoven  zijnen 
naam  eigenhandig  geteekend. 

Zoo  wij  de  handschriften  V.  en  B.  vergelijken,  zien 
wg»  dat  de  titel,  hg  Y.  Toorkomende,  bg  B.  is  wegge- 
laten, dat  beide  overigens  nagenoeg  dezelfde  zijn,  doch 
dat  B.  soms  in  eene  andere  orde  de  berigten  vermeldt, 
als  die  bij  Y.  voorkomen. 

Dit  handschrift  is  ons  van  zeer  veel  dienst  geweest, 
om  den  hier  en  daar  bedorven  tekst  van  Y.  te  verbete- 
ren en  er  uit  aan  te  vullen,  wat  daar  ontbrak.  Uit  dien 
koofde  zgn  beide  copiën  doorloopend  vergeleken,  en  wat 
bi}  B.  vollediger  of  naauwkeuriger  voorkwam,  is  er  uit 
ingevuld  en  in  de  aanteekeningen  opgegeven.  Yerschil- 
lende  spellijogen  zijn  echter  over  het  hoofd  gezien,  tenzij 
de  historische  kritiek  er  de  aanteekening  van  vorderde. 

Handschrift  <*•   Deze  copie  voert  den  volgenden  titel: 

F'afU  hegin  der  Fundatie ^  1184.  Beechryvinge  der 
Stadt  e*  Hertogenhoeeehe  en,  wanneer  die  gejnndeert  ie 
tnet  hare  kerehen,  kapellen^  clooeteren  en,  godtehuyeen^ 
900  van  mannen  ale  vrouwen;  oock  hoe  die  etadt  ge- 
deylt  wordt  in  negen  bloeken  oft  wyken$  noch  van  alle 
prelaten  ende  prelatereeen^  clooeteren^  steden  en,  dor- 
pen, residerende  onder  die  voors.  stadt  $  noch  vande 
quantiteyt  'en.  grootte  van  loopensaten^  vatsaten,  mud- 
seUen^  bunderen,  sylleny  mergens;  oock  vande  grootte 
van  haere  moeten,  soó  wel  binnen  der  stadt  als  in 
haere  meyerye;  vanden  penningen  in  der  heeren  chyns- 
boeeken  begrepen  en.  vande  brette  van  alle  hare  wegen 
en  paden;  mitsgaders  van  alle  hertogen  en,  hertogin- 
nen by  name  en.  toename,  van  haere  afcompste,  wat 
privilegiën,  charten  en.  ordonnanfien  elck  heeft  gege- 
ven die  vanden  Bossche,  wat  sy  voor  ridderen,  o-fficier 


Digitized 


by  Google 


▼I.  iH&siomo. 

ren  en  magistraten  al  hebben  gehadiy  ooeh  by  namen 
en.  toenamen  geinsereert;  mitegadere  van  alle  geeekie- 
denieeen  van  dien,  beginnende  van  hertogh  Bendriek, 
eoone  van  zaliger  hertogh  Godeoaert  ^  tyden  aff^  ini 
iaer  one  Heeren  1184  tot  den  iaere  toe^  dat  den  les- 
ten troebel  binnen  der  voore.  etadt  was;  met  grooie 
neersticheyt  by  een  vergadert  en.  seer  profitelye  en. 
vermakelyckf  om  te  leeen. 

Deze  copie  is  met  eene  onduidelijke  hemd  op  het  laatoc 
der  zestiende  eenw  geschreven,  en  bevat  88  bladz.  ïd 
quarto,  loopende  van  de  stichting  der  stad  tot  aan  het 
jaar  1516.  Daar  in  den  titel  echter  gezegd  wordt,  dat 
zij  gaat  tot  den  laatsten  troebel  binnen  'sHertogenbosch, 
en  dus  tot  1579,  zoo  zijn  van  deze  copie  denkelijk  een 
paar  caternes  óf  vefloi*en  óf  zij  is  niet  verder  afgeschre- 
ven. Het  eerste  caterne  eindigt  met  het  jaar  1248  en 
het  daaropvolgende  begint  met  het  jaar  1326,  een  klaar 
bewijs,  dat  hier  een  gedeelte  weggeraakt  is.  Wij  hebbeD 
zeer  weinig  gebruik  gemaakt  van  dit  door  watervlakken 
en  uitscheuringen  deerlijk  gehavend  manuscript,  en  het 
voornamelijk  dan  geraadpleegd  en  aangehaald,  als  de  an- 
dere exemplaren  ons  in  verlegenheid  lieten.  De  opgave 
der  oude  mannen-  en  vrouwenhuizen  en  het  aantal  der 
daarin  verpleegden  verschilt  nog  al  van  de  overige  co- 
piën  van  Cuperinus,  en  zou  met  vrucht  kunnen  worden 
vergeleken  door  iemand ,  die  eene  volledige  béschrijviog 
dier  instellingen  wilde  geven. 

Handschrift  W.  Men  heeft  tot  dus  ver  niet  geweten, 
dat  de  kronyken  G. ,  W.,  A.  en  F.  de  vermeerderde  en 
vervolgde  jaarboeken  waren  van  Albertus  Cuperinus.  Door 
vergelijking  is  mij  dit  echter  thans  boven  alle  bedenking 
gebleken.   Ten  einde  Cuperinus  buiten  vreemde  inmenging 


Digitized 


by  Google 


te  houdea  es  lev.eos  ciaca  te  verwaarloozeOy  wat  de  af- 
schrijvers er  ia  gevtoohteo  babben,  zija  bladz.  150  toC 
269  de  toevoagsds  medegedeeld,  voorkomeDde  'm  het 
faandschiift  vao  den  beer.  De  Wijs,  doorloopend  ver^l^ 
ken  met  dat  vaa  den  heer  Ackersdijck,  Iwèe  oopiiën,  welke 
Hmar  zeer  weinig  van  elkander  verschillen  en  dus  als 
dochters  van  deselfde  moeder  te  besebouwen  zgn.  DeM 
toevoegsels  verhoogen  zeker  de  waarde  van  Cuperinos  ge^ 
schiedwerk,  terwijl  het  vervolg,  loopende  van  15W  tot 
1579  van  des  te  meer  belang  is  te  achteo,  omdat  d^ 
merkwaardige  gebeurtenissen  van  die  wneUge  dagen  door 
een'  ooggetuige  worden  medegedeeld. 

Dit  blijkt  uit  de  woorden »  waarmede  hij  aldus  agne 
kronyk  eiodigt:  »Soe  die  oorloghe  met  baer  [den  vrede 
iran  Keulen]  noch  nyet  op  en  hout,  macbmeo  daer  afi 
vorder  scbryven  byden  gheenen  daer  aff  kennisse  hëfae* 
bende/'     (Zie  kronyk  bladz.  352.) 

Wie  de  krooyk  van  Cnperinus  vervolgd  heeft,  bleef 
mi)  onbekend.  Zijne  vrgmoedigbdul ,  gematigdheid  ea 
waarheidsliefde  blijkt  uit  elke  bladzijde.  Aan  deze  ka*^ 
raktertrekken  des  onbekoiden  mans  hebben  wi}  eene  me* 
nigte  plakaten ,  pubUoatiën ,  ja  zelfs  sohimpdichijes  te 
danken,  die  zonder  hem  zeker  waren  verloren  gègaao. 
Be  schrgver  was  blijkbaar  zeer  ingenomen  met  de  tegen- 
kantingen, waaraan  Philips  II  en  zijn  bestuur  ten  dod 
stond,  doch  of  hij  ook  overbelde  tot  de  Hervormde  ge»> 
loofsleer  blijkt  niet,  wel,  dat  bij  zeer  gematigd  omtrent 
de  denkwijze  van  anderen  was,  en  onderscheidt  zich  b]^ 
20O  gunstig  boven  velen  zijoer  tgdgenooten,  die  Gode 
meenden  te  behagen,  met  htmne  in  staats*  en  keik-b^ 
stnar  anders  denkende  medeburgers  te  vuur  en  te  zwaard 
te  vervolgen,  ea  dezelve  met  de  donkerste  kleuren  in 


Digitized 


by  Google 


TIU.  INLKlDIIfG. 

hnnne  schriften  af  te  malen,  zoo  als  zd6  in  deae  F%r* 
sameling  van  Kranyken  maar  al  te  aeer  blaken  sal. 

Omtrent  den  afschrijver  bleef  ons  ondersoek  eveneens 
vmchteloos;  want  dat  de  schrijver  tevens  de  afechrijver 
zoa  wezen,  is  niet  te  denken,  zoo  om  het  nette  van  bet 
schrift,  als  om  de  geiliustreerde  voorletters,  waarmede 
de  aanvang  van  de  meeste  geschiedenissen  der  ondó^ 
scheiden  hertogen  versierd  zijn.  Deze  voorletters  toonen 
inderdaad,  dat  de  copiïst  het  ver  in  de  calligraphie  of 
penndLimst  gebragt  had,  en  deze  kronyk  is  als  gedenk- 
stuk van  die  meer  en  meer  verouderde  kunst  goud  waard. 

Dit  afschrift  eindelijk  bevat  168  bladen  of  336  bkd« 
zgden  in  folio  schrijfpapier.  Folio  1  —  5  behelst  eene 
korte  stads -bescht^ ving;  vervolgens  folio  6  — 137  de 
kronyk  van  Cnperinus  met  invoegseb  en  eindelgk  folio 
188  — 168  het  vervolg  der  kronyk,  zgnde  het  hand* 
schrift  in  zeer  goeden  staat  en  in  perkament  gebonden. 

Handsehrift  A.  De  copie  van  den  heer  Ackersdyck 
bevat  78  bladen  in  fol.  schrijfpapier,  in  een^  halven  per- 
kamenten band  gebonden,  met  eene  goed  leesbare  en  dui- 
delijke hand  geschreven,  doch  de  copiïst  volgt  eene  ge- 
heel eigendunkelijke  slechte  spelling,  en  schroomt  niet 
verscheidene  plakaten,  en  onderscheidene  bijzonderhedefi 
wegens  de  godsdienstwoelingen  te  verminken  of  geheel 
weg  te  laten.  De  heer  Ackersdyck  is  van  oordeel,  dat 
een  Katholgk  dit  afschrift  gemaakt  heeft.  Ik  voeg  er  bij, 
.  dat  hij  een  ongeletterd  man  was,  die  zelfs  geen  tien  re- 
gels redekunstig  wist  te  boek  te  stellen.  Die  zich  daar- 
van wil  overtuigen,  sla  slechts  bladz.  353  dezer  krony- 
ken  na,  of  hij  leze  den  titel,  van  den  volgeoden  inhoud: 

Copjfê  van  begynen  der  Fendatye^  1184.  Betphrjf 
vengê  vandêr  Siadt  van  ShartQgenhoê$ehe  ende  wanner 


Digitized 


by  Google 


INLKIDING.  IX. 

dgê  gefondtrt  U  met  hare  kercken,  capeUmty  cloeHeren 
ende  godUkHffeen,  eoê  pan  mannen  ende  vrouioén;  oiek 
hoe  die  êtadt  gedeelt  word  in  negen  blocken  ofte  wyo- 
kên^  naek  van  alle  prelaten  ende  prelatereeny  claete- 
fnan,  êieden  ende  dorpen^  reeenderende .  onder  die  voere. 
stadt;  noch  vonder  qualyentyt  ende  grot  te  vande  lopenr 
saten,  vaeteaeteny  nuuUaeten,  hoenderen ^  eyllen^  mer- 
ffene^  oik  vande  groote  van  hare  maeteny  eoe  wel  kynr 
nen  der  etadt  alt  in  hare  meyerye;  vander  pennyngan 
in  die  heeren  ehynehoeeken  begrepen^  ende  vande  breete 
^9an'  allen   hare   wegen   ende  paden;  mytegadere  van 
alle  hertogen  ende  hertogynnen,  by  name  ende  toenor 
ffié,  van  hare  affeomete,  wat  premUeyenj  eharten  ende 
mdenaneyen  elek  heft  gegeven  die  vanden  Boeeehe^  wat 
sy  voor  rydderty  ojffyeyeren  ende  magyetraten  al  heb- 
hen gehaty  ouJt  by  namen  ende  toenamen  geyneerert; 
mytegadere  alle  geeehyedenieee  van  dien  begynnede  van 
hertoeh  Handryeky  eone  van  ealiger  hertooh  Godenaert^ 
tyden  af^  int  iaer  ons  Heeren  duyeent  een  hondert  en^ 
de  vier  en  taehtentyeky  toiten  iare  toe^  dat  den  Iseten 
truUkel  bynnen  den  vore.  etadt  was;  met  groote  neer* 
etycheyt  byeenvergadert  ende  eeer  pro/ytelyek  ende  ver* 
maeekelyeken  te  leeen. 

Se  TooriaatBte  bezitter  ^  Mr.  W.  C.  Ackèrsdyck,  lieeft 
in  1780  de  navoIgeDde  aanteekening  er  voor  geplaatst: 

»])e  heer  en  Mr.  J.  H.  van  Heurn  meldt  in  zijne  Bie^ 
torie  der  Stad  en  Meyery  van  *e  Hertegenhoeohy  ge- 
drukt te  Utrecht,  1776,  in  de  voorrede  voor  het  eerste 
deel,  bladz.  xxvi  en  xxvir  het  volgende:  »De  pensiona* 
ris  van  'sHertogenbosch,  Mr.  Antonj  Martini,  heeft  mij 
goedgunstig  op  m^n  verzoek  een  geschreven  Krimyk  van 
de  fundatie  ende  begin  der  Stad  '*e  Hertogenboeeh  ge- 


Digitized 


by  Google 


X.  IMLBIOIHC. 

leend.  Zij  begiet  met  den  oonproog  dier  .stad  en  «n-* 
digt  met  het  jaar  1570.  Bg  ondersoek  denselver,  is  un^ 
die  getronw  voorgdLomen;  veele  zaaken,  die  ik  Boch  in 
Mollii  Aimales,  noch  in  de  andere  kroojk,"  te  weet^, 
daar  hij  evea  te  voren  van  gesproken  had,  nrinde,  heb 
ik  er  in  ontdekt."  Deze  kronyk  wordt  in  zijn  werk  ook 
zeer,  dik  wijk  aangehaald.  Uit  stukken ,  mij  door  den  heer 
pensionaris  nit  deze  zgn  kronyk  medegedeeld  en  voor  m$ 
uitgeschreven,  is  mij  gebleeken,  dat  die  dezelfiie  ais  deeee 
volgende  is,  en  dat  zij  zeer  wijnig  verschillen:  dus  mcia* 
gen  de  woorden  van  deo  beer  Tan  Heum  tot  lof  denel«> 
▼er,  hier  boven  aaiigebaald,  ook  op  deeze  worden  toe» 
gepast.  Dat  dit  afichrift  ook  slechts  een  naschrift  zg, 
blgkt  uit  de  woorden  Coptfe  nmn  hegynne  der  Funia^ 
#ya,  1184,  welke  op  den  tjtel  staan;  het  is  na  den 
jaase  1629  geschreeven,  naardien  de  afschrijver  op  blz. 
78  met  dezelve  band  en  inkt  een  verbaal  van  het  ovei^ 
gaan  der  stad  in  dat  jaar  geplaatst  beeft,  doch  uit  de 
wijze  van  verhaal  eo  de  spreekmanieren  schijnt  nv%  toe, 
dat  zulks  kort  na  dien  tgd  gesdiied  zi);  ook  kan  men 
er  uit  op  maaken,  dat  het  den  schrgver  niet  aangenaam 
was,  dat  de  stad  ingenomen  was,  alzo  hij  dit  met  eene 
bitsheid  tegen  de  Staatse  en  genegenheid  yoor  'sKonings 
zijde  voortbrengt  en  er  op  \  eind  bijvoegt:  v^God  be- 
teriT'  en  dat  hij  dus  een  Roomsch  Catholijke  en  Spaans- 
gezinde  geweest  zg.  Dit  stuk  werd  in  den  jaare  1723 
bezeeten  bij  eenen  J,  B.  van  laffoirden,  zo  als  uit  óen 
tytel  bl^t,  en  dezelve  Yan  Aaffoirden  was  dijkachi^ver 
te  Empel,  zo  als  uit  bladz.  81  omgesL  te  zien  is.  floe 
het  verder  met  hetzelve  vergaan  zij,  weet  ik  niet,  dech 
laatstelijk  was  bet  in  handen  van  den  heer  Corneli||^ 
Wgs,  koopman  in  wgaen'  en  blokmeeMer  van  den  blok 


Digitized 


by  Google 


IKLIII^IlfC.  XI. 

van  de  markt  te  's  Hertogeobosch ,  die  het  aan  nqnen 
▼ader  aanbood,  welke  het  aaDDam  en  kort  daar  na  aan 
mg  gaf.'' 

HanJbekrift  9.  Jatftboekm  van  '^Baseh,  698-1594, 
zoo  ak  met  gouden  letters  op  den  roggeband  staat  van 
liet  handschrift  van  Flament,  waarvan  wij  reeds  in  hel 
Geschiedkundig  Mengelwerk  over  Noord -Br aband,  dl. 
I,  bladz«  197,  198,  gesprok^  hebben. 

De  geleerde  Benedictöo^  monniken  Martène  en  Durand 
Tonden  op  honne  tweede  wetenschappdiijke  reis  door  Bel* 
gie  in  1716,  in  de  abtdg  van  Tongerlo,  belangrgke  hand- 
schriften, waaronder  bgzonderlgk  eene  historie  van  's  Her- 
togenboBch  hanne  aandacht  tot  zich  trok  (1).  Wat  van 
dit  werk,  bi}  het  opheffen  dier  abtdij  geworden  is,  vind 
tk  niet  vermeld.  Denkeb^  is  deze  kronyk  in  de  rfke 
bibliotheek  van  den  heer  Van  de  Telde  gdkomen.  In  dit 
geval  is  het  Tongerlosefae  afschrift  thans  het  eigendom 
van  de  Provinciale  Bibliotheek,  door  het  Genootschap  op 
de  boekverkooping  van  den  heer  Elament  aangekocht,  zoo 
als  w^  boven  berigtten. 

Bg  éene  naauwkeurige  vergelijking  dezer  jaarboeken 
met  de  kronyk  van  den  heer  De  Wijs,  bleek  het  ons, 
dat  dezdve  niets  meer  zijn  dan  eene  copie  van  die  kro- 
nyk. Men  heeft  boven  aan  elke  bladzijde  jaartallen  ge- 
schreven, en  daaronder  gebragt,  hetgeen  de  kronyk  op 
elk  jaar  opgaf:  hierdoor  is  dit  afschrift  raim  voor  de  belft 
in  blanco  gebleven.  Men  heeft  dit  afschrift  aldus  inge- 
rigt,  om  er  bijzonderheden  van  elders  in  over  te  boeken, 
die  er  menigvuldig  in  voorkomen,  en  dit  afschrift  daar- 
om in  ons  oog  «mschatbaar  maken,  omdat  het  mg  niet 

0g-  ColkciioH  de  Chroniques  belges  inèdites,  1836,  t.  I,  pag.  S5  de 
l^iatroduciioB. 


Digitized 


by  Google 


XU.  HfLllDIHG. 

is  voorgekomen,  dat  daarvan  elders  gebruik  is  gemaakt. 
De  berigten  bijv.  wegens  het  oproer  te  *s  fiertogenbosch 
in  1476  z^n  zoo  uitvoerig  beschreven,  dat  het  verhaal 
van  dien  opstand  bg  Tan  flenm  geboekt  (1)^  daaruit 
een  nieuw  Hcht  verkrggt,  gelgk  de  lezer  zien  kan  in 
het  Vijf^en-tvnntigjarig  Kronykje^  dat  in  voornoemd 
Mengelwerk^ a,  I,  bladz.  201  —  234,  met  eene  Neder- 
duitsche  vertaling  is  afgedrukt.  Enkele  charters  in  zgn 
geheel  geplaatst,  bevelen  dit  handscfarift  verder  aan.  De 
overige  inlasscfaingen  hebben  meestal  betrekking  op  het 
stichten  van  kloosters  en  godshuizen  en  leveren  welligt 
nog  nieuwe  bouwstoffen  voor  deze,  het  Christendom  ken- 
merkende inrigtingen.  Deze  echter  zgu  letterlijk  afge- 
schreven uit  handschriften,  welke  het  Genootschap  in 
het  vervolg  zal  uitgeven,  vocMral  uit  de  Annalia  Civir 
tatie  Buêcoduoeneie  ah  exordio  eivitatie  ueque  ad  on- 
nutn  1550.  Doch  van  grootspraak  mag  men  den  bezit- 
ter niet  vrij  spreken,  die  heeft  kunnen  goedvinden,  om 
op  den  rug  des  bands  in  gulden  letters  te  doen  plaat- 
sen, dat  deze  jaarboeken  met  het  jaar  698  aanvangen: 
alles  toch  wat  vóöi  de  stichting  van  ^s  Hertogenbosch 
(1184?)  is  geboekt,  is  uit  gedrukte  werken  overgenomen 
en  bevat  nog  geene  halve  bladzijde.  Ook  mag 'den  af- 
schr^ver  niet  vergeven  worden,  dat  hij  den  tekst  hier  en 
daar  verminkt  heeft.  Aan  onbekendheid  met  de  zoo  nuttige 
penningkunde  moet  men  het  toeschreven,  dat  de  a&chrij- 
ver  de  evaluatiën  der  gangbare  penningen,  onder  Karel 
den  stoute  en  Maximiliaan  vastgesteld,  heeft  overgesla- 
gen, zoo  dezelve  althans  voorkwamen  in  het  handschrift, 
dat  hij  nageschreven  heeft.  Deze  evaluatiën  komen  in 
het  afschrift  van  den  heer  De  Wgs  voor.     De  penning- 

(1)    HisioriB  der  Stad  en  Heyenj ,  dl.  I,  bladx.  365,  306. 


Digitized 


by  Google 


UfLKIDING.  XIII. 

kundige  Heylen  heeft  daarvan  in  zijne  prijsverhandeling 
over  de  Nederlandsche  munten  en  muntplaatsen  (1)  een 
nuttig  gebruik  gemaakt.  Hij  vond  die  in  het  Kronyhje 
van  ^ê  Hertogenhosch  van  de  jaren  1312  — 1517,  voor 
eenigen  t^d  uitgegeven  door  den  heer  Willems  (2)  naar 
het  afschrift,  dat  Heylen  daarvan  in  1785  gemaakt  had, 
doch  daar  hij  die  evaluatiën  reeds  in  een  kwarto  boek 
had  afgeschreven,  verwijst  hij  den  lezer  derwaarts.  Hier- 
door was  het  aan  den  heer  Willems  ondoenlijk,  die  stuk- 
ken tevens  in  het  licht  te  geven,  gel^k  wij  in  deze  kro* 
nyken  gedaan  hebben. 

Bg  den  afdruk  van  Guperinus  kronyk  behoefden  wij 
zeer  zelden  onze  toevlugt  te  nemen  tot  het  afschrift  van 
Flament,  terwijl  voor  de  vervolgde  kronyk  de  dienst  lut- 
tel was.  Het  weinige,  wat  wg  meenden  over  te  moeten 
nemen,  komt  bladz.  354  —  895  voor:  de  overige  brok- 
stukken zullen  vergeleken  worden  bij  de  uitgave  der  kro- 
nyken  waaruit  die  genomen  zijn. 

Hiermede  meen  ik  genoeg  gezegd  te  hebben,  zoo  wel 
wegens  den  schrijver  en  zgne  vermeerderaars,  als  wegens 
de  door  mg  gebezigde  kronyken.  Mogten  in  de  menig- 
vuldige copiën,  welke  van  dat  geschiedwerk  in  openbare 
boekergen  en  onder  partikulieren  berustende,  meldings- 
waardige  aanteekeningen  of  verbeteringen  voorkomen,  die 
der  uitgave  waardig  zgn,  zal  het  bestuur  die,  daarvan 
kennis  krijgende,  gaarne  opnemen  in  de  genootschappe- 
Igke  Handelingen. 

(1)    Geplaatst  in  de  werken  der  Academie  yan  Brussel,  V  dl. 

(9)  Belgisch  Museum  voor  de  Aed.  Tasl-  en  Letterkunde  en  de  6e- 
sd^ieduns  des  raderlande  (Gent,  1889)  m  dl.,  bUdi.  78—93,  OTergo- 
dnikt  in  het  Geschiedk,  Mengelw,,  dl.  I,  blads.  231—294. 


Digitized 


by  Google 


XIT.  mLiiDivr 


II.    Hejrinannii»  Tolelit  ab  Ant-IIiiesde». 

ToeD  ik  in  1842  de  archieven  der  stad  's  Hertogen- 
bosch,  wier  verzorging  de  achtbare  Raad  m^  had  aan* 
vertrouwd,  begon  te  rangschikken,  viel  mijn  oog  op  eenen 
zeer  gehavenden  foliant,  waarvan  de  titel  mijne  belang* 
stelling  opwekte.  Uit  denzelven  bleek  mi),  dat  Mr.  Hey« 
mannus  Yoicht  ab  Aut-Huesden,  licentiaat  in  beide  regten 
en  advokaat-iiscaal  bij  bet  bisschoppelijk  hof  (curia)  van 
's  Hertogenbosch,  dit  werk  geschreven  en  in  1581  plan  bad, 
om  het  te  Breda  uit  te  geven.  Nieuwsgierig  doorliep  ik 
de  opdragt  aan  den,  in  de  geschiedenis  vooral  van  Bre- 
da, bekenden  krijgsman  De  Ilaultepenne,  en  de  voorrede 
aan  den  lezer.  De  opdragt  vond  ik  opgevuld  met  lof^ 
tuitingen  én  op  genoemden  veidoverste  én  op  de  stad 
's  Hertogenbosch.  Tot  beter  verstand  van  zijn  werk  en 
tevens  om  eenige  geschiedkundige  bijzonderbeden,  heb  ik 
het  van  belang  geacht,  om  den  titel,  de  opdragt  en  de 
voorrede  bladz.  511  en  verv.  op  te  nemen. 

Het  werk  zelve  doorbladerende,  vond  ik,  dat  zijn  eer- 
ste deel  van  fol  5  vso.  lot  fol.  136  vso.,  eene  apoioge- 
tiek  der  oude  religie  bevatte.  Hoezeer  dit  gedeelte  niets 
behelsde,  wat  niet  reeds  door  anderen  gezegd  was,  be- 
wonderde ik  editer  de  menigvuldige  aangehaalde  plaat- 
sen, zoo  wel  uit  den  bijbel  als  uit  de  kerkvaders,  daar 
men  toch  hoogst  zeldzaam  eene  dergelijke  belezenheid 
van  gewijde  schrijvers  bij  een'  regtsgeleerde,  bij  een' 
leek  aantreft.  Hij  zelf  schijnt  dan  ook  in  de  praefatio 
met  dit  verdedigingschrift  verlegen  te  zyn,  althans  hjj' 
tracht  zijne  aanmatiging  te  verschoonen. 


Digitized  by 


Google 


INLKIMH6.  XT. 

Moedeloos  had  ik  mgne  oogen  docNr  die  verhandeling 
lateo  gaan,  toen  mijne  belangstelling  bij  het  tweede  deel 
wederom  gaande  gemaakt  werd,  daar  de  scbrijyer  mij  de 
Trucfaten  van  de  nieuwe  religie  niet  theoretisch  maar 
praktisch  zon  aantoonen:  hij  zou  mg  namelijk  bekend 
maken  met  de  gebeurtenissen,  die  van  den  4  October 
1577  tot  den  27  Jalij  1581  te  *s  Hertogenbosch  en  om- 
streken hadden  plaats  gehad.  Zelden  echter  heeft  mg 
het  lezen  van  een  handschrift  zoo  veel  moeite  gekost: 
vooreerst  hinderde  mg  zgn  buitensporig  onverdraagza- 
me toon  tegen  allen»  die  met  hem  in  godsdienst  en 
staatkunde  van  gevoelens  verschillen;  ten  tweede  moest 
ik  eene  menigte  bijbelteksten,  verzen  en  aanhalingen  uit 
dichters  ea  proza -schrijvers  der  oudheid  doorworstelen, 
om  te  weten  te  komen,  wat  Yoicht,  als  ooggetuige,  ge- 
lijk uit  zgne  opdragt  blgkt,  zoo  al  in  de  Hertogsstad 
gezien  bad  op  eenen  tijd  toen  niemand  .vooruit  kon  zien, 
of  zij  zich  vóór  of  tegen  Spanje,  en  dus  vóór  of  tegen 
Rome  veriilaren  zou.  Het  handschrift  zelve  vorderde  de 
grootste  inspanning  om  de  veelvuldige  tttsschenvoegingen^ 
doorhalingen  en  slordig  schrift;  doch  mijne  nieuwsgierig- 
heid noopte  mg,  om  den  iiber  eeeundusj  groot  160  blz. 
in  fol.,  gebed  te  doorlezen. 

De  berigten  door  den  schrgver  geboekt,  kwamen  mg 
belangrijk  genoeg  voor,  om  die  in  deee  p^erzameling 
van  Rrenyken  op  te  nemen.  Hierom  moest  dat  geheele 
geschrift  worden  afgeschreven  en  toen  ruim  de  helft,  als 
geheel  voor  bet  publiek  van  geene  waarde,  worden  af- 
gezonderd. Bij  deze  uit  monstering  is  zorg  gedragen,  dat 
de  geest  des  schrgvers,  benevens  de  kleur  en  voorstel- 
ling van  personen  en  zaken  volkomen  gebleven  zgn.  Wel 
deed  bet  mg  leed,  dat  zoo  vele  beschimpingen  en  belee* 


Digitized 


by  Google 


XVI.  IMLBIOÜfG. 

digingeD  staatsmannen,  die  het  vaderland  vereert,  wer- 
den toegeworpen,  maar  ik  begreep,  dat  ag  zonder  erger^ 
nis  of  aanstoot  zouden  kunnen  gelezen  worden  door  ieder 
der  Lat^nsche  tale  magtig.  Op  het  voetspoor  van  zoo 
vele  oordeelkundige  verzamelaars  en  uitgevers  van  hand- 
schriften,  die,  in  het  belang  der  geschiedenis,  partijdige 
gesebritten  niet  op  zijde  gelegd  hebben,  oordeelde  ik  mij 
geregtigd,  om  het  tot  heden  onbekende  werk  van  Ydcht 
openbaar  te  maken. 

Wie  de  schrijver  geweest  is  of  welke  rol  hij  in  die 
kommervolle  dagen  gespeeld  heeft,  blijkt  nergens.  Uit 
het  thans  uitgegevene  weten  wij,  dat  hij  een  regtsgeieerde 
leek  was  en  dat  zijne  moeder  te  Heusden  woonde.  Dat 
hij  bij  de  tegenstanders  van  ^anje  slecht  gezien  was, 
blgkt  uit  het  verhaal,  hetgeen  hij  blz.  406  en  verv.  geeft 
wegens  eenen  aanval  der  Staatsgezinden  op  z^'  persoon 
te  Heusden,  den.  9  Mei  1578.  De  lezer  kan  deze  tragi- 
sche episode  zelf  naslaan ,  als  eene  proeve  hoe  ver  de 
onderlinge  haat  en  overmoed  dest^ds  tusschen  Roomsch 
en  Onroomsch  ging. 

Wanneer  dit  handschrift  in  het  bezit  der  stad  geko* 
men  is^  kan  ik  niet  bepalen;  wel  vind  ik  in  een'  inv^i- 
taris  van  1589  deze  opgave:  »Item  een  boeck,  inhoa* 
dende  voer  het  meestendeel  den  onbehoirlicke  handel  van 
die  vande  nyeuwe  religie  ende  des  daer  af  dependeert," 
en  het  schijnt,  dat  deze  opgave  op  het  werk  van  Voicht 
van  toepassing  is. 

Ik  ben  tot  de  uitgave  nog  meer  genoopt  geworden , 
en  omdat  de  historieschrijver  Van  Heurn  dit  handschrift 
niet  gebruikt  heeft ,  en  omdat  het  eenigmate  de  sleutel  is 
tot  goed  verstand  der  verhandelingen,  waarvan  wij  uu 
gaan  spreken. 


Digitized 


by  Google 


INIBIDING.  xnU 

De  Ji$êiijleati€f  bladz.  523  en  volg.,  en  de  Eenvau- 
dighe  Ferantwoordinge ^  bladz.  547  en  volg.,  schijnen 
door  twee  in  de  geschiedenis  voorkómende  bekende  man- 
nen geschreven  te  zijn,  en  wel  het  eerste  stuk  door  Hen- 
drik Bloeymans  en  het  tweede  door  den  nog  meer  beken- 
den Hendrik  Agylaeus. 

III.    Mr.  Hendrik  Bloeyiiiaii«9 

in  1560  pandheer  van  Helvoirt,  heeft  sedert  1546  me- 
nigmaal in  den  scbepenstoel  van  's  Hertogenbosch  geze- 
ten. In  1555  werd  hij  met  twee  andere  magistraatsper- 
sonen naar  Brussel  afgevaardigd,  om  de  stad  te  vertegen- 
woordigen bij  de  inbtildiging  van  Philips  H  (1).  In  1568 
overvielen  hem  eenige  Spanjaards  van  het  garnizoen  van 
*s  Hertogenbosch  op  zijn  huis  te  Helvoirt,  voerden  hem 
gevankel^k  naar  de  stad  en  »pynigden  hem  ten  wtersten 
adem  toe,^  waarvan  hij  in  1579  nog  » verdorven  dicke 
beenen"'  had.  Men  verweet  hem,  dat  hij  het  met  den 
^prins  van  Oranje  hield  (2).  Bij  de  unie  \iin  Brussel,  in 
Januarij  1577,  zien  wij  den  stadspensionaris  Andries  Hes* 
selz  en  den  schepen  Hendrik  Bloeymans  van  wege  's  Herw 
togeDbosch  tot  dat  verbond  toetreden,  welk  L.  Metsius, 
bisschop  der  stad  en  megerij  met  zijne  naamteekening  het 
eerst  bekrachtigde  (3).  Sedert  bleef  Bloeymans  als  afge- 
vaardigde bij  de  Staten  van  Braband  te  Antwerpen  (4)  en 
behartigde  daar  de  belangen  der  conservatieve  partij  (5) 

(1)  Vak  HKumif,  dl.  II,  bUdi.  546. 

(2)  Zie  Kronykên,  bladi.  288  enSIM. 

(3)  Ds  JoRGB,  de  Unie  van  Utrecht,  bladz.  ftS  en  53;   bijvoegselen, 
bladx.  85  en  36. 

(4)  Kronykên,  bladi.  564. 

(5)  T.  a.  p.  bladi.  443. 

C.  K. 


Digitized 


by  Google 


XVIU.  INLEIDING. 

rot  dat  hij,  na  het  afkondigen  der  pacificatie  van  Keu- 
len in  1579  benoemd  werd  tot  p4:esideQt -schepen  zijner 
geboorteplaats. 

Bij  het  uitwijken  der  malcontenten  vond  de  stedelijke 
regering  noodig  zjch  tegen  huune  klagten  en  aantijgingen 
te  verdedigen.     Zij  deed  dit  door 

V  Eene  fVarachtighe  Declaratie  enz.,  welk  stuk  blz. 
339,  340,  afgedrukt  is.  Yergeliik  de  aanteekening  bladz. 
548.  Hierbij  had  ik  nader  wenschen  te  kennen:  Twee 
êchoone  F'ernianingèn  aen  de  Borgherye  van  s^Herto- 
genhoêsche  door  de  Wethouderg  gedaen.    1580.    KI.  8*. 

2*  Juélificatie  voor  den  goeden  borgeren  enz.,  bladz. 
523  afgedrukt.  Deze  verantwoording  meen  ik  een  uit- 
vloeisel te  zijn  van  de  pen  van  Bloeymans,  gelijk  dit  dui- 
delijk gezegd  wordt  door  den  schrijver  der  Ferantwoor- 
dinge  met  deze  woorden:  wSchryft  soo  veel  iustificatieh 
alsl  u  belieft,  ende  desc  selve,  die  ghy  inden  name  van- 
den goeden  borgeren,  so  gby  die  noemt,  gheschreven  hebt'' 
CD2.  (1).  Wat  ook  zijn  tegenschrijver  zegge,  Bloeymans 
gaat  in  deze  Justificatie  de  palen  der  gematigdheid  niet» 
te  buiten,  en  verhaalt  met  bedaardheid  en  kalmte  al  wat 
te  's  Hertogen bosch  na  het  vertrek  van  Alva  was  voor- 
gevallen. Ik  acht  dit  korte  stukje  dan  ook  zeer  geschikt, 
om  den  toestand  der  stad  ip  dien  tijd  van  spanning  te 
leeren  kennen,  en  als  bron  zal  het  voor  den  toekomsti- 
gen  geschiedschrijver  van  veel  gewigt  wezen.  Hij  over- 
leed als  president-schepen  den  13  April  1584  (2),  en 
werd  in  de  bovenkapel  van  O.  L.  Vrouw  in  de  St.  Jans- 
kerk met  dit  opschrift  begraven: 

(1)  Kronyïion,  bladz.  6&5. 

(2)  T.  a.  p.  bladz.  146. 


Digitized  by 


Google 


INLEIDING.  XIX. 

Hier  lett  begraten  de  Heer  HENDRIK  BLOëYMANS, 

liAED    B'HONKEUR    TAN    SYKE    MaIESTETTS    SECRETEN    RaEDT, 

Heer  tak  Heltoirt,  sterft  1584  den  13  April. 

En  Iüffroü  ELISABETH  LOMBAERTS  van  ENCKEFOIRT, 

STN  HÜYSTROü,  STERFT  1600  DEN  27   DECEMBER   (1). 

Grainmaye  plaatst  hem  onder  de  geleerde  Bosschena-  . 
reft  (2),  eo  J,  Nemius  noemde  hem  in  zijne  jipologia 
Scholae  principali*  in  Urbe  AmHelodamo  (Silvaeduc, 
J.  win  Tumhaut,  1556)  ï^Henricu^  Haematander^  lü 
eenliaiuê  juri*  peritUêimuêy  Ackcrsdyck  lieeft  te  regt 
in^  ffaematander  (bloedman,  aïfca  en  dyijf)  onzen  Bloey- 
man  wedergevonden  (3). 

lY.    Dr.  Hendrik  Afl^ylaens. 

-  Hendrik  Agylaeus  (4)  of  in  den  Hoorn  (5) ,  die  zich 
ïn  zijne  jongelingsjaren  als  een  bekwaam  regtsgeleerde  en 

(1)  CorPEU,  Beschrijving  des  Bisdoms  eoia  'b  Bosch,  III  dl.,  2^^  stuk, 
bUdx.  273. 

(2)  Tasandria  ^   . 

(3)  D£  JoHGG,  dê  Unie.  van  Brussel,  bijvoegsel,  bladz.  36. 

(4)  TAt.  A?iBBKA8,  S  ed.  pag.  3B2j  SwEsanus,  pag*  322;  FopptNS^  pag. 
433;  BouiAS,  Tra/.  Erud.,  pag.  0,7;  Xoasu,  SuppL  Sase  Onom.,  p.  UI, 
pag.  388;  Paqtjot,  t.  II,  pag.  416;  P.  Bot,  JYod.  ïliét.,  bladc.  76;  Var  Oü- 
BEZfnovKH,  Beschr.  van  's  Bosch,  ed.  1672,  bladx.  160,  157;*  Dl  Kor,  Fad. 
Woordenh.;  Dklvetise,  Biogr.  des  Pays-Bas,  1. 1,  p.  U ;  Van  EEsdbn,  llist, 
der  Stad  en  Meyery,  dl.  II,  bh.  119,  124;  Chaihot,  dl  I,  bladx.  85;  Hoog- 
STRATEX,  Woordenh.}  Dk  Feller,  Dict.  Dist,;  Biogr,  Nation.,  Mons,  1827, 
1. 1,  pag.  11;  Biogr.  untv,,  t.  I,  p.  331.  Aldaar  wordt  gexegd:  nAgylaeus 
est  moins  connu  par  Ie  róle  qjaW  joua  dans  les  troubles  de  sa  patric,  que 
par  aon  s^voir  et  scs  ounnges.*' 

(5)  Zoo  -vrerd  hij  bijgenaamd  naar  het  uithangbord  van  zijn  huiS|  xie 
ToiCBT,  bladx.  413,  die  hem  Teelvuldig,  doch  altijd  Angsieus  noemt,  xie 
bladx.  402,  403,  413,  418,  426^  431  en  439.  Ook  Bloeyvasis maakt  menig- 
maal  melding  van  hem,  xie  bladx.  628,  529,  535  en  542.   Hier  wordt  hij 


Digitized 


by  Google 


XK.  INLEIDING. 

.  letterkuDdige,  doch  in  lateren  leeftijd  als  een  woelziek 
man  kennen  deed,  werd  omtrent  het  jaar  1533  te  's  Her- 
togenbosch  geboren.  Zijn  vader  Intoni,  een  Italiaan,  had 
zich  hier  ter  slede  met  er  woon  gevestigd.  Naauwelijks 
zeven  en  twintig  jaren  oud,  maakte  hij  zich  door  de  drie 
navolgende  werken  aan  de  geleerde  wereld  hekend:  ver- 
scheidene uitgaven  getuigen  van  den  prijs,  waarop  zij  ge- 
steld werden: 

1"  Novellae  Juêtiniani  Imp.  Canstttutione*  a  Gre- 
gorio  Holoandro  e  Graeco  versae^  et  ediiae  Norimher'- 
gae  anno  cio.  10.  xxxi.  Nunc  vero  revisae  et  emenda* 
tae^  adjecta  lectionum  varietate.  Pari*,  Uenr,  Stepha^ 
nut.  1560.   4°. 

Deze  uitgave  munt  boven  veel  andere  in  fraaiheid  van 
stijl  en  taal  uit. 

2"  Juêtiniani  edict a:  Justini,  Tiheriiy  Leonis  Phi^ 
losophi  Conêtitutiones  et  Zenoniê  una.  Pari*.  Uenr. 
Stephanu*.  1560.    8^ 

3°  NomO'Canon  Photii  Patriarchae,  sioe  ex  Legi^ 
huu  et  Canonibtu  compo^itum  opu^,  cum  commenta^ 
rii*  Theodori  Bahamonis.    Baêilaeae.  1561.    Fol. 

Deze  meer  getrouwe  dan  sierlijke  vertaling  kwam  met 
die  van  Gentianus  Hervet  bijna  gelijktijdig  in  het  licht. 
Die  van  4gyla6us  verdient  echter  de  voorkeur,  omdat 
hij  naar  een  vollediger  Grieksch  exemplaar  had  kunnen 
vertalen:  ook  zweemt  zijn  stijl  meer  naar  dien  bij  de 
regtsgeleerden  gebruikelijk.  Om  al  welke  redenen  Hen- 
ricus  Juste  den  Nomo-Canon  van  Agylaeus  in  zijne  Bi- 
bliotheek  van   het  Romeimche  Regty  met   den   Gridi- 

genoemd  Jf.  ffenrick  Agileus,  doctor,  d.  i.  doctor  in  de  regten;  waarran 
Vau  ODDsaHOTZü ,  en  naar  hem  Vm  Uevkk,  doctor  io  de  medicijnen  g^aakt 
liebben. 


Digitized  by 


Google 


IKLBIDING.  XXI. 

schen  tekst  opgenomen  heeft,  voorafgegaao  vap  de  Pro^ 
legamena  van  Pbotius,  die  sedert  lang  te  vergeefs  ge- 
zocht, doch  later  door  Usseiïus  ontdekt  zijn. 

De  partij  der  ontevredenen  tegen  Spanje  met  hart  en 
ziel  toegedaan,  was  Agylaeus  een  der  voornaamste  drij- 
vers, die  te  's  Uertogenbosch,  in  1576  tot  1579,  aanlei- 
diag  tot  veelvuldige  ongeregeldheden  gaven,  en  den  ma- 
gistraat noodzaakten,  de  unie  van  Utrecht  van  de  puge 
van  het  stadhuis  af  te  kondigen:  doch  de  Catholyke 
Spaanschgezinden  kregen  eindelijk  de  overhand,  en  Agy- 
laeus week  met  de  malcontenten  de  stad  uit.  Voicht  en 
Bloeymans  spreken  zeer  dikwijls  van  hem  en  stellen  zijne 
woelingen  in  het  daglicht.  Hij  meende  aan  zich  zelven 
verschuldigd  te  ?gn,  de  aantijgingen  van  den  laatste  te 
wederl^gen.     Tan  daar  zijne 

4"  Eenvoudighe  ende  toaracktige  f^erantwoordinge 
der  wigewekene  borgeren  der  stadt  Shertogenhoeehey  die 
zonder  oaam  van  drukker  het  licht  zag  (1).  Zie  bl.  547. 

Agylaeus  heeft  dit  boekske  ongetwijfeld  geschreven,  als 
blijkt 'uit 'menige  hijzonderheden,  zgnen  persoon  betref- 
fende, en  g^gden,  door  hem  gebezigd,  die  den  schrij* 
ver  alleen  slechts  zóó  bekend  konden  zijn.  De  steller 
wederlegt  de  twee  door  ons  beschouwde  verdedigschrif- 
ten  der  Bossche  burgers  zoo  goed  hij  kan,  stelt  de  meeste 
Spaanschgezinde  stadsbeambten  in  een  hatelijk  daglicht, 
en  geeft  tevens  vele  bijzonderheden  van  geschiedkundig 
belang  op,  die  den  begunstigers  der  nieuwe  religie  we- 
dervoeren, en  ons  in  staat  stellen,  om  het  audi  et  alie- 
rum  pariem,  bij  het- beoordeelen  dier  woelige  dagen,  in 
praktijk  te  brengen.   Van  Oudenhoven  heeft  in  zijne  F^er^ 

(1)    Is  de  Apologie  der  vertrookene  borgera  van  U  iicrlogcnhosch  (ld79; 
4«)  van  deie  Vtraniwoordifige  onderscheiden? 


Digitized 


by  Google 


meerderde  Besehryvtng  van  V  HeHogenhoMch  er  dan  ool^ 
eene  menigte  feiten  woordelijk  uit  overgeiiomcMi. 

Hij   vestigde  zich   toen  te  Utrecht,  werd  daar  tot   de 
waardigheid  van  afgevaardigde  bij  de  staten-generaal  ver- 
heven, en  na  de  verandering  der  regering  door  Leicesr- 
ter,  wiens  zeer  sterke  aanhanger  hij   was,  den  27  Au^. 
1586,  tot  raad  en  procureur-generaal  aangesteld  (1).    Na 
het  vertrek  van  Leicester  het  ongenegen  der  edelen  te- 
gen Agylaeus  nog  hooger  geklommen,  vond  hij   het  ge* 
raden  in  158S  de  wgk  naar  Engelaud  te  nemen  (2),  al* 
waar  hij   in  April   1595   zijn   twee  en   zestigjarig  leven 
eindigde,  twee  zonen,  Johannes  en  Daniël,  nalatende.  Vóór 
zijn  verti-ek  had  hij  in  1587  te  Leiden  bij  Thomas  Bas* 
son  een  naamloos  boekske,  getiteld:  Belgica  Oratio ^  in 
het  licht  gegeven,  waarin<de  staten  van  Holland  werden 
aangerand.    Deze  deden  het  werkje  ophalen,  en  gelastten 
den  drukker  de  vijf  of  zes  verkochte  exemplaren  terug 
te  vorderen   (3).     In  1590  meenden  de  stalen  van  Hol* 
land,  dat  Agylaeus  uit  Engeland  was   teruggekeerd,  en 
dat  hem  van  wege  dat  eiland  een^  last  was  opgedragen , 
doch  het  schijnt,  dat  zij  verkeerd  waren  ingelicht  (4). 

Lang  na  zijnen  dood  zag  het  licht: 

5'  Inauguralio  Philippi  II  Hiep.  Regie  qwk  ^e  ju' 
ramenio  Diteatui  Brabantiae,  et  ah  eo  dependentihuê 
propinciis  ohligavitj  cum  eub^titutione  Mariae  Guber^ 
natricis.     Adjunct a  sunt  quaedum  alia^  ünitie  Pr<h 

(1)  Hoe  de  staten  van  Holland  over  de  bemoeijlngen  van  Agylaeus 
dachten,  kan  nicn  nagaan  uit  de  Resoluiien  van  JHolland  van  den  24 
December  1585,  bladx.  780. 

(2)  Wagkiaae,  VüderL  UÜU,  dl.  VIH,  bladz.  897, 

(3)  Resol,  van  Holland,  13  5ov.  1587,  bladi.  307.  In  mar;jiiie  staat: 
nis  gemaeckt  hy  Agilcus.'* 

(4)  iti>»ul.  rnn  rioUand,  32  Jan.  1590,  hladx.  164. 


Digitized 


by  Google 


INLEIDING.  XXIII. 

vineii*  uiiluHma,  jéuotoTë  llenr.  jigylaéo,  qui  artt- 
eulo9  InaËtgurattoiiis  Commentariis  illu9travit.  Traj, 
ad  Rhen.  1620.    KI.  8». 

Kyi  zooQ  JohaoDes  bad  dit  boekje  ter  perse  gelegd: 
bet  bevat  de  Inauguratio  of  blyde  iDkomst  yen  Pbilips 
als  berlog  van  Braband,  benevens  eene  korte  uitteggiog, 
waarin  de  schrijver,  met  zorg,  bij  elk  ariikel  onderzoekt, 
op  welke  voorwaarden  Fhiiips  door  de  inwoners  van  Bra- 
band tot  hertog  is  gehuldigd  en  welke  regten  hij  uit 
dien  hoofde  bezat  (1).  De  heer  De  Jonge,  waaruit  Wij 
dit  ontleenen,  heeft  van  dit  hoogst  zeldzame  werkje  ge- 
bruik gemaakt  in  zijne  Unie  van  Brussel  (2),  en  geeft 
tevens  verslag  van  een  ander  werk  van  Agylaens,  door 
zijnen  zoon  Daniel  voor  de  drukpers  in  gereedheid  gc- 
bragt.  >)In  hetzelve  vindt  men,*'  zegt  De  Jonge,  ))cven 
als  in  het  gedrukte  werkje,  de  Inauguratio  met  hare 
uitlegging,  en  wel  juist  woordelijk  gelijk  in  het  voor- 
melde boekje:  doch  men  treft  er  bovendien  drie  stukken 
aan,  welke  aan  het  gedrukte  werkje  ontbreken,  en  die 
evenwel,  volgens  de  getuigenis  van  zijnen  zoon,  door  Hen- 
ricus  ook  zaniengesteld  zijn.  Deze  drie  zijn  de  navolgen- 
de: 1"  het  groot  privilegie  van  vrouwe  Maria,  aldaar  de 
Consiitulio  Mariae  Belgii  principis  genaamd;  2**  de 
unie  van  Brussel,   onder  deö  titel  van  Unio  Geueralis; 

(t)  Be  geleerde  Van  Hdlthek  spreekt  vao  dit  werkje  aldus:  »Le  But 
de  l^autenr  était  de  rendre  public  par  rimpression  la  constitution  du  Bra- 
bant, alors  pea  oonnue,  et  de  dóinootrer  que  Philippe  II,  en  introdui- 
sant  riaquisition ,  en  éhiblissant  les  nouveaux  évèchés  et  en  faisant  les 
nouTeanx  évéques  abbés  commandataires  des  abbayes  de  Brabant,  avait 
manqné  &  la  constitution,  dont  il  avait  jure  Tobservation  en  1640,  en- 
fin que  les  Provinces- Unies  avaient  bicn  fait  de  se  soustniirc  au  joug  de 
sa  dominatiou/'   BibL  /fulth.,  t.  IV,  pa;;.  3S9,  n»  27320. 

(2).  Bijvoegselen,  btadz.  O  en  vcrv. 


Digitized  by 


Google 


XXIY.  IMLBIDING. 

3**  de  unie  van  Utrec&t,  met  den  naam  van  ünio  Tra* 
jectenHê  of  Poêterior  bestempeld:  alle  drie  voorzieD, 
even  als  de  InauguraiiOy  met  eenén  brevis  eommentO' 
rius  of  korte  uitlegging.^^  De  Jonge  heeft  den  commenr- 
tarioltM  op  de  nnie  van  Brussel  met  eene  Hollandsche 
vertaliog  uitgegeven  (1):  lig  was  het  gebruik- van  dat 
handschrift  en  van  de  gedrukte  Inauguratio  verschuif 
'digd  aan  het  geacht  eerelid  van  ons  Genootschap,  pro- 
fessor Tydeman  te  Leiden. 

V.     (Bladz.  569  —  602.) 

Het  Cort  Ferhtul  vanJe  Fictorie  over  dé  ^tadt  van 
Eyndhooen  in  September  1581  door  de  Staatsche  partij 
behaald,  is  eene  aanwinst  voor  de  geschiedenis  van  ons 
gewest,  omdat  Tan  Heurn  (2)  er  slechts  met  één  woord 
van  spreekt. 

In  het  plaatwerk  van  Blichael  Aitsingerus,  de  Leone 
Belgico^  komt  een .  plattegrond  voor  der  vesting  Eind^ 
hoven  a  mie  d^oieeau^  met  hare  wallen  en  grachten,  ter 
gelegenheid  dat  hij  de  overgave  van  deze  plaats  aan  den 
graaf  van  Mansfelt  voor  den  koning  van  Spanje  herinnert, 
den  14  April  1583  voorgevallen.  Dit  plaatje  zou  van 
eenige  dienst  kunnen  zijn  bij  het  lezen  van  het  door  ons 
uitgegeven  Cori  Ferhael^  indien  men  verzekerd  was,  dat 
het  naar  de  natuur  geteekend  is.  Yoor  eenige  jaren  heeft 
de  steendrukker  Schnitzler  te  Eindhoven  deze  houtsnede 
nog  eens  uitg^even,  met  een  oud  Hoogduitsch  en  Fransch 
onderschrift,  naar  eene  losse  prent:  deze  komt  volmaakt 
overeen  met  die  bij  Aitzingerus  te  vinden:  de  uitgever 

(1)    BiJTocgselèn,  bladz.  8. 

^2]    liisiorie  der  Stad  en  Meymy,  dl.  U,  bkds.  137. 


Digitized 


by  Google 


INLSIDING.  IXV. 

voegde  daaronder  nog  het  een  en  ander  bij  uit  de  krijgs- 
geschiedenis  van  dat,  thans  open,  vlek. 

TI.     (Bladz.  603  —  616  en  617—624.) 

De  verrassing  van  *s  Hertogenbosch  door  den  prins  van 
Hohenlohe  voor  de  Staalschen,  den  19  Jan.  1585,  was 
allezins  merkwaardig.  Men  kan  zich  niet  genoeg  verwon- 
deren over  de  nalatigheid  V|in  het  krijgsvolk  en  de  zorge- 
loosheid der  burgerij,  die  uit  de  volheid  des  harten,  se- 
dert den  vrede  van  Keulen,  met  Spanje  verzoend,  zich 
lieten  verrassen  en  zoo  onverhoeds  in  de  magt  der  staten 
zagen.  Doch  hun  bekende  krijgsmansgeest  ontwaakte:  de 
schutterijen  vochten  als  ëén^  man  t^en  den  vijand,  en 
dreven  dien  ter  poorte  uit  De  regering  was  over  dezen 
gnnstigen  uitslag  zoo  tevreden,  dat  zij  deze  overrompeling 
in  plaat  deed  brengen  (1),  eene  plegtige  jaarlijksche  pro- 
cessie bepaalde,  om  God  voor  deze  overwioning  te  dan- 
ken (1),  en  een  verhaal  daarvan  in  het  Fransch  liet  op- 
stellen, om  aan  den  hertog  van  Parma  te  zenden.  De 
landvoogd  wenschte  de  burgerij  geluk,  prees  hare  dapper- 
heid, doch  vermaande  haar  tevens  tot  meerdere  omzigtig- 
heid.  De  plaat,  deze  overrompeling  voorstellende,  is  mg 
onbekend  gebleven,  misschien  is  de  houtsnede,  voorko- 
mende in  Aitzingerus,  de  Leone  Belg,y  daarnaar  gesneden. 
Het  Fransche  verhaal  vindt  de  lezer  in  deze  Verzatne' 
ling  onder  den  titel  van  Brief  Diecoure  JCune  fném(h 
rahle  Entreprineey  dat  ook  in  het  Nederduitsch  vertaald 
en  uitgegeven  werd. 

De  Grundtliche  Erelarungy  te  Keulen  gedrukt,  heeft 

(1)    Van  Ueum»  dl.  U,  hiadt.  190. 


Digitized  by 


Dy  Google 


XXn.  INLEIDING. 

Duncan  in  zijne  Bihliotheea  voor  ons  bewaard  (1).  ik 
trof  dat  stukje  in  1834  aan  dé  koninklijke  boekerij  te 
'sUage  in  die  verzameling  aan,  en  op  mijne  aanvrage  be- 
ijverden zich  de  heeren  bibliothecaris  en  onderbibliothe- 
caris, Holtrop  en  Campbell,  om  mij  een  naauwkeurig  af- 
schrift over  te  zenden,  waarvoor  zij  den  dank  van  het 
bestuur  des  Genootschaps  verworven  hebben,  dien  ik  hun 
hier  openlijk  doe  toekomen,  In  enkele  bijzonderheden  ver- 
schillen beide  deze  stukjes  onderling,  en  tevens  roet  het 
vrij  uitvoerig  verhaal  bij  Van  ileurn,  ofschoon  hij  het 
BHef  DUcouTê  gekend  heeft.  Hij  volgde  blijkbaar  de 
reeds  gedrukte  berigten.  De  toekomstige  geschiedschrijver 
zal  al  deze  verhalen  aan  elkander  mogen  toetsen  en  tot 
een  geheel  brengen,  waartoe  hem  het  berigt  van  Bochius, 
bladz.  762,  en  dat  uit  de  Bossche  kronyk  van  Flament, 
bladz.  394,  395,  ter  vergelijking  van  dienst  kan  zijn,  te 
meer,  daar  ter  laatst  gemelde  plaats  niet  onduidelijk  te 
kennen  gegeven  wordt,  dat  er  verraad  binnen  de  stad 
zelve  gepleegd  was.  Wilt  ge  eindelijk  een'  dichter  over 
deze  overwinning  hooren,  lees  dan  (bladz.  625-658)  de 
'  Ode  Triumphalis  van 

¥11.     Gerarda»  »  Braeckelaerl 

Gelijk  Agylaeus  een  driftige  voorstander  was  der  Staat^ 
schen,  zoo  was  Tan  Bruèckelaer  een  niet  minder  heftige 
verdediger  van  ^skonings  belangen  en  van  de  oude  re- 
ligie. Te  Arnhem  geboren,  kwam  deze  geestelgke  in  den 
vaste  van  het  jaar  1577   te  's  Hertogenbosch  (2),  juist 

(1)    Ik  de  nu  dit  boekske  ook  vermeid  in  deo  catalogus  van  J.  £r- 
meni,  bladi.  602. 
(3)    Zie  de  voorrede  der  Od$,  blads.  637. 


Digitized 


by  Google 


INLEIDING,  XXVII. 

toen  men  daar  op  leven  en  dood  vóór  en  tegen  Spanje, 
vóór  en  tegen  Rome  streed.     Van  Brueckelaer  werd  tij- 
delijk met  de  herderlijke  bediening  van  St.  Pieters-ker- 
spel  belast    Toen  hij  kort  daarop  eené  reis  naar  Waalsch 
Braband  ondernam,  noodzaakte  de  keer,  die  de  zaken  te 
's  Ilertogenbosch  genomen  hadden,  hem  buiten  de  stad  te 
blijven,  weshalve  hij  voor  eenige  maanden  de.  dienst  als  ^ 
kapellaan   te  Weert  waarnam.     In   1579  ontmoeten  wij 
hem   als  pastoor  van   St.   Catharina- kerspel   of  van    de 
Eruisbroederskerk  en  een ,  hevig  prediker  en  ijveraar  te- 
gen  de  Hervormdei^,  die  hij   ter  helle  wees  en  in  den 
vollen  zin  des,  woords  haatte.    Men  behoeft  zijne  Ode  en 
hetgeen  Yoicht  (zeker  een  onwraakbaar  getuige)  blz.  456 
en  457  verhaalt,  maar  te  lezen,  om  zich  te  overtuigen, 
dat  Van   Heum  niet  te  veel  gezegd  heeft,  wanneer  hij 
lueldt,  dat  » zekeren    Gerard    Benkelaar   [lees:   Bniecke- 
loer],  priester   van   St.  Katharina   kerspel,   heftig   tegen 
de  Hervormden  uitviel,  zeggende  onder  anderen:  »dat  die 
geenen,  welke   naar   de   nieuwe  predikanten   liepen,  om 
hunne  duivelarij  te  horen,  eeuwig  verdoemd  zouden  zyn. 
Zy  die  zulks  toestonden ,  hetzy  hooge  of  laage  overheden , 
zouden  kwalyk  varen  (1).""  Welke  gevolgen  zijne  hevige 
taal  had,  kan  men  vinden  bladz.  334,  335,  387,  456- 
460.     Vergelijk  blz.  426  en   445.     Indien  de  heer  Cop- 
pens  het  werk  van  Voicht  en   de  Ode  van  Van  Bruec- 
kelaer gekend  had,  zou  hij  de  volgende  aanmerking  te- 
ruggehouden hebben:  »Het  iaat  zich  begrepen,  dat  som- 
mige schrijvers,  die  deze  gebeurtenis  geboekt  hebben,  den 
pastoor  als  met  eenen  oproerigen  geest  bezield  afschilde- 
ren.     Geen   wonder  derhalve,  dat  zij  den  heerlijken  lof, 
die,  na  zijn  overlijden,   door  de  regering   der  stad  aan 

(l)    IlUtorie,  dl.  II,  bladx.  119.  * 


Digitized 


by  Google 


XXVIII.  INLEIDING. 

denzelven  werd  toegdiend,  zorgvuldig  verzwijgen.  Deze 
lof,  dien  men  weleer  bij  deszelfs  grafplaats,  in  een  La* 
tijnsch  dichtstok  vermeld  zag  (1)»....  hangt  een  geheel 

(1)  Zie  hier  dit  epitajjhium,  dat  Swib&tiüs,  Monum,  sepulch,,  pag. 
341-343,  FopPBRS,  Bihlioth,  Belg.,  t.  I,  pag.  346-347,  en  Goppers,  in 
lijne  uitmnntende  Beschrijving  des  Bisdom»  van  's  fferiogenhosch,  dl.  I , 
Uads.  179,  mededeelen: 


VEREBANOr  TIEI    AC  &0MI51 

GERARDI  A  BREUCKELAER, 

RGGLESIAB   CATBBDEAtU    SÜSGODOCBIISIS 
D.  JOABRIB  SVAHGV'MT.    GAUOIIICI 
ET    DIVAB    CATHABlltAB    FABOGHIAB 

pBB  Aimofl  xxvn 

PASTOBIS    VIGILAHTUSWI   MftNUSUUQDB. 


TATIDICUS  TBBO  CEClUtT  KODOLABINB  SAYIO, 

AETEBRA  JCBTCS  KBHTB  PBOBAHDOS  BBIT. 
MON  IQITUB  FA8  BST  IGHOTDm  TB,  lORB  PASIOB, 

BBEÜCLAEB,  A  SBBA  POSIBBITATB  PBESi: 
GVJVS  TITA  FVIT   XULTA  TIBTVTE  PBOBARDA, 

LUX  GBAT08  80PBBIS  TBBBlGBRISItDB  FACIT. 
DUH  BBNB  SOLLIGITI  PAST0BI5  KÜinA  CüBAS, 

TAM  GHABAS  TIGILI  COBDB  TDBBIS  0VB5^ 
OT  Q1X)«0B  RIL  VBBITUI  TÜESU  PBOFURDEBB  TITAH, 

FABX  TIBI  GALVIHI  DDH    BAPOISSB  STODET 
IN  TAK  PBAESBlfTI  BISCBMIXB  C ATBOLIGOBUH , 

M  MAHVS  BJBCTO  PBOVPTA  TOLISSBT  OPEV. 
HOC  IXRITI»  BOGTO  fCEBAS  HOBTAmiNB,  CITEE 

SBDULUS  OFFICIl  SVH  ■BXOBB«    ESSB  MOirES. 
BXCULTÜS  LATIO   8BRB02IB,  IDiOHATB  OBABOO, 

HBBBABAB  LIRODAB  SAT  QDOQOE  GRABOÜ  BRAS. 
■AORIFIGAR  TEHPLI  STUDUISSES  BBSDBBB  FOBXAM', 

SI  TIBI  PRO  YOTO'TBADITA  GDRGTA  FOBBRT. 
SBD  OOBU  RDRC  TBKPLA   G0LA8  OFTAMUS,  IR  ABCTO 

GORDARTDB  UCBT   BIG   OSSA  8ACBATA  LOCO. 
UAEG  TIBI  TOTA  FACIT  SYLVAB  PBAECLABA  8BRATUS 

OB  MBBITA,  RAG  TABULA  OORDBGOBATQDB  BOGVH; 
liT,  QVI   DUH  TIVD8  ROLUM  8BGTAB18  R0R0BB8, 
HOC  TIBI  HBDllATUB  P08T  PIA   FATA  BEGUS. 

OBtlT   ARSO   M.  D.  C.  11. 


Digitized 


by  Google 


INLEIDING.  XXXX. 

verschillend  tafereel  van  deszelfs  geaardheid  op.  De  re- 
gering heschrijft  hem  daarin  al$  een  zeer  deftig,  geleerd 
en  waakzaam  herder,  die  zich  bereid  toonde,  voor  zijne 
schapen  ook  zijn  bloed  te  vergieten.  En  ver  van  de  ver- 
maningen ,  welke  hij  gemeend  had  tot  deze  te  moeten  rig- 
ten,  aan  muitziekte  toe  te  schrijven,  verkondigt  zij  open- 
lijk, dat  hij  hierdoor  niet  anders  dan  zijnen  herderlijken 
pligt  volbragt  had  (1)." 

Tan  Braeckelaer  bediende  zeven  en  twintig  jaren  de 
pastorij  van  St.  Catharina,  werd  in  1683  kanunnik  van 
St.  Janskerk,  overleed  den  22  December  1602  en  werd 
in  het  doophuisje  zijner  parochiekerk  begraven,  waarop 
de  stedelijke  regering,  uit  erkentenis  voor  zgne  bewezene 
diensten,  het  boven  medegedeelde  gedenkschrift  deed  plaat- 
sen, dat  bij  de  verovering  der  stad  werd  weggenomen. 

Val.  Andreas  (2),  Foppens  (3)  en  Sweertius  (4)  roe- 
men hem  als  een  geleerd  man  en  ervaren  in  de  Latijn- 
sche,  Grieksche  en  Hebreeuwsche  talen.  Dat  hij  de  La- 
tijnsche  lier  hanteerde,  blgkt  uit  de  Ode  Triumphaliê: 
dat  hij  naar  de  maat  niet  behoefde  te  zoeken,  bewijzen 
de  noten  bij  de  Ode,  welke  grootendeels  verzen  zijn.  De 
andere  werkjes  van  Brueckelaer  deden  wij  bladz»  657  en 
658  kennen. 

Beschouwen  wij  eindelijk  de  geschiedkundige  bijdragen, 
welke  deze  F'erzameling  sluiten. 

VIII  en  IX.     (Biadz.  658—675  en  709—756.) 
De  verhalen  wegens  de  inhuldiging'  van  Philips  II  en 

(t)  Beschrijving  dês  Bisdoms  van  's  Jleriogeidosch,  dl.  II,  bUds.  28. 

(2)  Biblioih.  Belg.,  pag.  270. 

(3)  Athen.  Belg,,  pag.  278.  ^ 
(4}  Biblioth,  Belg,,  p.  346.  Vergel.  ChauioTi  Woordenb.,  dl  IV,  p.  310* 


Digitized 


by  Google 


XXX.  INLEIDING. 

der  aartshertogen  Albert  en  Isabella,  alsmede  de  uitvaarts- 
plegtigheden  van  Philips  II  en  Albert  zullen  met  genoe- 
gen gelezen  worden  door  allen,  die  prijs  stellen  op  de 
kennis  van  den  volksgeest.  Door  niets  toch  wordt  die-ken» 
nis  meer  verkregen  dan  door  volksfeesten,  volksplegtighe- 
den  en  volksvèreenigingen.  Kunnen  deze  door  platen  op- 
gehelderd worden,  dan  komen  de  voorgeslachten  ons  dui- 
delijker voor  den  geest  en  wij  verplaatsen  ons,  als  ware 
het,  geheel  in  hunnen  leeftijd.  Men  kan  niet  zeggen  de 
geschiedenis  van  een  volk  te  kennen,  zoo  wij  ons  slechts 
bepalen  bij  eene  bloote  opeenstapeling  van  personen  en 
zaken,  men  moet  ook  met  de  zeden,  gewoonten,  gebrui- 
ken, wetgeving  en  dergelijke  bijzonderheden  bekend  zijn. 
Ik  geloof,  dat  de  stukken,  tot  wier  beschouwing  wij  ge- 
naderd zijn,  daartoe  allezins  stof  geven. 

De  plegtigheden,  waarmede  Philips  II  te  ^s  Hertogen- 
bosch  in  1549  gehuldigd  is,  zijn  door  de  stedelijke  re- 
gering zelve  medegedeeld:  Van  Heurn  had  die  reeds  vrij 
omstandig  geboekt  (I),  doch  onze  bron  bleef  hem  onbe- 
kend. Dit  verwondert  ons  niet.  Bij  het  overgaan  der 
stad  toch  in  1629  had  men  eene  mei^igte  archieven  met 
hoopen  bij  elkander  gestapeld,  zonder  dat  daar  i<emand 
sedert  het  oog  in  gehad  had.  In  1733  had  de  stedelijke 
regering  wel  eene  commissie  benoemd,  om  de  archieven 
te  inventariseren,  en  deze  had  zich  dan  ook,  onder  lei- 
ding van  den  pensionaris  Antóni  van  Ueurn  daarvan  wel 
met  lof  gekweten,  doch  zeer  vele  papieren,  die  men  thans 
met  zorg  verzamelt,  werden  als  stukken  zonder  waarde 
ter  zijde  gelegd:  op  eenige  bundels  vond  ik  zelfs  geschre- 
ven: y>  Papiêrtzsêen  zonder  belangd  Ik  heb  onder  mijn 
toezigt  dien  boedel,  welligt  drie  kar  vrachten  groot,  stuk 

(1)    nutono  der  Stad  en  Meyery,  dl.  1,  bladn.  332-335. 


Digitized  by 


Google 


INLEIDING.  XXXI. 

voor  stuk  laten  doorzodieo ,  ea  alles  afzondereD ,  ^vat  - 
maar  van  eenig  gewigt.kan  gerekend  worden,  en  ik  heb 
dezen  arbeid  ruimschoots  beloond  gezien,  want  daardoor 
mogt  het  archief  van  's  Hertogenbosch  met  veelvuldige 
aceer  gevvigtige  stukken  aangroeljen.  Ik  hoop  eenmaal  in 
staat  te  zijn,  om  de  brieven  te  schiften,  welke  gedurende 
de  eerste  helft  van  den  tachtigjarigen  oorlog  aan  deze 
stad  geschreven  zijn,  waarvan  zeer  vele  de  bundels  van 
Groen  van  Prinsterer,  Willcms,  Gachard  en  Yan  den 
Bergh  niet  zouden  ontsieren.  Indien  men  slechts  op  de 
ligging  van  's  Hertogenbosch  tusschen  Noord-  en  Zuid- 
Nederland  acht  geeft,  kan  men  reeds  voorshands  eenig 
besluit  omtrent  het  gewigt  dier  brieven  opmaken.  Doch 
keeren  wij  tot  de  stof  dezer  inleiding  terug. 

Omstandig  is  de  Igkplegtigheid  van  Philips  II  mede- 
deeld.  Dit  geschiedde  op  last  van  den  kanselier  en  den 
raad  van  Braband,  zegt  Yan  Ueurn  (1),  zonder  dat  h^ 
eenige  beschrijving  daarvan  mededeelt:  denkelgk  was  het 
door  ons  medegedeelde  stuk  hem  insgelijks  onbekend  ge- 
bleven. 

In  de  Bibliotheea  Hulihemiana,  i.  lY,  pag.  340,  n». 
26683,  thans  in  de  koninklijke  boekerij  te  Brussel,  vond 
ik  opgegeven: 

Exequiarum  funehrium  Phi/ippo  II  Bispan.  Regi, 
Sylvaedtêci*  exhihitarum  breviê  et  extemporalu  quae- 
dam  de^cripiio  per  F.  Petrum  Fladeraeeum.  KI.  8*. 
Zonder  naam  van  den  drukker. 

Dit  boekske  moet  allerzeldzaamst  zijn,  daar  de  naauw- 
keurige  Paquot,  over  Petrus  van  Yladeracken  sprekende, 
daarvan  geene  melding  maakt  (2).    Wg  hopen  in  de  ge- 

(1)  Historie  der  Stad  en  Meyery,  dU  U,  bladz.  S^6. 

(2)  Jlïém.  Ui,  des  Pays-Bas,  t.  I,  pag.  329. 


Digitized 


by  Google 


XXXII.  IVLBIDING. 

legeofaeid  gesteld  te  worden,  om  hetzelve  te  zien,  eo  zul- 
len het  alsdan  mededeelen  in  de  yervolgdeelen  dezer  /^«r« 
zameling  van  Kronyken^  zoo  het  daartoe,  beiangrgk  ge» 
neeg  mogt  zijn. 

De  plegtige  inhuldiging  van  Albert  en  Isabella  had 
geen  plaats.  »Stads  onvermogen,^'  zegt  Van  Heurn,  »was 
er  denklyk  de  oorzaak  van,  of  wel,  omdat  zj  te  naar 
aan  de  grenzen  der  Yereenigde  Gewesten  gelegen,  het  dus 
voor  de  aartshertogen  te  gevaarlyk  was  zig  aldaar  te  wa- 
gen. De  eerste  reden  heeft  egter  meer  schyn,  omdat,  uit 
eenen  brief  van  den  pensionaris  Van  Reys  aan  de  regee- 
ring alhier  geschreven,  blykt,  dat  hy  te  Brussel  reeds 
verklaard  had,  dat  de  stad  niet  in  staat  was  ten  tyde 
der  inhuldiging  eenige  andere  kosten  te  doen  dan  de  aarts» 
hertogen  te  gemoet  te  gaan,  het  geschut  te  lossen  en  de 
schutteryen  in  de  wapenen  te  doen  komen  (1).  Had  hij 
ons  stuk  gekend,  hij  zou  deze  misschien*  teruggehouden 
hebben^  Ik  geloof  daarentegen,  dat  de  stad  merkelijk  te- 
leurgesteld werd  door  de  verhindering  der  aartshertogen, 
om,  volgens  oud  gebruik,  hunne  privilegiën  te  doen  be- 
vestigen, en  hunne  grieven  voor  den  trooji  te  brengen 
yan  vorsten,  die  niets  zoo  vurig  beoogd  hebben  dan  het 
geluk  en  welvaren  van  al  hunne  onderdanen.  Daardoor 
hadden  zij  zich  bemind  gemaakt  en  zich  een  dankbaar 
aandenken  verzekerd,  want  de  regering  van  Albert  en 
Isabella  is  thans  nog  in  zegening  bij  de  Zuid -Nederlan- 
ders. Welke  gevoelens  de  Bosschenaars  bezielden,  blijkt 
genoegzaam  uit  de  lijkplegtigheden  van  prins  Albert,  die 
wij  hebben  laten  afdndcken.  BGsschien  hadden  wij  dit 
stuk  vo^zaam  achterwege  kunnen  laten,  omdat  Yan  Heum 

(1)    Historie  der  Stad  en  Meyery,  dl.  Il,  blads.  235. 


Digitized 


by  Google 


INLEIDING.  XXniI. 

er  b^na  deD  geheelen  inhoud  vao  heeft  medegedeeld  (1): 
doch  de  gebrekkige  opgave  yan  vele  t^dverzeo  deed  ons 
besluiten,  het  in  zijn  geheel  uit  te  geven.  De  verkeerde 
lezingen  zijn  onder  de  blad^jden  aangeteekend,  omdat  wij 
ongaarne  van  onnaanwkeurigheid  beschuldigd  wilden  wor- 
den. De  anders  oplettende  man  heeft  dit  duidelijke  hand* 
schrift  waarschijnigk  met  te  veel  overhaasting  afgeschre- 
ven, anders  begrijpen  wij  zijne  misvattingen .  niet.  Deze 
deftige  uitvaart  kostte  de  stad  3380  gl.:  de  paters  Jezui- 
ten,  die  de  Latgnsche  tijdverzen  en  andere  opschriften  ge- 
maakt hadden,  beschonk  zij  met  100  gl.  (2). 

X.     (Bladz.  677—691.) 

In  1595  werd  een  wanschapen  kind  te  's  Hertogenbosch 
geboren,  dat  overleden,  in  de  gewezen  kapel  van  St.  Anna 
in  de  Hinthamerstraat  ter  bezigtiging  gesteld  werd.  De  se- 
cretaris Donck  maakte  er  eene  beschrijving  van,  en  trachtte 
tevens  de  ooi  zaak  van  het  ontstaan  van  dergelijke  wan- 
schepsels na  te  sporen.  Van  Heurn  heeft  dit  voorval  in 
zijne  Gesehiêdeniê  der  Stad  en  Meyery  (dl.  Il,  bladz. 
214)  iikgevlochten.  Het  Onderzoek^  of  in  de  Nederlan- 
den de  gewoonte  heeft  plaate  geluidy  om  teanechapen 
geborenen  ie  smoren,  van  den  heere  Mr.  M.  G.  van  Hall 
(3),  dat  tot  ontkennende  uitkomsten  leidt,  herinnerde  mij 
aan  dit  monsterkind,  dat,  volgens  Yan  Heurn,  door  de 
vroedvrouw  gesmoord  werd.  Donck  zegt:  Y>Fixit  eird' 
ter  ad  quadrantem  horofiy  perceptoque  eaerosaneto  hap- 
tiemate  opera  obeieirieie  expiravit,""   In  een  modern  af- 

(1)    Uistorie  der  Stad  en  Meyery,  dl.  II,  bladt.  360-802. 

{2)    T.  a.  p.  dl.  n,  Mads.  S02. 

(3)     lUgiggelêerde  Verhandelingen;  AfnsL\l9^',  bladz.  1. 

c.  c. 


Digitized 


by  Google 


JXSir.,  IHLBIOIRG. 

I 

sdbrift  lees  ik  achter  bapHêtn^Ue  eeoe  comma »  en  dan  zou 
de  vertaling  van  Tan  Heum  te  verdedigen  zgn,  doch  aan- 
gesien  er  die  niet  staat,  kan  men  even  zoo  goed,  en  mis- 
schien taalkundiger,  opera  ohHeirieU  op  pereepto  bap- 
tiêtnai€  betrekken.  AIzoo  zou  uit  dit  verhaal  geen  argu- 
ment tegen  het  gevoelen  ,van  den  heere  Van  Hall  kunnen 
worden  getrokken,  en  ik  neem  terug,  wat  ik. in  den  Kotut^ 
en  LeUerhade  van  1838,  n"  51,  bladz.  338  en  339,  ge- 
scEreven  heb. 

Xi.     (Bladz.  693— 708.) 

De  berigten  wegens  het  vervolgen  van  personen,  ver- 
dacht van  tooverg,  mogen  als  bijdragen  strekken  tot  de 
nasporingen  van  Scheltema  en  Cannaert.  De  verlichte 
geest  der  stedelijke  regering  van  die  dagen  steekt  heer- 
lijk af  bij  de  volslagen  duisternis,  die  destijds  omtrent 
tooverij  zoo  algemeen  heerschte. 

\n.    (Bladz.  757—778.) 

De  bevrijding  van  *s  Hertogenbosch  van  het  beleg  van 
prins  Bfaurits  in  1601,  is  de  hoofdinhoud  van  het  La* 
tgnscbe  stuk  van  Jac.  Bochius,  dat,  hoezeer  reeds  ge* 
drukt,  om  de  belangrgkheid  der  daarin  vermelde  gebenr« 
tenissen,  hier  eene  plaats  verdiende. 

Met  meer  r^t  had  de  lezer  hier  mogen  yerwachten: 
P.  Vlaieracci  Diarium  rerum  per  einguloe  diee  in 
aheidume  Sylvadueensi  per  Prineipem  Mauritium  Nae* 
êovium  geHarum,  Sylvaedueie.  1601.  8*,  doch  ik  mogt 
hetzelve  nergens  ontmoeten  dan  in  den  catalogus  van  J. 
Ermens  te  Antwerpen,  bladz.  532.  Ook  had  ik  gaarne 
medegedeeld: 


Digitized 


by  Google 


HfLKiniNfi.  XXXT. 

1*  fFmeraehiigke  nieuwê  Tkjdinghe  van  de  sterke 
siadi  V  Hertogenbosehy  deweleke  nu  beUgert  U  van  de 
Mogende  Siaten  der  Fereenigde  Provineienj  onder  he* 
leyt  van  zyn  Exeelenêie  Graeff  Maurite  vem  Noêeau" 
we  aen  d*eene  syde,  en  het  leger  van  den  Eertehartige 
Albertue  aen  d*andere  zyde.  Goreum  hy  Jan  Hene^ 
bereh,  KI.  8^,  groot  8  ODgepag.  bladz.,  zonder  jaartal, 
doch  na  29  Angnstus  1603. 

2^  Ttcee  nieuwe  Liedekene  van  de  {beleig'eringhe  van 
V  Hertogenhoeehy  van  het  principael  datter  geechiet  te 
tuêêchen  den  LeeUy  Beer  ende  Wolf^  met  alh  haer 
aenhanghere.  f  Antwerpen  hy  Marten  Huyesene  op  ons 
Lief  Frouwen  kerekhof  in  den  gulde  Leeu.  MDCIII. 
8",  groot  13  oogep.  bladz. 

.  Ml..  (Bladz.  779—790.) 

De  Balaie  op  deidfde  vmchtelooze  belegering  der  stad 
door  prins  Maarits,  ia  denkelijk  afkomstig  van  eene  der 
kamers  van  rhetonca  te  dezer  stede.  De  schaarschfaeid  van 
werkjes,  zoo  als  het  ooderhavrge,  deed  mi^  tot  eene  tweede 
uitgave  besluifen.  \ 

Het  volgende  gel^enheidsstukje  hebben  wij,  als  van 
te  weinig  belang,  niet  opgenomen.  Wij  vergenoegen  ons 
met  eene  bibli(^raphische  beschrgving  daarvan: 

Boeren'Litanie  ofte  Klaehte  der  Kempeneehe  Landt» 
lieden  ocer  de  ellenden  van  deze  lanehduerighe  Neder» 
landêche  oorlooghe.  (Eene  houtsnede,  een^  man  op  het 
zidibed  voorstellende.)  Ghedruekt  hy  Direk  Vomeliez. 
7 roost  y  in  den  j are  onzes  Heeren  Jesu  Christi  MDCYIU. 
4*.  8  ongep.  blz.  In  de  koninklijke  boekerij  te  'sHage 
{Biblioth.  Dunean). 


Digitized 


by  Google 


XXXU.  INLEIDING. 

Dit  boekske  is  een  bundeltje  poezij.  In  het  eerste  ge- 
dicht van  dertien  coupletten  beklaagt  zich  de  Kempenaar 
over  hetgeen  hij  van  het  Staatsche  en  Spaansche  krijgs- 
volk te  lijden  bad.     Zie  hier  eene  proeve: 

»Het  dorre  Kempen-landt  met  pyne  wy  bevruchten, 
.  Tot  ^seygenaers  ghenot  end^  noodt  van  wyf  en  kindt. 
End'  hopend^  op  het  lest  Ie  beuren  onze  vruciilen, 
Eylae«!  het  slaet  ons  mis,  want  alles  stracx  ?erslindl. 

»Sy  plagen  ons  om  Hseerst  van  d^hooch  end^  lege  zyden. 
Nu  den  Kaesjager  boos,  nu  den  Yrybuyter  wreet, 
Den  meeslen  overal  ons  nu  zo  lange  tyden, 
Doen  de  gemuyteneerd,  end*  andere  meer,  Godt  weet/' 

Uit  de  aangehaalde  dichtregelen  met  het  geheele  stuk 
in  verband  beschouwd,  blijkt  het,  dat  deze  verzen  door 
ee^^  Noord- Brabaji der  gesteld  zijn,  die  de  Staatschen  voor 
muiters  uitkrijt  eo  de  Spanjaarden  niet  vreest  vrijbuiters 
te  noemen.  Het  tweede  gedicht  in  denzelfden  vorm  als 
het  voorgaande  gesteld,  doet  de  krijgsknechten  op  den 
Eempenschen  landman  schelden.  De  verdere  gedichten 
van  dit  boekje  hebben  geene  betrekking  op  Noord-Braband. 

Ziedaar  kortelijk  den  inhoud  van  dit  lijvige  boekdeel,  dat 
op  kosten  en  voor  rekening  van  het  Provinciaal  Genoot* 
schap  in  Noord-Braband  is  uitgegeven.  Ik  bedank  het  Be- 
stuur voor  het  vertrouwen,  dat  het  in  mij  wel  heeft  wil- 
len stellen,  met  mij  de  uitgave  op  te  dragen.  Mogt  ik  mij 
dit  vertrouwen  niet  geheel  onwaardig  betoond  hebben! 
Mogt  mijne  wijze  van  bewerken  den  bijval  der  leden 
van  het  Genootschap  kunnen  wegdragen,  en  ik  eenigzins 
beantvfoord  hebben  aan  de  eischen,  die  de  geschiedkunde. 


Digitized 


by  Google 


INLEIDING.  IXXVII. 

Op   haar   tegenwoordig   standpunt,   regt  heeft  van  eiken 
uitgever  van  oude  oorkonden  te  vorderen! 

Op  het  voorbeeld  van  zoo  vele  geleerden,  welke  zich 
in  Noord-  en  Zuid -Nederland  met  eene  dergelijke  taak 
belast  hebben,  heb  ik  getracht  eenen  zuiveren  tekst,  niet 
naauwgezetheid  naar  het  oorspronkelijke  afgedrukt,  te  le- 
veren,  en  dien  doorloopend  met  de  m^  ten  dienste  staan- 
de copien  vergeleken.  In  de  aanteekeningen  ben  ik  zeer 
spaarzaam  geweest:  slechts  wat  tot  opheldering  van  den 
tekst  kon  dienen,  is  aangestipt,  maar  geen  doorloopende 
commentarius  gegeven.  Ik  had  zeer  veel  geschiedkundigs 
tot  opheldering  kunnen  zeggen,  ik  had  vooral  bij  de  tijd- 
rekening kunnen  stilstaan:  doch  dat  alles  zou  dit  werk 
zonder  veel  nut  hebben  vergroot.  Liever  wil  ik  achter 
hét  laatste  deel  dezer  VerzaineUng  van  Kronyken  en 
Oorkonden  hetrekkelijkAe  Stad  en  Meijerij  van  ''s  Her- 
togenboseh  eene  uitvoerige  tafel  van  al  de  gebeurtenis- 
sen, oordeelkundig  op  het  ware  jaar  teruggebragt,  en 
eene  alphabetische  opgave  op  het  geheele  werk  geven. 
Hen  heeft  dan  in  één  ovcrzigt  alles  bijeen,  wat  de  lezer 
io  deze  Verzameling  vinden  kan,  zonder  gevaar  te  loo- 
pen,  van  voor  elk  deel  bijna  hetzelfde  te  moeten  naslaan, 
en  wat  'de  tijdrekening  aangaat,  in  de  volgende  deelen 
Ie  verbeteren,  wat  vroeger  verkeerd  gebragt  is.  De  chro- 
Dol(^e  zal  voornamelijk  licht  en  opheldering  uit  de  char- 
ters erlangen.  De  kronykschrijvers  volgen  meestal  eene 
eigendunkelijke  tijdsbepaling,  de  charters  daarentegen  strek- 
ken tot  toetssteen.  Mag  mij  het  genoegen  te  beurt  val- 
len ,  deze  Verzameling  volledig  uit  te  geven ,  dan  zal 
ik  voor  het  laatste  deel  de  chronologische  eu  alphabeti- 
sche tafelen  met  zoo  veel  zorg  en  uitvoerigheid  behan- 
delen, dat  elk  lezer  met  een^  oogopslag  alles  zal  kunnen 


Digitized 


by  Google 


weder vindeB,  wat  hij  iu  deze  Ferzameliug  belangr^  heeft 
aangetroffen. 

De  volgende  deeleo  zullen  op  dezelfde  wijze  worden 
ingerigt. 

In  het  tweede  deel  zullen  de  overige  kronyken  plaats 
vinden. 

In  het  derde  eo  vUrde  deel  de  charters,  diploma ta, 
uitgiften  van  gemeentesgronden,  heerlijkheden  en  leen  ver- 
heffen, pootkaarteOj  privilegiebrieven  en  andere  dergelyke 
ooikonden. 

In  het  vijfde  deel  eindelijk  nalezingen,  verbeteringen, 
overgeslagen  stukken  en  uitvoerige  chronologische  en  al- 
phabetischë'  registers  van  zaken  en>  personen. 

Op  deze  wijze  zal  de  stad  en  meijerij  van  *s  Hertogen* 
bosch  eene  volledige  verzameling  erlangen  van  al  het  merk- 
waardige vóór  de  reductie  der^stad,  of  vóór  het  jaar 
1629.  Bij  dit  tijdperk  kan  deze  arbeid  voegzaam  geslo- 
ten, en  later  opgenomen  worden  door  iemand,  die,  hij 
moge  bij  sierlijkheid  van  stijl  meer  grondigheid  paren, 
mij  zdier  niet  overtreffen  zal  in  eene  voorliefde,  in  eene 
gehechtheid  aan  Noord-Braband,  voor  de  opluistering  van 
welk  schoon  gewest  ik  de  kostbaarste  oogenblikken  mijns 
levens  veil  heb. 


•:^ 


Digitized  by 


Google 


iMLBiDiirc^  xaii. 


OPGAVE 

VAB      - 

KROMIKSN  EN  GESCHIEDKUNDIGE  BËRIGTËN 

BITaES.lUU.lJK 

Dl  STAD  EN  MEUS&U  VAR  'SH£RTO&ENBO$GH, 
niLKB  III  BIT  TWEDi  BUL  stzu  Verzameling  uhoobsxn  opgevomkii 

TB   WOBBBR. 

•f|c 


Üitnoodiging  aan  httitUri  «an  oude  handschrifUn  en  geeehied' 

kundige  f»erktn  $m.  aam  de  kibUotkecaritsen  wn  openbare 

boekerijen,  om  het  gebruik  daarvan  te  vergunnen. 


"•^C- 


HANDSGHHIFTEN. 


1.   Dê  kronyk  van  'e  Hertogenboeeh  door  Albbbtdb  Cupbrinus. 

BehalTe  les  aÜKbriften,  wa«rvao  bij  de  uitgave  dezer 
kroDjk  gebruik  gemaakt,  en  in  de  inleiding^  bladz.  ii  eo 
Tulg.»  eene  nadere  omsehryving  medegedeeld  is,  verlangt 
de  bewerker  inzage  of  eene  meer  omstandige  beschrijving 
der  volgende  oopién: 
o  die,  welke  aan  de  konlnkiyi^e  boekerg  te  's  Hage  bewaard  wordt. 
b  Chronyh  van  'e  Hertogenboeeh  van  het  jaer  1101-1579.  MS. 

{Catal.  van  Verdusten,  p.  243,  n»  43.)  Gekocht  door 
Dc8  Bocbes  Ie  Brussel,  met  charters  van  's  Hertogenbosch 
van  het  jiar  1329-1410,  MS.  op  perkament.  De  biblio- 
graaf GtRARD  zegt  vao  deze  kronyk  bet  volgende:  nChro- 


Digitized  by 


Google 


XL.  INLBIDING. 

nyk  van  de  stadi  Shertogenbouehe ,  aodeo  maDuscrit  pro- 
vcDaol  de  la  bibliolbèque  de  l'écbe?in  de  Ia  Tille  d'An- 
vere  Yerdusseo,  qui  se  troove  actuellemeDt  k  la  biblio- 
lbèque publique  de  Bruielles,  ayant  été  acbeté  par  Taca- 
cadémie  des  scieDees  et  belles  lettres  de  la  dite  ville,  en 
fol.  (1)."  Dit  afschrift  berust  tbaus  in  de  btbliotbeek  der 
hertogeo  van  Bourgondie  te  Brussel  onder  n^  10210  (2). 
c    Chronicke  van  *s  Bosch,  16K0.  MS. 

{Catalogue  d'une  helle  eolleetion  de  manuscrits.  Anv. 
ZSept.  1823;  pag.  16,  n»  114.) 
d   Kronyk  van  de  fundatie  en  begin  der  itad  's  Hertogenbosch,  ein- 
digende met  1579. 

Behoord  hebbende  aan  de  familie  Martini.    Zie  Van 
Hburn,  Bist.  der  stad  en  tneyery  van  *s  Bertogenboschf 
dl.  I,  voorrede,  tladz.  xxvi. 
e    Cronyk  van  de  meyery  en  stad  's  Hertogenbosch,  beginnende  met  ^ 
1140-1690.  2  dp.  fol.  MS. 

{Catal.  van  /.  Ermens  te  Antwerpen,  bladz.  72.) 
f    Die  cronycke  der  stad  en  meyery  van  's^ifiosch  van  1140-1623. 
Fol.  2  dn.  MS. 

(Catal.  van  LUm  te  'sBoeeh,  1805,  bladz.  2.) 

2.     WiLBELlIDS   MOLIDS. 

a  Annales  civitatis  Buseoducensis  et  rerum  domi  bellique  per  Bus- 
coducenses  gestarum,  et  actuum  recitatio  per  i/nagistrum  Molicm, 
chronice  ad  posteros  enarrata.  MS.  fol.,  groot  112  bladz. 

De  erven  vijlen  den  beer  L.  Gast  hebben  mg  bet  ge- 
bruik van  dit  bandschrift  goedgunstig  toegestaan.  Het 
Bestuur  van  bet  tienootschap  beeft  daarvan^  onder  mijne 
leiding,  een  getrouw  afschrift  laten  maken «  dat  in  bei 
ttoeede  deel  zal  worden  afgedrukt.  Jamroer  dat  in  de- 
zen codex  zoo  vele  onnaau^keurigfaeden  begaan  zijn,  zoo- 
dat bel  onmogelijk  is  een'  getrouwen  tekst  ie  geven, 
tenzij  het  my  gelukken  mag,  de  volgende  afschriften  Ie 
kunnen  raadplegen. 

(1)  Recherches  hixtoriques  concernant  les  Chambres  de  Réthorique  éta- 
llies  dans  les  Pays-Bas,  MS.,  t.  It.  p.  S59,  berustende  in  de  koninklijke 
bibliotheek  te  's  Grnvenhage.  , 

(2)  Mannscrits  de  la  hH/lioihuque  des  dttcs  de  Bourgogne,  t.  Il,  p.  52. 


Digitized 


by  Google 


IKLIIDING.  JU. 

WiLBSUii  MOLLU  Annahi  eivitatü  Buieodueenêit.  MS.  4^ 

(Gorol.  van  Palier  te  'i  Honk,  1759,  bladi.  97.)    Uei 
koml  mg  voor,  dat  Yam  Hbden  deze  copie  gebruikt  heeft 
io  iqoe  bekeode  HUtarie  der  itad.en  meyery  van  *s  Her" 
togenhoseh.   Immers  bij  noemt  deo  schrijrer  steeds  Hol- 
Liüs,  de  OTerige  codices  Holius,  en  baalt  hem  voor  het 
laatst  aao  op  het  jaar  1554,  terwgl  het  baodschrirt  a 
loopt  tot  1556  tn  c  tn  d  slechts  tot  1553.    Op  het  jaar 
1555  komt  in  de  copie  a  eeo  berlgt  voor ,  dat  hij ,  toI- 
geos  deo  aanleg  van  lijn  werk,  leker  zoo  hebben  mede- 
gedeeld, zoo  bet  in  zqn  eiemplaar  ware  Toorgekomeo.  In 
de  voorrede  (biz.  xxvij  zegt  hij  daarvan:  »By  een  geluk- 
kig toeval  kogt  ik  Mollii  Annales  civitatii  Buseodueeti^ 
eis.   Dit  werk  is  door  een  priester  geschreven,  en  is,  zo 
ver  ik  weete,  niet  gedrukt.    Bg  de  lezing  vond  ik  het 
eenvoudig,  doch  van  een  onkreukbare  trouw.    Dit  bleek 
my  hieruit,  omdat  ik  veele  plaatsen  met  de  oorspronke- 
.    lyke  stads  voorregten  vergeleken  heb,  waarmede  zy  vol- 
maakt overeenstemmen/' 
Gvitatis  Buseoducensis  annalia  et  rerum  domi  helloque  gestarum 
per  B$ueodveenses  ineolM  compendiosa  narratio.  Authore  Wa- 
BBLMO  MoLio  Buseoduc-ensi  presbytero.  Vervolgens:  Iste  liher  per- 
tinet  monasterio  Beatae  Mariae  Virginis  supra  Donekam  prope 
Huesden,  deecriptus  per  fratrem  Albbrtom  de  Buscodueis  fratrem 
profeseum  ejusdetn  conventtu  et  sacrittetm,  anno  Domini  1553. 

De  geleerde  W.  C.  Agbbrsdyck  heeft  dit  exemplaar  ter 
leen  gehad  van  Dr.  N.  L.  B.  Wellens,  in  1835  overleden. 
Waar  het  na  diebs  overlijden  gebleven  is,  is  mij  onbe- 
kend :  op  den  catalogus  zijner  boeken  heb  ik  het  te  ver« 
geefs  gezocht. 

In  1790  gaf  de  pastour  van  Mierio,  T.  van  Genechlen, 
aan  den  pensionaris  A.  Martini  de  volgende  beschrijving 
van  een  hatidscbrifl.  dat  onder  hem  berustte: 
•CMtatis  Buseoducensis  annales  et  rerum  domi  belloque  gestarum 
per  Buseodueenses  ineolas  compendiosa*  narratio,  authore  Wil- 
HBLMO  MoLio,  Buscoducensi  presbytero.  Ante  primam  paginam 
bistoriae  legitur  sequens  nota:  nHie  liber  pertinet  monasterio 
beatae  Mariae  Virginis  super  Donham  prope  Buesden,  seriptus 
per  fratrem  Aubbetum  de  Buscodueis,  monachum  professum  e/iw- 
dem  conventus  et  saeristam  anno  Domini  HCCCCCLlll,    4«. 


Digitized 


by  Google 


XUI.  tKLllOIN0. 

•Htotoria  BuModacensis  in  Ulo  Ubro  abadfitar  foliis 
48,  ulrtque  parte  oooscriptis,  seu  paginis,  nt  dicimus,  96, 
praater  iosertas  hinc  inde  scbedaa  aopplementares ;  eha- 
rader  est  nitldus  et  parnia  et  aetatem  saam  prodit.  lo 
eodem  Tolamine  habentar  adhuc  sequeDüa."  Hier  noemt 
Van  Geneehleo  nog  Tier  Verken  van  reraehillendcn  in- 
boud  op,  betrekkeiyiK  de  kerktwisten  in  de  XVI  eeuw, 
die  acbler  de  Afinalêi  geacbreren  waren.  Daar  Ackbes- 
DTCK  geene  melding  maakt  van  die  stukken  achter  de 
copie  van  Wellena,  en  de  titels  eeaigtlns  ▼ersehillen,  zoo 
ia  het  wel  mogelijk,  dat  beide  handschriften  onderschei- 
den ii|n. 

3.  a  Bistcria  ehronologuia  oppidi  Buicodueis,  ab  tJM  exordio 
uique  ad  ann,  1565,  per  Magistroi  Datidbm  Etseswtn,  Bartho- 
LOMABinK  LoBFF  et  Jacoium  tax  Balkh  comporita.  MS. 

In  de  bibliotiieek  van  Ant.  Nuewens. 
h    Naar  dit  handschrift  bestaat  eene  eople  in  de  kontokUjke  boe-  . 
kerg  te  Brussel,  in  twee  banden  in  8*. 

{Catal.  dêg  manuserits  da  la  hibliotkèqw  des  dtiee  dé 
Bourgogne,  t.  IH,  pag.  51  et  52,  n»  17929  et  17930,  ge- 
komen uit  de  Bibh  É^uUh.,  t.  Yl,  pag.  ^182,  n«  958.) 
e    Naar  de  voorzegde  copie  bezit  bet  Genootschap  een  getrouw  af- 
schrift, dat  de  bewerker  in  deze  Verzameling  zal  laten  afdrukken. 
Hg  verlangt  het  handschrift  a  ter  vergelgking  ter  leen  te  mogen 
ontyangen. 

4.  Bistoria  rerwn  Silvaduoenêium  ineerti  auetorit,  db  urbe  oon- 
dita  ad  annum  1562.  Otto  Ztliüs  ex  MS.  deeoribendam  curavit, 
4^  groot  38  dubbele  bUdz.,  kleine  letter. 

Toen  ik  in  de  zomerracantie  yan  1845  eenige  dagen 
aan  bet  rgks- archief  te  Brussel  mogt  doorbrengen,  ont- 
moette ik  dit  bandschrift,  dat  op  den  geschreren  inren- 
taris  onder  n*  ^  yoorkomU  Be  Jezuit  Otto  Ztlios  ia 
bekend.  Hg  was  in  het  begin  der  XVII  eeuw  in  bet  buis 
del  Jezuiten  te  's  Hertogenbosch.  In  aanmerking  yan  de 
bekende  dienatvaardigbdd  der  Belgen,  om  hunne  schat- 
ten dienstbaar  te  stellen  yoor  de  wetenschappen,  twgfel 
ik  er  niet  aan,  of  dil  handschrift  zal  mg  ter  vergelijking 
met  de  Annaleê  yan  Molius  wel  yergnnd  worden.   Mogt 


Digitized 


by  Google 


IHLBIPINO.  urn. 

het  iDtoraKlUD  eeo  geheel  ander  werk  zgn,  cUo  behoort 
het  io  onze  VerxaméUng  te  wordeo  afgedrukt. 

5.  Kronykmatigê  aanieekmingen  betrekkelijk  de  stad  's  Bosch, 

Deze  Aanteekeningen  komen  Toor  in  een  handschrift 
ten  archieve  der  stad  's  Hertogenbosch,  getiteld :  Nomina 
f  seaHnonm  Sylvaedveis,  1401*1049.  Langweipig*  fol. 

6.  Ckr<myek»  gemaeekt  kg  den  ouden  meester  Yah  Oss,  secretaris 
menich  jomr  wtn  den  Bosch. 

CuPBaiNü»  heeft  dit  werk  gebruikt.  Zie  zqne  Chronyckey 
bladz.  5.  Mr.  W.  G,  Ackbrsdyck  heeft  deze  kronyk  in 
zijne  reelTuldige  schriften  een  paar  keeren  aangehaald. 
Bq  heeft  mij  in  der  tyd  geschreven,  dat  het  originele  ten 
fttadhuize  alhier  bewaard  wordt,  In  dat  gefal  kan  deze 
kronyk  niets  anders  dan  de  Kronykmatige  aanteeikenin- 
gen  n^  ft  wezen. 

7.  Chronycke  gecomjmUert  van  meester  Adriabn  db  Büttbr. 

Deze  kronyk  haalt  Gupbbinus  mede  in  zijne  voorrede 
aan,  bladz.  6. 

8.  Andhbas  Eybrswixk,  Geschiedenis  der  stad  's  Bertogenbosch. 

De  magistraat  der  'stad  beschouk  hem  in  1613  daar- 
voor met  150  gulden.  Van  Hburn  beeft  naar  dit  werk 
te  vergeefs  onderzoek  gedaan.  Zie  zijne  voorrede,  dl.  I, 
bladz.  XXI. 

0.   PicRE  Ghristovfbl  TAS  Bablen,  Bcschrijving  van  's  Bosch, 

Dit  handschrift  is  door  Graiuatb  gebezigd,  en  naar 

dezen  door  Van  Oudbnhovbn  aangehaald.    Yan  Hbübn 

heeft  er  te  vergeefs  naar  gezocht.    Zie  zijne  voorrede, 

dl.  I,  blada.  xxvi. 

10.  Bart.  HoMORfi,  Pastorie  Helmendani,  Deseriptio  Taxandriae, 

Dit  haRdeefarifl  is  door  GRAiofAiB  geberigd. 

In  het  Diarium  Ophotu  komt  op  het  jaar  1631,  mense 
Aprili,  deze  aanteekeoing  voor: 

11.  »1>.  Mareut  van  Gerwem  eouUetae  Peelandiae  in  Roy  aceepit 
iihmm  magnam  de  anHquitatibtte  et  ftrivilegUs  dnitatie  et  Majoriae 


Digitized 


by  Google 


XLIir.  INLEIDING 

manuteriptum  a  Mcholastieo  Rhodano  D.  Bamkens  et  tradidif  D.D. 
statibva  etc.  Sylvaedueii:  id  retulit  miM  ipse  Hanskem" 

Is  dit  boek  door  Haoskens  opgesteld,  of  is  het  slechts 

seo  handschrift,  dat  de  kwartierlterschoat  Van  Gerwen 

YBD  hem  gekregen  had? 

12.  J:  B.  Grahhayb,  de  Campinis  locie,  Fol. 

(Manuscritê  de  la  Hbliotkèque  dei  ducs  de  Bourgogne 
4  Bruxelles,  t.  H,  p.  52.)  Dit  fragmeDt,  ia  het  bijzoa- 
zonder  op  's  Hertogen bosch  betrekkelijk ,  begint  aldus: 
aSylvadudi  in  agro  OftunentV 

13.  Chronyck  van  *s  Hertogenhoseht  vant  jaer  1382  en  1383.  Fol. 

{Btanueerits  de  la  bihliothèque  des  ducs  de  Bourgogne  . 
d  Bruxelles,  t.  II,  p.  S2.)    Deze  krodyk  begint  aldus:  »7n 
't  jaer  ons  Beeren  1382." 

14.  Descriptie  urhis  et  absidionis  Buseoducensis.  FoK 

{CataL  van  Palier  U  's  Bertogenbosch,  1759,  blz.  92.) 

15.  De  geleerde  Benedictijner  monniken  Martèoe  en  Durand  von- 
den op  hunne  tweede  wcienschappelyke  reis  door  België  in  1716, 
in  de  abdij  van  Toogerluo,  belangryke  handschriften,  waaronder 
eene  historie  van  's  Herlogenbosch  vooral  hunne  aandacht  trok. 

{Ck)llection  de  ct^roniques  belges  inédites,  1836,  t.  I.  p. 
35  de  rintroduction.) 

16.  Annalia  civitatis  Busciducensis  ab'  exordio  dvitatis  usque 
ad  annüm  1550. 

Hetzelve  berustte  in  1762  in  de  bibliotheek  der  proost- 
dy  van  Gorsendonck  by  Turnhout.  Paquot  was  van  oor- 
deel, dat  dit  werk  behoorde  geco|ieerd  te  worden,  blij- 
kens een  schrijven  van  den  13  Mei  des  gemelden  jaars 
aan  den  graaf  de  Gobenzl.  {Collection  de  ehroniques  bel" 
ges  inédites,  1836,  t.  I,  p.  36  de  l'introduction.)  Ik  was 
vroeger  van  gevoelen,  dat  dit  handschrift  de  Annales  van 
MoLius  was.  Thans  komt  het  mij  voor,  dal  hier  welligt 
ecne  geheel  andere  kronyk  bedoeld  kan  zgn.  Uit  dien 
hoofde  behoort  de  aanhaling  van  dit  werk,  blz.  xii  der 
inleiding,  weg  te  vallen. 


Digitized 


by  Google 


INLKIDIN&,  XL?. 

17.  SiMONiS  Pblgrom,  Deêeriptio  originii  urbis  Silvaeduemsii, 

(Val.  Andrbas,  Biblioth.  Belg,,  2*  ed.  pag.  812;  Fop- 
pens, Biblioth,  Belg,,  i.  II,  pag.  1101;  Paqdot,  Mémoi" 
res  pour  servir  A  VhisUnre  littéraire  dei  Payt-Bas,  t.  VI, 
pag.  285.)  Dit  werkje,  door  Van  Oudbnhotbn  id  het  Ne- 
derduitsch  vertaald,  is  door  mij  geplaatst  is  in  het  Ge^ 
tehiêdk.  Mengelw.  over  Noords  Brdb,,  dl.  I,  bh.  61  rolg. 

18.  De  jammerlyke  destruetie  ende  desolatie  vanden  kerken,  eloes- 
ieren  etc,  die  by  sommige  sectarissen,  te  weten  Calvinisten,  binnen 
's  Bosch  ende  diverse  steden  van  Vlaenderen,  Uollant,  Zeelant  ende 
VHesUmt  is  geschiet  etc,  (ia  1566}  en  verschelde  andere  historische 
stukken  meest  tot  's  Bosch  behoorende,  MS.  fol.,  oud  doch  zeer  net 
geschreYen. 

{Catal.  van  C,  A,  van  Wachtendorff,  29  April  1811; 
Utrecht  bij  /.  Altheer;  bladz.  18,  o»  329.)  Verkocht  Toor 
f  3,75. 

19.  Troubels  en  Bultstormerye  &tnn«n  de  stad  's  Hertogehbossche 
sedert  21  July  1566;  beschreven  door  Dohinicus  Bbtbns.  MS.  4^ 

{Catal,  van  Servais  te  Mech,,  1808,  p.  237,  n«  32l8.) 
Ik  heb  dit  handscbrirt  aao  de  bibliotheek  Tan  Bourgon- 
dle  te  Brussel  gezien,  doch  het  is  niets  anders  dan  een 
afschrift  uit  Van  Oudenhoven,  Beschryv,  der^  stadt  van 
's  Hertogenbo^sche,  ed.  1672,  die  het  verhaal  van  Dohi- 
nicus Betbns,  biz.  135-139,  heeft  doen  afdrukken.  In- 
tusschen  wenschle  ik  het  moudt  gheschreven  boeck"  van 
D.  Bbybns  zelf  te  zien,  dat  stellig  meer  bevat  dan  de  5 
bij  Van  Oudbnhoten  bebaarde  bladzyden. 

20.  Informatie  aengaende  de  troubles  geschiet  btnnm  de  stat  van 
den  Bossche,  1567.  Copie  authentiek,  geteekend  »N.  db  Zobtb,"  groot 
47  bladi. 

In  bet  archief  te  Brussel  (partie  antique).  (U.  tan  Wtn, 
Bapport  sij'ner  reis  ter  opsporing  van  archieven  in  1808, 
MS.  fol.,  biadz.  134,  io  de  boekery  des  Genootschaps.) 

21.  Laus  phani  Buscoducensii,  MS.  4».  Beginnende:  »Phanum 
justo  nomine," 

Deze  lof  op  de  St.  Janskerk  te  's  Hertogenbosch  wordt 
in  do  koninklijke  boekerq  te  Brussel  bewaard.    {Catal. 


Digitized' 


by  Google 


XLTI.  INLIIIDIHG. 

des  manuseriU  de  la  hihliothèque  des  dna  de  Bowgogne, 
t.  UI,  pag.  53,  fi«  8472.) 

22«  Mirakelen  van  O.  £•  V,  ten  Boeeh,  uyt  het  originael  geco' 
eopieert.  MS.  fol.  Begiiioeode :  » Int  jaer  one  Heeren  1383." 

ID  de.  kooinklijke  boekerg  te  Brussel.  (Zie  Catalogue 
des  manuserits  de  la  hibliotMque  des  dues  de  Bourgogne, 
t.  III,  pag.  53,  D<>  14126.)  Daar  bet  voorste  gedeelte  Ter- 
loreo  is,  loo  gis  ik,  dat  Otto  Ztlids  betielfde  handscbrift 
teD  grondslag  gelegd  heeft  in  lijoe  Bistoria  miraeuloea 
B,  Mariae  SUvaducensis  {An^v.  Plantinus.  1632.  4<»),  al- 
thans de  beschröving  Tan  zijn  handschrift  in  de  Toorrede 
slaat  letterlgk  op  het  onderhaTlge.  Het  Genootschap  be* 
zit  van  dit  MS.  eene  gelrouwe  copie. 

23.  Legende  van  St.  Odulphus  van  Oirschot.  Op  perkament. 

DezeWe  was  in  1658  Toorhanden  op  de  pastor g  te  Oir- 
schot. Zie  Acta  Sanctorum  Bollandistarum ,  die  duode« 
ciroa  Jonii»  t.  Il,  p.  594,  alwaar  een  Lalynscb  levens- 
verhaal  Tan  Odulphus  naar  drie  handschriften  en  twee 
gedrukte  levens  (te  Keulen  in  1483  en  te  Leuven  bij  J. 
de  Westpbalia  in  1485}  voorkomt.  Ik  heb  te  vergeefs  bg 
Pantzbr  naar  deze  legende  gezocht,  weshalve  ik  vermeen, 
dat  zy  de  Aurea  legenda  Joannis  de  Voiia6Imb  bedoelen, 
die  in  die  jaren  het  licht  zag. 

24.  Bertellinge  van  alle  de  kuyzen  van  Brabant  in  f  jaer  1526. 
N^'  4.  Stad  en  quartier  van  s' Hertogehbosch  in  f  jaer  1526.  Fol.,  groot 
70  bl.  Afschrift  van  J,  G.  Smoldbrbn,  professor  bij  het  hminklyk 
athenaeum  te  Antwerpen,  ten  jare  1826.  Uyt  een  handschrift  ten 
archive  der  stad  Antwerpen,  in  fol.,  in  schaepsvel  gebonden;  op 
den  rug  staet:  Hertelling  van  alle  de  huyzen  van  Brabant  1526. 

In  hetzelfde  stedelijk  archief  berust  cene  haardtelling 
van  Braband  over  den  jare  1437.  De  verzamelaar  maakte 
daarvan  reeds  gebruik  in  zgne  Bijdragen  over  Noord- Bra- 
band^ dl.  n,  bladz.  51.  Indien  er  statistische  bijzonder- 
heden, gelijk  dit  in  de  haardtelling  van  1526  het  geval 
is,  fn  mogten  voorkomen,  was  eene  volledige  nieuwe  uit- 
gaaf wenschelijk. 


Digitized 


by  Google 


INLBIDING.  'XLfU. 


GEDRUKTE  WERKEN  (1). 

1.  Fragmmtum  vitae  Sanetae  Odae.  Lovanii  apud  Joannem  de 
Wtstphalia.  1495.  ¥. 

(Maittairb,  pag.  467;  Vissbr,  bli.  20;  Pantzbr,  1. 1, 
pag.  515,  die  er  bijvoegt:  nScriptore  Godefrido  sacerdoU 
Rhodano  in  Campania  Brahanticaf"  denkelijk  uit  Vale- 
RiDS  Andrsas  eo  Foppens.  Isfridus  Tbts  plaatste  in  de 
Aeta  5.5.  Belgii.  t.  YI:  Vita  5.  Odae  Virginis,  awtore 
anonymo.  Ex  MS.  monasterii  Portae  Coeli  apud  Sylvam 
Dueis,  eollato  cum  MS.  2'^«  parHs  hagiologxx  Brdbanti^ 
norum  in  Rubea  Valle  et  Corsmdoncano,  interpolationibus 
vel  saltem  ineptis  digreseionibus  ewpurgata,  doch  maakt 
▼an  dit  gedrukt  werk  geene  melding.)  Men  weet,  dat  bet 
dorp  St.  Oedenrode  aldus  naar  deze  maagd  genoemd  wordt. 

2.  Vijf  en  ttcintigjarig  Kronyl^e  van  's  Hertogenbo9ch.  1476  — 
1501.   In  bet  Latijn. 

Met  eene  vertaling  afgedrukt  in  het  Geeehiidh.  ifen- 
gHw.  over  Noord- Brahand,  dl.  I,  biz.  201-234.  Dit  kro- 
njkje  ia  slechts  een  fragment  uit  eene  andere,  mij  tot  dus 
yer  onbekende  uitvoerige  kropjk,  blgkens  de  verwyiing 
naar  folio's  en  artikels,  die  boven  elk  berigt  gesebreven 
lijn. 

3.  Kronylgen  van  's  Bertogenbosch,  1312-1517. 

Afgedrukt  in  Willküs,  Belg.  Museum^  dl.  UI,  blz.  78. 
»Dit  kronykjen,"  zegt  Willehb  achter  zijne  uitgave,» ge- 
trokken uit  de  Analecta  inedita  van  wylen  den  eerw. 
beer  A.  Hetlsh,  HS.  bchoorende  aen  den  eerw.  heer  Ds 
Ram,  rector  magnificus  der  catbolyke  universiteit  yan 
Leuven.  Hbtlen  schreef  boven  zyne  kopy:  »Ghronicon 
sequens  confe<^tum  videtur  a  quodam  syndico  oppidi  Rus- 
coducensis,  cui  arcbivia  patuere.  Quod  autem  nomen  ip- 
sins  fnerit,  detegere  nequivi,  nisi  fortasse  fuerit  dominus 

(1)  Ofschoon  de  iiaToIgende  werkjes  reeds  meerendeels  in  de  Verza- 
meimg  lijn  opgegeven,  willen  wi}  de  titels  nog  «ens  hier  abchryven,  in 
de  hoop,  dat  zij  beter  in  bei  oog  sullen  Tallen. 


Digitized  by 


Google 


XLVIU.  INLEIDING. 

Van  der  Stegen:  id  eoina  nomea  integumento  inscribi- 
tur.  Verboteous  et  litterariter  exscripsi  ei  autograpbo, 
quod  ab  amica  manu  accepi  1785."  "  Wy  bebben  de  bg- 
zonderhedca  betrekkelijk  ons  gewest  uit  dit  kronjkje  la- 
ten afdrukken  in  het  Geschiedk,  Mengelw,  over  Noord  - 
Braband,  dl.  I^  blz.  321-337.  Mogt  men  het  bandschrift, 
dat  Hbtlbn  gecopieerd  heeft,  kunnen  ontdekken! 

^,'  Lutherye  ten  Bossche,  1533. 

Dit  fragment  van  twee  bladz.  druks  komt  Toor  in  de 
Bijdragen  over  Noord- Brahand^  dl.  I,  btz.  395:  bet  be- 
gint aldus:  •Alsoe  die  verdoemde  secte"  enz.  Misschiet 
is  dit  verhaal  uit  eene  geschreven  kronyk  van  'sHerlo- 
genbosch  gecopieerd. 

5.  Victoria  turris  Davidicae  contra  turrim  BabyUmicam.    kuct. 
G.  A  Brüëckblabr.  Silvaed,  1580.  8<>. 

6.  Pro[lromus  Pacis;  eodem  auctore. 

7.  Flagellum  Belgicutn;  eodem  auctore. 

Komen  in  de  drie  laatstgenoemde  werkjes  geene  by- 
zonderheden  voor  wegens  de  gebeurtenissen  te  'sHerto- 
bosch  omtrent  bet  jaar  1580? 

8.  Victoria  Ncbiliss,  Adolphi  de  Cortenhach,  procomitis  Helmon- 
dani,  Cecinit  Bart.  Honorios. 

9.  Poematium  de  pugna  civili  Silvaeducensium,  Auctore  Uattdia 
VoRNio.  Silvaed.  Schefferus.  1606.  4». 

10.  Epigramma  in  laudem  Civitatis  Silvaeducensis,  [Graeee  et  La- 
tine.)  Auctore  Jo.  Vladbracgo.  Silvaed. 

11.  In  laudem  Domini  Ifelmondani;  eodem  auctore. 

12.  De  OhservatUme  areis  Belmondanae;  eodem  auctore.  Silvaed, 

13.  Apologie  der  vertrocken  horgers  van  s'Hertogenhosch,  1579.  A\ 

14.  Tnoee  sehoone  vermaningen  oen  de  borgherye  van  s'Hertogen' 
bossche  door  de  Wethouders  gedaen,  1580.  KI.  »*. 


Digitized  by 


Google 


INLEIDING.  XLIX. 

15.  Exequiarum  funébrium  Philippo  II  Bispan.  Begi  Sylvaedu- 
eis  exhibitarum  hrevii  et  extemporalis  quaedam  defcriptio  per  F. 
Petrok  Yladbracccm.  KI/8<>. 

t6.  P.  Vladbracci  lïiarium  rerum  per  singulos  dies  in  obsidione 
Sylvaducensi  per  Prineipem  MauriHum  Natsovium  gestarum.  Syl- 
vaeducis,  1601. 

17.  Waeraehtighe  nieuwe  Thydinghe  van  de  tterke  etadi  's  Ber* 
togenhosch,  dewelcke  nu  belegert  is  van  de  Mogende  Staten  der  Ver- 
eenigde  Provinciën,  onder  belegt  van  xyn  Excelentie  Graeff  JHaurits 
van  Nassautoe  aen  d*eene  syde,  en  het  leger  van  den  Eertshartige 
AUfertus  aen  d^ andere  zgde,  Gorcum  hg  Jan  Bensberch.  KI.  9^,  groot 
8  oogepag.  blads.  Zonder  jaartal. 

18.  Twee  nieuwe  Liedekens  van  de  beleigeringhe  van  's  Bertogen- 
loseh,  van  het  prindpael  datter  geschiet  is  tusschen  den  Leeu,  Beer 
ende  Wolf,  met  alle  haer  aenhanghers,  f  Antwerpen  bi/  Marten  Bugs- 
sens  op  ons  Lief  Vrouwen  kerchhof  in  den  gulde  Leeu,  MDGIII.  S"*, 
groot  13  oDgep.  bladz. 


I). 


Digitized 


by  Google 


Digitized  by 


Google 


Uel  Beêliiur  van  het  pReviivciAAi.  cei«o«TiM?HAP  vaü 
wLwnmTKm  mm  WBTfiüscaAPPEii  im  mo^bd-baabaiw  , 

overwegende,  dat  het  voor  den  beoefenaar  der  geschiedenis 
van  dit  gewest  allerbelangrijkst  is,  de  bronnen  daartoe  te 
hmnen  raadplegen,  fteeft  besloten,  om  de  oude  kronyken, 
charters,  diploma's,  privilegiën  en  uitgiflbrieven  betrekkelijk 
Noord- Braband  te  verzamelen  en  Hj  eenige  volledigheid  in 
de  genoolsehappeliike  Handelingen  op  te  nemen. 

Tot  verwezenlijking  van  dit  otUwerp  wordt  aan  de  leden 
des  Genootschaps  het  eerste  stuk  der  Verzameling  van  kro- 
nyken betrekkelijk  de  stad  en  me^erg  van  'sHertogen- 
bosch  —  naar  verschillende  handschriften  door  den  heer 
bibliothecaris.  Dr.  C»  IL  Bepnian»  voor  de  drukpers  be- 
werkt —  aangeboden,  welke  verzameling  op  zestig  vellen 
druk^  beraamd  is  en  bij  afleveringen  van  jaar  tot  jaar  zal 
tvorden  voortgezet.  Bij  de  laatste  aflevering  zal  in  eene  In- 
leiding een  crüisch  vet^slag  der  gebezigde  handschriften  en 
kronykefi  gegeven,   dankbare  hulde  aan  derzclver   bezitters 


Digitized 


by  Google 


gebragt  en  het  geheel  met  uitvoerige  registers  van  personen 
en  zaken  gesloten  worden. 

Indien  aan  deze  onderneming  die  goedkeuring  mag  te 
beurt  vallen  y  waarmede  het  Bestuur  zich  durft  vleien  ^  zal 
op  dezelfde  wijze  ook  met  de  kronyken  van  de  overige  dee- 
len  van  Noord-Braband  worden  voortgegaan  en  tevens  de  be- 
langrijkste eharterSy  privilegiën  en  uilgiftbrieven  van  gemeen-^ 
(e's  gronden  en  polders  ^  heer  lijkheden  ^  kenverheffen  y  poot- 
kaarten  enz.  enz.  worden  medegedeeld. 

Het  Bestuur  vertrouwt ,  dat  deszelfs  medeleden  y  die  derge- 
lijke  oude  oorkonden  bezitten  y  volgaarne  zullen  medewerken  y 
om  deze  verzameling  zoo  volledig  mogelijk  te  maken  y  en  noo- 
digt  tevens  eiken  letter-  en  geschiedkundige  uit,  die  ziek  met 
de  uitgave  der  kronyken  en  charters  betrekkelijk  landstre- 
ken  in  Noord-Brabandy  welke  buiten  de  stad  en  mdjerij  ge- 
legen  zijny  zoude  kunnen  belasten  y  om  %ich  daartoe  wel  te 
willen  aanmelden. 

NAMBlfS   IET   BBSTVVB, 

DE    SECRETARIS, 

Mr.  WAN  COOTI. 


Digitized 


by  Google 


DIE  CHRONIG&E 

TANDER  TERHAERDER  ENDE  VROMER  STADT  VAN 

Tsertogenbosch, 


INT  GOBTB   VAN 


HENftI€OS  DIE  KKR8TB, 

Hertoge  van  Brabant, 

TOT 

PHILIPPOS  TANOBSTBNRYGI, 

Oonine  van  SngeUint  ende  Hwtoge  van  Braha$%L 


Digitized 


by  Google 


BosoodiiceDsem  plebem  Dominof  benedïcat  et  nrbem. 


Digitized  by 


Google 


Me  p^ol^f  e  Tan  dit  lUiTolKeade 
€la*oii]rjüken« 


Den  eerweerdigen,  wisen  ende  seer  vaorsinigm  heeren 
scepenen  en.  met,  ende  voort  allen  (1)  vromen  borgeren 
ende  ingesetenen  der  seer  vemiaerder  stadt  van  Tserto- 
ghenbosch,  wenst  broeder  Aelbektus  Cdfbriiius  eewich 
geluck  en.  voorspoet. 

Jlsoo  ons  beschryvet  die  wel  sprekende  Tullius  Cicero, 
soa  en  is  geen  dinck  dat  eenen  weereltsce  man  meer  tot 
ujysheyt,  manheyt  (2)  ende  deuchdelycke  leven  treckende 

(1)  Bij  B.  ingekacht  anderen, 

(2)  B.  vaerheyf.  Bij  KUian  ii  mmilUkhöyd^  Tirikb  animus,  fortUudo, 
vroomheid,  A\\%  MüeKheid,. 


.  Digitized 


by  Google 


ende  verweckende  is,  dan  vlietelicke  (1)  historiën  ende 
chronicken  ende  oude  geschiedenissen  te  lesen:  te  weeien 
als  die  bequamelick  geschreven  worden  (2),  mit  alle  sa- 
ken  ende  circonstancien,  woorden  (3)  en.  daden,  daer  oen 
eenich  groot  verlangen  gelegen  is  geweest,  want  hy  daef* 
door  vemuftich  word,  niet  alleen  in  orlogen  ende  in  sfrt- 
den,  mer  oock  in  raet  ende  alle  borgerlycke  saken,  die 
in  (4)  den  landen  ende  steden  opryscn  mogen,  ghelycker- 
wys  dit  (5)  aenmerct  hoe  die  vrome  stadt  van  Tsertogen- 
bosch,  die  eenen  cleynen  oorspronck  en.  beginsel  gehadi 
heeft,  door  wat  oefeninghe  ende  manieren^  of  policye  sy 
soo  grootelyck  toegenomen  heefi,  want  chronycken  syn  an- 
ders  niet  dan  getuygenisse  der  tyden ,  een  lichte  der  waer- 
heyt,  een  meestersse  des  levens. 

Op  dat  ick  nu  myn  grondelycke  gunste  tegen  dese  lof- 

felicke  (6)  stat  van   Tsertogenbosch   thoenen  soude, .  soo 

hebbe  ick  dit  chronicxhen  tot  eere,  loff  ende  proffijt  van 

.allen  vromen  heeren,  borgers,  ingesetenen  ende  liefhebbers 

(1)  Bij  Kilian  U  vliitighj  fluens,  liquidus,  en  Tlijiig. 

(2)  Bij  Y.  en  B.  wordl, 

(3)  B.  voonoaerden',  Y.  tottrden. 

(4)  V.  an. 
(6)  Y.  dit. 

(6)    Y.  f^nfelicke. 


Digitized 


by  Google 


deser  sM  hoochweerdige  name  int  openbaer  laten  gaen, 
begerende  op  den  geminde  (1)  lesere  ende  op  alle  vrome 
borgeren  dit  chronycxken  int  goet  nemen  willen,  denc- 
kende  dat  alsoo  wel  prysselicke  (2)  is,  cleynen  giften  in 
danck  te  nemen  als  groote  giften  te  geven. 

Mer  op  dat  niemant  en  wane  dat  die  compositoer  de-- 
ser  cronycken,  om  die  stat  synre  geborten  te  eeren,  naer 
synder  belieften  (5)  yet  (4)  meer  daer  in  geset  heeft  dan 
die  gerechte  waerheyt,  soo  gheeft  die  compositoor  te  ken- 
nen, dat  hy  niet  vanden  synen  daer  in  geset  en  heeft, 
moer  heeft  dese  chronycke  getrocken  wt  veel  andere  au- 
thentycke  (5)  boecken,  te  weten:  wtten  chronycke  van 
Brabant,  wtten  chronycke  vanden  eerweerdigen  heere  Ri" 
gino,  abt  van  Pruymen,  wtten  chronycke  gemaeckt  by 
den  ouden  meester  Peeier  van  Oss,  secretaris  menich 
toer  vanden  Bosch,  wtten  schriften  oft  chronycke  vandet^ 
eerweerdigen  priester  en.  borger  vander  stadt  (6),   mees^ 

(1)  B.  gemeyne. 

(2)  Y.  princheliAe. 

(3)  B.  heloêften. 

(4)  B.  oyL 

(S^    B.  ehrwyck, 

(6)     Bij  B.  weggelaten  menich  iaer  panden  Bosch  ^  wtten  schfiften  oft 
chromfcke  vanden  eerweerdigen  priester  e»,  borger  vander  stadt. 


Digitized 


by  Google 


ier   fFillem    Mooi,   wttm  chnmijicke   gecompuleert  van 
meeiter   Jdriaen  die  Ruyter,   die  wekke   tnenich   iaer 

inden  huze  vanden  heylighe  Geest  ab (1)  ye- 

dient  heeft. 

Godt,  die  Heere,  wille  die  vrome  borgen  eni  die  gre- 
meynte  in  geluckealiger  (S)  prosperiteyt,  voorspoei  en. 
%pelvaerf  genadelike  gespaeren  en  behoudm  (3). 

(1)  Een  woord  is  in  V.  uitfelaten.  By  B,  is  die  tin  aldus  omgeioi: 
die  Ruyter^  die  menieh  iaer  inden  heyligen  Geest  gedient  heeft, 

(2)  Bij  Y.  en,  tosscheogcvof^. 

(3)  B.  behoeden. 


-^ism^ 


Digitized 


by  Google 


Tsertoghenbosch  is  eea  stede  gelegen  int  bisdom  van 
Layck  ende  is  een  vandie  vier  hootsteden  van  Brabant , 
toebehoorende  als  een  eighen  patrimonlnm  den  hertogbe 
van  Brabant»  sonder  eenigbe  overheere  daerinne  (1)  te 
kennen  of  te  leene  van  iemant  te  ontfanghen,  ende  is 
een  stede  seer  vast  ende  stercke,  driecantich  inder  fonne 
ende  ntennate  lyck  ende  macbtich  van  volcke,  hooch 
van  mneren  t^en  eenen  onversienlyck  ende  subitelyck 
aenstoot  van  vianden,  hebbende  thorens  ende  (2)  diepe 
graften,  wel  voersien  ende  beschermt  (3)  mit  alderley 
instmmenten  van  atteirye  bolwercken  mit  stercke  fortres- 
seo  ende  borstweren  (4)  voor  die  poorten,  met  schoone 
slach-  of  valbrngghen  (5). 

Indese  stede  syn  schoone  lustige  kerckcn  oft  cappellen 
mit  een  sonderlinge  schoone  eode  costelycke  kjerck  in  die 
eere  van  sint  Jan,  apostel  en.  evangeUfte,  daer  in  getun- 
deert  is  een  canonnizye  (6)  van  xxx  wetlike  canoniken:  in 
weicke  kercke  alsoo  schoonen  dinst  gedaen  werd  dagelix 
als  in  eenige  stede  oft  plaetse  toebehoorende  ons  p'rinche 
vanden  landen. 

(1)  V.  in.  (2)  V.  mit.  (3)  V,  besckrempt.  (4)  B.  voorstoren, 
(5)     Bij   V.  ontbreekt  mêt  scIumhio  siach^  of  valbruffghm*    (6)    V*  ca- 


Digitized 


by  Google 


—  8  — 

Hier  tolgeo  die  naemen  van  die  andere  cappellen,  die 
in  de  stadt  vanden  Bosch  staende  syn: 
Sint  lacops  capelle« 
Sinte  Peeters  capelle. 
Sint  loris  cappelle. 
Sinte  Cornelis  cappelle.  * 

Sinte  Anthonis  cappelle. 
Sinte  Anne  cappelle. 
Sinte  Loyens  cappelle. 
Shite  Barbere  cappelle. 

In  dfe  stadt  vanden  Bosch  staen  oock  veel  costelycke 
schoonecloosteren  van  mannen  en.  vronwen, van  welckoi 
sommighe  binnen  die  stede  en.  sommige  buyten  staen, 
waer  aff  die  naemoi  hier  naer  volgen  en.  eerst  ^ie  nae^ 
men  vanden  cloosteren  die  binnen  ligghen. 

Dat  clooster  vanden  Wilhelmiten,  dat  men  nnemt  die 
Baseldoncky  ende  staen  onder  den  vegA  van  sinte  Bene- 
dictns. 

Dat  clooster  vanden  Prekers. 

Dat  clooster  vanden  Minderbmeders. 

Dat  clooster  vanden  Cruysbraeders. 

Dat  clooster  vanden  Bogaerden. 

Dat  clooster  vanden  Fraters. 

Dat  clooster  validen  Cellebrueders. 

Dat  clooster  vanden  Clarissen. 

Dat  Begtdarisse  clooster  van  sinte  Gheertmyt. 

Dat  Regularisse  clooster  opten  Wynmolen  berch. 
t     Dat  clooster  opten  Hulenborch. 

Dat  snster  clooster  after  die  Tolbmg. 

Dat  clooster  vande  Cellesusteren  ofte  swesteren. 

Dat  joufirau  clooster  van  die  nonnen  int  groot  gasthuy». 


Digitized  by 


Google 


—    9    — 

Dat  clooster  vande  susteren  van  Orten. 
Die  groote  vergadering  vanden  Beghinen  opten  Beghi- 
nen  hoff. 

DIE  CIOOSTEREir  UGGSirDS  BUTBIC  VJ^  STAOT 
VANDIH  BOSCH. 

Dat  clooster  van  Zantroysen  of  Chatnsers  te  Tucht. 

Dat  dobbel  clooster  vanden  Brigitten  tot  Coudewater. 

Dat  Regularisse  clooster  tot  sinte  Annenborch. 

Dat  sustere  clooster  op  die  Eycken  donck. 

Alle  dese  cloosteren  en.  godshuysen  liggen  binnen  en. 
Iraien  die  stadt  vanden  Bosch ,  twelck  een  groote  gratie 
is  voor  die  stadt,  want  men  seyt  gemeynlick  in  ste- 
den daer  alsolcke  cloosteren  van  goede  leven  zyn  en. 
liaren  regel  oft  observancien  baren  oerdenen  wel  onder- 
houden, alsoo  in  de  cloosters  vanden  Bosch  gedaen  Vferdt, 
dattet  volck  daer  by  seer  verbeetert  werdt,  midts  goe- 
den exempelen  en  heylighe  leeringen,  dan  in  andere  ste- 
den, daer  niet  aldusdanige  cloosteren  mei-  ander  van  slap- 
pen ofte  v?ilden  (1)  leven  syn,  daert  volck  quaet  exem- 
pel aen  nempt. 


Op  dat  nu  voort  allen  menschen  bekent  werde  die 
mromicheyt  en.  proprieteyt  der  ingesetenen  vanden  Bosch,. 

(1)    B.  Heelden, 


Digitized 


by  Google 


—   10  — 

soo  is  te  weteu  dat  meeste  deel  onder  die  borgers  veel 
goeder  coodicien  blyckende  zyn,  diemen  in  dander  ste- 
den onder  die  borgers  soo  gemeynlyck  niet  en  vyut  la- 
den eersten  soo  is  dat  volck  vanden  Bosch  seer  stiyd- 
baer  en.  moedich  tegens  syn  vianden,  als  dat  dicwilie' 
openbaer  is  geweest  in  verscheyde  oorlogen  tegens  die 
Gelderschen,  welck  landt  sy  dicwils  alleen  gedwongen  heb- 
ben, sonderling  in  dat  oerloge  van  Poroeyen  (i),  int  iaer 
ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  achte.  Item  in  dat  oerloge 
▼an  Utrecht,  anno  xxiiij,  doen  zy  allen  die  dorpen  vaa 
Gelderlant  tot  Zutphen  toe  brachten  int  verdingen  (2). 
Item  in  dat  Tielsce  belech  geschiet  synde,  anno  xxviij» 
ende  tot  meer  andere  tyden  van  oorlogen ,  daer  die  van* 
den  Kosch  haer  grootmoedicheyt  seer  over  baer  vianden 
gethoont  hebben. 

Den  tweeden  soo  blyckt  gemeynlyck  onder  die  borgers 
naturelycke  ingeboren  getrauwicheyt  tot  haeren  naturelyc- 
ken  landsheere  en.  prinche  van  Brabant  (3),  want  sy  al- 
toos bereet  syn  geweest  mit  haren  prinche  te  leven  ofte 
sterven',  alsoo  dat  dicwil  bevonden  is,  dat  welck  hier 
te  lanck  sonde  vallen  te  vertellen:  waerom  dat  die  stat 
vanden  Bosch  van  sommighe  heeren  en.  hartogen  van  Bra- 
'bant  begracyt  (4)  syn  geweest  en.  seer  in  haer  vrintschappe 
gestaen  hebben  en.  mit  previlegien  begaeft  syn  geweest, 
als  te  weten,  Henrick,  die  eerste  van  dien  name,  hartoge 
van  Brabant;  item  vrou  lanne  (5),  hartoghinne  van  Bra- 
bant; item  Maximiliaeni  die  keiser  en.  hartoge  van  Bra- 
bant; item  zyn  sone  Phillippus,  hartoge  van  Brabant  en. 

(1)  Poederoijen,  eepe  beerlijUieïd  in  den  Bommelerwaard.  (2)  Ftr- 
dwgên,  redimere,  transigere,  Kn.,  dus  ander  hrandsckaUing  brengen^ 
(3)    Bij  B.  weggekiien  van  Brabant,    (4)    Begunatigd.    (6)    B.  Johanna, 


Digitized 


by  Google 


—  11  — 

coninck  van  Castillien,  en.  meer  andere,  die  de  stat  geëcrt 
en  lief  ghebadt  hebben  om  haer  troimicheyt. 

Ten  derden  soo  staet  aentemercken  tot  loff  en.  recom- 
mendacie  der  borgeren  en.  inwoonders  der  stadt  vanden 
Bosch,  die  groote  charitate  en.  melidende  bermherticheyt, 
die  zj  thonen  en.  bewysen  den  ermen  en.  gebreckehcke 
menschen  en.  schamel  clerxken,  want  in  geen  steden, 
noch  in  Gelderlant,  noch  int  lant  van  Cleve,  Guh'ck, 
Lndick  of  oeck  mede  in  Ylaenderen  of  Brabant,  soe 
groote  charitate  van  almissen  te  geven,  gedaen  v^erdt,  als 
tot  Tsertoghenbosch ,  als  wel  blyck  en.  openbaer  is  allen 
menschen  die  barmhertige  charitate ,  diemen  doet  den  zie- 
ken int  groot  gasthnys;  item  die  overvloedighe  spine  (1), 
die  daer  geschiet  inden  heyligen  Geest  ij  of  iij  mael  ter 
wdie,  voord  aen  wat  charitaten  men  bewyst  den  huys- 
armen;  item  hoe  dickwils  alst  durentyt  was,  hoe  bystan- 
dich  die  goede  borgers  bewesen  hebben  den.  armen  men- 
schen^ die  anders  van  honger  hedorven  souden  hebben, 
als  te  weten  int  iaer  ons  heeren  dusent  vyf  hondert  (2) 
en.  xxx;  item  int  iaer  van  xlv  (3);  item  int  iaer  van 
Ivij,  doen  ten  Bosch  alsoo  groote  volck  wt  andere  ste- 
den, als  van  Lnyck,  wt  Brabant,  wt  Gelderlant,  wten 
landen  van  Cleve,  van  Gulick  etc.  (4)  quam,  dat  den 
stadt  te  swaer  viel  haer  almissen  te  geven,  desgelycx  in 
tyden  dat  die  Maescant  en.  daer  ontrent  overvallen  wer- 
den mitten  water,  dat  de  huysluyden  daer  woonenden 
op  die  solders  lopen,  om  haer  lyf  te  salveren,  hoe  neer- 
slich  die  stat  vanden  Bosch  daer  dan  beschickte  met 
schuten  ende  pleiten,  proviande  van  broot,  kaze,  boter, 

(l)  B.  spjfse.  Beter  spine  ot  sjtymo,  spyude,  uitdeeling  van  mondbe- 
iioeaen.  (3)  Bij  V*  weggelatoo  tJ%f  hondert,  (3)  Bij  V.  staat  x¥. 
(4)    Bij  'V.  »taat  in. 


Digitized 


by  Google 


—  12  — 

vleesch  etc,  om  die  schamele  menschen  te  huipe  te  co- 
men,  als  wel  gebldien  heeft  int  iaer  dusent  ccccc  en. 
xxix;  item  iot  iaer  van  xzzi;  item  int  iaer  van  lij,  ende 
tot  meer  andere  tyden  Tan  durentyt  oft  van  oploop  van 
wateren,  waer  om  die  stadt  vanden  Bosch  wel  mach  ge- 
neumt  werden  een  toevlucht  en.  onderstant  van  allen  ar- 
men menschen. 

Ten  vierden  soo  zyn  die  vanden  Bosch  seer  neerstich 
om  haer  broot  te  winnen  en.  haer  ambacht  te  vervolgeo. 
Sy  hebben  voor  een  maniere,  dat  sj  haer  kinderen  tot 
geen  leecheyt  en  houden,  maer  sy  doen  haer  kindéren 
van  ioncx  op  een  ai^bacht  leeren,  of  zy  doen  haer  kin* 
deren  scholen  gaan,  het  sy  buten  of  binnen  der  stadt, 
of  zy  doen  haer  kindereQ  leeren  comenschappen,  midts 
welcke  toe  compt,  datmen  in  alle  landen  of  steden  Bua<- 
schers  vynt,  en.  dat  in  die  stadt  menich  treffelyck  ryck 
borger,  soo  ambachsman  soo  coopman,  woonende  is,  als- 
men  oock  wel  sien  mach  die  playsantelike  husen,  die 
dagelycki  inde  stadt  vanden  Bosch  getimmert  en  gebe- 
tert  {1}  werden. 


JDuf  Me  sU»di  ran  Têewfaghenb99eh  oUoob 
éU^Êf*gaeiê9  wei  getregeeri  im  ffeneeeêi 

^MM0  ff^etBe  Ê^effeêê wew  ^m«  Ê^eetreË^m 

Al  eest  alsoo  dat  die  stat  vanden  Bosch  principalyck 
staet  op  die  ambachten  en*  comenschappen,  die  van  die 
neerstige  borgeren:   nochtans  syn  altoos  in  die  stat  ge- 

(l)    Bij   B.   weggelaieo   geleteert^    waarroor   wij   geietert  geschreTen 
hebben. 


Digitized 


by  Google 


—  13  — 

vreest  rycLe  en.  eedele  mannen,  daer  die  stadt  af  gere- 
geert  is  geweest,  als:  schepenen,  raetsheeren  (1),  door 
ifyens  deuchdelickheyt^  vromicheyt,  wysheyt  en  cioeck- 
heyt  die  stat  dicwils  in  eenen  geluckigen  staet  en.  wel- 
Yaert  gestaen  heeft  en.  veel  victorien  tegen  die  Gelder- 
schen  gehadt  hebben:  door  welcke  saecke  die  stadt  van- 
den Bosch  een  vernaemde  (2)  en»  vermaerde  stat  altoos 
is  geweest,  en.  hier'  om  hebben  sommighe  groote  heeren 
en.  princhen  vrintschap  mit  die  stat  gehouden,  als:  har- 
toghe  Art  van  Geldre,  die  een  vrouwen  bruer  was  ten 
Bosch  int  sint  lans  kerck  en.  een  oude  schutter,  seei*" 
neerstelycke  onderhoudende  (3)  die  costumen  van  die 
bruederschap  van  ons  lieve  vrouwe  en.  van  die  oude 
schutters,  ^vyens  hert  e  noch  ten  Bosch  int  clooster  van 
sinte  Geertruyt  opt  choor  bewaert  werdt;  item  die  vrome 
grave  van  Bueren;  her  Frederick  van  Egmont  (4),  wyens 
huysing  ofte  paleys  noch  staet  in  die  Orten  straet  by 
dat  heylich  Gruys  poorte,  die  menich  spronck  reyse  (5) 
en.  menich  verdriet  gedaen  heeft  den  Gelderschen,  ter 
liefden  van  die  stat  vanden  Bosch;  desgelycke  zyn  sone, 
grave  Floris  van  Bueren,  heere  van  Iselstein,  die  oock 
altoes  vrintschap  met  die  stadt  gehouden  heeft  en.  was 
oock  inde  bruederschap  van  ons  lieve  vrouwe  en.  een 
ionge  schutter  seer  liefgetal  en  vrinthout  onder  die  -bor- 
gers,  en.  hadde  syn  wooninghe  of  berberghe  in  die  Pos- 
tel straet;  ende  voort  meer  andere  heeren,  vorsten  en. 
oock  steden,  die  hen  mitter  stadt  vanden  Bosch  versel- 
let  (6)  hebben  en.  vrintschap  gehouden  hebben. 

(1)  B.  kmitheeren,  maar  verkeerdelijk.  (2)  Bij  B.  weggelaten  ver- 
naemde. (3)  Bij  B.  weggelaten  iils:  hartoghe  enx.  tot  onderhoudende, 
{4)  V.  Egetnont,  (5)  Spronck  reyse,  vijandelijke  inval,  Kiu  (6)  Fer- 
sellen,  bondgenootschap  maken  en  sluiten,  Kil.;  bij  B.  staat  verxegelet. 


Digitized 


by  Google 


—  14  - 

Hier  volgen  nu  nae  die  namen  van  die  ridders,  die 
als  schepenen  mede  die  stadt  van  Tserloghenbosch  gere- 
geert  hebben  in  verscheyden  iaeren. 

Her  Amt  Dicbier;  hy  vras  schepene  int  iaer  ons  Hee- 
ren  dusent  iij'^  ende  xiiij. 

Her  Gosen  die  Cock;  hi  was  scepene  inden  iaere  ons 
Heeren  dusent  ccc  ende  xv§. 

Her  lan  van  Eyndhoven;  hi  was*scepene  anno.  dusent 
ccc  ende  xix. 

Her  Henrick  van  Nulant ;  hy  was  scepene  int  iaer  ons 
Heeren  dusent  ccc  ende  xxx. 

Her  Henric  van  Modrecht  (1);  liy  was  scepene  anno 
Domini  dusent  ccc  ende  Iv. 

Her  Rhicalt  van  Ouden;  hy  was  scepene  int  iaer  ons 
Heeren  dusent  ccc  ende  Ivj. 

Her  Emondus  die  Rover  was  scepene  int   selve  iaer. 

Her  Dirick  de  Rover  was  scepene  int  iaer  ons  Heeren 
dnsent  ccc  ende  Ixxj. 

Her  Arnt  die  Rover  was  scepene  int  iaer  ons  Heeren 
dusent  ccc  ende  Ixxxig  (2). 

Her  Gosen  van  der  Aa  was  schepene  int  iaer  ons  Hee* 
ren  dusent  ccc  ende  Ixxxvij. 

Her  Willem  van  der  Aa  was  scepene  int  iaer  ons  Hee- 
ren dusent  ccc  ende  Ixxxvij  (3). 

Her  Dirc  die.  Rover  was  scepene  int  iaer  ons  Heeren 
dusent  ccc  ende  xcviij. 

Her  Willem  van  Gendt  was  scepene  anno  Domini  du- 
sent cccc  ende  xviij. 

(1)  V.  ItfoereehL  (9)  Bij  B.  staat  Heer  Edmondus  de  Rover  icas 
schepen  anno  1883.  Ahoo  heeft  de  alschriJTer  'vier  regels  overgespron- 
gen.   (3)    Dexe  persoon  bij  B.  weggelaten. 


Digitized 


by  Google 


—  15  — 

Her  Dirck  van  Mercbem;  hy  was  scepene  ini  iaer  ons 
Heeren  dasent  cccc  ende  xix. 

Her  lan  'Back;  hy  was  schepene  int  iaer  ons  Heeren 
dusent  cccc  en  Ixxxij.  ^ 

Her  lan  van  Brecht;  hy  was  scepene  int  iaer  ons  Hee- 
ren dnsent  ccccc  ende  xxvj. 

Hercules  Keystergat;  hy  was  scepene  int  iaer  ons  Hee- 
ren dasent  ccccc  ende  xxxvilj. 

Her  Willem  van  Oss  was  scepene  int  iaer  ons  Heeren 
dnsent  ccccc  ende  xlj. 

Her  lan  vanden  Wygaert;  hi  was  scepene  anno  Do- 
xnini  dnsent  ccccc  ende  xli). 

Her  Gerit  van  Yladeracken,  heere  van  Geffen;  hy  was 
schepene  anno  domini  dnsent  ccccc  en.  xlvij. 

Her  Walraven  van  Erp;  hy  was  scepene  int  iaer  ons 
Heeren  dnsent  ccccc  ende  xlv  (1). 

Binnen  de  stat  van  Tsertogenhosch  zyn  twee  dnsent 
ende  iig"^  vuersteden  (2). 


MHi  zwm  ^e  gmëÊëhuêeu  mfi  4fmUhmg9em  (S)  tMMt 

bêÊHêen  detr 


Opten  Hulenhorch  een  manne  gasthuys»  geheten  Loy- 
aers  (4)  gasthuys. 

Aldaer  hn  Schilders  gasthuys  van  seven  vrouwen. 

(1)  Bij  B.  het  jaar  weglaten.  In  de  Toorgaande  lïjst  is  de  stijl  bij 
B.  verkort.  (3)  Bij  B.  deie  regsls  weggelaten.  (8)  Bij  B.  ia  gast- 
hwyiten  weggelaten.    (4)    V.  Lcenaerê,  Men  bedoelt  het  tooijers-gasthnis. 


Digitized 


by  Google 


—  16  — 

By  sinte  Barbare  capel  Agnes  vanden  Broeck  gasthuys 
van  seven  vrouwen. 

In  die  Orten  straet  sinte  Loens  gasthuys   van  seven 
vrouwen  gheheiten  her  Coenraets  gasthuys  van  Driel. 
Aldaer  Gherit  die  Werd  gasthuys  van  seven  mannen. 
Aldaer  Art  van  Ouwens  gasthuys  van  seven  mannen. 

In  die  Hintemer  straet  in  die  Gruytstraet  Henrick 
Brands^  gasthuys  van  seven  vrouwen. 

Aldaer  dat  groot  gasthuys. 

Aldaer  her  Henrick  van  Neynsel  gasthuys  van  xiiij 
vrouwen. 

Aldaer  iouffrou  Crystyns  Meelraans  gasthuys  van  xiij 
mannen.  ^ 

Aldaer  Art  Keyts  gasthuys  van  xij  vrouwen. 

Aldaer  sint  Anthonis  gasthuys  genuemt  Anthonis  Wyn- 
schot  van  acht  vrouwen. 

Opten  Wynmolen  berch  Deventers  gasthuys  van  (l) 
mannen. 

In  sinte  lacops  straet  Roelof  mitten  Kese  gasthuys  van 
acht  vrouwen. 

In  die  Schilders  straet  heer  Adams  gasthuys  van  xij 
mannen. 

Opten  Papen  huls  her  Adams  huysvrou  gasthuys  van 
xiig  vrouwen. 

Aldaer  lan  Moons  gasthuys  van  mannen. 

(1)    Bij  B.  eene  ruimte  opengcUten  om  het  getiil  in  te  vullen. 


Digitized 


by  Google 


—  17  — 

lo  die  Postel  straet  ionfibou  Margriet  Spyckers  gast* 
huys  van  vronweD. 

In  die  Yenvers  straet  Henrick  Smeets  van  Yessem  gast- 
hnys  van  mannen. 

In  sint  loris  straet  lacop  van  Oosterwyck  gasthuys  van 
veertien  mannen. 

Aldaer  Aert  Berwers  gasthup  van  mannen. 

Opten  Yncfateren  dyck  Heyms  gasthuys  van  mannen  (1). 

In  sint  loris  straet  meester  Stevens  vanden  Broeck  gast- 
hnys  van  mannen. 

In  die  Ramen  lan  van  Berckels  gasthuys  van  vrouwen. 

In  die  Putstraet  Maigriet  Heerens  gasthuys  van  vrou- 
wen. 

In   die  Pepers  straet  een  gasthuys  van  vrouwen,  ge- 
nuemt  üleman  of  Brant  gasthuys. 


^ienew  «tef  tMMt  V9ewHhkgenib99eh. 

Inden  eersten   opt   Hindemer   eynd   totter   Gherlinxse 
brog  mit  allen  straetkens  daer  toe  behoorende. 

Ben  anderen  block  van  die  Geerlinxse  brug  totter  ge- 
vangen poorte  toe  mit  oock  haer  toebehoorten. 

(1)  V.  vrowcen,  doch  Terkeerdelijk.  Zie  Oudenhoven,  ed.  1670,  bh.  126. 
C,  2. 


Digitized  by-LjOOQlC 


—  18  — 

Den  derden  block  die  Kercke  strael,  Peper  straet.  Fut 
straet  mit  haren  toebchooren,  metter  helft  yan  die  Var- 
wer  (1)  straet. 

Den  vierden  hlock  die  Boortscen  (2)  straet,  die  oude  Diese, 
die  Volders  straet,  den  ouden  Huls,  sint  loris  straet  mit 
allen  syden  straetkens,  noch  die  Lombartsche  hrng  en. 
mit  die  helft  van  die  Yerwers  straet. 

Den  vyfden  blobk  die  Yuchter  straet  tot  theylich  cruyce 
poort  toe  mit  allen  syden  straetkens. 

Den  sesten  block  den  Yncfateren  dyck  tusschen  beiden 
poorten  mit  allen  zyden  straetkens. 

Den  sevenden  block  die  Yismerct  mit  die  Corenbrug 
mittet  Gruys  straet,  Earrestraet  ea  alle  andere  straetkens. 

Den  achtsten  block  die  geheel  Orten  straet  mit  haer 
siden  straetkens  rontsomme.    . 

Den  negensten  block  die  geheel  merct  en.  Tolbrug. 


Endoveo,  Helmoot,  Hnesden,  Yianen,  Doermael  bi 
Loven,  Ylierden,  Doorne,  Heze  ende  Leend,  Rithoven, 
Someren,  Oss,  Berchem,  Heesvrycky  Dinter,  Berlicnm, 
Roey,  Oesterwyck,  Hit  verenbeek,  Landen  by  Thienen. 

.  (1)    B.  vTcvcrs,  doch  Terkecrdelijk.    (2)    Beurse. 


Digitized 


by  Google 


—   19  — 

Ende  die  van  Landen,  te  weten,  die  schoutet  en.  iiij 
scepenen  hadden  haer  vonnis  int  iaervan  xv®  ende  xxx 
in  Februario  ten  Bosch,  en.  werdt  haeren  yrju  geschonc- 
ken  van  die  heeren. 


-^^-«SSKXes»-^ 


WmÊêélen  eet* ##«••  •orafMroiteJk  éiew  rrmttef 

In  den  tyden  dat  int  hartochdom  van  Brabant  dom- 
mineerde  als  prinche  en.  landsheere  bartoghe  Godevaert 
van  Brabant,  die  derde  (1)  van  dieii  name,  en.  oock  in 
tyden  van  zyn  voorsaten  bartogen ,  en.  be^ondere  in  ty- 
den van  bartoghe  Henrick  van  Brabant,  die  eerste  van 
dien  name,  die  dommineerde  in  Brabant  in  tyden  van 
Paens  Alexander  die  derde  en.  keiser  Frederick  die  eer- 
ste, genaempt  Barbarossa,  soo  was  die  plaetse  daer  nu 
die  stad  van  Tsertogenbossche  op  gefundeert  is,  een  zeer 
lustige  ende  plaisantelycke  bosscagie  en.  een  genuchelicke 
foreeste,  verciert  met  menigherlejr  boomen,  ghebusten  (2), 
mit  verscheyde  gron  cruden,  bloeroen  en.  al  wat  tot  ghe* 
nucbte  solacie  en.  beridSicheyt  van  een  bossche,  foreeste 
CD.   warande  toe  behoort.     In    dat  bossche  waren   veel 

(t)  Lees  iiceede.  (2)  Ghebusten  tan  bus  voor  bosch,  tan  daar  Bus^ 
sener,  Bosschenaar.  Bus,  Terzameling  yan  kreupelhout  en  struikgewas. 
Bij  B.  yeboest^ff. 


Digitized 


by  Google 


-  20  - 

vremde,  wilde  diereD,  als:  vosseo,  wolven,  beren,  wilde 
swynen,  hazen,  conynen,  herten,  hynden  (1)  en.  zulx 
meer  van  wilbraet.  In  dit  bossche  waren  .oock  rivieren 
en.  viveren  en.  loopende  wateren  en.  seer  bequame  weyen 
voor  die  wild  dieren  en.  beesten,  waerom  die  hartoge 
van  Brabant  Henricus  hadde  dese  plaetse  seer  vercoren, 
om  die  iacht  daer  in  te  plegen  en.  te  hanteren,  ende 
wilbraet  te  vangen,  alsoo  nu  tertyt  die  hartogen  van 
Brabant  int  bosch  van  Zonien  boven  Brussel  doen  en. 
tot  zyn  berieflüickheyt ,  dede  hartoghe  Henrick  in  dat 
bosch  temmeren  een  lanthuse  op  die  selve  plaetse  daer 
nu  dat  huys  int  Haeswyntken  staet  aen  die  merct,  op 
dat  hy  met '  zyn  knechten  en.  iagers  en,  mit  zyn  peer- 
den en.  iachonden  daer  in  logys  hebben  mochten  en. 
rusten  vander  iachte  en.  beschermt  (2)  mochten  worden 
van  wynt,  regen  en.  onweer. 


JToe  éimi  Me  ijptHire  ram  Mege»  éÊmmi  dede 

êtmem  dmê  hewËmghen  vmm  MËÊHtbanim 

iaehMmêutBÊêf  en.  trof  beierwê^êe 

Mg  dnetr  wom»*  liéeft  tttoe^to* 

Groten  twist  ende  onmin  is  op  een  tyt  geresen  ge- 
weest tussen  hartoghe  Henrick  van  Brabant  en.  den  grave 
van  M^en.  Want  die  hartoghe,  als  hem  overcomen  wa- 
ren sommighe  groot  (3)  treffelike  saken  aengaende  syn 
lande,  soo  is  hy  gereyst  na  Brussel,  ende  hier  in  tus- 
sen zyn  des  hartoghen  iagers  mitten  honden  gaen  iaghen, 

(1)    B.  hifnen.    (2)    V.  beschrempt    (3)    Bij  V.  weg|>felaten  groot. 


Digitized 


by  Google 


—  21   — 

om  eeoich  wilbraet  te  vanghen,  en.  soo  ist  ghebuert  (1) 
dat  die  honden  geloopen  syn  int  lant  van  Meghen,  den 
wdcken  die  iagers  en.  des  hertogen  dienders  gevolcht 
syn  9  en.  hebben  daer  oock  hazen  of  ander  wilbraet  ge- 
vaDgen.  Dit  vernemende  die  gravé  van  Meghen  heeft 
die  iagers  en.  des  hartogen  dienders  seer  vreeslyck  doen 
slaen  en.  wreedelyck  doen  hanteeren;  daer  en  boven  heeft 
hy  alle  die  honden  des  hartoghen  doot  doen  slaen.  Die 
hartoghe  dit  vernomen  hebbende,  werdt  zeer  (2)  tornich 
en.  soo  bemert  op  den  grave  van  Meghen,  dat  hy  voor 
hem  genomen  hadde  den  grave  te  doen  vanghen  en.  gant- 
selick  die  stadt  en.  lande  van  Megen  te  doen  verderven 
en,  mitten  brant  te  doen  verwuesten,  mer  die  banroot- 
sen  (3)  en.  die  eedelen  yrt  Brabant,  en.  oock  die  vrin- 
den vanden  grave  baden  den  hartoghe  langhen  tyt  voor 
den  grave,  ende  den  twist  v^erdt  neder  geleet  op  zulke 
condicien,  te  weten,  dat  men  die  honden  mitten  voeten 
om  hooch  hanghen  soude  en.  dan  soo  veel  coreiüs  rogge 
o(t  haver  om  die  honden  hoopen  soude,  dat  die  honden 
gantselick  mitten  choren  bedect  soude  syn  van  onder  tot 
boven,  ^.  dat  choren  soude  hy  geven  den  hartoghe  voor  . 
zyn  betemisse,  en.  dat'  hy  voor  den  hertoghe  eenen  voet 
val  doende,  begerende  genade  voor  syn  misdaet,  dat 
welbke  alsoo  gesciet  is  ende  volbracht.  Ende  hier  mede 
quam  die  grave  van  Meghen  weder  in  die  vrintschap 
en.  gratie  vanden  prinche. 

(t)    V.  geboort    (2)    V.  soo,    (3)    Baronnen. 


Digitized 


by  Google 


—  22  — 


FoM  Me  IMytMiitte  geiegenihe^i  enOe 

beÊHefliehhegi  (1)  éie**  pimeiêe  «icief  êêu  éie 

êimai  MMtfleM  MÊe9eh  ëf»  «toef. 

Alsoe  die  plaetse  daer  nu  de  stadt  van  Tsertogfaen- 
bosch  op  gefundeert  is,  seer  genuchlick  en.  lustich  was, 
en.  omcingelt  en.  oeck  verciert  mit  campen,  weylanden, 
vruchbaer  ackers  en.  andere  coren  landen,  en.  bisondere 
oeck  nyet  verre  gelegen  was  van  die  omliggende  dorpen 
en.  steden  van  Gelderlant,  Kempelant  en.  Peellant,  ende 
oock  die  Diese  die  plaétse  omcingelde,  gemengt  synde 
noch  mit  twee  stroomen,  als  mit  die  Dommel  en.  mit 
die  Aa,  ende  haren  cursse  en.  loop  hadde  nae  Engelen, 
daer  sy  haer  ontlast  en.  vloeyende  is  inde  Mase,  soo  werdt 
Bosch  en.  die  omliggende  plaetse  en.  velden  Hoe  langer 
hoe  meer  rondsomme  vermaert  en.  vernaempt  om  haer 
berieflickheyt,  en.  van  veel  menschen  wlten  lande  van 
Geldre  en.  wt  Brabant  versocht  (2),  want  die  huyslie- 
den  van  die  voorsz.  plaetsen  bestelden  daer  haer  byen; 
ende  aengesien  dat  die  byen  op  die  plaetse  alsoo  merc- 
kelycke  toe  namen  en.  eenen  goeden  voortganck  hadden, 
soo  werdt  dit  op  allen  contreyen  alsoo  verbreyt,  dat  die 
lieden  van  alle  canten  mit  groote  getalle  en.  menichte 
quamen  mit  wagens,  mit  carren,  en.  te  water  mit  plei- 
ten en.  schuyten,  geladen  mit  ymercorven  (3),  dat  door 
dese  oorsake  veel  comenschappen ,  mangelingen  en.  wis- 
seling van  peerden,  van  horenbeesten,  van  scapen,  van 

(1)  B.  neersticheyt.  {Z)  Voor  bezocht.  (3)  Ymercorven^  bijcokor- 
ven:  imme  bij  Kil. ,  eene  bij. 


Digitized 


by  Google 


boter,  van  kaze,  yan  rogge,  van  havere  en.  zuix  meer 
gbehanteert  werdt,  alsoo  seer  oft  een  groote  merct  van 
eenighe  stede  geweest  hadde. 


.    Vmm  Me  eefjfe  huif  wem,  Me  ien  B—eh 
geUÊHÈÊ^etri  wcmtrem. 

Tot  noch  toe  soo  en  waren  noch  geen  hupen  of  hei^ 
bergeb  ghetimmert  op  die  plaetse  of  steden,  daer  die 
coc^lieden  «en.  andere  volck  haer  logys  en.  berieff  inne 
mochten  hebben  ^  mer  van  noods  wegen  soo  moesten  zy 
nae  huys  reysen  oft  blyven  in  die  naestliggende  dorpen 
of  steden ,  om  aldaer  herberge  en  ruste  oft  logys  te  ver- 
Giygen,  soo  is  die  prinche  hartoghe  Henrick  van  Bra- 
bant daer  toe  versocht  van-  sommige  goede  mannen,  dat 
syn  princhelycke  maiesteyt  lelieven  wilde,  dat  men  tot 
herief  van  allen  menschen,  die  haer  comenschap  op  dese 
plaetse  hanteerde,  sommige  husen  en.  herbergen  timme- 
ren mochten,  dat  welcke  die  goedertieren  prinche  willic- 
lyck  geconsenteert  heeft,  verleenende  daer  toe  hout  tot 
bakken^  carbeelen,  plancken  en.  sulckx  meer,  dat  welcke 
hy  beval  en.  consenteerde  te  halen  vuyt  zyn  foreest  en. 
bossche,  ende  consenteerde  oock,  dat  een  ygelyck,  wie 
geliefde,  syn  woonstat  in  dese  plaetse  nemen  en.  ruste- 
lyck  besilten  mochte,  sonder  ymants  tegen  seggen,  sy 
en.  haer  nacomeling  of  erfgenaem,  ten  eewigen  dagen. 
Soo  werden  daer  veel  herbergen  op  geslagen  en.  veel 
hnsen  getimmert  op  versceyden  plaetsen,  en.  bisonder 
die  eerste  hnsen  werden  getimmert  op  die  selve  plaetse 
ofte   straete,  dat  nu  op   die  oude  Diese  geaumt  is,  en. 


Digitized 


by  Google 


—  24  — 

soo  Toort  na  die  Verwers  straet,  en.  oock  opten  Hoogen 
Steenweech:  en.  om  dat  hier  nu  soo  goeden  berief  van 
herbergen  was,  daer  die  weerden  en.  weerdinnen  groote 
neringhe  en.  gewinne  by  vercregen,  soo  werd  dese  plaetse 
alsoo  vernamt  suyde  en.  weste,  datter  groote  menichte 
van  Yolcke  quam  tot  dese  plaetse  vanden  Bosch  wten 
lande  van  Cleve,  van  Gulick,  van  Boemel,  van  Tiel,  van 
Nyemaghen  en  wten  lande  van  Luyck  (1),  om  daer  te 
coopen  en.  te  vercoopen,  en.  haer  comenschap  te  hanteren. 
Aldus  wert  dat  een  huys  bide  andere  geset  en.  getim- 
mert,  daer  die  prinche  hartoch  Henrick  seer  williclyck 
syn  assistencie  toe  dede  mit  zyn  hout  en.  boomen,  die- 
men  in  dat  bosch  allenxken  wt  baelden. 


JToe  doÊ  die  howgewê  en.  iêêgeêeieM  vmm 
den  «feae  nieuwe  inwtaoÊêderê  en.  fnêêda^ 
foofa  ra»èden  MioêeH  wË  hntren  •rt^attift- 

Qe  en.  jj^Mnemwe  f^ethwurewen  ne^^^en. 

Die  borgers  van  Heusden  horenden  ende  sienden  den 
geluckigen  sta^t  van  die  ingeseteu  vanden  Bosch ,  soo 
hebben  sy  dat  seer  qualyck  connen  gedragen,  want  die 
scepen  en.  ware,  die  weicke  nu  ten  Bosch  gebrocht  werdt, 
pleech  in  voorleden  tyden  tot  Heusden  aen  te  leggen, 
daer  oock  eertyts  plach  te  staen  een  tol  huys,  want  sy 
mitten  scepen  veel  eer  tot  Huesden  waren,  eer  sy  ten 
Bosch  kosten  gecommen:  want  die  Mase  dier  tyt  noch 
niet   door   gesteken    en    was ,  dat  sy  rechte   voort    ten 

(!)    Bij  B.  Cuyck, 


Digitized 


by  Google 


—  25  — 

Bosch   kosten    gecommea      Dit    overdenkende    die    van 
Hensden,    dat    door    alsulcke    meenichfuldighe   neeringe 
liaer  (1)  stat  seer  cleyne  mocht  voorden:  om  dit  te  scut- 
ten   soo  hebben   sy  haer  mit   malcanderen   beginnen   te 
beraden   virat  sy  beste  te  handen  souden  trecken,  v^aer- 
om   als   hen   dochte,  dat   sy  becpiamen  tyt   hadden   ge* 
raeckty  soo  syn   zy  ten  Bosch  gecomén  en.  hebben  dese 
nieuwe  ingeseten   vanden    Bosch   eendrachtelyck    vander 
plaetse  yeriacbt,  ende  hebben  allen  dat  gene  dat  sy  ge- 
tixnmert  hadden  te  niet  gedaen.     Die  vanden  Bosch,  hoe 
ywel  dat  sy   dese  nederlage  hadden  gehadt  van  die  van 
Heusden,  nochtans  niet  lange  daer  nae  soe  sy  wederom 
gecomen,   om   haer  oude  plaetse  en.  husen  weder  te  be- 
^oonen  en.  hebben  haer  husen  wederom  op  getimmert, 
waerom  die   van  Huesden  dit  seer  lastich  (2)  dragende, 
zyn    wederom    ter   plaetsen  vanden    Bosch   getogen    en. 
hebbense  daer  niet  lange  laeten  nestelen,  maer  hebben 
wederom   al  dat  gene  dat  sy  getimmert  hadden,  verdes- 
trueert  en.  te  niet  gedaen;  maer  sy  en  hebben  niet  ge- 
vordert,  want  die  plaetse  is  wederom  op  getimmert,  mit 
bystant  van   hartoch  Henrick   van   Brabant,  en.   is  ten 
lesten  een  groote  en.  neerachtige  stat  geworden,  alsoo  nu 
hier  naer  breeder  verclaert  sal  worden. 

J7oe  €f of  €f to  vaêUien  Mio9eH  orer  Me  «aft 
ntêendmn  haer  eMaeHËe  geOaen  hebbem 
X  ae§ê  éfen  tuurioghe 


Alsoo  die  vanden  Bosch  noch  seer  beducht  waren  voor 
die  borgers  van  Huesden,  daer  sy  nu  tweemael  wt  hae- 

(I)    Bij  V.  wcggeyalieu  neeringe  haer.    {2)    Bij  V.  lestich. 


Digitized 


by  Google 


—  26  — 

ren  plaetse  verdreven  waren  en.  groote  schade  en.  ge* 
walt  geleden  hadden,  dat  sy  oock  nu  derde  werf  we- 
derom komen  souden,  om  die  Busschers  te  verstrojen  ea. 
te  veriaghen,  soo  syn  sy  geceist  na  Brussel  by  den  har- 
toge  van  Brabant  en.  hem  geclaecht  en.  te  kennen  ge- 
geven wat  onrecht  en.  verdriet  hen  van  die  van  Unes- 
den  overcomen  en.  aengedaen  was,  begeerden  seer  oot- 
moedelyck  vanden  selven  prinche  hulp  en.  liystant  tegen 
die  van  Heusden.  Diè  vrome  prinche  hartoch  Henrick 
hoerende  (1)  dese  dachten  van  die  vanden  Bosch, 
hadde  mit  hen  compassie  en.  medelyden  en.  geloefde  hea 
vromelyck  bytestaen  en.  verdrach  te  hebben  in  toeca- 
menden  tyden  van  alle  scade  en.  verdriet,  dat  hen  van 
die  van  Huesden  overcomen  mochte.  Daer  na  soo  syn 
die  van  den  Bosch  gereist  na  Loven  en.  doen  voort  na 
Antwerpen,  daer  sy  tegen  die  heeren  van  b^de  die  ste- 
den oock  geclaecht  hebben  (2)  over  die  van  Huesden 
en.  begeerden  oock  van  hen  hulp  en.  troost  en.  assis- 
tencie  tegen  die  ^van  Huesden.  Die  prinche  hartoch 
Henrick  seynden  tot 'Huesden  scerpe  brieven,  inhoudende 
groote  swaere  dreygementen  in  die  sy  die  vanden  Bosch 
eenige  molestatie  oft  hinder  aen  deden,  hy  soudet  wreec- 
ken  ''over  die  stat  en.  lande  van  Huesden  jnit  vuere  en. 
sweerde,  en.  soude  die  stat  gantschelyck  mit  zynre  machte 
abandoneren  (3)  en.  wtten  gronde  verderven.  Daer  na  soo 
heeft  die  hartc^he  een  dachvaert  geordineert  te  houden 
te  Brussel,  daer  gecomen  zyn  de  gedeputeerde  van  Lio- 
ven,  van  Brussel  en.  van  Antwerpen,  en  de  daer  werdt 
o  verdraghen  inden  raet,<dat  men  vanden  Bosch  maecken 
soude  een  gemuerde  (4)  stadt,  op  dat  Brabant  van  dier 

(1)    Bij  V.  verhooretide.    (2)    Bij  V.  weggevallen  hebben.    (3)     Aban- 
donner^  prijs  geven.     (4)    Bij  B.  yemeyne. 


Digitized 


by  Google 


—  27  — 

syden  bescheroU  mocht  werden  tegen  aenstoot  van  die 
Gelderschen,  want  dan  sou  den  Bosch  wesen  als  een 
borstweer  enr  eeoeo  slotel  van  Brabant. 


JOfoe  éiai  V9e»*imghenb09eh  9Êêêi$e  Jbtf  JJpe  en. 

9me^men  «om  ^ie  hm^itêeéfen  «mt  AtHi^«i»f  iê 

gewoÊiMen  een  gewÊ%uer^lé  HnM. 

Hertoch  Henrick  van  Brabant  hadde  lange  inden  sinne 
en.  wille,  om  te  maeken  vanden  Bosch  een  gem^uerde 
stadt,  want  op  die  tyt  in  Duytslant  veel  nieuwe  steden 
gefundeert  en.  gemaekt  werden;  mer  aengesien  dat  hi  al- 
soo  seer  onledich  was  mit  verscheiden  oorlogen  tegen 
'verscheiden  landsheereu  en.  oock  mit  andere  swaer  sa- 
ken,  soo  heeft  hy  gehelick  den  last 'van  die  stat  te  be- 
mueren,  bevolen  den  drie  bootsteden  van  Brabant,  als: 
Loven 9  Brassel  en.  Antwerpen;  ende  dese  steden  hebben 
^roote  costen  en.  moeyten  gedaen,  om  te  timmeren  en. 
te  bemueren  dese  nieuwe  stat  vanden  Bosch,  waerom 
terstont  gehuert  werden  wercklieden,  en.  die  borgers  van* 
den  Bosch  waren  ooc  seer  neerstich,  die  sommige  hieu- 
wen dat  hout  aff  int  bosch  en.  bereident,  die  anderen 
bereiden  die  steenen,  die  sommige  metsten  die  mueren, 
die  ander  deilden  en.  leyden  die  Diese  en.  dat  water  in 
veel  plaetsen  en.  straten;  seer  cortelyck  waren  die  mue- 
ren  volmaect  ront^omme  die  stadt,  ende  oock  veel  huy- 
sen  vraren  volbracht,  geringer  (1)  dan  men  meynen 
mochte. 

(1)    Geringer ^  spoediger,  &u. 


Digitized 


by  Google 


—  28  — 

H^e  éUai  Me  hm^^mghe 
MewuHeuB  Men  JBo9eH  een  wegimmmni 
9Êainien  en.  w^gien  of  zehew^ 
pfMeie  iêêgeêei  heefi* 


Doen  nu  Tsertogenbosch  van  bergers  seer  toegenomen 
hadde  en.  veel  volcx  van  verscheiden  nacien  daer  qua* 
men  woonen,  soo  bekende  hertoch  Henrick  van  Brabant, 
dattet  niet  gedurich  blyven  en  mochte,  ten  waer  dat  die 
stat  oock  mit  ordonnancien^  gesetten  en.  wetten  gefun- 
deert  v^aere,  waerom  hy  sekere  statuten  en.  ordinancie 
die  stadt  gegeven  heeft,  mit  veel  schoone  previlegien, 
vriheden  en.  handt  vesten,  daer  oock  die  stat  seer  mede 
verbetert  werdt.  Voordaen  soo  heeft  die  hartoge  oock 
ingeset  die  ordinancie  van  gewichten,  van  kooren  mate, 
van  bier  mate,  wyn  en.  ander  drancke,  daer  hen  die 
borgers  en.  ingesetenen  vanden  Bosch  nae  reguleren  sou- 
den. Item  hy  vercoor  oock  seven  scepenen  en.  andere 
raetsheeren  vanden  ousten,  geleersten  en.  wysten,  op  dat 
allen  dese  ordinancien,  die  hy  nu  ingeset  hadde,  te  be- 
ter volbracht  soude  werden;  ende  hy  beval  zeer  scer- 
pelyck  desen  scepenen  en.  regeerders  vander  stat,  dat  sy 
sorge  dragen  zouden  voor  die  geheel  stat  en.  der  ge- 
meynen  proffyt,  gelyck  een  vadere  zynder  kinderen  pro- 
fyt  suct.  Dit  is  gesciet  int  iaer  ons  Heeren  dusent  cc 
en.  een. 

HJET  EYHDE  SIS  EBRSTEir  DOEGKS  DEB  CH&ONYCK.E  £N.  lAE&LlGSE  G£8GBIBDE?IIS 
YAÜ  DIE   VEE5AKXDS  BR.   VBOHB   STAT  VAR  TSBRTOGHEHBOSCH. 


Digitized 


by  Google 


DIE  GHRONIGKE 

•Mi  eorte  van  harioghe  Iar  van  Brabant ,  die  eerste  van  dien  name, 

af,  tot  coninck  Philufs  tiden  toe,  die  was  harioge 

van  Brabant  en.  coninck  van  £ngelant,    (1) 

Inden  iare  ons  Heeren  dusent  hondert  en.  kxiiij  weert 
Tsertogenbosch  eerst  een  stat,  wesende  in  tyden  hartoge 
Henrick  yan  Brabant,  die  eerste  van  dien  name. 

Anno  Domini  m*  c  Ixxxv*  werden  tot  behoef  vander 
stat  vanden  Bosch  getimmert  drie  poorten  op  groote  oos- 
ten van  die  drie  hooft  steden  van  Brabant. 

Die  van  Loven  fundeerden  en.  deden  timmeren  die  ge- 
vangen poorte  by  die  merct,  die  van  Brussel  deden  tim- 
meren des  heylich  Cruys  poort  in  die  Orten  straet,  die 
van  Antwerpen  deden  timmeren  ons  lieve  Trouwe  poorte 
by  die  groote  waghe  aen  die  merct,  die  namaels  noch 
afgebrocken  werdt. 

(1)    De  SchriJTer  bedoelt  PhiU(»s  II. 


Digitized 


by  Google 


—  30  — 

Op  die  selve  tide  dede  die  hartoghe  van  Brabant  Hea- 
rick  (1)  timmeren  op  die  merct  twee  plaisante  hozen,  te 
weten  Royenburch  en.  tcasteel  op  die  Moriaen.  In  dese 
twee  huzen  woonden  twee  alte  mechtige  en.  rycke  ionc- 
kers  of  borgers,  die  seer  groot  en.  geacht  waren  int  hoff 
van  Brabant  by  hartich  Henrick;  die  eene  was  genaemt 
lacop  Goppetyn  en.  woonden  inden  Moriaen,  die  ander 
was  genaemt  Henrick  Beckerlyn  en.  woonden  op  Royen- 
burch. Tussen  desen  twee  ionckers  was  groote  minne 
en.  vrintschap  en.  -  aten  en.  droncken  dicwils  te  samen 
seer  minnclyck  en.  in  grooter  vreuchden;  nier  namaels 
is  titssen  dese  twee  ionckers  gevallen,  door  duvels  inge. 
ven,  alsoo  groote  viantscap,  dat  die  ganse  stat  om  haer 
viantscap  viel  in  groote  partyscap  en.  tweedracht,  daer 
groote  moorderye,  rooverye  en.  dootslagen  om  quamen 
onder  die  borgers.  Dese  groote  viantschap  en.  twee- 
dracht heeft  op  genomen  in  syn  handen  hartoch  Henrick 
mit  syn  heeren  vanden  hove  en.  heeft  die  partyen  we- 
derom vereenicht  en.  een  accordt  gemaect  mit  zekere 
condicien  en.  articulen,  ende  onder  al  soo  werdt  gede- 
termineert  en.  gesloten,  datmen  van  dese  voorsz.  twee- 
dracht en.  partyscap  een  iaerlicxse  gehoechnis  (2)  hou- 
den sal  opten  vastelavont  mit  gevecht  van  hanen  op 
der  stadt  huys,  dat  welck  tot  deser  tyt  toe  noch  on- 
derhouden is  tussen  die  Beckerling  en.  Goptyding  (3). 

Die  vrome  prinche  Henricus,  die  eerste  van  dien  naem, 
hartoghe  van  Brabant,  alsoo  hy  die  stat  vanden  Boscli 
seer  lieff  en.  begracyt  (4)  hadde,  want  die' stat  door  zyn 

(1)  Bij  B.  weggelaten  Henrick,  (2)  B.  Gehoeckeitiste,  gehengenis. 
(3)  Achter  dit  wuord  is  door  eeoe  andere  jhand  bij  B.  bijgeschreTen : 
Ui  dek  iaere  xt^  Ixt.     (4)    Begunstigd. 


Digitized 


by  Google 


—  31   — 

toedoen  en.  neersticheyt  synen  oorspronc  genomen  hadde, 
soo  stichtede  by  in  die  stadt  t^ee  vroome  husen,  te 
weten  een  palleys  voor  zyn  vvooninge  en,  optreck  int 
selve  huys  dat  nu  inde  Swaen  is^  tegen  dat  vleeshuys 
over.  Item  een  ho£f,  om  daer  in  te  tracteren  saken  aen« 
gaende  zynder  domeynen,  >velck  huys  noch  staet  inde 
Gasthuys  straete  buyten  die  gevangen  poort  en.  is  ge« 
naemt  thoff  van  Brabant.  Item  opten  oosten  vander 
stat  wert  getimmert  een  raethuys,  dat  weick  uoch  ge- 
noemt  is  dat  oude  raethuys. 

In  dese  tyden  werden  van  die  borgers  vanden  Bosch 
die  straten  rondsom  properlyck  geordineert  en.  die  pon- 
dyen ofte  bruggen  vander  stat  seer  wyselyck  over  die 
Oiese  gemaect  en.  geleet ,  waerom  die  vrome  prinche 
hertoch  Henrick  van  Brabant  overleggende  by  hem  sel- 
ven,  ende  aenmerckende  die  groote  neersticheyt  der  in- 
gesetenen  en.  borgers  vanden  Bosch  y  heeft  die  stat  ver- 
sien  en.  begaeft  mit  schoone  previlegien,  waer  van  die 
stat  seer  allenxkens  verbetert  wert  in  menichte  van  volc- 
ke,  die  ten  Bosch  qiiamen  woonen  en.  oock  in  groote 
ryckdomme. 

Op  die  selve  tyde  quamen  wt  verscheiden  landen,  als 
vuyt  Gelderlant,  wtten  lande  van  Cleve,  van  Gulick  en, 
wtten  lande  van  Luyck,  veel  cloeck?  vrouwen  woonen 
ten  Bosch  mit  haren  lluysgesinne,  die  welcke  in  corten 
tyden  creghea  dat  geheel  regiment  niet  alleen  over  haer 
huysgesin  als  over  haer  mans  en.  kinderen,  mer  oock 
over  die  stat  in  coopen  en.  vercoopen,  alsoo  dat  die 
mans  swigen  moesten  en.  lieten  die  vrouwen  bewerden  (1). 

(1^    Beleerden,  {gewerden,  ^worden. 


Digitized 


by  Google 


—  32  — 

Dit  wert  den  prinche  hartoch  Heorick  geclaecht,  die 
welcke  een  scerpé  gebot  dede  gaen,  dat  gheen  vronwen 
meer  soude  regiment  hebben  in  die  stat,  mer  alle  saken 
van  den  huysgesinne  of  vanden  gemeynte  gehandelt  sul- 
len werden  van  die  mannen. 

In  dese  tyden  quamen  oock  ten  Bosch  wonen  een  me- 
nichte  van  lodenen,  die  welcke  haer  woonstat  namen  op 
die  plaetse,  dat  nu  genuemt  is  after  dat  wilt  vereken» 
welcke  plaetse  doen  noch  buyten  die  stat  was,  want  die 
stat  muere  mit  een  stat  poorte  doen  stont  niet  verre 
van  die  groote  waghe.  Dese  lodenen  als  sy  daer  een 
wyl  tyts  gewoont  hadden,  doende  haer  nering  en.  han- 
teringe,  soo  ist  gebuert,  dat  sy  gelyck  al  gevangen  syn 
geweest  om  haer  lelike  feiten  en.  misdaden,  daer  sy  in 
bevonden  werden,  ende  daer  nae  syn  sy  te  Tucht  ge- 
brocht  en.  aldaer  verbrant,  ter  plaetse  datmen  noch  der 
loden  kerckhoS  nuemt,  niet  verre  van  die  galge. 

Op  dese  tyden  hadden  die  borgers  en.  ingeseten  van- 
den Bosch  noch  geen  kerke  in  die  stat,  mer  sy  haelden 
haer  sacramenten  en.  kerken  regten  tot  Orten  in  dat 
cleyn  cappelleken  datter  noch  staet,  dat  welcke  zy  hiel- 
den voor  haer  prochie  kerck. 

In  dese  tyden  wert  eerst  begrepen  dat  clooster  van- 
den Bogaerden  in  die  Verwers  straet ,  dat  doen  noch  al 
buten  die  stat  was,  ende  het  waren  al  leecke  brueders 
en.  zy  wonnen  die  cost  mit  weven  en.  trapenieren  (1) ; 
sy  hadden  eenen  weerlycke  priester  tot  eenen  cappellaen, 

(1)    Drapenieren,  Uken  maken  ^  Tan  drap,  laken. 


Digitized 


by  Google 


—  S3  — 

die  haer  misse  dede  en,  precte  eo.  haer  sacramenten  gaff, 
ende  sy  stonden  onder  den  prochiaen  van  Orten.,  dat 
doen  die  moyer  kerck  was  yander  stat  vanden  Bosch. 

bden  iaere  ons  Heeren  dusent  faondert  en.  xcvj  heeft 
die  keiser  Henricus,  die  seste  van  dien  naem»  gegonnen 
en.  gegeven  ter  begeerten  van  hartoch  Henrick  van  Bra- 
bant, den  borgers  en.  ingeseten  der  stat  vanden  Bosch» 
dat  sy  tol  vry  syn  en.  ombeschadii^fat  reisen  mogen  mit 
liaer  goet  en.  comenscap^  lancx  den  Byn  waer  sy  willen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cc  en.  een  werden  eerst 
Tan  hartoch  Henrick  van  Brabant  geset  seven  schepenen » 
om  een  ygelyck  recht  te  doen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cc  en.  drie  geviel  groo- 
ten  twist  tussen  hertoch  van  Brabant  en.  grave  Dirick 
van  Hollant,  .om  een  stnck  landts  gelegen  tussen  die 
Mase  en.  die  Scheld:  mer  die  sake  wert  op  genomen  van 
groote  heeren  van  beyde  partyen ,  ende  daer  werd  een 
accordt  gemaect,  dat  die  grave  van  Hollant  quam  in 
Brabant  tot  Loven  en.  gaf  over  in  handen  vanden  har- 
toge  die  stat  van  Dordrecht  mit  den  Dortse  wert  en. 
mit  den  lant  van  Strien,  item  Dussen  en.  Waelwyck; 
ende  die  grave  van  Hollant  ontfinck  die  selve  landen 
voorsz.  vanden  hartoghe  van  Brabant  te  leene  en.  werdt 
des  hartc^en  leenman  en.  vassael.  Daer  nae  int  iaer  ons 
Heeren  dusent  cc  en.  xviij  hebben  die  grave  van  Hol- 
lant en.  van  Geldre  belegen  die  stat  van  Utrecht.  Dit 
belech  aldus  duerende,  daer  nae  wert  die  grave  van 
Geldre  verradelyck  gevangen  vanden  hartoge  van  Bra- 
bant, doen  hy  totten  Roomsce  coninck  Otto  op  een  vaste 
C.  3. 


Digitized 


by  Google 


—  34  — 

geleide  reisen  sonde.  Birkky  die  grave  van  HoUant, 
dit  hoorende  (1),  brack  op  van  synen  belegge  van 
Utrecht  (2)  en.  stack  alleo  zyn  macht  te  samen  van  veel 
wapentuers  (3)  en.  quam  daer  mede  voor  Tsertogen- 
bosch,  daer  hy  mit  gewddiger  hant  in  quam  op  den 
sesten  dach'van  September ,  en.  ving  aldaer  ten  eersten 
die  heere  van  Parwys  (4)  en.  Henrick  van  Guycky  des 
hartogen  van  Brabants  bruederen,  mit  sommige  ridderen 
en.  knechten,  en.  meynden  mit  die  gevangenen  vanden 
Bosch  in  HoUant  te  trecken.  IKe  hartoge  van  Brabant 
werts  gewaer  en.  versaemde  haestelyck  van  syn  voick, 
en.  hadde  in  syn  hulpe  den  busscop  van  Golen  en.  van 
^Luyck,  den  faartoghe  van  Limborch  en.  den  grave  van 
Vlaehderen;  ende  midts  desen  is  die  hartoge  van  Bra- 
bant den  grave  van  HoUant  gevolcht,  om  hem  syn  ge- 
vangenen weder  te  nemoi;  ende  als  grave  Dirick  dit 
vernam,  dede  hy  van  grootmoedicheyt  syn  baniere  ont- 
wynden  en.  verlnefden  hen  in  e^n  dorp  by  Huesden,  dat 
Authuesden  heit,  en.  seCtede  hen  daer  ter  weer;  mer  int 
eynde  als  hen  die  hertoge  te  sterke  van  volcke  was, 
wert  hy  daer  gevangen.  Niet  lang  hier  nae  is  die  pays 
geniaect  tussen  hertoch  Henrick  van  Brabant  en.  grave 
Dirick  van  Hollant,  en.  die  grave  gaff  den  hartoge  en. 
die  stat  vanden  Bosch  voor  die  schade,  die  hi  hen  ge- 
daen  hadde,  twee  diiaent  merck  silvers,  ende, mit  dit 
geldt  dede  die  hartoghe  de  stat  randen  Bosch  seer  ver* 
beteren  ende  dede  een  schoon  poorte  timmeren,  dat  nu 
die  Yuchteren  poort  genaemt  is,  ende  tot  een  eewighe 
memorie  soo  weert  die  poorte  dicwils  genuemt  die  Picke 

(l)  Y.  vorhoorende.  (Z)  Bij  B.  staat:  brak  oft  mei  syn  ioger  wtm. 
l'ircchi.  (3)  H.  wapêpentuen ,  %vapentuers,  krijgslieden,  vrapccdni«[er9; 
Kil.    (4)    Y.  en,  ving  aldaer  den  ccrsU  heere  vtm  Pancys. 


Digitized 


by  Google 


—  35  — 

poort)  want  sy  getimm^rt  is  totte  schande  (1)  van  die 
Hollanders,  diemen  noemt  Pickaerts,  om  baer  groote  gnl- 
sicheyt  wille. 

Die  grave  van  Gelre  Otto  sat  noch  gevangen  te  Bru^ 
sé,  en,  mids  compositie  en.  dading  (2)  mit  hartoch  Hen* 
riek  Tan  firabant  sonde  hy  wt  die  gevankenis  comen, 
soó 'heeft  hy  onder  alle  andere  articulen  moeten  consen- 
teeren voor  hem  en.  syn  nacomeÜng»  dat  die  vanden 
Bosch  tol  vry  souden  zyn  en.  ombeschadicht  soude  mo- 
gen reisen  mit  bare  gooden  en.  comenscap  alle  dat  lant 
Tan  Gelre  dore. 

Inden  iaere  ons  Hfserea  m  cc  en.  vier  heeft  die  Room* 
sce  coninck  Phillippus  die  tweede  den  borgers  en.  injge- 
seten  ^er  stat  vanden  Bosch  geconsenteert  en.  gegnnnen 
mit  openen  brieven,  dat  sy  yry  sullen  syn  van  tol  te 
^even  in  allen  steden  eo.  landen,  gelegen  synde  onder 
dat  Roomsce  ryck  of  in  alle  keisers  landen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cc  en.  sesse  wert  eerst 
begrepen  en.  begonnen  te  maeken  (3)  dat  clooster  van 
die  Minnebrueders  ten  Bosch,  en.  sy  waren  eerst  Colle- 
ten  of  Gandenten  sonder  reibrmae^o,  ende  hartoch  Hen- 
riek  Tan  Brabant  gaf  hen  die  plaetse  after  thuys  in  die 
Swane,  dat  doen  des  priochen  pallays  was,  ende  door 
bulpe  van  die  borgers  timmerden  die  brueders  des  cloos* 
Iers  kercke,  en.  was  een  wy!  tyts  een  proch.ie  kercke 
vander  stat  vanden  Bosch; 

r 

Inden  iaere  ons  Heeren   dusent  cc  en.  xxij  heeft  har* 

(l)  V.  schade,    {Z)  Dading,  verdrag.    («)  Bij  V.  weggelaten  ie  muikm. 


Digitized 


iby  Google 


—  36  — 

toglie  Henrick  van  Brabant  den  bisscop  en.  die  kercke 
van  Colen  gescoDcken  die  stat  vanden  Bosch,  \Ytgeno- 
men  dat  huys  by  die  gevangen  poorte,  genaemt  thof  van 
Brabant,  en.  die  plaetse  daer  nu  sint  lanskerck  staet- 
Item  hy  gaf  die  kercke  en.  den  bisscop  van, Colen  Or- 
ten  en.  Tilburch,  en.  die  hartoge  ontfimck  dese  voor  ge- 
nuemde  plaetse  vanden  bisscop  te  leene  en.  maècte  hem 
selve  een  vassael  of  leenman  des  bisscop.  Daer  nae' 
int  iaer  ons  Heeren  dusent  cc  en.  kxviij  (1)  geviel  een 
swaer  oorloge  tnsscen  hartoge  lan  van  Brabant  en.  den 
bisscop  van  Colen,  ende  die  bisscop  werdt  in  eenen  stryt 
vanden  hartoge  gevangen  ende  soude  die  bisscop  wter 
gevanckenis  verlost  werden,  hy  moest  den  hartoghe  van 
Brabant  en.  syn  nacomers  qnyt  schelding  doen  van  den 
leenen  en.  die  brieven  wederom  geven  vander  beleening: 
ende  zoo^quam  die  stat  vanden  Bosch,  mit  Orten  «n  Til- 
borch  gehelick  als  een  vry  goet  aent  'hartochdom  van 
Brabant. 


Mietr  roighen  die  nf%etreheM^eJke  geëciedeHië 

der  rroittet*  «fof  mn  Vêev^i^ghenhmëeh 

in  igden  «om  hmri^ghe  JÊTeênHeh 

rmê  ÊÊr^tétÊÊêi  die  Hceede. 


Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cc  en.  xxxiij  soo  heeft 
die  Roomsce  coninck  Henricus^  ter  begeerten  van  har- 
toch  Henrick  die  tweede  van  Brabant,  geconsenteert  en. 
gegunnen   (2)   den  ingeseten  vanden  Bosch,  dat  sy  door 

(1)    Lees  1288.'   (8)    B.  gegonncn^  Tergund. 


Digitized 


by  Google 


—  37  — 

alle  dat  Roomsce  lyck  en.  in  allen  keisers  landen  en. 
vlecken  schadeloos  wesen  sullen  van  alle  tollen  en.  rei- 
sen  mit  haer  goet  ^en.  comenscap  >vaer  sy  willen  af  te 
doen  zetten.  Dit  previlegiom  heeft  naemaels  vernieut, 
ter  begeerten  van  hartoch  lan  van  Brabant,  die  mogende 
keber  en.  coninck  van  Bemen  (1)  Caroius  die  vierde 'in- 
den iaere  ons  Heeren  dosent  ccc  en?  xlix,  in  die  maent 
van  lulio. 


JfereJfceMire  geêehHedenim  der  •ivf  fpan  T'fet*- 

i9genh0^h  <m  iyden  ran  haw9aeH  J7eM- 

trieh  nm  JBwabaêêi  die  derde. 

Inden  iaere  ons  Ileeren  dusent  cc  eo.  vyftich  werdt  die 
stat  vanden  Bosch  vermeerdert  en.  wyer  gemaect,  te  we- 
ten van  die  gevangen  poort  tot  Py nappels  poort  toe, 
item  vander  merct  a£f  tot  die  heylich  Gruys  poort  in  die 
Tucbter  straet»  daer  grooten  arbeyt  om  gedaen  wert  en. 
groote  costen  (2),  mids  oock  hulpe  vanden  voors.  har- 
toghe;  daer  werden  veel  nieuwe  straeten  gemaect  en* 
veel  bruggen  rondsomme  die  stat,  item  die  Orten  poorte 
eo.  die  heylig,Cruys  poorte  en.  Pynappels  poorte  wer- 
den getimmert  en.  andere  sterckten  van  wallen  en.  borst- 
weren tot  behoeff  en.  defencie  vander  stat  geordineert, 
item  dat  stroom  water,  te  weten  d'Aa,  wert  oock  mids 
graven  tot  in  die  st^t  gebrocht. 

In  desen  tiden  werdt  dat  groot  gasthuys  tot  behoeif 
vanden  armen  crancke  menschen  gefiindeert  by  sint  Anna 

(1)    Boheinen.     (2)    B.  onkoften. 


Digitized 


by  Google 


—  J8  — 

cappelle,  dat  wdbk^  namaels  by  toedoen  ?aii  een  rycke 
^rg^»  gdieeten  Lm  de  Neysdi»  getnmfereert  is  ter 
plaetsen  d«eri  na  staet:  dit  gefchiede  inden  iaere  m  oc 
Ixxvig. 

Inden  iaere  ons  Heeren  diisent  cc  en.  Ij  werdt  dat 
clooster  vanden  Fr^^ers  eerst  bronnen  en.  gefnndeerl 
binnen  der  stat  vanden  Bosch. 

In  dit  selve  iaer  bebben  die  van  Tsertogenbosch  ver- 
cregben  van  lan,  beer  van  Huesden,  dat  sy  mogen  rey- 
sen  doort  lant  van  Hnesden  mit  baren  goeden  en.  (I) 
comenscap,  sonder  eenigen  tol  te  geven. 

'  Inden  iaere  dnsent  cc  en.  Ivj  waren  ten  Bosch  scepe- 
nen  Dielis  Knode  en.  lan  die  Neysel  (2). 

Inden  iaere  dusent  cc  en.  Ivg  vraren  scepenen  ten 
Bosch  Macharis'Ian  die  Pape,  Dielis  Knode»  Goetschalck 
Hynen,  lan  die  Neisel,  Nicolaus  Permenlatoris  Ludo- 
vich  (3). 

It;em  in  desen  scepen  stoel  gebruycten  die  scepenen 
vaiider  stat  eenen  segel  alleen.  • 

(l)  V.  of.  (2)  Bij  B.  is  door  eene  andere  hand  bijgeroegd :  Aert 
van  WaielrBy  Cowraért  die  Vryter^  lan  Diekhiêry  Marsarins' Jan  die 
Pape  ende  Geriaeus  de  Rover.  (3)  Bij  B.  Ludovicue,  In  hei  vervolg 
der  chronyk  geeft  CunBiHvs  bij  vele  javen  de  namen  der  schepenen  van 
's  Heriogenbosch  op,  doch  laat  die  ook  dikvrijU  weg.  Daar  dese  lijst 
dus  onvolledig  is  en  de  chronyk  londer  veel  nut  doet  uitdijen,  hebben 
vrij  de  opgaven  der  schepeneo  voor  het  vervolg  weggelaten,  te  meer  daar 
wij  eene  meer  volledige  schepenlijst,  zoo  veel  mogelgk  met  denelvcr 
wapenen  daarbij,  opgemaakt  en  voor  de  drukpers  bestemd  hebben. 


Digitized 


by  Google 


—  M  — 
JBÊTmêmfi,  Me  eet^ie  wmn 


Int  iaer  oos  Uttreo  duaent  cc  en.  Ixvj  is  een  oorloge 
geresen  tnsscen  den  Insscop  Tan  Luyck  Hairicus  en.  die 
stal  yan  Mechelen  in  Brabant,  ende  aU  die  biascop  die 
slat  Tan  Mechelen  bekgen  (1)  badde  mit  grooter  macht 
van  Toick,  sóo  sochten  die  van  Mechelen  hulp  en.  troost 
aen  die  stat  vanden  Bosch;  die  vanden  Bosch,  om  die 
van  Mechelen  te  hnipe  te  comen,  en.  sy  quamen  mit 
grooier  macht  van  bocgeren  en.  rnteren,  en.  sy  ontsetten 
die  stat  alsoo  van  dat  belechi  dat  die  bisscop  opbreken 
moest  en.  verliet  die  stat  van  Mechelen.  Die  van  Mech- 
leo,  willende  danckbaer  zyn  den  Bosch,  presenteerden 
te  geven  en.  te  scenken  dat  lichaem  van  sinte  Hombout, 
bisGop,  mer  die  vanden  Bosch  dancten  die  van  Mechlen 
van  dese  presentacte  en.  doen  wert  overdragen,  dat  tot 
alle  iaeren  op  die  kermisdach  van  Mechlen  die  vanden 
Bosch,  die  daer  tegenwoordich  ^yn  snllen,  die  mit  sinte 
Bombont  lichaem  altoes  aelver  om  dragen  sullen  en.  dan 
hooohÜck  getracteert  sullen  werden  mit  wyn  en.  mit  cos- 
te,  ende  zoo  wie  vanden  Bosch  daei*  dan  tegenwoordich 
is,  syn  porcie  van-wyn  hebben  sal,  dat  welck  tot  noch 
toe  onderhouden  is. 

In  dese  tyden  is  gefundeert  dat  huys  vanden  heiligen 
Geest  in   die  Hinteraerstreet   tot  behoef  van  enne  men- 

(1)    Belegerd. 


Digitized 


by  Google 


—  40  — 

scheo,  die  daer  ter  spinen  comeny  welcke  huys  nu  ter- 
tyt  alsoo  ryck  is  van  renten  ea.  van  goeden,  dattet  te 
boven  gaet  die  ryckdommen  van  veel  groote  heeren,  gre- 
vén,  ridders  en.  ander  ionker  en.  nu  tertyt  synde  in 
verscheide  plecken  (1). 

Ind^  iaere  ons  Heeren  dusent  cc  en.  Ixzx  wert  den 
eersten  steen  geleet  van  sint  fans  kercke  en.  den  eersten 
grontslach,  en.  namaels  allenxken  volmaect. 

Niet  lange  daer  nae  werdt  een  plaetse  begrepen  aen 
die  zuyde  syde  van  sint  lanskercke,  om  een  Beghynnen 
hoff  te  stellen  en.  te  ordineren,  om  te  vresen  een  Be* 
ghynnen  hoff. 

Daer  werden  oock  tot  verscheyden  plaetsen  en.  straten 
gesticht  gast  husen  tot  behoeff  van  ermen  en.  gebrecke- 
licke  persoenen,  mans  en.  vrouwen,  en.  oodc  veel  andere 
plaisantelyck  huysen  tot  cieragie  vander  stat. 

In  dit  iaer  (2)  verleende  hartoch  lan  die  eerste  van 
Brabant  den  borgers  vanden  Bosch,  dat  sy  tol  vry  sou- 
den syn  van  haer  goeden  en.  comenschappen  allen  syn 
landen  door,  tsy  Brabant  of  Limfaorch. 

Item  dese  hartoghe  hadde  bevolen,  dat  die  stat  poor- 
ten vanden  Bosch  een  ygelycken,  wie  dattet  waer,  open 
sal  staen,  om  wt  en.  in  te  gaen,  vnytgenomen  die  wt- 
ter  stat  gebannen  syn. 

(1)  Bij  B.  weggelaten:  nu  tertyt  synde  in  verscheide  pleeken» 
[2)  1284,  als  blijkt  uit  de  opgaTe  der  schepenen  Tan  dat  jaar,  door  ons 
weggelaten,  zoo  als  wij  in  het'Terrolg  meermalen  het  jaar  znU«n  moe- 
ten inYulIen.  Daar  het  schepenjaar  niet  met  het  burgerlijke  jaar  over- 
eenkomt (de  schepenen  werden  met  l  Ociober  of  Bamis  veranderd),  zoo 
kan  eene  gebeurtenis  alzoo  wel  een  jaar  vroeger  gesteld  z^n.  Dit  moet 
dus  van  elders  worden  opgemaakt ,  doch  hetgeen  wij  aan  het  onderzoek 
en  het  oordcel  van  den  lezer  overlaten. 


Digitized 


by  Google 


—  41  — 

Item  die  hartoge  voorschreven  heeft  geordineert ,  dat 
soo  wie  een  borger  vanden  Bosch  wesen  sal,  schuldich 
sal  syn  den  schoutet,  den  schepenen  en.  des  heeren  dien- 
ders elck  syn  zaleris  daer  toe  getaxeert  vanden  hartoge. 

Item  die  hartoge  heeft  geordineert,  dat  soo  wanneer 
een  borger  ghedaecht  wert  te  recht  te  comen  tegen  een 
ander  borger,  dat  hy  respyt  mach  nemen  twee  weken 
lanck  off  hi  mach  den  tyt  verhaesten,  believet  hem. 

Item  wordt  een  borger  of  poorter  gedaecht  te  recht 
te  comen  tegen  eenen  buten  man,  soo  moet  hy  te  voor- 
schyn  comen  en.  te  rechte  staen  binnen  drie  dagen. 

Jnden  iaere  ons  Heeren  dusent  cc  en.  hxxiiij  heeft  har- 
toge lan  van  Brabant  drie  taergedinge  ten  Bosch  te  on. 
derhouden  gegeven  (1),  te  weten,  den  eersten  Dynxdachs 
na  dartien  dach,  item  smaendaechs  na  octave  van  Paes- 
scen,  item  des  smaendaechs.  na  sint  lan  Baptisten  dach 
inden  sQ^er. 

Item  die  voorscreven  hartoge  heeft  geconsenteeit,  dat 
soo  wie  eenen  dief  vynt  in  syn  huys  sdaechs  of  snachs, 
dat  hy  mids  huipe  van  syn  geburen  hem  vanghen  en. 
spannen  mach  en.  overleveren  den  schontet,  mer  leet  hy 
den  gevangenen  dief  weder  om  los  en.  vry  gaen,  soo  sal ' 
die  voorschreven  poorter  staen  totter  correctie  en.  beter- 
nis,  na  believen  vanden  schoutet  en.  de  schepenen  (2). 

(l)  Bij  V.  uitipelaf eo :  gegeven,  (2)  Bij  V.  weg^elatea:  en.  da  eóhe- 
peitfji. 


Digitized 


by  Google 


—  42  — 

iffden  nu»  hmw'ioghe  Mun  «on 
4ie  tweede  «om  dien 


Hartoghelan  van  Brabant  heeft  bevolen  die  van  Lil, 
Littoyen  ea  die  van  Herwerden»  dat  sy  haer  hooft  voih 
nis  halen  sullen  ten  Bosch  en.  in  alle  haer  coinmerlike 
saken  van  rechte  of  te  gedinghen  altoos  raet  en.  daet 
soecken  sullen  aen  die  scepen  vanden  Bosch. 

Indese  tyden  heeft  hartoge  lan  van  Brabant  iogestelt 
die  groote  wage,  ordinerende^  datmen  tot  elcke  kiste  of 
pacgoet  van  wat  comenschap  sy  geven  sal. 

In  desen  tyden  {1302]  geviel  een  groot  geschille  en. 
viantscap  tussen  heer  lan^  heer  van  Heusden,  en.  die 
st^t  vanden  Bosch.  Die  poorters  vanden  Bosch  claech- 
den  over  die'  van  Huesden  den  drossaert  van  Brabant, 
om  die  groote  scade,  die  sy  lyden  moesten  dagelicx.  Die 
drossaert  van  Brabant  quam  mit  rutteren  en.  knechten 
en.  wilde  Huesden  belagen,  dat  welck  als  die  gcave 
van  HoUant  beletten  wilde ,  soo  quam  hartoghe  lan  van 
Brabant  voor  Huesden  en.  belach  die  stat  en.  sy  werde 
hem  op  gegeven,  ende  mids  bidding  en.  toedoen  van 
veel  groote  heercn,  soo  gaff  hartich  lan  den  heere  van 
Huesden  die  stat  weder  over,  behoudelyck  dat  hy  die 
stat  ontfanghen  soude  te  leen  vanden  hartoge,  hy  en. 
zyn  nacomelingen  ten  eewigen  dagen. 


Digitized  by 


Google 


—  43  — 
i^e  9$Êm  hmr^meh  Mum  9mm  JBrmbmmij  «f  Ie 

(1). 


laden  iaere  ons  Heeren  doemen  screeff  dusent  drie  hon* 
dert  CD.  twentich  was  tussen  die  Tlamingheo  en.  Hol* 
landers;  ende  hartoch  lan  van  Brabant ,  die  de  Ylamin- 
gen  bystant  dede,  lach  voor  Dordrecht  dartich  daghen 
lanck  en.  ten  lesten  scoot  hyt  vuer  inde  stat  en.  rer- 
brande  die  een  helft  vander  stat;  daer  na  togen  die  van 
Dordrecht  wt  mitter  macht  en.  Teriaechdeo  (2)  den  har- 
toghe  van  Brabant  wt  Zuytholland  en.  sloegen  hem  veel 
volcks  aff  al  tot  Tsertogenbosch  toe ,  ende  daer  scoten 
sj  dat  vner  in  en.  deden  groote  scaden  en.  dreven  roof, 
die  gtoot  was,  wt  Brabant. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccc  en.  achtien  wert 
eerst  gans  op  gestelt  ten  Bosch  in  sint  lans  kerck  die 
vernaemde  bruederscap  van  ons  lieve  Yron,  die  moeder 
Gods,  welcke  bruederscap  gecomfirmeert  is  van  versca- 
den  pausen,  die  daer  toe  groote  aflaten  gegeven  hebben, 
na  vuytwysen  van  haer  bullen  daer  toe  wt  gegeven. 

In  dit  selve  iaer  heeft  bartoghe  lan  van  Brabant  een 
mandameut  (d)  gegeven,  die  men  nuemt  die  charte  van 
Cortenberch,  daer  onder  al  in  staet,  dat  niemant  wiehy 
sy,  eenidi  laken  vercoepen  oft  wt  suyden  (4)  sal,  hy 
en  sy  in  die  gilde  of  ambacht  vanden  droocscerders. 

(1)  Dit  Apscfarift  is  bij  V.  weggelateu.  {Z]  B.  vervolchdc.  (3)  B. 
mandaet.    (4)    B.  vuytmifen. 


Digitized 


by  Google 


—  44  — 

Item  dat  niemant  vercoopen  mach*  laken  dan  op  een 
sekere  plaets  daer  toe  geordineert  vanden  hartoghe,  ten 
sy  dat  hy  poorter  waer. 

Item  hy  heeft  gegonnen  den  poorters  vanden  Bosch, 
dat  sy  in  haer  husen  al  soo  vry  syn  als  of  zy  in  kerc- 
kcn  of  gewyde  plaetsen  waren,  ende  als  hare  dore  en. 
naeste  vensteren  gesloten  syn,  soo  en  mach  die  schontet 
den  selver  poorter  in  haer  huse  noch  vanghen  noch  span- 
nen of  wtten  huse  geweldelick  halen. 

Item  datmen  geen  getuychnis  ontfanghen  sal  opte  stat* 
huys  legen  eenen  wettige  poorter  vanden  Bosch. 

Item  dat  een  poorter  vanden  Bosch  niemants  slave  of 
eygen  wesen,  mer  sal  vry  en.  vranck  gauderende  (1)  van 
die  previlegien  vander  stat. 

In  dit  iaer  van  [1300  en]  xxüj  beeft  hartoghe  lan 
van  Brabant  die  stat  vanden  Boscjli  die  weke  mergt  ver- 
leent (2),  dat  een  ygelyck  wie  hy  sy  come  ter  merc, 
vry  en.  vranck  wesen  sal  sonder  eenige  arrestatie  van 
swoensdachs  af  na  middach  tot  Yrydachs  toe  voor  noene. 

In  dit  iaer  [1328],  werden  eerst  twee  kerckmeesters 
van  sint  lan  geset,  te  weten,  lacop  van  Zulecom  en.  He- 
lias,  droochscherder. 

In  dit  iaer  van  xxviij  opten  sevenden  dach  in  lulio 
hebben  die  vanden  Bosch  ter  neder  geworpen  een  for- 
tresse  ofte  roofhuys  buten  Huesden  inden  Elshout  en. 
daer  na  int  iaer  m  cccc  en.  xl  wert  op  die  selve  plaets 
gefundeert  een  clooster  gheheiten  die  Donck  van  sinte 
Bemarts  orden. 

(1)    B.  genietende.    (2)    V.  weggelaten;,  cerlecnt. 


Digitized 


by  Google 


—  45  — 

In  dit  iaere  [1330]  heeft  hartoge  lan  van  Brabant 
gegeven  dat  schoon  previligien  vanden  ingebot  de  stat 
▼anden  Bosch. 

Ia  dit  iaer  van  [1300  en]  vivendartich  heeft  hartoge 
lan  van  Brabant  geordineert,  dat  alle  scepenen  vanden 
Bosch  af  en.  aen  sullen  gaen  op  Bamis  dach,  ende  die 
afgaende  scepenen  en  mogen  binnen  drie  iaeren  niet  meer 
scepenen  syn.  Item  hy  heeft  ingeset  en.  geordineert,  dat 
Diemant  voortaen  meer  scepenen  mach  wesen  ten  Bosch, 
hy  en  sy  in  Brabant  geboren  of  hy  en  heeft  erfgueden 
in  Brabant. 

In  dese  tyden  [1352],  Yrydachs  van  Palmen,  syn  die 
mueren  vander  stat  wt  gegeven,  behoudelycken  die  erven 
niet  te  mogen  vervremden  dan  aen  poorters  deser  stat. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccc  en.  Iv  waren  in 
dat  groot  gasthuys  geset  se  ven  gewielde  (1)  nonnen  met 
een  clercke.  die  altoos  bystandich  wesen  souden  den 
siecken  int  selve  gasthuys  liggende,  ende  die  bisscop 
van  Ludiek,  heer  lan  van  .Erokel,  hadde  haren  regel 
gescreven,  daer  sy  na  leven  souden. 

M^Êreheiike  ge9ehiede§$êê  der  9ia9  wanden 

tÊ^9eh  iM  igéteêê  roit  hmrioghe  'WenzeM  roit 

Jlradciftf  en.   rr«tftre  JTatMte  9uln 

Jf t*oft€Mtf  ^  zgn  huffmnrauwte. 

Inden  iare  ons  Heeren  dusent  ccc  en.  Ivj  werden  ten 
Bosch  als  in  een  hooftstat  van  Braband  ontfangen  en.  ge- 

(l)     Gewielde^  gesluijerde,  Gode  geyrijde. 


Digitized  by 


Google 


.     —  46  — 

hult  als  hartoge  en.  hartc^ÏDne  van  Brabant,  hartoge 
Wenzel  en.  vrou  lanne,  daer  zy  oock  hooclyck  besconken. 
'waren  vander.  stat,  ende  op  die  tyt  gaf  vrpa  lanne  als 
hartoginne  die  stat  vanden  Bosch,  dat  sy  mogen  vueren 
inder  stat  wapene  iiij  leewen  mitten  boome,  dat  welcke 
die  ander  steden  van  Brabant  niet  en  hebben,  (1)  ende 
doe  die  charte  van  inconipste  gegeven  ende  verleent. 


VAM  DAT  CLARISSE  CIOOSTKR  BINNEN  TSBRTOGENBOSCH. 

Datv  clooster  van  sinte  Clara  binnen  der  stat  vanden 
Bosch  is  te  voren  geweest  een  borchte  ofte  een  casteel, 
toebehoorende  een  rycke  en.  treffelick  ioncker,  genamt 
ioncker  Geerlinck  vanden  Bosch,  wiens  gehoechnis  noch 
onder  hout  die  steenen  brug^»  die  over  die  Diese  leet  en.  is 
geheiten  die  Geerlinxse  brug,  en.  dese  ioncker  Geerlinck 
is  gestorven  sonder  \rettige  geboort  after  te  laten,  ende 
soo  qoani  dat  slot  op  synen  bruedcr,  ioncker  lan  van 
Hoorn,  die  op  die  tyt  woonde  in  die  huysinge,  daer  nu 
die  verwer  woont,  tegen  die  Schilders  poorte  over,  ende 
dese  ioncker  lan  van  Huerne  heeft  van  dat  slot  en.  de 
huysinge  gemaect  een  iouflrau  clooster  van  Clarissen,  as- 
signeerende  groote  renten  en.  gueden  om  dat  clooster  te 
onderhouden. 

Int  iaer  ons  Heeren   dusent  ccc  Hx  op  sinte  Matheus, 
dach  is  dat  convent  vanden  Clarissen  eerst  begonnen  en. 
is  geworden  een  scerpé  besloten  clooster,  ende  die  eer- 
ste Clarissen  van  dit  convent  waren  gecomen   wt    dat 
Clarisse  clooster  tot  Brussel. 


(1]    De  Tolgeiide  woorden  bij  Y.  wegc^laten ,  scbijnen  in  B.  door  eeiie 
«ndere  hand  er  tusschen  getoegd  te  xijn. 


Digitized 


by  Google 


—  47  — 

Iq  dese  iare  [1361]  maecteo  die  stat  vaodea  Bosch 
en.  die  van  Loven  een  aliancie  en.  een  minlyck  accoort, 
gelovende  malcanderen  by  te  staen  en.  bebulpich  te  we- 
sen  myt  live  en.  goet  in  allai  noot  saken  en.  wat  den 
eenen  of  den  anderen  over  quaem. 

Op  dese  tyt  woonden  tot  Tsertogenbosch  een  borger 
genaemt  Adam  van  Mierd,  die  welcke  ^en  scriver  was 
in  die  scrjrff  camer,  ende  daer  na  werdt  by  secretaris 
vander  stat,  en.  by  werdt  alsoo  ryck,  dat  by  en.  syn 
buysvrou  eick  een  gastbuys  fundeerde:  dat  manne  gast- 
bnys,  dat  by  fundeerde,  was  genaemt  ber  Daems  gast- 
buys by  sinte  Barbere  cappelle  en.  nu  staet  in  die  Scbil- 
ders  straet  over  die  Geerlinxe  brug:  ende  dat  gastbuys 
van  die  vrouwen  staet  by  der  beeren  kelder  op  die  Pa- 
pen buis.  Daer  nae  als  die  vrouwe  gestorven  was,  soo. 
werdt  dese  Dame  prister  en.  wert  pastoor  van  sint  lans 
kerck,  en.  doen  arbeyden  by  alsoo  lang  mit  groote  cos- 
ten,  dat  in  sint  lans  kerck  een  coUegie  en.  canonizye 
q[aam,  daer  by  eerste  deken  was. 

In  desen  iaere  [1366]  werdt  gefundeert  in  sint  lans 
kercke  die  canonizie  van  xxx  canoniken,  mids  toedoen 
en.  solicitacie  van  beer  Adam  van  Mierd,  doen  pastoor 
vander  kercken;  e^jde  heer  lan  van  Arckel,  biscop  van 
Liiyck,  scelde  den  canoniken  quyt  alle  recht  en.  iuris- 
dictie,  die  by  tot  die  canonizie  badde  en.  maectese  ezempt, 
en.  aldus  staen  die  canoniken  (1)  onder  den  paens  van 
Roomen  sonder  middel. 

Inden   iare  ons  Heeren  dusent  ccc  en.  kx  werdt  die 

(l)    V.  canonizie. 


Digitized  by 


Google 


—  48  — 

meyerye  van  Oosterwyck  gelost  by  dese  stat  van  Tserto- 
genbosch  voor  iij  dusent  en.  iiij''  oude  scildeD,  die  de 
stat  op  haer  selven  gefineert  (1)  badde.  In  dat  selve  iaer 
gaf  Trou  lanne,  die  bartoginne  van  Brabant,  den  poor- 
ters vanden  Bosch,  dat  sy  mogen  iagen  mit  bonden  en. 
vangen  alle  Brabant  dore  basen,  conynen,  vossen,  wol- 
ven etc,  wtgenomen  in  bossen  of  in  warande,  die  sy 
ongemoet  laeten  moeten. 

In  dit  iaer  [1373]  waren  groote  fundatoors  en.  pro^ 
rootoer  beer  Adolff,  biscop  van  Luyck,  beer  Adam,  pas* 
toor  vanden  Boscb,  en.  Gerit  van  Uden. 

In  dit  iaer  [1379]  Sondaechs  nae  Dartbiendach  is  ge- 
ordineert  by  beer  Ricbalt  (2)  die  Gock,  scoutet  vanden 
Bosch,  datmen  op  die  vonte,  als  men  een  kint  beeft, 
niet  meer  geven  en  sal  dan  eenen  ouden  groot  of  geen 
cieynoden,  ende  desgelyckx  op  den  eerste  misse  niet  meer 
dan  eenen  ouden  groot. 

Int  iaer  ons  Heeren  dusent  ccc  en.  Ixxx  begonst  men 
te  eeren  en.  van  grooter  werden  te  houden  dat  beeldt 
van  onser  liever  Vrouwen  van  miraculen  in  sint  lans 
kerck  in  die  west  syden  biden  toren,  en.  dede  veel  mi- 
raculen. 

(1)  bijeengebrag^;  fineren  if  in  dien  xin  nog  heden  niet  buiten  ge- 
bruik, van  fourneren.    (Z]    B.  Ryekart, 


Digitized 


by  Google 


—   49   — 

In  desen  scepen  stoel  [1384]  heeft  vrou  lanne  ver- 
leent die  stat  Tanden  Bosch  int  gevalle  dat  gbeen  nieuwe 
scepenen  werden  geset,  dat  dan  die  oude  scepenen  set- 
ten  mogen  binnen  viij  dagen  nieuwe  scepenen. 

Inden  iare  ons  Heeren  dusent  ccc  en.  Ixxxvj  is  een 
groote  dachvaert  ten  Bosch  gehouden,  om  neder  te  leg- 
gen dat  groote  swaer  oorloge,  dat  op  handen  was  tus- 
sen vrou  lanne,  hartoginne  van  Brabant,  en.  den  har- 
toge  van  Geldre;  en.  tot  dese  dachvaert  quamen  veel 
gi^DOte  heeren,  daer  tegenwordich  waren  die  ambassa- 
teers  van  den  coninck  van  Yranckrjck  Pbilippus  Ie 
hardi,  hartoge  van  Bourgoindien ,  vrou  lanne,  die  harto* 
ginne,  hartoge  Albrecht  van  Beyeren,  grave  van  Hol- 
lant,  hartoge  Willem  van  Gulick  en.  van  Gelre,  en. 
meer  andere  groote  heeren:  ende  daer  werdt  gesloten, 
dat  die  stat  vande  Grave  soude  bliven  voordaen  aen 
Brabant.  Maer  nae  vertrecjcing  en.  afscyede  van  dese 
gnfote  heeren  wtter  stat  vanden  Bosch,  so  heeft  die  har- 
toge van  Gelre,  midts  hülpe  vanden  busscoppen  van  Co- 
len,  van  Bremen,  van  Utrecht  en.  hartoge  van  Cleve, 
groote  (1)  scade  gedaen  met  rooven  en.  branden  indie 
meyerye  vanden  Bosch  ende  voorts  in  Brabant. 

In  dit  iaer  [1391],  des  Donredaechs  voor  Pinxten, 
heeft  her  Jan   van  Berlaer,  heere  van  Helmont  en.  van 

(1)     Bij  V.  groote  lidige  scade. 

C.  4. 


Digitized  by 


Google 


—  60  — 

Keersbergen,  gelooft  der  stat  vanden  Bosch  haer  rechte 
te  onderhouden,  en.  daer  niet  tegen  te  doen  en.  daer 
inne  der  stat  te  hulpen  te  comen. 

Int  selve  iaer  [1392]  vrerdt  vluchtich  wt  Hollant' 
Wilhelmus,  die  grave  van  Oestervant,  die  doot  gestdien 
hadde  iouSrou  Alyt  van  Poelgeest,  een  amye  ofte  boel 
(1)  van  hartoge  Albrecht  van  Bejeren,  sinen  vader:  eo. 
hartoge  vervolchde  synen  sone  seer,  om  te  vangen ,  en. 
die  grave  Willem  quam  ten  Bosch,  daer  hy  eerlyck  ont- 
fangen  en.  onderbonden  was  een  wyl  tyts  vandie  heeren 
vander  stat,  ende  namaels  reisde  die  grave  na  Yranck- 
ryck  en.  scheide  vanden  Bosch  mit  groote  dancbaerheyt. 

In  dit  iaer  [1397]  was  weder  een  swaer  oerloge  tus- 
sen die  Brabanders  en.  Gelders,  overmids  eenen  van  tser- 
togben  van  Geldre  dienaren,  die  ten  Bosch  by  iusticien 
gericht  was,  gheheyten  Wouter  van  Overryn.  Dese  Wour 
ter  mit  zynen  hulperen  droncken  zynde,  sloegen  doot  eoi 
van  vrou  lanne  dienaren»  waerom  by  gevangen  wert  cd. 
onthooflt;  dies  die  hartoge  van  Gelre  a^n  vrou  lanne  oot- 
segge  brieven  sant,  om  dier  sake  vooras.,  en.  maecte 
hem  sterck  mit  allen  zyn  hulperen  en.  ander  groote  hee* 
ren,  die  alle  gader  mit  grooter  maoht  in  Brabant  ^ua- 
men.  Dit  vernemende  vrou  lanne  dede  Tsertogenbosch 
mannen  (2)  en.  besetten  mit  haren  volck,  te  weten,  die 
drossert  van  Brabant,  die  heere  van  Parwys,  van  Diest, 
van  Weespiael  en.  noch  meer  ander  heeren;  ende  dese 
lieten  den  hartoge  van  Gelre  passeren  voorby  den  Bosch, 
want  hy  veel  vrinden  binnen  der  stat  hadde,  ende  track 

(1)    Amye  ofte  boel,    Amte,  vriendin)  boel,  bijzit.     (Z)    Versterken , 
bemannen. 


Digitized 


by  Google 


—  51   — 

al  Toorby  tot  Oosterwyck,  daer  by  snachs  logeetde:  ende 
des  anderen  dages  soo  meynde  hy  die  stat  van  Endo- 
Ten  in  te  nemen,  mer  die  heeren,  die  ten  Bosch  lagen, 
hadden  sonder  verti'ek  (1)  ccc  glavien  (2)  daer  gesonden , 
cm  die  stat  te  bewaren,  en.  soo  liet  die  hartoge  die 
stat  met  vrede  (3),  beroovende  en.  bescadende  dat  arm 
lant  volcL 

In  dit  iaèr  [1400]  was  ten  Bosch  groote  sterft. 

Int  iaer  on^  tfeeren  dnsènt  cccc  én.  iig  wert  dat  huys 
vanden  Bonafanten  gefundeert  en.  gedoteert  van  eenen 
canoniek  géfaéiten  heer  Henrick  Buck,  daer  hy  tot  be- 
hoeff  en.  alimentacie  van  thien  iongeren  sekere  renten 
en.  erfnis  toe  beset  heeft,  sonderling  een  schoon  hoeve 
tot  St.  Oyenroy  gelegeo. 

Int  selve  iaer  heeft  viovL  lanne,  die  hartoginne,  der 
stat  vanden  Bosch  twee  iaermerten  verleent,  waer  af 
dearste  is  in  die  vasten,  te  weten,  smaendacbs  na  Do- 
mhiica  laetare,  die  andete  is  des  anderen  daechs  na  sinte 
fiartholomeus  dach. 

In  dit  iaer  is  eerst  gefundeert  dat  convent  vanden 
Hnlenborch,  en.  syn  susteren  vanden  derden  regel  van 
sinte  Franciscns ;  en.  int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  lix 
doen  is  dat  clooster  gereformeert  en.  sy  leefden  doen  in 
goede  reformatie.  Daer  na  int  iaer  ons  Heeren  dusent 
ccccc  en.  drie,  op  die  vier  gecroonde  martelaers  dach, 
-werdt  dat  convent  een  besloten  clooster  en.  die  susteren 
begcmden  te  draghen  swerte  wielen  (4). 

(1)  Vertrek,  terwyl;  Kil.  (d)  Glavien,  niiten;  VA2f  Haiolt  bij 
Kil.  (3)  Bij  V.  ongewmen,  (4)  Wielen,  eene  kap,  die  de  nonnen 
nog  heden  over  het  hoofd  dragen. 


Digitized 


by  Google 


—  52  — 

Id  deseo  «cepenstoel  is  Terleent  tprevilegium  vanden 
signetten,  den  xxv  dach  in  Septembri,  soo  sy  dienen 
sullen  (1). 

MerekeUehe  geêehêeéfemiê  MMtifer  #tof 

ganMenf  hmÊ*ioge  wam  Jft«oft€Mtf  (2). 

Int^  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  vij  (3)  quam  hartich 
Antbonius  van  Brabant  tot  Tsertogenboach  en.  werdt  daer 
mit  grooter  eeren  ontfangben,  en.  des  Saterdachs  na  Der- 
tbien  dacb  (4)  so  werdt  by  gebult  als  bartoge  van  Bra> 
bant  in  die  stat  vanden  Boscb. 

In  dit  iaer  quam  bartoch  Antbonius  wederom  teo 
Bosch,  nae  Bamis  dacb,  en.  maecte  groote  apparaet  en. 
gereescap,  om  |te  striden  tegen  den  bartoge  van  Geldre, 
daer  die  stat  vanden  Boscb  groote  assistencie  en.  bulpe 
toe  deden  mit  gewapend  volck;  mer  daer  na  op  sinte 
Severyns  dacb  quam  die  bartoge  van  Gelre  tot  Empel 
by  den  Boseb,  en.  ontfinck  daar  syn  leen  van  barticb 
Antbonis. 

Int  iaer  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  ix,  des  anderen 
dages  na  sinte  Mattys,  was  ten  Boscb  dat  grootste  wa- 
ter als  ymant  gesien  beeft,  en.  veel  dycken  in  gingen. 

Int  iaer  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  x  dede  den  don- 
der veel  scade  aen  sint  lans  kerck  en.  In  andere  kerdien. 

(1)  Deze  geheele  tin  komt  bg  B.  niet  toor.  (8)  Dit  opschrift  bij  B. 
weggelaten.  (3)  Zoo  ook  bij  B.,  dooh  het  getal  tti  veranderd  in  Ti. 
(4)    Driekoningen-dag. 


Digitized  by 


Google 


—  53  —    , 

MetreheM^ehe  geëehieOeÊH»  dew  giai  raiêaen 
wam  BrmémêU  étie  rierife  (1). 

Int  iaer  cdis  Deeren  dusent  cccc  en.  xy  vrert  gebult 
Yoor  een  liartc^e  van  Brabant  hartoch  lan  die  vierde. 
Dese  bartoge  beeft  die  stat  vanden  Boscb  verleent  veel 
acioone  previlegien,  alst  seer  wel  blyckt  int  roey  boeck 
(2),  OU  opt  statbuys  synde.  ' 

Item  dese  bartoge  lan  beeft  ingestelt  en.  geordineert, 
dat  niemant  vrems  oft  van  buyten  comende,  poorterscap 
ootfangen  sal  of  eenige  vrybeyt  der  stat  genieten  sal,  by 
en  moet  oock  wesen  in  die  gilde  van  eenigbe  gesworen 
ambocbt. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  xviij,  op  sinte  Peeter 
en.  Pauwels  dacb  (3),  was  ten  Boscb  eenen  grooten  brant. 

Int  iaer  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  xix,  int  begbin 
van  die  Heye ,  was  •  een  alsoo  grooten  brant ,  dat  die 
Hintemer  straet  gans  afbranden  mit  sint  lans  kercke,  en 
dese  brant  ginck  eerst  op  int  buys  inden  Yalck. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  xx  was  een 
groote  dacbvaert  ten  Boscb,  om  te  vereenigen  den  bar- 
toge van  Brabant  en.  die  bartoginne,  daer  groote  vianf 
scbap  tussen  was,  ende  daer  waren  vergadert  veel  groote 
heeren  en.  prelaten  wt  Brabant  en.  wt  HoUant. 

(1)  Hét  opschrift  bij  B.  weggelaten.  (2)  Het  rood  privilegieloek ,  nog 
ten  arcUefe  ▼oorhanden.  (3)  Bij  B.  weggelaten:  op  sinte  Peeter  en. 
Pauwels  dach. 


Digitized 


by  Google 


—  54  — 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  xxi  (1)  was  ten  iksch 
groote  sterft. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  xxv  wert  eerst 
begrepen  en.  gefnndeert  dat  Frater  hnys. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  cccc  ea  xxyij  is  eerst  op 
gecomen  die  yei^adering  vanden  susteren  van  Qrten,  te 
lyeten,  opten  Triniteit  by  die  plaetse  daer  nu  die  CSelIe- 
bruders  woonen,  ende  van  daer  gingen  sy  wonen  op  die 
plaetse  daer  sy  noch  syn,  en.  daer  waren  tsamen  in  dat 
clooster  seven  hondert  susteren:  ende  want  sy  seer  groote 
nering  badden  mit  linen  laken  te  weven  en.  te  vercoo- 
pen,  soo  wert  ben  die  hantering  van  weven  verboden; 
soe  ghingen  die  helft  wonen  te  Vucht  op  die  plaetse 
daer  die  Cbatusers  nu  wonen,  daer  sy  haer  hantering 
van  linen  laken  deden,  ende  dese  susteren  stonden  on- 
der den  pater  en.  mater  (2)  en.  tconvent  vanden  Bosch. 
Soo  geboerdent,  dat  die  susteren  van  Tucht  wilden  eenen 
pater  en.  een  mater  (2)  kiesen  op  haer  selven  en.  scheiden 
vant  clooster  vanden  Bosch,  dat  w.elck  die  susteren  van- 
den Bosch  int  heymeUck  verneukende,  soo  hebben  sy  mit 
veel  pleyten  eo.  schuyten  allcA  dj/e  susteren  van  Tucht 
mit  allen  den  huysraet  ten  Bosch  gebrocht  en.  is  weder- 
om een  convent  geworden.  Dit  geschiede  int  iaer  van 
dusent  cccc  en.  badij,  ende  doen  vcrooften  sy  die  plaets 
ie  Tucht  om  zig  hondert  A«dries  gvdden. 

Inden  iaere  ons  tteeren  dusent  cccc  en.  xxvj  sterfT  har- 
toch  lan  van  Brabant  die  vierde  en.  syn  bmder  Philip- 

(1)    Dit  is  bij  B.  op  1420.    (2)    Bij  V.  moeder. 


Digitized 


by  Google 


—  55  — 

pus,  grave  van  sint  Pol,  yftxt  na  hem  hartoge  van  Bra- 
iMuit,  ende  hy  qnam  ten  Bosch,  daer  hy  gehult  werdt, 
ende  daer  synde,  £00  visiteerde  hy  der  stat  rechten  en. 
previlegieny  ende  wat  hem-  goet  dochte  dat  liet  hy  in 
tjn  vigoer  wesen,  ende  wat  hem  onbeqnaem  dochte  dat 
Imcht  hy  te  niet  (1),  en.  hy  sterff  int  iaer  van  dnsent 
cccc  en.  xiz. 


Bmuwg^Êêêliem  en.  Btra^fOÊfM  (2). 


Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cccc  en:  xxx  wert  die 
vrome  hartoge  van  Bourgondien  ontfanghen  en.  gehult 
tot  Tsertogenbosch  voor  een  lantsheere  en.  hartoge  van 
Brabant. 

Omtrent  dese  tyt  [1434]  qnamen  die  Cellebruders  eerst 
ten  Bosch  wonen»  ende  sy  woonden  eerst  tegen  sint  Ia- 
cops  straet  over,  daer  na  quamen  sy  wonen  inden  Noot- 
boom, alder  naest  die  Geerlinxse  brug  opten  Claren  cloos- 
ter  syde,  ende  daer  na  cpiamen  sy  op  den  Triniteyt  (3), 
daer  sy  noch  woonen,  ende  dat  clooster  nutter  kercke 
wert  gewyt  in  die  eere  van  die  heylige  Drivuldicheyt, 
en.  daer  om  heet  die  plaetse  noch  op  den  Trieniteyt. 

Int  iaer  ons  Heeren  dnsent  cccc  en.  xxxiiij  werdt  den 
ordenen  van  sinte  Brigitte  gefnndeert  buyten  Tsertogen- 

(1]  B.  dat  broek  hy,  (d)  Dit  opschrift  bij  B.  wesgelaten.  (3)  Bij 
B.  iogeroegd:  op  ten  Trirmtrey, 


Digitized 


by  Google 


—  56  —     ' 

bosch,  dat  welck  synen  oorspronck  aldus  hadde.  Omtreot 
dese  tyt  was  io  Hollant  op  een  borchte  wonende  een 
devote  of  (1)  machet,  s^ge,  een  heilige  vrouwe  (2)  van 
grooter  afcomst,  gennemt  vrou  Mille  van  Campen.  Dese 
werdt  stadelyck  nacbt  en.  dach  inwendelike  vennaent  en; 
l|0raert,  om  op  dese  plaetse  daer  4it  clooster  nu  staet 
een  clooster  van  sinte  Brigitten  orden  te  beginnen.  Item 
op  dese  tyt  was  dese  plaets  lang  te  voren  oock  genuemt 
Coude  water.  Soo  was  die  selve  tyt  daer  woonachtig 
en  ryck,  goet  en.  God  vreesende  ackerman,  genuemt  Pe- 
er die  Gorter,  die  welcke  hielt. veel  bieyen,  ende  als 
by  by  geval  des  avons  oft  des  snachs  na  syn  bieyen 
soude  sien  en.  luysteren,  soo  hoorden  hy.tot  verschei- 
den tyden  in  eenen  van  dien  ymercorven  alsoo  suete 
melodie  en.  geluyt,  niet  gelyck  den  sanck  der  bieyen, 
soo  dat  by  niet  versaet  en  conde  worden  dat  tehooren, 
waerom  dat  hy  dien  ymercorf  om  keerden,  ende  als  hy- 
em  wel  besach,  soo  bevant  hy,  dat  die  bieyen  daer  bin- 
nen hadden  gemaect  een  proper  kercke  en.  twee  ver- 
scheiden cloosteren,  ende  dat  was  recht  op  die  plaetse 
daer  nu  dat  hooge  ai^taer  staet  Item  dese  voorsz.  Pe- 
ter gaf  dit  stuck  erfs  totten  clooster.  Item  die  voorsz. 
vrouwe  Mille  van  Campen  quam  daer  en.  nam  raet  mit 
desen  man  en.  voort  mit  geleerde  mannen,  en.  reisde  om 
dese  fundacie  tot  Roomen  twee  mael  op  haer  selffs  cos- 
ten,  mer  het  colegium  van  sint  lans  ten  Bosch  weder- 
stonden dat  zoe  lange  als  sy  mochten.  Nietteminne  het 
hadde  voort  ganck,  waerom  die  deken  van  sint  lans  be- 
kennende syn  schuit  en  om  daer  alre  becpiamsle  béte- 
ring  voor   te  doen,  soo  heeft  hy  syn  officie  geresigneert 

(l)    Bij  B.  weggelaten.      (8)    V.  weduwe. 


Digitized  by 


Google 


—   57   — 

ende  heeft  hem  selven  io  dit  clooster  geoffèrt  en.  is  daer 
een  monnick  (1)  geworden  en.  namaels  paeter  en.  con- 
fessoer,  ende  dese  deken  was  genuemt  her  Peter  Crom, 
en.  daer  werden  bnieders  en.  susteren  gehaelt  vuyt  die 
stat  van  Bizonzie  (2)  in.  Yranckryck,  ende  vrou  Mille 
van  Campen  werdt  daer  die  eerste  abdisse  en.  vrouwe 
randen  clooster. 

Int  iaer  ons.  Heeren  dusent  cccc  en.  xxzvj  was  ten 
Bosch  eene  swaren  dieren  tyt,  mids  weicke  groote  Tolck 
van  honger  bedorf  door  gebreck  van  coren  en.  van  broot. 

In  dit  iaer  begeerde  bartoge  Phillips  van  Bourgondien 
vandie  stat  van  den  Bosch  een  scatting  van  seven  bon- 
dert  gouden  rydders,  dat  welcke  de  stat  hem  weygerde, 
daer  nochtans  die  ander  hooftsteden  van  Brabant  hem 
alsulcx  consenteerden,  dat  welcke  die  stat  naemaels  gröo- 
telyck  opbrap,  want  die  bbrgers  en.  die  cooplieden  met 
haer  goeden  rondsonoftne,  waer  dat  sy  quamen,  gheras- 
teert  (3)  waren  en.  in  die  gevenckenis  geset. 

In  dit  iaer  [1439]  was  ten  Bosch  een  groote  swaer 
pestilencie,  welcke  sterfte  duerde  van  dit  iaer  totten 
iaere  van  xlij.  Die  sterft  was  soo  groot,  dat  die  stat 
soo  leech  stont,  dat  dat  gras  in  allen  straten  wassende 
was  gelyck  in  campen  en.  velden. 

In  dit  iaere  waren  die  Bogaerden  eerst  gereformeert, 
en.  sy  bronnen  te  dragen  dat  habyt  dat  sy  noch  tertyt 
dragende  syn,  want  sy  te  voren  droegen  ronde  covek 
ak  die  brueders  van  Mechelen  en.  van  Boutmeer  (4)  noch 

(1)  B.  canuimiek,  (Z)  Bisonde,  bij  F.  Büani»,  BüanU,  Kil., 
Besaiifon  in  Bourgondie.  (3)  B.  gearreiieert.  (4)  B.  ffout:  bij  W., 
6.  en  F.  weggelaten. 


Digitized 


by  Google 


—  58  — 

doen,  ende  doen  tieten  sy  haer  eyghen  brucders  pries- 
ters (1)  wyen,  ende  die  ander  Yerrolchden  noch  haer 
ambacht  ran  weven  en.  trapenieren. 

In  desen  scepen  stoel  [1440]  voorscreven  werdt  ge- 
ordineert,  dat  een  ygelyck  soude  mogen  copen  en.  wyn 
tappen  binnen  d^ser  stat  op  synen  thyns  (2)  op  die  vyf- 
ste  qnaerte. 

In  desen  scepen  stoel  [1441]  voorsz.  wert  gemaect 
den  nieuwen  dyck  tusscen  Orten  en.  den  Bosch  (3). 

Int  iaer  ons  Hoeren  m  cccc  en.  xlij  is  geordineert  op 
die  vismerct  eene  craene,  om  alle  goet  wt  die  Diese  op 
die  straete  te  brengen,  ende  een  ordinancie.  gemaect  wat 
men  van  craene  geit  geven  sal. 

Int  iaer  ons  Heeren  dnsent  cccc  ea.  xlv  was  ten  Boich 
alsoo  groote  op  water,  dat  alle  die  straten  mit  water 
bedect  waren ,  ende  men  voer  mit  schuyten  naer  sint 
lans  kerck  toe. 

Int  iaer  ons  Heeren  dnsent  ccoc  en.  xlvg  op  ten  ses- 
ten  twentichsten  dag  (4)  Inly,  op  sint  lans  keroMKiff  ten 
Bosch,  wert  gegoten  die  zielmis  clook. 

Item  in  dit  iaer  groef  men  die  Diese  tot  Bngelen  toe, 
e»,  doen  wert  getimmert  den  Boom  daer  die  scepen  doiat 
pasaercn  om  io  fie  stat  te  oomeiii 

(t)    Bg  B.  pnêtt9rt  weg^ettlleii.    (jij    Bij  B.  ckyns,  (3)  Ikae  apgKfn 
komt  bij  B.  6.  en  F»,  niet  Toor  doch  wel  l>1j  W.   (4)  B.  npten  xrmidach. 


Digitized 


by  Google 


—  59  — 
TAN  TSUSTKRUr  CL008TBE  AFTIR  DIB   TOL   BRUG. 

Dat  coDvent  van  die  susteren  afler  die  Tol  brug  was 
eerst  g^fundeert  op  t^n  Wjomoleo  berch  by  sint  lacops 
kercke,  daer  sy  veel  iareu  gewoont  hebben:  mer  doen 
die  R^ularissen  susteren  by  die  aelve  plaetse  cpiamen 
wonen  en,  noch  woonachtig  syn,  doen  hebben  die  susten 
ren  een  plaetse  gecocht  over  die  Tol  brug  in  den  iare 
ons  Heeren  dusent  cccc  eu,  (1)»  di^er  sy  een  dooster 
getimmert  hebben  en.  daer  xm  woonachtig  syn. 

Opten  ni-sten  dach  vanden  Heye  [1448],  wesende 
den  eersten  Dynst  dach  van  loken  (2)  Passchen,  wert 
eerst  bestaeq  die  nieuwe  haven  te  maken  bujrten  der 
stat  Boem  ter  Mazen  toe. 

Int  iaer  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  xlix  wert  heer  lan 
van  Srp  voor  syn  brüeder  heere  tot  Boxtel. 

bt  iaer  van  dusent  occc  Ij  was  der  Yuehteren  dyck 
gantschelyck  volmaeqt  endi^  ge3teemQht 

In  dit  iaer  van  [1400]  drienvyfUch  werdt  die  Geer- 
linxse  brug  gebreyt  ende  die  stat  rondsiomme  gqpraven 
als  bdioort  en.  noot  was  ende  allen  dorpen  ontbiedende; 
die  van  lit  en  wouden  niet  graven,  ende  mids  eene 
Tonnisse  der  heeren  scepenen  most  comen  graven  die 
9ooat0t  mit  den  acepenen,  mida  previl^um  die  stat  ge- 
goonen  van  vrou  lanne  (3). 

(t)  Hat  jaar  is  in  geen  der  vijf  kronijken  ingevuld.  (S)  ^Beloken: 
dei  ie  de  eerste  Zondag  na  faseren.  (8)  B.  sohrijft:  en.  müê  een  oon- 
niêse  49r  heeren  scepemen.  meeeten  e^eeemett  graten^  ewi.;  éoidemker  W. 
aUae:  maei^  die  vom  LUk  en  wiide  nyet  ceemen  gravm,  inde  nüe  von- 
nisse  der  heeren  schepenen  moesten  sy  coemen  graven,  volgende  heé pre- 
vilegium  by  vrouide  lohanna  verkent. 


Digitized 


by  Google 


—  60  — 

In  dit  iaer  [1459]  op  sint  lans  Baptisten  dach  is  dat 
convent  vanden  Hulenborch  eerst  gereformecrt. 

Int  iaer  van  dusent  cccc  en.  Ixiij,  opten  derthiensten 
dach  in  lunio  branden  die  stat  .vanden  Bosch  en.  ont- 
stack  eerst  in  die  Yerwer  straet  pmtrent  den  Bogarden 
clooster  inden  huze  vanden  Ketel,  mids  versumenis  van 
eenen  verwer;  daer  branden  in  den  eeraten  dat  raethays 
en.  die  schryffcamer  mit  allen  die  prothocollen;  item  daer 
branden  meer  dan  vier  dusent  husen  mit  veel  cleederen, 
cleynoden,  beesten  en«  bisondere  mit  alle  veel  menschen, 
alsoo  dat  die  scade  die  daer  gesciede  werdt  geëstimeert 
over  vjfhondert  tonne  goats:  daer  nae  allenxkeh  werdt 
die  stat  >vederom  grootelyck  verbeetert  in  neringe,  in  tim- 
meragte,  veel  schoone,  lustige  en.  plaisantelike  huzen  wer- 
den getimmert  en.  al  mit  harde  dacken,  soo  wel  om  die 
ciragien  als  om  den  brant  in  toecommende  tyden  te  scut* 
ten. 

Dit  is  den  datum  vanden  brant  der  stat  voorscreven: 

oCh  bosGh!  bosGh!  sCreIo  nU, 
ghI  (1)  MoBT  oEAasN  LIbbn  nU. 

ImnM  DAT  bUsGo  proCh!  CbastIho  tIhCtoe  ODULpHe  (2). 

In  desen  iaer  [1464]  (3)  is  ten  Bosch  een  hertelling 
geschiet. 

(1)  In  beide  aftdiriften  staat  ghy,  doch  dan  komt  het  jaarren  niet 
uit.  (2)  Dit  Latijnsche  Ten  komt  bg  B.  niet  Toor.  Beide  jaarrenen 
worden  ook  niet  gevonden  in  W.  en  G.  Het  Tolgende  chronicum  komt 
alleen  in  G.  voor: 

GaLob  IqrIs  aGGijibIt   bVsCUH. 

(3]  Deie  haardlelling  wordt  in  B.  en  W.  op  het  jaar  1406  gebragt. 
Detelfde  aanmerking  geldt  ook  wegens  het  stichten  ran  het  klooster  der 
Zwartiusteren. 


Digitized 


by  Google 


—  si- 
lo  dese  tydeo   iiverdt  dat  clooster  van  die  Cellesuste- 
ren,   diemen  nuemt  die  Swesteren,  eerst  gefiindeert  en. 
begoDoea. 

Item  in  dese  tyden  [1466]  heeft  hartoghe  Phillips,  als 
landsheere  van  Brabant,  verleent,  dat  voordaen  geen 
doosteren  of  die  gheestelickheyt  mogen  erven  ofte  erff 
gneden  coopen  of  oock  aen  sterven  mogen  of  desgelycx. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dnsent  ccoc  en.  Ixvj  waren  in 
dat  convent  van  Bogaerden  ten  Bosch  sesthien  professy 
broeders,  te  weten,  ses  clercken  en.  thien  leken,  van 
welcke  menichte  vyif  clercken  waren  en.  seven  leken 
broeders,  die  gereist  zyn  byden  bisscop  van  Ludiek,  heer 
Lodevyck  van  Bourbon,  en.  hebben  aen  hem  ootmoede- 
lyck  versocht,  dat  hy  den  prior  generael  vanden  Croys- 
braeders  tot  Hoeye  daer  toe  brengen  wilde,  dat  sy  moch- 
ten staen  onder  die  Craysbroeders  orden  en.  werden 
Graysbraeders.  Die  Bogaerden  bnieders  werden  verhoort, 
ende  daer  quam  die  prior  generael  van  Hoeye  noch  mit 
vier  priors  en.  vier  weerdige  prelaten  wt  die  stat  Tan 
Lnyck  tot  Tsertogenbosch,  ende  sy  ontfingen  die  voorsz. 
Bogaerden  totten  orden  vanden  Cruysbraeders,  te  weten, 
broeder  Aelbrecht  van  Hamont,  brueder  Henric  van  Zut- 
phen  en.  broeder  Lieven  van  Ravesteyn;  ende  broeder 
Aelbrecht  wert  gemaect  die  eerste  prior. 

Daer  nae  is  een  grooten  twist  gevallen  tussen  die 
Cmysbroeders  en.  die  noch  Bogaerden  bleven  waren,  wie 
dattet  cioóster  behouden  soude,  daer  veel  prossessen  van 
rechten  en.  gedingen  om  gevallen  syn,  mer  die  Crays- 
brueders  hebben  geweken  en.  dat  clooster  vanden  Bogaer- 
den   verlaten   int  iaer  ons   Ileeren  dusent  cccc  en.  Ixix, 


Digitized 


by  Google 


—  62  — 

opten  sevenden  dtch  in  Deoembriy,  cnde  hebben  een  sca- 
mei  huys  ingenomen  omtrent  die  Mortel,  daer  sy  scba- 
melyck  en.  in  grooter  armoeden  geseten  hebben  tot  mid- 
den in  die  somer:  soo  hebben  sy  doen  een  stuck  erfs 
begrepen  ter  plaetsen  daer  sy  na  noch  wonachtig  syn, 
ende  hebben  daer  begonnen  te  timmeren  een  nieaw  oon* 
vent  mids  believen  vanden  prinche .  vanden  lande,  die 
daer  seer  behnlpicb  toe  was,  ende  een  vroom  borger, 
genuemt  lan  Monnix,  mit  andere  goeden  vrinden,  ende 
die  plaetse  v^ert  gecoft  om  dusent  seshondert  en.  xiiij 
gouden  Rynsgulden.  Dit  gesciede  int  iaer  ons  Heeren 
m  cccc  Ixx  (1),  den  vyfthimisten  dach  in  lulio,  op  den 
dach  of  hoochtyt  Divisionis  apostolorum. 

Qmtirent  dese  tyt  vrert  mit  consent  van  hartoge  Phi- 
lips die  veemerct  vanden  Bosch  verset,  te  weten,  nae 
sinte  Severyns  dach,  dal  welck  men  placb  te  houden 
des  anderen  dages  nae  siote  Lucas  dach  (2). 


jr<preiie%0ire  ^emMe^mmiê  dtet*  Umi 


In  desen   tiden   [1469]   vaaren  vergaedert  opter  stat- 
huys  meester  lan  vander  Straten,  dekeq  vanden  cappitel, 

(1)  Deie  twist  wordt  bij  W.  «ft  O.  öp  1469  ge]iri«t.  [Z)  Bij  V. 
tolgt:  /«m  op  tUsen  hfde  wtrt  êén  Hieuwen  dyok  gêmamt  iutsm  die  stai 
vanden  Boech  en.  Orten,  Dit  kom  echter  b^  B.,  W.,  F.  en  G.  niet 
Toor,  en  daar  van  deien  dijk  reeds  gesproken  is  op  het  jaar  1441  (bit* 
68),  loo  hebben  wij  deze  opgave  nitgeschrapt.  (3)  Bit  opschrift  bij 
B.  weggelaten. 


Digitized 


by  Google 


Gozai  Kemp  en.  heer  hn  vhd  indel,  canonikeD,  item 
Gozen  Heym,  Simon  van  Huesch,  scepenen.  Simon  van 
Geel,  gesworen  der  stat,  item  die  priors  vander  Basel- 
diMkcky  vander  Prdiers,  van  die  Gruysbmeders,  de  Bo- 
garde  (1)  en.  gardiaen  van  die  Minderbrueders ,  ende  in 
allei  haer  presencie  werdt  overdraghen  en,  geordineert 
een  maniere  hoe  datmen  altoes  die  processie  lanx  die 
stat  onderhouden  sal  op  een  peene  van  hondert  Engel- 
sche  nobels. 

In  [dit  iaere  van  [1400]  Ixx  wert  hartich  Art  van 
Gelre  door  neerstichejrt  van  Karel,  hartoghe  van  Bour- 
gondien,  vi^tter  gevenckenis  gelaten,  daer  hy  in  geweest 
hadde  ses  iaeren  opt  slot  van  Buren,  ende  comende  tot 
Tsertogenbosch  wert  hy  daer  feestelyck  vanden  poorte- 
ren mit  veel  toortsen  in  die  stede  gebracht,  ende  dede 
zjn  gebet  voor  ons  lieve  Vrouwe  in  sint  lans  kercke: 
ende  van  daer  quam  hy  tot  Hesdyn  in  Arthois  tot  hair- 
toge  Karel,  diëm  (2)  mit  grooter  ceren  en.  vrintscappen 
ontfing. 

Obitrent  dese  iaere  werdt  begrepen  dat  clooster  van 
sinte  Geertruyt  in  die  Orten  straet  en.  zy  waeren  inden 
eersten  pr^erssen  vanden  dorden  regel  van  sinte  ]>omi« 
nicus;  mer  naemaels  int  iaer  van  dusent  cccc  en.  xcv^ 
namen  die  susteren  van  sinte  Geertruyt  den  orden  aen 
vauden  regulieren  en.  werden  regulil'rissen,  staende  onder 
den  regel  van  sinte  Augustyn,  ende  tot  dien  convent 
waren  geschiet  ses  of  seven  susteren  regularissen  yn  die 
sut  van  Maezeyck,  die  wdcke  dat  clooster  ofte  convent 

(1)    Bosarde  bij  V.,  W.,  F.  en  G.  wegselaten.    (2)    B.  die  hem. 


Digitized 


by  Google 


—  64  — 

van  sinte  Geertruyt  bcachteu  id   goede  maniere  van  le- 
ven naer  den  orden  vanden  regulieren. 

inno  Domini  millesimo  cocc  en.  Ixxiij»  op  sint  loris 
avont,  was  een  scermalsinghe  tusscen  die  vanden  Bosch, 
init  haren  schoatet  her  Peter  van  Tertaignen  (1),  ende 
daer  bleef  niemant  verslagen  dan  her  Peeter  voors. 

In  dit  iaer  is  gesciet  een  hartelling  ten  Bosch. 

In  dit  iaer  sterff  hartoge  Art  van  Gelre,  een  groot 
liefhebber  der  stat  vanden  Bosch;  hy  was  een  Vrouwen 
brueder  ten  Bosch  en.  een  oude  scutter,  ende  hy  wert 
begraven  in  die  stat  vande  Grave  en.  syn  hert  en.  in* 
gewant  wert  ghebrocht  ten  Bosch  en.  eerelycke  b^ra- 
ven  int  clooster  van  sinte  Geertruyt  op  der  susteren 
choore. 

Item  het  is  aentemercken,  dat  in  dese  iaere  [1474], 
want  die'  heere  vanden  lande  binnen  die  acht  dagen  van 
Bamis  gheen  heeren  en  ordineerde,  hebben  die  oude  hee- 
ren  of  scepenen  ghecoren  nieuwe  scepenen,  hier  nu  ge- 
nuemt,  ende  Bertran  lansen,  als  diender  van  gruen  roe- 
de, eeden  hen. lieden  (2)  na  previlegium  vander  stat. 

In  dese  tyden  [1475]  wert  begrepen  dat  convent  van- 
den Regularissen  opten  Wynmolenberch. 


(l)    By  V.  en  B.  Vierleyn;  bij  W.  en  F.  op  1471:  PeUr  Wyerlaün. 
Wij  hebben  G.  gevolgd.     (2)    Bij  V.  êeehden  hann  têdt. 


Digitized  by 


Google 


65 


MÊmêeh  in  i^dem  rcüt  rr<ou  Mutrie  ende 
MmüDiwnUêmeny  haew*  M%an. 

Iq  deseo  iaere  [1476]  was  ten  Bosch  opten  achthien- 
sten  dach  ioden  Meert  een  groote  verveerliken  oploop 
onder  die  borgers  tegen  die  heeren  vander  stat,  ende 
dese  opruere  eynden  eerst  op  den  sessentwentichsten  dach 
inden  Meye:  ende  daer  waren  veel  heeren  gevangen  in- 
den oploop,  te  weten,  Willem  van  Ghent,  lan  van 
Berckel,  lan  vai^  Erp,  Lucas  Bock,  Simon  van  Geel, 
Gozen  vanden  Heesacker  en.  Reynier  vanden  Hovel;  en- 
de desen  heeren  waren  seer  oogenadelyck  getracteert:  sy 
mosten  alle  dage  geleyt  waren  als  diefs  en,  straetroovers 
en.  veel  processen  van  rechten  worden  tegen  hen  ge- 
daen,  om  haer  lyf  te  nemen,  mer  mids  behendelycke 
neersticheyt  der  heeren  vanden  hove,  soo  werden  die 
beeren  wtter  gevenckenis  gelaten,  ende  die  borgers,  die 
dit  spel  gehanteert  hadden,  werden  selver  namaels  ge- 
doot. 

In  dit  iaere  [1477]  beeft  die  stat  vanden  Bosch  van 
noots  w^hen  tegen  die  Gelderschen  aen  moeten  nemen 
een  orloge  en.  vete,  welcke  oorloge  duerde  omtrent  drie 
iaeren:  want  die  Gelderscen  quamen  in  die  meyery  van- 
den Bosch  en.  beschadichden  dat  lant  en.  dorpen  seer 
mit  brant  en.  roven,  mer  die  vanden  Bosch  wederston- 
den die  Gelderscen  vromelyck  en.  matteerdense  (1),  want 

(1)  Matteerdense.  In  al  de  afscbriften ,  doch  bij  G.  weg^Iaien.  Mat- 
teren y  matten  en  maUen,  wedersCaan,  mat  zetten,  zoo  als  men  nog  in 
het  schaakspel  sprrekt.    Matare,  bij  Du  Cahge. 


Digitized 


by  Google 


—  66  — 

sy  togen  over  mit  grooter  macht  int  lant  van  Gelre  en. 
deden  daer  veel  scaden,  rovende  en.  brandende. 

Int  iaer  ons  Heeren  dnsent  cccc  en.  Ixxviij  heeft  die 
stat  vanden  Bosch  belegen  die  stat  vanden  Grave  mit 
veel  eedelen  en.  stelden  daer  voor  een  blochuys,  soo 
dat  sy  hen  benamen  provande  en.  vitalie,  die  hen  van 
buyten  comen  roochte,  soo  dat  die  stat  op  wert  gege- 
ven mit  den  slot,  ende  die  Grave  >vert  te  bewarens  ge- 
geven heer  Cornelis  van  Bergen  (1),  die  de  stat  besette 
met  veele  cloecke  wapentner^. 

In  dit  iaer  hadde  die  stat  een  neerlage  tot  Heel  en. 
Driel  omtrent  die  vasten. 

In  desen  iaer  [1480]  is  geschiet  een  h^ttelling. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  Ixxxi  qnam 
ten  Bosch,  mit  grooten  staet  van  groote  heeren  en.  eede- 
len, Maximilianus,  erdsbartoge  van  Oostenryck,  hartoge 
van  Brabant,  ende  mit  hem  qnamen  inden  eersten  vrou 
Marie,  die  hartoginne,  syn  huysvrou,  die  grave  van  Ro- 
mont,  des  hartogen  sone  van  Savoyen  en.  een  brueder 
vander  coninginne  van  Vranckryck,  Adnlphus,  myn  heere 
van  Ravesteyn,  grave  Engelbert  van  Nassou,  loest  La« 
leyng  (1),  stalhouder  van  HoUant,  grave  Willem  van 
Egmont.  Die  prinche  Maximiliaen  was  geherbercht  te 
Prekers  int  clooster,  vrou  Marie,  die  princesse,  "was  ghe- 
logeert  mit  haren  sone,  die  ionge  prinche  Philippus,  tot- 
ten susleren  van  Orten. 

Op  die  selve  tide  soo  heeft  Maximilianus,  die  prinche, 

(1)    Zevenbergen.     (2)    B.  en  W.  Latcj/nen. 


Digitized 


by  Google 


—  67  — 

geordineert  en.  ingeset  die  vermeerde  en.  triumphelike 
feeste  rander  orden  vanden  gulden  Vliesch  in  die  stat 
vanden  Bosch,  ten  welcker  feeéte  en  compareerden  niet 
meer  dan  ses  princhen  vander  oerden  des  gulden  Vliesch, 
als:  die  grave  van  Romont,  her  Adolf  van  Ravesteyn, 
her  Engbert  van  Nassau  etc, ;  ende  die  ionge  prinche 
Philippus,  out  wesende  drie  iaeren,  wert  by  beveel  des 
prinche,  vanden  heefe  van  Ravestejm  ridder  gemaect  in 
die  groote  kercke  van  sint  lans  kerck  opt  hooge  autaer, 
ende  dit  geschiet  wesende,  wert  hy  mede  aengenomen 
inder  oerden  vanden  gulden  Vliesch,  ende  op  die  selve 
tyt  worde  die  grave  Martyn  van  Folem  (1)  en.  heer  lan  van 
Waeleyn,  des  heeren  sone  van  Bergen  aendén  Zoom, 
mede  in  die  selver  óerden  ontfangen.  Die  feeste  vander 
oerdene  geduerende  was  daer  groote  triumphe  en.  bly- 
scap  van  tonrnieren  en.  ander  ridderlycke  feyten. 

VAN  DAT  PRBKBRS  CLOOStER  TOT  TSSRTOGEimoSCH  (2). 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  Ixxxijj  op  tshey- 
lich  Cruysedach  Exaltacio,  in  September  ofte  Gaerstmaent, 
doen  overste  was  als  prior  generael  vanden  gehelen  perden 
van  die  Prekers  die  eerweerdighe  vader,  doctoer  inder 
gotheyt,  brueder  Silvius  (3)  de  Casseta  van  Fanonneo, 
ende  prior  provinciael  was  in  dese  Nederlanden  brueder 
lacobns  Stubach,  soo  is  dat  clooster  vandeii  Prekers  ge» 
reformeert  geweest  tot  Tsertogenbosch ,  daer  toe  bebul^ 
pich  en.  .teghenwordich  waeren.  brueder  lacop  Sprengeri 
prior  vanden  Prekers  tot  Colen,  meester  Brixius  Floris- 
soen,  prior  te  Prekers  tot  Bruessel,  die  welcke  doen  ge- 

(1)  Aixoo  V.  B.  en  W.  LetÈPolkeim,  ChriHüuuutjtmsp,  Her,  p,  46$, 
(2)    Dit  opschrift  bij  B.  weggelaten.    (3)    V.  Saling, 


Digitized 


by  Google 


—  68  — 

maect  >vas  die  eerste  prior  vaade  reformacie  ten  Bosch, 
en.  dit  convent  heeft  inenich  iaer  gebleven  in  goede  re- 
formacie en.  noch  blivende  is  (1)  in  een  goet  regiment 
in  geestelycke  en.  titelike  saken  en.  goede  ordinancie,  al 
500  een  goet  convent  en.  clooster  toebehoort. 

In  dit  iaer  [1484]  wert  ten  Bosch  dootgeslagen  van 
eenen  Hoochduylsce  heere,  rayn  heere  Baltazar  van  Wolc* 
kesteyn,  die  een  groot  heere  was  in  des  priochen  Maxi- 
milianus  hoff. 

In  desen  iaere  [1488]  syn  die  steden  van  Brabant  te- 
gen een  gevireest,  Bruessel  en.  Loven  tegen  Antwerpen 
en.  Mechlen,  mer  Tsertogenbosch  sat  stille. 

Inden  iaere  ons  Ueeren  dus^t  cccc  en.  xci  wert  die 
capelle  van  smt  Anthonis  van  nieuwes  begrepen  en.  ge- 
timmert,  ende  die  oude  cappelle  by  die  Bazeldonck  poorte 
wert  ontwyt  en.   daer  af  gemaect  een  borgers  wooninge. 

Inden  iaere  van  [1400]  xci  quam  ten  Bosch  dat  mael 
geldt  eerst  op. 

Inden  iaere  dnsent  cccc  en.  xcv  wert  dat  silveren  groot 
beelt  van  sint  lan  gegoten  en.  gemaect  te  Golen  in  die 
stat,  ende  alst  dat  silveren  beeldt  al  bereyt  was,  soo  wert 
gheleet  in  een  ydel  wyn  vat  en.  dat  vat  wert  wederom 
becleet  in  een  tonne  ofte  pyp  w)ms,  vol  wyns  synde, 
en.  soo  wert  dat  silveren  beelt  sonder  kennisse  van  straet- 
roovers   ofte   snaphanen   (2)   ten    Bosch   gebracht,  ende 

(1)  De  volgende  woorden  in  B.  weggelaten.  (Z)  Bij  B.  en  W.  straêt- 
roopcTM  ofte  snaphanen  weggelaten.  Snaphaepj  straatschender,  Ka.j  vrij- 
buiter, WiLLElS. 


Digitized  by 


Google 


—  69  — 

werdt  voordaen  op  sekere  dagen  ia  die  processie  ronds- 
omme  gedragen. 


JB^ëeh  in  9^em  run  hm»*Ëmge  M^hiiipÊ 
eOÊêime  ecM»  CmêMUen  (1). 


Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  cccc  en.  xcvj,  opten 
derthiensten  dach  van  December,  quam  ten  Bosch  die 
oienwe  prinche  hartoge  P&ilips,  daer  hy  minnelyck  en. 
▼rindelycke  mit  grooter  blyscappen  ont fangen  werdt,  en- 
de  daer  na  opten  vyfthiensten  dach  der  selver  maent 
gdiult  en.  ontfangen  irerdt  voor  een  hartoge  van  Bra- 
bant, in  tegen woordicheyt  van  synen  heer  vader  (2) 
Maximiliaen,  den  Roomscen  coninck;  die  stat  beschonck 
hem  mit  twee  costelycke  groote  ossen  mit  silveren  ho- 
rens en  twee  voeder  wyns;  ende  als  die  hulling  gedaen 
was,  500  reet  die  ionge  prinche  Phillippus  me  sint  lans- 
kerck  toe,  ende  daer  werilt  doen  gedoopt  een  lode  van- 
den deken  van  sint  lans,  meester  Ghysbert  die  Bie,  in 
tegenwordicheyt  van  hartoch  Philips,  her  lan  van  Ber- 
gen en.  Gornelis  van  Sevenbergeu  en.  andere  groote  hee- 
ren ,  die  alle  vuntpeters  en.  gevaders  van  desen  ver- 
doopte  lode  waren,  ende  hem  werdt  eenen  naem  gege- 
ven, te  weten,  Philips  van  sint  lan,.  die  te  voren  ge- 
noemt  was  lacop  van  Almaengien:  nier  die  lode  en  bleeil 
niet  stantaftig  (3)  en.  viel  weder  van  ^yn  Kerstenheyt 
en.  wert  een  fode, 

(l)    Het  ofMcbrill  is  bij  B.  weggevallen.    (2)    Jleer  vader  bij  V^. ,  doch 
bij  V.  en  B.  mtgeraUen.     (8)    B.  stantachHg ;  W.  volstandich. 


Digitized 


by  Google 


—  70  — 

In  dit  iaere  [1497]  werdt  den  grontslach  geleet  mit- 
fen  fundament  vandie  nieuwe  wtlaten  van  sint  lans 
kercke,  te  weten,  van  sinte  Achten  outaer  tot  die  vunte 
toe  en.  oock  in  die  noortsyde. 

In  desen  iaere  hebben  die  Gelderschen  groote  schade 
gedaen  in  die  meyerye  vanden  Bosch,  bisonder  tot  Oss 
en.  Geffen,  mer  die  hartoghe  van  Sassen,  mids  hulpe 
vander  stat  vanden  Bosch,  heeft  dit  swaerlicken  gewro- 
eken,  bemende  en.  rovende  en.  veel  meer  schaden  doende 
den  Gelderschen  en.  hy  creech  Batenborch  inne. 

Qmtreqt  dese  tyt  wert  gereformeert  dat  convent  van- 
den Minderbrueders  binnen  den  Bosch,  mids  hulpe  van* 
den  eei'weerdigen  pater  minister,  brueder  lan  van  Ponto. 

In  dese  iaere  [1498]  werdt  die  Diese  in  die  stat  ge- 
graven. 

In  dit  iaere  [1499]  zyn  gecoren  die  eerste  ses  'man- 
nen, regeerders  vander  penningen  deser  stat  te  ontfangen 
en.  wt  te  geven,  te  weten,  Dirck  van  Hedel,  Henrick 
van  Deventer,  Gherit  Moens,  Aelbert  Keteler,  lan  Pyn- 
appel  (mer  dese  twee  storven  ende  in  haer  plaetsen  wa- 
ren gecoren  meester  Henric  Felgrom  en.  Wouter  Bolx), 
Roelof  Noppen. 

Rentmeesters:  meester  Frans  Toelinc  en.  lan'Trancken. 

In  dit  iaer  [1500]  wert  ghewyt  vanden  suffragane 
van  Ludiek  sinte  Peeters  kercke  in  die  Orten  straet. 

» 

In  dit  iaere  [1502]  geviel  een  groote  geschille  en. 
twist  tussen  dat  cappittel  van  sint  lans  en.  die  regenten 


Digitized 


by  Google 


—  71  — 

▼ander  Stat  ter  ocsaynea  (1)  vaode  scattióg»  die  de  heeren 
▼ander  stat  eysten  van  dat  capittel  aeogaende  van  haer 
gueden  des  capittels,  ende  die  sake  werdt  op  genomen 
eiL  io  handen  gestek  ea  gelorft  (2)  den  canceUer  van 
Brabant  I  item  meester  Ludovicus  Roelant,  meester  lan 
▼an  Coudenborch,  meester  Roelant  van  Rontzele,  alle 
raetsHeeren  van  thof  van  Brabant  ^  ende  sy  deden  een 
▼nytspraeck  in  deser  fbrme:  dat  allen  die  goeden,  die 
tcappittel  allemosinis  gewys  (S)  toebehoeren  of  den  be» 
neficien  aengaen,  vry  en.  vranck  sullen  wesen  en.  exempt 
▼an  alle  schattingen^  mer  die  goeden,  renten  en.  erffe- 
nis,. die  gewoonlyck  ^n  geweest  te  staen  tot  exactien 
▼anden  iaere  ons  fleeren  dusent  cccc  en.  Ixxij  tot  den 
iaere  van  dnsent  ooccc  en.  ij,  sullen  staen  totter  exactie 
en.  scattinge  als  ander  ifverlycke  goeden;  item  daer  wert 
doen  ged^ennineert  en.  gesloten  inder  vuytspraecke,  dat 
die  heeren  vanden  capitlel  mit  haeren  dienders  en.  ca- 
pittelaers  eenen  bisonderen  wyn  kelder,  om  daer  vuyt 
te  tappen  wyn  en.  dranck,  sonder  accisie  (4),  ende  die 
kelder  des  capittels  sal  bliven  gesloten  staen  van  smer- 
gens  af  tot  thien  uren  toe  voor  middach  en.  van  één 
nre  af  tot  vyf  uren  toe  (5) ,  endat  die  canoniken  of  die 
capittelaers  gheenen  wyn  sullen  mogen  vercoopen,  wyn 
of  dranck,  uten  heeren  kelder,  eenige  vremde  persoone, 
het  sy  borger  oft  het  sy  wie  hy  is,  die  onder  dat  ca- 
pittel van  sint  lans  niet  en  staet. 

(1)  Ocsnfjpntfi»,  gelegenheid;  Kil.  B.  en  W.  ter  cause.  (d)  Gtloeft, 
bij  B«  en  W.  weggelaten.  (3)  Allemosinis  gewys,  Toor  eleemesynae, 
■aloMies.  W.  alemoes.  (4)  B.  aceynsen,  (5)  Bij  V.  en  W.  inge- 
bscht:  en.  daer  nae  M  negen  hneren  toe. 


Digitized 


by  Google 


—  72  — 

lo  dit  ia^e  [1S04],  opten  xxiiij*"  dach  in  Augusto, 
tussen  X  en.  elflf  oren,  was  ten  Bosch  een  erdbeviag. 

In  dit  iaere  quam  ons  prinche  Fhilippus,  coninck  yan 
Castillien,  tot  Tsertoghenbosch ,  om  daer  een  apparaet 
en.  bereitsel  te  maken  van  oerloge,  en.  daer  vergaeder- 
den  groot  volck  te  voete  en.  te  paerde,  daer  overste  ca- 
piteynen  af  gemaect  waren  die  heere  van  Vergy,  wt 
Bourgcmdien,  Cornelis,  heer  van  Sevenbei^en,  en.  syn 
swager  Floris,  heere  van  Yselsteyn  en.  grave  van  Boe- 
ren. Dit  groot  volck  is  wtten  Bosch  in  Gelderlant  ge- 
togen, rovende  en.  brandende,  en.  groote  scade  bedre* 
ven  sy  int  lant,  ende  sy  wonnen  twee  sloten  Mtddelaer 
en.  Hemert  by  Jluesden,  ende  die  prinche  Phihppus  bleef 
ten  Bosch  liggen,  want  die  winter  aenstaende  was,  ende 
tot  hem  quam  ten  Bosch  die  keyser  Maximilianus,  syn 
vader,  mit  zyn  nieuwe  hoysvrou,  die  keyserinne  genaemt 
vrou  Blancke  Maria,  des  hartogen  4ochter  van  Milanen^ 
ende  sy  wert  gelogeert  aen  die  merct,  naest  dat  buys 
int  Hart,  te  weten  in  Lo^  Beys  huys,  mer  die  keiser 
lach  int  clooster  vanden  Prekers.  Noch  quamen  ten 
Bosch  her  lan  van  Hoorn,  bisscop  van  Ludiek,  hartoge 
\^illem  van  Gulick,  hartoge  lan  van  Cleve  mit  synen 
sone  hartoge  lan;  ende  terwyien  dese  groote  heeren  ten 
Bosch  lagen,  soo  werden  daer  gehanteert  veel  ridder- 
lycke  feyten  van  tornoeyen,  van  steec  spelen,  van  bata* 
ment  spelen  en.  andere  ghenncblycke  excercitatien  van 
kaetsen,  van  dansen,  van  springen  en.  zulcx  meer;  ende 
als  die  winter  over  was,  soo  scheiden  dese  grooter  hee- 
ren van  malcanderen  mit  grooter  vrintschappen  en.  elck 
reisde  totten  synen,  ende  coninck  Phillippus  reisde  uten 
Bosch  na  tlant  van  Geldre  en.  van  Boemel,  en.  daer 
Dao  too<*,h   hy    voor   Arnhem ,  dat  hem  op  gogpven  wert. 


Digitized  by 


Google 


-  73  - 

lot  iaer  oos  lleei-en  dusent  ccecc  ea.  vyff  iverden  se- 
kere  dorpen  vercoft  in  die  meiery  vanden  Bosch  tot  be- 
hoeff  vanden  cooinc  van  Castiilien,  onse  prinche  Philips, 
die  nu  Iweedemael  in  Spaengien  reisen  wilde;  ende  in» 
den  eersten  coft  heer  Cornelis  van  Sevenbergen  Serie* 
€001  en.  Schyndely  meester  lan  van  ¥laderacken,  heere 
van  Geffen,  cofte  Nolant^  heer  lan  van  Doeme,  een 
domheere  canoniek  tot  sinte  Lambert  te  Lnyck,  cofte 
Ylierden  en.  Bakel,  ^mbert  Hillioc,  heer  van  Wael- 
wyck  cofte  Vacht  biden  Bosch,  heer  lan  Bacx,  riddei* 
en.  leechschoutet  vanden  Bosch,  cofte  Boesmaelen. 

In  desen  tyde  ftindeerde  heer  lan  Bacx  voorschreven 
een  clooster  tot  Roesmalen  van  Regularissen,  dat  welck 
men  nu  noemt  sinte  Annen  borch,  ende  sommighe  sus- 
teren  wt  den  Wyomolenberch  hebben  den  oerden  van- 
den regulieren  in  dit  clooster  bestaen,  ende  heer  lan 
Bacx  suster  was  die  eerste  mater  of  prtorione. 

In  dit  iaer  [1506],  den  sesten  dach  in,  Novanbri, 
stelde  die  stat  vanden  Bosch  een  lothery  op,  om  wt  har 
ren  commer  te  commen.  Die  groote  loten  waren  ses  sil- 
veren  kannen,  wert  synde  vj**  Ryns  (1)  gulden,  en.  xi) 
schalen. 

In  dit  iaer  [1507]  werdt  dat  slot  van  Foeroeyen  (2) 
ingenomen  op  die  groote  costen  vander  stat  vanden 
Bosch,  ende  die  grave  van  Aenholt  met  die  heUle  van- 
den ambachte  arbeiden  soo  lang,  dat  syt  in  cregen  op 
den  derden  dach  in  lunio,  anno  acht. 

(1)  Bij  B.  Caroli  yulden,  (3)  Pooroeyen,  Poederoijen  in  den  Boni- 
melerwaard. 


Digitized 


by  Google 


—  74  — 

Daer  nae  opteo  ut)  dach  in  lulio  quam  teo  Bosch, 
die  keiser  Maximilia^n,  eode  hem  waren  gesconkeii  Yoor 
syn  wilIecoinheytaD  xy  amea  wyua^en.  daer  toe  hoadert 
maUer  havereo. 

In  desen  soepen  stoel  [1510]  in  lunio  omtrent  sint 
lans  geboorte,  werdt  Oeyea  (1)  omgeworpen  by  die  stat 
▼anden  Bosch. 

Tot  deser  tide  toe  heeft  die  stat  vanden  Bosch  veel 
gfaeluckighe  voorspoet  gehadt,  ende  zy  waren  seer  van 
allen  haer  vianden  ootsien,  mer  daer  nae  datmen  elff 
begonste  te  sciyven,  soo  wast  al  meest  verdriet  en.  te- 
genspoet  waer  sy  voort  haer  handen  aenstaken  tot  deser 
tyt  toe. 

Int  iaer  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  thien  was  tep 
Bosch  een  groote  dachvaert  van  staten  van  Brabant,  daer 
hen  te  voren  geleet  wert  op  te  brengen  tot  behoeffvan-^ 
den  nieuwen  princfae,  Ixxxv  dusent  Rynsguldeb,  ende 
die  steden  coDsenteerdeo  Ixx"  gulden,  wtgeuomen  die 
borgers  vanden  Bosch,  die  gheensius  consenteren  wilden, 
pretenderende  haer  armoy  en.  groote  costen,  die  sy  ge- 
daen  hadden  int  oerloge  van  Poeroeyen,  geschiet  synde 
int  iaer  van  achten:  ende  soo  smelte  die  peticie  des 
hoofs  (2). 

Int  iaer  van  [1500]  elven  werdl  ten  Bosch  overdra« 
gen,  dat  soo  wie  eerst  schepen  wordt  sal  die  stat  ge- 


(1)  O^yetiy  het  kasteel  Gansoijen  bij  Waalwijk.  (2)  B.  en.  soo  smeolie 
die  petisü  geheei,  W.  eD  7.  als  V.  Vau  Hivrn  heeft  uit  de  Latijiuche 
kronijk  van  Hqliüs:  waardoor  dien  oisth  op  niets  uitliep»  [ITist  der  Slad 
en  Mcyery^  I,  419.)    • 


Digitized 


by  Google 


—  75  — 

▼en  eeo  serpentyn  of  een  dobbel  haecbusse  (1),  eivde 
soo  wie  io  eenige  Yanden  gesworen  ambochten  binnen 
deser  stat  vanden  Bosch  meester  wordt,  geven  sal  een 
haecbusse,  item  soo  wie  een  poorter  vander  stat  wort, 
sal  die  stat  geven  ix  stuvers,  om  salpeter  te  coopen. 

Omtrent  desen  tyde  syn  veel  treffelicke  cooplieden  van- 
den Bosch  en.  ander  steden  van  Brabant,  comende  wt 
die  iaerlicxse  mercten  van  Francfort,  vanden  Gelderscan 
gevangen  en.  aff  geset  en«  binnen  die  stat  van  Gelre  ge- 
brocht,  daer  sy^  swaerlicke  gepynnicht  syn  en.  groote- 
lyck  haer  rantsoen  hebben  moeten  betaelen. 

Omtrent  desen  tide  werdt  die  kermis  yander  stat,  die- 
men  altoes  plach  te  houden  Sondaechs  na  sintlan,  ver- 
set  en.  getransfereert  opten  Sondach  nae  ons  lieve  Trou. 

Item  in  dit  iaer  van  elve,  in  lulio,  <piam  lea  Bosch 
▼Tou  Margriet,  keiser  Maximilianus  dochter,  mit  dusent 
eo.  vyfhondert  Engelschen,  ende  daer  werdt  gemaect  een 
wonderlicke  groote  apparaet  van  oerloge  tegen  die  Gel- 
dersscen ,  ende  dat  gansche  heire  tooch  voor  Venloe , 
daer  sy  mennige  storming  voor  deden,  arbeidende  zeer, 
om  die  stat  te  winnen,  mer  daer  en  quam  niet  afif,  en- 
de in  dit  beleech  bleeS  doot  die  heere  van  Bosschuyt, 
opperste  capiteyn  vande  Engelschen,  ende  hy  werdt 
gebrocht  ten  Bosch  en.  mit  grooter  eeren  begraven  in 
ons  Yrou  choor  in  die  bruederschap  voor  dat  altaer  in 
sint  lans  kerck. 

In  dit  iaer  [1512]  (2),  op  den  lesten  dach  in  lanua- 
rio^   hebben  die  Ghelderschen   voor  dat  cloosters  poort 

(l)  Serpentyn  of  haeobusee,  aecpentyn,  eene  soort  van  klein  kanon 
of  swaar  geweer,  dat  op  eenen  vork  (haak)  werd  gelegd,  bij  bet  aftchie- 
ten.     (Z)    In  den  scbepenatoel  van  1611,  d»u  in  JanuariJ  1510. 


Digitized 


by  Google 


—  Te- 
der susteren  van  Rossem  vergadert  geweest,  om  tecoemen 
tegen  die  borgers  vanden  Bosch ,  want  sy  vernomen  hadden 
van  die  verspiers  (1),  dat  die  vander  stat  wt  trocken, 
en.  daer  waren  vergadert  xvij**  voetknebhten  en.  xl  rey- 
sigers  (2),  en.  sy  hadden  by  haer  vyff  slangen  (S);  des 
anderen  dages  soo  togen  die  botters  met  veel  huplie* 
den  nae 'Bomel  en.  sy  en  hadden  geen  geseut,  ende  die 
Gelderschen  vielen  daer  onder  mit  ganser  macht »  soo 
dat  die  Busschers  die  nederlage  cregen,  waer  aff  ig''  ge- 
vangen en.  te  Boemel  gebrocht  [zijn],  daer  sy  seer  om* 
menschelyck  gepynnicht  waren,  ende  die  ander  worden 
sonder  genade  dootgeslagen. 

Inden  selven  iaere,  den  ixv  dach  in  September,  sjrn 
tot  Lit  opten  Ham  overcomen  die  Geldersche,  omtr(ent 
iiij"  paérden  en.  xv^  voetknechten ,  ende  syn  doen  geco- 
men  in  die  onverdingde  (4)  dorpen,  ende  hebben,  ge- 
brant  inden  eersten  Hintem  en.  aldaer  seven  wynmolens, 
Orten,  Schyndel  en.  die  kercke  aldaer,  sint  O^enroey, 
Coevering,  tot  Heeze  en.  die  kercke,  Leend,  Wetten, 
Nuenen,  Stiphout,  Gheldrop  en.  aldaer  die  kercke  en. 
dat  huys,  en.  syn  wederom  gereist  nae  Gelderlant  op 
stnte  Cosmas  et  Damianus  (5)  dach  (6). 

(1)  W.  oertfneders,  bespieden.  (2)  Rêysigers,  ruiters;  Kn..  (3)  ^/on- 
gen,  kanonnen,  die  Tan  voren  de  gedaante  van  een  slangenhoofd  had- 
den,  zoo  als  men  xien  kan  aan  bet  groote  geschat  achter  bet  stadhuis 
alhier.  (4)  W.  en  F.  overdingde.  Onverdingd  leid  ik  af  van  verdingen 
en  bet  ontkennend  Toonetsel  on.  Verdingen  beteekent  onder  anderen 
een  verdrag  sluiten.  Door  onverdingde  dorpen  moeten  alsoo  die  plaatsen 
worden  verstaan,  welke  bij  9e  aankomst  der  Gelderschen  lioh  te  weer 
stelden  en  met  ben  geen  verdrag  sloten.  Zie  Dr.  J:  m  Vries  in  De 
Jagxe's  Taalk,  Mag<u,,  IV,  66.  (6)  V.  Adamianus.  (6)  Dese  inval 
komt  bij  B.  niet  voor:  bij  W.,  G.  en  F.  is  die  op  1619  gri»ragt,>doch 
zoo  mij  voorkomt,  verl^rdelijk ,  omdat  bet  water  in  dat  jaar  te  boog 
was,  om  over  Litb  in  de  meijerij  te  vallen.  Bij  Var  Hedrr  wordt  die 
eveneens  op  1612  gcbragt. 


Digitized 


by  Google 


—  77  — 

I 

Die  keiser  Maiimilianus  verhoorende  den  grooten  ne- 
derlage  en.  schade  vander  stat,  soo  heeft  hy  gesondeo 
brieven  aen  die  stat  seer  troostelyck  en.  gheloefden  hen 
bystant  te  doen  tegen  die  Gelderscben,  ende  daer  qua- 
raeo  ten  Bosch  twee  hartogen  vao  Brnyoswyck,  hartich 
jirt  en.  hartich  Erich ,  beide  gebnieders ,  ende  hartich 
Art  lach  thuys  inden  Engel  en.  hartich  Erich  lach  thuys 
op  Roeyenborch;  ende  nae  een  tyt  van  daghen  togen  sy 
in  Gelderlant  en.  hebben  grooten  scade  gedaen  mit  ro« 
ven  en.  branden,  ende  daer  nae  syn  sy  wederom  nae 
Hoochduytslant  gereyst. 

In  dit  iaere  [1513]  werdt  die  nieuwe  kercke  vanden 
Swesteren  eerst  aengeleet  (1). 

hden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  darthien  werdt 
in  sint  lans  kerck  ten  Bosch  geset  aen  die  west  syde  by 
ons  liever  Vrouwe  choore  dat  wonderlycke  spel  van  dat 
oordeel  Gods,  dat  welcke  gemaect  hadde  een  smit  ge- 
naempt  meester  Peter  Woutersoen ,  en.  is  nu  vemaemt 
alle  Kerstenryck  doore. 

In  dat  selve  iaere  mosten  die  poorters  vanden  Bosch 
tolle  geven  inden  lande  van  Gelre,  niet  tegenstaende  dat 
die  stat  schoone  previlegien  van  exemcien  heeft  (2). 

(1)  Bij  V.  komen  de  laatste  berigten  van  1610  toi  1513  door  elkan- 
der Tdor,  gelijk  de  afschrijver  seWe  bekent,  met  bladx.  42  te  teggen: 
nNu  volget  hier  na  den  grooU  nedêrlage  der  etat  vanden  Bosch  toi  Roe^ 
sem.  —  Item  daer  na  volget  die  comste  der  Geidertchen  voor  die  stat 
vanden  Bosch,  doen  sy  Jïintem  bomden  mit  die  violens,  ende  hoe  wel 
datter  voor  stat  int  iaer  van  elven,  mor  het  hoort  hier  te  staen,*^  Wij 
hebben  de  feilen  volgens  B.  op  tijdorde  gebragt.  (2)  Dit  komt  bg  B. , 
W.  en  F.  niet  voor. 


Digitized 


by  Google 


—  78  — 

In  dit  iaer  [1516]  qnam  die  ioDge  nieuwe  princhey 
hartoch  Karel,  ten  Bosch,  ende  hy  werdt  seer  feeste* 
lyck  ingehaelt  vanden  geestelicken  staet  en.  vanden  wer- 
Heken  staet  en.  hy  werdt  gelogeert  in  Cornelis  van 
[Sevenbergfaen's]  huys  (1)  by  sint  loris  capel,  ende  vron 
Mergriet,  syn  moeye,  werdt  gelogeert  io  heer  lan  Bacx 
huys,  dat  nu  is  dat  hoff  van*  d^abdie  van  Tongerloe; 
ende  des  anderen  dages  op  eenen  Sondach,  den.  xv"^ 
dach  in  lulio,  ende  daer  wert  geit  geworpen  vanden 
payen  (2),  in  summa  xl  gulden,  ende  die  stat  beschanck 
den  prinche  twee  silveren  stopen  en.  een  silvere  cop  mit 
een  dexsel,  tsamen  weert  synde  vj""  Rynsgulden,  item 
hem  waren  gegeven  twee  voeder  wyns. 


Biew  roigen  §9U  ftcve  Me  mereheïiehe 

ge9eiedeni9  éler  Uni  ranaen  Bo9eh  in  iffden 

rcM»  httwioge  MintreM  (3). 

Int  iaer  van  dusent  ceccc  en.  xvj,  «nids  dien  dat  die 
heeren  van  tcapittel  van  sint  lans  vry  wesende  van  ^al- 
len liberteiten  van  wyn,  bier  accynse  en.  mael  geit  van 
verscheiden  vonnisse  by  den  canceliere  gewesen  inden  can- 

(1)  Vanden  huys  bij  B.  en  V. ;  bij  Vf,  in  do  huysingo  hy  tint  lorü 
cappeL  üit  deze  omschrijving  blijkt,  dat  ook  hunne  afschriften  bedor- 
Tén  waren.  Ik  heb  in  den  tek^  ingevoegd  SevenhergherCs ,  omdat  Ka- 
rel,  later  de  V«  kei  ter  van  dien  naam,  volgens  Van  Hbubv  uit  M0LI09, 
bij  den  hoogschout  Cornelis  van  Sevenbergen  gehuisvest  vras.  Men  wil , 
dat  deze  straat  om  deze  reden  later  de  Keiserstroat  genoemd  is.  Het 
bedoelde  huis  is  in  1779  tot  een  Roomsch  weeshuis  verbouwd.  (2)  Paye, 
pui.  Nog  zegt  men:  de  pui  van  het  stadhuis;  eene  verhevenheid.  Vatt 
Hasselt  bij  Kil.,  bit.  4a      (3)    Dit  opschrift  bij  B.  weggelaten. 


Digitized  by 


Google 


—  79  — 

cellareye  van  Brabant  tot  Bruessel  «d.  daer  onder  die  ses 
mannen  gecommiteert,  die  die  tyt  doen  domineerde,  wou- 
den die  heeren  vanden  captttel  nemen  haer  liberteyt  tot 
Bniessel,  overmids  ghifle  en.  gaven,  en.  daer  over  syn 
oomen  drie  wagens  yryns  den  capitte),  en.  dat  die  hee- 
ren vanden  cappittel  tegen  wil  en.  danck  mosten  haeren 
wyn  aen  die  merct  doen  vneren  onder  den  Engel  en. 
niet  inden  heeren  kelder.  Soo  werden  wttep  hove  ge- 
seynt  tot  Tsertoghenbosch  sekere '  commissiirissen  by  na-' 
mai  meester  Anthonius  Henskenshoet  (1)  en.  meester  Le- 
naert  Wersen ,  om  informatie  te  nemen  van  en.  opten 
«basen,  die  de  gheestelicheyt  in  die  stat  ghebruycten  in 
prgndicien  der  cynsen  van  bier  en.  van  wyn,  ende  dat- 
men  bevant,  datse  op  eenen  iaer  haddep  gesleten  hon- 
dert  voeder  wyns. 

In  dit  selve  iaer  begonsten  die  bonmeesterS  (2^  deser 
stat  vanden  Bosch  te  leggen  die  muere  opten  Yuchteren 
dyck  aen  die  syde  ten  Oeteren  waert  (3). 

Anno  Domini  mülestmo  cccjcc  en.  xvj  en.  ivij  re^ 
gneerde  ten  Bosch  een  ververlycke  siecte,  gennemt  pleu- 
ritis  (4)  of  die  steect,  daer  mennich  mensch  af  storff 
oft  pestilencie  geweest  hadde. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xvij  geviel  een 
groote  tweedracht  ten  Bosch  onder  die  canooiken  tegen 
die  stat,  om  der  accynsen  wil,  die  de  canonicken  niet 
geven  en  wilderi,  voort  brengende  haer  previlegium,  dat 

(1)  B.  J/êynskênêhoet,  Var  Hicbr  heet  deie  commissuriMen  ÏÏênken- 
stoet  en  Vtersseft.  Bij  W.  en  F.  sijn  die  namen  weggelaten*  (2)  Bij  B. 
W.  en  F.  burgenutesters.  (3)  In  al  de^MSS.  lees  ik  Oeteren  waert.  Kan 
er  niet  Veteren  gestaan  hebben ,  voor  Deuterenwaaris?  (4)  V,  en  B*  ple- 
revfi»;  F.  pleuris  f  W.  pleiyrisis» 


Digitized 


by  Google 


—  80   ~ 

sy  hadden  vercregen  van  Philips,  conioc  van  Castillieu, 
daer  sy  vry  mede  waren  van  allen  accisen  te  geven.  Dese 
gescille  is  soo  verre  gecomen,  da^  die  stat  heeft  vast 
doen  palen  mit  groote  swaer  houten  die  vorste  Clare 
straet,  daer  en  boven  soo  werdt  eenen  grooten  yseren 
roestel  geleet  int  beghinne  (1)  vanden  Papen  hols»  om- 
trent des  choor  dekens  hi^s,  op  dat  men  geenen  yryn 
inder  heeren  kelder  soude  mogen  doen.  Mar  als  dit  al 
volbracht  was,  soo  hebben  die  priesters  met  haeren  kna- 
pen die  groote  sware  posten  wederom  wtter  eerden  ge- 
wonnen en.  die  bakken  om  verre  geworpen;  doen  isser 
eeo  gebot  g^aen  lancx  die  stat,  dat  niemant  op  lyff 
en.  op  goet  eenighe  assistencie  of  byslant  of  hulp  doen 
soude  den  capittel,  om  den  wyn  inden  heeren  kelder 
te  doen,  soo  hebben  die  canoniken  en.  beneficiaten,  die 
sterck  en.  vrom  waren,  ter  wylen  datmen  dat  v^y water 
werp  en.  die  hoghemisse  gesoogen  werdt,  haer  choor 
cleederen  wt  getoghen  en.  haer  tabbaerten  mede  en.  heb- 
ben den  wyn  selver  in  die  kelder  gedaen,  niet  passende 
op  den  geinen,  die  daer  by  stonden,  en.  sagent  aen  en. 
maecten  veel  rumoer. 

In  dit  iaere  van  [1500]  seventhiene  soo  werden  die 
husen  byden  gasthuys  heerens  Adam  van  Mierd,  dat  doen 
stont  by  sinte  Barberen  capel,  a£f  gebroecken,  als  van- 
der  Hekelen  totten  susteren  moeien  toe. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  zviij  werdt 
dat  interdictum  ofte  cessie  vanden  biscop  van  Luyc  ten 
Bosch  geleet,  door  solicitatie  vanden  canonicken,  ende 
hét  was  in  die  vasten,  ende  allen  die  ghetiden  en.  mis- 

(1)    B.  en  W.  int  ajnde. 


Digitized 


by  Google 


—  81   — 

sen  in  sint  lanskerck  die  werden  gedaen  mit  besloten 
deuren  in  die  gherrukanier  (1).  Dit  verdroot  die  stat 
seer,  èn.  sy  baden  den  grave  van  Nassau  om  een  vyf- 
ttch  of  tsestich  ruters,  en.  die  waien  gelieet  inder  cano- 
niken  huzen,  gelovende  haer  door  (2)  te  draghen  en.  los 
ec.  vry  te  houden  van  allen  scaden,  die  hen  overcomen 
iDOchte  van  haren  bedryfF  inder  canoniken  husen.  Doen 
sjn  die  ruters  inder  canoniken  husen  gecomen  en.  heb- 
ben op  gesmeten  die  trisoren,  cantoren,  bottelryen^  bier- 
kei ders,  en.  hebben  sitten  eten,  drincken  en.  slumen  (3) 
nacht  en.  dach:  daer  boven  hebben  sy  die  gelaes  wt  ge- 
smeten en.  dinstmaechden  en.  knapen  geslagen  en.  ge- 
stooten,  alsoo  dat  die  canoniken  haer  husen  rumen  mos- 
ten. Niet  lange  daer  na  werdt  dit  ghescil  in  handen 
op  genomen  ende  beide  die  parthyen  quamen  in  die  stat 
van  Gameryck,  ende  die  sake  van  beide  syden  wel  over- 
hoort, soo  wert  daer  gesloten,  dat  die  heeren  vanden 
capittel  souden  sjaers  hebben  veertich  voeder  wyns  en. 
xij  hondert  tonnen  biers,  die  sy  gebruycken  mochten 
sonder  eenich  accynse;  item  datmen  die  ydel  vaten  al- 
toes  melen  sal  in  die  Diese  in  tegenwordicheyt  van  twee 
canoniken,  van  twee  schepenen  *of  raetsheeren  en.  twee 
dekens  vanden  ambochten.  Dit  ende  meer  andere  pun- 
ten werden  bezegelt  en.^  swaerlick  verpeent  en.  die  nu 
noch  scherpelick  onderhouden  worden. 

In  desen  tide  werdt  die  Diese  wederom  op  gegraven 
van  Tveregat  aff  totten  clooster  vanden  Clarissen  en. 
voordaèn   vanden   Minderbrueders  clooster  totter  Hekelen 


(I)    Gkerruhamcr,  gerwekamer,   sacristy,  kleedkamer;  Kil.,  I,   152. 

(2)    Door,  baldadig.  Vergelijk  Kil.     (3)    Slumen,  sloymen,  sluimeren, 
lialf  slapende  waken. 

C.  6. 


Digitized 


by  Google 


—  82  — 

toe  aen  die  plaets,   ende  allen  die  ^rde  werdt  gevnert 
aender  stalmuereo  (1). 

In  dit  iaer  soo  hebben  die  ingesetene  eii.  poorter»  * 
vanden  Bosch »  van  Huesden ,  van  Breda ,  van  sinte 
Gheertruydenberch  tot  haren  vervolghe  te  have  aff  ge- 
cregen  die  "weeckmerct»  die  die  van  Waelwyck  twee 
iaren  hadden  gehadt  en.  subreptivelick  hadden  vercre» 
gen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  duient  ccccc  en.  xix»  des  Son- 
dachs  nae  sinte  Servaes,  werdt  ten  Prekers  ten  Bosch 
ghehouden  een  prQvinciaele  capptttel,  daer  t^enwordich 
waren  x  doctoren  en.  Ixx  (2)  vremde  broeders,  en.  sy 
bleven  daer  ses  daghen  en.  sy  waren  hoochlick  bescon- 
'ken  mit  wynen  van  die  stat  en.  van  dat  capittel»  en. 
men  hielter  een  schoon  processie  van  deen  poorte  des 
cloosters  toller  ander  poorte. 

Op  die  selve  tyt  werdt  oock  gehouden  een  generael 
capittel  vanden  Wilhelmiten  op  die  Baseldonck. 

Opt  die  selve  tide  werdt  gehouden  ^eneral  capittel 
vanden  Bógaerden  int  clooster  ten  Bosch. 

In  dit  iaer  geviel  int.  capittel  onder  die  canoniken  een 
twiste  om  eenen  nieuwen  deken,  want  die  eerweerdighe 
meester  Alaert  Baeliaert,  oock  deken  vanden  Bosch,  nu 
gestorven  was,  scfö  en' consten  die  canoniken  niet  accor- 
deeren  in  die  electie  van  een  nieuwe  deken.  Die  cano- 
nix  proeven  van  meester  Alart  werdt  g^even  eenen  sen- 
ger  des  nieuwen  Roomsche  conincx  Earolus,  genaemt  heer 
Henric  Santman,  soo  meynden  dese  Santman,  dat  hy  die 
dekenscap  mitter  proeven  tsamen  besitten  soude,  en.  hy 

(1)  DcM  aanteekening  komt  bij  B.,  W.  of  F.  niet  voor.  (^)  W.  en 
f,  twtniich.    Het  getal  bij  B.  uitgerallen. 


Digitized  by 


Google 


_  83   — 

hadde  gecregeo  beneplacituin  regis  Romanorum,  dat  wel- 
cke  hy  den  canoniken  thoonden.  Die  caooniken  dit  siende, 
waren  be vreest  en.  mit  goede  beraet  -gaven  sy  haer  stem- 
nieo  den  cardinael  Willenx  van.  Enken  voort,  die  oock  cano- 
uic  ten  Bosch  viras,  cnde  soo  wasser  Santman  af  van  die 
dekenscap.  Die  cardinael  heeft  de  dekenschap  overgege- 
ven sinen  suster  soene,  heer  Michiel  van  Encken voort, 
erdsdiaken  van  Kemplant  en.  heere  van  sinte  Lambi*echt 
tot  Luyck:  ende  als  dese  meester  Hichiel  een  wyl  tyts 
ten  Bosch  gewoon t  en.  die  dekenscap  bedient  hadde,  soo 
ghaf  hyt  over  aen  een  canonic  genaemt  meester  Philip- 
pus  De  Spina,  die  de  canonizie  lange  iaereu  en.  seer 
eerlycke  geregeert  heeil. 

In  dit  iaere  qüamen  ten  Bosch  tweifi  hondert  Over- 
lansce  voetknechten,  ende  sy  werden  in  die  borgers  huy- 
sen  geleet,  om  daer  te  blyven  ter  tyt  dat  die  Roomsce 
coninck  soude  gaen  liggen  voor  Aken,  om  die  croon.  Die 
Overlenders  bedreven  groote  fortse  en.  overdact  (1)  den 
poorteren,  en.  al  claechden  die  poorteren  den  heeren  ha- 
ren overlast,  sy  en  werden  niet  verhoort  en.  mosten  hen 
lyden.  Sy  lagen  in  die  stat  van  Bosch  kennis  af  tot 
aen  die  Garstmaent  (2)  toe. 

Inden  iaere  ons  Heerén  [1500]  xix  was  in  Augusto 
alle  dagen' eenen  stadigen  regen,  daer  alsoo  groote  op- 
water  af  quam,  dat  allen  die  campep  onder  gingen,  en. 
men  most  die  haver  wtten  velde  halen  mit  pleiten  en. 
mit  schuyten  op  groote  costen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  [19],  den  xix'^"  dach 
in  Augusto,  woonden  ten  Bosch  in  die  Verwer  straet  een 
capiteyn  en.  een  cleyn  persoon,  genaemt  cleyn  Hendeling, 

(1)    V.  overlaH,     (*)    Garstmaent,  September;  lie  bh.  67,  rpg;.  1». 


Digitized 


by  Google 


—  84  — 

die  welcke  in  verscheiden  striden  beeft  geslagen  legen 
die  vianden  en.  gevochten,  alsoo  dat  die  selve  is  gesla- 
gen ridder  ende  heeft  op  veel  plaetsen  geweest  hooftman 
van  veel  voetknechten ,  ende  fay  heeft  alsoo  veel  geldts 
gecregen ,  dat  hy  alle  dagen  in  die  stat  vanden  Bosch 
ginck  int  fluweel  ende  hadde  een  gouwe  ketene  om  sj- 
nen  hals  van  Hungaers  ducaten,  en.  is. die  selve  gereden 
mit  drie  knechten,  eick  hebbende  een  snverlicke  henxt 
onder  hem,  ende  zyn  gei'eden  spaceren  tot  Hinteni  na 
middach ,  ende  daer  heeft  een  man  van  Dinter  comende 
den  selven  cleyn  Hendel inck  doot  gesteken  (1). 

In  dit  iaer  van  [1500]  xix  heeft  dat  pont  vanden  on- 
gemacten  was  gegauwen  vj  stuvers  en.  daer  omtrent  (2), 

Inden  iaere^  van  [1500]  xix  sterff  ten  Bosch  die  ver- 
maerde,  een  wyl  tyts  coopman,  genuemt  Loy  Beits.  Hy 
hadde  tweemael  gheweest  tot  Iherusalem  en.  eens  opten 
berch  van  Sinay  (3),  versuekende  die  heilige  maget  sinte 
Katheryn  (4),  ende  hy  bracht  sommige  reliquien  mede 
van  Sinay y  als:  oh'e,  wol  etc,  die  noch  ten  Bosch  by 
sinte  Caiherynen  autaer  onderhouden  en.  verwaert  wor- 
den (5).  Syn  sepulture  is  in  sint  lans  kercke  voor  thei- 
lich  graft. 

In  dit  iaer  [1520],  op  sint  loris  avont»  syn  geweest 
twee  ionge  boeven,*  diemen  noch  niet  en  kent,  ende  zyn 
gheclommeu  in  die  Ridder  straet  in  een  huya,  ende.  heb- 


(1)  V.  breDgt  dexe  legende  op  het  jaar  1500,  doch  bij  B.  en  W.  is 
die  op  1519  gebragt.  (2)  Bit  berigt  komt  slechts  bij  V.  Toor.  (31  B. 
Sinam;  W.  Sinau  (4)  Bij  B^  en  W.  weggelaten .  versueckende  die  hey- 
lige  maghet  süiie  Katheryn,  ende,  (5)  Bij  B.  en  W.  insgelijks  weg- 
gevallen: als  olie,  wol  etc,  die  nog  ten  Bosch  hy  sinte  Caiherynen 
antaer  onderhouden  en,  verwaert  worden. 


Digitized 


by  Google 


-^  85  — 

ben  daer  vermoort  eenen  mau  ia  syn  selfs  huys,  we- 
sende  eenen  postey-backer»  ende  hebben  hem  gegeven 
twee  of  dry  steken  en.  voort  zyn  kele  hal£f  a£f  gesne* 
den  ende  doen  hy  doot  yfaSy  hem  een  mes  bebloet  in 
syn  bant  g^ven,  in  manieren  oft  hy  sy  selven  ver* 
s)oort  hadde,  ende  doen  die  keerse  wt  geblasen  en.  die 
doere  toe  getogen, 

In  dit  iaer  is  begonnen  te  timmeren  sinte  Anne  capel 
aen  die  gevangen  poorte. 

In  dit  iaer,  op  Sosch  kermis  dach,  was  alden  dach 
alsoo  grooten  onweer  en.  regen,  dat  die  groote  processie 
mitten  omganck  gans  afler  Meef ,  mer  des  Maendach  soo 
wert  al  verhaelt  wat  Sondaechs  after  bleven .  was. 

Inden  iaere  van  [1500]  xx  heeft  gfaeenen  winter  ge- 
weest mit  allen  noch  voor  noch  nae,  mer  sjaers  daer 
fiaer  op  onser  lieven  Trouwen  lichtmis  dach  wast  akoo 
Igrooten  water,  dat  inden  heiligen  Geest  des  anderen  da-* 
ges  niet  gespynt  en  werdt,  mer  allen  dat  broot  werdt 
mit  pleyten  gevuert  aen  die  Maese,  daer  groot  armoede 
was,  ende  die  blockme^ters  voeren  mit  karren,  om  broot, 
keese,  boter  en.  sppe  den  armen  al  te  seynden,  want 
doen  van  groote  noot  was,  ende  om  groote  wynden,  die 
doen  waren,  veel  dycken  onder  liepen  etc.  (1). 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  xx,  op  onser  Yrou- 
vren  dach  lichtmis  is  eerst  verboden,  datmen  gheen  toor- 
tyse  mocht  bernende  hebben  inder  kerckeü  van  sint  lans, 
mer  die  precstoel  stont  buten  der  kercken  voor  die  trou- 
doer  en.  daer  vrydemen  die  kerssen,  om  datmen  die  kerck 
niet  bederven  en  soude  van  den  roock  (2). 

(1)    Dit  verhaal,   mede  bij   W.   YoorkoBiende ,  is   bij  B.    uitgevaUeu. 
(2)    Dit  komt  bij  B.  niet  voor. 


Digitized 


by  Google 


—   86   r- 

Iji  dit  iaer  [1521],  op  die  octarre  vao  assumptioiiis 
Marie,  die  coninc  van  Deoemercken  Christernus,  die  nu 
ten  Bosch  comen  was,  is  gecomen  in  den  heiligen  Geest, 
om  te  sien  twee  groote  bussen  (1),  die  int  gods  huys 
lagen,  en.  Yoort  ginck  hy  in  des  heiligen  Geest  bachuys, 
omtrent  twee  hueren  na  middach,  ende  hadde  daer  by 
hem  X  of  xg  van  synen  dienders,  ende  voort  soo  wert 
by  geleyt  inden  susteren  clooster  van  Orten,  dat  welcke 
hy  rondsomme  bewandelde,  en.  hy  dede  allen  die  suste- 
ren mit  paren  beneven  hem  gaen  en.  Hy  verwonderde 
hem  seer  van.  die  groote  menichte  der  susteren,  die  doen 
in  dat  clooster  was,  en.  hy  was  gelogeert  en.  noch  mit 
hem  een  biscop  in  die  Roey  poorte  in  die  Hintemer 
straet.  Qp  sinte  Bertholomeus  dach  heeft  die  selve  co- 
ninck  inden  choore  van  sint  lans  kerck  die  hoghe  misse 
gehoort  en.  doen  ghevolcht  den  heylige  sacrament  al  mit* 
ten  blooten  hooft  om  die  stat  gaende,  als  gewoonlike  gaet  _ 

In  dit  iaer  werdt  ten  Bosch  eenen  swaren  dieren  tyt» 
want  die  coninck  van  fienemercken  hadde  die  zee  alsoo 
besloten,  datter  gheen  coren  wt  Oosdant  comen  mochte. 
Een  mud  roggen  goude  v  Rynsgulden,  een  malder  boeck- 
weyt  XXX  stuvers,  een  malder  garsten  xxx  sts.»  een  mal- 
der haveren  xvj  sts.  en.  alle  dinghen  daer  nae  wat  eten- 
de waer  was. 

In  dit  selve  iaer,  ten  tweeden  Sondach  inden  vasten, 
heeft  men  inder  stat  gehouden  e^n  generael  processie 
mitten-ambochten  en.  geestelicheyt ,  gelyck  men  helt  op 
sint  lans  dach  anie  poriam  IcUinam^  milten  heiligen  sa- 
crament, voor  ons  nieuwe  vader,  die  heilige  paus  geco- 
ren  meester  Adrianus  van  Ctert  (2). 

Item  in  die  selve  vasten  en  was  in  die  heel  stat  van- 
den Bosch  niet  te  coope  een  vyghc. ' 

(1)     Bussen,    kanonnen.,     (2)    Uircfht. 


Digitized 


by  Google 


—  87  — 

Item  in  desen  tyde  hing  die  'stroewisch  Yfi  jen  raet- 
huys,  want  die  pestileocie  was  die  tyt  opt  stathuys. 

Inden  iaere  ons  Ueeren  m  cccoc  «n.  xxi,  op  den  eer- 
sten dach  in  Augnsto,  is  bestaen  wt  te  geven  die  lotery 
vanden  Bosch,  ende  duerden  wel  xiiij  dagen  wt  te  ge- 
ven nacht  en.  dach,  ende  waren  in  geleet  c  en.  x"  lo- 
ten:  dat  loth  drie  stuver  (1)  in  geit  en.  in  restancie  ig 
loten  XX  stnvers,  eo,  Mrerd  eerst  wt  genomen  den  lesten 
dach  in  lalio  te  drie  hueren  nae  middach,  duerende  xvij 
dagen  en.  nachten. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xxi,  op  sinte  Phi- 
lips en,  sint  lacops  dach,  was  alsoq  grooten  water  den 
héelen  dach  gevallen  van  smergens  totten  avont  sonder 
op  hauwen,  dat  het  wiess  des  anderen  dages  iij  trappen 
in  die  Diese  (2). 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xx^  is  vermaect 
die  Yisch  brug,  noch  een  groote  steenen  brug  aenden 
heeren  kelder  6n.  eea  brng  achter  die  fraters  en.  al  om 
nieuwe  straten  (3)  gemaeckt 

In  dit  iaer  syn  bestaen  te  doen  decken  die  stat  tho- 
rens  (4)  achter  die  Tolbrug,  ende  is  elcke  olooster  gege- 
ven eenen  thoren  op  haren  cost  te  doen  maecken  en. 
te  decken. 

In  desen  iaere  in  Augustus  stelde  die  stat  vanden 
Bosch  een  lotheiy  op,  om  wt  haren  commer  te  com- 
men:  die  groote  loten  waren  ses  silvere  kannen  werdt, 
synde  seshondert  Rynsguldén. 

Opten   thiensten  dach  van  December  van  desen  iaere 

(1)  De  volgende  woorden  bij  W.  en  B.  uitgevaUen.  (3)  I>e£e  un- 
teekeniog  bij  B.  en  W.  weggelaten.  (3]  Am  den  hoeren  helder,  bij  V. 
en  W.  i  niet  bij  B.    (4)    In  de  muren  der  siads-vesltn. 


Digitized 


by  Google 


—  88  — 

Mrerdt  weder  een  dachvaert  gehouden  van  die  staten 
Yanden  lande  van  Brabant,  daer  tegenwordich  waren 
die  abt  van  sinte  Bèrnart  opt  Scheldt  buten  Antwerpen, 
die  abt  van  Tongerloe,  die  abt  van  sinte  Geertruyt  en. 
sommige  baenroetsen  en.  andere  gi*oote  heeren  wt  Bra- 
bant, ende  opt  stathuys  werden  geset  cantoren  mit  sil- 
verwerck,  wyn  en.  dranck,  ende  die  zadelen  en.  came- 
ren  vanden  raet  huys  was  boven  en.  beneden  rondsomme 
behanghen  mit  gruenen  laken,  ende  daer  werdt  den  sta- 
ten van  Brabant  te  voren  gehouden,  hpe  veel  dusenden. 
die  prelaten  consenteerden  te  geven,  ix  dusent  Rynsgul- 
den;  desgelycken  die  van  Loven  en.  die  van  Antwerpen, 
mer  die  van  Brussel  en.  die  vanden  Bosch  en  wilden 
nergens  naé  hooren,  mer  midts  groote  solicitacte,  die 
daer  om  gedaen  werdt  vanden  heeren,  soó  consenteerde 
die  stat  vanden  Bosch  vyff  dusent  gulden. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xxij  hebben  die 
executoren  meester  Alaert  Baelaert,  choor  deken  inder 
tyt  der  kercken  van  sint  lans,  doen  op  graven  omtrent 
beneden  den  preecstoel,  die  weleke  begraven  hadde  ge- 
weest een  iaer,  en.  is  sonder  consent  der  kerckmeesters 
weder  in  een  nieuwe  kiste  begraven  int  hooch  choor, 
alst  nu  blyct  (1). 

Op  den  xxviij  Novembris  [1523],  op  sint  Andries 
avont  na  den  vesperen,  is  met  processien  inghehaelt  den 

aflaet   vanden   heilighen   sacrament   staende    (2)   in  sint 
Anne  capel  en.  mitten  heeren  vander  stat  alst  behoort, 

mit  oprigtinghe  vanden  cruyce  en.  vanen  voorden  choore 

vanden   heiligen  sacrament  inder  kercken  van  sint  lans, 

nae  wtwysen  der  bullen. 

(l)  Deie  opgave  bij  B.  en  W.  Weggelaten,  {^)  Bij  B.  en  W.  staen- 
de; bij  V.  siatêiick. 


Digitized 


by  Google 


—  89  — 

In  dit  iaer,  den  xiiij***"  dach  inden  Meert,  heeft  men 
eerst  wert  bestaen  op  te  winden  dat  houtwerck  tot  ten 
nieuwen  thoreo  voor  dat  hooch  choore,  om  daer  mede 
den  thoren  te  maecken,  en.  een  gheheel  iaer  lanck,  om 
dat  hout  te  bereiden,  [dat]  opten  kerckhoff  lagch  (1). 

In  dit  iaer  [1524],  den  tweesten  dach  inden  Appril, 
is  lan  Collaert,  als  bewaerder  der  stat  van  Tiel,  mit 
vif  voetknechten  ,  en.  omtrent  xxvj  peerden  comen  tot 
Orten,  omtrent  vier  hueren  des  smergens,  en.  heeft  daer 
gehaelt  eenen  rooff  van  heesten  en.  veel  husen  gebrant, 
alsoo  dat  die  stat  wt  is  geweest  niet  meer  dan  met  c 
peerden  en.  hondert  voetknechten  en.  hebben  daer  die 
Gelderscen  veel  dooden  gelaten  en.  veel  gevangen,  mer 
die  boilers  bleven  in  die  stat. 

Hier  nae  Saterdaechs  nae  beloken  Passcen,  omtrent  x 
hneren  voor  middach  syn  wtgetogen  vier  of  vyff  vaent- 
kens  knechten  aengenomen  vander  stat,  daer  onder  lagen 
omtrent  g"*  knechten,  waer  aff  waren  capiteynen  Flayer, 
Frans  Pels,  Dirck  Scram  (2)  en.  méér  ander,  waer  by 
waren  omtrent  iij°  peerden,  en.  togen  nae  Boemel,  ende 
des  Haendaechs  daer  nae  gebrant  Driel,  Rossem,  Her- 
werden, dat  slot  te  Rossem  (3),  die  steenen  camer  tot 
Driel,  toebehoorende  lan  Spirinck,  die  daer  op  doot  bleef. 

Int  selve  iaer,  tSaeterdaechs  nae  (4)  sinte  Mattheus 
dach,  is  die  bysscop  van  Utrecht,  wesende  des  palsgra- 
ven bmeder,  mit  iij''  péerden  ten  Bosch  gecomen  al  in 

(1)  Lagch,  bij  V.  weggelaten.  (2)  B.  W.  en  F.  Schram;  V.  Scraen, 
p)  Dat  aki  ie  Roagem,  bij  Y.  en  W.;  doch  bij  B.  weggevallen.  (4)  Bij 
W.:  In  du  iaer,  op  sinie  Matthye  dach;  zoo  ook  bij  B.,  alwaar  in  den 
tekst  stond:  lacops,  doch  dat  doorgehaald  en  er  Maitheus  boven  geplaatst 
is.  Het  feest  van  St.  Hathias,  of  St.  Mathijs  viel  in  het  jaar  1626  op 
een*  Vrijdag. 


Digitized 


by  Google 


—  90  - 

haer  harnis,  ood  oa  Utrecht  te  ryden  cd.  possessie  van- 
den bisdom  te  ontfangen. 

Item  in  dit  iaer»  nae  Paesschen  den  derden  Sondach, 
is  ten  Bosch  provinciael  capittel  geweest  van  die  Mio- 
derbrueders:  daer  waren  ontrent  g'  observanten. 

Inden  iaere  ons  Ileeren  m  ccccc  en.  xxv,  opten  eer- 
sten Sondach  inde  vasten,  heeft  men  ten  Bosch  een  spul 
(1)  gespeelt  vanden  winter  en.  zomer. 

Int  selve  iaer,  des  Maendaechs  nae  Passchen,  is  ge- 
speelt die  passie  mitteh  figuren  en.  by  eenen  Minder- 
brueder  gepreect  opten  kerckhoff. 

Item  des  Woensdaechs  nae  Passchen  is  gespeelt  die 
vereissenis  ons  Heeren  opten  kerckhoff. 

Item  opten  eersten  dach  inden  Meye  is  gespeelt  op 
die  merct  die  legende  van  sint  lacop,  apostel. 

In  dit  iaer,  den  negenthiensten  dach  in  lunio,  syn 
vergadert  int  convent  vanden  Prekers  in  haeren  bempt 
allen  die  ambachten  mit  haeren  knechten,  sluytende  daer 
des  tsavonts,  want  sommighe  mannen  cloosteren  en.  vrou- 
wen binden  der  stat,  mitten  selven  dekenen  en.  amboch- 
ten  hebben  moeten  geloven  mede  te  contribueren  in  al- 
len accynsen,  gelyck  werlycke  personen,  sonder  die  drie 
priors  van  Baseldonck,  Chatusers  en.  Prekaers  en.  dat 
clooster  vanden  Couwater,  alsoo  sluytende  en.  eendrach- 
telick  gelovende,  datmen  op  die  merct  vergaederen  solt 
elck  in  syn  harnis  oft  mit  synen  geweere,  treckende  die 
clock  op  des  heeren  huys,  ende  alsoo  seer  wel  gedronc- 
ken  synde,  commende  inder  nacht  tusschen  xij  en.  een 
hueren,  mit  bogen,  bussen  en.  ge  weeren,  lanternen  voor 

(1)    EêH  spul,  bij  V.  weggelatea. 


Digitized 


by  Google 


—  91  — 

die  doere  haDgende,  eo.  hebben  mit  grooter  fortsen  op 
geslageo  der  Prekaren  poorte,  te  -weten,  mit  een  moloi 
karre  in  die  straet  staende,  tnit  grooter  macht  op  ge- 
stoeten  en.  voorts  allen  doeren  binnen  den  convent,  son- 
der  die  kerck  te  quetsen,  commende  in  die  coken  en. 
bier  kelder,  ende  daer  (1)  die  bier  vaten  op  geslagen 
vrd  vj°  [man]  sterck  synde,  ende  boter,  broot,  bier,  al- 
die  visch  ea.  kese  etc.  genomen,  en.  gegeten  en.  dat  andere 
wech  geworpen;  ende  doen  des  smergens  omtrent  acht 
fanereD  gaende»  sterck  wesende  x  of  zg  hoodert  qnade 
blote  boeven,  gingen  voorts  (2)  binnen  den  clooster  van- 
den Bazeldonck,  ende  die  poorten  open  vindende,  heb- 
ben desgelyckx  gedaen;  vandaer  syn  sy  g^aen  met  alle 
haere  macht  totten  Chatusers,  ende  daer  wesende  met- 
ten selven  gegeten  en.  gedroncken  hebben,  mer  anders 
niet  gedaen,  want  die  prior  des  cloosters  met  den  sel- 
ven over  quam. 

Daer  nae  in  Inlio  is  gelegen  heer  floris  van  Tselsteyn, 
lot  Tucht,  myn  heere  die  audienchier  Montmorancie  mit 
meer  andere  heeren  te  peerde,  een  groot  getal  wesende, 
en.  hebben  daer  by  hen  gehadt  x  of  xj  **  voetknechten , 
bloter  boeven  en.  wesende  veel  van  onse  landsaten,  en- 
de hebben  daer  inden  naem  des  keisers  gelegen  door 
bevel  van  vrou  Mai^ieten,  bewaerder  des  landts  (3),  en. 
daer  gelegen  menigen  dach,  om  te  laten  arresteren  alle 
wagens  commende   van   Antwerpen   en.   desgelycx,   om 

(1)  Bij  W.  en  V.  staat  genomen ,  welk  woord  wIJ  hdbben  weggelaten,  als  , 
den  ün  liinderlijk.  (2)  Gingen  voorts,  bij  B.  weggeralleo  •  In  dit  lange 
▼erbaal  komen  menige  hiatus  en  TBiianten  -voor,  dié  echter  in  den  sin 
geene  verandering  brengen.  Vit  dien  hoofde  hebben  wij  stilzwijgend 
uti  B.  aangemld,  wat  V.  minder  goed  had.  (8)  Bewoerder  {bewaer^f 
TQor  bowaerderes)  des  landts,  bij  B.  weggevallen. 


Digitized 


by  Google 


—  92  — 

niet  inde  stat  te  comen:  ende  die  poorten  waren  dacb 
en.  nacht  gesloten  staende,  om  die  ruyters  ende  knechten 
wil.  Aldus  heeft  die  stat  vanden  Bosch  groote  scade 
geleden  door  haren  ondersaten  wil>  die  iij  of  üij  maelen 
inder  nacht  en.  oock  by  dagen  op  die  been  hebben  ge- 
weest mit  haren  gewere  loopende  op 'allen  die  mueren, 
die  raethuys  clock  sonder  oorlof  treckende,  ghebot  slaende 
mit  trommeling,  dat  alle  borgeren  souden  comen  in  haer 
hamis  op  die  merct,  sterc  wesende  xv''  persoonen  en. 
meer,  schietende  mit  bussen  op  die  thorens ,  ende  sonder 
orlof  vanden  heeren  scepenen  houdende  op  eenen  Don- 
redachy  te  weten,  Donredaechs  nae  sinte  lacops  dach, 
die  poorten  gesloten,  datter  gheen  wagens  binnen  der 
stat  comen  mochten,  en.  hielden  haer  merct  vanden  rogge 
onder  die  wyntmolen;  voort  werden  alle  die  gueden  van 
onsen  borg^ren  beslagen  in  Hollant  en.  tot  Antwerpen, 
ende  vrou  Margriet  lach  menighen  tyt  tot  Huesden,  om 
alle  commer  der  stat  te  doen,  en.  dat  om  groote  sekere 
gessen,  die  ons  borgei*s  gedaen  hadden,  als  sy  seyde, 
te  weten,  dat  sy  den  dekenen  vander  stat  bescreven 
hadde  te  hove  te  comen  en.  dat  sy  niet  comen  en  wil- 
den; ten  anderen,  dat  sy  die  raethuys  clock  wt  hen  sel- 
ven  getogen  hadden,  makende  inder  nacht  eenen  grooten 
oploop  en.  vergadering;  noch  dat  sy  hebben  sonder  or- 
lojBF  doen  slaen  geboden  mitter  trommeling  ^  gebiedende 
op  lyflF  en.  op  goet  by  een  te  comen;  noch  dat  sy 
mit  groote  fortsen  hebben  op  geslagen  die  cloosteren. 
dat  sy  die  sleutelen  vander  stat  hebben  genomen  wt  die 
handen  van  die  gruen  roeyen  en.  gegeven  wiet  hen  ge- 
liefde.  Alsoo  hebben  ons  heeren  vander  stat  dekenen 
tan  ambochten  en.  die  secretarissen  moeten  varen  init 
drie  wagens  tot  Vucht   en.   lot  Huesden  op  verscheiden 


Digitized 


by  Google 


—  93  — 

tiden,  om  aldaer  den  peys  te  maken  mit  vrou  Margriet 
voor   die  exessen,  die  veel  onyerlateb  boeven  inder  stat 
gemaect  hebben ,  dat  welck  der  stat   gecost  heeft  veel 
dusenden  gulden  voor  die  remissie,  ende  die  heeren  van- 
der  stat  mitten  dekenen  hebben  moeten  comen  in  eenen 
crinck,  gemae<it  vanden  gemeynen  borgeren,  op  die  merct 
aen  dat  vrouwen  huysken  (1)  wel  vergaedert  synde  over 
XXV ""r  aldaer  moeten  comen  mitten  blooten  hoofden,  eerst 
en.   aldaer   moetten   seggen   alle  wes  geschiet  is  int  hoff 
by  vrou  Margriet,  den  heere  van  Hoochstraten,  die  grave 
van  Bneren,  mit  meer  ander  heeren,  doende  aldaer  haer 
rappoort  en.   antwoort;   inden   lesten  moeten   zy  heeren 
sluyten  mitten   dekens,  dat  sy  gheen  composicie  van  re- 
missie maken   en   souden,  sonder  weten  der  gemeynten, 
eode  in  all^  te  hebben  eerst  remissie  vanden  hove  voor 
alle  saken  van  onwilligen,  die  de  exesse  gedaen  hebben, 
ende  dat  den  selven  gelo venden  voor  scepenen  en.  schou- 
tet;  ende  alsoo  daer  nae  syn  ons  Heeren  vander  stat  mit- 
ten dekenen   vanden   ambochten   eens  deels  getogen  tot 
Huesden  by  vrou  Margriet  te  paerde  en.  te  wagene,  om 
haer  een  pays  te  maken,   ende   daer  nae  vyflf  reisen  tot 
Yuffit  by  den  grave  van  .Bueren,  by  den   audenchier, 
by  den  president  van  Mechelen,  die  welcke  macht  had- 
den van  vrou  Mai^riet.     Daer  nae  den  vyfsten  dach  in 
Augusto  soo  is   vrou   Margriet    mitten   tresorier>  mitten 
grave   van  Bueren  en   den   audenchier,  mit  veel  andere 
heeren  gecomen  ten  Bosch  ende  doen  hebben  ons  heeren 
vanden  raet  buyten  den  lesten  boom  op  haer  knyen  moe- 
ten vallen,  tertyt  toe   dat  ons  genadige  vrouwe  bewees 
teeken:  >>Staet  op  voor   die  misdaet   vander  gemeynte,*' 

-  (1)     Vrcuwenhmyskin,    Dit  was'  O.  L.  Y.  kapelleke,  woarTan  Gorbiis 
spreekt  ia  sijoe  Beséhrijving  des  hisdonu  van  's  Bosch, 


Digitized 


by  Google 


—  94  — 

eodè  aen  die  Pkkepoort  die  dekenen  vanden  ambachten 
mit  veel  ander  goede  mannen  omtrent  c  en.  1  (1),  elck 
gaende  mit  een  bernende  toortse  en.  daer  mede  gaende 
al  int  swaert  gecleet,  ongegort  tot  haren  logys  toe  en. 
van  daer  in  sint  lans  kercke,  dragende. die  toortaen  ber- 
nende voor  dat  heilige  sacrament  en.  daer  die  toortsen 
latende,  ende  daer  nae  syn  alle  thynsen  weder  gestelt 
in  baer  usancie,  als  sy  plegen,  eo.  cloosteren  des  gelycx 
vanden  tchynsen  ongelast,  ende  daer  boven  sal  die  stat 
moeten  geven  voor  baer  amende  xj}"'  Bynsgtdden. 

Int  selve  iaer,  den  acbsten  dacb  in  Augvsto,  syn  ge- 
compareert  sekere  scepenen,  raetsheeren,  dekenen  vanden 
ambocbten  en.  van  die  ses  gecommiteerde  deser  stat  van* 
den  Bóscb,  te  iveten,  om  te  overcommen  mitten  prioren, 
pateren  en«  oversten  van  allen  cloosteren  binnen  deser 
stat  voorsz.,  wtgescheiden  die  Hinderbrneders  en.  vanden 
snsteren  van  Orten,  ak  om  mitten  selven  te  overcomen 
van  mede  te  contribueren  van  accysen  deser  voorss.  stat, 
gelyck  gemeyn  borgeren.  Doen  syn  geordineert  deser  nae 
gescreven  persoonen:  inden  eersten  mit  twee  scepen,  mees- 
ter Dirck  Borchgreve  en.  lan  die  Bever,  meester  lan  van 
.  Tladeracken^  Henric  Cuysten,  Willem  van  Achlen^en. 
Goeyaert  van  Middegael,  raetsheeren;  meester  .Marten  die 
Grave,  secretaris:  lan  Lommaerts,  lan  van  Stryp  en.  Won- 
ter  van  Lit,  dekenen. 

,  In  dit  iaer,  int  begin  vanden  Meert,  b  die  Maze  ge- 
weest in  die  stat  mit  een  seer  groots  water,  alsmen  ge- 
sien  heeft  staende  op  sommige  plaetsen  op  die  straete  (2). 

(1)  Omirêitt  o.  en.  1.;  B.  oud  omtrent  tyftieh  toren;  doch  dat  is  oa- 
tin.  W.  en  F.  Terhalen  dit  oproer  omstandiger ,  xoo  ak  uit  de  nalezingen 
bU)kes  sal.  (t)  Dit  berigt  komt  bij  B.  en  W.  niet  toot.  V.  verbaalt 
dienselfden  watersnood  met  deselfde  woorden  nog  eens  op  het  jaar  1636. 


Digitized 


by  Google 


—  95  — 

lot  selre  iaer  op  Palmeo  avcmt,  weseode  onser  lieven 
Tronweo  dach,  is  after  die  Mandemaekers  een  vrouwe , 
gbeheiten  Lysken,  weduwe  lans  vander  MaseD,  vermoort 
iD  baer  selffs  buys  ende  doen  geworpen  in  haeren  kel- 
der doot,  ende  doen  tnder  nacht  dat  huys  toegesloten 
ende  heeft  die  selve,  die  de  vrouwe  vermoort  hadde» 
dat  hoys  aengestoken  en.  verbrant,  dat  allen  die  gebue- 
ren  in  grootcn  last  waren  vanden  brant. 

Anno  Domini  m*  cccce  zzv,  den  dartiensten  dach  in 
Angusto,  is  op  den  heeren  huys  na  der  vesperen  aff  ge- 
publiceert,  in  presentia  van  ij  of  iij  heeren  vanden  oer- 
deel  (1),  bej  cmse  schoutet  en.  scepenen  etc,  als  dat 
▼oordaen  aUe  iaer  sullen  wesen  iz  scepenen,  te  weten, 
twee  vanden  ouden  en.  vij  nieuwe  scepenen,  te  weten, 
als  gewoonlyck  was  te  nemen  geboren  poorteren  deser 
stat,  ende  dat  geen  ambachten  voordaen  en  sullen  op 
gheene  kerckhoff  of  anders  waer  mogen  comen,  haer  met 
daer  te  houden,  op  lyff  en.  op  goet;  ende  dat  allen  am* 
bochten  hebben  sullen  sd^ere  getal  van  dekenen  en.  ge- 
sworen,  die  welcke  sullen  haeren  raet  houden  alleen, 
ende  dat  dan  den  anderen  ij  leden  aen  te  brengen,  sou* 
der  die  ambochten  te  weten;  ende  dat  niemant  en  sal 
mogen  deken  worden,  hy  moet  geguet  syn,  hebbende  vj" 
Rynsgulden  eens  of  vyftich  Rynsgulden  tsjaers,  wesende 
geboren  poorter;  ende  dat  die  schoutet  en.  haeren  schul- 
dicli  syn  te  sitten  dingen  smergens  tot  ix  hueren  t  saff- 

Wif  Mibea  dU  verhaal  op  dat  jaar  weggelaten,  omdat  het  ook  in  do 
drie  andere  kronijken  niet  Toorkomt. 

(1)  Oerdeêlg  B.  oorden,  W*  en  7.  hebhen  dat  berigt  niet.  Vl  geloof,  dat 
door  dê  IJ  of  iij  heeren  pan  den  oerdeel  die  regters  Teretaan  worden, 
welke  het  Tonnia  hehben  opgemaakt,  waarin  de  stad  Teroordaeld  waa 
em  het  oproer. 


Digitized 


byGaogle 


—  96  — 

ternoen,  nae  middach  tot  drie  huet^eo  duerende  tot  vyf 
huereo,  al  op  een  peen  mit  meer  andere  goede  previle- 
gien,  ende  dat  ambocht  vanden  lynen  wevers  sal  geen 
ambocbt  voordaen  meer  wesen,  mcr  een  ygelyck  sal  we- 
ven die  wil. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  xxv,  in  Oo 
tober,  is  teo  Bosch  gehouden  een  generael  dachvaert 
vanden  lande  van  Brabant  milten  prelaten  aengaende 
een  bede  van  xij  dusent  Rynsgulden  t  sjaers,  te  vesten 
vanden  landen  van  Brabant,  welcke  bede  vrou  Margriet, 
stadthouderione  des  laots,  geconsenteert  werdt  (1). 

Inden  iaere  ods  Heeren  dusent  ccccc  en.  xxvj,  op  sinte 
Marcus  dach ,  syn  gecomen  ioder  kercken  van  sint  lans 
twee  doctoren  sacrae  theologiae  der  stat  van  Loven  eii. 
twee  heeren  woonende  inder  stat  vanden  Bosch,  die  een 
wak  meester  lan  van  Baerl,  doctor  en.  precker,  ende  die 
ander  was  meester  Henric  vandê  Molen,  canonicus  van 
sint  lans,  daer  toe  geordineert,  hebbende  die  selve  xiiij 
dagen  Uock  duerende  geëxamineert  xij  sekere  persoonen, 
gheheiten  Lutherianen,  dach  op  dach  inden  huse  gehei- 
ten  den  ouden  heeren  vrynkelder,  toebehoorende  den  con- 
vent van  Schoonhoven  (2) ,  staende  op  den  Papen  huls*, 
ende  want  die  overste  (3)  commissaris  voorschreven  was 
een  van  onsen  Vrouwen  brueders  tot  Loven,  geëxamineert 
hebbende  ia  presentie  van  desen  heeren  waren  daer  oock 
die  hooghe-  en.  leeghschouteden  deser  stat,  twee  raetshee- 
ren  en.  den  notaris  vanden  capittel.  Alle  saken  gehoort 
hebbende,  hebben  sy  gedoempt  sekere  persoonen  totter 
correctie  hier  nae  volgende,  te  weten,  inden  eersten  mees- 

(1)  Van  deie  dagvaard  wordt  in  de  drie  andere  kronijken  geene  mel- 
ding gemaakt.  (2)  De  -woorden :  toebehoorenda  den  convent  van  Schcon'- 
Jioven,    lijn  bij  B.  weggen-allen.    (3)    Overste;  V.  outste. 


Digitized 


by  Google 


—  97  — 

ter  Willem  dte  gelaesmaecker ;  Willem,  die  orgelmaker; 
lan  van  Roy,  spelmaker;  Dirck,  die  maelder;  Ansem 
Michiels  van  Gemert;  lenneken,  weduwe  Lambert  van- 
den Kerckkoff;  Teken  (1)  Willems  dochter  vanden  Gra- 
ve;  Heilken,  Henric  Snoecx  dochter»  beghyn,  ende*  Alyt 
Bul ,  lans  dochter ,  beghyn ;  welcke  negen  persoenen 
hebben  gelyck,  ta  presencie  van  allen  heeren  ende  om- 
mestaenders,  weerlyok  en.  geestelyck,  voor  die  proces- 
sie gestaen  opt  oxael,  in  manniere  van  een  scavot:  ende 
syn  daer  doen  af  gegaen  geheel  Luthers  geloove  en.  ge* 
bleven  aen  ons  oude  (2)  geloove,  ende  gelooft  voor  alle 
die  voorss.  beeren  schouteten,  scepenen  etc.  op  dat  hei- 
lige evangelium  boeck,  opten  poene  van  met  den  brant 
gejusticieert  (3)  te  worden,  nimmeer  haer  leefdach  aen 
te  gaen  Luthers  geloove,  ende  dat  |il  in  een  ceduUe  al- 
soo  onderteekent  mit  haeren  eygèn  handen;  noch  daer 
en.  boven  hebben  die  ix  voorsz.  personen  elcke  van  hen 
gedragen  een  wasse  kers  voor  dat  heilige  sacrament 
gaende  om  dat  gewanthuys  ende  commende  voor  dat 
raet  huys  gebrocht  allen  haer  Lutherianen  boeken,  ende 
die  in  presentie  der  heeren,  gaende  mit  processie  eu. 
dat  heilige  sacrament  stil  houdende,  aldaer  die  boecken 
verbrant  biden  diefhencker,  meester  lan  van  Balen,  mit 
veel  reys  en.  borning  van  mutsaert  daer  wesende,  daer 
alle  die  negen  gevangen  persoonen  mosten  bliven  staen 
stil,  om  dat  aen  te  sien,  ende  hier  en.  boven  hebben 
die  voorsz.  vyf  manspersoonen  (4)  voor  haer  pennitencie 
te  dragen;  op  haer  overste  cleet  een  geel  cruys  een  iaer 
lanc,    en.    die    iiij    ander    vrouwen     schuldich     sullen 

(l)    B.  l'cken;  V.  Ikens.    (2)    Ons  oiuk  geloove;  W.  en  A.  het  Rwmsch 
caiholycke.    (3)    Zoo  ook  B.     Bij.  W.:  van  metten  viere  gcëxecv teert  to 
vorden,     (4)    VVij  hebben  nit  W.  ingevuld:  vyf  mans  personen. 
C.  7. 


Digitized 


by  Google 


syn  te  dragen  een  half  iaer  lanck  [ook]  een  geel  cruys 
en.  niet  langer,  én.  oock  hen  verbonden  binnen  eenen 
iaer  niet  te  verporren  (1)  wtter  stat  vanden  Bo6ch  te 
trecken  oftte  vvycken  (2),  mer  in  alle  groote  processie 
te  'dftigen  een  wesse  kers  bomende  voor  dat  heilige  sa- 
crament 

Int  selve  iaer,  na  Paesscen,  is  in  die  iilj  hooftsteden 
geschiet  een  hartelling,  ende  hier  aff  ^varen  gecoren  van 
der  stat  wegen  vanden  Bosch  en.  haerder  meyeirye:  mees* 
ter  Dirck  Borchgreve,  meestei:  Gosen  vander  Stegen,  Har- 
men  van  Deventer,  als  scepenen;  noch  Evert  van  Doome 
en.  Christian  Goenen,  vanden  platten  landen  wegen,  raets- 
heeren;  noch  lan  van  Eessel,  schoutet  van  Boxtel,  Goey- 
aert  vanden  Grave,  oock  vanden  platten  landen,  en.  mees- 
ter Marten  die  Grave,  meester  lan  Lombarts,  secretaris, 
Daniel  van  Vlierden  en.  Goeyaert  Grooterts,  als  klercken. 

Int  selve  iaer,  in  November,,  hebben  die  oude  schnts 
en.  haer  hoofman  Thys  Lamberts  inden  rinck  doen  neder 
leggen  Henrick  Dach verlies,  hoochschoutet,  inden  naem 
vanden  iongen  ioncker  van  Brederoy,  scontet  wesende, 
te  weten,  synen  schnts  tabbaeit,  en.  dat  om  reden  wil, 
dat  die  schutten  badden  gehaelt  tot  Vucht,  ter  begeerten 
der  voorsz.  stat,  twee  roydregers  en.  den  vorster  van 
Vucht  lacop  Bernts,  want  een  coopman  commende  va- 
ren mit  een  carré,  hadde  hy  af  geset,  van  welcke  roey* 
dregers  een  geriqht  (3)  wert  en;  die  vorster  voorsz.  is 
geloopen  vander  poorte  mit  sommighe  hulpera  (4). 

(Ij  Verporrm,  trachten,  onderwinden.  A.  heeft  verkeeidelijk  rcr- 
copen.  (2)  Wij  hebben  uit  B.  en  W.  ingevuld:  oen  geel  cruys;  en  uit 
W.:  een  iaer  lanck,  te  trecken  oft  te  wycken,  (3)  W.  geriekt;  V.  ge^ 
rncki.  (4)  Hierop  volgt  deze  periode:  nllet  is  te  toeten,  dat  door  or- 
dinancie  van  otise  genadige  rrovue,  vrou   Margriete,  geordineert  ie  in 


Digitized 


by  Google 


—    99    ~ 

In  desea  scepen  stoel  [1526]  is  geset  een  nieuwe  ziec- 
meester,  Willem  van  Qs,  en.  een  nieuwe  gasthuys  mees- 
ter. Art  Beys. 

In  desen  scepen  stoel  syn  gedaen  die  rekening  vanden  . 
heiligen  Geest  vander  ziecken   en.  dat  groot  gasthuys  in 
een  wAe,  Maendach,  Dynstdach  en.  Donredacfas. 

In  desen  scepen  stoel  [1527],  op  sinte  Dionys  dach, 
is  gepubliceert  een  nieuwe  ordinancie  aengaende  te  din- 
gen mit  eenen  griffier,  als  breeder  blyct  op  des  heeren 
huys  hangende. 

In  dit  selve  laer,  op  den  xiiij"*"  dach  Octobris,  heeft 
men  bestaen  te  dingen  mitter  rollen. 

In  dit  iaer,  op  Bosch  kermis,  quamen  ten  Bosch,  om 
den  omganck  vander  kermis  te  sien,  drie  groote  prelaten 
of  abten  wt  die  stat  of  lant  van  Luyck,  te  weten,  die 
abt  van  sint  lacop  binnen  Luyck,  die  abt  van  sinte 
Lanwerens  buyten  Luyck  en.  die  abt  van  sinte  Lamberts 
dal  buyten  Luyck,  en.  daer  was  oock  praesent  die  abt 
van  Biern,  en.  die  abt  van  sinte  lacop  dede  die  hoomis 
«n.  droech  dat  heilige  sacrament  in  die  processie. 

Int  selve  iaer,  inder  Meerte,  hebben  die  van  Boemel 
aengehaelt  een  scip  van  die  vanden  Bosch,  toe  behoe- 
rende  lan  Yrancken  vanden  Bosch,  commende  van  Rim- 
merswael  (1),  daer  in  was  gelood  (2)  lere,  vygen,  rosy- 
nen,  backing  en.  desgelycx,  geheel  vol  geladen,  mit  goet. 

voorleden  iacre,  dat  voorts  sullen  wesen  alle  iaere  vij  fiicuwe  schepen 
M.  ij  oude  eehepeneti  vanden  veorleden  scepen  steeV*  Wij  heblxm  dit 
uit  de  chron^ck  gellgt,  omdat  iiilks  Troeger  blads.  05  luauwkeuriger  ver- 
meld is.    Ook  hij  B.  en  W.  komt  deze  nota  niet  Toor. 

(1]  De  verdronken  stad  Roemerswaal  op  Zuid-Beveland.  (2)  Gelood, 
bij  B.  weggelaten ,  gelooid  leder.  W.  heefl  de  koopwaren  niet  soo  naauw- 
keurig  beschreven. 


Digitized 


by  Google 


—  100  — 

lodeo  iaere  ons  üeeren  dusent  ccccc  en,  ixviij,  des 
anderen  dages  nae  Paeschen,  syn  milten  grave  van  fine- 
ren gecomen  vanden  Grave  sekere  peerden,  weicke  peer- 
den  hebben  sy  doen  stallen  in  die  cloosteren;  ooc  dat 
syn  comen  liggen  totten  Prekaren  xvj  of  xx  peerden  en. 
soo  voorts  in  andere  cloosteroi  te  Fraters»  totten  suste* 
ren  van  Orten  en.  soo  voort  aen. 

Int  selve  iaer,  op  sint  lacops  avont,  syn  ten  Bosch 
gecomen  iiij°  grevers  (1),  commende  van  Namen  inden 
lande  van  Lnyck,  en.  gesonden  vanden  hove  van  Brabant , 
om  te  comen  voor  Tiel  aldaer  te  helpen  Tiel  winnen  en. 
aldaer  te  graven  off  te  helpen  beclimmen ,  daert  dat  die» 
nen  sal. 

In  dit  iaer,  des  Woensdaecbs  nae  sinte  Lanwerens, 
den  xij^~  dach  in  Angusto,  is  die  grave  van  Bueren, 
heer  Floris,  van  Thiel  getogen  mit  grooter  scanden,  daer 
die  stat  tot  stormens  toe  ontvree  geschoten  was ;  daer 
voor  lagen  omtrent  xx"*  knechten,  soo  peerden  en.  knech- 
ten, ende  geen  knechten,  bussen,  clooten,  cruyt,  geit 
of  provande  van  victalie  ontbrack.  Godt  wilt  vergeven, 
die  daer  inne  oorsaeke  is  geweest,  want  daer  over  vj*' 
dooden  en.  gequeste  menschen  gebleven  syn  binnen  en. 
buyten  Thiel;  oock-datter  mit  wagens  ten  Bosch  geco- 
men syn  int  groot  gasthuys  c  Ixxx  ziecken  gescoten  en. 
gequetst,  ende  in  cleyn  gasthuysen  en.  inden  heiligen 
Geest  oock  daer  geordineert  syn  en.  bestelt,  daer  die 
poorters  vrouwen  groote  charitate  en.  gedinsticheyt  den 
armen  ziecken  en.  ghequetsen  bewesen  hebben. 

In  desen  schepen  stoel  is  geboort  op  sint  lans  kerck- 
hoff,  dat  noyt  en  is  geschiet,  dat  v  of  vj  quade  onver- 

(1)    B.  iüj*"  grcvQ^rs;  V.  slechts  iijc  grccers,  300  gravers. 


Digitized 


by  Google 


—  101  — 

laten  tyranoeD  Laters  boeven  ende  hebben  önse  Heere 
Godt  syn  beelt  syn  armen  opten  kerckhoff  af  gehouden 
en.  mit  messen  in  syn  lyff  gesteken  tot  iiij  of  vyf  plaet- 
sen  in  een  sCeenen  beelt  (1). 

In  desen  schepen  stoel  [1529]  was  oock  ten  Bosch, 
gelyck  in  andere  landen  en.  steden ,  die  ververlycke 
sieckte  genaempt  die  Engelsche  of  die  sweetende  sieckt^, 
ende  men  heeft  ten  Bosch  gegaen  generael  processie  mit 
ons  Lieve  Yrou,  sint  lan  en.  dat  heilige  cruyce  en.  mit 
den  heiligen  sacrament  om  dragende,  daer  voor  draegende 
iiij''  bernende  toortsen,  drie  of  vier  mael  solemnelyc. 

In  dit  iaer  heeft  een  genuempt  lan  van  Zomeren  sinen 
eedt  gedaen  als  bewaerder  vanden  boogen  schoutet  te 
bedienen. 

In  dit  iaer,  op  Licht  misse  dach,  was  dat  watei  al- 
soo  groot,  dattet  stont  op  die  straet  op  die  oude  sDiese. 

In  desen  schepen  stoel  hebben  die  heeren  af  gestelt 
allen  die  drie  gruen  roeyen  en.  haren  eedt  verlaten,  te 
weten,  Willem  Baliaert,  Art  die  langer  en.  Claes  Wa- 
termael,  des  Maendachs  post  reminiêcere  in  die  vasten, 
en.  doen  terstont  aengenomen  Gherit  Guysten,  die  doen 
gegeven  heeft  der  stat  totten  kelder  te  helpen  g°  Caro- 
los  galden;  noch  aengenomen  Melis  van  Amstel  en.  Wou- 
ter lansoen  van  Abevey. 

In  dit  iaer,  op  den  eersten  dach  van  lulio,  als  den 
groeten  houten  thoren,  staende  op  die  kerck,  volmaeckt 
was,  soo  heeft  men   sint  lan,  wesende  van  copere  ge- 

(1)  Bij  B.  wordt  dit  aldus  verhaald :  In  desen  scepenetoel  is  geschiet, 
dat  vy/f  of  ses  Luirianen  hebben  het  heelt  van  ottse  Beeren  Godt  op  sint 
fans  këfdÜufff  staende,  af  gehouden  en*  met  messen  gesteken  een  steenen 
fjceli.  Bij  W.,  A.  en  F.  wordt  dit  even  too  gemeld,  doch  achter  Lu  ter  la- 
nen staat  in  een  parenthesis :  soe  men  die  doen  heet. 


Digitized 


by  Google 


—  102  — 

maect,  wegende  xüij''  (1)  pont,  mit  twee  zeelep»  reyckeo- 
de  van  dat  opperste  vanden  nieuwen  thoren  tot  midden 
in  die  loodse,  staende  aen  dat  chorenhuys,  gewonden  op, 
binnen  een  halff  hnere,  omtrent  tussen  x  en.  xi  hueren, 
ende  die  yzere  spil  daer  hy  in  staet ,  wegende  xig  *" 
pont,  (1)  mit  groote  cunsten  soo  doen  hangen,  heb- 
bende vlogelen  omgaende. 

Item  in  dit  iaer,  op  Bosch  kennis,  heeft  myn  heere 
die  abt  van  Flwef  die  misse  gesongen,  en.  was  geeomen 
mit  XV  peerden,  oock  noch  by  hem  hebbende  een  an- 
der groote  prelaat  of  abt,  ende  is  des  Woensdaechs  mit 
XX  peerden  wederom  gereden  (2). 

Int  selve.  iaer,  opten  xi'^'"'  in  lulio,  op  eenen  Sondach 
na  middach,  is  ten  Bosch  in  gekomen  die  Geldersce 
bende,  omtrent  iij°  peerden,  mit  haren  trompetten,  ba- 
nieren, waer  af  ioncker  Marten  van  Rossem  was  opper- 
ste ridmeester,  ende  die  stat  sconk  hem  in  die  Roey 
poorte  XX  der  stat  cannen  wyns. 

In  dit  iaer,  in  Augusto,  is  lan  van  Erp  vanden  Grave 
gecoi*en  heih'ge  Geest  meeste^:. 

Inden  iaere  ons  Ileeren  dusent  ccccc  en.  xxx.  Sater- 
daecbs  voor  (3)  die  passie  weke,  heeft  een  heere  van- 
den capittel,  her  Philips  vanden  Dooren,  tot  Bmessel 
geimpetreert  dat  opten  selven  dach  een  doorwerder  van 
Bruessel  heeft  verboden  den  sesse  gecommiteerde  deser 
stat,  dat  sy  geen  heeren  vanden  capitel  en  souden  laten 
volgen  bier,  ende  voorts  den  keldermeester,  heer  Pau- 
wels Segersz.,  bevolen,  dat  hy  geen  heeren  vanden  ca- 
pitel soude  tappen  of  doen  tappen,   ende  dat  om  zekere 

(1)  W.  eo  A.  anderhalf  honderl  jionL  (Z)  Dii  berigi  komt  bij  B. , 
W.  en  F.  niet  ^oor.     (3)    B.  nac;  W.,  F.  en  V.  voor. 


Digitized 


by  Google 


—  103  — 

sakeo,  die  de  zeive  op  syn  medebrueders  hadde  aen- 
gaende  synder  prebende,  wesende  litigioes,  mer  die  be- 
neficiaten  deden  wyn  haelen. 

Item  in  dit  iaer,  in  Martio,  is  op  der  heeren  huys 
bestaen  te  maekèn  dén  kelder  te  graven  en.  maecken  als 
blycken  macb. 

Item  in  dit  iaer  hebben  die  heeren  doen  vermaken 
dat  raethnys,  noch  twee  nieuwe  kelderen  onder  .dat 
raethnys. 

Item  alle  die  gruen  roeyen  syn  afgeset  en.  weder  an- 
dere genomen;  noch  hebben  doen  allen  die  crameu  en. 
banckeo  opter  merct  staende  doen  afhaelen  ende  geen 
cramen  ofte  bancken  daer  meer  te  stellen ;  noch  alle 
pottey  en.  cannen  vander  merct  doen  mymen ,  noch 
geen  wagens  mit  torff,  hout,  rys,  hooy  oft  strooy  daer 
te  coop  te  staen,  ende  hebben  allen  cramen  weder  ge- 
ordineert  elck  in  een  sonderling  plaets  en.  straet,  en. 
desgelycke  appelcramen,  meel  cramen  en.  vogel  merct 
syn  oock  vander  merct  geordineert  en.  elck  op  een  an- 
dere, plaets  geordineert. 

In  dit  iaer,  in  lunio,  is  gestorven  een  genaempt  Da- 
niël die  schoenlepper,  wonende  in  die  oude  Gasthuys 
straet,  ende  is  wt  synen  hnysken,  hem  toebehoorende, 
geleyt,  haestelyck  sieck  wesende,  inden  grooten  gast- 
huys ende  daer  gestorven ,  maekende  dat  huysken  en. 
alle  synen  huysraet,  te  weten,  den  heiligen  Geest  en 
den  grooten  gasthuys,  om  Gods  wiL  Alsoo  syn  inden 
selven  huysken  gehaelt  x  of  xg  wagens  ouwer  schoenen 
en.  leersen  wel  gelaeden  mit  ij  paerden  en.  inden  groo- 
ten gasthuys  gevuert,  om  te  weren;  welke  schoenen  ver- 
coft  syn,  geldende  meer  dan  darthien  hondert  Carolus 
gulden. 


Digitized 


i*by  Google 


—  104  — 

Ia  dit  iaer,  den  xv***"  dach  iD  lulio,  is  die  processie 
g^aen  mitten  heiligen  sacrament  om  dat  gewanthuys, 
want  [men]  doen  aboo  seer  haestelyck  ster£f  in  die  Hin- 
temerstraet  omtrent  die  Gevangen  poort,  dat  die  proces- 
sie niet  ginck  door  die  Hintemerstraet,  mer  wech  en.  weer 
door  die  Eercke  straet. 

In  dit  iaer  storven  twee  capellanen  inden  zomer  van- 
der  peste,  te  weten,  meester  Art  Kievit  van  Ylimen  en- 
de  die  andere  was  meester  Harten  van  Susteren  wtten 
lande  van  Gulick. 

In  dit  iaer  is  nae  Paesscen  tot  Bamis  toe  alsoo  veel 
zalms  gecomen  ten  Bosch  te  coopen,  als  oyt  imant  ge> 
sien  heeft  dach  op  dach,  dat  die  roeper  gedragen  heeft 
heel  salmen  aen  synen  stock,  diemen  hem  gaf  om  wt 
te  roepen,  dat  menich  dach  duerde. 

Opten  xxij'^''  dach  van  December  heeft  men  gehoudea 
inder  kercken  van  sint  lans  (1)  inder  stat  vanden  Bosch 
een  schoone  wtvaert  mit  vigilie  en.  des  anderen  dages 
mit  misse  van  requiem  voor  ons  overleden  genadige 
vrouwe  hartoginne  van  Savoyen,  vrou  Margriet,  regente 
van  dese  Neder  landen,  ende  die  baer  staende  int  choor 
was  ombehangen  mit  twee  gulde  lakens  en.  vier'groote 
toortsen  mitter  wapenen  van  Savoyen,  ende  daer  qua- 
men  offeren  die  heeren  vanden  capittel,  die  heeren  van^ 
den  raet,  alle  die  iUj  schutteryen  seer  solempnelyck. 

In  dit  iaer,  ten  tweeden  dach  in  Septembri,  is  mees- 
ter Gherit  van  Herentals,  rectoor  vander  scholen,  geco- 
ren  gasthuys  meester  vanden  grooten  gasthuys  deser  stat 

(1)  W.  en  A.  verhalen  die  uitvaart  korter  en  laten  de  kerk  weg.  B. 
sintc  Comelis,  doch  het  woord  Cornelis  is  doorgehaald  en  er  boveu  ge- 
schreven :  loris»  Het  zèl  echter  sint  fan  moeten  wezen ,  omdat  die  hei- 
ligen wel  eene  kapel  maar  gccne  kerk  (e  ^s  Hcrtogcnbosch  badden. 


Digitized 


by  Google 


—   105  — 

vanden  Bosch;  mer  des  iaers  daer  oae  doen  sterff  Luyt* 
ken,  syn  huysvrouwe,  in  lunio,  van  de  peste,  ende  doen 
^erdt  meester  Gerit  weder  rectoor  en.  oock  prister. 

In  desen  schepen  stoel  is  loris  Sampson  gecoren  mees- 
ter vanden  groeten  gasthnys,  den  xsiiij '**'''  dach  in  lulio, 
en.  hy  sterff  vande  peste. 

in  den  selven  tyde  is  Goeyaert  Grotaert  gecoren  se- 
cretaris in  die  plaetse  van  meester  Marten  die  Greve. 

Noch  inden  selven  scepen  stoel  heeft  Simon  Bacx  sy- 
nen  eedt  gedaen  als  griffier  opter  griffie. 

Item  anno  [1500]  dartich  heeftmen  eerst  gemaeckt 
een  schoon  nieu  poorte  en.  voorts  een  nieuwe  haven  te 
varen,  te  ryden  en.  te  gaen,  wesende  eenen  nieuwen 
dyck  vander  Coepoorte  (1)  ofte  sint  lans  poort  die  slinc- 
ker  hant  aen  die  Donck  (2)  te  varen  nae  den  Oeteren  (3) 
tot  Ylimen,  Huesden,  totter  Langer  straten  en.  voorts 
nae  HoUant,  alst  blyckt  dat  op  eenen  grooten  penninck 
stonty  ende  daer  over  varen  torf  wagens,  cryswagens 
(4)  etc. 

In  desen  scepen  stoel  [1531],  opten  eersten  dach  in 
lunio,  is  Daniel  van  Yli^den  gecoren  gasthuys  meester. 

In  dit  iaer,  den  xvij"*°  in  Decembris,  is  op  die  payen 
voor  den  heeren  huys  by  die  gruen  roey  Gerit  Cuysten 
af  gelesen  en.  gepubliceert,  dat  geen  arme  menschen, 
mannen  of  vrouwen,  niet  meer   en  sullen  gaen  bidden 

(1)  Coepoorte,  bij  B.  we|{gelateo.  (2)  B.  die  dyck,  doch  terkeerde- 
Jijk,  daar  de  Donk,  waarop  het  klooster  der  Wilhelmieten  pleeg  te  staan , 
bniteo  de  St.  Janspoort  lag.  (3)  B.  nae  de  Oeteren.  Bladz.  79  komt 
de  benaming  Oeteren  of  ten  Oeteren  mede  voor.  Aldaar  hebben  wij  het 
voor  Deuteren  verklaard.  Dit  wordt  hier  bevestigd ,  aangezien  nog  heden 
de  weg  van  de  Dook  over  Deuteren  naar  Vlijmen  loopt.  (4)  Cryswa- 
yens ;  B.  ryewaycns. 


Digitized 


by  Google 


—   106  — 

inder  kercken  om  Gods  wille;  ende  nocb,  datmen  inden 
heiligen  Geest  niemant  broot  geven  sal  inder  spyndeo, 
.dan  den  ingesetenen  vanden  Bosch  en.  yrt  der  meyeryéni 
ten  ware  dat  sy  iaer  en.  dach  binnen  der  stat  hadden 
gewoont,  en.  alle  andere  laten  gaen  weder  tot  haeren 
landen. 

Item  in  dit  iaer  van  [l&OO]  xxxij»  den  xvig***'  in 
Februarioy  den  eensten  Sondach  in  die  vasten,  heeftmen 
gespeelt  vanden  winter  en.  vanden  zomer. 

In  desen  soepen  stoel,  op  sinte  Lamberts  dach,  is  ge- 
Goren  meester  lan  Reynarts  (1)  tot  secretaris  vander  stat, 
inde  plaetse  van  meester  lan  Lombarts  (2). 

Opten  el&ten  dach  inden  Heye  hebben  die  Barbaren 
layden  gespeelt  die  negen  besten  en.  die  ix  quaetsten,  al 
te  peerde  mit  xviij  bannieren  en.  mit  schoone  staet  van 
peerden. 

Item  des  Sondaechs  voor  Pinxten  heeft  men  op  den 
kerckhoff  gespeelt  sint  lans  legende  in  twee  dagen  ende 
des  anderen  dages,  wesende  sinte  Servaes  dach. 

Des  anderen  dages,  na  den  omganck,  gespeelt  die  se- 
venthien  landsheeren,  al  mit  veel  peerden. 

Den  xxviij'^'^''  dach  in  lulio  syn  ingecomen  die  retho- 
rikers  van  Tsertogenbosch  solempnick,  comende  van  Braes- 
sel,  ende  hebben  daer  geweest  om  sekere  prysen  te  win* 
nen  aengaende  der  cnnsten  van  rethorica,  ende  hebben 
mede  gebrocht  drie  silveren  prysen,  en.  syn  aldus  inge- 
haelt  bmnen  onser  stat  vanden  Bosch  omtrent  seven  hne- 
ren:  want  die  iooge  scutten  (3)  hadden  geschoten,  eifde 
Art  Heym,  inden  naeiue  des  heeren  van  Bueren,  hadde 

(1)    B.  Reyners,    [Z)    B.  Lombers.     (3)    longc  schutten;  B.  innegese- 
ten  f  W.  borgers. 


Digitized 


by  Google 


—    107  — 

die  papegay  a£f  gescoteo,  wesende  (1)  tot  Vucht,  om 
syn  iouffrou  huysvrou  te  halen.  Soo  is  die  selve  iouf- 
frou,  Arts  Heymen  huysvrou,  gecomen  mitten  wagen  in» 
gevaren  9  ende  hyden  wagen  die  dekenen  vanden  iongen 
schutten  riddende,  ende  daer  na  terstont  syn  alle  die 
ionge  schutters  gecomen  totten  Pickepoort  en.  hebben  in- 
gebrocht  die  voorsz.  rethorikers  mit  omtrent  xx  peerden 
ende  mit  eenen  wagen,  hebbende  iiij  vuer  pannen  en. 
xvj  wasse  toortsen  bemende,  seer  costelyck  incomende; 
ende  waren  tot  Bruessel  geweest  xiiij  cameren,  elck  van 
een  sonderling  stat.  Onder  alle  cameren  faadde  die  stat 
vanden  Bosch  drie  prysen  (2). 

In  dit  iaer  [1533],  in  beginne  van  lunio,  was  alsoo 
cleynen  water  alst  mogelyck  was,  ende  doen  is  terstont 
gecommen  rondsomme  een  groot  water  mit  oploop  van- 
der  Mazen,  alsoe  dat  alle  mans  mosten  comen  houwen 
die  dycken  tot  Empel,  Orten  ende  van  Engelen  tot  die 
Pickepoort  toe  op  seer  groote  costen  nacht  en.  dach  ar- 
beydende,  ende  hebben  dat  gehouden  mit  grooten  ar- 
beyt,  anders  soudet  heel  onder  geloopen  hebben.  Niet- 
temin die  beesten  mosten  wtter  weyen  en.  dit  duerde 
totten  twelfsten  dach  in  lunio,  ende  doen  syn  binnen 
den  Bosch  gevangen  mitter  bant  ij  salmen,  een  aen  die 
Wevers  plaetse  en.  ^en  anderen  aen  sint  Thonis  poorte. 

Opten  eersten  dach  in  Augusti,  dat  is,  Yincula  Petri, 
hebben  die  gilden  van  sinte  Kateryn  gespeelt  op  die 
merct  die  legende  van  sinte  Katheryn,  durende  ig  of 
iiij  dagen. 

(l)  B.  tiende  voor  zijnde;  V.  tendendej  W.  wesende,  [Z)  De  ge- 
scbiedenis  der  kamers  van  rethorica  te  ^s Herto^nbosch  komt  voor  in. 
Br.  HuBiRs,  Bijdragen  over  Noord- Brahund,  I  dl.,  Uadi.  1  en  volg. 


Digitized 


by  Google 


—  108  — 

In  dit  iaer,  op  sinte  Lucien  dach  is  iat  clooster  after 
die  Tolbrug  gecoren  een  nieuwe  mater  oft  moeder  ge- 
naempt  suster  Tda  van  Asten,  noch  niet  gewielt  synde, 
ende  is  doen  des  anderen  dages  gewielt;  ende  die  oude 
mater,  want  groote  discorde  daer  is  geweest  over  iaer 
en.  dach,  soe  is  pater  Winant  (1)  en.  die  mater  beide 
afgeset  by  zekeren  heeren  daer  toe  gecoren,  te  weten, 
die  prior  van  Eyndhoven,  die  meester  doctoor  vanden 
Prekaren,  heer  lan  van  Baerl,  meester  Henrick  vanden 
Molen,  canonic,  ende  meester  Goeyaert  diev  Meyer,  heere 
vanden  raet  in  Brabant,  mitten  procureur  generael:  ende 
in  die  plaetse  vanden  pater  is  gecoren  een  ander  van- 
den frater  huys,  genuemt  heer  Embert  van  Oosterwyck,. 
ende  die  olde  paeter,  is  weder  om  in  syn  clooster  te  Fra- 
ters g^aen  ende  die  olde  mater  bleeff  in  haer  convent 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  xxxiiij,  in 
lunio,  heeft  men  bestaen  die  Aa  te  graven,  om  te  bren« 
gen  lopende  water  binnen  der  stat  in  die  Hintemerstraet, 
ende  doen  heeft  men  eerst  laten  graven  die  Diese  aen 
die  Baseldonckse  poort  aen  totten  susteren  van  Orten 
toe,  ende  vanden  Boome  totten  Hulenborch  toe;  noch 
achter  die  Minderbrueren  clooster  totten  ouden  raethuys. 

Item  in  dit  iaere  syn  alle  die  huyskens  onder  der  stat 
mueren  aen  den  Boom  (2)  afgebroken. 

In  desen  iaere,  op  sint  lans  dach,  ante  partam  lati- 
rtam,  heeft  een  vanden  sengers  der  bruederscap  van  on- 
ser  liever  Vrouwen  gesongen  syn  eerste  misse  opten  au- 
taer  van  onser  liever  Vrouwen  voorsz.,  weseude  benefi- 
ciaet  des  selve  autaei*s  genuemt  heer  lan  van  W^intel- 
roey,  ende  hy  werdt  namaels  sang  meester. 

(1)     B.  WianU.        (2)     Aen  den  Boom,  bij  B.  wegjclalen. 


Digitized 


by  Google 


—  109  — 

hem  in  dit  iaer  beeftinen  bestaen  te  graven,  dat  die 
Aa  lopen  soude  binnen  der  stat,  beginnende  achter  der 
zieken  tot  der  Hekelen  toe  by  die  Baseldonse  poort  toe. 

In  dit  iaer,  des  Sondacfas  op  sinte  Annen  dach,  heeft 
heer  Floris  van  Egmont,  grave  van  Bueren,  die  papegay 
af  geschoten  van  den  iongeo  schutten. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  xxxv,  in  lu- 
nio,  is  ten  Bosch  gehouden  conciliam  of  cappitel  van- 
den Celle  brueders,  wesende  tsamen  xxxiiij,  en.  hebben 
gecoi-en  eénen  generael,  ende  daer  waren  die  heeren  sce- 
pene  te  gast  gebeden  mitten  secretarissen,  en.  die  stat 
heeft  hen  die  yryn  geschoncken. 

In  desen  scepen  stoel  is  lan  van  Brecht  geworden 
hooscontet,  niet  tegenstaende  dat  hy  oock  is  leege  schon- 
tet,  en.  hy  bewaert  beyde  die  officien. 

Item  in  desen  scepen  stoel  is  meester  lan  van  der 
Stegen  gecoren  heilige  Geest  meester. 

In  desen  scepen  stoel  is  gecoren  die  vierde  secretaris, 
genuemt  meester  Peeter  van  Os,  wyens  vader  was  den 
ouden  meester  Peeier  van  Os,  secretaris. 

In  desen  scepen  stoel  is  die  griffie  int  hoff  van  Bra- 
bant weder  gestelt  by  ons  genadige  vrouwe  die  conin- 
ginne  vrou  Marie  tot  Bruesel,  in  by  wesen  des  raets 
van  Bniessel,  in  handen  der  stat  vanden  Bosch,  om  te 
verminderen  alle  nae  gelegentheyt  der  saken,  om  die 
groote  costen  daer  op  inder  griffien  lopende. 

In  desen  scepen  stoel  [1536],  den  xx"'*"  in  Octobri,  is 
meester   Merten   die  Grave  (1)  mitten  drie  leden  gesup- 

(l)'  B.  Greve. 


Digitized 


by  Google 


—  110   — 

porteen  (1)  vander  grieffien,  ende  die  griffie  gegeven  den 
iiij  secretarissen  deser  stat  te  hebben  en.  te  bewaren  (2). 

In  desen  scepen  stoel  syn  twee  scepenen,  vyf  raets- 
heeren,  twee  secretarissen,  noch  twee  dekenen  van  am- 
bachten, Daniel,  meester  vanden  grooten  gasthuys;  een 
procureur  vander  stat  en.  een  ridende  bode  tsamen  ge- 
weest liggende  tot  Brussel,  om  te  accuseren  lan  van 
Brecbt,  hooge  schoutet,  want  hy  sekere  excesse  gedaeri 
heeft  mit  syne  knechten,  dimmende  inder  borgeren  huy- 
sen:  ende  die  sake  werdt  gecommiteert  om  te  hooren 
den  gedeputeerden  wtten  hove. 

In  desen  scepen  stoel  is  meester  Henric  die  Bie  geor- 
dineert  mit  die  drie  leden  vander  stat  tot  een  clercke 
van  den  sesse  gedeputeerde  inder  plaets  van  Dierck  die 
Wolf  nu  gestorven. 

Opten  lesten  dach  in  Febniario,  opten  vastelavont,  is 
een  vrou  op  die  cake  gestaen,  genuemt  Elen,  opten  Yuch- 
teren  dyck,  die  brant  brieven  gedragen  hadde  van  Goey- 
aert  loosten,   die  cortst  gericht   is,   ende  in  een  mande, 
int  water  geworpen  (3). 

Op  die  selve  tyt  voor  vastelavont,  was  binnen  deser 
stat  vanden  Bosch  int  convent  vanden  Minderbruedei*s 
een  convocacie  van  observanten,  te  weten,  die  gardi^en 
van  Leyen,  ^die  gardiaen  van  Harlem,  die  gardiaen  van' 
Amsterdam,  van  Gorcum,  Maestricht,  Amerfort,  Ant- 
werpen, Loven,  Bergen,  Bruezel,  Zuetendal,  Herentals, 
Ter  Gouwe  en.  Delft. 


(1)  V.  en  B.  gesupporteerif  W.  affgoseL  Misschien  heeft  de  auteur 
geschreven:  gesummovecrd,  {Z)  Bij  W.  volgt:  ende  door  tyn  soUicUe^ 
ren  to  hove  heeft  hy  geimpetreert,  dat  syn  leven  lanck  geduerende  die 
secretat^sen  hem  moesten  geven  alle  iaer  hnndori  gulden,  (3)  V.  ge^ 
vallen. 


Digitized 


by  Google 


—  111  — 

Int  selve  iaer,  opten  PalmensoDdach ,  tot  drie  bueren 
nae  middach,  is  gespeelt  die  passie  mitten  figuren,  du* 
reode  tot  iiij  hueren  toe. 

Noch  des  sWoeusdachs  nae  Paessen  is  opten  kerck* 
hoojflf  gespeelt  die  -verrysenb  ons  Heeren,  beginnende  te 
twee  hueren  na  middach  en.  durende  tot  loff  tyt  toe  (1). 

Item  in  dit  iaer,  inden  Meye,  heeftmen  bestaen  te 
graven  aen  die  Uekel  vander  Orten  poort  na  den  Te- 
ren gau 

In  dit  iaer,  op  den  kermis  avont,  syn  ten  Bosch  in 
comen  vi^  peerden,  als  in  haer  vol  harnis,  comende  van 
boven  Golen,  den  keyser  te  dinst,  en.  inder  stat  bli- 
vende  tot  des  anderen  dages  nae  onsen  omganck. 

In  dit  iaer,  na  onser  liever  Vrouwen  dach  assumptio, 
heeft  die  suffragaen  van  Ludiek,  wesende  een  Augustijn, 
genaempt  heer  Degeon  Grafs  (2),  die  hoochmisse  geson- 
gen  mit  mitter  (3)  en.  staf,  hebbende  mit  hem  een  van 
synen  heeren,  in  alle  manieren  of  hy  heere  van  Luyck 
v^are  geweest. 

Op  sinte  lacops  dach,  in  dit  iaer,  is  opten '  kerckh(^ 
van  sinte  lans  gespeelt  die  hemels  vaert  van  Maria,  die 
moeder  Gods. 

Item  om  des  oerlichs  wil  van  Yranckryck  heeft  den 
herinck  alsoo  dier  geweest,  datmen  ten  Bosch  coft  twee 
pekel  bering  voor  iiij  oeft. 

Item  in  dit  iaer,  den  achsten  dacli  in  die  Meert,  in 
die  vasten,  is  ten  Bosch  afgeslagen  eenen  levenden  salm, 
commende  vanden  Haghe,  lanck  ij  ellen  en.  i)  duymen, 

(1)  BeginnendB  ie  twee  huêren  na  middach  en.  durende  tot  loff  tyt  toe. 
B.  heeft  slechts:  duurende  drie  «ren.  W.  duerende  vier  uren  laneJf. 
(2)  Bi]  B«  weglekten:  heer  Degeon  Grafs.  (8)  Mitter,  mijter;  hij  B. 
^«ggekten. 


Digitized 


by  Google 


—   112  — 

ende  in   dcD   rug   een  el  breet,    wegende  Iv  pont,  ende 
Cornelis  die  Baet  heeften  gecoft  voor  Ixxij  schilden. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  xxxvij,.  in  Au- 
gusto,  soo  is  bevonden,  dat  lan  van  Brecht,  schoutet 
vanden  Bosch,  heeft  in  sekere  borgeren  huysen  syn  knech- 
ten doen  dimmen,  om  daer  te  zueken  misdadigen,  twee, 
drie,  vier,  vyf  reisen  of  meer;  welcke  husen  gesloten 
waren,  ende  mit  foortse  daer  in  gecomen:  soo  eest  al- 
soo,  dat  een  genaemt  Claes  Arts,  anders  genuemt  Belle- 
ken, woonende  tegen  dat  vleeshuys  over,  hebbende  ge- 
daen  inden  avont  eenen  mort  in  die  Kercke  straet,  ende 
doen  die  schouteden  dienderen  syn  by  nacht  geclommen 
fortselycken  inden  huyse  toebehoorende  Mathys  van  Cu* 
lenborch,  daer  in  woonde  die  voorsz.  Belleken,  misda- 
dighe,  ende  aldaer  een  maent  lanck  int  goet  te  blyven 
liggen.  Alsoo  syn  gereist  tot  Bruessel,  om  die  previle- 
gien  der  voorsz.  stat  te  onderhouden,  dat  die  schoutet 
daer  tegen  gedaen  heeft,  te  welen,  Matthys  Stoters,  in- 
den rinck,  Willem  van  Os,  scepenen;  Hermen  van  De- 
venter, Lambert  vanden  Broeck,  Adriaen  van  Eyndhouts, 
Dirck  van  Os,  Ghysbert  Pels,  raetsheeren;  noch  Goeyaert 
Groterts,  meester  lan  Beymers,  secretarissen;  noch  lan 
Staesen  en.  Peter  lacops,  dekenen  vanden  smeden  en. 
bontwerckeren ;  Daniel  van  Vlierden,  als  boersdreger;  But 
Uermens,  als  bode,  tsamen  wesende  tot  Bruessel,  om 
deser  saken  te  vervolgen  tegen  den  voorsz.  schoutet. 

In  dit  iaer,  op  sint  lans  dach,  ante  portam  kUinatHy 
heeftmen  gespeelt  vanden  ix  besten  en.  die  ix  quaden, 
by  die  Barbaren  luden,  nae  niiddach,  duerende  tot  des 
avonts. 


Digitized  by 


Google 


—  113  — 

h  dit  xaer  [1638],  op  sint  Gielis  dach  in  Septembri, 
is  meester  Adriaen  vanden  Grave,  licentiatus  in  beide 
die  rechten,  commissaris  gecoren  over  dese  Verdopers, 
ende  mit  hem  geordineert  meester  Gosen  vander  Stegen, 
Matthys  Lambrechs  Stotars ,  meester  Meuric  Pelgrom , 
Cocyaert  Simons,  meester  Henric  Cuysten  [en]  meester 
lan  vander  Stegen. 

Item  des  anderen  dages  na  onse  lieve  Vrouwe  in  die 
Garstmaent  (1)  syn  tot  Vucht  aen  staken  gebrant,  ende  als 
sy  vrt  gevuert  waren,  soe  waren  sy  gemuylbant  en.  had- 
den  groote  knopen  in  den  mont,  Pauwels  van  Druenen 
gontsmit,  gecoren  bisscop  van  den  Verdopers,  Michiel  Ste- 
vens, potbecker  van  Oosterhout,  boersdreger,  lan  Block 
van  Gent,  lynen  wever,  Adriaen  van  sGreven  hage,  oóck 
linen  wever. 

Ende  den  xi***'  dach  in  Septembri  syn  tot  Vucht  ge- 
brant aen  staken  iiij  persoonen,  te  weten,  lan  van  Ga- 
pel;  Neelken,  Pauwels  wyff;  Lysken,  lan  Blocx  wyff; 
Gheertken,  Erasmus  dochter  van  Tricht,  ende  zy  waren 
al  verdoopt. 

In  dit  iaer,  mit  consent  des  hoofs,  is  ten  Bosch  co- 
men  woonen  die  lombaert,  en.  heeft  een  huys  gecofl 
achter  Iconvent  vanden  Minderbruederen,  eertyts  toebe- 
hoorende  Lambert  Millinc,  daer  nae  meester  Ghysbert 
Heym. 

In  dit  iaer  [1539],  den  eersten  Sondach  inden  vas- 
ten, heeft  men  gespeelt  [van]  den  winter  en.  den  somer 
nae  ouder  gewoonten. 

In  desen  iaere  sterflF  die  exellente  meester  en.  doctoor 
totten  Prekers,  heer  lan  van  Baerl  (2). 

(l)    September.    (2)    Dit  doodsberigt  komt  bij  B ,  W.  en  A.  nift  voor. 

C.      .  8. 


Digitized 


by  Google 


—   U4  — 

Id  dit  iaer  heeft  men  gehoudeD,  ^len*  xvi'**''  dacb  in 
lunio,  die  exequien  en.  wtvaert  van  ons  keyserinne,  vrou 
Isabedi  van  Portugael,  ons  keysers  Earel  huysvrou,  die 
gestorven  is  in  Spaignieo.  Dat  booch  choore  in  sint  lans 
kercke  v^as  al  behangen  mit  swarten  lakens;  die'baer 
werdt  gehaelt  vanden  raetfauys,  en.  daer  waren  t^en- 
wordich  die  scoutet  milten  scepenen  en«  ander  raetshee- 
ren,  die  iüj  scutteryen,  die  Trouwen  brueders  en.  die 
dekens  vanden  ambachten^  die  droegen  iiij  en.  xx  toort* 
sen,  ea  die  misse  werdt  gedaen  vanden  choordekeo  mit 
grpoter  solemniteyt. 

In  dit  iaei^  van  [1500]  xxxix,  den  xi'*""  luly,  is  onse 
genadighe  vrouwe  coninginne,  vrou  Marie,  als  bewaer- 
der  deser  landen  van  herwaerts  over  onser  genadiger 
heëre  der  keiserlike  maiesteyt  ingecomen  inder  stat  van- 
den Bosch,  mit  schoone  staet  en.  veel  heeren  mit  haer, 
ende  doen  syn  verscheiden  ballingen  vanden  Lutheriae- 
oen  ende  andere  gebannen  persoonen  mede  ingecomen 
aen  een  groote  coorde  haer  houdende  (1).  Aldus  syn 
ten  Bosch  ingecomen:  inden  eersten:  die  coninginne  van 
Uwgarien,  vrou  Marie,  die  bisscop  van  Palermen,  die 
iparcgrave  van  Bergen,  die  hartoge  van  Arschot  Philip- 
phus,  die  canceliere  heer  AdoUT  vander  Noot  mit  syn 
vrouwCf  die  grave  van  Pinnoy,  die  prince  van  Stmay, 
doctoor  Schoor,  myn  heere  Nigri,  cancelier  vander  oer- 
den, die  hartoginne  van  Milanen,  die  ionge  heere  van 
Egmont,  die  ambassiateur  van  Engelant,  die  ambassa- 
toer  van  Yrancryc,  die  heere  van  Molenbays,  myn  heere 
van  Simpy,  die  heere  van  Gorbaron;  die  prelaten,  die 

(1)  B«  hecil  aldus:  veel  hiêren  ^  haer  KeUtende  em*  audêt  ge^atmen 
persoonen  mede  intte  comênde,  haer  houdende  aen  een  groote  coorde.  Zie 
▼erder  de  uittrckacls  uii  W.  en  A. 


Digitized 


by  Google 


—  115  — 

abt  van  Tongerloe,  die  abt  vaü  Berne,  die  c'otmnendeur 
van  Gemert,  die  arcbidiaken  van  Luyck,  die  abt  van 
Yilfeere,  die  abt  van  sinte  Bernaert,  die  abt  vën  sinte 
Geertruyden,  die  abt  van  Perck. 

Itena^  die  stat  vanden  Bosch  heeft  gesconken*  vrou  Ma- 
rie, die  coniDginne,  eenen  budel  met  dusent  Karolos  gul- 
den en.  een  voeder  wyns;  iteoï  allen  die  heeren  vander 
oerden  i/9tn  gesconkeu  elck  een  aetid  wyns  vander  stat 
ed.  tplat  lant. 

In  desen  scepen  stoel  [lS40]',  in  Octobri,  is  lan  van 
Brecht,  hoochscoutet  vanden  Bosch,  ridder  geslagen  te 
Bruessel  vanden  keiserlycke  maiesteyt: 

In  desen  scepen  stoel  is  meester  lan  firock  gecoren 
secretaris  in  die  plaetse  van  meester  lan  Reynaers  nu 
gestorven. 

In  desen  schepen  stoel  i^  Claes  vander  Stegen  gecoren 
meester  vandet  zieken  of  melaetsen  in  die  plaets  vaü 
Willem  van  (h,  die  dat  officie  over  gegeven  heeft. 

In  dit  iaer,  ind  eerste  van  Appril,  dooj^  bevel  der  kei- 
serlicke  maiesteyt,  die  hartoge  van  Bruynswyck  mit  scoo- 
nen  staet  van  peerden  heeft  gereden  door  die  stat  van- 
den Bosch,  om  te  bi^engen  hartoge  Willem,  hartoge  van 
Cleve  en.  Gnlick,  te  hove  By  den  keiserlicke  maiesteyt, 
ende  alsoö  tsamen  by  een  comende  tot  Ravesteyn  ende 
gecominiceert  mit  lïialcanderen,  alsoo  dat  die  hartoge  van 
Bruynsviryck  en.  die  hartoge  van  Cleve  syn  ten  Bosch 
tsamen  mit  scoonen  staet  gecomen,  hebbende  omtrent  1 
peerden,  den  achsten  dach  vanden  Appril,  ingereden  in 
die  herbeq^  inden  Cop ,  ende  die  heeren  vander  stat 
schoncken  hem  een  aem  wyns  ende  grootelyck  willeconi 
geheten,   ende   is   wederom   gereden   door  dje  stat   van 


Digitized 


by  Google 


—  U6  — 

TsertogeDbosch  tSaeterdaechs  na  sint  lao  ante  partam 
latinatn. 

In  dit  iaer,  Saterdaechs  inder  octave  van  onse  lieve 
Vrou  assumptio  inde  Oostmaent,  inden  avont,  b  die  key- 
serlike  maiesteyt  gecomen  ten  Bosch  en.  daer  gebleven 
mit  sjmen  heeren  ende  daer  nae  des  Woensdaechs  weder 
gereist  na  Loon  ende  soo  voorts  in  andere  syne  steden, 
ende  die  stat  vanden  Bosch,  dóen  sy  hem  feestelyck  in- 
gehaelt  hadden  mit  veel  gewapende  borgers,  soo  heeft 
die  slat  den  keiser  gesconken  twee  voeder  wyns,  noch 
twee  groote  vette  ossen,  't  stuk  van  xl  gulden  en*  c  mal« 
der  ha  veren. 

Item  op  die  tyt,  in  Augusto,  syn  alhier  ten  Bosch  op 
gedaen  nieuwe  moss  en.  getapt  den  pot  ij  stuyvers  en, 
een  ort. 

Item  in  dit  iaer,  in  Augusto  en.  in  September,  re- 
gneerde  ten  Bosch  een  wonderlike  siècle  op  een  man- 
niere  van  een  corlse,  djaer  veel  menschen  af  storveu,  en. 
soo  wie  te  live  bleeff,  die  was  alsoo  byster  en.  eynse- 
lyck  geslelt  ind  aensicht  off  hy  vergeven  hadde  geweest 
en.  mochte  qualiken  van  dier  ziecten  genesen,  waerom 
scerpelyck  verboden  werdt  te  coopen  of  te  vercoopen 
pruymen/druyven  etc.  (1). 

•  Omtrent  den  iaere  ons  Heéren  m  ccccc  en.  xl  werden 
volmaeckt  sint  lans  kercke  orgelen  van  meester  Henric 
van  Munster:  hy  woonde  in  die  Verwer  strael  (2). 

(1]  nit  berigt  komt  in  het  afschrift  van  B.  A.,  en  W.  veel  korter  en  met 
mindere  omstandigheden  voor.  Deze  aanmerking  geldt  ook  wegens  ver- 
scheidene berigten  sedert  het  jaar  1635.  Wij  vinden  het  onnoodig  dit 
telkens  aan  te  wijxen.  (2)  B.  xegt  stellig  in  1540  en  spreekt  duide- 
lijker aldus:  »)<{a<  orgel  in  sint  lans  kercke.*' 


Digitized 


by  Google 


—  il7  — 

Id  desen  scepen  stoel  [1541],  den  xiij*'"'  dach  in  No- 
Tembri,  is  hj  die  drie  leden  gesloten,  datmen  alle  Ryn- 
sce  wynnen,  oude  en.  nieuwe,  sal  tappen  voor  twee  stuy- 
▼ers  en.  een  oert,  ende  opt  ame  biers  geset  noch  eenen 
stnyver  durende  twee  iaeren  en.  niet  langer. 

Item  opten  derden  dach  in  December  heeft  meester 
lan  Tander  Stegen,  meester  vanden  heiligen  Geest,  by 
die  drie  leden  orlof  genomen,  door  dyen  syn  huysvrou, 
die  hy  gehadt  heeft  omtrent  xviij  iaeren,  nu  corts  inden 
craem  gelegen  heeft  van  een  ionge  dochter, 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  xlij,  den 
xxiiij"®''  dach  inden  Meye,  heeftmen  den  eersten  steen 
geleet  aen  die  nieuwe  Oerten  poort,  om  aldaer  te  be« 
staen  te  metsen. 

In  desen  scepen  stoel,  Sondaechs  nae  sint  lan  Baptis- 
ten, wert  gepubliceert  af  opter  heeren  huys,  datmen 
terstont  binnen  iij  dagen  af  solt  bauwen  alle  willigen, 
opgaende  off  gehoeyt  (1),  cleyn  en.  groot,  vander  Orten. 
poorte  totten  nooteboom  toe  of  dat  eerste  huys  binnen 
Orten:  noch  alle  willigen  buyten  sint  lans  poort  totter 
bruggen;  noch  vander  Baseldonck  poorte  totten  clooster 
toe  aldaer;  noch  alle  willigen  buten  die  Hintemerpoort 
totten  huzen  toe;  noch  buten  die  Pieckepoort  totten  La- 
zarus husen  toe,  ende  soo  vorts  rondomme  die  stat,  op 
een  peen,  staende  op  elckej  willige  geset  drie  libër  paye- 
ments.  Noch  heeff  dat  convent  vanden  Bazeldonck,  door 
beveel  wtten  bove  van  Brabant ,  des  anderen  dages  nae 
sinte  Peeter  en.  Pauwels  a".  [1500]  xHj,  af  moeten  hou- 
wen allen  haer  boomen ,  te  weten ,  alle  die  eycken  staende 

(1)    Gehoeyt,   bij    B.   uitgelaten^  Vf.  gesnoet  voor  gesnoeid;   A.  ge- 
.snoyden» 


Digitized 


by  Google 


-.»  118  — 

J>nyten  l^t  dooster  roodflomine,  mU  oock  alleo  l^aer 
willigen  en.  haeren  nieuwen  driey  boom  oock  moeten  af 
brd^en  fnde  die  eycken  binnen  der  stat  moeten  brengen: 
noch  is  af  gebroken  dat  geheel  clooster  vander  Ba^el- 
donck  mit  die  kercke  en.  allen  busep  ter  zieken  nit  al* 
len  die  boopiqn:  nocli  heer  Daems  gasthuys;  all^  die 
Jbusep  mittpn  bpomen. 

Item  optep  ppLi*'"^  dach  iv  Angnsto  is  op  die  Bazel- 
donck  by  sekere  timmerlieden  af  gebrocken  die  kercke 
vanden  clooster»  ende  in  die  mneren  mit  eepea  reep  nefy^ 
te  wynden  is  daer  een  Tack  vander  mneren  neer  geval- 
len, daer  onder  syn  bleven  ij  timmerlieden  doot,  een  ge- 
Duemt  lan  van  Oerscot  en.  Dirck,  «n.  sommigbe  andere 
seer  gequest  totter  doot  toe. 

Item  in  desen  scepen  stoel  'syn  geordifteert  ii§  raets* 
beerefly  wesende  alemosseniers ,  om  alle  Sondaeh  mitter 
scalen  te  gaen  in  sint  lans  kercke  voor  die  armen  huy»* 
armen,  te  weten,  iacop  Colen,  Adriaen  van  Eyndhoats, 
Ghepit  van  Berckdi  ende  Dirck  Goeyaertiea  of  Um  die 
Wolff. 

In  desen  iaere  en  is  geenea  nieuwen  w^  gecdnen 
ten  Bosch  noch  in  Hollant  (1). 

In  desen  scepen  stod  heeftmen  bestaen  te  graven  aen 
die  Wevem  plaets  rondsomme,  noch  allen  die  grafteo 
aengaende  vander  Pickepoort,  voorts  tot  sint  lans  poort 
na  den  Boom  tot  Engelen  te  gaen. 

Item  ifi  dit  iaer,  des  anderen  dages  nae  ainte  Lucas 
dach,  syn  omtrent  zx  bloter  boeven  wt  fiommelre  weert 
gecomen  tot  voor  by  Engelen,  ende  hebben  daer  gehaeit 
i^  schepen  van  Gorcum ,  geladen  mit  soul ,  eode   een 

(1)    Dit  berigi  komt  bij  B.,  W.  en  A.  Diet  tooi. 


Digitized 


by  Google 


—  119  — 

schip  Tasdeo   Bosch,  gdaden'  mit  alderhande  goet,  co- 
mende  van  Antwerpen  y  en.  sjrn  gevaren  nae  Boemel. 

Knnen^desen  taere  [1543]  is  geconsentisert  ran  allen 
hosen  te  betaelen  den  tiensten  penniac  in  een  Bede,  en. 
bevonden  mvj*  hosen  (1),  behalven  allen  cameren  en. 
Gods  husen. 

Soodachs  voor  vastelavont  is  omtrent  acht  hueren  des 
smergeos  die  groote  clock  sint  lans  getogen,  dat  dlle 
borgeren  mit  haren  geweren  liepen  aen  die  poorte  en. 
op  die  mneren,  ende  dat  (ber  vij  of  vüj  verlopen  boe- 
ven en.  landsaten  syn  gecomen  en.  getransoneert  (2)  heb- 
ben den  hnjsarmen  tot  fielvoort,  alsoo  dat  daer  gevan- 
gen werden  ses  landsaten,  die  welcke  [men]  alle  ses  aen 
een  galge  op  die  merct  gehangen  heeft,  op  onser  liever 
Yronwen  avont  pnrificatio,  en.  bleven  daer  hangen  iij  da- 
gen, ende  doen  mit  eenen  wagen  gevuert  onder  die  galghe 
en.  daer  in  eenen  cuyl  gegraven,  ende  die  sevenste,  we- 
sende  van  Diesen,  werdt  van  een  maget  verbeden,  die 
hem  troude  terstont. 

In  dit  iaer,  in  den  Meye,  is  dat  water  alsoo  groot 
geweest,  dat  alle  die  wejen  onder  liepen  rondsomme, 
ende  men  most  allen  die  beesten  op  halen,  dat  groote 
scade  heeft  gedaen,  ende  een  sester  bnystel  heeft  doen 
geganwen  g  stuvers  (3). 

(1)  B.  segl:  9§9kuyê9nj  MijklM«r  eene  wfarijflboC.  Zie  over  hel  tin- 
tel kuite»  ia  dien  ttjd  biiiMB  de  aéed  's  Hertosenboteh:  Dr.  HsBXiM, 
Bijdragen  ovw  Noord- Brahand ,  H  dl.,  bladz.  60  en  01.  Bij  W.  en  A. 
komt  deze  bijzonderheid  niet  7oor.  (2)  Lees:  geiravailleeri ,  geplaagd. 
Bij  W.  en  A.  staat:  ndie  een  huysman  toi  Ilelooirt  groot  overlast  had^ 
ént  aemgedëên,**  Il-mgvrnan,  beter  dan  huysarmenf  misschien  huislui- 
den.     (3)    Dit  berigt  is  bij  B.,  W.  en  A.  \reggevalleii. 


Digitized  by 


Google 


—  120  — 

Item  in  desen  tyt  is  alsoo  grooten  duren  tyl  geweest 
inden  brant,  als  oyt  in  menscelycke  kennis  is  geweest , 
te  weten,  een  ton  torfs,  iiij  stuvers:  een  hondert  eycken 
rys,  twee  gulden;  een  hondert  eisen  rys,  twee  gulden 
en.  X  stuvers ;  een  pot  wyns ,  .iiij  stuvers ;  ende  [er  is]  in 
xiiij  dagen  in  de  vasten  geen  zeevisch  binnen  der  stat  ge- 
comen  wt  Hollant;  een  ton  hout  colen  xvj  stuvers;  nouh 
een  wagen  steen  colen,  viij  stuvers;  noch  geen  cabel* 
liau  en  is  geweest  binnen  der  stat,  noch  scolleni  noch 
spiring,  binnen  den  tyt  tot  half  vasten. 

Item  in  die  Paessce  heilige  dagen  syn  in  die  scholen 
gestalt  meer  dan  xl  wagen  peerden,  die  te  dinst  qua» 
men  den  prinche  van  Oraengien,  om  attelrye  te  vueren^ 
en.  stonden  daer  drie  dagen  lang. 

Item  op  Pinxtavont,  om  dat  oorloge  van  Gelre,  en  is 
die  cast  van  sint  Thonis  ten  Bosch  niet  gecomen  (1). 

Item  in  die  maent  van  lunio,  den  vyfsten  dach  des 
smergens  ontrent  een  huere  inder  nacht,  syn  overcomen 
die  Gelderscen  wt  Boemel  tot  Empel,  ende  hebben  ge- 
brant  tot  Hintem  xiiij  husen,  toebehoorende  Claes  die 
Mol,  Hilleken  Theuwen,  Simon  de  Mol,  Lang  Henric 
Mol,  lan  de  Becker,  den  bloc  aen  die  merct,  Ruel  die 
Mol,  Dirc  Ruelen,  Hubert  inden  Leeu,  Goeyaert  van  En- 
gelant,  Gozen  van  Beeck,  Dirck  en.  lan  van  Engelant. 

Den  xix'^''"  dach  in  lunio  syn  die  van  Bommel  over- 
comen tot  Empel  en.  soo  nae  Engelen  gaende  opt  Oete- 
ren  ij*"  stqrck,  ende  hebben  daer  eenen  grooten  rooil  ge- 
haelt  van  beesten  en.  gebrant  Dachverlies  hoeve  mit  c 
scapen  ende  den  kinderen  Toelincx  hoeve. 

(1)  Bit  beri(;t  bij  B.,  W.  en  A.  uitgelaten.  Ik  weel  niet  wat  met  dr 
cast  tan  sint  Tltonis  bedoeld  wordt. 


Digitized 


by  Google 


—  121  — 

lot  selve  iaer,  op  sint  lacops  avont,  heeft  Marten  van 
Bossem  mit  een  gruen  tente  (1)  van  peerden  en.  knechtm 
gecomen  als  velt  heere  vanden  coninc  van  Yranciyck  in 
Brabant,  commende  over  Berchem,  Os,  Yecliel  en.  voorts 
over  Boxtel:  ende  op  sinte  lacops  dach  hebben  die  van 
Boxtel  verdingt  voor  vij  dusent  gouden  gnlden,  behaU 
ven  alle  plonderinghe  en.  die  kercke  gespolieert  van 
kelcken,  ciboriën  en.  misgewaet  ende  allen  die  kisten  op 
geslagen;  ende  opten  selven  dach  gecomen  voor  die  stat 
vanden  Bosch  aen  die  Pickepoort,  stootende  opten  drey- 
boom  voor  aen  die  poorte,  seggende:  ))GheefV  op!*'  ende 
is  den  selven  man  mit  eender  biisse  doot  gescoten  van-  . 
der  poorte,  ende  doen  allen  die  husen  nae  Tucht  gaende 
gebrant  tot  soo  nae  aen  die  Ilalsche  brug  mit  veel  groote 
boeven  daer  liggende,  en.  gebrant  ij°  en.  xv  husen  (2); 
noch  verdinct  Oerscot  voor  x"  Carolus  gulden;  noch 
Oostenvyck,  Hel  voort,  Essche  en.  veel  dorpen  daer  om* 
trent  liggende,  ende  syn  op  sint  Annen  dach  gereist  nae 
die  vloet  (3),  ende  hebben  totten  Chartusers  te  Vucht 
genomen  die  kelcken  vanden  outaer  daer  die  priesteren 
en.  monniken  stonden  en.  celebreerden,  ende  die  misse 
niet  wt  wesende,  hebben  dat  sacrament  inder  kelcken 
opt  altaer  gestort;  noch  hebben  sy  ingenomen  die  stat 
van  Endhoven  en.  al  gevangen  en.  doot  geslagen;  noch 
Woensel  en.  alle  die  dorpen  aldaer  tot  Helmont,  ande 
voorts  commende  tot  Helmont,  heeft  Marten  van  Bossem 
in  die  maent  van  lulio  gebrocht  in  dingtale  Ixx  dorpen 
in  Pelant  en.  Eempelant. 

(1)  V.,  B.  en  W.  gtiicn  tenten  A.  groote  tente,  Hoet  men  mei  groote 
bende  leien?  (2)  Bij  B.  616  huysen;  W.  en  A.  meer  dan  een  hondert 
huysen»  In  geheel  Vacht  waren  in  1626  niet  meer  dan  310  huizen.  Zie 
Bijdragen  boven  geifield ,  bladz.  62.  (3)  Ende  syn  op  sinte  Annen  dach 
enx.    Deze  onduidelijke  woorden  komen  bij  B.,  "W.  en  A-  niet  voor.^ 


Digitized 


by  Google 


—   122  — 

Item  in  lulio  is  bestaeo  te  graven  een  groote  wal  aen 
die  Pickepoort  tot  sint  lans  poort  toe,  wesende  eeneo 
dobbelen  wal»  ende  tusscen  den  ouden  graf  en.  deo 
nieuwen  graff  blyvende  eenen  wal  liggende 

Item  na  den  tocht  by  Harten  van  Rossem  gedaen  oth 
der  die  meyerye  vander  stat  vanden  Bosch  is  bevolen 
wttea  hove,  datmen  allen  die  husen  staende  buten  die 
voorsz.  stat  sal  afbreken  xxv*  voeten  vander  stat  te  re< 
kenen  rondsomme  aea  die  poorten. 

Inden  iaere  ons  Qeeren  dusent  ccccc  en.  xUiij  is  we- 
der gheconsenteert  te  betaelen  den  tiensten  penninc  over 
alle  landen  der  keiserljcke  mayesteyt  toebehoorenden  en- 
de daer  toe  den  xx.'**''  penninc,  beloopende  (^  elcken 
gulden  ^  stuvers  en.  op  dcke  mud  roggen  iiij  stuvers  ig 
oert,  ende  den  thiensten  penninc  te  consenteeren,  is  voor 
de  tweetste  reise  geconsenteert  secundario  te  ontfimgen 
yan  alle  paditen,  tchynseo,  lanthueren  en.  van  alles« 

In  desen  iaere  is  geconsenteert  den  impost  ia  allen 
keisers  landen,  te  wet^,  op  elcken  os  by  den  cooper 
te  betaelen  ses  stuvers;  op  elcken  vereken,  g  stuvers; 
op  dek  scaep,  ij  stuvers,  al  by  den  cooper  te  betaelen; 
ende  daer  toe  alhier  inder  stat  gecoren  meester  IVans 
van  Balen,  Claes  van  Ravesteyn,  Gherit  Wils  en.  Wil* 
lem  Lucas.  ^ 

Noch  in  desen  scepen  stoel  b  schoutet  mit  scepenen, 
raetsbeeren,  dekenen  en.  veel  vande  iiij  scutieryen  indea^ 
avont  omtrent  x  hueren  mit  viij  wagens  en.  omtrenl  vy£- 
tich  peerden  gereyst  int  lant  van  Ravfesteyn  tot  Herpen 
en.  hebben  daer  vanden  bedde  gehaelt  een  genuemt  Zeel 
Brunen  en.  noch  eenen  op  Herpen  (1)  Scayck,  wesende 

(1)    V.  I/cepeni  B.  I/erhcrt;  A.  Schyck, 


Digitized 


by  Google 


—  123  — 

oowiUige  per$oooeQ  aengaepde  deo  iogebot  eo.  op  die 
poort^  gebrocbt 

Item  deo  xiii^ieo  dach  ioden  Meert  is  Frans  Bogaert 
gecoren  heilige  Geest  meester  indie  plaets  van  meester 
bo  yander  Stegen. 

Item  IQ  desen  scepen  stoel  is  gecoren  tot  eenen  secre- 
cretaris  Idriaen  van  Achten  in  die  plaetse  van  meester 
Peet«r  van  Os  die  iooge. 

Hem  io  desen  soepen  stoel  is  geordineert  vfeder  te 
graven  die  Dieie,  beginnende  vanden  Boom  der  stat 
waertinne,  ende  des  iaers  daer  nae  is  die  heel  Diese 
gq[raven. 

Jlen  uüg'^"  dach  inden  Meye,  opten  middach,  is  ge- 
weest een  groot  tempeest  van  wynt,  weseode  een  hamey 
(1),  duerende  een  half  huere,  dat  des  heilige  Geest  mo- 
len k  gewayt  ter  neder  inden  graft  al  gebroken  mit  veel 
coreos  opten  molen  wesende;  noch'aen  die  Orten  poort 
Gerit  van  Doorns  moeien  oock  ter  neder  gewayt. 

Item  in  lunio,  den  xxvj'**'^  dach,  wesende  des  Don- 
redaohs  na  sint  lan  Baptiste,  is  ten  Bosch  ingecomen 
nae  middach,  te  weten,  die  outste  soen  van  don  Fei^ 
nanduSy  coninck  van  Hnngarien,  en.  hebben  alle  die 
senttcn,  te  weten,  die  ouden  sentten,  die  iooge  sentten 
hantbogen  en.  cloveniers  in  haer  cleederen  hem  statelto* 
ken  ingefaaelt:  hy  hadde  by  hem  hondert  peerden  en. 
Teel  geladen  muelen. 

In  dit  iaer^  Sondachs  nae  sinte  Dionys  dach,  is  ten 
Bosch  gdionden  een  generael  processsie.  Die  misse  by 
deo  choorddien  gesongen,  die  ambachteo  syn  omme  ge- 

(1)  ffamey,  bij  B.  wegg^UtcD*  W.  en  A.  geven  dezen  storm  niet 
ep.  l^ouii  heeft  amei,  hanui,  voor  lavilla,  heete  ascky  hier  is  het 
eene  hoos. 


Digitized 


by  Google 


—  124  — 

gaeo;  noch  iüj  scuueryen,  ons  Vrouwe  bruederscap  en. 
den  geesteljcken  staet,  oock  die  Beghynnen  mit  haer  fa- 
lien  syn  om  gegaen  voor  die  Bogaerden  mit  allen  reli- 
quien  en.  mit  sint  lan  (1). 

In  dit  iaer,  den  v  ***'*'  dach  inden  Meye,  syn  gereden 
twee  mans,  die  een  van  Antwerpen  en.  die  ander  van- 
den Bossche,  ende  elck  mit  syn  huysvrou,  gereden  te 
Iherusalem  nae  den  heiligen  grave,  ende  syn  wederom 
gecomen  ten  Bosch  gesont  op  sint  lans  dach,  evangelist, 
inden  selven  iaere,  onder  die  vesper  tyt,  wesende  den 
xxvij  dach  in  December,  ende  quamen  mit  hem  in  gere- 
den omtrent  lx  peerden.  Die  pelgrom  vanden  Bosch  was 
genuemt  loost  Enoeyeu  met  Lisken  s)^  huysvrouwe,  doch- 
ter  Willem  die  Raet. 

In  dit  iaer  [1545],  op  sint  lans  dach  inden  Meye, 
heeftmen  gespeelt  vanden  ix  besten  en.  vanden  ix  quaet* 
sten  mit  veel  peerden. 

« Item  op  den  Eersmis  dach  is  al  den  da^h  alsoo  groo- 
ten  regen  gevallen,  datmen  geen  processie  en  heeft  ge- 
houden, mer  des  Maendaechs  is  die  processie  gehouden 
en.  die  gilden  hebben  gespeelt  (2). 

Opten  vierden  dach  in  Decembri,  omtrent  iiij  huerea 
namiddach,  is  onse  genadighe  heere  die  keiser  Garolus 
ten  Bosch  ingecomen  mit  veel  verscheiden  heeren,  har^ 
togen,  graven,  bisschoppen,  princhen,  over  de  ij  dusent 
peerden  en.  meer  dan  iij*"  geladen  muien  mit  bagagien» 
om  te  reisen  na  Ytert  ende  daer  te  geven  dat  gulden 
vliesch,  ende  is  binnen  den  Bosch  gebleven  xxv  dagen 
en.  op  alle  Einderdach,  nae   xij    hueren,  gereden  nae 

(1)    Dose  procwsie  is  bij  W.  en  A.  weggelaten,    (t)    Dit  berigt  bij  B. 
weggelaten. 


Digitized 


by  Google 


—  125  — 

Boemel  mit  allen  syn  macht  en.  daer  eenen  nach  geble-' 
ven,  ende  doen  gereden  nae  Bueren  en.  soo  vorts  nae 
Ttert  en.  daer  gebleven  tot  Purificationem  Mariae. 

Item  in  dit  iaer ,  op  sint  Achten  dach ,  is  heer  lan 
Tan  Brecht,  ridder,  geseten  inden  recht,  dingende  als 
onder  scboutet;  ende  daer  saten  inden  scepen  stoel  doen 
twee  scepenen,  beyde  ridders,  te  weten,  heer  lan  van- 
den Wigaert  (1)  ende  heer  Walraven  van  Erp  (2). 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  xlvj  heeft 
den  rog  gegauwen  dat  mud  ses  gulden ;  dat  mauwer  gars- 
ten,  xlv  stuvers;  dat  mauwer  boecweyts,  ij  gulden;  t' 
mud  hoppen,  iiij  xxx  sts;  den  pot  wyns,  iiij  stuver,  en* 
de  alle  dinc  daer  nae. 

In  dit  iaer  heeftmen  gespeelt,  den  eersten  Sondach 
inde  vasten,  vanden  winter  en.  vanden  somer. 

Int  selve  iaer,  op  Palmen  Sondach,  heeftmen  op  die 
merct  gespeelt  die  pasi^ie  ons  Heeren. 

Opten  xxiig'*'"'  dach  in  Maiö  is  Ygrom  van  Achlen 
gecoren  gasthuys  meester  in  die  plaats  van  Daniel  van 
Tlierden,  die  gestorven  was  vander  peste. 

In  desen  scepen  stoel  en.  syn  der  stat  tbynsen  niet 
verpacht,  noch  groot  noch  cleyn,  gelyckerwys  men  te  ver- 
pachten plach,  oock  den  sesse  gedeputeerden  verboden. 

Item  des  Sondachs  nae  sinte  Servaes  dach,  na  die 
vesper,  is  der  puyen  af  gepubliceert,  in  presentie  van 
ses  scepen,  dat  niemant  op  die  corenmerct,  ionck  noch 
out,  als  men  rogge  vercoopt,  en  solt  comen  aldaer,  om 
gerucht  (3)  te  maken,  op  een  pene  van  iij  Carolus  gul- 

(1)  1.  en  W.  WyngaerL  (2)  B.  heer  Willem  van  Erp,  doch  deie 
naam  is  uiigMcbrapt,  waarvoor  met  eene  oude  hand  Walram  van  Erp 
getchreven  üj  bij  W.  is  de  voornaam  v«reggelaten^  A.  heeft  dit  berigt 
aiet.     (S)    A.  Gerucht)  bij  V.,  B.  en  W.  gerust. 


Digitized 


by  Google 


—  126  — 

deo,  want  den  rogge  doen  heeft  gegauwen  vig  gulden ; 
die  garst,  dat  mauwer,  twee  peters;  die  haver  zxxi  stiH 
ver,  ende  al  na  advenant. 

Item  hebben  die  geheel  weke  scepenen,  gesworen  ofte 
raetsheeren  mitter  gruen  roeyen  en.  clerck  wtter  eime- 
ren doen  visenteeren  alle  die  corensoideren  daer  rog, 
weyt  oft  garst  was^  ende  dat  bescreven,  om  te  weten 
of  aldaer  genoech  corens  solt  wesen  totten  nieawen  toe. 

Noch  in   dominica  cantate  waren  voor  sint  lans  poort 
en.  die  Pieken  poort,  voor  vyf  hueren  des  smergeos,  mit 
ydel  sacken,   wtter  Langer  straten  tot  Huesden  toe,  om' 
broot  te  coopen  van  grooten  honger,  meer  dan  ij^  men- 
schen  (1). 

Item  int  selve  iaer,  na  den  Bosch  kermis,  is  gespeelt 
die  xvij  landsheeren  nader  alder  gewoonten  alle  acht 
iaeren. 

Item  noch  vanden  dueren  tyt  in  dit  iaer  van  [1500] 
xlvj:  inden  eersten,  dat  mud  roggen  heeft  gegauwen  in 
Inlio  ix  Rynsgulden;  dat  hoet  garsten,  xxvj  gulden:  een 
manwer  havere  heeft  gegauwen  ij  gulden  5  stuvers:  met 
God,  die  Heere  versacht  anders  in  corten  tide ,  dat  den 
rog  gauwe  vVt  gulden;  dat  hoet  garsten,  xv  Rynsgulden, 
ende  een  matder  haver,  xv  stuvers. 

Item  int  selve  iaer,  rn  Dècembri,  den  xvij]**'*  dach, 
heeft  die  procureur  generael  tot  Bruessel  doen  gedagen 
allen  die  secretarisen  der  stat  vanden  Bosch,  te  weten, 
Goeyaert  Grotart,  meester  Peter  van  Os,  meester  lan 
Broek  en.  Adriaen  van  Ichlen,  om  dat  sy  die  scryffca- 
mer  hebben  gesloten  eenen  dach  en.  meer,  om  wekere 
redenen,  ende  die  stat  voorsz.  hebben  die  sake  over  hen 

(1)    Kt  Iterigl  komt  bij  B.,  W.  eit  A.  niét  TOor. 


Digitized 


by  Google 


—  127  — 

geocmeD.  Qm  die  secretarisen  te  verantwordeo  zyn  ge- 
ordineert  by  die  itj  leden  deser  stat,  meester  Frans  van 
Balen,  scepen;  LamBert  vanden  Broeck,  raetsheere;  Goey- 
aert  yan  Vlieren  en.  Frans  Cuysten,  dekenen,  ende  syn 
mit  eenen  wagen  mitten  secretarisen  gevaeren,  om  de 
sdve  te  excuseren  tot  Bruessel,  ende  die  schryfcamer 
gesloten  synde,  syn  weder  in  die  camer  gecomen  op 
ïaersaTonty  ende  want  die  iij  leden  dat  werc  aen  hem 
treckende,  heeft  die  cancelier  die  zake  tot  hem  gehou* 
den  (1). 

Inden  iaere  ons  Heeren,  m  ccccc  en.  xlvy,  den  ach- 
sten  dach  February,  syn  twee  gecomen  van  Iberusalem, 
te  weten  ^  heer  Anthonis  vanden  Eeckhout  en.  Goeyaert 
Strick,  gesont  welvarende. 

In  desen  schepen  stoel  is  bliven  staen  allen  der  stad 
thynsen  niet  verpacht  voor  Bamis,  gelyckmen  altyt  ge* 
daen  heeft  van  oude  usancie,  sonder  den  eersten  Son- 
dach  na  Bamis  te  condigen. 

Ende  daer  nae  is  den  bieren  accyns  verpacht  dit  iaer 
voor  xxiiij'°  en.  ix""  Garolus  gulden  by  Peeter  van  Oerl 
(2),  door  Dirck  Goeyarts  cum  suis.  Hier  af  ging  dat 
hoochsel  wt  des  Yrydachs  na  sint  Dionys. 

Noch  den  wryn  accyns  is  verpacht  by  loost  vander 
Lynden,  Willem  Michiels  en.  Albert  Keteler. 

In  desen  scepen  stoel  syn  de  sesse  maimen  genttemt, 
die  gedeputeerden  Ghpbert  Herinx  mit  sjnen  adherenten 
af  gedanckt,  ende  by  die  ig  leden  orlof  gegeven  mit 
allen  haren  dienderen. 

Daer  naer  syn  gecoren  twee  gennemt  borgermeesters, 

(1)    Tot  hem  gehoudeni  B.,  W.  en  A.  latai  heruêUn,     (2)    B.  van 
Os.    IKt  berigt  komt  bij  W.  en  A.  niet  voor. 


Digitized 


by  Google 


—  128  — 

ie  weten  her  Walraven  van  £rp  en.  Henric  van  Eynd- 
houts,  raetsheerai,  ende  tot  hen  Dirk  van  Wyck  en.  lan 
Noppen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  xlviij,  op  sinte 
Marie  Magdaleenen  dach,  heeft  tot  een  afterdeel  vander 
bruederscap  van  onser  lieve  Vrouwe,  heer  Phillipus  De 
Spina  choordeken,  orlof  gegeven  allen  die  sengers,  dat 
sy  haer  choor  cleet  wt  doen  souden  en.  op  onse  Yrou- 
wen  avont  assumptio  v^ert  die  wierook  niet  gescut  in 
onser  Vrouwen  choor,  als  gewoonlyck  altyt  is  geweest, 
en.  dan  te  gaen  voor  onse  lieve  Vrouwe  heneden,  soo  is 
binnen  middelen  tiden  een  accort  tussen  dat  cappitel  en« 
Jcr  bruederscap  op  onse  lieve  Vrouwen  avont  nativi- 
tas,  [getrofifen]  en.  doen  heeft  die  deken  na  ouder  ge- 
woonten comen  scudden  den  wirock,  ende  die  sengers 
syn  *weder  aengenomen  vanden  capittel  in  een  instru- 
ment, om  ten  eeuwigen  dagen  te  onderhouden  van  bei- 
den syden. 

In  dit  iaer  syn  gecoren  vier  ontfangers  en.  wt  gevers 
vanden  pensionen  (1)  te  betaelen:  Henric  van  Eyndhouts, 
Jan  die  Wolff,  lan  Noppen,  Goeyart  van  Vlierden. 

Item  op  sinte  Lamberts  dach,  binnen  desen  iaere  van 
[1500]  xlix,  syn  gemonstert  allen  die  borgeren  van  de- 
ser  stat  vanden  Bosch,  eick  in  syn  block,  om  den  prin- 
che  van  Spaigien,  onsen  toecommende  heere,  in  te  halen 
en.  te  hullen,  dats  te  weten,  alle  borgeren  groot  en. 
cleyn,  wesende  boven  syn  xx"*""  totten  iaere  van  xl  (2), 
te  gaen  in  haer  harnis  en.  rusting  mit  bussen «  spiessen , 

(1)  Pensionen,  pensioenen,  lijfrenten;  bij  V.  pensionarissen.  (2)  B. 
tsestieh  tot;  W.  ook  )X'iich:  docb  A.  sosHch  iaren. 


Digitized 


by  Google 


—   129   — 

slachswerden  ende  des  gclycke,  cnde  elck  mit  eee  velt 
teeken,  roet  sleyer  doeck  (l),  int  getal  omtrent  drye  du- 
sent,  ende  die  over  haer  xl  iaeren.  (2)  'vrareo,  elck  een 
wasse  toorts  van  xiij  pont  was  in  ons. (3)  hant  bernende 
vander  poorten  tot  des  princhen  logys,  ende  syn  mede 
g^aen  die  geestelickbeyt ,  die  heeren  vanden  cappittel, 
prekers,' Minderbrueders,  €ruysbrueders,  Bogaerden,  Baze- 
]eers»  die  Beghynen  in  een  groot  getal  mit  haer  witte  fa- 
lien,  noch  die  van  Orten  en.  Dungen  al  niit  toortsen,  en. 
des  anderen  dages,  Sondacbs,  seer  solempnick  ingebaelt 
mit  een  groot  getal  van  heeren  en.  borgeren  te  peerde. 

In  dit  iaer  is  Ilenric  Hej'xn  gecoren  te  hebben  die 
gruen    rov: 

In  desen  scepen  stoel  is  Philippus,  prinche  van  Spai- 
goeu,  des  keisers  soenc,  gecoemen,  ende  hem  werdt  ge- 
sconkcn  ses  voederen  wyns  cnde  rj*  malder  haveren  en- 
de ij  groote  costelycke  ossen  mit  sil veren  horens,  ende 
des  Dynstdachs  reysden  Iiy  mit  syn  moeye,  ^ie  conin- 
ginne  vrau  Marie,  over  Hiiesden  nae  Hollant. 

Den  vij'***"  dach  in  Octobri  syn  gecoren  vier  (4)  bor- 
gemeesters van  allen  ontfanck  en.  wtgeven  deser  stat: 
Adriaen  van  Eyndhouts,  lan  Coien  Henricsoen,  lan  die 
WolflF,  Goeyaert  van  Vlierden. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  en.  1,  den  xxv"*'" 
in  September,  is  meester  Peter  van  Os  gecoren  gasthuys 
meester  inder  plaetse  van  Igrom  van  Achlen. 

Item   op   den  xx'**"  dach   in  Octobri  werl  gecoren  tot 

(1)  Roet  sleyer  doeck,  rood  shiijerdoek.  (2)  V.  en  A.  vcertich  iarcn, 
doch  B.  en  W.  tsestich  iaren»-  In  noot  (2)  van  de  voorgaande  bladzijde 
staat  verkeerdelijk:  doch  A.  sestich  iaren,  lees:  dach  A.  veeriich  iarcn, 
(3)  B.  haer.  (4)  W.  vier;  V.  en  B.  twee.  Bij  B.  xijn  de  namen  der 
Imrgeineesters  weggelaten. 

C.  9. 


Digitized 


by  Google 


^   130  — 

eeD  secretaris,  Wouter  Scellens,  in  die  plaetse  van  mees^ 
ter  Peter  van  Os,  nu  gaslhuys  meester  geworden. 

Optea  selven  dach  syn  gecoren  tot  ontfangers  der  stat 
gueden:  Bertholouieus  Lóeff,  Lambert  die  Hase,  Adriaen 
van  Eyndhouts. 

Item  die  gedeputeerde  biden  iij  leden  deser  stat,  om 
allen  die  borgeren  mit  allen  gasthusen  en.  heilige  Geest 
te  setten  en.  te  scatten,  elck  nae  syn  ryckdom:  Matbys 
Stoters,  Henric  van  Eyndhouts,  Evert  vanden  Water, 
meester  Pauwels  Rasen,  Gherit  Hagens,  lan  van  Geffen, 
Art  Willen^soen  ende  lan  Noppen. 

Item  in  dit  iaer  [1551  zijn  gekozen]  iilj  baermeesters 
in  siot  lans  kerck  totter  baren  van  allen  zielen:  meester 
Frans  van  Balen,  Frans  vander  Gamraen,  Frans  Yuchs, 
noch  Evert  vanden  Water,  en.  haer  rentmeester  was  Lau- 
reyns  van  Sprang. 

Op  Bamis  avont  is  gepubliceert  op  lyf  en.  op  goet 
niet  te  mangelen,  te  vercoopen  of  coopen  tegen  die  Fran- 
choysen,  want  die  coninck  van  Yranckryck  heeft  ge- 
maeckt  een  alliancie  mit  den  Tui'ck  ende  heeft  op  die  zee 
doen  nemen  xvij  scepen  geladen  mit  goet,  dat  niet  te 
estimeren  en  is. 

Item  in  dit  iaer  is  geordineert  byden  iij  leden  deser 
stat,  om  den  commer  vander  stat  te  vjrnden,  dat  alle 
borgeren,  oock  alle  gasthusen  groot  en.  cleyn  mitten  hei- 
ligen Geest,  zullen  hier  in  contribueren,  ende  werden 
getaxeert  by  die  gedeputeerden  daer  toé  gecoren,  ende 
die  heilige  Geest  geset  op  Ixxv  gulden,  ende  dat  groot 
gasthuys  xx  gulden. 

In  dit  iaer,  des  anderen  dages  na  Sacraments  dach, 
wesende   den   xxix'"'°   dach   inden   Meye,  omtrent   seven 


Digitized 


by  Google 


--   131   — 

faueren  indeD  avont,  geslagen  [zijnde]  oenen  dandersiach 
in  sinte  Gheertruden  clooster,  is  boven  die  clock  den  tho- 
ren  geheel  gebroken  ende  die  tselve  vanden  thoren  die 
leyen  af»  noch  allen  die  gelasen  in  die  kercke  boven  en^ 
beneden,  groot  en.  cleyn,  geheel  wt  mitten  harnis  vander 
gelasen,  dat  die  kercke  veel  schaden  heeft  geleden  over 
vg*  of  vijj''  Carolus  gulden.  ^ 

Item  op  sinte  Laurens  dach,  omtrent  iiij  hueren  na 
middach,  is  ingehaelt  den  prys  vanden  meester  vanden 
dwasen,  die  tot  Bruessel  wt  is  gegeven,  dat  die  vanden 
rethoryckers  bier  syn  ingecomen  mit  1  borgeren  te  peerde 
snverlicke  opgeseten;  noch  drye  wagens  bedect  mit  gmen 
lakens,  ende  opten  eersten  was  den  prys  hangende,  ij 
of  iij  silvere  scildekens  ende  x  of  xij  (1)  tennen  schote- 
len of  desgelyckx,  op  groote  costen. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  1^,  den  xij"** 
dach  in  lanuario,  Dynstdachs  binnen  die  octave  van 
Derthien  dach  (2),  is  alsoo  groote  tempeest  geweest  van 
donder,  blixem,  regen,  den  geheelen  nacht  en«  dach  van 
winden,  dat  verscheiden  husen  in  syn  gewaeyt  en.  veel 
hnsen  mitten  watere  weech  geloopen  en.  gedreven.  Die 
stat  vanden  Bosch  was.seer  overladen  mitten  water,  want 
dat  water  wies  al  soo  groot  en.  seer  mitten  stroome,  dat 
quam  staea  in  die  Postel  straet  en.  opten  Hulenborcb;  men 
voer  mit  schuyten  lanx  die  Mortel  en.  totten  Oruysbruers 
toe,  dat  al  onder  was  oft  een  blacke  zee  hadde  geweest. 
Besen  grooten  iammer  des  waters  niet  tegenstaende,  soo 
hebben,  die  goede  borgers,  nae  haer  oude  mannieren, 
mit  schuyten  en.  pleiten  geladen  mit  vleesch,  kaze,  bo- 
ter en.  zulckx  meer,  te  hulpen  gecomen  die  arme  land- 

(1)     Bij  B.  en  W,  ix  of  ie  x;  A.  thyen.    (2)    Feest  vHn  drie  koniugen. 


Digitized 


by  Google 


—     132    -rr- 

luy  sitteiide  aen  die  Maescant  op  haer  sulders,  die  an« 
ders  van  hoDger  Ledorveu  souden  hebbéi  worden. 

In  dit  iaer,  binnen  die  octave  van  ons  lieve  Vrouwe 
assumptie,  is  ten  Bosch  gecoren  een  nieuwe  provencial, 
genuemt  frater  Yicentius  Harlem,  gardiaen  tot  Loven, 
ende  midts  consent  vanden  heeren  vanden  cappittel,  heb- 
ben die  Minderbrueders  gegaen  processie,  te  weten,  door 
die  Vuchtcr  straet,  Vismerct  en.  om  die  merct  ende  soo 
weder  in  haer  convent.  Ende  op  sinte  Bartbolomeus 
dach  is  een  general  processie  gehouden  om  die  stat  nih 
allen  die  religiosen,  ende  daer  waren  xcvj  Minderbnie» 
ders  ende  hebben  gebleven  inde  stat  viij  dagen,  ende 
hebben  veel  goede  sermonen  gedaen  tot  sint  lans,  tot 
sint  lacop,  lot  sinte  Peeters,  te  Beghynen,  dach  op  dach, 
en.  veel  dinst  gedaen,  en.  die  stat  heeft  hen  gesconken 
iij  amen  wyns. 

Item  voor  sinte  Bartbolomeus  dach  heeftmen  ten  Bosch 
gehouden  general  capittel  vanden  Cruysbrueders  (1). 

Binden  desen  iaere,  na  Paesschen,  Saterdachs  den  xij'*'* 
dach  vanden  Appril ,  syn  corsten  gedaen  onder  den  tho- 
ren  in  sint  lans  kercke,  soo  groot  en.  cleyn  xi  kloeken, 
daer  in  was  den  voorslach,  ende  meester  lan,  cappel- 
laen  van  Orten,  die  dedese  corsten,  want  allen  die  cap- 
pellanen  van  sint  lans  sieck  lage  te  bedde. 

Inden  iaere  ons  Heeren  m  ccccc  en.  lij  is  meester  Roe- 
lof Loekeman  gecoi*en  secretaris  deser  stat  vanden  Bosch 
ende  Wouter  Schellens,  griffier  (2). 

(1)  Dit  komt  bij  B.  mede  niet  voor.  (2)  Bij  B.  stond:  êecretaris 
ende  Wouter  Schellens,  zijnde  het  woord  griffier  weggelaten.  Door  eene 
andere  oude  hand  zijn  die  woorden  uitgeschrapt  en  is  er  peneionatis 
voor  in  de  plaats  gesteld.  Ook  bij  W.  is  sfcrciarie  doorgehaald  en  et 
pensionaris  boven  geschreven. 


Digitized 


by  Google 


—   133   — 

Inden  iaere  oos  Heeren  in  ccccc  en.  liij,  op  Pinxt 
dach,  speelden  alder  eerst  den  voorslach  van  sint  lans 
kercke,  dat  welcke  gemaeckt  hadde  vtermaeten  seer  cun- 
stelyck  meester  Matthys  van  Maris,  een  exelent  cunstener 
en.  meester  syns  ambochts  (1). 

Den  xxiiij"*"  dach  in  Octobri  geordineerl  byden  iij 
leden  deser  stat  tot  ontfangers  en.  wtgevers:  Henric  Ghy- 
selen,  lan  van  Liebergen,  meester  Cornelis  Goelbaerts, 
Claes  van  Ravesteyn. 

In  desen  iaere  syn  int  capittel  aengenomen  iiij  vice- 
cureten  of  cappellaens,  te  weten,  meester  lan  Hels,  ba« 
cnlarins,  meester  lan,  cappellaen  van  Orten,  meester  Mat- 
tbeus  van  Berlicum  en.  meester  Antbonius  van  Hemert: 
want  daer  waren  gestorven  i^  cappellanen,  te  weten, 
meester  loseph  Yaickenborch  en.  meester  Simon  van 
Wel. 

In  desen  iaere,  opten  avont  vanden  kermis,  syn  ge- 
comen  van  boven  ontrent  een  dusent  knechten  swarte 
mters,  ende  datmen  die  knechten  niet  door  die  stat  la- 
ten woude,  soo  is  die  heel  processie  en.  omganck  after 
gebleven  tot  sMaendachs  toe,  doen  werdt  den  ganschen 
omganck  gehouden,  ende  die  knechten  syn  buyten  om 
te  water  over  den  Muntel  door  pleyten,  benevens  den 
Boom  nae  sint  lans  poort  en.  van  sint  lans  poort  totter 
Pickenpoort  en.  soo  voorts  nae  Antwerpen  toe  gereyst. 

Omtrent  sinte  Bartholomeus  dach  in  Augusto  heeftmen 
bestaen  te  graven  ter  stat  Diese,  beginnende  aen  die  He- 
kel aen  die  plaets,  ende  eerst  bestaen  die  dorpen  Yucht, 
Cromvoort  en.  Oeteren  (2),  des  anderen  daghes  Gestel 
ende  soo  voorts  gegraven,  die  dorpen  comende  elck  sterck 

(1)    Dit   berigt  bij   B.  weggc\aUcn.      (2}     Octercn,   Deutcreo.     Bij  B. 
Orthen. 


Digitized 


by  Google 


—  134  — 

1  of  lx  macoen,   eode  soo  voorts  gegraven  nae  die  Ba- 
zeldoock  poorte. 

Noch  bestaen  te  graven  achter  die  Hinderhrueders  ^ 
voorts  naden  ouden  raethuys. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dnsent  ccccc  en.  liilj  is  alsoo 
groote  gebreck  geweest  van  rog,  boeckweyt,  haver,  als 
in  menich  iaer  is  gesien,  want  hadde  den  vremden  rog 
vn  Ryge  en.  Revel  (1)  en.  wt  Oostlant  niet  gecomen 
van  Amstecdam,  soo  sonde  desen  rog  hebben  gegouwen 
xg  of  xiij  gulden  dat  mudde,  oock  en  sonde  aldaer  geen 
roig  hebben  geweest  te  coopen:  mer,  God  hebbe  loff,  tot 
Amsterdam  was  meer  coren  aengecomeu  soo  overvlodich, 
dat  men  noch  het  mud  roggen  gecoft  heeft  min  dan  iiq 
Karolus  gulden. 

In  dit  iaer  is  ten  Bosch  af  gepubliceert  die  vrybeyt 
vanden  tol  voor  alle  borgeren  van  Tsertogenbosch  int 
lant  van  Oeidre  te  passeren. 

In  desen  soepen  stoel,  in  Novembri,  den  xxviij'^  daeh, 
soo  is  gecoren  lan  Hoze  Eeverarts,  diender  vander  gruen 
roeye,  inde  plaets  van  Gerit  Cuysten,  nu  gestorven. 

In  dit  iaer  is  die  stat  vanden  Bosch  seer  svram'liken 
over  vallen  van  die  pestilencie,  daer  een  groote  menichte 
soo  mans  soo  vrouwen  af  gestorven  syn:  mer  midts  dien 
datter  soo  groot  volck  int  groot  gasthuys  ginck  ea  daer 
mit  groote  hoopen  gestorven,  soo  en  wist  men  die  me- 
nichte niet  van  die  gestorven  waren  vande  pest.  (^  die 
selve  tyt  storven  vyff  nonnen  int  groot' gasthuys  mit  den 
gasthuys  meesters  viryff,  meester  Peter  van  Oss  buysvroQ. 

(l)  Ryge  en.  Revel,  Ri|^  en  Rcval  in  dt  golf  van  Finland.  Deze 
lieden  bi|  W.  en  A.  wêgipelaten. 


Digitized  by 


Google 


-^   135  — 

1d  dit  iaer  [1555],  den  xi'^**"  dach  iu  December,  syri 
gecoren  by  die  iij  leden  vander  stat  meester  Peeter  Fel- 
grom  mit  meester  Henric  die  Bie,  syn  swager,  om  ie 
wesen  gesworea  clerck  deser  stat. 

Int  selve  iaer  is  ten  Bosch  geweest  alsoo  groote  ge- 
breek  van  borring  (1),  te  weten,  hout,  torff,  coelen  etc, 
als  oyt  man  gedenct  of  geleeft  heeft.  Die  borgers  bran- 
den van  ghebreck  haer  bedtsteden,  znld^r  plancken,  iae, 
dat  meer  te  beclagen  was,  allen  die  bancken  lenden  (2) 
wert  snachs  gestolen  of  wat  hout  werck  op  der  straten 
lach ,  iae  oock  men  soude  die  baren  daermen  die  lycken 
mede  te  gravens  dracht  oock  al  verbrant  hebben,  badden 
sy  snachs  in  die  kercke  niet  opgesloten  geweest.  Een  ton 
torfs  costen  iiij  st.  en.  eenen  ganc  steen  colen  vij  stuvers. 

In  dit  iaer  regneerde  ten  Bosch  oock  een  vremde  won- 
derlycke  ziect  op  een  manniere  van  coortse,  daer  by  een 
groote  hoofs were,  daer  groot  voick  ten  Bosch  oock  aff 
storff  ende  meer  gestorven  souden-  hebben,  hadden  sy 
te  tyt  niet  doen  laeten  mitter  vlime  (3).  Dese  siecte  re- 
gneerde meest  in  Augusto  ende  in  Septembri  (4). 

In  dit  iaer,  ind  beginne  vanden  Meye,  is  gehouden 
een  pi-ovinciael  capittel  vanden  Wilhelmitten  ofte  Bazel- 
donck  en.  op  sin  te  lans  dach,  ante  portam  kuinam^ 
soo  hebben  dese  heeren  Wilhelmiten  in  die  processie  ge- 
gaen  mitten  anderen  religiosen,  ende  daer  waren  om- 
trent gecomen  xxx  vremde  heeren  te  waghen  en.  op 
muylen  (4). 

In   dit   iaer  waren  ten  Bosch  iiij  provincialen,  te  we- 

(1)  Brand.  (2)  B.  Lende,  lees  lene,  Kiuav,  voor  leuning:  mijns  erach- 
tens  de  leuningen  der  banken  op  de  stoep.  B. ,  W.  en  A.  xijn  hier  leer  kort. 
(3)  Lancet,  laatijzer;  Kuuii.  (4)  Deze  berigten  komen  niet  voor  bij  B., 
W.  en  A.  • 


Digitized 


by  Google 


—   136  — 

teo,  heer  Mathys  Meeuwen,  prior  profiociael  vandeo 
Chartusers;  beer  Simon  Peregremius  (1),  Hermen  Stelena- 
soon  vanden  Bosch,  prior  provinciael  vanden  Wilhelmiten 
en.  prior  op  die  Bazeldonck ;  heer  Adriaen  van  Oesterwyck , 
doctoor  inder  godtheyt,  prior  provinciael  vanden  Prekers, 
en.  ten  Bosch  woonachtich  daer  hy  professit  was;  brue- 
der  lan  Knyf,  minister  proviucial  vanden  Minderbroeders, 
te  voren  gardiaen  int  clooster  te  Minrebrneders  ten  Bosch, 
wtten  wekken  men  merken  can  die  groote  stantaftigheyl 
der  reb'gien  en.  disciplinen  van  oerden  en.  regel,  die  io 
die  conventen  en.  cloosteren  onderhouden  wordt  (2). 

In  dit  iaer  [1556  is]  Gerit  Colen  gecoren  secretaris 
vander  stat. 

Item  int  iaer  van  [1500]  Ivi  (3),  den  xxv***"  in  lulio, 
is  gecoren  lan  Dircksoen,  alias  int  Verxken,  tot  eenen 
meester  vanden  grooten  gasthuys  in  die  plaets  van  roees- 
ter Peeter  van  Oss,  eertyt  secretaris  van  deser  stat 
vanden  Bosch. 

In  dit  iaer  van  Ivi  began  op  terysen  lot  Tsertogen 
bosch  die  pestilencie,  die  namaels  grooten  quallen  dede 
onder  die  borgers  alsoo  hier  nu  na  volgen  sal;  ende  op 
die  selve  tyt  was  ten  Bosch  oock  een  ander  wondelycke 
siecte,  daer  groot  volck  af  aflivich  werdt.    * 

In  dit  iaer  [1557]  quamen.  tot  Tsertoghenbosch  die 
hartoge  van  Bruynswyck  en.  die  hartoge  van  Louwen- 
borch  en.  meer  andere  groote  heeren  wt  Iloochduytslant 
met  sesthien  of  seventhien  hondert  Bruynswickers  en.  an- 
dere swarte  ruters,  dat  alle  lelike  en.  bloote  boeven  wa- 
ren: ende  want  sy  te  dinste  comen  waren  onsen  prinche 

(1)    Simon  Pelgrom.    (2)    Dit  berigt  komt  bij  B.,  W.  en  A.  niet  voor. 
(3)    B.  Ixvij. 


Digitized 


by  Google 


—   137  — 

Phillipusy  den  coniuc  van  Engelant^  tegen  die  Franchoy* 
seQ,  soo  werden  dese  ruters  geforiert  in  die  borgers  hn- 
sen,  daer  die  borgers  een  yrjl  tyts  mede  in  grooter  sor- 
gen  mraren,  mer  sy  grepen  eenen  moet  en.  al  wilden  die 
raters  den  borgers  geweldelyck  overheeren,  die  borgers 
door  haer  ingeboren  vromicheyt  en.  cloeckheyt  benauden 
die  ruyters,  alsoo  dat  sy  van  baer  boosheyt  en.  gardic- 
heyt  (1)  swichten.  Daer  waren  groote  swaere  ketenen 
lanx  die  straten  gebangen  en.  men  biel  snacbs  groote 
scherpe  wake  van  twee  of  drie  bondert  gewapende  man- 
nen vander  stat.  Ter  wylen  dese  ruyters  in  die  stat  la* 
gea,  soo  quam  die  feesté  vanden  Bosch  kermis  en.  om- 
meganck,  mer  die  feeste  werdt  op  geschorst,  alsoo  dat- 
men  noch  omganck  van  die  borgers  en.  scutters,  noch 
processie  van  die  gheestelyckheyt  gehouden  werdt ,  alleen 
werdt  een  stadighe  misse  gesongen  van  die  choor  deken 
metten  sengers,  ende  die  processie  wert  vertogen  tot 
Sondachs  toe  nae  sinte  Bartholomeus  dach,  ak  recht 
kerckewidinghë  is  van  sint  lans  kercke.  Als  die  tyt  nu 
gecomen  was,  dat  die  hartogen  mit  hareo  ruy teren  op 
trecken  mosten  na  den  princhen  leger,  soo  meynden  sy 
wtter  stat  te  trecken  sonder  te  betalen  of  yet  te  geven 
haeren  werden^  daer  sy  thuys  gelegen  hadden,  mer  die 
borgers  en.  die  heeren  vander  stat  deden  die  poorten 
toesluyten  en.  toe  houden,  en.  [de]  straten  waren  beset 
mit  de  ketenen  en.  in  die  huysen  waren  bestelt  wape- 
nen, als:,  bussen,  half  haecken,.  roeyars  (2)  etc,  datter 
niemant  wt  mocht  liden,  hy  hadde  eerst  synen  werdt 
vernucht  en.  voldaen,.  daer  hy  oock  een  quitancie  af 
thoonen  most,   ende  soo  liet  mense  passeren  en.  wt  ry- 

(1)    Gardicheyt,   bij   B.  weggelaten j  A.  haerdicheyt,      (9)    Roeyars, 
1.  roers. 


Digitized 


by  Google 


—   138  — 

den,  dat  welcke  den  ruyters  seer  verdroet,  mer  sy  en 
mochten  daer  nyet  tegens  (1). 

In  dit  iaère,  na  wech  reysen  vandie  swerte  ruyters, 
stont  op  weder  ten  Bosch  een  groote  sware  pestilencie, 
alsoo  dat  men  niet  genoch  graflen  of  dootkisten  gemaec- 
ken  mocht:  men  selte  somlyts,  iae  dagelycx,  vyf  of  scs 
in  een  graft.  Men  wilde  seggen,  datter  soo  meer  soo 
min  gestorven  waren ,  soo  in  de  stat  soo  int  groot  gast- 
huys,  omtrent  sesthien  oft  seventhien  dusent. 

Des  Sondaechs  nae  sinte  Bartliolomeus  dach,  alst  ker- 
mis was  in  sint  lans  kercke,  soo  werdt  daer  gehouden 
een  devote  generael  processie  lancx  die  stat,  daer  allen 
die  pristeren  vanden  capittel  en.  alle  die  heeren  en.  die 
ganseen  raet  vander  stat  elck  een  bernende  kersse  off 
een  toortse  om  droech,  ende  daer  werden  oock  om  ge- 
dragen die  beelden  van  ons  lieve  Vrouwe  en.  van  sint 
lan  mit  andere  reliquien  en.  cleynoden,  diemen  gewoon- 
lyck  is  om  te  dragen  op  Bosch  kermis  inden  omganc. 

Die  pestilencic  continueerde  in  die  stat  mit  allen  seere, 
al  SOO'  dat  dicwils  op  eenen  dach  waren  meer  dan  vyf- 
tich  lycken;  daer  storven  binnen  iaérs  iiij  cappellanen 
int  groot  gasthuys  ende  twee  cappellanen  van  sint  lans 
kercke  mit  meer  ander  priesters  en.  bichters  (2)  van  sint 
lans,  ende  hier  om  wert  over  draghen,  dat  sommighe 
Minderbrueders  mitten  heilighen  sacrament  by  die  ziecken 
lancx  die  straten  gaen  mosten. 

Int  selve  iaer  van  [1500]  Ivij  quamen  ten  Bosch  drie 
dieven  vuyt  Engelant  en.  braken  snachs  in  sint  lans 
choor  inden  avont,  omtrent  Kersmis,  en.  hebben  dieflyck 
gestolen   dat  weerdige  heilighe  sacrament    mit   drye   of 

(1)    V.  mer  sy  en  mochiciis  niet  kveren,      (2)     B.  ticchtcaders. 


Digitized 


by  Google , 


—  139  — 

-vier  ciboriën  en.  twee  of  ig  oli  vaetkens  mit  eeo  schoon 
ailvere  crnce,  ende  syn  wtter  stat  gevloden  en.  géreyst 
nae  Dordrecht,  eqde  alsmen  dese  groote  dieverye  gewaer 
werdty  soo  synse  vervolget  tot  Dordrecht,  en.  die  schou- 
tet  of  balieu  vander  stat  dede  dese  dieven  saeken  en. 
gevonden  synde,  werden  sy  ter  insticien  geset  en.  ge* 
hangen,  ende  dat  silver  werck  werdt  vanden  baliu  we- 
derom ten  Bosch  geseynt  en.  sint  lans  kercke  wederom 
gegeven. 

Inden  iaere  ons  Heeren  dusent  ccccc  en.  Iviij,  op  den 
elfsten  dach  in  lanuario,  is  geweest  alsuicke  tempeest 
van  wynt,  dat  noyt  man  desgelyckx  geleeft  en  heeft. 
Die  kerdke  vandie  Minderhrueders  is  in  gewayt,  mids 
weicke  daer  groote  scade  geschiede;  den  grooten  thoren 
van  sint  lans  kercke  was  in  groote  sorge  der  menscen, 
dat  hy  ter  neder  vallen  soude,  want  hy  seer  wickelde 
en.  beefden,  mer  door  die  verdinsten  vanden  heiligen 
appostel  en.  patroon  is  den  thoren  bliven  staen,  mer  die 
kercke  leet  groote  schade  van  andere  structuren,  die  seer 
^rdorven  waren  mit  den  swaren  wint.  Die  wint  was 
alsoo  swaer  en.  groot,  disit  hy  xv  wynmolens  ter  neder 
velde,  en.  daer  vielen  veel  thorens  terneder  in  verschei- 
den plaetsen,  als;  tot  Oerscot,  Engelen,  Wyck  en.  meer 
andere  (1). 

In  dit  selve  iaer  <juam  weder  ten  Bosch  seer  vreeslyck 
die  pestilencie,  daer  menich  treffelyck  borger  en.  menich 
rycke  vrouwen  gestorven  syn;  daer  en  boven  soo  ren- 
gneerde  ten  Bosch  en.  op  andere 'plaetsen  die  roode  me- 
lisoen; noch  was  onder  die  ingesetenen  vander  stat  een 

(1)    Dit  berigt  komt  bij  B.,  A..  en  W.  niet  voor. 


Digitized 


by  Google 


—  140  — 

groote  wonderiycke  siecte,  die  de  meoschen  hadden  int 
hooft,  in  die  borst,  in  die  leyoden  en.  in  die  beenen, 
daennen  gcenen  raet  t^en  en  wist -te  doen,  midts  welcke 
een  groote  ellendicheyt  onder  die  menschen.  was  (1). 

In  dit  iaer  heeft  heer  lan  van  Brecht,  scoutet,  syn 
officie  vanden  schoutetschap  verlaten,  ende  in  sjn  stede 
werdt  schoutet  vanden  Bosch  sjn  soone,  ioncker  lacop 
van  Brecht,  doende  synen  eet  van  getrouwicheyt  voor 
die  heeren  opt  raethuys. 

Int  selve  iaer  sterff  lan  Dircsoen,  meester  vande  groote 
gasthuys,  ende  in  syn  plaets  werde  geordineert  Goert 
Comelissz.,  in  de  Catt,  indie  tyt  viscoper. 

In  dit  iaef  sterf  ten  Bosch  die  choor  deken  van  sint 
lanss,  heer  Gerit  van  Gameren,  een  goet  duechdelyck 
priester,  vander  peste  op  Bosch  kennis,  ende  dat  cap- 
pittel  van  die  canoniken  bleef  meer  dan  een  iaer  sonder 
deken,  want  sy  twistich  waren,  ende  soo  onderwonden 
hem  thof  die  sake  en«  daer  werdt  geordineert  een  cano- 
nik  en.  licenciat,  meester  lan  van  Weert,  die  doen  te 
Loven  woonde. 

In  dit  iaer  persevereerde  noch  ten  Bosch  die  pestilea- 
cie,  daer  groot  volck  af  storff. 

(1)    Dit  beringt  komt  wel  bij  A.  en  W.  maar  oiet  bij  B.  toot. 


Digitized 


by  Google 


fiSRSTS  VERVOlfl 


09  DB  KRONTK  TAll 


AgMiBBMkTtrS  CWJREMUUVmS  (1)^ 


In  dit  iaer  [1558],  op  sinte  Michiels  dach,  is  die  key<* 
serlycke  mayesteyt  in  Sp^engien  gestorven. 

In  dit  iaer,  opten  xvjj  November,  sterff  vrouwe  Maria, 
coninginne  van  Engelant,  des  voirss.  conincx  Philippus 
tweede  huysvrouwe. 

In  dit  iaer  is  doctor  Sonnius,  als  canoniek  en.  ketter- 
meester wesende  tot  Utrecht,  gereyst  naer  Romen  aen 
paus  Paulus  die  vierde,  ende  met  hem  sommige  cardi- 
nalen  geinstrueert  vande  groote  ryckdommen  der  geeste- 
lycke  goederen  in  dese  landen  ende  midts  redenen  al« 
daer  geallegeert  ende  geremonstreert,  soo  heeft  den  voorss. 
paus,  inde  plaetsche  van  het  eerdtbisdom  van  Colen,  ge* 

(l)  Dit  Tenrolf  komt  onmiddellijk  achter  de  kronyk  van  Comiinra  in 
het  afichrift  Tan  B.,  ibl.  81  vso,  Toor,  en  het  schijnt  er  met  eene  an- 
dere hand  te  liJn  bijgeschreven.  W..en  K,  hebben  hetxelve  in  hnnne 
kronyken  ingelascht. 


Digitized 


by  Google 


—   142  — 

nomen  (1)  ende  geeinployeert  het  bisdom  van  utrecht, 
ende  dat  gemaeckt  tot  een  eerdtsbisdom ,  ende  dat  tselve 
hebben  sy  noch  onderworpen  ende  daertoe  gemaeckt  noch 
veele  andere  nieuwe  bisdommen:  een  tot  Deventer,  van 
wegen  Overyssel;  een  tot  Haerlem,  van  wegen  Hollandt; 
oen  tot  Leeuwarden,  van  wegen  Yrieslandt;  een  tot  Mid* 
delborch  voor  Seelandt;  een  tot  Groeningen  voor  dlandt 
van  Wedden,  met  noch  veele  meer  andere  nieuwe  bis- 
dommen. 

Anno  m  ccccc  en.  lix*"*"  wordden  den  peys  van 
Yranckryck  gemaeckt  met  coninck  Philippus  ende  dese 
landen,  ende  is  int  tselve  accordt  van  peys  geslooten 
en.  geaccordeert ,  dat  den  voorss.  coninck  Philippus  van 
Spaengien  ten  wyve  hebben  soude  Elizabeth,  coninck 
Hendrick  van  Vranckryckx  oudtste  dochter,  als  oyck  ge- 
beurt is,  wesende  des  conincx  van  Spaengien  derde  huys- 
vrouwen. 

In  dit  iaer  is  tot  Bruessel  gecoraen  vron  Margeriet, 
natuerlycke  dochtere  van  keyser  Karel,  die  getrouwt  had- 
de  die  hertoge  van  Parraa  in  Italien,  ten  versuecke  van 
conincklycke  mayesteyt,  ende  is  naer  Gendt  getoogen,  al- 
daer  de  voirss.  mayesteyt  haer  broeder  was  met  die  sta- 
ten van  allen  die  landen  van  herwaerts  over,  die  daer 
ontboden  ende  vergadert  waeren,  om  allen  die  zelve  lan- 
den wel  te  versien  van  goede  ende  notable  reenten, 
want  die  coninck  was  in  meyninge  naer  Spaengien  te 
reysen,  om  aldaer  in  syne  landen  gehuldt  te  wordden, 
ende  alsoo  van  noode  was  dat  in  syne  absentie  dese  Ne- 
derlanden mosten  bewaert  ende  beschermt  syn,  heeft  die 
voirss.  staten  begeert  roalyck  ende  volcomen  last  gege- 

(l)    W.  genomen}  bij  B.  uitgeyallen. 


Digitized 


by  Google 


—  143  — 

veu  ende  tgou^memeDt  als  generaei  gotivernaDte  van 
alle  dese  sync  Neder  landen  syne  sustere  vrouw  Marga» 
riete  overgegeven,  begerende  ende  bevelende  alle  vasal- 
len,  edelen  ende  staten  der  landen,  ende  landen  en.  sle- 
den van  herwarts  over,  deselve  regente  syne  sustere  in 
eeren  te  houden  ende  te  obedieren  in  syn  absentie,  al 
off  hy  selff  present  waere. 


KBeWYKJHATICiB   AAlVTEEMLEMINfifiM, 

TOOBKOIEMDE  IKi   BE  SGHSPE7IUJST  VAR    iSSfl  —   i6S5,   GETOKnV  ACHTKK 
DE  RBONTK.   VAN  CoperlaUS»  I!f  HET  HASDSCnBlFT   VAN   B. 

In  desen  schepenstoel ,  xxix  Decembris  a^  xv  °  lix ,  is 
overleden  in*'.  lan  Broek,  secretaris  deser  stadt. 

Den  xj""  Martii  a°.  xv'^Hx,  is  meester  lacop  Donck  ge- 
coren  secretaris  deser  stadt. 

In  desen  scepenstoei  [1560],  den  xxvj''"  Octobris,  is 
gestorven  m^  Goyart  Grootarts  van  Oss,  secretaris  deser 
stadt. 

Den  xxj ""  Augusti  a".  xv "  Ixj  is  Andries  Ooms  secre- 
taris deser  stadt  gecoren. 

In  desen  schepenstoel  [1561]  is  tot  Antwerpen  by  den 
retorisyns  opgeseten  zekere  prysen. 

Den  achtsten  November  [1662]  is  overleden  Andries 
Ooms,  secretaris  deser  stadt. 

Tgene  int  voirsz.  iaer  van  1566  tot  [15]  78  daernae 
respective  binnen  dese  stadt  sHertogenbossche  is  geschiet. 


Digitized 


by  Google 


-    144  — 

volght  iot  sevén-en-dertighste  bladt  hieriye  volgeode  sub 
sigDO  f  (1). 

Op  Maendage,  den  xij*"  February  a".  xv*'  ep.  tseven- 
tich,  is  binneo  deser  stadt  soo  grooten  water  geweest, 
dat  by  memorie 'van  menschen  noyt  gelycken  gesien  en 
is,  in  sulcker  vuchen,  datmen  rontsomme  sint  lacops  ca- 
pelle  met  schuyten  heeft  gevaren,  en.  stonden  alsdoen 
int  water  den  Vuchterendyck,  sint  lorisstraet,  de  We- 
versplaets,  het  Hintamere}mde,  de  Wyntmolenberchstraet, 
de  Diepstraet,  achter  de  mandemaekers ,  met  meer  an- 
dere straten. 

Den  xxviij*"  Novembris,  omtrent  den  middach,  a".  xv° 
Ixxvij,  is  den  peys  alhier  binnen  dese  stadt  ter  peyen 
aflgelcsen ,  met  groote  blyschappe  des  gemeyn  volcx , 
welcke  afflesinge  geschiet  is  by  Gerarden  Colen,  secreta- 
ris deser  stadt. 

In  desen  scepensloel,  den  1"  May,  dede  don  lohan 
van  Oistenryck  binnen  Bruessele  syn  entree  en.  is  den 
1*"  Octobris  daernae  tot  Namen  gestorven. 

Den  xxi**)  Novembris  is  d^ecrtshertoge  Mathias  tot  Ant- 
werpen gecomen  ende  by  de  staten  gemaect  gouverneur 
vande  landen. 

Den  lesten  Octobris  a''.  xv*lxxviij  is  overleden  Gerart 
Colen,  secretaris  deser  stadt. 

Den  xxviij*"  Augusti  a".  xv"lxxix  is  m'.  Willem  van 
Emmerick  byden  drye  ledenen  deser  stadt  secretaris  ge» 
corcn  in  plaetse  des  voirsz.  Gerarts  Colen,  ende  heeft 
den  lesten  dacb  derselver  maent  den  eedt  daerop  gedaen. 

(1)    Dit  blad  komt  in  het  handschrift  niet  roor. 


Digitized 


by  Google 


—   145 


Op  Soodach,  den  xx*"  dach  der  maent  vao  December 
a*.  xv^lïzix»  is  den  pej's  van  Cuelen  alhier  binnen  dese 
stadt  gepubliceert,  ter  presentie  van  niynheere  den  schou- 
teth  énde  drye  leden  deser  stadt. 


Jf'offite  9mn  eeM  byden  drye  ledenm  der  stadt 
van  sHertogenbossche  f  efi.  voorts  de  gansche  ge- 
meynte  derselver  stadt,  opten  voirsz.  peys  van 
(kielen  die  conincklycke  mayesteyt  als  herloch 
van  Brabant  gedaen,  ter  presentie  van  doctoir 
Philippus  Vuesels  (1),  als  commissaris  by  zyn 
mayesteyt  alhier  binnen  deser  ^  stadt  tot  dyen 
fine  gcsonden. 

Wy  SMreren  onsen  aldergenadicfasten^  heere  den  conindc 
yan  Spaignen,  als  hertoge  van  Brabant,  zynen  gerechten 
oiren  en.  erffgenamen,  ende  deser  zynder  mayesteyts  stadt 
bouw  ende  getrouw  te  zyne,  ende  deselve  te  bewaren 
tot  dienst  ende  behoeff  van  zyne  voirsz.  mayesteyt  te- 
gens  alle  rebellen  en.  vyanden  der  selver,  ende  te  on- 
derhouden ende  bewaren  de  pacificatie  van  Cuelen  en. 
des  daeraff  dependeert,  en.  namentlyck  tot  hanthoudinge 
vande  catholicque  Roomsche  religie  ende  behoirlycke  on* 
derdanicheyt  van  zyne  mayesteyt  met  oick  alle  privile- 
giën, costumen  en.  usantien  der  voirsz.  stadt  het  beste 
te  doen  en.  t'quaetste.  te  waeren  in  alle  behoirlycken  on- 
derdanicheyt  aenden  magistraet  en.  drye  leden  deser 
stadt,  als  onse  ordinarise  en.  wettige  óvericbeyt  inden 
name  van  voirsz.  mayesteyt. 

(I)  Vah  Hkü&h  noemt  dezen  commissaris  Venscis,  ffisiorie  der  Stad 
ên  Meyerjf,  U  dl. ,  bladz.  130. 

C.  10. 


Digitized 


by  Google 


—  146  — 

Den  ixig*""  Decembris  [1581]  is  m'.  Zeger  Adriaensse 
gesurrogeert  [in  den  schepcnstoel]  in  plaetse  van  Roelof 
Aerlssen,  doeo  ter  iyt  nae  Spaigoen  gereyst  synde. 

Den  xiij*"  Aprilis  1584  is  gestorven  m'.  Henriet  Bloey- 
man,  [president  schepen]. 

Oplen  XXV"  dach  luly  [1584],  wesende  St.  lacops 
dach  des  apostel,  des  avont  onitrent  eiff  uren,  is  sint 
lans  kercke  deser  stadt  vaq  den  donder  ende  biixem  aff* 
gebrant,  ende  begonst  den  brant  boven  inden  appel  van- 
den thoren,  onder  het  beek  van  sint  lan  opten  selven 
thoren  staende:  ende  met  desen  brant  is  oick  opt  selve 
pas  affgebrant  den  clockenthoren  met  allen  de  organen  (1) 
aenden  voirsz.  thoren  van  binnen  de  kercke  gemaect,  en. 
alnoch  eai  cleyn  organe  op  het  oxael  staende.  By  desen 
brant  is  eene  inestimabelen  scade  geschiet,  dan  er  zyn 
egeene  huysen  mede  aif^ebrant  geweest. 

In  desen  scepenstoel  waert  tot  Delft  doorschoten  den 
prince  van  Orangien,  die  daeraff  sierff,  by  toedoen  van 
eenen  Bourguignon,  die  op  t^feit  werdt  geapprehendeert 
ende  daernae  seer  straffelyck  gedoot. 

Den  xxvij".Mert  a".  1586  is  overleden  m'.  Willem 
van  Emmerick,  secretaris  deser  ^tadt. 

Opten  xvilj*"  Aprilis  xv°lxxxvj,  in  plaetse  des  voirsz. 
m\  Willems  van  Emmerick,  is  byden  drye  ledenen  de- 
^er  stadt  tot  secretaris  derselve  .stadt  gecoren  Gysbert  van 
den  Telde  en.  heeft  den  xxij'''  daernae  zynen  eedt  gedaen. 

Den  XXV'"  May  ar  xv°  en.  xc  is  Gysbrècht  van  den 
Velde,  secretaris  deser  stadt,  by  den  drye  ledeocn  dersel- 

(l)     Organen,  org;el. 


Digitized 


by  Google 


-^   147   — 

ver  sladt  gecoren  tot  het  greffierscap  deser  stadt  in  plaetse 
Wouter  Scelleos,  tegenwoirdelyck  wethouder. 

Ten  selven  dage  is  Peter  Arntssen  van  Hees  by  den 
drye  ledenen  deser  stadt  gecosen  secretaris  ende  heeft 
den  vierden  luny  daernae  zynen  eedt  gedaen. 

In  desen  scepenstoel,  a^  1593,  is  Goyart  van  Enge* 
lant,  raedtsheere  deser  stadt,  gecoren  tot  gasthuysmeester 
deser  stadt. 

Op  sittte  Marie  Magdalenen  dach,  a*.  1593,  is  over* 
leden  Peter  de  Gort,  secretaris  deser  stat,  omtrent  vier 
ut  en  naerden  middage. 

Dynsdach,  vvesende  den  ix""*  Novembris  1593,  is  Frans 
Willemssen  secretaris  deser  stadt  gecoren. 

In  desen  scepenstoel  [1596],  den  iiij"""  luly,  wesende 
Vrydach  voor  Bosch  kennis,  wordt  opgerecht  ende  ge* 
setfa  het  heylichs  cruys  voor  het  hooch  cboor  in  sinte 
lans  evangelisten  kercke  deser  stadt. 

In  desen  scepenstoel  namen tlyck,  den  19  Februari  i 
1597,  is  overleden  Wouter  Scellens,  voortyts  greffier  en. 
secretaris,  en.  daernae  raedtsheer  deser  stadt. 

Opten  sevensten  luny,  wesende  Sondach,  a*.  xv'xcviij, 
is  alhier  binnen'  deser  stadt  opter  puye  tusschen  acht 
en.  negen  uren  smorgens  gepubliceert  den  peys  tusschen 
onsen  genadichsten  heere  den  coninck  Philippus,  coainck 
van  Spaignen,^  ende  den  coninck  Ilenricus  den  vierden 
van  dien  name,  coninck  van  Vranckryck.  Dese  publi- 
catie is  gedaeu  ten  overstaen  des  heere  van  Grobben- 
doncq,  gouverneur  deser  stadt,  des  heeren  hoochschou- 
telh    en.    den    (liye   ledenen  deser  stadt,  ende  is  ten  sel- 


Digitized 


by  Google 


—  148  — 

ven  dage  voor  middach  gehouden  eene  generaele  pro- 
cessie en.  daernae  gesoogeo  Te  Deum  laudamus^  ende 
des  avonts  heeft  men  heerlycken  getriumpheert  met  bran- 
dende pecktonnen  ende  aSscfaieten  vanden  grooten  ge- 
schutte,  dobbele  haecken  en.  musquetten  Janghs  de  ves- 
ten, en.  dit  schieten  waert  de  twee  daernaestcomende 
dagen  tsavonts  gecontinueert. 

In  desen  schepenstoel ,  den  xxiiij*"  Decembris  1601, 
is  overleden  m'.  lacop  Donck,  secretaris  deser  stadt,  en- 
de in  desselffs  plaetse  by  den  drye  ledenen  gekosen,  op- 
ten  12  lanuary  1602  daernae,  Dirick  Bernarts  van  Ees- 
sel,  die  den  12  February  daernae  heeft  gedaen  synen  eedt. 

In  desen  scepenstoel,  te  weten,  op  Alderbeyligendach, 
is  dese  stadt  belegert  by  de  staten  van  Hollant  met  hen 
adherenten,  onder  het  beleydt  van  graefi*  Manrits  van 
Nassau,  ende  den  xxvij""  daernae,  wesende  sint  Oeden- 
dach,  hen  belecb  opgebroken,  hebbende  middelertyt  groot 
gewelt  gedaen  ende  excessiven  schaden  met  bet  schieten 
des  daechs  met  grofi  geschut  en.  des  snachts  met  groote 
ysejre  gloeyende  vierballen. 

De  voirsz.  [schepep]  m'.  A*ans  Bardoul  is  in  dese  be- 
legeriuge  gescoten  ende  corls  daernae  daervan  overleden, 
ende  in  syne  plaetse  is  [in  de  schepenbank]  gesurrogeert . 
m'.  David  Everswyn. 

Inndesen  schepenstoel  [1602]  is  dese  stadt  wederomme 
belegert  geweest  als  voor,  welck  belech  is  begonnen  ge- 
weest in  Augusto  a**.  xvj"  drye  en.  daernae  den  v'**  No« 
vembris  desselffve  iaers  verlost. 

Den  vij"  Octobris  a^  xvj'  drye  is  binnen  dese  stadt 
gecomen,  door  de   Hintamerpoort,  zyne  hoocheyt  d^ertz- 


Digitized  by  L3OOQ IC 


—  149  — 

hertene  Alberlus,  terwyle  dese  stadt  belegert  was,  en.  nae 
het  opbrekeo  des  belecbs  is  sjn  hoocheyt  den  vij'"'  No- 
vembris  daernae  desselfifve  iaers  wt  dese  stadt  vertroo 
ken,  latende  binnen  derselver  stadt  merckelyck  getal 
yan  krychslieden  (1). 

Den  XX*"  Octobris  1608  is  binnen  deser  stadt  geco- 
men  Pbilippns  Willem  van  Nassau,  prince  van  Orangeni 
en.  den  22'"'  daernae  vertrocken  nae  Bueren. 

In  tyde  deses  l^t  voirsz.  scepenstoel,  inden  somer  a^ 
XYJ"*  ende  elff,  is  de  haven  deser  stadt  wtgeveeght  ende 
gediept,  beginnende  aeude  Corenbrugge  tot  aende  hekele 
genuemt  »aen  den  Boom,''  toe,  om  de  commoditeyt  der 
scepen  alhier  arriverende  ende  wtvarende.  De  geheele 
maete  der  geveeghde  ^haven  was  gemeten,  te  [weten], 
iij^lxxxvj*****  roeden,  elck  roede  een  weynich  meer  vei^ 
dinght  Toor  acht  Carolus  gulden,  tot  twentich  stuyvers 
tstuck;  de  wtgravinge  most  diep  syn  drye  hamer  voeten. 

In  desen  scepenstoel  [1612],  te  weten,  den  16  Sep- 
teinber  1613,  is  overleden  Frans  Willemssen,  deser  stadt 
secretaris. 

Den  xxiiij*"  Septembris  a*.  xvj*'  en.  dertien,  is  Amt 
van  Hees,  soone  Peters  van  Hees,  secretaris  deser  stadt, 
byden  drye  ledenen  derselver  stadt,  gecosen  tot  het  se- 
cretarisschap alhier,   in   plaetse   des   voirsz.  Frans  Wil- 

(1)  Op  het  jaar  1606  komen  vertfcl^cidene  stukken  Toor,  waarin  de 
ttads-regering  hare  grieTcn  mededeelt,  wegens  het  niet  veranderen  van 
den  schepenstoel.  Van  deze  bescheiden  hopen  wij  gebruik  te  maken  in 
eene  ait  te  geven  lijst  van  schepenen  der  stad  's  Hertogenbosch ,  gelijk 
mede  van  de  overige  stukken,  die  in  het  vervolg  wegens  het  verstellen 
of  vervangen  der  schepenen  in  het  handschrift  voorkomen. 


Digttized  by  L3OOQ IC 


—   150  — 

lemssoeo,   ende.  heeft   terstont   ten  selven  dage  nae  de 
voirsz.  electie  synen  eedt  gedaen. 

lo  deseii  scep^nstoel,  in  den  beginne  der  maent  van 
Augusto,  is  geleeght  den  iersten  steen  van  tiet  nyeaw 
huys  des  hoochwerdichste  heylige  sacraments  in  St.  lans 
kercke  deser  stadt. 

In  desen  scepenstoel  [1614]  zyn  alle  de  rivieren  deser 
stadt  gerey nicht  ende  , gediept,  midts  de  iaoghdurige 
droochte  ende  leegen  watere. 

De  voirsz.  [schepen] 'm'.  lan  van  Thulden  is  in  deseu 
scepenstoel  opten  iij*''  Decembris  geordineert  tot  pensio- 
naris deser  stadt. 

Opten  Xxix^"  Novembris  [1616^,  snachts  omtrent  drye 
uren,  'is  gestorven  Peter  Aertssoen  van  Hees,  secretaris 
deser  stadt,  wiens  siele  inder  eeuwicheyt  moet  rusten. 

Den  xxHy  Decembris  xvj^  seventhien  is  Gerling  Roys» 
sone  m'.  Ilenricx  Ruys  des  chirurgy^s,  by  den  drye  le- 
denen deser  stadt  tot  secretaris  gecosen,  ende  heeft  den 
xviij''''  lanuary  1618  daernae  den  eet  gedaen. 


Digitized 


by  Google 


BUVOEGSELS  EN  VITBBEID1N6EN 

VOOIIKOMBKDB  IN  BB  VBBMBBBDBBDB  BN  VBAVOLOW  KBONTK  YAtf 

ABËéBKnvms  cwBBMummm.  (i) 


(T«  breagea  op  bladz.  •*  regel  90.) 


Dal  hier  naer  wicht  syn  die  prelalen^  prdalerssen^ 

sleden  en.  dorpen  y  die  resorteren  onder  die 

voirss,  stadt  sHerlogenboieehe, 

MIBIiJLTElll. 

Floreff  en.  Postel 


I  ByndereD,  HoydoDck. 

•VBVBHI. 

Helmont,  Eynhoveo* 

(1)    Wij  hebben  het  efachrift  Tan  W.  lateo  afdrukken,  en  lulleo  de 
Tarianten  uit  A.  op^en. 


Digitized 


by  Google 


—  152  — 


»»rBN. 


Aleni. 

Gewanden. 

Arlebeeck. 

Gemert. 

Asten. 

Geldrop. 

Aelst. 

Gerwen. 

Boxtel. 

Gestel  by  Heerlaen 

Beerse. 

Gemonden. 

Brunei. 

Goorle. 

Berchem. 

Gestel  by  Oisterwyck. 

Blaerthem. 

Gestel  1^  EyndhovenT 

Boeckel. 

Heeswyck. 

Berlicum. 

Hees. 

Bladel 

Herpen. 

Bakel. 

Hapart. 

Buel. 

Heese  by  Leent. 

Craeodonck. 

Haren  by  Megen. 

Cromvoirt. 

Helvoirt 

Doerse.   • 

Hoogemiert. 

Dennenborcfa. 

Haren  by  Oisterwyck. 

Diëten. 

Hihrarenbeeck. 

Dinter. 

Kessel. 

Doirne. 

Knechsel 

Duesel. 

Euyck. 

DoEnmelen. 

lath. 

Diesen. 

Littoyen. 

Druenen. 

Lierop. 

Empel. 

Leent. 

Erp. 

Loon  (hooge). 

Eersel. 

Loemel. 

Essche. 

Loon  int  Sant. 

Geffen. 

Liempde. 

Digitized 


by  Google 


—   153  — 


Megben. 

Stryp  by  EynboYen. 

Macheren. 

Straten  (1)  by  EyDhoven, 

Haren. 

Tilborch. 

Mierlo. 

Tongelroey. 

Miidt. 

Teffelen. 

Marheze. 

Yessem. 

Nnlant 

Volckcn  (2). 

Nistdroy. 

Vden. 

Ncdcrweltc. 

Vdp. 

Nnenhem. 

Yedid. 

Nedermiert. 

Ylierden. 

Qsdi. 

Ydthoven. 

Oyen. 

Tdenbout 

(^wetten. 

Tucht. 

Oerle. 

Woensd. 

Oirschot 

Wetten. 

Qistenvyck. 

Wadre. 

Poppd. 

Werd. 

Roesmalen. 

WeL 

Ravesteyn. 

Wd  ter  hoven  (3). 

RoeseL 

Vfyntdre. 

Rythoven. 

Wadwyck. 

Rychstel 

Zonne. 

Roey. 

Zedant. 

Stiphout. 

Schaick. 

Zoemeren. 

Schyndel. 

Zeebt. 

Steensel 

(1)   Stratem.    (2)   Volkel.    (3)   Weflterhoven. 


Digitized  by 


Google 


—   154  — 

Vande  quaniüeyt  vande  lopmsaet,  vaelsaet,  miUsael, 

hoender m^  zillen  (1),  mergen;  vande  maniere  van  te  metene 

inde  meyerye  van  sHartogenbossche  voorsz. 

Inden  eersten  maect  thien  duyiü  een  voel;  veerthien 
voet '  maccken  een  lantroeye;  hondert  roeyen  lanck  en. 
een  roy  breet  inaect  een  hont;  ses  bont  maect  een 
mergen ;  bondert  iH)eyen  lanck  en.  ses  royen  breet  maect 
oock  een  mergen:  ergo  soe  moet  men  weten »  datmen  in 
alle  mergentaele  metende  is  inde  roey  veertbien  voet, 
roaer  in  ander  lant,  als  in  boenders,  mutsaets,  lopen- 
saet  etc.  soe  metmen  voor  die  roy  twinticb  voeten,  ende 
sestien  voeten  maken  een  dyck  roeye. 

Item  datmen  weet,  dat  [men]  binnen  der  voorsz.  meye- 
rye in  alle  mergentaele  is  metende  voor  de  mergen  ses 
hondert  roeyen  en.  voor  yder  roey  veertbien  voeten:  oeck 
twinticb  voeten  int  viercant  maecken  een  roeye. 

Item  in  Jtfaeslant,  Schyndel,  Heeswyck,  Dinter,  Gees- 
tel  by  Heerlaer,  Gemonden,  drie  en.  dartich  roeyen  en. 
drie  deel  der  voors^.  roeyen  maecken  een  vaetsaet  lants, 
ende  sestien  der  zelver  vaetsaet  maken  een  mutsaet  (3). 

Item  in  Peelant,  vuytgescheyde  Heeze,  Leendt,  Zoe- 
rendonck,  Maerbeze,  Buedel,  ismen  metende  ut  sequitur: 
voor  een  lopensaet  lants  vyftich  der  voorsz.  roeyen,  en. 
acbt  der  zei  ver  lopensaet  maeckende  een  buendei*e,  en. 
desgelycke  meetmen  twelff  lopensaet  een  mutsaet,  en. 
vier  hondert  der  voorscreven  roeyen  een  buendere;  des 
gelycke  meetmen  in  Eempelant,  en.  vier  zillen  maken 
een  buendere,  en.  bondert  roeyen,  twintich  voet  inde 
roey,  maecken  een^  zille. 

(l)  Zillen,  sille  lands-,  Kil.,  honderd  roedeo  loopen;  in  de  meijerij 
tbans  nog  looftsaat  of  loojtcnse.  (3)  Item  in  Maeslandi  tot  maken  een 
mutsaet  Mj  A.  iiiii^e^ allen. 


Digitized 


by  Google 


—   155  — 

Item  io  Uaspegottwe  twintich  raeproyen  int  viercant 
maken  een  lantroeye^  twintich  lantroeyen  maken  een 
boenre,  en.  nege  hondert  lantroeye  maecken  een  mille, 
mille  passns  faciunt  unum  milliare  in  aliquibus  passibus. 

Item  tot  Vucht,  Helvoirt,  Venlo,  Druenen,  Waelwyck, 
Tilborch,  Oisterwyck  meetmen  aldus:  yyftich  roeyen  en. 
twentich  voeten  die  roey,  maken  een  lopensaet  en.  ses- 
tien  lopensaet  een  mntsaet. 

Een  buenre  knts  maect  vier  dachmaet;  een  dachmaet 
inaect-  vier  vierdel ;  een  vierdel  maect  vyff  en.  twentich 
roeyen ;  een  roey  maect  vyff  en.  twentich  voet  Lovena. 

Tot  Bocxtel  ende  Liempt  is  ixivj^'""^  roeyen  een  Io* 
pensaet,  elck  roeye  tot  xx**^^  voeten. 

Tot  Schyndel  maken  xzxiij  *'''''  roeyen  vj%  voet  een 
lopensaet;  yder  roeye  tot  xx**''^  voeten. 

Item  al  Peelant  door  maken  vyftich  roeyen  een  lopen* 
saet,  yder  roey  xx  voet:  vuytgescheyde  Bocxtel,  Liempde» 
Schyndel  voorsz. 

Item  xx^'"^  voeten  int  viercant  maecken  een  roey. 

Item  elcke  mergen  is  vj"*  roeyen  van  xiig  voeten  die 
roeye. 

Item  een  hont  lants  is  hondert  roeyen  van  veertien 
voeten  die  roeye,  en.  ses  hondt  een  mergen. 

xiiij  vaet  Eyndovens,    | 

^           ^     ^  ^  '  1  een   Bosch  mud,  ieder    mud 

xiiii  vaet  Gemerts,  (.»—-*       ^      •  i 

•^           rx      t  I    ^*^'  ^"J  scster  oft  xvj  loepen: 

xiiii  vaet  Oirschots,  u        ....        .    . 

•^  />  1  ^  ^"  malder,  «h  sester;  een 
xiigVs  vaet  Oerls, 

xigVs  vaet  Helmons  ^ 

xigVi  vaet.  Roys, 


sester,  ^  lopen;  een  sester  is 


XXV ''•'*'  quarten. 


xiij  vaet  Erps, 

vij  PeeU  mud  zyn  vj  Bosch  mud. 


Digitized 


by  Google 


—    156   - 

xiiij  Lopen  Sonscbe  maeceo  een  Bosch  mud  styff. 
xij  Lopen  Sonse  maet  maeot  een  Peels  mud. 
Een  Bruessels  mud,  vj  halsteren. 

Dese  naevolgende  penningen  staen  inder  heeren 
chynsen  boecken: 

Item  het  is  te  weten,  dat  der  heeren  chyns  boecke, 
die  suicke  begrypen  penningen  oudts  eade  daer  maecken 
die  iz  penningen  aff  i  auden  groeten ,  ende  daer  aff  is 
een  boeyt  iig  auen  grooten. 

Item  suicke  der  heeren  chynsboecken  begrypende  pen- 
ningen nys,  en.  daer  aff  maecken  xij  penningen  i  auden 
groote,  ende  daer  aff  maect  een  boet  iij  aude  grooten. 

Item  suicke  der  heeren  chyns  boecken  begrypende 
penningen  payements,  ende  daer  aff  maecken  die  ztj  de- 
niers i  aude  groot,  ende  daer  aff  maect  een  boeyt  ij  ano- 
den grooten  en.  een  vierdel  van  een  aude  groote. 

Item  eenen  obolus  maect  eenen  halven  penninck. 

Item  penninghen  maecken  eenen  scillinck. 

Item  XX  schillingen  maken  een  £6,  in  gelycke  propor- 
tien  elck  na  zyn  weerden  ^ereeckent. 

Item  eenen  scillinck  audts  maect  i  auden  groote  ende 
een  dordendeel  van  eenen  auden  groote. 

Item  eenen  schillinck  nys  maect  eenen  auden  groote. 

Item  eenen  schillinck  payements  maect  iij  vierdel  van 
eenen  audèn  groote. 

Item  iij  schillinck  audts  maecken  iig  auden  grooten. 

Item  iij  schillinck  nys  maken  iij  aude  grooten. 

Item  iiij  scillinck  payements  maecken  iij  aude  grooten. 

item  iij  deniers  audts,  j  braspenninck. 

Item  ij  deniers  —  j  Philips.   Item  v  deniers  —  j  st. 


Digitized 


by  Google 


—   157  — 

Item  een  gewyn  na  dooder  haot  is  drievuldighen  cbyDs. 

Item  een  haodewisseliDghe  is  dobbelen  cbyns. 

Item  om  meer  verclaernissen  te  bebben  van  dat  Yoors. 
is,  soe  is  te  weten,  dat  een  boete  is  iij  scbillingen  al- 
snlcken  cbyns  als  men  geit,  te  weten:  van  alden  gelde, 
iiij  ande  grooten;  van  nyeuwen  gelde,  iij  auden  groo* 
ten;  van  payement,  ij  aude  grooten  en.  een  vierdel  v^n 
eenen  auden  groot. 

Item  die  andere  grooten,  soemen  die  ontfanckt  inde 
meyerye  vanden  Bosscbe,  soe  maecken  iij  ande  grooten 
vj  st,  maer  te  bove  is  den  auden  groot  wat  meer. 

Item  eenen  auden  grooten  is  j  stuver  en.  eenen  Pbi- 
lippus  penninck,  soemen  albier  costumeert  inder  meye- 
rye, maer  te  bove  is  den  auden  grooten  wat  meer. 

Item  xg  deniers  nys,    ) 

Item  i  st.  nys,  |  is  elckcn  een  auden  grooten. 

Item  ix  deniers  audts, ) 


Item  i  st.  audts     f  .     ..... 

>  IS  elck  uj  st. 


Item  i  st..Lovens 

Item  x^  st.  u.  ft.  i  fg  u.,  ende  u.  ft.  xx  aude  grooten. 

Een  dupart  (1)  ft.  xlviij  st.  iij  oert. 

Item  XX  st.  zwart  tomoysen  dats  xv  auden  grooten, 
ft.  xxvi^  st. 

Item  XX  st.  auder  groten  ft.  i  fg  auder  groten,  ft.  xxj 
gulden  vg  st  i  oert. 

Item  eenen  st.  auder  grooten  ft.  xxi  st  i  oert  vj  deniers. 

Item  XX  st.  'payement  ft.  i  ffi  payements  dats  vij  st  (2). 


(1)  JDupatt  stéat  in  den  Schat  der  Cheynsen  {Brussel,  1704.)  bl.  3U 
(9)  Wij  £^en  deze  munlen-evaluatie  naar  W.  op,  hoezeer  G.  en  A. 
dtanran  zoo  meni^aal  afwijken,  dal  er  bijna  geene  aanteekening  bij  te 
Toegen  ia.  Blijkens  de  in  W.  medegedeelde  muntbijtonderheden ,  iraar\-an 
later,  meen  ik  aan  W.  de  voorkeur  te  mogen  geven. 


Digitized 


by  Google 


—   158  — 


Uier  nae  voMU  die  mate  vanden  wvge  van  die  breete. 

Eeneo  man  pat  is  groot  iiij  voeten. 
Een  kerck  wech  is  groot  vj  voeten. 

Eenen  water  wech  is  groot  vj  voeten. 

Eenen   molenwech  met  booftsacken  is  groot  vj  voeten. 

Eenen   molenwech  met  sacken  te  peerden,  ^nder  an- 
der  getouw,  is  gcoot  viij  voeten. 

Eenen  molen  wech  met  kerren  en.  wagens,  zg  voeten. 

Eenen  kouterwech  (1),  xij  voeten. 

Eenen  leytwech   vanden   eenen  dorp  int  andere,  daer 
hecken  ofte  velen  j[2)  hangen,  xvj  voet. 

Eenen  dryff  wech  vander  eender  nierct  ter  andere,  daer 
men  alderhanden  beesten  dryft,  xxiiij  voet. 

Eenen  bruyck  wech  (3),  vg  voet. 

Eenen  beerwerh,  xl  voeten. 

Nota  van  margen  taele  inetle  roye, 
die  roy  tot  xiiij  voet, 

In  andere  lant,  als  bueners,  mudsaten,  lopensaet  met- 
men  met  roeyen  van  xx  voeten. 

Item  xvj  voeten  maken  een  dyckroey. 
Item  ses  bont  maken  eenen  merghen. 
Item  tbien  duymen  maken  eenen  voet. 

(1)  Kouterwech,  bij  A.  en  G.  weggelaten,  is  een  ploegweg.  (2)  A.  en 
G.  veUn;  W.  weken.  Vele  is  bij  Kilian  pandura,  een  draaiboom,  of 
hek.  (3)  Bruick  wech,  denkelijk  eene  schrijffout  voor  bruudwech  bruid- 
weg,  nloeerweg,  langs  wacr  men  den  beer 'op  H  land  brengt,^'  zegt  Wiu 
tns,  Belg,  Museum,  X  dl.,  bh.  09 ,  alwaar  de  maat  der  wegen  voorkomt 
xiit  eene  ordonnantie  \an  Brussel  van  1308,  cmi  met  de  opgave  van 
onzen  srhyfvcr  nagenoeg  overeenkomt. 


Digitized 


by  Google 


_  169  — 

Nota. 

Een  marck  facit  viij  onsen;  een  onse  f^cit  twintich 
engelscben;  een  engelsche  facit  xxxij  aessen  oft  xvj  deus- 
kens;  een  fierlinck,  viij  aessen  oft  vi^  troykens  oft  iiij 
fierlingen;  een  troyken,  ij  deussen;  een  deusken,  ij  aes- 
sen; eenen  penninck,  xxiiij  greynen  (1). 

(Te  brengen  op  blad».  9  f  regel  tS*) 

By  W.  is  deze  lofrede  op  de  Bo**chencLari  geplaaUt 
achter  het  verhaal  hladz,  26  en  27  voorkomende^  doch 
,  de  voorbeelden  bij  elke  proprieteyt  aangehaalde  zijn 
er  toeggelaten^  waarvoor  de  afechrijver  in  de  plaatê 
stelt:  gelyck  een  yegelycke  claer  en.  notoir  sal  worden 
gemaect  inne  dese  chronycke.^ 

(Te  brengen  op  bladt.  S0t  regel  •.] 

Oick  \?as  dier  tyt  inden  stroom  by  tcappelleken  tot 
Orthen  een  vaert  en.  worden  genoempt  den  Maelstroem, 
dats  Merct  ström,  en.  tot  Roesmalen  worden  doen  ge- 
houden die  peerdemerct  (dat  roesmalen  oft  rosmerct):  dese 
merct  is  namaels  binnen  der  voors.  stadt  geleyt  ende  het 
dorp  Roesmalen  heeft  daer  aff  zynen  naem  behouden. 
Orten  plach  te  wesen  Dupen  genaerapt,  synde  Oert 
Duynen. 

(Te  bren;;en  op  bladx.  S9»  regel  fff») 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cc  ende  lx '*''''  wert  Henricus 
de   simpele,   zoene   van   Henricus  de  dorde,  gebult  bar- 

(1)    Dete  nota  wegens  het  Trooiscb  gewigt  is  er  door  eene  tndcre  hand 
bijgeroegd  en  komt  bij  A.  noch  G.  voor. 


Digitized 


byGoogle 


—  160  — 

toghe  van  Brabant:  hy  regneerde  acht  iaeren  en.  hy  was 
den  liij*'**  bartoghe  van  Brabant  (1). 


(Te  breogen  op  bladi.  40f  achter  regel  1^.) 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cc  en.  l^vij  *'***,  in  de  maent 
van  lalioy  is  by  den  bisscbop  van  Luyck  binnen  den 
Bossche  geordineert  en.  getnstitueert  seeckere  ordinantie 
aengaende  die  gasthnysen,  allet  naerder  blyckende  byde 
sdve  ordinantien  daer  aff  zynde 

In  dese  tyde  wert  binnen  den  Bossche  het  groote  gast« 
huys  tot  behoeS  vanden  armen  crancken  ende  gebrecke* 
licke  menschen  gefnndeert  by  sinte  Anna  capelle,  dat 
weicke  naemaels  by  toedoen  van  een  rycken  borger,  ge- 
heyten  lan  van  Neysel,  getransfereert  is  ter  plaetse  daert 
nu  staet. 


(Te  brengen  op  bladz.  41  *  achter  regel  14.) 

ht  iaer  ons  Heeren  m  cc  en.  Ixxxvj*''''  toch  bartoghe 
lan  van  Brabant  voor  Huesden  en.  wan  die  borcht  en, 
besettent  met  volck ;  van  daer  toech  hy  neffen  die  Maesse 
en.  wan  die  borch  van  Malrepas  (2). 


(Te  brengen  op  blads.  41»  achter  regel  t5f) 
In   dit  *voorscreven   iaer  [1305]  is  by  bartoghe  lohan 

(1)    In  het  Tenrolg  hebben  wij  alles  weggelaten,  wat  niet  onmiddel- 
lijk tot  Tloórd-Braband  betrekking  heeft.     [2)    Malrepas;  A.  Marys. 


Digitized 


by  Google 


—  161   — 

van    Brabant  ,  verleent   en.    gegeven    die   caerthe    vande 
stadt  vanden  Bossche  gemeynten  vuyt  te  geven. 

In  dese  tyt  [1315]  (1)  waren  die  eedelen  in  Brabant 
zoe  verstorven,  mits  de  vooi^aende  oorloghen,  datmer 
nauw  vyftien  ridders  en  vant. 

Int  voors.  iaer  van  m  ccc  en.  xv  begonsten  drie  swa- 
ren  plaegen  te  coemen  en.  [te]  verschijnen,  die  Godt 
almachtig,  overmits  die  sonden  seynt.  0'eerste  plaeghe 
was,  dat  het  begonst  te  regenen  inde  Meye  ende  het 
bleeff  regenende  een  halff  iaer  lanck,  zoe  dat  het  cooren 
ende  anderen  vruchten  al  meest  verdorven  (2). 

Die  andere  plaeghe  was,  dat  int  selve  iaer  begonst  te 
worden  dieren  tyt,  nyet  alleen  van  cooren,  maer  oeck 
van  anderen  nootdruyft,  en.  wert  zoe  grooten  dieren  tyt, 
dat  het  nyet  vuyt  te  sprecken  en'  is,  en.  men  meynde, 
dat  van  begin  der  werelt  geed  meerder  dierte  geweest 
en  is:  een  vierdel  roggen  goudt  tot  Andtwerpen  tsestich 
conincxs  tomoeyse.  Die  arme  menschen  lagben  op  straet 
en.  claechen  dat  steenen  harten  moesten  ontfermen,  en. 
storven  van  honger  en.  gebreck. 

Die  dorde  plaeghe  was,  dat  int  iaer  daer  nae  een  ver- 
vaerlycke  sterfite  quam  over  ryck  en.  arm;  doen^baeden 
die  rycke  vrecken  met^  hen  goet,  dat  zy  verspaert  hadden, 
«om  den  armen  te  hulpen  te  coemen,  die  zy  inden  die^ 
ren  tyt  lieten  vergaen  van  gebreck,  om  hulpe  en.  onder- 
stam, want  doen  alsulcke  sterft  was,  datmen  se}'dc,  dat 
bynae  de  eene  helft  der  menschen  waeren  gestorven,  en. 
die  nyet  en  storven,  hadden  gemeynlickc  grgoté  sieckten. 

(1)    1315^  A.  1314.     (2)    Aan  den  kant  staat  met  eene  andere  hand: 
y>A^.  i62i  i.9  tselrc  ooch  geschiet." 

C.  11. 


Digitized 


by  Google 


—  162  — 

(Te  brengfln  op  bladi.  44»  regel  f  4«} 

Idi  voorscreyei]  iaer  [1318  is]  by  hartoge  lohan  ge- 
geven eode  verleent  tot  Bruessel  die  vaDden  Bossche  die 
caerthe,  om  die  stadt  mueren  aff  te  brecken  en.  huyseu 
om  die  stadt  te  vesten  (1). 

(Te  brengen  op  bladt.  44*  regel  !•«) 

Opten  lesten  dach  van  Februario,  naer  scryven  des 
hoeffs  van  Camerick,  anno  m  ccc  en.  xxiiij '*'''',  heeft  har- 
toghe  lohan  voors.  die  vanden  Bossche  gegeven  en.  ver- 
leent die  caerthe  wat  die  rentmeesters  van  chynsen  ne- 
men zullen;  item  noch  die  caerthe  vanden  visscheryen 
en.  vogelen  etc. 

Item  int  voorscreven  iaer  [1325],  des  Donderdachs  naer 
sinte  Catharina,  [is]  tot  Bruessel  by  hartoghe  lohan  van 
Brabant  g^even  en.  verleeiiicht  die  caerte  vanden  he* 
melraet  van  Nulant,  Geffen,  Os,  Teffelen,  Lithoeyen, 
Lith,  beginnende  aidus:  »IndeB  name  ons  Heeren,  amen. 
Allen  den  gheenen,  die  nu  zyn  ende  naemaeb  wesen 
zullen,  die  dese  letteren  zullen  sien  oft  hoorea  leesen, 
etc." 

Item  den  voorscreven  hartoghe  lohan  van  Brabant  heeft 
gegeven  en.  verleenicht  ordinancie  vande  palinghe  der 
stadt  vanden  Bossche  en.  den  d(M*pen  van  Tlymen  en. 
Engelen,  en.  vande  beesten  te  schutten,  gegeven  den 
xxvfl"  September  anno  m  ccc  en.  xxvj**'^*'. 

(1)    DU  berigt  komt  bij  A.  niet  roor. 


Digitized 


by  Google 


—  163  — 

Item  in  dit  voors.  iaer  [1328],  oplen  XTg'**  February, 
beeft  bartogbe  lohaa  die  vanden  Bosscbe  verleent  en.  ge-, 
geven  die.caertbe  ofte  ordinoncie,  daer  inae  staet,  hoe 
die  bourgeineesteren  reeckenen  sullen,  wat  die  schepenen 
sullen  hebben  voor  haere  cleederen  en.  wyn  te  schenc- 
kcn,  van  dachreysen,  van  schuts  cleederen  en.  meer  an- 
deren poincten. 


(Te  brengen  op  bladi.  45,  regel  S«) 

Int  iaer  oos  Heeren  m  ccc  en.  xxx *'"=*'  (1)  heeft  har- 
toghe  loban  van  Brabant  die  vanden  Bossche  gegeven  en. 
verleent  die  caerthe  vande  laeckenen  te  maecken. 

ht  voors.  iaer  [1336]  heeft  bartogbe  loha^  gegeven 
en.  verleent,  op  sinte  Lamberts  avont,  die  caerthe,  die- 
men  noempt  die  nyeuvoe  ^eaerihe^  doen  die  stadt  ver- 
wandelt wert,  inhoudende  ordinantie  vande  schepenen, 
geswoeren  etc. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  xUig *''•'',  den  xvig** 
lony,  [is]  by  den  voors.  hartoghe  lohan  g^even  en.  ver- 
leent die  caerthe  van  dat  die  schepenen,  die  aff  gaen, 
het  naeste  iaer  gesworen  sullen  blyven. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  xlix*'""^,  op  sint  lans 
dach,  [is]  by  hartoghe  lohan  gegeven  en.  verleent  die 
caerthe*  vanden  hemelraders  van  Kessel,  Maren  en.  Alem, 
beginnende:  »Iohan,  by  de  gracie  Godts,  van  Bourgph- 
gien"  etc. 

(I)     W.  1335,  frrkeerdelijk. 


Digitized 


by  Google 


—   164  ^ 

Int  zelve  iaer,  op  sint  lacops  dach,  is  gegeven  en. 
verleent  die  previlegie  vanden  gulde  buUe  den  hartogbe 
en.  innegesetenen  van  Lotryck,  Brabant  en.  Limborch, 
hy  hoeger  memorie  den  Roomschen  coninck  van  Bohé- 
mien etc. 

In  dit  voorscreven  iaer  heeft  Godt  almachtich  geheel 
Europa  gecastyt  met  een  groote  sware  pestilencie,  alzoe 
dat  nauwelycke  die  eene  helft  vandeir  menschen  te  lyve 
bleven,  alzoe  datter  veel  steeden,  dorpen  en.  sloeten  om- 
bewoent  bleven  staen.  Door  dese  plaeghe  en.  sterfte  zyo 
in  veel  plaetsen  opgestaen,  sonder  eenich  auctoriteyt  ofte 
outheyt  vanden  paus,  sotnmighe  menschen  aennemende 
een  oipenbaer  penitencie,  die  genuempt  waren  geessel 
broedei's.  Dese  deeden  voor  hen  dragen  een  cruys,  eqde 
ginghen  alzoe  met  cruyssen  en.  vaenen  tweemael  dsiegs 
in  die  kercke,  en.  makende  hen  daer  naect,  bedeckende 
alleen  haere  schamelheyt  jaeX  een  lynen  doeck,  ènde  sloe- 
ghen  hen  zelven,  en.  bysonder  op  die  schouderen,  met 
scherpe  geesselen,  daer  knoopen  en.  cleyn  yssere  nagel- 
*  kens  inne  gehecht  waren,  zoe  zeer,  dat  het  bloet  tot 
elcke  slaeghe  vuyt  quam,  ende  al  slaende  songhen  zy 
met  deerlycke  steramen,  screyende  en.  suchtende,  en. 
riepen  : 

'Slaet  u  zeer, 
tDoor  Christus  eer, 
•  Door  Godt,  zoe  Jael  die  sooden  meer.^* 

En.  selden  sliepen  zy  nyet  den  eencn  nacht,  ^aer  zy 
den  anderen  dach  hadden  geslapen;  ende  noeyt  en  con- 
demen  vernemen  van  wie  dese  seckte  eerst  begonst  was 
en.  van  waer  ^  quam;  en.  mit  dnsdanighe  penitencie 
ginghen   zy   van   d'een   steede  in   d'ander  en.  van  d'een 


Digitized 


by  Google 


—  165  — 

plaetse  tot  d'ander,  omtrent  vèertich  daeghen  lanck:  eir- 
de  veel  lieden  dh  sieode,  werden  beroert  roet  mede  ly- 
den  en.  ginghen  mede  en.  deene  als  d'ander  en.  vol- 
doende haer  penitencie  veertich  dagen  en.  ghingen  weder 
thnys.  Yuyt  dese  secte  quam  veel  goede  dinghen,  als, 
qnytscellinghe  van  doot  slaeghen,  van  haat,  nyt  en. 
viantschap,  van  weder  keeringhe  onrecfatvperdig  goet  etc. 
In  dit  geselschap  qiiamen  veel  diverschen  personen,  als, 
bisschoppen,  prelaten,  priesters  en.  anderen  geestelycken 
en.  weerlycken  mannen  en.  vrouwen.  Men  woude  seg« 
ghen,  datse  eerst  quam  vuyt  Duytslant  en.  doen  in  Nee- 
derlant  en.  zoe  voorts '  in  Vranckryck :  ende  paus  Cle» 
mens  die  seste,  siende  dat  vuyt  dese  vergadéringhe  een 
quader  comen  mochte,  heeft  dese  secte,  op  die  peene 
vanden  ban  en.  der  eewighe  maledictie,  verbooden  nyet 
meer  te  doen,  en.  mits  dese  is  die  vergadéringhe  der 
menschen  aff  gestelt  geworden  en.  gescheyen. 

(Te  brengen  op  bladz.  45,  regel  ItO,) 

Item  in  dit  zelve  iaer  [1355],  opten  iij'''  lanuary,  is 
tot  Loeven  gegeven  en.  verleent  die  caerthe  Trinitatis, 
inhoudende  die  rechten  der  stadt  vanden  Bossche. 

In  dit  voorscreven  iaer  heeft  hartoghe  Wenceleyn  en. 
vrouwe  lohanna  tsaemen  gegeven  en.  verleent  die  van- 
den Bossche  die  caerthe  vande  vreede  te  legghen  onder 
die  borgeren. 

Item  [is]  by  den  voprs.  hartoghe  en.  bartoginne  gege- 
ven ende  verleenicht  die  poirteren  vanden  Bossche  die 
carthe  van  dat  zy  vry  sullen  zyn  van  alle  houtschatten  al- 
len die  meyerye  vanden  Bossche  door:  gegeven  binnen  den 
Bosscben,  oplen   xxvij'"  September  a".  m  ccc  en.  Ivj''*^*', 


Digitized 


by  Google 


—  166 


(Te  brengen  op  bladt.  4#»  regel  VO 

OptOD  xüg^  dach  der  maendt  van  lulio  anno  m  cc!C 
eo.  Ivg^'*^,  is  binnen  der  sudt  vanden  Bossche  tusschen 
Aernoodt  van  Bramen i  drossaert  van  Brabant,  lan,  beer 
van  Knyck  eo.  van  Hoocbstraeten ,  ridder,  gemaect  seec- 
kere  aocoordt  vanden  twist  tnsscben  den  voors.  hartqghe 
van  Brabant  aen  deen  zyde  en,  tusscben  die  beer  van 
Kuyck,  Hoocbstraten,  en.  die  stadt  vande  Grave  aen  dan- 
der  zyden,  aengaende  den  Hamdyck. 


(Te  brengen  op  bUdi.  4tt»  regel  9V«) 

Item  op  sinte  Micbiels  avont  anno  m  ccc  ep.  lx*'"'*  is 
byde  voorscreven  bartogbe  en.  bartoginne  die  vanden 
Bosscbe  verleenicht  die  ordinantie  vanden  vüytgeseten 
poirteren  en.  geboren  poirteren. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  Ixi**'"''  is  gegeven  en. 
verleent  die  caertbe  en.  ordinancie,  dat  die  schout  alle 
onrechte  toU  aff  doen  zal. 


(Te  brengen  op  bUdft.  4«f  regel  S.) 

Op  sinte  Micbiels  dach,  int  iaer  ons  Heeren  m  ccc 
en.  Ixig*'''^  [is]  by  de  voors.  bartoge  en.  bartoginne  ver- 
leent die  ordinancie  vande  vüytgeseten  poirteren  vanden 
Bosscbe. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  Ixv  *'''*',  den  xx**  Oclo- 


Digitized 


by  Google 


—  167  — 

bris,  is  byden  veors.  hartoghe  en.  hartogioDe  gegeven 
en.  verleent  die  vanden  Bossche  die  caerthe  vanden  Ze- 
ghedyck  te  houden. 

Item  opten  xxvij'''  Septembris  int  selve  iaer  [is]  by- 
den voors.  hartoghe  en.  hartoginne  verleent  ordinancie 
van  dat  zy  nu  en.  ten  ewighen .  daeghen  vry  en.  quyt 
sullen  zyn  van  houtscattinghe,  die  zy  gewoenJycke  ple*- 
ghen  te  geven. 


(Te  brengen  op  blads.  48»  regel  8.) 

In  dit  voorscreven  iaer  [1371]  is  opten  v**  dach  in 
May  by  hartoghe  Wenceleyen  en.  vrouwe  lohanna  ver- 
leent en.  gegeven  die  caerthe  vanden  versueck  en.  van- 
der stadt  knapen,  de  stadt  acchynsen  vuyt  te  panden 
en.  daeghen  te  setten  etc. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  Ixxij*'"^  is  byden  voors. 
hartoghe  en.  hartoginne,  opten  vj*"  April  verleent  en. 
gegeven  die  caerthe  vande  weteringhe  te  houden  en.  te 
oepenen. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  Ixxiii] '*"*',  des  Vrydaechs 
naer  Sacraments  dach ,  [is]  byde  voors.  hartoghe  en.  har- 
toginne gegeven  en.  verleent  die  caerthe  en.  erfdeylinghe 
tnsschen  die  stadt  vanden  Bossche  en.  het  dorp  Ytrcfat, 
aengaende  dat  Vuchterbroeek,  by  die  schepenen,  geswo- 
ren,  deeckenen  vanden  ambachten  en.  die  voors.  stadt 
geroaect  met  die  schepenen  en.  geswoerene  en.  die  aünr- 
ghe  dorpen  van  Vuchl  en.  Cronivoirt;  etc. 


Digitized 


by  Google 


—  168  — 


(Te  brengen  op  bladx.  48*  regel  tV.) 

In  dit  Voors.  iaer  [1376],  opten  xxvj*"  December,  is 
byde  voors.  hart(^he  en.  hartoginne  verleent  die  caerthe 
oft  ordinantié,  datmen  die  straten  inde  meyerye  vanden 
Bossche  nyet  en  zal  moegen  sluyten. 

Opten  xxix'"  dach  May,  a**.  m  ccc  en.  Ixxix*"''**:  by 
de  schepenen,  gesworen,  rentmeesteren ,  deeckenen  van- 
den ambachten  en.  een  deel  vander  goeden  knapen  der 
voors.  stadt  van  sHartogenbossche  is  geconsenteert  en.  ge- 
previligeert  den  lombaert. 

Ende  opten  xiüj*'^  dach  [van]  Meert  int  vooi*s.  iaer  is 
byde  voors.  hartoghe  en.  hartoginne  die  vanden  Bossche 
verleent  instructie  van  het  cooren,  broot,  wyn  en.  bier 
etc. 

Item  int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  Ixxxij'*''^  [is]  byde 
vooi^.  hartoghe  en.  hartoginne  verleent  die  vanden  Bos- 
sche ordinancie  vanden  citatie  en.  inhibitie. 

Item  in  dit  voors.  iaer  is  gegeven  die  caerthe  van  het 
stille  der  goeden,  van  het  besitten  van  dartich  iaren. 

Item  opten  xix*''  December  int  voors.  iaer,  zoe  is  by 
hartoginne  lohanna  gegeven  en.  verleent  die  caerthe,  die- 
men  noempt  die  landt  caerthe,  inhoudende  ordinantie  op 
die  gevanghenen  in  Brabant  etc. 

Item  by  dezelve  int  vooi-s.  iaer  alnoch  verleent  die 
caerthe,  wat  payment  binnen  den  Bossche  ende  inde 
voors.  meyerye  alleen  zal  wesen   en.  ganckbaer '  zyn ,  etc 


Digitized  by 


Google 


—  169 


(Te  brengen  op  bladt.  49»  regel  V»} 

Item  10 1  voorscreven  iaer  [1384],  opten  iv*"  luuj, 
[is]  byder  voors.  hartoghe  lohanna  gemaect  die  caerthe 
vaoden  onrechten  toll,  die  onse  borgeren  vanden  Bossche 
tot  Wordrigem  hebben  moeten  geven,  etc. 


(Te  brengen  op  bladi.  49»  regel  Si») 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  hxxvij*^''*  is  byder 
voors.  hartoghe  lohanna  gegeven  en.  verleent  die  caerthe 
hoemen  sweeren  zal  van  geldelycke  saken,  vuyt  geno- 
men van  erff  taelen,  opten  xv"  May  tot  Bruessel  ge- 
passeert. 

Item  int  voorscreven  iaer,  den  xxvij •''=*'•'•■  September, 
soe  is  gemaect  die  caerthe  vande  stadt  wissel,  begin- 
nende: »Wy  schepenen,  geswoerenen  der  stadt  van  sHar- 
togenbossche  etc. ,  met  der  stadt  cleyne  segel'  bezegelt 

Item  opten  xviij***"  dach  Meert  int  voors.  iaer,  is  by 
der  voors.  hartoginne  lohanna  die  vanden  Bossche  ver- 
leent ende  gegeven  ordinantie,  hoe.  dat  die  acchynsen 
vercregen  zyn,  en.  die  stryckmate  en.  ambacht,  vande 
scepenen  te  setten  op  sinte  Remys  dach  oft  acht  daegen 
daemae,  item  vande  rentmeesters  te  kiesen,  item  dat  die 
schout,  onder  schout,  schepenen  ende '  geswoerenen  en. 
die  roeydreghers  egheen  acchyns  coopen  sullen,  etc. 

Item  [is]  gemaect  byde  schepenen,  gesworen,  rentmees« 
teren,  deeckenen  vanden  ambochte,  eensdeels  der  goeden 
knapen  en.  die  gemeyne  stadt  vanden  Bossche  ordinaocie 


Digitized 


by  Google 


—   170  — 

vanden  louibaerd,  des  Donderdachs  naer  sint  lacop  apo»- 
fels  dach,  int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  en.  Ixxxyiij  *'*''';  ende 
[bij]  vrouw  lohanna  g^even  tot  Liere  den  zxiz*'®''  May 
daer  te  vooren  int  zeiye  iaer. 

Item  int  yoors.  iaer  van  [1300]  bcxiviij'"*,  naer  dat 
die  Brabanders  groote  schaede  in  Gelderlant  hadden  ge- 
daen  en.  dat  den  wynter  aenstaende  was,  zyn  alsoe  thuys- 
waerts  getrocken,  roaer  die  Brabanders  dachten  teghens 
den  vuytgaendèn  tyt  weder  in  Gelderlant  te  coemen.  Dan 
^\s  nu  hartogbe  Willem  van  Geldre  wiste,  dat  die  Bra- 
banders naer  huys  getoegen  en.  gescheyden  waeren,  soe 
vergaederden  by  een  groot  heer  vap  volck,  en»  tot  zyn- 
der  hulpe  ({uam  die  eertsbisschop  van  Coelen,  den  bis* 
schop  van  Luyck,  den  bisscop  van  Bremen,  de  bisschop 
van  Ytrechti  die  bisscop  van  Munster,  die  grave  van 
Cleve,  die  naemaels  hartoch  wert,  den  abt  van  Pruym 
en.  die  grave  van  Muers,  soe  dat  zy  drie  hondert  gla- 
viniers  en.  twee  hondert  mannen  te  voet  hadden,  ende 
die  capiteynen  waren  al  meest  geestelycken  prelacten, 
die  der  arme  schaemele  lieden,  (der  wekken  sonden  zy 
daegelicxs  eeten  en.  des  gecruysten  lesus  goederen  ken 
verleent  zynde,  onduechdelyck  afflevende)  goeden  onmit- 
telick  vèrteerende  waeren.  Desc  verdructe  en.  beschae* 
dichde  die  schaemele  en.  onschuldighe  lantlieden,  stich- 
tende roeff  en.  braot  tegens  die  armen  en.  weduwen. 
Hadden  zy  ^oe  wel  den  hartoge  van  Gelder  geraden  tot 
peys,  als  zy  deeden  om  oorlogbe,  hy  en  hadde  het  zelve 
nyet  bestaen,  etc.  Dus  tradi  den  hartogbe  van  Geldre 
op  sint  e  Laureyns  avont  eerst  tot  Oisterwyck,  dwelck 
hy  verbranden  mette  vier,  ende  daer  aae  verbranden 
kj  Geestel,  Beeck,  en.  vertrock  zoe  nae  Weert  en.  voorts 
nae  Gelderlant.     Dus  wasser  eeo   rydende  oorloghe  tus- 


Digitized 


by  Google 


—  171   — 

scheo  die  landen  van  Geldre  en.  Brabant  al  den  wynter 
door  duerende.  Binnen  middelen  tyde  deede  vrouw  lo- 
hanna  zoe  veel  aen  hartoch  Philips  van  Bourgongien, 
baer^  nerei  dat  by  ba^r  deede  goede  huipe  en.  bystapt, 
vrant  by  sont  vrouw,  lobanna  vyff  bondert  lancien  oft 
glavien  vuyt  Vrancryck,  die  by  al  wel  betaelde  drie 
maent  te  vooren,  daer  capiteynen  aff  waren:  beer  Wil* 
lem  van  Latrimotllien  en.  beer  Qdaert  van  Charseroen  (1) , 
en*  dit  oorlochs  volck  wert  geleyt  te  Mille,  te  Gangel, 
te  Ttiebt  (2),  om  die  Gelderse  bynder  te  doen,  ende  die 
Brabantse  beeren  laegen  te  Herpen  en.  tot  Qscb,  ende 
die  Francboysen  wonoen  van  bartocb  Willem  van  Gel- 
dre en.  Gulick  die  stadt  van  Stralen,  die  zy  destrueerdeo. 

Orerdracbte  en.  vrientscbappen  gemaect  tusscben  vrou- 
we lobanna  en.  die  bartoghe  van  Geldre  op  sinte  Ser* 
vaes  dacb  int  iaer  ons  Heeren  m  ccc  ende  xc  *'**'*. 

In  dit  voors.  iaer,  opten  xvj'*  dacb  Septembris,  soe 
heeft  die  voors.  bartoginne  lobanna  der  voors.  stadt  ge- 
geven en.  verleent  seeckere  ordinantie,  hoemeo  tgelt  van- 
der beede  vuyt  geven-  sal. 


(Te  breDgen  op  hhdi.  80»  regel  IS») 

Item  opten  xig"*"  Decembris  anno  voors.  [1396],  soe 
he^  die  beere  van  Tenloen  (3)  van  vrouwe  lobanna, 
hartoginne,  vercregen  previlegie,  om  duer  die  stadi  er- 
ven een  torff  vaert  te  mogen  maken,  die  nu  nocb  ge- 
noempt  wordt  den  Busscbersloet. 

(1)    Graseroen.    (2)    Drie   plaatsen  in   het  oude  heitosdoin    Limburg. 
(9)    Loon -op -Zand. 


Digitized 


by  Google 


—   172  — 


(Te  brengen  op  bladz.  aS»  regel  !••) 

Item  opten  x*'  lanuary  int  zelve  iaer  [1406  is]  hj 
schepenen  en.  gesworen,  bourgemeesteren »  raetslieden, 
lieden  vanden  Bossche  seeckere  ordinancie  gemaectaen- 
gaende  datmen  gheen  drossaerden  in  Brabant  eeniger- 
hande  geit  geven  zal  voor  haer  incoempst. 

Item  nae  doode  van  vrouwe  lohanna  vooi-s.,  te  weten, 
na  Bamis  dach  [1407],  quam  hartoch  Antonis  binnen 
den  Bossche  en.  vcrsamelde  aldaer  veel  volck  vuyt  Bra- 
bant ende  sonderlinghe  vuyt  Andtwerpen  en.  sHartogen- 
bossche,  ende  hem  is  tot  onderstandt  gecoemen  Philips, 
zyiien  broeder,  met  veel  eelmannen,  en.  die  grave  Wal- 
raven van  Sintpol,  zyn  sweer  (1);  maer  die  stadt  van  La- 
ven en.  Bruessel  en  deede  hem  gheen  volck,  die  op  haer 
zelffs  auctoriteyt  mede  veilde  trecken,  om  dat  zy  nyet 
en  wisten  waer  sy  trecken  zouden.  Ende  hartoch  Antho- 
nis  reysde  met  al  zyn  armeye  tot  Valckenborch,  om  har- 
toch Reynaut  te  dwinghen  tlant  van  Grave  van  hem  te 
leen  te  ontfangen;  ende  hartoch  Reynaut,  siende  dat  hy 
nyet  machtich  en  was,  om  hartoch  Anthonis  te  resiste- 
ren,  sont  hy  tot  Valckenborch  eene  notabile  ambasadeur, 
en.  daer  wert  besloten,  dat  hy  hartoch  Anthonis  geven 
moeste  veel  duysent  croonen  ende  dat  hy  in  Brabant 
coemen  zoude  en.  tlant  vanden  Grave  van  hem  te  leen 
ontfanghen,  ende  op  sinte  Severyns  dach  int  voors.  iaer 
ontfinck  hartoch  Reynout  van  Geldre  dat  leen  van  har- 
toch Anthonis  tot  Empel  byden  Bossche  op  den  candt  van- 
de  Maese  ende  deede  zynen  eedt,  dat  alle  man  sach,  etc. 

(1)     Atttw,  ZHager. 


Digitized 


by  Google 


—    173  — 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  viij  is  by  hartoch  An- 
thonis  vao  Brabant  gegeven  en.  verleent  die  nyeuwe  car* 
tbe,  diemen  heet  die  caerthe  van  Roesmalen,  inhoudende 
veel  schoone  institutie  en.  instellinghen  voor  die  Braban* 
ders. 

Item  [is]  byden  voorscreven  hartoghe  verleent  en.  ge- 
geven die  ordinancie  van  het  cooren  te  vercoopen  binnen 
der  voors.  stadt,  vemyeuwt  by  scepenen  op  sinte  Hichiels 
dach  int  voors.  iaer,  met  ordinancie  van  cooren  vuyt 
der  meyerye  te  vueren. 

In  dit  voors.  iaer  [1409]  is  geschiet  by  hartoch  An- 
thonis  die  confirmatie  van  het  innegeboth. 


(Te  brengen  op  bladz.  5S»  regel  IS*) 

Item  byden  voors.  hartoghe  lan  gegeven  en.  verleent 
de  carthe  der  blyder  incompste,  opten  29  April  anno 
m  cccc  en.  xvj". 

Item  [is  in  1417]  bydeü  voorn,  hartoghe  lan  gegeven 
en.  verleent  die  caerthe  van  dat  die  poirters  vanden  Bas- 
sche  toll  vry  varen  zullen,  beyde  te  water  en.  te  lant, 
in  Hollant  en.  Zeelant;  gegeven  tot  Woudrichem  v  da- 
gen in  Februario  anno  voors. 


(Te  brengen  op  bladt.  SS»  regel   14») 

Nocb  [is}  by  hem  verleent  ordinantie  en.  brieven,  daer 
by  hartoch  Philippus  beveelt  den  raet  en.  tollenaers  van 
Hollant  en.  Zeelant,  datmen  die  poirteren  vanden  Bossche 


Digitized 


by  Google 


—  174  — 

vry  laet  gebniycken  haercn  toll  van  llollant  ende  Zee- 
lant;  hen  gegeven  tol  Bruessel,  den  sxviij**  October  int 
voors.  iaer  [1430]. 

In  dit  voors.  iaer  [1431]  wert  hooch  schoutet  vanden 
Bosch  Claes  Loonman  (1). 

Item  byden  voors.  hni^toge  [zijn]  den  dorpe  van  Vucbt 
gegeven  en.  verleent  seeckere  previl^ien,  inhoudende  di- 
versche  poincten  en.  articulen;  gegeven  tot  Bruessel,  den 
v"  luny  anno  m  cccc  en.  xxxiiij*"*'. 

(Te  brengen  op  bUdx.  ftt,  regel  tH») 

Ende  want  den  voors  hartogbe  [Philips  II]  nochte  sy- 
nen  raet  op  sinte  Remys  dach  en.  binnen  acht  daegen 
daer  uae  egeen  schepenen  en  hadden  doen  setten,  alzoe 
dat  die  voorn,  schepenen,  by  overdragen  der  gemeyne 
stadt,  cooren  selffs  seven  scepenen,  te  weten,  lacob  Mo- 
nick,  Narcelis  de  Louwe,  lan  Baethuysen,  Goevaert  van 
Erp,  Peter  van  Erp,  Hanrick  van  Beest  ende  lan  van 
Auwen  Wfllemssoen,  die  dit  iaer  van  [1400]  xxxviij*'*'^ 
scepenen  waren  en.  worden  geëydt  van  eene  stadt  knape, 
geheyten  Aert  Goessensz.  Dit  geschiede  op  sinte  Dionys 
dach,  negen  dagen  in  October,  anno  voors. 

(Te  brengen  op  bUdi.  SS,  regel  tS») 

Item  [zijn]  byden  voora.  hartoghe  tot  Bruessel  verleent 
ordinancie  en.  oepene  brieven,  in  wat  mate  men  die  gecs- 

(1)    mt  bertgt  niet  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  175 


ielicke  gebooden  exeqneren  zal,  etc,  opten  ir)*"  lanuary 
a^  [1447]  VOOIS. 

liem  [ts]  byde  heeren  vander  stadt  vanden  Bossche  or- 
dinancie  gemaect  op  de  potrters,  a°.  m  cccc  en.  xlviij*'''^ 


(Te  bfengen  op  blads.  &•,  regel  IS.] 

In  dese  scepenstoel  [1450]  is  ordinancie  gemaect  op 
de  drie' knapen. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  Ij'''**  [is]  byden  voors. 
hartoghe  gegeven  en.  verleent  vande  lonibaert  en.  leen- 
taefiel. 

Item  byden  voors.  hartoghe  [is]  alnoch  gegeven  en, 
verleent  die  caerthe  ofte  instructie,  in  wat  maniere  men 
ons  genaedighen  heere  beede  betalen  zal,  etc,  tot  Brues- 
sel,  opten  zx*"  September  anno  voors. 


(Te  brengco  op  bladz.  S9f  regel  tV«) 

Item  [is]  alnoch  byden  voirscreven  hartoge  tot  Bruessel 
verleent  int  voorseyde  iaer  [1451]  het  previlegie  van 
tvolck  van  vrapenen  te  leyen  door  tlant  sonder  schade, 
en.  meer  andere  notabele  puncten,  als,  van  onreedelicke 
geestelicke  gebooden,  »datmen  die  ondersaten  zal  hande- 
len metten  recht  van  haerder  bancke;  item  datmen  alle 
gevrysde  vonnissen  van  vreerden  zal  honden;  dat  in  alle 
steden  een  tolboeck  wesen  zal ;  dat  elck  malck  zyn  sselffs 
goet  zal  moeghen  hoeden;  vrat  die  rentmeesters  sullen 
neemen   vande  erffgenamen  daer  die  alders  aff  gestorven 


Digitized 


by  Google 


—  176  — 

zyo;  vande  geestelicheyt,    boe   zy   haer   vercrcgen   goet 
sullen  mo^en  laeten  lossen,*'  etc. 

Item  in  dit  voors.  iaer  [1452],  opten  xvj''"  lannaiy, 
isser  ordinancie  gemaect  byden  schepenen,  geswooren  en. 
gemeyne  raetslieden,  vanden  goeden  en.  eriTven,  diemen 
te  boeck  brengen  zal. 

Item  int  voors.  iaer  by  hartoglie  Philips  voors.  g%e- 
ven  en.  verleent  ordinantie  ofte  caerte  aengaende  die 
munte  etc. 

It^m  noch  byden  zelven  hartoghe  int  voors.  iaer  ver- 
leent ordinantie  op  de  moortbranders  etc. 

(Te  brengen  op  bladz.  59»  regel  t40 

Ordinancie  en.  poiucten  gemaect  overgedragen  en.  ge-, 
slooten   van   te  graven   de  vesten  deser  stadt  byden  ge- 
nieynen  landen,  en.  die  dorpen  zyn  coemen  graven,  etc, 
gepasseert  den  xx***"  luny  int  voors.  iaer  [1453]. 

Int  iaer  m  cccc  en.  lx viij  *'*'''  [is  er  eene]  ordinantie 
gemaect  byder  voors.  stadt  op  het  mynen   vande  vissch. 

Item  alnoch  ordinantie  int  zelve  iaer  gemaect  van  di- 
versche  officien,  van  het  mynen  vanden  visch,  vande 
secretarisscappen,  vanden  bier  te  steecken  etc. 


(Te  brengen  op  bladz.  ••,  regel  19.) 

Dat  meest  te  voren  met  stroe  was  bedect. 


Digitized 


by  Google 


—   177 


(Te  brengen  op  bladx.  ^4,  regel  S.) 

In  dit  voors.  iaer  [1470]  is  tclooster  vanden  Caihuy- 
sers  tol  Vucht  geinaect  en.  gefundeert. 

Int  iaer  m  cccc  en.  Ixxiij '.'•*"  [is]  byden  voors.  hartoge 
Kaerle  verleent  die  commissie  ofte  ordinantie  van  het  ont* 
fanck  vande  domeyne  ende  de  renten  vanden  lande  van 
Enyck  en.  Kessel,  totten  ontfanck  vande  stadt  en.  ineye- 
rye  vanden  Bosch  en.  totten  rentmeesteicn  aldaer,  etc. 


(Te  brengen  op  bladx.  94»  regel  SO.) 

Item  byden  voorsz.  hartoge  Caerle  en.  die  staten  van- 
den lauden  hebben  opten  xiij*"  November  int  voorseyden 
iaer  [1474]  gemaect  een  evaluatie  van  verscbeyden  mun- 
ten en.  penningen,  die  welcke  stonden  torten  xKÜij*"*  Oc- 
tober  anno  [1400]  Ixxviij  daer  nae,  dat  hartoch  Caerle 
doot  was,  en.  dat  inne  manieren  hier  naer  volgende  (1). 

(1)  Ter  {jclcjcnheid ,  dat  ik  in  April  1840  de  eer  had  het  penning- 
kabinet van  den  heer  Otto  Keer  te  Amsterdam  te  bczigtin;cn,  en  wij 
over  oude  munt-oaluatiên  spraken,  had  ik  het  genoegen  eeoe  zeer  be- 
langrijke verzameling  van  dergelijke  handschriften  te  zien.  Op  mijn  ver- 
zoek bood  de  heer  Kesa  zich  vrel willend  aan,  om  de  munt-evaluatiên  in 
de  Bossche  Chronyck  voorkomende ,  met  de  zijne  te  vergelijken.  De  aan- 
teekeningen  met  0.  K.  aangeduid,  heeft  dus  de  lezer  aan  diens  belang- 
stelling in  do  Numismatiek  te  danken. 

»Bij  mij  staat  aan  het  hoofd  dier  vnluatie:  nAmio  xiiijclxxvij ,  den  xiij"" 
dach  in  Aovcmi/ri  werden  die  pennütghcn  gevalueertin  der  manieren  hier 
nae  volgende,  ende  bleven  ihdvr  solver  wegerden  totten  ixiiij»  dach  in  Oc- 
tobrr  (wnn  [1400]  hwiij.^^  (T>ils  zou  volgens  mijn  M.S.  de  valuatic  na 
den  dood  van  hcitog  Rarcl  lijn  uitjcvaardigd.)"  —  0.  K. 
C,  12. 


Digitized 


by  Google 


—  178  — 
Inéén  eersten  Tanden  jonden  penninglien. 

Den  nobel  metten  roeseo Ixviij  st. 

Den  Henricus  nobel Iviij  st. 

Den  Vlaemsche  nobel ,     .     .  Ivj  st. 

Die  balve  angelotten  en.' vierendeel  na  advenant  (1). 

Den  leeuw xxxvj  st. 

Den  gouden  lyder  en.  Vngerse  ducaet    .    .  xxx  st. 

Den  saluyt  en.  den  ducaet  van  Genues  (2) .  xxix  st. 

Den  Vranckryckschc  croon xxvij  st. 

Den  Bourgonscben  of  Andries  gulden  (3)    .  xxüij  st. 

Den  kuerfurster  gulden  en.  lohannis  schilt  .  xxiij  st. 

Vanden  «ilTeren  pennini^hen* 

Dobbel  Philippus  stuvers  en.  dob- 
bel Carolas  stuvers ij  st.  xvüj  mytcn. 

Den  enckelen  daer  aff.     .     .     .     .     i  st.  ix  myten. 

Den  stooter  oude  en.  nyeuwe    .     .     ij  st  xviij  myten. 

Die  halve  en.  vierendeel  vanden  voors.  stuvei-s,  grootc 
braspenuiogen  on.   Philippus  geheyten,  en.  stuvei*e,  en. 

doemv 

f  iaat  bij  mij:  iidie  halve  en,   vierendeelen  naer  adcenant,"  en  aaarop 
volgt  »£f0/)  angeioi,**  doch  de  waarde  wordt  daarbij  niet  Termcld.*^—  0.  K. 

(2)  ))Bij  mij  vermeen  ik  te  leien:  ndü  saluyien  ende  gemein  dueaten.** 
Deze  lesin^,  het  woord  gemêiti,  genomen  voor  t*  hoi  algemeen,  toude, 
dunkt  mij,  dan  ook  hier,  in  tefpensteUing  van  de  vroegere,  bepaald  Uun- 
gaarsche  ducateo  genoemd ,  aannemelijk  lijn ,  te  meer  dewijl  ook  in  een* 
beeldeoaer  van  1541  (de  ondste,  dien  ik  bexii)  de  saluyt  gelijk  in  waarde 
wordt  gesteld  mei  de  dncaten  van  verschillende  staten  in  Italië,  waar- 
onder slechts  één  van  Genua,  is  afgebeeld;  die  ducaicn  komen  dan  ook 
in  dat  boekje  voor  onder  de  algemeene  benaming  van  uducaten  van  Ita- 
lienr  —  O.  K. 

(3)  »Bij  mij  alleen:  »Z>m  Bourgoonsc  gulden,^  en  daaronder,  die  niet 
in  den  tekst  vermeld  wordt: 

»Dü  inikciinus  Schiit siiiij  st,^  —  O.  K. 


Digitized 


by  Google 


—  179  — 

dobbde  bCsnck«D  en.  andere  blaockei  met  der  lelie,  op 
baeren  ouden  cours. 

Eode  alle  andere  penningen  van  goude  en.  silver  (1), 
boven  nyet  genuemt,  syn  geacht  voor  billoen^  behalven 
den  Vtrecbtsce  gulden  [die]  sal  coers  hebben  tot  Licht- 
missc  toe  (2). 


\Jti  brengen  op  bladz.  86»  re^el  til*} 

Nae  faart<^he  üaerles  doot  stonden  die  gemeynten  op 
tegens  die  regeerderen  en.  wethouders  des  laots,sonderliu- 
ge  inde  landen  van  Brabant  ende  Ylaenderen,  ende  want 
nu  die  voors.  hartoghe  Caerie  achter  liet  maer  een  eeni- 
ghe  dochter,  verweet  by  vrouwe  MargritA  van  Bourbon 
voors,,  genoempt  Maria,  wesendé  geboren  opten  t**"' 
dach  van  Februario  int  iner  oHs  Heeren  m  cccc  en. 
I^jjtich.  gy  ^3g  binnen  Gent,  doen  zy  tydinghe  crege  van 
haere  heer  vader  afflivicheyt,  ende  zöe  zy  was  rechte  erfT- 
genaeme  haei-s  vaders,  soe  is  zy  opten  xxix"'  dach  der 
maendt  van  Mey  anno  m  cccc  en.  kxvij*'*''  tot  Loeven 
gebult  en.  ontfanged  als  hartoginne  van  Brabant,  ende 
nae  de  zelve  buldinghe  deede  zy  slaen  en.  munten  dob- 
bel silvere  penninghen  met  twee  leeuwkens  daer  op,  ge« 
noempt  dobbel  vierysers,  op  twee  stuvers  en.  die  halve 
tot  eene  stnver. 

Ilem   ten  zelven   tyde  heeft'  die  voors.  vrouw  Maria, 
hartoginne,  verleent  die  carthe  van  haer  incomste  etc. 

Item  opten  xx""   dach   van  luny   int  voors.  iaer,  soe 

(1)  rtSUeer,  bij  mij  weggelaten"  —  O.  K. 

(2)  Deie  evaluatie  niet  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  180  — 

beeft  die  voors.  vrouw  Marie,  barlogione,  die  vanden 
Bossche  gegeven  en.  verleeiiicht  remissie  op  de  voors. 
commotie  etc. 

(Te  brengen  op  bladi.  66 •  regel  IS.) 

Byden  voors.  hartoghe  Maximiliaen  en.  vi*ouw  Maria 
mette  staten  van  haeren  landen,  als  inden  iaere  m  cccc 
en.  Ixxviij,  den  xxiig*"  October,  wert  gemaect  dese  nae- 
volgende  evaluatie  van  verscheyde  munten,  ende  worden 
geset,  te  welen: 

Den  nobel  mette  roese  tot Ixxvj  st. 

Den  Henricus  nobel Ixvj  st. 

Den  Ylaemsche  nobel Ixiüj  sL 

Den  halven  nobel,  den  vierendeel  en.  angelot  nae  ad- 
veuant. 

Den  gouden  leeuw xl  st.   ' 

Den  gouden  ryder  en.  Ongersche  gulden    .     xxxiiij  st. 

Den  saluyt,  den   ducaet,  de  croon  metter 
soüne xxxiij  st. 

Den  croon  van  couinck  Lodewyck  ende  den 
croon  van  coninck  Kaerle xxxij  st. 

Die  croon  van  Savoyen  en.  den  ryder  van 
Dretangie xxxj  st. 

Den  loannes  clinckaert,  den  cuerfursten     \ 
gulden '  '     I     ^^^i  ^^' 

Een  gulden  van  Ludiek ) 

Den   Andries  oAe  Bourgonsche  gulden  en. 
dyen  Wilhelmus  scilt   , xxvij  st. 


Digitized 


by  Google 


I  —   181  — 

Den  peter  van  Namen  (1)  eo.  Vtrecbtscben 

gulden ; .  xxij  st. 

Den  Beyerschen  en.  Fredericus  gulden  (2).  xvj  st. 

Den  Philippus  clinckaert  en.  Araoldus  guld.  xviij  st. 
Den  Arnoldus  en.  dimmer   (3)  gulde  van 

Geldre xiij  st. 

Uie  ftllTere  penninshen. 

Den  Henricus  stooter,  dobbele 
Francbe  blancken  en.  faergen  (4) 
van  Bretangien Ü  st.  i  blanck. 

Dobbel  Pbilippus  en.  Garolus 
stnvers ijz  (5)  st. 

Die  enckele  en.  grootkens  nae  advenant. 

Die  dobbel  penninghen  mette 
twee  leeuwkens,  geheyten  dobbel 
vierysers ij  st.  i  oert. 

Die  enckelen  van  dien  nae  advenant. 

Den  lohannes  braspenninck 
maecken iiij  placken  (6). 

Den  Pbilippus  van  Namen  en. 
die  Yranckryckse  blancken  maken     ijz  st.  (7). 

(1)  Van  Namen,  uit  het  M.S.  van  O.  K.  ingevuld. 

(2)  nBiJ  mij,  doch  zulks  zal  wel  eene  schrijflbut  en  bij  betden  een  e 
X  te  Teel  gezet  zijn,  staat: 

iiDen  PhüipptLs  clinckaert,  Amoldtis  gulden    .    xxviij  si. 

nj)en  Seyers  ende  Vredricus  gulden     ....    xxvj  stJ^  — -  0.  K. 

(3)  dimmer,  bij  O.  K.;  clinckaert,  bij  W.  (4)  Faergen  (denke- 
lijk voor  bet  hcdendaagscbe  farthing,  een  oortje)  bij  0.  K.;  bij  W. 
eorgien.  (6)  Deze  z  beteekent  Yf  W  I>o  waarde  bij  O.  K.  niet  uit- 
gedrukt. 

(7)    tiBij  mij  staat: 

nDen  leemnes  van  Namen,  de  Vrancknjcke  blancke  .  .  ijz  grootvn,"^ 
Ik  geloor,  dat  deze  laatste  valuatie  wel  de  juiste  zijn  zal.^^  —  O.  K, 


Digitized 


by  Google 


—  ia2  — 

Die  blancken  metter  sonneu 
makelt ij  plack*  xviij  inyt.  (1). 

Die  dobbel  Ttrechlse  pennin- 
gben,  van  Deventer  ende  vati 
Groeniogbe iz  st.    • 

Die  enckele  nae  advernant  (2). 

Ënde  alle  andere  penoinghen»  boven  nyet  genoeinpi, 
van  goudt  en.  silver  zyn  verbooden  (3). 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  Ixxix''*'^,  inde  maendt 
van  Meye,  beeft  baitoghe  Maximiliaen  en.  Vrouwe  Maria 
verleent  ende  gegeven  het  previl^iuin  vanden  tol!  vry 
te  wesen  inden  lande  van  Geldre. 

In  dit  voors.  iaer  wert  bartoch  Maximiliaen  gccoeren 
keyser  van  Roomen  etc, 

In  dit  iaer,  opten  vij*"  lanuary,  [is]  byden  voors.  har- 
toge  en.  bartoginne  verleent  het  previlegie,  daer  die  stadt 
vanden  Bossche  v«^ert  geconsenteert  te  setten ,  bedescbe 
wyse,  die  penningben,  diemen  behoeft  badde  en.  voorts 
behoeven  zoude  tot  die  oorloghe  van  Geldre  etc. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  Ixxx*'**  h  verleent  en. 
gegeven  die  con&rmatie  vande  previlegie  vande  toU  vry* 
heyt  van  HoUandt  en.  Zeelaqt,  ende  declaratie  boemen 
die  zal  gebmycken  etc. 

(1)  )>Bij  mij:  wij  gr.  xv  inö.*"'  —  O.  K. 

(2)  »Bij  mij  staat  de  enckele  van  die  dohbcl  tlrcchts  jw/witighen  f  te. 
bepaald  geTaloeerd  op  'n  groot.^'  —  0.  K. 

(3)  Deze  evaluatie  niet  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—   183  — 

[Te  brengen  op  bladz.  669  tvq*]  fO») 

Item  int  voors.  iaer  [1481],  opten  v~  dacb  iet  inaendt 
van  luny,  [zyn]  binnen  den  Bossche  bydefl  voors.  hartO'- 
ghe  en.  hartoginne  verleden  oipene  brieven,  daer  mede 
die  voors.  hartogbe  alle  tollenaers  vande  landen  van  GeU 
dre  en.  graeffscappe  van  Sntphen  doet  vercondighen  de- 
ser  stadt  tol  vry  aldaer,  ende  beveeieode,  dat  zj  ons 
daer  by  laten  blyven  etc. 

Item  alnoch  die  caa-lhe  oft  previfegien  der  vryheyt 
vanden  lol  tol  Batenborch,  beginnende:  ))Wy  schepenen, 
raet  en.  gemeynen  borgeren  en.  innegcseten  der  stadt  van 
süartogebosscbe,^*  etc,  onder  tzegel  der  zelver  stadt,  ge- 
passeert  opten  xxvj***  luny  a".  voors. 

Item  alnoch  bet  previlegit,  d'aer  mede  bartoghe  Maxf- 
miliaen  en.  vrouw  Maria  hebben  toegevuecht  Grave,  tiant 
van  Euyck  ende  Oyen  tot  Brabant  etc. :  gegeven  tot 
Bruessel,  den  xxyj""*  November  anno  voors. 

Daer  nae,  den  xxvilj*"  lulio  int  iaer  [1482],  soe  wert 
bydcn  voors.  bartoghe  Maximiliaen  en.  die  staten  van  zyne 
landen  dese  navolgende  valnatie  geordiaeert  eo.  vnytge* 
roepen: 

Eent  Taiide  gonde  penntiagheii. 

Den  nobel  mette  roose Ixxxiüj  st. 

Den  Henricus  nobel Ixxiiij  st. 

Den  Tlaemse  nobel Ixx  st. 

Den  leenw xliij  st. 

Den  Tngerschen  gulden  en.  den  ryder .     .     xx  st.  (1). 

(1)  i)Beie  lijn  bij  mij  gefield  op  nzviij  st.,  «elke  valiiatie  ook  juis- 
ter lijn  sal,  in  Monwrking  genomen  de  bij  die  valuatie  algemcene  ver- 
hoogin;  der  munten.^'  —  O.  R. 


Digitized  by 


Google 


-^  184  — 

Den  croon  metier  sonne xxxvj  st, 

Den  ducaet  en.  saluyt xxxvij  st. 

Den  France  croen  Karoluseo.  Lodovicus  .  xxxiiij  st. 

Den  Bourgonschen  oft  Andriës  gulden  ende 

Wilhelmus  schilt xxx  st. 

Den  Savoysche  croon  van  Bretaigien    .     .  xxx  st.  (1). 

Den  peter  van  Namen  (2)  en.  een  Gelder- 
sen ryder  . xxiiij  st. 

Den  courfursten  gulden  en.  loannes  schilt,  xxvilj  st. 

Den  Vtrechtse  gulden xxv  st. 

Den  Philippus  schilt xx  st. 

Den  Bejer  en.  Reynoldus  gulden     .     .     .  xvüj  st. 

Alle  postulate  guldens xv  st. 

Den  Arnoldus  gulden xiijz  st. 

Me  sil¥ere  penninghen. 

Coelsche  stooters,  dobbel  Carolus  stuvers  ^ 

metten  Roemsche  penningen ij  st.  (3) 

Die  enckele  nae  advenant. 

Die  halve  stuvers  Carolus  en.  Philippus  .  ij  placken. 

Alle  andere  nyeiiwe  grootkens,  met  oort- 

kens  van  Ludiek .  z  st. 

Die  France  groote  blancken,  oude  Henrics 

(1)  ^iDcn  Savgysclio  croon  van  Brctaignien  is  bij  mij  gesteld  op  ixxiij 
st.     Dezelfde  aanmerking  als  voren."  —  0.  K. 

(2)  Vun  Namen,  uit  het  H.S.  van  0.  K.  ingevuld. 

(3)  ty Coelsche  stooters,  in  den  tekst  gesteld  op  ij  st.,  vind  ik  bij  mij 
aldus  vermeld^: 

))Z>EC  Engolsche  stooters,   dubbelde   Karolus  stuu- 
vers  mitte»  Roomselam  penninghen ij  5^,  iz  groeten." 

»Deze  zal  ook  wel  vreder  de  juiste  valuatie  zijny  aangezien  bij  de  vo* 
rtge  de  dubbele  Carolus  stuiver  werd  gesteld  op  2Yf  st.-,  en  bij  deze  va- 
luatie, gelijk  ik  reeds  aanmerkte ,  He  munten  werden  vi'rlioogd."  — 

O.  K. 


Digitized 


by  Google' 


—   185   — 

stooters,  Eduardus  stoolers,  faergen  (1)  van 
Britagien,  dobbel  Pkilips  stuvers  elcks    .     .     iij  st. 

Den  eockel  daer  aff,  loannes  braspennid^, 
dobbel  Ytrecfatse  peoDiDghen iz  st. 

Pfailtppus  penniDgben  van  Nameo,  Fran- 
sche  blancken  metteo  crooneD,  Doirnickse 
stuvers,  Philippus  en.  Wilhelmus  tuynen  elcs    i  st.  (2). 

Int  iaer  ods  Heeren  m  cccc  en.  Ixixiij*'*"^'  compromis 
en.  ynytsprake  gemaect  tusschen  die  stadt  vanden  Bossche 
en.  [het]  platte  land  vande  penninghen  verleecht  inde 
oorloghe  van  Geldre  etc,  opten  xxiiij'"  luny. 

(Te  brengen  op  bladz.  68*  regel  ••) 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccc  en.  Ixxxv''*'*,  den  xxvij" 
dach  inden  April,  nae  Paesschen,  soe  wert  by  hartoghe 
Maximiliaen  ende  den  staten  vanden  landen  dese  nae- 
volgende  evaluatie  geordineert: 

Eerst  Tanden  gouden  penninghèn. 

Den  nobel  mette  roose xciij  st. 

Den  Henricus  nobel Ixxxiiij  st.  (3). 

(1)    Faergm,  bij  0.  K.;  bij  W.  cargien, 

(2]    Dexé  evaluatie  komt  niet  voor  bij.  A. 
)>Aan  bet  slot  dezer  valuatie  vind  ik  nog  in  mijn  M.S.: 
itilnno^xiiijclxxxiij,  int  leste  van  Aprille,  wordt  de  voirs,  valuatie  ge- 
remitteert,    als  dat  de  halve  siuver  Karolus  ende  Philippus  werden  op- 
geset  op  z  [Y,]  st.  ix  miten,  ende  stont  alzoo  totten  xxvij*:»  Aprille  anno 
[1400]  baxv."  "  —  0.  K. 

(3)  )>Bij  mij  de  nobel  met  de  rosé  en  de  ffenriciu  nobel  gevolueerd  in 
pondeir,  zoo  als  iiij  £  xiij  st.  en  iiij  £  üij  st.  Dit  maakt  echter  geen 
verschil  met  de  valuatie  ia  den  tcksk.^'  —  O.  K. 


Digitized 


by  Google 


—  186  — 

Den  halven  en.  vierendeel  na  advenant. 

Den  leeuw  van  gcmde. xlix  $t. 

Den  gouden  ryder  ea.  Bourgonsche  An- 

dries  gulden *    .     •     .    «  xxxiij  sf.  (I). 

Den  saTnjt,   den  ducaet  eo.  cniyssaet 

van  Portugael     ..•.«,...  xlij  st. 

Den  croon  meUer  sonne xxxix  st. 

Den  croon  Ludovicus  et  Carolus    .     .  xxxviij  st. 

Den  Savoyschen  croon xxxvij  st. 

Die  Wilhelmus  schilt  ......  xxxiij  st.  (2). 

Die   cuerfourster    gulden    en.    loannes 

schilt xxi^j  st. 

Den  dimmer  gulden  van  Gulick    .     .  xxxiz  st. 

Den  Vtrrchtse  gulden xxvüj  st. 

Den  peter  en.  Gelderae  ryder    •    .     .  xxvij  st. 

Den  Philippus  schilt  (3) xxv  st. 

Den  Beyer  en.  Fredericus  gulden  (3) .  xx  st. 

Den  Jirnoldus  gulden  (4) xix  st. 

Den  postulaet  gulden xviij  st. 

Den  Amoldus  gulden  (4) ....     .  xvj  st.  (5). 
9il¥er  geit. 

Die  Mechelse  dobbel  penningen,  die 
dobbele  Fransche  blancken,  den  Hen- 

(1)  MÜen  gouden  ryder  cnde  0/tgers  gulden ......    xliij  sC* 

»0ok  in  vergelijking  niet  yroegcte  ^uatiên  ud  die  bij  mij  \'^ei  de  juiste 
«jn."  —  O.  K. 

(2)  nDe  Bourgoensche  gulden,  den  Wilhelmus  schilt,  (ook  als  den 
Wilhelmus  schilt  in  den  tekst)  gesteld  op  xxxiij  st.'^  —  0.  K. 

(3)  Niet  bij  O.  K.  vermeld.  (4)  Zoo  hier,  als  op  bladx.  181,  teg.  4 
en  6,  staat  tweemaal:  Artioldus  gulden.  Moet  voor  den  bovensten  Ar- 
noUus  Biet  Remoidm  geleien  werden,  xoo  al»  blads.  184,  regel  12?  In 
het  S.8.  van  O.  K.  staat  althans  in  de  vahiaüe  vau  37  April  1486:  Rei- 
naldus,    (6)    Bij  O.  K.  xvii)  st. 


Digitized 


by  Google 


—   187  — 

ricus  eo.  Eduwaerts  stootci*s ,  den  dob- 
belen Philippus  en.  Carolus,  e|cxs«    •    fij  st. 

Die  halve  en.  grootkens  na  advenant  (1). 

Die  doibbei  vierysers  mette  twee 
leeuwen ij  st.  i  bkinck. 

Die  halve  nae  advenant. 

Ende  die  grootgens  daer  aC    .     .    faalflf  braspem).  (2). 

loannes  braspenning t  st.  i  blanc. 

Den  Fhilippns  van  Namen,  Brnes» 
sels  penningen,  Vrftsckryckae  blaso 
ken.^ .     i  st.  ix  myteo  (3). 

Die  Savoysche  bUneken  .    .    «     .    i  st. 

Die  grootkens  met  H.  geslagen  in 
Brabant»  Gelderlant,  Ylaenderen  (4) 
en.  Hollant z  si. 

Ende  alle  halve  grootkens  en.  oortkens  van  grootkens 
blyven  op  haer  alden  prys. 

Die    dobbele    stuvers    van    Ltiyck  '^ 
met  die  wapepeO:  va»  Bonrbon  met 
twee  leeuwen,  die  metten  wapenen 
van  Horen  (5j  van  Ytrecht  met  twee 
leeuwen ^j  st. 

Die  halvQ  daer  afil    .....    eeu 


Inden  iacr  m  cccc  en.  Ixxxvi,  opten  iij*^  d/ich  Sep- 
tembri  (6),  wert  dese  navolgende  evaluatie  gemaect  en. 
gepnbliceert:     '*' 

lerftt  Tiindeii  gondeir  geld». 

Den  nobel  metier  roose xcvj  st. 

(1)  De  vijf  \«oi|{Mnde  reg«Is  niet  bq  O.  K.  (8)  Bij  O.  K.,  i  groot 
vj  müen.  (S)  Niet  bij  O.  K.  (4)  Vlacndet-eni  niet  bij  O.  K.  (6)  Bij 
0.  K.,  Souiyondiê  en  i  st.  i  blanck,  (fl]  Bij  O.  K.^  ijefmbliccert  30 
4ttg. 


Digitized 


by  Google 


—   188  — 

Den  Henricus  nobel Ixxx  st. 

Den  Vlaremsche  nobel    .......     Ixxvüj  si. 

Die  balve  nae  advenant. 

Die  goude  leeuw xlix  st. 

Den  ryder  en.  Vngerse  ducaet     ....    xlj  st. 

Den  salvyt  en.  ducaet  van  Genues  (1).     .    xl  st. 

Die  croon  metter  sonne xxxix  st. 

Die  croon  sonder  sonne xxxviij  st. 

Die  Savoeysche  en.  Britaensen  ryjler  (2)   .     xxxvj  st. 

Den  Bourguenschen  en.  Andries  gulden  en. 
den  Wilhelmus  schilt  (3) xxxiij  st. 

Die  cuerforster  gulden  en.  loannes  schilt  (4)     xxxij  st 

Den  Vtrechtsen  gulden  en.  den  peter  (5).     xxix  st, 

Den  Philippus  schilt  (6) xxiiij  st. 

Den  Arnoldus  gulden    .......     xvj  st.  (7), 

'   MlTep  selt. 

Henricus  stooter,  Franche  blancken,  dobbel  Phi- 
lippus en.  Carolus  stuvers *.     .     iij  st. 

.  Dobbel  penninghen,  diemen  tot  Mechelen  munt, 
dobbele  Carolus  en.  Maria  mitte  twee  leeuwen, 
geheyten  dobbel  vieryssers ij  st. 

Die  halve  nae  advenant. 

Die  Franche  penninghen  metter  sonne  en.  Vranck- 
ryckse  blancken,.  elcs.     ..." i  st. 

(1]  Bij  0.  K.,  den  saluct  en.  gcmeynen  ducaet.  (2)  Bij  O.  K.,  die 
croone  van  ffertangnien  ende  Savoycn.  (3)  Bij  O.  t.  aUeen  den  Andries 
gulden.  (4)  Bij  O.  K.  lOleen  den  Rynschen  gulden.  (6)  Bij  O.  K.,  den 
peter  xxvj  st.  ea  den  Vtrechtschen  gulden  xxix  st,  (6)  By  O.  K. ,  den 
Philippus  clincquaort, 

(7)  itT^OQ  'frordt  bij  mij  in  diezelfde  valuatie  gevonden,  die  niet  in 
den  tekst  voorkomen: 

»De  angeloilen Ixüij  st. 

»Dvti  loanncs  clincfptacrl xxxij  5/."  —  O.  K. 


Digitized 


by  Google 


—  189  — 

Die  Phiiippus,  Carolus  eii.  Oistcnryckse  halve  sdi. 
vers,  die  du  blancken  doeo,  zullen  op  haer  prys  bly- 
ven. 

Ende  alle  grootkeos,  die  doen  geslagen  waren, 
alzoe  wel  Maria  als  anderen,  sullen  blyven    .     •     z  st. 

Ende  alle  anderen  penninghen,  boven  nyet  genoemt, 
syn  verbooden  (1). 
* 

(t)  »De\yijl  de  wijie  waarop  de  valuatie  van  het  zilver  geld  in  de  or- 
donnantie is  gesteld,  nog  al  veel  verschilt  met  die  in  den  tekst,  loo 
▼olgt  hier  de  laatste  in  derzelver  geheel: 

Silver  eelt« 

nDe  dubbele  stuvers,  \t  gr.,  blyven  op vï  [5*/tl  gr, 

t»De  enchel  van  dytn  uaer  adoenanl, 

mDc  dubbelde  stwe^it  mit  twee  leeuwen ^t  gr. 

nDie  enekei  van  die  naer  advetiant. 

■nDe  dubbelde  stuvers  Phiiippus  ende  die  oude  siooters 
//enricus •     .     vj  ^r. 

nDe  halve  van  dien  nacr  advcnant. 

nDe  blancken  van  Vranchryck  ende  die  stuvers  van  Dor- 
nich .     .     ij  yr. 

)j  De  blancken  ende  grooikats  blyven  stacnde  opten  ouden  prys  ende  alle 
andere  munte  is  gcreputecrt  voor  billan." 

«>Cit  deze  valaatie  van  het  zilver  geld  blijkt,  dat  eene  andere  vroegere 
bestaan  heeft,  waarop  deze  terugziet.  Ik  vind  die  dan  ook  in  mijn  H.S., 
en  wel  eene  van  bijna  een  jaar  vroeger,  te  weten  van  ISMSepterober  1485, 
Dgecondicht  in  den  Hage/^  Ik  Iaat  hier  ook  een  afschrift  van  die  valuatie 
betreffende  het  SÜTer  geit  volgen: 

uDen  dobbelden  stuver  Phiiippus vz  groeten. 

nJHe  cnckel ij  ^r.  xviij  myten, 

»De  dobbelde  stuver  Karolus y*  gr- 

yyDie  cnckel ij  ^r.  xviij  myten. 

nDie  dobbelde  stuver  Karolus  ende  Maria  mitiefi 

twee  leeuwen ^  gr. 

il  Die  enckcl  van  dien ...  ijz  gr. 

nEnde  alle  grooikes,  die  doe  gestegen  wa^rcfi,  al' 

zoe  wel  Maria  als  andere,  die  sullen  blyven   .     ,  een  groeten* 

nDic  stuver  van  IVamcn Ü  ^'*' 


Digitized 


by  Google 


—     190    -r 

In  dit  voors  iaer  [1488],  opten  xiij*"  lantEiary,  is  or- 
clionncie  gemaéct  vaD  penninghen  op  de  wissel  te  setlen 
byder  geraeyner  stadt  geordineert. 

Dese  naevolgende  valuatie  is  geschiet  ^opten  Kersavont 
int  zelve  iaer  [1489]  (1). 

Inden  eernten  die  sonde  pennlnghen. 

Den  nobel  met  den  roose  op.     .     .     .     .     Ivj  st. 

xlix  st. 
xlviy  st. 
xxvj  st. 
XXX  st. 


Den  loannes  en.  Philippus  nobei 

Den  Vlaemsche  nobel.     . 

Den  ryder  en.  Ongersche  ducaet. 

Den  leeuw 

Die  dordendeel  en.  vierdedeel  nae  advendnt. 
Den  halven  nobel  van  Mecbelen ,  die  croon 
inetter  sonne,  die  croon  sonder  sonne  (2).     .     xxxiiij  st. 

nDie    Fransche  blancke  mitier  sotino   ....  ij  ^r* 

nDiê  Savoyschê  hlancktn v  engeischmt, 

»/>ur  biancken  van  Bourbon ii  ^r. 

nDie  Üeurtcu9  stooters m  $r. 

nDiê  Eduwerdvs  stooters ^*  fl^'"«. 

nDe  dobbelde  stuver  van  Oistenryck vi  yr. 

nDie  enckel  van  dien,     . ij  gr.  xviij  myten.*' 

O.K. 

(1)  Dese  eTaluAtie  scliijnt  berelleDd  te  iljn  naar  de  waarde,  die  de 
ordonoancie  van  keizer  Maximiliaan  van  Kersavond  1480  (geplaatst  in 
het  Groot  Placcaetboek,  dl.  I,  bladz.  2*576]  aan  de  verschillende  gehalten 
der  geldstukken  gegeven  hééft ,  waarmede  dur  onxe  tekst  kah  worden 
vergeleken. 

(2)  Bij  0.  IL.,  Oostenryck,  overeenkomstig  de  ordoniianeie:  nLes  demy 
nobles  d*Autrice/' 

»In  den  tekst  is  de  waarde  der  kroone  mei  en  sonder  sonne  gelijk  ge- 
steld op  xixiiij  st.  Bij  mij  is  die  met  de  sonne  van  Ixx  ende  Ixxj  in*t 
marek  tot  iiij  S  gr.  gesteld  op  xxüij  st.  en  de  kroone 'sonder  sonne  Ka- 
rolus  ende  Ludovicus  van  Ixxij  ende  ixxiij  in*i  marck  tot  iij  S  xj  d.  ge- 
steld op  xxiijt  st.,  overeenkomstig  het  gewigt  en  de  waarde  der  gehal- 


Digitized 


by  Google 


—  191   — 

Den  Henricus  nobel    ..;..•.  1  st. 
.  Den  halven  nae  advenant. 

Den  saluyt  . ^  xxv  st. 

Den  Rynsgulden •  xviijz  st. 

Den  Andi'ies  gulden xx  st. 

SUver  i^elt. 

Die  silveren  riael.     .     •     .     iiijz  st. 

Den  dobbelen  grteffoen.     .     ij  st. 

Die  enckele  na  advenant. 

Die  dobbel  peoninghen  met 
<wee  helmen •     ij  st. 

Die  enckel  en.  vierendeel  na  advenant. 

Dobbel  Philippus  en.  Caro» 
lus  stuvers    ......     ij  Wilhelmus  thuyn. 

Die  enckel  en.  vierendeel  na  advenant» 

Dobbel  penntnghen  met  twee 
leeuwen  ,  geheyten  vierjsers « 
^oen ij  Philippus  penninghen. 

Die  enckel  nae  advenant. 

Die  penninghen  van  Méche- 
Jen ij  Philippus  penningben. 

Die  enckele  na  advenant. 

Den  halven  stuver  Maria    •     i  engelsche. 

Die  oortkens iiij  myten  Vlaems. 

Die  negemennekens  ...     ij  myten  Vlaems  (1). 

ten,  bepMÜd'biJ  de  origineele  of  ofiicieele  valuatie;  loo  als  die,  heeft 
«ook  de  mijne  nog  de  valuatie  Tan: 

nDe  Ytaliaensche  dvcatcn  «...    xxt  »t, 

»De  angêlotien xxxvij  sL  XTJ  myten,*'  —  0.  K. 

(1)    Deie  eraluotic  niet  bij  A. 


Digitized  by 


Google 


~-   192  — . 

(Te  brengen  op  bladz.  68»  regel  18.) 

Hier  nae  volcht  die  reductie  vande  renten,  chynsen 
ende  pachten  int  i?oors.  iaer  [1491]  gedaen  (!)• 

Om  provisie  te  doen  op  diversche  gebrecken,  die  ten 
laste  vanden  ondersaten  bevonden  worden ,  soe  zyn  den 
xiiij*"^  dach  in  Noveniber  anno  voors.  inde  stadt  van 
Bruessel  byde  drie  staten  des  lants  van  Brabant,  daer 
present  waren:  beer  Goeswyn,  abt  van  Affligem,  heer 
Aert,  abt  van  Grimbergen,  beer  Dierck,  abt  van  Perck, 
heer  Roelant,  abt  van  Dielegem,'die  heer  van  Nassouwe, 
die  heer  van  Chievre  (2),  die  heer  van  Bersselair  (3), 
die  heer  van  Rotselair,  ende  meer  eedelen  ende  die  ge- 
deputeerde vanden  steden  etc:  geraempt  dcse  nae  volgende 
articulen  en.  poincten,  en.  voirts  geauctoriseert  by  onse 
genadighe  heeren  in  behoorlycker  formen. 

lerst,  hoe  wel  inde  reduclicn  van  penningen  by  onsen 
beere  ende  den  staten  van  allen  zynen  landen  overdra- 
ghen  ende  gesloeten  is,  onder  andere  aengaende  den  coni- 
raeren,  financiën' en.  rentben,  gemaect  en.  vercoft  binnen 
den  tyde  dat  die  penninghen  hooger  curs  hadden,  te 
weeten,  seedert  sint  lansmisse  [1400]  Ixxxvij  tot  Kers- 
misse  (4)  [1400]  Ixxxix*"**,  dat  dat  geit  zeer  leech  (5) 
wert  geset  etc. 

Dat  die  lossinghe  van  alsulckc  rentben  en.  comroeren 
souden  gebueren  in  alsulcke  weerden  van  penninghen,  als 
cuers  hadden  ten  tyde  vander  constitutien  der  zelver  i-en- 

(1)  De  voig;ende  eTuIimtic,  bij  A.  weggelaten,  is  afgedrukt  in  bet 
Kronykjeu  van  *a  ffertogntboxch ,  voorkomende  in  Willevs,  Belgisch  Mu- 
seum, III,  bladz.  87.  {2)  Dit  woord  bij  Willkvs  als  onleesbaar  opge- 
geven. (3)  WiLLEM-s:  herssclc.  (4)  Willems:  k'ersavont.  (5)  Wa- 
LEïLS:  lecch ;  )V.  verkeerdelijk:  hooch. 


Digitized 


by  Google 


—  193  — 

teD,  ende  dat  nochtans  die  iaerlicxe  betalinghe  soude  ge. 
bneren  met  penningfaen.  loop  hebbende,  nae  vuytwysen 
der  voors.  evaluatie  inden  iaer  [1400]  Ixxxix^""**  en.  nae 
de  reductie  vanden  penninghen  inden  zelven  iaer  gedaen 
en.  gemaect,  data  te  -yireten,  met  swaer^  gelde. 

Daer  vnyt  die  voors.  staten  bevynden  geheel  verderf- 
fenisse  vanden  ondersaten,  want  dat  alzoe  blyvende,  sou- 
den die  Qndei:saten  moeten  geven  binnen  den  dorden  iaer 
by  nae  die  principael  peuninghen.  (1),  dweicke  ende  meer 
renten  (2)  aengemerct,  en.  dat  oick  tselve  soude  vreseii 
tegbens  alle  equiteyt. 

Soe  is  i>yden  voors.  staten  overdragen,  dat  van  nu  voirt 
a^  allen  die  renten  erffelyck  en.  lyffrenten ,  gecocht  syn- 
dert  den  iaere  ab  sint  lansmisse  [1400]  Ixxxvrf,  men  zal 
nioegèn  betaelen  die  iaerlicxe  renten  daeraff  mettei*  weer- 
den van  penningben,  alsoe  diemen  zonde  mogen  lossen  en. 
affquyten,  oft  met  sulcke  penninghen,  als  inden  tyde  der 
constitutien  vanden  zelvar  renten  loop  en.  curs  hadden. 

Item  en.  want  in  eenighe  plaetsen  binnen  desen  lan-^ 
den  verscheyde  renten  seedert  den  iaere  van  [1400] 
Ixxxvij  totten  iaere  [1400]  Ixxxix^'V*  zyn  gecocht  (3),  ende 
bevoirwairt  is  inde  brieven,  dat  die  iaerlicxe  betaelinghe 
en.  oeck  die  lossinghe  gebueren  zoude  in  peoninghen, 
als  die  ganck  zoude  hebben  ten  tyde  vande  iaerlixcer  be^ 
talinghe  oft  lossinghe,  ende  dat  die  goede  lieden  indien 
plaetse  mitter  voors.  provisie  nyet  genouch  versicn  .  en 
zoude  wesen. 

Soe  is  overdragen  byde  staten  voors.,  dat  in  sulcke 
plaetse  men  die  betaelinghe  en.  oeck  die  lossinghe  zal 
moegen  doen  in  penninghen,  als  die  ganck  hadde  ten 

(1)  Pennmghen,  Wiuns:  hoetpettni/tgen.  (9)  Renten,  uit  Wim.khI 
•neeTiild.     (8)    Willkvs:  verhoekt. 

C.  13. 


Digitized 


by  Google 


—   194  — 

iyde  va»de  coDStitutieD  van  alsulcke  renthen,  nyet  ie* 
g«03taende  den  zelveo  voirwaicdeo  van  dien  gemaect. 

Desgelycke  zal  geschiedeo  vaDden  cooren  reotea  biiH 
nen  der  voors.  tyde  vercoft. 

Item  desgelycke  salmen  moegen  affgnyten  alle  raoten 
•len  lyve  eo.  erffelycke  gecocbt  syndert  den  iaere  {1400] 
Invy  (i),  tnet  suldcen  gelden  ak  ioder  constkatien 
van  deozelven  renten  gegeven,  maer  die  iaerlicxe  l>eta- 
linghe  sal  gescbieden  met  den  penningk  nae  den  swa* 
j^n  gelde  ganck  hebbende,  ten  waire  dat  anders  be- 
voirwacrt  oft  bebrieft  waer.  Ende  dk  is  te  verstaeo 
manden  iaere  m  oecc  en.  Ikx%^  tot  sint  lansmts  {1400] 

Ende  Oknme  naerder  en.  claerdar  verstaat  te  mogen 
liebben  van  voorsw  provisie,  als  aengaende  die  ia^licxe 
betalinghe  en.  der  lossinghe  der  remen,  cbynsen  en.  pach- 
ten,  gecoft  tusschen  sint  lansmisse  [1400]  Ixxxvij  en. 
Kersavoot  [1400]  Ixuix,  soe  is  te  weten  inden  eersten^ 
datmen  die  renten,  cbynsen  eo.  pachten,  die  geoocht 
zyn  tnssoben  ainte  lansmisse  [1400]  Ixxxvij  en.  Kers* 
^avont  inden  eelven  iare  (2) ,  betalen  en.  afleggen  mach 
(4(),.in  dien  te  geven: 

Den  Andrie»  gnlden  voir xzxvj  at» 

(i)  Bij  yfiLM9  staat:  lllOO|  Ixxvy  ioi  [140U]  luxvij.  {ri)  Bij  Wa- 
tEïfi  >K*eg0elaten :  e^n.  Kersavont  tndeii  zelven  iare.  , 

(3)  )>Hier  salinen  oock  weten,  dat  inden  iaire  [1400]  IxxxTJ,  in  Sep- 
tiember,  als  boven  blyct,  was  ec^  evaluatie,  daer  die  dobbel  vierysers  ge- 
atdlt  -was  op  iij  st.  i  oirt,  min  den  Andries  aulden  op  xxiiij  stuvers  (a) 
en.  den  Byn^gulden  op  x»\j  stuve». 

\^oia  naast  hQt  bifvenstaande  geplaaUi,  doch  bij 
WiiLKHS  tfi  den  tekst  gebragt]  . 

(a)  Uit  WiuBM»  itigeTuld:  i  oirtj  nun  [nisécbien  mtr}  den  jindrifê  gui^ 
dea  op  xE.xiv)  êtuvert. 


Digitized 


by  Google 


—    19:1  — 

Deo  Rynschen  gulden  voir    .......  ixxv  fSt. 

Dobbel  vieryser  voir    .     .     .     .     .     .     .     i^  si. . 

Eode  aodere  penaiogen  dair[na]  (i). 

Item  die  cbyDsen,  renten  eo.  pachteiT;»  die  gecooht  sfU. 
tussen  den  voors.  Eorsavont  inden  iare  .{140Q]  kxxvQ^ni 
tuascben  sint  lansmisse  [1400]  Ixxxvüj,  machmen  b^en 
en*  afleggen,  in  dien  te  geven: 

Den  Andries  gulden  voor xl^  st, 

Den  Bynsgulden xlj  $t. 

Dobbel  vieryser  voor  »     • igz  st^ 

Ende  anderen  p^oninghen  daer  aae. 

Item  die  cbynsen , 'renten  en.  pachten,  die  gepoft  zjm 
tussen  sinl  lansmisse  a**.  [1400]  ixxxvilj,  maoimen  beta- 
len en.  afBeggen,  in  dien  te  geven: 

Den  indries  gulden  voor    .     .     .     «     .     xlvüj  st. 

Den  Bynsche  gulden  voor xlvij  sXi 

Dobbej  vieryser .     .     iig  st.  (2). 

Ende  anderen  pennioghea  daer  nae. 

(l)  »ÏÏoe  wel  Tander  lossinghe  en.  iaerlicxe  betalinge  der  renthen ,  chyn- 
seti  ende  pachten «  vereocfbt  tiiMcfaen  niH  lansmisse  [1400]  liuvij  en. 
ILersaTont  [1400]  Ixxxix,  ^r  wort  $0Mifi  va^fieii  bpWe  ia^re  i^  M«e 
ïaere  («),  faoemen  die  lossinghe  on.  hetalingbe  vuyt  crachten  der  yoow. 
protïsien  doen  mach,  soe  is  nochtans  aon  Ie  merckeii,  dat  die  dobbel 
vieryseren  leenetnael  met  baWe  stuTers  nyet  op  en  liepen ,  ende  die  an- 
deren penninghen  nae  advenant;  raaer  ractter  tyt  en.  allenxkes  liepen  die 
penninghen  hoeger  en.  boeger,  ab  te  weten:  die  dobbel  Vierysen  met  ne- 
genmennekens,  en.  birtkens  en.  goude  penninghen  oeck  daer  nae,  waer 
by  een  yegelyck  'daer  in  by  conscientie  xal  hebben  te  doen  en.  hen  te 
reguleren.^  [A^ota  als  boven,] 

(3)  n  Dezelfde  waarde  >»ordt  ook  aan  die  munten  gegeven  bij  eene  va- 
loatie,  nitgegeyen  in  den  winter  van  1488  (welligt  die  of  soortgelijke  be- 
doeld in  den  tekst  op  blads.  100  als  gemaakt  op  den  13  Januarlj  1488} 
te  Delft,  toen  jonkheer  van  Jlrederode  te  Rotterdam  wa5,  welke  raluatie 
ook  in  mijn  H.S.  is  opgenomen.^^  —  0.  K. 

ia)    t)it  WiUKMs  iogvruM:  tot  kalft  iatre. 


Digitized 


by  Google 


—  196  — 

Item   die   chynsen ,' renten   ende  pachten,    die   gecoft 

zyn  tnsschen   Kersavont  int  iaer  [1400]  Ixxxviij  en/ sint 

lansmis  int  iair  [140Ö]  Ixxxix,  mach  men  betalen  ende 

aflagen  (1),  in  dien  te  geven: 

.  Den  Andries  gulden Uiij  st. 

Ben  Rynssegulden '  .     .     .     liij  st. 

Dobbel  vieryser ' .     .     iiijz  st. 

£nde  anderen  penninghen  daer  nae  (2). 

Item  die  chynsen,  renten  en.  pachten,  die  gecoft  zyn 
tussen  sint  lansmisse  [1400]  kxxix  en,  Korsavont  inden 
selven  iaer,  mach  men  betalen  en.  affleggen  (3),  rn  dien 
te  geven: 

Den  Andries  gulden  voir     ....     lx  st. 

Den  Rynsch  gulden Hx  en.  lx  st. 

Dobbel  vierysers  .     .     .     .     .     .     .     v  st. 

Ende  anderen  penninghen  na  advenant  (4). 

Ende  aengaende  der  lossinghe  vanden  renten,  chynsen 
en.  pachten,  gecoft  voor  sint  lans  dach  [1400]  Ixxxvij, 
soe  zal  een  yegelyck  hem  hebben  te  reguleren  en.  te  vue* 
ghen  naede  valuatie  voorde  voors.  iaere  van  [1400]  Ixxxvij 
gemaect  en.  die  voir  gescreven  staet,  dats  te-  vreten,  na- 
de  voors.  valuatie  gemaect  inden  iaere  [1400]  Ixxxvj''*^, 
Ixxxv*^^,  lxxxi5''*=\  lxxxij*^"\  Ixxviij*'*^  en.  Ixxiiij *''''. 

(1)  Uit  WiUEis  ingeUucht:  móa  afleggen. 

(2)  »Hier  is  oick  nochtans  ab  voir  aen  te  merken  en.  te  letten,  dat 
dete  penninghen  nyet  ieenemael,  maer  allenxkens  hooger  ganck  cr<^en, 
en.  ahoe  heeftmen  daer  na  te  rekenen  binnen  den  haWe  iaer." 

*  [Aanieekeniftg  als  hoven,] 

(3)  Bi]  WiLLEHS  weggelaten:  en,  affleggen, 

(4)  nHicr  is  oeck  als  voor  te  weten  en.  te  lettenen,  dat  die  penninghen 
nyet  tenemael  maer  allenxkens  hooger  ganck  creghcn." 

[Aanlechcnwg  ah  Ifoven.j 


Digitized 


by  Google 


—  197  — 

Uier  oae  voldu  een   evaluatie,   Tuyt  gteroepen  iudeni 
iaer  m  cccc  xci,  inde  goede  weke  (1). 
lerst  tsont. 
Den  Andries  gulden  . 
Den  coerfurster  gulden  . 


xxitij-  sU 
xxig  st. 

XXXTJ  sC. 

xxxj  st. 

Iviij  SC. 

xxiiij  st«. 

XX  st.. 

xvj  st. 

vtj  Rynsgid.  ii^  st.. 


Den  gouden  leeuwe  .    . 

Den  ryder 

Den  Ylaemsche  nobel 
Den  Wilhelmus  schilt  (2) 

Den  peter 

Den  Philippus  clinckaert 

Den  gouden  reael  (3) 

Den  nobel,  geheyten  den  reael  (4)     Ixxij  st. 

De  halve  nae  advenant 

Tschuytken  (5) xxx  st. 

Den  nobel  mette  roese  ....     Ixviij  st» 
Den  halven  en.  vierendeel  na  advenant. 
Den  Henricus  nobel  .....     lx  st. 

Den  halven xxx  st. 

Den  saluyt xxx  st. 

Die  France  crooln  mitter  sonne    .     xxix  st. 
Die  France  croon  sonder  sonne         xxviij  st.  i 
Die  Britaensche  croon    ....     xxvij  st. 
Die  Savoysche  croon  (6)  en.  die 

croon  van  Gruenne  (7) xxvij  st. 

Den  Ungerse  ducaet .     .     .     ...    xxxj  st. 

(t)  Dete  evaluatie  komt  niet  voor  bij  A.  Inde  goede  weke,  bij  O.  K. 
cpten  wiitem  Donredach.  (2)  Achter  dexe  munt  komt  nog  bij  O.  K., 
den  fohamten  xxilj  et  (3)  Bij  O.  K. ,  den  grooien  fynen  real  cxlüij  ei. 
(4)  Bij  O.  K.,  den  nehel  genoempt  halve  roaei,  waarachter:  den  ari  [oort 
u/*  quart?]  tmn  den  roo/ ixxvj  st  yb)  Bij  O.  IL. ^  den  halven  tiobel  ge- 
noempt  ecutfike  xix  si.  ifi)  Bij  O.  K.,  dio  croene  van  Saoogen  xxvij 
*/.    (7)    Bij  O.  K. ,  die  ereene  van  Catjenne  [Geniüa]  itxvj  tt 


Digitized 


by  Google 


—  198  — 

Den  ducaet  van  Italien.     .     .     .     xxx  si. 

Den  Vtrechtsen  gulden  .     .     .     .    xix  st. 

Den  Beyerschen  gulden.    .     .     .     xv  st. 

Den  Geldersclten  ryder xviij  st. 

Den  Arnoldus  gulden  (1)  .     .     .     xg  st. 

Den  nyenwen  postulaet  (2)     .     .     ix  st* 
SIlTere  i^ell. 

Dobbel  Philippus  en.  Carolus    .  ij  si.  i  oert. 

Die  enckel  (3) i  st. 

Dobbel  vieiysers  (4)  ....  ij  st. 

Die  enckel .  i  st. 

*  Die  groote  silvere  realen.     .     .  v  st. 

Dobbel  grieffoenen ij  st.  ^  engels. 

Die  enckel  nae  advenant. 

Dobbel  penninghen  mette  twee 

helmen «  ij  st.  ij  eogelaohe. 

Die  enckel  en.  vierendeel  na  adyenaal. 

Die  groote  dobbelen  metter  croon  iigz  sC.  i  eilgelache. 

Die  halve  nae  advenant  (5). 

Die  enckel  van  dien  .     ...     .  i  st.  i  engelschè. 

Die  grootkens  van  diea  na  adveBaot. 


Den  dobbelen  van  Bourbon  •     »     ij'  st. 

Den  enckele  van  'dien.    .     .     .     i  st. . . 

Dobbel  Mechelaers     .     .     •     .     ij  st. 

Die  enckel  van  dien  .     .     .     .     i  ftt« 

Den  lohannes  braspennink    .     .     i  st.  i 

oert 

Den  stuvei*,  gemunt  tot  Gent  (6)     i  st. 

(1)  Achter  den  Arnolduê  guldeu  Volgt  bij  0.  K.:  d*<mde  postulaten 
lij  ét.  (2)  Bij  0.  K.,  <fe  tiyeuwe postutüteu  va»  ludiek  ix  sU  (S)  Kij 
o.  1^.,  ij  ^00^^  vj  myten,  dus  6  myten  hoöfer  en  in  een  «nder  3.S. 
die  enekele  nae  advenant,  (4}  Bij  0.  K. ,  den  dubheUn  meüer  twee  leeu- 
wen. (S)  Bij  0.  K.,  de  halve  van  dyen  iiij  ^r.  ^  enyL  (•)  In  een  an- 
der H.S.  bij  O.  R..|  die  shtver  te  Gent  yemunt  ij  yot^  vj  mite»,  dus 
ook  6  myten  hoogcr. 


Digitized 


by  Google 


—  190  — 

Ende  als  vaude  Philippus  en.  Garoins  grootkeus,  die 
sullen  ganck  hebben  voor  grootkens. 

Ende  alle  iweivaerts,  seskens  en.  andere  petiniogeu 
minder,  sullen  blyven  in  buere  weerde, 

Ende  daer  nae,  den  ix^  dach  van  November  inden 
zei  ven  iare  [1493],  wort  dese  navolgende  valuatie  wt- 
geroepen  (1): 

lerst  Tanileii  govde. 

Den  Andries  gulden xxviij  st.  (2). 

Den  Rynsgulden xxvij  st. 

Den  lohannes  schilt.     ...     .     xxvijz  st.  (3). 
Den  leeuw    .     .     .  .     .     xlij  st. 

Die   salujt,  dat    schuytken,    den 
ducaet,  den  nyeuwe  croon,  elcx     .     xxxv  st.  (4). 
Den  ryder  en.  Ungerse  ducaet     •     xxxvj  st.  (5). 
Die  oude  croon  .•.,..     xxxiüj  st. 


Die  Savoysche,  Britaensche  en 
croon  van  Ghienne  (6),  elcxs 
Den  nobel  met  de  roose    • 

Den  angelot 

Den  Henricus  nobel.  .  . 
Den  Ylaemsche  nobel  .  . 
Den  grooten  riael    •     .     • 


die 


xxxiij  st. 

Ixxxj  st.  (7). 

Ij  st.  (8). 

Ixxlj  st. 

Ixx  st. 

viijguld.  viijst.  (9). 


(1)  Bij  O.  K.:  Vaiuaciê  vandcr  tnvnte,  gecondkkt  in  den  Uage  opicn 
xijeii  dach  M  Novemhri  a/kno  liiij^iciij.  (2)  Achter  dén  Andricê  gut^ 
de»  volgt  bij  O.  IL.:  den  Wühetmvs  schilt  xiviij  st  (3)  Bij  O.  R. 
Tolgt:  den  koervorsier  gulden  xxvij  sL  (4)  Bij  O.  K.:  Saluyte/i,  schuyt- 
kcms,  ducaten  van  Ytalicn  ende  croonen  üiitter  sonnen,  elcx  vootxxi^  st, 
(5)  lij  0.  K. :  Ryders,  ducaten  van  On  grien  van  outs  gestegen  xixvj  st.f 
liier  achter  volgt :  de  cleyne  ende  nyexce  ducaeten  corts  gestegen ,  die  nue 
iersi  vuytêomen,  uiiij  st*  (6)  Bij  O.  K..:  Gyenne  [Genua  |.  (7)  Bij 
O.  R.  volgt:  dé  halve  etfde  vierendeelcn  naer  adoenant.  (B)  Bij  0.  K.: 
liilj  ^1.,  MraaroA  volgt :.ifo  halve,  naer  advcnant.  [9)  Bij  O.  &.  volgt;  de 
halve  ende  viercndcelen  naer  advcnant. 


Digitized 


by  Google 


—  200  — 

Ben  peter  en.  Gelderschen  ryder.     xiij  st. 

Den  Philippus  clinckaert    .      .     .     xx'st. 

Den  Beyers  gulden xix  st. 

Den  Utrechtse  gulden  ....     xxiij  st.  (1). 

Den  ouden  postulaet  gulden  ,     .     xv  st. 

Den  postulaet  Bourbon.      .     .     .     xiiij  st. 

Den  Hongerse  postuket  (2)    .     .     x  st. 

Den  nyeuwen  Hongersen  ducaet  •     xxiiij  st.  (3). 

Den  Gentschen  gulden  (4)     .     .     xxiiij  st. 
SllTer  geit. 

Dobbel  vierysers,  Mechels  en.  Berbon, 
elcx .     .     .    ij  st.  i  oen. 

Die  enckel  nae  advenant. 

Die  Philippus,  Garolus,  Coppenholen  (5) 
en.  Loevens,  Bruessels,  elck  .     .     ijz  'St. 

Dobbel  grieflfbenen  (6),  dobbel  sassenaers 
en.  den  penninck  metten  croonen,  elcx  .     iij  st.  i  oert. 

(1)  Bij  o.  K.  volgt:  e^i  Amoldus  gulden  xiiij  êt.  (d)  Bij  O.  &.:  «i* 
ffêurensche  postulaet;  Heurenschc  uaX  ook  beter  liJn ,  dat  is :  de  postulaat 
van  Horn.  (8)  Zie  bladz.  199,  aanteekening  5.  (4)  Bij  O.  &.:  den 
Getitsciie  sint  lans  gulden, 

(6)  nBij  mij  coppcn  nolle.  Coppenholen  et  coppenhoUen  is  eene  mij 
onbekende  munt.  Hrtler  in  zijne  beantwoording  der  priJsrraBg,  bladi- 
66,  zegt  er  van:  ))Deeze  gez.  munt  in  Vlaenderen  vraeren  ook  bekend  on- 
der den  naem  van  coppen-nolle:  de  enkele  bielen  (volgens  additie  boven 
beroepen)  in  fynte  5  den.  18  greyn;''  maar  bij  Hkyun  wordt  de  waarde 
dier  munt,  even  als  die  van  ndie  JPhiHppus ,  Karolus,  Lovenaers,  Srues- 
sellaers'*  volgens  de  door  hem  aangehaalde  ordonnantie ,  insgelijks  van 
9  November  1493, gesteld  op  ij  sch.  st.j  ook  staan  daar  de  dobbel  viery- 
sers  eni.  gesteld  op  iiij  sch.  gr.  Vleems.  Er  moet  dan  verschil  tusschen 
de  valuatiën  in  Vlaanderen  en  die  in  den  tekst  en  bij  mij  plaats  gebon- 
den hebben."  -r  0.  K. 

(6}    »Bij  mij  staat:  »I^c  dubbelde  griffoenen  ende  mittim  twee 

helmen  ende  miiten  crocnon vz  ^fr." 

»Dit  >erschilt  dus  met  de  valuatie  in  den  tekst  l  groot.    Zoo  heeft 


Digitized 


by  Google 


—  201   — 

Die  lialve  en.  viei^endeel  nae  advenant. 

Den  Mechelschen  penninck  .     .     .     ix  st. 

Den  Savoyschen  penninck    . 

Den  loannes  braspenninck    . 

Den  Philippus  van  Namen   . 

Die  blancken  mitte*  twee  lelie 

Die  blancken  inette  h.     .     . 


vig  st. 

iz  st. 

i  st.  ix  myten  (1). 

i  oude  plecke  (2). 

ix  plaeken  (3). 


Alle  ^rootkens  en.  oirtkens  sullen  blyven  gaen  (4). 

Int  voors.  iaer,  den  xv*"  Septembris,  wert  geordi- 
neert,  datmen  voorden  gouden  Andries  gulden  soude  be- 
talen xij  dobbel  vierysers  oft  xxiiij*^'*  halven  (5). 

ook  een  ander  H.S.  bij  mij : 
y»Die  êuhbêlde  griffoen  en.  s^ssenaera  en.  die  penninye 

miiten  crone iij  «f.  i  oert,** 

doch  daar  bchter  staat  een  Ikort  woord,  waaruit  men  xou  kunnen  leien 
nttü,  ot  meer,  waarschijnlijk  na,  zoodat  ik  veronderstel  8  st.  op  1  oort 
oa.  In  Teifel^king  met  eene  Taluaiie  Tan  den  jare  1490,  waarhij  ik  in 
twee  verschillende  H.S.  de  dubbele  griffoen  gesteld  zie  op  6^/|  groot  en 
^U  ^^'9  ^'J  '^clke  -valuatiên  ook  de  Philippus  en  Carolus  worden  ge- 
steld als  hier  op  v  gr.  of  xxvijz  st.,  geloof  ik  dan  ook,  dat  zal  moeten 
gelexen  werden  iij  et  mi^  i  oort."  <—  0.  K. 

(1)    Bij  Ok  K.:  den  ouden  Pkilippue  van  JVamen  ij  gr.  vj  tnyien;  in 

een  ander  H.S.  staat:  li/,  st.  (2)    Bij  O.  K.:  de  Franeehe  bkmcken  mit 

die  drie  leliën  y  engelschen  (8)  Bij  O.  K. :  die  bhnoken  mitter  h«  iiij 
engelschen. 

(4)    uBij  mij  staat:  ' 

iiDie  groetkens,  \lie  nu  groetkens  doen,  tivaelffaerts,  negenmannekes 
ende  emderen  minder  penninghen  sullen  blyven  gaende  voor  den  zelven 
prgs,  dat  zy  nu  doen* 

nDe  Melaeneche  penninghen  milten  hoofde zviij  groeten. 

nDe  tweedeelen,  halven  derdendeelen  ende  vierendeelen  naer  advenant. 

nDie  tetone  van  Savoyen xvj  groeten. 

»De  halve  derdendeelem  naer  advenemt. 

nEnde  alle  andere  penninghen  tan  go,ude  en.  van  eüvere  hier  beten 
nyet  verclaert,  syn  gerekent  voir  billen.'*  —  O.  K. 

(ft)    filn  een  1I*S,  bij  mij  van  eene  ordonnantie  uitfoiraArdigd  te  Beche- 


Digitized 


by  Google 


—  202  — 

Ende  Toordeii  korvorstei'  Ryosgulden  ij  dobbel  vier- 
ysers  etc.  * 

Item  int  voorsci^ven  iaer  m  cccc  en.  xxxiiy'*'^  (1) 
beeft  den  voors.  hartoghe  Philips  dese  nae  Tolgende 
munten  doen  slaen: 

Den  gouden  Philips  ryder,  te  weten  op  vier  scellin- 
ghen  en.  drie  grooten  Ylaems. 

Ende  daer  nae  inden  iaere  m  gccc  en.  liij  (1)  deede 
die  voors.  hartoghe  Pkilfps  tnunten: 

Eenen  gouden  penninek,  getioempt  den  gouden  leeuw, 
op  vyff  scellingen  grooten  Vlaems. 

Ende  noch  eenen  gouden  penninek,  ^^enoemt  tleeuw- 
ken,  op  drie'  scellinghen  vier  grooteïi  Vlaenis. 

Ende'  noch  eenen  halven  gouden  penninek,  genoempt 
den  halven  leeuw,  op  twee  scellingfaen  ses  penningen 
grooten  Vlaems. 

Ende  dese  zelve  tydt  ordineerde  die  voors.  hartoghe 
Philips,  dat  ganck  soude  hebben  in  Brabant  mette  voors. 
goude  penninghen,  dese  naevolgende  munten  en.  pennin- 
ghen, dats  te  weten: 

Die  goude  croon  vóor  vier  scellingen  Vlaems  (2). 

Icn,  den  26  Augustus  1493,  door  Maximilioan ,  vind  ik:  nMen  aal  van 
nu  vooriaen  betalen  voor  elcken  gouden  Andries  gulden  xij  dobbelde  si. 
met  ij  leeuwen  ende  den  corvorst^  gulden  sal  men  mogen  betalen  mei 
ij  silvere  dobbelen  en.  eenen  huiven  offi  met  xxiij  halve  dobbelen,  in  wat 
manieren  de  coopmanschappen  gemaect,  geschiet  en,  geaccordeert  syn  ge- 
weest,*^ —  0.  K. 

(1)  Dèie  jaartallen,  hoezeer  tc|^n  de  Ujdorde,  Khijnen  juist  te  lijn: 
cie  Aamteekemng  1  op  de  Tolfpende  bladi. 

(2)  nBij  mij  Tolgt:  »Item  nos  escu  Philippus  appelle  rydre  de  soixaniê 
huü  et  demi  o**  march  fmt  gwUre  eoU  trois  dengets  gro2,''  — >  0.  k. 


Digitized 


by  Google 


^  203  — 

Ben  YlaeiDschen  nobel  voor  seven  tcelliiige  en.  tfaien 
penninghen  grooten  Tlaems. 

De  halve  en.^  vierendelen  nae  advenant. 

Item  d^  Engelsehe  nobel  voor  acht  schellinghen  ende 
twee  penningen  grooten  Tlaenw. 

Item  den  halven  nobel,  den  salu3rt  van  Yranckryck, 
dordendeel  vander  saluyt,  tvierendeel  vanden  Engelsehe 
nobel,  el6k  nae  zyrie  groote,  nae  gelende  vanden  Engel- 
schen  nobeli  * 

Iteöi  die  ducaten  van  Ven^ien,  van  Genues,  van  Flo- 
rencen,  van  Roomen,  ende  dea  Üngerschen  gulden  van  Ixxi 
opt  merct,  voor  vier  scellinghen  en.  eeuen  penninck  groot. 

Item  de  Ryntschen  gulden  ende  den  gulden  van  l.ut- 
senborcfa  (1)  voor  drie  scellinghen  en.  drie  grooten. 

Item  als  vander  witte  munten  zullen  nu  loop  hebben 
en.  oeck  vander  andere  munten,  geheyten  plackeA  oft 
ch)mstartken  van  vyff  engelsen  Vlaems  tstuck  en.  den 
halven  daer  afiF,  daer  aff  die  twee  gelden  eenen  crom- 
start,  en.  anderen  cleyne  penningen  vander  zelver  mun- 
ten van  minderen  pryse,  die  sullen  blyven  in  haeren 
alden  ganck. 

Item  den  postulaet  Laens  (2)  gulden  soüde  loop  heb- 
ben in  Brabant  voor  xxiiij***^  grooten  Vlaems. 

Ende  den  "Wilhehniis  schilt  voor  veertich  grooten  Vlaeras. 

Ende  den  peter  voor  xxxvj  grooten  Tlaems. 

Ben  Fhilippus  clinckaert  voor  xxix  groten  Vlaems: 

(1)  i>BiJ  mij  wordt  van  geen'  gulden  van  Lutsenborch  meldiug  ge- 
maakt; -verder  gaan  in  dit  1I.S.  de  valuatiën  niet.  Bei  is  een  l^ransoh 
stok,  rolgens  geschrift  ngeéstrahwri  Vuy<  d'ordmnancie  tonde  munte 
vanden  iatre  ^ijcUij.'*  — *  O.  H. 

(2)  nft  weet  geene  inlichting  hieromtrent  te  gereti,  en  ken  {$aene 
aodiere  postnlaten  dan  die  van  Uireohi,  Lfttk  (oC  fan  I/órti);  Oivaingen 
en  Gulick,  -«  0.  K. 


Digitized 


by  Google 


—  204  —fc 

Die  voors.  hartoghc  Philips  heeft  oock  doen  luuoteit 
silvere  penninghen,  te  weten,  die  héyten  oft  hiaten: 

Dobbel  Philippus  stuvers  op ij  st, 

Ende  enckel  Philippus  stuvers  op i  st. 

Vierendeel  op z  st. 

Ende  oortkens  naer  advenant. 

Int  zelve  iaer  [1494],  in  Decembri,  zyn  geset  by  com- 
missarissen van  hartoghe  Philips  voors.  twee  borgemees- 
teren, te  weten,  heer  lan  Back  ende  Goessen  van  Brecht, 
ende  zyn  oeck  ten  zelven  tyde  geset  raetsluyden  vander 
ambachten,  die  te  raede  zullen  comen  en.  haeren  raedt 
houden  sonder  die  ambachten  te  vergaderen,  en.  dat  die 
deeckens  nyet  meer  te  raedén  en  zullen  coemen. 

Int  zelve  iaer,  opten  xxij*''  Decembri,  is  byden  voors. 
keyser  Maximiliaen  verleent  en.  gegeven  ordinantie  den 
bourgemeesteren  vanden  Bossche  metten  president,  die 
doen  waren  en.  naemaels  zullen  moegen  zyn,  inden  raet 
deser  stadt  het  voorsprecken  en.  de  eerste  opinie  in  alle 
saken  sullen  hebben,  ende  dat  den  president,  akt  noot 
is,  met  eenen  dienaer  vander  groender  roeden  zal  moe- 
gen doen  vergaderen,  en.  als  hy  vuyter  stadt  zoude  mo- 
gen wesen  oft  met  siecke  bevaen  zyn^  dat  hy  dan  in 
dien  gevalle  twee  schepenen  in  zyn  plaetse  zal  mo^en 
setten. 

In  dit  voors.  iaer  [1495],  opten  xxv*"  Augusti,  wert 
die  raminghe  gemaect  tusschen  die  stadt  vanden  Bossche 
en.  ^)latte  lant. 

Ende  ontrent  Bamissc  aono  [1496]  voorscreven  begonst 
tgelt  op  te  lopen. 
Den  Andries  gulden  liep  op i^xzj  st. 


Digitized 


by  Google 


—  205  — 

Den  Ryns  gulden  op    .......     .     xxx  st. 

Den  nyeuwen .  croon  op xxv  st. 

Den  dobbel  vieryser  op     .     .     .  .     .*   ijz  st. 

Carolns  stuvers  op  braspraninghen  en.  een  negenmen- 
nèken. 

Ende  ander  geit  liep  oeck  daer  nae  hoeger. 


(Te  brengeo  op  bMz*  V#»  regel  tS») 

In  dit  iaer  [1497]  sterff  meester  Goeyaert  van  Dom- 
melen tot  Bruessel,  secretaris  vanden  Bosche,  en.  in  syn 
plaetse  quam  meester  Peter  van  Os  (1). 

Int  zelve  iaer  [1498],  in  September,  syn, die  Bourge- 
meesters  weder  omme  aflF  geset,  ende  is  weder  geordi- 
neert  dat  die  deeckens  vanden  ambachten  met  seeckere 
conditie  en.  getalle  te  raeden  zouden  coemen. 

In  dit  zelve  iaer  crech  tgelt  weder  eenen  stoot,  ende 
hadde  zynen  ganck  naede  valuatie  vanden  iaere  [1400] 
xciii]'^'\ 


(Te  bren^n  op  bladx.  9#9  regel  tSm) 

« 

Int  iaer  m  cccc  en.  xcix *"''',  in  de  Meye  manet,  liep 
het  geit  weder  omme  op,  te  weten: 

Den  Andries'  gulden  tot xxx  st. 

Den  Rynsgulden  op .    xxx  st. 

Dobbel  vieryser  op .     ijz  st. 

Ende  alle  ander  geit  daer  nae. 

(1)    Dt(  berigt  niet  bij  A.,die  de  opgaven  wegens  de  sebonten^  sche- 
penen en  secretartisen  bijna  overal  heeft  wegjeluten. 


Digitized  by 


Google 


_  206  — 

Iteiu  [zyn]  alnoch  byder  voors.  stadt  seeckere  oepene 
brieven  gegeven  en.  verleent  die  voorseyde- ses  mannen, 
en,  hen  beloeft  van  alle  saecken  en.  oecssuymen  der  voois, 
stadt  costeloos  te  ontheffen  etc,  beginnende:  »Wy  sche-, 
penen  ende  geswoerene  raetsluyden,  diemen  noempt  Ifie- 
dige  luyden^'  etc,  onder  tgroot  ?egel,  gegeyen  den  xvj 
Septembris  anno  voors* 

Item  byder  voors.  stadt  alnoch  verleent  oepene  brie- 
ven, daer  inne  zy  geloeft  heeft  de  innegesetenen  en.  mael- 
canderen  schaedeloes  te  releveren,  beginnende  als  voor, 
den  xvij""  Septembris  anno  voors. 

Item  byden  voors.  hartoghe  Philips  alnoch  verleent 
oepene  brieven  der  voorseyde  stadt,  daer  inne  hy  der 
stadt  verleent  atterminatie  en.  vuytset  van  twelff  iaren, 
om  dese  stadt  schulden  te  moegen  vervallen,  en.  oeck 
geleyde  geeft  dese  stadt  borgeren,  die  voors.  tyt  van  ia- 
ren  te  moeghen  hanteren  henne  coöpmanschappe  inde 
landen  van  HoUant  en.  Zeelant  en.  voorts  elders,  sonder 
vuyt  sake  vande  voors.  schulden  gearresteert  ofte  becom- 
mert  te  worden  van  yemanden  etc:  gegeven  tot  Brues- 
sel,  den  xxviij**  Septembris  a".  voors. 

In  dese  schepenstoel  sterff  meester  Aert  van  Welhy- 
sen,  en.  in  zyn  plaetse  is  secretaris  geworden  meester 
Raes  Raessen. 

Dese  naevolgendc  evaluatie  (1)  is  byden  doirluditigheii, 
hoöchgeboren,  vermoegenden  furst  Philips,  ertshartoghe 
van  Oistenryck,  hartoge  van  Bourgundien,  van  Brabant 

(1)  Deie  evaluAtie,  die  niiet  voorkomt  bij  A.,  is  oök  iir  het  Kronyh- 
jen  van  *s  Ilertogenhosch,  in  WoLivs,  Belg,  Mvaeum,  III  dl.,  tegen 
over  bladz.  80  in  plano  «fgedrokt,  voor  too  ver  de  ^uden  munten  aan- 
gaat, lijnde  aldaar  de  tUveren  penningen  weggelaten. 


Digitized 


by  Google 


—  207  — 

etc,  eode  den  state»  van  syne  landen  gemiMcIven.  ge- 
ordineert;  wairt  gepubliceert  en.  vuytgeroepen  den  xv^ 
dack  van  December  anno  m  cccc  en.  icix *'*'*'  voors. 

Ende  eerst  vanden  gonde  pennlHigliei» ,  die  doer 
allen  die  landen  des  voors.  hartoghe  ganck  en.  loop  sul- 
len bebben,  ende  van  botr  gevnchte,  werde  en.  affskcb 
voor  datse  te  licht  zyn. 

Ende  bier  is  ierst  te  weten  wat  gewichte  de^e  lette- 
J-en  beteekenen: 


£ 

H. 

F. 

T. 

D. 

A. 

M; 

Qr 


BBTIIKENT 


[  Engdsche. 
Halff  engelsche. 
Fierlinck. 
Troykens. 
Deusken. 
Aesken. 
Myten. 
Viei-endeel. 


Digitized  by 


Google 


—  208  — 

iij  E.  (1) Tguldeo  vlie»!  byden  Toors,  eerUharioge  gemunt. 

X  £.  i  F.  (2)    .     .     •  Ben  grooteQ  reaal,  oock  byden  zelven  gemunt.     . 

üijx  £.  i  F.  i  T.  (5).  Deii  balven. .      . 

y  E.  a  F.  iT.  iD.  (4)  Den  vierendeel 


T  E.  .....    •  Ben  nobel  met  de  roose 

yz  E Ben  bal?en.     .... 

i  E.  i  F Ben  vierendeel     .     .     . 

iiijz  £.....«  Ben  Henricus  nobel.     . 

ij  E.  i  F.    ...     .  Ben  balven 

i  E.  i  T.      •    '.     .     .  Bat  vierendeel.    .     .     • 

iy  E.  i  F.  i  T.  (»)   .  Ben  engel 


iz  E.  i  T.  (6)  i  B.    .  Ben  balveu  (7) 

y  E.  i  F.  i  B..     .     .  Ben  ryder,  den  Ungers  ducaet,.     . 

i  E.  i  T.  i  A. .     .     .  Ben  balven  ryder     ...... 

y  E.  i  T.  i  B.  i  A. .  Ducaten  van  Italien  ende  saluyt  (8). 


iyz  E.  (9)    •     .    .     .    Ben  Ylaemacben  nobel ,  den  loannes  nobel  en.  PliiK 

pu«  nobel  (10) 

y  E.  i  F Ben  halven 

i  E.  i  B Ben  vierendeel 


yz  E.  i  F.  (11)    .    .    Ben  gouden  leeuwe . 
iz  E.  i  F.  i  B.  (12) .    Bat  tweedeel 


z  E.  i  F.i  T.  i  A.  atyf.    Bat  dordendeel  vanden  leeuwe 


y  E.  i  F.  i  B«.    •    .    Bie  croon  melter  aonne 
i  E.  i  T.  i  A.  (13)    .    Bie  halve  croon  .     .     , 


y  E.  i  T.  i  B.  i  A.  (14)    Bie  oude  croonen 
t  E,  i  B.  i'A.  styf  .    Bie  halve  croonen 


y  E.  i  T.  i  B.  i  A.  (15)    Ben  Wilhelmus  schilt 
r  E.  i  B.  i  A.  styf  .    Ben  halven.     .     .     . 


Digitized  by 


Google 


—  209 


gilden  •    .    •    •    « 

gnlden  ▼  stuvers   . 

^üden  ijs  •tavers  . 
vulden  i  stuver  i  oirt 

galden  v  stnvers 
^den  ijz  stnver. 
uiden  i  sluTer  i  oirt 
galden  x?  stuven 
iTijz  stnver.     •     . 
ij  staver»  iij  óirt. 
E  shiTer  (1)*    . 
riij  stnvert  i  oirt 
(ix  stuvers  •    • 

«lovers  ij  oirt 
(▼ijz  stuver     • 

E. 

H. 
f^lden  xij  stnvers  .     .    .     )  F. 

L^  stuvers ]  T. 

ij  stuvers ƒ  D. 

A. 

£. 

jj  Stnvers  (3) \  p' 

(ix  stnvers  i  oirt  vj  myten.    <  m 
Ifz  staver  (4)  z  oirt  iij  royteo.     j  j^' 

A.' 

E. 
H. 
F. 
T. 
D. 
A. 

E. 
H. 
F. 
T. 
D. 
A. 

E. 
H. 
F. 
T. 
D. 
A. 


Ë.  xvjz  stuvers  i  oirt  ü  myten. 
H.  viy  stuvers  iz  oirt  i  tnyte. 
F,  üy  stuvers  z  oirt  iijz  myte. 
T.  ij  stnvers  iiijz  myte  i  (^. 
D.  i  stuver  ij  myten  z  Qr. 
A.  z  stuver  i  myte  z  Qr.  i  F. 


£•  xvjz  stuvers  i  oirdt  ij  myten 
H.  Vlij  stuvers  iz  oirdt  i  myte 
F.  üy  stuvers  z  oirdt  iijz  myte 
T.  ij  stuvers  iiijz  myte  i  Qr.  • 
D.  i  stuver  ij  myten  iz  Qr.  . 
A.  z  stuver  i  myte  z  Qr.  i  F. 


xvj  stuvers  i  oirt  i  myte. 
viy  stuvers  z  oirt  z  myte. 
üy  stuvers  iy  myten  z  Qr. 
ij  stuvers  jz  myte  z  Qr. 
i  stuver  z^myte  z  Qr*  i  F. 

iz  Qr.  vander  myten. 


(«). 


z  stuver 
xvj  stuvers 


ivjz  stuver.    -    . 
iij  stnvers  i  oirt 


ivz  stuver  .    •    . 
ii  stnvers  iy  oirt. 


IX  stnvers  . 
yz  stuver  (7) 


oirt  ij  myten. 
vyz  stuvers  iz  oirt  i  myte. 
iijz  stuvers  iz  oirt  yz  myte. 
iz  stuver  iz  oirt  vj  myten  (5)  i  Qr. 
i  stuver  i  oirt  iy  myten. 
z  stuver  (6)  i  oirt  vz  'myte  z  Qr. 

xvz  stuvers  i  oirt  ^  myten. 
vyz  stuver  iz  oirt  i  myte. 
iijz  stuver  iz  oirt  iy  myten. 
iz  stuver  iz  oirt  üy  myten  iy  Qr. 
z  stuver  iz  oirt  v  myten  iz  Qr. 
iz  oirt  vz  myte  z  Qr.  i  F. 

xvz  stuver  z  oirt  üy  myten. 
vijz  stuver  iz  oirt  i  myte. 
iyz  stuver  iz  oirt  yz  myte. 
iz  stuver  iz  oirt  üy  myten  i  Qr. 
z  stuver  iz  oirt  v  myten  z  Qr. 
iz  oirt  V  myten  i  F. 

xyz  stuver  i  oirt  iiijz  myte. 

vj  stuvers  iz  oirt  y  myten  i  Qr. 

iy  stuvers  z  oirt  üy  myten  z  Qr. 

iz  stuver  v  myten  i  F. 

iy  oirt  i  myte  z  Or. 

iz  oirt  z  myte  z  Qr. 

14. 


Digitized 


by  Google 


—  210  — 
Tfewlchte* 

ij  E.  i  T.  i  D.  (1)    .    Dat  schuytken. 


ij  E.  i  T.  i  D.  (2)    .    Den  loannfs  schilt  (5) 


ij  E.  i  T.  i  D.  (4)     .    Den  gouden  Andries  gulden  (5)  . 


ij  E.  i  T.  i  D.  (6)    .    Den  Gelderschen  ryder . 


ij  E.  i  T.  i  A.  (7)    .    Den  gouden  kurfurster  gulden  en.  geen  andere 


ij  E.  i  T Den  Utrechaen  DaTid  gulden. 


ij  E.  i  T Dèn  Philippus  schilt  oft  clinckaert . 


y  E.  i  T Den  Lovenschen  peter 


Digitized 


by  Google 


—  211 


Bic  wecrdCé 


ixiTz  stuvers. 


IX V  .ttnvers 


txix  stuvers 


txuij  sluvers 


xviij  stuvers.     , 


XI  lij  stuvers  . 


xj  stuvers 


xvj  stuvers 


Ë. 

H. 

I  F. 

D. 
A. 

£. 
H. 
F. 
ï. 
D. 
A. 

E. 
H. 
F. 
T. 
D. 
A. 

E. 
H. 
F. 
T. 
D. 
A. 

E. 
H. 
F. 
T. 
D, 
A. 

E. 
H. 
F. 
T. 
D. 
A. 

E. 
H. 
F. 
T, 
D. 
A. 


AMach. 

xyj  stuvers  i  myle. 
vilj  stuvers  z  myle. 
iiij  stuvers  i  Qr. 
y  stuvers  z  Qr. 
i  stuver  i  F. 
z  stuver. 

xj  stuvers  iz  oirt  v  mytcn. 

vz  stuver  z  oirt  vz  mylen. 

ijï  stuver  i  oirt  vz  myte  i  Qr. 

i  stuver  i  oirt  ijz  myle  iz  Qr. 

z  stuver  i  oirt  i  myte  i  Qr. 

i  oirt  iijz  myte  z  Qr. 

xiij  stuvers  i  oirt  ij  myten. 

yjz  stuver  z  oirt  i  myle. 

iij  stuvers  i  oirt  iijz  myle. 

fz  stuver  z  oirt  iz  myle  i  Qr. 

iij  oirt  iijz  myte  iz  Qr. 

iz  oirt  iz  myte  iz  Qr.  i  F. 

xj  st^uvers  v  mylen. 

vz  stuver  ijz  myte. 

ijz  stuver  i  oirt  i  myle  i  Qe 

i  stuver  iz  oirt  z  myte  z  Qr. 

z  stuver  z  oirt  iij  mylen  i  Qr.  i  I 

I  oirt  iijz  myte  z  Qr. 

xiij  stuvers  i  myte. 

vjz  stuver  z  myte. 

iij  stuvers  i  oirt  i  Qr.  myle. 

iz  stuver  z  oirt  z  Qr.  myle. 

iij  oirt  iij  myten. 

iz  oirt  iz  myle. 

xj  stuvers  z  oirt  iz  myle. 

vz  stuver  iij  mylen  iij  Qr. 

ijz  stuver  i  oirt  iz  myte  (1)  iz  Qr. 

i  sluver  iz  oirt  i  myle  iz  Qr.  i  f. 

z  stuver  z  oirt  iijz  mylen. 

i  oirt  ijijz  myte  i  Qr. 

x  stuvers  ijz  myten. 
V  stuvers  i  myle  i  Qr. 
ijz  stuver  z  myte  z  Qr. 
'  sluver  i  oirt  i  Qr.  i  F. 


T.  (2). 


z  stuver  z  oirt  z'Qr.  myle 

i  oirt  iij  mylen  i  F.  Qr. 

xij  stuvers  (3)  z  oirt  ij  myten. 


H. 
F. 
T. 
D. 
A.  iz  oirt  z  myle 


vj  stuvers  z  oirt  iiij  myten. 
iij  stuvers  v  mylen  (4). 
iz  stuver  ijz  myte. 
iU  oirt  i  myle  i  Qr. 
z  Qc. 


Digitized 


by  Google 


—  212  — 
Tfewlehlc. 

ij  E.  ï  D Den  fieyers  ea.  Fredericus  gulden 


h  E.  i  F.  i  T.i  D.  iA.    Den  postulaet  metten  hondeken,  diemen  Robberts 
(1),  gulden  biet 


*«B  E.  i  F.  i  T.  i  D.  i  A.  .  Den  postulaet  van  Bourbon 
(2). 


.iz  £•  i  F Den  Arnoldus  gulden 


op 'de  voorgaande  evaluatie. 


f09. 


(1)  Bij  O.  &.,  iij  £:.  mM  i  dvesAen.  (2)  Bij  O.  K.,  iu  i:.  (3)  BijO.  K.,ii 
E,  een  quart,  (4)  ij  E.  '/^  een  troyken.  (5)  iij  E.  ^j^drieaetkens,  (6)  W.  ii 
(7)  Bij  O.  K.  staat:  den  halven  van  dien  na  advenaat  van  gewiekte.  (8)  Btj  0. 1 
wordt  geleien:  den  saluyt  ij  eng.  ^/^  zxxTij  et.;  ducatenvan  Yialien  ij  eng,  ^[^  xxi^ 
s.  st.  (0)  Bij  O.  K..,  iiijz  E.  (10)  Bij  O.  R.  zgn  geen  loannes  noch  Philippusn 
bel  Tenneld.  ,  (11)  Bij  O.  &.,  ij  E.  %  en.  i  aesken.  (12)  Bij  O.  K..  staat:  Ir 
derde  en.  derdideelen  naer  advenunt,  (13)  De  i  bij  A.  in  het  handschrift  Tan  V 
weggOTaUen.    (14)    Bij  O.  K.,  ij  E.  %     (16)    Bij  O.  K.,  ij  E.  V4. 


(1)  Bij  O.  IL,  Iviz.i  engele.  (3)  Deze  Afsïach  ingerold  nit  Willbss.  (3)  I 
W.,  xUij  siuvers.  (4)  Bij  W.,  xiiij  shufers.  (6)  Bij  W.,  vi  myte.  (6)  Bij  W 
is  atuvei',    (7)    Bij  W. ,  xiiij  siuvers. 


Digitized 


by  Google 


—  213  — 


Me  weerden 


xxz  tlnver  (1)     .    . 


xvjz  «tuver 


XVJ2  stnver 


3UIIJZ  staver 


£.  X  sluvers  tj  myten.  " 
I.  y  stuvers  ijz  mjte  i  Qr. 
^  Ijz  staTer  i  myie  iz  Qr. 
■*•  i  stuver  i  oirl  i  myte  z  Qr. 
K  i  sluver  i  oirt  i  Qr. 
i.  i  oirl  lij  myten  z  Qir. 

•  yigz  stuver  vz  mytc. 

I-  üij  stuvers  (2>  i  ohrt  ijz  myte  i  Or- 
.  y  «tuvcrs  z  oirt  (5)  iz  myte. 
.  I  slaver  iijz  myte  z  Qr.  i  F, 
.  z  stuver  iz  myte  i  Qr.  i  F. 

•  i  oirt  z  myte  iz  Qr. 

•  yilj  stuvers  iz  oirt  y  myten. 
.  iiij  \stu?ers  z  oirt  vz  myte. 

ij  sluvers  vz  myte  i  Qr. 

i  stuver  ijz  myte  iz  Qr. 
.  z  sluver  i  myte  iz  Qr.  i  F. 
.  i  oirt  z  myte  z  Qr.  i  F. 

yiy  stuvers  iz  oirt  iijz  myle. 
.  Hij  stuvers  z  oirt  iiijz  myte  i  Qc. 

Ü  stuvers  v  myten  iz  Qr. 

i  stuver  ijz  myte  w  Qr.  i  F. 

z  stuver  i  myte  i  Qr.  i  F. 

i  oirt  z  myle  z  Qr.  mylc 


SiO. 


»ii. 


^V^yfiifiJL'.'^'"^''-     <^^    Bij  W.,  i  /^.  ^r.     (3)    BijW,xj,/nrm.      (4)    Bij 


Si». 

^(1).  mj  o.  K.,  ij  ^.  ,„,>,  een  aesken,     (ft)-    Bij  O.  R.,  ij  ^.  ,„,Vi  ,«^  acske;  bij 
nads.  SIS. 

^^'    Bij  O.  K.,  xxj  stuvers.    (;>)    Bij  W.,  jij  stuvers.    (3)    Bij  W.,  ijz  oirt. 


Digitized 


.edby  Google 


—  214  — 

Welcke  voiriioemde  goude  pcnningheii  hebben  hoii 
behoirlyckeu  gewichte,  sulcke  als  voor  en.  gheen  ande- 
ren sullen  voirtaenc  loop  en-  ganck  hebben  inder  forme 
en.  manieren  als  boven,  behoudehek  dat  zy  sullen  moe- 
gen  "wesen  twee  aeskens  lichter  dan  hair  recht  gewichte 
op  elck  stuck,  wel  verstaende  dat  die  halve  ci-oonen, 
vierendelen  van  nobelen  en.  anderen  van  gelycke  cleyne 
stucken  gouts,  ende  sullen  niaer  een  aesken  lichter  moe- 
gen wesen  dan  tvoirgenoemde  rechte  gewichte,  nae  in- 
houde  der  ordinancie  byden  zelvcn  hartoge  int  voors. 
iaer  gemaect. 

Hier  nae  volcht  die  evaluatie  vande  «llvere  pen- 
nlngtaen  inden  zelven  iare  geordineert,  die  loop  en. 
ganck  sullen  hebben,  te  weten,  inden  eersten: 

Den  grooten  silveren  riael    .     .     .     vj  st. 

Den  silveren  penninck  metten  vlies, 
diemen  nu  munt  (1)  .     .     .     .  .     iij  st. 

Den  dobbelen  stuver  van  gelycke  (2)    ij  st. 

Den  enckelen  van  dien    .     .     .     .     i  st. 

Die  groot  grootkens,  halve  ende  vierendeel,  diemen 
nu  oick  munt,  nae  advenant. 

Die  dobbele  metter  croonen  .     .     .     vz  st. 

Die  dobbelen  met  twee  grieflToenen 
en.  van  gelycken  met  twee  helmen  en. 
die  metter  croonen  (3) ij  st.  i  blanc. 

Ende  die  halve  en.  vierendeel  nae  advenant. 

Dobbel  vierysers,  dobbel  Mechelaers 

(l)  Bij  o.  K.  weggelaten r  diemen  nu  munt.  (2)  Bij  O.  K.,  den  dub- 
belden stuver,  diemen  nu  munt.  (3]  Bij  O.  K.  leest  men:  den  dubbel- 
den metten  griffoen,  de  dubbelde  met  twee  helmc,  de  dobbelde,  de  dub' 
belde  met  twee  croonen.  » 


Digitized  by 


'Google 


—  215  — 

CTidc  dobbel  vierysers  van  Bourbon , 

elcs  (1) •   .     .     .     ij  st.  i  oert. 

Die  enckele  nae  advenant. 

Dobbel  Philippus  en.  Carolus    .     .    ijz  st. 

Ënckel  en.  vierendeel  na  advenant. 

lobannes  braspenninck iz  st. 

Philippus  penninck  van   Namen     .     i  st. 

Die  Milaensche  hoefiden,  slapers  ge- 
naemt .     ix  st. 

Die  hoofiden  en.  gelycke  pennin- 
ghen van  Savoyen •    .     .     viij  st. 

Die  France  blancken,  hebbende  om- 
trent  die  cruyse  twee  lelickens  en.  twee 
croontkens* .     .     .     i  st. 

Die  Franse  blancken,  diemen  noemt 

(1)  uBij  mij  staat:  de  dubheldo  vieryssers  metten  twoe  leeuw  en,,  mits  ^ 
gaders  die  Mechclsche  ende  Bourgoense  dubbelden  etc»  (Qc  geloof  Bour- 
goense  zal  hier  beter  zijn  dan  dobbel  vierysers  van  Bourbon.) 

» Vervolgens  T^id  ik  nog  bij  mij: 

»Den  loannes  braspenning     .     ,    i. iij  groeten  i;^)» 

■»De  Melaensche  hoofden,  diemen  heet  stuvers  .     .    xviij  gr. 

nDe  hoofden  van  Savoyen xvj  gr. 

nDe  oude  Philippus  penninghen  van  Namen   .    •    ij  gr, 

nDe  Franfiê  blancken  mit   twee  lelyls  ende  twee 
croenen  tusscen  de  cruce ^i  9^- 

n  Ander  France  blancken  mitten  vier  lelykens  tus~ 
schen  dÊ  cruce  sohder  cfoonckens xl   miten   Vlaems. 

nDe  grootkens,  halve  grootkehs  ende  vierendeelen  van  dyen,  voortyts 
»fi  onse  munto  gemunt  ende  geen  andere,  zullen  blyven  cours  hebben  op 
hueren  ouden  prys  ende  anders"  enz. 

PCoTA.  »De  corrcctiên  voor  deze  laatste  valuatie  zijn  gevolgd 
naar  'een  n.S.  van  eene  valuatie  der  munt,  afgekon- 
digd in  'èHage  op  Kersavond  1490.''  —  O.  K. 

(t)     »Bi)   mi)  zijn  At  epgrgOTen  Traprclen  atlen  in  grootro  geileld.*'  —    0<  K. 


Digitized 


by  Google 


—  216  — 

disanis,   en.    hebbende   tusschen    den 

cruyce  vier  lelikens  sonder  croonkens    xl  mylen  Vlaenis, 

Dese  naevolgende  penning  hen  van  goade  syn  ge- 
ordineert  ganck  te  hebben  byden  voors.  hartoghe  boven 
die  voors.  valuatien  gemaect  int  voors.  iaer. 

Den  castih'aen Iz  st. 

Den  dobbel  ducaet  van  Spaengien     iijz  gulden  viij  st. 

Die  ducaten  van  dien xxxix  st. 

Die  crusaten xxxix  st. 

NOVA    BKME. 

Een  Troys  pont  hout ij  merct. 

Een  merct  hout viij  onceu. 

Een  once  hout xx  engelsche. 

Een  engelsche  hout xxxij  aeskens. 

Een  halff  engelsche  hout xvj  aeskens. 

Een  fierhnck  hout viij  aeskens. 

Een  troyken  hout ij  deuskens. 

Een  deusken  hout ij  aeskens  (1). 

(1)  Tot  goed  Terstand  diene  de  volgende  berekening  uit  de  Toorgaande 
evalaatie  seWe  opgemaakt: 

1  gulden  (tijnde  een  gouden  geldstuk]    ...    «i     20  stuivers. 

1  stuiver «■2  halve  stuivers. 

»  wa    4  oord. 

»  ^ n    24  myten. 

De  myte  werd  denkbeeldig  verdeeld  in  2  halve  myten. 
/  De  myte      »  »  i>        »    4  quart      >i 

De  quart  myte  )>  )>        n   4  fierlingen, 

in  de   valuatie  uitgedrukt  door  F.  of  F.   Qr.,  zoodat  i  F.  Qr.   het  Y|f 
eener  myte  ui  tijn. 

Indien  men  de  berekening  van  het  schuyiken  en  van  den  Phüipptu 
schilt  of  van  den  clinchaert,  bladz.  210  en  211  tot  voorbeeld  neemt, 
zal  men  deze  verklaring  bevostigd  \inden. 


Digitized 


by  Google 


—    217  — 

Itein  iot  voors.  iaer  van  m  cccc  en.  xcix *'•*',  den  xxiiij*'* 
dach  van  Februario,  naer  sciyven  ende  styl  des  hooffs 
van  Brabant,  ende  naer  scryven  des  hoofis  van  Hollaiit 
int  iaer  van  m  ccccc,  is  keyser  Earie  van  Oistenryck, 
den  eersten,  zoen  van  coninck  Philippus  van  Castilien 
voors.,  gebooren  in  Ylaenderen,  inde  vermaerde  stadt 
van  Gent,  wesende  een  schrikkel  iaer,  die  oeck  [daar]na 
bartoghe  van  Brabant  wert  gebult. 


(Te  brengen  op  bladx.  VO9  regel  SS.) 

In  dese  schepenstoel  [1500]  gaff  over  meester  Raes 
Raessen  die  secretarisschap,  en,  inne  plaetse  quam  mees- 
ter Symon  van  Coudenborch. 


(Te  brengen  op  bladi.  Vi»  regel  M») 

In  dit  voors.  iaer  [1503],  opten  v*"  dach  lanuary,  is 
byde  schepenen,  geswoerene,  r^ptslieden,  diemen  heet  lee- 
dighe  lieden,  deeckenen  vanden  ambachten,  diemen  he^ 
der  goede  knaepen,  en.  alle  die  gemeyne  stadt  van  sHar- 
togenbossche  gemaect  die  carthe  vanden  ambacht  vande 
snyders. 


(Te  brengen  op  black.  VS  9  regel  iV.) 

In  dit  iaer  [1505]  wert  lan  Heym  hooch  achoutel. 

CSorts  nae  doode  van  coninck  Philippus  voors.  [1506] 
gerees  oirloghe  tusschen  dese  landen  ende  tusschen  heer 


Digitized 


by  Google 


—  218  — 

Caerle  van  Gelre  ende  quam  heer  'Robbrecht  van  Aren- 
borch  met  grooter  macht  vuyt  Vranckryck  tot  Ruremund 
en.  sloech  voorts  binnen  dej"  meyerye  vanden  Bossche, 
opten  vij*"  dach  Octobris,  en.  voorts  tot  Tuernhout,  en. 
deede  groote  schaede:  hy  en  hid  gheen  wederstant  van 
heeren  Willem  van  Croy,  stadthalder  slants  etc. 

In  dit  voors.  iaer  is  die  confirmatie  der  voors.  rainin- 
ghe  geschiet  en.  gegeven. 

(Te  brengen  op  bladz.  98 1  regel  990 

Item  opten  xiiij°"  luly  [1508]  daer  nae  werdt  hooch 
schoutet  lannen  vanden  Wyngaert. 

In  dit  iaer,  opten  xxiiij*"^  October,  is  die  caerthe  ofte 
ordinancie  verleent,  dat  die  poirters  endé  poirterssen  van- 
den Bossche  zelver  in  persoen  nyet  en  behoeven  te  (1) 
zyn,  om  te  vertellen  etc. 

(Te  brengen  op  bladz.  94»  regel  4.)  ' 

In  dese  schepenstod  [1510]  gaff  over  zyn  officie  mr. 
Henrick  Pelgrom,  secretaris,  en.  in  zyne  stede  wert  ge- 
ordineert  mr.  Marten  die  Greve. 


(Te  brengen  op  bladi.  95»  regel  86*) 

in  dit  zelve  iaer  [1511]  zyn  by  die  vanden  Bossche 
aengenqmen  acht  honden  voetknechten  voor  eenen  tyt 
Aan  drie  maenden,  iogaende  den  eersten  November:  elcke 

(l)     A.,  behoeven  ie;  bij  W. ,  dorren. 


Digitized 


by  Google 


—  219  — 

knecht  ter  manet  vier  Philippus  gulden,  endc  die  gele- 
gen inde  meyerye,  omme  die  te  bewaeren  van  Meghen 
aff  tot  Huesden  toe;  ende  die  vanden  Bossche  hebbeu 
door  beveel  van  vrouw  Margriet  voors.,  tot  bewaernisse 
van  Huesden  moeten  doen  tsestich  knechten  ende  noch 
moeten  houden  opte  stroom  tussen  den  Bossche  en.'Gor- 
oom  vier  hueden  en.  een  roeybaerse  (1),  wel  gestofieert 
met  artellerye,  omme  daer  mede  Bommel  te  benauwen. 


(Te  breii|;en  op  Mads.  VV»  regel  M») 

In  dit  iaer  [1513]  is  zoe  grooten  vorst  geweest,  dat 
die  wagenen  met  heerinck  gelaeden  voeren  van  Gorcom 
tot  Coelen  sonder  ontlaeden,  ende  veel  sleeden  voeren 
over  d^ys  en.  quamen  die  Goepoort  inne  vuyt  Hollant, 
en.  men  nam  wech-^elt  vande  sleeden. 

Dit  iaer  [1514]  wast  een  suete  en.  sachte  wynter, 
datter  nauw  een  craey  over  het  ys  zoude  hebben  moe- 
ghen  gaen. 

(Tc  brengen  op  bladx.  VS»  regel  !••) 

In  den  tekst  staat  van;  hes  volgens  A.  en  W.:  ver- 
moegens. 

(l)  Vier  kneden  en,  een  roeybaerse,  A.  heeft:  en,  Gorcum  voir  //us- 
denj  kuyeden  ende  een  roeyhrache»  F.  zegt:  en.  nnck  een  roeyhraohe. 
Uit  dese  opgave  blijkt,  dat  de  afschrijvers  met  hueden  geen^  raad  heb- 
ben geweten,  l/ucde  of  hoede  beteekent  eene  wacht,  en  roeybaerse  eene 
rociheryie,  zijnde  barge  of  bcrgie  thans  nog  voor  trchschuit  in  gebruik' 


Digitized 


by  Google 


—  220  — 


(Tè  brengen  op  bladz.  VO»  regel  S  en  S») 

Regel  3  x/oa^  oemen;  lees  iA>lgent  W.:  benemei^; 
aUmedê  regel  5  achter:  den  cappittel:  rotfg"  «r  tetV  A. 
eti  W.  Ay  .•  toebehoirende. 


(Te  brengen  op  bladx.  *!•»  regel  iS.) 

jiclUer  de  woorden  »hoDdert  voeder  ivyns^: 

Ende  omme  te  schatten  alle  vercregen  geestelicke  goe- 
deren zeedert  die  doot  van  hartoghe  Eaerle  voors.,  en. 
zy  moesten  alsulcke  goederen  over  geven  inne  gescrifte 
en.  die  rente  van  twee  iaren  daer  aff  geven,  ende  tzelve 
worden  zeer  scerpelicke  geexecuteert  inde  meyerye  van- 
den Bossche. 

Ende  nyet  lange  nae  dese.  hebben  die  ses  goede  man- 
nen, door  beveel  der  gemeyne  stadt  vanden  Bossche', 
vercregen  van  onse  genadighen  heere  hartoch  Kaerle,  als 
dat  het  capittel  van  sint  lans  zoude  hebben  eenen  tacxs 
iaerlichs  van  wyn  en.  bier,  nyet  tegenstaende  die  previ- 
legien  des  voors.  capittel,  die  hem  van  verscheydea  prin- 
cen  en.  hartogen  gegeven  waeren. 

In  dit  voors.  iaer  is  by  comissarissen  van  zyne  maies- 
teyt  geschat  geweest  alle  geestelicke  Goidts  huysen,  gast- 
huysen  en.  andere  cloosteren,  nyemant  vqytgescheyden, 
van  alle  henne  goederen  binnen  de  xP'*"''  iaren  by  hen 
verorden,  bedragende  die  schattinghe  in  Brabant  om- 
trent tsestich  duysent  Philips  gulden. 


Digitized 


by  Google 


—  221   — 

(Te  brengen  op  blads.  80»  regel  ftS.) 

Int  voors.  iaer  [1517],  opten  lesten  dach  Meert  [is] 
hj  hartoch  Kaerle  verleent  en.  gegeven  het  previlegie, 
daer  by  blyct,  dat  dinnegeseten  van  Yucht  en.  den  ge- 
erffden  aldaer,  dat  zy  moegen  poëten  op  die  gemejmte, 
elck  tegens  zyn  erff  thien  roeyen  lanck. 

(Te  brengen  op  bladi.  81,  regel  SS») 

In  dit  iaer  van  m  ecccc  en.  xviij,  den  v*"  April,  syn 
vergadert  van  bloote  boeven  ruyteren  sonder  heeren  oft 
booftmannen  ak  men  seyde.  den  swarten  hoop,  acht  oft 
neghen  duysent  sterck  wesende,  van  alle  landen  verga- 
dert wesende,  €nde  lagen  op  den  huysman  die  geheele 
vasten  ende  alen  vlesch,  speek,  hooier,  eyer  en.  al  wat 
sy  vonden:  ende  alzoe  zyn  vergadert  die  heeren  van 
Nassauw,  Ravesteyn,  Cleve  ende  andere  Rynsche  hee- 
ren en.  zyn  tsamen  veraccordeert  ende  zyn  daer  onder 
geslaegen  met  assistencie  vanden  huysman  aldaer  wonen- 
de, geweecken  wesende  vuyte  n^eyerye  vanden  Bossche 
naer  Venloo,  dat  op  een  cleyne  plaetse  zyn  gebleven 
en.  doot  geslagen  xviij®,  en.  die  anderen  zyn  al  ewech 
geloopen  ende  sommighe  aen  hoornen  gehangen. 

(Te  brengen  op  bladz.  8S9  regel  tB.) 

In  dit  iaer  [1520]  wert  hooch  schoutet  Evert  van 
Doome. 

Byden   voors.  kej'ser  Kaerle  verleent  die  caerthe  van 


Digitized 


by  Google 


—  222  — 

(lat  die  geestelicken  persoenen  van  nu.  voirt  aen  en  zul- 
len moegen  eysschen  noch  ontfangen  eenighe  nyeuwe 
thienden  meer  dan  haer  voorsaten  hebben  gedaen,  in, 
die  landen  van  Brabant,  Limb'orch  en.  Overmaesse:  ge- 
geven lot  Lueven,  den  vj*"  October  int  voors.  iaer. 


(Te  brengen  op  bladz.  89»  reg«I  tS*) 

In  dit  iaer  [1522],  opten  i'"  luly  goud  dmud  roggen 
op  die  merct  binnen  den  Bosch  vj  gulden  en.  iij  st.^ 
het  broot  van  xiij  pont  iij  st.  en.  een  halfTven  braspen- 
ninck. 

In  dat  iaer  is  geworden  meester  lan  Lombarts  secre- 
taris vander  stadt,  en.  onlanchs  daernae  reysde  hy  tot 
Mechelen,  en.  sittende  op  eenen  wagen  over  quam  hem 
die  doot  en.  hy  slerff  op  die  wagen  by  Mechelen. 

(Te  brengen  op  bladz.  88»  re*;!]  II.) 

Vae^  achter  de  woorden  te  geven,  de  woorden  Ie 
weten:  uie   W. 

(Te  brengen  op  bladz.  89,  regel  %!•) 

Voeg  achter  daer  nae,  de  woorden  hebben  zy^  uit  W. 

(Te  brengen  op  bladz.  IIO9  regel  8.) 

In  dit  voorscreven  iaer  [1524],  in  Angusto,  heeft  ge- 
gouwen  binnen  den  Bosch  een  sack  sou  Is  voor  ix  Rvns- 


Digitized 


by  Google 


—  223  — 

gulden   en.   xij   st.,  en.   inde   veemerckt   daer  nae   heeft 
men  den  sack  souts  gecoft  voor  ijz  gulden.  • 

In  dit  iaer,  den  xvj®"  Septembris,  heeft  Hanrick  Dach- 
verlies  zynen  eedt  gedaen  als  hooch  schoutet  vanden 
Bosch. 

(Te  brengen  op  bladz.  90^  regel  15  (1).) 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xxv*'''^,  op  Manen- 
dach  naer  beloecke  Sincxse  (2),  syn  vergaedert  int  con- 
vent vanden  Prekers  achter  (3)  inden  Beempt,  allen  .die 
meesters  vanden  ambachten  met  haere  knechten  en.  die- 
naren, treckende  tsaemen  een  lynie,  daer  wesende  en^ 
tsamen  raet  slaende,  ontboeden  zy  sommighe  heeren  en. 
schepenen  aldaer  by  hen,  haer  te  voii-en  Jeggende  en. 
vvillende  terstont  aff  hebben  het  maelgelt  vanden  rog 
en.  terwen  ende  van  elcke  ton  biers  vier  'stuvers  min- 
der te  geven  dan  zy  gegeven  hadden,  alle  tweicke  hen 
doen  terstont  geconsenteert  worden. 

Den  XX*"  luny  (4)  daer  nae,  op  Dynsdach,  vergaderden 
die  voors.  ambachten  weder  omnie  inden  Beempt  en.  ont- 
boeden allen  die  borgers  en.  leechgangers,  allen  die  pa- 
ters vande  cloosters  binnen  en.  omtrent  der  stadt,  ende 
begeerde  met  wille  ofte  onwille,  met  sommighe  heeren 
en.  schepenen  die  oeck  ontboeden  zyn,  dat  zy  die  stadt 
wat  te  hulpe  wouden  comen  en.  dat  zy  voort  aen  zoe 
veel  en.  wel  acchyns  zoude'  geven  van  alle  dinghen  als 
die  gemeyne  borgers  deeden:  soe  over  quamen  allen  die 

(1)  Het  volgende  Terhaal  komt  wel  mede  in  Cupe&iüus  voor,  maar 
W.  en  A.  sijn  in  sommige  omstandigheden  veel  uitvoeriger .  (2)  Siacx- 
sen,  A.  verkeerdelijk:  Paeschen,  's  Maandags  den  eersten  Zondag  na  Pink- 
steren.    (3)   ilcAter^ 4iit  A.  ingevoegd.    (4)   /utiy;  A.  verkeerdelijk: /w/^. 


Digitized 


by  Google 


—  224  — 

paters  vande  cloosters  (zoe  wel  mans  als  vrouwen  cloos* 
ters)  en.  accordeerden  met  maelcanderen  meUe  bergers, 
behalven  die  Precaers,  die  Cathuysers  tot  Yucht  en.  die 
Basselaers  buyten  sint  Anthonis  poort  (1),  die  en  won- 
den nyet  veel  daer  Xoe  geven.  Nochtans  waren  daer 
sommighe  heeren,  die  begeerden  dat  zj  doch  geloven 
wouden,  om  die  gemeyne  borgers  te  contenteren,  zy  zou- 
den maken,  dat  zy  van  haere  geloefte  nyet  en  zouden 
geven,  maer  zy  woudent  nyet  doen.  Doen  waeren  diaer 
sommighe  borgers,  die  begaerden,  dat  een  yegelycke 
thuys  wilde  gaen  en.  trecken  zyn  harnas  en.  geweer  aen 
en.  comen  op  die  merct  en.  blyvende  daer  by  maelcan- 
der  tot  dat  die  drie  paters  mette  borgers  veraccordeert 
zouden  zyn,  twelck  oeck  alsoe  geschiede,  en.  quamèn 
tsanien  op  die  merckt  ende  haelde  noch  sommighe  per- 
sonen vuyt  sint  Nicolaes,  makende  alzoe  eenen  rinck  aen 
die  puye  op  die  merct,  ende  des  nachts  omtrent  tus- 
schen  twclff  en.  één  ure  toegen  zy  al  tsamen  met  haer 
geweer  nae  die  Precaren  clooster  toe,  en.  daer  comende 
vonden  ;zy  die  poorten  gesloten;  soe  stont  daer  omtrent 
een  moeien  kerre,  die  nameii  zy  en.  liepen  daer  mede 
die  poorten  oipen  ende  liepen  zoe  voorts  int  convent» 
aten  en.  droncken  dat  zy  daer  vonden,  sonder  die  kercke 

(2)  In  de  noot  2,  bladz.  1U5,  hebben  wij  op  geiag  van  Var  Heürk, 
/listor ie  der  Stad  en  Meyery,  dl.  I,  bladz.  500  gezegd,  dat  het  kloos- 
ter det  Wilhelmieten  lag  buiten  de  St.  Janspoort :  hier  echter  staat  bui- 
ten de  ))flml  Anthonis  poort,"  vroeger  leidende  naar  den  Dungen.  ^Bit 
laatste  is  juist.  Immers  ik  vind  in  de  haardtclling  der  stad  en  meijerij  van 
>s  Hertogenbosch  van  1520  (thans  in  de  boekerij  van  het  Noord-Brabandsch 
Genootschap),  dat  het  Baselaars- klooster  lag  op  de  Baseldonk  onder  den 
Dungen  buiten  de  gfnreien  St.  Antoniuspoort,  gelijk  het  ook  door  Cofpkrs  in 
zijne  Beschryving  des  bisdoms  van  *s  Bosch  geplaatst  wordt.  Lees  daarom 
voor  noot  2,  bladz.  105:  V.,  die  1)o:«gk, /rcf  ro/^en^B.,  A.ca  W.:  pyck. 


Digitized 


by  Google 


—  225  — 

te  hyndereo,  en.  sonder  met  haer  te  ovei^commen,  gin*  • 
ghen  zj  daer  weder  wt.  Des  smorgens  ontrent  vier  uren 
Tertoegen  zy  van  daer  met  pyp  en.  trommelen  en.  ge- 
rechte oft  vliegende  vendel  (1)  tot  Vucht  naede  Carthuy- 
sers,  en.  daer  commende  zoe  quamen  hen  sommighe  van- 
de  Catfauysers  heeren  tegens  voor  inden  boogaert  ende 
hebben  daer  gestelt  taeffelen  met  broot,  booter,  kees 
en.  bier,  en.  daer  aten  en.  droncken  die  borgers,  en.  die 
poirten  wairen  daer  al  oipen  gedaen  doen  zy  quamen» 
ende  daer  overquamen  en.  accordeerden  die  Cathuysers 
met  die  borgers,  zoe  dat  zy  te  vreede  waren.  • 

Daer  nae  zyn  zy  weder  omme  gekeert  naede  stadt, 
ende  omtrent  acht  uren  zynder  eerst  omtrent  x  ofte  xi) 
personen-  gegaen  op  die  Baseldonck  ende  hebben  daer 
oeck  die  poirte  op  gesrneet  en.  voorts  geloepen  int  con« 
vent.  Doen  waren  daer  sommige  borgéren ,  sommen  doen 
seyde,  die  seyden,  dat  daer  wyn  lach  in  eenen  kelder 
ront  om  toegemest  (2)  wesende:  die  braken  -zy  oepen 
ende  droncken  een  deel  vanden  wyn,  aten  en.  droncken 
voorts  dat  zy  vonden ,  en.  to^en  doen  weder  binnen 
der  stadt,  sonder  met  hair  te  overco^ien,  want  die  prior 
was  wech  gereyst,  zoe  zy  zeyden. 

Tgeene  voors.  staet,  alzoe  geschiet  wesende,  soe  syn 
daer  nae  getoegen  die  Preckaers  en.  Cathuysers  by  vrouwe 
Mai^ta,  als  goevernante  des  lants  dier  tyt  wesende 
want  den  keyser  dier  tyt  was  in  Spaengien  én.-  lange 
daer  nae  noch  bleeff,  en.  claechden  int  hoff  over  die 
borgers,  als  vanden  overlast,  diemen  hen  hadde  aenge- 
daen.  Binnen  dese  voors.  middelen  tyden  soe  worden 
die   heeren    vander   stadt    eens,  twee   ofte    driemael   te 

(l)    oft  vliegende,  uit  A.  ingcvocjjd.      (3)     Toegemest,  (oegemetseld. 
C.  IS. 


Digitized 


by  Google 


—  226  — 

hooir  oiubodeo,  om  seeckere  peuniDgheii  te  cousentereu^ 
die  tboflf  dier  tyt  eysscbende  was,  soe  en  wouden  die 
geraejne  borgers  die  heeren  uyet  laten  trecken  dan  op 
liaer  eyghen  coat  ende  nyet  te  consenterai ,  dan  dat  zy 
zelfis  betaelen  wouden. 

Daer  nae  op  Dynsdacb,  den  xxv^"  luly  int  zelve  iaets 
soe  quam  beer  Floris  van  Buren,  stadthouder  yaiideo 
keyser,  met  myn  beere  den  audiencier  Moninorencie,  met 
meer  anderen  beere -vanden  bove  by  hen  bebbende,  tot 
YucKt  leggen,  «met  een  deel  peerden  en.  voetyolck,  ende 
vrouw  Margrita  voors.  ginck  tot  Huesdeii  leggheu,  ende 
zy  arresteerde  (1)  tot  Vucbt  allen  die  poirters  goede- 
ren, couiende  van  Antwerpen,  en.  allen  anderen  goede^ 
ren ,  den  borgers  toebeboirende ,  te  bescry  ven  ende  te 
confisqueren.  Dit  horende  die  gemeynte  binnen  der  stadt 
zyu  zeer  ongestelt  geweest  ende  hebben  groote  monopo- 
lie gemaect  by  daegen  en.  nachten,  dat  zeer  sorgelicken 
was,  want  zy  die  poirten  toehielden  ende' namen  die 
sluetelen  vander  stadt,  ende  en  vraechden  nae  die  hee- 
ren nyet,  maer  onboeden  die  heeren  by  henlieden  alst 
hen  belieffden,  dwingende  een  yegelickeu  by  haer  te  co- 
men  met  geweer  op  baei-  lyff,  met  egeen  goet  en  mocht 
yemant  vuyter  stadt:  voorts  zyn  door  beveel  vaader 
voors.  vrouwe  Margrita  alle  goederen  gearresteert  in  Hol- 
lant,  Zeelant  en.  tot  Andtwerpen,  die  borgei*s  vanden 
Bossche  toebeboirende. 

Nae  die  de  voors.  vrouwe  Margrita,  goevernante,  tot 
Huesdeo  wesende,  heeft  den  borgeren  vanden  Bossche 
aengeseyt,  dat  zy  lyfl  en.  goet  verbuert  hadden,  want 
haer  heeren  en.  deeckens  te  bove  onboeden  en.  bescreven 

{\)     AtreaU'cidf i  A.  accordeerde. 


Digitized 


by  Google 


--  227  — 

uvaifeo  en.  dat  zyse  ny«t  eo  wouden  laten  coemeo,  ende 
Bieer  anderen  delicten,  die  zy  die  sudt  op  lejrden:  dus 
zyii  die  heeren  vander  stadt  tot  .Vucht  gereyst  en.  tot 
Uuesden  by  vrouw  Margrieta,  om  den  peys  te  vercrygep. 

Bonderdaeobs  daer  nae,  omtrent  elif  uren  inder  nacht, 
soe  wert  die  clockc  ten  Bossche  storm  gelujt,  zoe  dat  ' 
allen  die.  borger^  al  op   de  been  waerea,en.  bleven  op 
die  been  tot  des  Sonoeodaegs  smorgens  toe. 

Daer  nae,  en.  binnen  middelen  tyde  reysden  die  hee* 
ren  en.  sommighe  deeckenen  weder  oiume  tot  Yucht  en. 
Huesden,  omme  te  overcomen  met  vrouw  Margriet  eo. 
die  grave  van  Buren;  emmers  int  sluyten  van  accoordt, 
soe  wouden  vrouw  Bfargriet  hebben,  datmen  haer  zoude 
geven  twelflf  boilers,  die  zy  kiesen  zoude,  ende  die 
woude  zy  corrigeren  met  recht,  ofte  zy  woude  daër  voor 
hebben  een  groote  somme  van  penninghen.  £nd.e  dier 
tyt  dat  zy  tot  Yucht  lagen,  en  deede  zy  die  stadt  ofte 
borghers  gheen  misweyu  (i),  want  sommighe  borgers 
gingen  tot  Yucht  wandelen  en.  quamen  weder  om  bin- 
nen, sonder  yet  te  cort  gedaen  te  worden;  dan  die  zelve 
goederen,  die  de  borgers  toebehoerende  waren,  worden 
en.  waeren  daer  gearresteert,  maer  die  borgers  en  wou- 
den nyemaoden  van  hen  inder  stadt  laten,  voor  en.  al- 
eer zy  met  haer  overcomen  en.  veraccordeert  wairen. 
Ende  veel  vande  heeren  en.  schepenen  wairen  vuyter 
stadt  gereyst  van  vreese  vande  borgers,  en.  en  quamen 
daer  nyet  weder  om  in,  voor  dat  het  al  gecesseert  was. 

Des  .sManendaegs  smorgens  daer  nae,  soe  reysden  die 
heeren  vauder  .stadt  weder  omme  tot  Yucht  en.  seyden, 
dat    die    borgers    egeensins   haer   roede   borgers   op   die 

(I)  Miswcyn,  bij  Vax  Goob,  Beschrijving  van  I*rcda ,  bladi  620, 
leest  men:  misunj/tde,  leed. 


Digitized 


by  Google 


—  228  — 

'A'Ieesbaock  leveren  en  wilden:  soe  over  quamen  zy^niet 
tiie  grave  van  Buren,  in  presentie  vanden  audienchier 
en.  den  president  van  Mechelen,  die  welcke  volcooien 
macht  hadde  van  vrouwe  Margrieta,  te  weet  en,  als  dat 
die  borsers  vrouw  Margriet  in  zouden  halen  met  hondert 
en.  vyftich  toortsen,  ende  daer.toe  geven  twalff  duysent 
Rynsgulden,  soeraen  seyde,  niaer  veel  wouden  seggen  dat 
hel  meer  was. 

Ende  des  Vrydaegs  daer  nae,  den  vyffsten  Aiigusti 
sacbternoens,  soc  mosten  allen  die  deeckens  vanden  am- 
bachte  en.  d'oude  deeckenen  en.  voorts  diet  te  loote 
vide,  elck  een  toortse  dragen  al  barrende,  gecleet  met 
swarte  tabbaerden,  en.  gingen  alzoe  lot  bnyten  die  Vuch- 
ter  poort,  milte  heeren  vanden  raet,  totten  lesten  boom 
toe,  alwacr  vrouwe  Margrita  nietten  tresorier,  die  grave 
van  Buren  en.  den  audienchier  met  meer  anderen  heeren 
gecomen  'zynde,  vielen  die  heeren  en,  borgeren  vandor 
stadl  op  haer  kuyen  voor  vrouw  Jlargriet  eb.  bleven 
daer  leggen  ter  lyt  en.  wylen  toe  vrouw  Margriet  een 
teecken  deede,  dat  zy  op  zouden  staen  voor  die  misdaet 
rander  gemeynte,  en.  opgestaan  wesende,  leydeii  zy  al- 
soe  vrouwe  Margriet  in  haere  logys  mitte  voors.  bar- 
rende toortsen,  ende  van  daer  voorts  die  toortse  bren- 
gende in  sint  lans  kerck  voor  dat  H.  Sacrament  en.  die 
daer  latende. 

Des  Saterdaegs  daer  nae  moesten  die  borgers  weder 
öm  geven  die  vier  sluvers  op  elck  ton  biers,  te  weten, 
van  elck  ton  tot  acchyns  thien  stuvers. 

Item  des  Manendaegs  daer  nae,  den  xiiij*"*  Augusti 
int  zelve  iaer,  reysde  vrouwe  Margriet  weder  vuyt  der 
•stadt  vanden  Bossche  ende  ten  zelven  daeghen  moestmen 
weder  macigelt  geven  van  rog  en.  terwcn. 


Digitized 


by  Google 


—  229  — 

Ileiu  des  Dyiisdacfa,  opten  xxviij'''  Augusti,  wert  dat 
luaelgelt  weder  af^geset  vanden  rogge  en.  tenvcn. 

Item  des  Maneiidach,  den  iiij'"'  September  daernae, 
wert  weder  op  geset,  met  consent  vanden  heeren,  deec- 
kenen  en.  geswoiren  vanden  ambachten,  datmen  van  elcke 
mud  terwe  tot  maelgelt  zoude  geven  thien  stuvers,  daer 
méü  ach^  stuvers  af!  plach  te  geven,  en.  datmen  den 
terwe  soude  ter  moeien  moeten  brengen  inne  loey  ge* 
vcrwde  sacken,  omrae  die  alsoe  te  kennen. 


(T«  brengen  op  bladz.  96»  regel  lik) 

In  dit  iaer  [1526],  den  viij*"*  Febraary,  is  geweest 
zoe  groote  wynt  en.  tempeest  inde  locht,  duerende  den 
gekceleu  dach  lanck,  als  opten  Donderdach  voor  vastel- 
avont,  als  oyt  raaii  gesien  heeft  oft  gehoirl:  welcke  wynt 
groote  schaede  heeft  gedaen,  als  tot  Eyndoven,  daer  den 
tooren  vander  kercke  om  is  gewayt  op  diie  kercke  ende 
Leeft  die  kercke  groote  schaede  gedaen  tot  Woensel  en. 
op  meer  andere  plaetsen  is  oeck  den  toorn  omgewayt 
en.  daer  zyn  oeck  veel  groote  eycken  boomen  vuyt  der 
aerden  gêwayt.  Oeck  veel  scheepen  en.  veel  volcxs  ver» 
dronckeu  op  zee,  zoe  d^t  die  wynt  groote  schaede  heeft 
gedaen  (1). 

Item  opten  xvilj""  Februario  heeftmen  binnen  den 
Bossche  geviert,  om  het  tractaet  vanden  peys  tusschen 
den  keyser  en.  den  coninck  van  Vranckryck;  maer  den 
coninck  van  Vranckryck  en  onderhielt  den  peys  nyet,  hoe 
wel   hy  zulcx   ten   heyligen  gesworen   hadde  en.  beyde 

(1)    Dit  bfrigt  vceJr  korter  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  230  — 

zyn  óudt^te  zoen  en  Francis(^is,  dolpbinus,  eiK  Uenricus 
te  gyjsel  gegeven  badde,  om  die  in  Spaengien  byden  key- 
seir  te  voeren,  dwelck  al^oe  geschieden. 

(Te  brengen  op  blada.  és^  regel  A9«) 

• 

In  dit  iaer  [1526]  zyn  gecoren  <iKe  nyeHwe  vier  matn 
nen  en.  twee  repereer  meesters  «deser  stadt,  te  weteo, 
Dierck  Scuercop,  Dierck  van  Creylt,  Hanrick  van  Bocx- 
tel  en,  lan  Pynappel,  repereer  oft  bouwmeesters,  Ambro- 
sius  vanden  Hanenborch  en.  Herman  Pelgroms  Diericxss. 

* 

(Te  brengen  op  bladz.  9f|»  regel  i4«) 

.  Er  Miaat:   xij   sekere  persoenen;   lees:   negen   perso- 
nen, uit  W. 

(Te  brengen  op  bladz.  iOi  9  regel  A^ 

In  dit  voors.  iaer  [1528],  op  Pincxtdach,  des  mor- 
gens, soe  zyn  die  Gelderscfaeil  gecoïnen  vuyt  ftemundtv 
(Mntrent  drie  duysent  soe  voetknechten  als  huysluyden, 
met  gelaeden  wagens,  met  haeckbussen  en.  veel  andere 
instrumenten  en.  zeelen,  om  te  vangen  en.  te  bynden  en. 
te  laeden  op  wagens  met  geschut,  eu.  meynden  die  Peel 
en<  Keempe  in  diügtaele  te  brengen  en.  Eyndoven  en. 
Helmont  inne  te  nemen,  want  zy  dfiertoe  veel  ipstnv- 
menten  van  scbuppen,  saegen  en.  hameren  4  om  al  om 
tucken  te  smyten,  bereet  hadden.  Ende  ,tot  Eyndoven, 
Helmont   ep.   Moll   laegen   omtrent   tsamen   drie  hondert 


Digitized 


by  Google 


-^   231   — 

peerden  en.  hebben  met  ben  genomen  allen  die  knech- 
ten, die  inde  Peel  laegen,  ende  iiiet  die  clockslaeb  allen 
die  boeren  aldaer  rontom  versamelt  en.  hebben  daer  mede 
allen  die  waegens  vanden  Geldersche  ter  neder  gewor- 
pen ende  hebben  daer  wel  neghei4  hondert  geslagen  van 
Geldersche,  zoe  crychslieden  als  huyslieden,  en.  veel  peert 
rnyteren  gevanghen  ende  inde  vlucht  zynde,  veel  peer- 
d^  en.  boeren  verdroncken. 

In  dit  zelve  iaer,  naer  bet  optrecken  van  Tfaiel,  syn 
sommighe  Geldersche  knechten  gecomen  omtrent  der  stadt 
van  Meghen,  dewylen  nu  die  knechten  van  Meghen  vujt 
waeren  en.  convoyeerden  sommighe  wynwagens,  ende  die 
Gelderschen  maeckten  hairen  aenslach  te  coemen  tot  Os 
en.  Nulant,  maer  die  vanden  Bosch  sonden  terstont  der- 
waerts  hondert  pcerden  en.  die  ruyters  vande  Grave 
quamen  oeck  by:  dit  vernemende  die  Geldersche^  verUe« 
ten  Meghen  en.  (rocken  metter  gevangen  en.  roeff  naer 
huys. 

Item  des  Manendaegs,  nae  beloecke  Paesschen  int  zelve 
iaer,  wesende  den  xx*"*  April,  heeftmen  een  blochuys 
Tuyter  stadt  vanden  Bossche  gevoert  te  scheepe,  om  dat 
tot^Lith  te  setten  opten  Ham,  waer  mede  reden  drie 
hondert  peerden,  door  Orthen,  met  Tier  duysent  voet- 
kuechten. 

In  dit  iaer  [1529],  4pn  vj**  dach  van  Octobcr,  is 
gemaect  den  peys  tusschen  Brabant  en.  Gelderlant  tot 
Gorcom,  welcke  peysmakeis  waren:  die  grave* van  Buren, 
die  heere  van  Hoochstraten,  den  audencier,  met  sommige 
scepenen  vanden  Bosch  ter  eenre,  en.  CJollaert  cum  suis 
vande  Gelderschen  ter  andere  zyden,  en.  wert  ten  voors. 
dage  gepubliceert. 


Digitized 


by  Google 


—  232  — 

Id  dit  iaer  en  was  die  Spaenscbe  vloet  nyet  orerge- 
comeo,  alzoe  dat  een  pout  rosynen  vj  stuvers  ea.  een 
pont  vygen  vier  stuvers  gouw. 

In  dit  voors.  iaer  inde  yasten  zoe  wert  op  allen  die 
huyssen  staende  binn^  der  stadt  vanden  Bossche  geor- 
dineert  te  geven  van  al  zoe  veel  guldens  als  t^j  ter  hue- 
ren  gouwen  oft  wel  zoude  gelden,  van  elcken  gulden 
eenen  braspenninck ,  hal£f  te  betaelen  die  huerling  en. 
hal£f  die  thuys  toehoorden,  om  zoe  die  stadt  vuyt  hae- 
ren  coinmer  te  helpen. 

(Te  breiigen  op  bladz.  iOi ,  regel  9t«) 

Achter  totten  kelder  uit  W.  bij  tê  voegen:  cnde 
nieuwe  paye  (1). 

(Te  brengen  op  bladz.  lOft ,  regel  4.) 

In  W.  fV  met  eene  andere  hand  bif geschreven :  £n« 
de  int  iaer  1584,  stilo  novo,  is  den  voors.  thoom  met 
die  Kercke  op  sint  lacob  dach,  omtrent  xj  uren  inder 
nacht,  vanden  blixem  aengesteoken  en.  verbrant  etc.   (2). 

(Te  brengen  op  bladz.  iOt,  regel  t8«] 

Welcke  ])ende  voorts  is  getoegen  naer  Vilvoorden  en. 
voorts  naeden  hove  in  dienst  vanden  keyser,  en.  dat 
door  traclaet  vanden  peyse  daer  te  vooren  gemaect. 

(I)  Pai/e,  de  pui  van  het  stadhuis.  (3)  Ueze  zeUde  aanteckeninft 
keiut  in  A.  m«t  dezelfde  band  run  dat  handschrift  \oort 


Digitized 


by  Google 


—   233  — 


(Te  brengen  op  bladi.  tMt  regel  •••) 

lo'dit  iaer  [1529],  den  xxiiij*"  Angusti,  op  sinie  Bar- 
tolomeus  dach,  heeftmen  processie  generael  gehouden  en. 
Godt  gedanct  vanden  peys  tusschen  die  keyserlycke  ma'^ 
iesteyt  en.  den  coninck  van  Yranckryck,  ende  des  avonts 
heeftmen  gevuert  naer  ouder  gewoenten. 

In  dit  iaer  en  is  gheenen  nyeuwen  wyu  ten  Bossche 
geroepen  ofte  getapt  in  deser  stadt  voor  des  anderen 
daegs  naer  sinte  Pauvrels  bekeeringhe,  ende  doen  wert 
geroepen  nyeuwc  Poetauw  (1),  die  quart  voor  drie  siu- 
vers,  want  op  den  Ryn  en.  tot  Coelen  gheenen  wyn  en 
was  gewassen. 

In  dit  iaer,  op  halff  vasten,  taetarê  Ihenualem^  heeft- 
men hier  groote  processie  gegaen  solempnelycken ,  ende 
dat  om  Godt  te  dancken  vander  crooninghe  ons  heeren 
des  keysers. 

(Te  brengen  op  bbidz.  l^Sf  regel  ••} 

In  dit  iaer  [1530],  opten  xv*"  Decembri,  zoe  waert 
ter  paye  aff  gepubliceert  met  schoutet  en.  schepenen,  dat- 
men  weder  maelgelt  zoude  geven  vanden  rog,  te  weten: 
van  elck  müd  vier  stuvers,  alsmen  plach  te  geven  drie 
iaren  hinck  geduerende. 

Opten  xxiij^  Decembri  int  voors.  iaer  wert  ten  Bosch 
een  vrouwe  verwesen  en.  tot  Vucht  aende  galghe  ge- 
hangen, genoemt  Ycken,  en.  Aert  Heym  was  hooch- 
schoutet,  en,  zy  wert  corts  aflgehaelt  vander  galge,  van 

(1)    Bij  A.,  ivyn  Poijvtou, 


Digitized 


by  Google 


—   234  — 

fcne  gehcylcn  iiule  vvaiideliiigbc  siister  loost,  een  clerck, 
zynde  vau  buytcn  gcbooi^n,  die  welcke  daer  omine  ge- 
vangen wait  en.  lange  gevangen  sat,  maer  quam  noch 
aff  Éiet  gelde,  soemeo  seyde  (1).  • 

In  dit  voors.  iaer  heeft  inde  Meert  geweest  alzoc  groote 
hetbe»  als  oyt  man  gesien  heeft»  ende  inden  April  alzoe 
ooudt  en.  felle,  weder  om  als  oyt  man  gesien  heeft. 

In  dit  voors.  iaer  is  Goyaert  Grootaert  gecoren  secre- 
tarift  inde  plaetse  van  Marten  die  Greve. 


(Te  brengen  op  blads.  i05t  regel  i9«] 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xxxj'*''^,  den  lesten 
dach  luny,  sterff  ten  Bossche  een  oude  vrouwe  persoen, 
geheyten  Lysbet  Steewichts;  zy  was  zoe  oudt»  dat  zy 
hadde  eenen  zoen,  geuoemt  Peter  Steewichs,  ende  die 
Peter  had  een  dochter,  genoemt  Catharina,  en.  was  Thiel- 
man  Ha'gens  huysvrouwe,  ende  die  Catharina  hadde  een 
dochter,  genoempt  Geertruyt,  die  getrouwt  hadde,  lan 
lan  Eymerts,  en.  hy  lan  hadde  byder  voors,  Geertruyt 
twee  kynderen,  eer  dese  voorseyde  Lysbet  sterff  (2). 

In  dit  iaer,  voor  Bossche  ommeganck  des  Donderdaegs, 
gouw  een  mud  roggen  vj^  gl.'xiiij  sts. 

Ende  inden  ommeganck  regendent  alzoe  zeer,  datmen 
eer^t  sManendaegs  die  processie  bielt 

Item  den  rog  gouw  langen  tyt  ses  gulden,  daer  nae 
tyff  gulden,  en.  dese  duerte  heeft  geduert  totten  nycnwe 
gewas  toe. 

Item  [zgn]  bydên  keyserlycken  maiesteyt  verleent  en . 

(I)  Dit  berispt  nii«t  brj  A.  (2)  üil  is  bij  A.  slechts  luct  eenige  woor- 
f\r.n  ;jrmcW. 


Digitized 


by  Google 


—  235  — 

gegeven  previlegien  die  stadt  vanden  Bossche  ende  de 
rocyerye  van  dyen,  vanden  goederen  te  erffven  en^  te 
vesten,  en.  vande  notarissen  etc,  alles  naerder  hlyckende 
bj'de  zelve  previiegie. 

(Te  brengen  op  bladz.  106»  regel  14  en  19*) 

Regel  14  staat:  luyden;  W.  en  \,  hehbefê  gilde. 
Reyel  18  eiaat:  op  den  kerckhoff;  W.  heeft  op  sint 
lans  kerckhofr. 

(Tc  brengen  op  bladi.  ftOVf  regel  14*) 

Er  etaat:  in  beginne  van  Idnio;  W.  en  1.:  int  eer- 
ste vanden  vasten. 

(Te  brengen  op  bladz.   109 1  regel  t4«) 

In  dit  iaer  [1532],  op  sinte  ttalbeus  dach,  heeftineil 
pix)cessie  generael  gehouden  met  allen  die  reliquien  en. 
met  onse  lieve  Trouwe  heelde  en.  metten  heyligen  Sa* 
crament,  inder  manieren  als  [met]  sint  lans  (1)  kermis 
geschiet,  en.  hehben  die  deeckens  vanden  amhachten  ende 
die  vier  scfautteryed,  de  VrQUwen  hroeders,  gesworenen 
en.  schepenen  mette  dienaren,  eick  [met]  .een  bemendfe 
kersse  zeer  solemnelycken  gegaen:  ende  dat  al  om  die 
victorie,  die  de  keyserlycke  maiesteyt  hadde  gehadt  te- 
gens  den  Turcken,  want  daer  waren  wel  xv"  Turcken 
gebleven  en.  verslagen  in  Hongheryen. 

(1)    Sint  lanx',   bij  A.,  Bosschu, 


Digitized 


by  Google 


—   236  — 

In  dit  iaer  [1533],  op  vastel  avondt,  zoe  Laddeh  die 
Beckerlinxs  dat  banespel  gewonnen,  soe  staecken  die 
Coptydiocs  vuyt  haerder  Lerberge  een  glavie  oft  specre 
inet  een  heimet  daer  aen  hangende,  en.  daer  waren  twee 
Ooptydiucxs,  te  weten,  Geveraet  van  Dueres  zoon  en. 
Aert  Cristiaen  Coenen  .zoon ;  dese  riepen  twee  Becker- 
Uncxs  yuyt  den  hoop  met  steecken;  soe  seyden  die  Bec- 
kerlincxs,  sy  zouden  twee  alzoe  eedele  mannen  brengen 
a]s  zy  waren,  tegens  den  eersten  Sonneodach  inde  vas- 
ten, en.  daer  teghens  werl  een  ballye  gemaect  opden  Wyn- 
moelenberch,  eiide  elck  zoude  steecken  drie  steecken,  en. 
die  de  meeste  glavien  brack  zoude  den  prys  hebben;  en. 
zy  quamen  ter  baelgien,  eiide  vande  Backerlinxs  partye 
was  Ryswyck  ende  dander  lan  die  Bye  van  Hilverenbeeck, 
ende  den  vyffsten  steeck,  zoe  quam  Dueren  tegens  Ian^« 
de  Bye  ende  Dueren  stack  lan  die  Bye  onder  zyn  ooghen 
door  het  heimet  een  gat  int  hooft,  alzoe  dat  hy  vanden 
peerde  viel  en.  steriT  des  Dynsdaegs  daer  nae  tegens  den 
avont,  en.  zoe  en  stackmen  nyet  meer  op  die  reyse.  Dit 
gebuerde  den  tweeden  dach  inden  Meert. 

Int  iaer  ons^Heeren  m  ccccc  en.  xxxiij *'***,  sManen- 
daechs  nae  Paesschen,  soe  waiien  vergadert  tusschen 
Vucht  en.  Heerlaer  een  menichte  van  volcke,  meer  dan 
twee  hondeil,  ende  daer  was  een  iongfae  geselle  van 
zyne  ambacht  een  droechscheerder,  maer  nyet  vanden 
Bossche  geboren,  die  las  nldaer  int  oipenbaer  een  evan- 
gelie en.  exponeerde  dat  den  volcke.  Dat  vernomen 
hebbende  den  hoochschoutet  vanden  Bossche,  is  gegaen  ' 
met  twee  ofte  drie  personen  van  dien,  die  daer  geweest 
hadde,  soemen  seyde,  en.  gedaechde  noch  sommighe  an- 
dere personen,  die  daer  geweest  hadden,  om  te  recht  te 
coemen;  maer  daer  en  wcrt  nyet  toe  gedaen,  door  dyeu 


Digitized 


by  Google 


—  237   — 

nirn  doen  seydc,  dat  ten  Bosch  zouden  coemen  commis- 
sarisseu  vuyt  den  hove  van  Bruessel,  dweicke  oeck  al- 
zoe  geschieden. 

Ende  die  voorscrcven  commissarissen  vuyten  hove  ge- 
coemen  >vesendc  binnen  den  Bossche  metten  procureur 
generael,  hebbeu  veel  pei-soonen  doen  daeghen,  om  te 
compareren  en.  hem  ie  verantworden ,  die  befaemt  wa- 
ren vamde  Lutersche  seclen,  ende  wie  nyet  en  compa- 
reerden, worden  gebannen  vuyt  Brabant  op  haer  Ij^T 
en.  haer  goet  wort  geconfisqneert.  Oeck  wordender  dyer 
tyt  sommighe  gevangen  en.  sommighe  ginghen  loepen  en. 
die  worden  gedaecht  ter  payen  aff,  den  xvj*"  May  4e 
coemen  binnen  acht  daegen  zeliTs  in  persoen  voor  recht, 
op  den  verbuerle  van  allen  hen  goet  en.  eewich  geban-  , 
nen  te  blyveu  vuyt  Brabant  en.  den  landen  van  Over- 
Maesse;  maer  nyemanl  en  quam.  Die  gebannen  wt>rden, 
waren:  Gerit  Gortsoen,  hantschoenmaker,  Hanric  Lepper, 
cooran  cooper,  Willem  inden  naem  lesus,  Aerl  inden 
gulden  aensicht ,  Daniel  Goessenssocn ,  stoelmaker ,  en. 
meester  Willem,  glaesmaecker. 

Item  den  xxiij*"  luny  int  zelve  iaer  noch  gedaecht  ter 
payen  aff  als  voorstaet,  om  te  coemen  binnen  ses  dae- 
gen, op  de  verbuerle  als  boven;  maer  zy  en  quamen 
nyet.  Dese  waren  genoempt:  Reyner  die  Lepper  tot 
lleerlair,  Claes  inden  spiegel,  Peterken  van  Vuyden  en. 
Ileylken,  tesmakersse. 

In  dit  iaer  zyn  geordineert  vanden  hove  negen  vuyten 
raetsheeren  vanden  Bossche,  soe  schepenen  en.  gesworen, 
die  mitte  voors.  commissarissen  souden  besongneren  int 
siuck  vanden  Lulrianen  binnen  deser  stadt  befaemt  we- 
sendc,  te  wctén:  by  Adriaen  van  Eynhoudts,  Willem  Pyn- 
aj)pcl,  schepenen,   meester  Dieick  die  Borchgreve,  Wil- 


Digitized 


by  Google 


—  238  — 

lem  v«n  Os,  Matys  Stootei's,  Ghysbert  Pels,  geswoü'cu, 
lan  van  £rp  van  Berze,  Cioyart  Symonssoen,  Ilaurick 
Dachverlies,  Aert  Ileym;  hebben  sommige  verwesen  te 
vier  en.  zweerde,  eu.  noch  veele,  die  penitencie  hebben 
gedaen  met  brandende  toortsen  te  dragen  en.  geit  te  ge- 
ven,  zoe  hier  uae  volcht. 

Des  J)ondei*daegs  voor  Bosche  kermisse,  den  dorden 
dac^  Iiily  int  zelve  iaer,  werter  ten  Bossche  een  ont« 
hooft,  om  die  vooi*s.  secte  wil,  genoemt  loost, Geritsz., 
die  Leppersoen,  spelmaker,  die  welcke  seyde  op  dat 
schavot:  »Ghy  borgers,  ick  heb  wat  gewispelt  oSt  ge- 
twyffelt  in  dat  H.  Sacrament,  maer  nyet  zoe  vèel  als-. 
men  myn  overseyt  heeft;  dus  begere  ick  van  allen  die 
gheenen,  die  daer  aen  twyffelen,  dat  zy  dat  achterlaten, 
want  ick  hout  daer  voor  zoet  tot  desen  dagen  toe  ge* 
boudtn  is.  Voorts  zoe  is  my  overseyt,  dat  ick  Maria, 
die  moeder  Godts,  veracht  zoude  hebben,  seggende,  dat 
myn  buysvrouwe  zoe  goet  waer  als  zy,  want  zy  veel 
kyndereu  gehadt  heeft  en.  ]U[aria  maer  één;  ick  en  heb 
myn  leefidagen  noey t '  gesproken  ;'^  en.  met  dye  worden 
zoe  knielde  hy  en.  worden  thooft  afl  gehouden,  en.  ter- 
«tont  doen  hy  doot  was,  z6e  worter  een,  genoemt  Pe- 
ter Hooi^,  wever  van  Vucht,  geworcbt  aen  eeneu  staeck 
.op  die  merct  en.  doen  geheel  verbrant ;  maer  die  en 
^yde  nyet  sonderlincxs ,  dan  dat  hy  geeme  sterven 
wilde. 

Item  des  Donderdacbs  naer  sinte  Catharina  int  selve 
iaier,  werter  binnen  den  Bosch  opte  roerct  een  onthoofi, 
gienoemt  Emont  de  snyder,  en.  een  gebrant,  maer  eerst 
geworcht,  genoempt  meester  Willem  die  glaesmaker,  om 
die  secte  van  Mart}Dus  Luter;  maer  sy  en  seyden  nyet 
sq^derlincs. 


Digitized 


by  Google 


^  .239  — 

Des  Douderdacli  iiae  Vrouwe  Lichtiuisse  wertter  len 
Bossche  een  onthoeft  op  die  merct,  genoempt  loost  die 
potbacker  en.  ivoendc  tot  Tucht,  en.  daer  was  een  Preec" 
ker  by,  die  gern  gehadt  hadde  oif  hy  yemant  quade 
exempelen  gegeven  hadde  van  quade  gelove  ofte  dat  Sa- 
crament aengaende,  dat  hem  dat  leet  waer,  waer  op  hy 
andtworde:  »Ick  en  hebbe  nergens  mede  omgegaen,  dan 
met  het  wort  Ck>dt$f^  en.  daer  mede  sterff  hy,  om  die 
secte  van  Luterc;  cnde  hy  hadde  gevangen  geseeten  ten 
Bossche  op  die  poorte,  seedert  Vrydaegs  nae  Paesschen, 
meer  dan  drie  vierdel  iaers. 

Ende  binnen  dese  voors.  tyden  zoe  worden  daer  om 
die  voors.  secten  veel  lot  verscbeyden  penilenciê  gewe* 
sen,  als:  op  een  schavot  te  staen  en.  een  cruys  op  haer 
aensicht  te  branden,  een  toortse  te  dragen  voor  dat  Sa- 
crament van  dat  raethuys  tot  binnen 'sint  lans  kerck, 
en.  binnen  dese  stadt  gebannen  ses  iaren,  ende  te  gaeu 
horen  precken  seeckeren  tyt  met  i*oey  roeyen  inde  handt, 
andere  een  teken  in  haer  cleederen  te  draghen,  [zijnde] 
een  geel  cruys  een  vierdel  lanck,  anderen  tot  geit  te 
i;heven,  en  noch  moesten  elck  noch  geit  toe  geven,  deen 
tachtentich  gnlden,  dander  vyftich,  twintich,  tweUT  en. 
zoc  voorts,  elcs  nae  dat  hy  ryck  was. 


(Tc  bren{^n  op  blads.  f  90»  re«pe!  t6«) 

In  dit  iaer  [1534]  is  gepubliceert  eenen  grooten  aff- 
laet  de  papa  Paulo  tercio,  om  nyet  anders  dan  datmen 
ten  heyligc  Sacrament  zonde  gaen  en.  drie  dagen  te 
vasten. 


Digitized 


by  Google 


—  .240  — ' 

lu  dil  iner  [1535],  den  zix**  September,  heeftnien 
]MOcessie  geocrael  gehau\ven,  gelyckinen  op  Sacraments 
«lach  doet:  daer  mede  zyn  gegaen  die  schutters  met  on- 
sen liever  Vrouwen  bruers  met  veel  borgeren,  elcs  met 
bernende  toortsen  dragende,  danckende  Godt,  den  heer 
vander  victorie,  die  de  keyserlycke  maiesteyt  hadde  ge^ 
hadt  tegeus  de  [benichten]  Barbarossa,  en.  heeft  Tbunis 
en  die  Golette,  Oen  baven  der  stadt  Tbunis  zynde,  in- 
genomen. 

(T«  brengen  op  bladx.  1 1 1 1  regel  S.) 

Er  staai:  durende  tot  iiij  huereu  toe;  by  A.  en  W.: 
duerende  vier  uren  lanck. 


[Te  bren«^  op  4>lttds.  III»  regel  ••) 

In  desen  scepenstoel  [1536]  synder  drie  boeven  voor 
der-  beeren  huis  haer  ooghen  vuytgesteecken. 

In  dit  iaer,  pplen  xiiij**  December,  is  den  peys  tus- 
sohen  den  keyserlycken  maiesteyt  en.  den  Geldersche  aflf- 
gelesen  binnen  die  stadt  vanden  Bossche. 


(Te  brengen  op  bladi.  III»  regel  t5*} 

Item  opten  vij*''  dach  van  Martii  a".  xv*  en.  xxxvj'**** 
voors  [is]  byden  keyserlycken  maiesteyt  verleent  die 
vanden  Bossche  seeckere  ordioantic  op  tstuk  vande  obli- 
jjatie  gemaect,  naerder  blyckende  byde  zelve. 


Digitized 


by  Google 


—  241   — 


^Te  brengen  op  l)1adt.  Iftf  rpg;el  t« 


Int  iaer  oos  Hceren  m  ccccc  en.  xxxvij"*'^'  in 
Tveit  die  stadt  vanden  Bossche  zeer  geraolesteert  vanden 
keyserlycken  maiesteyt,  omnie  een  somme  van  pennin- 
ghen op  te  brenghen,  omme  daer  mede  te  oorlogen  te- 
gens  die  coninck  van  Vranckryck,  Franciscus  genoeinl, 
dwelck  binnen  mueren  meer  beliep  dan  veert  ich  duysent 
Caroli  gulden.  Onder  veel  reysens  te  hove,  zoe  wert 
het  daer  geconsenteert ,  soe  sochmen  raet  om  op  te  bren- 
ghen, waer  aff  eenighe  begeerden,  dat  elck  gheven  zoude 
naer  zynen  ryckdom,  andere  begeerden  op  seeckeren  tol- 
len en  acchynsen  te  setten;  onder  alle  wort  geordineert, 
dat  elck  can  "wyns  een  oortken  meer  zoude  geven  van 
acchyns,  ende  elcke  ton  vrecmt  biers,  dat  bnyten  der 
stadt  gevuert  wort,  dat  plach  te  geven  twee  stuvers, 
dat  zoude  geven  drie  stuvers:  ende  voorts  daer  nae  soe 
ordineerden  den  raet,  datmen  van  elcke  ton  slechts  bier 
eene  stuver  meer  zoude  geven  danmen  plach  te  geven, 
en.  ,dat  zou  den  brouwer  betalen  oft  diet  deede  bi  ou- 
wen, om  datter  nyemant  anders  te  bnydel  en  zoude  gaen. 

In  dit  laer,  op  kermis  daoh  van  Os,  8oe  is  tot  Osch 
grooten  brant  geweest  en  zyn  -daer  omti*ent  Iv  huysen 
verbrant  van  hacr  selfls  vier. 

Int  zelve  iaer,  sanderendaegs  nae  Bossche  kermisse,  is 
eenen,  genoemt  Claes  Aertsen,  alias  Belleken,  coninck  van- 
den Cloveniers  van  doser  stadt,  inde  Kerck  straet  geco- 
men  te  thien  uren  inden  avondt  en.  heeft  daer  eenen, 
die  hy  nyet  en  kende,  onnoeselyck  vermoert;  ende  lan- 
Den  van  Brecht,  hoochschoutet  vanden  Bossche,  deede, 
tegen  die  previlegien  vander  stadt  ende  de  blyde  in- 
C.  16. 


Digitized 


by  Google 


—  242  — 

coemst  ODS  keyserlycke  maiesteyt,  die  vensteren  van  Bel- 
leken voors.  opslaen  en.  zyne  dienaren  daer  inclimmende 
met  gewelt,  ende  heeft  den  buysraet  doen  vuyt  draghen, 
meynende  zoe  die  previlegien  vander  sladt  te  breeckcn ; 
inaer  die  stadt  heeft  daer  tegens  geweest  en.  zyn  te  hove 
gereyst,  ic  weten:  Malys  Stoolers  inden  Rinck  en.  Wil- 
lem van  Os,  als  scepenen;  Herman  van  Deventer,  Lam- 
bert  vanden  Broeck,  Adriaen  van  Eynhouts,  Dierck  van 
Os,  Ghysbert  Pels,  als  raetsheeren;  Goyaert  Grootaerts 
en.  meester  lan  Reyners,  als  secretarissen;  lan  Staessen 
en.  Peter  lacops,  als  deeckenen  vander  smeden  en.  bont- 
werckers;  Daniël  van  Vlierden,  als  boorsdrager;  Rutger 
Hermans,  als  boode;  met  eenen  voorsprake;  ende  zoe 
langhe  tegens  den  hooch  schoutet  gedingt,  dat  daer  een 
appoinctement  vuyt  quani  tot  voordeele  vaude  borgheren. 
Dit  gedingde  brocht  groote  twist  onder  die  gcmcynte  en. 
oeck  den  raet.  Ten  lesten  heeft  die  heere  van  Buren, 
door  tbeveel  vanden  hove,  dit  geschil  op  genomen  en. 
een  vuyt  sprake  daer  aiT  gedaen  ende  den  peys  gemaect, 
en.  die  sladt  bleeff  by  haer  oude  previlegien  (I). 


(Te  brengen  op  bladt.  IlSf  regel  t5.) 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xxxviij  "''*',  inde  ma- 
net  Augusti,  worden  binnen  den  Bossche  gevanghen  on- 
trent xvj  of  xviij  mannen  ende  vrouwen,  diemen  seyde, 
dat  waren  herdoopt;  het  waren  al  schamel  lieden,  als: 
wevers,  schoenlappers  en.  mesmakers,  die  van  buyten 
binnen   der  stadt   en.    omtrent    der   stadt   waren    comen 

(1)  Dit  feit  verhaalt  CrrERi.M's  ook,  maar  kier  komen  eenigo  omstan- 
din[hcden  ^oor,  door  hem  voorbij[;ezien  of  anders  gemeld. 


Digitized 


by  Google 


—  Z43    — 

wonen,  zoe  dat  zy  geen  innegeseetene  borgers  en  waren; 
en.  daer  was  een  man  persoon  onder  van  Druenen,  ge- 
noempt  Pauwels,  wesende  een  goudtsmit  off  silversmit, 
die  welcke  men  seyde,  dat  bisschop  was  van  hen  ailen; 
ende  desen  P^wels,  met  nocfai  drie  anderen  mans  per* 
soonen,  worden  tot  Yucht  opter  heyde  by  dat  Bossche 
gericht,  aUe  vier  op  een  schavot  levendich  geworcht  en. 
doen  verbrant,  en.  die  anderen  drie  personen  waren:  Mi* 
chiel  Stevens,  potbacker  van  Oisteihout,  boorsdreger;  lan 
Block,  van  Gent,  lynewever,  en.  Adriaen  van  sCk^ven 
haegben,  lynewever,  opten  ix*"  September  daer  nae  int 
zelve  iaer  op  een  Manendach,  en.  men  hadde.elck  een 
zeel  met  een  knoop  inde  mondt  gebonden,  op  dat  zy 
nyet  luyde  en  zoude  roepen.  Doenmense  vuyt  voerde 
die  voors.  partyen,  omrae  te  dooden,  waren  by  ben  ge- 
stelt  twee  Precaeren  en.  twee  Minnebrocders,  die  wclc- 
ken  haer  veel  seggen  wouden  en.  thoonden  haer  elcs  e^ 
houten  cruysefics,  maer  zy  en  wouden  dat  nyet  aensien 
en.  seyden:  zy  hadden  Godt  int  harte,  zy  en  wouden 
hout  noch  steen  aenbidden;  oeck  baden  zy  voor  die  ghee- 
nen,  die  haer  den  doot  aen  deede,  en.  seggende:  »Heer, 
vergevet  haer,  die  ons  dit  doen,  want  zy  en  weten  nyet 
wat  zy  doen;"  en.  oeck  seyden  zy:  »0,  Heere,  laet  oedc 
ie  nyet  doen  die  groote  grouwelycke  afTgrysselichej/t,  die 
daer  geschiet  onder  die  sacrificie,  diemen  nu  doet;''  oeck 
seyde  zy:  )>Deó  dach  des  Heeren  moet  eens  comen,  die 
knecht  en  is  nyet  beeter  dan  zyn  Heere  f'  en.  indien 
name  stoi-ven  zy  willichlicken ,  maer  zy  en  hoorden  nae 
der  mounicken  worden  nyet.  Ende  dit  deede  al  eenen' 
commissaris  vanden  hove,  genoempt  meester  Adriaen  van- 
den Grave,  licentiaet  in  beyden  rechten,  die  welcke  hadde 
een  mans  persoen  by  hem  vander 'zelve  sccten,  die  welcke 


Digitized 


by  Google 


~   24.4  — 

allen  die  voors.  personen  wist  ie  wysen  waer  zy  won- 
achtich  waren,  en.  hier  om  wert  hem  zyn  niisdaet  ver- 
geven, ende  totte  voors.  commissaris  worden  geordineert 
seven  anderen  schepenen,  die  de  voors.  personen  vei-oor- 
delden  binnen  den  Bossche,  te  weten,  diia  vanden  sche* 
p^nen  doen  ter  tyt  zynde,  als:  meester  Goessen  vander 
Stegen,  Gbysbert  Ueym  en.  Matys  Stooters  inden  Ring, 
en.  die  vier  ander  .scepenen  waren:  meester  Hanrick  Pel- 
grom,  anders  Ketelaer,  meester  llanrick  Kuysten,  lan  van- 
der  stegen,  heylighe  Geestraeester,  en.  Goyaert  Symons- 
zoen,  kerckmeester. 

Opten  xj'"  September,  twee  dagen  daer  nae,  worden 
tol  Vucht  by  dat  gericht  geworcht  drie  vrouwen  persoe- 
nen en.  een  man,  diemen  oeck  seyde,  dat  verdoopt  wa- 
ren, waer  aflF  deen  was  Pauwels,  de  bisschop  voors.,  huys- 
vrouwe,  daer  waren  oeck  monicken  by,  en.  Pauwels  huys- 
vrouwe  seyde:  ))0  Heer,  wilt  doch  die  oogen  verlichtöi 
van  die  dit  doen,  op  dat  zy  moegen  sien  wat  zy  doen; 
ick  dancke  u,  Godt,  dat  ghy  my  weerdich  kent  te  lyden 
om  uwen  naems  wille,'"  en.  sterff  alzoe.  Die  Precaer  seyde 
tot  een  ander  vrouwe:  »Ghy  blyft  by  die  heylige  kercke, 
en  docdy  nyet?"  waer  op  zy  andtworde:  »Ick  blyff  by 
Ghiistum,  is  dat  nyet  heylige  kercke  genouchT^  En. 
die  Precaer  seyde  tot  lan  van  Capel,  die  voors.  man  per- 
soen: »Bidt  toch  ofE  ghy  yemant  eenige  quade  exempe* 
len  gegeven  hebt,  off  in  dolinghe  geweest  zyt,  dat  u  die 
Heer  dat  vergeven  wil:"  waer  óp  hy  andtworde:  »Ick  en 
heb  nyet  gedoelt,  maer  roetten  wordden  Godts  om  ge- 
gaen,  en.  my  is  leet,  dat  ick  zoe  lange  in  duysternisse 
geweest  hebbe,  ende  ick  bidde  u,  ghy  borgers,  wilt  doch 
dat  evangelium  lesen  en.  daer  na  leven;  wilt  u  dronc- 
ken   diiiK^ken,   boveiye,    vloecken    en.  ,  kyven    laten    en^ 


Digitized 


by  Google 


—  245  — 

vreetsaam  roet  maelcanderen  zyn  ,'^  eo.  storff  aizoe.  Die 
dorde  vroawe  seyde:  »Heere,  Godt  almachtich;  wilt  niy 
nyet  meer  op  leggen  dan  ick  draghen  mach,''  ende  storff 
alzoe.  Die  voors.  Panwels  en.  zyn  huysvrouwe  hadden 
een  kynt  omt||[Qt  drie  vierdel  iaers  oudt  zynde  en.  was 
noch  ongedoopt;  dat  namen  zy  die  moeder  vuyt  dat  ge* 
vandeenisse  en.  deedent  doopen,  en.  heer  Philips  van 
Doorn,  deecken  van  sint  lans  [kerk],  en.  posteluyn  (1), 
meester  lan  vander  Stegens  huysvrouwe,  inden  H.  Geest, 
eo.  Anna,  meester  Goessen  vander  Stegen  huysvrouwe, 
waren  peteren  en.  peete  van  het  kynt. 

Ende  des  Yrydaegs  daer  nae,  den   xUj**  September, 
wert  binnen  den  Bossche  een  ionge  geselle  oathooft  op 
die  merct,   smorgens  omtrent  ses  uren,    vander   zelver- 
secte   (2). 

(Te  brengen  op  bladz.  ilS,  regel  SO«) 

In  dit  iaer  [1538]  is  affgepubliceert  het  bestant  van 
thien  maanden  tusschen  den  keyserlycken  maiesteyt  en. 
den  coninck  van  Yranckryck,  daer  veel  menschen  blyde 
om  waren,  en.  men  vuerden  ten  Bosch  twee  off*  drie 
daegen  lanck,  en.  dat  van  diversche  ambachten. 

(Te  brengen  op  bladz.  1 14,  regel  19*) 

jichter  houdende:  ende  ten  zelven  tyde  saten  op  die 
gevangen  poorte  noch  drie  vrouwen  en.  een  mans  per- 
soen vander  voors.  secte;  die  man  was  op  die  gevangen 

(t)  Bij  A.,  postellen»  (2)  Bij  CursBizics  is  deie  marteling  der  Her> 
dooperf  fllccbts  roet  epn  enkel  woord  vermeld. 


Digitized 


by  Google 


—  246  — 

poorte  gestorven  die  natuerlycke  doot,  eih.  die  drie  vrou-» 
wen  worden  yerbeeden  en.  gingen  vry,  en.  die  man 
wert  noch  onthooA;  op  die  merct. 

(Tc  brengen  op  bladz.  f  15»  regel  ^•} 

In  dit  Toors.  iaer  [1540],  den  xviij'"  lanuarjr,  voer- 
der eene  waghen  met  mans  en.  vrouwen  personen  vuy- 
ten  Bossche  naer  Andtwerpen,  en,  binnen  den  Bosch, 
achter  die  Tolfarug,  woende  eenen  man,  genaempt  Hans 
Claessen  van  Cuelen,  en.  maeckten  hooren  cammen,  die 
volchde  dese  voors.  wagen,  hebbende  een  busch  met 
drie  lopen;  en.  des  anderen  daegs,  omtrent  ses  uren, 
quam  de  wagen  en.  Hans  voors.  ontrent  Segraeck  [?], 
en.  die  wagen  quam  in  een  quaet  spoor,  alzoe  datter  een 
vanden  wagben  ginck,  genaemt  lan,  lanteermaker  van* 
den  Bosch,  om  die  tegens  te  houden.  Doen  nam  Hans 
voors.  zyn  bussche  en.  schoot  lan  voors.  van  achteren 
in  zyn  lyff,  dat  hy  ter  aerden  viel;  doen  schoot  hy  noch 
eens  door  die  wagben  en.  schoot  een  vrouwe  persoen, 
die  bevrucht  was  van  kynde,  inde  borst,  en.  andere, 
die  (^ten  wagen  waren,  gingen  loepen,  en.  hy  Hans 
nam  een  vrouwe  persoon  vanden  Bosch,  die  op  de  wa- 
gen sat,  omtrent  dartich  gulden  in  een  bygordel  synde, 
en.  nam  dat  bygordel  en.  liet  die  wagen  -doen  passeren 
(ende  die  voots.  twee  gewonden  personen  storven  dyen 
zelven  dach  tot  Hoochstraten)  ende  hy  Hans  ginck  nae- 
den  Bosch:  ende  onder  wegen  comende  worp  hy  die 
bussche  met  den  gereetschap  en.  by  gordel  aen  een  graft 
ofte  hegge  needer,  ende  die  bussche  en.  by  goordel  wert 
gevonden  van  eenen  schaepharder  en.  ten  Bossche  ge- 
bracht vanden  schoutet  van  Breda ;  en.  die  meester,  die 


Digitized 


by  Google 


—  247   — 

de  bussche  gemaect  hadde,  woeode  ten  Bosch,  en.  zy 
gingen  met  die  bussche  en.  vraechden  wien  hy  die  ver- 
cocht  hadde,  waer  op  hy  andt worden  den  voors.  Hans, 
cammaker,  wonende  achter  die  Tolbrug,  die  welcke  doen 
secretelycken  ,daer  mede  befaemt  wert,  ende  hy  dat  ho- 
rende, ,  zoe  ginck  hy  Hans,  meC  sommighe  zyne  gebue* 
ren  tot  den  schontet,  om  hem  te  yerandworden,  nyet 
wetende  vande  bussche,  ende  daer  comende,  die  bussche 
hem  gethoont  wesende,  begonst  doen  te  Aanwen,  alzoe 
dat  die  schout  hem  doen  gevangen  stelden.  Dit  gebuer* 
de  den  vierden  dach  inde  Heert  en.  was  den  eeisteo 
Donderdach  inde  vasten,  ende  den  thieuden  Meert  wert 
die  voors.  Hans  vuytgevoirt  op  eenen  wagen  en.  wert 
tot  Vucht  by  dat  gericht  op  een  schavot  aen  eenen  staeck 
levendich  mitten  viei*e  verbrant.  Aen  den  staeck  staende 
seyde  by:  )>Ick  bid  u  allen  te  samen,  dat  nyemant  myn 
huysvrou  en.  kynden  dit  wilt  verwyten  die  doot,  die 
ick  hier  sterven  zal,  want  ick  en  heb  noeyt  myn  leeff- 
dagen  man  stuver  ofte  helder  genomen  dan  nu  dese 
reyse,  en.  daer  heeft  my  toe  gedrongen  die  armoede, 
want  ick  seeckeren  personen  schuldich  was,  die  my  wflde 
overvallen,  en.  oeck  dacht  ickt  weder  te  gheven  als  ickt 
had  cotmen  overcomen;'^  est  zoe  sterft  hy,  hebbende 
goede  kennisse  en.'  berouw.  Hy  hadde  wel  xij  ofte  xiij 
iaren  ten  Bossche  gewoent  en.  hy  was  geacht  onder  syn 
gebueren  voor  een  goet,  duechdelyck,  vroom  man.  Die 
vrouwe,  die  hy  doot  schoot,  was  van  Mechelen,  en 
haere  man  was  mede  op  die  wagen,  en.  hy  deede  dit 
werck  alleen:  hy  had  een  huysvrouwe  van  Onelen  en. 
daer  by  een  dochter  (1). 

[{)    Dit  Yerhaal  is  bij  A.  weg;gelaten. 


Digitized  by 


Google 


—  248  — 

Iq  (lil  iaer  zoe  begonsten  dte  haiieii  binueu  den  Bos- 
sche te  vechten  nae  oude  gewoente,  en.  die  partye  van- 
de  Coptydioge  die  wonnent  alle  daege  tot  op  vastel- 
avontdach  toe.  Des  Dynsdach  en.  was  den  eersten  dach 
Meert  y  omtrent  middach,  soe  bit)chten  die  Coptydinge 
eenen  faaen  int  perck,  om  te  vechten,  welcken  haen  ter- 
stont  int  perck  comende  op  vlooch  wel  hooge,  maer  hy 
wert  terstont  weder  tegens  den  anderen  haen  geset,  om 
[te]  vechten,  en.  vloech  weder  op;  noch  wert  hy  eens 
needer  geset,  om  [te]  vechten,  en.  vloech  weder  desge- 
lycke.  Doen  wouden  hem  die  Coptydinge  weder  needer 
setten,  om  [te]  vechten,  dwelck  die  Beckerlinghe  nyet 
en  wilden  toelaten,  seggende,  dat  hem  meer  dan  recht 
gebuert  was,  en.  dat  hy,  naer  ouder  gewoenten,  nyet 
meer  en  zoude  moegen  vechten;  om  welcke  sake  een 
van  des  Coptydinge  pluym  greff,  genaemt  Aert  Cuypers, 
anders  Die  Bont,  terstont  vuyt  den  pei'ck  liep  byde 
heeren  claegende,  datmen  hairen  haen  ongelyck  woude 
doen:  alzoe  dat  die  hanen  doen  tegens  een  opgetoeghen 
werden  en.  en  vochten  dien  vastelavont  nyet  meer,  noch 
die  coninck  en  reet  met  die  kynderen  nyet  om,  naer 
ouder  gewoenten ;  maer  die  Coptydinge  en.  Beckerlingen 
aten  elck  by  maelcanderen  den  eersten  Sonnendach  in- 
den vasten,  naer  ouder  gewoenten,  sonder  eenighe  spee- 
luyden  te  hebben,  dan  die  Coptydinghen  brochten  mees- 
tendeel  haer  huysvrouwen  met  haer  ter  maeltyt  inde 
gulde  Cop,  maer  die  Backerlingen  op  die  Gaffel;  en.  die 
Coptydingen  hadden  noch  drie  hanen,  met  den  haen  daer 
twist  om  quam,  in  te  setten,  om  te  vechten,  ea.  die 
Beckerlingen  maer  twee  (1). 

(1)    Dit  hiiticnspcl  komt  bij  .\.  niet  vour. 


Digitized 


by  Google 


—  249  — 

(Te  breogen  op  bladz.  it9t  rec;el  tl*} 

lu  dit  iaer  [L542]  en  quamer  egeen  ojeuwe  Rensche 
moest  binDen  den  Bossche  overmits  dat  oorloghe  van 
Marten  van  Rossum,  en.  den  wyn  was  oeck  quallcken 
gewassen  y  alsoe  dat  sommige  wyn  tappei*s .  haei*en  wyn 
vercoflen  voor  vyff  stuvers,  en.  doen  setten  die  heeren 
vander  stadt  die  op  drie  stuvers,  en.  dat  elck  mocht 
tappen,  maer  hy  was  zeer  qualicken  te  crygen. 

(To  brengen  op  bladz.  119,  re^l  ft.) 

Item  noch  moesten  alle  borgers,  by  straten  gesortcert, 
graven,  vuyt  elck  fauys  een  persoen,  eenen  dach  lanck 
aen  die  graften  vande  Heeckel,  vande  oude  Diese  aen 
totte  Heeckel  vanden  Cruysbroederen,  eenen  grooten  wyen 
graft,  en.  die  aerden  bracht  men  aen  die  stadt  vest.  Dit 
geduerde  wat  tyts;maer  overmits  dat  die  borghers  traech- 
lycken  arbeyden,  soe  wert  daer  geordineert,  dat  die  bor- 
gers geit  zouden  geven,  om  arbeyts  lieden  te  hueren, 
twdcke  zoe  gebuerden:  die  rentiers  en.  rycke  coopluy* 
den  eics  twee  stuvers,  en.  de  gemeyne  ambachtsman  elck 
eene  stnver,  schamel  ambachts  luyden  eenen  halve  stu- 
ver,  off  zy  mochten  graven.  Dit  duerde  tot  nae  Bamis, 
dat  het  water  te  groot  worden,  en.  men  vuerden  die 
aerde  oeck  met  pleyten  aen  die  muren. 


(Te  brengen  op  bladz.  118,  regel  t6«; 

In    dese    voors.    schepenstocl    [1542]  zyu  geordineert 


Digitized 


by  Google 


—   250  — 

vier  raetsheeren  tot  aelmoesiniers ,  om  alle  Sonneodach 
in  sint  lans  kercke  mette  schaden  te  gaen  voorden  ar- 
men buysarmen,  te  wetene:  lacop  Goelen»  Adriaen  van 
Eynhouts,  Gerit  van  Berckel,  daer  nae  lan  die  Wolff, 
en.  dese  vier  personen  gingen  inde  weecke  eens  rontsom 
die  stadt  in  elcke  huys,  twelck  zy  die  schamel  huysar- 
men  dejlden,  die  nyet  oipenbaerlyck  ter  aelmoessen  en 
leeffden:  dit  gebuerden  den  xrj'''  lanuary»  en.  oeck  wor- 
den doen  geordineert  zeeckeren  personen,  die  welcken 
oeck  gingen  bidden  te  Miimebroeders,  te  Precaers,  opt 
Bagynboff  en.  in  sint  lacops  cappel.  Dit  duerde  tot 
Paesschen  toe  en.  langher  nyet  (1). 


(Te  breni^  op  bUdi.  ttO^  regel  f#*) 

Dit  zelve  iaer  [1543],  vastelavont,  en  vochten  die  ha- 
nen nyet,  noch  die  coninck  en  reedt  nyet  om,  off  die 
heeren  en  teerden  nyet  by  een  nae  ouder  gewoente. 

Dese  wynter  gouw  den  torff  elcke  ton  iijz  stuver,  dat 
lanck  duerde;  het  hondert  vanden  bleecken  jz  stuver;  den 
Toessen  eene  stuver;  die  eycken  rys,  tfaondert,  gz  gul- 
den; die  eelse  rys  xxvij  stuvers.  Het  was  een  zeer  lain- 
ge,  coude  wynter,  ende  den  iij""  dach  van  Meert  qua- 
men  die  pleyten  met  torff  van  Loon  en.  doen  gaven  zy 
die  ton  weder  om  jz  stuver  en.  oeck  een  eyt  min. 


(Te  brengen  op  bladi.  ff  I,  regel  f.) 

Op   dê  vraitg  in  noot  1  gedaan,   antwoord  ik:  in 

(I)    Bi]  CrrcAiiirft  slechts  het  eerste  gcdocUe. 


Digitized 


by  Google 


—  251   — 

hêt  oproer^  bij  de  inkomst  van  Philips  den  goeds  in 
F  laanderen  uitgebroken  ^  weiden  ds  muiters  ^  aan  wier 
hoofd  zich  de  bastaard  van  Blankenstein  beoond  ^ 
makkers  van  de  groene  tente  genoemd,  WliXBMS,  Bel* 
gisch  Museum,  dl.  IJl,  bladz.  377. 


(Te  brengen  op  bladx.  fff»  re^el  4«) 

In  dit  iaer  [1543],  op  schoetele  WoeDsdach  (1),  den 
eersten  April,  worden  tot  Vucht  twee  vrouwen  en.  een 
man  op  een  schavot  levendich  verbrant,  en.  uoch  een 
man  gericht  en.  een  vrouwe  levendich  gedolven  in  eenen 
kuyll  gesteecken,  en.  dese  vyff  personen  waren  wonach- 
tich  geweest  by  Valecyn  en,  en  consten.  egeen  Duytsche 
sprake;  men  seyde  doen  dat  zy  van  baer  plaetse  getoe- 
gen  waren,  om  te  reysen  nae  Wesel  int  Jant  van  Clecff, 
en.  sy  moeten  sterven,  om  dat  sy  het  Sacrament  nyet 
en  woudc  gcbruycken  noch  ontfangen  gelycmen  alhier 
te  lant  is  doende,  maer  zy  wouden  dat  onderhouden  en, 
gebruycken,  gelyck  alsmen  dat  onderhiel  in  sommige 
steden  in  Duytslant  en.  Oostant,  maer  en  hadden  anders 
sonderlinge  geen  quade  opinie,  soemen  sach,  en.  zy  ga* 
ven  haer  willichlicke  ter  doot  met  vruechden»  en.  deen 
vrouw,  die  gebrant  worden,  hadden  twee  kynderen,  een 
meysken  van  acht  iaren  en.  een  knechten  van  ses  iaren, 
die  worden  gesonden  inden  heyligen  Geest  binnen  den 
Bosch,  om  daer  te  onder  houden,  maer  zy  en  bleven 
daer  nyet  lanck,  want  daer  waren  sommighe  boi|;ers  bin^ 
nen  dor  stadt,  diese  aenveerden, 

(l)    Schoeteie  Woensdach,  Woensdags  in  4c  treek  vóór  Paschen. 


Digitized  by 


Google 


—  252   — 


(Te  brengen  op  bladi.  IStt  regel  9 -ff.) 

Id  dit  voors.  iaer  [1544],  deu  xiiij"  Augusti,  werl 
ten  Bosch  een  vrouwe  persoen,  die  gewoent  hadde  op 
die  Wyntmolenbercb,  genoemt  Magdalena,  diemen  seyde 
dat  Yuyt  Waterlant  geboren  was,  en.  hadde  lange  ten 
Bosch  gevangen  geseeten,  ea  worden  binnen  middelen 
tyde  gevuert  tot  Utrecht,  daer  een  gevangen  sat,  diemen 
seyde  dat  was  vander  secte,  Davidt  loris,  die  zyn  leven 
beloeft  was,  dat  hy  sommighe  personen  van  dier  secte 
beclnppen  zoude  en.  wysen;  ende  dese  voors.  Magdalene 
was  zeer  derlick  gepynicht  tot  verscheyden  reyse,  maer 
en  hadde  uyet  beleden,  soemen  seyde;  dan  men  seyde, 
dat  tot  Utrecht  sommige  personen  gedoot  waren,  die 
daer  op  waren  gestorven,  dat  die  voors.  Magdalena  oeck 
vander  voors.  secte  was,  en.  zoe  wert  zy  op  den  voors. 
dach  gevuert  nae  Yucht  by  dat  gericht  vanden  Bossche 
en.  ^aer  geworpen  in  een  groot  wyn  vat  vol  waters  en. 
zoe  verdroncken  en.  daer  nae  gestelt  op  een  rat.  Men 
seyde  dat  zy  daer  op  wilde  sterven,  dat  zy  der  zaecke 
^een  schuit  en  hadde. 


(Te  brengen  op  bladz.  f  SSf  regel  S») 

In  dit  iaer  [1545],  in  December,  goud  den  rogge  op 
die  mera  vj  gulden  en.  drie  stuvei's,  en.  den  xxviy** 
lanuary  daer  nae  gouw  den  rogge  vz  gulden  en.  die 
pryse  bleeff  tot  Paesschen  (1). 

(I)    Dit  keren-berigt  konil  bij  Ciperl^is  met  verschillende  prijicn  \oor. 


Digitized 


by  Google 


--   253   — 

(Te  brengen  op  bladx.  itS*  regel  SS*) 

In  dit  iaer  [1546],  op  Bosse  kermis,  is  gespiielt  van- 
den xvij  lantsheeren,  nac  ouder  gewoente. 

In  dit  iaer,  omtrent  vastelavont,  wert  weder  om  ge- 
consenteert  (overmits  dat  die  stadt  vanden  Bosscbe  noch 
veel  ten  achteren  was),  dat  elck  persoen  binnen  der 
stad  wonende,  zoude  geven  van  elcke  Rynsgulden,  die 
hy  verwoende,  ofte  zoe  veel  zyn  huys  ter  huere  goude, 
eenen  braspenninck,  en-,  dat  zoude  elck  geheel  betalen, 
die  dat  huys  bewoeuden,  en.  daertoe  zoudemen  noch  ver- 
coopcii  ofte  versetteu  die  Weertsche  hoven,  leggende  op 
den  Ulenborcb,  en.  oick  den  Muntel,  tusschen  die  Orthe 
en.  Hintamerpoort. 

In  dit  iaer  vochten  die  hanen  weder  vier  dagen,  naer 
oude  gewoenten;  maer  daer  en  vocbte  van  elcke  partyc 
daegs  maer  vier  hanen,  en.  op  vastelavont  dacb  soe 
stonden  ieyde  leste  hanen  van  elcke  partye  int  perck 
tegens  een  en.  vochten  tot  savonts  die  clocke  scs  gesla- 
gen hadde,  en.  doen  ginck  den  haen  vande  Coptydinge 
partye  lopen,  en.  doen  worden  geaccordeert ,  dat  den 
coninck  om  zoude  ryden  den  j*"*  Sonnendach  inde  vas- 
ten, en.  dat  geschieden  alsoe. 

Ende  int  eerst  vanden  vasten  werde  gespeelt  vande 
wynter  en.  somer,  ende  op  Palm  sonnendach  op  de  merct 
gespeelt  die  passie. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xlvij"**',  soe  schocten 
allen  die  schutteryen  deser  stadt  vanden  Bossche  de  pa« 
pegaeye  met  oeck  allen  die  straten,  behalven  die  Tisch- 
merct  ende  Weversplaets.  Die  schuiteryen  en  hadden 
nyet   geschoclen    in   vyff  iaren   daer  te  vooren,  en.  dat 


Digitized 


by  Google 


—  254   — 

Avas  (laer  om  by  gecomen,  om  den  schadelicken  tocht, 
die  Marten  van  Rossum  inde  meyerye  gedaen  hadde,  en. 
andere  voorgaende  oorloghen. 

In  dit  iaer  moest  den  buyten  man  van  elcke  stuck 
lynen  laken,  dat  hy  binnen  der  sladt  vercocht,  geven 
eene  sluver,  en.  worden  oeck  geordineert  dat  die  bor- 
gers  insgelyck  moesten  geven  eene  sluver  van  alle  lyne 
laken,  die  zy  selfis  -van  buyten  brochlcn,  om  binnen 
deser  stadt  te  vercoopen  off  zelffs  te  doen  bleycken. 

In  dit  iaer,  omtrent  Bamis,  Avasser  een  groote  oproer 
binnen  der  stadt  vanden  Bossche,  om  dat  die  stadt  meer 
dan  Ixx*'"**  duysent  gulden  ten  achteren  was,  en.  daer 
viele  groote  twisten,  want  'die  heeren  wouden  allen  na- 
tien  binnen  der  stadt  belasten,  dwelck  die  gemeynten 
nyet  en  wilde  consenteren.  Ten  lesten  accordeerden  die 
heeren  metten  gemeynten  te  samen,  als  datmen  die  vyff 
mannen  off  gedeputeerden ,  die  der  stadt  geit  ontfinghcn 
en.  vuytreyckten,  dwelck  waren:  Ghysbert  Heernincx,  lan 
van  Elmpt,  lan  Pynappel,  Dierck  vanden  Berge  en.  Wou- 
ter van  Middegael,  oerloff  zoude  geven  en.  zoude  allen 
die  stadt  acchynsen  verpachten  en.  stellen  vier  rentmees- 
ters, om  dat  geit  te  ontfangen  en.  weder  ^vuyt  te  reyc- 
ken,  en.  datmen  van  elcke  tonne  biers  eene  stuver  meer 
van  accbyns  soude  geven,  en.  dat  die  borgers,  die  zelffs 
brouwen,  van  xiiij  tonnen  plachten  te  veracchynsen  xij 
tonnen,  daer  zoude  hy  van  nu  voirt  aen  van  xiij  ton- 
nen xij  tonnen  veracchynsen,  te  weten,  xiij  stuvers;  daer 
toe  noch  van  üllen  die  osschen,  diemen  binnen  den  Bos- 
sche  zoude  slaen,  van  elcken  Byusgulden,  diemen  voor- 
den osch  zoude  geven,  der  sladt  daer  aff  geven  een  oirt 
stuvers,  en.  vereken  en.  schapen  nae  adveoant.  Dese 
Lelastinghe  zoude  duren  vier  iaer  lanck. 


Digitized 


by  Google 


~  255  — 
(Te  breogen  op  bladi.  itü»  regel  IS.) 

Iflt  iaer  ons  Heeren  m  c^ccc  en.  xlviij''***  wasser  groo- 
ten  twist  tusschen  die  heeren  vanden  capittel  en.  die 
Vrouwea  bruers  binnen  der  stadt  en.  dat  ter  cause  van 
meester  Gerit,  sangmeester,  anders  Hartcken,  oirloff  ge- 
geven was,  om  dat  zyn  buysv rouwe  die  coralen  nyet 
wel  en  r^eerden  aengaende  die  montcosten:  en  doeu 
worden  daer  onboeden  twee  sangmeesters,  te  weteo,  een 
priester,  genoemt  meester  Willem  van  'Breda,  en.  noch 
eenen  gebouwden  man  van  Dordrecbt;  en.  het  capittel 
en  woude  egeen  gebouwde  mans  hebben  tot  een  sang- 
meester en.  namen  den  voors.  meester  Willem  aen,  son- 
der  consent  vanden  Vrouwen  bruers:  en.  die  voors.  mees- 
ter Willem,  comende  binnen  den  Bossche  in  zynen  dien* 
ste,  zoe  en  woude  hem  onse  Vrouwe  broederscap  nyet 
aen  nemen  off  gagien  geven;  soe  gebuerde  den  xxj" 
luly,  'dat  die  heeren'  van  tcappittel  die  sangers  oirloff 
gaven  en.  behielden  alleen  den  voors.  sangmeester  en. 
coralen,  ende  als  die  sangers  int  choor  quamen  singen, 
zoe  quamen  zy  soiider  choorcleet:  en.  dat  stont  alzoe 
totten  vj*''  dach  Septembris,  doen  accordeerden  zy  beyde 
te  samen  ende  namen  den  voors.  meester  Willem,  sang- 
meester, en.  allen  die  'anderen  sangers  gelyckelyck  weder 
om  aen. 

In  dit  iaer,  omtrent  Bamis,  alsmen'  den  acchyns  de* 
ser  stadt  gemeynelycken  verpacht,  zoe  en  mocht  den 
bier  acchyns  nauwelics  X3(j"'  gulden  gelden,  soe  en  wort 
by  alsdoen  nyet  verpacht,  en.  daer  nae  satmen  doen 
noch  eens  daer  op  en.  en  wert  nosph  nyet  verpacht,  en. 
daer    nae    wert    hy    verpacht   op  Bamis   avont    en.    hec 


Digitized 


by  Google 


~  256  — 

lioochsel  ginck  vuyt  op  Bamis  dacb,  des  achternoeiis, 
voor  xxij"  gulden  en.  vüj*'  gulden,  en.  daer  waren  op 
gcslaegen  ij''  slaegen,  *elcke  slach  tot  iiijz  Rynsgulden, 
soe  beliep  die  voors.  soumie  xxiij"  en.  iij*"  Rynsguldeu: 
Ilanrick  van  Deventer,  een  vande  raetsheeren  deser  stadt, 
hadde  hem  gepacht,  en.  hy  wert  dien  zelven  Bainis  .we- 
der scepen  gestelt,  maer  om  die  ordinancie  deser  stadt 
wille,  heeft  hy  dit  laer  als  schepen  nyet  rooien  sitten, 
soe  hy  suks  tot  Bruessel  verworven  hadde,  en.  in  zyne 
plaetse  quam  Herman  van  Deventer,  zyuen  broeder. 

In  dit  iaer,  hi  November,  soe  wert  geordineert  bin- 
nen der  stadt,  dat  elck  huys  binnen  der  stadt  geven 
zoude  van  elcken  Rynsgulden,  die  zy  iaerlics  tot  huere 
gaven,  eene  stuver,  een  oirt,  en.  sommige  ijz  stuver,  en. 
sommige  wat  meer,  na  dat  die  lieden  ryck  waren  off 
neeringe  hadden,  die  dat  huys  bewoeuden;  en.  dat  moes- 
ten die  inwoenders  alleen  betalen,  en.  deen  helft  wert 
corts  doen  daer  nae  gehaelt  en.  dat  byde  blockmeesters, 
elck  in  zynen  block,  en.  die  dat  nyet  en  wilde  geven, 
daer  ginck  die  schoutet  en.  schepenen  mitte  blockmees- 
lers,  en.  decde  alsulcke  betalen. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  xlix*'*'',  den  xvij"* 
May,  wert  gevanghen  tot  Nistelroy  een  man  met  zyn 
Imysvrouwc,  diemen  inde  wandellnge  biet  den  quaden 
engel,  en.  hadde  veel  quaels  gedaen  en.  het  volck  ge- 
transeneert  en.  groot  overlast  gedaen,  en.  doen  hy  ge- 
vangen word,  had  hy  een  vrouw  tx)t  Nisteli-oy  gewoent 
en.  -doen  quam  der  vrouwen  zoon  en.  creecb  den  qua- 
den. engel  onder  die  voet  en.  quetste  hem  zeer;  daer 
nae  quam  den  quaden  engels  wyff  en  hiel  der  voors. 
vrouwen  zoon  meteen  bylc  in  zyn  rugge  daer  hy  op  bai- 


Digitized 


by  Google 


—  257  —   . 

ren  man  kch,  alzoe  dat  hy  daer  aff  sterff:  en.  den  an- 
dereo  daegs  wert  den  quaden  engel  met  zjm  vrouwe 
Binnen  den  Bossche  gebrackt,  ende  den  quaden  engel 
sterff  dyen  dach  op  de  gerangen  poort  m  die  gyole  (1) 
yam  zjme  quetsuere  en.  ivert  des  anderen  daegs  begraven 
int  gasthuys  en.  zyn  huysvrouwe  bleeff  gevangen  sitten 
totten  xj*"  dachOctober  daer  nae  ende  wert  daer  nae 
op  die  gevangen  poirte  secretelyck  gegeeselt  en.  gebannen 
büyten  der  meyerye  vanden  Bossche  en.  ginck  alsoe  daer 
mede  los. 


(Te  brengen  op  bladx.  it9»  regel  ii*) 

Int  iaer  van  m  ccccc  ende  xlix  voors.^  in  September,  is 
Philippus,  byder  gratiën  Godts,  prince  van  Castilien  etc. 
en.  zoen  van  Carolus,  de  vyffste  keyser  van  dier  namen, 
geboren  van  myn  vrouwe  Isabella  van  Portugael,  byde 
staten  des  lants  ontfangen  en.  gebult  als  hartoghe  van 
Brabant  (naer  dyen  zynen  heer  vader  hem  die  zelve  lan* 
den  hadde  getransporteert  daer  te  vooren),  wesende  den 
Ixvj*''  hartoge  van  Brabant;  ende  inde  voors.  manet  zyn 
binnen  der  stadt  vanden  Bossche  gemonstert  allen  die 
borgers  yander  stadt  inne  haer^  harnas  en.  geweer,  groot 
en.  cleyn,  boven  haer  xx*''^'  iaren  tot  haer  lx"'"*'  (2)  iaren 
toe,  elck  met  een  velt  teeken,  te  weten,  roeye  sleyers, 
ende  dat  elck  in  zynen  block,  omme  daer  mede  in  te 
halen  den  voors.  Philippus;  ende  op  Sonnendach,  den 
voors.  xxij^''  September,  hebben  zy  hem  iogehaelt,  en.  die 
borgers,  die  inde  wapenen  waren,  waren  omtrent  int  ge- 
tall  xxij  hondert  en.  een  hondert  ruyters  te  peèrde,  te 

(1)    OyoU,  kerker.      (9)    Bij  A.,  40  iaren,  do«b  Terkeerdelijk. 
C.  17. 


Digitized 


by  Google 


—  268  — 

weten,  eerst  die  ruiters,  daer  nae  die  borgers  ende  allen 
•die  borgers,  die  boven  haer  Ix"*"^  iaren  waren,  moesten 
«lek  een  toortse  in  haer  handen  hebben,  ende  die  van 
Orthen  en.  die  vanden  Dunghe»  van  gelycke,  ende  ston- , 
den  daer  luede  vande  Yuchter  })oorte  aiT  tot  aen  die  huy- 
:>inge  van  Hanrick  van  Deventer,  daei*  die  voors.  Philip- 
pus  gelogeert  was;  syn  oeck  daer  mede  geweest  allen 
die  geestelycke  heeren  vanden  capittel ,  die  Precaers , 
Minnebroeders,  Cruysbroederen^  Bomgaerdeo,  Baseldonck 
en.  allen  die  Bafgynen  in  een  groot  getal  met  haer  wilte 
falicn;  eude  sMauendaechs  daer  nae  wert  hy  oipenbaer 
en.  zeer  triumphautelyck  voor  dat  raetbuys  gebult,  ende 
des  anderen  daeclis  reysde  by  Daer  Iluesden  en.  zoe 
V(X)rts  waer  IloUant  toe. 


(Te  brengen  op  bladi.  IM,  regel  8S.} 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  1*''''  wert  geordineert 
en.  gesloteii  byde  drie  leeden  der  voors.  stadt,  dat  een 
yegelycke  borger  soude  geven  den  xx*"  penninck  van 
alle  zyne  goederen  erffelyck  en.  gereet,  vuytgenomen  die 
leengoederen ,  die  buyten  Brabant  gelegen  waren ,  die 
zoude  vry  zyn ,  ende  de  lyffrenthen  zoude  balff  geit  ge- 
ven, te  weten,  van  een  honderli gulden  siaers,  vyff  gul- 
den, en.  zoe  voorts  nae  advenant,  en.  daer  toe  noch 
van  elcke  ton  biers  zoe  veel  als  elcke  borger  gemeyn- 
lick  in  een  iaer  binnen  zynen  huyse  drinckt,  en.  die 
raetsheeren,  van  elcke  ton,  twee  stuvers,  vier  iaer  lanck, 
die  soumen  dan  die  twee  iaren  terstont  gereet  betalen, 
en.  soemen  met  dat  geit  den  commer  deser  stadt  nyet 
en   mocht  betalen,  zoe  soudemen    dander  helft  vanden 


Digitized 


by  Google 


—  259  — 

biereo  dan  oeck  geven;  en.  hier  ivprden  toe  geordmeert 
twee  scepenen,  twee  raetsheeren  en.  vier  deeckenen  van 
vcrscbeyden  ambachten,  om  een  yegelyck  alleen  te  ont- 
bieden en.  elck  nae  zyneö  staet  te'setten  in  gelde  eiï. 
bier.  Ende  dese  goede  mannen  saten  op  Royenborch  ;en. 
begonsten  omtrent  Alderheyligen  en.  het  duerde  tot  int 
lest  van  Iiinio  daer  nae.  Dat  waere:  meester  Pauwels 
Raessen,  Evert  vande  Water,  scepenen;  Mathys  Stooters 
inden  Rinck  en.  Hanrick  van  Eyndthouts,  raetsheeren  ; 
Gerit  Hagens,  deecken  vande  snyders,  lan  Noppen,  deec- 
ken  vande  loeyers  oS  schoenmakers,  lan  Lenaertssoen 
van  Geffen,  deecken  vande  cremers,  Aert  Willemssoen-, 
olislager,  deecken  vande  molders;  ende  dese  voors.  acht 
personen  zoude  elck  voor  hairen  arbeyt  hebben  xKj*'*'* 
Rynsgulden  en.  zoude  die  boecken  overleveren  die  vier 
^ntmeesters  deser  stadt,  om  dat  geit  te  ontfanghen, 
dwelck  waren :  Adriaen  van  Eyndhouts ,  Bartolomeus 
Loefi  raetsheeren,  en.  lan  Coelen  en.  Lambert  die  Haa- 
se  (1);  en.  daer  worden  noch  by  geordineert,  om  dat 
geit  te  helpen  ontfangen,  Andries  Souwens  en.  lan  van 
Dungen,  die  soude  insgelycs  elck  xlij*'"'*  Rynsgulden  heb- 
ben voor  hairen  arbeyt. 


(Te  brengen  op  bladt.  f  Si  9  regel  i«) 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ij*'''*',  den  xxiiij'"* 
May,  Sonnendachs  nae  Sincxseu,  soe  waren  twee  die- 
naers,  te  weten,  twee  knapen,  die  diende  int  cloosler 
van  sinte  Geertruyd,  en.  deen  stack  den  anderen  die 
keele  aff  int  vechten.    Ende  des  Vrydaegs  daer  nae,  cles; 

(1)    De  namen  der  leden  van  die  commissie  zijn  bij  A.  weggelaten. 


Digitized  by 


Google 


—  260  — 

achternoens  ontrent  ses  uren,  soe  donderdent  zeer  eo. 
sloech  ^pen  grooten  slacbi  ende  diea  $lach  deede  groote 
3cliaede  int  voois,  clooster,  alzoe  dat  den  gëheelen  thoor6 
ondect  wort  van  leyen  en.  zeer  veel  glas  vujrte  keroke 
en.  den  haen  vanden  tboorn  worden  buyten  der  stadt 
gevonden  (1). 

In  dit  iaer>  opten  iij'*''  Hartij,  [is]  by  schout  en.  soe- 
penen der  voors.  stadt  verleent  seeckere  reformatie  den 
procuretfrs,  aengaende  die  augmentatie  van  haere  salaris. 

In  dit  voors.  iaer  wert  weder  om  aff  geset  den  stuver 
van  elcke  ton  biers,  datmen  weder  xiüj  tonnen  voor  xjj 
tonnen  zonde  veraccbynsen,  en.  die  oirtkens  vanden  gul* 
den  vande  ossen,  vereken  'en.  scapen,  alst  geordineert 
was  int  laer  van  [1500]  47. 


(Te  brengen  op  bladi.  134,  regel  tS.)    , 

Bij  W.  vindt  men  op  het  overlijden  van  McMrten 
van  Roeeum,  in  1555  te  Antwerpen  voorgevallen^  hét 
volgende  rijm: 

Marlen  van  Rossum,  een  crychknecht,  die  wel  bekent  wat. 
Heeft  in  tusten  by  Sincxen  syn  leven  gheönt  ras.  i 

(Te  brengen  op  blads.  i4S,  regel  9i«) 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ixj**''^,  in  Augusto, 
syn  die  retorisyns  vuyte  stadt  vanden  Bossche  getogen 
naer  Andtwerpen  op  bet  groot  lantjeweel,  alwairen  tsa- 

men   xiüj   cameren   vergadert   waren ,    met   zeer   groote 

• 

(1)    Het  tweede  gedeelte  komt  ukelijk  bij  Cvfimiios  foor. 


Digiti 


zedby  Google 


—  261  — 

staet»  en.  ^  opten  ig  Angusti  binnaa  Andtwerpen  ia 
geoomcn  met  hondert  en.  xxv*'^  peerden,  gecleet  in 
groene  rocken,  met  gonde  passement  geboert,  met  een 
roe^  hangent  mon'vrken  daer  in;  haer  wambassen,  oons- 
een  en.  boeyen  waren  root  met  witte  phiymagien  en. 
awarte  leerskens,  met  eene  geschilderde  antyckse  wagen 
met  personagien,  tbien  wagens  orérdect  met  groen  en. 
roq^e  laecken,  op  elck  twee  gilden  broeders  en.  Tier 
toortsen;  den  sot  seggende:  »Zalt  zoe  qm.''  Haere  qiie&*. 
tie  vande  speelen  was:  fFat  den  mennh  aUmrtmèeêt 
tot  eansten  verweekt?  daer  en.  hebben  die  roors.  rêto* 
risyns  den  oppersten  prys  gewonnen,  twelck  waren  se- 
ven  silvere  schalen,  wegende  elck  ses  oneen;  ende  zyn 
de  zelve  retorisyns  mitte  voors.  pryse  weder  onmie  inne 
September  daer  nae  binnen  der  stadt  gecomen,  ^en  welo- 
ken  daeghen  men  tsavonts  gespnelt  heeft  verscheyde  bata- 
ment  spullen,  met  veel  peck  tonnen  gebrant,'veel  vier 
ballen,  die  inde  locht  en«  "onder  de  menschen  sprongen, 
met  veel  meer  ^dere  genoucbelieke  exercitien. 


(Te  Ivencen  op  blad».  IM»  regel  IS^ 

Ende  opten  xvj**^  November  [1562]  daer  nae,  soe  wert 
den  cappellaen  van  doctor  Sonnius  voors.  in  sint  lans 
kercke  ontfanghen,  in  di^  plaatse  als  eenen  bisscop,  en. 
men  sanck  Feni  eancte  Spiritus  repte  tuorutn  etc,  en. 
daer  nae  Te  Deum  laudatmse^  met^tgroot  werck  van 
musyck  daer  op  responderende. 

Opten  xvig**  November  daer  nae  was  doctoir  Sonnius 
smorgens  gecomen  vande  Cathuysera  te  wagen  met  den 
prior  en.  quam  jln  tot  die  Cruysbroederen ,  daer  was  hy 


Digitized 


by  Google 


—  262  — 

tot  negeo  ofte  thien  uren  siuorgens  toe.  Doeo  quamen 
die  geestelichen  hem  halen  met  generael  processie:  daer 
volchde  doeo  Sonnios,  den  bisschop,  nae,  en.  achter 
hem  twee  comtjiissarissen  vnyt  den  hove,  te  weten,  heer 
Oddaert  en.  meester  Glaes  vander  St^en,  daer  nae  die 
schoutet,  schepenen  en.  raetsheeren;  maer  .schutters  iioch 
Trouwen  bruers,  off  nyemant  vander  gemeynten  en  gin- 
ghen mede,  nae  dyen  dat  suics  geschiede  sonder  consent 
.van  het  dorde  lith,  daer  toe  egeen  consent  dragende. 

Bode  dier  tyt  ginck  daer  een  gedichte  Pater  notUr 
onder  die  gemeyne  man,  Inydende  aldos: 

O  bbscop  Sonniut,  die  ten  Bostch  lyt, 

Uwe  naeme  it  zeer  benyt, 

U  ryok  i»  van  geender  weerden 

In  hemelryck  noch  op  eerden: 

Ghy  eedt  l^uyden  ooe  dtgelicxs  brool, 

Ons  wyff»  en.  kynderen  hebbent  groot  noot. 

O  Heer,  ghy,  die  daer  inden  hemel  syt* 

Maeckt  om  doch  desen  biatcop  met  zyn  inseltinge  quyt ; 

En  laet  ons  in  egeen  becoringlie  Tallen, 

Maer  verloat  ons  vande  geschoren  allen  (1). 

In  dit  voors.  iaer  zynder  tot  Yucht  veel  moertbran- 
ders  gebrant:  die  sommige  levendich  en.  die  sommighe 
eerst  geworcht  en.  daer  nae  gebrant. 

Op  het  jcMT  1566  iê  in  het  hamUehrift  van  W 
een  zeer  bitter ^  gedrukt  hoekeke  afgeeehreveny  getiteld: 
Yerclaringhe  vande  menichfuldighe  loose  practjcken,  zoe 
van  dinquisitie,  dobservantie  vande  placcaten  en.  ander- 

(1)    Dit  rijmpje  komt  uiet  voor  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  263  — 

sins,  byden  cardioael  Graodvel  met  zyne  adherenlen  ge- 
in venteert,  piu  boven  alle  keyseren,  coninghen,  lantshee- 
ren,  heeren,  eedelen  en.  alle  weerlycke  persoonen  mei 
gewelt  te  domineeren  en.  hen  te  doen  aenbidden  en.  ado>* 
reren.  Grooi  18Vt  bladz.  klein  sehri/i.  Tfi  Wat£R 
(Verbond  der  Edelen,  dl.  I,  bladz.  23,  en  dl.  ÏV\  bladz. 
393)  haalt  er  eene  HoogduiUifhe  en  Franêche  uitgave 
van  aany  doch  êchijnt  de  Nederduiteehe  niet  gekend 
ie  hebben.  Ah  niet  uitsluitend  op  de  Stad  en  Mei* 
jeHj  betrekkelijk  ^  hebben  wij  dit  vlugechrijt  niet  la-- 
ten  afdrukken. 


Digitized 


by  Google 


Digitized 


by  Google 


VfiRZAMEUM 

TAK 


DE  STAD  SN  lEUBRU 


TAN 


^s  Hertogenbosch. 


Uitgeig^Teo  door  het 

PftOTI5CUilL  eiHOOTSCBAr  TAH   KünOTtn  Blf  WBTlHSCRArTfiX 
lü  IfOO&O-BRAllHD. 


Tweede  Stok. 


'SH£RTOG£T«BOSCH, 
P.    STOKTI9. 

1847. 


Digitized 


by  Google 


f;^  In  het  derde  ttnk  der  Versawiêimg  vam  Krmjfkm  bêêrêkkêHjk  de 
Siad  em  Me^wij  tfom  ^  ANB^iMiofdk  nl  het  vervolg  der  tn- 
Itiêmg,  heneveiii  een  cknmoiogim^  en  dlpkdbsUÊek  register  van 
Mken  en  personen  in  het  gehede  werk  vervat,  voorfcomen. 

Dl.  C.  R.  HSBIARS. 


Digitized  by 


Google 


TWEEMBE    VKHWOMLê: 


DIE  GHRONICKE 


VANDER  VERMAERDER  ENDB  VROMER  STADT  VAN 


Tsertogenbosch , 


AELBERTVS  GVPERINDS. 


18. 


Digitized 


byC^oogle 


Digitized 


by  Google 


TWEEDB  YSRVOU 


OP  DR   KROlfTK   TAN 


AmMéMBHTWm  Cm^EMMNWim  (1). 


In  dit  voors.  iaer  van  [1500]  Ixvj  *'*'*,  den  eersten 
dach  May,  heeft  eenen  dienaer  vanden  bisscop  van  Luyck 
'binnen  den  Bossche  opte  kerckdueren  en.  stadt  poirten 
opgeslagen  ban  brieven  tegens  bisschop  Sonnius  voors. 
Als  bisschop  Sonnius  sulcs  vernomen  hadde,  syn  syn  die- 
naers  gegaen  en.  hebben  die  ban  brieven  door  haelt  en. 
door  toegen  met  messen,  die  op  de  voors.  kerckdueren 
en.  poirten  geslagen  waren. 

Int  zelve  iaer,  opten  eersten  Sonnendach  naer  Bossche 
kermisse,  is  dcerste  sermoen  en.  prcdicatie  gedaen  vande 

(1)  Bït  vervolg  komt  in  het  htniiBchrift  van  W.  voc»r,  van  fol.  138 
vso  tot  168,  en  in  dal  vau  A.  van  fol.  64  vso  tol  Tol.  78,  cu  loopt 
over  de  merkwaardige  jaren  van  1560  tot  1570.  Om  het  verband  der 
gebeurtenissen  uiet  te  verlieicn ,  hebben  wij  er  niets  uit  weggelaten  dan 
de  opgave  der  schepenen. 


Digitized 


by  Google 


—  268  — 

predicanlen  buyten  der  stadt  by  Engelen  in  een  vlack 
relt  off  weyde  onder  sominighe  boomen,  aUvaer  veel 
inenschen  viiyter  stadt  toe  geloepen  zyii,  om  [te]  hooren. 
Int  voors.  iaer,  opten  xxv""  luly,  hebben  die  hecren 
schoutet,  schepciieii  en.  raeden  der  stadt  voors.,  omtrent 
xj  uren  voor  middach,  door  handen  van  Peter  Treillier, 
ordinaris  boode  vande  conincklycke  maiesteyt,  ontfangen 
secckcre  brieven,  gecomen  wesende  van  Margrita,  harto- 
ginne  van  Parma,  als  gouvernante,  luydende  zoe  hier 
nae  volcht: 

mMargrita,  byde  gracien  Godts,  hartoginne  van  Par- 
ma  en.  van  Plasante,  regente  en.  gouvernant:  lieve  en. 
Avel  beminde!  Alsoemen  siet  het  aenstaende  apparente- 
lycke  perykel  van  een  generale  bederffenisse,  districtie 
en.  subventien  van  onse  oude  catholycke  religie,  dien 
mitsgaders  vande  gemeyne  staet  van  herwaerts  over,  in- 
daer  inne  op  alle  oerten  en.  zyden  mit  alle  gevueche- 
lycken  middelen  nyet  proraptelyck  versien  en  worden; 
en.  want  ghy,  gemerct  tperyckel  grooter  apparentie  en, 
meerder  nakende  is,  om  voor  Godt,  onsen  Heer,  den 
couinck  exu  der  werelt  te  verandtworden  van  alle  goet 
devoir,'  getrouwicheden  en.  quytinghe  van  uwen  eedl, 
versuecken  wy  u  dair  omme  wel  ernstelyck,  en.  nyet  te 
min  inden  name  en.  van  wegen  zyne  maiesteyt  ordine- 
ren en.  beveelen  zeer  expresselycken,  dat  ghy  terstont 
wilt  communiceren  mitte  principaelste  en.  treffelicxste 
personagien,  luyden  van  eeren,  en.  die  tot  onder  houde- 
nisse  en.  conservatie  vander  voors.  oude  en.  catbolvcxse 
religie  lotten  dienst  en.  onderdanicheyt  zyne  voors.  ma- 
iesteyt en.  tot  ruste  en.  wel  varen  vande  landen  en.  al- 
dermeest  geaffectioneert  en.  genegen  zyn^   om  tsamelyck 


Digitized 


by  Google 


—  269  — 

te  ramen  en.  advyseren  alle  middelen  en.  remedieu,  daer 
mede  men  tvoors.  peryckel  soude  moegen  voorconien  en- 
verhoeden  eude  voor  al  de  stadt  van  sUartogenbosscbe 
wel  verseeckeren  tot  bewaernisse  van  uwe  eygene  per- 
soonen,  huys vrouwe,  kynderen  en,  goederen,  teghens  alle 
seditie,  oploop,  beroeile,  plonderiughe  en.  pillagie,  zoe 
wel  van  binnen  als  van  buyten ,  stellende  al  omme  goede 
waecke  by  dage  en.  by  nachten,  en.  deylende  tvoick  met 
rotten  en.  wyckcn,  gelyck  gby  in  sorchelycke  tyden  tot 
uwen  behoet  en.  verseeckerheyt  gewoenlyck  zyt  van  doen 
en.  bevynden  sult  den  noot  en.  importancie  vander  sake 
te  vereysscben,  snlcs  dat  die  gemeynte  off  religie  in  c^een 
incont'eoient  en  valle,  doende  insgelycx  alle  vuyterlycke 
devoir  en.  neersticheyt ,  om  tvoick  van  alle  ombehoor- 
lycke  preekinghe  en.  vergaderinghe  te  trecken  en.  wee- 
ren, eensdeels  met  auctoriteyt  en.  vermanioghe,  eensdeels 
met  goetheyt  en.  lieffde,  en.  eensdeels  met  gewelt,  hem 
verthoonende  Iperyckel  daer  inne  zy  hem  stellen,  oeck 
dat  zy  daer  mede  verthoornen  onse  voorn,  heei^e  den  co- 
ninck,  huere  natuerlycke  prince,  en.  de  weth  en.  overheyt 
offenderen,  mitsgaders  die  plaegen  ende  allendicheyt,  die 
Godt  ordinaerslycke  seynt  duer  veranderinge  vande  reli- 
gie, en.  oeck  die  bederffenisse  en.  subversie  vander  ge- 
meynten  ofte  republycque  daer  nae  volgende,  verseecke- 
rende,  versterckende  en.  conforterende  voorts  meer  tge- 
meyne  volck,  ten  lesten  dat  u  doenlyck  wort,.totter 
aenstaende  coempste  toe  van  zyne  maiesteyt,  die  beloeft 
heeft  corts  over  te  cocmen,  om  in  persoen  op  alles  te 
versien  en.  ordrè  [te]  stellen,  en.  die  goede  ondersaten 
en.  den  lande  voor  te  ètaen  en.  [te]  beschermen.  Ende 
ten  eynde  dat  gheene  des  voors.  is,  bat  volcomen  en- 
geëffeclueert   zoude    moegen    worden ,   sulcx    gy    Izelffde 


Digitized 


by  Google 


—  270  — 

moecht  communiceren  mitten  cancellier  en.  luyden  van 
onsen  raede  in  Brabant,  houdende  dies  halven  met  elcke 
anderen  goede  correspondentie,  inder  vu^hen  dat  zyne 
maiesteyt  die  auctoriteyt  behoiide  en.  die  sterckste  bIj- 
ven  madi  en.  de  voorn,  stadt  van  sHartogenbossche  wel 
verseeckert  zy,  zoe  voors.  is;  ende  indyen  ghy  onse  ofte 
den  voorn,  vanden  raede  van  Brabant  hulpe,  bystant 
en.  assistencie  behoeft,  sult  ons  ofte  den  zelven  daer  van 
mogen  verwittighen  en.  adverteren,  mits  verclerende  van 
tgeene  dat  van  noode  wesen  sal,  om  u  daer  van  te  suc- 
curreren  en.  by  te  staen,  ofte  die  middelen,  die  ghy  daer 
inne  geadviseert  zult  hebben  te  vorderen  en.  nae  vol- 
ghen; v^aer  inne  yry  n  gansselyck  toe  betrouwen,  dat 
om  die  getrouwicheyt,  die  ghy  zyne  maiesteyt  en.  tot 
conservatie  van  desen  landen  schuldich  zyt,  ghy  nyet 
laten  en  snit  te  doene  al  tgheene  d^  tot  Godts  dienst 
en.  van  zyne  voors.  maiesteyt,  en.  tot  behoudenisse  en. 
bewaernisse  vander  gemeynte  en.  van  u  zelven,  eo.  by- 
sonder  u  van  noode  wesen  zal.  Lieve  en.  beminde, 
onse  Heere  €!odt  zy  met  u.  Gescreven  te  Broessel,  op- 
ten  g»  dach  luly  a^  1&66.  {0$uIeriêkeni:)  Margiuta.'' 

Item  in  dit  zelve  iaer,  inde  weecke  voor  sint  lans 
kermis  en.  kerckwydinghe,  in  Augusto,  syn  die  beelden 
inde  kercken   binnen   den    Bossche   eerstmael   onstucken ' 
gesmeeten  en.  aff  geworpen,  waer  door  groote  trouble 
en,  beroerte  binnen  der  stadt  is  gecomen  (1). 

In  dit  iaer  D.  Noppens  en.  N.  vander  Stegen  als  com- 
missarissen vanden  hove  binnen  den  Bossche  gecomen 
wesende,  hebben  opten  viij~  October,  naeden  raiddach 

(t)    Dit  verhaal  komt  niet  voor  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  271  — 

omtreat  drie  nreB,  allen  die  procureurs  Tander  ttadi 
onboedeo  voor  hem  te  coemen^  iiine  presentie  van  mees- 
ter Uanrick  Bloyman,  Uanrick  van  Eyndthouts,  Bartolo- 
meus  Loeffy  Loeekemans,  pensionaris ,  Wouter  Scbellens, 
gritffiery  Gerit  Colen  ea  meester  lacop  IXmek,  secreta- 
rissen» ende  lienlieden  aldaer  voor  gehouden  of  sj  by- 
de  catholyeque  Roemsche  religie  hegeerden  te  bly  ven  oft . 
njet,  met  nyeuwe  restrictie  en.  articnien,  dSe  zy  propo- 
neerden  eo.  hen  voorleyden;  ivaer  op  die  procureurs 
dach  versocfaten  tot  sandcren  daegs  daer  nae,  omrae 
daer  op  te  andtwfwrden  en.  seggen,  dwelck  hcB  byde 
commissarisaen  geaccordeert  worden. 

Siide  optea  ix*"  October  syu  gecdmpareert  voor  de 
voorsw  commiasacisseD,  üme  presentie  ran  filo^man,  Eynd^ 
houts  en.  LoeflF  voorseyt,  die  voorn,  procureurs,  te  we- 
ten, Matfays  Kqren,  Willem  vanden  Bossche,  lacop  de 
Wie  en.  Wouter  Leyten,  en.  hebben  aldaer  haer  ver- 
imdtworde  in  scriptii  gedaen  en.  by  haere  handen  on* 
dertekent,  gelyck  zulcxs  naerder  blyct  byde  zelve  ver* 
mdtworde  daer  aff  zynde;  ende  Gerit  Fabri  en.  lannen 
Millinck  hebben  geconsenteert  inde  voora.  aengegeveB 
propositie  byde  commissarissen  gedaen;  maer  lan  Oosters 
heeft  hem  apaert  gebiecht. 

Naer  dien  die  voors.  hartoginne  van  Parma  gehoort 
badde,  dat  binnen  den  Bossche  die  beelden  waren  afifge-^ 
worpen,  als  voorstad,  en.  datter  groote  beroerte  bfnoeii 
der  stadt  was,  heeft  noch  anderen  brieven  opten  xx""* 
Oetober  int  zelve  iaer  vuyt  Bruessel  gescreven  aen  die 
schepenen,  raet  en.  die  vanden  j'''',^  ij°°  es.  iij''"  leden 
der  voora.  stadt,  de  zelve  brieven  overseyndende  met 
heer  lan  Scheyve,  ridder,  heer  van  sint  Aechten  roede  > 


Digitized 


by  Google 


—  272  — 

cancellier  vau  Brabant,  en.  de  heerc  van  Merode,  welcLe 
brieven  aldus  luyden: 

» Lieve,  besondere!  Alzoe  wy  met  grooter  verdriet  en. 
hartsweer  verstaen  hebben  die  trouble  en.  beroerte  bin- 
nen der  stadt  van  sHartogenbossche  gebuert  en.  geschiet, 
en.  wy  begeren  daer  inne  te  remedieren  en.  die  stadt  in 
stilheyt  en.  huere  gewoenlycke  neeringhe  weder  omme 
te  brengen  en.  stellen,  hebben  daer  toe  gecommitteert 
heer  lan  Schey£fve,  ridder,  heer  van  sint  Achten  roede, 
cancellier  van  Brabant,  en.  den  heere  van  Merode,  die 
door  onse  last  tot  dien  eynde  tegenwordelyck  derwaerts 
reysen,  den  welcken  wy  versuecken  dat  ghy  volcom^n 
gehoor  en.  gelove  geeft  en.  u  lieden  gehoorsamelyc  thocmt 
en.  bewyst  int  tgheene  zylieden  voor  nemen  en.  doen 
sullen  tot  dienst  des  conincxs,  ons  goiaedigben  lants 
heere,  en.  de  welvaert,  rust,  vreede  en.  eenicheyt  der 
voors.  stadt,  borgeren  [en]  inwoenderen  der  zelver,  hen 
lieden  daer  toe  alle  moegelycke  aenwysinghe,  hulp  en. 
bystant  doende  en.  doen  doen.  Lieve,  bysondere,  Godt 
zy  met  u.  Gescreven  tot  Bniessel,  den  xx*"  dach  Oclo- 
her  anno  xv°  Ixvj*'"^'.    {Ondertekent:)  Margrita.'' 

Die  vanden  Bossche  verstaen  hebbende,  dat  die  grave 
van  Me^hen  commissie  hadde  vander  gouvernante  voors., 
omme  thien  vendel  voetknechten  aen  te  nemen  en.  op* 
'ten  Litssen  Ham  daër  mede  comende,  beduchtende  voor 
haere  stadt,  hebben  zy  binnen  den  Bossche  oeck  vier 
vendel  voetknechten  aengenomeu,  waer  aff  capiteynen 
waren:  lannen  Maessen,  Peter  de  Gruyter,  Middelaer  en. 
Willem  Cloot. 

Waer  nae  int  zelve  iacr,  inde  mandt  van  February, 


Digitized 


by  Google 


—  273  — 

is  die  Toors.  grave  van  Meghen  gecoinen  tot  Vuchl  met 
zyn  aeDgenomen  voetknechten  en,  heeft  den  Bossche  be- 
lden; en.  dewjlen  die  voorseyde  grave  voorden  Bossche 
lach,  zoe  is  binnen  den  Bossche. gecomen  eenen,  genaemt 
Antonis  Bombergen,  die  generael  cappiteyn  worden  ge- 
maect  binnen  der  stadt. 

Waer  nae  hebben  hem  sonmiighe  borgeren  goet  vnl- 
lichlyck  gevuecht  by  maelcanderen,  sonder  eenighe  gagie 
te  begeren  vander  stadt,  en.  hebben  oeck  een  vendei 
op  gericht,  waer  a£F  opperste  voerder  was  Steven  van 
Caelen. 

Naer  dat  die^  grave  van  Meghen  xiiij  daeghen  voor- 
den Bossche  (als  voor  staet)  gelegen  hadde  en.  die  pre» 
dicanten  en.  Guessen  vuyter  stadt  nyet  en  const  gecry- 
gen,  nochte  den  voors.  cancellier  en.  Merode,  die  inder 
stadt  gevangen  saten,  doen  nyet  en  worden  gerelaxeert, 
soe  synder  twee  canonicken  gecomen  van  Utrecht, ^  ge- 
naemt meester  Wouter  van  Coddenoert  en.  Hanrick  Pyll, 
die  de  grave  van  Meghen  met  zyoe  aengenomen  knech- 
ten vanden  Bossche  haelden  en.  die  binnen  Utrecht  ge- 
bracht; welcke  twee  canonicken  dyer  tyt  gecomen  zyn 
binnen  den  Bossche  en.  zyn  op  getoegen  ten  huyse  van 
Maye  inde  Nachtegael,  al  waer  sy  snachts  begeerden  te 
logeren:  dan  syn  die  zelve  daer  nae  van  Pauwels  van- 
den Grave,  weert  aldaer  in  huys,  verspiet  geworden, 
dat  het  twee  canonicken  waren,  en.  zoe  zy  elcits  twee 
corle  pistolette  by  haer  hadden,  heeft  Pauwels  die  zelve 
voor  buet  gehouden,  sonder  anders  hen  yet  te  doen; 
ende  zoe  die  voors.  Pauwels  inden  April  hier  nae  hem 
oeck  vuyter  stadt  begaflf  en.  liep  met  meer  borgheren, 
zoe  hier  naer  breeder  verclaert  zal  worden,  soe  begalF 
hy  hem  binnen  Yianeu  onder  des  heere  van  Brederoede 


Digitized 


by  Google 


—  274  — 

regimeot,  en.  daer  acht  off  tbies  dagen  onder  gelegen 
hebbende,  syn  die  van  YiaDen  inder  nacht  over  den 
Ryn  gecomen,  om  op  te  slam  die  Utrechlse  knechten, 
die  opte  vaert  lagen,  alwaei  hy,  Pauwels^  worden  ge- 
vangen binnen  Utrecht  gebracht,  en.  die  voors»  caooiDG* 
ken  bem  kennende,  is  by,  Pauwels»  daer  nae  inde  hoele 
Bilt.  gehangen  (1). 

Int  iaer  ons  Heeren  m  cccco  en.  bLTy''*"^,  opten  eer- ' 
sten  dach  van  April,  nae  Paesschen,  heeft  die  voorscre- 
ven   hartoginne  van  Panna,  gouvernante,   een   placcaet 
laten  vuytghaen  tegens  die  van  sHartogenbossehe,  by- 
dende  alzoe  hiernaer  volcht: 

nBYDEl¥  COIWIWOK. 

» Onsen  schoutet  van  Andtwerpen  en.  marcgrave  ons 
lants  van  dien  oft  zynen  stadtbouder^  saluyt.  Alsoe  oenen 
geuaeint  Anthonis  van  Boinbergen,  geboren  tot  Andtwer- 
pen, seggeude  last  Ie  hebben,  commissie  en.  gedeputeerde 
des  heeren  van  Brederode,  hem  onlancxs  binnen  onse 
stadt  van  sHartogenbossche  gevonden  en.  geintroduceert 
heeft,  hebbende  die  gemeynten  aldaer,  en.  sonderlinghe 
die  scctarissen  verweet,  verleyt  en.  gesoUiciteert  tegens 
ons  optestaen,  en.  groote  uienichte  van  dien  aengescie- 
ven,  hebbende  oeck  dartillerie,  munitie  en.  geschut,  mits- 
gaders die  sluetelen  vanden  poorten  der  zei  ver  stadt,  in 
zyn  handen  ge^iomen  en.  hem  oeck  gevordert  aldaer  te 
gebieden  en.  bevoelen  inden  name  en.  van  wegen  den 
voorn,  heere  van  Brederpdc,  zynen  meester,  alzoe  hy 
zeecht;  wesende  daer  en  boven  die  zelve  Bombergen  met 
zyne  aenhangei's  zoe   verre   gheweecken  van    getrouwic- 

(1)    De  twee^  helR  van  dit  verlidal  is  bij  A.  wc(;g;eUlefi. 


Digitized 


by  Google 


—  275  — 

heyl  eo.  onderdanicheyt,  die  zy  ons  als  natuerlycke  en. 
geboren  ondersaten  schuldich  zyn,  sulcxs  dat  by  hem 
nyet  ontsien  en  beeft  te  arresteren  en.  gevangen  te  hou* 
den  onder  die  wacht  ofte  guarde  vanden  ingesetenen  der 
Yoorni  stadt  daèr  toe  geordineert  en*  gestelt,  onsen  can- 
oeUier  van  Brabant,  hooft  vander  insticiè  en.  bewaerder- 
van  Qoisen  zegel  des  zelffs  ons  lants,  en.  den  baenre 
heere  van  Merode  Petersem,  beyde  van  onsen  twegen 
gedepnteert ,  geconmiitteert  en  geschiect,  om  in  die  zelve 
stadt  die  beruerten  en.  commptien  daer  te  Tooren  aldaer 
gereesen,  needer  Xe  leggen  en.  [te]  pacificeren;  jae  dat 
meer  is,  al  eest  zoe,  dat  die  van  onse  voors.  stadt  van 
sHartogenbossche  van  onser  wegen  scrieftelyck  belast  en. 
gesommeert  sjrn,  dat  zy  nyet  éUeenlyck  die  personen 
van  onae  voors.  cancellier  en,  heere  van  Herode  met 
huere  dienaren  en.  goeden  terstont  en.  binnen  xxiiij  luren 
ontslaen  en.  tot  volcomen  vryheyt  en.  libertqrt  stellen 
zouden ,  maer  oeck  die  zelve  tracteren ,  respecteren  en. 
eeren  naeden  ey^ch  van  hueren  staet  en.  qualiteyt,  ende 
in  yerseeckerder  plaetse  doen  stellen,  ten  eynde  dat  hen 
egeen  inoonvenient,  overlast  noch  ongeryff  aengedaen  en 
zoude  worden,  en  hebben  zy  ons  nochtans  daer  inne 
nyet  willen  obedieren  oft  gehoorsaem  wesen,  maer  ter 
contrarien  tot  hueren  aensien  en.  wetenschap  lyden  en. 
gedoeghen,  dat  die  yoors.  van  Bombergen  en.  zyn  aen- 
hangers,  borgers  en.  inwoenders  der  zei  ver  stadt,  den 
voors.  cancellier  en.  heer  van  Merode  met  oipenbaere 
wacht  en.  gnarde  aldaer  houden,  daer  mede  zy  nyet  al- 
leenlydL  den  zelven  gedeputeerden  en.  commissarissen, 
maer  by  consequentie  onse  eygen  personen  doen  groot 
oogelydc  en.  injurie,  en.  sulcxs  hen  zyn  dragende  als 
ongehoorsame,  ongetrouwe  en.   wederspannighe  ondersa- 


Digitized 


by  Google 


—  276  — 

ten;  .waer  omme,  soo  ist,  dat  wy  tzelve  aengemerct  en, 
nyet  mlleude  sulcke  overdadicb ,  moetwillich  en.  af& 
grysselyck  feyt  en.  misdaet  lyden  onder  dissimulatie,  en. 
hier  op  gehad t  dadvys  van  onsen  raede  in  Brabant,  heb- 
ben by  deliberatie  en.  advyse  van  onse  zeer  lieve,  ge- 
trouwe en.  zeer  beminde  suster,  die  hartoginne  van 
Parma,  als  regente  en.  gouvernante  van  onsen  landen 
van  herwaerts  over,  en.  van  onse  zeer  lieve,  getrouwe, 
die  luyden  van  onsen  raede  van  staten,  neffens  haer  we- 
sende,  gewilt  en.  geordineert,  willen  en.  ordineren  wel 
neerstclycken  by  desen,  dat  alle  personen,  poirters,  bor- 
gers ,  cooplieden  eode  innegesetenen  [van]  onse  •  voors. 
stadt  van  sHartogenbossche,  tot  wat  plaetse  die-  zelve 
binnen  onse  voors.  landen  van  herwaerts  over  bevonden 
sullen  worden,  mitsgaders  huere  goederen  roerende  en. 
onroerende,  actieti  en.  schulden,  terstont  en.  sonder  ver- 
treek  onder  onse  handt  gestelt,  gehouden  en.  gearresteert 
sullen  worden,  en.  daer  en  boven  hebben  wy  geschorst 
en.  gesuspendeert ,  schorssen  en.  suspenderen  by  desea 
alle  previlegien,  vrydommen  van  tollen  en.  andere  ex* 
emptie  van  vryheyden,  die  zy  in  eenighe  plaetsen  van 
onse  voors.  landen  moeghen  hebben,  hoe  danich  die 
zelve  soude  mogen  wesen,  ende  insgelycxs  alle  gracien, 
octroyen ,  vuytstellen  oft  atterminatie  van  betaelinghe 
van  huere,  schulden  en.  tachterheyt;  bevelende  voorts 
meer  onse  procureur  generael  van  Brabant  tegens  den 
voors.  vanden  Bossche  te  procederen,  zoe  wel  int  gene- 
rael als  particulier,  en.  namelyck  tegens  den  gheenen, 
die  hen  van  onsen  twegen  betekent  en.  genoemt  sullen 
worden,  zoe  nae  recht  en.  redenen  behoren  zal.  En. 
om  dat  van  dese  onse  iegenwordighe  ordinande  nyemant 
ignorancie  en  zoude  moeghen  pretenderen,  soe  onbieden 


Digitized 


by  Google 


—  277  — 

en.  beveelen  wy  u,  ^at  ghy  die  zelve  terstont  en.  son- 
der  vertreck  condicht,  vuytroept  en.  publiceert,  ofte 
doet  vuytroepen  en.  publiceren  al  omme  binnen  den  be- 
dryve  en.  lymiten  van  uwer  officien,  daermen  gewoen- 
lyck  is  vuytroepinge  en.  publicatie  te  doene,  ende  van 
onsen  tweghen  gebieden  en.  ordineipn  alle  onsen  ende 
onsen  vassalen  en.  smaelbeeren,  rechteren,  iusticieren,  of- 
ficieren en.  oodersaten,  dien  dit  aengaen  sal,  dat  zy  aen* 
tasten,  vangben  en.  arresteren  allen  die  poirters,  borgers, 
cooplieden  en.  innegesetenen  [van]  onse  voors.  stadt  van 
sHartogenbosche,  buere  hnysvrouwen  en.  kynderen,  en. 
die  landen,  en^en  en.  goeden  en.  incoemen  roerende  en. 
onroerende,  actiën  en.  schulden  den  zelven  toebehoi ren- 
de, van  wat  natuer  ofte  hoe  danich  die  moegmi  wesen, 
in  onse  handen  stellende  en.  houdende,  soe  langhe  en. 
ter  tyt  toe,  d&t  onse  commissarissen  en.  gedeputeerden, 
boven  genoemt,  vuyte  voors.  gevanckenisse  ende  deten- 
cie,  daer  inne  zy  legen woordelyck  binnen  onse  voors. 
stadt  van  sHartogenbossche  zyn,  gansselyck  en.  volco- 
mdyck  gelost,  viy  en.  ontslagen  en.  in  goede  verseec** 
kerde  plactse  gestelt  sullen  zyn,  daermen  vryelyck  en. 
ombecommert  toe  gaen,  comen  en.  weder  keei*en  mach, 
en.  tot  daer  inne  anders  by  ons  geordineert  zal  wesen ; ' 
doende  oeck  al  omme  publiceren  en.  condigen  die  sus- 
pencie  en.  schoorsinghe  vander  previlegien,  exemptien, 
atterminatien  en.  van  allen  anderen  gracien,  zoe  voors. 
is,  en.  tot  onderhoudenisse  en.  observatie  vande  zelve 
onse  ordinantie  be\'eel  en.  gebot,  procedeert  en.  doet 
pocederai  sonder  eenighe  gunste,  dissimulatie  oft  ver- 
drach,  op  poene  van  tzelffde  te  verhalen  op  den  ghee- 
nen,  die  des  in  gebreecke  bevonden  sullen  wesen,  in 
huere  eighen   naem,  ende   des  voors.   is  te  doene  mits 


Digitized  by  L3OOQ IC 

A 


—  278  — 

diesser  aen  cleefi,  geven  wy  u  eD.  den  voorn,  richters 
en.  officieren  volcomen  macht,  auctorileyt  en.  sonderling 
beveel,  ontbieden  en.  beveelen  insgelycx,  dat  zy  u  en. 
hen  zulcxs  doea  ernstelycke  verstaen  en.  obedieren,  want 
ons  alzoe  gelieft.  Gegeven  in  onse  stadt  van  Bruessel, 
onder  onsen  contri^  s^el  hier  op  gedruct  in  placcate, 
den  xviij'"  Meert  int  iaer  xv**  Ixvj *"*"."  Endê  onder 
9 tont  geêere»en:  »Bn>EN  coinifCK,"'  m,  anderiehetU: 
»Dfi  Facuwu.''  Dit  placcaet  ia  opten  j*"  April  nae 
Paesscfaen  a°.  1567  binnen  Andtwerpen  gepabUceert. 

Als  die  vanden  Bossche  gehoort  badden,  dat  de  heere 
van  Beauvois  en.  lan  die  Greve,  drossaert  van  foabant, 
doer  consent  en.  ontheyt  (1)  vander  voors.  hartogione  de 
Panna,  gouvernante,  sommighe  knechten,  die  vergadert 
waren  en.  lagen  tot  Oisterweel  by  Andtwerpen,  van 
weghen  der  Gnessen  verslaegen  en.  verstroeyt  waren, 
en.  dat  het  oeck  met  haer  lieden  binnen  der  stadt  nyet 
wel  en  wilde  afflopen,  soe  zyn  opten  vij*''  April  voor 
noen  anno  [1500]  Ixvij*'*'^  voors.  naer  Paesschen  byde 
drie  leeden,  den  gedeputeerde  vande  schutteryen  en.  die 
vande  nyeuwe  religie,  inne  notabile  getalle  vergadert 
zynde,  eendrachtelyck  geordineert,  geaccordeert,  gesloe* 
ten  ende  maelcanderen  beloéft,  datmen  vuyten  name 
vande  genieyn  stadt,  soe  vander  eenre  als  vander  andere 
religie  soude  suppliceren  aende  gouvernante  voors.,  om 
een  generael  perdon  en.  een  eeuwighen  peys  en.  vreede 
te  verwerven  aen  haere  hoocheyt  van  allen  tgheene  wes 
teghens  [zijne]  conincklycke  maiesteyt  oft  haerc  hooc- 
heyt eenichsins  zoude  moeghen  zyn  gecommitteert»  sulcxs 

(I)    Ouikeyt,  aiictoriicit^  etxag. 


Digitized 


by  Google 


—  279  — 

daC  zy  allet  tgbcene  wes  deii  bo»iigcren  zoe  van  deeu 
als  daodere  religie  daer  aff  soude  moeghen  coemen , 
niaeicanderen  eendracblelyde  souden  helpen  dragheo  en. 
gfaeen  bloet  ofte  goet  te  laten  verliesen:  dies  zoude  die 
vander  nyeuwe  religie  hen  gehouden  zyn  te  reguleren 
in  alle  bdioorlycke  sake^  gelyck  als  goede  en.  getrouwe 
ondersaten  van  zyne  maiesteyt  schuldieb  zyn  te  doen, 
«nde  inne  gevalle  yemant  gebtreeckelycke  waere  int  vol- 
brenghen van  tgbeene  voors.  is,  dat  die  zelve  met  zyne 
goederen  vryelyeke  tot  allen  lyden  sal  moegen  yertrec- 
ken,  behoodelyck  dés  nyet  te  min  vry  en.  ombehpdert 
alle  erffelydie  en.  (1)  goederen^  om  die  te  gelegcnder 
tyt  te  moegeo  slyten:  soe  ist,  dat  op  datum  voors.  by- 
dé  voorn,  drie  leden «  gedeputeerde  vande  vier  schutte* 
ryen  en.  die  vander  nyenwer  rdigie  eendracbtelyck  is 
gesloeten  en.  maelcanderen  ter  goeder  trouwen  hebben 
geloeft,  dat  allen  die  innegesetenen  deser  stadt,  soe  wel 
van  deen  als  van  dandere  religiën,  noch  yemanden  van 
bairen  tweghen  ofte  deur  heure  last  en.  toedoen  yet  ge- 
dnerende  de  sollicitatie  voors.  sullen  moeghen  attempte- 
ren  directelycke  oft  indireetelyckes ,  int  heymelyck  off 
int  oipenbair,  met  worden  o&e  met  weroken,  dwelck 
soude  moeghen  tenderen  tot  eenigbe  seditie,  commotie 
ofte  beroerten  binnen  deser  stadt  en.  ingesetenen  der  zel- 
ver,  ende  dat  oeck  nyemant  van  deene  als  dandere  re- 
ligie by  htm  zelven  oft  yemanden  anders  van  beuren 
tweghen  eenich  gamisoen,  myteren  ofte  knechten  en. 
sal  in  brenghen  oft  laten  inbrengen,  sonder  consent  en. 
wille,  zoe  wel  van  deen  als  van, dandere  religie;  ende 
sullen  hier  aff  die  vaoder  stadt  twee  acteii  geëzpedieert 

(1)    Hier  is  in  W.  plaats  voor  een  woord  opengelaten.    Bij  A.  staat 
slechts:  erfftlyche  goederen. 


Digitized  by 


Google 


—  280  — 

worden,  waer  aiF  die  vander  stadt  ea»  die  vander  reli- 
gie elcxs  eeo  sullen  hebben  behoerlyck  gesubsigneert  en. 
geteeckent  (kiderstont:  »Ter  ordinantie  vanden  drie  le^ 
den  voors.,"  en.  was  voorts  met  verscbeyde  namen  on- 
derteeckent. 

Alzoe  op  gisteren,  den  vig""  ipril  a^  [1500]  Ixyij» 
byde  drie  leden  der  stadt  van  sHartogenbosscbe  en. 
eenige  vande  vier  schutteryen  en.  die  vandei*  gerefor^ 
meerde  religie  der  zelver  stadt  is  gemaect  seeckere  con- 
tract en.  accordt,  datmen  a«ide  hartoginne  van  Parma 
soude  impetreren  een  generael  pardon  en.  een  eeuwighen 
vreede  met  haer  boocheyt  te  tracteren  van  allen  tgheene 
wes  byde  voorn,  stadt  soude  moegen  zyn  gecommitteert, 
ende  dat  een  yegelycke  sonde  moegen  vertrecken,  die  het 
accoordt  en.  intentie  van  haere  boocheyt  nyet  en  zoude 
willen  naegaen,  blyckende  tzelve  al  breeder  byde  acte 
daer  aff  synde:  soe  eest,  dat  die  voors.  stadt  van  sHaiv» 
togenbossche  in  haire  drie  leden  eenighe  vande  vier 
scbutteryen  hebben  geconsenteert  en.  consenteren  mits 
desen,  dat  een  yegelyck,  diet  believen  zal  te  vertreo» 
ken,  hangende  de  pacificatie  van  beyde  partyen,  sullen 
binnen  middelen  tyden  moegen  vertrecken  met  alle  hai- 
ren  goederen  ombecroent  (1)  oft  onbehyndert  van  yeman- 
den,  onder  conditie  inde  voors.  acte  breeder  begrepen. 
Aldus  geschiet  opten  ix""*  April  a".  voors.  Onderstont 
gescreven  aldus:  »Ter  ordinantie  vande  drie  leden,  by 
my,  H.  Gois.WYif." 

»Wy  scepenen,  geswooren,  raetshceren,  deeckenen  van- 
den  ambachten  en.  eenighe  vande  vier  schutteryen  der 

(1)     Ombekroent,  onbekreund ,  zonder  lastig  gevallen  te  %vorden. 


Digitized 


by  Google 


_  281   — 

stadt  van  sHartogeDbossche  doen  condt  een  yegelycken, 
die  dese  brieve  van  certificatie  sullen  sicn  oft  hoeren 
leeen,  dat  die  vander  gereformeerde  religie  binnen  der 
voors.  stadt  nyet  en  vertrecken  vnyt  der  voors  stadt  oft 
hed  goet  daer  vuyt  en  vlo^hen  (1),  om  eenigbe  acten 
van  seditie  oft  ongehoorsaemheyt ,  ende  dat  zy  binnen 
der  voors.  stadt  hebben  gehandelt  als  getrouwe  ondersa- 
ten ons  genaedigeo  heere,  des  conincx  van  Spaengien 
etc,  als  hartogbe  van  Brabaot,  en.  hen  altyt  hebbende 
gesnbmilteert  onder  die  vande  voors.  stadt  en.  oeck  ge- 
vuecht  naeden  beveele  van  der  hoocheyt,  vander  harto- 
ginne  van  Parma,  gouvernante  van  dese  Neederlanden, 
in  sulcker  vnegfaen/dat  zy  nyet  en  hebben  geattenteert 
dan-  gelycke  trouwe  ondersaten  van  zyne  maiestóyt  en 
behoiren  te  doen,  ende  dn t  daer  om  die  voors.  stadt  be- 
geert aen  alle  steden,  heerlicbeden,  vryheyden  en.  dor- 
pen, daer  door  die  vander  voors.  religie  sullen  mogen 
passeren  en.  repasseren  onbehyndeit  aen  lyl!  en.  goct, 
gelyck  ghy lieden  sout  moegen  begceren,  dal  men  uwe 
mede  borgeren  in  gelycke  saecken  alhier  soude  doen. 
Des  toirconde  hebben  wy  tz^el  ad  legata  opt  spacium 
van  deser  acte  gedruct,  opten  ix'*  dach  van  April  a". 
voors."  Des  salmen  die  vander  religie  elcs  een  acte  op 
henne  name  hier  aff  mogen  expediëren,  tot  hen.  ter- 
suek,  ter  ordinantie  vande  voors.  drie  leden." 

Ende  opten  xj**"  April  daer  nae  hebben  die  predican- 
tcn  en  die  vande  gereformeerde  religie  binnen  den  Bos- 
sche alspicke  tydinghc  gecreghen ,  dat  die  meestcndeel 
van   dien   met  henne  gereede  goederen  vuyter  stadt  zyn 

(l)     Vloeyhcnt  vlugten.    , 

C.  19. 


Digitized 


by  Google 


—  282  - 

vertoeghen  naa:  het  lant  van  Cleve  toe,  mitte  voor- 
screven  vier  vendelen  aengenomen  knechten  ^  en.  »  den 
voors.  cancellier  en.  Merode  los  en.  vry  gelaten. 

In  dese  voors.  maendt  is  mynen  heere  den  prinche 
van  Orangien  vnyt  Andtwerpen  verto^hen  naer  het  lant 
van  Cleve  en.  zoe  voorts  naer  Dillenburg  toe  (1). 

Endeopten  j"*"  dach  der  mandt  van  Maye  int  selve 
iaer,  soe  synder  vier  vendel  Ouytscbe  voetknechten  bin- 
nen den  Bossche  gecomen,  elcke  vendel  iqz  hondert  man 
sterck  wesende,  v^aer  aff  overste  Mras  Bernaert  van  Scham- 
berch  (2),  wesende  een  Hoochduytsche.  Daer  nae  soe  is* 
ser  noch  binnen  den  Bossche  gecomen  twee  vendel  voet- 
knechten,  stei-ck  als  voor. 

Opten  lesten  dach  der  voors.  maent  van  Maye,  soe 
heeft  die  voors.  hartoginne  van  Parma,  noch  naer  dat 
die  cancellier  en.  Merode  voorgenoemt  vuyten  Bossche 
Vi'aeren  en.  w^eder  omme  te  hove  gecomen,  andere  plac- 
caten  in  sommighe  steden  vuyt  laten  gaen  voor  die  van- 
den Bossche,  die  luydende  zoe  hier  vervolcht: 

^BYDJBIV  €OMIM€K. 

»Den  amptman  vande  Gr^ve  en.  synen  stadthouder,  sa- 
luyt.  Alzoe  wy  by  andere  onse  brieven  van  placcaten 
vanden  xviij''"  Martii  lestleden,  en.  omme  redenen  daer 
inne  verhaelt,  onder  anderen  gewilt  en.  geordineert  heb- 
ben gehadt,  4^1  alle  personen,  poirters,  borgers,  cooplny- 
den  en.  innegesetenen  onser  voors.  stadt  van  sHartogen- 
bossche,  tot  wat  plaetsen  die  zelve  binnen  onse  landen 
van  herwaerts  over  bevonden  zonde  wordra,  mitsgaders 

(1)  In  marjpne  van  het  handschrift  W.  is  door  eene  latere  hand  de 
gruweldaad  en  de  straf  van  Balthasar  Gerards  hijgeschrevcrf.  •  (2)  Scham- 
berch,  bij  Van  Hivbzi,  dl.  lï,  bindz.  40,  Schüuwberffh. 


Digitized 


by  Google 


_  283  ^ 

haere  goederen  roerende  en.  onroerende,  actiën  en,  schul- 
den onder  onse  handt  gestelt,  op  gehouden  en.  gearres* 
teert  zoude  worden,  soe  langbe  en.  ter  tjrt  toe,  dat  onse 
cancellier  van  Brabant  en.  den  banre  heere  van  Merode 
Peterssem,  beyde  alsdoen   van  onsen  wegen  gedeputeert, 
gecommitteert  en.  geschiect,  om  binnen  der  zelver  stadt 
die  beroerte  en.  commotien  daer  te  vooren  aldaer  geree- 
sen,  needer  te  leggen  en.  te  pacificeren,  vuyter  gevanc- 
kenisse  en.  detencie,  daer  inne  zy  ter  zelver  tyt  binnen 
onse  voorn,  stadt  vast  gehouden  waren,  ontslaeghen  ende 
tot  dat  zy  ons  andersins  daer  inne  geordineert  zoude  we^ 
sen;  ende  want  seedert  die  vander  zelver  stadt  van  sHar- 
togenbossche  onse   voorseyde   cancellier   en.   den  baenre 
heere  van  Merode  vry  gelaten  en.  daer  inne  sukken  ge- 
tal van  onse  chrysvolck  ontfangben  hebben,  als  wy  daer 
in  inne  besettinghe  en.  garnisoene  hebben  willen  stellen: 
mits  welcke  wy  verstaen,  dat  onse  voors.  gebot,  belan- 
gende dophouden  en«  arrestacien  vande  personen  en.  goe- 
den der  voorn,  van  sHartogenbosche,  voort  aen  cesseren 
aff  en.  te  nyet  wesen,  en.  dat  een  yegelyck  hem  daer 
nae   vuegen   en.   reguleren   sal;  soe  eest  dat  wy  tzelve 
aensiende,  willende  behoorlyck  daer  inne  versien  tot  ver- 
lichtinge  vande  voorn,  van  tsHartogenbossche,  hebbende 
by  deliberatie  van  onse  zeer  lieve  en.  zeer  beminde  sus- 
ter,  die  hartoginne  van  Parma  en.   van  Plaisancc  etc, 
voor  ons  r^ente  en.  gouvernante  in  onse  voors.  landen 
van  herwaerts  over,  en.  by  advyse  van  onse  zéér  lieve 
en.  getrouwe,  die  luyden  van  onsen  raede  van  state,  nef- 
fens  haer  wesende,  gewik  en.  verclacrt,  willen  en.  ver- 
claren  by  desen,  dat  onse  voorseyde  voorgaende  gebot, 
belangende  dophouden  en.  arrestament  vande  persoonen 
en.   goederen    der   voorgenoemde   die, van  sHartogenbos- 


Digitized  by 


Google 


—   284  — 

scbe,  voortaen  cesseren  aff  en.  te  nyet  wesen  zal;  en.  te 
dien  effecte  hebben  wy  onse  handt  daer  van  gelicht  en. 
die  zelve  personen  en.  goeden  tot  volcomen  ontlastinghe 
en.  delivrantie  gestdt,  ordineren  en.  beveelen  alle  onsen 
ende  onse  vassalen,  officieren  en.  ondersaten,  dient  aen- 
gaen  zal,  dat  zy  die  persoonen  van  voorn,  van  tsBer- 
togenbossehe  en.  huere  goeden,  merende  en.  onroerende, 
aciien  en.  schulden,  vuyt  sake  voors.,  nyet  meer  en  sul- 
len moegen  becommeren  oft  arresteren,  maer  öntslaen  die 
zelve  mits  desen  vry  en.  vranck. 

ȣnde  ten  eynde  dat  van  dese  ome  tegen wordighe  or- 
dinantie  en.  verclaringhe  nyemandt  ignorantie  en  zoude 
nroeghen  pretenderen,  soe  onbieden  ende  beveelen  wy  u 
wel  eernstelyck,  dat  gby  de  selve  mits  desen  van  ston- 
den aen  condicht,  vuy troept  en.  pubhceert,  ofte  doen  con» 
digben,  vuy  troepen  ende  publiceren  al  omme  binnen  den 
bedryve  en.  limiten  van  uwer  officien,  daennen  gewoen- 
lycken  is  vuytroepingbe  en.  publicatie  te  doen,  en.  de 
zelve  ordinantie  doet  onderhouden  en.  achtervolgen  nae 
haere  form'e  en.  inhouden.  Des  te  doen  met  diesser  aen- 
cleeft,  geven  wy  u  volcomen  macht,  auctoriteyt  ende 
sonderlinghe  bèveele:  ontbiedende  en.  bevelende  voorts 
een  yegelyck,  dat  zy  tzclve  doende  ernstelyck  verstaen 
en.  obedieren,  want  ons  alsoe  gelieft.  Gegeven  in  onse 
stadt  van  Andtwerpen,  onder  onse  conter  zegel,  hier  op 
gedruct  in  placcate,  den  lesten  dach  Maye  anno  1567. 
Ondertekent:  Btden  CONIICCK,  en.  geteeketU:  De  Boote." 

Int  voors.  iaer,  int  eerst  vande  mandt  van  lunio,  sQe 
synder  twee  commissarissen  vuyten  hove  binnen  den  Bos- 
sche geeomen  op  tstuck  vanden  verleden  troublen,  omme 
informatie   van   alle   saken    te   nemen,   ende  opten   iij*" 


Digitized 


by  Google 


—  286  — . 

Inlio  daer  nae  heeft  die  hartoghinne  van  Parma  voors. 
dese  naevolgeiide  brieven  aende  voorseyde  coramissari»- 
sen  gedirigeert: 

»Lieve  en.  beminde!  Alzoe  vry  onlanczs  metten  heerc 
van  BilU  ontfangheo  hebben  brieven  van  onsen  heere  deo 
coninck,  byden  welcken  zyne^  maiesteyt  ons  onbiet,  dat 
(nae  dien  de  zelve  nyet  soe  geringhe  (1)  herwaerts  over 
en  beeft  conoen  gecomen,  als  hy  verhoopt  en.  wel  be- 
geert hadde,  om  den  noot  en.  tgebreck , .  die  alhier  is 
van  zyne  tegenwordicheyt,  om  op  daffairen  van  her- 
waerts over  een  0]Hrecht,  vast  en.  be(piaem  remedie  te 
stellen)  syne  voors.  maiesteyt  nyet  laten  en  zoude  mitter 
hulpe  Godts  binnen  dese  landen  te  coeraen,  ten  alder 
eersten  dat  die  zelve  moq^elick  zoude  wesen,  en.  dat 
noch  voor  deynde  van  dese  somer,  daer  van  wy  ons 
wel  voorseecker  moeghen  houden.  Ende  want  wy  wel 
weten  en.  dencken,  dat  dese  groote  en.  goede  tydinghe 
en.  nyeuwe  mare  alle  goede,  getrouwe  ondersaten  van 
zyne  maiesteyt  groote  blyseap  en.  genuegen  geven  zul- 
len, soe  en  hebben  wy  nyet  willen  onderlaten  u  daer 
van  te  verwittighen  by  desen,  en«  met  eene  wegen  te 
vermanen  en.  versuecken,  dat  gfay  binnen  der  stadt  van 
sHartogenbossche  particuliere  en.  generale  oft  gemeyne 
bedmghen  wilt  doen  doen,  om  die  goede  ende.  voor- 
spoedighe  reyse  van  zyne  maiesteyt,  soe  wanneer  die 
zelve  veerdicb  wesen  zal  aen  te  nemen  en.  te  seyle  te 
gaen,  om  herwaerts  over  te  comen,  ten  eynde  dat  zyne 
voors.  maiesteyt  alhier  wesende,  op  alles  sulcke  goede 
ordinancie  en.  remedien  stellen  mach,  al  ter  eeren  Godts, 
tot   onderhoudenisse  en.  conservatie   van   onse   oude  ca- 

(1)    Geringhe,  spoedig;,  KiLun. 


Digitized  by 


Google 


—  286  — 

tholycxschfi  en.  Christe  gelove  en.  om  den  geheelen  en. 
uoiversalen  staet  yan  dese  voors.  landen  te  hantbouden 
behoiren  zal,  en.  dat  met  alle  goedertierentheyt  en.  ge- 
naede,  daer  van  zyne  maiesteyt  ons  alle  hoope  gheeft 
te  \rillen  gebrnycken,  nae  syne  natnerlycke  inclinatie  en. 
genegentbeyt,  gelyck  de  zelve  ons  al  reede  tot  verscbey- 
den  reysen  en.  stondeii  sttkxs  gescreven  beeft,  daer  by 
Tuegende,  dat  bem  ongelyck  geschieden  zoude,  indien  men 
ander  opinie  ofte  vermoedenisse  van  bem  badde,  gemerct 
dat  zype  maiestejrt  nyet  en  compt,  om  zyne  steden  en* 
ondersaten  te  verderven,  maer  om  die  te  bewaren  en. 
[te]  conserveren,  dwelcke  de  zelve  ons  belast  beeft  scrtf* 
telyck  te  kennen  te  geven  en.  [te]  laten  vreten  daer  en. 
alsoet  behoort,  sonderlingbe  ten  eynde  dat  die  ondersa- 
ten hem  weder  omme  stellen  en.  vnegen  zoude,  om  hem 
gewoenlycken  ambachten,  hantwerdLen,  coopmanscappen 
en.  trafycqen  te  doen  en.  [te]  contmneren,  hem  betrou- 
wende op  zyne  maiesteyt  goetbeyt  en.  genade,  daer  van 
ghy  oeck  den  wethouderen,  poirters,  bomers  en.  inne- 
gesetenen  der  voors.  stadt  van  sHartogenbosscbe  berich- 
ten ende  adverteren  sult,  nemende  sorobfuldigbe  toesicfat 
op  den  gheenen ,  die  hem  ran  daer  zonde  willen  vei^ 
trecken,  de  zelve  voorhoudende,  dat  eoe  verre  men  hem 
op  die  gracie  van  zjrne  voors.  maiesteyt  nyet  betrouwen 
en  wilde,  men  suldis  noteren  zal,  en.  sullen  die  der  zei- 
ver  gracien  en.  pardon  gans  onweerdich  zyn.  Op  dat 
daer  nyemandt  ignorancie  en  sonde  moegen  pretender^i, 
bevelen  u  en.  den  voors.  weihouderen  tzelve  alsoe  te 
doene  en.  notule  te  honden  vanden  gheenen,  die  ver- 
trocken  zyn  ofte  alnoch  zoude  vvillen  vertrecken,  sonder 
des  inne  gebrecke  te  blyven  oft  wesen.  Ende  ten  .eynde 
dat  die  voors.  maiesteyt  des  te  meer  genegen  zoude  we- 


Digitized 


by  Google 


—  287  — 

sen»  om  zyne  voors.  geoade  te  gebmycken  tegeos  den 
gheencn,  die  hen.  ontgaen  en.  die  ongehoorsaemheydeo , 
schandale  ea.  ooger^eltheden,  die  sèedert  den  iaere  her- 
waerts  geschiet  zyn,  aeogestelt  en.  gecommit teert  hebben, 
daer  door  onse  Ifeere  Godt  grootelycxs  veiihoornt  en.  ge- 
offendeert,  alle  goed^  Christene.  mendchen,  die  tot  zyn- 
der  eere  effecte  en.  lieflfde  dfaghen,  gescbaadaleseert,  en. 
zyne  voors.  oonincklycke  maiesteyt  inet  goede  redenen 
tot  gramscap  vervreet  zyn  geweest,  soe  hebben  wy  u 
wel  willen  waerschouwen  en.  [ver]wittigen ,  dat  van 
noode  en.  billyck  is,  dat  die  verdoelden  totten  rechten 
wech  keeren  en.  hem  eerst  aen  Godt  yersoeoen,  hem  tot- 
ter  heylighc  catbolycke  kercke  geven  en.  onderworpen, 
en.  de  voors;  conincklycke  snaiesteyt,  zyn  oflkiereii  en. 
wethonderen  alle  g^ooraaemheyt  bethoonen:  oeck  dat 
die  gevioleerde  ende  geschende  kercken,  gebroken  alta« 
ren  en.  heelden  en.  allé  gewyde  geconsacreerde  dingen 
by  hem  geprophaneert,  gerepareert  en.  in  huere  eersten 
en.  bcboorlycken  staet  gestelt  worden,  dwelck  zyn  die 
oprechte  middelen ,  om  die  gramschap  Godts  en.  den 
conincklycke  maiesteyt  te  payen  en.  des  te  lichtelicker 
vander  voorleden  misbruycken  en.  misdaden  gracie  en. 
pardon  te  vercrygeö  en.  verwerven.  Lieve  en.  wel  be- 
nmde,  onse  Heere  Godt  zy  met  il  Gescreven  tAndt- 
werpen,  den  iij*''  dach  van  lulio  a^  voors.  OnJertee* 
kent:  BLargrita  en,  Doverlopb."^  Opten  rugge  êtani 
gfêCTêvn:  »Oase  lieve  «n.  beminde  commissarissen  ons 
beeren  des  conincjLS,  geordineert  op  stuck  vander  trou« 
Men  en.  emotien  der  stadt  van  sHartogenbossdhe  (l)."" 

(1)    Deze  brief  komt  mede  voor  bij  Vau  OoBEnBOVKn ,  2^^  uitg.,  blz. 
143 ,  gelijk  mede  ook  die  bU.  274  afgedrukt  en  wel  bh.  t40. 


Digitized  by 


Google 


—  288  — 

In  dese  voors.  mandt  soe  heeft  die  voorscreveii  Beeriit 
van  Schamberch  (1)  den  borgeren  binnen  den  Bossche 
eerst  gebloet  (2)  en.  benomen  haeren  wapenen  en.  ge- 
weer. 

Is  oeck  in  dese  voorseyde  mandt  ran  lalio  don  Fer- 
dinand  Alvares  van  Tholedo,  hartoghe  van  Alba,  als 
overste  regent  over  dese  Neederknden,  met  acht  duy- 
sent  SpacBgiaerden,  seven  duysent  Savoyers  en.  duysent 
lichte  peerden,  door  Lotringhen  op  Litzenborch  (3)  ge» 
comen,  op  weldke  plaetse  graeff  Aelbrecht  van  Ladroo 
met  drie  duysent  te  voet  en.  drie  hondert  te  peert  is 
aengecomen  den  voors.  hartogen  van  Alba  en.  zyn  alzoe 
tsamen  gecomen  inde  Neederlanden. 

In  dit  voors.  iaer  van  [1500]  Ixvij  ***''*,  den  xiiij'"  dach 
van  Augusti,  geschiede  die  eerste  apprehensie  binnen  den 
Bossche  inder  nacht,  daer  veel  borgers  van  haer  bedde 
worden  gehaelt,  tnsschen  den  Woensdach  en.  Donder- 
dach  snachts.    . 

Int  zelve  iaer,  den  xzi*"**  Augnsti  daer  nae,  qnam  Mi- 
chiel  Bombouts  en.  meer  anderen  eerstmael  te  recht  voor- 
de voors.  commissarissen,  door  heer  Beemt  van  Scham- 
.  berch  voors. ,  als  capiteyn  van  acht  vendel  Duytsche 
knechten. 

In  dit  iaer  en  zyn  binnen  den  Bossche  egeen  nyeuwe 
schepenen  geset,  maer  allen  die  voorgaende  schepenen 
zyn  gecontinueert. ' 

In  dit  iaer,  den  xxx'"  November,  op  «iser  Vrouviren 
dach,  quamen  acht  vendel  Spaengiaerts  binnen  den  Bos* 
sche,  waer  aff  overste  was  don  van  Bracwnont  (4),  en. 

(1)  Schamherch,  bij  Vaü  Hevbn,  Schouwhcrch,  (2)  Gebloet,  ont- 
bloot. (3)  Liiscnhorch ,  Luxemburg.  (4)  Don  van  Bracumont ,  bij 
Yam  HKDftrf,  dl.  II,  bit.  44,  Don  GonsaUs  de  Braccamonte, 


Digitized 


by  Google 


die  Tocxrseyde  Dnytsche  vertrockeo  daer  afF  vuyt  die  stadt. 
Dit  gardesoen  heeft  meester.  Hanrick  Bloyinan,  tot  Hel- 
voirt  wesende  op  syn  Iiuys,  vanden  huyse  gefaaelt,  hém 
binnen  der  stadt  gebracht  en.  hem  wel  gepynicht,  hem 
op  legende  dat  hy  met  den  prinche  van  Orangien  hey* 
mdyck  verstant  faadde  etc.  (1). 

'  Item  opten  zxiig*'"  dacb  der  mandt  van  Martii  a^ 
[1500]  Ixv^  YOOiTs.,  naer  styl  en.  scryven  van  Brabant» 
soe  is  binnen  sHartogenbossche  ter  payen  aff  gelesen 
tgheene  hier  nae  volcht: 

))Men  condicht,  beveelt  en.  ordineert  wel  eernstelyck 
van  wegen  der  conincklycke  maiesteyt,  als  hartoge  van 
Brabant,  eenen  yegelycken,  ende  namelycke  Cornelis  de 
Backer,  rentmeester  van  der  domeynen  der  conincklycke 
maiesteyt,  lacop  Bacxs,  rentmeester  vande  staten  des 
lants  van  Brabant  int  quartier  van  sHartogenbossche, 
voorts  een  yegelycke  particuliere  personen,  van  wat 
state  ofte  conditie  zy  zyn,  eeoige  pachten,  hueringen, 
chynsen  ofte  renthen,  eenige  personen,  ter  sake  vander 
emotien  alhier  geschiet,  gevangen,  ingeboeden,  gedaecht 
zynde  te  compareren  in  personen,  iaerlicxs  schüldich  oft 
eenichsins  ten  achteren  is  oft  sy,  ofte  binnen  twee  ia- 
ren  herwaerts  schüldich  is  ofte  zyn  geweest,  die  zejive 
pachten,  chynsen,  renthen  oft  tachterheden  binnen  acht 
daegen  nade  publicatie  van  desen,  by  goede  specificatie 
over  brengen  in  handen  vande  commissarissen  vander 
conincklycke  maiesteyt  tot  sHartogenbossche  gesonden 
en.  gelogcert  ten  huyse  van  lacob'  Bacx,  rentmeester 
voors,,  wonende  in  die  Verwerstraet ,  op  die  peene  van 
zoe  veele  van  beuren  eygene  goeden  aen  zyne  coninck* 

(1)    DU  gardesoen  enz.  komt  bij  A.  niet  voor. 


Digitized 


by  Google 


—  290  — 

lycke  maiesteyt  te  rerbueren  en.  geboaden  te  worden 
voor  onderhouders  en.  facteurs  der  zelver  personen  en. 
arbitrale  correctie. 

»Item  bevelen  <n.  ordineren  eenen  yqelycken,  die 
gebmyct  ofte  besit,  tsy  in  hneringfae,  pachtingbe»  erff- 
innighe  oft  aodersins,  eeoigbe  goederen,  eenige  gevan- 
gen, ingebooden  ofte  gedaechde  personen,  te  compare- 
ren in  persone,  ofte  den  zei  ven  binnen  twee  iaren  toe* 
behoort  hebbende,  dat  hy  overbrenghe  die  specificatie 
en.  weerde  vande  zelve  goederen  in  handen  Tanden 
commissarissen  voors.  binnen  acht  dagen,  insgelycxs  nae 
die  publicatie  van  desen,  op  die  peene  van  gestraft  te 
worden  naer  arbitrie  en.  exigentie  vander  saecken. 

»Interdiceren  en.  verbieden  die  Toors.  rentmeesters, 
alle  pachters,  huerlingen,  chytis  ofte  rentgelders,  die 
voors.  gevangen,  ingebooden  ofi  in  persoone  gedaechde 
eenighe  pachten,  hueringhen,  chynsen  oft  renthen  te  be- 
talen aen  nyemanden  anders  dan  aen  Comelis  de  Backer 
voors.,  daer  toe  van  zyne  maiesteyt  wegen  gecommitteert 
synde,  op  die  peene  van  die  zelve  betalinge  anderwerf! 
te  doen  en.  daer  en  boven  arbitralyck  gecorrigeert  te 
worden. 

»BeveIende  en.  ordinerende  voorts  een  yq;elyck,  van 
wat  state  ofte  conditie  dat  hy  sy,  die  onder  hen  oft 
door  yemanden  anders  heeft  eeoigbe  haeffelycke  ofte  an» 
dere  befoerlycke  goederen,  wcsende  van  eenige  impor- 
tantien  oft  weerden,  toebehoireode  ofte  binnen  twee  iai- 
ren  herwaerts  toebehoirt  hebbende  eenige  gevanghen,  in- 
gebooden oft  in  persoon  gedaechde  persoenen,  ter  sake 
vande  emotien,  dat  hy  die  zelve  goederen  binnen  acht 
dagen  nae  die  publicatie  van  desen,  overbrengende  in 
handen   vande  commissarissen   voors.,  op  die  peene  van- 


Digitized 


by  Google 


—  291  — 

de  weerde  van  dien  vander  hueren  te  verbneren  en.  ai^ 
bitrale  correctie, 

»Itein  bevelen  en.  ordineren  alle  grieffiers  cAe  secre- 
tarissen eD.  gesworen  clercken ,  '  zoe  deser  stadt  van 
t&Hartogenbossche  als  andere  bancken  ende  gerechten  on- 
der die  meyerje  van  sHartogeDbossche  geleghen,  alle 
ccmtracten  en.  verhandelingen  oft  bekstinghe  van  goe^ 
den,  als  eenighe  gevangene,  innegebooden  ofte  gedaech- 
den  persoonen,  voor  henlieden  respeccive  gedaen  en.  ge- 
passeert  seedert  twee  iaren  herwaeits,  die  zelve  over 
brengen  binnen  acht  dagen  in  handen  vande  conunissa- 
rissen  voofs.,  op  peene  van  arbitrale  correctie 

»Item  dat  alle  coUecteurs  oft  inhaelders  van  beeden 
overbrenghen  snllen  in  handen  vande  voora.  comniissa« 
rissen  hnere  beede  rollen  met  name  ea.  toenamen  vande 
persoonen,  die  die  goeden  toebehoorden»  daer  aff  zj  die 
beede  heflfen  en.  ontfanghende  syn,  en.  dat  binnen  acht^ 
dagen,  op  arbitrale  correctie.^ 

Item  opten  voors.  xxiiij*'^-Martii  soe  synder  met  von- 
nisse  Vande  voorseyde  commissarissen  en.  schepenen  van- 
den Bosch  Iv*''^  borgeren  en.  poirters,  om  de  religie  en. 
verleden  trouUe  wille  'vnyte  landen  van  Brabant  geban- 
nen en.  henne  ^goederen  geconfisqtieert  tot  behoeff  van- 
der conincklycke  maiesteyt.  Noch  zynder  ten  zelven 
daeghe  over  die  veertich  borgeren  ingemaent,  daer  te- 
gens  deerste  diffault  is  versocht,  en.  ten  zelven  daeghen 
is  Michiel  Rombouts  tot  scherper  ezame  gewesen  etc. 
Den  welcken,  die  gebannen  en.  innegemant  worden,  zyn 
dese  by  namen  en.  toenamen,  zoe  hier  naer  volcht;  mits- 
gaders oeck  den  gheenen,  dien  doen  ter  tyt  gevangen 
saten,  die  naemaels  geëxecuteert   worden,  ende  haerdec 


Digitized 


by  Google 


—  292  — 

Sommighe  oeck  los  worden  gelaeten,   mits  die  compste 
vander  coiiinginne  etc. 

Anthonis  HermanszoeQ,  tesmaker. 

Ghysbert  Claeszoen,  iade  Wit  voet. 

loris  lan  Coenen. 

Lambert  Geritszoen,  alias  Scaep  sonder  wol. 

Thomas  Peters,  loetgieter. 

leronimus  Gevers  (1).  . 

Aert  leronimus  van  Keelst. 

hn,  inde  Huggendans,  Colperstraet. 

Floris  lanszoen,  inde  Rol  wagen. 

lan  die  Backer  Kynderen,  inde  Naem  lesus. 

Peter  lanszoen,  alias  Synder  bol. 

Hanrick  lanssoen,  alias  scboelmeester,  snyder. 

Gerit  Pelgrum  (2). 

Herman  Goyaertszoen. 

Hans  van  Colen,  alias  de  Lange,  inde  Kerckstract. 

Dierck  vande  Gorreput. 

lob  van  Achelen  (3). 

lan  van  Waelwyck. 

Christoffel  Rouvogeh 

Matbys  Keyen. 

Reyner  van  Heyn tongeren ,  snyder  (4). 

Hanrick  CoUaerts. 

lan  van  Culenborch. 

Peter  die  Hollander. 

Hanrick  de  Middelaer. 

loris  van  Eyndoven. 

Peter  Lenaerts. 

Heester  Hanrick  Agileus: 

(1)    Deze   naam  komt  bij   A.   niet  voor.      (2)     Gerit,  bij    A.   Peter, 
(3)    loö,  bij  A.  lacob.     (4)     /Icyntonijcron,  bij  A.  Tongeren,  ' 


Digitized 


by  Google 


—  293  — 

Lodewyck  lanssoeu,  schilder  (1). 

lasper  van  Bel. 

lan  BeDthyD,  sangmeester. 

Groen  op  oft  Groen  weert. 

Herman  lanssoen,  glaescrjrver. 

lan  loost  Teyts,  Moyses  génaenit. 

Gerit  van  Sli-yp. 

lan  Pelgrum. 

loris  vander  Heyden. 

Antonis  Claeszoen,  inde  Wit  voet. 

loost  van  Someren. 

Gielis  Vos  Andriessen. 

Aert  MÜchielszoen. 

Aert  Aertszoen,  pellewever. 

Andries  Lenaerts. 

Hanrick  de  Raet. 

lan  Francken,  velblutter. 

Willem  CIool. 

Willem  vanden  Bosch# 

Dierck  metten  tabbaert. 

Laureyns  Thonyssen. 

Aelbert  loosten  Teytssoen< 

lacop,  int  Schaepshooft. 

Laureyns,  int  Seven  gesterre. 

Micliiel  Herman  Rombouts. 

Bartolomens  lanssoon  die  Wolff. 

Peter  Pincxten. 

Eymert  Toelinck. 

lan  die  Leenw. 

Adriaen  Gerit  Haégens. 

Andries  de  Backer. 

(t)    lansoen,  schilder,  bij  A.  ffatisen,  sntfder. 


Digitized 


by  Google 


—  294  — 

Bruyn,  de  smit,  tchter  des  Broeren. 

Hanrick  Ghysselen. 

Gornelis  FiaDcen. 

Gerit  Peterssoen  van  Lier. 

Claes  de  Leeuw. 

Gerit  van  Aernhem. 

lan  van  Achelen.  * 

Steven  van  Colen. 

Meester  Hans,  de  barbier* 

Michiel  Willemssoen,  alias  Schemel. 

Willem  Kemp. 

Rutger  van  Gülenborch. 

Andries  van  Diest,  snyder. 

Evert  Hoose. 

lacop  de  Witt. 

Lambert  vanden  Heesacker. 

Claes  Claes  Rovers. 

Herman  de  Ruyter. 

Willem  Steynszoen,     ••  ^ 

lan  Kuysten  Geritszoen. 

Willeni  Wynen  Cromhals. 

Willem  lan  Gielissoen. 

Dierck  Coenen  van  Thiel,  Cockmuessel  genaemt. 

Christiaen  van  Remunt,  metser. 

Goyaeit  Rovers. 

Coenraert,  omgaende  met  melderye  (1). 

Meester  loost,  die  schilder. 

lan  van  Someren. 

Anthonis,  de  leydécker. 

lan,  de  smit,  byde  schutskoye. 

lan  Praet  lanssoen,  wever. 

(t)    Omgaende  mei  melderye,  bij  A.,  den  mvelder. 


Digitized 


by  Google 


—  296  — 

Marten  van  Venloen. 
Frans,  die  Tallemaecker. 

Hanrick  vanden  Hovel  .  , 

Peter  Bnyssen. 
Wouter  Leyten. 
Amelis  Stevenszoen. 
Adriaen  Thielmans,  alias  Post. 
Affgepubliceert  by  Enstaes  Coppeye  (1). 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ixvijg,  naer  Paes* 
schen,  is  die  hartoginne  van  Parma  (naer  dat  die  voors. 
bartoghe  van  Alba  overgecomen  -wasy  als  voorstaet),  naer 
dat  zy  baer  gouvernement  van  dese  landen  den  voorn, 
bartoghe  van  Alba  geresigneert  badde,  yuyt  dese  Nee- 
derlanden  verto^ben  naer  Parma  toe  opten  x*"  dacb 
van  April. 

Ende  opten  xxx*°  dacb  van  April  daer  nae,  soe  zyn 
die  voors.  acht  vendel  Spaengiaerts  weder  omme  vuyten 
Bossche  vertrocken  naer  -Yrieslant  toe,  alwaer  graeff  Lo- 
dewyck  van  Nassauwen  met  graeff  loost  van  Schouwen- 
borch  met  ettelycke  rujrteren  en.  voetknechten  gecoemen 
waren,  en.  alwaer  die  voors.  Spaengiaerts  worden  ge^ 
slaegen.  Ende  dien  zelven  dacb  quamen  weder  omme 
binnen  den  Bossche  vier  v.endel  Duytscbe  knechten,  die 
tot  Andtweipen  gelegen  badden. 

Inde  zelve  mandt,  naer  tvertreck  vander  voorscreven 
bartoginne  van  Parma,  beeft  den  bartoghe  van  Alba 
door  een  mandaet  vnyt  doen  roepen,  datmen  die  inqui- 
sitie van  Spaengien  aen  nemen  zoude  en.  alzoe  byde 
catholycke  Romsche  religie  blyven  en.  gehoorsaem  syn. 

(1)  Be  lijst  bij  A.  en  B.  berat  wel  deielfde  personen,  maar  in  ver^ 
schillende  orde  gerangschikt. 


Digitized  by 


Google 


-   296  — 

TerstoDt  daer  nae  rechten  den  liartoghe  van  Alba  op 
eenen  nyeuwen  raet  van  twelfi  personen ,  diemen  ooemp- 
den  den  bloetraet,  die  volcomen  macht  hebben  gehadt 
over  dat  leven  der  menschen  het  oordel  der  doot  vuyt 
te  sprecken,  ende  in  veel  steden  stelden  hy  doen  die 
magisU-aten  aff  en.  stelde  nyeuw  in  zyne  plaetse. 

Naer  dien  den  hartoghe  van  Alba  gehoort  hadde,  dat 
sommighe  van  syne  Spaengiaerden  waren  geslaegen  in 
Vrieslant,  als  voor  staet,  soe  heeft  hy  opten  vyffsten 
luny  int  zelve  iaer  de  graven  van  Egmont  ende  die 
grave  van  'Hoorne  doen  onthoeffden. 

Ende  daer  nae,  op  onser  Trouwen  avondt  v66r  Bosse 
kcrmisse  oft  ommeganck  is  duck  dAlba  binnen  den  Bos- 
sche gecomen  met  groote  staet,  alwaer  hy  drie  ofte  vier 
dagen  bleeff,  en.  verlrock  voorts  nae  graeff  Lodewyck 
voors.  toe,  die  omtrent  by  Groninghe  in  Yrieslant  met 
zyn  yolck  lach. 

Opten  xvj*"  luly  anno  voors.  syn  binnen  den  Bossche 
gehangen  vier  borgeren,  genaemt:  Scaepken  sonder  wol, 
scrynwercker,  Anthonis  Hermanszoen,  tesmaker,  ecne  ge- 
noemt  doude  Hoer,  wesende  eenen  sackdragher,  en.  Lau- 
reyns,  int  Sevengesterre,  herbergier. 

Opten  XX*"  luly  daer  nae  synder  noch  voor  het  stadt 
huys  gebracht  en.  gehangen.  loris  Coenen,  wever,  en. 
Michiel  Rombouts  vander  gevangen  poirte  coemende, 
omme  géëxecuteert  te  worden,  soe  zyn  die  iongens  ende 
borgere  geloepen  naer  het  stadthuys,  om  duen  (1)  ende  nae 
by  het  schavot  te  zyn ,  meynende  dat  Michiel  zoude 
onthooft  worden.  Die  Duytsche  knechten  dat  siende, 
dal  die  borgers  en.  iongens  soe  liepen,  hebbense  gestoe- 
ten en.  geslaegen  en.  met  steenen  onder  die  bbrgers  ge- 

(1)    Duen,  thans  in  de  meijerij  doon,  dig(. 


Digitized 


by  Google 


—  297  — 

worpen,  akoe  datter  veel  gequest  worden,  ende  Aert 
Anthoniszoen ,  Terwer,  worden  int  rumoer  doot  gedron- 
gen. Dao*  nae  hebben  zy  Michie]  geleyt  naede  galghe, 
die  op  de  merct  stont ,  en.  hem  daer  nae  gehangen,  die 
volstandich  bleeff  by  zyn  gelove:  daer  nae  zyn  lan  Maes- 
sen  ende  Peter  de  Gruyter  op  het  schavot  onthooft  «nde 
die  lichamen  elck  zyne  bnysvrouwe  thuys  gesonden  en. 
die  hoefTden  buyten  gebracht  en.  op  staken  gestelt.  Naer 
dat  dese  executie  binnen  der  stadt  gedaen  was,  zoe  isser 
een  groot  onweder  van  wynt,  hagel,  donder  en.  blixem 
opgestaen,  dat  noeyt  dyer  gelycken  meer  gesien  en  was. 
Die  buyten  der  stadt  waren  en  wisten  nyet  bet  off  die 
stadt  en  stont  en  branden  in  roode  coelen,  sulcke  serie- 
kelycken  vier  en.  weder  sachmen  over  die  stadt.  Naer 
dat  het  quaet  weder  gecesseert  was,  soe  hebben  die 
vrienden  van  lan  Macssen  en.  Peter  de  Gruyter  voors: 
henne  lichamen  eerlicken  begraven;  maer  die  hooffden 
heeft  die  roey  roeye  Spelleken  buyten  doen  dragen  en. 
doen  stellen  en.  sctten  voor  die  Galge  stratc  op  staken, 
aen  elcke  syde  vander  strate  één. 

Noch  opten  xiiij"  Augusti  daer  nae  soe  synder  noch 
twee  borgeren  binnen  der  stadt  gehangen,  te  weten, 
Ghysbert  Claeszoen,  inde  Wit  voet,  en.  die  knecht  van- 
de  viscoopers. 

Noch  opten  xix''"  Augusti  daer  nae  soe  synder  twéé 
crychsknechten,  die  de  Gnessen  gedient  hadden,  gehan- 
ghen binnen  der  stadt,  die  de  Spaengiaerts  vuyt  Vries- 
lant  gebracht  hadden. 

Daer  nae  opten  xxvig*"  Augusti  int  voors.  iaer,  smor- 
gens  vroech  omtrent  scs  uren,  is  Aeibert  Teyts  (I),  [en] 

(I)     Aelberi  Teyts,  bij  A.,  fan  locsi  Teyts, 

C.  20. 


Digitized 


by  Google 


—  298  — 

Adriaen  Govers  (1)  gehangen  en.  Goeyaert  van  Rullen 
onthooft  en.  hem  daer  nae  onder  syn  armeo  opgescort 
en.  gehangen  binnen  den  Bossche. 

Ten  voors.  daeghe  is  binnen  den  Bossche  ter  payen 
affgelesen,  zoe  hier  nae  volcht: 

»Men  dachvaert  van  wegen  zyne  excellentie  vanden 
hartoge  van  Alba,  marckgrave  van  Coria,  gouverneur 
en.  capiteyn  vande  landen  van  herwaerts  over  etc,  tot- 
ter  kennisse  vander  troublen,  wederspannigen  en.  onge- 
hoorsaeniheden  met  datter  aencleeft,  die  in  dese  Neder- 
landen geschiet  en.  gebuert  zyn,  die  personen  hier  on- 
der gescreven,  fagityff  en.  absent  wesende,  ter  oirsaecke 
van  akulcke  troublen  en.  emotien  en.  het  aenhefien  van 
dien,  omme  te  compareren  voorden  voors.  hartoghe  ofte 
den  geenen,  die  zyne  excellentie  daer  toe  zal  oommitte- 
ren,  om  hen  aldaer  te  comen  purgeren  en.  verandtwor* 
den  en.  outschuldigen  van  henne  verloop  ofte  absentie, 
op  peene  dat,  den  tyt  van  drie  weecken  overstrecken 
zynde,  en.  by  gebrecke  van  haer  comparitie,  men  tegens 
henlieden  zal  procederen,  soe  in  sulcke  saecken  bevon- 
den zal  worden  te  behoiren,  wel  verstaende,  indien  die 
voors.  gedaechden  compareren  en.  hen  purgeren  vanden 
lasten,  diemen  henlieden  sal  willen  op  seggen  ofte  op- 
geseecht  sal  hebbei>,  sal  in  sulcken  gevalle  hantlichtin- 
ghe  van  'alle  henne  goederen,  die  geadmitteert  en.  toe- 
geslagen sullen  wesen,  henlieden  costeloes  verleent  wor- 
den, gelycken  in  sulcke  sake  bevynden  zal  naer  recht 
te  behoren. 

Adriaen,  timmeiman,  inden  Hamer. 

Anna  Marcelis. 

(l)     Covers,  bij  A.,  Gommcrs. 


Digitized 


by  Google 


—  299  — 

Abraham  Peter  Lentertszoeo. 

Asdries  Francken,  spdmaker. 

Anthonis  Fraocken  tot  Ortben. 

Aothonis  Neyts. 

Aert  Thyaaoen  tot  fiktben. 

Anthonis  van  Zeelst,  wever. 

Alexander,  tesmaber. 

Aert  vnnder  Steen. 

Buyser,  weert  inde  Croon. 

Blom  van  Erp. 

Barbara  Buysen. 

Baltasar,  de  schoenlapper. 

Comelis  Geldens,  spelmaker. 

Cristiaen,  beeltsnyder,  inde  Peaselstraet.   - 

Comelis,  het  schoenkpperken  (1). 

Cornelis  van  Thoom. 

Coraelis  ComdlissoeD  van  Beeok. 

Den  valen  Adriaen,  wever. 

Heester  Denys,  sdiermmeester. 

Dierck  den  Bult 

Daniel,  de  metaelair  (1). 

Dierck  Qngael,  een  voorsJieger. 

Dierck  Diercxssoen,  velblutter. 

Dierck  van  Nim wegen. 

Daniel,  de  sackdrager. 

Dierck,  den  ouden  Sf>aengiaert. 

Dierck^  de  leydedier. 

Eygrom  Micbidssoen. 

Fians  Florissoen. 

Frans,  de  córdewaghen^cruyer. 

(1)    Deze  naam  niet  bij  A.,   doch   bij  Van  OrsE^MiovEN  komt  dezelve 
op  bljdi.  148  voor. 


Digitized 


by  Google 


—  300  — 

Gielis  Hanricxssoen  van  Parwis,  snydcr. 

Goyaert,  de  cueldermaker. 

Goeyaert,  de  leydecker. 

Gielis  Cangieter,  loyer. 

Gerit,  genaemt  Lapperken  sonder  leer. 

Gerit  Hoymaker. 

Goyaert,  de  snyder,  inde  gulde  Salin. 

Gerit  Cloot,  de  zoen,  int  Haeswyniken. 

Goeyaert  van  Spoerdonck. 

Ghysbert  van  Nimwegen. 

Goyaert  Strick. 

Ghysbert  den  Dapper. 

Gerit  van  Tulden. 

Ghysbert  die  Bere  (1). 

Goyaert,  de  schoenmaker. 

Hansken  van  Bneren. 

Hanrick,  de  snyder,  inde  Hintamcrstraet. 

Hanrick  van  Tulden. 

Hanrick,  de  soen,  inde  Oiymolen. 

Hanrick  Schoel^inckel ,  sackdrager. 

Hans  van  Heren taels,  wever. 

Huybert,  den  schoenlapper. 

Hanrick  van  Ryn,  snyder. 

Hanrick  Mannekens. 

Hausken  van  Uelvoirt. 

Hanrick  Gabriel,  vleschouwer. 

Hanrick  Lambertssoen  van  Berlicnm. 

Hanrick  Loeckemans. 

lacop  Cloot  loachimszoen. 

lan,  die  soen,  int  Yierstael. 

lan  Strick. 

(l)     fiere,  bij  A.,  Bcyne;  bij  Vas  Oddenhotem,  Boye. 


Digitized 


by  Google 


—  301  — 

lan,  die  coldermaker. 

lan  Hoet. 

lan  Soumans. 

lan  Fredericxs,  cuyper. 

lan  Geerlincxs,  lynewever. 

lan  yan  Goch,  cremer. 

lan  van  Heel,  cordewageu-cruyder. 

loost,  diemen  noemt  quade  Lys. 

lan  Massen,  spelmaker. 

lenneken  Buyssen. 

Meester  lan,  de  hoeflfsmit. 

loorden,  int  Schaepshoot. 

lan,  de  schoenmaker. 

lan  die  Cort. 

lan  Cloot,  spelmaker. 

lacop  Colen,  inde  Pantoflèleo. 

lan  Reynen,  spelmaker. 

lan,  die  leydecker. 

loost,  de  lintwercker. 

lan  van  Achten. 

lan  de  Richterhoorne. 

lan  vnn  Wamel  Huybertssoen. 

lacop  de  Post,  sackdrager. 

lacop  de  Keetelaer. 

lacop  van  Mynen. 

lan  van  Os,  alias  Blocxken. 

Lambert,  de  smit,  achter  de  Tolbrug. 

Laureyns  van  sint  Truyen. 

Laure3rns  lanssoen. 

Lambert  Reyens. 

Marten,  die  scrynwerker,  inde  Fosselstraet. 


Digitized 


by  Google 


—  302  — 

Marten  de  Kuecke,  ionghe  geweest  hebbende  nae- 

der  bant  te  Preckers,  timmermati  (1). 
Matys,  slotmaker,  int  gulde  Slot. 
Fauwels  lanssoen. 
Peter  Matyssoen. 
Peter  IKericxssoen. 
Peter  Ceeris,  cnypcr. 
Peter  Pincxteo. 

Pauwels  van  Cleeff,  sackdrager. 
Peter  Geerlincxs  (2). 
Peter,  op  dOrthen  eyndt. 
Sebert  lansseo,  alias  Muynen. 
Sil  verschoon. 
Thomas  Boes  (3). 
Thys  Peterssoen,  metser. 
Thomas  Mout 
Willem  Remmen,  schilder. 
Wouter  Buelink. 
Willem  Tsvogel. 

Willem  die  Leyter,  alias  de  groote  Meester. 
Qcyn  Wouterken,  lynewcver. 
Wouter,  de  l^decker. 
Willem  den  Doenger. 
Willem,  de  zeeldraeyer. 
Willem  Peterssoen,  alias  Musken. 
Willem  Ploecxken. 

Willem,  de  haerwasser,  met  syn  broeder. 
Den  langen  loost,  timmerman. 
De  lange  Marten,  metser  (2). 
Rut  meester  Diericxs  etc.'' 

(1)    Niet  bij   A.;   timmerman,    bij   Yah   Oudsithovbr,   schrytiwcrkcr, 
(2)    Wiet  bij  A.,  doch  wel  bij  Vis  Oudekbovbh.      (3)    Wiet  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  303  — 

lot  zelve  iaer>  opten  x**"  Martü,  is  büinen  den  Bos- 
sche eenen  potbacker  van  Orthen  gehangen,  en.  eene 
vrouwe,  genaempt  Neel  Symons,  wonende  op  dOrthen 
eynde,  is  ten  zelven  daeghen  oipenbaer  gegeselt,  om 
dat  zy  geseyt  hadde,  dat  zy  soe  goet  was  als  die  har- 
toginne  van  Panna. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ixix*"**,  den  xxvj*" 
April,  werden  binnen  den  Bossche  eenen  Mennenist  ge- 
gebrant  tot  pulver,  eerst  een  gloyende  priem  door  zyn 
tonghe  gesteecken,  op  dat  by  nyet  en  sonde  sprecken. 
Hen  seyde  doen,  dat  lacop  van  Brecht,  schoutet,  van 
desen  man  ontfanghen  hadde  dnysent  daelder,  dat  by 
hem  daer  voor  beloeft  hadde  los  te  laten;  wat  daer  aff 
is,  moegen  zy  weten,  die  daer  meerder  kennisse  afi 
hebben. 

In  dit  iaer  zyn  binnen  den  Bossche  noch  drie  paro- 
chie kercken  geordioeert  vanden  bisschop ,  te  weeten , 
te  Cruysbroederen,  S\  lacops  kerck  en.  S^  Peters  kercke. 

In  dit  iaer  zyn  die  voors.  scepenen  en.  rentmeesters 
vander  stadt  tsamen  gecontinueert. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ixx^'""^,  isser  eenen 
boi|[er  vanden  Bosch»  genaempt  Hoy  Hoyken,  vande 
roey  roede  Spelle  gehangen  buyten  der  stadt  tusschen 
Helvoirt  en.  Yucht. 

In  dit  iaer  heeft  den  hartoghe  van  Alba,  inden  name 
vander  conincklycke  maiesteyt,  opten  xxvij"  lulio,  bin- 
nen Andtwerpen  een  pardon  laten  vuyt  gaen,  welcke 
perdon  binnen  den  Bossche  ter  payen  aff  is  gepubliceert 
opten  x'"  Augusti  daer  nae,  inne  presencie  [van]  Goes- 

(l)    Men  seyde  do^n  enz.  niet  bij  A. 


Digitized  by 


Google 


—  304  — 

sen  Pynappd,  stadthouder ,  meester  Goyaert  Loeflf  co. 
lan  van  Heedel,  scepenen  der  zei  ver  stadt,  twelck  al* 
dus  luyt: 

»Die  gracie  en.  pardon  ons  heeren  des  conincxs,  ge-, 
publiceert  geweest  den  xvj"  deser  iegenwordige  mandt 
lulio  binnen  der  stadt  van  Andtwerpen.  Zyne  excellen- 
tie ordineert,  dat  die  saecken  en.  proclamatien  geinten- 
teert  en.  gedaen,  oft  noch  te  doen  respective  tegens  die 
absenten,  latitanten  ofte  fugityffven,  belast  met  het  stnck 
vander  verleede  trouble  ofte  met  saecken  daer  aff  de- 
penderende,  begrepen  onder  het  voors.  pardon  en.  nyet 
Yuytgesteecken  totten  xvj*"  van  November  lestleden,  da- 
tum van  tzelve  pardon,  sullen  worden  op  gehouden  en. 
gesuspendeert ,  en.  sullen  mogen,  die  belast  zyn,  weder 
omme  comen  eenen  yegelycken  in  zyn  gewoenlycke  resi- 
dentie en.  woenstede,  en.  gebrnycken  ofte  genyeten  tvoors. 
pardon,  voldoende  tgheene  dat  by  onsen  heyligen  vader, 
den  paus,  by  zyne  gracie,  voor  de  reconciliatie  is  be* 
voelen  geweest,  binnen  den  tyde  van  lx'''*'  daghen  (1), 
te  reeckenen  vanden  voors.  xvj"  dach  van  lulio,  en. 
zoe  verre  zy  binnen  den  voors.  tyden  nyet  en  voldoen, 
zoe  salmen  voorts  procederen  totte  Voors.  proclamatie  en. 
andersins  zoe  nae  recht  en.  iusticie  zal  bevonden  wor- 
den, byden  procureur  generael  van  zyne  maiesteyt  met- 
ten secretaris  onderteeckent ,  omme  in  tyden  te  doen  ge- 
dencken  inden  rade,  beneffens  zyne  excellentie,  en.  ge- 
procedeert  (2)  te  worden  als  boven,  en.  daer  aff*  brieven 
sullen  gescreven  worden  aen  allen  die  provinciaèlen  rae- 
den,  hen  overseyndende  copye  van  dese  iegenwordighe 

(1)    lx  daghen,   bij   A  ,  40  daghen.      (2)     Bij  W.,  gcjn-rcht ;  bij  A., 
geprecredecrt. 


Digitized 


by  Google 


—  305  — 

acte,  om  dié  te  publiceren  iode  gewoeolycke  plaetse. 
Gedaen  tot  Andtwerpen,  den  xxvij*"  lulio  a".  xv°  en. 
hx*'*''  voors.  Geieeiunt:  Di£  hartoohe  tam  Alvb,  m. 
onder  siant:  By  ordinantie  van  zyn  excellentie,  ander» 
tekent:  Praet.'' 

In  dit  voors.  iaer  heeft  den  voors.  hartoghe  doen  pu- 
bliceren en.  by  placcaten  vuyt  doen  roepen  oeck  binnen 
der  stadt  vanden  Bossche,  dat  nyemant  zyn  kynderen  in 
Duytslant,  Yranckryck,  Engelant,  Schotlant  en.  in  som- 
mighe  steden  van  Italien  ter  scholen  en  zoude  seynden, 
op  de  verbuerte  van  confiscatie  van  zyne  goederen. 

Opten  V*"  Augusti  int  voors.  iaer  is  duck  dAlve  we- 
der onune  binnen  den  Bossche  gecomen  met  alle  zynen 
staet,  omtrent  vyff  uren  nae  middach,  en.  vertoeghe  naer 
Nimwegen,  om  die  princesse  Anna,  dochter  van  keyser 
Maximiliaen  en.  coninginne  van  coqinck  Fhilippus  voors., 
te  haelen. 

Tusschen  den  vij'"  en.  xij'"  Augusti  anno  voors.  zyn- 
der  binnen  den  Bossche  vander  gevangen  poirte  afigela- 
ten  veel  borgeren,  die  lange  tyt  gevanghen  hadden  ge- 
seeten, te  Vlieten,  Willem  Michielszoen,  leronimus  Ge- 
vers (1),  Thomas,  loet  gieter,  lacop  int  Schaepshooft, 
Thomas  Goeyaertssoen  en.  meer  andere. 

Opten  xix"  Augusti  anno  voors.,  omtrent  vyff  tiren 
naede  middach,  is  die  voors.  princesse  en.  coninginne 
binnen  den  Bossche  gecomen  met  twee  cleyne  ioncxskens 
en.  een  cleyn  meysken,  tweicke  waren  der  coninginne 
broederen  en.  sustere,  die  met  haer  over  toegen  naer 
Spaengien,  en.  die  geestelicheyt  haelden  haer  inne  met 
processie  en.  die  magistraten  met  barrende  toortsen  zeer 

(l)    leronimus  Gevers,  uict  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  306  — 

triumphantelycken  eo.  brachteose  alzoe  ia  sint  laos  kerck 
eerst,  daer  zy  voor  tsacraaient  een  voetval  deede,  mit- 
ten  voors.  doek  dAive  en.  meer  anderen  heeren,  en. 
daer  nae  is  zj  gebracht  inde  hnysingbe  yan  Wouter 
Bouwens. 

Ende  opten  xl^  Augusti,  smorgens  omtrent  seven 
uren  9  hoorde  die  voors.  coninginne  misse  in  sint  loris 
cappel,  alwaer  die  heeren  vander  stadt  hem  by  vuech- 
den  en.  schoncken  haer  een  coflferken  met  drie  ofte  vier 
stucken  fyn  lynwaet,  en.  daer  nae  vertoch  zy  vuyter 
stadt 9  al  zoe  dat  zy  tsavonts  noch  was  tot  Breda. 

Opten  xxüg*"  Augusti,  op  sinte  Bartolomeus  avondt, 
quam  binnen  den  Bossche  den  overstoi  heer  en.  mees* 
ter  vander  Duytscher  oorde  vuyt  Prnysen,  met  omtrent 
hondert  wel  gemonteerde  peerden,  die  al  meest  goude 
keetenen  over  haer  schouderen  en.  onder  haer  armen 
hadden  hangende,  en.  daegs  daer  nae  vertooch  hy  we- 
der vuyter  stadt  naerde  coninginne  toe. 

Dit  voors.  iaer  zyn  de  voorgaende  schepenen  en.  rent* 
meesteren  weder  om  gecontinueert. 

In  dit  iaer,  op  sinte  Miclaes  avondt,  bcstont  te -vries- 
Sfen  en.  duerde  tot  Vrouwe  Lichtmissen  dach  toe,  behou- 
delycken  dat  binnen  dyen  tyde  maer  twee  wacke  dae- 
gen  waeren,  en.  op  nyeujaers  avont  vielder  alsulcken 
grooten  snuee  binnen  den  Bossche  alst  in  xv**  iaren 
daer  te  vooren  gedaen  hadde,  ende  van  welcke  voors. 
sneeu  en.  vorste  alsulcken  groeten  water  opten  xj*"  en. 
xij**  February  daer  nae  binnen  den  Bossche  quam,  dat- 
men  met  schuyten  over  die  straten  voere,  dat  noeyt  des 
gelycke  gesien  en  was. 

Ende  opten  vüj"  en.  ix*"  December  anno  voors.  wor- 
den het  huys   van   Loevesteyn   ingenomen   met  omtrent 


Digitized  by 


Google 


~  S07  — 

dartich  borgers  vanden  Bossche,  die  eeriyts  vuyter  stadt 
geweeeken  waren,  om  de  yoors.  trouble,  waer  aff  over- 
ste capiteyn  was  Herman  de  Rnyter  van  sHartegenbo»» 
sclw  voon.  Bnde  opten  xix**^  December  (1)  daer  nae 
worJcul  weder  omme  innegenomen  vande  Spaengiaerden, 
die  vuyten  Bossche  gecoemen  waren  met  groff  geschut 
en.  andere  munitie  van  oorloghe.  Den  voors.  capiteyn 
Ruyter  heeft  hem  zelven  njet  levendich  inde  Spaen- 
giaers  handen  willen  geven,  maer  heeft  hem  zelven  ge- 
weert  soe  lange  hy  staen  conste;  en.  hy  vander  Spaen- 
giaerts  doot  geslaegen  wesende,  hebben  hem  die  Spaen- 
giaers  daer  nae  het  hooft  afgehouden  en.  dat  selve  ge- 
bracht  met  seventhien  gevangen  borgers  binnen  den  Bos- 
sche en.  2yn  hooft  gestelt  op  die  galghe  binnen  den 
Bossche  staende,  alwaert  langhen  tyt  gestaen  heeft:  ende 
thien  die  twelff  daeghen  daer  nae  zyn  die  voors.  gevanr 
gen  peisonen,  die  zeer  armelyck  sagben  door  het  busch 
pulver,  dat  gestroeyt  was  geweest  opt  voors.  huys,  naer 
Andtwerpen  gevoert,  alwaer  die  zelve  omgebracht  wor* 
den,  te  weten,  Michiel  Schamel,  levendich  geraeybraeckt; 
Hanrick  Ghyssden,  Truyffelken,  Lyn  tVogel  wyfis  soen 
etc.  tsamen  gehangen. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ixxj*'''^  heeft  die  har- 
toghe  van  Alve  zeer  neerstich  vervolch  gedaen,  om  te 
willen  hebben  den  thienden  penninck  vande  coopman* 
sc^ppen  en.  den  xx*"  penninck  van  alle  erffelycke  goe- 
deren, soe  dat  hy  alle  coopmanscappen  daer  mede  stille 
heeft  doen  staen. 

In  dit  voors.  iaer,  inde  somer,  isser  eenen  borgher, 
geheyten  Gerit  (anders  inde  wandelinghe  Lapperken  son- 

{t)    lix  December,  bij  A.,  28  December, 


Digitized 


'dby  Google 


-  308  — 

der  leer),  vanden  Bossche  comen  rydende  geweest  met 
eene  clepper,  en.  gecleet  wesende  op  syn  oisters,  binnen 
der  stadt,  en.  op  die  merci  wesende,  heeft  hy  geroepen: 
»f^ive  Ie  guesl^  daer  nae  vande  peert  getreedeo,  in  een 
harberge  opgetrocken  en.  aldaer  goet  schiere  gemaect: 
daer  nae  weder  omme  op  geseeten,  naer  sint  lans  poort 
gereeden  en.  aldaer  stil  staende  midden  peerde»  heeft 
hy  oipenbaerlicken  inde  Spaensche  wacht  geschooten  en, 
tpeert  voorts  spooren  gevende,  is  hy  alzoe  vuyter  stadt 
gereeden:  en.  omtrent  een  boeghe  schutte  veere  vnyter 
stadt  wesende,  is  tpeert  stil  blyven  staen,  sonder  dat 
het  een  voet  vorder  wilde.  Die  Spaengterts  sulcxs  sien- 
de,  syn  mit  geweer  en.  spissen  naegeloepen  en.  hebben 
hem  vande  peert  gestoeten  en.  hem  binnen  der  stadt  ge- 
vanghen gebracht,  en.  zoe  hy  mede  een  vande  vuytge- 
weecken  borgeren  was,  soe  is  hy  sles  (1)  daer  nae  ge- 
excuteert. 

In  dit  iaer  nae  Trouw  Lichtmis  dach  is  ons  den  wyn- 
ter  eerst  aengecomen  en.  duerde  continnelyck  met  vries- 
sen,  datmen  den  x*""  dach  van  Meert  noch  reet  en.  ginck 
met  wagenen  en.  peerden  over  die  Maesse,  Waele,  Linge 
en.  den  Ryn. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  Ixxij,  inde  mandt  van 
lulio,  lach  monsuer  Hanerees  volck  tot  Roesmalen  en. 
Hintam,  die  daer  zeer  veel  qiuiets  deede  met  branden 
en.  pionderen  den  huysman.  Desgelycken  laegen  oeck 
doen  tot  Vucht  elff  duysent  Switssers,  waer  aff  overste 
was  capiteyn  Vitello.  Sommigbe  vande  Switssers  had- 
den in  haer  vendele  een  cruysevicxs;  sommigbe  ons  lieS 

(1)  Sles,  terstond.  Bladz.  296,  regel  l,  hebben  wij  uit  A.  ierstoni 
gexet,  alwaar  in  W.  wik.' sles  stond. 


Digitized 


by  Google 


—  309  — 

Trouwe,  éie  moeder  Godts;  scHnmighe  sinte  Peter,  sint 
lan  en.  meer  andere  santen  en.  santinnen*  Dese  Swits- 
sers  yertoegben  voor  Bommel,  dat  die  Spaeogiaerts  aen 
deen  zyde  hadden  beleghen,  maer  sy  en  richten  daer 
nyet  vayt  en.  yertoeghen  daer  nae  sles  (1)  weder  omme 
naer  Italien,  en.  int  weder  omme  trecken  sterffer  veel, 
alzoe  dat  deen  helft  nyet  weder  om  thuys  en  quam, 
daer  zy  van  daen  waren. 

In  dit  Yoors.  taer,  inde  Oeexstmandt  den  iiij*"  dacfa, 
is  den  prina  van  Orangien  weder  omme  met  een  groote 
heermacht  in  het  lant  gecomen,  die  stadt  van  Remnndt 
ingenomen  met  meer  andere  steden  inne  Brabant,  en. 
van  daer-  nae  Berghen  in  Henegouwen  getoghen,  om 
^aeff  Lodewyck»  zynen  broeder,  te  ontsetten,  die  doen 
daer  binnen  was;  dan  mits  die  moort  van  Parys,  die 
dier  tyt  geschiede,  bracht  dat  alsulcke  veranderinghe 
hier  int  lant,  dat  den  prins  weder  om  door  Mechelen 
passeerde  en.  zyne  heercracht  weder  omme  bracht  aen- 
den  Ryn.  Die  zelve  affgedanct  hebbende,  is  hy  met 
zeer  luttel  volck  vertoeglien  naer  HoUant  toe,  daer  hy 
omboeden  worden. 

In  dit  voors.  iaer  worden  allen  die  schepenen  en.  rent* 
meesteren  gecontinueert. 

In  dit  iaer,  opten  xv*"  September,  is  die  harloghe 
van  Holst  met  xv""  peerden  om  den  Bosch  comen  leg- 
gen en.  hy  daer  binnen,  met  wel  anderbalff  hondert 
wagens  by  haer  hebbende,  die  zeer  veel  quaets  deede 
met  roven,  steelen  en.  pionderen  op  den  hnysmau;  sy 
en  lieten  nyet  leggen  dan  tgheene  daer  zy  nyet  aen  en 
mochten.  Sy  wonnen  eerst  Huesden  en.  pionderden  dat 
oeck  geheel  vuyt. 

(1)    Sies,  terstond. 


Digitized  by 


Google 


—  810  — 

Opten  iij*''  October  dter  nae  iiadden  ontreot  ms  boa- 
dat  peerden  vanden  grave  van  Holst  voick  met  eltelicke 
schutten  en.  Walen,  die  binnen  den  Bossche  kegeD,  voor 
Bommel  geweest,  meynende  dat  te  overvallen ,  naer  en 
hebben  daer  voor  nyet  vuytgericbt ,  dan  die  capiteyn  van- 
de  Walen  met  x  oft  xi)  soldaten  worden  daer  voor  9e- 
scfaoeten ,  en.  soe  toeghen  zy  vreder  omme  van  daer. 

Ende  opten  vij**^  dach  van  October  daer  nae,  soe  syn 
Zf  wel  met  duysent  peerdea  en.  ses  hondert  scotten  voor 
Bommel  gecomen,  maer  en  hebben  daer  mede  nyet  vuyt- 
gericht. 

Opten  ix*"  November  is  die  voors.  hartoghe  van  Holst 
met  zyn  volck  wederomme  vanden  Bossche  vertrocken, 
naer  dyen  hyt  al  omme  wel  thien  mylen  int  lOot  vter> 
dorven,  geplonderc  en.  faeroeft  hadde. 

Opten  XD^*"  laniiary  a^  voors,  is  binnen  den  Bossche 
alsuicken  hoeghe  water  geweest,  datmen  met  schuyten 
over  alle  straten  voer,  vuytgescheyden  die  nllerct  en. 
Bint  lans  kerck,  met  een  deel  vande  Hintamerstraet,  co- 
gelyck  hoeger  dan  het  iaer  daer  te  vooreii. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  occcc  en.  Ixxiij  waren  ten  Bos- 
sche die  voorn,  sccpenen  en.  rentmecsteren  gecootinuecrt. 

Ende  opten  vij*^  dach  van  Novembri  a*.  voors.  quam 
diick  dAlve  weder  binnen  den  Bossche  en.  sanderen 
daegs  ontrent  seven  in^n  vertrock  hy  weder  omme  daer 
vuyt  naer  Bruessel. 

Opten  xiiij*"  November  daer  nae,  soe  is  don  Lowyz 
de  Requisens,  groot  <;ommandeur  van  CastilÜen  etc,  voor 
gouverneur  gesonden  inde  Neederlanden ,  eo.  den  xxij*" 
November  daer  nae  gecomen  binnen  Bruessel.  Nu  des 
hartoghe    van    Alba    meyninge   faelgeerde,   (synen  soon. 


Digitized 


by  Google 


—  311   — 

don  IVedericOy  was  met  sdianden  van  Alckmaer  getroc- 
ken:  den  grave  van  Bossu  had  den  slach  verlooren  op 
de  zee)  het  rumoer  quam  in  Spaengien,  dat  die  causse 
den  harioghe  heel  contrarie  liep,  naer  dyen  hy  de  lan* 
den  met  groote  yreetheyt  en.  tirannye  geregeert  hadde 
en.  oeck  gebracht  hadde  in  groote  armoeden  en.  ver* 
woestinghen:  soe  is  den  zelven  hartoghe  van  Alba  op- 
ten  ij**"  December  anno  voors.  vnyt  Bmessel  gereyst 
naer  Spaengien  toe,  alwaer  hy  anno  1581  is  gestorven. 

Int  iaer  m  ccccc  en.  Ixxiiij*^''^,  inde  mandt  van  April, 
is  binnen  den  Bossche  gepubliceert  van  wegen  der  co« 
nincklycke  maiesteyt  absolnte  gracie  eo.  generael  pardon, 
soe  wel  den  staten,  landen,  steden,  communiteyten  en. 
gemeynten,  als  alle  particnliere  personen;  mitsgaders  oeck 
die  gheenen,  die  vnyt  de  Neederlanden  gebannen  zyn, 
en.  andere,  die  vnyt  saecke  vanden  voorleden  en.  tegen» 
wordighen  tronble,  oproer  en.  commotien  inde  zelve  lan- 
den geschiet,  misbrnyct  en.  geoffenseert  hebben;  van 
welcke  pardon  die  prindpael  articulen  hier  nae  volgen: 

»Doen  te  wecten,  dat  wy  (om  tvoors.  pardcm  des  te 
beeter  teffectueeren  en.  seeckeren  regel  te  geven,  hoe 
dat  die  gheene,  die  de  zelve  gracien  snllen  willen  ge- 
nyeten,  hen  sullen  moeten  vuegen  en.  conduyseren,  elck 
int  zyne)  hebben  by  advyse  van  onse  zeer  lieve  en.  ge- 
trouwe, die  hooffden  en.  luyden  van  onsen  raeden  van 
staten  en.  secreten,  ende  ter  deliberatie  van  onsen  voor- 
genoempde  neve  en.  groot  commandeur  van  Castillien, 
geseyt  en.  verclaert,  seggen  en.  verclaren'by  desen,  dat 
die  gheenen,  die  voor  vluchtich  oft  gebannen  zyo,  en. 
vuyt  crachte  van  tvoors.  pardon  in  dese  landen  weder 


Digitized 


by  Google 


--  312  — 

keercn  sullen,  gehouden  worden  binnen  twee  dagen  nacr 
hcpne  weder  comptste  ben  te  presenteren  en.  verthooncn 
aenden  officier  vander  plaetse  van  faenre  leste  woenstede 
ofte  domicilie,  die  zy  in  onse  voors.  landen  hadden,  ten 
tyden  als  zy  van  daer  vertrocken  zyn,  en.  hen  te  ver- 
claren,  dat  zy  coemen,  om  vander  voors.  gracie  ie  ge* 
genieten  en.  gebruycken,  dwelck  die  vooi-s.  officier  in 
een  register  op  teeckenen  zal,  latende  de  zelve  rustelyck 
en.  vreedelyck  genieten  en.  gebniycken  van  tvoors.  par* 
don,  naer  inhouden  van  dien. 

» Allen  den  gheenen,  die  coemen  sullen  van  steden 
alnoch  rebel  en.  weder  spannich  weseude,  en  sullen  an* 
ders  nyet  moeghen  doen  dan  hen  te  verthoonen  ende 
hen  representeren  ter  plaetsen  daer  den  provincialen  ract 
vertrocken  is,  oft  emmers  inde  naeste  steden  van  onser 
onderdanichcyt,  vander  plaetse  daer  van  zy  vertrocken 
sullen  wesen,  zoe  voors.  is. 

»Ende  op  dat  een  yegelicken  gewaerschouwt  zy  van 
tgheene  des  hy  tzynder  wedercompste  sal  moegen  doen, 
willen  wy,  dat,  ingcvalle  eenighe  van  dien  int  geloeve 
gedwaelt  ofte  yet  gedaen  heeft,  daer  om  zyhen  aender 
heylige  kercken  moeten  versoenen  en.  reconsiHeren,op  dat 
zy  tzelve  te  geringer  (1)  souden  moegen  doen  en.  stel- 
len tot  ruste  van  conscientien,  sullen  hen  moeten  vyn- 
den  byden  bisscop  diocesain,  om  daer  van  absolutie  te 
versuecken ,  ende  indien  aldaer  eenighe  saecke  is ,  die 
den  Boomsche  stoel  gereser veert  soude  moegen  zyn,  sul- 
len die  voors.  bisscoppen  de  zelve  seynden  aciide  gees- 
telycke  ministers,  by  synder  pausselycke  heylicheyt  daer 
toe  geautoriseert ,  latende  de  zelve  middeler  tyt  in  ruste 
en.   vreede,  wel  verstaende  dat  zy  hen  vueghen  en.  rc- 

(l)     Te  gcriiujcr ,  te  gerecdor. 


Digitized 


by  Google 


—  813  — 

gttleren  nae  fiorme  ende  vujrtwysen  van  oaise  voors.  par- 
doene. 

}»I!Dde.  üulien  de  gheeiie,  die  alsoe  weder  gekeert  sol- 
len tythf  mllen  eysschen  tgebrayck  van  haere  goed», 
ak  GatholyckelycLen  geleeft  hebbende,  sullen  zy  daer 
omme  aen  oos  oft  ome  voorn,  neve,  den  groote  com- 
mandenr  van  GaslillieD,  requeste  moeten  presenteren  en. 
doelde  daer  van  Uyckeo,  sullen  hem  de  zelve  goeden 
gerestitneert  worden,  in  conformitgrt  van  onse  voors. 
oepene' brieven  van  gracie  en.  pardonne;  welcke  resti- 
tutie van  goeden  te  verstaen  is  van  onroerende  en.  an- 
dere goeden,  die  in  onse  macht  ende  gebruyck  sullen 
wesea 

» Willende  en.  ordinerende  oeck,  dat  alle  de  gheenen, 
die  begeeren  sullen  te  gebruycken  vander  gracie  ende 
beneficie  Toors.',  gehouden  worden  in  dese  landen  te 
coemen  ende  weder  keeren  binnen  drie  maenden  naerde 
publicatie  yan  onse  voors.  gracie  en.  generael  pardon, 
ènde  dat  voor  alle  delayen  (1)  en.  vuytstel,  op  peene 
van  'daer  van  geëxeludeert  te  blyven. 

.  »Snde  voorts  willen  en.  ordineren  wy,  dat  die  punc- 
ten  en.  articulen  voors.,  tsamentlycken  met  onse  voors. 
gratie  en.  pardon  generael,  gepubliceert  sullen  worden, 
op  dat  nyemant  daer  van  ignorantie  en  pretendere,  en. 
dat  een  yegelyck  hem  daer  nae  vuegen  en.  reguleren 
mach  etc." 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  facxv^'"^  heeft  den 
keyser  aff  gesonden  die  grave  van  Swartseborch,  om 
een  middelaer  te  zyn  en.  te  tracteren  binnen  die  stadt 
van   Breda  den   peys  tusschen  den  coninck   van  Spaen* 

(l)     Dtfni,Miisie\. 

*     C.  31. 


Digitized 


by  Google 


—  314  — 

gien  en.  den  prins  van  Orangien  met  die  aUten  van 
Hollant  en.  Seelant;  maer  soe  die  van  Hollant  en.  See» 
lant  persisterende  wairen  by  haere  rel^ie,  en  heeft  die 
taameB  spreckinge  en.  vergaidbriughe  c^een  pronHyt  ge- 
daen. 

Ib  dit  iaer  syn  die  voors.  «ch^eien  geeootimieert 
Ia  dit   voors.  ifler,  in  December,  ié  binnea  den  Boa- 
sobe  ter  payen  aflf  gepublicecrt,  als  dat  het  iaer,  dat  Ce 
vooren  Paeschdach  plach  aan  te  gaen»  na  nyeawê  iacrs 
dach  aén  gaen  sonde  ^  iwelck  nock  geobservaert  wordt 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccocc  en.  Ixxvj  *'"''',  paevolgende 
den  nyeuwen  styl  van  scryven,  soe  is  binnen  den  Bos- 
sche geboert,  dat  eene  Nicolaes»  zoen  Peters  van  Em- 
pel|  syoen  vader  met  een  byle  beeft  doot  gesli^en; 
daer  nae  zoe  heeft  hy  oeck  zyn  slieffïnoeder,  die  swaer 
van  kynde  giock»  doot  geslacgen  op  bet  bedde»  en.  syn 
moqre  (1)  is  gestorven  van  rouvre. 

Int  voors.  iaer,  opten  v*"  dacb  Meert,  is  dfop.  com* 
mandeur  vande  peste  tot  Braessel  gesteven»  en*  tgoe« 
vemement  vande  landen  wert  byden  coninck  w^der.  ge- 
stelt  in  handen  vanden  raet  van  staten. 

Inde  majodt  van  May,  int  zelve  iaer,  is  ;binnen  den 
Bossche  ter  payen  aff  gepnbliceert  tplaccaet  en.  ordi- 
nantie  «vander  blyde  incoempst  van  Brabant,  en.  ten 
zelven  daege  zyn  allen  die  procureurs  gedestitueart»  ten 
cynde  zy  certificatie  aende  wethouderen  moesten  bren- 
gen, en.  alzoe  bethoonen  dat  zy  van  wèttigbe  bedde 
waren,  en.  alle,  die  behoorlycke  en.  volcomen  certifi- 
catie brochten  daer  nae,  die  wórden  weder  oin  aenge- 
Bomen. 

(1)    F.y  moeye}  A.  en  W.,  meye. 


Digitized 


by  Google 


—  315  — 

Eode  want  ten  zelyen  daegen  drie  procureurs  bevoii*- 

•den  wordeu,  te  weeten,  N.  Bammelroy,  Goyaert  de  Louw 

en.  meester  bn  van  Dieten,   die  egeen  befaoorlycken  ofte 

Toiconen  certïfieatie  en  thooDden,  soe  bleven  die  zelve 

gedestitneert. 

In  dit  iaer  is  tweemael  over  het  geit  opgeset:  eersten, 
den  ottdea  .dobbele  stuver  op  ijz  stuver,  den  enckelen 
stuver  op  een  braspenninck ,  den  halven  op  eenen  hal- 
ven bnispenmnck,  de  seven  stuvers  penningben  op  vijz 
stnver,  den  halve  op  iij  stuvers  iij  oirt,  en.  ald^  bande 
daelders  en.  goude  penninghen  nae  advenant;  daer  nae 
die  dobbele  stuvers  op  fg  stuvers,  die  enckele  op  iz 
stnver,  die  halve  op  een  Manck,  die  seven  stuvers  pen- 
ninghen,  heel  en.  halfi,  nae  advenant;  des  gelycken 
oeck  alle  anderen  silvere  penninghen,  daelders  en.  goude 
penningen  nae  advenant,  allet  naerder  blyckende  byde 
placcaten  daer  aff  zynde  (1). 

In  October  int  zelve  iaer  synder  verscheyden  soldaten 
en.  bèveelhebberen  binnen  den  Bossche  gecoemen  inne 
boeren  cleederen,  mitsgaders  capiteyn  Ooenen,  drossaert 
van  BoochflAraten  zoon,  die  welcke  met  haere  adfaeren* 
ten,  die  zy,  zoe  binnen  der  stadt  als  daer  buyten  noch 
verwachtende  waren,  meynende  die  stadt  te  incorpore- 
ren en.  overvallen,  en.'  allen  die  garnysoenen,  die  daer 
inne  laegen ,  meynden  zy  om  te  brengen  en.  prys  -  te 
maken,  allet  nae  vermelde  seeckere  concept- daer  aff  ge- 
maect,  waer  aff  ick  eertyts  die  copie  gesien  hebbe  (2) ; 
maar  deo  aenslach  is  haer  gemist,  want  die  gardesoenen 
daer  binnen  legghende,  daer  aff  kennisse  cregen  ende 
vonghen  alsoe  opten  xv*'  October  binnen  der  stadt  ach- 

(l)    Dete  geld- CTaluatie  niet  bij  A.     (2)    De  woorden:  waer  aff' em- 
niet  bij  A. 


Digitized 


by  Google 


—  316  — 

tien  soldaten,  die  alsoe  met  boeren  cleederen  iogecomen 
waren:  en.  capiteyn  Goenen,  binnen  wesende,  wert  ver- 
steecken  ende  ont<{uam.  Ende  opten  xvi^*"  October  daer 
nae,  soe  synder  op  die  merct  vander  voors.  gevangheQ 
soldaten  drie  gehangen  en.  cene  levendich  gequartierty 
die  van  Bael  was  van  geboorten,  en.  die  viec  quartierea 
elck  verscheyden  buyten  der  stadt  porten  gehangen  aen 
vier  potenten  (1)  oft  cnicken. 

Daer  nae,  opten  xxiiij*"  October,  synder  noch  drie' van* 
de  voors.  gevangens  binnen  den  Bossche  op  die  merct  ge- 
hangen en.  noch  drie  onthooft  onder  die  galghe. 

Ende  opten  ij'^'*  November  daer  nae  synder  binnen  der 
stadt  onder  die  galghe  op  die  merct  noch  seven  onthooft 
vande  voors.  gevangenen  soldaten.  Alle  dese  voors.  per- 
sonen worden  doen  zeer  beclaecht,  'mits  dyen  zy  egeen 
kennisse  vander  saken  en  hadden,  zoe  zy  bekenden  en. 
beleden  in  haer  vnyterste. 

In  dit  iaer  syn  allen  die  voors.  schepenen  en.  rent- 
meesteren  gecontinueert. 

In  dit  iaer,  inde  voors.  mandt  van  November ,  is  het 
tractaet  vanden  peys  gemaect  en.  gesloten  tusschen  die 
staten  vande  Neederlaaden,  veigaedert  wesende  binnen 
der  stadt  van  Bruessel,  en.  mynen  heere  den  prinche  van 
Orangien,  staten  van  Hollant  en.  Seelant  met  heure  ge- 
associeerde, mitsgaders  aggreatie  en.  confirmatie  ons  hee* 
ren  des  conincxs  daer  op  en.  nae  gevolcht. 

De  wylen  dat  die  staten  vanden  landen  oorloghe  voer- 
den t^ens  die  Spaeniaerden ,  die  Aelst,  Andtwerpen  en. 
andere  steden  geincorporeert,  geplondert,  geroeft  en.  ge- 
brant  hadden,  heeft  den  coninck  van  Hispangien.  als  har- 

(l)     Potenten,  niet  bij  A.,  potencCj  galj. 


Digitized 


by  Google 


—  317  — 

toghe  van  Brabant,  binnen  middelen  tyde  iune  dese  Nee- 
derlanden  gesonden,  als  gouverneur,  don  lohan  van  Ois- 
tenryck,  die  welcke  eencn  tyt  lanck  blyvende  inde  lan- 
den van  Luxemborch  en.  eer  dat  hy  in  Brabant  quaro, 
den  peys  van  Gendt  bevestigende,  wert  daer  op  binnen 
Marche  in  Fainine  een  accoordt  gemaect  tusscben  don  lo- 
han en.  den  staten  voors.,  ende  dat  al  opten  xij**'  Fe- 
broary  anno  m  ccccc  Ixivïj,  weicke  accoordt  wort  in 
forme  van  éen  eewich  edict  (1)  ten  laetsten  binnen  Brues- 
sel  gepnbliceert  opten  xvij*"  en.  binnen  Andtwerpen  op- 
ten  xxvij**  Febmary,  alles  naerder  blyckende  byden  zel- 
ven  accoorde  daer  aff  synde. 

Op  vrelcken  voors.  peys  van  don  lohan  heefi;  die 
prinche  van  Orangien  met  die  staten  van  Hollant  en. 
Zeelant,  ontfangen  hebbende  copie  van  het  voors.  ac- 
coordt en.  eewich  edict, 'geprotesteert  in  scriplis,  vei^ 
moegens  seeckeren  poincten  daer  afi,  wesende  van  dato 
den  xix**  February  anno  voors ,  waer  op  die  staten  we- 
der omme  haer  verandtworde  hebben  gedaen  opten  eer- 
sten Martii  daer  nae:  allet  naerder  blyckende  1^  het 
zelve  protest  en.  verandtworde  daer  aff  zynde. 

hem  opten  vj*"  Febmary  syn  die  Spaengiaerts  voor 
den  Bossche  gecomen  en.  hebben  met  eenen  commissaris 
en.  trompetter  sachternoens  die  stadt  vanden  Bossche  op 
geëyscht,  en.  zyn  dien  avondt  ghysselaers  gestelt,  omme 
met  maelcanderen  te  perlimenteren.  Ende  zoe  dien  zel- 
ven  dach  die  heere  van  Meroden  en.  Hans  de  Greve, 
drossaert  van  Brabant,  binnen  der  stadt  waren  inne  com- 
missie, soe  syn  die  Spaengiaerden  daegs  daer  nae  weder 
omme  voor  die  stadt  gecomen ,  maer  en  hebben  nyet 
vuytgericht.     Ende  zoe  doen  binnen  der  stadt  onder  die 

(I)    Edict,  bij  W,,  gcbotli. 


Digitized  by 


Google 


—  318  — 

Duytsche  knechten  een  grooten  twist  was  en.  wiideu  geli 
hebben,  soe  zyn  die  borgers  mitte  voors.  knechten  eeti- 
drachtelyck  veraccordeert,  te  wetene,  dat  die  kneehtcn 
aender  stadt  haere  betaelinghe  souden  yynden,  van  diie 
maenden  tot  drie  maenden,  en.  dat  zy  binnen  twelff 
maenden  haer  volle  betalinghe  zouden  hebbén,  waér 
mede  zy  doen  te  vreeden  waren.  Ende  wcfrden  doeti 
eendrachtelyck  byde  drie  leeden  geconseateert ,  dat  eeb 
yegelyck  zyn  silverwerck  byde  heeren  opt  atadt  hnys 
moeste  brengen,  om  daer  aff  gek  te  laten  alaen^  ooi 
die  voors.  knechten  daer  mede  te  betaleni  Oeck  wordep 
doen  byde  drie  leeden  geaccordeert  den  x*',  xx**  en. 
hondertsten  penninck  te  geven:  alle  het  wekke  doen  al 
goetwillichlyck  worden  geconsenteert;  ende  sonder  sulexs 
nyet  te  willen  doen,  waere  hei  anders  geschaepen  ge- 
weest, dat  die  Duytsche  kneehten  die  stadt  den  Spaen- 
giaerden  zouden  hebben  gelevert. 

Ende  opten  xij*"  February  daer  nae  zyn  die  voors. 
Spaengiaers  v^der  omme  voor  die  stadt  gecomen  en. 
brachten  brieven  aenden  luytenant  vande  knechten,  mey- 
nende  hen  te  corrumperen;  maer  alsoe  den  eelven  hiyte- 
nant  vrom  was,  soe  en  heeft  hy  hem  nyet  laten  verley- 
den  door  schoone  worden  vande  Spaengiaerts,  soe  dat 
zy  oeck  wederom  zyn  getoegen  sonder  yet  wt  teriokten, 
dat  hacr  genouch  verdroot.  Dese  voors.  luytenant  sterft 
binnen  der  stadt  en.  leyt  in  sint  lans  kerck  begraven, 
en.  boven  zyn  sepultuer  hangt  een  schoone  memorie  taef- 
fel.  Desc  luytenant  heeft  die  stadt  eenen  schoonen  dienst 
gedaen,  anders  waer  die  stadt  over  lange  al  geplondert« 
geweest  vande  Spaengiaerden. 

Ende  op  May  dach  daer  nae,  int  zelve  iaer,  soe  is 
don   lohan   binnen   Bruessel    ingecomen,  alwaer  hy   met 


Digitized 


byGóogle 


—  ai9  — 

groote  GO^telicheyt,  triumphe  eo.  blyschop  ootfangbea 
wort,  aoe  vnel  rande  heeren  ah  van  liet  ^emeyu  volck, 
en.  het  fouverneineot  vajode  landen  aenveert  oplen  üy''" 
daish  dar  jelF^  mafidt^  den  eedt'  doende,  want  doen 
hf  vuyt.llechelen  trock»  inne.  legenwordtch^t  van  veel 
hneren^  die.lMm  als  gcmyernettr  eere  aen  deeden,  tooch 
Baar  NanMit  cd.  heeft,  aii4er  tdesd  vander  iacht  te  ry- 
den,  vumtsahe.liryae  int  v.oorby  gaen  tcastcel  tot  Namen 
iogeDomen.  «ptea  xxüg'*''  Iiily  int  voors.  iaer. 

kem.  opico.  Jtxj*"  AuguBti  daer  n^ie,  alsoe  die  staten 
vanden  hoiden  aeec.  bedttohtende  waren  voor  die  Ouyt- 
sche  knechten,  die  binnen  den  Bossche  laegra,  is  die 
cofonel  isflelaicya  vande  grate  van  Uohenlohe  eerst  voor- 
dr  «stadt  vttadea  Bossche  gecoei|fBn  met  een  regiment 
voelLoechlen  vaft  twelff  vendel,  waer  by  hen  vuechden 
ved  viqrtgeweockenen  vanden  Bossche,  cnde  daer  nae 
tpam  daer  oeck  voor  de  voors.  grave  van  Hohealoe 
aelfi  met. veel.  vxi]czs>  alsoe  datse  tsamen  int  getal  wa- 
ren omtrent  dosdslff  duyaent,.  spe  te  voet  als  te  peerde. 

.Ende  doem  nu  die  JDuytscbe  knechten  binnen  der  stadt 
vernomen  hadden^; dat. die  voors.  grave  met  veel  volckx 
biiyien  en;  em  der  stadt  was  geoomen,  soe  bolwerckten 
tf  die  poorten  van  binnen,  toe;  en.  doen  zy  toe  gebol- 
werckt  waren,  deeden  die  van  buyten,  omtrent  elff  uren 
iader  nusht,  eenen  loessen  allerm  slaen,  waer  tegens  die 
Duytacbe  knechten  elden  nacht  over  eyndt  waren. 

Opten  zzix"*  Aii^sti  daer  nae  hadden  die  van  bnyteii 
met  soBMnighe  bo^gers  van  binnen  een  verbont  met  een 
gemaad.  Beoht  op  de  middach,  de  clockslach  van  tweUT 
uren»  dan  «ouden  die  vanden  Tnchterendyck  en.  op  tHin- 
tamereyode  hbn  opgemaect  hebben,  cm  een  poirte  op  te 
crjgen,  daer  die  van  buyten  op  lagen  en;  wachten;  maer 


Digitized 


by  Google 


—  320  — 

zoe  die  Dnyteohe  knechteD  den  aenslach  Xt  vooren  wis* 
ten,  soe  deeden  tf  binnen  der  etadt  Cisschen  eiff  en; 
twelff  turen,  door  die  eudt  inde  acraten  Tcel  sfecrcke  tqih 
den  en.  qoamen  maelcandeien  t^gene  ekke  earacl  weder 
t^gens»  alzoe  dat  die  gheene,  die  binnen  der  stadt  opten 
Vuditeren  dyck  wasen,  njet  myt  en  eontten  fericblen; 
en.  die  van  tffintamereynde  opde  voon.  ebcUack  vvjt* 
cixnende  met  baer  geweer ,  en.  siende  dat  die  fingnsohe 
knechten  zoe  sterek  gewapent  tegens  hen  quamen^  vp^ 
der  'doen  vier  borgers  doot  geiiaegen  vande  Dnytsdhe 
knechten  en.  reel  gequeat,  wdcke  nacaie  vaonde  geUe* 
ven  dooden  my  onbekent  tjfn. 

Die  bevedhehberen  en*  Doytscbe  aoldaln  binnen  der 
stadt  leggende,  consi^psrende»  dat  die  grav«  vaa"H&- 
henk)e  metten  synen  haer  gheern  Tvytcr  stadt  hadden 
gdiadt  sonder  geit  te  geven,  ende  sy  bednchtende  aear 
voor  den  borgeren  van  binnen,  dat  sy  den  voeia  gtave 
daer  toe  mochten  assisteren,  hebben  zy  een  van  haeren 
vendragers  en.  soryvers  inder  nacht  afl^esondtn  int-hejM 
melick  naer  don  Mian  toe  tot  Namen,  .hem  pvesente» 
rende  haeren  dienst  en.  hem  van  het  belcch  TandeB 
Bosch  geoipenbaert:  wdcken  don  lohan  de»  voorsL  ven» 
drager  en.  scryver  goet  contentement  gaff,  belovende 
hen  te  betalen  en.  te  ontsetten  zeer  oortelick«n« 

Sles  hier  naer  hebben  die  voors.  soldaten  binneD  der 
stadt  gaen  graven  rontsomme  die  merd  op  met  graAen 
omtrent  thien  voet  wyt  en.  dat  zy  <^  en.  vvytgBoeven, 
hebben  daer  aff  binnen  die  merct  gemaect  een  beiat 
weeringhe  van  omtrent  vyff  voeten  hoeghe  en.  zoe  dscke, 
en.  allen  die  keyen  vanden  straten  daer  bnyten>ingeiet 
en.  gemeest,  en.  die  zelve  borst  weringhe  beleyt  ea  be* 
set   vol   haeckbusschen    vande  collegieD ,   ambachten   eo. 


Digitized 


by  Google 


—  321  — 

ghilden^  net  wioken  (1)  wel  gebeden  wesende,  latende 
o^rer  all'  aen  beyden  syden  vande  straten  maer  zoe  Teel 
spaden^  dat  daer  twee  menschen  juyst  beneren  een 
moeliltn  gaan ,  twelck  vjr  oeck  in  alle  principale  straten 
oeeden* 

Bie  Toors*  brngCMD  en.  iMnegooetepen  vander  stadt 
siiIqxs  siende,  mtaiam  wel»  dat  die  soldaten  met  hen 
nyet  goets  Toor  Jiaaden  enr  hadden,  en.  aoe  den  veen. 
aeaslach  gemiat  was,  en  wam  nyet  wel  te  viedeo.  Sn« 
die  Toors.  soldaten  sieode  daiter  gbeen  goet  himiea  der 
stadt  en  cpmn,  kehben  opten  zxx^  Augnsti  daer  nae 
binnen  der  stadt  alle  den  terwe  en.  rogghes  gacn  soee» 
ken  es.  gehaek,  soa  eerst  tetten  Usscop,  daer  nae  in- 
den. H.  Geest  en.  Tooita  o^er  al  in  die  borgets  buyaen 
ea.  allen  fact  arire  gedisiribueert  tot  henne  btboere; 
dan  door*  dit  versuecb  van  cooren  was  meer  te  presu* 
meroii  on  die  boq(ers  fanjraen  te  verspieden  daa  om 
toooren. 

Na  dieborgers  en.  ionegesetenen ,  die  de  soldaten 
bionee  der  atadt  njet  en  waien  toegedaan,  waren  inne 
gsoote  Tieese  ea.  Taere  (2),  ny^  wetende  boet  met  haer 
noch  aff  sonde  loepen,  soe  den  voors*  aeaslach  gemist 
WM  en.  dat  die  borgers  met  een  nyet  eendrachtelyók  en 
waren.  IKe  voors.  soldaten .  Innnen  der  stadt. siende.  be* 
qoamen  tyt,  hebben  bet  Stnergewalt  (S)  te^nde  de 
mtfct,  omtrent  die  gevangen  poorte,  ter  Hintamerstraet 
waert  ingeset,  wel  gelaeden  wesende  met  stocken  van 
koetenen  en.  andere  ysserwerck. 

(1)  .tij  F.,  wükên,  evwten;  b^  A.  en  W.,  mieken.  (2)  FaerÊ,  ver- 
vaardheid,  ichrik.  (3)  Eene  beflchriJTiDg  Tan  dit  groote  ijxeren  kanon 
komt  voor  in  de  Bijdragen  over  Xoord-Braband ,  dl.  I,  bladi.  373  en 
vprv.,  en  dl.  Il,  bladz.  97  en  \erv. 


Digitized  by 


Google 


—  322  — 

Ende  opten  ix*"  September  daer  nae,  smorgens  om- 
treot  vier  uren»  hebben  die  soldaten  allen  te  samen  op 
en.  in  baer  geweer  geweest»  haera.eappiteynen  en«  prin- 
cipale beveelhebberen  nemende  en.  hen  seltende  gevan- 
gen  op  die  marckt,  met  goede  wachte  by  baer»  die 
nerckt  met.  geschut  en.  soldaten  wel  beaet»  oeck  deiBge- 
Ijcken  aen  «lle  poirten  eo.  priacipade.  straten  en.  hoeak- 
leqrsen  met  wachten,  die  baer- geweer  tersUmt  veelde  (1) 
als  eeoen  borgfaer  vuyt  zyaen  hujrae  wiUe  gaen«  en.  haer 
alsoQ  binnen  der  doeien  hieldai*  Snde  haerder  omtrent 
twee  hondert  tsamen  Tersamelende,  met  gdaden  roers, 
brandende  losten,  blaacke  swaerden,  met  een  wagen  met 
stroo  en.  brandende  toortsen,  syn  tsaemen  eerst  gestrec- 
ken  vande  merot  aff  tot  die  rentmeester  Bacxs  huysinge 
inde  Possektraet,  die  doore  oft  poirte  randea  hnyse  met 
gewek  opgeloepen  en.  daer  tgeweer  vuyt  den.  buysse  ge* 
haelt  met  noch  meer  anderen  dingen  genomen,  die  sy 
noch  weder  om  te  brengen  hebben:  en.  doen  zyn  zy-al- 
soe  Voorts  gegaen  in  alle  hnysen  en.  straten,  daer  zy 
suspioie  op  hadden,  die  baer  nyet  en  waren  toegedaen, 
zoe  wel  rycke  als  armen  (maer  nyet  inde  geestelycke 
hnyssen,  noch  tot  den  geeneir,  die  haer  toe  gedaen  wa- 
ren) doende  aldaer  groote  Ibrtse  en.,  gewelt,  stoetende, 
slaende  en.  metten  borgers  levende  off  syse  terstont  om- 
den  hals  hadden  willen  brengen;  comende  inde  oude 
Scntters  boomgaert  oft  Doelen,  die  boogben,  pylcoeckers 
en.  pylen  boyteb  shuys  op  stmte  om  stucken  werpende 
en.  slaende,  die  vendelen  daer  viiyt  nemende  en.  die  op 
die  vesten  gestelt  ter  stadwaerts  vuyt,  om  dat  die  bny- 
ten  lagen,  zulcxs  mochten  sien  en.  mereken  wat  teecken 
dat  was.    Inne  weicke  fortse  en.  gewelt  doot  zyn  geslae- 

(l)     Veelde,  velden,  legden  aan. 


Digitized 


by  Google 


—  323  — 

gen  dWe  borgers  en.  wel  over  de  drie  hondert  gequest, 
en.  die  van  buyten  en  hebben  bümen  dien  dach  Unoen 
deF.stadt  egeen  roeck  op  aien  gaen,  meynende  dat:  allen 
die  borger»')  die' baer  loegedaen  waren,  al  om  hak  en. 
vermoort  waren. 

OpteÉ  X**  September  hebben  die  soldaten  bJoneo  der 
stadt  brieven  gecregen  van  don  lohao,  inde  wdckeistont, 
dat  hyse  cMtsloech  Tanden  eedt  en.  dat  zy  die  staten 
Tande»  landen  soaden  obedierai.  Dan  dese  brieven  wa* 
ren '  geiabriceert  en.  gemaeèt  byden  grave  van  Hoehatt*- 
loe  met  eynen  reet,  aoemen  doen  'seyde:  waJit  does  die 
briet<en  binnen  dec  stadt  geoipent  worden ,  wareB..4Mr 
somioi^be,  die  goet  ront  vuyt  seyden,  dat  hetdonio» 
hans  bant  nyet  en  was;  maer  soe  die  van  een.Bbytsohe 
soldaet  daer  binnen  waren  gebracht ,  gaven  die  soldaten 
hen  geloeff.' 

Noch  hdl>ben  die  soldaten  binnen  der  stadt  andere 
brieven  geeregen  ten  zelven  dagen  vanden  generaele  stap- 
ten, die  weleke  nthielden,  dat  zy  raitten  '  staten  zonde 
handelen  aengaende  haer  betalinge. 

Opten  xj~  September  hadden  die  soldaten  binnen  der 
stadt,  door  inblasers  van  twistmakers,  noch  een  meerder 
en.  qnader  actie  voor  banden  gehadt,  meende  weder 
omme  inde  borgers  hnysen  te  comen,  haer  terstont  op 
syn  Andtwerpens  «ff  te  vorderen  haer  geit,  silverwerok,  • 
foudt  en.  deyniddien,  en.  soe  zy  die  nyet  terstont  en 
wilde  overgeven»  die  zonde  zy  tleven  benomen  hebben, 
en.  alzoe  met  den  roeff  op  eene  nacht  vnyt  der- stadt 
te  trecken;  dan  snlcxs  worden  belet  van  sommighe  per- 
sonen, soemen  ons  doen  binnen  der  stadt  wys  maeok* 
ten. 

Opten  xij*""  September   synder  commissarissen  binnen 


Digitized  by 


Google 


—  324  — 

der  sudt  geordineert,  omme  met  Scampaiigne  (1),  die 
buyten  bjde  grave  van  Hohenloe  was  gecomen,  te  par- 
lementereoy  en.  doen  zy  goocdioeert  waren,  en  wonden 
die  soldaten  snlcxs  binnen  der  stadt  ayet  hebben. 

Ende  opten  xig*"*  September  zyn  die  voorscreven  ge- 
oidiiieerde  commissariasen  vtijtgegaen,  te  weten,  lan  van- 
der Stegen,  Willem  Monnicis  en.  Loeckemans,  penaio* 
naris,  met  twee  Dnytsche  beveeib^bers,  omme  te  trac* 
teren;. en.  xy  bnyten  coemeode,  cn^en  yoor  andtwocMrde, 
dat  qr  met  baer  nyet  te  doen  exk  luidden,  dan  alleen 
mette  knechten  en.  soldaten,  die  daer  binnen  lagen,  syn 
sy.met  alsulcke  andtworde  weder  omme  naede  stadt  ge- 
keert,  en.  binnen  comende,  die  overste  vander  gardesoe- 
nen, sukis  aengeseecht,  en.  zy  sqIcxb  verstaen  hebbende, 
zyn  ten  selven  daegen  vuyler  stadt  gecomen  capite}^ 
Engelbert  met  noch  vyff  andere  beveelhebberen,  en.  daer 
zynder  weder  tan  wag^  Scampangie  en.  die  voorscre- 
ven gsave  van  Hohenloe  binnen  der  stadt  gecomen  se- 
ven  oAe  acht  ghysselaers,  waer  aff  den  voors.  cappiteyn 
Coenen  oeck  een  was. 

Opten  XV**  September  ^der  weder  omme  ghysselaers 
tegens  een  vuyt  en.  in  geooemeo,  en.  die  zelve  nyet 
soheydende  off  zy  en  hadden  accoordt  tsamen  gemaect 
en.  baer  etsselycke  dnysenden  gèaocordeert ,  die  baer 
bojrten  der  stadt  gegeven  zoude  worden,  daer  voor  haer 
sufficiënte  gysselaers  yroTd€xi  gestek,*  dien  zy  mede  na« 
men,  ende  zyn  zy  alsiw  opteri  xzj**  Septemfari  daer  nae 
met  alle  henne  geweer  en.  bagagie,  naer  dyen  zy  den 
hcHigeren  haer  geweer  daer  te  vooren  eerst  weder  omme 
moesten  restitueren,  vnyter  stadt  vertoeghen ;  en.  die 
voors.   soldaten   vuyter   stadt  zynde,  is  die  grave  van 

(1]    ScampagnCj  bij  Vax  HEruN^  Il  dl.,  blads.  104,  Champagnie. 


Digitized 


by  Google 


—  325  — 

Hofaenloe  met  scanmige  heeres  en.  cappiteynen  binnen 
der  stadt  gecomen,  dan  den  borgers  en  wouden  daer 
gheen  vreempde.  soldaten  binnen  hebben. 

Item  waren  scepenen  binnen  den  Bosdi  geset  dit  voors. 
iaer:  meeftter  Zeger  Adnaenasoen,  meesier  Goyart  Loeff, 
leroimnus  Wynanls,  lansen  Tan  Heede!,  ioost  van  Axkh 
wen,  Marthen  Gerilsaoen,  hy  sterff:  in  zyn  plaetae/meeap' 
ter  lacop  vander  Caminen,  Willem  Monicxs,  lan  vander 
Sc^ea  lan^Boen»  Aert  van  Breugd;  ende  dese  seepen* 
stoel  is  geordiseert  vande  oude  voorgaende  scepenen, 
mits  dyen  datse  die  vanden  bove  binnen  die  octave  van 
Bamis  nyet  geset  en  badde,  volgende  tprevilegium. 

JDie. staten  vanden  landen  roepen  tot  bender  aasisteiH 
cie  v&ynen  beero  dm  prinche  van  Qraiigien,  die  in  Hol«» 
lant  YfaSf  en.  bidden  ben,  dat  by  by  baerlieden  wilde 
comen,  gelyck  by  gedaca  beeft,  om  des  vadarknts  wiSe, 
en.  teil  laetst^i  nae  zyn  lange  absentie  in  Brabant  we» 
derkerende,  soe  is  hy  binnen  Andtwerpen  gecömcn  op* 
ten  xviij*"  September  met  groote  Uyseap  van  alle»  den 
volcken,  ende  opten  ix***  September  daer  nae  wert  hy 
gouverneur  van  Brabant  gecoien  binnen  Bruessei. 

Opten  x***  November  daer  nae  int  voors.  iaer  is  ver« 
schenen  een  groote  eomeet  inde  Neederhmden  met  een 
langbe  strale^  opgaende  omtrent  ses  uren  tsavonts»  en. 
scheen  tot  tbi^  uren  toe»  ende  heeft  geduert  tot  inde 
Keish^lige  daeghen  toe. 

IMe  prmcipaelste  heeren  en.  staten  vande  Neederlan- 
den»  siende  dat  don  loban  baere  viant  geworden  was 
en.  t^ens  baer  wilde  oorloghe  aennenen,  noeh  verfao* 
pen  beM)ende  opten  eoninck  van  Spaengien,  o£f  zy  hem 
noch  eens  mochten  vermurwen  met  yemant  van  zynen 
bloede  te  onbieden,   omme  die  gouvernenr  generael   te 


Digitized 


by  Google 


—  326  — 

maken  inne  den  Neerlanden,  hebben  zy  alsoe  die  faeere 
van  Malstede  gesonden  aen  den  doorlochtighen  aertsher- 
toghe  Mathias  van  Oisteoryck,  een  soene  van  keyser 
Maximiliaen,  hem  biddende,  dat  hy  sonde  ivillen  her- 
waerts  over  coemen;  maer  soe  den  zelven  aertshartoghe 
mercte,  dat  den  keyser  Rodolphns,  zynen  broeder,  vree- 
sende  den  coniock  ran  Spaengien  te  mishagen,  daer  inne 
nyet  consenteren  en  zoude,  soe  is  hy  heymeljcke  van 
daer  gescheyden,  nyemant  by  hem  hebbende  dan  tja 
opperste  camerlinck ,  en.  is  binnen  Andtwerpen  gecomen 
opten  z§*^  November  anno  voors. 

Opten  vij'"  December  daer  nae  is  don  lohan  met  alle 
zyne  aenhangers  vianden  vanden  coninck  en.  van  cyne 
landen'  verolaert  en  sulcocs  myt  geroepen  in  alle -steden, 
gtlyek  snlcits  blyct  byde  placdaten  noch  daer  aff  zynde. 

Opten  x^  December  daer  nae  hebben  die  generale 
staten,  binnen  Bmessel  wesende,  een  unie  en.  vérbont 
met  maelcamleren  gemaect,  allet  naerder  blyckende  by- 
db  zelve  unie  daer  aff  wesende. 

Daer  mte  opten  xvij*^  December  hebben  die  prelaten 
van  sinte  Geertruyt  en.  Marolies,  de  hartoghe  van  Aer- 
schot  en.  de  baroen  van  Fresin  byde  staten  gedepirteert 
gecomen,  presoitcvende  den  doorinchtigen  aertsbarloghe 
Mathias  tgottvemement  vande  landen  op  seeokeren  con* 
dilien  en.  artknlen,  die  hy  aen  veerden  ea  ondeHeeckent 
heeft,  ende  opten  xviij*^  lanuary  arino  m  ccocoen.  Ixxviij 
synen  intreye  binnen  Bruessel  gedaen,  waer  aff  hy  op- 
ten XX**  lanuary  daer  nae  b^oorlycken  eedt  solemne- 
lycken  heeft  gedaen,  met  groote  magnificentie  gouver^ 
neur  vande  Neederknden  gestelt  wordt,  ende  dfie  prin- 
ofae  van  OraMgien  werdt  gecoren  tot  zynen  stadthoudere, 
die  weloke  oeck  doen  mede  cedt  deede. 


Digitized 


by  Google 


—  327  — 

Opten  iviij'''  laauary  a*"  [1500]  Ixxvig  soe  -zyn  die 
schutters  vanden  óaddn  voetboege  Tiiyter  stadt  getoe- 
ghen  met  een  halfi  vendel  eo.  zyn  getogen  voor  het 
hnys  tot  Heel,  dat  belejrt  mette  compangnie  van  sinte 
Michiels  giUe^  die  int  voorloeden  iaer  hionen  der  stadt 
vrMren  aengencnneD,  die  daer  eerst  voor  laeghen:  van 
vrekke  oude  sohutten  dier  tyt  honderste  man  was  Lie. 
ven  lanszoen,  en.  zj  ayn  weder  omme  van  daer  verttoo* 
ken  sBianendaohs  tsavonls. 

Opten  v**  Fehruary  daer  nae  syn  een  partye  vanden 
schutters  vanden  handtbooghe»  een  partye  vanden  voors. 
oude  schutters,  met  een  partye  van  sinie  Michiek  gilde 
voors.,  op  het  hnys  tot  Heedel  gecoemen  mitte  heere 
van  Cloetingen  en.  heer  lacop  van  Brecht,  scboutet  van- 
dctt  Bossche,  weldie  twee  personen  nae  voor  suspect 
wcMrden  gehouden,  en.  haer  en  worden  tvoors.  fauys  nyet 
todaèlrouwt  ^ 

Int  eerst  vanden  vasten  int  aelve  iaer  hebben  die  van* 
den  Bossche  tusscfaen  die  Heeckd  vanden  Gfuyabroede- 
ren  en.  die  Papenhuk  twee  blochuysen  oft  rondelen  van 
eerde  doen  maken  en.  met  groote  graften  om  doen  gra« 
ven. 

Inde  mandt  May  ini  selve  iaer  hebben  allen  die  gees* 
triycke  persmien  binnen  den  Bossche  eedt  gedaan,  omme 
met  deu  borgeren  te  vechten,  te  leven  en.  te  sterven, 
eiL  maelcanderen  gebouw  en.  getrouw  te  zyn. 

Opten  viij*'  dach  der  mandt  van,Ianius  int  selve  iaer 
is  de  grave  van  Bossu  binnen  den  Bosacdie  gecomen,  als 
veitheer  vande  staten  (1). 

Ende  opten  xv*"  lonius  daer  nae  is  die  grave  van 
Swartsenborch  binnen  den    Bossche   gecomen,   met   een 

(t)    Dit  komt  niet  voor  bij  A.    Vergelijk  Van  HcrKü,  dl.  TT,  bh.  t08. 


Digitized 


by  Google 


—  328  — 

groote  staet  van  peerden,  en.  twee  daegen  daer  nae  heeft 
die  selve  grave  een  groote  menichte  van  peerden  en. 
voetknechten  inde  meyei^e  vanden  Bossche  gebracht. 

Opten  xvj*"  lunins  quam  monsieor  Haevree  (1)  binnen 
der  stadt  vanden  Bossche. 

Opten  xxvij**  lonio  (2)  is  binnen  der  atadt  ter  payen 
aff  gepubliceert  die  ordioantie  vande  vi^ebten,  gemaeot 
byde  stadt,*  in  haere  drie  leden,  en.  die  vyfUen  cappi- 
teynen  eendrachtelyck  gesloeten  en.  geresolveert  tot  ver- 
seeckemisse  vande  innegeseetenen  der  selver  stadt. 

Inde  mandt  van  lulio  daer  nae  is  hartoch  Casimiras 
met  veel  peerden  en.  voetvolck  inde  meyerye  vanden 
Bossche  gecomen. 

Opten  xxix"''  Augusti  hebben  die  generaele  staten  een 
aca)ordt  gemaect  metten  bartoghe  van'Anjouw,  den  e(v- 
niock  van  Yranckrycxs  broeder,  en.  is  met  hem  aldus 
gehandelt,  dat  den  hartogbe  van  Adjouw  hem  verbynt 
op  te  brengen  thien  dnyseot  voetknechten  en.  tvree  duy* 
sent  peerden,  betaeit  en.  gegageert  tot  zynen  oosten,  voor 
den  tvt  van  drie  maeoden,  eo.  die  zelve  drie  maenden 
ten  eynde  zynde,  indyen  dan  doorloge  noch  nyet  ten 
eynde  en  waer,  dat  hy  zyn  bystant  zoude  vervolgen 
met  tgetal  van  drie  duyseot  voetknechten  en.  vyftien 
hondeit  peerden,  ende  dat  hy  hem  zal  viant  verclaren 
van  don  lohan  en.  zyne  aenhangers,  veaer  vooren  dat 
die  staten  hem  den  tytel  geven  van  beschermheer  van* 
den  vader  lande,  eq.  beloven  hem  daer  en  boven,  dat 
zy  hem  sullen  voor  alle  andere  prefererra,  soe  verre  als 
zy  zoude  bedwongen  wesen  te  veranderen  van  prinche 
en.   heeren,  hem  voorts   gevende   het    hartochdom   van 

(1]  Monsienf  Ilocvrei;  bij  A.,  mtiaicr  Oaurcch;  bij  F.,  monsieur  Hauré. 
(2)    xxvij     Jttnin;  bij  A.,  xvij  /v/ao. 


Digitized 


by  Google 


—  829  — 

Ditsenborch  en«  het  graei&chap  van  Boargongien,  en. 
voor  vertreck  Tan  zyn  volck  en.  verseeckerheyt  die  ste- 
den YBJk  Landrecy,  Bayays  en.  meer  andere  articulen  int 
aecoordt  begrepen  en.  ynytgeroepen  binnen  Andtwerpen 
en.  binnen  den  Bossche  opten  voors.  xxix^  Augnsti. 

Opten  vij*"  September  int  zelve  iaer»  nae  dat  die  van- 
de  gerdbrmeerde  religie  langhe  ^t  binnen  der  stadt  inne 
hoysen  gepredict  hadden,  hebben  zy  met  cloecheyt  sinte 
Peters  cappelle  op  het  Orthen  ejnde  inne  genoemen  ende 
aldaer  geprect  met  meer  andere  dienste  gedaen. 

Snde  opten  vig^  September*  daer  nae  hebben  die  van* 
de  gereformeerde  rdigie  sint  lacops  kercken  op  geslae- 
gen,  inne  gencBnen  en.  daer  inne  oeck  geprect 

Opten  xj*"  September  worden  by  sommighe  vander 
.Toors.  gereformeerde  en.  sommighe  van  sinte  MSchiels 
gilde  der  stadt  poorte  met  gewelt  op  geslagen,  mey- 
nende  sommighe  soldaten  vuyt  Hollant  inde  stadt  té 
brengen  ende  die  stadt  alzoe  te  incorporeren;  maer  die 
borgers  -waren  daer  zeer  tegens,  en.  met  name  een^n  ge- 
naemt  Barman  Coelen  (die  naemaels  cappiteyn  vander 
0ladt  vrordè  gemaect  ran  een  rendelen  voetknechten) , 
alsoe  dat  door  den  selven  Herman  Golen  ende  noch  som- 
mighen  katdycken  borgers  met  hem,  soe  dat  den  voers. 
Herman  Golen  dye  voers.  sunt  lans  poorte  met  ghevelt 
heeft  toe  geslagen  (1),  alzoe  datter  sommighe  van  die 
vande  gereformeerde  doot  bleven  en.  een  deel  gequest 
Vf orden:  welcke  opslaen  vander  poorte  een  zeer  quade 
consequentie  maeckten  binnen  der  stadt  onder  de  bor^ 
geren,  ende  voers.  Herman  Golen  een  grote  eere  gehaelt 
[heeft]   onder  de  katelycke,  van  dat  hy  de  poort  we- 

(1)  Van  êen  vendelen  —  ha  geslagen*  Deze  woorden,  niet  bij  W. , 
sija  uit  A.  ingevuld. 

C.  22. 


Digitized  by 


Google 


derom  toe  smeedt  opten  11  September  anno  1578  (1) 
voers.  (2). 

In  dit  iaer  heeft  het  akulcken  grooten  drochte  ge- 
weest, datmen  over  al  binnen  der  stadt  droech  voets 
door  de  Diese  ginck. 

In  dit  iaer  zjn  tot  policiemeesters  gestelt  bioBen  der 
stadt:  meester  Gerit  ran  DeYenter,  loost  die  Bfe,  lan 
Willemszoen»  coorencoeper,  en.  Erasmns  van  HonweKn- 
gbe,  gondtsmit  (3). 

Opten  üg'"  Octobris  anno  voors.  hebben  die  oude  schut- 
ters vanden  Bossche  >  inne  presentie  van  doctdr  Longo- 
lius  (4),  met  noch  eenen  commissaris  vnyten  hove  en. 
die  heere  van  Bocxtel,  als  gonvemeiir  yander  stadt,  eedt 
gedaen  volgens  seeckere  articulen  haer  voorgehouden,  ge- 
noempt  den  Religions  vreede,  en.  dat  inde  huysinghe 
van  Wouter  Bouwens,  staende  byaint  loiis  cappel,  ende 
is  inde  zelve  Heligions  vreede  die  vande  gerdbrmeerde 
religie  toegelaten,  omme  vry  te  moegen  precken,  doo- 
pen,  nachtmalen  vuyt  deylen,  trouwen  énde  begravenisse 
te  doen  inde  voors.  ingenomen  twee  kercken,  mitsgaders 
in  sint  Cornelis  en.  sinte  Anna  cappellen,  die  hen  mede 
zyn  toegelaeten,  en.  alle  voorgaende  geschiedenisse  en. 
Godmotie,  oeck  van  topslaen  vander  poorte,  zyn  hen 
vergeven. 

(l)  1678,  in  het  handschrift  staat  verkeerdelijk:  1576.  (2)  Endo 
voer9.  fferman  Colen  -*  atmo  1578  voers.  Deze  woorden,  welke  niet 
by  W.  voorkomen,  xijn  uit  A.  iagevuld.  (9)  Beie  Krasmns  van  Sou- 
welingen,  later  naar  Holland  geweken,  is  bekend  als  schrijver  van  een 
belangrijk  penningwerk,  geliteld:  Penningh-bocck  van  Dierik  den  VIU 
iot  Kartoch  Philipê  van  Bourgtmdicn.  Rotterdam,  1597  en  1027;  4o. 
Zijn  naam  en  meetterteeken  komt  nog  voor  op  de  koperen  platen  van 
het  goud-  en  lilTersmids-gilde,  berustende  ten  archievc  der  stad  ^sHer- 
togenbosch.  (4)  LongoUus,  bij  Var  Hnaiv,  Il  dl.,  bladz.  H?:  /^Z/^érf 
Leoninus. 


Digitized  by 


Google 


—  331  — 

Opten  j*"  dach  van  Octobei;  is  don  lohan  indeu  leger 
voor  Namen  vande  peste  gestorven  en.  in  zyne  plaetse 
is  gecomen  Alexander,  die  prtnce  van  Parma. 

Opten  if***  dach  November  voor  noen  syn  allen  die 
procureurs  gedestitueert  en.  naede  noen  weder  omme  ge* 
admitteert  op  drie  nae 

In  die  iaer  Izyn  byde  voorn,  policiemeesters  noch  by 
gevnecht:  lan  Thiehnans,  Chtes  Kuysten»  Goeyaert  van 
Tlierden  en.  fiuerden  inde  Waghe;  ende  Lambert  die 
Wolff  is  coUecteerder  geweest  vande  ses  stuvers  te  ont- 
fanghen  op  dcke  ton  biers,  tot  fortfficatie  vander  stadt. 

Int  iaer  ons  Heeren  m  ccccc  en.  Ixxix,  den  xxül^  Ia* 
nuary,  is  by  die  van  Hollant,  Zeelant,  Utrecht,  Gelder* 
lanty  Yrieslant  en.  andere  provinciën,  siende  dat  den 
voors.  hartoge  van  'Parma  inet  zyne  adherenlen  sochten 
die  provinciën  te  demembreren  en.  van  maelcanderen  te 
icheyden,  hebben  zy  een  naerder  unie  binnen  Utrecht 
gesloeten,  gelyck  sulcxs  naerder  blyct  byde  zelve  unie 
daer  aff  in  druck  wesende. 

Ende  op  de  vastelavont  int  zelve  iaer,  soe  zyn  allen 
die  ruyters  van  hartocb  Gasimirus  en.  een  deel  vande 
ruyters  vande  grave  van  Swartsenborch  en.  eedel  Haj»^ 
riek  (t)  ruyters  tsamen  vuyten  lande  vertoegen,  vnytge* 
nomen  omtrent  vier  duysent,  die  int  lant  bleven,  en.  die 
zelve  vertoegen  wesende,  heeft  de  bartoghe  van  Parma 
mette  Spaengiaerden  gaen  beleggen  die  stadt  van  Maes- 
tricht 

Ende  de  wylen  nn  die  stadt  van  Haestricht  beleghen 

(1)  Ik  geloof,  dat  dese  ffanriek  detelfde  persoon  is,  dia  bladt.  S88, 
regel  4,  Toorkomt.  fiij  A.  aldaar  aangehaald,  kan  men  Toor  Jlaureeh 
even  soo  goed  Banrech  leien. 


Digitized 


by  Google 


—  332  — 

bleefi  en.  cleynen  troost  was  van  te  ontselten,  soe  syn 
soimnighe  magistraten  büiDen  den  Bossche,  en.  een  deel 
vande  borgeren  met  die  geestelicheyt  zeer  twistich  ge- 
worden tegens  die  vander  gereformeerde  religie,  soe  wel 
in  haere  sermoenen  als  «ndersins  inne  schelden  en.  injn^ 
rieren,  maelcanderen  nyet  met  alle  toebetroowendey  allet 
contrarie  henne  beloefte  en.  gesworen  eedt,  die  »f  mael* 
canderen,  als  voorstaet,  gedaen  hadden:. alzoe  (1),  datier 
onder  andere  hj  die  vande  catholycque  religie  optea  iij** 
April  int  zelve  iaer  seeckere  fameuse  en.  oproericfa  brieiF- 
ken  lanczs  der  straete  ofte  daer  op  worde  gevonden,  dat 
die  vander  gereformeerde  in  handen  hadden  gecreghen, 
luydende  aldus: 

O  gby  edele  borgert,  al  tsamen  int  gemeyne, 

Siet  toe  wel  op  u  hoede  tallen  termeyne. 

Want  die  Gnessen  met  haeren  superintendent 

Sullen  u  lieden  brenghen  in  een  groot  torment. 

Want  by  en  heeil  noch  gheeifén  eedt  gedaen, 

Daer  om  is  by  te  stouter,  om  tfeit  te  worden  voldaen. 

Gelyck  Agyleus  en.  ^Aert  inden  Roch  hem  hebben  vermeten , 

Met  loncheer  Veldoncker,  lan  Timmers  en.  meer 

Andere  van  dyer  innegesetene,  en.  Leyten,  sieur  Bacis, 

▼laderacken  en.  hen  valsche  propbelen  mede: 

Sy  sullen  tsamen  met  heele  consistorie- 

Vergaderen  op  een  stede 

Ende  iaeghen  u  lieden  vuyt  ende  brenghen 

Het  gamisoen  binnen  der  stadt, 

Gelyck  den  superintendent  met  syn  aenhang  heeft  gehadt 

Eenen  valschen  iraet  buyten  de  poorte  van  desen , 

Daer  zy  opten  lesten  Meert,  ofte  daer  omtrent, 

Eenen  corff  vol  brieven  hebben  gelesen , 

(1)    De  ToliifeDde  woorden  mei  bet  kreupsbljin  bij  A.  en  F.  weggvlsten. 


Digitized 


by  Google 


Eade  heeft  bei  hnj$  al  oanne  met  syneQ  aenhangen  beMl, 

Op  dat  ly  nyet  en  zoade  hebbeo  eenich  belet. 

Dat  daer  waren  gecomen  tot  Orthen  eenighe  beeren. 

Met  den  castelleyn  Bacxs,  die  daer  mede  wil  verkeeren; 

Ten  huyse  met  Mugghe,  daer  zy  die  brieyen  vonden, 

£nde  hebben  tsamen  hen  valscbeyt  daer  verbonden, 

Mits  dat  den  heer  daer  een  dach  en.  nacht  hadde  geseten 

Verborghen,  om  dat  heel  zonde  blyveoi  (verkeert, 

Int  secreet  soe  heeft  Loecre  genomen  een  padt  door  Hintam 

Op  dat  die  borgers  daer  door  nyet  en  sonde  worden  geleert 

Van  haer  valscheyt  (pialyck  bekeert, 

Hoe  dat  zy  het  voick  hier  inder  stadt  souden  brengen 

Ende  met  n  lieden  al  te  saemen  om  springhen, 

Ende  iagen  die  geestelycken  en.  weerlycken  daer  buyten, 

Bnde  dan  voor  n  lieden  die  poorten  toesluyten. 

Doen  sy  met  gewalt  die  poirten  hebben  op  doen  siaen, 

Gelyck  zy  den  i^^  September  lestleden  hadden  bestaen. 

Tot  dat  zy  u  lieden  goet  en.  bloet  hebben  gestoelen 

Ende  hondent  voor  prys^  dat  hen  is  bevoelen 

Vanden  superintendent,  op  a  lieden  zeer  verbeeten, 

Want  met  groote  valscheyt  zy  u  zyo  verstecken, 

Het  welck  corts  zal  worden  geblecken, 

Ten  sy  dat  ghylieden  wilt  wesen  op  u  wacht. 

Want  zy  Guessen  sullen  coemen  op  eender  nacht, 

Als  ghylieden  alderminst  daer  op  acht: 

De  brouwers  van  desen  syn  Deventer,  Dierck  Aertss,  president, 

Dit  is  een  valsche,  helsche  regent, 

Die  de  staten  vande  landen  veel  quaets  in  blaest, 

Gelyek  eenen  sot  en.  dulkert  voorde  suten  raest, 

Rokende:  •Crueifye^  cruelfye^  ick  heb  die  commissie  alleen, 

Ende  nyenant  anders  dan  ick  int  gemeen.'^ 

Detcn  3  Aprxln  79. 

Rapfim  Andtwbrptae. 


Digitized 


by  Google 


—  334  — 

Ende  soe  sommighe  catholyoque  geestelyoke  heerep, 
staende  opten  preekstoel,  nyet  op  en  hielden  met  schel- 
den en.  injurieren  (1)  tegens  die  vande  gereformeerde  re- 
ligie; en.  sommighe  vande  magistraten  inde  stadt,  met 
den  gouverneur,  hebben  zy  eenen  geestelycken  catholyo- 
que predicant  vande  Cruysbroederen  parochie,  genoempt 
heer  Gerit  Brueckelaer,  voor  hen  onboeden,  ivaer  voor 
den  zelven  heer  Gerit  heeft  bekent  en  beleeden,  zoe 
hier  nae  volcht: 

»0p  huyden,  den  iiij*'  April  a*.  [1500]  Ixxix**'**  voors., 
geroepen  zynde  voor  mynen  heere  den  gouverneur  en. 
schepenen  ondei'gescreven ,  heer  Gerit  Brueckelaery  paa- 
toir  vande  parochie  vande  GruysbroedereDy  geboren  va& 
Aernem,  heeft  oipenbaerlycke  bekent ,  dat  hy  op  onae 
lieve  Trouwen  dach  lestleden  oipenbaerlycke  geprect  en. 
geleert  heeft,  dat  allen  die  gheene,  die  gaen  ende  lopen 
tot  die  nyeuwe  predicanten  en.  haer  duvelarye  hoiren, 
ten  eeuwighen  daeghen  verdoemt  zyn,  en/allen  die  ghee* 
nen,  die  daer  inne  consenteren,  het  zy  hoocheyt  oft  leeo- 
heyt,  qualycke  vaeren  sullen;  persisterende  tzelve  gepre- 
dict  oipenbaerlick  opten  predictstoel,  seggende,  dat  zy 
den  craech  een  gans  iaer  ten  besten  hadden  gehadt;  tril- 
lende zyn  bleet  storten,  dat  het  alsoe  is,  ende  dat  hy 
Godt  bidden  soude,  dat  hy  een  cuyp  vol  bloela  mocht 
storten ,  om  te  versaden  den  gheenen ,  die  dorsten  en. 
hongeren  nae  der  Papen  bloet;  s^gende  voorts  meer, 
dat  hyten  zelven  tyde  oeck  verclaert  heeft,  dat  hem 
zulcxs  en.  dyer  gelycke  verhoeden  waere  opten  preek- 
stoel te  seggen,  maer  en  zoude  tzelve  nyet  laten  te  sq;- 
gen  en.  wilde;  ulcxs  seggen,  overmits  dat  hy  nyet  en 

10     A'y'*'  oy  f/J  h  te  f  den  mvt  .uhrfdcH  en  injurieren;  bij  A.,  met  prêffen. 


Digitized 


by  Google 


—  335  — 

is,  die  daer  «prect,  maer  deo  Geest  des  Heereo.  Actuiu 
lU  supra.  lAoe  presentie  des  heeFen  goaverneur,  iono 
lieer  ba  Moniczs,  eo.  meester  Re3niier  Everswyo,  scepe- 
nen  deser  stadt  van  sHartogenbossche.''  Onderteeekmt : 
»GniiT  B&UXCKI1.AU,  Ianvkk  MoHids,  R.  Etkbswtk;' 

Eade  volgende  dese  voors.  coDfessiei  soe  heeft  die  heere 
vaa  Loecre»  gouverneur,  met  consent  vande  voors.  sce- 
penen,  den  voorn,  heer  Gerit,  omtrent  acht  uren  smor- 
gensy  met  zyn  helhaerdiers  vuyter  stadt  doen  leyden.  Ia- 
cop  van  Brecht,  schoutet  vander  stadt,  ende  Herman  Oo- 
ien (1),  met  die  vande  catholycque  religie,  sulcxs  verne- 
mende, hebben  den  zelven  heer  Gerit  weder  omme  roet 
l^velt  binnen  der  stadt  gebracht,  ende  hy  binnen  co- 
mende,  wast  verscheert  (2),  datter  een  oploop  tusschen 
die  boigers  gecomen  2H>ude  hebben,  dan  sulcxs  worden 
voorcomeq  door  goede  vrienden. 

Opten  xij*"  dach  May  (8)  daer  nae  syn  die  magistraten 
en.  heeren  vandei'  stadt  (»ngegaen  binnen  der  stadt,  om- 
me  gek  te  halen  vande  borgeren,  daermen  Maestricht 
roede  asofude  <mtsetten,  dwelck  die  borgers  goetwillich- 
lyck  gaven ,  een  yegelycke  volgens  zynen  staet ;  maer 
twas  al  te  vergheeffs,  want  daer  nyet  aff  en  quam. 

Ende  <^»ten  j*°  dach  der  mandt  van  luly  a®.  voors., 
smorgens  omtrent  seven  uren,  hebben  die  vanden  Bos- 
sche seeckere  tydinghe  gecregen,  als  dat  die  stadt  van 
Maestricht  vande  Spaengiaerden  innegenoemen  was,  waer 
mede  haerder  sommighe  binnen  den  Bossche  nyet  wel 
te  vreeden  en  waeren;  syn  die  drie  leeden  vande  stadt 
tsamen   veiigadert  met   die  vande   gereformeerde  religie, 

(I)    Ende  Herman  Colcn,  niet  bij   W.      (2)     Wast  vcrscheeri,  stond 
het  fjcschapcn.      (3)    xij'"  dack  Vuy;  Wj  A.,  7  dach  Ma  ff. 


Digitized 


by  Google 


—  336  — 

alwaer  deerste  reyse  geresolveert  en.  besloeten  W4)rde, 
dat  die  compangien  van  sinte  Michiels  gilde  vuyter  stadt 
soude  trecken  met  henne  wapenen,  omme  tot  Halle  (1), 
Heerlaer  en.  andere  plaetsen  die  bruggen  aff  te  -werpen, 
ten  eynde*  die  Spaengiaerden  daer  nyet  over  en  zoude 
coemen.  Metier  baest  syn  alsoe  die  van  sinte  BCchiels 
gilde  eerst  in  henne  wapenen  gecoemen;  en.  inne  wape- 
nen wesende,  en  heeft  die  vande  voors,  gereformeerde  re- 
ligie nyet  goet  gedocht,  dat  die  van  sinte  Michiels  gilde 
vuyter  stadt  zoude  trecken,  maer  is  daemae  byde  voors. 
drie  leeden  en.  die  vander  gereformeerde  wederomme  ge* 
sloeten,  als  datmen  'die  voors.  unie,  gemaect  tot  Utrecht, 
zoude  aennemen  en.  besweren,  gelyck  die  vau  Andtwer- 
pen  gedaen  hadden  en.  sulcxs  oeck  op  haer  waren  be- 
gerende; en.  hoe  wel  hiét  zeer  veel  toe  ginck,  eer  zy 
die  aen  wilde  nemen,  en.,  siende  dat  het  volck  <^  die 
merct  hoe  langer  hoe  meerder  by  een  quam,  gelyck 
sulcxs  omtrent  twee  uren  naede  middach  is  geaccordeert. 
Ende  eer  dat  nu  die  voors.  unie  gepubliceert  worden  ter 
payen  aff,  soe  isser  onder  die  borgers  een  commotie  op 
die  merct  gecoraen,  door  dyen  dat  het  een  yegelyck  naer 
zynen  sin  wilden '  hebben ,  dan  de  zelve  commosie  wor» 
'  den  gecesseert  sonder  bloietstortinghe,  ^de  omtrent  drie 
uren  is  die  voors.  unie  ter  payen  aff  gepubliceert* 

Die  van  sinte  Michiels  gilde,  staende  eensdeels  voor 
den  Regenboeghe  en.  eensdeels  daer  inne  wesende,  nyeo- 
waerts  om  denckende,  ende  Herman  Goelen,  met  zyne 
adherenten  staende  op  den  hoeck  vande  gulde  Lavoir, 
naer  dat  die  voors.  unie  aff  geleesen  was,  heeft  gespro* 
ken  tot  zyne  adherenten:  »Compt,  laet  ons  tsamen  gaen 

(1)  Éalhy  «»eii  {;elnirlit  \an  Vtrcht,  waaronder  thans  de  Halsche  bar- 
rièrp. 


Digitized  by 


Google 


—  337  — 

op  het  raetbuys  byde  hèeren,  en.  seggben,  dat  wy  een 
noohte  gheen  vande  affgelesen  poincten  der  unie  en  mh- 
ka  houden.''  En.  mits  dyen  is  hj  Herman  Coelen  met 
zyne  adherenten  naer  traethuys  gegaen,  hem  veynssende, 
off  hy  byde  faeeren  wilde  gaen,  ende  legens  tvleschhoys 
over  wesende  gecomen,  oversiende  die  van  sinte  Hiohiels 
gilde,  die  voorden  Regcnboege  stonden,  is  doen  terstont 
van  zyn  volck,  soemen  seyde,  een  roer  los  geschoeten 
op  die  van  sinte  Michiels  gilde,  ende  zyn  alzoe  hansge» 
meyn  geworden  en.  tegens  een  ingevallen ,  ten  dickse  ge- 
schoeten en.  geslaegen,  jae  alsoe  fhrieuselyck  off  die  een 
partye  Tnrcken  waren  geweest  en.  dandere  Christenen, 
en  mochten  t^ens  maelcanderen  zoo  fel  nyet  geweest 
tpk  als  zy  waren,  hme  dese  fnrie  vras  den  vader  tegens 
dat  kynt,  den  eenen  broeder  tegens  den  anderen,  oomen. 
Heffen  en.  geswaghers  tegens  een,  dat  zeer  scrickelyck 
om  [te]  sien  was,  en.  duerde  meerder  dese  furie  dan  een 
groote  halve  ure.  Ende  naer  datter  veel  dooden  en.  ge- 
^petste  waren  gebleven  aen  b^den  zyden,  worden  door 
goede  vrienden  en.  den  gouverneur  Loeckere  tselve  geap* 
payseert;  maer  zoe  des  duvek  saet  noch  nyet  voloocxst 
en  was,  en.  quade  tonghen  noch  nyet  op  en  hielden, 
toe  is,  omtrent  seven  uren  inden  avondt,  ioncheer  Nico* 
laes  van  Yladeracken  van  thuys  tot  Heel  den  Boom  poirte 
logecomen  met  omtrent  x  ofte  xg  soldaten,  en.  zy  op 
die  meiekt  komende  en.  siende  dat  die  voors.  partyen 
noch  nyet  gescheyden  en  waren,  heeft  hem  daer  den 
twist  andermael  verheven  en.  zyn  weder  omme  jegens 
een  gecomen,  jae  alzoe,  dat  het  by  bet  voorgaende  nyet 
te  gelycken  en  was,  dwelcke  duerde  meer  dan  een  ure 
lanck,  waer  door  die  onschuldighe  gemeynten  zeer  versla- 
gen worden,  sloeten  henne  dueren  toe  en.  baeden  Godt 


Digitized  by  LjOOQIC 


—  338  — 

almachtig,  dat  by  syne  godtlycke  vreede  tusscben  beyde 
de  partyen  wilde  vu^hen,  dat  vader,  kynt,  gebroeders, 
oomen,  neffen,  swagers  en.  naebuerèn  maelcanderen  wilde 
verstaen  en.  ophouden  van  maelcanderen  doot  te  slaen, 
twelck  noch  in  geeoe  steden  vande  Nederlanden  gedue- 
rende  dese  trouble  en  is  geschiet;  emmers  ten  lesten  ver- 
dunct  my,  dat  Godt  almachtich  die  ompartydighe  gebet 
meerder  verhoort  heeft  dan  beyde  de  partyen  gerechtic- 
heyt:  syn  alsoe  door  Godts  toedoeninghe  en.  goede  vrien- 
dai  (naer  datter  veel  doot  gebleven  en.  gecpiest  waren) 
beyde  de  voorn,  pattyen  veraccordeert  en.  gepayseert  (1). 
Na  die  voors.  twist  geappayseert  wesende,  enl  die  ge- 
meynte  siende,  dat  die  voors.  partyen  inne  tyde  van  noot 
maelcanderen  nyet  veel  toe  en  zonde  betrouwen;  dat  oeck 
mynen  heere  den  prins  van  Orangien  mette  staten  vande 
landen  aen  die  vanden  Bossche  gedirigeert  hadden,  dat 
sy  gardesóen  in  soude  nemen  tot  verseeckerheyt  van  haer- 
der  stadt,  en.  dat  die  vande  catholycke  sulcis  nyet  en 
wilde  toelaten ,  aenmerckende  oeck  die  ompartydighe  ^ 
meynten,  het  cleyn  en.  sober  middel  van  provande  en* 
nmnilie  van  oorloghe,  dat  binnen  der  stadt  was,  zoe 
verre  den  viandt  daer  voor  qnamen,  egheen  middel  met 
allen  siende,  omme  die  te  moegen  resisteren,  begerende 
alzoe  nyet  langher  inne  peryckel  van  henne  lyven,  huys* 
vrouwen,  kynderen  en.  goederen  te  sitten;  hebben  ten 
lasten  geraetslaeoht  en.  met  maelcanderen  eendrachtelyek 
veraccordeert  seeckere  acte  van  vertreck,  die  welcke  al» 
zoe  luyden,  gelyck  hier  nae  völcht: 

(1)  Van  dii  merkwaardig  gevecht  heeft  Van  Heüm  eene  uitvoerige 
koperen  plaat  medegedeeld,  naar  eene  gelijklijdige  schilderij ,  welke  thans 
t\p,  bibliotheek-kamer  van  het  Hoórd-Brabandsch  Genootschap  versiert. 


Digitized 


by  Google 


—  339  - 

»A]soe  seeckeren  altoratieii  ea.  misverstanden  op  ge- 
sUen  en.  gereseo  waren  tusschen  die  borgeren  en.  inge- 
setenen  der  stadt  yan  sHartogenbosache,  ter  saecke  van 
dontfaDghen  en.  innemen  van  aeeckeren  gamisoen  binnen 
der  zelver  stadt:  sustinerende  die  vander  rel^ie^  dat  tee* 
nemael  van  noode  waer,  sonder  e^ich  dilay  ofte  vertreck, 
die  vo(nrs.  stadt  van  (1)  gardnisoen  te  besetten,  eu.  dan* 
dere  borgers  ter  oontrarie  sustinerende,  dat  den  noot 
siiicxs  noob  ter  tyt  nyet  en  ejsschten,  maer  datmen  tgar» 
nisoai  aUner  omtrent  die  stadt  tot  haeren  befaoeff  ende 
verseeekerheyt  terstont  onbieden,  l^gen  en.  houden  ssou« 
de,  om  die  passagie  oipen  te  benden,  ende  inden  gewis- 
sen  noot,  als  den  viandt  yet  soude  willen  atlenteren  <^ 
«fte  tq^hens  der  zelver  stadt,  ontfiingen  te  worden,  ter 
ordinantie  en.  met  ccmsent  vaade  drie  leden  eo.  de  ge- 
meyne  borgeren:  en.  dat  die  vander  religie  in  hen  pre- 
tense  voornemen  persisterende,  nyet  tq^enslaende  alle  in« 
dnctien  ende  onderriehtinghe  en.  beeden  aen  ben  gedaen, 
vcrsochten  instantelyck  vande  drie  leeden  der  vows.  stadt, 
mits  der  weygeringhe  van  het  voors.  gamisoen  prompte- 
lyeke  te  ontfangen,  dat  hen  geaccordeert  en.  geoirloft 
soude  worden  vuyter  voors.  stadt  mit  haere  goederen  en. 
familien  te  moegen  vertreeken;  soe  eest,  dat  opten  vg^ 
en.  vig**  dacb  der  mandt  van  lulio  anno  voors.,  die 
voors.  stadt  van  sHartogenbossche ,  in  haere  drie  leden 
vergadert  wesende,  heeft  op  tgheene  des  voors.  is  gere- 
solveert  en.  gesloeten,  datmen  een  yegelyck,  wie  hy  zy, 
zoude  vermanen  tot  goede  vrientsoappe,  eendracht  en. 
lieffde  onder  maelcanderen  te  houden,  versueckende  en. 
begerende  zeer  vriendelyck  een  yegelycke,  diet  bdieft , 
beni  binnen   der  stadt    te   houden    en.    blyven    woneu, 

(I)    Het  gedrukte  boekje  (zie  de  noot  op  blads.  340)  beter:  met. 


Digitized 


by  Google 


—  340  — 

doende  maelcandereD  ter  eenre  en.  ter  andere  zyde  goede 
geloefte,  onmie  den  gemeynen  viaodt  ten  vuyterste  toe 
te  wederBtaen;  hdbende  alnoch  die  voorscreven  drie  Ie* 
den  eendraehtdycke  gesloeten  en.  geaocordeert,  dat  imie 
dyen  daer  eenighe  ware,  tsy  geestelycke  ofte  weerlycke, 
die  vnyt  deser  stadt  met  haere  familien  en.  goet  zoude 
bqfeeren  te  vertredien,  dat  die  zdve  ztdcis,  sonder  ge* 
üvapenderhanty  alst  liem  belieffde,  rty  en.  odbebyndert 
sollen  moegen  doen,  en.  dat  zy  altyt,  alst  hen  believen 
zal,  yry  en.  vranck  weder  om  binnen  der  roors.  stadt 
sollen  moegen  coemen,  mits  levende  in  alder  stillidieyt 
en.  eendrachticheyt  onder  den  gemeynen  borgeren,  ende 
cip  conditie,  dat  den  ghéenen,  die  sollen  willen  vertrets* 
ken,  den  anderen  borgeren  en.  innegesetenen »  boerende 
binnen  der  stadt  te  blyven,  nyet  en  svUen  moeghen  be- 
bynderen,  beswaren  ofte  beschaedighen  aen  lyff  en.  goet, 
in  wat  manieren  ofte  tot  wat  plaetsen  dat  bet  zoude  moe* 
ghen  wesen:  wel  verstaande,  dat  die  gbeenen,  die  hoer 
goet  alhier  vuyt  deser  stadt  begeeren  te  vlucfaten  en.  te 
voeren,  dat  die  oeck  zelver  in  persoen  neffens  haer  goe- 
deren sullen  mede  vuyt  trecken.  Ende  op  dat  een  yege* 
lycke  van  deSe  resolutie  en.  sloet  goede  kennisse  zoude 
moegen  hebben ,  is  byde  voors.  drie  leeden  gesloeten , 
dat  die  zelve  zoude  worden  gepubliceert,  gelyck  die  pu- 
blicatie daer  aff  oeck  ter  payen  aff,  binnen  deser  stadt 
van  sHartogenbossche,  opten  voors.  viij*^  luly^  gedaen  is 
geweest  by  en.  inne  presentie  vanden  stadthoudere,  van 
mynen  heere  den  schoutet,  leronimus  Wynants,  lan  van- 
der Steghen,  ioncheer  Willem  van  Lier  en.  Gerit  van 
Deventer,  respective  scepenen  der  zelver  stadt,  en.  my 
aldaer  present,  secretaris,  I.  Donck  (1).'" 

(1)    Deze  publicatie  is  in    1570  grdrukt,  en  kort   daorop  in  lloHind 


Digitized 


by  Google 


—  341  — 

Aehteryolgende  die  zelve  acte  van  vertreck  es.  mits 
redmien  voor  verbaeit,  soe  synder  optCD  rvj*^y  ix*"  en. 
x^  IqIj  meenieb  duyseDt  meDache  yuyter  stadt  TaDden 
Boasche  Yertoeghen  meC  henne  mobile  goedereo,  soe  wel 
vaa  deene  religie  als  vao  dandere;  oeck  zoe  synder  dyer. 
tyt  drie  -vande  magistraten  vuyter  atadt  gegaen  en.  de 
vierde  waa  binnen  twee  maendea  geatorTeni  alaoe  dat 
die  magistrateB  maelcanderen  acheyden.  In.  die  princi« 
paebte  yande  catbolycque  bieren  binnen  der  stadt  met 
baeren  aenbange. 

Ende  doen  nu  die  vande  catboiyoqoe  religie  aaegben, 
ÓBü  die  yande  gereformeerde  en.  andere  onpartydigbe  soe 
sterck  yi^er  stadt  waren  yertogen  en.  noeb  daegelicxs 
waren  vertreckende  met  sommigbe  vande  magistraten, 
soe  bebben  somnngbe  yande  drie  leeden  vande  stadt  ^ 
die  daer  nocb  geUeven  waeren,  andere  concept  en.  acte 
onder  benlieden  gemaect  en.  tzelvQ  daer  nae  ter  payen 
ai^^ubliceert  opten  xv^  Inly,  dwdck  aldus  Inydet:  ' 

»A]zoe  byde  publicatie  opten  viij"''  dacb  deser  jegen- 
woordighe  mandt  van  lulio,  van  w^en  die  ^  drie  leeden 
deser  stadt  van  sHartogenbosscbe  gedaen,  onder  anderen 
alle  en  een  yegelyck,  diet  belieft,  vande  borgeren  en. 
innegesetene  der  zelver  stadt,  geoirloft  en.  geconsenteert 

op  nieuw  uitge^TeD,  met  den  Tolgenden  'weidschen  titel:  £en  warach» 
Hghê  deeimracie  Pan  die  gêachüdênüsê  van  Têêrtogheniog ,  He  nu  cu- 
iomckê  iê  ghesiêdi  onder  den  lorgkerieg  welck  ia  ghésussert  mei  een  pu- 
hliacye,  die  daer  ie  yheboden  ende  wt  gheroepeu,  om  alle  queetie  ie  styl- 
len,  te  paysseren,  om  den  vyani  ie  tceder  stacn  met  louiergetceeli  en  als 
gky  breeder  kier  in  leeen  euli,  (In  het  midden  Ttn  het  blad  drio  fifpi- 
r«i,  krullen  ▼oorsiettcod^  iVMrond^:}  £eret  ghedrueki  binnen  Tskêv- 
toghenbosck,  1670.  Het  boekske  beslaat  slechts  4  ongepag.  blads.  in  4p. 
en  'ia  hoogst  zeldxaam.  Het  door  mij  gebezigde  exemplaar  berust  in  de 
boekerij  ^an  den  heer  Pr.  Coypers  te  Ginneken. 


Digitized 


by  Google 


—  342  — 

is  geweest,  met  henne  goedea  vuyt  deser  stadt  te  moe- 
gen  veitrecken  en.  weder  omme  inne  ooemen  alst  hem 
belieft,  onder  noefatans  meer  andere  expresse  condttien, 
dat  die  gheeoeov,  dte  vuyt  deser  stadt  benre  goeden  be* 
geeren  te  vlnchten  en.  te  Tuesen,  dat  die  oeok  aeLver 
in  persoen  negens  bfuere  goederen  sonde  mede  vuyt  treo 
keb;  en«  datmen  bevynt,  dat  yede  inne  alsoloken  schyn 
vertrodLen  zjmde,  alsnu  ter  stont  alleeolyek.  üme  henne 
persoon  weder  hen  vervorderen  in  te  coemen,  achterla- 
tende hen  gevlucht  en.  vuyt  gcvuerde  goederen,  ende 
dit  al  onder  deczel,  dat  byde  voors.  publbaüe  gecon- 
senteert  zoude  wesen,  dat  sj  akyt,  alst  hen  believen 
zoude,  vry  en.  vianck  weder  omme  binnen  der  voors. 
stadt  soude  moegen  ooemen:  allet  met  groote  nt»verstant 
daer  vuyt  spruytende  en«  onder  den  goeden  borgeren  cen- 
serende groote  roimnetatie^  dïffidentie  en.  onrusten,  alsoe- 
men  daegcliexs  bevynt,  dat  die  voors.  vuytfewdiaie  per^ 
8<men  hen  nyet  en  dragen  in  alder  stilheyt  en.  eendrach- 
ticheyt  volgende  die  voors.  publicatie,  maer  ter  contrarie 
gaen  dreygende,  seyende  en.  stroeyende  opruye,  twiste 
en.  tweedracht  [onder]  die  voors.  borgeren;  soe  eest,  dat 
die  voors.  drie  leden  hier  op  rypelyck  geleth  hebbende, 
mits  dese  verderen  henne  intencie  en.  meyninghe  geweest 
te  zyn  en.  noch  tegenwordelicken  te  wesen,  dat  zy  nyet 
en  verstaen,  dat  die  voors.  vuytgeweeckenen  persoonen  al- 
soe  slechtlyck  (1)  naer  haere  geheven  soude  weder  omme 
binnen  der  stadt  mo^en  comen  en.  ontfanghen  worden, 
dan  mits  oeck  weder  omme  innebi^engende  henne  goede- 
ren, daer  mede  zy  vertrocken  zyn  geweest;  wel  ver- 
steende nochtans,  datmen  regardt  nemen  sal  en.  disore- 

(1)    Slechtlyck,  eenvoudiglijk ,  dat  is:  alleen,  zonder  hunne  goederen 
mede  terug  t«  brengen. 


Digitized 


by  Google 


—  343  — 

tie  gebniycken  over  deo  ghemen,  die  vap  vreedtsami- 
ger  cooditien  asyn  ea  in  alle  eendracbticheyt  en.  stilheyt 
hem  begeeren  te  draghen,  om  die  HoneQ  der  voors. 
sudt  ontfangen  te  urorden;  maer  dat  die  moetwillighe 
en.  aucteors  yande  opgeresene  troable  sollen  noch  ter 
tjt  vnyter  stadt  moeten  rertrecken  en.  blyven,  om  alle 
syeuwe  en.  meerder  moonyenienten  en.  disordenen,  die 
apparentel^cke  geschaepen  waeren  onder  den  borgeren 
op  te  staen,  te  yooroomen  en.  te  yooihueden;  ordine^ 
rende  yoorts,  dat  allen  die  gheenen,  die  binnen  der 
stad  begeren  weder  te  coemeo,  schuldich  sollen  wesen 
aende  ^vachten  yander  poorten  henne  name  en.  toen»* 
men  te  laeten  opteeckenen,  met  verclaernisse  yanden  lo* 
gyse,  daer  zy  sullen  willen  optrecken,  en.  des  avonts 
henne  name  oyerbrengen  op  den  stadthuyse»  en.  daer 
inne  continoeren  ter  tyt  toe  anders  daer  inne  zal  wesen 
geordineert  en.  yersien,  en.  dit  op  ordinarisen  peen  yan 
ses  gtdden,  te  verbueren  telcke  reyse  byden  gheenen  hier 
inne  gdreckelyck  weseode;  ordineren  en.  beyelen  voorts 
die  vande  wachten  aende  poirten  deser  stadt,  dat  zy  geen 
soldatenen  anderen,  elders  in  dienste  ofte  garnisoen  we- 
sende,  en  sullen  laten  coemen  oft  ontfangen  binnen  der 
stadt,  dan  met  expresse  wille,  consent  en.  beveel  vande 
capiteynen,  de  wachte  der  zei  ver  tyt  hebbende,  op  dié 
peene  van  drie  Caroli  gulden,  te  yerbueren  byden  b^ 
yedhebberen  en.  corporalen,  die  de  voors.  wacht  alsdan 
aende  voors.  poorten  sullen  hebben.  Aldus  gepubliceert 
ter  payen  aff  binnen  der  stadt  van  sHartogenbossche,  inne 
presentie  van  mynen  heere  den  schoutet  en.  schepenen 
hier  onder  gescreven,  opten  xvj**  luly  a*.  xv*  Ixxix****. 

ISROKIHUS  WtVANTS,  GoYAXRT  LoMBEBTS,  liN  VAKDSR  StK- 

«IK,  ioncheer  Ian  Hbtm  en  ioncheer  Ian  Momcxs.'' 


Digitized 


by  Google 


•    —  344  — 

Naer  date  ?an  desen  hebben  die  voors.  heeren  en.  re* 
geerde»,  die  binnen  der  stadt  waren  blyven  sitten,  a]le 
neersticheyt  gedaen,  omme  den  Cuelschen  pejs  te  accep- 
teren en.  aen  te  veerden,  naer  dyen  zy  egeen  gardesoe- 
nen vande  prinche  ofte  vande  staten  inde  stadt  en  wilde- 
hebben: weicken  peys  (1)  van  Caelen  haer  meest  aen 
gedient  is  door  heere  lan  yandcr  Lynden,  abt  van  sinte 
Geertruyt  tot  Lueven,  alst  blyct  by  $301  eyghen  missi*^ 
ven,  opten  xvj*"  en.  xxiiij*"  luly  vuyt  Cuelen  gescreven 
en.  gesonden  aen  die  heeren  vanden  Bosch;  welcke  in- 
I^oude  vande  voors.  missiven  bier  naer  volcht  van  wor- 
den tot  worden: 

»Eedelen,  voorsienighe,  zeer  wyse  heeren  en.  vrien- 
den! Naedemael  wy  voornomen  hebben  en.  noch  daege* 
licx  vernemen  die  gelegentheyt  van  ons  b^aude  vaders 
lant,  siende  in  wat  verwerringhe  die  saecke  hoe  langer 
hoe  meer  verloepen  zynde,  merckende  oeck  dat  veel 
vreemt  gemoede  lantsaten  tgeene  zy  geerne  doen  wilden, 
overmits  den  heymelycken  en.  opelycken  list  en«  practyc- 
ken  vande  quaetwiiUgen ,  nyet  ten,  e£fecte  brengen  con- 
nen,  en.  voornemelick  gehoort  hebbende  die  gelegentheyt 
vander  stadt  van  sHartogenbossche ,  welcke  naede  com- 
motie, die  onlancxs  daer  geresen  was,  verscheyde  peryc- 
kelen  van  allen  syden  rontsomme  siende,  nyet  seecker- 
lick  hoe  oft  wat  doen,  met  wien  vueghelick  resolveren 
en  can,  voor  datmen  van  hier  en  vememe  wat  vande 
vrede,  daer  wy  tot  noch  toe  om  vergadert  zyn  geweest, 
te  verwachten  staet:  soe  eest,  dat  wy  door  die  sonder- 
linghe  gunste,   die  wy  touwaerts  draghen,  en.   die  na- 

(l)  Hier  breekt  \,  met  een  hei  setera  (sic)  af,  Oiii  op  het  jaar  1620 
met  eenige  woorden  te  besluiten. 


Digitized 


by  Google 


—  345  — 

tuerlycke  meymogbe  tot  ods  gemeyne  %'aders  lant,  iiyet 
en  hebben  connen  onderlaten  u  met  desen  te  adverteren 
yan  alles  daer  die  vroomhartighe  borgers  nae  verlangen 
moegen  en.  tgeene  ons  beraden  bedunct,  op  dat  ghy  u. 
daer  nae  vryder  reguleren  en.  allen  inconvenienten  yoov" 
oomen  moecht  Bernerende  ten  eersten  die  tegenwordige 
vreedfaandd,  die  ons  alle  aengaet,  sullen  u  lieden  we« 
ten  9  dat  die  keyserlycke  commissarissen  lange  en.  breet 
beyde  partyen  gehoort  hebben  beure  vuytsprake  van 
tgheene  sy  biliich  en.  reddick  bevynden,  scriftelick  ge- 
concipieert  hebbende,  waer  van  wy  u  eerw.  copie  hier 
by  gevuecbt  over  seynden,  op  dat  gby  n  daer  op  seeo 
kerliek  verlaten  moecht.  Aengaende  nu  die  gel^entheyt 
vander  stadt  van  sHartogenbosscfae,  soe  zyn  wy  vande- 
gesanten  vander  conincklycke  maiesteyt,  den  hartoge  van 
Terra  Nova,  vaslelycke  en«  genoochsaem  verseeckert,  dat 
die  zelve  van  des  conincklyken  maiesteyts  crycfasvolGk 
egheenen  overlast  voor  nemen  en  sal»  alzoe  vry  breeder 
met  onse  voor^aende  missive  uwe  eerw.  onboeden  heb- 
ben, by  zoe  verre  die  sladt  van  sHartogenbossche  haer 
ennichsins  verclaert,  die  conincklycke  maiesteyt  achtei^ 
volgende ,  den  peys  toe  gedaen  te  zyn ;  bednnct  ons 
daer  omme  nyet  OBgeraeden,  datmen  van  daer  eenighe 
schicke  [en]  sonder  vertreck  hier  seynde,  om  van  alles  te 
beeter  verseeckert  te  syn.  Daer  zyn  noch  ander  landen 
en.  steden,  soe  in  Brabant  ak  in  Gelderlant,  waer  van 
men  eerst  daegs  goede  tydinge  en.  ordinantie  vernemen 
zal;  want  dese  conditien,  gepresenteert  vande  prinche 
des  keyaers,  zyn  aeer  redelycken,  dat  wy  die  (ons  eere 
en.  het  welvaren  van  ons  v.iderlant  aensiende)  nyet  en 
vynden  om  a£f  te  slaen,  als  oeck  gevnelen  snllen  alle 

vromen,  oprechte  eii.  nyet  gepassioneerde,  die  de  zelve 
C.  23. 


Digitized 


by  Google 


—  346  —    • 

sien   oft  hooreii  lesen  sullea;  ioe,   dbt  die  kqpserlycke 
natesteyt  sel0s  alsulcke  conditieDv  eer  dttse  by  zyne  ma* 
iesteyts  commissaiissen  {^emïtigart  waeteo,  voor  bQUok 
aengesien  heeft.    Wy  scryyen  uwe  ecnr.  dit  vuyt  eeo 
recht  yrer  eo.  wel  mejminge  tot  ona  gemqm  Taderlant, 
nadonad  wy  sien  en.  vamempD,  nyet  alleen  Tan  des 
Goniucxs  gesanten,  den  hartoge  van  Terra  Nofr«  met  sy* 
nen  raet,  maer  oecL  randen  knerrorste  eD.  andere  prtn* 
che,  die  hier  van   wegen  der  keyserlycke  maiesteyt  ver* 
gadert  sfn»  dattnen  aonder  bedfoch^  aroh  ofte  listie  ons 
te  vreden  honden  wil^  om  allen  het  geene,  dat  ons  be* 
loeft  wort,  daer  «véischéyden  potentaten  (indien  des  noot 
zj)  voor  geloeven  stdleo:  ten  waer  dtc  wy  snloxs  mero 
kdycke  aaegen ,  oft  waert  dat .  wy  aen  die  versdLeroia 
iwyffelden,  wy  en  zoiiden  ons  zae  nyet  declarersn.    Sal 
daer  on  uw  eerw.  bdaeven  ons  metten  alderen  eersten 
andiwort  ofte  eeoigeii  eoiimnaarissen  over  te  seyndcK, 
die  zelffs  van  alles  broeder  vernemen  sullen,  op  dat  wy 
<tt5e  sake  daer  nae  vnegèen  nioegen.    Wy  en  verhopen 
nyet.  dat  ghy  in  dese  verandMoghe,  tot  bescfaermenisse 
van  uwe  stadt,  eenich  garnesoen  behoeven  sult;  maer 
nochtans,  ione  dyen  en.  »ls  uwe  eerw^  bedunct,  dat  den 
noot  sulcxs  vordert,  soe  suH  ghy  aelfis  resolveren,  hoe 
en.  in  wat  manieren,  dat  tiehre  geëffectueert  asal  mo^en 
worden,  nyet   van   vreempden   ohe  vuytlantschen,  meer 
van  2oe  danighe  ak  vwe  eerw.  wtiSs  tot  rusten  [verkil 
sen  sal],  nochtans  zoe  by  eyne  inaiesteyt . goet  dandien  , 
ep.  believen  sal.     Op  alles  syn-  wy  nwe  eiarw.  resolutie 
van  gantscher  harte  verwachtende.    Edele,  voorsienighe, 
zeer  gonstighe  heeren  en.  vriendeo,'onse  lieve  Heere  Godt 
sy  met  uwe  eerw.  en.  met  die  vnieme  stadt  van  diarto- 
genbossche^  die  zyn  godtlycke  goedertierentheyt  in  dese 


Digitized 


by  Google 


—  M7  — 

vamtaerlycke  tyt  wil  behoeden  voor  ODgeluck.  Gescreven 
rnyt  Caelen,  opten  xviij**  luly  a*.  1579.*'  Ofuhr  gt- 
serevetit  »U  üeder  goetgonstighe  vriendt»  UiT  tandir 
Lthdbii.'"  Endê  toa»  gêmperêcribeert:  »Eedele,  voorsie- 
nighe,  seer  wyse  beeten  sckoutet,  scepeneo  eo.  raet  der 
stadt  Tan  s&fftogeobossche,  oose  seer  gunsdghe  heeren 
eo.  vrteDden/" 

Den  anderen  brieff  ofte  missive: 

v>M7neD  heeren!  Ülzoe  wy  geeomen  syn  ten  eynde  ran 
onse  negotiatte  des  peys,  daer  wy  last  ende  commissie 
aff  hebben'^ g^hadt  in  dese  stadt,  in  TU^hen,  dat  die 
princhen ,  daer  toe  geccminitteert ,  ons  hebben  geëihi- 
beert  darticnlen  des  peys,  alzoe  geredresseert  ak  haer 
redelycken  heeft  rerdocht,  en  hebben  nyet  willen  laten 
uw.  E.  de  «elire  over  te  seynden,  insgelyexs  die  brie* 
ven,  die  wy  bier  op  coDegialick  gescreven  hebben  aen 
die  staten  generae),  vei^adert  tot  Andtwerpen,  ten  eynde 
11W.  eerw.  s(Mlde  moegen  intyts  geadverteert  zyn,  bedach- 
tende eenicb  retardement  oft  negligentie  der  voors.  ge^ 
nerale  state»,  dwelck  n  lieden  sonde  moegen  in  snlcke 
gewiebtigbe  sake  prejndiciabel  wesen,  considererende  den 
l^enwoordighen  staet  der  affairen  en.  oeck  mede  die 
qnaliteyt  der  gedeputeerde,  t^enwordelicken  represente- 
rende die  staten  generael  inde  voors.  stadt  van  Andt- 
werpen; te  mee^,  want  ons  verdunct,  datmén  mach  twyf- 
iekn ,  om  verscheyde  ▼eranderingiie  onlancxs  op  veele 
plaetsen  gesien ,  die  zelve  gedeputeerde  nyet  geqnalifi* 
ceert  te  zyne  oft  ten  minsten  negligent.  Wat  datter  aff 
is,  al  wel  geaffectioneért  totten  landen,  ende  en  hebbe 
nyet  wiHen  laten  nwer  eerw.  int  particufier  het  zelve 
te  presenteren,  allet  tgbeene,  dat  ons  verdunct  voor  dit 


Digitized 


by  Google 


—  348  — 

}>asvan  iioode  en.  bequaem  te  lyn,  u  E.  adviserende, 
dat,  nae  behoorlycke  en.  diligente  examinatie  der  articu- 
len  voors.»  hebben  in  effect  bevonden,  dat  zyne  maies- 
teit  ons  toelaet  allen  tgeene»  d^^t  wy  in  voorgaende  ty- 
den  hebben  gepretendeert  en.  b^eert,  te  veten,  impu* 
niteyt  der  secrete  heresyen,  duer  die  suspencie  vau  alle 
rigoureuse  placcaten,  ter  tyt  dat  anders  vande  generale 
staten  sal  geordineert  worden,  dwelck  in  effect  is  een 
liberteyt  van  conscientie,  hier  voormaels  zoe  grootelicx 
begeert;  ten  tweeden,  renvoye  van  alle  Spaeniaerden  en. 
andere  vreempde  soldaten,  eenen  gouverneur  generael 
vanden  rechten  bloeden  der  conincklycke  maiesteyt,  die 
gouverneurs  vande  provinciën  en.  raed«  des  lants  vande 
naturele:  daer  en  boven  agreatie  vand^  pacificatie  van 
Gendt,  edict  daer  nae  gevolcht,  in  allen  haire  poincten 
en.  articulen,  en.  finale  expresse  liniitatie  van  die  aucto- 
riteyt  des  conincxs,  volgende  die  pacificatie  van  Gendt 
en.  die  previlegie  des  lants,  welcke  die  principale  poinc» 
ten  zyn;  die  wapenen  aen  te  nemen  tegeos  allen  den 
geenen,  die  tlant  in  subjectie  stellen  willen.  Nu  eest 
waer,  dft  die  voors.  articulen  in  alles  nyet  en  zyn  con- 
form tot  het  gheene,  dat  die  staten  hebben  gepi*eten« 
deert  en.  by  instructie  versocht,  maer  het  diflerent  en 
is  zoe  groot  nyet,  ten  waer  wel  appoinctabel,  behalven 
het  poinct  der  exercitie  vande  gereforme^de  religie  buy* 
ten  die  provinciën  van  HoUant  en.  Zeelant,  dwelck  zyne 
maiesteyt  gheensins  en  beeft  willen  toelaeten,  allegerende 
die  belastinghe  zynder  conscientie,  als  wesende. directe- 
iyck  contrarie  zynen  eedt  den  landen  gedaen;  ende  ver- 
dund die  voors.  prinche  commissarissen,  dat  zyne  maies- 
teyt inne  dese  saecke  zeer  wel  gefundeert  is,  vreemt  vyn- 
dende,  dat  tpoinct  vande  religie  egeen  oorsake  gegeven 


Digitized 


by  Google 


—  349  — 

en  heeft,  om  die  wapeoen  aen  te  Demen,  niaer  alleen  oc- 
casie en.  incident  zynde,  [tgeen]  sonde  gewichtiger  wesen 
dan  tprincipael,  gemerct  dandere  provinciën  ter  contrarie 
hebben  verclaert  en.  geprotesteert  te  willen  blyven  aen 
die  oude  Roomsche  catholycque  religie  en.  die  zelve  te 
mainteneren  9  nyet  tegenstaende  datter  eeuigbe  van  dien 
hen  zelven  vei^eeten  hebben,  verclaereiide  daer  en  bo* 
ven  de  zelve  prinche  commissarissen,  dat  die  maiesteyt  int 
poinct  vande  religie  meer  toebiet  dan  syn  selven  en.  meei* 
provinciën  van  Duytslant  oeck  door  den  Religions  vreede 
haerlieder  ondersaten  heeft  gepermitteert,  ende  infereren 
nyet  redeUck  te  zyn,  zyne  maiesteyt  vorder  te  pressee- 
ren  ofte  meer  te  subjecteren  dan  den  minste  prinche  in 
Duytslant  Ende  nu  bet  zoe  gelegen  is,  soude  wesen  een 
lamentable  saecke,  dat  dit  eenlyck  poinct,  boven  dat 
byde  pacificatie  van  Gendt  is  oipentlick  gestipuleert ,  en. 
tegens  dintencie  van  dyen,  men  soude  die  calamiteuse 
oirloghe  continueren,  waer  van  dependeert  ons  gronde- 
lycke  ruyne,  sonder  hope  van  rust,  ter  lyt  wy  sullen 
verwonnen  hebben  met  fortse  van  wapenen  een  soe  mach- 
tigen viandt,  als  den  coninck  van  Spaengien  wesen  zal, 
ofte  dat  wy  door  groote  en.  langhe  miserien  en.  confti- 
sien  gematteert  synde,  gedwongen  worden  tappoincteren 
met  meerder  achterdeele  en.  lesie  tonser  eeren  dan  ons 
t^enwordelick  door  den  prinche  commissarissen  wort  ge- 
presenteert,  een  sake  sonder  faulte  van  zoe  groote  con- 
sideratie, dat  oeck  die  gheene,  die  vander  nyeuwer  re- 
ligie syn,  occasie  hébben  te  regreteren  en.  te  dagen,  die 
oogen  der  liefide  werpende  op  henne  effen  naesten  Ca- 
tholycke,  die  in  meerder  getallen  ongelyck  zyn  dan  zy, 
hen  behoiren  te  contenteren  sonder  exercitie,  met  die  ge- 
presajteerde  vryheyt  der  conscientie,  ofte  haer  elders  ie 


Digitized 


by  Google 


—  350  — 

IransportereD,  geljck  zj  vryelyck  moeg^n  doea  met  heiire 
goederen,  dan  doer  dier  occasie  die  geheele  Neederlan- 
den,  die  tot  noch  toe  soe  florisanl  syn  geweest»  siea  te 
Yergaen  en.  ruyneren.  Alle  welcke  dinghen  inder  waer* 
heyt  geconsidereert»  het  remedie»  dal  eenighe  geesten 
schynen  voort  te  brengen»  dner  tmiddel  vanden  ducq 
dAlanson»  en  zal  die  landen  nyet  preserveDen»  maer  lot 
groote  achterdeel  wesen,  want.  wel  te  mereken  u,  dat 
de  maiesteyt  hen  vyndende  zoe  te  overvallen»  meer  oir- 
sake  zal  hebben»  zyn  vuyterste  fortse,  die  hem  Godt  ge- 
geven heeft»  te  gebruyckeo»  en.  zal  al  die  werelt  door 
meer  favoirs  vynden  dan  hy  oeyt  gedaen  heeft»  wesende 
een  sake  zeer  odieus  te  priveren  een  natuerlycken  prin«> 
che  van  syn  patrimoniale  goeden  en.  (1)  landen»  alle  ge- 
bueren  verweckende  tot  commiseratie  en.  verbitterthey t » 
gelyck  hy  exempel  tzelve  is  bevonden  geweest  vandoi 
prinche  van  Orangien»  vnyt  zyne  goederen  gestooten  we- 
sende, heeft  dassistencie  (eenen  yegelick  notoir)  van  groote 
potentaten  verworven;  daer  en  boven  ons  die  tragyoq[ue 
historie  leeien  wat  commotien  ende  alteratien  doort  arge- 
inent  der  prinche  gemeynlick  in  die  landen  comen;  en 
connen  oeck  nyet  geloven»  dat  die  provinciën»  daer  aen 
gescreven  is,  om  advys  .hier  op  te  geven»  sullen  aocoi> 
deeren  in  een  opinie;  maer  beduchten»  dat  die  diversiteyt 
der  opinien  óirsake  geven  zal  van  eender  dangereuse  s^ 
paratie»  en.  sullen  eer  delibereren  en.  sullen  resolveren  te 
accepteren  die  voorseyde  aengencMuen  articulen»  om  tex- 
cuseeren  alsulcke  dangereuse  resolutie,  ende  soude  moe- 
ghen  geschieden ,  dat  tgeheel  corpus  vande  geoeraliteyt 
duer  zoe  danighe  oirsaecke  gedemembreert,  soude  tot  al* 
sulcke  dibiliteyt  comen,  dat  zy  egheen  weer  nn  zoude  Ie- 

(l)     Goeden  tn*,  uit  F.  ingetuld. 


Digitized 


by  Google 


_  351   — 

gbeDs  aUulcke  inacht  cooneD  gedoeo.  AlwaerC  oeck  zoe, 
dat  die  querelen  soode  nioegeu  recbtveerdich  weseo,  want 
okk  int  aeQsieD  der  fcxlelyoker  presentatien  sal  doer  die 
géheele  werek  gjwüe  disputatie  weseo,  ten  ware  die 
gheene»  die  vervangeQ  syo  vande  voors.  religie»  luttel  zal 
wese&i.die  anders  zuUeo  gevaelen  dan  deo  keyser  zelver 
met  andere  princho)  en.  potentaten  sullen  redelick  be« 
vyadeo»  toe  int  poinct  vande  religie  als  int  poioct  Tan* 
de  auttcfiteyt  vaode  conincklycke  maiesteyt;  welcke  auc- 
toriteyt  ten  minste»  aeloau  wesen  moet,  dat  ay  machttch 
zyn  te  maintoieeren^  dat  hier  sal  geaccordeert  en.  geap- 
poindeert  Trordeo»  Jfa  daer  anders  gheen  middel  en  is, 
om  te  asawereo»  w<lde»taen  en.  tegens  te  comen  die  groote 
licentie  vande  gemeyote,  en.  vuyt  respecte  van  dien  die 
overicheyt  en.  ancteriteyt  geheel  van  noode  is,  is  son- 
der  weder  sagghen  meer  gefandeert,  die  zelve  den  na- 
tuerlycke  prinche  Ie  Misibueren,  meer  dan  een  vreemde- 
linge» wie  dat  oeck  zy.  Om  dan  eens  te  termioeeren 
en.  ten  eynde  te  brenghen  dese  grootelycke,  onsprecke> 
lycke  calarmiteyten  en.  miserien ,  behoort  men  hem  te 
contenteren  met  tgheene  dat  redelyck  is,  om  nyet  tac- 
cnmmuleren  miserie  op  miserie  en  deen  ruyne  op  dan- 
dere»  temedierende  deen  quaet  met  een  meerdere,  en.  dat 
den  eenen  blynde  (gelyck  schynt  datmen  tot  noch  toe 
gcsien  hééft)  den  andere  int  graft  nyet  te  leyden,  pro- 
cederende met  een  furie  en.  sonder  fundament,  min  oft 
meer  off  onse  salicheyt  gelegen  hadde  geweest  in  eene 
gcduerighe  oorloghe,  om  welcke  te  sustineren  die  expe- 
riencie  genouch  leert,  dat  wy  Iselve  ter  langer  tyt  nyet 
en  sullen  machtig  zyn  te  yerdueren.  Ende  daer  omme, 
eerw,  heeren,  verdunct  ons,  om  vryelyck  onse  opinie  te 
verclaeren,  datmen  duer  alle  middelen  eu.  wegen  iiioe- 


Digitized 


by  Google 


—  362  — 

geUck  wesende,  deu  peys  zoe  billick  behoort  te  accepte- 
ren sonder  eenich  vertreck,  eo.  dat  net  oose  catuerlyc- 
ken  heere  en.  prinche,  om  te  exeoserea  alle  iaconyeDieo* 
ten  boven  verhaelty  ende  zal  een  warachtich  en.  éenich 
remedie  wesen  van  alle  miserien  ende  calamkeyt.  Hier 
om,  eerw.  voorsienighe  heeren,  hebbende  wel  over  we- 
gen tgeene  voors.  is,  tot  ontlastinghe  van  mynder  con- 
scientie  en.  wel  geaffectioneerde  tot  ons  vaderlant,  heb- 
ben nyet  willen  laten  ons  opinie  u  E»  mede  te  deylen, 
ons  nyet  te  min  refererende  tot  uwer  discretie  en.  ver- 
varentheyt,  biddende  den  almoegenden  Heere  uwe  eer. 
in  te  storten  syne  godtlycke  gracie,  om  wel  te  jiigeren 
ende  verkiesen  een  goede  en«  heylighe  fesohilie.  Tuyt 
Coelen,  den  xxiiij*"  luly  a*,  1579"  Onder  gêêcreven: 
»Ian  VAJTDjn  LvüfDBir/'  en,  getupirêcribeen:  »£edele» 
wyse  en,  zeer  voorsinnighe  heeren  schoutet,  schepenen 
en.  raedt  der  stadt  van  sHartogenbossche."^ 

Ende  soe  nu  dese  voors.  brieven  aennopende  zyn  van- 
de  Coelense  pacificatie  en.  peys,  die  den  voors.  heer  lan 
vander  Lynden,  abt,  doen  ter  tyt  die  van  sHartogen- 
bossche  heeft  mede  overgesonden ,  ende  die  welcke  zy 
hebben  geaccepteert  en.  aengenomen,  naer  het  vuyt  tree- 
ken  vande  borgeren  voorscreven.  (Ende  wie  die  zelve 
pacificatie  en.  peys  van  Coelen  begeert  te  sien,  sal  die 
over  al  wel  gevonden  worden,  zoe  zy  in  druck  is.)  En. 
onder  den  voorseyden  peys  syn  sy  noch  blyven  sitten. 
Hier  mede  besluitende  het  vorder  gescbiedenisse  der  voors. 
stadt  van  sHartogenbossche :  soe  die  oorloghe  met  haer 
noch  nyet  op  en  hout ,  machmén  daer  aff  vorder  scry- 
vcn  byden  gheenen  daer  afi*  kennisse  hebbende  (1). 

(1)    AUoo  eindigt  het  handschrin  W.:  dal  van  F.  beeft  dexeUde  tloU 


Digitized 


by  Google 


—  353  — 

lot  iaer  duyseot  ses  honden  negentwyntych  heeft  deti 
prynse  van  Oranger  den  Boos  belegert  den  eersten  dach 
Hei  ende  heeft  hem  daer  voer  byster  begraven  ende  doen 
daer  byster  op  geschoten,  ende  het  scrystelyck  was  doen 
sy  inde  stadt  woerpen  met  bommen,  dat  daer  kercke  en. 
klost ers  ende  borgers  huyse  hel  met  ontstecken  spronckt, 
datmen  sonde  hebbe  geseyt,  dat  onmogelyck  waer  ge* 
weest:  en.  den  12  September  daer  nae  de  stadt  belopen 
aen  de  Yachterpoert,  des  smorgens  v/oech,  en.  doen  heb* 
ben  sy  gepellemtert.  Ende  den  govemoer  van  Sertogen* 
boos  was  men  heer  van  Grobben  donck  ende  den  prese- 
dent  vande  heere  was  Handryck  Franssen.  Ende  die  stadt 
waert  aen  die  state  van  HoUant  over  gegeven  den  17 
September,  dat  des  oonynckx  volck  daer  wt  toch  ende 
dat  state  volck  daer  in.  Ende  sy  en  sonde  de  stadt  noch 
niet  hebben  gecregen»  en  bedde  daer  geen  ghebreeckt  ge- 
weest van  bns  poerder.    Godt  betert!   (1) 

woorden,  doch  daarin  komen  nog  eentge  tocToegscb  voor,  die  straks 
fum  volgen. 

(1)    Xet  dit  kreupel  gestelde  berigt  vrordt  het  handschrift  A.  gesloten. 


Digitized 


by  Google 


BlirOIGSKLS 


OP    PB   TOOnaAANDK   KRONTEBlf   DBft   STAD   BZf   HBlJiaU   VAN 


'9  MeÈ*iogeni^09eh  (!}• 


(Te  bnotyni  op  Mads.  4S»  n^el  ÈÈ*) 

Int  iaer  [1342]  zyn  tviwe  geconsacracrde  IiQtiien»  im 
tegen wordich  rustende  jnder  kercke  van  Stiphout ,  mint- 
culeus  en.  wonderlyck  vuyt  den  brant  der  roirs.  kercke 
gehaelt,  soo  die  zelve  kercke  int  iaer  als  boven  affbran- 
den  door  tvier  van  blixem,  donder  en.  ongetempcrt  we- 
der. Tis  geschiet,  dat  doen  die  kercke  was  onsteecken 
metten  brant,  datter  heeft  gaen  tenlen  synen  acker  on- 
trent de  kercke  voirs.  eenen  huysman,  genaempt  lan 
Ballois,  lopende  van  zynen  acker  nae  den  brant  van- 
der kercke,  heeft  zeer  geroepen  om  den  pastoir,  datmen 
het  H.  sacrament  daer  vuyt  zoude  haelen,  op  dat  nyet 
verbranden  en  zoude.  Ende  als  den  pastoir  was  geco- 
men  totter  kercke,  heeft  hem  den  huysman  toegesprooc- 
ken,  seggende:  »Heer  pastoir,  hadde  ick  de  macht,  die 

(l)  üexê  bijvoegsels  staan  in  de  TcrTotgde  kronyk  tan  Crm»fJS  van 
F.,  w-elke  er  door  verseliillende  handen  zijn  bij§eschr«Ten. 


Digitized 


by  Google 


—  555  — 

ghy  hebt,  ick  eii  zoude  het  H.  sacrameut  daer  in  nyet 
laten  verbranden/'  Den  pastoir  verscrict  wesende  van- 
den swaren  brant,  heeft  totten  huysman  geseeght:  »Alie 
myn  macht  ende  cracht»  die  ick  hebbe  in  desen  brant, 
die  geve  ick  u.^  Eode  nae  dese  woorden  is  desen  huys- 
man gegaen  nae  der  kercke  dnéren,  om  door  den  brant 
te  gaen  en.  dat  heylich  sacrament  daer  vuyt  te  haelm: 
ende  ingaendci  zoe  hebben  alle  die  omstaenders^  die  daer 
waren»  ende  oock  den  pastoir»  gesien,  dat  hem  den  brant 
scheyden  in  tweën  ende  den  huysman  voirs.  plaets  ge- 
maect»  daer  hy  in  ende  'vuyt  is  gegaen  ongequetst  en. 
ongebranty  soe  dat  noeh  ayn  lichaem  noch  cleederen  er- 
gens gebrant  en  waren  geweest»  heeft  alsoe  het  H.  sa<! 
crament  metter  ciborie  gelevert  aenden  pastoir,  soe  dat 
Godt  wonderlyck  is  in  ayne  wevcken  ea.  miraculen,  na»- 
demael  dat  is  boven  veel  andere  een  wonder  groot  mi- 
rakel Snde  oyek  mirakel  ia^  dat  dese  twee  geconsa- 
creerde hostien  noch  tegenwordich  perfect  en.  volcomen 
syn,  hebbende  nochtans  aldaer  bewaert  geweest  over  de 
Iweehoodert  en.  vyff  en  veertich  iaeren.  Ende  tot  naer* 
der  zeeckerheyt  van  desen^  brant  en.  mirakel  isser  gestelt 
geweest  inde  voors.  kercke  eenen  sim  pelen  tabernakel , 
slecht  (1)  gemaect  van  hout,  hetwekk  gestelt  was  aen 
die  vuBte;  op  weick  tabernakel  was  affgeschildert  den 
brant  en.  oyck  hoe  hem  den  brant  scheyden  int  in  en. 
vuytgaen  vanden  huysman  ende  hoe  hy  het  H.  sacra- 
ment overgaff  in  handen  des  pastoirs»  met  oeck  den  naem 
vandeo  huysman»  met  den  datum:  A^  1842  ut  supra, 
En.  desen  tabernakel  hebben  geden  vele  menschen  en.  is 
terst  onlancx  gebrant  metter  kercke  int  iaer  1587,  den 
9"  luly»  vande  vyanden,  dieraen  noemt  Geiiseu. 

(1)    Steehr,  eenvoudiglijk. 


Digitized 


by  Google 


—  356  — 

Het  alderierst  dat  dit  H.  sacrameDt  miraculeus  is  ver- 
socht  geweest  uaeden  brant,  synder  geweest  binnen  Süp- 
hout  twee  gesusteren  ongehouwt.  De  outste  worden  yer- 
socfat  van  Godt  metter  peste,  ende  siende  datter  ghee- 
nen  troost  en  was  dan  alleen  Godt,  is  gegaen  nae  der 
kercke  van  Stipbout,  al  waer  als  doen  stont  inden  voers. 
tabernakel  bet  boocbweerdicb  sacrament,  ende  beeft  baer 
tot  ^bidden  begeren  eenen  tyt,  ende  corts  daer  nae  is  zy 
verlost  vander  peste.  Is  daemae  de  iongcxte  suster,  die 
welcke  langen  tyt  badde  gegaen  mitter  kortse,  desgelycx 
gegaen  ende  beeft  daer  oock  bertelyck  gebeden,  ende  die 
cortse  beeft  baer  oyck  verlaten.  Ende  soe  dan  bet  gans 
dorp  van  Stipbout  besmet  was  van  een  sware  pestilen- 
tie, syn  sy  cranck  gegaen  voor  het  H.  sacrament  ende 
zyn  al  te  samen  verlost  geworden  vander  pestilentie.  En- 
de om  van  dese  twee  susteren  sekerbeyt  te  hebban,  heb- 
ben overgegeven  tot  een  waeracbtige  getuycbenisse  d^eer- 
samen  Laureyns,  die  coster,  Henrick  Gbielens,  Andries 
Godtscbalcx,  al  inwoenders  des  dorps  van  Stipbout  en. 
gesworen  bewaerders  der  crancke,  zoe  dat  zy  verbalyck 
van  hunne  ouders  en.  andere  oude  persoenen  geboirt  badr 
den  dese  drye  persoeuen,  dat  zy  b^ne  ouders  en.  an- 
dere hardt  byde  tnegenttcb  iaeren,  ende  hebben  tboven 
gescreven  verclaert  in  presentie  van  heer  lan  van  Roy, 
pastoir  tot  Stipbout  (1). 

Noch  hebben  verclaert  de  voirs.  drye  personen,  dat 
zy  benne  ouders  en.  andere  oude  mannen  hebben  faoo- 
ren  seggen,  datter  een  vrouwe  was  gecömen  vuyt  Hol- 
lant  tot  Stiphout,  genaemt  Mary  van  HoUant,  mettoi 
vyant  beseten,  die  inder  boeten  worden  gelaten  eenen 
tyt  van  negen  daegen,  ende  daernae  verlost  vanden  boo- 

(l)    üezc  zin  is  merkelijk  bedorven. 


Digitized 


by  Google 


—  357  — 

sen  vyfeint.  Die  voirs.  Mary  vao  Uoliant  is  met  grooie 
bijseap  nae  huys  gereyst  ende  dat  mirakel,  dat  Godt 
soo  wonderiyck  in  haer  hadde  gewerct,  is  alle  plaetsen, 
soo  in  Hollant  als  Zeelant,  grootelycx  te  kennen  gege^ 
ven,  alsoe  dat  voorts  verclaren  die  voora.  personen,  dat 
daernae  soo  vuyt  Ilollant,  Zeelant  en.  andere  plaetsen 
wel  zyn  gecomen  crancken  aenden  cant  van  vierhondert 
en.  meer,  waeraff  oöck  een  is  geweest  Mary  voirs.,  die 
selver  mede  heeft  belpen  bewaren,  waer  in  dat  Godt 
doort  H.  sacrament  miraculeuselyck  geopereert  Ifeeh.  Lau- 
reyns,  die  coster,  en.  Henrick  Gbielens  hebben  verclaert 
inder  tegen wordicheyt  des  pastoirs  voirs.,  dat  het  princi- 
pad  ^oet,  dat  zy  besaten,  hadden  gewonnen  by  crano- 
ken,  die  daer  quamen  liggen  in  boeten,  ende  hebben  daer 
l>y  gelegen;  hebben  noch  verclaert  die  voirs.  Laureyns, 
coster,  Henrick  Gielens  ende  Andries  Godtschalck,  datter 
in  hennen  tyde,  ter  wylen  zy  gesworen  bcwaerders  syn 
geweest  over  die  beseten  menschen  tot  Stiphout  gebracht, 
dattet  getal  tussen  de  drye  en.  vier  hondert  is  geweest, 
veel  en.  meestendeel  verlost  en.  gesont  nae  htiys  g^aen, 
ende  oock  eensdeels  verlost  ende  daernae  gestorven,  maer 
^een  gestorven,  zy  en  syn  ierst  verlost  geweest 

Daer  is  gebrocht  gecomen  vuyt  een  plaetse  genaemt  Sa- 
veling  (1}  by  Dort,  gebonden  en.  geketingt  aen  handen 
en.  voeten  gelyck  een  beest,  ende  is  te  water  coraen  ten 
Bossche  aende  craen  ende  hebben  hem  met  de  craen  op 
gewonden  ende  alsoo  geleeght  op  eenen  waegen  ende 
voorts  gebrocht  tot  Stiphout  ende  aldaer  in  die  boeten 
geleeght  ende  worden  verlost  in  die  ierste  boeten  seer 
schoondelyck  ende  gevolght  het  H.  sacrament  met  een 
bernende  kersse. 

(I)    ncnkelljk  is  dit  vroord  door  den  arschrijver  Terkeerd  smiezen. 


Digitized 


by  Google 


—  358  — 

Noch  isser  gecomeo  texk  ionge  dochter  vuyt  Amster- 
dam, beseten  met  den  boosen  vyant,  met  een  kettiDg 
vast  gemaect  van  bovefi  aen  die  armen  ende  voeten , 
waerop  dat  zy  spronck  als  eenen  bont,  ende  is  wonder* 
lyck  verlost.  Nocb  isser  gecomen  een  vrouwe  vnyt  Rot- 
terdam, hebbende  by  haer  haeren  s(me,  die  twdff  iaem 
stom  ende  dooff  hadde  geweest ,  ende  comtnde  inde 
kercke  van  Sliphont  heeft  haer  gebet  gedaen  voor  bet 
hoochweerdich  sacrament  ende  daemae  beeft  haerai  sooe 
gesproocken  ende  gehoort;  die  vrouwe  met  haeren  soon 
hebben  hen  gebiecht  ende  het  heylich  sacrament  ontfan- 
gen,  ende  bïy  wesende  nae  hiiys  gegaen.  Noch  een  io^ 
ftouw,  ongehouwt,  gecomen  vuyt  HoUant  tot  Stiphout, 
bcseten  met  den  boosen  vyant,  ende  in  die  boeten  ne«r 
gcleet  tot  drye  diverse  boeten,  ende  in  die  leste  boeten 
schoondelyck  verlost  en.  blydelyck  nae  huys.  gereyst,  en- 
de in  teecken  der  danckbaerheyt  gaff  zy  der  kercke  een 
witte  damaste  casuyffel.  Alnoch  een  man  vvyt  HoUant, 
beseten  met  diverse  duy velen,  is  tot  Stiphout  gelèet  lot 
vyif  boeten  toe,  <]aermen  boven  maten  groot  leet  mede 
had,  nochtans  verkst  wesende,  by  goeder  kennisse  daer- 
nae  gestorven .  en.  aldaer  b^raven.  Noch  is  aldaer  ge* 
brocht  een  apteeckers  dochter  van  Zutphen,  ongehouwt, 
die  oyck  zeeker  boeten  heeft  gelegen  ende  in  gesontheyt 
thuys  worden  gehaelt.  Noch  twee  ionghe  nannen,  on- 
gehouwt, een  van  Gerwen  ende  een  van  Nunen,  beyde 
verlost.  Noch  een  van  Lieshout  ende  een  van  Geldrop, 
oydi  beyde  verlost.  Noch  een  gheestelyeke  persoon  al- 
hier gecomen,  deerlyck  gequelt  met  den  boosen  vyant, 
die  hy  gbeme  vuyt  die  boeten  sonde  hd>ben  genomen, 
maer  eo  constent  nyet  gedoen,  ende  daemae  gevueK  op 


Digitized  by  L3OOQ IC 


—  369  — 

deii  toren  ende  daeraff  geworpeo,  oocIitMis  Djret  gequetst, 
maer  dacroae  verlost  eo.  gestorven. 

Noch  een  gheesteljke  persoon  ^^qt  den  Bossche  ge- 
éommen  randen  Bagynfaofiy  ende  hadden  seer  ielyckea 
met  den  H.  sacrament  geleefk,  als  syt  óntfangen  hadde 
ende  wedenom  vnyt  haren  inont  genomen  ende  den  vy* 
ant  in  hner  feeomen  is,  ende  inde:  boeten  geleet  ende 
met  groot  verdriet  ed.  hféen  nochtans  verlost ,  ende  het 
wai  een  zeer  iMtsnyver  ghecst.  Noch  isser  gecomen  viqrt 
de  stadt  Grave  een  priester,  die  den  boosen  vyant  in 
zyn  haer  hédde  sittett,  soo  hy  seyde»  en.  nodi.  twee  di- 
rerse  bergers  vande  Graven  beyde  beseten  >  den  eenen 
ivas  bevonden  aen  eenen  pnt,  om  hem  te  verdrincken  ^ 
en.  alk  drye  verlost. 

Noch  een  iooge  dochter,  gecomen  int  iaer  1584  ende 
beseteo  met  seven  duy velen ,  crenpel  en.  dooff  eenen  tyt 
van  xt^  maenden,  sprekende,  alderhande  spraken,  en« 
eenen  duy  vel  was  rustende  in  haeren  rechteren  teen,  ge^ 
naempt  Echor,  zoe  $j  seyde.  Dese  oomende  aenden.  kerc- 
beff  der  kercke'van  Stiphout,  is  daer  neer  geleeght  als 
^en  beest;  haer  moeder  was  hy  haer;  ende  die  moeder 
roepende  om  htdp,  datdiense  zoude  moegen  brengen  tn« 
der  kercbe,  is  die  dienstmaeobt  des  pafetoirs  met  meer 
andere  vrouwen  tot  hulpe  gecoemen  ende  alsoe  de  doch- 
ter gesleypt  voor  het  hoochweerdich  saorament  ende  daer 
oyck  neder  geleeght  als  een  beest,  ositreat  den  tyt  van 
een  ure,  ende  die  moeder  biddende  in  bitterheyt  kners 
herten  viK>r  haer  dochter,  heeft  daeenae  tot  haer  doch* 
ter  gesproken:  »CSampt,  dochter,  ick  sal  u  hlepen,  dat 
wy  vuyt  gaen;**  ende  die  dochter  opsiende,  seyde:  i>Netn, 
moeder,  ick  sal  nu  wel  selver  opstaen;**  en.  met  dese 
woorden  is  zy  opgesprongen  als  een  hert:  sy  is  gesont 


Digitized 


by  Google 


—  360  — 

geworden  in  haeren  lichaem  en.  haer  gehoor  ontfangen. 

Tis  een  persoen  geweest  over  den  Peel,  crenpel  ende 
lam  in  alle  zyn  leden  ^  int  iaer  1687,  en.  heeft  gecropen 
langen  tyt  op  zynen  buyck  als  een  serpent,  soe  hy  sel- 
ver  verclaert  heeft ,  en.  heeft  by  hem  gedacht  en.  gesejrt: 
»Och  mocht  ick  eens  tot  Stiphout  comen  voor  het  hooch 
weerdich  H.  sacrament  van  miracule,  ick  sonde  wel  ge- 
scmt  worden;^  ende  in  dese  woorden  is  hy  vedicht  en. 
op  zyn  heenen  gestaen  en.  daernaë  gereden  met  crhcken 
ende  heeft  alsoe  opde  crncken  zyn  bevaert  geloeft.   ^ 

Anno  1591  isser  gebrocht  een  sterck  ionckman,  bese- 
ten met  den  duyvel,  vuyt  die  stadt  van  Breda,  alwaer 
hy  hadde  gelegen  in  een  cot  rontsomme  toegemaect,  naect 
als  een  heeste,  den  tyt  van  vier  iaeren  lanck,  ende  daet* 
nae  gespannen  met  clnysteren  en.  wonder  instrumenten, 
gelyckmen  noch  sien  mach  inder  kercke  van  Stiphout, 
en.  is  aldaer  in  die  boeten  gel^eght  en.  inder  ierste  boe- 
ten verlost. 

Anno  1599  synder  2  diverse  ionge  mannen  in  die  boe- 
ten geleet,  een  van  Gemert  en.  een  van  Boekei,  en.  beyde 
verlost  Anno  voers.,  op  den  octave  des  &  sacraments 
dach,  soe  syn  Sgeeraert  Willem  Goosseus  en.  Heesken,  zyn 
huysvrouwe,  borger  der  stadt  van  Delmont,  met  haren 
fioon,  genaempt  lacop,  out  ontrent  14  iaeren,  die  welcke 
was  blynt  geweest  den  tyt  van  3  iaeren,  ai.  nae  dat 
zy  met  haeren  soou  hen  offerhande  ei),  gebet  hadden  ge- 
daen  voor  het  H.  sacrament  inde  kercke  van  Stiphout 
en.  waren  wederom  gaende  nae  huys,  heeft  haeren  soon 
opgesien,  en.  opsiende  heeft  hy  gesproken:  »Moeder,  ick 
sye  vogelen  vliegen;*^  ende  tis  van  zynen  ooghen  gevi^l- 
len  als  scubben,  en.  op  de  Stiphoutse  aerde  is  hy  siende 
geworden. 


Digitized 


by  Google 


—  361   — 

(T«  brengen  op  bladz.  SS»  regel  IS/ 

[1418]  Item  byden  voorn,  hertoghe  lan  [is]  gegeven 
de  chaerte  van  dat  die  poirters  [van]  onse  getrouwe  stadt 
vanden  Bossche  loll  vry  varen  sullen  beyde  te  water  en. 
te  lant  in  HoUant  en.  Zeelant.  Gegeven  tot  Woudrichem , 
vyff  dagen  in  Februario,  en.  dat  om  dat  die  borgers  me- 
nichwerve  onrecht  ver  tolt  syn  in  Hollant  by  tyden  van 
syne  voorsaten  en.  van  hem,  aensiende  den  menichvul- 
dighen  trouwen  dienst,  die  sy  onsen  voorvaderen  en.  ons 
te  menigher  stont  grootelick,  geeme  en.  willichlick  bewe- 
sen  hebben. 

Alius  M.S.  1418.  Opten  Mey  avont  is  komen  op  een 
Saterdagh,  doen  brande  den  Bosch,  en.  opden  middagh 
daer  na  soo  brandet  weder  en.  dede  meer  schade  als  te 
vooren.     V.  anno  seq. 

(Te  lirengen  op  bladi.  B9»  regel  f  9*) 

Duerte  [1437].  Een  madde  rogghe  xxj  gulden  ig 
plecken. 

(Te  brengen  op  blads.  S9y  regel  iS«) 

tn  desen  iaer  [1450]  is  gemaect  een  verdrach  tussen 
de  stadt  vanden  Bossche  ter  eenre  en.  de  stadt  van  Tiel 
ter  andere  zyde,  en.  syn  daer  van  acten  geëxpedieert,  als 
hier  nae  volgende: 

»Wy  schepenen  en.  raet  der  stadt  sHertogenbosch  be- 
kennen  met  desen   opene  brieven :  alsoe '  seeckere  twee^ 
C.  24. 


Digitized 


by  Google 


~   862  — 

dracht  eo.  ourust  opgeslaegen  is  geweest  van  eenen,  Egbeo 
deo  Poerter  geheeten,  met  zyne  medehulperen,  soe  syn 
daeraff  die  stadt  vanden  Bossche  ende  die  stadt  van  Thiel 
ende  hoer  poerter  en.  borger  in  arastamenten  en.  in  on- 
rust gecomen,  welck  wy  nu  van  nu  voerlaen  verhueden 
solden,  dat  dess  oft  desgelycx  niet  meer  en  geschiede; 
soe  zyn  wy  overdragen  en.  gesloten,  dat  oft  yemaut  ge- 
seten inden  lande  van  Gelre  hem  aldusdaniger  kommer 
ende  onraste  met  arrestamenten  oft  mit  nemende  pynde 
te  doen,  dat  dan  de  statt  vanden  Bossche  dat  kundighe 
zal  der  stat  van  Tiel,  die  dan  alsoe  veel  daertoe  doen 
sal  met  horen  vrienden,  dien  tonderwysen,  dat  hy  daer 
in  afflaet,  alsoe  verre  als  sy  kon,  en.  oft  sy  dess  nyet 
gedoen  en  konden,  noch  in  haren  macht  niet  en  weer, 
ende  die  stat  vanden  Bossche  van  dyen  raede  worde,  dat 
sy  daerom  solde  doen  arresteren  ennige  Gelresche,  dat 
dan  die  borgeren  van  Tiel  ende  hoer  goede  een  maent 
nae  opschriveu  der  stadt  veylich  sollen  wesen  ende  bly- 
ven,  ende  al  sonder  argelist  met  deser  voerwaerden  toe- 
gedaen,  soe  wanneer  dat  alsdan  dese  ristamente  vanden 
ghenen  daer  dit  opscriven  oft  heeikennen  will  volcome» 
lyclich  aff  gedaen  weer  en.  gesleten,  dat  alsdan  dese 
selven  brieff  weder  om  vast  wesen  sal  en.  bliven  nae 
allen  voerwaerden  boven  geschreven  tussen  de  statt  van- 
den Bossche  en.  Tyel  voorn.,  sonder  argelist.  En.  des 
t'orconden  soe  hebben  wy  schepenen  en.  raet  der  stadt 
vanden  Bossche  voirgen.  onsser  stadt  segel  vanden  Bos- 
sche aen  desen  openen  brieven  gehangen.  Gegeven  in- 
den iaere  ons  Heeren  1450,  des  Woensdach  nae  Aller 
sielen  dach."^ 

»Wy  borgemeesteren,  schepenen  en.  raet  der  stadt  van 


Digitized 


by  Google 


—  363  — 

Thiel  bekennen  met  dese  opene  brieven  van  onsser  stal 
v^egea  en.  onsser  borger  wegen  van  Tiel  vors.,  dat  wy 
overdragen  syn  metter  goeder  stadt  vanden  Bossche,  als 
dat  wy  in  geenre  wys  aennemen  en  zullen  enigen  borger 
tot  Tiel  Ie  maken  off  voor  onsse  borger  te  verantwoer- 
den  off  te  halden  die  roeven,  schadigen,  off  rasteren,  off 
nemen ,  off  anders  ennighe  bede  maken  off  halden  opter 
gueder  stadt  van  sHertogenbossche  en.  haren  porteren, 
ende  oock,  die  dat  doen,  nyet  hnyssen  noch  houen  en 
sullen  by  onsse  wil  ende  welen ,  en.  oft  yemant.  hier  te- 
gen dede  van  onsse  borgeren,  terstont  als  wy  dat  ver- 
nomen, onborgeren  sullen  ende  vuyt  onser  stadt  setten, 
sonder  argelist ;  vuytgescheyden  als  dat  een  yegelyck 
vande  porteren  en.  borgei-s  vanden  Bossche  en.  Thyel 
voorgen.  van  wettelycken  schuit  malcanderen  met  recht 
aenspreken  moegen  die  stede  daer  hem  des  noot  gebo- 
ren. Ende  des  tWconde  soe  hebben  wy  borgemeesteren 
en.  schepenen  en.  raet  der  stadt  van  Tiel  onser  stadt  se- 
gel  aen  dese  opene  brieven  gehangen.  Gegeven  inden 
iaere  ons  Heeren  duysent  vierhondert  en.  vyftich,  op  Al- 
re  sielen  dach.'^ 


(Te  hreagfBa  op  bUds.  S9»  regel  iV«) 

7  Mart.  [1461]  geeft  Philips,  hertogh,  tot  Brussel 
aen  den  schouthet  alhier  consent,  om  een  stalhouder  te 
moghen  stellen  in  syn  absentie,  op  synen  koste,  die  hy 
den  eedt  afnemen  nioet  soo  dickvrils  als  hy  vertreckt. 

Nomen  praetoris  Yewaen  sive  Tewen  de  Moll.  Wt 
hel  placaet. 


Digitized  by 


Google 


364 


(Te  brengen  op  bUdz.  B9f  regel  t4«} 

5  Februarii  [1453]  adinitütur  dominus  Joannes  de 
Wesalia  pater  sororum  de  Orthen  ad  capitulum  et  cu- 
ram  animarum  dictarum  sororum  et  debet  comparere  in 
tribus  processionibus ,  6  Maii,  veoerabih's  sacrameoti  et 
dedicationis. 


(Te  brengen  op  bl«ds.  ••»  r^el  M.) 

In  Auguslo  [1462]  wort  de  groote  kloeke,  geheeten 
Grymme,  hergooten  en.  geheetcn  lan.  Sy  is  swaer  10650 
ponden,  den  clepel  weeght  212  ponden.  Meester  Cïobet 
had  van  eick  hondert  10  witte  stuvers  vocmt  syn  arbeyt, 
maer  de  kercke  dede  al  het  stoff  en.  gereetschappe. 

(Te  brengen  op  bladz.  0#9  regel  St.) 


»Phih*ps,  byder  gracie  Godts,  hertoge  van  Bonrgoen- 
die,  van  Lothryck,  van  Brabant,  van  Lymborch,  greve 
van  Vlaenderen,  van  Artoys,  Bourgoengien,  palatyn  van 
Henegouwen,  van  Hollandt,  van  Zeelant  en.  van  Nae- 
men,  mercgreve  des  heylichs  rycx,  heere  van  Vrieslant, 
van  Salins  en.  van  Mechelen,  doen  condt  allen  luyden, 
dat  wy  ontfangen  hebben  die  oitmoedighe  bede  van  ón- 
sen schoutet,  schepenen  en.  raede  van  onsser  stadt  van 
sHertogenbussche.  inder  name  en.  van  wegen  allen  den 
inwoenderen  der  zelver;  inhoudende  hoe  dat  onlancx  ge- 


Digitized 


by  Google 


—  365  — 

ledeu  vele  cloostereo,  goidtshuyssea,  vergaderinghe  van 
maanea  en.  wyven  in  onser  voirs.  stadt  eode  meyerye 
derselver  gefundeert,  gemaect  ende  opgeset  zjn,  daeraii 
die  regeerders  eode  die  gouverneuren  der  zelve  daege- 
lycz  by  coope,  transporte,  ghifte  van  testamenten  ende 
anderssints  vercrygliea  vele  chynssen ,  i*enten ,  pachten 
en.  andere  erffgoederen,  ende  die,  als  syse  verci*eghen 
hebben,  soe  pynen  zy  hem  die  te  handen  voir  gheeste* 
lycke  goeden  ende  exempt  ende  verscheyde  vande  weer- 
lickheden  ende  werlicke  gueden,  sonder  ons  daeraff  te 
doen  off  te  willen  doen  ennighe  dyenste,  het  zy  in  con- 
tribatie  van  onsen  beeden  off  andere  chyns,  off  oeck 
staen  tot  gebuerlicke  rechten,  als  zy  schuldich  syn  te 
doen,  in  groten  achterdeele,  schade  en.  interest  van  ons 
eode  van  onsen  onderaaten  van  ousse  voirs.  stadt  en. 
meyerye  der  zelver,  die  alsoe  sonder  huipe  en.  contri- 
batie  te  hebben  vande  selve  gueden  byde  voirs.  gbees* 
telycke  luyden  vercregen,  alleen  betaelen  ende  die  lasten 
ende  diensten  doen  moeten  opde  costen  van  hen  en.  van 
hennen  goeden,  contrarie  den  auden  rechten  ende  privi- 
legiën by  onsen  voirderen  (I)  hertoghen  en.  hertoginnen 
van  Brabant,  onse  lande  daerop  verleent,  ende  oock  den 
anden  costomen  daeraff  in  vele  plaetsen  vande  voirs.  lan- 
de onderbonden,  ons  oitmoedelycke  biddende,  dat  wy 
hem  hierop  versien  willen  van  onse  gratie:  soe  eest,  dat  ^ 
wy,  gemerct  dat  voirs.  is,  willen  daer  inne  versien,  in 
alsoe  verre  alst  metten  rechten  behoirt,  ende  hierop  ge- 
hadt  advise  ende  deliberatie  ierst  met  onsen  lieven  en. 
getrouwen  cancellier  en.  raedtsluyden  by  ons  geordine^rt 
iu  onse  voirs.  lande  van  Brabant,  ende  daernae  metten 
Inydeu  van  onse  groote  rade,  hebben  geordineert,  gesla- 

(l)     Voirderctij  bij  Vaji  Ofdekhovb!!,  voiroudtren. 


Digitized  by 


Google 


—  366  — 

tueeri  ende  onser  voirs.  stadt  van  sUertogenbossche  ver- 
leeut  ende  geoctroyeert,  ende  metten  desen  tegenwordi* 
ghe  Güsen  brieve  ordineren ,  statueren ,  verleenen  en. 
octrojeren  voir  ons,  onse  oir  en.  naecomelinghen ,  her- 
togen en.  hertoginnen  van  Brabant,  dat  van  nu  voort- 
aen  tot  eeuwighen  daege  die  voirs.  cloesteren,  godtshuy- 
sen  (1),  vergaderioghe  van  mannen  en.  wyven  en.  alle 
andere  gheestelycke  personen,  noch  nyemant  van  beu- 
ren twegen,  noch  tot  hoiren  behoeff»  egheen  chynsen, 
enten,  pachten  off  erfigueden,  by  maniere  van  ooope, 
transporte,  ghifte,  by  testament  off*  anderssints,  en  sol- 
Ijcn  moegen  vercryghen  binnen  der  voirs.  stat  ofi*  meye- 
rye  gelegen,  ten  zy  by  openbaren  oirlofi*  en.  consent  van 
ons  en.  ons  oir,  ierst  geadverteeft  zynde  van  onsen  in- 
teresten ende  dattet  blycke  by  onsen  openbaren  brieven, 
behauden  des,  dat  die  goede  luyden  wael  suUen  mogen 
laten  oft  hem  belieft  ende  besetten  in  hoiren  testament 
ofi*  anderssints,  den  voirs.  cloesteren  en.  godtshuyssen 
cleyne  parcelen  van  chynsen,  renten,  pachten  en.  etfi- 
goeden,  totter  somme  van  hondert  stuyvers  elcx  iaers, 
voor  beur  (2)  iaergetyden  en.  anniversarie,  die  welcke 
chynsen,  pachten,  renten  en.  erffgueden  totter  summe 
voirs.,  die  den  voirs.  gheestelicke  luyden  by  testamenten 
off*  anderssints  gelaten  oö*  beset  sullen  werden,  sollen  we- 
seii  ende  blyven  staen  tot  alsulcken  last,  contributien  en- 
de gebuerlycke  rechten,  soe  zy  stonden  daer  te  voren 
ende  eer  zy  den  selven  gheestelycke  luyden  beseet  off  ge- 
geven waren,  sonder  argelist.  Ende  oft  alsoe  geboerde, 
dat  die  voirs.  cloesteren  ende  godtshuysen  (1),  vergadc- 

(1)  Bij  Van  OuoKfiRovEii  staat  achter  godtshuyssen  nog  gasikuysen. 
(2)  Uit  Var  Oi^denbotkü  ingevuld:  erfgoeden  totter  somme  van  hondert 
stuyvers  elcjr  iaers,   voor  hevr. 


Digitized 


by  Google 


n  — 


rioghe  van  oiaDuen  endc  van  wyven  &ï.  andere  ghfie&te* 
licke  personen  by  consenten  en.  orlofve  van  ons  als  voirs. 
is  off  anderssints  vercrygen  ennige  chynsen,  renten,  pach* 
ten  off  erfigueden,  soe  willen  wy  oick  nochtans  en.  con* 
senteren,  dat  die  oireo  en.  erffgenaemen  off  die  maege 
en.  vriende  der  gheeore,  die  die  voers.  chynsen,  renthen, 
pachten  en.  erffgneden  verqoft  sullen  hebben,  die  sollen 
moegen  lossen  en.  qnyten  tot  eeuwigen  dagen  den  pen* 
ningh  om  xyj,  ende  datmen  die  erffgueden,  renten  van 
coren  en.  graenen,  die,  alsoe  als  voirs.  is,  byden  voirs. 
gheestelicke  persoenen  vercregen  sollen  werden,  oick  sal 
moïgen  lossen  en.  quyten  nae  advenant  en.  gemeynre  ta- 
xatie vanden  lande.  Yoert  soe  willen  wy  consenteren 
noch  en.  verclaren,  dat  egheen  geestelike  personen  in 
die  voirs.  stadt  en.  meyerye,  nae  dyen  dat  zy  professie 
gedaen  suUen  hebben  in  cloosteren  off  religie,  enige  ren- 
ten, chyosen,  pachten  off  erffgueden  van  hoeren  ande- 
ren ofte  enige  andere  persoenen  aen  versterven  noch  by 
eenige  successie  aencomen  en  sullen  mogen,  mer  sullen 
die  selve  guede,  die  den  selven  personen  aen  soude  mo- 
gen comen,  versterven  en.  succederen  op  hoere  naeste 
oiren,  erffgenamen  en.  naecomeliogen  inde  weerlycken  le- 
ven blyvende  ende  in  weerlike  staet  en.  habyt  wesende, 
ende  dat  die  maghe  en.  vrienden  der  voirs.  gheestelike 
}>ersonen  die  gueden,  die  hem  toebehoerden,  toecomen 
efjde  verstorven  waren  eer  zy  professie  deden:  nae  doo- 
den  (1)  der  voirs.  gheestelycke  personen,  ende  nyet  eer, 
sidlen  mogen  lossen  en.  quyten  den  penniugh  om  xvj 
geiycke  penninghen,  alsoe  voirs.  is  vande  gueden  byden 
voirs.  gheestelike  personen  vercregen.  Gebiedende  hierom 
en.  bevelen  onsen  cancellier  en.  luyden  van  ou.sen  raede, 

(I)    Dooden,  bij  Var  OnDEïiHo\E?f,  orde. 


Digitized 


by  Google 


—  368  — 

droflfiereu,  meyereo,  schootettea  eo.  voirt  alleo  auderen 
onsen  officieren,  justicieren  ende  richteren  ods  voirs.  lants 
van  Brabant,  beuren  stedehouderen  ende  een  yegelyck 
bjsonder  tegenwordelyck  off  [die]  bier  namaeb  wesen 
sullen,  dat  zy  onser  voirs.  stadt  van  sHertogenbusscbe 
van  onser  voirs.  gratie  en.  bevelinge  en.  van  allen  dien 
puncten  hierboven  verclaert,  doen  en.  laten  genyeten  en. 
gebmycken  rustelyck  en.  vredelyck  tot  eeuwigen  daegen, 
sonder  hen  daer  in  te  doen  off  laeten  geschieden  conip 
mer,  hynder,  letsel  off  moeyenisse  in  eeniger  manieren, 
want  ons  alsoe  belieft  en.  willen  dat  gedaen  zy.  In  ken- 
nisse  der  waerheyden  wy  hebben  onsen  segel  hier  aen 
doen  hangen.  Gegeven  in  onser  stadt  van  Brugge,  den 
anderen  dach  van  lanuario  int  iaer  ons  Heeren  1463.^' 
Onder ttont:  »By  mynen  heere  den  hertoge  in  zynen  groe- 
ten rade,  daer  by  bisschop  van  Oornicke  ende  die  hee- 
ren van  Coux,  heere  Henrick  Magnus,  Simon  van  Har- 
bais,  meester  Claes  Cluppel  en.  Geldolff  vander  Noet 
waren  ,^^  mde  toas  anderteeckent :  »Ds  u  Keeexst  (1)." 

Finitur  [1464]   nova  aquila  per  Gosuinum  Tolinck  et 
coDstitit  canonicis  26  libris  grossis  Flandriae. 


(Te  brengen  op  bladx.  04 »  regel  t.) 

oonA  I1IDIJI.T1  PBiiiciPis  wmrnmikTwmmn 

CARTH1J9IERISI0    eRDIlilA. 

»Karolus   Dei   gratia   dux  Burgundiae,  Lothariogiae, 

(t)  Mede  afgedrukt  in  Van  OuDEüBOVEif ,  Beschryvinge  van  de  Stadt 
van  *s  Ifertogcnbossche ,  1670,  bladx.  127,  waaruit  wij  de  woorden  ettde 
tca*  imderteeckpnt  •  dDe  li  Këkrist^'  biJgeToegd  hebben. 


Digitized  by 


Google 


—  369  — 

Brabantiae,  Limburgiae,  Lucemburgiae,  coiues  Flaodriae, 
Artfaesiae,  Burgundiae,  palatinas  Hanoniae,  Uollandiae, 
Zelandiae  et  Namntci,  sacrique  imperii  marchio  ac  do- 
minus  Frisiae,  Salioanim  et  MecUiDiae:  ad  perpetuam 
rei  memoriam,  quoniam  ubi  est  freqiientia  cnltus  divini, 
ibi  sunt  amor  et  timor  Dei,  in  quibus  totias  sipientiae 
initia  salatisque  primordia  consistunt.  Desiderantes  itaque 
fidem  ortbodozam  habnndare  ministris  ad  freqnentes  et 
deTOtas  nobis  porrectas  preces  illastris  principis  et  con* 
sangainet  nostri  charissimi  Amoldi  dacis  Geldriae,  totius« 
que  ordinis  Gartnsiensis  pro  nobis  successoribnsque  nos- 
tris  ducibns  Brabantiae  favorabiliter  annuentes,  liberali- 
ter  oonoessimus  et  coocedimus  per  presentes,  qnod  in 
loco  dicto  die  EycJtendoneq  opien  Dungen,  aut  si  ille 
locos  propter  freqnentes  nt  accepimus  inundationes  aqua* 
mm,  et  inaccessibilitatem  ejusdem  tempore  biemali  ad 
hoc  minus  aptus  reperiatur,  in  alio  loco  magis  propitio 
et  convenieuti  per  medium  miliare  aut  circiter  ab  opido 
nostro  Buscoducensi  distanti:  in  honorem  et  laudem  Sal- 
vatoris  Christi  ejusque  intactae  matris  virginis  Mariae, 
omniumque  sanctorum  et  sanctarnm,  subque  vocabnlo  et 
patrocinio  S.  Sophiae  civitatis  Constantinopolitanae,  no- 
vum oonstruatur  et  erigatur  coenobimn  seu  monasterium, 
cnm  cellnlis,  domibus,  ac  aedificiis  congruis  et  necessa- 
riis  pro  inhabitatione  unius  prioris  et  duodecim  fratrum 
cum  familia  competenti  ordinis  Gartusiensis  praedicti,  en- 
jus  nos  principalem  fimdatorem  constituimus ,  quodqne 
coenobium  seu  monasterium  cellulas,  domos,  et  aedificia 
hujusmodi  praedicti  fratres  eorumque  socces«ores  una  cum 
aliis  redditibus  et  bonis  jam  ad  ipsorum  usus  acquisitis 
et  imposterum  quomodolibet  acquirendis,  quae  tarnen  feu* 
dalia  non  sunt,   pacifice   et   quiete  possidere   possiiit  et 


Digitized 


by  Google 


—  370  — 

valeant,  usque  ad  valorem  annuum  mille  fioi-enoruui  Re* 
nensium,  tam  in  agricnUura,  pratis,  nemoribus,  stagois» 
vivariis,  quam  etiam  quomodolibet  alias»  dom  tarnen  ut 
praeferttir  reditus  et  bona  praedicta  feudalia  non  ezis* 
taot,  et  quae  bona  et  reditus  acquisiti  et  acquirendi  tri* 
butis  subsidiisque  nostris  subjacebunt,  sicut  a  praedeces- 
soribus  eorum  fuerint  possessa,  sisi  praedictis  fratfibos  a 
nobis  successoribusque  nostris  ampliorem  gratiam  desuper 
contigerit  in  futurum  impetrare;  fiindum  tarnen  monaste- 
rii  cellulamm  et  domorum  religiosorum  praedictorum  a 
tributis  et  snbsidüs  praedictis  eadmimus,  et  de  grada 
speciali  avellimus  et  liberamus  per  praesentes;  recipi- 
mus  etiam  de  gratia  nostra  speciali  ipsum  coenobium  seu 
monasterium,  et  bona  ejnsdem  cnm  fratribus  et  eomm 
familia  in  nostra  protectione,  salvagardia  et  tuitione  spe- 
ciali: ea  propter  mandamus  praesidenti,  consiliariis,  sene- 
scallo  Brabantiae,  sculteto  Buscoducensi ,  caeterisque  nos- 
tris officiariis  et  justitiam  nostram  exercentibus,  ac  aliis 
nobis  quomodolibet  subjectis  quibuscumque  ut  prarfatos 
religiosos  et  familiam  eorundum,  ipsoruroque  successores 
praesenti  nostro  indulto,  concessione,  pati*onatu,  et  sal- 
vagardia praemissis  paciiice  et  quiete  frui  faciant  et  per- 
mittant,  quoniam  ita  nobis  placet,  non  obstantibus  qui- 
buscumque indultis,  gratiis,  conoessionibus ,  privilegüs, 
consuetudinibus,  juribus  municipalibns  a  nobis  praede- 
cessoribusque  nostris  praedicto  opido  nostro  Buscoducensi 
vel  aliis  quibuscumque  in  contrarium  'praemissorum  con- 
cessis  vel  promissis,  quibus  omnibus  quoad  praemissa  per 
praesentes  derogamus,  juribus  tamen  nostris  et  privilegio, 
in  contrarium  praemissorum  opido  nostro  Buscoducensi  ut 
asseritur  concesso,  in  aliis  salvis  et  in  suo  robore  et  vir- 
tute  permansuris.     Datum  iu   opido  nostro  Abbatisvilla , 


Digitized  by 


Google 


—  371  — 

anno  ab  incarnatione  Domini  mUIesimo  quadrigentesimo 
septuagesimo  primo  in  mense  Sq>tembri.  Per  dominum 
ducem,  C.  Hautain  (1).*^ 

VRITULECillJH  DOHIMl  AmSimMJBl  »IJ€IS  «BUIIiUB   CtC, 

Die  hertoghe  Aert  van  Egmont,  heere  van  Gelre  voirs., 
heeft  dese  nyeuwen  clooster  valide  Carthuyssers,  hier  by 
sHertogenbussche  gelegen,  een  groot  onderstant  en.  huipe 
geweest  inder  promotie  van  desen  nycnwen  clooster  voirs. 
te  cryghen,  te  funderen  ende  te  doteren  etc,  ende  heeft 
selver  begeert  ende  metten  werckA  volbracht  den  ier- 
sten steen  te  leggen  van  dese  Carthuyssers  clooster  voirs., 
geschiet  wesende  op  die  Eyckendoncq  voirs.  in  die  fon* 
datie  en.  previlegie  begrepen;  dwelck  privilc^inm  off  in- 
duhum  voirs.  de  Carthuyssers  voirs.  verworven  hebben 
aenden  hertoge  Carolus  a  Burgnndia,  van  Brabant  etc, 
ter  bede  ende  inden  name  van  hertoghe  Aert  van  Gelre 
voirs.  Ende  die  selve  hertoghe  Aert  voirs.  heeft  den 
selven  Carthuyssers  verleent  een  previlegie,  te  weten,  dat 
zy  moegen  hebben  inden  lande  van  Gelre  alle  iaer  tot 
V*  Rhyns  gulden  erffguede,  inder  mate  en.  maniere  van 
voirs.  privilegie. 

(Te  bren(jen  op  bladx.  6S»  regel  !••) 

[1476]  Bleef  hertoge  Carolus  voor  Nancy,  ende  in 
dit  iaer  was  ten  Bossche  grooten  oploop  en.  veel  van- 
der  raetsheeren  gevangen. 

(L)  Mede  afgedrukt  in  Hiraeüs,  Op.  dipl.,  t.  UI,  fo].  800;  Forkm, 
f/ist  Ep.  Silv,,  fol.  278;  Oudk,  en,  Gest.  van  's  Bosch,  bladz.  573,  en 
Le  Roy,  JVot.  Marchionatus  S.  R,  Imp,,  fol.  46,  waaruit  de  woorden 
Per  dominum  ducem,  C.  Hautaiü  genomen  liju. 


Digitized 


edby  Google 


372   — 


(T«  breogen  op  bUdi.  CS»  regel  t.) 

[1477]  Eligitur  in  decanum  H.  Ghisbertus  de  Bye 
et  eadem  die  admittitur  ad  praebendam  doinini  Joannis 
de  Platea  per  resigoatiooem  et  causa  permutationis. 


(Te  brengen  op  bladx.  ttf »  regel  !••) 

Hoc  [1482]  et  seqoentibus  decem  annis  (ut  libri  MS. 
aediliuiQ  refernut)  multa  pia  legata,  turn  E  Yirgiui  mi- 
raculosae  turn  B.  Joanni  evangelistae  a  civibüs  testamen* 
to  oblata  sant,  annuli,  armillae,  numismatay  vestes,  ro- 
saria,  aliaque  omamenta  et  monilia.  Hinc  pietas  saecuU 
eximia  discitur  ac  civium  devotio. 


(Te  brengen  op  bladz.  98  y  r«gel  S*) 

H.S.  Ipso  die  Damasi  papae  [1483]  accidit  miserabi* 
lis  couflictus  inter  pedestres  miiites  seu  ruteros,  qui  pro 
destructione  patriae  laborabant,  seu  movebantur,  et  com- 
munem  populum  villicatus  [meyerye)  de  Buscoducis  in 
villa  seu  pago  de  Leent,  ubi  major  pars  de  Buel  et  Ma* 
ris,  Soerendonck,  Hees,  Leent,  Geldorp,  Endoven,  Weert, 
Waalre,  Aelst,  Asten,  Someren,  ac  de  aliis  villagiis  con- 
gregata,  exiret,  expeclantes  adventum  ruterorum,  qui  de 
Buel  venerunt  el  interfecerunt  ultra  250  viros  de  com- 
muni  populo. 


Digitized  by 


Google 


—  373  — 

(Te  brens;en  op  bladz.  Bf^p  regel  ••; 

Hoc  [1484]  et  sequenti  anno  sive  sequentibus  paratur 
monstrantia:  ideam  fecit  M.  Alardns,  opus  Heoricus  Borch- 
grevius  aurifex  coloniae. 

Int  iaer  voirs.  [1485]  syn  overcomen  die  kerckmees- 
ters  eD.  die  proisten  van  onsen  L.  vrouwen  broederschap. 

Item  alzoe  die  proesten  van  onsen  L.  Vrouwen  broe- 
derschap met  consent  vande  gemeyne  stadt  een  nyéuw 
choor  hadden  bestaen  te  maecken,  dairaffdat  zy  gedaecht 
waren  vanden  procureur  fiscael  royns  heere  van  Luydick 
op  hoire  excessen;  want  zy  sonder  consent  myns  heeren 
voirs.  die  oude  kerck  gebroken  hadden,  ende  dat  zy  de 
doode  ligchaemen  opgegraven  en.  anderswaer  geleyt  had- 
den, hetweick  die  voirs.  proesten  hielden,  dat  zy  daer* 
aen  nyet  misdaen  en  hadden,  want  zyt  met  consent  van- 
de  gemeyne  stadt  gedaen  hadden,  ende  oock  mitsdyen 
dat  zy  hoepten  dat  de  fabryckmeesters  daer  goet  bescheydt 
aff  hadden,  dat  zy  dat  alsoo  wael  souden  moghen  doen, 
ende  hebben  die  voirs.  proesten  ons  kerckmeesters  aen- 
geroepen,  ende  van  ons  begeert  onsen  oorlof!  te  willen 
suecken,  dat  wy  alsoe  gedaen  hebben,  mer  nyet  gevon- 
den en  hebben,  ende  syn  alsoe  met  malcanderen  over- 
comen, dat  wy  onse  behoeften  te  saemen  opten  cost  van^ 
der  fabrycken  ende  opten  cost  vander  broederschap  voirs. 
gelyck  worven  en.  vercrygen  zouden,  hetweick  yry  alsoe 
gedaen  hebben  ende  hebben  den  zegel  ende  hrieff  vanden 
zeghele  van  Luydick,  dyen  wy  kerckmeesters  in  onsen  han- 
den hebben  tot  behoeff  der  kercke  voirs.  ende  der  broe- 
derschappen voirs.;  welcken  hrieff  gegeven  heeft  lan  van 
Hoerne  elect,  geconfirmeert  anno  1485,  den  28  April. 


Digitized 


by  Google 


-^   374  — 

Item  gegeven  voor  die  remissie  van  dat  wy  en.  die 
broederschap  ons  misdraegen  mochten  hebhen  int  gheen 
dat  boven  gescreven  is  voor  eenen  brieff  van  consent  te 
mogen  timmeren,  breken  graven  ende  die  doode  ligchae- 
meh  te  verleggen,  metten  costen  van  wagen  huer  ende 
teringhe  daerop  gedaen  voor  ons  kerck  ende  broederschap 
voers.,  te  samen  lx  Rhyns  gulden;  maeckt  voor  die  kerck 
de  helft  xxz  Rhyns  gulden. 

Item  ick  Simon  van  Gheel  ben  noch  gevaren  tot  Lo- 
ven met  meester  lan  van  Helmont,  proest,  ende  Aelbert 
van  Beerze,  die  daer  oock  te  doen  hadden  vander  broe« 
derschappen  wegen,  ende  heb  aldaer  my  besprooken  van- 
de  penningen  den  capittel  aengaende,  die  zy  de  fabrycke 
geloeft  hebben,  om  een  rescript  van  Rome  te  hebben, 
ende  heb  doen  gewillich  mynheer  de  abt  vao  Perck  daer 
ickt  (1)  myn  rescript  op  heb  doen  expediëren ,  ende  opten 
abt  van  sinte  Gertruiden  ende  den  proest  van  Namen  Q/üe 
eenighen  van  hem,  ende  heb  doen  verteert  in  xj  daghen 
met  mynen  knecht  en.  wagenhuer  xiiij  Rhyns  gulden. 


(Te  brengen  op  blads.  08»  regel  tS«) 

[1488]  Syn  de  steden  van  Brabant  tegen  een  geweest, 
te  weten,  Brussel  en.  Loven  tegen  de  stadt  van  Antwer* 
pen  en.  Mechelen,  en.  hebben  malcanderen  seer  bedorven. 
Aerschot  wert  gebrant  en.  oeck  veel  dorpen;  Thiene  wert 
gewonnen  en.  gespoelieert.  Maer  de  stadt  vanden  Bos- 
sche sat  stille  ende  haer  meyerye,  en.  onderwonden  haer 
geene. 

(!)    Miftschieii  scbuili  in  dit  >Toord  de  fout,  waardoor  dt  sin  lijdt. 


Digitized 


by  Google 


—  376  — 

(Te  brengen  op  bladt.  68  •  regel  19.) 

Ipso  die  Severini  a^  [1400]  xcg  heeft  meester  Aert, 
geelgieter  van  Maestricht,  gelevert  de  nieuwe  vonte,  die 
de  kerckmeesters  aen  hem  hadden  verdinght  te  gieten  en. 
te  maken  in  lanuario  lestleden:  welcke  vunte  weeght  1594 
poDt,  het  hondert  voor  13  gouwen  gulden,  12  vuerysers 
voorden  gulden:  de  somme,  die  de  kerckmeesters  hem 
betaelt  hebben  voorde  vunte  met  eenen  grooten  yser , 
gaende  door  dat  dexsel,  wegende  ontrent  80  pont,  en. 
het  becken,  staende  inde  vunte,  van  tenne  en.  loot,  we* 
gende  ontrent  144  pont,  beloopt  ontrent  437  gulden  7 
sts.,  10  vuerysers  voorden  gulden  (1). 

Festo  S.  Georgii  [1494]  wort  gewydt  onse  nieuwe  ca- 
pelle  vande  broederschap  (agit  de  B.  V.  superioris  sa- 
cello). 

In  Decembri  [1494]  syn  geset  by  de  commissarissen 
vanden  Roomschen  coninck  en.  hertoge  Philippus  tot 
sHertogenbossche  twee  borgemeesteren,  te  weten,  heer 
lan  Back  en.  Goesen  van  Brecht,  d'welcke  syn  oock 
ter  selver  tyt  geset  raetsluyden  vande  ambachten,  die  te 
rade  sullen  comen  en.  haren  raedt  houden  sonder  die 
ambachten  te  vergaderen,  en.  dat  de  dekens  nyet  meer 
te  radenen  sullen  comen. 


(Te  brengen  op  bladz.  ••»  regel  9») 

Ontrent  dit  iaer  [1495]  off  wat  te  vooren  (90,  91, 

(1)    Dese  doopTont,  in  de  grooie  St.  Jans-kerk,  trekt  heden  nog  ieders 
oplettendheid. 


Digitized 


by  Google 


—  376  — 

92  etc.  ex  libb.  M.S.  aedituorem).  »Wy  (kerckmeesters) 
hebben  ontfaDgeo  van  Gobeleo  aen  die  kloeken,  die  hy 
ons  gegoten  heeft:  eerst  Anna,  5058  pont;  Maria,  7231 
pont;  Lambertus,  3739  pont;  summa  16027  (1).  Syn 
loon  van  desen,  elck  hondert  tot  38  sts.,  300-9-0.^ 

[1496]  Instituta  sunt,  apud  Leodium  duo  monasteria, 
UDum  quod  est  fratrum  Observantium  (quod  Hierasalem 
dicitur)  alterum  Adelphorum  qui  se  fratres  D.  Hierony- 
rai  nominant,  qui  contubernio  litterario  adulescentes  exci- 
piunt  exceptosque  multo  disciplinarum  genere  instructos 
parentibus  remittunt  etc.  Quorum  felix  adventus  a  Bus- 
coducis  huc  (Trajectum  an  Leodium?  credo  Leodium) 
prospectus  est  anno  salutis  1496,  meose  lulio.  (Joan- 
nes  Placentius  Trudonensis,  Dominicanus  Trajecti  in  ca- 
tal.  antistitum  Leodiensium.) 


(Te  brengen  op  blad».  VOf  regel  ifi.) 

Anno  1498  syn  de  borgemeesteren  wederomme  af  ge- 
set  in  Septembri,  ende  is  weder  geordineert,  dat  die  de- 
kenen vanden  ambachten  met  sekcre  condicien  van  ge- 
tal ten  rade  soude  comen. 


(Te  brengen  op  bladz.  VO»  regel  tS.) 

17  November  [1501]  waren  die  susteren  van  Orthen 
sterck  290,  pro  quibus  ratione  jurium  ecclesiae  tenentur 
solvere  pro  quolibet  centenario   4   Wilhelmus  schilt  et 

(1)     164)27,  lees:  10026. 


Digitized 


by  Google 


—  377   — 

pro  50  twee  Wilhelmus  schilt  et  sic  decrescendo  ad  nu- 
merum  13. 

(Te  brengen  op  bladx.  VS»  regel  iV») 

[1504]  Gonflictus  inter  Geldros,  HoUandos  et  Braban- 
tos.  Geldri  occupaDt  castrum  Poroyen  et  fortificant,  ita 
ut  nullus  per  Mosam  posset  navigare,  et  ita  magna  dam- 
oa  in  HoUandia  agebant. 

(Te  brengen  op  bladx.  VS»  regel  tV.) 

[1507]  Gomes  ab  Egmont,  gubernator  HoUandiae,  ob- 
sidet  Poroyen,  sed  param  proficit  solvitque  obsidionem. 

Den  zxvij  Aprilis  [1508],  Donderdaechs  snachts  naer 
Paesschen,  soe  heeft  die  vrome  grae£f  van  Aenholt  (de 
Germania  missus  a  rege  Romanoram)  ten  versuecke  ende 
ten  vervolge  ende  oock  Yen  coste  der  stadt  sHertogen- 
bossche,  syn  belech  gemaect  voor  Poederoeyen,  ende  nam 
dat  inne  den  3  luny  (in  vigilia  translationis  Martini) 
daernae,  ende  deder  een  deel  hanghen ; .  icasteel  [werd] 
verdestrueert;  den  capiteyn  Sneewint  met  syn  adherenten 
wert  op  raderen  geleyt. 


(Te  brengen  op  bladx.  V4»  regel  S9«) 

Op  onser  L.  Vrouwen  Lichtmisse  avont  [1510]  wor- 
den de  borgers  vanden  Bosch  tot  Kossem  neder  gewor- 
pen en.  gevangen  tot  Bommel  gebrocht  vande  Gelder- 

schen. 

•   C.  28. 


Digitized 


édby  Google 


378 


(Te  brengen  op  bladz.  VS»  regel  SO«] 

[1511]    Geldorp  wort  gehrant  vaode  Gelderschen  met 
de  kerck;  veel  mcnschen  verslaghen. 


(Te  brengen  op  bladx.  96»  regel  SS.) 

[1512]  Werden  die  van  sHertogenbosch  ter  neder  ge- 
togen (caeduntur  et  capiuntur)  vande  Gelderscbe  voor 
die  stede  van  Bommel.  [Ook]  quamen  die  Gelderschen 
inde  meyerye  en.  branden  3  daghen  lanck  veel  schoone 
dorpen  ontrent  Geldorp  en.  de  Peel;  [ook]  wert  Qrthen 
vande  Gelderscbai  affgebrant.  Geldri  obsident  Hokelom 
non  capiunt. 

(Te  brengen  op  bladi.  81 »  regel  SS») 

In  dit  iaer  [1517],  den  19*"  Martii,  is  ten  Bosch  in- 
de kercke  van  sint  lan,  ende  voorts  in  alle  kercken  bin- 
nen deser  stadt,  geleedt  cessie,  en.  dat  ter  cansse  dat  de 
heeren  vander  stadt  en,  den  meesten  boop  vandie  deekens 
vande  ambachten  en.  de  ses  mannen  met  violencie  heb- 
ben genomen  een  wagen  wyns,  den  heeren  van  t'cappil- 
tel  toebehoorende,  staende  opt  Hinthaii^er  eynde,  ende 
metter  groender  royen  hebben  doen  voeren  aender  merct 
inden  kelder  van  Agnes  Drossen,  inden  swarten  Reyer, 
om  daer  van  haren  aocyns  te  willen  hebben,  daeromme 
die  heeren  vanden  cappittel  haer  dachten  hebben  gedaen 
aenden  bisschop  van  Ludiek:  is  alsoe  dat  cesse  gestelt 
in  deser  stadt,  diierende  vanden  dach  voers.  totten  wit- 


Digitized 


by  Google 


—  379  — 

ten  Donderdach  avont  toe,  maer  men  en  commuiiiceerdeD 
niet  voor  Paschen  avondt.     Pro  prima  vice. 


(Te  brengen  op  bladx.  85»  regel  ••) 

[1520]  Is  begonnen  te  timmeren  die  capel  van  sinte 
Anna  by  de  Gevangen  poort,  en.  was  soo  couwen  Meie 
als  yemant  heeft  geleeft  van  hagel  en.  sneeuwe. 


(Te  brengen  op  bladt.  88»  regel  !••} 

In  April  [1522]  hebben  de  Geldersche  verbrant  Or- 
then  by  den  Bosch  ende  den  oorloge  duerden  tot  den 
4*"  dach  luny. 

Int  selve  iaer  wert  tot  Heusden  bestant  van  een  iaer 
lanck  gemaeckt. 

(Te  brengen  op  bladx.  89»  regel  tS.) 

[1524]  De  Geldersche  branden  inde  meyerye  vanden 
Bosch  en.  naemen  eenen  grooten  rooff,  verdinghen  [veel 
dorpen]  en.  [namen  er]  veel  gevangen.  Gorts  daer  na 
quamen  die  vanden  Bossche  met  grooter  macht  inden 
Bommelsche  waert  en.  deden  diergelycke  van  roven  en. 
branden. 

(Te  brengen  op  blads.  919  regel  tV.) 

A^  1525.  Den  19*^  luny  syn  by  een  vergadert  mde 
Predicaer  beempt  allen  die  ainbacbten  met  hare  knech* 


Digitized 


by  Google 


—  380  — 

tcD  ende  liebbeu  bed^^ongen  alle  borgeren  ende  ledegan- 
gers  by  haei*  te  coiuen,  ende  hebben  by  haer  ontboden 
de  heeren  vande  stadt  en.  allen  de  cloosteren  van  man- 
nen ende  vrouwen,  de  oversten  daer  af,  ende  daer  de 
gemejTite  moeten  geloven,  met  haerluyden  te  contribue- 
ren gelyck  weerlycke  personen.  Soo  was  den  prior  van- 
de  Cathuysers  en.  Baseldonck,  Predikaren  en.  Kauwater, 
de  welcke  ractter  gemeynle  by  een  gesloten  en.  geloven- 
de malcan deren  eendrachtelyck ,  dat  sy  op  de  .merckt 
soude  vergaderen  in  haer  harnas  ende  elck  met  syn  ge- 
weer, treckende  de  clocke  opt  raethuys  ende  haelden  de 
vaen  uyt  sinte  Claes,  makende  soo  eenen  rinck  aende 
put  opte  merckt,  comendc  alsoo  inde  nacht,  tusschen  12 
en.  1  uren,  met  haer  geweere,  ende  hebben  met  groote 
fortse  op  geslagen  de  Prekaer  poorte,  met  eender  meu- 
len  karre,  inde  strael  stacnde,  met  grooter  macht  voor 
het  clooster,  opgelopen  allet  convent,  sonder  de  kercke, 
ende  hebben  daer  veel  fortse  ende  violenlie  bedreven. 

Ende  smorgens  ontrent  4  ueren  syn  sy  totten  Cathu- 
seren  gecomen,  roaer  daer  en  hebben  sy  geen  quaet  ge- 
daen ,  want  sy«  hen  al  tot  haren  wille  waren ,  en.  syn 
met  mionen  met  heurlieden  veraccordeert.  Ende  ontrent 
8  ueren  syn  ontrent  x  oft  xij°  naeckte  boeven,  quade 
bloode  boeren,  gegaen  opde  Baseldonck  ende  hebben  de 
poorte  opgeslagen  ende  de  wyn  kelderen;  voorts  bedre- 
ven sy  groote  fortse  ende  violentie. 


(Te  brengen  op  blads.  9ét  regel  lO.] 

In  lulio  [1525]  is  gelegen  heer  Floryn  van  Ysselsleyn, 
gravc  van  Bueren,  stadthouder  vanden  keyser,  lot  Vucht 


Digitized 


by  Google 


—  381   — 

met  luyn  heer  den  audiencier  met  meer  ander  heeren 
vandea  bove,  met  hem  hebbende  peerde  volck  ende  voet 
\olck,  inden  naem  des  keysers  eo,  vrouw  Margriet,  om 
te  arresteren  alle  poirters  goeden,  comende  van  Antwer- 
pen, en.  andere  goedens,  de  borgers  toebehoorende,  te 
beschryven  ende  te  confisqueren.  Dus  syn  de  gemeynte 
seer  ontstelt  geweest  ende  hebben  grooten  monipolien  ge- 
maeckt  by  dage  ende  hy  nachte,  dat  seer  sorgelyck  was, 
want  sy  de  poorten  toe  hielden ,  nemende  de  sleutels 
vander  stadt,  noch  en  vraechden  naec  die  heeren  niet, 
maer  geboden  die  heeren  by  beur  te  comen  alst  haer  ge- 
liefden, dwingende  eenen  yegelycken  by  haer  te  comen 
met  haer  geweer,  op  haer  lyf  en.  goet,  noch  daer  en 
mocht  niemant  uyt  de  stadt ;  maer  syn  al  haer  goeden 
gearresteert  in  Zeelant,  Ilollandt  en.  in  ander  landen, 
die  vanden  Bosch  toecomende,  ende  oock  tot  Antwer- 
pen, AIsoo  is  vrouw  Mai-griet  tot  Heusden  comen  lig- 
gen, ende  dat  om  sekere  excessen,  die  de  ambachten 
gedaen  hadden:  want  hare  dekens  te  hove  beschreven 
waren,  die  sy  niet  en  wouden  laten  trecken  oft  comen, 
ende  meer  ander  delicten,  die  sy  der  stadt  op  leyde.  Dus 
syn  de  heeren  vande  stadt  lot  Vucht  gereyst,  met  som- 
mige dekenen  [en]  secretarissen,  en.  oeck  lot  Heusden  in 
verscheyden  tyde,  om  aldaer  den  peys  te  maken  lusscheu 
myn  genadige  vrouwe  ende  de  gemeynte,  d'vvelck  eenen 
grooten  penninck  gecosl*  heeft,  ende  met  ootmoedt,  met 
barnende  tortsen  vergifTenisse  biddende  myn  vrouwe,  in- 
den naem  des  keysers,  onsen  hecre. 

In  desen  iaere  doen   branden  die  Geldersche  tot  Hint- 
ham  die  molens  vanden  Bossche. 


Digitized  by  V3OOQ IC 


—  382  — 

(Te  brengen  op  bUds.  tINIy  regel  e.) 

Hic  annus  [1531]  fuit  uberrimus  fructuumy  quia  etsi 
ex  terra  orientali  huc  non  vehebatur  frumentum  propter 
bella  istius  partis,  tarnen  ex  parte  occidentali  et  meridi- 
onali  satis  apportabatur. 

(Te  brengen  op  bladi.  SSO»  regel  t#«) 

In  dit  iaer  [1533]  staken  die  Beckelingen  ende  die 
Goptjdingen  tegen  een  opten  Wintmeulen  bercb ,  den 
eersten  Sondacb  inde  vasten,  daer  een  doodt  bleef  van- 
den Beckelingen,  lan  de  Bye  genaempt. 

(Te  brengen  op  blads.  fit»  regel  SO.) 

In  dit  selve  iaer  [1537]  op  Cathedra  Petri  soe  brack 
den  dyck  tot  Almkercke  in  d'lant  van  Altena,  en.  dat 
lant  leet  groote  schade. 

(Te  brengen  op  blads.  iiSy  regel  9«) 

Oock  [moest  men  afkappen  al  de]  ejcken,  eisen  en. 
bosschen  rondsomme  de  stadt  en.  dat  men  tot  geene  ty- 
de  soo  verre  soude  mogen  pooten;  oock  alle  de  buysen 
staende  rondomme  de  mueren  aen  de  stadt  mostmen  af- 
breken binnen  8  daghen  en.  blyven  16  hamer  voeten 
vande  stadt  mueren,  op  pene  [van]  300  gulden,  omdat 
de   coninck   van   Vranckryck   syn  nieuwe  alliancie  hadde 


Digkized  by  L3OOQ IC 


—  383  — 

gcmaeckt  met  [den]  herlogh  van  Cleve  en.  Karel  van 
Geldre,  en.  hadden  vergadert  een  groote  menichte  van 
peert  en.  te  voet,  en.  sonden  3  capiteynen,  Merten  van 
Rossum,  den  heer  van  Wel  en.  een  Frans  heer,  en.  wae- 
ren  tot  £rp  en.  branden  sint  Oedenroy,  20  luly  1542. 
en.  trocken  soo  voort  na  Oorschot  en,  brachten  Ooster- 
v^ryck  en.  alle  de  dorpen  in  ranson,  en.  quamen  tot  Hoeg- 
straeten  opt  slot  met  gewelde,  en.  quamen  voorts  om- 
trent Antwerpen.  Lubbert  trock  metten  ruyteren  te  peer- 
de;  den  benden  en.  vaentkens  van  voetknechten  waren 
tsamen  van  Marten  van  Rossem  neergeworpen,  geslaghen 
CD.  gevanghen  alsoo  sy  wt  Breda  komen  waren,  dus  ghinch 
Marten  met  zyn  leger  voor  Antwerpen  en.  brande  de  mo» 
lens  en.  dorpen;  doen  na  Duffel,  Loven  en.  eyschte  de 
stadt  op,  en.  int  tracteren  schoten  de  klerckcn  met  de 
borgers  in  de  Geldersche  soo  seere,  dat  sy  vertrocken 
tot  dat  sy  (piamen  in  Vranckryck. 

(Te  brengen  op  bladi.  tSty  regel  98.) 

In  dit  iaer  [1542],  voir  sintc  Marie  Magdalenen  dach, 
branden  Marten  van  Rossem  S'.  Oyenrhode  aff  inde  meye- 
rye  van  sHertogenbossche  (1). 

In  dit  iaer  [1543]  wert  Endoven  gewonnen  van  Mar- 
ten van  Rossem  en.  geplondert  nae  vuytwysen  des  cro- 
nycx: 

VImGItUr  bIndoVIa  tIMIdTs  ConfIsa  CoLonIs 
gbLdbr  habet  PRAEDA8  VIxClTlJa  bIkooYJa  (2). 

(l)  Dit  berigt  is  in  het  handscbrifl  Terkeerdelijk  op  het  jaar  1544 
en  de  plundering  van  Eindhoven  op  1548  gebrajjl.  (2)  Eindovia,  er 
staat  beide  de  reizen:  Kndovin. 


Digitized 


by  Google 


—  384 


(Te  brengen  op  bladi.  fSty  regel  tV.) 

Op  sinte  Pontiaens  avoDt  [1552]  was  die  groote  over- 
vloei io  Hellant,  Zeelant  en.  in  Beverlant,  by  Bergen-op- 
Zoom  en.  dat  lant  van  Altena,  viraer  van  groote  schaede 
aff  gescliiede.     Chronicum  is  dese: 

aLst  Watu  Wa«  oVbkYLobdIGb 

DOBif  Was  tYoLGh  oYbb  aL  ootMobdICi. 

Submersio  terrae  Altenae  in  vigilia  Pontiani  his  verbis 
designatur: 

bCCb  doMInb  fbCCata  rostba  CIto  dbLb. 

Item: 

Laet  on»  van  dach  voor  sinte  Pontiaen  becIagheD 
Vanden  grooten  wint,  water,  blixeni  en.  donderslaegen. 


(Te  brengen  op  bladi.   184,  regel  S8«) 

In  dit  iaer  [1554]  wast  zoo  herden  winter,  datmen 
te  voet  ginck  over  zee  van  Hedenblick  tot  Staveren  in 
Vrieslant. 

In  dit  iaer  brande  Eyndhoven  aff  met  het  choor  van- 
de  kercke  en.  daer  branden  meer  over  150  huyssen. 

In  dit  iaer  branden  oock  de  stadt  van  Rurmond  met 
den  Cathuyssers  clooster. 

Dit  selve  iaer  >vas  een  nat  iaer. 


Digitized 


by  Google 


—  385   — 


(Te  brengen  op  bladz.  tSG,  regel  tS*) 

Op  halff  vasten  [1556  kostte]  een  mudde  rogghe  xiiij 
gulden  V  st. 


(Te  brengen  op  bladi.  f  48»  regel  V.) 

Op  sint  Longinus  avont  [1559]  was  een  groot  tem- 
peest ontrent  Gorcum  en.  Dort  en.  Worcum  opde  Maes 
en.  Wael,  soo  dat  benaets  alle  de  dycken  door  braec- 
ken  en.  waren  in  peryckel  van  te  verdrincken. 

In  dit  iaer  regneerde  zeer  tot  Weert  de  Lutherye,  om 
2  Luthersche  predicanten,  die  zy  daer  hadden,  te  we- 
ten,  heer  Lenaert  van  Othern,  pastoir  zynde,  en.  heer 
Frans  Pelsers,  cappellaen. 


(Te  brengen  op  bladx.  9VO»  regel  SO«) 

[1566]  Cum  per  Belgium  passim  iconoclastae  in  vene- 
randas  S.S.  imagines  desaevirent,  Busciducis  accidit  quos- 
dam  D.  Antonii  imaginem  gladüs  ascia  et  bipennibus  in 
frusta  concidere,  ut  incendio  via  publica  abolerent.  Ve- 
rum  quid  accidit?  Non  impune  tuentur  impii:  e  vesti* 
gio  uterque  illa  peste  (quam  D.  Antonii  jam  olim  appel- 
lamus,  quandoquidem  depellendae  ejus,  apud  Deum  pii 
experti  sint  saepe  pationum  (1)),  concipiuntur,  totoque 
utriusque  corpore  instar  granorum  piperis  ille  ignis  ebul- 
lit.     Domum  sese  recipiunt  infelices,  quorum  plaga  socii 

(1)    In  het  handschrifl  staat:  ([uam  quod  UU  depellendae  sint. 


Digitized 


by  Google 


-    386   — 

deterriti  rogum  dcseruot  trepidi.  Tam  atroci  atque  voraci 
coDSumebautur  miseri  per  totum  corpus  incendio,  ut  pos- 
tridie  impiam  efflariut  animani  et  funcsta  reliquerint  ca- 
davera  variorum  colorum  stigmatibus,  caeruleis,  prasinis, 
atris  insigoita.  Istud  tum  in  tota  vicinia  ootum,  ut  plu- 
rimos  hujus  rei  non  solum  audivimus  concorditer  histo- 
riam  ad  vivum  depingentes,  additis  etiam  tam  sacrilego- 
rum  quam  familiarium  nominibus,  sed  publice  etiam  vi- 
derimus  notarii  fide  non  indigni  nee  obscuri  testimonium. 

Ex  Bredenb.  L  3.  c.  29  (1). 


(Te  brengen  op  bladx.  SSO»  'egd  iS.) 

[1578]  Silvae-Ducis  Brabantiac  contigit  (sicuti  a  viro 
admodum  fide  digno,  qui  id  temporis  Silvae-Ducis  fuit, 
accepimus)  ut  quidam  novorum  dogmatum  praeco  in  ec- 
clesia paroeciali  D.  Petri  apostob'  coucionaretur ,  qui  cum 
inter  caetera  elevationem  S.S.  encharistiae  miris  cacbin- 
nis  et  contumeliis  exagitaret,  aliasque  catholicae  eccle- 
siae caerimonias  effrens  verborum  pelulantia  proscinderet, 
mox  in  ipso  suggestu  inter  ipsa  profanae  sermocinationis 
ludibria  divinitus  morbo  corripitur  animamque  non  multo 
post  exbalat  et  clam  a  suis  sepelitur. 

Ex  Bredenb.  1.  8.  c.  61. 


(Te  brengen  op  bladz.  SSO9  regel  S«) 


Vant  opsniyten  der  poorte  van  Vucht  door  lan  Bax, 

(1)  Denkelijk  een  cdttreksel  uit  TiLHA^m  BBCDiifBACin!  CollaUones  sa- 
crae,  mij  uit  Foppens,  Bibliotfieca  L'elgica,  en  Wichiahs,  Brahaptia 
Af  ariana,  pag.  362,  slechts  bekend. 


Digitized 


by  Google 


—  •387   — 

casteleyn  van  Heusden.    Rejecü  ab  Henrico  Coolen,  centu- 
rione  et  civibus.    Hostes  carris  et  tormeotis  se  munierant. 


(Te  brengen  op  bladz.  SS5»  regel  i6«] 

Pastor  N.  [Breuckelaer]  probus,  antiqua  fidei  vir,  ob 
reprehensos  Calvinistas  exulatum  mittitur.  Mox  revoca- 
tur  a  3  inembris. 


(Te  brengen  op  bladz.  838»  regel  ff.) 

1  July  [1579]  ingens  periculum,  et  ejecti  beretici: 

De  CoDsistorianlen ,  een  Toick  sonder  genade  ^ 

En.  Schermers  met  roers  geladen,  loepen  in  vollen  rade, 

£o.  roepen  met  feilen  moet:   »Ghy  hloethonL  van  quaden  sade, 

Heden  smoort  gy  in  tk  bloet." 

üt  cogerent  ad  promulgandam  unionem  ültrajecten- 
sem.  Fidi  re  intellecta  in  curiam  properant,  liegant  per* 
missuros  etsi  suspendium  immiDeret.  Quibus  quidam  hae- 
reticos:  cogemiDi,  inquit,  antequam  sciatis.  Alius  in  re- 
gem  coDtumeliosus:  Tollamus  Papistas  ut  eorum  opibus 
fruamur.  Hodie  sacrificulorum  auribus  pilea  uostra  or- 
naKïmus.  Auditur  sclopus,  iocertum  uude.  Couclaroa- 
tur  ad  arma.  Galviniani  quasdam  domos  invadunt.  Muiti 
caeduntur  ex  populo.  Datur  pax  Galvinistis  petentibus 
sed  dolose;  centurio  van  Hedel  (an  Yladeracken  ? )  cum 
suis  nonnnllis  secundum  proelium  redintegrat.  Eum  su- 
perat  Joannes  vanden  Donck  paratum  veniam  poscenti. 
Factiosi  dicuntur  fuisse  Theodericus  Arnoldi  praeses,  Hoorn 


Digitized 


by  Google 


388  — 


man  (quis  hic?),  Prouninx,  [in]  den  Rog,  (1) 

den  goudtsmit,  Piet  Luyten,  lan  Timmers,  Leyten,  Cleer- 
haghen.     Fugiunt,  deserunt  occupata  templa. 


(Te  brengen  op  bladx.  SSSy  regel  SO.) 

14  Aug.  [1579]  is  een  instructie  ter  ordonnantie  der 
3  leden  wtgegaen  (ondertekent:  Collens),  waer  na  de 
gegagieerde  schutten,  hier  aen  genomen,  hen  souden  moe- 
ten reguleeren.  Est  apud  Moysis.  Summa  est  quod  in 
omnibus  subfuit  senatui  et  urbi  (2). 

Jte^oftdie  vande  drie  leedefi^  der  sladt  van 
s*  Hertogenbossche  op  die  aengebadeti  vrede 
tot  Coelen  gesloten,  overgesonden  aen  die 
gedeputeerde  vande  generaele  staten  tol  Ant- 
werpen. 

»Opten  XXV "  dach  der  maent  van  Augusto  a°.  xv*" 
Ixxix,  de  heeren  schepenen,  gesworen  en.  raetsmanuen, 
representerende  die  twee  eerste  leden  der  stadt  van  s'Her- 
togenbossche,  vergadert  synde  omme  te  opineren  en.  ad- 
viseren op  die  middelen  en.  articule  vanden  peys  tus- 
schen  syne  Catholycke  maiesleyt  ende  de  lande  van  her- 
waerts  over,  geraemt  en.  geconcipieert  tot  edele  [?]  by- 
de  commissarissen  vande  keyserlycke  raaiesteyt.  Alsoo  die 
selfde  articule  by  de  hoocheyt  vande  aertshertoghe  Mat- 

(1)  Hier  is  de  ▼oornaam  weggelaten ,  denkelijk  Eraamus  ds  goudsmit 
of  van  Bouwelingen,  waarvan  lie  bladx.  330.  (2)  In  een  register  ten 
archicve  der  stad  {^Proposiiien  vande  Staten,  fol.  070)  komt  eenc  publi- 
catie Tttii  de  stedelijke  regering  Toor,  d.d.  30  Octobcr  1579,  wegens  de 
vier  schutterijen. 


Digitized 


by  Google 


—  389  — 

thias  by  behoorlycke  brieven  gecoiamuiiiceert  syn  geweest 
de  generale  staten  vergadert  tot  Antwerpen,  oin  daer  op 
hun  advys  ende  intentie  te  hebben,  soo  het  selve  alle 
en.  eenen  eygelycke  int  generael  en.  particulier  in  son- 
de*heyt  was  rakende,  versoeckende  daeromme  de  voors. 
syne  hoocheyt  wel  ernstelycke,  dat  die  voors.  gedepu- 
teerde vande  voors.  staten  te  alder  geringste  en.  metten 
eersten  dat  oiogelyck  waer,  op  alles  wel  wilde  letten  en. 
adviseeren  en.  die  voors.  syne  hoocheyt  hare  resolutie 
overschicken  sonder  eenich  delay  oft  uytstel,  gemerct  daer 
af  waer  dependeerende  het  eeuwich  welvaren,  rust  en. 
tranquiliteyt  van  al  de  landen,  gelyck  als  het  selve  naer- 
der  is  blyckende  byde  voors.  brieven  van  synder  hooc- 
heyt geschreven  t' Antwerpen  den  xj""  dach  deser  inaent. 
»Ende  dat  daer  naer  de  voors.  gedeputeerde  vande 
generale  staten  die  copye  vande  brieven  van  syn  hooc- 
heyt met  de  copye  vande  articulen  vanden  peys,  brie- 
ven en.  andere  stucken  daer  by  gevoecht,  gecomen  we* 
sende  vande  gedeputeerde  van  Goelen,  om  te  tracteeren 
de  peys  tusschen  den  coninck  ende  dese  landen  met  de 
hertoge  van  Terra .  Nova ,  doer  intercessie  van  ceurvorste 
en.  andere  gedeputeerde  vande  keyserlycke  raaiesteyt,  ge- 
sonden  hadde  aende  drye  staten  des  lants  en.  hertoch- 
doms  van  Brabant,  omme  deselve  brieven  met  de  voors 
stucken  te  oversien  en.  rypelyck  te  examineeren  ende  de 
voors.  gedeputeerde  vande  generale  staten  op  alles  over- 
senden  hun  advys,  raede  ende  goedt-duncken ,  op  dat  een 
soo  gewichtigen  sake,  die  eenen  yegelycken  raeckt,  met 
eendrachtige  resolutie  getermineert  mochte  worden,  ge- 
lyckmen  tot  die  eere  Godts,  profyt,  welvaren  ende  pros- 
perileyt  van  dese  landen  bevinde  soude  meest  te  behoo- 
ren,  versueckende  daeromme  ende  seer  hertelyck  begee- 


Digitized 


by  Google 


—  390   — 

reude  dat  de  voors.  staten  van  Brabant  believe  de  voors. 
gedeputeerde  vande  generale  staten  in  alder  neerstichejt 
hun  advys  en.  goetduncken  over  te  seynden,  op  dat  liet 
geene  dat  die  conservatie  vande  lande,  onse  goeden,  buys* 
vrouwen  en.  kinderen  aencleeft,  by  gebreck  van  dien  niet 
vercort  en  blyve,  naerder  blyckende  by  henne  missive 
insgelyckx  van  dato  voors.  den  xj*''  deser  maent 

ȣnde  dat  voorts  de  voors.  brieven  met  alle  de  voors. 
stucken  by  copye  vandie  vande  voors.  staten  van  Bra- 
bant tot  Antwerpen  vergadert,  gesonden  syn  geweest  aen 
schepenen  ende  raedt  deser  stadt  yan  sHertogenbossche, 
omme  by  de  selve  in  een  sake  van  soo  grooten  gewicht 
geadviseert  en.  gedaen  te  worden,  volgende  die  voors. 
brieven  van  synder  hoocheyt  en.  staten  generael  soo  be- 
horen soude,  blyckende  oock  by  de  missive  in  dato  den 
xiiij*"  der  selver  maent. 

»Daer-en-boven  alsoo  onlanx  van  te  vooren  die  voors. 
heeren  commissarisaen  vande  keyserlycke  maiesteyt  by 
hunne  brieven,  gedateert  den  v^*"  deeser,  uyt  Coelen  (daer 
beneffens  ende  mede  oock  gecomen  synde  sekere  brieven 
vanden  hertoge  van  Terra  Nova  vanden  xiij*"  der  sel- 
ver, genoch  van  gelyck  effect)  dien  vande  voors.  stadt 
van  s^Hertogenbossche  ernstelyck  vermaent  hadde  (gelyck 
men  verstaet  dat  sy  aen  andere  particuliere  provintien 
en.  sleden  insgelyx  gedaen  hebbeu)  onmie  met  suicken 
sorge  en.  diligentie  als  een  sake  van  soo  groote  gewichie 
en.  die  salicbeyt  vande  vaderlande  vereyscht,  dese  han* 
delinge  ende  negotiatie  te  overwegen  ende  eensamelycke 
te  bedencken,  dat  het  tegenwoordige  oorloge,  't  sy  dat 
het  selve  langer  vertrockcn  worde  ofte  naer  corte  gewelt 
geëynt,  te  leste  dese  provincie  in  snicken  noodt  lichte- 
lycke  soude  connen  gebrengen,   dat  die  selve  tot  vcele 


Digitized 


by  Google 


--  391  — 

swaerdcre  peys,  ak  nu  gepreseoteert  wordt,  bedwongen 
sonde  worden,  ende  dat  wy  luyden  soo  veele  te  meer 
by  de  gedeputeerde  tande  staten,  lot  Antwerpen  verga- 
dert, met  alle  behoorlycke  dexteriteyt  dese  sake  wilde 
beneerstigen  en.  voorderen,  op  dat  metten  eersten  opte 
middelen  bun  overgesonden  totten  peys,  salicheyt  ende 
roste  van  onsse  yaderlant  behoorlyck  antwoort,  ende  onse 
gesanten  aldaer  tot  Coelen  wesende,  volcomen  last  ende 
commissie  overgesonden  worde,  op  dat  alsoo  door  de  hul- 
pe  des  almogenden  Godts,  de  peys  ons  ende  onsse  vader- 
lande  wederomme  gegeven  ende  den  dóOtlycke  ende  el- 
lendige oorlocfas  brant  uyt  geblust  mocbte  worden,  nocH 
dat  wy  van  dier  propoost  door  opinie  van  eenige  wan- 
trouwen (soo  verre  daer  eenige  by  sommige  onse  salic- 
heyt ende  welvaren  luttel  favoriseerende,  ons  wys  ge- 
maeckt  worden)  ons  niet  en  souden  laten  afbrengen,  soo 
sy  den  Catholycken  coninx  sin  ende  meninge  niet  alleen- 
lyck  tot  de  peys  te  maken,  maer  oock  te  houden  ende 
continueeren,  soo  geheelycke  geaffectiooneert  kennen,  dat 
sy  niet  en  twyffelen ,  bysondere  de  kcyserlycke  authori- 
teyt  daer  inne  intercedeerende,  oft  de  selve  soude  soo 
connen  bevesticht  worden,  dattei'  namaels  geen  peryckel 
met  alle,  ons  int  gemeyn  en.  een  yegelyck  int  bysonder, 
tot  egeene  tyde  te  vreesen  ofte  te  verwachten  en  soude 
wesen. 

))Soo  ist,  dat  die  voors.  heeren  vande  twee  eerste  lee- 
den,  voldoeode  de  beveelen  van  syne  hoocheyt  ende  de 
versoecke  van  die  voors.  staten  en.  exhortatie  en.  ver- 
maningen vande  voors.  heeren  de  keyserlycke  commissa- 
rissen, ende  mede  rypelycke  geledt  hebben  op  de  vaste 
geloften  ende  toeseggen  by  de'  voors.  hertoge  van  Terra 
Nova,  in  conformiteyt  van  het  schryven  der  voors.  key- 


Digitized 


by  Google 


—  392  — 

serlycke  commissarissen,  by  syne  voors.  brieven  van  we- 
gen syne  conincklycke  maiesteyt  gedaen  (achtervolgende 
t'bevel  en.  vermogen  hun  daer  toe  expresselycke  by  syne 
voors.  maiesteyt  verleent),  dat  alle  t'geene  wat  no  ter 
tyt  in  dese  vrede  handel  ons  sal  worden  belooft,  verac* 
cordeert  ende  besworen,  voort  aen  ten  eeuwigen  dagen 
gantsch  onve*brekelyck  in  alle  syne  poyncten,  egeen  uyt- 
gesondert,.sal  worden  gehouden  ende  achtervolcht,  pre- 
senteerende  het  selve  van  wegen  syne  maieste}^  te  ver- 
sekeren,  niet  alleenlyck  aen  die  generaliteyt  der  gemeyne 
landen,  maer  odbk  eene  yegelyck  int  particulier,  soo  verre 
die  sullen  begeeren  haer  te  vereenigen  met  syne  maiesteyt, 
henne  gesworen  ende  nataerlycken  prince  ende  dese  vrede 
handel  sullen  bereet  wesen  aen  te  nemen. 

»Ende  bevindende  die  voors.  heeren,  dat  by  de  tegen- 
woordige pacificatie  geoctroyeert,  vergunne  en.  to^ela« 
ten  wordt  allent  gene  daeromme  dat  het  oorloge  van 
wegen  dese  gemeyne  landen  aengegrepen  ende  gevoert  is 
geweest. 

»Ende  dat  de  selve  peys  het  middel  wesen  mach,  om 
verlost  te  mogen  worden  uyt  de  lanckdurige  beswaer^ 
nisse,  concessie,  uytteringe,  schade,  bederffenisse,  allen- 
dicheden  ende  verloopinge  van  alle  saken ,  de  welcke 
by  de  oorloge  hoe  langer  hoe  meer  veroorsaeckt  wor^ 
den,  en.'  bysonder  inden  lande  van  Brabant. 

»)£nde  aenmerckende  dat  alle  de  overcomene  afflictie, 
schattinge,  contributie,  extorsie  en.  verarm\nge  der  voors. 
landen  genoech  in  suicken  staet  geredigeert  ende  gebrocht 
hebben,  dattet  onmogelyck  wai*e  soo  groote  geweldige 
oorloge  ie  uyterste  toe  te  continueren  by  de  arme  gede- 
soleerde  ingesetenen  des  voors.  lants  van  Brabant. 

))Hebbe  alsoo  de  selve  heeren  vande  twee  eerste  leedc 


Digitized 


by  Google 


—   393  — 

verclaert  ende  verclare  voor  hunne  opinie,  advys  en. 
goetduncLen  de  aengeboden  peys  te  syn  goddelyck,  re« 
delyck  ende  wel  bilHche,  ende  streckende  tot  de  eere 
Godts,  schuldige  dienst  vanden  coninck,  profyt,  v^el- 
vaert  ende  prosperiteyt  van  dese  landen,  ende  datmen 
de  selve  bier  ende  (onder  correctie)  over  al  met  behoor- 
lycke  danckbaerheyt  sal  hebben  te  accepteeren  ende  ont- 
fangen,  onder  stercke,  vaste  ende  genoechsame  assuran- 
tie en.  versekertheyt,  van  dal  by  in  alle  syne  poyncten 
absolutelycke  sal  worden  gehouden  ende  acbtervolcht, 
volgende  de  leste  articule  vande  poincte  der  voors.  pa- 
cificatien, 

»)Opten  xiiix*''  dach  der  maent  August i  int  iaer  xv"* 
Ixxix,  die  deeckens  vanden  ambachte  der  stadt  van  s'Her- 
togen-bossche,  representeerende  het  derde  lidt  der  sel- 
ver  stadt,  hebbe  hen  metten  opinie  ende  advys  vande 
voors.  twee  eerste  leeden  int  geene  des  voors.  is,  een- 
drachtelyck  geconformeert/'  Ende  tooê  anderUeekefU : 
»l  Dohgk;' 


(Tc  brengen  op  bladt.  i40,  regel  S.] 

3  July  [1582].  Dominus  Helmont  fuerat  in  Ylymen, 
ut  caederet  haereticos.  Teniunt  haeretici  ad  portam  S. 
Joamiis  ut  intercipiant.  Spargitur  Helmontium  ivisse  ut 
introduceret  praesidium  Hautepennii.     Omnia  irrita. 

(Te  brengen  op  blads.  f  416»  regel  iO*) 

Dit   iaer  is   den  schadelycken  biant  geschiet  op  sint 
lacops  dach  savonts  van  elf.  uren  tot  twee  uren  toe,  we- 
C.  26. 


Digitized 


by  Google 


-^   394  — 

sende  inidderDacbt  tusschen  den  26*'  ende  26*'  luly  a**. 
1584,  ende  is  in  soo  corten  tyt  seer  afgrysselycken  door 
een  groot  onweder  tas  blixem  ende  donder  afgebrant  de 
kercke  van  sint  lans  totten  steen «wercke  toe,  met  oock 
beyde  die  omgangen  off  ulaenen  rande  Toors.  kercke, 
ende  dè  cappe  vanden  clocken  toren,  met  allen  het  hout* 
werck,  datter  in  getimmert  was,  ende  daer  inne  versmol- 
ten thien,  soo  groote  en.  cleyne,  schocme  clocken,  die- 
men  luyden,  ende  een  groote,  schoon  clock,  daermen 
mede  clepten  ende  de  heel  ure  op  sloege,  ende  alnock 
19  cleyn  clocken,  daer  den  voor-slach  vandé  heel  ende 
half  ure  op  speelden,  ende  het  schoon  uer* werck  was 
satnea  bedorven  ende  gecroockt  uyter  een  gevallen.  Oock 
isser  noch  mede  vorbrant  een  schoon,  heerlycR,  verheven 
orgelen,  staende  achter  inde  kercke  aenden  clock  «toom 
gemaeckt.  Oock  synder  mede  afgebrant  sommige  schoone 
antaren»  staende  aende  pilaemen  voor  den  hoogen  choor, 
niet  oock  het  schoon  oxael  saemen  te  stucken  gebrant, 
met  een  cleyn,  schoon  orgelen  daer  op  staende,  ende  een 
schoon,  verheven  cmcifix  daer  op  staende,  hangende  bo- 
ven aen  den  boge  oft  wulfsel.  Ende  is  desen  helschen 
brant  eerstmael  aengegaen  aenden  grooten  toren,  die  dier 
tyt  stont  op  de  vier  pilemen  voorden  hoogen  choor,  die 
seer .  magnificq  van  boute  opgetimmert  was.  Ende  daer 
en  was  niet  meer  blyven  staen  yande  gantsche,  geheele 
voors.  kercke  dan  vyff  choirkens  achter  den  hoogen  choir 
off  autaer  ende  de  sacristye  off  gerrucamer. 


(Te  brensen  op  blads.  i4tt»  regel  %t.) 
19  January  [1585]  Hohenlone  door  de  Lange  Straet 


Digitized 


by  Google 


—  395  — 

neemt  in  2  wachtlinysen.  Joannes  Gemert  lignarius  per 
speciem  lignandi  saepe  egressos,  proditionis  auctor.  Du* 
cit  Gloot  ad  custodem  cancellorum ,  aitque  esse  militem 
Hautepennii.  Angli,  Scoti»  Galli,  Germani  2000  ingressi, 
qnin  (1).  Quidam  centurio  ad  portam  crucis  clamatyOmnes 
mnctandos,  nulli  parcant  etc.  Duo  vexilla  ad  portam 
S.  Joannis  ierant,  13  ad  prata  crucigerorum.  Clootius  cum 
suis  ad  praedam  descendit,  visis  praedantibus.  Een  lieu- 
tenant  van  S.  Grbtophels  gilde  praeit,  eique  poeta  post 
Deum  tribuit  omnia.  Adest  Hautepennius  etsi^aeger.  Su- 
bito  dominus  Hebnont  languens  equo  vebitur.  Ex  civibus 
circiter  50  cadunt,  ex  boste  duabus  horis  300.  .  Trucb- 
ses  (1).  Tuba  excubitor  victoriam  canit.  Quidam  insti- 
tor  Gertrudo-Bergensis  sequutus  ad  emendam  praedam  sus« 
penditur  in  foro.  Wertbout  (1).  De  Bosscbe  messeben 
snyden  al  te  wel. 

Annonae  caritas  in  Decembri. 

(t)    Hier  schqnt  de  aanteekenaar  nog  iets  te  hebben  willen  bijroegen. 


Digitized  by 


Google 


Digitized 


by  Google 


HI8T0RIA  RIRDM  S1LV4EIIDGI8 


A  BIS  IV  nms  0CT0BU8  auri  hmlxxvu  usque  ad  duh 
xxvn  psm  Airni  mmjkxzi  gestakur. 


Aocroftt 


MaClstr*  ■ETMANlie  TSICHT 


/.  D.  Lieentiaêo  ac  venerabilis  Curiae  ecclesiastkae 
BuseoducmsU  Advocato  fiscali. 


Digitized 


by  Google 


M         ■;-.... 


Digitized 


by  Google 


HlSmii  MHDI  SIIVABDIICIS 

GESTARUM. 


CAPUT  p&unm. 


Anno  a  nativitate  Domini  millesimo  quuDgentesimo  sep- 
tuagesimo  septimo,  mensis  Octobris  die  qnarta,  post  re- 
cessum  scilicet  praesidii  militaris  regii,  factum  vigesima 
prima  praecedoitis  mensis  Septembris,  primum  omnium 
vigilias  celebrare  coepit  scbola  digladiatoria,  vulgo  nnn- 
cupata:  JuveniU  Peetuê:  teatonice:  die  Sehermêehoel: 
vel:  dié  jtmgh0  Baret:  ceu:  die  jongha  Boret  vande 
Sehermsehoelf  sen  potins,  SckelnuehtmL  Quae  siquidem 
novella  schda  ereiit  novum  quoddam  vexillum,  vexa- 
tionem  scilicet  terrorenique  Papistarum,  cujus  oeaturio 
sive  dox  seu  capitanins,  ut  vocant,  fnit  quidam  nomir 
natus  Sjrmon  Bacx  in  poptna  penarioque  satis  terribilis, 
cnnas  olens,  homo  imberbis  et  plane  imbellis,  egregius 
popino,  teutonice:  Cuereken  ruyter.  De  vezillifero  pos* 
tea  dicam.  Sob  hoc  centurione  et  vexillo  militanint  ut 
pfauimnm  juvenes,  fere  imberbes,  unde  et  nomen  scu  no- 


Digitized 


by  Google 


—  400  — 

meDclaturam  Iraxerunt  et  usnrparont  Juvenile  pecius  ^ 
eadem  ferocitate  cum  centurione  suo  terribiles;  etiam  pro- 
bissimi:  omnes  fere  sclopetarii  seu  Bombardarii.  Yeriim 
ob  pessimas  -raacbinatioDes  impiorum  paullatim  deficien- 
tibus  bonis  et  Gatholicis  fucum  olfacieDtibus.  Remansit 
tandem  non  nisi  improba  faex  colluviesque  hominum  ca- 
pitalium  olim  proscriptonun,  vigore  antem  pacificatioDis 
reversorum,  uti  inferius  suo  tempore  et  loco  siogula  de- 
clarabimus.  Illud  autem  nomen  sive  nomenclatnram:  Ju- 
venile  Pectus:  sibi  usurpabat  et  vindicabat  a  Gueseis 
militantibus  sub  impio  illo  Abimelech,  de  quo  postea 
dicemus,  qui  vulgo  appellabantur :  Peetaralütae:  teu- 
tonice:  de  Borst.  In  dicto  vexillo  tumultuario,  quod 
erat  insolitae  novitatis,  depicta  erant  yaria  schemata  et 
notae  versicolores.  Arcbitectus  vexilli  bujus  fuit  impios 
ilie  Abimelecb,  vulpes  astuta,  quae  vulpes  sibi  numquam 
foveam  propriam  faciens,  catholic<^um  seu  Papistarum 
foveam  seu  nidum  dolose  studet  occupare. 

Die  vero  decima  quarta  ejusdem  mensis  Septembris 
denuo  erectum  ftiit  in  excubiis  antiquum  vexillum,  de 
quo  mox  diximus,  mutatum  tarnen  novis  schematibns, 
novellis  formis  ac  figuris,  mutatum,  inquam,  noTis  fac- 
tionibus  et  adintentionibuB.  Nam  in  medio  Texilio  de- 
pictum  fuit  signum  fidelitatis,  per  modum  btnae  manus, 
invicem  complectentis ,  teutonice:  een  trau.  In  initio 
dve  exordio  iüter  crucem  Bnrgundiae  juxta  palum  seu 
stipitem  fuit  depicta  imago  sancti  Michaelis  archaogeli 
armati,  habentis  in  manu  dextera  strictum  gladium,  in 
sinistra  clypeum,  et  sub  pedibus  diabolum.  £cce!  res 
raysterio  non  caret.  Inferius  vero  in  stigmate  albo  di- 
recto  exarata   seu   depicta   fuerunt  sequeutia  baec  verba. 


Digitized 


by  Google 


majusculis  literis  deaaratis:  Pro  arts  ei  foeiê.  ïixposi- 
üooein  lanti  mysterii  modo  retineo;  nisi  qnod  per  sanc- 
tuin  Michaelem  denotabaDt,  ipsum  Abimelech,  impium 
apostatam,  bipedem  nequissiinum,  omDibas  notam.  Est 
namque  Divos  ipsè  Micbael  civitatis  Braxellensis  patro- 
Bos,  ubi  AbimelecH  ii|te  in  patrooum  receptus  fuit,  Ruar- 
dum  êi  Gubemaioruni  Pairiae.  Per  diabolum  vero 
significabant  militem  regium,  praesertim  Hispaaum,  qnem 
8ibi  persoadebant  per  Divum  Michaelem  stratam  iri. 

Postea  in  initio  mensis  Novembris  dejectum  fnit  per 
aliquos  ex  schola  digladiatoria  semipendnlos,  in  ipsa  vi- 
gilta  patibulom,  signom  jusdtiae,  timor  metnsque  erro> 
nvm,  in  planitie  fori  puUici  jampridem  erectum. 

Die  vero  decima  sexta  apparuit  et  visns  fuit  cometa: 
cnjns  apparitio  aspectnsqne  fuit  borribilift  atque  terribilis, 
praesagiens  flagellnm  Dei:  fuit  autem  stella  haec,  multis 
temporibns  vespertinis  continuo  apparens,  caudata,  radios 
emiltens  densos  atque  prolixos  instar  rami  seu  scopae, 
qua  pavimentnm  Territur.  De  hoc  cometa  multa  moiti 
sagiarii  conjiciebant.  Mea  autem  opinio  erat,  illum  esse 
Dunemm  plagaer  calamitatisque  futurae,  esse,  inquam,  prae* 
aagium  cruenti  belli,  insolitae  siocitatis,  pestilentiae  mor- 
taiitatisqne  immensae,  futurae  famis  annonaeque  caritatis, 
et  denique  variae  haeresis  et  schismatis  imminentis.  Nam 
sicut  cometa  iste  candam  habebat  longam  lateque  dis- 
persam  ncm  quidera  subito  sed  paulatim  evanescentem 
disparentemque:  quemadmodum  etiam  cometa  lucem  nul- 
lam sive  claritatem  in  se  habebat,  sed  in  ortu  occasu- 
que  suo  obscurus  erat  ac  tenebrosus:  ita  et  haeresis  sive 
haeretici   undique   diffusi   longe   lateque   in   hac   Belgica 


Digitized 


by  Google 


—  402- — 

noeira  dispersï,   pauUtim   iüstar  caudae  praedicUe  eva- 
Descent  disparebiimque. 

Yigesmia  aeita  NovemlMris  multi  ex  dicta  ichola  di- 
gladiatoria»  booos  ac  CathoUcos  ezcipio,  miram  fai$tio- 
samque  et  scdidosam  tragoediam  excitarunl  omnibns  sa- 
tk  notam  quam  silentio  hïc  praeiereaodam  censeo.  Qiiae- 
cmnque  autem  tune  temporis  et  postmodam  facta  im- 
probe  fueniDt,  omnia  funesto  consili^  trium  vel  qnatuor 
impioram  Architofel  et  Aman  gesta  fuenint:  nempe  The- 
oderici  Amoldi  juDioris,  magistri  Henrici  inden  Horen, 
alias  ingelei,  Everardi  Hoez,  Nicolai  de  Leenw  et  non- 
nnUoniDt  alionim  complicium  infia  nominandonun,  qoi 
angnstiam  pressuramqne  et  ruinam  dvitatis  quaerebaot 
affectabantque,  toti,  iostar  appendicis,  ex  consilio  frao- 
dolento  et  nutu  ipsius  Ahimelecb  pendeiites. 

A2U0  autem  a  nativitate  Domini  millesimo  quingente- 
simo  septnagesimo  octavo  mensis  Martii  die  prima  fuit 
perpetratum  per  quosdam  de  schola  digladiatoria,  ex  in- 
stigatione  tarnen  ipsorum  Architofel  et  Aman»  quoddam 
borrendum  temerarium  et  abominabile  facinus,  quippe 
qni  incendio  vastarunt  mooasterium  Cartbusianomm»  in 
pago  Yuchtensi  fimdauun  et  situatum,  falso  tames  ru- 
more  prodromo  seu  praecursore  adrentus  hostQis  aliquan- 
tisper  per  eos  praemisso  ac  divulgfito,  vit  aaltem  vel  ali* 
quam  excusationem  iacendü  fiiluri  praetexerent,  necDon 
amplins  universum  clerum  civitfite  Buscodncensi  expeUfr- 
rent,  dummodo  juiameiitum  prins  a  clero  saepius  exae- 
turn  et  recusatnm  praestare  nollet»  pront  denuo  tune  a 
dicto  clero  per  eos  exactum  fuit. 


Digitized 


by  Google 


—  403  — 

Nona  die  Muüi  venit  in  civilateiu  Buaooducensem 
ipse  oomies  tlollac  (sacci  replendi  gralia)  homo  plane  ex* 
trtoeHs»  siccns  ac  avidusy  petens  et  soUicitaos,  ezhibitis 
eliam  fabo  folMrkatia  litteris,  necnoa  modis  onmilmiy  ac 
TeUs  eqw«)iiie,  nt  aiimt,  «i^ns  importmie,  premensqoo 
oivitatem  ad  itcipieDdnm  militem  praesidiarinm,  sponsmn 
Penelopes  nudum  ac  totmn  deplumatum.  Qai  ilieo  el 
multoa  haboit  fiintores  pracsertim  dictns  Architofellistas 
et  AmanMBtas,  Theodericam  Anoldi  jmüorem,  Henricimi 
iodeD  Hot«D,  alias  Angeleum,  Nicolanm  de  Leeuw  et 
miütoe  ex  dicta  schok  digladiatoria  solliciUoites  clanciH 
laman  introiiam  dicti  pfaesidii.  Yemin  Gatholici  cives 
toto  peetore  restiterttut,  nno  ore  clamaTenmt  respondcti* 
tes:  se  noUe  utta  ratione  militem  aliqnem  cztennmi  ad» 
mittere;  seqne  paratos  ette  solos  vita  et  sangmne,  Deo 
auxiliante,  civitatem  rq^iae  majestati,  suo  natmvli  prin- 
cipi  sQpremo,  cnstodire;  qao  audito  respooso  recessit  Hol- 
lae  ipse  die  doodecima  ejnsdem  mensis.  fano  ut  semel 
emoia  dicaaa ;  capita  isla  factionnm  non  cessant,  dieque 
aocteqne'  mmi  tempore  soüioitare  introductioiiem  militap 
rif  praeudii,  fMm  tarnen  regii  ideoqne  snspedi,  quo  jure 
qnaqiie  iojtonria;  sed  tria  membra  ciyilatis  non  desimmt 
vicissün  HMo  peetore  et.  conamine  hnpüs  eomm  conati* 
bos  Gootraife,  omnibuMiiie  viribns  obviam  ire. 

Tristiealamo,  iacrymante  atramento,  commemorare  haod 
desmam  mnkam  triste  spectacnlmn  et  flebile  necnon  fla* 
gitrasum  faeiMB,  vemaccde  proprie:  em  boevmêtuky  pes* 
skni  exempli»  perpetratnm  die  qtnnta  Aptilis,  a  qnibttf- 
dam  faeinorosis  trifturciferis  snb  Texillo  scholae  digladaa- 
toriae  militantibus,  qnos  inter  unos  erat  sceleratns  nomi- 
natns  Goswinus  Sartor,  proditor  maKgnus,  quemdam  mi- 


Digitized  by 


Google 


^  404  — 

litem  Ubittm  Gerioanuni,  nomine  Joannem  alias  Hafu^  qui 
antea  fberat  ipsi  Engelberto  praefecto  militum  a  cabicu- 
lisy  atrociter  ac  crndeliter  coDtra  fidem  datam  e  medio 
toUentibns.  Miles  iste  ultra  decem  septimanas  fnerat  cap- 
tivus  detentm  in  porta  captiyorum,  qui  tandem  in  ipsa 
bona  die  Yeneris,  ante  Pascha  a  capdvitate  sua.  per  se- 
aatum  et  tres  ordines,  sive  membra  tria'  ci?itatis  Silvae- 
ducensis,  relaxatus  erat  libere,  a  quibus  certas  tulit  iti- 
neris  literas,  qnibus  adhuc  in  civitate  ad  minm  mensem 
manendi  facultatem  acceperat.  Qui  miles  e  vestigio  recta 
properavit  ad  aedes  domicellae  Henricae  viduae  relictae 
qu<Midam  magistri  Martini  doctoris  medicinae,  ex  cujus 
corpore  prolem  generando  suscitaverat,  ad  quam  prius  ye- 
nerat  ut  eam  duceret  uxorem  et  per  matrimoDiam  subse- 
quens cobonestaret,  prolemque  legitimaret.  Sed  dicti  nef»- 
rii  eadem  die  qidnta  yenientes  fnribnndo  spiritu  ad  aedes 
dictae  domicellae  in  platea,  yulgo  dis  Paeper^traei  nun- 
cupata,  seryatas,  eundem  militem  iosontem  prius  per  prae- 
dictum  Goswinum  Sartorem  alterum  impium  Judam,  pro- 
ditum,  violenta  manu  ex  aedibus  praedictis  extraxeninl 
et  ad  forum  recta  magno  impetu  duzenmt,  ubi  yeniam 
a  Simone  Bacx  praefecto  scholae  digladiatoriae  postula- 
yit»  publica  protestatione  declarans,  se  proditionis  ei^ 
non  yenisse  ad  ciyitatem  Silyaeducensem,  sed  ut  prolem 
suam  per  subsequens  matrimonium  legitimaret  Qui  Sy* 
mon  Bacx,  Herodianus  subridens,  cubito  suo  eum  a  se 
iudignanter  repulit,  quo  facto  recessit  cum  prole  et  ma- 
tre  ejus»  quam  prolem  suis  gestabat  in  ukus.  Recessit 
inquam  una  cum  latronibus  istis,  qui  antea  in  necem  ejus 
conspirationem  ac  conjurationem  feoerant.  Qui  tamen  ei^ 
dem  fidem  dederant  ac  sancte  promiserant  mali  nibil  ei 
a  se  illatum  iri,  praecesserant  autem  nonnulli  ex  dictis 


Digitized 


by  Google 


—  405  — 

latrouibus  ad  pagum  Yughtensem,  latitaotes  ibidem  in 
qnodam  sacello,  ac  adventum.  ejus  praestolantes ,  hilari 
facie  aljiiy  qui  eumdem  ea  domo  extraxerant,  ex  compo- 
sito  sequefaantur,  ne  se  in  via  subdaceret,  «neve  ibi  la- 
qneo  suo  fallereotm*.  Eo  jam  veniente  ad  praememora- 
turn  sacellum  ilico  more  latronum  ex  loco,  insidiis  sta- 
tato  imienmty  adorti  ftierunt  septem  vel  octo  innocen- 
tem  proditionis  ac  conspirationis  Hispanae,  cui  bene  un- 
decim  aut  duodecim  gravissima  vulnera  inflixerunt,  et 
per  arenam  traxerant  instar  bestiae.  Quos  ita  afiatus  fuit 
dicttts  Goswinns  sartor,  qni  et  homicidinm  antea  commi- 
serat,  sceleratus  Barabbas,  Ecóe  nune  irado  eiem  vohis: 
teatonice:  Siet  iek  Uvere  u  nu  den  man,  Quid  multa 
referam;  orabat  miles  ille  bumillime  genibns  flexis,  com-» 
plicatis  manibus,  nudoque  capite,  montes,  ut  aiunt,  au- 
reos  promittens,  at  vitae  suae  parceretur,  atque  itermn 
captivns  reduceretnr  ad  locum  captivitatis,  unde  relaxa- 
tas  fnerat.  Sed  surdo,  proh  dolor,  canitur  fabula.  In- 
stabat  enim  quidam  impius  tenebrio,  agnominatus  sancta 
Maria,  qui  et  timpanistrem  aliquandiu  sub  schola  digla- 
diatoria  egerat,  innocentem  sanguinem  supra  modum  si* 
tiens,  qni  eum  ferro  trucidasset,Disi  per  praedictam  domi- 
cellam  Henricam  impeditus  fuisset,  quae  ei  prolem  suam 
obtendens»  intercessione  sua  media  ictus  intermpity  quae 
tarnen  acceptis  gravibus  vulneribus  ejus  furori  cedere  co- 
acta  fuit,  aut  alioqui  de  vita  sua  actum  quoque  fuisset. 
Tandem  traxerant  seu  poüus  protruserunt  miserum  inno- 
centem» letbalibus  vulneribus  ac  plagis  affectum^ad  quam- 
dam  fossam,  ibidem  data  opera  praeparatam,  existimantes 
eum  jam  mortuum  esse.  Qui  putans  eos  abiisse,  protende- 
bat  paululum  caput  suum;  quod  cernentes  isti  carnifices 
altis  vocibus  clamavenint,  proditoi^em  adhuc  vivere.  Ilico 


Digitized 


by  Google 


—  406  — 

accessil  unus  ex  dictis  lictoribüs,  filins,  In  den  Appèl  ^ 
sub  intersignio  poHii  in  foro  habttans,  qui  oerebnim  ejns 
pugione  violenta  manu  transfodit.  Et  sic  innocens  ille 
expiravit:  cujus  corpus  dicta  domicella  Henrica  clancn* 
larie  de  noote  humari  fecit  in  coemeterio  ecclesiae  paro* 
chialis  sancti  Petri  Yughtensia.  Baec  autem  onniia  pro» 
ditorum  gesta  fberant  contra  fidem  datam,  contra  tntas 
niagistratns  literas  ei  traditas.  Sed  quid  yerUs  multis 
opus  est?  Quilibet  bonus  catholicus  ac  regius  audiens 
crudelissimum  martjrrinm  illiua  innocentis  militisy  prom* 
pit  ilico  in  lacrymas.  Erat  autem  oriundus  ex  Germania 
inferiori  timens  Deum,  bonae  ac  incnlpatae  ?itae.  Qui- 
dem  dolendum  est  tam  atrox  facinus  impuuitum  manere 
et  justitiam  suum  <Mrdinem  non  servare. 

Stlentio  autem  nullatenus  praetermittendam  existimavt 
historiam  exilii  mei;  graves,  inquam,  et  enormes  injurias 
mihi  illatas  die  nona/  quae  erat  dies  Yeneris,  mensis  Haji 
anno  praedicto  septuagesimo  octavo,  ab  impio  milite  pra6- 
sidiario,  stipendia  faciente  sub  Joanne  Bacx  centurione  sive 
duce  praetenso  praefecto.  Arcis  Huesdanae  sen  castella* 
no,  ut  Tocant,  intraso  in  oppido  Huesdano  sub  scelerato 
Abimelech  militante.  Quo  tempore  tota  oollnries  et  faex 
nnpia  nebulonum«ex  dicta  schola  digladiatoria  ftiscodu* 
censi,  binc  in  dictum  oppidum  Huetdanum  gregaüm  coo- 
fluxerat,  tamquam  commune  receptaculum  praedonum  sire 
depraedatorum  mtfnifestorum,  qnos  mlgt»  laFerniones  vo- 
cat  vel  Argivos  fures  ceu  liberos  praedooes,  teutooice: 
vryhuéiers  ende  kfienelaers;  ista  Itbertate  praedandi  do- 
natos  ab  ipso  impio  Abimelech,  patre  praedomun  forte 
solum  vertente  sive  ob  grande  aes  alienum  in  civitate  Bns- 
coducensi  contractum  sive  ob  èxiiium.     Ex  ^jucMrum  nu- 


Digitized 


by  Google 


—  407   — 

mero  ac  grege  fuit  udqs  temerarias  et  arrogajis,  nomioa- 
tns  Jaspar  Tibicen,  teotonice  Jaspar  den  Speelman^  ho- 
midda  et  mcaestoosns,  qni  tamquam  Judas  scderoaiis  pro* 
ditor,  dox  et  antesignanus  venit  eadem  die  noa  cum  com^ 
plicibna»  una  nempe  cohorte  Debnlonmu  dccem  aut  nnde*- 
cim  niimeio,  ad  diversorium,  sub  intersignio  civitatis  Bos» 
codaceosts:  obi  curarh  me,  igDarom  plane  proditionis  oeo* 
non  laquei  absccmsi,  itioere  lassatum  et  fores  ante  stan«- 
tem»  circa  horam  tertiam  pomeridknam  per  quemdam  de* 
canum  stve  decurionem',  teutonice  carparoêly  apprehendi. 
Qoa  siquidem  iropia  caterra  me  ex  improviso  dngente 
et  circomstante,  ne  forte  ad  dictum  diversorinm  refuginm 
baberem;  me,  inqnam,  inennem  brachio  arrepto  talibna 
dictns  decnrio  affatnr  dictis.  E  restigio  venito  nobis* 
cum;  ocius  sequere;  et  ita  catervatim  omnes  duxemnt 
ad  portam  Herpensem.  In  Tia  autem  ipse  decurio  sei»- 
citabatur  ex  me;  cujas  essem?  an  inoola  Huesdensis  an 
Tero  extraneus  ?  vocaos  me  interim  saepius  proditorem : 
totnm  enim  fidbat  consilio  et  suggestitme  dicti  Judae  an- 
tesignani,  ex  ci\jus  oflBcina  iUud  deprcxmptnm  enit,  ro- 
gans  ex  me,  nunc  venerim  ad  prodendum  oppidum.  Bgo 
▼ero  respondi;  me  liaud  proditorem  esse,  sed  cirem  et 
incolam  oppidi  praedicti  et  patriotam:  protestans  nihilo* 
minus  de  injuriis  et  Tiolentia  illata.  Quid  multa:  agres- 
sor iste  Judas  turn  prosiliens  more  latronum  dixit,  me 
esse  officialem  episcopi  JBoscoducensis  et  simikm  magis- 
tto  meo,  in  proditione.  Quo  dicto  tlico  omnes  uno  gm- 
tnre  exclamayerunt  dicentes:  si  omnes  coronae  sive  ton- 
surae  clericales,  ipsos  sacerdotes  seu  papas  denotando, 
fuissent  ultra  septem  annos  suspensae  in  patibulum,  rec- 
tius  nobiscum  actum  fuisset:  non  cessantes  interim  me 
iteratis    ricibus   proditorem   tam   episcopi   Buscodocensis 


Digitized 


by  Google 


—   408   — 

quani  domini  Joannis  Austriaci  ac  furein  Hispanicum, 
teutODÏce  eenen  Spaetisehen  e/tV^.appellai'e.  Ego  antem 
quautum  potuiy  coepi  injurias  humeris  depellere  et  tem* 
pestatem  iDcumbeotis  impr(^>erii  excutere,  necnoD  amaru- 
lentae  blasphemiae  atque  maledictioois  procdlas  propul* 
sare.  Diffiteos  me  esse  officialem  et  judicem  episcopi 
Buscodttcensis.  Quo  audito,  objeeerunt  me  praetorem  sive 
promotorem  et  fiscalem  esse  dicti  episcopi.  Quid  verfab 
opus  est?  lüstitit  acriter  fadas  iste  scelerosus  repetens 
a  me  iogeotem  summam  pecuoiariam.  Quam  sibi  vi  a 
proditdribus  episcopi  extortam  assereba t  et  praetendebal, 
id  quod  falsissimum  est  et  a  veritaie  quam  alieoissi* 
mum.  Nam  Judas  iste  impius  poenitentia  ductus,  im- 
plorans  prius  sufii*agium  et  intercessionem  omnium  G0g<> 
natorum  et  amicoriun,  ullro  coram  judice  compamit,  pe- 
tens  sibi  poeniteDtiam  salutarem  pro  crimine  incoestus, 
per  eum  cum  privigoa  siia  commisso,  injungi  et  absoln- 
tionem  impartiri;  prout  et  absolutus  fuit  et  gratiosa  oi- 
mis  poenitentia  pro  qualitate  tanti  delicü  imposita  abs- 
que  uUa  muktae  pecuniariae  injuoctione  et  ezactiooe;  id 
quod  tam  ex  registris  curiae  episcopalis  quam  per  ip* 
sum  judicem  ac  ipsius  Judae  propinquos  ac  sanguine 
junctos,  luce  clarius  meridiana  doceri  poterit.  Imo  nee 
ipsemet  proditor  ullatenus  de  contrarie  poterit  umquam 
in  rei  veritate  remonstrare.  Praedictam  nihilominus  sum- 
mam a  me  exegit  vel  partes  corporis  mei,  teutonice:  ojf 
étucken  van  myn  lyff.  Ergo  obtuli  innocentiam  meam 
pede  meo  pedi  ejus  alligato  purgare.  Sed,  surdo  proh 
dolor,  fdbula  canitur.  Immerito  me  ille  variis  menda- 
ciis  aflBcit»  gravat  ignominüs,  contumeliis  et  improperiis 
obruit.  Injuriam  injuriae  accumulat,  falsis  insontero  accu* 
sationibus  pulsat,  maledictis  mentem  transverherat.     Post 


Digitized 


by  Google 


—  409  — 

haec,  appropinqnantibus  illis  una  mecum  portae  Herpensi» 

iDtent^mi  mihi,  quorsam  rae  inermem  ducere  et  quid 

de  me  fieri  vellent?    Respondenmt  omnes  uno  ore.    IK- 

cemtis  tibi  sentiesque  cnm  fueris  eitra  portam.    Quo  au* 

dito  animoque  mihi  in  pedes  cadente  mortemque  praesa- 

gtente,  praesertim  ob  atrocissimnm  latrocininm  cujusdam 

Germani  militis  regii,  tanta  atrocitate  tantaqne  cnideli- 

tate  et  plnsquam  bellaina  ferocitate  atque  immanitate,  a 

qaibusdam  'de  schola  digladiatdria  in  pago  Yugthensi,  prae* 

ter  fidem  ipsi  militi  per  dictnm  Symonem  Bacz  fidei-fra*- 

gnm  sive  ducem  ejusdem  acbolae  digladiatoriae  datam  ^ 

perpetratnm  die  qniota  meosis  Aprilis  anno  septnagesi* 

mo  octavo  praedicto,  quod  lunc  mibi  tamqnam  mortia 

praesagiom    in    mentem   subibat;   el   praesertim   attento 

quod  ne  Hercules  quidem  inermis  contra  plures  armatos 

pugnare  feliciter  possit »  abjecto  pallio  conjeci  mdpsum 

in  pedes,  pedibus  inermis  salutem  quaerere  studens.    In- 

sequuntur  isti  strictis  gladiis,  tamquam  leones  rugientes» 

ahis  invalescentibusque  vocibus  atrociter  clamantes:  Tru^* 

eidate  proditorem,  transfodite  proditorem.     Dici  profecto 

vix  potest,  quo  tonitru,  quo  fulmine  in  me  insui^ebant. 

Ego  vero   in    fuga   sentiens   genua   labascere  et  plicare 

prae  fonnidine  mortis  instantis,  confugi  post  puteum  ibi* 

dem  exstructum  tamqnam  locum  refugii ;  ubi  canes  isti 

bipedes,  cruentae  bestiaé  me  cingentes  circumstantesque 

evaginatis  ensibus  supra  hnmanum  modum  hostiliter  in- 

vadunt,  punctira  ac  caesim  ferientes  sciscitantesque  tre- 

mulis  vocibus  cansam  higae.   Respondi  attonitus  et  quasi 

exanimus;  Quia,  inquam,  nescio  quorsum  insontem  me 

ac  innooentem  planeque  inermem  ducere  veliiis,  nisi  ad 

mortem.     Besponderunt  omnes  tremenda   voce  tamquam 

rabidi  canes.     Reus  es  mortis:  seu,  dignus  es  morte  et 
C.  tl. 


Digitized 


by  Google 


—   410  — 

mille  ictibus  post  moptou ,  teutouioe :  U<mdtri  Ueeek 
noê  u  dooi.  Did ,  me  Hercule,  non  poiest  vethis  nee 
ctlamo  scribi  in  cptaoto  pavore  mortis  secnon  Titae  di&- 
criDiioe  protiinc  versttus  fuerim,  vita  videlicet  ex  pilo 
pendeate,  aliud  nihil  praeter  roortem  exspeelabam«  NU 
oisi  Terfca  mortis  trucidationisqoie  audiuntor:  Obstapui 
mertto;  quid  multa.  Tandem  in  me  ila  attonitum  ani- 
moqiie  peiculsum,  spe  tamen  firma  in  Deum  futurae  li« 
berationis  et  patientia  munitum,  impetum  unanimiter  fa- 
cientes,  more  leonum  raptis  catulis,  ducunt»  tamquam 
ovem  occisionis,  seu  potius  ejiciunt  extra  oppidam.  Gon- 
sistendbus  jam  illis  una  mecum  extra  portam  Herpen- 
sera, affiitur  me  decurio  asperis  dictis,  in  haec  verba 
prorampens:  Nnnc  tibi  paadam  apprehensioois  et  gecti- 
onis  causam.  Quo  audito,  magis  ma^isque  mortem  ex- 
pectans ,  spem  inter  et  metum  fluctuans  timiii :  ttmoris 
eansam  dantibns  clamoribus  signisqu»  et  gestibos  circnm* 
stantium  ac  in  modom  coronae  dngentium.  Tandem  de- 
'  enrio  iste,  processu  sic  fulminato  coptra  omnem  formam 
juris  aequitatis  atqae  justitiae,  profert  sententiam  perpe^ 
tui  exilii  sub  bac  verborum  forma:  Eligito  tu,  de  dno» 
bus  alterutnim:  ut  scilicet  te  statim  hinc  subducas  sive 
rectpias  vel  per  portam  aquariam  per  Mosam  versus  He- 
mert:  vel  per  pagum  de  Herpt,  absque  uUa  spe  futuri 
reditus  ad  oppidum  Uuesdense  aut  loca  circum  vicina 
sub  poena  capitis. 

Ego  quantum  potui  aequi  bonique  cpnsului  sententiam 
fraudulosae  proscripticmis  in  patientia ,  electione  altene 
trius  per  me  facta.  In  signum  pacis  et  amicitiae  por- 
rexi  dicto  Jaspari  Tibicini  manum  dexteram  a  me  prius 
deosculatam  dicendo:  Ecce  Jaspar .  amice ;  ex  animo  ti- 
bi condonatam  scito  a  me  ofiensam  faanc,  id  est,  scanda* 


Digitized 


by  Google 


—  411  — 

Inm  et  enonDem  injuriam  mihi  aoctore  te  illatam.    Bt 
sttb  fide  viri  boni  et  regiae  majestati  fidelissimi  tibi  prö» 
mitto  et  protestor,  a  me  namquam  ista  ad  animnm  et 
memoriam  revocatunl  iri  in  jndicio  contradictorio.    Simi* 
Ka  Terba  locntus  ftu  similemque  protestationem  feci  cafr> 
teris  circumstantibus.     Sed  incircmncisi  homines  isti  et 
iodurati  corde  nihil  mea  verba  cnrarunt,  sed  manu  mea 
repulsa,  propterea  forte  qnod  eam  ori  meo  potius  admo* 
veram  juxta  antiqnnm  catboliconim  christianorumque  ri- 
turn  fratemaeque  charitatis  symboliim,  quam  pectori  con- 
tra novellom  morem   nonnullorum   pectoralistarum  site 
con^storialium  infideliom,  teutonice:  die  Borêt^  me  sub* 
sannamnt  egr^ie.    Postea  ex  intercessione  miins  ex  cit- 
cumstantibQS  ^permissnm  mibi  foit  abire  per  locum  vul- 
"go  dictnm:  jichier  die  Cinge^raft^  versus  portam  Aut* 
Huesdanam  extra  tarnen  mtiros  otIhs  Huesdanae.    AUqui* 
bus  interim  clamantibns:  nullatenus  eat  per  islam  viam; 
qnia  illac  recta  itur  ad  domnm  matris  ejus,  qnae  scili- 
cet  est  vidna  provectae  aetatis  fere  septuagenaria,  in  an- 
tiqua  iUa  ac  catholica  sfanplicitate,  religione  fideque  ao 
doctrina  patmm  usqne  radicata,  arbor  fmgifera,  ad  an« 
tiqunm  nidum   papisticnm  atqne  proditorum,  nbi  omnis 
proditio  cuditnr.     Qiiod  ipsmn  audiens  decurio  praedio* 
tns  prornpit   in    haec  verba:   abeat  proditor  per  istam 
viam,  probibens  nibilominus  sub  poena  mortis  et  truci- 
^tionis  ne  ibidem  moiam  aliquam  committerem:  faciam, 
inqnit,  vesperi   inquisitionem  sive  visitationem  in  domo 
matema,  et  te  forte  inventum  ibidem  transfodiam  tam- 
quam  canem.     Abiens  autem  inveni  paulo  post  dictam 
fonestam  catervam  lavernionum  stantem  ad  portam  Aut- 
Huesdanam  adventum  meum  exspectantem ,   dicto  decu- 
rione  in   haec    verba   prorumpente:   Ahito  ocius  absque 


Digitized 


by  Google 


—  412  — 

GUBCtatione  sub  poeuis  praediclis.  Islud  eral  auctariam 
calamitatis  meae:  ego  autem  valedicens  niatri  recessi  iiico 
dando  locum  irac;  et  haec  de  exilio.  lueo  bactenus  dicta 
safficiant.  Illud  tarnen  praetermitti  baud  oportet;  nempe 
quod  dicta  sententia  exilii  perpetui  jam  prolata»  dixerit 
uubi  idem  decurio:  evasisti  modo  manus  nostias:  sed  vi* 
de,  ut  similiter  effugias  maous,  io  via  adventum  tuum 
exspectautium ;  hoc  ideo  diceus,  tamquam  probe  callens 
furcifer  iste,  aliquot  nebulones  praecurrisse,  qui  me  in  iti- 
nere  in  merica  Cuyckensi  exciperént  vitaque  spoliarant: 
sed  dispooente  domino  aliam  viam  magis  secretam  ma*" 
gisque  tutam  elegi;  relictis  interim  latronibus  istis  adven<> 
tum  meum  exspectantibus.  Haec  est  lector  pie,  historia 
exilii  mei,  quod  pro  nomine  Christi  proque  justitia  et 
fide  antiqua  religioneque  Catholica  lubens  perpessus  fut/ 
paratum  me  ipsum  offerens,  multo  majora  pati. 

Postea,  die  vigesima  nona  Maji,  ipso  scilicei  celeberri* 
mo  festo  venerabilis  sacramenti,  dicta  schola  digladiato- 
ria  seu  digladiatores  novelli  in  foro  excubias  agentes,  can- 
taverunt  publice  et  uno  gntture  psalmos  Guesicos  teuto- 
nicos»  blasphemiis  scatentes,  a  principio  scilicet  genera* 
lis  supplicationis  tune  per  ambitum  civitatis  factae  us* 
que  ad  finem  ejusdem;  idque  non  absque  dolore,  gravi 
moerore  atque  scandalo  Catbolicorum  sive  Fapistarom. 
Quae  siquidem  schola  proposuerat  dictam  generalem  sup- 
plicationem  turbare,  ciboriam  aliaque  ornamenta  preti« 
osa  ecclesiae  ibidem  praesentia  necnon  templa  omnia  spo* 
liare,  et  ulterius  clerum  universum '  expellere  mirasqne 
factiones  et  tragoedias  moliri ,  ioaudita  machinari ;  sed 
quidam  ex  Gatholicis  civibus  illud  impedierunt,  domino 
Deo  disponentc.    Imo  multi  ex  dicta  schola,  omnem  ooc- 


Digitized  by 


Google 


—  413  — 

teqne  dieque  moyeront  lapidem  et  tott  ia  hoc  fuerunt, 
m  ansam  quaerereot  eipellendi  clenini.  In  boe  autem 
motu  ut  plurimam  fuit  dictus  Theodoricus  Aertss  junior» 
hostis  et  cleri  papistarnmque  et  civitatis  cum  sua  ap* 
pendice,  quos  penes  consilium  satanae  residet. 

Postmodum  ultima  Maji  quidam  ex  schola  digladiato- 
ria  fr^eruDt  ligoeam  crucem,  stve  crucifixum  in  coemi^ 
terio  Minoritarum,  peodentem  retro  chorum  templi,  re* 
lictis  ibidem  ligneis  duobus  Judaeis  iutactis  et  integris. 
Quo  impio  facto  satis  declarant  >  se  esse  bostes  cmcis 
Christiy  Judaeonrai  autem  sceleratorum  fautores  et  ami- 
cos:  imo  dicta  scbola  digladiatoria  iostauter  urgebat  et 
improbe  instabat  sollicitabatque,  ut  in  conventu  Minorita- 
rum  posset  vigilias  agere,  ut  sub  hoc  praetextu  ralerel 
commodissime  opera  tenebrarum  exercere;  nempe  imagi- 
nes  et  altaria  devastare  manusque  sacrilegas  in  omamen^ 
ta  conventus  injicere,  ue  dicam,  ipsos  Minoritas  more 
lupioo  jugulare  atque  deglubere.  Dici  vix  potest,  quanto 
furore,  coecitate  quanta  mentis,  necnon  amentia  pleraqne 
pars  dictae  scholae  agitata  et  percnssa  fnerit.  £cce  fruo- 
tus  arboris  malae. 


CAPüT  SECimora.    * 

Die  vero  duodecima  Junii,  comiti  de  Swertsenburch  et 
scholae  digladiatoriae,  praesertim  Symoni  Bacx,  centurioni 
sive  capitaneOy  necoon  magistro  Henrico  Angeleo  in  in- 
tersignio  cornu,  argentea  templorum  exigentibus  et  ulte- 
rins  postulantibus  introductionem  niilitis  extetni:  la^ê  fnit 


Digitized 


by  Google 


—  414  — 

ttuaiiiiniter  a  dvibus  datum  reapwaan:  utmpt  ae  vMe 
idk  ratkme  mililfiBBi  ezterniim  «dmittare  meQ  ^pera  ar- 
gentea  extra  civitatam  asporlarl  si  va  anfarri;  imo  ae  pa- 
ratos  esae,  ad  nltittam  uaque  saogwuia  guttam  reaislore 

Postea,  die  decima  qoarta  ejosdem  mensis»  ablata  fue- 
ruDt  opera  argentea,  feentaoice:  hei  Sylverwerek^  per 
acholam  digladiatoriam  ex  ccmrentu  CUrissamm,  ex  goq- 
venta  sororom  Qrtliensiiim »  Praedicatoram  ac  deniiim  ex 
oathedrali  ecclesia  saaoti  Joannia  apoatoU  et  eraagdistae» 
patrooi  ac  divi  tntelaris  ctvitatis,  exceptis  hierotkecay 
cpam  ciboriam  yvRsast,  argentea  et  argentea  imagine 
efosdem  patroni  Gum  nooDnllis  aliis  infra  specifiGaiidis, 

Hoc  tempore  coepit  sclida  digladiafeorift  panlatim  de- 
ercaoere  instar  limae  mvtabilis»  idqne  propter  defectnin 
booornin»  qni  eam  desentemnty  olfitcientea  laqneoa  absoon- 
808  venantimn  I  fiaudesqne  dolo6({«e  Gneseonun,  pedcai 
lefiercntea,  quasi  taeti  ab  angiie  catboUoiscpie  ciyibua  om- 
aiBo  adbaerentes. 

Foat  baec  pnma  die  mensis  JvJiti  veoit  elato  aniiDO 
positoque  in  coeliim  ore  Symon  Bacx,  centurio  sive  dos 
scholae  digladiatoriae,  irnpins  heliodorista»  mia  com  suis 
satellitibus,  complicibus  et  appendice  in  ecclesiam  catbe- 
dralem  sancti  Joannis  evangelistae,  imperiose  satis  ac  sn- 
perciliose  postnlans  adeoqae  anferena  secumqne  aspoi^tans 
sacril^is  manibns  yasa  argentea»  Deo  semel  dicata  et  a 
patrlbos  migoribnsque  aoatris  meosia  cemmimioaiitiiim  Ie* 
gala  et  relicu. 

Sikntio  autem  nequiqnam  praeteveD^diw  eaistimivi» 
sobolam  digladiateviain}  eiam  appendice  sua»  praeseriim 
praecipaia  capjtibiis^  aucloriboMfWi»  totios  faclkBis,  supe» 


Digitized 


by  Google 


—  41S  — 

rkis  nooMMCiSy  potissimum  vmm  fiusse  quatuor  joediis, 
ad  iDtrodscciidiiiD  affectaci»  doli»  eHeriivni  pvaesidiiMa 
mililaFCi  PrimuiD  nedtma  foere  pvopiignacuby  teuMiice: 
Mwereken^  per  dtctam  scholam  et  capita  factiooaiBi  iai- 
ta  et,  redamanle  civitate,.ex3tnacta  ac  fabricata,  eo  vide- 
licet  fine,  eaque  inteotioiie,  cansa  et  ratione,  at  illis  jam 
exstructia  qpeant  ciYitatem  tasto  commddins  iadncece  ad 
pracsidü  miiitaris  adaussiooeni,  eo  quod  propugmcula, 
uti  aasertbant»  neccasaorio  expostiileDt  copia»  militis,  piae- 
sertki  esiterni;  prepterea  quod  miles  iotemiis  baud  saS* 
fidena  per  se  essel»  onnia  üla  tam  vasta  ac  ampk  pro- 
pBpiacuhi  praesidio  mililtafi  raunre;  rel  in  e^veotum  re- 
cosatioDia  et  contradicliioDis  valeant  auctores  isti  opfOÊ^ 
toaa  tttapore.  exttnmm  mililem  Gnesacum  defiiris  pe»  hoh 
JHsmodt  propngnaciila  prope  et  extra  mnsoa  civitatia  esH 
tracta  tatsodaoeve.  Sed  ineassnm  labocatum>  fust,  irritus 
Mber  iste  fait 

Qaoeivta  aiactorea  isti  et  capita  ftctmmm  ocraentei, 
se  ntUi  via  kac  pvoficere  iotentumqoe  soom  ad  effectmn 
dsdiBcere  non  ralere,  alia  insaper  ingpediendam  via  pa« 
tcBoiit»  qnacreotes  aUad:  nempe  secondoia  mcdinti  ac 
rcmediiim,  ^od  fiiit  meadaeiam  et  faka  persoasi^.  qai" 
bos*  amdebanty  Samqnam  qoadam  tempestate,  commanilia- 
lem,  qa§e  est  beUoa  «ndtonua  capkom,  asaidoa  plilsare, 
agitare  el  proscindere,  necnoa  ad  «fiacovdiam  dissensio- 
Hemqoe  eo  tandem  prodocere  coaimovcrt  et  coooitare,  ut 
praesidiam  exteraom  admïttere  deberet. 

Tertiom  adhaec  mediom  adhibent:  quippe  fakas  vau- 
nasque  praedicationes  atque  doctrinas  pseodopraeoooom' ; 
sperantea  bac  aakem  via  succedere  et  se  posae  hac  ra» 
xi&üe  oensiliare  sibi  ac  conglomerare  quam  pkrimes  ad^ 
jiinctos  famtores  et  complices  in  tanta  copia  et  uomero, 


Digitized 


by  Google 


—  416  — 

ut  vi  (atifieiu  ac  vioIeDtia  vakant  militem  ezttniiim  cd- 
tromittere,  sioque  demum  voto  civitateque  potiri,  <pio  jure 
quaque  injuria.  Adeo  quod  decinia  tertia  die  hnjos  ma* 
sis  Joliiy  sicnt  et  aotea  saepins,  factae  fuerint  pseado- 
praedicationes  clandestiiiae  per  Dovellos  istos  pseodoprae- 
dicantesy  iiltro  et  clancularie  ac  fmtife,  more  fiirtun  et 
latroDum,  venientes  seseqne  ingereDtes  et  intnidentes,  pas- 
sim scilicet  in  locis  aedibosqae  priratis ;  in  qnas  pro« 
miscue  tota  sentina  impii  gregis  aliquo  tempore  iufine* 
bat  ^et  eiRuebat  Quas  siquidem  novellas  et  insolitas  prae» 
dieationes  civitas  nuUa  ratione  admisit;  imo  tria  memf* 
bra  civitatis  semper  restiterunt  saepittsque  infaibuera&t 
enm  ea  protestatione,  quod  nollent  se  argui  a  regia  ma* 
jestate  perjurii;  eo  quod  jurassent,  se  veile  pacificationem 
Gandensem  observare  et  antiquam  reltgionem  defeodeie. 
Ptettdopiaecones  autem  istt  vesani  prurientes  anribus  onir 
nino  praedicabant  latam  viam  et  spatiosam»  quae  ducit 
ad  interitum;  omissa  prorsus  via  arcta  sea  angusta,  quae 
ducit  ad  vitam  aeternam.  Praedicabant,  inquam,  place»- 
tia  et  suavia  plausibiiiaque :  libertatem  vivendi,  indondb* 
tam  feramque  bestiam»  vitulum  nempe  Galvinisticumy  ie> 
formatam  seu  potius  defonnatam  religionem;  verum  oi»> 
nium  communionem,  blasphemias  meras  contra  utramqne 
majestatem,  tam  divinam  quam  humanam,  omnemque  piae- 
laturam  sive  superioritatem  ecclesiasticam  et  humanam: 
contra  denique  tremeodum  sacrificium  missae,  quod  pal* 
lio  mendici  assimilabant,  tamquam  ex  yariis  partibus  con* 
fectum  compositumque  seu  potius  consarcinatum :  ideo- 
qne  illud  dissuebant,  teutonice,  aniarren^  et  sacramenta 
Deique  sanctos.  Insuper  praedicabant  ejecti<xiem  mooa* 
cborum  adeoque  totius  cleri  expukionem;  excidium  sa- 
cerdotiiy  et  multa  alia  abominanda  praedicabant  ex  dia- 


Digitized 


by  Google 


—  417  — 

metro  sacrae  scriptarae  tam  veteris  qaam  novi  testamen- 
ti,  DecD(m  cathdiicae  tum  ecclesiae  tum  fidei  et  religioai 
repugnantia  stve  contraria. 

Qoartmn  medium,  ex  tertio  scilicet  medio  ortum  et 
cauaatom,  est  vis  ac  violentia^  ad  quod  tamquam  ad  ex* 
tremmn  asylmn,  ad  portmn  et  refngium,  necnon  sacram 
anchoramy  qnod  ajunt,  uoanimiter  confagiant. 

Omnes  autem  falsae  ac  vesaiiae  praedicationes  istorum 
pseudo-evangelistarum  tendebant  principaliter  ad  excidima 
sacerdotiiy  nocteqoe  dieqne  anditores  suos  exhoitaotimn 
iDstigantiumque  ad  exstirpandos  ejiciendosque  omnes  Pa« 
pistaSy  tam  religioeos  quam  saeculares,  affSerentinm  publiee 
«X  saggestu:  pedicnlos  onacum  lendibns,  fore  exstirpao- 
doa,  Qt  sic  eorom  geoeratio  propagoque  sistatur  tollatnr* 
qne:  qoamobrem  et  Guesei  capita  ipsa,  nempe  episoopos, 
qai  ordinatione  et  coosecratione  sacerdotes  perpetnant, 
persecntiooey  incarceratioiiey  falsis  et  confictis  mendaciis, 
ivjnriosis  accusatioDi^iis  hjc  et  nbique  lantopere  per  se* 
citti  fiienmt  et  perseqmintnr  lupomm  more,  ut  vel  sic 
episcoponmi  et  sacerdotmn  successiooem  penitas  e  medio, 
m  olim  Iriani,  toUant;  assimulantimnque  ipsos  Papi»» 
tas  a&tiquis  braccis  sen  caligis  scateotibas  pediculis:  ro* 
ligioBoa  qiiidem  Papistas  pedicolis,  lendibus  vero  saeco^ 
lares;  geoerationem  autem  propagioemque  eorum  num- 
qnmi  cessare,  nisi  pediculis  una  cum  leodibus  funditus 
exstirpatis.  Quamobrem  et  mertto  summaqne  ratione  ap- 
pellari  possunt  leudicipes  sen  leudicidae,  teutonice:  Luy^ 
senDengherê. 

Phira  bic  de  perversa  illa  et  effiraeuata  fortesceote- 
que  temeritate  istorum  pseudologorum  audaculomm  re- 
ceusere  libet:  quippe  qui  in  suis  falsis  praedicationibusj, 


Digitized 


by  Google 


—  418  — 

Uasphemüs  et  coDvicik  jperseveraruftt  illasque  ▼igesmt 
quiata  die  JuUi  contiiiuaruiit;'  bod  obetante  iali&Htioiie 
etiam  poenali  eis  pridie  a  ciTilate  fitota.  Sed 
isd  errcnies  Ireti  auctontate  atque  subsidio  ipsins 
toffis  Abinoudeeh  eorum  capitis  et  protectoris,  flocd  üm»- 
runt  staittta"^  et  ordinationes  caLholioonim« 

Altera  die  AA^iisti  inCirodactiis  fiiit,  Dooduni  tauea 
reeeptusy  dooNttiis  tenporalis  de  Bcuuel,  praeleBsiis  go- 
beni^or  ciritatis  Buscodueensis.  Hooorifice  quidem  rc^ 
eepto9  pet  s^ohm  digladMttortam  Uliusque  capit»;  leela* 
mtiite  interim  et  conlradieeDte  eivitate,  qoae  aliara  gn* 
beroatorem  elegetal  calholkiiu,  neiape  ipeixiii  domiaiiBi 
temporalem  de  EflMnerseeL  Sed  baee  deoti»  nwltum  di»* 
pUciut  dictae  scbolae  digkdiatoriae,  praeserlkD  i^s  ca- 
pkibusy  Tbeodorioo  Aerts  janiou,  magistro  Henrieo  inde» 
Horeoy  augiatro^  Remero  Eversawya  advocato  et  aUïs 
eJQsdem  farinae  hoaifadbus;  qni  hi^i»  literó  per  quemn 
dam  pseadograpbttfli  satis  cogskiiiii,  magistniia  Henri«- 
cnm  Buekenlap  nominatom»  fabckatia  et  ad  ipsan  Abi- 
melecb  eranan  patroama  deatiaatis.  impetrarttiit  coaiemah 
tionem:  noa  obatantibus  cantrariis  literis  per  ctrttatcra 
'miflais^  Adeo  quod  ioiqaiiaar  praevaluerit:  capite  yero 
sapremo  jam  caaamuto,  pesainae  machiaationcs  fiant: 
feaadulenlae  ccmspwationes  et  constlia  occulta  concipiaa^ 
lar.  Capiit  aeteoa  bac  aketalcan^  parteai;  statkn  el^, 
adjuBgena  ae-  schok»  ditgiadkleriae  fiictiosae  il&nqae  ca* , 
pitibos  totius  factionis  auctoribas  modo  praedidis. 

In  ma}oreiBi  rerüaatieneBii  atipie  jttstificatkxaem  prae- 
dktopaaü  facit  prodileeiam  faclum  audore  ips»  Abtme- 
lech,  ex  improba  tante»  iafaustaque  solltcttalioae  soele- 


Digitized  by 


Google 


—  419  — 

romnim  capttum  dicUe  sohoke  digladiatoriae,  ipsa  de- 
ciiaa  die  Augosti  perpetratmn.  Qua  tempore  io  q$  Dt- 
$m  finvii  appulenmt  quiocpie  navea  onastae  Cioeseb  sur 
dis  ndbttkuiihus  (rapiario  undique  Golkcto»  iaece  hoodh* 
nvaa  improha)  huc  laissis  a  dicto  Abimelecb  ex  Antyer» 
pia»  aUegaiüibas  se  ease  ex  nmiiero  scholae  digladiato* 
xiae  Aatyerpianae  et  adyehere  stipendium^  ad  solyendmn 
mtlilibQs  in  ripa  seu  ora  Mosae  taac  odlocatis»  peteoti» 
host  propterea  ïotroiUm  in  Givitatem.  Sub  qiio  scilket 
velameDlOk  et  praetextu  putahant  dicti  oeboloiies  et  pro- 
ditores  iUa  nocte  dictam  ciyitatem  intrare  et  occnpare. 
Sed  facta  eiykati  aliuode  intimatione  frustrati  faenmt 
spe  soa.  Adeo  qiiod  dyit^s  node  ista  strietissimas  ege- 
rit  yigiUaa  propter  prodkiooem  imminentem.  NoUa  a«- 
lem  fuit  y^rboram  ciHistantia  in  dictia  psenddogis  reper^ 
ta«  Nam  modo  allf^abaal  se  pecuoias  hal)ere,  mod» 
pannos  pro  solmioae,  sed  meatiu  fuit  iniquitas.  sibL  In 
tantiun  laborativr  piq  occupatiooe  caiboUcae  ciyitatis  Bm^ 
eodaeensis»  ut  inde  fortissimum  propi^aculimiy  teutesi- 
ce:  aefs  horsêwêering ^  tam  ^elandiae  quan  HoUandiae 
&ccre  poflsent  et  ^pielnncam  bitronum  neenon  conyenti- 
oiilnm  baereticonwoL  Sciendnm  autem  est^  quod  dictae 
naves  extstimabant  appellece  die  nona,  nempe  saU>ati> 
anAe  aeqnentem  dominicaB!»  sed  impeditae  fuere  maxima 
Tcntoram  rabie  et  tempestaie,  praeter  eommnnem  eursum 
et  modam»  insoUta  et  inyisa  tanta  yideÜoet  qood  peritn- 
ms  mundus  yid^tur.  Adeo  quod  ciyitas  fuerit  kac  yke 
sununo  oairacalo  divino  medioqne  quodam  improyisOy  la- 
berata  et  cooservata  a  scelesta  fnnestaqne  proditioiie. 

Sciendnm  «jkerins  est,  <piod  die  undeotma  se^pmte  ei* 
vitas  ineril  mnhum  perielitata;  nam  rea  parum  abfiiit  a 


Digitized 


by  Google 


—  420  — 

cruenta  pugna,  ob  pessimas  machiualioDes  piaiecipuarum 
capitum  omnis  factionis,  pridem  proscriptorum  et  exu* 
kun  reipublicae,  gubernacula  atque  principatum  tune  ge* 
rentiuin;  voleDtium  improbam  collayiem  istam  nebuloDum 
aavigio  advenientium,  (jqo  jure  qiuupxe  iojuria  introiDitti, 
catholicis  civibus  toto  pectore  reluctantibus  et  resistenti* 
boa.  Res  ad  arma  Dondnin  devenit:  parum  tameo  afibit; 
externa  autem  bta  colluvies  bomiDum  cernens  se  frustra- 
tam  sua  spfe,  recessit  re  infecta  demissis  auriculis,  ut  ini- 
quae  sortis  aseUiis,  ipso  Domino  Deo  miraculose  civita- 
tem  coDservante. 

Restat  nunc  ut  et  pauca  dicamus  de  ipsis  vesaais  psea- 
dopraeconibus  praesertim  de  quodam  archibaeretico,  mul- 
tia  sacrilegiis  atque  papaecidiis  famoso,  nominato  Jaoobo 
.Horstio,  alias  Cuppen^  bellua  multae  maledictionis  atque 
blasphemiae»  ex  pago  de  Horst  patriae  Geldrensis  oriuo* 
do.  Iste  Jacobus  Horstius  fuit  omuiom  pseudopraeoonum 
ftmosissimus  apostata  et  Galviuista  impiissimus.  Hic  fiiit 
bomo  seditioso  stupidoque  ingeuio,  corpore  obaso,  capite 
praegrandiy  carebro  tameD,  ut  ajunt,  vacuo;  buccis  in- 
flatis  yerba  spumautia  trutinans  suumque  errorem  atque 
baerestm  buccis  concrepaotibus  utrimque  ventilanst  oie 
largo,  nimiis  procellis  blasphemiamm  forte  rupto,  ad  me- 
ras  contumelias  distorto,  luscus,  scopae  dissolutae,  li- 
cet  corde  excoecato,  ac  totus  insulsus  et  crudus:  cujos 
praedicatioues  potissimum  tendebant  ad  seditiones,  cru- 
delitates,  tyranuidem,  sanguinis  cbristiani  ac  catholid 
eSiisiones;  caedes,  tumultus,  factiones  novas  et  iosoHtas» 
blaspbemias,  furta,  rapiaas,  sacrilegia,  dissensiooes,  dis- 
cordias,  rancores,  rixas,  detestandam  Tiveodilibertatem, 
ut  quodlibet  lioeat;  ut  sua  quemque  trabat  voluptas, 
ad  peccandi  irapunitafem  et  quod  pejus  est,  ad  anarcbi- 


Digitized 


by  Google 


-   421  — 

aiD,  ut  quisqne  scilicet  pro  sua  libidiue  reiii  gerat.  Ten- 
debatit,  inquam,  ad  ruioam  patriae,  ad  vastitatem  et 
contritionem  desolationemque ,  ad  rebellioneiii  contra  su* 
preinum  ac  natiiralem  principero  seu  regem,  ad  supplan- 
tationem  eujusvis  superioritatis  catholicae,  cum  quilibet 
Gneseus  seu  haereticos,  id  ex  natura  habeat,  ut  velit 
ips^met  esse  superior  et  major,  qua  in  re  optime  as*- 
simulari  poterit  tripudio  bufonum»  tentonice:  den  Pad^ 
den  danzj  in  quo  quilibet  eorum  studet  esse  superior 
et  major,  et  denique  ad  latrocinium  tam  animae  quam 
corporis,  et  id  genus  flagitia  pessima.  Hie  bomo  insig- 
niter  malus  petulantissima  lingua  insectabatur  catbolicoa 
omnes,  atro  dente  quosvis  petens.  Habebat  autem  semi* 
pendulus  iste  uxorem  nominatam  Mechtildem  multum 
deformem,  ipsumque  Thersitem  deforraitate  linguaeque 
protervitate  vinceutem,  cascam  sive  vetulam,  remedium 
amoris,  pessimam  Jesabel,  simiarum,  ut  ajunt,  pulcerri* 
mam;  et  ut  in  summa  dicam  cum  divo  Hieronymo  ad 
Ghromatium:  IKgnum  pateUa  operculum,  cum  Yarrone, 
cascus  cascam  duxit,  et  cum  Aristotele,  fur  furem  cog» 
nosci(  et  lupum  lupus,  et  denique  euro  Martiali,  uxor 
pessima,  pessimus  maritus.  Hujuscemodi  monstra  ignobi» 
lia  et  turpia  nitnntur  tam  nobilem  regere  ciyitatem. 

Se  isto  igitur  Jacobo  mero  puroque  Anticbristi  pro*> 
dromo  seu  praecursore,  impostore  atque  homine  triobolari 
nunc  porro  agemus,  cujus  arboris  fructus  vel  ad  unguem 
describcmus.  Hic  existens  Papa  seu  sacerdos,  teutonice: 
een  Paep^  bomo  plane  discolns  et  irrecorrigibilis»  mul- 
tis  anois  curam  animarum  iiabutt  in  pago,  vulgo  nuncu* 
pato  Ter  Heyden  in  Geldria,  ubi  catbolice  semper  prae- 
dicavit«  Postea ,  tempore  hoc  turbulento  Gueseanismi , 
factus  apostata  praedioavit,  in  quodam   pago  nuncupato 


Digitized 


by  Google 


^  422  — 

NtderwormptêHy  prope  Sancten  in  Glivia,  vesanam  con^ 
fessiooetn  Angustanam.  Sed  inde  publico  edicto  dncis 
Glevensis  proscriptns  et  ejectns  fuit.  Inde  recessit  Cu- 
knburgmn,  iü>i  simul  praedioavit  Lutherum  et  Calvinum, 
id  est  confessianem  Hartinisticam  et  Calvinisticam,  seo 
tas  scilicet  discordantes  repugnantesqne;  inde  recepit  se 
in  Hollandiam,  nbi  mnltis  annis  similiter  haeretice  prae> 
dicans,  primo  adhaesit  sectae  Lntheri,  cnjns  confessio- 
nem,  aeu  potins  confdsionem,  publice  pröfessus  ftut.  A 
qfOLUf  ab  asino  ad  bovem,  scilicet  deficiens,  adhaesit  dnm- 
taxat  sectae  Galvini,  quam  multo  tempore  in  Hollandia 
publice  dogmatizavit  et  praedicavit.  Quam  sicpiidem  seo- 
tam  et  confessionem  Calvinisticam  in  civitate  Buscodu- 
censi  böc  anno  Domini  millesimo  quingentesimo  septua- 
gesimo  octavo  publfee  continuavit  et  praedicavit  infeli* 
cibus,  quod  ajunt,  avibus.  Praesertim  in  eccle»a  paro* 
cbiali  divi  Jacobi  apostoli,  in  qua  erroris  falsique  dog- 
matis  sui  faeculenta  magmata  suis  auditoribus  depromp- 
sit.  Ubi  similiter  auditorio  suo  Coeoam  Noctumam,  teu« 
tonice:  kei  Nachimaelj  uti  suo  more  novello  nomen- 
dat,  utpote  in  qua  muha  nox  est/gratiae  vero  divinae 
lumen  nuUum  refulget,  administravit  hoc  scilicet  modo: 
accepit  in  sacrilegas  manus  suas  panem  album,  ex  quo 
cuilibet  aequalem  bucellam  porrexit  dicens:  lianducate 
et  bibite  et  credite;  hoc  est  memoria  mei:  credite  et  sal- 
vi  eritis,  teutonice:  Eedi  ende  drincki  ende  glulooft^ 
dai  iê  myn  memories  ghelooft  ende  ghy  eult  ealfgh 
toeeen.  Sumpto  autem  a  quolibet  bolo  Judaico,  oblatus 
fuit  et  cuilibet  scypbus,  onde  quilibet  tantum  vini  hau- 
sit,  quantum  libuit  NuUa  autem  in  hac  Coena  Noctur- 
na  U8US  fuit  cousecratione  seu  benedictione,  nullis  cere* 
moniis,  sicut  Christus  usus  fuit  in  ullima  sua  Coena,  sed 


Digitized 


by  Google 


—  423  — 

taatiini  soBiitur  bolus  in  inemoriam  Christi.  Antequam 
antem  offa  ista  canina  comedatar,  fiaat  ab  eis  qaaedam 
praeparamenta,  praeparaatibiis  se  ad  comestioDem. 

SyinoB  Bacx  ceotnrio  sive  capitaneas  scbolae  digladi- 
atoriae  xanltos  Catbolicos  seu  Papistas  sub  eo  militanfees 
boe  tempore  exauctoravit:  moltique  ultro  ab  eo  defece- 
niDt,  qui  omnes  jasserum  se  ascribi  catalogo  Catholi- 
corom  centarionum ,  eodem  boe  tempore  unanimiter  pari 
Toce,  yoto  et  8a£Fragio  per  oivitatem  eleetoram,  quorum 
eleetionem  dicta  scbola  digladiatoria  tam  aegre  tulit,  quod 
major  pars  absentaverit  se  in  excubiis.  Longe  namqne  li« 
bentius  li^abuisset  eontinuationem  antiqui  centurionis,  nem* 
pe  Ibeodorici  Aeriss  junioris. 


CAPÜT   TERTIUH. 

Notandum  autem  est,  quod  Guesei  sive  scbola  digladi- 
atoria coeperint  sibi  usurpare  baoe  nomenclaturam:  con- 
sistoriales,  et  synagoga  seu  coogregatio  eonun  appellata 
fuerit:  consistorium.  Adeo  quod  synonyma  sint  baec: 
Guesei  seu  baeretici,  consistoriales ,  scbola  digladiatoria: 
item  sysagoga,  consistorium  Gueseorum,  qnae  omnia  sub 
diversis  vocibus  idem  significant.  Haec  ideo  scribo,  ne 
facile  quis  hallucinetur  circa  proprietatem  verborum.  Sed 
licet  vocetur  modo:  consistorium  a  consistendo:  videat  ne 
mox  cadat  sibique  nomen  contrabat:  casorium  a  caden- 
do,  sed  baec  obiter. 

Guesei  igitur  seconda  Septembris  [1678]  petienmt  a 
civitate  Buscodacensi,  tria  teropla  ad  praedicandam,  sed 


Digitized 


by  Google 


-   424  — 

civitas,  nempe  quindeciiu  caituriones  sive  capitanei  una* 
nimiter  coDclttsernot  et  pro  response  dedenmt,  se  Dulla 
ratioDe,  nuUoque  modo  illud  adinittere,  sed  paratos  esse 
toto  peotore  resistere  et  impedtre,  usqoe  ad  extreiDain  san* 
gttiots  gattam. 

Yerum  Cuesei,  frugiperdarum  coetus,  postea  die  sep- 
tima  ejüsdem  meosis;  oimiram  pridie  Dativitatis  beatae 
Mariae  virginis,  summo  mane  ecclesiam  parochialem  divi 
Petri  apostoli  in  tico  Orthensi  situatam,  effractis  violentia 
valvis  occupaverunt ;  in  qna  tnnc  et  post  meridiem  more 
haeretico  sive  Galvinistico  praedicatnm  fait  et  psalni 
blaspbematorii  utcanque  decantati  faere  et  crocitati.  Il« 
Ind  autem  addendum  puto,  qnod  tempore  qno  imagines 
sanctorum  ad  aedes  aedituornm  portarentur,  non  defoe- 
rint  quidam  ex  consistorio  ridendo  et  subsannando  dicen« 
tes;  ecoe  sanctus  Petros  commigrat:  ubinam  modo  babi" 
tabit?  Iterura  quo  fertis  routa  ista  daemonia?  et  simi* 
les  blaspbemias  proferentes  effutientesque.  Hoccine  est  pa* 
cificationem  observare:  boccine  est  communem  tranquilili- 
tatem  turbare?  Sed  baec  omnia  fiunt  ipso  impio  Abi- 
melecb  auctore. 

Consequenter,  die  octava  seqtiente,  dicti  Gnesei  consis- 
toriales  violenta  et  sacrilega  manu,  nempe  malleis  gran* 
dioribus  effregerunt  valvas  ecclesiae  parochialis  divi  Ja* 
cobi  apostoli,  in  qua  tune  mane  et  post  meridiem  more 
similiter  Guesico  praedicarunt  et  calvinizarunt ,  et  ampli- 
us  aedituum  qnemdam  virnm  catholicum  insigniter  pul- 
sarnnt.  O  ter  quaterque  triste  spectaculum!  Postea  ico- 
noclastae  isti  imagines  et  statuas  undique  vastarunt,  al- 
taria subverferunt,  totanique  ecclesiae  faciem  deformarunt. 


Digitized  by 


Google 


—  426  — 

deturparontque,  idque  vigore  novellae  deformatae  suae 
religionis.  Quid?  SicciDe,  quaeso,  observatnr  pacifica- 
tie per  eos  jurata?  Ipso  facto  se  perjuros  esse  decla- 
rant:  jurarunt  namque  se  observataros  pacificationem  ip- 
sam  Gandensem  et  antiqaam  reUgionem  defensuros;  erex* 
'erunt  quoque  io  vexillo  suo  symbolum  fidelitatis»  sub 
typo  binae  coDJaoctae  confoederataeque  manuSy  additis 
verbis  istis  deauratis:  Pro  arts  et  faeiê:  Ecce:  Hic  nuoc 
aras  destruuot:  quis  umquam  audivit  talem  falsitatem? 
Qqis  vidit  buic  similem?  Yiolentia  autem  haec  et  efirac- 
lio  templorum  facta  fuerunt  per  eosdem  fere  Gueseos,  qui 
pridem  io  prioiitivo  Goeseanismo  proscripti  foerunt  et 
exnles  facti;  sed  sperandum  est,  quod  ha^  violentae  ef- 
fractiooes  sint  futurae  epilogus  atque  exodus  ejusdeip 
Gueseanismi;  ut  qualis  ortus  fuerit,  talis  et  futurus  sit 
ioteritus  sive  occasus,  ut  fiuis  ab  origine  pendeat  Porro 
pseudopraedicantes  isti  publice  praedicarunt  et  animamnt 
auditmum  suum,  tuto  jam  depooendas  esse  larvas:  teu* 
tonice:  Men  mach  nu  f  mommen  aensieht  wel  vryliok 
afdoen.  Quas  tarnen  postea  coacli  fuerunt  inviti  reas- 
sumere. 

Die  vero  nona  Septenibris  civitas  Buscoducensis  misit 
sex  viros.  d^ntatos  ad  ipsos  pseudopraedicantes  eorum* 
que  praecipuos  fautores,  necnon  factioois  inchoatae  auc- 
tores,  ad  interrogandumy  utrum  vellent  ab  incoepto  de- 
sistere,  nempe  a  praedicationibus  inchoatis  et  violentiis, 
et  desuper  responsum  darent.  Yerum  dictt  rebelles,  non 
obstantibus  comminationibus  civitatis,  falsam  praedicatio- 
nem  suam  continuarnnt  postera  die,  praesertim  in  tem- 
plo  divi  Petri  apostoli;  ubi  unus  ex  noyellis  istis  dog- 
inatistis  publice  praedicavit,  consistoriales  ipsos,  praeser- 
C.  .  28. 


Digitized 


by  Google 


-  -  426  — 

üni  exAraneos,  qui  boM  facoltalesque  5uas  alibi  relique- 
rant,  posse  libere  rapere,  maniuque  suas  yiolestas  iiiji- 
oere  in  bona  ecclesiastica.  Adeo  quo4  boe  tempore  cle- 
rus fterit  in  maximis  angustiis,  in  a^gula  momenta  ex- 
apectans  spoliationem  et  expulsiooem.  Quid  multa?  Pseu* 
d<^rophetae  isti  pasaim  et  publice  appdlabant  ipsunf 
capilulum  Buscoduceose  hoc  ridiculo  aguomiAe:  stabu- 
lum  verrum,  id  est  porcorum  oon  castratorum^  teutoni- 
ce,  de  Beerenkoojff  quod  jactabant  se  veile  disturbare, 
leutovice,  Ferstubben.  Mioeritas  vero  vocabant,  baju* 
lo6,  leutomce,  êockdragkeri^  eo  quod  more  mendiconim 
saccos  bajulent;  pastorem  ecclesiae  parodualis  divae  Ga- 
Ibarinaay  nempe»  doninum  Gerardum  Broeckelaer,  Tirum 
eximiae  cimi  pietatis  tum  doctrinae,  Dominabant  crude- 
len} et  sanguinarinm »  teutonice,  hloein^j/per.  Domiaom 
aBtem  ac  magistmm  Ghisbertujn  Maaiam  a  Boemelia,  sa- 
crte  ibedogiae  licentiatum»  ▼icma  excellenteia  vitae  sano- 
timonia  et  erudiliooe,  plebanum  ecclesiae  cathedralis  Sus- 
coducenais»  nominabant  Ie  vipedes  isti  et  theomachi  nee- 
non  pseudologi»  criminatorem ,  teutooice,  hlameerder^ 
quibus  omnibus  impetuose  minitabantur  mortem  atroci»- 
simam. 

Aggrediar  nunc  lamentabilem  atque  cmentam  bisto- 
riam  scelestissimae  factionis,  per  dictam  acbolam  digla- 
diatoriam»  seu  consistorium  pestilentissimum ,  capitibos 
praecipuisi  supra  nominatis,  nempe  Henrico  inden  Ho< 
reOy  alias  Angeleo,  tanquam  totius  proditionis  et  factio- 
nis  sequeotis  auctore,  actore,  dnoe  et  antesignaoo,  una 
cum  suis  complicibua,  videlicet,  Sjmone  Bacx,  centuri- 
one  sive  duce  scholae  dïgladiatoriae ,  Joanne  Cuysten, 
quodam   sartore  nominato   sicco  Egidio^   teutopice:  den 


Digitized 


by  Google 


—  427  — 

drukken  GielUy  Gerardo  iade  Leerz  et  similibos  facti. 
osis  hominibos,  qui  ornnes  telas  iraneaé,  id  est,  Prioci* 
pis  Auriacae  seu  potius  araneae,  temeruDt  Qui,  inqnaiUy 
mnltos  aote  dies  scelesüssimam  proditionem,  oecDon  fu^ 
nestisfflmam  conspirationem,  oonoèpèraat  et  coBcluserant, 
tantumque  effeceraut,  ut  id|  quod  diu  aote  fotum  fue- 
rat,  taudem  in  crttentissimnai  moiistrosissimuiD(]ue  fao 
tum  erupuerit,  modo  quo  sequitur. 

Propositum  autem  et  C9ilceptns  eorum  erat,  ut,  dicta 
die  decima  de  nocte,.  Bune  hora  qoarta,  externum  mi» 
litem  Gueseum,  per  eos  vocdtum,  nempêy  Joannem  Bacx, 
fratrem  dicti  Symoois  Bacx,  centnrionem  rive  ducem  vex* 
iUi  Huesdtnais,  civitatem,  i|d  portam  saocti  Joannis  et 
Fughtensem,  tuoc  obsidentem,  contra  patriam  scilicet  ci- 
vitatemque  paternam  pitxlilorie  anna  gereotem,  trausi* 
tomque  per  civitatem  dolose  petentem,  una  cum  aliis 
septem  vexilIiS)  undique  coU^ctis  atque  corrasis,  fretura 
subsidie  interoo  dictae  scholae  digladiatoriae  cum  appen<- 
diee,  pe?  pbas  atque  oephas  iotromitterenf  civesque  arr 
mis  suis  spoliarest  Dici  vis  potest,  quantopere  consis- 
toriales  isti,  praesertim  totitts  oonspirationis  et  factionis 
auctoi'es,  illa  die  cristaa  eretieriDt»  instar  Paraphili  Te- 
reotiaoi  atoes  arrexerint»  laboraverintque  graviter,  sup- 
sum  atque  deorsum,  hucque  illucque,  susque  deque,  ante 
et  retro,  quisque  sedulo  cursitaverit ;  praemissis  interim 
borribilibas.jactantiisy  verbisque  spumantibus,  atque  com« 
minaliouibus ,  pr^econibus  scilicet  crudelibus :  nempe , 
qood  ahera  s^  secunda  nocte  omnes  Papistas  seu  eccle- 
siastioos,  tam  saeculares  quam  reb'giosos,  trucidarent,  ba- 
bentes  nomina  trucidandorum  catalego  inscripta,  consis- 
torialibns  in  vita'  reUctia.  Eadem  autem  bac  die  muiti 
ex  ntUtibtis  exlerois  civitatem  intraveraot  in  babitu  rus- 


Digitized 


by  Google 


—  428  — 

ticali,  nenipe,  vestibus  lineis  seu  snbligaribus ,  teutooice, 
lyn§n  keUn:  qui  ea  nocte,  una  cum  nniverso  coDsisto* 
rio  adjuDcto,  externe  milite  valla  civitatis  scandente,  non 
defuissent  interim  officio  suo,  in  trocidandis,  sciUcet  a 
tergo,  vigiliis,  nisi  divina  Proridentia -aliter  disposuissel , 
contra  quam  non  est  pmdentia  nee  consilium. 

Porro  unum  fuit.  necessarium ,  nempe,  silentiom,  quo 
praesertim  Guesei  sive  proditores,  stulti,  niulieres  et 
gallinae  solent  cavere,  qui  in  hoc  articulo  pari  passu 
ambulant.  Hinc  fit,  quod  Guesei  recte  gallinis  assimi- 
lari  valeant,  quippe  quae  in  ponendis  ovis  valde  sunt 
secretae,  illis  autem  positis,  ita  gracillant  et  clamant,  ut 
cuilibet  res  mox  innotescat.  Ita  faciunt  et  Gnesei  con- 
sistoriales,  qui  secrete  et  furtive  satis  conceptas  conclu- 
sasque  proditiones  et  conspirationes ,  diu  celare  non  pos- 
sunty  sed  eas  certis  verbis  signisque  exterioribus,  prae> 
sertim  lingua,  minace  praecone,  propalare  ac  prodere 
non  desistunt.  Idcirco  contigit  et  ipsum  collegium  anti* 
quorum  jacniatorum,  sive  balistariorum ,  teutonice,  kêi 
oude  Sckuiê^  praecipue  ipsos  centuriones  sive  duces, 
quos  capitaneos  vulgo  appellamus,  hujusmodi  conceptam 
ac  confotnm  proditionem  dfacere  ac  resistere;  qui  ob  id 
volentes  in  majori  periculo  cautins  ambulare,  uti  phas 
est,  posnerunt  vigilias  strictissimas  et  copiosissimas,  in 
omni  parte  platearum,  vicorum  et  angulorum  stationes 
sive  stationarios  milites,  teutonice,  sehiUwaehtêni  ponen- 
tes  seu  coUocantes.  Quod  ipsum  impii  Guesei  cernenres 
necnon  satis  intelligentes,  ipsis  centurionibns  Catholieis, 
fucum  anguemque  in  herba  latentem  et  laqueos  absoon- 
SOS  subolevisse,  probeque  perspectos  esse,  seseque  quo- 
dammodo  spe  sua  frustratos  esse,  et  ad  intentum  votum- 
que  suum  baud  posse  pervenire,  nee  posse,  quod  fotum 


Digitized 


by  Google 


—  429  — 

erat,  tmo  erumpere»  coeperuDt  prae  Dimio  farore  et  ex 
loera  malitk  iDsanire  et  rabire;  iinproperantes  ipsis  vigi- 
liis  Gatholicisy  quod  sUm  hand  fiderent,  sed  suspectos 
habereoL  Interim  tarnen  non  potuemnt  flagitiosi  isti  con* 
ceptam  proditaoaeiQ  efiectuare, 

Quid  multa?  Postera  die  sumino  mane,  quae  erat  diet 
Jovisy  et  undeeima  hujus,  eoeperunt  tumultuare,  commo- 
tianemque  facere,  durantem  usque  ad  mertdiem.  Postea 
curaverunt,  circa  octavam  horam  raane,  per  tympanistas 
scholae  digladiatoriae  proclamari,  ut  omnes  et  singuU  fau* 
tores  excellentiae  (tpsum  Abimdech,  Piincipem  Auriacae 
seu  potius  araneae,  denotantes)  sese  protinus  in  forum 
reciperent.  Es  adverso  vero  ceoturiones  seu  capitanei 
Catholici,  una  cum  collegio  antiquorum  jaculatoruoi,  cu- 
raront  sonitu  tympani  divnlgari,  ut  omnes  rustici  exirent 
dvitaleni,  utque  omnes  cum  armis  in  plateis  reperti,  re- 
ciperent se  iotra  parietes  laresque  priratos,  sub  poena 
corporalis  punitionis.  Quid  accidit?  Repen  te  confluxit 
faex  hominum  perditorum,  instar  Guesellarum,  colluvies 
imptcMiim  se  prodidit,  subita  erupit  formicarum  in  ma- 
dum  scabiosa  cohors,  in  forum  commolionem  terrificam 
facienSy  cnjiis  dux  fuit  ipse  Symon  Bacx,  quae  quidem 
commotto  duravit  ad  meridian  non  sine  summo  discri- 
mine.  Posthaec  Gn^ei  videntes  se  non  posse  voto  po* 
tiri»  neque  ad  intentum  suum  commode  pervenire,  eoe- 
perunt eorum  superiores»  necis.  artifices,  ad  colloquium 
cum  civibus,  instar  leonum,  impavido  pectore  animoque 
infracto,  armatis  in  foro  stantibus  venire;  proponentes 
consntentasque,  haud  esse  sanguinem  fundendum,  sed  de 
concordia  tractandum  (insidias  interim  et  machinationes 
struentes  molientesque)  alias  multas  similes  subdolas  et 


Digitized 


by  Google 


—  430  — 

irtudaleDtaft  suspectanpie  proposidones.  tune  facioUcs,  hoc- 
que  praetexlu  et  colore  quaesito,  moram  quacrentes  noa^ 
tentesqne,  ut  interea  temporis  miles  eiteroua  Gueseiis  ei* 
vitati  appropioquaret.  Paulo  poet,  GomuuicitHie  jam  ma* 
gis  magisque  recrndescente  et  iDvalescentey  retraxit  se  ma* 
xima  pars  Gueseorum  ia  meridie  ex  planitie  fori,  gestan* 
tium  in  ore  spherulas  lormentarias^  versus  portam  Yogb- 
tensem,  nonnullis  in  colloqnio  cum  civibus  fallaciter  neo- 
noD  proditorie  ex  insidtis  remaneotibus:  speraotium  Biili« 
tem  externom,  tria  tuoc  temporis  vexilla  erigeotem,  jam 
ad  venisse.  Ubi  soelerati  isti  impetum  fiicientes,  ckma* 
remnt:  Trucidate,  trucidate:  teutoaice,  Slaêi  doodt j  Hoêt 
doodt:  ilico  scfaoia  digladiatoiia,  quae  vicisBim  excubias 
ibidem  agebat,  adjonxit  se  Gueseis  istis»  eKeeptis  qaatuor 
vel  quinque,  qui  a  mapipulo  sive  cotttubemio  suo  dc& 
cientes,  pede  volante,  accesserunt  ipaoa.  ctvBS,  adhuo  in 
foro  Btantes  armatos,  eventum  rei  exapectantes ;  quibos 
atrox  facinus  ordine  narraront  et  patefeoenmt  Erant  au* 
tem  et  vici  sive  vicani  seu  tnmcii  ut  voeant,  tentonioe, 
de  Hoeken  oft  wyehen^  tune  temporis  excubautes,  per 
istos  Gueseos  intemos  oorrupti,  quippe  qui  collusionem 
feceraoty  ex  faka  persuasione  Gueseorum  assereotium  fiür 
soque  -  persuadentium^  ipsos  Papistas  ooDspinitionem  fe^ 
cisse  de  trucidandis  pseudopraedioantibus,  una  cum  uui- 
verso  auditorio  et  coosistorio;  ideoque  opus  esae  provi» 
sione,  idque  vel  per  praeventionb  vel  alium  defeosionis 
modum.  CoUusione  jam  facta,  ilico  ooeperuot  malleia  fi^ 
brilibus  grandioribus  portam  Yugtbensem  praedictam  vio- 
lentis  proditoriisque  manibus  efiriogere,  seria  aliisqoe  bsc- 
ramentis  summa  vi  avulsis,  in  raagna  copia,  t^nta  vide- 
licet»  quod  sporta  magna  fuerit  ad  summum  repleta,  nee- 
non  ulterius  grandiora  twmeota  beiltca,  non  onerata  ta- 


Digitized 


by  Google 


—  431  — 

raeo,  ex  {iropugnacttUs  impelmse  reroluta  versus  civiUH 
tem  siye  fonni  ante  portam  iateitorem  statuere;  certis 
ibidem  mQüidooUNis  ante  portam  praedictam»  tam  ia  di« 
reda  platea  ante  tntersigniam  Irium  pavoamn»  quam 
utrimque  in  vallis  ac  moenibue,  ex  platistris  et  bigis  aliis- 
qae  instramentis,  tumultuarie  factis.  Qiio  üacto,  porta 
ioterim  spatio  bene  trium  quartamm  partium  horae  staate 
aperta  ac  patente,  cmnes  Gvesei  tam  domestioi  sivt  !&• 
teiiii  quam  externiy-  op  Framsken  Hof  Hat  partim  exia» 
tentes,  incoepernnt  bacchantimiL  lo  modiam,  aliis  voci* 
bas  olamaie,  Ticïna  quaeqoe  loca  personare:  Yictoriam: 
YiGtionaa:  salva  res  est:  civitas  niinc  nostra  est:  venite 
ocms:  celerios  praperate:  teutonice:  Ftetorjfy  victofye 
fit  m^  g^hedaem:  4^u  nm  elaer  tatcky  die  tiadi  «#  tm 
99tT  tmt;  haeêi  «,  eoempif  eoempi  4Êin. 

Verum  Gneseï  jexterni,  sic  per  internos  vocati»  tam 
looge  adbvc  a  ciritate  aberani,  nempe  op  DetUeronp 
qnod  intercB  temporis  cives  veneriat,  in  magna  oopia  pro- 
silieales»  coniiieBiesqvie  instar  leooum  rugieotium  catulia 
raptis  ad  diolam  portam  Yugthensem,  undique  tam  ex 
pfaitea  direota  quam  ex  moenibus  magno  impetu  inruen 
tes  in  istos  (Soeseos  layemiooes  et  scekrosos  proditcveSy 
q«08  partim  tune  trucidaverant,  partim  vdnetfayenint. 
Guesei  vickaics  èoipetum  cirium  furibundorum,  co^>e- 
runt  mnlti  Mercorinm  in  pedibns  habere,  fuga  salu- 
tem  quaerentes;  alïqui  geniboa  flexis  maoibusque  pli* 
ealis  veniaiti  rogare:  <{uos  omnes,  bene  sexaginta  nurne* 
ro  ét  amplittS,  unaoum  praecipuis  «apilibus  auctoribus- 
que  lotius  proditionis  et  factionis  acdestissimae,  utpote 
nagiatro  fieniico  inden  Horen ,  Gerardo  inde  Leerz»  quo* 
dam  oognominato  Zeepkên  H  noonuUis  aliis,  summo  cum 
diedecore  et  igoomtoia  propnlsarnnl  exp«)eruntque  porta 


Digitized  by 


Google 


—  432  — 

ciTttalis,  per  eo6  prins  prodilorie  effracta.  Adeo  quoJ 
penes  Gatholicos  cives  tune  yictoria  remanserit,  hoste 
herbam  porrigente:  qnae  qoidem  vicloria  ipsi  Domiao 
Deo  ascribenda  venit:  id  quod  vel  ipsi  CSatholici  cives  ex« 
presse  fatentur,  omni  semota  jactantia.  Nam  dicta  ca- 
ter^a  Gueseoram  ioterooram  tempus  ipsura  andcipaverat, 
mamre  nimis  properanlium  ad  portam,  ante  tempus  pa* 
rientinm  id,  quod  confotum  et  conceptum  erat,  externis 
yero  Gueseis  tarde  nimis  ac  sero,  ob  nimiuu  caoctatio» 
nem  iDternorum  venientibus. 

Sciendum  antem  est,  sceleratos  isto»  sicarios;  Gueseos, 
praedictos  puto,  catalogum  fecisse,  iu  quo  nomina  totiiis 
cleri  y  necnon  Papistarum  seu  Catbolicoram  dvinm  descrip» 
ta  habebant.  Cleri  majorem  partem  aicia,  ad  hoc  prae^ 
paratis,  trucidassent,  bonis  eomm  direptis,  alios  arrepcis 
brachiis  civitate  ezpulissent,  bonis  eorum  similitcr  spoli* 
atis.  NcmnuUos  autem  canes  videiicet,  sibi  concolores, 
nepotes  et  scortatores  in  vita  reliquissent,  eodem  scilioet 
secum  lotio  perfiisos.  Major  quoque  pars  Papistarum  seu 
Catbolicoram  civium  per  eos  interfecta  fiiisset,  bonis  eo- 
rumdem  confiscatis.  Magna  vero  pars,  brachio  arrepto, 
gecta  fuisset,  eorum  parifbrmiter  bcmis  annotatis.  Am* 
plius  adbaec  legem  justitiae  mutassent,  eliis  in  locum 
ejus  surrogatis.  Officia  divisissent:  unds  fuisset  constitu* 
tus  receptor  civitatis:  alter  fuisset  magister  mensae  sancti 
Spiritus:  alius  fuisset  praetor  sive  praefectn^  civitatis:  bic 
fuisset  senator,  ille  consiliarius.  Quilibet  habuisset  par* 
tem  et  tnnicam.  Irus  subito  factus  ftiisset  Croesus.  Cer- 
dones  atque  scrutarii  reipublicae  gubernacula  gessissenL 
Ita  sicci  et  avidi  isti  adipem  intrassent  ad  condylos  u»- 
que.  En,  ohsecro,  in  quantum  frugiperdarum  cnetus  iste 
quaerat  et  sangninem  et  bona  Catholicorum. 


Digitized 


by  Google 


-   433  — 

Tideamus  dqiic  loco  ooroDidis»  qnidnam  acium  sit  de 
impto  milite  externo,  qni  incredibili  aviditate,  ex  omui 
parte,  prodierat,  cum  iogenti  copia  plaustrorum  et  biga- 
mm,  ad  avehendum  spolia  civitatis:  scieadam  igitur  est» 
tres  fratres  iinberbes,  nempe  Symonem  Bacx  ducem  die* 
tae  scliolae  digladiatoriae,  Joannein  Bacx  praeteftsum  cas* 
teUanum  aive  praefectum  arcis  Haesdanae,  et  Faulum, 
una  cum  vexilliSy  tune  temporis  in  confinio  vulgariter 
nnocupato  op  Dueiêreny  non  longe  a  civitate  existentes» 
magDa  aflTectione  exspectare  introitmn  civitatis,  primo  per 
portam  divi  Joannis,  sed,  porta  eadem  maoente  clansa, 
eeroentes  se  opinione  speque  sua  fmstratos,  inde  rece- 
dere  rersus  portam  Yughtensem,  frustra  licet.  Sciendmn 
qnoque  est»  infatuatos  istos  homines  capitales,  nimiram» 
Gueseos  stipendarios  Huesdanos »  antequam  spe  amplae 
praedae  consequendae  oppidum  Hnesdannm  exirent,  pro» 
misisse  et  certo  certius  addixisse  suis  respective  uxoribusi 
seu  potius  meretricibus  et  focariis  allaturos  se,  quemli- 
bet  scilicet  mon  si?e  meretrici  suae  quatuor  tunicas  ta- 
lares  Paparum  seu  sacerdotum,  teuKonice,  vier  Papen 
iahbarie^  et  totidem  cucullas  monachorum,  aliaque  multa 
pretiosa.  Dnabus  autem  vicibus  diversis,  iidem  lavemio* 
nes,  sive  Argivi  fures  Huesdenses  vocati  fuerunt  per  vere- 
darios,  ut  adventum  accelerarent,  sed  neutra  vice,  male 
cadeate  alea,  res  babuit  successnm.  Post  festum  enim  ve- 
nire,  ut  communi  verbo  dicitur,  miserum  est. 

Postera  igitur  die,  nempe  duodecima  Septembris,  circa 
vesperam,  omnes  isti  Guesei  externi,  turpiter  summaque 
cum  ignominia  recedere  debuerunt,  tamquam  in  patrios 
cineres,  quod  ajunt,  minxisse  videantur.  Et  sic  scoria 
improba  evannit:  spuma  vilis  dispai*uit  tamquam  a  pro- 


Digitized 


byGoQgle 


—  434  — 

cella  dispersa  atque  difima,  non  urnen  sine  foetore  re- 
lictOy  instar  diaboli.  Nam  id  reeessu  clamavit  impia  ca- 
terva  nebolonum  aha  voce  ad  moenta:  Hac  nocte  babe» 
bimns  ova  ant  puUos,  quo  jare  quaque  injariai  teutooioe: 
Desen  nacht  sullen  toy  eyer  ofi  jonghen  hebben^  t^sy 
nut  Ufff  off  met  leedt,  Ad  qood  civcs  ex  moenibn» 
talia  retponsa  dederaat:  CurabimtiSy  quod  babebitia  orm 
niDiil  cum  polUs,  teutonioe:  ff^y  sullen  eehicken^  dot 
gky  dié  eyeren  hebben  eult  mette  Jonghen^  snbaaïinan* 
do  eos  subsaiifiatioDe  graadi.  Clamavit  insiiper  impnd» 
faex  ista  bomiDum:  SaDgubem  affectamos  Papisticmi  et 
bona  civium,  teutonice:  Der  Papen  bloedt  ende  der 
borghere  goei^  er  abnodantia  scUicet  cordis  os  loqaitiir. 

FoBtremo  dbg  illud  sfleDtio  omittendiim  puuvi;  nemp^ 
ea  nocte,  quae  atroci  latrooinio  perpetraodo,  per  dictog 
GueseoB,  destinaia  erat,  apparuisse  supra  civitatem  Boa* 
codaceosem  visioiiem  terribilem;  divo  Joanoe  apostolo  et» 
vitatifl  patroDo  ac  tutelari  divo  videlicet  apparente,  ge* 
ntbus  flexis»  orante  in  snperficie  ntd>i^;  deinde  visam 
ftiisse,  eadem  die  nndecima,  mane  bora.nona,  ingentem 
claritatem,  adeo  quod  procul  dubio,  omnis  victoria  ipai 
Domino  Deo  ascribenda  veniat,  cujus  miracuio  civitas  ip* 
sa  conserrata  fuit. 

Eadem  hac  die  duodecima,  pseodopraedicationes  fuere 
nihilominns  per  ipsos  pseudopraecones  coniinuatae  in  ec- 
clesia divi  Jacobi  dimtaxat,  ubi  mane  pseodopraedica» 
turn  fuit. 


Digitized  by 


Google 


—  4U 


CAPÜT  QUARTUH. 


Netttiquam  aütem  omittendnm  existimcc^i  borreDdiint 
qnoddam  factum  meihoria  dignnm,  qaod  die  decima 
quarta  hujas  mensis  contigit.  Nam  vesanus  quidam 
psendopraedicans  in  templo  divi  Petri,  ioter  alias  hlsa*^ 
phcmias  enormes,  per  eum  abunde  eflfnsas,  coepit  qno- 
qne  Waspbemare  ipsum  venerabile  sacramentum  altaris, 
inaiiibns  suis  sacrilegis  in  snggestn  bostiam  quamdam 
elevans  et  ostentans  bisce  additis  verbis:  Ecce,  bic  est 
Deus  Papistarum,  dieeos  bujusmodi  elevatiónem  ïiapisti- 
cam  esse  quemdam  Indum  jocniatorium.  Qno  dfcto,  fait 
ilico  tbeomacbns  iste  facinerosus,  snbitanea  morte  a  Do- 
mino  Deo  pércnssus,  concidens  in  snggestu  exaoimis.  Cn- 
jns  cadaver  protinus  arreptum  per  quosdam  ex  audito- 
rïo,  caeteris  omnibus  interim  templo  efBuéntibns,  valvas^ 
que  occludentibns,  fhit  occultatum,  necnon  clancnlarie 
ac  de  nocte  (qno  tempore  ftires  el  latrones  bumo  con- 
tegi  solent  laqneo  praeciso)  sepultuin;  tanto  miracnlo  in- 
terim secrete  per  eos  retento,  per  quosdam  tarnen  ex 
atiditoribus,  bujus  miraculi  ergo  conversos,  satis  propa- 
lato  divnlgatoque. 

Consequenter,  die  decima  quinta,  fuit  cifitaa  eongr^ 
gata,  et  unanimiter  cimdusnm  per  qnatuor  ooUegia  jik 
colatorum  sive  sagttCariomm,  teutonice,  vier  êokuiteryen^ 
et  qnmdecim  duces  militnm  sive  oapitaneos,  quod  acbda 
digladiatoria  ad  excubias  amplios  non  admitteretur.  Af* 
tarnen  nocte  ilk  vigilias  egit  de  mandato  domini  tempo- 
ralis de  Boxtel,  lamquam  gnbernatoris  civitatis  pro  dic- 
ta  schoia  tune  temporis  intercedentis ,  et  totius  prodttio- 


Digitized 


by  Google 


—  436  — 

nis  factae,  ex  assertiooe  omnium,  conscii,  seu  potius  per 
eum  procuratae  et  fabricatae  apud  ipsum  Abimelech.  Pa* 
tet  hoc:  nam  eadem  die  Jovis,  qua  praedicta  proditto 
successum  non  habuit,  fuit  ille  prope  civitatero,  rei  sive 
proditionis  ezspectans  eventum  et  mutationem  legis  sive 
jusütiae.  Sed  successu  nou  secuto,  venit  circa  vesperam 
in  civitatem ,  quasi  omnium  ignarus.  Imitaos  in  hoc 
ezemphua  domini  ac  magistri  sui,  nempe  ipsius  Abime- 
lech, qui  alias  tempore  primitivi  Gueseanismi,  fractis  dis- 
turbatisque  imaginibus  in  oppido  Bredensi»  fertur  aliquot 
diebus  ante  fractionem  disturbiumque ,  ejus  mandato  et 
ordinatione  factum,  extra  dictum  oppidum  se  recepisse 
et  retraxisse,  et  postea  reversum,  querelas  a  magistratu 
et  aedituis  super  £M:t0' disturbationis  in  absentia  sua  (ao* 
tae,  audivisse  summa  cum  admiratione,  nee  sine  stoma* 
cho,  tamquam  rei  impie  gestae,  omnisque  factionis  sce- 
lestae  ignarum:  sciscitantemque  et  diligenter  inquirentem, 
de  factiosis  et  audaculis  nebulonibus  istis,  qui  tam  enor- 
me facinus  perpetrare  fuissent  ausi  in  absentia  sua,  cui 
tune  viri  illi  boni  ac  Catholici  responsum  tale  dederunt: 
nempe  ignobile  vulgus  hoc  fecisse,  homines  nullius  frugt 
extraneos  modo  fugitivos.  Ad  quod  vafer  ille:  appre- 
hendatur,  inquit,  vel  aliquis  istorum  furciferorum.  Juro 
ad  pectus  nobile  meum,  quod  e  vestigio  nebulones  istos 
expediam  et  comgam  in  exeinplum  aliorum,  probe  caU 
lens  eos  fiigisse.  Si,  ait,  praesens  fuissem,  numquam^ 
dictum  disturbium  factum  fuisset  Dicti  autem  magistra- 
tus  et  aeditui  caeterique  Catholici,  multum  conqueren- 
tes,  debuerunt  interim  patientiam  habere,  una  cum  ima- 
ginibns  confractis,  Simile  habemus  exemplum  in  crude* 
lissimo  latrocinio,  nuperrime  ejus  scitu  et  mandato  pier- 
petrato,  in  eivitate  Riuremondensi,   ubi  clerus  tam  atro- 


Digitized 


by  Google 


■        -  437   - 

citer  immanilerque  tmcidatos  fuit:  cujas  sanguis  ioDozius, 
etiamnmn  hodieriio  tempore,  vindictam  elamat  Ecce^ 
qnam  simnlate  cuncta  gerantur  a  simulatis  et  hypociïtis; 
qnos  Dominus  Deus  dominari  seu  potins  grassari  permit* 
lit,  propter  peccata  populi. 

Eadem  hac  die  veoeniDt  alii  prodïtores  Guesei  ad  os 
Dizae  fluTii,  eadem  scilicet  intentione  et  proposito,  quo 
priores  venerant.  Adeo  quod,  sicut  diabolus  mmiquam 
dormiat,  sicut  malitia  numquam  fatigetur,  ita  nee  ejus 
filii  et  angeli  quoque  numquam  dormiant:  quippe  qui, 
more  leooum  rugientium,  circumeunt  civitatem,  ut  di« 
glutiant  eam,  habicatoresque  ejus. 

Hoc  tempore  pseudopraedicaotes  publice  praedicave» 
runt,  praesertim  dictus  Jacobus  impius  lavernio,  in  lem- 
plo  divi  Jacobi,  rapinas  et  furta  sacrilegiaque  esse  licita 
ac  permissa,  et  omnia  communia,  dicentes:  Cbristum  et 
apostolos  ejus  fhisse  fures,  hoc  quaesito  colore  execrabi- 
lem  funestumque  errorem  snum  fucantes,  quod  asserant 
ipsum  Cbristum  usurpasse  et  abduci  procurasse  asinam 
alterins,  una  cum  pullo,  ad  equitandum,  absque  resti- 
tutione  facta,  de  qua  saltem  expresse  non  constat.  Ita, 
ajmit,  et  nos  quoque  opus  habemus.  Et  per  consequens: 
b'citnm  est  usnrpare  res  alienas,  et,  rapinae  suntpermis- 
sae.  Omnia  enim  sunt  communia,  eo  quod  omnia  Chris- 
tus communia  fecerit.  O  horrendam  blaspbemiam  in  ma- 
jestatem  divinam.  O  nefandas  injurias  rogo  ac  Vuloano 
dignas! 

Circa  finem  mensis  hujus,  dicti  Guesei  consistoriales, 
moliti  Aierunt  novas  proditiones  conspirationesque  novas 
fecerunt,  ad  introducendum  miUtem  extemum  in  civita- 
tem  Buscoducensem. 


Digitized  by 


Google 


—  438  — 

Praesefiim  auteiu  die  vigeaima  ootava  ejusdem  meosis 
fuit,  ultm,  citroque,  sursum  deorsmn,  quoqiie  versuiti, 
per  dictos  Gueseos  cursitatuni  ad  gubernatorelii  civitatis, 
Bempe  ipsum  dominum  t^nporalem  Boxtelleosem ,  v(de»- 
tes  praesidium  militare  admitti  et  iotroduci  per  phas  ne- 
phasque*  JLdeo  quod  salus  civitatis  hoc  maximo  tempore 
de  pilo  pependit;  summa  soilicet  rerum  io  summum  de* 
ducta  discrimen;  supramodum  va*o  periclitatus  fuit  cle- 
rus. Givitas  ioterim  non  defuit  officio  suo  sed  toto  cck 
namine  rcstitit  eoitmi  impiis  conatibus. 


CAPDT   QUINTUH. 

Septima  die  meusis  Ootoèris  oovus  magistratus  prae- 
stilit  jttrameotum,  de  cujus  numero  imprimis  fiteruiH:  Tbe«* 
odericus  Arodidi  junior  >  tamcpiam  praeses  scabinonuQ, 
homo  perjunis,  prodttor  et  adulter;  magister  Reynen» 
firerswyuy  homo  apostata,  archihaerelicus  et  perjurus,  ca«> 
pitalïs  hosiis  Papistarum»  magister  Gerardus  a  Deventer» 
homo  similiter  apostata,  sive  haereticus  et  perjurus,  et 
domicellus  Joanues  Mooineat  in  Vught,  homo  toCus  in- 
tos  et  in  cute  consistorialis.  Qui  magistratus  praedictus 
modis  omnibus  placuit  ipsi  consistorio  Gueseornm»  exoep- 
tis  ex  dicto  magistratu  quatuor  viris  praeclarisshnis  op- 
thodoxis  atque  Catholicis,  nimirum  Hieronymo  Wynants, 
JoÉDoe  filio  Joaania  van  der  Steghen  jnniorey  magistro 
Godefrido  Lombaerts  et  domicello  Joanne  Heym,  qui  im- 
piomm  semper  impiis  conatibus  restiterunt  et  ad  fioem 
usque  fiducialiter  egerunt  in  fidelitate  ao  obedientia  re- 


Digitized 


by  Google 


—  439  — 

gia,  uaa  sine  gravi  discrimine  viue.  Gatholicis  vero  suiu- 
mopere  dbplicuit:  omoia  dutem  haec  proveniunt  ex  or- 
dinaUone  et  coDsilio  ipsius  figuralis  RoboaiUy  iinitantis 
exemplum  veri  Roboam,  de  quo  habetur  III  BsG.  cap. 
211.  Fari  modo  facit  et  iste  Koboam  figaralis,  de  quo 
iBÜra  latius  dicetur»  qvjppe  qui  vitulos,  id  est»  baere* 
ses,  praesertim  sectam  GalvüusticaiaetLtitheraiiaininvex;- 
it  et  iDtttlit  aliunde  in  terram  faaoc  populumque  Catho* 
licum  ac  Chrislianufn,  ooa  cum  libertate  viveodi,  quam 
paucis  ante  diebus  eidem  scholae  digladiatoriae  una  cum 
appendice  permisit.  Se  qua  re  et  plura  liberet  scribere, 
si  liber  esset  scribendi  stylos.  Relicto  similiter  consilio 
senioram  Catbolicormn  adhibet  coosilium  juvenis  cujus- 
damt,  taliter  qualiter  invecti  et  intrusi  gubernatoris  to* 
titts  patriae;  ut  per  illum  tamquano^  inslrumentum  et  ma« 
turn  idolum  ipse  adinventiones  pessimnsque  machinatio* 
nes  sua$,  ad  finem  et  effectum  execuitive  perducere  va- 
leret.  Adbibet  autem  et  ordinat  Roboam  iste»  ubiqoe 
locorum  senatum  novum  similem  sibi  ejusdem  iarinae  bo* 
mines,  qui  consistorialibus  non  displiceant 

Goosequentery  nona  die  Novembris,  domioiis  tempora- 
lis de  Boxtel,  praetensus  gubernator  dvitatis  Buscodu- 
ceosis»  visitavit  praedicationem  pseudopraeconis»  in  tem*- 
plo  divi  Jaoobi  apostoli,  tune  conciooanlis,  una  cum  fa- 
milia  sua  et  certo  comitatu,  utrimque  siccae  aridaeque 
nobilitatis;  nempe  Symouis  Bacx  centurionis  seu  capita- 
nei  scbolae  digladiatoriae,  uoa  cum  fratribus,  aliisque 
multia;  videlicety  Theoderico  Arnoldi  juniore,  praeside 
acabinorum,  magistro  Reynero  Everswyn  scabino,  domi- 
cello  Gerardo  a  Derentber  scabino,  magistro  Henrico  in- 
den Horen  alias  Angeleo  et  alib  multis.    Ex  quo  facto 


Digitized 


by  Google 


—  440  — 

pcssimoque  exemplo  omn^  consistoriales  gavisi  fnere  gaa- 
dio  magDo  spemcpe  ingentem  cepere  futuri  snccessus.  Imo 
notabilia  signa  effusae  laetitiae  io  symposiis  per  eos  eX"- 
hibita  fuernnt  quasi  re  bene  gesta. 

Eadem  die  dominus  temporab*s  de  Lokerea,  filius  jiu 
nior  dicti  domini  temporalis  de  Boxtel»  praetensi  guber- 
natoris  civitatis  Buscodocensis,  venit  in  pagum  de  Yiight 
stipatus  tribus  vexillis  militis  Guesei,  putans  intrare  dio- 
tam  civitatem.  Sed  cives  haluta  iosinuatione,  egerant 
nocte  illa  duplices  sêu  dnplicatas  vigilias.  Hinc  facile 
coUigere  est  intentum  et  mentem  dicti  gubematoris.  Scien- 
dum  aatem  est,  quod  dictus  gubemator  fecerat  se  adjono- 
tum  parti  adversae,  nempe  scholae  digladiatoriae  et  eon- 
sistorio;  omnibus  modis  studens  medium  invenire  iotro- 
ducendi  militem  extemum,  necnon  centuriones  sea  capi- 
taneos  Gatholicos  mutandi  exauctorandique.  Tandem  sua 
improba  importunitate  tantum  effecit,  ut  in  locnm  prae- 
dicti  Theoderici  Arnoldi  junioris,  centurionis  sive  capi- 
tanei  collegii  antiquorum  jacuiatorum,  contra  eorum  vo- 
luntatem  et  civitatis  privilegium,  et  absqne  beneplacito 
trium  membrorum  civitatis,  statuta  die  conTOcatorum , 
alium  centurionem  sive  capitaneum  nominatiim  Joannem 
vander  Wiel,  sibi  dictoque  consistorio  peroptime  placeo- 
tem,  surrogaverit:  non  exspectans  diem  statutam,  sed 
subdole  et  surreptitie  et  obreptitie,  necnon  ex  insidiis 
doloque  malo,  omnia  gerens  motu  proprio,  idque  directe 
contra  jusjurandum  praestitum. 

Postea,  vigesima  tertia  Novembris,  quae  erat  dies  do- 
minica,  praedictus  dominus  temporalis  de  Boxtel,  prae- 
tensus  gubemator^  accessit  mane  eques  templum  divi  Ja- 
cobi,  una  cum  statu  et  familia  sua  ad  Coenam  Noctui^ 


Digitized 


by  Google 


—  441   — 

nam,  aeiape  ad  iniinwliMn  fitoeslamque  bolum  inde  tune 
ten^poris  ündcm  coosistoriallbos  adauoistratum.  Accessit, 
inquam,  slipatos  undique  haUabardariis  sois  et  quibut- 
Asan  aliis,  ntrimque  notis,  ejusdem,  nt  ajiiiit,  tenoris. 

Eadem  bac  die,  circa  undecimain  boram  noctis,  oo 
coepit  bolos  iste  infelix,  per  dictos  consistoriales  snmp- 
tiis,  <^erari;  qnoram  stomacbnm  fecit  eructare.  Nam 
scbola  digladiatoria  eodem  tempore  torbavit,  adeoque 
viüoeravit  ipsos  statiooarios  milites  in  foro  stantes,  quos 
interficere  conabatnr.  Sed  coU^nm  antiqnornm  jacula- 
tontm,  tune  temporis  ngilias  babens,  ilico  impiomm  co^ 
natus  impios  et  macbinationes  pessimas  repressit,  fr^t* 
que,  usque  adeo»  quod  muiti  binc  inde  laesi  fnerint 
graTiter.  Poetera  autem  die,  collegium  antiquorum  jacu- 
ktorom  aocessit  ipsum  gubematorem  dyitatis,  postulans 
justitiae  exercitium  in  iatos  violentos  turbatores  et  gras- 
satores  exerceri,  tamquam  capitis  reos.  Ille  autem,  ut 
est  homo  vafer,  fac^'noris  probe  conscius,  juravit  ad  pee- 
tus  auum  nobile  (illnd  nunc  novum  est  aucupium  norel* 
lusque  modus  jurandi  apud  consistoriales)  se  turbatores 
fi^tiososque  istos  e  vestigio  puaiturum  via  justitiae,  in 
exemplum  aliorum.  Sed,  prob  dolor!  nibil  penitus  sub- 
secutum.  latt:  Terba  non  fuere  factis  correspondentia.  Et 
sic  facinus  btud  ter  quaterque  capitale  remansit  impu* 
nitum. 

Anittere  nolui  sepulturam  ci\jusdam  centurionis  nobi- 

lissimi,  Germaniae  superioris  pro  ipso  Abimelecb  ejusque 

iqipendice  tune  militantb,  factam  secunda  die  men^is  De- 

oembris,  in  insigni  ecclesia  catbedrali  Buscoducensi.    Qui 

desperata   infirmitate   cor^tus   ex  oppido  Helmondensi 

Buscumdueis  rectus  fuit,  spe  sanitatis  pristinae  recupe- 
€.  99. 


Digitized 


by  Google 


—  442  — 

randae  ope  medicortun.  Hic  paucis  post  diehus  morbo 
mag»  magisque  inyalesciente  in  extrem»  interrogatus:  ubi» 
nam  eligeret  sepulturam  saam;  an  in  templo  CalvinisUh 
rum?  prorupit  ilico  m  baec  verba:  GhêynHiu^  ieh  «ft 
wilter  métier  sehelmtn  niw  the  schaffen  haeffm;  ich 
wilter  in  der  Dom  cherchen  begr^ieffen  wuens  pront 
in  praedicta  cathedrali  ecclesia  paulo  post  sepuUos  fuit 
more  Catholico,  ante  summum  cborum.  Bx  qua  sepul- 
tnra  Guesei  Calvinistae  contrazerunt  sibi  loogos  naaos. 

Omittere  qüoque  nolui  indulgentias  genevales  boe  anno 
a  suramo  pontifice  pro  pace  et  concordia  principum  coo- 
cesflas:  in  civitate  Buscoducensi  ob  metum  conaistoria- 
limn  baud  publicatas  fnisse,  sed  püs  Catboliots  duntaxat 
insiikiiatas,  receptas  nibilomintts  a  multis^  dectma  qnarta 
die  bi^us  menos  I  non  tarnen  sine  periculo.  Nam  con* 
sistoriales  jactitabant,  se  observaturos  onmes  et  singulos 
communioanteSy  indulgentiasque  psaedictas  rectpiaites  sive 
promerentes.  Qnos  scilicet  suspectos  babebaht^  tamquam 
inteliigeBtiam,  sive  correspondentiam  babentes,  teutonioe, 
als  verêUuU  tnde  eorréspondenUe  ,hehhenie  oom  boste, 
nempe  Jpiapa,  'sen  siunmo  pontifice,  quem  pro  boste  una 
cum  adbaerentibus,  teutonice,  mOten  amhoÊêek^  repi»* 
tabant.    : 

Hoc  tempore,  praesertim  28%  29%  30*  et  31*  Decem- 
bris,  fuit  maxima  turbatio  ia  otvitkle  Buscoducensi.  Nam 
gubemator  una  cum  sua  appendice  voluit  excnbias  ma* 
tare,  novasque  ordinationes  facere,  nempe  viginti  duces 
militum  seu  capitaneos,  ^uatuor  praefectos  vigilom  seu 
coronetosy  ut  vocant,  teutonice,  eolondlen^  et  primarium 
ducem  seu  praepositum  generalem,  tamquam  babentem 


Digitized  by 


Gaogle 


~  443  — 

curam  omnium,  coostituere;  civibus  ab  excubiis  quintae 
diei  relaxatis,  sed  dnntaxat  ad  excubias  decimae  cujus- 
qne  diei,  obstrictis.  Et  baec  omnia  captiose  nimis  et  do- 
lose  practicabaiitiir;ut  isto  medio  modoque  posset  commo- 
diiis  vexiUa  aliqvot  vagabundi  militis  externi  introducere. 
Et  qiiia  non  potuit  ad  intentum  suum  pervenire,  simur 
hyit  abitnm.  De  qua  re  coQsistorium  multum  dofaiit. 
Nou  defuerunt  interim  nobiles  quidam ,  sicci  utrimque  et 
aridi,  cum  quibusdam  ex  scbola  digladiatoria  adjuncti», 
qui  falsam  ilico  supplicationem  cudenmt  fabricajrtintque 
ad  aulam  dii-ectam,  in  qua  scripserunt:  civitatem  ipsam 
Buscoducensem  petiisse  ac  petere,  ut  dominus  guberuator 
posset  facere  solus  et  insolidum  novas  ordinationes,  so> 
lusque  ordinare  duces  militum,  praefectos  Tigtlum  creare 
et  primarium  ducem  constituere.  Sed  dominus  tempora- 
lis de  Helvoert,  Bloyman,  tamquam  commissarius  civi« 
tatis  Buscoducensis,  optiinus  patriota,  olfaciens  fucum, 
mendacium  et  firaudem,  indicayit  hoc  ipsum  aulae,  a  qu| 
postulavit  literas  destinari  ad  civitatem  Buscoducensem, 
ad  inqnirendum  diligenter  de  rei  veritate,  an  supplicatio 
veritate  nitatur»  quod  e  vestigio  factum  fuit.  CSvitas 
autem  extemplo  rescripsit,  se  omnium  scriptorum  igna- 
ram.  Et  sic  fucus  omnis  emersit,  mendacium  resplen* 
duit  in  lucemi  et  confusi  denique  sunt  omues  isti  pseu- 
dograpbi  confusione  magna. 


Digitized  by 


Google 


—  444  — 


CAPUT  SEXTUM. 


Consequenter  autem  anno  a  nativitate  Domioi  millesimo 
quingentesimo  septuagesimo,  novo  stylo  Romano,  in  ipsis 
festis  natalitiis  circumcisionis  et  Epiphania  Domini«  eadem 
civitas  fiiit  in  summo  discrisnine  constituta,  idque  partim 
propter  conspirationes  et  conjurationes»  partim  propter  con« 
venticula  consistorialinniy  de  refonnata  religione,  ati  hoc 
tempore  nomenclabantnr,  recenter  adinvento  ▼ocabnio,  ezi»» 
tentimn,  qoi  toti  in  hoc  erant,  ut  civitatem,  tamquam 
clavem  Brabantiae,  HoUandiae,  Zelandiae  et  Gelriae,  ad 
Hollandiam  reducerent  eique  iUam  unirent  et  incorpora- 
rent:  ut  videlicet  fortissimum  esset  propugnaculum  sive 
fortilitium  HoUandiae,  ut,  inquam,  esset  commnne  reoep- 
tacolum  ac  conventiculum  haereticorum ,  spelunca  omnis 
latrocinii,  esset  publica  carnificina,  in  qua  Papistas  sive 
Catholicos  insontes  excamificarent  excruciarentque ,  esset 
denique  sedes  rapinae  et  scabellum  scelerosorum.  Imo 
dicti  cdnsistoriales  jactitaverant,  se  aliquo  istorum  dierum 
futuros  dominos  ac  magistros  civitatis;  Catholicos  siye  P^ 
pistas,  ipsa  nocte  natalis  Christi,  templum  visitare  volen- 
tes,  vi  armataque  manu  coegerunt  domum  redire,  res  no- 
vas  molientes. 

Omnium  autem  maxime  fiiit  civitas  periclitata  die  oc- 
tava  Januariiy  de  nocte,  quo  tempore  schola  digladialo* 
ria  habuit  et  glaciem  sihi  multum  propitiam.  Dici  vix 
potest,  quantum  isto  tempore  fuerit  ab  istis  factiosis  ho<^ 
minibus  tumultuatum,  ultro  citroque  cursitatum.  Lingua 
fari  non  valet  crudeles  minas  atque  blasphemias,  quae 
tune  fuere  sine  numero  modoque:  sed  civitas  olfecit  Ia- 


Digitized 


by  Google 


—  445  — 

queos  abscoososy  suboleverunt  ei  insidiae  strnctae;  per  dn- 
ces  oamque  militnm  $i¥e  oapkaiicos  et  decanos  $ive  de- 
Goriones  ftiere  singnli  Papistae  ostiatim  capitatim^ie  eer- 
tiores  Skü  pericnli  iostaotb  cam  injimctiQBe  tafi:  ut  qnn 
libet  vigiliifi  inter  parietes  priratos  agens,  ad  arma  pro» 
thiQB  prosfliret,  nunore  andito.  Sed  Dominus  Deus  ea 
noete  eostodivit  chrUatem. 

Sdemio  anten 'praeteremidttm  baud  puto  factum  enorme, 
per  eosdem  oonsistoriales  faeinofosos  perpetratnm  die  prae> 
oedente,  nempe  septima  die  Jannarii.  Qno  tempore,  prae* 
dicli  ocmsistoriales  citari  fecerunt  in  domnrn  eiTicam  do* 
minnm.ao  magistram  Giabertnm  Mazinm,  plebannm  ecde* 
siae  catbedraUa  et  domiamn  Gerardnm  Broeckdaer,  pas» 
tocem  ecclesiae  paroohialis  divae  Cathartoae  io  praedio- 
tam  diem  odaTam»  qnibns  die  seryiente  libellnm  aoon* 
satorium  mtdtumipie  mendacem  ac  mendosnm  nimisqne 
famosnm  exhibaemnt,  illegitime  sctlicet  contra  formam 
jnris  et  slykim  cnriae  procedentes  flloscpie  perjnrii  accu- 
santes,  quasi  contra  jnramentnm  et  reformatam  religio» 
nem  fecissent  in  praedicationibus  suis,  appeUando  scilicet 
pinecooes  ipsos  norellos  oonsistorii  siTe  reformatae  reli« 
gionis  psendoprophetas ,  illommque  praedicationes  asse^ 
rendo  esse  falsas  atqne  diabolicas.  Et  id  circo  eosdem 
past<^es  esse  perturbatores  tranquillttatis  communis,  et  ut 
tales  pnniendos  fore:  aliaque  multa  absnrda  et  fKvola 
impertinentiaqne  in  dicto  libello  plane  impertinent!  con- 
tinebantur.  Sed  qnid,  quaeso,  boe  aliud  est,  qnam  lin- 
guas  radere  pastomm  Teridicomm.  Videant,  obsecro,  ipsi 
trabem  io  oculis  suis,  cum  sint  ipsimet  perjuri  et  per- 
turbatores tranquillitatis  reipnblicae.  Proprium  namqtie 
est  eorum  deformatae  reKgiont  pertnrbare  omnia,  ifiquiere 


Digitized 


by  Google 


—  446  — 

vivei^,  tumiihtiare,  resqne  novitg  moKri  et  seditioiies  eon- 
citare.  Quid,  qnaeso,  coDsistoriales  alind  sunt,  quam  vioh- 
tütes  pacificationts  GandoisisT  Pbtef  koe,  proprioque  ove 
et  fiicto  ccmdemDantnr.  Numqnid  entm  dicta  achola  digk- 
dialoria  publice  gestat  in  yexillo  ano  insolitae  noviratis 
symboluin  pacis  et  fidelitatis  sub  fbrma  blnae  maniis  ni 
signum  fidelitatis  invicem  ooDJmctiie  ae  oonftederaiae 
cum  snbscriptione  hac:  Plro  aris  et  focis.  Sed  hisoe  noD 
oktantibiis,  numqnid  eadëm  schola  dighdittoria  naa  cum 
appendice  ausa  fiiit,  qua  iieséio  diaboUoa  teneritate,  por- 
tas dvitatis  Bmooducensis  Catholicae  ndeota  annataque 
et  i^bne  hostili  mami  proditürie  cffinngere}  criiBeB  per* 
dneUicmis  committerey  necnon  aras,  id  est»  aharia  Dei 
et  statnas  imagioesqiie  sanctonim  in  eoclesia  patoebiali 
diVormn  I^tri  et  Jacobi  apostolomm  et  «Iterias  in  sa* 
eeUo  divae  Annae  respective  evertere,  vastare  et  dbtor- 
bare  abominationesque  nefandas  mxiltiplicare.  Qois  nm- 
quam  aadirit  faotun  proditorinm  tale,  et  quts  vMit  hwc 
simile?  Haec  adeo  vera  snnt,  publica,  notoria  et  mani* 
festa,  Qt  nuila  teigiversatione  celari  valeant.  bso  simSia 
Iscta  et  crimina  indies  adbnc  molinntiir  êt  madunaBtor 
facere  ac  perpetrare,  nisiqnod  Dominus  Deos  miracnlose 
eorton  impios  conatns  reprimat,  pessmas  madiinatioiies 
cdiibeat  refrenetque.  In  aliornm  probe  facta  acate  oer- 
nnnt:  propria  autem  nefanda  crtmitia,  enonnia  scdera'  at« 
qne  flagitia  haud  videm. 

Canseqnenter  die  12*»  18*  et  14'  hnjm  mensis  piae- 
dicti  consistoriales  instanter  instantius  et  instaBtisstBie  iii- 
stitenint  ac  laboravierunt  mutare  excobias  et  ordinare  no- 
Tos  dnces  militum  Gueseos,  ezanctoratis  antiquis  Gatho» 
Ucis:  et  per  consequens  introducere  miKtem  exeenmm, 


Digitized 


by  Google 


—  447  — 

fenm  acUaoet  bestitm  tprQBMjae  sylvefttrem»  qui  postel 
Tmeam  domiai  toulitep  vastft»,  necnoD  simplican  hami* 
lemqiie  el  nummieiaBi  p<^pakm  'proisus  effiarara  fit  ad 
illiiis  effectam  facta  fiat,  ex  snggesüfxae  gu})et&atoriai€i«- 
▼itatis  cmn  suis  complidbusy  resignatio  officiorum  a  qui- 
losdam  oapitaoei»,  oooBiatorii  fioiCaribas,  ad  mamis  gi^ 
iMnatoris  pcaodkti;  sperantibtt  et  exspectantÜMis^  siaii* 
km  fittnraia  iMgnatkneai  ab  ipsis  dacib»  Galholids: 
m  hac  via  esoiifaiamm  atque*  centnrioimm  eive  ci^iuuie^ 
oniBi  oidiaalio  in*  splidum  ad  ipamii  fqberimtorcm  de» 
«rolrecetiv,  alcqüe  dnntazat  peiies  ülma  residerelr  Qaid 
vedbis  opos  aal?  CSubernator  praedietiia  oeraensv  ^4  mm^ 
pdsse  votapociri^  «Kanotma  vit  beadem,  diiq  decima-^cpar* 
ta  reliqiM»  aapftaneoft  Catholiooa,  ia  fidelilate  constanteB. 
faio  ootaodum  «t^dictos.  ooDsistoriales  perdii^ersqs  Ubel^ 
loa  soppliGes  sea  requestas^  ut  yocant»  liisce  diebos  ish 
Blanterel  importime  ae  iaipetiioie  postiilasse  eadtam  «en 
poliiis  exÜHim  omDiiutL  et  aingttlonvn  Faparum  sea  sa- 
Qerdotniiir  eKtraDeoriBa  in  civitate  Bascodocensi  non  ordi- 
natoroaok» 

.Sadem  bac  die  decpma  qiiarta  dictos  LobereD,  filins 
gidbeRiiatoriSy  noBiiiie  cjnsdeoiy  tuao  aegrotantisycompa* 
jens  cüram  m^gistoatu  et  tribus  asembris  seu  tribus  or« 
diaibiis  civitatis^  teutonce:  dié  drie  leden  9ji  eirdemn 
demetmUj  exonsare^coepit  eaiadem  gobernatorem  palrem 
•uum  in  scriptis,  mmimn  exbibidone  credolae  respon» 
«ionis  (debeliat  eaim  gubemator  ipse  cotps  propositis  siTe 
pvopositi«mbQ8  oiiritatis  respondere)  pnotestans,  dicltim  go* 
bmviatorem  aalam  habaisse  inf(»mationeDi  aquibusdam; 
et  eam  ainpltns  non  intendere  sese  immiBoere  facto  sive 
ordiaailiani  oentnrioniun  site  capitaneormn  et  excubiarum. 
Sed  oaWa,  id  est,  friveia  et  cassa  erat  excusatio  hujns- 


Digitized 


by  Google 


—  441  — 

vamik,  famgiiam  dokne  et  fiMndnleiilcr  fiMta,  d».td|  qwd 
«liqai  n  Catholicia  centurionibiis  nokhani  &  dioto  gii» 
bernatore  exauctorari  atu  dimiiu,  niai  priiia  canm  lqgi*> 
tifliae  dnnissionis  per  eom  in  scripCis  fihihkk 

QiuHKioqiiideiii  anlcm  cooMteriaks  soa  CSoesei  fiate 
prae  fortbns  cenientes  nlliaamn  suom  exienMiiiam  et  mp 
Inm  imminere,  idciroo  hoc  tempore,  pneNrlin  die  de» 
eimd  qntnta  et  decuaa  aesta  hi^u»  meoija,  fame  in  oon» 
tinno  mota,  opere  ac  labore,  ad  prodeDdom  civitotaa 
BufloodoBenseB  imprious  OatholiGaau  Odgenator  Tere 
peaedictas  non  oeBaavit  mterim  noUri  mutaüoiieai  ca»* 
toiionum  aBtiquorum  Gatholioorum  et  dotos  ad  beaepk- 
citam  sttom  ordinare,  uaqne  adeo,  qmd  eadem  die.di&* 
oama  qninla  voherit  per  tnncoi  acn  Tiooa  sive  poliaa 
vicarios  ezcnbentes  elifi  novoa  centnriinica  een  capil»> 
BOOS  in  locuBi  eormo,  ipii  nltro  cffioia  Ma  renwtaasMit 
ad  OMOua  soa»,  idqoe  ea  spe»,  ut  aeliqBia  ocntviondma 
Galholiois  aimikaiL  fcnrte  renontiatioMni  ftnentiboa  vel 
destitutis,  ad  se  hujusmodi  ordinatio  oenturioaiim  in  soh 
Udam  deTolyeretnr.  Ubi  nnnc,  quaeso,  manot  oKcosatio 
oalva  svperins  memorata?  Tandem  aatem  per  eom  ömr 
clasom  fnit  cum  oonaenau  ctvitatis,  ut  qntiibet  tninoua, 
seu  YicQs  eligeret  sex  yiros,  ut^be  fubeinator  optiooeoi 
habeiet  eligendi  ex  quin^  viris  ilUs,  nna  com.  aeodo 
oentniione  maaente»  uanm  qaem  réleL  Slectio  aniem 
huiusmodi  fait  per  dictos  lespectiTe  tranooa  sive  vioos 
iacta  eadem  die  decima  sexta,  necnon  qainqoe  «iri  electi. 
Qoid  malta?  Gubernator  praetensas  cognoacens,  eosdem 
qainqae  viros  respective  electes  esse  Gatbalioea  et  ngum, 
aibiqae  minime  addiotos»  movit  ilioo  coniroveniam  et 
quaestionem,  aoieas  esse  contentus  electione  dictoram  ^ 


Digitized 


by  Google 


—  449  ^ 

alm  étm  «bi  |ilMeirtes  snUtk  flligens,  qnikis 
fraudukftter  ac  ftlsa  cnraTtt  vota  seu  voces  ac  suffragia 
dari  pee  vbm  ümtmM  et  complioes. 

NoUuius  antam  Jcsabdlisu  sccfbeQs  vota  «ngntoffwii, 
eadem  mutavit  per  falsonun  nominum  supppsilioDem , 
fiiko  et  tMtrario  modo.aoflicet  ea  duelnia  teoebrioiiibiia 
leu  Gueiais  adscrttendOf  dtQiimstaiitibas  interini  coosialo* 
ffialiboa  as  paeudegrapbo  isto  aerio  ae  sedolo  quaoenti- 
hos  boe  modo:  Qoalia  toU  habeat  iiostri,  teutonice;  fFiU 
êHmmm  iMmAet  om?  Qaod  ipsum  aaimadyertentes 
onm  «MuniHillar  in  baec  verba  pfompenMit,  idiooiate 
vanuumlo  coocepta:  Nu  sien  muh  mêrelun  toy  it$l  wai 
4$n  gauvêmêur  nmet:  amder^  nget  dan  diê  êtadt  mtt 
ftrêemfi  gummêzêin.  te  iedervon.  Hg  salt  êoo  veel 
maeckem^  dai  wg  hêm  mH  zyntn  amUumek  tor  êiadi 
ftuyt  ndkn  dryvên. 

Qmittere  ik^  fonestam  abominandamqne  praedicatio- 
nam  per  dictmn  JTacobiim  archihaereticaiD  boe  tempore 
fiibctam^  praedicaiilem  acUioet  rem  pessfani  exempli  sub 
hac  aiiBilitudine:  nolita,  inipiity  flpatres  in  Cbristo,  promp- 
tiens  tarnen  in  ciela»  pneris  asnmnlari»  sed  fortes  estole 
atqne  oonstantes,  sicut  viroa  decet*  Est,  ait,  pater  fitn 
milias  qnispiam,  qoi  vaaieBs  domnm  drcamspieit  perlna* 
tiatqoe  avpellectilem  snam;  forte  fortnna  videns  testam 
aliqnam  laeiam  vel  oonfraetam,  sciscitatw  ex  pndibus 
sen  pueris  de  aiiclore  frcti.  Paeri  singnli  negant  eon- 
atanter  factnm.  Tos  autem,  inqnit,  nolite  sic  iacere; 
sdÜte  pneris  assunnlari:  intelleri  enim,  ait,  qoosdam  d 
vobis  esse,  qni  dolent  de  Papaecidio,  id  est,  caede  et 
ktrodnio  lot  Paparum  sive  sacerdotooi  per  eos  coaunisso, 
teutcMuee:  Dmi  sy  soo  vê$l  Paptn  mdê  moimichm  aér- 
moord  k$iben,    Embescentes  publice  hqjusmodi  latroci* 


Digitized 


by  Google 


—  460  — 

nfe  are  Papaecidui,  reoognotoere;  imo  diffitcntes  ÜMMm 
«ommisram,  more  puerorum:  erabesoeates  scilicet  de  re 
pie  gesta*    Audacter^  inqnit,  ocMifileimtei  poUiGe  ÜBustwa 

^  lattdabii^  gestum.  Hkm  DonuDo  Deo  obsaqiinim  praea- 
tat,  qai  Papaecidia  cóttimittit,  id  est,  Papa»  seu  sao«»> 
dotes  occidit  Qmlias  cradelibos  Tetbia  impiua  aposlata 
iste  et  se  ipsum  quoqne  pari  poena  condeniDavit  Nam 
et  ipse  quoqne  Papa  seu  aacerdos  est,  teufionioe:  êêm 
Poep  f  habens  characterem  niddebilem. 

Cajtts  siq[iiidem  abomiiiabilis  praedicatioois  quidam  aoe- 
lerosos  nekdo  ac  tenebrio  ex  coüsistorialibtia  nominete- 
nm  mihi  et  oognomiaeteniis  cognitus,  Toleas  non  tantum 
anditor  esse  sed  et  factor.  Ex  mera  jactantia  nanaYit 
in  oppido  Huesdano  in  pleno  diversorio  et  sodalitio,  se 
nimirum  una  oom  suis  consortibos  alias  in  HoUandia  in- 
terfecisse  qnemdam  Papam  seu  sacerdotem  eantantem  et 
bibentem,  teutonioe:  JDai  hy  eenen  Ptaep  ^fermaardi 
had,  al  9inghendê  emdê  êrinckéndêt  idque  hoc  modo: 
nam,  inquit,  enm,  in  quadam  scilteet  fossa  ad  bmneros 
usque  per  nós  constitatum  seu  collocatom,  quando  to- 
luimus  bibere,  pooolo  oerevisiae  porrecto,  misere  fostiga- 
tnm  fnstibi»  ad  humeros  et  capnt  pnlsatum,  bibere  coe-' 

'  gimns.  Ticissim  Tero  volentes  canere  enmden,  similiter 
fnstibos  acriter  caesum  obrutmnqne  ac  fktigatmn  oompii> 
liitras  cantare;  quod*  siquidem  atrox  et  eradele  factum 
toties  per  istos  tenebriones  et  Papaecidas  iteratnm  gemi- 
natamqne  fuit,  d(Hi^  miser  ille  tsto  cradeli  fustuario, 
ld  est,  snpplicio  fustium,  animum  exbalayerit,  deoque 
•optimo  ter  maximo  vitalia  tradiderit^  martyrio  afiectns. 
Haec  jactanter  J&cinoroisQS  iste  retulit,  eristimans  Domino 
Deo  per  praedicta  obsequium  pvaestitam.  Imo  Papaecida 
iste  et  blaspbemns  impttts,  poste»  in  civiUtte  Antverpiana 


Digitized  by 


Google 


—  451  — 

IA  piü)Uca  pUtea  dcwnbolsiis,  pessime  percnssuB:  ntmpe 
iSphtatvüiBL  tormeDUria  invisibiliter  et  ex  improviso  trajeo 
tos,  ex  icta  litijiismodi  saevfim  YuhnB  aocipienda  maxi- 
ffiUAiqQe  tormeDtam  patiendO)  mifierabffi  obitii  Tita  fino- 
tiB  est,  ad  orcnm  velegando  airimam  snm  «hienisipie 
caitterittm  aecipiendo. 


CAPrT  SEPTimUII. 

In  ioitio  mensis  Februari!  tantum  fuit  per  improbos 
consistoriales  improbo  eorum  labore  efiectum^  ut,  anti-' 
quis  eisdemc[ne  Catholicis  ducibus  militum  dimissis,  con- 
stituti  fuerint  novi  duces  ex  consistorio,  nempe  Jacobus 
van  Gasteren  in  intersignio  quercus  et  cpiidam  alii  simi<* 
lis  farinaë  homines,  eodem  lotio  erroris,  malitiae  et  ne- 
quitiae,  impietatis  perversitatisque  perfusos  atque  imbutos. 
Adeo  quod  dicti  consistoriales  certas  quasdam  literas  sur- 
reptitias  clausas,  ab  eis  taliter  qualiter  impetratas,  decima 
die  bujus  mensis ,  tribus  membris  civitatis  porrexerint, 
continentes  pernitiosam  petitionem  de  recipiendo  milite^ 
externo,  nempe  comité  de  Hollac  una  cum  tribus  vexil- 
lis,  tune  temporis  in  libertate  de  Oirscbot  collocatis.  Te- 
rum,  tria  membra  praedicta,  rejecta  petitione  improba, 
totis  viribus  sese  suspectis  bujusmodi  literis  opposuerunt. 
Hinc  satis  coUiguntur  pessimae  macbinationes  consistoria- 
linm,  necnon  civitatis  Catbolicae  constantia  atque  fideli- 
tas  afiatim  innotescunt. 


Consequenter  die  nndechna  mensis  praesentis' quidam 
nobilis  patricius  vir  bonus  et  justus  timens  Deum,  qui 


Digitized 


by  Google 


—  452  — 

nentiquam  cimseoserat  coDsiUa  «t  actibus  oonsislorisHiDii, 
iMNnme  domiedlns  GttilKelaras  de  Borehgrave,  domimi» 
temporalis  de  Oerle  etc,  pridem  praeses  scabinornai  Biu- 
codücensiiim  eandem  oiritatem  reli({nit,  idqne  ob  memm 
pericuK  iastantisy  nempe  ejeètioitis  et  ezilü  per  coosi^to- 
riales  comminati:  statutom  enim  et  ordinatmn  erat  a  tri- 
bus ordiDibas  sive  membris  civitatis  de  oonsensn  guber- 
natoris,  ne  ulla  ratione  portae*  civitatis  de  nocte  pande» 
rentnr  aperirentnrque.  Omtigit  autem,  quod  dictrn  ga- 
bemator  volebat  nocte  quadam  veredariam  extra  ctTita- 
tem,  qnasi  sciUcet  de  dte  non  habnisset  opportnnitatem 
mittendi»  nisi  (jaod  monstri  aliqaid  alebatar  aoguisque 
•in  herba  ktebat,  mittere.  Tenerunt  itaque  nonnnUi  ex 
scbola  digladiatoria,  tune  temporis  vigilias  necnon  cus- 
todiam  nnius  clavium  civitatis  babente,  ministri  gusdem 
gnbernatoris  praetensi,  davem  portae  ab  eodem  domicello 
Borcbgree£f,  cujus  qnidem  claris  ipse  tamquam  consilia« 
rius  secundi  membri  civitatis,  eo  tempore  custos  erat, 
petentes  quo  jure  quaque  injuria ;  qui  eam  recusavtt  tra- 
dere,  all^ans  ordinationem  civitatis  volensque  rem  prius 
patefieri  tribus  ipsis  membris  praedictis,  praesertim  tertio 
membroy  quod  tertiae  clavis  custodiam  habebat,  aliisque 
deputatis  et  commissarHs  addens  baec  verba  tentonica: 
lek  en  êal  uluyden  den  êluetel  niet  gheven^  noch  om 
uluyden  wille  ^  noch  om  den  gouvemeure  wille,  Qnae 
verba  consistoriales  praedicti  sinistre  interpretantes,  adeo 
a^re  tulerunt,  ut  eum  propterea  citari  fecerint,  accusan* 
tes  eumdem  de  multis  comminantesque  ejectionem  et  exi- 
h'um.  In  tantum  quod  vir  ille  nobilis  debuerit  tam  motn 
proprio,  quam  oonsilio  amicorum,  ultro  furori  improbi 
gregis  cedere,  civitalemque  rdhiquere. 


Digitized 


by  Google 


—  46»  — 

Altera  die,  quae  fuit  duodectma  incredibiks  fqere  dis- 
cursiones  et  incnrsiones  in  singolas  domos  fiictae  per  Cfm- 
sistoriales,^  qnaerentes»  uti  asserebant,  perqprioos  sive  ex- 
teroa  homiDeSy  iiiibi  fhrie  hospitatos.  Sed  sub  i]lo  prae- 
textn  et  medio  qnaesilo  arma  quaerebaot;  in  aedibos  de* 
ijcomm  inveDta  autem  asnoiabaDt.  Verum,  ut  ingenoe 
fiitear  irenmicpe  dicami  nibil  aliud  tenebriones  isti  quam 
assam  quaerebaot,  oomposito  enim  fisictiim  erat,  tentonice» 
het  tooê  êm  ghênwêei  dingh,  ezpilandi  ac  spoliandi  de* 
mm,  qni  tonc  temporis  expilationem  in  singnla  momenta 
exspectabat  timebatque:  osque  adeo,  qüod  eo  tempore 
fuerit  jactatum  coDunune  verbom  istud  per  Gatbolicos  seu 
Ptopistas  ÜBgaa  Yemaoula:  Sjf  êoehien  den  blauwen  blaee* 
hatkt  opdat  #y  oen  tgrahheUn  souden  eomen;  vel  po* 
tiBs:  laqueos  qaaerebant,  quibna  suspeodi  vakant.  Hisee 
et  similibus  nsi  tune  fiiere  factiooibns,  adinventionibus  et 
stndiis;  sed  actmn  egerunt  • 

Eadem  die  mirmn  incredibilemqQe  in  modnm  fnit  sol- 
lidtatum  grandesque  tempestates  raotae  fnere  per  coosis* 
toriales  ad  intromittendmn  militem  e&temum.  Nam  die- 
tos  LokereD  cnm  suis  complidbus  acriter  institit  impro- 
beqne  laboravit  apnd  dvitatem,  nempe  tna  membra,  ut 
exterons  miles  Gueseos  admitteietnr.  Imo  cerneos  se  non 
posse  voto  potiri,  petiit,  ut  vd  sdtem  miles  extemus  ad- 
milteretur ,  coUocandus  extra  et  propre  portas  dvitatis , 
sdlfcet  in  pago  de  Vugbt,  Ortten  et  Hyntham,  intromit- 
tendns  autem  tempore  necessitatis,  pressus  ab  hoste.  Sed 
tertium  membrum»  nempe  oommuoitas,  boe  ipsum  recusa- 
vit  facere,  rejecta  ejus  petitione  tamquam  suspecta.  La« 
boratum  autem  fuit  tota  ista  die  stremie  sine  intermissione 
importune  satis,  sed  incassum.  Adeo  ut  iipud  dves  tonc 
vulgo  jactatum  fuit  proverbium  vernacula  lingua  concep 


Digitized 


by  Google 


—  45*  — 

tuaii  Mgn  kHT  Vfsn  Lotman  90ui$  dU  êiadt  ghêim 
êlmyien  4n  êynm  ooherm. 

Posten  vignima'  prima  scilieet  die  hnjus  memis  prae-* 
di(^u3  dcoiiaiia  temporalis  de  Boxtdii  praetensos  guber- 
Dator  oivitatis  Boscoducensisy  accepta  lioentia  abeoDdt  a 
tribm  membrbi'  tam  pro  se  ipso  quam  dicto  Lokerea  filio 
8U0  Taledixit  civitati,  quam  tmic  reliqnit;  remanente  nihil« 
ominiis  eodem  Lokerea  fiOUo  sno  absqiie  ^ommisaioDe  l^tf^ 
tima*  De  qoo  tune  £una  erat,  qpod  tandem  a  coquo  soo 
expdUeretur  ob  defectnm  scilioei  Gereris  et  Bacdii. 

Tigesima  autem  quiiita  die  venerunt  aliqnot  vexiUa  Ao^ 
glorum  et  Scotomm,  sponsi  Peoekypes»  io  patiiam  Hne»- 
daoam  et  patriam  de  Akeda,  et  tria  vexiUa  in  pagnm 
de  £aghelem  et  Alem  ea  spe,  ut  intromitterentiir  per  coa- 
«istoriales  in  civitatem.  Lokeren  autem  cum  sua  appcnr 
dioe  eodem  tempore  exhibmt  certas  quasdam  literas»  a 
quoy  nescio,  paeudogriq>ho  scriptasy  continentes  admissio- 
nem  miUtis  eztemi,neooon  onionem  civitatis  Buscoducenr 
sis  ciun  HoUandta.  Givitas  veio  olfisicieDs  proditionem  et 
instans  periculum,  condusit  et  ordinaFit,  ad  revocatioDem 
tiium  membronun,  ut  ipsi  «cholae  digladiatoriae  et  Yicb 
sive  tnmcis  tempore  excubiarum  fieret  adjunctio  sive  ap* 
positio  yigiliarum  subsidiariaram,  teutonioe,  tytcoettos, 
ex  quolibet  scilicet  collegio  sagittariorom  sive  jaculatonm» 
nnius  manipuli.  Ut  videlioet  quaelibet  vigiliae  sire  excti- 
biae  augcreniur  quatnor  manipulis,  teutonice,  omt  rol- 
Un:  quolibet  manipttk»  ascendente  ad  numenim  undecam 
personanun,  el  vioisnm  cuilibet  ex  dictk  quatuor  coUe- 
güs  jaoulatóiüm,  tentonke,  Ptêgt  die  vier  êchuiteryen^ 
adjungerentur  ex  dicta  schola  et  quolibet  vico  seu  truoco, 


Digitized 


by  Google 


—  466  — 

mms  manqpulus.  Par  quant  oidiiuilicaeia  oModllae  gn»- 
dem  scbolae  digUdiatoriae  sive'  oansiatorialium  insigiHto^ 
diamo  et  freoo  constdctae  faerunl.  Sed  dicür  oonsiato- 
riaks  aeditioai  oeodnm  paeati  Lao  or^batioiie  ^  oonolii;* 
sMoe  ^yitatis,  non  destii^nuit  ulterin».  improbe  laharaye 
et  molirU  necnon  pioditoae  at  «x  insidiia.  btrodwtionflni 
miUtia  eUfrni  madiiaarK 


CAPOT  OCTAVm. 

Hb  volni  adjnngere  qtiod&m  (actnm'  memoria  dignum, 
ipaod  comigft  teftia  die  Martii  fai'ipsiè  scillcet  festis  Bat>- 
ehanalinm.  Qao  tetnpore  snspensus  fdit  ante  fores'  Jacobt 
paendopraeconis  vitnlus  morticintis  eicoriatm  et  a  chdh 
bos  semiesus ,  qni  multis  diebus  jacuerat  in  cimiterio  ec^ 
desiae  catbedralis.  Hoc  antem  faetam  fait  eo  fine,  ut 
impnrus  CMrinista  iste  de  impuro  morUdno  yitulo  bac* 
charetur,  id  est,  baccbanalia  celebraret  geninmque  cura*' 
tet  Hine  colligi :  poiest  'quanto  in  bonore  et  faTore  ba<« 
bttns  a-  Gatbolic»  civibus  fuerit  pseürdo|)ropbeta  iste  GéV- 
▼inisttevrs ,  qni  pérbeUe  callébat  Gorios  ^iinulaiie  et  Bac- 
cbanalia were. 

Slleotio  baud  praetereundam  existimavi  kmentabilem 
praedicationenij  ob  instantem  Ingain  perdiotum  Jacobnm 
apostauun,  die  d'aodecima  Martii  faetam,  in  sacello  divaa 
matris  Annae.  Incredibües  tune  tbrani  sive  lamentalioDea 
a  eoDsistorialibus.facUe  inepe,  eopiae  corou  laciymamm 
ab  auditorio  affatin  efiuanm,  pauei  ei^aiit,  qni  tenerant  la* 


Digitized 


by  Google 


—  456  — 

crymas.  Amaro  autem  animo  snspiruis  et  gnlans,  ad- 
doxit  nugalor  iste  vesairas  sine  capile  fabnlaniy  allegans 
ex  yeteri  testamento  varia  exempla,  ^bus  auditorimn  ad 
patientiam  exliortatiis  fnit  in  psendoconcionibna  a  se  fiM> 
tis.  Dioens  verbum  Dei  una  cum  prophelis  perpessun 
fiiisse  multas  persecutiooes,  et  a  mukis  prophetatmn  esse 
anntSy  ipsum  verbum  Dei  gnsque  praeoones  sen  praedi- 
cantes  pati  debere  tres  persecutiones  in  hisce  patriis  in- 
ferioribtts.  Declarans  se  perpessum  fnisse  binam  persecu- 
tionem  et  tertiam  mstare»  sed  post  trinam  illam  persecu- 
tionem  aliam^  nullam  fore,  semine  scilicet  puri  ac  meri 
verbi  divini  tune  deinceps  florescente.  Inter  alia  autem 
suos  auditores  seu  consistoriales^  bortabatur  praesertim  di- 
tiores  ac  opulentioresy  ut  se  sequerentur  et .  neutiqnam  in 
ciyitate  inter  Papistas  remaoerent.  Quid  mulüs  moror? 
Ploratum  fuit  binc  inde»  lamentatum  ultro  citrocpie,  modo 
incredibili.  Tam  difficulter  scilicet  solvitur  maUtia,  dinr- 
nitate  temporis  cooglutinata  et  ioduratal  Hoc  autem  pseu- 
dologio  valedixit  auditorio  venia  postulata.  Vermn  noodum 
stattm  bosüs  iste^  domesticus  recessU,  hoc  eoim  fieri  opor- 
tet,  non  nisi  foetore  relicto,  more  diabolico,  uti  inferius 
patebit.  Est  autem  dictus  Jacobus  propheta  verus  quoad 
hoc  quod  'dicit ,  persecutione  cessante,  verbiim  Dei  floies* 
cere  Et  profixsto  sperandum,  quod  pseudoprophetis  istis 
tbeomachis  exulantibus,  verbum  Dei  florebit,  una  cum  ec- 
clesia Catholica. 

Posthaec  die  quarta  Aprilis  dictus  Lokeren,  intmsas  gu- 
bemator  civitatis,  jussit  ad  se  accessiri  praememoratiim 
dominum  Gerardum  Broeckelaer,  pastorem  ecclesiae  paro* 
chialis  divae  Catharinae  virginis,  per  Unos  satellites  suos, 
qui  eum  secum  adduxeninr.    Cui  tune  propositi  fuerunt 


Digitized 


by  Google 


_  467   — 

diversi  articali  inepti  per  aliquot  judices,  quos  scabinos 
YocaDt,  civitatis:  niminim  magistrum  Reynenim  Ererd- 
wpi,  magistniDti  Gerardum  a  Deventher,  domicellum  Jo- 
acnem  Moninch  cyclopem  et  alios  consortes.  Primus  ar* 
tienltts  fiiit:  An  ne  verum  esset,  quod  in  suggesttt  pu- 
blice  praedicasset,  omnes  auditores  praedicationis  haere- 
ticorum  sire  pseudopraedicantium  condemnatuin  iri.  Quem 
articulum  confessus  fuit  et  non  negavit,  dummodo  scili- 
cet  in  hujusmodi  praedicatione  erronea  perseverantes  per- 
manerent  absque  conversione  et  resipiscentia.  Secundus 
fliit:  Utrumne  similiter  praedicasset,  praedicationem  baere- 
ticorum  [nibil]  esse  nis'i  meram  seduetionem  populi,  necnon 
dolum  et  commentum  diabolicum,  teutonice:  duevtleryé; 
quem  ipse  similiter  confessus  fiiit.  Tertins  articulus  fuit: 
Anne  praedicasset,  ipsos  Gueseos  seu  haereticos  sitire  san- 
gninem  suum,  seque  optasse,  quod  casu  quo  contingeret 
se  occidi  ab  eis,  posse  time  emittere  cupam  sanguine  ple- 
nam,  quo  omnes  crudeles  ac  cruenti  isti  sitientes  satn* 
rari  sive  erpieti  valeant,  adeo  quod  illa  die  multae  ac  di- 
versae  propodtiones  objectiones  et  confutationes  binc  inde 
factae  fuerint. 

Fostea  die  sezta,  quae  merito  summaque  ratione  venit 
ipsi  domino  pastori  praedicto»  tam  creta  quam  carbone 
signanda,  mane  bora  octava  accersitus  fuit  idan  pastor 
ad  aedes  dicti  Lokeren,  ubi  mandatum  accepit  a^eundi 
statim  civitatem  absque  mora;  cui  ilico  adjuncti  fuere 
quatuor  satellites  ipsius  Lokeren,  qui  eum  furtive  tam- 
quam  pacis  religionis  refractarium»  extra  civitatem  duxe- 
runt  usque  ad  pagum  de  Toghty  quem  a  longe  tune  idem 
ipse  Lokeren  secutus  fuit.  Quae  siquidem  proscriptio  ac 
ejectio  fuit  adeo  secreta  et  occulta,  quod  collegium  cbi- 
C*  30. 


Digitized 


by  Google 


—  458  — 

roboinbardarionira,  teutonice:  die  Cluev&nierSf  tune  ex- 
cubantes  ad  portam  YughtenseiD  hujusmodi  proscriptio- 
nem  non  adverterint.  Verum  exorta  mox  fama  defereate 
clamosa  denuntianteque  rumore,  secuti  fuere  e  vestigio 
pastoreia  multi  Catholici  civeS)  tamquaui  feroci^  leones 
catulis  raptis,  iiiter  quos  primus  idemqne  praecipons  fuit 
domicel^us  Joannes  Gampen  ex  piaeclaro  genore  nobilique 
stemmate  oriundus,  qui  eondem  manu  violenta  reduxe- 
ruot.  Yeoientes  autem  ad  portam  exteriorem,  videriint 
ibidem  ipsum  Lokeren,  rei  eTentum  exspectaotem,  supra 
pontcm  stantem  et  ioterrogantem:  Qua  fronte  quave  auda- 
cia  et  temeiïtate  anderent  istum  reducere?  necoon  ulterkis 
in  baec  verba  ideomate  yernaculo  prorampeDtem:  D*i  sal 
noch  haUen  eoêten.  Cui  reapondit  dictus  Gampen:  Nos 
sanguinis  et  pecnniae  afiatim  habemus:  teutonioe:  fFy 
hehh&n  bloediê  endê  ghelds  ghenoehi  Alüs  nomiulliSy 
piBesertim  uno  va*o  patriota,  nomiaato  Joanne  van  Blaei- 
jel,  dicentibuft  ipsi  Lokeren  et  addentibss:  Ta  viridis 
nimis  adhuc  es  ad  talia  perpetrandum.  Adhuc  taa  mes- 
sis  in  herba  est.  Neque  imperator  neque  rex  seu  «osar- 
cha  aliquis  talia  umquam  ausus  fuit  perpetrare:  teatonice: 
Ghy  êydt  veel  te  voel  om  uwen  heek:  ghy  êydt  noeh 
té  gruen  aUule»  té  bedryven.  Noch  keyzer^  noch  co- 
ninek  off  monarch  en  hebben  noyt  aleule»  oen  der* 
ven  richten.  Gresoente  interim  numero  civium  q^parit 
fere  iste  Lokeren  prae  nimio  terrore,  metn  atque  pavore; 
de  statu  braccae  bic  retineo.  Qui  tandem  in  baec  verba 
proruit:  Numquid  ego  sum  supra  vos:  teutonice:  En  ben 
ick  nyet  boven  uluy?  Responderaat  cives:  Ita  £Kile  pos- 
ses  esse  infra  nos:  teutonice:  las^  ghy  mocht  ligtelyck 
beneden  one  eyn,  Multi  enim  habebant  in  animo  eun- 
dem  praecipitem  dare  ex  pbnte  in  aquas,  sic  enim  infra 


Digitized 


by  Google 


—  459  — 

eos  fuisset.  Pastor  autem  ductos  fuit  ia  civitatem,  cui 
obviam  statim  veneninl  ia  aggere  Yughleasi  nobilis  do- 
micellas  Jacobus  Brecht,  eques  auratus,  suauaus  praetor 
seu  praefectus  Catholicae  civitatis  Bascoduceosb,  uaa  cum 
Paulo  Wynants  duce  milituniy  time  temporis  ezcubias  ha« 
ben  te  9  com  vexillo  suo,  qui  taoquam  fortissimus  dux,  et 
primaria  causa  movens  alios  incitavit»  aoimavit  coaforta* 
vitque  ad  reducendum  pastorem:  ea  scilicet  in  re,  sicut 
in  caeteris  mnltis,  fiducialiter  admodum  viriliterque  agen- 
do:  necnon  magistrata  aive  senatu,  nempe,  magistro  Go- 
de&ido  Lombarts,  J.  U.  licenciato,  provisore  mensae  sancti 
Spiritus  Sylvaednceosis ,  Hieronymo  Wynants,  ac  multis 
ex  consiliariis ,  utpote,  magistro  Z^ero,  J.  U.  licentiato, 
viro  inprimis  virtutis  floribus  omato,  et  solidissimae  fidei 
splendore  decorato,  aliis(fae  quam  plurimis,  tam  ex  ma- 
gistratu  quam  ex  corpore  civitatis  viris  praedarissimis  re^ 
giaeque  majestati  fidelissimis  vasallis,  viris,  ioquam,  im- 
primis  orthodoxis  atque  Catbolids.  A  quo  nobili  stipatus 
comitalu,  pastor  duotus  fuit  ad  domum  civicam,  ubi  coa- 
clusum  ilico  fuit  et  ordinatmn,  ut  duceretur  ad  aedes 
p^enominati  domini  praetoris,  ubi  multis  mensibus  per- 
mansit,  civitate  interim  pro  exspensis  seu  sumptibus,  tam 
litis  quam  victualibns  et  violentiis  fnturis  spondente  ac 
fide  jubente.  Parum  autem  abfiiit,  quin  eo  tempore  dic- 
tU8  Lokeren  fuerit  expulsus  civkate.  Quid  multa?  Erant 
tempore  proscriptionis  praedictae  quinque  nebulones  et  te- 
nebriones  furciferi  in  capella  de  Yught  ex  insidiis  laten- 
tes,  adventumque  exspectantes  ejusdem  domini  pastoris: 
qui  eundem,  capite  prius  securi  diffisso,  in  partes  sectum 
in  ibssa  praeparata  recondissent,  sicque  crudelissimo  mor- 
tis genere  affecissent.  Sed  Domiims  Deus  eorum  impios 
cooatus  fregit,  servumque  sumn  neqnaquam  deseruit  prae- 


Digitized 


by  Google 


—  460  — 

conem  veritatis.  Unus  aulem  ex  dictis  quioque  latrcMii- 
bus  videns  se  frustratum  spe  saa,  aciem  gladii  sni  a  se 
fractam  prae  nimio  furore  mentis  atque  amentia  in  aera 
projecit. 

Eadem  hac  die,  ejectus  similitcr  fuisset  domious  ac  ma- 
gister  Ghisbertus  Masius  plebanus  ecclesiae  cathedralis. 
Satellites  enim  .dicti  Lokeren  venerant  ad  plateam  usqne 
putealem,  versus  aedes  ejusdem  plebani,  sed  inteUigentes 
olfacientesque  redituin  dicti  pastoris  divae  Gatharinae  ilico 
pede  Mercuriali  reversi  fuere,  dimissis  attriculis,  instar 
iniquae  sortis  aselli.  Eadem  quoque  die  exptilsus  fuisset 
religiosus  döminus  guardianiis  conventns  Minoritarum.  Hos 
autem  tres  excellentissimos  verbi  divini  praecones  expu- 
lisseiit  propter  justitiam  et  veritatem,  quas  strenue  impa- 
vidoque  pectore  praedicabaut  absque  intermissione,  cxhor- 
tantes  populum  ad  constautiam  in  fide  Catholica  et  fb- 
gam  erromm,  Quid?  AmpHus  infra  triduüm  ejedsseot 
omues  Papistas  sive  Gatbolicos.  Sed  Dominus  Deus  ah'ter 
disposuit,  qui  suos  omni  tempore,  ut  pupillam  ocaU,  ons* 
todit. 

Consequenter  die  octava  maximae  fuere  tempestates  mo- 
tae  per  praedictos  consistoriales,  et  ingens  pavor  invasit 
^  mul  tos.  Nam  scelerati  isti  jactitabant  se  veile  extrema, 
ferro  vique  amiata,  tentare,  necnon  Acharontem  movere: 
teutonicc:  Dat  êer  met  getoalt  door  rmyien  souden,  Quo 
tempore  ingens  erat  numerus  Gueseorum  in  pago  de  Hd- 
vort,  cpios  fama  erat  muros  civitatis  a  duobus  lateribus 
scandere  veile,  eadem  schola  digladiatoria  ea  nocte  excu- 
bias  agente.  Quid  plura  referam?  Ampullae  tune  tempo- 
ris et  sesquipedalia  fastuosaque  nei^non  spumantia  verba 
teutonice:  irotHghe  woorden^  sen  potius  nefandae  Mas- 


Digitized 


by  Google 


-  461  — 

phemiae,  per  eofidem  consistoriales  iocircumsisos,  jactata 
et  'trtttioata  fueroat  diceotes:  Aut  cucubirtae  florem  aut 
cueubirtam;  aut  nuxrtem,  aut  vitam;  aut  ei  vitale  potie- 
mur»  aut  Deus  non  erit  Deus:  teutonice:  J9^y  sullen 
onsen  wil  vande  siadt  hébben^  of  God  en  sal  egheeti 
God  êyn;  wy  êulhnder  nu  doorslaen;  xoy  willen  nu 
Hrondt  ofi  eofèinek  weêen^  ridder  ofi  mersman.  Sed 
alternativorum  akerum  fuit  verum.  Deus  namque  man- 
sit  Deus  et  tenebriones  isti  stercorati  manserunt  in  ster- 
cx>re.  Cives  autem  Catholici  tota  nocte  illa  strenue  vi- 
gilabant,  tam  inter  privatos  parietes,  quam  in  publicis 
vigiliis,  Domino  Deo  interim  custodiente  civitatem. 

Libet  hic  recensere,  quod  in  libello  accusatprio  contra 
dictum  dominum  pastorem  exhibito  per  ejus  adversarios, 
nimirum  consistorialesy  praesertim  aliquot  judices  seu  sca- 
binos  et  signanter  per  magistrum  Reynerum  Sverswyn, 
magistrum  Gerardum  a  Deventher  cum  consortibus,  con- 
clusum  erat  mere  criminaliter  ad  decapitationem  et  cou- 
fiscationem  bononun. 

Die  vero  decima  quarta  Aprilis  consilio  malignantium 
congregatOy  dictis  .sdlicet  judicibus  seu  scabinis  una  cum 
ipso  I«okeren  et  aliis  multis  ex  consistorio,  in  domo  cl« 
vica  in  camera  vulgariter  dicta  often  G(\ffely  et  cuticula 
bene  per  eos  curata  vinoque  cerebro  incalescente.jusse- 
runt  ad  se  coram  tribunali  accersiri  ac  sisti*  eundem  do- 
minum pastorem  sub  horam  noctis  nonam,  postquaiu  sci- 
licet  tam  teomlenti  potuque  obruti  essent,  ut  eorum  lu* 
dibriis  calumniis  et  scommatibus  responderet.  Quaenam 
est  ista,  obsecro,  via  justitiae  et  modus  procedendi,  ut 
reus  insons  de  nocte  sistatur  cogaturque  respondere  co- 
ram   tribunali,  sedentibus  judicibus  sontibus   tfciodianis 


Digitized 


by  Google 


—  462  — 

partialibus  atque  capitaiibus  hostibus  sois?  Ad  iribunal 
interim  insoos ,  iniquum  temulentuinqtie  tempore  noctis 
praeter  consuetadinem  fori  moremqne  judicioram  rapitnr 
a  sonte.  Tenerunt  autem  bene  quinquaginta  nmnero  in- 
8tar  canum  rabidorum  ex  schola  digladiatoria,  eo  tem- 
pore vigilias  agente,  ad  aedes  domini  praetoris,  postn- 
lantes  ipsum  dominum  pastorem  captivmn  ad  tribcmal 
scabinonim  sisti  sive  vivnm  sive  mortunm.  Yeram  ipse 
dominns  praetor  tnrbae  Judaeorum  tale  responsum  dedit: 
non  est,  inquiens,  modo  tempus  pro  tribunali  sedendi. 
lUis  autem  ita  sermonibus  invicem  conserentibus ,  super- 
venenint  cives  in  magna  copia  instar  imbris  repente  ruen- 
tis,  qui  dictam  turbam  et  colluviem  nebulonmn  dissipa- 
Terant.  Quid  plura?  Gonclusio  dicti  concilii  erat  talis: 
quod  eundem  dominum  pastorem  innocentem  insigniter 
illusum  ludibriisque  indignissimis  conviciis  et  opprobriis 
necnon  dicteriis  scommatibus  et  apophthegmatibns  escep- 
tmn  et  fatigatum  remisissent  ad  aedes  praetoris  et  in  Tia 
ex  insidiis  per  dictam  catervam  latronum  vita  privassent. 
Sed  consilia  sua  pessima  excogitata  non  potuerunt  sta- 
bilire. 

Sciendum  autem  est,  quod  eadem  die  decima  quarta 
ipse  magister  Reynerus  scabinus  seu  judex  surgens  ex  sede 
seu  cathedra,  in  qua  pro  tribunali  sedebat,  fecerit  se 
partem,  sustinens  scilicet  partes  accusatoris,  eumdem  pas- 
torem de  multis  accusando.  Qui  interrogatus  a  civibus 
adstantibus,  cujus  nomine  et  auctoritate  se  partem  face- 
ret,  nempe  accusatorem?  Respondit  se  hoc  facere  ex 
parte  et  nomine  civitatis.  'Illis  autem  petentibns  videre 
procuratorium  et  commissionem  civitatis,  respondit  se  non 
babere  procuratorium  aut  commissionem,  sed  se  id  facere 
nomine  uxoris  et  prolium.    Quod  sane  responsum  fuit  ad- 


Digitized 


by  Google 


„  463  — 

modiun  ridiculum  et  ironice  factum.  Imo  idem  ille  ma« 
gister  Reynenis,  senex  infatuatus  et  ^nveteratus  dierum 
malorum  enormes  tune  temporis  blasphemias  efiudit  in 
venerabile  sacramentum  eucharistiae  sub  hac  verborum 
forma  y  vemacnlo  sermone  concepta:  Het  is  eenen  meel' 
god  ende  den  paetoir  ie  eenen  tneelgod^eter;  hy  ie  eenen 
ziellen  moorder.  Et  alias  similes  blasphemias  ex  im* 
puro  stomacbo  evomuit. 

Antequam  autem  ad  ulteriora  via  regia  procedamus 
praemittere  libet  horribile  quoddam  ac  detestandum  ne- 
faodumque  respoosum  consistorialimn  sive  Gueseorum , 
quando  eis  aut  alicui  eorum  a  Catholicis  pia  fit  mozutio 
et  commemoratio  vel  mortis  vel  extremi  judicii  aut  poe- 
uarmu  ioferoalinm  ceu  justitiae  diyioae.  Qui  statim  in 
verba  ista  impia  satis  proterve  proruunt:  Aurigae  curam 
omnem  committimus,  teutonice:  Vy  laeten  den  voirman 
eorghen^  flocci  scilicet  &cieDtes  pias  ac  salutiferas  ad- 
moDitiones,  plane  immemoret,  quod  auriga  snbinde  solet 
cumim  snbvertere. 


GAPÜT   IfORüH. 

Consequenter  die  quarta  Maii  Theodoricus  Arnoldi  ju- 
nior praeses  iosignium  jndicnm  sen  scabinorum  superius 
memoratomm  yenit  eques  in  ciyitatem  Buscoducensem  spi» 
rans  mendaciorum,  minantm  et  caedis  in  Catholicos  seu 
Papistas,  secum  adferens  ingentem  sarcioam  litterarmn  et 
placetorum  fako  fabricatonmi  contra  tractatam  pacis  in- 
stantis,   qiiam  modis  omnibus  c<Hiabatur  cum  suis  com- 


Digitized 


by  Google 


—  464  — 

plicibus  sistere  ac  impedire.  Petiit  autem  tune  temporis 
et  quinta  die  sequente  unionem  civitatis  cum  HollaDdia, 
Zelandia  et  Gelria,  provinciis  unitis  et  confoederatisy  neo- 
non  sub  liga,  ut  vocant,  eustentibus ,  contra  tractatum 
instantis  pacis.  Petiit  nlterius  multas  esactioues  aliaque 
quam  plurima  in  grave  praejudicium  civitatis  et  pacis. 
Verum  litterae  praedictae  fuere  per  civitatem  Catholicam 
rejectae  tamquam  suspectae  falsoque  fabricatae,  ima  cum 
unione  proposita,  tamquam  civitati  et  paci  praejudiciales. 
Terissünum  enim  est  quod  vulgo  dici  oonsuevit»  unionem 
scilicet  et  pacem  Religionis»  teutonice:  <len  Religiom 
vrede  j  esse  armeota  Gueseorum  sive  baereticorum,  teuto- 
nice: dartelery  der  Guezen. 

•  Hoc  tempore  quidam  Jodocus  de  Bie  unus  ex  coosis- 
torialibus  extruxit  de  consensu  duntaxat  dictorum  sca- 
binorum  seu  potius,  scabiosorum,  magistri  Reyneri  Evers* 
vryn,  magistri  Gerardi  a  Deventher  et  aliorum  consisto- 
rialium  similis  farinae  et  scabiei  hominum  pontem  lig- 
neum  levis  materiae  prope  portam  Hynthamarensem,  fa- 
cieus  ulterius  foramen  magnum  in  muro  civitatis  causa 
vehendi  carras  seu  bigas,  uti  asserebatur,  per  illud  ip- 
sum  foramen  ad  usum  munitionum  ac  fortificationum  ci- 
vitatis. Givitas  autem  olfaciens  fucum  ac  fraudem ,  des» 
truxit  subvertitque  ilico  pontem,  recenter  positum,  oc* 
tava  die  Maii  et  foramen  violenta  armataque  manu  ob- 
struxit.  Quod  siquidem  foramen  seu  potius  cicatrix  fo- 
raminis  vocatur  in  hodiernum  usque  diem:  Foramen  apia- 
rium»  teutonice:  BieSn  gadt,  Adeo  quod  utriusque  et 
pontis  et  foraminis  finis  ab  origine  pependerit.  Sub  illo 
namque  praetextu  et  velamento  existimabant  consistoria- 
les  isti  militem  externum  in  civitatem  intromittere.  lUa 
namque  eorüm  et   mens  «rat  et  propösitum.    Miles  vero 


Digitized 


by  Google 


—  465  — 

intromitteodus  ea  de  causa  venerat.  et  coUocatus  erat  in 
patria  H^esdana  et  in  Looga  Platea,  nempe  in  Wael- 
wyck  et  Draenen,  trecenti  scilicet  equites  cum  aliquot 
peditibus.  infimae  faecis,  capitalibns  homioibus.  Qui  c^- 
nentes  se  spe  sua  frustratos  et  delusos  recesserunt  proti* 
nns,  foetore  relicto  more  diabolico.  Patet  hoc,  nam  plus 
qiiam  belluina  ferodtate  laverniones  isti  facinorosi ,  ter 
qnaterque  patibulo  suspendioque  digni  in  miseros  rusti- 
coB  desevierunty  terribilem  immanitatem  et  crudelitatem 
in  eos  exercentes,  quos  nefandis  tormentis  affecerant. 
Mulierem  namque  qnamdam  collo  laqueo  constricto  per 
aqnas  traxeront  ejusque  prolem  a  longe  sequentem  muU 
tmnque  plangentem  pugione  alyo  dissecto,  trucidanmt, 
intestinis  in  terram  effnsis.  INcti  autem  Nerones  spera- 
bant  civitatem  Gatholicam  intrare  tanta  cmdelitate  armati. 

Die  vero  undecima  Ifaii  babitnm  fuit  consilium  per 
dictoa  consistoriaies  in  yico  dicto  Op  Dueteren  prope  et 
extra  portam  diyi  Joannis  evangelistae  in  domo  ibidem 
collapsa  Henrici  Michaelis.  Venit  autem  nocte  illa  dnx 
quidam  militum  cognominatus  Bontman,  impius  Antio- 
chista  in  pagum  de  Engelen  una  cum  trecentis  peditibus, 
impia  hominum  collu?ie.  Quo  tempore  et  totidem  simi- 
liter  pedites  yenerunt  in  pagum  de  Berlecom,  qui  altera 
die  propius  accesserunt,  nimirum  in  dictum  vicum  Op 
Dueteren,  et  in  pagum  nuncupatum  Opte  Dunghem,  spe- 
ranles  sibique  pro  certo  persuadentes,  jactilantes  et  ascri- 
bentes  intromissionem  in  civitatem,  canentes  scilicet  trinm- 
phum  ante  victoriam.  Quibus  duobus  diebus  praedictis 
inita  fuere  consilia  funesta  per  dictos  consistoriaies  prae- 
sertim  in  aula  episcopali,  ubi  multiformes  insidias  et  la* 
queos  absconsos  struxerunt  et  posuerunt,  multUarias  pro- 


Digitized 


by  Google 


—  466  — 

ditiones  concoepeiaiDt. .  Usqiie  adeo,  quod  si  umquam  an- 
tea  nuDc  maxime  in  coDtinuo  motu  et  labore  ftierunt,  Pa- 
ptatis  seu  Catholicis  necem  civitatiqoe  perniciem  machi- 
nantes.  Civitas  autem  eadem  die  duodecima  voce  tympa- 
nistae  proclamari  fecit  circa  undecimam  horam,  ut  omnes 
exterDi  milites  ciyitatem  exirent  et  extra  eandem  sese  mox 
reciperent  ante  doodecimam  horam  sub  poena  corporalis 
pnnitionis:  directis  snnul  literis  ad  dictum  Boutman,  ut 
cum  suo  milite  e  Testi^  recederet,  alioqui  oiyitas  sciret, 
qoidnam  de  eo  a^e  habevet,  qui  postera  die  mane  re- 
cesait. 

Postea,  die  decima  quinta  et  decima  septima»  exhibitae 
fuerunt  civitati  diversae  respecUvae  literae,  per  dictum 
l4okeren  et  consistoriaks  sive  diabolistas,  a  quo  nescio 
Abimelech  totius  mali  artifice  ac  architecto  directae,  con- 
tineotes  exactionem  centesimi  denarii  et  admissionem  prae- 
sidü  militaris  externi  saltem  tempore  nc)cessitatiS|  vel  in- 
praesentiaram  in  pauco  admodum  numero,  nimirum  quin- 
quageoario. 


CAPUT   ÜBGOIVH. 

Postmoduin  secunda  die  Junii  de  nocte,  qua  vigiliae 
habttae  fuerunt  per  sckotam  digkdi«toriam  appropinqua- 
verunt  Guesei  sire  milites  externi,  aeilioet  Joannes  Bacx 
assertus  gubernator  Huesdanus  seu  potten  praefectns  arcis 
Huesdanae,  quam  vulgo  vocant  casteUanum,  una  cum 
suis  consonibus,  et  eonifplicfbus,  proditor  civitatis  paler- 
nae  vocatua  per  coflsistoriüm  Bnscoduceuse  extslimansque 


Digitized 


by  Google 


—  467  — 

ea  Docte  jeendem  civitatem  intrare,  el  occnpare  cum  rao 
fhigiperdartim  coettt«  Terum  tota  illa  nocte  strictissiinae 
vigiliae  per  cives  habitae  faenmt;  catervatim  ac  mani- 
polatim  plateas  omnes  civitatis,  fnoenia  stmul  et  portas 
eircQtneuntes. 

Postera  autem  die,  quae  erat  tertia  hnjns,  tanta  fiiit 
conif&otio  et  tnrbatio  in  ciritate,  qnalis  hactenns  num- 
quam  visa  furt  dimilis.  Cives  omnioo  ▼oluerant  portas 
civitatis  ckttdt,  e  contrario  schola  digtediatoria  voluit  eas 
manere  apertas,  quae  promiscue  intromittebat  qnoscnm* 
qne  sine  discrimine  et  absqne  delectn  Gueseos  extemosy 
homines  scilicet  ter  quaterque  capitales  in  pago  De  Don- 
ghen  et  Yngcht  existentes.  Tandem  cives  violenta  arma- 
taque  manu  (nrnic  serio  res  agitur)  clausenmt  primo  poi^ 
tam  divi  Joannis  idque  ante  prandinm.  Postea  a  meridie 
Tughtensem,  invitis  dentibus  ejusdem  scholae.  Toto  tem* 
pore  illo  pomeridiano  et  altera  die  usque  ad  laudes  di- 
vae  virginis  Mariae  clausa  mansit  ecclesia  cathedralis  al»* 
que  pulsu  ullo  campanarum  et  officio  divino;  coosistoria- 
les  autem  praedicti  eadem  die  prima,  secunda  et  tertia 
Junii  tanquam  rabidi  canes  cursitaverunt  per  plateas  as* 
pectu  truci  quemlibet  obvium  Papistam  torve  asptcieutes, 
quasi  eum  vivum  cum  pelle  et  came  diglutire  voluissent 
et  dentibus  discerpere.  Dicta  qnidem  die  prima  de  noete 
existimabant  se  fore  dominos  ac  magistros  civitatis.  Hora 
namque  secunda  noctis  intemi  Gneser  sive  oonsistoriales 
conabantur  futurae  iatromiasionis  sive  introitus  fodicram 
sive  signum  dare  extemis  Gueseis:  sed  misere  fmstrati 
ftiere  opinione  soa  ob  strictas  custodias  civium,  quibus  rei 
gerendae  occasio  eis  praecisa  erat:  extemis  vieissm  Gne- 
seis  signum  foris  facientibns  ignitum,  teotonice:  êm  mer 


Digitized 


by  Google 


—  468  — 

iê0cken,  per  ioceDdium  cujusdani  ttigurii  conuniuiiter  dud- 
ciipati:  Spyckêr4  hut  ie:  ipsa  ineridie,  prand^tibuBque 
ovibiis  factum.  Die  vero  tertia  praedicta  nocte  veaientes 
coDsistoriales  ab  excubiis  intraverunt  recta  aulam  episco- 
palem,  ubi  in  prato  et  horto  manseruot  tota  iUa  nocte 
us({ue  ad  quintam  horam  pomeridianam  sequentis  diei, 
strictissimas  eicubias  agentes  ob  metum  et  futurum  «s- 
sultum  civLum.  Dicta  autem  hora  quinta  coacti  fuerunt 
recedere  potu  metuque  obruti  atque  sepulti.  Usque  adeo 
quod  ebrietatis  certnm  specimen  et  testimonium  dederint 
exhibuerintque  tam  in  prato  praedicto  et  planitie  quam 
publica  platea,  ubi  respective  omnia  ante  et  retro  turpi 
Yomitu  defoedarunt. 

Nunc  ad  externos  Gueseos  sermonem  dirigamus.  Qui 
obsidentes  ciyitatem  professi  publioe  fuerunt  sese  vocatos 
esse  a  consistorio  Buscoducensi,  bene  tribus  diversis  suc- 
cessive  vicibus,  sed  se  qualibet  vice  semper  fnistratos  esse 
spe  sua  et  opinione.  Consistoriales  igitur  sive  sjnagogis- 
tae  intelligentes  se  baud  posse  voto  potiri,  invenerunt 
moz  aliud  medium  proponentes  et  petentes  a  civitate,  ut 
papae  seu  sacerdotes,  qui  non  babitassent  integro  anno 
in  civitate,  eandem  exirent.  Sed  e  vestigio  rejecta  fuit 
improba  eorum  petitio.  Tune  postularunt  juramentum  ab 
illis  praestari  fidelitatis  armis  depositis,  deinc^  baud 
assuipendis,  nisi  cum  consensu  et  beneplacito  centurionum 
'  seu  capitaneorum.  Hinc  satis  superque  intelligi  potest  se- 
ditiosuft  spiritus  «onsistorialium.  Notandum  autem  est  quod 
symbolum  sive  signum  istorum  Gueseorum  erat:  Bonus 
oomitatus  fixus,  Gallice:  ban  convoy  Jise.  Sed  male  ce* 
cidit  alea,  teutonice:  D&n  bot  vxu  vergalt.  Postremo 
scieadum  est  ad  petitipnem  et  instantiam  consistorii  Bus- 
coducensis  factas  fuisse  preces  sive  oratipnes  in  oppido 


Digitized  by 


Google 


—  469  — 

Graviensi,  idque  pro  felici  successu  conatus  incoeptique 
irapii.  Adeo  qnod  ad  effectnm  illitia  instituti  fuerint  tres 
dies  festi  per  pseudopraedicantem  Graviensem,  quibus  fe- 
riare  et  orare  deberent.  Qoid  mvlta?  CoDtigit  quod  mu- 
iier quaedam  Graviensis  istis  diebus  deprebensa  a  consis- 
torialibus  in  opere  manuali,  colo  assidens ,  filaque  ducens 
et  interrogata :  Quare  non  feriaret?  Quaesivit  illacausam? 
Respondent  isti:  Ob  dies  festos.  Ulterins  qnaesiyitilla: 
Quisnam  hosce  festos  dies  institnisset?  Responderunt  isti, 
dicta  festa  institata  esse  per  praedicantem  sunm.  Amplins 
nralier  rogarit:  Quidnatn  ecmim  praedicans  esset?  An 
bestia  an  bomo?  Responderunt  isti  non  sine  stomacbo, 
bominem  esse.  Si,  inquit  illa,  bomo  sit  et  festa  institue- 
rit:  ergo  snnt  institutiones  bnmanae:  sunt  dogmata  et  man- 
dafSB  bominnm.  Yos  autem  non  irultis  observare  dies 
festos  ab  ecclesia  CSatbdlica  institutos  eo,  quod  sint,  uti 
asseritis,  institutiones  humanae.  Idcirco  nee  ego  vicissim 
Yolo  feriare  seu  vestra  festa  a  praedicante  vestro  bomine 
instituta  observare.  Oportet  enim  me  manibus  victum 
qnaerere  prolibns  meis  parvuHs.  Virilis,  me  Hercle,  ap- 
taque  responsio  mulieris. 

Retinere  baud  volui  ea  quae  contigerunt  die  quarta 
Junii.  Qtto  tempore  dictus  JLokeren  fuit  supra  modum 
pudore  sufiusns  per  ipsos  Catholicos  cives  et  praesertim 
Hermannum  Golen,  qui  ei  dixit  ad  barbam  (saltem  puto 
enm  barbatum  esse)  in  domo  civica  baec  verba:  Tu,  in* 
quit,  gubemator  cum  esse  velis,  qualeni  te  ipsum  jacti- 
tas,  si  scires  quisnam  fecisset  gladium  tuum,  quem  ad 
latus  portas,  merito  puderet  te  eundem  gestare.  Quia,  in- 
quit, bomo  stupidtts  eum  fabricavit.  Quaerit  ille  causam. 
Quia,  ait,  gladius  tuus  ab  altera  parte  stupidus  est  et 


Digitized 


by  Google 


—  470  — 

ab  altera  scindit.  Ab  altera  quidem  scindit:  quia  adjuD- 
gis  te  alten  parti,  nempe  oonsistorio,  parti  siquidem  mi- 
aori  et  turpioii.  Altera  vero  parte  stupidus  est:  quia  op- 
pcmis  te  reloctarisqae  parti  majori,  eique  saniori:  scilicet 
tiïbas  ordinibiis  sive  membris  et  quatuor  coUegiis  sagit- 
tariorum  sive  jaculatorum  civitatia.  Et  alias  multas  god* 
fusiones  time  pm^MSSus  fuit  Sed  perfrictae  frontis  ille 
parvi  feoit  r^rehensiooem. 

Adhaec  die  oooa  Jimü  consistoriales  ieoerunt  sodo  sive 
clangore  tabae  et  praecoois  vooe  publicari  sub  poena  cor- 
poralis  puuitioDis»  ut  omoes  et  siaguli  papae  seu  sacer» 
dotes  extecni,  qui  iutegri  anai  8]Mitio  civitatem  Buscodih 
ceosem  boq  inhabitessent,  deberent  oomparore  ad  aedes 
gttberoatoris  LokereB^  ad  juFafidum  paoem  reUgioois»  len- 
üenice:  <nn  dtn  JReU^ions  vrede  U  tweeren.  Ne  scilicet 
reUgioDem  coDsistorialem  ullatenus  turbareni  nee  verbis 
nee  factis. 

.  Insuper  omittere  oolui  rem  jugiter  memorabilem,  quae 
contigit  die  vigesinia  prima  mensis  praesentis.  Qua  die 
quidam  ex  schola  digladiatoria  sepultos  fuit  more  Catho- 
lico  in  coemiterio  ecclesiae  cathedralis,  Dommatus  Antho- 
nius  filius  Petri  van  Doyenbraecken,  alias  Nalgat,  juvenis 
lobustiis»  parum  claudicans  in  alteram  parlem.  Qui  longo 
tempore  fuerat  auditor  falsae  praedicationis  Galvinisticae. 
Hic  in  eziremis  constitutus  fuit  conversus,  et  palinodiam 
erroris  aui  infausti  canens  jussit  ad  se  accersiri  sacerdo* 
tem,  nempe  dorainum  Petrum  Peelmaos,  cui  errata  nee- 
non  peceata  soa  sacramentaliter  confessns  fuit,  sumpto 
corpore  ChristL  Dici  vix  potest,,quot  contritionis  signa 
ab  eo  exhibita  foerint,  inter  caetera  in  baec  verba  corde 


Digitized 


by  Google 


—  471  — 

eoDtrito,  muitis  suspiriis  ex  imo  pectore  dedaclis»  proriun- 
pente:  Proh  dolor]  Quis  cacadaemanum  me  ad  hanc  sce- 
lestam  scholam  digladiatoriam  perduiit?  teutonice:  fFltai 
kêhche  donder  heeft  my  tot  de$e  schelmschoel  gebracht? 
addente  nkerius  hanc  publicam  professionem:  Bonnm  est 
et  >  suave  in  bac  novella  fide,  seu  potius  errore,  vivere, 
sed  malam  atque  amarum  est  in  ea  mori»  teutonice:  Het 
iê  goet  ende  suet  in  dit  nhieuw  ghehof  te  leoen^  moer 
het  is$er  quaet  ende  bitter  in  te  eterven,  promittente 
insuper  se  fatuniin  exemplar  ac  specnlmn  aliorum,  nee- 
non  nonnam  vivendi,  si  contiagereC  eum  pristtnae  sani- 
tati  restitui,  in  eadem  soilioet  revocatione  et  professione 
nsque  ad  extremiuii  vitae  spiritum  peneverante.  Consino- 
riales  antem  eC  qui  erant  de  schola  digladiatoria  recnsa- 
bant  cum  amicis  prodire  in  Ainus  eo  qnod  Catbolice  hk»» 
tnus  esset  et  sepulturam  elegisset  in  coemiterio  GatbeU» 
conim. 

Postmodom  yigesima  octava  Jnmi  manc  dbiit  magister 
Reynenis  Eyerswyn  scabinus,  qm  tempore  vitae  snae  f  uit 
bostis  eapitalis  ecclesiae  Romanae,  summi  pootificis  totins- 
que  cleri.  Mortuus  antem  et  sepultus  more  baeretico,  cni 
in  extremis  assidue  adfiiit  pseudopraeco  Jacobus  papa  seu 
sacerdos ,  licet  apostata  impius  Calvinista ;  adeo  quod 
coecns  coeco  ducatum  praestiterit.  Hujus  Rejneri  filius 
nomine  David  artium  magister  ac  J.  U.  baccalaureus  ado- 
lescens  multnm  generosus,  bonis  se  ubique  socians,  sem- 
per  constans  permansit  in  fide  Gatbolica  atque  ortbodoxa 
obedientiaque  regia^  band  volens  paternas  cautiones  ca- 
vere  eeu  patecoi  crimiliis  exempk  imitari. 

Die  vigesima  a(ma  hi^ns  raensis  habitns  ftiit  deleaiis 


Digitized 


by  Google 


—  472  — 

iniliüs  scholae  digladiatoriae ,  idque  ea  inteotione  et  fine 
ut  coosistoriales  essent  parati  in  annis  tempore  exhibiti- 
onis  quaruDdam  litterarum,  ad  eos  a  consistorio  Antver- 
piaoo  ab  ipsis  coryfeis  scilicet  sive  praefectis  militiaey 
qoos  vulgo  coronettos,  teutooice:  colonellen^  Crraeci  vero 
chiliarchos,  Romaoi  autem  tribunos  militum  vocant,  di- 
rectarum,  exspectantes  propterea,  metu  causante,  üicilio- 
rem  expeditiouem  et  executionem  earumdem.  Literae  autem 
praedictae  continebaut  unionem  fiendam  cum  Hollandia  et 
.  alias  multas  frivolas  et  exorbitantes  petitiooes  male  fun- 
datas.  Continebaut  praeterea  celerem  expeditiouem  et  obe- 
dientiam,  ut  scilicet  consistorium  urgeret  effectum  petiti- 
onum,  remis  vdisque,  quod  ajunt,  instaret,  ut  se  illis  ei- 
vit  as  conformare  vellet:  hocque  facto,  ilico  civitas  dirige> 
ret  literas  versus  Coloniam  ad  impediendum  retardandum- 
que'  conclusionem  pacis  instautem. 

Postera  die  scilicet  ultima  Junii  consistoriales  praedicti 
denuo  importune  et  impetuose  satis  urgebant  easdera  pe- 
titiones,  mare  coelo  miscentes,  eo  quod  die  praecedente 
nibil  actum  fuisset  ob  rejectionem,  repulsam  refutatio- 
nemque  petitionum. 


CAPÜT  imDECIHUM. 

Calendis  autem  ipsis  Julii,  nempe  pridie  visitati<mis 
beatae  et  intemeratae  Mariae  virginis  iuere  per  eos  peti« 
tiones  iteratae,  non  quidem  simpliciter,  sed  armis  vique 
armata.  Sciendum  autem  est  die  hac  certum  allatum  fuisse 
nuntium  de  violenta  expugoatione  trajecti  Mosae  et  con- 


Digitized 


by  Google 


'  „  473  — 

clusione  pacis  facta.  Qoae  res,  quodque  nuntium  incredi- 
bilem  eoram  insaniae  et  crudelitatis  causam  dedit,  maxi- 
mum furoris  incitamentum  praebnit.  Ob  qnod  oportebat 
eos  et  armis  extrema  teotare  et  Acherontem  movere,  nee- 
non  paci  totis  viribns  resistere.  Dicti  igitnr  consistoria- 
les  impii,  audito  hoc  nuntio  pacis,  magis  irritati,  magis- 
que  iodnrantes  cervices  suas,  ante  et  post  meridiem  hu- 
jus  diei  magistratum  ipsum  ad  receptionem  unionis  Tra- 
jectensis  praedictae  coegerunt.  Ultra  admissionem  vero 
eundem  magistratum  oomipulerunt  ad  publicationem  ejus- 
dem.  Publicatione  autem  facta,  necdum  satiati,  Toluerunt 
ampiius  Gatholicos  ipsos  constringere  ad  confirmandum 
unionem  hujusce  modi ,  mediante  jurisjurandi  religione. 
Qnod  ipsum  Catholici  facere  modis  omnibus  renüerunt. 

GoDsistoriales  itaque,  conscii  proditionis,  conspirationis, 
adeoque  scelestae  conjurationis  per  eos  triduo  ante  factae 
et  concoeptae,  plateis  juxta  forum  praesidio  mih'tari,  nem« 
pe  chirobombardariis  per  eos  prius  munitis  ac  formatis, 
coeperunt  proditorie  et  ex  insidiis  ipsos  Gatholicos  prae- 
renire  et  primi  bombardaa  suas  in  Gatholicos  ipsos  explo* 
dere,  idque  hora  quinta  pomeridiana.  Gatholici  rero  vi- 
dentes  se  proditos  traditionique  proximos  necnon  cuncta 
ferro  agi  proditorie  et  ex  insidiis,  acriter  cum  hoste  con- 
gressi  fiiere,  testa,  ut  ajunt,  collisa  testa,  domumque  ci-^ 
yicam  adeoque  fori  planitiem  armata  manu  occupavere, 
consistorialibus  vi  inde  expulsis,  multisque  interim  ex  utra- 
que  parte  partim  stratis  partim  vulneratis:  sciendum  au- 
tem est  quod  inter  Gatholicos  primus  resistens  sclopum- 
que  exonerans  fuerit  domicellus  Joannes  Gampen,  de  quo 
superitts  mentio  facta  est.  Gonsistoriales  igitur  in  fugam 
versi,  receperunt  ilico  sese  in  aedes  quasdam.  privatas  sus- 
G.  51. 


Digitized 


by  Google 


—  474  — 

pcctasque,  triduo  ante  per  eos  koo  refngii  ac  asyU  ad- 
hoc  destinatas  et  electias»  nempe  m  aedtt  Petri  Faess,  «d 
aedes  nuncupatas  in  de  GuUe  Poort  ^  ia  aedes  vulgo  dic- 
tas:  in  den  Reghenboghe^  qnas  tune  lahabUaiNit  gencr 
Jacobi  van  Gasteren,  sub  intersiguao  Quercns  vexUlite: 
easdem  aedes  tuDC  pede  volante  seu  MercuriaU,  int  ajuut, 
occupantes:  ex  quibns  super  e  labulatis  et  fenestris,  noe- 
non  ex  penariis,  denuo  coeperunt  prodttorie  jaculari  tor- 
meutaque  aerea  in  Catholicos  exonerare;    Pars  autem  ex 
planitie,  sive  coemiterio  conventus  Minoritamm,  simile  ex 
insidiis  faciebat,  qua  pianitie  loco  stadii  utebantur,  in  qao 
bombardas  onerabmt.  Catholici  vero,  praesertim  collegium 
jnniorum  jaculatorum  tune  temporis  Jn  domo  civica  et  ad 
portas  civitatis  ezcubias  agens,  una  cum  mnltis  ex  coUe- 
gio  antiquorum  balistariorum ,   teutonice:  d^oude  SehuU  ^ 
undique  affluentibus:  videlicet,  Joanne  filio  Joannis  van- 
der Steifben  junioref  magistro  Zegero  superius  nominatis, 
magistro  Leonardo  Yoss,  Petro  Sommans,  filio  Francisci 
Sommans  adolescente  ingenuo  pro  fide  Catholica  proque 
majestatfe  regia  et  patria  sua  propugnatore  strenuo»  in  vi* 
gilifsi^  excubiisque  civitatis  existente  ubique  primo  et  no- 
vissimoy  Waltero  Gelkens^  Godefrido  de  Louwe  Pbrygione 
sive  acupictore,  teutonice:  borduerwercher^  Georgio  van* 
der  Meer,  Lamberto  Stueters  ejusque  filio,  Reynero  de 
'Uaes,  Gerardo  vanden  Kerckhoff,  Adriano  van  Bugden, 
Henrico  van  En^eljen,  tribus  prolibus  Joannis  «n  den  Ry- 
der et  aUis  pluribus»  quorum  adventus  sic  fuit  ipsb  con- 
sistorialibus,  bostibus   capitalibns  conjuratisque,  maxime 
terrori,  tam  strenue  adeoque  viriliter  et  violenter  sese  op* 
posuerunt  et  conflictati  fueruut,  ut  ne  unus  quidem  ex 
schola  digladiatoria  sivje  consistorie  evasisset,  si  super  e 
fenestris  et  domibua»  ootnon  ex  peaariis,  prodïtorie  jacu- 


Digitized 


by  Google 


—  475  — 

lati  Doo  Msseal.  Qoid  multt»  morör?  Tandcsi  ipse  Lo- 
keren  tbti»  proditioois  et  sedkionis  scelestae  artifez  et 
auctor,  oertioK  scilicet  factus  a  nunigestario  suo  viotoriae 
instmtis  Mqm-  inoiioaiitia  ad  ipsos  Papistas,  proailiit  pede 
Iferciirialt  ififtiistoqne  midoqtie  capite,  necBon  ore  hiante 
pleoisqne,  quod  «jvmt)  buccts  clamans:  Pax!  paxi  o  stre* 
iiiii  cives,  paxI  teatonice:  O  vrome  horghtrê^  P^9*'  P^^^ 
ex  eodem  scilicet  ore  simul  calidiun  et  frigidum»  id  est» 
belliim  et  paoem  efflaas,  qui  prius  beHiiin  moverat,  dooc 
pacem  clamat.  Qoi  prins  iioatilia  exereuerat  cnin  suis 
oompliciliiity  modo  se  ipsmn  iaddiatorem  praebet  Gatho^ 
liei  antem'  ekiBdem  Lokeren  ita  clamantem  pteemque  etch 
pantem  menm  in  fiigam  verteniDt:  eondem.  inseqnentes 
ad  finem  iisque  plateae  vuige  nunoupatae  die  Cotfêr* 
êiroêêy  pfovolveiitem  se  ad  genua  expoaCulautemque  pa- 
cem et  mutunm  colloquiuiïi,  id  ipsum  et  caeteris  quoque 
oonairtdrialibas.  petentüms  necnon  reeeptni  oanentibus,  et 
laBdeia  subdnoeDtém  se  in-  domum  quaudam  privalaii. 
Adeo  quod  pugna  dirempta  ventum  sit  ad  colloquitttt 
mmunm.    Et  haec*  de  prióre  conflietu  diota  sint. 

Alter  autem  oonflictiis  faotos  fuit  paulo  post,  circa  yes- 
penam  hora  sciliaet  sepiimay  onjus  auctor,  occasio  et  causa 
fuif  qmdam  nomiiiattia  doauceUna  Nioolaus  Tladeracken, 
praefaetus  arob  Heellensis,  qui,  orta  jam  seditione  et  oive 
in  oivem  corrueaie,  yemena  ex  dicta  aroe  una  oum  sex 
▼el  aeptem  consortibus  suis  coosialoriaiibas,  renovavit  ptig* 
nam  semel  aopitam  sopitosque  susoitat  ignes»  cujus  in 
adventu  magna  est  rerum  coramutatio  facta.  Guesei  eoim 
cohsistoriales  existimantes  eiundem  Yladeracken  una  cam 
idgenti  copia  militis  extemi  portam  civitatis  intrasse  ex- 
cttbiasque  ibidem  trucidalas  ease,  rursus  instave  et  proe- 
liuüi  rédintegrare  caepOTunt:  'éwm^  viddioet  olaoiaBtea: 


Digitized 


by  Google 


—  476  — 

Ad  arma!  ad  anna!  £n  babemitt  recentefli  polhiin  Mar- 
tiiim  in  planitie  sive  acie,  ipsmn  Yiaderackeo  denotMi- 
tes,  teuionice:  Têa!  Ua!  aVarm!  aVarmi  siet^  toy 
hebben  eenen  voreeen  koen  int  perek:  pugna  üileriin 
magis  magisque  recradescente.  Persuasum  etcnim  aüii  ha* 
bebant  vires  suas  affatim  per  accessnm  ejns  auctas.  Sed- 
intelligemes  se  spe  frigida  tanaqne  fnistratos,  necnon  Ca* 
tholicos  ipsos  expiodere  torraenta  bellica  grandiora^  in 
foro  constituta,  snbito,  data  herba,  iteram  leceptni  ce- 
cineruDt,  parte  una  tei^a  Tcrtente,  altera  pacem  clamantef 
capite  nndato,  genibns  flexis  et  manibns  plicatis.  hter 
qnos  et  primns  fuit  ipse  Yladeracken,  qni  ad  genna  pro- 
voimus  pedes  ante  cujusdam  ingenui  adoksoentis  mul« 
tnmqne  animosi  nomine  Joanois  vander  Donck,  veniam 
praeeatns  fuft  et  misericordiara,  necnon  mortem  deprae» 
catus,  paoemque  manibus  conjunctis  imploravit.  Qni  in 
gratiam  fidemqne  receptns  una  cum  reliquis  oonsiatortt* 
libus  summopere  pudefactus  instar  canis  cauda  intra  cmra 
reflexa  recessit. 

Et  haec  hacteons  de  sectmdo  conflictu,  in  quo  multo 
plures  hinctnde  partim  strati  partim  vulnerati  fuerunt 
qttam  in  priore.  Licet  tarnen  longe  major  fuerit  nume- 
rus caesorum  sive  stratorum  et  sauciatorum  ex  parte  con« 
sistorialium  ;  qui  merito  fructus  adinventionum  suamm 
comedenint,  qutque  omnes  pro&tratos  suos  in  pugna  pe- 
dibns  arreptos  projecenmt  in  penaria  vicina,  quorum  ctt- 
davera  adbnc  vestita  clanculuro  per  suos  vespillones  noc- 
fumo  tempore  sepelierunt  seu  potius  in  fossam  quamdam 
amplam  ante  altare  divae  Annae  in  ecclesia  parocfaiali 
sancti  Jacobi  apostoli  praeparatam  praecipitarunt,  ne  scili* 
eet  numerus  caesorum  innotesceret.  Hinc  infiillibiliter  eog* 
noscitur  quam  réipuMicae  Chriatianae  pemiciosa  sit  schoia 


Digitized 


by  Google 


—  477   — 

ista  digladiatoria  ordinaU»  quam  alio  vocabolo  nomeD- 
claniBt«  pectQs  jnveoile,  et  haereticornm  istud  couoilia- 
bnlum  seu  consistorium »  torbaDS  ubique  et  inquietaDs 
Qorda  seu  pectora  seuiorum.  Idcirco  stulto  haud  pennit* 
teDdns  digitos  nee  pnero  gladius  juxta  comiDUoe  adagimn. 
Et  haec  hacteDns  de  utraque  luctnosa  palaestra.  Scien- 
dam  autem  est  concept^m  et  concIusioDem  oonsistoria* 
lium  io  dicto  cooflictu  foisse  hnjnsinodi,  ut  scilicet  primo 
strmto  eollegio  jaculatonim  sive  sagittariorum  janiorom  vel 
eo  in  iiigam  acto,  trucidassent  deioeeps  omnes  Papistas 
seu  Catholicos  cives  una  cum  ooiverso  dero,  et  turn  de- 
mum  civitate  spoliata  spoUoque  in  Holtandian],  la  vernam 
illam  foraicantem,  avecto,  militem  iidem  lavemione^et 
Argivi  fui<«8  extenmm  intromisissent. 

Postremo  operae  pretium  esse  duxi  pauca  scribere  de 
sphaerulis  tomeDtarüs  iosolitae  prorsus  formae,  quibus 
oonsistoriaies  isti  trusees  nsi  fueraot  in  cradeli  facto  isto 
proditorio.  Jaculabantur  namque  glandibus  sive  globnlis 
partim  rotundis  more  bellico,  partim  plumbo  plano,  ten- 
tonice:  plat:  pirtim  plumbo  in  modum  grandinis  mi- 
nntOy  teutouice:  haghel  gheschut;  partim  plumbo  qua* 
drato  seu  quadrangulari ,  teutouice:  viercantigh,  partim 
octangttlari,  teutonice:  me$  acht  catUen  oft  achtcantigh, 
partim  sphaerulis  chalybe  infuso,  ut  rectius  armaturam 
penetrarenty  partim  vero  jaculabantur  more  prorsus  inso- 
lilo,  sed  more  latrouum,  sphaerulis  scilicet  biuis  aeoeo 
fib  in  modum  eatenulae  torto  et  revoluto,  hincinde  con* 
nexis  combinatiscpie*  Quae  ardore  pulveris  tormentarii 
candescentes  expandebant  explicabantque  se  io  lougitu* 
dinem  semiuluae,  ut  scilicet  uno  ictu  trajicereotur  lae- 
derenturque  simul  plures  €atholict.  Bt  ut  in  summa  di- 
cam:  fioere  omnes.  sphaerulae  istae  veneuo  infecUe,  tcuto^ 


Digitized 


by  Google 


—  478  — 

nice:  gheveUt,  seu  potiQS  aliuuiie  et  alb  acsfuihonc 
spatio  prins  elixiitae.  Qoisy  obsecro,  audivit  «mqusat  ttk 
latrocinium  et  quis  vidit  hmc  sitnile?  Barbari  dod  tu 
aaeviuBt»  dod  sic  Torcae  ferociant  io  Chrtsttanos»  sicnt 
fecit  impia  Gohors  ista  Calvimstioa  in  Fapistas:  idqne  noo 
aperte  Marte  tnoreque  béHico,  sed  more  «todoque  tnso- 
litOy  arte  diabolica.  Sed  nihil  eis  adinTentionea  snae  pro- 
foerunty  quamn  fructus  ntique  comedemnt  contra  ati- 
mulnin  calcitrantes.  Imo  deficiënte  eis  pulvere  tormenta- 
rio,  coacti  fnere  turpiter  desistere  et  receptni  canere.  Qui 
qnidem  defectus/si  Gatholicis  innotuisset  cogaitosque  prabe 
fuisset,  ne  unus  piocul  dubio  vivus  evaaisset  Numerus 
antem  opponentium  sive  resistentium  ex  cdUegio  jacola* 
tonim  juniorum,  exceptis  aliia  superius  nominatis»  fuit 
sezagenarius'  vel  circiter.  Numerus.  v«ro  consistoriaiium 
conjuratorum  fuit  quadringentenarius  aut  ettoiter»  eKoepta 
latente  appendice,  et  haec  bactenus  de  iitroque  oonfibtu 
obiter  dicta  suffictant. 

Figura  fili  aenei  in  modum  catenae  ooatraoti  est  taJUa: 


Figura  vero  fili  explicati,  globulis  utriinque  pendenti- 
bus  est  ejusmodi: 

Non  taedet  autem  bic  obiter  recensere  catalogum  Ga- 
tholicorum  vulneratorum  tam  in  priore  quam  aeciindo  ooo- 
flictu;  de  quorum  numero  fuere  Hermannus  Ooien,  Gode- 
fridus  de  Louve  acupictor,  Theodoricus  van  Lieshout  ^i«x- 
illifer,  Joannes  vander  Donck,  domibellus  Joannes  Cam<- 
pen,  Joannes  vanden  KeroholBr,  Theodoricus  Joanois  kni* 
fex,  Remboldus  Tuellingb,  Hubertus  Joppen,  iifgidiiis  fi- 
lius  Henrici  Wouterss.,  alias  Jonehir  Salm,  msgèter  Leo- 


Digitized 


by  Google 


-  419  — 

nardns  Yoss,  MurtiDUS  Poelmaiis  et  multi  alii,  quornm  ao- 
mina  hic  brevttatis  causa  omkto.  De  numero  occisorum 
tam  in  priore  quam  secundo  conflictu  fnere:  magister  Wal- 
terus  Zoomers»  magister  fetrvs  van  Beeck  rector  scholae, 
magister  Guilhelmus  yander  Schout,  Joannes  Bvetkens» 
Godefridus  van  Stryp»  unns  cognominatus  Pruieêêken  et 
alii  multi,  quorom  nomina  nimiae  prolixitaiis  vitaadae 
ergo  studio  practereo. 


GoBsequenter  die  secunda  Julii  o(xisi8toriales  praedioti 
denuo  ac  iterato  proposuerant  civitati  unionem.  Quae 
eivitas  petiit  sïIm  ediiberi  dictam  unionem  per  aiticulos 
in  scriptis,  ut  dosuper  meKus  valeret  et  deliberare  el 
respoftdere.  INlatmi  antem  negodum  fuit  in  sequentem 
usque  diem,  sciiicet  tertiam  JulK.  Sffectus  autem  prae- 
cipuus  dictae  pemiciosae  execrabilisque  unionis  fuisset , 
expulsio  cleri  et  retnrdatio  rejectioque  pacis  abeque  uUa 
aooeptatione  futura. 

Szprimi  verbis  et  calamo  scribi  vix  potest  concursus 
consistorialium  factus  die  prima ,  secunda  et  tertia  bujus 
mensis  ad  migrandum  resque  suas  componendum  vehen- 
dumque  ad  navigia.  Sufficiens  copia  navigiorum)  plaus- 
trorum^  bigamm  et  monotrochiorum,  c^erariorum  et  nau- 
tarum  baberi  non  potuit,  ad  avebendum  res  coropositas, 
cistas  et  sarcinaS)  quae  passim  et  festinanter  admodum 
necnon  cursorie   in  navigia   praecipHabantur.     Muliei'es, 


Digitized 


by  Google 


—  480  — 

indutae  multiplicatis  vestim^ntis  melioribos,  oertaiim  ac 
pugDanter  ad  dicta  navigia  volitaverunt  una  cum  grege 
prolium  more  hirundinum,  Eodem  modo  tune  tumultu* 
atum  fait  et  cursitatum,  quo  tempore  primitivi  Guesea- 
oismi  ultra  tredecim  annos.  Namcpie  a  condita  civitate 
non  Aiit  angustia  tanta  in  eadem»  quanta  fuit  dictis 
diebus  et  quarta  etiam  die  sequente. 

Dici  etiam  non  potest  verbis  ueo  lingua  fart ,  quot 
moDstrosa  genera  proditionum,  conspirationum,  doli  atque 
fraudis,  necnon  machinarum  pessimarum  atque  adinTeo- 
tioDum  fuerint  eo  tempore  excogitata  per  dictos  semipen- 
dulos  consistoriales  idque  eo  fine,  ut  externus  miles  ap- 
tius  admitti  potuisset,  nunc  volentes  unionis  publicatio- 
nem  fieri,  modo  falsas  litteras  exhibentes  per  pseudove- 
redarios  subornatos  tune  temporis  promiscue,  more  gracu- 
lorum,  gregatim  undique  advolantes  et  avolantes.  Nunc 
mille  rumores  falsos  spargentes,  sine  numero  modoque 
et  forma  monstrosos  nimis  portentososque,  absque  capite 
et  cauda,  scilicet  fabulas  Guesicas,  teutonice:  Guêsenclap. 
Eloqui  non  potest  lingua  nee  calamus  scribere,  in  quan* 
turn  potestas  tenebrarum  hoc  tempore  tumultuata  fueric, 
in  quantum  portae  inferi  una  cum  ipsis  Tuicis  infernali- 
bus  insanierunt,  sacra  miscentes  prophanis  et  ima  sum« 
mis.  Machinamenta,  adinventiones,  impios  conatus  et 
mille  artes  fraudesque,  quis  mortalium  excogitare  similes 
posset? 

Deinde  die  quarta  iterum  petita  fuit  per  ipsos  consis- 
toriales admissio  militis  extemi,  nempe  duorum  v^illo* 
rum,  natione  Hollandorum,  id  ipsum  importune  satis  pe- 
ten tes  et  urgentes,  instanter,  instantius  et  instantissime  ab 
omnibus  (K)llegiis  jaculatorum   et  truncis,  seu  vicis,  teu* 


Digitized  by 


Google 


—  481   — 

tonice:  blocken  ofte  wychên^  sea  potias  vicanis.  Qaae 
collegia  una  cum  vicis  sive  tnincis  vocata  ooram  suis 
respective  dacibus  sive  capitaods  ad  respoodendnm  pro- 
positioni  eommdem  coDsistorialium  quoad  admissionem  mi« 
Ihis  externi  per  dictom  Lokeren  et  consistoriales  ex  op- 
pido  de  Briel  vocati.  Dederaat  nnanimiter  responsmn 
oegativiim ,  sed  se  gandere  veile  libertate  sna  et  iniinii- 
mtate.     Siraüiter  responsmn  fait  die  quinta  et  sexta  die. 

Consequenter  die  septima  ipsa  tria  membra  civitatis 
coegernnt  dictum  Lokeren ,  ut  statim  procuraret  reces» 
sum  dicti  miUtis  externi»  tune  temporis  appropinquantis 
ciyitati ,  una  cum  Joanne  Bacx  asserto  praefecto  arcis 
Huesdanae,  prout  hoc  ipsum  per  eum  tune  procuratum 
fuit.  Quid,  quaeso,  aliud  quaerunt  consistoriales  isti  Gue* 
sei  et  Hollandi,  quam  perditionem  civitatis?  Ut  eam  fa- 
ciant  scabellum  pedum  suorum  et  communem  camifici- 
nam:  ut  inde»  inquam,  faciant  speluncam  latronum  et 
columbarium,  necnon  conventiculum  haereticorum  et  de* 
nique  eandem  darènt  in  direptionem  et  in  pcaedam. 

Yeniamus  nnnc  demceps  ad  ea,  quae  gesta  fuere  die 
octava,  quae  dies  merito  creta  vel  alba  linea  notanda 
venit.  Fuit  autem  dies  Mercurii.  Hunc  Mercurium  tune 
temporis  dicti  consistoriales  seu  schola  digladiatoria  in 
pedibus,  qnod  ajunt,  habuerunt»  id  est,  fugae  se  man- 
darunt»  calcaneos  osten tantes,  honeste  quodammodo  solum 
vertentes,  partim  ob  decoctam  creditoribus  pecuniam,  par- 
tim ob  enormia  laesae  scibcet  majestatis  tam  divinae  quam 
buraanae,  necnon  perduellionis  crimina,  una  cum  tribus 
vesanis  psendopraeconibus  Galvinistis,  scilicet,  Jacobo, 
Joanne   et  Gaspare  Mercurialistis ,    hominibus  effeminatis 


Digitized 


by  Google 


482  — 

et  woratis,  multaque  prole  dotMs.  Tioor  namqiis  et 
tiemor  eo»  inrêaiL  Hae  die  laquens  «oncriius  fiiit  et  Pa- 
pistae  siTe  •Gatiholtci  liberatt  faevunt 

Snbita,  aie  Herde,  fait  haec  miHalio  dexterae  exoebi» 
<{«t  BiïraciiloM  populum  suam  UèeniTk,  idqoe  per  £er- 
veotes  preces  et  jejuoïa  bcoioruiD.  Ulad  enim  oertom  est» 
quod  non  nisi  omtioae  et  jejunio  «jectum  fuerit  in  digilo 
Dei  geons  iUud  daeoMniorum.  Pridie  qnidem  dicta  soe* 
lesta  schola  digladiatoria  susque  deque  tumoltuaverat,  coe- 
kun  et  terram  neonon  sacra  praphanis  insoenda.  Imo 
et  eadem  Itac  ipsa  odava  die  praadioatum  adhic  fnerat 
per  dictoa  psendopraeoones  in  saodlo  dirae  Annae,  andi* 
toriomqne  miraDdnm  in  modum  tune  animatnm.  Ibqne 
adeo  qnod  post  finem  psendopraecationis  fnerint  p«Ui« 
catae  oono  tympani  integrae  Tigiliae,  ea  nocte  per  inte- 
grnm  acilioet  veKiUnm  scfaolae  gnsden  iuübendae.  Modo 
antem  aese  in  ftigam  ultro  convertunt. 

CÜvitas  coDgregata  eadem  hac  die  viduit  imprimis  et 
'ante  omnia  cassari  et  anDuUari  nnionein,  per  magistra- 
tum  mane  propositam  a  snboraato  ac  üAao  dnce  .militnm 
sen  pseudocapitaneo,  fingente  se  venire  ex  parte  civita- 
tb  Trajectensis,  deinde  voluit  oassati  et  lacerari  vexil- 
kon  schobte  digladiatcriae ,  tertio  voluit  ut  ecoinctoratis 
neotericb  seu  novellis  ducÜKis  militansi  aen  capitaneis  in- 
trusis,  restituerentur  in  pristinum  s^tum  et  locttoi)  an- 
tiqni  dnces  prius  legitime  eleeti  et  ordinati.  Qoae  tria 
ciyitas  praedicta  fieri  vokut  pede  stante,  at  ajnnt  et  e 
ycstigb  ainqne  ulk  nora,  pront  mox  eadem  ad  effectnm 
dednota  faeraot  Qno  teBq>ore  «t  unas  ex  judicibos  sea 
scabinis,  nimimm,  magister  Gerardns  a  Deventhert  ab 
inennabilis  haereticus  ooactus  fint,  metoa  cmoiatu  praa- 
sus,  se  tpsum  ex  domo  ctvica  siibihicere  et  «iviutem  an« 


Digitized 


by  Google 


—  «M  — 

pltus  mliMpwre»  to  qnod  a  CiMholiois  «i  improjicrMCtur» 
quod  esaet  arobitectnsy  JNictor,  artifex,  tknc  et  imtesi^ia* 
BUS  lotiuB  proditioiiis,  flmnis  factionis  et  aeditwois,  'Oee* 
BMi  craddis  Ibtrocïaii  ac  stragis,  octara  abUnc  die  fko- 
tae  w  plaoitie  fori.  Hunc  dncein  factionis  suaka  alias 
quidam  soaUotu  seoatns  foit,  aves  <nim  coocoloves  Jibco» 
ter  Toknt  una,  «mnis  venabidoque  in  dooou»  civiGa  D^f>- 
tis;  secnti  f«ere  hos  moK  oouiea  oansiatoriales,  licet  mm 
siDguli,  fugam  arripieDtes  utrinsqut  sexus  aenwrim  cmn 
jnaiionbus,  partin  aemata,  partini  ioermes,  quae  ipidein 
Aiga  dnraTit  «sqae  ad  ooclusionem  portarmn  oiritatia 
INci  Iiaud  patest,  qnaotus  fuerit  uodique  concnrsus  et  eti* 
oumis  ioicar  aqvae  efftisae.  Dici,  inquam,  noH  poèest, 
qvaatns  plofatvs  fiierit  nbique  et  nlidatiis  tam  a  senio* 
ribus  qnam  jimioribiis.  Omnes  antem  metu  premeotie  ifii* 
gkbant,  non  obstante  nee  eoa  remorante  edicto  piiUieo, 
mane  pro  rostris  promulgato  de  libero  tatoqne  reoessa 
et  reditu  etiam  cum  bonis  sïve  fovtunis,  oflomi  aemota 
eompiilsione  ac  rL  Satis,  me  bercle,  mirart  nequeo  i^ 
tam  tam  snbitam  mntationem.  Ipsa  siqnidem  prima  die 
Julij  moliebantHr  civitatem  debellare  et  expugnare  mamis> 
que  snas  in  sanguine  Papistaram  lavare,  nnnc  yeio  ia 
ipsa  Ootaya,  tentooice:  in  d*Ocia$ff^  fogimit  lavemiones 
isti  levipedes  nemine  persequente.  Consistoriales  autem 
«en  scbola  dsgladiatoria  twic  tcnporis  secmn  aspoctavit 
veoLiUnm  sunm  palo,  seu  pertica»  relictOy  tentonice:'  étn 
stanghy  qnem  Gatbolici  tune  in  mille  partes  fregerunt. 

Hoc  eodem  tempore  dictns  Lokeren  lecito  aegntodiais 
decnlwity  canssatae  principaliter  sire  origiRem  trabentb 
ex  ipsa  fnria  et  pngaa  superius  mendonata,  et  secwidalio 
eontvantae  ^ex  nimio  .dolore  atqae  moerore  animi,  eo  quod 
non  poterat  moto  soo  potiri. 


Digitized 


by  Google 


—  484  — 

Badan  hac  die  recte  ante  ooelusionem  portarum  dvi- 
Utis  allatae  fuenint  fklsae  litterae  a  Theodorica  Araoldi 
juniore,  praeside  scabinonim  fabricatae  et  ad  neotericos. 
seu  novellos  ceDtnriones  sive  capitaneos  destittaiae,  qiii« 
bos  eosdem  mirum  in  modmn  animarit  et  confortaFit. 
Catholici  enim  ipsi  tabellario  respoDsum  dederaot:  Quod 
r^num  ipsius  Tbeodorici  Arnoldi  esset  hodie  ab  eo  abla» 
tnm  et  penitus  oassatum:  quodqne  amodo  nteretar  hujos* 
modi  literis  loco  avitergii. 

Illttd  reticere  nolni,  nirainim  quod  dictoa  Jacobns 
pseudopraeco  vesanus  in  exitu  suo  mannin  porrigens  ipsi 
locum  tenenti  Pynappel,  eidemque  valedioens,  dixerit  haec 
verba:  Tale  domine  locum  tenens,  coatodito  nunc  bene 
oivitatcfm.  Et  in  comburendis  haereticis  servato  modum, 
tentonice:  Jdieu^  heer  stadthalder^  iewaert  dU  itad$ 
nu  ^eel  endê  ziedt  ende  hra/edt  mei  maten,  Nee  illud, 
tamquam  notatu  dignum,  quoque  ailentio  praetereundum 
nee  tergirorsatione  ulk  celandum  arbitratus  fui,  et  alias 
nimirum  litteras  missas  fuisse  a  praedicto  Theodorico  Ai^ 
noldi  ad  ipsum  praetensum  gubernatorem  Lokeren  et  con« 
sistorium.  Quas  ipsi  excubitores  ad  portam  intercipere 
volebant,  tabellario  easdem  tradere  recusante,  tamquam 
eas  volente  ipsi  gubernatori  et  quindecim  ducibus  mili* 
tum  seu  capitaneis  (erat  enim  plane  igoarus  rei  gestae 
in  civitate)  exhibere.  Quid  multa?  Excubitores  dissimu- 
lantes  rei  gestae  Ustoriam  finxerunt  sese  veile  eum  du- 
cere  ad  dictum  gubernatorem  et  quindecim  centuriones, 
eundem  interim  ducentes  ad  aedes  cujusdam  antiqui  ca- 
pitanei  Catholici,  qui  easdem  litter^  accq>it.  Tabellarü 
ilioo  aperiuntur  oculi,  videntis  se  illusum.  Ad  contenta 
litterarum  nunc  veniamus,  in  quibus  ipse  Theodoricus 
Amoldi  agit  imprimis  gratias  dictis  centurjontbus  et 


Digitized 


by  Google 


—  485  — 

verao  QdDSBtorio  de  laudabili  facto  adnussionis  et  recep- 
tiofiis  praesidü  railitaris  exteroi,  asserens  se  pro  ilUus  rei 
effectu,  nempe  rniÜtis  externi  introdactioney  bene  octo» 
decim  loeDsibus  strenue  laboraase;  lüterius  promitteDS  se 
brevi  ventarum  et  confortaturam  ipsam  civitatem  prae- 
sidïo  militari  quatuor  Tezillorum,  quae  secum  adduceret. 
Per  praemifisa  allegans  scilicet  propriam  turpitudiDem  et 
proditionem  suam»  eo  qiiod  a  tempore  exitas  praesidü 
militaris  regii,  nempe  Germani  militis,  in  contiono  la- 
bore et  opere  fumt,  ad  iotrodace&dum  aliud  praesidiun 
Guesicum  ipsius  scilicet  Abimelech ,  idque  i&vita  regia 
inajestate  et  ciyitate;  boe  improbo  modo  et  conatu  stu* 
éeaas  civitatem  ipsam  ad  pristioam  servitutem  reducere 
perpetQoque  servitutis  jugo  premere.  Quid  multa  refe- 
ram?  Dtcta  civitas  eidem  Theodorico  Arnoldi  statim  re* 
scripsit  per  litteras  satis  invectivas  beneque  deotatas,  in 
qvibas  gralias  egit  ei  baud  gratas;  eundem  certiorem  fa« 
ciens  de  ablato  tam  ei  quam  coasistorialibiis  regno. 


CAPUT  DECinUH  TERTIDH. 

Yigesima  die  mensis  Deoembris,  quae  fuit  dies  Oomi- 
nica^  Aiit  pro  rostris  facta  puUicatio  pacis,  in  civitate 
Coloniensi  tractatae  et  condusae,  din  antea  per  civitatem 
^Ivae  Ducensem  Catbolicorom  tamquam  obedientiae  re* 
giae  filiam  plenis,  quod  ajnnt,  nlnis  acceptatae  et  am* 
plezae.  Qoae  quidem  publicatio  multmn  fnit  celdiris  ac 
setemnis,  incboata  bora  dectma  dnrans  nsqne  ad  tind^ 


Digitized 


by  Google 


—  486  — 

cimMix  kornin,  deoArat»  multotum  proeenmid  ttobilimi 
praesentia,  quomin  nonina  et  eognomiiia  snot  talia:  da* 
rissimus  dominus  doctor  Plülippas  YeoBets,  senatus  Brar 
bantiae  coDstliaritB-,  commiBaarias  ex  parte  regiae  majea» 
tatis  depntatos  et  missua  ab  ipsa  excellentia  iUustrissiiiii 
domini  jklesaadri  prioeipis  de  Farma)  Iocubo  tenentis  gi*« 
bernatori»  et  *  praeiiecü  niititiae  seu  capitaoei'  generalis 
praedknae  majestatis  necDon  regiomiin  mferioriim ,  Clan- 
di«s  de  BerlaïmoiiC)  deminuB  de  Hanltepeniie,  Engyv, 
Kermpt,  gubernator  de  Charlemont  etc,  Clerardiis  de 
HoTD,  baro.  de  Boxtel,  deninos  de  Bassingiia  etc,  do* 
BMmis  Jacobus  a  ft:«cht  eqnes  anratus,  dominos  de  Haeok* 
goort,  summus  praetor  sive  praefectos  civitatis  Boscedu- 
eeoBis,  et  territorit  ejus,  aoabioi  sive  judiees,  jurati,  cob« 
siliariiy  et  decani  opificionun ,  repraeaentantes  tria  fnem- 
bra  civitatis  pniedictae,  dominos  Henriciis  Zibertos  a  Dvin- 
gben  sacrae  tfaeologiae  doctor,  eanoniens  ecclesiae  Am» 
verpiensis  primarina  apostolieiis. 

Finita  publicatione  juramentoque  a  primatibus  civita- 
tis ad  manus  ejusdein  commissarii,  digitis  erectis,  praes- 
tito,  recta  iter  captum  fnit  ad  ecclesiam  cathedralem, 
ubi  omnes  multnm  celebrem  missam  de  Spiritu  saocto 
decantatam  audiveiunt.  Qua  finha  omnes  secuti  fuere 
apprime  solemnem  supplicationem ,  publice  per  ambitum 
civitatis  factam  ac  celebratam,  populo  utriusque  sexus  in 
multitudine  mnumerabili  et  devotione  masima  oomitante. 
Sapplicatïone  facta,  tsoepere  tormenta  bellica  aenea  gr&Or 
dkva  circomqQaque  ei^lodi  nve  exoneniri  in  signum  Uo- 
titiae  atque  triumphi.  Cunota  profiïcto  fuere  laudAbiUter 
ac  trinmpbanter  abaqoe  turbatione  uUa  peracta.  Seqoen- 
tibus  vero  aliquol.  diebus  per  qoatuor  oallogia  jaoiüato- 
ntm  uiia  oum  vieii  sive  vieania  aeu  troooia  simile  'fn^ 


Digitized 


by  Google 


—  ♦»?  — 

iaraodum  ad  maous  dicti  commiaBarü  ei  praetoris»  digi- 
ti$  scUiceC  ereciis,  praestitum  fok. 

Notandum  est  maltas  ac  di versas  proditiones,  conspiffa- 
tiones  et  machinationes  pessimas  post  publicaiioDeni  pa* 
ds  factas  fuisse  a  diclis  coasistorialibus  fugitivis  et  eosusa 
appendice,  in  diversis  lods,  ad  expugnandam  civitateoi 
BnscoduGeDsemy  quas  recensere  siiigidas  loQgum  nimis  es* 
set  et  taediosom.  Ex  oiiiltis  tarnen  unam  recensebo  re- 
latu  dignam,  quae  fafifia  fuit  vigesima  qmnta  die  meDsis 
Decembria,  qua  die  de  noctei  oeinpe  ipsa  nocte  natalis 
Qiristi,  septemdecsim  vexilla  Gueseorumy  quolibet  vexillo 
GontineDte  numenun  ceDteDarium,  renernnt.  in  territorinm 
Boemelense  in  pagmo  de  Driel,  Hedel  et  loca  circumvi- 
oÏDa.  GoUuvies  nebulonum  et  tenebrioDuni ,  larva  malo- 
ruBL  undique  coofluxit  instar  imbris  repente  cadentis^  pais 
tim  ex  oppido  de  Yenloo,  partim  ex  Graria,  partim  nrbe 
Huesdana,  partim  ex  civitate  Neomageosi,  ex  oppido  Bre- 
densi,  partim  ex  moDte  sanctae  Gertrudis,  et  partim  de- 
nique  ex  locis  vicinis:  undique  collecta  sentina  lavernio- 
Dum  accrevity  miles  scilicet  gregarius  tumultuarie  undi- 
que collectus.  Ea  autem  uuteutione  et  proposito  vene- 
ruot,  ut  ea  nocte  bora  quiuta  matutiuali,  civitatem  Bus- 
coduoensem  oppugoareut  idque  boe  modo:  Interni  nam- 
que  Guesei  scelestae  proditionis  symbolique  bellici  probe 
cooscii,  portam  Ortbeusem  armata  manu  aperuissent,  se* 
ris  yi  avulsis»  necnon  civitate  a  quatuor  ejus  partibus 
seu  angulis  incensa.  Populo  autem  ad  inccBdium  ukro 
€itroque  curreatey  fuiaset  interim  effraotio  ista  portae 
facta.  Loco  vero  sjfmboli  bellici ,  teutonice:  de  luêz^ 
adbibuisaeot  antependttla  mnliebria  alba.  Cüvitate  jam 
ocoupata,  inprimis  üruoidasaent  onncs  excubitorGB  ad  por- 


Digitized 


by  Google 


—  488  — 

tas;  dein  oomes  Papistas  in  templis  et  plateis  i-eperloa 
in  medio  sustulissent  una  ctim  omnibus  symbolo,  hujus- 
modi  carentibus.  Yerum  illis  ita  proponentibus  impie  ac 
proditorie  ipse  Dominus  Deus  aliter  disposuit,  qui  eis 
misit  in  via  spiritum  vertiginis  atque  dissensionis.  Pars 
namqoe  coepit  de  Victoria  diffidere  ob  nimiam  scilioet 
iB(dem  instrument!  dentati,  tentonice:  dê  H teckel y  tune 
ante  portam  ab  intus  dimissi  nee  ita  facile  in  altum  tol* 
lendi:  pars  vero  nimiam  claritatem  lunae,  quae  tune  per* 
nox  erat,  culpabat.  Adeo  quod  omnes  coeperint  nectere 
moram  negolinmque  proditorium  in  diem  sanctorum  In* 
nocentium,  de  nocte  tune  proxime  venturum,  differre.  Et 
sic  improbus  ^ex  noctuarum  tandem  avolavit  baud  ferre 
valens  solem  justitiae,  qui  claritate  sua  eorum  impios  co- 
natus  fregit,  qui  est  benedictus  in  saecula  saeculorum. 
Amen.  Multi  autem  praedictae  proditionis  conscii  in  dicta 
civitate  apprebensi  fuerunt. 


GAPUT  DSCIHDX  QUARTÜX. 

Merito  liberet  bic  nunc  recensere  atrox  istud  cruen- 
tumque  latrocinium  per  ipsos  sceleratissimoa  Gueseos  ipsa 
octava  die  Aprilis  anno  octuagesimo  perpetratum  in  ciri- 
tate  metropob'tica'Mecbliniensi:  quam  eo  tempore  prodito- 
rie occuparunt,  non  quidem  more  bellico  et  via  regia,  sed 
ex  insidib  more  latronum.  Dici  baud  potest,quotPapaeci» 
dia,  bomicidia  Papistarum,  quot  ibidem  per  iruces  istas 
feras  Calvinisticas  perpetrata  fuermt,  quot  virgtnes  sacrae 
etiam  publice  in  plateis  pecudum  more  stupratae.    Qnid 


Digitized 


by  Google 


—   489  — 

multa?  Offloia  praedae  et  caedi  patebant.  Tradita  Dam- 
que  erat  civitas  in  direptionan  et  in  praedam.  Infandae 
abominationes  factae  et  iniquitates  multiplicatae.  Latius 
hanc  historiam  explicare  liberet:  sed  quia  notoria  satis 
est  et  manifesta,  idciroo  desisto.  Illud  addens,  quod  la- 
trones  isti  crudeles  utiqne  comederint  fructus  proditionis 
suae.  Nam  maxima  pars  eomm  una  cum  tribus  millibua 
Gueseorum  strata  fait  a  malecontentis  in  Flandria  idque 
in  mense  Maii  subsequente»  spolio  ciyitatis  praedictae  am«- 
plissimo  eis  ablato.  Quae  quidem  strages  admodum  fuit 
utilis  et  necessaria.  Nam  lavèrniones  et  latrones  isti  cru- 
deles amplius  decreverant  civitatem  Bnscoducensem,  alias* 
que  civitates  Gathdioas  similiter  proditorie  et  ex  insidiis, 
successLYe  occupare  et  Papistas  omnes  vita  spoliare. 

De  borribili  terrae  motu,  in  hisce  regionibus  inferiori*- 
bus,  in  multis  civitatibus  ac  oppidis  et  pagis,  sexta  Apri« 
lis  novissime  praeterito  facto,  aliisque  signis  horrendis  vi- 
sis,  necnon  monstrosis  ac  portentosis  partubus  in  diversis 
Hollandiae  partibus  factis;  ac  deuique  de  occapatione  op» 
pidi  Diestensis  mere  proditoria  per  eosdem  Gueseos,  ipsa 
octava  die  Junii  facta,  necnon  spoliatione  subsecuta,  litc 
plane  reticeo. 

Yideamus  nunc  quisnam  cacadaemon  infernalis  istius 
plautationis  infaiistae  auctor  sit?  Quisnam  totius  maU, 
omnis  proditionis,  scelestae  faotionis,  conspirationis  et  se- 
ditionis  artifex  sit?  Sequitur  hominem  apostatam,  nempe 
Guilhelmum  a  Nassau,  principem  Auriacae,  totius  mali 
artificem  esse  et  causam  pestemque  et  pemiciem  reipu- 
blicae.  Hic  ille  idem  est,  de  cujus  fide  ac  fidelitate  du- 
bitare  incipiens  quidam  praelatus,  cognominatus  Yander 
Lynden,  abbas  abbatii  Parcensis  (1)  prope  Lovanium,  ro- 

(1)    Ampla   ad  eum  a  Hichaelc  Bajo  scripta  epistola  servatur  in  la- 
C.  52. 


Digitized 


by  Google 


—  490  — 

gabat,  tempore  pactficationis  Gandensis,  post  reoessum  mi- 
litis  Hispani  ex  doctore  Erberto  Leolioo,  alias  Longolio 
Gognominato»  qui  et  huic  homiiDcioni  et  prora  et  puppis 
erat  juxta  commuiie  proverbiimi}  utnua  tittum  ooDsaltum- 
que  esset  principi  Auriaco  remm  énmmaniy  patriaeque  sa- 
lutem  oommittere  absque  diffideatia  nlla.  Ad  quod  dictns 
LoDgolins  respoodendo:  vir  est»  inquit,  absque  omni  fiico 
doloque;  felle  caret,  miro  stopendoqne  pollens  aDimt  can- 
dore,  ac  talis  qui  suasu  meo  solius  vel  cucullam  iodue- 
ret  Minoritarum.  Tere  sub  veste  ovina  lapmn  egit:  prae- 
teztu  simulatae  sanctitatis  dnplicein  exctcoit  iniqnitatem. 
Qood  ipsiuD  eernens  dictos  abbaa  peden  ab  hoc  pestife* 
ro  bomine  retraxit  et  poenitentia  dnctos  prae  nimio  moe- 
rore  ac  synteresi  paulo  post  exspiravit  Hic  est  ïlle  ipse 
qnem  alius  quidam  praelatns,  abbas  abbatiae  divae  Ger- 
trndk  Lovanieosis,  Yander  Lyndcn  (1)  cognominatiis,  fra- 
ter praaiominati  abbatis,  eodem  tenpore  salntaoda  dixit: 
Salve  pater  patrtae;  reolius  autem  dixiaset:  vae  tibi  pes» 
tis  patriae  detestanda. 

Idcirca  operae  pretiam  esse  duxi,  looo  corotlarii,  et  ia 
modum  venficatiofiis,  bic  ia  nndium  proferre  declaratio- 
nem  quandam  hospitalitatis  ac  proscriptionem,  sive  in 
exilivm  missionem,  quam  bannitionem  vocant,  de  man* 
dato  regke  majestalis,  adversus  enndem  principem  Ami- 
aenm,  ejnsque  appendieem,  hoc  aimo  octuagesimo»  fac- 
tam  et  publicatam,  passim  ia  Artesta  et  Hannonia:  ui  ci- 
vitate  Namurcensi,  Trajecti  Mosae,  el  die  nndecima  mcn- 
sis  Septembris  anno  pvacacr^o,  m  eivitate  Boscodooensi 

bellario  civi talis  SiWaduceaiis ,  qua  Lovaniensis  professor  ei  dissoadet  nï- 
miam  reipublicae  curam,  in  detrimentuBi  vitae  monasticae  et  abbatiae. 

(1)  De  hoc  abbate  Van  der  Lynden  cfr.  prof.  Visscheri  v.  c.  mono- 
(rraphiam  in  Berigtat  van  kei  ffisiorisch  Gesefêchapt  pag.  18. 


Digitized 


by  Google 


-  491   — 

Gatholica,  ac  aliis  oppidts  ét  ciTitatibus  quam  plurimi». 
Iq  qua  (piidem  proscripüoDe  ac  banmtione  muko  impius, 
iste  Abimelecb^  pluribnsque  titulis  aptis  et  noneDclatiiris 
congrnis,  sese  dignis,  per  regiam  majestatem  insigniliuPy 
sd^qtie  colorilmsy  vel  ad  imgueni  pra  merilo  ita  depin- 
gitiif,  ut  qiuKbet  sanae  mentis  ac  cerebri  illaeu,  fadld 
cognoscere  valeat  ex  plumis,  qualis  avis  sit:  et  cognita^ 
omnibus  modis  qneat  vhari  Tenor  autem  dictae  pto^ 
scriptionis  et  declarationis  de  r&ho  ad  verbum  seqfuitur 
et  est  talis  (1). 


&PIL06IIS. 

Restat  nunc  ut  epilogi,  ac  recapitulationis  loco^  ackno- 
neatur  pius  lector,  praesertim  incolae  aliaram  civitatum 
et  (M'ovinciarum^  ut  revertantur  ad  naturalem  supreDUun- 
que  piincipem  seu  monarcbam,  id  est^  regem  sunm,  no« 
bilemque  ac  Catholicam  ci?itatem  Buscodocensem  imi- 
tentur« 

Haec  autem  scribo  propter  eztemum  lectorem  adbuc 
an^hibüim,  id  est,  dubiam,  ambigwun  ancipitemque , 
utrinque  claudieantem,  neeooii  parti  utrique  placere  sta* 

(1)  In  autograplio  haec  famosa  Guilielmi  Araosiaci  proscripiio  deside- 
ratur,  qoae  iDi]^retta  in  opens  el.  lor  {rfêêtfL  Oêrlogketij  1.  XV,  pa^* 
206  (198)  y  etiaid  SUfaadocia  apttd  Joannem  Sckoefferuid  eodeor,  cpio  data 
est  «nno ,  prodibat.  Schoefférui  inYitiia  hoc  rec;is  diploma  impressisae  vi- 
deiur,  cum  in  libri  ütulo  scribat:  Gedruckt  door  ordonnantie  ende  eS" 
•pree  hetnl  dtr  Coninckl,  M^.y  id  quod  nancpiaftt  addÜ  i»  suia  diplona- 
tum  editaonibi»,  quam  plwuniSk  Gaeteram  proMaiptioneoi  SiWaeducia 
populo  publice  lectam  foisse  patei  etiam  ei  hac  Sttbscriptione :  Aldus 
ghepubliceeri  binnen  Tshcrioghen  bostche  aimo  M,D.LXXX.  desen  elf  sten 
Septemhna. 


Digitized 


by  Google 


—  492  — 

deDtem.  Ita  isti  amphibii,  et  versipel)es,  teutonice:  tee- 
pelaers,  ab  una  parte  volunt  esse  seu  potius  videri  Pa- 
pistae  et  regii,  ab  altera  parte  vero  sunt  Guesei  sea  Ro- 
boamDÏstae. 

De  hoc  genere  amphibio  neutiquam  est  Dobilis  illa  Ca- 
tholica  civitas  Buscoduceosis,  qiiae  prae  caeteris  constans 
et  immaculata  permansit.  Ab  hac  praeclara  cpnstantiae 
virtute  isprimis  etiam  summaqne  cum  ratione  senatus 
ipse  Boscodacensis  commendandus  venit,  tma  cam  qna» 
tuordecim  modemis  ducibus  militum,  quatuor  scilioet  col- 
legiorum  jaculatorum :  truncorum  sive  vicorum  seu  vica- 
noriini,  et  duorum  postremorum  novoruni  vexillorain:  quo- 
rum nomina  et  cognomina  bic  obiter  recensere  libet,  quae 
sunt,  magister  Jacobus  vander  Cam,  dux  sive  capitaneos 
collegii  antiquorum  balistariorum,  teutonice:  vanden  ouden 
voethoech  of  d ouden  SchutSy  Joannes  filius  magistri  Gos- 
wini  Yerstegben,  capitaneus  collegii  juniorum  balistario- 
rum;  Goswinus  Pynappel,  locum  tenens  domini  praetoris, 
dux  collegii  sagittariorum,  teutonice:  vanden  hanthoghe'; 
Hieronymus  Wynants,  dux  seu  capitaneus  collegii  cbiro- 
bombardariorum,  germanice:  vande  Cleveniere;  Georgius 
vander  Meer,  capitaneus  magni  fori;  Godefridus  van  Tlier- 
den,  capitaneus  platearum  vulgariter  nuncupatarum  die 
Verweretraet  ende  Kereketraet;  magister  Leonardus  Yoss, 
capitaneus  planitiei,  teutonice:  vande  Plaeteche  (1);  Lam- 
bertus  Stueters,  capitaneus  plateae  Hinthamarensis ;  Joan* 
nes  van  Weerdt,  capitaneus  vici  Hinthamarensis,  teutonice: 
van  fllinthamereyftd;  Paulus  Leenput,  capitaneus  pla- 
teae Yughtensis;  Walrarous  van  Heez,  capitaneus  fori 
piscarii;  Reynenis  Poltey,  capitaneus  vici  Orthensis,  Ger^ 
manice:  van  d^Ortieneynd;  Paulus  Wynants,  capitaneus 

(l)    Plaetschê,  i.  c.  Wevenplaats, 


Digitized 


by  Google 


~  493  — 

vezilli  noviter  per  civitatem  ordinati,  et  Hermannus  Co- 
len,  capitaneus  similiter  vexilli  recenter  per  civitatem  or- 
dioati;  viri  omnes  ortbodoxi  atque  Catholici,  constantes 
et  fidelesy  omnes  optimates  civitatis,  pro  aris  et  focis  se- 
dulo  pugnantes,  lumiaaria  civitatis,  qui  disciplina  bellica 
boaoque  ducatu  praestantes,  boDum  quoque  faciant  comi- 
tatom  militis  sui.  Nomina  vero  judicum  modernorum, 
quos  vulgo  sQabinos  vocant,  sunt  haec:  magister  Henricus 
Bloeyman,  praeses  scabinorum,  magister  Godefridus  Lom- 
barts,  Joannes  Heym»  Everardus  Berwouts,  Paulus  Wy- 
nantSy  magister  Theodoricus  van  Vecbel,  Arnoldus  van 
Brecbt  et  Godefiidus  van  Ylierden. 

Haec  snnt  pie  lector,  quae  brevitatis  causa  dicere  volui. 

IXrUGIT  TBA0TATV8  UBBR  tlCQllVlIS. 


[Sequitur  in  autographo  approhaüo.] 

)>In  his  duobus  tracUtibus,  qnod  sanctae  Gatholicae  Ronuuiae 
nScclesiae  fidei  contrarium  est,  nihil  continetur:  quod  otiliter 
wiegt  et  imprimi  posset,  censeo.  Datum  Biuciduda  anno  1^(80  die 
*>26  Jnliit 


»8.  T.  secT.,  gau.  autvxkp.,  lu.  cbüwr. 


Digitized  by 


Google 


APPENDIL 


Quandoquidem  Guesei,  capitales  et  in  Gatholioae  eivi* 
tatis  ^ItaedneeDsis  perniciem  conjuratisstmi  hostes,  indies 
magis  magisque  machinatioDe»  pessimaa  moliantur,  idcirco 
baud  supervacaneum  esse  duxi,  loco  appendicis  bic  non* 
nuila  notatu  calamoque»  necnon  sununa  admiratione  dig- 
na,  adjicere. 


CAPUT  nuavM  apjpemmcis. 

Die  doetnia  qninta  Bensis  ham^  anno  a  partu  yirgineo 
sesquimillesimo,  ootuagesimo  primo  expugnalnm  fait,  per 
eosdem  Gueseos,  castrum  in  libertate  Tilborcbensi  situatnm. 

Postera  vero  die,  tota  caterva,  universusque  frngiper- 
darum  praevaricatorumque  coetus,  totus,  inquam,  globns, 
loliam  velut  se  agglomerans,  teutonice;  den  gkehéelUn 
wBêêer  als  oncruyt  over  een  loopende^  circiter  bis  mille 
semipendulorum ,  venit  in  Longam  Plateam,  noii  procul 
ab  oppido  QuesdaDO. 


Digitized  by 


Google 


—  495  — 

Die  decioia  nona,  quae  fuit  dies  luoae,  mane  venenuit 
aliquot  cohortes  equitum  ifi  pagum  Ylimeosem,  itinere 
unius  horae  a  civitate  Sylvaduceosi  distantem,  ad  expug- 
naDdum  muiiitioiiem  militis  regii,  ibidem  per  illqstrissi- 
muiii  dominma  de  HaultepeDne  extructam,  ad  ejusdem 
cintatis  defeosionem;  illius  ergo  quatuor  tormenta  bellica 
graodiora  secum  adrehente»  ex  oppido  Huesdano:  sed 
incassum  laborauim  fuit,  nm  quod  in  oonflictn  duceni 
militum,  in  eadem  muoiticMie  coUocatonun ,  viram  cum 
prunis  audacem»  strenuum  ac  bellicosiun,  captivum  paulo 
post  secum  ad  dictum  oppidum  adduxerint:  mulus  inte- 
rim ex  eia  partim  tuac  t^poris  ibidem  stratis,  partim 
vuberibus  confeelis.  IIUs  ita  inter  sese  ultro  citroque 
spbaerulis  tormentariis  concertantibus,  audivit  forte  for- 
tuaa  miles  statiooiirius  Gueseus  buccinam  bostis,  nempe, 
trium  turmarum  equitum,  in  subsidium  militis  regii,  in 
munitione  praedicta,  ac  alibi  collocati,  propenmtium,  clan*- 
gentem;  ac  paulo  post  cernens  a  longe  equites,  strenuos 
bellatoresy  accelerantes,  ilico  accurrit  furcifer  iste  vacil- 
lantibus  tremore  cruribus,  oordeque  in  pectore  saliente, 
annuntians  Gueseis  adventuur  hoatis,  Quo  audito,  e  ves* 
tigio  fugax  grex  Gueseonun,  qui  prius  videbatur  coelom 
tenritare  armis,  avolavit  quilibet  iatra  pristina  latibula. 
Metuebat  enim  quilibet  nimis,  ne  extrema  sibi  die  ista 
fala  impenderenty  boraque  fatalis  adesset.  Adduxerunt 
interim  aecum  quatuor  illa  praedicta  tormenta  bellica, 
quae  summa  cum  festinatione  coUocaverunt  prope  c^pi- 
dum  Huesdanum,  fuga  salutem  quaerentes. 

De  proposito,  fructu  et  fine  eorumdem  Gueseorum  nunc 
pauca  dicamus.  Propositum  et  iotestio  istorum  Amani* 
tarnm  erat,  ut  expugnatis  prius  circumquaque  munitio- 
nibus  militis  fCgii,  tam  in  pago  Vlimensi,  qnain  pago  de 


Digitized 


by  Google 


—  496  — 

Engelen,  cingerent  obsidione,  sicque  coangustarent ,  ac 
tandem  expngnarent  cmtatem  Sylvaeducensem ,  ope  di- 
vina  alioqnin  inexpngnabilem ,  eaque  potirentur.  Imo , 
plenis  biiccis  promolgayerant  et  jactitaverant,  se  veile  ad 
carmosiDas[?]  Sylvaeducenses  venire,  necnon  anniversarinm 
celebrare  confliclns  stragisque  pridem  in  fori  planitie  fac- 
tae,  de  qna  superins,  in  secundo  lib.  cap.  II  scripsimns 
latins.  In  HoUandia  ter  maxime  stolida,  Phrysia  inbtiH 
ata,  Flandria  dementata,  Zelandia  insensata  provinciis : 
adbaec  Bomeliae,  Bredae,  Brnxellae,  Mechliniae,  aliisque 
civitatibns,  pagis  ac  villis  fama  per  Gueseos  divulgata 
fuit,  rumoresque  sparsi,  civitatem  Sylvaeducensem  per  eos 
occupatam,  militeque  praesidiario  Guesioo  bene  firmatam 
esse,  nempe,  viginti  vexillis  peditmn.  Ubiqne,  me  Her- 
cle,  cantus  triumphus  fuit  ante  victoriam.  Ubique  fere 
locorum  praesertim  in  oppido  Bredensi,  in  signum  laeti- 
tiae,  generaliter  per  eos  epulatnm  fuit,  convivia  frateraa, 
ut  vocant,  celebrata,  comessationes  ultro  citroque  factae; 
ea  spe  vana  lactantes  invicem,  quod  civitas  Sylraeducen- 
sis  Papistica  deberet  vel  invita  symbolum  liberaliter  sol- 
vere.  Sed  aliter  sors  cecidit;  imo,  ut  ingenue  fatear  se- 
decim  numero  honerarias,  seu  onerarias,  teutonice:  Auib- 
A«n,  paratas  habebant  consistoriales  isti  pwpe  Gorco- 
miimi,  quibus  decreverant  spolia,  ex  nobilt  civitate  Bus* 
coducensi,  avehere.  Verum  aliter  longe  evenit  ac  puta- 
rant.  Nam  pro  spoliis  mecdacia  avexerunt,  marsnpiaque 
inania.  Joannes  Bacx  autem  praefectus  arcis  Huesdanae, 
exlex,  intrusus,  trium  literarum  homo,  ex  dienere  san- 
guine natus,  viso  milite  Guesico,  ilico  prae  gaudio,  in- 
star  ovis  defoedatae,  exuttans,  prorupit  in  haec  vei4>a: 
spero,  inquiens,  negotium  nuno  semel  ad  effeotum  pro- 
ductum  iri*  spero  nos   tandem  semel  nido  isto  Papistico 


Digitized 


by  Google 


—  497  — 

Sylvaeducensi  potituros.  Alii  vero  jactanint  se  maDus. 
suas  loturos  io  sanguiDe  Papistanim:  imo  se  veile  adhuc 
lambere  saDguinem  Papisticum,  more  canum,  et,  horresco 
refereos,  ne  infanti  quidem  vitam  relinquere. 


NuDC  porro  dicamns  nonnnlla  de  fruclu,  quem  impiits 
iste  grex  Gueseonim  iedt,  quippe,  qui  nndiqne  evola« 
rerat,  ex  omni  Dido  defoedato  erepserat,  ex  Antverpia, 
ex  Bruxella,  ex  JNestensi,  Lierensi,  Herentallensi ,  Are> 
densiy  ÜDOte  sanctae  Gertrudis,  ex  Huesdano  oppidis:  ex 
HoUandia,  ex  Phiysia,  ex  Flandria  provinciis,  et  aliis 
locis  latibulisque  ac  speloncis,  turpis  haeresis  stercore  de- 
foedatis:  fhictus  autem  eorum  ftiere,  lempla  Dei  violare, 
sacra  prophanare  ac  spdüare,  altaria  ubique  loGoruin  de^ 
moliiï,  statnas  imaginesque  sanctonim  diruere;  inter  pha« 
nmn  ac  prophannm,  inter  fas  ac  nefas  nihil  pensi  ha- 
bere:  ausn  temerario  adversns  Catholicorum  imperatoram 
diplrnnata,  locorum  sacroriun  transcendere  septa,  pacem 
pollaere,  ruinis  cuBcta  deformare:  messe  instante  mise- 
rum  agricolam  necnon  militem  reginm,  adeoque  civitatem 
Buscodncensem ,  si  commode  potuissent,  defrandare:  ad« 
baec  stnpra,  adulteria  promiscue,  sine  discrimine  status 
committere,  Tirgines  opprimere  atque  stuprare  viduasque 
violare,  conjugatas  personas  contemerare;  cnm  una  eadem- 
qne  persooa  sexus  foeminei  indomita  libidine  gregatim 
more  pecudam,  catervatim  snccessire  coire:  anllum  fla- 
gitii  genus  itttactum  relinquere. 


Digitized 


by  Google 


—  408  — 

Auctorem,  iactorem  et  archilectam  istios  tam  pernitiosae 
unpressionis,  vel  ipsum  pnncipeia  Auriacum,  patrem  hae- 
retioorum  seu  Gueseorum  fontem  totius  mali  fuisse»  De> 
mini  dubium  esse  debet 

Pater  est  princeps  iste  Auriacus,  ignem  succendens,  id 
est,  consilium  causamque  mali  dans,  fomitem  delinqaen- 
di  suppeditans,  subministrans  auctoritatem.  [Ut]  militem 
gregarium,  tumultuarie  undique,  in  magna  copia,  coUi- 
geret,  illumque  spe  yana  promissae  immonitatis  exactio» 
num  tributommque  lactaret,  fallacibns  ac  blandis  pel- 
Üceret  iUecebris»  more  aucupis,  donec  hanc  ia  snoa  cas- 
aes  pertraberet  volucrem,  ctvitatem  acilicet  Sylvaeducen- 
sem:  coepit  Bacchnm,  id  est,  vina  et  cerevisias  in  civi- 
late  Antverpiana,  ac  alibi»  novis  insolitisqne  exactionibiis 
gravare,  populum  Hollandicmn,  terque  quaterqoe  infittoa- 
tum,  novellis  tributis  premere,  levans  sive  accipiens  ilr 
lius  ergo  ingentem  eiq^editamque  summam  pecimiariam, 
ex  manibus  quorasdam  ex  diti(»jbii8  monopclis,  idque  ea 
conditione,  eaque  lege,  ut,  si  ipse  cum  milite  suo  posset 
ciyitatem  Sylvaeducensem  in  suam  deducere  nassam,  ea- 
que sive  aperto  Marte,  sive  proditorie,  ceu  alia  qoavis 
arteque  doloque,  potiri,  fier^  restitutio  ejusdem  summae 
«oceptae,  ex  spoliis  civitatis  praedictae;  sin  minus,  tune 
exactiones  supradictae,  tantis  perdurarent  continuarentur- 
que,  donec  ipai  nummos  suos  capitales  recepisseat, 

Postremo  omittere  nolui,  qub  de  fine  exituque  iatios 
tam  execrabilis  funestaeque  expeditionis  paucis  tractaiem, 
deque  occasu  dictorum  Amalachitanun  et  Amanitaram 
pauca  dissererem,  qui  omnes  sese  reoeperunt  ex  Ltmga 
Platea  ad  libertatem  Tumbautanm&i,  metuentes  nimis,  ex- 
trema  sibi  tune  impeodere  fatit,  fatalemqne  adesse  ho- 
ram,  ubi  se  ipsos  in  planitie  pagi,  vallis  munitionibuaqiie 


Digitized 


by  Google 


—  499  — 

ÜBtctis  esL  arboribus,  undiqiie  exxiskj  trans vemmque  in 
pbceis  uodique  deDWiime  coUocatis,  ioterjeolw  et  coa- 
cervatis,  cinxeruDt,  non  sioe  magna  j«ctura  tolitts  «ihq- 
munitatis,  Quos  paulo  post  iilustrissiinus  dominm  de  Haul- 
tepenne  persecutus  fuit  ingenti  copia,  longe  tarnen  im- 
.pari  nonero,  tam  equitum,  quam  peditmn,  ad  pagum 
usque  Turnhantaniun.  Ubi  eos  umqnara  timidos  degene- 
resque  canes  et  latrones,  provocavit  ad  pügiiam,  stans 
cum  milite  suo  bellicoso  exercitateqae  in  acie,  spatio  fere 
duarum  horarum,  iofraeto  animo  exspectans  in  merica, 
exitum  eormn  ex  castris  latebrisqne  suis.  Sed,  dieu,  ef- 
foeminati  eviratiqae  isti,  continnere  sese  intra  valla  mn- 
nitionesque  soas.  Quomodo  autem  ex  castris  latibnlisque 
praedictisy  prae  nimi<v  pavore,  post  expugnatum  TiolenCa 
armataque  manu  oppidum  Bredanum,  disparuerinty  pudore 
suffusi,  postea  dicetur. 

Adhaee  vigesima  quarta  mensis  hujus,  ad  piam  peti- 
tionenr  inustrissimi  domini  de  Haultepenne,  ceiébrata  fuit 
multum  celebris  supplicatio,  per  ambitum  civitatis  Silvae- 
ducensis,  cum  venerabili  sacramento  eucharistiae,  idque 
eo  fine,  ut  numen  divinum  piis  precibus  Gatholiconimy 
unanimiter  congregatonun  flecteretur,  dignareturque  ipsi 
Ulustrissimo  domino  de  Haultepenne,  fortissimo  duci  exer- 
citus  regii  victoriam,  contra  bostes  suos  dvitatisquc  Sil- 
vaeducensis  conjuratos,  tribnere. 

Hac  eadem  die  illustrissimus  dominus  de  Haultepenne, 
una  cum  toto  exercitu  suo  veoit  in  pagum  seu  liberta» 
tem  Hylvarenbecanam,  ubi  castra  sua  fixit,  more  arietum 
relroeedens  pauUUumt  ut  tanto  vehenumtius  ac  impetuo- 
üm  fmai  bottem,  vt  tSiDto  fertius  acüicet  tmpingat  tn 
oppidum  Sredanum,   prout  sequens  btstoria  declarabit. 


Digitized 


by  Google 


—  500  — 

Et  illa  sane  simt  stratagemata  rei  mililaris,  quibus  foi^ 
tissimi  eiercitatissimique  dnces  subiDde  uti  ooDSueTerant, 
prout  diversae  historiae  docent. 

Neminem  latere  volo  mysterium  cujusdam  loali  funes* 
tique  ominiSy  quod  accidit  vigesima  sexta  die,  praesentis 
mensis  Judü.  Qua  die  infausti  Guesei  mandatum  acce- 
perunt  a  Rodolpho  van  Staeckenbroeck,  tune  temporis 
gubernatore  Bredensi,  perlustrandi  singulas  ctvium  aedes, 
quaerendique  ubique  locorum,  personas  extraneas,  male- 
contentos  scilicet,  hostes  Gueseorum.  Invenerunt  autem 
forte  fortuna,  in  Baguinagio  bubonem  quemdam  praegran- 
dem  y  avem  feralem>  in  domuncula  Mariae  filiae  Petri  Ba- 
guinae,  templo  contigua,  superius  scilicet  in  testudine 
templi  latitantem.  Yisitatione  jam,  tota  illa  die,  utcon- 
que,  non  absque  petulantia  atque  protervia  ingenti,  facta, 
accesserunt  ganeones  gubematorem,  de  aucupio  non  pa- 
rum  laetantes,  cui,  non  sine  stomacho,  roganti,  num  ex- 
traneus quispiam  repertus  esset?  responderunt  aucupes  au- 
daculi:  unum  duntaxat  inventum  esse,  ofierentes  ei  bu- 
bonem insignem,  dirum  mortalibus  Gueseis  ipsis,  mox 
morituris,  omen.  Param  sciverunt,  se  ipsosmet,  triduo 
post,  partim  jugulatum,  partim  summo  cum  dedecore  fu- 
gatum  expulsumque,  partim  infelicis  instar  bubonis  cap- 
tum  iri. 


CAPVT  TEKTIUH. 

iggredior  modo  rem  jugi  memoria  dignam,  nulla  lem- 
porum  injuria  aut  hominum  oblivione,  aut  desnetudine 
abolendam.    Audax  plane  et  memorabile  facinus  non  sine 


Digitized 


by  Google 


^  501  -- 

summo  vitae  discrimine  commissiUD,  factum,  ioquam,  proi^ 
sus  leoninnm  et  gesliim  plusquam  Romaoam  praedicti  il- 
lustrissimi  domini  de  HaultepenDe. 

Qai  vigesimo  octavo  die  mensis  hujus,  nempe  ipso  die 
sancti  Leonis,  papae,  in  profesto  scilicet  divorum  Petri  et 
Pauli  apostolorum,  violenta  manu  oppidum  BTedanum,  no« 
vem  propugnaculis  fortissimis  deforis  munitum,  necnoo  am- 
plius  castro  fere  inexpugnabili  firmatmn,  occupavit,  qoa- 
tuor  yexillis  peditom^et  pauds  numero  equiübus;  liberan- 
do  captivos  Buscoducenses  ex  captivitate  Herodiana,  et  ab 
onmi  expectatione  plebis  Gueseorum.  Miram  stupendam- 
que  rem  narro,  inauditam  hactenus  atque  invisam.  Ho- 
ram  circiter  secundam-noctis  dictus  illustrissimus  dominus 
de  Hanltepenne  primus,  praemisso  prodromo  rustico,  ex 
arce  Bredana  fugitivo,  viam  aditumque  sive  ingressum 
monstrante,  pei  foramen  quoddam,  per  quod  ipse  prius 
clancularie  ad  hostem,  nempe,  militem  ejusdem  Haulte- 
penne  effugerat,  una  cum  generossissimo  uobilissimoque 
ac  fortissimo  viro  domino  Martino  Schenck  jugulotenus 
transiens  intrepidus  fossas  castri  Bredani,  primo  omnium 
traosiliit,  scalis  bellicis,  propugnaculum ,  juxta  castrum 
positum.  Dein  per  id  ipsum  foramen,  presso  seu  tacito 
gressu,  subintravit,  miraculose,  potius  ope  divina,  quam 
bumano  modo,  non  absque  summo  vitae  discrimine;  ubi 
militi  stationario  gutture  praeciso,  milHeque  dicti  illustris- 
simi  domini  de  Haultepenne  reptante,  scalasque  per  gra- 
mina  trahente,  in  quali  quali  copia  admisso,  recta  idem 
castrum  seu  arcem  intravit,  arteque  praedicta  occupavit: 
ibique,  principali  vigilia  partim  soporaole,  partim  arma 
abjiciente,  in  gratiam  fidemque  recepta:  coepit  paulo  post 
oppidum   per  tubicinem  ter  in  deditionem  potesratemque 


Digitized 


by  Google 


—  502  — 

ac  obedientiam,  aecnon  mtntu  regias  exposoere,  sive  pos- 
tulare  ac  postremo  aliquot  ex  equitibos  suis  deferis,  per 
pontan  arcis  posteriorem ,  vitdenta  manii  demissuiiiy  id- 
tromittere.  Guesei  autem  haud  ignari  rei  gestae,  inter 
qnos  erat  vexillum  digiadiatoriam,  qnod  jmrenile  pectus 
vocaot,  pro  responso  dederünt,  se  sat  glandiiim  sive  gl»- 
borum,  et  pul  veris  tonnentarii  pro  ipso  Hanltepenne  faa- 
bere,  nolentes  uUo  pacto,  armis  positis,  ad  fidem  regiam 
confugere.  SuborDati  enim  prins  erant,  et  jhbis  persua- 
sionibas  indmcti,  per  praeciposr  capita  coDsistorii,  ntpote, 
Rodolphum  van  Staeckenbroeck,  gHbematorei»,  magistnim 
Henriciiin  Buecketop,  Tfaomam  den  heddemaeeker^  Amol* 
dam  in  den  Rock  et  alios  noDinilk»  complices  totins 
conjurationis  et  coDspirationis  aoctores,  duees  H  antesig* 
nanos  furctferos,  yulcaoo  terqne  quater^  digno»,  tit  pl»> 
nitie  castri  plateisqoe  in  foro  ^ssis,  eisque,  saccis  lana 
repletis,  quadrigis  atqvie  bigis  aliisqae  rdb^,  oppletis: 
sese  toto  pectore  bosti  viriliter  opponet^ait ,  forti  animo 
omnes  rebeUarent^  rdnctarenturqve,  manusque  aliquantis> 
per  coofevrent,  donec  ex  vrcini^  casiris  Turnbautanis  re* 
dirent,  maousque  auxiliatrices ,  ac  snj^tiaa  ferrent,  in- 
gemi  tffln  eqnestri,  quam  pedestri  subsidio  müitari.  Qua 
snbomatione  subdola  sic  lacta,  misellisqne  Gneseolis  vana 
ita  spe  lactfftiS)  degeaeres  timidiqne  isti  ac  seelerosi,  me- 
tuentes  fatalem  adesse  horam,  vidtom  aninromque  metu 
demittentes,  sese  imerim  fraudnlenter  sobdaxerunt,  more 
latrnncnloram,  per  portam  quandam,  vulgo  nnncupatam: 
die  Heteekdyeke  poerif  vi  per  eos  eftractam. 

Avolamnt  isti  quïdem  improbi,  more  gregis  corvormn, 
una  eum  gubenmtore  sao.  De  mitrendis  copiis  autem  seu 
militari  subsidio ,  suppetiisque  bellicis  ferendis,  ne  semel 
in   mentem  subiit  cogitatio,   nisi  quod  inter  ex- 


Digitized  by 


Google 


—   503  --- 

eoDdiun,  seu  potius  fugieodom,  memores  facti  captivorum 
Sylvaeducensium,  clamaverunt  eosdem  prius  jugulaDdos 
fore.  Sed  formido  mortis  instantis  illonim  impiam  pr»- 
vamque  voluntatem  repressit»  qni  scdestissimi  hac  ratione 
periculuiEi  evaserunt  Porta  jam  patefacta,  iotratrit  mox 
reliqaa  pars  equitum  illustrissimi  domini  de  HauItepeDney 
qui  e  vesUgio  moenia  oppidi  partim  ciDgentes,  et  ab  in* 
ctirsu  Gneseorum  tnentes  liberantesqne,  partim  plateas 
ubique  a  tergo  occnpaiitesy  iKmnulli  sdlicet  ex  equis  de- 
silientes  ac  pedibus  proeliaDtesv  inque  hostem  imieDtes, 
multmnque  diuque  Marte  incerto  dimicantes,  tandem,  re 
in  augusto,  ob  vehementem  ancipitemque  pngnam,  posita» 
singnlis  plateis,  vi  expngnatis  victisque,  hostem  prostra- 
vemnty  tantumque  mann  armata  effecernnt,  quod  Bellona 
coepit  ipsi  illnstrissimo  dommo  de  Haultepenne  arridere, 
yictoriaqu^hactenns  ancepa  occoepit  se  versus  militem 
r^um  fortissinram^  bellicosissimumque  inclinare;  adea 
qnod  integram  fere  vexiUmn  digladiatorium,  quod  juve- 
mie  pectus  vocant,  fiierit  caesum,  una  cum  trecentis  na« 
mero,  aut  circiter,  civibus  repngaantibus,  secmon  sede- 
cim  ex  miUtibus  stipendiariis,  seu  soldat^,  ut  vocant 
Qoam  plurimi  au  tem,  tam  Gueseorwn  quam  civium  antea 
sese  praecipttes  fugae  per  moenia  mandarant,  multi  aquis 
submersi  fverunt  Numerus  autem  stratorum  ex  parte  mi- 
litb  regii  fint  vicenarius,  vel  circiter,  quae  sane  exigva 
{uit  jactura  milids.  Yulnerati  autem  phires  fuere  numero. 
Usque  adeo,  quod  in  tanta  rernm  iniquitate,  fortunae 
quoque,  quae  multum  in  re  militati  potest,  eventos  varii 
secnti  fiierint.  Pugnalum  autem  ac^rime  ftiit  octo  aut 
novem  continub  horis. 

Ulustrissimus  dominus  de  Uaultepenne,  bis  rebus  ita 
gestis,  victoque  jam  oppido,  illud  ilico  direptum,  teuto- 


Digitized 


by  Google 


—   504  — 

iiice;  gheplonderty  ingeqti  praesidio  firmavit,  statum  or- 
dinenique  militarem  fecit.  Lingua  fari  non  potest,  quanta 
fuere  ibidem  spolia  reperta,  quot  millia  modiorum  fru* 
menti  inventa.  Infinita,  me  üercle,  copia  Cereris  et  Bac- 
chi  reperta,  undique  a  corvino  grege  Gueseorum  rapaci 
invecta  et  illata,  sine  numero  modoque.  Victualibus  sca* 
tebat  oppidum ,  frumento ,  bulyro  caseoque  abundabat. 
Larido  templum  quoddam  erat  oppletum.  Omni  genere 
commeatus  plena  erant  omoia.  Adbaec  naves  plurimae 
stabant  in  litore,  onustae  omnis  generis  commeatu.  Rei  fru- 
mentariae  copiae  cornu.  Et,  ut  in  summa  dicam,  conci« 
lium  cruentum,  sive  sanguinarium,  teutonice:  den  bloedt^ 
r€tedty  ex  Antverpia  ibidem  praeseos  erat  Officina  totius 
malitiae,  in  qua  omnis  proditio  coiguratioque  facta  erat, 
in  qua  conspiratio  universa  adversus'  civitatem  Sjlvaedu- 
censem  cusa  erat,  ibi  fervebat.  Insuper  nerni|  belli,  ut- 
pote,  vasa  aliquot  auri  et  argenti  parata  ibi  erant,  ad 
usum  stipendiorum  destioata,  pro  solutione  scilicet  exer^ 
citus  Gueseorum,  in  pago  seu  libertate  Turnhautana,  col- 
locati.  Frumento  undique  illato  et  invecto  plena  erant 
cuncta  granaria,  idque  in  usum  militis  Guesici.  Gastrum 
aulaque  principis  Auriaci,  patriarchae  ^ereticorum,  modo 
occupata  est  ab  hoste.  Nidus  Guesicus  interceptus.  Te- 
lam  araneae  uunc  hostis  impetuosus  transvolavit.  Tbeca 
frumentaria,  teutonice:  die  brootcatt,  inimicus  nunc  po- 
titur.  Promptuarium  abunde  instructum,  armata  manu 
effractum,  bolus  tantus  faucibus,  proh  dolor!  ereptus, 
unde  infelix,  eheu,  Guesellus,  multo  tempore,  genialiter 
vivere  potuisset.  Annona  nunc  fefellit.  Quid  amplios? 
Thesaurarium  aerariumque  publicum  hostis  invasit,  sectio 
oppidi  venditur  sub  hasta.  Codex  praeterea  consistoria- 
lis,  quem  vulgo  nuncupant:  den  Comtory  boeck,  modo 


Digitized 


by  Google 


—  606  — 

reperttts  est»  eontuiens  pessimas  machinatioDes»  conspira- 
tioDesqne,  tam  contra  divinam  quam  regiam  majestateni» 
necnon  civitatemi  Sylvaedacensem.  Postremo  ingeos  copia 
librornm  snspectonim,  Ynlcano  publice  tradita  est. 

Non  potest  hoc  fari  dictis,  <{iiaiitopere  impius  grex  Giie* 
seomm  Bredanomm  gavisus  fberit»  quantaque  laedtia  a£- 
fectns  ex  captivitate  vel  unins  manipuli  sive  coatnbernii 
militiim  Sylvaedncensram.  Dici  profecto  vix  potest,  quan- 
tus  per  eo0  ftctns  triamplma  fnerit,  in  oppido  Bredano, 
ratione  rei»  per  eoa  ioiprobe»  et  non  stunmo  absque  de- 
decore,  tnrpiter  gestae;  dum  ia  pago  seu  libertate  Qisteiv 
wicana,  pancis  abliiiic  diebns»  Dempen  vigesima  septiny 
die  Maii,  iogens  mnltitiido  eqiiitum  Gueseomm  furiBiuida^ 

.  captivos  abdnzit  pancjssimos  numero»  turn  equites,  turn 
pedites  Bnscoduoenses,  proditorie  oppressos»  strenue  ad* 
modnm  rebelkntes.  Jactabant,  tune  temporis  se  veile 
ipsi  iUnstrissimo  domino  de  Haiütepenne»  ac  militi  reg^o 
comeatom  undiqne  intercipere,  viamqae  ita  praeclndere» 
necnon  egestate  Papistas  Buscoducenses  nsqne  adeo  praé* 
mere»  nt  lUe»  nna  com  milite  suo,  Cereris  et  Bacchi 
defectn,  tnrpiter  desislere  deberet:  ht  vero  fame  fracti 
sese  voluntarios  dedere  cogerentur* 

Lubet  bic  pancis  refene  vaticininm,  quo  qnidam  ex 
consistorie  Gueseorum  vaticinatns  erat»  quoddam  oppidum 
nuigni  momenti,  brevi  occupatmn  iri»  de  cnjus  occnpa* 
tione  mniti  gandio  trinmpbarent,  mnlti  vero  tristitia  af- 
ficerentnr.  Qui  pseadovates,.  qoalis  modi  in  consistorie 
multi  erant»  serio  intenrogatns  de  nomine  oppidi  illius, 
indicavit  saltem,  primam  litteram  esse,  B.    Guesei,  boe 

.  andito,  assemerunt  ^se  Buscomduds»  eot  qao4;*a  littera» 
B.,  exordium  sumeret.  Sx  qua,  re  in  speed  eonsolatio- 
nemque  meliorem  erecti,  coeperunt  4ies  r<igatiOQuia  et 

C.  33. 


Digitized 


by  Google 


--  506  — 

abmaeatiae,  pro  Mtei  sum)6Mii,  coastilüertt,  utpote  dieni^ 
Imaêfèi  HLuik  «t  Jom,  quibtte  diebvé  èb  esu  eiiniittai 
a^miMTUor,  Mit^iè  vero  dkims,  prAesertim  Veneri»  er 
sabathi  üai^iibiis  vedeetfies,  <xrdiiie  fioilicet  serrtto,  prfte-* 
pmtero  siv«  inverso.  Yenmy  impii  isti  spe  misere  soa 
Anstrati  Aierupt:  li»te  interim  cadeate  saper  Bredam,  a 
Kuwi  Bi,  'Similiter  initinm  eapientem: 

Tigesima  'aeptima  die  Jalii  nolvUiasiiiyas  domicellus  Adol^ 
phus  Ooitebaoh,  dommus  temporaha  ^pidi  Helmontani, 
viv  ^vis  et  praeatans,  cndidi  Domlm»  et  ftniaey  anti- 
<pNi  sismviaite  clarus^  mi  miKlarifr  peritissiiniiSy  irenit  equea 
10  cMmbbi  Sjjflfaeducensemi  sub  vesperam,  slatim  post 
ukKiuii  seitae  berae,-  slipat«a  mkfpïo  equitatu,  taiB  pro* 
prio  qaam  Sylvaedncensi,  qui  die  ultima  ejusdem  menais 
fiilt  'imoDioiiter  a  tribae  ordiDibtu  «ive  iMBfaria  chritatia, 
raeeptufc  et  delectns  in  eentorioDem  aive  capitaneuniy  ut 
vocmM)  ™i>^  ooboctia  equitnm  onünartae,  in  civitate  ea« 
deni|  de  canaensu  panter  et  asaensii  rq^e  majcatatts, 
nïmc  primo,  erectae,  teuknice:  diversie  ordinarU  hênd 
Htm  Sckirtogmtboêoh^  necnon  tr^onm,  eeutonice:  e#/o- 
nelf  daonim  vexillormn  pedttnm,  de  quibns  superras  im 
aecundo  libro  mexrtionem  fiociouttr 


'  Cnm  in  re  proporita  discorsom  facere,  noit  sit  subinde 
intitÜe,  idcirèo  statui  bic  sobrie  admodttro,  adjtcere  ea, 
quae  tigesima  nona  ék  Densia  praeaentis,  set  improbe 


Digitized 


by  Google 


—   507  — 

perpetrata  ftiere,  por  flagitioBiisilanai  coBSMtoriora  Antrcr- 
pMOiiinl^  in  Gtvitafe  Antyerpiana;  lilii  per  cohsistonak» 
defomatae  rdigionia  eiempliim  aémodutn  ddfbraiaiinD  ex** 
hibitum  fbit  Maa  post  pnkum  najeris  caropanaë  (dae>' 
tera  campanis  undique  avectis)  nuate  hora  deoima  £ic^ 
tnm,  coeperunt,  denuo  Guesei  coDsistortidca  ultro  chroqiie 
tnmtthiiati,  novas,  iDanditasque  hacteous  tragoedias  oiere}* 
loca  sacra  spoliare,  polluere  €t  propiianare  passim  in  onp 
Diba»  xededochiisy'  nosocamiis»  alfiaqne  locis  piisv  paupe^ 
res  etiam  leeto  aegritndiiib  decfmdientes,  extrwlere;  om* 
sia  demolïrr,  quae  hactenus  in  teinplis  piisqae  löois,  ik 
kesa  perDbansetam ,  nraltos  CathoIIcos  acr  clemm  ciritate 
gicei^,  Tiam  pttblicam  transversnm  per  medinm  ecclesiae 
cathedraKs  fecererilUus  ergo  muros  ecclesiae  magiia  ex 
parte  dimere)  opera  aenea^  ex  templis  alib^ue  hcis  piis/ 
magno  coDamine  ac  ti  eiuere,  et  ad  domapi  seoatoriam 
avdierey  causa  conficiendi  inde  machinas  aeneas  grandicH 
res,  et  «t  semel  onmia  dicam,  coepenmt  scdestissimi  ist» 
et  desperatis^iy  PÜkgetontis  flncttbus  acti,  eitremis,  ut 
ajnnt,  fatis  "agitari,  teatonioe:  #7  hegangien  ie  daobrmêó» 
hm.  Yemm  hisce  malta  nondum  satiati  amplins  hoB»* 
nem  qoerodam  capitalera,  plane  ridienlttaii ,  saimis  exci* 
pieodimiy  bipednm  scilicct  neqnissimum,  objeèemnt  Ca^ 
tbolieormn  ac  Papistamaa  oppressorem  carnificemque,  qném 
rnbram  virgapa  nomenclarunt ,  teatoniee:  dê  roU' rceiii 
eni  ceneum  nebolooea  furciferos,  otpote,  naütaa,  anrigaa, 
▼acunistas^  lavemioiies,  liguriones^  palantes  sire  vdga^ 
hondes,  teztorea,  kniones,  tenebrionea,  pelUones,  bajidos» 
monobocbiarios,  ahenarios,  colc^diarioa,  scnitaribs,  cor^ 
biones,  Tietoresy  ligmaeaas,  ceteTtaanaa»  kctanot ,  valera- 
mentarios,  id  est^  aappaelore»  rctsmii  cakeoramy.  res»- 
nos^  delirosy  ins^idos,  iasnkos,  iraemriBtaSy  bardoa^  ei^- 


Digitized 


by  Google 


~  608  — 

rones,  hand  tellure  admitteodos,  legirupiones,  fatiferos, 
homines  plane  improbos,  planos,  et  Mercnrio  irato  na- 
tos,  qnibus  ad  restim  res  rediit,  mnltis  faitis,  sacril^isy 
adnlteiïis,  homicidiis,  ac  Fapaecidiis  famosos,  sicarios,  ga- 
neones,  teutonice:  hourdeelbloeken  ^  palpones,  ^tem 
apostatricem ,  remiginm  Ulyssis ,  teutonice :  êenmi  hoop 
dueehnieten^  non  habentes  vel  unam  venam  antiqnae  re* 
ligioni  et  regiae  majestati,  natnrali  supremoqne  principi 
suo,  addictam,  qni  modo  summas  renun  tenent,  reipn- 
blicae  gubernacula  gerant,  publicae  administrationis  gn- 
beroacnlo  manus  nefarias  admovent;  bonis  proh  dolor, 
imperant,  magistratni  Gatbolico  obstrepnnt,  tribanali  re* 
sistunt:  communem  reipnblicae  tranquillitatein  cane  et  an- 
gue  pejus  odenmt,  imo  summam  rerumpoblicamm  snae 
volimtatis  arbitrio  qnasi  veUtatione  qnadam  traosTersa 
agunt  tn  scopulos:  adjnnxerunt,  in  terrorem  vindictam* 
que  boDorum,  qnos  moeror  quotidianns  lacerat  et  confi- 
cit  Hic  tenebrio  cnm  suis  complicibns  aedes  Gatbolico- 
rum,  bonos  observat,  et  non  nist  quod  arridet,  rapit  prae- 
daturque,  promptuaria  atque  poenaria  intrat  uncis  ttngai-> 
bus,  hic  vivorum  acutnm  se  praebat  censorem.  Gallet 
enim  egregie  discernere,  cujus  vini  fumus  graviores  ne- 
bulas  cerebro  infundat  Sub  velamincf  proditionis  aedulia 
aliena  avide  vorat,  et  dolio  exsiccat.  Gnncta  profonda 
inghivies  perlustrat  hirquis  oculis,  anreas  argenteasque 
imagines  potius  qoaerens,  quam  vivas  armatas.  Quid  res* 
tat?  Nisi  ut  civitas  Antyerpiana,  quae  magna  gloria  flo* 
ruit,  misera  senectute  senescat.  Necdum  resipiscit  ob  cer- 
vicis  düritiem,  mentisque  caecitatem.  Yere  de  ea  dici 
potest,  quod  habetnr  apud  Davidem  propbetam  regitmi, 
PsjkLiL  CXXXVI  et  apud  Hibru.  XXXI  cap.:  Filia  Ba- 
hylonts  misera  tuguequo  deliciis,  êéctiê  €Uque  erroribus 


Digitized 


by  Google 


—  509  — 

éUêolverU  filia  vaga?  ReTertere  ad  civitatem  SylTae* 
daceDsem  autiquam,  quae  monstrabit  tibi  viam,  qua  sit 
eimdum.  Eodein  procul  dubio  poculo  civitas  Antverpi»- 
na,  nisi  resipiscat,  bibitnra  est,  qao  olim  Tidimus  ipsum 
Moosteriolum,  tentonice:  Munster^  bibisse,  quod  inebria- 
tum  vino  prostitutionis  meretricis  Babjlooicae,  quod,  in- 
quam»  seditionibus  gravibua  attenualamy  quassatum  mo- 
tibns  intestiiiisy  fooditas  interiit,  qnando  alias  anno  tri* 
eesimo  qaarto  objecit  hominem  qoemdam,  ioter  natos  mu- 
lienim  neqnissimum  scnrram,  nomine  Joannem  Leydanum , 
intcar  filios  Adae  scelestissimmn,  omnium  quos  terra  susti* 
net,  ant  qoos  sol  videt,  pessimmn,  qui  se  ipsmn  regem 
SyoD  fécit»  quo  noD  fait  sus  immundioFy  non  vulpes  frau- 
dulentior.  Qui  ita  libtdini  incumbebat,  quasi  non  de  li- 
bidine,  sed  de  gloria  fuisset  certam^;  qui  scilicet  hin- 
nire  occoepit  mulierem  cemens»  tanto  scilicet  aestu  libi- 
dinisy  plusquam  taurino»  in  sexum  muliebrem  ferebatur. 
Hic  sponsus  Penelopes  gaudebat  pluralitate  mulierum» 
quas,  suo  more,  quamplurimas  cumulate,  in  conjuges  seu 
contubemales  acceperat.  Libidinem  leno  iste  impurissi- 
mus,  supra  modum,  lenociniumque  olebat  Hujus  men- 
dacissimi  hominis  triobolaris  pseudologio  infatus  populus 
tantam  fidem  adhibuit,  quasi  sibyllae  folium  fuisset  aut 
immutabile  fatum.  Malitiae  autem  et  nequitiae  fenestram 
aperiebat,  libertatem  vivendi  scelerumque  licentiam  ma« 
lesuadam  dabat  et  ad  vitia  laxas  habenas  praebebat.  Qui- 
bus  rebus  et  toti  communitati  perditionem  parabat,  et  sibi 
ipsi  exitium  fataqne  praeparabat  conciliabatque,  dum  cap- 
tivus  in  cavea  ferrea  snspendebatur  in  summitate  turris 
volatilibus  coeli  in  praedam  relictns« 

Nequaquam  autem  in  admirationem  rapere  quemquam 
debet,  quod  superius  tot.titulis  ac  nomenclaturis  desig- 


Digitized 


by  Google 


~  610  — 

narenm  eos,  fui  modo  rapublicae  gttUmcnU  gcnmi, 
qui  I)u^c  domiflantuTy  (en  poUu»  gmaMotnr»  uoperinni- 
qu^  per  fas  ac  aefiift  uaurpatum  «Kavcent  in  bono»  et  in* 
noKios.  ld  enim  feci  ad  deaouxialraiidum  naturam  effectm. 
Nam  saepe  nomenclatnra  designaC  naturam  efiSsctiis.  St 
ooDveniunt  rebus  nomina  saepe  sUis.  Sicut  in  crimine 
stelUaDatus.  Deinde  ad  Teducendum  ter  maxime  infiitnar 
•turn  exeaeoatumque  populiuiiy  ad  saniortm  jseotem,  eoque 
perdnoendttm,  ut  deiooeps  omnibiis  modis  dctrectet  ian- 
perium,  humerisque  exoutiat  jugum  istud  dunun,  tam 
ignobilis  degenerisque  sortis  hominum  vilisaimorumy  uil 
alivd  qnan»  extremam  pcrmciem  feipnhlieae  n^tcqne  di»- 
que  quaerentium,  ut,  inquam,  vecuset  porro  snb  coeds 
istif  dttcibus  militare,  aoerbasqne  uras  manducare,  ex  qui- 
btts  deotet  gu#  taniopcn  obatupescunt. 


Digitized  by 


Google 


TRAGTATÜS 


BIPABT1TU9,  ID  EST,  DITISUS  UT  OUAS  PARTBS  8SÜ  UBR05:  QVO* 

RUM  ALTER  TRACTAT  OE  FRUCTIBUS  ARBORIS  BONAE,  QUIBITS 

CTUNTUR  YERB  CHRISTIANI,  ORTHODOXE  ATQUE  CATHOUCI; 

ALTER  YBRO  BNARRAT  HI8T0RIAM  ARBORIS  MALAB,  BJUB- 

QUB  FBrcrUE  PESaiMOS,  QCIBUS  8ECTARU  ET   C0N8ISTO- 

RULES  replentur:  HEMPE  IMPIA  GESTA,  NECNON  SEDI- 

TiosAS  factionbs,  conspirationbs  et  cohjurationes 

FACTAS  ET  PERPETRATAS,  PER  YAESANUM,  FLAGinO- 

8UII9  FUNESTOVQDB  CONSISTORIUM  CALYIHISTARUM, 

SBD    POnuS   STNAGOGAM  SATABAS,   BUPERRIME 

GRASSANTIUH  ET  TDMULTUANTIÜH  IN  CIYITATE 

STLTAEDDCENSI  INTICTISSIHA ,  AG  PRAB 

CAETERIS  CATHOLIGA. 

ACGTOBI 

■■gtotM  ■KIHABIBi^  ¥«ICKr  mh  Aat-HaMdca, 

/.  r.  Licentiato,  ac  venerahilis  Curüu  EccknasHcM  Buscoduceruü 
Aéwtcat»  fiseaK, 

lUtH.  VIL 
Arbor  bona,  fVuctüs  bonos  facit,  mala  autem  arbor  fructus  maibs  fiiciC. 

Rov.  GA».  ' 

A  fractibus  eorum  co^oscetis  eos. 

Paul.  I  TihoTh.  TI. 

Propbanas  Tocum  novitates  deviU. 

PaoTni.  VI. 

Reus  detestatur  eum,  qui  ducordias  seminat  inter  fratret. 

HuBsai.  VL 

State  super  tias,  et  videte,  et  interrogate  de  semitia  anticfiiifl,  qnae 

eat  Tia  bona,  et  ambulate  in  ea,  et  inTenietis  refrigerium 

animabus  Testris. 

Dectsr.  XXXII. 

Interroga  patrem  tuum,  et  annuntiabit  tibi,  niajores  tuos  et  dicent  tibi. 

DSOTU.  II. 

PobHca  gradiemur  tia:  non  declinabimns  neque  ad  deitenm, 

neqne  ad  sinistram. 

Nciu.  XXV. 

ToUe  cunctos  principes  populi,  et  suspende  eos  contra  solem  in 

patibnlis,  ut  aTertatur  furor  meus  ab  Israël. 

PaovsBB.  XII. 

In  semita  justitiae  vita:  iter  autem  deTium  ducit  ad  niorteni. 


Bredac. 


KBCÜDBBAT 

Anno  1581. 


Digitized 


by  Google 


KOmTUl  AD  tECTORU. 

lo  praefiitioBO  eipottU  est  ratio,  quure  tltulns,  epistok  dedioatoria 
et  pnefatioy  quae  magiftter  VoictT  ab  Aut-Heuadan  toti  operi  pnemi- 
serat,  adiostar  supplamentt  hic  integre  exarata  aequantiir. 


Digitized 


by  Google 


luuflnJKiHO  BiGuxniTunMOQVi  9QIUI0  D.  GiAUMO  db  BARLAHOUT,  no* 
■no  9B  HAVtmuna,  «Mn,  kudt,  auBnviioBi  i»  ghaiuhout,  racmoii 
oma  f  kWOÊ  TonofQUB  ritUAs  BBiBuns  sic;  oDMnTAToif,  n  oobmis- 

aOIIB  BMUB  KUBtTATU,  AVLISSUI&B  IBTICnanMABQUB  AG  KUB^UnMAB  d- 
TITATU  nLVABMJCBlStt,  BOMIBO  fVO  BBBIGBUaUlO  OBATIOSiaSIBOQVB:  BBGBOll 
BINK  a^lTATl,  AUKHtOB  CATBOUCO  AC  TBBB  GflBICTIABO|  VWlIJlICTIttlBOQOB 
AG  PBODBBHaSXXO  fBRATVIi  QUATDOBBBCIK  BUCIBÜ8  UXtTOK  SBLBCnSSIHIS  AtQUB 

lOBTianns,  naos  mbmbbxs  utb  obdibovs,  ag  toti  ooHVunRAn  gititatii 

PEABDICTAB,  SPBCTATlflBnUS  CUH  6ALDTB  PBUBTVAV  rBUGITATBK  rBBCATDB, 
AC  rABATiaSUA   8ÜA   OfffBBT   OBSBQVIA,    BT   6B  QUAX  HUKIUMB   COHVBBSAT 

BT  TBAMT  HETMAIfRIJS  VOICHT  ab  avt-bvbssbr. 


SPII|T01A  DEDIGATORIi. 


NqUiSi  me  Hercle,  verbis  ant  scriptis  coDRqni  poMum,  ilInMrb* 
ttme  excelleotissimeqne  donune,  ornatisBimi  praeclariBBimique  viri^ 
qnanta  mihi  laedtia  gaTiBiiB,  ac  dTitali  Syhaedaceiisi  ex  animo 
gratalatns  luerim,  quaido  nnper  testis  oculaUu  vidi  ^ctoriam  mi- 
raeuloee,  Turtute  seilicet  dexterae  exeeisi  opeqae  dWina,  <»Yitatt 
praedictae  attribntam  et  adeptam,  ex  volnntaria  ac  nltronea  fuga 
ooDBiètorialram'^  qaos  ioter  aedebamus  tamqoam  inter  malleum  et 
iDeddem,  ot  est  in  proTerÜMO,  capitalium  hostium;  omnium  €a- 
tholiconim  sea  Papistanim^  necnon  bonae  religienis  atqne  politiae, 
quae  sunt  iotius  patriae^  omnisque  rópublicae  Christianae  bene 
institvtae  cohmmae  dnae  atqne  bases,  subrersoram,  qnibns  ride- 
licet  tota  respnblica  nititur  atqne  sustentatnr,  qnibns  snblatis,  ne» 
cesse  est,  iüam  qnoque  eorruere,  cnm  sublato  fundamento  cor- 
rnat  et  totnm  aedifieinm.  Qaomodo  autem  haec  inga  spontanea 
&cta  fiierit,  qnam  mirabiliter,  imo  nüraeulose,  parore  a  nnmine 
divine  incusso  contigerit,  in  prosecntione  tractatns  mei,  Ubro  se- 
cttndo,  fnsins  agam.     Qoando  etiam  vtdi  illüftrissimum  dominum 


Digitized 


by  Google 


—  514  — 

meom,  virum  scilieet,  turn  generis  nobUiUte,  lum  Yirlutum  he- 
roicarum  splendoreT  cumulaUtsime  orDatum  ac  praefolgenteni ,  ex 
commtssioDe  regüie  majeataUa  oeoeMario  datum  et  ordinatom  ve- 
lut conaerfitoreBi  et  protectorem  dcfeoaorenque  Catbdiefte  ctii- 
tatia  Sylfacdaoanaia,  qno  dignloren  fidelflorenqii«  ex  omni  mor* 
talivm  numero  aeque  suffiragüa  dekigere,  neque  votia  optare  dii- 
tas  potttiatet:  cum  tu  excelleotiMkM  dommey  aooedeutibaa  omni- 
bus fortunae,  eorporis  animique  bonis  ac  dotibos,  toins  in  hoc 
ais  dieqne  nocteque,  ut  cmtatem  praedietam  ab  incnran  bostinm, 
undique  circumstautium ,  tueri  valeas.  Cigus  rei  gratia  in  di?er- 
sis  pagis,  nempe,  Oistervicano,  Vlymensi,  finglensi,  Emplensi, 
Kessellensi  et  Herlairensi,  postremo  in  oppido  EyndbovieDM  et 
arce  Megbensi,  per  te,  una  cum  oppido,  devicta»  mnltum  insig> 
nes  inezpugoabilesque  muDitiones,  teutonice:  schansten ,  jgne  et 
aqua  magis  necessarias,  magnis  aumptibus  laborÜMisque ,  fecisti: 
quas  summa  cum  laude  et  admiratione  haclenus  illaesas  oonser- 
vasti.  Quid  de  hostibus  per  excellentiam  vestram,  partim  iuga- 
tis,  partim  ferro  Irucidatisi  partim  captis  dicam?  Quid  scribam  de 
rebus,  eruptiooibus,  excursionibusqne  in  hostem  iactis?  De  strage 
ab  hoste,  tua  virtute,  aeoepta?  Pe  violenta  vktoria  seu  ezpng> 
natione  Bredanii  sive  Bredae,  fere  invincibilis  inexpugoabilisqne, 
non  sine  Numinis  ope,  per  te  facta?  qua  profecto  in  re  Numini 
qoaa»  homioi  proprior  esie  videria,  et  at  seauda^a  tam  andax 
praedarumque  et  hactenna  inauditum  DMinut»  suprai  modum  ad- 
miFabile,  alquc)  omnium  laude  ^  praedicatione»  literiS|  monumen- 
tisqua  deooranduiHj  agreswa  ea^  animo  plane  infiniotQ,  ab«{ae 
formidina  Goesaorum»  in  \ioinia  castins  Tumboutania  Goilocato^ 
nioi*  Qnotoa  enim  iatnd  quiaque  fecaaaet^  da  ^oa  post  fiAamae- 
Ottqdi  bbri  latius  traoUtnr?  Gx  quo  gosto  plusquam  Eomano, 
ex  quo»  inquam»  faainore  nagno  ai  memorabilia  non  siaa  pari- 
cnlo  oorpona  tui  lactOs  iromortale  tibi  nomen  oomyaratti,  aeler- 
■aaai  famam  ooneiliasü?  Cnjoa  daniqiie  immortalia  fiiaU  nemoria 
apud  posteros,  aempar  futura  eriu  Poitremoy  qfaid  refieian  de 
inolytia  lUia  tius  TOtntUwia  plnaquan  beMicia^  quibua  praeditna 
ea?  Qoia  qnaaso  la  sapientiai  prudantia,  oouMilio»  peritia  balli, 
anHBoailate  aHue  aadaoia  praMtanUor  exotUaoUorciiM.?  Ta  nohl- 
liawio  cUriaaimoquo  slMnmaie  natiia,  ikiim  i«l  felioia  recoada- 
lionïa  Qomitam  da  Barlaimont^  aurei  ▼aUana  eqoitcm,  patrem 
tuum«  quem  ««n  pacw  tnm  balü  daoora  aic  nohilitareaty  ut  cui- 


Digitized 


by  Google 


—  515  — 

▼i»  fft^voi  b^rouip  poaiHi  nop  «olm»  cpafeiri,  ffirum  etiam 
liQRgo  aoüferri,  l<mge  «optr^re  bntAQ^  nrXutibmê,  qnïbu»  cho- 
ruscjui,  QiMm  fid<iW  i«rvitiuoi  olim  paltr  Ulo  tmi«>  lanquam  fi- 
deliMunot  TMallnf,  tam  aie«»ri«ie  qiuun  r«gwie  loi^qfUti,  olim 
b«itt  logaeqno  pracwtitertt  lippU  «tqn^  loii»«rit>uf  BOlutunum  eal. 
.Ci|uP9l;^k  tu«  qoi»«Un*  fidelita»,  ill«#UriMiiQO  doinio#,  ^^acuntnu^ 
•ifotanturquo  in  die*  virlutet  Miae  nobilo»  atquo.  beroicae  magit 
mugiaqve :  ot>  quas  rogiii  «MJeaUf  te  mu\ü$  praedaris  tttulia  de- 
ooravit,  pau^ia  diebva  poal  Bredaoiom,  per  t^,  armata  inwii« 
Tictum. 

JU^et  autea»  diveraa  genera  mt  nobiUuUa;  qmie  receoaere  ain- 
gula^  loqgum  Dimia  efset,  et  fortaaaia  Uediofuiny  illam  denique 
Y^nipi  nobiliMiteai  diceodam  eaae,  neiiio  aa^i  oerebri  dubiU(j  quae 
perta  hhQTp  yepit,  qvae  w  virtate  reotiaque  £uslia  naacitur,  £k 
Qt  «Hipiimüio.  dicaipai  vere  eiun  nobilem  «üei  quern  aobilitak  a«a 
Tirtiia.  Qvatia  «t  iUe  oobiUlas  4»^  qnee  e%  forlitudiDo.  aingaduri 
oaaciiur,  e»  preeidana  acijücei  ij^atia  beWcia;  utpojte  patriam  o»- 
vimietq^f  ab  ioisur^ibiia  botUliboa  (vMuri  ae  liberarei  pro  arit  et 
Ipela  forlMer  ppgoare;  aotiquain  religipnev»  in  lo^ia  memoraUf; 
40  alibi,  ia  ppi«Mi»aiD  ^tatmn  ac  vigorew  restiiuerO)  cultam  d^vir 
^am  resuuraro,  eluria  repararo,  (joofriicUi  oonaotidare,  lapaa  mb- 
le^ve,  gregem  CaM)olic«m  arwia  ooQferY«[re,  qmi  io  re,  aiciOi 
el  io  alüa  multi^^  «aoa  fuiaii  opera  et  a^oo  oooailio  revere^clie- 
aimi  domiai  id  Cbriato  patria  a^  domim  yioatriy  D.  Wilbelmi 
JUndaoi,  episcopi  ftureaaoDdeoaiai  aaorae  theologiae  docioria,  ¥iri 
.«om  primif  apoatolidt  wi,  ioqqam,  oom  dootrina  monua  iate- 
grilate,  ao  ainguiari  modefUa  atqoe  bospiuBlate»  tum  viUe  aaao- 
limonia  spfM^tabüia,  qni  in  conïgendia  bomimun  moribusr  tptum 
ae  VredAQÜ  oqeiipatnm  reddidit,  qni  in  «rroribiia  »x«niiaqae,  in 
.a»qdio  urMoit  per  mimicom  hominem,  id  eatj  diabolum  fjutqae 
mini^irof,  dormienübiia  bominibna,  id  eal,  rectoriboa  patriae»  #«• 
p^fMmmatif,  ei^tirpandif,  eradicfmdieqne,  lapaia  reparaodia,  oeo- 
Qon  devUe  regendia)  omoem  inaompait  operam*  OlMpie  memora- 
bilta  facta,  ▼irtutnmqae  inaigni^,  üluatriaaime  domino,  tiun  pro 
te,  quam  pro  heeredibui  tuif  joro  nobilitatia  perpetuo  gaMdere 
debea*  Qm  poUbtatia  jure  olim  ioaignitoa  fuiaae  legimua  i«  «e- 
crae  acripturae  pagina,  ipaum  Joaae  et  Jndam  Macchabettm, 
aliosque  fortiaaimoa  ducea,  pro  aria  fociaque,  toto  pectore  olim 
eertantea. 


Digitized  by 


Google 


—  516  — 

Luberei  quiileiii  bic  recensere,  illattrissime  domine,  terieoi  in- 
aignium  firUitum  luoruoi  fratrum,  iDprimU  revereadisiimi  domim 

D (1)  episcopi  Gameraceosk,  ¥in  KberalU^  hoapitalis,  be- 

nigni,  cum  Titae  Mnctimonta,  tam  doctriiia  mullnni  exoeJIeotis. 
Deinde  dariwiaii  viri  domini  Lanceloli  comitig  Megensicy  d^imini 
de  Hombereonrt,  Oyen^  Diëten  elc.,  tertio  reyerendi  domini  ••• 

(1)  domini  pnepociti  insignit  eoclenae  caibedralis  Leo- 

diensisy  et  demque  pnieclaristimi  virl  domini (1),  aiaa 

temporis  angostia  obttacolum  praeberet,  et  dicendi  copia  dees- 
•et,  idcirco  ad  alia  progrearas  fiet« 

liJud  tarnen  addo,  ooronidb  loco,  per  ora  hominum  jaetatnm 
vnigare  dietnm :  nobilem  dommn  de  Barlalmont,  aemper  coBstaft- 
tem  ac  fideiem  permannaae  ipai  regiae  nujestaü,  abiqne '  varia- 
tione  diwimnlatióneqiie  nik,  aut  decUnatione!  recto  naqne  tra- 
mite,  alMqne  devüt  ambulaMe,  nee  a  dexteria,  nee  a  ainittris 
clandicaMe.  Infinitaa,  me  Herele,  iUuatriMiffle  domine,  makdio- 
tiones,  innomerabilea  comminationea  a  parte  adteraa  paaaos  fimti, 
ab  obtrectatoribus  et  malefolia,  raaügnis  apiritibua,  hominibns 
plane  ^triobolartbns,  nee  calidis  nee  fiïgidia,  qui  in  taom  eiitiam 
perrigilea  exoubant,  qonantea  te  ialaia  dektionibua  augUktioai- 
bnaqae  tradncere^  cnm  tarnen  aia  ezpers  omnk  noike»  necoon 
regne  nagettati  vataUas  fidelisumua.  Qoippe,  qui  non  aolam  ci- 
^ritatem  ipsam  Bnacodacenaem,  fjnaqoe  terrilorinm,  veram  et  nni- 
Teraam  Pekndum,  Tazandrkm,  ne  dicam,  totam  Brabantkm  is- 
feriorem  ab  incurtn  impreaaioneqae  hoatili,  utque  praeaervastit 
amima  cnm  kude,  in?itk  dentibus  maxilKaqne  adTeraartoram« 
Qèiy  inqaam,  duram  tibi  aregk  mi^eatate  dele^aUun  f»üTinekm» 
fideliter  adminiatraati.  Proh,  aamme  Deua,  quot  tibi  exlenaae 
fbere  ab  hoate  inaidiarum  tendicoke,  macfainante  noctea  atqoe 
dies,  te  militemqiie  tunm  regiam  manitionibtta  ubique  exnere. 
Yemm  arrogantk  eorom  decepit  eos,  qaos  Domtnus  Deus  co»- 
triTit  sicnt  vaa  inutile.  Quid  obaecro  eis  impü  conatus  et  maebi- 
nationes,  contra  persooam  tuam,  et  civitatem  SylTaedocensem  pro. 
fnerant?    Sed  de  bisce  hactenns. 

Proximum  nnnc  est,  ut  pammper  ac  aliqaatenus  de  egregik 
kttdibus  Gatbotieae,  necnon  amplisaimae  invictissimaeqne  civitat» 

(1)  Nomina  propria  in  autographo  non  sant  addik,  juito  aupplciidi 
spatio  relicto. 


Digitized 


by  Google 


—  617  — 

S^aednceiMÏe  dieamos.  Omiwis  aulem  ▼ulgaribas  laucbbot  m 
praeconiis,  qnibns  cumulari,  et  ia  coelum  offorri  posset,  Dempe» 
a  situ  et  Datcura  loei,  qna  munitisaima  eal,  detuBftptis,  ab  prae* 
claiïa  aedifioiis,  ab  inaigDi  atniotiira  aedificioqae  exceUentissiino 
ac  artifieioaiMtrao  femoMésimae  eodeaiae  oathedralia,  a  mercata- 
ria,  a  popaloaitate,  ac  popali  fere  natara  angelica,  a  bellicosUate, 
ab  eleémoayiiaraiii  elargitionibua,  utpote  qoae  non  teaax  est  in 
largitioDein )  non  leota  in  eleémosynam ,  a  pietate,  eum  erga  Deum, 
tam  erga  panperea,  a  diTersttate  domorom  religioaamm  atqne  pi»- 
ram,  ab  boapilalibuSy  xenodochüa,  noaocomiis  diYenia,  et  hoa- 
pitalitate,  et  dentqne  a  Ludo  Uterario  fiifflosiMimo  celebratiwimo- 
qoe,  oujua  ortbodozi  praeoeplorea  ac  f|;abemaiorea  gymnasii  davo 
non  aecoa  assident,  qnam  diJigena  prodenaqne  nancleras  navis 
soae  aasidet  clave,  qai  artia  snae  tenax  nihil  eonun  praeterntittit, 
qnae  officio  sno  incombnnt.  Sed  ipse  in  remotiori  ac  editiori  na- 
Tia  parte,  Tefait  in  specuJa  oempresanm  eontortomque .  mann  ga- 
bemacnlmn,  vel  astringena  propins,  vel  longins  prolendens,  pront 
iêrtaasiltentinmandiqnefiuctnnm  ac  proeelJaram  impulsna,  pront» 
inquam,  Irementium  ventorum  rabies  ac  implacabiÜa  Neptnni  fu- 
ror  postniat,  concla  diligenter  loeis  snis  disponit  atqne  aptat.  Ila 
Indi  higus  literarii  ptaeceptores  ac  gubernatores ,  officio  sagacia 
nanclerir  fnngenteSy  Umquam  lioni  gymnasiarcbae ,  omnia  sagaci* 
ter  suis  loos  disponere  atqne  aplare,  necnon  providere  satagunt, 
officio  sno  minime  desunt,  Inturos  oasns  provident^  ac  in  sui  gym- 
nasii  navtm  semel  admissos  disdpulos,  non  siounl  sua  ^ponte  ezi* 
lire,  neqne  ullis  malerolomm  vel  praeOigüa  addaci>  vel  impao- 
bitatibns  extmdi,  sed  Dei  semper  gratia  fireti  aasüieotinm  liaere- 
tioomm  tel  fcaudem,  vel  violentiam'reprimnnt,  capita  sna  adver- 
sus  higus  aetatis  exoetras  pestesqne  nusqnam  aese  non  vel. clan- 
cnhim  Inbrioae  angaiHae  instar  involventes ,  vel  aperte  Marte  edi- 
tis  celbttisque  signis,  «ibilis  vinlleatis,  foedatis  atque  conspnrea- 
tia  libromm  membrannli»  fidelinm  auribus,  animisque  prndentis- 
aimanim  more  liarpyamm  inaistentes  atque  aspirantes,  olgectare 
non  formidanty  discipulos  admissos  in  Dei  ümore,  in  omni  virtn* 
tia  genere  ac  moribns  bonis,  necnon  doctriois  sanis  institnunt, 
qnales  olim  orlhodoxi  ludi  literarii  gymnastes  professi  fnernnt, 
qnae  siquidem  adyersus  insilientinm  haereticornm  vel  latentes  in- 
atdias,  vel  apertam  rabiem  fidissima  seopper  alque  cerCissim^  fuere 
praesidia.     Adhaec  rector  gymnasii  hujus  celeberrimi,  omnibus 


Digitized 


by  Google 


—  518  — 

iHöclts  fideKs  Ulfêsii  ?ice«  «tibic,  <{ui,  ne  ^ninaslM»  iMfiail* 
sttbv^rtatuf^  Sireittftn  yoctéy  et  Gireer  póettlü  noMMfM^  in  tiiani 
cymbaiik  reeeptOfUtn  aurês  p\\»  énepé  motiitlofiibat  obstmit,  ne 
in  fhnidéin  Bireatbtltf  htis  marfOM  pétlictttiltti*,  malocfue  flnai  pvo*- 
posïfi  eot  alligat,  «e  dl^ag^nttif  turptterqae  i4vao€,  olMnnqoe  et 
operaoi  perdant,  fi6i«  Cirees  pocala  stulti,  cvpidliqaé  bibentes^ 
sub  dömina  Giree  tnereirice/ turpé»  «t  ezcofdea  vtvMtt,  et  inglo^ 
rit  oioriantarr.  De  boe  gyranasia  qnid  amplia*  dieaiD,  «al  am- 
bam,  plane  netcio^  nisi  quod,  juiLta  nt%o  jaolatutt  «kro  dlfo- 
qtte  proverbium,  tota  Europa  non  habeat  aibt  aiaiile,  in  quo  div- 
etplinae  scholasticae  rigor  magia  tigeat* 

Poatremo  a  devotione,  et  bh  aimrlibus,  id  ineditini  proferiai 
nonnullaa  sihgularea,  inclytas  et  heroïcaa  tirtiltes^  quttMM  pMw 
eaeteris  civitatibu»,  oppidia  et  loeki,  popoInM|ae  praedita  eat ,  pol» 
}et  atque  eboruacat,  a  quibua  meriloj  auniAMtque  rattone  oom* 
mendari  ao  praedicari  debet ,  èC  ad  eoeluin  us^foe  maffliorail* 
bus  [?]  kvdibtfa  eitolff!  quae  tubt,  M^gtö,  obedieoiifly  idelr- 
taa,  fortttudo  animi  et  corporia ,  eoilstantia  et  partentk.  De  f«- 
ügione  imprinfa  eonatat.  Nan  qiio  magie  rtiagiaque  anfiqiM  reÜ^ 
gio,  per  notellos  istoa  dogma lialas  Calviniatas,  pr^mebatar  aglla* 
baturque,  eo  raagts  fortiusque,  inalar  palmae,  tigebat^  florebat, 
viresqae  et  augmentum  aaaumebat,  t^o  majorea  üta  peraecutk»* 
nes  patiebalur,  eo  fervebat  inrter  Gatboltoos,  t^erosqae  Gb^da- 
noa  magtêy  tam  et  praeaerltm  puMice  in  tentpHa,  qnam  tater 
lares  priratos,  non  abaque  grandi  miraculo,  usqae  adeo,  qiMd 
re  Tera ,  boni  cïvea  atnt  Terae  Gatholieae  Romënae  religionis  aMa* 
tores  senratoreaque.  Obedientiam,  qaae  est  fcilieitfflli  tnaler,  neo* 
tiqnam  etiathno,  süentio  praelereandam»  Semper  éninv  regiac 
majestati^  suo  prineipr  naturaH,  debilam  obedieAliMa  praeslilit 
et  reverentiam  absque  rebellionit  not«.  Qaod  fideKtalan  antb 
•operque  patet,  quam  ia  obaerYatione  mandatevnm  regioe  maje»* 
taiis  neenoa  paeificaUonia  Gandensis  et  modemae  pacb  Geloaimi^ 
sis  aoeeplatione,  plenia,  ut  ajünt,  ulnia,  Ibcta  demonstravil^  De 
fbrtitudine  aolem-  qoid  dicam?  Nisi  qnod  Gatboliei  eives,  ptè 
aeqaitate,  aria  et  focis,  communiqué  utilitatêP  sempeir  propogna»- 
tes,  sese  mos  fortes,  ae  beilicosos,  et  victAres  trittmpfaatoreaqae 
praesttterint,  tam  adversaa  consistoriales ,  ïntemoa  soos  faostts 
capitales,  quippe,  qfoi  in  necem  eormn  toties  eoojtiravenuit ,  qoam 
aitos  ttternos,  sanguinem  Gathoüeorum  ei^um,  mnni  momento 


Digitized  by 


Google 


—  519  — 

tMopovMy  êitienle*»  luporum  more  npickmtn.  Conatanlia  adbftée 
qoo^e  ciYinm  CatboUcoroai  Mtis  nota  «•!•  Qoae  enim  ciYitM  in 
Tera  ac  sana  fide  Calboliea  et  (Hrthodoxai  mMfoam  fait  faao  civi- 
tato  Siyliweduoattai  contUtitior,  ao  ejuadem  propngnatior,  aoiïor, 
▼eheaietttiarque?  Patientia  insuper  ejus  tat  noleria  est,  atque 
OMDilefta  oflMnbna,  et  Kppiai  ut  ajut^  et  toMoril^its,  qaam  ae- 
qmiMDiiter  haboit  in  oaiDibua  tot  tantiaqoe  tempeatatibiM ,  id  eat, 
tribulationibua  et  penecatioMbQs :  usque  adeo,  qaod  patientiae 
virtus,  Dobilis  fnerit  caoia  viotoriae,  ejnadem  civitatis,  jnxta  dia- 
ticboa  vnlgore: 

Mobile  Tiaofpdi  fenns  est  palienlia:  Tincii 
Qoi  patitur:  li  ^U  Tinoere  ditee  pati. 

Haee  virtua  est  (teêle  di?o  Cypriano^  sermo.  S  dê  bono  patien- 
ÜÊê)  quae  noa  Deo  et  coffloiendat  et  senrat*  Ipaa  est,  qaae  pa- 
eem  eostodït,  quae  fecH  io  adverns  fortes,  ipsa  est,  quae  fidei 
■oatrae  fnndameiita  finntter  iniiDit4  Haee  ille.  Et  ut  semel  om- 
nia  dioam:  Baee  eivitaa  B^scoducenais,  prae  oaeteris  Cathoiica 
et  Cbristiana,  eat  ezenaplum  et  apeculuro  TirtatiiiB,  est  qaoqtie 
eiemplar  aHarom  civitatum ,  ae  fbna  et  origo  conser?fiüoiiia  atque 
aalulia  totïus  palriae.  Nempe  harum  ifliferioroas  protinciaram ,  na- 
qua  adeo  ut  snmnao  jure  aumniaqae  ratione  appellari  queat,  civi* 
taa  finitinaa  metropolis.  Eat  deniqne  lacerna  anper  caodelabrunB  ^ 
eat  eivitaa  snpra  raoDtem  poaita.  Eat,  inqaam,  pretioanm  diadeoM 
feaplendena  in  eapile  coronaqne  regia*  Qoid  oiulta?  Hac  uoien 
eivitate  Gatbolicay  boe  aolo  cKademate,  ai  impiaa  i>le  Abimelech, 
eeraalea  ille  fleziioaua,  in  via  salutis  mordena,  de^  qno  tn  dedne^ 
lionetraetatna,  pkva  acribam  fnsioa,  pro  voto  Kbtloqne,  cum  aoia 
eoMialorialibaa  poliri,  illamqoe  baaretioo  ano  praeaidio  militari, 
iBBmnndo  alerqniliaio,  ad  beneplaeitum  munire,  opplere  et  oecv- 
pare  potniatet,  procnl  dubio  aetom  fnisaet  de  pace,  de  evange- 
lica  veritate,  de  iide  Catbofica,  et  religione  aniiqaa,  et  deniqne 
omnia  pessnm  ivisaent,  noTuni  idemqne  eraenliasiaiBrm  et  faaetenva 
inauditum  bellam  denuo  eiorlum  fuiaaet,  eademque  haee  cifitaa 
Catbolica  facU  fniaset  spelunca,  necnon  commune  receptacolum 
et  columbarium  latronnm  et  baeireticorum :  quae  nunc  eat  aanc- 
tnartum  Dei  9  aeminariom  wlntnm.  Haee  eat  aalrum,  prae  cae- 
teris  dfitatibus  ac  oppidia  radians  seu  fulgena  fide  et  pietate. 


Digitized 


by  Google 


—  520  — 

AiuiMo  atttem  Numineque  difioo  piioNuriey  deiode  teeniidsrie  fi- 
delibas  cuttodiis  atque  excubüt  Catholicomm  dvhiiD  patriotamm, 
fuit  civitat  praedicU,  ntque  protecU  et  conseryatai  quibus  «en- 
per  illud  QDicam  Ibit  studium  atque  votum,  civitatem  «uam  ser- 
vare,  ac  reüuere  liberam,  tutam,  aecunm  et  immunem  a  milite 
externe,  aedularum  instar  apium^  quae  ignavum  fncoa  pecoa,  a 
praeaepibus  arcent,  quae  bombyUoa  nozioa,  et  crabones,  pecnt  io- 
otUe  et  edax,  •caraK>eo8  Toraces  depopulantesque,  lougeab  alvea- 
riia,  summo  cooatu  extremitque  viribua,  ac  pari  fratemaque  manu, 
depellunt:  ne  mei  collectum,  ne  alienes  labores  devorent,  nidoe- 
qne  alienoe  improK>e,  instar  vulpu  foedae  turpisque  defbedent. 
Et  sic  de  illis  adimplebitur,  quod  scriptnm  est,  per  sapientem, 
PaoYsaB.  XVIII  cap«:  Frater  qui  tubuvaiur  a  firatre^  quasi  eioüat 
firma  et  judicla  gwul  veetes  urbhan.  Deinde  quod  scriptum  est, 
apnd  IsAiAX  propbetam,  cap.  I,  ubi  Dominus  Deus  loquitnr  in 
baec  verba:  Canvertam  maman  meam  ad  te,  et  exeoguam  ad  jm» 
rum  teoriam  tuam:  et  au/erom  owute  starmum.  Et  restituam  judh 
ces  tuo* ,  ut  Juerunt  ffrtus:  et  consUiarias  tuot  sieut  antigmitusm  Poti 
kaee  vocaberis  etvUasjusil^  urbs  fideU$,  Gum  videlicet  inoolumitas 
praesidenlium ,  salus  sit  subditorum. 

Plura  de  insignibus  encomüs  civitatis  bujus  dioerem,  el  pro* 
lize  encomiasten  agerem,  iko  integrum  justumque  volumen  ia- 
dle  inde  conficerem.  Sed  vino  vendibili  suspensa  bedera  baud 
est  opus,  juxta  commune  adagium.  Yera  virtus  non  egei  alie* 
nis  praeconiis*  Res  enim  praedarae  per  se  patent  et  placent ,  ne* 
que  desiderant  ezoticam  commendationem.  Idcirco  desbtam ,  boe 
unicum  pro  coronide  et  corollario  addens,  quod  nimirum  ipto 
miyore  laude,  quae  proprie  virtus  est,  non  aliunde  proveniens, 
sed  suis  nixa  radidbus,  gloria  et  commendatione  Gatbolioae  dvi* 
tatis  Buscoducensis  et  in  m^orem  declarationem  et  ampliaüonem 
justificationis,  per  civitatem  nuper  emissae,  contra  foeda  et  im- 
pudentia  mendada  atque  improperia  falsa  consistorialium,  tracta* 
tum  bunc  prado  commiserim,  et  in  luoem  enuserim  ediderimqne, 
uti  inferius  dicetur.  Sylvae-Duds,  cal*  Decerab.  anno  81  post 
mille  qningentos. 


Digitized  by 


Google 


AB  PlDl  lEC^OREI  GBEISTIAINIII. 


Habes,  candide  lector,  brevi  manu  tractatum  de  fruGÜbua  utrhia- 
qac  arboris,  bonae  et  malae:  priocipaliter  factum  acriptumque, 
propter  improba  fjesta  per  consistorium  CalvinisticmD ,  Decnon  tu- 
multuantem  scholam  digladiatoriam,  teutonice:  die  schermsekoie, 
seu  pothis,  sckelmschole^  certo  tempore,  in  civitate  Buacoducenai^ 
imple  grassantem  tuoinltuantenique :  quippe,  quae  Tidebatur  yel 
coelum  terrttare,  codum  digito,  juxta  comimiDe  adagium,  attio- 
gere,  jugulare  mortuos,  et  gigantum  arrogantia,  Jovem  ooelo  ex- 
pellere,  caetertira  inutilis,  et  aliud  nihi],quam  homo  bombyliaa, 
ut  10  proverbio  est,  in  quo  praeter  vanam  verborum  jactantiam, 
•trepftumque  vantim  aliud  nihil  reperias.  Quem  quidem  Iracta- 
'lum^  pro  fngenioli  m«i  tenuitate  cviguitateque,  motu  proprio,  in-  • 
primis^  rudi  quidem  Minerva  celerique  calamo  confute  ooncep- 
tum,  in  usnm  tantum  meum,  meorumque  propinquorDm,  pro 
defensione  orlhodoxae  atqoe  Catbo]icae  fidei  ac  yeritatis,  confo- 
ceram  et  annolaveram,  aed  postea,  pietale  ac  yero  feryenteqné 
xelo,  erga  eandem  civitatem  ductus^  tanqaam  non  yalena  ferre 
impudentia  illa  ac  splendida  mendacia  necnon  graviMimas  injoriat 
inimicorum  ejufi,  quorumdam  bonorum  eliam  amioorum,  necnon 
patriotaruni  suasu,  consilio  atque  eAlagitatione  accedente;  illud 
quod  abditum  latebat,  et  informe  erat,  in  gratiam,  laudem., 
gloriam  et  favorem  Catholicae  ciyitatis  (jusdem,  ejusque  pro 
majore  jusllficalione  ac  justissimae  cauaae  defensione,  contra  ea- 
dem  illa  impudentia  ibedaque  ac  absurda  mendacia  necnon  falai- 
tates  execrabiles,  injuriasque  enormes  et  iniolerabiles ,  quibua 
illa  immerito  ac  falso  oneraiur  obruiturque  a  consistorialibus  yo- 
luntariis  fugitiyia,  et  exulantibus  ultraneis,  hostibua  acilicet  ac 
osoribus  ejuadem,  in  Incem  edidi,  et  in  formam  certam  redegi, 
quae  dat  ease  rei.  Licet  autem  quibusdam  emunctae,  ne  dicam 
obeaae  aut  laeaae,  naris  hominibus,  qni  utilia  statim,  propter 
paryos  forte  naevos  rejiciunt,  videatur  opera  mea  minus  a  fronte, 
quam  in  recessu  babere:  quibus  potius  placet  cayillari,  allercari, 
conviciari,  cacologiae  studere,  et  carpere  ac  improbarc  sudoreoi 


Digitized 


by  Google 


—  &22  — 

atque  operaro  alteriut,  qatm  eam  probare  ae  laudare,  more  an- 
neae,  quae  ex  optimis  floaculis,  non  quidpm  mei  colligit  ioalar 
apis,  sed  venenum  elicit  lethifertim*  Hujasmodi  Zoilos  atqae  ma- 
levolos,  nequaquam  habentes  sinceram  x^W,  iniqoos  jadico  la- 
boris  mei  censores,  pravo  semper  naso  hepaleque,  ac  ore  foe- 
tente  vivenles  ambulanteaque,  ampbibios  et  versipellet,  oaoret 
verilalis.  Etenim  non  me  dam  est,  me  maltoram  odia  et  re- 
prehensiones  incurrere,  qai  ab  eonim  pulmonibus  veterea  aviaa 
repellere  coner.  Et  quamvis  nonnalli  cacologi  forte  cavillando 
objicienl,  me  falcem  meam  miUere  in  messem  alienam,  meqae 
conari  ultra  crepidam  judicare  de  iis,  quae  sunt  a  profeasione 
mea  aliena:  nempe,  de  ezplicalione  arboris  apiritualis;  veros 
tarnen  Chriatianos  spero,  et  optime  confido  banc  meam  opellam 
aequi  bonique  consulturos:  quippe,  quibus  non  ita  delicatum  so- 
let  es&e  palalum,  sed  Tulgari  ac  rudi,  nee  ila  exquisilo  cibo  con- 
tent! sunt,  quale  habent  noyeüi  isti  noslri  temporis  dogmatiatae, 
caelerique  omnes,  qoi  sunt  de  consistorie  Calvinislico,  nunc  de- 
i^uo  ex  orco  revocato,  quibus  bic  meus  scribendi  simplex  stylus, 
non  tam  ornatum  verborum,  quam  rei  verilalem  respicieos,  ut- 
cumque  dispiicebit,  quorum  scilicet  palato  baud  sapient  agresles 
lactucae,  juxta  commune  proverbium.  Et  sane,  omnino  exislimo, 
juris  sludiosum;  jurisprudentiae ,  quae  est  divinarum  atque  hn- 
manarum  rerum  scienlia,  studio,  rebusve  lorensibus,  non  ita 
fixae,  instar  conchae  inbaerentis,  testae  suae  inseparabiliter  ia- 
sistere  debere,  ut  non  aliquoties  ad  studium  theologicum  se  con- 
vertaty  animaeque  bona,  quae  sunt  aelerna  terrenisque  potiora, 
sicque  inprimis  quaerenda,  curet,  nee  illos  labore  contemneodos 
rejiciendo&que  putarem,  per  quos  animi  sive  corda  quorumdam 
hominum,  in  fide  Catholica,  navis  instar,  huc  illucque  flucluan- 
tium,  Taleant,  instar  anchorae,  stabiliri,  atque  corroborari,  soli- 
daque  solidiora  fieri.  Si  igitur  amice  lector,  bunc  laborem  meum , 
tibi  et  ecclesiae  ulilem,  acceptum  et  gratum  esse  agnovero,  brevi, 
Deo  propitio,  curabo  quoddam  opusculum  majus,  tractans  de 
Gueseanismo  in  genere,  in  usum  tuum  edere,  a  primo,  quod 
ajunt,  ovo,  suprème  verlice,  primaque  a  radice,  deducto  et 
enucleato.  Bene  vale  et  salve  leclor  Chrisliane,  et  me  tuis  pre- 
cibus,  apud  Deum  Opt.  ter  Max.  commendo.  Ex  civilale  Sylvae- 
ducensi,  Gal.  Decemb,  anno  1S$81. 


Digitized 


by  Google 


JMTIFIGATIE 


VOOR 


DM  liOiDiN  BORülRlli 


DER  STAiyr  VAN 


Tshertogenbossche. 


•go 


Thriiio.  m. 

Dm  Heeren  ontfennherticheyt  ist,  dat  -wy  niet  te  niet  en  fyn,  want 

sijne  ontfennhertichceden  en  hebben  niet  ghebroocken. 

PsALX  a  XXIU. 

Ghebenedijt  sij  die  Heere,  dat  hy  ons  niet  tot  eenen  roof  in 

baer  tanden  ghegeren  en  hcefl. 

Psalm  C.XVH. 
Vanden  Heere  is  dit  {^escbiet,  en.  t'is  wonder  Toor  onsen  ooghen. 


Clhepreat  blaaea  Tsihertoshealiosisielie» 

m  OaMHAHTlK  lil.   HKT  A9TU8  TAlfDBS    SaU  LBBSÜ  E1I9K   CAPPITBIJHBV  Ut 
ZKLTBB    STAVT,   BT  HT  lAR  SCHEFFER. 

Anno  1679. 


Digitized 


by  Google 


Deie  /usHficatü  is  afgedrukt  naar  een  teldiaam  geworden  werkje 
in  4».,  groot  10  ongepag.  blads.,  berustende  in  de  boekerij 
▼an  het  Ifoord-Bnibandsch  Genootschap. 


Digitized 


by  Google 


VAK  TBnVTodtNiKMMnM,  ipriiKActfTtétttf  iTfArntkBBkRk 

tllDB  TOIBSTARVEU  BIK  KbST^  BRlIB  WBrrAUlf  01^ 
ZBLTBB  STAVr/  OP  BRi)B  TBfiBRS  AUIÜECXIII'  FKRUISBir 
TOOBT8TBI.  BII0B  TBIITBU7CXB  ^  AB!IBICl^«Ill/  iJS  Al- 
;>ABB  ÉY  BBRIBBB  OPBOBBIGB'  QBB8TBN,  FBBTIJBBBTBUltB 
TAR  BB  TOOBSZ.  BÜ8TB  BHBB  WltLYABBR^  TOT  VbB- 
SGBBTBBH  TTBBR  ABHGHBHBTBR  BRtB  TB  WBBCËL  GEB» 
I^TBLT  STB  GBWBBSTy  fiBDISCOOBBBlT  BRBB  RAB  BBB 
WABBBBTT-  TBEHABLT,    ZOO   BIBB   RAB   TOLCBT. 


Alsoo  die'  Vöórsz/  goede  liórglierèn*  niet  eb  twijfieleDy 
men  sal  sèer'Vrëémdie' eiide  wonderlgcke  spraken  enl  fa- 
men  laten  yerlujden  ende  wtgaen,  ter  saken  vandé  alté* 
ratien  ende  beroerten,  die'dese  voorleden  tyden  ende  da- 
^en,  ende  besiindere  den  iérstéh  dêser  maèndl  van  lulid 
int  iaer  xv.*''neghen  én.  fseventicH  binnen  d&  voorssC 
stadt  van  TshertogUenbossche  baer  opgébevra  en'.  ye]>- 
tboont  hebben,  soo  eest  dat'  de'aèlve  goet  en,  nöddicli 
ghevondéh  beblien,  die  Waerachtigbe  redenen  ende  gbe» 
l^enth'eyt' vandé  zaken  eenen  yeghelycken  by  desen  tè 
ontdecken  en.  int' licht' te  brenghen,  op  dat  niemaüdt 
gheabuseert'  en  worde  door  slincke  ende  onwaerachtiglië 
rapporten  vanden" ghénen,  die  de  goede  ende' ghetroüWé 
borgeren  der  voorsz.  stad^  souden  mllen  calumniéren,  be- 


Digitized 


by  Google 


—  526  — 

schuldighen  ende  odieus  maken  by  den  genen,  niet  fae- 
hoerlyck  ende  waerachtelyck  gheinfonneert  en.  onderricht 
Tfesende  vanden  oorspronk  der  voorsz/  altèratien. 

Want  niet  tegenstaende  de  voorsz.  goede  borgeren  hen 
altijts  ghethoont  ende  gheëmployeert  hebben  in  alle  ron- 
dicheyt,  vromicheyt  ende  ghetroawicheyt  nopende  t'gene 
dat  de  ghemeyne  ruste,  vrede  ende  welvaren  der  voorsz. 
stadt,  nae  gelegen theyt  ende  eysch  vanden  tyden,  heeft 
moghen  concerneren  ende  bevoird^sren. 

Soo  eest  nochtans,  dat  ter  contrarien  verscheyden  vreemde 
gheesten  ende  perturbateurs  vande  eendracht^  ruste  ende 
welvaren  voorschreven,  anders  niet  ghestudeert  en  heb- 
ben dan  deene  innovatie  over  dandere  in  te  brenghen, 
ende  te  verdrucken  ende  extermineeren  die  ghene,  die  met 
hen  die  handt  daer  aen  niet  en  wilden  houden  en.  aen- 
spannen,  de  selve  met  onverdrachelycke  calumnien,  vei- 
acien,  fortsen  ende  daden  tracterende  ende  vervolghende, 
om  henne  tyrannie  te  stabilieren  over  gheestelycke  ende 
werlycke,  van  hunnen  humeuren  niet  wesende. 

Ende  alzoo  de  openbare  oefifeninghe  vander  nieuwe  re- 
ligie, alhier  feytelijcken  t^ens  die  pacificatie  van  Gendt, 
generale  unie  daerop  ghevolcht,  declaratie  ende  assen- 
rantie  der  selver,  ierst  gheintroduceert  ende  daer  nae  by 
den  Religions  vrede,  ten  versuecke  van  zgne  hoocheyt, 
door  zyne  commissarissen  herwaerts  ghesonden,  by  provi- 
sie, gheoorloft  ende  toeghelaten  wesende,  behoorden  wel 
ghenoch  gheweest  te  zijne,  om  vorts  in  alder  stillicheyt 
ende  ruste  onderlinghe  te  leven.  Dien  nochtans  niet  te- 
genstaende hebben  sommige,  wel  wetende  ende  betho- 
nende,  dattet  hen  alleen  om  de  religie,  niet  gedaen  en 
was,  niet  ghecesseert  noch  opghehouden,  teghen  gheloof- 
ten,  cere  ende  ccdt,  al  voerders  te  pretenderen. 


Digitized 


by  Google 


—  627  — 

Ende  aboo  zy  de  middelen  by  hun  selveti  daer  toe 
niet  eo  haddeo,  hebben  ghestudeert  ende  ghearbeyt,  om 
met  bulpe  ende  onderstant  van  garnisoene,  fzelve  te  ez- 
ploicteren  ende  wt  te  richten,  hebbende  over  langen  tijt, 
en.  al  eer  eenighe  apparentie  vande  belegeringhe  der  stadt 
van  Maestricht  gemaeckt  was,  allen  practycken  ende  mid« 
delen  gbesocht  ende  ghebruyckt,  om  t*zelve  garnisoen  bin- 
nen deser  stadt  te  brengen,  ende  daer  mede  over  de  voorsz. 
goede  borgeren  en.  ingesetenen  te  t}Tanniseren. 

Maer  zyn  tot  noch  toe,  door  de  huipe  en.  gratie  Gods, 
alle  hunne  aenslaghen  desen  aengaende,  zoe  te  water  als 
te  lande  tot  versche}'den  reysen  ghemaeckt,  wonderlycken 
by  de  vigilantie  ende  neersticheyt  der  voorsz.  goede  bor- 
geren gbefailgeert  ende  verhuedt. 

Welcke  voorsz.  aenslaghen  zy  hebben  begonst  te  prac- 
tizeeren,  nae  dien  dat  zy  met  ghenoech  ende  consent  van- 
den ghemeynen  boi^eren  het  garnisoen  binnen  der  voorsz. 
stadt  niet  en  consten  in  ghefarengen,  tot  welcken  effect 
sy  verscheyden  brieven,  vermaningen,  presentatien  ende 
inductien  dicwils  hadden,  zoo  by  ondercrnypinge,  ghe- 
impetreert,  als  andersins  practijckelijcken  gheëmployeert 
ende  te  werck  gestelt,  ende^oock  verscheyden  gesubor- 
neerde  tijdingen  vanden  aenstaenden  noot  vanden  vyant 
onder  de  geme3mte  gesprcyt  en.  laten  verlnyden.  .  Maer 
die  voorsz.  borgeren,  om  niet  bedrogen  te  worden,  en 
wilden  noyt  te  veele  of  te  lichtelijcken  ghelooven,  heb- 
bende oock  in  dier  vnegen  onder  andere  afgeslaghen  alle 
die  specieuse  persuasien  en.  grote  instantien  des  graven 
van  Hohenloe,  aengevende  en.  pretenderende  binnen  der 
voorsz.  stadt,  tot  verseeckerheyt  der  selver,  twee  vende- 
.  len  knechten  wt  HoUant,  met  hondert  peerden  vanden 
regimente  des  voorsz.  grave,  te  leggen. 


Digitized 


by  Google 


—  528  — 

Waer  nae  beo  i^^en  ia*st€ii  niet  ghe9(UCoed^(aft.eD,Iif!eft 
huB  ghepractizeert  middel  van  seeckere  schepen  n|if(t  yolck, 
afghevaren  en.  comende  van  Antwerpen,  onder  t^dexel, 
800  men  onwaerachtel^ck.liet  verluyden,  van  zeeckere  pen* 
ningen  te  convoyeren,  tot  betaelinge  vanden  crijschvplck 
vanden  hertoge  Casimiro,  doen.  ter  tyt  in  d^  quartiere 
van  Shertogenbossche  wesende,  om.  met  listen  en«  behea? 
dicheyt  binnen  der  voorst,  stadt  te  genaken,  ende  aldaer 
nae  hunnen  appetgt  te  dominereut. 

Ghelijck  oock  niet  en  heeft  willen  succederen  hunnen  ^ 
valschen  en.  afgrysschelycken  aenslacb.opten^el&ten  Sep* 
tembris  int  iaer  xv.**  achv  ende  Tzeventichi  principalyci^en 
by  eenen  ghenoempt  meester  Henrick  inden  Booren,  i^Uaa 
Agileus,  met  zijnen  adherenten  ende  gheconspir^den,  te* 
gen  der  voorsz.  stadt  voorts  ghe;^eyndt.  ende  ghieat|^ 
teert  Den  welcken  nochtans  zoo  nae  te  wegbe  ende  tol 
efiea  ghebrocht  was,  datter  drie  vendelen  knecbten  ende 
voldb  van  wapenen,  secretelyck  ende  onve^ienlyck,  son- 
der  pgp  oft  tromme  te  meren,  van  Hoesden  of  di^  wech. 
ghecomen  waren,  naer  byder  stadt,  onder  de  condv^e 
ende  gbeleydmge  vandep  casteleyn  van  Hnesden  voorsz. 
teghens  zijne  vaderlycke.  stadt,  de  w4d^^  ter  openinghe 
vander  stadt  poorten  smorghens,  met  eenen .  snellen  toe- 
loop ende  met  vliegende  vendelen,  meynden  ende  pooch- 
dei),  mette  correspondentie,  d;ie  zy  hadden,  van  binnen 
ende  met  sommige  vander  Schermers, gu^de,  dqm  ter  tgt. 
de  wacht  hebbende,  de  selve  stadt  te  invaderen  .epde  inne 
te  ghecrijgen,  maer  worden  in  grooter  haest,  ,met  neer^ 
stige  en.  cloecke  assistentie  van  eenighe  vaQde  s^Juitte- 
rgen  en.  naeghebueren ,  die  poosTtCv  daermen  het  p^rigcr 
kei  ghewaer  worden,  wederomme  t<ie,ge^)ot^Pui,tot  con- 
fusie vande  voorschceveo  knechten,  hen  oqd^r  en^  voor 


Digitized 


by  Google 


—  S29  — 

ft 

der  yoorsz.  stadt  pocM^oii  vijndende,  ende  op  eenen  hal- 
Ten  schuel  "vveechs  nae,  htm  feijt  volbracht  hebbende, 
ende  alsoo  ghefruatreert  zgnde>  van  t^grae  zy  luyden  hun 
wel  beroempt  haddeo,  als  dat  sy  den  borgheren  ende 
inghesetenen  vander  stadt  hen  geit  souden  helpen  tellen^ 
bebalven  andere  enorme  stucken,  die  zy  inde  gheestelycke 
ende-  andere  gheleeckende  huysen  zonden  hebben  voorts 
ghekeert,  om  die  te  fouleren,  pionderen  ende  saccageren, 
soo  sy  he&  tot  verscheyden  tigden  daer  af  ghevanteert  en. 
ghebaecht  [?]  hadden. 
•  Kil  alsoo  des  niet  te  min  die  voorsz.  seditiénse  gees- 
ten-ter  selver  tgt  alnoch  megnden  tot  hunne  intentie  te. 
geraken 9  soo  gongen  sy  onder  die  ghemeynte,  de  welcke- 
door  die  TOorse«  alteratien  al  meestendeel  in  v^apeneo  gei^ 
comeo  was»  stroyen  veele  verscheyden  valscfae  wijsmakin- 
gen,  ende  ondtr  andere,  datmen  inden  raet  vander  stadt 
ee^drachtelgck  gedooten  sonde  hebh^,  die  vander  nicuvre 
religie,  ghenoempt  gherdformeerde,  ter  stadt  wt  te  iagen 
ende  ook  den  hals  te  brengen,  om  alsoo  deselre  ghemeynte 
tot  alle  oproericheyt  ende  boosheyt  te  verwecken  ende  te 
ontsteken,,  roepende  ooc  voor  der  stadt  huys  ende  op 
vdder  (1)  merckt  die  voorsz.  M.  Uenrick  Ijgileus,  dat  hy 
brieven  van  zyne  excel***.  in  zynen  sack  by  hem  hadde, 
daer  mede  hem  belast  was,  die  vander  wet  metten  hals 
te  nemen,  ende  dat  hy  selver  eens  wilde  vonnissea  wy- 
sea,  en;  sonde  eer  avoot  yan  alles  zynen  wille  hebben. 
Ende  tot  dien  eynde  worden  daer  ghehaelt  wt  ter  muij- 
tea  (2)  zeeokere  verborghen  vreemde  soldaten,  tot  ooh 
trent  veertich  toe  in  ghetaUe,  wel  ghewapent  ende  is 
ocdie  wesende,  met  de  welcke  die  voorsz.  seditiénse  en. 
geconspiieerde  hen  begaven  yander  merckt  nae  eene  van- 

(1)    KvMb-,  volle.        (2)    Mutju,  sobmihoek. 


Digitized  by 


Google 


—  5S0  — 

f 
der  stadt  principale  poorten ,  gheooeiopt  die  Tnchter* 

poorte,  de  weicke  zy  met  groot  gewelt  eo.  ftnrtse  ?aa 

sware  smedehamers   opensloegen ,   maeckende   aldaer  in- 

'V^aerts  nae   der  stadt  toe  zeeckere  schansse  oft  wagen- 

perck  tot  hunne  verseeckerheyt  ende  bevrijdinghe  ter  tgt 

toe,  dat  die  voorschreven  knechten ,  wesende  vander  stadt 

een  weynich  ^ertrocken ,  wederom   aenghecomen  souden 

hebben  gheweest  ende  inder  stadt  ghebrocht,  om  daer^ 

mede  hun  quaet  ende  leelijck  voornemen  voorders  te  rf- 

fectueren. 

Maer  midts  de  vervolginghe,  oppositie  ende  verwerin- 
ghe  van  dien  vanden  schutterijen,  de  weicke  hun  der- 
waerts  met  groote  couragie  en.  cloeckheyt  vuechden,  zyn 
die  voorsz.  attentateurs  vanden  voorsz.  aenslach,  met  bon- 
nen aenhanck,  wederomme  miraculeuselycken  wt  ter  voorsz. 
schansse,  poorte  ende  stadt,  niet  sonder  bloetstortinghe 
ten  beyden  zijden,  verdreven  eode  geslaghen  gheweest, 
ende  die  poorte  wederom  toegemaeckt  ende  wel  beset 

Weicke  attentaten  al  buyten  kennisse  en.  wille  van 
zijne  hoocheyt,  excellentie  ende  generale  staten  zyn  aen- 
ghericht  gheweest,  zoe  de  selve  respective  dien  vander 
stadt  by  hen  brieven  hebben  te  kennen  ghegheven  ende 
gheattesteert. 

Ende  hoe  wel  tWve  alsdoen  worden  t^eenemael  als 
misverstandt  vergeven  ende  vergeten  sonde  blyven,  vol- 
gende de  publicatie,  die  daer  aff  gedaen  was,  hebben 
nochtans  daer  nae  al  meer  andere  verscheyden  entreprin^* 
sen  ende  aenslaghen  opte  voorsz*  stadt  toegheleeght  ende 
ghemaeckt  ghehadt,  in  sulcker  vuegen,  dat  zijne  hooc- 
heyt selve  somtijden  de  voorsz.  stadt  vanden  Bossche 
van  ettelijcke  aenslaeghen  ende  dreyghementen  by  sgne 
brieven    heeft    gewaerschout   gehadt,   ende   ghecMtlineert 


Digitized 


by  Google 


—  591  — 

ende  belast,  scherpe  toesicht  ende  neerstighe  ifachte  te 
houden,  ten  ejnde  dat  door  d^incompste  van  eenich  volck 
van  Mrapenen,  ^eene  disordren  gheattenteert  oft  aenghe- 
richt  en  mochten  worden. 

Soo  dat  die  voorsz.  goede  borgheren  ende  inghesetenen 
menighen  tijt  lanck,  met  goede  ghefundeerde  diffidentie, 
in  grooten  anxt  ende  benautheyt  op  hare  hoede  conti* 
nuelijck  hebben  moeten  wesen,  niet  hebbende  des  nachts 
op  hunne  bedden  dorren  slapen,  maer  hebben  hen  met 
hunne  wapenen  voor  allen  heymelijcke,  loose  practijcken 
ende  occurentien  verdich  ende  op  de  been  ghehouden,  be* 
sundere  als  die  vander  Schermen  gulde,  den  gealtereeden 
voor  t^meestendeel  grootelijck  toe  ghedaen  wesende,  de 
wachte  waren  hebbende. 

Dwelck  den  voirsz.  goeden  borgheren  des  te  meer  he* 
swaerlijck  ende  lastich  gevallen  is,  door  dien  dat  sg  niet 
vrijmoedelijck  in  henne  voirsz.  goede  ende  notelijcke  toe- 
sichten  ende  hoede  en  hebben  moghen  procederen,  alsoo 
ennighe  binnen  der  voirsz.  stadt  in  authoriteyt  wesende, 
ende  de  welcke  hen  behoorden  daer  toe  billicx  te  ver- 
wecken ende  fexfaorteren ,  ter  ccmtrarie  schcenen  hen 
genoch  partydich  te  maecken,  om  de  selve  borgheren 
daer  af  te  vei vreemden  en.  sulcx  te  beletten,  midts  reji- 
cierende  alderhande  waerschouwingen,  en.  daer  en  boven 
alle  extraordinarisse  nootelijcke  debvoiren  van  waken  voor 
d'meestendeel  berispende,  calomnierende,  achterhalende  en- 
de beschuldighende. 

In  sukker  vueghen,  dat  die  voorsz.  stadt,  door  die 
bermhertige  handt  Gods,  principalijcken  gheholpen  ende 
behouden  is  geweest,  soo  oock  wonderlijcken  heeft  ghe- 
bleecken,  nu  onlanx  geleden,  doen  den  leger  trocke  ende 
passeerde  beneffens  en.  voorfay  de  selve  stadt,  om  te  gaen 


Digitized 


by  Google 


—     5*2     —  ; 

cmtseUeD  die  belegfaerde  stadt  van  Maestncht,  soo  meti 
seyde:  tot  welcker  tijt  seeckere  veDdelen  knechteD  etÈd» 
pecdevolc,  onder  het  beleydt  vanden  castelejn  van  Enm- 
den  voorsz.  als  doen  daer  hj  sgnde,  de  selve  subytel^ck 
ende  onversiealijck  souden  hebben  verrast,  gbeinyadéert 
ende  gheincorporeert',  dVelck  ontwyffdijck  met  gtx>oté 
plbndering^e,  moorden  ende  wterste  rtigne  en.  bederfie-' 
nisse  vanden  goeden  bot^heren  ende  ingesetenen  der  vooni^ 
stadt  gbemenghtt  soude  behben  gheweest,  gbel^ck  ver* 
seksen,  soo  oapiteynen',  soldaten  als  andere  persoonal 
ende  huysluyden.,  naederhandt  wel'  hebben  lüten  verlny- 
den  ende  int  Ucht  ghebracfat;  maer  die  vooilsz.  góed^ 
borgeren  hebben  heti  snbitelycken  in  grooten  ghetalle, 
door  ingevinghe  van  Godt  den  Heere,  bes(shermet<  van 
alle  reehtverdighe  ende  deuchdelljcke  menschen',  in  wa- 
penen  begeven  ende  venhpoÈt,  sonfïfo^  té  rtepecteren  die 
tergiversatien  off  spijtige  berispingen  df  ennige  oppositien, 
die  hen '-mochten- ontmoeten  van  henne  overieheden  doen 
ter  t]}t  wesende»  ende  hebben  aUoe  dië  pooirtën  vandér 
stadt  toegecr^en»  tegens  den  dunck  der  ^roöi^z:  ScUei^ 
mers  ende  beuren  adberentèn ,  dfe  al^aer  ter'  selver  tijt 
die  waebt  hadden. 

Waerdeure.  tVoorsz.  volfck  van  oorloghe  hennen  acn- 
loop  ende  aenrenninge,  daer  sj  geheel  verdléh  op  ston- 
de» ende  daeraff  zg  hennen  correspondenten  vati  binnen 
der  stadt  nirerckelijcke  teeckenaci,  soo  by  brantstichtinghe 
als  andersins,  ghedaen  hadden,  hebben  moetai  ondèrla* 
te»,  de  wekske  nodKans  daer  nae  by  atfder^'  l^ten  en. 
middelen  even  welhemie  pretenisien  alnoch  gheëfiècta» 
eert  souden  hebben-  ghehadt,  t6n  ware  geweest- dat  die 
voorsz;  goede  borgere»  d^cb  ende- nacht  hen  aen'  allen 
camen^ende  oorten '  nerstel^k^  ghevondëö,  gh^mploy- 


Digitized 


by  Google 


—  533  — 

eert  eode  ^ekrajckt  hadden  gebadt,  om  sitkx  te  verbue* 
d«D  ende  te  beletten,  sijnde  die  perplezitegt  der  voorsz. 
lnQirgereD  des  te  meerdere  gheweest,  dat  die  voorsz.  Scher* 
iiE^5  vaader  wachte  trec^ende,  hen  niet  schegden  noch 
wt  die  wapenen  geven  en  wilden  dan  nae  dien  dat  sij 
emest  ganss^en  nacht  ende  dach  in  henne  herberghe  ge- 
muyt  hebbende,  met  groeten  toevloer  en.  aenhanck  van 
aodei^en  hens  ghesinden  vrt  allen  anderen  schnttergen  eode 
wecken,  alnoch  ten  lesten  met  groote  moegten  hen  lieten 
ges^gen  ende  inpe  dien  hebbes  [?],  dat  sij  die  vooras* 
wnpenen  soaden  verlaten  ende  nae  hujs  vertrecken,  ende 
dat  eensdeels,  soo  te  vermoeden  is,  wt  respect  vande  te* 
ghenhoede  van  dien  vande  schntterijen,  die  welcke  ghe* 
delibeneert  waren,  hen  te  maecken  partge  tegens  allen 
<mbéhoorliïcke  aenrichtingen,  ende  eensdeels  om  datmen 
hen  verschegden  pretense  versnecken  ende  pnnoteo  wat 


Hebbende  niet  alleenl^ck  dusdanigbe  verradelijcke  prac- 
t^cken  van  invasien,  als  voorhaek  sgn,  de  goede  borge- 
reo  der  voorsz.  stadt  grootelgcken  gheturbeert  ende  ghe* 
pericliteert  ghehadt»  maer  oock  menichvnldighe  andere 
moetwillioheden,  oproericheden  ende  aenrichtingen,  waer* 
mede,  aoot  schgnt,  datmen  al  willens  heeft  ghedissimvH 
leert»  alaoo  ^eene  stucken  off  misdaden  vanden  voorsB. 
maetwiUigen  ogt  gheremedieert  noch  ghestraft  en  sijn  ghe- 
weest  by  den  genen,  die  des  wel  vermochten  ende  ampta 
halven  behoorden  te  straffen. 

Oaermeo  nochtans  Ier  contrarien  soo  wreedelgcken  ende 
straffelgokeB  altgts  heeft  willen  procederen  teg«is  and»* 
ren,  soo  geestelgcke  als  werlgcke  persoenen,  ende  dat  al» 
leenlgek  op  enn%e  valsche  vermoedinghen  en.  vroorden» 
qualgcken  ver&laen  off  siniaterl]|okeB  ende  odieuselijcken 


Digitized 


by  Google 


—  534  — 

gheiDterpreteert,  met  verscheyden  andere  saecken  ende 
debvoiren  int  verd^eijt  ghenoinen  wesende»  de  welcke 
nochtans  9  door  den  tyt,  nü  al  bevonden  worden  wei  est- 
de  te  recht  ingesien,  betracht  ende  gevwdert  geweest  te 
sijn. 

Want  t'is  te  schandelijck  alhier  te  verhaelen  ende  int 
licht  te  brenghen  met  wat  onwerdicheden ,  insolentien , 
valscheden  en.  ghewekdaeden ,  datmen  den  raet  yander 
Toorsz.  stadt  ordinaerlijcken  heeft  geculpeert,  gecalomni- 
eerty  gedreijcht,  gefortseert  en.  overvallen. 

Ende  besnndere  opten  iersten  dach  der  maent  van  bh 
lio,  alsoo  den  voorsz.  raedt  vergadert  vras  ende  dat  den 
selven  goet  ghevonden  ende  gheconsenteert  hadde,  door 
aendieninge  vanden  capitegnen  ende  anderen,  datmen  met 
ettelijcke  haeckgescfautten  soude  wter  stadt  trecken,  om 
buyten  der  selver  op  sommige  plaetsen  die  waterlaten  af 
te  werpen  ende  die  wateren  te  loosen,  omme  de  sdve 
tot  versterckinghe  der  stadt  te  doen  overioopen»  soo  eest  ^ 
ghebeurt,  dat  de  selve  y:hatten,  voor  het  meestendeel 
partialijcken  wtgesocht,  opte  been  ^ehaelt  ende  gheco* 
men  synde,  die  voorsz.  afwerpinghe  ende  des  dien  aen* 
cleefden,  gebleven  is  onder  wegen  ende  onghedaen,  ende  ^ 
dat  sy  luydens  hen  al  met  andere  saecken  van  nieuwic- 
heden  ende  van  quad^n  behaghen  ende  consequentien  heb- 
ben gaen  becommeren  ende  fejrtel^cken  moeijen  ende  on- 
derwegnden. 

Ende  naementelljck  mette  miie  van  Utrecht,  fortifica- 
tien  vander  stadt,  afbrekinghen  ende  afbrandinghen  ende 
dierghelgcken,  ghevende  nochtans  groote  ende  merckdycke 
snspitien,  datmen  onder  t^pretext .  vande  vorderinge  van 
dien,  anders  niet  en  sochte  dan  te  voleynden  inde  ver- 
drackinghe,*wtleydinghe  ende  moghelyck  orgere  tracta- 


Digitized 


by  Google 


...  5S5  — 

meDte  randen  genen,  die  hen  binnen  der  voonz.  stadt 
sonder  redenen  inden  Y/ege  ende  haete  waren,  ghelijck 
sommigbe  hen  des  niet  en  vermijden  te  beroemen,  en  ver- 
scheyden  circonstantien  voor  ende  nae  apparentelyck  ge* 
noch  wtwesen. 

Gbelyck  onder  meer  andere  gebeurt  is,  dat  ennige  van* 
de  voorsz.  Schermers,  seeckere  daghen  van  te  voorens, 
henne  quade  intentie  dien  aengaende  wt  den  monde  wel 
gedeciareert  hadden,  als,  in  presentie  ende  ten  aenhoo- 
ren  van  mijnen  faeere  den  gouverneur  en.  mijn  heer  van 
Oirschot,  met  meer  anderen,  sittende  ende  comende  in 
een  schuyte  te  samen  van  Beekhoven,  s^gende  seer  ver- 
metelyck,  dat  sy  Papen  ende  monicken  sonder  lange  di- 
laij  wt  iaegen  wilden,  met  meer  andere  onbiUgcke  ende 
enorme  propoosten. 

Ghelijck  oock  ten  voorsz.  daege  vande  commotie  som- 
mige soo  verre  gecomen  waren,  dat  sy  hen  niet  en  ver^ 
mijden  te  seggfaen,  henie  handen  noch  corts  te  willen 
wasschen  int  bloet  van  sommigbe  heeren  vander  stadt, 
die  welcke  tot  diversche  tijden  henne  aenslaegen  hadden 
helpen  beletten. 

Gbemerckt,  datmen  liep  ghewapenderhandt  inden  raedt 
'  der  voorsz.  stadt  roepen,  dreggen,  tieren,  gebeeren  (1), 
ende  hen  soo  aenstellende,  dat  die  vanden  voors.  raedt 
ghepraempt  ende  ghenootsaeckt  worden ,  hen  van  allen 
canten,  achter  ende  voor,  confuselyck  te  versteecken  en- 
de te  salveren. 

Onder  welcke  perturbateurs  ende  oproerders  ennighe 
van  henoen  notabelen  hoofden,  als  onder  andere  die 
voorsz.  M.  Henrick  Agileus  ende  Aert  leronimus  van 
Keelst,  inden  vollen  raedt  der  voorsz.  stadt,  ten  by  we- 

(l)    Geheereif,  lich  oproerig  MiitteUen. 


Digitized 


by  Google 


~   596  — 

9611  ende  io  presentie  van  mijnen  beere  den  gouverneiir 
voorse.,  hen  ^el  irtsteeckelyck  gelmjckten ,  ketende 
openbaerlijcken  luyden,  dat  deü  dadi  te  sijn,  daer  tf 
ÏMBght  Bae  ghewacht  hadden,  ende  dat  sy  noch  ten  sér 
ven  daege,  voor  avont,  hennen  -mlle  van  alles  hébben 
sond^,  oS  bet  50ude  hen  den  craghe  costen,  ende  dat- 
ter  noch  Paep,  moninck,  Papiste,  noch  diei^elijcken  broet- 
sel  inder  «tadt  blyven  en  sonde:  injurierende  ende  schel- 
lende den  magistract  voor  schelmen,  bloetsuypcrs ,  verra- 
ders ende  Papistigfae  honden,  met  meer  andere  menidi- 
vuldigfae  oproerighe,  schandaleuse  ende  abominable  woON 
dens  ende  propoosten. 

Allet  welcke  veele  goede  borgeren  verstaende,  ende 
merckeKjcken  siende,  dat  het  getal  vanden  gealtereerden 
opter  merckt  seer  was  vermenichvuldigende  ende  aenwas- 
sende,  syn  ingelijcx  genoodicht  ende  ghedrofigen  gheweest, 
hen  opter  voorsz.  merckt  in  wapenen  te  laeten  vanden, 
om  op  heure  hoede  te  syn  ende  allen  commotien,  perico- 
len  ende  overvallingen  voor  der  handt  wesende,  te  ver- 
hueden  ende  teweren. 

Te  meer,  ghemerckt,  dat  zqne  hoochejrt  onlancx  by 
zynen  brieven  den  gouverneur  ende  dien  vanden  ract 
der  voorsz.  stadt  hadde  geadverteert  ende  vermaent,  dat 
«y  alle  goede  debvoiren  doen  souden,  ten  eynde  dat  bin- 
nen der  zelver  stadt  egheene  nyeuwicheyt  ofk  alteratie 
en  mochte  geschieden,  maèr  dat  een  yegelyck  hen  hou- 
den ende  mainteneren  soude  in  alle  stillicheyt,  ruste  ende 
goede  correspondentie  vanden  eenen  metten  anderen,  sijnde 
dier  tijt  sijne  voorsz.  hoochejrt  gemoveert  geweest,  om 
sulcx  te  schrijven,  duer  de  attentaten  en.  gheschiedenissen 
binnen  der  stadt  van  Antwerpen  soo  misverstandelycken 
op  gheresen  ende  gheschiet. 


Digitized  by 


Google 


—  68?  — 

Waertoe,  eiide  tol  noch  al  meerdere^  ende  m<^helijck 
erghere  consequentien  ende  perijckelen,  wel  merckelyck 
tendeerden  het  allarm  slaen,  dat  in  sominighe  orten  ende 
wijdien  van  dese  voorsz.  stadt  by  eenighen  vande  voorsz. 
ghealtereerden  worden  vbrts  gekeert,  omme  alsoo  hen 
volck  in  wapenen  en.  opte  beei>  te  gecrijgen. 

Soo  coits  daer  nae  ople  voorsz:  merckt  vander  stadt 
wel  genoch  gebleken  heeft,  hebbende  ben  aldaer  sommige 
altricatien  en.  twisten  onderlioghe  opgeheven  ende  opge- 
wornen,  principalicken  nopende  de  publicatie  ende  beswe^ 
riB);he  vander  voorsz.  unie  van  Vuytrccht,  de  welcke  de 
v\<irsz.  gealtereerde  sonder  vertreck  (1),  ende  niet  willende 
to^JateUy  dat  de  dekenen  vanden  ambachten,  represente- 
Tf^iie  het  derde  lith  vande  voorsz.  stadt,  daerop  met  hun* 
.  nen  ghesworens,  sijnde  hueren  achter  raedt,  naer  ouder 
gewoonte,  souden  deliberei'en,  fortselycken  gedaen  wilden 
hebben,  wien  het  oock  lieff  oft  leét  ware,  met  dreyge- 
menten  van  den  onwillighen  den  beek  aff  te  spelen,  ende 
voorts,  datmen,  behalven  de  voorsz.  unie,  noch  binnen 
vierenlwintich  uren  wel  meer  sonde  moeten  sien  ende  ghe- 
dooghen,  roepende  eenighe  van  hunluyden:  »Laetter  ons,^ 
onder  reverentie  gesproken,  »duer  bruyen,  ick  en  heb 
maer  éënen  craegh  te  verliesen,  ende  dan  de  grauwe  mo- 
nicken  ierst  vuyt,"  ende  soo  voorts;  waer  over  is  door 
daenrichtinge  vanden  voorsz.  perturbatenrs  ende  gealte- 
reerde een  seer  subyte,  groote  ende  ftiriense  scarmoutsse 
(2)  ende  invallinghe  van  den  eenen  teghen  den  anderen 
gevolcht  ende  geschiet. 

Welcke  ierste  iammerlycke  ende  bloedighe  furie  ghe- 
passeert  en.  geappaisseert  sijnde,  en.  staende  de  saken  in 
bestande,  om  sprake  ende  communicatie  met  malcanderen 

(1)     Vertreck,  Tcrwijl,  uitstel.     (8)    Scarmouls.se,  schermutseling. 
C.  3J5. 


Digitized 


by  Google 


—  538  — 

te  honden,  soo  is  daer  by  eenen  vandor  syden  der  vodtsz. 
gealtereerden  een  seer  leelyck«  verradelyck  eode  morda- 
dich  feyt  gbeperpetreert  gbeweest  inden  persoon  van  eenen 
goeden  iongen  geselle  vaoder  schutterijen  vanden  iongen 
Yoetboghe,  comende  van  zyne  -wachte  aende  poorte,  om 
eens  iiae  huys  te  gaen  .ende  nae  de  gheschiedenisse  te 
vernemen,  daermede  bethonende  die  groote,  onmensche- 
lijcke  fengnicheyt,  daer  sij  mede  ontst^ecken  waren,  al- 
soo  de  voorsz.  ionge  geselle  met  oorlof  voor  by  gbepas- 
seert  zijnde,  naer  minnelycke  groetenisse  ende  goeden  dach 
biediogbe  over  ende  weder,  van  achteren  met  drie  ofte 
Vier  diversche  loyen,  roet  één  en  schuete,  duerschoten  en- 
de iammcrlijcken  om  den  bals  gebracht  is  geweest,  crij- 
gende  daerover  alnoch  eenen  anderen  schuete,  niet  tegen- 
staende  dat  by  met  ghe vouwen  handen  alleenlyc  soo  vele 
respijts  was  biddende,  als  dat  by  zynen  vader  voor  syn 
doot  noch  eens  hadde  mogen  spreken. 

Waernae  de  cappitcyn  van  het  slot  van  Hedel  ende 
seker  getal  van  zijne  soldaten  ter  selver  tijt  binnen  der 
voorsz.  stadt  gecomen  sijnde,  hebben  hen^  gaen  vuegen 
byde  partye  vande  voorsz.  gealtereerden  ende  vande  selve 
seer  hoochelyck  ontfanghcn  en.  ghecaresseert  sijnde,  heb- 
ben terslont  daernac,  sonder  woorden  oft  werderwoorden, 
metten  anderen  verscheyden  schueten  inde  voorsz.  goede 
borgeren  geschoten  en.  de  allarme  wederomme  aengehecht, 
waer  teghens  de  selve  goede  borgeren,  alsoo  wederomme 
aengevochten  wesecde,  huere  natucrlycke  defensie  cloec- 
kelyck  ende  dapperlyck  te  werck  gestelt  ende  ghebruyekt 
hebben:  in  welcke  furie  de  voorsz.  cappiteyn  ter  eerden 
liggende  ende  genade  sijns  lijffs  roepende,  is  byden  ghee- 
nen,  die  op  hem  gedruckt  soude  hebben,  in  genade  ont- 
fanghcn ende  gesal veert. 


Digitized  by 


Google 


—  53»  — 

Hebbende  de  yoorsz.  goede  borgereu  hun  alsoo-  mann 
nelyck  gheweert,  dat  sij  luijdeD,  met  Gods  assistentie  enr 
de  bulpe,  in  300  soberen  getalle  ak  sy  opter  merckt  M^a** 
ren,  bet  booft  nocb'  boven  gebonden  hebben  tegens  dk» 
groole  menicbte  vanden  voorsz.  gealtereerden,  niettegen- 
staende  de  straten  ende  contreije  vander  stadt  :aIzoo  by- 
den  selveü  gbealtereèrden  beset  waren,  datniemant 'van^ 
den  anderen  goeden  borgeren  passeren  en  mocUte,  om; 
bun  secours  ende  onderstant  te  .doene<  ofte  die  saken  it^ 
belpen  oiiddelen,  en.  dat  sy  hén  niet  alleeulijck  te  wach- 
ten ea  hadden  van  hunnen  vyanden  ter  platter  eerden 
oft  opter  straten,  maer  oock  vanden  genen,  die  wdcke 
waren  schietende,  in  grooten  ghetalle  en.  seer  furieuseljck 
van  boven  vuyt •  ver scheyden  huysen  vander  merckt^  die 
sij  al  voordacblelyck  tot  bunnen  schoonstcn-(l)  ingenoy 
men  hadden. 

Ghelyck  oock  daerenboveo  Godt  de  Heer  grootéiyck 
staet  te  bedBDcken,.dat.gedne]rende  de  voors.  furieegéene 
brandtdfiohtïnge  byden  voorsz,  gealtereerden  voortganck 
geliadt  en  heeft,,  waerniede  sy  zeer  vcrmetelijck  de  yoor& 
stadt  gedreijchi  hadden. 

Ende  den  voorsz.  ongeluckigen  ^n.  beclaecbelycken  dach 
gepasseert  sijnde,  is  des  anderen  daeofas  daer  nae  swaric- 
heyt  ende  questie  ghemaeckt  ende  voortsgekecrt  van  d'in- 
ueminghe  van  garnisoene  binnen  .der  voorszi' stadt,  dVelck 
principalycken  die  vander  nieuwer  religie  alsoo  waren  drij- 
vende en.  daer  inne  soo  ob8tinatel}'%ken  pèrsistefende-;  om 
sonder  dilaij  en.  vertrëck  ontfanghen  ie.  worden,  datmen 
met  egeenen  redenen  ter  werelt  hen  daer  aff  en  conste 
gebrengen,  verdareode  oock  wel  opentlijckén ,  ddt  sy  ^'sd- 
ve  niet  alleenlyck  in  en  begheerden,  om  te  dienen  teghen 

(l)    Schodfiitm ,  voorderf.' Verg.  HoEtim ,  ii9/W.  Tatihlfji^h ,  h\i.  5Èf7. 


Digitized  by 


Google 


—  540  — 

den  vyandt,  maer  oock  dat  sij  hun  daermede  wilden  be- 
helpen, om  binnen  der  voorss.  stadt  goede  ordre  te  stel- 
len, de  iustitie  te  doen  floreren  eo  den  magistraet  res- 
pecteren, welcke  vinicbten  men  nochtans  selden  ran  al- 
sulcke  boomen  des  voors.  garnisoens  is  pluckende. 

Waerop  ter  andere  sijden  de  gemeyse  ende  meeste  re* 
solutie  vanden  raedt  ende  voirts  der  borgherije  deser  stadt 
gedroech,  ghelgck  ógck  bij  affvraginge  onder  elcke  com- 
paignije,  soe  vanden  schutterijen  als  vanden  blocken  oft 
wijeken  int  besundere  gebleken  is,  datmen  tvoorsz.  gar- 
nisoen  alsoo  subytelgck  niet  inne  en  soude  behooren  te 
nemen,  maer  wel  ontrent  der  voorsz.  stadt  doen  comen 
ende  houden,  tot  behoeff  ende  versekerheyt  vander  stadt 
inden  ghewissen  noot,  alsmen  sien  soude,  dat  den  vyant 
yet  op  de  selve  met  eenighe  belegheringhe  sonde  willen 
comen  attenteren  ofte  aengrijpen. 

Waer  mede  die  vande  voorsz.  reb'gie  bun  gheenssins 
willende  vuegen,  hebben  vuyterlijcken  geinsisteert,  by  ge- 
breke van  inneminge  des  garnisoens  voorsz.  te  willen  ter- 
stonts  vertfecken  met  henne  goedens  ende  familien,  drey- 
ghende  oock  ten  lesten,  datmense  soude  laten  passeren 
óft  sy  wilden  anderssins  met  gewelt  den  wech  open  ma- 
ken ende  erghers  aenrichten,  ghelijck  by  treffelijcke  hoof- 
den en.  persoonen  vander  zijden  der  voorsz.  religie,  soo 
inden  raet  vande  voorsz.  sradt  als  daer  buyten,  den  voorsz. 
goeden  borgeren  sulcx  voorgheworpen  is  gheweest. 

Waerop  byden  raet  vander  stadt  geleth  zijnde,  heeft 
eendracbtelgcken  gheresolveert  ende  daer  naer  ter  puyen 
aff  ghepubliceert  opt  stuck  vanden  voorsz.  versochten  ver- 
trecke,  ghelijck  by  gheprente  acte  daer  aff  is  blijckende 
van  date  den  achsten  Inltj  anno  xv^  negen  ende  iseven- 
ticb,  in   effect  begrijpende,  dat  de  drye  leden  vander 


Digitized 


by  Google 


—  541   — 

stadt,  volghende  het  efosldlyck  yenntek  vao  dieo  vaidc 
ayeuwe  religie ,  daer  itme  sj  yuyteriijobeii  persisteerden  % 
niet  tegenstaende  alle  inductien^  ODderrichtinghen  ende 
beden  aen  ben  ghedaen,  om  niet  te  Vertrecken,  maér  kèn 
te  vueghen  in  goeder  liefde  ende  eendracht  metten  an^ 
deren  goeden  borgeren,  accordeerden  allen  ende  ectaett 
ycghelijcken  met  zgne  familie  iesde  goet  vry  ende  onbe* 
hgndert  te  mogben  vértrecken  ende  oock,  alst  hen  be* 
lieren  sonde ,  weder  omme  binnen  der  voorsz;  stadt  Ie 
mogben  comeB,  mits  levende  in  alder  stilliche^ft  ende  een*^ 
drachticbeyt  onder  benne  medeborgberen,  veT  yerstaendè» 
dat  die  gheene,  begherende  hunne  goet  vuyter  stadt  te 
Tluchten  ende  te  voeren  ^  oock  selver  in  persoon  nèffens 
hoere  goederen  souden  wt  trecken. 

Sijnde  ten  selven  daghé  ibsghelijcx  byden  voorsz.  raedt 
gberesolveert,  om  alle  voordere  ende  meerdere  verabd»- 
rifighen,  inconvenieiiten  ende  penjckelen  të  vooroomen, 
4at  die  oompaignye  vande  Schermers  galde  hare  waebte 
soude  .finspendeten  voor  dien  avont,  ende  dat  alsnlcke 
€«|>ite]rnca  soadsn  borden  verandert,  die  sonder  bébéor- 
Igck  consent  vanden  drye  leden  vander  stadt,  in  hun 
ampt  en.  officie  ghedronghen  ende  ghesftelt  waren  ^e- 
weesty  ende  dlat  die  oude  capiteynen,  die  sonder  wettich 
fundament  eft  redenen  affj^estelt  waren  ghéwëest,  we- 
detomme  in  htamen  ouden  staet  ende  capiteynscfaappe 
BDodeii  worden  gberestitueert,  om  de  goede  diensten  ende 
gH)ote  ghetroowicbeyt,  die  sy  der  voorsta  stadt  te  voo^ 
rcits  gelóom  ebde  bewesen  hadden. 

Snde  m  29a  niet  ^nder  ^roole  redenen  de  voorsa. 
goede  borgeren  van  het  innemen  des  voirz.  ^arni^oens 
aoö  grootelgckeB  bevreest  gbeiTeest,  niet  alleenl^ck  «na 
die  groote,  onverdrachelydke  cdde  a^i^selgoke  ^nlisfaan^ 


Digitized 


by  Google 


—  642   — 

delinglieiiv  oppressi^B  eo.  tiraooie,  by  huD  den  tijt  vao 
oQtreDtitliieQ  eoolinüek  voirgaende  iaren,  van  alieo  na- 
tioenen  4an  voicke,  behalven  Enghelschên  en.  Schotten, 
gfaéleden;  maer  oiok  besundere,  om  de  groote  verbittert- 
bieytv  tvaiitroanen  ende  partyschappé ,'  diemen  in  desen 
teghenwoirdigben  tijt  binben  der  voirsz.  stadt  heeft  gfae- 
den  en.  besocht,  gh^och  voir  seker  houdende,  datmen 
egheene  ghdooften  noch  accoorden ,  diemen  aengaende 
-dTiüneosen'  eode  d^ntfanghen  vanden  voirsz.  garoisoene 
sonde  moghen  ramen  «nde  maken,  eti  sonde  onderhou- 
<kn-  oftacKtemoighen. 

Mit^dijen  men  heeft  bevonden  hoe  sinisterl^ck  ende  ver- 
ladelijcki,  dat  onder  tVlexsel  van:  twee  vendelen  soldaten 
vuyteu  Briele,  by  toedoen  van  sommighe  hoofden,  capi- 
teyoen  ende  anderen  beveelhebbende  binnen  der  voirsz. 
stiadt  ontboden  zijnde,  om  alleenlijc  binnen  der  selver  te 
comen,  votr  handen  was  groote  menichte  van  andere  ghe- 
voedert  [?]  volcL  van  wapeten  omtrent  der  voirsz.  stadt 
veiBamelt  ende  geraept  inne  der  selver  stadt  te  brengen, 
behalven-  het  crijchsvolck,  dat  ter  noch  ai  souden  hebben 
mogen  naer volgen  en.  eensdeels  op  wëch  was,  om  insge- 
lycken  daer  binnen  te  comen. 

fin.  dat  daerenboven  Dierck  Aertssen,  voorschepen  der 
voorsz.  stadt,  wel  opentiijcken  is  scrijvei|de  tn  sijnen  no- 
tabelen brieff,  onlancx  gescreren  vuyt  Astwerpen,  in  date 
den  YJj*^^  Inllj  negen  en.  t'zeventich,  addresserende  ende 
gcsuperscribeert:  Aen  mijnen  héeren  Geraert  Prouninck, 
gh  enoerapt  Van  Deventer,  ende  M.  Henrick  Agileus,  doc- 
tor, om  vorts  te  remonstreren  den  capiceynen  der  stadt 
vanden  Bossche,  achtien  maenden  lanck  aen  zyne  excd- 
ientie  gesoUiciteert  te  hebben,  om  tVoorsz.  gamfisoen  bin- 
nei^i-der  vorsz.  itadt  te'  brenghén.    ■   '  . 


Digitized  by 


Google 


—  643  — 

Tot  weloken  effecte  wel  te  presumeren  slaet,  dat  die 
brieven  in  cyffre  tusschen  hem  ende  ssyne  corresponden- 
ten dickwijls  ghescreven  ende  overgesonden,  al  mede  ghe- 
dient  hebben,  directelijcke  teghens  zijnen  eedt  ende  ghe- 
'looften,  ende  teghens  zgn  opentlijck  verclaren,  noch  ob- 
ianx  iDden  vollen  raedt  vander  stadt  gedaen,  met  renun- 
tiatie  op  sgn  eeuwige  salicheyt,  so  verre  hij  oijt  gedacht 
hadde  oft  al  noch  dachte,  om  eenich  iubraighen  oft  be- 
lastinghe  van  gaernisoen  binnen  der  stadt  te  procnreren. 

Sijnde  oock  t'zelve  naectdyck  tegen  den  Religions  vre- 
de, binneo  der  voorsz.  stadt  geintroduceert  en  opgericht, 
ende  ter  eenre  en.  andei'e  sijden  belooft  ende  beswooren 
te  onderhouden,  wel  expresselyk  medebrengende,  dat  noch 
derae  noch  dandere  partije  niet  en  soude  mogen  yet  prac- 
tizeeren  oft  aengrijpen,  om  binnen  de  voorsz.  stadt  eenich 
garnisoen  in  te  brengen,  oft  te  gedooghen  daer  inne  ge- 
bracht te  wordene,  dan  met  expres  consent  randen  raet 
der  selver  stadt. 

Ende  naedemael  dat  inden  tijdt  van  achthien  maenden 
den  noot  vanden  vyandt  de  voorsz.  stadt  niet  en  heeft 
gepresseert,  en. hebben  ontwyfielycken  de  continuele  sol* 
licitatien  des  voorsz.  Dierck  Aertsen  met  sïjnen  compli- 
cien,  anders  nergens  toe  gedient,  dan  om  met  garnisoene 
andere  pretensien  ende  nieuwicheden  binnen  de  zelve  stadt 
te  exploicteren* 

Betho(mt  6oc  gfaenoch  van  wat  humeuren  en.  intentien 
by  met  den  zijnen  is  geweest,  by  dien  hy  inden  selven 
brief  insgelijcx  is  scrijvende,  dat  het  garnisoen  nieman- 
den,  notanter,  niet  m&riiêrende  te  cort  doen  en  soude, 
welck  wo(wdt  meriierendê  sonder  twigfel  tot  al  te  seer 
groeve  imerpretatien  van  oppressien  ende 'overdaden  on- 


Digitized 


by  Google 


—  544  — 

éb:  den  tooibz.  goeden  borgheren,  als  dan  loüde  mogen 
by  henlujdeo  wordeii  geëxtendeert. 

Staet  oock  boven  desen  alhier  grootelyck  té  conside* 
reren  ende  wel  gaede  behoort  geslagen  te  worden  tot 
wat  eynde  zekere  overichejt  met  hunne  knechten ,  de 
weloke,  zoo  Toorae.  is»  hadden  gemeijnt  inder  stadt  te 
GoneD,  ende  daemae  noch  sekere  daghen  daerontre&t  hA^ 
ben  blijven  liggen,  onder  hun  een  groot  getal  van  goede 
borgeren  op  gescreven  ea.  opgeteeckent  hebben  gebadt» 
latende  hun  die  voersz^  goede  boi;geren  duackeuy  dat  de 
selvé  onder  t*getal  vande  voorsz.  meriterendë  gerekent 
souden  hebben  ghewee^t,  over  de  welcke  zy  hunnen  moet- 
wil  groffelgck  gethoont  en.  geëxerceert  souden  hebben, 
Tolgende  verscheyden  enorme  dreggheoienten »  die  men 
verstaet,  dat  zy  hadden  laten  wtgaeo. 

Soo  daUnen  vuyten  voorsz.  waracbtighen  discours  claer- 
lycken  voor  oogen  mach  sien,  dat  die  goede  bot^erea 
grootelyck  geoirsaeckt  zijn,  den  almogenden  Godt  Ie  dano- 
keA,  die  hun  vuyt  soo  veele  merekdgcke  per^ckele»  beeft 
gelibereert,  ende  voor  den  toecomenden  *tgt  zijne  goetheyt 
wel  moghen  bidden,  oni  van  gelijcken  j^ery^keleo  gepre- 
serveert  te  vrardeu,  aUpo  hun  niet  te  iniputafiBn  en  staea 
eenige  gepasseerde  saecken  van  disordren  en.  akeiuüen  bin- 
nen dec  voorss.  stadt  opgeresen,  mits  dies»  zy  tot  gheen- 
der  tijt  oyt  eenighe  ofieosive  middelen  gebruydit  oft  ae»* 
gericht  en  hebben,  dan  aUeenlyck  op<  bmere  defeasiTen  ge- 
pasty  soo  Godt  ende  de  natuere  t'zdve  is  tochüeiidey  oia 
hun  Igff,  goet,  rust  en.  welvaren^  en.  alle  re^titerdigbe 
saken  te  bescbudden  en.  te  niaiBtaiere&  tegeni  alle  benjjr 
ders,  lageleggêrs  ende  vyanden  van>  dien,,  daèraff  neaiende 
de  voorA.  goede  botgeren.  God,. den  a^mogpndep  fleece, 
tot  gctuyge. 


Digitized 


by  Google 


—  W5  — 

lUe  wekke  voorst,  kpmt  met  meoiohfuldigbe  andere» 
kier  om  corthejts  wille  achtergelateo,  de  drije  leden  det 
T019Z.  stadt  presenteren  wettelyoken  ende  den  reohte  ghe» 
noch  2911de  te  doen  blieken,  tot  weicken  eynde  sy  oick 
gheschreves  ende  versocht  hebben  aen  zyne  boochheyt, 
om  commissarissen  te  hebben  wteii  rade  van  Brabant,  als 
ben  ordinarissen  e&de  provinciael  richteren,  Om  byden 
selven  behoorlycke  informatie  ghenomen  te  worden  van 
Tghene  dat  binnen  de  voirsz.  stadl  onlaAcx  ghescbiet  is 
^beweest,  mitsgaders  vaQd|p  gbeheelen  staet  der  selter, 
soö  aengaende  de  policye  ende  stuck  vander  iustitie  als 
andlerssiDs,  ende  zijne  hoócheyt  volcomenlijcken  rappott 
ghedaen  zijnde^  voirts  byder  selver  geordonneert  te  wor- 
den, soo  tot  meeste  ruste  ende  welvaert  der  selver  stadt 
sonde  behoiren. 

Yerclarende  voirts  de  voirsz.  goede  ende  ghetrouwe  bor- 
geren ende  inghesetenen  der  voirsz.  stadt,  dat  sy  even- 
wel egheenssins  van  meyningbe  en  zijn  gheweest,  ghelijck 
sy  oock  tegenwoirdelijck  alnoch  niet  en  zyn,  hun  van- 
der generaliteyt  te  willen  separeren,  maer  bun  metter  sel- 
ver te  houden  gheunieert,  nae  behoiren  ende  getrouwe- 
Igck  draghen  en.  ghebruycken,  soo  sy  tot  noch  toe  ghe- 
daen  hebben,  om  hen  te  mainteneren,  na  hunuen  wter- 
sten  vermoghen,  teghens  alle  onbehoirlijcken  oppressien 
ende  overvallingen,  daermen  in  veele  plaetsen  vreemde 
exempelen  aff  is  siende  ende  verhoorende. 

Wesende  die  voirsz.  goede  borgheren  van  goede  ende 
oprechte  meyningbe,  metter  hulpe  van  Godt,  den  Heere, 
die  voorsz.  heure  vadert^cke  stadt  by  hen  selven  te  be- 
waren, volghende  de  gelooften,  die  sy  eertijts  hebben 
moeten  doen  ten  tyde  vander  ontlastinghe  ende  wt  tree- 
ken  vande  vier  veqdelen  crgchsvolcx  des  r^iments  van- 


Digitized 


by  Google 


—  546  — 

den  graeve  van  Oversteyn,  a«nden  heeren  commissarissen 
byden  generale  staten,  dyer  tijt  vergadert  binnen  der 
stadt  van  Brnessele,  ghesonden  voor  der  voorsz.  stadt 
vanden  Bossche,  om  yerst  met  den  voorsz.  gamisoene  te 
tracteren  ende  overcomen,  ende  daer  na  met  die  vande 
voorsz.  stadt,  den  selven  voor  houdende  ende  doende 
onderteeckenen  die  generale  unie,  onder  de  voorsz.  ghe- 
looftenisse  van  hun  stadt  by  hun  selven  wel  ende  ghe- 
trouwelijck  te  bewaeren. 

Yersueckende  en.  biddend%  eenen  yegelycken,  hun  al- 
len faveur  en.  assistentie  te  willen  toedragen  ende  be- 
thonen,  presenterende  van  ghelycken  te  doene  allen  hen- 
nen mede  gheunieerden  ende  gheconfedereerden,  wesende 
vander  voorsz.  generaliteyt. 

Men  houdt  geen  lusiificatie  voor  goei^  dan  die  gedruckt 
syn  by  lan  Schoeffer, 


PsAL.  xxxm. 

Veel  drucz  hebben  die  rechUeerdighe,  maer  die  Heere  uIm 
▼uyt  allen  dijen  Terlossen. 


Digitized 


by  Google 


fiBNYOUDifiHE  ENDE 

WARAdHTlGE  VERANTWOORDINGE 

DBE 

WTGirWËKËNE  60RGËREN 

SBR   8TADT 

Shertogenboschcy 

TBfiBirS 

DE   OIVGHEfOIVDEERDE  lüSTWlCATlE, 

imiH   HAU  DUL  UfGEUEYEWiN  OHLAUCKS  YrTQBSGEViai 
MIDMADBR8   TBCHBN 

DIE  ACTE  BTDE  DRIJE  LEDEN  DERZELYEE  STADT  DEN  ACHTSTEN 
lUUr  UESTIEDEN  GEPUBilGEERT; 

11IBOO])E!(DE  EES 

HISTOBUBL  DISCOURS  VAN  ALLE  DB  GHESGHIEDENISSE; 

TBGBKS    DB 
AlilifiGAVIEM  BER    HEYMC&ER  SCHHlPVlimB , 

VOOH  BNDB  AGHTKB  DB  YOORSCHBBTBN  lüffTmCATIB  OBBSTBLT. 

Paalin  80»  venm  16. 

Moer  iotten  godloosen  spreekt^  Godt:  waarom  vercondichi  ghy  mijn 
rechimt  tnde  neemt  mijn  verhondt  in  uwen  mondt,  &c. 

•«i^B^B^B^^ 


Digitized 


by  Google 


Q;:^  Deze  Verantwoordinge  is  afgedrukt  naar  een  hoogst  léLdiMm  ge- 
worden boekske  in  kl.  &>.,  groot  66  ongepag.  blads.,  bems- 
teude  in  de  boekeri)  van  bet  Koord-Brabandsch  Genootschap. 

Op  het  titelblad  wordt  melding  gemaakt  Tan  twee  werkjes , 
welke  in  deze  Vnrsameling  van  Kronyken  zijn  afgedrukt:  de 
Acte  hy  d$  dry  e  leden  namelijk  op  Madi.  830,  340.  Bij  de  al- 
daar voorkomende  aanteekening  kan  ik  nog  voegen,  dat  een 
exemplaar  van  den  oorspronkelijken  druk  dezer  publicatie  fea 
arèbievt  der  stad  bewaard  wordt.  Hel  twètdB  böil^e,  /«t*f- 
ficaiie  enz.,  vindt  men  bladz.  IföS  —  546. 


Digitized 


by  Google 


VERANTWOORDINGE  der  üdtghewkrkiis  borgsaen  du 
8TADT  Sbkrtogbhboschb  tegeus  de  Icstificatib,  inDER 

RAVE  DEE  IIIGEBLEVEllEn  OflLAKCX  VDTGBEGEVEn  j  IIDS- 
0ADBB8  TBGBEnS  DIB  ACTE  BYDB  DRIJB  LEDER  DEB  SELTEB 
8TADT  DEII    ACBSTEIf   IQLIJ   GBPUBLICBEBT. 


HoB  wel  dc  ingheblevene  borgeren  der  stadt  Sherto- 
genboesche  metter  daet  genoech  ie  kenoeo  geven,  dat  sy 
teghen  allen  nabueren  de  partije  der  mal-contenten,  iae 
oock  der  Spangiarden  dencken  te  volgen,  ende  mede  som- 
mighe  van  de  nabueren  benerstigen  aen  haere  sijde  te 
trecken,  also  dat  sy  de  hooge  protestatien  ende  mede  het 
meestendeel  hnnder  onlancx  vuytgegevene  iustificatie  selve 
onwarachtich  maken,  hebben  nochtans  de  wtgewekene 
goet  en.  noodich  bevonden,  de 'onwarachticheyt  der  seK 
ver  instificatie  wijders  te  ontdecken,  op  dat  de  oover^ 
standighe  onder  den  nabueren  van  de  waerheyt  onder- 
richt moghen  worden,  protesterende  dit  teghenwoordich 
schrift  niet  tot  meerder  verbitteringhe,  maer  alleenlick 
tot  de  nodige  beschermenisse  beurder  eeren  teghens  de 
onwarachtigfae  ende  lasterighe  iustificatie  voorghenomen 
te  hebben.  Ende  op  dat  de  gront  des  quaets  bekent 
mocht  wesen,  salmen  sommighe  saken  wat  hoogher  ver- 
halen ende  daer  nae  de  voomeemste  geschiedenissen  trou* 
welicken   voordragen,  de  welohe  aisukke  bevonden  sul- 


Digitized 


by  Google 


—   550  — 

len  worden,  datse  wt  alsulcken  gront  ofte  wortel  heb. 
ben  moeten  volgen  ofte  groyen,  ende  wt  beyde,  so  gront 
so  geschiedenissen,  salmen  lichtelic  speuren ,  dat  wt  de 
selve  anders  gheen  vruchten  te  voorschijn  hebben  con- 
nen  comen,  als  diemen  tegenwoordelicken  siet. 

Men  heeft  over  vele  iaren,  soo  al  de  werelt  kenh'ck 
is,  in  dese  landen  seer  ernsteliken  daer  nae  getracht,  dat 
in  alle  provinciën,  steden  ende  plaelsen  alsuicke  inde 
overicheyt  gestell  souden  worden,  de  welke  men  wel  wist, 
ofte  emmers  vermoede,  de  tyrannische  regeringhe  toeghe- 
daen  te  wesen. 

Welck  voornemen  oft  inde  stadt  Shertogenbosche  vol- 
bracht is,  en  kan  die  niet  twijfelen,  die  over  lange  ge- 
sien  heeft  hoe  veerdich  en.  willicb  de  magistraet  der  sel- 
ver  stadt  altijts  gheweest  is  tot  de  tyrannische  bevelen 
ende  execulien ,  ende  besondere  in  dese  lesle  twintich  ia- 
r(Qn,  in  de  welke  die  vanden  magistraet  ten  eersten  in 
alle  nieuwicheden  de  tyrannische  regeringe  eenichsins  op- 
bouwende, den  hove  belieft  hebben,  ende  daer  nae  de 
vüyterste  tirannye  voor  handen  wesende,  hen  alsoo  be- 
reedt  hebben  laten  vind&,  dat  zy  den  grave  van  Megen, 
eenen  grooten  pionder  ende  moort  op  de  stadt  voorge- 
nomen hebbende,  ingelaten  souden  hebben,  eta  waert  tselve 
niet  wonderlick  door  de  moghende  bant  Godts  verhoedt 
geweest,  ende  volgens  de  tyran  over  «1  meester  weseodè, 
hebben  sy  des  gemoets  geweest,  dat  so  wanneer  hij  selvc 
de  stadt  van  garnisoen  verlichten  woude,  sy  tzelve  met 
alle  neerslicheyt  verhinderden,  ende  sijn  ten  lesten  soo 
verre  gecomen,  dat  sy  hen  niet  vermyt  en  hebben,  open- 
baerlick  te  seggen;  »De  stadt  en  dient  rander  gami- 
seen  niet''  eodc:  t>Sö  tgamieoen  d^eene  poartt  wttreckt. 


Digitized 


by  Google 


—  651  — 

wille  wy  <Fander  poarie  vuyttrecken;^  op  welcken  voet 
sy  nae  de  pacificatie  van  Gefit,  als  vele  landen  en.  ste* 
den  haer  in  haere  vr\)clieyt  stelden,  meer  als  een  half 
iaer  buyten  den  i/ville  der  staten,  die  sommige  middelen 
dreven,  om  de  stadt  te  verlossen,  het  garnisoen  inde 
stadt  gehouden  hebben,  ende  om  inden  selven  staet  te 
moghen  blyven,  ende  van  andere  saken  tot  Mechelen  be- 
sonder met  don  lohan  ghehandelt. 

Voor  welcke  diensten  ende  ghen^entheyt  tot  de  tyran* 
sye  zy  ghenoten  hebben,  dat  sij  byden  geestelijcken  door 
de  tiran nye  sonderling  onderhouden  wordende,  steets  ge- 
laech-vrij  gheslempt  ende  gedempt  hebben,  also  dat  sy 
des  halven  inde  v^andelinghe  Sop-eCers  genoenit  worden, 
dat  sy  met  geenen  garnisoen  belast  zyn  geweest,  dat  sy 
wt  de  servici-gelden  haer  profijten  getogen  hebben.  Maer 
dese  belovinghen  en  s^n  niet  vermanens  werdich  by  dese 
te  weten,  dat  zy  door  tmiddele  vanden  garnisoene  de 
meester  ghemaect  hebben  ende  alles  ghedaen  wat  beo  ge- 
lieft heeft,  als,  met  eewige  rentmeesteren  te  maken,  die 
nae  de  previlegien  der  stadt  alle  iaer  vernieuwt  behoor- 
den, te  worden,  om  door  den  selven  de  bandelinghe  van 
der  stadt  geit  te  hebben,  ende  «als  met  alsulke  dekenen 
tegens  den  wille  der  gemeyne  borgeren  te  stellen,  die 
alles  nae  hunnen  wille  doen  souden  en.  in  ghene  saken 
haer  voornemen  verhinderen:  door  welke  twee  middelen 
besondere  sij  dese  leste  iaren  tot  dese  vermetentheyt  ghe- 
comen  zijn,  dat  sy  hen  ghedraghen  hebben,  niet  als  voor 
eenen  sekeren  tijt  heeren  wesende,  nae  de  maniere  der 
rongistraten  deser  landen,  maer  als  grontheeren  en.  die 
haer  leen  aen  de  sonne  halen,  het  welcke  sij  ooc  ten 
lesten  vele  borgeren  also  te  verstaen  ghegeven  hebben, 
dat  die  hooger  geacht   hebben   de  besluytiugen  der  drie 


Digitized 


by  Google 


-^  562  — 

leden  der  stadt  dan  de  bevelea  dor  liboger  overheyt. 
Eode  hier  en  hov&x  hebben  sy  onder  heu  verdeylt  aU« 
profijtelike  bedieningen  ofte  officien  der  stadt ,  in  welo* 
ker  administratien  sy  met  malcanderen  beerlidceD  weteo 
oogluyckinge  te  doen« 

Om  welc  rijc  te  behouden  hen  seer  grooten  dienst  ge» 
daen  heeft  Cbampagni,  ivanneer  door  den  edelen  en  wét- 
geboren  grave  Philips,  grave  tot  Hohenloe  etc,  Iteate» 
nant  van  syne  Y.  G.  de  prinoe  viin  Orangien,  het  gar- 
nisoen  gedwongen  wesende  wt  te  te  trecken,  de  selre 
Ghampagni  daechs  te  vooren  het  wttrecken,  door  sijnen 
secristaris  en.  den  pensionaris  der  stadt,  welcke  hy  den 
grave  wijs  gemaect  had,  om  ander  saken  in  te  schicken, 
de  collegien  en.  de  ambachten  der  stadt  de  unie  heeft 
doen  onderteeckenen,  met  dreigemente,  so  sy  tselve  weg^ 
gerden  te  doen,  dat  sy  vanden  garnisoene  niet  verlost 
en  souden  worden. 

Welcke  onderteeckeninghe,  hoe  wel  dat  door  den  grave 
nae  tvertreck  des  garnisoens  inde  stadt  gecomen  wesende, 
genoech  crachteloos  gemaect  is,  emmers  soo  verre  ge- 
bracht, datse  geen  effect  ea  heeft  connen  hebben,  ak 
Ghampagni  daer  van  verwacht  hadde,  te  weten,  dat  de 
stadt  stracx  nae  tvertreck  des  garnisoens  in  alsulken  staet 
wesen  soude,  als  daer  de  mal-contenten  haren  oorspronck 
principalick  vuyt  die  unie  hebben,  daer  nae  hare  toeghe- 
daene  steden  ingebrocht  hebben,  so  beeft  gelykewel  de 
selvé  onderteekeninge  so  veel  ghedaen,  datse  die  vanden 
magistraet,  als  tot  de  aennemioge  der  unie  willich  we- 
sende, niet  alleen  in  haren  staet  gehouden  beeft,  maer 
oock  een  groote  menichte  van  borgheren,  welck  sy  der 
mishandelinge  halven  aen  hen  en.  tgeheele  corpus  der 
stadt  bewesen,  nawelic  aen  en  souden  hebben  derren  sien, 


Digitized 


by  Google 


—  563  — 

doen  Terachten  eD.  versmaden,  ab  de  vrelke  inde  unie 
mishagen  hadden  en.  de  selve  mispresen,  de  welcke  noch* 
tans  de  generale  staten,  so  sy  sejden,  goet  bevonden  en. 
aengenomen  hadden. 

Om  "welcker  saecke  gheleghentheyt  te  weten,  eest  do- 
dich,  dat  daer  van  wat  hopger  verhaelt  wordt.  Naede- 
mael  dan  inden  derden  artikel  der  pacificatie  van  Gent 
hesloten  was,  datmen  nae  tvertreck  der  Spangiarden,  als 
alle  saecken  in  ruste  en.  versekerheyt  souden  sijn,  inde 
vergaderinge  der  generale  staten  ordene  stellen  soude  op 
tfeyt  en.  exercitie  vande  reb'gie,  en.  sommige  geesten  sien« 
'de,  dat  haer  onwarachtige  interpretatie  opten  selven  aiv 
tikele  also  gheen  plaetse  soude  grgpen,  of  men  soude  tot 
disputatie  moeten  comen,  hebben  de  selve  ghesmeet  ende 
te  voorschijn  ghebrocht  de  voorschreven  unie,  ten  eynde 
by  de  selve  alle  provinciën  met  eede  verplicht  mochten 
worden,  ten  eewigen  dagen  de  Roomsche  religie  te  on- 
derhouden ende  by  de  selve  te  blyven. 

Waer  door  sij  de  disputatie,  welcke  zy  haten  als  de 
duyvel  het  cmys,  soomen  ple^h  te  seggen,  als  die  haer 
saecken  niet  begeren  aen  den  dach  gebrocht  te  hebben 
ende  die  het  licht  schouwen ,  ghenoechsam  voorcomen 
hebben  ende  de  selve  te  niete  gedaen,  want  die  aent 
eene  met  eede  verbonden  is,  en  heeft  niet  te  disputee- 
ren of  hy  dandere  voor  goet  houden  ofte  aennemen  sal, 

Maer  hebben  die  van  HoUant  en.  Zeelant  met  hunne 

bontgenoten   teghens  de  selve  unie,  als  merckelick  den 

derden  artikele  der  pacificatie  contrarierende,   also  ghe- 

protesteert  ende  daer  so  veel  teghens  gedaen,  dat  de  ge- 

neraliteyt  daer  nae  meer  op  haer  ampt  en.  voornemen, 

welcke  is  het  gemeen  welvaren  te  voorderen,  gesien  heeft 

dan  op  de  unie.  « 

C.  36. 


Digitized 


by  Google 


—  564  — 

Qan  de  selve  geesten  hdbbeii  des  niet  te  min  htre 
saecken  alsoo  ghfidrereD»  datse  niet  alleea  groote  me- 
nichte  yan  meDschen»  maer  oock  steden  en.  proriiicieD 
ten  lesten  van  de  generalitejt  afghesondert  hebben,  ende 
hébben  alsdoen  door  de  hoor  van  Champagne  daer  van 
een  beginne  aende  stftdt  Sbertogenbosce  gepoocht  te  too- 
nen,  ende  hier  van  voor  dese  mad  genoech. 

fin.  syn  die  vanden  magistraet  in  henr  rgek  op  Ba- 
misse  daer  nae  noch  meer  gestift ,  wanneer  van  thof  in 
tigts  gheenen  nieuwen  sch^nstoel  gestelt  sijnde,  sy  selve, 
nae  vermogen  der  sladts  privilegiën,  tot  schepenen  ge- 
stelt  hebben  die  vanden  hunnen,  ofte  van  hunnen  hu* 
meuren  ofte  voornemen  waren. 

Wanneer  sy  oock  so  trotóch  geworden  zjn,  dat  sij  in 
Nbrembri  seiiefe  oomissarisen  van  sijne  T.  6.  de  prince 
ran  Orangen,  doen  mede  gouverneur  van  Brabant  yft- 
sende,  der  stadts  fortificatie  halven  aen  hen  gesoaden, 
ongehoort  wederom  gesonden  souden  hebben,  hadde  den 
pensionaris  de  bootschappe  willen  doen;  en.  daer  na  ve^ 
staen  hebbende,  dat  de  commissarisen  de  oncosten  der 
fortificatie  op  de  drancken  begeerden  te  vinden,  hebben 
sy  terstonts  tot  dien  eynde  elcke  tonne  biers,  die  byden 
tappers  ghesleten  souden  worden,  beswaert  over  de  twelf 
stuvers,  en.  die  byden  anderen  borgeren  gedronken  sonde 
worden,  over  de  ses  stuvers,  en.  een  arae  wgns,  twee 
gulden  thien  stuvers,  en.  andere  drancken  na  haer  weerde. 

Welcke  penningen  gewisselic  geen  cleyne  somme  ma* 
kende,  hoewel  sy  aen  de  negen  maenden  opgebuert  heb- 
ben, so  en  salmen  nochtans  niet  bevinden,  dat  yet  daer 
van  tot  de  fortificatie  vitgegeven  is;  waer  zy  daer  mede, 
en.  met  ontallike  andere  stats  penningen  gebleven  sijn, 
sal  den  tijt  noch  ontdecken. 


Digitized 


by  Google 


—  555  — 

Eode  men  kan  niet  swijgen,  dat  so  de  conmissarisen 
wederom  trecken  soaden,  sy  agoe  Y.  O.  door  de  selve 
van  syne  sorchvuldicheyt  voor  de  stadt  deden  dancken 
ende  mede  aenseggen,  dat  de  fortificatie  binnen  drie  ofte 
vier  dagen  ten  lanoxten  begost  soude  worden,  aengesien 
tselve  niet  dan  wt  spot  en.  schamp  geschiet  en  can  we- 
scn,  80  de  fortificatie  noch  in  twee  maenden  daer  nae 
niet  b^oet  en  is  geweest,  en.  dat  tegens  haren  wille, 
alwaer  die  vande  Schermers  gnlde,  als  in  veel  andere 
loffelike  saken,  te  loven  en.  te  prijsen  syn,  de  welke,  op 
dat  de  fortifioatie  eenniael  in  treyn  gebrocht  ofte  int  werc 
gestelt  mocht  worden,  die  ten  lesten,  nae  veel  wtstellin- 
gen  des  magistraets,  noch  tegen  den  avont  begost  heb* 
ben,  also  dat  sy  over  een  ure  niet  en  mochten  arbeyden. 

Ontrent  welcken  fijt,  te  weten  in  Febmario  des  iaers 
achtentseventich,  als  aldaer  nae  den  exempele  van  ander 
steden,  sommige  goede  borgeren  tot  polici  meester  gestelt 
geweest  syn,  en.  de  selve,  als  mannen  van  eeren  ende 
liefhebberen  des  vaderlants,  vele  goede  middelen  dage* 
licks  voorgaven,  by  de  welke  de  slat  verbetert,  verciert, 
gasterct  en.  versekert  hadde  moghen  worden,  is  den  sel- 
ven  door  de  voorschreven  heerlike  heeren  alsulcke  weder- 
werdieheyt  geschiet,  alsnlcke  opsprake  gemaect  ende  al- 
sulck  belet  ghedaen,  dat  zy,  siende  dat  srj  met  allen 
geen  vruchten  souden  connen  doen,  hun  selven  binnen 
de  twee  maenden  afghedanct  hebben  en.  haer  officie  ende 
last  verlaten. 

Ende  so  de  heerlike  heeren  daer  zeer  nae  verlangt  had- 
den, hebben  sy  sonder  vertreck  andere  alsulcke  ingestelt, 
die  sy  wisten  van  baerder  meyninge  te  wesen,  ende  die 
niet  voorwenden  en  souden,  dan  met  hunnen  voorweten 
en.  dat  hen  gelieven  soude. 


Digitized 


by  Google 


—  556  — 

Het  welke  vele  goede  borgeren  verdrietende,  en.  siende 
dat  tselve  tot  gewisse  verderfenisse  der  stadt  strecte,  Iid>- 
ben  die  aen  sijne  Y.  G.  den  prince  van  Orangien,  als  goo* 
verueur  van  Brabant ,  so  lange  aengehouden,  dat  dese 
nieuwe  gedestitneert  en.  de  oude  wederom  in  officie  g^e- 
stelt  syn,  met  behoorlicke  authorizatie. 

Duer  en.  welke  handelinge  toegedragen  is,  dat  diveer- 
sche  cooplnyden  wt  genegentheyt  tot  bet  welvaren  deser 
landen,  van  selfs  aengeboden  bebben  de  stadt  te  versor- 
gen  van  buspoeder  en.  andere  crgcbslike  nootdnift,  op 
obligatien,  lijfrenten  ofte  erf  los  renten,  en.  dat  bet  vierde 
deel  beter  coop,  dan  tselve  daer  nae  te  becomen  geweest 
is;  maer  is  tselve  van  de  heeren  al  afgheslagen,  wanneer 
oock  de  principaelste  onder  bunnen  raedt  gbesejt  beeft, 
dat  de  stadt  van  buspol  ver  genoecb  versien  waer,  daer 
waers  wel  tot  vierduysent  pont. 

Is  alsdoen  oock  toeghedragben ,  dat  so  ter  selrer  tgt 
door  bevel  van  syne  Y.  G.  sommighe  bolwercken  begost 
waren,  zy  alle  middelen  voorgewent  bebben,  om  die  te 
verhinderen,  en  hebben  wel  ombeschaemtelick  tot  ont- 
legge  onder  de  gemeente  doen  stroyen,  dat  sy  gbeen  block- 
buys  wesen  en  wouden  voor  die  van  HoUant  en.  Zeelant. 

Van  welke  moetwillige  ongescbictbeyt  syne  V.  G.  on- 
derricht sgnde,  willende  verhoeden  het  quaet,  dat  onder 
de  selve  blijckelick  scbuylde,  beeft  de  selve  geschreven 
aenden  voorscbreven  grave  van  Hohenloe,  dat  hy  met 
die  vander  stadt  handelen  soude,  om  teghen  alle  onghe* 
luck  een  weynich  garnisoens  in  te  nemen,  de  weicke  van 
Venlo  tot  daer  gecomen  wesende,  ende  voorgherendc, 
datmen  de  twee  vendelen  van  capiteyn  'Berwouts  ende 
capiteyn  Coenen,  de  weicke  beyde  so  vele  als  borgeren 
ende  den  borgeren  wel  bekent  waren,  innemen  soude. 


Digitized 


by  Google 


—  557  — 

eD.  syn  eygen  Tane  ruyteren  op  zyn  eere  en.  geloof  toe- 
seggende,  dat  hy  die  wt  HoUant  soude  doen  betalen  en. 
alsulke  r^iment  daer  onder  houden,  dat  hen  niemant 
met  recht  sonde  mogen  beclagen,  gelijckewel  niet  wtge- 
richt  en  heeft,  al  so  odieus  hadden  de  goede  heeren  on* 
der  de  borgeren  het  garnisoen  weten  te  maken. 

Alwaer  de  borgheren  van  onverstant  gestraft  mochten 
worden,  gelgck  zy  oock  ter  selder  tijt  van  velen  gestraft 
syn.  Want  daer  een  groot  onderscheet  ghemaect  behoort 
te  worden  tussen  het  garnisoen,  dat  van  tyrannen,  ende 
tgarnisoen,  dat  van  goethertighe  heeren  her  comt.  Ty- 
rannische  garnisoeneü  strekken  tot  eewige  slavemije  en. 
bederfenis;  goeder  heeren  garnisoenen  dueren  maer  voor 
den  tijt  des  noods  en.  strecken  tot  welvaren:  waer  van 
al  noch  versche  exempelen  sijn  van  de  Orangische  gar- 
nisoenen in  HoUant  ende  22eelant,  van  de  Spaensche  gar* 
nisoenen  in  alle  andere  die  landen.  Het  is  gewisselic  een 
groot  onverstant,  datmen  den  prince  van  Orangien,  die 
goet,  bloet  ende  alle  syn^  vrientscbap  voor  dese  landen 
opgeset  ende  de  selve  vuyt  den  noot  der  eeuwiger  sla- 
vemije gebrocht  heeft,  also  dat  hy  verdient  heeft  een 
vader  des  vaderlants  ten  eeuwigen  dagen  genoemt  te  wor^ 
den,  hier  inne  geen  gehoor  gegeven  ,  noch  volcoinelic 
vertrout  en  heeft,  ende  daer  en  boven  een  groote  on- 
dancbaerheyt,  datmen  de  duechdelike  presentatie  des  gra- 
ve  van  Hohenloe,  den  welcke  de  stadt  Shertogenbosche, 
gelgck  veel  andere  steden,  hare  verlossinge  vanden  gar- 
nisoene  oock  schuldich  is,  so  afgeslagen  ende  verworpen 
heeft;  ende  wat  name  salmen  dit  moghen  geven,  datmen 
voor  alsulcke  heeren  gehoor  gegeven  heeft  den  g^nigen, 
die,  so  hier  voor  verclaert  staet,  met  alle  neersticheyt 
gesocht  hebben  inde  stadt  een  eeuwich  garnisoen  te  hou- 


Digitized 


by  Google 


—  568  — 

den,  en.  dat  soo  barbarisch  en.  onmenscbelgck  tyran- 
nisch? 

Ende  men  heeft  hier  opsien  te  nemen  op  de  onbe- 
schaemtheyt  des  autheurs  der  voorschreven  Instificatie, 
die  hem  niet  en  vermijt  de  goede  borgeren ,  so  hy  die 
noemt,  van  dit  heerlick  feyt  hoochlick  te  prgseo^  esk.  om 
dat  tselve  meei*  aensiens  mocht  hebben,  versiert  hj  dese 
aenbiedinghe  des  garnisoens  by  die  vander  religie,  nae 
de  oprechtinge  des  Religions- vrede  gepractiseert  te  we* 
sen,  daer  den  Religions -vrede  bynae  een  half  iaer  daer 
nae  eerst  opghericht  is;  maer  het  geit  den  selven  mees- 
ter ofte  autheor  gelijck  wat  hy  doet,  schrijft  oft  seyt, 
als  hy  slechts  des  geniges  broot  eet,  wiens  woordt  hy 
spreect,  het  welke,  hoewel  hy  niet  en  behoeft,  so  heeft 
hy  gelikewel  van  de  stadt  Shertogenbosce  na  ettelike  ia« 
ren,  boven  eere  en.  eedt,  groot  geit  genoten,  voor  d welke 
wat  profijt  hy  de  goede  stadt  gedaen  heeft,  men  met 
grontelike  verderffenisse  der  selver,  soot  de  almogende 
Godt  niet  en  verhoedt,  noch  seer  corts  gewaer  wordeo 
sal. 

Maer  so  de  begoste  bolwercken  gel^ckewel  opgetnaect 
worden,  hoewel  slappelik,  so  hebben  ten  lesten  de  hee- 
ren«  om  te  verhoeden,  datter  geen  meer  begonnen  sou- 
den worden,  den  armen  abt  van  S.  Gerlrnyden  daer  toe 
ghebrocht,  dat  hy  aen  de  stadt  in  hare  drie  leden  schrij- 
vende, verclaert  heeft  de  bolwercken  den  steden  schade- 
Igc  te  wesen,  so  de  selve  eewige  garnisoenen  veroorsaeo» 
ken,  siet  dese  wijsheyt,  en.  dat  hy  verstaen  en.  geroerd 
hadde,  dat  door  sekere  sluysen  de  stadt  altijt  in  water 
geset  sonde  connen  worden,  also  datmen  geen  bolwerc- 
ken  en  behoefde.  Maer,  heer  abt,  U.  E.  is  de  nature 
des  watei's   door  eten  fiosche  vloyende  niet  so  onbekent. 


Digitized 


by  Google 


—  589  - 

of  gy  en  weet»  dat  bet  sére  diomael  ntdroocht:  hoe  %Bh 
meo  da&  schutten,  datter  niet  en  is? 

Corts  hier  na  zijn  de  schepen  met  volck  van  de  itelcke 
de  lustificatie  voorts  vermeit,  opwaerts  inde  Mase  gheco- 
men,  tot  welcken  eynde  daer  en  hebben  die  van  Adl- 
irerpen  gheen  reden  van  4e  gheven;  maer  ghenomen  dat 
die  Tan  Antwerpen  alle  dese  voorgaende  ongeschictbeyt, 
ende  datier  groote  correspondentie  en.  handelinge  van 
sommige  inde  stadt  met  de  Spangiarden  was,  verstaen 
hebbende,  hnn  vao  die  de  stadt  doenf  hadden  willen 
versekeren,  ghelijck  sy  him  na  de  nederlaghe  voor  Genn 
blonrs  van  Mechelen  en.  Liere  door  hare  borgeren  ver-» 
sekert  hadden,  wie  sonde  dat  connen  misprgsen,  en.  wal 
leet  ofte  schade  sonde  den  b(»rgheren  der  stadt  Shttlo- 
ghenbossche  door  den  borgheren  van  Antwerpen  ghesebieC 
hebben  ? 

Volgens  vermeit  de  lustificatie  nvan  êenen  teUsehen 
ende  afgrijsêlijekên  oênêlaehy  die  cpten  elfêien  3ép^ 
temhrU  d$g  iaers  acht  ende  tseveniich  tégenê  ofte  op 
de  stadt  voor  handen  gmceeet  soude  hebben  y  wannéér 
wmorgem  ter  openinghe  der  etadt  poorten  ^^  dit  ^  de 
woorden  der  lustificatie,  yydrije  vendelen  knechten^  met 
eenen  snellen  toeloop^  meynden  ende  pooehden  de  etadt 
te  invaderen  ende  in  te  erifghen^  Maer  het  is  open- 
baer,  dat  de  poorte  maer  van  hnnde»  twee,  met  de  sleu^ 
telen  van  tstadtfanys  ghesonden  zijnde,  wederom  gheslo- 
ten  is  gheworden,  waer  door  onwarachtich  wort,  dat  dief 
lustificatie  vermeit  van  correspondentie  van  biAnen  end^ 
bisondere  met  die  vander  Schermers  gnlde,  die  ten  sel- 
ven  dagbe  de  wachte  hadden,  de  welcke  emmers  teghens 
den  wille  van  tweën  de  poorte  hadden  mogben  open 
honden  ende  de  voorschreven  vendelen  inne  laten.   Ende 


Digitized 


by  Google 


—  560  — 

dese  koechten  en  zijd  over  tvree  hondert  niet  sterck  ghe- 
weesty  also  dat  sy  teghens  alsalcke  stadt  niet  qnaets  aen 
en  badden  connen  richten ;  ende  of  sy  schoon  dnsenden 
sterck  gheweêst  waren ,  en  souden  sy  ghelgckewel  de 
stadt  niet  quaets  bewesen  hebben ,  so  sy  onder  de  be- 
stellinge  van  zijne  Y.  G.  des  prince  van  Qrangien  waren. 

Maer  aldus  eest  met  de  sake  ghelegen,  dat  so  menich- 
.werven  Orangische  knechten  ontrent  de  stadt  verschenen 
hebben  y  hoe  weyuich  dat  de  selve  oock  int  ghètal  wa- 
ren, de  heeren  met  haren  aenhanck ,  om  te  thoonen  hare 
goede  affectie  tot  zijne  Y.  G.,  de  stadt  in  groote  beroer- 
ten gestelt  hebben,  anders  niet  dan  of  de  vyanden  voor 
handen  geweest  waren,  daer  sy  ter  contrarien  de  Span* 
giarden  met  groote  menichten  somwijlen  omtrent  de  stadt 
gheweest  synde,  noyt  eenen  voet  daerom  en  hebben  v^- 
set. 

Also  eest  tot  dier  tijt  mede  ghevaren,  en.  also  derhal- 
ven de  beroerten  tot  groote  perikelen  ghecomen  zijn,  sou- 
den sy  geerne  de  oorsake  anderen  ten  hals  legghen,  daer 
sy  nochtans  selve  sullen  moeten  bekennen,  dat  so  sy 
smorghens  goede  lieden  aen  de  knechten  ghesonden  had- 
den, om  hun  nae  hare  begheerten  te  vraghen,  welcke 
was,  om  door  ofte  beneven  de  stadt  na  Deventer  te  treo- 
ken,  waer  van  sy  den  selven  daghe  noch  commissie  thoon-. 
den,  ende  datmen  hen  in  deene  of  dandere  gerieft  had* 
de,  een  mensche  niet  behoeft  soude  hebben,  hem  der  sel- 
ver  knechten  halven  op  de  beenen  te  gheven,  daer  en 
teghens  uu  de  gheheele  stadt  in  wapenen  gheweest  is. 

-Dat  sy  de  casteleyn  van  Huesden  op  legghen,  dat  Ajf 
dii  vokk  gheleyt  soude  hebben^  ende  dat  teghens  ofte 
ten  achterdeele  van  zyne  vader licke  stadt ,  daer  heeft 
hy  te  vrome  ouders  ende  vrienden  toe,  ende  so  hy  also 


Digitized 


by  Google 


_  561   — 

bekent  is,  dat  hy  na  alle  zijn  vermogheD  het  ghemeene 
beste  ende  bet  welvaren  deser  landen  geeme  voorderen 
soude,  daer  by  ooc  openbare  commissie  toe  beeft,  hoe 
eest  dan  eenicbsins  te  vermoeden,  dat  by  t^egbens  zijne 
vaderlijcke  stadt  yet  aengrijpen  soude? 

Dat  Agyleus  oock  yet  tegbens  zijne  vaderlidie  stadt 
aengrijpen  soude,  daer  beeft  by  eermaels  tot  bewaernisse 
ende  daer  nae  tot  verlossingbe  der  selver  te  veel  moy- 
ten,  costQU  en.  perikelen  om  aengegaen,  ende  soo  de 
goede  beere  den  selven  Agyleum  dien  aenslacb  aengbaende 
scbandelijcken  aen  zijne  boocbeyt,  aen  zijne  Y.  G.  den 
prince  van  Orangien  ende  aen  de  generale  staten  bedra- 
gben (1)  badden,  en  zijn  bem  gbelijcke  wel  ter  selver 
tijt  tot  Antwerpen  wesende,  vanden  scboutet,  eewigben 
commissaris  Bloyman,  pensionaris  ofte  secretaris  van  den 
Bosscbe,  oock  tot  Antwerpen  wesende,  dies  aengaende 
gbeen  moyten  aengbedaen,  maer  beeft  dit  toegbedragben, 
dat  Agyleus  by  sommighe  beeren  van  zgne  maiesteyts  state 
op  die  sake  ondervraecbt  z^nde,  de  selve  met  alsulcke 
redenen  ontdeckt  ende  Verclaert  beeft,  dat  sy  bem  voor 
waracbticb  ende  den  gbebeelen  lieven  boop  der  beeren 
voor  onwaracbticb  bielen,  waer  door  by  oock  gheloove 
gbebadt  beeft,  om  ter  selver  t^t  te  solliciteren,  om  eenen 
nieuwen  magistraet,  in  dwelcke  by  niet  weynicb  gedaen 
en  beeft,  niet  tegenstaende  dat  de  scboutet  met  zijn  voor- 
noemde medegbesellen  tegbens  bem  solliciteerden  ende 
slincke  practijcken  met  valscbeyt  vermengt  daer  inne  gbe* 
bruycten. 

Ende  dit  isser  vanden  lieven  aenslacb,  daer  de  goede 
liedep  soo  veel  wesens  ofte  gberncbts  af  gbemaeckt  beb- 
ben:  maer  ééne  vander  stadt  principale  poorte  wert  open 

(1)    Bcdrayhen,  beschuldigd. 


Digitized 


by  Google 


_  562  — 

gheslageo;  daer  tegeas  heeft  meo  te  deoGkeD,  dat  de  sol* 
daten  de  catten  sladiteD,  te  weten ,  datse  niet  besloten 
moghen  wesen,  ende  dat  de  soldaten  tot  dier  tgt  inde 
stadt  zgnde,  daer  toe  te  meer  veroonaect  waeren>  om 
datter  smorghens  met  der  trommen  omme  gheslaglien  was, 
dat  de  soldaten  in  haer  loggsen  blijyen  souden,  oft  men 
soodese  prijs  maken. 

Maer  ghenomen,  dat  de  mejrninghe  is  gheweest,  die 
drie  vendelen  tot  dier  tijt  in  de  stadt  te  brenghen»  soq« 
demen  daeromme  de  hoogbe  overicheyt  ofte  yemaaden 
anders  connen  onrecht  gheven,  datse  haer  ran  alsnlcke 
stadt  hadde  willen  rersekeren  tegbens  den  ghenen,  welc* 
ken  men  met  recht  vermoeden  mochte  ende  nae  gheble^ 
ken  is,  den  vjant  gansselijc  toegedaen  te  wesen? 

Dat  zy  van  saccageren  ende  pionderen  segghen,  is  soo- 
der  exempele,  ende  daer  inne  beschuldighen  sy  anderen 
met  haer  eyghen  manieren:  want  hoe  sy  dese  voorleden 
iaren  metter  goeder  luyden  goederen ,  ende  dicwerven  oock 
met  haren  bloede  omghesprongen  bebbeo,  is  niet  dan  te 
veel  bekent 

Ten  selven  dage,  ontrent  den  avcmt,  is  inde  stadt  ge- 
comcb  de  edele  welgbeboren  heere,  heere  lohan  van  Iforn, 
banerheer  (1)  van  Boztele  etc,  met  c(»nmissie  van  zyiH 
der  hoocheyt  totten  gonvernena^nte  der  stadt,  ende  hoe 
wel  hem  door  de  sdve  »voloomen  maohif  aucthoritêyi 
endê  mnderling  beoêl  ghêgheoen  totu^  9m  op  allen  dm 
affairtn.  endê  voorvallende  êoecken  der  voorsogder  etede 
ende  meyerye,  met  dee  daer  oen  clee/ty  êo  wel  den 
otyehe''handel  als  der  polieie  aengaende^  te  veretam ^ 
ende  aUulehe  goede  orden  te  etellen^  ale  hy  tot  vor- 
deringhe  ende  ueloaren  vander  eelver  stede,  mef/erye^ 
(1)    Banerheer,  drukfout  Toor  Banerheer  ^  bModcrhoer,  baron. 


Digitized 


b^  Google 


—  563  — 

mei  allen  den  inwoonderen  van  dien,  eoude  beoinden 
te  behooreny^  dit  zijn  alle  wcxx'den  der  voorschreven  com. 
missie^  dit  nochtans  niet  teghenstaende,  mede  niet  teghen- 
staende»  dat  op  Bamisse  daer  na  in  den  nieuwen  sche* 
pen-stoel,  in  negen  personen  bestaende,  de  president  ofte 
voorschepen,  met  vier  andere,  begheerende  de  hooghe 
overicheyt  ende  volghens  den  goiiverneur  in  alles  ghe» 
hoorsaem  te  wesen,  en  heeft  nochtans  de  voorschreven 
heere  van  Boxtele  sonderlinghe  niet  conoen  wtrichten, 
dat  tot  vorderinghe  ende  versekerthejt  der  selver  stadt 
diende,  so  veel  wesens,  wederweerdicheyts  ende  bdelsc* 
len  vfisten  die  vander  ouder  wet,  met  het  meeste  deel 
der  dekenen  vanden  ambachten,  doorgaens  of  door  gas- 
tergen  (1),  of  door  giften  en  gaven  hare  ghecochte  sla* 
voenen  (2),  altoos  voor  te  wenden. 

De  welcke  in  dese  hare  boose  vermeten  thejrt  opghe* 
steurt  (3)  ende  ghestljft  gheworden  zijn  door  meester  Ben- 
riek  Bloyman,  de  welcke  als  commissaris  der  stadt  conti- 
nueÜcken  met  den  staten  vergaderende,  onder  den  selven 
de  quade  partije  ghevolcht  heeft,  ende  dese  voorschreven 
goede  lieden  niet  alleen  aen  zijn  handt,  maer  oock  tot 
zgnen  ghebiede  hebbende,  van  gheleghentheyt  tot  ghe* 
leghentheyt  inghebeelt,  wat  sy  doen  souden  ofte  laten, 
ende  waer  toe  zijne  partije  streckte,  daer  toe  somwijlen 
misbruyckende  de  goedertierenheyt  des  eertshertoghe,  door 
zijne  ionckheyt  noch  onvervaren. 

Tan  dwelcke  de  ghedeputeerde  des  Religions-vrede  vol- 
comelick  onderricht  wesende,  hebben,  om  te  voorcomen 
het  tegen woordich  quaet,  dat  sy  sagen,  dat  daer  Wt  hef 
comeo  moeste,  verscheyden  supplicatien  vande  magistraet 

(l)  Gasterijen,  kwistige  niaaliijden.  (3)  Slavoenen,  slaven.  (3)  Of 
^hesteurt,  aiingeinoedigd. 


Digitized 


by  Google 


—  564  — 

Tersochty  dat  fay  thuys  ontboden  soude  worden;  ende  so 
tselve  te  vei^heefs  gheschiede,  hebben  de  selve  gedepu- 
teerden ten  lesten  tegens  hem  een  schrift  overghegeven, 
int  welcke  sy  so  hardt  op  zijn  eere  spraken,  datter  vele 
opinien  vielen,  dat  hy  thuys  behoorde  te  comen,  om 
voet  by  steek  te  setten;  maer  overwonnen  alnoch  de  con- 
trarie opinien  door  de  menichte. 

Ende  ginck  den  Bloyman  dit  zijn  voornemen,  daer  hy, 
eylacen,  nu  toe  gecomen  is,  also  ter  herten,  dat  hy  die 
scheldinge  ontfangen  hebbende,  daer  anders  niet  om  en 
dede,  dan  dat  hy  het  principael  schrift  byde  gedeputeer- 
de onderteeckent,  versochte,  midts  dreygende,  dat  hy  ab 
dan  weten  soude,  hoe  hi  den  galants,  dit  is  zijn  woort, 
tselve  verleeren  soude,  recht  oft  copie  autentijcke  hem 
daer  toe  niet  ghenoech  en  hadde  connen  dienen,  ende  so 
is  tzelve  daer  by  ghebleven. 

Maer  ter  goeder  trouwen,  Bloyman,  hebben  de  Span- 
giarden  dat  op  u  verdient,  wanneer  sy  u  inden  iare  acht 
en.  t3estich  ten  wtersten  adem  toe  ghepijnicht  hebben, 
waer  van  ghy  ghescheurt  geworden  bent  ende  alnoch  ver- 
dorven dicke  beenen  hebt  (1),  dat  ghij  hen  aen  alsulcke 
stadt,  als  Shertoghenbosche  is,  helpen  soudt?  Heeft  oock 
de  goede  stadt  Shertogenbosch  op  u  verdient,  als  sy  u, 
teghen  haer  eygen  privilegiën,  continuelijcken  ter  dach- 
vaerden  gehouden,  als  zy  u  in  haer  vuyterste  benautheyt 
van  ghelde,  voor  uwe  vacatie  groote  sommen  ghesonden, 
als  zy  u  voor  een  reyse  tot  Antwerpen  over  de  vgftich 
gulden  ghegeven  heeft,  dat  ghy  haer  soo  schandelijcken 
aen  soo  tyrannischen  ende  barbarischen  vyant  verraden 
sout?  Voorwaer,  of  gg  moet  uwer  sinnen  berooft  ofte 
betoovert  sijn,  of  ghy  moet  groote  geloften  ontfaaghen 

(1)    Dit  wordt  Terhaald  bluds.  288  hierToor. 


Digitized 


by  Google 


—  565  — 

hebben,  ofte  emmers  ghy  bebt  dit  uwen  lieven  swaga*, 
dien  van  Mierlo  (1)  te  geval  ghedaen,  de  welcke  als  mae- 
scbap  (2)  aenden  hertoch  van  Parma  rekenende,  metten 
zelven  over  lang,  nae  luydt  der  fame,  goede  correspon- 
dentie gebonden  beeft,  op  bope  sonder  twijfel  ran  groote 
dingbeo  door  bem  te  vercrijgben.  Macr  wat  u  bier  toe 
gbebrocbt  beeft,  Bloyman,  gbj  en  sult  de  scbandtvlec 
van  yerrader^e  nimmermeer  wtwissen;  schrijft  soo  veel 
ittstificatien  alst  u  belieft,  ende  dese  selve,  die  gby  in« 
den  name  vanden  goeden  borgeren,  so  gby  die  noemt, 
gbescbreven  bebt,  sal  Bevonden  worden  te  strecken  tot 
uwe  en.  der  selver  borgeren  eeuwigbe  schande  en.  niet 
tot  eewigbe  verscbooninghe. 

In  deser  voege  de  beere  van  Boxtele  verhindert  wor« 
dende,  yet  vordeb'ckx  in  zynen  gouvememente  vuyt  te 
richten,  heeft  het  zelve  alsoo  ter  herten  gbenomen,  dat 
hy  daerom  een  groote  quale  geset  heeft,  also  dat  hy  ge- 
schapen was  in  doots  noot  te  comen,  so  by  met  die 
moetwillige  gesellen  langer  te  doen  bad  moeten  hebben; 
syn  afscheet  dan  van  zyne  boocbeyt  becomen  hebbende, 
is  hy  in  Febrnario  deses  loopende  iaers  vertrocken,  la« 
tende  in  sijn  plaetse  synen  soon  beere  Maximih'aen,  beere 
▼an  Lokren,  van  syne  boocbeyt  daer  toe  geauctoriseert 
synde. 

De  beere  van  Boxtele  hadde  tot  versekeringe  der  stat 
raedsaem  ende  noodich  bevonden,  dat  hy  vande  thien 
vendelen  der  blocken  ofte  wijeken  soude  maecken  twin- 
tich  vendelen,  ende,  nae  d'exempele  van  ander  steden, 
daer  over  stellen  vier  ofte  vijf  coronellen,  ende  op  dat 

(1)  J^gu  heer  Tan  Hierlo  was  dcDkeliJk  Raso  tbh  GreTenbroeck ,  die 
in  1656  met  dexe  heerlijkheid  verleid  werd.  (2)  MasMhap,  denkelijk 
maêghsehap. 


Digitized 


by  Google 


—  566  — 

by  capiteynen  soude  hebben,  daer  hy  op  soude  mogen 
stocken  (1),  heeft  hy  voor  d^eerst  de  capiteynen  vande 
thien  vendelen  samen  afgedanckt,  op  dat  nyemant  van 
hen  sich  te  beclagen  soude  hebben,  ende  heeft  ander 
thien  in  haer  plaetse  gestelt,  ende  wijders  en  heeft  hy 
niet  connen  comen. 

Om  dese  saeke  is  alsukke  vinerringe  (2)  gemaect,  dat 
men  die  in  een  gemeenen  boec  niet  en  soude  connen  ver^ 
vatten.  Dit  hebben  sommige  muytmakers  tot  een  oorsake 
genomen,  om  by  requeste  vande  generale  staten  te  ver- 
soecken  commissarissen,  die  informatie  nemen  souden  op 
saken  biden  ReUgioos  vrede  neder  geleit;  om  -welckes  te 
weghe  te  brenghen  een  groote  conspiratie  ghemaect  is,  de 
welcke  haer  so  selsaera  (3)  en.  verroetelick  int  schrijven, 
spreken  op  alderhande  staten  ofte  conditien  van  menschen 
ghedragen  beeft,  dateer  ten  lesten  twee  van  de  selve  by 
de  overicheyt  aengetast  aijo,  d^eene  tot  Bruessel  en.  d^ao* 
der  tot  Antwerpen,  wt  der  wekkeren  brieven  en.  belg- 
denissen  buyten  torture  ghedaen,  wonder  te  vernemen  is: 
daer  en  wort  noch  hooghe  noch  leeghe  overicheyt  aen 
gesien,  daer  wordt  d^een  leugen  aen  d'ander  gdiecht,  daer 
vintmen  alsulcke  vermetenhey t ,  dat  so  sy  tot  haer  mey* 
ningen  niet  en  comen,  dreyghen  de  morghensterre  (5)  ofte 
knodse  te  voorschijn  te  willen  brengen. 

Haddemen,  als  dat  quaet  eerst  int  licht  qnam,  der 
complicen  namachtich  (5)  gemaect  zijnde,  secrete  schrift 
ten  subitelick  ondersocht,  men  soude  oorsake  gehad t  heb- 
ben, om  met  sommige  hoofden  der  selver  conspiratie  also 

(l)  Stocken,  steunen,  betrouwen.  (2)  Werringe,  beroerte  (3)  SeU 
gaem  =ê6ldsaem,  oTermoedi^.  (4)  Morghensterre,  een  wapentuig,  van 
voren  met  pinnen,  als  eenc  star,  in  het  ronde  bezet.  (6)  NamucktUh 
=^  naemachiich ,  bekend. 


Digitized 


by  Google 


—  667  — 

te  handelen,  dat  het  quaet,  dat  wt  de  selve  namaels  ver- 
schenen b,  veurcomen  en.  te  niete  gedaen  gevfeesi  soude 
hebben,  maer  dat  is  iammerlicken  versnymt. 

Ghelgck  oock  omtrent  den  selven  tijt  yersaymt  is,  dat 
een  Fr^ciscaner  monic,  de  welcke  dnydelick  verdaert 
hadde,  dat  *o  de  SpangianUn  voor  de  stadt  quamen^ 
ey  ghenoech  borgheren  oen  de  kant  hadden,  om  de 
eelve  daerinne  te  laten,  ende  dat  hy  daer  toe  aleuleke 
een  lantehnechte  cleet  hadde^  aUmen  oen  lijf  draghen 
fnoehte,  met  dierghelijehe  meer  propoosten,  als  die  on- 
trent het  eynde  Febmarg,  wanneer  de  vyant  met  alle 
zijn  heyrcracht  niet  verre  van  de  stadt  en  was,  vanden 
znagistraet  van  Amsterdam  aen  den  magistraet  van  Sher- 
togenbossche,  by  maniere  van  certificatie,  overgheschre- 
iren  zijn,  terstont  na  tontfanghen  der  brieven  niet  geap- 
prehendeert  en  is  ende  ter  scherper  examen  gebrocht, 
het  welcke,  so  gheschiet  waer,  ontvnjvelicken  soude  daer 
oorsake  geweest  hebben,  om  de  stadt  volcomelick  te  ver- 
sekeren;  maer  daer  is  also  in  gehandelt,  dat  het  schande 
waer  te  veAalen. 

En.  niet  te  min  worter  in  de  Instificatie  gheclaecht, 
datmen  altijte  te  urredelieken  ende  te  straffelicken  met^ 
ten  ^heestelieken  heeft  icillen  procederen,  Daer  zgn  wel 
vele  dachten,  en.  dat  wt  goede  redenen,  tegens  velen 
gheestelicken  gedaen,  maer  van  straffe  en  canmen  niet 
veel  segghen;  dan  wanneer  de  gouverneur  den  pastoor 
van  S.  Gatharijnen  kerck,  dickwerven  seer  seditieuselijck  . 
ghepredict  hebbende,  ende  daer  van  vermacnt,  dat  hy 
tselve  niet  laten  en  wilde,  obstinatelick  verclarende,  dede 
om  allen  onghemacken  ende  beroerten  te  verhoeden,  wt 
de  stadt  leyden,  heeft  sich  op  de  beenen  ghemaeckt  de 
schoutet,  met  sommighe  vanden  schepenen  ende  vele  van- 


Digitized 


by  Google 


—  568  — 

den  raetsheereo,  de  welcke  met  een  ghedniys  den  pas- 
toor wederom  binnen  halende,  by  na  oorsake  gh^heven 
hebben  van  eenen  allarm  ofte  oploop  door  de  gheheele 
stadt,  wanneer  oock  de  gouverneur  om  hals  ghecomen 
soude  hebben,  en  hadde  de  schoutet  dat  niet  onderlo- 
pen (1),  so  hi  hem  corts  daer  na  dat  beroemt  heeft. 

Te  weten,  als  een  vande  Schermers  gulde  op  de  merct 
met  hem  woorden  crijgende  ende  den  voet  presenterende, 
dat  hy  hem  overcondtschappen  soude,  dat  hy  als  coron- 
nel  ofte  capiteyn  aen  de  acht  hondert  mannen  in  de  stadt 
onder  hem  hadde,  volgens  also  op  hem  ontsteken  wert, 
dat  hy  hem  met  een  hellebaerde  doorstoot^n  'soude  heb- 
ben, het  welck  als  de  gouverneur  belet  hadde  ende  de 
schoutet  hem  daer  van  dancken  wilde,  seyde  hy:  r>WeU 
aen,  heer  gouverneur ,  dit  is  het  eene  tegen  ttandere: 
leetmael  heb  iek  u  het,  leven  behoet,  nu  hebt  ghy  tny 
van  ghelijeke  ghedaen!''* 

Van  welck  verwijt,  te  weten,  dat  de  schoutet,  coron- 
nel  ofte  capiteyn  wesen  soude  over  soo  veel  volcx,  vele 
tot  dier  tijt  hen  seer  verwondert  hebben;  maer  dat  tselve 
sóo  veel  als  waer  bevonden  is,  is  meer  te  verwonderen, 
ghemerckt  hy  alsulcke  een  is,  dat  het  wonder  boven  won- 
der is,  dat  eenich  borgher  met  hem  ghemeynschap  can 
hebben. 

Tan  beginne  aen,  dat  hy  het  ampt  bedient  heeft, 
heeft  hi  de  privilegiën  der  stadt,  ende  besondere  dat  de 
vryheyt  der  huysen  aengaet,  alsoo  met  voeten  ghetredcn 
door  ghewalt,  roverijen  ende  straetschenderijen ,  de  pas- 
sagien  onveylich  ofte  onvry  makende,  heeft  hy  de  stadt 
ende  den  ghemeenen  borgeren  alsulcken  achterdeel  ende 
schade  ghedaen,  met  alsulcke  calomnieuse  ende  valscbe 

(l)    Onderlopen,  verhinderd. 


Digitized 


by  Google 


—  569  — 

dachten  heeft  hi  de  ^rgheren  ende  iogheseteDen  te  hove 
bedraghen,  dat  de  stadt  in  bare  drie  ledeo  over  de  ses- 
thien  iaren  ghenootsaeckt  is  gheweest  processe  teghen^ 
hem  aen  te  nemen,  in  welcke  tegheos  hem  meer  stucken 
ofte  feiten,  den  hals  aengaende,  beleyt  zgo,  dan  hy  ter 
selver  tijt  iaren  hadde,  ende  soude  doen  de  stadt  geeme 
een  ton  gouts  ghegheven  hebben,  datse  van  hem  ont* 
skgben  hadde  moghen  wesen. 

En.  heeft  hy  dit  bedreven  wanneer  de  tyrannie  noch 
ghetoomt  (1)  gheweest  is,  in  wat  boecken  soudemen  be- 
schrijven zgne  schelmstucken  na  de  ontoominghe  (1)  der 
tyrannie  bedreven?  van  de  welcke  ons  goet  ghedocht 
heeft  twee  stucken  te  verhalen,  als  wt  de  welcke 'men 
van  de  andere  ofte  de  reste  sal  connen  oordeelen. 

Inden  iare  n^en  en.  tsestich  hadde  hy  den  muntmees- 
Ier  van  Nimmeghen  ghe vanghen  ghenomen,  ter  oorsake, 
dat  hy  met  verboden  munte  omghegaen  ofte  op  de  selve 
gehanteert  soude  hebben;  de  vrienden  vanden  welcken, 
soeckende  hem  in  alsulcke  perikelose  tijden  wt  de  gevanc- 
kenisse  te  hebben,  zgn  metten  schoutet  overcomen,  dat 
sy  duysent  njcxdaelderen  geven  souden  en.  dat  hy  den 
ghevangen  los  ende  vry  soude  laten.  De  schoutet  het 
ghelt  te  vollf  ontfanghen  hebbende,  eu  heeft  den  gevan- 
gen alleenlijc  niet  los  gelaten,  maer  heeft  den  selven  le- 
vendich  op  een  schavot  verbrant,  zijn  tonge  eerst  met 
eenen  gloeyende  prieme  doorsteken  en.  sgnen  mont  met 
dweelen  toegevreyelt  hebbende,  op  dat  hy  het  ghewalt 
en«  onrecht,  dat  hem  aenghedaen  worde,  niet  openbaer 
inaken  en  soude;  maer  om  dat  dit  zijn  moordadich  studc 
eenighe  verwe  hebben  soude,  betichte  hy  den  ghevan- 

(1)    Onloomitigê  =  tmitoomtHff,  ontbreldelifij;,  iii  tegenstdKng  Tan  f  hé" 

toomt. 

C,  37. 


Digitized 


by  Google 


—  MO  — 

ghen,  na  den  ödtfanek  des  g^ts,  metteii  wederdoc^, 
mettett  \relckefi  by  te  vorens  gtievreten  liadde,  dat  de  ge- 
vanghen  befiiemt  was. 

Hee  meeée  stock  is,  dat  hy  eefien  borgber  van  Weerdt 
met  behendicbejt  in  zijo  bujs  gbecreghen  bebbeade.  in 
een  secrete  plaetse  door  z^ne  stockelknecbten  heeft  doen 
bewaren,  also  dat  niemant  van  i^n  kennisse  bj  hem  heeft 
moghen  comen,  ia  datmen  niet  gbeweten  en  beeft  waer 
by  gfaeweest  is.  Dan  beeft  de  scboutet  tot  diversche  tij- 
den hem  alleen  vooi^hedraghw,  dat  by  met  de  rerbo* 
den  muitte  om  ginek,  bet  weick  als  by  langbe  wgl  gbe* 
stentelijck  (1)  gbeloocbent  hadde,  beeft  de  schontec  van 
bem  namaebticb  gemaect  willen  hebben,  die  by  wiste, 
dat  tot  Weerdt  ofte  elders  op  de  munte  hanteerden;  vaa 
dwdcke  als  hy  hem  excuseerde,  s^gende»  dat  hy  sgne 
Bdken  waeif  nam,  en.  op  tghene,  dat  een  ander  dede, 
tiet  en  lette,  heeft  bem  den  scboutet  gfaedreycht  met 
veel  Igdenè  aen  te  doen,  so  hy  niet  en  beieet  setve  met 
den  munte  Om  te  gaen,  oft  namaebticb  en  maecte,  die 
hy  wiste  daer  mede  om  te  gaen.  Sn.  de  goede  man  al* 
dus  sommige  weken  gbetormenteert  gheweest  zgade,  sonde 
liy  vanden  scboutet  connen  geraken,  beeft  hy  bem  bon- 
dert  ponden  Ylaems  moeten  gheven  ende  daer  en  bovea 
zgn  verteerde  costen  wel  dier  betalen  ende  den  stodiet 
knechten  voor  haer  versnymenissen  te  vrede  stellen. 

En  ware  onder  de  ^rrannische  legeringbe  desen  seho»> 
tet  de  confiscatie  niet  benomen  gheworden,  gbelgck  ghe^ 
meynlick  de  abnogende  CSod  den  boosen  de  middelen  van 
baer  opset  beneemt,  sonde  wel  een  iaerich  kindeken  hoo-> 
sen  (2)  ofte  schoen  hebben  moghen  behouden?  In.  dese 
stucken  maken  fondaments  ghenoech,  om  een  vemet  dm 

(1)    GhêHenteKJek ,  bestendig.      (Z)    Boosw,  kousen. 


Digitized  by 


Google 


~  Ö71  — 

viiderlAats  daer  op  te  bouwen,  van  ^welcka  hy  cijn  voor- 
nemen otttvent  den  tijt,  dat  hem  van  het  coroitnelfichap 
▼erweten  wert,  legheoe  eene  vermogende  vtoime  genoech 
ODtdect  beeft:  »/cA  hêti  4e^  vommemm»^  segghende^ 
DéiMb  he^  U  ooék  ner^eht^rt  (1)»  dat  iök  in  dete  êtaéi 
zijne  mtgeêttyt  mUuleken  diemt  dom  #a/  tdê  etnieh 
gWV€nuMr  of  mider$  M  nwighe  ploêUê  oyt  ghêdoÊM 
imftr 

Der  atadtf  aaeken  dan  in  iJ$iildu»  slaet  wesende»  en 
bmft  de  goiode  heere  van  io  siqnm  goremenienle  met  vor- 
delicx  eeonen  Tnytfiditai,  ende  «Qn  de  raoetwiUighe  sod^ 
jésAing  gbetfijft  ghewarden  door  aommighe  commiasarissen 
by  de  generale  staten  nae  Cnelen  totten  vredehandel  af- 
geverdight.,  de  ivelok^  door  JSkerCogberibowhe  d^waerts 
treckeode,  eUieke  hooüieil  der  «oetwiffigen  h^ben  weten 
au  te  beelden  wal  sy  doen  ofte  laten  soiuleD,  ende  besoflr 
4Êift^  dat  sy  ben  voeghen  eonden,  om  den  vkrede,  den 
vrdcken  ay  htn  voor  ghewis  toeaeyden,  aen  te  veerden. 

In  ghel^ekforondbeyl  vanden  wdke  den  abt  van  S.  Geiv 
trnydeo  ever  thko  dagen  niet  te  Gndien  gfaeweest  s^nde, 
éen  de  sladt  in  haren  drie  leden  gheachreven-  heeft,  dat 
-eÓTÊM  ffiewi00elitk  dm  vrtie  gHrafflm  saude  w&rden^ 
^éan  00  sommige  désr  U^hm,»  eoniremifnm  i(dtt  was  xjn 
ivoort,  de  fum  van  Uferecht  daer  sMde  meynende)  voor- 
umidgn  oottdintt  dai  jgr  iw^  daer  poor  souden  wêien  te 
waékun$  waendeor  <de  moelwiUige  nldiilcken  moet  ghe- 
creghen  hébben,  dat  sommige  van  hmi  by  dranek  wesen- 
4e»  aknlcke  woorden  bohhoi  laten  vlieghen;  ^fFel  am^ 
M^hende,  r>d^n  wmdê  «#  lOBerkoinden^  mtur  daer  «yn- 
détr  dio  dêiMBlmn  niét  mm  Hum  /m  0(Uy  métten  vsth* 
km  Wff  weten  koê  wg  epiUm  Mkbm  te  kmndetm.'^ 

(1)    ff  et  ü  venehêett,  het  stui  ^eflcliapen. 


Digitized 


by  Google 


—  67i  — 

Maer  w«t  is  dit  voor  een  wonder?  Daechs  daer  nae, 
dat  de  commissarissen  nae  Cuelen  vertrocken  waren,  is  de 
schoutet  nae  Oosterwijdcy  twee  mylen  Tande  stadt  Üggen* 
de,  ghetogen,  ende  heeft  hem  aldaer,  soo  tscheen,  Tattèe 
Spaogiarden  kten  vangen;  maer  soo  hy  onlaackx  daer 
nae  byden  hertoch  van  Parma  ghebrocht  is  geworden  eade 
▼anden  selven  aen  den  duc  de  Nova  Terra  gesonden,  «Ue 
hem  corts  wederom  thuys  heeft  laten  trecken,  kanmen 
liehtdick  dencken  wat  dat  voor  een  ghetranckenisse  ge- 
weest is,  besondere  so  hy  thnys  comende,  ghestelt  was, 
niet  als  die  vnyt  de  ghevanckenisse  comen,  maer  ak  <fie 
te.hove  ofte  andersms  tot  haeren  Inste  vnytgheweest  heb* 
ben. 

Hier  en  tusschen  verbitterden  inde  stadt  hoe  laogher 
hoe  meer  de  partijen,  dan  de  heerlicke  heeren,  wanneer 
daer  yet  nodichs  versocht  wert,  wisten  hen  te  gheiaten 
of  sy  tseWe  doen  wouden,  maer  gebruyckten  achter  rog* 
ghe  verscheyde  middelen,  om  tselve  te  beletten.  Also 
omtrent  den  Mey  heftich  versocht  ^de,  dat  de  stadt 
van  buspolver  versien  sonde  worden,  hebben  sy  om  bos- 
polver  ende  salpeter  des  stadts  bnsmeester  nae  Goelen  a& 
gheveerdicht,  den  selven  belovende,  dat  zj  eenen  sd^e* 
ren  coopman  nae  schicken  sonden,  die  tgelt  schieten  sou» 
de,  daer  zy  daer  nae  niet  eens  om  en  dachten,  also  dat 
de  busmeester  omtrent  een  maent  vnytgheweest  zgnde, 
niet  sonder  groote  clachten  óver  de  heeren  wederom  thiqrs 
ghecomen  is. 

Waer  vuyt  als  sy  raoyenissen  ofte  beroerten  vermoy- 
den,  hebben  sy  terstonts  aenden  president  ofte  vooracbe- 
pen  tot  Antwerpen  zijnde,  ghesonden,  dat  hy  de  stadt 
van  bnspolver  sonde  versorgen,  den  wekken  sy  schande- 
licken  inden  last  gheiaten  hebben,  hem  zijne  commissie 


Digitized 


by  Google 


~  678  — 

c^Mg^iende,  naedemad  hy  voor  ettelicke  dusenden  bus- 
cruyt  geooft  hadde. 

Also  ooGk  de  Schenners  gulde  toeghesecht  hebbende, 
dat  soo  bald  (1)  die  van  Antwerpen  hun  iode  nnk  van 
Utrecht  bleven  souden  hebben,  sy  hnn  daer  oock  toe 
roegen  zondfen,  hebben  sy  tselve  ghedaen,  als  corts  hier 
nae  verstaan  sal  worden. 

Dese  Schermers  gulde  is  straokz  opghericht  nae  dat 
het  garnisoen  vnyt  de  stadt  getrocken  was,  inde  welcke 
haer  meest  be^ven  heUben  ionge  gesellen,  ende  vele, 
die  dnerende  de  tyrannije  buyten  slandts  gheweest  ende 
onder  den  pince  van  Orangion  voor  soldaten  ghedient 
hadden:  daer  door 'is  by  de  selve  gulde  deurgaeos  alsnl* 
ke  voorsichtieheyt  en.  couragte  gheweest,  dat  so  de  over- 
ste der  selver  haer  werck  daer  van  hadden  willen  ofte 
eonnen  maken,  de  stadt  door  de  selve  van  beghinne  aen 
versekert  sonde  hebben  geweest  ende  vele  onnutte  costen 
hadde  mogen  schouwen  (2). 

De  heerlicke  heeren  daer  tegens  nae  tghene  trachtende, 
daer  sg,  Ciodt  betert,  nu  toecommen  zyn,  hebben  byden 
moetwilligen  eenen  onvuytsprekelicken  haet  tegens  de  selve 
gulde  weten  te  verwecken  ende  hebbent  ten  lesten  daer  toe 
gebroeht,  dat  so  wanneer  de  Schermers  gulde  de  wachte 
hadde,  de  moetwiUige  by  wachten  gehouden  hebben,  ende 
dat  opt  lest  met  alsulck  ghelaet  ende  trotsicheyt,  dat  die 
van  de  Schermers  «gulde  niet  en  wisten  wat  te  dencken. 

Bet  -welck  hun  verdrietende,  hebben  zy  hun  ten  les- 
ten nae  de  wachte,  met  haere  wapenen,  nae  haer  her- 
berge begeven,  alwaer  zg  den  nacht  in  alle  stilheyt  over- 
luracht  hebbende,  sanderdaechs  versocht  hebben,  dat  sg 
haer  wachten  naemaels  vrij  ende  sonder  bywachten  sou- 

(1)    Soo  bald,  toedra.      {t)    Sèkouwm,  schuwen,  YermijdeD. 


Digitized  by 


Google 


—  674  — 

dcD  mogeo  boudeii»  «ode  000  doeu  da  fiuMc  im  tèl  Aat- 
"werpeü  de  unie  van  Utrecht  gepubliceert  té  weteB,  Mb» 
ben  sj  knede  venocht,  dét  de  êAvt  unié  aldaér  oook  ^le- 
publiceert  sonde  worden»  watrop  sg  de  voor^rcven  toe* 
segghinghe  gheercghen  hebben,  ende  mede  op  het  ver* 
soeek  van  dfe  bywaehte  taiiMUcken  vermkieahc  (i)  agade, 
syn  zij  elck  nae  hnys  getrocken. 

Dat  de  iostificatie  van  dese  sakè^  handelende,  ymmél 
vanden  oaalelleyn  vao  Hneadeü»  vaü  vendeLni  knediteB, 
dia  de  ^dt  gheinvwieert  ende  gfeiilcorpot^rt  samim  hetn 
ban,  vnn  bratidtteeokènen»  die  doen  gesien  senden  wesen^ 
en,  van  andere  diei|;elijdBe  ^wedhiedeniiaen;  so  dat  alie» 
dta  anlhenr^  èoo  hy  dat  beschrglt^  niet  ghedroonl  cb 
heeft,  00  beeft  hyt  veltohdiok  ende  scbriitieiiek  erdacbt 
en  versiert 

Als  nu  der  beerlieker  hecNü  dtadt  aller  vJnnMleB  des 
Ueve  vaderlants  PaesdMn  «aeekende  Was,  Ie  weten,  dat 
de  vrome  stadt  Maestricht  vaU  de .  SpaiggatdeB  erovetC 
en.  ingenomen  sonde  worden,  vraaaneer  het  tyt  sonde  we- 
seo,  dat  hét  voorghenonMB  sohelnistuck  lot  SherïDgéiÜMaee 
int  weick  gdle^  sondfe  mogai  worden^  syn  tgtelgflk  el- 
dacr  varscfaeneo  twee  principale  hoéldeDi  sondes  de  #do* 
kc  de  feeste  niet  wel  bestken  en  sonde  hebbeOi  te.  weten, 
de  sehoiitet,  Vanden  d«c  de  Terra  Nova  verache  CQmcBde« 
en.  Bloyman  van  Antwerpen,  Biet  endcrs  dan  ef  sg  vae 
het  onghelnck  van  Maesteicht  voorweten  ^diedt  bedden. 

Het  was  ivender,  ém  sicli  lieè  de  schonteth  van  sIMh 
daa  aen  versocht  weert,  anders  seker  «liet  den  <A  eea 
h^lich  fhèwectft  weer;  maer  sO  hy  eek»  beylieh  is,  ele 
Mer  voorenl^  s$n  nfbedUioghe  voor  een  deal  vnytWfü 

(l)  t^'ermuecht,  lees:  vernueckt,  vergenoegd,  tevreden.  Zoo  staat  er 
ook  bhdz.  S7S,  rogel  S7. 


Digitized 


by  Google 


-  W6  — 

4o.  fcy'selv«  4eg«ftWMr4^1«Gfc  xroor4«r  openliaer  maeoU» 
««gboi  jieo  alle  4e  gheM,  iKie  sy  oqck  /^yn^  wel  ficha- 

Het  waer  te  iranoheii,  det  4^  .boi^ge  oyj^hegt  Jbiec 
4WI  fhotArorkeitl  «godei  ende  meck  geMw»  4at  sy  ^ 
admitet  vaq  rstonden  aeo  10  bQve  Y^viclicyve»  spade^  «m 
m|q)ori  rte  doen  yan  tghene  hem  byden  vywt  wedervar 
m  was^  daer  op  hadde  meighm  le^tep  «9de  tgd»£  nm 
vt  cmmq;  iiiaer  dat  is  ie  laat 

Aeie  mkomu  e»de  Bloyman  wami  w  waderaip  «ropM 
gevrienden  eode  hiele  veele  conunmtioirticii  «MMfen  aodiM- 
«D,  «daer  ay  oodktaBa  dootelgke  TyMden  t^epi  dea  aa- 
dereB  orer  kng  igenraest  waren:  alsao  wamiaar  CbüifKis 
MB  te  dasten  es.  te  nbhandeka  waa^  amden  wedepoip 
gevTieadeo  Eerüè»  lea.  fiUatus.  . 

Jie  &M  Taiider  JBneaMDge  4er  atadt  UmvMn  hiseft 
•bet  begbne  dar  wmaaz.  ileaale  aoAdagebreabt,  «ode  idtt 
op  den  «OBteo  dacb  Inlg.,  nfaoBeer  Voor  iden  oniddacb 
de  moetwillighe  des  loopens  «nde  aenteoa  Keen  ayoda 
gemaaabt  cb  hebben,  ende  'Opden  aechlen  mddaeh  den 
nedt  der  stadt  vDloomelick  nf^adeot  aij|ade,  Ae  caff' 
teynen  op  Cetadt-hnya  ontboden  beeft,  met  aeoaeggingh^ 
hna  op  baew  Yetaoeokeo  i;oet  icwteMemeat  aonda 
hebben,  dan  dat  ay  aoo  wiqFnioh  vanden  bevelhab- 
4Mren  mede  J>raQgben  souden ,  mh  mogeliok  wave. 

Qp  dimkhe  een  Fennojwnitfe  vw  wat  qnaets  (1)  dan 
capitqmen  'merghedmghen  synde,  ;zyB  sg  gbei^kewel  'm 
•cbyMn  ghetale  ^wgaen;  maar  so  op  de  neackt  v<eiCf^ 
-derde  het  volck,  dat,  om  sommige  bmggen  jen.  alnyana 
af  ae  weipan,  ibnyten  tiad^en  somde,  (Godt  weet  of  ^er 
goeder  traawen  4ie  eommkaie  gheghevea  mnB,  .gbelöok 

(1)    Vtrm&tfmtsêt  «am  wat  quaeii,  YeniKMNleB  van  een%  kwMd,  oubeil. 


Digitized 


by  Google 


—  676  — 

oock  getwyfell  wordt  van  dat  sommige,  dtemen  vemojr. 
de,  dat  inden  noot  menichte  van  voick  aende  handt  ei^ 
gen  souden,  ter  selver  tgt  als  tot  bewarenisse  eender  pas- 
sagte  tegens  de  Schotten  vnytghescbiGkt  syn),  is  derhal- 
ren  een  groote  menichte  opde  merckt  hydra  anderen  ge- 
comen,  ende  sjm  oock  tosschen  de  twintich  en.  dertich 
vande  Schermers  gulde  voor  des  vendrichs  hnys  aent 
stadt-hnys  staende,  vergadert ;  alsoo  dat  het  een  mesae 
het  ander  inde  scheyde  ghehouden  heeft,  soomeo  gemeya- 
Uck  seght,  soo  de  qnaetwilligen  alsdoen  wat  qoaets  voor 
handen  ghehadt  hebben. 

Daer  groote  vermoydenisse  van  geeft  de  nagevdchde 
geschiedenisse,  ende  mede,  dat  soo  de  capiteyneo  opt 
stadt*hays  ghecomen  waren ,  de  heeren  hem  terstont  geen 
besluytinge  voorgedragen  ofte  contentement  ghegeven  hdn 
ben,  maer  is  dien  van  de  Schermers  gnlde  vermaningfae 
gedaen,  dat  si)  sommige  pnncten  in  sdirift  vervatten  soor 
nden,  van  tghene,  dat  sy  noodich  bevinden  sonden,  van 
stonden  aen  ghedaen  te  worden. 

Daer  waren  omtrent  veertien  dagen  te  vooren  somni- 
ghe  artikelen  den  capitêynen  ter  handt  gestelt,  de  welcke 
so  z^  hadden  doen  eflfectueren  ende  int  werck  jstdlen, 
sonde  de  stadt  voor  alle  ongelnck  verhoedt  gheweest  héh 
ben.  Die  vande  Schermers  gnlde  dit  wetende  en.  mey- 
nende,  emmers  een  wejnich  op  de  zelve  ghelet  te  we- 
sen,  hebbent  doen  met  die  pnncten  cort  ghemaeckt,  maer 
hebben  besonder  gedreven  het  punct  vander  unie  van 
Utrecht,  dat  die  van  stonden  aen  behoorden  ghepnbli- 
ceert  te  worden,  om  inden  noodt  vande  naebueren  hg- 
stant  te  mogen  hebben,  te  meer  so  hun  over  sommige 
dagen  toegeseght  was,  dat  tselve  ghedaen  soude  worden, 
soo  haest  als  blijken  soude  tzelve  tot  Antwerpen  geschiet 


Digitized 


by  Google 


—  677  — 

te  wesen,  ende  dat  taelve  on  bleeck  hg  bet  sohrgven  der 
^orooneUeD  van  Afilwerpea  aen  de  stadt  ende  aeo  de  oa«- 
piteynen  gheschickt. 

JBfebbeD  op  dese  pnncteD  noclitans  de  heereD  Of  baer 
maniere  seer  lange  ghedelibereerty  ende  zyn  daer  en  tns* 
«ohen  de  gbedepvteerde  vander  religie,  daer  Agyleos  een 
yam  was»  by  die  vander  gfaemeynte  gemoyt  (1),  dat  sy 
-bem  opt  stadt-bnys  byde  eapiteynen  voegen  sonden,  om 
te  aenhooren  de  resolatie  en.  antwoort  der  beeren,  de 
wricke  ten  leMen  voortcomende,  soo  sy  Terclaerden  de 
voorschreven  puncten  nae  te  willen  comen  ende  te  doen 
^eflfectnereo.^  behalveo  dat  zy  bet  punct  vander  nnie  in  de» 
UbcBatie  biden  tot  sanderdaechs,  beeft  Agilens,  nae  lange 
awggen  der  eapiteynen  voorgedragen  dé  b^eerie  der  ^ 
mêj/nie»  te  weeen^  dal  daer  gkeen  vertreek  in  ghen/e^ 
«Mft  etmde  worden,  aemffeeien^  dat^  nae  vermellen  dsr 
fieme,  de  nyant  voor  handen  weeende,  eanderdaeehe  wat 
aeedere  te  doen  mocht  vallen,  ende  dat  de  heeren,  nae 
haer  belofte  de  Sehertnere  gulde  ghedaen,  daer  over 
Imng  op  hadden  behoort  te  delibereren^  beeondere  eo 
zij  tot  vereehejfden  tijden  byde  hooge  overhejft,  ende 
enlanex  by  de  eoronellen  van  Antwerpen  daer  toe  vér^ 
eoekt  waren. 

Welcke  reienen  de  eapiteynen  alsoo  hebben  doen  aan- 
bonden, dat  die  beeren  daer  inne  geconaenteert  hebben. 
Maer  wat  laser  ghevolcbt?  Daer  syn  sommighe  heeven 
op  de  pnyen  voor  de  gbemeynte  verschenen,  ende  em 
vander  stadt  dienaren  beeft  gheproclameert  in  effect  dese 
woorden;  »Men  vereondieht,  dat  de  etadt  in  koere  drije 
leden  bewillieht  ende  arnmeemt  de  naerder  unie  tot 
Utrecht  ghepuhliceert  *den  negenentwintieheten  lanuor 

(1)    Gemttyt,  anngezocTit. 


Digitized 


by  Google 


—  S78  — 


rif  émm  $tgktm  wmoriighê  iaerm^  êmb  mm  wil  leM  » 
gï^lfek  vermmmi  kêU$i^  dai  hg  kmm  éamr  -ns»  U  tm^ 
guleeren  hebben  eal,'" 

JDit  de  ^emejttte  votr  een  spolMniije  nemende»  lieeft 
op  de  gfaedepnleeD^  dei  RdigioDs^Tarede  legeert,  deft  wj 
versodben  londeD,  dat  dek  capkejn  wfik  fiok  onder  ti«i^ 
del  ▼ergadeeoi  tmide  en.  aideer  deen  TOorkMO  de  «ne 
ven  artikel  tot  artikel,  nndagadert  de  iirieven  «ande  heege 
anrerheyt  de  unie  aengaende^  en.  «oe^  de  twee  Ixiefen 
dbr  wmpmnMm  ran  intwerpen»  'Op  dat  een  yegelgok  ai^ 
taa  fODclile  wat  de  unie  waer. 

Die  ^ledepnieerde  daa  dit  rooiygcwqt  Iwhbende»  ii»> 
er  gheeeyt  irerdty  daêmem  mei  de  mnie  alte  mei  em  è^ 
AoopJen  te  imeeten^  ooermdéie  vele  heenen  aangfaatrfew, 
elmi  eg  vamden  ênkeeidt  der  eeher  meie  eunderUmge 
meet  em  wieien^  i»  ^gyleoi  door  «jtt  ffemoet  gadiroagan 
Ie  «eggen,  dmi  die  niei  weerdiek  ^en  mtmen  én  aUukie 
vergoétrimge  te  vereekgnsn^  die  edemlehM  verelmerdem, 
Snde  aoo  doen  d'een  woordt  «njt  int  nader  gevees  en. 
van  gamisoen  memie  glnmaacbt  «fetdt,  fceeft  jlgdeos  int 
npenbaer  giiebrodit,  dat  ky  tot  .die  «jc  toe  terena  Imi- 
Ten  heyinclyk  «gkebonien  faadde,  aeggiiende  tot  de  be»> 
geren  aldaer  rergadisrti  dat  zg  hun  vande  keerem  lieten 
nkneeren  ende  leeriegden:  dat  mmtmeeer  tkien  efte  iwin- 
êieJk  MoUanteehe  éfte  Frimeêhê  eMatm  amtreeU  Jh 
eêadt  vereehmm,  ^  hem  met  ket  weardehtn  gen'niseei^ 
Ofde  heenen  Heten  èrenffen:  dat  eU  heenen  het  Dwgteek 
gmmieoen  teghen  den  wil  der  staten  enmer  ede  €em  kekf 
imer  ianok  ikide  >etait  gtehanden  kmddm^  en.  da$  Mf 
mieulke  gamieoen  ml  maak  wel  igden  eeuden  fnegen; 
wdoke  piopnosltn  aUe  man  henlgck  igbonropden  as  waer 
te  wesen;  maer  dat  Agileus^ geseyt  soude  hebben,  dat  de 


Digitized 


by  Google 


—  »79  - 

Iwtifitttie  >r«niiek,  i$  n^cne  v«n  kem,  fade  is  d»  lotti» 
ficatie  Meier  lo  nmenraiittch  idse  botco  jb^  daene  veh- 
melt  deli  Agilenm  opten  dfiten  Septa&brJs  ^eseyt  te  keb^ 
beo,  dat  hy  selfa  mnê  vamnië&en  wifé0^  wméê^  daer 
hg  aiet  tM  bèlwt  en  is,  ofte  oock  niet  licbt»K}ck  yemant 
toe  bdkut  kan  urewn. 

Macr  ion  die  goede  Uedeo  lost  htbbeo  ymden  Agilee 
9t  veel  te  aohrgreiiy  weerom  en  echrgTen  9j  iriet  mede, 
det  hy  bon  over  kiige  inden  voUen  reet,  daer  alderbande 
üeden  lègenv^iordtth  tfneiMy  Toorgheworpen  heefty  te  iii<^ 
t«,  dbr  10  AtMtfio  OiPenraMi  «<ro  gengmrt  haMm  mtè 
9jf  rêgmrdmy  éè  iffffêijfekê  siadi  Mêrtogmhotekê  ghem 
éhrp  ghêw0réêin  smtde  kehimy  emiê  woo  zy  m  hoen 
rêgheringe  volherden  ênde  vocrt^vatmi  wauéhmy  dat  ay 
muêckgn  snuhnj  éa$  de  ê^lve  êUdt  gheen  dêrp  wMon 
üt  êomiê  [?].  Hoe  nae  sgn  die  goede  lieden  bedncbt, 
dat  soo  dat  aenden  dach  qnam  ofte  openbaer  worde,  Igi* 
Ibtob^  den  welcken  sg  met  allen  geen  eer  en  gunnen,  voor 
en  pinpheet  g<dionden  modit  wcMrden? 

9an  de  voer».  propooMn  de  capitynen  endervarende 
(1),  bebben  van  de  beeren  Teicregen,  dat  de  nnie  aMft  de 
foem.  briefen  ter  püyen  af  gepvUkeert  seade  würden, 
bet  weick  oock  van  stonden  aen  ghedaen  is.,  behalven 
dat  de  beeren  die  briéiren  nocb  othterwaerts  igebonden 
hebben,  ^  dat  de  gemeynte  vande  vivektCB  ende  ejmie 
der  anie  niet  ondemcht  en  sonde  worden. 

De  gémeynie  neditans  voor  dien  tijt  tamdiok  venme^ 
s$n4t,  keeft  btelaen  de  opt  sijoe  te  vertrecken,  en.  sa 
die  vandfe  Sohetaew  gmlde  voor  des  yendikbs  Irays  nook 
wat  verteefden,  de  capiteyn.  met  ettelicke  beveBmbbenn 
binnen  gbegaen  sgnde,  om  eenen  dronck  te  doen,  siet 

(1}    Ondfirarendê ,  Vervarende,  ▼erraard,  berreeid  makende. 


Digitized 


by  Google 


—  580  — 

80O  werdter  sooder  eeoich  teekeD  Tan  Tyunscliap  ^w* 
daeD  te  wesen,  alsoo  iDden  hoop  geachoteD»  datter  éxg 
of  vier  vande  Schermets  gulde  lageo,  eer  sy  wel  tot  te- 
gfaenweer  te  doen  aijn  kuniien  comeD. 

Deo  autheor  der  lustifioatie  mach  hem  hier  keeren  en 
wenden  so  hy  wil,  hg  mach  d'eene  verwe  over  d'andere 
te  wege  brenghen,  hy  en  sal  nochtans  met  luyden  vao 
eeren  nimmermeer  bewartghen  (1),  dat  die  vander  Scber- 
mersgulde  ofte  yemant  anders  vanden  genen,  die  h^  ge- 
altereerde nocfflut,  de  schermntsmghe  begost  heUben  ofke 
oock  daertoe  eenige  ghewichtige  ooraaecke  ghegheven,  ea- 
de  dat  noch  tot  de  eerste  noch  tot  de  tweede,  wanneer 
de  capiteyn  van  Hedel  sich  bij  die  vander  Schermers 
gulde  gevoecht  hadde. 

Maer  soude  der  moet  williger  alsdoen  aen  voerder,  na 
capiteyn,  daer  van  de  waerheyt  konnen  seg^en,  die  noch 
Gorts  eenen  vromen  borgher,  die  hem  altijts  stil  ghedra* 
ghen  heeft,  om  tleven  heeft  willen  brenghen,  alleen  vnyt 
vermoyen,  dat  hij  vuyt  sekére  dreyghementen  van  hem 
gfaehoort,  die  vander  Schermers  gulde  ghewaerschout  son* 
ée  h^ben,  dat  zy  op  haer  hoede  wesen  souden,  gel^ 
hy  oock  sommige  andere  beticht  heeft,  dat  sij  haereo 
aenslach  aenden  dach  gd>rocht  hadden. 

Dan  wat  salmen  hier  vele  woorden  om  verslijten:  de 
voorbreytselen  ende  het  beleg  der  sehermutsingen  oonnen 
ghenoech  betnyghen,  wie  de  selve  begonnen  hebben  ende 
wat  haer  meyninghe  gheweest  zij.  De  moetwillige  en  heb- 
ben niet  geschoten  dan  met  geveerde  ende  ghevelst^  (2) 
cogelen  ofte  loyen,  alsoo  datter  weynich,  door  hun  ghe- 
quetst  sgnde,  te  Igve  (3)  ghebleven  zgn;  hun  is  busp<J^ 

(1)  Bewarighen,  bewijzen,  staven.  (2]  Gheveei^  ende  ghevcbte, 
toebereide  en  tergifligde.      (3)     Te  Hjre,  in  het  leven. 


Digitized 


by  Google 


—  681   — 

▼er  met  heopen  toegbedraghen;  sg  hebbeo  vele  Tersekerde 
plaetsen  gehadi,  om  van  te  sebieten;  beur  gesehiey  was: 
nMal'-eoniêni/  Mal^eonieni  Z"*^  tot  sommigbe  plaetsen 
wert  geroepen:  »Opê€  Porijtl  Opêe  Parijêl^  (1)  op  een 
ander  nep  een  raedtaheer»  in  andere  saecken  stom  zynde: 
ï^Fieiariel  nietoriê/  Imetier  ons  voarU  een  egnde  van 
moêcken.^ 

Snde  geven  selye  de  moetwillige  baeren  moordadigben 
aenslacb  ghenoecb  te  kennen,  daer  sg  voorts  inde  Insth 
fioatie  bedaren  y  dal  êjf  verhindert  gheweeet  zgn  hif^ 
den  anderen  te  comen;  ende  en  sonde  beure  coronnet, 
de  scboutet,  die  andersins  niet  stont  op  de  wapenen  is, 
niet  onderlaten  bebben  byden  lieven  hoop  te  wesen,  so 
by  met  ghewalt  niet  ghed wongen  gheweest  en  waer,  in 
synen  bnyse  te  Ugven. 

Die  hebben  den  almogenden  Godt  te  dancken,  die  sn» 
bitelgck  ende  onverhoets  aengegrepen  synde,  de  handen 
ende  moetwil  bunder  vyanden  noch  ontcomen;  maer  dat 
die  tselve  doen  willen,  die  bnnne  medeborgheren,  iae 
medebroederen,  vocwgenomen  en.  ghqKXxsbl  hebben  ie 
moorden,  en  can  anders  iiiet  verstaen  worden,  dan  off 
ag  metten  almoghendea  Godt  baeren  spot  dieven;  wae^- 
omme  de  anthenr  der  Instificatie,  so  hy  eenighe  vseese 
des  Heeren  hadde,  snlckx  wel  onder  weghen  hadde  mo- 
gen laeten,  en.  besondere  de  verkeerde  allegatien  der  hey- 
liger  sohriftnse,  voor  ende  achter  de  Instificatie  ghestelt; 
ende  heeft  hy  eenen  sin  vnn  vgfve,  so  kan  by  wel  mero- 
ken,  dat  deser  saken  ende  der  andere  schelmerge  halven, 
de  handt  des  Heeren  hem  ende  allen  den  anderen  goede 
borgheren,  soo  hy  die  noemt »  op  den  hals.  bestael  te 
comen. 

(1)  Opiê  Panjê!  doelende  op  de  PBriJache  Uoedbniiloft,  Si.  BtHho- 
lomeufmohl,  1572. 


Digitized 


by  Google 


—  182  — 

les  tweeden  dtfge  n«e  de  fchermutttn^,  jjsmi»  ge* 
noaeh  rmdümtf  dat  de  publieatie  der  uiiie  Tts  geender 
weetde  gliehoadflD  worde,  als  afgedwoDgeA  wesende,  heb* 
btB  vele  treffelgeke  borgeren^  die  onpartgdieli  wondeo 
sehijtieD  te  MPesen,  versocbt  approbatie  en.  ratifieatie  der 
gewhiede  pd>licatiey  en.  hebben  nae  lange  aenhouden  de 
selve  vercreghen,  met  dese  exceptie:  to  de  êehê  uHfe 
miei  en  preiudieeerée  dê  patifitaêie  têt  Ouden  geroêmt 
^fU  gemaeei  teerdendêj  het  «rdck  ao  veel  was  als  ricr 
mat  waler  in  éënen  pot;  maer  en  hebben  de  goede  hat^ 
gheren  daer  oip  niet  connen  letten,  oyermidtB  de  ti}dingia 
▼an  eenen  trompet,  met  brieven  vanden  vyant  aen  de 
atadt  ghecooien  wesanda 

Dbor  desen  trompetter  de  geheele  stadt  in  beroerte  ge- 
brocht  sijnde,  ende  soomen  anders  niet  en  wist  of  de 
vyanden  waren  voor  handen,  heeft  de  gouverneur  door 
eanen  sefepen,  in  tc^genwoordichejt  Tan  twee  andere,  aen 
de  earonneb  vande  Schotten,  met  hunnen  volcke  over 
drie  mglen  niet  vande  stadt  wesende,  geschreven,  dat  sj 
vgf  ofte  ses  Tendekn  van  stonden  aen  nae  de  stadt  soi»> 
den  willen  aehickcn;  maer  m  'de  brieven  niet  straex  vujt* 
fcadiickt  en  wierden,  hebben  de  qnaetwiUigen  eeo  w^ 
meh  haeMii  adem  verhaeh,  en.  sommighe  onder  de  ge» 
mejmte,  die  xy  aen  haere  handra  hadden,  opghesteuckt 
hdibende,  dat  daer  nae  weteo  Ie  beletten;  ende  zgn  op 
de  aelven  ttjt  eenen  lientenant  van  een  veodeien  knech* 
lan  wt  den  Briele  t'Skeiaogenboselie  gbeoomen  sgnde,  om 
hnlpe  acD  ie  bieden,  byden  gouvemenr  ooek  brieven 
mede  gbegeven,  om  twee  rendelen  inden  Briel  liggende 
«onder  vertreck  derw^erts  te  brengen. 

Maer  so  sanderdaechs  tegen  den  av<mt  de  ghehaeie  Ie* 
gher  der  Scholten,  Bngeltchen  ende  Franaojrsen  omtrent 


Digitized 


by  Google 


—  M»  — 

ie  sudt  ghecomeD  was,  oai  voortd  na  Brucasd  Ie  treo* 
kea,  is  daechs  dter  nae  inde  stadt  ghecomen  de  oomnis* 
taris  Aiseliers,  de  welcke,  sie&de  Iiel  perikel  daer  de  stadt 
io  was,  deo  capiteynen  heeft  doen  aeosegghen,  dat  ao  sjr 
wilden  9  hy  ben  soude  doen  hebben  vijf  ofte  aes  vender 
len  Schotten  y  voor  de  welcke  dat  hy  borge  soude  woe* 
den,  iae  metten  lijre,  dat  sy  soo  inde  stadt  handelen  sou» 
den,  dat  niemandt  mei  recht  over  ben  te  clagen  sonde 
hebben;  maer  sgn  doen  de  capiteynen,  iae  oook  de  Trome, 
alsoo  Tanden  Schotten  afgekeert  geweest,  dat  een  ynm  fann 
hem  niet  en  ontsach  te  seggen,  ilat  soo  daer  SehoiUn 
inde  H0dt  comen  saudênj  hy  dan  toeh  eaude  vêrtrmsh 
hertf  dan  h§  yerclaetde,  dat  hy  de  twee  vendelen,  die 
vnyten  Briel  comende  waeren,  binnen  helpen  soude;  maer 
dit  viel  te  laet,  gelijck  hem  dat  oock  voorseyt  worde. 

Want  soo  des  anderen  daechs  inden  raedt  voorgedn^ 
f  hen  werdt,  datmen  van  stonden  aen  garnisoen  inne  be- 
hoorden te  nemen,  of  die  vertrecken  wonden,  tadve  toe 
te  laten,  heeft  tselre  onder  den  gemeenen  man  comende, 
-vde  tot  het  yertreoken  gebrocht,  en.  dat  niet  sonderslindce 
practijken  der  quaetwilligen,  de  welcke  sommige  hebben 
weten  ie  persnaderen,  dat  sy  de  vlnchte  mede  bq;innen 
ofte  helpen  maeken  souden  en.  daer  nae  wederom  in  «► 
men. 

De  vlochte  b^ost  synde,  ghelgck  ghemcyiiclick  gebeurt, 
en  cost  men  niemandt  op  gebonden,  alsoo  dat  de  vende- 
len vuyt  den  Ibriel  aengeeomen  asgnde,  niet  inghebrocht 
kosten  worden,  overmidts  de  qnaetwiUige  doen  verre  de 
overkant  hadden. 

Maer  en  hebben  die  vander  religie  van  garnisoen  in  te 
nemen,  ofte  diet  geliefde,  te  laten  vertrecken,  niet  voor- 
ghedragen,  gemerckt  de  gedeputeerde  des  ReIigions*vrede, 


Digitized 


by  Google 


—  584  — 

mekker  ampt  was  de  vooroomeode  nootdroftighe  saeken 
inden  name. van  die  vander  religie,  daert  behoorde»  aea 
te  dienen,  daer  by,  aen,  ofte  over  gheweest  en  hebben; 
maer  hebben  dat  versocht  vele  vanden  capiteynen,  van 
weghen  der  ghemeyner  borgerschap,  den  weicken  toesten- 
dich  (1)  waren  sommige  vanden  wethouderen  ende  raede, 
alsoo  dat  onwaerachtich  is  de  acte,  den  achsten  lulij  by 
de  drie  leden  der  stadt  dien  aengaende  ghepubliceert  ende 
daer  nae  in  prente  (2)  vuytghegheven ,  welcker  la^ne 
oorsake  de  verstandighe  lichteligck  mereken  connen. 

Dit  is  tot  noch  toe  dus  lange  gheworden,  om  den  on- 
verstandighen  van  de  onwaerachticheyt  der  lustificatie  te 
onderrichten,  waer  toe  den  verstandighen  niet  dan  te  ved 
en  is,  dat.daghelijckx  van  die  goede  borgeren,  soo  zy 
ghenoemt  willen  wesen,  nae  dien  sij  tot  haeren  vollen 
vrille  ghecomen  zijn,  wgt  ende  breet  vernomen  is  en.  al 
DOch  wordt.  Sg  beroemen  hun  iode  lustificatie,  iUu  sy 
die  vonder  Sehermere  gulde  de  toacht  verboden  hadden, 
Haer  en  was  doen  daer  noch  niet  den  gouverneur?  en. 
en  was  de  selve  gulde  by  de  hooge  overheyt  niet  inge- 
stdt?  Voorts  beroemen  sy  hun,  dat  sy  de  capiteynen 
hyden  heere  van  Boxtele  ghe*telty  afgheeet^  ende  de 
cude  capiteynen  in  hunnen  ouden  eiaei  ghereetitueert 
hebben  j  stellende  voor  ooreaecke»  dat  de  heere  van  Bc»- 
tele  dat  ronder  behoorlyck  consent  vande  drie  leden 
vander  etadt  ghedaen  eoude  hebben.  Maer  en  hadde  de 
heere  van  Boxtele  niet  volcomen  commissie,  om  alles  by 
hem  zei  ven  te  doen ,  wat  by  tot.  bewaernisse  ende  wel- 
varen der  stadt  raedsaem  ende  noodich  bevinden  zoude? 
Dat  brenght  emmers  mede  het  inhoudt  der  selver  oom- 

(1)  Tocstendich,  toegenegen  ^  met  den  weicken  toestemden  sommi^ 
enz.      (ft)     Prente,  drut. 


Digitized  by 


Google 


—  585  — 

missie  ende  het  pnnci  vnyt  de  adve  hief  voorans  inghet- 
toghen;  maer  hebben  hier  willen  bethocüteD  de  goede 
heeren»  dat  sy  grontheeren  syn  en.  haer  leen  aen  de  sonne 
halen,  Taü  d'wdeke  hier  boven  breeds  veiiiMlt  is,  al^ 
soo  dat  sy  geen  hooger  overheyt  en  hebben  te  bekennen, 
noch  der  aelver  ordonnantie  ende  bevelen  te  gehoonameD. 

So  bald  die  vertrooken  weeren,  die  sy  vreesen  jaookr 
ten,  hebben  «g  velen  om  het  leven  gbeaocht  te  brengen, 
vele  hebben  sy  alle  sebamperheyt  ghedaen,  besoBdeie  den 
predicanten  en.  eenen  vapden  snhepenen»  dea  wdkers 
raedt  nochtans,  cm  det  sy  in  vde  saecken,  en.  voomfr 
melick  in  dese  leste  handelinge,  niet  ghevokht  en  helv 
ben,  sy  hoe  langer  hoe  meer  hedagnt  snllsn;  eenep  ca» 
pitejm  van  Utrecht»  v«i  de  heeren  de  bontgenoten  daev 
gesonden  wesende,  om  van  heuren  twegen  raedt  en.  hnlpe 
a&k  te  bieden,  hebben  sy  gedreycht  pver  de  vesten*  te 
werpen;  nae  de  dooden  hebben  sy  inde  graven  gesteken; 
predicstoelen,  gestoelten  ende  baneken  hébben  sy  in  stoc^ 
ken  gheslagen  en.  vernielt:  ande  daunen  aeggen  sonde 
vrillen,  dit  van  partionlicve  persooncB  aengerioht  te  we- 
sen,  so  en  sondemen  gelgd^ewd  niet  seggen  couen,  dat- 
ter  yeniant  om  ghestraft  is  ghew^den. 

Maer  wat  verwe  is  bier  toe,  datmen  de  gesanten  der 

bontgenoten  nergens  in  heeft  willen  verstaan,  noch  haeie 

goede  raden  hooren,  deagdijken  eoc  de  gesanten  van  syne 

afteze  excellentie  ende  der  generale  staten?  hier  is  deget 

heeie  stadt  plichtich  in.    Desen  aengaende  neaien  sy  ia^ 

de  lustificade  dese  wtvlndit,  dat  êij  gê^chrnen  heUim 

oen  êijne  kaoeheyt^  êm  eommiêêorisên  te  kMeu  mft 

den  rade  «en  Brahanê^  mh  hun  ordinmuunHn  emb  pret 

vineioêl  richieren.    Maer  anlcke  nu  daer  geoomen  wet 

sende,  wat  gehoor  geven  sy  hun  in  haere  commissie,  of- 
G.  58^ 


Digitized 


by  Google 


—  686  — 

te  wat  sullen  de  adve  commissarisen  daer  meer  vtiyt  ridn 
ten  als  de  andere? 

Sy  hooren  liever  eenen  onstantachtigben  (i)  abt,  die 
hun  terstonts  van  dit  heerlijck  feyt  vnyt  Coden  scig* 
vende,  beeft  weten  te  prgsen  ende  tot  stantacbticbeyt 
▼erm^neny  scbnjvendey  dotter  ooek  on Jerê '  landen  ende 
eteden^  zoo  in  Brabant  ale  Gelder lant  waerenf  dit  syn 
aijn  woorden,  waer  van  men' eerst  daeehe  goede  tifdinge 
ende  ordonnantie  vernemen  eoude^  te  weten,  dat  de  selve 
landen  ende  steden  bet  exempel  van  die  van  Sbertogen- 
boBoe  souden  naevolgen  ende  geigke  fqrt  bedreven;  hy 
vertroost  bun  oock  metten  vrede,  ale  doen  iy  dee  keg- 
eerltjeke  majeete^te  eommieearieeen  eehrifteliek  gke^ 
eoneijnert  v)eeende^  bun  raedende,  dat  ey  dien  eender 
vertreek  ammemen  eoudenj  ende  ten  lesten  vermaent  by 
bun,  dat  ey  eenighe  eommieearieeen  nae  Cuelen  eehie- 
hen  eenden  y  cm  van  allee  broeder  te  vernemen  ende 
van  het  garnieoen^  eo  dat  nodieh  viel  in  te  nemend 
van  te  voorene  te  handelen  ende  te  heraedtelagen. 

Maer,  beer  abt,  en  is  U.  E.  met  de  andere  beeren  com- 
missartssen  niet  nae  Cudcn  gescbickt,  (xnme  aldaer  in- 
den vrede  rbandel  de  partge  der  generale  staten  tegeas 
de  commissarissen  der  conincLlycke  maiesteyt  te  sustine» 
ren  ende  anders  niet  te  doen  dan  nae  vermogben  uwer 
commissie?  Waer  coemt  dan  dat  ber,  dat  gy  deur  Sber- 
togeoboscbe  nae  Guelen  rqrsende,  daer  sommigbe  bebt 
weten  in  te  diucken,  als  bier  boven  nocb  eens  verbaelt 
staet,  dat  bet  gbewisselgck  vrede  worden  sonde,  eer  gy 
weten  oost,  of  de  generale  stalen,  uwe  meesteren,  de 
oonditien  approbeeen  ofte  aennemen  souden;  dat  gby  aen 
de  selve  ten  sdven  tgde  van  gewisse  vrede  gbescbreven 

(1)    OnsfantachiiyXên ,  oiifUiidtastig«n. 


Digitized 


by  Google 


^  587  — 

kebty  wanneer  gbg  met  u  metgesellen  collegialiter  aen 
de  staten  schreeft,  datter  van  den  Trede  cleyne  hope  was, 
en  hoe  coemt  ghy  nu  hier  toe,  dat  ghy  die  van  Sherto- 
genbosche  prijst  in  tghene,  dat  niet  alleen  de  staten,  uwe 
meesteren,  maer  oock  de  gheheele  werelt  misprijst;  dat 
gfay  van  te  voorens  weet  te  schreven,  dat  door  de  prai> 
tiken  der  tegenpartige  geschieden  soode^  te  weten,  dat 
noch  ander  landen  en.  steden^:  so  in  Brabant  ab  in  Gér 
derlant,  het  exempel  der.  [stad]  van  Shertogenbosohe  noch 
oo^ts  volgen  souden?  Dit  is  een  gewis  teken ^  dat  gy  met 
de  tegenpartge  een  hejrmelgc  verstant  gehadt  hebt,  en. 
so  ghi  tn  Gelderlant  Doetecom  en«  Zntphen  mede  gemeynt 
bd»t,  so  is  u  die  schipie  heerlijc  onttet.  En.  wat  is  dit, 
dat  ghj  die  van  Shertogenbosce  raedt,  dat  sy  sommige 
nae  Guelen  schicken  souden,  om  met  de  eommissarisen 
der  coninoklycke  maiesteyt  te  handelen?  En  maectghy 
u  hier  in  niet  van  eenen  commissaris  dor  generale  staten 
eeaen  agent  ofke  facteur  van  de  comissarisen  der  coninck*. 
lycke  maiesteyt,  noch  vyanden  wesende? 

Bése  dingen,  heer  abt,  en  overcomen  niet  metten  beer* 
Igcken  lof,  welcken  U.  E.  door  de  pacificatie  van  Gent 
becomen  heeft,  noch  metten  groeten  arbeyt  en.  neerstic* 
heyt,  welcke  U.  E.  menigen  tijt  daer  na  tot  het  iwelva* 
ren  des  gemeene  vaderlants  ghedaen  heeft,  noch  met  de 
groote  sorchvuldicheit,  welcke  U.  E.,  om  de  steden  van* 
den  gamisoenen  te  verlossen,  gehadt  heeft,  en.  besander 
voor  de  stadt  Shertogenbosche,  alwaar  ghy  u  hnys  aen 
de  stadt  moeren  vnytcomeade,  tot  eenen  aenslach  ghe* 
presenteert  hebt,  noch  ten  lesten  metten  ijver  en.  mey- 
ninge,  welcken  U.  E.  totten  Rdigions- vrede,  gethoont 
heeft,  om  den  welcken  tot  Braesiel  in  treyn  te  brenghen, 
U.  E.  van  Antwerpen  tot  aldaer  getrocken  is,  ende  heeft 


Digitized 


by  Google 


—  588  — 

sokere  aumUksü  hacne  kiereke  tot  èt  predicatie  doen  ray- 
men. 

Uier  aitt  ghi  nu,  heer  abt,  uweD  sabereo  slaet,  waot 
so  de  vjand«  omes  lieven  vaderlanlB  tot  faaer  meyDiiiee 
oomeDy  dat  God  rerhoede,  ao  en  snilen  sy  dese  en.  an- 
dere uwe  heerliken  daden  den  vaderlande  beweseos  ak 
tegen  bus  gedaen  ignde,  ongestrfift  niet  laten:  en.  so  sy 
tel  hacre  meymngbe  niet  en  comen,  auUen  dese  nwe  heer- 
Uke  daden  door  de  voorscjupeven  leste  ako  yerdnysterl 
werden,  dat$e  meer  tot  opspraeck  en.  achande,  dan  tot 
eere  snUen  diOMD.  En  wat  danck,  beer  abt,  anUen  die 
Tan  Skertogenboadie,  inden  vnytersten  noot  ende  verdere 
fiBniase  door  uwen  raet  gecomen  wesende,  u  oonnen  we- 
ten? Dan  de  boofilen  der  aelver  hebben  bet  nest  ey  ge* 
aocbt,  en.  aeo  faehoorcn  zgt  oock  wel  te  rioden, 

0ier  heeft  een  yegelgc  te  bedeneken,  dat  hi  de  hoof- 
den van  eenige  regeringe  niet  bchtdgc  sonder  onderscheet 
en  beapreke  ofte  ksteve,  aengesien  de  goede  door  de  qva- 
den  in  haer  goet  voornemen  verhindert  worden.  Ea.  en 
ia  niet  te  verwonderen  van  desen  wtganc  der  regeeringe 
der  generale  staten,  nadeouiel  desen  abt  een  vande  ver- 
neemste  wesende,  alsulcke  een  bevonden  is,  en.  och»  cl 
bijt  alleen  waeri 

Die  van  Shertogenbosche  dan  door  desen  abl  in  heer 
booaheit  gestifft  aijnde,  aijn  met  haer  begoste  voort  ge- 
varen, en.  op  dat  sy  bare  annderlinge  genegentbeyt  tot 
den  gemeyaen  vyaat  taonen  en.  h^er  aelven  wat  bevnj- 
den  of  sterck  maken  souden,  heU)en  zy  ghepractiseert, 
om  bet  hvys  tot  Hedel  en.  de  steden  Huesden  en.  Boe- 
Bsel  aen  hare  sgde  te  brengen,  maar  so  het  huys  tot  He- 
del  noeh  in  tgta  versekert  wert,  is  hun  dien  geheekn 
aenslach  gbefeelt,  eo.  sijn  die  oornetten  myteren,  van 


Digitized 


by  Google 


—  58fi  — 

bon  daer  toe  wt  des  Tjatits  leger  ontboden  eé.  ie»  na 
by  de  stédt  geeomte  Wesende,  wedarom  ie  fug^  gbe- 
togben. 

Ben  stuc  iran  gewisse  conrespondentie  ttseeben  btto  e*, 
den  vjant  en  mach  niet  verswegen  blgreil.  Hel  beeft 
toegbedragen  kk  debe  vdorlede'  dagen  de  beer  Yéndei^  Aa, 
gOQTernenr  van  Goreom,  tnel  eenen  boc^  soldaten  bin- 
neiif  Boemd  ^omet  en.  nM  de  selte  weder  wtgetoj^ 
was,  dat  dio  Taü  SbeiDogenboscbe  daer  vïïh  qMl^cr  tü- 
denicbt  sgnde^  Mracx  voor  oen  blijde  bootschap  aéndei 
hertèeb  van  Panna  gbesebreven  bebben^  dat  die  van  Boe^ 
mel^  ettelioke  Bfolhnisebe  soldalen  onverboeni  dé  sladt 
ingeootnen  hebiMfde  ^  Wedefoni  wtgeslagen  badoètf  en. 
haer  opeiitli)«k  aen  hal«  s^  b^ven;  bet  welck  (Mè 
[beftoch}  Vstt  Paitta  gheioovende,  door  brrêveÉ  die  teil 
Boetnel  bedanct  ende  alles  bun  van  sijne  naieateyts  W^ 
gen  t0sgeseyl  beeft,  niedte  te  hcsanen  gèvetid^,  hoc^  é^ 
hnn  voortaen  souden  hebben  te  draghen;  mier  i§  êk 
brieven  dese  eere  gbeaebiei^  datso  vooi^  alleitfttn  aénde 
gaig^  ghoMobt  rijfAé 

Hier  en  bvyten  befcoen  zy  eene&f  ingbenosie  etf.*  fjébUxya^ 
kert  m  allee  tijnen  raet,  Ae  wdehtf  ve»sdi  m  stiaeac  tftam 
vanJkMl  éhc  de  TeftiÉ  Nova ,  en»  soiidé  wonder  weeètf , 
dai  by  vanden  selven  geen  coamissie  bebbétt  soiidé  van^ 
den  gotivënïMente,'  de  Welcke  w»t  over  ee&  iaet'  t«t 
Irtmsele  Inét  détt  [heèi^}  vafl  Cbampëgid  aengberièbt 
eottdé  bebbeti,  Aotft  de  olacht^  de#'  [mitT\  tan  Bmeth 
^e  élle  man  keÉljfck  lil;  be&bétt^  oöö  ieaeti  tooi»  eapi- 
teyn  ap  geworpe)i,  dier,  atd  tAn  ÉMftttëren  flioordadicb  W^ 
sende,  somndge  treflMMte  borgeiM  diewèfteA  by  neckt 
en.  ont^t  lageti  gheleyt  h^ft,  oA  ter  doot  te  brengar, 
en.  de  welcke  in  allen  z^nen  handel  étftde  wandel  eer  eët 


Digitized 


by  Google 


—  690  -^ 

onredelijcke  creatuere  dan  eea  mensche  ghelijct;  eo.  soo 
dese  sgns  .gelyken  schiet  aen  de  handeo  te  hebben,  urort 
akulcx  dach  bi  dach  inde  stadt  «bedreven,  dat  een  groa- 
wel  ende  schric  voor  Inyden  van  eeren  sijn  moei,  inde 
stadt  te  wesen. 

Alle  dese  hare  mishandelen  niet  tegenstaende,  willen 
sy  nochtans' goede,  getroawe  borgeren  geacht  wesen,  ea. 
schrgvende  aende  hoge  overheyt,  nabuer  steden  en.  lan- 
den, pl*otestêren  sy,  niet  te  wiUen  scheyden  vande  ge- 
neraliteyt,  in  welcke  protestatie  sy  nochtans  warachtich 
wesen,  so  sy  int  eynde  der  lüstificatie  de  generaliteyt 
dnydelic  hechten  ofte  binden  aende  unie,  niet  lange  na 
de  pacificatie  van  Gent  opgericht,  de  welcke  sy  generad 
noemen,  recht  of  de  generale  staten,  na  de  selve  tmie, 
niet  bondichs  ende  dat  van  weerde  wesen  soude,  en  had- 
den oonnen  voor  weoden  en.  s^jayten;  in  wdcke  opinie 
sy  tot  metghesellen  hd>faen  de  mal-contenten  en.  de  oodh 
missarbsen  des  cónincx. 

Maer  so  sy  alleen  iaveur  en.  assistentie  versoecken  van- 
den genen,  die  vande  selve  generaliteyt  v^ésen,  hebben 
sy  te  bedencken,  dat  die  hun  te  verre  geseten  sijn,  en. 
so  zy  daer  mede  de  Spali^arden  ooc  meynen,  die  hun 
lichtelic  assistentie  ccmnen  doen,  hebben  sy  te  bedenc- 
ken v^t  perikel  en.  verderffenis  daer  in  gelegen  is;  maer 
staende  op  de  toes^ginge  des  voorss.  abts,  hebben  sy 
gemeynt,  dat  de  selve  generaliteyt  sich  tot  allen  placc- 
sen  weder  om  (^heffien  soude,  maer  en  is  de  abt  daerin 
so  warachtich  niet  gevallen,  als  hy  hier  in  is,  dat  hy 
onder  ander  wt  Cuelen  gheschreven  heeft,  dai  hy  van 
de  itadt  Shertogênboêee  een  aeylufn  ofte  teeolucki  ma- 
hen  eaude  voor  alle  CathoUfckenf  te  weten,  Papen,  mo* 
nicken  en.  diergelijcken. 


Digitized 


by  Google 


—  S91  — 

Dan  de  voonz.  opinie  a^gaende»  ak.dal  de  generale 
staten  na  de  voona  unie  geen  macht  oft  auihoritejrt  g^ 
hadt  souden  hdiben,  yet  te  doen  of  te  bewilligen  met 
de  selve  nnie  nkt  geheelick  confofm  wesende»  staet  te 
Tragen,  of  de  stierluyden.  of  andere  schi^ren  alsnlcke 
wetten  oft  manieren  opt  varen  miogen  hebbedi  die  sy  na 
de  gelegentheyt  der  tempeesten»  stormen  of  wateren  niet 
en  sonden  mogen  veranderen:  van  gelijcken  van  de  po* 
litgcke  regeerderen^  Seker»  so  haerder  bqrden  dodteken 
ofte  eyttde  is  coBservatie,  deser  der  steden,  provinciën  &x* 
landen,  der  anderer  der  schepen  en.  tgene  datter  inne  is, 
is  han  georlooft  na  gelegentheyt  der  saken  aUes  te  ver» 
anderen,  wat  tegen  de  conservatie  eenichsins  wesen  sonde 
mogen.  Maer  de  staten  hebben  inde  voorse.  unie  op  ha- 
ren eedt  belooft  vande  Boomsche  religie  niet  te  vrjjcken. 
Wie  is  onder  hun  daer  van  geweken?  Maer  ay  hebben 
vele  toegelaten  met  de  selve  religie  strgdende*  Daer  heeft 
hun  de  noot  toe  gedrongen,  Maer  om  de  waerheyt  te 
seggen,  de  staten  zgn  door  subtgle  geesten  tot  dien  eedt 
en.  de  gdiede  miie,  met  veel  schuylende  fenijns  doortroc* 
ken  wesende,  by  manier  van  ondercruypinge  gebrocht, 
geigc  sommige  van  hen  voor  zgne  V.  6.  den  prince  van 
Orangien  tot  Geertmydenberge  daer  na  bekent  hebben, 
de  meyninghe  der  unie  tot  dien  dach  toe  niet  geweten 
te  hebben;  en.  genomen,  dat  sj  alle  gelijc  de  meyninge 
ynü  geweten  hadden,  so  hebben  sy  gheljjckewel  meer  te 
sien  ghehadt  op  het  eynde  haers  ampts,  welc  is  de  be- 
waemisse  en.  welvaren  des  vaderlants,  dan  op  tgrae  dat 
sy  onbedachtelicken  gedaen  hadden,  soot  onbehoorlick  is 
eenigen  eedt  te  doen,  die  tot  eenighe  tgden  tot  achter- 
deel des  gemeene  welvarens  strecken  soude  mogen:  en. 
men  siet  nu,  eylacen,  wat  profijte  die  den  gemeenen  iaa- 


Digitized 


by  Google 


—  5t2  — 

dèn  g«!da^  hebbeb,  die  hun  hier  ia  opinieter  en.  hals- 
sterc  hebbeik  kteo  vitiden.  Dese  hebbea  oorsake  geweest 
▼aa  dese  oobe^teiidighe  m.  qdade  regeerittfe,  by  de  wdi> 
ke  alle  deie  landen  nooh  coits  te  gronde  hadden  moeteD 
gaeiii  iro  de  lAaubghende  God  dat  niet  wonderbaerlidien 
T^jen  «n  hadde.  Indur  selver  Td^en  abt  op  de  scheien 
toegaet,  itaoneer  de  schipluiden  onder  den  anderen  twi»- 
tich  ofte  aodersins  Tersuymieh  sgade»  de  schepen  in  pe- 
rikel brengen  souden,  andere  inden  sclupett  iresende,  het 
stieren  en.  regeereti  der  schepen  aenoemen,  also  heeft  hei 
de  afanogeAde  God  ooc  geroeefat,  dat  de  staten^  door  ou- 
derlingen twist  en.  misterstant  tot  die  verdcrffidUcbe  re- 
geeringe  geemnen  wesende»  andere  de  saken  metier  hant 
gêboBien  hebben,  het  weicke^  want  niet  geschiet  en  ware, 
men  afarede  niet  weten  en  sonde,  waer  eenige  goede  lie- 
den in  dese  Unden  TerbigFea  souden  moghen^  daert  de 
tyandea  des  geiÉeyne  vaderlants  dbor  desen  heerUoken 
Cddschen  rredehandel  toe  hd»hcB  meyBcn  te  brengen: 
Want  dat  daer  anders  yet  in  gesodit  sonde  wdsen,  dan 
den  eenen  borger  le|^  den  andescn  te  htcngen»  en.  also 
de  Spaensche  Uoethonden  aUe  sleden  eni  plactsen  te  ope* 
nen,  en  sal  geen  oratenr  abo  conntn  Teordraghea,  éat- 
ment  gheloove  sal  connen  gheten. 

O  heiige  Utreditaehe  unie  dasf  dié  ahinkke  quaei 
Terhindert  hebt.  Te  vecht  mogen  u  alle  vyandeM  des  lie* 
▼en  vaderlants^wel  haten,  dtetaiils  ghy  hftn  so  yeel  als 
de  handen  bint,  weerom  sy  wt  qygt  n  ooo  dese  lieve  na*, 
men  gheven:  f>dê  mhU  èantr^Mina  d^  CueUehe  vrêiê' 
handtUmgBj  wnen  roof  «mHI  hm¥e  vrgkegi  mtde  pr€oi^ 
UgieHy  émi  Têohisimniok  nMMf  om  «teder  goeden  lajh 
éênkiêiéH  te  gtraién^  een  aleüieke  tpratmiet  duêee 
Uëeer  keure  goeden  vetvepen  ende  onder  trUtmft  mmi- 


Digitized 


by  Google 


—  593  — 

dim  Tmrck  tomdm  gamn  woonenJ"  Alsuicke  titulen  heb* 
ben  n  sommige  heeren  der  stadt  Shertogenbosche,  des 
Toorschreven  abts  sebolieren,  dicWerTen  inder  selvei-  stadts 
raet  weten  te  gheren. 

Maer  om  eens  een  eynde  te  maken,  bidden  de  wtghe- 
wd^ene  borgheren  der  stadt  Shertogenbossche ,  dat  alle 
hoghe  en.  leeghe  overheden  en.  alle  nabuer  steden  en.  lan- 
den alle  vlijt  en.  neersticheit  voor  willen  wenden,  dat  de 
selve  stadt  9  alsnlcke  peerJe  wesende  en.  aen  de  welcke 
de  gemeene  landen  so  vele  gelegen  is,  wt  de  handen  der 
Spangarden  ofte  Spaensgesinden  gehouden  mach  worden, 
het  weloke  te  doenliker  wesen  sal,  over  mits  de  almo- 
gende God  den  Spangiarden  aldus  benomen  heeft,  hare 
Tictorie  te  vervolgen;  en.  willen  insgelijcx  gebeden  heb- 
Im  huntie  ingébleveiie  medeborgeren,  dat  zy  in  tgts  be- 
dencken  willen,  dat  de  loffelicke  hare  vaderlgcke  sudt, 
om  de  welcke  groot  te  maken,  hare  gemeyne  voorouders 
hacr  bloet  niet  ghespaert  en  hebben,  toch  behouden  mach 
bli^en;  tn  sijndei^  noyt  oorlogen  gheweest,  die  niet  ne- 
dergeleyt  en  hebben  connen  worden,  seker,  het  tusschen 
hu  beyden,  samen  medeborgheren,  wesende  misverstant 
sal  verdragen  en.  nedei^eleyt  mogeU  worden:  so  veel  als 
hun  aengaet,  sy  willen  hun  laten  vinden  in  alle  redelic- 
heyt  en.  bilUcheyt,  slechts  dat  byde  hooge  overheyt,  nae 
d^ttempele  der  naebner  steden,  alsuicke  ordre  gestelt  wor- 
de, dat  van  ghelijcke  mishandelingen  en.  ongelucken  on- 
der hun  geen  nadencken  en  is  te  hebben.  En.  willen  ho- 
pen de  wtgewekene,  dat  hunne  ingeblevene  medeborge- 
ren hun  hier  inne  also  draghen  sullen,  dat  sy  de  ver- 
drayde  allegatien  der  heyliger  schriftuere,  in  der  inge- 
blevene name  voor  en.  achter  de  Justificatie  gestelt,  niet 
en  snllen  hebben  te  betalen  met  dese:  »Godt  heeft  hoer 


Digitized  by 


Google 


—  594  — 

ooerghêlêvêrt  in  eenen  verkeerden  ein^^^  eode:  »iSy  heb* 
ben  hoer  neeken  verherdt^  voor  dwelcke  de  almoghend« 
God  bun  en.  ons  allen  behoede.     Anir. 


VlnlA. 


W^geni  de  hier  afgedrukte  feraniwoorduiyê  iQ  herinnerd,  dal 
dit  boekske  Termeld  wordt  op  den  catalo|(us  der  UMiotheek 
Tan  Tl  W^TUL  [L$idem,  1888}  bUds.  276,  n».  1481,  88»), 
en  wel  in  4».,  olkchoon  ons  eiemplaar  in  kL  8».  is.  P.  Boa 
maakt  in  aijne  Buchryvin^ê  van  's  Sertoghenbosschê,  bladi. 
48,  gewag,  "koo  het  schijnt,  Tan  hetxelfde  boekje,  doch  noemt 
het  Jpologiêi  soo  vind  ik  ook  elders  den  titel  aldus  opgcfe- 
ven:  Apologie  der  veriroeken  Borgen  vam  'oHmiogotihoock; 
1670,  4».  Ik  meen  het  er  voor  te  mogen  honden,  dat  bei- 
de titeb  slechts  hetielMe  geschrift  aanduiden.  Gaarne  wensch- 
te  ik  intusschen  met  de  editie  in  4^.  kennis  te  maken.  Blij- 
k«as  eeoe  nota  Tan  Mr.  W.  G.  Aguisdyck  heeft  A.  tai  Hidu 
de  WamuGkUghê  DoelaraHe,  de  lustificotio  en  de  Fenmi- 
woordinge,  blads.  880,  688  en  647  afgedrukt,  niet  gekend, 
ofiKhoon  hij  het  tweede  Uadi.  188  Tan  het  tweede  deel  iljner 
Mietoriê  aanhaalt. 

Ik  heb  TTuchteloose  pogingen  aangewend,  om  het  Tolgende 
boekske  te  ontdekken: 

T\oêo  schoon  Formaningem  aomU  Borghtryo  9an  o'Horlogem- 
booekê,  door  do  Wothotêdon  godaon.   1680.    U.  8». 


Digitized 


by  Google 


CORT  VERHAEL 


VARDE 


fiifiiii, 

DIE  DEI!  HEERE  HEEFT  GHEUEFT 

DIN  VOLGIE  VAN  lUN  0SBIIENDEN  STATKlf  Tl  TKBLBKNKN 

OTIE  VB  6TA1IT  TAB 

Eyndhoveuy 

NU  DEN  SEYENSTEN  SEPTEMBER  LESTLEDEIf; 

■nmOABEES 

m  INIMËN  VANMR  8TADT  M  STBCKR 

VAH 

S.  Grileyn 

m  HEREGOÜWE,  OOCK  GHSSCHIET  DEN  SEYENSTEN  SEPTUBRIS 


iT  lAN  Yin  GHELEN  de  xonge,  irotn  sciilt  taü  iasu. 
Anno  M.  D.  LXXXI. 


Digitized 


by  Google 


^p^  DeM  veroTerin^  der  lUd  EiadhoTen  op  de  SpenjaardcB  (7  SepC 
IflSl)  il  afvéllrüli  naar  eéiï  aneneldiaamst  boekake  in  kl.  19«. 
Tan  8  ongep.  bkds.,  berustende  in  de  boekerij  Tan  het  Noord- 
Brabandscb  Genootschap. 

In  hettelfde  jaar  Terscheen  een  tweede  druk  in  4p.  fffant- 
wmrpm  ly  AnUmi  Tïlmê,  i/kém  Gulden  Struyê}  uui  emumtei 
ItSSi  (8  ongep.  blads.),  Toorlianden  in  de  pfofinciale 
ling  van  den  heer  Pr.  Coypers  te  Ginneken. 


Digitized 


by  Google 


mi  \umi  \mi  mmih 

9U 

1>SN  HBBRE  HEiFT  GSmSSl  DEM  VOICUI  VAIf  MUI!  HEEUN 
BE  STATBN  TE  VSUESNSIf  OVER  DE  STABT 

▼AH 
nu   DONSERSAICHS,  9SII    SSY^STER   8BFTEVBAU    1581. 


Syne  priDcelijcke  excellentie  ende  m^n  heeren  den  raet 
vande  staten  van  Brabant,  aenmerckende  het  goet  en. 
voorspoedich  socces,  dwelc  den  almoghenden  Heere,  naer 
dien  eenen  generalen  biddach  alle  het  lant  over,  wt  laste 
van  zijne  excellentie  voorseyt  was  gehouden,  hadde  be- 
lieft te  gunnen  den  doorluchtighen  ende  hoocbgeborenen 
vorst,  m^n  heere  den  hertoghe  ^an  Aniou,  soo  int  ont« 
setten  vande  stadt  van  Cafflergck,  als  int  overweldigen 
ende  innenemen  der  stadt  van  Gambrezis  ende  meer  andere 
plaetsen  van  grooten  aensiene,  hebben  mede  raedt  ghe* 
nomen,  int  quartier  van  Brabant  den  vyant  insghelgcx 
te  krenckene  ende  wt  de  plaetsen  ende  forten,  by  hen  ten 
platten  landen  inde  Kempen  geoccupeert  ende  inne  ghe« 
nomen,  naer  hen  beste  ende  het  gbeluek,  dweick  de  Heere 


Digitized 


by  Google 


—  598  — 

soude  willen  gunneD,  te  stooren  eode  wt  te  worpene; 
hebbende  ten  selven  eynde,  wt  laste  en.  met  advise  ak 
boven,  mgn  heere  de  coronel  Tempel,  gonvernear  vande 
stadt  van  Brnessel,  ende  met  hem  mgn  heere  de  borge» 
meester  der  stadt  van  Antwerpen  lunius  de  ionghe,  rid« 
der,  met  ettelijcke  ghetal  van  soldaten,  eenighe  te  schepe, 
andere  te  lande,  hem  inde  Kempen  voorseyt  te  velde  be- 
gheven,  v^rsueckende  fortuyne  ende  het  gheluck,  dwelc 
de  goede  Godt,  die  alleene  is  de  Heere  der  heyrcrachten 
ende  die  dese  saecke  alleene  heeft  bewegdicfat  (1),  sonde 
moghen  ende  willen  gunnen,  den  welcken  de  saecke  heeft 
gelieft  sulcx  te  vuegben,  dat  (naer  dien  de  voorseyde  hee-> 
ren  Tempel  ende  borghemeester  lunius,  met  hennen  ver- 
▼olghe  ende  oorloghs-volck  ghetreden  wt  de  schepen  eo* 
de  ontrendt  Heusden  des  Woonsdaechs,  den  sesten  dach 
van  deser  tegenwoordigher  maent,  anno  Ixxxi,  gearriveeri) 
de  compaignie  vande  capitain  Alonzo,  ghecoomien  Egnde 
van  Hoochstraten ,  om  hem  byden  anderen  hoop  te  vue« 
gen,  heeft  de  selve  capitain  int  trecken  ghereocontreert 
een  cornette  Albanoysen,  comende  van  Breda  tot  scholte 
(2)  ende  convoy  vanden  heere  van  PoteUes,  de  welcke 
cornette  de  voorseyde  capitain  Alonzo  met  zgne  compu- 
gnie  heeft  afgheworpen,  ende  tot  vgftich  toe,  soo  neder 
ghelegt  als  ghe vangen,  ende  mede  den  voorseyden  van  Po- 
telles;  de  welcke  capitain  Alonzo,  volghende  zijnen  wech, 
heeft  insgelQcz  ontmoet  seker  ander  convoy  van  ontrent 
veertich  ghelijcke  Albanoysen,  dienende  voor  geley  vanden 
gheaeB,  dié  van  Eyndhoven  nae  Breda  vocMrseyt  trocken, 
die  insghelgcx  byden  vocnrseyden  capitain  eensdeek  toe 
seventhien  toe  zijn  gevanghen,  eenighe  gkeslaghen  en.  de 
reste  in  vluohte  ghestelt,  onder  de  weloke,  soo  God  de 

(t)    Bewegdieht,  beschikt.      (9)    SehüHê,  dekkins. 


Digitized 


by  Google 


—  699  — 

Heere  de  sake  heeft  ghelieft  te  dirigeren,  eenen  is  bevoo* 
den,  die  eertgts  byden  vyant  is  gheweken,  die  de  pro- 
voost vanden  hove,  monsieur  Danckaert,  Mresende  mede 
eene  vande  aenvanghers  van  dese  saecke,  was  kennende» 
die  den  selve  ghevangen  over  sulcx  sonder  eenighe  ghe- 
nade  voornamp  terstont  te  hanghene  ende  met  den  strop 
dreychde  schandelijck  te  executeren,  waer  deure  de  voor- 
seyden  ghevangene,  hem  bevindende  wterlijck  benam, 
midts  den  aenstaende  perjckel  van  zijnen  lijve,  ende  wt 
het  trecken  vanden  voorseyden  staten  volcke  ende  den 
wech,  die  de  selve  waren  nemende,  hem  ghenoech  la- 
tende duncken  ende  voorstaen,  dat  hennen  aenslach  ende 
aenvanc  onder  andere  mede  mocht  wesen  op  de  stadt 
van  Eyndhoven  voorseyt,  heeft  aende  vocurseyden  pro- 
voost Danckart  doen  aendienen,  dat,  midts  hem  versek^ 
rende  van  zgnen  lijve,  hy  oock  noch  eenich  goet  mid- 
del wiste,  grootelgcx  dienende  tot  betere  effectuatie  ende 
volvueren  vanden  voorseyden  aenslaghen,  deur  welcke  de 
stadt  sonder  groote  moeyte  lichtelijck  was  te  becommen, 
hebbende  ten  leste  de  ghdegentheyt  vander  plaetsen  oock 
mede  sulcx  verthoont,  dat  de  ghene,  die  de  selve  ken- 
den, bevonden  zgn  discours  ende  bewgs  redenen  te  zijne, 
ghenoech  conforme  dintentie  ende  kennisse,  die  de  voor- 
seyden heeren  daer  af  hadden,  onderricht  en.  gewaer- 
schout  waren.  Ende  is  over  sulcx  byden  voorseyden  hee- 
ren ende  capitainen  raet  ghencnnen,  datmen  de  stadt  al- 
daer  soude  beclimmen  ende  aendoen,  sgnde  het  voorsey- 
de  oorlochs-volck,  sonder  hen  des  te  laten  verdrieten, 
hoe  wel  sy  den  gheheelen  dach  hadden  gemarceert  son- 
der menckelgcke  provisie  van  provande,  ende  daer  deure 
met  honger  ende  moetheydt  bevanghen,  noch  ses  groote 
mijlen  ghetrocken,  tot  onder  de  voorseyde  stadt  van  Eynd-^ 


Digitized  by 


Google 


—  600  — 

hoven,  al  waer  sy  bet  Donderdaechs  anachts  den  seren* 
sten  deser  maent  voorseydt,  hennen  aenslach  hebben  be* 
ginnen  te  wei*cke  te  legghen;  ende  heeft  die  voors.  ge« 
vangene,  hem  quijtende  volghende  zgne  gheloofte,  met 
twee  ofte  dry  andere  daer  toe  ghelast,  ontrent  den  rm 
uren  des  smorgens,  het  water  vande  gracht  passerende, 
twee  oft  dry  wagen  leeren  (1),  sonder  meer,  gheplant 
aende  vesten  tusschen  het  slot  en.  de  stadt,  sonder  dat 
si  des  zijn  ontdect  gheweest  byde  sintenelle  (2),  midts 
den  nevel,  deur  Godts  gratie  dien  morghenstont  ghevat 
len,  hoe  wel  die  voors.  sintenelle  bemerckeode  eenighe 
aenroeringhe,  riep  in  Walscher  spraken:  »Wie  is'  daer?" 
waer  deure  die  voorseyde  ghevanghenen  ende  dandere 
heymelijc  zgn  neder  ghedaelt,  naer  dien  sy  die  plaelse 
hadden  bekent,  ende  hebbende  aende  voors.  hceren  ver- 
claert,  dat  alle  dinghen  van  ghoede  apparentie  wacrcn, 
zijn  binnen  een  cleyne  quartier  ures,  naer  dien  de  sake 
was  beraden,  met  de  reste  vaqden  volcke  wederomme 
de  voors.  leeren  (1)  opgheclommen,  hebbende  mede  mijn 
heere  den  borghemeester  lunius  onder  de  eerste  hem  ins- 
ghelijcx  verthoont;  ende  boven  ghecomraen  wesende,  heeft 
die  voors.  sintenelle  wederomme  gheroepen  als  boven,  de 
welcke  terstont  overweldicht,  deupsteken  ende  ter  neder 
doot  gheworpen,  hebben  hen  terstont  boven  op  de  stadt 
vesten  beghev«i;  is  binnen  middelen  tigt  deur  het  selve 
rumoer  ende  beruerte  het  gheheel  garniseen,  sterck  dry 
vendelen,  so  Walen  als  Bourgoignoeoen,  ende  een  cor- 
nette  Albanoisen,  op  de  beenen  ende  inde  wapenen  ghe- 
commen,  die  hen  dapper  hebben  te  weere  ghestelt,  waer 
dore  een  groote  scharmutse  is  aenghegaen,  wesende  de 
poorte  vander  stadt  opgeslagen,  s^nde  ten  lesten  het  voors. 

(1)    Laren,  ladderi.      (S)    Sintenelle,  scntinclle,  schildwaclit. 


Digitized 


by  Google 


—  601  — 

3CaCe  volck,  deur  Gods  ghenade,  meesters  vande  stadt 
gheworden,  weseode  den  meesteodeel  van^e  vyant  omme 
gebrocht  ende  boven  vier  oft  vijf  van  de  staten  volck 
niet  ghebleven  ende  seer  luttel  gequetst,  ende  oock  ter- 
stont  daer  naer  vande  slote  oft  casteele,  wt  dien  dat  het 
garnisoen  op  het  casteel  vresende,  bevindende  ende  hoo- 
rende,  dat  binnen  der  stadt  ontcleet  (1)  was,  hen  wt  den 
selven  casteel  tot  assistentie  vanden  anderen  hadden  be- 
gheven,  de  welcke  occasie  byden  staten  voicke  waer  ge- 
nomen zijode  9  hebben  het  selve  slot  terstont  met  eenen 
gheoccupeert  ende  inne  ghenomen,  waer  Van  Godt  is  te 
dancken,  die  alle  dingen  alleene  regeert  ende  deur  zgne 
goedertierenheyt  naer  de  noot&jckheyt  in  alles  volcomme- 
]gc  voprsiet  Daer  is  onder  ander  mede  ghevanghen^ 
soomeD  segt,  Wenzel  Tzerclaes,  een  quaet  hoeve.  Men 
zegt,  dat  de  voors.  heeren  henne  victorie  vervolghende, 
Helmont  met  den  slote  hebben  inneghenomen.  De  voors. 
stadt  iran  Eyndhoven  is  wel  ghefortificeert  ende  heeft  de 
vyandt  deur  middel  van  dien  over  de  Kempen  ende  het 
plat  lant  etteljjcke  duysenden  alle  maenden  gelicht.  Die 
de  gheleghentheyt  vande  omligghende  steden  bekent  is, 
oft  inde  caerten  bemerckt,  die  mach  oordeelen  van  wat 
importantie  de  selve  plaetse  is  voor  de  provincie  van 
Brabant.  Den  borgheren  van  Antwerpen  en  derf  niet 
verdrieten,  dat  mijn  heere  lunius,  hennen  borghemeester, 
voor  eenighe  daghen  is  absent  gheweest. 

Naer  dese  goede  tijdioghe  soe  is  bij  brieven  van  zijn- 
der  excellentie  mijn  heere  den  prince  van  Espinoy  ver- 
condicht  en.  veradverticht  (2),  hoe  dat  bi  middel  vande 

(I)    Ontcleet,  d.  i.:  dat  het  gariiiaoeu  biuneu  de  stad  ontwapend  was. 
(2)     Veradverticht,  gtadTertcerd. 

C.  59. 


Digitized 


by  Google 


—  602  — 

voors.  beere  prioce  van  Espinoy  en.  zijnen  volcke  de  sladt 
en.  stercte  van  sint  Gheleyn,  na  den  serensten  daghe  de* 
ser  maent  September  inghenomen  is,  wesende  gbeforceert 
de  poorte,  bet  garnisoen  daer  inne  wesoide,  overweldicbt 
ende  om  den  bals  gebrocht:  een  plaetse  van  importantie 
ende  tot  grooten  voordeel' vande  gbemeyne  saecken  die- 
nende. Van  desen  en  bebben  wy  allen  goeden  patrioten 
en.  liefbebbers  des  Nederlandts  niet  willen  laten  te  ver- 
wetigben  (1).  Needit  den  goeden  wille  in  dancke,  ende 
eick  wille  bet  gbemejn  welvaren  alle  onderstant  ende  be- 
bulp  naer  zijn  macbt  betboonen,  ende  van  als  (2)  den 
almacbtigbed  Godt  loven  ende  bidden,  dat  by  de  saecke 
tot  onser  aller  gbemeyne  salicbeyt  ende  des  landts  roste, 
paeys  ende  vrede  gbelieve  gbenadicblgck  yrt  te  viiereD. 

(l)    Uten  H  vêhtfeii§m,  wJmien  t#  Tfrwitt^BB^      (2)    AU,  aUct. 


Digitized  by 


Google 


irsNE  mmum  munmi 

LI  III  BI  lAltlU  VAR  15a  ■ 


Digitized 


by  Google 


fl^  Bit  Brief  Ditc9un  m  begdddende  blief  tta  dea  bertof  ttto  Fuim 
sljn  geregistreerd  io  een^  oodez  ten  arehiere  der  «Ud  'sHerio- 
genboech,  geteekend  litt.  C,  no.  Z6j  beTattende  oopièo  van  brie- 
ven |  plakaten  ens.  van  'alands  booge  regering  ontvangen  en  de 
antwoorden  der  etad  daarop  van  1 580  •«  1506,  en  wel  CdL  vm 
86  tot  fol.  vso  88. 

In  bet  Ifederdnitsob  lag  dit  Dtêcour»  in  1686  by  Jan  Sdief- 
fer  te  ^  Hertogenboacb  onder  desen  tifd  bet  Itcbt: 

Cori  Vêrkoêl  wm  mimii  Hrv/fè/ycJkm  oêiulaék  onlames  «eorff- 
0ekê$rt  apte  Miadt  SkertogmboBck,  ende  hydm  bargurm  ende  ÜÊf- 
MiMMfi  PTomêkfck  wêdtnium  mUê  afgewetrt* 

Bet  werd  op  nieuw  uitgegeven  in  Dr.  Hbua»,  GeidkMdftini- 
dig  Modelwerk  over  Ifoord^Braband,  dl.  U,  bladi.  867—377, 
werwaarts  wij  den  leier,  ter  vergelijking  bij  eenige  nog  al  duit- 
tere  plaatsen  van  dit  Franaobe  'Düwurê,  mégen  verwysoi. 


Digitized  by 


Google 


BKIIF  DISCOURS  D'ONB  ItlORABLI  KNTRSPRIIISI, 

LI  lil  BB  uiifiii  l'aü  1985. 


Ceulz  de  PiCdverse  partie  et  rebelllon  contre  1'anclüenne 
foy  catholicque  et  la  maiesté  royalle  d^paigne  et  de  ces 
Pays-bas  naturel  seigneur  et  pribce,  qu'on  nomine  les 
GuenXy  aprez  avoir  durant  certaines  années  dressë  et  ma- 
chine en  vain  pinsieurs  diverses  grandes  entreprinses  sur 
ladicte  ville  de  Bois-le-duc,  k  laquelle  tousjours  leur  ha 
pendu  tres  principale  importance,  oot  demièremeDt  ces 
tours  passez  cuydë  tout  asseurement  et  certainement  me- 
ner  k  effet  et.  par  accoroplir  leur  longue  prétension  tou- 
chant  la  conqueste  d'icelle. 

A  laquelle  fin,  comme  hors  1'ensuyte  appert,  ayant 
estë  au  conseil  des  chieffs  desdictz  Gueux  ou  eonemts  Ie 
moyen  dn  faict  présent  bien  délibérd  et  puis  résolu,  et 
que  Ie  conté  de  Hohenlo  en  avoit  la  suprème  charge 
pour  Texécttler,  sont  esté  tiré  et  ramassé  ensemble  hors 


Digitized 


by  Google 


—  606  — 

tontes  places  de  leur  meillieares  et  entrechoisies  gens  de 
guerre  iusqnes  k  la  force  d'entre  trois  k  qnatre  mille  a 
pied  et  six  on  sept  bandes  k  cheval,  k  tont  Ie  moins; 
laquelle  rassemblëe  ha  esté  traictëe  et  advanchée  tant  coa- 
vertement  que  dedans  la  ville  on  o^en  avoit  apperceu  anl- 
enne  particnlaritë  de  nonvelles  on  brnit,  auUrement  qne 
de  constuma 

Il  est  donques  advenu  an  dixneufiesme  ionr  dn  mois 
de  lanvyer,  estant  la  vigilie  de  saint  Sëbastien,  de  ceste 
annëe  1685,  du  matin  environ  les  huict  henies  k  Ton- 
rertnre  des  portes  de  la  ville,  rentreprinae  de  rennemy 
fust  practiquëe  k  la  porte  communément  nomméé  de  Tucht 
on  d'Anvers;  car  il  est  k  scavoir  que  au  soir  precedent 
rennemy,  en  nombre  d'^environ  cincqnante  des  plus  vail- 
lantz,  avoit  sceu  k  certain  coing  propre  monter  la  bar> 
rière  et  y  entrer  et  se  cacher  et  tenir  illecq  dedans  les 
deux  maisonnettes  de  la  garde  sitnëes  envers  Ie  pont-le<- 
vie  de  ladiote:  port«,  esqnellei  de,  uw  $e  tieoneiit  les 
gardes,  et  tottte  U  reste  du  foi^ce  de$  «epneoMz:  estoit  ae 
teiant  embusqnëe  es  plus  prochaines  opoMuoitez  des  mai» 
sons  dëtnolies,  bas  lieux,  rues  et  tranchëes.  bornants  Ie 
ttrre  ou  possessioos  dehors,  ioigoant  auprèz  ;et  k  TembiR 
la  cbausëe  de  Ia  ville. 

Ce  se  trouvant  ainsy  sans  aulcun  Ie  plus  moiodre  de»- 
couvranent  de  danger  ou  arrière  souspeoon  par  dedans 
ou  dehors,  ha  esië  faicte  rouvert«re  de  ladicte  poirte  de 
Tucht  au  temps  et  Theure  susdicte  (au  faict  de  laqueUe 
ouverture,  nommëment  en  la  chairge  laquelle  y  avoit 
soube  sou  sermeot  h»  contrc^ardeur  des'balcoas  leviz  il- 
lecq poür  au  mieux  les  assèurer  certain  abue  «stoit  en- 
trevenu)  et  aprèz  que  lesdiclz  balooil$  eC  anssy  la  herse 
Avent   tirez  et  guindez  a   moat,  et  puis  ladiote  porie 


Digitized 


by  Google 


—  607  ^ 

OQverte  et  h  pont  leviz  abaissé  et  que  ceulx  de  la  garde 
marchoient  vers  Ie  dehors,  s^est  reonemy  subiteroeot  avecq 
grand  bruict  sailly  hors  lesdictes  maisonoeUes  et  fiist  au* 
prèz  de  Ia  garde  sur  leurs  espaules,  devantque  eureot  Ie 
pouvoir  de  repoigner  et  employer  leurs  armes,  et  des£ai~ 
sans  aulcuDS  des  premiers,  sont  les  autres  tournez  et  re* 
culez  dedaDS  la  ville.  Et  oultre  ce  certaio  trahislre  in- 
c(MitiDent  se  maoiiesta  et  laissa  trquver  au  cestë  du  susdict 
contregardeur  des  balcons,  et  lui  eagarda  et  empescha 
rexécution  de  sou  office,  en  sorte  que  rennèmy  est  de- 
mourë  absolut  maistre  d'icelle  porte  et  cc  qu'en  dépeod , 
et  abbatust  iooontiDeot  la  serrure  de  ladicte  barrière,  et 
euvoia  quant  et  quant  en  hault  ung  sargeant  avecq  quel- 
ques  soldartB  sur  la  porte  pour  garder  eo  toute  seureté  les 
balcons  et  herse,  illecq  Ik  oü  Ie  guéleui  de  la  ville  spcH 
lié  de  son  argeat  et  maltraicte,  ha  esté  par  eulx  boute 
en  certaiDe  tourelte  et  coing  et  Ik  dedans  enserré  comme 
cuidoieat. 

Sur  cestuy  préparatif  la  force  de  Veunemy  qui  se  te- 
ooit  au  dehors  s'est  iettée  devers  la  ville  d'uoe  aisl^ 
vistesse,  et  premièremoit  y  est  accourrue  k  pleine  car- 
rière et  entree  une  grande  et  force  bande  de  cavallerie 
et  avecq  les  soidartz  qui  avoient  gaigne  la  porte,  et  ceulx 
qui  estans  en  hault  sur  iceUe,  desjk  avoient  terriblement 
deschargé  dedans  la  rue,  firent  en  brief  espace  reculer 
et  quitter  la  première  résistance  Ik  commence':  par  ce 
ayantz  k  leur  volonté  gaigné  toute  la  rue,  nonimée  Ie 
Vucbterendyck,  iusques  k  Ia  porte  intërieure,  appellée  la 
porte  de  la  saincte  Groix,  comprenaot  en  sa  loogueur 
.qualre  cent  et  cioquante  pas  d'une  commune  marchure, 
et  au  mesme  temps  estoient  les  aultres  gens  de  Tenuemy 
aussy  puisaaniment  marxshez   dedans  et  avoient  prins  et 


Digitized 


by  Google 


—  608  — 

oonquiz  tous  les  rampars  des  deux  costez  da  Tnchteren- 
eynd,  Ik  on  estdent  bien  quioze  pièches  de  la  principale 
artillerie  de  la  ville. 

Ceolx  de  la  ville,  selon  la  possibililé  du  nombre  au- 
quel  ilz  se  trouvoient,  Ie  quel  an  commeDchemeDt  en  si 
sobite  et  pregnante  accelération  et  qne  plitsienrs  persoo- 
nes  estoient  eocoires  h  peme  bien  babillées,  se  ponyoit 
fort  sobrement  ioindi*e  ensemble,  estdent  en  toutes  ma- 
nières  tres  bardiment  monstrans  teste,  des  qnelz  anlcuos 
avecq  bonne  pourvoyance  on  inspiration  conrmrent  au 
coing  auprèz  la  grille  et  pont  derrière  Ie  monastère  des 
frères  croisez,  pour  illecq  arrester  aussy  Tennemy  et  ob- 
vier  k  son  ultéri^ure  et  plus  ample  conqueste  do  rem- 
part Ik  en  avant,  ainsy  qn'il  est  aussy  suocedé.  En  onltre 
la  force  de  Tennemy  ba  avec  telle  puissance  ponssë  en 
avant  dedans  la  rne  principale,  que  les  résistans,  alors 
y  estans,  furent  nécessitez  de  reculer  iusques  k  les  mes 
dictes  de  Postel  strate  et  de  St  George,  estant  plus  de 
deux  cent  pas  snsmentionnez  passant  la  susdicte  porie  de 
Ste.  Croix  vers  Ie  dedans,  et  en  ce  lieu  ont  entrgeté  an 
travers  de  la  rue  anlcuns  chariotz  de  brasseurs  aveoq  une 
vaiiiante  vistesse,  et  par  ce  rompu  Ie  procouirement  de 
Tennemy  k  pied  et  k  cbeval,  et  deschargeans  incontineot 
asprement  sur  luy,  Pont  de  rechieff  chassë  en  arrière  ius- 
ques en  oultre  Ie  pont  du  Moulin  illecq,  k  moictié  cbemin 
de  vers  ladicte  porte  de  Ste.  Croix,  et  aupi-ëz  cestui  pont 
ont  ceulx  de  la  ville  alors  conquiz  et  tenu  ferme  pied 
allencontrc  Tenuemy  avec  fort  grand  travail  et  difficolté- 

A  tant  avoit  Ie  susdict  ennemy  aussy  occupë  la  rue 
dicte  la  Berwerstrate,  estant  une  longue  et  large  rue,  par 
devant  ayant  sa  sortie  dedans  la  rue  principale  auprèz 
ledicl  pont  du  Moulin   el  par  derrière  ou verte  et  avant 


Digitized 


by  Google 


—  609  — 

ses  ouvertures  sur  les/rampars  de  la  ville,  dehors  laquelle 
renneffly  puis  aprèz  fort  difficuUement  se  pouvoit  en  chas- 
ser,  y  tenant  pied  iusques  k  son  extreme  environnement 
et  défaicte;  et  oultre  ce  se  fist  ledict  ennemy  semblable- 
ment  niaistre  de  tout  Ie  compris  des  rempars  de  la  ville, 
k  oommencer  du  iardyn  de  la  compaignie  des  ieunes  ar- 
balestriers  iusques  k  Ia  porte  de  St.  lehan,  alleocontre 
cpioy  ceulx  de  la  ville  se  sont  vistement  mis  en  résistance, 
au  coing  auprèz  ladicte  porte  de  St.  lehan,  Ik  o&  Ten- 
nemy  avecq  deux  enseignes  desploiées  vient  comparoistre 
et  donner  trèz  dur  assault. 

Or  quand  audict  ennemy  ainsy  en  trois  diverses  parts 
Ie  pied  fust  presente  et  tenu,  si  est  ung  chascun  k  Ten* 
▼y  en  tres  brief  espace^  accourru  devers  les  alarmes  et 
en  abondance  accren  et  s'y  ont  valereusement  entre  as- 
siste,  en  toute  sorte  que  la  hastivité  du  péril  pouvoit 
peraiettre.  Monseigneur  de  Haultepenne  estoit  droictement 
quelques  iours  au  paravant  venu  dedans  la  ville,  estant 
encoires  indisposez  en  sa  bonne  santé ,  et  comme  sa  sei- 
gnenrie  entendist  ledict  alarme,  n^ha  guères  di£férë  de  s^ 
ioindre  vistement,  du  premier  seulement  avecq  son  espée, 
donnant  par  ce  aussy  aux  bourgeois  tres  singulier  bon 
encouragement,  et  avecq  interval  de  temps  luy  furent 
amenez  Ie  corselet  et  cheval,  avecq  lesquelz  en  oultre 
s^employast  tres  lonablement.  Donc  ont  ceulx  de  la  ville 
avecq  l*ayde  de  Dieu  monstré  et  usé  autant  forte  résis- 
tance  et  contenance,  que  lesdicts  ennemiz  de  fois  k  aultre 
furent  nécessitez  s'effraier  grandement  en  leurs  advanches 
et  en  part  ie  se  reculer'et  rendre  fugitifs  en  arrière  de- 
hors  la  ville,  nonobstant  que  alors  ib  avoieot^  sans  la 
cavallerie  iusques  k  deux  bandes  du  moins,  encoires  bien 
sept  enseigoes  desployées  dedans  Ie  compris  du  Yuchte- 


Digitized 


by  Google 


—  610  — 

reneynd  et  leur  meilleure  et  plus  grande  force  de  nukr 
dassiers  et  mus^uetiers ,  car  oa  croit  qulk  ont  esté  de- 
dans  bieu  largement  en  nombre  de  quinze  cents.  Le 
coDte  de  Hohenloe,  le  oorounel  Yselsteyo  et  les  aultres 
chtefs  et  officiaulx  fireut  toute  extreme  diligence  par  com- 
mander  et  par  battre,  pour  faire  leurs  geos  en  leurs  cour- 
raiges  amoindrissans  oultrepasser  et  tenir  front:  et  sur 
ces  entrefaictes  est  ledict  conté  de  Hohenloe  avecq  plus 
d'aultres  touroé  en  arrière  dehors  la  ville,  soit  paU  estre 
pour  faire  advancher  aultre  reste  de  gens  ou  que  les  af- 
faires ne  leur  pleurent  guères  au  myeuz,  et  ce  bien  gran- 
dement  k  leur  prouffit,  car  il  est  ad  venu  que  les  susdicts 
sergeant  et  soldartz,  auxquelz  estoit  enchargée  la  garde 
sur  la  porte  de  Tucht,  sans  arrière  pensee  sur  le  sub- 
mentionné  guetteur,  soit  par  tentation  de  butin,  comme 
Ton  veult  dire,  ou  pour  aultre  occasion,  sont  desceoduz 
en  bas,  ce  que  celluy  de  la  ville  appercevant,  eult  le 
scavoir  de  dextrëment  sortir  hors  sadicte  encloissure  et 
puis  aprëz  de  fermer  et  s^asseurer  de  Thuys  de  la  mon- 
tée,  et  ainsy  laschée  et  faire  tomber  les  balcons  et  la 
herse  illecq  avec  ung  grand  esbahissemént  et  fraieur  de 
Tennemy,  de  tant  plus  pour  ce  que  aultrement  aussy  il 
estoit  dédans  le  poiuct  de  retraicte. 

Ceulx  de  la  ville  estoient  cependant,  saus  toutesfois  re* 
cepvoir  aulcune  cognoissance  de  la  cheute  desdicts  bal- 
cons, de  plus  en  plus  fortement  et  valeureusement  escar- 
raouchanSf  et  sur  tout  tres  horriblement  en  la  rue  prio- 
cipalle  auprëz  ledict  poot  du  MouUo,  non  pas  toutesfois 
avecq  beaucoup  motodre  danger  et  vaillantise  tant  der- 
riere le  susdict  monastère  des  frères  croisez  que  tres  sin- 
guliërement  auprëz  la  porte  de  St.  lehan,  de  quel  costë 
Ia  cavallerie  soubz  le  seigneur  de  Uelmont,  lequel  non 


Digitized 


by  Google 


-  «11  — 

olisUiit  qu'ü  fiist  i^ors  malade,  se  laissa  semblablemeot 
trottTer  valer^u^xnent,.  estaot  forte  dedans  Ia  ville  k  peine 
3i  la  WAÜé  deln.lMiDde,  doBBa  grande  aasisteoce»  comme 
fiat  aow;.  k  toute  nltérieure  povrsuyte  du  repoussemeot 
do  r«i&eBiy,  et  (emblablement  par  lout  avecq  uog  com- 
miia  TalerêUx  eouraige  pousaans  et  se  iectaos  aur  ledict 
enneaiy,  .noo  obslatkt  que  en  celle  coniiuicture  encoires  il 
deschargea  entre  lei  boiu^üois  certaine  pièche  d'aftillerie, 
Tool  en  partie  défiiiot  et  en  partie  faibt  choiatr  et  pren- 
dre  Ie  sauU  .fiardessiid  les  ramparls  dedaas  fossez  de  la 
yü\e$  par  lesqneb,  k  oaose  d^afücnns  ses  lieux  guéables» 
avecq  plitsieurs  eentaines  est  eschappë  et  aultretoent  y 
dedans  noyé  et  demouré  en  tres  grande  multitnde,  avec 
bien  ^and  changement  de  leur  costë,  lesquels  première- 
ment  avoient  esté  criants:  »Victoire,  viile  gaigné,  ne  lais- 
sez vivre  nnlluy,  n^espargnez  ny  femme  ny  enfant."^ 
•  Dont  tbut  considëréy  doibt  on  entta'ement  confesser  que 
la  grace  et  Tayde  de  Dien  tont  puissant  en  toutes  ma- 
nières  tres  miraculeusement  ha  oeuvre  pour  Ie  costé  de 
la  ville,  leur  ayant  [donné]  (t)  et  dirigë  telle  vaillantise 
et  force,  laquelle  au  plus  périlleux  danga:  s'en  a  peu 
tenir  contre  toute  la  grande  ains  malheureuse  puissance 
de  Tennemy  en  contrepoix,  quand  ce  ne  fust,  sans  cecy 
encoires,  que  tant  seulement  depuis  la  cheute  des  susdic- 
tes  balcons '  leviz  Tennemy  en  fort  brief  espace  fust  sur* 
yaincu,  lequel  en  si  grand  nombre  estoit  occupant  un  si 
fort  compris  et  contour  de  la  viUe,  lequel  soy  mesmes 
assez  en  ibrme  d^g  chasteau  se  desseigne,  y  ayant  plus 
que  assez  de  moyen  pour  si  longuement  escarmoucher 
qu^oB  eusse  pen  faire  ouverture  d'une  porte  fermëe,  au 

(1)    Xjc  mtiTiuscrit  présente  en  eet  cndroit  une  lacune  que  nous  nronn 
reniplic  par  Ie  moi  'damnè,  liaprcs  Ie  texte  holUrNlaM. 


Digitized 


by  Google 


—  612  — 

cas  quUk  eussent  eu  envie  d^y  reniordre  de  rechief  avec 
leur  pleïne  puissance  et  que  oeulx  de  la  vUIe  ne  leur 
eussent  ainssy  aliëné  et  renferme  Ie  couraige;  mais  ajans 
encoires  par  coupemens  et  brisemens  k  trarers  la  susdicte 
herse  reoouvert  k  leur  advantage  de  recliieflf  certaine  oo- 
▼erture,  ont  advanché  et  faict  a?eoq  ce  semblable  proo- 
fity  comme  les  aultres  firent  par  les  fossez  de  la  vitte. 

On  ba  conquiz  dedans  la  rille  environ  ?ing  rondasses 
ennemyes  et  grande  abondance  de  mosquettes»  d*aaltrea 
barquebouses  et  de  toates  sortes  de  corseletz  et  annnres 
a?ecq  bien  notable  grand  nombre  de  bons  cheraolx,  et 
si  on  ba  trouvé  que  du  costë  de  Tennemy  assee  ooltre 
cent  et  soixante,  y  comprins  oertain  petit  nombre  de  pri- 
sonniers  qui  bien  tost  aprèz  y  furent  quant  et  quant  an»- 
sy  dépecbez.  Dedans  ladicte  ville  ont  estë  tuez  et  mis 
k  mort,  entre  lesquelz  furent  nng  Tmxes,  frère  du  apo»- 
tat  acchevesque  de  Couloigne,  item  Ie  bastard  de  Nassau 
OU  filz  natui'el  du  prince  dt)range,  selon  toute  prësnmp- 
tion,  et  oultre  ce  plusieiu^  divers  capitaiuesi  Heutenans, 
enseigoes  et  aultres  officiaulz  et  gentilz  bommes,  toos  les- 
quelz iacoit  que  soyent  aussy  de  singulier  renom  et  es- 
time,  pour  cause  ne  se  mettent  icy  par  noms,  pardessus 
lesquelz  aulcuns  d'importance  encoires  devennent  prison- 
niers,  et  de  semblable  estoflfe  sont  les  noyez  «ussy  nota- 
blement  estë  accompaignez,  desquelz  beaucoup  oultre  la 
centaine  ont  estë  tirë  dehors,  retenans  encoires  pour  les 
poissoDs  ung  bon  nombre,  guères  trouvabies  es  profon- 
ditez  et  abismes  de  Teaue  illecq.  Oultre  ce  peuk  Ten- 
nemy  mesme  scavoir  en  queile  belle  (aitpn  de  garetnre 
et  compaignie  de  mortz  et  blessez  tant  k  cbariot  que  anl* 
trement  il  s^est  retirë  par  Ie  cbemin  de  recbieff  en  ar- 
rière  vers  Ie  logiz,  'quoy  concernant  Ie  bruict  assez  am- 


Digitized 


by  Google 


—  613  — 

plemait  en  Yole  et  apporte  nouvelles  de  plusieurs  cen- 
taioes. 

Ceiik  de  la  ville  n'ont'pea  faillir  de  soufirir  aussy  de»- 
ploraUe  dommage  en  ung  si  dur  escot  et  combat  ayant 
daré  iusqoes  anx  onze  heures  devant  midi,  et  doibvent 
avoir  la  patience  et  se  consoler  avecq  Ie  nombre  de  sis 
vingtz  bonnement»  tant  mortz  que  blessez,  desquelz  les 
deux  tiercé  parts  k  peine  restent  encoires  en  vie  et  selon 
qu^on  espère  curables.  Sur  ce  scit  repos  anx  trespassez, 
paix  et  tranqnillité  aux  vivans  et  louange  an  bon  Dieu 
omnqiotent. 


lONSKIftllBVIt, 


Nons  avons  estimë  convenir  d'adviser  et  informer  V'* 
Al**  plns  particuliërement  et  au  vray  de  ce  que  demiè- 
rement  est  advenu  en  TentrepriDse  que  Tennemy  avoit  at- 
tente sur  ceste  ville,  auqud  effect  servira  )e  petit  dis- 
cours qu'envoyons  cy  ioignant  encloz ,  ce  que  pareille- 
ment  pourra  faire  cesser  et  quicter  la  place  k  tous  aul- 
tres  rapports  k  ce  non  conformes  qui  quelquesfois  se  pour- 
roient  advancber  et  procéder  par  affections,  et  nous  rap- 
portons mesmement  k  monseigneur  de  Ebultepenne  sur  la 
vërité  dudict  discours  ou  bistoire,  puis  que  sa  S'**  en 
peult  tesmoigner  de  veue  et  d'actuelle  coëzpérience,  et 
que  de  cecy  ba  eu  aussy  préallable  communication.  Oul- 
tre  ce  est  mort  prisonnier  ung  Abraham  van  Lyndenauw 
[?],  ung»  gentilhomme  principal  auprëz  du  conté  de  Ho- 


Digitized 


by  Google 


—  614  — 

henio,  de  ses  blessures;  ung  aultre  Martin  Sidenhergcr, 
lieutenaDt  de  la  compaignie  du  conté  Guillaume  de  Nu- 
son,  se  trouve  fort  Messé;  item  nn  Escossois,  liettteoantde 
la  compaignie  de  cavalierie  du  coAte  de  Hohenlo,  ha  nut 
bteBsnre  en  la.  te^e;  item  Pierre  de  Voisin,  lietttennt  cf- 
pitaine  de  la  compaignie  dn  prinoe  d'Espinoy,  tont  saiii, 
entre  les  morts  est  encoire  recognu;  uu  certain  Kioske, 
maistre  d*hostel  dndict  conté.  Et  combien  que  plnsienn 
personnaiges  d'estime  et  d'estat  de  la  goerre  encoires  y 
soyent  demourez,  si  est  ce  que  Ie  subit  desponilleBieDt  et 
la  condicion  des  blessures  aux  morts  ha  obscurchy  tt  ezih 
pesché  leur  recognoissances :  Ton  tient  assez  fermément 
que  monsieur  De  Cordes,  Escossois,  capitaine  d\iDe  com- 
paignie de  lances,  en  soit  aussj  du  nombre.  Nous  re- . 
merchions  tres  humblement  V.  Al"*  de  la  favorable  lou- 
ange  qu'elle  est  donuant  aux  bom^eois  de  la  ville  par  sa 
dernière  lettre  du  22*  du  mois  passé  (1)  et  avons  aussy 

(1)    Gom  le|tr«  esl  ainfi  ooQfue: 

ALEXAPIDRE ,  Paiiici  de  PA&n  it  de  Plaibabce, 

UEUTESAWT  COÜVERNEÜE   IT   CAPirAlHB  otólAl. 

Tié»  TÜktn  et  bien  «mei,  IVoos  «toos .  par  ie  «oatum.  é»  toi  M<f^ 
tmplement  eoten^u  Ie  danger  auquel  voos  \oos  e^tes-  troaYex  ii  U  sm- 
prinse  de  la  TÜle ,  dont  on  ne  peult  assez  merc^er  Bieu  de  la  (pnsoe  qaii 
nous  ba  faict  en  Tons  piëserT&nt  presque  miracüleuseiiient  d*inig  ioooo- 
véütni  an^oal  Toas  müm  tombez ,  m  éonbtaHit  qm  tm»  «e  loT  ** 
«yei,  dea^  rendu  lea  0nic«8  condii^es  k  un  si  gnod  b^finefifiOf  dooi  U  b> 
usé  en  ^ostre  endroict  j  voas  reineicbiant  cependani  tous  en  géoértl  et 
particulier  da  bon  debvoir  qne  tous  aves  rendn,  dont  ne  poores  meriffr 
f«e  beanoovp  dé  kmet^sw,  t€U«  que  neus  la  voos  doii«>m,  ne  pau*»^ 
oéanlmoitf  troHTW  qpe  mauTaia  Ie  nnneMapf.  tl  pen  de  tonlcy  qu^  T 
ha  k  la  gardft  de  la  yille ,  attondu  que  ap^aramment  pe  sera  esté  Ie  ^^ 
eipal  poinct  surquoy  Fennemy  ba  basty  Ie  fundement  de  oeste  miT^" 
ptiflse.    Or  pa&g  que  ^«ui  toyei  pai>  Ie  êuóbëê  ^TvMBj  de  comWet  ï 


Digitized  by 


Google 


—  616  — 

rendtt  h  Diea>  Ie  Créatear,  les  graces  condignes  en  la 
plus  grande  et  devote  solemnité  qnli  ha  estë  possible, 
pour  Ie  tres  grand  benefice  dont  il  ha  usé  en  notre  en- 
droict;  et  concernant  Tadmoniticm  pour  doresoavant  estre 
continuellement  sur  noz  tres  soigneuses  gardes,  se  pourra 
asseurer  Y.  A.  que  y  entretiendrons  tel  ordre,  diligence 
et  valerosité,  que  rennemy  ne  pourra  trourer  facillement 
sur  quoy  bastir  quelques  siens  desseings. 

Toutesfois  puls  que  recepvons  grandz  advertissemens 
qu'il  ne  cessera  de  prëtendre  tont  possible  vengeance, 
vouldrions  prier  V"  Al"  qu^elle  fusse  servie  de  nous 
faire  avoir  ichy  k  la  main  et  auprèz  de  nous  toute  la 
compaignie  de  la  cavallerie  sous  Ie  S'  de  Hebnont,  k  fin 
de  tant  plus  estre  pourveuz  contre  tous  inconvëniens. 

▼ons  importe  l^estre  contmnellement  sur  tos  gardes,  nous  Toulons  es- 
pérer  aussy  que  d^icy  en  avant  tous  aurez  Toeil  ouvert  comme  il  advient , 
4  Ge  que  ne  tombiez  plus  en  telz  ou  aultres  semblables  dangers,  vous 
priant  par  iant  d*y  Touloir  aToir  Ie  regard  conTenable  et  remercbier  de 
nostre  part  tous  les  bourgeois  et  aultres  que  tous  avez  remarqué  S'estre 
comportes  bien  et  Talereusement  en  ce  faict,  selon  que  plus  particuliö- 
rement  nous  en  escriTons  au  Sr  de  Haultepenne.  A  tant,  tres  obers  et 
bien  aimei,  nostre  Seigneur  tous  aSt  en  sa  garde.  De  BzTaB,  Ie  xzij* 
lanvier  168ff.  Souisigné:  ALEXANDRE.  Plus  bas  signé:  Gamih.  Su- 
perseribi:  A  nos  tres  obers  et  bien  ames,  les  Kagutrat  et  Conseil  de  la 
Tille  de  Bois-le-duc  etc. 

Reesptas  ulHma  lanuarii  1685, 
per  manus  locum  tenentis  damini  ds 
J/êhumt. 

Colhmné  ei  trouvé  eoneorder  de  mot  d  auUre 
aveeq  Voriginale  lettre  de  sen  AltSMe,  par  moy 
notatre  puhlic, 

P.  HUiB.     (t) 

(t)    Dn  aiAat  aMaunrit  ^^  U, 


Digitized 


by  Google 


—  «16  — 

NoDseigDeur,  k  tant  prioos  Ie  Crëateury  d'octroyer  a 
y**  Al**  raccomplissement  de  ses  tres  haultz  et  tres  yer- 
tueux  dësirs  et  eDtreprinseSy  nons  recommeDdans  tres  hum" 
blemest  aux  bonnes  graces  dlcelle.  De  Bois*u-dik;,  ce 
sixiesme  de  Febvrier  Tan  1585. 

De  V  Al" 

Tres  humbles  et  tres  obëissans, 

I.B0   MAUMBTWUkT  ET  €«II«B1I*   MB  MJL  WUJÊM 

mm  B«M-iiB*»vc. 


Superscriptioii : 
A  soa  Altese. 


Digitized  by 


Google 


■f 


yt^ 


s.m»«iv&mB 


BETREKH^lJk 


> 


DE  STAD  EN  HEUERU 


's  Hertogenboseh. 


Uitgegeven  door  het 

PHOTiaciAAX  GEMOOTSCBAP  TAll    KUNSTBN   W  WBTEKSGHAIPKll 
IR   KOOaD-BEABAHl). 


Derde    Stak. 


SIIERTOGENBOSCH. 
P.    STOKVIi 

1848. 


^  .DigitizedbyLjOOQlC 


Digitized 


by  Google 


Het  gunstig  anlhaal,  dal  aan  de  twee  eerste  stukken 
der  Verzameling  van  Kronyken  en  Oorkonden  betrekke* 
lijk  de  Stad  en  Beijerij  van  ^s  Hertogenbosch  t^  mogen  Ie 
beurt  vallen,  fjee/t  Bestuurders  van  het  Provinciaal  Genoot- 
schap  van  Kunsten  en  Wetenschappen  in  Noord-Braband  be- 
wogen ^  om  daarmede  voort  te  gaan,  en  zij  bieden  hunne  me- 
deleden het  derde  stuk  daarvan  aan,  waarmede  het  eerste 
deel  gesloten  is.  Al  gaande  weg  is  na  een.naauwgezet  on- 
derzoek gebleken^  dat  het  cader^  waarin  de  Kronyken  en 
ObrkoDden  betrekkelijk  de  Stad  en  Meijerij  van  's  Herto- 
genbosch 6y  den  aanvang  waren  aangelegd,  op  eene  te  kleine 
schaal  Lerekend  was  geworden,  en  dat  deze  collectie  wel  vjjf 
decleny  aan  het  eerute  ongeveer  gelijk,  zal  bevatten, 

Intusschen  heeft  men  gemeend  —  zoo  ter  bevordering 
der  verscheidenheid,  als  om  een  bewijs  ie  geven,  dat  alle 
landstreken,  waaruit  de  provincie  Nonrd-Braband  bestaat, 
dezelfde  belangstelling  aan  het  Bestuur  inboezemen  —  de 
kronyken,  charUrs  en  oorkonden  rakende  de  Stad  en  Meyerij 
van  '^s  Hertogenbosch  lijdelijk  te  moeten  laten  rusten,  ten  einde 
de  charters  en  bescheiden  van  een  ander  gedeelte  van  dit  ge- 
west uit  $e  geven. 

Eene  geschikte  gelegenheid  bood  zich  aan,  om  de  stad 
en  het  land  van  Ravestein  ter  bewerking  te  kiezen.  De  hee- 
ren  A.  TAK  HOOGSTRATEN,  kapellaan  te  Uden,  en  M.  tan 
OEN  Bogaard,  rector  der  Lalijnsche  scholen  te  Ravesteiw, 
hadden  zich  met  den  heere  bibliothecaris  in,  aanraking  ge- 


Digitized 


:edby  Google 


sUld,  om  de  charters  e^i  bescheiden  wegens  deze  vroeger  sot- 
vereine  heerlijkheid  te  verzamclefij  en  voor  de  drukpers  in 
gereedheid  te  brengen.  Zoodra  Bestuurders  inzage  genomen 
hadden  der  voorloopige  werkzaamheden  ^  eti  mei  de  belang- 
rijkheid  dier  stukken  bfkend  werden^  besloten  zij,  om  die  op 
te  nemef^  in  de  genootschappeiijke  VerzameliDg  van  Kro- 
nyken  en  OorkoDden  betrekkelijk  Noord -Brabaod,  en 
magtigde  defi  heere  Dr.  lisRlfANS,  om^  in  vereeniging  met 
voormelde  hoeren  y  de  uitgave  daarvan  ts  bewerkstelligen. 

Jlet  Bestuur  verlangt  y  dat  insgelijks  letterlievende  man- 
nen uit  andere  landstreken  van  dit  gewest  zich  daartoe  mo- 
gen opdoen  j  als  wanneer  met  hunne  geschiedkundige  besthet- 
den  op  dezelfde  wijze  zal  worden  gehandeld.  Üe  boekerij  ran 
het  Genootschap  is  wel  reeds  zeer  rijk  aan  bronnen  en  bouw- 
stoffen ^  doch  wil  men  'dezelve  naar  eisch  uitgeven  en  verkla- 
ren y  wil  men  op  eenige  volledigheid  aanspraak  maken,  dan 
behooren  de  inwoners  zelf  mede  handen  aan  het  werk  ie  slaan 
en  den  arbeid^  dien  het  üestuur  op  zich  necMt,  door  hunne 
meerdere  bekendheid  met  de  plaats  hunner  geboorte ,  ie  trr- 
ligten.  Alzoo  zal  aan  het  genootschappelijk  doel  hei  best 
worden  beantwoord,  namelijk  bevorderlijk  te  zijn  reglsireeks  \ 
aan  de  wetenschappelijke  y  en  alzoo  middellijk  aan  de  sloffe-  \ 
lijke  belangefi  van  Noord- Braband. 

'SIIERTOGEIIBOSCH,  13  April  1848. 

NAMENS  HET  BESTUUR, 

D£  SECRETARIS, 

Mi.  VAN  COOTH. 


Digitized 


by  Google 


GRDNDTLIGHE  ERCLARVIÜG, 

Wai8  HU  DEM 

mmMM  ANUip  m  mm 

DKS 

GRAVEN  VON  HOHENLO 

IH  - 

EINER  AÜSS  DEN  VIER  HAUPT  STEDEN  VON  BRABANDT, 

OND  WAS  8ICH  Illl  WKNIO 

DABVOB,  nr  CND  NAGHOIWIILUN  VBRIJUJITIH  ONND  ÜWITRAGn. 

SAIFT 

EDIIR  fiDETHBRTZIQBlIl  M  HTLinUGEN.  UUHNUUlfi 

"ah  AlU,  Sifi  80  ROCK  VRTZB  BIM 

pn  NMorittiidiMifai  I 


UT  SBiBART  Y0NI  C^AHHBN  ni  aAiiiEiioABTRN  gasseh. 
M.D.LXXXV. 


Digitized 


by  Google 


PII6NA  PATRIOTARUI. 


Pars  porleniote  pietatït  pbana  propbaoant, 
Pan  punire  patres  poscunt  popalando  poleotes: 
Praeüa  portondiMil  per  prifilegia  prisoa« 
Perdere  praelatos  praesumit  prava  propago: 
PesUferus  passim  perjuria  plnra  patraodo, 
PiertUftdet  populo  patriotamdi  pietatem : 
Proponit  plebi  peccalum  perniciosum, 
Projiciens  procerum  per  prudentissima  pacta: 
Papae  pro  pedibus  praecepiuB  prostitaendo. 
Passim  prisoomm  pietas  pro  peste  pnlatiir: 
Perfidiae  populo,  prob,  perdita  pectora  plena. 
Pagoando  potait  prinoeps  pestumdare  patres: 
Pergunt  plebicolae  praefectos  pnedpitare, 
Plectendi  poeois,  pariler  priooeps  popnlosque. 


Digitized 


by  Google 


-^ 


Es  khan  eip  Jeglicjiier  leiclitlich  anmerckben,  gunstiger 
Leser,  4er  eio  y/emg  in  Historiën  erfahren,  dass  alle  Un- 
dsrtbanen,  so  ihr  natüi>liche  Oberkhait  aufij^eben  nnnd  sich 
an'  frembde  Heubfer  scblagen,  eben  von  den^elbigen  Heub- 
tera  beschadigt  und  ander  die  Foess  gebrac^ht  wa^en, 
anff  dass  sie  also,  durch  sondere  Schickung  Gottes,  die 
Frembden  verUss^  und  sicb  wider  under  ibre  gebner- 
liefae  Herrn  begeben  miiessen.  Die  von  Antorff  haben  zu- 
vor  soicbes  mit  dem  Hertzogen  von  Üenzon,  jetz  aber 
die  von.  Hertzogenboscb  mit  dem  Gratfen  von  Hobeh, 
obristed  Velihaubtman  der  Niderlendisehen  Steode,  mt 
denen  sie  es  zavor  gebalten,  nit  obne  ihren  grossen  Sefas- 
den,  Nacbtfaeyl  and  Geyerlickhaii,  nnr  mehr  als  zuviel 
versuecbt.  Wil  alier.van  denen  yqh  Antorfi  mid  ihvM 
Aleazooio  j^  gescb weigen,  diey^eyl  solches  Jederman  m^ 
vor  wol  bewust «  wie  er  mitAbneo  umbgangett* 

Yetz  aber  wil  icb  aliain  gUubwierdtge  Erclarting  timen, 
win  die  von  Herizogenbosoh  mtt  dem  Graven  von'  IMien- 
Ipe  gefahren  seindt,  und  den,  Handel  in  khntz  eio  Mf^ 
wg  von  An£amg  erzeblen.,  jaemblidb,  das  sich  gefneller 
Grafi  im  Junio  nefiverschinen  mit  eioer  m^ichtigch  AtozaUi 
ftejtev  und  Kneohteo  vor  ZulpbA  gofundeHi  derSbtnuBc 


Digitized 


by  Google 


—  620  — 

dieselbig  Stat  auss  des  Königs  von  Hispanien  HttDden  zq- 
reyssen  und  wider  ander  die  Statten  oder  den  Königs  wi- 
derspennige  StKnde  zubringen,  me  ime  aber  solches  ge- 
fkhlet  und  er  init  seinen  Leuten  abziehn  hat  mussen,  anch 
ein  zeytiang  im  Jnlio  damach  in  der  Telua  sich  aoffge- 
balten.  Ist  mitler  zeit  der  Printz  von  Dranien  zn  Delffl 
in  HoIIandt  erschossen  worden,  an  welchem  gemelte  StKn- 
de  all  ihren  Trtlst,  Hoffnung  unnd  Znversicht  verloren, 
also  dass,  Vie  die  zu  Antorff  gesehen,  sich  den  13  An^ 
gusti  Tennonde,  den  6  Septembris  YUforde,  den  17  des- 
selben  Monats  Gendt,  item  Tpren,  Bkuge  tmd  andere  Stett 
sich  dem  Printzen  von  Parma  von  ^s  Königs  wegen  ei^ 
ben,  und  dass  solcher  Printz  im  October  darnach  inen  die 
Schelde  dass  Wasser  zuschliessen  und  sie  dardurch  znbe- 
zwingen  vorhabens:  wie  er  dan  mit  Tilforden,  sonderlich 
denen  von  Brussel,  den  Pass  verlegt,  auch  darnach  denen 
▼on  Antorff  den  13  Novembris  geschriben  und  den  23 
desselben  Monats  von  inen  kein  Antwort  empfangen,  die 
der  ReconcilifLtion  mit  ihrem  Ktoig  gemess,  wie  er  wol 
verhofil  batte,  sie  sich  selbst  und  die  von  Brussel  damit 
zuversehen  und  zuversichern,  den  Graven  von  Holach  zn 
Werck  geslelt. 

Zuentbieten  ihme  die  von  Antorff  derhalben,  er  solte 
mit  seinem  underhabenden  Eriegssvolck  stracks  aufi  An- 
XQuff  zu  rucken,  unnd  volgendts  denen  von  Brussel,  ihren 
Bundtsgenossen,  so  grosse  Nott  litten  und  Mangel  an  Pro- 
fiandt  betten,  mit  allerley  Notturfil  und  gewerter  Handt 
zuhilff  kommen,  welches  er  gleichwoi  gethan:  wie  er  aber 
mit  800  Pferdten  und  einer  grossen  Anzahl  Fuessvolcb 
und  Wilgen  sich  statlich  von  Antorff  au£Fgemacht,  haben 
in  alsbalt  die  Könischen  dermassen  angetrc^en,  dass  er 
den  26  Deoembris,  dass  ist  an  Sanct  Steffenstag,  150  Ren- 


Digitized 


by  Google 


—  621  — 

ter  todt,  imder  Wegen  bey  Gortwyok»  u&d  250  lebendig 
lassen,  sich  anch,  mit  Tarlierung  viler  der  seinigen,  in 
Antorff  die  Statt  flehenlich  begeben  bat  maessen,  mit  gros- 
ser  Betruebnuss  annd  Laydwesen  deren  7on  Brussel,  darza 
aodi  mit  Terweysuog  deren  ?on  Antorff  dem  Graven  ge- 
tban,  dass  er  der  Sachen  so  ubel  aussgewartet ;  za  wel- 
ches  Scbadens  Widerbringnng  und  damit  er  bey  den  Sten- 
den and  sonst  sein  Ehr  widerumb  erholet,  bat  sicb  ge- 
dacbter  Grafi*  bedeckter  Weyss,  umb  die  Statt  Hertzogen- 
bosch  anzunemen,  undeistanden,  und  dieselbig*  nit  weni* 
ger  als  Alenionins  die  Stat  von  Antorff*,  in  Schaden  und 
Last  gekacht,  wie  Tblgt 

lm  ersten  bat  er  sich  am  Freytag  den  18  Tag  dises 
Monats  January  1585  zu  bemelter  Stat  genahet  unnd  ihr 
18  Waghidsen  Bevelch  geben,  sie  sollen  den  andem  Tag 
darnach  za  morgens,  dass  ist  den  19  January  in  der  Frue, 
w^ls  neblich  und  danckel,  uber  die  eussérst  Porten  klim* 
men  und  sich  alsbaldt  in  dass  Wachthauss,  so  zwischen 
derselben  und  der  innern  Porten  gestanden,  begeben,  die 
Yorwacht  ermörden,  sich  dar  in  enthaUen  bis  die  Inner- 
wacht  aoss  keme.  Alsdan  solten  sie  herauss  springendt 
dieselben  in  der  Dnnckel  auch  todt  schlagen,  und  an  ihren 
Platz,  éhre  man  in  der  Statt  aufi*  wdir,  sich  der  Yuecbt- 
porten  gewaltig  machen,  wdches  sie  gethan,  und  ir  drey 
darnach  aaff  den  Thum  gelauffen,  den  Schossgatern  zu- 
▼erwahren. 

Nicht  desto  weniger  aber  haben  sie  einem  Burger,  der* 
die  Schiltwacht  hielt,  etlich^  Stich  in  Leib  geben  unnd 
fflr  todt  bey  den  Schossgattern  ligen  lassen,  biss  6  Fendel 
Knecht  nnd  des  von  HoUchs  100  Reutter  selbst  dnrch 
die  Porten  in  S.  Johans  Strassen,  dem  Marckt  zugedron- 
gen  und  auff  Frantzdsisch  und  Teutsch  gerueflfen:  y>La 


Digitized 


by  Google 


—  6S2  — 

piltê  gaigni!  Hit  Stat  ist  io!''  Sokhes  haben  die  gcnel- 
ten  drey  bey  dem  Schossgatern  gekoret  «ad  skh  alsbtUt 
vom  Thufm  auch  ans  Ranben  gemacht»  rnt  die  Aodem. 
-  Mitler  weyl  kombt  der  so  die  Stich  empfaogeo ,  darck  soli- 
dere SchickuDg  Gottes,  zu  sich  selbst  und  iMst  den  SchoBi- 
^attera  nider,  dass  also  die  ubrigea  Halachisches  Beol- 
ter,  deren  noch  6  Geschwader  waren ,  anch  die  3500. 
Fuessknecht,  so  stracks  der  Scadt  za  drongen,  nit  da* 
kunten  kommen,  nveyl  uch  aonderiioh  dcif  Corporal  mit 
den  20  Ton  dem  CJonvoy  oder  Gelayt,  die  al»  die  Biu^ 
ger,  bey  ihren  Wtlgen  sich  geftandeti  and  dapffem  G^ 
geostandt  gethan  habeo,  denen  so  die  Stat  eiageiiomiiai 
zuhaben  vermeinten,  nebeo  den  Bnrgern,  die  solcheo  Tleiss 
gethan,  dass  die  Febdt  gezwnngen  seiiidt  werden,  edicke 
uber  die  Maur  in  die  Wasser  Gtëbci»  zu&Ueny  eüAt  aafi 
'dem  Platz  zubleyben,  dan  der  Sckarmatzeli  von  8  Dkr 
bis  aüff  11,  gantzen  9  Stwnd  geweiet,  «ibobe  «bcr  sitk 
gefiingen  zugeben. 

Goit  der  Allmechtig  bat  den  firemmen  Gatholisohai  ge- 
treilen  Bnrgern  gleichwol  gnedigen  Sieg  «erliehe»rfWMh 
ikrer  aber  30  an  der  Stat  todi  gebiibea  nsd  M  schwet* 
lich  verwundt,  also  dass  ihres  Leben»  klaine  Halbaag 
gewest.  Auss  den  Feinden  nad  Holachischen  sefaidt  iier 
in  der  Stat  gebliben  ober  263,  under  wekhea  die  iw^ 
ledigen  S(dine  des  Printzen  von  Oranien  und  Oaaimiri»  ia 
Haubtman  von  Ostende,  item  der  von  Hemert  unnd  Iwck; 
'etlich  wollen  auch  von  den  voo  Isselslein  unad  vileo  ta- 
dern  Heubtern  vund  vom  Adel  sagen,  sonderlick  von  d» 
abgesetzten  Irtzbtscboff»  von  CöUo,  Tmchsess  Bnidsr.  Ibr 
80  seindt  auss  den  Statt  Grttben  gefiacht  wonko,  31  f^ 
fangen,  auss  wekhen  hrer  26  den  Sontag  daniadik,  difli 
ist  den  20  January,  gehangen,  uiuld  edick  noch  bey»  Le- 


Digitized 


by  Google 


—  628  — 

ben  erhalttD  worden »  die  groue  Ranson  oder  Somma  Gek» 
umb  sich  snerklseDy  aabieten. 

Sft  ist  auch  grosse  Vermuettaog,  der  Graff  von  Holacb 
sey  aelbst  geblieben,  ersllich:  wejl  er  gewappent  angert^ 
vso  f  damach:  weyl  sein  Leibpferdt  in  der  Seat  geftinden 
vatd  daselbst  vom  Herm  von  Hielmont  nmb  100  Taller 
gdiauft  worden  I  uod  z«m  dritten:  weyl  anch  seyn  Leib- 
knecht  auss  dem  Wasser  under  andern  gefischt  nünd  ge» 
fiinden  isc  worden;  mag  etwo  an  dem  Grond  oder  sonst 
rerborgen  ügendt  bllbcna  sein.  Schlieslich  war  «nch  eb 
Itompeter  bak  damach  in  die  Stat  Rertxogenbosoh  kom^ 
men,  nach  dem  Gi^ven  unnd  andern  vom  Adel  eofragen, 
weiches  nit  geicheben  war,  da  er  under  den  anssgeschlo»- 
eenen  Renttena  imd  Eaechten,  mehr  als  nnder  denen  bo 
in  die  Smi  komaaan  sciadt,  gewesen.  Dem  sey  aber  wie 
ime  wcUe>  der  €raff  tob  flbknb  bat  so  wenig  Ebr  wi- 
der  4ib  ton  HeUiNigeBboach »  ab  der  Hertsog  von  Alan- 
ëM  Wlder  die  i^ün  Intx^  erlangt.  Weyl  dab  d^  Ahn- 
^Mi,  den  der  iPvillli  rott  Onmien  in  Brabandt  bat  lassai 
kommen  9  todt»  anch  der  Printz,  den  der  Graff  tob  &o- 
lach»  als  man  ihme  den  ersten  Schuss  zu  Antorff  durch 
den  Backhen  geben,  dass  er  nit  gefallen,  gehalten  ^  auch 
todt  Ware  kein  Wunder,  wann  gleich  diser  Graff,  wie 
man  sagt»  mit  indocas  gangen. 

Reconcilieren  oder  sich  versuenen  mit  ibrem  natürlichen 
Herm,  dem  Eönig  von  Hispanien,  bat  vor  funff  Jaren  die 
zwey  Lündor  Arthois  und  Henegaw  fiirs  beste  angesehen, 
nnd  under  andern  viel  Stette^  als  Gendt,  Bmge  unnd 
jetst  Brnssel,  ja  anch  Antorff  selbst  dasselbig  darfur  ge- 
halten, wan  allein  der  Magistrat  unnd  ihr  Aldagon,  dass 
ist  Gott  der  Fhilisteer,  dass  guet  Furnehmen  nit  verbin- 
derten.  Zwar  dem  Kiinig  stebet  jederzeit  sein  Handt,  Gnad 


Digitized 


by  Google 


—  624  — 

zueizeigeni  offen.  Der  PrinlB  vod  Parma  kat  diesdbig  de- 
nen  van  Antorff  mehr  dan  aonial  aogeboten,  die  mfigai 
nvn  hinforo  seben,  daas  sie  die  Zeit  ilirer  Heimsiichvng 
betrpchteD»  damit  nit  wie  yorzeïten  es  inen  ab  den  Jü- 
den  luhauss  komme.  Die  Ketten  an  der  Schelde  werdea 
ge8perrt;.die  lesten  Brieff  des  Printzen  von  Panna  seiodt 
an  die  von  Antorff  scfaün  geschrieben;  den  Frantcosen,  wie 
die  Erfahmng  mitbringt,  ist  nit  aller  dings  znvertrawen; 
die  Ton  HoUandt  und  Zeelandt  werden  mit  der  Z»t  vil- 
leicht  ibr  Gnad  bqr  detn  Ettnig'aacb  erlangen»  and  ist 
.mitnichte  znzweiffeln,  alle  werden  letzlich  ihrem  Herm 
bdokcmimen.  Die»  so  die  Cbad  ansascUageny  tibel  anfidi- 
ren;  die  aber  so  des  Eönigs  angebotne  Güte  und  Milde 
annéhmen,  nit  weniger  als  obgemdte  Stet  nnd  LHnder  der 
Gnaden  fthig  sein  und  derselben  genieasen.  Dartm  wüUe 
innen  der  allmechtige  Gott  belffen  und  ein  jeder  frommer 
Chrbten  Mensch  raten  und  hertzlicbe  Eigerang  thuoi,  auÜ 
dass  je  ein  mal  dem  verdriesslicheny  aucb  an  Leib  und 
Seel  schedlichen  Khreigswesen  und  Unrath  endtUch  ab- 
geholffen  werde. 


ff^  Dese  GrvndtUDhê  Erclarung  is  affednikt  niir  het  eenif  be- 
kende eiemplaAr  (gedrukt  in  4».  en  groot  7  ongepag.  Madi.), 
hetgeen  Toorkomt  in  de  BtbüoÜiêca  Duncama  ter  kooinkigi» 
hodierij  te  *•  GrtTenhage.  • 


Digitized  by 


Google 


ODB  TRIOMPHAUS 

Clfll  SILflIDDCEMIl, 


ATITHORE 


i^Brctrao    uü^'u^e^euie'r. 


PaaL  ISO. 

Omnifl  spiritus  laudet  Bominum. 


SILTABDUfilS, 

SUB  BIBUIS,  APVD  lOAlUVU  A  TURNHOUT. 
M«  m.  I.»L1LVI1I« 


Digitized 


by  Google 


Digitized  by 


Google 


DOMINO  GÜILIELMO  A  LAËRHOVEN, 

ATOO  SILTAHDUGD  GATUBBAIIS  EGCtlSlAl  PUSBTTEIO, 
IK  CAPELLA  BACK  (1)  BtNEnCIATO  HABBBOrTABIO, 


Cum  OHHO  n^\  tempore  saneitie  QuadragêHmae,  qmo,  net- 
eio,  tpiritUf  aUiqah^y  Sil^amducUy  iter  in  Galhbrabaniiam 
kmbens,  venisêÊmy  venerabiliê  Domme,  iilnque  eauêam  eueeepH 
itinerU  aperuissem,  êiaiim,  fua  ee  humaniiaiey  mihi  coniune- 
luê  adeo  ease  coepisH,  ut  iua  omnia,  quod  proprium  est  afni- 
corum,  mea  eêse  faceres.  Nihil  enim  in  manu  tua  esinde  fuit^ 
quo  mihi  peregrinOy  è  suis  expulso^  omniumque  egeno,  non 
succurrendum  esse  puiares. 

Quin  cum  forie  foriuna  eura  animarum  apud  D.  Petri 
aedem  actu  vacarei,  et  me  ad  eam  ^reverendus  D.  Dominus 
Egidius  Grooiius,  Boemelensis  decanus,  qui  eo  tempore  apud 

(1)  Saeellum  genii»  Back  hodie  inservit  cMlodis  êcclênae  habiiatü^ 
ni.    —   H. 


Digitized 


by  Google 


—  628  — 

Süvam  esulabai,  iünere,  quod  fmiê  omma  plena  perieuUê 
eêsent,  diuuaao,  venerando  capitulo  nosiro  commendaiiÊm,  qvod 
mê  a  pluêculiê  annii  novisêei,  êfuderei,  fu  impiger  ad  humt- 
igendwm  negoHum  intercesêor  ib<u. 

Sed  ei  foriê,  ui  fit,  conficiundo  negoHo,  me  pasiea  oocu" 
patOf  êerviUum  eiusdem  curae  meae  UHo  irimeetri  eponie  om- 
pUsua,  fideliier  ei  gratis  êupplevUii, 

Nam  obêidione,  qua  iunc  miles  Germanus  escludebatur,  ego 
praepediius,  reverti  paratus,  Silvam  intrare  nou  poterom,  ita 
quod  neeessiiaie  coactus  in  fFerdaeam  accitus,  capellani  ofj^ 
cium  suscepenm,  donec  è  Moto  capitulo  nosiro  inde  revocaius, 
obsidione  soluta,  rediius  mihi  ineoiumis  in  Silvam  forei. 

Ubi  iu  non  segnis  hospes  meus,  domum,  mensam,  omnem^ 
que  chariaceam  supellectilem,  quae  tibi  non  vulgaris  est,  nof» 
'  tris  studiis  aecomodasH.  Sed  et  interim  amicus  nequaquam 
esse  desiisHf  eumulos  cumelis  benefidorum  iuorum  adjioimUf 
ui  non  immerito,  eius,  si  qua  sahts  e»  meis  laboribus  Silvae 
accessiiy  pars  magna  haberi  poseis,  ei  debeas, 

Quae  cum  iia  siniy  Dii  me^  vereor,  perdereni,  nisi  aliquo 
signo  promuun  animi  mei  erga  ie,  tantum  benefaetorem  meum, 
gratitudinem  iesiaiam  facerem.  Nam,  ui  Hesiodus  aii,  ingra- 
ium  oderuni  Diique  haminesque  pirum. 

Ei  quia  iribulationum  mearum,  quae  mihi  plurimae  in  Silva 
Ducali  acciderunty  firatemo  animo  particeps  saepe  fuisii,  ute, 
aequum  esse  dusi,  gaudii  quoque  mei  ie  socium  habere.  Quod 
tamen  nuUum  aliud  est,  quam  Ode  iriumphalis  Civium  Sii^ 
vaeducensium;  ium  eiiam  fuga  eorum,  qui  hacienus  perseeuii 


Digitized 


by  Google 


-^  629  — 

«iffil  «brtom  Dommi,  eo$  proêcqme,  qtiilmê  e»  ofjicio  veriUh 
tü  ineumbit  onnfinHaHo,  Cathölicae  reh'gianiê  per  verbum  oê- 
êerüo  defeneioque. 

Ne  ergo  benefacia  fua  male  locaia  erga  me  esietmare  poë- 
sis, (nnice  frater,  ac  proinde  benefacia  cum  Ennto  matefada 
interpretari,  oden  viciortae,  fugamque  inimicorum  Sihae  Du- 
cis  cum  eis  f  quae  sequuniur,  Hbi  dicaias  esse  unioe  volui, 
nihil  diffidens,  quin,  licei  parui  laboris  sini  istae,  grafum 
futurum  sit,  memoriam  beneficiorum  in  me  iuorum,  menti 
nostrae  adhuc  haerere,  et  vivere.  Precor  itaque,  ut  dsgne 
suscipias,  ac  laetabundo  affectu  id  nobiscum  agas,  quod,  so- 
lent  in  Domino  recie  triumpKantes.  Fale,  et  me^  ut  facisj 
ampliusl^ama. 

€lBmAmnWJS  BHWJBMOBMéABH 

tui  semper  amaniüsimuê. 


Digitized 


by  Google 


LICTOIL 


Pêallenie  regio  propketa  bênevole  lecitMr:  Laetabitur  iiuUu 
eum  viderii  vindictam  (Psal.  57)  j  et  filio  ipsius  paciflco  Salo- 
mone  dicenie:  In  perditione  impiorum  erit  laudatio  (Cap.  11}: 
quod  Mcilicet  .homine$  pestilentes,  uii  idem  dicit,  diêêipeni  ei- 
vitalem,  turn  maxime,  cum  sumserint  principatum  (Cap.  27): 
bUuphemi  auttm  aectarii  id  sua  Antichristiana  impietate  se- 
dulo  agani,  propter  quod  nemo  non,  qui  Chriatianae  religioni 
addictuê  est,  de  interitu  eorum  hetatur,  ei  gratioê  agit  Deo: 
oden  hanc  triumphalem,  nonnullaque  alia  huc  fadentia,  in 
honorem  civium  Silvaeducensium ,  quorum  docta  manuê  bello 
Calvini  lusuriane  lolium  in  medio  agri  sui  succidit,  ecripsi, 
non  quod  velim,  aut  optem  malevolis  istis  perditionem  suam, 
êed  quod  praeteneione  esiremorum  malorum,  in  quae  eerfo 
eortiue  inewrrwnty  territos,  ad  meliorem  mentem'reductum  tri 
magis  cvpiam  (Psal.  138,  I.  Ioh.  6). 

Siquidem  Dei  inimieoe  diligere  non  iubemur,  eed  odio  km- 
bere  perfecio,  quemadmodum  David  res  idipeum  ineinuai  di- 
cenê:  Nonno  qui  oderumi  te,  domino,  odoram,  et  euper  inimi- 


Digitized  by 


Google 


—  631   — 

eoê   iuoê  iabescebmn;  perfecio  odio  oderam  illoê,  êi  inimim 
facit  êuni  mihi  (1). 

Hoc  rero  odium  non  orat  pro  peccaio  ad  mortemy  quale  eêi 
cmniê  bloêphemia  êpirituSf  ea  spe  reminioniê,  anie  veram 
cordiê  converiionem,  qua  perfecia  chariias  orat  pro  peccaio 
non  ad  moriem,  eed  opiai  erraniium  viae  sepirie  epinie  ei  Iri- 
buUe  vexationumf  quo  ulteriue  esorbiiare  iaedeai,  ei  ad  me- 
liarem  frugem  eibi  redeundum  eeee  cogiieni,  inque  iuiieeimum 
deêeriae  matria  euae  eooleeiae  emum  eeee  recipiani,  ne,  quod 
horrendum  eeee  apoeiolue  praedicai,  in  manue  Dei  viveniie 
mieeri  incidani. 

Hoc  igiiur  odio  perfeeio,  ei  quid  eUiciiue  in  hiece,  ei  in 
aliie  meie  lucubraiionibue  in  superbe  erroneoe  dicere  videar, 
cum  Davide  pastore  regio  id  me  dicere,  intelligae,  peto,  Uc* 
tor  amice  ^  et  vale. 

(1)  P9rfêctum  odium  perfeeta  ohatitoê  ui  es  parte  dxUeti  non  diH» 
genus,  Diligmiis  inqMam  non  ad  id  quod  pst  is  qui  obstinate  srrat,  êsd 
ad  id  quod  non  est  oio.  Dso  missrsnts  osso  potost. 


Digitized 


by  Google 


ODB  TRIDIPHAUS 

CIVIÜH  mVAEDDGENSlDM. 


Invictae  frondent  speciosa  cacnmina  Silvae: 
Est  Regina  Babel  sanguinis  ova  mali  (1). 

Conferet  aestiva  Silvae  recrearier  aura: 
Omnibm  ex  aequo  pax  ubi  grata  viget 

Nop  timet  Hesperiae  Regenii  Regemve  polomm  (2): 
Libera  quod  pacis  filia  prima  fhit  (3). 

Catholici  ciyes  proprium  fudere  cruorem:    . 

(1)  Qnid  nequiiis,  inqoit  BoclesiAstioas  XVII.,  qnam  qood  «OEOogiisvit 
oaro  et  Mnsais?  Et  ergo  Regina  Babd  meretrix  iUa  Babylonica,  metriz 
languinis  digne  oomedit  firactuiii  oogÜetioniim  suanim,  ita  at  beatnt  di- 
oeodos  lit  iUe,  qpk  retriboerit  ei  letribvtionem  muuHi  qoam  retoÜMBt 


(2)  Sicui  aliae  ciTitaies  rebelles  ac  inimicaei  quiSus  luctiiaaa  impen- 
dent  ezitia. 

(S)  ReoonctUata  nimimm  per  pacifioationem  Geloniensem,  cniiis  Tigore 
a  tubdola  poteitate  statuum  -  qui  ex  nomine  Eegia  contn  Retvn  9  ac  bo. 
DOS  mores  imperitabant,  qnod  interregno  finem  dari  per  lohanneni  ab 
Austria  Regi*  Gatbolici  fratrem,  noUent,  sieoti  adbnc  apad  Htrflandos 
▼iolenter  id  poMidaiit  -*  ett  eruta,  Uberata,  aeptrata. 


Digitized  by 


Google 


Id  gladioy  te  aren  ^1),  templa,  focomqae  teoent. 
Conferet  ninbriiem^Silvae  residere  sub  BDtris, 

AjlDpuid^  tmbis  ^t,  uhi.  summa  quies. 
Hic  salientis  aquae  shicnti  vena  reperta: 

Bis  panis  vivus,  est  cibus  ipse  datus. 
Muscosi  latices,  sacri  scatét  unda  Lyad: 

Fons  ?eri,<tSil«t%^]fooa;(2)  sUieotts  «rat. 
Et  fluit ,  9t .  pluqidQ  latois  fi^rt » mUrtnure  Neetur :. .  / 

Q9)i;Aki|ji|iilr.$UvAm  cfuKftrrat  iUe  ptod^m^      :    / 
Hand  pu9eWtl^S9llti%>i^i4«^)pM  ^ans^    !ia}eb«Mt: 

Artifices  taxos  utilitate  probant. 
Sola  Brabantinas  inter  felicior  urbes, 

Nuffline  tu  divum  Silva  Ducalis  eras. 
Prtncipto/iiiirtilciiï&lto'Wiïh  snpëraUlui  èstoy'   <  •  '^ 

Nee  Groedftil|iei'ttrtiilfii»  act»  di4o.  '^ 
Interoepta  (3),  tarnen  eprrepto  Marte  triumplias: 

Fortnoata  cm  militat  nsque  Deus. 

•     'f  ;•    •  .    :"   •  '       .-isrijr'     .        '         .  "      ..  •■       .         •  .    ; 

(1 )  Hoo  autem  tritec  pdtitwimim. AoeMII  looilns,  U  undetikM  di»  mÉ^ 
l«6eplMabnii|j«Bo  Tflu  qiwttd». fcdwifwurü y -yoHai»  »iqÉMn  «oMmt.iVttch- 
1 ,  ▲npUi«  fimiiUao  ebm  Cmba»  aeoiftac ,  tl  civaciaiii ,  plnsqwal  A- 
i-hoMè  a^ert«ni€eBa«ni|ii<;a.'Pritiia  dioineDtUIaiüranaa^98.4|iiikAB 
iidae9«ti{iiceCiam.ii]teiui«ado;finDaBda6  Timmakt  iPlimieottwie|.qaÉti 
^ióQMit«eeasioii*^iQBfatni.  iaf»  lÜBtoi  adrynoKioi  Mnafoènfliotu»  eet  Jidii- 
UrtL : %,  lKe'0e8ilii%  nate  moBkia  lannavyi  ttiiio.86«  q|bandi]i  pEodhSonia  uk 
jB^gduoticirÜktaa  mtÊff^vsm  për  pnmiiotain  étiatt  portam  Kdaai.-iMiTcHarii 
mailde. iMB'Pbnrle  .l(iitfitfiti>(iioo« ' aateaniBa  fiUfam .  B^|litatt  êMiattt)  acca- 
panmU  Ia- quibafnpciififcto'  diilcUMBns  éasiboa  dilïmflBi::€!ifei,Jkd  ipps 
animam  firmain  suppeditante  Silvaa  aua^  lieatiaa'iiaaiilaüi.  tioaid^piiaiy 
aliasque  nomrallat  pia  dezteritate  in  tv^m  egeraot,  et  eduzerant,  Deo» 
Begif  et  sibt  in  primit  dTitatem  eam  Religione  avita  fervantes. 

(8)  Irat  Tero  in  die  illa  sermö  IMttWil  pretioaot.  Tantumqoe  hanseraat 
de  Catholica  Eeligione  inteUigentiae  Cives,  nt  pro  illiua  oonservatione  et 
pastomm  tnomm  salnte,  dimicare  non  dubitarint. 

(9)  Unint  opera  fabri  lignarii  hoetit  de  mane  cnm  adbno  crepoicolani 
diei  haareret  intromiisni  est,  Gtibus  nihil  miima  napicantibiif. 

C.  41. 


Digitized 


by  Google 


-  ea»  - 
C0E0SI8  HBEOICA 

AD  106,  QUl  SIÉmO  SAIÜTS  PATEIAA  NOU  PKPIRCEI^UIIT, 

cm  «A4TIAEÜM  AOnOlll, 

Porparei  vere  testes  Regiqne  Pbilippo 
Tos  fidi  CiveSi  Silvae  vos  gloria  amoenae. 
Teitra  mante  domuit  Yitaloa^  ralneni^  htpomm 
CoDtaditi  ae  fiigintit  Ord  cmdeKa  Sflvam. 

Vul.  es. 

Süra  tue  laviies  non.  eitikigiieBtiir  is  «entti» 
Donec  ab  astriferi  los  fltwi  axe  peli 

flïlS. 

.....  '1 

kit  antam  iUe:  Skui  doot  eUyn  mtdê  groot,  Temm:  HOR  HAIS  ^  od- 
|ilv  Mè  MH  poUaki  hm»,  lam  lanoirif  tda  hti^iiiaa, 
.:  4(iMalMihff«ni  Mftiai  rattwqiim  aoliif  llb.  Bei  tiMm«Hi lamdMle,  l«i 
OffhuK  nutimi^pio  pcnusn  oMMtantit  pwoMlfloto,  ncoflBHf 
JknpditaU»  ftwnt,  tUn  «un  inlcrti,  p«rpoü  ommséw  «t. 
(Mm  ipPMt  oopoa  ndnlae  Amvb,  «i  poitee  Mpimanlo  antüi 
pnaelpitio>nina«inr—  (te  oitini  peeëere  étkmk^  «Dl'beBn^  Xnae  aaeHi, 
•bomodnai^  MUeoe  Bq[iiee,P«l<eq«ft|  ptrefln  Teetaai,  abL  Put  elii  In* 
.Baal,  elii  vix  ftme  reMacli,  Vofanaiteni«e  alii,  «otpam  aiida  lako.  m^w 
aobat  Ijtipm  Befbaie,  fatriaeqoe  fdbeUee:  Oooldit  eBremÉpMedo  laba- 
^^e  toae,  O  SUm  ideoqoe:  Ta  ouio  eaeeaalpaliantia  kn^iJMlBnaBi 
tVa  ^ptÜMi  «(Biritwflm  prapaa»  Bonia. 


Digitized 


by  Google 


"  'rnmnÉÈÊaé 

,  ;P8UJ|.6.-;    .     „:  ..;•.,     •.    c'-'/[ 

. .  t'. , ;    .      .....         ....    .  i,.         ', . '  *     .!     :  •«> 

Torpiter  dectiis' (1)' SflVé,  qtdd;  liacfd,  dièatiir 
MeDtem,  Ch)ns!Iiiüii;  ^emqué  péHra'miU  "' 

Spes  eM^d  Médettf  (k)'i)Kttfè  ttdM  ttkttiL  '  '  ''^-' 
ist  iteruD,  m  Vided,  Mérit  n^bi^  f&gieti^:'    ^  , 

Nee  diü[>inir  ifi^MrM'  sédibès  qUé  qides  (8).    -     '^^^ 
O  Pater/ibgettttcft',  qiuiDte  est  padentUt  raming  ' 

Qood-ii^é^  ktt^(4)  Mundi  nostn  timMre  ikeq[«ir^ 
Hactenus  andendi  iMMs  ^tohie'  i%itt'  fuéfttfit:  '    '  * 

Sant  excnssa  animo  sanguinis  ense  (6)  meo. 
Qoi^  luyat  JHttjiCiia^  tajBtcjs  nffs.^^.^jaiiiijicPf  7   h     . 

Belffaiiim  znacDiiiii  nolle  Wdeie  iBuoeniZ .  ,  .- .  ' 

flUiTerat.   Papem  hloei  midê  Burghers  gott  ..  ;  .    7   .     ;•  '     • 

(a).  Yi  et-4olo  fU  m^]^  F<l^ffl9*?tj  flw.,«w  Ificflras».     :  ,       - 
ff)    lloa  Ml  pu ,f.ii^  ,/dijfit  B«.D9J|nii#|^4^         pai^  pine  teritfte  floa 

tolicum,  Dd  Tirtatem,  Qiristi  Xaangeliumy  mora  eormn,  qqi  ^iBi||it  té- 
nolms  looenti*  ^    .      .•  .■ 

(5)    MiMis  (Ró)  exercitilnié  rais  nnraiait  nomicidM  senrorum  snonuD  et 


Digitized 


by  Google 


—  tóe  — 

Yincimur  (1).    AmtraU  pressi  grege  Cttholioonim 

Fioibtts  et  caraê'peHimnf/'liéttvPdtriae. 
ViriJN»  €9t-  t«iuiUy^«(pikl«'aoft:«gini«y«oWD^^y 

Consiliorum  apices  lyidifuyglQ.  love. 
CSastelIae  Regi  C  C  dederimus  et  Hercle» 

(Inde  magis  nostri  fortU  et  ultor  erit  (2). 
No6  linqiiunt  oinnesy  Regrda,  Ducesque  Statusque: 

Sttiltitiae  plennm  fidere  Frincipibus. 
Reddiderant  nobis  sedes  lacrymae  Crocodili: 

HiDC  an  fprtuDae  contigit  esse  Qalae  (3)7 
Sed  Gandaveosis  ubi  dudq  ^UDt  organa  pacis? 

Perpeti:^ ,  EdkjiJbrTOi^  paat^  u^? , j, 
In  vannm.lifuijt,  uj^arje»  et  ^(ller^  j4«bep  . 

Lwtificfif.  .]p/rtri«^  fJa4«$.^qi|«t  ijtpifwiuiaa^iii? 

I!fgo,i9a^it„ndbi^;alfla  iai^^,  PM|lp;(4). 
Libertas  |;dei.qp|^^«^f.;S^b  4>i^^^  .; 

Est  ^,  ianpi:  9Q9f4$  lpeIlJ^ibtta.ac^  fei;j|».(8). 
Spf)$r.ef?t.  .(^  i^iirps  ^taib^i  hoscNmuhüui!  pacU 

Omioe  6)plk^,iii>Ua.  viAifie  «al^ 


(1)    8ed  'si  TÓloineht  qaasi  'llumen  aBmidans'  p«ióem  balraifltent. 

(a)  Divina  proènamtifc*  industriA  qoae' Xccffèttae  ikmmi  tidentiir  liaere- 
tieit,  io  ipsius  luera  Tertnntor. 

(9)  He  dnèita.  Htm  ódfo  ^i  D«o  ónmir'tir  duplex  WÊAtaé.  -ifmn  et 
callidi  proTocBt  iram  Dei.    Iob  56. 

(4)  Qui  in  altum  thittit  lajplidem,  inqiill  locLSSumcm  t7,  soper  ea- 
pat  eios  6adet.  Item:  Qtiï  lapidein  statiüt  'jiMxiiDe  Sbö,  offeiidet  Io  eo. 
Verianma  namque  est  divi  Chrysostomi  sententia:  Neaiincin  laedi  nisi  a 
sèipso.  Qmlytis  naaqoe  ibeJIük  Tdltiemnt  STertere  serYituteiDi  iisdem  «^ 
oersientnt  eam.  ••:....  •  1  •  . 

(6)    Ita  est.  Nam  in  boe  seirit  bellom  flageUom  inondaiis. 
(6)    UuMsei  iste  eam  paoem  essqLiATei^|am.j|iiapaHe8adi 
I  libarlateni  perpotne  oofi  |       ' 


Digitized 


by  Google 


Faniinnrjj(l)>Tcapo;ctiw^  s^  c^ijjdju^  i^H^i];.  ^[i 

Et  sqntleDt  dajcis  ((ermjtfia  ^opif^Jiacri;)  / 
ElTngii  ooe^i  pq^fqiitjpoiif  ip(^plius  cssc..    j.;, :  :/ 

HnmiDiL j^Qs,  .apctant  t^tUiu:  BJie^us<{Ae  .uk^ojfii:* 

.Seryit  yipdicUe,  qu^ÏBU  f^lqw  focp^f. . ,  ,:  y 
Coelum,  ^r^{^9  ,S^M^  pc^iSi  ady^rs^,  Ti4f&t^;;     ;* 

O  cnidi  B^aitis'ipra^lj^  ^ïra,.(2^  mflW3.  ,  ,  iJji; 
'Cfedo  fito  (i3)v,  Qa^  eoi»  tj|^i  Silvq,;y^eh0fr,iii;jHl^ 

Amplius^icjijt  4>P<Qipj<  ci;ttf  .,(4)  piaiffli?  wihs 

Iipssa  daJ^i^ealiis»Jïfa^pi:qYiifiie  ipse  magister:)  !  ;. 

Proxi]aiia,exU)emo. ff^^va.  es^.ecce^  nia}p,;,  ^^ï. 

Subiigo  ^Mu^;^^lcijt>na.|fp3ci  vpeia..;.       .^^^ 
Temporis  eiigai  fnerit  lux  uhima  Mundi, 

Qoapdo  Dei  (6)  soböles  pellitur  e  medio. 
Sic  patilps  fagimus  larèsy^et  dafcibus  arvis 

.    .  fomi  jiroprüsi  opgioiiui  ira  Jbraa  (7). 

*  ^  '  .      «     ' 

(1)    lüi  promii.    Ham  rahmti  M  nanet  in  •eCeraiiin,  perBontibn» 
haereticis  mia  oom  dogmatibiis  soisi  nt  soleot. 
,  (aV  Hoio  noda  duro»  adbibilHii|  «rt  .^oqiis,  ^19  aolaiam  robttv  iCïni- 
titmi  ab  ittiotta  eonicientiae  Ubertate  ad  fidei  obediifiliaip>  diiuiiAqiiit- 
btt  mandatanii  rerocaret  errones.  *,ir 

£^   T«P^4«fagit,  »•  i»nff?aptwf  poeoat  dans  «w^lur  legUN». 

(4)  Et  qoem  crux  latronis  seqaUor,  da  Grnoe  GbrifÜ  ftolïari  aadal. 
9«d  cama»  iMui  paana  CrncaaDL  di«Qc»U»<        . 

{9)  Ubi  .fnb  •piritoali  iataUigepKia  falatur  sa  «pirilv  saparbiae  «filataai 
fM^ey^tqne  a  fim  Domini  «Kiorram  idqii^  in.b7a91e.et  sabbatbo io^ptra 
fCoawM.mn  DQiaipi,:l|iim.  a4r  ut  loleot  ohwHata  ^vMmi,  ao  baiM#,ig^<- 
fibut  deaUluU;  ..  1  •..->.  «.:  •.     :    i 

(9)  tft  aan  maatiraUtfv  dlaboll  dioaret*  Ifam  oaMu«.plftatati«y<qii«m 
aon  pUmtavU:  pater  vsmmfiük-ówdimê,  eiadieabltiir4  XAna<  1^<  . 

(7)  .-.Kd  doeootii  tMliavpMar  mbaivda  aUesQ  nitide  vb^  8u|«daiB 
wliBiwmtoail  MeiiM  aaM^ipMMi  aUvarft^  |iwi^altoafBfata^aHa.«iii9, 
idqae  Cbpbfi  faa«ila/:iial«pNaaliia»>ara«a  Wifaaaa  ad aa taii0f.ad» 


Digitized 


by  Google 


—  6S8  — 

Bt  dieimt :  heram'  qaó  mtit  sé  ptöripir  illë, 

A  fiicié^R^  fiÉsa  teneré  Oei?         *  ^ 

At  male  pro  toto  Iterbom  dimitiitür  anro: 

Pluris  ego  facio  (1)  dogma  doate  mèimt' 
niad  tgó  ienéOy  seqnófi  osculor,  id  veoerari 

Non  eesaOy  pleimm  ait  liêet,  ecce  (2)^  éraemn. 
Tantisper  fagiaitiy  qao  non  türbatio  spitet, 

Afflicto  donec  detar  et  alta  ijuies. 
^mrëstphaley  qdd  me.visi  tttr  me  kon  desem  ergo? 

Est  misero  oeleii' iimi(i  opus  ire  jpede 
Ad  Geticum  lithis  (tëc  einm^itie  piMbüs  esse 

PossaiiatiSy  assumtae' stante  timore  fogae). 
Transgredithnr,  Naso  cpio  pnbns  vènit  ab  nilie; 

Forte  pedem  hssis  Bgere  si  liceat  (8). 

I  .•        <   _ <     tl        I . .        1  ,« . 

.,.  ^  ;  ,  I>AI.  ^• 
Htd  aaUulai  m  iuititü$,  $t  lo^miiMr  vftiiaiem:  fwifnjieii  aimriUau 
ê»  eakÊmnia,  êt  iscuHt  mamu*  êuaé  ai  auud  mwêrw:  91»  eÜmni  amrm, 
mê  mmdiat  iomguitum,  «f  AtOfê  ómUêê,  nê  «Maf  iMAn»,  im  tm  êm- 

ruria* 


■HKi'  Iio0i6  poüiiii  tflÊSB  p^MStusK  péA^  tun  voib  ia  looo  jpnMifl6 


(1)  Stram  onique  pnlonim* 

(2)  Agpotoe  >fi<i;intoui  wBdbM  httïm  liypecriüa',  it  attii  j 
MotenliMBiiit  fiieUtaè  pÉÜMtur»  :  '     ^ 

(S)  Hio  oom  wloduf  Euro  in  «Itftriorém  tl^èsiiMt  "WestpMIriaii  fa> 
'*ctdii  iD  ittbiil<3tim|  (TC^Gi  porbonim  ssb  épströtio  pMowtsm» 
'■^  OÉUsm  Urn  oelerii  tranaittis  iiM|airétts,  nimndoram  putev  ear- 
NpCai  Gntifeut,  petüi  dimi^tl,  tum  Dtoümê,  '«^tftfé  in'  itfaMe  ftMMoa  A- 
dioiifet  de  erigenda  nniTeniteto  in  Phrysta ,  frontitpïcio  Béitennitt,  in- 
(HdflKoa'apttitUrMii,  «o  proinde  M  timere  W«l|Mi»e  tMniori  piiiii- 
tionem,  ^ifif UtfMiqae  in  ea  mm  aadete  'ecAtiialiaai  Md  aoiaüio  fagBt»  ai 
fdrti»  'nakiodt,  imde  mm  sit  dMUila  üHoaülaai  OdÉanvai  Af^flini  lia- 
iMT/iMttk  ilaMra  üaaiiai  ln|;n«rièt  ,•  BaUgio  ^  1 


Digitized 


by  Google 


ipocfii  EiusDBi  mmm  immu 


fsbD  88B;TITIITIB  0RI6Ó. 


ad  rkaw^^^mêOM. 

Hens  e^'Servftfiy  non  libertatis  orig(ó: 
Irritare  Dêoi:  tóUere  Sceptra  DactA^  '      '' 

Non  énif 'tSmsti  'Re^^Attin;  qulaecnnque  ^toi^i:    ' 
Nee  peli'gó  PeËn' mersérit  tdU  ratem.  ' 

Haec  est  Arca  Dei|  pluVm^quae  fertnr  in  ahnmi 
DeposittuU  fidèi  êèhfét  nt  incolmne 

Frincipibns'  finódi  sfetit  hkeè  Mkrpesia  cauty 

Flncüvagoa  óöUbs  f^i  ^  ipsa  Hkris:  '      ' 

V  >it....<.'        •      -  •     {i  • 

i 

imnm  IbsM  deCeiittet.  Qbanl'  aAaiinilt'  Ulé  poik  tod  ^oIobiIsmi 
TiotoriM,  tlqpe  .tHbmphotf  iieiiip«^  CkMifni  lobar  fraetom  Itocre, 
detinaii  eom  ■mpjlfii»}  carioniis  4e  ajijs  iBterro^tionem  fi^niai.  8ed 
Doliiit  tnntfosa  oam  Philosopho  rao  miiiiuf  sermooinari,  quod  •cUioet 
Iblioniai  fn^ote' teM^to^.  Astutus  tü  te  perditum  nt,  Gdnui  iita 
Gtidad.  TeniMf'oaiir  afbuo  propenmtom  deüneret  lubdcni.,  ftidtttHmi 
iprim  derideni,  siod  j^soiMniU  Toto  set^.  fkbli|{ant  Deo  .qiio^iinU,,«iS^ 
rendii  ii  pMwt  ab  importuno  iUo  luMnine  libenri.  Quod  ai  aodifit 
QiMniiieiiiUiM  nympha)  ilico  defoendit,  eripuit^ue  eum  e  manibói  üiIk 
aldi  voÊMtfoé'  ire  vkdi  soatt.  StnpeiidÉ  rea,  didfeU  kk  tia  SeblaatU^ 
quod  non  didieerat  i%palrya,  Düa  ^enipe  dandi^.^aiq  pro[  :^^la,0al1ltia. 
8ed  sant  pericaloai  hoapitcai  qaoeoDqoe  tenanim  Teniant  haeretioiy 
Qrltts  Qiriiliani  peates,  tanqaam  oaeiaataa  in  Tia|  fiigiendi. 

,  St  qoidem  a  fade  Domini  fogioiit  isti|  Teram  iodioiam  illttti  non  ef- 
fïdent  AÜ'enini';  Ü  ipiis  In  m  non  lÉianierit,  'mittefo^  Ibraki  aioat 
pUnifla,  «e  amtti/ei  edliJlM  eom,  el  b  Isném  nitienC ,  e<  ardat. 

ia.  •   -^  '• 


Digitized 


by  Google 


-m- 

Dogma  recensy  Error  vetns,  el  violentia  caeca, 

NoQ  poterant,  NuTeiii  mergere  Fetre  tium,, 
Gaesa  quid  insanis,  maioracjae  viribosaaaes? 
' '  ■  Sörft  iBtérregBi  Méra'  fO^tt  ^tó7-      '     '<*'^ 
SaDgninis  effusi  viodktam  ckmitat  Orbis: 

Inde  tibi  poeDa  est,  gloria  nulla  cracis. 
Hispani  Teoiunty  Itali  quoque,  Yae  tibi  Guesa, 

Nunc  est  imperii  vis  peritnta  lai. 
Catliolico  Regi  taceat  ^tulina  prc^go; 

Exeat  et  Regno  tèrrita  fine'  malo. 
Nmic  CSalvine  tuum  yelletnir  tdogp^a  ^rue^tnlfl: 

Nee  stabit  Yerbi^a:!  ^saqve  tyraone  tv^na^  , 
Si  noodim  placuit  ^atibqs  .discredere  Iflfeis  (1): 

NuDc  ipsi  pereant^  .Dipp  toa.  rqs  agUurt 
Tnque  via»  qua  vicisti»  viitc^ris  e^4^ 

Luserit  ars  a^teoi,  sors.  cadet»  eocei  ti^i. 
Farca.tibi  Yeoit,  qqi.grass^baris.iii  agns:^ . 

Clamo  secnnis  gutture.  praedo  paris.  ^, 
Nescis  Aten  vitae  discrimiDa  (2)  tarda  parare? 

„Niraboc  si.QQ^  mpns  tibjleva  fait 
Perfidiae  sceleris  graris  tdlor,  Reottor  Olympi,  , 
'  ;   Ad'nibilum  rediget,  quod  fuit  'aUte  nihil 
Gens  quassata  iacet  te  proptér  Belgica  passim: 

Vulsa  nimis  rerum  corpora 'qnaeque  raunt. 
Dictator  siivae  per  desidiosa,  tot  annes, 
., ,   Arya  trabit  macros»  te  duce,  pauper  équos. 
Rnstica  cea  Phyllis  tenerae  premit  ubera  vaccae, . 
^    Hulsbti  patriam?  perdite  Giiesa  tnam. 

(1)    8i  pro  quia. 

(a)    Finifontur  Bii  laoe^s  Mere  pe4ef  pfoptor  Ur4itotem  aoeetnu  ad 
irtiBi  at  oom.  percntere  coepei;int|  i|Maqi  tardiUtpn  topplieu,  araWUI* 


Digitized 


by  Google 


—  641  — 

Per  te  fims  sóelemm  fliiit,  et  sentuia  malomm, 

Per  te  .mixta  nibait  sangaioe,  terra .,  mai^  ,, 
Per  te  parcentis  nulli  sunt  omoia  Martis^  , 

Est  rerum  quicquid  npbile  miles  habet  .., 
Haeresis  bic  flos  est»  scelus  exitiiJe»  cadc^iis»  - 

Haec.  est  ntilitas  dogmatis,  ecce,  qovL  ,.• 
Haec  tua  Libertas  Patriae»  qtioque  Relligionis^ 

Simia.  qoam  docuit  te,  Yitulusqoe  cacaos. 
Donec  in  Qqeanum.  protendet  corpoa  Rheniis, 

Servus  erit  Civis  milite  pressus  ubi. 
Hoc  opus,  bic  labor  est,  Dostro  quem  cootulit  tevo, 

Belgicus  ipse,  rei  flira  vorago,  furor  i 

Qui  nonduin  sociale  malum  copsomsimos»  eheQ| 

Plura  daboDt  nobis  crimina  nostra  jviti. 
Sub  lima  ferrum  patieDs  ferriigiois  esam,    - 

Sumserit  ignivoimas,  sed  sioe  lace. focus. 

FIKIS; 


•  i 


.  Eccusi.  27. 
La^üêö  pêmbuntp  gut  deiéctamiur  étuu  iuêtorwm. 

AH  «ARCTAE  ICSTIVIAE 

PATROIfOS  IRFEHIORIS  GBÉHAHIAS/ 

n  10,  qoos  vm  gor$dbtit: 

WËAT  wBmnmM,  mv  .wkm^at  mmmwifm  {Prouerb.  Zt)* 

CABMIR  9ABAB1IBTMU1I.' 

"  •    '  ii:    "  .»  .  •'»•     •.•»  • 

PB0TIU..14, 

InHMa  êltvai  $emi»m,  miêêrw  auiem  flfcU  pafukê  pêco&imm. 

Dictator  (1)  Imjis  firma  fifjgale  TriJbnnal: 


Digitized 


by  Google 


—  642  — 

(SVilnis  at  pax'srt/'sediras  atqne  tms. 
Iiidpe  institiam,  satis  at  toleraie  rebeDo: 

Debicos  est  Sceptris  restitoaidas  hcnor. 
lostitiaeque  vigor  Recri  domioetv  amore: 

Nea  (1)  Inris  firaenoi  deteriora  probet 
Incipe  iosdliaiii,  Deos  est,  qnf  praecipit  fllam: 

Ooddub  oris  relle  reteffe  maliim. 
Monstra  teoebrarwii  dispelIaDt  lumaia  Soliv: 

EoeÜpsio  (2)  cnius  sustnlit,  eoce,  Seda» 
Incipe  iustitiam:  praedari,  et  Tivere  nplo, 
'"  fonnido  casset,  suppKcramque  cracis. 
De  ooelo  stellae,  sF  qnae  cecidere,  resorgant, 

Lnmuiet  et  Nöctes  ordine  Inna  stias. 
Incipe  (3)  iistitiaiii,  corraptos  corrige  morea: 

Ad  inooh^ectos 'Martia  castra  doment 
Later,  Calvinus,  Meono,  tria  danma  Sororom:  ' 

Sq^niina  Belgamm  a  liaune  verre  procoL 
Incipe  iustitiam,  foenam  d.e.  comibns  anfer: 

Agmina  Calvini  sint  procul  acta  tibi. 
Haeresi3  est  propnae  pngnax  defensio  mentis. 

Qua  qui  detentns  non.  redit  unde  roit. 
incipe  f 4) ;  mt^fian  dumaLIoiri^  ^^alo  muuster : 

In  deUoquente^  iustiis  ab  <v^  JDens* .    . 

(1)  Tidi  «ab  Sole  in' loco  iocÜcil  impietaiem:  et  in  looo  imtitiae  iai- 
quiMem  et  dhi'ln  cbrAê  inaéo:  iosialuj  êtMniphiia  tMMII  9eai^ 

(Jt)  Fertnr  Dox  AUMniM  Belsü  BpéMopisf  düiqae  mugius  Tirii  ógmmk 
Hiimmi  aerntntem  dissnadentibas  et  deprecuitibnf ,  respondiite:  m  de- 
dmnm  Nammam  habitnnini,  ant  tolem  istom  Mectam  «ptendorit  fv 
pamirttni  ene.  De  coins  mum*  Hanpai  fjiyttaca  aooepüoae  Tide,  qoM  is 
/'A^tUr  B»^ttr«ii^  prfttik  ^Ürfoe  aaeroL 

(9)  CoDsnle  libram  manstri,  noitri  Hatthiae  BoncmU  S.  Theologiae  So^ 
loris  snper  Cleriémm  cüm  fütHiiU  cohttbüaiiéne  ÜÉno  8a.  baad  editu. 


(4)    Lq^b  Gapiit  Dm.  IS  pnlcra  looatione  trimenüne,  et  obaerva  gaai 
admodnnJiar^IiriiBlci  Uèlim  itièUbih^phdli  lidxtdr  ntteM:  il^  ».  m- 


Digitized  by- 


Google 


-  »»tó  — 

Tempus  adest  messis,  snpt^  snnt  impura  mo&astae 

Yiscera  Luted  porricidnda  ibras. 
•  lieipediistitiaHi/Rei  est  qui«idil^  ïlhnu'^  .'  :>«« 

Nobik  Mennonis  sedülns  ansa  preme. 
Kxuit  Üé  homiaéniy  pecus  incluity  ipse  ligi^ 

Inférni  viDclis/  nescit  amarè  bonum  (1). 
Incipe  iustitiam,  pars  est  qnae  maxima  pacis, 

CrimiDis  admissi  sis  reus  ipse  cave. 
Institia,  et  pietas  valigjae  snot  ludids  arces: 

Omnibiis  exemplo  proderit  ipse  suo. 
Incipe  (2)  institiam,  quid  enioi  trepida veris  ultra? 

Quassos  ab  opposito  turbine,  turbo  iacet  (8). 
Spe  vctpjae  peccaos,  ;veniam  non  ille,  mer^^;    :,..^J2 

Indignus,  venia  est,  ipii  immemor  ^t,  venfae. 
Incipe  lustitiam»  iacoluiais  tibi  virgula  inris  >     .. .. 

Floret,  et.  causas  s^de^  rescinde  malii 

Ecit:S6.  •   '  »' 

.'  .r,K>MiêÊfêamur  éapia,'9i  mm  éiBCêt  itmtÜiaMJ  ^ 
.H     '    !:;.      '.,  ...  ■      i         ■      '     .   ■        ^ 

I  dome8ii<9if:j,iii  8.  oiTiiMi  qvtt^  Vsos  aU^noei  noqpit  et  oolnit, 
eniri,  ^  anatheniA  haberi. 

(1)    £ocL«  ï4.  Stupa  ooUectA  synat^oga  peocanüumj  ét  ooüsóminaCio  11^» 
lomm  flamma  ignifl»  .'    -  <•■•  mm*  :' 

(8)    ld  «|to  Tuie,  /Qi  pfj^  tdk.wmtSQ  Oocidep^  «ixsiiiitj  ut  inzfa 
Lifteri  ^tirininm,  ad  talos  .aaqae  in  sanguioe  partimn  ttiim  nlus  aatia 


!« 


'\ 


/.      .15 


it'.-ffrV       I 


Digitized 


by  Google 


-  W4  - 

ANCILS  lOViS 


•f 


ADlIEilIILI:SEGTARIOE,VM  SÜFERBIA,  QÜA  DifLiTI,  CT  SVAI 
VOCATIONIS  OBLITI,  D£UM  GOELI  TIlROIfO  SXTRUDS&SHT, 

IfISI  SE  ELLE  INFERNI  CARCERIBUS  ET  POEIILS^  TANQÜAH 
nOXPUGNABIU  SUO  SCUTO  ADVÉRS^S  lIXOS.  TOTARETÜR. 


ECCLB.  10. 

Hoiiê  ui  Bes,  êt  ctaê  morütur. 

(vermis, 
■0B8.  Qaid  CiDerem  Cinis  est:  Cinerem  est  sub  marmoEe 

Tiribus  Herculels,'qui  modo  magmis  erat 
muio.  Carmina  salla  cado,  mea  Mosa  sepulta  quiescit, 
Errantes  ambras  loppitei'  ipse  premit    ' 
m.    Te  caro  mortalem  £ecitt  mortalibus  orta: 

Pulvis  «ras  vivus^pulvere  facUis  homo. 
V.     He  vigiles  Parcae  e  medio  rapuere  malorom: 
Ne  GeDius  Mundt  talleret  rngehium. 
,   V.    Sed  quoDiam  noluQt  homioes  sua  crimina  flere, 

Horrida  Plulonis  subvenit  aula  aigri. 
''-'V.'   Oarpimus  aeternae  inoriendo  mttoera  vitae: 

Et  bene,  diim  viiit,  qui  bene  viiit»  babet 
H.    Cogitat  boe  nemo»  Demo  est  qui  vivere  quaerit, 

Intonsos  Hontes  Cerberus ,  ecce,  vorat 
n.    Est  via  virtutum  facilisi  servire  Deoque 
Dulce  piis  regnum',  dulce  refirigerium. 
■.    Noctes  atque  dies  patet  atri  ianoa  ditis  (1), 
Quidqoid  mortale  est  crastina  Farca  rapit 

(1)    ViMiuni. 


Digitized 


by  Google 


—  646  — 

v.    Omnibus  est  clivi  facilis  descensiis  Averni  (1): 
Porthor  bic  praesto  'est,  sedulus  ille  Charon 

■.    Discite  iuslitiaiD  moDiti^  et  non  teiunere  Divos  (2): 
Pro  velo  carJaaeD  cymba  Cbarontis  biabet. 

V,     Quadriforem  psalinüt  nati  mal^  Phocidé'  Musam , 
Qaosque  (3)  sotent  1ud<W  ludere  opprtet  eos  (4). 

Opéra  mrim  iltorum  êequuniw  iUo^. 

Pbotibb.  i^^.. 

p9rdiH»  êê  Inftfw^  nm^^puLm  imffn/ÊiÊt* 


IDRIDR  CBAEOKTIS  mTIT«RISi.8m|8  NlllIII 
OGGDPATI  TRiffCIENMS  ^EeTlRHS  (5X 

y 
PS4L.   48. 

Skmt  oveê  mi  Inferno  jwsiH  sunt,  mon  dêpascÜ  êOê, 

Dii  o  nofiwel  lorbiie  ({Uid  Ua?  : 
ümbne  cttdMt^èfeu  grapdiiifli;      ) 
Qaam  'jsont  leYes.mortalium  .  >   ^ 
Cursiis,  Sljgids:)iaciad.  lacns. 
O  qnanliis.est  bdior  mihii  p  ,-.1    /: 

(1)   Tnonivs.  '    (8)    Idem. 

(5)  Luteri  psalmos,  aliaA^e  tiirpes  caiiilleoas,  quiboi  Sectiuti  inügf 
pöcaia'sese  oblcoUnt,  ^oum  iostar  grylliMntes.  '      '   . 

(4)    Qui  ivun  nempè'  ëiTiÜatu  habitaouli  noo  imreuerunC 

(6)  '  Charon  iram  füttöoemqnè  dlvinam  designat;  nam  .Chmb  ^tteiKnicSt 
Imdett.  "'  ' 


Digitized 


by  Google 


^|iiOl  religioiii^  nc^cii? 
Q^^  nuDG  nmiit.7  Klysiis 
Haod  ¥09  adestis  sedibos, 
Jügau    BIflii  nanlimi  «olYite, 
Qïb  debep  parlcm  InciL        ^ 

Retro  (m^lam)  Bece^jte: 
Pallentibus  Yobis  loquor  (1}» 
Quid  ynltis,  eain  Diis  ut  qnenr, 
Yestra  qaod  msoleiitia 
Sidat  ratis  prae  pondare? 

dassem  sni  oonsordi    ^ 
Eligat  sibi  mmsgnwlihet; 
Polcre  siqnidon  coDiangitQr 
Simile  similL    Tïgila  Canis 
Dam  redeo.    Ceribernm  treamnt 

Hic  oordis  est  edacitas, 
Qiaê.  ducit  ad  mti&taa  snaai, 
Tiiit  snperbe  fai,  Yinim: 
Latrando  pandens  omoiay 
MordeDsqoe  conscientiaiii. 

Dicite  tarnen,  rogó,  prins 
Tos  sednli  morientinm 
Dücas,  inali  qoSi  adrdol 
Homimun  gcons»  Hntniitam 
Stygem  aolito  uwe  aniptiaa? 

Ing»s  labor,  Minli-  viUl,  - 
Navis  gendtv  frigedt  :aHuinSy    ^   i) 


(1)  AOndii  ad  id  qnod  perbibqii:  iMDel  onnb  liMnticiif,  Otmmmê 
{•Dor  qoi^ii^at,  padtei  Rcnnt  iotiinni,  comdictt  Fstlino  128.  liaoi 
aait  fbantm  toctontiii|  qqoApfiffmffam  ereUatuf »  «uniii.  Sicat  ^t«r 
teeia  ttnunuiei^  cl  SqlU  ardore  dneri»  tobmcii  ooiorein  iodoant:  ila  etaaai 
liMti|im  qoeq  cam  Soly  Christus  oriji  pp  diemy  minifcitmii  ^ 
et  Imki  Socledi}  per  ÏMMtcfliit  prtiin  Kilióel 


Digitized 


by  Google 


—  647,  — 

Dentes  qnaMt  gdn  meo^» . 
Nee  est  mjlu  cncullio^ 
CSharoD  labore  fraogitur.    . 

(1)  Rogas  maV  (juid  sit  Cba^OD, 
Quod  messe  celen  nos  obrnit? 
FeiTO  loins,  succiditor       f 
Haeretica  (2)  pallens  prayitas, 
Qnae  fecit  Orbepa  ferreun^, 

Civis  tracidat  proxiiQom 
CÜTeni  sibi»  fratrem  necat  ^^     .  . 
Frater,  patrem^e  Filios:         .     ^ 
Socero  nee  est  fidiis  gener», 
Par  saeculuin  nmiquaiii  f^t; 

O  portitor  dici  neqait| 
Quantum  malum  sit  baeresisi 
Sedes  Ducnin  subvertit  baec 
R^mnque  Sceptra.toUity  it    . 
St  spoDte  saa  se  perditom. 

Est  pertinax  eius  fiiror,, 
Non  cederet  Deo  poli, 
Sangpuie  recreatnr  proximi  , 

Radix  amariliidinis^ 
Ad  bella  Mundun  oongregans. 

Qnod  qHestum  eaa  nibil  est  Charon: 
Qmnes  ydbas  necesse  erit: 

(1)    leipoiiiio  Hanimn. 


•I  fafBrant  lequebatnr.  eumt.el  4pte  eiÉiUUipf^M^ly  m^  qnilnor  pur- 
tei  leme  interfioere  gl«dio,  fiune,  et  moite,  et  bestiii  terne ,  Afo.  6« 
PloplMta  lOGmt  capite  14.  iitos  iqkHeqtiooet^  ^oatiior  Dei  indicie  pet- 
doM  appeUat.  Ruiiqae  illii  simiil  in  Tnl^ai,  hoininani  militantilNis  (finm 


Digitized 


by  Google 


—  648  — 

Nraloiii  tibi  nee  éfiêret 
ScelestüSy  ecce,  apostata, 
Ex  omoibns  fbrtis  suis  (l). 

Krgo  Deoram  absamseril 
Aurum  cUios,  ut  audio, 
Qnam  vel  rapuerit,  sub  lovis 
Cultu^novi,  furat  genus 
Hocy  iure  perdit  Inppiter. 

Frigus,  calor,  fames,  sitis 
Pixy  snlphur,  aestüs  fumigans, 
St  ignis  absque  lumine, 
Domum  tueutur  acriter 
Plutoub  et  Proserpiuae. 

Ignea  Gebenuae  tormioa, 
PuDgeti^l  sudes  praecordia, 
niusiones  Baemonum, 
Et  grandis  ira  NumiDuniy 
Incredulós  quae  vindicaot. 

Yos  experiemiui,  nihil 
Hic  esse  quod  desideret  '        '     ' 
Qnisquam  sibi  mortalium  (2): 
Hic  est  dolor  de  gestibos: 
Qoid  poeoa  non  sït  discite. 

Is  qui  egit  Ine  vos  Spiritus, 
Quod  pessimus  sit  uoscitur, 
Nam  tot  Stygem  transponere» 
;.    ]D])i:.(»t  dolor  perewiis  et 

>  Igneus,  ego  non  sueveram  (S). 

.  -  ' . .  .      • 

(1)    His  aoditis  Cbarón  sbMt  anchoram  Iratot  nimit. 

(aj    Affatür  Tehem  suam  portitor. 

(S)    Indibat  Charon  ouiiiiM  duii  qua  ilt  eondiini. 


Digitized  by 


Google 


—  649  — 

lllic  greges  Laterici: 
At  Yitnliis  isthorsmn  maoec 
Lascmens  cum  (I)  oornibns 
Post  est  procnl  Hennoo  kyans, 
Lotos  semel  profundius. 

Yidemini  vos  nltima 
Horum  mibi  messis  Dncnm. 
Iter  suum  ({tdsqae  ambulet. 
Me  tnrpis  error,  quos  decet 
Nimc  recta,  seducati  via. 

IlliDc  taba  caotaverit 
Rasns  Beanus  palladi, 
Qassi  cnilibet  vigily 
Dacet  soDus,  qtio  tenditis 
Celeriter  ad  aestam  Acheronticiim. 

Non  quod  videat  isthinc  novas 
Tunnas  Stygem  traDsponier 
Cymba  mea,  quod  non  potest, 
Nocton  Chaos  per  horridam» 
Sed  (2)  carmen  aadit  omDinm. 

Cymbae  datum  hoc  veli  loco  est 
Heae,  suo  nempe  exdtet 
Litao  magistros  haeresis 
Ac  iodicetur  singnlis. 
Loens  loendi  supplicl. 

Is  huc  stapet  sai  gregis 
(Qui  moribns  solvi  malis 
Solet)  viros  (3)  peritissimoa 

(1)  Bestiae  scilicet  de  qua  io  Apoc.  IS.  Yide  in  prima  Vibioe  FiageUi 
Bêlgorum. 

(2)  Carmen  teutonice,  beren  crijten,  tieren, 

(S)    Olim  sub  Gentillsmo  de  Beani  familia  ekemii,  literaii,  et  docti 
▼iri,  Tirintii  more  fiebant  Christiani,   Saoordotes,  Epiioopi,  martyrei 
C.  49. 


Digitized 


by  Google 


—  660  — 

Venire  perdiu  fide^ 
Prisca  salutift  ancbonu 

GateDft  teneat  sic  ratem: 
Primi  prins  iozta  ordineni 
Et  ezeanti  desideror 
Ripa,  sciOy  sub  altera: 
Sit  quis<{ae  memor  viae  suae. 

Yehes  molestior  foit 
Nunquam.    Qais  hoc  n^otimii 
Ageret  (1)?    Hai  quot  Gopiae, 
Oppletus  est  portos  meus: 
Solos  vebam  tot  agmioa? 

lograta  Diis  sed  qois  vèhat 
Sepolcra  camis?  decido: 
SoGcombo»  non  véham,  dabo 
?el  Cerbero,  qoi  devoret: 
Aot  bis  dabat  finem  Uragos. 

,     .  PSAL.   07. 

Operti  êunt  imquitate  et  impietatê  $ita. 

Ghrisii,  fastu  Hond!  deposito,  ita  quod  horom  ezemplo  et  doctrina,  ar- 
ces,  ac  Regum  Palatia  in  Eoclerias,  atqpie  oratoria  Dei  conyerterentur: 
nuDC  autem  e  contrario,  Christianae  pietatis  odto  et  naosea  literatissimos 
Tideas  fieri  Gentiles  ATemi,  Sectarios,  et  Haeretioos,  tanquam  Talpes  W- 
neam  Domini  demolientes,  errantes,  et  in  errorem  mittentes,  iüimicos  ho- 
mines,  eccle^ias  sobvertentes,  spoliantes,  et  in  castra  militiae  contra  Deom 
fosceptae  commutantes,  propriamqne  fidem  in  temttipsia  deiestantes  et  per- 
sequentes,  ut  non  immerito  miretur  Beanus  tonsos  suos  ad  ae  descenderei 
et  solum  propbane  doctos  esse,  quos  illud  Ovidii  certe  meminisse  decebat: 
Adde  quod  ingenuas  dididsse  fideliter  artéê  EmoUit  mores,  nee  sinit  esse 
feros.  Vemm  bunc  artlum  liberalinm  finem  et  usom  &oile  obliTiscantor, 
qui  inflantem  scientiam  duntaxat  amantes,  literas  tantom  diacunt,  ut  Qiris- 
turn  ignorcnt:  plus  Ciceroniani,  quam  Christiani.  Vere  oyo/y  uti  ad<to- 
centem  Echo  docet.  Erasmica. 

(1)    Ellens,  rediens  miirmurat  Charon. 


Digitized 


by  Google 


—  6S1  — 


SEQUITUE  FLEBILE  VEHIS  CH\ROIfTIS  CA&HEN,  EX  DIVERSIS 
SACRAS  SCRIPTURAE  LOCIS  DESÜITUH. 

lOB.  9. 

Dies  mei  vdociores  foeruDt  corsore,  fiigenmti  et  non  vi- 
denint  bonum.  Desperavi,  neqnaqnam  iam  ultra  vivam. 
Sagittae  Domini  in  me  sant,  qnarnm  indignatio  ebibit  spi- 
ritum  meom,  et  terrores  Domini  militant  contra  me.  Pe- 
reat  dies  in  qna  natus  snm,  et  nox  in  qua  dictum  est: 
Conceptus  est  homo. 

Dies  illa  vertatur  in  tenebras,  non  requirat  eum  Deus 
desuper,  et  non  iilustretur  lumine:  observent  eum  tene- 
brae,  et  umbra  mortis,  occupet  eum  caligo,  et  invoWatur 
amaritudine.     Noctem  illam  tenebrosus  turbo  possideat. 
Non  computetur  in  diebus  anni,  nee  numeretur  in  men* 
sibus.     Sit  nox  illa  solitaria,  nee  laude  digna.    Maledi« 
cant  ei,  qui  maledicunt  diei,  qui  parati  sunt  suscitare  Le- 
viathan.   Obtenebrentur  stellae  caligine  eius:  exspectet  lu- 
cem  et  non  videat,  ncc  ortum  surgentis  aurorae.    Quia 
non  conclusit  ostia  ventris  qui  portavit  me,  nee  abstulit 
mala  ab  oeulis  meis.   Quare  non  in  yulva  mortuus  sum? 
egressus  ex  utero  non  statim  perii?  Quare  exceptus  geni- 
bus?  cur  lactatus  uberibus?  Gum  R^bus  et  consulibus 
terrae,  qui  aedifieant  sibi  soh'tudines,  aut  eum  principi« 
bus,  qui  possident  aurum,  et  replent  domos  suas  ai^en- 
to:  aut  sieut  abortivum  absconditum  non  subsisterem,  vel 
qui  concepti  non  viderunt  lueem.    Proyebb.  5.    Cur  de- 
testatus  sum  disciplinam,  et  increpationibus  non  acquie- 
Tit  eor  meum?  nee  audivi  voeem  docentium  me,  et  ma- 
gistris  non  inclinavi  aurem  meam.  Pene  fui  in  omni  malo 


Digitized  by 


Google 


.-  652  — 

in  medio  Ecclesiae  et  Synagógae.  Sapi.  5.  Ergo  erran- 
mns  a  yia  veritatis,  et  iustitiae  lamen  non  huit  nolns. 
Lassati  sumtis  in  via  iniqoitatis  et  perditionis,  et  amba- 
lavimus  vias  difficiles,  viam  autem  Dei  ignoravimus.  Qoid 
Dobis  profuit  superbia?  aut  divitiarnm  iactantia  qnid  con- 
tnlit  Dobis?  Transierunt  omnia  illa  tamquam  umbra,  et 
tan(juam  nuncins  praecurrens^  sic  et  nos  nati,  continuo 
desivimus  esse.  Et  virtutis  quideh  nullum  signnm  valoi- 
mus  ostendere,  in  malignitate  autem  nostra  consumti  su- 
mus.  Talia  dixerant  in  Inferno  hi  qui.  peccaverunt,  ibi 
impii  cessaverant  a  tumuitu  et  ibi  requieverunt  fessL  Afo- 
GAL.  20.  Infernus  et  Mors  missi  sunt  in  stagnum  ignis. 
Mar.  9.  Quorum  vermis  non  moritur,  et  ignis  non  extin- 
guitur.  Ubi  solum  quid  non  sit  poena  com  sempiterao 
borrore  disputatur. 

FUriS  ODIS  TBIUlfPHALIS  SILYIDUGOEUM. 


Digitized 


by  Google 


—  653  — 


99^99   w^fCw9   ^v^WvvwIv^WW* 


folio  3.  facie  ft.  linea  8  (1). 

Reirihuii  nohi*.  Haec  enim  est  mnlier  illa  aliena  at- 
que  extranea  incestae  mentis  (Proykrb.  3)  (baeresis  leoo- 
cÏDio  phalerata  ▼erboriuDy  et  vestimentis  ovium  operta, 
hypocritica  scilicet  arrogaotia)  qnae  mollit  sermones  snos 
(ad  deceptionem  incautoram)  et  pacti  (ad  sacri  fontis  la- 
vacrum  initi)  Dei  sui  oblita  est.  Cuios  domus,  (Consis- 
torii  Sjmagoga)  inclinata  est  ad  mortem,  et  ad  lofe^os  se- 
mitae  ipsins.  Omnes  qui  mgrediuntur  ad  eam,  non  re- 
▼ertentur,  inquit  (ad  id  sciliceti  ex  toto  corde,  unde  ex- 
cidenmt)  neqne  apprehendent  semitas  vitae  (Apoc.  18) 
(quod  raro  seriam  agant  poenitentiam  Sectarii)  et  dicit  in 
corde  suo:  Sedeo  Regina  (regnornm  Hondi)  et  vidua  non 
snm  (quia  sponsa  Sathanae)  et  loctum  non  Tidebo  (ad 
tempus,  quoad  transierit  tentatio  et  probatio  multorum). 
Sed  qoid  intonat  in  eam  tox  de  coelo?  Reddite  illi,  in- 
qnit,  sicut  et  ipsa  reddidit  vobis,  et  duplicate  duplicia 
secondnm  opera  dus.  In  poculo,  quo  miscuit  Tobis,  mis- 
cete  illi  duplmn.  Quantum  glorificavit  se  et  in  deliciis 
fuit,  tantum  date  illi  tormentum  et  luctum.  Ac  ita  qui- 
dem  non  effugerit  manus  ultrices  scelestissima  baeretica 
pravitas. 

Muêcan  laticês.    Folio  tertio  linea  8  (8}. 

Yerbi  Dd  precones  Catbolici,  contemti,  sordidi,  egeni, 
abiecti,  quod  elegeramus,  in  domo  Domini.  Illi  vero  opu- 
lenti,  saturi,  comti,  cosmi,  Latini,  Graeci,  Hebraei,  Scy- 

(1)    Hnjnf  editionia  pag.  d32,  linea  4,  annotationis  1. 


Digitized 


by  Google 


—  654  — 

tae,  Barbarii  mélliflai  sermcmis  virii  sine  nlla  auocessioiie 
Apostolici:  tragico'  fasta  el  arte  Rhetoricae  iTaogdium 
saam  puram,  pntum,  spurum»  dooere  valentes. « 

Locupletes  Christemporiy  a  pecuniai  et  prolibns  moltis 
multum  potenteSy  bigami,  trigami,  immo  polygami  honesto 
matrimonio  (Si  Diis  placet)  ntentes,  apo^tatae,  speciosi, 
corpnleotiy  nt  porcii  pasti,  gloriosi,  in  gratüs  snomm 
splendidi,  uti  foro  scientes»  hominibns  placentes.  Pais 
magna  Status  Babyionicae  meretricis,  molieris  fomicatio- 
nnm  et  abominationum  terraei  de  sangume  Sanctomm, 
ebriae  (Ipoc.  *17)y  in  cnins  veneficiis  errayenmt  omnes 
Gentes.  De  qoa  dictum  est:  Yeni  et  ostendam  tibi  dann 
nationem  meretricis  magnae,  qnae  sedet  snper  aquas  mnt* 
tasy  cni)i  qna  fornicati  snnt  R^es  terrae,  et  inebriati  simty 
qni  inbabitant  terram  de  vino  prostitntionis  eins  (loB  21). 
De  quibos  Sanctns  lobus:  Dncnnt,  inqnit,  ia  bonis  dies 
snosy  et  in  puncto  ad  Inferna  descendnnt  Qnibns  dos 
nollo  prorsns  modo  videbamnr  comparandi,  quod  infirmi 
in  bac  parte  illomm»  <pü  in  ostensione  spiritus  simplici 
popello  Domini  operam  dabamns. 

FoUo  8.  fiieie  1.  Unea  7  (1). 

Non  dnbitarinty  Pastoris  et  onom  mutim  oontra  Inpos 
defensiOy  tntissima  pulcberrimaque  esse  consuenL  Ste- 
nim  bnic  cooperari  Dominum  Deum  nihil  est  ambigendnoL 
Hagni  sane  meriti  res,  turn  Yerbi,  tnm  Dei  ininistri  de- 
fensio.  Ut  idcirco  credendnm  sit,  oppidum  Silvaducense 
bosti  suo  tradi  non  potuisse,  nee  traditum^  teneri,  Deo 
Optimo  Bfaximo  bonis  Civibns  conservationem  suae  CSn- 
tatis  mercedem  defensionis  factae,  retribuente 

(1)    Hiyas  editionls  pag  684,  linea  7. 


Digitized  by 


Google 


—  «w  — 

ld  quod  eK  poena  repndti,  qnam'Domfanis  in  Evaogelio 
«HO  comminauir,  aliquatenus  manifestum  evadit  Ait  enim; 
Bt  qni  non  receperit  yos,  neqne  andierit  sermones  vestros 
exetmtes  de  domo  vd  civitate,  excatite  pnlyerem  de  pe- 
dibiis  yestris  (Matt.  10).  Amen  dieo  Tobis  tolerabilius  erit 
terne  Sodomoram  et  Ck>morrbaeonim  in  die  indicii,  cpiam 
illi  civitati.  Qnod  ri  poena  ex  repndio  Evaogelii,  quid  ex 
receptione,  iUinaqne  defensioae»  nisi  pax  salnsque  Apos- 
tolicar 

Propago  Booiê.    Folio  8.  lade  1.  linea  7  (1).. 

Plns  nocet  occultns  gnam  cpii  yenit  hostis  apertus:  Plas 
simnlata  fides,  plns  similatns  amor.  Evigflans  mane  dam 
fidis,  traderis  hosti:  Yendita  dam  nescis,  caederisi  nnde 
raas.  Te  tnos  hostis  habet:  transcarrit  yalla,  peremtos 
Transilit  et  Ciyes:  fama  caretqne  fide.  Nostra  Oacis  Silya 
est:  Laetare  Antyerpia:  Miles  Hesperiae,  iam  none  castra 
moyebit,  ait,  Parcatnr  nnlli,  spoliis  ditemor  opimis:  Ubera 
lactentisy  nee  miserere  senis.  Monstrat  iter  cnpidas  meriti 
stans  proditor  anri:  An  non  cunctornm  sangninis  iste  reos? 
Qaid  ni?  Sed  et  omnis  yir  conscias.  Unde  etiam  Apos- 
tolas  iutonat,  facientes  et  consentientes  pari  poena  plec- 
tendos  (RoM.  Cap.  1).  Porro,  proditor  bic  patrem  habuit 
Gnesenm,  yimm  malignnm,  mali  coryi  malum  oyum  pos- 
sis  agnoscere.  Cnins  finis  periculosos.  Nam  ut  erat  Faber 
lignarins,  cnm  qnadam  die  graye  lignnm  in  altum  cona. 
retur  nt  sarra  findendnm,  yixque  illud  in  ipsa  adeo  ful- 
era  snbmolituSy  relapsu  ipsius  ligni  oppressas,  citra  uUam 
yiae  ad  Dominum  praeparationem ,  lurida  eum  mors  e 
yestigio  occnpayit.    CSasos  fatalis  ei  permissns,  qui  nltri- 

(l)    Dcyos  editionis  pag,  634,  linea  1?,  annoiationes. 


Digitized 


by  Google 


—  656  — 

ces  ieges  GoDdonatione  effngerat.  Hioc  qoalis  emn  manet, 
putes,  exitQS,  qui  non  solum  paternae  malitiae  haeres,  sed 
et  patriam  auro  venalem.  habuit?  Qni  coofisns  yirilios  hxh 
manis  dicere  ansus  est: 

Sunt  spelaea  milii,  sunt  densa  mnbracula  Silvae,  Sob- 
ter  quae  mins  occolor,  ecce»  modis.  Goius  saevida  om« 
nium  snperat  Tyrannornm  crudeliutem.  Qni  ipsis  erïam 
latronibus  cradelior.  Nam  illonun  occisoram  finitos  est 
mmmnraSi  proditoris  vero  infinitus.  Hic  quantum  in  se 
esty  omnes  occidit,  nnlli  parcit,  se^nt  ami  promissi  pos- 
sessione  solmn  beet. 

Hic  ruit,  ille  stupet.  ld  quod  vicinis  portae»  rei  oovi- 
tatem  stnpescentibas,  et  primo  hosti  occmrentibas  aocidit 
Sed  Givis  ad  arma  recnrrens, 

Ezegit  YituloSy  dexterïtate  breyi.  Adiorantibos  iis  ntmi- 
rum,  qui  ex  Werdaea  Salyiconductns  pridie  advenerant  pe- 
«ditibos.  Namque  bi  nt  erant  mane  ad  exeundam  parati, 
in  visum  hostem  primi  irruant,  sistereque  gradnm  cogunt 

Quibus  statim  adiuncti  Cives,  simul  illum  cessim  ire 
compellunt.  übi  cum  bostis  in  rotunda  scuta,  velut  lo- 
vis  ancilia,  qualia  prima  acies  prae  se  tendebat,  quaecmn 
que  missilia  exciperet,  gDari  Cives  glandes  suas  subtas 
inter  genua  mittere  coeperunt.  Unde  cum  inter  posterio- 
res  DOonuUi  laederentur  ac  caderent,  et  se  nescire  unde 
id  sibi  contingerety  quererentur,  Gomes  ab  Hoënloh:  Me- 
tuo,  fertur  dixisse,  ut  sint  nobis  Cives  bic  in  insidüs. 
Ferimur  namque  hic  salva  acie  prima.  Quamobrem  in  fb- 
gam  ille  actus  celerrimam,  sepimeoti  portae  cratitii  forte 
fortuna  demissionem  antevertit,  alioqui  cladem  derelicti 
gregis  sui  non  evasurus.  Evasit  itaque  illam  ille,  sed  quo- 
modo  Scarabeus,  qui  Aqailae  obstetricatum  Silvam  Doe» 
venisset.    Sic  ergo: 


Digitized  by 


Google 


—  657  — 

Yulnera  dant  aDimuniy  Ueso  vim  süscitat  ira: 

Nee  mora  latroni  quaerittir  efibginnt    De  praeventis  et 

captis. 

Pars  laqueo  clausi,  tres  tantum  carcere  salyi: 
Barbaries  Yituli  comna  condit  humi.    Didicit  sane  veiw 

bera,  et  enses  experta,  qoid  sit  mentiri  et  fallere,  et  non 

stare  pactis  sancte  inratis. 

PsAi.  83. 
Disperieruul  in  Eador,  facti  sant  ut  stercns  terne 


In  hoe  odê  fiihil  M  quod  (kUholicum  vtnim  off  endere 
posrii.  Quod  hoe  ix  ApriUs  anno  ]i.D.LXZxnii«  a(- 
testor  ego  «ISBERTVS  COETERIMCX  ti- 

brorum  censor. 


Deie  Odê  Driumphalis  Tan  Gkiau»D8  a  Biuigkslaii  is  arge- 
dmkt  naar  een  exemplaar  in  4».,  groot  34  ongepag.  blads.| 
ter  boekerij  van  het  Ifoord*Brabandach  Genootschap. 

Be  volgende  gelegenheidsstukjes,  waarvan  Val.  AmnaAS  en 
FoFPERS  in  BibUoihêca  Belgioa,  en  SwisanDS  in  Atkenae  Bel- 
gicaê  melding  maken,  hadden  hier  plaats  behooren  te  ne- 
men, loo  er  mij  een  exemplaar  vanJn  handen  had  mogen 
komen,  als. 

1«.  Victoria  turrit  Damdicae  contra  turrim^BobyUmioaim, 
Anct,  G.  A  VainaKiiAiH.  SUvatd,  1(180.    S». 


Digitized 


by  Google 


—  658  — 

£o.   Pfoêromm  PaeUf  eodcm  Molon. 

f  o.    FlagêUmm  Beiyieum$  eodem  aiioloie«    (Zie  bierroor 
blads.  64a,  noot  8,  en  Madz.  649,  noot  1.) 

In  deie  drie  werkjes  mn  BauiOBLAaL  «loeteB  bljModcr- 
lieden  «oorkontn  wegffos  de  gebeiirleiuasn  te  'tHerto^en- 

4p.    Victoria  Nobiliss.  Adolpki  dê  Cortmh&ek^  pneomiüt 
ffêlmondanü   Cecinii  Baat.  Hcioan». 

0».    Pomatium  de  pitgna  dvili  Silvaeduotnsimmu    ÉmtL 
HUmax  Voino.   Süvaed.  ScheffêrMs.  1606.    4». 

6o.  JSpigromma  in  laudem  dmtaUa  SilvaêdmotMsie,  {GroêCê 
0i  LaÜM.)   Auct  Jo.  YKAimLAOOO.  Silvaed. 

7o.   In  laudem  Domiid  ffelwiendam}  eodem  anetoro. 

8».  Dé  ObêervaüoM  arde  Belmondauaef  eodem  anctoie* 

SUvaed, 


Digitized 


byGoogle 


VERHAAL  DER  INHULDIGING 


▼AN 


PHILIPS  II 

AIS  HSRT06  TA1I  BRABAND, 

DKI  83  u  SS  SEPTEMUUl  164», 


mm&  MAART  YAN  RENZELFREN  VORST, 


OEN  8  ROYUBKR  1508, 


BKBB  Tl 


*ëMÊ€ 


Digitized  by 


Google 


•Digitized  by  L3OOQ IC 


fERHAAl  DER  INHELDIfilNG 

▼AH 

PHILIPS  n, 

AIS  HERTOG  VAN  BRABAÜD, 

Tl  '•■ertogeaboseh»  sui  22  in  23  SsmiBiH  1649. 

[Brüftgewijsê  mmieyêdêeld  aan  dê  regering  wm  MaastrichL) 


Eersame»  wyse,  zeer  yoorsienige»  discrete  Heeren  en. 
besundere  goede  Ymnden,  wy  gebieden  ons  seer  hertelyck 
en.  dieDStelyck,  zoe  yrj  aldermeest  kooDen  oft  moegen,  tot 
nwen  Eersaemlieden«  Uwen  E.  brieff  aen^  ons  met  brenger 
▼an  desen  gesonden,  waeraff  uwe  Eer.  den  teneur  wel  ter 
memorien  houdende  zyn,  hebben  wy  ontfangen  en.  wel 
verstaen,  achtervolgende  den  welcken  sall  uwe  Eer.  be» 
lieven  te  weten ,  hoe  dat  die  gouyeraenr  en  wethouderen 
ende  r^eerderen  deser  stadt  te  peerde,  in  getalle  van  om* 
trent  veertich  persoonen,  met  zxy*  borgeren  deser  stadt 
crychsgewyse  gerust,  met  omtrent  hondert  erfruyters  te 
perde,  all  zeer  wd  gerust  int  harnas,  met  spiessen,  bel- 
lebaerden,  slachsweerden  ende  busschen,  met  tien  yende- 
ien,  by  hen  hebbende  acht  cleyn  veltgescutte ;  omtrent 
een  halff  myle  van  dese  stad  het  crysyolck,  te  wetene: 
de  borgeren  staeude  in  heur  slachordel,  ende  de  wethou- 
deren te  peerde  sittende,  hebbende  den  zeer  hoogen,  zeer 


Digitized 


by  Google 


—  662  — 

machtigen  en.  se^  excellenten  Prince  van  Spaengien,  van 
hearen  peerde  geseten  (l),  op  buer  knyen  in  alder  reve- 
rentie gesalneert  ende  willecome  geheyten,  offererende  syn- 
der  Excellentie  alle  eer,  dienst  ende  getroawicheyt,  idie 
wy  kosten  en.  mochteoi  ende  dat  all  ia  Brabantsche  ta- 
len oft  spraecken,  achtervolgende  sekere  geschrifte  hier 
inne  besloten  liggende  (2);  ende  bnyten  der  poorten  deser 
stadt  hebben  gestatik  die  vaader  ckei^ien,  als  die  vaiH 
der  capittele,  cloosteren  ende  andere,  met  processien,  va- 
nen en.  crucen,  ende  comende  voor  inde  poorten  deser 
stadty  waeren  die  thoorens  ende  vesten  met  groff  geschnt 
totten  getalle  van  xvj  oft  xvg  stncken  ende  volck  van 
wapenen  tot  omtrent  ig*  persoonen  all  int  harnas  besedt; 

(1]    Gesêien,  afgestapt. 

(8)  Afschriften  Tan  de  hier  gemelde  stukken  liJn  ten  archiere  der  stad 
■iet  Toorhanden,  wri  het  femnlier  Tan  den  eed,  dicor  Philipe  te  'sHer- 
tegenbosch  heeft  a%al«gd,  door  hem  aelTon  eignnhandig  ondertedGoid  (b 
de  stads-komme  op  23  Sept.  1549).  In  een*  codex  (geteekend  C,  d«.  17, 
Acien,  Octnmjen  enz»)  komen  fol.  168  tot  foL  2ia  de  Tolgende  stukken 
betrekkelijk  de  inhuldigiDg  Tan  Philips  II  als  hertog  Tan  Braband  toot: 

88  Jtmij  1640.  BoTol  Tan  kciser  Karel,  dat  alle  anbtcnwcB  in  li»- 
band  de  blijde  inkomst  Tan  Philips  sullen  moeten  beiweren. 

80  Juni},  Keiier  Karel  en  de  Staten  Tan  Braband  maken  Teranderin- 
gen  en  Trijzigingen  in  de  blijde  inkomst,  dfe  Philips  staat  te  bei  weien. 

6  JuUj*   Bl^de  inkomt  Tan  Philipa  als  hertog  Tan  Braband^ 
»  Bed  door  de  Staten  Tan  Braband  afgnlf^gd. 

»  Bed  door  de  regering  Tan  LeuTen  afgelogd. 

8  JufiJ,      n       n     u         u  »    Brussel        m 

18  S0pt,     »       n     »        »         M    AnÉwerpea  i> 

88     »        »       M     »         u         '»    'sHertogenbosoh. 

11  Dêo,  Eed  Tan  den  bewaarder  der  charters  en  priTil^ên  Tan  Bia- 
band  te  Vilyoirden. 

11  Ihe.   led  Tan  de  ambtenaren  der  rekenkamer. 

w         Acte,  waarbij  aan  alle  raden,  secretarissen  en  andflfe  «fficit- 
ren  boTolen  wordt  de  blijde  inkomst  te  besTreren. 

11  Dec,  Keiser  Karel  boTeelt,  dat  alle  ambtenaren,  TreemdeUngen 
iijade,  bij  de  blijde  inkomst  Terralfca  UJd  Tan  hunne  bedleni&g. 


Digitized 


by  Google 


-  663  — 

ende  tsetre  gescntte  affgel^i  ende  de  Frinoétycke  Excel- 
lencie  taq  Spaengien  bynneo  inder  poorten  vasder  stadt 
gecoineo  wesende  met  versceyden  ballingeQ  naeder  ouder 
manieren)  kebben  aldaer  gestaen  die  Bagynen»  met  wit 
lywaet  Iiefaangen  inde  plaetsse  van  heycken  oft  falien,  en- 
de versceyden  borgerén  deser  stadt,  ondt  ende  op  benre 
daegen  gecomen  óynde,  omtrent  vg""  in  getalle,  van  bey« 
den  syden  vanden  bnyseii  der  straten  deser  stadt  totten 
bove  oft  palleyse  toe  der  Princelycke  Excellencie»  beb- 
bende  in  benren  banden  borrende  tortsen  gelucbt,  ende 
de  selve  wederomme,  nae  dyen  de  Prmcelycke  EzcelleDp 
tie  in  ^yn  palleys  vraa  gereden,  vuytgedaen,  ende  de  re- 
geerderen  te  pewde  ende  de  borgeren  te  voete  als  voire 
komende  voirby  den  logys  vanden  Frince,  ende  soe  voirt- 
aen  een  yegdyck  syns  vreechs  gereden'  cavle  nae  bnys  gen 
gaen.   Ende  des  anderen  daecbs»  bnyden  drye  vreken  ge- 
leden, syn  gecomen  scbootetb,  sdiepenen  ende  die  van* 
den  rade  inne  oft  voire  den  palleyse  vanden  Prince  ende 
bem  geconvoyeert  vanden  palleyse  tot  inder  procbiekeike 
van  sint  lans  evangelisten,  aldaer  opten  kerckbove  staen- 
de  ende  vervracbtende  weeren  die  beeren  vanden  capit*- 
tele  met  cracen  ende  vanen;  ende  den  dienste  ende  die 
misse  ,inder  kercken  gecelebieert  wesende,  is  de  Princbe 
gecomen  opter  merct  opter  peyen  voir  den  stadbaj^,  al- 
daer syn  Princelycke  Excellentie  blootsbooffs,  inne  tegen- 
woirdicbeyt  der  drye  leden,  albier  ierst  deser  stadt ^  opt 
bcylige  evaageliom  den  eedt,  bent  byden  president  oft 
yoiiscb^en   deser  stadt,  ende  der  gemeynte  by  myoen 
beere  den  andiencbier  Yerreycken  gestaeft  (1)  ende  in  onse 
Dnytscber  spraken  vertaelt,  gedaen  beeft,  vanden  welo- 
ken,  ende  oyck  randen  eede  by  ons  gedaen,  substantia- 

(1)    Gestaeft,  Toofyoleieii. 


Digitized 


by  Google 


—  664  — 

lyck  wy  uwe  Eer.  insgelycks .  copye  orer  seyndeo.  Dat 
gedaeo  wesende,  hebben  die  vande  drye  leden  deser  stadt 
voirn. ,  inne  presentie  der  gemeynte,  al  vol  volcx  we- 
sende  ende  staende  opder  merct,  den  Prinche  wederomme 
den  behoirlicken  eedt  gedaen.  Alle  dweick  -wy  uwe  Eer. 
nyet  en  hebben  willen  verswyghen,  maer  tselve  schrifte» 
lyck  adverteren,  omme  uwe  Eer.  daer  nae  te  rouleren, 
ende  waerinne  wy  uwe  Eer.  eeni^en  dienst,  lieffde  eoèe 
vrientschappe  konnen  gedoen  ende  bewysen,  sal.men  ons 
altyts  daertoe  goetwillich  ende  bereedt  vinden  kenne,  Godt 
almachtig,  die  uwe  Eersaemheden  in  langen,  saligen,  ge- 
sonden  leven  wille  gesparen.  Geschreven  den  xiig*"  dach 
in  Octobri  anno  xv"  neghen  ende  viertich.  JEmU  onder 
opten  hrieff  Hant  geschreven:  Byden  all  uwe  Eer.  goei- 
willigen  en  besunderen  goeden  vrienden,  Schepenen  ende 
Wethouderen  der  stadt  van  Tshertogenbossche,  endê  oi^ 
dertekent  hyden  eeeretariê  Gbotaert;  ende  bugten  op^ 
ten  hrieff  etont  geeereven  aldue:  Eersamen,  wysen,  zeer 
voirsmnigen,  discreten  Heeren  Borgemeesteren,  Gesworen 
ende  Raedt  der  ^dt  van  Haestricht,  onsen  lieven  ende 
beminden  Heeren  ende  besundere  goeden  vrienden.  On* 
der  etont  alnoeh:  Dese  copye  is  geschreven  vnyt  seke- 
ren  boeke  wylen  meester  Goyaert  Grotart,  in  syn  leven 
pensionaris  ende  secretaris  der  stadt  van  Shertogenbossche, 
daer  inne  geregistreert  staen  verscheyde  privilegiën  ende 
andere  acten  der  voirs.  stadt  aengaende,  ende  mettm  sd- 
ven  bevonden  accorderen,  dwelck  ick  Gtsbebt  vasdut 
Velde,  secretaris  ende  greffier  der  stadt  voirs.,  attestere. 
fFae  ondertekent:  L  vahden  Velde. 

Ten  arohiere  der  stad  *8  HertogeDbotch ,  onder  de  losse  stokken. 


Digitized 


by  Google 


VERHAAL  DER  PLS6TI6B  UITVAART 


YAS 


PHILIPS  U, 

ALS  HERTOG  YAIf  BRABAND, 
Brtogeaboseh»  bbh  8  Notdubi  1606. 


Ordinantii  om  dwytwuri  U  houden  van  onsen  alder* 
genadiehsten  heere  PbUlppas,  de  g«  van  dyen 
naemOf  coninck  van  Spaignyen  en.  hertoghe  van 
'  Brabant. 

Datmen  op  Alderheyligen  dach  smorgens  sal  begbin- 
nen  te  lnyden  te  ses  oren  in  sint  lans  kercke  tot  datmen 
bet  sermoen  b^bint,  ende  de  andere  daegen  te  seven 
uren,  met  bet  groot  gelujt,  jnet  onderbondinghe  van 
doeken  omtrent  een  ure,  eode  des  middaecbs  naé  el£f 
nren,  en.  des  avonts  nae  vyff  uren  als  voor,  ende  sal 
het  Inyden  becosticbt  warden  byde  kerckmeesters  van 
elcke  kercke  en.  byde  cloosters,  daermen  luyden  saL 

Ende  zoe  baest  als  de  clocken  in  sint  lans  kercke  wor^ 
den  gelnyt,  soe  salmen  allen  die  clocken,  soe  inde  pro« 
cbien,  capellen  en.  cloosteren  bestaen  te  luyden  soe  libge 
als  bet  geluyt  sint  lans  doeren  zal:  ende  dit  luyden  sal- 
men continueren  alle  daege  tot  Sondaecbs  daemae',  wan- 
C.  45. 


Digitized 


by  Google 


—  666  — 

neer  men  dvuytTaert  van  zjne  Haiesteit  voini.  honden 
sal,  ten  welcken  daege,  alsmen  naede  keicke  toegaet,  sal 
insgeljrcz  de  aldergroolste  clocke  metten  anderen  word- 
den geluyt. 

Ende  naede  naayinH  soe  aalmen  Inyde»  wederom  io 
manieren  voers.  tot  So&daechs  danMe,  wesende  tsaemen 
xiq  daegen. 


In  dese  naevolgetide  manieren  sal  hei  vuytvaeH  tnn 
%yne  Maiesteyt  wordden  gehouden. 

Inden  iersten  sal  roerg^ÈO^  die  groote  schoole  met  baer 
meesters  deur  de  Eerckstraeti  Crnlleostraet,  nefeis  het 
gnlden  Harnas,  voerby  het  stadthuys,  achter  tgewanthnjs, 
deur  de  gevangen  poort,  deur  de  Thoosenstraet,  over  deo 
Roostel,  neffens  die  trouwdenre>  huyten*  om  de  kerd^e 
inde  schoole. 

Daemae  de  twee  compaignien  voetvolcx,  hebbende  haer 
tromocn  met  swart  laeken  bedeet  ebde  de  wapenen  ave- 
rechlS'  onder  haer  ermeni  vei(;aderende  voerden  veodnch 
Io.  Philips  van  Brecht,  cnde,  treckende  vyff  dek  in  ge- 
lede yoerby  het  stadthuys,  ai^hter  om  het  gewanthiiys, 
deur  de  gevangen  poort ,  deur  de  Thorenstraet,  bojtm 
om  de  kercke  als  boven,  lossende  haer  roers  voor  de  k- 
gie  denre,  affbeckende  voirts.  deur  de  Bvtstraet  wederom 
voer  het,  logement  des  vendricto  Breeht,  van  waer  het 
vedelen,  det  wacht  hebbendei^  sal  vèrdejdl  wordden  soe 
in  hen  corps  de  gar^^  item  <h!ye  rollen -aende  merct  If- 
de  Werelt»  ,op,  hen  alkrm  plaetsseai  met  eenen  officier 
daerbj  ak  aeU'  alleq  poorten  deser  stadt,  en.  daer  Uy- 
ven  tot  d^t  die  sdve  jj^oqrten  naédeiK  middacht 


Digitized 


by  Google 


—  e«7  — 

sollen  weséo  geopent,  énde  suUqb  voerts  aende  poorten 
Myven  hser  wachten  bewaerai  naer  behooren. 

Baer  nae  de  cmoiriers  met  haer  kmtstocken  averechts, 
twee'  e&de  twee  is  geledie,  vervolgens  hen  dan  begevende 
op  henne  qnartieran  lot  dat  die  poorten  syn  geopent 

Baemae  de  ntfters  te  voet  mette  trompetten',  met  swart 
keken  aende  liompenai,  vergaderende  voor  hen  corde» 
gardèf  treckende  ojck  vjff  in  ordre  gelerst  en.  gespoott, 
die  de  soldaeten  sollen:  volgen'  en.  steecken  die  soedyne 
(1)  voe#  die  logie  deore  énde  &jtk  inde  straeten  no  en. 
dan,  en«'  w^edergekeert  synde  aen  hen  cordq^arde,  daer  tiy 
B&  gegaan  syn>  sollen  hen  te  perde  geven'  en.  hen  alsoe 
hoodea  voor  hen  cordegarde^  doende  van  daer  ronden, 
soe  lanc»  do  testeÉ  als  denr  da  straeten,  toe  dat  de  poor- 
ten des  nae  niddaedtt  sidleB  wescn  geopent  en.  de  wacb» 
ten  ais',  voor  heaelh. 

Bier  iiae  de  geesielicklMyt  éwAe  olei^,  inder  voegen 
alsmeii  ^aet  mene  p^rooessie  om  de  stadt,  mette  cniysseff 
sonder  vaeocn,  die  veq^eren  sollen  in.  sint  lans  kercke, 
ende  van*  daer  oidenteiyck  eomende,  de  hooffden  off  pre* 
laien  opf  stadÜioys,  hoodende  hen  dand^te  omtrent  den 
Minderlnroederto  okxiater  in  drdinantie,  tot  dat  den  sdven 
geordineert  bêI  wordéoi  ie  geen  hjFden  g^eenen^  die  vofr* 
den  heere»  wedwlidéven  daertóe  genooriien  sollen  wwd« 
den^  aehtér  tge^anlthojs  olmne,  doorde  gevangen  poort, 
Thorenstraet,  deor  de  thoorendenre  inde  kercke,  ben  ve> 
deyl^^^  ende  hoodeÉde  lontsomme  inde  gangen  boyten 
idhoor,  voyt^cseheydeb  die  beerend  vanden  cq»ttde,  die 
mVt  chroe»  soUok  gacnr  «Édè  Uj^e»,  sonder  dat  dander 
Gonventriaeieii  siulen>  offeren/  oht  dat  ooek  de  clèigie  we* 

(1)  Soedyne.  IKt  #oord  kwam  mij  nergsns  Toor.  Hen  kan  ook  mt* 
éynê  leién;  die  mw^m  of  ê<&dyne  steeden  VeMa  ik  niet. 


Digitized 


by  Google 


—  668  — 

der  op  stadthuys  comen;  dan  «uilen  alleenlydL  wederom 
gaen  de  persooagieD,  schoutet^  sch/openen  en.  heeren  van- 
den raede,  meUe  deken»  vanden  ambachten»  sclmtteryen 
en,  capitejnen  vande  wycken  opgaen  de  trappen  tot  in- 
den sadel  opt  stadthuya  en.  daeromtrent. 

Daernae  snlleo  rolgen  de  tortsen  niette  wapenen  van 
zyne  Maiesteyt  TercMert;  ^e  besorgen  suUen  ende  doen 
draegeo,  te  weten»  iq;elyck  schepen,  gesworen,  raecsheer, 
rentmeester  deser  stadt  een  tortae:  iegelyck  ambacht  twee 
tortsen:  élcke  schutterye  twee  tortsen:  Trouwen  broedei^ 
schap  twee  tortsen:  iegelycke  prochie  kercke»  cloostery  c»- 
pelle»  heybgen  Gheest  ende  groot  gasthuys  deser  stadt 
een  tortse»  en.  noch  dese  stadt  acht  tortaeo,  die  gedsae- 
gen  zuUen  wordden  by  mannen  by  elcken  daeitoe  te*  ver- 
willigen  ende  te  ordineren  »<  en.  «uilen  die  wapenen  daer- 
aen  te  hangen  byde  stadt  wordden  gegeven,  welq^e  wa- 
penen ende  tortsen  iegelyck  naer  hem  nemen  sal.  Ende 
sullen  die  voirn.  wapenen  in  allen  doosteren  ende  capet 
len,  nae  celebratie  des  vuytvaerts,  opgehangen  wordden 
voorde  memorie  van  syne  Maiesteyt  en.  gedenckenisae,  en- 
de. sullen  die  tortsen  gaen  twee  dick»  ende  inde  kerdie 
gecomen  wesende»  sullen  inden  bi^nk  vande  kercke  bly- 
ven  staen  van  sinte  Eloys  altaer  aen  deen  syde  en.  sinte 
Sd>a3tiaens  aen  dander  syde  totten  clocken  thoren  toe,  tot 
dat  den  dienst  sal  syn  geëyndt,  en.  als  dan  sal  een  iege- 
lyck mogen '  thuys  gaen. 

Itend  ilfier  nae  sullen  volgen  dm  personagien  in  een 
gpeledie:'het  een  gaende  int  middelt^  voer  hen  dragende 
den  groQten  «dbilt  van  synè  Maïesteyt:  den  tweeden  het 
hehnteecken,  aende  rechter  syde:  den  dordden  de  wape- 
nen van  Brabant,  aende  lochter  syde.  (Goyart  van  Ylier- 
den  int  middel;  Gerart  van  Berge,  capitein  vanden  ion- 


Digitized 


by  Google 


—  669  — 

gen  Yoetbooge,  aende  rechter  syde ;  Mathys  Tander  Meer 
aende  lochter  syde.)  (1) 

Eode  sullen  die  'navolgende  pérsonagien  gaen  alleen 
achter  malcanderen,  te  weten,'  die  gheene  hebbende  in- 
de hant  een  swartte  lancie  met  het  cornet  van  Brabant 
daeraen. .  (Mr.  Marten  Moons,  capiteyn  vandeü  Hantbooge.) 

Daer  nae  een  ander,  draegende  den  standart  mette  wa« 
''penen  Tanden  Gdninck,  "wesende  den  grooten  standart 
royal.  (Bfr.  Henrick  van  Broeckhoven,  rentmeester  der 
heer»  Staten  van  Brabant.) 

Daemae  een  ander,  dragende  het  cornet  royal.  (Bfr. 
Goyart  Loefi  vanden  Sloot.) 

Daemae  den  wapenrock  mette  Gonincx  wapenen  al  aen 
swartte  lancien.    (leronimns  Wynants.) 

Daeraae  het  perdt  met  een  swart  fluweelen  cleet,  met 
een  root  zyden  cruys  daerover  en.  met  vier  schilden  mette 
Conincx  wapenen  en.  croon  verciert,  en.  twee  pérsona- 
gien, die  tpert  leyden  snilen.  (lo.  Anthonis  Berwonts, 
lo.  lan  van  Hambroeck ,  en.  sullen  hen  yegelyck  versien 
van  eenen  iongen,  om  tpert  gaede  te  slaen.) 

Daemae  het  gulde  Tlies  op  een  swart  flnweele  cussen. 
(lo.  lan  van  CSampen.) 

Een  ander  personagie  metten  schepter.  (lo.  Phihppus 
van  Brecht.) 

Ben  ander  personagie  met  het  swert  met  eén  verguit 
gevest.     (lo.  Arnt  Heym.) 

Item  noch  eén  ander  personagie  met  de  Conincx  croone. 
(io.  Goossen  van  Brecht.) 

Daemae  twee  pérsonagien,  draegende  tsaemen  tusschen 
hen  beyden  en.  gaende  voorde  tombe,  een  taeflfereel  int 

(1)  De  namen  tuMcben  ( )  geplaatst,  zoo  hier  als  in  het  Terrolg,  sljn. 
roet  eene  andere  hand  op  den  kant  fan  dese  ordinantü  bijgeschreTen. 


Digitized 


by  Google 


—  670  — 

swart  geaoGonstreert  (1)»  sjnde  ih  mmane  ee.  ioime  vim- 
de  doot  en.  de  historie^  guod  mar$  feepim  ligomhêi  im- 
fUQi.  Alle  dese  pereooagitt  ^  voet  met  nncjleederaii  ge- 
clqet  (Penstmaris  Mr.  WUlem  raa  ftejs  en.  leiitiiieester 
Tapde  domeynea  Maitm  FÊfrlanta.) 

Daeraae  de  tombe,  met  een  swait  fluweeloB  cleet  lie- 
dect  eode  een  wit  syden  crajs  daecorarp  «ette  v^fmai 
daerop  aen  liey4e  sjden  en.  roor  en.  «ehter  ak  een  tperdt, 
^de  aal  gedragen  wordden  ly  Aml  yua  Hoorenbeeck  met 
Wonter  lanss.  Anthony  Pynappel  eau  IhraiMm  Thomas 
boop  Servaessen  eode  lan  Tanden  KevcUioff,  lieateiitttcn 
▼ande  vier  schntteryen,  nyet  wesende  :inde  wetk,  die* 
welcke  voirs.  lientenanten  die  tombe  op  baere  geordineer- 
de plaetse  met  reverentie  gestdt  bdbende,  anlleR  alle  acs 
da^  beneSens  een  weynicb  verthoeven  en.  een  weyncb 
vertoeft  bobbende,  eick  int  particnlier  ben  begeren  by 
syne  scbnttèrye  en.  met  deselTO  ten  tyde  vande  offeren* 
den  beboorlycken  comen  offeren,  en.  die  daer  nae  voorts 
baer  byde  selve  scbnttèrye  vnegen  en.  ontbonden  snllen; 
en.  sullen  voer  en.  achter  wordden  gedracgai  twee  flamr 
beaw,  en.  aen  dcke  syde  vier  by^ioocskens,  gaeade  int 
swart  gecleet,  bloots  hoofts,  die  in  enloker  vnegen  etaep 
snllen  jinde  kercke  rontsomme  de  tombe  gednerende  dai 
dienst  en.  van  daer  thuys  gaen. 

Paernae  sal  volgen  myn  beer  d^  soboptet  iaden  van- 
covel,  neffens  hem  hebbende  d^  .padaet  «van  Bern  ende 
den  eonmandenr  Messcbereeb. 

Daemae  de  heeren  vanden  magistaael,  liwee  eode  twee, 
en.  metten  lesten  sd^hepen  dep  st^dtboa^ne  van  Bqrn  beer 
d^  booohschoutet. 

(1)    Geac^oustreert,  geacfailderd. 


Digitized 


by  Google 


—  671  — 

Daernae  de  gesworens  en.  heeren  vauden  raedt  nae 
ander  manierea. 

De  secretarissen  metten  griffier. 

De  dekenen  vanden  ambaefaten,  alle  gaeder  l^nree  ende 
twee. 

Saeroae  de  vier  schatteryen  sonder  wapenen ,  vyff  in 
ordre,  daer  van  £e  vanden  anden  Yoetboge  sullen  voer- 
gaen»  den  iodgen  daernae,  den  Uantbooge  de  derdde  en- 
de de  CSeveniets  de  leste:  ende  sullen  die  vanden  anden 
Yoelèooge  vergad^tn  aende  tralie,  den  tongen  voer  iJbra- 
ham  Thomas,  den  Hantbooge  voor  de  Papegay,  de  (3e» 
vemers  voorden  EngeL 

Daernae  sullen  volgen  die  caprtqn^en  en.  lientenanten 
vanden  wycken,  metten  gheenen  ^heen  raetsheeren  synde 
ende  nochtans  aende  ^poortea  als  raetsheeren  Iraecken,  hen 
v^gaderende  voorden  Cop,  dié  welcke  alle  voers.  in  haer 
ordre  sullen  offeren  en.  hlyven  geduerende  den  dienst  der 
misse. 

Item  de  xentmeesteren  deser  stadt  sullen  bestellen,  dat 
het  bhoor  en.  het  oxael  binnen  en.  buyten  behangen  wordt 
met  swart  laedken  én.  daerop  de  schilden  mette  wapenen 
van  syne  Haiesteyt,  aen  elcke  syde  drye,  en.,  buyten  voor 
doxael  het  blasoen  met  twee  wapenen  aen  beyde  syden 
en.  van  binnen  een  waepen. 

Item  sullen  die  heeren  vanden  capittule  verchieren  den 
altaer  heerlyck,  als  zyne  Haiesteyt  competeert 

Ende  sal  de  voorsadel  van  stadthuys  behangen  wordden 
met  swart  laekens  mette  wapenen  vanden  Coninck,  daerop 
stellende  de  tombe  int  middel,  de  flambeaux  en.  tortsen 
rontsomme,  en.  sal  inden  sadel  vuer  wordden  gestoockt, 
waer  vuer  vergaderen  sullen  ende  omtrent  hen  houden  de 
personagien  en,  oock  de  iongens  de  flambeauk  draegende. 


Digitized 


by  Google 


—  672  — 

Ende  om  te  verhueden  het  overloopen  vanden  vdcke 
sullen  de  gruen  roeden,  mette  groen  royen  in  haer  bant, 
gaen  ter  syden  de  heeren  vanden  magistraet 

De  hellebardiers  vanden  scboutet  snllen  oock  met  haer 
hellebarden  alle  gedrangen  verhueden. 

De  ingebieders  mette  prevoosten  vande  schutteryen  sol- 
len,  insgelycx  met  eenen  swartten  stock  elck  mde  bant, 
oock  haer  debvoir  doen  en.  het  gedrange  vant  volck  we- 
derstaen,  om  confusie  te  schouwen,  aff  en.  aenhadende 
het  volck,  volgende  dordinantie,  die  haer  sal  wordden  ge- 
geven byde  ondergeschreven  gecommitteerde. 

Item, de  personagien  sullen  staen  int  cboor  aai  beyde 
syden  der  tombe,  die  gestelt  sal  wordden  boven  int  choor 
voorden  altaer,  daeromme  staende  die  twdff  iongens  niette 
flambeaulx  als  voor,  ende  aende  vier  hoecken  een  iam- 
beau  mette  wapenen  daeraen  van  syne  Maiesteyt,  hen  hou- 
dende inde  nederste  gestoelte,  nemende  die  leste  perso- 
nagie  die  hoochste  plaetse  ende  naer  advenant 

Ende  sal  myn  heer  den  schoutet  metten  prelaet  van 
Bern  et  commandeur  Masschereels  hen  houden  int  gestodte 
van  myn  Eerw.  heere  den  biscop  ende  daeromtrent  ende 
soe  vervolgens  de  heeren  vanden  magistraet,  en  stellende 
het  perdt  buyten  het  choor  voorden  oxael,  laetende  tselve 
bewaeren  by  twee  [van]  haer  dienaers,  die  tgeleyt  hebben, 
gaende  de  eelmans  (1),  diet  geleyt  hebben,  inden  choor  op 
haer  plaetse,  en  sal  geoffert  worden,  als  volcht: 

Myn  heer  den  schoutet  ierst,  geleyt  met  myn  heer  den 
prelaet  en.  commandeur;  daernae  de  personagien  de  croone 
gedraegen  hebbende  ende  soo  vervolgens:  insgelycx  het 
perdt ,  dwelck  wederom  sal  wordden  geleyt  voor  tchoor 
op  syn  ierste  plaetse  ende  den  dienaers  overgelevert,  en. 

(1)    Etimam,  e^eluMiiis,  edeUioden. 


Digitized 


by  Google 


—  673  — 

int  scbeyden  naeden  dienst  sullen  die  personagien  gaen 
deur  oos  lieve  YrouweD  ckoor  eo.  aldaer  leggen  op  een 
taeffel  voor  den  altaer  te  stellen,  die' instrumenten  by  haer 
gedraegen  synde,  ende  het  perdt  sal  geleyt  vrordden  in- 
de logie  eo.  aldaer  ontcleet  en.  voirts  gesonden  in  synen 
stal. 

Behalven  de  drye  ierste  personagien,  die  mette  wape* 
nen  deur  de  logiedenre,  deur  de  Kerckstraet  gaen  sullen 
opt  stadthnys,  dyen  volgen  sullen  schoutet  en.  schepenen 
daemaest  inunediatelyck  de  voirs,  personagien  eo»  soe  ver- 
volgens, gelyck  die  gegaen  zyn,  hen  houdende  inden  sa- 
del  van  stadthuys,  alwaer  den  pensionaris  sal  de  com- 
paranten van  henne  debvoiren  hedancken  van  Mregen^de* 
ser  stadt  en.  alsoe  scheyden. 

Item  sullen  de  poorten  deser  stadt  toegehouden  M^ord* 
den  geduerende  de  vuytvaert,  ende  sullen  die  vande  wyc- 
ken,  des  snaechts  gewaect  hebbende,  over  dach  verwa- 
ren de  poorten  tot  dat  al  gedaen  is,  ende  die  wacht  van 
stadthuys  sullen  daer  eenighe  musquettiers  laeten  off  an- 
dere, en.  sullen  die  vanden  schutteryen,  de  wacht  heb» 
bende,  vöör  eenige  oepeninge  der  poorten  op  haer  wacht 
moeten  coemen. 

Ende  heeft  voirts  de  magistraet  beheert  op  myn  Eerw. 
heer  den  bischop,  dat  hem  gelieve  te  commanderen  aen- 
de  andere  prochie  kercken  en.  cloosteren,  soe  mans  als 
>  vrauwen ,  datmen  die  weke  daemae  alle  daege  sal  C/ele- 
breren  drye  singende  missen  van  requiem,  en  dat  voor- 
de siele  van  syne  Haiesteyt  overleden,  wiens  side  inder 
eeuwicheyt  moet  leven  en.  wy  als  wy  nae  sullen  coemen. 

Ende  sal  die  schoole  beghinnen  te  gaen  te  negen  uren, 
daemae  sal  volgen  het  chrysvolck^als  boven,  ende  sul- 
len die  personagien,  heeren  vanden  magistraet,  raede,  de- 


Digitized 


by  Google 


—  »74  — 

kenen,  .capftcjiWDy  sehutterjen  wordden  besbhejdoi  pie- 
qrselyck  ten  negen  uren  opi  sladtbuya  aende  meret,  op 
luier  pketse  rapecdve. 

Item  sjm  gecomviitteert  incop  t«b  Stryp  ende  lieroe* 
lis  T«n  Groeniogèny  om  desa  ordioantie  ordcoteijck  te 
doen  yerTolgen»  met  advys  der  heeren  Ia  Arnt  Reym 
en.  Mn  Herman  Fdgron,  en.  de  'todtten,  <^ei  en.  we- 
deroompsle  bj  assifilentie  vanden  ingelneders  ende  pre- 
voofiten  te  doen  Tenpolgen. 

lldos  geresolreerc  by  Mr.  DiBUCKDr  Tiir  Ysctil,  acke- 
pen,  GfliBBiBf  TA»ia  Stm«  endt  Mr.  Psim  PnunoH, 
getwoien»  Mr.  Gotabmit  Loifp,  Mr.  Mabtu  Ifoon,  As- 
BBIE8  Tiv  I^micx  en  lo.  Akiit  Hnn,  eapiteyn,  raets- 
beeren,  met  adiunctie  vanden  pe|»ioBam  en.  rentnieeste- 
ren  deser  aCadc,  als  'Oomnnsnrisscn  4aerloe  van  mynen 
keeren  vanden  twee  ieiete  leden  deeer  atadt  geordiaeeit. 
Accnm  den  zxvj^  en.  ^^  vespeotive  daq^  der  maent 
van  Oclobri  en.  Novendiri  «^  lê98. 


Op  heden  den  aèiulen  daoh  dér  maent  van  Nbvetdwi 
a*  1598  is  dvnytvaert  van  onsen  aldergenadiclisten  heere 
PhilippnSy  die  tweede  van  dyen  naeme,  coninck  van  Spaig- 
nyen  en.  hertoge  van  Brabant  etc,  zaligber  memorie,  ge- 
eelebreert  en.  gebonden  in  sint  lans  kercke,  inder  vnegen 
en.  Bunieren  inde  ^oirs.  ordinantie  begrepen,  vnytgescbey- 
den  dat  doemen  voerde  tweede  reyse  offisrden,  tzelve  is 
geschiet  ak  volght:  myn  beer  den  sdioutet  het  ierste,  ge^ 
.  leyt  als  voor:  daemee  de  personagien:  daemae  de  heeren 
ddién  taNlte  canonioken  en.  beneficiaelen  vanden  capittnle 
deser  stadt,  hebbende  brandende  kerssen  in  haer  handen: 
daarnae  de  heeren  vanden  magistraet  mette  gesworens  en. 


Digitized 


by  Google 


—  675  — 

raetsbeeren:  daeroae  de  dekenen  vUnden  ambachten:  daer* 
oae  de  capiteynen  en.  luytenanten  vanden  wycken  ende 
andere  gheen  raetsbeeren  synde  en.  aende  poorten  deaer 
stadt  als  raetsbeeren  waecken. 

Item  den  dienst  gedaen  wesende,  soe  syn  de  drye  en. 
twee  leste  personagien»  met  baer  instrumenten  in  haer 
bant,  vt)ergegaen  vuyt  de  kercke  deer  de  Ic^e  deure, 
door  de  Kerckstraet  nae  stadthnys,  den  welcken  gerolcbt 
zyn  de  personagi^  de  instrumenten  gedraegen  bebbende, 
twee  en.  twee:  daemae  alsoe  de  voirs,  zg  iongens  inden 
roa  gecleet,  blootsboofl^,  baer  flambeaux  brandende  dra- 
gende: daernae  myn  beer  den  scboutet,  géleyi  ak  voer 
inden  raucovel:  daer  nae  de  beeren  vanden  magistraet, 
gesworens  en.  raetsbeeren,  ddienen  vanden  ambacbten, 
scbmteryen,  capiteynen,  lieutenanten  vanden  wycken  met- 
ten gbeenen  aende  poorten  waeckendé  als  raetsbeeren  en. 
egbeen  en  syn:  ende  in  sulcken  ordre  opt  stadtbuys  ge- 
coemen  synde,  soe  beeft  myn  beer  den  pensionaris  deser 
stadt  een  beerlycke  barangne  gedaen  inden  sadel  van 
stadtbuys,  verbaelende  int  breet  en.  int  lanck  de  goede 
affectie,  die  syne  Haiest^  voirs.  dese  stadt  altoes  toe 
beeft  gedragen  etc,  ende  by  synen  leven  versien  beeft 
dese  landen  van  soe  duecbtsame  en.  groote  personagie, 
syn  lyve  docbter  tot  princesse  en.  <mse  bertogbinne,  ende 
daemae  een  iegelycken  van  bet  debvoir  bedanckt  en.  oor- 
loff  gegerm  om  tbuys  te  gaen,  en.  is  alsoe  een  iegelyck 
van  daer  gescbeyden. 

Ten  archiere  der  stad  'flEertogeDboscli,  onder  de  losse  stokken. 


Digitized 


by  Google 


Digitized 


by  Google 


wsoupho  MONmosi  FOEm, 


1M«  aatt. 


ACCIDIT 


DESGMPTiO  TBIDM  GiDAmiM  OBMlAmil 


AÜCTOBS 


M.  Jacobo  IDmick, 


Clvlteila 


Digitized 


by  Google 


,..:)[na J  ^y]':xi 


Digitized  by 


Google 


DESGRIPTIO  ÏONSTROSI  FOETUS, 

BUSCIDUCIS  IIATI  AIQIO  UM, 

fae$a  a  M.  Jiono  Dorck^  dietae  Cmtati  a  êeereiU. 


Anno  DoBuni  millesimo  qningentesimo  nooagesimo 
quinto, nona  die  nensis  Angnsti,  octava  hora matutinana* 
tBun  est  in  civiute  Boscoduoensi  dncatus  Brabantiae  mon- 
strum sexua  fteminei  piope*  plaleam  Hiatliamenaemy  in 
quodam  yicaloy  qui  a  ferrea  quodam  inatrumeBta,  quo 
ignts  ex  ftilice  eaLcntitnr,  ideomate  Belgico  Aehter  hei 
FuiTêtael  nnncnpatOy  matre  param  iat^grae  pudicitiae 
(m  Iramana  fert  opinio)  palre  vero  Re^e  Maieslatïs  mi;- 
lite  stipendiario:  praeditnm  fuit  hoc  monstnmt  dliolbnft 
capitibua  diverais  et  aepatatli^  iisqne  tarnen  qpeciosisy  Mm. 
dnobns  coUia,  dnplici  facie  i  nt  vennst»  ita  peq^nlchrfty 
tooi  et  uno  pectoito  nnoquie  tentre  utonmqfue  tanien<  an^ 
plo  et  taslo  hrachü»  duobna  totideOMpie  ontribos  déocD^ 
ter  aptatis;  in  eoxa  versus  apinam  dorai  finma  qmedam 
perinde  molliuscnla  atqne  iaedda  imi  modiiÉi  cniria  oilv 
▼atiy  atque  panlulmn  a  rectitudine  detorti,  extahat»  duo- 
bus digitis  adnatiSy  in  quibus  duo  tenen  unguiculi  eer- 
nebantur.    Adhaec  infima  parte  osdis  sacri  sapra  anum 


Digitized 


by  Google 


—  680  — 

caruncula  quaedam  proëminebat,  speciem  quasi  caudac, 
seu  membri  virilis  repraesentans.  Yixit  ctrciter  ad  qua- 
drantem  horae,  perceptoque  sacrosancto  baptismate  opera 
obstetricis  expiravit  (1)^  mortaumque  monstrum  in  aede 
divae  Annae  sacra,  ut  a  vulgo  spectaretnr,  ad  aliquot  dies 
servabatur,  omnesque  qui  eius  aspectum  ambiebant,  oc- 
todenarii  pretium  dare  cogebantur,  ut  mater  buiusmodi 
prodigiosi  foetus  cum  sit  tenuioris  fortunae,  afflictaeque 
ex  partu  valetudinis»  iis  pecunüs  coUecüs  adiuta  ex  puer- 
perio  facilius  emergere  atque  ad  optatam  sanitatem  Deo 
auspice  pertingere  posset. 

Gaussae  autém  quamobrem  pro  maiori  parte  buiusmodi 
innaturales  partus  et  prodigiosae  creaturae  nascantur,  di- 
versae  et  multifariae  a  doctissimis  viris  tam  Graecis  quam 
Latinis  commemorantur,  quae  partim  occulto  Dei  iudicio 
et  vindictae  eius,  partim  vero  diris  imprecationibus  aliis- 
que  occuhis  mysteriis  attribuuntur.  Permittit  enim  om- 
nipotens  Deus  ut  patres  et  ïuatres,  ad  incutiendom  ipsas 
peccatorum  suorum  terrorem,  buiusmodi  terribiles  foetus 
muudo  progignanty  cum  ii  sine  ulla  discretione  ritu  Inn* 
tarum  pecudum  suis  indulgent  concupiscentiisy  effrenes  et 
indomitos  suos  affectus  sequantur,  camisque  suis  illeoe- 
bris  ferventins  serviant,  uulla  interim  babita  ratioue  vel 
tenêrae  aetatis  cuiusquam,  vel  aliarum  rerum  bonestarum, 
quas  vel  ipsa  lex  naturae  praescribere  videtur,  attestante 
sancto  Gregorio  in  suis  dialogis,  qui  ibidem  refert  de  im- 
pudica  quadam  nutrice»  quae  a  puero  quodam  dumtaxat 
novem  anncnrum  cognita  ségra  vidam  reddi  fecit  Sanctus 
HieronjnBdus  hoc  serio  confirmat  de  puero,  qui  cum  deci« 

(1)  Dexe  woorden  kunnen  dubbelannis  worden  opi^ermt,  soo  als  in 
de  roerrede  broeder  besproken  wordt.  De  interpanctie  if  intwcbeo 
door  mij  onvmoderd  geltten. 


Digitized 


by  Google 


—  681  — 

mum  annum  explevisset,  partim  ob  impudicos  et  invere- 
cundos  suae  nntricis  gestus  eum  tanta  libidinis  cupiditate 
exarcisse,  ut  uterum  eiusdem  suae  nutricis,  stimulis  car- 
nis  huc  pellectus,  prole  tumidum  reddiderit.  Ad  hanc 
dassem  referri  videntur  Qseae  prophetae  cap.  9  et  Esdrae 
propbetae  cap.  5.  Aristoteles,  Hippocrates,  Galenus  et  Fli- 
oiusy  viri  undequaque  doctissiroi,  qui  abditissima  quaeque 
naturae  penetralia  sagacissime  excusseruDt,  basce  monstro- 
rum  occasiooes  ardenti  et  forti  isti  imaginatioDi  attribue- 
baot,  quam  mulier  interea  temporis,  dum  semea  concipit^ 
habere  potest,  quae  taotam  vim  io  foetmn  rudem  et  in« 
formem  exerit,  ut  signum  quoddam  in  eo,  quando  nasci- 
tar,  maoeat  fixum  et  immobile.  Nam  Damasceno  authore 
ofiferebalur  Carolo  imperatori  quarto  Bobemorum  regi  vir- 
go  quaepiam,  toto  suo  corpore  instar  birci  birsuta,  pilis- 
que  frequentibus  obsita,  quam  mater  tam  turpi  deformi- 
que  specie  pepererat,  propterea  quod  paulo  fortius  oour 
lorum  suprum  obtutum  defixerat  in  imaginem  pictam  divi 
lobannis  Baptistae  peUibus  vestitam,  atque  ad  spondam 
sui  lecti  coUocatam»  quo  tempote  in  utero  foetum  concipe- 
ret  Hippocrates  medicorum  peritissimus  mulierem  quan- 
dam  atque  adeo  principem  ex  clarissimo  loco  natam  ser» 
vasse^  et  a  vitae  discrimine  asseruisse  dicitur,  quae  adul- 
terü  crimioe  accusata  futt,  propterea  quod  enixa  esset  in- 
star  Aetbiopis  nigri  nigram  prolem,  cum  tamen  eius  ma- 
ritus  totus  albus  existeret,  quae  tamen  mulier  sagaci  in- 
dustria  et  provido  consilio  eiusdem  Hippocratis  fuit  ab 
obiecto  crimine  adulterii  absoluta  ob  causam  bic  attex- 
tam,  quod  imago  Aethiopis,  quam  eius  proles  colore  et 
corppris  lineamentis  referebat,  ad  finem  lecti  semper  fixa 
extitisset.  At  Empedocles  et  Dipbilus  Graeci  autbores  non 

contemnendae  eruditipnis  hanc  causfun  deformis  et  mon- 
C.  44. 


Digitized 


by  Google 


_  682  — 

^trosae  generationis  asscripsenint  defectnl  et  corrnptim 
seminfs  maiacqae  dispositioDi  mulieris  pnerpeiM,  asserett- 
les  banc  rem  verain  mtninieque  fictam  esse,  ducta  siui- 
litodiae  ab  iis  rebus  qiiae  fundi  soleant,  ia  quibus  si  ma- 
leria  quain  fusam  velimus  non  bene  Itquefaeta,  dfligen** 
ter  purgata,   decenterque  aptata   fnerit,   vel  qiiod  alias 
fofma  paulo  inaequalior  vel  minus  recte  formala  extite* 
rit|  effigies  quae  inde  proditura  est,  appÉrebit  non  solnin 
defiBCtuosa,  obscena  et  inelegans,  sed  qnoqne  tetra,  bor* 
rida  et  deformis.    Astronomi  attribnunt  bfiÉC  innatoialein 
partom  stellis  aethereis,  acie  mèotis  d^icantes  si  lona 
in  recto  gradu  vel  coniuncticme  extiterit,  eo  tempore  quo 
muller  coocipit  turn  fore,  foetom  eiu»  prodigioaa  forma  in 
mundum  proditurum  esse,  qu(»iim  opinieni  ilciatns  Tü. 
de  initrp,  vetb.  et  rerum  assentitur,    Altquoties  fieri  po- 
test,  ut  buiusmodi  monstrosae  et  innaturales  proles  gen^* 
reotur  ^  corniptione  sqdalidorum,  turpium  et  foecidonun 
cibomm,  aliarumque  rerum  simtliütti,  puta  cArbonum  ig- 
nitonim  ët  candentium,  picis,  calc{s,  carnis  humanae,  ét 
similium,  quorum  confisstiin  tttque  conceperint  mnlieres, 
irratiofiabfli  quodam  appetitu  exardesinidt»  ëum  tameo  baec 
omnia  tion  solum  grave  detrimentüm,  vertim  etiam  quaa- 
dam  indelebiles  maculas  foétoi  eoitcepto  Hdfefre  soleant 
Siquidem  legitur  in  lib.  prifflo  cap.  6.  de  oóeültiê  naiu- 
rttB  miramHê  apud  Levinum  Lëttitiitim  medienm  de  qna- 
dam  ttttlieré,  quae  duabui  prólibu^  eraf  gratida,  quae 
Mmulatquè  Oónieèisset  ocülös  SüOd  ia  speciosum,  inenar- 
rabUi  libidinia  vorandae  eiua  camis  inflatnmescebat,  sed 
timenis  ^  üe  si  caruem  Appeteret,  posset  suae  petitranis 
ferre  reptdsiim,   tandem  intemperanti  suo  appetitn   hoc 
comptilsA,  intolavit  in  virum,  partemque  carnis  mordi- 
cus de  eitiê  tttimu  AUalÉm  apertis  fiiucibus  e  velfiCfio  de- 


Digitized 


by  Google 


—  688  — 

glutivit  ld  qnod  bonus  vir,  animadverso  cruciatu  mn- 
lieris  infracto  animo  tulit;  sed  cum  infelix  muiier  intem- 
perantia  affectnum  devicta,  nt  similem  morsum  ex  eins 
carne  anferret,  ad  eundem  yirum  redire  putaret,  mulie- 
rem  tam  eSxieni  aflfecHu  Vi  n  se  'repulit.  Quare  oralier 
sufiiisa  pndore,  postquam  aliquot  dies  in  luctu  iacnisset, 
ad  extremum  gemellos  in  lucem  protulit»  quorum  unus 
vivusy'aker  vero  morluus.extitit.  Ceterum  medici  super 
hac  re  congr^ati,  innctis  consiliis  deliberantes,  non  in- 
yenemnt  aliam  rationem'  dicti  abortus,  quam'quod  ei  se- 
cundus morsus  esset  ncgatus. 

Habetis  venerabiles  domini  caussas  enarratas  innatura- 
lium  et  monstrosorum.foetttum  sonmia*  verborum  parci- 
monia  a  me  perstrictas,  atque  ez  intimis  medullis  doctis- 
simorum  virorum  tam  Graecomm  quam  Latinorum  dili- 
gent! studio  coacervatas,  quem  menm  laborem  ut  aequi 
bonique  faciatis  rogo.  Actum  quarta  decima  Augusti  a"" 
1596. 'BineidueB. 

'  f/D. 

owtaTAVruB.  cuma  (t)'. 


ilQMrr  ikw  tk^éfUmmfdi  mm  vam  dêMêlfü  hand  k»t  om  dé. 


derteekend. 


Digitized 


by  Google 


IRSCIRirTIO  TRI»  filVRRSMBl  CAIIfnil 

▲RTB  nKurrofl  jlrhos  ■oiitokvk  (on  rsiToa) 

U  LCmGIlfQCA  ET  PKKEGRIN A  REGIONE  IR  HAHC  aVtTATEH 

NAVIGIO  ADYSCTOEUll, 

faeia  a  dUto  M.  JiooBO  Songx,  dietae  cwUatis 


Anno  a  nativitate  Doniini  millesimo  qittngenlesïmo  bd- 
nagesimo  quinto,  vigesima  qnarta  Angusti,  ipso  Bartholo- 
maei  apostoli  festo  Buscidacb  in  domo  quadam,  qnae  hiid 
intersignium  habet,  ad  commune  foram,  unieiiiqiie  voleiiti 
solvere  semistuferam  spectanda  proponebantor  tria  divena 
cadavera,  puta  viri,  iaemmae  et  pnerali  abhinc  tf«ccntos 
annos  mortna»  nullamqne  tarnen  tetram  foetorem  secom 
adferentia,  atque  brevi  tempore  elapao  in  Tendereefo  (1) 
loco  Canariae  insolae»  nbi  ingens  saccari  nnmeros  esse  ao- 
let,  casu  fortnito  obiecto»  reperta»  iUinoqne  ex  spelonca 
subterranea^  loco  quasi  invio  et  inaccesso»  veluti  ex  tene- 
bris  in  lucem  eruta»  ia  baoa  civitatem  classe  adrecta  fiie* 
runt.  Quae  quidem  post  tantam  annorum  seriem  deflnxam 
post  tot  secnla  devoluta  (mirabile  scriptu)  omnibiis  sub 

(t)    TendêTfefum,  het  eiland  Teiierifle. 


Digitized 


by  Google 


—  «85  — 

nembris»  aiticulis  adhac  integris,  sed  tarnen  deformibus; 
et  vetustate  squalidis  constabant:  quemadmodam  id  luce 
neridiaDa  clarius  aspicieDti  facile  patuerit.  Nee  deerant 
ipsis  capita,  colla,  nasi,  ocali,  aoreSi  manus,  digiti,  digi" 
tique  pednin^  ungnes,  tum  et  viscera«  Omniaque  el  sin-^ 
gala  haec  membra  io  unoquöque  cadavere  non  suis  com- 
pagibus  soluta  vel  dimota  erant,  sed  aptis  iuncturis  de- 
bitisque  nervb  disposita,  ad  plenum  adhuc  cohaerebant» 
ita  ut  unumquodque  cadaver  baculo  nixum  propriis  pe- 
dibus  firmiter  insistere  potuisset;  nisi  quod  oculi  eorum 
nonnibil  depressionis  aut  aliquam  concayitatis  speciem  prae 
se  ferre,  nasique  eorum  ad  imam  partem  quae  ad  os  ver- 
git  aliquantulum  abbreviatie  vetustateque  attriti  esse  vide- 
rentur.  Adbaec  praefata  tam  foris  quam  intus  visceraque 
profSUS  ezarueranty  pelle  obsoleta  tarnen ,  arida  et  squa* 
lida,  ossa  et  membra  contegente>  quae  ob  prodigiosam  ve- 
tustatem  in  tantam  ariditatem  duritiemque  exiisse  vide- 
bantUTy  ut  iostar  piscis  vento  durati»  qui  a  baculo  con«^ 
tundi  soietf  prorsus  obdnruerint 

Habetis  breviuscidttu  quandam  praefatorum  cadaverum 
adumbrationem  a  me  eo  fine  factam,  ut  quis  talem  for- 
mam  aspicieos,  proposito  sibi  mortis  inevitabili  speculo 
spretisque  buins  mundi  rebus  perituris  et  fiuxis,  in  aetern» 
iDa  et  inooauDUtabüia  bona  aciem  suae  mentis  defigeret» 
tütoque  desiderio 'omnique  fidncia  cordis»  quantum  bu« 
mana  imbecillitas  id  pennittity  totus  eo  ferretur. 

Ten  «rchirrv  der  tUd  *tHeriogeiiboscb,  onder  de  losse  stukkeiu 


Digitized 


by  Google 


Rêquêst  der  moeAêit  «tt»  lui  vMinMéhufm  kM  nm  Sehmki 
tn  Schepenen y  em  het,  tehoorl^k  gebAlsemd^  gedur 
rende  drie  maanden  ter  bezigtiging  buitien  de  stad  te 
mogen  vervoeren ,  mei  aposlill€f  waarb^  dit  verzoek 
wordt  van  de  hand  gewezen.    11  Augustus  1595. 

Aur  HTNBN  Ebrw.  hekreh  Scoodtjeih 

SHDS  ScaSiPUf  MSBR  8ÏADT   ¥AI 

Sbartoigbiibosschb. 

Gheeft  inne  alder  reverentie  en*  <iytmoer  te  leennen 
Adriaeokeo,  dodiler  IKrci  van  Dertnont,  hoe  dal  deselve 
Adnaeokefi  deer  vele  betèeHtenisseÉ  vaa  ie  conen  ia>  hos- 
wéyfkeu  state,  aavolgeade  der  hejliger  Oathdiyaker  ende 
RóoiDscher  religie»  vüet  flanèriokeD  N.,  sóldael,  Uggcnde  ep 
Heeswyok  (1),  èo.  mit  faem  djreo  aengaeode  ^geoooverfieert 
hebbende,  en.  by  hem  verweekt  hebbende  eeo  khit  amc 
twee  hooffden  en.  andere  teeokeneo  aeodén  Uckam^  ak 
eenèn  yegelycken  meer  is  dan  notoir»  tselre  kym  gcmn 
en.  gevistteert  hebbende,  zy&de  een  groot  tnivakel  vm 
Godt  allniacfatig,  dienende  tseive  gesie»  «ndè  «by  ^oeébnre 
inspectie  WA  atten  C3irt8t«n  in  defien  liHBepaMeD  tyée  ge- 
visiteert  ve  wordden  <ot  een  eeuwigher  gedeiickenisae  tma 
allen  Christen,  onorme  eeUyegelyck  van  het  ||trooC  mirakel, 
dat  Godt  almachtich  vergunt  beeft  te  verleenen  den  ne- 
gensten deser  loopenden  maent  Augusti  anno  xv°  vytt  eode 
tnegentich,  omtrent  tusschen  seven  ende  acht  uren  des 
smorgens:   dat  tselve  kynt  mocht  wordden  gepresenteert 

(l)    op  Jlêestpyck,  d.  i.:  op  het  kasteel  Ttn  Heeswijk,  liJude  dcitifds 
uen  open  huis  van  Philips  II,  als  hertog  Tan  Brahand. 


Digitized 


by  Google 


—  687  — 

en.  gevuert  deur  alle  lapden  dezer  proviocien  byde  per* 
soonen  byder  moedere  [eo]  )>y  uwe  Eer,  te  nopoi^erc^  eo. 
oick  by  baer  v^rsocbt  en.  gecoreo:  JanoeD  Gherjt»oen,  v^ 
zynen  ambachte  eeo  becker,  iat  Tuerstael,  woooende  io* 
de  HiDtbamerstraet^  J^^pereu  Coruelissoen,  woooende  onder 
tgulden  Hooit  .iiende  merckt,  en.  Lamberden  lanssoen,  beo 
kere,  wonende  «pder  de  Kanne  inden  kelder ,  borgeren  en. 
ingesetenen  der  aelver  atadi»  «mme  de  selve  kinderen  te 
moegen  remonstreren  en.  verthoonen  voor  een  groot  mi* 
rakel,  ende  dat  tot  onderliout  vande  suppliante,  daervoor 
tpraffyt  daeraff  cooftende  de  genomineerden  bon  fort  zyn 
maeckeode:  bidt  diioromme  oitmoedelyck,  dat  uwesn  Eerw. 
believen  wille  der  si^ppliaatep  en.  baeren  genomineerden 
te  Willen  vergunnen  vopr  eenen  tyt  van  drye  maenden 
naestcoqunende  te  ,moe|;^B  jv^rvmren  en,  draegen  .tvoir3. 
kint,  in  .vu^en  ^.  manieren  -als  deselve  zyn  gescbapep 
doer  Godts  almacbti<;b  gebenolenisse  gheconunep  en.  ge- 
boren zyn  0^  dezer  werelt,  beboadelyck^  dat  deselve  ge- 
nomineerden tvoirs.  kindt  sullen  auy  veren  en.  reynigen  van 
balsem  als  anderssins  voor  allen  stanck ,  die  daer  door 
mochte  geschieden,  in  allen  landen  voorden  voors.  tyt, 
om  tvoors.  mirakel  by  eenen  yegelycken  gevisiteert  en.  ge- 
sien  te  worden  voor  een  ewicb  gedenckenisse.  Dezelve 
genomineerde  sullen  ben  verbynden  tzelve  kint  weder- 
omme  te  birengen  binnen  deser  stadt  naeden  tyt  vande 
voors.  drye  maanden,  omme  deselve  ter  gewyder  aerden 
te  bestellen  soo  dat  beboirt.  Dit  doende  etc.  End^  u>a4 
onderiekent:  Abuhgek  van  Linthhuit  (1).     In  margw 

( I )  BoTen  aan  het  request  beet  de  moeder  AdriaênkeM ,  dochter  Dircs  van 
Demoni,  en  in  het  volgende  stuk  Adriaenigen  van  Li/tier,  misschien  eene 
kortere  uitspraak  voor  Van  Linthucnt.  WelHgt  Mras  zij  vroeger  met  een' 
Van  Linter  of  Linihaent  gehuiird  gcM-eest,  of  noemde  zij  zich  naar  hare 
moeder,  iets,  dat  ia  diB  VeiJeriJ  thans,  in  de  wandeling,  uog  niet  zeldzaam  is. 


Digitized 


by  Google 


—  688  — 

êiont  geappoHilUert :  Myoen  heeren  SchepeneD,  geddt- 
bereert  hebbende  op  dese  reqnestef  ordonnefen  (voor  soo 
veele  dofficie  vanden  magistraet  is  aengaende)  der  sap» 
pliante  ende  andere,  die  tselve  soude  moegen  aengaen, 
ten  eynde  sy  ben  reguleren  achtervolgende  d*ordinantie 
en.  verboth  denr  den  drye  groenroeden  deser  stade  van 
vregen  mynen  heeren  Schepenen  aen  haerlieden  op  heden 
gedaen,  van  het  doot  kint,  in  dese  requeste  gementioo* 
neert,  elders  buyten  deser  stadt  niet  te  vervueren»  maer 
dat  sy  tselve  doode  kint  nae  ordinantie  der  heyliger  kerc* 
ken  en.  ten  gewoonlycken  tyde  oipenbaerlyck  sollen  hdl>- 
ben  te  doen  bestellen  ter  gewyder  plaetsen  en.  behoirlyck 
te  doen  begraven.  Ende  alsoe  hier  naerder  advys  ende 
ordonnantie  soude  mogen  zyn  gerequireert  vanden  geeste- 
lycken  oversten  sy  deselve  requeste  (sonder  prejuditie  vaii- 
de  voors.  a|qK>stiUe,  in  respepte  van  mynen  heeren  vaih 
den  magistraet,  voor  soe  ideële  in  hen  is  gegeven)  gereo- 
voyeert  aen  mynen  Eenv.  heere  den  Bisschop  en.  mynen 
heere  den  Deecken  vanden  capittnle  deser  stadt,  onune 
opt  versueck  der  suppliante  voirder  te  ordineren  ende  te 
versien  soe  henne  Serw.  nae  ordinantie  der  heyliger  kero- 
ken  et  pro  iuêtiiia  publiea»  hmesiatiê  naerder  sullen 
bevynden  te  behoiren:  verclarende  anderssins  mynen  hee- 
ren vanden  magistraet  desen  aengaende  gedaen  te  hebben» 
soe  deselve  vuyt  tdebvoir  hender  officie  bevonden  hebben 
te  behoiren.  Actum  den  xj*"  dach  van  Augusto  anno  xv* 
vyff  en.  tnegentich.  Onder  eiofU  geeerevén:  My  tegen* 
woirdich,  en,  wa*  ondertekent:  W.  VlK  Rbts. 

Teo  archieve  der  sUd  ^s  Hcrtogenbosch,  onder  de  losse  stukken. 


Digitized 


by  Google 


Pogingen,  om  tegen  den  wil  der  regering  het  wanschapen 

kind  te  ontvoeren,  ten  einde  het  ter  bezigtiging 

te  stellen. 

Alsoo  yfj  drie  groenroedeo  oodergescreven,  dienaren 
van  mjneu  Eer.  heeren  Schepenen ,  dear  bevele  ende  or- 
dmantie  vande  selve  mynen  Eer.  heeren  Schepenen ,  op- 
ten  elfisten  Angnsti  anno  xr"*  vyff  en.  tnegetich  in  arreste 
genomen  hebben  gehadt  seeckere  doot  lichaem  van  eenen 
kjndt,  met  twee  hooffden,  gebaert  ende  ter  werelt  ge* 
bracht  hj  eene  persoene  genoempt  Adriaéntgen  van  Lin- 
ter,  woenende  in  een  straetgen  inde  Hyntbemerstraet,  ach- 
ter den  huyse  genoempt  hefTnerstael,  ende  hebben  dien- 
Tolgeode  de  vocrscreven  Adriaéntgen  ende  Anneken,  hnys- 
▼rouwe  Reyners,  de  bode,  haer  pleechstere,  van  wegen 
alsvoer  verboth  en.  interdictie  gedaen,  ten  eynde  zy  tseive 
kyndt  nyemanden  en  souden  hebben  vuyt  te  reycken  ofte 
te  leveren,  omme  elders  te  vervnerene,  maer  dat  zy  sou- 
den schicken  tseive  kyndt  huyden  ofte  ten  lancxsten  mor- 
gen vroech  te  begraevene.  Ende  bevyndende  dat  die  moe- 
der vanden  kynde  daermede  niet  wel  te  vreden,  noch 
de  pleechstere  en  waeren,  hebben  alsoo  deur  ordinantie 
van  mynen  Eerw.  heeren  Schepenen  voors.  inde  selve  ca- 
'mere  byden  kynde  gebleven,  het  deen  voer  en.  dandm* 
nae,  vanden  middach  tot  tsavonts  ten  acht  uren  thoe. 
Ende  alsoe  die  resolutie  des  avonts  geviele  van  mynen 
E.  heeren  Schepenen  voers.,  datmen  by  tvoers.  kyndt  des 
nachts  niet  en  sonde  dorven  blyven,  mits  hebboide  ver- 
sekerh^t,  datmen  tsdve  kyndt  nyet  en  sotide  versteee- 


Digitized 


by  Google 


—  690  — 

keo.  Ende  hebbende  deselve  vers^erheyt  rande  foors. 
AdriaeDtgen  ende  pleechstere,  soe  by  genoechsame  geloof- 
teoisse  als  bantastiDghe  aen  Wernaer  (ïreveraet,  een  vao* 
de  groenroede,  inne  presentie  Thielman  Hageos,  zjoen 
medebroeder,  gedaen,  van  tzelve  kyndt  niet  te  vervreeah 
den ,  dan  te  doene  en.  haer  te  reguleren  naeden  voors. 
verboth:  bennen  al^pe  vuyter  voers.  cameren  gegaen  eode 
tselve  haer  bevelende,  dat  zy  haere  .gelooften  zoudeo  ach- 
tervolgen, ten  eynde  zy  niet  achterhaelt  en  soodeo  moe- 
gea  wordden.  Bnde  tsanderendaechs  ijon'achteo,  oegen 
«ren  «Idaer  oommende,  hebbe  bevonden  tv^ers.  kfitf  al- 
noch  in  huys  4e  zyne:  ende  alsoo  de  spraecke  ibiock  oo- 
trent  elff  ureii,  dat  het  kynt,  nyelt^enstaende  t^rerMi, 
ewech.gedaen  vas,  hebben  wy  drye  groearoedeoi  denr 
ordinantie  van  mynen  Eer.  beeron  Schqicfpeii  voors.,  ao- 
dewael  g^aen  byde  voora.  Adriaei^g^o  «n.  haere  pleech- 
alere,  te  iv^tene  opten  twelfi$teQ  An^uati  vyff  en.  tsegeo- 
tich  voers.,  dqs  taavonits  OAlreAt  ten  wyff  uren,  omiue  (e 
v^nemene  inne  vfat  manieren  ofte  deur  virat  oirsaecke  zy* 
lieden  tkyndt  hadden  eweoh  gedaan,  allet  tegeos  haerlie 
den  geloefienissie  en.  verboth,  daerop.  ons  AdriaeDtgen, 
craemvrouwe,  ende  Anneken,  huysvroawe  Reyoers,  de  bo- 
de, haer  pleachstere,  voor  antwoerde  ghaeven,  dat  eeo 
lasper  Cornelissoeo  on  lan  lansaoen  Moor,  beckere,  woo- 
nende  int  Tuerstael^  baerUeden  niet  met  vreden  en  lie- 
ten, zy  en  begeerden  g^nt  te  hebben  het  voors.  kyodt, 
ende  dat  sy  alsdoen  daerop  verolaerden:  »Soe  tselve  ons 
is  verboden  byde^a  tdcye  groenroeden  van  veegen  den  hee' 
ren  <Schep^nep>,  aoo  en  daeren  wy  tselve  ny^t  doen,  vaot 
wy  .en  willen  niet  tachterbaelt  wesen,"'  daerop  die  vwïs. 
lasper  ende  .hn  haerlieden  antvtroi^den  onder  meer  andere 
woerden,  dat  Jiet  selve. sonde  geschieden  met  mynen  h^ 


Digitized 


by  Google 


—  691  — 

de  Schouteths  consente.  Ende  dat  hoerende  die  voors. 
craemvrouwe  heeft  op  Amieken ,  haer  pleechstere ,  be- 
gheert,  datsse  metten  voers.  hspar  en.  lan  soude  gaen 
tot  mynen  heere  den  Schouteths  huysinghe,  ende  densel- 
ven niet  thuys  vindende,  zyn  zy  tsamenderhant  g^aen 
yoor  den  stadthnyse,  alwaer  zy  mynen  heere  den  Schou- 
tetb  vonden.  Doen  seeghde  lasper  t^en  myn  heere  den 
Schouteth :  » Myn  .  heer ,  hyer  is  de  pleechster  vanden 
kyndt;^'  doen  seyde  de  voors.  Anneken  tegens  myn  heere 
de  Schouteth:  »Myn  heere,  ick  plege  de  craem vrouwe  en. 
de  craemvrouwe  verclaert  en.  ick  van  gelycken,  dat  yrj 
tegens  tgeboth  nyet  en  begeren  te  doen  ofte  en  begeren 
in  myns  heeren  handen  niet  te  vallen,  ende  soe  verre 
myn  heere  ons  consent  gheeft,  dat  yvj  tkyndt  mogen  la- 
ten volgen,  soo  sullen  >vyt  doen,"  daerop  myn  heere  den 
Schouteth  alsdoen  antwoirden:  »Iae,  ick  en  sal  u  lieden 
nyet  doen,  noch  ick  en  sall  myn  vfoerdt  niet  achter- 
Mraerts  gaen.'"  Ende  op  dat  selve  woirdt  hebben  zy  tkyndt 
in  handen  gegeven,  ontrent  elff  uren,  aende  huysvrouwe 
lan  lanssoen  Moor,  beckere,  ende  hebben  die  voors.  las- 
par  en.  lan  laossoen  gelooft  tvoors.  kyndt  haer  craem- 
vrouwe binnen  den  tyt  van  twee  ierstcommende  maenden 
wederomme  inne  handen  te  leveren,  ende  sullen  haer  als- 
dan voor  tleenen  vanden  selven  kynde  scheocken  ende 
gbeven  de  somme  van  hondert  en.  vyftich  gulden.  AUet 
selve  alsoo  geschiet  en.  verclaert  te  zyne  byde  voors. 
Adriaentgen,  craemvrouwe,  en.  Anneken,  hare  pleechstere, 
als  voors.  staet,  attesteren  wy  drie  groenroeden  op  daten 
voirs.    Oirconde  onse  namen.    Onderiekeni:  GiBLis  Bbb- 

MAKS,   WkRNIEB   GhEVSRAVT,   TfilBLMAIfS  HaOEHS. 

Ten  archiere  der  fUd  's  Hertogenbosch ,  onder  de  loste  stukken. 


Digitized 


by  Google 


Digitized 


by  Google 


BERIGTEN 


HET  VERYOltlEN  VAN  PERSONEN. 


TERDACHT  TAM  TOOTEBIJ^ 


131 


Dl  IIUIRU  TAH  '8HERT06IRB0SGH, 


te  4m  Jwe  iS»»--i89S. 


I 

Digitized  by  VaOOOlC 


Digitized 


by  Google 


EmstigB  toaarsehuwinf  van  hei  Hof  te  Bmstel  aan  den 
BUftchop  van  ''s  Bertogenbosch,  om  mei  %^ne  onder- 
hoorige  geestelijkheid  te  waken  tegen  de  in  %ijn  bis* 
dom  meer  en  meer  toenemende  toover^ ,  met  opgave 
der  verschillende  betooveringsmiddelen  en  bedreiging 
der  goddelijke  en  menschelijke  straffen  tegen  die  dut- 
'  velskunslen^  doch  met  verbod  y  om  die  in  de  verma-^ 
ningen  des  volks  bepaaldelijk  op  te  noemen,  uit  vrees, 
dal  de  nieuwsgierigheid  daarvan  misbruik  mogt  mor 
ken.  20  Jul^  1682. 

Trèsré verend  Fëre,  cber  et  bien  amë.  Comme  entre 
aullres  graadz  péchez»  malhemra  et  abominatioDS  qne  oe 
misërable  temps  nous  apporte  cbaque  ioor  k  la  mjne  et 
coDfasion  du  monde,  sont  les  sectes  de  divers  maléftces, 
sorcelerieSy  impóstures,  illnsions,  presttges  et  impiëtes  que 
certains  vrayz  instmmens  du  diable,  aprèz  les  kërësie^, 
apofttasies  et  ath^mes,  sWvancent  iournellemient  mettre 
en  avant,  lesqudz  usent  de  innumërables  impostures  de 
sortiiëges,  enchaniemeDs,  imprëcatkMiB,  vënéfices  et  aul- 
tres  semblables  malëflces  et  abominations  quilz  appren- 
nent  et  exercent  par  linstmietion  et  eoannnnicatioD  partir 
culière  des  maltngz  espritt,  les  toiffs  sonbs  tnnbré  dé  la 
maibëmatique  magie  et  astrologie  iudjciaire  et  pÉr  prs- 
nostiestions:  ftnltres  eomme  gënëthlheijtes ,  par  observa- 


Digitized 


by  Google 


—  696  — 

tions  des  planètes  dominantiB  ii  Iheure  de  Ia  Dativitë  des 
personnes:  aultres  par  art  de  devination,  inspection  des 
maiDS  et  aultrement  s^advancent  vouloir  predire  les  ben- 
nes  OU  mauvaises  fortuoes  des  hommes,  aussj  les  saisons 
da  temps  advenir,  Toires  par  aultres  inveDtions  sopersti- 
tieoses  et  dampnables  s^eflforceat  de  vouloir  troubler  Tair, 
ensorceller  et  charmer  les  personoesy  les  occnper  de  yi- 
laines  amours  et  les  rendre  comme  dëmentes,  et  aaltres 
eDseignent  par  art  diabolicqae  de  recouvrer  les  choses 
perdoes,  moostrer  les  personnes  absentes,  les  ungz  par 
miroirs,  les  autres  par  eaue,  par  fiolles,  de  voir»  dire 
quelques  parolles  k  Toreille,  faire  parier  Ie  diable  soobz 
la  forme  d*ang  roy,  aussy  enchanter  les  personnes  par  fi- 
letz,  esguilles,  esgaillettes,  drapeanlz,  faire  direrses  flla* 
sions  par  fascbinations  des  yeulx,  s^aydans  semblablement 
de  cartes  et  aaltres  choses,  inventions  illicites,  dëtestables, 
en  s^attribuans  divers  noms  selon  les  especes  et  soites  de 
leurs  malëfices  et  enchantemens,  qni  se  dëlaissent  icy  k 
réciter  pour  la  dëtestation  de  si  mescl^ns  et  malheoreaz 
actes  et  impostures,  k  quoy  ilz  parviennent  pour  s^estre 
desvouez  et  dëditö  du  tout  au  diable  en  renoncant  k  Ie- 
SU  Christ,  nostre  saulveur  et  rëdempteuri  et  de  plus  non 
eontens  de  se  perdre  eulx  mesmes  si  misërablement,  at- 
tirent  encore  les  aultres  aux  mesmes  erreurs  et  impiétesy 
soubz  couleur  de  dire  que  ce  sont  choses  naturelles  et 
artz  matbëmaticques  selon  les  influences  des  planettes  et 
astres  cëlestes  dominans  snr  les  personnes,  voires  osent 
affermer  que  ce  sont  opérations  divines  et  sainctes  pour 
y.ineslert  quelque  eaue  bénite  ou  de  foos  de  babtesme, 
y  insërant.pour  mieulx  abuser  en  leurs  billetx  ^  char- 
mes Ie  nom  sacnë  de  Dieu  ou  de  ses  sainctz,  prenant 
aussy  cerlaines  purolles  de  Tescrtture  sainote,  y  apposant 


Digitized 


by  Google 


_  «97  — 

divers  caractères  incogDuz,  Toires  1'effigie  de  la  saiDcte 
croix,  poiir  avecq  cela  curer  les  playes,  guërir  les  fieb- 
vres  et  faire  comme  ilz  disent  cures  supernaturelles  et 
miracnlenses,  tant  sur  les  hommes  que  sur  les  bestes,  de 
quoy  tontesfois  la  fin  en  est  tousiours  pernicieuse  et  in- 
fa  uste,  comme  les  expériences  Tont  démonstré  et  démon- 
streot  iournellement ,  ponr  touttes  lesquelles  frivoles  per- 
verses  et  meschantes  persuasions  font  que  plusieurs  ne 
pensent  mal  faire,  d^user  de  ces  practicques  impostures 
et  diabolicques  inventions,  auicuns  pour  guérir  eulx  ou 
leurs  bestes,  aultres  pour  recouvrer  les  choses  perdues 
et  aultres  par  passetemps  comme  ilz  disent,  insques  Ik 
que  aulcunz  hommes,  femmes  et  enfans  s^en  veuillent 
mesler,  si  comme  de  lier  Pesguillette  aux  marians  et 
prononcer  parolies  qu'ilz  appellent  Ie;  haultz  noras,  les 
porter  chez  eulx  pour  soy  gafder  de  tous  périlz  et  ac- 
cideo*  et  semblables  choses,  de  quoy  tiennent  livres  et 
papiers  par  escript,  ne  pensant  mal  faire  de  les  avoir 
practiqner,  ou  tontesfois  c^est  des  pluz  grandz  crimes  et 
impiétez  qui  se  puissent  perpétrer  contre  Dieu,  contre 
s<Hi  honneur  et  sa  doctrine,  que  Tescriture  saincte  a  en 
telle  abomiDation,  horreur  et  dëtestation,  qu^elle  ue  les 
veult  laisser  rivre  aulcunement  sur  la  terre,  comme  Ie 
mesme  est  aussy  ordonné  par  les  canons  ecclésiasticques 
et  loix  ctTilies,  tellemeut  que  la  chose  est  si  claire  qu'il 
n^est  aulcunement  besoing  de  faire  aulcune  défence  ou 
edict  prohibitif  par  quelqnes  appositions  de  peines  nou- 
velies,  pour  aussy  ne  scandaler  plusieurs  gens  de  bien, 
que  ne  scavent  ces  meschantetez  et  ont  telles  choses  en 
horreur  et  dëtestation.  Pour  ceste  cause  nous  tenans 
pour  maïntenant  pouvoir  abondamment  souffir,  pour  pour- 

veoir  k  ces  maulx,  d^escrire  lettres,  tant  aux  archeves- 
C.  4». 


Digitized 


by  Google 


—  698  — 

tjoes,  ëvesques  et  atiltres  prélatz  ecclësiastioqves  que  a 
ceulx  dez  coDsaux  et  iiiges  prësidianlx,  eo  les  rëquer- 
ranty  exhortant,  admoaestant  et  oommandaDt  respecttre- 
ment  d^avoir  en  cecy  Toeil  (Hivert  el  esrallé,  ponr  ex- 
tirper  ce»te  grande  meschaBcetë,  selon  que  commande 
Tescripture  saincte»  aussy  les  canons  sacrez,  bulles  apos- 
tolicques  et  loix  civilles,  suivant  que  chascun  face  san 
debvoir,  scavoir  est  que  ks  prélatz  ecclésiasticques  ar* 
donnent  incontinent  aux  pasteurs  et  prédicateurs,  cha- 
cun  en  san  diocese,  de  prëadrertir  et  adraonester  dili- 
gamment  et  sourent  Ie  poeuple  de  soy  garder  de  teh 
abuseurSy  imposteurs  el  trompeurs  comme  vraiz  inslni- 
mens  diabolicques,  commettant  ces  impiëtez  et  abomina- 
lions  par  secrète  assistence  dez  malingz  espritz  oonlre 
Dieu  el  leur  prochain,  les  admonestant  et  commandant 
aussy  d^avoir  en  horreur  et  dëtestatiiw  telz  meschans  pé- 
chez,  condempnez  en  premier  de  Dien  et  aprëz  deaihanh 
meSy  procëdant  seulement,  comme  dict  est,  de  risTen- 
tioQ  du  diable,  ennemy  commun  du  genre  bumam,  k 
quelque  couleur  que  ce  soit  de  demnation,  magie,  ma- 
thëmaticquie ,  astrologie,  pronostication ,  physionomie,  ni- 
gromantie, chiromantie  ou  auhres  titres  spëcieuk  que  ce 
puist  estre,  procëdant  cecy  en  grande  partie  de  ia  saicte 
et  efiSoct  de  tant  de  hërësies  et  fausses  doctrmes  et  d*ap- 
postasies  puUulantes  par  tout;  advertissant  par  tant  que 
cbacun  eut  k  s'en  garder,  voires  interdisant  de  banier 
avecq  semblables  personnes,  aultrement  que  ceulx  de  Ia 
iustice  tant  eccl&iasticque  que  seculiere  feront  leurs  deb- 
Yoirs  d'enqucbter  et  procëder  respectivement  cootre  toos 
ceulx  qui  useront,  practicqueront  el  consenteront  k  leb 
malëfices,  pour  les  punir  en  court  spiritnelle  sdon  ks 
canoM  et  bnlles  apqstolicques  >  et  en  court  sécolière  par 


Digitized 


by  Google 


—  699  — 

les  loix  civilles  et  ordonnances.  Eh  feisant  par  lesdicts 
eccléstasticques  etitendre  au  poenple  qti'^vons  commandé 
k  tous  noz  consanlxy  officiers,  iusticiers  et  ceulx  de  noz 
vassauiz  de  faire  semblables  informatioiii  et  chastoy  ezenr- 
plaire  seion  les  loix  di7ittes  et  humaioes,  et  néaDtmoingz 
TOttkns  bJcD  prëadvertir  ttwix,  que  comme  une  partie  dé 
innocence  est  ne  scavoir  les  pëchez,  taat  est  fragiile  Ia 
nature  htrioaine,  que  nostre  intention  est  que  quand  les- 
dictd  pasteurs  et  pfëdicateurs  exhorleront  Ie  poeuple  d^eux 
garder  de  semblables  crimes  détestables,  il  ne  sera  be- 
Sóiog  [de]  spëeifier  aulcufis  diceulx  par  qtielque  démoti^ 
stration  ou  explicatiou  par  oü  Ie  poeuple  pourroit  ifp* 
prendre  comme  ces  impostures  se  font  ou  mettre  les  au- 
diteurs en  quelque  curiosité  de  Ie  vouloir  sqavoir,  mais 
dire  en  termes  gënëraulx  que  touttes  ces  choses  et  spe- 
ciallement  les  plus  frëquentes  sont  actes  diabolicques , 
dampnez  et  reprouvez  de  Dieu,  inventions  des  espritz 
malingz  pour  perdre  et  dampner  perpëtuellement  les  per- 
sonnes,  vous  dëclairants  que  ce  que  Ie  avons  icy  parti- 
cularisë,  est  seuUement  pour  instruction  des  iuges,  quand 
semblables  malfaiteurs  viennent  en  leurs  mains:  par  quoy 
pour  ^ectuer  ce  que  dessus,  [nous]  vous  ordonnons  bien 
expressëment  et  k  certes  que  incontinent  ces  prësentes  re- 
ceues,  vous  envoyez  les  doubles  d^icelles  deuement  col- 
lationnëes  et  auctenticquëes  k  voz  officiaulx  et  promo» 
teurs,  leur  mandant  qu^ilz  ayent  cbacun  endroict  soy 
Toeil  en  bon  regard,  pour  non  senlement  trair  la  main 
et  procurer  que  les  debvoirs  cy  dessuz  soyent  faictz,  mais 
aussy  diligamment  enquester  et  informer  de  ces  abuz  et 
crimes,  affin  de  descouvrir  ceulx  qui  en  seront  attacbez 
et  coulpables  pour  les  cbastier,  et  signamment  enquërir 
cimtre  ceulx  ou  celles  qui  peuvent  estre  les  plus  difTa* 


Digitized  by  L3OOQ IC 


—  700  — 

mez  dVstre  devins^  enchanteurs,  aorcières,  vaadois,  oa 
Dotez  de  semblables  maléfiices  et  crimes,  et  s^ils  eo  sca- 
vent  aulcuDs  qu^ilz  ayent  k  procéder  trèsrigoarensement 
coDtre  enli,  par  touttes  les  peines  de  chastoyemens  sëvè- 
res  et  exemplaires,  en  conformité  desdictes  loix  divines 
et  humaineSy  saus  y  faire  fanlte.  A  tant,  trèsrévérend 
Père,  cher  et  bien  amé,  nostre  Seigneur  yoas  ayt  en  sa 
saincte  garde.  Escript  en  nostre  ville  de  Bruxelles,  Ie 
XXV  de  luillet  xv""  nonante  deux.  Paraphd:  JL  y.^  ei 
êoubz^ignJ:  Tkrritcrk.  La  ntperserijaicn  estoü:  k 
trèsrévërend  Fère,  nostre  cher  et  bien  amë>  TÉvesqne  de 
Boisleducq. 

CoUaHonné  d  êon  oriptieUê  et  ceHê  eopie  iroutié  ac- 
corétr  d  icellê  par  moy  GHTamT  yaxbeb  Vubb,  9ea4- 
iain  êt  $rêgUr  d$  la  pilie  d$  BaiêUdueq, 

G.   TAHVU  VbLBB. 

Ttn  ATcbiieTC  der  ttid  'tBertoieiiboMli,  onder  de  loite  itakica. 


Digitized  by 


Google 


Klagte  van  heeren  Schepenen  min  ^s  Hertogenbosch  aan 
den  Raad  van  Brdband  wegen»  het  onwettig  gebruik 
der  waterproef^  hij  beschuldigden  van  tooverijf  op  eene 
schrikbare  wijze  in  de  Meijerij  toegepast.  10  Octo» 
her  1595. 

Eerw.,  edele»  wyse,  zeer  discrete  en.  voirsienighe  Hee- 
ren. Wy  laten  ons  wel  voorstaen»  dat  uwe  Eerw.  ai- 
reede wel  te  vollen  syn  onderricht  van  tgene  seeckere 
weecken  geleden  respectivelyck  is  gepasseert  ende  noch 
daechelycx  wordt  te  werck  gestelt,  zoe  by  particuliere 
heeren  ?an  ennige  beleende  dorpen  als  andere  binnen 
de  meyerye  deser  stadt  van  Tshertogenbossche,  over  vele 
ende  diversche  persoonen,  die  byde  selve  particuliere, 
smaele  heeren  ende  henne  officiers  wordden  geculpeert 
van  toverye,  ende  dat  deur  ennige  inordentelicke  bedra- 
ginge  (1)  en.  belastinghe  van  dyen,  veele  alireede  syn 
geapprehendeert  ende  al  noch  daegelycx  geapprehendeert 
wordden,  niettegenstaende  deselve,  zoe  wy  verstaen,  nyet 
en  mochten  staen  oft  gestaen  hebben  ter  quader  name 
ende  fame,  onder  tdexel  alleenlick,  dat  nae  dusdanige  be- 
draeginge  ende  apprehensie,  zylieden  byden  scherprech- 
ter  geworpen  synde  inden  waeter,  alsoo  ter  proeve  sou- 
dAi  worden  gestelt,  oft  sy  by  avontueren  mochten  boven 
blyffven  ofte  sincken,  ende  bevonden  synde  deselve  niet 
te  siucken,  maer  boven  dwaetér  te  blyven  liggen,  wor- 
den vuyt  oirsaecke  van  deselve  pretense  proeve  ende  niet 
ondersincken ,  de  geapprehendeerde  gehouden  voor  ge- 
noech  verwonnen  ende  plichtich  van  de  voors.  delicten. 

(i)    Bcdra^inge,  bescfau1di«;iiis;. 


Digitized 


by  Google 


—  702  — 

Emmers  om  over  snicx  in  cas  van  egeene  voltuiuire 
fessie,  die  wel  vuyt  vreese  oft  grooticheyt  van  tortmv, 
oft  aoderssins  soude  ooanen  geschieden,  ende  te  beduch- 
ten ia  by  eenighe  geëxecuteerde  geschiet  te  zyo,  gewe* 
sen  om  aen  staecken  levendich  gd>rant  te  wordden,  daer 
van  alle  vele  exempelen  onlancx  metter  daet  syn  gesieo. 
Ende  gemerckt  ons,  onder  correctie,  dese  maniere  van 
procederen  verdunckt  te  wesen  te  seer  precipitant  ende 
buyten  ordre  van  rechtshandelinge,  behalven  d^onadier- 
heyt  ende  ongewoonlycheyt  vande  voors.  waelerproeve, 
meer  smaeckende  superstitie .  byden  bosen  vyant  geinven- 
teert,  om  Godt  te  tentaren,  den  onnooselen  te  condemp- 
neren  ende  de  schuldigen  te  defenderen,  nae  alle  rech* 
ten  notoirlyck  verboden  dan  wettelycke  ende  toegelaten 
probatie,  emmers  sulcx  datmen  daer  van  tot  noch  toe 
inden  lande  van  Brabant  geen  gebruyck  en  weet  gevreest 
te  zyn;  tot  deseu  oock  in  consideratie  stellende,  dat  ter 
plaetse  daer  dusdanighe  apprehensie  ende  executie  wordt 
gedaen,  wordt,  heiace  1  daechelicx  gehoirt  een  lamentabel 
geclaech  tusschen  andere  eerlycke  ende  onbefeempde  per- 
soonen,  die  van  gelycke  temeraire  ende  onsekere  belas- 
tioghe,  daer  door  de  boose  vyant  sonder  twyffel  is  ^n 
proufiyt  doende,  bevreest  zyn,  ende  alsoo  insgelycx  tot 
dusdanighe  confuse  probatie,  torture  ende  geprecipiteerde 
schandaleuse  doot  oyck  onnooselyck  souden  comen  te  ge- 
raecken:  soo  eest,  dat  wy  eedts  ende  conscientie  halven, 
neffens  d'advys  van  onsen  eerwaerdichsten  heere  de  Bis- 
schop deser  stadt,  gedrongen  worden  hier  van  uwe  E. 
te  doen  de  voors.  verthoeninge,  derselver  biddende,  om 
in  faveur  van  ordentelicke  iustitie  ons  t^ad viseren,  wes 
inde  voors.  uycuwe  maniere  van  waterproeve  soude. staen 
te  doene,  ende  des  niettemin  hy  ennige  ]ilaccaet  oft  or- 


Digitized 


by  Google 


_  703  — 

doDoancie  deur  opeDbare  publicatie  voor  ons  ende  al* 
lomme  ten  platten  lande  te  doen  vercondigen  hoe  ende 
welcker  vuegen  in  tgene  voors.  staet,  zal  dienen  hj  tyde 
te  >vorden  geremedieert  oft  anderssins  gedecreteert  soe  tot 
gerusticheyt  der  conscientien  vanden  officieren  en.  rich- 
ters genoech  soude  mogen  wesen;  ende  in  cas  van  desen 
Ie  stellen  in  voerdere  deliberatie  met  myn  heercn  van- 
den secreten  Raide,  dat  emmers  by  provisie  den  gbene 
administrerende  de  iustitie  inde  vier  quartieren  der  mey- 
erye  deser  stadl  expresselicken  wordde  geordonneert  van 
alle  voordere  appreheiisie,  proefineminghe  ende  scherpe 
examinatie,  by  wegen  als  voor,  op  simpele  bedraginge 
te  supersederen ,  ter  tyt  toe  byden  Hove  ende  van  hoo- 
ger  bant  wegen  daer  inne  anders  zall  wesen  versien. 
Waer  mede  desen  eyndende,  sullen  Godt  bidden,  myn 
Heeren,  uwe  Eerw.  ende  £delheden  in  gelucksalige  rege- 
ringe  te  gesparen  in  syne  heylighe  protectie,  nae  onse 
seer  gedienstige  gebiedenisse  aen  henne  goede  gracien. 
Yuyt  Shertogenbossche,  den  x^°  Octobris  1595. 

Uwen  Eerw.  ende  Edelheden 

zeer  oitmoedige  en.  onderdanige  ten  dienste, 

DE  SCHUPBNEK  DKR   STAM   TAN   TSHBRTOGENBOSSCHS. 

"W.  TAS  Rbis. 

[orscniiT.] 
EerW;  edeien,  wyseu,  joeer  discreten  en  voorsientgen  ITêeren, 
Myn  l/eere  de   Vice  Cancellier  ende  andere  ffeeren  van  zyne 
Maicstcyts  Rade  geordineert  in' Brabant,  tot  Brussel, 

Geregistreerd  in  een  copie-bodc  \an  briefen  ten  archieTe  der 
stad  's  Hertogenbosch  (geteekend  C,  n».  25)  op  het  jaar  1605. 


Digitized  by 


Google 


Anlwoord  op  dê  voorgaande  klagte  van  wege  den  Koning^ 
met  aanmaning,  om  de  tooverfj  mH  ernst  uU  te  roei- 
jefij  doch  zonder  het  gebruik  der  waterproef.  24  Or- 
tober  1595. 

BYI^ENi    C^MIKCIL. 

Lieve  ende  beininde.  Wy  hebben  doen  stellen  in  de- 
liberatie van  Raide  dUnhondt  van  uwe  brieven  vandeo 
x*"  deeser  tegen woordiger  maendt,  ende  op  de  redeoeo 
daerinne  geallegeert  wel  ende  rypelyck  geleth  synde»  heb* 
ben  u  wel  willen  verderen  by  desen,  dat  hoe  wel  oose 
ernstighe  meyningbe  ende  intentie  is,  datmen  t^en  de 
gheoe,  die  culpabel  zyn  van  toverye,  in  alder  diligentie 
behoort  te  procederen  tol  behoorlycken  straff  ende  cor- 
rectie, soe  en  verstaen  wy  nochtans  nyet,  dat  yemant 
ter  saecken  van  dyen  geapprehendeert  en.  getortureert 
zall  wordden  dan  mits  voorgaende  informatie  ende  snffi* 
ciente  inditien  in  rechte  geapprobeert  ende  van  outs  hier 
te  lande  geobserveert  en.  geplogen:  en.  daeromme,  alsoo 
die  waterproeve  in  uwe  voorscreve  brieven  breeder  ver- 
meit, te  voeren  hyer  te  lande  nyet  en  is  gebruyckt  en. 
geplogen  geweest,  iae  byden  rechten,  soo  wel  geestelyck 
als  weerlyck,  gereprobeert,  als  smaeckende  superstitie, 
ende  andersins  teenemael  onseecker  en.  bedriegelyck ,  wy 
en  cunnen  nyet  goet  gevinden,  dat  eenighe  officiers  en- 
de rechters  hun  gevoirdert  hebben  deselve  int  werckc 
te  stellen  ende   daerop  te  procederen  totier  torture  ende 


Digitized  by 


Google 


—  705  — 

condcmpnatie,  eode  syn  van  iiieyninge  by  geoeraelen  plac- 
cate  daertegen  te  doen  versien.  DesnyettemiD  en  kunnen 
nyet  gelaten  u  wel  ernstelycken  te  vermaenen  by  desen, 
uwe  vuyterste  debvoir  te  doen,  om  onder  het  districkt 
Tan  uwer  officie  de  voors.  tooverye  teeneraael  t'extirperen 
en.  vuytteroyen,  en.  in  zaecken,  die  voer  u  lieden  ^sul- 
len wesen  geiotenteert,  sonder  dissimulatie  recht  eode  ius- 
titie  radministreren,  tzy  tot  condempnatie  oft  absolutie,  soo 
gby  in  goeder  conscientie  sult  bevioden  te  behoireo  ende 
wy  u  des  syo  betrouwende,  nyet  latende  oock  een  eynde 
te  maecken  vanden  zaecken  van  Lysen  Tysen,  zoe  v^y  u 
tot  meer  reysen  bevolen  en.  belast  hebben  ende  noch  an- 
derwerff  syn  doébde  mits  desen.  Lieve  en.  beminde,  onse 
Heere  Godt  sy  met  u.  Gescreven  in  onser  stadt  van  Brues- 
sele,  den  xxiig*''  Octobris  1595.  Onderteechent :  Hz  Hor. 
Gtnêperêcribeêri :  Onse  lieve  ende  beminde,  die  Schepe* 
nen  onser  stadt  van  Shertogenbosscbe. 

GecollaUmneert  en,  concoirdereude  bevonden  métten  ori- 
ginaelcn  hrieff  vanden  Hove  by  my  GEiELman  Ruis  Her- 
Bicxz.,  als  openbaer  geswoiren  en.  geauctoriseert  notaris, 

G.  RuTS.      1505. 

Geregistreerd  in  een  copie-boek  Tan  brieTen  ten  archiere  der 
iiad  ^f  Hertocienbosch  (geteekend  C,  n».  25)  op  het  jaar  1606. 


Digitized 


by  Google 


De  LitUenant  Gmiverneur  der  Neéertafiden  wëttrsehmwt  mUê 
regiere  tegen  het  gebruik  der  waterproef  bij  hei  oih 
derxoek  naar  schuldigen  aan  tooverij.    8  Mw.  1595. 

••H  PEMIO  EJKRIC%ÜI»,  MSTB  WB  roBMm, 


Trèflcberz  et  bien  amez.  Tou$  vous  pouves  souvenir 
que  doiz  Ie  xx*  de  luiilet  1592  vous  fureot  escrites  let- 
tres coDteoaBS  que  pour  remëdier  ung  mal  si  délestable 
et  crinie  si  abomiuable  de  sorcek^ie  et  nugie  diabolio- 
qne,  que  loo  disoit  coinmeacher  de  pulluier  es  payz  de 
pardecha,  Ion  escripvoit  lettres,  tant  aux  archevesques, 
évesques,  comme  k  ceulx  dez  coDsauIz  et  inges  prësidi- 
aulx,  et  entre  aultres  k  vous,  affin  que  par  lez  voyes 
iuridicques  et  moyens  raisounables  il  y  fust  bien  et  dili- 
gemment  remédié  et  les  culpables  et  criminelz  de  telles 
nieschaDcetez  fussent  desconvertes  et  cbastiez  exemplaire- 
menty  en  y  procédaot  discrètement  et  iuridicquement,  tel- 
lement  que  nous  espérions  que  par  la  bonne  vigilance 
et  diligence,  tant  des  iugez  ecclésiasticques  qae  seculiers, 
ce  mal  cesseroit.  Toutesfois  nous  Sommez  advertiz  que 
puis  naguerres  cedict  mal  s'est  engrèvé  et  que  iournelle- 
ment  en  plusieurs  lieux,  signamment  champestres,  sont 
estre  trouvées  plusieurs  personnez,  spéciallement  femmes, 
entacbées  de  ce  crime,  lesquelles  comme  confessées  et  con- 


Digitized 


by  Google 


—  707  — 

rmüCQ»f  tnroieot  esté  exécotëès  par  Ie  feo  et  ao  graad 
Domlirey  dont  11003  avooz  horreur  pour  leg  abominatioiis 
que  Ion  dit  el  les  cominetteDt  contre  Dieu»  cootre  la  re- 
ligion  et  contre  lears  prochains;  qui  pis  est  Ie  bruict 
court»  qnil  y  a  encores  aultre  grande  multitude  entacbée 
du  mesme;  entendons  aussj  que  pour  descouvrir  et  a?é« 
rer  ledict  crime  contre  aulcunes  personnes  chargëes  et 
aocnsées  de  aemblable  malëfice,  on  les  prend  et  iecte  en 
Teau,  piedz  et  mains  liez,  prennant  argument  que  si  de- 
menrent  sur  leau,  iiz  sont  sorciers  ou  sorcières,  ou  si 
les  corpz  tirent  k  baz  qu'ilz  ne  Ie  sont  pas,  forme  de 
probation  estrange  non  approuvée  de  droict,  conséquam* 
ment  par  trop  dangereuse  et  nuUément  admissible,  et  que 
par  semblables  moyens  prévues  et  ooniectures  on  en  a 
ezécutë  plusieurSy  voires  en  quelques  villages  iusqnes  k 
quatorze  ou  quinze  femmes  comme  sorcières,  qui  est  une 
diose  de  trèsgrand  poiz  et  k  quoy  il  conyient  mectre  la 
main  souveraine  pour  deux  effectz:  Tung  pour  extirper 
fundamentallement  et  radicallement  ces  abominations  des 
blasphèmes  contre  Dien  et  sa  saincte  foj  cbrestienne,  pu- 
nissant  par  droict  et  procédures  iudiciaires  'et  légittimes 
lesdicts  culpables:  laultre  que  ne  soit  facillement  faict 
tort  aux  simplez  et  innocens,  et  personnes  infatuëes  d^i- 
gnorance  et  vieillesse,  comme  souvent  sont  vieilles  fem- 
mes dëcrëpitez  que  Ion  dit  Ie  plus  estre  entachëes  de  ce 
crime.    Pour  ceste  canse  nous  dësirans  j  pourvoir,  et  si- 
gnamment  es  pays  de  Brabant,  Flandres,  Luxerobourg, 
Haynaut,  Lembourg  et  Namur,  oii  Ion  dit  ce  malëfice 
rëgner  Ie  plus,  nous  faisoos  la  presente,  affin  que  vous 
[nous]  avertissez  ce  que  vous  avez  plus  particulièrement 
entendu  de  cecy  es  provinces  de  vostre  resort,  nous  es- 
cripvant  ioinctement  h  nombre  dez  personnes  ezëcutes 


Digitized 


by  Google 


-   708  — 

pour  ledict  crime  depnis  ung  an  encha,  de  la  forme  quon 
lieot  k  rinstruction  des  proces  et  vuydange  d*iceiili,  s'il 
ne  vous  sembleroit  convenir  pour  Tatrocité  et  abomination 
du  cas,  comme  laesae  maieêtaiis  divinae^  et  ladifficnlté 
des  matières,  que  Ia  co^oissance  et  chastoj  fust  r&er?é 
aux  coosaulx  de  chascuune  proviuce,  k  tout  Ie  moingz  aax 
chefz  lieux  des  TÜles,  bailliaiges  ou  chastelleries  de  chas- 
cun  quartier:  ou  bien  que  les  inférieurs  et  iustices  charn- 
pestres  n'eo  puissent  vuyder  ny  déterminer  sans  consul- 
ter  leurs  supérieurs,  Ie  tout  Ie  moiogz  de  commoni^er 
avecq  geos  de  lettres,  practicques  de  la  iustice,  en  noo- 
bre  de  cincq  ou  six  pour  Ie  moingz,  ou  bien  nons  don- 
ner  sur  ce  vostre  advis  comment  il  vous  sembleroit  micuk 
convenir  qu^il  en  fust  usé  et  ordonné,  et  ce  en  dedans 
quinze  iours  de  la  veue  de  ceste  au  plustard.  A  taDt, 
trèschei*s  et  bien  amez,  nostre  Seigneur  vous  ait  en  garde 
De  Bruxelles  Ie  viij*  de  Noverabre  1592  (1).   Signi:^. 

L.   CONDE  Dl  FUENTES ,  et  plus  boê:  yfiRRETCKK5. 

Ten  «rchieve  der  stad  's  Hertogepbosch ,  onder  de  losse  shikkai. 

(1]  Dit  moet  stellig  1595  zijn,  daar  de  graaf  de  Faentes  eerst  ni  da 
dood  Tan  den  aartshertog  Ernst,  Toorge vallen  den  20  Febroarij  1595, 
luitenant -generaal  der  Spaansche  Nederlanden  irerd.  Tab  Hbdu,  Bul- 
der Stad  en  Meyery,  VL  dl.,  bladx.  211. 


Digitized  by  V3OOQ IC 


VBRHIAL  DER  PLB6TI6HEDEN 


OllAAVD   BIJ 


DE  nnDKINfi  m  ALBERT  en  IS4BELÜ, 


la  iS9», 


BH   PLAATS   OBHAD  HKBBBNDB  BU 


DE  OÏÏMRT  VAN  PRINS  ALBMT, 


1»  «Bff  llM    1«»1, 


'•i 


Digitized  by 


Google 


Digitized 


by  Google 


Isstraette  op  dinhaelen  wm  henre  Hoöehedm 
binnen  deser  siadt  Skartogenbossch^  ende  me' 
morie  vande  ceremoniën  ten  tijde  der  huldinge 
der  selver  gerequireertf  op  welbehagen  der  dry  e 
leden  geraempt. 

Inden  iersten  dAt  deen  helft  der  scntterje,  die  de  or- 
dinarise  machte  teo  dage  vande  voors.  incomste  sal  hel>- 
ben,  binnen  der  stadt  blyven  sal,  besettende  ende  beset 
houdende  de  ordinarise  wacbtplaetssen. 

Item  dat  de  ander  belft,  mitsgaders  de  drye  andere 
scuttcryen,  soldaten  ende  ruyterye,  in  hen  gemonstert 
geweer  buyten  sullen  trecken,  by  ordine  eick  apart:  de 
soldaten  voor  aen  ende/  de  ioncxte  scutferye  daer  naest 
en.  soo  voorts  ordentelycken  vervolgende. 

Ende  sullen  de  acht  vrycken  vuyt  henne  suppoosten 
vuytmaken  de  bequaemste  ende  opt  scoonste  best  gemon- 
teerde persoonen,  eiide  meest  in  tgetal  hen  mogelyck  we- 
sende,  die  sullen  worden  verdeylt  by  lötinge  m  gelye^ 
ken  getall  onder  de  voors.  scutteryen,  elck  met  synen 
capiteyn  ende  vendelen  ende  officialeso,  stellende  den  ca«> 
piteyn  vande  schntterye  voor  vuyt,  den  eenen  lieutenant 
der  selver  scutterye  met  eenen  capiteyn  des  wycl  daer 
achter  aen,  ende  den  vendrich  dyer  helfte  der  scotterye 
en.  desselffs  wycx  metten  vendetens  beyde  neffens  raftl«- 
eandereo:  de  welcke  siilIeB  staen  van  bnyten  aff  ter  stadt*- 


Digitized 


by  Google 


—  712  — 

waert  iane,  soo  verre  die  strecken  sullen ,  tot  aeoden 
stadthuys,  alwaer  tveodelea  der  wacht  bestaen  sal  soo 
verre  als  dit  streckt 

Ten  daege  vander  incompste  sal  elck  borger  in  per*» 
soon  moeten  compareren  ende  sjnen  winckel  toe  moeleo 
houden,  omme  te  verhueden  alle  disordreo:  alles  op  peene 
van  by  elcken  nyet  gecompareerde,  met  syn  behoorlick 
en.  gemonstert  geweer  ter  gedesigneerde  plaetsse  en.  tyde 
ende  henne  winckelen  open  houden ,  te  verbeuren  zt)  gal- 
den. 

Item  sullen  de  capitainen  goede  ordre  houden,  dat  al- 
les ordentelyck  sonder  confusie  gesciede,  ende  den  sup- 
poosten vanden  scutteryen  ende  wycken  te  kennen  ge- 
ven, omme  hen  eerlycken  te  cleeden  ende  accoutreren 
soo  eenyegelycx  qualiteyt  ende  staet  vereyscht,  ende  daec^ 
aff  eer  begeeren,  sonder  nochtans  ieman<fen  te  astrioge- 
reo,  omme  hen  in  cleederen  te  becostigen  meer  dan  den- 
selven  gelieft. 

Ende  sal  yegelyck,  sóo  soldaet  als  borger,  verbonden 
syn  te  blyven  in  henre  ordre  ende  plaetsse,  sonder,  tzy 
om  regen  oft  ennich  onweder,  daer  vnyt  te  wycken  oft 
vertrecken,  op  peene  van  drye  gulden. 

Ende  ten  eynde  eenyegelyck  hem  behoorlycken  qnyte 
int  scieten,  dat  dese  stadt  elcken  vanden  scutten  onder 
de  scutteryen,  wycken  ende  soldaten,  die  hen  ten  vwsts. 
daege  sullen  presenteren,  sal  geven  een  haiff  pont  poe- 
ders ende  den  musquetiers  elcken  een  pont 

Item  datmen  tgroot  gescut  tot  xg  stuckeo  int  gelalle 
sal  vueren  aende  poorte  daer  henre  Hoocheden  sollen  in- 
comen  en.  tzelve  met  oock  seker  quantiteyt  van  Game- 
ren aff  scieten^  soo  haest  als  de  soldaten  en.  scutteiyen , 
buyten  van  het  verste  aen  beginnende  ende  soo  voorts 


Digitized  by 


Google 


—  713  — 

vervolgende,  tot  drye  maelen  toe  sullen  hebben  geschoo- 
ten,  eude  dat  soo  gelyck  ende  contiauelyck  vervolgens 
als  mogeljck  wesen  sal,  beginnende  als  henne  Hooche- 
den  sullen  wesen  int  gesicbte  ende  tzelve  gevuechelick 
connen  sien  ende  hooren:  ende  daernae  soo  voorts  dan- 
der gescuth  aende  andere  poorten  ende  opte  vesten,  in- 
den verstande  nochtans,  dat  tgescut  alsoo  sal  worden  ge- 
stelt,  dat  int  afiscieten  egeen  ongeluck  oft  peryckel  en 
gebeure. 

Ende  een  ycgelyck  alsoo  loss  gescoten  hebbende,  en  sal 
hem  nyemant  vervoirderen  wederom  te  scieten  vóór  ende 
alleer  henne  Hoocheden  binden  deser  stadt  sullen  wesen, 
op  verbeurte  van  lyff  ende  goet,  Ende  faaere  Hoocheden 
met  haere  gai*de  gepasseert  synde,  sullen  daerop  stracx 
volgen  de  soldaten  ende  immediatelick  daer  nae  de  scut- 
teryen  in  ordine,  soo  sy  daer  naest  aen  de  soldaten  syn 
staende,  treckende  in  ordre  nae  de  kerck  ingevall  ende 
soo  voorts  neffeos  het  palais  van  haere  Hoocheden,  doel- 
de aldaer  salue  ende  soo  voorts  yegelyck  voor  syn  ven- 
dele, ende  aldaer  sceyden,  wanneer  wederomme  tgrofT  ge< 
scut  sall  gelost  worden,  soo  wanneer  de  leste  sculterye 
binnen  de  stadt  sal  wesen  gecomen. 

Item  de  heeren  vande  magistraet,  te  weetene,  scouteth, 
schepenen,  gesworen  ende  raetsheeren,  mitsgaders  de  de- 
kenen vanden  ambachten,  vuyt  elck  ambapht  'een  daer 
'toe  te  deputeren,  sullen  trecken  alle  te  peerdo  in  dese 
ordre,  te  weten,  de  twee  ingebieders  te  perde  voor,  die 
dekens  daernae,  daer  nae  de  secretarisen,  daer  nae  die 
raetsheeren,  dan  de  geswoorens,  daer  nae  de  groen  roe- 
den met  hen  stocken,  daer  nae  de  heeren  scouteth  ende 
scepenen,  hebbende  elcken  soepen  eenai  dienaer  te  voet 

neffens  hem,  die  welcke  hen  inden  naem  der  drye  leden 
C.  46. 


Digitized 


by  Google 


—  714  — 

•deser  stadt  sulleo  presenteren  bycants  int  midden  vanden 
steen wech  oft  daeromtrent ,  alvraer  de  plaetsse  beqnaein* 
ste  bevonden  sal  worden ,  omme  aldaer  heone  Hoocbeden 
te  salueren  ende  congratuleten ,  ende  tzelve  gedaen  we> 
sende  sullen  de  voors.  heeren  vanden  magistraet  voor  aen 
gaen  voor  de  familie  van  benre  Hoocbeden  tot  voorder 
stadt  poorte,  alwaer  ben  sullen  vyuden  de  beeren  vande 
clergie,  omme  deselve  benne  Hoocbeden  insgelycx  te  con- 
gratuleren;  item  de  Bagynen  vanden  grooten  Bagynboff, 
met  witte  falien  nae  ouder  manieren  (ende  middelertyt  sal- 
men  luyden  alle  de  clocken,  soo  in  kercken,  cloosteren, 
goitshuysen  ende  dapellen  deser  stadt,  tot  dat  de  scalfe» 
ryen  sullen  wesen  affgetrockèn)  weleke  clergie  alsdan  sal 
precederen  voor  de  magistraet  ende  benre  Hoocbeden,  fzy 
totter  kercke  oft  logement,  soomen  verstaen  sal  dintenUe 
van  benne  Hoocbeden  te  wesen. 

Ende  sullen  de  heeren  vanden  magistraet  alsdan  gaea 
voor  benne  Hoocbeden  als  voor  is  verbaelt,  tzy  totter 
kercke  oft  logement  als  boven,  ende  ingevalle  ierst  inde 
kercke,  van  daer  voorts  totten  voors.  logement  toe 

Item  eenyegelyck  vanden  seepenen,  gesworens,  raets- 
beeren,  secretarissen  ende  rentraeestereu  sullen  becostigen 
«en  tortssé;  de  rentmeesteren,  ten  coste  deser  stadt,  vyff- 
ticb  tortssen;  elcke  scutterye  tweiff  tortssen,  ende  dek 
ambacbt,  als  bier  nae  volciit,  nae  tgetal  van  benne  ge- 
sworens: smeden  xij;  molders  vit);  beckers  vlij;  coren* 
coopcrs  xvj;  viscoopers  vj;  vleesbouwiers  vj;  lonwers  xg; 
verwers  ij;  drappenierders  viij;  nastelmakers  zij;  creoEieR 
xxviij;  gewantsnyders  xxviij;  bontwerckers  vj;  spelmakers 
x;  screynmakers  x;  boymakers  ij;  elcken  procareor  j. 

Item  elck  lieütenant  ende  vendricb  vanden  scntterjco. 


Digitized  by 


Google 


—  715  — 

vanden  ra<le  nyet  syndci  insgelycx  capiteynen,  lientenants 
en.  vendrichs  vanden  wycken  een  tortsse. 

'Mynen  heêre  de  bisscop  xxv  tortssen;  tcapittel  xxv 
tortssen;  prelaet  van  Bern  25  tortssen;  Crnysbroeders  iij; 
Dieoborch  iiij;  Ooudewater  iüj;  Catnysers  xxv  tortssen; 
tconvent  vanden  Hage  xv:  sint  Gertmyden  vj;  Tolbrugge 
vj;  de  nonnen  int  gasthuys  ij;  den  beybgen  Geest  vj; 
Qrten  vj;  Fraters  iiij;  Baselers  vj;  Wyntmolenbercb  vj; 
Claren  vj;  de  meestarssen  vanden  Bagynhoff  vj;  Ëycken- 
donck  ij:  Annenborch  vj;  t'capittel  van  Oerscoth  binnen 
deser  stadt  residerende  vj;  tcapittel  van  Beeck  iiij;  d'in- 
geseten  vanden  Dongen  xxv;  de  geuieynte  van  Orten  xij; 
de  fabryck  van  sint  lans  xij;  sint  lacobs  iig;  sinte  Ca- 
tarynen  iijj;  sinie  Peeters  iiij;  de  broéderscap  van  ons  L. 
Vronvir  vj;  de  Romeyoen  [#fc?]  vj;  lintwerckers  g;  lyne- 
wevers  ij;  metsers,  leydeckers  ij;  scilders,  chirui^ns  ij; 
Rhetorica  vj;  Passie  camer  iiij;  sinte  Gatharynen  gilde  vj; 
sinte  Barbara  iig;  sint  Agata  ig. 

Tot  ivelcke  voors.  tortsen  sullen  worden  gebruyckt 
d'onderloyden  oft  sluyters  vande  vier  scntteryen,  Fraters 
(1)  ende  andere  persoooen,  tzy  van  binnen  oft  vuyten 
vrydom  van  buyten,  ter  wapenen  onbequaem  en.  tot  d'in» 
balen  van  bare  Hoocbeden  nyet  geordineert;  ende  sullen 
deselve  persoonen  met  de  brandende  tortsen  staen  aen 
beyde  syden  vander  straet,  beginnende  aende  poorte  daer 
benre  Hoocbeden  sullen  inöomen,  blyvende  soo  lange  staen 
tot  datdie  leste  scntterye  sall  wesen  gepasseert  ende  als- 
dan volgen  totter  keroke,  ingeval  als  voir^  tde,  en.  van 
daer  nefiens  bet  logys  van  syne  Hoocb^t  tot  der  merckt 
toe,  ende  soo  voorts  gaen  elck  naer  huys  daer  de  tort- 
sen toebebooren. 

(1)    Fraters,  leerlingea  der  latijnsche  scholen  of  van  het  Fraterhuis, 


Digitized 


by  Google 


-  Ï16  - 

Tot  directie  ende  ordre  vanden  welcke  sullen  wordden 
gestelt  ennige  commissarissen ,  die  deselve  soo  wyt  snlleo 
stellen  9  dat  die  mogen  reycken  vande  poorte  tot  Janczst 
de'passagie  van  haere  Hoocheden. 

Item  henne  Hoocheden  ingecomen  synde,  snllen  des 
avoDts  als  voor  ten  acht  uren  v^ederom  geluyt  worden 
allen  de  clocken  inde  kercken,  capellen,  doosteren  eic 
deser  stadt,  een  geheele  ure  geduerende,  te  weten  lot 
negen  uren  toe,  ende  alsdan  terstont  nae  tgeluyt  tgroot 
gescut  rontomme  opte  vesten  ende  aende  poorten  weder 
affgescoten  worden. 

Item  datmen  sal  doen  maken  een  hemelsei  ten  minsteD 
lanck  twelff  voeten  ende  breet  tien  voeten  ende  roDtooH 
me  eenen  voet  overhangende,  wesende  tzelve  ten  minsten 
van  groen  carroosyn,  routomme  met  goude  oft  silvere 
fraendieo,  onder  mette  wapenen  van  henne  Hoochedeo, 
ende  aen  elcke  syde  met  drye  stangen,  omme  fay  sess 
ende  sess  eedellieden  in  egeene  militare  oflScie  synde,  die 
de  drie  leden  daer  toe  sullen  gelieven  te  committeren, 
gedragen  te  wordden. 

Welcke  hemelsei  boren  henre  Hoocheden  sal  vrordeo 
gedragen  terstont  nade  congratulatie  tot  ten  logement  toe. 

Ende  salmen  desen  aengaende  communiceren  met  my- 
«en  eerw.  heere  den  bisscop  ende  den  heeren  vanden  ca- 
pittele  deser  stadt,  ten  eynde  henne  E.  desen  aengaende 
hen  reguleren  en.  dyen  volgende  totten  effecte  van  tvoors. 
<:ommitteren  etc. 

Item  dat  de  rentmeesters  deser  stadt  snllen  tetstont 
hebben  te  doen  provisie  van  hout  ende  mutsaert  tot  be* 
hoeff  vanden  brant  van  haere  Hoocheden,  mitsgaders  van- 
de pecktonnen  ten  tyde  der  huldioge  te  branden. 

Item  te  deputeren  de  gene,  die  haere  Hoocheden  ende 


Digitized  by 


Google 


—  717  — 

ordioarke  sayle  sullen  l»UettereD  ende  fouriereOi  met  ocm* 
missie  ende  authoriteyt  daer  toe  dienende»  teo  eynde  de 
fouriers  van  tselve  baere  Hoocheden  vuyt  heo  autoriteyt 
de  Toors.  fourierioge  oyet  en  behoeven  te  doen:  ende  sal 
inde  selve  logeringe  noch  geestelyck  noch  weerlyck  we- 
sen  exempt. 

Item  dat  alle  de  stallingen  binnen  deser  stadt  voorde 
twee  dordendeelen  sullen  worden  ledich  gehouden  en.  ge- 
opent  tot  behoeff  vande  suyte  van  haere  Hoocbeden,  op 
pene  van  xxv  gulden  ende  desnyettemio  alsdan  moeien 
ledigen  den  gebeelen  stall. 

Item  dat  de  gene,  die  van  w^en  deser  stadt  sullen 
wesen  gebilletteert  ende  ter  causen  van  dyen  sullen  ge- 
nootsaeckt  syn  te  dragen  eonige  lasten  van  hrant,  kerse- 
sen  ende  andere  dyergelycke  servicie,  ende  datselve  ver- 
clarende  op  haere  vromreheyt  sullen  van  wegen  deser 
stadt  daeraff  inde  redelicbeyt  worden  gerecompenseert. 

Item  die  gene  bewoonende  huysen  nyet  bequaem  tot  de 
logeringe,  sullen  met  bedden,  lynwaet,  ten  (1)  ende  an- 
dere meubelen  gehouden  syn  te  assisteren  den  genen  daer 
sy  gelycke  servicien  op  sulleo  worden  bewesen  te  doen, 
ende  anderssins  nae  henne  qualiteyt  mede  belpen  dfaegen 
enden  geU^  totten  oncoslen  van  andere  lasten  byder 
stadt  nootelyck  ter  oause  der  voirs.  incomste  te  vervalleo. 

Item  dat  nyemant  ennige  fauysen  oft  cameren  en  sal 
mogen  verhueren  noch  volck  by  hem  innemen,  om  te 
ontgaen  de  logeringe  vanden  volcke  van  syoe  Hoocheyt, 
maer  sullen  in  aUen  geval  gehouden  syn  te  outfangen 
de  gene,  die  van  wegen  deser  stadt  aldaer  sullen  word- 
den gebilletteert,  de  welcke  voor  de  huerlingen  sullen 
wordden  geprefereert. 

(1)    T$n,  d*  i.:  tin,  tinnen  huisraad. 


Digitized 


by  Google 


—  718  — 

Item  folter  hüldinge  ran  hftere  Hoocheden  eest  vn 
noode  voor  de  pvye  gereet  te  Jiebben  een  laoge  stella- 
gie,  ontrent  scerp  noch  eens  soo  lang;e  ab  is  de  piije 
ende  vande  selve  breyde,  ter  hoochte  vanden  vloer  van« 
de  bovenste  paye. 

Item  boven  de  stellagie  sal  wesen  een  hemdschel  Tan 
lange  groen  laken  nae  de  lengde  vande  sellve  sleUagie, 
om  daer  otider  drooch  te  sitten  oft  wtten  wint  en.  sod- 
ne,  hooch  boven  de  stellagien  ten  minsten  xv  voeten. 

De  voors.  stellagie  met  leege  leenen  (1),  voor  ende  aen 
beyde  deynden  hooger  tot  d'opgangen  toe;  de  selven  le- 
nen behoorlyck  behangen  met  groen »  metter  waepenen 
van  keyser,  coninck,  haere  Hoocheden  in  een  wapen  van 
Brabant  ende  deser  stadt. 

Tegen  dmiddel  vander  pnyê  sall  gemaeckt  worddea 
een  sitplaetsse  ontrent  drye  eti  ^z  voeten  hooger,  met 
den  voet  wat  vnytsteeckende  tot  omtrent  seven  oft  acht 
voeten  boven  opte  ierste  iHreyde  vande  principael  stdla- 
gie,  om  daerop  tegen  de  voors.  puye  int  middel  gesleit 
te  wordden  twee  vergulde  Spaensche  stoelen  voor  haer 
Hoocheden  ^nde  die  van  wegen  der  aelver  daertoe  snl* 
len  worden  beschickt. 

Item  rechts  voor  haere  Hoocheden  een  scabelkken  van 
omtrent  sess  voeten  lanck,  dwelck  van  wegen  haere  Hboo- 
heden  sall  bedect  wesen  met  een  van  henne  roode  fla- 
welen  cleeden,  ende  voor  twee  flnweele  cnssens,  om  daer- 
op byde  selve  te  worden  gdcnielt  in  het  doen  vanden 
eedt  op  het  heylige  evangelie  in  seeekere  schoon  nissael- 
boeck,  tzy  vim  mynen  eerw.'^*  heer  den  bisscop  oft  ao- 
dersins,  ende  dander  twee  cussens  op  de  voors.  scabelie. 

(l)     Leege  leenen,  lage  leuningen. 


Digitized  by 


Google 


—  719  ~ 

om  daerop  by  haere  Hoochedeo  ie  staeneo  in  het  leggen 
vande  handen  op  het  missael 

Achter  d^  rugge  van  haere  Hoooheden  ende  boven 
hen  hooft  sal  hangen  een  van  haere  zeer  costelicke  goude 
hemelschely  ende  voorts  lanci  de  geheele  syde  vande 
pnye  ter  lengde  der  stellagie  oock  al  gehangen  schoone 
goude  tappeeten  haere  Hooeheden  toebehoorende. 

n^eynden.  vande  voors.  stellagie  aen  b^de  syden  van-* 
den  trappe  oock  met  een  leene  te  maecken  ende  voorts 
open  endeoinbehangen  te  laten,  ten  eynde  van  bezyden 
daer  inne  van  buyten  mach  worden  gesien. 

Aende  syde  vande  stellagie  nae  de  merct  oft  Groenen- 
borch  toe  ofte  totte  Lavoer  toe  eenen  wech  van  nyeuwe 
witte  plancken  te  maken,  ongenagelt  ende  onder  sonder 
ribben  oft  sparren,  maer  op  sandt  geleeght,  om  soo  vast 
saest  malcanderen  te  leggen,  beginnende  aende  Lavoer  (1) 
tot  aen  de  hreede  noefis  (2)  affgaende  trappen  omtrent  Pee- 
ter  Martens  boys,  aldaer  haere  Hooeheden .  comeode  over 
den  voors.  planckwech  vuyter  kercke  opte  voors.  trap- 
pen nae  de  stellagie  suUeo  gaen,  ende  deselve  trappen 
aen  bey<de  syden  geleent  ende  totter  aerden  oft  ondersten 
voet  incluys  met  groen  laecken  becleedt  ende  op  de  trappe 
vast  gemaect  synde* 

Yoor  d^opcommen  van  haere  Hooeheden  sullen  de  hee- 
ren  vande  ordre^  heer  cancellier  van  Brabant,  president 
Richardot  etc,  den  audieneier  Yerreyoken  met  andere  ho- 
velingen staen  aen  de  slincker  syde,  ende  de  schepenen, 
gesworens^  raetsmannen  mette  gecommitteerde  vanden  de- 

(1).  Lavoer,  zijnde  liet  huis  genaamd  het  Lavoer  of  Lavoir,  thans  be- 
'W<Mmd  door  de  boekh«Ddelarea  H.  Palieren  Zoon,  en  inde  Vijf  Klinkers 
Ternaand. 

(a)  Naeffs,  aldus  in  beide  Mcmorien  w*.  t  eu  2,  lees  echter  noesch, 
schmnsch;  K-iuak. 


Digitized 


by  Google 


—  720  — 

keneo  aeo  daoder  sjden  met  heur  tabbarden  oft  ander 
decent  babyt. 

De  solemoiteyten  ende  doorsaecke  vande  substantie  de* 
ser  acte  oft  comparitie  sall  cortelinge  verhaelt  worden  bj 
mynen  be«%  den  caocellier,  soo  verre  by  daer  b,  ende 
dan  gelesen  den  eedt  by  haere  Hoocbeden  te  doen  opte 
previlegien,  rechten  en.  costumen  etc.  deser  stadt. 

Ende  wordt  oock  goet  gevonden ,  dat  inde  hnldinge 
van  heure  Hoocbeden  boveo  den  gewoonlycken  eedt  mede 
worden  besworen  deser  stadt  te  oaderhouden  de  pacifi* 
catie  van  Colen  in  allen  haeren  poincten  en.  articulen, 
mitsgaders  de  geloefteo  ende  toeseggioge  byde  excellentie 
hertoge  de  Terranova  iot  accepteren  vande  selve  pacifi- 
catie den  xvij""  Septembris  ende  xx'" 'Octobris  [1500] 
Ixxix  deser  stadt  gedaen. 

Daer  nae  byden  selven  heer  cancellier  voorgdiouden 
den  eedt  van  tronwicheyt  byden  drye  ledene  reciproce 
te  doene,  ter  presentatie  van  het  boeck  byden  heere  voor^ 
scepen  ende  byden  selven  aen  de  geheele  gemeynte  oock 
sulcx  claerlyck  over  de  leene  vander  stellagie  voor  te 
houden,  dat  sy  den  eedt  van  tronwicheyt  aen  haere  Hooc- 
beden, als  harioch  ende  hartoginne  van  Brabant,  oase 
overste  ende  natuerlicke  heere  ende  vrouwe,  inq^ycx 
sullen  doen,  ende  sulcx  ben  afT  te  vraegen  ende  nae  het 
roepen  van  bet  woort  «otf,  henne  vingeren  dan  te  latea 
opsleecken.  Ende  sullen  de  gemeyne  ionegesetenen  deser 
stadt,  mitsgaders  die  van  Vucht,  Dungen,  Orten  ende 
Hintham,  voor  soo  veel  sy  onder  tvrydom  deser  stadt 
woonen,  hen  laten  vynden  opter  merct  sonder  wapen^i. 

Daer  nae  sal  worden  geroepen  ierst  by  eenen  heeie 
vander   ordre   oft    heraull    d'armes :    Fivent   les  ducjzJ 


Digitized  by 


Google 


—  721   — 

ende  de  gemeynte  met  loyder  stemmen  van  geljcken : 
Fioent  lêê  ducqz/ 

Terstont  sullen  de  trompetten  van  haere  Hoocheden 
steeckeo. 

Insgelycx  der  stadt  speelluyden  ende  pypers  spelen, 
sittende  ofc  staeode  inde  vensteren  boven  opt  hoochste 
vande  Gaffel  ende  sint  Niclaes  (1),  dwelck  sy  des  avonts 
snllen  continueren  terstont  nae  d^optrecken  vande  ordi- 
naris  wachte  een  halff  ure  lanck  drye  dagen  continue- 
lyck  (2). 

Daernae  sullen  de  heeren  vanden  magistraet  ordine  ap- 
procheren  ierst  aen  mevrouwen  de  hartoginne,  ende  met 
d^een  knie  leech  knielende  ende  haer  cleedt  bynae  aen« 
roerende,  haar*geluck  te  bieden  ende  lancksalige  rege- 
ringe  te  v^ensschen,  seggende:  Madame^  banheur  et  Ion* 
gue  vie!  ende  insgelycx  quant  et  quant  aen  syne  Hooc- 
beyt  den  bertoch,  seggende:  MotueigneuTf  hanheur  et 
longue  viel  ende  soo  voorls  gedaen  te  worden  byden  ge« 
sworens,  raetsmannen  en.  gecommitteerde  vanden  dekenen 
iegelyck  nae  syn  ordre  ende  plaetsse. 

Daernae  bet  boeck  ewech.  genomen  synde  byden  cap- 
pellaen  oft  eenigen  prelaet  oft  bisscop  aldaer  omtrent, 
sullen  voor  haer  Hoocbeden  worden  ontboden  ende  ge- 
roepen, die  den  bartoch  ridders  sall  begeren  te  slaen,  de 
welcke  soo  sy  geroepen  snllen  wordden,  yeder  besonder 
op  beyde  benne  knyen  sullen  sitten  op  seecker  kussen 

(1)  Inde  vensteren  hoven  opt  hoochste  vande  Gaffel  endo  sint  Niclaes. 
In  no.  2  staat:  inde  vensteren  hoven  de  sadel  van  het  stadthuys, 

(2}  In  n».  2  komt  hier  achter  eon  aUena:  »Daemae  eal  geli  worden 
geworpen  vam  het  etellagie  byde  hm'oulten  oft  eenighe  keere,  tjty  den 
prince  van  Orangien  oft  andere'^  etc.  Boor  dezen  prins  -van  Oranje  wordt 
ongetwijfeld  bedoeld  Philips  Willem,  die  Tan  de  Leuvensche  academie 
opgeligt ,  in  Spanje  opgevoed  ^erd ,  en  baron  van  Breda  geweest  is. 


Digitized 


by  Google 


—  722  — 

voor  syn  Hoochejrt,  eode  op  de  rechter  scoawer  drjre- 
mael  geraert  wesende,  den  appel  van  het  goude  rappier 
coss^,  die  daennede  met  reveieDtie  suilen  verCreckea 

Middelretyde  sullen  de  trompetten  ende  stadt  pypers  all 
blyven  spelen  ^de  jolyt  (i)  thoonen  tot  dat  haere  Hooo 
heden  vande  stellagie  sullen  wes^  g^aen  aen  dander 
syde  vande  selve  stellagie «  vande  trappe  ende  plancken 
wech  aldaer  te  maeckene  tot  aend^  gulden  Leeuw  toe, 
om  soo  voorts  nae  thoff  te  ryden  etc. 

Daemae  tsavons  pectonnen  gebrant,  soo  op  hooge  staei>- 
ken  opte  merckt  als  elders,  daert  de  hecren  vanden  ma- 
gistraet  ende  andere  lieffhebbers  sullen  bieren  te  doen: 
inden  yersten  voor  haere  Uoocheden  twee  boomen,  van 
onder  ses,  daernae  vier,  en.  voorts  opgaende  drie»  twee 
en.  een;  item  voor  het  stadthuys  insgelycx  twee  boomen, 
aeii  elcken  hoeck  vande  paye  (2),  eenen  ontrent  tgnlden 
Harnas,  eenen  voor  lannen  van  Gemert,  eenen  voor  Har- 
ten van  Poppel,  altesamen  van  drye  t<mnen;  item  Ak 
scutterye  voor  hennen  boomgart  eenen  boom  van  sess 
pecktonnen,  ende  voorts  alomme  daert  gecaden  dienen 
sal. 

Ende  omme  benne  Hoocheden  inde  huldinge  van  we- 
gen deaer  stadt  te  bescencken,  bevynt  men  ten  tyde  van> 
de  huldinge  ende  receptie  van  hoochloffelicker  memorie 
Philippus»  de  GoftinGklycke  Haiesteyt  van  Spaingnien,  der- 
selver  syne  Maiesteyt  by  dese  stadt  besooncken  te  syn 
met  twee  voeder  wyns,  ij'  malder  haveren  ende  twee 
paer  vette  ossen:  wesmen  nu  sal  doen  wordt  gereserveart 
ter  dispositie  vande  drye  leden. 

Ten  effecte  van  allen  den  weicken  sullen  worden  ge- 

(l)    Jol^t,  voeugde. 
(8)     Paye,  puJ. 


Digitized 


by  Google 


—  723  — 

ordineert  commissarissen,  die  welcke  de  drye  leden  tot 
yegelycx  effect  sullen  gelieven  te  committeren,  ten  eynde 
alles  ordentelick  gesciede. 

Ten  arohiere  der  «tad  'sHertogenboach;  onder  de  loMe  stuk- 
ken, n».  1,  doorloopend  Tergeleken  met  de  Memorie  vande 
huldinghe  van  haere  Jloocheden  etc.,  vfi,  2,  mede  ten  ar- 
chiere  onder  de  losse  ttnkken  bewoard.  Dom  Memorie  he- 
Tat  slechts  een  groot  gedeelte  Tan  het  afgedrukte,  beginnen- 
de met  de  Troorden:  lerst  voor  de  puye  gereet  ia  hebben  een 
lange  stcllagio  enz.  (zie  hierToor  blz.  717,  reg.  31)  en  door- 
loopende  tot  de  Troorden:  sullen  hegheren  te  doen  (zie  blz. 
721,  reg.  28).  Het  «Igedrukle  is  echter  doorgaans  omstandi- 
ger. Het  stuk  no.  3  komt  in  Tele  ponten  met  n».  1  oTer- 
ecn,  doch  beTat  ook  Tele  nieuwe  Terordeningcn ,  om  welke 
redenen  wij  het  hier  laten  tolgen. 


Digitized 


by  Google 


Hemorle  apt  d^inhalen  van  zyne  Hcoeheyt  UiMai 

deser  sladt  Shertoigenbossche. 

Inden  iersten  zullen  de  twee  halve  vendelen  wycken, 
soachs  de  wacht  gehadt  hebbende  ais  zyne  Hoocheyt  dacbs 
daer  nae  sall  incomen,  de  wachten  soo  opt  stadthuys  als 
aende  poirten  allomme  besetten,  blyvende  eenen  capiteyn 
oj^t  stadthuys  met  d^officialen  van  zyn  belft  ende  drie 
rotten,  besettende  noch  met  een  rot  de  Heeckel  ende  den 
Boom  met  het  resterende  rot.  Den  lieuteoant  van  d^an- 
der  halff  vendelen  sall  metten  ionck  rot  zyn  aende  Yuch- 
tere  poirt ;  den  vendrich  aen  sint  lans  poirt  met  een  rol ; 
eenen  sergeant  met  twee  rot  aende  Hinihamer  poirt ,  ende 
den  anderen  sergeant  met  een  rot  aen  sint  Anthonis  poort. 

Item  de  vier  schutteryen  sullen  deur  maicanderen  hea 
vermengelen  ende  verdeylt  worden  in  verscbeyden  trop* 
pen,  te  weten:  achter  ende  voir  musquettiers ;  |de  helft 
vande  schutten  naede  musquettiers;  de  helft  vande  spies- 
sen voir  de  vendelens;  de  vendelens  vier  ende  vier  nef- 
feos  ende  achter  malcanderen ;  dander  helft  vande  spies- 
sen daer  nae;  dander  helft  der  schutten  daer  achter  aen, 
ende  dander  helft  der  musquettieren  int  sluyten,  ende 
sullen  geleyt  worden  ab  volcht: 

Ende  zullen  de  voirs.  schutteryen ,  midtsgaders  de  sol- 
daten ende  ruyteryen  in  hen  gemonstert  geweer  alsoo  bny* 


Digitized 


by  Google 


—  725  — 

ten  trecken,  te  weten:  de  soldaten  voer  aen,  eode  sul- 
len de  acht  iivycken  vuyt  henne  snppoisten  vuytmaecken 
de  beqnaemste  ende  opt  schoeoste  best  gemonteerde  per- 
soonen  ende  meest  int  getall  hen  moigelyck  wesende,  die 
onder  de  voirs.  schutteryen  zullen  vermingelt  werden; 
ende  sullen  de  capiteynen  voir  de  voirscreve  schutteryen 
gaende,  zoe  verre  buyten  trecken  tot  dat  dieste  zyn  aen- 
de  binnen  poirle,  tzy  H.  Cruys  ofte  Pynappelsche  poirt, 
ende  aldaer  hen  binnen  deser  stadt  van  beyden  zyde  der 
straeten  verdeylen  ende  de  straet  alsoo  ter  stadt  waert 
in  besetten  ende  open  houden. 

Ten  daege  vander  incompste  sal  elck  borger  in  persoon 
moeten  compareren  ende  synen  winckel  toe  moeten  hou- 
den, omme  te  verhueden  alle  disordren:  alles  op  peene 
van  by  elcken  nyet  comparerende  met  zyn  behoirlyck 
ende  gemonstert  geweer  ter  gedesigneerder  pla^tsche  ende 
tyde  (vuytgescb^den  alsulcke  deeckenen  vanden  ambach* 
ten,  als  metten  magistraet  sullen  geor^io^ert  wesen  syne 
Hoocheyt  tegen  te  gaen)  ende  henne  winckel^n  open  hou- 
dende, te  verbueren  tweUf  gulden. 

Item  sullen  de  capit^nen  goede  ordre  houden,  dat  al- 
les ordentelyck  sonder  conftisie  geschiede,  ende  den  sup- 
poosten vande  schutteryen  ende  wycken  te  kennen  geven, 
omme  hen  eerlick  te  cleeden  ende  accoutreren,  soo  een- 
ygelicx  qualiteyt  ende  staet  vereyscht,  ende  daer  aff  eer 
begeren,  sonder  nochtans  ymanden  te  astringeren,  om  hen 
in  cleederen  te  becostingen  meer  dan  den  selven  belieft. 

Ende  sal  ygelyck,  soo  soldaet  als  borger,  verbonden 
syn  te  blyven  in  henre  ordre  ende  plaetsse,  sonder,  tzy 
om  regen  oft  ennich  onweder  etc.  sonder  ordonnantie  van 
synen  capiteyn,  daer  vuyt  te  wycken  oft  vertrecken,  op 
peene  van  drie  gulden. 


Digitized 


by  Google 


—  726  — 

Ilem  als  syne  Hoocheyt  sall  w^sen  int  gesickt  ende 
tselve  gevaecheiyck  connen  sien  ende  hooren,  sal  mea 
Tan  bnyten  aende  verste  beginnende  ende  soo  voitts  Ter> 
volgens  totter  stadt  toe  de  roers  ordentelyck  eens  lossen, 
sonder  scerp  te  laden,  ende  daer  naer  het  groff  gescnt, 
d^ser  affgetrockai  synde,  dat  staende  is  aen  ende  om- 
trent der  poirte  daer  zyne  Hoocheyt  sal  incomen.  Ende 
salmen  terstont  nae  het  lossen  des  geschots  luyen  allen 
de  doeken,  soo  in  kercken,  cloesteren,  goidtshuysen  ende 
capellen  deser  stadt  tot  dat  het  groff  geschat  ten  twee- 
demael,  als  onder  geseecht  vrordt,  sall  syn  gelost. 

Ende  eenyegelyck  alsoo  lossgescoten  hebbende,  en  sal 
hem  niemant  vervoïrderen  wederom  te  scieten  voor  ende 
aleer  zyne  Hoocheyt  binnen  deser  stadt  en  sall  wesen, 
op  verbuerte  van  lyff  ende  goee.  Ende  zyne  Hoocheyt 
mette  gaarde  gepasseert  synde,  sullen  daerop  strax  vol- 
gen de  soldaten  ende  immediate  daemae  de  scfautteryen 
in  ordre,  soe  sy  daer  naest  aen  de  soldaten  syn  staende, 
treckende  alsoe  nae  dé  kerck  ingeval,  ende  soo  voirts 
ne&ens  het  pallays  van  tyn  lïoocheyt,  doaide  aldaer  sa- 
lue,  ende  soe  voirts  yegelyck  voor  tvendelen  vande  scat- 
teiye  daer  onder  hy  gegaen  heeft,  ende  aldaer  scheyden. 
Snde  sall  wederom  tgroff  gescnt  geloost  worden  soo  wan- 
neer de  leste  vande  scutterye  binnen  de  stadt  sall  wesen 
gedomen. 

Item  de  heeren  van  Grobbendonck,  schoateth,  schepe- 
nen, gesworen,  raedtsheeren,  secretarissen,  midtsgaders 
vuyt  yegelyck  ambacht  eenen  deecken  daer  toe  te  depu- 
teren, sullen  goets  tyts  vergaderen  opt  stadthuys  ende 
van  daer  gaen  buyteA  de  stadt  twee  ende  twee,  te  vre- 
ten: m}men  heere  van  <3tobbendoncq  metten  heere  schoa- 
teth; daemae  de  groenroeden  met  henne  stocken;  daer 


Digitized 


by  Google 


—  727  — 

nae  de  heeren  schepeneo,  geswooren,  raedtsheeren,  secre- 
tarissen ende  deeckens,  ygelyck  nae  syn  quallteyt  ende 
ordre,  ende  daerachter  aen  de  twee  der  heeren  scepenen 
dienaers,  de  welcke  nefiens  myn  heere  den  pensionarins 
hen  inden  naem  der  drye  leeden  deser  stadt  sullen  pre- 
senteren bycans  int  midden  vanden  steenweek  oft  daer- 
omtrent,  alwaer  de  plaetsche  beqoaemste  bevonden  sall 
worden,  omme lildaer  zyne  Hoocheyt  te  salueren  ende 
congratuleren  etc:  ende  tselve   gedaen   wesende 9.  sullen 
voirde  frmilie  van   zyne  Hoocheyt  de  voirs.  heeren  als 
boven )  in  contrarie  ordre,  de  notabelste  ende  eerlickste 
achter,  wederom  naede  stadt  gaen,  te  weeten:  de  twee 
heeren  schepenen   dienaers   voor  den  ioücxten  deecken ; 
daernaer  etc,  ende  de  groenroede  voirden  ioncxsten  sche- 
pen, tot  voir  der  stadt  poirten  toe,  alwaer  hen  sullen 
vynden  de  heeren  vanden  clergie,  om  deselve  syn  Hooc- 
heyt insgelycx  te  salueren,  blyvende  midlertyt  den  raet 
ofte  drye  leden  aen  beyden  syden  buyten  de  clergie  voirs. 
Toor  aen  staèn;  welcke  clergie  alsdaen  voor  de  magistraet 
ende  voor  zyne  Hoocheyt  gaen  sall,  tzy  totter  kercke  ofte 
logement,  soomen  verstaén  sall  dintentie  vande  selve  zyne 
Hooch^t  te  wesen. 

Ende  sullen  de  heeren  vande  magistraet,  raede  en.  de* 
kenen  voirs,  gaende  blyven  voor  zyn  Hoocheyt  als  voor, 
tzy  totter  kercke  oft  logement  ak  boven,  ende  ingevall 
ierst  inde  kercke»  van  daer  voirts  totten  voirs.  logement 
toe,  ende  aldaer  zyne  Hoocheyt  te  bescencken  soo  ende 
gelyck  den  raeth  gedragen  sall. 
Item  te  doen  maecken  een  hemelsei. 
Item  dat  de  rentmeesteren  deser  etadt  terstont  sullen 
doen  provisie  van  hout  ende  mutssaerts,  tot  behoeff  van- 
den brant  voor  zyn  Hoocheyt.     ' 


Digitized 


by  Google 


—  728  — 

Item  te  deputeren  de  gene,  die  zyn  Hoocheyt  ende  or- 
dinarisse  suitte  sullen  billetteren  ende  fourieren  met  comr 
missie  van  authoriteyt  daer  toe  diecendj^,  ten  eynde  de 
fouriers  vande  selve  syne  Hoocheyt-  vuyt  hen  authoriteyt 
de  voirs.  fourieringe  nyet  en  behoeven  te  doen,  ende  sali 
iiide  selve  logeringe  noch  geestelyck  noch  werlyck  wesen 
exempt. 

Item  dat  alle  de  stallinge  binnen  deser  stadt  voor  twee 
dordendeelen  sullen  worden  ledich  gehouden  ende  geo- 
pent  tot  behpefi  vande  suitte  van  zyne  Hoocheyt,  op  peeue 
van  XXV  gulden,  ende  desnyettemin  alsdaen  moeten  ledi- 
gen den  gefaeelen  stall. 

Item  dat  de  ghenen,  die  van  wegen  deser  stadt  suUea 
vresen  gebilletteert  ende  ter  cause  van  dyen  sullen  ge- 
nootsaeckt  syn  te  dragen  eenige  lasten  van  brant,  kers- 
sen  ende  andere  dyergelycke  servicie,  ende  tselve  vercla- 
rende  op  haere  vromicbeyt,  sullen  van  wegen  deser  stadt 
daer  a£f  inde  redelicheyt  worden  gerecompenseert. 

Item  die  gene  bewonende  huysen  nyet  bequaem  totte 
logeringe,  sullen  met  bedden,  lynwaet,  tenne  ende  an- 
dere meubelen  gehouden  syn  te  assisteren  den  gen^  daer 
sy  gelycke  servicie  op  sullen  worden  bewesen  te  doen, 
ende  anderssins  nae  henne  qualiteyt  mede  helpen  dragen 
ende  gelden  totten  oncosten  van  andere  lasten,  by  der 
stadt  nootelyck  ter  canse  der  voirs.  incomste  te  verval- 
len. 

Item  dat  nyemant  ennige  huysen  oft  cameren  en  sall 
moigen  verhueren  oft  voUick  by  hem  innemen,  om  te  ont- 
gaen  de  logeringe  vanden  volcke  van  zyne  Hoocheyt, 
maer  sullen  in  allen  gevall  gehouden  syn  te  ontfangen 
de  gene,  die  van  wegen  des^  stadt  aldaer  sullen  wor- 


Digitized  by 


Google 


—  729  — 

den  gebilletteert,  die  welcke  voor  de  huerliogen  gullen 
worden  geprefereert. 

Itan  ten  effecte  van  allen  de  welcke  sollen  oock  ge* 
ordoDoeert  worden  commissarissen,  ten  ejmde  alles  or« 
dentelyck  gesciede. 

PUBLICATIE. 

Men  laet  weten  ende  vercondigt,  dat  alle  brouwers 
ende  hackers  terstont  sullen  hebben  te  brouwen  ende 
backen  tot  dienste  vanden  volcke  ende  leger  van  haere 
Hoocheden,  om  tselve  voor  hen  geit  te  worden  vercocht. 

Item  dat  alle  andere  ende  yegelyck  vanden .  ingesete» 
nen  deser  stadt,  hebbende  ennighe  provisie  van  vivres, 
tzy  boter,  kesje,  vlees,  visch,  bier  oft  deigelycke  provan- 
den,  metten  iersten  ende  vaif  stonden  aene  hen  sullen 
gereet  houden,  om  den  voirs.  legeac  daermede  om  geit  te 
worden  gedient 

Item  datmén  den  vivandiers,  soetelaers  ende  andere 
vuyt  het  leger  binnen  deser  stadt,  om  henne  nooteliche- 
den  ende  provisien  vry  ende  ongemolesteert  sal  laten 
passeren  ende  repasseren,  zonder  deselve  oft  henne  pro- 
visien, karren  oft  wegenen  aende  porten  oft  elders  aen 
persoonen  oft  goedens  te  moigen  verhynderen,  beletten, 
misdoen  oft  misseggen  in  enniger  manieren,  op  pene  van 
arbitrale  correctie. 

Men  gebiet  van  wegen  haere  Hoocheden,  schouteth, 

schepenen  ende  drie  leden  deser  stadt,  dat  eenen  igelyck, 

soo  geestelyck  als  werlyck,  niemant  vuytgescheyden,  sou* 

der  ennige  wqrgeringe,  promptelyck  obediere  de  billet- 

ten,  die  van  wegen  der  drye  leden  voirs.  sullen  worden 

vuyig^even,  om  te  logeren  ende  t'accommoderen  syne 
C,  47. 


Digitized 


by  Google 


„  730  — 

Hoocheyl  rtede  ende  snyte  van  tlyeo,  op  pene  ?an  vjff- 
tkh  Carolos  gulden  ende  arbitrale  correctie. 

Men  gebiet  alnoch  als  voor»  dat  niemant,  vande  wackte 
nyec  synde»  inne  bet  ionecomen  tey  vaii  eyne  Hoocbqrt 
óft  andere,  oock  nyet  tusschen  tyden  bem  vervoirdereQ 
sall  enntchains  hem  met  tgene  daer  passeert  met  woor- 
den oft  met  wercken  te  moyen,  maer  laeten  daennede  be- 
gaen  d^overicbey t ,  die  sulcx  is  gecommitteert,  op  peene 
als  Toor. 

Eade  sall  oyck  tusschen  dit  ende  morgen  vroeeh  voor 
sess  nren  eenygelyck  bet  bout,  mest,  steenen  ende  an- 
dere heane  goeden  ^pter  straten  h'ggende  moeten  v«r* 
vnert  ende  geruymt  hebben ,  op  Terboerte  van  tsdve 
ende  arbitrale  correctiei 

Ende  sall  eenygelyck  voor  syn  deure  de  straten  ve* 
gen  ende  de  vnylicbeyt  daer  van  doen  ende  akoo  dan 
rewech  reynlyck  houden,  op  pene  van  aeven  stnvers  teic- 
ker  reyse  in  gebreke  bevonden  daer  aff  te  verhnercne. 

item  dat  cgeene  Trouwen,  iongers,  noch  borgers  oft 
fanyslieden,  wye  by  oyck  sy,  inde  wapenen  nyet  gecarn- 
mandeert  synde,  om  syne  Hoocheyt  te  helpen  inne  ha- 
len i  hnyten  oft  omtrent  der  porten  dcser  stadt  vaXka 
naoigen  i^omen,  nocb  inde  straten  ten  tyde  der  inneoom- 
sie  hnyten  de  soyed  vande,  bnysdki  moigen  staeo,  op  pene 
van  dopperste  cleec  ende  arbitrale  correctie 

Hen  vercondicht  alnoch  als  voor,  dateenyegelyck,  tiy 
gee^elyck  off  werlyck,  vanden  ambachten  van  den  mol- 
ders  nyet  synde,  sall  moigen  malen  alderhande  cooren, 
ende  dat  by  provisie  ende  tot  dat  anders  sall  weseo  geor- 
donneert,  overroidts  den  tegen w(»*digben  noot,  allet  noch- 
tans sonder  prejudttie  der  cbarte  vanden  molders  ambacht; 
«nde  snllen  de  cloosteren  deser  stadt  gebonden  syn 


Digitized 


by  Google 


—  731  — 

oveneD  ende  backeryen  te  leenen  ten  dienste  vanden  le- 
ger ende  alle  hulp  en.  bystant  i^en  moigelyck  synde  daer 
toe  doen. 

Gelyck  oock  eenyegelyck,  tsy  van  binnen  oft  van  bny- 
len,  mU  moigen  iMiekeD  ende  broot  wNKlepeB  {^duren- 
de dese  occnrcntie,  zonder  aochtans  prqnditi»  der  charte 
vanden  anbacbt  vande  beoke». 

Ten  archtete  der  stad  's  HertogeDbosch ,  onder  de  losse  stukken 
zijnde  Memorie  n*.  8  iregens  deze  Toorgenomen  inhuldiging. 

Volgens  ViR  UïDUN,  dl.  H,  bladz.  285,  had  de  inhuldiging  der 
aartshertogen  geen  plaats:  dat  de  stad  echter  daartoe  het  stel- 
lige Toomemen  had,  blijkt  uit  de  medegedeelde  Memorien. 


Digitized  by 


Google 


IC, 

binnm  der  siadi  Têhertogenio$9che  iê 
houden  wer  den  doorluehtichsiên  eerishertoge  Al« 
BKRTU5  TIN  OiSTKNRTGK,  hertoge  van  Brabant  ele. 
eeuwiger  gedachteny  salkhlyck  overleden  binnen  der 
stadl  Brueuel  opten  derihienden  luly  êestienhan- 
dert  een  ende  iwintich^  vermaent  synde  taUen  sef- 
ven  vuytfaert  by  brieven  van  koere  doorluchtichste 
Hoocheyt^  Vrouwe  Isabkixa  Glaba  EoGmu»  in- 
fante van  Spaingen  etc.^  opten  20  luly  1621  tot 
Bruessel  voorgenoempt  geêchreven^  onderieeekemt  A. 
ISABIL,  ende  leger  Ds  Lk  FilLU. 


loden  iersten  salmen  inde  cathedrale  kercke  van  sint 
lan  evangeliste  beginnen  te  luyden  op  Sondach»  wesende 
den  vyfisteb  Septembris  zvj^  ende  eenentwinüch,  mette 
grootste  ende  andere  clocken,  ende  sal  tselve  wordden  ge- 
continueert  veertien  dagen  daer  naestvolgende,  diye  maels 
da^hsy  beginnende  van  smorgens  ten  sess  uren  tot  se- 
ven,  ende  wederom  van  elff  uren  tot  tweiff,  ende  voor 
de  derde  reyse  van  sess  uren  des  avonts  tot  seven  ureo, 
ten  elcken  met  onderhoudinge  der  clocken;  ende  soo  haest 
als  inde  voors.  sint  lans  kercke  sal  begonst  wordden  te 
luyden,  soo  sullen  alle  de  clocken ,  soo  vande  parochie- 
kercken  ende  cappellen  als  vande  cloosteren  ende  andere 
godtshuysen  oock  geluydt  wordden  soo  lange  ende  in  ma- 


Digitized 


by  Google 


# 
—  733  — 

Diere  hier  foor  veriiadlt.  Eo.  sullen  d^oncosten  vant  toocs« 
gelnydl  respective  gedraegen  en.  betaelt  wordden  by  de 
kerckmeesters  van  elcker  kercke  oft  cappelle  en.  by  elck 
vande  voors.  cloosteren  eo.  godtshuysen. 

Item  sal  tvoors.  vuytfaert  gehouden  wordden  in  de 
voorgernerde  cathedrale  kercke  op  Sondachy  den  twelff» 
sten  der  Yoors.  niaent  ^van  Septembri»  ten  weicken  dage 
(soo  wanneer  men  van  het  stadthuys  sal  gaen»  te  weten, 
de  trappe  vander  poyen  aff,  naest  oft  nefiens  sint  Nico- 
laesy  nae  de  kercke)  sullen  allen  de  voors.  clocken  we- 
derom geluydt  wordden  tot  dat  den  rauw  sal  wesen  in«* 
der  kercke»  ende  ten  elff  uren  desnyettemin  continueren 
met  het  luyden  als  boven. 

Item  sullen  by  ordre  des  heere  gouverneurs  voor  den 
vuytganck  van  dese  vuytfaert  marcheren  de  soldaten  van- 
de  garnesoenen  der  selver  stadt  in  henne  wapenen,  in 
sulcken  getal  als  syne  Edelhe]rt  sal  commen  goet  te  vyn- 
den,  dwelck  is  geweest  van  drye  hondert  mannen,  te 
weten,  twee  hondert  musquettters  ende  hoodert  picquiers, 
geleydt  dHerste  hondert  musquettiers  by  capitain  Pynap- 
pel,  de  hondert  picquiers  daeraen  volgende  by  capitain 
d'Emoot,  ende  daer  aen  volgende  de  resterende  hondert 
musquettiers  geleydt  by  capitain  Banchy. 

Item  sal  int  gaen  naede  voors.  kercke  de  schole  vande 
heeren  patres  lesniten  daerop  volgen,  ende  geleydt  word- 
den nae  de  ordonnantien  der  selver  heeren  patres,  de 
welcke  geweest  is,  als  volcht: 

Alle  studenten,  in  hen  scholen  verdeylt,  sullen  gaen 
twee  en.  twee  f  samen,  met  blooten  hooffden,  leesende 
hen  roosenhoyken. 

Yooraf  sal  gaen  Fatum^  met  een  swart  cleet  met  gul- 
den starren,  inde  handt  een  radt  hebbende  ende  sittende 


Digitized 


by  Google 


—  784  — 

op  eea  caiaela-pardaUa;  haer  w(»dt  ▼oorgedraggn  <t 
chraBognipliicQm : 

abgItYb  vatIs  MobtaLb  «bhYs 
BT  stabILb  sIbI  sponDbbb  rbqYIt. 

Hier  oaer  volgkt  de  waegen  des  doots  triimi]^erendeL 
He  doot  sUet'  Tooraen  met  een  seyssene  dr^eode;  on- 
der haet  voeten  liggen  coningen,  prbcen  ende  «ndece 
sorten  van  mensdien ;  voor  haer  sitten  de  drjre  Pareoê^ 
een  iegelyck  haer  offide  doeode,  $ingende  t'samen  een  snel 
en.  drocS  Uedeken;  boven  i'booft  des  doots  banght  dcse 
inscriptie: 

MORS  SCEPTRA  LIGQNIBUS  AEQÜAT. 

Doch  dese  sententie  Tuyt  Euripides  booghwys  ghe- 
scbreven: 

Bondsom  het  tabernakel  des  doots  is  getroeken  dit  chro- 
nographicum: 

sbTbba  kobIs  fata  BApYBaYaT  DYGbM. 

icbter  aenden  wagen  staet  dit  chronograpbicum: 

qaYDbbIt  YIta  MbLIobI  aLbbbtYs  Im  actbIb» 

Ettelycke  spatie  hier  tusschen  gelaeten  volgen  twee  ion- 
gers  met  een  vreempt  en^le  schoon  habjt»  geheel  met 
pluymen  van  verscheyden  coleuren  gemaeckt,  draegende 
een  taffereel  met  dese  inscriptie: 


(1)  Var  Hbvbh,  die  dete  uitvaart8-plec;tigheden  uil  hetccUSfi 
sdirift  in.  zijne  Historie  der  Stad  en  Meyery,  U  dl.  ,bl&.  350 -302,  bij- 
na woordelijk  mededeelt,  heeft  de  Latijnsche  opschriften  Tertaald,  en 
daarenboven  dit  vers  overslagen. 


Digitized 


by  Google 


—  736  — 

STA  VJATOR  £T  LBGE. 
HAEC  POHPA  NON  EST  CORPORIS  SED  SPIRITUS, 
VIRTÜS  AD  ASTRA  QÜEM  LEVAVIT  PRAEVIUM, 
CORPUS  SEQUETUR,  SED  PRIÜS  TERRAM  PETiT. 
ID  PRAETER  UNUtf  HIC  LACRYMIS  DIGNUM  EST  NIHIL, 
SED  ORBA  DAltNUll  SILYA'  DEPLORAT  SUUM. 

Hier  naer  volgen  sommige  vande  vernaempste  deuch- 
den  van  ODsen  aUer  doorluchtichsten  prince,  partje  sit- 
lende  op  verscheyden  gedierten,  partje  op  diversche  wa- 
gens gevoert»  vande  weicke  een  iegeljck  int  besonder  ge* 
lejdt  wierdt  oft  vergeselschap t  van  twee  iongers  fray  en. 
hups  gecleet:  eenen  anderen  gaet  voor  metten  naem  van- 
de  volgende  deacht^  ende  dit  is  gemejn  aen  elck  een 
deucht,  ende  tgene  dat  volght  aen  elck  besonder. 

yromieheyt^  eenen  iongen  met  een  harnas,  heimet  en. 
schilt  schoon  blinckende  gewapent,  hebbende  oock  in 
d^een  handt  een  lanschie,  in  d'ander  een  colombe,  ge^ 
croont  met  een  eycken  croonej  wordt  gevuert  op  eenen 
rhinoceros. 

Miltheyif  sittende  op  een  schoon  peert,  stordt  vuyt 
de  hoorens  van  overvloedichejt  croonen,  scepters,  geit, 
gouden  keetens  etc. 

Goedertierenheyt  sit  op  eenen  triumphanten  wagen 
verheven,  tredende  onder  de  voet  eenen  hoop  wapenen, 
metten  slinckeren  erm  rustende  opden  tronck  van  eenen 
boom  aende  welcke  hangen  de  Romeynsche  royen,  teec- 
kenen  van  straffheyt;  inde  rechter  handt  beeft  sy  eenen 
olyfftack;  sy  is  met  een  maoierlyck  en.  abel  (1)  cleet 
toegerust  gelyck  een  godinne. 

(1)    Abel,  büUmcIijk,  geschikt. 


Digitized 


by  Google 


~  786  — 

Dé  Foarsiehiitk^tf  met  haere  ganeyne  teeckcDea  vcr- 
siert»  gooYemeert  descn  wageo. 

CatUinmUia^  welcke  begrypt  de  deochden  van  sobet- 
hi^  ende  sayrerheyt,  gecleet  int  wit,  sittende  op  eenoi 
eenhooreoy  hebbende  inde  recbterhuit  eèn  lelie  ende  in- 
de sUnckerhaDdt  een  oool;  bet  hooft  is  met  eeoen  wil- 
ten  doorscbjDeDden  doedi  gepalleert. 

Reektvetrdicheyt  sit  hooch  verbeTeo  op  eeoen  trinm* 
pbaoten  wagen,  gemaecLt  op  tYatsoen  van  een  zeescbeipe, 
boadende  een  weechscbale  en.  een  s weert,  gecleet  synde 
met  een  purperen  cleet  met  gout  gemailleert,  hebbende 
de  oogen  met  kresp  verbonden!  Op  eicke  radt  spaedie 
staet  een  groote  letter,  de  welcke  te  samen  desen  sin 
maecken:  op  f  rechter  radt: 

AEQÜA  PROYEHO,  dat  is:  lek  vervoordere  dat  recht- 
veerdich  is.     Op  fslincker: 

PERVERSA  TERO,  dat  is:  lek  verdrncke  dat  onrecht- 
veerdich  is. 

Cupido  regeert  den  wagen,  hier  ende  daer  syn  pykn 
vuytschietende.    Tier  zeemannen  titeken  desen  wagen. 

Religie,  gelyck  een  Romeynsche  maecht  vande  godinoe 
Testa,  met  eenen  autaer  en  gedoerich  vier,  sit  verheven 
op  eenen  seer  grooten  hemel.  Den  prioce,  door  dese  dencb- 
den  als  tot  den  hemel  gevuert  synde,  werdt  bethoont  door 
syne  denchden  onsterfielyck  te  wesen  op  dese  maniere. 

Eenen  grooten  elephant  draecht  syne  marmore  tombe, 
op  de  weldie  dese  twee  veerskens  ingegraveert  staan: 

NON  lACET  H1G  PRINCEPS,  YIRTUS  TÜTATUR  ALÜMNUM, 
EXUVIUM  (1)  HIC  POSUIT,  CETERA  OLTMPÜS  HARET. 

(1)  Exuvium,  door  Var  Hfuix  eigendunkelijk  in  bet  gebniikelijke 
exuvias  veranderd. 


Digitized 


by  Google 


.     —  787  — 

Neflfei»  de  tombe  opdeo  elepbant  staet  é^  Deuehi^  ge- 
wapent  gelyck  de  godinne  Pallas/den  prinioe  vande  doot 
(de  weicke,  als  hem  vliedende,  ter  syden  T«yt  valt)  ont- 
weldigende.  Boven  vuyt  het  graft  vliecht  eenen  dobbe- 
len areot,  op  haeren  hals  draegende  de  wapenen  vanden 
prince  met  dit  chronographicum : 

HOM  MobtaLb  vbtIt  DloaVf  loVIa  ^LItb  (1)  sanaYIs. 

Yoort  t^graft,  tusschen  de  ooren  vanden  elephant,  staet 
de  Famsy  een  kyndt  acht  iaren  oudt,  de  trompet ,  tot 
verwonderinge  van  een  igeljck  steeckende,  teenemael  ge^ 
cleet  met  pluymen  van  verscheyden  colenren.  Inde  vane, 
die  aende  trompette  hanght  ende  representeert  tVapen 
van  Oistenryck,  staet  den  name  vanden  prince:  ALBER- 
TÜS  AUSTEIAGUS  (2)  aen  d'een  zyde';  van  d*ander  dit 
anagramma: 

CREVIT  SUB  ASTRA  LAÜS, 

Een  ander  iongen  marcheert  voor,  dragende  op  eenen 
hoogen  stock  dit  anagramma: 

VIRTÜTE  NIXUS  EN  MONARCHA  BELGII 
SUB  ASTRA  SIC  LEYATUR  (3). 

Dit  stuck,  vyfflien  voeten  hooge,  is  seer  vermaecklyck 
ende  heerlyck  om  sien. 

Hier  naer  volght  de  Maecht  van  iHertogenhosêche 
inden  rauwe  gecleet,  sittende  onder  eenen  eycken  boom, 
haer  bedroevende  over  de  doot  vanden  prince,  heeft  in- 

(1)    AUtei  bij  Var  HsmM  Terkeerdelijk:  êalU, 
(a)    Autiriaeusi  Var  HbüIR  terkeerdelijk:  Austriouê, 
(8)    Var  Hiubh  las  verkeerdelijk  cufus  voor  mi  en  laevatur  voor  h' 
vatur. 


Digitized 


by  Google 


—  78«  — 

de  limdt  Vwnpw  tyaiit  J^ertogenbossehe,  ontreot  haer  is 
h«t  al  boden^M  meis^wart  bay,  eode  inde  aes  bclwero- 
kBBj  represfipilereDiie-  die  vaiide  stadt,  stacn  ses  de  prin- 
ciptelste  deuchden,  die  /vteieke  bysiwderlyck  vttytscfayneD 
iode  boilers  van  Sheitogeobossche,  al  geerooot  met  laii- 
rieren,  hebbende  elck  oen  syde  baniere  van  vecscheyden 
colenren,  op  dewelcke  staet  den  patroon  vafi  elck  bol- 
werck.  Inde  poofté  vande  stadt  staet  den  H.  loaones 
evangelista,  patroon  van  dese  stadt;  boven  syn  hooft  in- 
den hoge  vaode  pootte  is  dese  inscriptie: 

ETIA9  HAEG  MIHI  CREDITA  YIRGO. 

EndI  een  weynich  booger: 

NIL  OBSÜIf;r  ^GONITA  AUT  VIS  CADENTIS  AflENI: 
CATTE  (1)  URBEM  HANC  FRUSTRA  MARTE  VEL  ARTE  PETIS. 

Toor  de  voeten  vaode  Maecht  staet  de  Eendraetie- 
h^yti  twee  cleyne  kynder^,  wekk^  beeoea  onder  soo 
aen  een  quamen»  dat  het  maer  een  lichaem  scheen  te 
wesen»  de  aermen  behendelyck  onder  malcanderen  ge- 
vlochten. Dit  syn  de  ses  deachden  inde  bolwercken 
staende: 

Religie  ut  supra,  hebbende  inde  handt  een  witte  ba- 
niere met  een  purpuren  frenie  (2).,  opde  welcke  staet  het 
beeh  van  onse  lieve  Vrouwe.  Recht veerdicheyt^  gecleet 
gelyckmen  die  gemeyndelyck  schildert,  hebbende  een  bloet- 
verwige  vane  met  het  beelt  vanden  H.  Albertus.  Getrou^ 
toicheyif  eeoen  iongen  heerlyck  gewapent,  met  eenen  bont, 

(1)    Catie,  In  de  oopie  sUat  Caita$,  Deio  aGhrijffout  beb  ik  met  Va^ 
Hburn  veranderd. 

(8)    Frenie,  frestgic,  frangie,  franje  j  Kil. 


Digitized 


by  Google 


—  ÏW  — 

hebbende  een  lausureo  (1)  vane  met  bet  beelt  vande  bu- 
iige Anna. 

FaniiHdot  wamicheyt^  toegerust  gelyck  dyen  vromen 
Romeynscben  belt  Hatins  Seevok,  draecht  een  purpuren 
vane  met  bet  beelt  vanden  H.  Pbilippus. 

fFaekerheytf  met  eenen  baen,  bebbende  eene  groene 
vane  met  t^beelt  vanden  H«  Anthonius. 

Bêkendickeyt  ^  gelyck  eenen  Mercurius,  met  coopman* 
scbap  ende  synen  scepter  met  twee  slangen  doorvlochten 
«ode  de  boorens  vaa  oivervloedicbejrt,  bebbende  een  zee- 
groene baniere  met  het  beelt  vande  U.  EUsabetba.  Dese 
machine,  twintich  voeten  lanck,  twelffve  breet,  wordt  ge- 
trocken  van  sess  peerden  tot  der  aerden  toe  met.  swarteo 
bay  behangen  y  soo  datmen  de  raderen  nyet  sien  en  coste. 

PamoêêUê  is  gelyck  een  steenrotae  opde  weick  sitten 
de  n^en  Musoe  toiy  verciert»  .maer  hebben  altesamai 
eenen  awarten  doeck  tot  teecken  van  rouwe  over  den 
prince;  daer  sitten  oock  by  jipollo  ende  Mercurmê^  al 
te  samen  droefve  mnsycke  van  hét  overlyden-  vanden 
prince  siogende.  Dese  mnaycke  wordt,  vervult  door  vyfl 
apeeimanSy  deweicke  soo  beymelyek  inde  rootse  (2)  sitr 
len,  datse  njet  geaien  en  c^nen  wordden.  Dese  machine 
is  twintich  voeten  hooge,  vuyt  wiens 'tsop  (3)  het  peert 
Pegaaus  over  de  hoysen  schynt  te  witten  vlijen.  Ronds- 
om  den  voet  vanden  berch  slaen  dese  chronographica: 

rABifASsYs  FiLYTOBs  DoLbt  sfoLIatYs  (4)  et  Ipsk: 
aomIab  ktMpbab  kon  nIsI  tbIstb  souant. 

(1)  Lausuren,  Pazure,  hemelsblaauw. 

(2)  lUoiae,  rots,  steenrots. 

(3)  Tsop  of  êop,  topi  toppunt. 

(4)  SpoliutüS}  Van  Hsubk  verkeerdelijk:  spoliatur. 


Digitized 


by  Google 


—  740  — 

AUud. 

DVCU  ibV  (1)  fVubbei  fatVM. 

Aliod. 

FATA  o  sbYbra  fertU  hbV  nobtrYM  DbGYs. 

AUud. 

tYnb  broo  DYX  Masiib  IaCbb? 

Dese  machine  is  de  laetste  van  al,  de  weldie  op  be- 
deckte  raders  van  peerden,  al  met  swartea  bay  bdun- 
geo»  tot  groote  verwonderinge  van  een  iegelyck,  wordt 
voort  getrocken. 

Item  daernae  volgen  de  heereo  vanden  cappittole  mette 
voordere  clergiey  die  gewoon  syn  te  gaen  mMe  generale 
processie,  mette  cniyssen  sonder  vane»  die  welcke  verga» 
dereo  sullen  in  sint  lans  kercke  voors.,  ende  van  daer 
ordentelyck  comen  tol  ontrent  bet  Minderbroeders  cloos* 
ter  ende  aldaer  verwachten  bannen  tour,  bebondelydi 
dat  de  booffden  der  selver  sullen  comen  opt  stadtbnjs 
ende  sullen  dyen  volgende  gaen  achter  bet  gewanlbnjs 
om,  door  die  gevangen  poorte  en.  Toorenstraet,  door  de 
tooren  doore  inde  voors.  kercke,  ben  verdelende  ende 
houdende  geduerende  den  dienst  in  onser  L.  Yronwen 
choor  inde  gangen  aen  beyde  de  syden  vanden  cboor, 
vuytgescheyden  de  beeren  vanden  Q9pitule,  die  welcd^e 
sullen  blyven  en.  gaen  inden  choor  sonder  dat  de  con* 
ventualên  sullen  offeren,  sonder  oock  dat  de  beeren  van- 
den cappittule  oft  andere  vande  clergie  naeden  dienst  ii?e- 
derom  opten  stadtbuyse  sullen  comen,  maer  sal  ieder  van 
hun  gaen  naer  syn  huys  en.  convent. 

(l)    J7eHf  Vaw  Hbobh  verkeerdelijk:  heus. 


Digitized 


by  Google 


—  741   — 

Item  naede  clergie  snllen  volgen  twee  ende  twee  die 
gene,  die  de  toortsen,  mette  wapenen  van  syn  Hoocheyt 
daeraen,  sollen  dragen,  welcke  wapenen  van  wegen  de- 
ser  stadt  snllen  wordden  besorcht,  maer  de  toortsen  sul- 
len moeten  wordden  betaelt  ende  besorcht  gedragen  te 
wordden  byde  naevolgende,  te  weten:  igelyck  schepen, 
gesworen,  raedtsbeere,  griffier,  secretaris,  der  selver  stadt 
rentmeesters  een  tortse;  item  elck  ambacbte  twee  tortsen; 
ider  schutterye  twee  tortsen;  O.  L.  Trouwe  broederschap 
twee  tortsen;  item  elcke  parocbiekercke,  clooster,  cappel-» 
Ie,  heyligen  Geest  ende  groot  gasthnys  een  tortse,  ende 
daereoboven  de  voors.  stadt  vyff  ende  twintich  tertsen. 
Ende  sullen  allen  deselve  tortsdragers  hun  houden,  int 
verwachten  van  hunnen  tour,  aende  merckt,  tegenover 
fstadthuys  tnsscheo  de  Flesse  ende  de  Werelt,  ende  in» 
commende  inde  kercke,  sullen  hun  stdlen  aen  beyde  de 
syden  naest  de  pileemeo  inden  bnyck  vande  scjlve  kercke, 
beginnende  van  sint  Eloys  altaer  aen  d^een  syde  en.  van 
sinte  Sebastiaens  altaer  aen  d^ander  syde  tot  aendén  doe- 
ken toren  toe;  welcke  tortsen  ende  wapenen  een  ieder 
naer  den  dienst  met  hem  nemen  saL  Ende  snllen  inde 
kercken,  cloosters  ende  cappellen  deselve  wapenen  ter 
memorien  van  syne  Hoocheyt  worden  opgehangen  ende 
de  tortsen  inden  dienst  der  kerdien  gebniyckt. 

Item  daer  naer  sullen  volgen  de  persooaigen,  die  de 
representatien  ende  funeralien  dragen  sullen,  de  welcke 
genomen  syn   vuyt  den  rade  der  selver  stadt,  ider  op 
syn  ordre,  beginnende  vanden  iongsten,  te  weten  : 
fl  i  Mr.  Aelbrecht  van  Broe*  —  hét  emblema  van  syn  Hooo* 
g  ^gel  ende  heyt; 

^  r  Seger  Segerssoen 
ionck.  Ger.  van  Broechoven  —  de  baniere  van  Brabant; 


Digitized  by 


Google 


—  742  — 

Mr.  Gerard  vto  Hoornbeeck  —  den  grooten  atandaeit  Tao 

syn  Hoocbcyt; 
C!odef.  Loeff  Ttoden  Sloot    —  de  baniere  (1)  yanden  eerts- 


§\]ir.  ha  van  Thttlden    — bet  wapeo  ran  HongarjcB; 

g  ^j  Mr*  laeob  vander  CSani«  —  het  wapen  van  Portngad; 

f  (men 

e  i  Mr.  lan  Bardovl  —  het  vrapen  van  kejrser  Ma»- 

^  \  niUaen ; 

cglkMcker  ?eler  van  Ge»- — het  vmpen  van  Spaiogen; 

ë(tel 

Mr.  Robert  van  Tooren       —den  tfaimber  (2); 

Mr.  Gerardt  van  Soeaeren  '■*-'  het  wapen  vanden  erlsher- 
(S)  todi; 

Antbony  Pynappel  —  ém  wapenrml ; 

§      ( loocker  Peetêr  van    —het  peeit^  gecleet  met  een 

o  .2  1  Broeckhoven  await  flnvraele  kleet  met  eca 

^  S»*]  Mr.  Rogier  v.  Griens-      root  sattynea  croys  daerovcr, 

^      (  ven  bdiangen  met  vier  schilden, 

wesende  vier  vande  qnaitie- 
ren  van  syne  ttoodiqrt; 

Lambert  Remaena  — het  gnlde  vties; 

Mr.  Bfennnn  Pcigram  — den  scepter; 

ioncker  WLAem  vm  Rc^s  «-het  sweert; 

Sr.  Ucéb  Tan  Balen  — den  eertdiertodis  hoet; 

(1)    Bamêref  Vai  HiDiji  verkeodeiyk:  htmdêcktmem, 
(3)     TTiimher,  xesel. 

(3)    Zie  oter  dexen  rechtsgeleerde  Dr.  Hn^Rs,  Bijdragen  oorr  JVevri' 
BnAimi,  dl.  R)  Uadi.  6-48. 


Digitized 


by  Google 


743  — 


S^  Marlen  Fierlants,  raedt      scêptra  Itgamhtu  aêqtua. 


/]<4iaii  vaaden  Bosch »  — de  representatie  rande  doot, 
c\  stadthouder,  ende  beieeckenende :  quod  mon 

viende  rentmeester  vande 

\  domejrneD ,  , 

Daer  naer  myn  eerweerdicbste  hecro  den  biscop  fnt 
pontificael  van  Rsquiem^  tnsschen  diaken  ende  snbdiaken, 
met  syoe  eerweerdicheden  cappeUanen  en.  acolkis  (1), 

Item  sal  daer  nae  volgen  db  tombe^  bedeckt  met  een 
swart  flmveekn  cleet,  met  een  wit  ^en  cmys  daer  over, 
ende  met  wapenen  behangen  gelyck  het  peert;  ende  sal 
deselve  tombe  gedraegen  wordden  byde  vier  oadtste  lieo* 
tenanten  van  ider  vande  vier  scntleryen,  nyet  wesende 
vande  twee  ierste  leden  der  selver  snnlt,  ende  dat  son* 
der  baer^  op  hunne  schonweren. 

Weicke  vooi^.  lieatemms  de  tombe  int  cboor  op  haere 
plaettobe  met  eerbiedinge  devoielyck  gestelt  hebbende» 
snllen  een  weenicb  aldaer  vertoeven  ende  daer  nae  ieder 
hem  vertrecken  by  syne  scutteiye,  om  mette  seive  te  cch 
men  offeren. 

'  Item  sullen  vwr,  aeffens  ende  achter  de  voors.  tombe 
gaen  tw^  ioncxkens^  geoleet  inden  ranwe,  bloots  hooflb, 
bebbende  ieder  een  geele  brandende  flambonwe,  aen  ie- 
der hangende  het  wapen  van  syn  Hoocheyt,  te  weten, 
twee  vande  grootste  voor  ende  twee  achier,  ende  vier 
vande  cleynste  «eis  d'een  syde  ende  de  resterende  vier 
aén  d^ander  syde,  de  weicke  gedurende  den  dienst  op 
henne  plaêtsche  byde  tetnbe  sdllen  blyven  staen  ende 
naeden  dienst  mette  flambowwen  diuys  gtMin. 

Daer  nae  sal  volgen  den  ramwe,  ie  weüen:  myn  hieére 
de  baron  van  Gnobbendonoq,  gouv<Arneur,  ^ei^dt  tus- 

(1)    Aeu^itiSj  ucoHiae,  missecKeniiars, 


Digitized 


by  Google 


^  744  — 

scfaen  de  eerweerdige  heeren,  heeren  en.  meesteren  Jan- 
nen  Uennanniy  deken  van  sint  lans,  en.  heeren  cd.  mees- 
teren Franchoisse  van  Ghestel,  prothonotaris,  Gammoick 
gradoaely  arcbipresbyter  en.  officiael;  daer  na  ioncker  Plii* 
lips  van  Brecht,  heere  van  Ilagoirt  etc,  booge  ende  lege 
schoQtetb  der  selver  stadt  ende  meyerye,  met  ionckeren 
Henricken  van  Gestel,  president,  vergeselscbapt;  daer  nae 
Mr.  lan  van  Broegel  en.  Mr.  lan  vande  Yelde,  die  volr 
gen  ioncker  Goyardt  de  leger  ende  icHicker  Michiel  de 
Borchgrave,  beere  tot  Oerle  etc;  daer  nae  Mr.  Marten 
van  Wermont  en.  Mr.  lacob  Yercuylen;  item  Mr.  Aert 
van  Broecboveo  ende  ioncker  lacob  de  Gock  de  iooge» 
alle  scepenen;  item  heer  Aelbert  van  Dongen,  riddere, 
ende  ioncker  Guiliam  Absloons,  geswoirens;  daer  naer  de 
heeren  vanden  rade,  greffier  ende  secretarissoi:  alle  de 
welcke  sullen  ingaen  ende  blyven  inden  boogen  choor. 
Daer  nae  volgen  de  dekenen  vande  ambachtea  eo.  ge- 
sworens  der  selver,  vergadert  opt  stadtbuys,  die  hen  sol- 
len stellen  inden  buyck  vande  kercke  aen  beyden  de  sy- 
den  voor  de  tortsen;  daemae  sullen  volgen  de  vierschot- 
teryen  al  twee  ende  twee  alsvoors.  in  ordre,  te  we(en: 
den  ouden  Yoetboge  de  ierste,  den  iongen  Yoetboge  de 
tyreede,  den  Handtboge  de  derde,  ende  de  CloveDicrs  de 
vierde;  ende  sullen  die  vanden  ouden  Yoetboge  vergade- 
ren aende  merckt  tusschen  het  Molenyser  ende  de  Swaeo, 
den  iongen  Yoetboge  tusschen  den  Swaen  ende  Rethoiycr 
ker  kamer,  den  Handtboge  van  daer  tot  voor  den  Bod) 
ende  de  Cloveniers  van  daer  totte  Drye  Coniogen;  daer 
nae  de  capitainen  ende  officieren  vande  wycken  etc;  es- 
de  stillen  inde  kercke  hun  onthouden  in  vuq^en  naerot- 
gende,  te  weten:  den  ouden  Yoetboge  voor  Bacx  choor* 
ken ,  den  iongen  Yoetboge  voor  onse  L.  Yrouwen  ckoor 


Digitized 


by  Google 


—  745  — 

boveoy  den  Handtboge  inden  ganck  van  hennen  altaer 
van  sinte  Sebastiaen,  ende  de  Cloveniers  inden  ganck  by 
hennen  altaer  van  sinte  Christoflel.  i 

Daer  nae  sullen  Tolgen  de  capitainen,  lieutenanten  en* 
de  vendricbs  vande  "wycken,  met  de  gene  als  raedtshee- 
ren  aende  poorten  waeckende  ende  nochtans  geen  raedts- 
beeren  synde,  de  welcke  Vergaderen  sullen  ontrent  den 
Papegay  feynden  de  Cloveniers  als  voors.  staet,  ende  sul- 
len inde  kercke  hun  onthouden  achter  de  selve  Cloveniers. 

Item  sal  by  den  rentmeesteren  van  wegen  der  selver 
stadt  besorcht  wordden  dat  het  choor  ende  t^ozal  binnen 
en.  buyten  niet  swart  laecken  behangen  sy,  ende  buyten 
opt  ocxael  het  blasoen  met  de  wapenen  van  syn  Hooo- 
heyt  van  vader  ende  moeder  ten  beyden  syden,  ende  met 
groote  letteren  geschreven ,  in  goede  ordre  voor  t'selve 
ocxael  alomme  vastgemaeckt  sy  de  naevolgende  epigram* 
mata,  chronographicai  anagrammata  etc.  ' 

Chronographicum. 
sILVa  tIbI  ATftAs  aLbb»tb  nè»  appaaat  aaas, 

HOR   F0TIBA3  HkbIiIs  AIOVa,  DaT  A»TA  {\)f  tYIs. 

Aliud. 

DVX  Vt  paLHa  rLoRBBiT  (3). 

Aliud. 

hbV,  sVMVs  orbatI  tawto  DVCb  (2). 

(1)    Dat  aptas  Tab  HBrsa  maakt  daarYan:  daptare, 
(8)    Dit  opschrift  is  bij  .Yar  Hbvbb  wefj^elaten. 

C.  48. 


Digitized 


by  Google 


—  746  — 

AUttd. 

Vrm  iV«tVM  DVCFf  (I). 

Onder  staet  dit  qyigrainina: 

QUANDO  VNO  DVCIS  EST  YEBS  IN  FUNEEE  FUNUS, 
NON  BVSGYM,  BVSTYM  SSD  DYGIS  ESSE  POTEST  (t). 

Cbrooographicam. 

FACIi  GYIm»  »^bM  mYwC  Ir  GosLIê  IiiYnltrl  (1). 

Epigramma. 

PACIS  AMANS  PRINCEPS  POSTQÜAM  PAX  AÜEEA  TERRAS 
DESERIT,  AD  SÜPEROS  HANG  QÜOQÜE  PROSEOüTTÜR. 

CbronogrtphiciiiD* 

tiatIo  IDYs  lYLII  b  tbrka  MI«rat  aLbbrt7s  (1). 

Singultns. 

ALBERTUS,  GESÖATB  OGUU,  CÜR  HmiTIS  HBIEI? 
CÜR  FLUIT  IN  MOESTAS  LACRTMA  HULTA  GENAS  (1). 

ALBERTUS,  FLOS  ILLE  DUCUM,  DE^OR  ILLE  HEROÜM, 
QUID  PROHIBES  INFANS  DIGERE  PLURA  DOLOR  (1). 

ALBERTUS,  DOLOR  HEÜ  SINGULTIBUS  INTERRUPTIS 
SÜSPENDIT  LINGUAE  PRAECIPITANTIS  ITER  (1). 

ALBERTUS,  GESSA  TANDEM,  DOLOR  IMPROBE  GESSA, 
ET  PATERE  (S)  HOG  UNUM  DIGERE:  OGGUBÜIT  (1). 

(1)  Bit  opschrift  is  bij  Var  HiobU  ^eggthUnu 

(2)  Patere  f  in  de  copie  stMt  Terkeerdeli|1c :  paire. 


Digitized 


by  Google 


—  747  — 

Item  sullen  de  heeren  'vandeQ  cappitule  heerlyck  vet*. 
eieren  den  hoogen  altaer  soo  ende  geljck  syn  Hoocheyt 
competeert  y  ende  mede  procoreren,  dat  de  sangmeester 
mette  mosiceeDeo  den  dieast  doen  opt  ocxael,  om  de 
plaetse  int  choor  voor  de  tombe  ende  voor  de  persona* 
gien  te  mogen  ledich  hebben. 

Item  sal  oock  de  pnye  vaot  stadthnys  rontom  behan- 
gen worden  met  svrart  laecken,  het  blasoen  int  midden 
ende  aen  elcke  syde  het  vrapen  van  syn  Hoocheyt,  ge- 
lyck  als  voor  opt  ocxal,  ende  met  groote  letteren  perfeo 
telyck  geschreven,  in  goede  ordre  wordden  opgehangen 
de  chronographica,  epigrammata  etc.  hiernaer  volgende. 

Chronographicum, 

sILVa  tIbItbIstbs,  Umunf  IwtkVuAt  lOiiOBBf; 
■os  tIbI  tb  Dlanl  rI«ROBA  aMobIs  (1)  babb» 

Epigramma. 

CUR  TU  PRAE  BEUQUIS  TBISTES  DAS  SILVA  CVPaSSSOS? 
SILYA  ES,  CUPEESSOS  Tü  OABE  SOIiA  POTfiS  (iQ. 

Chronographicum* 

PBB   ASTBA  TIbtVs  PBiNapI  PArDIt  YUM  (2). 

Epigramma. 

VIETUS  AD  SUPEROS  EyEGTÜM  GAUDET  ALUMNUJf ; 
P&ASSIDIUM  Uf  TERRIS  6BD  PRAEIISSE  DOLBT  f^ 

(1)  Amoris;  bij  Var  Heubb  Torkeerdelijk:  mortis. 

(2)  Dit  opschrift  heeft  Vab  Ebubh  wfeg^ikien. 


Digitized 


by  Google 


—  748  — 

Almd. 

NON  SILVAE  ERIPITUR  PRINCEPS  DUM  REDDITUR  ASTRIS, 
INDE  SUIS  MITTET,  QUAM  PETIISSET,  OPSM  (1). 

Ghronograpliicum. 

DltClTB  IVstItIaM  bX  Ipso  (1). 

Aliud. 

IVstItIa  sInb  HIsbrICobDIa  ron  bbIt  IFstItU  (1). 

Epigramma. 

SILYADUGIS  PERUT,  GUM  DUX  NEG  SILYA  SÜPERSINT: 
FALLOR  AT  INHGTA  EST,  NEC  PERIISSE  POTEST. 
QUI  MODO  LUGUS  ERAT  NUNG  URBS  GULTISSIMA  SILYA  EST, 
PROQÜE  FERIS  AGRES  NÜNC  HABET  ALMA  VIROS. 
DUX  QUOQUE  SIDEREO  TERRAS  MUTAVIT  OLYMPO, 
ATQUE  ITA  SED  YULTU  RESTAT  ÜTERQUE  NOYO. 
SEDIBUS  EST  MELIOR  FAGTÜS  DUX,  SILYA  COLONIS, 
QÜIS  NON  HOC  OPTET  SE  PERIISSE  MODO  (1)? 

Item  sal  den  ^voorsadel  van  het  stadts  huys  oock  be- 
haDgen  wordden  met  swart  laken,  bet  blasoen  t^gen  de 
schouwe,  mette  wapenen  ter  beyder  syden  als  voor. 

Item  sal  ii^t  midden  valden  voors.  sadel  gesprejt  word- 
den swart  laecken,  om  daer  op  gestelt  te  wordden  de 
tombe  met  de  twelff  ioncikens  daeromme  alsvoor. 

Ënde  sullen  myn  eerweerdige  beeren,  d'eerweerdicbste 
beere  de  biscop  int  pontificael  van  Reyuiem  met  diaken 

(1)    Dit  opschrift  heeft  Vaji  Hbürh  we^gekten. 


Digitized 


by  Google 


—  749  — 

eude  subdiaken  sitten  op  drje  stoelen  daer  toe  te  stel- 
len naest  achter  de  voors.  tombe  inden  voors.  sadel,  en- 
de  daer  achter  de  hee^e  gouverneur  inden  covel  met  den 
heere  deken  en.  prothonotaris  voorschreven  op  drye  stoe- 
len alsvoor.  Myn  heere  de  schontetb  sal  sitten  voor  aen, 
ter  plaetsche  daer  de  vierschaele  [Wc?]  wordt  gehouden, 
ende  d^ander  heeren  scepenen  soo  voorts  vervolgen  ^  de 
sitplaetsche  ende  den  vloer  met  swart  laecken  als  voor 
bedeckt  synde. 

Item  de  heeren  gesworens  ende  raedtsheeren,  draegende 
de  Yoors.  representatien,  sullen  mette  selve  representatien 
sitten  lancx  den  sadel  voors.,  ter  wedersyde  vande  tombe^ 
opde  Spaensche  stoelen  tot  dyen  eynde  aldaer  te  stellen, 
in  sulcker  vuegen  dat  degene,  die  fdoonste  (1)  voor  de 
voors.  tombe  sullen  gaen,  naest  byde  selve  sullen  sitten, 
ende  soo  ordentelyck  d^een  den  anderen  volgen. 

De  dekenen  ende  gesworens  vande  ambachten  sullen 
ten  beyden  syden  achter  de  voors.  stoelen  soo  opden 
voors.  sadel  als  daervoor  hun  houden,  om  van  daer  ter 
trappen  aff  neffens  sint  Nicolaes  op  henne  ordre  als  voor 
te  gaen  ende  de  voorgaende  immediatelyck  te  volgen. 

De'  hellebaerdiers  vanden  heere  gouverneur  sullen  ten 
beyden  syden  vanden  selven  heer  gouverneur  gaen,  ende 
de  twee  groenroyen,  te  weten,  Van  Asten  ende  De  Greve, 
neffens  de  scepenen,  bloots  hooffs,^met  hunne  groen  royeu 
inde  bant,  om  te  beletten  het  gedrang  vant  volck. 

Item  twee  vande  hellebaerdiers  van  myn  heere  den 
schouteth  sullen  gaen  ten  beyden  syden,  mette  schoole 
(2)  op  ende  nederwaerts,  om  t^gedrang  te  beletten  als 
voon 

(1)  T'domste,  digtstc. 

(2)  Schoole,  stok^  vau  boren  met  cenig;  sieraad  voonieo.    Zio  Kiujls. 


Digitized 


byGöogle 


—  760  — 

Item  twee  vaode  selve  hellebardiers  sullen  gaen  teo 
bedden  sydeo  mette  personaigen,  ten  ejcde  ala  Toor,  en- 
de  de  restereode  hellebardiers  suUeo  aff  ende  aen  gaen 
neffens  de  dekenen  ende  andere  persoonen. 

Item  de  bastionniers  yan  onser  Lieven  Trouwen  broe- 
derschap sullen  in  ordre  houden  de  gene  draegende  toet- 
sen, soo  int  gaen  als  inde  kercke. 

Item  Gerardt  van  Cleve,  custer  van  onser  Lieven  Vrou- 
wen, ende  Peeter  Corstiaens  sullen  de  voorè.  ioncxkens 
mette  flambouwen  om  de  tombe  gaende,  dirigeren  ende 
gade  slaen. 

Item  laoob,  den  custer,  sal  den  heeren  inden  cboor 
<:omende,  ideren  sjn  plaetse  wysen,  ende  ten  <^er  gaen- 
de,  dirigeren. 

Item  Wouter  Bormans,  oudtste  groenroede,  sal  opten 
stadtbuyse,  opde  merckt  ende  inde  kerck  igelyck  volgende 
het  gestelt  ordre  dirigeren. 

Item  den  knecht  vande  capitainen  sal  elcken  vande 
schutteryen  wysen  syn  vergaderplaetse,  soo  opde  merdit 
als  inde  kercke,  ende  den  sel?en  wete  doen  alsmen  sal 
offeren. 

Item  de  provoosten  vande  schutteryen  suUen  ider  int 
hun  debvoir  doen,  dat  de  schutteryen  wel  in  ordre  gaen 
ende  t^gedrange  vant  volck  belet  wordde. 

Item  de  twee  ingebieders  sullen  hun  begeven  te  peerde 
ende  ten  beyden  syden  vanden  tocht  op  ende  aff  lydcn, 
om  den  tocht  sonder  interval  te  doen  volgen  ende  het 
overloopen  ende  beletselen  van  tVoIck  te  helpen  affweeren. 

Item  de  voors.  personagien,  incomende  int  choor,  sul- 
len hebben  de  plaetsen  als  volght,  te  weten:  de  gene, 
gedraegen  hebbende  het  emblema,  namentlyck,  S^ert  Se- 
gertsseu  ende  Hr.  Al  bert  van  Broegel,  tegens  den  rv^ge 


Digitized 


by  Google 


—  761  — 

vanden  coperen  bedde  int  choor»  genoempt  den  David» 
ende  de  geoe»  gedraegen  hebbende  de  banniere  vanden 
eertshertoge,  rechts  voorden  selven  cooperen  David  opde 
Spaensche  stoelen  aldaer  te  stellen;  de  gene,  gedraegen 
hebbende  den  grooten  standart,  opten  lesten  Spaenscben 
stoel  y  daer  nefiens  opde  rechtersjde  nae  by  het  leech  ge- 
gestoelte  te  stellen,  ende  dq;ene,  gedraegen  hebbende  de 
baooiere  van  Brabant,  opde  slincker  syde  opden  lesten 
stoel  9  oock  naeby  het  leech  gestoei  t,  ende  alsoo  ider  or- 
denteljck  ten  bejden  syden  opwaerts,«80o  dat  de  gene 
vande  personagen  naest  voor  de  tombe  gegaen  hebbende, 
wederomme  naest  byde  tombe  sullen  oomen  te  staen  ofte 
sitten  opde  stoelen^  aldaer  dyen  volgende  te  stellen* 

Item  die  inden  covel  gaet  met  den  eerweerdige  heere 
deken  en.  prothonotaris  voors.,  sullen  henne  plaetschen 
nemen  int  gestoei t  vanden  eerwerdigen  heere  biscop,  en» 
de  800  vervolgens  de  heeren  schouteth,  schepenen,  geswoi- 
rens,  raedtsheeren,  griffier  en.  secretarissen  op  henne  or- 
dinarisse  plaetschen. 

Item  het  peert  sal  buyten  het  choor  voor  d'ocxael  be- 
waert  vrorden  byde  dienaers  vande  edelUedens.  tselve  ge- 
leyt  hebbende,  de  v^elcke  sullen  staen  int  choor  onder 
d^ander  personagien  op  hen  ordre,  haelende  het  peert 
aende  denre  alsmen  sal  offeren,  ende  den  dienaers  weder 
overleverende  int  vuytgaen. 

Item  sal  int  offeren  gehouden  vrordden .  dVx^dre  hier 
nae  volgende,  te  Mreten:  myn  heere  de  gouverneur,  gaende 
inden  covel  ende  geleyt  alsvoor  d'ierste,  gaende  neffens 
het  heylich  sacraments  hnys  achter  om  den  hoogen  al- 
taer;  daer  nae  myn  heeren  den  schouteth  en.  scepenen 
tot  den  lesten  scepen  toe;  daer  nae  sullen  volgen  de  per- 
sonagien, beginnrade  vanden  oudtsten,  gegaen  hebbende 


Digitized  by 


Google 


—  752  — 

naest  de  tombe,  ende  soo  voort  ider  op  syn  ordre  met 
de  fuDeralien  bj  hen  gedraegen,  de  welcke  gec^ert  bd>- 
bende,  weder  sallen  gaen  ider  op  syn  plaetsche;  daer- 
nae  sallen  volgen  de  heeren  gesviroorens  ende  vanden 
rade,  die  nyet  en  syn  geweest  vande  personagien,  ende 
daer  nae  de  greffier  ende  secretarissen. 

Item  de  ddienen  Tande  ambachten ,  hunne  gesworens, 
schutteryen  ende  wycken,  soo  die  g^aen  hebboi,  suilen 
volgen,  incommende  door  de  groote  choor  denre  ende 
gaen  over  de  slinckersyde  neffens  het  heylich  sacramenls 
hnys,  achter  om  den  grooten  altaer,  ende  alsoo  vuyt 
door  de  deore  tegen  over  sinte  Nicolaes  ider  nae  syn 
plaetsche.  Gelycke  ordre  sal  gehouden  wordden  in  bet 
tweede  offeren,  vuytgenomen  dat  die  vanden  capitule  de 
tweede  reyse  sullen  voor  offeren. 

Item  nae  dat  den  dienst  sal  geeyndt  wesen,  sullen  de 
funeralien  den  heeren,  deselve  gedraegen  hebbende,  word- 
den affgenomen,  inde  logie  bewaert,  ende  typeert  inden 
stal  geleydt.  Ende  sullen  mynen  heeren  de  gouvemoir, 
geleydt  als  voor,  schonteth,  scepenen,  geswoirens,  raedts- 
heeren,  secretarissen,  dekenen  ende  gësworens  yande  am- 
bachten,  schutteryen  etc.  vuytgaen  door  de  l<^e  deur, 
buyten  langst  de  kercke,  door  de  Eerckstraet  ende  corte 
Kerckstraet,  ende  alsoo  over  de  merckt  opte  trappe  van- 
den stadthuyse,  neffens  de  Gaffele,  tot  inden  grooten  s»- 
del  vanden  stadthuyse,  alwaer  myn  heere  de  gouverneur 
syne  plaetsche  sal  nemen  opten  middebten  stoel,  rechts 
voorde  schouwe,  eo.  de  eerweerdige  heeren  ddcen  en. 
prothoDotaris  ider  aen  een  syde. 

Item  myn  heere  de  schouteth  voor  aen,  ter  plaetschen 
daer  de  vierschale  wordt  gehouden,  ende  d^andere  hee- 
ren soo  voort  vervolgende;  item  de  heeren  gësworens  en« 


Digitized 


by  Google 


—  753  — 

raeduheeren  ten  weder  syden  opde  stoelen  int  midden 
Tanden  voorschreven  saele  te  stellen ,  ende  de  dekenen 
ende  gesvroirens  vande  ambachten  ten  beyden  syden  daer 
achter,  ende  voor  int  incommen  soo  ende  gelyck  sy  int 
beginsel  gestaen  ende  geseten  hebben,  iegelyck  naer  syn 
ipialiteyt  ende  ordre  inden  raedt  deser  stadt,  maer  die 
▼ande  schatteryen  en.  wycken  sullen  int  wederkeeren  pas- 
seren beneden  ncfiens  het  stadthuys  tot  ontrent  het  gnl- 
d^i  Harnas,  ende  van  daer  t'huys  gaen. 

Sondaechsy  den  twelfisten  Septembris  jvj""  een  ende 
twintich,  is  dVuytfaert  van  onsen  genadichsten  heere, 
hooch  loffelycker  ende  onsterffelycker  membrie,  Albert, 
eertsbertoch  van  Oistenryck,  hertoch  van  Brabant  etc, 
in  vuegen  hier  voor  verhaelt,  binnen  der  voors.  stadt, 
conformelyck  der  voors.  ordonnantie  en.  maniere,  devo- 
telyck  en.  solemnelyck,  met  groote  modestie  gehouden, 
ende  nae  dat  de  voors.  heeren  ende  drye  ledenen,  als 
voorschreven  is,  vuyler  kercke  syn  wedergekeert  lot  op- 
ten  voors.  sadel  vanden  stadthuyse,  heeft  aldaer  Mr.  lan 
van  Thulden,  een  van  deser  stadts  pensionarissen,  naer- 
sommier  verbael  vande  goede  regeringe  van  syne  Hooc- 
heyt  ende  weldaden  byden  landen  ende  de  voors.  stadt 
daer  van  genoeten,  den  voors.  heeren  en.  drye  ledenen 
van  hunne  gedaene  debvoiren  van  wegen  deser  stadt  be- 
danckt,  vuytsprekende  dese  naevolgende  woorden: 

wEerweerdige,  edele,  wyse  ende  voorsienige 
heeren;  eersame  dekenen  ende  geswoo- 
rens  vande  ambachten. 

»Het  is  t'zedert  den  sesten  dach  der  voorlede  maent 
van  Mayo  gepasseert  den  tyt  van  drye  ende  twintich  ia- 


Digitized 


by  Google 


—  764  — 

reOi  dat  den  grootmachtichsten  catholycken  ooniack  Plu« 
lippus  deo  tweedeo,  kooger  eode  oDsterfielycker  memo- 
rieo,  dese  Nederlanden  beval  ende  begaff  ten  honweljfck 
met  syne  Haiesteyts  dochlere  babella  Clara  Eugenia,  'uh 
faote   van    Spaiognen,   aenden   doorlochtichsteii    priooe, 
d^eertshertoch  Albert,  hoochloflfeljrcker  ende  onsterffeljc- 
ker  gedachten»  wiens  droevige  vnytfaert  op  lieden  bin- 
nen deser  stadt  is  gdiooden.    Daer  en  is  nyemant  van 
dese  treffelycke  yergaderingey  oft  hem  en  is  genoch  be- 
kent de  vaderlycke  voorsorge  ende  sorchvuldige  affectie, 
daermede  syne  Hoocheyt  geduerende  den  selven  tyt  ?ao 
drye  ende  twintich  iaren  alle  syn  ondersaeten  in  dese 
Nederlanden  int  generael,  ende  dese  getronwe  stadt  metle 
inwoonderen  der  selver  int  particulier ,  soo  in  tyde  van 
vrede  als  van  orloch  heefk  geregeert,  als  hebbende  tot 
meermaelen  hem  selven  gepresenteert  in  verscheyden  oo- 
casien,  ende  nyet  gespaert  synen  eygen  persoon  in  merc- 
kelyck  peryckel  van  syn  leven,  om  mette  wapenen  de 
bescherminge,  conservatie  ende  welstant  van  dese  landen, 
ende  int  particulier  van  dese  stadt,  te  besoi|[en  ende  te 
voorderen,  ende  daer  nae  geprocureert  het  onlancx  vnyt- 
gegaen  twelff  iarich  bestant,  daervan  men  de  vmchten 
volcomelyck  heeft  genoten,  ende  sonder  twyffel  sonde, 
nae  syne   aengeboren   vreetsamige  goedertierenheyt ,  alle 
dese  Nederlanden,  eer  cortte  iaren  voorts,  hebben  gestelt 
in  haeren  ouden  fleur  ende  volcomen  peys,  indyen  Godt 
gelieft  hadde  syn  leven  te  verlengen.    Syn  Hoocheyt  in- 
den leven  wesende  beeft  seer  wel  geweten,  dat  eenen 
prince,  die,  sonder  byde  bant  te  hebben  het  behulp  van- 
de  wapenen,  oock  in  tyde  van  vrede  wilt  roeren,  al- 
leenlyck  precario  ende  by  gedoocheniase  van  syne  nae- 
buerlycken  princen  ende  landen  is  regerende,  die 


Digitized 


by  Google 


—  755  ~ 

gebreck  Tan  oinaecken  en  hebben,  om  op. hennen  onge- 
wapenden  naebner  rïmpieteren,  ak  sy  Mreten  henne  macht 
meerder  te  wesen:  heeft  daeromme  sjne  fioocheyt  alleyns- 
kens  stervende,  besorcht  alien  t^gene,  dVelck  tot  vene- 
keringe  van  dese  landen  ende  tot  dwanck  vanden  vyant, 
in  cas  ons  deselve  tot  de  redenen  nyet  en  sonde  willen 
verstaen,  is  gereqoireert,  hebbende  daerinne  gevolcht  het 
exempel  vande  oude  Romeynen  en.  andere  bellikeose  na- 
tien,  die  nyet  en  verwachten  tot  dat  den  vyant  sonde 
wesen  int  lant  oft  voorde  poorten-,  roaer  den  selven  soch* 
ten  te  prevenieren,  om  alsoo  den  meesten  oorlochs  last 
opten  hals  vanden  vyant  te  leggen,  ende  daer  door  te 
beter  tot  het  efiect  van  d^oorloch,  te  weten,  totten  peys 
te  geraecken,  daer  toe  men  heeft  coonen  mereken  allen 
d^actien  van  syne  Hoocheyt  eenichlyck  te  hebben  gestreckt. 
Ten  is  nyet  het  tegenwoordich  voornemen  alhier  int  lange 
te  verhaelen  de  keyserlycke  ende  conincklycke  affcomp- 
'sten,  de  treffelycke  en.  victoriense  exploicten  van  oirloge, 
heroicque  faicten  ende  andere  loffelycke  actiën  van  desen 
wyt  vermaerden  prince,  t'sy  in  feyt  van  oirloge,  in  vrede 
oft  in  godtvmchticbeyt  tot  vermeerderinge  vande  glorie 
Godts,  de  wercken  ende  de  versche  memorie  geven  daer 
van  genochsaem  getnychenisse.  De  scbaldige  obligatie, 
die  wy  daer  door  altesamen  tot  syne  Hoocheyt,  ais  ge- 
weest synde  onsen  wettigen  en.  natuerlycken  heere,  syn 
houdende,  verplicht  ende  vermaent  ons,  om  syoen  naem 
ende  memorie,  soo  veele  in  ons  is,  te  houden  ende  te 
maecken  onsterffelyck ;  syne  siele,  die  ontwyffelyck  leeft 
by  Godt  inde  eeuwige  glorie,  eyst  onse  gebeden  in  teec- 
ken  van  danckbaerheyt.  Dit  is,  mjrne  heeren  en.  goede 
mannen,  d^eenich  recompens,  dVelck  haere  Hoocheyt,  de 
doorluchtichste  princesse  infante  van  Spaingen,  by  haere 


Digitized 


by  Google 


—  766  — 

brieven  is  versueckende,  ende  tot  welcken  eynde  gedieat 
hebbea  de  debvoiren  by  awe  eerweerdichedeo,  edelheden 
en.  eersaemheden  op  beden  met  sonderlingen  yver  gedaen 
ende  bewesen,  daer  over  deselve  van  wegen  deser  stade 
hoocbelyck  worden  bedanckt/^ 

Item  de  representatien  vande  ftineralien  soo  ende  gelyck 
die  solemneiyck  ten  vnytfaert  vanden  stadtbnyse  inden 
boogen  cboor  van  St.  lans  evangeUste  kercke  deser  stadt 
syn  gedraegen  geweest,  syn  in  ende  op  een  kaste  orden- 
telyck  gestelty  ende  acbter  den  boogen  altaer  boven  int 
selve  cboor  van  St.  lans  kercke  gebangen  neffens  de  gene 
van  onsterffelycker  memorien  Pbilippus,  de  tweede  van 
dyen  naem,  coninck  van  Hispanien,  bertoge  van  Brabant 
etc.»  inden  iare  xv*'  acht  ende  tnegenticb  gestorven,  ende 
dat  aende  suyt  syde  der  selver  kaste;  op  welcke  ierstge- 
noemde  kaste  met  groote  vergulde  letteren  geschreven  staet 
dit  cbronographicum: 

ALBBftTO    ^YsTeIaCo. 

pateI  pataIab 

DICat  CorsbCeat 

sILVaDVCU. 

Ende  syn  inde  weke  naer  tVoors.  vnytfaert  ierstvol* 
gende  in  allen  d^ander  parochie  kercken  ende  soo  mans 
als  vrouwen  cloosteren  solemneiyck  gêcelebreert  singende 
missen  van  Requiem  voor  de  siele  van  syne  doorlncbticb- 
ste  Hoocbeyt,  de  welcke  sy  in  eeuwiger  glorien.     Amen. 

Ten  arebiere  der  sUd  's  Hertogenbosch,  onder  de  losse  stokken. 


Digitized 


by  Google 


Q® 


DE  SILYAEDVGENSIS  GIVITATIS 


AB  H08TIB08  OBSESSIE  UBKRATIOHB. 


Digitized 


by  Google 


Eb,  qnae  d«  Süvaedueetuii  Cvriiatiê  ah  kostUms  o&msmm  U- 
lêraiiom  iequantor,  ezscripta  sant  es  opera  rarissiino,  coi 
titolusi  Bistotiea  narratio  profecUoKU  et  üuiugmraiümis  Ser. 
Bêlpi  Prineijp.  AiUrÜ  et  lêobeHae.  Auciore  Ioahib  \ 
(Pag.  488-.S0O.)    AMtveijt.  1609.    FoL 


Digitized 


by  Google 


^e    t7iAHU€CucefiMf    wwióaüd 


AB  HOSTIBUS  OBSSSSA£  UBERATIORE. 


ott»- 


Non  iirito  hoc  opus  voto  claudinrasi  nee  vano  cMnine; 
cui  summam  tjpographi  cmn  manam  impODerenty  subi- 
tus  gravisqae  de  obsessa  ciyitate  SilvaednceDsi  ab  bosti* 
bos  Batavis,  sociiaque  perduellibos,  nuncios  advolayit: 
qni  recent!  Berokensis  opkli  in  Bbeoi  ripa  siti  expognai» 
tioDCi  insolentes  et  feroces  (qno  fnerant  potiti  qnod  Al- 
bertnm  Arcbidncem  qnscpie  copias  in  obsidione  in  Flan* 
dris  Ostendana  scirent  distiaeri:  £ftcta  a  militibos  praesi- 
diariiBy  cpii  strenne  se  gesserant,  prins  deditione»  quam 
missa  a  Principe  nostio  auzilia»  magnis  Ucet  hineribns 
Tenientia»  adesse  illb  poesent;  ïauninens  pericnlam,  qnod 
ab  boste  opidam  arde  cingente,  ac  cnnicnlos  agente  ob- 
sessi  metnebaaty  pactione  avertentibns)  rem  ardnam  snnt 
aggressi,  ac  SilFatdncenseniy  qnartam  inter  metropoles  Bra- 
bantiae  nrbem  (AmbiTaritcs  boe  tractn  quidam  locant, 
alii  Adnatkos,  tametsi  Aatrerpiensibns  sedes  illas  tiibnat 
Joannes  Goropins  Becanns  ia  Aduatids)  iririum  snarum 
confidentia  adoriri  atqne  acritcr  oppngnare  decreTerant 

Eam  illi  dntatem,  si  qnam  aliam  in  Bdgio,  a  tnmul- 
tnnm  cxordio  in  parlinm  snamm  fitctionem  pertrahere, 


Digitized 


by  Google 


—  760  — 

sllus  opportunitate,  quod  Bataviae  sit  fioituna,  ac  genus 
bellicosae  fortitudine  et  potentia  allecti  et  incitati,  quod 
ingentia  inde  commoda  sibi  exspectarent,  loco  ad  prae- 
das  convehendas  idoneo,  et  securitati  snae  consolerent, 
si  urbis  munitissimae  propugnacnlom  adiicerent;  oocoltis 
primum  artibus,  machinisque  latentibns»  deinde  vi  aperta, 
maxiinoque  nefarii  belli  apparatu  invadere  et  expngnare 
conati  sant. 

Anno  igitnr  septnagesimo  octavo  snpra  sesquimillesi- 
mum  tacita  consilia  de  praesidiariis  intromittendis^  qni  in 
soae  factionis  verba  juraverant,  frnstra  iniernnt,  ctvibns 
ilioram  conjurationi  non  minus  animosae  quam  celeiiter 
resistentibns.  Hensdant  opidi  praefectus,  qnod  tribns  oir» 
citer  milliaribns  Silvadods  abest,  Henriet'  Agilaei  et  alio- 
rum  conjuratoram  opera,  tres  peditum  cobortes  apertis 
mane  portis,  quibusdam  e  coMq;io  Dimicatonim  (Pfan- 
triae  nomen  est,  civitatb  custodiae  antiqoitos  ordinatae) 
gnsdem  facti  conscüs,  et  excubias  tnm  babentibos,  to 
patrtae  pemiciem  ac  oppressionem,  introdocere  nttebator. 
Et  jam  portae  imminebat,  eamque  occnpasset,  nisi  in  vi- 
cino  babitantes  cives  ccmfestim  advolassent,  et  pericali 
magnitndinem  porta  ckiisa  propulsassent.  Interea  Agh 
laeus  falsos  de  quibusdam  e  medio  toUendis,  nmiores 
diqpergebat,  mandata  se  habere  in  sinu  palam  jactabal, 
de  Magistratu  comprehendendo,  se  ipsmn  vero  snbaeliia 
conscensuram,  rerumqne  potitnmm  ante  vesperam  asse- 
rebM.  Ad  banc  rem  parati  qnadraginta  sive  miUtes  clan- 
cnlum  submissi,  sive  sicarii  e  latebris  educuntnr,  qoibns 
se  adjungnnt  reliqot  conjnrati,  praeoipnam  nrlns  poftam, 
qnae  a  Ynchtensi  snburbio  vocator»  armati  invadnnt, 
eamque  fabriiibus  malleis  effringunt    Introisus  se  com- 


Digitized 


by  Google 


—  761  — 

muDiunt  plaostris  raptim  dbpositis»  doiiec  copiae  milita- 
resy  quae  ab  nrbe  Donnüiil  retrocesserant,  facto  reditu 
adesseot  Yerum  civibus  accurreotibus  velut  ad  commtuie 
iDcendium  restiogaendum,  coiijorati  et  skarü,  caede  utrim- 
que  orta»  urbe  sunt  gecti.  Praetereo  quid  Comes  Ho- 
genloas  obtulerit,  .qui  cum  militaret  Ordioibns  HoUau- 
diae»  ingentem  sciebat  se  gratiam  initurnniy  si  Sflyaedu* 
censibus  persnadere  posset,  ut  duas  peditum  cohortes, 
turmam  unam  equitum  suorum  admitterenty  qui  cum  vi^ 
sum  esset,  iutroitum  plnribus  darent.  Varios  itaque  ser- 
mones  in  vulgus  dissipabat,  r^iosque  milites  non  ad  ur- 
bis  praesidium»  sed  ad  direptionem  adventare  ferebat 
Per  vectorias  item  oaves  iosidias  struxerunt,  quas  specie 
commeatus  pecuniae  in  stipendium  copiis  Casimiri^  Sil* 
vaeducensem  agrum  depraedantibusr»  subvehendae  appa* 
mverant.  Sed  cum  neutrum  succederet,  simulato  subsi- 
dio  obsessis  Trajecti  ad  Hosam  fereudo,  ducto  in  finibus 
l^vaeducis  ezercitu  in  urbem  invadeie,  ac  ftamma  ferro- 
que  omnia  miscerey  fortunasque  civium  diripere  medtta* 
baolur.  Plebs  portis  occlusis,  invitis  dimicatoribus  aliis* 
que  coDJuratis»  qui  signo  per  incendium  foris  suis  dato, 
armati  perooetabant ,  urbem  servavit.  Nee  seditionibus 
frequenter  coocitatia,  quae  non  sine  sanguine  exstinctae 
quieverunt,  efficere  potuerunt,  ut  a  religione  Catholica 
di^ceret»  et  Regis  obsequinm  ea  dvitas  eiueret.  Neque 
alio  pacto  suae  trauquillitati  et  securitati  potuit  c(»su« 
lere,  quam  decreto  illo,  quod  mense  Julio  aono  septua* 
gesimo  nono  tulit»  libere  abeundi  quibu3  videretur,  cum 
supellectile  et  bonis,  faeta  potestate.  Discesserunt  couju* 
rati  èt  factiosi  homioes»  metuque  civitatem  quo  perculsa 
et  afflicta  jamdudtun  trepidaverat,  tandem  liberarunt. 

C.  49. 


Digitized 


by  Google 


—  762  — 

QnamviB  atitem  Batavi  postea  aon  cessaireriat  occokb 
consilüs  et  proditkmibns  optimam  rem  publicam  et  fide^ 
Itssimam  peiseipii  et  lacesserc,  oonatQ  tamoi  irrito 
infaiartuit,  ns^e  ad  aooum  octogesuDQin  qwDtinii 
JaDuario,  cum  in  eam  iovasenwt  majoribo  ifoam  nu- 
qnani  aniea  viribos  ac  certiori  poüondi  fidncia,  res  an- 
tem  hoe  modo  Aiit  acuu  Couies  Hogenloiis  tria  pcditna 
millia,  septetn  tnrmas  equitum  ducebat,  miUtes  kcüssi- 
mos,  quos  per  tenebras  ooctiirDaB  latentibutt  itinanbos 
locavit  in  insidiis  extra  portam  Tucbtensem  qua  Antm- 
piam  itnr.  Hic  opportuoae  aedicnlae  erant  dnae,  ad  dt- 
tmas  excttbias  ante  portam  agendas,  qiias  nilite  cobh 
plevit  facinori  incoeptaDdo.  Aperitur  mane  de  more  por- 
ta,  faoram  circiter  octavam,  Tersatilis  pons  demiftitiir. 
Hostis  improviso  e  latebris  prosilit,  in  cives  attonicos  ac 
numero  impares  imprettioDcm  fadt,  qnosdam  c^primit, 
dom  alii  intra  urbem  fuga  elabuator.  Interea  cvjnsdam 
proditoris  opera  partes  soas,  nt  eoOYeneraty  ageotiSi  cus- 
tos cataractae  sive  trabfaim  pensiltnm  portae  immioeB- 
tiam,  a  mnnere  suo,  ad  qnod  et  praeacripto  et  jvgv- 
rfiodo  tenebatur,  a  trabibns  demittendis  tantisper  prohi- 
betnr,  dom  bostium  aliqui  festinanter  sopra  portam  cob- 
tendenint.  Costodis  doriter  accepti  MtMt  yé,  aetati  par- 
oitttr,  et  in  turrim  ficinam  senex  detradiior.  Signo  ita* 
que  dato  bostes  nniversi  celeriter  accamint,  patente  porta 
excepti,  et  io  urbem  magno  impetn,  primis  defenaoribiis 
faoile  repressis  per  miÜtes  acotatos,  sdopiaqne  majoribos 
(qnos  mosqoetas  vocant)  instrnctos  penetraimt,  moaia 
Qtrinqne  occuparunt,  nt  receptui  saomm,  si  repelleien- 
tiir,  secnritts  consulerent.  Et  jam  de  Victoria  oerti  csse 
videbantor,  ut  a  mims  atrodbus  ae  nulii  nee  aetati  nee 
sexui  parcilurosy  primo  hoc  sucoessu  dati  baud  absdne- 


Digitized 


by  Google 


—  768  — 

le&t     Tmn  gïvcs  pericnli  magailiidiaeiB  6k  ocuks  po- 
noütes  tota  mhe  ad  amut  (soaelaoianuiti  hosü  obviam 
coDtendenmt,  pugaamque  iakraot»  tiuüukuariam  quidem 
atne  dacibw  aut  ordkubud,  ut  melQs  repentiaus  et  oe- 
cessitas  postulabat^  sed  magiia  aaimbriuQ  eonfidentia  spec- 
Ulam.   Dimicatnr  acriiar  tribu»  locis  potissiaiimi  sed  om- 
nioia  conferUtoïme  ad  ponlem  molendinariiim :  tantaque 
ibi  virlQs  ciTiftia  pro  aris  et  focis  depognafitiuni,  ardor- 
qne  enituit^  ut  non  modo  impetuia  hofttileia  austiouerint» 
sed  ejus  andadam  iohibueifnt  Ir^erintqiie,  $&  tandem 
retrocedere  fngamque  capessere  portam  versus  coëgeriot 
qoam  ubt  obstractam  demissa  cataracta  boetes  o&nde- 
rimt,  mettt  per  m  ooYitatem  aacto»  sahitem  de  muris 
desUieado  quaerunt  Siquidem  grandaems  custos  iUe  male 
babiUis  accepfosque,  ac  ia  tufrim  detrusus,  cum  bostes 
ad  portam  serrandam  delegatos  descendiase  deprehende- 
ret  (iocertum  an  praedae,  qua  poliri  urbe  capta  impense 
fli^abant,  slationem  deseruerinty  au  oum  reliqoos  lóde- 
rint  ierga  y^rleates»  fugau  maturaveriot)  prcurepit  semia- 
oimisy  occlusoque  osüo  demittït  cataractara,  excepta  uoa 
trabe»  cui  prae  tnrbatione  ae  trq)idatioiie  mimis  atteuda- 
bat    Haec  cives  igaorafaaot  pro  patria  pugaautes;  qui  ut 
bostem  loco  cedere,  eaütumque  sibi  quaerere  animadvec^ 
teroat,  aerius  instabaut,  et  cresGeate  multitodioe  additis- 
qoe  yiribos  bostes  eaeduut  et  fogaDt.    Hagaus  bostium 
numerus  saltu  praecipiti  io  aquas  prolapsus  per  loca  fos- 
sartBu  vadosa  eradit,  alii  oatiffactam  d^nissam  perfnn- 
geutes  Yiam  fugae  patefiM^iuat»  alü  qui  aciem  extremam 
ducebant,  inter  quos  et  Hogenlous,  matupe  se  recipiunt, 
prinsquam  delapsa  cataracta  reditns  praeclnderetur.   Gaesa 
bostium  cadavera  dnoeata  sunt  r^rta,  ceutnm  aquis  ab- 
suata*    Ceteri  evasceuDt  partim  vohiccati,  partim  iner- 


Digitized 


by  Google 


—  764  — 

mes;  projectis  eoim  -êrmis  salmi  coosalnennt,  et  aooepts 
iDstgni  clade  a  civibns  rejecti  simt,  quiD^jnaginta  vel  cir- 
citer  taotam  desideratis,  aliqnot  sancüs.  Actaé  graliae 
solemnes  omnipotenti  Deo,  qni  civibns  fortissimis  animos 
addidit  viresqne,  Qt  hostis  acerbe  ipsis  insultantis  impe- 
tam  represserint,  ac  siiie  mercenam  militis  open,  pme- 
claram  pro  patria  soa  defeDdeDda,  victoriam  ooDsecott 
sint.  I^egiam  banc  virtotem  civiumque  fidem  iDt^gnon 
Rex  CatbolicuB  Princeps  noster  clemeDtissimiis  magnopere 
coUaudavity  r^is  suis  litteris  ad  Magistratmii  datis. 

Longum  foret  onmia  reoensere  qnae  ad  bujns  civitalis 
eicidium  moliti  siint,  sed  artibns  et  insidiis  reliquis  prae- 
lermissis,  ejns  obsidioois  et  liberationis  quae  ad  tostita- 
tum  pertinet,  et  Principnifi  nostroram  gloriam  praedican- 
dani,  narrationem  aggrediamur.  Primo  itaque  anno  post 
decimnm  sextam  seculom  a  Beatae  YirgiDis  parta  elap« 
Slim  Kalendas  Novembris  Comes  Mamïciiis  Nassovius  ten* 
latis  frustra  miUtmn  animis  (qui  per  sedicionem  ob  sti- 
pendia non  soluta  opidum  oocnpaverant  qnod  Werteom 
dicitnr,  in  Taxandria  sitnm  seu  Campania  firabantiae, 
qnos  ingentibus  promissis  et  oblata  pecunia ,  qnemadmo- 
dum  ad  teiupns  imperium  detrectabant,  sic  et  a  Sacra* 
roento  avertere  ccmabatur)  prope  SilvamdocÊB  castra  soa 
]ocat,  exercitu  urbem  cingit,  pedites  octo  mille,  equites 
bis  mille  quingentos  complectente,  et  cderitate  studioqne 
admirabili  se  undique  communivk.  Civitas  quae  militem 
praesidiarium  non  habebat,  praeter  duas  cohortes,  et 
nnam  equitum  turmam,  cui  generosissimus  Comes  Tan- 
den Bergbe  Adolfus  praeerat,  et  quinquaginta  equites 
turmae  Grobbendoncaoae,  ad  arma  convdlavity  .atque  ad 
defensionem  necessariem  se  cdqipösnit  Extra  portam  YucIh 


Digitized 


by  Google 


—  765  — 

tensem  Praefectns  urbi  Antouins  Schets  de  Grobbeodone 
equestri  dignitate  mnltisque  vitae  ornamentis  insignisy 
excitari  musüiones  cnrat,  quibus  hostis  potiri  toto  ob« 
sidionis,  licet  acriter  oppugoaveiïti  tempore  non  potnit. 
Magistratns  codsilio  et  vigilantia  periculis  patriae  occnr* 
rit,  et  decretis  utilissimis  edicto  promnlgatis  in  domibus 
aqnani  ad  incendia  restingnenda,  scalasqae  poni  jnbet,  lu- 
cernas  ante  singulas  aedes  nocte  accendi  ad  plateas  ih 
Justraodas,  et  pretio  cariori  annooam  divendere,  quam 
lioc  ipso  die  vaeniret  interdicit.  Gabernator  vigilumque 
Praefectus  ad  muoiendam  vallis  et  propngnacniis  urbem 
cujnsvis  ordinis  et  sortis  homioes  victn  suppedttato  invi- 
tat,  Qt  UDO  tantum  die  civiom  alacritate  plus  operis  sit 
confectum,  quam  decem  antea  florenoram  millibns  a  mer* 
cenarüs  praestari  potuisseL  Post  triduüm  duo  creantur 
duces,  bic  Senatorius,  alter  plebejus,  tympanique  pulsu 
per  urbem  edicitur,  ut  qui  railitiae  asscribi  vellent,  no* 
mina  profiterentur.  Bxcitantur  in  moenibus  novae  muni"» 
tiones,  et  ante  portam  Vuchtensem,  ex  praescripto  Prae- 
fecti  valium  ducitur  forma  dimidiatae  lunae,  qua  si  porta 
expngnaretur  tueri  se  possent.  Nee  a  sue  munere  cessa* 
▼it  Reverendissimus  cum  Clero  religioso  Episcopus,  qui 
in  sacris  concionibus,  obsessis  addit  animum,  et  suppli* 
cationes  solemnes  fieri  curAt.  Adnituntnr  pro  viribus  om* 
nes,  ut  nee  juventus  scholastica  cessaverit,  sed  in  pro» 
trahendis  majoribus  tormentis,  in  fodiendo,  terraque  ges^ 
tanda  pro  suo  modulo  bonam  operam  navaverit.  Accesi> 
serat  proprius  ad  portam  Yuchtensem  hostis,  et  rupta 
tormenti  ictn  catena  non  levi  periculo  cives  terrefecerat, 
sed  per  milites  quosdam  pretio  condnctos  a  Gubematoro, 
pons  facibus  subjectis  et  stramentis  ezuritur.  Egregiam 
porro  operam  in  patria  defendeoda  cives  illi  praesliterunt, 


Digitized 


by  Google 


—  7W  — 

qoi  qnatnor  annala  ngitlBrianiiD  ooll^ift  coBsthnimt:  hi 
streiraa  et  coodoua  tormeDtornm  mamiatiiuii  displostone 
hostem  moenibus  arcent.  Nee  cammnnis  patriae  perieale 
propalsando  defoenmt  TifagioeSy  quae  ad  bncciDae  daii- 
goreoi  nnllo  tormentonmi  fragore  perterriue,  oeteris  ope- 
rariis  in  terra  eflEbdknda,  ingenti  multitadiiie  iflipavidase 
ae  adjnogunt  Sexto  ld.  NoTemb.  GraTia  mbsi  veoMuit 
maiie  ante  lucón  duccDti  sexaginta  milites,  qui  etsi  d«* 
nero  panci  essent,  mirum  tarnen  in  modom  animos  ci- 
▼ium  erexemot:  eosque  postero  die  magnopere  coDfirma» 
mnt  perlatae  ab  Arcliiduce  litterae,  quibns  nnnciabat  se 
de  auiiliifi  qnampriinnm  ferendis  Comiti  Friderico  Yan- 
den  Beighe  mandata  dedisse;  Militis  quoqne  praendiarit 
spectata  virtos  fnit,  qni  hostinm  propngnacaloBi  extxa 
portam  Hintamensem  exstructum  aggressus,  quotquot  ibi 
erant  bostes,  trucidavit  Qua  clade  exacerbatns,  in  prato 
Leprosormn  tormenta  boatis  locat,  summis  aedibns  ferieo- 
diS|  quo  facto  plas  sexui  imbelli  terroris  attuUt  qnam  ci- 
vibus  dispendiiy  ad  damnnm  tarnen  quovis  modo  dan- 
dunii  non  segniter  intentns.  Emitttt  itaqne  candentes  ig- 
ne  gldbos,  quod  ut  innsitatum  est  boe  bello  uAi  genos, 
tta  potias  borrorem  incnssit  spectatoribos,  qnam  ad  exci- 
tandnm  in  nrbe,  ut  sperabat,  inceodtnm  valnit.  Ignitac 
bujns  machinae  exemplnm  oostro  aevo  Rex  Poloniae  Ste* 
phanus  anno  septoagesimo  septimo  cnni  Gedannm  obsi- 
deret,  et  arcem  in  Tistnlae  ripa  sitam  ejusmodi  tarmen- 
tis  quateret  ac  cremaret,  nobis  exbibwt.  Sjns  autem  ar> 
cis  mnnitiones  ad  instar  murornm  GaHicormn  erant  fiM> 
tae,  qnos  Caesar  describit  in  Commentariiê  de  bello  Gal- 
lieo  libro  vii.  ex  trabibns  perpetnts  in  longitndinem  di- 
rectis  et  coagmentatis.  Has  priranm  diffindi^  non  spbae- 
rica  forma  globis,  sed  ferro  acnminato  Rex  Stepbanns  jus- 


Digitized  by 


Google 


—  7«7  — 

seraty  «i  ad  igoeoi  ooncipiendttm  materiaia  in  frusi»  vel 
segmenta  fissam  redderet  aptiorem.  Goojectos  deinde  in 
ferventissimos  carbones  globo^,  follibos  tantisper  ignibua- 
qne  ammayit,  dam  toti  candescerent.  Paratum  injecto 
polvere  nitrato  astabat  tormentom,  foenoque  madefacto 
aut  gramine  superje^tOy  ignitus  immittebatur  globus,  et 
displodebator.  Qoi  nti  in  ligna  frustatim  dissecta  impel- 
lebalur,  niateriani  nniversain  facile  concremavit  Hoc  fere 
exemplo  usi  in  domos  SUvaeducensium  sunt  bostes:  Coi 
tarnen  malo  per  edictum  prospicitnr;  civibnsque  jubetur 
ut  sipcam  in  aedium  tabolatis  arenam  et  contigoationibos 
suflidentem  babeant,  qna  igneas  illas  spbaeras  excipiant 
exstinguantque.  fit  tribnom  Fraefectis  sen  Yicomagistris 
negolinm  committitur»  ut  aedes  in  qnas  spbaeram  igneam 
iodiciBse  snspicarentnr,  cooscendant  et  visitent,  et  exor- 
turn  incendinm  diligenter  restingnant  Opidani  de  adven- 
ta  praesidii  cei-tiores  facti,  majores  sumunt  animos,  quod 
dace  Hilario  de  Blyleren  baltheo  equestri  ob  faclum  me- 
morabile  fidemqne  decorato,  ac  legionis  geoerosi  D.  d'A-* 
cbincourt  l^ato  (CJoIonelli  vicarium  vulgo  vocaut)  non 
stoe  pericub»  mille  peditum  numero  introducitur,  ad  de- 
cimum  septimum  Kalendas  Decembris.  Non  destitit  bos- 
tis  frequentibos  tormentorum  ictibus  urbem  concutere^  cu- 
niculos  subterraoeos  agere,  quibus  muoitiones  obsessorum 
everteret.  Fortuitus  in  urbe  etiam  accidit  casus,  Guber- 
natore  et  Bardoulio  Senatore  moeoia  obeuntibus.  Qui  cum 
ad  quendam  stationarium  venissent,  tesseram  ab  ipso  Frae- 
fecto  exigentem,  is  ut  eum  agoovit,booorem  eidem  ex- 
bibere  cupiens,  brachium  corpore  inclinato  comprimit,  et 
sclopi  tractandi  imperitus  aut  imprudens,  igne  non  satis 
accurate  cusloditOi  nee  aversis  per  inscitiam  a  Praefecti 
corpore  armis,  sdopo  disploso  in  coxa  eum  vulnerat,  et 


Digitized 


by  Google 


—  768  — 

duobus  lods  Senatorem  trajicif.  Componit  lumiiltiiin  pra- 
dentia  Praefecttts,  cujus  virtnti  et  periliae  miiitariy  vigi- 
lantiae  et  indostriae  magnam  salatis  suae  partem  Siiyae- 
ducenses  acceptam  ferre  debent 

Dam  haec  ibi  gemntur,  Archidnx  Serenissimiis  de  pe- 
ricnlo  obsessorum  factns  certior,  Gomitem  FVidericmn  e 
castris  Ostendanis  cum  copüs  ablegavit,  et  in  mandatis 
dedity  ut  militem,  quam  maximo  posset  numero  colUge- 
ret  ex  praesidüs  Brabantiae,  et  Wertenses  sibi  juogeret: 
qni  etsi  ab  imperio  secessionem  feoerant,  in  tam  arduo 
tarnen  et  difficili  n^otio  ad  obseqniam  redierunt.  Sic  op. 
timns  PriDceps  testatum  nobis  reddidit,  quantopere  pro 
civium  fidelissimommr  salute  sit  soUicitas,  ut  qnamvb  ob- 
sidio  eum  Ostendana  impeditnm  detineret,  et  hiemis  in- 
clementia  auxilii  ferendi  occasiooem  exciudere  videretnr, 
nibil  tarnen  praetermisit  quod  ad  maturandas  snppetias 
pertineret:  eaque  de  cansa  Bruxellam  venity  et  exerdtnm 
brevi  tempore  ex  septem  peditum  milHbus,  equitum  dn- 
obns,  et  quiogentis  instruxit,  cnm  bellico  apparata  re- 
bnsque  necessarüs,  qnem  Gomiti  Friderico  edncendam  de- 
dit.  Ut  scirent  omnes  homines,  non  imperiom  modo  Bet- 
gicum,  ad  quod  uxoris  nomine  ex  successione  legitima 
vocatus  est,  curae  sibi  esse,  sed  pro  ditionum  suarom 
salute  et  defensione,  se  unum  vigilare»  incumbere,  bibo- 
rare,  causaeque  aequitatem  armis  adiuvare,  asserere,  vin* 
dicare.  Rebus  omnibus  paratis,  ex  opido  Diesta  movet, 
et  per  ericeta ,  quae  in  iUa  regione»  vastissima  babentnr, 
compositis  agminibus  recta  io  hostem  tendit.  Rumore  is 
acceperat  copias  ab  Arcbiduce  parari,  et  quendam  ex 
equestribus  suis  ducibus  cum  duabus  turrois  emiserat,  qui 
specularetur  et  referrét  quae  cognoverat.     ilostis  ubi  in* 


Digitized 


by  Google 


—  769  — 

tellexit  ezerdtnm  ArchidoGis  militesqne  lectissimos  eo  ani* 
mo  adventare,  nt  acie  decertando  obsidionem  sol  verent, 
signum  receptui  dari  jnbet,  et  vasa  militari  more  concla- 
mari.  Quippe  satius  sibi  esse  et  securius  ducebat,  rebus 
et  exercitu  suo  integro  recedere,  quam  ancipitem  belli 
aleam,  qua  ab  Archiducis  florentissimis  copiis,  qua  a  pre- 
sidiariis  civibusque  fortissimis,  in  eveotu  certaminis  posi-^ 
tam  exspectare.  Recepit  se  hostis,  vel  potius  aufugit  die 
quinto  Ealendas  Decembris.  Fugae  enim  speciem  recessus 
ille  babnit,  relictis  qnamplurimis  impedimentis,  armis  et 
commeatu,  qnae  praesidiafii  civesque  iDter€q>erttnt.  Sed 
nt  superessent  nefariae  obsidiouis  vestigia»  duo  in  subur- 
biis  tempU  exussit,  Yuchtense  et  Ortense;  aedibus  enim 
sacris  bellum  indicere  illi  peculiare  est,  nee  a  quovis  g^ 
nere  impietatis  abstinere.  Ita  urbs  fidelissima  tam  variis 
ab  hoste  artibus  lacessita,  oppressa  et  oppugnata^  Archi- 
ducis Serenissimi  ductu  et  auspiciis  ab  hoste  teterrimo 
f  uit  liberata,  eodem  illo  die  quo  festivitatem  S.  Odae  in 
Silvaeducensi  agro  celeberrimam  civitas  illa  colit.  Nee 
poetae  defuerunt  qni  tam  insignem  urbis  liberationem  suis 
▼ersibus  aeternae  memoriae  consecrarunt. 


Chpon^graylilea  in  fugam  hostium  deserta  Silvor 
ducis  vigerimo  septimo  die  Novembris  anno  ]l.D.a. 
sole  quintum  gradum  Sagittarii  occupante^  his  ver" 
sibu»  luiU  JuDOCi»  DK  WtBRDT  Aniverpioe  a  con- 
silOs  et  Fensionarius. 

LVCiBAT  GiUoir,  BT  oYIifTO  nonVs  ab  ortY 
VaB«  CVM  sILVa  nVCIa  LIbbba  vaGta  rVIr. 


Digitized 


byGo.ogle 


770  — 


sILVa  dVGU  bataVIs  sbpta,  IGtaqVe  saspb  sagIttTs^ 
InYIGta  AaCHiDYGU,  tVtaöVi  MarsIt  opb. 


.T  aYbIaCY»  ftlLVAB  oVas,  atqYb  Coiobti 
AYtTftlACA»  CBUfBi»,  MoX  IrbomoeYs  abIt. 

Allttd. 

Avn  tVbas  dI«Cb»It,  abIy,  vYoir  oGioa  bYbIb 
MAYiiaYs,  sILYab  tbCta  «Y^b  oYatIoo. 


nIL  tIbI  gym  sILYIb  pontI  IrGoLa,  bb  aptYb  Ih  YrdU 
battaYb,  8BD  bILYab  CYLtor  InbptYs  brab. 


«YoB  bYht  tYta  »YG1b  hYhG  MobnIa,  tbGtaqYb  bILVax 
ILLa  eBOBBHDOjifiVI  BBT9  «LobIa,  LaYs  bt  bohob. 

Betrogmdiuii* 

SilvadociB  Boa  nunc  miratiir  moenia,  bdioIio 
Miltte  ciogebal  qaae  modo  NatBOVMU* 

▼erte« 

NattOTiof  modo  quaa  «Ingübat  ndlite 
Moenia,  miratur  nime  tva  SihadnciB* 


Exstani  el  D.  Hèmkia  CLaRii  m  émwmÊ.  ^ffUetimis  oc 
liberatUmü  ^fuidim  uririê  k^umwü  épigmmmtM: 


Digitized 


by  Google 


—  771  — 

fVBlYwt  UMmLlMB  UkMkVlf 

.  TBif  bsrIsqYs  CAttGb  41I>ItI, 
omimjl  UvnYVnt  MomU 
bYsGodVCumIs  o»I»L 

ItbrTM  sTpbbbos  bataYos 

FBBgIstU,  o   B0BTB8   VIbI 

bVbGodYCbiisbs,  mobILIs 
IbYICta  CLaYbtba  bbLbII. 

Campomi  hamd  düsimiK,  hoe  nt^  Chrwtographico  argt^ 
menio  carmen  ÜAiABiiiLUin»  Yrumtids  Senattd  pepuloque 
Gandavenri  a  Secretie. 

haYd  bILYaM  CaedIb ,  tbbpIdYb  sbb  GbbIb,  bt  aYCtYb 
ConspIGYo  habo,  battaYb  obYbb,  vYbIb.      ^ 

Cui  earmini  iubiexint  lepiditrimas  Aot  versus  in  nasum  Ba- 
tai9arum  Sibfodudt  ne^ptie^pêom  ientata: 

Pretta  gravi  obtidio  jamdnilam  Osteada  rebellit 

Ihiai  rigety  et  glacie  trislU  ÏDhorret  hiems: 
Ulüma  deiècta  {MtieoB  inconoMKU  ligni 

(Semper  nl  obaeMiB  res  ana  curta  yeoit) 
Ugnaloai  KanraB  jnbet  ire  et  caedere  Silvam 

Qua  datnr«  êt  caeaam  olawe  refam  neauiB. 
Ergo  abit,  ïnque  Docia  •ÜTam  mik  aoevy^t  Ulam 

A  radiee  onmem  speqne  animoqae  metit. 
Et  qoatit,  atqne  arcta  tallatam  indagine  cingtl, 

Jan^jaan  raptaroa  een  aaa  «eepHm  lotL 
Advolat  Antlriaeviy  aeptiiMive  fideübua  aitDiB 

«Magaaiiiino  Maoraoi  cedere  Xarte  jabet* 
Gedit  et  infiinu  relegena  yesligia  pawa, 

PonduB  habena  oaai  aeBqaipedale  redit. 


Digitized 


by  Google 


—  772  — 

t 

Et  procnl  Ostewke  oataodent  «at  granfia  yeb, 

Cras  tibi  de  SHva  ligiia  Tehentnr  ait. 
Corvus  hians  contra ,  Cras  Gras  do  credite,  damat, 

Gredula  Cras  semper  fallere  corda  tolet. 
PoDite  spes  vanas,  Mauri  vU  irrita  Silvam 

Gaedere  non  potait,  cedere  eed  didiciu 
MUie  trahent  trepidas  post  terga  fagacia  Damas 

£t  totidem  Lepores  maximas  ille  Lepns. 
Tom  moDtem  ingentem  ligaoram  eversaque  ferro 

Eobora,  praegrandes  Uiceasqoe  stnies, 
Aiudlii  tibi  spaoi  tam  certam,  Osteoda,  fulori, 

Gerta  fuit  Mauro  quam  beoe  Silva  tuo. 


-•Oc- 


Adhaec  edita  fuerunt  in  eandem  sententiam  hi^usnwdi  dip- 
ticha;  quae  hic  dusimus  addenda. 


te  n 


Quo  ruit  impia  goos?  imitalur  bella  Gigantum; 

YinceiiB  Natnram  a«  qaoqne  potae  patat. 
Jupiter,  ut  quondaoi,  vibrabit  ftiloeo  ab  allo; 

Vel  codi  iDdignoa  fuUune,  Fiigoa  edet* 


Digitized 


by  Google 


—  W3  — 

ProplMMticaii 


Non  Ducis.obsessae  serTavit  moenia  Silvae 
Alberti  gladius,  frigida  sed  glades* 


I. 
FrigidA  si  glades  noHro  pro  Priocipe  pagnat, 
Yos  qaoqae  damaaTil  frigida  jam  giaeiee* 
n. 
Alberti  adveDtabte  Docis  dom  milite  cédia; 
Noi»  fogU  a  glad»,  aed  fogia^  a  gladio. 
m. 
Dam  fagia  ob  frigaa,  quam  melKa  milaa  habendiur 
Militia  est  frigos,  vel  gratiora  pali. 
im. 
In  te  aeies  glacieaqa»  nrant:  eor  bmraa  timelar? 
Quae  te  dod  alritt&it,  mitior  eoiae  fait* 

V. 

Non  g^aciem  fbgia,  aat  adem;  nee  Kgna,  iieo  igniii 
Haoo  sopefare  vflént;  forte  talent  gladenu 
▼1. 
Si  te  'aolpbareo  pina  fnfmine  firigora-  tèrrent) 
Mêjaê  Hyperboreo  falmen  ab  axe  toiialt. 
Tn. 
Esse  dbi  cavtaam  difceestta  firigora  clamant: 
Fri|^a  ab  exangni,'  endê,[  Umor»  ptttanlL ' 

Ifon  t»  frigm  1^  nbo,  a0d:Mgiiilna-«ndac 
Bia  Iniaerf'anM  ictnmy  èérfytm^^  i 


Digitized 


by  Google 


—  774  — 

IX. 

Aal»  DuriMattfani  bie^Üê?  cMdUe  SUfw; 
SUfa  Mti8  UgÊkf  qam  caleatb  hÊhéU 

X. 

Oiedere  dtton  Desds,  caedit  te  Silfa;  DadMiiie 
Olojicïen»  Aqpiilaty  cedere  cogil  agm. 
u. 
Gaedere  een  netds,  sds  rapt»  tnrpiter  armit 
Cedere,  et  hostUt  TOtere  terga  tubae. 
xu. 
Oiedere  ügoa  Tenia,  «ed  eedera  oogeria  aiHe : 
Gaedera  diaoe  denU  li^a,  oiiBoró  eaMt. 
xm. 
Qaid  fagia  eb  büga^,  ü  ligoa  igniaqM, 
Sin  tibi  dafiMriol;  Sihra^.yel  utm 
xuu. 
Silm^diiob  Daoia  eü^  non  eat  tM,  BatUi?a,  oade; 
Vel  Dncis  araialat  jexpeviefe  mam». 

XT. 

Ykrea  laia  firagUi  laeiqia  ai  marmote  pnla^ 
Non  metiMi  fniiaa  aaMa.  SVrn  Inaa. 

XTI. 

Cattaa  a|^  8iMa  oriaMa  nanl  arboie  gfendea; 
Cnr  fagü,  e^  onlpai  frigoni  peata  fbriU 

XTU. 

Cnr,  HoUaada,  fogïa,  gMei  iaignva  cnlpaaa? 
Ignem  efc  ligna  iniia,-^  nenït^  koalia  faabet. 
xvm. 
Qnia  negekkifictea  Bataiea»  qni 

JOB* 

Fortia  ea,  ea^  Bati|ve;  aak  aolaa  dun  faidia  aienn; 
Dnm  .tmh  hoaüay  ahiai  CotliÉ  «a»  e»t  Belafc 


Digitized 


byGqogle 


—  775  — 

XX. 

Frigora  «  metnit,  ear  }e  non  ?ertis  in  Austrnm? 
Cnr  fugis  in  Boream?  non  Tenit  inde  calor. 

XXI. 

Ttt  friges,  calet  Albertus;  vel  fortior  ille, 
Yel  metait  tantum  tangere  bmma  Dncem. 

XXII. 

Dnm  fugis,  in?ictnin  Albertom  migora  fereotem, 
Yel  die  Oostendae  mitins  este  gein. 

XXUI. 

Stringitnr  Alberti  gladins^  dnm  atringitnr  nnda : 
Fogiati  glaciem?  jam  fagit  ipaa^  redi. 
xxini. 
Yincere  via  hoalem?  te  Bmmae  firigora  viilcnnl: 
Diaee  pati  ad  Chinaa  frigora,  deinde  5  redi. 
BIBÜ8. 
O  BataYaef  neqne  enim  Batavi,  qnoa  frigova  frangnnt; 
Noster  ab  Ostenda  non  ita  miles  abiL 

TL4DSD8. 

Sii?a  inTieta  manet,  Batavi,  quam  frigora  et  aeatos, 
Defendnntqne  Dncis  castra,  Dncisqoe  Bens. 

BIftAS. 

Hncy  Fnriae,  flammasqne  notas  acoendite,  teatra> 
Qni  glaciem  metnnnt.  non  aatis  igne  edent* 


Si  ingat  Antnmmis  propognana  frigore  Siifam> 
Ostenda  BataTOS,  eredo,  fngabit 


Qidbus  stttjjungimus  dè  obsidume  Silmedueemi  elenchtm 
in  BatavM  ab  ipsis  Silvaeducetmbus  edUum. 


Digitized 


by  Google 


—  776 


SIlYaedneeafll  cleachos  te 


Qoae  vestraei  BaUYÏ,  subiit  Tettania  menli, 
Dicite?  ciir  Domioi  sortem,  qaam  prolegil  ipae, 
Non  aliter  gallina  suos  quam  coUigit  alis 
Expassis  palloti  Silvae  temer^re  Dacalia 
Hactenos  exactum  bene  virginiUiüs  honorem 
Tentatlis?  nnm  tos  tam  caecos  fasdnat  eirbr? 
Dacitb  hanc  ïpaam,  qoae  tot  labentibua  annis 
Sollicitata  procis  fuit,  inviolataque  mansit, 
Inclomito  Batayum  petulanti  astnqne  stuprandam  ? 
FalJimini|  Snperos  ai  non  curare  putetis, 
Yirgineos  Silvae  aibi  carae  ardentius  artus* 
Qaod  vestri  fait  ergo  (precor)  capnt  ansaque,  larba, 
.Consilii?  quid  caplabas  com  plebsque  patresque 
Comqoe  Tiri*  matres  placato  Namine  coeÜ» 
Uno  sanctorum  colerent  aolemnia  festo 
CuQCtorum,  tam  vos  odiia  furialibut  acli, 
Inceptaretis  SuperU  inferre  daellum, 
Scilicet  haec  Tobia  male  «ano  pectore  fukit 
](rrila  f  pet,  populus  Divisque  Buciqne  rebellia: 
Quo4  aimol  ac  veatrae  tonilni  reboante  balistae 
Hoenia  terribili  quaterent  aedesque  ruina, 
Percplaam.  raperet  stadia  io  contraria  Givem 
Terror,  ^t  lioatili  ipaniii  cito  dederet  orbeni* 
Fallimini  miseri,  vestros  dementia  sensas 
Haec  ai  ludificet  vel  apes  éa  iactet  inanb: 
Nam  UffX  «uiamaü  conoordia  foedere  mentef 
Canctornm,  qaondam  aea  Tinxit  tela  Scilari, 
Qoae  bene  constricto  jungebat  copula  fune : 
Ut  marot  Lacedaemoniot  banc  rite  vocarity 


Digitized 


by  Google 


—  777  — 

Quae  pia  consUiiti  sic  pectora  firmat  amöre, 
Unio,  nee  telis  saperanday  nee  uoio  morte. 
Hem  scio  taDtamin  qoae  üt  fidncta  remm: 
Hactenus  insidias  ▼a$lis  qai  straxit  in  undia 
Sqoammirerae  Batavus  genti^  nuno  cardine  remm 
Ridicule  niminm  mutato,  lendit  in  orat 
Venator,  pia  SU  va,  tuas,  quasi  praeda  latranti 
Sint  tradenda  gregi,  pia  cuncta  animalia  Silvae. 
Callide  te  tantes  credo  venator  in  ansus 
Impulil  haec  animi  nimium  fiducia  vecors, 
Qnod  nil  per  Silvam  ratus  es  palare  Ducalem 
Quadrapedis^  praeter  lepores,  cervosque  fngaces: 
Qualis  in  oecnltis  babitatque  conieulus  antris: 
Si  quae  vel  latitant  nUis  animalcola  Silvis 
ld  genus  ^  hostili  saltem  terrenda  latratu. 
Ast  longo  coeli  tractu  deceptus  aberraa. 
Si  tibi  tam  stolidam  Indat  persuasio  mentem: 
Ictus  enim  velnti  piscator  jam  sapis^  eoqaoê 
Silvadttcis  nutrik  Lynees,  Ursosque  gementes, 
Impavidasque  leas,  quos  magnanimosqoe  leones, 
£t  qui  fnlmineia  jaculantur  dentibns  apros : 
Quornffl  vi  praeoisa  canum  sunt  crora  pedesqne 
Vestrorum,  ut  claudis  repetant  sua  gressibus  arva, 
Sed  quia  vos  tantis  jactetis  in  astra  trophaeis, 
CrediUs  et  Martis  pullos,  tos  sanguine  cretos 
Bellonae,  mibi  si  fas  est,  memorate  roganti: 
Quid  nam  praeclari  strategematia  ante  Ducalem 
Effectum  Sil?am?  quassis  num  moenia  moris 
Scandistis?  terra  fossas  implestis  an  altas? 
Biruta  reddendo  num  propugnacula^  Marte 
Omnia  terribili  prostrata  et  victa  dedistis? 
Nil  minnsy  imbelles  sed  conterrere  puellas, 
C.  50. 


Digitized 


by  Google 


—  778  — 

Matret,  atque  nnrui»  paindam  miiüdife  liaore 
DebiliUre  genua,  firemitu»  lowtniqiiA  faaüstae 
Majoria,  aae  ae  mattiia  objedare  nrili, 
Egregios  'vcro  Maiiia  rigïdoMise  laborea. 
I  noDO  et  magsU  effer  tna  gaafai  tnoa^ibb, 
I  populo  phalena,  Hollandia,  porrige,  ne  moz 
Uaqva  adeo  flnagnaa,  ae  anppediUre  qnefatnr 
Irapenaas,  <itiem  ^>e  tam  aaepe  Ulndia  inaiiL 
Siqae  aapia  poat  Ine  odio  Teiare  a«ptfiio 
Deaine  tam  ai^>ena  oarnm  popahuacpie  fidelem. 
Sed  Doa  Chriate  tibi  meritom  caDtamua  honorem, 
Aooepinm  femuia  iUm,  «fnod  aint  amnia  aaha. 
Tu  regia  anna  mam  chrïa,  tn  braolhia  lorqaea, 
Tu  taUria  eoa  elypei  miwiaMiie  aencti 
Uostilea  contm  iDaallM}  ta  pcotmna  niidia 
Ceu  auper  iofcaia  inoettdia  ab  aadUboa  aroca. 
HiDc  tibi  aoa^  et  naü,  et  qui  naacepfr  ab  ilia, 
Feata  aajabaantai  doida  cwmalahimM  araa 
Uaque  noria  ai^ena  eotemnia  et  iata  coleoma: 
Atqne  Odae  leato  leataa  eaatahlmia  odaa^ 
Dom  Tagna  altefm  loatrablt  iampade  i 
PboebM»  et  ■itriB«>^  Tokctinr 


Digitized  by 


Google 


BALADE 


BK  BELEGIKIHGIE  ERBI  VERIOSSINGHE 


yjLmX   STUIT  TAH 


t'0iQeit00ett''b000cl)e* 


Carmina  duo  ckron&graphiea. 

fYgIViit  BinLIiB  bataVI,  InaVK  sVrnios  »ataVos' 

TmBBbQVx  GAiCb  axbM,  nnlnrls,  o  wnn  YIaI, 

ownsA  URQyyHT  KoirIa  BVaGoDYCBias,  mmlLb 

BVsGonVCimb  oppIdI.  IhVICta  CIaVstia  bbLqII. 


Naar  die  Copyie 

fcy  Bi 

Anno  1601. 


t*>Btirioge»lio— chc , 


—    Het  consent. 


Digitized 


by  Google 


i 


Doie  Balaie  is  afgedrukt  naar  een  leldsaam 
werkje  in  kl.  8».,  groot  8  ongepag.  blada.,  , 
in  de  boekerij  Tan  bet  Ifoord-Brabandsch  Geoootadiap. 


Digitized 


by  Google 


Tsa^'Fama,  laet  a  trompettai  du  clincken, 

Maeckt  alle  landen  ende  steden  bekent, 

Hoe  dat  Mauritins  fsweirdt  metten  moet  laet  zinkeu, 

Want  hem  Fortnna  den  rugge  bier  went, 

My  latende  Sylva  maecbt  ende  ongheschent, 

Wyeos  eer  met  gewelt  by  meynden  te  croocken. 

Een  snelle  blyscbap,  o  Fama,  soo  brengt  bem  ontrent, 

Want  der  vyanden  macbt  door  my  is  ghebrokea; 

Bootschapt  de  gene,  die  in  droeflieyt  zyn  gedoken, 

Dat  zy  Godt  toescryven  d^eer,  prys  ende  glorie, 

Want  in  zyn  bant  staet  beyde  strydt  en  victorie. 

Eest  u  niet  indacbticb,  Maurits,  oft  zydis  onvroet, 

Oft  heeft  u  een  weynich  voorspoet  dit  doen  vergeten, 

Hoe  den  iagher  HoUack,  met  grooten  boochmoet, 

In  dese  myn  warande  bem  beeft  gbequeten? 

Hoe  bem  den  rtigghe  met  spiessen  wert  gemeten, 

Colonellen,  capiteynen  bier  bleven  int  velt? 

Hoe  zyn  crychs-beyr  wert  ter  neder  gbesmeten, 

Syn  ruyters  en  peerden  ter  eerden  gbevelt? 

Meynde  ghy  beter  te  varen,  o  ionger  belt? 

Neen,  neen,  dus  spigelt  u  aen  hem,  eer  gbyt  beclaecht: 

Die  bem  aen  een  ander  'spigelt,  die  spigelt  hem  snccht. 


Digitized 


by  Google 


—  782  — 

Niet  nae  d'anw  gebniyck  oft  crydb  manieieD 

Hebdy  my  opgeheyscht  met  ridderlyck  bocbeei, 

Maer  u  herauken  waren,  noyt  vrander  be$Ui«D, 

Slangen  y  cortoawen  oft  ganonneo  wreet; 

U  posten  waren  cc^ds  ende  vierbaUen  beet. 

Dit  waren  die  boden  »en  my  gbesonden. 

Salmeii  soo  een  maecbt  op  eyschen,  die  wyt  en  bieei 

Als  een  peirlo  vermaert  b?   Hoort  myn  vermonden: 

Neen,  dit  en  is  den  wech  niet  tot  geender  stonden: 

Met  soeticheyt  salmen  de  ma^hdekens  aengaen: 

Die  als  vrient  niet  en  clopt,  bem  en  wort  niet  opengedaea. 

Als  eenen  roock  sgdy  opgeclommen, 

Ende  aU  eenen  roock  weer  verdwenen,   Ziet, 

Maer  beter  waerdy  voor  my  noeyt  gheoommen» 

Soo  waerdy  gebleven,  boort  myn  bediet, 

In  u  respect  en  eere;  wtnt  min  dan  niet 

Worden  n  voorgaende  tropbieen  nu  geaobt 

Te  seer  staedy  op  Fortona,  swack  ab  een  riet. 

Niet  denckende,  die  sy  beden  toelaebt, 

Sy  morgben  vereeert  en  den  mgb  bitt  onsacbit, 

Soo  blyckt  aen  u  wtvlucbt  wt  onse  waranden: 

Tocb  lis  beter  gevlucht,  dan  gebleven  met  scbandeo. 


Digitized 


by  Google 


—  788  — 

Op  hope  van  tweedracht  onder  myn  borger^e. 

Om  dat  wy  hier  waren  sonder  garnisoen, 

Waerdy  hier  ghecomen,  ende  dat  buyteo  tije, 

lae  in  des  wreeden  winters  saysoen. 

Neen,  neen,  o  Mauris,  wilt  dit  wel  bevroen, 

In  tyden  van  noot  soeck  ick  assistentie , 

Hoe  wel  my  verleent  is,  om  mgn  daden  coeu,     . 

IKt  princelyck  voordeel  ende  preëminentie, 

Mgn  stadt  te  honden  sonder  vreemde  defentie; 

Maer  d'oude  spreecwoort  luydt,  wilt  hier  op  lellen: 

De  noot  die  breekt  privilegiën  en.  wetten. 

Omberoemelyck  mach  ik,  Silva,  nu  spreeckeu, 
Dat  ick  noch  maecht  ben  ende  ongheschent, 
Oock  myn  hooft  als  een  peerle  opsteecken, 
lae  boven  de  alder  vermaersle  steden  jent; 
Want  waer  is  die  machtighe  Troya  excellent? 
Is  sy  vanden  Grieken  niet  tot  den  gront  geraseert? 
Waer  is  f  groot  Cartago,  die  seer  violent, 
Yan  Scipio  ghewonnen  wert  ende  overheert? 
Wert  Sagontum  niet  van  Hannibal  gespolieert? 
Forluna  verheft  wel,  maer  slaet  weer  ter  nere, 
Maer  ick,  Siiva,  als  maecht,  noch  triiuDpherc. 


Digitized 


by  Google 


—  784  — 

Een  minlyck  accoort  heb  ick  sien  blydien  ^ 

Onder  mjn  mede  borghers  int  gbemeyn; 

Sdaegbs  sachmense  spitten,  graven  en  dgckeo, 

En  des  nachts  sachmense  waecken  groot  en  cleyn. 

Een  wacker  sorcbvuldicheyt  sach  ick  daer  certejn; 

Geenen  arbeyt»  hoe  groot,  en  mocht  hen  verdrieten, 

Sy  vochten  voor  Godjt  en  haere  princen  reyn; 

Sy  en  achten  op  svyants  donderen  ofte  schieten; 

Elck  een  wou  des  anders  droefheyt  genieten, 

En  was  enen  willich  in  allerm  oft  ghevecht: 

Daer  eendracht  de  peerden  ment,  gaet  den  wagen  recht 

Al  syn  myn  poorten. ter  neder  ghesleghen 

Boor  tgewelt  van  u  canonnen  swaer, 

De  miltheyt  rayns  hertochs  set  ick  hier  teghen. 

Die  ick  ghenieten  sal  voor  oft  naer: 

Myn  privilegiën  sal  hy  vermeerderen  claer, 

Om  myn  ghetrouwicheyt  aen  hem  bewesen  fyn. 

Myn  particulier  schaden  en  acht  ick  niet  een  haer, 

Nu  ick  weer  in  myn  oude  vryheyt  mach  syn. 

Weynich  profyts  hebdy  ghedaen  op  dit  termyn. 

Dus  maeckt  u  vry  door  met  al  u  vreemde  gasten: 

Silva  en  is  geen  cat,  sonder  hantschoen  aen  te  tasleo. 


Digitized 


by  Google 


—  785  — 

Maer  als  ick  overdencke  hoe  menigen  aenétoot 
lek,  Silva,  weerstaen  heb,  een  maegbt  deiicaet; 
Eeos  door  borgherlycke  tweedracht  seer  groot 
Id  d'iaer  van  negenentseTentich  dit  gade  slaet, 
Doen  d^bloet  mynder  borgers  liep  OTèr  straet. 
Wiens  doot  ick  beschreye  sonder  vermyen; 
Daer  naer  door  Synons  bedroch  en  Terraet, 
Doen  Hollack  met  ghewelt  my  qnam  bestryen, 
En  nu  dé  heircracht  Mamiti  aen  alle  syen; 
Dies  icky  Godt  lovende,  wei  mach  segghen  altyt: 
Heer,  die  gfay  lief  hebti  ghy  vadierlyck  cast^t. 

Over  de  negen  oft  thien  daysent  scheuten  wreet, 

Meeste  van  canonnen  ofte  cortouwen  groot. 

Met  groote  menichte  van  vierballen  heet, 

Heb  ick  vromelyc  weerstaen,  noyt  wreeder  exploot 

U  trencheen  zeer  diep  end'  u  grachten  bloot, 

Met  u  hooghe  bolwercken,  breet  ende  wyt, 

U  daeghelyczsche  allarmen  ende  harden  aenstoot, 

Het  bullen  oock  van  myne  grachten  snbgt, 

lae  al  u  crijchspractycken  ende  orloch»  gecryt, 

U  donderen  en.  schieten  en  deden  my  noyt  flouwen, 

Want  seer  vast  hy  bout,  die  op  Godt  stelt  syn  betrouwen. 


Digiti 


itizedby  Google 


—  786  — 

Soo  d^oude  GmokeOi  niet  om  Tereeleiiy 

Den  dach  odebreetdw  seer  meiksk  feat, 

Doen  Hercules  iustdde  dtllkiipisclM  fsfém 

Op  doi  berdi  Olimpo,  als  een  campiocD  secr  stool; 

Soo  Alderhej4ig«i  daefa»  daer  ghj  niet  af  en  hout. 

Int  iaer  sestieokMidert  ende  een  ^Mftdt» 

Den  eersten  dach  NoYcmbris  OBveFflonti 

Doen  ghy  mj  onrengde  met  al  u  gbewelti 

Den  sevenentwintifihstett  der  aelver  maeat  gemelt, 

Dach  mynder  Terloismge  door  de  haol  des  Heecea: 

Dese  twee  doghen  aal  itk  ah^t  honden  in  eeren. 

Naest  Godt  moet  ick  d^eer  mynder  heschenmng  tonschryyc 

Den  heer  van  Gfohbendoncq,  als  een  ridder  valliant. 

Door  wiens  cloecLheyt  ende  oorloghs  bediyven 

Ick  verkst  ben  wt  der  yjanden  hant; 

Dies  hy  verdient  heeft,  ab  een  hek  triumphant. 

Een  onsterffelycke  eere  tot  allen  tyeo. 

De  sorge  ooc  myns  bisschopa  en,  herders  constant 

Moet  ick  loven  en  dancken  üiet  de  clei^ye» 

Die  met  bidden  en  waecken,  soo  ick  beige, 

Hem  loflgc  geqveten  heeft  als  een  herder  gepresen» 

Want  inden  noot  wil  Godt  aragebeden  wea^n. 


Digitized 


by  Google 


—  wy  — 

De  mamidydkt  doeokbc^  «ode  neerstiohede 
Van  ioDcheer  Phftli|i6  vut  Breclit  mer  pfadaatty 
Hoochschoutetiir  vmn  myii  piinoelyeke  stede^ 
Met  de  vaderlycke  sórgïe  abondaDt 
Tan  mynen  loffwterdigon  magistraet  vigQafit, 
Door  wiens  w^sen  eade  Yoargfarigïifti  racft 
Myn  boi^herge  yertrooal  is  aen  elokcn  cant 
En  den  enneD  i^pgst  vroech  ende  kec, 
Den  seif^l  fnuors  eloeoUiegrt  met  wil  en.  daeit, 
lek  loye  oude  piyMi  dies  aeg»  ick  «b  da  viye: 
D'welTaren  van  een  stiidl  h  goede  polioge. 

Hoe  sal  ick  rolprysen  d^heroicque  coHragie 
Yan  graef  Adolph,  die  weirdieh  is  Tercert 
Metten  lauriren  crans,  want  met  manlittfce  rage 
Hy  lyf  ende  leven  voor  my  heeft  gheaventnreert, 
lae  als  een  leeuw  hem  vobr  den  vyant  gepresenteert 
Op  myn  wallen  en  trencheen.  certejn. 
Des  stadthouders  lof  dient  vedpeven  end'ooo  Termeert. 
Capiteynen,  lientenanten  eB^vaèndragCfS  veyn, 
Der  sergianten  doedieyt  piys  ick  int  gemqm, 
Metter  schntleiytn  nmnicheyt  trea  van  maniren, 
Ook  Jbedaack  ick  die  vrome  en  cloecke  mnsquetiren. 


Digitized 


by  Google 


—  788  — 

T'secoon  der  sudt  Graef  moet  ick  bedanken  claer, 

Die  om  myn  eere  wonder  hebben  bedreven. 

Alle  TTome  ende  cloed^e  soldaten  voorwaery 

Insgelycz  den  lientenant  ookmnel  Blyleren, 

Wyens  compst  den  vyant  dede  schudden  en  beven; 

Maer  ghy,  al  myn  vrinden ,  dié  daer  zjt  verbijt 

In  dese  myn  verlossinge  verheven, 

Spigelt  u  aen  my,  al  biedt  u  den  vyant  strydt, 

Wilt  daerom  niet  flonwen ,  maer  cloec  en  neirstich  zyt 

Den  vyant  te  wedenlaen,  nemende  €kidt  te  baten  : 

Die  den  Heer  betrouwt,  en  sal  hy  niet  verlaten. 

Noch  int  besonder  moet  werden  gecelebreert 

Den  lof  Alberti,  myns  hertochs  zeer  zoet. 

Want  niet  tegenstaende  hy  was  gheoccupeert 

In  Ylaenderen  voor  de  stadt  van  Gistende  onvroet, 

Nochtans  heeft  hy  wt  een  vaderlyck  ghemoet 

Afgeveirdicht  ondert  ghébiet  oft  commandement 

Van  graef  Frederick  vanden  Berghe  goet 

Ende  comte  lan  lacomo  diligent 

Een  princelyck  pntset,  dies  ick,  Sylva,  jent, 

Haèck  en  verlang  nae  myns  hertochs  comste  net. 

Want  de  herders  ooge  maeckt  de  schaepkens  vet 


Digitized  by 


Google 


—  789  — 

Al  die  Yoor  my  haer  bloet  hebben  ghestort 

En  haer  leven  gewaecht  als  crychsliden  idoon, 

Synde  met  tsweirt  des  gerechücheyts  omgort. 

En  vromelick  gestreden  voor  slants  welyaert  schoon , 

Wensche  ick,  Sylva,  voor  lecompense  en  loon, 

De  volmaeckte  vrencht  der  hemelen  zoet, 

Daer  alle  haer  traenen  voor  des  Lammekens  troon 

Afgevaecht  znllen  vf orden,  als  martelaren  goet. 

Maer  boven  al,  o  myn  Godt  ende  Heere  vroet, 

Die  my  beschermt  en.  verlost  hebt  telcken  keere, 

U  gheef  idn  danck,  loff,  prys  ende  eere. 


Tam  Dodf  obtesne  senniTit  moenia  Sylvae 
Albcrti  gladias,  frigida  qnam  glaciet. 


Ten  «rchiere  der  sUd  's  HertofpenlMMch  wordt  een  register  be- 
waard, in  den  Inventaris  van  boeken  en  losse  stukkeu,  rakende 
hst  KrijysweMen,  n».  d,  aldus  omschreven:  »a  Maart  1002. 
Opgave  der  schade  aan  de  openbare  en  partikuUere  gebouwen 
veroorzaakt  door  het  vijandelijk  vuur  hij  het  beleg  van  1001, 
opgemaakt  door  beiedigde  paalmeeeters  {tasateurs)  ten  over- 
staan  van  een'  openbaar  fioliirw"  (origineel  stok,  groot  08  ble- 
dmi\.  waaruit  blifkt,  dat  010  kerken,  klootten ,  huisen  ens.. 


Digitizéd  by 


Google 


„  790  — 


eene  aokide  hfétima  folede»  iftfe  41410  gL,  nwiiki  35« 
gl.  Toor  de  beschadigde  molens,  1400  fi,  toot  ecn^  aigebrokai 
molen  en  4000  gl.  voor  de  Si.  Comeliskapel  op  bei  etnde  tbo 
denT«dÉlttdqk,  «tlMtl  tmidd»  iQ  M«r  ^fMl  paodea  k  te. 
Tem  opgegeven  hoeveel  kanonschoten  eik  gdboaw  gpCrofci 
hebben.  Op  438  gebouwen  ilJn  te  samen  3317  kogeb  neder- 
gesCoH.  V  oof  d6  topognphie  der  siad  Xtn  dfeii  t^A  es  vuur 
de  geschiedenis  van  dit  beicg.  ia  fffnocmd  rogbUr  lidangiJjjiL 
Tan  hetselve  bestaat  een  duplicaat  en  triplicaat,  onder  n*  3  ea 
4  van  gemelden  itoventaris,  doch  beid«  iijn  vee!  onvollediger. 


CS© 


Digitized 


by  Google 


INHOUD. 


BLAVZ. 

Inleiding. 

Die  chronicke  tander  "vennaerder  ends  Tromer  atadt  Tan  Tsettogen- 
boscb,  int  oorte  Tan  Henriciis  die  eerste,  hertoge  Tan  Brabant,  tot 
PhiUppua  Tan  Oestenryck,  coninck  Tan  Engelani  ende  hertoghe  Tan 
Brabant 1 

Eerste  Terrolg  op  de  kronyk  Tan  Aujiktos  Cwnnrus* 141 

BijToegsek  en  uHbreidingen,  Toorkomende  in  de  Termeerderde  en  tcn 
Tolgde  kronyk  tan  Ailjsmus  GüpgiumjB. . . .  •  • 161 

Tweede  Tervolg  op  die  Ghïonicke  Tander  Tetmaerdet  ende  Tromer  stadt 
van  'sHertogenboscb ,  door  AxLuaros  Gümnivs 865 

BijToegaelB  op  de  voorgaande  kronyken  der  stad  en  meijerij  van  ^  Het- 
togenboadi • ••• • 364 

Hisioria  remm  SilTaedods  inde  a  die  iv  mensis  Octob.  anni  MDLXXYII 
nsqne  ad  diem  zxyn  Jnlii  anni  MBLXXXI  geataram.  Anctore  magistro 
HiTHAimo  YoiCHT  ab  Aut^Heosden,  J.  U,  licentiato  ao  Tenerabilis  cn- 
riae  eoclesiasticae  Buscodncensis  adTOcato  fiscali 307 

Justificatie  Toor  den  goeden  borgeren  der  stadt  Tan  Tshertogenboascbe.  638 

SenTondigbe  ende  waracbtige  Terantwoordinge  der  Trtgewekene  borge- 
ren der  stadt  Shertogenboscbe  tegens  de  onghefondeerde  Justificatie, 
inden  name  der  ingebloTenen  onlanoks  wtgbegeren ••#•..  647 

Gort^Terbael  Vande  Tictorie,  die  den  Heere  beeft  ghelieft  den  Tolcke  van 
myn  heeren  den  Staten  te  Terleenen  OTor  de  stadt  Tan  EyndhoTon,  nu 
den  serensten  September  lestledeu  [1681] 606 

Brief  discours  d^one  mëmorable  entreprinse,  naguéres  attentée  sur  la 
Tille  de  Bois-le-Duc,  Ie  lix  de  Janvier  1686. .,..• , «...  603 


Digitized 


by  Google 


Gnindtliche  Erclarung  ^ie  es  mit  dem  feindiUchen  Anlauff  unnd  Ein- 
grifTdes  Graven  tod  Hohenlo  in  Hertzogenbosch  warhafflich  geschaf- 
feo,  und  was  sich  ein  wenig  darrori  in  und  nach  demselben  verlauf- 
fen  unnd  zugetragen ...dl/ 

Ode  triumphalis  ciYium  Silvaeducensium,  auihore  GsaAU»  Baükwake  825 

Verhaal  der  inhuldiging  van  Philips  II,  als  hertog  Tan  Braband,  den  22 
en  23  September  1649,  en  der  plegtige  uitvaart  van  denselfden  vorst, 
den  8  November  1598 ,  beide  te  *s  Hertogenbosch. 650 

Descriptio  monstrosi  foetus,  Busciducis anno  1696  nati.  Accedit  descrip 
sio  trium  cadaverum  in  eamdem  orbem  allatorum.  Auctore  M.  Jaoobo 
DoNCK.,  civitati  a  secretis 677 

Berigten  wegens  het  vervolgen  van  personen,  verdacht  van  looverij,  in 
de  meijerij  van  's  Hertogenbosch,  in  den  jare  1692- 1696 693 

Verhaal  der  plegtigheden  geraamd  bij  de  inhuldiging  van  Albert  en  Isa- 
bella,  als  hertog  en  hertogin  van  Braband,  in  1609,  en  plaats  gehad 
hebbende  bij  de  uitvaart  van  |>rins  Albert,  den  13  September  1621, 
beide  te  's  Hertogenbosch 709 

De  Silvaeducensis  civitatis  ab  hostibus  obscssae  liberalione 767 

Balade  op  de  belegeringhe  ende  verlossinghe  vande  stad^van  t'sHerto- 
gen-bossche • •...•• 779 


^ 


Digitized  by 


Google 


Digitized 


by  Google 


UNIVERSITY  OF  CAUFORNIA  LIBRARY 
BERKELEY 

Return  to  desk  from  whichborrowed. 
This  book  is  DU£  on  the  last  date  stamped  below. 


6 

""'^c,, 

VJG  1(5195519 

r- 

CT 
1 

'_ 

5 

' 

•p' 

O 
-tl 

n 
2 

r-^ 

5 

^, 

►-    • 

:0 

5» 

-Tl 

• 

x> 

O 

-< 

r"^ 

u: 

l-" 

r '1 

o 

"1 

.'t* 

• 

' 

LD  21-100mV62(A26288l6)476 


Digitized 


by  Google 


ioogle 


^^tL^A^yt  un<vrK-Vi-ii.«*V'^