Triturus marmoratus
Een middelgrote salamander van ongeveer 15 tot 16 cm, mannen blijven iets kleiner. De rugzijde heeft een grijze tot zwarte onderkleur. Daar overheen een felgroene marmertekening waaraan het dier zijn naam dankt. Er loopt een duidelijke oranje rugstreep over het midden van de rug, deze word vaak onderbroken door zwarte delen. De buikzijde is grijs en bedekt met talloze witte puntjes.
In de paartijd is de man duidelijk te onderscheiden van de vrouw. De man krijgt een kam op zijn rug die bestaat uit zwarte en crème strepen welke verticaal om en om geplaatst zijn. Op de staart loopt dan een witte/parelmoerachtige streep. De staart zelf word ook een stuk hoger.
In de paartijd is de man duidelijk te onderscheiden van de vrouw. De man krijgt een kam op zijn rug die bestaat uit zwarte en crème strepen welke verticaal om en om geplaatst zijn. Op de staart loopt dan een witte/parelmoerachtige streep. De staart zelf word ook een stuk hoger.
Varianten
Er zijn enkele varianten in omloop, dit zijn dan dieren met een andere vindplaats. Hier worden 2 groepen met andere vindplaats gehouden. Een groep van Soria, Spanje. Deze dieren kenmerken zich door hun groene marmering die doorloopt tot aan de buik (foto 1).
De andere groep is van Clermont Ferrand, Frankrijk. De groene marmering loopt bij deze dieren enkel op de rug, de zij is vrij van groen (foto 2).
Deze soort moet niet verward worden met Triturus pygmaeus. Deze soort is nauw verwant, maar blijft kleiner en heeft over het algemeen meer en veel feller groen (foto 3).
Er zijn enkele varianten in omloop, dit zijn dan dieren met een andere vindplaats. Hier worden 2 groepen met andere vindplaats gehouden. Een groep van Soria, Spanje. Deze dieren kenmerken zich door hun groene marmering die doorloopt tot aan de buik (foto 1).
De andere groep is van Clermont Ferrand, Frankrijk. De groene marmering loopt bij deze dieren enkel op de rug, de zij is vrij van groen (foto 2).
Deze soort moet niet verward worden met Triturus pygmaeus. Deze soort is nauw verwant, maar blijft kleiner en heeft over het algemeen meer en veel feller groen (foto 3).
Soria
|
Clermont Ferrand
|
Triturus pygmaeus
|
Huisvesting
Triturus marmoratus leeft van nature het grootste gedeelte van het jaar op het land, en verkast dan voor een paar maanden naar het water om zich voor te planten. Het is aan te raden om deze natuurlijke levensstijl ook in gevangenschap aan te passen. Dat houd in om ze minstens in de herfst- en wintermaanden op het land in een terrarium te houden. In het terrarium moet een vochtige plaats zijn, maar de dieren houden er ook van om soms kurkdroog te kunnen zitten. Dit kan je bereiken door een gedeelte van het terrarium in te richten met opgestapelde stukken schors en/of droge bladeren. De andere kant van de bak kan wat vochtiger gemaakt worden door mos op de bodem te leggen, en dat goed vochtig houden door het om de 2 dagen even kort te sproeien. Een waterbak is aan te raden, vooral aan het einde van de winter want in de lente zoeken ze (als ze een winterperiode hebben gehad) vanzelf het water op. Zodra ze veel in de waterbak gevonden worden kan je ze in het aquarium zetten. Dit kan gewoon zijn ingericht als kweekbak. De beschrijving hiervan kan je vinden op de "Kweekpagina". Het is mogelijk deze dieren in een aquaterrarium te houden. Dit moet wel een grote bak zijn waarin alle elementen van de land- en de waterperiode aanwezig zijn. Zie "Aquarium" Zie "Terrarium" Zie "Aquaterrarium" |
Voeding
T. marmoratus zijn geen moeilijke eters, als je als hoofdvoer gewoon wormen geeft, dit kan zowel op het land als in het water. In het water kan dan bijgevoerd worden met enchytreën, tubifex en rode muggenlarven. Op het land kan bijgevoerd worden met pissebedden en bepoederde krekels. |
Kweek
Om de dieren in paringsstemming te zetten hebben ze een winterperiode nodig, soms is 2 weken al genoeg. Hier krijgen ze minimaal 3 maanden een winterperiode onder de 10 graden, meestal rond een graad of 5/6. De winterperiode word het best op het land doorgebracht.
Na de winterperiode, als het wat warmer word (rond de 10 graden), zullen de dieren weer door de bak gaan lopen. Dan kan je ze over zetten naar een aquarium. Dit aquarium mag een waterdiepte van 20 cm bevatten, maar let wel op dat er een grote hoeveelheid drijvende waterplanten aanwezig is. Dit omdat de dieren die net uit de landfase komen nog niet echt geweldige zwemmers zijn.
Vaak gaat het kweken wat beter als je de mannen een week eerder in het aquarium zet dan de vrouwen. De voorbereiding op de kweek bij de vrouwen is namelijk het aanmaken van eieren en dit gebeurd in de landfase. De voorbereiding bij de man is het opbouwen van de kam en dergelijke, en dat gebeurt in het water.
Als de man al een kam heeft opgebouwd als hij de vrouwen tegenkomt, is hij al klaar om te paren.
De eieren worden apart in een blaadje gevouwen, en komen na 2 tot 3 weken uit.
Om de dieren in paringsstemming te zetten hebben ze een winterperiode nodig, soms is 2 weken al genoeg. Hier krijgen ze minimaal 3 maanden een winterperiode onder de 10 graden, meestal rond een graad of 5/6. De winterperiode word het best op het land doorgebracht.
Na de winterperiode, als het wat warmer word (rond de 10 graden), zullen de dieren weer door de bak gaan lopen. Dan kan je ze over zetten naar een aquarium. Dit aquarium mag een waterdiepte van 20 cm bevatten, maar let wel op dat er een grote hoeveelheid drijvende waterplanten aanwezig is. Dit omdat de dieren die net uit de landfase komen nog niet echt geweldige zwemmers zijn.
Vaak gaat het kweken wat beter als je de mannen een week eerder in het aquarium zet dan de vrouwen. De voorbereiding op de kweek bij de vrouwen is namelijk het aanmaken van eieren en dit gebeurd in de landfase. De voorbereiding bij de man is het opbouwen van de kam en dergelijke, en dat gebeurt in het water.
Als de man al een kam heeft opgebouwd als hij de vrouwen tegenkomt, is hij al klaar om te paren.
De eieren worden apart in een blaadje gevouwen, en komen na 2 tot 3 weken uit.