EAD-vademecum West-Vlaanderen

Page 1

S

OR T C 3E

www.serr.be

G

IN H C A

CO B O *

DS N O GSF N I AR V R %

EMER RKN

% !$

TS I E SIT TEN R E $IV SULEN CON BOND VAK

E W

IGE D E R ME A N VEN L DEE VAN S D I IT ITE RBE S R PEN IVE E O NGR EN E S KAN

N

V IF

SIT R E $IV NNEN PLA

AA

D BO

S EIT

EAD-v ade Westme Vla c and um ere n

versie 5 - april 2012


Inhoudstafel EAD-vademecum West-Vlaanderen [Evenredige Arbeidsdeelname & Diversiteit]

1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’ 1.1.

Diversiteitsplannen

1.2.

Diversiteitsconsulenten vakbond

1.3.

Ervaringsfonds

1.4.

Invoegbedrijf (startcentrum sociale economie)

1.5.

Jobcoaching

1.6.

Jobkanaal

1.7.

Sector

1.8.

Tewerkstellingsmaatregelen

2. Sectorale EAD-invulling 2.1.

ABSU [Algemene Belgische Schoonmaak Unie]

2.2.

CEVORA [opleidingscentrum van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (ANPCB)]

2.3.

COBOT [sectoraal vormingscentrum voor de textielnijverheid]

2.4.

Coiffure [Unie van de Belgische Kappers]

2.5.

Diverscity [samen met lokale besturen werken aan een divers personeelsbeleid]

2.6.

EDUCAM [opleidingscentrum van & voor de autosector en de metaalaanverwante sectoren]

2.7.

Eduplus [sectorfonds voor werknemers uit de groene sectoren]

2.8.

FCBO [Formation Car & Bus Opleiding]

2.9.

Fitness Faculty [De Fitness Organisatie en beroepsvereniging voor de Fitness- & Welnessindustrie]

2.10. FVB-FFC Constructiv [Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid] 2.11. GRAFOC [Printmedia opleidingscentrum] 2.12. Horeca Vorming Vlaanderen [Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de Horecasector] 2.13. IPV [Opleidingsadviseur van de Voedingsindustrie] 2.14. IVOC [Opleidingscentrum voor de confectie en textielverzorging] 2.15. LOGOS [Vormingsfonds voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer & de logistiek] 2.16. Mediarte.be [Sociaal Fonds voor de Audiovisuele Sector] 2.17. OCH [Opleidingscentrum Hout] 2.18. Scheikundige industrie 2.19. SFP [Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten] 2.20. SFTL [Sociaal Fonds Transport en Logistiek] 2.21. Sociaal Fonds Verhuizingen 2.22. TOFAM West-Vlaanderen [Tewerkstellings- en Opleidingsfonds voor Arbeiders Metaal] 2.23. VIVO [Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social Profit] 2.24. Vooruitzenden [Vormingsfonds voor uitzendkrachten] 2.25. VORMELEK [Vormingsfonds voor arbeiders uit de elektrotechnische sector] 2.26. Vormetal Oost- en West-Vlaanderen [Vormingscentrum voor de bedienden van de metaalverwerkende nijverheid] 2.27. VORM DC [Sectoraal Vormingsfonds Dienstencheques] 2.28. Vzw Montage [Sectorfonds voor de bedrijven van het PC van de montage en kraanverhuurbedrijven]

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD 3.1.

Argos

3.2.

Centra voor Basiseducatie

3.3.

Groep Intro

3.4.

GTB [Gespecialiseerde Trajectbepalings- en Begeleidingsdienst]

3.5.

Jobcentrum West-Vlaanderen

3.6.

KOPA

3.7.

LED HRM [Laagdrempelig Expertise- en Dienstverleningscentrum]

3.8.

Mentor vzw

3.9.

POM [Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij] West-Vlaanderen

3.10.

Steunpunt Handicap & Arbeid

3.11.

VOKANS

4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen 4.1.

Arbeidskaart A

4.2.

Arbeidskaart B

4.3.

Arbeidskaart C

4.4.

Doelgroepvermindering jonge werknemers tot 29 jaar

4.5.

Doelgroepvermindering jonge werkzoekenden: startbaan

4.6.

Doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden: activa

4.7.

Doelgroepvermindering oudere werknemers (≼50 en ≼57 jaar)

4.8.

Ervaringsbewijs

4.9.

ESF [Europees Sociaal Fonds]

4.10.

GIBO [Gespecialiseerde Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming]

4.11.

Herscholing en bijscholing arbeidsongeschikte werknemer

4.12.

IBO [Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming]

4.13.

IBO-interim

4.14.

Instapopleiding

4.15.

KMO-Portefeuille

4.16.

Loopbaanbegeleiding

4.17.

NODW / NODO [Nederlands Op De Werkvloer / Opleidingsvloer]

4.18.

Overstappremie

4.19.

Progressieve tewerkstelling

4.20.

Secundair preventieprogramma lage rugpijn

4.21.

Strategische investerings- en opleidingssteun

4.22.

Tegemoetkomingen bij tewerkstelling van personen met een handicap

4.23.

Tewerkstellingspremie 50+

4.24.

Tussenkomst bij opleiding in een competentiecentrum van VDAB

4.25.

VOP [Vlaamse Ondersteuningspremie]

April 2012


5. EAD-wegwijzer West-Vlaanderen

Deze 5

de

versie van het West-Vlaamse EAD-vademecum is in de eerste plaats bedoeld voor het netwerk aan consulenten

(makelaars in diversiteit) dat zich dagelijks inzet om Evenredige Arbeidsdeelname & Diversiteit te creëren in West-Vlaanderen. Het biedt een handig overzicht van alle maatregelen, instrumenten en organisaties die in West-Vlaanderen in het kader van EAD kunnen ingezet worden. Het EAD-vademecum op zich is te lijvig om in zijn geheel aan een onderneming te bezorgen, maar uiteraard kan u altijd een of meerdere fiches achterlaten bij de onderneming. Indien u dat wenst kan u van elke fiche een aparte pdf -versie krijgen. Het West-Vlaamse EAD-vademecum dankt haar bestaan o.m. aan de Vlaamse Toolbox EAD. Voor een regelmatige update van de Vlaamse fiches verwijzen we dan ook graag naar volgende link: www.werk.be/online-diensten/toolbox-ead Daarnaast herinneren we u graag aan de West-Vlaamse EAD-wegwijzer waarmee u op een eenvoudige manier (aan de hand van enkele kernwoorden) de belangrijkste EAD-instrumenten kan duidelijk maken aan een onderneming: op de achterzijde van deze wegwijzer staan de nodige websites vermeld waar de onderneming meer informatie kan terugvinden.

Diversity Remix Volgens Wikipedia is een remix ‘een aangepaste versie van een origineel muzieknummer’. Met deze Diversity Remix hebben wij heel wat origineel materiaal (van theoretische insteken tot concrete instrumenten van ondernemingen) bewerkt tot bondige, praktische infofiches die het personeelsbeleid meer divers kunnen doen klinken. Via www.diversityremix.be kan u alle fiches downloaden m.b.t. werving & selectie, onthaalbeleid, opleidingsbeleid, competentiebeleid, diversiteitsbeleid en kwaliteit van de arbeid.

April 2012


Deel 1 Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.1. Diversiteitsplannen

OMSCHRIJVING

Een diversiteitsplan is een soepel toepasbaar instrument voor het ontwikkelen en voeren van een diversiteitsbeleid in een bedrijf of organisatie, waarin alle nodige initiatieven/acties binnen het HR- en organisatiebeleid genomen kunnen worden met het oog op de bevordering van de in- en doorstroom, opleiding en retentie van kansengroepen en dit via een planmatige en geïntegreerde maatwerkaanpak. In elk plan wordt aandacht besteed aan een combinatie van volgende drie punten: • het aangeven van streefcijfers voor instroom, doorstroom, retentie of opleiding van kansengroepen. • het waarderen van veranderende verschillen op de werkvloer met het oog op interne sensibilisering en het creëren van draagvlak voor het gevoerde of te voeren diversiteitsbeleid. • het verankeren van de resultaten van het diversiteitsplan met het oog op het continueren en verbeteren van het ontwikkelde beleid. De prioritaire doelgroepen van de maatregel zijn allochtonen, ervaren werknemers (50+) en personen met een arbeidshandicap.

WAT IS UW VOORDEEL

Het diversiteitsplan is een Vlaamse subsidiemaatregel waarmee men tot maximum 15.000 euro kan investeren in het personeelsbeleid van de onderneming. De subsidie kan aangewend worden om opleiding en consultancy in te huren en/of om loonkosten van medewerkers te recupereren die een (interne of externe) opleiding volgen of die nieuwe instrumenten ontwikkelen ten behoeve van de onderneming. Bovendien kan men voor het opstellen en opvolgen van het diversiteitsplan rekenen op gratis begeleiding van een SERR-projectontwikkelaar Evenredige Arbeidsdeelname en Diversiteit. Om een plan op maat van de organisatie te ontwikkelen, kan men kiezen tussen vier soorten diversiteitsplannen: • instapdiversiteitsplan: subsidie van maximum 1/2 van de kosten van het plan, met een plafond van €2.500 • diversiteitsplan: subsidie van maximum 2/3 van de kosten van het plan, met een plafond van €10.000 clusterdiversiteitsplan (minstens 4 bedrijven/entiteiten samen): subsidie van • maximum 2/3 van de kosten van elke te subsidiëren deelnemende organisatie, met een plafond van €3.000 / organisatie • groeidiversiteitsplan: subsidie van maximum 1/2 van de kosten van het plan, met een plafond van €2.500

WELKE WERKGEVERS

Ondernemingen, organisaties in de profit- of social-profit sector, en lokale besturen.

WELKE WERKZOEKENDEN

Niet van toepassing

April 2012


1.1 WELKE WERKNEMERS

Een diversiteitsplan heeft niet alleen voordelen voor de organisatie zelf, maar komt direct en indirect ook en vooral alle werknemers ten goede.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

• • • •

Men gaat het engagement aan om ook na de subsidieperiode het diversiteitsbeleid in de organisatie voort te zetten door aan te geven welke structurele effecten het plan in kwestie beoogt en hoe dat zal worden gerealiseerd. Men legt het plan voor advies voor aan de SERR van uw regio. Men voorziet in cofinanciering van de kosten. Loonkosten en werkingsmiddelen ter uitvoering van het plan komen in aanmerking voor financiering. Alleen de kosten die voortvloeien uit de voorbereiding en uitvoering van de specifieke acties in het plan en die gemaakt zijn in de loop van de subsidieperiode komen voor subsidie in aanmerking. Men heeft nog niet eerder een subsidie ontvangen voor een positieve actieplan allochtonen, een actieplan evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, een diversiteitsplan, een TRIVISI-leerproject of een Zilverpasplan.

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Mogelijk op voorwaarde dat er geen dubbele financiering is.

WAAR AANVRAGEN

Aanvraag tot het opstarten van een plan dient voorgelegd te worden aan de SERR van de regio waar de betreffende organisatie gelegen is. Hiervoor kan men contact opnemen met de projectontwikkelaars EAD van de SERR.

WIE KAN HELPEN

De projectontwikkelaars EAD van de SERR

MEER INFORMATIE

SERR Brugge Dany Cottyn - Kristien Verhaeghe - Joke Verminck Tel. 050 40 70 37 - Fax 050 40 31 41 Tillegemstraat 81 - 8200 Sint-Michiels Brugge diversiteit.brugge@west-vlaanderen.be SERR Midden-West-Vlaanderen Ines Verhalle - Stefaan Windels Tel. 051 27 55 59 - Fax 051 27 55 51 Peter Benoitstraat 13 - 8800 Roeselare diversiteit.middenwvl@west-vlaanderen.be SERR Oostende-Westhoek Bram Bruggeman - Wendy De Groote - Karine Van Daele Tel. 051 51 94 36 - Fax 051 51 93 60 Woumenweg 100 - 8600 Diksmuide diversiteit.owh@west-vlaanderen.be SERR Zuid-West-Vlaanderen Vicky Snauwaert - Heleen Debaeke - Robrecht Delputte Tel. 056 46 16 67 - Fax 056 24 99 90 Doorniksesteenweg 218 - 8500 Kortrijk diversiteit.zuidwvl@west-vlaanderen.be

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.2. Diversiteitsconsulenten vakbond

OMSCHRIJVING

De 3 grote vakbonden, ABVV, ACV en ACLVB, hebben in West-Vlaanderen 5 diversiteitsconsulenten in dienst (2 ABVV, 2 ACV en 1 ACLVB). Zij ondersteunen in de eerste plaats de werknemers en hun afgevaardigden op de werkvloer. Daarnaast ondersteunen ze ook beroepssecretarissen en intern personeel van de vakbonden teneinde het streven naar diversiteit te veralgemenen in de eigen organisatie. Doelstelling is het creëren en vergroten van het draagvlak voor evenredige arbeidsdeelname en diversiteit op de werkvloer. Daartoe ondernemen zij volgende acties: • Syndicale acties met afgevaardigden en militanten in ondernemingen of organisaties. • Sectorgerichte acties op Vlaams niveau en op regionaal niveau en ondersteuning binnen de sectorconvenants. • Ondersteuning van beroepssecretarissen, bijblijfconsulenten, loopbaanbegeleiders, interne personeelsdiensten, … inzake gelijke kansen en diversiteit. • Aanbieden van en/of mede organiseren van vormingsacties over diversiteit en personeelsbeleid aan vrijgestelden en militanten. • Het ontwikkelen en verspreiden van communicatie-instrumenten en hulpmiddelen in uitvoering van de 2de lijnsfunctie van de consulenten • Activiteiten in samenwerking met structurele projecten diversiteit, en in het bijzonder met de organisaties van kansengroepen. • www.effechecken.be – tips om diversiteit op het sociaal overleg te brengen

WAT IS UW VOORDEEL

De diversiteitsconsulenten sensibiliseren, vormen en ondersteunen met het oog op een groter draagvlak voor evenredige arbeidsdeelname en diversiteit binnen de eigen structuren van de vakbond en binnen de bedrijven en sectoren.

WELKE WERKGEVERS

Bedrijven en organisaties met een syndicale vertegenwoordiging.

WELKE WERKZOEKENDEN

Niet van toepassing

WELKE WERKNEMERS

De diversiteitsconsulenten bieden ondersteuning aan de werknemersafgevaardigden, militanten, leden en in bredere zin aan werknemers in het algemeen.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Niet van toepassing (Werknemersafgevaardigden worden gestimuleerd en ondersteund om het diversiteitsbeleid ten volle via het sociaal overleg van de onderneming te ontwikkelen en uit te voeren)

April 2012


1.2 COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Niet van toepassing

WAAR AANVRAGEN

Voor het ABVV: zie www.abvvdiversiteit.be Voor het ACV: zie www.acv-diversiteit.be Voor het ACLVB: zie www.aclvbdiversiteit.centerall.com

MEER INFORMATIE

ABVV diversiteitswerking Christ Vanneste Rijselsestraat 19 8500 Kortrijk Tel. 056 24 05 58 diversiteit.wvl@abvv-wvl.be

Filip Desmet Rijselsestraat 19 8500 Kortrijk Tel. 056 24 05 58 diversiteit.wvl2@abvv-wvl.be

ACV diversiteit Regio Brugge – Oostende – Westhoek Marieke Vanbeselaere Dr. L. Colenstraat 7 8400 Oostende Tel. 059 55 25 65 marieke.vanbeselaere@acv-csc.be

Regio Midden- en Zuid-West-Vlaanderen Geert Lein President Kennedypark 16D 8500 Kortrijk Tel. 056 23 55 11 geert.lein@acv-csc.be

ACLVB Vincent Muhr Koning Albertlaan 95 9000 Gent Tel. 09/ 242 39 78 vincent.muhr@aclvb.be

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.3. Ervaringsfonds

OMSCHRIJVING

Federaal begrotingsfonds dat werkgevers en sectoren financieel ondersteunt bij acties waarbij de kwaliteit van arbeid van hun 45-plus werknemers verbeterd wordt. Concrete voorbeelden van mogelijke Ervaringsfonds-projecten zijn projecten die de fysische belasting en/of de psychosociale druk verminderen. Enerzijds kunnen ergonomische verbeteringen de oudere werknemer ten goede komen. Anderzijds kan de oudere werknemer met hernieuwde motivatie aan de slag blijven door een nieuwe uitdaging aan te pakken, waarin opgedane kennis en vaardigheden beter kunnen benut worden.

WAT IS UW VOORDEEL

Ondernemingen kunnen een toelage krijgen voor: • (A) het in kaart brengen van de werkbaarheid en het analyseren van de arbeidsomstandigheden met goedgekeurde meetinstrumenten (70% bewezen kosten met maximum €12/betrokken werknemer) • (B) verbeteringsprojecten o Opleiding & aankopen <250€/stuk: 50% bewezen kosten met maximum 500 €/betrokken werknemer/maand o Aankopen >250€/stuk: 10% bewezen kosten met maximum 500€/betrokken werknemer/maand Indien het verbeteringsproject (B) gekoppeld wordt aan een meetinstrument of diagnosemethode (A) wordt de toelage verhoogd tot 70% of 14% bewezen kosten met een maximum van 750 €/betrokken werknemer/maand) Opgelet: eerst een aanvraag indienen, dan pas zijn de facturen ontvankelijk als bewijsstuk! Ter informatie: Sectoren kunnen een toelage krijgen voor: • het voeren van sensibilisatiecampagnes • het ontwikkelen van meetinstrumenten voor het meten van werkbaarheid • het financieren van een premie die de overgang van nachtploeg naar dagarbeid compenseert

WELKE WERKGEVERS

Elke werkgever die afhangt van een paritair comité (niet van toepassing op openbare diensten, centra voor beroepsopleiding en het vrij onderwijs wanneer het gaat om gesubsidieerde personeelsleden)

WELKE WERKZOEKENDEN

Niet van toepassing

WELKE WERKNEMERS

Alle 45+

April 2012


1.3 SPECIFIEKE VOORWAARDEN

• • • •

niet in staat van faillissement of liquidatie verkeren, geen gerechtelijk akkoord hebben verkregen; gedurende de laatste twee jaar voldaan hebben aan sociale en fiscale verplichtingen; de maatregelen moeten effectief worden uitgevoerd ten aanzien van de werknemers waarvoor de actie werd ondernomen; de werknemers, waarvoor de actie werd ondernomen, moeten ten minste gedurende één jaar verder worden tewerkgesteld volgens de beschreven arbeidsomstandigheden, of arbeidsorganisatie.

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Niet combineerbaar met andere voordelen voor hetzelfde doel en dezelfde werknemer. Wel met RSZ-verminderingen in het kader van bvb activa 45-plus

WAAR AANVRAGEN

Procedure en formulieren op www.ervaringsfonds.be (procedure voor het verkrijgen van een toelage)

WIE KAN HELPEN

De projectontwikkelaar van het ervaringsfonds, Elise Gadeyne, 02/233 45 18

MEER INFORMATIE

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Elise Gadeyne Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel, Tel. 02 233 45 18 - Fax 02 233 46 39 Elise.gadeyne@werk.belgie.be www.ervaringsfonds.be

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.4. Invoegbedrijf (startcentrum sociale economie)

OMSCHRIJVING

Invoegbedrijven zijn ondernemingen die bereid zijn kansengroepen een duurzame tewerkstelling te garanderen met aandacht voor opleiding en begeleiding in een arbeidsomgeving waar maatschappelijk verantwoord ondernemen centraal staat. Door het Vlaams Gewest worden zij hiervoor ondersteund met een loonsubsidie voor de tewerkgestelde invoegwerknemer.

WAT IS UW VOORDEEL

De werkgever erkend als invoegbedrijf: ontvangt een loonpremie gedurende twee jaar per tewerkgestelde invoegwerknemer; kan in aanmerking komen voor de SINE-maatregel; heeft recht op ondersteuning door een startcentrum voor sociale economie - zie www.vlaamsestartcentra.be heeft recht op ondersteuning door een adviesbureau voor sociale economie; kan beroep doen op het Vlaams Participatiefonds voor de sociale economie. De loonsubsidiëring wordt berekend op basis van een refertebedrag dat afhankelijk is van de totale loonkost (het loon inclusief de sociale bijdragen). De eigenlijke loonsubsidiëring bedraagt onderstaand percentage van het refertebedrag: Micro Klein Middelgroot Groot Jaar 1 50% 50% 42,5% 35% Jaar 2 30% 30% 22,5% 15% Het percentage is dus afhankelijk van het type onderneming: Micro Klein Middelgroot Tewerkstelling ≤ 10 10 - 49 50 - 249 Totale omzet ≤ 2 milj € ≤ 10 milj € ≤ 50 milj € Balanstotaal ≤ 2 milj € ≤ 10 milj € ≤ 43 milj €

WELKE WERKGEVERS

Groot > 249 > 50 milj € > 43 milj €

De werkgever is een onderneming in de vorm van een handelsvennootschap en behoort niet tot de steenkool-, de scheepsbouw- en de vervoersector.

April 2012


1.4 WELKE WERKZOEKENDEN

• •

persoon met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs bij wie het stappenplan naar werk van de VDAB uitwijst dat hij niet dadelijk te plaatsen is op de gewone arbeidsmarkt. Bovendien beantwoordt deze persoon op de dag voor zijn aanwerving aan een van volgende kenmerken: o hij is jonger dan 50 jaar en minstens twaalf maanden inactief; o hij is 50 jaar of ouder en minstens zes maanden inactief; o hij is minstens zes maanden gerechtigd op leefloon of op financiële maatschappelijke hulp. persoon die minstens zes maanden inactief is en behoort tot de doelgroep van de arbeidsgehandicapten. de deeltijds werkzoekende leerling van het deeltijds beroepssecundair onderwijs

Onder inactiviteit wordt begrepen: niet in loondienst of op zelfstandige basis hebben gewerkt en geen individuele beroepsopleiding hebben gevolgd.

WELKE WERKNEMERS

Nvt

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

De werkgever moet voldoen aan de volgende voorwaarden: • de plaats van tewerkstelling is gevestigd op het grondgebied van het Vlaamse Gewest; • de onderneming voldoet aan de criteria rond financiële rentabiliteit; • de onderneming besteedt voldoende tijd en middelen aan de begeleiding en opleiding van de werknemers; • de onderneming past de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen toe. Zij tekent hiervoor een groeipad uit. • de onderneming is bereid de inspraak van de werknemers in de onderneming te bevorderen. Zij doet dit door de bestaande overlegorganen te respecteren. Indien een overlegorgaan ontbreekt, neemt zij het initiatief om de inspraak van werknemers te bevorderen. • de tewerkstelling via het invoegbedrijf is bijkomend in verhouding tot het aantal eigen personeelsleden.

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Combinatie met SINE mogelijk indien de werkgever over een “attest sociale herinschakelingseconomie” beschikt (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg).

WAAR AANVRAGEN?

Bij de startcentra kunt u terecht voor een professionele ondersteuning bij de aanvraag om uw bestaande of nieuwe onderneming als invoegbedrijf te laten erkennen. Uw startcentrum helpt u bij uw aanvraagdossier en ondersteunt u bij het vinden van de geschikte werknemers. Bovendien maakt het startcentrum u wegwijs in de talrijke tewerkstellingsmaatregelen ten gunste van werkgevers. Voor het startcentrum in uw buurt kan u contact opnemen met info@vlaamsestartcentra.be of op www.vlaamsestartcentra.be

April 2012


1.4 WIE KAN HELPEN?

Gecofoon (0800-141 87, gecofoon@vlaanderen.be) VDAB: www.vdab.be of plaatselijk VDAB-kantoor (aanwervingsvoorwaarden invoegwerknemers)

MEER INFORMATIE?

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale economie Ellipsgebouw Koning Albert II laan 35 bus 21 1030 Brussel Tel.: 0800-141 87 Fax: 02-553 43 68 E-mailadres: gecofoon@vlaanderen.be Website: www.vlaanderen.be/werk

Kanaal 127 Stasegemsesteenweg 110 8500 Kortrijk Tel. 056 23 70 20 - Fax 056 23 70 21 info@kanaal127.be www.kanaal127.be De Werkhoek Stationsstraat 54b 8460 Oudenburg Tel. 059 43 61 05 - Fax 059 43 80 91 seo.vzw@werkhoek.be www.werkhoek.be

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.5. Jobcoaching

DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

Jobcoaching

WELKE KANSENGROEPEN

• • • •

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Via jobcoaching wil men de afstand tussen werkgever en werknemer helpen overbruggen. De jobcoach biedt de ondernemer hulp bij het integreren van nieuwe medewerkers. Het gaat concreet om zowel arbeiders als bedienden uit de volgende groepen: 50-plussers, allochtonen, personen met een handicap en kortgeschoolden. Een jobcoach vormt de ideale schakel tussen de werkgever en werknemer. De coach geeft de personen uit de kansengroepen extra ondersteuning tijdens de inwerkperiode en zorgt ervoor dat de aanwezige competenties ten volle worden benut, zodat een duurzame tewerkstelling mogelijk wordt.

Allochtonen 50-plussers Personen met een arbeidshandicap Laaggeschoolden (geen diploma Hoger Secundair Onderwijs)

Voor anderstalige werknemers is daarnaast ook de combinatie job-/taalcoaching mogelijk, waarbij gewerkt wordt aan de functionele kennis van het Nederlands en communicatievaardigheden. Het doel van jobcoaching is tweeledig: Ten eerste de integratie van de nieuwe werknemer vlot laten verlopen, met het oog op een duurzame tewerkstelling Ten tweede de weg naar het bedrijfsleven makkelijker maken voor zowel arbeiders als bedienden behorend tot de volgende groepen: 50-plussers, allochtonen, personen met een handicap en kortgeschoolden. Waarvoor staat de jobcoach in? • Een jobcoach is een neutraal en extern aanspreekpunt voor zowel de werknemer als de ondernemer. • De jobcoach biedt ondersteuning aan de werkgever bij het onthaal van nieuwe werknemers. • Een jobcoach maakt vragen bespreekbaar. • Een jobcoach geeft de werknemer tips i.v.m. de werkhouding en de omgang met andere werknemers. • Een jobcoach zorgt vanaf het begin voor een goede interactie tussen de nieuwe medewerker en de medewerkers. Dit heeft een positieve invloed op de werksfeer. • Een jobcoach zoekt voor u uit van welke financiële voordelen u kunt genieten ten gevolge van de aanwerving.

April 2012


1.5 Waarvoor laat de jobcoach ruimte? • De jobcoach vervangt de interne begeleiding niet. Hij wil deze begeleiding vlotter laten verlopen voor de twee partijen en zo de integratie van de werknemer optimaliseren. • De coach stimuleert de zelfredzaamheid en zelfsturing van de werknemer en laat hem voldoende ruimte om zelf zijn weg te zoeken. • De jobcoach laat de ondernemer eveneens voldoende ruimte om de werknemer op technisch vlak bij te scholen. Samengevat: De jobcoach ondersteunt het onthaal en inwerking van de nieuwe werknemer op de werkvloer. Samen met de werkgever wordt een aanpak op maat van het bedrijf uitgestippeld. Zo kan gewerkt worden aan communicatie op de werkvloer, arbeidsattitudes, ontwerpen van een onthaalbeleid,… Dankzij de jobcoach verloopt de integratie van de nieuwe werknemer optimaal en wordt een productieve werksfeer gecreëerd, wat de uitstraling en het rendement van de onderneming ten goede komt. Onder bepaalde voorwaarden is deze begeleiding volledig gratis. Momenteel bieden zes organisaties jobcoaching aan in de regio West-Vlaanderen: Vokans, KOPA, vzw Mentor, vzw Jobcentrum West-Vlaanderen, vzw Tot uw Dienst, VDAB Jobcoach

Meer informatie is te vinden op de website: www.west-vlaanderen.be/jobcoaching en www.jobentaalcoaching.be

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

CONTACTGEGEVENS

Volledige provincie West-Vlaanderen

Het Vlaams Steunpunt Lokale Netwerken Opleiding en Tewerkstelling vzw (SLN) wordt door de Vlaamse overheid erkend en treedt op als representatieve gesprekspartner voor de aanbieders van begeleidingstrajecten naar werk. SLN overkoepelt de organisaties die in Vlaanderen job-/taalcoaching aanbieden. Carline De Clercq Reigerstraat 10 9000 Gent Tel. 09 220 84 31 Carline.declercq@sln.be www.sln.be www.jobentaalcoaching.be

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.6. Jobkanaal

OMSCHRIJVING

Jobkanaal is een wervings- en info-instrument voor werkgevers om op een efficiënte wijze geschikte en gemotiveerde kandidaten uit de kansengroepen te vinden. Jobkanaal is een initiatief van Voka, UNIZO, Verso en VKW met de steun van de Vlaamse Overheid/

WAT IS UW VOORDEEL

• • • •

Gratis wervingsinstrument Verruiming van de wervingskanalen: via Jobkanaal gaat het brede netwerk van arbeidsbemiddelaars op zoek naar geschikte kandidaten. Verbreding van de instroom: Jobkanaal bereikt gescreende werkzoekenden die ondernemingen via de klassieke zoekkanalen vaak mislopen. Kwalitatieve dienstverlening op maat: o Ondersteuning bij het opstellen van functieprofielen o Warme overdracht naar arbeidsbemiddelaars o Nazorg via o.a. jobcoaching, infoverschaffing over subsidiemogelijkheden, personeelsmanagement en diversiteit. Divers personeelsbestand: economische en maatschappelijke win - win; bedrijven komen tegemoet aan een maatschappelijke nood.

WELKE WERKGEVERS

Alle

WELKE WERKZOEKENDEN

50- plussers, allochtonen en mensen met een arbeidshandicap

WELKE WERKNEMERS

Niet van toepassing

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Niet van toepassing

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Niet van toepassing

WAAR AANVRAGEN

www.jobkanaal.be en info@jobkanaal.be

April 2012


1.6 WIE KAN HELPEN

UNIZO Jan Tytgat Regio Noord-en Midden-WestVlaanderen Wapenplein 10 8400 Oostende Tel. 059 55 19 19 | 0478 64 43 36 jan.tytgat@unizo.be

Voka Matthieu Marisse Consulent Jobkanaal Regio Midden- en Zuid-WestVlaanderen & Ieper/Poperinge President Kennedylaan 9A 8500 Kortrijk Tel. 056 23 50 64 | 0492 97 07 22 matthieu.marisse@voka.be

Francine Lefevere Regio Westhoek en Zuid-West-Vlaanderen Lange Steenstraat 10 8500 Kortrijk Tel. 056 26 44 44 | 0496 16 03 09 francine.lefevere@unizo.be

Mieke Goegebeur Consulent Jobkanaal Regio Noord-West-Vlaanderen & Westhoek President Kennedylaan 9A 8500 Kortrijk Tel. 056 24 16 50 | 0494 21 07 88 mieke.goegebeur@voka.be

Rita Caby Projectassistente Jobkanaal President Kennedylaan 9A 8500 Kortrijk Tel. 056 23 50 42 | 0472 98 02 29 rita.caby@voka.be Verso Jan VerdĂŠe Kolonel Bourgstraat 122 bus 4 1140 Brussel Tel. 0473 82 52 38 jan.verdee@verso-net.be

MEER INFORMATIE

UNIZO: Spastraat 8, 1000 Brussel, Tel. 02 238 07 16 Verso: Kolonel Bourgstraat 122 bus 4, 1030 Brussel, Tel. 0473 82 52 38 Voka: Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel, Tel. 02 229 81 11

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.7. Sector

OMSCHRIJVING

Een sectorconvenant is een samenwerkingsovereenkomst rond actuele thema's die wordt afgesloten tussen een sector en de Vlaamse regering. Deze thema's zijn: • het verhogen van diversiteit op de werkvloer • een betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt • het bevorderen van levenslang leren De uitvoering van de opdrachten in de sectorconvenants gebeurt door sectorconsulenten, tewerkgesteld bij paritair aangestuurde sectororganisaties.

WAT IS UW VOORDEEL

Voor de uitvoering van afspraken uit het sectorconvenant krijgt elke sector een aantal sectorconsulenten toegewezen. Zij voeren de afspraken uit op het terrein en vormen dus een brugfunctie tussen het beleid, de sectoren en de bedrijven. Zij kunnen o.a. ondersteuning bieden bij de opmaak en uitvoering van een diversiteitsplan en diversiteitsacties.

WELKE WERKGEVERS

Controleer of uw bedrijf deel uitmaakt van een sector met sectorconvenant en contacteer uw sectorconsulent voor meer informatie betreffende enerzijds het convenant en anderzijds eventuele flankerende stimuli die uw sectorfonds aanbiedt in het kader van diversiteit. ABSU (schoonmaak) – PC121: www.absugbn.be ANPCB - PC218: www.cevora.be Artistieke of vermakelijkheidsbedrijf - PC304: www.podiumkunsten.be Autosector - PC112, PSC149.02, PSC149.04: www.educam.be Bezoldigd personenvervoer - PSC140.01, PC140.02, PC140.03: www.sociaalfonds.be Bouw - PC124: www.debouw.be Dienstencheques – PC322.01: www.vormingdienstencheques.be Elektriciens - PSC149.01: www.vormelek-formelec.be Grafische - PC130: www.grafoc.be Groene sectoren - PC132, PC144, PC145: www.eduplus.be Horeca - PC302: www.horecavorming.be of www.horecanet.be Hout - PC126, PSC125.01, PSC125.02, PSC125.03: www.och-cfb.be Internationale handel - PC226: www.logosinform.be

April 2012


1.7 Kappers, Fitness en schoonheidszorgen - PC314: www.ubk-uck.org of www.besko.be of www.fitnessorg.be IVOC (kleding en confectie) – PC109, 110, 215: www.ivoc.be Lokale besturen - www.diverscity.be Metaal arbeiders - PC111: www.inom.be/arbeiders of www.ftma.be of www.ftml.be of www.tofam.be Metaal bedienden - PC209: www.inom.be/bedienden of www.limob.be of www.fembobmb.be/ of www.vibam.be/ of www.vormetal.be/emc.asp Montage en kraanverhuur - PC111.3: www.vzwmontage.be Scheikundige nijverheid - PC116, PC207: www.focusopchemie.be of www.vkconderwijs.be Social profit - PC 304 + PC 330 + PC331 + PC 318 + PC 319 + PC 329 + PC 327 + PC 'openbare sector' (= nace 85 + nace 92 uit PC 999) www.vivosocialprofit.org Textielsector - PC120, PC214: www.cobot.be ofwww.fedustria.be Goederenvervoer - PCS140.04, PCS140.09: www.sftl.be Uitzendsector - PC322: www.vfu-ffi.be of www.vooruitzenden.be Verhuizingen - PSC140.05: www.sociaalfonds-verhuizingen.be of www.bkv-cbd.be Verzekeringen – PC 306: www.fopas.be Voeding - PC118, PC220: www.ipv.be

WIE KAN HELPEN

Ondersteuning door sectorconsulenten kan u aanvragen bij uw sectorfonds.

MEER INFORMATIE

Departement Werk en Sociale Economie Team competentiebeleid, sectorconvenants Koning Albert II-laan 35, bus 20 1030 Brussel 02 553 39 14 sectorconvenants@vlaanderen.be http://werk-dev.vlaanderen.be/beleid/sectoraal_beleid/ SERV Wetstraat 34-36 1040 Brussel Tel 02 20 90 111 Fax 02 21 77 008 www.serv.be Meer info over de sectorale EAD-invulling in West-Vlaanderen kan u terugvinden in deel 2 van dit vademecum.

April 2012


1. Partners & instrumenten met EAD als ‘core business’

1.8. Tewerkstellingsmaatregelen

OMSCHRIJVING

Via de voordelencalculator van www.aandeslag.be kan de gebruiker het financiële voordeel van een bepaalde tewerkstellingsmaatregel berekenen. Hij kan daarop ook beperkte simulaties laten uitvoeren. Als resultaat krijgt de gebruiker drie soorten info: welke maatregelen zijn van toepassing, welke zijn de financiële voordelen (indicatief) ervan en welke gegevens ontbreken om een nauwkeuriger antwoord te bieden.

WAT IS UW VOORDEEL

Welke voordelen krijgt u als je een werknemer (al dan niet tot de kansengroepen behorend) tewerkstelt? Wilt u werken aan een leeftijdsbewust personeelsbeleid in uw onderneming? Wenst u een beroep te doen op buitenlandse werknemers? Wat moet u doen als uw werknemer zijn of haar loopbaan wil onderbreken? Via de wegwijs-pagina (www.werk.be) leidt men u naar alle nuttige informatie en aanvraagformulieren, of verwijst men u door naar specifieke websites. U kan o.m. info bekomen over: • Premies en vergunningen o Tewerkstellingsmaatregelen, maatregelen in de Sociale Economie, tewerkstellingsprogramma’s (Gesco, …) o Premies en subsidies: diversiteitsplannen, start- en stagebonus, subsidiewegwijzer o Erkenningen en vergunningen: arbeidskaarten en -vergunning voor tewerkstelling buitenlandse werknemers, bureaus private arbeidsbemiddeling • Aanwerven o Een werknemer vinden o Een stagiair vinden o Een leerjongere vinden o Een vacature plaatsen • Opleiding en begeleiding o Een opleiding vinden via VDAB, Syntra, de sector, … o Bedrijfsadvies (KMO-portefeuille) o HR-begeleiding (VDAB-accountmanagers) o Herstructureringen o Herplaatsingsfonds o Subsidieadvies (AO) o Loopbaanbegeleiding o Jobcoaching kansengroepen

MEER INFORMATIE

www.aandeslag.be www.werk.be Deel 4 van dit vademecum biedt eveneens meer informatie ivm subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

April 2012


Deel 2 Sectorale EAD-invulling

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.1. ABSU Algemene Belgische Schoonmaak Unie

WERKING

De Algemene Belgische Schoonmaak- en Ontsmettingsunie (ABSU) verenigt alle professionele bedrijven in: • de schoonmaaksector • de ontsmettingssector • de zware industriële schoonmaak • de afvalsector • de schoorsteenveegsector Buiten haar vertegenwoordiging in het paritair comité 121, neemt ze eveneens deel aan het beheer van het sociaal fonds en de vormingscentra van de schoonmaak.

PARITAIR COMITE

PC 121

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen: De opleidingen van ABSU zijn bestemd voor het personeel, onder bediende regime, tewerkgesteld in bedrijven van de sector. De opleidingen voor de arbeiders en werkzoekenden gebeuren in de door de sector gesubsidieerde centra voor schoonmaakopleidingen (OCS). De coördinatie van de programma's is verzekerd door ABSU. Mogelijke opleidingen ikv EAD: • Basisopleidingen voor schoonmakers (georganiseerd door de bedrijven en gesubsidieerd door OCS- Opleidingscentrum van de Schoonmaak): o.a. volgende modules: Basistechnieken | Ergonomie • Basisopleiding voor leidinggevenden (door ABSU & CEVORA): o.a. volgende modules: Ergonomie | Veiligheid | Sociale wetgeving | Relationele aspecten • Specifieke opleidingen voor managers en beheerders (door ABSU & CEVORA): o.a. volgende modules: Leiding geven op de werf | Conflictbehandeling | Omgaan met ontevreden klanten NODW: € 18 per persoon per uur voor arbeidersopleidingen. Vooraf subsidies aanvragen (t.a.v. mevr. Engels): • leden kunnen document downloaden • niet-leden: document kan aangevraagd worden Vooraf handtekening ter goedkeuring van de opleiding van 2 representatieve vakbonden (ACV en ABVV) - achteraf gehandtekende aanwezigheidslijst

MEER INFORMATIE

Hilde Engels Gedelegeerd bestuurder Nerviërslaan 117 – bus 48 bis 1040 Brussel Tel. 02 732 13 42 – Fax 02 735 07 87 engelshilde@skynet.be - info@absugbn.be www.absugbn.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.2. CEVORA Opleidingscentrum van het aanvullend nationaal paritair comité voor bedienden (ANPCB)

WERKING

CEVORA is opgericht door de sociale partners van de sector met als doel opleiding en tewerkstelling te stimuleren. De acties worden gefinancierd dankzij een bijdrage van ieder bedrijf van de sector. Dit laat Cevora toe zijn al zijn diensten KOSTELOOS aan te bieden aan de ondernemingen en bedienden van de sector, en ook aan werkzoekenden.

PARITAIR COMITE

PC 218

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• •

Als u beschikt over een opleidingplan in het kader van de sectorale CAO van 19 september 2011, kunt u genieten van opleidingspremies. De ‘Formstimul’ actie, laat u verder toe te genieten van prijsverminderingen in bepaalde opleidingscentra. Check-up 45+: is geen evaluatie, wel een valorisatie. Om te weten wat uw 45+ werknemer nu en in de toekomst nog (meer) voor u kan betekenen en wat hij/zij daarvoor eventueel extra nodig heeft, worden zijn/haar competenties en vaardigheden in kaart gebracht. Op basis van een zorgvuldige analyse volgt dan een opleidingsadvies. De check-up wordt uitgevoerd door onafhankelijke consulenten, opgeleid in de psychologie en vertrouwd met de arbeids- en opleidingsmarkt. Een complete check-up –inclusief opzoekingswerk en advies– neemt slechts enkele uren in beslag. Verhoogde opleidingspremies en Opleidingen voor 45-plussers / Outplacement Mogelijke opleidingen: o coachen & actief leiding geven voor meestergasten o innovatie en anders organiseren o coachen & leiden van directe medewerkers o leiden van een multicultureel team o leervormen en -stijlen op elkaar afstemmen o mentorship o Nederlands op de werkvloer o onthaal van nieuwe medewerkers o diversiteit in de uitzendsector o IT-opleidingen o … Link met het onderwijs: o stage van 4 à 6 weken in het kader van onze beroepsopleidingen voor werkzoekenden Studies over het ANPCB o Cevora beschikt over een studiedienst die onderzoek verricht en die de arbeidsmarktevolutie volgt.

April 2012


2.2 •

MEER INFORMATIE

Hulp bij het zoeken van gekwalificeerd personeel o Jobber bij Cevora, zijn merk voor werkzoekenden, organiseert het hele jaar door opleidingen voor gemotiveerde werkzoekenden. De deelnemers van deze opleidingen die op zoek zijn naar stageplaatsen of die klaar zijn voor de arbeidersmarkt kunnen een meerwaarde zijn voor uw bedrijf. Bel 0800 99 715, surf naar www.jobber.be of raadpleeg de Cevora News brochure om deze mogelijkheid van ‘anders rekruteren’ te benutten.

Annick Gemis Wommelgemsesteenweg 18, 2110 Wijnegem Tel. 03 320 82 90 of 0800 99 175 - Fax 03 320 82 99 annick.gemis@cevora.be www.cevora.be www.jobber.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.3. COBOT Sectoraal vormingscentrum voor de textielnijverheid

WERKING

Het centrum is bedrijvig op verschillende werkterreinen. De hoofdactiviteit bestaat uit het organiseren en verstrekken van opleidingen voor textielarbeiders (operatoren, regelaars en meestergasten) en -bedienden. Een tweede belangrijke activiteit is 'arbeidsmarktwerking', namelijk het mee toeleiden van geschikte medewerkers naar vacatures in textielbedrijven.

PARITAIR COMITE

PC 120 (arbeiders) en PC 214 (bedienden)

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleidingen, bijvoorbeeld: • gestructureerd opleiden/werkplekleren (opzetten van een methodiek op maat van het bedrijf, opleiden van peters/meters, ...) • leidinggeven en communicatie • Nederlands op de werkvloer Quasi alle open opleidingen zijn gratis voor: • werknemers uit de textielsector (PC 120 en 214) • textielleerkrachten • werkzoekenden, die in de textielnijverheid (opnieuw) een baan zoeken (beperkt tot textielopleidingen).

MEER INFORMATIE

Saar Vandenbroucke COBOT VZW – Opleidingscentrum voor de textielsector Poortakkerstraat 92 9051 Sint-Denijs-Westrem Tel. 09 222 26 14 Fax. 09 222 02 58 saar.vandenbroucke@cobot.be www.cobot.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.4. Coiffure Unie van de Belgische Kappers

WERKING

Het trefpunt van de Belgische kappers UBK/UCB (Unie van de Belgische Kappers/Union des Coiffeurs Belges) groepeert bijna alle verenigingen, kringen en organisaties die als doel hebben de wereld van de coiffure te laten evalueren en de belangen van de Belgische kappers (zelfstandigen en werkgevers) beter te vertegenwoordigen en verdedigen. Voor alle informatie betreffende werkgelegenheid, sociale wetgeving, het beheer van het kapsalon, de tarieven,…kan je bij UBK/UCB terecht.

PARITAIR COMITE

314

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

NODW: Taalcursus Nederlands (aanbod ikv project Levenslang Leren ism Syntra) Deeltijds lerenden: samenwerking met het onderwijs PictoKap: informatie- en opleidingstoolbox van het kappersvak. Elk onderwerp of item dat in het beroep wordt toegepast (zoals brushing, krullen, lokken,..) wordt aan de hand van workflowschema’s, teksten, foto’s, video’s en interactieve 3-D beelden voorgesteld en uitgelegd Darwin-assessment: een instrument om na te gaan in weke vaardigheden iemand uitblinkt (relationele, motorische en intellectuele) Risktrainer: een ICT-opleidingspakket rond het welzijn en de gezondheid van de werknemer in het kapsalon, met aandacht voor: arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde, ergonomie en psychosociale arbeidsbelasting. Het pakket kan eveneens gebruikt worden als een communicatie-, opleidings- en informatie-instrument inzake gezondheidsrisico’s (www.risktrainer.be – www.coiffure.org) Ervaringsbewijs: ervaringsbewijs voor kapper, zelfstandig kapper en kappersalonbeheerder. Nederlands als tweede taal: detecteren van noden en verwijzing Non-discriminatiecode: werd opgenomen en ondertekend in de sectorale CAO. Deze code wordt bij de werkgevers gepromoot en staat op de websites www.fbzpc314.be, www.coiffure.org, www.besko.be en www.fitnessorg.be Basisvaardigheden ICT: worden opgenomen bij de geaccrediteerde vormingen van het sectorale Levenslang Leren project. Geletterdheid op de werkvloer: De sector engageerde zich om de brochure ‘De GFACTOR in uw bedrijf of organisatie: geletterdheid op de werkvloer’ te promoten en te verspreiden. Via de link www.ond.vlaanderen.be/laaggeletterdheid is de brochure op de sectorale websites te downloaden

MEER INFORMATIE

Anne Bertrand Sectorconsulente Vijfwindgatenstraat 21F 9000 Gent Tel. 09 223 71 24 – 0476 44 37 31 Anne.bertrand@coiffure.org – ubk-ucb@coiffure.org www.ubk-ucb.org

April 2010


2. Sectorale EAD-invulling

2.5. Diverscity Samen met lokale besturen werken aan een divers personeelbeleid

WERKING

Diverscity is een paritair samenwerkingsverband tussen de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG vzw) als werkgeversfederatie en de 3 erkende overheidsvakbonden ( ACOD-Lokale en regionale besturen, ACV-Openbare diensten en VSOA). De VVSG is de ledenorganisatie van alle Vlaamse gemeenten (308), de OCMW’s (308), een honderdtal politiezones en van een vijftigtal intercommunales. Zij zet zich in voor zowel de politieke mandatarissen als de ambtenaren. Als representatieve gesprekspartner komt zij op voor de belangen van de gemeenten en de OCMW’s ten aanzien van andere overheden en derden. De vereniging werkt aan: • de bevordering van de kwaliteit van de lokale beleidsvoering • de versterking van de lokale beleidsruimte • de versterking van de lokale democratie

PARITAIR COMITE

Niet van toepassing (lokale besturen)

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Diverscity werkt binnen het kader van het sectorconvenant lokale besturen

MEER INFORMATIE

Samen met lokale besturen werken aan een divers personeelsbeleid Onder dit motto werkt de sector aan instrumenten om gemeenten, OCMW’s en intercommunales te ondersteunen op het vlak van hun werkgelegenheids- en HRMbeleid: • invoering van een sectorale non-discriminatiecode • aanbieden van stageplaatsen • beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) voor het deeltijds onderwijs • opleiding voor niveau E en D in samenwerking met de Centra voor Basiseducatie • werkgelegenheid voor personen met een arbeidshandicap • thematisch: vb. onthaal van nieuwe medewerkers, vorming en opleiding, leeftijdsbewust personeelsbeleid,… • loopbaanplanning en –mobiliteit, competentiemanagement • ervaringsbewijzen • activeringsinstrumenten • … Pol Despeghel, Peter Neirynck en Lore Vandeurzen Paviljoenstraat 9 1030 Brussel Tel. 02 211 55 00 - Fax: 02 211 56 00 sectorconsulenten@diverscity.be www.diverscity.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.6. EDUCAM Opleidingscentrum van & voor de autosector & de metaalaanverwante sectoren

WERKING

EDUCAM is hét kennis- en opleidingscentrum van en voor de autosector en aanverwante sectoren. Men geeft advies en trainingen, en men onderzoekt de evoluties en tendensen in de bevoegde sectoren. EDUCAM verleent gratis en persoonlijk advies aan alle werkgevers uit de EDUCAMsectoren. Dat zijn alle bedrijven die behoren tot het Paritaire comité 112 (Garagebedrijf) of de Paritaire subcomités 149.2 (Koetswerk), 149.4 (Metaalhandel) en 142.1 (Terugwinning van metalen).

PARITAIR COMITE

PC 112, 142.1, 149.2, 149.4

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleidingsaanbod: o.a. • Leiding geven op de werkvloer • Communiceren op de werkvloer • Veiligheid en Milieu • Adviseren en verkopen aan de balie • Van onthaal tot interactieve receptie • Werkplaatsmanagement • Werving, selectie en retentie • preventie van rugproblemen op het werk • brandpreventie • ... EDUCAM betaalt een premie van 5 euro per vormingsuur, of 40 euro per dag, op voorwaarde dat: • de onderneming een opleidingsplan voor haar arbeiders bij EDUCAM ingediend heeft voor 15 februari van het jaar waarop het plan betrekking heeft. Opmerking: o het indienen van het opleidingsplan is verplicht vanaf 15 werknemers o voor de bedrijven die behoren tot PC 142.1 is het opleidingsplan niet verplicht • het om een door EDUCAM goedgekeurde opleiding gaat • het toegekende vormingskrediet dit toelaat Voor opleidingen van vier dagen en meer kan de loonkost van de werknemer grotendeels gerecupereerd worden via de regeling betaald educatief verlof. Via de KMO-portefeuille betaalt de Vlaamse overheid u 35% van de opleidingskosten terug. Dankzij de samenwerking met CEVORA gelden sommige voordelen ook voor bepaalde bediendeopleidingen.

MEER INFORMATIE

Contactpersonen voor opleidingen: PC 149.4 & 142.1 Ingrid Vossen 02/778 63 30 0470/ 31 19 89 dvandormael@educam.be

PC 112 & 149.2 Patrick Debeef 02/778 63 30 0475/76 97 11 pdebeef@educam.be

Contactpersoon voor diversiteitsplannen: Ria Cambier 02/778 63 30 0470/17 41 54 rcambier@educam.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.7. EDUPLUS Sectorfonds voor werknemers uit de groene sectoren

WERKING

Organiseren van vorming en opleiding voor werknemers uit de 4 groene sectoren (landbouw, tuinbouw, aanleg en onderhoud van tuinen, loonwerken). De opleidingen zijn gratis (ook de loonkost wordt terugbetaald!) voor arbeiders die tewerkgesteld zijn in de groene sectoren.

PARITAIR COMITE

PC 132, 144, 145 & 145.04

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• •

MEER INFORMATIE

Stimuleren van instroom, doorstroom en retentie van mensen uit de kansengroepen waarbij ze gebruik maken van: o diversiteitsplannen o tewerkstellingspremies toegekend door de respectievelijke sociale fondsen o opleiding (oa. Nederlands op de werkvloer, peterschapsopleiding, omgaan met verschillen, train-the-trainer, leidinggeven, hef- en tiltechnieken, …) Outplacement: Sectorale regeling voor ontslagen werknemers vanaf 45 jaar en ouder die minstens 1 jaar onafgebroken tewerkgesteld zijn in hetzelfde bedrijf (volgens CAO 82). Opleidingsprojecten, tewerkstellingsprojecten, enz. in samenwerking met externe partners zoals VDAB, Tisso, RESOC,… Onderwijs: EDUplus poogt een brug te vormen tussen het bedrijfsleven in hun sectoren en het onderwijs. Het is de bedoeling om de noden en behoeften zoveel mogelijk op mekaar af te stemmen. Ervaringsbewijs: EDUplus staat in voor de begeleiding van de kandidaten die het ervaringsbewijs 'hovenier aanleg' en/of 'hovenier onderhoud' willen behalen. Ervaren vaklui kunnen hun vakkennis en werkervaring laten testen: indien ze slagen voor de test bekomen ze het gevraagde ervaringsbewijs. …

Gert De Wint ‘s Gravenstraat 195 9810 Nazareth Tel. 09 388 76 97 - Fax 09 245 28 46 gert.de.wint@eduplus.be www.eduplus.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.8. FCBO Formation car & bus opleiding

WERKING

Het Sociaal Fonds Bus/Car zorgt voor het toekennen van aanvullende sociale uitkeringen aan de werknemers uit de sector en voor de promotie van het beroep en de beroepsopleiding. De vzw Formation Car & Bus Opleiding (FCBO) is de opleidingsvzw van het Sociaal Fonds Bus/Car. FCBO voorziet in de permanente opleiding van de werknemers tewerkgesteld in de sector.

PARITAIR COMITE

PC 140.01, 140.02 & 140.03

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen: • Rij- en rusttijden en het gebruik van de tachograaf • Communicatie: de carchauffeur met een PR-functie voor zijn bedrijf • Communicatie: omgaan met moeilijke klanten • Verkeersveiligheidstraining op een rijcircuit • Rationeel rijden via basiskennis van mechanica • Veilig rijgedrag in de bergen op bussimulator • Economisch en ecologisch rijden op bussimulator • Veilig rijgedrag op glad wegdek op bussimulator • Mijn gedrag bij een ongeval & vervoer van leerlingen • Mijn gedrag bij een ongeval & preventie van criminaliteit en vervoer van illegalen • Defensief rijden • Defensief rijden op bussimulator • Defensief rijden op openbare weg • Gedrag van de chauffeur ten aanzien van passagiers in nood Al deze opleidingen komen in aanmerking voor de verlenging van het bewijs van vakbekwaamheid D in het kader van het KB van 4 mei 2007 en kunnen betaald worden met de KMO-portefeuille of opleidingscheques voor de werknemers.

Peter- en Meterschapsopleidingen: Deze opleidingen worden georganiseerd door FCBO wanneer er voldoende aanvragen zijn. Nederlands op de werkvloer: Deze opleidingen worden gegeven door VDAB. De sector komt tussen voor 50% van de opleidingskost.

MEER INFORMATIE

Hans Robberechts Metrologielaan 8 1130 Brussel Tel. 02 240 16 61- Fax 02 245 79 18 hans.robberechts@fcbo.be - info@fcbo.be - info@sociaalfonds.be www.fcbo.be - www.sociaalfonds.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.9. Fitness Faculty De Fitness Organisatie en beroepsvereniging voor de Fitness- & Welnessindustrie

WERKING

De FitnessOrganisatie (DFO) en de beroepsvereniging voor de Fitness- & Welnessindustrie (BBF&W) zijn de initiatiefnemers van Fitness Faculty en hebben een samenwerkingsverband om het opleidingsaanbod in kaart te brengen, instructeurs te registreren, opleidingen/bijscholingen in te richten, etc… De Fitness Faculty voorziet o.a. een aantal workshops rond people management voor werkgevers, clubmanagers en personeelsverantwoordelijken. Bijvoorbeeld: • Optimaliseren van de dynamiek van de organisatie vanuit kwaliteiten en uitdagingen • Communicatie (‘ik zie wat jij niet ziet, ik hoor wat jij niet zegt) • Zelfafbakening, omgaan met je eigen grenzen • Omgaan met conflicten • Persoonlijkheidsdynamieken, werken aan teamvorming In dit vormingsaanbod vindt omgaan met en het benutten van verschillen (leeftijd, scholingsgraad, origine,…) op een inhoudelijke manier zijn weerslag. De opleidingen zijn betalen, maar kortingen zijn mogelijk (o.a. voor WIN-leden en kansengroepen). De opleidingen komen eveneens in aanmerking voor opleidingscheques.

PARITAIR COMITE

PC 314

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• •

• •

MEER INFORMATIE

Tof project gericht op instroom van NWWZ met bijzondere aandacht voor kansengroepen De verspreiding van een non-discriminatiecode. Deze code wordt bij de werkgevers gepromoot en staat o.a. op de websites www.fbz-pc134.be en www.fitnessorg.be De G-Fitness brochure: een bewustwordingscampagne rond mensen met een handicap De promotie van Jobkanaal als rekruteringskanaal voor kansengroepen

Farid Kempenaers Groenstraat 240 9041 Oostakker Tel. 09 232 50 36 – Fax 09 232 50 37 farid@fitness.be www.fitness.be

April 2010


2. Sectorale EAD-invulling

2.10. FVB-FFC Constructiv Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid

WERKING

De doelstelling van het FVB is het zorgen voor voldoende en geschoolde arbeidskrachten in de bouwsector. Hiervoor wordt er gewerkt op basis van drie pijlers: 1. 2. 3.

PARITAIR COMITE

PC 124

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

MEER INFORMATIE

samenwerking met het bouwonderwijs omscholing en doorstroming van werkzoekenden het opleiden van bouwvakarbeiders (werknemers).

BouwKan : een opleidings- en tewerkstellingsproject i.s.m. VDAB en de steden Kortrijk en Roeselare. Doel van dit project is om werkzoekenden te informeren, op te leiden en toe te leiden naar een job in de bouw. Dit project is actief sedert 2006 en er zijn reeds meer dan 500 bouwvacatures ingevuld ! (deze gratis service is beschikbaar in de volledige provincie West-Vlaanderen.)

Aanbieden en financieren van opleidingen voor bouwvakarbeiders (technische en niet-vaktechnische opleidingen zoals Nederlands op de Werkvloer, VCA voor kortgeschoolden en anderstaligen, …)

Uitbouw van netwerken met actoren binnen het diversiteitslandschap en het uitwisselen van informatie. (o.a. informatie over de sector, de werking van het FVB, opleidingsmogelijkheden, onderwijs, …)

Informeren van bouwbedrijven over verschillende maatregelen m.b.t. diversiteit. Indien nodig, wordt er hulp aangeboden aan de bedrijven in het kader van het indienen van dossiers.

Wouter Vanhecke Kortrijksestraat 389 b 8500 Kortrijk Tel. 056 24 55 49 of 0478 58 57 43 - Fax 056 24 55 45 wouter.vanhecke@fvb.be www.debouw.be

April 2011


2. Sectorale EAD-invulling

2.11. GRAFOC Printmedia opleidingscentrum

WERKING

GRAFOC is het opleidings- en kenniscentrum van en voor de Printmedia industrie in Vlaanderen, waar werknemers en werkgevers van paritair comité 130 terecht kunnen voor advies, kennis en informatie. Door rechtstreekse contacten met bedrijven en mensen uit de sector blijft GRAFOC permanent op de hoogte van de noden en de behoeften die er leven, en vormt zich via continu onderzoek een beeld van actuele trends en ontwikkelingen. GRAFOC streeft er naar hét referentiepunt en expertisecentrum voor de Printmedia industrie te zijn, waar informatie en evoluties worden vertaald in kennis en advies.

• • • •

• • • • • • • •

• • • • …

PARITAIR COMITE

Subsidies voor opleidingen: 35 tot 50% voor Printmedia bedrijven, voor opleidingen aan arbeiders PC 130. Tegemoetkoming aan werknemers PC130 die op eigen initiatief jobgerelateerde opleidingen volgen. Gratis advies mbt. opleiding en vorming, (regionaal) opleidingsaanbod voor bedrijven, werknemers, werkzoekenden en andere geïnteresseerden. Eigen opleidingen typo drukafwerking, rugpreventie, … Stagebegeleiding werkzoekenden VDAB in Brugge, Turnhout en Heverlee. Strategisch advies op vlak van HR beleid, competentiemanagement, opstellen van Opleidingsplannen, workshops praktisch competentiemanagement voor werkgevers en werknemers, workshops competentiegericht interviewen, etc. Informeren en opvolgen van bedrijven van/met Diversiteitsplannen i.s.m. EAD. Coaching en loopbaanbegeleiding van individuele werknemers. Sensibilisering rond het belang van Levenslang Leren. Gratis verkort outplacement traject voor arbeiders -45 jaar door Acerta/SBS. Onderzoek naar de opleidingsbehoeften binnen bedrijven en bij medewerkers; helpen bij het zoeken naar aangepaste bij- en/of omscholing van werknemers. Adviseren over steunmaatregelen en cofinancieringen van GRAFOC, Vlaamse Overheid, KMO Portefeuille, … Aankoop en plaatsing van apparatuur in Printmedia opleidingscentra. 2 door GRAFOC erkende Opleidings- en Competentiecentra (Brugge en Turnhout) waar werknemers, werkzoekenden en onderwijs terecht kunnen voor opleiding. Communicatie via website, E-Newsletter, jaarlijkse publicatie van de GRAFOC Navormingsbrochure, deelname beurzen, … Gratis Printmedia onderwijs publicaties voor bedrijven, leerkrachten, ea. Permanente Ontdekhoek en workshop in het Beroepenhuis, Gent. Erkenning door ESF, KMO-Portefeuille en VDAB.

PC 130, Paritair Comité voor het Drukkerij-, Grafische kunst- en Dagbladbedrijven.

April 2012


2.11 ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• • • • • • • • •

GRAFOC Opleidingssubsidie 35% voor bedrijven voor opleiding medewerkers ; 50% bij opleiden arbeidsgehandicapten of 45+. Verhoging jaarmaximum voor bedrijven met Opleidingsplan. Uitvoeren actiepunten in Sectorconvenant ivm. EAD. Ondersteuning Diversiteitsplannen Aandacht voor werkzoekende kansengroepen en maatpak begeleiding door de GRAFOC Stagebegeleider. GRAFOC biedt de Printmedia bedrijven een non-discriminatiecode aan. Deelname aan intersectoraal diversiteitsproject. Stimuleren van een leeftijdsbewust personeelsbeleid, retentiebeleid, kennisborging, samenwerking met VDAB en 50+-clubs, Ervaringsfonds. …

Mogelijke opleidingen i.k.v. EAD: Coaching en leidinggeven Samenwerking en communicatie op de werkvloer Peter- en Meterschap Rugpreventie (in eigen aanbod) Nederlands op de werkvloer (100% inbreng mogelijk via GRAFOC kredietlijn bij VDAB) ... Goed om weten: • Samenwerkingsovereenkomst met CEVORA, het vormingsfonds voor bedienden PC 218. Cevora opleidingen zijn hierdoor ook toegankelijk voor arbeiders PC130. Partnership met GOC (NL) • • Samenwerking met Cepegra, VDAB, …

MEER INFORMATIE

Jocelyn Desreumaux Sectorconsulente, HR- & Competentiebeleid en Diversiteit 0473 96 18 13 - jocelyn.desreumaux@grafoc.be David Benoit Sectorconsulent, Opleidingsadvies & MarCom 0472 96 66 27 - david.benoit@grafoc.be

GRAFOC | Printmedia Opleidingscentrum c/o The Egg/Communication Nest Barastraat 175 | 1070 Brussel info@grafoc.be | www.grafoc.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.12. Horeca Vorming Vlaanderen Centrum voor vorming en vervolmaking in de horecasector

WERKING

Horeca Vorming Vlaanderen is het sectoraal opleidingsfonds van de horeca Het

Centrum is actief op volgende werkterreinen: o de competentieontwikkeling van werknemers in de sector (werknemersopleidingen) o de aansluiting arbeidsmarkt-onderwijs o competentieontwikkeling van kansengroepen. In dit kader ondersteunt Horeca Vorming Vlaanderen opleidingsprojecten van derden, waarvan 3 in West-Vlaanderen: HOBO in Brugge, VORK in Kortrijk en SAM/ CALIDRIS. Werkzoekenden worden er opgeleid tot keukenmedewerker.

PARITAIR COMITE

PC 302

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Concrete acties: • Ontwikkeling van een fotowoordenboek voor anderstaligen die in de sector (wensen te) werken. • Jongeractieplan; bedoeld om jongeren uit de centrumsteden gemakkelijker te laten instromen in de sector. • NODW-opleidingen van VDAB zijn, door een tussenkomst van de sector, gratis voor de werkgever . • Testcentrum ervaringsbewijs keukenmedewerker • Een checklist en een model onthaalbrochure evenals een voorbeeld van een onthaalbrochure in de horeca voor bedrijven kunnen door bedrijven aangevraagd worden • Participatie aan J@W’s, een project dat het vinden van werk van OV3-jongeren (Buso) wil vergemakkelijken. Mogelijke korte opleidingen voor werknemers in de sector: Open aanbod en volledig gratis: • Correct coachen: minder verzuim • Teamvorming • Omgaan met conflicten • Haal het beste uit je medewerkers • Dagelijks je team begeleiden Bedrijven met meer dan 50 werknemers kunnen een financiële ondersteuning krijgen voor opleidingen die ze zelf organiseren voor hun personeelsleden. Ze moeten een opleidingsplan opmaken om in aanmerking te komen. Bedrijven (PC 302) met minder dan 50 werknemers kunnen een interne opleiding, gekozen uit het open aanbod, organiseren voor hun personeel, indien de groep werknemers voldoende groot is. Kleine bedrijven kunnen, bvb op gemeentelijk niveau, een cluster vormen en samen een opleiding uit het open aanbod organiseren. In beide gevallen zijn de kosten volledig ten laste van de sector.

April 2010


2.12 MEER INFORMATIE

Horeca Vorming Vlaanderen Anspachlaan 111 bus 4 1000 Brussel Tel: 02 513 64 84 s.vanossel@horeca.be | www.horecavorming.be contactpersooon West-Vlaanderen: Anne Mie Verleye Tel. 0479 /63 03 06 Mail: a.verleye@horeca.be

April 2010


2. Sectorale EAD-invulling

2.13. IPV Opleidingsadviseur van de voedingsindustrie

WERKING

De competenties verhogen van de huidige en toekomstige werknemers (werkzoekenden, leerlingen deeltijds en voltijds onderwijs, uitzendkrachten) in de voedingsnijverheid via het organiseren van opleiding en via andere advies- en dienstverlening. Advies en begeleiding via IPV-adviescheques voor het uitbouwen van het personeelsbeleid met onder meer competentieontwikkeling, leren op de werkvloer en het onthaal van nieuwe medewerkers.

PARITAIR COMITE

PC 118 (arbeiders) en PC 220 (bedienden)

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen: • Sectorspecifieke basisopleidingen inzake voedselveiligheid en hygiëne, arbeidsveiligheid (EHBO, ergonomie, …) op maat van kansengroepen. • Mogelijke opleidingen ikv EAD, bijvoorbeeld: o leidinggeven en communicatie o ICT-basisvaardigheden voor laaggeschoolden o attitudetraining o samenwerking op de werkvloer o conflicthantering o functionerings-, evolutie- en evalutiegesprekken ...voor andere opleidingen: www.ipv.be De mate waarin subsidies te verkrijgen zijn voor opleidingen is afhankelijk van de sectorspecificiteit van de opleiding en het bereik van kansengroepen. Raadpleeg de website voor meer informatie over de financiële regelingen. IPV komt bij opleidingen enkel financieel tussen in de opleidingskosten, niet in de loonkosten. Voortaan volgen ook uitzendkrachten in voedingsbedrijven de IPV-opleidingen aan dezelfde gunstige voorwaarden als de vaste werknemers. IPV sloot hiervoor een akkoord af met VFU. Onthaal: • IPV-adviescheques (*) voor professionele begeleiding bij het structureren van een onthaalbeleid • onthaalbrochure met extra aandacht voor procedures voedselveiligheid en arbeidsveiligheid • onthaaltool: www.beteronthaal.be Peter-/meterschap: Opleidingen peter/meterschap, opleiding onthaal nieuwe medewerkers gericht naar HRM-ers, train the trainer, instructies geven, motivatiegesprekken, het voeren van evolutiegesprekken op de werkvloer,... (zowel in open aanbod als op maat). NODW: Anno 2012 bedraagt de tussenkomst voor NODW voor allochtonen 35 euro/opleidingsuur. Via de kredietlijn VDAB-IPV 100 % korting. Voor meer informatie: www.ipv.be/zoek - kies 'Talen' bij opleidingen per thema. Interculturele communicatie: Opleiding interculturele communicatie. Voor meer informatie: www.ipv.be/zoek

April 2012


2.13 Competentiemanagement: Een IPV-adviseur kan een bedrijf begeleiden in het hele proces. Bovendien kan het bedrijf van IPV jaarlijks IPV-adviescheques krijgen voor het inhuren van een externe IPV-partner die hen bijstaat in dit proces. Deeltijds lerenden: • Premies van IPV: o voor bedrijven: een begeleidingspremie van € 185 per leerling per maand o voor centra deeltijds onderwijs: € 250 per lln/ jaar met een min. van €1250 • Voor industriële leerlingen: een motivatiepremie van € 180 per leerling per maand. (per dag onwettige afwezigheid op het centrum wordt deze premie verminderd met €30) • Een voedingsbedrijf of centrum voor leren en werken (CLW) kan één keer per jaar een premie ontvangen om promotie te voeren voor ILW. Voor elk bedrijf uit PC 118/220 dat in de communicatieactie wordt vermeld, betaalt IPV max. € 500; • In functie van het functieprofiel voor het beroep waarvoor een bedrijf leerlingen wil opleiden kunnen de patroon, het CDO en IPV samen geïnteresseerde leerlingen informeren en screenen; • Een bedrijf kan het zelfevaluatieinstrument Introtool raadplegen om zichzelf in te schalen m.b.t. werkplekleren (zie www.introtool.be); • Opleiding leerlingen: wanneer er voor de werknemers van het bedrijf een opleiding plaatsvindt, kan de patroon de leerling hiervoor uitnodigen. Het bedrijf kan voor de opleiding van tewerkgestelde leerlingen op dezelfde steun van IPV rekenen als voor zijn reguliere werknemers; • Peterschapsopleidingen of mentorenopleiding: elk bedrijf dat leerlingen begeleidt in het kader van het ILW kan voor de begeleiders beroep doen op een gratis peterschapsopleiding (op maat). Voor meer informatie, download de ILWbrochure. IPV-adviescheques: Via het systeem van adviescheques ondersteunt IPV bedrijven om hun opleidingsbeleid en personeelsbeleid verder uit te bouwen. De bedrijven kunnen jaarlijks genieten van een tussenkomst tussen 1500 euro en 6000 euro voor professionele begeleiding door een externe expert. De cheques kunnen o.a. gebruikt worden voor: • Onthaal nieuwe medewerkers • Leren op de werkplek • Opleidingplanning en competentieontwikkeling Ook nog goed om weten: • IPV heeft een goedepraktijkengids uitgewerkt over diversiteitsplannen in de voedingssector. De bedoeling is om nog meer bedrijven te informeren, te sensibiliseren en te stimuleren om een diversiteitsplan af te sluiten. • Opleidingsprojecten/instroomprojecten voor werkzoekenden ism VDAB en/of uitzendbedrijf voor knelpuntvacatures (productieoperator, magazijnier, slachter, vleesbewerker/uitbener, bakkersgast) in de sector. • INTROTOOL: een zelfevaluatieinstrument dat snel een overzicht geeft van hoe een bedrijf omgaat met nieuwkomers en welke verbeteringen er mogelijk zijn. Men kan dus de kwaliteit van het bedrijf als werkleerplek meten, en dit zowel voor jongeren die stage doen of werken via een leercontract als voor nieuwe werknemers. • Brochure: 'Sleutelen aan basiscompetenties op de werkvloer'. Getuigenissen van voedingsbedrijven rond werken aan vaardigheden en geletterdheid (inspiratiebron voor andere bedrijven)

MEER INFORMATIE

Daniëlle Verlaet Birminghamstraat 225 | 1070 Brussel Tel. 02 528 89 30 of 0473 65 42 84 danielle.verlaet@ipv.be www.ipv.be April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.14. IVOC Opleidingscentrum voor de confectie en textielverzorging

WERKING

IVOC ondersteunt opleidingsactiviteiten in Belgische kleding- en confectiebedrijven en in de textielverzorging. Het zwaartepunt ligt bij opleidingen op de werkvloer. IVOC zoekt met een bedrijf naar de beste aanpak, met of zonder externe opleiders.

PARITAIR COMITE

PC 109, 110, 215

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen: Een overzicht van de IVOC-opleidingen: Werkgevers en hun werknemers, behorend tot PC 109, 110 en 215, kunnen via IVOC gratis deelnemen aan meer dan 60 opleidingen per semester (enkel de opleidingskost wordt gedekt, niet de loonkost). Andere werknemers kunnen deelnemen mits betaling. Raadpleeg de website voor: • de volledige opleidingskalender • de IVOC-opleidingsdatabase • IVOC-opleidingen op maat in een bedrijf Voorbeelden van opleidingen ikv EAD: • Leiding geven op de werkvloer • ... zie hieronder Onthaal: Ter ondersteuning van het onthaal van nieuwe medewerkers, heeft IVOC een checklist ontwikkeld (raadpleeg de IVOC-website voor de Onthaalchecklist en een Toelichting bij de onthaalchecklist). Peter-/meterschap: Bijv. opleidingen zoals 'Train the trainer' of 'Peter- en meterschap op de werkvloer' NODW: • Opleiding 'Nederlands voor anderstaligen' • 'Nederlands op de werkvloer': de eerste 6 uur worden betaald door IVOC; daarna kan een bedrijf gebruik maken van de IVOC-opleidingsportefeuille Interculturele communicatie: Raadpleeg de IVOC-opleidingskalender. Competentiemanagement: Raadpleeg de IVOC-opleidingskalender. Ook goed om weten: • IVOC biedt financiële ondersteuning bij het bepalen van de opleidingsnoden in een bedrijf. Een detectierapport kan op 3 manieren samengesteld worden: o men kan samenwerken met een externe consultant o men kan gebruik maken van de IVOC-detectietool o men kan dit zelf opmaken, in eigen beheer

April 2012


2.14 • •

MEER INFORMATIE

Ondersteuning bij de realisatie van een bedrijfsopleidingsplan: IVOC stelt middelen ter beschikking. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen verzorgt de VDAB de beroepsopleiding van werkzoekenden. Dit gebeurt in de beroepsopleidingscentra maar er bestaan ook verschillende stageformules om de opleiding in een bedrijf te organiseren: IVOC betaalt een motivatiepremie uit aan werkzoekenden in een confectieopleiding bij VDAB en die stage lopen in de sector. Elk jaar biedt IVOC schoolverlaters en werkzoekenden de kans zich in de sector bekend te maken. Daarom beschikt IVOC momenteel over een databank van werkzoekenden (raadpleeg IVOC persoonlijk voor meer info). Werknemers kunnen hun toekomstplannen in hun job op verschillende wijzen invullen. Sommigen weten niet zo goed welke richting ze uit wensen te gaan en kunnen via loopbaanbegeleiding een duidelijker zicht krijgen. Andere ambiëren een andere functie of andere taken en willen dit via een opleiding voorbereiden. IVOC wil via de leerrekening werknemers financieel ondersteunen om deze opleidingskansen te benutten.

IVOC Eef Thomas Leliegaarde 22 1731 Zellik Tel. 02 481 53 50 – Fax 02 511 71 91 e.thomas@ivoc.be www.ivoc.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.15. LOGOS Vormingsfonds voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek

WERKING

• • •

organiseren van gratis opleidingen ten voordele van de bedienden van de sector subsidiëren van ondernemingsopleidingen door de onderneming georganiseerd ten voordele van haar bedienden financieren van andere vormingsinitiatieven ten voordele van kansengroepen en toekomstige werknemers voor de sector

PARITAIR COMITE

PC 226

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Mogelijke opleidingen: • onthaal van nieuwe medewerkers • basisworkshop: werken met competenties • van aanwerving tot vertrek: HR-taken in vogelvlucht • mentorship/peterschap: ook in uw bedrijf? • uw rol als peter/meter • training van trainers • strategisch opleidingsbeleid • team-harmonie: navigeren tussen talenten en hun valkuilen • coachen/leiden van A tot Z • geef stress een plaats in je (werk)leven! Bijkomend: De regionale werkzoekendenprojecten.

MEER INFORMATIE

Siegfried Desmalines Tel. 03 221 97 33 of 0473 755 350 siegfried.desmalines@logosinform.be Sofie Corteel Tel. 03 221 97 44 of 0477 950 553 sofie.corteel@logosinform.be Brouwersvliet 33, bus 7 2000 Antwerpen Tel. 03 221 99 75 - Fax 03 221 99 71 www.logosinform.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.16. Mediarte.be Sociaal Fonds voor de Audiovisuele Sector

WERKING

mediarte.be is het Sociaal Fonds van de audiovisuele sector in België en omvat alle private radio-zenders, tv-stations, productiehuizen en facilitaire bedrijven Het is onze doelstelling om alle initiatieven betreffende onderwijs, opleiding en werkgelegenheid binnen de audiovisuele sector te stimuleren. We investeren dan ook resoluut in mensen om de kwaliteit van de audiovisuele producties in België te optimaliseren. mediarte.be is een kenniscentrum dat bedrijven, haar werknemers, maar ook studenten en werkzoekenden begeleidt om hun aspiraties waar te maken. Als neutrale en objectieve partner, informeren, ondersteunen en adviseren we alle betrokkenen uit de sector over werkgelegenheid en opleiding.

PARITAIR COMITE

PC 227

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding: •

• •

mediarte.be biedt een overzicht van het specifiek opleidingsaanbod in de audiovisuele sector (agenda en contactgegevens van opleidingsverstrekkers). werkgevers kunnen beroep doen op het Sociaal Fonds voor ondersteuning bij het opzetten van een opleidingsbeleid. opleidingspremie werkgever: de werkgevers die personeelsleden die behoren tot de risicogroepen ondersteunen door het laten volgen van een aangepaste opleiding, en daardoor de kansen op tewerkstelling vergroten of vrijwaren, kunnen genieten van een opleidingspremie. Het premiereglement kan je raadplegen via de website. mediarte.be voorziet in een eigen opleidingsaanbod, dat openstaat voor alle werknemers in de audiovisuele sector.

Diversiteit: • •

mediarte.be organiseert sensibiliseringsacties rond diversiteit en wil de bedrijven begeleiden en ondersteunen. mediarte.be ondersteunt bedrijven die binnen het kader van diversiteitsplannen initiatieven nemen om hun werknemers opleidingen te geven of een opleidingsdeel willen ontwikkelen

Deeltijds lerenden: •

mediarte.be organiseert samen met de relevante partners infosessies over systemen voor Leren en Werken: o.a. IBO, Leertijd en ILW. Meer info op onze website.

April 2012


2.16 NODW: •

mediarte.be begeleidt bedrijven uit de sector die interesse hebben voor NODW

Vacatures: • •

op de website www.mediarte.be kan je alle vacatures in de Audiovisuele sector plaatsen of raadplegen. voor de sollicitanten zijn er ook tips & tricks beschikbaar

Informatie over de sector: •

MEER INFORMATIE

mediarte.be verzamelt en verspreidt alle sectorinformatie ivm loon, brugpensioen, vorming, flexibiliteit, crisismaatregelen, tijdskrediet, enz.

mediarte.be Landsroemlaan 20 | 1030 Brussel info@mediarte.be | www.mediarte.be 02/428.17.11

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.17. OCH Opleidingscentrum hout

WERKING

Het Opleidingscentrum Hout (OCH) kan u bijstaan bij het in kaart brengen van uw opleidingsbehoeften en het opstellen van een opleidingsplan voor uw onderneming. Samen met u wordt nagegaan welke opleidingen voor uw bedrijf dringend, noodzakelijk en/of nuttig kunnen zijn en op welke manier ze best georganiseerd worden. Het Opleidingscentrum Hout streeft naar een zo groot mogelijk draagvlak voor zijn activiteiten. Daarom wordt er met alle betrokkenen samengewerkt: onder meer de sociale partners van de sector Stoffering en Houtbewerking, het TCHN, onderwijs, SYNTRA en de interimkantoren. Tevens kan het Opleidingscentrum Hout u begeleiden bij het invullen van uw vacatures en bieden zij outplacementbegeleiding aan. Het opleidingscentrum Hout heeft de opdracht de ondernemingen te begeleiden naar een performant en strategisch competentiebeleid. Het Opleidingscentrum Hout stelt een leidraad ter beschikking van de ondernemingen om hun competenties in kaart te brengen, de knelpunten bloot te leggen en te werken aan het zoeken van een oplossing hiervoor.

PARITAIR COMITE

PC 125.01,.02,.03 & 124 en 126

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Alle opleidingen "in open aanbod" zijn, door een combinatie van inspanningen van de houtsectoren, het Europees Sociaal Fonds en het Vlaamse hefboomkrediet, gratis voor de arbeiders van de KMO-bedrijven uit de sectoren "Stoffering & Houtbewerking" (PC126) en "Bosexploitatie, Zagerijen en Houthandel" (PC125). Mogelijke opleidingen: • Leren samenwerken op de werkvloer • Leidinggeven voor meestergasten • Nederlands op de werkvloer • … Tevens kunnen zij u helpen bij het uitwerken van ervaringsfonds dossiers. (uitwerken van acties naar 45+).

MEER INFORMATIE

Jenny Van Damme Hof ter Vleest dreef 3 1070 Brussel Tel. 02 558 15 51- Fax 02 558 15 89 jenny.vandamme@och-cfb.be www.och-cfb.be/nl/

April 2011


2. Sectorale EAD-invulling

2.18. Scheikundige industrie Fondsen voor vorming arbeiders & bedienden scheikundige nijverheid

WERKING

• • •

• •

Opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen in de sector bevorderen. In samenwerking met externe opleidingsverstrekkers opleidingen aanbieden in functie van collectieve noden. Ondersteuning bieden aan sectorspecifieke technologiecentra - opleidingscentra: ACTA vzw, WVOK vzw (werk, vorming, onderwijs, kunststoffentechnologie), Cefochim. Doelstellingen van het Vlaams Sectorconvenant opvolgen en uitwerken. De SIRA-opleiding of het langdurig opleidingstraject, dat bedoeld is voor jonge werkzoekenden die een baan als procesoperator in de chemische sector ambiëren, ondersteunen. Projecten voor onderwijs ondersteunen: bijv. onderwijsdidactische pakketten “wie het schoentje past” en “gsm-houder” voor het vak technologische opvoeding in de 1ste graad secundair onderwijs, het oefenpakket “mooi en cool met chemie” voor leerlingen van de 3de graad basisonderwijs. Deelname aan tewerkstellingscellen.

PARITAIR COMITE

PC 116 (arbeiders) en 207 (bedienden)

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• • •

MEER INFORMATIE

Opleidingsprojecten voor werkzoekenden en kansengroepen: SIRA, Project-1825 (ACTA), META-project (ACTA) Opleidingsaanbod voor risicogroepen: o.a. Nederlands op de werkvloer en ICTbasisvaardigheden. COLIBRI-project (2008-2010): de sector wil werk maken van een sectoraal competentiebeleid. De projectuitvoering is ondertussen afgelopen. COLIBRI brengt een aantal unieke producten voort die tijdens het slotevent gedemonstreerd werden. Op die website krijgt men een introductie in het competentiedenken door middel van een gesimuleerde helikoptervlucht over het competentielandschap. Het competentiespel ‘Nectar plus Ultra’ is dan weer een leermiddel, waarmee men in een virtuele wereld kan ervaren hoe keuzes op het vlak van competentiebeleid de bedrijfsresultaten en medewerkerstevredenheid kunnen beïnvloeden. Meer informatie zie www.colibriproject.eu. Nulmeting diversiteitsbeleid: de sector voert een nulmeting inzake diversiteit uit (cijfermateriaal verzamelen en veldonderzoek). In functie van de resultaten kunnen concrete acties worden uitgewerkt. Deelname aan project van VDAB voor competentieherkenning en versterking van hoogopgeleide nieuwkomers.

Contactpersoon diversiteit: Iris Wyns - p/a ACTA vzw Putsesteenweg 51-53, 2920 Kalmthout Tel. 03 620 23 85 - Fax 03 666 36 51 GSM 0496 593 622 iris.wyns@acta-vzw.be www.focusopchemie.be

Fondsen voor Vorming in de Scheikundige Nijverheid André Van Nieuwenhove Reyerslaan 80 - 2e verdieping 1030 Brussel Tel. 02 238 98 89 Fax: 02 231 13 01 of 02 231 98 97 avannieuwenhove@essenscia.be www.fondschem.be

April 2011


2. Sectorale EAD-invulling

2.19. SFP Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten

WERKING

Het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap is het Fonds voor Bestaanszekerheid van PC 304 of de “vermakelijkheidsbedrijven”, dat wordt beheerd door enerzijds de vertegenwoordigers van de werkgevers (BSV en oKo) en anderzijds de vertegenwoordigers van de werknemers (ACLVB, ACOD-Cultuur en ACV-TranscomCultuur). Het SFP zet acties op rond vorming, opleiding en tewerkstelling in de sector van de professionele muziek, de podiumkunsten en het live entertainment:

het SFP betaalt premies voor het volgen van een opleiding of voor het aanwerven van werknemers behorend tot bepaalde risicogroepen.

het SFP heeft een uitgebreide website (www.podiumkunsten.be) met o een overzicht van alle opleidingen die (kunnen) leiden tot tewerkstelling in de artistieke sector o een overzicht van alle bekend gemaakte vacatures in de brede culturele sector

het SFP organiseert zelf opleidingen rond onder meer veiligheid, ICT, managementvaardigheden en artistieke en technisch-artistieke training. Het is officieel erkend als opleidingsverstrekker

het SFP werkt mee aan de uitbouw van de opleidingen “Podiumtechnieken”, zowel in het reguliere onderwijs als daarbuiten (o.a. via Sabbattini)

het SFP overlegt met VDAB om de werking van VDAB beter af te stemmen op de specificiteit van de artistieke sector

• •

het SFP is inrichter van het aanvullend sectoraal pensioenplan in PC 304

het SFP vervult een belangrijke rol in de implementatie van een diversiteitsbeleid in de sector

het SFP is uitvoerder van het sectorconvenant dat de sociale partners van PC 304 met de Vlaamse Regering afsloten

PARITAIR COMITE

PC 304

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Algemeen Eén van de pijlers van de werking van het SFP is ‘diversiteit’. We kaderen dit in het globale kader van competentiemangement. Non-discriminatiecode in de sector De sociale partners sensibiliseren via hun geëigende kanalen alle aangesloten organisaties uit de sector om de gedragscode binnen de CAO, voor zover mogelijk integraal over te nemen en te integreren in hun arbeidsethiek. Indien de integrale overname niet mogelijk is, worden organisaties gestimuleerd om deze code op zijn minst gedeeltelijk te integreren in hun arbeidsethiek.

April 2012


2.19 Diversiteitsplannen Om het aantal diversiteitsplannen te laten groeien, probeert het SFP werkgevers direct en indirect te sensibiliseren. Geïnteresseerde werkgevers worden doorverwezen naar de respectievelijke RESOC- en SERR-consulenten. Lerend netwerk “HR in de artistieke sector” Om de uitwisseling van ervaringen tussen werkgevers over personeelsbeleid te stimuleren heeft het SFP een lerend netwerk opgestart. Een van de besproken onderwerpen is de diversiteit van een team. Stimuleren van een diversiteitsbeleid binnen de ondernemingen Het sectorale premiereglement voor opleiding en tewerkstelling bevat diverse kansengroepen die in aanmerking komen voor premies. Het opzetten van samenwerkingsverbanden met vertegenwoordigers uit kansengroepen (etnisch-culturele minderheden, personen met een arbeidshandicap...). Bedoeling is in contact te treden met de koepels van organisaties voor kansengroepen, aan hen de artistieke sector en zijn specifieke werking toe te lichten en acties te ondernemen naar waargenomen knelpunten. Sabbattini – Opleidingen Assistent-Podiumtechnicus & Assistent Productieleider Het Sabbattini project is ontstaan uit de dringende noodzaak om de permanente vraag naar goed opgeleide technici op de arbeidsmarkt enerzijds, en het aanbod van gemotiveerde, maar niet opgeleide arbeidskrachten anderzijds, op elkaar af te stemmen. Samenwerking met Jobkanaal Samenwerking met andere actoren actief op het terrein van diversiteitsbeleid/EAD Het SFP verricht momenteel beleidsvoorbereidend werk. Dit is weliswaar niet rechtstreeks op de werkgevers en hun werknemers gericht, maar is toch noodzakelijk om nadien diversiteit binnen de sector ingang te doen vinden. Contacten, werkgroepen, samenwerkingsverbanden met allerlei organisaties en instanties zijn noodzakelijk om ervaringsuitwisseling te kunnen bewerkstelligen, om knowhow op te bouwen en om acties in het kader van diversiteit een bredere ingang te doen vinden.

MEER INFORMATIE

Maarten Bresseleers Sainctelettesquare 19/6 1000 Brussel Tel. 02 201 30 03 maarten.bresseleers@podiumkunsten.be www.podiumkunsten.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.20. SFTL Sociaal fonds transport & logistiek

WERKING

Het SFTL is een Fonds voor Bestaanszekerheid. Het Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL) heeft 3 kerntaken: • De sociale partners hebben in verschillende Collectieve Arbeidsovereenkomsten een aantal aanvullende sociale voordelen toegekend die typisch zijn voor de arbeiders uit deze sector. Het SFTL zorgt voor de betaling van deze aanvullende sociale voordelen aan de rechthebbende arbeiders of voor de terugbetaling ervan aan hun werkgevers. • Het SFTL stimuleert de permanente vorming van arbeiders uit de sector. Het voorziet een structurele financiële tussenkomst in de kosten van de werkgevers voor beroepsopleidingen en bijscholingen van hun arbeiders. Bovendien ondersteunt het SFTL de basisopleidingen tot het beroep van vrachtwagenchauffeur en logistieke arbeider die door verschillende opleidingspartners (VDAB, FOREM, Bruxelles Formation en onderwijs) georganiseerd worden voor werkzoekenden, leerlingen en werknemers. Het ondersteunt ook de werking van de opleidingsverstrekkers om te komen tot een kwaliteitsvol aanbod dat beantwoordt aan de bedrijfsbehoeften. • Het SFTL spant zich in om de knelpunten in de vervoerssector op het vlak van werkgelegenheid en arbeidsmarkt weg te werken. Een aantal van deze inspanningen kaderen in opeenvolgende convenanten die het SFTL afsluit met de Vlaamse overheid.

PARITAIR COMITE

PSC 140.03 - Paritair Subcomité voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• • • • • • •

Sensibiliseren om kansengroepen via IBO te laten instromen (waarbij het SFTL tussenkomst in de kost voor het behalen van rijbewijzen C/CE) Peterschapopleiding voor ervaren vrachtwagenchauffeurs (train the trainer) Nederlands op de Werkvloer door VDAB gratis dankzij SFTL (kredietlijnkorting van 100 %) Sensibiliseren om stage- en leerwerkplaatsen open te stellen voor leerlingen uit het voltijds en deeltijds BSO Campagne kennismaking met het beroep vrachtwagenchauffeur d.m.v. het project TruckXperience: zie ook www.vrachtwagenchauffeur.be Samenwerking met het BIVV (CARA) rond arbeidsgehandicapten Begeleiding van personen die een Ervaringsbewijs heftruckbestuurder, reachtruckbestuurder en magazijnmedewerker wensen te behalen

Mogelijke opleidingen: • Nederlands op de Werkvloer (NodW) • Peterschapopleiding voor ervaren vrachtwagenchauffeurs • Permanente Vorming: zie ook www.sftl.be

MEER INFORMATIE

Willy Mullebrouck de Smet de Naeyerlaan 115 1090 Brussel Tel. 02 424 30 80 of 0476 32 81 73 - Fax 02 424 05 34 willy.mullebrouck@sftl.be www.sftl.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.21. Sociaal Fonds Verhuizingen

WERKING

Het Sociaal Fonds voor de ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten heeft tot opdracht: • het innen van een bijdrage ten laste van de werkgevers; • het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de arbeiders (houders van een verhuizerskaart P) in de sector en het ter zake informeren van de betrokken werkgevers; • het organiseren en stimuleren van beroepsopleiding en -vervolmaking; • het bevorderen en verbeteren van de werkgelegenheid en de bestaanszekerheid in de sector.

PARITAIR COMITE

PSC 140.05

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen: Beroepsopleiding: Onder de naam “Ambassador” ging, met de financiële steun van het ESF, een pilootproject van start van twee jaar voor het opstarten van een professionele opleiding voor alle categorieën van verhuisarbeiders. Dit pilootproject is ontstaan uit de dringende noodzaak om de permanente (en zonder meer blijvende) vraag naar goed opgeleide verhuisarbeiders op de arbeidsmarkt enerzijds, en het aanbod van gemotiveerde, maar niet altijd opgeleide arbeidskrachten anderzijds, op elkaar af te stemmen. Dit project wil een praktijkgericht opleidingspakket creëren dat inspeelt op de vraag naar goed opgeleide arbeids-krachten én tegelijk dit beroep opwaardeert. Er wordt gestart met Vlaamse pilootbedrijven, maar het is de doelstelling te komen tot een volledig nationaal functionerend opleidingstraject. Het programma heeft betrekking op de ontwikkeling van: • de zgn. “hard skills” in 6 specifieke technische modules (draag- en inpaktechnieken, veiligheid, documentatie enz.) • de zgn. “soft skills” in één algemene module, welke samen met minstens één van de 6 specifieke modules moet worden afgewerkt: hier komen de aspecten teamwork, klantvriendelijk gedrag, communicatie e.d. aan bod. Gezien de doelgroep wordt gekozen voor een praktijkgerichte opleiding, waarbij de theorie beperkt blijft tot het rechtstreeks toepasbare, vertaald in verstaanbaar cursusmateriaal. Kort samengevat, moet deze nieuwe opleiding enerzijds een verse “instroom” van werkkrachten creëren en anderzijds wordt voor de werknemers die reeds aan de slag zijn in de verhuissector hier een boeiend traject van aangepaste permanente vorming gecreëerd. Voor het gedeelte van de opleiding dat zich richt op de 'instroom' van technisch 'voorgevormde' schoolverlaters, vormen de stages, al dan niet in de formule “werken en leren”, een belangrijk onderdeel van de opleiding. Tussenkomst door het SF Verhuizingen in de loonkosten van de arbeiders (houder van een P-verhuizerskaart) in opleiding 'permanente vorming' via Ambassador: de betrokken werkgevers kunnen aanspraak maken op een forfaitaire vergoeding van max. €150 per werknemer. De procedure aangaande de uitbetalingsaanvragen en -modaliteiten zal nog door de Raad van Beheer van het Sociaal Fonds worden bepaald.

Mei 2009


2.21 Ook nog goed om weten: • Tussenkomst door het SF Verhuizingen in de kosten voor het behalen van het rijbewijs C en/of CE: o werkgevers zonder veiligheidscomité (-50 werknemers) komen in aanmerking voor max. 6 % van hun werknemers houder van een Pverhuizerskaart; o werkgevers met veiligheidscomité (+50 werknemers) komen in aanmerking voor max. 10 % van hun werknemers houder van een Pverhuizerskaart. • De website geeft een overzicht van de bedrijven met P kaarten.

MEER INFORMATIE

Juan Caballero Picardstraat 69, bus 4 1080 Brussel Tel. 02 428 63 45 juan.caballero@sfverhuizingen.be www.sfverhuizingen.be

Mei 2009


2. Sectorale EAD-invulling

2.22. TOFAM West-Vlaanderen Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor arbeiders metaal

WERKING

TOFAM West-Vlaanderen is het fonds voor tewerkstelling en opleiding van arbeiders in de metaalverwerkende nijverheid. TOFAM West-Vlaanderen neemt opleidingsinitiatieven voor werknemers van de bedrijven uit de paritaire comités 111.1&2. Zo staat het sectorfonds ten dienste van meer dan 1.000 bedrijven die samen meer dan 23.000 arbeiders tewerkstellen. Dit betekent het aanzwengelen van levenslange vorming van werknemers zodat • er snel kan worden ingespeeld op hun behoeften • zij efficiënter hun werk kunnen uitoefenen • zij langer hun werk behouden • zij hun waarde voor de arbeidsmarkt tenminste kunnen behouden • er beter geschoolde werknemers zijn voor een beter presterende metaalverwerkende nijverheid Bovendien draagt TOFAM West-Vlaanderen ook bij tot het verhogen van de competenties van werklozen en jongeren zodat zij in staat zijn werk te vinden binnen de sector en aldus een bijdrage te leveren aan de groei van de sector.

PARITAIR COMITE

PC 111.1 & 2

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• • • •

MEER INFORMATIE

Promoten en stimuleren van het afsluiten van een diversiteitsplan in samenwerking met de SERR-projectontwikkelaars; Opleiding & toeleiding van kandidaat-werknemers uit de kansengroepen; Stimuleren van de opleiding van werkzoekenden door het verstrekken van een opleidingspremie; Opleidingspremie aan bedrijven voor het opleiden van hun werknemers die onder de risicogroepen vallen (sectorale CAO).

Vincent Mispelaere - Sectorconsulent TOFAM West-Vlaanderen Archipel Business Center Gent Tramstraat 61 9052 Gent/Zwijnaarde Tel. 09 244 97 16 - Fax 09/244.98.44 - GSM 0497 52 97 76 vincent.mispelaere@tofam.be www.tofam-wvl.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.23. VIVO Vlaams instituut voor vorming en opleiding in de social profit

WERKING

VIVO is het sectoraal opleidingsinstituut voor de vzw en openbare social profit sectoren. VIVO is opgericht door de sectorale sociale partners in 2000. Van bij de oprichting werd de werking toegespitst op vier thema’s: • aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt (deeltijds leren – deeltijds werken, profilering van beroepen, info opleidingen,…) • levenslang leren (VTO–beleid, competentiemanagement, opleidingsaanbod, middelen opleidingsondersteuning,…) • diversiteit (werkgevers en werknemers stimuleren, doelgroepwerknemers bereiken,…) • werkzoekenden (voor de opleidingen werkzoekenden wordt er samengewerkt met de VDAB)

PARITAIR COMITE

PC 330 + PC 331 + PC 318 + PC 319 + PC 329 + PC 327 + PC 'openbare sector' (= nace 85 + nace 92 uit PC 999)

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Informatie rond: • diversiteitsbeleid • peterschap • leeftijdsbewust personeelsbeleid • competentiemanagement Opleiding • Voor de sector van de sociale en beschutte werkplaatsen organiseert VIVO i.s.m. de vormingsfondsen van deze sectoren een sectoraal opleidingsaanbod. D.w.z. dat werkplaatsen bij VIVO kunnen inschrijven voor een gevarieerd pallet van cursussen. Voor het verzorgen van dit aanbod doet VIVO een beroep op externe opleidingsverstrekkers. • Voor alle andere rechthebbende sectoren (uitgezonderd de sociale werkplaatsen) voorziet VIVO in middelen voor een intern aanbod. D.w.z. dat organisaties bij VIVO terechtkunnen voor terugbetaling van opleidingen. De opleidingsvoorwaarden zijn onderverdeeld naargelang de verschillende subsectoren (meer informatie is terug te vinden in de verschillende folders die ook op de website geraadpleegd kunnen worden).

MEER INFORMATIE

Catelijne DeVriendt Handelskaai 48 1000 Brussel Tel. 02 250 37 78 - Fax: 02 250 38 58 cd@vivosocialprofit.org www.vivosocialprofit.org

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.24. Vooruitzenden Vormingsfonds voor uitzendkrachten

WERKING

Via de actie Vooruitzenden geeft de uitzendsector een concrete invulling aan de engagementen opgenomen in het sectorprotocol met de Vlaamse regering. Vooruitzenden werkt rond 4 centrale thema’s. Binnen elk thema zijn verschillende acties opgenomen: • Kansengroepen en diversiteit • Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt • Opleiding • Mobiliteit Het Vormingsfonds voor Uitzendkrachten is werkgever van de sectorconsulenten en is een paritair beheerde vzw die de volgende taken op zich neemt: • Coördineren en stimuleren van collectieve en individuele opleidingsinspanningen voor (kandidaat-)uitzendkrachten • Samenwerken met derden rond opleiding van uitzendkrachten, onder meer met de sectorale opleidingsfondsen van sectoren waarin de uitzendsector actief is • Centraal infopunt voor vragen rond opleiding van (kandidaat-) uitzendkrachten

PARITAIR COMITE

PC 322

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

• • •

MEER INFORMATIE

10-stappenplan voor uitzendconsulenten Diversiteitsplannen bij uitzendbedrijven en klantgebruikers: sensibilisering en ondersteuning Diversiteitsproject Vooruitzenden o Opleiding in 5 Vlaamse provincies voor uitzendconsulenten Omgaan met doelgroep allochtonen, 50+, PMH ‘Verkopen’ van doelgroepen aan klanten o Instrument: do’s en don’ts voor consulenten per doelgroep www.diversiteitwerkt.be

Brenda Van Deursen Sectorconsulent Vooruitzenden West-Vlaanderen Langedonkstraat 2 9910 Knesselare Tel. 09/336.79.07 – GSM 0492/27.77.38 brenda.vandeursen@vooruitzenden.be www.vooruitzenden.be of www.vfu-ffi.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.25. VORMELEK Vormingsfonds voor arbeiders uit de elektrotechnische sector

WERKING

Bedrijven die behoren tot het Paritair Subcomité (PSC) 149.01 voor elektriciens: installatie en distributie en arbeiders tewerkstellen, kunnen een beroep doen op de diensten van Vormelek (RSZ-prefix: 067 of 467). Vormelek peilt continu naar de opleidingsbehoeften van de bedrijven uit de sector en probeert hierop een passend antwoord te formuleren. Zij waakt permanent over de bijscholing van de arbeiders uit de sector. Er worden stimuli uitgewerkt om de integratie van vakmensen in de sector te bevorderen en om ernstige opleidingsinspanningen te ondersteunen.

PARITAIR COMITE

PC 149.01

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen De bedrijven uit de elektrotechnische sector PSC 149.01 hebben recht op een opleidingspremie van 15,50€ per opleidingsuur indien hun arbeiders de door Vormelek erkende opleidingen volgen. Welke zijn de erkenningscriteria? De opleiding: Is open (toegankelijk voor alle bedrijven) Duurt minimum 3 uren Duurt minstens 3 uren per opleidingsdag Is sectorrelevant Is geen informatie- of verkoopssessie Voldoet aan de kwaliteitscriteria mbt infrastructuur, didactisch materiaal, cursusboek, … De opleiding gaat door tijdens de werkuren (op werkdagen én tussen 7u ’s ochtends en 17u ’s avonds) Premies en opleidingen Eigen Vormelek-opleidingen zijn gratis voor arbeiders PSC 149.01 en geven bovendien recht op een premie waarmee het grootste deel van de loonkosten gedekt kunnen worden. Ook opleidingen die op maat van 1 bedrijf ingericht worden, kunnen recht geven op een premie van Vormelek. Mogelijke opleidingen ikv EAD: VCA: basisopleiding veiligheid in de sector elektriciens … zie overzicht op de website van Vormelek: www.vormelek-formelec.be Uitzendkrachten, cursisten in een instap-opleiding of personen met een IBO/PFI/FPIovereenkomst (of hun werkgevers) hebben ook recht op de premie wanneer deze personen effectief aangeworven worden. Arbeiders kunnen in bepaalde gevallen een premie krijgen van Vormelek. Dit systeem heet Leer+. Het gaat enkel over de opleiding die doorgaat buiten de werkuren, die door Vormelek erkend is én op voorwaarde dat de arbeider gebruik kan maken van zijn individueel vormingsrecht

April 2012


2.25 Opleiding 'Peter- en meterschap op de werkvloer'. Dit is een Vormelek-opleiding en gratis voor arbeiders uit PSC 149.01 en bedrijfsleiders die een jongere tewerkgesteld hebben in het kader van ‘leren en werken’. Nederlands op de Werkvloer (NODW): Vormelek erkent de opleiding NODW. Per deelnemende arbeider is er een premie voorzien van € 15.50 per uur (voor het bedrijf in kwestie) indien er een cursus Nederlands wordt georganiseerd op de werkvloer. Interculturele communicatie: Vormelek erkent opleidingen, ook in het kader van interculturele communicatie. Competentiemanagement: Vormelek erkent opleidingen die competenties bevorderen binnen de bedrijven en betrekking hebben tot de job. Vormelek werkt verschillende dossiers uit om competenties zichtbaar te maken en te bevorderen in bedrijven. Deeltijds lerenden: SYNTRA, IFAPME, de onderwijsnetten (de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO)) en Vormelek werken samen om het alternerend leren uit te bouwen tot een volwaardig en kwalitatief opleidingssysteem. Ook nog goed om weten: • Vormelek heeft ook een 'opleidingsplanner' ontwikkeld afgestemd op de sector: een handig instrument dat bondig en duidelijk is gehouden. Met de Vormelekplanner staat de zaakvoerder even bewust stil bij zijn onderneming en haar eventuele behoeften. Moet het personeel worden omgeschoold naar aanleiding van nieuwe afzetmarkten? Functioneert het personeel wel zoals het hoort? Groeit de onderneming? … Wanneer al deze vragen beantwoord zijn, is het nog maar een fluitje van een cent om het bedrijfsopleidingsplan in te vullen. Ondernemingen die toch graag worden begeleid bij het opstellen van het bedrijfsopleidingsplan kunnen hiervoor een beroep doen op Vormelek. Samenwerking met VFU (Vormingsfonds voor Uitzendkrachten): alle Vormelek • opleidingen kunnen kosteloos aangeboden worden aan uitzendkrachten. Bovendien heeft de onderneming ook nog recht op de Vormelek premie, op voorwaarde dat de uitzendkracht in dienst werd genomen. Ook de VCA opleiding is in dit gratis aanbod opgenomen. • Vormelek biedt de bedrijven advies over mogelijke opleidingsprojecten en ondersteuning bij het opstellen van aanvraagdossiers voor het Hefboomkrediet en het Europees Sociaal Fonds. • Stroom-Opwaarts een campagne om jongeren warm te maken voor elektrotechniek, werd gelanceerd: www.stroomopwaarts.be. De website heeft een sectie voor werkgevers m.b.t. personeel vinden en houden en m.b.t. jongeren aanwerven, voor scholen en opleidingscentra en de Elektroclub voor 10 tot 14-jarigen. • Ervaringsbewijs: Vormelek promoot 4 ervaringsbewijzen: koelmonteur, residentieel-tertiair-industrieel elektrotechnisch installateur. Meer informatie en inschrijven gebeuren via Vormelek, en is helemaal gratis. >> het ervaringsbewijs Ook nog beschikbaar op de website: beroepsprofielen, sectorfoto's, …

MEER INFORMATIE

Allessia Claes Marlylaan 15 1120 Brussel Tel. 02 476 16 76 - Fax 02 476 26 76 allessia.claes@vormelek-formelec.be www.vormelek.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.26. Vormetal Oost- en West-Vlaanderen Vormingscentrum voor de bedienden van de metaalverwerkende nijverheid

WERKING

Vormetal O&W-Vlaanderen organiseert en bevordert de opleiding voor de bedienden uit de metaalverwerkende nijverheid uit Oost- en West-Vlaanderen met de bedoeling de continuïteit van hun tewerkstelling te helpen verzekeren. De acties van Vormetal O&W-Vlaanderen richten zich naar gebaremiseerde/baremiseerbare bedienden en naar risicogroepbedienden (CAO van 8 november 1999). De middelen die Vormetal O&W-Vlaanderen daarvoor ter beschikking heeft, zijn de bijdragen van de Oost- en West-Vlaamse bedrijven voor hun bedienden PC 209 in het Fonds Inom-Bedienden en het Fonds Risicogroepen.

PARITAIR COMITE

PC 209

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Open opleidingen Vormetal biedt opleidingen aan waaraan bedienden uit de sector en bepaalde werkzoekenden kunnen participeren. De aangeboden opleidingen situeren zich in diverse domeinen: informatica, taal, kwaliteit, veiligheid, milieu, productie & logistiek, persoonlijke en sociale vaardigheden, competentiemanagement,… Opengestelde bedrijfsinterne opleidingen Een bedrijf organiseert zelf een opleiding en krijgt hiervoor een tussenkomst van Vormetal. Op de opleiding moet men externe deelnemers uit de andere bedrijven uit de sector toelaten. Ontslagbegeleiding bij collectief ontslag Vormetal komt financieel tussen in de ontslagbegeleiding van bedienden die betrokken zijn in een collectief ontslag. Ontslagbegeleiding bij individueel ontslag Een bediende ouder dan 45 jaar of een bediende die ontslagen wordt om technische of economische redenen, kan met tussenkomst van Vormetal begeleid worden in het zoeken naar een nieuwe job. Technische opleidingen Voor een bediende die een technische opleiding volgt tijdens de arbeidstijd bij een externe opleidingsinstelling kan een tussenkomst aangevraagd worden bij Vormetal. Werkzoekendenprojecten In samenwerking met VDAB en derden worden werkzoekenden opgeleid en toegeleid via stages in bedrijven naar knelpuntvacatures binnen onze sector. Diversiteitsprojecten Promoten en stimuleren van het afsluiten van een diversiteitsplan in samenwerking met de SERR-projectontwikkelaars

MEER INFORMATIE

Mario Naessens Archipel Business Center Gent – Tramstraat 61 9052 Gent/Zwijnaarde Tel. 09 244 97 57 - Fax 09 244 97 68 mario.naessens@vormetal.be www.vormetal.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.27. VORM DC Sectoraal Vormingsfonds Dienstencheques

WERKING

Het sectoraal vormingsfonds staat ten dienste van alle werkgevers en werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité 322.01. Het werd in 2009 opgericht door de sociale partners. •

Het vormingsfonds werkt mee aan het uitstippelen van een opleidingsbeleid voor alle werknemers en ondernemingen in de sector, door het uitbouwen, coördineren en bekendmaken van opleidingsinitiatieven. Het vormingsfonds wil een sectorale meerwaarde geven, door er voor te zorgen dat de opleidingsvragen uit de sector worden beantwoord en de opleidingsinspanningen worden gefaciliteerd. Als beginnend sectorfonds, werkt het vooral aan de uitbouw van een opleidingsaanbod in de verschillende regio’s over heel België.

PARITAIR COMITE

PC 322.01

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Opleiding algemeen: Het sectoraal vormingsfonds beschikt (momenteel nog) niet over eigen leslokalen, lesgevers of pedagogisch materiaal waarmee opleidingen worden gegeven. Samen met de VDAB, Forem, Bxl Formation, , het Rode Kruis Vlaanderen en Croix Rouge (wat betreft EHBO) bieden wij korte opleidingsmodules aan die voor elke dienstenchequewerknemer toegankelijk zijn en die meestal doorgaan in een VDAB competentiecentrum. Onze opleidingen kunnen eveneens bedrijfsintern georganiseerd worden. Mogelijke opleidingen ikv EAD: Ergonomisch schoonmaken | Interieuronderhoud | Productenkennis en veilig gebruik | Reinigen van verticale oppervlakten | Sanitair onderhoud | Taalopleiding | Werkorganisatie | Strijken voor beginners, gevorderden of strijkcentrales | Onderhoud verschillende vloeren | Vakopleiding huishoudelijke hulp | EHBO Alle opleidingen zijn ‘doe-opleidingen’ met een minimum aan theorie. De nadruk ligt op de praktijk en (het verwerven van) de nodige vaardigheden. Dit zorgt ervoor dat de opleidingen ook toegankelijk blijven voor werknemers die weinig kennis hebben van het Nederlands, allochtone werknemers en/of werknemers met een beperkte scholing. Tool "diversiteit en discriminatie", een instrument om als dienstenchequeonderneming om te gaan met discriminatoire vragen en in te zetten op diversiteit (beleidsmatig): zie www.vormingdienstencheques.be Kostprijs/subsidies: Het federaal opleidingsfonds dienstencheques zorgt voor de terugbetaling van de opleidingskosten, nadat de opleiding aangevraagd en erkend is en alle procedures zijn nageleefd. Al onze opleidingen voor dienstenchequewerknemers zijn erkend bij deze overheidsdienst en komen in aanmerking voor een gedeeltelijke terugbetaling van de opleidingskosten.

MEER INFORMATIE

Chantal Lefever | Thomas Aelbrecht Sectoraal Vormingsfonds Dienstencheques Havenlaan 86C bus 302 | 1000 Brussel Tel. 02/241 15 88 | 02/241 15 83 chantal.lefever@vormingdienstencheques.be | thomas.aelbrecht@vormingdienstencheques.be www.vormingdienstencheques.be

April 2012


2. Sectorale EAD-invulling

2.28. vzw Montage Sectorfonds voor de bedrijven van het PC van de montage en kraanverhuurbedrijven

WERKING

De vzw Montage is het sectorfonds voor de bedrijven van het paritaire comité 111.3. Dit is het paritaire comité van de montage en kraanverhuurbedrijven. Tot deze specifieke sector horen onder meer de ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren. Daarnaast behoren ook tot de sector de werkgevers en werklieden van de ondernemingen (met uitzondering van deze die ressorteren onder het PC voor het bouwbedrijf) waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het verhuren van diensten en/of materieel voor het uitvoeren van allerlei hijswerken. Vzw Montage heeft tot doel de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen te bevorderen binnen de sector. Vzw Montage biedt ook opleidingen aan voor arbeiders die tewerkgesteld zijn in de bedrijven uit het paritaire comité 111.3.

PARITAIR COMITE

PC 111.3

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Werknemersopleidingen De sector organiseert sectorspecifieke opleidingen in haar Competentiecentrum COMOKRA (www.comokra.be). Dit is een uniek publiek-privaat samenwerkingsverband tussen VDAB, de sector en een privébedrijf. Door deze nauwe samenwerking tussen de sector en VDAB, kan aan bedrijven van de montagesector (PC 111.3) een reductie van 50% op de kostprijs van de opleiding voor werknemers worden verleend voor opleidingen bij COMOKRA of andere VDAB competentiecentra, indien aangevraagd via vzw Montage. COMOKRA biedt volgende opleidingen aan: aanslaan en uitwijzen van lasten, hoogwerker, verreiker, bestuurder mobiele kraan en flensmonteur. Cursisten die slagen voor het examen ontvangen een VCA-erkend attest. De attesten worden in tweevoud opgemaakt, een exemplaar voor de houder en een exemplaar voor de werkgever. Op deze manier kunnen werknemers ook zelf hun opleidingscurriculum beheren. Bedrijven kunnen ook opleidingssubsidies aanvragen bij vzw Montage voor de opleidingen die zij organiseren voor hun werknemers bij andere opleidingsverstrekkers. sectorfondsHiervoor dient het bedrijf een opleidingsplan in bij vzw Montage. De sectorconsulenten helpen het bedrijf graag bij de opmaak ervan. Deze opleidingssubsidies gelden voor werknemers uit risicogroepen. Communicatietraining voor kraanmachinisten en monteurs De sectorconsulenten van vzw Montage geven al enkele jaren communicatietraining aan cursisten van de opleidingen mobiele kraanbestuurder en rigger-monteerder. Deze training kan ook op vraag van bedrijven uit de sector gratis aangeboden worden aan werknemers. De training is uitermate geschikt als u graag wenst dat uw werknemers op een positieve manier omgaan met opdrachtgevers en collega’s. Ook als u merkt dat er soms misverstanden of zelfs conflicten ontstaan binnen het bedrijf, kan deze training soelaas brengen. De training (1 dag) kan op het bedrijf gegeven worden of op een externe locatie.

April 2012


2.28 ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Nederlands op de Werkvloer (NODW): Bedrijven kunnen voor NODW gebruik maken van de kredietlijn van vzw Montage bij VDAB. Hierdoor krijgen zij korting op de opleidingskostprijs. Deeltijds lerenden: Vzw Montage werkt samen met het CLW Don Bosco te Wilrijk voor de opleiding “Rigger-monteerder” in een eerste jaar en de opleiding “Bestuurder mobiele kraan” in het tweede jaar. De deeltijds lerende jongeren kunnen tijdens de opleiding aan de slag met een contract van het Industrieel Leerlingenwezen in een bedrijf uit de sector. Zij werken één week in het bedrijf en gaan de andere week naar school. Tijdens de opleiding kunnen de leerlingen volgende bijkomende attesten behalen: in het eerste jaar: heftruck, hoogwerker, verreiker, aanslaan en uitwijzen van lasten en basisveiligheid, in een tweede jaar : mobiele kranen. Ook goed om weten: • Ervaringsbewijs: Vzw Montage is erkend als Testcentrum voor het Ervaringsbewijs 'bestuurder mobiele kraan', ‘pijpfitter’ en ‘rigger-monteerder’. Het testcentrum heeft alle bestaande en nieuwe praktijkproeven laten valideren door ESF. Ervaren kraanmachinisten, pijpfitters en rigger-monteerders kunnen na een begeleidend gesprek deelnemen aan een praktijkproef.

MEER INFORMATIE

De nieuwe CAO van de sector vermeldt de opmaak van een opleidingscurriculum voor alle werknemers uit de sector. De werkgever geeft jaarlijks een kopie en geeft een exemplaar mee aan de werknemer die het bedrijf verlaat.

Werkzoekendenopleidingen: de sector organiseert op permanente basis beroeps-opleidingen voor bestuurder mobiele kraan (COMOKRA) en riggermonteerder (i.s.m. VDAB Vilvoorde). De opleiding tot kraanmachinist is modulair samengesteld en duurt 8 weken en wordt gevolgd door een stage van 4 weken. De opleiding tot rigger-monteerder duurt ca 11 weken. De modules worden op verschillende locaties gegeven. Na de opleiding volgt een stage. De stagebedrijven werven de stagiaires nadien doorgaans aan. Doelgroep: werkzoekenden, voorrang voor kansengroepen.

Stagebegeleiding: Vzw Montage is in opdracht van VDAB stagebegeleider voor cursisten van de beroepsopleidingen bestuurder mobiele kraan en riggermonteerder. Cursisten kunnen bij de consulent van vzw Montage terecht om een stageplaats te zoeken in een bedrijf uit de sector. Tijdens de stage komt de stagebegeleider op bezoek om het verloop van de stage te bespreken. Na de stage worden cursisten meestal aangeworven door het stagebedrijf.

Berit Van den Bussche Brouwerijstraat 10 1840 Steenhuffel Tel. 052 315 300 - Fax 052 315 316 berit.vandenbussche@vzwmontage.be www.vzwmontage.be

April 2012


Deel 3 Andere partners in het kader van EAD

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.1. Argos DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• • • • • • • •

Trajectbegeleiding Sollicitatietraining en nazorg Opleiding sociale vaardigheden Opleiding technische vaardigheden Werkervaring Voortrajecten Nalezen van documenten op begrijpbare taal + lay out Opmaak vormingspakketten op maat van de kansengroepen

WELKE KANSENGROEPEN

• • • • • • • •

Allochtonen 50-plussers Personen met een arbeidshandicap Ex-gedetineerden Mensen met een psychiatrisch verleden Laaggeschoolden (geen diploma Hoger Secundair Onderwijs) Senioren Jongeren deeltijds onderwijs

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Argos staat in voor: attitudetraining, technische opleidingen rond poetsen, opleiding callcentermedewerker, opleidingen Nederlands voor anderstalige werknemers, opleiding sociale vaardigheden, sollicitatietraining, begeleiding bij in dienst nemen van werklozen in trajectbegeleiding nl. het uitzoeken van de tewerkstellingsmaatregelen, werkervaringsprojecten, trajectbegeleiding, nazorg, nalezen en verzorgen van de layout van onthaalbrochures naar eenvoudige en begrijpbare taal, het ontwikkelen van opleidingen en vormingspakketten op maat voor de kansengroepen en op vraag van derden.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

• • •

CONTACTGEGEVENS

Anita Gillis Fochlaan 1/2A 8900 Ieper Tel. 057 23 93 40 agillis.argos@skynet.be www.argosvzw.be

Regio Midden-West-Vlaanderen Regio Oostende - Westhoek Regio Zuid-West-Vlaanderen

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.2. Centra voor Basiseducatie DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• •

Opleiding sociale vaardigheden Nalezen van documenten op begrijpbare taal

WELKE KANSENGROEPEN

• • • • • •

Allochtonen 50-plussers Personen met arbeidshandicap Ex-gedetineerden Mensen met een psychiatrisch verleden Laaggeschoolden

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Open aanbod (voor alle laaggeschoolden toegankelijk) Dit zijn gratis cursussen die op verschillende locaties worden gegeven. Basiseducatie is er voor mensen die niet over de vereiste basisvaardigheden beschikken om mee te draaien in onze maatschappij. We geven cursussen op volgende leerdomeinen: • lezen en schrijven voor Nederlandstaligen • wiskunde en rekenen • ICT • Nederlands voor anderstaligen • lezen en schrijven voor niet- of andersgealfabetiseerde anderstaligen • Maatschappij-oriëntatie: communicatieve vaardigheden, sociale vaardigheden, theoretisch rijbewijs, geheugentraining, kaartlezen, gezondheid, … • Opstap talen: basiscursus Frans, basiscursus Engels Aanbod op maat: Dit zijn cursussen die kunnen worden ingekocht door een organisatie of bedrijf voor hun laaggeschoolde werknemers. Deze cursus kan op de werkvloer worden georganiseerd en wordt speciaal ontwikkeld op maat van de noden van de opdrachtgever. Enkele voorbeelden: • Sterk op het werk: communicatie op de werkvloer • Wegwijs in je papieren: papieren van de werkgever begrijpen, formulieren invullen die je nodig hebt op het werk • Rekenen op de werkvloer: inhoudsmaten in de keuken, oppervlakte in de bouw De West-Vlaamse centra voor basiseducatie hebben een gezamenlijke brochure waarin dit aanbod staat omschreven. Organisaties en bedrijven kunnen deze folder aanvragen op onderstaand contactadres.

April 2012


3.2 Klare taal Een organisatie kan een brochure, formulieren, brief voor laaggeschoolde doelgroep, website, … laten nalezen. Het Centrum voor Basiseducatie hertaalt door aanpassingen in de lay-out maar vooral door het gebruik van een klare, eenvoudige taal. Hiervoor kan een organisatie of bedrijf een klare taalcheque aankopen. In een workshop klare taal leert het Centrum voor Basiseducatie medewerkers van een organisatie zelf hun publicaties aanpassen zodat ook laaggeletterden de boodschap begrijpen.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

Volledige provincie West-Vlaanderen

CONTACTGEGEVENS

CBE Brugge – Oostende – Westhoek Karien Hoste Collaert Mansionstraat 24 8000 Brugge Tel. 050 34 15 15 karienhoste@open-school.be CBE Kortrijk – Roeselare An Butaye Sint-Elooisdreef 56A 8500 Kortrijk Tel. 056 22 62 84 info@openschool12.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.3. Groep Intro DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• • • • •

Trajectbegeleiding Opleiding sociale vaardigheden Brugtraject/voortraject Werkervaring-inschakeling Jobcoaching

WELKE KANSENGROEPEN

• • • • • • • •

Kortgeschoolden Allochtonen 50 plussers Personen met een arbeidshandicap Jongeren deeltijds onderwijs Ex-gedetineerden Mensen met een psychiatrisch verleden Laaggeschoolden

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

oriënterende opleidingen voor werkzoekenden o Sectorspecifieke oriëntatie o Breed oriënterende opleidingen competentieversterkende opleidingen voor doelgroepwerknemers o Communicatie op de werkvloer o Toepassen sleutelcompetenties o Attitudetraining o Competentiemanagement o Omgaan met kwaliteit, positionering, veiligheid, stress, … o Werkvloer gerelateerde thema’s trajectbegeleiding voor kansengroepen met inbegrip van jobcoaching, individuele begeleiding en oriëntering naar werk: o Intake o Screening en oriëntatie o Jobbemiddeling o Nazorg/jobcoaching werkervaringsproject voor kansengroepen o werkvloerbegeleiding binnen de werkervaringsmodule o inschakelingsmodule

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

Provincie West-Vlaanderen

April 2012


3.3 CONTACTGEGEVENS

Directie: Johan Gaudissabois - Nieuwstraat 7 - 8000 Brugge Coรถrdinatie: regio Brugge: Vicky Coryn - vicky.coryn@groepintro.be - 050/350990 regio Oostende-Veurne-Diksmuide: Hans Huyghe - hans.huyghe@groepintro.be - 059/802042 regio Kortrijk: Hilde Bouckenooghe - hilde.bouckenooghe@groepintro.be - 056/202005 regio Roeselare-Ieper: Wouter Verschaeve - wouter.verschaeve@groepintro.be - 051/246264

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.4. GTB Gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst

Trajectbegeleiding Sensibiliseren van ondernemingen in het kader van EAD

DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• •

WELKE KANSENGROEPEN

Personen met een arbeidshandicap

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

GTB staat voor gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst. Het is een dienst die werkzoekenden met een arbeidshandicap begeleidt naar een gepaste tewerkstelling via een traject op maat. GTB richt zich tot werkzoekenden met een arbeidshandicap, meer bepaald: werkzoekenden met een handicap erkend door het VAPH, werkzoekenden die buitengewoon secundair onderwijs gevolgd hebben en werkzoekenden met een geattesteerde arbeidsbeperking door een arts. In bepaalde gevallen kunnen ook werkenden met arbeidshandicap beroep doen op GTB. De dienstverlening van GTB wordt aangeboden in alle werkwinkels van Vlaanderen. De begeleiding gebeurt er op afspraak. Samen met werkzoekende stippelt GTB het traject naar werk uit. Daarbij wordt nagegaan of de klant in aanmerking komt voor bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen (BTOM). Voor de uitvoering van de verschillende stappen in het traject worden partners aangesproken: gespecialiseerde diensten voor arbeidsonderzoek (GA), Opleidingscentra VDAB, Gespecialiseerde opleidingscentra (GOB), Jobkanaal, ... Wil je meer informatie over GTB? Bekijk dan de website: http://www.gtb-vlaanderen.be.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

CONTACTGEGEVENS

Volledige provincie West-Vlaanderen

Koen Vandamme Stationsdreef 83 8800 Roeselare Tel. 051 25 32 25 Koen.vandamme@gtb-vlaanderen.be www.gtb-vlaanderen.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.5. Jobcentrum West-Vlaanderen DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• • • • • • •

Trajectbegeleiding Externe en interne loopbaanbegeleiding Persoonsgerichte vorming Training on the job Jobcoaching Werkpostaanpassingen Sensibiliseren van ondernemingen ikv EAD

WELKE KANSENGROEPEN

Personen met een arbeidshandicap

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Jobservice Jobservice zorgt ervoor dat de stap die de ondernemer moet zetten om iemand met een arbeidshandicap in dienst te nemen heel klein is. Het is de bedoeling om vacatures die openstaan voor mensen met een handicap vlugger naar de diverse sociale toeleveranciers te laten doorstromen. Werkgevers worden door toedoen van Jobservice op een heel eenvoudige en efficiënte manier geholpen. Hoe gaat dit juist in z'n werk? • Na een telefoontje met de Jobservice-coördinator Marijke Van Nieuwenhuyse (050 39 49 30 of 0497 46 16 52), contacteert men de organisatie binnen de vijf werkdagen voor de opmaak van een gedetailleerd jobprofiel. • Dit profiel wordt overgemaakt aan de aangesloten sociale toeleveranciers (de partners van GTB). • Ten laatste 1 week na het eerste telefonisch contact krijgt de ondernemer nieuws over mogelijke kandidaten. • Jobservice neemt de verdere coördinatie in handen. • De Jobservice-coördinator helpt hen eveneens bij alle andere vragen die bij deze tewerkstelling opduiken: begeleiding & subsidies.

Ergonomisch advies Soms zijn specifieke wijzigingen of hulpmiddelen nodig op de arbeidspost of heeft de werknemer specifiek gereedschap nodig. De meerkost van de aanpassing wordt terugbetaald door VDAB – Dienst Arbeidshandicapspecialisatie. De aanpassing blijft eigendom van de werkgever. 2 voorbeelden ter verduidelijking: • Voor een doof iemand is het installeren van een zwaailicht op een inpakmachine i.p.v. de reeds bestaande geluidssignalisatie een must. Aanpassing arbeidsgereedschap: De meerkost van de aanschaf wordt terugbetaald aan de werknemer. Het gereedschap blijft eigendom van de werknemer en krijgt hij/zij bijgevolg mee bij het veranderen van job. • Iemand met een motorische handicap heeft een aangepast toetsenbord nodig. De aankoopprijs van een gewoon toetsenbord wordt vergeleken met het aangepaste toetsenbord, het verschil wordt bijgepast. De werknemer betaalt zelf de aanschaf. U kan steeds beroep op ons doen om deze procedure op te starten. Onze Dienst Ergo analyseert ook werkposten. Zo kan men concrete tips geven naar een meer optimale organisatie van de arbeid. Ook geeft men advies m.b.t. de aanschaf van specifiek arbeidsgereedschap en aanpassing van de arbeidspost. Men staat eventueel ook zelf in voor de uitvoering van de aanpassingen.

April 2012


3.5 Opleiding hef-en tiltechnieken Rugproblemen vormen een steeds groter probleem op de werkvloer. Jobcentrum verzorgt opleidingen hef- en tiltechnieken (verplaatsingstechnieken) in de specifieke bedrijfscontext zodat het geleerde ook maximaal kan toegepast worden. Risicoloze Tryout Wanneer de onderneming een vacature heeft en er is een geïnteresseerde kandidaat, dan kunnen zijn of haar capaciteiten kosteloos worden ‘getest’. Via een opleiding op de werkvloer leert de toekomstige werknemer alle taken in een functie aan. Zo krijgt de onderneming ruim de tijd om de kandidaat te beoordelen en kan men er voor kiezen om de opleiding al dan niet verder te zetten tot hij of zij alle knepen van de functie onder de knie heeft. De opleiding is zowel voor werkgever als kandidaat kosteloos. De kandidaat is verzekerd tegen arbeidsongevallen en krijgt zijn verplaatsingskosten terugbetaald. Jobcoaching Omdat elk bedrijf zijn eigen cultuur heeft en omdat elke job andere eisen stelt, kiest Jobcentrum er resoluut voor om de kandidaat op te leiden in de job zelf. De arbeidsbegeleiders bekijken samen met de onderneming de vereisten van de job en matchen dit met het capaciteitenprofiel van mogelijke kandidaten. Indien er vanuit beide kanten interesse is om de opleiding aan te vatten, kan er worden gestart. De mogelijkheid bestaat dat de arbeidsbegeleider de kandidaat volgt op de werkvloer (jobcoaching). Zo krijgen we een goed zicht op de vorderingen die de kandidaat maakt en kunnen we tijdig bijsturen indien hij of zij bepaalde (deel)taken nog niet onder de knie heeft. Loonkostsimulatie De loonkostsimulatie is een service die Jobcentrum biedt aan de werkgever. Hierbij krijgt de werkgever zicht op de loonkost van de werkkracht op jaarbasis. Bij het berekenen van die loonsimulatie wordt er rekening gehouden met de tewerkstellingsbevorderende maatregelen waarvoor de kandidaat in aanmerking komt. Loopbaanbegeleidingscentrum: WAT NU? Jobcentrum ondersteunt ook werkenden of zelfstandigen met een arbeidshandicap in hun loopbaan via hun loopbaanbegeleidingscentrum WAT NU ? Ook personen die op ziekte staan maar nog een contractuele band hebben met een werkgever kunnen er terecht met vragen rond heroriëntering op de arbeidsmarkt, een re-integratie bij de huidige werkgever, moeilijkheden op de werkvloer,…Samen met de loopbaancoach wordt in een individuele begeleiding een passend antwoord gezocht op de loopbaanvraag van de werkende. GIBO Een GIBO is een variant op de klassieke individuele beroepsopleiding (IBO) en is bedoeld voor personen met een arbeidshandicap bij wie een groot verschil wordt vastgesteld tussen de competenties van de kandidaat en de eisen van de functie. Als werkgever hoef je niet zelf de productiviteitspremie te betalen zoals bij een gewone IBO: VDAB betaalt die. Het grote verschil met een opleiding op de werkvloer, is dat een GIBO moet resulteren in een contract van onbepaalde duur.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

CONTACTGEGEVENS

Volledige provincie West-Vlaanderen

Mario Verzele Koolskampstraat 24 8830 Gits Tel. 051 26 90 20 mario.verzele@jobcentrum.be www.jobcentrum.be April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.6. KOPA DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• • • •

Opleiding sociale vaardigheden Opleiding technische vaardigheden Jobcoaching Jobmatching

WELKE KANSENGROEPEN

• • • •

Allochtonen 50-plussers Personen met een arbeidshandicap Laaggeschoolden (geen diploma Hoger Secundair Onderwijs)

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Kopa West-Vlaanderen is een opleidings- en tewerkstellingsproject (OTP), dat de tewerkstellingskansen van werkzoekenden uit de kansengroepen wil vergroten en bestendigen. De afkorting Kopa staat dan ook voor Kans OP Arbeid. Dit bereiken we via verschillende acties die gericht zijn op het versterken van de zelfredzaamheid van onze cursisten: oriëntering, vormingen, opleidingen, begeleiding en coaching, zowel groepsgericht als via individuele begeleiding. Kopa is ervan overtuigd dat op de arbeidsmarkt een goede opleiding een belangrijke troef is. De opleidingen zijn erkend door VDAB. Arbeidsmarktgerichte opleidingen Verkoop Opleiding van 13 weken waarvan 3 weken stage. In het theoretische gedeelte is naast technische vorming, de training van sociale vaardigheden zoals communicatie en assertiviteit cruciaal. Het technisch gedeelte bevat verkoopstechnieken, etalage, omgaan met klanten, klantvriendelijkheid… De stages gaan meestal door in de winkelketenverkoop, zowel voor kassaopleiding als voor aanvuller/aanvulster. ISP (ingroei social profit) De ingroei social profit is als persoonsvorming bedoeld als “remediëring van tekortkomingen qua attitudes in de mate dat dit past in een op maat van de werkzoekende afgestemd traject en als brede voorbereiding op de vervolgopleidingen social profit”. Er wordt een programma van 13 weken aangeboden met 80 uren stage inbegrepen. De drie pijlers zijn: informerende en praktische sectororiëntatie, geschiktheidsbeoordeling op basis van de evolutie van de cursist in de ISP die gebaseerd is op een competentiegericht evaluatiemodel en kennismaking met het werkveld via voorbereide praktijkbezoeken en leerstage. Modules Op aanvraag organiseert Kopa West-Vlaanderen ook korte modules; specifieke vormingsmomenten van ongeveer één week. • sollicitatietraining • assertiviteit • communicatie • persoongerichte vorming • Basis ict

April 2012


3.6 Jobcoaching Kopa biedt ook jobcoaching aan. Wij begeleiden (nieuwe) werknemers op de werkvloer om te komen tot een optimale samenwerking. Wij vertrekken vanuit de kwaliteiten en de behoeften van mensen en werken aan de zelfredzaamheid op de arbeidsmarkt via begeleiding op maat. Onze service: • Ondersteuning van het onthaal van de werknemer • Coaching van de werknemer gedurende een half jaar • Werken aan de arbeidsattitude en –vaardigheden • Opvolging en bijsturing op maat • Aanspreekpunt voor werkgever en werknemer De coaching is gratis voor nieuwe werknemers die behoren tot de kansengroepen en dit gedurende de eerste zes maanden van de tewerkstelling.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

CONTACTGEGEVENS

Volledige provincie West-Vlaanderen

Lore Tack Nieuwpoortsesteenweg 98 8400 Oostende Tel. 059 556054 Lore.Tack@kopa-wvl.be www.kopa.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.7. LED HRM Laagdrempelig Expertise- en Dienstverleningscentrum HRM

DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• •

Ondersteuning van de ontwikkeling van en de innovatie bij KMO’s en nonprofitbedrijven op het vlak van personeelsmanagement. Sensibilisering van organisaties in het kader van EAD.

WELKE KANSENGROEPEN

Alle (geen specifieke focus)

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Analyse van HRM-vragen Iedere manager kan bij het LED HRM terecht met vage of specifieke vragen over: • De organisatie van het werk, de taakverdeling, het opmaken van een functiebeschrijving, … • De wijze van leiding geven. • De hantering van personeelstechnieken zoals rekrutering en selectie, evaluatie, opleiding, communicatie, verloning, … • De uitbouw of optimalisering van een strategisch HRM Het LED HRM helpt deze vragen te kaderen, ze correct te definiëren, ze te analyseren. Het LED HRM kan daarbij meteen de rol van spiegel opnemen en directe feedback geven.

HRM eerstelijnsadvies Voor heel wat van de HRM-vragen kan het LED HRM op korte termijn een eerstelijnsadvies geven. Doorverwijzing naar HRM dienstverleners Het LED HRM kan bij zeer gespecialiseerde vragen of grotere projecten doorverwijzen naar de passende partners. Het LED HRM werkt daarbij commercieel onafhankelijk en objectiverend.

Inschakeling hogeschoolstudenten HRM Het LED HRM kan KATHO studenten Bachelor Sociaal Werk –Afstudeerrichting Personeelswerk en studenten Bachelor in de Toegepaste Psychologie – Afstudeerrichting Arbeid en Organisatie inschakelen via projecten, stages, eindwerken, bachelorproeven, enz … Deze studenten worden dan begeleid door ervaren docenten HRM.

Binnen de drie West-Vlaamse hogescholen - HOWEST, KATHO en KHBO - is er heel wat kennis en expertise aanwezig in uiteenlopende domeinen. Zowel docenten, onderzoekers als studenten zijn continu bezig met het bedenken en toepassen van vindingrijke antwoorden op vragen uit het werkveld.

April 2012


3.7 Via een netwerk van LED’s wil de Provincie West-Vlaanderen die kennis, expertise en creativiteit vlot en betaalbaar ter beschikking stellen van ondernemingen en non-profit organisaties. KMO’s en non-profit organisaties kunnen bij deze Led’s terecht voor onder meer advies, voorstudies, proefopstellingen, praktische probleemoplossingen en het inzetten van een stagiair of eindwerkstudenten. Op die manier blijven de hogescholen de vinger aan de pols houden bij het werkveld en de organisaties krijgen creatieve oplossingen aangereikt: een win-win voor beide partijen.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

Volledige provincie West-Vlaanderen

CONTACTGEGEVENS

KATHO/Departement IPSOC Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk Dirk De Vos of Katrien Naessens Projectmedewerkers LED HRM Tel. 056/26.41.50 | Fax 056/21.58.03 dirk.devos@katho.be | katrien.naessens@katho.be www.lednetwerk.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.8. Mentor vzw DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• • • • •

Trajectbegeleiding Opleiding sociale vaardigheden Opleiding technische vaardigheden Jobcoaching Sensibilisering van ondernemingen in het kader van EAD

WELKE KANSENGROEPEN

• • • • • •

Allochtonen 50 plussers Ex-gedetineerden Personen met een arbeidshandicap Mensen met een psychiatrisch verleden Laaggeschoolden (geen diploma Hoger Secundair Onderwijs)

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Beroepsopleiding en begeleiding Via beroepsgerichte opleiding staat men in voor het bijbrengen van de nodige technische vaardigheden en arbeidsattitude bij werkzoekenden met als einddoel een duurzame tewerkstelling in het reguliere economisch circuit. Deze opleidingen situeren zich binnen volgende sectoren: bediende en horeca. Naast het bijbrengen van de technische vaardigheden, heeft Mentor ook aandacht voor het einddoel van de beroepsopleidingen: tewerkstelling in het normaal economisch circuit. Via sollicitatietraining, begeleiding, bemiddeling en opvolging tijdens en na de opleiding, worden cursisten individueel begeleid. De begeleiding stopt niet bij het vinden van werk. Met het aanbod jobcoaching en taalcoaching kan Mentor zowel de werkgever als de werknemer ondersteunen in de eerste maanden van de tewerkstelling. Opleiding op maat Daarnaast biedt Mentor diverse opleidingen aan op maat van de vraag. Dit kan zowel voor werknemers, burgers, openbare besturen, … . Deze opleidingen situeren zich hoofdzakelijk binnen 3 groepen: informatica, administratie en sociale vaardigheden. Meer informatie over deze opleidingen kan u terugvinden op onze website (www.mentorvzw.be doorklikken naar opleiding op maat). Eén van onze troeven zijn de PC opleidingen in house en ons aanbod in het kader van Mentor Academy. Screening en oriëntering De afdeling Mentor consult geeft in het kader van beroepsoriëntering of selectie advies over het persoons- en arbeidsprofiel op basis van competenties. Dit gebeurt, op locatie of in ons eigen competentiecentrum, aan de hand van een screening op maat waarbij Mentor over verschillende instrumenten en methodieken beschikt. Mentor kan de onderneming hierbij advies geven over zowel kennis, vaardigheden als attitudes van een persoon. Als erkend privaat arbeidsbemiddelingsbureau kunnen we ook instaan voor de selectie van de juiste persoon met die competenties die u zoekt. In het kader van deze erkenning bieden we eveneens outplacementbegeleiding aan.

April 2012


3.8 Advies en ondersteuning Mentor consult begeleidt organisaties bij de uitbouw van een gezonde en evenwichtige dagelijkse werking die rekening houdt met economische, menselijke en maatschappelijke factoren door een degelijke managementondersteuning op diverse vlakken. Mentor consult heeft binnen een ruim aanbod op vlak van sociaal-economische bedrijfsvoering een sterke expertise op vlak van competentiegericht personeelsbeleid en kwaliteitszorg.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

Volledige provincie West-Vlaanderen

CONTACTGEGEVENS

Kristof Spruyt Wandelweg 11a 8500 Kortrijk 056 26 44 34 info@mentorvzw.be www.mentorvzw.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD

3.9. POM West-Vlaanderen Provinciale ontwikkelingsmaatschappij

DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

Sensibiliseren van ondernemingen ikv EAD

WELKE KANSENGROEPEN

Niet van toepassing

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

De POM West-Vlaanderen wil het provinciaal kenniscentrum en aanspreekpunt zijn voor sociale economie. De organisatie werkt ondersteunend voor de professionele ontwikkeling van de sociale economie. Dit vertaalt zich in diverse aspecten: Informeren: beschikbaarheid, opbouw en verspreiding van knowhow over het beleid, de instrumenten en het werkveld van de sociale economie. In deze context situeert zich de opmaak van een inventaris inzake 'sociale tewerkstelling' voor West-Vlaanderen: "Tewerkstellingsinitiatieven voor kansengroepen in West-Vlaanderen, cijfermateriaal 2003-2007". De doelstelling die de POM hier beoogt is een correct overzicht te geven van wat de sociale economie teweegbrengt aan tewerkstelling van kansengroepen in West-Vlaanderen. Overleggen: deelname aan diverse provinciale en regionale overlegfora rond sociale economie. Stimuleren: actieve participatie in de startcentra voor sociale economie die bedrijven begeleiden in het succesvol aanwerven en begeleiden van kansengroepen in hun ondernemingen. De POM West-Vlaanderen participeert in drie van de vier startcentra sociale economie, namelijk De Werkhoek, De Kaap en VAART! en zetelt tevens in hun raden van bestuur. Opzetten en/of deelnemen aan projecten en workshops, zoals bijvoorbeeld de promotiecampagne voor sociale ondernemingen in West-Vlaanderen (met financiĂŤle impuls vanuit Vlaanderen en in samenwerking met de provincie West-Vlaanderen en de sector sociale economie) (zie www.sociale-ondernemingen.be) en de Europese projecten "Kansenwerkvloer" en "Commercieel gerichte innovatie in de sociale economie in West-Vlaanderen".

Daarnaast werkt de POM West-Vlaanderen ook rond 'Duurzaam Ondernemen'. De POM sensibiliseert en ondersteunt via haar praktijkgerichte projecten bedrijven om duurzaam te ondernemen. De bedrijven krijgen erkenning voor hun inspanningen en kunnen structureel werken aan de inhoudelijke uitbouw van duurzaam ondernemen. Een concreet initiatief is onder meer het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen. Het Charter is voor bedrijven een praktisch hulpmiddel om een proactief duurzaamheidsbeleid uit te bouwen, continu bij te sturen en te verbeteren. De deelnemende bedrijven engageren zich om jaarlijks te werken rond 10 thema's, waar concrete doelstellingen en acties aan worden gekoppeld. Na positieve evaluatie door een team van deskundigen ontvangt het bedrijf een jaarcertificaat voor de geleverde inspanningen.

April 2012


3.9 Eén van de thema’s binnen het Charter Duurzaam Ondernemen is ‘mensvriendelijk ondernemen’ waarbij er o.a. aandacht uitgaat naar diversiteit op de werkvloer. Bedrijven worden via hun deelname aan het Charter gestimuleerd hier acties rond te ondernemen en continu te verbeteren. Integratie van kansengroepen en omgaan met diversiteit is immers een belangrijk onderdeel van ‘duurzaam ondernemen’. De POM West-Vlaanderen heeft ook een Duurzaamheidsbarometer uitgewerkt voor de opvolging van de prestaties op het vlak van people, planet en profit. Deze opvolging gebeurt via een selectie van relevante prestatie-indicatoren. Zie: www.duurzaamisgewoondoen.eu.

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

Volledige provincie West-Vlaanderen

CONTACTGEGEVENS

Ilse Van Houtteghem (sociale economie) Eefje Hernalsteen (duurzaam ondernemen) Koning Leopold III-laan 66 8200 Sint-Andries/Brugge Tel. 050 40 31 66 ilse.van_houtteghem@west-vlaanderen.be eefje.hernalsteen@west-vlaanderen.be www.pomwvl.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD

3.10. Steunpunt handicap en arbeid

OMSCHRIJVING

Ondersteuning bieden aan de EAD-consulenten via • informatie op de website www.handicapenarbeid.be in de vorm van dossiers over handicap en arbeid. • de helpdesk via e-mail of telefoon waar men met allerlei vragen over handicap en arbeid terecht kan. • vormingen rond arbeidshandicap DVD “werkgevers overtuigen” te bekijken op de website voor consulenten om werkgevers te sensibiliseren. Deze is gratis ter beschikking voor consulenten in het EAD-beleid. Bijhouden van de laatste nieuwe wetgevingen omtrent handicap en tewerkstelling.

WAT IS UW VOORDEEL

• • •

Alle vragen rond handicap en arbeid kunnen worden gesteld aan deze dienst. Het steunpunt biedt regelmatige vormingen aan op eigen initiatief en op vraag van de doelgroep Informatie rond handicap en arbeid is te raadplegen op www.handicapenarbeid.be bij het venster Dossiers.

WELKE WERKGEVERS

Er is geen rechtstreeks contact met bedrijven of personen met een handicap. Het steunpunt werkt op vraag van volgende consulenten: • Jobconsulenten van Jobkanaal • Diversiteitsconsulenten van de VDAB • Projectontwikkelaars EAD en Leeftijd en Werk • Sectorconsulenten

WAAR AANVRAGEN?

Via mail naar brecht.provoost@handicapenarbeid.be Via telefoon: 0499 76 19 51 Via de website: www.handicapenarbeid.be

WIE KAN HELPEN

Brecht Provoost helpt je graag verder met je vraag. Het steunpunt handicap en arbeid kan beroep doen op een hele achterban van gebruikersorganisaties waaronder Gebruikersoverleg Handicap en Arbeid, JKVG-De Werkbank, VFG, Vlaams Patiëntenplatform, GRIP vzw,…

MEER INFORMATIE

Steunpunt Handicap en Arbeid Van Vaerenberghstraat 6 2600 Antwerpen-Berchem Tel. 03 609 54 49 - Fax 03 609 54 41 www.handicapenarbeid.be

April 2012


3. Andere partners in het kader van EAD: derden (private opleidingsverstrekkers & tewerkstellingsinitiatieven)

3.11. Vokans

Jobcoaching en Taalcoaching op de werkvloer Loopbaancoaching Outplacement HR-ondersteuning Beroepstechnische en attitudetrainingen Taalondersteuning (nalezen van documenten op begrijpbare taal; Nederlands op de werkvloer; …) Trajectbegeleiding

WELKE KANSENGROEPEN

• • • • •

Allochtonen 50-plussers Personen met een arbeidshandicap Ex-gedetineerden Laaggeschoolden (geen diploma Hoger Secundair Onderwijs)

AANBOD IN HET KADER VAN EAD

Technische trainingen: werkorganisatie (plannen en organiseren), schoonmaaktechnieken, textielzorg, rugsparend werken, veiligheid op werkvloer, PC-trainingen (Windows, Word, Excel, email, internet), ..

DOEL ORGANISATIE IN HET KADER VAN EAD

• • • • • •

Nederlands op de werkvloer Nalezen info- en onthaalbrochures op laaggeletterdheid en/of anderstaligen Attitudetrainingen arbeidsattitudes, deontologie en beroepshouding, klantgericht werken, communicatietraining, assertiviteit, omgaan met feedback en kritiek, omgaan met stress, .. HRM-dienstverlening: screening van werknemers, assessment, Jobcoaching van nieuwe werknemers, Train the coach, competentiemanagement, … Sinds 10/02/2010 is Vokans ook erkend als Bureau voor Outplacement

WERKGEBIED IN WESTVLAANDEREN

CONTACTGEGEVENS

Volledige provincie West-Vlaanderen

Greet Deconinck Kanunnik Dokter Louis Colenstraat 7 8400 Oostende 059 55 25 44 greet.deconinck@vokans.be www.vokans.be

April 2012


Deel 4 Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.1. Arbeidskaart A OMSCHRIJVING

De arbeidskaart A geeft toelating om te werken bij eender welke werkgever voor eender welk beroep, en is geldig voor onbepaalde duur. Zij kan worden verkregen na 4 jaar loondienst met een arbeidskaart B (of drie jaar indien de werknemer hier is met zijn gezin of indien er een overeenkomst inzake tewerkstelling met het herkomstland is). In de praktijk krijgen deze arbeidsmigranten na vier achtereenvolgende jaren gewerkt te hebben met een arbeidskaart B van de federale Dienst VreemdelingenZaken een verblijfsrecht van onbepaalde duur. Bijgevolg hebben ze dan geen arbeidskaart meer nodig. In 2007 werden bijgevolg nog maar 17 arbeidskaarten A toegekend.

WAT IS UW VOORDEEL

Als de werknemer in het bezit is van een arbeidskaart A heeft de werkgever geen arbeidsvergunning nodig.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Zie omschrijving

WAAR AANVRAGEN

Het is de werknemer die de arbeidskaart moet aanvragen. Deze aanvraag wordt rechtstreeks ingediend bij de diensten Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus in de provincie.

WIE KAN HELPEN

De Dienst Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus in je provincie of de centrale Dienst Arbeidsmigratie te Brussel.

MEER INFORMATIE

Dienst Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus Provincie West-Vlaanderen Baron Ruzettelaan 1 8310 Assebroek (Brugge) Tel: 050 55 93 30 / Fax: 050 55 93 39 E-mail: arbeidskaart.brugge@vlaanderen.be http://www.werk.be/wg/werknemers_buitenlandse_nationaliteit/

April 2011


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.2. Arbeidskaart B OMSCHRIJVING

De arbeidskaart B is de arbeidskaart voor arbeidsmigranten: mensen die naar België komen om er te werken. Ze is geldig gedurende maximaal 12 maanden (maar wel verlengbaar) voor één welbepaalde functie bij één welbepaalde werkgever. Behalve voor bepaalde uitzonderingscategorieën, moet de aanvraag worden ingediend terwijl de vreemdeling zich nog in het buitenland bevindt. In de dagelijkse praktijk zullen vooral volgende uitzonderingscategorieën vaak voorkomen: • De nieuwe EU-onderdanen uit Polen, Hongarije, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije en Roemenië die een knelpuntberoep komen uitoefenen. • Hooggeschoold personeel. • Leidinggevende functies. Niet alle vreemdelingen moeten over een arbeidskaart B beschikken. Van de vele uitzonderingen vermelden we er slechts enkele: • Erkende vluchtelingen • Onderdanen van de ‘oude’ EU-lidstaten (Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, het Groot Hertogdom Luxemburg, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Zweden) en de onderdanen van de EVA-landen: IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. • Bepaalde beroepscategorieën zoals journalisten of bedienaars van de eredienst. Wanneer een werkgever een vreemdeling met een arbeidskaart B in dienst wil nemen, moet hij ook een arbeidsvergunning (voor zichzelf) aanvragen, behalve wanneer de vreemde werknemer vrijgesteld is (zie hierboven) van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart of over een arbeidskaart A of C beschikt

WAT IS UW VOORDEEL

De arbeidskaart B geeft werkgevers de mogelijkheid om werknemers aan te werven die nog niet in België verblijven. Dat kan een troef zijn om knelpuntvacatures gemakkelijker in te vullen.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

In de regel wordt een arbeidskaart B maar toegekend wanneer aan vijf voorwaarden wordt voldaan, maar hierop bestaan tal van uitzonderingen: • Voorrang aan de bestaande arbeidsmarkt: tewerkstelling van een vreemdeling kan alleen wanneer het niet mogelijk is om binnen een redelijke termijn de vacature in te vullen met werknemers die al op onze arbeidsmarkt aanwezig zijn, eventueel na een opleiding (het ‘arbeidsmarktonderzoek’). Hierop zijn tal van uitzonderingen, zoals de nieuwe EU-onderdanen uit Polen, Hongarije, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije en Roemenië die een knelpuntberoep komen uitoefenen. • De werknemer moet zich nog in het buitenland bevinden. De werkgever vraagt de arbeidsvergunning en de arbeidskaart B aan; met de arbeidskaart kan de werknemer dan een visum aanvragen om naar België te komen. Ook hierop bestaan belangrijke uitzonderingen, zoals nieuwe EU-onderdanen in knelpuntberoepen.

April 2011


4.2 Alleen toegankelijk voor werknemers die onderdaan zijn van een land waarmee België een overeenkomst inzake tewerkstelling van vreemdelingen heeft afgesloten. Naast de EER-landen zijn dat onder andere Marokko, Turkije, Tunesië, Algerije, Kroatië, Slovenië, Macedonië; Bosnië-Herzegovina. Ook hierop bestaan uitzonderingen, onder andere voor alle categorieën van vreemdelingen die vrijgesteld zijn van arbeidsmarktonderzoek. • Tussen de werkgever en de kandidaat-werknemer moet een arbeidsovereenkomst gesloten zijn die aan een aantal voorwaarden voldoet. Onder de uitzonderingen, onder andere alle categorieën van vreemdelingen die vrijgesteld zijn van arbeidsmarktonderzoek. • De aanvraag om een arbeidsvergunning voor werknemers die voor de eerste maal in België zullen worden tewerkgesteld, moet een geneeskundig getuigschrift bevatten, dat verklaart dat 'niets erop wijst dat de werknemer wegens zijn gezondheidstoestand, in de nabije toekomst, arbeidsongeschikt zal worden'. Uitzonderingen: niet nodig bij een verlengingsaanvraag, noch voor werknemers die hier al minstens twee jaar wettig verblijven op het moment van de aanvraag, noch voor nieuwe EU-onderdanen in knelpuntberoepen en enkele andere categorieën. Het is steeds de werkgever die de aanvraag m.b.t. arbeidsvergunning moet indienen; deze aanvraag is automatisch ook een aanvraag m.b.t. een arbeidskaart B.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

WAAR AANVRAGEN

De werkgever moet het volledige aanvraagdossier indienen bij de diensten Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus in de provincie.

WIE KAN HELPEN

De Dienst Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus in je provincie of de centrale Dienst Arbeidsmigratie te Brussel.

MEER INFORMATIE

Dienst Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus Provincie West-Vlaanderen Baron Ruzettelaan 1 8310 Assebroek (Brugge) Tel: 050 55 93 30 / Fax: 050 55 93 39 E-mail: arbeidskaart.brugge@vlaanderen.be http://www.werk.be/wg/werknemers_buitenlandse_nationaliteit/

April 2011


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.3. Arbeidskaart C OMSCHRIJVING

Bepaalde categorieën van vreemdelingen die niet naar België zijn gekomen om te werken, en een onzeker en tijdelijk verblijfsstatuut hebben, komen toch in aanmerking om tijdens die periode te werken. Zij moeten dan een arbeidskaart C aanvragen. De belangrijkste categorieën die in aanmerking komen voor een arbeidskaart C zijn: • personen die tijdelijk geregulariseerd worden waarbij het verlengen van de verblijfstitel afhankelijk wordt gesteld van het vinden van werk. • Ontvankelijk verklaarde asielzoekers (dus met asielaanvraag ingediend voor 1 juni 2007, want sindsdien is de ontvankelijkheidsfase in de asielprocedure afgeschaft) • Studenten die hier wettig verblijven en onderwijs met volledig leerplan volgen,voor arbeidsprestaties van max 20u per week buiten de schoolvakanties • Personen die een tijdelijk verblijfsstatuut hebben gekregen ofwel in het kader van de procedure ‘samenwoonst duurzame relatie’ ofwel als slachtoffers van mensenhandel tijdens de gerechtelijke procedure. • Personen die om humanitaire redenen een tijdelijke subsidiaire beschermingsstatus hebben gekregen. Met een arbeidskaart C mag de werknemer werken bij om het even welke werkgever voor eender welk beroep.

WAT IS UW VOORDEEL

Als de werknemer in het bezit is van een arbeidskaart C heeft de werkgever geen arbeidsvergunning nodig.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

De arbeidskaart C is geldig voor maximaal 1 jaar maar kan worden vernieuwd indien men nog steeds in een verblijfsprocedure zit. De arbeidskaart verliest zijn geldigheid wanneer de (verblijfs)procedure definitief afloopt. Het is aan de werkgever om de verblijfsstatus van zijn werknemer te controleren.

WAAR AANVRAGEN

Het is de betrokken vreemdeling die de aanvraag moet indienen bij: de diensten Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus in de provincie.

WIE KAN HELPEN

De Dienst Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus in je provincie of de centrale Dienst Arbeidsmigratie te Brussel.

MEER INFORMATIE

Dienst Migratie en Arbeidsbemiddelingsbureaus Provincie West-Vlaanderen Baron Ruzettelaan 1 8310 Assebroek (Brugge) Tel: 050 55 93 30 / Fax: 050 55 93 39 E-mail: arbeidskaart.brugge@vlaanderen.be http://www.werk.be/wg/werknemers_buitenlandse_nationaliteit/

April 2011


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.4. Doelgroepvermindering jonge werknemers tot 29 jaar OMSCHRIJVING

Federale steunmaatregel die bestaat uit een vermindering van sociale bijdragen voor jonge werknemers tot 29 jaar met een laag loon om werkgevers aan te moedigen om jongeren in dienst te nemen en te houden.

WAT IS UW VOORDEEL

Forfaitaire vermindering van de patronale sociale zekerheidsbijdragen: • degressief • van kwartaal in dienst tot kwartaal voor 30 jaar • per kwartaal (voor onvolledige kwartalen en/of deeltijdse tewerkstellingen wordt het bedrag aangepast) Leeftijd 18 19 20 21 22 23

EUR 300 300 300 270 240 210

Leeftijd 24 25 26 27 28 29

EUR 180 150 120 90 60 30

Er zijn bijkomende voordelen voor werknemers jonger dan 19 jaar en werknemers jonger dan 26 jaar en laaggeschoold, erg laaggeschoold, laaggeschoold van buitenlandse afkomst of laaggeschoold met een handicap (zie fiche 4.5. Startbaan).

WELKE WERKGEVERS

Deze maatregel is van toepassing voor privé-bedrijven en vzw’s, niet voor openbare diensten en niet voor werkgevers van de social profit sector.

WELKE WERKZOEKENDEN

Het is niet vereist dat de werknemer waarvoor deze rsz-vermindering aangevraagd wordt werkzoekende was voor de aanwerving. Het voordeel kan ook aangevraagd worden voor werknemers die al in dienst zijn.

WELKE WERKNEMERS

De maatregel is van toepassing voor alle werknemers, zowel degenen die reeds in dienst zijn als degenen die nieuw worden aangeworven. Het maximum brutoloon per kwartaal mag echter niet hoger liggen dan 6030 euro per kwartaal. Voor hogere lonen is de maatregel niet van toepassing. Daarnaast is er ook een leeftijdsbeperking: • de voordelen kunnen ten vroegste starten op 1 januari van het jaar waarin de werknemer 19 jaar wordt; • ze eindigen ten laatste met het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin de jongere 30 jaar wordt. Er zijn geen andere beperkingen zoals bijvoorbeeld het maximum opleidingsniveau of de vorm van de arbeidsovereenkomst.

April 2012


4.4 SPECIFIEKE VOORWAARDEN

De werkgever moet voldoen aan de startbaanverplichting

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

De voordelen van deze maatregel zijn net als bij andere doelgroepenverminderingen cumuleerbaar met de structurele vermindering. In tegenstelling tot andere maatregelen zijn de voordelen van deze maatregel ook nog cumuleerbaar met de RSZ-voordelen toegekend aan jongeren die aangeworven worden met een startbaanovereenkomst.

WAAR AANVRAGEN?

De werkgever vermeldt bij de driemaandelijkse RSZ-aangifte dat hij/zij van het RSZvoordeel wenst gebruik te maken voor het betreffende kwartaal.

WIE KAN HELPEN?

uw regionaal VDAB-contactpersoon: Nancy Veys Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 17 nancy.veys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 11 1060 Brussel Tel. 02 509 31 11 - Fax 02 509 30 19 www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/nl/home.htm webmaster@onssrszlss.fgov.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.5. Doelgroepvermindering jonge werkzoekenden: startbaan OMSCHRIJVING

De startbaan wil jonge werkzoekenden een eerste of een nieuwe kans op de arbeidsmarkt bezorgen. Een onderneming die op 30 juni van het voorgaande jaar minstens 50 werknemers tewerkstelde heeft de verplichting om jongeren jonger dan 26 jaar aan te werven. Er bestaan 3 types startbaanovereenkomsten: Type 1: startbaanovereenkomst verbonden aan een gewone • arbeidsovereenkomst (minstens halftijdse arbeidsovereenkomst (onbepaalde duur of bepaalde duur). • Type 2: startbaanovereenkomst verbonden aan een minstens halftijdse arbeidsovereenkomst, in combinatie met een opleiding (enkel deze vastgelegd bij KB). • Type 3: startbaanovereenkomst verbonden aan een leerovereenkomst, een middenstandsovereenkomst, een stageovereenkomst in het kader van een middenstandsopleiding.

WAT IS UW VOORDEEL

De werkgever die een laaggeschoolde of erg laaggeschoolde jongere aanwerft in het kader van een startbaanovereenkomst heeft recht op een vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen tot het einde van het kwartaal waarin de jongere 26 jaar wordt en onder bepaalde voorwaarden ook op een geactiveerde wachtuitkering (= werkuitkering). •

WELKE WERKGEVERS

Laaggeschoold: iemand is laaggeschoold wanneer hij/zij geen diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs bezit (€1000 /kwartaal - 8 kwartalen, daarna €400/kwartaal) Erg laaggeschoold: iemand is erg laaggeschoold wanneer hij/zij hoogstens een getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs of van het deeltijds beroepssecundair onderwijs bezit of laaggeschoold en allochtoon of gehandicapt (€1000 /kwartaal - 16 kwartalen, daarna €400/kwartaal)

Alle werkgevers mogen onbeperkt jongeren met een startbaan tewerkstellen. Enkel werkgevers die op 30 juni van het voorgaande jaar minstens 50 werknemers in dienst hadden, moeten een verplicht aantal jongeren tewerkstellen (3% van het personeelsbestand in de privé-sector en 1,5% van het personeelsbestand in de publieke sector en in de private non-profitsector). Alle jongeren, ook deze die niet met een startbaanovereenkomst werken, mogen meegeteld worden. Allochtone en mindervalide jongeren tellen dubbel bij het nagaan van de startbaanverplichting.

WELKE WERKZOEKENDEN

Elke jongere van minder dan 26 jaar die ingeschreven is als werkzoekende (in gelijk welk land van de Europese Economische Ruimte + Zwitserland, ongeacht de nationaliteit), kan werken met een startbaanovereenkomst tot het einde van het kwartaal waarin hij/zij 26 jaar wordt. De jongere mag geen studies met een volledig leerplan meer volgen. Opgepast enkel RSZ-vermindering voor laag- of erg laaggeschoolde jongeren!

April 2012


4.5 WELKE WERKNEMERS

Nvt

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Nvt

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Nvt

WAAR AANVRAGEN?

De aanvraagprocedure bij de RSZ verloopt via de werkgever. zie ook rva.be – startbanen RVA attesteert door middel van de werkkaart (startbaankaart is opgenomen in de attestering met werkkaarten cfr. Activa)

WIE KAN HELPEN?

uw regionaal VDAB-contactpersoon: Nancy Veys Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 17 nancy.veys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 11 1060 Brussel Tel. 02 509 31 11 - Fax 02 509 30 19 www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/nl/home.htm webmaster@onssrszlss.fgov.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.6. Doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden: activa OMSCHRIJVING

Deze doelgroepvermindering voorziet een bijkomende lastenverlaging voor de aanwerving van langdurig werkzoekenden.

WAT IS UW VOORDEEL

Bij aanwerving van een langdurig niet-werkende werkzoekende kan de werkgever een vermindering van de werkgeversbijdragen genieten. Deze vermindering bedraagt 1000 EUR of 400 EUR per kwartaal voor een voltijdse tewerkstelling. Het bedrag en de duurtijd van de vermindering hangen af van: o de leeftijd van de werkzoekende en o de periode van niet-werkend werkzoekend zijn. Als deze werkzoekende op het ogenblik van de aanwerving daarenboven steun- of leefloongerechtigd is, kan de werkgever in bepaalde gevallen van de RVA of het OCMW een tussenkomst krijgen in het nettoloon voor een bedrag van maximum 500 EUR per maand voor een voltijdse tewerkstelling.

In 2010 en 2011 gold een regeling van versterkte activering van de uitkeringen voor bepaalde categorieën van werklozen die aangeworven werden in het kader van het activaplan. Deze maatregel is afgelopen op 31 december 2011. Er zijn dus met andere woorden geen nieuwe intreders meer mogelijk. Om de tewerkstelling van bepaalde werknemers die na hun tewerkstelling in het kader van het win-winplan terug werkloos zijn geworden te bevorderen, wordt er in een overgangsregeling voorzien. Teneinde de doorstroming naar de gewone Activaregeling te vergemakkelijken, wordt de periode gedurende dewelke men tewerkgesteld was via het win-winplan gelijkgesteld met een periode van inschrijving als niet werkend werkzoekende indien er maximaal drie maanden liggen, gerekend van datum tot datum, tussen het einde van de winwin-tewerkstelling en het moment van de aanvraag van de werkkaart. De werknemers die tewerkgesteld waren in het kader van het win-winplan zullen hierdoor sneller een beroep kunnen doen op het gewone activaplan als ze bij een nieuwe werkgever aan de slag gaan. Als de werknemer enkel aan de voorwaarden van activa kan voldoen door de periode van win-win gelijk te stellen “met een periode van inschrijving als niet werkend werkzoekende” wordt de maximale periode waarin de werkuitkering wordt toegekend verminderd worden met: • 18 kalendermaanden, indien de eerste winwin-tewerkstelling een aanvang heeft genomen in 2010; • 12 kalendermaanden, indien de eerste winwin-tewerkstelling een aanvang heeft genomen in 2011.

WELKE WERKGEVERS

Werkgevers uit de privé-sector, vzw's, lokale en regionale besturen, onderwijsinstellingen (niet voor aanwerving van onderwijzend of academisch personeel), overheidsbedrijven, openbare financiële instellingen, openbare vervoersmaatschappijen, interim-kantoren (zowel privé als afhankelijk van een openbare dienst). Let op: statutaire aanwervingen komen niet in aanmerking.

April 2012


4.6 WELKE WERKZOEKENDEN

Langdurig niet-werkende werkzoekenden, al dan niet steungerechtigd (hetzij werkloosheidsuitkering, hetzij leefloon). De werkgever neemt iemand in dienst met een geldige werkkaart of vraagt de werkkaart aan bij het werkloosheidsbureau van de verblijfplaats van de werknemer binnen de 30 dagen na indiensttreding.

WELKE WERKNEMERS

Nvt

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Om van de RSZ-vermindering en de werkuitkering te kunnen genieten moet de werknemer in het bezit zijn van een werkkaart. Deze kan aangevraagd worden door de werknemer bij het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA. De werkkaart blijft 6 maanden geldig en toont aan dat deze werknemer in aanmerking komt voor Activa. Beschikt de werknemer nog niet over een werkkaart, dan kan deze aangevraagd worden door de werkgever bij het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA (formulier C63 werkkaart) ten laatste binnen 30 dagen na de dag van indienstneming.

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Deze maatregel is cumuleerbaar met structurele verminderingen.

WAAR AANVRAGEN?

Bij het werkloosheidsbureau (RVA) van de verblijfplaats van de werknemer. Dit dient te gebeuren binnen de 30 dagen na indiensttreding. via www.rva.be (activa)

WIE KAN HELPEN?

uw regionaal VDAB-contactpersoon: Nancy Veys Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 17 nancy.veys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 11 1060 Brussel Tel. 02 509 31 11 - Fax 02 509 30 19 www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/nl/home.htm webmaster@onssrszlss.fgov.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.7. Doelgroepvermindering oudere werknemers: ≥50 en ≥57 jaar OMSCHRIJVING

Maatregel om de tewerkstelling van oudere werknemers aan te moedigen via het toekennen van een bijkomende lastenverlaging variërend naar leeftijd en afhankelijk van het referteloon.

WAT IS UW VOORDEEL

Bij voltijdse tewerkstelling recht op een RSZ-vermindering van : •

Refertekwartaalloon lager dan €12.000 o (leeftijd - 49) x €50 voor de werknemer die nog geen 57 jaar is o €400 + [(leeftijd - 57) x 50] voor de werknemer die 57 is (= cumul)

Refertekwartaalloon gelijk aan of groter dan €12.000 vanaf 57 jaar €400 Leeftijd 50 51 52 53 54 55 56 57

WELKE WERKGEVERS

• • •

WELKE WERKZOEKENDEN

Nvt

WELKE WERKNEMERS

• •

Voordeel 50+ 50 100 150 200 250 300 350 400

Leeftijd 58 59 60 61 62 63 64 65

Voordeel 50+ 450 500 550 600 650 700 750 800

Privébedrijven, inclusief gezins- en bejaardenhulp. Niet voor sociale maribelwerkgevers en beschutte en sociale werkplaatsen. De meeste overheidswerkgevers zijn uitgesloten

werknemers, die minstens 50 jaar oud zijn op de laatste dag van het kwartaal en een refertekwartaalloon hebben dat lager is dan €12.000 werknemers, die op de laatste dag van het kwartaal minstens 57 jaar zijn en een refertekwartaalloon hebben van €12.000 of meer

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Nvt

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

cumuleerbaar met tewerkstellingspremie 50+ en werkhervattingstoeslag werknemer niet cumuleerbaar met activa 45+ en andere RSZ-verminderingen

April 2012


4.7 WAAR AANVRAGEN?

De werkgever duidt in de driemaandelijkse aangifte van de RSZ naast de lijn van de betrokken werknemer aan dat hij of zij hiervoor van het voordeel van deze maatregel wenst te genieten.

WIE KAN HELPEN?

uw regionaal VDAB-contactpersoon: Nancy Veys Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 17 nancy.veys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 11 1060 Brussel Tel. 02 509 31 11 - Fax 02 509 30 19 www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/nl/home.htm webmaster@onssrszlss.fgov.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.8. Ervaringsbewijs OMSCHRIJVING

Dankzij het Ervaringsbewijs kunnen personen zinvolle, aan een beroep verbonden competenties, verzilveren. Al de competenties en ervaringen die iemand heeft verworven in een opleiding, op de werkvloer, doorheen alledaagse activiteiten, kunnen meegenomen worden om een ervaringsbewijs te behalen. Tijdens de begeleidingsfase stelt de kandidaat een talentenmap op. Dit is een soort portfolio, met alle werkervaringen, leerervaringen en levenservaring (inclusief eventuele bewijsstukken). Hulp van een begeleider is mogelijk. Daarna volgt een praktijkproef waarin iemand moet aantonen dat hij de competenties voor dat beroep onder de knie heeft. Daarna ontvangt men het ervaringsbewijs, of men krijgt een advies waarin wordt meegegeven welke competenties men reeds bezit en welke nog via een opleiding of verdere werkervaring ontwikkeld kunnen worden. Momenteel bestaat het ervaringsbewijs voor een 55-tal beroepen, maar deze lijst wordt steeds uitgebreid. Stand van zaken op www.ervaringsbewijs.be

Het ervaringsbewijs maakt competenties van mensen zichtbaar Aangezien de standaard, de meetlat waaraan mensen moeten voldoen tijdens de praktische proef, werd opgesteld door de sectorale sociale partners, kan men als werkgever zeker zijn dat wel degelijk alle competenties van een bepaald beroep mee werden opgenomen en getest.

WAT IS UW VOORDEEL

• •

WELKE WERKGEVERS

Werkgevers uit sectoren waarbij een ervaringsbewijs werd uitgewerkt voor een bepaald beroep kunnen hun werknemers informeren en stimuleren om hieraan deel te nemen. (Folders en affiches - algemeen en per beroep - kunnen worden aangevraagd bij het Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie of via de website)

WELKE WERKZOEKENDEN

Alle werkzoekenden met specifieke ervaring binnen een bepaald beroep.

WELKE WERKNEMERS

Alle werknemers met specifieke ervaring binnen een bepaald beroep.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Niet van toepassing

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Geen impact op andere maatregelen.

April 2012


4.8 WAAR AANVRAGEN

Contacteer het desbetreffende testcentrum via www.ervaringsbewijs.be

WIE KAN HELPEN

• • •

MEER INFORMATIE

Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie Ervaringsbewijs Koning Albert II-laan 35 bus 21 1000 Brussel Tel. 02 553 40 50 - Fax 02 553 44 22 ervaringsbewijs@vlaanderen.be www.ervaringsbewijs.be

Het desbetreffende testcentrum www.ervaringsbewijs.be Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.9. ESF Europees Sociaal Fonds

OMSCHRIJVING

Het Europees Sociaal Fonds wordt beschouwd als de belangrijkste Europese financiële ondersteuning van de inspanningen die de lidstaten leveren in het nastreven van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren zoals mee bepaald in de Lissabonstrategie. Het ESF ondersteunt scholingsmaatregelen en werkgelegenheidsregelingen en bevordert sociale integratie en inpassing in het arbeidsproces van werklozen en achterstandsgroepen. Het Europees Sociaal Fonds programma Vlaanderen (Doelstelling 2, 2007-2013) beoogt door competentieontwikkeling en begeleiding in een transitionele arbeidsmarkt, aangepaste maatwerkbenadering van kwetsbare groepen en een mensgericht ondernemersklimaat te komen tot een hogere, kwalitatieve en meer diverse werkzaamheid. • Toepassingsgebied: heel Vlaanderen Financiering: 468 miljoen euro • Het structuurfonds ESF vormt een aanvulling op nationale of private financieringen bij de uitvoering met een steunpercentage: van ongeveer 38% tot max. 60%, afhankelijk van de prioriteit.

ACTIVITEITEN MBT EVENREDIGE ARBEIDSDEELNAME & DIVERSITEIT

Prioriteiten: •

• •

MEER INFORMATIE

Talenten activering en duurzame integratie op de arbeidsmarkt o transities van school naar werk versoepelen o transities van inactiviteit/werkloosheid naar werk versoepelen o transities tussen beroepen en functie en van werk naar werk vereenvoudigen Bevorderen van sociale inclusie van kansengroepen via maatgericht werken o werkervaring o aangepaste trajecten voor kansengroepen o werken aan doorgroei en doorstroom in de sociale economie Ondernemings- en organisatiecultuur focussen op mens en maatschappij o strategisch HR- en competentiebeleid in ondernemingen o aangepaste arbeidsorganisatie o maatschappelijk verantwoord ondernemen o organisatiebekwaamheid en samenwerking Innovatie Transnationale en interregionale samenwerking

Het ESF-Agentschap kreeg de opdracht van de Vlaamse Regering toegewezen om het ESF-programma in Vlaanderen en de aanverwante programma’s te beheren en is een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA). ESF-Agentschap Gasthuisstraat 31 1000 Brussel Tel. 02 546 22 11 - Fax 02 546 22 40 Contactpersoon: annemie.roets@esf.vlaanderen.be www.esf-agentschap.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.10. GIBO Gespecialiseerde Individuele beroepsopleiding in de onderneming

OMSCHRIJVING

Een GIBO of Gespecialiseerde Individuele Beroepsopleiding is een variant op de klassieke individuele beroepsopleiding (IBO) en is bedoeld voor personen met een arbeidshandicap. Via de GIBO leidt u een werkzoekende met een arbeidshandicap op binnen uw bedrijf. Een GIBO kan maximaal 52 weken duren.

WAT IS UW VOORDEEL

Tijdens de opleiding betaalt u geen loon, RSZ, patronale bijdragen, eindejaarspremie en vakantiegeld. U betaalt slechts een verzekering tegen arbeidsongevallen en een tussenkomst in de verplaatsingskosten. U betaalt dus geen productiviteitspremie zoals bij de IBO).

WELKE WERKGEVERS

• • •

Alle werkgevers uit de private en openbare sector (ondernemingen, vzw's of administratieve overheid) Exploitatiezetel gevestigd in het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgesloten: rechterlijke macht (rechtbanken, Hof van Cassatie, Hoge Raad voor de Justitie, Hoven van Beroep) en wetgevende macht (Kamer van Volksvertegenwoordigers, Senaat, Vlaams Parlement, Raad van State, Provincieraad, Gemeenteraad). Zo kan de gemeenteraad zelf geen IBO krijgen; de gemeentelijke diensten, ocmw’s en intercommunales kunnen dit wel.

WELKE WERKZOEKENDEN

Een GIBO kan uitsluitend voor niet-werkende werkzoekenden met een arbeidshandicap die in begeleiding zijn bij een gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst (GOB).

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

• • •

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

De beslissing over het toestaan van de IBO, de duurtijd (maximaal 52 weken voor een GIBO) en eventuele stopzetting ligt bij de VDAB en gebeurt in overleg met alle partijen. De onderneming zorgt voor een opleidingsplan en voor de Dimona-aangifte. De VDAB-consulent volgt het verloop van de opleiding op. De opleiding moet gevolgd worden door een aanwerving met een contract van onbepaalde duur. De cursist mag nog niet in het bedrijf gewerkt hebben met uitzondering van een interimcontract van maximum 14 kalenderdagen.

Bij indienstneming na de opleiding kunt u nagaan of de cursist in aanmerking komt voor een tewerkstellingsmaatregel die u financiële voordelen biedt.

April 2012


4.10 WAAR AANVRAGEN?

via www.vdab.be/gibo Het GOB regelt de aanvraag van de GIBO.

WIE KAN HELPEN?

• •

de VDAB-servicelijn op het nummer 0800 30 700. uw regionaal VDAB-contactpersoon:

regio Kortrijk-Roeselare Martine Krikilion Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 27 74 39 martine.krikilion@vdab.be regio Brugge Monika Geldhof Koning Albert I-laan 1.2. 8200 Sint-Kruis 050/44 04 43 monika.geldhof@vdab.be regio Oostende-Ieper Rita Serruys Esplanade 6 8900 Ieper 057/22 65 19 rita.serruys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Tel. 0800 30 700 www.vdab.be/ibo.

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.11. Herscholing en bijscholing arbeidsongeschikte werknemer OMSCHRIJVING

Indien een arbeidsongeschikte werknemer geen activiteit meer kan verrichten binnen zijn referentieberoepen kan hij zich herscholen met behoud van uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid. Een bijscholing of opfrissing van een eerder uitgeoefend referentieberoep komt in sommige gevallen ook in aanmerking. De ziekteverzekering neemt de kosten van de herscholing of bijscholing (inschrijvingskosten, materiaalkosten, verplaatsingskosten,…) ten laste. Eventueel is een voorafgaand beroepsoriënterend onderzoek mogelijk.

VOORWAARDEN

De Hoge Commissie van de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit beslist (op voorstel van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds) of de werknemer in aanmerking komt. Hierbij wordt rekening gehouden met volgende criteria: • De werknemer is omwille van medische redenen definitief ongeschikt voor het uitoefenen van één van zijn referentieberoepen. • De herscholing naar het nieuwe beroep of een bijscholing voor één van zijn referentieberoepen moet verenigbaar zijn met zijn algemene en medische toestand en met zijn intellectuele en fysieke mogelijkheden. • De werknemer is in staat en gemotiveerd om een opleiding te volgen, die een reële kans op re-integratie op de arbeidsmarkt biedt.

VOORDELEN WERKNEMERS

De werknemer vergroot zijn kansen op een nieuwe job bij de eigen of een nieuwe werkgever. De kosten van de herscholing of bijscholing (inschrijvingskosten, materiaalkosten, verplaastsingskosten,…) met eventuele bedrijfsstages vallen ten laste van de ziekteverzekering of de VDAB. De werknemer behoudt de uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid gedurende het volledige opleidingstraject indien erkend door het RIZIV, tot maximaal 6 maanden na de herscholing of bijscholing. De werknemer ontvangt een vergoeding per effectief gevolgd lesuur en een forfaitaire vergoeding bij het succesvol doorlopen van de opleiding.

April 2012


4.11 VOORDELEN WERKGEVER

De werkgever hoeft de kosten voor de herscholing en soms ook de bijscholing van de werknemer niet te dragen. De werkgever, die een stageplaats aanbiedt aan de werknemer in herscholing of bijscholing, beschikt over een ruime proefperiode om de motivatie en de vaardigheden van de werknemer te evalueren.

MEER INFORMATIE?

Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) Bestuursdirectie van de herscholing (en van de revalidatie) Tervurenlaan, 168 (4de verdieping) 1150 Brussel Tel :02/739.73.75 http://www.riziv.fgov.be bib@riziv.be Landsbond der Christelijke Mutualiteiten Tel: 02/246.41.11 http://www.cm.be landsbond@cm.be Landsbond van de Liberale Mutualiteiten Tel: 02/542.86.00 http://www.mut400.be info@mut400.be Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen Tel: 02/778.92.11 http://www.mloz.be/ info@mloz.be Nationaal verbond van Socialistische Mutualiteiten Tel: 02/515.02.11 http://www.socmut.be info@socmut.be Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen Tel : 02/538.83.00 http://www.neutrale-ziekenfondsen.be info@neutrale-ziekenfondsen.be Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Tel: 02/229.35.00 http://www.caami-hziv.fgov.be info@caami-hziv.fgov. Fonds voor beroepsziekte Tel. 02 22 66 211 http://www.fmp-fbz.fgov.be Bron: DM@Work http://www.disability-management.be/downloads/ ( “Disability Management in de Belgische ondernemingen�)

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.12. IBO Individuele beroepsopleiding in de onderneming

OMSCHRIJVING

Via de Individuele Beroepsopleiding van de VDAB leidt u een werkzoekende op in uw onderneming. Tijdens de opleiding betaalt u geen loon, geen RSZ, enkel een vergoeding en verplaatsingsonkosten. Na de opleiding wordt de cursist tewerkgesteld in de onderneming.

WAT IS UW VOORDEEL

Zolang de opleiding loopt betaalt u geen loon, RSZ, patronale bijdragen, eindejaarspremie en vakantiegeld. U betaalt slechts een verzekering tegen arbeidsongevallen, een tussenkomst in de verplaatsingskosten en een productiviteitspremie. Deze premie wordt berekend als het verschil tussen het normale loon voor het aan te leren beroep en de gemiddelde werkloosheidsuitkering. Gemiddeld betaalt u voor IBO ongeveer een derde van de gebruikelijke loonkost. Dit wordt u maandelijks gefactureerd door de VDAB. Wenst u zelf na te gaan wat voor uw bedrijf de kostprijs zou kunnen zijn, surf dan naar www.vdab.be. Onder de flap “opleidingen”, “leren op maat” en “IBO” (of via www.vdab.be/ibo) kunt u zelf een simulatieberekening maken. Kosteloze opleiding “Nederlands op de werkvloer” onder begeleiding van een VDABinstructeur is mogelijk

WELKE WERKGEVERS

• • •

WELKE WERKZOEKENDEN

Alle werkgevers uit de private en openbare sector (ondernemingen, vzw's of administratieve overheid) Exploitatiezetel gevestigd in het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgesloten: rechterlijke macht (rechtbanken, Hof van Cassatie, Hoge Raad voor de Justitie, Hoven van Beroep) en wetgevende macht (Kamer van Volksvertegenwoordigers, Senaat, Vlaams Parlement, Raad van State, Provincieraad, Gemeenteraad). Zo kan de gemeenteraad zelf geen IBO krijgen; de gemeentelijke diensten, ocmw’s en intercommunales kunnen dit wel.

Alle niet-werkende werkzoekenden ingeschreven bij VDAB, inclusief • uitkeringsgerechtigde werklozen; • niet-uitkeringsgerechtigde werklozen; • leefloongerechtigden; • schoolverlaters; • deeltijds leerplichtigen (op voorwaarde dat de IBO maximum 3 voltijdse dagen per week doorgaat, aangezien een deeltijds leerplichtige nog 2 dagen leerplicht heeft); • vreemdelingen (als in het bezit van een geldige verblijfsvergunning en arbeidskaart C); • deeltijdse werknemers (maximum halftijds tewerkgesteld). • Uitgesloten: werkzoekenden die zelf ontslag namen bij hun vorige werkgever

April 2012


4.12 WELKE WERKNEMERS

Nvt

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

• • •

De beslissing over het toestaan van de IBO, de duurtijd (normaal minimum 1 maand en maximum 6 maand) en eventuele stopzetting ligt bij de VDAB en gebeurt in overleg met alle partijen. De onderneming zorgt voor een opleidingsplan en voor de Dimona-aangifte. De VDAB-consulent volgt het verloop van de opleiding op. De opleiding moet gevolgd worden door een aanwerving met een contract van onbepaalde duur. De cursist mag nog niet in het bedrijf gewerkt hebben met uitzondering van een interimcontract van maximum 14 kalenderdagen.

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Bij indienstneming na de opleiding kunt u nagaan of de cursist in aanmerking komt voor een tewerkstellingsmaatregel die u financiële voordelen biedt.

WAAR AANVRAGEN?

via www.vdab.be/ibo

WIE KAN HELPEN?

• •

de VDAB-servicelijn op het nummer 0800 30 700. uw regionaal VDAB-contactpersoon:

regio Kortrijk-Roeselare Martine Krikilion Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 27 74 39 martine.krikilion@vdab.be regio Brugge Monika Geldhof Koning Albert I-laan 1.2. 8200 Sint-Kruis 050/44 04 43 monika.geldhof@vdab.be regio Oostende-Ieper Rita Serruys Esplanade 6 8900 Ieper 057/22 65 19 rita.serruys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Tel. 0800 30 700 www.vdab.be/ibo.

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.13. IBO-interim Individuele beroepsopleiding in de onderneming - interim

OMSCHRIJVING

Een IBO-interim is een variant op de klassieke individuele beroepsopleiding (IBO) en is bedoeld voor de kansengroepen. Een IBO-interim omvat (maximum) 8 weken uitzendarbeid gevolgd door een IBO bij dezelfde werkgever.

WAT IS UW VOORDEEL

Als interimkantoor krijgt u kandidaten uit de kansengroepen sneller geplaatst én biedt u uw klant-werkgever de mogelijkheid om een kandidaat onder gunstige voorwaarden op te leiden op de werkvloer.

WELKE WERKGEVERS

• • •

WELKE WERKZOEKENDEN

Alle werkgevers uit de private en openbare sector (ondernemingen, vzw's of administratieve overheid) Exploitatiezetel gevestigd in het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgesloten: rechterlijke macht (rechtbanken, Hof van Cassatie, Hoge Raad voor de Justitie, Hoven van Beroep) en wetgevende macht (Kamer van Volksvertegenwoordigers, Senaat, Vlaams Parlement, Raad van State, Provincieraad, Gemeenteraad). Zo kan de gemeenteraad zelf geen IBO krijgen; de gemeentelijke diensten, ocmw’s en intercommunales kunnen dit wel.

IBO-Interim kan uitsluitend voor de volgende doelgroep werkzoekenden: o personen ouder dan 50 jaar, o personen met een arbeidshandicap, o personen van allochtone afkomst.

met uitzondering van: o kandidaten uit de doelgroepen die, in de 3 maanden voorafgaand aan de IBO-Interim, meer dan 14 werkdagen uitzendarbeid verricht hebben, en dit voor dezelfde werkgever en in dezelfde functie als de IBO-Interim. o Sommige werkzoekenden die trajectbegeleiding volgen bij een partner van VDAB (=getenderde werkzoekenden).

WELKE WERKNEMERS

Nvt

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Leden van Federgon vullen het formulier 'Aanmelding voor IBO-interim' in dat te vinden is op extranet van Federgon en sturen het ingevulde formulier naar VDAB, Yannick decocqueau des Mottes, Keizerslaan 11, 1000 Brussel De lokale VDAB-contactpersoon contacteert het uitzendkantoor voor verdere afspraken over de te volgen procedures en de registratie.

April 2012


4.13 COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Bij indienstneming na de opleiding kan uw klant-werkgever nagaan of de cursist in aanmerking komt voor een tewerkstellingsmaatregel die u financiële voordelen biedt.

WAAR AANVRAGEN?

• •

www.federgon.be www.vdab.be/ibo

WIE KAN HELPEN?

• •

de VDAB-servicelijn op het nummer 0800 30 700. uw regionaal VDAB-contactpersoon:

regio Kortrijk-Roeselare Martine Krikilion Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 27 74 39 martine.krikilion@vdab.be regio Brugge Monika Geldhof Koning Albert I-laan 1.2. 8200 Sint-Kruis 050/44 04 43 monika.geldhof@vdab.be regio Oostende-Ieper Rita Serruys Esplanade 6 8900 Ieper 057/22 65 19 rita.serruys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Tel. 0800 30 700 www.vdab.be/ibo.

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.14. Instapopleiding OMSCHRIJVING

Een instapopleiding is een tewerkstellingsmaatregel die het aanwerven van een minder ervaren werkloze aantrekkelijk maakt. Hij is bedoeld voor kortgeschoolde werklozen die een beroepsopleiding of studie bedrijfsgericht willen afwerken. Een instapopleiding start binnen de 4 maanden na het einde van de beroepsopleiding of studie en duurt 2 maanden. .

WAT IS UW VOORDEEL

Een instapopleiding is zowel voordelig voor de werkgever als voor de werkzoekende, die de opleiding volgt. Voor de werkzoekende is het een extra sollicitatietroef en na de instapopleiding krijg hij een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. De werkgever betaalt tijdens de instapopleiding geen RSZ of loon, enkel een productiviteitsvergoeding. Hij betaalt wel de verplaatsingskosten van de cursist en verzekert hem tegen arbeidsongevallen.

WELKE WERKGEVERS

• • •

WELKE WERKZOEKENDEN

Alle werkgevers uit de private en openbare sector (ondernemingen, vzw's of administratieve overheid) Exploitatiezetel gevestigd in het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgesloten: rechterlijke macht (rechtbanken, Hof van Cassatie, Hoge Raad voor de Justitie, Hoven van Beroep) en wetgevende macht (Kamer van Volksvertegenwoordigers, Senaat, Vlaams Parlement, Raad van State, Provincieraad, Gemeenteraad). Zo kan de gemeenteraad zelf geen IBO krijgen; de gemeentelijke diensten, ocmw’s en intercommunales kunnen dit wel.

Om als werkzoekende in aanmerking te komen voor een instapopleiding moet je als niet-werkende werkzoekende ingeschreven zijn bij VDAB. Bovendien moet je : • een beroepsopleiding, georganiseerd of erkend door VDAB, van minstens 400 uur gevolgd hebben binnen een periode van 9 maanden, of • ingeschreven zijn bij VDAB als schoolverlater en maximaal een diploma of studiebewijs hebben van: o eerste graad algemeen secundair onderwijs, o derde graad technisch of kunstsecundair onderwijs, o vierde graad beroepsonderwijs, o middenstandsopleiding, o deeltijds beroepssecundair onderwijs, o alternerend beroepsonderwijs, o buitengewoon secundair onderwijs. Verder moet de instapopleiding starten: • binnen de 4 maanden na het einde van de beroepsopleiding, of • binnen de 4 maanden na je inschrijving als werkzoekende als je schoolverlater bent.

WELKE WERKNEMERS

Nvt

April 2012


4.14 SPECIFIEKE VOORWAARDEN

De overeenkomst moet schriftelijk vastgelegd worden. Er is geen opleidingsprogramma vereist. De instapopleiding wordt gevolgd door een contract van onbepaalde duur.

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Bij indienstneming na de opleiding kan uw klant-werkgever nagaan of de cursist in aanmerking komt voor een tewerkstellingsmaatregel die u financiële voordelen biedt.

WAAR AANVRAGEN?

www.vdab.be/ibo

WIE KAN HELPEN?

• •

de VDAB-servicelijn op het nummer 0800 30 700. uw regionaal VDAB-contactpersoon:

regio Kortrijk-Roeselare Martine Krikilion Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 27 74 39 martine.krikilion@vdab.be regio Brugge Monika Geldhof Koning Albert I-laan 1.2. 8200 Sint-Kruis 050/44 04 43 monika.geldhof@vdab.be regio Oostende-Ieper Rita Serruys Esplanade 6 8900 Ieper 057/22 65 19 rita.serruys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Tel. 0800 30 700 www.vdab.be/ibo.

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.15. KMO-portefeuille OMSCHRIJVING

De KMO-portefeuille (voorheen: BEA, Budget Economisch advies) is een subsidiemaatregel gericht naar kleine en middelgrote ondernemingen gericht op het verbeteren van het huidig of toekomstig bedrijfsfunctioneren door het inhuren van • Opleiding • Advies over ondernemen (communicatieplan, marketingstudie, SWOT analyse) • Technologieverkenning • Advies over internationaal ondernemen • Strategisch advies

WAT IS UW VOORDEEL Steun% Steunplafond per pijler Maximum per periode periode

WELKE WERKGEVERS

• • • • • •

Opleiding

Advies

Technologieverkenning

Internationaal ondernemen

Strategisch advies

50% €2500

50% €2500

75% €10000

50% €5000

50% €25000

€15000

€25000 1 jaar

KMO’s en vrije beroepen (<250WN’s en <€50 miljoen omzet of <€43 miljoen omzet) Gevestigd zijn in het Vlaams gewest Onderneming uit de privé sector (participatie administratieve overheid <25%) Aanvaardbare activiteit (nacecode lijst) Voldoen aan de regelgeving van toepassing in het Vlaams gewest Vzw’s zijn uitgesloten (tenzij als dienstverlener)

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

De dienstverlening moet worden aangeboden door een erkende partner. De lijst van de erkende partners vind je op www.kmo-portefeuille.be

WAAR AANVRAGEN

De aanvraag, verwerking en toekenning van de subsidie gebeurt via een elektronische ondernemersportefeuille op www.kmo-portefeuille.be De subsidieaanvraag kan worden ingediend tot 14 kalenderdagen na de start van de prestaties

MEER INFORMATIE

Vlaamse Overheid Agentschap Economie Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid - cel KMO-portefeuille Ellipsgebouw - 14e verd. Koning Albert II-laan 35 bus 12 1030 BRUSSEL Telefoon: Bel gratis 1700 Fax: 02/553 37 88

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.16. Loopbaanbegeleiding OMSCHRIJVING

Loopbaanbegeleiding ondersteunt zowel de werkgever als de werknemer in de realisatie van de veranderingsprocessen. Niet zozeer de veranderings-processen worden aangepakt, wel de impact die deze hebben op het functioneren van beide partijen. Het bedrijf wil voortgang, de werknemer wil zijn plaats in de organisatie op een zinvolle manier kunnen waarmaken. Deze twee invalshoeken met elkaar verzoenen is de taak van de loopbaanbegeleider. Uiteraard is dit een service op maat van het bedrijf In volgende gevallen is loopbaanbegeleiding in uw bedrijf zinvol: • u richt een nieuwe afdeling op; • u herstructureert bestaande afdelingen; • u hebt medewerkers die willen doorgroeien binnen het bedrijf; • u hebt medewerkers die zich in hun job verder willen ontwikkelen; • u wilt een degelijk uitgebouwd opleidingsplan uitwerken voor uw medewerkers, afgestemd op uw bedrijfsdoelstellingen; … Volgende punten maken geen deel uit van loopbaanbegeleiding: • outplacement; • afslankingsmaatregelen die gepaard gaand met een sociaal plan; • wervings- en selectieactiviteiten; • technische screenings; • opleiding

WAT IS UW VOORDEEL

U kunt uw personeelsbeleid optimaliseren, rekening houdend met de competenties en de verruimde inzetbaarheid van uw medewerkers. Uw medewerkers voelen zich door u gesteund in hun ontwikkeling. Dat versterkt hun motivatie en de band met uw bedrijf. Het ziekteverzuim vermindert. Op termijn bespaart het u de kost om nieuwe krachten – die minder goed voorbereid zijn op het werk – aan te trekken. Medewerkers komen te weten wie ze zijn, wat ze te bieden hebben en wat ze willen bereiken. Hun inzetbaarheid vergroot. Dit laat u toe jobrotaties of promoties beter voor te bereiden. Uw medewerkers ontdekken zelf welke opleidingen ze nog nodig hebben. Opleidingsinspanningen die passen in het verwachtingspatroon van uw medewerkers en afgestemd zijn op uw bedrijfsdoelstellingen, zijn het meest rendabel.

WELKE WERKGEVERS

Alle

WELKE WERKNEMERS

Alle

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Nvt

April 2012


4.16 COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Geen impact op andere maatregelen

WAAR AANVRAGEN?

Er zijn meerdere aanbieders: Informatie is te vinden op www.federgon.be (recruitment search & selection, ledenlijst-zoekmotor). De individuele werknemer die zelf initiatief wenst te nemen kan meer info krijgen op www.vdab.be/carriere en www.mijnloopbaanbegeleiding.be

MEER INFORMATIE?

Individuele werknemer: www.vdab.be; http://vdab.be/loopbaanbegeleiding/WestVlaanderen.shtml Werkgever: www.federgon.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.17. NODW – NODO Nederlands op de werkvloer / opleidingsvloer

OMSCHRIJVING

Bij een opleiding Nederlands op de werkvloer (NODW) leren werknemers Nederlands terwijl ze aan het werk zijn in uw bedrijf. Concreet komt het erop neer dat uw werknemers persoonlijk worden begeleid tijdens de werkuren. Als het om meerdere werknemers gaat, kunnen zij ook in groep begeleid worden. De opleiding is kort maar intensief en specifiek gericht op het taalgebruik van de werkvloer. Indien uw werknemer een Individuele Beroepsopleiding (IBO) krijgt in uw bedrijf, spreken we van IBO met taalondersteuning en wordt de technische opleiding gecombineerd met een taalopleiding. Als binnen de IBO enkel maar het Nederlands dient te worden verbeterd ( en dus geen technische opleiding nodig is ) spreken we van een taal-IBO. De prijs bedraagt 75 euro per gegeven lesuur, ongeacht hoeveel personen er deelnemen. Ben je een kmo, dan geeft VDAB je korting op de opleiding Nederlands op de werkvloer. IBO met taalondersteuning / taal-IBO wordt gratis aangeboden door VDAB.

De duur van de opleiding is afhankelijk van de doelstellingen, maar het aangewezen minimum is 20 uur voor individuele lessen en 40 uur voor groepslessen. WAT IS UW VOORDEEL

Een cursus Nederlands op de werkvloer draagt ertoe bij dat werknemers met hun collega’s kunnen communiceren. Ze kunnen zelfstandiger functioneren en informatie verwerken. Op lange termijn betekent dit voor uw bedrijf een grotere efficiëntie en minder verloop. In een opleiding Nederlands op de werkvloer komt uitgesproken vaktechnische taal aan bod. Hierin schuilt het fundamentele verschil met bedrijfsexterne, algemene lessen Nederlands. De taalopleiding is volledig afgestemd op de situatie binnen uw bedrijf. De lesgever werkt in uw bedrijf met documenten en formulieren van de werkvloer. Mogelijke tussenkomsten in de kostprijs: Uw sectorieel opleidingsfonds kan in bepaalde gevallen tussenkomen in de kosten en VDAB heeft ook raamakkoorden met sommige sectoren. Korting voor Kmo’s: Heb je minder dan 10 werknemers, dan betaal je 50% minder. Heb je tussen 10 en 25 werknemers, dan betaal je 25% minder. Bovendien kan je als kmo in aanmerking komen voor een subsidiemaatregel: de kmo-portefeuille. Nederlands op de werkvloer is een erkende opleiding voor betaald educatief verlof (nummer N-1039-01).

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Een opleiding Nederlands op de werkvloer kan pas slagen met de steun van iedereen in uw bedrijf. Bijgevolg is de betrokkenheid van alle collega’s van cruciaal belang. Waar nodig betrekt de lesgever de Nederlandstalige collega’s bij de opleidingsactiviteit. Een begeleidingsgroep volgt het ganse proces op en evalueert de vorderingen.

April 2012


4.17 WIE KAN HELPEN?

uw regionaal VDAB-contactpersoon: Henk Vandenbroucke Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 87 henk.vandenbroucke@vdab.be de VDAB-servicelijn op het nummer 0800 30 700

MEER INFORMATIE?

www.vdab.be/opleidingen

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.18. Overstappremie OMSCHRIJVING

Vanaf 1 mei 2010 kunnen oudere werknemers een tijdelijke premie krijgen indien ze op eigen verzoek bij dezelfde werkgever over stappen van zware arbeid naar een minder belastende job, én zij hierdoor inkomensverlies lijden.

VOORWAARDEN

Deze maatregel is van toepassing indien gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan: • de overstap vindt plaats na 30 april 2010; • de overstap gebeurt bij dezelfde werkgever; • de overstap heeft inkomensverlies tot gevolg; • op datum van de overstap is de werknemer ten minste 50 jaar oud; • op datum van de overstap verricht de werknemer ten minste 5 jaar zwaar werk. Ook indien de werkgever een vzw is kan men van deze steun genieten.

WAT IS UW VOORDEEL

Een werknemer kan de overstappremie slechts één keer in zijn loopbaan verkrijgen. Het bedrag van de overstappremie en de periode • werknemers vanaf 50 jaar krijgen een maandelijkse premie van €76,51 voor een periode van 12 maanden; • werknemers vanaf 55 jaar krijgen een maandelijkse premie van €102 voor een periode van 24 maanden; • werknemers vanaf 58 jaar krijgen een maandelijkse premie van €127,5 voor een periode van 24 maanden.

WAAR AANVRAGEN

De werknemer moet een aanvraag indienen met een formulier C131.9 bij een uitbetalingsinstelling naar keuze (hetzij de HVW, hetzij de uitbetalingsinstelling van een vakbond: het ACV, het ABVV of de ACLVB). De aanvraag dient ingevuld te worden door de werknemer en de werkgever. De uitbetalingsinstelling stuurt de aanvraag door naar de RVA, die de premie toekent. De aanvraag moet bij de RVA aankomen uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de overstap plaats vindt. De uitbetaling van de overstappremie gebeurt door de uitbetalingsinstellingen

MEER INFORMATIE

Voor meer informatie kunt u terecht bij het gewestelijk werkloosheidsbureau van de RVA van uw woonplaats. De coördinaten van deze bureaus kan u bekomen bij het Hoofdbestuur, gevestigd te: RVA Keizerslaan 7 1000 Brussel Tel. 02 515 41 11 Fax 02 514 11 06 www.rva.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.19. Progressieve Tewerkstelling OMSCHRIJVING

De maatregel ‘progressieve tewerkstelling’ biedt de mogelijkheid om na een periode van volledige arbeidsongeschiktheid het werk geleidelijk aan te hervatten. Een arbeidsongeschikte werknemer kan het werk gedeeltelijk (enkele uren per dag of enkele dagen per week) hervatten. De werknemer behoudt, naast het loon van de werkgever voor de gepresteerde arbeid, het recht op een zekere uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid van het ziekenfonds. De progressieve werkhervatting gebeurt met het oog op een volledige terugkeer van de arbeidsongeschikte werknemer.

WAT IS UW VOORDEEL

De werknemer blijft met zijn specifieke ervaring en competenties in het bedrijf De overgang van ongeschiktheid naar geschiktheid loopt geleidelijk voor de werknemer De werknemer blijft in contact met de werkgever, het bedrijf en de collega’s De werknemer blijft erkend als arbeidsongeschikt, waardoor bij herval de werkgever geen gewaarborgd loon dient uit te betalen Het inkomen van de werknemer die het werk progressief hervat, is altijd hoger dan bij volledige arbeidsongeschiktheid

WELKE WERKGEVERS

Deze maatregel geldt voor alle werknemers in de privésector en voor werknemers die contractueel tewerkgesteld worden bij een overheid (ambtenaren hebben eigen regelgeving)

WELKE WERKZOEKENDEN

Progressieve hertewerkstelling kan ook toegepast worden bij tewerkstelling bij een nieuwe werkgever.

WELKE WERKNEMERS

• • •

De werknemer moet eerst volledig arbeidsongeschikt erkend zijn (met volledig stopzetten van de activiteiten) (tenminste 1 dag) De werknemer moet meer dan 50% arbeidsongeschikt zijn vanuit medisch oogpunt (beoordeling door adviserend geneesheer). De activiteit van progressieve tewerkstelling moet verenigbaar zijn met de gezondheidstoestand van de betrokkenen.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Belangrijk : Akkoord kan nooit retro-actief gegeven worden, steeds voorafgaande toestemming nodig

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Cumulatie met tewerkstellingsondersteunende maatregelen VDAB mogelijk (VOP, arbeidspostaanpassingen, tussenkomst in kostprijs arbeidskledij of gereedschap,…)

April 2012


4.19 WAAR AANVRAGEN?

Procedure: • Progressieve tewerkstelling gebeurt op initiatief van de arbeidsongeschikte werknemer (eventueel via preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, werkgever of andere intermediairen) en/of adviserend geneesheer. • De arbeidsongeschikte neemt contact op met zijn werkgever of arbeidsgeneesheer om concreet te bepalen welk werk, welk volume en welk uurrooster geresteerd zal worden. • De adviseren geneesheer geeft uiteindelijk toestemming voor de aard en het volume van de activiteit die hernomen mag worden.

WIE KAN HELPEN?

Sociale dienst ziekenfonds of online aanvraagdocumenten via de website van uw ziekenfonds.

MEER INFORMATIE?

www.cm.be www.socmut.be/SocMut www.wlz.be Bron: DM@Work http://www.disability-management.be/downloads/ (Doorklikken op “Disability Management in de Belgische ondernemingen”)

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.20. Secundair preventieprogramma lage rugpijn OMSCHRIJVING

Het fonds voor de beroepsziekten (FBZ) biedt een preventieprogramma voor lage rugpijn aan voor personen die rugbelastend werk verrichten en die arbeidsongeschikt zijn wegens lage rugpijn. Het programma bestaat uit twee delen: • Een revalidatieprogramma voor de rug met toepassing van kinesitherapie, ergotherapie, fysiotherapie,… uitgevoerd in een revalidatiecentrum. • Ergonomische maatregelen om de werkhervatting te vergemakkelijken Dit preventieprogramma richt zich op arbeidsgerelateerde lage rugpijn, en wil de kans verminderen dat lage rugpijn chronisch wordt en arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft.

VOORWAARDEN

• •

• •

• •

VOORDELEN WERKNEMERS

De werknemer moet bezoldigd contractueel of statutair personeelslid zijn in een bedrijf of bij een gemeentelijke of provinciale overheid. De werknemer verricht er rugbelastend werk en staat onder gezondheidstoezicht van een arbeidsgeneesheer wegens het tillen van lasten of wegens blootstelling aan mechanische trillingen overgedragen via het zitvlak. Het risico ‘tillen van lasten’ is vermeld in de risico-analyse van de werkpost. De werknemer is arbeidsongeschikt ten gevolge van: o frequente mechanische ledenpijn (minimaal 4 weken, maximaal 3 maanden) o een terugval in een periode van 12 maanden (minimaal 1 week, maximaal 3 maanden) o een chirurgische ingreep aan de lendenwervelkolom (minimaal 4 weken, maximaal 3 maanden) Er mogen geen medische bezwaren zijn tegen het volgen van het revalidatieprogramma. De werknemer neemt op vrijwillige basis deel aan het programma.

De deelname aan het revalidatieprogramma is kostenloos. Het Fonds voor de Beroepsziekten betaalt het remgeld dat de werknemer normaal zelf zou betalen voor de revalidatie. De werknemer ontvangt een tegemoetkoming van het Fonds voor de Beroepsziekten in de reiskosten. De werkelijke arbeidsomstandigheden worden bij de revalidatie in aanmerking genomen. Er is een mogelijkheid tot uitvoering van een ergonomische studie van de werkpost, waardoor een verbetering van de arbeidsomstandigheden verwacht kan worden

April 2012


4.20 VOORDELEN WERKGEVER

De werkgever ontvangt een financiële tegemoetkoming wanneer hij een ergonomische analyse van de arbeidsomstandigheden laat uitvoeren of ergonomische verbeteringen realiseert. Het advies dat volgt uit de ergonomische analyse kan in de meeste situaties doorgetrokken worden naar de hele afdeling waardoor meerdere werknemers baat hebben bij het advies. De werkgever kan kiezen voor een opleiding van een groep van werknemers in plaats van het individuele advies waardoor opnieuw meerdere werknemers baat hebben bij de maatregel.

MEER INFORMATIE?

Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) Bestuursdirectie van de herscholing (en van de revalidatie) Tervurenlaan, 168 (4de verdieping) 1150 Brussel Tel :02/739.73.75 http://www.riziv.fgov.be bib@riziv.be Landsbond der Christelijke Mutualiteiten Tel: 02/246.41.11 http://www.cm.be landsbond@cm.be Landsbond van de Liberale Mutualiteiten Tel: 02/542.86.00 http://www.mut400.be info@mut400.be Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen Tel: 02/778.92.11 http://www.mloz.be/ info@mloz.be Nationaal verbond van Socialistische Mutualiteiten Tel: 02/515.02.11 http://www.socmut.be info@socmut.be Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen Tel : 02/538.83.00 http://www.neutrale-ziekenfondsen.be info@neutrale-ziekenfondsen.be Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Tel: 02/229.35.00 http://www.caami-hziv.fgov.be info@caami-hziv.fgov. Fonds voor beroepsziekte Tel. 02 22 66 211 http://www.fmp-fbz.fgov.be Bron: DM@Work http://www.disability-management.be/downloads/ ( “Disability Management in de Belgische ondernemingen”)

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.21. Strategische investerings- en opleidingssteun OMSCHRIJVING

Kleine, middelgrote en grote ondernemingen die omvangrijke beroepsinvesteringen of een omvangrijk opleidingsproject uitvoeren in het Vlaams Gewest, kunnen via deze maatregel financieel worden ondersteund.

WAT IS UW VOORDEEL

Inzake strategische opleidingssteun: De subsidie bedraagt minimaal 20 % en maximaal 25 % van de kosten die in aanmerking komen. Afhankelijk van de score die het bedrijf behaalt op een aantal criteria (met een minimum van 50 punten op 100), zal het steunpercentage bepaald worden in een vork tussen 20 % en 25 %. Inzake strategische investeringssteun: de steun wordt berekend als een percentage van het subsidiabele investeringsbedrag. Dit bedrag bekomt men na aftrek van de afschrijvingsaftrek en de BTW. Deze afschrijvingsaftrek is gelijk aan 10 % van de som van de afschrijvingen van de laatste drie bij de Nationale Bank neergelegde jaarrekeningen (en die beschikbaar zijn via een centrale databank) of van de subsidieaanvraag als de onderneming geen jaarrekening moet opmaken.

De maximum percentages die worden gehanteerd voor investeringssteun: Grootte van de onderneming

Buiten de ontwikkelingszones

Ontwikkelingszones

KMO GO

10% -

10% 10%

De subsidie wordt geplafonneerd op € 1 miljoen per aanvraag, tenzij er een afwijking wordt toegestaan door de Vlaamse Regering.

WELKE WERKGEVERS

Inzake strategische opleidingssteun: alle ondernemingen in Vlaanderen met een minimale subsidiabele opleidingskost vanaf €250.000 voor kleine ondernemingen en €300.000 voor middelgrote en grote ondernemingen gedurende een periode van maximaal 3 jaar. Kosten die in aanmerking komen zijn : o personeelskosten van de opleiders; o verplaatsingskosten van de opleiders en degenen die opleiding volgen; o andere lopende uitgaven voor materieel en benodigdheden; o afschrijving van machines, installaties en uitrusting, in de mate waarin deze uitsluitend voor het opleidingsproject worden gebruikt; o de kosten van diensten inzake begeleiding en advisering m.b.t. het opleidingsproject; o de personeelskosten van diegenen die de opleiding volgen, ten belope van maximaal het bedrag van de vorige rubrieken samengeteld; Inzake strategische investeringssteun: deze maatregel richt zich enkel tot projecten met een subsidiabel investeringsbedrag van meer dan € 8 miljoen uitgevoerd door: o hetzij kmo’s (in geheel Vlaanderen), die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:

April 2012


4.21 Criteria KO MO Tewerkstelling Minder dan 50 Minder dan 250 Ofwel: o jaaromzet Max. €10 miljoen Max. €50 miljoen o balanstotaal Max. €10 miljoen Max. €43 miljoen Bij de toepassing van deze criteria wordt rekening gehouden met eventuele partner- en verbonden ondernemingen van het betrokken bedrijf. Hierdoor zullen gegevens van gelieerde bedrijven moeten worden opgeteld. Wanneer één van deze criteria wordt overschreden is men een grote onderneming. o hetzij grote ondernemingen: enkel in hierna vernoemde regionale steungebieden (fusiegemeenten). Voor West-Vlaanderen: Diksmuide, LoReninge, Ieper, Middelkerke, Oostende, Wervik. De opleiding of investering mag pas ten vroegste starten op datum van de bevestigingsbrief van steuntoekenning en uiterlijk 6 maanden na deze datum. Enkel ondernemingen die een aanvaardbare hoofdactiviteit uitoefenen kunnen steun aanvragen. Een lijst van de Nace-codes van deze sectoren kunt u raadplegen op de website www.vlaanderen.be/ondernemen of kan u bij het Agentschap Ondernemen bekomen. Sinds eind 2010 is de maatregel strategische opleidingssteun ook toegankelijk voor bijna alle ondernemingen uit de voedingssector. Voor investeringssteun blijft deze sector uitgesloten. Vzw’s zijn geen aanvaardbare juridische vorm voor deze steunmaatregel.

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Evaluatieprocedure: De projecten worden beoordeeld op basis van bedrijfseconomische, sociale en ecologische criteria : • bedrijfseconomische criteria die peilen naar de prestaties en de leefbaarheid van de onderneming : o starter; o financiële situatie solvabiliteit; o financiële situatie: liquiditeit; o innovatie via contractueel onderzoek; o innovatie via collectief onderzoek; o kwantitatieve opleiding; o opleidingsparticipatie (enkel voor opleidingsprojecten); • sociale criteria die nagaan of de onderneming haar sociaal maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt: o duurzaamheidsverslag; o tewerkstelling kwantitatief; o tewerkstellingsintegratie. • ecologische criteria die de inspanningen beoordelen die de onderneming levert om een milieuzorgsysteem uit te bouwen : o milieuzorg; Deze criteria worden verder toegelicht in de bijlage bij de Subsidieleidraad ‘U investeert – grote ondernemingen’ of op de website van de Vlaamse overheid. De maximumscore die een onderneming op basis van de beoordelingscriteria kan behalen bedraagt 100 punten. De score die de onderneming ten minste moet behalen om voor steun in aanmerking te komen bedraagt 50 punten. Afhankelijk van de bekomen score wordt het steunpercentage bepaald. De aanvragende onderneming dient te motiveren dat de aangevraagde steun een stimulerend effect zal hebben op het investerings- of opleidingsproject. Een van de beoordelingscriteria betreft de tewerkstellingsintegratie. Een instapdiversiteitsplan krijgt 1 punt, een (cluster)diversiteitsplan 3 punten en een groeidiversiteitsplan 5 punten.

April 2012


4.21 Aanvraag en uitbetaling De steun moet worden aangevraagd op het daartoe bestemde aanvraagformulier dat kan teruggevonden worden op de website van de Vlaamse Gemeenschap www.vlaanderen.be/ondernemen. Tevens dient deze aanvraag te worden vergezeld van hetzij een kwalitatief businessplan (voor investeringsdossiers), hetzij een kwalitatief opleidingsplan. Er kan een gecombineerd dossier worden ingediend voor zowel opleidings- als investeringssteun, doch dan dient het bedrag van het dossier te bestaan uit minimum €8.250.000 voor kleine ondernemingen en minimum €8.300.000 voor middelgrote ondernemingen, zijnde minimum €8 miljoen voor investeringen en de rest voor opleidingskosten. Het plafond van de steun blijft echter maximaal €1 miljoen. Een onderneming kan maar om de 3 jaar ofwel een strategisch opleidingsdossier, ofwel een strategisch investeringsdossier, ofwel een gecombineerd dossier indienen. De uitbetaling van de steun gebeurt in drie schijven: • Eerste schijf (30 %): uitbetaling ten vroegste 30 dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie en op voorwaarde dat het project werd gestart; • Tweede schijf (30 %): uitbetaling ten vroegste 30 dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie en op voorwaarde dat 60 % van het project werd uitgevoerd; • Derde schijf (saldo): uitbetaling ten vroegste 30 dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie en op voorwaarde dat het project volledig werd gerealiseerd en wordt geëxploiteerd in de onderneming én na controle van de inspectie. Deze uitbetaling dient telkens door de onderneming te worden aangevraagd en dit ten laatste binnen zes maanden na het beëindigen van de investeringen. Indien de tewerkstelling bij beëindiging van het project gedaald is t.o.v. de aanvangstewerkstelling wordt de volledige steun pro rata verminderd.

MEER INFORMATIE?

Vlaamse Overheid Agentschap Ondernemen Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid Koning Albert II-laan 35, bus 12 1030 Brussel Tel. 02 553 35 04 Fax 02 553 37 88 strategischesteun@vlaanderen.be www.agentschapondernemen.be William Anthuenis william.anthuenis@agentschapondernemen.be Tel. 02 553 37 68 Bron: subsidieleidraad Agentschap Ondernemen

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.22. Tegemoetkomingen bij tewerkstelling van personen met een handicap OMSCHRIJVING

Mogelijke tegemoetkomingen bij tewerkstelling of opleiding van personen met een handicap.

WAT IS UW VOORDEEL

Aanpassing aan de arbeidspost: in geval er een aanpassing aan de arbeidspost is vereist die niet gebruikelijk is in de beroepstak en deze aanpassing noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken. De tegemoetkoming wordt betaald aan de werkgever en dekt het prijsverschil tussen een gebruikelijk model en een aangepast model. Tussenkomst in arbeidsgereedschap en arbeidskledij: in geval het gereedschap en/of de kledij niet gebruikelijk zijn in de beroepstak en indien de werkgever zelf niet verplicht is om voor deze kosten in te staan. Enkel bijkomende kosten in vergelijking met die voor een valide werknemer worden vergoed. Ze worden betaald aan de persoon met een arbeidshandicap en blijven zijn/haar eigendom ook bij eventuele verandering van werkgever. Verplaatsingskosten van en naar het werk/opleiding: indien de werknemer met een arbeidshandicap onmogelijk zonder begeleider van het openbaar vervoer kan gebruik maken of indien hij/zij zich omwille van zijn/haar handicap met eigen vervoer moet verplaatsen. De hoogte van de tussenkomsten zijn afhankelijk van de tussenkomsten van de werkgever en verschillen naargelang het gaat om openbaar vervoer, verplaatsing van de persoon met handicap met zijn eigen vervoermiddel, vervoer door een derde of een collectieve ophaaldienst. Om in aanmerking te komen voor deze tussenkomst, moet men aan een aantal specifieke voorwaarden voldoen, o.a. minder dan 300 meter kunnen stappen als gevolg van een locomotorische of cardiorespiratoire aandoening. Bijstand van tolk voor doven en slechthorenden: als werknemer, werkzoekende of werkzoekende in opleiding bij de VDAB kan je beroep doen op een tolk. Om gebruik te maken van een tolk wordt er best contact opgenomen

met het Vlaams Communicatie-Assistentie-Bureau voor doven (CAB). Werkgevers met een privaat rechtelijk statuut Overheidsdiensten, steden en gemeenten, provincies, OCMW’s Onderwijssector (+ gemeenschapsonderwijs) Zelfstandigen

WELKE WERKGEVERS

• • • •

WELKE WERKZOEKENDEN

Nvt

WELKE WERKNEMERS

De persoon met een arbeidshandicap waarvan de aard en de ernst van de arbeidshandicap zodanig is dat er voor de professionele integratie op de werkvloer één of meerdere bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen (BTOM’s) nodig zijn. De persoon met arbeidshandicap moet wel het recht op de BTOM’s toegekend gekregen hebben vooraleer er gebruik te kunnen van maken. Het toekennen van het recht gebeurt door de VDAB, Dienst Arbeidshandicapspecialisatie (DAH).

April 2012


4.22 SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Nvt

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Combineerbaar met alle andere tewerkstellingsmaatregelen

WAAR AANVRAGEN?

Dienst Arbeidshandicap West-Vlaanderen VDAB Brugge Kon. Albert I-laan ½ 8200 Sint-Michiels Tel. 050 44 04 04 dah-westvlaanderen@vdab.be Contactgegevens andere provincies: http://vdab.be/arbeidshandicap/adressen.shtml

WIE KAN HELPEN?

Arbeidshandicapsdeskundige DAH Ivan Ongenae Tel. 050 44 04 01 Ivan.Ongenae@vdab.be Rebecca Peel Tel. 050 44 04 03 Rebecca.peel@vdab.be

MEER INFORMATIE?

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Servicelijn 0800 30 700 Website www.vdab.be/arbeidshandicap CAB Dendermondsesteenweg 449 9070 Destelbergen www.cabvlaanderen.be E-mail: tolkaanvraag@cabvlaanderen.be

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.23. Tewerkstellingspremie 50+ OMSCHRIJVING

De tewerkstellingspremie 50+ is een maatregel van de Vlaamse Regering die een vermindering van de loonkost meebrengt voor werkgevers die een niet-werkende werkzoekende 50-plusser aanwerven met een contract van onbepaalde duur.

WAT IS UW VOORDEEL

De tewerkstellingspremie bedraagt: • • • •

1.200 EUR per kwartaal voor een brutoloon van 2.400 tot 4.200 EUR per kwartaal; 2.100 EUR per kwartaal voor een brutoloon van 4.200 tot 6.000 EUR per kwartaal; 3.000 EUR per kwartaal voor een brutoloon van 6.000 tot 10.500 EUR per kwartaal; 4.500 EUR per kwartaal voor een brutoloon hoger dan 10.500 EUR

De premie wordt toegekend voor een maximale periode van 4 opeenvolgende kwartalen, te rekenen vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal van indiensttreding van de werknemer. De werknemer dient minstens 5 kwartalen in dienst te blijven (met uitzondering van werknemers die zelf ontslag nemen of ontslag om dringende redenen).

WELKE WERKGEVERS

Deze maatregel geldt voor alle werkgevers met een exploitatiezetel (=vestiging) in het Vlaams Gewest of zich ertoe verbinden een exploitatiezetel in het Vlaams Gewest te vestigen binnen de 5 kwartalen te rekenen vanaf de indiensttreding van de 50-plusser. Wie kan geen beroep doen op deze maatregel? • openbare instellingen; • bedrijven waarvan de loonkosten, gedurende het jaar dat voorafgaat aan de aanvraag van de tewerkstellingspremie, voor meer dan vijftig procent gefinancierd worden met subsidies verleend door de federale of Vlaamse overheid; • de steenkoolsector en de scheepsbouw (toepassing van Verordening nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002). • dienstenchequebedrijven voor prestaties die vergoed worden via het dienstenchequesysteem

WELKE WERKZOEKENDEN

De niet-werkende werkzoekende ouder dan 50 jaar die: • minstens 1 dag voorafgaand aan de indiensttreding bij de VDAB is ingeschreven als niet-werkende werkzoekende of een uitkering krijgt van het ziekenfonds; • wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur; • in de zes maanden voorafgaand aan de indiensttreding niet bij dezelfde of een andere onderneming van de technische bedrijfseenheid in dienst is geweest; • minstens 15 opeenvolgende maanden tewerkgesteld wordt in uw bedrijf • geen prestaties levert die vergoed zullen worden via het dienstenchequesysteem; • Niet ter vervanging van een werknemer die ontslaan werd om de premie te kunnen genieten

WELKE WERKNEMERS

Nvt

SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Nvt

April 2012


4.23 COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Cumuleerbaar met structurele vermindering en doelgroepvermindering (activa en andere rsz-doelgroepverminderingen zoals activa 45+, rsz-vermindering oudere werknemers, werkhervattingstoeslag, aanwerving eerste drie werknemers, ... ) op voorwaarde dat: • het totaal aan subsidies niet groter wordt dan de loonkost • aan de voorwaarden van beide maatregelen is voldaan Voorafgaandelijke ibo is mogelijk Niet cumuleerbaar met werkuitkering (win-win) Hoe kiezen voor welke premie? • Is de 50+er die wordt aangeworven langer dan 6 maanden uitkeringsgerechtigd volledig werkloos? Kies voor de federale win-win premie. Dan is er een hogere tussenkomst in de loonkost en bovenop is er een rsz-vermindering. • Enkel in geval het brutoloon van de 50+er hoger is dan 3500euro/maand is de Vlaamse premie 50+

WAAR AANVRAGEN?

Binnen de 3 maanden na aanwerving van de niet-werkende werkzoekende kan de premie online aangevraagd worden via de VDAB-website – www.vdab.be Om een aanvraag te kunnen indienen moet u als werkgever geregistreerd zijn in de gegevensbank van de VDAB.

WIE KAN HELPEN?

• •

de VDAB-servicelijn op het nummer 0800 30 700. uw regionaal VDAB-contactpersoon:

Nancy Veys Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 17 nancy.veys@vdab.be

MEER INFORMATIE?

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Tel. 0800 30 700 www.vdab.be/ibo.

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.24. Tussenkomst bij opleiding in een competentiecentrum van VDAB OMSCHRIJVING

De VDAB organiseert in haar opleidingscentra trainingen en opleidingen in nauwe samenwerking met de bedrijfswereld. Deze opleidingen zijn betalend.

WAT IS UW VOORDEEL

Voor bepaalde categorieën van werknemers kan echter een gedeeltelijke of volledige vrijstelling van betaling worden bekomen: Type vrijstelling De risicowerknemers, jonger dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en die geen secundair onderwijs met volledig leerplan meer volgen, op voorwaarde dat zij de opleiding starten binnen de eerste 2 jaar na indienstneming De risicowerknemers die de opleiding starten binnen de eerste 6 maand na indienstneming De werknemer die met werkloosheid wordt bedreigd ingevolge collectief of individueel ontslag of de werknemer die behoort tot een onderneming in moeilijkheden De werknemer die met werkloosheid wordt bedreigd omdat de onderneming in herstructurering is Vermindering op bedrijfsgrootte: de werkgever heeft max. 25 werknemers in dienst: • < 10 werknemers • 10 t/m 25 werknemers Werknemers die op vraag van hun trajectbegeleider in het licht van een verdere integratie in het normale economische circuit opleiding vragen: • Doelgroepwerknemers: “sociale economie” • Personen tijdens de tewerkstelling in artikel 60 §7 • Werknemers WEP+ • Werknemers in vooropzeg die niet meer moeten presteren en volledig uitbetaald worden (=verbrekingsvergoeding) op voorwaarde dat ze ingeschreven zijn als CATWZ 03. Onvrijwillig deeltijdse werknemers Werknemersopleidingen in het kader van het recessiebeleid (tijdelijke maatregel)

Betoelaging 100%

50%

100% 50%

50% 25%

100%

100% 100%

Ook vzw’s kunnen voor hun werknemers genieten van deze vrijstellingen.

MEER INFORMATIE

VDAB - directie competentiecentra Afdeling Klantenbeheer en Planning Rudy Dhoore Keizerslaan 11 1000 Brussel Tel. 02 506 13 51 - Fax 02 506 13 56 rudy.dhoore@vdab.be www.vdab.be Bron: subsidieleidraad Agentschap Ondernemen

April 2012


4. Andere subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen

4.25. VOP Vlaamse ondersteuningspremie

OMSCHRIJVING

De Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) is een bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregel (BTOM) waarbij werkgevers een tussenkomst kunnen krijgen in de loonkost als ze een werknemer met een arbeidshandicap tewerkstellen onder normale arbeidsvoorwaarden.

WAT IS UW VOORDEEL

Standaardregeling: Sinds 01/10/2010 is het BVR van 18/07/2008 aangepast. De belangrijkste wijziging heeft betrekking op de standaardregeling die beperkt wordt in tijd en op het feit dat het referteloon op vlak van verhoging ook begrensd wordt. De werkgever krijgt een bepaald percentage van de loonkost terugbetaald. Bij een normale procedure van de VOP krijgt de werkgever: • • • •

e

e

Periode 1: kwartaal van 1 aanwerving tot en met 5 kwartaal: 40% op het begrensd referteloon. Periode 2: kwartaal 6 tot en met 9: 30% op het begrensd referteloon. Periode 3: kwartaal 10 tot en met 20: 20% op het begrensd referteloon. Periode 4: vanaf kwartaal 21 springt de VOP op 0

Opgelet: de standaardregeling voor de Vlaamse Ondersteuningspremie voor Interimkantoren en Zelfstandigen wordt anders berekend. Meer informatie hieromtrent is terug te vinden via de website www.vdab.be/arbeidshandicap. In het laatste kwartaal voorafgaand op de einddatum worden de werkgevers schriftelijk gecontacteerd zodat ze tijdig een verlenging op het percentage van 20% kunnen aanvragen. Dit wordt na gunstig advies door de arbeidshandicapdeskundige vastgelegd voor 20 kwartalen. Op elk moment kan er ook een verhoging aangevraagd worden “zie afwijking op de standaardregel”. Berekening VOP: De VOP wordt berekend op het referteloon, d.w.z. het brutoloon vermeerderd met basiswerkgeversbijdragen RSZ min RSZ-verminderingen. Het referteloon dat in aanmerking wordt genomen is begrensd tot 6-maal het Gewaarborgd Minimum Maandinkomen per kwartaal. (GMMI = 1.472,4 euro – geïndexeerd op 01/02/2012). Afwijking op de standaardregel: als blijkt dat het toegekende percentage niet meer volstaat omwille van een hoger rendementsverlies, kan er door de werkgever een verhoging van het huidige percentage aangevraagd worden. Dit kan oplopen tot maximum 60% met begrenzing, d.w.z. dat het plafond van het Gemiddeld Gewaarborgd Minimum Maandinkomen vanaf 01/02/2012 ook van toepassing is.

WELKE WERKGEVERS

• • • •

Werkgevers met een privaat rechtelijk statuut (inclusief interimkantoren en dienstenchequesbedrijven) Nieuw! Steden en Gemeenten, provincies, OCMW’s Nieuw! Onderwijssector (+ gemeenschapsonderwijs) Nieuw! Zelfstandigen die na 1.10.2008 een zaak opstarten in hoofdberoep of die na deze datum erkend wordt als persoon met een arbeidshandicap (mits het aantonen van voldoende activiteiten) Niet de overheidsadministraties en de overheidsbedrijven met publiekrechtelijk statuut (vb. VRT, Belgacom, De Post,…)

April 2012


4.25 WELKE WERKNEMERS

• •

COMBINATIE MET ANDERE MAATREGELEN

Personen met een arbeidshandicap die volgens de VDAB voor hun beroepsintegratie nood hebben aan een VOP. Het recht op de VOP moet eerst toegekend zijn aan de werknemer vooraleer de werkgever er gebruik van kan maken. De uiteindelijke beslissing wordt meegedeeld aan de persoon met een arbeidshandicap. Dit kan in uitzonderlijke gevallen van bepaalde duur zijn. Personen met een arbeidshandicap moeten een arbeidscontract hebben waarbij ze onderworpen zijn aan de RSZ. Personen met een arbeidshandicap moeten in Vlaanderen wonen en ingeschreven zijn in de VDAB. Nederlandstalige Brusselse inwoners komen ook in aanmerking.

Een combinatie met andere BTOM’s en tewerkstellingsmaatregelen is mogelijk (aanpassing arbeidspost, activa, ...). Het is niet combineerbaar met: • Arbeid in sociale en beschutte werkplaatsen • Wep+ en GescoWep+

WAAR AANVRAGEN

Dienst Arbeidshandicap West-Vlaanderen VDAB Brugge Kon. Albert I-laan ½ 8200 Sint-Michiels Tel. 050 44 04 04 dah-westvlaanderen@vdab.be Contactgegevens andere provincies: http://vdab.be/arbeidshandicap/adressen.shtml

WIE KAN HELPEN

Vragen rond het recht op de VOP Arbeidshandicapspecialist DAH Michèle Lonneville Tel. 050 44 04 05 | Michele.Lonneville@vdab.be Arbeidsdeskundige DAH Ivan Ongenae Tel. 050 44 04 01 | Ivan.Ongenae@vdab.be Arbeidsdeskundige DAH Rebecca Peel Tel. 050 44 04 03 | Rebecca.Peel@vdab.be Vragen rond het gebruik van de VOP Daisy Duyck Tel. 050 44 04 04 | Daisy.Duyck@vdab.be Carmen De Schauwer Tel. 050 44 04 04 | Carmen.DeSchauwer@vdab.be

MEER INFORMATIE

VDAB Keizerslaan 11 1000 Brussel Servicelijn: 0800 30 700 Website: www.vdab.be/arbeidshandicap

April 2012


Deel 5 EAD-wegwijzer West-Vlaanderen

April 2012


April 2012


April 2012


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.