Max-Frans 3 - Kijkwijzer bij module 1 - inkijk methode

Page 1

Evaluatie door de leerkracht De opdracht werd gevolgd. Je maakt een vlog van 1 tot 3 minuten met een bijdrage voor het verjaardagsfeest.

De vlog is te kort. De vlog heeft weinig te maken met het thema van het verjaardagsfeest.

De vlog is te lang / te kort. De vlog is onvoldoende binnen het thema van het verjaardagsfeest.

De vlog zit bijna perfect qua timing. De vlog is voldoende binnen het thema van het verjaardagsfeest.

De vlog heeft een perfecte timing.

De vlog is binnen het thema van het verjaardagsfeest.

Gebruik van de woordenschat Er wordt geen gebruik gemaakt van de woordenschat.

Gebruik van de voorzetsels van plaats Er worden geen voorzetsels van plaats gebruikt.

Gebruik van ‘een’ of ‘de/het’ Er wordt geen gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Gebruik van de bevelvorm Er wordt geen gebruik gemaakt van de bevelvorm.

Er wordt weinig gebruik gemaakt van de woordenschat.

Er worden twee voorzetsels van plaats gebruikt, maar niet correct.

Er wordt niet veel correct gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Er wordt soms gebruik gemaakt van de bevelvorm.

Er wordt voldoende gebruik gemaakt van de woordenschat.

Er wordt één voorzetsel van plaats correct gebruikt.

Er wordt meestal correct gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Er wordt veel gebruik gemaakt van de bevelvorm, maar niet altijd op een correcte manier.

Gebruik van de signaalwoorden van tijd

Er wordt geen gebruik gemaakt van signaalwoorden van tijd.

Er wordt soms gebruik gemaakt van signaalwoorden van tijd, maar niet altijd op een gepaste manier (verkeerde signaalwoord, verkeerde plaats ...).

Er wordt veel gebruik gemaakt van de woordenschat.

Er worden twee voorzetsels van plaats gebruikt op een correcte manier.

Er wordt correct gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Er wordt altijd correct gebruik gemaakt van de bevelvorm.

De signaalwoorden van tijd worden meestal op een gepaste manier gebruikt.

De signaalwoorden van tijd worden altijd op een gepaste manier gebruikt.

MODULE 1 Bon anniversaire ! 1
3

Vlotheid De leerling kan niet goed instructies geven aan de klasgenoten. De leerling kan de verschillende stappen niet goed aangeven. De leerling spreekt heel moeizaam.

Oogcontact

De leerling maakt weinig tot geen oogcontact met het publiek.

De leerling kan instructies geven aan de klasgenoten, maar slaat soms een stap over.

De leerling spreekt niet zo vlot.

De leerling kan instructies geven aan de klasgenoten. De leerling spreekt behoorlijk vlot.

De leerling kan goed instructies geven aan de klasgenoten. De stappen zijn duidelijk en de klasgenoten kunnen de instructies uitvoeren. De leerling spreekt vlot.

De leerling maakt niet zoveel oogcontact met het publiek.

De leerling maakt voldoende oogcontact met het publiek.

De leerling maakt op een gepaste wijze oogcontact met het publiek.

2

Zelfevaluatie door de leerling / peer-evaluation

De opdracht werd gevolgd. Je maakt een vlog van 1 tot 3 minuten met een bijdrage voor het verjaardagsfeest.

Mijn vlog is te kort. Mijn vlog heeft weinig te maken met het thema van het verjaardagsfeest.

Gebruik van de woordenschat

Ik maak geen gebruik van de woordenschat.

Gebruik van de voorzetsels van plaats

Ik heb geen voorzetsels van plaats gebruikt.

Gebruik van ‘een’ of ‘de/het’ Ik heb geen gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Gebruik van de bevelvorm Ik heb geen gebruik gemaakt van de bevelvorm.

Gebruik van de signaalwoorden van tijd

Ik heb geen gebruik gemaakt van signaalwoorden van tijd.

Mijn vlog is te lang / te kort. Mijn vlog is onvoldoende binnen het thema van het verjaardagsfeest.

Ik maak weinig gebruik van de woordenschat.

Ik heb twee voorzetsels van plaats gebruikt, maar niet correct.

Ik heb niet veel correct gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Ik heb soms gebruik gemaakt van de bevelvorm.

Mijn vlog zit bijna perfect qua timing.

Mijn vlog is voldoende binnen het thema van het verjaardagsfeest.

Ik maak voldoende gebruik van de woordenschat.

Ik heb één voorzetsel van plaats correct gebruikt.

Ik heb meestal correct gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Ik heb soms gebruik gemaakt van de bevelvorm, maar niet altijd op een correcte manier.

Mijn vlog heeft een perfecte timing.

Mijn vlog is binnen het thema van het verjaardagsfeest.

Ik maak veel gebruik van de woordenschat.

Ik heb twee voorzetsels van plaats gebruikt op een correcte manier.

Ik heb correct gebruik gemaakt van ‘een’ of ‘de/het’.

Ik heb altijd correct gebruik gemaakt van de bevelvorm.

Ik heb soms gebruik gemaakt van signaalwoorden van tijd, maar niet altijd op een gepaste manier (verkeerde signaalwoord, verkeerde plaats ...).

Ik heb de signaalwoorden van tijd meestal op een gepaste manier gebruikt.

Ik heb de signaalwoorden van tijd altijd op een gepaste manier gebruikt.

Vlotheid Ik kan niet goed instructies geven aan mijn klasgenoten.

Ik kan de verschillende stappen niet goed aangeven.

Ik spreek heel moeizaam.

Oogcontact

Ik maak weinig tot geen oogcontact met het publiek.

Ik kan instructies geven aan mijn klasgenoten, maar sla soms een stap over.

Ik spreek niet zo vlot.

Ik kan instructies geven aan mijn klasgenoten.

Ik spreek behoorlijk vlot.

Ik kan goed instructies geven aan de klasgenoten. De stappen zijn duidelijk en mijn klasgenoten kunnen de instructies uitvoeren.

Ik spreek vlot.

Ik maak niet zoveel oogcontact met het publiek.

Ik maak voldoende oogcontact met het publiek.

Ik maak op een gepaste wijze oogcontact met het publiek.

3
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.