ASGB-verbeteringen aan RIZIV-sociaal statuut gepubliceerd

2023.209

 

Op 31 oktober 2023 is een KB in het Staatsblad verschenen dat het KB (van 2020) op het RIZIV-sociaal statuut aanpast. Het gaat onder meer om twee aanpassingen die er gekomen zijn op uitdrukkelijk verzoek van ASGB/Kartel, zie ook ASGB-verbeteringen aan RIZIV-sociaal statuut goedgekeurd | ASGB

De eerste heeft betrekking op preventieartsen met een 000 of 009-nummer. Zij zullen niet langer bij voorbaat uitgesloten worden, omdat zij geen erkenning als huisarts of specialist hebben. Vanaf het premiejaar 2022 kunnen zij (opnieuw) gelijkgesteld worden conform de voorwaarden die daarvoor gelden volgens het KB van 2020.

De tweede heeft betrekking op zorgverleners die na een volledige arbeidsongeschiktheid progressief het werk hervatten. Zij zullen vanaf premiejaar 2022 kunnen verzaken aan de toepassing van art. 7 §2 van het KB van 2020 waardoor vermeden kan worden dat zij in het hervattingsjaar hun sociaal statuut verliezen.

Hierna vindt u de integrale tekst van het op 31 oktober gepubliceerde KB.

 

18 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit van 18 september 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2020 tot instelling van een regeling van sociale en andere voordelen aan sommige zorgverleners die geacht worden te zijn toegetreden tot de hen betreffende akkoorden of overeenkomsten

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 54, vervangen bij wet van 30 oktober 2018;

Gelet op het voorstel van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen, gegeven op 24 oktober 2022;

Gelet op het voorstel van de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, gegeven op 24 november 2022;

Gelet op het voorstel van de Nationale commissie apothekers-verzekeringsinstellingen, gegeven op 16 december 2022;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie kinesitherapeuten-verzekeringsinstellingen, gegeven op 22 november 2022;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie logopedisten-verzekeringsinstellingen, gegeven op 24 november 2022;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen, gegeven op 7 december 2022;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie vroedvrouwen-verzekeringsinstellingen, gegeven op 8 november 2022;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 1 februari 2023;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 6 februari 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 april 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 8 mei 2023;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 123/2023 van 8 september 2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen verlengd met 15 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 27 juni 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 73.958/2/V;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 mei 2020 tot instelling van een regeling van sociale en andere voordelen aan sommige zorgverleners die geacht worden te zijn toegetreden tot de hen betreffende akkoorden of overeenkomsten, wordt aangevuld met een streepje, luidende: "- Vroedvrouwen".

Art. 2. Artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de woorden "; Artsen, die houder zijn van een RIZIV-nummer met de bevoegdheidscode bestemd voor artsen zonder bijzondere beroepstitel en zonder verworven rechten evenals huisartsen op basis van verworven rechten zoals bedoeld in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, worden, uitsluitend voor dit criterium, met erkende artsen gelijkgesteld".

Art. 3. § 1. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 januari 2022, wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd luidende " § 4/1. Het is de zorgverlener toegelaten expliciet te verzaken aan de toepassing van § 2, 1), eerste streepje van dit artikel voor de integraliteit van de periode waarin overeenkomstig artikel 230 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, of artikelen 23 en 23bis van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten toelating tot de uitoefening van een beroepsactiviteit tijdens de ongeschiktheid werd gegeven. Deze verzaking laat onverlet de vrijstelling voorzien in artikel 3, § 2".

§ 2. Artikel 7, § 6, 2), laatste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 januari 2022, wordt aangevuld met de volgende zin: "Voor het premiejaar 2023 wordt het aandeel vastgesteld op 7.465,04 euro".

§ 3. Artikel 7, § 6, 3), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 januari 2022, wordt aangevuld met de volgende zin: "Voor het premiejaar 2022 worden deze aandelen vastgelegd op respectievelijk 1.790,34, 2.365,79 en 3.165,07 euro".

§ 4. Artikel 7, § 6, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 januari 2022, wordt aangevuld met de bepalingen onder 7), luidende: "7) Vroedvrouwen

Voor het premiejaar 2023 wordt het aandeel vastgesteld op 593,44 euro voor een minimale activiteitsdrempel van 150 verstrekkingen hetzij 2.250 V-waarden opgenomen in artikel 9, a), van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984".

Art. 4. Artikel 11, § 2, laatste lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een zin luidende: "Zorgverleners die in toepassing van artikel 7, § 4/1, verzaken aan de toepassing van § 2, 1), eerste streepje van dat artikel, maken hiervan melding in de aanvraag, vergezeld van het attest van de adviserend arts zoals bepaald in artikel 230, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, of artikel 23bis/1, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten voor zover de gegevens van dit attest niet reeds door het RIZIV worden verklaard in de aanvraag. Het RIZIV kan beslissen dat de aanwezigheid van deze gegevens een expliciete verzaking zoals voorzien in artikel 7, § 4/1 behelst voor zover dit voor de desbetreffende zorgverlener aanleiding zou geven tot een hoger premiebedrag".

Art. 5. Artikel 15 wordt aangevuld met de woorden "; het is van toepassing vanaf het premiejaar 2023 voor de sector van de vroedvrouwen".

Art. 6. De bijlage van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een rij met de woorden "Arts-specialist in de klinische genetica 25.000,00 EUR 12.500,00 EUR", een rij met de woorden "Arts-specialist in de gerechtelijke geneeskunde 25.000,00 EUR 12.500,00 EUR", een rij met de woorden "Arts zonder bijzondere beroepstitel en zonder verworven rechten 25.000,00 EUR 12.500,00 EUR", evenals de rij met de woorden "Huisarts op basis van verworven rechten zoals bedoeld in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen 25.000,00 EUR 12.500,00 EUR".

Art. 7. Dit besluit is van toepassing vanaf premiejaar 2022.

Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2023.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
1 + 0 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen