Gemeente Jette

Geschiedenis

Jette is gelegen ten noordwesten van Brussel, in het dal van de Molenbeek, en was oorspronkelijk een landelijke gemeente. In 1095 wordt voor het eerst melding gemaakt van Jette onder de naam  “ Jetta”. Tijdens de middeleeuwen stonden Jette en negen andere dorpen (waaronder Molenbeek en Ganshoren) onder eenzelfde bestuur.

Eind 1659 verkregen de heren van het kasteel van Rivieren het graafschap Jette, onder de naam  “Jette-Sint-Pieter”.  Het kasteel bestaat overigens nog steeds.

In de 19e eeuw begint de gemeente een stedelijk karakter te krijgen. In 1841 wordt Jette erkend als onafhankelijke gemeente.  De daadwerkelijke ontwikkeling van de gemeente komt op gang met de aanleg van de spoorlijn Brussel-Dendermonde in 1858 en de bouw van het eerste station van Jette in 1861.

Na de Tweede Wereldoorlog volgt een tweede bouwgolf die Jette het uitzicht geeft dat we nu kennen.

De oudste sporen van het archief van de gemeente Jette gaan terug tot het ancien régime, toen de wetgeving over archiefbewaring nog zeer beknopt was. Het archief van de schepenbanken werd bewaard in het gemeentehuis of in de woning van de burgemeester.

Het parochieregister diende als register van de burgerlijke stand maar aan deze werkwijze kwam een einde tijdens de Franse revolutie.

31 oktober 1796 : laatste inschrijving in de parochieregisters van een geboorte op het grondgebied van  Jette-Ganshoren (dit document zit nog steeds in het gemeentearchief).

22 Vendémiaire jaar VIII ( 14 oktober 1799) : eerste inschrijving van een geboorte op een officieel burgerlijk document.

17 november 1841 : datum van een document dat stelt dat André François Vandendriessche naast andere functies op dat ogenblik ook de taak van archivaris uitoefent.

1877 : het gemeentebestuur laat de kans voorbijgaan om een aantal documenten te verwerven van de voormalige abdij van de premonstratenzers. De stukken keren terug naar hun eigenaar en nadien is er geen spoor meer van: het gemeentebestuur heeft de inhoud van de documenten nooit gekend.

1925 : Dhr. Bessemans stelt voor om de archiefbestanden uit te splitsen.

1932 : Dhr. Dusong wordt gedurende een half jaar exclusief verbonden aan de archiefdienst en slaagt erin om de documenten samen te brengen per bestand en om ze zo veel mogelijk chronologisch te ordenen. Uit een verslag van 6 juni 1932 dat werd ondertekend door de betrokkene blijkt dat de meeste bestanden niet al te “katholiek” en zonder geschiedkundig belang werden geordend: zijn taak bestond er enkel in om orde te brengen in het bestaande archief en in hetzelfde verslag wijst hij op het feit dat de archieven geen waarde hebben en dat ze zonder problemen zouden kunnen worden verbrand. Gelukkig zal dit niet gebeuren.

1941 : Dhr. Rubens krijgt de opdracht een thesis te begeleiden over de bewaring van het  archief van Jette. Maar op dat ogenblik beginnen ook geruchten te circuleren over de vorming van Groot-Brussel en de oordeelkundige voorstellen van Dhr. Rubens worden uitgesteld.

1942 : in september 1942 verschijnt een besluit waarmee de gemeentes van de Brusselse agglomeratie worden opgeheven en worden samengevoegd in één grondgebied dat afhangt van één enkel bestuur (Groot-Brussel). De diensten van de gemeente Jette werden dus verspreid over de vier windstreken van het Brussel grondgebied, waardoor grote wanorde en verwarring ontstond in de bestuurlijke dossiers: gedurende twee lange jaren – tot aan de bevrijding van België in 1944 – werd het archief als nooit tevoren aan zijn lot overgelaten…

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog dook een nieuw probleem op, toen door papiergebrek en een recyclagecampagne voor het inzamelen van grondstof voor de papierproductie het archief van de gemeente Jette de genadeslag kreeg en een groot deel van de bestuurlijke en historische documenten werden vernietigd of verloren gingen.  In die tijd konden de diensthoofden zelf beslissen of het aangewezen was documenten die ze niet meer gebruikten te bewaren of te vernietigen. Hierdoor heerste heel wat verwarring over het archiefbeheer.

2 oktober 1944 : het schepencollege stelt Dhr. Genin aan als verantwoordelijke voor de archiefdienst. Van 1944 tot 1957 werkt hij aan een systematische reorganisatie van het gemeentearchief. De archivaris is dan als enige gemachtigd om over te gaan tot de vernietiging van bestuurlijk archief.

25 maart 1965 :  na kennis te hebben genomen van een verslag van de dienst voor openbare werken waarin gewag werd gemaakt van de gevaren die werden veroorzaakt door de aanwezigheid van archief op de zolderverdieping van het gemeentehuis beslist het schepencollege om het archief onder te brengen in de kelders van de toekomstige gemeentebibliotheek.

30 mei 1974 : Het schepencollege geeft Dhr. Monnon, die sinds een aantal jaren archivaris is, de opdracht om te zorgen voor de overbrenging van het archief van de zolder van het gemeentehuis naar de kelders van de nieuwe bibliotheek, van zodra de metalen rekken daar geplaatst zijn. Als voorbereiding op die verhuis wordt overgegaan tot de vernietiging van de documenten “die geen enkel belang meer hebben”.  De toestand waarin de zolderlokalen van het gemeentehuis zich bevonden leidde tot een versnelde vernietiging van talrijke documenten, waaronder een aantal waardevolle stukken zoals kaarten van de slag bij Waterloo of akten van verkoop of afstand van gronden van voor en tijdens de Franse revolutie.  Vandaag is er niets meer van over.

Collecties

In Jette bevinden zich volgende archiefbestanden (niet exhaustieve lijst): wegeniswerken, bouw en onderhoud van overheidsgebouwen (scholen, commissariaten, zwembaden, gemeentehuis, ziekenhuis, enz.), enquêtes de commodo/incommodo, personeelsbeheer, vergaderingen,…

De oudste documenten dateren uit 1586 (index met de huwelijken in de gemeente).

De oudste archiefcollectie van de gemeente Jette is ongetwijfeld deze met de registers van de burgerlijke stand. De oudste registers waarover we beschikken zijn:

  • Geboorteregister (1670-1699 ; 1692-1727 ; 1814-1823 ; 1824-1833 ; 1834-1841 ; 1842-1846 ; 1847-1855 ; 1856-1864).
  • Index van de geboortes (1587-1760).
  • Huwelijksregister (1670-1699 ; 1693-1746, ; 1746, 1778; 1814-1823 ; 1824-1833 ; 1834-1841 ; 1842-1846 ; 1847-1855 ; 1856-1864).
  • Index van de huwelijken (1586-1760).
  • Overlijdensregister (1670-1699; 1692-1750 ; 1751-1796; 1814-1823 ; 1824-1833 ; 1834-1841 ; 1842-1846 ; 1847-1855 ; 1856-1864).
  • Index van de overlijdens (1625-1750).
  • Tafels van de parochieregisters (1586-1796).

De gemeente bezit nog alle militiearchief tot 1872. Hierin zit ook oorlogsarchief (WO I en WO II) met getuigenissen over het verleden van de gemeente Jette in die periode.  Het (niet exhaustieve) archief bevat documenten over de dienstplicht, oorlogsschade, vergoedingen voor militairen, diverse opeisingen, enz.

De archiefdienst van de gemeente Jette bezit verschillende bestanden met privéarchief.

  • Collectie Léon Molitor : Dit is een bestand met (meer dan 300) maquettes van schepen. In de jaren 1970 werd het meermaals tentoongesteld. Vandaag bevinden de maquettes zich in de abdij van
  • Collectie François Moyens : Deze collectie gaat over de geschiedenis van België en van de Belgische gemeentes in al haar facetten. Ze bevat talrijke brochures over historische evenementen, plaatsen en personages van België. Naast de brochures bevat het bestand ook een iconografisch luik met een honderdtal albums met foto’s en postkaarten over de Brusselse gemeenten en omgeving. Dit bestand werd nog niet gedigitaliseerd door de gemeente Jette maar sommige delen van het archief werden reeds uitgeleend aan andere gemeentes om er te worden gedigitaliseerd.
  • Collectie Moreau-Genot : Collectie met 279 koperen stukken en plateelwerk uit Brussel. Deze collectie is tentoongesteld in de abdij van Dielegem te Jette.
  • Het bestand “Jacques Lorthiois”: Dit is de laatste verwerving van de gemeente Jette (een schenking uit 2019). Het betreft een collectie van de publicatie “Le Parchemin” die toebehoorde aan geschiedkundige en genealoog Jacques Lorthiois (1928-2011). Het betreft een tweemaandelijks bulletin dat wordt uitgegeven door de vzw Office généalogique et héraldique de Belgique.  Het bestand bevat de nummers 96 tot 418 van het bulletin.

Beheer, bewaring en digitalisering van het archief

Vandaag, veertig jaar na de verhuis van het archief, bevindt het zich nog steeds in de kelder van de gemeentebibliotheek.  Hoewel er sindsdien andere archivarissen geweest zijn hebben talrijke ingrepen en problemen de kwaliteit van het archiefbestand aangetast.

Er moeten echter ook een aantal positieve zaken worden aangestipt. Tussen 1985 en 1987 verwezenlijkte toenmalig archivaris Paulus een inventaris over het artistiek erfgoed van de gemeente Jette. De inventaris kreeg sindsdien geen update meer.

Aan het begin van de jaren 2000 werden de meeste metalen rekken vervangen door handmatige “compactus” waarmee zowel een betere bewaring als een grotere bewegingsvrijheid konden worden verzekerd.

Inzake digitalisering staat de gemeente Jette nog in haar kinderschoenen, maar de komende jaren zullen projecten worden opgezet om het archief met erfgoedwaarde te digitaliseren, zoals bijvoorbeeld de registers van de burgerlijke stand, de kaarten en plattegronden van de gemeente, het beeldmateriaal, of affiches met grote afmetingen.

Het gemeentebestuur van Jette wil geleidelijk overgaan tot de dematerialisatie van haar werkprocessen en haar informatiebeheer.

Aanvullende gegevens

 

Gemeentebestuur van Jette (Archiefdienst) © Alle rechten voorbehouden