Agodi_JV_2020.pdf

Page 1

Vlaanderen

is onderwijs & vorming

AGODI jaarverslag 2020



Beste lezer Voor u ziet u het verslag van de werking van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) van het afgelopen jaar (2020). Dat 2020 geen gewoon jaar was, hoeft niet gezegd. De coronacrisis liet ook het onderwijs in Vlaanderen niet ongemoeid. Desondanks zijn we er wel in geslaagd om ook in deze uitzonderlijke tijden samen te werken en proactief te handelen. Lees zeker hoofdstuk 2 als u meer wilt lezen over de verschillende acties die AGODI opzette of waaraan het agentschap meewerkte in het kader van de coronacrisis. Ondertussen zijn we al aan ons dertiende jaarverslag toe. Dertien jaar lang houden we de tendensen in het Vlaamse onderwijs bij. In ons jaarverslag vindt u cijfermateriaal over de scholen, het onderwijspersoneel, de ouders en de leerlingen. Sommige van die cijfers vindt u nergens anders terug. Verder leest u wie wij zijn, wat we doen en waar we voor staan. AGODI is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderwijsbeleid van het basis- en secundair onderwijs, de centra voor deeltijdse vorming, het deeltijds kunstonderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding en de inspectie en pedagogische begeleiding. Wat daar allemaal bij komt kijken, met welke organisaties we samenwerken en hoe we daarover communiceren en informeren, leest u in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 focussen we op onze medewerkers. Zonder de dagelijkse inzet van onze medewerkers konden we niet zulke mooie resultaten voorleggen. Zeker met de coronamaatregelen hebben zij een tandje bij gestoken. Ten slotte leest u in hoofdstuk 6 een samenvatting van de belangrijkste speerpunten en een aantal ambities voor de komende jaren. Als u een bloemlezing wilt over ons agentschap in 2020, dan biedt dat hoofdstuk u alles wat u moet weten. Ik wens u een boeiende en nuttige lectuur over de werking van AGODI in 2020. Met vriendelijke groeten Patrick Poelmans Administrateur-generaal AGODI



Inhoudstafel Inhoud HOOFDSTUK 1 AGODI - Agentschap voor Onderwijsdiensten 8 1 Oprichtingsbesluit.................................................................................................................................. 8 2 Missie............................................................................................................................................................ 8 3 Visie...............................................................................................................................................................9 4 Ondernemingsplan 2020...................................................................................................................... 11 5 Organogram............................................................................................................................................. 12 HOOFDSTUK 2 Een onverwacht jaar: corona 18 1 Dienstverlening...................................................................................................................................... 18 2 Gegevensbeheer..................................................................................................................................... 19 3 Management........................................................................................................................................... 20 HOOFDSTUK 3 Een breed spectrum aan klanten en diensten 24 1 Onze klanten: de scholen.................................................................................................................. 24 1.1 Werkingsmiddelen........................................................................................................................................ 28 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6

Werkingsmiddelen voor het basisonderwijs......................................................................................................29 Werkingsmiddelen voor het secundair onderwijs.........................................................................................33 Werkingsmiddelen en toelagen voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s).............. 37 Werkingsmiddelen voor de internaten...................................................................................................................39 Werkingsmiddelen voor het Deeltijds kunstonderwijs (dko).................................................................40 Werkingsmiddelen en toelagen voor de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD)...........43

1.2 Omkadering.......................................................................................................................................................44 1.2.1 Omkadering voor het basisonderwijs.....................................................................................................................46 1.2.2 Omkadering voor het secundair onderwijs.......................................................................................................52 1.2.3 Omkadering voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s)..........................................................56 1.2.4 Omkadering voor de internaten................................................................................................................................. 57 1.2.5 Omkadering voor het deeltijds kunstonderwijs (dko)................................................................................ 57 1.2.6 Omkadering voor de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD).......................................................59

1.3 Oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen............................................................ 60

1.3.1 Basisonderwijs........................................................................................................................................................................ 60 1.3.1.1 Gewoon basisonderwijs............................................................................................................................................................ 60 1.3.1.2 Buitengewoon basisonderwijs.......................................................................................................................61 1.3.2 Secundair onderwijs............................................................................................................................................................63 1.3.2.1 Gewoon secundair onderwijs........................................................................................................................64 1.3.2.2 Buitengewoon secundair onderwijs........................................................................................................65 1.3.3 Deeltijds kunstonderwijs..................................................................................................................................................68 1.3.4 Centra voor leerlingenbegeleiding............................................................................................................................70

1.4 1.5 1.6 1.7

Subsidie voor busbegeleiders op het zonaal collectief leerlingenvervoer.....................71 Vervoerskosten en de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders................72 Tegemoetkoming kosten bedrijfsrevisoren...................................................................................... 74 Controle op het gebruik van de middelen......................................................................................75 1.7.1 Controle op de omkadering........................................................................................................................................... 75 1.7.2 Controle op de werkingsmiddelen............................................................................................................................ 78 1.7.3 Controle voor de financieringswet............................................................................................................................ 79

2 Onze klanten: ouders en leerlingen.............................................................................................. 80 2.1 Kleuterparticipatie....................................................................................................................................... 80 2.2 Leerplichtcontrole........................................................................................................................................ 82 2.2.1 Controle op de inschrijvingen (leerplichtonderwijs)...................................................................................82 2.2.2 Controle op de inschrijvingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest...........................................84 2.2.3 De in- en uitschrijvingen..................................................................................................................................................85 2.2.4 Controle op het regelmatig schoolbezoek (basisonderwijs en secundair onderwijs)........85 2.2.5 Huisonderwijs...........................................................................................................................................................................86 2.2.6 Spijbelen in het basisonderwijs en secundair onderwijs......................................................................... 87 2.2.7 Zorgwekkende dossiers van problematische afwezigheden...................................................................88


2.3 Lokale overlegplatforms............................................................................................................................89 2.4 Toeleiden van anderstalige nieuwkomers uit asielcentra naar de scholen.................89 2.5 Leerlingenvervoer.......................................................................................................................................... 91 2.5.1 Buitengewoon onderwijs...................................................................................................................................................91 2.5.2 Gewoon onderwijs................................................................................................................................................................92 2.5.3 Verhoogde instroom van vluchtelingen.................................................................................................................93

2.6 Leermiddelen voor leerlingen met een handicap........................................................................94 2.7 Tijdelijk en Permanent Onderwijs aan Huis..................................................................................95 2.8 Startbanenprojecten....................................................................................................................................98 2.9 Commissies..................................................................................................................................................... 100 2.9.1 Commissie Leerlingenrechten.................................................................................................................................... 100 2.9.2 Vlaamse Bemiddelingscommissie.............................................................................................................................102 2.9.3 Commissie Zorgvuldig Bestuur...................................................................................................................................103

3 Onze klanten: onderwijspersoneelsleden..................................................................................104 3.1 Personeel in cijfers......................................................................................................................................104 3.1.1 Fysieke personeelsleden (alle onderwijsniveaus)..........................................................................................105 3.1.2 Fysieke personen onderverdeeld per onderwijsniveau en soort onderwijs............................105 3.1.3 Budgettaire voltijdse equivalenten (BVE)............................................................................................................106 3.1.4 Personeelsleden voor wie AGODI werkt..............................................................................................................106

3.2 Salaris.................................................................................................................................................................108

3.2.1 Stappen in het uitbetalingsproces..........................................................................................................................108 3.2.2 Het salarisbudget en de verschillende salariscomponenten................................................................. 112

3.3 Bekwaamheidsbewijzen............................................................................................................................114 3.4 Taal- en nationaliteitsafwijkingen.......................................................................................................115 3.5 Cumulatie..........................................................................................................................................................116 3.6 Ziekteverlof, bevallingsverlof, moederschapsbescherming................................................... 117 3.7 Naar meer arbeidsherverdeling en zorg.........................................................................................122

3.7.1 Verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties........................................................................ 122 3.7.2 Gewone en thematische loopbaanonderbreking......................................................................................... 124 3.7.3 Vlaams zorgkrediet............................................................................................................................................................. 125 3.7.4 Andere dienstonderbrekingen.....................................................................................................................................127

3.8 Vaste benoemingen.................................................................................................................................... 127 3.9 Reaffectatiestelsel.......................................................................................................................................129 3.10 Personeelsmobiliteit binnen en buiten het onderwijs..........................................................132 3.10.1 Verlof wegens tijdelijk andere opdracht............................................................................................................. 132 3.10.2 Nieuwe affectaties, mutaties en herstructureringen................................................................................ 133 3.10.3 Detacheringen: verloven wegens (bijzondere) opdracht....................................................................... 134 3.10.4 Outplacement....................................................................................................................................................................... 135 3.10.5 Niet-ingevulde vervangingen...................................................................................................................................... 135

3.11 Tuchtsancties en bewarende maatregelen.................................................................................... 137 3.12 Begin van de loopbaan............................................................................................................................138 3.13 Einde van de loopbaan.............................................................................................................................138 3.14 Terugvorderingen.........................................................................................................................................142 3.15 Arbeidsongevallen in het onderwijs.................................................................................................146 3.16 Pilootproject lerarenplatform...............................................................................................................149 4 Andere belanghebbenden en derden...........................................................................................151 4.1 Arbeidsongevallen voor ambtenaren van de Vlaamse overheid.......................................151 4.2 Secretariaten voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken..............................................152 4.3 Secretariaten voor de Kamers van het College van Beroep voor evaluatie...............153 4.4 Organisatie van het informeel overleg met belanghebbenden en stakeholders....154 4.5 Uitbouwen van een informatieveiligheidsbeleid voor de onderwijsinstellingen, ....... met het GO! en de koepels.....................................................................................................................155


5 AGODI informeert, vormt en communiceert............................................................................155 5.1 AGODI-academie...........................................................................................................................................156 5.2 De jaarkalender.............................................................................................................................................158 5.3 Informatiepunt voor Ouders en Leerlingen..................................................................................159 5.4 Nieuwsbrief AGODI.....................................................................................................................................160 5.5 Website..............................................................................................................................................................160 5.6 Initiatieven voor het lerarentekort.....................................................................................................161 5.7 Elektronische communicatie met het agentschap...................................................................162 5.8 Ronde van Vlaanderen.............................................................................................................................163 6 Samenwerken met andere overheden en instanties.............................................................165 6.1 Lokale overheden: gemeenten, steden en provincies.............................................................165 6.2 Kind en Gezin.................................................................................................................................................166 6.3 Agentschap Integratie en Inburgering............................................................................................. 167 6.4 Fedasil................................................................................................................................................................ 167 6.5 Syntra Vlaanderen....................................................................................................................................... 167 6.6 Vlaams Partnerschap Duaal Leren..................................................................................................... 167 6.7 Informatie Vlaanderen..............................................................................................................................168 6.8 VDAB....................................................................................................................................................................168 6.9 RVA......................................................................................................................................................................168 6.10 RSZ........................................................................................................................................................................169 6.11 RIZIV en ziekenfondsen............................................................................................................................169 6.12 FOD Financiën...............................................................................................................................................170 6.13 Federale Pensioendienst (FPD)............................................................................................................170 6.14 Controleorgaan ziektecontrole.............................................................................................................170 6.15 Samenwerking op vlak van Onderwijs met de Franse gemeenschap............................ 171 6.16 Het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap............................ 172 6.17 Unie Sociale Secretariaten (USS)......................................................................................................... 172 7 Vernieuwing en innovatie in de dienstverlening..................................................................... 173 7.1 Efficiëntieverhoging................................................................................................................................... 173 7.1.1 Langetermijnvisie elektronische personeelsdossier (EPD)......................................................................173 7.1.2 Roadmap Déclaration multifunctionelle – multifunctionele Aangifte (DmfA).......................173 7.1.3 Voordeel alle aard (VAA)....................................................................................................................................................174

7.2 Zoveel mogelijk informatie digitaal...................................................................................................174 7.3 Moderniseren gegevensuitwisseling met scholen via webservices..................................177 7.4 Processen automatiseren en bedrijfszeker maken................................................................... 179 7.5 AGODI als databron.................................................................................................................................... 179 7.6 Project e-ASR voor school(secretariaten).......................................................................................180 7.7 Project Discimus............................................................................................................................................181 7.8 Verder uitbouwen van Mijn Onderwijs...........................................................................................182 7.8.1 Mijn Onderwijs voor directies en administraties..........................................................................................182 7.8.2 Mijn Onderwijs: Personeel............................................................................................................................................. 184

HOOFDSTUK 4 Management en organisatie 188 1 Personeel AGODI..................................................................................................................................188 2 Personeel in beweging....................................................................................................................... 192 3 Personeelsbudget................................................................................................................................ 192 4 Diversiteit in het personeelsbeleid...............................................................................................192 5 Integriteit............................................................................................................................................... 193 6 Vorming: meer werkvoldoening, meer kwaliteit..................................................................... 193 7 ICT-budget.............................................................................................................................................194 8 Tevreden klanten?...............................................................................................................................195 9 Meewerken aan de realisatie van het beleid.............................................................................196 9.1 De uitvoerbaarheidstoetsen..................................................................................................................196 9.2 Parlementaire vragen................................................................................................................................ 197 9.3 Persvragen.......................................................................................................................................................198 10 Gegevens- en informatieveiligheid................................................................................................198


HOOFDSTUK 5 Budget 202 1 Uitgaven en inkomsten..................................................................................................................... 202 2 Beleidskredieten per strategische doelstelling....................................................................... 203 3 Een overzicht in de tijd.................................................................................................................... 203 HOOFDSTUK 6 Slotbeschouwingen en ambities 208 1 Dienstverlening...................................................................................................................................208 2 Beleid....................................................................................................................................................... 209 3 Innovatie.................................................................................................................................................210 4 Management.......................................................................................................................................... 213 HOOFDSTUK 7 Rapporten

216

HOOFDSTUK 8 Audits 220 1 Audit Vlaanderen............................................................................................................................... 220 2 Rekenhof................................................................................................................................................ 220 3 Extern onderzoek.............................................................................................................................. 220 HOOFDSTUK 9 Overzicht van figuren

224

HOOFDSTUK 10 Overzicht van tabellen

228

HOOFDSTUK 11 Afkortingen

234




Hoofdstuk 1 AGODI: Agentschap voor Onderwijsdiensten


AGODI: Agentschap voor Onderwijsdiensten 1 Oprichtingsbesluit Met het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 zag AGODI het levenslicht. Het agentschap is operationeel sinds april 2006. Binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming vormt het een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid. De voogdijminister is de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs. AGODI is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderwijsbeleid van het basis- en secundair onderwijs, de centra voor deeltijdse vorming, het deeltijds kunstonderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding en de inspectie en pedagogische begeleiding. In het oprichtingsbesluit staan de taken van het agentschap opgesomd: • Verzorgen van de administratieve en financiële dienstverlening voor scholen • Ondersteunen en informeren van scholen • Nagaan of de middelen correct worden gebruikt • Meewerken aan de realisatie van het beleid en de beleidsevaluatie in samenwerking met het departement en de andere agentschappen • Bijdragen tot een correcte en tijdige toepassing van de financieringswet.

2 Missie AGODI heeft als missie: als betrouwbare partner tussen beleid, scholen en andere actoren, bijdragen tot kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen. AGODI wil een kennis- en informatiecentrum zijn, een essentiële schakel tussen het beleid en de scholen, leerkrachten, leerlingen en ouders. Het agentschap zorgt dat meer dan 4.000 scholen in Vlaanderen de middelen ontvangen voor het organiseren van kwaliteitsvol onderwijs. Elke maand beheert AGODI alle personeelsdossiers uit het onderwijs met de grootste zorg en nauwkeurigheid. Ook het verwerken van het salaris van de leerkrachten behoort daartoe. Ouders en leerlingen kunnen bij het agentschap terecht met vragen over hun rechten en plichten in het onderwijs. AGODI fungeert daarnaast als gesprekspartner van het beleid bij de totstandkoming en de toepassing van de regelgeving. Naast onderwijsinstellingen voor basis-, secundair en deeltijds kunstonderwijs vallen ook alle betrokken actoren die samen ‘school maken’ onder dat begrip. Dat zijn de leerlingen en ouders, schoolbesturen, scholengemeenschappen, schoolleiding en personeelsleden, de Onderwijsinspectie, de pedagogische begeleidingsdiensten, centra voor leerlingenbegeleiding en lokale overlegplatforms.

8

AGODI jaarverslag 2020


1

3 Visie De belangrijkste speerpunten van de visie van AGODI zijn: • Aandacht voor onze klanten: ons doel is een klantgericht relatiebeheer waarbij menselijk contact centraal staat. We spelen proactief en flexibel in op maatschappelijke noden en ontwikkelingen. We zetten sterker in op een multidisciplinaire aanpak op maat en hebben steeds oog voor nieuwe doelgroepen. We zetten in op opleiding en communicatie op maat van onze klanten. • Goedgezinde medewerkers: we zorgen voor een organisatiecultuur waarin vertrouwen, respect, samenwerking en integriteit centraal staan. We bieden medewerkers zo veel mogelijk autonomie en inspraak. We streven naar een zo groot mogelijke diversiteit en voeren een leeftijdsbewust personeelsbeleid. We zorgen voor een eenvormige en transparante interne communicatie. Ook informele contacten en netwerkontwikkeling zijn belangrijk en moedigen we aan. We zetten in op een doorgedreven competentiebeleid en zorgen voor een maximale kennis- en informatiedeling. We hebben al heel wat stappen gezet in het plaats- en tijdsonafhankelijk werken en gaan verder op die weg. • Ondersteuning van de minister en het beleid: we ondersteunen de minister en het beleid door het uitvoeren van nieuwe beslissingen, deelname aan werk- en beleidsgroepen en de opmaak van uitvoerbaarheidstoetsen. Daarbij hebben we niet alleen aandacht voor het standpunt van de uitvoerende administratie, maar zeker ook voor de uitvoerbaarheid voor scholen, ouders en leerlingen. We werken constructief samen met andere entiteiten binnen het beleidsdomein en gaan partnerschappen aan met andere overheden, lokale besturen en andere organisaties. • Digitaal en efficiënt: we zorgen voor een voortdurende verbetering van onze processen en systemen. We trekken voluit de kaart van radicaal digitaal en communiceren maximaal digitaal met onze klanten in twee richtingen. We digitaliseren de interne en externe processen en zorgen voor een verdere afschaffing van de papierstromen. Zo dragen we bij tot een efficiëntere en verbeterde dienstverlening en blijven we voldoen aan nieuwe klantenverwachtingen. • Informatie: we zorgen voor een moderne en open visie rond informatievergaring, -verwerking en -beheer en werken continu aan de verbetering van de transparantie van de data. We besteden daarbij de nodige aandacht aan privacy en informatieveiligheid. We vermijden dat scholen informatie dubbel moeten opsturen en werken zo actief mee aan de vermindering van de planlast. Bij de verdere uitbouw en innovatie van het agentschap laat AGODI zich door bovenstaande principes leiden. Vanuit die visie en door nieuwe uitdagingen maakt AGODI in zijn meerjarenplan 20202024 (zie ook punt 4) drie strategische keuzes. In de lijn van het nieuwe regeerakkoord en de beleidsnota wil AGODI een organisatie zijn die klantgericht, digitaal en datagedreven is, waarbij de klant- en mensgerichte relatie centraal blijft staan. We willen het partnerschap met de onderwijsinstellingen versterken en evolueren naar een administratieve ondersteuning op maat en een nabij, toegankelijk relatiebeheer.

AGODI jaarverslag 2020

9


Strategische keuze 1 Wat de dienstverlening betreft, heeft AGODI een zeer sterke traditie in klantgericht werken: de resultaten van de klantentevredenheidsonderzoeken zijn uitstekend, de normen van de doelstellingen zijn scherp in een erg mondige en kritische sector. We versterken ons partnerschap met de scholen. We zorgen voor één aanspreekpunt per school, rekening houdend met ondersteuning op maat en met de organisatie van hedendaags toezicht. Strategische keuze 2 We zetten in op automatisering, digitalisering en de hedendaagse informatica– en communicatietechnologie om maximaal tegemoet te komen aan de behoeften van de klant en om te blijven doorgroeien naar een performante organisatie. Door de pioniersrol die AGODI vervulde, wordt het agentschap, zoals veel andere organisaties, ook steeds meer geconfronteerd met een legacyproblematiek. Daarbij gaat het om technisch verouderde IT-systemen die nog steeds van cruciaal belang zijn voor de dienstverlening. AGODI heeft in de voorbije jaren een grote stap gezet door het oudste legacysysteem, het salarissysteem, volledig te vernieuwen. Ook het Elektronisch Personeelsdossier (EPD) vormt vandaag als strategische toepassing voor AGODI een belangrijke legacy-uitdaging. Strategische keuze 3 We maken prioriteit van een datastrategie om tegemoet te komen aan de databehoeften van scholen, beleid en andere actoren. Het uitwerken van een datastrategie die tegemoetkomt aan de behoeften van onderwijsinstellingen, overheden, onderwijsprofessionals, lerenden en andere actoren is een belangrijk aspect in de beleidsnota Onderwijs 2019-2024.

10

AGODI jaarverslag 2020


1

4 Ondernemingsplan 2020 Zoals gebruikelijk bij de start van een nieuwe legislatuur heeft AGODI een meerjarenplan 2020-2024 opgemaakt. Dat plan geeft weer welke doelstellingen het agentschap deze legislatuur wil verwezenlijken. Het uitgangspunt van de doelstellingen wordt gevormd door de missie, visie en de taken van het agentschap (zie punt 1, 2 en 3). Daarnaast heeft het agentschap een aantal strategische keuzes gemaakt voor de periode 2020-2024 (zie punt 3). Het ondernemingsplan 2020 is de vertaling van het meerjarenplan naar de doelstellingen die het agentschap wilde verwezenlijken in 2020. Het ondernemingsplan 2020 bevat 23 strategische doelstellingen, geënt op de missie en de taakstelling van het agentschap. Daarnaast omvatten die ook de doelstellingen volgend uit de regeringsafspraken en de doelstellingen rond diversiteit en welzijn. Het ondernemingsplan vertaalt de strategische doelstellingen in operationele doelstellingen. Concrete monitoringsindicatoren volgen de resultaten ervan op. De resultaten die AGODI daarvoor in 2020 behaalde, vindt u in dit jaarrapport terug. . Het mee realiseren van een nieuw onderwijsbeleid De modernisering van het secundair onderwijs, duaal leren, de verhoging van de kleuterparticipatie en de verlaging van de leerplichtleeftijd, het versterken van het basisonderwijs, de vernieuwing van het inschrijvingsrecht, de afwikkeling van het Begeleidingsdecreet, de afwikkeling van het decreet Leerlingenbegeleiding … vormen speerpunten in het onderwijsbeleid. Ook AGODI speelt een belangrijke rol bij de realisatie van die beleidsdoelstellingen. Lees er meer over in hoofdstuk 2. Een tijdige en correcte dienstverlening De dienstverlening aan scholen, onderwijspersoneelsleden, ouders, leerlingen ... is een van de basisopdrachten van AGODI. Daar las u hierboven al meer over. Het jaarrapport 2020 omvat onder meer de strategische doelstellingen rond de omkadering en werkingsmiddelen aan de scholen, het beheer van de personeelsdossiers in verband met een tijdige en correcte berekening en toekenning van salarissen, de leerplichtcontrole en het ondersteunen en faciliteren van de gelijke onderwijskansen. Ook vormt het toezicht op het gebruik van de middelen en het correct bijhouden van de leerlingenbestanden een onderdeel van die strategische doelstellingen. Het vormen de ambities waarover u meer leest in hoofdstuk 2. Slaagt AGODI daarin, dan is de winst drieledig: • scholen hebben permanent de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken • AGODI draagt bij tot de tevredenheid van het lerarenkorps • een juiste toepassing van de financieringswet (leerlingentellingen) is mogelijk Een innovatieve dienstverlening De derde pijler van het ondernemingsplan richt zich op een innovatieve dienstverlening van het agentschap door een optimaal en maximaal gebruik van informatica, de mogelijkheden van e-government en samenwerking met andere overheden.

AGODI jaarverslag 2020

11


Het persoonlijk contact met scholen, personeelsleden, leerlingen en ouders blijft een sterk punt van het agentschap. Iedereen kan AGODI gemakkelijk en snel bereiken. In hoofdstuk 3 vindt u de inspanningen terug die het agentschap in 2020 leverde om een voortrekkersrol te spelen op het gebied van lastenverlaging en efficiëntieverhoging voor scholen. De uitbouw van een moderne organisatie met een eigentijds management AGODI is een dynamische en toekomstgerichte organisatie met een modern personeelsbeleid. U leest er alles over in hoofdstuk 4.

5 Organogram

12

AGODI jaarverslag 2020


1

AGODI telt zes afdelingen en een stafdienst. De afdelingen zijn enerzijds ingedeeld volgens de klantengroepen en onderwijsniveaus en anderzijds volgens het proces van dienstverlening. De twee afdelingen ‘Scholen en leerlingen’ werken voor de scholen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs, de academies van het deeltijds kunstonderwijs (dko), de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) en de pedagogische begeleidingsdiensten. De opdrachten van die afdelingen zijn heel divers: • De informatiepunten voor ouders en leerlingen beantwoorden vragen over de rechten en plichten van de doelgroepen. • De schoolbeheerteams staan in voor het bepalen van de personeelsomkadering, de toekenning van werkingsmiddelen en toelagen en het verzorgen van de administratieve en financiële dienstverlening aan de scholen. Leerlingen met een auditieve, visuele of motorische beperking die les volgen in het gewoon basis- of secundair onderwijs, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs kunnen rekenen op de schoolbeheerteams bij de toekenning van speciale onderwijsleermiddelen (SOL). • De deskundigen van de lokale overlegplatforms (LOP's) ondersteunen mee het inschrijvingsrecht en het bevorderen van de gelijke onderwijskansen in de basisscholen en de scholen voor secundair onderwijs. • Het team leerlingenvervoer kent het recht op leerlingenvervoer toe. • Een aantal coördinatoren organiseren en houden toezicht op het project JOJO-VEVE. • De verificatieteams staan in voor controles voorzien in de onderwijsreglementering, zoals de controle van de leerlingengegevens, de aan -en afwezigheden van de leerlingen en de toelatingsvoorwaarden tot de niveaus, studierichtingen en soorten onderwijs. Ook het nagaan of middelen correct ingezet zijn, het opvolgen van de inschrijvingsgelden in het deeltijds kunstonderwijs en het ondersteunen van de scholen, academies en CLB’s bij het correct toepassen van de (uitgebreide) regelgeving behoren tot hun opdracht. • De afdelingen dragen bij tot een correcte en tijdige toepassing van de financieringswet. • Beide afdelingen verzorgen samen de secretariaten van de commissie inzake Leerlingenrechten en van de Vlaamse Bemiddelingscommissie. • Beide afdelingen zijn verantwoordelijk voor de leerplichtcontrole en verwerken ook de aanvragen voor huisonderwijs en tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH). • De afdelingen bieden ook ondersteuning aan scholen, lokale besturen en opvangpartners bij het maken van afspraken over de toeleiding van leerlingen uit asielcentra naar de scholen. • De afdeling Basisonderwijs, DKO en CLB – Scholen en leerlingen monitort de kleuterparticipatie en neemt initiatieven om de kleuteraanwezigheid te bevorderen. • De afdelingen werken mee aan de realisatie van het beleid en de beleidsevaluatie in samenwerking met het departement Onderwijs en Vorming en de andere agentschappen. De twee afdelingen ‘Personeel’ zorgen voor de dienstverlening aan de personeelsleden van de scholen, instellingen en centra. De werkstations horen in die afdelingen thuis. Zij staan in voor: • de administratieve afhandeling van de dossiers van het onderwijspersoneel • de berekening van alle salariscomponenten • actieve informatieverstrekking over alle personeelsmateries • de realisatie van het beleid en de beleidsevaluatie, in samenwerking met het departement en de andere agentschappen

AGODI jaarverslag 2020

13


De afdeling Advies en Ondersteuning Onderwijspersoneel verzorgt een aantal specifieke en transversale diensten die de grenzen van het agentschap vaak overstijgen: • De dienst algemeen salarisbeheer ondersteunt de personeelsafdelingen van AGODI en AHOVOKS. • De dienst arbeidsongevallen verzorgt de administratieve afhandeling van de dossiers over arbeidsongevallen voor het onderwijspersoneel en de personeelsleden van de Vlaamse overheid voor de entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid. • De financiële dienst beheert de opmaak en uitvoering van de begroting van het agentschap, de centraal uitbetaalde lonen voor het onderwijspersoneel (AGODI en AHOVOKS) en de bijhorende werkingsmiddelen (AGODI). • De juridische dienst biedt specifieke juridische ondersteuning, beheert de werking van de kamers en colleges van beroep en verzorgt de dienstverlening rond professionele erkenningen voor leerkrachten. • De dienst informatie, organisatie en communicatie ondersteunt communicatieacties, coördineert de AGODI-academie en het interne documentatiesysteem Weetulex, volgt initiatieven rond samenwerking over de grenzen heen op, en beheert het archief van het onderwijspersoneel. De afdeling ICT werkt voor AGODI en geeft ondersteuning aan AHOVOKS. De afdeling ICT ondersteunt de afdelingen bij het beheer van IT-applicaties, de IT-planning en het aansturen van de externe IT-partner. De stafdienst werkt voor AGODI en zorgt voor de organisatie-ondersteunende processen zoals organisatiebeheersing, facilitair management, coördinatie van de parlementaire vragen en persvragen, het personeelsbeleid, gegevensveiligheid, communicatie ...

14

AGODI jaarverslag 2020


1

AGODI jaarverslag 2020

15



Hoofdstuk 2 Een onverwacht jaar: corona


Een onverwacht jaar: corona In 2020 beheerste corona de samenleving en dus ook het onderwijs. AGODI moest snel schakelen om het onderwijsveld te ondersteunen en de dienstverlening te blijven verzekeren. Dat vergde de nodige flexibiliteit van het agentschap en zijn medewerkers. In dit hoofdstuk belichten we de verschillende acties die AGODI opzette of waaraan het agentschap meewerkte.

1 Dienstverlening Al op de eerste dag van de lockdown, in maart 2020, besliste AGODI om een ‘callcenter corona’ op te starten waar scholen terecht konden met al hun coronavragen. Ouders en leerlingen konden dan weer voor hun vragen over corona terecht bij de al bestaande Informatiepunten voor ouders en leerlingen. In het schooljaar 2019-2020 ontvingen het callcenter en de informatiepunten samen 4.646 vragen over corona. De spreiding van die vragen fluctueerde. Zeker in de aanloop naar een nieuwe fase in het onderwijs en in de aanloop naar het schooljaar 2020-2021 zagen we het aantal vragen sterk toenemen. Daarnaast kregen ook de werkstations in de afdelingen Personeel zeer veel vragen te verwerken over corona en de toepassing van de maatregelen. Meer informatie over de Informatiepunten ouders en leerlingen is terug te vinden in punt 5.3 Informatiepunt voor Ouders en Leerlingen. Naast het beantwoorden van vragen van scholen, ouders en leerlingen stond AGODI ook in voor de verdeling van mondmaskers en alcoholgel aan de scholen. Scholen konden doorgeven of ze mondmaskers en alcoholgel wensten uit de strategische noodvoorraad van de Vlaamse overheid. In totaal werden 150.000 mondmaskers verdeeld via de provincies. Daarnaast verdeelden we ook 200.000 flesjes alcoholgel via de scholengemeenschappen. Het opvolgen van de verschillende maatregelen over veiligheid en hygiëne brachten veel extra kosten voor de scholen met zich mee. Ook het afstandsonderwijs leidde tot extra kosten. Daarom kregen de scholen in 2019-2020 twaalf verschillende soorten extra toelagen voor een totaalbedrag van 75.719.010 euro die door AGODI steeds tijdig werden uitbetaald: • Scholen • 24.503.200 euro voor hygiënemaatregelen, poetshulp en aanpassing van de infrastructuur (inclusief extra werkingsbudget bij heropstart scholen) • 38.694.770 euro voor extra ICT-coördinatie en om digitaal afstandsonderwijs te garanderen • 8.497.800 euro compensatie van geannuleerde schoolfeesten en -uitstappen • 1.128.000 euro voor extra leerlingenvervoer met busbegeleiding • Internaten • 297.073 euro voor hygiënemaatregelen, poetshulp en aanpassing van de infrastructuur • 1.484.850 euro voor uitzonderlijke opvang door internaten • Deeltijds Kunstonderwijs • 1.113.317 euro voor hygiënemaatregelen, poetshulp en aanpassing van de infrastructuur

18

AGODI jaarverslag 2020


2

Meer informatie over de toekenning van toelagen is terug te vinden in punt 1.1 Werkingsmiddelen. Scholen werden al snel geconfronteerd met leraren die ziek werden of in quarantaine moesten, wat vervanging van onderwijspersoneel noodzakelijk maakte. Het bestaande systeem van korte vervangingen volstond in het najaar niet meer overal. Ook het lerarenplatform kon niet overal een oplossing brengen. Daarom werden er 12 miljoen extra middelen voorzien voor korte en flexibele vervangingen. AGODI trad daarbij op als centraal meldpunt. Scholen konden een melding doen als ze een vervanger gevonden hadden. Daarna stond AGODI in voor de bezoldiging van hun vervangingsopdracht. Voorwaarde was dat de bestaande systemen voor vervangingen uitgeput waren. AGODI zorgde voor de nodige technische aanpassingen, zodat scholen die melding konden doen. Ons agentschap monitorde ook de aanvragen. AGODI heeft met de AGODI-academie al een stevig aanbod aan opleidingen voor schooldirecties en schoolsecretariaten uitgebouwd. Door corona konden die opleidingen echter niet meer fysiek plaatsvinden. AGODI zette intern een taskforce digitaal leren op die zeer snel een digitaal leeraanbod uitbouwde voor onder andere de schoolsecretariaten. Ook de Ronde van Vlaanderen voor schooldirecties werd digitaal georganiseerd. Meer informatie over de AGODI-Academie is terug te vinden in punt 5.1 AGODI-academie. Meer informatie over de Ronde van Vlaanderen staat in punt 5.8 Ronde van Vlaanderen.

2 Gegevensbeheer Om de impact van corona op het onderwijs te kunnen opvolgen, monitorde AGODI heel wat gegevens: Opvolging aan- en afwezigheden leerlingen In de periode van volledige sluiting van de scholen in het schooljaar 2019-2020 (tot 15 mei) organiseerde AGODI twee keer per week een steekproefbevraging bij scholen over de organisatie van noodopvang. • In het basisonderwijs startte de noodopvang met 1 à 2% van de leerlingen, maar het aantal steeg daarna naar 7 à 8%. • In het secundair onderwijs maakte slechts 0,10 tot 0,30% van de leerlingen in het gewoon onderwijs gebruik van de noodopvang. • In het buitengewoon onderwijs zagen we daar wel een geleidelijke stijging tot 4%. Vanaf 15 mei 2020 heropenden de scholen weer geleidelijk. Er werden dan ook steeds meer leerlingen op school verwacht. Daarnaast werd er nog steeds noodopvang georganiseerd voor ongeveer 10% van de leerlingen in het basisonderwijs. Om de aan- en afwezigheden dagelijks te kunnen opvolgen, ontwikkelde AGODI een dashboard aan- en afwezigheden op basis van de gegevens in Discimus. In het schooljaar 2020-2021 openden de scholen normaal en bleven we de aan- en afwezigheden verder opvolgen. De minister en de onderwijspartners kregen regelmatig de stand van zaken.

AGODI jaarverslag 2020

19


Opvolging aan- en afwezigheden personeelsleden Naast de leerlingen volgden we ook de afwezigheden van personeelsleden in het onderwijs op, meer bepaald het ziekteverlof, de heirkracht, het profylactisch verlof en de overmacht. Ook daarover rapporteerden we op regelmatige tijdstippen naar de minister en de onderwijspartners. De cijfers vergeleken we met de cijfers van 2019. Daaruit bleek dat er globaal minder personeelsleden ziek waren, maar dat er wel een forse toename was van heirkracht. Opvolging (gedeeltelijke) sluitingen scholen Een school kan beslissen om geheel of gedeeltelijk te sluiten als gevolg van een clusterbesmetting of overmacht (bijvoorbeeld omdat er te veel leraren ziek zijn of in quarantaine moeten). Die sluitingen moeten ze aan AGODI melden. Dagelijks volgden wij die sluitingen op en we rapporteerden erover aan de minister en het Nationale Crisiscentrum.

3 Management Niet alleen voor de scholen, ook voor de eigen medewerkers betekende de coronacrisis een grote aanpassing. Het deeltijds plaats- en tijdsonafhankelijk werken, dat al een hele tijd ingeburgerd was bij AGODI, werd nu maximaal toegepast. Medewerkers kwamen alleen nog in het gebouw in Brussel werken als dat noodzakelijk was voor hun taken. In de praktijk werkte de overgrote meerderheid van de mensen daardoor bijna continu thuis. Om het thuiswerk te ondersteunen, werd het thuiswerkmateriaal uitgebreid met een tweede scherm voor elke medewerker die dat nodig had. Omdat AGODI al vele jaren inzet op digitalisering en automatisering, konden de kernprocessen ook van thuis opgevolgd en uitgevoerd worden: • De salarisbetalingen werden tijdig uitgevoerd voor meer personeelsleden dan in 2019. • De verificatie liep door maar dan vanop afstand, onder andere op basis van de gegevens in onze databanken. • De omkadering en werkingsmiddelen werden tijdig toegekend. Er restte maar een klein aantal processen waarvoor de aanwezigheid in Brussel nog noodzakelijk was, zoals de aangetekende zendingen voor de terugvorderingen en de verwerking van de inkomende papieren post. In 2021 wordt verder gegaan met de digitalisering van die processen. Er werd sterk ingezet op interne communicatie, met veel aandacht voor welzijn van de medewerkers. Zo werden de interne nieuwsbrief en het intranet vernieuwd en gemoderniseerd en namen we daar regelmatig informatie op over mogelijke hulplijnen voor medewerkers die het moeilijk hadden. We organiseerden digitale teambijeenkomsten en fysieke teamdagen in de periode dat dat na de eerste lockdown mocht. De personeelsvergadering en het AGODI-seminarie werden digitaal georganiseerd. Ook op andere momenten probeerden we de medewerkers een hart onder de riem te steken.

20

AGODI jaarverslag 2020


2

Met de heropening van het gebouw in juli 2020 zorgden we voor een heropstartplan, in samenwerking met de andere entiteiten van het beleidsdomein. Op de werkvloer zorgden we voor signalisatie en de nodige informatie en alle medewerkers kregen een welkomstpakket met onder andere mondmaskers, alcoholgel en een contactloze deuropener. Eind augustus schakelde de Vlaamse overheid weer over naar maximaal thuiswerk.

AGODI jaarverslag 2020

21



Hoofdstuk 3 Een breed spectrum aan klanten en diensten


Een breed spectrum aan klanten en diensten Scholen vormen de ‘vaste klanten’ van AGODI. Klassiek op de agenda van AGODI staan het berekenen van de werkingsmiddelen en de omkadering van scholen. AGODI beheert ook de personeelsdossiers en staat in voor het salaris van de personeelsleden die worden aangesteld binnen die omkadering. AGODI wil er ook zijn voor kandidaat-leerkrachten, ouders en leerlingen. Het bevorderen van gelijke onderwijskansen voor leerlingen en hun ouders is daar een voorbeeld van. Het samenwerken met diverse externe partners, zoals de Vlaamse of federale overheden en agentschappen, schoolbesturen, vakbonden, directeurs, LOP’s … is eveneens essentieel in de werking van AGODI.

1 Onze klanten: de scholen

24

AGODI jaarverslag 2020


3

Een evoluerend leerlingenaantal Tabel 3.1: aantal leerlingen Aantal leerlingen

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

2017-2018

2018-2019

2019-2020

263.789

262.435

261.192

-0,47%

1.986

2.140

2.325

8,64%

438.779

442.275

442.961

0,16%

Buitengewoon lager onderwijs

24.380

24.784

25.567

3,16%

Gewoon secundair onderwijs

421.975

427.456

434.435

1,63%

20.331

20.544

21.095

2,68%

8.980

8.854

8.975

1,37%

180.402

198.737

201.238

1,26%

6.706

6.589

6.444

-2,02%

Gewoon kleuteronderwijs Buitengewoon kleuteronderwijs Gewoon lager onderwijs

Buitengewoon secundair onderwijs Deeltijds secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs HBO Verpleegkunde*

* Vanaf het schooljaar 2009-2010 is de studierichting verpleegkunde van de vierde graad omgevormd tot HBO verpleegkunde. HBO maakt officieel deel uit van het hoger onderwijs. Binnen het HBO wordt alleen de studierichting verpleegkunde door secundaire scholen ingericht.

Het aantal leerlingen in het gewoon kleuteronderwijs neemt verder af door het dalend geboortecijfer in Vlaanderen. Het aantal leerlingen in het gewoon lager onderwijs blijft licht toenemen. In het buitengewoon lager onderwijs stijgt, voor het tweede jaar op rij sinds de invoering van het M-decreet, het leerlingenaantal opnieuw. In het buitengewoon kleuteronderwijs zet de stijging van de voorbije twee schooljaren zich ook in 2019-2020 verder door. In het secundair onderwijs is er weer een lichte toename. In het deeltijds kunstonderwijs zet de stijging zich ook door, maar minder uitgesproken dan in het vorige schooljaar. De stijging heeft vooral te maken met de verdere ontwikkeling van de eerste graden in de domeinen dans, muziek en woordkunst-drama en de nieuwe programmaties. Vanaf 1 september 2019 is duaal leren organiek uitgerold in het secundair onderwijs. Duaal leren is een vorm van leren die bestaat uit een schoolcomponent en een werkplekcomponent die inhoudelijk op elkaar afgestemd zijn. In het duale leren worden een aantal vernieuwingen doorgevoerd waarin competentiegericht handelen en kwalificatiegericht denken via een hechte samenwerking tussen de onderwijs- en de ondernemingswereld centraal staan. Tijdens het eerste jaar van het proefproject (20162017) waren 126 leerlingen ingeschreven in duale opleidingen. In het schooljaar 2019-2020 waren dat er 1.548, gespreid over 179 instellingen.

AGODI jaarverslag 2020

25


Een evoluerend aantal internen Tabel 3.2: aantal internen Aantal internen Gewoon kleuteronderwijs Buitengewoon kleuteronderwijs Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs Gewoon secundair onderwijs Buitengewoon secundair onderwijs Deeltijds secundair onderwijs Totaal

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig jaar

114

95

90

-5,26%

2

6

6

0%

1.125

1.024

981

-4,20%

147

151

161

6,62%

8.357

8.103

7.820

-3,49%

192

258

287

11,24%

45

44

42

-4,55%

9.953

9.681

9.387

-3,04%

Jaar na jaar daalt het aantal internen verder. Dat geldt echter niet voor het buitengewoon onderwijs. Een stijging van het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs gaat namelijk gepaard met een stijging van het aantal internen.

26

AGODI jaarverslag 2020


3

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Tabel 3.3: aantal gesubsidieerde en gefinancierde instellingen

162 163 2.103** 2.428

162 161 2.122 2.445

160 157 2.145 2.462

Autonome kleuterscholen Autonome lagere scholen Basisscholen Basisscholen type 5 Basisscholen type 5 (ziekenhuisscholen) Totaal

0 73 120 4 3 200

0 69 123 4 3 199

0 67 125 4 3 199

Gewoon secundair

Voltijds Deeltijds autonoom Deeltijds niet autonoom Totaal***

943 6 43 949

944 6 43 950

946 6 43 952

Buitengewoon secundair

Buso-scholen Secundaire ziekenhuisscholen Secundaire school type 5 Totaal

121 3 2 126

120 3 3 126

126 3 3 132

Deeltijds Kunstonderwijs Beeldende kunst Muziek, woordkunst, dans Kunstacademies Totaal

65 88 15 168

65 82 21 168

65 82 21 168

CLB

72

72

61

140 16 10 8 2 1

142 16 10 8 2 1

141 16 10 8 2 1

4

4

4

1

1

1

AANTAL SCHOLEN Gewoon basis*

Autonome kleuterscholen Autonome lagere scholen Basisscholen Totaal

Buitengewoon basis

Internaten

* ** ***

Gewoon basis-en secundair MPIGO's Semi-internaten IPO's IBSOGO's Autonoom internaat Buso (tehuis) Tehuizen kinderen van wie de ouders geen vast verblijfplaats hebben Tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling

Inclusief de acht Franstalige basisscholen en de Franstalige afdeling in Ronse. Inclusief één eerder erkende maar vóór 2017-2018 nog geen gesubsidieerde school. Een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs kan ofwel autonoom zijn ofwel verbonden zijn aan een school voor gewoon voltijds secundair onderwijs. In het tweede geval wordt het CDO als een onderdeel beschouwd van de voltijdse school.

AGODI jaarverslag 2020

27


1.1

Werkingsmiddelen

De scholen, CLB’s en internaten hebben recht op een werkingsbudget. Daarmee bekostigen ze hun werking, uitrusting, het groot onderhoud, investeringen voor een rationeel energieverbruik en in het basisonderwijs ook het gratis aanbod aan leerboeken en andere schoolbehoeften van de leerlingen. Het grootste aandeel van het werkingsbudget (basisbedrag) voor de scholen wordt verdeeld op basis van de zogenaamde schoolkenmerken, namelijk soort onderwijs (gewoon of buitengewoon) en type (voor het buitengewoon onderwijs). Vanaf het schooljaar 20192020 is er geen verschil meer tussen de werkingsmiddelen voor een kleuter en een leerling lager onderwijs. De werkingsmiddelen voor het kleuteronderwijs zijn verhoogd met 70,5 miljoen euro. Voor de berekening van de werkingsmiddelen in het leerplichtonderwijs worden ook de objectiveerbare verschillen in rekening gebracht. Alle scholen van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van het Gemeenschapsonderwijs (GO!) ontvangen extra middelen, omdat zij verplicht zijn verscheidene levensbeschouwelijke vakken aan te bieden. Daarnaast krijgt het GO! ook extra middelen, omdat dat onderwijsnet grondwettelijk verplicht is de vrije keuze te garanderen. Vier leerlingenkenmerken spelen ook een rol bij het verdelen van de middelen in het leerplichtonderwijs: • Het opleidingsniveau van de moeder • De thuistaal • Het ontvangen van een schooltoelage • De buurt waar de leerling woont Na het berekenen van de werkingsmiddelen kent AGODI de middelen toe aan de besturen van de gesubsidieerde scholen. Aan het GO! wordt een dotatie toegekend op basis van de berekende werkingsmiddelen voor de scholen van het GO!. De Raad van het Gemeenschapsonderwijs verdeelt die dotatie over de verschillende scholengroepen op basis van eigen criteria. Sinds het schooljaar 2015-2016 publiceert AGODI op zijn website1 hoe de geldwaarden en puntwaarden uit de werkingsmodellen worden berekend.

1

28

https://www.agodi.be/transparantie-werkingsmiddelen

AGODI jaarverslag 2020


3

Ambitie 1: we kennen werkingsmiddelen en toelagen tijdig en correct toe De scholen ontvangen werkingsmiddelen en verschillende soorten bijkomende toelagen, waaronder de ICT-toelage, de nascholingstoelage, de toelage voor het ondersteuningsmodel, de gewone en de bijzondere internaattoelage, de toelage voor anderstalige nieuwkomers (AN), de toelage voor K-diensten, de gemeenschapsbijdrage voor kinderen zonder vaste verblijfplaats en de verschillende toelagen voor de coronamaatregelen. Het agentschap engageert zich om 98% van alle middelen en toelagen op tijd toe te kennen. Alle werkingsmiddelen en toelagen werden in 2020 correct berekend en uitbetaald. Alleen het voorschot van de toelage voor K-diensten werd met een lichte vertraging uitbetaald.

1.1.1

Werkingsmiddelen voor het basisonderwijs

Tabel 3.4: werkingsmiddelen in het basisonderwijs* Werkingsmiddelen gewoon basisonderwijs 2017-2018

2018-2019

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

2019-2020

GO!*

79.362.000

Aantal scholen 396

VGO

283.773.925

1.493

288.475.736

1.499

336.231.428

1.507

16,55%

OGO

111.574.916

539

113.713.899

545

131.144.122

547

15,33%

Totaal

474.710.841

2.428

484.357.635

2.445

564.365.550

2.462

16,52%

82.168.000

Aantal scholen 401

96.990.000

Aantal scholen 408

18,04%

Werkingsmiddelen buitengewoon basisonderwijs 2017-2018

2018-2019

GO!*

8.705.000

Aantal scholen 36

VGO

20.824.068

128

8.850.000

Aantal scholen 36

21.006.160

128

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

2019-2020

9.447.000

Aantal scholen 36

6,75%

22.236.727

128

5,86%

OGO

5.577.262

36

5.687.788

35

5.905.011

35

3,82%

Totaal

35.106.330

200

35.543.948

199

37.588.738

199

5,75%

* **

Inclusief type 5-scholen en Franstalige scholen Het betreft de dotaties die de Raad van het Gemeenschapsonderwijs verdeelt over de verschillende scholengroepen (exclusief inhoudingen)

AGODI jaarverslag 2020

29


De significante stijging van de werkingsmiddelen in 2019-2020 voor zowel het gewoon als buitengewoon basisonderwijs is voornamelijk het gevolg van de gelijkschakeling van de financiering van het kleuteronderwijs met het lager onderwijs. Daardoor werd 69.545.000 euro extra geïnvesteerd in het gewoon lager onderwijs en 983.000 euro extra in het buitengewoon lager onderwijs. Bovendien is er een stijging van de werkingsmiddelen door wijzigingen in de gezondheidsindex, de leerlingenaantallen en het salarisaandeel van het meesters-, vak- en dienstpersoneel. Het bedrag uit de begroting van het jaar tevoren wordt eerst vermeerderd met de volledige loonkosten van de leden van het vastbenoemde meesters-, vak- en dienstpersoneel van het GO! van het vorige begrotingsjaar. Daarna wordt het totale budget aangepast aan de gezondheidsindex en de leerlingenevolutie. De middelen van meesters-, vak- en dienstpersoneel worden uit het loonmodel gehaald en toegevoegd aan het budget van de werkingsmiddelen. Tabel 3.5: samenstelling van de werkingsmiddelen in het basisonderwijs Werkingsmiddelen gewoon basisonderwijs 2019-2020: samenstelling Basisbedrag €

Bedrag leerlingenkenmerken €

GO!

73.794.000

VGO

289.916.407

Objectieve verschillen

Totaal €

LBV* €

Neutraliteit €

18.410.000

2.171.000

2.615.000

96.990.000

46.315.021

-

-

336.231.428

OGO

107.033.201

20.931.099

3.179.822

-

131.144.122

Totaal

470.743.608

85.656.120

5.350.822

2.615.000

564.365.550

Werkingsmiddelen buitengewoon basisonderwijs 2019-2020: samenstelling Basisbedrag €

*

Bedrag leerlingenkenmerken €

Objectieve verschillen LBV* €

Neutraliteit €

Totaal €

GO!

8.869.000

n.v.t

314.000

264.000

9.447.000

VGO

22.236.727

n.v.t

-

-

22.236.727

OGO

5.693.262

n.v.t

211.749

-

5.905.011

Totaal

36.798.989

n.v.t

525.749

264.000

37.588.738

LBV = Levensbeschouwelijke vakken

Het grootste aandeel van het werkingsbudget (basisbedrag) wordt verdeeld op basis van de zogenaamde schoolkenmerken, namelijk soort onderwijs (gewoon of buitengewoon) en type (voor het buitengewoon basisonderwijs). Aan elk van die kenmerken is een wegingscoëfficiënt en een puntenwaarde toegekend.

30

AGODI jaarverslag 2020


3

In het gewoon basisonderwijs kennen we ook werkingsmiddelen toe aan de scholen op basis van leerlingenkenmerken. Bij de verdeling van de werkingsmiddelen in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs is er een voorafname op basis van ‘objectieve verschillen’. Het Gemeenschapsonderwijs heeft de grondwettelijke plicht om neutraal onderwijs aan te bieden en krijgt daarvoor een financiële compensatie. Scholen van het Gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd officieel onderwijs zijn verplicht om meerdere levensbeschouwelijke vakken aan te bieden en krijgen daarvoor ook bijkomende werkingsmiddelen. Bijkomende toelagen voor het basisonderwijs Naast de werkingsmiddelen keert AGODI ook bijkomende toelagen uit: de ICT-toelage, de nascholingstoelage, de toelage voor het ondersteuningsmodel, de gewone en de bijzondere internaattoelage, de toelage voor anderstalige nieuwkomers (AN), de toelage voor K-diensten, de gemeenschapsbijdrage voor kinderen zonder vaste verblijfplaats en de verschillende toelagen voor de coronamaatregelen.

Nascholing Anderstalige nieuwkomers ICT-middelen Onderwijs aan huis*

5.901.162

2.617 585

155

6.767.354

157

7.035.893

4.007.000

2.624

4.007.000

2.661

4.007.000

0%

431.325

650

437.600

632

486.563

10,71%

2.619

651.607

2.627

654.814

2.645

617.128

-5,76%

86

43.932

91

70.087

132

98.088

39,95%

3,97%

Gemeenschapsbijdrage

11

130.733

10

127.168

14

128.631

-0,46%

DMOB - K-diensten

12

1.469.000

16

1.586.000

9

1.072.000

-32,41%

Inspectie LBV

7

146.415

7

146.415

7

137.412

-6,15%

Extra toelage corona: ICT-coördinatie

-

-

-

-

2.645

2.813.680

Extra toelage corona: ICT-middelen voor digitaal afstandsonderwijs Extra toelage corona voor hygiëne- en veiligheidsmaatregelen Extra toelage corona: compensatie voor gederfde inkomsten en geannuleerde schooluitstappen *

157

2019-2020 Instellingen

Toelage ondersteuningsmodel

2018-2019 Instellingen

Bijkomende toelagen in het basisonderwijs

Instellingen

2017-2018

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Tabel 3.6: bijkomende toelagen in het basisonderwijs

-

-

-

-

-

2.495

9.017.965 -

-

-

-

-

2.661 -

-

-

-

-

2.501

2.428.899

De toelagen onderwijs aan huis zijn berekend per kalenderjaar. In het kalenderjaar 2020 zijn de toelagen uitbetaald van de reiskosten gemaakt in het kalenderjaar 2019. AGODI jaarverslag 2020

31


Scholen van het buitengewoon onderwijs die actief zijn in het ondersteuningsmodel ontvangen daarvoor een toelage. Met het nieuwe omkaderingsmechanisme voor ondersteuning van leerlingen type 2, 4, 6 en 7 in het gewoon onderwijs, dat vanaf 1 september 2019 in werking is getreden, werd eveneens het mechanisme voor toekenning van werkingsmiddelen voor types 2, 4, 6 en 7 met een verslag of een inschrijvingsverslag type 2 gewijzigd. Voor de andere types bleef de berekeningswijze gelijk. Door een stijging van het aantal omkaderingseenheden en de indexering van het bedrag per omkaderingseenheid stijgt de totale toelage met bijna 4%. Elke school stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Dat nascholingsplan bevat op samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de school te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen. Daarnaast bevat het plan ook begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling. AGODI stelt jaarlijks nascholingsmiddelen ter beschikking om het nascholingsplan uit te voeren. Per organiek ambt ontvangt elke school 64,88 euro. Per anderstalige nieuwkomer krijgt een school 12,50 euro per volledige kalendermaand in de periode waarin de school onthaalonderwijs inricht voor de betrokken anderstalige nieuwkomer. Na een beperkte toename van het budget in het schooljaar 2018-2019 zien we in het schooljaar 2019-2020 opnieuw een stijging van het budget van meer dan 10%. Scholen ontvangen middelen voor de logistieke en materiële ondersteuning van de ICT-coördinator. Alleen de scholen die geregistreerd zijn in een samenwerkingsplatform hebben recht op die middelen. In 2019-2020 kregen daarom zestien van de 2.661 scholen gewoon en buitengewoon basisonderwijs geen werkingsmiddelen voor ICT-coördinatie. De daling van het budget is te verklaren door de generieke besparing van 6% op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting. Scholen die tijdelijk of permanent onderwijs aan huis organiseren, krijgen de gemaakte reiskosten van het personeel terugbetaald van AGODI. In het kalenderjaar 2019 stijgt het aantal scholen die de reiskosten terugvorderen met niet minder dan 45%. Onderwijs aan huis is een maatregel die aan bekendheid blijft winnen. Het aantal leerlingen dat van dat systeem gebruik maakt, steeg in het schooljaar 2018-2019 met ongeveer 15% en in schooljaar 2019-2020 nog eens met meer dan 5%. Daarbij moeten we opmerken dat de afgelegde afstanden in het buitengewoon onderwijs (waar zich de sterkste stijging voordoet) doorgaans groter zijn dan in het gewoon onderwijs. Dat zorgde in het schooljaar 2019-2020 voor een toename in budget van 39,95%. De gemeenschapsbijdrage wordt toegekend aan de schoolbesturen van de erkende tehuizen en internaten waar leerplichtige kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben, kunnen verblijven. De schoolbesturen brengen die gemeenschapsbijdrage in mindering van het kostgeld van de in aanmerking komende leerlingen. In 2020 blijft het budget voor die toelage bijna ongewijzigd. AGODI kent ook subsidie-enveloppes toe aan diensten met onderwijsbehoeften (DMOB). Het betreft een toelage voor de jaarlijkse personeels- en werkingskosten verbonden aan het verstrekken van onderwijs aan kinderen die opgenomen zijn op een dienst neuropsychiatrie (K-dienst). Een aantal K-diensten maakten in het schooljaar 20192020 de overstap naar buitengewoon onderwijs type 5 en kwamen daardoor niet langer in aanmerking voor de DMOB-subsidie. Als een gevolg daarvan daalt het totale budget voor de K-diensten met 32,41%. 32

AGODI jaarverslag 2020


3

Jaarlijks worden werkingsmiddelen toegekend aan de inspectie voor levensbeschouwelijke vakken. Die worden berekend op basis van een forfaitair bedrag per ambt. Het budget daalt met ongeveer 6% door de generieke besparing op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting. In het kader van de maatregelen als gevolg van het coronavirus keerde AGODI in het schooljaar 2019-2020 ook volgende extra toelagen uit aan de scholen: • bijkomende middelen voor ICT-coördinatie • ICT-middelen voor digitaal afstandsonderwijs • toelage voor hygiëne- en veiligheidsmaatregelen • toelage ter compensatie voor gederfde inkomsten en geannuleerde schooluitstappen 1.1.2

Werkingsmiddelen voor het secundair onderwijs

Tabel 3.7: werkingsmiddelen in het secundair onderwijs Werkingsmiddelen gewoon secundair onderwijs 2017-2018

2018-2019

GO! *

87.817.000

Aantal instellingen 212

VGO

298.317.263

667

2019-2020

90.573.000

Aantal instellingen 213

93.913.000

300.036.458

667

303.490.102

Evolutie t.o.v. vorig Aantal instellingen schooljaar 213 3,69% 669

1,15%

OGO

35.713.864

70

36.181.899

70

36.736.449

70

1,53%

Totaal

421.848.127

949

426.791.357

950

434.139.551

952

1,72%

Werkingsmiddelen buitengewoon secundair onderwijs 2017-2018

GO! *

7.095.000

VGO

15.841.467

84

*

2018-2019

Aantal instellingen 23

2019-2020

7.279.000

Aantal instellingen 23

7.720.000

15.966.941

84

16.040.852

Evolutie t.o.v. vorig Aantal instellingen schooljaar 25 6,06% 88

0,46%

OGO

3.259.670

19

3.328.206

19

3.249.834

19

-2,35%

Totaal

26.196.137

126

26.574.147

126

27.010.686

132

1,64%

Voor het GO! vermeldt de tabel de dotaties die de Raad van het Gemeenschapsonderwijs ontvangt. De dotaties zijn verdeeld over de verschillende scholengroepen (exclusief inhoudingen).

Zowel de werkingsmiddelen voor het gewoon en het buitengewoon secundair onderwijs stijgen door wijzigingen in de gezondheidsindex, de leerlingenaantallen en het salarisaandeel van het meesters-, vak- en dienstpersoneel. Het bedrag uit de begroting van het jaar tevoren wordt eerst vermeerderd met de volledige loonkosten van de leden van het vastbenoemde meesters-, vak- en dienstpersoneel van het GO! van het vorige begrotingsjaar. Daarna wordt het totale budget aangepast aan de gezondheidsindex en leerlingenevolutie. De middelen van meesters-, vak- en dienstpersoneel worden uit het loonmodel gehaald en toegevoegd aan het budget van de werkingsmiddelen.

AGODI jaarverslag 2020

33


Tabel 3.8: samenstelling van de werkingsmiddelen in het secundair onderwijs Werkingsmiddelen gewoon secundair onderwijs 2019-2020: samenstelling Basisbedrag €

Bedrag leerlingenkenmerken €

Objectieve verschillen LBV* €

Neutraliteit €

Totaal €

GO!

74.932.000

12.631.000

3.810.000

2.540.000

93.913.000

VGO

274.657.144

28.832.958

-

-

303.490.102

OGO

30.450.957

4.818.997

1.466.495

-

36.736.449

Totaal

380.040.101

46.282.955

5.276.495

2.540.000

434.139.551

Werkingsmiddelen buitengewoon secundair onderwijs 2019-2020: samenstelling

*

Basisbedrag €

Bedrag leerlingenkenmerken €

GO!

7.187.000

VGO

16.040.852

Objectieve verschillen

Totaal €

LBV* €

Neutraliteit €

-

320.000

213.000

7.720.000

-

-

-

16.040.852

OGO

3.108.930

-

140.904

-

3.249.834

Totaal

26.336.782

-

460.904

213.000

27.010.686

LBV = Levensbeschouwelijke vakken

Het grootste aandeel van het werkingsbudget (basisbedrag) wordt verdeeld op basis van de zogenaamde schoolkenmerken, namelijk soort onderwijs (gewoon of buitengewoon) en type (voor het buitengewoon basisonderwijs). Aan elk van die kenmerken is een wegingscoëfficiënt en een puntenwaarde toegekend. In het gewoon secundair onderwijs kennen we ook werkingsmiddelen toe aan de scholen op basis van leerlingenkenmerken. Bij de verdeling van de werkingsmiddelen in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs is er een voorafname op basis van ‘objectieve verschillen’. Het Gemeenschapsonderwijs heeft de grondwettelijke plicht om neutraal onderwijs aan te bieden en krijgt daarvoor een financiële compensatie. Scholen van het Gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd officieel onderwijs zijn verplicht om meerdere levensbeschouwelijke vakken aan te bieden en krijgen daarvoor ook bijkomende werkingsmiddelen. De centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen (Syntra’s) ontvangen vanaf het schooljaar 2019-2020 ook werkingsmiddelen voor het duaal onderwijs. Die budgetten zijn mee opgenomen in deze tabel bij het gewoon secundair onderwijs (VGO).

34

AGODI jaarverslag 2020


3

Bijkomende toelagen voor het secundair onderwijs Naast de werkingsmiddelen keert AGODI ook bijkomende toelagen uit. Tabel 3.9: bijkomende toelagen in het secundair onderwijs

Aantal instellingen

Aantal instellingen

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

3.313.950

91

18,16%

6.335.000

1.074

6.335.000

1.076

0,00%

352.071

1.071

334.341

1.078

-5,04%

2.804.637

6.335.000

1.072

350.060

1.070

Toelage ondersteuningsmodel*

2.461.821

Nascholing Onderwijs aan huis**

84

86

2019-2020

Soort toelage

ICT-middelen

2018-2019

Aantal instellingen

2017-2018

148.717

293

189.722

284

241.136

298

27,10%

Deeltijdse vorming

7.322.671

6

7.356.317

6

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Investering didactische uitrustingsgoederen

5.000.000

368

5.000.000

373

10.000.000

461

100%

-

-

-

-

2.228.717

5

-

Project schoolbank op de werkplek

800.000

54

560.000

45

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Extra toelage corona: ICTcoördinatie

-

-

-

-

1.524.365

1.078

-

Extra toelage corona: ICT-middelen voor digitaal afstandsonderwijs

-

-

-

-

25.338.760

1.084

-

Toelage voor hygiëne- en veiligheidsmaatregelen

-

-

-

-

7.880.482

1.084

-

Extra toelage corona: compensatie voor gederfde inkomsten en geannuleerde schooluitstappen

-

-

-

-

6.068.901

1.084

-

Omzetting uren-leraar naar krediet Syntra

*

**

Het bedrag toelage ondersteuningsmodel voor het schooljaar 2018-2019 wordt gecorrigeerd. Het gedeelte van die toelage voor de scholen van het GO! werd via de dotatie betaald. Dat bedrag werd in het vorige jaarverslag niet opgenomen, maar is nu wel meegerekend. De toelagen onderwijs aan huis zijn berekend per kalenderjaar. In het jaar 2020 werden de toelagen uitbetaald voor 2019.

AGODI jaarverslag 2020

35


Scholen van het buitengewoon onderwijs die actief zijn in het ondersteuningsmodel ontvangen daarvoor een toelage. Met het nieuwe omkaderingsmechanisme voor ondersteuning van leerlingen type 2, 4, 6 en 7 in het gewoon onderwijs, dat vanaf 1 september 2019 in werking is getreden, werd eveneens het mechanisme voor toekenning van werkingsmiddelen voor types 2, 4, 6 en 7 met een verslag of een inschrijvingsverslag type 2 gewijzigd. Voor de andere types bleef de berekeningswijze gelijk. Door de extra budgetten, de stijging van het aantal omkaderingseenheden en de indexering van het bedrag per omkaderingseenheid stijgt de totale toelage met 18%. Elke school stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Dat nascholingsplan bevat op samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de school te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen. Daarnaast bevat het plan ook begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling. AGODI stelt jaarlijks nascholingsmiddelen ter beschikking om het nascholingsplan uit te voeren. Per organiek ambt ontvangt elke school 96,71 euro. Scholen ontvangen middelen voor de logistieke en materiële ondersteuning van de ICT-coördinator. Alleen de scholen die geregistreerd zijn in een samenwerkingsplatform hebben recht op die middelen. In 2019-2020 kregen daarom zes van de 1.084 scholen gewoon en buitengewoon secundair onderwijs geen werkingsmiddelen voor ICTcoördinatie. De daling van het budget is te verklaren door de generieke besparing van 6% op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting. Scholen die tijdelijk of permanent onderwijs aan huis organiseren, krijgen de betaalde reiskosten van het personeel terug van AGODI. Onderwijs aan huis is een maatregel die nog steeds aan bekendheid wint. Het aantal leerlingen dat van dit systeem gebruik maakt, steeg in schooljaar 2019-2020 nog met meer dan 2%. Daarbij moet opgemerkt dat de afgelegde afstanden in het buitengewoon onderwijs (waar de sterkste stijging is) doorgaans groter zijn dan in het gewoon onderwijs. Dat zorgde voor een toename van het budget met 27,10%. Scholen van het voltijds gewoon of het buitengewoon secundair onderwijs die tijdens het schooljaar 2019-2020 regelmatige leerlingen hebben ingeschreven in een structuuronderdeel met een technisch of een zorgprofiel, ontvingen daarvoor een toelage die exclusief bestemd is voor de investering in didactische uitrustingsgoederen. Die financiële ondersteuning kan alleen worden gebruikt voor de aankoop van nieuwe didactische uitrusting of voor de beveiliging van de al aanwezige didactische uitrusting. Het voorziene budget werd verdubbeld. De centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen (Syntra’s) ontvangen vanaf het schooljaar 2019-2020 middelen om de personeelskost voor hun duaal onderwijs te financieren. Door de coronamaatregelen kende de Vlaamse Regering de volgende extra toelagen toe in het schooljaar 2019-2020: • bijkomende middelen voor ICT-coördinatie • ICT-middelen voor digitaal afstandsonderwijs • toelage voor hygiëne- en veiligheidsmaatregelen • toelage ter compensatie voor gederfde inkomsten en geannuleerde schooluitstappen

36

AGODI jaarverslag 2020


3

1.1.3 Werkingsmiddelen en toelagen voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) Tabel 3.10: werkingsmiddelen voor de CLB's 2017-2018 (€)

2018-2019 (€)

2019-2020 (€)

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

GO!

3.184.307

3.287.651

3.069.091

-6,65%

VGO

10.193.906

10.459.134

9.839.989

-5,92%

OGO

1.237.608

1.321.215

1.249.920

-5,40%

14.615.821

15.068.000

14.159.000

-6,03%

Totaal

Vanaf het schooljaar 2018-2019 is er een nieuw systeem in voege voor het toekennen van werkingsmiddelen aan de CLB’s. Naast het gegarandeerde werkingsbudget wordt extra werkingsbudget verdeeld over de centra die in de reële omkadering recht hebben op meer omkadering ten opzichte van de gegarandeerde omkadering. Door de generieke besparing op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting daalt het budget in het schooljaar 2019-2020 met ongeveer 6%. Tabel 3.11: toelagen voor systematische contacten door CLB's 2017-2018 (€)

2018-2019 (€)

2019-2020 (€)

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

GO!

n.v.t.

7.979

1.280

-83,96%

VGO

n.v.t.

13.101

11.525

-12,03%

OGO

n.v.t.

23.345

26.595

13,92%

Totaal

n.v.t

44.425

39.400

-11,31%

Leerplichtigen die huisonderwijs volgen, zijn sinds het schooljaar 2018-2019 verplicht deel te nemen aan de systematische contacten die een CLB organiseert. Daarvoor ontvangt het CLB specifieke werkingsmiddelen van 98,50 euro per uitgevoerd systematisch contact. Er werden in 2019-2020 minder systematische contacten uitgevoerd. Niet alle geplande systematische contacten konden doorgaan door de algemene lockdown door de coronamaatregelen. Tabel 3.12: toelagen voor nascholing voor CLB's 2018 €

2019 €

2020 €

GO!

42.173

42.097

42.122

VGO

120.700

120.719

120.281

OGO

15.127

15.184

15.597

178.000

178.000

178.000

Totaal

AGODI jaarverslag 2020

37


Elk CLB stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Het nascholingsplan bevat op samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de centra te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen. Daarnaast bevat het plan ook begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling. AGODI stelt jaarlijks nascholingsmiddelen ter beschikking om het nascholingsplan uit te voeren. In de voorbije drie jaar bleven de budgetten voor nascholing per net nagenoeg constant. De kleine verschillen doorheen de jaren zijn te verklaren door de verschillen in het aantal ingerichte ambten. Tabel 3.13: toelagen voor CLB's door de coronamaatregelen 2020 Aantal instellingen

€ Extra toelage voor contact tracing Extra toelage voor LARS Extra toelage voor extra kosten voor schoonmaakpersoneel

3.826.141

58

50.000

58

109.000

58

In het kader van de coronamaatregelen keerde AGODI in 2020 voor het eerste trimester van het schooljaar 2020-2021 ook volgende extra toelagen uit aan de CLB’s: • toelage voor geïntensifieerd contactonderzoek • toelage voor de aanpassing van het elektronisch dataregistratiesysteem LARS in het kader van het contactonderzoek van leerlingen en personeelsleden • toelage voor extra kosten voor schoonmaakpersoneel

38

AGODI jaarverslag 2020


3

1.1.4

Werkingsmiddelen voor de internaten

Tabel 3.14: werkingsmiddelen voor de internaten Werkingsmiddelen voor de internaten 2017-2018

2018-2019

2019-2020

3.895.000

Aantal instellingen 30

3.840.000

Evolutie t.o.v. vorig Aantal instellingen schooljaar 29 -1.41%

GO!

3.683.000

Aantal instellingen 31

VGO

14.849.826

105

14.838.148

106

14.777.903

108

-0,41%

OGO

459.097

5

540.675

6

527.980

6

-2,35%

18.991.923

141

19.273.823

142

19.145.883

143

-0,66%

Totaal

Bijkomende werkingsmiddelen voor de internaten 2017-2018

2019-2020

Evolutie t.o.v. vorig Aantal instellingen schooljaar

Aantal instellingen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

102

3.370.387

105

3.375.100

105

0,14%

106.746

4

146.613

5

156.900

6

7,02%

3.481.000

106

3.517.000

110

3.532.000

111

0,43%

€ GO! *

n.v.t.

VGO

3.374.254

OGO Totaal *

2018-2019

Aantal instellingen

Het GO! ontvangt geen bijkomende werkingsmiddelen voor de internaten.

De gesubsidieerde internaten ontvangen een forfaitair bedrag en een bedrag per interne leerling uit het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs. De lichte daling van de middelen is hoofdzakelijk te wijten aan de daling van het aantal internen. Het budget van de bijkomende werkingsmiddelen blijft stabiel. De stijging in het OGO is te wijten aan het bijkomende internaat.

AGODI jaarverslag 2020

39


Tabel 3.15: toelagen voor internaten door de coronamaatregelen 2020

499.000

Aantal instellingen 115

1.484.850

51

297.073

166

€ Extra toelage internen met een jeugdhulpverleningsbeslissing Extra toelage corona uitzonderlijke opvang internen (maart – juni 2020) Extra toelage corona hygiënemaatregelen

In het jaar 2020 werd er een extra toelage voorzien ter ondersteuning van de internaten met internen die beschikken over een jeugdhulpverleningsbeslissing voor de typemodule ‘specifieke actie’ of over een vonnis van de jeugdrechtbank. Net als in het onderwijs werden de internaten ook getroffen de coronacrisis. Er werd daarom financiële ondersteuning geboden door te voorzien in een toelage voor hygiëne en mondmaskers. Daarnaast kregen de internaten een financiële compensatie voor de internen die zij buiten de reguliere ‘internaatsuren’ opvingen gedurende de hele periode van de crisis. 1.1.5

Werkingsmiddelen voor het Deeltijds kunstonderwijs (dko)

Tabel 3.16: werkingsmiddelen in het dko

15

1.730.000

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

1.730.000

Aantal scholen

GO!

2019-2020

Aantal scholen

Schooljaar

2018-2019

Aantal scholen

2017-2018

15

1.646.660,89

15

-4,82%

VGO

55.623,34

4

56.331,40

4

85.244,07

5

51,33%

OGO

2.800.152,23

149

2.813.526,26

149

2.764.771,48

148

-1,73%

Totaal

4.585.775,57

168

4.599.857,66

168

4.496.676,44

168

-2,24%

148 academies van het officieel gesubsidieerd onderwijs en vijf academies van het vrij gesubsidieerd onderwijs krijgen werkingsmiddelen die berekend zijn op basis van twee basisbedragen, die vermenigvuldigd worden met de toegekende lestijden voor podiumkunsten en voor beeldende en audiovisuele kunsten. De werkingsmiddelen voor het schooljaar 2019-2020 worden berekend op het lestijdenpakket van het schooljaar 2019-2020 (toegekend op basis van de leerlingen op 1 februari 2019). De stijging in de werkingsmiddelen van de academies van het vrij gesubsidieerd onderwijs is te verklaren door de overstap van één academie van het officieel gesubsidieerd onderwijs naar het vrij gesubsidieerd onderwijs. De werkingsmiddelen van die academies worden niet afzonderlijk gestort, maar worden in mindering gebracht op het voorschot van inschrijvingsgeld dat op 15 november wordt aangerekend aan de academies.

40

AGODI jaarverslag 2020


3

De Mechelse Beiaardschool (gesubsidieerd officieel onderwijs) krijgt als enige gesubsidieerde instelling voor deeltijds kunstonderwijs een vast bedrag van 24.359,16 euro. Vijftien academies van het Gemeenschapsonderwijs krijgen een gezamenlijke dotatie van 1.646.660,89 euro. In het schooljaar 2019-2020 voerde de Vlaamse overheid een generieke besparing uit van 170.000 euro in het officieel en gesubsidieerd onderwijs, 2.000 euro in de Mechelse Beiaardschool, 104.000 euro in het Gemeenschapsonderwijs alsook een besparing op de indexering. Ondanks een stijging in leerlingenaantal en omkadering zien we daarom in het schooljaar 2019-2020 een globale daling in de werkingsmiddelen. Bijkomende toelagen voor het deeltijds kunstonderwijs (dko) Tabel 3.17: bijkomende toelagen in het dko

Coronatoelage

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Nascholing

Aantal scholen

ICT-middelen*

167

33.045,06

167

1,93%

255.000

168

255.000

168

0%

n.v.t.

n.v.t.

1.001.615,52

168

n.v.t.

167

32.418,64

255.000

168

n.v.t.

n.v.t.

€ 32.103,66

2019-2020

Aantal scholen

Schooljaar

2018-2019

Aantal scholen

2017-2018

* Alleen voor academies die toetreden tot een samenwerkingsplatform.

• Alleen de scholen die geregistreerd zijn in een samenwerkingsplatform hebben recht op ICT-middelen. In het schooljaar 2019-2020 kwamen 167 scholen in aanmerking voor een ICT-toelage. • De academies stellen jaarlijks een nascholingsplan op. Het nascholingsplan bevat op samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de school te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen. Daarnaast bevat het plan ook begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling. AGODI stelt jaarlijks nascholingsmiddelen ter beschikking om het nascholingsplan uit te voeren. Per voltijdse betrekking in een organiek ambt ontvangt elke school 62,20 euro. • Alle academies kregen voor de periode maart-juni 2020 een extra toelage ter compensatie van de genomen hygiëne- en veiligheidsmaatregelen. Per gewogen financierbare leerling kreeg de academie 5,52 euro.

AGODI jaarverslag 2020

41


Inschrijvingsgelden Tabel 3.18: tarieven in het dko Tarieven in € Soort tarief

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Volledig tarief voor volwassenen

307

307

314

Verminderd tarief voor volwassenen

129

129

132

Volledig tarief voor jongeren

65

65

67

Verminderd tarief voor jongeren

42

42

44

Een leerling in het deeltijds kunstonderwijs betaalt het vastgelegde inschrijvingsgeld voor elk domein waarvoor hij zich inschrijft. De vier toegepaste tarieven evolueren mee met de gezondheidsindex. Sociale groepen zoals werklozen, personen met een beperking en politieke vluchtelingen genieten een verminderd tarief. Volwassenen betalen in het schooljaar 2019-2020 314 euro voor hun inschrijvingsgeld. Als ze recht hebben op het verminderd tarief betalen ze 132 euro. Bij jongeren bedraagt het volledige tarief 67 euro, het verminderde tarief 44 euro.

15

1.908.731

4

285.862

17.622.727

149

19.734.948

168

GO!

1.827.860

VGO

284.361

OGO Totaal

Aantal scholen

2019-2020

Aantal scholen

2018-2019

Aantal scholen

Schooljaar

2017-2018

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Tabel 3.19: inschrijvingsgelden in het dko

15

2.010.964

15

5,36%

4

584.398

5

104,43%

18.972.740

149

19.773.956

148

4,22%

21.167.333

168

22.369.318

168

5,68%

AGODI vordert het inschrijvingsgeld van de academies in twee schijven terug: het voorschot op 15 november en het saldo op 15 april. Voor de academies van het officieel en vrij gesubsidieerd onderwijs worden in het voorschot, dat gelijk is aan 95% van het inschrijvingsgeld van het voorgaande schooljaar, de werkingsmiddelen voor het huidige schooljaar afgehouden. In april wordt het resterende bedrag teruggevorderd. Dat wil zeggen: 100% van de inschrijvingsgelden van het huidig schooljaar verminderd met het voorschot. Academies van het GO! krijgen in november een terugvordering voor 95% van het inschrijvingsgeld van het voorgaande schooljaar. In april wordt het resterende bedrag (100% van de inschrijvingsgelden huidig schooljaar verminderd met het voorschot) teruggevorderd.

42

AGODI jaarverslag 2020


3

Het inschrijvingsgeld wordt gestort op het inschrijvingsfonds dko. De inkomsten in dat fonds worden integraal gebruikt voor de betaling van de lonen van het dko-personeel. De inkomsten zijn afhankelijk van twee factoren: de hoogte van de tarieven en het aantal inschrijvingen binnen elk tarief afzonderlijk. Door een stijging in de tarieven en een stijging in het aantal inschrijvingen in het schooljaar 2019-2020, zien we een globale stijging van het geïnde inschrijvingsgeld met 5,68%. De grote stijging in de inkomsten van het inschrijvingsgeld in de academies van het vrij gesubsidieerd onderwijs is te verklaren door de overstap van één academie van het officieel gesubsidieerd onderwijs naar het vrij gesubsidieerd onderwijs 1.1.6

Werkingsmiddelen en toelagen voor de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD)

8

3.851.013

86.800

8

5.731.000

4

3.827.364

Aanvullende werkingsmiddelen gelijke kansen Aanvullende werkingsmiddelen – voormalige SNPB

Werkingsmiddelen

Extra ondersteuning VWO Nascholing

Aantal PBD

2019-2020

Aantal PBD

Schooljaar

2018-2019

Aantal PBD

2017-2018

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Tabel 3.20: werkingsmiddelen en toelagen voor de PBD

8

3.303.530

8

-14,22%

86.800

8

86.800

8

0%

4.584.000

4

4.584.000

4

0%

522.000

4

522.000

4

522.000

4

0%

1.221.000

8

1.221.000

8

1.148.000

8

-5,98%

De werkingsmiddelen voor de ‘grote’ pedagogische begeleidingsdiensten zijn gebaseerd op de personeelsformatie. De kleinere pedagogische begeleidingsdiensten die behoren tot het ‘Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers’ (OKO) ontvangen een forfaitaire toelage per organieke betrekking in het basis- en secundair onderwijs. De werkingsmiddelen dalen door de generieke besparing op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting. Daarnaast ontvangen de begeleidingsdiensten jaarlijks aanvullende werkingsmiddelen voor de ondersteuning van het gelijkekansenbeleid. De aanvullende werkingsmiddelen voor de voormalige SNPB (Samenwerkingsverband Netgebonden Pedagogische Begeleidingsdiensten) worden verdeeld over de begeleidingsdiensten met personeelsformatie. Een deel van die middelen (956.000 euro) moest in schooljaar 2019-2020 gebruikt worden voor de begeleiding van leerkrachten bij de remediëring van leerlingen in de klas. De pedagogische begeleidingsdiensten van de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) krijgen extra middelen voor ondersteuning van het volwassenenonderwijs.

AGODI jaarverslag 2020

43


Elke pedagogische begeleidingsdienst stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Dat nascholingsplan bevat op een samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de begeleidingsdienst te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen. Daarnaast bevat het plan ook begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling. AGODI stelt jaarlijks nascholingsmiddelen ter beschikking om het nascholingsplan uit te voeren. Het budget daalt met ongeveer 6% door de generieke besparing op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting.

1.2

Omkadering

Elk jaar legt AGODI de omkadering vast waarop elke school of scholengemeenschap kan rekenen. Op basis daarvan stellen de scholen hun personeel aan dat door de Vlaamse overheid wordt bezoldigd. ‘Omkadering’ slaat zowel op lestijden, uren, lesuren en uren-leraar als op punten en eenheden. De omkadering bestaat meestal uit verschillende deelpakketten met een specifieke doelstelling. Voor elke soort omkadering gelden specifieke toekenningsvoorwaarden en berekeningswijzen. Het grootste pakket omkadering is de personeelsformatie van het lerarenkorps. Het leerlingenaantal vormt de basis voor de berekening van de leerkrachtenomkadering.

44

AGODI jaarverslag 2020


3

Ambitie 2: we kennen de omkadering tijdig en correct toe Elk jaar berekent AGODI de omkadering waarop de scholen recht hebben en brengt het agentschap de scholen tijdig op de hoogte. AGODI garandeert dat gemiddeld 98% van de omkadering tijdig wordt toegekend. Voor het basisonderwijs betekent dat uiterlijk op 15 juni. Voor het secundair onderwijs geldt voor de gewone omkadering en de ICT-punten ook de deadline van 15 juni. Voor de andere omkaderingen is dat 25 juni. Op het einde van het schooljaar worden alle omkaderingsberekeningen aan de scholen/centra meegedeeld, met uitzondering van die scholen/centra die 1 oktober als teldag hebben. AGODI behaalde met 100% voor alle niveaus de norm voor de totaliteit van de omkaderingen. De scholen ontvingen dus tijdig de dienstbrieven omkadering. Voor de omkaderingsberekeningen haalden de afdeling Basisonderwijs, DKO en CLB–Scholen en leerlingen een correctheidspercentrage van 99,3%. Ook voor de afdeling Secundair Onderwijs - Scholen en Leerlingen is dat 99%.

AGODI jaarverslag 2020

45


1.2.1

Omkadering voor het basisonderwijs

Tabel 3.21: overzicht omkadering in het gewoon basisonderwijs

Aantal scholen

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

2019-2020

LT

2.445

917.712

2.462

0,24%

25.322

1.871

23.940

1.842

-5,46%

152

2.426

131

2.003

107

-17,44%

290

16

515

27

415

19

-19,42%

102.026

2.424

102.446

2.441

105.128

2458

2,62%

Lestijden leerlingen/leerkracht ratio

2.647

335

2.724

343

2.532

332

-7,05%

Lestijden Godsdienst-NCZ-cultuurbeschouwing

61.916

2.265

63.107

2.281

63.898

2.300

1,25%

5.428,50

525

5.516

571

6.155

573

11,58%

Lestijden gewezen anderstalige nieuwkomers (GAN)

2.193

525

2.334

518

2.227

541

-4,58%

Uren kinderverzorging

21.346

2.211

21.417

2.230

21.440

2.251

0,11%

Punten ICT

34.823

2.428

35.058

2.444

35.102

2.461

0,13%

Punten Administratieve Ondersteuning

128.731

2.428

159.748

2.445

160.466

2.462

0,45%

Punten Zorgcoördinatie

143.004

353

143.694

353

143.671

352

-0,02%

Punten Stimulus

43.903

353

44.604

353

44.671

352

0,15%

Aantal scholen

Omkadering gewoon basisonderwijs

LT

2.428

915.511

21.803

1.781

Lestijden capaciteit plus

2.877

Lestijden capaciteit min

LT

Lestijden volgens de schalen

909.973

Instaplestijden

SES-lestijden

Lestijden anderstalige nieuwkomers (AN) *

Eenheden korte vervanging *

2018-2019 Aantal scholen

2017-2018

58.588.559 2.416 58.738.100 2.425 61.521.197 2.442

4,74%

Situatie telkens op 1 januari

Bij het berekenen van de lestijden volgens de schalen is er een schaal voor het lager onderwijs en het kleuteronderwijs. Die schaal geldt voor alle scholen in Vlaanderen en Brussel. De stijging van de lestijden volgt de evolutie van de leerlingenaantallen in het basisonderwijs. De lestijden volgens de schalen kunnen in de loop van het schooljaar opnieuw berekend worden in twee omstandigheden: • De eerste reden voor herberekening is wanneer een school in de loop van het schooljaar een voldoende grote aangroei van kleuters heeft, zodat ze recht heeft op instaplestijden. • De tweede reden is wanneer een school zich in een gemeente bevindt die aangeduid is als een capaciteitsgemeente (voor een eerste keer in voege in het schooljaar 2010-2011).

46

AGODI jaarverslag 2020


3

Het aantal instaplestijden daalt met 5,5% ten opzichte van het schooljaar 2018-2019. Het aantal lestijden kan van jaar tot jaar sterk schommelen. Als een of meer instapmomenten vroeg valt in het schooljaar, betekent dat dat minder kleuters kunnen instappen. De krokusvakantie en de eerste schooldag na Hemelvaart vielen in het schooljaar 2019-2020 vroeger dan het vorige schooljaar. Elk jaar opnieuw bepaalt AGODI de capaciteitsgemeenten. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet een gemeente in een administratief arrondissement liggen met een aangroei van minstens 2.400 leerlingen op vijf jaar tijd én moet de gemeente in dezelfde periode zelf een aangroei hebben van minstens 240 leerlingen. De capaciteitsgemeenten voor 2019-2020 zijn: Anderlecht, Antwerpen, Asse, Brasschaat, Brussel, Geel, Grimbergen, Jette, Kapellen, Meise, Mol, Schaarbeek, Schoten, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Turnhout, Vilvoorde en Zaventem. De volgende gemeenten zijn nieuw in de opsomming: Jette en Kapellen. Om als individuele school in een capaciteitsgemeente in aanmerking te komen, moet een school voor het niveau van het lager onderwijs een aangroei hebben van minstens twaalf leerlingen. Bij een stijging van twaalf leerlingen of meer wordt een extra lestijd volgens de schalen per leerling toegekend (capaciteit plus). Een daling van twaalf leerlingen of meer wordt in het niveau van het lager onderwijs naar rato van een lestijd per leerling in mindering gebracht van de lestijden volgens de schalen (capaciteit min). Voor capaciteitsgemeenten is ook een waarborgregeling voorzien. Dat betekent dat scholen in een gemeente die niet langer voldoet aan de voorwaarden van capaciteitsgemeente, nog een schooljaar in aanmerking blijven komen voor een hertelling. Scholen in gemeenten met een waarborgregeling hertellen niet in min. Voor schooljaar 2019-2020 gaat het om de gemeenten Aalst, Denderleeuw, Dilbeek, Evergem, Gent, Haaltert, Halle, Mechelen, Merelbeke, Sint-Agatha-Berchem, Ternat en Willebroek. Alle gemeenten met een waarborgregeling vorig schooljaar voldeden voor een tweede maal niet aan de voorwaarden. De gemeenten Edegem, Hasselt, Leuven, Tienen en Westerlo zijn daarom niet langer een capaciteitsgemeente. Dat zorgt mede voor een daling van het aantal toegekende lestijden capaciteit met 17,4%. De SES-lestijden zijn lestijden die toegekend worden op basis van de socio-economische status van leerlingen. Die socio-economische status wordt bepaald door volgende leerlingenkenmerken: opleidingsniveau van de moeder, thuistaal van de leerling en het ontvangen van een schooltoelage. Als een school onvoldoende lestijden volgens de schalen en SES-lestijden krijgt om een theoretische klasgrootte te behalen van 18,5 leerling per leerkracht, worden additionele lestijden toegerekend tot de school de ratio behaalt. Het gemiddeld aantal toegekende lestijden per school is net zoals vorig schooljaar 7,9 lestijden. Het aantal lestijden levensbeschouwing blijft door de jaren heen lichtjes stijgen. Het aantal lestijden anderstalige nieuwkomers kent een hoge stijging van 11,6% ten opzichte van vorig schooljaar, terwijl de lestijden gewezen anderstalige nieuwkomers dalen met 4,6%. Het totaal aantal uren kinderverzorging blijft de afgelopen schooljaren nagenoeg gelijk.

AGODI jaarverslag 2020

47


Basisscholen krijgen ook een puntenenveloppe ICT-coördinatie en administratieve ondersteuning. Aan scholengemeenschappen wordt ook een puntenenveloppe zorgcoördinatie en stimuluspunten toegekend. De stijgingen van die puntenenveloppen lopen min of meer gelijk met de stijging van het aantal lestijden volgens de schalen toegekend aan de scholen. Scholen kunnen extra middelen (eenheden) ontvangen voor de vervanging van korte afwezigheden van personeelsleden. Alleen scholen die in een samenwerkingsplatform een convenant voor ‘vervanging korte afwezigheden’ afsloten, hebben recht op die eenheden. AGODI verdeelt die eenheden over die scholen volgens een vastgelegde verdeelsleutel. In het schooljaar 2019-2020 bedraagt het budget voor eenheden korte vervanging 8.431.000 euro. Het budget blijft door de jaren heen stabiel. Van dat budget wordt jaarlijks een percentage ingehouden ter compensatie van de uitgaven voor de ‘verlenging opdracht tijdelijken’. De uitgaven voor de 'verlenging opdracht tijdelijken' vormen een meerkost voor het doorbetalen van tijdelijke personeelsleden tijdens weekends en vakanties. AGODI bepaalt het percentage elk jaar opnieuw op basis van gegevens verzameld over het voorgaande schooljaar. Dat percentage is stabiel: net als vorig jaar is de inhouding 17%. In het schooljaar 2018-2019 werd een pilootproject lerarenplatform opgezet in het basisonderwijs. Het lerarenplatform heeft als doel jonge leerkrachten een beter loopbaanperspectief te bieden2. In tegenstelling tot het niveau secundair onderwijs kunnen alle basisscholen instappen in een lerarenplatform. In schooljaar 2018-2019 werden 331 lerarenplatformen opgericht, waaraan in totaal 59.476 lestijden werden toegekend. In schooljaar 2019-2020 werden 336 lerarenplatformen opgericht, waaraan in totaal 48.797 lestijden werden toegekend. Voor het eerst werden aan alle basisscholen aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering toegekend. Elke school ontvangt vanaf schooljaar 2019-2020 in uitvoering van onderwijs cao XI jaarlijks bijkomende middelen om een kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding aan te bieden en verder te ontwikkelen. Die middelen bieden ruimte en mogelijkheden voor de personeelsleden die de aanvangsbegeleiding verzorgen en voor de personeelsleden die de aanvangsbegeleiding krijgen. De scholen van het gewoon basisonderwijs ontvingen samen 7.766 aanvullende lestijden. De scholen die deel uitmaken van een scholengemeenschap maken specifieke afspraken over de aanvangsbegeleiding binnen de scholengemeenschap.

2

48

Meer informatie in punt 3.16 Pilootproject lerarenplatform

AGODI jaarverslag 2020


3

Aantal instellingen

LT

Aantal instellingen

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Tabel 3.22: overzicht omkadering in het buitengewoon basisonderwijs

199

98.211

199

2,46%

51.528

194

53.254

194

3,35%

78

2.867

76

2.899

75

1,26%

84

5

84

5

84

5

0%

1.145

89

1.119

89

1.119

89

0%

902

47

793

38

826

36

4,16%

7.530

140

9.349,50

144

13.536

155

44, 78%

Urenpakket ondersteuningsmodel

8.034

133

9.884

144

13.628

149

37,88%

Eenheden ondersteuningsmodel

21.041,50

144

22.004,50

144

17.419

153

-20,84%

Lestijden coördinatie ondersteuningsnetwerken

n.v.t.

n.v.t.

125

7

124

7

-0,80%

Punten ICT

1.341

200

1.325

199

1.352

198

2,04%

2017-2018 Aantal instellingen

Omkadering buitengewoon onderwijs

2018-2019

LT

200

95.855

51.042

195

2.788

Lestijden rand- en taalgrensgemeenten Lestijden Gelijke Onderwijskansen (GOK)

LT

Lestijden volgens de schalen (inclusief lestijden meerderheidscursus levensbeschouwelijke vakken)

95.549

Urenpakket paramedisch externaat Lestijden minderheidscursus levensbeschouwelijke vakken

Afwijkingslestijden en uren (noodsituaties) Lestijden ondersteuningsmodel

Punten Administratieve Ondersteuning Eenheden Korte Vervanging Lestijden aanvangsbegeleiding

2019-2020

9.673

200

10.867

199

11.188

199

2,95%

5.562.220

200

5.419.162

199

5.671.650

199

4,66%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1.160

199

n.v.t.

Specifieke instellingen voor het buitengewoon onderwijs in het GO! Totaal urenpakket internaat

10.084

16

9.636

16

9.852

16

2,24%

9.345

16

8.909

16

9.105

16

2,20%

739

16

727

16

747

16

2,75%

Beheerder internaat

16

16

16

16

16

16

0%

Ambten semi-internaat

176

10

179,5

10

185,5

10

3,34%

6.806

7

6.806

7

6.806

7

0%

- Urenpakket internaat - Bijkomend urenpakket slapende waak

Urenpakket internaten met permanente openstelling (IPO) *

Situatie telkens op 1 januari

In het buitengewoon onderwijs werkt naast het onderwijzend personeel ook paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel. De lestijden (voor het onderwijzend personeel) en de uren (voor het paramedisch personeel) nemen toe door de stijging van het aantal leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs.

AGODI jaarverslag 2020

49


Naast die lestijden en uren worden nog aanvullende, bijkomende en extra lestijden en uren gegenereerd: • Voor het inrichten van levensbeschouwelijke vakken ontvangen de scholen lestijden godsdienst en niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor de meest gekozen godsdienst, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing worden uit de lestijden volgens de schalen geput. Daarnaast worden aanvullende lestijden gefinancierd of gesubsidieerd voor de minder gevolgde cursussen in de erkende godsdiensten of nietconfessionele zedenleer. Die aanvullende lestijden stijgen opnieuw licht in vergelijking met het voorgaande schooljaar. Dat kan het gevolg zijn van de leerlingenstijging in het buitengewoon basisonderwijs, maar het pakket wordt ook beïnvloed door de individuele (godsdienst)keuze van de ouders van de leerlingen. • In het schooljaar 2017-2018 startte een nieuwe driejaarlijkse cyclus voor de integratie van anderstaligen (‘Rand en Taal’). Het aantal lestijden Rand en Taal voor schooljaar 2019-2020 is identiek aan de twee schooljaren voordien. • Scholen buitengewoon onderwijs die type basisaanbod en/of type 3 inrichten, krijgen aanvullende lestijden voor gelijke onderwijskansen (GOK) als ze ten minste 40% externe en semi-interne leerlingen van type 1 en type 3 hebben en die scoren op de indicatoren ‘laag opleidingsniveau moeder’ en ‘thuistaal niet-Nederlands’ (dat laatste alleen in combinatie met de indicator ‘laag opleidingsniveau moeder’). In het schooljaar 2018-2019 is een nieuwe driejaarlijkse GOK-cyclus van start gegaan; het aantal lestijden en scholen dat daarvoor in aanmerking kwam in schooljaar 2019-2020 blijft ongewijzigd. • Scholen buitengewoon onderwijs die zich in een noodsituatie bevinden (bijvoorbeeld door een plotse stijging van hun aantal leerlingen), kunnen een beroep doen op de afwijkingslestijden en -uren. Het aantal lestijden en uren dat daarvoor beschikbaar is, steeg in schooljaar 2019-2020 met 4,16% als een gevolg van de stijging in het aantal lestijden volgens de schalen en het paramedisch urenpakket. De beschikbare afwijkingslestijden en -uren vormen namelijk een vast percentage van het lestijden- en urenpakket voor de scholen buitengewoon onderwijs voor dat schooljaar. Het aantal scholen dat die afwijkingslestijden en -uren krijgt toegewezen, daalde licht van 38 in schooljaar 2018-2019 naar 36 in schooljaar 2019-2020. • Scholen voor buitengewoon onderwijs ontvangen lestijden, uren en eenheden om ondersteuning te bieden in het gewoon onderwijs. Vanaf het schooljaar 2017-2018 trad een nieuw ondersteuningsmodel in werking om scholen te ondersteunen in het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Tijdens een transitieperiode van drie schooljaren werden de effecten van dat nieuw model geleidelijk doorgevoerd (eenheden ‘ontvroren’ en omgezet in lestijden/uren). Het ondersteuningsmodel is georganiseerd volgens twee sporen: • Voor de ondersteuning van leerlingen met een (gemotiveerd) verslag voor type basisaanbod, type 3 en type 9 zijn ondersteuningsnetwerken gevormd. Scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs brengen op gelijkwaardige basis en in cocreatie de expertise samen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de leraren(teams) die met die leerlingen werken, te ondersteunen. De CLB’s en de PBD’s zijn ook partners in de ondersteuningsnetwerken. Voor het schooljaar 2019-2020 werd aan scholen voor buitengewoon onderwijs binnen die netwerken het sinds 2018 decretaal verankerd minimum aantal omkaderingsgewichten toegekend, dat gelijk was aan de omkadering voor het schooljaar 2018-2019. Vanaf het schooljaar 2018-2019 worden er ook lestijden voor coördinatie toegekend aan scholen voor buitengewoon onderwijs in de ondersteuningsnetwerken. In totaal werden 506 lestijden/lesuren voor coördinatie toegekend, waarvan 124 lestijden aan zeven 50

AGODI jaarverslag 2020


3

scholen voor buitengewoon basisonderwijs (en 382 lesuren aan 16 scholen voor buitengewoon secundair onderwijs) voor het schooljaar 2019-2020. • Voor de ondersteuning van leerlingen met een (gemotiveerd) verslag voor type 2, type 4, type 6 en type 7 kan de school voor gewoon onderwijs naargelang de noden van iedere leerling een bilaterale samenwerking aangaan met een of meer scholen voor buitengewoon onderwijs die over de vereiste handicapspecifieke expertise beschikken. Daarvoor is vanaf het schooljaar 2019-2020 een nieuw omkaderingsmechanisme uitgewerkt, waarbij op twee teldagen tijdens het schooljaar omkadering wordt toegekend aan de gekozen school voor buitengewoon onderwijs op basis van het type en soort verslag van de leerling. Voor leerlingen met een verslag wordt in een gelijke omkadering voorzien als voor leerlingen met een verslag van hetzelfde type in het buitengewoon onderwijs. • Net als de basisscholen voor gewoon onderwijs krijgen de basisscholen voor buitengewoon onderwijs een puntenenveloppe voor ICT en administratieve ondersteuning. De stijging van die puntenenveloppen loopt min of meer gelijk met de stijging van het aantal lestijden volgens de schalen. • Voor het schooljaar 2019-2020 krijgen ook de scholen buitengewoon onderwijs voor de eerste keer lestijden voor aanvangsbegeleiding voor startende leerkrachten. De middelen kunnen ook aangewend voor een betere beleidsondersteuning en voor professionalisering van de personeelsleden. De scholen van het buitengewoon basisonderwijs kregen in totaal 1.156 lestijden. Naast de scholen voor buitengewoon onderwijs worden ook de medisch-pedagogische instituten (MPIGO’s), de semi-internaten en internaten met permanente openstelling (IPO), allen van het Gemeenschapsonderwijs, beschouwd als instellingen voor buitengewoon onderwijs. Ook die instellingen krijgen een urenpakket als omkadering voor hun werking: • Vlaanderen kent acht IPO’s: zeven daarvan zijn verbonden aan een school voor buitengewoon basisonderwijs (zie tabel 3.22) en één is verbonden aan een autonoom internaat voor buitengewoon secundair onderwijs (zie tabel 3.23). Het urenpakket voor die instellingen wordt voor een periode van drie schooljaren vastgelegd door de Vlaamse Regering. In schooljaar 2017-2018 startte een nieuwe periode; het aantal toegekende uren blijft in het schooljaar 2019-2020 ongewijzigd. • De omkadering voor de MPIGO’s en semi-internaten stijgt licht in het schooljaar 20192020. Dat kan het gevolg zijn van de algemene leerlingenstijging in het buitengewoon onderwijs, maar hangt ook samen met de individuele keuze van ouders voor bepaalde soorten internaten. Gegevens over tijdelijk en permanent onderwijs aan huis (TOAH en POAH) zijn verderop in het rapport opgenomen (zie punt 2.7).

AGODI jaarverslag 2020

51


1.2.2

Omkadering voor het secundair onderwijs

Tabel 3.23: overzicht omkadering in het secundair onderwijs 2019-2020

943

967.891

944

975.394,00

946,00

0,78%

102 15.073 7.680

23 668 77

102 16.628 8.485

23 669 79

103,00 16.628,00 10.350,00

24,00 669,00 78

0,98% 0,00% 21,98%

Deeltijds beroepssecundair onderwijs Uren volgens schalen 26.096 Uren OKAN 336

49 21

26.420 319

49 24

26.085,00 299,00

49,00 22

-1,27% -6,27%

Buitengewoon secundair onderwijs Uren onderwijzend personeel 120.166 Extra lesuren duaal 59

126 9

121.904 65

126 5

126.000 n.v.t.

132 n.v.t.

3,36% n.v.t.

8

8

9

9

9

9

0,00%

Uren paramedisch personeel Lesuren minderheidscursus levensbeschouwelijke vakken GOK Afwijkingslesuren en uren ‘noodsituaties’ Punten ICT Begeleidingseenheden GON/ION Lesuren en -uren waarborgregeling

25.559

121

25.516

120

26.670

125

4,52%

2.366

47

2.496

46

2.500

46

0,16%

1.056 826 1.032 n.v.t n.v.t

68 43 124 n.v.t n.v.t

1.069 785 1.040 n.v.t n.v.t

67 40 126 n.v.t n.v.t

1.069 789 1.061 n.v.t n.v.t

67 41 132 n.v.t n.v.t

0,00% 0,51% 2,02% n.v.t. n.v.t.

Eenheden ondersteuningsmodel

11.574

53

11.400

53

11.173

66

-1,99%

Lesuren ondersteuningsmodel Uren ondersteuningsmodel Lesuren coördinatie ondersteuningsnetwerken

1.724 1.983 n.v.t

73 74 n.v.t

3.658 2.179 381

77 73 16

6.352 3.023 382

87 80 16

73,67% 38,73% 0,26%

Specifieke instellingen voor buitengewoon onderwijs in het GO! Urenpakket internaat 1.449 3 1.576 3 Bijkomend urenpakket slapende waak 166 3 166 3 Urenpakket internaten met permanente 709 1 709 1 openstelling

1.417 147

3 3

-10,09% -11,45%

709

1

0,00%

Aantal instellingen

965.060

Aantal instellingen

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

2018-2019

Aantal instellingen

2017-2018

Gewoon voltijds secundair onderwijs Uren volgens schalen (Aantal toegekende uren-leraar, inclusief LBV, op teldatum school.) Ambten teeltleider Uren GOK Extra uren OKAN

Ambten teeltleider

52

Secundair onderwijs Punten ICT Incentive duaal

19.410 327

1.073 27

19.548 322

1.076 29

19.780 n.v.t

1.084 n.v.t

1,19% n.v.t

Scholengemeenschappen Extra uren scholengemeenschappen Globale puntenenveloppe

20.000 635.765

116 116

20.000 635.655

116 116

20.000 641.555

116 116

0,00% 0,92%

Scholen SO niet in een scholengemeenschap Globale puntenenveloppe 7.279 19

7.356

19

7.845

20

6,65%

Scholen BuSo niet in scholengemeenschap Globale puntenenveloppe 12.113

11.599

39

11.584

42

-0,13%

AGODI jaarverslag 2020

39


3

Gewoon secundair onderwijs Ook in het gewoon secundair onderwijs zijn er diverse pakketten omkadering. • De basisomkadering in het gewoon secundair onderwijs is opgebouwd uit een aantal gewone uren-leraar en een aantal uren-leraar voor levensbeschouwelijke vakken. Bij het vastleggen van het pakket wordt rekening gehouden met het aantal regelmatige leerlingen per structuuronderdeel op de teldatum, meestal 1 februari van het voorafgaande schooljaar. De berekening via de coëfficiëntenregeling is vervangbaar door minimumpakketten als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Het pakket volgt de leerlingenstijging van 1 februari 2019 in vergelijking met 1 februari 2018. • In het schooljaar 2019-2020 werd voor de tweede keer een hertelling van het pakket uren-leraar ingevoerd om de globale leerlingenstijging in het secundair onderwijs op te vangen. Die hertelling houdt rekening met de stijging of daling in 1A en 1B, waar de ‘nieuwe’ leerlingen in het secundair onderwijs instromen. In totaal kwamen 10 scholen in aanmerking voor een hertelling. Door die hertelling werden 644 extra uren-leraar verdeeld. Buitengewoon secundair onderwijs (buso) Scholen voor buitengewoon secundair onderwijs krijgen naast uren voor het onderwijzend personeel een urenpakket voor het paramedisch personeel (voluit betreft het uren voor paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel). In het verleden steeg het aantal leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs gestaag. Vanaf het schooljaar 2015-2016 waren er voor het eerst dalingen van het aantal leerlingen in het buso door het M-decreet. Maar sinds het schooljaar 2017-2018 stellen we opnieuw een duidelijke stijging van de leerlingenaantallen vast. Op 1 februari 2019 telde het buitengewoon secundair onderwijs 551 leerlingen meer dan op de vorige teldag. Daardoor stijgen de toegekende lesuren voor het schooljaar 2019-2020. Ook het urenpakket voor paramedisch personeel stijgt. Het verschil in stijging of daling tussen het lesurenpakket en het urenpakket heeft waarschijnlijk te maken met de verhouding van het leerlingenaantal binnen de verschillende opleidingsvormen en types. Op 1 februari 2020 telt het buso opnieuw 976 leerlingen meer dan op 1 februari 2019. Naast het lesurenpakket ontvangen buso-scholen nog andere lesuren en die worden vooral gebruikt voor: • Lesuren godsdienst en niet-confessionele zedenleer. De lesuren voor de meest gekozen godsdienst, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing worden uit het lesurenpakket voor onderwijzend personeel geput. Daarnaast worden aanvullende lesuren gefinancierd of gesubsidieerd voor de minder gevolgde cursussen in de erkende godsdiensten of niet-confessionele zedenleer. Die aanvullende lesuren stijgen lichtjes. Dat kan het gevolg zijn van de leerlingenstijging in het buitengewoon secundair onderwijs, maar het pakket wordt daarnaast beïnvloed door de individuele (godsdienst)keuze van de ouders van de leerlingen en de wijze waarop scholen leerlingen toewijzen aan pedagogische eenheden. • Het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen. Scholen voor buitengewoon onderwijs krijgen aanvullende lesuren als ze ten minste 40% externe en semi-interne leerlingen van type basisaanbod en type 3 hebben die in aanmerking komen voor de indicatoren ‘opleidingsniveau van de moeder’ en ‘thuistaal nietNederlands’ (alleen in combinatie met de indicator ‘opleidingsniveau van de moeder’). In het schooljaar 2018-2019 is een nieuwe driejaarlijkse GOK-cyclus van start gegaan.

AGODI jaarverslag 2020

53


• Secundaire scholen voor buitengewoon onderwijs die zich in een noodsituatie bevinden (bijvoorbeeld door een plotse stijging van hun aantal leerlingen), kunnen een beroep doen op afwijkingslesuren en -uren. Het aantal scholen (41 scholen) dat die lestijden krijgt toegewezen, bleef ongeveer hetzelfde ten opzichte van schooljaar 2018-2019 (40 scholen). Het aantal lesuren en uren blijft ongeveer hetzelfde. Tot en met schooljaar 2017-2018 maakten de lesuren en uren GON en ION deel uit van het urenpakket. De lesuren, uren en eenheden ondersteuningsmodel - die in de plaats kwamen van de GON- en ION-regeling - maken geen deel uit van het urenpakket en komen daardoor niet in aanmerking voor de berekening van het aantal beschikbare afwijkingslesuren en -uren. • De drie internaten van het buitengewoon secundair onderwijs van het GO! hebben een internaatbeheerder. Eén internaat is autonoom, de twee andere zijn verbonden aan een buso-school. Die internaten ontvangen ook een omkadering in de vorm van een urenpakket. Het schoolbestuur beslist autonoom over de verdeling van de uren tussen school en internaat. • Scholen voor buitengewoon onderwijs ontvangen lesuren, uren en eenheden om ondersteuning te bieden in het gewoon onderwijs. Vanaf het schooljaar 2017-2018 trad een nieuw ondersteuningsmodel in werking om scholen te ondersteunen in het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Tijdens een transitieperiode van drie schooljaren werden de effecten van dat nieuw model geleidelijk doorgevoerd (eenheden ‘ontvroren’ en omgezet in lestijden/uren). Het ondersteuningsmodel is georganiseerd volgens twee sporen: • Voor de ondersteuning van leerlingen met een (gemotiveerd) verslag voor type basisaanbod, type 3 en type 9 zijn ondersteuningsnetwerken gevormd. Scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs brengen op gelijkwaardige basis en in cocreatie de expertise samen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de leraren(teams) die met die leerlingen werken, te ondersteunen. De CLB’s en de PBD’s zijn ook partners in de ondersteuningsnetwerken. Voor het schooljaar 2019-2020 werd aan scholen voor buitengewoon onderwijs binnen die netwerken het sinds 2018 decretaal verankerd minimum aantal omkaderingsgewichten toegekend, dat gelijk was aan de omkadering voor het schooljaar 2018-2019. Vanaf het schooljaar 2018-2019 worden er ook lestijden voor coördinatie toegekend aan scholen voor buitengewoon onderwijs in de ondersteuningsnetwerken. In totaal werden 506 lesuren voor coördinatie toegekend, waarvan 382 lesuren aan 16 scholen voor buitengewoon secundair onderwijs (en 124 lestijden aan zeven scholen voor buitengewoon basisonderwijs) voor het schooljaar 2019-2020. • Voor de ondersteuning van leerlingen met een (gemotiveerd) verslag voor type 2, type 4, type 6 en type 7 kan de school voor gewoon onderwijs naargelang de noden van iedere leerling een bilaterale samenwerking aangaan met een of meer scholen voor buitengewoon onderwijs die over de vereiste handicapspecifieke expertise beschikken. Daarvoor is vanaf het schooljaar 2019-2020 een nieuw omkaderingsmechanisme uitgewerkt, waarbij op twee teldagen tijdens het schooljaar omkadering wordt toegekend aan de gekozen school voor buitengewoon onderwijs op basis van het type en soort verslag van de leerling. Voor leerlingen met een verslag wordt in een gelijke omkadering voorzien als voor leerlingen met een verslag van hetzelfde type in het buitengewoon onderwijs. • Vanaf het schooljaar 2018-2019 worden er ook lestijden voor coördinatie toegekend aan scholen voor buitengewoon onderwijs in de ondersteuningsnetwerken.

54

AGODI jaarverslag 2020


3

Alle secundaire scholen Sinds het schooljaar 2009-2010 krijgen elke scholengemeenschap en elke secundaire school die niet tot een scholengemeenschap behoort, een globale puntenenveloppe. De globale puntenenveloppe heeft een dubbel doel: • het geeft invulling aan de ambten van het bestuurspersoneel (uitgezonderd het ambt van directeur, inherent aan elke instelling) en ondersteunend personeel op het niveau van de instelling. In verschillende secundaire scholen bestaan namelijk nog heel wat extra ambten in de categorie van het bestuurspersoneel die als een soort ‘middenkader’ fungeren. Naast de directeur werken in sommige scholen ook een adjunct-directeur, een technisch adviseur, een technisch adviseur-coördinator (technische scholen), een teeltleider (leraar belast met praktische vakken in de land- en tuinbouw) of een coördinator (dbso). • het vormt een beleid rond taak- en functiedifferentiatie op het niveau van de instelling en van de scholengemeenschap. De scholen krijgen geen aparte omkaderingsmiddelen in de vorm van een of meer ambten van adjunct-directeur, technisch adviseurcoördinator, technisch adviseur, coördinator (dbso), of in de vorm van een apart pakket punten ondersteunend personeel, punten taak- en functiedifferentiatie en forfaitaire punten scholengemeenschap. Al die afzonderlijke middelen zijn geïntegreerd als geheel; de berekeningswijze blijft dezelfde. Vanaf het schooljaar 2007-2008 hebben de CDO’s (centra voor deeltijds onderwijs) de mogelijkheid om autonoom te worden voor zover zij een voldoende aantal leerlingen hebben (ten minste 260 leerlingen). Dat betekent dat zij net als de scholen van het voltijds secundair onderwijs recht hebben op één directeur in plaats van één coördinator. Alle secundaire scholen krijgen daarnaast punten voor ICT. Daarvoor moeten ze wel deel uitmaken van een samenwerkingsplatform of scholengemeenschap. Ten slotte krijgen ook de 116 scholengemeenschappen nog extra uren toegekend. Het gaat om een globaal pakket van 20.000 uren dat verdeeld wordt over de scholengemeenschappen pro rato van hun aandeel op het totale urenpakket in Vlaanderen. De scholengemeenschappen verdelen die uren zelf onder hun scholen. In het onthaalonderwijs stijgt in het schooljaar 2019-2020 het aantal toegekende urenleraar (op 1 oktober) in het voltijds onderwijs, terwijl de uren OKAN in het dbso een lichte daling kenden. De verhoogde instroom van vluchtelingen heeft de voorbije schooljaren geleid tot een sterke toename van het leerlingenaantal. Naast leerlingen in een asielprocedure kunnen anderstalige nieuwkomers bijvoorbeeld ook door gezinshereniging of migratie binnen de EU in Vlaanderen zijn aangekomen. Door het flexibiliseren van de programmatieprocedure door de verhoogde instroom zijn er sinds schooljaar 2015-2016 heel wat instellingen van start gegaan met onthaalonderwijs. In het schooljaar 2018-2019 werd een pilootproject lerarenplatform opgezet in het secundair onderwijs om meer tijdelijke leerkrachten werkzekerheid en een opdracht die voldoende substantieel is te bieden3. Er werden zestien lerarenplatformen geselecteerd, waaraan in totaal 7.941 uren-leraar werden toegekend. Voor het schooljaar 2019-2020 werden twaalf lerarenplatformen geselecteerd, waaraan in totaal 7.412 uren werden toegekend. De selectie gebeurde door de Vlaamse Regering op basis van een aantal criteria: evenredige spreiding over de netten, grootte, geografische spreiding en inhoudelijke invulling.

3

Meer informatie in punt 3.16 Pilootproject lerarenplatform AGODI jaarverslag 2020

55


1.2.3

Omkadering voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s)

Tabel 3.24: omkaderingsgewichten voor de CLB's

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

GO!

673,91

694,68

697,70

0,43%

VGO

1.953,83

2.006,49

2.029,16

1,13%

OGO

248,69

265,29

272,52

2,73%

2.876,43

2.966,46

2.999,38

1,11%

Omkaderingsgewichten

Totaal

Op 1 september 2018 trad een nieuw decreet leerlingenbegeleiding in werking. Via dat decreet werd een nieuw omkaderingssysteem voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) ingevoerd. Elk CLB blijft minimaal recht hebben op een gegarandeerde omkadering. Dat is de omkadering die werd toegekend voor het schooljaar 2017-2018. Die gesloten enveloppe wordt aangevuld met 180 extra omkaderinggewichten (OG): in het schooljaar 2018-2019 worden 88 extra OG verdeeld en vanaf het schooljaar 2019-2020 komen daar nog eens 92 extra OG bovenop. De omkaderingsgewichten worden verdeeld volgens een groeien dalingsmechanisme. Jaarlijks wordt per centrum de nieuw berekende omkadering vergeleken met de omkadering van het vorige schooljaar. Een daling wordt pas toegepast vanaf een verschil van 2% en kan niet meer dan 2% per CLB bedragen. Een groei wordt beperkt tot maximaal 3,15% per CLB. De middelen worden door AGODI berekend en toegekend aan de CLB’s na een voorafname voor de permanente ondersteuningscellen (POC’s) per net (zie tabel 3.25). Tabel 3.25: overzicht omkadering voor de permanente ondersteuningscellen (POC's)

Omkaderingsgewichten

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

POC VGO

12,49

12,49

12,49

0%

POC OGO

1,99

1,99

1,99

0%

POC GO!

5,89

5,89

5,89

0%

Voor de ondersteuning en versterking van CLB’s ontvangen de gefinancierde, de gesubsidieerde officiële en de gesubsidieerde vrije permanente ondersteuningscellen respectievelijk 5,89 omkaderingsgewichten, 1,99 omkaderingsgewichten en 12,49 omkaderingsgewichten. Die omkadering ligt decretaal vast.

56

AGODI jaarverslag 2020


3

1.2.4

Omkadering voor de internaten

Tabel 3.26: overzicht omkadering internaten in het basis- en secundair onderwijs 2017-2018

2018-2019

2019-2020

GO!

30

30

136,20

29

29

134,10

28

28

125,80

VGO

105

105

237

106

106

241,50

108

108

244,30

OGO

5

5

11,50

6

6

14

6

6

14

140

140

384,70

141

141

389,60

142

142

384,10

Totaal

Alle internaten - van alle netten – kunnen een beheerder en een studiemeester – opvoeder aanstellen. De internaten van het GO! mogen een studiemeester-opvoeder aanstellen per 21 internen uit het basis- en secundair onderwijs. Voor de gesubsidieerde internaten zijn er twee betrekkingen voorzien als internen uitsluitend leerlingen uit het secundair onderwijs zijn. Verblijven er leerlingen uit het basisonderwijs, dan zijn er tweeënhalf betrekkingen voorzien. 1.2.5

Omkadering voor het deeltijds kunstonderwijs (dko)

Aantal

Scholen

Aantal

Scholen

Aantal

Scholen

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Tabel 3.27: overzicht omkadering in het dko

77.657

168

78.350

168

80.030

168

2,14%

Uren bestuurs- en administratief personeel 10.366

168

10.532

168

11.161

168

5,97%

Punten ICT-coördinatie

1.782

167

1.803

167

1.952

167

8,26%

Lestijden aanvangsbegeleiding

-

-

-

-

323

159

n.v.t.

Additionele lestijden

-

-

-

-

1.506

147

n.v.t.

917

19

552

9

-

-

-100%

-

-

-

-

2.925

58

n.v.t.

2017-2018

Uren onderwijzend personeel

Uren tijdelijke projecten Punten Kunstkuur

2018-2019

2019-2020

Vanaf het schooljaar 2019-2020 wordt de omkadering deeltijds kunstonderwijs volgens een nieuwe berekeningswijze toegekend. De gewone omkadering geldt voor alle academies. Ze bestaat uit uren voor het onderwijzend personeel en uren voor het bestuurs- en administratief personeel. De omkadering voor het schooljaar 2019-2020 wordt berekend op basis van het aantal financierbare leerlingen op 1 februari 2019. Door de stijging in het aantal financierbare leerlingen in het schooljaar 2018-2019 zien we een stijging in het aantal uren voor het onderwijzend personeel en voor het bestuurs- en administratief personeel.

AGODI jaarverslag 2020

57


Daarnaast krijgen alle academies punten voor ICT-coördinatie op voorwaarde dat zij toetreden tot een samenwerkingsplatform. In het schooljaar 2019-2020 was één van de 168 academies niet toegetreden tot een samenwerkingsplatform. Het aantal punten per academies wordt berekend op basis van het aantal financierbare leerlingen op 1 februari 2019. Vanaf het schooljaar 2019-2020 hebben de academies van het deeltijds kunstonderwijs recht op lestijden voor aanvangsbegeleiding. In het schooljaar 2019-2020 werd een gesloten pakket van 323 lestijden verdeeld over de academies. Voor de verdeling van dat pakket werd de verhouding tussen de omkadering voor aanvangsbegeleiding en de gewone omkadering toegepast op het lestijdenpakket van elke academie. Als overgangsmaatregel naar de nieuwe omkaderingsberekening voorziet de Vlaamse overheid gedurende drie schooljaren additionele lestijden. Academies die nadeel ondervinden bij de nieuwe omkaderingsberekening, krijgen een aandeel van de additionele lestijden. In het schooljaar 2019-2020 gaat het om een gesloten pakket van 746 additionele lestijden voor de eerste tot en met de derde graad en 760 additionele lestijden voor de vierde graad en kortlopende studierichtingen. Vanaf het schooljaar 2019-2020 worden de tijdelijke projecten volledig stopgezet en wordt er overgeschakeld naar projecten Kunstkuur. In het schooljaar 2019-2020 werden 99 projecten Kunstkuur goedgekeurd; 58 academies kregen daarvoor in totaal 2.925 punten toegekend. Tabel 3.28: tijdelijke projecten met vernieuwingen in het dko Tijdelijke projecten

Aantal organiserdende scholen

Aantal projecten

Aantal organiserdende scholen

6

7

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Podiumkunsten

6

12

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Totaal

12

19

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

AGODI jaarverslag 2020

Aantal organiserende scholen

Aantal lestijden pedagogische co¨rdinatie

Aantal organiserende scholen

2019-2020

Aantal lestijden pedagogische co¨rdinatie

Totaal

2018-2019

Aantal organiserende scholen

Afdeling

2017-2018 Aantal lestijden pedagogische co¨rdinatie

Pedagogische coördinatie

Aantal projecten

Aantal projecten

2019-2020

Aantal organiserdende scholen

2018-2019

Beeldende Kunst

Afdeling

58

2017-2018

n.v.t.

n.v.t.

51

10

51

9


3

De tijdelijke projecten met vernieuwing in het deeltijds kunstonderwijs liepen af in het schooljaar 2017-2018. De academies die op 1 september 2017 een tijdelijk project intergemeentelijke samenwerking of een tijdelijk project regionale samenwerking organiseerden, behielden wel nog de lestijden voor pedagogische coördinatie die hun door de projectvoorwaarden zijn toegekend. 1.2.6

Omkadering voor de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD)

Tabel 3.29: overzicht omkadering PBD

OGO (OVSG)

POV

64

10 236 389 81

64

10 238 393

Basisonderwijs

30

40

0

99 169 30

40

0

100 170 31

40

0

101 172

Secundair + dko + volwassenonderwijs

46

23

8

131 208 47

23

9

131 210 48

23

9

131 211

CLB

2

1

1

6

10

2

1

1

5

9

2

1

1

1

10

Halftijdse adviseurscoördinator

3

3

1

8

15

3

3

1

8

15

3

3

1

8

15

Totaal

GO!

236 387 79

VGO (KOV)

POV

9

Totaal

OGO (OVSG)

64

VGO (KOV)

GO!

78

Totaal

Totaal aantal halftijdse betrekkingen adviseur

VGO (KOV)

POV

2019-2020

OGO (OVSG)

2018-2019

GO!

2017-2018

De personeelsformatie wordt per schooljaar vastgesteld, afzonderlijk voor: • het basisonderwijs • het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs samen • de centra voor leerlingenbegeleiding De berekening gebeurt op basis van het aantal organieke betrekkingen, vastgesteld op 1 februari van het vorige schooljaar, in de scholen en CLB’s die verbonden zijn aan een pedagogische begeleidingsdienst. Het aantal halftijdse betrekkingen adviseur is in het schooljaar 2019-2020 opnieuw toegenomen (van 389 in het schooljaar 2018-2019 naar 393 in het schooljaar 2019-2020). Voor het basisonderwijs kwamen er twee halftijdse betrekkingen adviseur bij. In het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs samen kwam er één halftijdse betrekking adviseur bij. Voor de centra voor leerlingenbegeleiding nam het aantal betrekkingen toe met één halftijdse adviseur. Het aantal halftijdse adviseurs-coördinatoren bleef gelijk.

AGODI jaarverslag 2020

59


1.3

Oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen

Het onderwijslandschap verandert. Er komen nieuwe scholen bij en er zijn scholen die sluiten. Andere scholen herstructureren of fuseren. Hieronder geven we een overzicht van de oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzingen in de verschillende onderwijsniveaus. 1.3.1

Basisonderwijs

In het gewoon en buitengewoon basisonderwijs kunnen nieuwe scholen ontstaan. Dat kan door de oprichting van een volledig nieuwe school of door het zelfstandig worden van een vestigingsplaats, niveau of type van een al bestaande school. Een bestaande school kan ook ophouden te bestaan. Daarnaast kunnen twee of meer scholen samensmelten tot één school. In dat geval spreekt men van een fusie. Bij een fusie kunnen de oorspronkelijke scholen verdwijnen of kan één van de scholen blijven bestaan en de andere opslorpen. Een bestaande school kan haar aanbod ook wijzingen. Ze kan één of meerdere vestigingsplaatsen of een onderwijsniveau oprichten of afschaffen. Scholen voor buitengewoon basisonderwijs kunnen ook een of meerdere types oprichten, omvormen of afschaffen. Bij een wijziging van aanbod van een school spreekt men van een structuurwijziging. Om te kunnen rekenen op financiering of subsidiëring moeten alle basisscholen voldoen aan de rationalisatienorm. De rationalisatienorm is het minimumaantal leerlingen dat een school moet hebben om te kunnen verder bestaan als een autonome entiteit. Jaarlijks kijkt AGODI na of scholen die norm halen. Een basisschool mag twee schooljaren onder de rationalisatienorm blijven; zij maakt dan gebruik van de genadejaren. In dat geval wordt de school toch verder gesubsidieerd of gefinancierd. Wordt de rationalisatienorm drie schooljaren op rij niet gehaald, dan moet de school herstructureren, fuseren of sluiten. 1.3.1.1

Gewoon basisonderwijs

Tabel 3.30: overzicht oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen in het gewoon basisonderwijs 2018-2019

2019-2020

2020-2021

Nieuwe school

9

1

5

Nieuwe school na zelfstandig worden vestigingsplaats

11

17

31

Fusies van 2 scholen

0

0

0

Gewoon basisonderwijs

60

Stopzetting school

3

1

1

Oprichting vestigingsplaats

13

28

13

Afschaffen vestigingsplaats

33

42

66

Oprichten niveau

11

9

9

Afschaffen niveau

5

5

1

Genadejaar (niet behalen van de rationalisatienorm)

19

26

26

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.30 geeft een overzicht van de oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen die effectief uitgevoerd werden in het gewoon basisonderwijs. In het schooljaar 20202021 zijn een zeer groot aantal nieuwe scholen opgericht door het zelfstandig worden van een vestigingsplaats. Het gaat om 31 scholen ten opzichte van 17 het jaar ervoor. Van de 26 scholen met een ‘genadejaar’ voldeden 21 scholen voor de eerste keer niet aan een rationalisatienorm. Vijf scholen voldeden dit schooljaar voor de tweede maal op rij niet aan een rationisatienorm. 1.3.1.2

Buitengewoon basisonderwijs

Tabel 3.31: overzicht oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen in het buitengewoon basisonderwijs 2018-2019

2019-2020

2020-2021

Nieuwe school

0

0

0

Nieuwe school na afsplitsing vestigingsplaats, niveau of types

0

0

1

Fusie van 2 scholen

0

0

0

Stopzetting school

1

0

0

Oprichting vestigingsplaats

4

6

0

Buitengewoon basisonderwijs

Afschaffing vestigingsplaats

6

1

1

Oprichting niveau

2

3

2

Afschaffing niveau

0

1

1

Oprichting type: T2

1

0

0

Oprichting type: T3

3

0

0

Oprichting type: T4

0

0

0

Oprichting type: T7

1

0

1

Oprichting type: T9

1

3

2

Afschaffen type

0

1

0

Genadejaar (niet behalen van de rationalisatienorm)

10

10

6

Tabel 3.31 geeft een overzicht van de oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen die effectief uitgevoerd werden in het buitengewoon basisonderwijs. In vergelijking met voorgaande schooljaren zijn er in het buitengewoon onderwijs voor het schooljaar 2020-2021 weinig structuurwijzigingen. Het aantal scholen dat een type of een niveau opricht of een vestigingsplaats of een niveau afschaft blijft gelijk of daalt. Opvallend is dat er in het schooljaar 2020-2021 geen enkele nieuwe vestigingsplaats wordt opgericht. Nieuw is dan weer dat voor het eerst sinds enkele schooljaren er een nieuwe school voor buitengewoon basisonderwijs is opgericht. Het aantal scholen voor buitengewoon basisonderwijs dat een beroep doet op het genadejaar daalt in schooljaar 2020-2021. Dat kan een gevolg zijn van een stijging van de leerlingenaantallen in het buitengewoon onderwijs.

AGODI jaarverslag 2020

61


Tabel 3.32: overzicht programmatieaanvragen in het buitengewoon basisonderwijs Beslissing Vlaamse Regering

Aanvraag nieuw type BA

Aanvraag nieuw type 2

Aanvraag nieuw type 3

Aanvraag nieuw type 7

Aanvraag nieuw type 9

Gunstig Ongunstig Effectief gestart Gunstig Ongunstig Effectief gestart Gunstig Ongunstig Effectief gestart Gunstig Ongunstig Effectief gestart Gunstig Ongunstig Effectief gestart

2018-2019

2019-2020

2020-2021

0 1 0 1 0 1 3 0 3 1 1 1 1 3 1

0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 3 2 3

0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 2 0 2

Sinds het schooljaar 2015-2016 moeten scholen voor buitengewoon onderwijs die een nieuw type willen oprichten, de goedkeuring krijgen van de Vlaamse Regering. Zij dienen daarvoor een programmatieaanvraag in. Tabel 3.32 geeft een overzicht van de programmatieaanvragen die scholen indienden voor het schooljaar 2020-2021 met de beslissingen van de Vlaamse Regering. Opvallend is dat alle aanvragen voor het schooljaar 2020-2021 betrekking hebben op de oprichting van type 7 of type 9. Alle aanvragen zijn ook goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De betrokken scholen zijn op 1 september 2020 ook allemaal gestart met hun nieuw aanbod.

62

AGODI jaarverslag 2020


3

1.3.2

Secundair onderwijs

In het secundair onderwijs gebruikt men de term ‘programmatie’. Die heeft een dubbele betekenis: het oprichting van een nieuwe school of het opstarten van een nieuwe studierichting. In het buitengewoon secundair onderwijs kan het ook om de oprichting van een nieuw type of opleidingsvorm gaan. Nieuwe scholen ontstaan door afsplitsing van een bestaande school of door de oprichting van een totaal nieuwe school (maar dat is vrij uitzonderlijk). Er zijn weinig programmaties voor nieuwe scholen. Het aantal scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs voor het schooljaar 2020-2021 (948 scholen) is namelijk quasi ongewijzigd tegenover het schooljaar 2019-2020 (946 scholen). In het buitengewoon secundair onderwijs steeg het aantal scholen (136 scholen) in het schooljaar 2020-2021 lichtjes ten opzichte van het voorgaande schooljaar (132 scholen). De erkenningsprocedure voor een nieuwe school is vanaf het schooljaar 2019-2020 gewijzigd. Na het indienen van de aanvraag moet de Vlaamse Regering tegen uiterlijk 31 augustus op basis van een advies van de onderwijsinspectie een beslissing nemen. Bij een positieve beslissing wordt de school voorlopig erkend (en eventueel gesubsidieerd/ gefinancierd) voor het schooljaar van opstart. Tijdens het eerste schooljaar van opstart gaat de onderwijsinspectie opnieuw langs en heeft ze een erkenningsadvies op basis van alle criteria. Tegen eind maart moet dat proces afgerond zijn en wordt de school al dan niet definitief erkend (en eventueel gesubsidieerd/gefinancierd). Voor het schooljaar 2020-2021 werden er vijf aanvragen ingediend voor het gewoon voltijds secundair onderwijs; één school kreeg geen erkenning, een andere trok de aanvraag zelf in. De resterende drie scholen werden erkend en opgenomen in de financiering/subsidiëring. In het buitengewoon secundair onderwijs moet de programmatie van een nieuwe school aangevraagd worden tegen 30 november. Na goedkeuring door de Vlaamse regering moet de school ook nog een voorlopige erkenning ontvangen, net zoals in het gewoon secundair onderwijs. De meeste programmaties zijn het gevolg van een intern herstructureringsproces. Het programmeren van nieuwe studierichtingen in het secundair onderwijs is onderworpen aan een specifieke regelgeving. Een deel van de programmatieaanvragen van nieuwe studierichtingen moet een goedkeuringsprocedure doorlopen waarbij de Vlaamse Regering beslist op advies van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), de onderwijsinspectie en AGODI. Voor een andere groep van programmatieaanvragen is er alleen een meldingsplicht tegen uiterlijk 1 april van het voorafgaande schooljaar voorzien. Voor de programmatie van een nieuwe opleiding in het deeltijds beroepssecundair onderwijs volstaat een melding aan AGODI.

AGODI jaarverslag 2020

63


1.3.2.1

Gewoon secundair onderwijs

Tabel 3.33: overzicht herstructureringen in het gewoon secundair onderwijs 2018-2019

2019-2020

2020-2021

Fusie door opslorping

0

0

1

Eigenlijke fusie

0

0

1

Fusie gevolgd door afsplitsing (waarbij het aantal scholen gelijk blijft)

0

0

0

Afsplitsing van een bestaande school (waarbij een nieuw schoolnummer wordt toegekend)

0

0

0

Nieuwe school

2

2

4

Gesloten school

1

0

0

Tabel 3.34: overzicht programmatieaanvragen in het gewoon secundair onderwijs Niet-programmeerbare structuuronderdelen* Schooljaar 2018-2019

Schooljaar 2019-2020

Schooljaar 2020-2021

Aanvragen

8

n.v.t.

n.v.t.

Gunstig

8

n.v.t.

n.v.t.

Ongunstig

0

n.v.t.

n.v.t.

Structuuronderdelen waarvoor beslissing Vlaamse Regering nodig is Schooljaar 2018-2019

Schooljaar 2019-2020

Schooljaar 2020-2021

Aanvragen

79

172

472

Gunstig

78

106

298

Ongunstig

1

66

174

Duale structuuronderdelen waarvoor beslissing Vlaamse Regering nodig is Schooljaar 2018-2019

Schooljaar 2019-2020

Schooljaar 2020-2021

Aanvragen

n.v.t.

397

491

Gunstig

n.v.t.

385

359

Ongunstig

n.v.t.

12

132

* Vanaf het schooljaar 2016-2017 bedoelt men met structuuronderdelen waarvoor een beslissing van de Vlaamse Regering nodig is, de niet-programmeerbare structuuronderdelen op basis van inruil. Het schooljaar ervoor ging het om structuuronderdelen die niet op de lijst van de vrij-programmeerbare structuuronderdelen en niet op de lijst van de niet-programmeerbare structuuronderdelen stonden. Het decreet modernisering secundair onderwijs heeft de categorie van de niet-programmeerbare structuuronderdelen afgeschaft.

64

AGODI jaarverslag 2020


3

Het decreet betreffende de modernisering van het secundair onderwijs heeft de programmatieregels gewijzigd: de niet-programmeerbare structuuronderdelen werden afgeschaft en er zijn een aantal tijdelijke programmatieregels voor de nog niet gemoderniseerde studierichtingen ingevoerd. Voor het schooljaar 2020-2021 moeten voor de vernieuwde studierichtingen enkel de niche-basisopties worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Met de invoering van het decreet duaal leren kwam er een nieuwe programmatieprocedure bij, namelijk voor duale structuuronderdelen. Voor het oprichten van een duaal structuuronderdeel moet men de goedkeuring van de Vlaamse Regering krijgen. Voor het schooljaar 2020-2021 ontving AGODI 491 aanvragen, waarvan 359 goedgekeurd werden. In totaal waren er 96 ontwikkelde standaardtrajecten waarvoor een aanvraag kon worden ingediend. 1.3.2.2

Buitengewoon secundair onderwijs

In het buso zijn verschillende herstructureringen mogelijk. In tabel 3.35 volgt een overzicht van de herstructureringen en de programmaties die de voorbije schooljaren werden doorgevoerd. In tabel 3.36 staat het overzicht van de programmatieaanvragen die scholen indienden met de uiteindelijke beslissing van de Vlaamse Regering. Tabel 3.37 geeft een overzicht van het aantal programmatieaanvragen voor bijkomende structuuronderdelen.

AGODI jaarverslag 2020

65


Tabel 3.35: overzicht programmaties, herstructureringen en fusies in het buitengewoon secundair onderwijs Detail Programmatie

Nieuwe school

0

2

0

Opleidingsvorm 1

1

0

0

Opleidingsvorm 2

0

0

1

Opleidingsvorm 3

1

0

0

Opleidingsvorm 4

5

4

0

Type BA

0

0

0

Type 2

0

0

0

Type 3

1

1

1

Type 4

0

0

0

Type 6

0

0

3

Type 7

0

0

0

Type 9

1

0

1

0

0

1

Nieuwe school ontstaan door afsplitsing

0

4

5

Omvorming van een opleidingsvorm

1

0

0

0

1

n.v.t.

1

3

1

0

0

0

Oprichting van een opleidingsvorm

Oprichting type in bestaande OV

Herstructurering Nieuwe school ontstaan door fusie

Oprichting van een opleiding van opleidingsvorm 3 Omvorming van een opleiding van opleidingsvorm 3 Opheffing van een school Opheffing van een opleidingsvorm

66

2018-2019 2019-2020 2020-2021

0

0

1

Opheffing van een opleiding van opleidingsvorm 3

2

2

8

Opheffing van een type

0

0

2

Nieuwe vestigingsplaats Vestigingsplaats (exclusief type 5)

21

19

10

Nieuwe vestigingsplaats type 5

0

8

0

Opheffing van een vestigingsplaats

11

3

0

AGODI jaarverslag 2020

OV 3


3

Tabel 3.36: overzicht programmatieaanvragen in het buitengewoon secundair onderwijs Schooljaar Schooljaar Schooljaar 2018-2019 2019-2020 2020-2021

Nieuwe school

Type 7

Aanvraag nieuw type

Type 6

Aanvraag nieuw type

Nieuwe school Type 5 Nieuwe vestigingsplaats Type 4

Aanvraag nieuw type in nieuwe OV Aanvraag nieuw type

Type 3

Type 2

Aanvraag nieuw type in nieuwe OV Aanvraag nieuw type in nieuwe OV Nieuwe school

Type BA

Aanvraag nieuw type in nieuwe OV

Effectief gestart

Aanvraag nieuw type in nieuwe OV

Aantal aanvragen

Type 9

Effectief gestart

Aanvraag nieuw type

Beslissing

Aantal aanvragen

Soort aanvraag

Effectief gestart

Type

Aantal aanvragen

Programmatieaanvragen

Gunstig Ongunstig Gunstig

1 0 6

0 0 3

2

Gunstig

0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 2 0 1 0 0 0 0 0 1 0 8 0 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0

1 0 1

Ongunstig

1 0 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 2 0 0 0 0 0 0 0

1 0 1 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0

Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig Gunstig Ongunstig

0 0 2 1 1 0 3 2 0 1 0 0 0 0

0 1 0 0 0 0 0 1 0

8 0 1 0 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 3 0 0 1

0 3 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0

Het aantal programmatieaanvragen voor een nieuwe school, type of opleidingsvorm is de laatste twee schooljaren stabiel gebleven met een tiental aanvragen door een zevental scholen.

AGODI jaarverslag 2020

67


Tabel 3.37: overzicht programmatieaanvragen structuuronderdelen in het buitengewoon secundair onderwijs Structuuronderdelen waarvoor een beslissing Vlaamse Regering nodig is

Aantal

2020-2021

2019-2020 aantal

Niet-duale structuuronderdelen Duale structuuronderdelen

OV3

aantal

gunstig

ongunstig

OF*

gunstig

ongunstig

30

19

11

KF*

121

98

23

IF*

119

96

23

OV3

67

67

0

57

53

4

OV4

2

2

0

3

3

0

OF = opleidingsfase; KF = kwalificatiefase; IF = integratiefase

*

Het proces van de modernisering van het onderwijs zorgde voor programmatieregels voor nieuwe opleidingen in het buitengewoon secundair onderwijs. Nieuwe structuuronderdelen moeten voor 30 november van het voorafgaande schooljaar aangevraagd worden en de Vlaamse regering neemt daarover een beslissing tegen 31 maart. Sinds het schooljaar voorafgaand aan de organieke uitrol van duaal leren in het schooljaar 2019-2020 ontvangt AGODI jaarlijks programmatieaanvragen van scholen die aanbieder duaal leren willen worden. In het buitengewoon secundair onderwijs mochten vanaf het schooljaar 2019-2020 69 duale structuuronderdelen, voornamelijk OV3-opleidingen, opgericht worden. Voor het schooljaar 2020-2021 ontvingen 56 duale structuuronderdelen een positieve goedkeuring van de Vlaamse regering. Onderwijsdecreet XXIX voerde ook een programmatieprocedure in voor nieuwe, niet-duale structuuronderdelen in OV3. De cijfers die in de bovenstaande tabel opgenomen zijn, slaan echter niet op het aantal nieuwe opleidingen dat van start mocht gaan op 1 september 2020 maar op het aantal aanvragen dat voorafgaand aan het schooljaar 2020-2021 werd ontvangen. Volgens de ingevoerde regelgeving moesten de nieuwe structuuronderdelen uit de matrix ten gevolge van de modernisering minstens twee schooljaren voorafgaand aan de start van de nieuwe opleiding aangevraagd worden. De aantallen voor de opleidingsfase, kwalificatiefase en integratiefase slaan dus respectievelijk op schooljaar 2021-2022, schooljaar 2023-2024 en schooljaar 2025-2026.

1.3.3

Deeltijds kunstonderwijs

In het deeltijds kunstonderwijs kunnen er nieuwe academies ontstaan. Dat kan door de oprichting van een volledig nieuwe academie of door een fusie van twee of meer bestaande academies tot een nieuwe academie. Een academie kan ook ophouden te bestaan. Dat kan door een vrijwillige stopzetting van de instelling, een verplichte stopzetting door het niet behalen van de normen of door een stopzetting via fusie. Bij een fusie kunnen de oorspronkelijke academies verdwijnen of kan één van de academies blijven bestaan en de andere opslorpen.

68

AGODI jaarverslag 2020


3

Een academie moet minstens het domein beeldende en audiovisuele kunsten of het domein muziek aanbieden. Als een academie drie domeinen organiseert, waaronder minstens het domein beeldende en audiovisuele kunsten en het domein muziek, is het een kunstacademie. Een academie bestaat in de meeste gevallen uit meerdere vestigingsplaatsen. Er kunnen jaarlijks vestigingsplaatsen opgericht of vrijwillig gesloten worden. De academie kan haar aanbod op de vestigingsplaatsen wijzigen of uitbreiden. Dat kan door domeinen of structuuronderdelen op te richten, stop te zetten of uit te breiden naar nieuwe of bestaande vestigingsplaatsen. Domeinen of structuuronderdelen kunnen vrijwillig stopgezet worden of verplicht stopgezet worden door het niet behalen van de normen. Een academie kan ook aanbod van andere academies overnemen via een overheveling. Bij een overheveling draagt de ene academie één of meer structuuronderdelen over naar de andere academie. Meestal zijn dat alle structuuronderdelen die op een bepaalde vestigingsplaats gelegen zijn, maar dat hoeft niet. Binnen de structuuronderdelen kan de academie verschillende opties aanbieden. Om die opties te mogen aanbieden, moet de academie onderwijsbevoegdheid verwerven via een aanvraagprocedure. Tabel 3.38: overzicht oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen in het dko 2018-2019

2019-2020

2020-2021

Nieuwe academies

0

0

1

Nieuwe kunstacademies

4

1

3

Fusies

0

0

1

Overhevelingen

0

0

1

154

179

108

Vrijwillige stopzettingen vestigingsplaatsen

0

131

95

Nieuwe domeinen

9

0

2

Nieuwe vestigingsplaatsen

Stopzetting domeinen (niet behalen van de norm) Nieuwe structuuronderdelen Stopzetten structuuronderdelen (niet behalen van de norm) Onderwijsbevoegdheden

0

0

1

839

29

24

0

6

6

328

32

19

In schooljaar 2020-2021 ontstaat er een nieuwe academie door de fusie van twee bestaande academies. Drie academies voor podiumkunsten worden een kunstacademie door de oprichting van het domein beeldende en audiovisuele kunsten. Er wordt één vestigingsplaats met alle onderliggende structuuronderdelen overgeheveld van de ene naar de andere academie. In totaal worden er 108 nieuwe vestigingsplaatsen opgericht en 95 vestigingsplaatsen worden vrijwillig stopgezet. Het aanbod wordt uitgebreid met twee domeinen, 24 structuuronderdelen en negentien onderwijsbevoegdheden. Door het niet behalen van de normen worden een domein en zes structuuronderdelen verplicht stopgezet.

AGODI jaarverslag 2020

69


Tabel 3.39: overzicht programmatieaanvragen in het dko 2018-2019 Gunstig Domeinen

9

2019-2020

2020-2021

Ongunstig/ Ongunstig/ Ongunstig/ Gunstig Gunstig overbodig overbodig overbodig 0

0

1

2

5

Structuuronderdelen

839

0

29

63

24

46

Onderwijsbevoegdheden

328

50

32

13

19

27

Voor het schooljaar 2020-2021 werden zeven domeinen en 70 structuuronderdelen aangevraagd. Twee programmaties van domeinen en 24 programmaties van structuuronderdelen werden goedgekeurd. Vijf programmaties van domeinen en 32 programmaties van structuuronderdelen werden afgekeurd, veertien aanvragen van structuuronderdelen waren overbodig. Structuuronderdelen kunnen alleen ingericht worden als een academie de nodige onderwijsbevoegdheid heeft. Als de academie die nog niet heeft, moet een aanvraag van onderwijsbevoegdheid via de Vlaamse Regering goedgekeurd worden. Voor het schooljaar 2020-2021 werden negentien van de 46 aangevraagde onderwijsbevoegdheden goedgekeurd. 1.3.4

Centra voor leerlingenbegeleiding

Bij de start van elk schooljaar kan een fusie van centra plaatsvinden. Het centrum dat door die fusie ontstaat, wordt niet als een nieuw centrum beschouwd. Tabel 3.40: overzicht fusies CLB Fusiebewegingen CLB

2018-2019

2019-2020

2020-2021

Fusie tussen 2 centra

0

5

0

Fusie tussen 3 centra

0

3

0

Fusie tussen 4 centra

0

0

1

Tabel 3.40 geeft een overzicht van de fusiebewegingen binnen het CLB-landschap. Bij de start van het schooljaar 2020-2021 gingen vier centra een fusie aan. Daardoor werd het totale aantal CLB’s van 61 in het schooljaar 2019-2020 tot 58 centra in het schooljaar 2020-2021 herleid.

70

AGODI jaarverslag 2020


3

1.4

Subsidie voor busbegeleiders op het zonaal collectief leerlingenvervoer

Binnen het zonaal collectief leerlingenvervoer dat georganiseerd wordt door De Lijn, is busbegeleiding verplicht. Beherende scholen moeten daarom voor elke bus een begeleider aanwerven. Die scholen kunnen bij AGODI een subsidie aanvragen voor de loonkosten van hun busbegeleiders. Tabel 3.41: subsidie voor busbegeleiding

Bedrag (in euro)

Aantal ritten

Bedrag (in euro)

Aantal ritten

Bedrag

Evolutie t.o.v. 2019

Aantal ritten

2020

Bedrag (in euro)

2019

Aantal ritten

2018

OGO

222

4.047.580,26

223

4.146.012,58

224

4.458.761,98

0,45%

7,54%

VGO

966

17.124.389,73

971

16.334.997,09

975

17.710.006,57

0,41%

8,42%

GO! Totaal

436

8.367.746,77

445

8.742.458,81

447

8.887.834,01

0,45%

1,66%

1.624

29.539.716,76

1.639

29.223.468,48

1.646

31.056.602,56

0,43%

6,27%

In 2020 betaalde AGODI het saldo uit van de subsidie voor busbegeleiding tijdens schooljaar 2019-2020 en een voorschot van 40% op de totale subsidie voor schooljaar 2020-2021. Het uitgegeven budget ligt hoger dan in 2019. Die stijging kunnen we verklaren door het toegenomen aantal ritten, maar ook een indexering van de gesubsidieerde uurlonen en de toegenomen duur van verschillende busritten droegen daartoe bij.

AGODI jaarverslag 2020

71


1.5 Vervoerskosten en de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders Tabel 3.42: overzicht vervoerskosten fietsers en gebruikers openbaar vervoer 2017 2018 2019 (betaald in 2018) (betaald in 2019) (betaald in 2020) Aantal fietsers

54.827

60.701

63.731

10.370.852,19

9.825.825

10.374.941

Kost per fietser

189

162

163

Aantal km/eenheid op jaarbasis

997

1.082

1.085

Kost per km

0,15

0,15

0,15

24.278

24.619

25.162

17.113.516,31

14.517.259

14.365.283

565

589

571

27.484.368,50

24.370.084

24.740.224

Totale kost fietsvergoeding

Aantal gebruikers openbaar vervoer Totale kost openbaar vervoer Kost per gebruiker openbaar vervoer Totale kost

AGODI kent de vervoerskosten toe aan de scholen die ze prefinancieren voor hun personeelsleden die per fiets of met het openbaar vervoer naar het werk komen. AGODI doet dat voor alle onderwijsniveaus die daarvoor in aanmerking komen, dus ook voor het volwassenenonderwijs. In 2020 keerde AGODI het saldo van de vervoerskosten 2019 en het voorschot van de vervoerskosten 2020 uit aan de schoolbesturen. Op een totaal van 170.374 personeelsleden (zie Tabel 3.75: evolutie van het aantal fysieke personen (inclusief alle vervangingen, TBS+ en bonus, onderverdeeld per onderwijsniveau en soort onderwijs)) verplaatst 37,40% zich met de fiets en 14,76% met het openbaar vervoer. In totaal wordt er 69,17 miljoen kilometer gefietst. Dat betekent dat elke fietser gemiddeld 1.085 km per jaar fietst. Uitgaande van een schooljaar van 180 werkdagen komt dat neer op gemiddeld 6 km per dag. De kost van een dag fietsen bedraagt 57.358 euro (6 x 0,15 x 63.731 = 57.358 euro). De gemiddelde kost van een gebruiker openbaar vervoer is gelijk aan 571 euro. Dat komt neer op 3,17 euro per gebruiker per dag (571/180 = 3,17 euro). De kost per dag voor openbaar vervoer bedraagt 79.819 euro (3,17 x 25.162= 79.819 euro). Per schooldag wordt dus 79.819 + 57.358 = 137.177 euro betaald aan vervoerskosten.

72

AGODI jaarverslag 2020


3

Bestaanszekerheidsvergoeding busbegeleiders Tabel 3.43: overzicht bestaanszekerheidsvergoeding busbegeleiders basis- en secundair onderwijs 2018

Andere

3

Officieel*

2019

15

4.685

1

12

Evolutie ten opzichte van 2019

2020

3.815

1

9

2.862,50

-3

-952,50

27

130

45.897,50

27

131

45.912,50

24

103

36.022,50

-28

-9.890

Vrij

110

668

225.776

104

648

222.252,50

97

578

204.375

-70

-17.877,50

GO!

167

483

163.185

159

466

160.182,80

141

425

147.632,50

-41

-12.549,50

307

1.296

439.543,50

291

1.257

432.162,50

263

1.115

390.892,50

-142

-41.270

Totaal

Bestaanszekerheidsvergoedingen voor busbegeleiders per soort onderwijs 2018

Gewoon basisonderwijs Gewoon secundair onderwijs Totaal 1 Gewoon onderwijs Buitengewoon basisonderwijs Buitengewoon secundair onderwijs Totaal 1 Buitengewoon onderwijs Totaal 1 + 2 *

2019

Evolutie ten opzichte van 2019

2020

118

141

46.920

110

139

46.935

93

129

43.435

-10

-3.500

8

9

2.567

6

7

2.412,50

4

5

1.640

-2

-772,50

126

150

49.487

116

146

49.347,50

97

134

45.075

-12

-4272,50

111

637

218.580,50

107

587

203.680

99

518

179.077,50

-69

-24.602,50

70

509

171.476

68

524

179.135

67

463

166.740

-61

-12.395

180

1.146

390.056,50

175

1.111

382.815

166

981

345.817,50

-130

-36.997,50

307

1.296

439.543,50

291

1.257

432.162,50

263

1.115

390.892,50

-142

-41.270

Provincie- en gemeentescholen en intercommunales

AGODI jaarverslag 2020

73


De school kent aan de busbegeleider die tijdens de maanden juli en augustus volledig uitkeringsgerechtigd werkloos is of die tijdens die periode van werkloosheid een ziekteuitkering ontvangt, een bestaanszekerheidsvergoeding toe. Die vergoeding geldt voor elke dag waarvoor de betrokkene in de maanden juli en augustus recht heeft op een werkloosheidsvergoeding of op een ziekte-uitkering op voorwaarde dat de betrokkene op 1 juni voorafgaand aan de periode waarvoor de bestaanszekerheidsvergoeding kan worden toegekend, tewerkgesteld is via een geschreven arbeidsovereenkomst als busbegeleider. De scholen kunnen die vergoeding terugvorderen van de overheid (10 euro voor de eerste twintig dagen en 5 euro voor de daaropvolgende dagen). In totaal kregen 1.115 busbegeleiders in 2020 een bestaanszekerheidsvergoeding. Dat zijn er 142 minder dan vorig jaar (-11%). Het uitgekeerde bedrag daalde in dezelfde mate.

1.6

Tegemoetkoming kosten bedrijfsrevisoren

AGODI kende in 2020 aan sommige schoolbesturen in het gesubsidieerd vrij onderwijs een bedrag toe als tussenkomst in de kosten voor auditwerkzaamheden voor de financiële controle door een bedrijfsrevisor. Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming, moet het gaan om een vzw die volgens de vzw-wetgeving verplicht is een commissaris voor de financiële controle aan te stellen: de vzw moet tot de categorie ‘zeer grote vzw’ behoren. De door de vzw’s voorgelegde facturen ter betaling van de commissaris worden naar rata van het beschikbare krediet terugbetaald. Tabel 3.44: tegemoetkoming in de kosten bedrijfsrevisoren Boekjaar 2016 Boekjaar 2017 Boekjaar 2018 (betaald in 2018) (betaald in 2019) (betaald in 2020) Totaal aantal dossiers

276

281

249

Aantal schoolbesturen

268

274

243

Besturen CVO en CBE

8

7

6

Aantal afgekeurd wegens geen ‘zeer grote vzw’ *

2

2

0

Aantal nieuwe aanvragen ten opzichte van vorig boekjaar

7

8

6

Aantal fusies ten opzichte van vorig boekjaar **

5

5

8

1.117.000

1.117.000

1.050.000

1.983.036,95

2.033.176,78

1.993.618,56

Toegepast percentage

56,27%

54,94%

52,67

Totaal uitbetaald

1.117.000

1.117.000

1.050.000

-

-

-

4,19%

2,53%

-1,95%

Totaal beschikbaar krediet Totaalbedrag aan ingediende facturen

Rest Stijgingspercentage van de ingediende facturen ten opzichte van jaar-1 *

Een ‘zeer grote vzw’ moet voldoen aan volgende voorwaarden: ofwel minstens 100 VTE ingeschreven in het personeelsregister, ofwel voldoen aan minstens twee van de volgende voorwaarden: minstens 50 VTE ingeschreven in het personeelsregister; minstens 7.300.000 euro aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten boeken (exclusief BTW); een balanstotaal vertonen van minstens 3.650.000 euro. ** Dat kan zowel een fusie zijn met een vzw die vorig jaar een aanvraag indiende, met een nieuwe vzw of beide.

74

AGODI jaarverslag 2020


3

1.7

Controle op het gebruik van de middelen

1.7.1

Controle op de omkadering

AGODI kent niet alleen een omkadering toe aan de scholen, maar gaat ook na of de schoolbesturen de toegekende personeelsformatie niet overschrijden. Elk schooljaar gebeurt een controle op het gebruik van de omkadering door de scholen. De controle gebeurt op verschillende controledata doorheen het schooljaar. De controle van de omkadering heeft in de eerste plaats een preventief en ondersteunend karakter. Meestal leidt de controle op de omkadering tot rechtzettingen in de mededeling van de personeelsgegevens. Daarnaast wordt in het secundair onderwijs in veel gevallen het aantal uren dat wordt overgedragen naar volgend schooljaar, verminderd. Voor een heel beperkt aantal scholen leidt de overschrijding tot een terugvordering van het schoolbestuur. Basisonderwijs In het basisonderwijs voerde AGODI voor alle scholen van het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs een controle op de omkadering uit. Voor het schooljaar 2018-2019 werd voor zestien scholen een bedrag van 104.318,90 euro teruggevorderd als gevolg van een overschrijding van het lestijden- en/of urenpakket. Tabel 3.45: overzicht aantal terugvorderingen in het basisonderwijs Schooljaar

Aantal terugvorderingen

2017-2018

59

2018-2019

29

2019-2020

16

Daarnaast waren er ook een aantal specifieke terugvorderingen: • Er gebeurde een controle van de aanwending van de vervangingseenheden die op schoolniveau opgebouwd werden door afwezigheden waarvoor geen geschikte vervanger gevonden werd. Dat resulteerde in drie terugvorderingen van in totaal 654,84 euro. • De omkadering van de scholengemeenschappen werd gecontroleerd. Daarbij werd een overschrijding voor drie scholengemeenschappen vastgesteld. Een bedrag van 2.347,74 euro werd teruggevorderd. • De omkadering ondersteuningsnetwerken, de omkadering lerarenplatformen en de aanwending van de vervangingseenheden VKA werden nagekeken. De controle van de omkadering lerarenplatformen resulteerde in een terugvordering van 537,42 euro. De controle van de omkadering ondersteuningsnetwerken en de aanwending van de vervangingseenheden VKA had geen terugvorderingen tot gevolg. • De controle van de omkadering van de CLB’s gaf aanleiding tot drie terugvorderingen van 3.954,02 euro in totaal. Het totale bedrag van de terugvorderingen in het basisonderwijs van de controle omkadering is dus gelijk aan 111.812,90 euro.

AGODI jaarverslag 2020

75


Secundair onderwijs Tabel 3.46: overzicht gecontroleerde scholen in het gewoon secundair onderwijs voor de pakketten uren/leraar Schooljaar

*

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Gecontroleerde scholen

965

967

976

Scholen met overschrijding*

222

251

268

Teruggevorderde uren

62

49

182

Na een eerste controle. Het aantal effectieve terugvorderingen is niet geregistreerd.

AGODI voert in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs voor alle scholen een controle uit op een eventuele overschrijding van de aanwending van de uren-leraar, lesuren en uren. De controle gebeurde op verschillende controledata doorheen het schooljaar. AGODI controleerde de omkadering van alle scholen van het gewoon secundair onderwijs. In totaal vorderde het agentschap 182 uur terug voor het schooljaar 2019-2020. Dat komt neer op een bedrag van 381.681,19 euro. Scholen met een overschrijding kunnen de overschrijding meestal wegwerken met de uren die zij oorspronkelijk hadden overgedragen naar het volgende schooljaar. Zij hebben die uren dan toch ingericht in het lopende schooljaar. De terugvordering van lesuren of het gebruik van de buffer zijn maar een laatste stap in het proces van de controle op de omkadering. Dankzij een intense samenwerking tussen de betreffende school en AGODI wordt de initiële overschrijding meestal opgelost. In het schooljaar 2019-2020 was het bedrag van de terugvorderingen hoger dan de vorige jaren, omdat een schoolbestuur een zware overschrijding liet optekenen. De voornoemde piste kon geen oplossing bieden om die overschrijding teniet te doen. Voor het buitengewoon secundair onderwijs was er een overschrijding in een school die leidde tot een terugvordering van 42.441,88 euro. Het agentschap controleerde in het secundair onderwijs ook 170 internaten. AGODI stelde vast dat vier internaten hun omkadering hadden overschreden na een eerste controle. De instellingen konden die overschrijding oplossen, zodat AGODI geen uren hoefde terug te vorderen. Naast de omkadering in uren/leraar, lesuren en uren wordt er ook een omkadering in punten toegekend. AGODI controleert de aanwending van de globale puntenenveloppe voor het secundair onderwijs op niveau van een scholengemeenschap of op niveau van een school niet in een scholengemeenschap. In 2019-2020 gebeurde dat in het secundair onderwijs voor alle scholengemeenschappen en alle scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren. Ook hier gebeurde dat op verschillende controledata doorheen het schooljaar (dezelfde data als de controle omkadering uren/leraar).

76

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.47: overzicht gecontroleerde scholengemeenschappen en scholen niet in een scholengemeenschap voor de aanwending van de globale puntenenveloppe 2017-2018

2018-2019

2019-2020

120

116

116

29 (+4)

29 (+5)

30 (+4)

3

3

1

2017-2018

2018-2019

2019-2020

56

56

61

Scholen met overschrijding*

9 (+1)

4 (+1)

10

Scholen met terugvordering

0

0

0

Gecontroleerde scholengemeenschappen Scholen met overschrijding* Scholengemeenschappen met terugvordering

Gecontroleerde scholen niet in scholengemeenschap

*

Na een eerste controle (+ na volgende controles)

De controle van de aanwending van de globale puntenenveloppe heeft in het schooljaar 2019-2020 geleid tot terugvorderingen via het systeem van personeel ten laste van het werkingsbudget (PWB) voor een totaalbedrag van 56.316,92 euro. De meeste scholengemeenschappen en scholen niet in een scholengemeenschap, werkten hun overschrijding weg door de omkadering van de globale puntenenveloppe om te zetten naar de omkadering van het pakket uren/leraar. Dat gebeurde in de meeste gevallen door het verminderen van uren die zij overdroegen naar het volgende schooljaar (buffer), maar ook door omzetting van opdrachten in uren ‘taak- en functiedifferentiatie’ naar uren ‘bijzondere pedagogische taken’, opgericht via vervangingseenheden niet-ingevulde vervangingen. Het totale bedrag van de terugvorderingen in het secundair onderwijs is dus gelijk aan 480.439,99 euro. Als gevolg van de controle op het lesurenpakket en op de globale puntenenveloppe werd er in het gewoon secundair onderwijs daarenboven in totaal 393 uur minder overgedragen naar het schooljaar 2020-2021.

AGODI jaarverslag 2020

77


Deeltijds kunstonderwijs In het deeltijds kunstonderwijs werden geen controles uitgevoerd. Het werkstation heeft zich in het schooljaar 2019-2020 volledig toegelegd op de verdere ontwikkeling van het decreet dko, dat een grote impact heeft op de verwerking van de personeelsdossiers. Controle op de werkingsmiddelen Tabel 3.48: overzicht gecontroleerde scholen in het basisonderwijs, CLB en dko Verificaties basisonderwijs, CLB en dko

2018

2019

2019-2020

229

n.v.t.

53

CLB

5

n.v.t.

0

Deeltijds kunstonderwijs

16

n.v.t.

4

Totaal

250

n.v.t.

57

Basisonderwijs

Tabel 3.49: overzicht gecontroleerde scholen in het secundair onderwijs, centra voor deeltijdse vorming en internaten Verificatie secundair onderwijs

2018

2019

2020

Secundair onderwijs

88

n.v.t.

24

Centra voor deeltijdse vorming

0

n.v.t.

0

Internaten

1

n.v.t.

0

Totaal

89

n.v.t.

24

AGODI hervormde zijn controle op de aanwending van de middelen. Er werd een nieuwe procedure uitgewerkt voor de controle op de werkingsmiddelen op basis van ontvangen klachten en signalen van de Onderwijsinspectie. De controles op de nascholingsmiddelen en de kosten voor woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en de fietsvergoeding werden voor boekjaar 2018 via de nieuwe werkwijze uitgevoerd samen met de controle van de leerlingengegevens gedurende schooljaar 2019-2020. Door de coronacrisis kon die controle niet volledig uitgevoerd worden. Om de planlast voor de scholen vanaf maart 2020 te beperken, werd die controle vanaf dat moment stopgezet. De gecontroleerde nascholingsmiddelen werden voldoende besteed. De vaststellingen rond kosten woonwerkverkeer werden bezorgd aan de betrokken cel binnen AGODI.

78

AGODI jaarverslag 2020


3

1.7.2

Controle voor de financieringswet

De financieringswet van 16 januari 1989 regelt (onder andere) de verdeling van de middelen tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap. De verdeling van de middelen gebeurt onder meer op basis van het aantal zes- tot en met zeventienjarigen die regelmatig ingeschreven zijn in een lagere of secundaire school die ingericht of gesubsidieerd wordt door de Vlaamse of Franse Gemeenschap. Elk schooljaar controleren de verificatiediensten of leerlingen die ingeschreven zijn in de scholen van de Vlaamse Gemeenschap in aanmerking komen voor de leerlingentelling van de financieringswet. De verificatie vertrekt daarbij van de leerlingengegevens die de scholen elektronisch in Discimus registreren. Die leerlingengegevens worden geverifieerd en zo veel mogelijk aangevuld. In de regio's Antwerpen, Gent, Genk, Mechelen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten alle scholen geverifieerd worden voor de financieringswet. In de 'bijzondere zone' van twee gemeenten langs de taalgrens is dat 80%, in de rest van Vlaanderen 10%. De geverifieerde cijfers moeten aan het Rekenhof worden bezorgd. Ook alle scholen die concurrentieel vervoer organiseren, worden geverifieerd. Onder concurrentieel vervoer wordt het georganiseerd ophalen van leerlingen over de taalgrens verstaan. Leerlingen die gebruik maken van concurrentieel vervoer worden uitgesloten uit de leerlingentelling van de financieringswet. Tabel 3.50: overzicht financierbare leerlingen na verificatie

Initiële aantallen Correcties Rekenhof Gecorrigeerde aantallen

01-02-2018

01-02-2019

01-02-2020

864.328

875.253

886.315

-19

-17

-23

864.309

875.236

886.292

De controles uitgevoerd door het Rekenhof hebben tot de bovenstaande correcties van het leerlingenaantal geleid.

AGODI jaarverslag 2020

79


Ambitie 3: we verifiëren tijdig AGODI verbindt zich ertoe om minimaal 80% van de scholen van het gewoon en buitengewoon basis-en secundair onderwijs tijdig te verifiëren om op 15 mei de gegevens te kunnen overhandigen aan het Rekenhof. Het agentschap bereikte dat resultaat in 2020.

2 Onze klanten: ouders en leerlingen 2.1

Kleuterparticipatie

In uitvoering van het ‘Actieplan kleuterparticipatie’ van de toenmalige minister stelde AGODI in januari 2017 een kleutercoördinator aan. Bij het bepalen van acties en doelstellingen lag de focus van de kleutercoördinator op het ontwikkelen van duurzame acties en instrumenten. In 2020 liep de aanstelling van de kleutercoördinator ten einde, maar AGODI bleef verder inzetten op duurzame acties en instrumenten. Structureel overleg met stakeholders Het coördinerend overleg kleuterparticipatie kwam onder voorzitterschap van AGODI één keer samen in 2020. Aan dat overleg namen vertegenwoordigers deel van de onderwijskoepels, het GO!, de Onderwijsinspectie, het Agentschap Integratie en Inburgering, Kind en Gezin, de VVSG, het Kinderrechtencommissariaat, het minderhedenforum en de CLB’s. Het doel van het overleg is het kleuteractieplan verder op te volgen, signalen op te vangen en informatie uit te wisselen. AGODI werkte met de ambtelijke werkgroep transitie ook mee aan de uitvoering van het ‘Actieplan transitie’. Aan die werkgroep namen ook vertegenwoordigers van het Departement Onderwijs en Vorming, het Agentschap Binnenlands Bestuur, het Agentschap Integratie en Inburgering en Kind en Gezin deel. AGODI werkte in 2020 met Kind en Gezin nauw samen rond: • Het informeren van medewerkers van Kind en Gezin over de krijtlijnen van het inschrijvingsrecht • Het uitwerken van een draaiboek over transitie (in samenwerking met VVSG) • Een brochure met tips over communicatie met ouders, onder andere over een warme overgang naar het kleuteronderwijs (in samenwerking met het Departement Onderwijs en Vorming) • De opvolging van niet-ingeschreven kleuters

80

AGODI jaarverslag 2020


3

Instrumenten ontwikkelen ter ondersteuning van lokale partners AGODI ontwikkelde en/of actualiseerde ook volgende instrumenten: • De website https://www.kleuterparticipatie.be werd herwerkt. • Een digitale opleiding ’leerplichtverlaging’ voor schoolsecretariaten werd opgemaakt (AGODI-academie). • De kleuterparticipatierapporten voor scholen werden na de kerstvakantie gepubliceerd op Mijn Onderwijs. Door de sluiting van scholen door de coronamaatregelen werden er geen kleuterparticipatierapporten gepubliceerd na de paasvakantie. • Cijfers over aanwezigheden van kleuters in het schooljaar 2018-2019 per gemeente werden gepubliceerd op https://www.agodi.be/cijfermateriaal. • Het stappenplan kleuterparticipatie voor de LOP-deskundigen werd geactualiseerd. • Op vraag konden lokale besturen/LOP’s een aanvullende omgevingsanalyse kleuterparticipatie ontvangen. AGODI ontwikkelde in 2020 een omgevingsanalyse kleuterparticipatie voor de LOP’s Genk, Leuven, Tienen, Turnhout en de gemeente Hove. Een ondersteuningsaanbod organiseren Het ondersteuningsaanbod van AGODI kenmerkt zich door maatwerk. Centraal in dat aanbod staan de lokale actoren en de manier waarop AGODI hen kan ondersteunen in het ontwikkelen, verdiepen of verruimen van een beleid rond kleuterparticipatie. AGODI gaf daarover een toelichting aan het scholenoverleg in Hove, het platform kleuterparticipatie van het LOP Genk en de gemeente Turnhout. Verlaging van het begin van de leerplicht AGODI nam deel aan het beleidsvoorbereidend overleg over de invoering van de verlaging van de leerplichtleeftijd. Daarnaast ontwikkelde AGODI samen met het Departement Onderwijs en Vorming een communicatieplan om scholen, ouders en niet-onderwijspartners te informeren over de verlaging van de leerplichtleeftijd vanaf 1 september 2020. AGODI verstuurde in augustus 2020 ook informatieve en sensibiliserende brieven naar ouders van niet-ingeschreven kleuters tijdens het schooljaar 2019-2020. Met die brief informeerde AGODI ouders ook over de start van de leerplicht van hun kleuter op 1 september 2020. AGODI schreef de niet-ingeschreven vier- en vijfjarige kleuters uit het schooljaar 20192020 met een domicilieadres in Vlaanderen aan. De niet-ingeschreven vierjarige kleuters uit het schooljaar 2019-2020 met een domicilieadres in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden aangeschreven door de gemeenschappelijke cel, bestaande uit vertegenwoordigers van AGODI en vertegenwoordigers van de Franse Gemeenschap.

AGODI jaarverslag 2020

81


2.2

Leerplichtcontrole

2.2.1

Controle op de inschrijvingen (leerplichtonderwijs)

Elk schooljaar controleert AGODI of alle leerplichtige kinderen die gedomicilieerd zijn in Vlaanderen aan de leerplicht voldoen. AGODI vergelijkt daarvoor de bestanden van het rijksregister met daarin alle kinderen die in het Vlaams Gewest wonen, met de gegevens in zijn databanken (inschrijvingen in scholen, huisonderwijs, vrijstelling van de leerplicht …). Vervolgens schrijft AGODI de ouders van die kinderen aan die het agentschap niet terugvindt in zijn databanken. Als de ouders niet antwoorden, stuurt AGODI een herinneringsbrief. In een volgende stap worden ook de gemeenten aangesproken om na te gaan hoe die kinderen aan de leerplicht voldoen. Als een leerling niet voldoet aan de leerplicht, stuurt AGODI het dossier door naar het parket. Een aantal dossiers volgde AGODI zelf op. Het gaat om leerlingen die niet in orde zijn met de leerplicht, maar van wie de ouders nog tijd krijgen om het dossier in orde te brengen. Het gaat onder andere om leerlingen die een aanvraag voor vrijstelling indienden bij het Zorgpunt Onderwijsinspectie, maar nog geen antwoord kregen. Sommige ouders zijn niet op de hoogte van die mogelijkheid en AGODI informeert hen dan over de procedure. Tabel 3.51: overzicht aantal acties leerplichtcontrole

Aantal leerplichtigen

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

858.617

867.624

878.726

1,28%

Aantal brieven naar ouders

7.654

6.946

8.677

24,92%

Aantal leerlingendossiers naar gemeenten

1.726

1.736

1.945

12,04%

186

242

191

-21,07%

Aantal leerlingendossiers naar parket

Het aantal ouders dat AGODI een eerste keer aanschreef met de vraag hoe hun kind aan de leerplicht voldoet, steeg in het schooljaar 2019-2020 met 25% tegenover het vorige schooljaar. Dat geldt ook voor het aantal leerlingendossiers die werden overgemaakt aan de gemeenten (stijging van het aantal dossiers met 12% ten opzichte van het vorige schooljaar). Dat betekent echter niet noodzakelijk dat er in het schooljaar 2019-2020 meer leerlingen aan de leerplicht verzaakten. Er zijn verschillende manieren om aan de leerplicht te voldoen en waarover AGODI bij de start van het schooljaar niet op de hoogte is (bijvoorbeeld ouders die een verklaring huisonderwijs vergeten door te sturen, een inschrijving in een buitenlandse school, verhuisd naar het buitenland ...). Uiteindelijk stuurde AGODI 191 dossiers door naar het parket voor verdere opvolging. Tegenover het vorige schooljaar is dat een daling met 21%.

82

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.52: overzicht resultaten leerplichtcontroles

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Aantal leerplichtigen gedomicilieerd in Vlaanderen

858.617

867.624

878.726

1,28%

Inschrijvingen in het erkend onderwijs

842.216

852.066

861.441

1,10%

Huisonderwijs

11.689

10.575

11.900

12,53%

Resultaten*

Vrijstelling van de leerplicht**

1.130

683

256

-62,52%

Verblijft niet (langer) in het Vlaams Gewest

2.232

2.438

3.128

28,30%

837

1.115

1.469

31,75%

Niet in orde met de leerplicht*** * ** ***

Elke jongere wordt geteld in de categorie waar hij/zij het eerst is teruggevonden tijdens de leerplichtcontrole. Het gaat hier zowel om ‘Vrijstelling door het zorgpunt Onderwijsinspectie’ als ‘Vrijstelling door diploma’. De categorie ‘Niet in orde met de leerplicht’ bevat alle leerlingen voor wie geen inschrijving of vrijstelling is terugvonden.

De resultaten van de leerplichtcontrole liggen op een aantal punten in het verlengde van de vorige schooljaren, maar er zijn ook verschilpunten. • Het aantal leerplichtige leerlingen geregistreerd in het rijksregister blijft verder stijgen, wat resulteert in meer inschrijvingen in het erkend onderwijs. • Ook het aantal leerplichtige leerlingen in het huisonderwijs stijgt tegenover het vorige schooljaar (+12%). Door de coronacrisis beslisten meer ouders in de loop van het schooljaar de overstap te maken van het erkend onderwijs naar het huisonderwijs. • Het aantal leerplichtige leerlingen met een vrijstelling (verleend door het Zorgpunt Onderwijsinspectie of voor leerlingen die vroegtijdig een diploma secundair behalen) daalt dan weer met niet minder dan 63%. Die dalende trend is al verschillende schooljaren aan de gang. • Het aantal leerplichtige leerlingen dat niet (langer) in het Vlaams Gewest verblijft, blijft ook verder stijgen (+ 28% tegenover het vorige schooljaar). • Het aantal leerlingen dat uiteindelijk niet in orde is met de leerplicht, ligt opnieuw hoger ten opzichte van het vorige schooljaar (+32%). Het gaat om dossiers die AGODI naar het parket stuurt of zelf opvolgt (antwoord onvolledig of documenten die nog moeten nagestuurd worden). Door de coronacrisis zijn scholen voor kortere of langere periodes gesloten geweest, waardoor de ouders niet de nodige bewijsstukken konden verzamelen. Sommige ouders konden niet tijdig uit het buitenland terugkeren, waardoor brieven van AGODI niet werden beantwoord. AGODI volgt die dossiers prioritair op in het nieuwe schooljaar 2020-2021.

AGODI jaarverslag 2020

83


2.2.2

Controle op de inschrijvingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tabel 3.53: overzicht resultaten na de leerplichtcontrole in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Aantal leerplichtigen in BHG

172.144

174.711

178.522

2,18%

Aantal brieven naar ouders

5.769

5.050

5.558

10,06%

Aantal leerlingendossiers naar gemeenten

888

941

1.042

10,73%

Aantal leerlingendossiers naar parket

48

10

0

-100%

De leerplichtcontrole in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) wordt uitgevoerd vanaf het schooljaar 2008-2009. Een gemeenschappelijke cel met ambtenaren van de Vlaamse en Franse Gemeenschap staat in voor die controle. De gemeenschappelijke cel vertrekt van een lijst uit het rijksregister met daarop alle leerplichtige leerlingen die gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die lijst wordt vergeleken met de leerlingenbestanden van de beide gemeenschappen. Van de leerplichtigen die de cel niet in die bestanden terugvindt, schrijft ze in eerste instantie de ouders en in tweede instantie de gemeenten aan met de vraag hoe de kinderen aan de leerplicht voldoen. Leerplichtigen kunnen verhuisd zijn naar het buitenland, les volgen in een privéschool enzovoort. Na het verwerken van de antwoorden blijven er leerlingen over die niet in orde zijn met de leerplicht. De dossiers van de leerplichtigen die twee jaar na elkaar niet in orde zijn met de leerplicht, stuurt de cel naar het parket voor verder gevolg. De resultaten van de leerplichtcontrole in het schooljaar 2019-2020 liggen in lijn met het voorgaande schooljaar. In het rijksregister zijn opnieuw iets meer leerplichtige leerlingen geregistreerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+2% tegenover het vorige schooljaar). Ook de stijging van het aantal dossiers dat voor verdere opvolging naar de gemeenten wordt overgemaakt, blijft zich doorzetten. De lage responsgraad van de ouders op de verstuurde brieven ligt mee aan de basis van die stijging. De gemeenschappelijke cel verstuurde geen leerlingendossiers naar het parket. Door de coronamaatregelen was het immers zeer moeilijk voor de gemeenten om huis-aan-huisbezoeken te organiseren, waardoor de gemeenschappelijke cel over te weinig informatie beschikte om te bepalen of een dossier al dan niet naar het parket verstuurd moest worden. Een aantal dossiers wordt om die reden verder opgevolgd gedurende het schooljaar 2020-2021.

84

AGODI jaarverslag 2020


3

2.2.3

De in- en uitschrijvingen

In het basisonderwijs zorgt de procedure van schoolverandering ervoor dat een leerling pas wordt uitgeschreven in een school, als hij/zij is ingeschreven in een andere school. Op de eerste schooldag van oktober en de eerste schooldag van februari controleert AGODI de dubbele inschrijvingen in de scholen. In het secundair onderwijs brengen de scholen vanaf de eerste schooldag van oktober, en dat tijdens het hele schooljaar, AGODI op de hoogte van alle in- en uitschrijvingen. AGODI volgt op of er na elke uitschrijving ook een inschrijving volgt. Als dat niet het geval is, neemt AGODI contact op met de school van uitschrijving en het CLB. 2.2.4

Controle op het regelmatig schoolbezoek (basisonderwijs en secundair onderwijs)

Om aan de leerplicht te voldoen, moet een kind niet alleen ingeschreven zijn, maar ook regelmatig aanwezig zijn op school. Elke afwezigheid die niet gewettigd is, registreert de school als een problematische afwezigheid in de databanken van AGODI. Een problematische afwezigheid van meer dan vijf halve dagen moet de school melden aan het CLB. De school en het CLB werken dan samen om de leerling in kwestie te begeleiden. De stappen die ze nemen, houden ze bij in een begeleidingsdossier. In de school voert de verificateur van AGODI steekproefsgewijs controles uit op de afwezigheidsregistratie en de begeleidingsdossiers. Hij gaat na of de school de nodige begeleidingsinspanningen gedaan heeft rond de problematische afwezigheden. Elk jaar verliest zo een aantal leerlingen na de verificatiecontroles het statuut van ‘regelmatige leerling’. Dat betekent dat een leerling niet langer een studiebekrachtiging krijgt en ook niet langer financierbaar/subsidieerbaar is. Voor het schooljaar 2018-2019 ging het om 107 leerlingen, van wie 53 leerlingen in het basisonderwijs en 54 leerlingen in het secundair onderwijs. Voor het schooljaar 2019-2020 waren er dat 58, van wie 28 in het basisonderwijs en 30 in het secundair onderwijs. Ten opzichte van het vorige schooljaar gaat het om een daling van 45,8%. Voor het basisonderwijs is de daling mogelijk te wijten aan de gewijzigde aanpak van de controles na sluiting van de scholen in maart 2020 door de coronamaatregelen.

AGODI jaarverslag 2020

85


2.2.5

Huisonderwijs

In België geldt een leerplicht, geen schoolplicht. Leerplichtigen kunnen aan de leerplicht voldoen door zich in te schrijven in een erkende school, maar ook door het volgen van huisonderwijs. Huisonderwijs kan zowel individueel als in collectief verband (bijvoorbeeld in privéscholen) georganiseerd worden. Als men kiest voor huisonderwijs, staan de ouders zelf in voor de kosten van het onderwijs. Ouders die kiezen voor huisonderwijs moeten elk schooljaar opnieuw een verklaring van huisonderwijs indienen bij AGODI. AGODI controleert de toelatingsvoorwaarden. De Onderwijsinspectie gaat na of het huisonderwijs voldoet aan de doelstellingen. Na twee opeenvolgende negatieve controles of bij het weigeren van een controle door de Onderwijsinspectie moet de leerplichtige zich inschrijven in een erkende, gefinancierde of gesubsidieerde school of in één van volgende scholen: • Europese scholen • internationale scholen die door het Internationaal Baccalaureate in Genève geaccrediteerd zijn • internationale scholen waarvan de studiebewijzen als gelijkwaardig worden beschouwd • scholen gelegen in het buitenland waar de leerplichtige contactonderwijs volgt Huisonderwijs is dan niet meer mogelijk, tenzij de Onderwijsinspectie een uitdrukkelijke toestemming voor hervatting van het huisonderwijs geeft. Tabel 3.54: aantal leerlingen voor wie de ouders een verklaring van huisonderwijs indienden en die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden Evolutie ten 2017-2018

2018-2019

2019-2020

opzichte van vorig schooljaar

Basisonderwijs

1.300

1.333

1.387

4,05%

Secundair onderwijs

1.587

1.717

1.799

4,78%

Totaal

2.887

3.050

3.186

4,46%

In het schooljaar 2019-2020 werden er 3.186 verklaringen van huisonderwijs ingediend. Dat is opnieuw een stijging van meer dan 4% ten opzichte van het vorige schooljaar. Zowel voor het basis als het secundair onderwijs stellen we een stijging vast van respectievelijk 4,05% en 4,78%. Het aandeel leerlingen voor wie de ouders een verklaring van huisonderwijs indienden in de totale groep van leerplichtige leerlingen gedomicilieerd in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft zeer beperkt: 3.186 leerlingen van de 878.826 leerlingen of 0,36%. Het overgrote deel van de verklaringen wordt in het begin van het schooljaar geregistreerd.

86

AGODI jaarverslag 2020


3

2.2.6

Spijbelen in het basisonderwijs en secundair onderwijs

Een leerplichtige leerling wordt als problematisch afwezig beschouwd als hij/zij minstens 30 halve dagen ongewettigd afwezig was. De begeleiding van leerlingen die problematisch afwezig zijn, is een gedeelde verantwoordelijkheid van de school en het CLB. Sinds het schooljaar 2013-2014 worden alle afwezigheidscodes via Discimus geregistreerd in de databanken van AGODI. Tabel 3.55: overzicht aantal leerplichtigen met problematische afwezigheden in het basisonderwijs*

*

20172018

20182019

20192020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Aantal leerplichtigen met problematische afwezigheden

3.100

3.127

2.143

-31,47%

% ten opzichte van leerplichtige schoolbevolking

0,66%

0,66%

0,45%

-0,21%

Een leerplichtige leerling is problematisch afwezig als hij/zij 30 halve dagen of meer ongewettigd afwezig was.

In het basisonderwijs is in het schooljaar 2019-2020 het aantal leerplichtige leerlingen dat problematisch afwezig was met bijna een derde gedaald. Die daling kan onder meer worden toegeschreven aan de tijdelijke sluiting van de scholen door corona. Tijdens die periode konden leerlingen niet problematisch afwezig zijn. Tabel 3.56: overzicht aantal leerplichtigen met problematische afwezigheden in het secundair onderwijs*

*

20172018

20182019

20192020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Aantal leerplichtigen met problematische afwezigheden

10.532

10.781

6.165

-42,82%

% ten opzichte van leerplichtige schoolbevolking

2,63%

2,65%

1,52%

-42,64%

Een leerplichtige leerling is problematisch afwezig als hij/zij minstens 30 halve dagen ongewettigd afwezig was.

In het schooljaar 2019-2020 is het aantal leerplichtige leerlingen dat problematisch afwezig was in het secundair onderwijs met ongeveer 43% gedaald. Ook die daling kan worden toegeschreven aan de tijdelijke sluiting van scholen door corona.

AGODI jaarverslag 2020

87


2.2.7

Zorgwekkende dossiers van problematische afwezigheden

Tabel 3.57: aantal zorgwekkende dossiers gemeld aan AGODI 20172018

20182019

20192020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Basisonderwijs

13

5

8

60,00%

Secundair Onderwijs

30

17

1

-94,12%

Totaal

43

22

9

-59,09%

Zorgwekkende dossiers van problematische afwezigheden zijn dossiers waarbij elke vrijwillige begeleiding van de betrokken leerling zonder resultaat blijft. Er is dan sprake van onwil of onmacht bij de ouders en/of de leerling. Is er volgens de school of het CLB sprake van een zorgwekkend dossier, dan kan de school of het CLB dat dossier melden aan AGODI. Elk dossier bevat een chronologisch overzicht van de stappen die de school, het CLB en eventuele externe hulpverleningsdiensten hebben ondernomen alsook een registratiefiche met de afwezigheden van de leerling. AGODI bekijkt dan of het een brief stuurt naar de ouders waarin wordt gewezen op de leerplicht en de strafrechtelijke sancties die ze dreigen op te lopen als ze zich blijven onttrekken aan de wet op de leerplicht. AGODI kan ook beslissen om het dossier aan het parket over te maken voor verder gevolg. Met het nieuwe decreet Integrale Jeugdhulp is de werking van de jeugdhulp hertekend. Als de begeleiding door de school en het CLB geen resultaat oplevert, kan het CLB nu ook een melding doen bij een gemandateerde voorziening. Die voorziening verricht dan onderzoek naar de verontrustende situatie en beschikt over volgende beslissingsmogelijkheden: • Het zorgwekkende dossier wordt stopgezet, omdat opvolging niet maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht. Alternatieve mogelijkheden worden teruggekoppeld naar het CLB. • Vrijwillige hulpverlening wordt opgestart. Dat is met akkoord van ouders en jongere. • Het zorgwekkende dossier wordt doorverwezen naar het parket, omdat gerechtelijke jeugdhulp noodzakelijk wordt geacht. Sommige zorgwekkende dossiers over problematische afwezigheden blijft men aan AGODI melden, omdat er geen Vlaams CLB bij betrokken is. Het gaat onder meer om leerlingen die in Vlaanderen gedomicilieerd zijn, maar ingeschreven zijn in een school van de Franse Gemeenschap. In dat geval kan de Franstalige school of het Waalse centrum voor leerlingenbegeleiding een melding doen van een zorgwekkend dossier aan AGODI. Het aantal zorgwekkende dossiers dat gemeld wordt aan AGODI, blijft sterk dalen. In het schooljaar 2019-2020 ontving AGODI niet meer dan negen meldingen.

88

AGODI jaarverslag 2020


3

2.3

Lokale overlegplatforms

Sinds 2002 werken de lokale overlegplatforms (LOP’s) rond een brede opdracht: het garanderen van optimale leer- en ontwikkelingskansen voor alle leerlingen, het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie en het bevorderen van sociale cohesie. Er zijn 41 LOP’s voor het basisonderwijs en 29 LOP’s voor het secundair onderwijs Voorzitterswerking In december 2019 organiseerde AGODI op vraag van de gemandateerde LOP-voorzitters een grote studiedag in het VAC Gent. De studiedag in Temse vond door de coronamaatregelen niet plaats. Vanaf september 2020 werden er digitale lezingen georganiseerd voor de LOP-voorzitters, onder meer over de voorstelling van twee SONO-rapporten en de presentatie van een onderzoek over discriminatie bij de inschrijvingen in kleuterscholen. De LOP-voorzitters maakten ook kennis met het initiatief ‘Leerbuddy Vlaanderen’ van schoolmakers. Bij de digitale vergaderingen waren alle gemandateerde LOP-voorzitters aanwezig. Ondersteuning voor en door LOP-deskundigen Al lang voor de coronamaatregelen is er de traditie om regelmatig digitale afstemmingsvergaderingen te organiseren voor de LOP-deskundigen. Zo kan er kort op de bal worden gespeeld bij beleids- en andere ontwikkelingen. Die digitale aanpak wierp in 2020 zijn vruchten af.

2.4

Toeleiden van anderstalige nieuwkomers uit asielcentra naar de scholen

Zowel openingen (Koksijde, Sijsele, Gent, Etterbeek, Koekelberg, Overijse, Kalmthout en Hasselt), capaciteitsuitbreidingen (onder andere extra plaatsen voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in bijvoorbeeld het opvangcentrum van Zoutleeuw) als sluitingen van asielcentra (Bredene en Koksijde) stellen scholen in de omgeving van die centra voor grote uitdagingen. Een snelle toeleiding van leerlingen naar een (nieuwe) school is namelijk belangrijk voor een vlotte schoolloopbaan: • Scholen binnen LOP-gebied kunnen rekenen op ondersteuning van het LOP. Het toeleiden van anderstalige nieuwkomers naar de scholen is een decretale opdracht van het LOP. Het LOP kan telkens rekenen op de ondersteuning van een LOP-deskundige van AGODI. • Buiten LOP-gebied kunnen scholen een beroep doen op het ondersteuningsaanbod van AGODI. Zo bood AGODI onder andere ondersteuning aan scholen naar aanleiding van de openingen van de opvanginitiatieven van Sijsele en Overijse.

AGODI jaarverslag 2020

89


In 2020 zette AGODI ook verder in op het proactief opvolgen van ontwikkelingen in het opvanglandschap en het tijdig informeren van onderwijs-, opvang- en beleidspartners: • Sinds het schooljaar 2017-2018 bestaat er een structureel overleg tussen AGODI en Fedasil. De voornaamste doelstellingen van dat overleg zijn het tijdig uitwisselen van informatie, het van nabij opvolgen van signalen en het maken van afspraken. Het structureel overleg kwam in 2020 zeven keer samen. Regelmatig vond er rond actuele ontwikkelingen in het opvangnetwerk met een impact op de scholen ook ad hoc overleg plaats. • Op 8 januari 2020 organiseerde AGODI een coördinerend overleg over vluchtelingen en onderwijs. Aan het overleg namen volgende partners deel: de opvangpartners (Fedasil, Rode Kruis Vlaanderen), onderwijspartners (GO! en onderwijskoepels), VCLB, VVSG, De Lijn, Kinderrechtencommissariaat, AGODI, AHOVOKS, Departement Onderwijs en Vorming en het kabinet van de minister van Onderwijs. De klemtoon van dat overleg lag op informatie-uitwisseling, het nabij opvolgen van signalen vanuit het onderwijsveld en het opvangnetwerk, en het maken en opvolgen van afspraken. • Op 14 februari 2020 werd er voor de vierde keer een uitwisselingsmoment georganiseerd tussen het onderwijsveld en de opvangsector. Het opzet van dat uitwisselingsmoment was dat de onderwijssector de logica waarbinnen opvanginitiatieven opereren, leerde kennen en omgekeerd de opvangsector kennis maakte met de logica waarbinnen het onderwijsveld functioneert. Met dat uitwisselingsmoment wilde AGODI bijdragen tot een beter wederzijds begrip en samenwerking tussen de verschillende partners. Naast LOP-deskundigen, LOP-voorzitters en medewerkers van Fedasil en het Rode Kruis namen onder andere ook vertegenwoordigers van het GO! en de onderwijskoepels, schooldirecteurs, leerkrachten, CLB-medewerkers, medewerkers van het Agentschap voor Integratie en Inburgering en vertegenwoordigers van verschillende universiteiten deel. Aan het uitwisselingsmoment participeerden 190 deelnemers. Plenair kwamen het opvangperspectief en de welzijnsnoden van kinderen en jongeren in het opvangnetwerk aan bod. Verschillende sessies gingen dieper in op de (onderwijs)noden van leerlingen uit het opvangnetwerk. • AGODI publiceerde ook in het schooljaar 2019-2020 op zijn website periodiek overzichten van het aantal anderstalige nieuwkomers in het gewoon en buitengewoon onderwijs en bezorgde die overzichten ook aan het GO! en de onderwijskoepels. Door hun lokale verankering hebben de LOP’s snel zicht op de knelpunten bij de toeleiding van anderstalige nieuwkomers naar de scholen. Zo ontving AGODI in 2020 van verschillende LOP’s signalen naar aanleiding van de opening, de uitbreiding of sluiting van opvanginitiatieven, het garanderen van het recht op onderwijs van asielkinderen tijdens de corona-epidemie, de hervestiging … AGODI nam die signalen telkens op met Fedasil.

90

AGODI jaarverslag 2020


3

2.5

Leerlingenvervoer

2.5.1

Buitengewoon onderwijs

In het buitengewoon onderwijs is er recht op leerlingenvervoer, als de dichtstbijzijnde school van de gewenste groepering met het gepaste type en opleidingsaanbod wordt bezocht. Dat recht kan collectief of individueel ingevuld worden. Leerlingen kunnen vrij kiezen welke gesubsidieerde vervoersvorm zij gebruiken, op voorwaarde dat het recht werd toegekend: • Collectief kunnen leerlingen opgehaald worden door een schoolbus met busbegeleider, georganiseerd door De Lijn. • Individueel kunnen leerlingen gesubsidieerd gebruikmaken van het openbaar vervoer of van vervoer met de eigen wagen. Rechthebbende leerlingen die gebruikmaken van het openbaar vervoer kunnen aanspraak maken op een gratis abonnement, dat door AGODI rechtstreeks aan de vervoersmaatschappij wordt betaald. Ouders die hun rechthebbend kind met de wagen naar school brengen, krijgen daarvoor een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten. Scholen kunnen die vergoeding voor eigen vervoer na afloop van elk trimester aanvragen bij AGODI. Tabel 3.58: overzicht gesubsidieerde vervoerskeuzes in het buitengewoon basisonderwijs 2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Collectief vervoer

24.258

24.762

26.110

5,44%

Openbaar vervoer

204

211

155

-26,54%

2.092

2.168

2.857

31,78%

Eigen wagen

Tabel 3.59: overzicht gesubsidieerde vervoerskeuzes in het buitengewoon secundair onderwijs 2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Collectief vervoer

11.477

11.934

11.773

-1,35%

Openbaar vervoer

6.160

6.022

5.799

-3,70%

803

910

1.253

37,69%

Eigen wagen

AGODI jaarverslag 2020

91


Tijdens schooljaar 2019-2020 nam het gebruik van het zonaal collectief leerlingenvervoer toe in het buitengewoon basisonderwijs, maar niet in het buitengewoon secundair onderwijs. De toegenomen deelname aan het gesubsidieerd vervoer met de eigen wagen is opvallend, zowel in het buitengewoon basis- als secundair onderwijs. Die sterke toename is wellicht te wijten aan de coronamaatregelen die volgden op de heropening van de scholen in het voorjaar van 2020. Door een strikte toepassing van social distancing op de beschikbare bussen, nam de capaciteit van het collectief vervoer namelijk tijdelijk af. Verschillende leerlingen die voorheen een beroep deden op het busvervoer, schakelden tijdens die periode dan ook over naar eigen vervoer. Tot slot valt een algemene daling in het gebruik van het openbaar vervoer op te merken. Mogelijk speelt ook daar een effect van de coronamaatregelen en kochten minder leerlingen een eerste abonnement aan tijdens het voorjaar van 2020. Tabel 3.60: overzicht subsidies voor individueel leerlingenvervoer (in euro)

Openbaar vervoer Eigen wagen Totaal

2018

2019

2020

Evolutie ten opzichte van 2019

1.387.524,17

1.370.599,32

1.385.342,54

1,08%

976.845,26

1.012.358,30

835.698,80

-17,45%

2.364.369,43

2.382.957,62

2.221.041,34

-6,80%

De evolutie van het uitgegeven budget aan individueel leerlingenvervoer tijdens 2020 lijkt verrassend in vergelijking met de evolutie van de deelnemersaantallen tijdens schooljaar 2019-2020: • Ondanks een algemene daling in het gebruik van het openbaar vervoer, ligt de kost ervan hoger dan in 2019. Die kostenstijging kan verklaard worden door een verhoging van de vervoerstarieven bij de NMBS en De Lijn. • Ondanks de grote toename van het gesubsidieerd gebruik van vervoer met de eigen wagen, lag de kost ervan lager dan in 2019. Dat is te wijten aan de tijdelijke opschorting van de lessen door de coronamaatregelen. Tijdens het derde trimester werd de subsidietermijn van heel wat leerlingen daardoor substantieel korter. 2.5.2

Gewoon onderwijs

In het kader van de vrije keuze tussen officieel en vrij onderwijs kunnen ouders aanspraak maken op een forfaitaire tussenkomst in hun vervoerskosten als zij geen school van het gewenste onderwijs vinden binnen een redelijke afstand. Die afstand bedraagt 4 kilometer voor het basisonderwijs, 12 kilometer voor het lager secundair onderwijs en 20 kilometer voor het hoger secundair onderwijs. Scholen kunnen de tussenkomst na afloop van elk trimester aanvragen bij AGODI.

92

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.61: overzicht tussenkomst in het kader van de vrije keuze 2018

2019

2020

Evolutie ten opzichte van 2019

607

699

700

0,14%

244.032,25

278.900,99

239.196,59

-14,24%

Aantal leerlingen Totale subsidie (in euro)

In 2020 daalde het uitgegeven budget voor die forfaitaire tussenkomst, ondanks een bijna gelijk aantal aanvragers. Dat kan verklaard worden door de coronamaatregelen. Net als in het buitengewoon onderwijs zorgde de tijdelijk opschorting van de lessen in het voorjaar van 2020 namelijk voor een kortere subsidietermijn tijdens het derde trimester. 2.5.3

Verhoogde instroom van vluchtelingen

De verhoogde instroom van vluchtelingen sinds 2015 bracht een nood aan leerlingenvervoer met zich mee om de kinderen uit de opvangvoorzieningen zo snel mogelijk naar scholen in de buurt te kunnen toeleiden en daarbij voor een maximale spreiding te zorgen. Met de federale overheid werd daarom begin 2016 een akkoord bereikt over de financiering van de vervoersonkosten vanuit collectieve noodopvangvoorzieningen naar gewone basisscholen: • De kosten verbonden aan het leerlingenvervoer vanuit collectieve opvangcentra die binnen de perimeter van 4 kilometer van de school liggen, worden gedragen door de federale overheid. • Als het collectief opvangcentrum en de school verder dan 4 kilometer van elkaar liggen, neemt de Vlaamse overheid de kosten voor het leerlingenvervoer op zich. Wanneer nodig kunnen collectieve opvangcentra een subsidieaanvraag indienen bij AGODI. Alle mogelijke vervoersmodi, organisatoren en de daaraan verbonden kosten komen in aanmerking. Zo kan per locatie gezocht worden naar de meest efficiënte organisatiewijze en maximale synergiën met bestaand vervoer. Het STOP-principe, een gekend mobiliteitsprincipe dat prioriteiten vastlegt (eerst stappers, dan trappers, dan openbaar vervoer en pas daarna personenwagens), wordt daarbij vooropgesteld. De Vlaamse middelen voor de subsidiëring van het leerlingenvervoer naar gewone basisscholen die verder dan 4 kilometer van het opvangcentrum gelegen zijn, worden sinds 2016 herschikt vanuit het algemeen provisioneel krediet vluchtelingenproblematiek. Tabel 3.62: overzicht subsidies voor vervoer vanuit collectieve opvangstructuren 2018

2019

2020

Aantal opvangcentra

1

2

1

Aantal scholen

2

7

2

20.485,50

92.902,16

37.278,79

Maximale subsidie

In 2020 werd minder budget vastgelegd voor het leerlingenvervoer vanuit collectieve opvangcentra, omdat minder centra een subsidiedossier indienden. In het algemeen zijn die uitgaven sowieso sterk onderhevig aan verschillende veranderlijke elementen: de evolutie van de vluchtelingeninstroom, het aantal schoolgaande kinderen in de centra, de scholen waarnaar die kinderen toegeleid kunnen worden, de omgeving van de opvangcentra …

AGODI jaarverslag 2020

93


2.6

Leermiddelen voor leerlingen met een handicap

Leerlingen, studenten of cursisten met een handicap, die ingeschreven zijn in het gewoon kleuter-, lager- of secundair onderwijs of in het hoger- of volwassenenonderwijs, kunnen in aanmerking komen voor de financiering van ‘speciale onderwijsleermiddelen’ (SOL). Die ‘speciale onderwijsleermiddelen’ zijn hulpmiddelen die personen met een beperking toelaten om onderwijs te volgen in een gewone school. Voor personen met een auditieve beperking is er de ondersteuning door doventolken (tolken Vlaamse Gebarentaal en/ of schrijftolken). Leerlingen met een visuele beperking hebben dan weer nood aan omzettingen van leerboeken en studiemateriaal naar braille, grootletterdruk ... Ook technische apparatuur (bijvoorbeeld een leesloep of een brailleleesregel) en ergonomisch materiaal (bijvoorbeeld een aangepaste tafel) komen in aanmerking voor financiering, evenals de herstelling van de apparatuur. Tabel 3.63: overzicht budget speciale onderwijsleermiddelen Speciale onderwijsleermiddelen Budget recurrent (in euro) Aantal aanvragen Aantal leerlingen, studenten, cursisten

2018

2019

2020

Evolutie ten opzichte van vorig kalenderjaar

2.897.000

2.938.000

2.952.000

0,48%

1.090

982

844

-14,05%

733

676

544

-19,53%

Het recurrent budget voor speciale onderwijsleermiddelen in 2020 bedroeg 2.952.000 euro. Daarvan was 2.358.000 euro bestemd voor tolkondersteuning en 594.000 euro voor de ‘gewone’ hulpmiddelen. Boven op dat recurrent budget werd nog 150.000 euro extra voorzien om alle aanvragen voor hulpmiddelen te kunnen behandelen. Van het totale budget voor de speciale onderwijsleermiddelen voor alle onderwijsniveaus samen werd in 2020: • 76,24% besteed aan de ondersteuning van leerlingen, studenten en cursisten met een auditieve beperking (doventolkondersteuning, kopieën van de notities van medestudenten en technische apparatuur) • 21,37% gebruikt voor de ondersteuning van personen met een visuele beperking (onder andere aanpassingen van lesmateriaal en hulpmiddelen) • 2,39% van het budget besteed aan hulpmiddelen voor personen met een motorische beperking De cel SOL ontving in 2020 voor alle onderwijsniveaus samen 844 aanvragen. Dat is een daling van 14,05% ten opzichte van het aantal aanvragen in 2019. Die daling kan te wijten zijn aan de gevolgen van de coronapandemie. Door de sluiting van de scholen en het wegvallen van de (fysieke) lessen was er mogelijk minder nood aan aangepaste hulpmiddelen en tolkondersteuning. Het is evenwel ook mogelijk dat de daling die al in 2019 gestart was, zich in 2020 verder heeft doorgezet.

94

AGODI jaarverslag 2020


3

De cel SOL nam een beslissing over 809 van de 844 ontvangen aanvragen in 2020. Over tien aanvragen kon de cel geen beslissing nemen, omdat het dossier onvolledig was (bijvoorbeeld het ontbreken van een medisch attest of van de nodige offertes). 25 aanvragen werden pas eind december 2020 ingediend. Die aanvragen kon de cel niet meer behandelen voor het einde van het kalenderjaar en werden voor behandeling doorgeschoven naar 2021. De cel SOL nam ook een beslissing over 67 aanvragen die zij al in 2019 had ontvangen, maar waarover zij door een onvolledig dossier of wegens budgettaire redenen pas een beslissing kon nemen in 2020. In totaal nam de cel in 2020 dus over 876 aanvragen een beslissing. Over tien aanvragen nam de cel SOL een negatieve beslissing, omdat de leerling of het hulpmiddel niet aan de voorwaarden voldeed om in aanmerking te komen voor financiering. De overige 866 aanvragen ontvingen een positieve beslissing, samen goed voor een totale kostprijs van 3.102.000 euro.

2.7

Tijdelijk en Permanent Onderwijs aan Huis

Het tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) is er voor leerlingen die wegens ziekte of ongeval langdurig of korte opeenvolgende periodes niet op school aanwezig kunnen zijn. In de berekening van de extra omkadering TOAH wordt een onderscheid gemaakt tussen leerlingen met een chronische ziekte en een niet-chronische ziekte (met inbegrip van een ongeval). Het permanent onderwijs aan huis (POAH) is er voor leerlingen die door hun handicap niet in staat zijn om onderwijs te volgen in een setting van het buitengewoon onderwijs, maar wel onderwijs kunnen krijgen. Daarvoor is een gunstig advies van de Onderwijsinspectie vereist.

AGODI jaarverslag 2020

95


Tabel 3.64: aantal scholen en leerlingen basisonderwijs waaraan lestijden onderwijs aan huis worden toegekend Aantal scholen basisonderwijs Permanent /tijdelijk onderwijs aan huis

Scholen 2017 2018

Scholen 2018 – 2019

Scholen 2019 – 2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Buitengewoon basisonderwijs

POAH

20

23

28

21,74%

Buitengewoon basisonderwijs

TOAH

63

62

69

11,29%

Gewoon basisonderwijs

TOAH

267

294

287

-2,38%

Scholen 2019 – 2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Aantal leerlingen basisonderwijs Permanent /tijdelijk onderwijs aan huis

Scholen 2017 2018

Scholen 2018 – 2019

Buitengewoon basisonderwijs

POAH

80

96

111

15,63%

Buitengewoon basisonderwijs

TOAH

198

236

274

16,10%

Gewoon basisonderwijs

TOAH

306

339

324

-4,42%

584

671

709

5,66%

Totaal

Het aantal scholen buitengewoon basisonderwijs waaraan lestijden POAH worden toegekend, blijft stijgen (22% tegenover vorig schooljaar). Opvallend is dat nu ook het aantal scholen buitengewoon basisonderwijs waaraan lestijden TOAH worden toegekend stijgt (11% tegenover vorig schooljaar). Het aantal scholen gewoon basisonderwijs met TOAH daalt dan weer opnieuw lichtjes (-2%). Het aantal leerlingen dat gebruik maakt van TOAH en POAH kent een gelijkaardige evolutie als het aantal scholen: een stijging van 16% in het buitengewoon basisonderwijs (POAH en TOAH) en een daling van 4% in het gewoon basisonderwijs (TOAH).

96

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.65: aantal scholen en leerlingen secundair onderwijs waaraan lesuren onderwijs aan huis worden toegekend Aantal scholen secundair onderwijs Permanent Scholen /tijdelijk 2017 onderwijs 2018 aan huis

Scholen 2018 – 2019

Scholen 2019 – 2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Buitengewoon secundair onderwijs

POAH

19

21

23

9,52%

Buitengewoon secundair onderwijs

TOAH

84

88

92

4,55%

Gewoon secundair onderwijs

TOAH

440

434

374

-13,82%

Scholen 2019 – 2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Aantal leerlingen secundair onderwijs Permanent Scholen /tijdelijk 2017 onderwijs 2018 aan huis

Scholen 2018 – 2019

Buitengewoon secundair onderwijs

POAH

81

100

144

44%

Buitengewoon secundair onderwijs

TOAH

741

881

1.001

13,62%

Gewoon secundair onderwijs

TOAH

951

958

837

-12,63%

1.773

1.939

1.982

2,22%

Totaal

Het aantal scholen buitengewoon secundair onderwijs waaraan lestijden POAH en TOAH worden toegekend, blijft stijgen. We zien dat duidelijk weerspiegeld in het aantal leerlingen dat ook stijgt. Het aantal scholen en leerlingen waarvoor er tijdelijk onderwijs aan huis werd georganiseerd voor het gewoon secundair onderwijs, daalt voor het eerst in een paar jaren. Het uitbreken van de coronapandemie vanaf half maart 2020 kan een mogelijke verklaring zijn voor die daling.

AGODI jaarverslag 2020

97


2.8 Startbanenprojecten In de startbanenprojecten ‘Scholen voor Jongeren – Jongeren voor Scholen’ (JoJo) en ‘Verkeersveiligheid’ (VeVe) werken laaggeschoolde, vaak kansarme jongeren in scholen en lokale besturen of verkeersorganisaties. Daar doen ze, gedurende een periode van maximaal drie jaar, werkervaring op, terwijl ze opleidingen volgen en hun diploma secundair onderwijs proberen te behalen. Het doel van de startbanenprojecten is de kansen van die jongeren op de arbeidsmarkt te verhogen via een eerste werkervaring en het volgen van een opleiding. Werkgevers krijgen tevens via die tewerkstelling op een zinvolle manier versterking. • In het JoJo-project werken jongeren als preventiemedewerker in secundaire scholen of als voltijdse of deeltijdse onderhoudsmedewerker bij scholengemeenschappen van het basis- of het secundair onderwijs. De deeltijdse onderhoudsmedewerkers zijn jongeren die studeren aan het deeltijds beroepssecundair onderwijs. • In het VeVe-project werken jongeren als startbaner verkeersveiligheid aan een verkeersveilige schoolomgeving of in samenwerking met De Lijn als schoolspotters aan veilig openbaar vervoer bij lokale besturen. Resultaten van de startbanenprojecten Uit de cijfers van 31 december 2020 blijkt dat de startbanenprojecten in 2020 kwetsbare doelgroepen bereiken. Zo behoren startbaners die in kansarmoede leven of een migratieachtergrond hebben tot het doelpubliek van het JoJo- en VeVe-project. In 2020 behoorde 56,87% van de startbaners uit het JoJo-project tot dat kwetsbaar doelpubliek. 35,8% van de tewerkgestelde startbaners in het JoJo-project had een migratieachtergrond en 45,0% was kansarm. In 2020 voldeed 64,52% van de tewerkgestelde startbaners uit het VeVe-project aan de criteria van een kwetsbaar doelpubliek. In dat project had 37,1% van de tewerkgestelde jongeren een migratieachtergrond en was 48,4% van de tewerkgestelde jongeren kansarm. Tabel 3.66: aantal startbanenprojecten 2018

98

2019

2020

Aantal contracten

Aantal jongeren

Aantal contracten

Aantal jongeren

Aantal contracten

Aantal jongeren

JoJo

377

313

345

288

352

263

VeVe

94

79

89

67

79

62

Totaal

471

392

434

355

431

325

AGODI jaarverslag 2020


3

In 2020 liepen 352 contracten binnen het JoJo-project en 79 contracten binnen het VeVe-project. In totaal kregen 325 jongeren de kans om via het startbanenproject een werkervaring op te doen. Het aantal contracten is ongeveer gelijk gebleven met vorig jaar, maar het aantal jongeren is licht gedaald. Dat wil zeggen dat meer jongeren een contractverlenging kregen ten opzichte van vorig jaar. Ter opvolging van de tewerkstellingsplaatsen binnen de startbanenprojecten, voeren de coördinatoren van AGODI gemiddeld twee dagen per week evaluatiebezoeken uit. Die evaluatiebezoeken zijn erop gericht om op te volgen of de doelstellingen van het project in de betrokken tewerkstellingsplaats bereikt worden (meer bepaald het takenpakket en de begeleiding van de startbaners). Door de coronamaatregelen konden de coördinatoren in 2020 slechts in beperkte mate fysiek op bezoek gaan. Vanaf 18 maart 2020 (de start van de lockdown) waren fysieke evaluatiebezoeken niet meer mogelijk. De coördinatoren beslisten om telefonisch contact te houden met de coaches en startbaners. In zo’n telefonisch contact werd gepolst naar het algemeen welzijn en hoe de maatregelen het werk beïnvloedden. Tijdens de periode maart 2020 tot juni 2020 werden 99 plaatsen gecontacteerd, waarvan 79 JoJo en 20 VeVe. De laatste week van september tot en met de tweede week van oktober waren opnieuw enkele fysieke bezoeken mogelijk dankzij versoepelingen. In de derde week van oktober ging een nieuwe quarantaineperiode in, waardoor AGODI vanaf november overschakelde naar digitale evaluatiebezoeken. In 2020 legden de coördinatoren 83 fysieke bezoeken en 9 online bezoeken af. Dat aantal ligt door de pandemie lager dan in 2019. Het startbanenproject besteedde in 2020 49,60% van het voorziene vormingsbudget. Het percentage ligt slechts 1,5% lager dan in 2019. Daar zijn verschillende verklaringen voor: • Er waren minder interne verrichtingen en minder onkosten van de coördinatoren. Dat komt doordat fysieke vormingen en fysieke bezoeken in 2020 slechts in beperkte mate konden plaatsvinden. • AGODI betaalt sinds het begin van 2016 niet meer het volledige bedrag van de opleidingen terug, maar houdt het bedrag waarvoor startbaners opleidingscheques kunnen aanvragen af. Daardoor moet AGODI per opleiding minder betalen. In 2020 zagen we opnieuw een lichte daling van het aantal startbaners dat een aanvraag deed om een opleiding terug te betalen. • AGODI organiseerde met het vormingsbudget vormingen die bijdroegen tot de professionalisering van de startbaners en de coaches. Bij de organisatie van geschikte vormingen legt AGODI de klemtoon op een gevarieerd, kwalitatief en coherent aanbod. Er werden in totaal 17 vormingen vastgelegd, gespreid over 28 vormingsdagen. Die konden niet allemaal fysiek plaatsvinden door de coronamaatregelen; waar mogelijk organiseerden we een online alternatief. Uiteindelijk vonden 13 vormingen online plaats. Voor vier vormingen kon geen online alternatief voorzien worden; die werden verplaatst naar 2021.

AGODI jaarverslag 2020

99


Tabel 3.67: budgetten voor startbanenprojecten

Salarissen (OV)

Vormingen

Jaartal

Voorzien

Besteed

%

2018

6.094.843

2.471.217,00

40,55

2019

6.094.297,50

5.534.840,99

90,82

2020

6.186.527

5.673.917,00

91,71

2018

117.000

64.014,88

54,71

2019

117.000

59.758,04

51,08

2020

117.000

58.034,11

49,60

Met 5.673.917,00 euro salarisbudget werd 91,71% van het budget van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming besteed. Dat is iets meer dan in 2019.

2.9

Commissies

2.9.1

Commissie Leerlingenrechten

De commissie inzake Leerlingenrechten behandelt klachten over het weigeren van inschrijvingen in het basis- en secundair onderwijs en over uitschrijvingen in het basisonderwijs. AGODI verzorgt het secretariaat van de commissie4. De commissie bestaat uit een voorzitter en zes leden: twee leden zijn vertrouwd met de onderwijsregelgeving en het ruime onderwijsveld, twee leden hebben een bijzondere kennis of verdienste op het vlak van de kinderrechtenbescherming en twee leden zijn vertrouwd met het grondwettelijk en administratief recht. De commissie vergadert in uitgebreide samenstelling wanneer de commissie klachten behandelt over niet-gerealiseerde inschrijvingen door onredelijke aanpassingen voor leerlingen met een verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs. In dat geval wordt de commissie uitgebreid met leden met expertise op het gebied van de praktische realisatie van redelijke aanpassingen. Daarbij moet de betrokkenheid verzekerd zijn van personen met een handicap, het personeel en de onderwijsverstrekkers. Die bijkomende leden hebben een raadgevende stem. Tabel 3.68: aantal klachten behandeld door de Commissie Leerlingenrechten Basisonderwijs

100

Totaal aantal klachten

Aantal klachten

Aantal leerlingen

Aantal klachten

Aantal leerlingen

2018

43

39

49

45

92

2019

25

25

70

64

95

2020

30

28

86

75

116

Bron: Commissie Leerlingenrechten

4

Secundair onderwijs

http://www.AGODI.be/commissie-inzake-leerlingenrechten

AGODI jaarverslag 2020


3

De commissie ontving in 2020 116 klachten. Daarvan hadden er 30 betrekking op het basisonderwijs en 86 op het secundair onderwijs. Het aantal klachten is voor beide onderwijsniveaus licht toegenomen. Het verschil in aantal klachten (en leerlingen met één of meerdere klachten) tussen het basis- en het secundair onderwijs neemt over de jaren heen ook verder toe. Sinds 2012 is de commissie eveneens bevoegd voor de goedkeuring van de aanmeldingsprocedures. Een aanmeldingsprocedure kan maar worden georganiseerd als ze vooraf is voorgelegd aan en goedgekeurd door de commissie. Het behandelen en verwerken van die aanmeldingsdossiers verliep in 2020 anders dan de voorbije jaren. Op 28 oktober 2020 keurde het Vlaams Parlement namelijk het Corona IV-decreet goed, dat maatregelen bevat om de organisatie van het onderwijs tijdens de coronapandemie maximaal te vergemakkelijken. Omdat fysieke inschrijvingen voor het schooljaar 2021-2022 niet of zeer uitzonderlijk mogelijk waren, kregen initiatiefnemers van een aanmeldingsprocedure langer de tijd om voor een aanmeldingsprocedure te kiezen. In 2020 ontving de commissie voorstellen tot aanmeldingsprocedures voor de inschrijvingen voor schooljaar 2021-2022: • uiterlijk op 15 november 2020, volgens de procedure in het decreet basisonderwijs, én • uiterlijk op 17 januari 2021, waarbij een verkorte beroepsprocedure gold. Tabel 3.69: aantal aanmeldingsdossiers voor de inschrijvingen voor schooljaar 2021-2022 ontvangen in 2020 door de Commissie Leerlingenrechten volgens beslissing Beslissingen aanmeldingsdossiers ontvangen in 2020

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

Totaal

Goedgekeurd

61

17

78

Goedgekeurd onder voorbehoud

6

0

6

Niet goedgekeurd waarvan

0

2

2

Goedgekeurd na aanpassingen

0

2

2

Goedgekeurd onder voorbehoud na aanpassingen

0

0

0

Niet opnieuw ingediend

0

0

0

Ingetrokken door initiatiefnemers

0

0

0

Totaal

67

19

86

Bron: Commissie Leerlingenrechten

AGODI jaarverslag 2020

101


De commissie ontving in 2020 86 aanmeldingsdossiers voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2021-2022. Die aanmeldingsdossiers werden op vijf zittingen in december 2020 en februari 2021 door de commissie behandeld. • Van de 67 dossiers voor het basisonderwijs, werden 61 dossiers goedgekeurd en 6 dossiers goedgekeurd onder voorbehoud. De commissie keurt een dossier goed onder voorbehoud als fundamentele bemerkingen bij het dossier van die aard zijn dat ze op eenvoudige wijze kunnen worden bijgestuurd. De initiatiefnemer laat schriftelijk aan de commissie weten op welke wijze hij zal tegemoetkomen aan het geformuleerde voorbehoud. Na bevestiging door het secretariaat van de commissie kan de initiatiefnemer de aanmeldingsprocedure laten starten. • Voor het secundair onderwijs werden 17 aanmeldingsdossiers ingediend, waarbij twee dossiers niet werden goedgekeurd. Die dossiers werden na aanpassing opnieuw ingediend en goedgekeurd. 2.9.2

Vlaamse Bemiddelingscommissie

De Vlaamse Bemiddelingscommissie werd opgericht5 in het kader van het M-decreet om te bemiddelen bij onenigheid tussen de school, het CLB en de ouders over het afleveren, het niet afleveren of over de inhoud van het verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs. De commissie bestaat uit de voorzitter die een erkend bemiddelaar is en uit commissieleden van verschillende geledingen: een afgevaardigde van de representatieve organisaties van de centra voor leerlingenbegeleiding, de representatieve verenigingen van inrichtende machten, het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en van de erkende ouderverenigingen. AGODI verzorgt het secretariaat van de commissie. Tabel 3.70: aantal bemiddelingsverzoeken bij de Vlaamse Bemiddelingscommissie Schooljaar 2017-2018

Schooljaar 2018-2019

Schooljaar 2019-2020

CLB

2

0

0

Ouders

6

6

5

School

1

1

0

Totaal

9

7

5

Betrokken partij

In het schooljaar 2019-2020 werden vijf bemiddelingsverzoeken ingediend. Eén bemiddelingsverzoek had betrekking op het niet afleveren van een verslag, twee verzoeken hadden betrekking op het afleveren van een verslag en nog eens twee verzoeken op de inhoud van het verslag. Vier van de vijf ingediende verzoeken in het schooljaar 2019-2020 waren (in eerste instantie) onontvankelijk. In elk van die dossiers moest het zorgcontinuüm en/of de klachtenprocedure van het CLB nog doorlopen worden. Voor geen enkel van die vier dossiers heeft nadien nog een bemiddelingsgesprek plaatsgevonden omdat de school, het CLB en de ouders op een andere manier tot een uitkomst gekomen zijn.

5

102

Het BVR waarin de werking van de commissie geregeld wordt, werd goedgekeurd op 10 juli 2015. De minister keurde de aanstelling van de commissieleden goed met ingang van 01 januari 2016.

AGODI jaarverslag 2020


3

Een vijfde bemiddelingsverzoek was wel ontvankelijk, maar leidde niet tot een bemiddelingsgesprek, omdat de betrokken school niet wenste deel te nemen aan het gesprek. Een bemiddelingsgesprek kan immers pas plaatsvinden als alle partijen ermee instemmen om informatie uit te wisselen en openlijk te bespreken. 2.9.3

Commissie Zorgvuldig Bestuur

Zorgvuldig bestuur betekent dat onderwijsinstellingen zich in de dagelijkse werking aan een aantal principes moeten houden: • kosteloosheid • eerlijke concurrentie • verbod op politieke activiteiten • handelsactiviteiten • reclame en sponsoring • participatie in het gesubsidieerd onderwijs Wie informatie wilt over de rechten en plichten op het vlak van zorgvuldig bestuur, kan dat doen via een eenvoudige vragenprocedure. Voor de behandeling van conflicten is er een klachtenprocedure voorzien. De Commissie Zorgvuldig Bestuur bestaat uit een Kamer bevoegd voor het basisonderwijs en een Kamer bevoegd voor het secundair onderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding, het deeltijds kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs. Klachten en vragen die te maken hebben met alle onderwijsniveaus behandelt de Commissie in een gemeenschappelijke zitting. Elke Kamer heeft een voorzitter die een onafhankelijke persoon is en vier leden die verschillende geledingen vertegenwoordigen: een lid voldoet aan de voorwaarden om tot rechter in handelszaken benoemd te worden, een lid is deskundig op het gebied van consumentenbescherming en twee leden zijn vertrouwd met het onderwijsveld. De voorzitter, bijgestaan door een secretaris van AGODI, oordeelt over de ontvankelijkheid van de vragen en klachten. Hij/zij houdt daarbij rekening met de bevoegdheden van de Commissie Zorgvuldig Bestuur en de procedurevoorschriften. De Commissie stelt haar advies of beslissing op binnen een vastgestelde termijn. Tabel 3.71: overzicht aantal behandelde dossiers Zorgvuldig Bestuur 2018

2019

2020

Kostenbeheersing basisonderwijs

7

4

1

Kosteloze toegang secundair onderwijs

4

3

8

Eerlijke concurrentie

0

0

0

Politieke activiteiten

1

2

0

Handelsactiviteiten

1

1

1

Reclame en sponsoring

3

4

3

Participatie vrij onderwijs

5

4

8

Totaal

21

18

21

AGODI jaarverslag 2020

103


3 Onze klanten: onderwijspersoneelsleden

De schoolbesturen zijn de werkgevers van de personeelsleden in het onderwijs: de scholengroepen (GO!), de gemeente- en provinciebesturen, intercommunales (OGO) en de privaatrechtelijke rechtspersonen, meestal vzw’s (VGO). De schoolbesturen staan in voor het personeelsbeleid en zijn verantwoordelijk voor het werven, benoemen, ontslaan … van hun personeelsleden. AGODI keert via het zogenoemde ‘derdebetalerssyteem’ de salarissen en andere vergoedingen rechtstreeks uit aan die personeelsleden, voor zover aan een aantal voorwaarden is voldaan: de financierings- en subsidiëringsvoorwaarden.

3.1

Personeel in cijfers

Personeelsleden in het onderwijs worden op verschillende manieren geteld. Het tellen van het aantal fysieke personen, het aantal budgettaire voltijdse equivalenten of het aantal personeelsdossiers leidt telkens tot een eigen uitkomst. Het tellen van de personeelsdossiers die AGODI beheert en afhandelt vormt de derde telmogelijkheid.

104

AGODI jaarverslag 2020


3

3.1.1

Fysieke personeelsleden (alle onderwijsniveaus)

*

2010-2011

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Tabel 3.72: evolutie van bezoldigde personen in alle onderwijsniveaus samen*

180.908

181.085

182.706

182.128

182.834

183.526

185.050

186.444

188.840

189.312

-0,05%

0,10%

0,90%

-0,32%

0,39%

0,38%

0,83%

0,75%

1,29%

0,25%

cijfers uit januari

In de personeelsevolutie van het globale onderwijsveld stijgt sinds 2010-2011 het totale aantal unieke personeelsleden. In vergelijking met het voorgaande schooljaar is het aantal personeelsleden in 2019-2020 met 0,25% gestegen.

3.1.2

Fysieke personen onderverdeeld per onderwijsniveau en soort onderwijs6

Tabel 3.73: evolutie van het aantal fysieke personen (inclusief alle vervangingen, TBS+ en Bonus) onderverdeeld per onderwijsniveau en soort onderwijs

Gewoon basisonderwijs Buitengewoon basisonderwijs Gewoon secundair onderwijs Buitengewoon secundair onderwijs HBO5 verpleegkunde Deeltijds kunstonderwijs Andere* Totaal

Evolutie

Januari

Januari

Januari

2018

2019

2020

66.086

67.516

68.403

1,31%

10.017

10.197

10.482

2,79%

66.617

66.770

67.862

1,64%

9.404

9.595

9.940

3,60%

1.614 5.772 6.169

1.572 5.846 6.108

1.497 6.041 6.149

-4,77% 3,34% 0,67%

165.679

167.604

170.374

1,65%

ten opzichte van 2019

* Personeel van CLB’s, Onderwijsinspectie, pedagogische begeleiding, internaten …

6

In de personeelsstatistieken wordt alleen het personeel geregistreerd dat rechtstreeks door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming wordt bezoldigd. Dat impliceert dat het meester-, vak- en dienstpersoneel van het gesubsidieerd onderwijs niet opgenomen is in de statistieken. De gesubsidieerde contractuelen worden ook buiten beschouwing gelaten, omdat die personeelsleden niet volledig door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming worden bezoldigd. Ook het personeel dat geniet van het stelsel 'terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen (TBS+)’ of een bonus is opgenomen in die statistieken. Alle personeelsgegevens hebben betrekking op de maand januari, zoals gekend in juni van dat jaar.

AGODI jaarverslag 2020

105


3.1.3

Budgettaire voltijdse equivalenten (BVE)

Tabel 3.74: aantal budgettaire voltijdse-equivalenten (inclusief alle vervangingen, TBS+ en Bonus)

*

Evolutie

Januari

Januari

Januari

2018

2019

2020

Buitengewoon basisonderwijs Gewoon secundair onderwijs Buitengewoon secundair onderwijs HBO5 verpleegkunde Deeltijds kunstonderwijs Andere*

8.658 59.452

8.875 59.742

9.052 60.575

1,99% 1,39%

8.440

8.662

8.939

3,20%

1.432 4.284 5.016

1.368 4.341 5.002

1.309 4.475 5.018

-4,29% 3,10% 0,31%

Totaal

144.389

146.692

148.610

1,31%

ten opzichte van 2019

Personeel van CLB’s, Onderwijsinspectie, pedagogische begeleiding, internaten … De budgettaire voltijdse equivalenten zijn het resultaat van de som van alle deelopdrachten van alle personeelsleden (met andere woorden met inbegrip van de vervangingen van minder dan een jaar). Alle vervangingen zijn dus opgenomen in de tabellen fysieke personen en budgettaire voltijdse equivalenten.

3.1.4

Personeelsleden voor wie AGODI werkt

Bovenstaande cijfers houden geen rekening met personeelsleden die een onbezoldigde afwezigheid of verlof genieten. Ook van hen houdt AGODI een administratief dossier bij. Tellen we hen mee, dan blijft de stijgende trend in het aantal personeelsleden zichtbaar. Tabel 3.75: unieke personeelsleden op niveau van AGODI

106

Januari 2018

Januari 2019

Januari 2020

Evolutie ten opzichte van 2019

171.628

174.222

177.592

1,93%

AGODI jaarverslag 2020


3

Aantal personeelsleden januari 2018

Aantal personeelsleden januari 2019

Aantal personeelsleden januari 2020

Evolutie 2020 ten opzichte van 2019

Basisonderwijs

Tijdelijk

20.029

18.995

19.319

1,71%

Basisonderwijs

Vast

59.767

62.593

63.802

1,93%

CLB

Tijdelijk

1.027

1.020

1.069

4,80%

CLB

Vast

2.734

2.857

2.887

1,05%

Deeltijds Kunstonderwijs

Tijdelijk

1.676

1.723

1.904

10,50%

Deeltijds Kunstonderwijs

Vast

4.854

4.957

4.998

0,83%

Secundair onderwijs

Tijdelijk

18.197

17.222

18.188

5,61%

Secundair onderwijs

Vast

63.741

65.491

66.319

1,26%

Andere**

Tijdelijk

775

709

723

1,97%

Andere**

Vast

1.855

1.877

1.868

-0,48%

Totaal

174.655

177.444

181.077

2,05%

Onderwijsniveau

Vast/tijdelijk

Tabel 3.76: aantal personeelsleden per onderwijsniveau met opsplitsing tussen vast benoemde en tijdelijke personeelsleden*

*Alleen de personeelsleden met opdrachten gedurende de maand januari van het betreffende schooljaar worden in aanmerking genomen. - Een aantal personeelsleden hebben zowel vastbenoemde als tijdelijke opdrachten. Een personeelslid wordt als vastbenoemd beschouwd, wanneer hij/zij minimum een opdracht heeft als vastbenoemd personeelslid. Anders wordt een personeelslid als tijdelijk beschouwd. Een personeelslid is dus ofwel vastbenoemd ofwel tijdelijk om dubbeltellingen uit te sluiten. - Een aantal personeelsleden staat in meer dan één onderwijsniveau. Zij worden dan in elk onderwijsniveau afzonderlijk geteld. Er zijn bijvoorbeeld voor januari 2020 177.592 unieke personeelsleden. Er zijn wel 181.077 combinaties personeelslid-onderwijsniveau. - Andere** Dat zijn personeelsleden van internaten, inspectie, pedagogische begeleidingsdiensten, kinderdagverblijven …

AGODI jaarverslag 2020

107


3.2

Salaris

3.2.1

Stappen in het uitbetalingsproces

Stap 1: AGODI controleert enkele voorwaarden Voor het recht op salaris moet een personeelslid voldoen aan de financierings- of subsidiëringsvoorwaarden op het gebied van nationaliteit, medische geschiktheid, taalwetgeving, burgerlijke en politieke rechten en bekwaamheidsbewijs. Het schoolbestuur van zijn kant moet de reaffectatieverplichtingen correct naleven en moet de functie van het personeelslid voorzien binnen de personeelsformatie (de omkadering) of binnen de mogelijkheden tot vervanging. Stap 2: AGODI gaat na op welke salarisschaal het personeelslid recht heeft AGODI controleert tot welke ‘bekwaamheidscategorie’ het personeelslid behoort voor de uitgeoefende opdracht. De reglementering daarover is uitgebreid en erg complex. De uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering (de zogenaamde telefoonboeken) bepalen voor elke opdracht (ambt, vak, onderwijsvorm en graad …) welk bekwaamheidsbewijs ‘vereist’ of ’voldoend geacht’ is of welk ‘ander bekwaamheidsbewijs’ aanvaard kan worden. Het bekwaamheidsbewijs is ook bepalend voor de regels rond de tijdelijke aanstellingen van doorlopende duur, de vaste benoemingen en de inzetbaarheid van het personeelslid. Tabel 3.77: overzicht aantal personeelsleden (geheel of gedeeltelijk) bezoldigd met een bepaalde salarisschaal Aantal salarisschalen

Aantal personeelsleden (geheel of gedeeltelijk) bezoldigd met een bepaalde salarisschaal

34

1-5

12

6-10

29

11-50

11

51-100

30

101-500

11

501-1000

12

1001-5000

11

>5000

150

Eindtotaal

18% van alle personeelsleden

82% van alle personeelsleden

In 2020 telde het onderwijs 150 verschillende salarisschalen. De meerderheid van de salarisschalen zijn van toepassing op een zeer beperkt aantal personeelsleden. Die versnippering blijkt ook uit tabel 3.79, waarin het aantal salarisschalen wordt ingedeeld volgens het aantal personeelsleden dat overeenkomstig die salarisschaal wordt uitbetaald. Daarbij valt op te merken dat een personeelslid volgens meer dan één salarisschaal kan worden uitbetaald. Uit de tabel blijkt dat er 34 salarisschalen worden toegekend aan niet meer dan vijf personeelsleden. Elf salarisschalen zijn goed voor 82% van de personeelsleden.

108

AGODI jaarverslag 2020


3

Stap 3: AGODI bepaalt het brutosalaris conform de anciënniteit en de betalingsnoemer De vorige beroepservaringen binnen en eventueel buiten het onderwijs bepalen mee de geldelijke anciënniteit van een personeelslid. Verder stelt AGODI ook de betalingsnoemer van een opdracht vast. Die verschilt naargelang van het onderwijsniveau, het ambt, het vak, de onderwijsvorm of de graad. Daarbij gaat AGODI na of een personeelslid meer presteert dan een voltijdse betrekking en bijgevolg cumuleert. Stap 4: afhoudingen en uitbetalingen Het salarissysteem berekent de correcte afhoudingen en zorgt voor de effectieve uitbetaling.

AGODI jaarverslag 2020

109


Ambitie 4: we kennen tijdig en correct de salarissen toe Het kader De toekenning van de salarissen van het onderwijspersoneel is een van de kerntaken van AGODI. Budgettair gezien is dat het belangrijkste proces. Meer dan de helft van de personeelsleden van het agentschap werkt daaraan mee. De toekenning van de salarissen is ingebed in een volledig salaristraject. De activiteiten van AGODI binnen dat traject zijn afhankelijk van andere instanties: de scholen leveren gegevens aan, de bank voert de betalingsopdrachten uit ... AGODI is dus niet de enige verantwoordelijke voor een tijdige en correcte toekenning van salarissen. Het salarisproces omvat het geheel van processtappen die moeten doorlopen worden om een correcte en tijdige uitbetaling van het salaris van de personeelsleden verbonden aan de onderwijsinstellingen te kunnen waarborgen. De toekenning is gebaseerd op een geheel van complexe reglementeringen. In dat proces onderscheiden we vier belangrijke stappen: 1) de elektronische aanlevering van de gegevens door de schoolsecretariaten en transfer via WebEDISON naar het elektronisch personeelsdossier (EPD) 2) het beheer van de personeelsgegevens via het EPD 3) de salarisberekening 4) de naverwerking van het salaris: aanrekening in de begroting en boekhoudkundige verwerking, uitbetaling via de bank ING De activiteiten van de schoolsoftwareleveranciers, scholen, inspectie, andere agentschappen van het ministerie van Onderwijs en Vorming, externe informaticapartner, Financiën en Begroting en ING behoren niet tot de interne doorlooptijden van AGODI. De ambitie: 99,90% tijdige toekenning van het salaris AGODI streeft ernaar het salaris tijdig toe te kennen op de laatste werkdag van elke maand. Het agentschap garandeert op jaarbasis gemiddeld 99,90% van de volledige, correcte en tijdig geregistreerde dossiers. Dossiers zijn tijdig geregistreerd als ze door de schoolsecretariaten uiterlijk twee werkdagen voor de uiterste verwerkingsdatum via WebEDISON bij het agentschap zijn geregistreerd. Voor de overige 0,10% van de betrokken dossiers streeft het agentschap naar de toekenning van het salaris in de daaropvolgende maand. Tijdens het volledige jaar 2020 werd 100% van de salarissen op tijd toegekend. Daarmee werd de vooropgestelde norm van 99,90% elke maand gehaald.

110

AGODI jaarverslag 2020


3

Kwaliteitscontrole Sinds 2017 bekijkt AGODI de kwaliteitscontrole van het salaris vanuit een ander perspectief. Omdat de resultaten van de algemene kwaliteitscontrole van het salaris in de jaren voordien aangaven dat het agentschap altijd de norm van 95% heeft behaald, kon AGODI besluiten dat de betaling van de salarissen verloopt volgens de geldende kwaliteitsnormen. In 2016 was de correctheid op basis van de steekproef zelfs 100%. Een salaris is uit verschillende parameters samengesteld. Sommige parameters maken deel uit van het salaris van elk personeelslid. Andere parameters komen dan weer niet bij alle personeelsdossiers voor. Dat kan onder meer te maken hebben met bepaalde situaties in de loopbaan die een invloed hebben op het salaris. Dergelijke situaties kunnen rechten geven die meegenomen worden in het berekenen van het salaris. Omdat een aantal parameters niet bij elke salarisberekening voorkomen, komen ze niet of heel sporadisch voor in de steekproeven van een algemene kwaliteitscontrole van het salaris. Daarom richt AGODI zich sinds 2017 op de controle van die deelparameters. Het agentschap is van oordeel dat dergelijke controles meer opleveren, omdat voor de implementatie van de specifieke parameters meer manuele ingrepen nodig zijn dan voor de algemene salarisberekening, die grotendeels automatisch loopt. In 2020 heeft AGODI gekozen om twee parameters te controleren: 1) de berekening van het wachtgeld bij een terbeschikkingstelling wegens ziekte (TBS ziekte) 2) het salaris dat een personeelslid met een langdurig verlof voor verminderde prestaties om medische redenen (LVVPMed) ontvangt. De controle van de TBS ziekte leverde een correctheid op van 92,34%. Daarmee haalt het agentschap de norm van 95% niet. AGODI zal opleidingen voorzien om de dossierbeheerders beter wegwijs te maken in de berekening van het wachtgeld. Voor de berekening van het salaris van LVVPMed haalt AGODI de norm van 95% wel. Zo ontvingen 96,92% van de personeelsleden die dat verlofstelsel namen, een correct salaris.

AGODI jaarverslag 2020

111


3.2.2

Het salarisbudget en de verschillende salariscomponenten

De som van het bruto jaarsalaris, de patronale bijdrage(n), het vakantiegeld en de eindejaarstoelage (EJT) maken samen de volledige salariskost van een personeelslid uit. Tabel 3.78: evolutie van de totale salarisuitgaven van AGODI

Salarissen

2018

2019

2020

Evolutie ten opzichte van 2019

5.533.897.171,27

5.748.593.741,97

5.940.233.894,90

3,33%

Vakantiegeld

355.075.901,34

367.591.620,74

453.616.159,60

23,40%

EJT

312.557.638,22

321.989.884,83

334.104.552,19

3,67%

RSZ

1.353.726.502,38

1.406.106.744,96

1.456.758.365,47

3,60%

Andere

2.503.159,45

2.034.249,99

1.797.851,95

-11,62%

Totaal

7.557.760.372,66

7.846.316.242,49

8.186.510.824,11

4,34%

De stijging van het vakantiegeld is een gevolg van het sectoraal akkoord. Het heeft namelijk te maken met de uitvoering van de CAO’s. Het vakantiegeld wordt in 2021 (uitbetaling in mei 2021 aan het onderwijspersoneel) opnieuw op 92% gebracht. Dat betekent dat de provisie voor het vakantiegeld in 2020 verhoogd moest worden. Dat is zo overeengekomen in CAO XI voor het leerplichtonderwijs en CAO V voor hoger onderwijs. Sinds 2012 werd dat berekend op 70,26% (raamakkoord 23 december 2012). De wijziging in de rubriek ‘Andere’ kan grotendeels verklaard worden doordat het beleidsdomein Werk en Sociale Economie (WSE) in 2019 een laatste keer een doorstorting heeft gedaan van de middelen voor de startbanen (JoJo-VeVe) (-145.000 euro). Dat was door de wijzigingen aan het project niet meer het geval in 2020. Daarnaast was er ook een daling (-200.000 euro) van de uitbetaling van het krediet voor de omzetting uren AVLVA (lesvervangend aanbod). Anderzijds was er wel een stijging van de uitgaven voor de voordrachtgevers in 2020 tegenover 2019 (100.000 euro).

112

AGODI jaarverslag 2020


3

Figuur 3.1: salarisuitgaven 2018 Andere

0,03%

RSZ

17,91%

EJT

4,14%

Vakantiegeld

4,70%

Salaris

73,22% 0,00%

20,00%

40,00%

60,00%

80,00%

Figuur 3.2: salarisuitgaven 2019 Andere

0,03%

RSZ

17,92%

EJT

4,10%

Vakantiegeld

4,68%

Salaris

73,00% 0,00%

20,00%

40,00%

60,00%

80,00%

Figuur 3.3: salarisuitgaven 2020 Andere

0,02%

RSZ

17,79%

EJT

4,08%

Vakantiegeld

5,54%

Salaris

72,56% 0,00%

20,00%

40,00%

60,00%

80,00%

AGODI jaarverslag 2020

113


Tabel 3.79: gemiddelde salariskost 7 Vast benoemde personeelsleden

Tijdelijke personeelsleden

Kleuteronderwijzer*

53.544

46.469

Onderwijzer*

52.786

46.284

Leraar-regent/bachelor*

52.616

47.313

Leraar licentiaat/master

66.878

60.145

Gemiddelde salariskost

*

Kleuteronderwijzer, onderwijzer en leraar regent/bachelor hebben hetzelfde jaarsalaris aan 100%, maar doordat de gemiddelde geldelijke anciënniteit voor de drie groepen verschillend is, vertoont ook de gemiddelde jaarkost kleine verschillen.

3.3

Bekwaamheidsbewijzen

Tabel 3.80: aanstellingen volgens bekwaamheidsbewijs*

Onderwijsniveau

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

Deeltijds Kunstonderwijs

CLB’s

Totaal

*

Bekwaamheidsrubricering Vereist Voldoend geacht Ander Vereist Voldoend geacht Ander Vereist Voldoend geacht Ander Vereist Voldoend geacht Ander Vereist Voldoend geacht Ander

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

94,78% 5,21% 0,01% 76,14% 23,85% 0,01% 78,02% 21,89% 0,09% 98,38% 1,62% 0% 84,74% 15,25% 0,01%

79,02% 14,48% 6,50% 55,42% 32,37% 12,21% 52,98% 30,80% 16,22% 83,62% 12,29% 4,10% 66,28% 24,06% 9,65%

94,93% 5,06% 0,01% 76,10% 23,89% 0,01% 72,50% 27,44% 0,06% 98,94% 1,06% 0% 84,44% 15,55% 0,01%

77,31% 15,27% 7,42% 53,52% 32,70% 13,78% 51,08% 31,70% 17,22% 86,49% 8,53% 4,98% 64,46% 24,70% 10,84%

94,80% 5,19% 0,01% 76,02% 23,97% 0,01% 72,68% 27,29% 0,03% 98,91% 1,09% 0% 84,38% 15,61% 0,01%

75,96% 16,32% 7,72% 52,49% 33,86% 13,65% 50,89% 32,84% 16,27% 86,66% 8,21% 5,13% 63,09% 25,97% 10,94%

cijfers uit januari

• In 2020 heeft 84,38% van de vast benoemde personeelsleden een vereist bekwaamheidsbewijs, 15,61% heeft een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs en 0,01% beschikt over een ander bekwaamheidsbewijs. • Van de tijdelijke personeelsleden heeft 63,09% een vereist bekwaamheidsbewijs, 25,97% een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs en 10,94% een ander bekwaamheidsbewijs. Die verhoudingen zijn in 2020 weinig gewijzigd ten opzichte van 2019.

7

114

Groene boekje Onderwijs en Vorming schooljaar 2020-2021

AGODI jaarverslag 2020


3

Nuttige ervaring Personeelsleden kunnen een aanvraag indienen om de ervaring die ze tijdens een bepaalde periode opdeden als nuttig te erkennen voor een vak, een specialiteit of een ambt in het onderwijs. Die nuttige ervaring (bijvoorbeeld van leraren praktische of technische vakken in het secundair onderwijs) kan een onderdeel vormen van het bekwaamheidsbewijs en kan ook meetellen bij de anciënniteitsberekening. Door die erkenning worden zijinstromers aangemoedigd om over te stappen naar het onderwijs. In 2020 werden 1.524 nuttige ervaringen erkend; dat is een daling van 8,41% ten opzichte van 2019. Professionele erkenningen van buitenlandse leerkrachten en het Interne Markt Informatie Systeem (IMI) De dienstverlening rond de professionele erkenningen van buitenlandse lerarendiploma’s en het certificeren van onderwijsbevoegdheid voor Vlaamse lerarendiploma’s kadert in de verplichtingen die voortvloeien uit de Europese Richtlijn 2005/36/EG en 2013/55/ EU. AGODI neemt die dienstverlening op sinds maart 2017 voor de gereglementeerde onderwijsberoepen van kleuteronderwijzer, onderwijzer en leraar. Tabel 3.81: totaal behandelde dossiers*/jaar professionele erkenningen van buitenlandse leerkrachten 2018

2019

2020

103

116

123

* Het gaat hierbij uitsluitend om de buitenlandse leerkrachten die via de procedure van de professionele erkenningen in Vlaanderen een conformiteitsattest krijgen om les te geven in het Vlaams onderwijs. Buitenlandse leerkrachten die via andere procedures (bijvoorbeeld via de academische gelijkwaardigheid bij NARIC-Vlaanderen, via de erkenning van artistieke of nuttige ervaring) in het Vlaams onderwijs aan de slag gaan, vallen erbuiten.

Naast haar duurzame contact met de Nederlandse collega’s van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) trad AGODI binnen België in contact met de collega’s van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap.

3.4

Taal- en nationaliteitsafwijkingen

De minister kan personeelsleden die niet voldoen aan de taal- of nationaliteitsvereisten een afwijking toestaan. Die bevoegdheid is gedelegeerd naar AGODI. De afwijkingen maken de subsidiëring of financiering mogelijk van bekwame leerkrachten die niet of nog niet voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Bij de taalafwijking gaat het om een afwijking gedurende maximaal drie jaar op de vereiste taalkennis. Bij de nationaliteitsafwijking gaat het om een definitieve vrijstelling van de voorwaarde van het EU-burgerschap. AGODI vraagt daarbij advies aan de Dienst Vreemdelingenzaken.

AGODI jaarverslag 2020

115


Taalafwijkingen In 2020 heeft AGODI 197 taalafwijkingen verleend. In 2019 en 2018 waren dat er respectievelijk 246 en 188. De verdeling per taal in 2020 is als volgt: 151 voor de onderwijstaal Nederlands, 35 voor de bestuurstaal Nederlands in de Franstalige scholen van de Brusselse rand en de Franstalige afdeling van de school in de Haan en zes voor de verplichte tweede taal Frans in de Nederlandstalige basisscholen. Voor de Franstalige scholen van de Brusselse Rand waren er ook nog vijf afwijkingen voor de onderwijstaal Frans. De daling is hoofdzakelijk toe te schrijven aan het aantal afwijkingen voor de onderwijstaal Nederlands: 151 tegenover 189 in 2019 en 128 in 2018. Nationaliteitsafwijkingen In 2020 heeft AGODI 58 nationaliteitsafwijkingen verleend. De verleende afwijkingen hebben overwegend betrekking op leraars vreemde talen of artistieke vakken. Ook enkele godsdienstleraars en jongeren die aangesteld werden in een startbaanproject komen in de cijfers voor. In 2020 werden twee aanvragen tot nationaliteitsafwijking geweigerd, steeds na ongunstig advies van de Dienst Vreemdelingenzaken. In 2019 werden 49 aanvragen verleend en elf geweigerd. In 2018 waren dat er respectievelijk 41 en vijf.

3.5

Cumulatie

Wie naast een voltijdse functie binnen of buiten het onderwijs nog bijkomende uren lesgeeft, cumuleert. Cumulatie-uren in het onderwijs slaan op de uren die als ‘bijbetrekking’ of ‘overwerk’ beschouwd worden. Tabel 3.82: overzicht cumulatie (in VTE)* Aantal 2017-2018

Aantal 2018-2019

Aantal 2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Basisonderwijs

63,40

58,10

53,50

-8%

Secundair onderwijs

584,40

612,30

605,50

-1%

Deeltijds Kunstonderwijs

5,50

6,80

5,30

-23%

CLB

11,90

6,10

5,10

-18%

Totaal

665,20

683,30

669,40

-2%

VTE in overwerk of bijbetrekking

*

cijfers uit januari

Het aantal cumulaties is in het schooljaar 2019-2020 licht gedaald ten opzichte van het voorgaande schooljaar.

116

AGODI jaarverslag 2020


3

3.6

Ziekteverlof, bevallingsverlof, moederschapsbescherming

Het agentschap registreert en verwerkt de verloven wegens ziekte, bevalling en moederschapsbescherming. AGODI gaat na of een ziekteverlof kan worden bezoldigd en hoe dat kan. Het rapport afwezigheden naar aanleiding van ziekte onderwijspersoneel: kalenderjaar 2019 Al sinds vele jaren stelt AGODI jaarrapporten op over de afwezigheden van het onderwijspersoneel wegens ziekte en de ziektecontroles voor het onderwijspersoneel. Meer informatie staat in het rapport afwezigheid wegens ziekte onderwijspersoneel: kalenderjaar 20198. Dat rapport is ruimer dan de onderwijsniveaus van AGODI en omvat ook gegevens over het volwassenenonderwijs. Die rapporten worden telkens opgemaakt per kalenderjaar, niet per schooljaar. Figuur 3.4: ziekteverzuimpercentage voor het kalenderjaar 2019

5 4 3

Met 1dz Zonder 1dz

2 1

0

2017

2018

2019

Het ziekteverzuimpercentage bedraagt in 2019 4,65% met eendagsziekten inbegrepen en 4,46% zonder eendagsziekten. In 2018 ging het respectievelijk om 4,48% en 4,31%. In 2019 werden er 3.005.582 ziektedagen opgenomen door het Vlaamse onderwijspersoneel. Dat is een stijging van 152.412 dagen of 5,34% tegenover het aantal ziektedagen van 2018. Om dat cijfer te interpreteren, moeten we ook rekening houden met een stijging van het aantal personeelseenheden (namelijk 1,67%).

8

Zie ook: https://www.agodi.be/publicaties-afwezigheid-wegens-ziekte-vlaamse-onderwijspersoneel

AGODI jaarverslag 2020

117


Een van de mogelijke verklaringen voor de stijging is de toename van het aantal personeelsleden in de leeftijdscategorie van 56 tot 65 jaar. Door de maatregelen om een vervroegde uitstap te verminderen en door het opschuiven van de pensioendatum waren er in 2019 30.354 personeelsleden in die leeftijdscategorie, ten opzichte van 28.261 in 2018. Dat is een stijging van 7,40%. In combinatie met het feit dat het ziekteverzuimpercentage stijgt met de leeftijd, is die evolutie ook een verklaring voor de stijging van het ziekteverzuimpercentage in het Vlaams onderwijs in 2019. Enkele specifieke vaststellingen: • Het aantal eendagsziekten is in 2019 gestegen met 6,51% of 7.218 dagen, terwijl het globale aantal ziektedagen steeg met 5,34%. In totaal ging het in 2019 om 110.823 ziektedagen van een dag. • Het gemiddeld aantal ziektedagen per personeelslid bedraagt in 2019 16,96 dagen tegenover 16,37 dagen in 2018. We zien ook dat deeltijds werkende personeelsleden gemiddeld iets meer ziek zijn dan voltijds werkende personeelsleden, namelijk 17,53 dagen tegenover 16,27 dagen bij voltijds werkende personeelsleden. • Het ziekteverzuimpercentage van het gesubsidieerd vrij onderwijs, namelijk 4,58%, is lager dan het algemeen ziekteverzuimpercentage van 4,65%. Het ziekteverzuim is gestegen in alle netten behalve in het gesubsidieerd provinciaal onderwijs, waar het daalde. • Psychosociale aandoeningen blijven ook in 2019 de voornaamste oorzaak van ziekteverzuim. Het gaat om 42,84% van de ziektedagen (43,55% bij mannen en 42,66% bij vrouwen). Dat is een gevoelige stijging in vergelijking met het vorige jaar, toen het 39,60% bedroeg. Bij de psychosociale aandoeningen zien we een relatieve oververtegenwoordiging van het directiepersoneel. Als we binnen het directiepersoneel gaan kijken in de leeftijdsgroep van 56 tot 65 jaar is 62,03% van de ziektedagen het gevolg van een psychosociale aandoening, terwijl dat voor de totaliteit van de personeelscategorieën in die leeftijdsgroep 44,35% bedraagt, een verschil van 13,68%. Bij de leeftijdsgroep van 46-55 jaar is het verschil 13,67%. • We zien in 2019 ook een gevoelige stijging van de afwezigheid wegens ziekte bij de personeelsleden van de CLB’s. In 2018 noteerden we voor die groep een ziekteverzuimpercentage van 4,51%. Dat is in 2019 opgelopen tot 5,03%. • Van de mogelijkheid om deeltijds het werk te hervatten in het ziekteverlofstelsel werd in 2019 opnieuw meer gebruik gemaakt dan in 2018. • Er waren 334.154 dagen verlof verminderde prestaties wegens ziekte (VVP-ziekte). Dat zijn 42.591 dagen VVP-ziekte meer dan in 2018, wat een stijging vertegenwoordigt van 14,61%. In totaal hebben 2.981 personeelsleden dat verlof opgenomen. Het grootste aantal dagen VVP-ziekte wordt opgenomen binnen de leeftijdsgroep 46-55 jaar. De meerderheid van de aanvragers zijn personeelsleden die afwezig zijn wegens psychosociale aandoeningen, namelijk 44,35%. We stellen vast dat bij het verlof wegens verminderde prestaties wegens ziekte het gemiddelde aantal opgenomen dagen in 2019 licht daalt van 113,10 dagen naar 112,09 dagen. • Langdurig verlof voor verminderde prestaties om medische reden (LVVPmed) werd in 2019 opgenomen door 2.194 personeelsleden (273 mannen en 1.921 vrouwen) voor in totaal 670.112 dagen; in 2018 ging het om 1.814 personeelsleden en 552.788 dagen. Het gaat bijgevolg om een stijging met 20,95% van de personeelsleden en een stijging van 21,22% van het aantal dagen. Die evolutie is verklaarbaar, omdat personeelsleden wegens de aard van hun aandoening meerdere jaren van LVVPmed gebruik maken en er elk jaar een aantal nieuwe personeelsleden instappen. Bij de mannen situeert het grootste aantal personeelsleden met LVVPmed zich in de leeftijdsgroep 56-65 jaar, bij de vrouwen in de leeftijdsgroep 46-55 jaar. Er is ook de vaststelling dat 474 118

AGODI jaarverslag 2020


3

personeelsleden jonger zijn dan 46 jaar, 70 zelfs jonger dan 36 jaar. Wellicht zal een grote groep van die personeelsleden een heel lange periode met verminderde prestaties werken, namelijk tot aan de vooravond van het pensioen. We zien ook een stijging van de psychosociale aandoeningen bij LVVPmed. In totaal is 17,87% van de dagen LVVPmed het gevolg van een psychosociale aandoening. Controle van het ziekteverzuim in het kalenderjaar 2019 In 2019 werden 19.234 controles uitgevoerd door de controlefirma. In vergelijking met vorig jaar is dat een lichte stijging. 35,03% van de controles gebeurden op initiatief van Certimed zelf, op basis van afgesproken criteria. Op initiatief van de werkgevers is 20,79% van de controleaanvragen uitgevoerd. Daarnaast daalt het aantal controles op initiatief van het personeelslid. Hun aandeel bedraagt in 2019 43,47%. Personeelsleden AGODI in een dienstonderbreking wegens ziekte, geboorte of adoptie tijdens het schooljaar 2019-2020 Tabel 3.83: aantal personeelsleden in ziekteverlof Aantal personeelsleden 2017-2018

Aantal personeelsleden 2018-2019

Aantal personeelsleden 2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Basisonderwijs

48.850

49.817

47.775

-4,10%

Secundair onderwijs

55.442

55.736

52.455

-5,89%

Deeltijds Kunstonderwijs

4.139

4.255

4.063

-4,51%

CLB

2.596

2.643

2.621

-0,83%

108.963

110.594

105.172

-4,90%

Onderwijsniveau

Totaal AGODI* *

Op het niveau van AGODI worden dubbeltellingen uitgesloten.

.

Een personeelslid dat een ziekteverlof heeft en in meerdere onderwijsniveaus staat, wordt maar een keer geteld. In de afzonderlijke onderwijsniveaus zal dat personeelslid per onderwijsniveau worden geteld. De cijfers voor het totaal van AGODI zijn dan ook lager dan de optelsom van de cijfers voor de verschillende onderwijsniveaus. In het schooljaar 2019-2020 waren er 105.172 personeelsleden afwezig wegens ziekte. 10.591 personeelsleden waren afwezig naar aanleiding van de geboorte of adoptie van een kind. Het aantal personeelsleden dat ziekteverlof opnam in het schooljaar 2019-2020 is gedaald met 4,90% ten opzichte van het schooljaar 2018-2019. Die daling wordt voor een stuk verklaard door de coronamaatregelen, waardoor scholen een gedeelte van het schooljaar gesloten waren.

AGODI jaarverslag 2020

119


Tabel 3.84: aantal personeelsleden in TBS ziekte, onbezoldigd ziekteverlof, VVP wegens ziekte en langdurig VVP wegens medische redenen Aantal personeelsleden 2017-2018

Aantal personeelsleden 2018-2019

Aantal personeelsleden 2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

TBS ziekte (vast benoemd)

2.906

3.178

3.075

-3,24%

Onbezoldigd ziekteverlof (tijdelijk)

2.050

2.311

2.279

-1,38%

VVP wegens ziekte

2.002

2.337

2.199

-5,91%

Langdurig VVP medische redenen

1.515

1.834

2.081

13,47%

Is het bezoldigd ziekteverlof van een personeelslid uitgeput, dan komt die persoon terecht in een stelsel van TBS ziekte (voor vast benoemde personeelsleden) of van onbezoldigd ziekteverlof (voor tijdelijke personeelsleden). In het schooljaar 2019-2020 zijn er iets minder personeelsleden in VVP-ziekte. Ook hier zien we een verband met de coronamaatregelen, omdat risicopatiënten soms beroep konden doen op heirkracht. Het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen is gecreëerd vanaf 1 januari 2015. De doelgroep bestaat uit personeelsleden die binnen de huidige stand van de medische wetenschap hun totale opdracht nooit meer volledig kunnen opnemen. Doordat personeelsleden die dienstonderbreking meestal nemen voor een langere periode, wellicht tot aan de vooravond van hun pensioen en er elk jaar personeelsleden bijkomen, is het normaal dat er elk jaar een stijging is. In het schooljaar 2019-2020 bedroeg die stijging 13,47%. Verloven in het kader van moederschapsbescherming en bevallingsverlof Bevallingsverlof, verlof wegens bedreiging door beroepsziekte tijdens de zwangerschap, verlof wegens moederschapsbescherming tijdens de zwangerschap en tijdens de lactatie zijn verlofstelsels die allemaal te maken hebben met een zwangerschap of bevalling. Daarnaast zijn er nog een aantal verloven zoals adoptieverlof, omstandigheidsverlof naar aanleiding van een geboorte en geboorteverlof die door de moeder of een partner genomen kunnen worden. Door de federale wijzigingen aan de regelgeving van het bevallingsverlof mogen de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, de dagen van arbeidsongeschiktheid en de dagen van volledige werkverwijdering tijdens de zesde tot en met de tweede week voorafgaand aan de bevallingsdatum vanaf 1 maart 2020 overgedragen worden naar het postnataal verlof. Vooral in het kleuteronderwijs hebben personeelsleden recht op verlof wegens bedreiging door beroepsziekte en verlof wegens moederschapsbescherming. Er geldt een specifiek risico voor zwangere vrouwen en vrouwen tijdens de lactatieperiode.

120

AGODI jaarverslag 2020


3

Aantal personeelsleden 2017-2018

Aantal personeelsleden 2018-2019

Aantal personeelsleden 2019-2020

Evolutie ten opzichte

Tabel 3.85: aantal personeelsleden in een dienstonderbreking n.a.v. geboorte of adoptie van een kind voor alle onderwijsniveaus

Bevallingsverlof

6.187

6.166

5.998

-2,72%

Bedreigd door een beroepsziekte

1.848

1.796

1.654

-7,91%

Omstandigheidsverlof n.a.v. de geboorte (10 dagen)

1.367

1.452

1.230

-15,29%

Onbezoldigd ouderschapsverlof

1.163

1.078

930

-13,73%

Dienstonderbreking

Moederschapsbescherming

516

465

476

2,37%

Overschrijding postnatale periode

108

120

70

-41,67%

Facultatieve verlenging bevallingsverlof bij hospitalisatie kind

225

201

188

-6,47%

Adoptieverlof

29

33

40

21,21%

Geboorteverlof

3

2

5

150%

11.446

11.313

10.591

-6,38%

Totaal

Tabel 3.86: aantal personeelsleden in een dienstonderbreking n.a.v. geboorte van een kind per onderwijsniveau* Bevallingsverlof 2019-2020

Bedreigd door beroepsziekte 2018-2019

Moederschapsbescherming 2019-2020

Aantal Vergelijking Aantal Vergelijking Aantal Vergelijking personen 2018-2019 personen 2018-2019 personen 2018-2019 Basisonderwijs

3.380

-4,28%

1.542

-7,28%

272

-4,23%

Secundair onderwijs

2.381

-1,69%

113

-18,71%

203

12,15%

131

-4,38%

0

-100%

1

0%

CLB’s

150

-1,96%

3

0%

1

0%

Totaal

6.042

Deeltijds Kunstonderwijs

1.658

477

* De cijfers opgesplitst per onderwijsniveau verschillen licht van de totalen, doordat personeelsleden in meerdere onderwijsniveaus kunnen aangesteld zijn

AGODI jaarverslag 2020

121


3.7

Naar meer arbeidsherverdeling en zorg

De onderwijssector telt heel wat verlofstelsels die samengevat kunnen worden onder de noemer ‘arbeidsherverdelende maatregelen’. Telkens kiest het personeelslid er vrijwillig voor om zijn opdracht in het onderwijs voor een bepaalde periode te verminderen of tijdelijk volledig te onderbreken. De stelsels van arbeidsherverdeling hebben belangrijke voordelen: • Ze verhogen de aantrekkelijkheid van de job door de combinatie arbeid en gezin/vrije tijd gemakkelijker te maken. • Ze maken ruimte voor de tewerkstelling van een grote groep tijdelijke vervangleerkrachten. De keerzijde is wel dat vervangleraars afhankelijk zijn van het al dan niet terugkeren van de titularis. De start van een loopbaan in het onderwijs gaat daardoor gepaard met werkonzekerheid en wordt op die manier minder aantrekkelijk. De laatste jaren is er meer aandacht voor dienstonderbrekingen die eerder in het teken staan van zorg voor kinderen en voor familieleden omwille van medische reden. De mogelijkheden zijn vrij uitgebreid: van diverse verloven tot een vermindering van de prestaties, loopbaanonderbreking en zorgkrediet. AGODI ondersteunt de personeelsleden uit het onderwijs bij de keuze voor een dienstonderbreking door verduidelijkende schema’s ter beschikking te stellen9. 3.7.1

Verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties

Vanaf 1 september 2017 werden de bestaande verloven voor verminderde prestaties hervormd. Het verlof voor verminderde prestaties voor sociale en familiale redenen, het verlof voor verminderde prestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar en het verlof voor verminderde prestaties voor wie twee kinderen heeft jonger dan 14 jaar werden samengevoegd tot één stelsel, namelijk het verlof voor verminderde prestaties. De personeelsleden kunnen ervoor opteren om hun arbeidsprestaties te verminderen met 1/5 of tot de helft. Het is ook mogelijk om gedurende een periode geen prestaties meer uit te oefenen. In geval van toestemming van hun schoolbestuur kan er afgeweken worden van bovenstaande volumes. Vanaf 1 september 2017 werden ook de bestaande afwezigheden voor verminderde prestaties hervormd. De drie stelsels, namelijk afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden, afwezigheid voor verminderde prestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar en afwezigheid voor verminderde prestaties voor wie twee kinderen heeft jonger dan 14 jaar, werden samengevoegd tot één stelsel, namelijk de afwezigheid voor verminderde prestaties. Tegelijk verdween ook de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden en de afwezigheid van lange duur gewettigd door familiale redenen. De periodes waarin men een verlof of afwezigheid kan opnemen, zijn beperkt in de tijd. Door de wijzigingen zijn op 1 september 2017 voor iedereen alle tellers opnieuw op nul gezet.

9

122

https://www.agodi.be/personeel

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.87: aantal personeelsleden in VVP en AVP

*

Schooljaar 2017-2018

Schooljaar 2018-2019

Schooljaar 2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Totaal VVP*

13.571

15.089

15.181

0,61%

Totaal Afwezigheid Verminderde prestatie (AVP)

6.183

6.901

7.412

7,40%

Totaal

19.754

21.990

22.593

2,74%

Zonder VVP wegens arbeidsongeval/pensioencommissie/beroepsziekte

Tabel 3.88: aantal personeelsleden in VVP of AVP voor alle onderwijsniveaus Aantal personeelsleden schooljaar 2018-2019

Aantal personeelsleden schooljaar 2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

VVP n.a.v. arbeidsongeval

152

140

-7,89%

Verlof voor verminderde prestaties ziekte – Pensioencommissie

65

60

-7,69%

Verlof voor verminderde prestaties wegens beroepsziekte

3

3

0,00%

Verlof voor verminderde prestaties voltijds

1.708

1343

-21,37%

Verlof voor verminderde prestaties halftijds

2.821

2686

-4,79%

Verlof voor verminderde prestaties met 1/5 de

4.028

4253

5,59%

Verlof voor verminderde prestaties afwijking volume

5.685

5808

2,16%

Verlof voor verminderde prestaties vanaf 55 jaar halftijds

277

371

33,94%

Verlof voor verminderde prestaties vanaf 55 jaar met 1/5 de

286

410

43,36%

Verlof voor verminderde prestaties vanaf 55 jaar afwijking volume

284

310

9,15%

Dienstonderbreking

Afwezigheid voor verminderde prestaties

6.901

7412

7,40%

Totaal

22.210

22796

2,64%

Tabel 3.90 biedt een overzicht van de genoten verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties, opgesplitst per volume. Bij de uitsplitsing per doelgroep stijgt vooral het verlof voor verminderde prestaties vanaf 55 jaar in de diverse volumes. Die stijging hangt in grote mate samen met de afschaffing van de gewone loopbaanonderbreking vanaf 55 jaar.

AGODI jaarverslag 2020

123


3.7.2

Gewone en thematische loopbaanonderbreking

Door de zesde staatshervorming heeft de Vlaamse overheid de bevoegdheid gekregen over het algemene stelsel van loopbaanonderbreking. Zij heeft ervoor gekozen om vanaf 2 september 2016 het stelsel van loopbaanonderbreking te hervormen naar een nieuw verlofstelsel: het zorgkrediet. De gewone voltijdse en deeltijdse loopbaanonderbreking (waaronder ook de loopbaanonderbreking voor beroepsopleiding) en de loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 55 (50) jaar zijn afgeschaft vanaf 2 september 2016. De thematische loopbaanonderbrekingen daarentegen zijn nog altijd een federale bevoegdheid en die zijn bijgevolg blijven bestaan na 2 september 2016. Concreet gaat het om volledige of deeltijdse loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, voor medische bijstand en voor ouderschapsverlof (zie Tabel 3.92). Tabel 3.89: aantal personeelsleden in een loopbaanonderbreking 50+ of 55+

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Halftijdse loopbaanonderbreking 50+

1.611

1.350

1124

-16,74%

Gedeeltelijke LBO 50+ met 1/5

3.708

3.472

3192

-8,06%

GLBO55+ halftijds

1.803

1.551

1279

-17,54%

GLBO55+ met 1/5

2.933

2.573

2185

-15,08%

Totaal

10.055

8.946

7780

-13,03%

Dienstonderbreking

Doordat de loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 55(50) jaar doorloopt tot de vooravond van het pensioen, zijn er nog personeelsleden die die loopbaanonderbreking opnemen tijdens de schooljaren 2017-2018, 2018-2019 en 2019-2020. Op datum van 1 september 2016 was er nog een gevoelige stijging van het aantal personeelsleden dat gebruik maakt van een stelsel van loopbaanonderbreking 55+(50+). Vanaf het schooljaar 2017-2018 is er een duidelijke afname. Het gaat vanaf dan om een uitdovend stelsel.

124

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.90: aantal personeelsleden met een thematische loopbaanonderbreking

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Volledige loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen

96

82

84

2,44%

Halftijdse loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen

29

35

26

-25,71%

Ouderschapsverlof in het kader van de volledige Loopbaanonderbreking

1.478

1.415

1.271

-10,18%

Volledige loopbaanonderbreking voor medische bijstand

622

640

639

-0,16%

Halftijdse loopbaanonderbreking voor medische bijstand

2.088

2.200

2.428

10,36%

Ouderschapsverlof in het kader van een halftijdse loopbaanonderbreking

1.611

1.406

1.249

-11,17%

Ouderschapsverlof in het kader van GLBO met 1/5

5.744

6.178

6.345

2,70%

GLBO voor medische bijstand met 1/5

1.666

1.949

2.378

22,01%

GLBO voor palliatieve zorgen met 1/5

11

11

5

-54,55%

13.345

13.916

14.425

3,66%

Dienstonderbreking

Totaal

De meest gebruikte vormen van thematische loopbaanonderbreking zijn de gedeeltelijke loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof met 1/5, de halftijdse loopbaanonderbreking voor medische bijstand en de gedeeltelijke loopbaanonderbreking voor medische bijstand met 1/5, gevolgd door halftijdse en voltijdse loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof. Voor de totaliteit van de thematische loopbaanonderbrekingen is er in het schooljaar 2019-2020 een toename van 3,66% ten opzichte van het vorige schooljaar. 3.7.3

Vlaams zorgkrediet

Zoals hierboven al vermeld heeft de Vlaamse Regering als gevolg van de zesde staatshervorming de bevoegdheid gekregen over het algemene stelsel van loopbaanonderbreking. Vanaf 2 september 2016 werd het stelsel van loopbaanonderbreking hervormd naar een nieuw verlofstelsel: het zorgkrediet. Het gaat om verlofstelsels die kunnen genomen worden voor de zorg van een kind (met inbegrip van een pleegkind), voor een kind met een handicap, voor medische bijstand, voor palliatieve zorg en voor een opleiding. Die verlofstelsels zijn beperkt qua opnameduur. Zij kunnen voltijds, halftijds en voor 1/5 genomen worden. Tabel 3.91 geeft een overzicht van de evolutie van de diverse soorten van zorgkrediet sinds de invoering van de nieuwe regelgeving.

AGODI jaarverslag 2020

125


Tabel 3.91: aantal personeelsleden met zorgkrediet Aantal Aantal Aantal Evolutie ten personeels- personeels- personeelsopzichte leden leden leden van vorig 2017-2018 2018-2019 2019-2020 schooljaar

Zorgkrediet voor een kind tot en met 12 jaar voltijds

711

790

828

4,81%

Zorgkrediet voor een kind tot en met 12 jaar halftijds

2.421

2.866

3.043

6,18%

Zorgkrediet voor een kind tot en met 12 jaar met 1/5 de

4.097

5.708

7.118

24,70%

Zorgkrediet voor medische bijstand voltijds

116

158

152

-3,80%

Zorgkrediet voor medische bijstand halftijds

207

321

437

36,14%

Zorgkrediet voor medische bijstand met 1/5 de

251

440

715

62,50%

Zorgkrediet voor palliatieve zorg voltijds

4

3

4

33,33%

Zorgkrediet voor palliatieve zorg halftijds

1

1

3

200%

Zorgkrediet voor palliatieve zorg met 1/5 de

4

4

1

-75%

Zorgkrediet voor een kind met een handicap voltijds

11

6

5

-16,67%

Zorgkrediet voor een kind met een handicap halftijds

46

48

53

10,42%

Zorgkrediet voor een kind met een handicap met 1/5 de

52

76

96

26,32%

Zorgkrediet voor opleiding voltijds

79

78

60

-23,08%

Zorgkrediet voor opleiding halftijds

117

117

120

2,56%

Zorgkrediet voor opleiding met 1/5 de

137

164

203

23,78%

8.254

10.780

12.838

19,09%

Totaal

Uit tabel 3.91 blijkt dat er in het schooljaar 2019-2020 in totaal 12.838 personeelsleden een vorm van zorgkrediet opnamen. Het gaat om een stijging van 19,09% tegenover het vorige schooljaar. Doordat de mogelijkheid tot opname van het Vlaams zorgkrediet pas is gestart op 2 september 2016, hebben in het schooljaar 2016-2017 nog heel veel personeelsleden een laatste keer gebruik gemaakt van het stelsel van loopbaanonderbreking. Een bijkomende reden is dat een nieuw systeem altijd een tijdje nodig heeft om bekend te raken bij de doelgroep. Ook is het zo dat er naast het zorgkrediet de mogelijkheden voor thematische loopbaanonderbreking, uitgaande van de federale overheid, zijn blijven bestaan en financieel iets gunstiger zijn dan de tegemoetkoming bij het Vlaams zorgkrediet. Zorgkrediet blijkt het meest genomen te worden voor de zorg van kinderen tot en met 12 jaar. De meerderheid van de personeelsleden kiest voor een zorgkrediet waarbij een voltijdse opdracht verminderd wordt met 1/5.

126

AGODI jaarverslag 2020


3

3.7.4

Andere dienstonderbrekingen

Tabel 3.92: aantal personeelsleden in diverse dienstonderbrekingen Aantal personeelsleden 2017-2018

Aantal personeelsleden 2018-2019

Aantal personeelsleden 2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Halftijds politiek verlof

102

153

113

-26,14%

Voltijds politiek verlof

40

68

62

-8,82%

Omstandigheidsverlof

2.756

3.111

2.625

-15,62%

447

487

333

-31,62%

1.796

1.996

1.682

-15,73%

Ongewettigde afwezigheid Nascholing volgen

• Er is een daling van 15,62% ten opzichte van 2018-2019 voor het aantal personeelsleden met omstandigheidsverlof waarvoor een vervanger wordt aangesteld. Personeelsleden kunnen dat verlof nemen voor een welbepaalde gebeurtenis (geboorte, bevalling partner, overlijden of huwelijk). Scholen geven dat verlof alleen door aan AGODI wanneer zij een vervanger aanstellen. • Het aantal ongewettigde afwezigheden is met 31,62% gedaald ten opzichte van het schooljaar 2018-2019. • Het aantal personeelsleden met een politiek verlof is eveneens gedaald.

3.8

Vaste benoemingen

Een vaste benoeming biedt een personeelslid werkzekerheid en salarisgarantie. Voor de vast benoemden geldt een aangepast bijdragestelsel voor de sociale zekerheid. Ze krijgen recht op een rustpensioen ten laste van de schatkist/overheid. In de loopbaan van een personeelslid is de vaste benoeming zonder meer een belangrijke mijlpaal. Administratieve en geldelijke verwerking Het schoolbestuur kent de vaste benoemingen toe en deelt die mee aan AGODI. Een quasi geautomatiseerd systeem ondersteunt een snelle en kwaliteitsvolle afhandeling. Die resulteert in het betalen van een salaris als vast benoemd personeelslid. 1 januari als ingangsdatum Vanaf 2015 tot en met 2018 waren de ingangsdata van de vaste benoemingen in wervingsambten vervroegd naar 1 juli en 1 oktober. Vanaf 2019 geldt opnieuw 1 januari als enige datum voor vaste benoeming. Vacantverklaring op basis van 15 oktober Op 1 januari wordt vast benoemd in betrekkingen die vóór 15 november vacant zijn verklaard op basis van de beschikbare betrekkingen op 15 oktober. Naast de ‘organieke’ betrekkingen zitten daarin ook de betrekkingen van personeelsleden met een eindeloopbaanverlofstelsel.

AGODI jaarverslag 2020

127


Aantal vaste benoemingen op 1 januari 2020

Officieel

Andere

Totaal

Totaal 2018

1.066

3.279

1.349

4

5.638

4.274

31,91%

Secundair onderwijs

1.411

3.743

437

4

5.595

5.422

3,19%

totaal

Vrij

Basisonderwijs

Evolutie

GO!

Tabel 3.93: aantal vaste benoemingen per niveau en per net

Deeltijds Kunstonderwijs

76

12

632

5

725

536

35,26%

CLB

40

203

10

8

261

294

-11,22%

Internaten

38

20

0

0

58

35

65,71%

2.571

7.257

2.428

21

12.277

10.561

16,24%

Totaal 01-01-2020 Totaal 01-01-2019 Evolutie totaal

1.929

6.662

1.953

17

10.561

33,28%

8,93%

24,32%

23,52%

16,24%

Een vaste benoeming wordt geteld per stamboeknummer, instellingsnummer en instellingsstructuur. Door die telwijze ligt het aantal vaste benoemingen hoger dan het aantal betrokken personeelsleden. Het totale aantal vaste benoemingen op 1 januari 2020 is merkbaar toegenomen in vergelijking met het totale aantal benoemingen in 2019, met uitzondering van de benoemingen in de CLB’s. De omvangrijkste procentuele stijging situeert zich in de internaten (65,71%). Het basisonderwijs tekent de grootste nominale stijging op. De globale stijging is verklaarbaar doordat voorafgaand aan 1 januari 2020 geen vaste benoemingen zijn uitgesproken op andere data in 2019. Dat was anders bij de benoemingsronde op 1 januari 2019, waar als gevolg van de reglementaire uitvoering van CAO XI op 1 juli 2018 en op 1 oktober 2018 reeds vaste benoemingen waren uitgesproken. Daarnaast dient te worden vermeld dat het vacant worden van een betrekking en een daaropvolgende vaste benoeming het samenspel is van veel factoren. Naast een stijging of daling van het aantal leerlingen (en dus ook van het lestijden- en urenpakket) spelen ook de mobiliteit, uitstap of pensionering van vast benoemde personeelsleden een rol. Weigeringen van vaste benoeming In 2020 werden in totaal 28 vaste benoemingen geweigerd. Zoals de voorgaande jaren is dat een steeds kleinere fractie (0,22%) van het totale aantal vaste benoemingen. De meeste weigeringen (65,28%) in 2020 zijn ontstaan doordat de betrekking niet vacant was op de datum van de vacantverklaring (15 oktober 2019).

128

AGODI jaarverslag 2020


3

Ambitie 5: we handelen de vaste benoemingen binnen de vastgelegde termijn af AGODI wil 99% van de dossiers die volledig en correct zijn ingediend, binnen de vastgelegde termijn afhandelen. De dossiers vaste benoeming met ingangsdatum 1 januari worden afgehandeld uiterlijk voor de betaaldatum van april. Die termijn is gehaald voor 99,85% van alle dossiers van vaste benoeming op 1 januari 2020.

3.9

Reaffectatiestelsel

Soms kan een schoolbestuur op 1 september niet al haar vast benoemde personeelsleden dezelfde opdrachten geven als die waarvoor zij op 30 juni van het vorige schooljaar vast benoemd waren. Ze moet die personeelsleden dan ‘ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking’ (TBSOB). Dat betekent dat het personeelslid moet worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld. Dat kan binnen elke vacante betrekking of in een betrekking waarvan de titularis of zijn vervanger afwezig is voor een periode van ten minste tien werkdagen. De TBSOB is in de regel een gevolg van een daling van leerlingen op schoolniveau of op het niveau van een bepaalde studierichting of vak. Tabel 3.94: personeelsleden in TBSOB in aantallen en VTE*

*

Deeltijds

1.047

Secundair onderwijs

914

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

GO

Voltijdse equivalenten

Deeltijds

Basisonderwijs

Aantal personeelsleden

20

383,44

438,32

2,23

VGO

2.099

2.906

9

863,89

1.396,78

3,13

OGO

825

359

449

255,18

147,06

87,45

Ander

19

32

4

17,03

29,05

0,99

Totaal

3.857

4.344

482

1.519,56

2.011,2

93,81

Eindtotaal 2019-2020

8.683

3.624,57

Eindtotaal 2018-2019

8.163

3.419,58

Evolutie totaal 2019-2020 ten opzichte van 2018-2019

6,37%

5,99%

cijfers op 30-06-2020

AGODI jaarverslag 2020

129


Tijdens het schooljaar 2019-2020 kregen 8.683 vast benoemde personeelsleden te maken met een TBSOB. Dat komt overeen met bijna 3.625 voltijdse betrekkingen. Daarvan werd in totaal 89% opgevangen door reaffectaties of wedertewerkstellingen in de eigen school, het eigen schoolbestuur of door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap. Ten opzichte van het totale aantal betaalde voltijdse equivalenten vertegenwoordigt die groep 2,44% Het aantal personeelsleden dat ter beschikking werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking is in het schooljaar 2019-2020 gestegen. Wat het aantal personeelsleden betreft, gaat het om een stijging van 6,37%. Qua voltijdse equivalenten gaat het om een stijging van 5,99%. Het reaffectatiestelsel zorgt ervoor dat de vast benoemde personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking, toch een tewerkstelling krijgen. De toewijzing gebeurt op verschillende opeenvolgende niveaus: binnen het schoolbestuur, door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, de reaffectatiecommissie van de scholengroep in het GO! en de Vlaamse reaffectatiecommissie. Boventallige personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap geen reaffectatie of wedertewerkstelling verkrijgen, worden door die reaffectatiecommissie toegewezen aan een of meerdere scholen van de scholengemeenschap. Dat gebeurt in een niet-organieke betrekking in het ambt waarin het personeelslid ter beschikking werd gesteld. Ze worden daar zinvol ingezet voor pedagogische ondersteuning. Het is ook zo dat zij in de loop van het schooljaar vervangingen moeten opnemen van afwezige personeelsleden. Vanaf 1 september 2020 is de Vlaamse reaffectatiecommissie weer bevoegd voor de scholen die behoren tot een scholengemeenschap in het basis- en secundair onderwijs en voor de centra voor volwassenenonderwijs. Dat betekent dat de Vlaamse reaffectatiecommissie weer ten volle reaffectaties en wedertewerkstellingen kan toewijzen in die onderwijsniveaus. Een TBSOB zonder reaffectatie of wedertewerkstelling belast het onderwijsbudget extra. AGODI volgt de evolutie van dat aantal op. Tabel 3.95 toont de evolutie van het volume aan TBSOB, uitgedrukt in VTE, dat niet kon worden opgelost via een reaffectatie of wedertewerkstelling in een organieke betrekking.

130

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.95: aantal VTE personeelsleden in TBSOB zonder reaffectatie of wedertewerkstelling in een organieke betrekking* 2019-2020 2019

Evolutie ten opzichte van 2018-2019

bao

so

dko

Totaal

bao

so

dko

Totaal

51,16

97,34

0,17

148,67

-10%

16%

-65%

5%

VGO

31,37

155,26

0,28

186,91

-21%

24%

-

14%

OGO

13,84

19,1

7,45

40,39

15%

25%

-25%

8%

Andere

1

0,03

0,01

1,04

-

-

-90%

940%

Totaal

97,36

271,73

7,91

377

-10%

21%

-25%

10%

GO!

2018-2019 2018

bao

Evolutie ten opzichte van 2017-2018

so

dko

Totaal

so

dko

Totaal

GO!

56,62

84,19

0,49

141,3

18%

36%

-9%

28%

VGO

39,86

124,75

0

164,61

12%

35%

-100%

28%

OGO

12,01

15,28

9,97

37,26

8%

19%

25%

17%

Andere

0

0

0,1

0,1

0%

-100%

-

11%

Totaal

108,49

224,22

10,56

343,27

14%

34%

24%

27%

2017-2018 2017

*

bao

Evolutie ten opzichte van 2016-2017

bao

so

dko

Totaal

bao

so

dko

Totaal

GO!

48,16

62,11

0,54

110,81

83%

43%

-54%

56%

VGO

35,73

92,64

0,04

128,41

104%

32%

-71%

46%

OGO

11,15

12,79

7,96

31,9

15%

0%

-8,50%

2%

Andere

0

0,09

0

0,09

0%

-

0%

-

Totaal

95,05

167,62

8,53

271,21

78%

32%

-15%

42,50%

cijfers op 30-06-2020

Er is een sterke stijging tijdens de drie afgelopen schooljaren, gaande van 271,21 VTE in het schooljaar 2017-2018, over 343,27 VTE in het schooljaar 2018-2019 naar 377 VTE op 30 juni 2020. Het gaat om een stijging van 10% ten opzichte van 2018-2019. Tegenover 2017-2018 gaat het om een stijging van 39%. De hoofdoorzaak van die stijgingen is een rechtstreeks gevolg van het feit dat sinds 2015-2016 ook de personeelsleden die binnen de scholengemeenschap een niet-organiek ambt kregen toegewezen, nu opgenomen zijn in de tabellen. Voor dergelijke dossiers werd voordien een organieke oplossing gezocht door de Vlaamse reaffectatiecommissie. De stijging van de niet gereaffecteerde/wedertewerkgestelde personeelsleden in het basis- en secundair onderwijs is voor een groot deel te wijten aan de maatregelen van het M-decreet. Daardoor moesten een aantal vastbenoemde personeelsleden ter beschikking gesteld worden vanaf 1 september 2017. Zij konden voor een groot deel onmiddellijk gereaffecteerd worden in tijdelijke lestijden of uren die werden gecreëerd voor het ondersteuningsmodel of ze konden wedertewerkgesteld worden in het gewoon onderwijs binnen de eigen scholengemeenschap. Er was echter geen verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling in een ondersteuningsnetwerk. AGODI jaarverslag 2020

131


Op het einde van het schooljaar 2019-2020 blijven er bijgevolg 377 voltijdse equivalenten zonder organieke reaffectatie of wedertewerkstelling over. Het gaat om 1.430 personeelsleden. De werking van de Vlaamse reaffectatiecommissie De Vlaamse reaffectatiecommissie wordt voorgezeten en ondersteund door ambtenaren van AGODI. De commissie heeft onder meer als bevoegdheid een geschikte reaffectatie of wedertewerkstelling te zoeken voor de personeelsleden die niet in een voorgaande commissie gereaffecteerd of wedertewerkgesteld konden worden. Door de opschorting die geldt voor de scholen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs die deel uitmaken van een scholengemeenschap, staat zij de facto in voor de toepassing van de regelgeving TBSOB voor het beperkt aantal scholen van basis- en secundair onderwijs dat niet tot een scholengemeenschap behoort, voor de scholen van dko en de centra van het volwassenenonderwijs. De Vlaamse reaffectatiecommissie was in haar werking in 2019-2020 goed voor een tewerkstelling van 11,60 VTE (en 4,70 VTE voor het volwassenenonderwijs). Het betrof 40 personeelsleden. Daarnaast werden er voor alle onderwijsniveaus samen (inclusief volwassenenonderwijs) voor 26 VTE personeelsleden als pedagogische ondersteuning wedertewerkgesteld. Dat ging in totaal over 50 personeelsleden.

3.10 Personeelsmobiliteit binnen en buiten het onderwijs 3.10.1

Verlof wegens tijdelijk andere opdracht

Wie vastbenoemd is, kan volledig of gedeeltelijk afzien van de uitoefening van zijn ‘vaste’ opdracht om tijdelijk een andere opdracht (TAO) uit te voeren. Dat kan binnen een school, instelling of centrum van het schoolbestuur waarbij het personeelslid vast benoemd is of bij een ander schoolbestuur. Tabel 3.96: aantal personeelsleden met een TAO Evolutie

2017-2018

2018-2019

2019-2020

t.o.v. vorig schooljaar

Basisonderwijs

8.243

9.836

9.965

1,30%

Secundair

9.729

11.653

12.105

4%

Deeltijds Kunstonderwijs

680

864

887

3%

CLB

195

268

247

-8%

Internaat/IPO

106

123

139

13%

18.953

22.744

23.343

3%

Totaal

132

AGODI jaarverslag 2020


3

De decreten rechtspositie leggen strikte regels op om vastbenoemde personeelsleden met een andere opdracht te belasten. De schoolbesturen maken massaal gebruik van die ‘uitzonderingsmaatregel’. De stijging in 2018-2019 met 20% ten opzichte van het voorgaande schooljaar, zet zich niet door in 2019-2020. Er is nog steeds sprake van een stijging, maar dan beperkt tot 3% ten opzichte van schooljaar 2018-2019. Het toenemend succes van het TAO-stelsel bewijst enerzijds dat er nood is aan meer flexibiliteit. Anderzijds aarzelen scholen niet om dat instrument van flexibiliteit te hanteren, hoewel de regelgeving oplegt dat TAO maar in uitzonderlijke situaties mag worden toegepast. Bovendien legt de overheid in de regelgeving vaak vast dat vast benoemde personeelsleden alleen via het stelsel van TAO bepaalde vormen van omkadering kunnen opnemen. Het is dan ook aangewezen de restricties die in de personeelsreglementering zijn opgenomen voor het gebruik van TAO te versoepelen. Zo kan de reglementering tegemoetkomen aan de reële noden in het onderwijsveld. 3.10.2 Nieuwe affectaties, mutaties en herstructureringen

Tabel 3.97: aantal personeelsleden met nieuwe affectatie, mutatie, herstructurering Soort Onderwijs

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

DKO Totaal

Reden

2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie ten opzichte van vorig schooljaar

Herstructurering Mutatie Wijziging affectatie of aanwijzing Herstructurering Mutatie Wijziging affectatie of aanwijzing Herstructurering Mutatie Wijziging affectatie of aanwijzing

9 322 1.403 353 315 2.179 0 34 20

14 418 2.383 1.331 394 2.521 0 41 10

13 452 1.963 1.066 479 2.795 0 60 15

-7% 8% -18% -20% 22% 11% 0% 46% 50%

4.635

7.112

6.843

-4%

Een personeelslid dat vast benoemd wordt, krijgt een affectatie bij een school, instelling of centrum. In drie situaties kan die affectatie worden beëindigd: • nieuwe affectatie bij een andere school, instelling of een ander centrum van hetzelfde schoolbestuur • een mutatie naar een ander schoolbestuur • een herstructurering (meestal een school of instelling die fuseert of wordt overgenomen) AGODI gaat telkens na of de draagwijdte van de vaste benoeming wordt gerespecteerd. Tegenover het voorgaande schooljaar zien we een daling met 4%. Dat is te wijten aan de forse terugval bij de herstructureringen in het secundair onderwijs en bij de wijzigingen aan affectaties in het basisonderwijs.

AGODI jaarverslag 2020

133


3.10.3 Detacheringen: verloven wegens (bijzondere) opdracht Personeelsleden uit het onderwijs kunnen een verlof wegens (bijzondere) opdracht (of detachering) krijgen. Het personeelslid behoudt daarbij zijn salaris. Bij een verlof wegens opdracht wordt de volledige salariskost van de betrokken organisatie teruggevorderd. Binnen AGODI behandelt een aparte cel ‘Cel Detacheringen’ de aanvragen voor een detachering van de personeelsleden uit het basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, de CLB’s, het volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie.

Ambitie 6: we verwerken vlot de aanvragen tot detachering Het agentschap engageert zich om gemiddeld 98% van de detacheringsdossiers binnen de vastgelegde termijn af te handelen. AGODI streeft naar 100% tijdige afhandeling. De Cel Detacheringen handelt binnen 45 kalenderdagen een volledig en correct ingevulde detacheringaanvraag af. Uiterlijk op de laatste dag van die termijn stuurt de Cel Detacheringen een digitale bevestiging van het verlof wegens (bijzondere) opdracht naar de organisatie. Het agentschap behaalde in 2020 de termijn van 45 kalenderdagen. De norm voor de correcte afhandeling van de aanvraag die op 98% ligt, werd dus gehaald.

134

AGODI jaarverslag 2020


3

3.10.4 Outplacement Tabel 3.98: aantal outplacers verdeeld over de sectoren Sectoren

2018

2019

2020

Sector Gezondheidszorg

5

5

3

Sector Welzijn

1

1

1

Sector Kind en Gezin

0

0

0

Sector Gehandicapten

1

1

0

Sector natuur en milieu

0

0

0

Totaal

7

7

4

Vastbenoemde personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking kunnen op eigen initiatief en onder bepaalde voorwaarden een job uitoefenen buiten het onderwijs (outplacement). Het gaat meestal om boventallige personeelsleden die nog moeilijk aangesteld (gereaffecteerd of wedertewerkgesteld) kunnen worden in een onderwijsbetrekking die overeenstemt met hun bekwaamheidsbewijzen. De tewerkstelling buiten het onderwijs kan in de sectoren gezondheidszorg, bejaardenzorg, gehandicaptenzorg, residentieel welzijnswerk, bij Kind en Gezin en bij de natuur- en milieu-educatieve centra. In bepaalde gevallen moet de nieuwe werkgever een gedeelte van het salaris terugstorten. 3.10.5 Niet-ingevulde vervangingen Vanaf 1 september 2018 kregen scholen in het basis- en het secundair onderwijs de mogelijkheid om niet-ingevulde vervangingen (NIV) om te zetten in vervangingseenheden. Die konden ze opsparen en later tijdens het schooljaar aanwenden. De bedoeling van die maatregel was onder andere om tijdelijke leerkrachten betere tewerkstellingsmogelijkheden te bieden. Door het clusteren van vervangingseenheden konden scholen immers aantrekkelijkere vacatures creëren, zowel qua volume als qua duurtijd. Tijdens het schooljaar 2019-2020 werden in totaal bijna 12 miljoen vervangingseenheden opgebouwd, goed voor ongeveer 1.730 VTE. Daarvan werden ruim 4 miljoen eenheden opgebruikt, goed voor bijna 640 VTE. Meer dan 9.100 personeelsleden kregen op die manier een opdracht.

AGODI jaarverslag 2020

135


Tabel 3.99: globaal overzicht van de opbouw en aanwending NIV Basis- en secundair onderwijs

2018-2019

Totaal aanwending

Saldo

Percentage aanwending 2019-2020

Percentage aanwending 2018-2019

Evolutie t.o.v. 2018-2019

625.140

122.452

502.688

19,59%

19,59%

19,59%

11.844.319

4.355.099

7.489.220

37%

26%

11%

Aantal VTE’s

1731,2

640,74

1.090,46

37%

26%

11%

Aantal personeelsleden

26.238*

9.163

17.075

35%

30%

5%

Aantal eenheden

*

Totaal opbouw

Een personeelslid dat in meer dan één hoofdstructuur staat, wordt in elke hoofdstructuur afzonderlijk geteld. Bij het totaal wordt ieder personeelslid maar een keer geteld.

De onderstaande tabellen geven meer gedetailleerde informatie per onderwijsniveau.

Tabel 3.100: overzicht opbouw NIV per onderwijsniveau

Onderwijsniveau

Gewoon basisonderwijs

Aantal VTE 2018-2019

Aantal VTE 2019-2020

Evolutie VTE

Aantal

Aantal

Evolutie aantal

536,98

697,39

23%

10.924

12.290

11%

Buitengewoon basisonderwijs

117,93

137,49

14%

1.643

1.782

8%

Gewoon secundair onderwijs

658,42

722,68

9%

11.188

10.861

-3%

Buitengewoon secundair onderwijs

143,64

173,64

17%

1.963

2.011

2%

Totaal

1456,97

1731,20

16%

25.059*

26.238*

4%

* Een personeelslid dat in meer dan één hoofdstructuur staat, wordt in elke hoofdstructuur afzonderlijk geteld. Bij het totaal wordt ieder personeelslid maar een keer geteld.

136

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.101: overzicht aanwending NIV per onderwijsniveau

Onderwijsniveau

Gewoon basisonderwijs

*

Aantal VTE 2018-2019

Aantal VTE 2019-2020

Evolutie VTE

Aantal

Aantal

Evolutie aantal

97,98

210,41

53%

2.118

3.203

34%

Buitengewoon basisonderwijs

21,72

48,72

55%

371

548

32%

Gewoon secundair onderwijs

214,56

314,69

32%

4.291

5.055

15%

Buitengewoon secundair onderwijs

43,53

66,92

35%

607

711

15%

Totaal

377,79

640,74

41%

7.387*

9.163*

19%

Een personeelslid dat in meer dan één hoofdstructuur staat, wordt in elke hoofdstructuur afzonderlijk geteld. Bij het totaal wordt ieder personeelslid maar een keer geteld.

3.11 Tuchtsancties en bewarende maatregelen Bepaalde tuchtsancties of bewarende maatregelen verwijderen een personeelslid uit zijn ambt. Het personeelslid dat uit zijn ambt is verwijderd, wordt vervangen. Zowel de titularis als de vervanger ontvangen een bezoldiging. Tabel 3.102: aantal personeelsleden met tucht- of bewarende maatregel 2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Preventieve schorsing

92

91

74

-18,68%

TBS ambtsontheffing in belang dienst

9

9

6

-33,33%

TBS bij tuchtmaatregel

4

10

11

10%

Schorsing bij tuchtmaatregel

32

24

21

-12,50%

137

134

112

-16,42%

Totaal

Het aantal personeelsleden in het schooljaar 2019-2020 met een tuchtsanctie of bewarende maatregel is ten opzichte van het schooljaar 2018-2019 gedaald met 16,42%. Het aantal preventieve schorsingen is gedaald met 18,68% tegenover het schooljaar 2018-2019. De TBS ambtsontheffing in het belang van de dienst is uitdovend.

AGODI jaarverslag 2020

137


3.12 Begin van de loopbaan Tabel 3.103: aantal nieuwe personeelsleden in het onderwijs Schooljaar 2017-2018

Schooljaar 2018-2019

Schooljaar 2019-2020

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Basisonderwijs

3.893

4.343

3.776

-13,06%

Secundair onderwijs

Onderwijsniveaus

4.293

4.784

4.295

-10,22%

Deeltijds kunstonderwijs

364

490

475

-3,06%

Centra voor leerlingenbegeleiding

236

341

270

-20,82%

8.393

9.500

8.505

-10,47%

Totaal AGODI

Alle personeelsleden die een nieuw stamboeknummer ontvingen tussen 1 juli 2019 en 31 augustus 2020 en daarnaast minimum een opdracht hebben tijdens het schooljaar 2019-2020, werden geteld. Een aantal personeelsleden werkt in meerdere onderwijsniveaus tegelijkertijd. Die personeelsleden worden dan in elk onderwijsniveau afzonderlijk geteld. In het totaalcijfer tellen die personeelsleden maar een keer mee. In het schooljaar 2019-2020 gingen in totaal 8.505 personeelsleden voor de eerste keer aan de slag in het onderwijs. Dat zijn er 10,47% minder dan in het schooljaar daarvoor. Het gaat om 2.287 mannen en 6.218 vrouwen.

3.13 Einde van de loopbaan Personeelsleden in een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden (TBSPA) voorafgaand aan het rustpensioen Het totale aantal personeelsleden in een stelsel van TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen (TBSVP) blijft ook in het schooljaar 2019-2020 verminderen door het uitdoven van de mogelijkheden voor de meerderheid van de doelgroep. Personeelsleden die geboren zijn tussen 1 september 1947 en 1 september 1954 konden gebruik maken van een overgangsregeling. Die groep kon volledig uitstappen vanaf de minimumleeftijd van 58 jaar (of 56 voor het kleuteronderwijs), maar kon ook op basis van een bonusregeling (gebaseerd op de geldelijke anciënniteit) geheel of gedeeltelijk vroeger uitstappen nadat zij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt. Omdat die groep door pensionering steeds kleiner werd, daalde het aantal personeelsleden die konden gebruik maken van de bonusregeling. Vanaf het schooljaar 2019- 2020 is er niemand meer die daarvan gebruik maakt. De uitstapregeling voor het onderwijs is met ingang van 1 september 2012 grondig gewijzigd. Voor de personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 januari 1958 en die niet uitsluitend vast benoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer en/of kleuteronderwijzer ASV, wordt de uitstapregeling afgeschaft. Er is een aangepaste regeling voor de personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 januari 1959 en die uitsluitend vast benoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer en/of kleuteronderwijzer ASV (Algemene en Sociale Vorming). De personeelsleden die geboren zijn voor bovenvermelde data kunnen genieten van een overgangsregeling.

138

AGODI jaarverslag 2020


3

Ook het bedrag van het wachtgeld is gewijzigd. Voor de personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 september 1954, vermindert het wachtgeld met een bepaald percentage, afhankelijk van de duur van de periode van terbeschikkingstelling. Voor de personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 april 1956 en uitsluitend vast benoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer en/of kleuteronderwijzer ASV daalt het wachtgeld ook. De aantallen dalen alsmaar sterker, omdat steeds minder personeelsleden nog een TBSVP kunnen nemen. Door de strengere voorwaarden van de TBSVP konden ook in het schooljaar 2019-2020 opnieuw minder personeelsleden van de uitstapregeling gebruik maken. Velen die al in het stelsel zaten, hebben ondertussen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dat verklaart de daling van hun aantal met 15,89%. Tabel 3.104: aantal personeelsleden in stelsel van TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen 2017-2018

2018-2019

2019-2020

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Bonus (°1947-1954)

50

14

0

-100%

TBSVP

800

384

323

-15,89%

Totaal

850

398

323

-18,84%

De gegevens in figuur 5 tonen duidelijk de gevolgen van de gewijzigde regelgeving vanaf het schooljaar 2010-2011. Figuur 3.5: aantal personeelsleden in het stelsel van TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen 7.000

6.356

6.000 4.959

5.000 4.000

3.552

3.000 2.305 2.000

1.467 850

1.000

398

323

0 02

9

-2 19 20

20

18

-2

01

8 -2 01 17 20

20

16

-2

01

7

6 -2 01 15 20

5 -2 01 14 20

01 -2 13 20

20

11-

20 1

2

4

0

AGODI jaarverslag 2020

139


De gegevens in figuur 3.5 tonen duidelijk de gevolgen van de gewijzigde regelgeving vanaf het schooljaar 2010-2011. Aantal eindeloopbaandossiers in het kalenderjaar 2020 Tabel 3.105: aantal afgehandelde dossiers terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen (TBSVP) Onderwijsniveau

2018

2019

2020

Basisonderwijs en CLB’s

120

138

148

7,25%

Secundair onderwijs

120

35

10

-71,43%

8

8

3

-62,50%

248

181

161

-11,05%

Deeltijds Kunstonderwijs Totaal

Evolutie t.o.v. 2019

De gevolgen van de wijzigingen in de uitstapregeling waren al vanaf 2018 heel goed zichtbaar. Vanaf 2019 vermindert het aantal aanvragen in het secundair en deeltijds kunstonderwijs drastisch. Diegenen die in die onderwijsniveaus in 2020 nog een TBSVP aanvroegen zijn personeelsleden die pas eind 2020, in 2021 of in 2022 met pensioen konden gaan en dus hun TBSVP niet vroeger konden aanvragen. Door de pensioenhervorming van de vorige federale regering verschoof de pensioendatum voor sommigen immers naar een later moment. In het basisonderwijs hebben kleuteronderwijzers en kleuteronderwijzers ASV wel nog recht op een TBSVP. Daarom dalen de cijfers sinds 2018 niet meer, ze stijgen zelfs opnieuw. De oorzaak is waarschijnlijk ook hier dat personeelsleden de voorbije jaren geen aanvraag konden indienen, omdat hun pensioendatum nog te ver in de toekomst lag. In 2020 konden zij de aanvraag wel indienen.

140

AGODI jaarverslag 2020


3

Ambitie 7: we handelen tijdig en correct de aanvragen TBSVP af Het agentschap engageert zich om gemiddeld 98% van de dossiers, die het drie maanden voor de ingangsdatum ontvangt, binnen de vastgelegde termijn af te handelen. AGODI streeft naar 100% tijdige afhandeling. In 2020 werd 100% van de 138 tijdig ingediende dossiers TBSVP en bonus binnen de vastgelegde termijn afgehandeld. Het agentschap behaalde dus de vastgelegde norm. Voor de correctheid van de berekening van het wachtgeld hanteert AGODI een norm van 98%. We blijven streven naar 100%. In de toekomst kunnen alleen kleuteronderwijzers en kleuteronderwijzers ASV van een TBSVP gebruik maken. Daarom heeft AGODI de steekproef in 2020tot het basisonderwijs beperkt. Uit onderzoek van die steekproef blijkt dat 95,90% van de dossiers correct werd betaald. Dat is een stijging van 16,83% tegenover 2019, toen de correctheid 79,07% bedroeg. De maatregelen die AGODI intussen heeft genomen om de correctheid van de afhandeling van de dossiers TBSVP te verbeteren, hebben hun vruchten afgeworpen. De norm is nog niet gehaald, maar de dienstverlening is merkbaar verbeterd. AGODI moet nog meer aandacht hebben voor een correct gebruik van de geldelijke anciënniteit en het jaarsalaris en voor een correcte codering van het wachtgeld.

AGODI jaarverslag 2020

141


Pensioendossiers en overdrachten Door de pensioenhervorming van 2011 is de procedure van de pensioenaanvraag volledig veranderd. De personeelsleden moeten voortaan hun vraag tot pensionering rechtstreeks aan de Federale Pensioendienst (FPD) richten. Daarnaast is AGODI verplicht om in het kader van de regelgeving Carrière publique électronique – elektronische loopbaan overheid (Capelo) alle personeelsgegevens tot en met het jaar 2010 via een attest ‘historische loopbaangegevens’ elektronisch aan FPD over te maken. Eind 2015 heeft AGODI die gegevens kunnen bezorgen voor 174.000 dossiers. De prestaties vanaf 2011 worden doorgegeven via de driemaandelijkse Déclaration multifonctionelle/multifunctionele Aangifte (DmfA). De nieuwe werkwijze geldt voor alle pensioneringen die gestart zijn vanaf 1 januari 2013. AGODI maakt sindsdien geen klassiek pensioendossier meer op. Voor personeelsleden die in het verleden tijdelijk in het onderwijs werkten, maar daarna zijn overgestapt naar een andere werkgever en niet benoemd werden bij een overheid, bezorgt AGODI wel nog alle salarisgegevens aan de FPD. Het gaat dan over de zogenaamde ‘overdrachten’. Tabel 3.106: aantal afgehandelde overdrachten 2018

2019

2020

Evolutie t.o.v. 2019

41

43

17

-60,47%

Overdrachten

Meer en meer dossiers van onderwijspersoneelsleden uit het verleden zijn aangegeven in Capelo. Daardoor heeft de FOD minder de behoefte om nog overdrachten te vragen, wat de dalende cijfers verklaart.

3.14 Terugvorderingen Wanneer personeelsleden voor een bepaalde periode ten onrechte een salaris hebben ontvangen, moet dat door AGODI teruggevorderd worden. Als het bedrag kleiner is dan 100 euro, wordt het onmiddellijk ingehouden op de latere bezoldigingen. Wanneer het gaat om een terugvordering tussen de 100 en 400 euro volgt een voorstel tot geleidelijke afhouding in de daaropvolgende maanden, met respect van de loongrenzen. Voor bedragen hoger dan 400 euro werkt AGODI altijd via een terugvorderingsbrief. De grote volumes aan terugvorderingen gebeuren aan schoolbesturen die personeel hebben aangesteld via het personeel werkingsbudget (PWB) en die daarvoor tweemaal per jaar de volledige loonkost terugbetalen. Een derde grote categorie zijn de terugvorderingen aan organisaties die personeelsleden aanstellen via detachering10.

10

142

Zie ook punt 3.10.3 Detacheringen: verloven wegens (bijzondere) opdracht

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.107: overzicht terugvorderingen 2018

2019

2020

Resterende terugvorderingen

7.300199,47

8.444.995,95

7.354.178,27

waarvan terugvorderingen inrichtende machten

855.398,24

647.850,98

1.353.797,86

- waarvan lonen AGODI

6.444.801,23

7.797.145,07

6.000.380,41

PWB

25.426.771,33

37.697.010,66

42.732.586,46

Detacheringen

31.230.966,07

31.979.333,46

32.011.477,23

Totaal

63.957.936,87

78.121.340,06

82.098.241,96

De terugvorderingen stijgen ten opzichte van het vorige jaar, voornamelijk door de stijging van de PWB’s. Die maatregel wordt door schoolbesturen steeds vaker gebruikt en geraakt ook meer en meer ingeburgerd in alle niveaus in plaats van enkel in het leerplichtonderwijs. Terugvorderingen ongevallen met derden (arbeids- en buitendienstongevallen) Als bij een arbeidsongeval of een buitendienstongeval een derde aansprakelijk is, vordert AGODI het salaris terug van de verzekering van de tegenpartij wanneer het personeelslid door een ongeval afwezig is. Tabel 3.108: teruggevorderde bedragen bij terugvorderingen ongevallen met derden 2018

2019

2020

2.294.520

1.668.673

2.763.896

Oorzaken van terugvorderingsdossiers

7-12 maanden

> 12 maanden

%

Aantal

%

Aantal

%

151

68,64%

33

15,00%

6

2,73%

1

0,45%

2

0,91%

2

0,91%

Fout werkstation of informatica-systeem

2

0,91%

1

0,45%

0

0%

0

Andere

13

5,91%

7

3,18%

1

0,45%

1

Totaal

167

75,91%

43

19,55%

9

4,09%

1

0,45%

Foute of laattijdige zendingen school Foute of laattijdige melding personeelslid

Totaal

%

Aantal

3-6 maanden

Aantal

≤2 maanden Aantal

Tabel 3.109: oorzaken van terugvorderingen

%

0

0%

190

86,36%

0

0%

5

2,27%

0%

3

1,36%

0,45%

22

10%

220

100%

AGODI jaarverslag 2020

143


Uit de analyse van een steekproef van 220 willekeurige terugvorderingsdossiers, blijkt dat de terugvorderingen voor het onderwijspersoneel meestal teruggaan tot het salaris van maximaal twee maanden geleden. Dat geldt voor bijna 76% van de dossiers uit de steekproef. Als een school bijvoorbeeld informatie na de afsluitdatum van de lopende bezoldigingscyclus aan AGODI meedeelt, kan dat een terugvordering veroorzaken. Het personeelslid zelf is eerder zelden oorzaak van een terugvordering. Terugvorderingen met als oorzaak ‘andere’ redenen zijn veelal te wijten aan de toepassing van regelgeving, die in sommige gevallen leidt tot een terugvordering. De beperking tot 300 betaalde dagen per schooljaar voor een tijdelijk personeelslid is daarvan een typisch voorbeeld. Een ander voorbeeld is een terugvordering als gevolg van de omzetting naar ziekteverlof tijdens de zomervakantiemaanden. Terugvorderingsdossiers en vastgestelde rechten in 2020

Tabel 3.110: teruggevorderde bedragen bij terugvorderingsdossiers en vastgestelde rechten bij PWB's en detacheringen 2018

2019

2020

Evolutie 2019-2020

Dossiers

Rechten

Dossiers

Rechten

Dossiers

Rechten

Dossiers Rechten

Detacheringen

953

31.687.964,74

747

31.979.333,46

676

32.011.477,23

-9,50%

0,10%

Personeel ten laste van het werkingsbudget

1.213

32.129.774,32

1.555

37.484.133,30

1.692

42.732.586,46

8,80%

14%

Het bedrag van de terugvorderingen van PWB en detacheringen in 2020 is gestegen, vooral dankzij het aantal PWB’s. Het gaat hier over uitgestuurde vorderingen van 2020, wat niet betekent dat die bedragen integraal in dat jaar worden ontvangen. Het aantal dossiers detacheringen is verder gedaald. Het aantal detacheringen voor kortere periodes (minder dan een volledig schooljaar) is door de nieuwe regelgeving sterk afgenomen. Er worden dus veel minder detacheringen aangevraagd, maar voor een veel langere periode, waardoor het bedrag dat wordt teruggevorderd ongeveer gelijk blijft.

144

AGODI jaarverslag 2020


3

Ambitie 8: we handelen tijdig de terugvorderingsdossiers voor detacheringen en voor personeelsleden die zijn aangesteld op het werkingsbudget (PWB) af De norm voor de tijdige afhandeling van de terugvorderingen voor dossiers detacheringen is 98%. De vooropgestelde norm werd in 2020 bereikt. Alle terugvorderingen werden binnen de deadline verzonden. In totaal werden 676 terugvorderingen verstuurd in 2020. Sinds 2017 groepeert AGODI de terugvorderingen per organisatie. De organisatie krijgt daardoor een gebundeld overzicht van de salariskosten van de bij hen gedetacheerde personeelsleden en moet maar één overschrijving doen. De norm voor de tijdige afhandeling van de terugvorderingen voor PWBdossiers is 98%. Met ingang van 1 september 2012 werd de mogelijkheid tot aanstelling van personeelsleden op basis van het werkingsbudget uitgebreid tot alle onderwijsniveaus en alle ambten. In 2020 vertrokken er 1.692 aangetekende terugvorderingsdossiers naar de betrokken schoolbesturen. De vooropgestelde norm werd gehaald.

AGODI jaarverslag 2020

145


3.15 Arbeidsongevallen in het onderwijs De dienst arbeidsongevallen binnen AGODI behandelt de arbeidsongevallen voor het onderwijspersoneel en de personeelsleden van de Vlaamse overheid voor de entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid. In punt 4.1 vindt u meer informatie over de arbeidsongevallen voor de ambtenaren. De dienst arbeidsongevallen staat in voor de erkenningen, de verwerking van de genezingsverklaringen en de consolidatiebeslissingen door Medex, het opmaken van de besluiten voor rentevergoedingen, terugvorderingen aan derden en het ingeven van de aangiften in Publiato. Wat het onderwijspersoneel betreft, gaat het om alle personeelsleden uit de onderwijsinstellingen die het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming bezoldigt en de contractuele personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, de autonome hogescholen en alle personeelsleden van de Universiteit Gent. Afwezig wegens een arbeidsongeval in het schooljaar 2019-2020 Tabel 3.111: aantal afwezigheden wegens arbeidsongeval Aantal Onderwijsniveau personeelsleden 2017-2018

Aantal personeelsleden 2018-2019

Aantal personeelsleden 2019-2020

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Basisonderwijs

1.508

1.628

1.255

-22,91%

Secundair onderwijs

1.768

1.892

1.432

-24,31%

Deeltijds Kunstonderwijs

62

54

46

-14,81%

CLB’s

40

41

44

7,32%

3.378

3.560

2.737

-23,12%

Totaal AGODI

*

* Op het totaal van AGODI worden dubbeltellingen uitgesloten. Een personeelslid dat een arbeidsongeval heeft en in meerdere onderwijsniveaus staat, wordt maar een keer geteld. In de afzonderlijke onderwijsniveaus wordt dat personeelslid per onderwijsniveau geteld. De cijfers voor ‘Totaal AGODI’ zijn dan ook lager dan de optelsom van de cijfers voor de verschillende onderwijsniveaus.

Het aantal personeelsleden uit het onderwijs dat in het schooljaar 2019-2020 afwezig was wegens een arbeidsongeval is het voorbije schooljaar met 23,12% gedaald. Die daling in afwezigheden wegens een arbeidsongeval hangt samen met de daling in de aangiften van arbeidsongevallen (zie tabel 3.122), wat op zijn beurt te maken heeft met de coronamaatregelen en het daaraan gekoppelde maximale thuiswerken.

146

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.112: aantal aangiften en afhandelingen arbeidsongevallen Arbeidsongevallen

2018

2019

2020

Evolutie t.o.v. vorig jaar

Aangiften arbeidsongeval

8.278

7.812

4.990

-36,12%

942

976

634

-35,04%

7.336

6.836

4.356

-36,28%

86

95

60

-36,84%

Agressie van leerlingen

64

75

49

-34,67%

Agressie van ouders of familie

18

12

7

-41,67%

Agressie van buitenstaanders

4

8

4

-50%

Arbeidsongevallen ambtenaren

574

544

374

-31,25%

Beroepsziekten

31

38

23

-39,47%

Buitendienstongevallen

63

47

38

-19,14%

Arbeidsongevallen met derden Arbeidsongevallen zonder derden Arbeidsongevallen door agressie

AGODI jaarverslag 2020

147


Ambitie 9: we beslissen snel over de erkenning van arbeidsongevallen AGODI verbindt zich ertoe 80% van de beslissingen binnen 30 werkdagen en 100% van de beslissingen binnen 90 werkdagen te nemen. In 92,75% van de arbeidsongevallen bij het onderwijspersoneel is binnen de voorziene termijn van 30 werkdagen een juridische beslissing genomen. Het ging om 4.619 beslissingen. Voor 99,04% van de arbeidsongevallen werd binnen de voorziene termijn van 90 werkdagen een juridische beslissing genomen. Het ging om 5.076 beslissingen. Voor de personeelsleden van de Vlaamse overheid11 werd in 83,25% van de aangiften een beslissing genomen binnen de afgesproken termijn van tien werkdagen. Het ging om 318 beslissingen. Voor 98,95% van de aangiften werd de beslissing genomen binnen een termijn van 60 werkdagen; het ging om 378 beslissingen. Vier beslissingen werden buiten de termijn genomen.

11

148

Zie 4.1 Arbeidsongevallen voor ambtenaren van de Vlaamse overheid (Hoofdstuk 3).

AGODI jaarverslag 2020


3

3.16 Pilootproject lerarenplatform In het schooljaar 2018-2019 startte het pilootproject lerarenplatform in het basis- en secundair onderwijs. Het doel was om meer tijdelijke leerkrachten werkzekerheid te bieden en een opdracht die voldoende substantieel is. Wie in het lerarenplatform stapt, heeft werkzekerheid tot het einde van het schooljaar. Via onderwijsdecreet XXIX werd het pilootproject voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs verlengd voor het schooljaar 2019-2020. De verlenging van het lerarenplatform in het basisonderwijs voor het schooljaar 2020-2021 werd opgenomen in het programmadecreet BA 2020. In tegenstelling tot de vorige schooljaren mocht het lerarenplatform nu starten vanaf 1 september in plaats van 1 oktober. In het secundair onderwijs werd het project niet meer verlengd vanaf het schooljaar 2020-2021. Het doel van het project is dat tijdelijke personeelsleden een voldoende grote tewerkstelling krijgen. Daarom moet het personeelslid bij de eerste invulling van het lerarenplatform voor ten minste een halftijdse opdracht aangesteld worden in de scholen die deel uitmaken van het samenwerkingsplatform. De halftijdse opdracht kan bestaan uit lestijden voor het lerarenplatform enerzijds en andere lestijden als vastbenoemde of tijdelijke anderzijds. De scholen kunnen alleen deelnemen aan het lerarenplatform als ze deel uitmaken van een samenwerkingsplatform. Dat is nodig om voldoende schaalgrootte te creëren. De lestijden voor het lerarenplatform worden dan samengelegd op het niveau van het samenwerkingsplatform. Die lestijden kunnen niet worden overgedragen naar het volgende schooljaar of naar een ander samenwerkingsplatform. Tabel 3.113: aantal personeelsleden in het lerarenplatform Schooljaar 2019-2020 Basisonderwijs Secundair onderwijs Totaal

Aantal personeelsleden 3.563 566 4.129

In het schooljaar 2019-2020 waren er in totaal 4.129 personeelsleden die via het pilootproject lerarenplatform in dienst kwamen: 3.563 personeelsleden (of 86%) in het basisonderwijs en 566 personeelsleden (of 14%) in het secundair onderwijs.

AGODI jaarverslag 2020

149


Tabel 3.114: aantal samenwerkingsplatforms in het lerarenplatform Schooljaar 2019-2020

Samenwerkingsplatforms

Basisonderwijs

336

Secundair onderwijs

12

Totaal

347

In het basisonderwijs waren er in het schooljaar 2019-2020 336 samenwerkingsplatformen. In het secundair onderwijs waren er twaalf samenwerkingsplatformen. In het basisonderwijs namen bijna alle scholen deel aan een lerarenplatform. In het secundair onderwijs namen 149 scholen deel. Tabel 3.115: verdeling personeelsleden volgens geslacht in het lerarenplatform Schooljaar 2019-2020

Man

Vrouw

Basisonderwijs

343

3.220

Secundair onderwijs

234

332

Totaal

577

3.552

In het basisonderwijs zijn 10% van het totaal aantal personeelsleden in het lerarenplatform mannen. In het secundair onderwijs bedraagt het aantal mannen in het lerarenplatform 41%. Tabel 3.116: verdeling per volume van de aanstelling in het lerarenplatform Schooljaar 2019-2020

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

571

90

>¼ - ½

1.090

133

>½ - ¾

346

78

>¾

1.556

265

Totaal

3.372

566

<¼

150

AGODI jaarverslag 2020


3

4 Andere belanghebbenden en derden 4.1

Arbeidsongevallen voor ambtenaren van de Vlaamse overheid

AGODI staat sinds 2014 in voor de afhandeling van de arbeidsongevallendossiers, beroepsziekten (erkenningen, doorgeven dossiers aan Medex, opmaak rentebesluiten …) en buitendienstongevallen van alle entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap zonder rechtspersoonlijkheid. Het gaat om de personeelsleden van de kabinetten van de Vlaamse Regering, de departementen en de intern verzelfstandigde agentschappen van de beleidsdomeinen: • beleidsdomein Kanselarij, Bestuur Buitenlandse Zaken en Justitie (KBBJ) • beleidsdomein Financiën en Begroting (FB) • beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) • beleidsdomein Onderwijs en Vorming (OV) • beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) • beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM) • beleidsdomein Werk en Sociale Economie (WSE) • beleidsdomein Landbouw en Visserij (LV) • beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) • beleidsdomein Omgeving (OMG) Die entiteiten sloten een samenwerkingsovereenkomst met de leidend ambtenaar van AGODI. In die overeenkomsten werd de volgende afspraak gemaakt: de juridische erkenning van alle arbeidsongevallen waarvan aangifte wordt gedaan, vindt voor 80% van alle aangiften plaats binnen een termijn van tien werkdagen na ontvangst van de aangifte bij AGODI. 12 Voor alle aangiften waarvan het dossier volledig is, of waarvan het dossier onvolledig is binnen de wil van het slachtoffer, garandeert AGODI een juridische beslissing binnen een termijn van 60 werkdagen na ontvangst van de aangifte. Voordat een dossier als onvolledig wordt beschouwd, schrijft AGODI het slachtoffer drie keer aan met het verzoek het dossier te vervolledigen (zie punt 3.15).

12

Zie Ambitie 9: snel beslissen over de erkenning van arbeidsongevallen. AGODI jaarverslag 2020

151


4.2

Secretariaten voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken

Statutaire personeelsleden die verzaken aan hun plichten, kunnen een tuchtstraf oplopen. Bij de Kamer van Beroep kunnen zij vervolgens beroep instellen. De Kamer is bevoegd om daarover in laatste aanleg uitspraak te doen. De Kamer kan de tuchtstraf bevestigen, vernietigen of hervormen zonder de sanctie te verzwaren. Ook een tijdelijk aangesteld personeelslid dat zonder opzegging om dringende redenen wordt ontslagen, kan beroep aantekenen bij de Kamer van Beroep. De Kamers van Beroep zijn ook bevoegd om kennis te nemen van een beroep tegen een preventieve schorsing. Een beroep tegen een preventieve schorsing is niet mogelijk als die werd uitgesproken naar aanleiding van een beroep tegen een ontslag om dringende redenen. AGODI verzorgt het secretariaat. Er zijn drie Kamers van Beroep: • Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs • Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd vrij onderwijs • Kamer van Beroep voor het gemeenschapsonderwijs Elke Kamer heeft een onafhankelijke persoon als voorzitter en twaalf leden die de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen en waartussen pariteit bestaat. Tabel 3.117: aantal dossiers voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken (Secretariaat Kamers van Beroep) 2018

2019

2020

Officieel Onderwijs

10

8

1

Vrij Onderwijs

32

18

19

GO!

19

11

24

Totaal

61

37

44

Volgens net

152

AGODI jaarverslag 2020


3

4.3

Secretariaten voor de Kamers van het College van Beroep voor evaluatie

De decreten rechtspositie verplichten de opmaak van een functiebeschrijving voor elk personeelslid dat voor meer dan 104 dagen aangesteld is. Ieder personeelslid moet minimaal om de vier schooljaren worden geëvalueerd op basis van zijn functiebeschrijving. Bij de evaluatie kan alleen rekening worden gehouden met prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie vorige schooljaren. De evaluatie kan leiden tot een evaluatieverslag met eindconclusie ‘onvoldoende’. In dat geval kan het personeelslid beroep aantekenen bij een College van Beroep voor evaluaties. Het College van Beroep doet uitspraak over de evaluaties met eindconclusie ‘onvoldoende’. Het gaat na of de evaluatie zorgvuldig en kwaliteitsvol is gebeurd en of de sanctie redelijk is. AGODI verzorgt het secretariaat van de drie Kamers van het College van Beroep: • een Kamer voor het gesubsidieerd officieel onderwijs • een Kamer voor het gesubsidieerd vrij onderwijs • een Kamer voor het gemeenschapsonderwijs Elke Kamer heeft een onafhankelijke persoon als voorzitter en twaalf leden die de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen en waartussen pariteit bestaat. Tabel 3.118: aantal dossiers voor het College van Beroep voor evaluatie (Secretariaat College van Beroep) 2018

2019

2020

Officieel Onderwijs

3

8

7

Vrij Onderwijs

6

4

7

GO!

2

1

1

Totaal

11

13

15

Aantal dossiers volgens net

AGODI ondersteunt daarnaast ook enkele commissies13.

13

Zie ook punt 2.10 Commissies (Hoofdstuk 3)

AGODI jaarverslag 2020

153


4.4

Organisatie van het informeel overleg met belanghebbenden en stakeholders

De organisatie van het informeel middagoverleg voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en de CLB’s gaat uit van AGODI. Ook andere entiteiten van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming worden betrokken, afhankelijk van het onderwerp. Het agentschap ontmoet tijdens dat overleg op een informele manier vertegenwoordigers van de schoolbesturen en vakbonden. AGODI verzamelt de verslagen van de vergaderingen van het middagoverleg voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en de CLB’s, en maakt ze toegankelijk in het interne documentatiesysteem. Middagoverleg 2020 Tijdens het middagoverleg wordt onder andere verduidelijking gegeven over de toepassing van de bestaande onderwijsreglementering en de stand van zaken van nieuwe beleidsmaatregelen. Daarnaast is er ruimte voor bespreking van specifieke knelpunten of aandachtspunten. Wat het middagoverleg basisonderwijs betreft, werd er sinds de coronamaatregelen niet meer vergaderd, maar worden doorgespeelde vragen schriftelijk beantwoord. Tabel 3.119: overzicht uitgevoerd middagoverleg Overzicht uitgevoerd middagoverleg Basisonderwijs

8

Secundair onderwijs

6

Deeltijds Kunstonderwijs

0

CLB’s Totaal

154

2020

AGODI jaarverslag 2020

0 14


3

4.5

Uitbouwen van een informatieveiligheidsbeleid voor de onderwijsinstellingen, met het GO! en de koepels

AGODI faciliteert het overleg informatieveiligheid in onderwijs tussen vertegenwoordigers van de onderwijsverstrekkers en de Vlaamse Toezichtcommissie (VTC). In 2020 kwam die werkgroep negen keer samen. De werkgroep bespreekt actuele thema’s en bezorgdheden, zodat eenzelfde standpunt gecommuniceerd wordt naar scholen en CLB’s. Net zoals in andere overlegstructuren overheerste het coronavirus de agenda van de werkgroep. Alle scholen werden geconfronteerd met vraagstukken rond contact tracing, lesgeven op afstand en andere uitdagingen voor gegevensveiligheid. In sommige gevallen leidde dat tot een officieel gepubliceerde richtlijn van de VTC zoals ‘Richtlijnen coronamaatregelen in onderwijs’. In 2020 was het de bedoeling om zoveel mogelijk aanbieders van digitale middelen in onderwijs (waaronder de softwareleveranciers) te laten aansluiten op de bouwsteen van de Vlaamse overheid, Access Management (ACM) (het toegangsbeheer van de Vlaamse overheid), zodat de toegang tot die digitale middelen beschermd is via een dubbele authenticatie. De meeste aanbieders zijn ondertussen geïntegreerd, maar de uitrol naar de leerkrachten toe, loopt door de coronamaatregelen wat vertraging op. Ondertussen loopt er wel een informatiecampagne om leerkrachten op het belang van tweestapsverificatie te duiden. Meer info is te vinden op https://www.agodi.be/leerlingengegevens-viatweefactorauthenticatie.

5 AGODI informeert, vormt en communiceert AGODI is voor de scholen een belangrijke partner in de onderwijsadministratie. Naast het correct verwerken van input vanuit de scholen, ondersteunt en begeleidt AGODI de scholen met de onderwijsreglementering. AGODI onderneemt daarvoor, in samenwerking met de andere entiteiten van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, meerdere initiatieven om de scholen te informeren. Zo stimuleert AGODI een optimale beleidsrealisatie en versterkt het agentschap het beleidsvoerend vermogen van de scholen.

AGODI jaarverslag 2020

155


5.1

AGODI-academie

In 2020 investeerde AGODI met de AGODI-academie meer in de ontwikkeling van digitale leerinhouden en de eerste aanzet naar een platform voor gepersonaliseerd leren. De uitbraak van het coronavirus en de opgelegde maatregelen hadden ervoor gezorgd dat de opleidingskalender grondig werd verstoord. Alle geplande fysieke opleidingen werden namelijk vanaf maart geannuleerd. Een Taskforce Digitaal Leren werd opgestart om een versnelde transitie naar een digitale omgeving te faciliteren. Opleiding van schoolsecretariaten De kwaliteit van de dienstverlening van het agentschap aan scholen en leerkrachten hangt sterk af van de snelheid en correctheid waarmee de schoolsecretariaten de vereiste gegevens bezorgen. • In de periode januari-maart werden zeventien opleidingssessies georganiseerd voor 617 deelnemers. 98,20% van alle deelnemers aan de fysieke opleidingen was tevreden over de aangeboden opleidingen. • Vanaf 16 maart werden alle opleidingen geannuleerd. Tijdens het schooljaar 2019-2020 werden tien geplande sessies voor het basisonderwijs en elf geplande sessies voor het secundair onderwijs afgelast. . Tabel 3.120: overzicht aantal sessies en aantal deelnemers AGODI-academie van januari tot maart 2020

Doelgroep

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

Niveauoverstijgend

Onderwerp

Aantal sessies

Aantal deelnemers

Tweedaagse ABC-opleiding

2

Thematisch – ziekteverlof

2

Dag 1: 64 Dag 2: 67 66

Thematisch – moederschapsrust

2

57

Thematisch – verloven

1

64

Thematisch – indiensttreding, TADD, vaste benoeming

1

65

Thematisch – stappen van de schoolloopbaan Thematisch – de omkadering en de globale puntenenveloppe in het gewoon secundair onderwijs Thematisch – de omkadering en de globale puntenenveloppe in het buitengewoon secundair onderwijs Thematisch – ziekte- en bevallingsverlof

2

49

4

104

1

27

1

29

Thematisch – leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

1

25

In het schooljaar 2020-2021 zijn geen fysieke opleidingssessies meer ingepland en heeft de AGODI-academie gewerkt aan de ontwikkeling van digitale leerinhouden en de organisatie van webinars.

156

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.121: overzicht digitale leerinhouden AGODI-academie van september tot december 2020

Aantal weergaven

Aantal deelnemers

12 video’s 6 video’s

1942 240

Thematische opleiding Inschrijvingsdocumenten

1 video

175

Thematische opleiding Onthaalonderwijs

1 video

134

Thematische opleiding Discimus deel 1

1 video

161

Thematische opleiding Discimus deel 2

1 video

52

Nieuwigheden in de regelgeving

13 video’s

1975

ABC-opleiding

19 video’s

957

Thematische opleiding Duaal leren

6 video’s

143

Elektronische communicatie van leerlingengegevens

1 webinar

43*

1 video

75

1 webinar

128*

1 video

99

Onderwerp

Product Nieuwigheden in de regelgeving ABC-opleiding

Basisonderwijs

Secundair onderwijs

Deeltijds Kunstonderwijs *

Thematische opleiding Inschrijvingen en registraties in samenwerking met DKO3

Het werkelijke aantal ligt hoger, maar anonieme deelnemers kunnen niet worden geregistreerd.

AGODI jaarverslag 2020

157


Ontvangen en opleiden nieuwe directeurs AGODI werkt samen met verschillende organisaties (Centrum voor Andragogiek (CVA), Universiteit Antwerpen, Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en diverse bisdommen) die opleidingen voor nieuwe directeurs aanbieden. Ook een bezoek aan AGODI staat daarbij op het programma. Een praktische toelichting over de toepassing van de regelgeving en een voorstelling van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, AGODI, de Onderwijsinspectie en Klasse horen bij dat bezoek. Door de coronamaatregelen konden de bezoeken in 2020 niet worden georganiseerd. Ondersteuning en (digitale) opleidingen op maat In 2020 organiseerde AGODI een netwerkoverleg met de softwareleveranciers. Tijdens dat overleg werden de behoeften in kaart gebracht. Op basis van die behoeften werd de eerste aanzet van een samenwerkingsprotocol uitgeschreven. Dat protocol zal in 2021 gefinaliseerd en gebruikt worden bij het uitwerken van een ondersteuningsaanbod op maat van de klant. Het ‘nieuwe normaal’ zorgde ervoor dat AGODI in 2020 geen vormingsinitiatieven op vraag en op locatie kon organiseren. We boden echter wel ondersteuning aan digitale vormingsinitiatieven van onder andere de softwareleveranciers door het ter beschikking stellen van inhoudelijke experten of door het faciliteren van een webinar. Met het verzamelen van digitale leerinhouden en leersnacks op het YouTube-kanaal van de AGODI-academie werkten we aan een online alternatief voor de opleidingen op maat. Klanten kunnen waar en wanneer ze dat willen, kiezen uit een groeiend aanbod. In 2020 zijn er 72 video’s geproduceerd en op het YouTube-kanaal gedeeld. Die video’s genereerden 198,40 uur kijktijd en telden tussen september en december 5532 weergaven. Naast het digitale aanbod ter vervanging van de fysieke opleidingen voor schoolsecretariaten ontwikkelde het agentschap ook leersnacks voor een ruimer publiek. Die leersnacks werden als korte animaties aangeboden. We ontwikkelden een animatie over administratieve gegevens, een animatie tijdelijk onderwijs aan huis, een animatie over de commissie inzake leerlingenrechten en een animatie professionele erkenningen. Dat was in 2020 samen goed voor 472 weergaven.

5.2

De jaarkalender

AGODI maakt jaarkalenders voor de scholen van het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en voor de centra voor leerlingenbegeleiding. De jaarkalenders zijn een leidraad voor de scholen bij het tijdig opsturen van formulieren, elektronische berichten en documenten naar de verschillende afdelingen van het agentschap. AGODI streeft ernaar de jaarkalender voor het volgende schooljaar in juni online ter beschikking te stellen. Sinds september 2013 is de jaarkalender ook geïntegreerd in ‘Mijn Onderwijs’.

158

AGODI jaarverslag 2020


3

5.3

Informatiepunt voor Ouders en Leerlingen

Hoewel het Informatiepunt in de eerste plaats als doel heeft om vragen over rechten en plichten van ouders en leerlingen in het onderwijs te beantwoorden, kan iedere burger met vragen over het basisonderwijs en secundair onderwijs er terecht. Zo beantwoordt het Informatiepunt ook vragen die burgers stellen aan de minister van Onderwijs en Vorming of aan zijn kabinet. Het Informatiepunt beantwoordt zowel schriftelijke als mondelinge vragen. De vragen handelen over zeer uiteenlopende thema’s: pesten, verloren studiebewijzen, conflicten tussen ouders en de school, gezondheid en veiligheid op school, schoolkosten ... In 2020 registreerden de medewerkers van het Informatiepunt in totaal 5.326 vragen, waarvan 2.236 telefonische vragen (1.743 vragen over het basisonderwijs en 493 over het secundair onderwijs14) en 3.090 schriftelijke vragen (1.677 over het basisonderwijs en 1.413 over het secundair onderwijs). De schriftelijke vragen werden, afhankelijk van het door de vraagsteller gekozen medium, ofwel per brief ofwel per e-mail beantwoord. In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal vragen in 2020 significant toegenomen: in 2019 beantwoordden we 2.677 vragen, in 2020 waren dat er 5.236. Dat heeft te maken met een groot aantal vragen naar aanleiding van de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. Meer dan de helft van de vragen (60%) waren gerelateerd aan de coronamaatregelen. In 2020 is er ook een betere registratie van de vraagbehandeling opgezet bij de afdeling secundair onderwijs. Tabel 3.122: aantal behandelde informatiepuntvragen over corona en over andere thema’s Corona

Andere thema’s

Totaal vragen

Telefonisch

1.132

611

1.743

E-mail

1.366

311

1.677

Totaal

2.498 (73%)

922 (27%)

3.420

Secundair onderwijs

Corona

Andere thema’s

Totaal vragen

Basisonderwijs

Telefonisch*

182

311

493

E-mail

491

922

1.413

Totaal

673 (35%)

1.233 (65%)

1.906

Basisonderwijs + Secundair onderwijs

Corona

Andere thema’s

Totaal vragen

Telefonisch*

1.314

922

2.236

E-mail

1.857

1.233

3.090

Totaal

3.171 (60%)

2.155 (40%)

5.326

* Het aantal telefonische vragen voor het secundair onderwijs heeft betrekking op de periode vanaf 01-09-2020. Op 01-09-2020 ging het Informatiepunt voor het secundair onderwijs van start met een registratiesysteem voor telefonische vragen.

14

Het aantal telefonische vragen voor het secundair onderwijs heeft betrekking op de periode vanaf 1 september 2020. Vanaf dan ging het informatiepunt voor het secundair onderwijs van start met een registratiesysteem voor telefonische vragen.

AGODI jaarverslag 2020

159


5.4

Nieuwsbrief AGODI

AGODI verstuurt elke laatste donderdag van de maand een nieuwsbrief naar directies, schoolsecretariaten (en onderwijspersoneel) De nieuwsbrieven zijn laagdrempelig en bevatten concrete informatie over de dienstverlening van AGODI, met een focus op de aankomende deadlines. De nieuwsbrieven zijn ook te raadplegen op de AGODI-site. AGODI publiceerde in 2020 elf nieuwsbrieven. Alleen in het midden van de grote vakantie, eind juli, verscheen er geen, omdat de scholen dan ook gesloten zijn. De nieuwsbrief wordt positief onthaald. In september 2020 moderniseerden we de lay-out van de nieuwsbrief. De opmaak, beheer en verzending gebeurt via een nieuwe automatische tool, wat de efficiëntie sterk verhoogt. 2020 staat natuurlijk ook bekend als het coronajaar. AGODI probeerde de directeurs via de nieuwsbrieven een hart onder de riem te steken. Het agentschap stuurde daarnaast de Schooldirect over corona door naar directeurs en secretariaatsmedewerkers. Dat werd afgesproken met het Departement Onderwijs en Vorming. Zo bereikten we snel zo veel mogelijk stakeholders.

5.5

Website

AGODI wil proactief en klantgericht informatie verstrekken aan scholen, schoolbesturen, onderwijspersoneelsleden, ouders, leerlingen en andere geïnteresseerden. Met onze website15 kan AGODI snel en gericht over de eigen dienstverlening communiceren naar onze klanten. De AGODI-website communiceert over specifieke en actuele thema’s gerelateerd aan onze dienstverlening, en bevat heel wat praktische informatie die de bezoeker wegwijs maakt in de onderwijsadministratie, zoals: • Bezoekers vinden er hun dossierbehandelaar of de verificateur van een school. • Ze vinden er gegevens over hun salaris(administratie). • Directies en administratieve personeelsleden vinden er de opleidingen en lesdata van de AGODI-academie, en kunnen zich inschrijven voor die opleidingen. Ze kunnen er ook de presentaties, cursussen of filmpjes bekijken of downloaden. • Directies en administraties vinden er, per onderwijsniveau, een jaarkalender met de belangrijkste data waarop gegevens aan AGODI moeten bezorgd worden. • Bezoekers kunnen er nieuwe en bestaande publicaties van AGODI raadplegen. • Er wordt uitgelegd hoe klachten ingediend kunnen worden bij commissies 16, het College en de Kamers van Beroep. Daarnaast kunnen op de site ook de uitspraken van die instanties geraadpleegd worden. • Buitenlanders die hun diploma professioneel willen laten erkennen, worden er wegwijs gemaakt. In 2020 werd de website ingeschakeld in de informatiestrategie van het beleidsdomein voor het verspreiden van informatie over de coronamaatregelen.

15 16

160

https://agodi.be In het bijzonder over de Commissie inzake Leerlingenrechten, Commissie Zorgvuldig Bestuur en Vlaamse bemiddelingscommissie.

AGODI jaarverslag 2020


3

5.6

Initiatieven voor het lerarentekort

AGODI wil een actieve bijdrage leveren om het lerarentekort te verminderen en de onderwijsarbeidsmarkt te optimaliseren. Daartoe ondersteunde het agentschap ook in 2020 mee verschillende initiatieven. Cel ‘Word leerkracht’ De Cel ‘Word Leerkracht’ biedt eerstelijnshulp aan kandidaat-leerkrachten. Het callcenter beantwoordt telefonische en elektronische vragen over onderwijsbevoegdheid, bekwaamheidsbewijzen, nuttige ervaring, solliciteren in het onderwijs ... Ook voor informatie over de samenstelling van het salaris, de geldelijke anciënniteit, de salarisschalen en voor een beperkte salarissimulatie kunnen geïnteresseerden terecht bij de Cel ‘Word Leerkracht’. In samenwerking met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) werkte AGODI bovendien de leerkrachtendatabank uit. De Cel ‘Word Leerkracht’ speelt daarin een belangrijke rol, omdat de cel diploma’s certificeert en de onderwijsbevoegdheid bepaalt van kandidaat-leerkrachten voor de leerkrachtendatabank. In 2020 ontving AGODI voor het basisonderwijs 610 vragen. Voor het secundair onderwijs ging het om 3.822 vragen. Leerkrachtendatabank Om de vraag en het aanbod in het onderwijs vlot samen te brengen, ging in juni 2005 de leerkrachtendatabank van start in een samenwerkingsverband tussen AGODI en de VDAB. De leerkrachtendatabank is interessant voor scholen én voor toekomstige leerkrachten op zoek naar een job17. In 2020 is overlegd tussen AGODI en de VDAB om de werking van de leerkrachtendatabank te optimaliseren en de gebruiksvriendelijkheid voor de eindgebruiker te verhogen. Centraal informatiepunt Op de AGODI-website staat alle informatie samen die leerkrachten nodig hebben bij de start van hun onderwijsloopbaan. Die informatie wordt ook aangeboden in de publicatie ‘Je verdiende loon’ en wordt digitaal verspreid via jobbeurzen, infobeurzen zoals de SID-in beurs in Antwerpen ... AGODI geeft ook informatie over thema’s die van belang zijn bij grensarbeid: fiscaliteit, werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid, pensioenen en kinderbijslag. Die thema’s worden aangepast in functie van de wijzigingen in de wetgeving. Om de inzetbaarheid van Nederlandse leerkrachten te stimuleren, is het bundelen en gericht verspreiden van informatie van groot belang. Daarom participeert AGODI ook aan diverse overlegmomenten en projectvergaderingen rond dat thema en houdt ze contact met relevante partners.

17

Zie ook 6.8 VDAB AGODI jaarverslag 2020

161


Opvolgen onderwijsarbeidsmarkt De arbeidsmarkt onderwijs wordt sinds februari 2010 maandelijks opgevolgd. De nieuwsbrieven en de evolutie van de arbeidsmarkt aan de start van het schooljaar worden systematisch op de website van het agentschap gepubliceerd. Samenwerking met Antwerpen en Onderwijstalent AGODI maakt deel uit van het sectoraal netwerk dat zich buigt over een sector- en netoverstijgende aanpak om het lerarentekort in Antwerpen op te vangen. In 2020 ondersteunde AGODI ook de werkgroep Leiderschap die geïnitieerd werd door de Stad Antwerpen. Onderwijstalent, een lokaal samenwerkingsverband tussen de stad Antwerpen, de VDAB en AGODI, bleef ook in 2020 werkzoekenden, toekomstige leerkrachten en directies van scholen ondersteunen. AGODI stelde personeel ter beschikking om op maandag en woensdag de loketfunctie van Onderwijstalent te verzekeren, maar door de opgelegde coronamaatregelen verliep de dienstverlening vanaf maart 2020 hoofdzakelijk online. Een single point of contact binnen het agentschap garandeert een continue dienstverlening op maat van de partners en klanten. AGODI blijft ook in 2020 vertegenwoordigd in het directiecomité van Onderwijstalent.

5.7

Elektronische communicatie met het agentschap

AGODI maakt er een punt van om de scholen optimaal te ondersteunen in hun elektronische communicatie met het agentschap. Scholen kunnen met hun vragen over de communicatie en het gebruikersbeheer terecht bij de Edison-helpdesk en kunnen een mail sturen naar de Edison-mailbox, de Mijn Onderwijs-mailbox of informatie opzoeken op de Edison-website. In 2020 beantwoordde de helpdesk ongeveer 1.470 telefoonoproepen van onderwijsinstellingen. 99% van de telefoons werden binnen een dag beantwoord. In 2020 registreerde de cel Edison in totaal meer dan 8.389 mails (3.462 Edison en 4.927 Mijn Onderwijs). Daarvan werden meer dan 99% binnen een dag beantwoord. Alle mails werden binnen de vijf dagen beantwoord. Het agentschap onderhoudt ook nauwe contacten met de softwareleveranciers, zodat de schoolsoftwarepakketten tijdig aangepast kunnen worden. AGODI publiceerde in totaal meer dan 200 berichten bestemd voor de softwareleveranciers in verband met de communicatie via WebEdison (op de website) en via Discimus (in SharePoint). Op 31 januari 2020 en 1 juli 2020 organiseerden we een digitaal overleg met de softwareleveranciers. We beantwoordden in 2020 meer dan 250 telefoonoproepen en mails van softwareleveranciers over WebEdison en nog eens meer dan 1.000 telefoonoproepen en mails over Discimus.

162

AGODI jaarverslag 2020


3

5.8

Ronde van Vlaanderen

AGODI organiseert elk jaar met het beleidsdomein Onderwijs en Vorming de Ronde van Vlaanderen voor schooldirecties. Ze horen er meer over de laatste beslissingen en thema’s in het Vlaamse onderwijs, krijgen de gelegenheid om vragen te stellen en om collegadirecteurs te ontmoeten. De coronamaatregelen hadden natuurlijk een zeer grote impact, aangezien de organisatie van een fysieke ronde niet mogelijk was. Het agentschap werkte daarom mee een digitaal alternatief uit via een landingspagina op de site met daarop filmpjes en ingesproken presentaties. Schooldirecteurs konden online vragen doorsturen.

AGODI jaarverslag 2020

163


Ambitie 10: scholen kunnen bij het agentschap terecht voor al hun vragen over onderwijsadministratie De vorige jaren engageerde AGODI zich om binnen de tien werkdagen een effectief antwoord te geven op 80% van de door scholen gestelde vragen. In 2018 is die norm verscherpt en is de doelstelling om 80% van de vragen te beantwoorden na drie werkdagen. De personeelsafdelingen haalden ruimschoots de norm: 95,90% van de vragen werd tijdig beantwoord bij de afdeling Personeel Basisonderwijs en CLB (PBC). 96,10% van de vragen werd tijdig beantwoord bij de afdeling Personeel Secundair onderwijs en DKO (PSK). Bij de Dienst Algemeen Salarisbeheer van de afdeling Advies en Ondersteuning onderwijspersoneel (AOP) zijn alle externe vragen tijdig beantwoord (100%). Ook de afdelingen Scholen en leerlingen Secundair onderwijs (SO-S&L) en Scholen en leerlingen Basisonderwijs, DKO en CLB (SBDC) haalden de norm met respectievelijk 84,10% en 86% van de vragen die tijdig werden beantwoord.

164

AGODI jaarverslag 2020


3

6 Samenwerken met andere overheden en instanties

6.1

Lokale overheden: gemeenten, steden en provincies

Leerplichtcontrole Voor zijn leerplichtcontrole doet AGODI een beroep op de gemeenten. AGODI bezorgt aan de gemeenten de gegevens van leerlingen die niet ingeschreven zijn in een erkende school en waarvoor geen vrijstelling is toegekend of die niet werden teruggevonden in huisonderwijs en van wie de ouders niet voldoende reageerden op de brieven van de leerplichtcontrole.

AGODI jaarverslag 2020

165


De gemeenten krijgen het advies op huisbezoek te gaan bij die leerlingen door bijvoorbeeld de wijkagent langs te sturen. Die vraagt dan ter plaatse hoe de betrokken kinderen aan de leerplicht voldoen. De gemeenten bezorgen daarna de verzamelde antwoorden aan AGODI. Op basis van die antwoorden kan AGODI vervolgens bepalen welke dossiers in orde zijn met de leerplicht en welke niet. Om de samenwerking met de gemeenten vlotter te laten verlopen vroeg AGODI in 2020 in een brief aan de gemeenten naar een contactpersoon die de huisbezoeken opvolgt. Zo kan AGODI de gevraagde gegevens sneller ontvangen en verwerken.

Sociale Kaarten Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin AGODI onderzocht in 2019 samen met de Sociale Kaart Vlaanderen de mogelijkheden om een zoekopdracht samen te stellen per gemeente die een overzicht geeft van alle organisaties die in contact komen met ouders van jonge kinderen. Op basis van de resultaten van die zoekopdracht kunnen school- en lokale besturen dan lokale partners aanspreken om afspraken te maken om de kleuterparticipatie te bevorderen. In 2020 controleerde AGODI of die zoekopdracht nog operationeel was. De zoekopdrachten per gemeente zijn te vinden op: https://www.onderwijs.vlaanderen.be/kleuterparticipatie.

6.2

Kind en Gezin

Vanaf het schooljaar 2019-2020 wordt de schooltoeslag voor het kleuter-, lager en secundair onderwijs automatisch betaald via het Groeipakket. Ouders moeten geen aanvraag meer doen. Bestanden met inschrijvingen en problematische afwezigheden worden sinds 2019 op regelmatige basis door AGODI bezorgd aan Kind en Gezin. Op vraag van de internaten liep de gegevensflow van de inschrijvingen van de internaten naar Kind en Gezin in functie van het groeipakket in 2019 nog manueel. Sinds 2020 verloopt ook dat automatisch. Kind en Gezin neemt ook deel aan het coördinerend overleg kleuterparticipatie dat samenkomt op initiatief van AGODI. Op dat overleg wordt het kleuteractieplan opgevolgd, signalen opgevangen en informatie uitgewisseld. AGODI en Kind en Gezin participeren ook aan de ambtelijke werkgroep transitie, waar uitvoering wordt gegeven aan het actieplan transitie.

166

AGODI jaarverslag 2020


3

6.3

Agentschap Integratie en Inburgering

Het Agentschap Integratie en Inburgering neemt eveneens deel aan het coördinerend overleg kleuterparticipatie dat samenkomt op initiatief van AGODI en aan de ambtelijke werkgroep transitie, waar uitvoering wordt gegeven aan het actieplan transitie. Het Agentschap Integratie en Inburgering neemt daarnaast deel aan het coördinerend overleg over vluchtelingen en onderwijs dat minstens één keer per jaar door AGODI georganiseerd wordt (zie ook hoofdstuk 3, 2.4 Inschrijven van anderstalige nieuwkomers uit asielcentra naar de scholen). AGODI en het agentschap hebben tot slot periodiek overleg over de toeleiding van leerlingen uit asielcentra naar de scholen. Tijdens dat overleg staan het tijdig uitwisselen van informatie en het nabij opvolgen van signalen centraal.

6.4

Fedasil

Met het oog op een vlotte toeleiding van leerlingen uit het opvangnetwerk naar het basis- en secundair onderwijs is er periodiek overleg en wordt er nauw samengewerkt met Fedasil (zie ook Hoofdstuk 3, 2.4 Inschrijven van anderstalige nieuwkomers uit asielcentra naar de scholen). Fedasil neemt ook deel aan het coördinerend overleg over vluchtelingen en onderwijs. Sinds 2017 organiseert Fedasil samen met AGODI jaarlijks een uitwisselingsmoment over vluchtelingen en onderwijs.

6.5

Syntra Vlaanderen

Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen is het agentschap van de Vlaamse overheid dat onder meer optreedt als neutrale regisseur van de werkcomponent in duaal leren en die de verschillende partners en partijen in dat veld ondersteunt. De doelstelling is om te voorzien in kwaliteitsvolle en duurzame werkplekken. Met een opleiding in een Syntra voldoen deeltijds leerplichtigen aan hun leerplicht. Syntra levert AGODI gegevens over die ingeschreven leerlingen. Zo kan AGODI die leerlingen opnemen in de leerplichtcontrole. Sinds 2008-2009 kunnen de leerlingen in een Syntra een studietoelage krijgen. De inschrijvingsgegevens worden daarvoor gebruikt.

6.6

Vlaams Partnerschap Duaal Leren

Met het decreet tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen trad het Vlaams Partnerschap Duaal Leren in werking. Het partnerschap verzekert de regie van de werkcomponent in het duaal leren. AGODI vergadert daarvoor regelmatig met Syntra Vlaanderen, de onderwijskoepels, de SERV-partners en het Departement Onderwijs en Vorming. Het partnerschap erkent de ondernemingen. Het geeft ook informatie en advies over duaal leren.

AGODI jaarverslag 2020

167


6.7

Informatie Vlaanderen

In 2020 was er maandelijks een overleg tussen AGODI en de afdeling Gegevens en dienstenintegratie van het Agentschap Informatie Vlaanderen. In de overlegvergaderingen werd informatie uitgewisseld en werden concrete afspraken gemaakt over op te zetten interfaces tussen AGODI en Vlaamse of federale overheden. Voor de interface tussen Leer-en ervaringsbewijzendatabank (LED) en EPD wordt gebruik gemaakt van het MAGDA-platform (Maximale Gegevens Deling tussen Administraties). Via dat beveiligd platform worden de studiebewijzen opgehaald uit LED en opgeladen in EPD, waar ze via agendapunten aangeboden worden aan de dossierbeheerder.

6.8

VDAB

De leerkrachtendatabank is een samenwerkingsverband tussen AGODI en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB). De databank is interessant voor zowel scholen als toekomstige leerkrachten die op zoek zijn naar een job. AGODI biedt aan de VDAB informatie over de onderwijsbevoegdheid van potentiële leerkrachten door het verifiëren en bekrachtigen van hun studiebewijzen en eventuele nuttige ervaring. De VDAB publiceert die informatie in de leerkrachtendatabank. Daarnaast werkt AGODI ook nauw samen met de VDAB om de leerkrachtendatabank up-to-date te houden. In 2020 werd samen met de VDAB onderzocht hoe de werking van de databank kon worden geoptimaliseerd. AGODI nam in 2020 ook deel aan het halfjaarlijks overleg ‘arbeidsmarkt onderwijs’ van de VDAB sector Zorg en Onderwijs. Dat overleg is opgestart om acties op elkaar af te stemmen en informatie uit te wisselen tussen de VDAB enerzijds en het beleidsdomein Onderwijs en Vorming (departement en AGODI) anderzijds. De VDAB kon daarnaast op ondersteuning rekenen bij de organisatie van een netwerkdag voor de eigen consulenten.

6.9

RVA

AGODI en AHOVOKS werkten samen met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) om de verplichte e-ASR 18 voor de inkomensgarantie-uitkering voor de onderwijspersoneelsleden te realiseren. Sinds september 2017 gebeurt de aangifte van het sociaal risico voor de sector (deeltijdse) werkloosheid elektronisch en worden er gegevens uitgewisseld met de diensten van de RVA en hun uitbetalingsinstellingen.

18

168

Zie ook 7.6 Project e- ASR voor school(secretariaten) (Hoofdstuk 3)

AGODI jaarverslag 2020


3

6.10 RSZ De samenwerking met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zorgt voor twee informatiestromen: • AGODI verstuurt dagelijks informatie naar de RSZ in het kader van de Déclaration Immédiate/Onmiddellijke Aangifte (DIMONA). Elke elektronische melding van een indiensttreding/uitdiensttreding door een school aan AGODI genereert ook de noodzakelijke melding van AGODI aan de RSZ. • AGODI bezorgt elk kwartaal de salaris- en loopbaangegevens van al het onderwijspersoneel elektronisch aan de RSZ (Déclaration multifonctionelle/multifunctionele Aangifte (DMFA)). Die multifunctionele aangifte betekent dat de verschillende instellingen van de sociale zekerheid die gegevens later kunnen opvragen. Er zijn twee soorten aangiften: • de originele kwartaalaangifte: hier worden de gegevens van het laatst lopende kwartaal overgemaakt. • de wijzigende aangiften: hier worden gewijzigde salaris- en loopbaangegevens gezonden, gegenereerd door de (maandelijkse) herzieningen van salarissen van het onderwijspersoneel. Doorheen de jaren werd er regelmatig overleg gepleegd met de diensten van de RSZ om knelpuntdossiers te bespreken. Dat was ook het geval in 2020.

6.11 RIZIV en ziekenfondsen Vanaf 2018 overleggen AGODI en AHOVOKS regelmatig met de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) om de verplichte e-ASR19 voor de sector Uitkeringen voor de onderwijspersoneelsleden te realiseren. In 2020 ging de samenwerking onverminderd door. Sinds juli 2020 gebeurt de aangifte van de sociale risico’s voor de sector Uitkeringen elektronisch. Als een ziekenfonds aan AGODI een elektronische aanvraag stelt voor een sociaal risico in de sector Uitkeringen zal het dus een elektronisch antwoord ontvangen.

19

Zie ook 7.6 Project e- ASR voor school(secretariaten) (Hoofdstuk 3)

AGODI jaarverslag 2020

169


6.12 FOD Financiën Als financierende en subsidiërende overheid heeft AGODI tegenover de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën) een aantal opdrachten die vergelijkbaar zijn met die van een werkgever. Naast het correct toepassen van de regelgeving van de FOD Financiën, bijvoorbeeld op het vlak van de bedrijfsvoorheffing, bezorgt AGODI ook heel wat informatie: • Een samenvattende staat betreffende de inkomsten van het voorbije jaar. Dat gebeurt via de applicatie Belcotax-on-web (BOW). Die aangifte moet door AGODI twee keer per jaar gebeuren, telkens voor eind februari en voor eind juli. • Na elke aangifte de fiscale documenten aan alle personeelsleden van het Vlaamse onderwijs waarvoor een aangifte via BOW gebeurde. Het gaat meer bepaald om de fiches 281.10, 281.12, 281.14 en 281.18. • een (negatief) attest 281.25 op 31 oktober en op 31 december aan de personeelsleden die daarvoor in aanmerking komen. Tegelijkertijd krijgt de FOD Financiën die gegevens ook via Belcotax-on-web (BOW). • Jaarlijks verzorgt AGODI een update van de elektronische gegevensuitwisseling met de FOD Financiën, door de steeds wijzigende technische specificaties.

6.13 Federale Pensioendienst (FPD) Binnen de Federale Pensioendienst is de groep van gepensioneerde personeelsleden uit het onderwijs een belangrijke groep. AGODI heeft de wijzigingen in de pensioenregelgeving voor het onderwijspersoneel opgevolgd en het toekennen van de eigen uitstapregelingen daarop afgestemd. Met de diensten van de FPD wordt er nauw samengewerkt voor het meedelen van de pensioendatum van personeelsleden die wensen gebruik te maken van een uitstapregeling. Medewerkers van AGODI nemen regelmatig deel aan de infosessies en opleidingen van de FPD.

6.14 Controleorgaan ziektecontrole Voor de ziektecontroles werkt het Ministerie van Onderwijs samen met een firma. Dat gebeurt op basis van een contract dat telkens gegund wordt voor een periode van enkele jaren. De concrete inhoud van de opdracht, namelijk het uitvoeren van ziektecontroles bij het personeel uit het onderwijs, is telkens in detail opgenomen in het contract. Na een openbare aanbesteding werd het contract begin 2019 voor vier jaar opnieuw gegund aan de firma ‘Certimed’. De manier van uitvoeren wordt opgevolgd door de stuurgroep ‘controle ziekteverlof onderwijspersoneel’ die meermaals per jaar vergadert. Tijdens het overleg wordt de opmaak van het rapport ’afwezigheid wegens ziekte‘20 besproken, een rapport dat in de loop der jaren gevoelig is uitgebreid. Zo biedt het verslag interessante gegevens voor het beleid. Ook bijsturingen qua procedures komen aan bod, evenals klachten van personeelsleden of scholen over de manier van werken. Ten slotte volgt de stuurgroep het budget voor ziektecontrole op. In totaal was er voor ziektecontrole in 2020 een budget voorzien van 880.000 euro.

20

170

In hoofdstuk 3, punt 3.7 kunt u er meer over lezen. Zie ook Het rapport afwezigheden naar aanleiding van ziekte 2019.

AGODI jaarverslag 2020


3

6.15 Samenwerking op vlak van Onderwijs met de Franse gemeenschap In 2018 legde AGODI het eerste contact met de collega’s van de Franse gemeenschap van België (CFWB). Het initiële doel van die samenwerking was via een netwerk van collega’s van de beide gemeenschappen kennis uit te wisselen rond de kernopdrachten van het agentschap. Sinds 2019 gaat specifieke aandacht naar het versterken van de samenwerking en kennisuitwisseling met die collega’s. Omdat een dergelijke samenwerking een winwinsituatie voor beide gemeenschappen is, stelt AGODI zich tot doel de kennis zo breed mogelijk te delen binnen het beleidsdomein. Vragen van het CFWB die buiten de scope van de kernopdrachten van AGODI vallen, laten we doorstromen naar de andere entiteiten van ons beleidsdomein. Zo werd begin 2020 op vraag van CFWB een kennismakingsgesprek georganiseerd tussen de eindredacteurs van het magazine Prof van de Franse gemeenschap, Klasse en het afdelingshoofd van het Departement Onderwijs en Vorming. Nadien volgde de lockdown en werden de uitwisselingsmomenten noodgedwongen op een laag pitje gezet. Zo werd de sessie voor de professionele erkenning van het lerarenberoep geannuleerd en uitgesteld naar 2021. Zodra de coronacijfers daalden, werden in de zomerperiode stappen ondernomen om verschillende sessies opnieuw te lanceren. Na de start van het nieuwe schooljaar werd een online vergadering tussen de leidend ambtenaren van CFWB en AGODI georganiseerd. Dat overleg resulteerde in een hernieuwde planning voor het najaar 2020 en 2021. Tijdens dat overleg ontstond ook het idee om nieuwe structurele werkgroepen te organiseren, zodat informatie over goede praktijkvoorbeelden en nieuwe instrumenten vlot worden gedeeld tussen beide regio’s. Die werkgroepen zullen in 2021 georganiseerd worden rond thema’s zoals het organiseren van een ervaringsuitwisseling rond het toeleiden van vluchtelingenkinderen vanuit de collectieve opvangvoorzieningen naar onderwijs en de samenwerking met het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil), het huisonderwijs, de LOP-werking, het inschrijvingsrecht … Ook andere bestaande werkgroepen werden tijdens het overleg besproken, zoals de leerplichtcontrole. In het najaar 2020 werd een online sessie georganiseerd waarin de ICT-ervaringen rond de vernieuwing van het platform personeelsdossier en de tegenhanger DESI aan bod kwamen. Ook werd een uitwisseling tussen e-classe, KlasCement en meemoo (Vlaams instituut voor het archief vzw) opgezet. Bij die laatste sessie heeft AGODI de contactpersonen met elkaar in contact gebracht zonder rechtstreeks betrokken te zijn bij het overleg. In 2021 zullen er opnieuw verschillende initiatieven (her)opstarten of vervolgsessies gepland worden. Over de gerealiseerde en geplande sessies werd gerapporteerd aan het managementcomité van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.

AGODI jaarverslag 2020

171


6.16 Het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tussen het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en AGODI is er in 2009-2010 een vertrouwelijkheidscontract afgesloten. Met dat vertrouwelijkheidscontract kon AGODI zorgwekkende dossiers met problematische afwezigheden van leerlingen die in Nederland wonen en in België naar school gaan, doorgeven aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Die dienst kon de dossiers dan doorgeven aan de bevoegde leerplichtambtenaar. Op zijn beurt kon DUO ook spijbeldossiers van leerlingen die in België wonen en in Nederland naar school gaan doorgeven aan AGODI. Die gegevensuitwisseling is echter stilgevallen. In 2019-2020 werkte AGODI samen met het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het wetstraject om de gegevensuitwisseling conform de AVG-wetgeving (Algemene Verordening Gegevensbescherming) mogelijk te maken. AGODI wisselde in 2019-2020 geen dossiers uit met DUO. Grensoverschrijdende samenwerking 2020 en de uitbraak van het coronavirus zorgden ervoor dat heel wat geplande overlegen ontmoetingsmomenten werden geannuleerd of vervangen door digitale alternatieven. De derde ontmoetingsdag onderwijs Belgisch en Nederlands Limburg, waar AGODI en het CAOP een workshop zouden begeleiden, werd afgelast. Ook het congres dat DUO zou organiseren met ondersteuning van de AGODI-academie heeft om dezelfde reden niet kunnen plaatsvinden. Bestaande contacten met OCW, het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP), het WerkServicePunt Terneuzen en andere actoren beperkten zich in 2020 dan ook vooral tot digitale uitwisselingen wanneer dat aangewezen was.

6.17 Unie Sociale Secretariaten (USS) AGODI is sinds 2018 lid van de Unie van Sociale Secretariaten (USS). Die unie verenigt en is de spreekbuis van de erkende sociale secretariaten in België. De USS ijvert voor een eenvoudige toepassing van sociale- en fiscale regelgeving voor werkgevers en pleit voor administratieve vereenvoudiging en rechtszekerheid bij de uitvoering van diverse overheidsmaatregelen. AGODI is verantwoordelijk om de sociale en fiscale verplichtingen uit te voeren voor de personeelsleden van het onderwijs. Dankzij het lidmaatschap is het agentschap uit eerste hand mee op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen dat domein. Het lidmaatschap biedt ook een bron aan informatie over de toepassing van sociale en fiscale verplichtingen en geeft een toegang tot belangrijke contacten binnen de sector. Al die informatie en het netwerk zijn cruciaal om binnen een snel veranderende context tijdig mee te zijn, maar ook om via het kanaal van de USS de stem van AGODI te laten weerklinken bij hervormingen en uitvoering van de verplichtingen.

172

AGODI jaarverslag 2020


3

7

Vernieuwing en innovatie in de dienstverlening

7.1

Efficiëntieverhoging

7.1.1

Langetermijnvisie elektronische personeelsdossier (EPD)

Het computerprogramma EPD verzamelt alle gegevens van meer dan 180.000 personeelsleden van het onderwijs en verwerkt automatisch parameters om de salarisbetaling vast te stellen. Via een interface komen de parameters nadien terecht in het salarissysteem waar het salaris berekend wordt. Het EPD werd voorbereid en gebouwd in de periode 1990-1994 en in productie genomen in september 1995. Dat vergde een investering van ruim 14 miljoen euro. Het EPD leidde tot een belangrijke verbetering in correctheid en tijdigheid van de salarisbetalingen. De toepassing functioneert nog altijd, maar een audit van PWC in 2017 toont aan dat een nieuw toekomstplan noodzakelijk is. Enerzijds is het onzeker of de onderliggende technologie op langere termijn nog zal ondersteund worden en of er nog voldoende personeel zal zijn die met die technologie kan werken. Anderzijds zijn er doorheen de tijd nieuwe noden bijgekomen, waardoor de vraag naar de bouw van een nieuwe toepassing voor en/of de aanpassing of uitbreiding van het huidige EPD gesteld moet worden. In 2020 documenteerde AGODI de as is en de to be businessprocessen rond het beheer van de personeelsdossiers. Ook werkte het agentschap een fit-gap-analyse uit over mogelijke HRM-pakketten. Een dossier werd ingediend met het oog op het verkrijgen van de nodige budgetten. De vernieuwing van het EPD vraagt immers een significante investering. Bij de opmaak van de begroting 2021 is er een budget vrijgemaakt van 14 miljoen euro voor de vernieuwing van het elektronisch personeelsdossier (periode 2021-2024). De toekenning van die kredieten aan AGODI is bekrachtigd door het Vlaams Parlement, door de goedkeuring van het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor 2021 (decreet 18/12/2020) waarin die extra middelen zijn voorzien. De vernieuwing van het EPD zal een belangrijke inspanning vragen van de organisatie, maar ook een grote impact hebben op de organisatieprocessen. 7.1.2

Roadmap Déclaration multifunctionelle – multifunctionele Aangifte (DmfA)

De instellingen van de sociale zekerheid voeren een meerjarenprogramma uit om de formulieren te vervangen door elektronische gegevensstromen. Een daarvan is de Déclaration Multifunctionelle – Multifunctionele Aangifte. DmfA maakt tewerkstellingen aan op basis van aangeleverde informatie uit het EPD en het vernieuwd salarissysteem (VSS). AGODI voert die digitale aangifte via de DmfA-applicatie al uit sinds 2003. Ondertussen is ze stelselmatig uitgebreid, onder andere met de Capelo-aangifte (gegevens voor de pensioenberekening). De applicatie is daardoor uitgerust met alle nodige functionaliteiten, behalve voor de weddebijslag. Door de aanpassingen werd de aangifte aanzienlijk complexer. Daardoor werkt de module niet meer optimaal en is er een roadmap uitgewerkt om het probleem weg te werken.

AGODI jaarverslag 2020

173


De roadmap DmfA werd in 2017 deels uitgevoerd. In het project ASR werd toen een bouwsteen ‘onderwijstewerkstellingen’ gemaakt. Die bouwsteen is bedoeld als gemeenschappelijk platform voor gegevensuitwisselingen tussen AGODI en de RSZ op basis van de gegevens in het personeelsdossier. De roadmap heeft verder als doel om beter te beantwoorden aan de specifieke informatiebehoeften van DmfA. Dat wilt zeggen: meer flexibiliteit voor het verzenden van de wijzigende aangiften, meer geautomatiseerde en daardoor efficiëntere opvolging van de manuele aanvragen, een performantere en relevantere selectie van de te behandelen stamboeknummers, het verzekeren van een tijdige en correcte aangifte, de garantie van correcte facturatie, een efficiëntieverhoging van de verwerking van de aangiftes en een maximale vermindering van het aantal foutieve of onvolledige aangiften. De aanpassingen zullen in de toekomst flexibeler kunnen verlopen. Ook de vernieuwing van het EPD zal de input voor dit project verder voeden in 2021. 7.1.3

Voordeel alle aard (VAA)

Een werkgever of schoolbestuur kan aan zijn personeelsleden een laptop, smartphone, tablet, internetverbinding, bedrijfswagen of conciërgewoning ter beschikking stellen die voor professionele doeleinden worden gebruikt. Zodra een personeelslid daarvan ook voor persoonlijke doeleinden gebruik maakt, worden die door de sociale zekerheid en de FOD Financiën als een voordeel alle aard of kortweg VAA beschouwd. Dat is dus een voordeel bovenop het salaris. Die voordelen zijn onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen en/ of bedrijfsvoorheffing. Eerder deden scholen of instellingen daarvoor een beroep op een sociaal secretariaat of probeerden ze zelf de complexe administratie uit te voeren. Omdat AGODI zijn dienstverlening wilde uitbreiden, nam ze die taak over. Daarvoor ging in 2018 het project VAA van start. Dat project werd in 2020 succesvol afgerond. AGODI zal dan ook vanaf 1 januari 2021 de administratieve verplichtingen naar de sociale zekerheid, FOD Financiën en het personeelslid overnemen.

7.2

Zoveel mogelijk informatie digitaal

Volledig digitale personeelsdossiers AGODI streeft naar 100% digitale werking. Daarvoor scant AGODI de resterende, zowel inkomende als uitgaande, papieren documenten en koppelt die aan het elektronisch personeelsdossier en aan de agenda van de individuele medewerkers. Ondertussen biedt AGODI de scholen ook de mogelijkheid om hun documenten zelf te scannen en via mail te bezorgen. AGODI werkt daarvoor met een permanent beheerde centrale mailbox: documenten.onderwijspersoneel@ond.vlaanderen.be. Scholen kunnen zo besparen op verzendingskosten en bovendien tijdswinst boeken.

174

AGODI jaarverslag 2020


3

Tabel 3.123: aantal inkomende mails in de centraal beheerde mailbox 2018

2019

2020

Evolutie t.o.v. 2019

108.861

112.004

110.006

-1,80%

Tabel 3.124: aantal documenten digitaal in de personeelsdossiers opgeslagen 2018

2019

2020

Evolutie t.o.v. 2019

Papieren documenten

82.427

81.297

33.433

-58,80%

Elektronische documenten (documenten en e-mailverkeer)

235.117

232.145

246.748

6,30%

Totaal

317.544

313.442

280.181

-11,60%

Naast de elektronische documenten die scholen aan AGODI bezorgen, wordt ook relevant e-mailverkeer tussen de school en AGODI aan het digitale personeelsdossier toegevoegd. In 2020 werden 280.181 documenten digitaal in de personeelsdossiers opgeslagen: 246.748 elektronische documenten (of 88%) en 33.433 papieren brieven (of 12%). In 2020 is er een opmerkelijke afname van het aantal papieren documenten in vergelijking met de voorgaande jaren, te verklaren door de coronamaatregelen. AGODI bezorgt sinds de maatregelen bijna alle brieven aan scholen en onderwijspersoneelsleden digitaal in plaats van met de post. Sinds 2020 kunnen personeelsleden in Mijn Onderwijs: Personeel hun e-mailadres achterlaten op hun profielpagina. Op die manier kan AGODI briefwisseling rechtstreeks aan het betrokken personeelslid bezorgen. Die hogere digitaliseringsgraad draagt bij tot een efficiëntere werking van AGODI. Inkomende documenten worden namelijk onmiddellijk gedigitaliseerd en gekoppeld aan de agenda van de dossierbeheerder. Zo kunnen dossierbeheerders meer dan vroeger dringende dossiers voor de eerstvolgende maandbetaling afhandelen. Het documentmanagementsysteem (DMS) laat het centraal beheren van een personeelsdossier toe, ongeacht het onderwijsniveau waar een personeelslid is aangesteld. Dat verhoogt de klantvriendelijkheid. Bij een vraag over een dossier kan een medewerker onmiddellijk het volledige dossier (met inbegrip van documenten over eventuele arbeidsongevallen) consulteren. Ook als een dossierbeheerder afwezig is, kunnen collega’s de dossiers gemakkelijk opvolgen. Dat verhoogt de bedrijfszekerheid en de transparantie van de dossierafhandeling. Door het digitaliseren van de personeelsdossiers kunnen medewerkers in de werkstations plaatsonafhankelijk werken. Dossiers kunnen geraadpleegd worden zonder fysiek opzoekwerk. Bovendien slaagt AGODI er zo in om de kantoorruimte efficiënter te gebruiken. Dat project komt ook tegemoet aan de doelstelling ’duurzame overheid’.

AGODI jaarverslag 2020

175


Vermijden van het dubbel opvragen: LED als authentieke bron Bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2017 werd de Leer- en ervaringsbewijzendatabank (LED) erkend als authentieke bron voor de toetsing van bekwaamheidsbewijzen. Dat impliceert dat het ministerie geen kopieën van studiebewijzen meer mag opvragen aan de schoolsecretariaten voor de personeelsleden die zij in dienst melden. Het ministerie haalt die studiebewijzen rechtstreeks op uit de LED. Voor een aantal ambten van het basisonderwijs gebeurt dat al sinds 1 september 2018. Die werkwijze is vanaf 1 maart 2019 veralgemeend voor alle ambten van alle onderwijsniveaus. De databank wordt progressief opgebouwd en bevat daardoor alleen voor vrij recent afgestudeerde personeelsleden volledige informatie. Qua volledigheid zijn er bovendien verschillen afhankelijk van het onderwijsniveau waarin het bekwaamheidsbewijs is behaald. Wat het hoger onderwijs betreft is LED volledig bruikbaar en betrouwbaar voor studiebewijzen behaald vanaf 1 september 2010. Voor studiebewijzen behaald in het volwassenenonderwijs is die zekerheid er vanaf 1 september 2015. Concreet sturen de schoolsecretariaten vanaf 1 maart 2019 geen kopieën van studiebewijzen en van eventueel bijhorende diplomasupplementen meer op, tenzij het studiebewijs uitgereikt is vóór 1 september 2010 of vóór 1 september 2015 wanneer het gaat om een studiebewijs behaald in het volwassenenonderwijs. Voor een beperkt aantal bekwaamheidsbewijzen die sowieso niet in de LED worden opgenomen, zoals niet-Vlaamse studiebewijzen, sommige levensbeschouwelijke bekwaamheidsbewijzen of attesten van taalkennis, vraagt het werkstation een kopie op bij het schoolsecretariaat. Voor de interface tussen LED en EPD wordt gebruik gemaakt van het MAGDA-platform (Maximale GegevensDeling tussen Administraties). Via dat beveiligd platform worden de studiebewijzen opgehaald uit LED en opgeladen in EPD, waar ze via agendapunten aangeboden worden aan de dossierbeheerders. Een ingebouwde filter zorgt ervoor dat alleen nuttige studiebewijzen opgeladen en aangeboden worden. In de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 hebben de dossierbeheerders 18.573 studiebewijzen rechtstreeks kunnen verwerken, zonder tussenkomst van de schoolsecretariaten. Dankzij het gebruik van de LED kon AGODI sinds november 2019 twee vervalste diploma’s onderscheppen.

176

AGODI jaarverslag 2020


3

Digitalisering aanvraag programmaties We zorgden voor de digitalisering van de inkomende gegevensstroom over de programmaties. Scholen kunnen daardoor vanaf 2020 hun programmatieaanvraag digitaal indienen. In november 2020 bedroeg het aantal aanvragen 1.908. Project e-formulieren Het managementcomité (MC) besliste dat Adobe AEM een van de formulierenstandaarden binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming wordt. Na die beslissing werd op het Kenniscentrum budget voorzien voor de uitbouw van de datahub en voor ondersteuning bij het bouwen van formulieren. Vanaf oktober 2020 zijn de eerste e-formulieren ter beschikking gesteld, namelijk programmatieaanvragen. Intussen zijn 11 formulieren in gebruik, met in totaal meer dan 7.000 inzendingen. Project e-formulier arbeidsongevallen De aangifte van de arbeidsongevallen in Publiato is een federale verplichting. Via de sociale zekerheidsapplicatie krijgen MEDEX en FEDRIS de aangiftegegevens van een arbeidsongeval. In 2019 onderzocht AGODI in welke mate de dossierbehandeling in de dienst arbeidsongevallen kon worden geautomatiseerd. Met het oog op het automatiseren van de registratie van een arbeidsongeval werd in 2019 een voorbereidende analyse uitgevoerd. Het ging specifiek over het aanmaken van een e-formulier en Robotic process automation (RPA). Het project werd gestart in 2020 en de realisatie ervan wordt verwacht in 2021.

7.3

Moderniseren gegevensuitwisseling met scholen via webservices

Sinds september 2018 is het mogelijk om via de ‘Edison-webservices’ rechtstreeks vanuit het schoolsoftwarepakket personeels- en leerlingenzendingen te versturen en af te halen. Die moderne manier van gegevensuitwisseling zal op korte termijn de technologie van WebEdison vervangen. Alle commerciële softwareleveranciers maken sinds eind 2020 gebruik van die nieuwe mogelijkheid. Voor scholen betekent het dat zij minder manuele tussenstappen moeten doorlopen om gegevens in te sturen. AGODI tilt daarmee de bedrijfszekerheid van de gegevensoverdracht naar een hoger niveau. We verlagen daarmee ook de planlast voor scholen.

AGODI jaarverslag 2020

177


Evolutie gebruik Edison-webservices van oktober 2018 tot en met december 2020 Figuur 3.6: procentueel aandeel zendingen via Edison-webservices

In oktober 2018 werden 6% van de zendingen verstuurd via de Edison-webservices. In december 2019 steeg het gebruik naar 82% van de zendingen. Dat gebruik nam in december 2020 verder toe naar 95%. Figuur 3.7: procentueel gebruik van Edison-webservices door scholen

178

AGODI jaarverslag 2020


3

In oktober 2018 verstuurden 13% van de scholen zendingen via de Edison-webservices. In december 2019 steeg het gebruik naar 82% van de scholen. Dat gebruik nam in december 2020 verder toe naar 96%.

7.4

Processen automatiseren en bedrijfszeker maken

Het project ‘Slimme aanstellingen in het onderwijs’ Het project ‘Slimme aanstellingen in het onderwijs’ (opgestart in 2019) heeft als doel om het administratief proces voor aanstellingen in het onderwijs die nu via Edison-zendingen gebeuren, te moderniseren. Zo willen we het administratief proces vereenvoudigen en tegelijkertijd het onderwijzend personeel meer bij het proces betrekken. In 2020 is beslist dat het project binnen het project vernieuwbouw EPD opgenomen wordt. Het project ‘Customer Relationship Management System’ In 2020 is AGODI gestart met het onderzoek naar de inzetbaarheid van een Customer Relationship Management System (CRM). Een proof of concept (POC) is opgezet in samenwerking met AHOVOKS. Daarnaast kreeg het management van het agentschap ook al een eerste demo van de externe aanbieder. Als doelgroep voor de POC namen we de opvolging van klantencontacten in het kader van de speciale onderwijsleermiddelen. Begin 2021 is de POC afgelopen. Op basis van de resultaten daarvan zal een verdere uitrol uitgewerkt worden.

7.5

AGODI als databron

Het uitwisselen van data met andere overheidsinstanties (RSZ, Financiën, Agentschap Opgroeien …) behoort tot de operationele taken van AGODI. AGODI leverde in 2020 data voor onderzoeken van universiteiten en hogescholen. Ook andere overheidsinstanties deden een beroep op data van AGODI voor beleidsondersteuning. De lokale besturen, koepels en het gemeenschapsonderwijs gebruiken al jaren gegevens van AGODI om hun werking te ondersteunen. Het onderwijsveld weet dat ze daarvoor op AGODI kunnen rekenen. Zo wordt een hele administratieve last uit de scholen weggenomen en door AGODI gegarandeerd. AGODI publiceert zelf heel wat gegevens op haar website, maar levert ook statistieken aan Statistiek Vlaanderen. Zo werkt AGODI mee aan een sterk beleid rond gegevensvrijgave in de gehele Vlaamse overheid. Het volledige beleidsdomein heeft nood aan een beleidsdatabank om het onderwijsbeleid te ondersteunen. Daaraan werkt AGODI graag mee. In 2020 werd er gewerkt aan een nieuw dataplatform, om zo ook mee te stappen in meer innovatieve datatechnologieën. AGODI werkte binnen dat nieuwe dataplatform enkele projecten uit: een tool om scholen te identificeren met een hoger risicoprofiel met betrekking tot verificatie, een dashboard om de afwezigheden van leerlingen nauwgezet op te volgen in coronatijden en de opstart van een project rond actieve openbaarheid van berekende omkadering en toelagen.

AGODI jaarverslag 2020

179


Verder neemt AGODI een actieve rol op in de verdere uitbouw van het Kenniscentrum. De stuurgroep van het Kenniscentrum wordt opgenomen door het managementcomité van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Het kenniscentrum is ingebed in het informatiemanagement van het beleidsdomein waar AGODI via de vertegenwoordiging in de stuurgroep informatiemanagement en de verschillende projectgroepen een inbreng heeft. Project Dataloep AGODI werkt met andere entiteiten aan het project Dataloep. Scholen krijgen met Dataloep verrijkte informatie over hun eigen leerlingengegevens op maat. Die kunnen ze gebruiken om hun schoolbeleid vorm te geven. In mei 2020 werden nieuwe private toepassingen gelanceerd over de aan- en afwezigheden. Die leggen de focus op de doorgestuurde aan- en afwezigheden van de scholen tot op het niveau van de halve dag. De mogelijkheid om vergelijkingen te maken van aan- en afwezigheidspercentages op school per dag, maand of jaar, moet scholen in staat stellen hun beleid rond Kleuterparticipatie en problematische afwezigheden te ondersteunen. Om ervoor te zorgen dat scholen de nodige vorming kunnen krijgen over het gebruik van de nieuwe en bestaande toepassingen werden demotoepassingen ter beschikking gesteld met fictieve gegevens.

7.6

Project e-ASR voor school(secretariaten)

ASR WECH (Werkloosheid/Chômage) Sinds 1 september 2017 staat AGODI in voor de elektronische Aangifte Sociaal Risico (ASR) voor de deeltijdse werkloosheid voor de personeelsleden in het onderwijs. Vanaf dan moeten de schoolbesturen (in de praktijk de administratief medewerkers) niet langer maandelijks voor meerdere personeelsleden een aantal (papieren) formulieren invullen. Het is voldoende dat een school een keer per schooljaar aan AGODI meldt voor welke personeelsleden er aangiftes moeten gebeuren. Het melden gebeurt via een eenvoudige elektronische zending bij de start van de eerste deeltijdse tewerkstelling in het onderwijs. Zodra de melding gebeurd is, zorgt AGODI wekelijks of maandelijks (afhankelijk van het soort aangifte) voor de nodige elektronische aangiftes. Het project ASR zorgde bijgevolg voor een dubbele vernieuwing: AGODI heeft de werkgeversverplichting overgenomen van de schoolbesturen en de aangiftes gebeuren nu elektronisch. Dat heeft gezorgd voor een planlastvermindering bij de schoolsecretariaten (operatie TARRA) en voor kwaliteitsvollere aangiftes.

180

AGODI jaarverslag 2020


3

In 2018 en in 2019 werd de e-ASR toepassing verder verfijnd na een aantal opmerkingen en bijkomende vragen van de uitbetalingsinstellingen (de vakorganisaties en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW)) en van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). De personeelsleden kunnen vanaf 2020 de pdf-afschriften van de aangiftes via Mijn Onderwijs raadplegen. ASR ZIMA In 2018 werden de eerste verkennende stappen gezet voor een nieuw onderdeel van e-ASR, namelijk de sector Uitkeringen. Het gaat over de documenten die de schoolsecretariaten invullen voor de personeelsleden die een uitkering moeten aanvragen bij het ziekenfonds, bijvoorbeeld bij een tijdelijk personeelslid dat met bevallingsverlof gaat of onbezoldigd ziek is. De bedoeling is om ook daar in te zetten op een planlastvermindering voor de scholen en op kwaliteitsvollere aangiftes. In 2019 is het project op kruissnelheid gekomen qua analyse en bouw. Sinds 1 juli 2020 bezorgt AGODI de werkgeversdocumenten elektronisch aan de ziekenfondsen. Ook voor dat project zijn nog een aantal verbeteringen nodig op basis van vragen van de ziekenfondsen. Sommige zijn al in 2020 gerealiseerd. De overige komen in 2021 aan bod. Voor dat project werkt AGODI nauw samen met de ziekenfondsen en het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

7.7

Project Discimus

Discimus vormt de basis van alle processen die werken op actuele inschrijvingsen afwezigheidsgegevens zoals het berekenen van de omkadering en de toelagen, het controleren van de leerplicht, de informatie voor de CLB’s, de schooltoelagen, de kinderbijslagfondsen ... Het project Discimus maakt het constant uitwisselen van leerlingengegevens tussen de scholen, de centra en AGODI mogelijk. Zodra een school of centrum bepaalde leerlingengegevens inbrengt of verandert in het softwarepakket, wordt de informatie onmiddellijk toegevoegd of veranderd in de databank van AGODI. Daardoor kunnen scholen en centra direct en op elk tijdstip controleren over welke leerlingengegevens AGODI beschikt. Als het nodig is, kunnen scholen en centra snel ingrijpen en bepaalde gegevens aanpassen. Omgekeerd ontvangen zij ook op een vlotte en snelle manier leerlingengegevens die opgenomen zijn in de databank van AGODI. Een dergelijke werkwijze zorgt voor een grotere rechtszekerheid bij scholen en leerlingen.

AGODI jaarverslag 2020

181


Sinds het introduceren van Discimus, worden steeds meer gegevens met de scholen rechtstreeks via webservices uitgewisseld. AGODI beheert die gegevens via het platform. • Vanaf het schooljaar 2015-2016 gebeurt de verificatie van de leerlingengegevens in het basis- en het secundair onderwijs volledig via Discimus. In 2019 zorgden we ervoor dat dat ook zo gebeurt voor het dko en in 2020 voor de leerlingen van de internaten. • Discimus werd aangepast naar aanleiding van de modernisering van het secundair onderwijs (aanpassingen aan de inschrijvingen, de studiebewijzen en de toelatingsvoorwaarden). De controle van de toelatingsvoorwaarden werden ook uitgebreid naar het duaal onderwijs. Zowel verificateurs als scholen worden nu door Discimus ondersteund in het controleren van de toelatingsvoorwaarden van leerlingen op basis van hun inschrijving en hun behaalde studiebewijzen, in het gewoon en duaal secundair onderwijs. • In 2020 is een nieuwe toepassing voor het huisonderwijs in gebruik genomen en geïntegreerd in Discimus. • Ook met de toepassing van het leerlingenvervoer is er in 2020 een integratie, waardoor een ingeschreven leerling uniek kan geselecteerd worden. • De melding van niet-gerealiseerde inschrijvingen kunnen scholen nu via hun softwarepakket aan Discimus melden. Dat zal zorgen voor een vermindering van de papierstroom. • De persoonsdiensten werden in dko ingebouwd. Zo zijn de officiële gegevens van de leerlingen in het dko ook beschikbaar. • Tot slot is Discimus ook aangepast om de nieuwe afwezigheden bij de coronamaatregelen te kunnen registeren met behulp van webservices (Application Programming Interface (API)) van Discimus. Die informatie stroomt door naar het nieuwe dataplatform, het management, het kabinet en de minister via dashboards de evolutie kunnen volgen van de afwezigheden. Die toepassing van API’s is genomineerd voor API van het jaar.

7.8

Verder uitbouwen van Mijn Onderwijs

AGODI werkte mee aan de verdere ontwikkeling van Mijn Onderwijs, een project van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Mijn Onderwijs was in eerste instantie een portaal voor onderwijsinstellingen; met Mijn Onderwijs: Personeel kwam er ook een portaal voor de onderwijspersoneelsleden. 7.8.1

Mijn Onderwijs voor directies en administraties

Op Mijn Onderwijs kunnen scholen verschillende gegevens en documenten terugvinden. Ze vinden er een maandelijks salarisoverzicht, een overzicht van de vervangingen voor korte afwezigheden (VKA’s), dienstbrieven, doorlichtingsverslagen … In 2020 werden via Mijn Onderwijs 557.400 documenten beschikbaar gesteld aan scholen. Dat is een stijging van 12% ten opzichte van 2019. Vanaf 2020 kunnen scholen ook zelf op een veilige manier gegevens aan het beleidsdomein Onderwijs en Vorming bezorgen als bestand of als e-formulier.

182

AGODI jaarverslag 2020


3

Bestanden versturen Scholen van alle onderwijsniveaus kunnen een waaier aan bestanden (pdf, MS Word, MS Excel …) indienen via Mijn Onderwijs. Dat vermindert de werklast voor de scholen. Omslachtige procedures zoals uitgeprinte documenten per post versturen of bestanden versleutelen om ze per mail te versturen, zijn zo niet meer nodig. Ook AGODI wint bij die werkwijze, want de bestanden komen automatisch in DIGIS terecht. Gevoelige informatie kan dus efficiënter en veilig uitgewisseld worden tussen AGODI en de scholen. Figuur 3.8: aantal bestanden verstuurd via Mijn Onderwijs

3.000

2.847

2.500 2.000 1.500

1.324

1.000 500 117 0 jun-20

48

74

jul-20

aug-20

231

170

sept-20

oct-20

nov-20

dec-20

In 2020 ontving AGODI in totaal 4.807 bestanden via Mijn Onderwijs, met een sterke stijging in het aantal ontvangen bestanden vanaf november 2020. Bestanden versturen via Mijn Onderwijs gebeurde vooral voor het indienen van aanvullende verificatiedocumenten. Dat werd door de betrokken afdelingen als een grote meerwaarde ervaren. E-formulieren Met de digitalisering van de programmaties (zie ook 7.2 Zoveel mogelijk informatie digitaal) was er ook nood aan een betrouwbaar en veilig platform om die e-formulieren beschikbaar te stellen voor de scholen. Mijn Onderwijs werd snel en flexibel ingezet om de e-formulieren onmiddellijk aan de juiste doelgroepen aan te bieden. Zo werd de doorlooptijd van het project aanzienlijk verkort, omdat er geen nieuwe integratie met het toegangsbeheer nodig was.

AGODI jaarverslag 2020

183


7.8.2

Mijn Onderwijs: Personeel

In 2019 ging Mijn Onderwijs: Personeel officieel van start. In 2020 werd het verder uitgebouwd. Deze documenten zijn er momenteel te raadplegen door de onderwijspersoneelsleden: • alle salarisgegevens • het aanvraagformulier voor de vakbondspremie • fiscale fiche(s) • individuele rekening • elektronische aangifte sociaal risico (e-ASR) AGODI zorgde er ook voor dat personeelsleden hun mailadres kunnen achterlaten op hun profielpagina. Dat was in eerste instantie bedoeld om personeelsleden een attendering te kunnen bezorgen bij een nieuw document. Eind september 2020 zijn de eerste attenderingen verstuurd. In december 2020 hadden al 34.291 personeelsleden een mailadres opgegeven en dat aantal stijgt nog steeds geleidelijk aan. Door de coronamaatregelen is het mailadres ook door de dossierbeheerders van de werkstations gebruikt. De maatregelen zorgden er namelijk voor dat de dossierbeheerders van thuis uit moesten werken, waardoor ze bepaalde documenten niet konden printen en met de post versturen. Digitale salarisbrief In 2019 werden de eerste stappen genomen om de website waarop de salarisbrieven gepubliceerd worden, dezelfde look and feel te geven als Mijn Onderwijs: Personeel zelf. In 2020 is dat verder gezet, zodat de meeste voorbereidingen getroffen waren voor 2021. In 2021 zal de architectuur van de salariswebsite effectief afgewerkt zijn. AGODI behoudt de mogelijkheid om papieren salarisbrieven te blijven ontvangen, op uitdrukkelijke vraag van een personeelslid. Slechts 2% van de onderwijspersoneelsleden ontvangt nu nog een papieren salarisbrief.

184

AGODI jaarverslag 2020


3

AGODI jaarverslag 2020

185



Hoofdstuk 4 Management en organisatie


1 Personeel AGODI

Personeelsaantal Tabel 4.1: aantal personeelsleden AGODI Categorie

188

30-06-2018 30-06-2019 30-06-2020

Statutair

357

336

324

Contractueel

62

65

68

CODO

17

17

17

Begeleiding JoJo/VeVe

2

2

2

Begeleiding LOP

33

40

40

Totaal

471

460

451

AGODI jaarverslag 2020


4

Op 30 juni 2020 waren er in totaal 451 medewerkers bij AGODI in dienst. Alle personeelsleden met wie AGODI een juridische band of tewerkstellingsrelatie had, zijn in dat aantal opgenomen, ongeacht of ze al dan niet een salaris ontvingen op dat moment. • De statutaire en contractuele medewerkers vormen de grootste groep binnen AGODI. Zij staan in voor de algemene dienstverlening. • De CODO-groep bestaat uit personeelsleden met een contract van onbepaalde duur ten laste van het Departement Onderwijs en Vorming. Zij staan ook in voor de algemene dienstverlening van het agentschap. • De overige medewerkers zijn aan de slag in het kader van het specifieke beleid rond de startbanenprojecten VeVe (verkeersveiligheid) en JoJo (scholen voor jongeren, jongeren voor scholen) en het lokaal overlegplatform (LOP). Zij ontvangen (net zoals de CODO-groep) geen salaris uit de personeelskredieten van AGODI, maar via middelen uit de onderwijsbegroting. Het LOP-team werd in 2020 tijdelijk versterkt met drie administratief ondersteuners. De groep personeelsleden betaald via middelen uit de onderwijsbegroting is qua aantal stabiel. Verhouding statutair – contractueel personeel Tabel 4.2: aantal statutaire en contractuele personeelsleden % op 30-06-2018

% op 30-06-2019

% op 30-06-2020

Aantal op 30-06-2020

Statutair

85,20%

83,79%

82,65%

324

Contractueel

14,80%

16,21%

17,35%

68

100%

100%

100%

392

Totaal

Het aandeel statutaire medewerkers is op 30-06-2020 licht gedaald in vergelijking met de vorige jaren. Door een benoemingsronde in het najaar van 2020 is het aandeel statutaire medewerkers met 84% terug op niveau van de vorige jaren. Leeftijdspiramide Tabel 4.3: aantal personeelsleden per leeftijdscategorie bij statutair en contractueel personeel Leeftijd

% op 30-06-2018

% op 30-06-2019

% op 30-06-2020

Aantal op 30-06-2020

Jonger dan 25

1,43%

0,25%

0,26%

1

25 tem 34

26,73%

22,19%

19,39%

76

35 tem 44

21,72%

26,19%

29,34%

115

45 tem 54

25,06%

23,69%

23,98%

94

55 en ouder

25,06%

27,68%

27,04%

106

100%

100%

100%

392

Totaal

AGODI jaarverslag 2020

189


AGODI heeft een grote groep oudere personeelsleden: 27,04% is 55 jaar of ouder. Bijna 30% van de personeelsleden is tussen de 35 en 44 jaar oud. Tabel 4.4: aantal personeelsleden per leeftijdscategorie en groep Leeftijdsgroep 30-06-2020

CODO

Begeleiding JoJo/VeVe

Begeleiding LOP

Jonger dan 25

0

1

2

25 tem 34

11

1

7

35 tem 44

2

0

9

45 tem 54

3

0

11

55 en ouder

1

0

11

Totaal

17

2

40

De CODO personeelsleden zijn overwegend jonge personeelsleden. Dat is een gevolg van de doorstroom van de meesten onder hen naar het eigen personeelskader van AGODI. In 2020 stroomden elf CODO personeelsleden door naar een aanstelling onder het Vlaams personeelsstatuut (VPS). De JoJo/VeVe- coördinatoren zijn net als de doelgroep van de projecten jongeren tot en met 26 jaar. De groep van de LOP-deskundigen ten slotte is overwegend ouder. Onderwijsniveau Tabel 4.5: aantal personeelsleden per onderwijsniveau bij statutair en contractueel personeel % op 30-06-2018

% op 30-06-2019

% op 30-06-2020

Aantal op 3006-2020

Niveau A

21,96%

22,94%

23,47%

92

Niveau B

42,72%

43,39%

44,90%

176

Niveau C

31,26%

29,68%

28,32%

111

Niveau D

4,06%

3,99%

3,32%

13

Totaal

100%

100%

100%

392

Niveau

De cijfers weerspiegelen duidelijk het beleid dat al jaren gericht is op het aanwerven van hooggeschoolden. Ruim 68% van de personeelsleden is aangesteld op niveau A (master) en niveau B (bachelor). In 2010 vertegenwoordigde die groep slechts 40% van het personeelsbestand.

190

AGODI jaarverslag 2020


4

Tabel 4.6: aantal personeelsleden per onderwijsniveau en groep Niveau 30-06-2020

CODO

Begeleiding JoJo/VeVe

Begeleiding LOP

Niveau A

0

2

25

Niveau B

13

0

15

Niveau C

3

0

0

Niveau D

1

0

0

Totaal

17

2

40

Nieuwe CODO personeelsleden worden aangeworven op bachelorniveau. De JoJo/VeVecoördinatoren beschikken over een masterdiploma; de groep van de LOP-deskundigen ten slotte beschikt over een bachelor- of een masterdiploma. Vervrouwelijking Tabel 4.7: aantal mannelijke en vrouwelijke personeelsleden bij statutair en contractueel personeel Niveau

Aantal vrouwen 30-06-2020

%

Aantal mannen 30-06-2020

%

Totaal

1

0,40%

0

0%

1

Jonger dan 25 25 tem 34

50

20,24%

26

17,93%

76

35 tem 44

78

31,58%

37

25,52%

115

45 tem 54

52

21,05%

42

28,97%

94

55 en ouder

66

26,72%

40

27,59%

106

Totaal

247

100%

145

100%

392

Vrouwen maken ruim 63% uit van het personeelsbestand van AGODI. Zij zijn het meest aanwezig in de leeftijdsgroep van 35 tot en met 44 jaar. De mannen zijn het sterkst aanwezig in de oudste leeftijdsgroepen. Tabel 4.8: aantal mannelijke en vrouwelijke personeelsleden per groep Geslacht 30-06-2020

CODO

Begeleiding JoJo/VeVe

Begeleiding LOP

Vrouwen

12

2

23

Mannen

5

0

17

Totaal

17

2

40

AGODI jaarverslag 2020

191


2 Personeel in beweging • In 2020 verlieten twaalf personeelsleden het agentschap door pensionering. Zes collega’s namen ontslag, waaronder vier die al eerder met onbetaald verlof gingen en beslisten om niet terug te keren naar onze organisatie. Zeven personeelsleden namen onbetaald verlof om al dan niet elders een andere functie op te nemen. AGODI moest helaas ook afscheid nemen van drie collega’s door overlijden. Tegenover die uitstroom stond een instroom van 21 nieuwe collega’s en keerde een collega vervroegd terug uit onbetaald verlof. • Het coördinatorenteam van de JoJo/VeVe projecten werd volledig vernieuwd in 2020. • Onder de groep van de LOP-deskundigen stroomden zes collega’s uit: drie door vrijwillig ontslag waaronder twee na een periode van onbetaald verlof, een door pensioen, en twee door het niet verlengen van de detachering. De contracten van drie tijdelijke administratief ondersteuners werden niet verlengd. Er werd een nieuwe LOPdeskundige aangesteld in 2020. • Dertien personeelsleden werden vast benoemd en vijf personeelsleden werden bevorderd in de loop van 2020.

3 Personeelsbudget AGODI beschikte in 2020 over een personeelsbudget van 22.518.000 euro voor de uitvoering van het personeelsbeleid. Dat is het eigen personeelskrediet van AGODI. Eind 2020 was daarvan 21.997.000 euro gerealiseerd. Als gevolg van corona werden minder uitgaven geboekt voor de terugbetaling van de kosten van het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer.

4 Diversiteit in het personeelsbeleid AGODI blijft zich inspannen om de werkvloer diverser te maken. We houden ons aan deze afspraken: • Alle wervingsvacatures worden bekend gemaakt via de publicatiekanalen van de Vlaamse overheid, namelijk Werken voor Vlaanderen en VDAB. • Ons agentschap zorgt ervoor dat de vacatureberichten altijd neutraal en toegankelijk worden opgesteld. Zowel in de oproep aan de kandidaten als op het standaard sollicitatieformulier is een diversiteitsparagraaf opgenomen. Voor stageplaatsen en vakantiejobs houden we ook rekening met diversiteit. Door de pandemie en het maximaal thuiswerken, konden een aantal voorziene stages en studentenjobs niet plaatsvinden. Daardoor krijgen we een vertekend beeld en waren er in 2020 uiteindelijk maar twee stages en een studentenjob. Die werden wel alle drie toegewezen aan personen uit de doelgroepen. Alle relevante informatie over diversiteit die wordt aangereikt door de Dienst Diversiteitsbeleid van de Vlaamse overheid, wordt verder verspreid. AGODI volgt het vormingsaanbod op en voert daar promotie voor via de meest geschikte communicatiekanalen.

192

AGODI jaarverslag 2020


4

Op 17 december 2020 vond het jaarlijkse AGODI-seminarie plaats. Orhan Agirdag, onderzoeker aan de KU Leuven, gaf uitleg bij zijn boek 'Onderwijs in een gekleurde samenleving'. Alle personeelsleden werden uitgenodigd. Daarna werd actief gereflecteerd in vijf verschillende groepen. De intranetpagina rond diversiteit werd vernieuwd en uitgebreid en in een nieuwsbrief werd naar die nieuwe, gestoffeerde diversiteitspagina verwezen.

5 Integriteit AGODI hecht veel belang aan een sterk uitgebouwd integriteitsbeleid. In 2020 zette het agentschap sterk in op communicatie rond integriteit. Zo werd op het intranet van AGODI een aparte pagina rond integriteit voorzien en werd informatie opgenomen in de interne nieuwsbrief. In het kader van het risicomanagement nam het agentschap integriteit mee op in de risicotypologie, dat als kader dient bij de opmaak van risicoanalyses. Tot slot voorzag het agentschap ook in 2020 opleidingen rond integriteit en dilemmatrainingen voor de nieuwe personeelsleden. Door de coronamaatregelen vonden die digitaal plaats.

6 Vorming: meer werkvoldoening, meer kwaliteit Door vorming wil AGODI werken aan een kwaliteitsvol competentiemanagement. Medewerkers scholen zich bij over onderwerpen die in rechtstreeks verband staan met de uitoefening van hun functie. Daarnaast krijgen zij de kans om opleidingen te volgen die bijdragen aan de ontwikkeling van de organisatie en tegelijk een persoonlijke verrijking betekenen. Het jaarlijkse vormingsplan bevat een mix van vaste waarden en nieuwe accenten. Die steeds terugkerende opleidingsmomenten zorgen voor de nodige continuïteit. Denk aan vorming over nieuwe regelgeving en beleidsthema’s, opfrissingen naar aanleiding van kwaliteitscontroles, de gevarieerde generieke sessies voor nieuwe collega’s ... Meerdere collega’s namen weer deel aan de Trefdag Digitaal Vlaanderen, de jaarlijkse studiedag over e-government en innovatieve dienstverlening, of aan het HRM-congres voor de overheid. En ook in 2020 kregen een aantal personeelsleden de kans om een masteropleiding overheidsmanagement aan te vatten. Nog een vast aandachtspunt in vorming is Heerlijk Helder. AGODI ging in op het aanbod van Taaladvies en volgde een sessie over nudging in communicatie met de klant. Een boeiend concept dat helemaal past in de warme organisatie die AGODI nastreeft. Het jaarlijkse AGODI-seminarie kon in 2020 noodgedwongen geen netwerkmoment zijn, maar dat werd goedgemaakt door het interessante webinar met prof. Orhan Agirdag over zijn boek ‘Onderwijs in een gekleurde samenleving’.

AGODI jaarverslag 2020

193


De specifieke accenten voor vorming in 2020 vloeiden voort uit strategische keuzes, maar werden ook beïnvloed door de coronapandemie. Vanaf maart gingen nagenoeg alle AGODI-medewerkers voltijds van thuis uit werken en werd vorming een online gebeuren op afstand, zowel voor de interne medewerkers als de klanten. De AGODI-academie laste alle klassikale opleidingen voor de schoolsecretariaten af en bood een digitaal alternatief. Het zorgde er allemaal voor dat eerder opgevatte plannen en initiatieven rond digitaal leren in een stroomversnelling terechtkwamen. Digitaal leren werd een vormingsspeerpunt, en dat uitte zich op verschillende vlakken: • AGODI wilde haar bestaande digitale ‘producten’ verbeteren. Zo organiseerde het agentschap webinars over het organiseren van webinars. Medewerkers leerden presentaties met voice-overs maken en anderen lieten zich in sessies inspireren door nieuwe eigentijdse digitale presentatievormen. In 2021 wordt die professionalisering van digitale leervormen verder uitgewerkt. • De personeelsleden kregen ondersteuning in het efficiënt (samen)werken van op afstand met digitale middelen: wie dat wilde kon zich door middel van instructiefilmpjes bijspijkeren over de mogelijkheden in MS Office Teams. Een groep medewerkers volgde een extern webinar over het online faciliteren van vergaderingen en workshops. Het noodgedwongen massale telewerk veranderde ook de collegiale contacten. Leidinggevenden werden opgeroepen om extra aandacht te besteden aan de specifieke facetten van leidinggeven op afstand. Zij konden intekenen op een aantal infosessies naar keuze.

7 ICT-budget Sinds 2018 beschikte AGODI voor het eerst over een eigen ICT-budget. In tabel 4.9 worden de uitgaven per soort voor 2020 opgesomd. Tabel 4.9: ICT-kredieten – vereffeningskredieten (VEK) Soort Werkplekdiensten

2019

2020

287.989,59

319.744,76

Eenvoudige werkaanvragen

75.275,66

59.406,38

Licenties

299.759,26

410.780

Bedrijfstoepassingen

5.860.000

5.908.918,07

Softwareonderhoud

1.317.999,97

1.134.836,60

Projecten

1.731.241,16

2.165.445,59

Andere

124.144

0

Totaal

9.696.379,64

9.999.131,40

18.620,36

-77.131,40

Rest

Het decretaal budget van AGODI in 2020 bedroeg 9.922.000 euro VEK. De ICT-uitgaven lagen hoger dan het voorziene bedrag en werden gecompenseerd op de apparaatskredieten binnen hetzelfde begrotingsartikel.

194

AGODI jaarverslag 2020


4

8 Tevreden klanten? Het klachtenrapport van 2020 Tabel 4.10: aantal klachten Klachten AGODI

2018

2019

2020

Ontvangen

94

93

83

Onontvankelijk

66

61

63

Gegronde klachten (deels of volledig)

18

21

11

Ongegronde klachten

10

11

9

Opgelost (deels of volledig)

18

19

11

Niet opgelost

0

2

0

Cijfermatig ziet het klachtenbeeld 2020 er grotendeels gelijklopend uit als wat de klachtenwerking tijdens het kalenderjaar 2019 opleverde. Het overzicht toont dat de meeste klachten onontvankelijk zijn (namelijk 76%). Onontvankelijke klachten behoren niet tot de bevoegdheid van AGODI (bijvoorbeeld relatie werkgever-werknemer, leerlinggerelateerde materies of de werking van de school). In het kader van gegronde ontvankelijke klachten weet de AGODI-klachtenwerking alle dossiers minstens deels op te lossen. De elf gegronde klachten worden gescoord volgens de ombudsnormen. Klachten tikken vooral aan op ‘ontoereikende informatieverstrekking’. Klachten over de werking van het agentschap tijdens de coronapandemie bleven uit. De burgers kloppen in het algemeen amper aan bij AGODI over algemene ‘coronaklachten’. Het proces van opvolgen van ziekteverloven werd door de Vlaamse overheid uitbesteed. Het controleorgaan Certimed levert voor het agentschap enkele ontvankelijke, maar vooral veel onontvankelijke klachten op. Concreet werd AGODI tijdens het werkjaar 2020 veel aangesproken over jaar-na-jaar terugkerende aanvragen voor LVVP medische redenen. Onderwijspersoneelsleden ontvingen onverwacht een afkeuring van hun aanvraag, wat voor hen vreemd was na (soms jarenlange) goedkeuringen ontvangen te hebben. Dergelijke klachten mag AGODI niet zelf behandelen. De klachten worden systematisch besproken tijdens overleg met Certimed. Daarover vond ook overleg plaats met de sociale partners. Het agentschap blijft een helder taalgebruik stimuleren. De standaardformulieren voorzien in vrije ruimte waar de dossierbehandelaar altijd een persoonlijke toets aan de brief kan toevoegen. Een aantal klachten kaarten het gebrek aan een geïndividualiseerd antwoord aan.

AGODI jaarverslag 2020

195


9

Meewerken aan de realisatie van het beleid

9.1

De uitvoerbaarheidstoetsen

Kort na de start van Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) sloten het departement en de agentschappen van het beleidsdomein een overeenkomst af die hun samenwerking formaliseerde. Dat bracht voordelen met zich mee: • De beleidsvoorstellen, beleidsaanbevelingen en dossiers zijn zo veel mogelijk gedragen door het volledige beleidsdomein. De minister krijgt voorstellen die helemaal zijn ‘uitgepraat’ binnen het beleidsdomein. • De beleidsvoorstellen en –aanbevelingen zijn haalbaar in uitvoering, zowel door/voor de agentschappen als door/voor de scholen. In de samenwerkingsovereenkomst wordt een onderscheid gemaakt tussen de ‘overlegprocedure’ en de ‘formele adviesprocedure’: • De overlegprocedure is een informele samenwerking, enerzijds in werkgroepen, anderzijds tussen ‘partners’. Partners zijn collega’s die bij AGODI en het beleidsvoorbereidende departement een beleidsvoorstel of een beleidsaanbeveling opvolgen. • Overleggen de partners van in het begin over een dossier (via een werkgroep of via overleg), dan is de maximale termijn voor het formele advies beperkt tot tien werkdagen. Alleen in dossiers die voor het eerst aan de partner worden voorgelegd zonder voorafgaand overleg, bedraagt de termijn 30 werkdagen.

196

AGODI jaarverslag 2020


4

Ambitie 11: we werken mee aan uitvoerbaarheidstoetsen Tijdens het kalenderjaar 2020 schreef AGODI 54 uitvoerbaarheidstoetsen. 85% werd opgemaakt binnen de afgesproken termijn van tien werkdagen. AGODI bracht op eigen initiatief twee uitvoerbaarheidstoetsen uit over de bekwaamheidsbewijzen en baremabepaling. Daarnaast wijzigde het agentschap enkele omzendbrieven: het departement kreeg daardoor zes beleidstoetsen voorgelegd.

9.2

Parlementaire vragen

AGODI beantwoordde 205 schriftelijke parlementaire vragen, wat bijna een verdubbeling is ten opzichte van 2019. 78,54% van de toegewezen vragen werd binnen de opgelegde tijd afgerond. De antwoordtermijn waarbinnen een schriftelijke vraag moet beantwoord worden is kort, zeker als nieuwe, complexe koppelingen in databanken gelegd moeten worden. Vaak wil een parlementair een evolutief overzicht. Dezelfde koppeling moet dan in verschillende jaargangen gelegd worden. Data worden pas ontsloten als de gegevens stabiel zijn. Vlaanderen voert een coördinerend statistisch beleid, zodat informatie over kernindicatoren via een publieke portaalsite op hetzelfde moment toegankelijk zijn. Een aantal cijfers mag dus pas op bepaalde data vrijgegeven worden. Dat maakt dat niet alle schriftelijke vragen onmiddellijk te beantwoorden zijn. AGODI ontwaart enkele grote tendensen in de ontvangen schriftelijke vragen tijdens 2020. Enerzijds komen bepaalde thema’s jaarlijks terug in de schriftelijke vragen, bijvoorbeeld: leerkrachten levensbeschouwelijke vakken per inrichtende macht, vakbekwaamheidsbewijzen, in- en uitstroom van directies, verbale en fysieke agressie tegen leraren, thuistaal niet Nederlands per provincie, voorrangsregels Brussel voor ouders met kennis van het Nederlands, voorrangsregels in de Vlaamse Rand voor/ door leerlingen uit het Waalse Gewest, inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs, inschakelen van pensioengerechtigde leerkrachten en speciale onderwijsleermiddelen. Anderzijds kenmerkt 2020 zich door de corona-uitbraak en dat weerspiegelt zich in de gestelde schriftelijke vragen. In de periode april – oktober ontving het agentschap vragen over het aantal afwezige leerkrachten en de eventuele redenen van de afwezigheid, over de problematische afwezigheden bij leerlingen, verdeling van de coronamiddelen, evolutie van de heirkracht… Tenslotte sijpelen actuele thema’s die leven bij het onderwijswerkveld door naar de schriftelijke vragen: LVVPmed, het Braille Productie Centrum (BPC), de verbrede groep van zij-instromers en de verlaging van de leerplichtleeftijd en de levensbeschouwelijke keuze van de (ouders van de) kleuter.

AGODI jaarverslag 2020

197


9.3

Persvragen

In 2020 verwerkte het agentschap zo’n 90 persvragen. De overgrote meerderheid van de vragen peilde naar data. Er was vooral interesse voor het vergelijken van gegevens met die van vorige schooljaren. Door corona viel het aantal persvragen vanaf midden maart tot eind augustus heel erg terug. Maar corona kleurde ook de persvragen. Hoeveel leerlingen blijven afwezig ook al worden ze op school verwacht? Stijgen de aanvragen voor huisonderwijs na de lockdown in het voorjaar? Wat met afwezige leerkrachten? De gestelde vragen speelden telkens kort in op de actualiteit. AGODI let erop om niet alleen naakte gegevens mee te geven. Data worden in de juiste beleidscontext gezet. Zo beginnen de cijfers geen eigen leven te leiden met alle misverstanden van dien.

10

Gegevens- en informatieveiligheid

In een steeds meer geconnecteerde wereld speelt de veiligheid van privacygevoelige gegevens een steeds grotere rol. AGODI heeft een set van persoonsgegevens van bijna alle leerlingen en personeelsleden van het onderwijs in Vlaanderen. Jaarlijks gaat het over 92 miljoen gegevens van leerlingen en 1.174.500 berichten over personeelsleden. Het nemen van de nodige maatregelen die de veiligheid en privacy garanderen, is een blijvend aandachtspunt. AGODI volgde in 2020 het informatieveiligheidsplan op. Dat bestond enerzijds uit recurrente taken zoals het behandelen van vragen en klachten van klanten, opvolgen van gegevensincidenten, sensibiliseren van medewerkers en adviezen verlenen over nieuwe gegevensverwerkingen. Daarnaast was er bijzondere aandacht voor het SCHREMS II arrest en de gevolgen voor gegevensdoorgiften. De ontwikkelingen worden binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en in overleg met alle entiteiten van de Vlaamse overheid op de voet gevolgd om de impact te onderzoeken en mogelijke alternatieven te bestuderen. Ten slotte zorgt AGODI ervoor dat bestaande en nieuwe gegevensstromen op een veilige manier worden uitgewisseld en dat daarvoor de nodige protocollen, machtigingen en/of beraadslagingen opgemaakt zijn. In 2020 ging het over veertien ondertekende protocollen voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens. Die zijn terug te vinden op onze website: https://onderwijs.vlaanderen.be/informatieveiligheid.

198

AGODI jaarverslag 2020


4

AGODI jaarverslag 2020

199



Hoofdstuk 5 Budget


Budget 1 Uitgaven en inkomsten AGODI beheert voor de uitvoering van zijn opdracht een omvangrijk budget. Hierna volgt een overzicht van de uitgaven en de inkomsten die AGODI in 2020 beheerde en recupereerde. De cijfers worden vanaf nu weergegeven volgens de indeling van de begroting in de beleidsvelden. Tabel 5.1: uitgavenkredieten (inclusief VRK - VEK) Beleidsveld Apparaat Kleuter- en leerplichtonderwijs

2020 € 32.859.772 9.339.399.308

Deeltijds Kunstonderwijs

272.104.910

Ondersteuning van het onderwijsveld

645.376.057

Totaal

10.289.740.049

Voor de uitvoering van de budgetten kan AGODI in 2020 een uitvoeringspercentage van 99,31% voorleggen. Tabel 5.2: inkomstenoverzicht*

*

2018 €

2019 €

2020 €

Terugvorderingen lonen

6.444.801

328.205

6.151.632,29

PWB-ontvangsten

25.426.771

36.690.506

40.001.510,16

Detacheringen

31.230.966

42.120.284

31.424.910,26

Andere

855.398

387.613

1.701.546,17

Totaal

63.957.936

79.526.610

79.279.598,88

Inschrijvingsgelden dko

19.888.014

19.879.525

21.513.450,53

Stand van de inkomsten op 31-12-2020

Onder ‘Terugvorderingen lonen’ is het volgende inbegrepen: de terugvorderingen van lonen aan leerkrachten en terugvorderingen aan inrichtende machten omwille van teveel ingerichte lesuren. De rubriek ‘Andere’ bevat voornamelijk de terugvorderingen van Actiris (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

202

AGODI jaarverslag 2020


5

2

Beleidskredieten per strategische doelstelling

Elk van de basisallocaties van AGODI kan worden ondergebracht in een strategische doelstelling van de beheersovereenkomst. In tabel 5.3 worden de budgetten per strategische doelstelling getoond. Tabel 5.3: budget per strategische doelstelling (in K euro) SD1 Financiering en omkadering

2.116.082

SD2 Salarisverwerking (inclusief lonen apparaat)

8.165.935

SD3 Gelijke kansen en inschrijvingsrecht faciliteren

4.546

SD7 Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

3.147

SD8 Beleidsvoerend vermogen scholen verbeteren –opleiding schoolsecretariaten

30

Totaal

10.289.740

3 Een overzicht in de tijd De tabellen hieronder geven een overzicht per programma (definitieve kredieten na begrotingscontrole en herverdelingsbesluiten, exclusief VRK). Tabel 5.4: beleidskredieten per programma (in K euro) 2018

2019

2020

Basisonderwijs

3.911.964

4.054.069

4.479.684

Secundair onderwijs

4.191.082

4.313.141

4.676.309

246.799

236.408

247.620

Systeemondersteuning (internaten, specifieke lonen, CLB en PBD)

293.798

304.048

331.313

Leerlingondersteuning +algemeen

120.804

111.090

107.985

Infrastructuur

374.099

448.515

346.067

775.739

863.563

785.365

9.138.527

9.467.271

10.188.977

Programma

Deeltijds kunstonderwijs

Niveauoverschrijdend

Totaal niveauoverschrijdend Totaal

AGODI jaarverslag 2020

203


Tabel 5.5: beleidskredieten per uitgavensoort en programma (in K euro) 2018

2019

2020

Basisonderwijs

3.377.131

3.507.006

3.629.186

Secundair onderwijs

3.741.060

3.841.958

4.011.171

Deeltijds Kunstonderwijs

242.194

234.652

243.191

Andere niveaus

257.647

254.800

282.385

7.618.033

7.838.416

8.165.933

Basisonderwijs

534.833

547.063

850.498

Secundair onderwijs

450.021

471.183

665.137

Deeltijds Kunstonderwijs

4.586

1.756

4.430

Andere niveaus

95.473

49.296

70.924

1.084.914

1.069.298

1.590.989

Andere

435.580

559.557

432.055

Totaal andere

435.580

559.557

432.055

9.138.527

9.467.271

10.188.977

Uitgavensoort

Salarissen

Programma

Totaal Salarissen

Werking

Totaal werking

Eindtotaal

Andere niveaus

De stijging in de werkingsmiddelen is te verklaren door de eenmalige toekenning van ‘overflow’-middelen. Dat zijn middelen die in het begrotingsjaar 2020 zijn aangerekend, maar betrekking hebben op de werkingsmiddelen van het schooljaar 2019–2020 voor de periode september – december 2019.

204

AGODI jaarverslag 2020


5

AGODI jaarverslag 2020

205



Hoofdstuk 6 Slotbeschouwingen en ambities


Slotbeschouwingen en ambities In dit hoofdstuk worden de belangrijkste blikvangers van 2020 opgesomd. We vatten op die manier het jaar 2020 samen uit de voorgaande hoofdstukken en geven kort bijkomende informatie die u nog niet kon lezen. We lichten bij sommige onderwerpen ook toe wat we de komende jaren nog ambiëren. Als leidraad voor dit hoofdstuk wordt het ondernemingsplan van het agentschap gebruikt, dat vier delen omvat: • Dienstverlening • Beleid • Innovatie • Management

1 Dienstverlening Net als de vorige jaren was de dienstverlening van de verschillende afdelingen van AGODI in 2020 van hoog niveau. We zetten hieronder de speerpunten op een rijtje. Voor het berekenen en toekennen van de omkadering, werkingsmiddelen en andere toelagen gelden strenge normen: het agentschap hanteert een tijdigheids- en correctheidspercentage van 98%. • Op vlak van correctheid behaalde AGODI voor de omkaderingsberekeningen 99%. • 100% van de omkadering kon tijdig toegekend worden. • Alle werkingsmiddelen en toelagen konden 100% correct berekend en tijdig toegekend worden. Het uitbetalen van de salarissen aan het onderwijspersoneel is een van de kerntaken van AGODI. Meer dan de helft van de personeelsleden van het agentschap is rechtstreeks betrokken bij dat proces. AGODI streeft ernaar 99,90% van de personeelsleden tijdig (dus op de laatste werkdag van elke maand) uit te betalen. Voor de overige 0,10% streeft het agentschap naar een betaling van het salaris de daaropvolgende maand. Tijdens het volledige jaar 2020 werd 100% van de salarissen op tijd betaald. Naar jaarlijkse gewoonte organiseert AGODI mee de Ronde van Vlaanderen voor schooldirecties. Door de coronamaatregelen was een fysieke ronde niet mogelijk in 2020. Het agentschap werkte daarom een digitaal alternatief uit via een landingspagina op de site met daarop filmpjes en ingesproken presentaties. Schooldirecteurs konden online vragen doorsturen. In 2020 investeerde AGODI met de AGODI-academie meer in de ontwikkeling van digitale leerinhouden en de eerste aanzet naar een platform voor gepersonaliseerd leren. Door de coronamaatregelen werden alle geplande fysieke opleidingen vanaf maart geannuleerd. We startten een ‘Taskforce Digitaal Leren’ op om een versnelde transitie naar een digitale omgeving te faciliteren. Uiteraard verleende AGODI in 2020 ook heel wat dienstverlening in het kader van de coronamaatregelen, naast de normale dienstverlening. Zo zette het agentschap een ‘callcenter corona’ op waar scholen terecht konden met vragen en werden vragen van ouders en leerlingen opgevangen via het Informatiepunt voor ouders en leerlingen. Ook

208

AGODI jaarverslag 2020


6

zorgde AGODI voor de verdeling van mondmaskers en alcoholgel naar de scholen en voor de tijdige uitbetaling van extra coronatoelagen voor scholen, CLB’s en internaten.

2 Beleid Het agentschap is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderwijsbeleid van het basis- en secundair onderwijs, de centra voor deeltijdse vorming, het deeltijds kunstonderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding en de inspectie en pedagogische begeleiding. Naast het opvolgen en meewerken aan de uitvoering van de coronamaatregelen in het onderwijsveld, werkte AGODI ook mee aan een aantal andere beleidsinitiatieven. AGODI nam deel aan het voorbereidend overleg over de verlaging van de leerplichtleeftijd en stelde verscheidene instrumenten ter beschikking aan lokale partners voor de implementatie van de nieuwe regelgeving (onder andere een actualisering van de tool voor het berekenen van het aantal halve dagen aanwezigheid, een standaardpresentatie en een brochure). In het kader van de versterking van het basisonderwijs werd de zorgenveloppe voor de scholengemeenschappen verhoogd. Scholen in het gewoon basisonderwijs wenden die middelen aan voor de aanstelling van zorgcoördinatoren. AGODI nam telkens deel aan het voorbereidend overleg en gaf uitvoering aan de beleidsmaatregel. Scholen met onderwijsniveau van kleuter kunnen onder bepaalde voorwaarden lestijden volgens de schalen omzetten in uren kinderverzorging. Die tijdelijke maatregel is bedoeld om mee het tekort aan kleuteronderwijzers op te vangen De modernisering van het secundair wordt jaar na jaar verder uitgerold. AGODI zorgt voor de nodige aanpassingen, zodat de omkadering en de werkingsmiddelen correct kunnen toegekend worden. AGODI volgt samen met het Departement Onderwijs en vorming en het Departement Werk en Sociale Economie het project duaal leren op. Het agentschap werkte mee aan de verdere uitbouw en verfijning van het duaal leren en de voorbereiding van de inkanteling van het stelsel leren en werken in duaal leren. Er werd beslist om het lerarenplatform basisonderwijs verder te zetten vanaf 01-092020. AGODI zorgde voor de nodige berekeningen ter voorbereiding daarvan. Naar aanleiding van de aanpassing van de regelgeving over reaffectatie werden de omzendbrieven en de informatie voor de Ronde van Vlaanderen aangepast door AGODI. Voor de opstart van de reaffectatiecommissie werkten we een draaiboek uit en zetten we resoluut in op digitalisering van alle fasen, om de verwachte toename van het aantal te behandelen dossiers tijdig te kunnen afhandelen. De betrokkenen werden snel op de hoogte gebracht van de beslissingen van de commissie. De afspraken uit CAO XI voor de toekenning van een extra salarisverhoging bij het bereiken van 36 jaar geldelijke anciënniteit en voor de tweede fase van de salarisverhoging van 1,10% werden tijdig voorbereid, zodat die konden uitbetaald worden vanaf 01-01-2021. AGODI jaarverslag 2020

209


AGODI volgde de voorbereidingen voor een nieuw decretaal kader inschrijvingsrecht van nabij op via diverse kanalen. AGODI startte ook met de voorbereidingen om een aanmeldingssysteem ter beschikking te stellen van initiatiefnemers van een aanmeldingsprocedure voor de inschrijvingen vanaf het schooljaar 2022-2023. Met oog op een effectieve en efficiënte leerlingenbegeleiding faciliteerde AGODI mee de implementatie van het IRIS-platform (Ik Registreer In de School), zodat CLB’s en scholen daar de recente (gemotiveerde) verslagen van leerlingen met elkaar kunnen delen vanaf het schooljaar 2020-2021. AGODI werkte ook mee aan de projectoproep voor een evaluatie van het aanbod voor zieke kinderen en het voorzien van een passend aanbod. Daarnaast werkte het agentschap ook mee aan een actief beleid tegen spijbelen. Zo werden de bijeenkomsten met het Nederlands Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap rond de uitwisseling van inschrijvingsgegevens en problematische afwezigheden digitaal verdergezet. Ook nam AGODI deel aan het overleg over de actualisaties van acties uit het actieplan ‘Samen tegen schooluitval’. AGODI was aanwezig op de diverse overlegmomenten rond de proefprojecten leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs. Daarnaast is AGODI lid van het projectteam dat de ontwikkeling van een leerlingenvervoer-app opvolgt.

3 Innovatie Vernieuwbouw van het elektronisch personeelsdossier (EPD) (project Persona) Het computerprogramma EPD is ontstaan in 1990. Het verzamelt alle gegevens van meer dan 180.000 personeelsleden van het onderwijs en verwerkt automatisch parameters om de salarisbetaling vast te stellen. Via een interface komen de parameters nadien terecht in het salarissysteem waar het salaris berekend wordt. De toepassing is aan vernieuwing toe; het project Persona zorgt voor dat veranderingstraject. Het toekomstig EPD (wat dan ‘Persona’ gaat heten) moet de interne verwerking optimaliseren. Voor de scholen en leerkrachten moet ook de transparantie van (en toegang tot) data en communicatie met externe stakeholders verhogen. Dat zal zorgen voor minder fouten en eenvoudigere processen. In 2020 zette AGODI verder voorbereidende stappen. Een dossier werd ingediend voor het verkrijgen van de nodige budgetten. De vernieuwing van het EPD vraagt immers een significante investering. Bij de opmaak van de begroting 2021 is een budget vrijgemaakt van 14 miljoen euro (periode 2021-2024) en bekrachtigd door het Vlaams Parlement. De vernieuwing van het EPD zal een belangrijke inspanning vragen van de organisatie en een grote impact hebben op de organisatieprocessen.

210

AGODI jaarverslag 2020


6

Project Discimus In 2020 zijn de opvolging van het huisonderwijs en de opvolging van het leerlingenvervoer geïntegreerd in Discimus. Daarnaast kunnen scholen niet-gerealiseerde inschrijvingen via hun softwarepakket aan Discimus melden, wat zorgt voor een vermindering van de papierstroom. We voerden ook een aantal andere stappen uit, zoals de integratie van de verificatie van de internaten, de ondersteuning van de scholen en verificateurs bij het bepalen van de toelatingsvoorwaarden duaal leren en de eerste voorbereidende stappen voor de integratie van dko in Discimus. Tot slot is Discimus ook aangepast om de nieuwe afwezigheden tijdens de coronamaatregelen te kunnen registeren. Die informatie stroomt door naar het nieuwe dataplatform waar dashboards de evolutie van de afwezigheden weergeven. Verdere uitbouw van Mijn Onderwijs en Mijn Onderwijs: Personeel Scholen van alle onderwijsniveaus kunnen vanaf 2020 verschillende soorten bestanden (pdf, MS Word, MS Excel …) indienen via Mijn Onderwijs. Omslachtige procedures zoals uitgeprinte documenten per post versturen of bestanden versleutelen om ze per mail te versturen, zijn niet meer nodig. Dat vermindert de werklast voor de scholen. Ook AGODI wint bij die werkwijze, want de bestanden komen automatisch in het digitale schooldossier terecht. Gevoelige informatie kan dus efficiënter en veilig uitgewisseld tussen worden AGODI en de scholen. De komende jaren wordt Mijn Onderwijs: Personeel nog verder uitgebouwd. AGODI als databron In 2020 werd er gewerkt aan een nieuw dataplatform, om zo ook mee te stappen in meer innovatieve datatechnologieën. AGODI werkte binnen dat nieuwe dataplatform enkele projecten uit, zoals een dashboard om de afwezigheden van leerlingen nauwgezet op te volgen in coronatijden en de opstart van een project rond actieve openbaarheid van berekende omkadering en toelagen. We maakten ook een tool om scholen te identificeren met een hoger risicoprofiel in het kader van verificatie. Op basis van vragen werd een dashboard rond het risicoprofiel van scholen opgezet en elke vraag kreeg een weging. Daardoor konden we per school op basis van de antwoorden op de vragen en de weging ervan, een profiel opstellen. Dat laat onder andere toe om de verificatie gerichter en meer proactief in te zetten. De concrete implementatie in het proces verificatie wordt verder opgenomen in 2021.

AGODI jaarverslag 2020

211


Project ‘Aangifte Sociaal Risico (ASR)’ voor de (school)secretariaten Sinds 1 september 2017 staat AGODI in voor de elektronische Aangifte Sociaal Risico (ASR) voor deeltijdse werkloosheid voor de personeelsleden in het onderwijs. Vanaf dan moeten de schoolbesturen (in de praktijk de administratief medewerkers) niet langer maandelijks voor meerdere personeelsleden een aantal (papieren) formulieren invullen. Het is voldoende dat een school een keer per schooljaar aan AGODI meldt voor welke personeelsleden er aangiftes moeten gebeuren. Het melden gebeurt via een eenvoudige elektronische zending bij de start van de eerste deeltijdse tewerkstelling in het onderwijs. Zodra de melding gebeurd is, zorgt AGODI wekelijks of maandelijks (afhankelijk van het soort aangifte) voor de nodige elektronische aangiftes. Vanaf 2020 kunnen personeelsleden de pdf-afschriften van de aangiftes via Mijn Onderwijs raadplegen. In 2018 werden de eerste verkennende stappen gezet voor een nieuw onderdeel van e-ASR, namelijk de sector Uitkeringen. Het gaat over de documenten die de schoolsecretariaten invullen voor de personeelsleden die een uitkering moeten aanvragen bij het ziekenfonds. Sinds 1 juli 2020 bezorgt AGODI de werkgeversdocumenten elektronisch aan de ziekenfondsen.

212

AGODI jaarverslag 2020


6

4 Management Op 30 juni 2020 waren er in totaal 451 medewerkers bij AGODI in dienst. De groep personeelsleden tussen de 35 en 44 jaar oud is het sterkst vertegenwoordigd. Dat is een verschil met vorig jaar, waar de groep van 55 jaar en ouder nog de grootste groep was. 63% van de personeelsleden zijn vrouwen. Ruim 68% van de personeelsleden is aangesteld op niveau A (master) en niveau B (bachelor). Die cijfers weerspiegelen duidelijk het beleid dat al jaren gericht is op het aanwerven van hooggeschoolden. Door vorming wil AGODI werken aan een kwaliteitsvol competentiemanagement. De specifieke accenten voor vorming in 2020 vloeiden voort uit strategische keuzes, maar werden ook beïnvloed door de coronapandemie. Vanaf maart gingen nagenoeg alle AGODI-medewerkers voltijds van thuis uit werken en werd vorming een online gebeuren op afstand, zowel voor de interne medewerkers als de klanten. De AGODI-academie annuleerde alle klassikale opleidingen voor de schoolsecretariaten en bood een digitaal alternatief. Het zorgde er allemaal voor dat eerder opgevatte plannen en initiatieven rond digitaal leren in een stroomversnelling terechtkwamen. Digitaal leren werd een vormingsspeerpunt. Het agentschap blijft zich inspannen om de werkvloer diverser te maken. Elk jaar voorziet AGODI een aantal stageplaatsen en vakantietewerkstellingsplaatsen, ook voor jongeren met een migratieachtergrond of beperking. Door de coronamaatregelen waren het aantal plaatsen in 2020 beperkt, maar ze werden wel allemaal toegewezen aan personen uit de doelgroepen. Het voltijdse thuiswerk vergde bijzondere aandacht voor het welzijn van personeelsleden. Er werd sterk ingezet op interne communicatie. Zo werden de interne nieuwsbrief en het intranet vernieuwd en gemoderniseerd en namen we daar op geregelde tijdstippen informatie op over mogelijke hulplijnen voor medewerkers die het moeilijk hadden. We organiseerden digitale teambijeenkomsten en fysieke teamdagen in de periode dat dat toegelaten was na de eerste lockdown. De personeelsvergadering en het AGODI-seminarie werden digitaal georganiseerd.

AGODI jaarverslag 2020

213



Hoofdstuk 7 Rapporten


Rapporten AGODI publiceert al zijn rapporten online. Je kan die raadplegen op https://www.agodi.be. In 2020 verschenen de volgende rapporten: • Rapport Vlaamse reaffectatiecommissie 2018-2019 https://www.agodi.be/publicaties-vlaamse-reaffectatiecommissie • Rapport onthaalonderwijs 2016-2018 https://www.agodi.be/publicaties-onthaalonderwijs-anderstalige-nieuwkomers-okan • AGODI Jaarverslag 2019 https://www.agodi.be/publicaties-agodi-jaarverslag

216

AGODI jaarverslag 2020


7

AGODI jaarverslag 2020

217



Hoofdstuk 8 Audits


Audits 1 Audit Vlaanderen • • • • • • • • •

Thema-audit proces GSM-beheer (2020) Maturiteit risicomanagement (2020) Procesaudit ICT-risicobeheer salarisbetalingen (2018) Herevaluatie audit risicomanagement (opgestart in 2017) Thema-audit informatiemanagement (2017) Organisatie-audit ICT en belanghebbendenmanagement (2017) Detectie-audit van de betalingsgegevens m.b.t. overheidsopdrachten (2016) Thema-audit debiteurenbeheer (2010) Thema-audit van IAVA over bedrijfscontinuïteitsmanagement (2007; opvolgingsaudit 2010) • Audit organisatiebeheersing (2007; opvolgingsaudit 2009)

2 Rekenhof • Ondersteunend procesonderzoek ‘Derde-betalerssysteem wedden personeel uit het onderwijs’ (2020) • De impact van de leerlingenbegeleiding op vroegtijdig schoolverlaten in het beroepssecundair onderwijs (2019-2020) • Ondersteunend onderzoek proces leerlingenvervoer (2019) • Schoolbesturen in het leerplichtonderwijs (2019) • M-decreet en de zorg in het gewoon onderwijs (2018-2019) • Het bestuur van de scholen in het leerplichtonderwijs (2018) • Onderzoek 3e betalersysteem lonen onderwijs (2017-2020) • Rechtspositie van het personeel van het basis- en secundair onderwijs. Een inventarisatie van knelpunten (2016) • Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs (2016) • De rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst met het Agentschap voor Onderwijsdiensten (2009-2010) • Omkadering in het gewoon voltijds secundair onderwijs (2009-2010) • Pedagogische en administratieve ondersteuning van basisscholen en secundaire scholen (2009-2010) • Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen in het onderwijs (2007-2008) • Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs en secundair onderwijs (20072008)

3 Extern onderzoek • Audit Elektronisch Personeelsdossier (PWC – 2018) • Klantentevredenheidsonderzoek AGODI (GfK – 2017)

220

AGODI jaarverslag 2020


8

AGODI jaarverslag 2020

221



Hoofdstuk 9 Overzicht van figuren


Overzicht van figuren

224

• Figuur 3.1: salarisuitgaven 2018

88

• Figuur 3.2: salarisuitgaven 2019

88

• Figuur 3.3: salarisuitgaven 2020

88

• Figuur 3.4: ziekteverzuimpercentage voor het kalenderjaar 2019

92

• Figuur 3.5: aantal personeelsleden in het stelsel van TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen

111

• Figuur 3.6: procentueel aandeel zendingen via Edison-webservices

140

• Figuur 3.7: procentueel gebruik van Edison-webservices door scholen

140

• Figuur 3.8: aantal bestanden verstuurd via Mijn Onderwijs

144

AGODI jaarverslag 2020


97

AGODI jaarverslag 2020

225



Hoofdstuk 10 Overzicht van tabellen


Overzicht van tabellen Tabel 3.1: Tabel 3.2: Tabel 3.3: Tabel 3.4: Tabel 3.5: Tabel 3.6: Tabel 3.7: Tabel 3.8: Tabel 3.9: Tabel 3.10: Tabel 3.11: Tabel 3.12: Tabel 3.13: Tabel 3.14: Tabel 3.15: Tabel 3.16: Tabel 3.17: Tabel 3.18: Tabel 3.19: Tabel 3.20: Tabel 3.21: Tabel 3.22: Tabel 3.23: Tabel 3.24: Tabel 3.25: Tabel 3.26: Tabel 3.27: Tabel 3.28: Tabel 3.29: Tabel 3.30: Tabel 3.31:

aantal leerlingen aantal internen aantal gesubsidieerde en gefinancierde instellingen werkingsmiddelen in het basisonderwijs* samenstelling van de werkingsmiddelen in het basisonderwijs bijkomende toelagen in het basisonderwijs werkingsmiddelen in het secundair onderwijs samenstelling van de werkingsmiddelen in het secundair onderwijs bijkomende toelagen in het secundair onderwijs werkingsmiddelen voor de CLB's toelagen voor systematische contacten door CLB's toelagen voor nascholing voor CLB's toelagen voor CLB's door de coronamaatregelen werkingsmiddelen voor de internaten toelagen voor internaten door de coronamaatregelen werkingsmiddelen in het dko bijkomende toelagen in het dko tarieven in het dko inschrijvingsgelden in het dko werkingsmiddelen en toelagen voor de PBD overzicht omkadering in het gewoon basisonderwijs overzicht omkadering in het buitengewoon basisonderwijs overzicht omkadering in het secundair onderwijs omkaderingsgewichten voor de CLB's overzicht omkadering voor de permanente ondersteuningscellen (POC's) overzicht omkadering internaten in het basis- en secundair onderwijs overzicht omkadering in het dko tijdelijke projecten met vernieuwingen in het dko overzicht omkadering PBD overzicht oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen in het gewoon basisonderwijs overzicht oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen in het buitengewoon basisonderwijs Tabel 3.32: overzicht programmatieaanvragen in het buitengewoon basisonderwijs Tabel 3.33: overzicht herstructureringen in het gewoon secundair onderwijs Tabel 3.34: overzicht programmatieaanvragen in het gewoon secundair onderwijs Tabel 3.35: overzicht programmaties, herstructureringen en fusies in het buitengewoon secundair onderwijs Tabel 3.36: overzicht programmatieaanvragen in het buitengewoon secundair onderwijs Tabel 3.37: overzicht programmatieaanvragen structuuronderdelen in het buitengewoon secundair onderwijs Tabel 3.38: overzicht oprichtingen, stopzettingen en structuurwijzigingen in het dko Tabel 3.39: verzicht programmatieaanvragen in het dko Tabel 3.40: overzicht fusies CLB Tabel 3.41: subsidie voor busbegeleiding Tabel 3.42: overzicht vervoerskosten fietsers en gebruikers openbaar vervoer Tabel 3.43: overzicht bestaanszekerheidsvergoeding busbegeleiders basis- en secundair onderwijs Tabel 3.44: tegemoetkoming in de kosten bedrijfsrevisoren Tabel 3.45: overzicht aantal terugvorderingen in het basisonderwijs Tabel 3.46: overzicht gecontroleerde scholen in het gewoon secundair onderwijs voor de pakketten uren/leraar Tabel 3.47: overzicht gecontroleerde scholengemeenschappen en scholen niet in een scholengemeenschap voor de aanwending van de globale puntenenveloppe Tabel 3.48: overzicht gecontroleerde scholen in het basisonderwijs, CLB en dko Tabel 3.49: overzicht gecontroleerde scholen in het secundair onderwijs, centra voor deeltijdse vorming en internaten Tabel 3.50: overzicht financierbare leerlingen na verificatie Tabel 3.51: overzicht aantal acties leerplichtcontrole Tabel 3.52: overzicht resultaten leerplichtcontroles Tabel 3.53: overzicht resultaten na de leerplichtcontrole in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

228

AGODI jaarverslag 2020

16 17 18 20 20 21 23 24 25 27 27 27 28 28 29 29 30 31 31 32 33 36 39 43 43 44 44 45 46 47 48 48 50 50 51 52 53 54 54 55 55 56 56 58 59 59 60 61 61 62 64 65 66


10 7

Tabel 3.54: aantal leerlingen voor wie de ouders een verklaring van huisonderwijs indienden en die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden 67 Tabel 3.55: overzicht aantal leerplichtigen met problematische afwezigheden in het basisonderwijs* 68 Tabel 3.56: overzicht aantal leerplichtigen met problematische afwezigheden in het secundair onderwijs* 68 Tabel 3.57: aantal zorgwekkende dossiers gemeld aan AGODI 69 Tabel 3.58: overzicht gesubsidieerde vervoerskeuzes in het buitengewoon basisonderwijs 71 Tabel 3.59: overzicht gesubsidieerde vervoerskeuzes in het buitengewoon secundair onderwijs 72 Tabel 3.60: overzicht subsidies voor individueel leerlingenvervoer (in euro) 72 Tabel 3.61: overzicht tussenkomst in het kader van de vrije keuze 73 Tabel 3.62: overzicht subsidies voor vervoer vanuit collectieve opvangstructuren 73 Tabel 3.63: overzicht budget speciale onderwijsleermiddelen 74 Tabel 3.64: aantal scholen en leerlingen basisonderwijs waaraan lestijden onderwijs aan huis worden toegekend 75 Tabel 3.65: aantal scholen en leerlingen secundair onderwijs waaraan lesuren onderwijs aan huis worden toegekend 76 Tabel 3.66: aantal startbanenprojecten 77 Tabel 3.67: budgetten voor startbanenprojecten 78 Tabel 3.68: aantal klachten behandeld door de Commissie Leerlingenrechten 78 Tabel 3.69: aantal aanmeldingsdossiers voor de inschrijvingen voor schooljaar 2021-2022 ontvangen in 2020 door de Commissie Leerlingenrechten volgens beslissing 79 Tabel 3.70: aantal bemiddelingsverzoeken bij de Vlaamse Bemiddelingscommissie 80 Tabel 3.71: overzicht aantal behandelde dossiers Zorgvuldig Bestuur 81 Tabel 3.72: evolutie van bezoldigde personen in alle onderwijsniveaus samen* 82 Tabel 3.73: evolutie van het aantal fysieke personen (inclusief alle vervangingen, TBS+ en Bonus) onderverdeeld per onderwijsniveau en soort onderwijs 83 Tabel 3.74: aantal budgettaire voltijdse-equivalenten (inclusief alle vervangingen, TBS+ en Bonus) 83 Tabel 3.75: unieke personeelsleden op niveau van AGODI 84 Tabel 3.76: aantal personeelsleden per onderwijsniveau met opsplitsing tussen vast benoemde en tijdelijke personeelsleden* 84 Tabel 3.77: overzicht aantal personeelsleden (geheel of gedeeltelijk) bezoldigd met een bepaalde salarisschaal 85 Tabel 3.78: evolutie van de totale salarisuitgaven van AGODI 87 Tabel 3.79: gemiddelde salariskost 89 Tabel 3.80: aanstellingen volgens bekwaamheidsbewijs* 89 Tabel 3.81: totaal behandelde dossiers*/jaar professionele erkenningen van buitenlandse leerkrachten 90 Tabel 3.82: overzicht cumulatie (in VTE)* 91 Tabel 3.83: aantal personeelsleden in ziekteverlof 93 Tabel 3.84: aantal personeelsleden in TBS ziekte, onbezoldigd ziekteverlof, VVP wegens ziekte en langdurig VVP wegens medische redenen 94 Tabel 3.85: aantal personeelsleden in een dienstonderbreking n.a.v. geboorte of adoptie van een kind voor alle onderwijsniveaus 95 Tabel 3.86: aantal personeelsleden in een dienstonderbreking n.a.v. geboorte van een kind per onderwijsniveau* 95 Tabel 3.87: aantal personeelsleden in VVP en AVP 96 Tabel 3.88: aantal personeelsleden in VVP of AVP voor alle onderwijsniveaus 97 Tabel 3.89: aantal personeelsleden in een loopbaanonderbreking 50+ of 55+ 98 Tabel 3.90: aantal personeelsleden met een thematische loopbaanonderbreking 98 Tabel 3.91: aantal personeelsleden met zorgkrediet 99 Tabel 3.92: aantal personeelsleden in diverse dienstonderbrekingen 100 Tabel 3.93: aantal vaste benoemingen per niveau en per net 101 Tabel 3.94: personeelsleden in TBSOB in aantallen en VTE* 103 Tabel 3.95: aantal VTE personeelsleden in TBSOB zonder reaffectatie of wedertewerkstelling in een organieke betrekking* 104 Tabel 3.96: aantal personeelsleden met een TAO 105 Tabel 3.97: aantal personeelsleden met nieuwe affectatie, mutatie, herstructurering 106 Tabel 3.98: aantal outplacers verdeeld over de sectoren 107 Tabel 3.99: globaal overzicht van de opbouw en aanwending NIV 108 Tabel 3.100: overzicht opbouw NIV per onderwijsniveau 108

AGODI jaarverslag 2020

229


Tabel 3.101: Tabel 3.102: Tabel 3.103: Tabel 3.104: Tabel 3.105: Tabel 3.106: Tabel 3.107: Tabel 3.108: Tabel 3.109: Tabel 3.110: Tabel 3.111: Tabel 3.112: Tabel 3.113: Tabel 3.114: Tabel 3.115: Tabel 3.116: Tabel 3.117: Tabel 3.118: Tabel 3.119: Tabel 3.120: Tabel 3.121: Tabel 3.122: Tabel 3.123: Tabel 3.124: Tabel 4.1: Tabel 4.2: Tabel 4.3: Tabel 4.4: Tabel 4.5: Tabel 4.6: Tabel 4.7: Tabel 4.8: Tabel 4.9: Tabel 4.10: Tabel 5.1: Tabel 5.2: Tabel 5.3: Tabel 5.4: Tabel 5.5:

230

overzicht aanwending NIV per onderwijsniveau aantal personeelsleden met tucht- of bewarende maatregel aantal nieuwe personeelsleden in het onderwijs aantal personeelsleden in stelsel van TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen aantal afgehandelde dossiers terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen (TBSVP) aantal afgehandelde overdrachten overzicht terugvorderingen teruggevorderde bedragen bij terugvorderingen ongevallen met derden oorzaken van terugvorderingen teruggevorderde bedragen bij terugvorderingsdossiers en vastgestelde rechten bij PWB's en detacheringen aantal afwezigheden wegens arbeidsongeval aantal aangiften en afhandelingen arbeidsongevallen aantal personeelsleden in het lerarenplatform aantal samenwerkingsplatforms in het lerarenplatform verdeling personeelsleden volgens geslacht in het lerarenplatform verdeling per volume van de aanstelling in het lerarenplatform aantal dossiers voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken (Secretariaat Kamers van Beroep) aantal dossiers voor het College van Beroep voor evaluatie (Secretariaat College van Beroep) overzicht uitgevoerd middagoverleg overzicht aantal sessies en aantal deelnemers AGODI-academie van januari tot maart 2020 overzicht digitale leerinhouden AGODI-academie van september tot december 2020 aantal behandelde informatiepuntvragen over corona en over andere thema’s aantal inkomende mails in de centraal beheerde mailbox aantal documenten digitaal in de personeelsdossiers opgeslagen aantal personeelsleden AGODI aantal statutaire en contractuele personeelsleden aantal personeelsleden per leeftijdscategorie bij statutair en contractueel personeel aantal personeelsleden per leeftijdscategorie en groep aantal personeelsleden per onderwijsniveau bij statutair en contractueel personeel aantal personeelsleden per onderwijsniveau en groep aantal mannelijke en vrouwelijke personeelsleden bij statutair en contractueel personeel aantal mannelijke en vrouwelijke personeelsleden per groep ICT-kredieten – vereffeningskredieten (VEK) aantal klachten uitgavenkredieten (inclusief VRK - VEK) inkomstenoverzicht* budget per strategische doelstelling (in K euro) beleidskredieten per programma (in K euro) beleidskredieten per uitgavensoort en programma (in K euro)

AGODI jaarverslag 2020

108 109 109 110 111 112 113 113 113 114 115 116 117 117 117 117 119 119 120 122 123 124 137 137 146 147 147 147 148 148 148 149 151 151 155 155 155 156 156


10



Hoofdstuk 11 Afkortingen


Afkortingen ACM: Acces Management AGODI: Agentschap voor Onderwijsdiensten AHOVOKS: Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen AN: Anderstalige nieuwkomers API: Application Programming Interface AOP: Advies en Ondersteuning onderwijspersoneel ASO (schrijfwijze: aso): Algemeen secundair onderwijs ASR: Aangifte Sociaal Risico ASS: Autisme Spectrum Stoornis ASV: Algemene en Sociale Vorming AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming AVP: Afwezigheid verminderde prestaties BAO (schrijfwijze: bao): Basisonderwijs BBB: Beter Bestuurlijk Beleid BHG: Brussel Hoofdstedelijk Gewest BSO (schrijfwijze: bso): Beroepssecundair onderwijs BOW: Belcotax-on-web BPC: Braille Productie Centrum BVE: Budgettaire voltijdse equivalenten BUBAO (schrijfwijze: bubao): Buitengewoon basisonderwijs BUSO (schrijfwijze: buso): Buitengewoon secundair onderwijs CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst CAOP: Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel Capelo: Carrière publique électronique – elektronische loopbaan overheid CBE: Centrum voor Basiseducatie CDO: Centrum voor deeltijds onderwijs CFWB: Cellule Fédération Wallonie Bruxelles CLB: Centrum (of centra) voor leerlingenbegeleiding CODO: Contractuelen betaald door het ministerie van Onderwijs en Vorming CRM: Customer Relationship Management CVA: Centrum voor Andragogiek CVO: Centrum voor volwassenenonderwijs DBSO (schrijfwijze dbso): Deeltijds beroepssecundair onderwijs DIGIS: Digitale snelweg DIMONA: Déclaration Immédiate/Onmiddellijke Aangifte DKO (schrijfwijze dko): Deeltijds kunstonderwijs DmfA: Déclaration multifonctionelle/multifunctionele Aangifte DMOB: diensten met onderwijsbehoeften DMS: Documentmanagementsysteem e-ASR: elektronische Aangifte van Sociaal Risico Edison: Elektronisch Doorgeven van Informatie tussen Scholen en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming EJT: Eindejaarstoelage EPD: Elektronisch personeelsdossier Fedasil: Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers FPD: Federale Pensioendienst FOD Financiën: Federale Overheidsdienst Financiën GfK: Growth from Knowledge GAN: Gewezen Anderstalige nieuwkomers GO!: Gemeenschapsonderwijs GOK: Gelijke onderwijskansen GON: Geïntegreerd onderwijs HBO(5): Hoger Beroepsonderwijs HRM: Human Resource Management HVW: Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen IBSOGO: Instituut voor Buitengewoon Secundair Onderwijs van het GO! IF: integratiefase ION: begeleiding inclusief onderwijs IMI: Interne Markt Informatie Systeem IPO: Internaten met Permanente Openstelling

234

AGODI jaarverslag 2020


11 8

IRIS: platform Ik Registreer In de School JoJo: Scholen voor jongeren, jongeren voor scholen KF: Kwalificatiefase KSO (schrijfwijze: kso): Kunstsecundair onderwijs LARS: Leerlingen Activiteiten en Registratie Systeem LBO: Loopbaanonderbreking LBV: Levensbeschouwelijke vakken LED: Leer- en ervaringsbewijzen LOP: Lokaal overlegplatform LVA: Lesvervangend aanbod MAGDA: Maximale GegevensDeling tussen Administraties MC: Managementcomité NCZ: Niet Confessionele Zedenleer OCW: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in Nederland OF: Opleidingsfase OG: Omkaderingsgewichten OGO: Officieel Gesubsidieerd Onderwijs OKAN: Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers OKO: Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers OV: Onderwijs en Vorming OV: Opleidingsvorm OVSG: Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten PIO: Programma Innovatieve Overheidsopdrachten POAH: Permanent onderwijs aan huis POC: Permanente Ondersteuningscellen POC: Proof of concept PWB: Personeel ten laste van het werkingsbudget RIZIV: Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering RPA: Robotic process automation RSZ: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RVA: Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening SES-lestijden: Sociaal Economische Status - lestijden SERV: Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen SNPB: Samenwerkingsverband Netgebonden Pedagogische Begeleidingsdiensten SO: Secundair onderwijs SONO: Steunpunt Onderwijsonderzoek TADD: Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur TAO: opdrachten van personeelsleden met een Tijdelijk Andere Opdracht TBS: Terbeschikkingstelling TBSOB: Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking TBSPA: Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden TSO (schrijfwijze: tso): Technisch secundair onderwijs TOAH: Tijdelijk Onderwijs Aan Huis USS: Unie van Sociale Secretariaten VAA: Voordeel alle aard VCLB: Vrij CLB VDAB: Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling VEK: Vereffeningskrediet VeVe: Verkeersveiligheid VGO: Vrij Gesubsidieerd Onderwijs VKA: Vervanging voor korte afwezigheden Vlor Vlaamse Onderwijsraad VPS: Vlaams personeelsstatuut VRK: Variabel krediet VSS: Vernieuwd salarissysteem VTC: Vlaamse Toezichtscommissie VTE: Voltijds equivalent VVP: Verlof Verminderde Prestaties VVSG: Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten VWO: volwassenenonderwijs WSE: Werk en Sociale Economie

AGODI jaarverslag 2020

235


Colofon Samenstelling Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) Foto’s Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Getty Images Verantwoordelijke uitgever Patrick Poelmans Administrateur-generaal Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Vormgeving Total Design Belgium Eugène Demolderlaan 128 1030 Brussel



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.