2016lokaal02

Page 1

Nr 2 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal

Groen doet je goed De Europese natuurdoelen lokaal vertalen Burgemeesters halverwege hun eerste termijn Vlaams geld voor de gemeenten Cultuurconnect, nieuwe speler in het cultuurbeleid


U DENKT ERAAN OM HET PARKEERBEHEER IN UW GEMEENTE UIT TE BESTEDEN ? U ZOEKT OPLOSSINGEN OM DE MOBILITEITS­ PROBLEMEN IN UW GEMEENTE AAN TE PAKKEN ?

Indigo, het voormalige VINCI Park, wereldspeler in stadsmobiliteit, beheert meer dan 1.8 miljoen parkeerplaatsen in 500 steden in 14 landen. Indigo levert ondersteuning in diverse types van samenwerking, gaande van een typisch dienstverleningscontract tot het volledige beheer en de exploitatie van parkeerconcessies in zowel on-street als off-street contracten, en beschikt hiervoor over een volledig uitgeruste centrale controlekamer. Wij komen met veel genoegen het uitgebreide gamma aan diensten voorstellen. Dit kan voor u een ondersteuning bieden bij beleidskeuzes betreffende het al dan niet uitbesteden van bepaalde taken van parkeerbeheer, zowel op de openbare weg als in één of meerdere parkings. Op een eenvoudige manier berekenen wij voor u de kosten en opbrengsten van in- of outsourcing van elk facet. Dit geheel objectief en vrijblijvend. Lees meer op onze website of neem contact op voor meer uitleg. natasja.vanbijlen@parkindigo.be I +32 477 18 84 19 I www.parkindigo.com


stefan dewickere

opinie

jan leroy vvsg-directeur bestuur

Gemeenten zijn fiscaal autonoom

D Laten we er vooral op vertrouwen dat gemeenten, ook op fiscaal vlak, zelf met het nodige (politieke) gezonde verstand zullen beslissen of en hoe ze de federale taxshift zullen opvangen.

oor de federale taxshift gaat de personenbelasting tegen 2021 met ongeveer 10 procent omlaag. Vrijwel alle gemeenten heffen een aanvullende personenbelasting (APB). Als de personenbelasting afneemt, dalen automatisch ook de gemeentelijke APBontvangsten. In theorie genieten gemeenten fiscale autonomie: ze kunnen het negatieve effect van de federale taxshift opvangen door het tarief van de APB of van andere belastingen te verhogen, zodat de gemeentelijke inkomsten op peil blijven. Maar zullen de centrale overheden de gemeenten echt vrij laten om hierover in volle autonomie keuzes te maken? Of zal het discours overheersen dat de gemeenten het doel van de taxshift – een daling van de lasten op arbeid – toch niet teniet mogen doen? Alle overheden, zo klinkt het dan, moeten een eensluidend fiscaal beleid voeren om een maximaal effect te sorteren. Maar zo eenvoudig ligt het allemaal niet. Ten eerste is het gemeentelijke aandeel in de totaal betaalde personenbelasting ongeveer 7 procent. De taxshift beoogt een lastenvermindering met circa 10 procent. Dat betekent dat het vrijwel onmogelijk is dat gemeenten de belastingdaling zelf helemaal afromen. Wat wel kan, is dat gemeenten er door een tariefaanpassing voor zorgen dat hun eigen (APB-)inkomsten (grotendeels) gevrijwaard blijven. Ze versterken dan de federale taxshift niet, maar romen die evenmin af. Ten tweede heeft de federale overheid omwille van haar eigen budgettaire contraintes een taxshift doorgevoerd, een verschuiving dus van

belastingen op arbeid naar andere belastingen zoals de btw op elektriciteit, accijnzen op dranken en diesel en de roerende voorheffing op beleggingsinkomsten. Dat kon ze doen omdat ze over diverse fiscale instrumenten beschikt. Bij gemeenten is dat veel minder het geval, want zij kunnen bijvoorbeeld al geen verbruiksbelastingen heffen. Gemeenten die de taxshift niet met een hoger APB-tarief willen opvangen, komen dan al snel bij de opcentiemen onroerende voorheffing uit, of bij een reeks kleinere (vaak forfaitaire) gezins- of bedrijfsbelastingen. Zijn lastenverhogingen daar dan wel politiek aanvaardbaar? De effecten van de federale taxshift worden vooral verwacht vanaf 2018-2019. Er zijn electoraal interessantere zaken dan net voor de (lokale of gewestelijke) verkiezingen de gemeentebelastingen verhogen. Vanuit dat oogpunt hoeven we dus niet meteen voor een lokale fiscale tsunami te vrezen. Maar laten we er vooral op vertrouwen dat gemeenten, ook op fiscaal vlak, zelf met het nodige (politieke) gezonde verstand zullen beslissen of en hoe ze de federale taxshift zullen opvangen. Het is niet aan centrale overheden zich in te laten met beleidskeuzes die democratisch verkozen lokale mandatarissen hierin maken. Op de wat langere termijn kunnen we dan misschien op zoek gaan naar belastingen die de voordelen van aanvullende belastingen (de gezamenlijke inning) behouden en de nadelen (de impact van fiscaal beleid van andere overheden) neutraliseren.

@JanLeroyVVSG

Lokaal februari 2016

3


10

STEFAN DEWICKERE

inhoud • februari 2016

36

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 februari 2016 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 70 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 57 euro Niet-leden: 130 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Stijn Quaghebeur, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Marnic De Meulemeester, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, algemeen directeur VVSG

Zelfs met de lage winterzon tovert het Gentbos in Merelbeke door de lens van Lokaal-fotograaf Bart Lasuy zinderend groen. Je zou er zowaar gelukkig van worden.


Praat mee over Lokaal

#VVSGlokaal

bestuurskracht

6 Kort print & web, perspiraat, Nix 1O Interview burgemeester Vera Celis en gemeentesecretaris Hans Welters Hart vasthouden voor gemeentelijke financiën

Inventiviteit, daar komt het de volgende jaren op aan, willen gemeenten zoals Geel en Heist-op-den-Berg hun dienstverlening blijven verbeteren.

14 Jonge burgemeesters halfweg de bestuursperiode: focus op communicatie en inspraak 16 Lokale raad Kan de OCMW-raad het aantal leden van een bijzonder comité uitbreiden? 18 Praktijk Mechelen Diensten aan burger centraal in Huis van de Mechelaar 20 De Vlaamse begroting door een lokale bril 26 Gemeenten delen winst van nieuwe bedrijventerreinen of woonwijken 28 De raad van Zottegem Bikkelen tot in

de late uurtjes

mens & ruimte

30 Kort nieuws, print & web, oproepen 36 Interview Marleen Evenepoel, administrateurgeneraal van het Agentschap Natuur en Bos Samen voor meer en betere natuur

Om draagkracht te genereren moet je mensen interesse doen krijgen in de natuur. Volgens Marleen Evenepoel is dat niet moeilijk: ‘Laat mensen de

56

STEFAN DEWICKERE

IMAGE-V

44

3 opinie Gemeenten zijn fiscaal autonoom

BART LASUY

36

STEFAN DEWICKERE

40

ICOSOLE

volg ons op

natuur beleven en laat mensen er mediteren. Groen is weldadig voor de mens. Bovendien kun je de ecosystemen valoriseren.’

40 Cultuurconnect: de nieuwe Vlaamse speler in het lokale cultuurbeleid Cultuurconnect is niet de optelling van Locus en Bibnet, het is een nieuwe organisatie die de gemeentelijke culturele wereld met raad en veel projecten zal bijstaan in de hedendaagse digitale revolutie.

43 Snel scherpstellen op de lokale arbeidsmarkt 44 Professionele beelden van op het terrein 46 Praktijk Nevele Iedere straat een naam 48 Praktijk Lier Een leefbaar en aantrekkelijk kernwinkelgebied 50 Praktijk Kortrijk Glossy belevingsblad voor goedkoop leven met stijl

Een lijvige gids schrikt de mensen af, daarom geeft het OCMW van Kortrijk nu een glossy magazine uit vol verhalen en tips om met weinig geld rond te komen.

52 Sterk werk ‘Zoals een grote broer die je op weg helpt’ beweging

53 Praktijkdag sociale media voor lokale besturen 56 Netwerk HUURpunt De signaalfunctie van de sociale huursector ten volle benutten 58 Kort laureaat, perspiraat 60 agenda 62 tweets en tweeps Lokaal februari 2016

5


bestuurskracht perspiraat

nieuws

“Door een gezamenlijke heraanbesteding van de verzekeringsportefeuilles zullen het OCMW en het gemeentebestuur jaarlijks 100.000 euro minder aan premies betalen. (…) Een mooi bewijs dat intergemeentelijk samenwerken loont.” Burgemeester Marc Van der Linden (N-VA) van Duffel over een gezamenlijke aanbesteding met Puurs en Berlaar – Het Laatste Nieuws 16/1 “Ik ben het hoofd van de politie, waardoor ik vanzelfsprekend bevoegd ben voor de veiligheid in de stad. Dat is geen keuze, maar opgelegd door de wet. Het is prioriteit nummer één.” Bart De Wever (N-VA), burgemeester van Antwerpen – Gazet van Antwerpen 16/1 “Sommige mensen vinden dat auto’s geen vorm van slimme mobiliteit zijn. Wij vinden dat uiteraard wel. De auto van de toekomst zal slim zijn. Hij zal autonoom kunnen rijden en parkeren. Maar er zal ook slimme infrastructuur moeten komen.” Rupert Stadler, CEO van Audi AG – De Morgen 16/1 “Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen van 1997 moest Vlaanderen zijn totale bosoppervlakte in tien jaar uitbreiden met 10.000 hectare. Het Meetjesland moest bijvoorbeeld 400 hectare bos aanleggen. Achttien jaar later is daarvan maar tien procent gerealiseerd, en dan nog vooral door particulieren en lokale overheden. Voor heel Vlaanderen gaat het om twintig procent.” Bert De Somviele, directeur Vereniging voor Bos in Vlaanderen – Knack 20/1 “Er zitten zo veel burgemeesters en schepenen in het parlement. Waarom protesteren zij niet méér tegen het alsmaar afwentelen van de kosten naar het lokale niveau? Juist op dat niveau kunnen zo veel nuttige investeringen gedaan worden in onderwijs en mobiliteit en dergelijke.” Kristof Calvo, fractieleider Groen in het federaal parlement, over de federale taxshift – Gazet van Antwerpen 15/1

6 februari 2016 Lokaal

GF

“Geef studenten stemrecht in de gemeente waar ze op kot zitten. Studenten leren zo rekening te houden met de belangen van anderen. Het lokaal bestuur zal hetzelfde doen met hen.” Vlaams parlementslid Rik Daems (Open VLD) – Gazet van Antwerpen 18/1

Wanneer Mark Suykens op 1 februari 2017 op pensioen gaat, zal Mieck Vos hem vervangen. Ze treedt op 1 juli in dienst zodat er tijd genoeg is om de overdracht van de leiding van de VVSG geleidelijk te laten verlopen.‘Mieck Vos zal een half jaar met me samenlopen zodat ze snel vertrouwd geraakt met de vele aspecten van de functie en maximaal de netwerken kan overnemen die we de voorbije decennia hebben uitgebouwd,’ zegt Mark Suykens. Voor VVSGvoorzitter Luc Martens, burgemeester van Roeselare, is het opvolgen van Mark Suykens een grote uitdaging: ‘Hij is de voorbije

Mieck Vos wordt nieuwe algemeen directeur VVSG decennia uitgegroeid tot een autoriteit die spreekt namens en voor de lokale besturen. De doorgedreven opleiding en de rijke ervaring van Mieck Vos zullen het mogelijk maken dat de overgang zonder schokken verloopt en dat de VVSG dé partner blijft voor de lokale besturen.’ Mieck Vos (48) is kabinetschef van de Kortrijkse burgemeester Vincent Van Quickenborne. Voordien vervulde ze diverse andere functies in de publieke sector en de socialprofitsector. Zij was onder meer adjunctstadssecretaris van de stad Kortrijk. Ze werd ook genomineerd als overheids-

manager van het jaar. Mieck Vos beschouwt deze baan als een belangrijke stap in haar loopbaan: ‘Mijn passie en enthousiasme voor gemeenten als kracht voor vooruitgang hoop ik volop te kunnen botvieren vanuit de functie van algemeen directeur VVSG. De verantwoordelijkheid die ervan uitgaat om voor alle Vlaamse gemeenten, OCMW’s, politiezones, hulpverleningszones, intercommunale en andere samenwerkingsverbanden een sterke spreekbuis, verbindingsfiguur met het beleid en vertegenwoordiger te kunnen zijn, dat inspireert me en drijft me.’ jan leroy

Taxshift: gemeenten ontvangen tien procent minder uit aanvullende personenbelasting De impact van de taxshift op de aanvullende personenbelasting zou voor alle Vlaamse gemeenten samen tegen 2021 ongeveer 10% bedragen. Dat blijkt uit informatie van de Federale Overheidsdienst Financiën. Al dit jaar ondervinden de lokale besturen het effect van de taxshift door een verhoging van de forfaitaire aftrek van beroepskosten. Voor de Vlaamse gemeenten samen betekent dat een impact van 6,9 miljoen euro. Vanaf het aanslagjaar 2017 zullen de gemeenten de gevolgen van de taxshift II

beginnen te voelen. In totaal raamt de FOD Financiën de impact voor de Vlaamse gemeenten tegen 2021 op 193 miljoen euro. De FOD Financiën geeft aan dat de bovenvermelde cijfers slechts bruto-effecten zijn en dus geen rekening houden met de positieve effecten van de taxshift op de verwachte verhoogde werkgelegenheid. De VVSG heeft meer uitleg gevraagd omtrent de gehanteerde methodiek. ben gilot


print & web

Vlaamse regering keurt voorontwerp fusiedecreet goed De Vlaamse regering heeft op 18 december een voorontwerp van fusiedecreet goedgekeurd. In juli had de regering al ingestemd met een conceptnota over fusies van gemeenten. Het voorontwerp bouwt hier nu op voort. De Vlaamse regering wil niet wachten op het decreet lokaal bestuur om dit wettelijk te verankeren.

BinnenBand 12/2015 BBC-analyse: de geconsolideerde financiën van de Vlaamse lokale besturen

binnenland.vlaanderen.be De Vlaamse lokale en provinciale besturen

Vandaag zijn de bepalingen over fusies in het Gemeentedecreet te summier om het samengaan van gemeenten ordentelijk te organiseren. In het voorontwerp blijven vrijwillige fusies het uitgangspunt. Besturen die uiterlijk eind 2017 definitief beslissen vanaf 2019 samen te gaan, hebben vanaf 2018 uitzicht op een schuldovername van ten hoogste 500 euro per persoon en 20 miljoen euro per fusieoperatie. Hiervoor trekt de Vlaamse overheid maximaal 200 miljoen euro uit. Zijn er meer gegadigden, dan worden de besturen die het eerst beslisten, ook het eerst bediend. Het voorontwerp gaat nog niet uit van de integratie van het OCMW in de gemeente, maar stelt dat de gemeentelijke fusie automatisch ook geldt voor de respectieve OCMW’s. Verder voert de tekst voor gemeenten die zullen

fuseren een periode van lopende zaken in, en zijn er bepalingen opgenomen voor de aanstelling van de nieuwe secretaris en financieel beheerder. Een fusiegemeente krijgt voorts de garantie dat ze niet minder zal krijgen dan de som van de Gemeentefonds-aandelen van de aparte gemeenten voordien. Die waarborg wordt bovendien jaarlijks geïndexeerd. De VVSG kreeg de vraag advies uit te brengen over het voorontwerp. jan leroy

Meer uitleg staat in de nota aan de Vlaamse regering en de memorie van toelichting. Die vindt u samen met de tekst van het vooront‑ werp via www.vvsg.be/Nieuws (bericht van 22 december).

Circulaire legt btw-regels binnen de overheid uit De al lang aangekondigde circulaire met uitleg over de btw-regels die overheden moeten naleven, is beschikbaar. Zeker voor lokale besturen, die meer dan andere overheden tegen betaling diensten leveren aan burgers, verenigingen en bedrijven, is dit een belangrijk document. Een overheid is in principe niet btw-plichtig, wat betekent dat ze geen btw aanrekent op de aangerekende bedragen maar ook geen btw op inkomende facturen kan recupereren. Maar daarop zijn nogal wat uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer er concurrentieverstoring dreigt. Verder zijn er de specifieke gevallen zoals de invoer van goederen of diensten uit het buitenland, of de werken aan eigen gebouwen met eigen personeel. De komende maanden zal de

circulaire worden aangevuld met een lijst van heel concrete gevallen en voorbeelden. De bepalingen van de btw-circulaire worden op 1 juli 2016 van kracht. Samen met de FOD Financiën organiseert de VVSG in maart drie informatiesessies.

1

Analyse: geconsolideerde financiën Vlaamse lokale besturen Sinds het boekjaar 2014 passen alle lokale besturen de nieuwe regels van de beleids- en be‑ heerscyclus (BBC) toe, een nieuw beleidsinstrumentarium dat gekoppeld is aan nieuwe regels voor de onderliggende financiële cyclus. Alle besturen hebben nu minstens eenmaal een volledige cyclus van planning, opvolging en evaluatie doorlopen. Daarbij komt dat besturen nu digitaal moeten rapporteren over de ge‑ gevens van hun beleidsrappor‑ ten, zowel in de planningsfase (meerjarenplannen en budget‑ ten) als in de evaluatiefase (jaar‑ rekeningen). De BinnenBand van december 2015 geeft in primeur een geconsolideerd beeld van de financiën van de Vlaamse lokale besturen (gemeenten, OCMW’s en provincies met inbegrip van hun verzelfstandigde entitei‑ ten die ook BBC toepassen) op basis van de jaarrekeningen 2014. Aansluitend is er een analyse van de evolutie van de jaarrekeningen van de Vlaamse gemeenten. De analyses zijn op Vlaams niveau, maar de ingezamelde data laten ook toe om in te zoomen op afzonder‑ lijke besturen en vergelijkingen te maken tussen elke gewenste selectie van besturen, om zo aan benchmarking te doen. www.binnenland.vlaanderen.be/ publicaties-algemeen

jan leroy

Circulaire AAFisc (Algemene Administratie van de Fiscaliteit) Nr. 42/2015 (nr. E.T. 125.567) van 10 december 2015, Inforumnummer 297040.

Lokaal februari 2016

7


ISABELLE PATEER

bestuurskracht nieuws

Vanaf 1 januari 2016 daalt het btw-percentage voor werken aan schoolgebouwen van 21 naar 6%. Het KB hierover verscheen op 15 december in het Belgisch Staatsblad.

Btw op schoolgebouwen naar 6% Het gaat niet alleen om nieuwbouw en verbouwingen, maar ook om andere ‘werken in onroerende staat’, zoals aanpassingen aan de elektriciteit, loodgieterij of schilderwerken. Alleen puur schoonmaakwerk blijft onderworpen aan 21% btw. Het nieuwe percentage geldt bovendien niet alleen voor de school zelf, maar ook voor werken aan de speelplaats, de sportterreinen of de fietsenstalling. Bovendien geniet niet alleen het leerplichtonderwijs de verlaging naar 6%, maar ook het deeltijds kunstonderwijs.

In strijd met Europa?

De Federale Overheidsdienst Financiën bereidt een bijkomende toelichting over de overgangsregels voor, bijvoorbeeld voor bouwwerken die nu al bezig zijn, of voor opdrachten die al zijn gegeven en (deels) uitgevoerd, maar waarvoor de factuur pas in 2016 komt.

jan leroy

Deze beslissing van de federale regering is een onderdeel van de zogenaamde taxshift. Ze heeft tot doel overheidsinvesteringen in het onderwijs te stimuleren. De VVSG juicht de maatregel toe, maar waarschuwt de besturen meteen ook voor het feit dat de beslissing mogelijk in strijd is met de Europese Richtlijn. Ook de Raad van State heeft dit in zijn advies opgemerkt. De vraag rijst dus of en wanneer de Europese Commissie hiertegen zal optreden. KB van 14 december 2015 tot wijziging van het K.B. nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de BTW en tot inde‑ ling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS van 15 december 2015, Inforumnummer 296939

Belfius licht financiën intercommunales door De vennootschapsbelasting op intercommunales had al gevolgen voor de financiële structuur van de intercommunales nog voordat ze van kracht werd. Dat zegt Belfius in het rapport ‘Investeringen en resultaatverdeling van Belgische intercommunales - Financiële cijfers 2014’. In de analyse bekijkt Belfius de belangrijkste financiële indicatoren van de jaarrekeningen van de intercommunales. Daarbij maakt de bank wel het onderscheid tussen de verschillende sectoren waarin 8 februari 2016 Lokaal

intercommunales actief zijn, want een netbeheerder voor elektriciteit of gas is natuurlijk moeilijk vergelijkbaar met bijvoorbeeld een streekontwikkelingsintercommunale. Opmerkelijk is het vermoeden van de auteurs dat 2014 een wat atypisch jaar was, wegens de net op de valreep goedgekeurde vennootschapsbelasting op intercommunales. Dat heeft in een aantal gevallen geleid tot uitzonderlijke winstuitkeringen of kapitaalverminderingen om te vermijden dat deze middelen nadien wel

belast zouden worden. Door de wetswijziging van juli 2015 weten we intussen dat de meeste van die operaties wellicht overbodig zijn geweest, maar ondertussen waren ze, soms op advies van fiscale consultants, wel uitgevoerd. In 2016 zullen we misschien weten wat het Grondwettelijk Hof over deze belasting denkt. jan leroy

Het rapport is te vinden via www.belfius.be/ publicsocial/NL/Expertise/Studies/ Thema-analyses


print & web

Brecht Warnez is als doctoraal onderzoeker werkzaam bij het vakgebied Bestuursrecht aan de UGent. Zijn onderzoeksveld is in het bijzonder gericht op lokale besturen. Hij geeft over deze materie geregeld vormingen voor mandatarissen, advocaten en ambtenaren. Als lokale mandataris is hij actief in de gemeente, politiezone en diverse intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in de regio Wingene.

Gemeentelijk Zakboekje

Gemeentelijk Zakboekje

2016

Het Gemeentelijk Zakboekje Bestuur biedt op een praktische wijze een overzicht aan van de organisatie, werking en bevoegdheden van de lokale overheden in Vlaanderen en Brussel. Deze geactualiseerde editie licht ook de laatste ontwikkelingen toe inzake de inkanteling van de OCMW’s, de afslanking van de provincies of de stap naar het nieuw Decreet Lokaal Bestuur.

Het Gemeentelijk Zakboekje Bestuur beoogt een onmisbare en veilige gids te zijn voor ieder die met de gemeente of een ander lokaal bestuur te maken heeft. Samen met het Gemeentelijk Zakboekje Databank - de volledige databank van Vlaamse en Brusselse lokale besturen - vormt het de ideale praktijkgids voor elke lokale mandataris en ambtenaar.

2016

Bestuur Brecht Warnez

Brecht Warnez

Bijzondere aandacht gaat uit naar de (juridische) achtergrond waarop een lokale bestuurder kan terugvallen en verder kan op bouwen. Het boekje bevat niet alleen de teksten van het Gemeentedecreet en de Nieuwe Gemeentewet maar ook artikelsgewijze verwijzingstabellen voor deze en andere lokale regelgeving. Vanuit de praktijk brengt dit zakboekje naast commentaren ook voorbeelden, schema’s, tabellen en de noodzakelijke administratieve gegevens aan.

Bestuur

Versterkt streekbeleid: Vlaanderen stimuleert nieuwe partnerschappen

Wolters Kluwer zakboekjes: professionele kennis in zakformaat

Met de ESF-oproep ‘Versterkt Streekbeleid’ richt Vlaanderen zich tot partnerschappen van gemeenten die de sociaaleconomische uitdagingen van streken in Vlaanderen op termijn kunnen vertalen in een gedragen en actiegericht beleid. Daarvoor zullen ze met de sociale partners, de provincies en alle andere relevante lokale partijen samenwerken. 15 miljoen euro aan middelen wordt vrijgemaakt voor een periode van drie jaar, met minimaal 50% lokale financiering en maximaal 50% Vlaamse cofinanciering.

Het ESF-agentschap organiseert in samenwerking met de VVSG voor de eerste indieningsperiode een informatiesessie op 14 januari, en voor de tweede indieningsperiode een op 16 juni.

zicht van de organisatie, werking

petra dombrecht

licht ook de laatste ontwikkelin‑ gen toe wat betreft de inkanteling

De eerste indieningsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 maart 2016. Goedgekeurde samenwerkingsverbanden starten op 1 juli 2016 voor een periode van drie jaar. De oproep wordt daarna nog twee keer opengesteld: op 1 juli 2016

Bij het ESF-agentschap kunt u voor meer informatie terecht bij pieter.vansande@esf.vlaanderen.be en bij sara.depelsemaeker@esf.vlaanderen.be. Voor het streekbeleid: fabio.contipelli@vvsg.be, en over de ESF-oproep: petra.dombrecht@vvsg.be.

en op 1 januari 2017. Op die manier houdt Vlaanderen rekening met de verschillende snelheden waarmee samenwerkingsverbanden in de verschillende streken in Vlaanderen tot stand komen.

Gemeentelijk Zakboekje Bestuur Het Gemeentelijk Zakboekje Bestuur biedt een praktisch over‑ en bevoegdheden van de lokale overheden in Vlaanderen en Brus‑ sel. De geactualiseerde uitgave

van de OCMW’s, de afslanking van de provincies of de stap naar het nieuw Decreet Lokaal Bestuur. Bijzondere aandacht gaat uit naar de (juridische) achtergrond waarop een lokale bestuurder kan terugvallen en voortbouwen. Het boekje bevat niet alleen de teksten van het Gemeentedecreet en de Nieuwe Gemeentewet maar ook artikelsgewijze verwijzingsta‑ bellen voor deze en andere lokale

Tot 31 maart Samenwerkingsverbanden ‘Versterkt Streekbeleid’ De eerste indieningsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 maart 2016. Goedgekeurde samenwerkingsverbanden starten op 1 juli 2016 voor een periode van drie jaar. http://esf-agentschap.be/nl/oproepen/versterkt-streekbeleid

regelgeving. Vanuit de praktijk brengt dit zakboekje naast com‑ mentaren ook voorbeelden, sche‑ ma’s, tabellen en de noodzakelijke administratieve gegevens aan. B. Warnez, Gemeentelijk Zakboekje Bestuur, Uitgeverij Wolters Kluwer, Mechelen, 92,09 euro

nix

Lokaal februari 2016

9



bestuurskracht interview burgemeester Vera Celis en gemeentesecretaris Hans Welters

Hart vasthouden voor gemeentelijke financiën Een loopbaan neemt soms onverwachte wendingen. Vera Celis, burgemeester van Geel, en Hans Welters, gemeentesecretaris in Heist-op-den-Berg, blikken terug op hun carrièreswitch en kijken vooruit naar enkele belangrijke thema’s voor de tweede helft van de gemeentelijke bestuursperiode: de integratie van gemeente en OCMW, de moeilijke financiële situatie, de door Vlaanderen gestimuleerde vrijwillige fusie van gemeenten. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

V Vera Celis: ‘Mijn voorganger was hier achttien jaar burgemeester en had de touwtjes stevig in handen. Ik leg meer verantwoordelijkheid bij de schepenen, ze moeten uit hun pijp komen.’ Hans Welters: ‘Vlaanderen heeft het grootste aantal politici per vierkante kilometer, las ik in een publicatie van Filip De Rynck, een schaalvergroting zou nuttig zijn om het politieke niveau te professionaliseren.’

Bekijk de opname van het interview via deze link.

era Celis, burgemeester van Geel. Hans Welters, gemeentesecretaris in Heist-op-den-Berg. Had je beiden enkele jaren geleden gezegd dat dit nu op hun naamkaartje zou staan, ze hadden je niet geloofd. Vera Celis was tot 2009 leerkracht biologie in Geel en is sinds 2004 politiek actief bij N-VA. Sinds 2009 zetelt ze in het Vlaams Parlement. En in 2012 werd ze, zoals ze het zelf zegt, ‘out of the blue’ burgemeester van Geel. ‘In 2006 hadden we met een halve lijst aan de gemeenteraadsverkiezingen deelgenomen, we grepen net naast een zetel. Na de verkiezingen van 2012 werden we in één klap de grootste partij in Geel, met 14 van de 33 zetels. Dat was eigenlijk een “worst case scenario”. Onze verwachting was enkele zetels te veroveren om zo de absolute meerderheid van CD&V te breken. Als dat lukte, waren er twee mogelijkheden: uitgenodigd worden om in een coalitie te stappen of in de oppositie terechtkomen. Dat we meteen de grootste partij werden, was een totale verrassing.’ Hans Welters was schepen van onder meer Financiën en Personeel in Heist-op-den-Berg, een functie die hij combineerde met een baan als gemeentesecretaris in Nijlen. In het najaar van 2014 zegde hij Nijlen en de politiek vaarwel om, na een selectieprocedure, gemeentesecretaris van Heist-op-den-Berg te worden. ‘Ik had het na twintig jaar een beetje gehad met de

politiek. Ik was een wat atypische politicus, ik was er niet tuk op me overal te laten zien. Dat ik niet bepaald sexy bevoegdheden als financiën en personeel in mijn portefeuille had, was niet toevallig. Bovendien was de combinatie met een baan als secretaris en een gezin heel zwaar. Maar natuurlijk komt mijn politieke ervaring me als secretaris van pas. Ik weet hoe een politicus denkt, hoe politiek in elkaar zit.’ Burgemeester, van nul naar veertien gemeenteraadsleden en meteen de burgemeester en drie schepenen leveren, hoe hebt u dat gefikst? Vera Celis: ‘We zijn onmiddellijk hard beginnen te studeren om dossierkennis op te bouwen. Ik had natuurlijk de politiek al wat in de vingers dankzij drie jaar Vlaams Parlement, en een van onze schepenen had twintig jaar politieke ervaring, onder meer in zijn geboortestad. Maar dat neemt niet weg dat we geen lokale bestuurservaring hadden en de interne keuken van het stadhuis niet kenden. We hebben op korte tijd een enorme inhaalbeweging moeten maken. Ook voor onze coalitiepartner CD&V was het een aanpassing om plots te moeten samenwerken met een grotere partij en met een nieuwe burgemeester. Mijn voorganger was hier achttien jaar burgemeester en had de touwtjes stevig in handen. Ik leg meer verantwoordelijkheid bij de schepenen, ze moeten uit hun pijp komen. Het eerste jaar was zwaar, dat ontken ik niet, en Lokaal februari 2016

11


bestuurskracht interview burgemeester Vera Celis en gemeentesecretaris Hans Welters

Vera Celis: ‘Met de integratie van OCMW en gemeente komt er één deur voor alle gemeentelijke dienstverlening.’ zowel wij als CD&V hebben een schepenwissel doorgevoerd. Intussen hoor je niemand meer klagen over een gebrek aan bestuurservaring. Je merkt ook aan kleine dingen dat we stevig in onze schoenen staan. Ik word bijvoorbeeld steeds vaker met “burgemeester” aangesproken, zelfs door mensen die me altijd met mijn voornaam aanspraken.’ Ook voor de administratie was het ongetwijfeld een aanpassing. Vera Celis: ‘De N-VA-schepenen en ikzelf hadden in het begin niet de expertise die onze voorgangers wel hadden. We werden als politieke nieuwkomers door de administratie gewikt en gewogen, dat spreekt voor zich. We moesten onze degelijkheid bewijzen. We hebben elkaar ook moeten leren kennen. Ik ben bij iedereen in het stadhuis langs geweest. Ik heb altijd goed kunnen omgaan met mensen, ik doe dat graag. En een aantal medewerkers heeft bij mij in de klas gezeten. Maar het nieuwe bestuur heeft een aanpassing gevraagd van de administratie. Sommige gewoonten zijn gesneuveld, ik ben ook geen kopie van mijn voorganger.’ Hans Welters: ‘Gelukkig ligt de tijd van de politieke benoemingen achter ons. Eigenlijk mag het voor de organisatie niet uitmaken welke meerderheid aan de macht is. De administratie moet objectief en correct haar werk doen: het beleid voorbereiden en uitvoeren. Maar de samenwerking tussen politiek en administratie zal altijd wel een moeilijk punt blijven. Een gemeentelijke administratie bestaat almaar meer uit experts, van politici mag je niet verwachten dat ze diezelfde expertise hebben. Ambtenaren hebben op basis van hun opleiding en hun ervaring ook een visie op hun domein opgebouwd. Die spoort niet altijd met de politieke visie. Als een ambtenaar vanuit zijn expertise een negatief advies geeft voor een bouwvergunning, kan het best dat het college redenen heeft om die vergunning toch goed te keuren. Om tot een goede samenwerking te komen, moet een politicus vertrouwen geven aan de ambtenaar als expert. De ambtenaar van zijn kant moet aanvaarden dat de politiek het laatste woord heeft. Hij moet een beslissing voorbereiden en funderen, maar de politici hakken de knoop door. Dat is soms lastig en leidt tot begrijpelijke oprispingen van beide kanten: “De ambtenaar denkt weer dat hij het beter weet”, “Waar is de schepen mee bezig?”. De secretaris en het managementteam maken de verbinding tussen beide. Ik heb het voordeel dat ik de twee kanten ken.’

12 februari 2016 Lokaal

Een dossier voor de komende jaren is de integratie van gemeente en OCMW. Hoe ver staan Geel en Heist-op-denBerg? Vera Celis: ‘We hebben het geluk dat een van de twee secretarissen en een van de twee financieel beheerders op relatief korte termijn een andere invulling geven aan hun leven. We zijn nu begonnen met de integratie van de diensten. Voor de personeelsdienst is dat al gebeurd, we hebben er nog één voor de twee besturen. De andere diensten volgen in de komende maanden en jaren. Ik stel vast dat dit vlot en rustig loopt. De geesten zijn gerijpt, ook bij de diensten, iedereen staat achter de integratie. Het grootste obstakel is de fysieke samensmelting van de twee besturen. We zouden graag een nieuwe bestuurlijke site ontwikkelen, want ons stadhuis is te klein voor stad én OCMW. Helaas zal onze financiële situatie dat de eerstkomende jaren niet toelaten.’ Hans Welters: ‘Wij werken al een jaar aan het project “Eén Heist”. Ook bij ons zullen eerst de personeelsdiensten samengevoegd worden. Ik ben het met de burgemeester eens dat de integratie op zich niet meer ter discussie staat, veel besturen staan al ver. Ik heb de indruk dat Vlaanderen achterop loopt en een tandje moet bijsteken om alle wetgeving op tijd klaar te krijgen.’ Wat met de vrees dat het sociale beleid in dat grotere geheel niet de aandacht zal krijgen die het verdient? Hans Welters: ‘Dat is een belangrijk aandachtspunt, maar ik denk niet dat die vrees terecht is. Iedereen weet dat het sociale beleid belangrijk zal blijven, ook na de integratie.’ Vera Celis: ‘De burger heeft zoveel vragen en behoeften met een link naar sociaal beleid, dat een gemeente daar veel aandacht voor móét hebben. Met de integratie komt er één deur voor alle gemeentelijke dienstverlening. Net als in andere beleidsdomeinen gaat het over inclusie.’ Hans Welters: ‘Het sociale beleid is nu al verweven met tal van gemeentelijke beleidsdomeinen. Denk aan diversiteit, jeugd, senioren. Integratie is logisch.’ Vera Celis: ‘En uiteraard zal de integratie ook efficiëntiewinsten meebrengen.’ Hans Welters: ‘Op termijn zul je hier en daar besparen, dat klopt, maar dat mag niet het uitgangspunt van de integratie zijn. Een betere dienstverlening, een betere organisatie, een beter beleid, daar gaat het over. Sinds de OCMW-voorzitter in het college zetelt, is er al een meer integraal beleid voor gemeente en OCMW, maar het kan nog beter.’


Hans Welters: ‘Eigenlijk mag het voor de organisatie niet uitmaken welke meerderheid aan de macht is.’ De Vlaamse regering hoopt dat er nog tijdens deze lokale bestuursperiode gemeenten zijn die vrijwillig fusioneren. Hoe staat u tegenover een fusie? Vera Celis: ‘Als bestuurder sta ik ervoor open, voor de burger ligt een eventuele fusie zeer moeilijk. Hij is zeer gehecht aan zijn gemeente, de gemeentegrens is nog echt een grens.’ Wat zijn mogelijke voordelen van een fusie? Vera Celis: ‘Ik denk dat een schaalvergroting financiële voordelen kan meebrengen, een grotere gemeente kan efficiënter werken. Ik zie ook bestuurlijke voordelen. De gemeenten Geel, Meerhout en Laakdal die een politiezone vormen, hebben op dit ogenblik samen drie burgemeesters, vijftien schepenen en 79 gemeenteraadsleden. Een fusiegemeente zou één burgemeester, negen schepenen en 39 gemeenteraadsleden tellen. Dat maakt het mogelijk dat een gemeente voltijdse, lokale mandatarissen en dus een professioneler bestuur krijgt. Ook voor de burger kan een fusie voordelen hebben. Ik geef een eenvoudig voorbeeld. Inwoners van Geel krijgen een voordeeltarief voor ons zwembad. Bij een fusie zouden meer mensen daarvan kunnen genieten. En ons zwembad zou nog meer gebruikt worden.’ Hans Welters: ‘Vlaanderen heeft het grootste aantal politici per vierkante kilometer, las ik in een publicatie van Filip De Rynck, een schaalvergroting zou nuttig zijn om het politieke niveau te professionaliseren. Heist-op-den-Berg heeft in zijn meerjarenplan een exploitatiebudget van 50 miljoen euro, dan mag je naast een professioneel ambtenarenapparaat ook een voltijds bestuur verwachten. Trouwens, zeker voor de kleine gemeenten wordt het steeds moeilijker om geschikte medewerkers te vinden. Als het takenpakket dat Vlaanderen aan de gemeenten geeft nog toeneemt, wordt het lastig nog experts te vinden.’ Kan meer intergemeentelijke samenwerking dat niet opvangen? Herman Welters: ‘Gemeenten moeten absoluut nog meer samenwerken om hun bestuurskracht te versterken. Maar ik denk dat op termijn een fusie toch op tafel komt.’

Vera Celis: ‘Ik ben als de dood voor een opgelegde fusie. Je kunt er veel beter zelf over nadenken en aan werken. Maar nog eens, de burgers zitten er niet op te wachten. De wortel zal zeer dik moeten zijn om gemeenten over de brug te halen.’ De financiële situatie van veel gemeenten is allesbehalve rooskleurig. Wat is de stand van zaken bij u? Vera Celis: ‘We voeren een anorectisch beleid om de historische schuld weg te werken. Ons meerjarenplan was af en dan kwam de Vlaamse beslissing in verband met materieel en outillage. Dat was een klap te veel. Ik heb contact opgenomen met de Vlaamse N-VA-ministers, maar op de gemaakte afspraken werd niet teruggekomen. Ik heb er van wakker gelegen. Uiteindelijk zat er niets anders op dan een kleine verhoging van de gemeentelijke opcentiemen door te voeren. Door het besparingsbeleid doen we vooral gesubsidieerde investeringen, alle andere investeringen worden uitgesteld. Ten vroegste midden volgende legislatuur komt er weer ruimte.’ Hans Welters: ‘Voor de investeringen staan we er relatief goed voor, omdat onze schuldgraad vrij laag is. De grootste uitdaging is de verdere professionalisering van onze organisatie om de verwachtingen van het bestuur te realiseren. Dat zal meer middelen vragen. Op ons meerjarenplan zullen we vier miljoen euro inkomsten verliezen als gevolg van de taxshift. En er komen nog zaken op ons af. De integratie van gemeente en OCMW zal op termijn misschien financiële voordelen opleveren, maar niet in het begin. De brandweerhervorming is financieel niet onder controle. En zal Vlaanderen nog taken doorschuiven naar de gemeenten zonder dat de centen volgen? Ik houd mijn hart vast.’ Vera Celis: ‘We willen absoluut niet inboeten op de kwaliteit van de dienstverlening, dat is essentieel. We zullen inventief moeten zijn, ook op organisatorisch vlak. Omdat een fusie momenteel niet haalbaar is, moeten we op zoek naar structurele financiële voordelen via meer intergemeentelijke samenwerking of misschien via de verzelfstandiging van sommige diensten. Het wordt budgettair overleven.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Wat zijn volgens u de belangrijke thema’s voor de tweede helft van de gemeentelijke bestuursperiode? Vertel het ons op twitter met de hashtag #VVSGlokaal.

Lokaal februari 2016

13


bestuurskracht politiek beleid

Jonge burgemeesters halfweg de bestuursperiode: focus op communicatie en inspraak Drie jaar geleden werden flink wat nieuwe, soms piepjonge burgemeesters in het bad gegooid. Het was in het begin af en toe spartelen om het hoofd boven water te houden. Ook voor de medewerkers en voor de inwoners van de gemeente was het wennen. Hoe loopt het halfweg de bestuursperiode? tekst bart van moerkerke beeld gfs

M

et zes nieuwbakken, stuk voor stuk zeer jonge burgemeesters ging Lokaal eind 2012 op bezoek bij de ook nog piepjonge Wichelse burgemeester Kenneth Taylor. Een maand later, op 1 januari 2013, zouden ze in het diepe springen, iets waar ze vol verwachting maar ook wat onzeker naar uitkeken. Intussen is hun eerste bestuursperiode halfweg en maken we met vier van hen een tussenbalans op: Tinne Rombouts (CD&V, Hoogstraten),

goede beslissingen nemen nu eenmaal wat tijd vraagt, omdat er een compromis gezocht moet worden met de coalitiepartners, omdat de lokale agenda niet altijd spoort met die van de Vlaamse administratie of van de nutsbedrijven. ‘Zeker grote projecten slepen nogal eens aan en dat is best frustrerend,’ zegt Els Robeyns. ‘Een project met het Agentschap Wegen en Verkeer waarvan ik in 2013 al dacht dat we er waren, is nu eindelijk in uitvoering.’

Tinne Rombouts: ‘Vaak combineer ik verschillende activiteiten op één avond en ook in het weekend ben ik dikwijls op pad.’ Bert Maertens (N-VA, Izegem), Els Robeyns (SP.A, Wellen) en Simon Lagrange (Open Zulte, Zulte). De job van mijn leven Positief, boeiend, plezant, soms hectisch, dat zijn de eerste woorden waarmee ze het burgemeesterschap omschrijven. ‘Ik heb op een kabinet gewerkt, ik was federaal parlementslid, nu zetel ik in het Vlaams Parlement, maar burgemeester zijn is de job van mijn leven,’ zegt Bert Maertens. ‘Je kunt zeer snel dingen in beweging zetten.’ De directe impact op de gemeente is voor de vier burgemeesters een belangrijk aspect van de aantrekkelijkheid van hun functie. Al gaat het niet altijd snel genoeg vooruit: omdat 14 februari 2016 Lokaal

In Zulte had Simon Lagrange gehoopt dat er al lang een oplossing zou zijn voor enkele leegstaande bedrijventerreinen. ‘We zijn nu samen met studiebureaus en eigenaars een ruimtelijk uitvoeringsplan aan het opmaken om de terreinen een nieuwe invulling te geven. Dat wordt een van de belangrijkste dossiers voor

de komende drie jaar, want het is zeer moeilijk om aan burgers uit te leggen waarom zoiets jaren moet duren.’ Maar als het lange en harde werken tot resultaat leidt, geeft dat des te meer voldoening. Tinne Rombouts: ‘Op de Transportzone in Meer lanceerden we in mei 2014 het grensoverschrijdend proefproject LIFT om de inzameling van zwerfafval te verbeteren. Verschillende overheden hebben aangegeven het project te willen overnemen.’ Meer communiceren Het contact met de inwoners is voor de vier burgemeesters een belangrijk onderdeel van hun functie. Een burgemeester is per definitie een sociaal ingesteld persoon, die altijd bereikbaar is, die graag onder de mensen komt en op zoveel mogelijk uitnodigingen ingaat. ‘Vaak combineer ik verschillende activiteiten op één avond en ook in het weekend ben ik dikwijls op pad,’ zegt Tinne Rombouts. Misschien wel typerend voor de jongere generatie is de grote aandacht voor communicatie met en inspraak van de inwoners. In Wellen gaat het college in alle buurten langs om te luisteren wat er leeft. Om die Wellense Babbels beter te organiseren is er nu een budget gereserveerd

Els Robeyns: ‘Meer en betere communicatie is de allerbelangrijkste verwezenlijking van de voorbije drie jaar. Ik doe op dat vlak heel veel zelf.’


voor enquêtes op buurt- en straatniveau. Daarnaast is burgemeester Els Robeyns begonnen aan een ronde om bij alle inwoners persoonlijk langs te gaan. En ze is zeer actief op Facebook. ‘Meer en betere communicatie beschouw ik als de allerbelangrijkste verwezenlijking van de voorbije drie jaar. Ik doe op dat vlak heel veel zelf.’ Hoogstraten zet in op participatie voor de nieuwe invulling van de dorpskern van Meerle. ‘Samen met de inwoners zijn we vertrokken van een wit blad. In vier sessies en enkele inspiratiebezoeken zijn de krachtlijnen uitgetekend,’ verduidelijkt Tinne Rombouts. Participatie is ook in de Zultse beleidscyclus een van de prioriteiten. In de zeven buurten is er om de twee jaar een buurtvergadering. Simon Lagrange: ‘We zijn nu bezig aan de tweede ronde. De belangstelling van de inwoners is niet overdonderend, maar ze is groter dan de eerste keer. Hun inbreng heeft al enkele resultaten opgeleverd, zoals de heraan-

leg van verkeersdrempels, de aanpassing van een parkeersituatie of een verbetering van groenonderhoud.’ Voor Bert Maertens staat het vast dat communicatie steeds belangrijker zal worden voor lokale besturen. Burgers worden mondi-

Zeker over veiligheid De burgemeester als verantwoordelijke voor de openbare veiligheid in de gemeente, het was een thema dat de nieuwelingen in de functie drie jaar geleden wel wat angst inboezemde. Nu staan ze

Simon Lagrange: ‘De inbreng van de inwoners heeft al enkele resultaten opgeleverd, zoals de heraanleg van verkeersdrempels, de aanpassing van een parkeersituatie of een verbetering van groenonderhoud.’ ger, politici worden meer aanspreekbaar. ‘Telkens goed uitleggen waarom je iets doet of niet doet, daarvoor wil ik bekend staan. Het is niet erg om “neen” te moeten zeggen aan de mensen op voorwaarde dat je het goed motiveert.’

een stuk steviger in hun schoenen. Tinne Rombouts: ‘Van veiligheid kende ik niet veel meer dan de basisbegrippen. In enkele maanden tijd heb ik toen opleidingen en trainingen gevolgd, cases bestudeerd, een netwerk uitgebouwd. Natuurlijk kun

advertentie

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Puro zet zich ook in voor de bescherming van de regenwouden. Voor elk kopje koffie dat u drinkt, staan wij een financiële bijdrage af aan de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika duurzaam te beschermen.

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 Lokaal februari 2016

15


lokale raad

Kan de OCMW-raad het aantal leden van een bijzonder comité uitbreiden? Nee, het aantal leden van een comité kan niet zomaar uitgebreid worden. Het aantal leden dat een bijzonder comité telt, is al een paar keer ter discussie gesteld door de decreetgever. Vroeger was het aantal onbeperkt, daarna moest het plots evenveel bedragen als het vast bureau. Maar vooraleer die aanpassing van kracht werd, werd ze alweer gewijzigd. Sinds het begin van deze legislatuur heeft de OCMW-raad een beperkte keuze in het aantal leden dat een bijzonder comité telt. Afhankelijk van hoeveel raadsleden er zijn, is er een minimum- en maximumaantal vastgelegd. Binnen deze vork moet elke OCMW-raad bij de oprichting van een comité ook het aantal leden van dat comité kiezen. Het is mogelijk dat de OCMW-raad, steeds binnen de decretale vork, het aantal leden van een bijzonder comité wil uitbreiden of inkrimpen. Dat kan echter niet zomaar. De decreetgever wil immers dat de samenstelling van een comité evenredig is en heeft daarom bepaald dat er bij de installatie van een comité een geheime stemming is in één stemronde om de leden te kiezen. Zo worden de politieke verhoudingen in de raad ook in het comité gerespecteerd. Door het comité met één lid uit te breiden, of in te krimpen, gaat deze evenredigheid verloren. De meerderheid zou dan bijvoorbeeld een comité drie keer opnieuw kunnen uitbreiden met één lid. Daarom is het niet mogelijk om het aantal leden zomaar uit te breiden of in te krimpen. Toch bevat het OCMW-decreet een omweg om dat wel te doen. Een wijziging van het aantal leden is mogelijk door het comité eerst af te schaffen, en dan weer op te richten met een nieuw aantal leden. Daarna volgt een nieuwe verkiezing van alle leden in één stemronde. Zo ontstaat een comité met meer (of minder) leden dan oorspronkelijk en blijft het comité evenredig samengesteld. Art. 60, §3 van het OCMW-decreet

Mail uw vragen over de werking van de OCMW-raad, het vast bureau en de bijzondere comités naar pieter.vanderstappen@vvsg.be

16 februari 2016 Lokaal

bestuurskracht politiek beleid

je nooit honderd procent voorbereid zijn, maar ik ben er wel klaar voor. Ik kan rekenen op sterke teams van politie en brandweer.’ Ook Bert Maertens voelt zich klaar voor de crisis of ramp die er hopelijk nooit komt. ‘Dankzij de politie en de brandweer die zeer goed voorbereid zijn en me regelmatig briefen, voel ik me nu veel zekerder. Zelf ben ik natuurlijk ook matuurder geworden, in de zin van beslissingen durven nemen. Drie jaar geleden wist

respect en open communicatie.’ Tinne Rombouts kan dat alleen maar beamen. ‘De administratie moet mee zijn in het verhaal. Dat lukt alleen als je inzet op participatie en betrokkenheid. De rol van het managementteam en de communicatie tussen dat MAT en het college zijn daarin zeer belangrijk. Daarom woon ik ook regelmatig de vergadering van het MAT bij.’ In Wellen kwam er na achttien jaar een nieuwe bestuursmeerderheid. Vooral

Bert Maertens: ‘Het is niet erg om “neen” te moeten zeggen aan de mensen op voorwaarde dat je het goed motiveert.’ ik van niets. Eerst probeer je te spartelen, dan leer je zwemmen, nu kan ik lange afstanden aan.’ Simon Lagrange stapte begin 2013 in een traject over noodplanning georganiseerd door de gouverneur. Het nood- en interventieplan dat er al was, werd concreet uitgewerkt. Er kwamen draaiboeken en een hulpverleningsnetwerk, er werd geoefend, er werd een samenwerking met buurgemeente Deinze afgesloten. Els Robeyns legde met de gemeente een gelijkaardig traject af. Darkwam een schandaal in de politiezone bovenop. ‘Als voorzitter van het politiecollege ben ik in de eerste helft van 2013 evenveel met de politie als met de gemeente bezig geweest. Een positief gevolg is de goede band met de andere burgemeesters in de zone, we hebben veel informele contacten.’ Nieuwe cultuur Een nieuwe burgemeester, een college met nieuwe leden en soms andere meerderheidspartijen, het vraagt ook van de gemeentelijke administratie een aanpassing. Simon Lagrange: ‘Ik ben voltijds burgemeester. Ik ben dus net als de schepenen zeer vaak aanwezig in het gemeentehuis. Dat was nieuw voor de medewerkers. De sleutelwoorden voor een goede relatie tussen politiek en administratie zijn wederzijds

de manier van communiceren, ook via de sociale media, vroeg wel wat van de medewerkers. ‘Bovendien,’ zegt Els Robeyns, ‘wil ik echt alles weten, de medewerkers moeten me van alles op de hoogte houden. Ik sta dus zeer dicht bij hen, maar dat zal ook wel eigen zijn aan een kleine gemeente met veel eenpersoonsdiensten. De scheidslijn tussen de taak van de politici en die van de ambtenaren is niet zo strikt.’ Ook in Izegem kwam er een nieuwe coalitie met veel nieuwe gezichten. En een burgemeester met een andere stijl dan zijn voorgangers: ‘Ik sta bekend om mijn directheid. Ik kom soms hard over, maar ik kan ook tegen kritiek. Ik denk dat dit voor de meeste medewerkers een cultuurschok was.’ Constructief (met mate) Drie jaar geleden gaven de nieuwe burgemeesters aan naar een betere relatie met de oppositie te streven, zeker zij die daar de voorgaande jaren zelf in hadden gezeten. Lukt dat? Alle vier geven ze aan open te communiceren op de gemeenteraad en constructieve voorstellen van de oppositie in overweging te nemen en eventueel uit te voeren. Maar echt goed zouden ze de relatie niet noemen. Ieder zijn rol. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


NIEUWE POCKETREEKS

LOKAAL AFVALBELEID Wegwijs in de reglementering Afvalbeleid in goede banen leiden, is een van de kerntaken van steden en gemeenten. Maar het traject tussen de preventie van afval en de definitieve verwerking ervan is lang en complex. Daarenboven zijn lokale besturen goed geplaatst om zowel in hun eigen activiteiten als bij de bevolking kansen te verzilveren voor duurzaam materialenbeheer. Vlaanderen kiest resoluut voor deze benadering met het Materialendecreet en het uitvoeringsbesluit VLAREMA. Deze reeks Lokaal Afvalbeleid informeert over wat er daarbij precies wordt verwacht van lokale besturen en verstrekt ideeën en beleidsadviezen voor de dagelijkse praktijk. De eerste pocket Wegwijs in de reglementering wijst je de weg in de diverse wettelijke verplichtingen en mogelijkheden en biedt ook steun bij het werken aan een nette omgeving.

AUTEURS

Christof Delatter, Lieselot Decalf en Piet Coopman

Team Interafval coördineert het samenwerkingsverband van de Vereniging van

Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG vzw), alle Vlaamse afvalintercommunales en andere lokale besturen die instaan voor lokaal afvalbeleid.

Welke inzamelingen gebeuren selectief? Is er keuze tussen verschillende systemen? Waarvoor vergoedingen of subsidies aanvragen? Hoe de vervuiler laten betalen? Welke reglementen zijn van toepassing? Ga je als lokaal bestuur zelfstandig te werk, of samen met andere partners?

✁ BESTELKAART

Ja, ik bestel

.... ex. van Lokaal Afvalbeleid - Wegwijs in de reglementering

Kies uw formule

....

€ 29 / € 25*

....

€ 25 / € 19*

....

+

€ 39 / € 35*

 met abonnement (kortingprijs)  zonder abonnement *VVSG/korting  Ik ben VVSG lid  ja  nee

Uitgeverij Politeia

Naam: .................................................................................

Keizerslaan 34 1000 Brussel

Functie: ................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

Bestuur/Organisatie: ............................................................. Tel.: ...................................................................................... E-mail: ................................................................................. Adres: .................................................................................. BTW: .................................................................................... * Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31.12.2016. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


bestuurskracht praktijk

MECHELEN vernieuwt sinds ruim een jaar grondig de organisatie van de stedelijke dienstverlening. In het Huis van de Mechelaar is een nieuw centraal onthaal ingericht voor alle diensten met een loketwerking. De balie in het Huis van de Mechelaar wordt het aanspreekpunt voor alle vragen. Daartoe werden ruimtes, werktijden en dienstverleningskanalen helemaal gereorganiseerd in het teken van klantgerichtheid.

Het Huis van de Mechelaar werkt enkel op afspraak maar je kunt er op meer momenten terecht dan vroeger.

Ranja Van Asbroeck, stafmedewerker dienst organisatie en planning T 015-29 78 22 M 0479-86 86 28 18 februari 2016 Lokaal

In het Huis van de Mechelaar hebben ver‑ schillende diensten hun frontoffice en lo‑ ketwerking. De dienst Bevolking, Burgerlij‑ ke Stand en Vreemdelingendienst waren er voordien al. De Bouwdienst en de diensten Energiepunt, Wonen, Financiën, Economie en Sociale Tewerkstelling werden daar recent aan toegevoegd. Projectcoördinator Ranja Van Asbroeck: ‘Dat aantal wordt nog stelselmatig uitgebouwd, zodat de Meche‑ laar op één duidelijke en centrale plaats te‑ recht kan. Daarbij willen we dienstverlening

GF

LAYLA AERTS

GF

Diensten aan burger centraal in Huis van de Mechelaar

op maat aanbieden, onder andere ook door op afspraak te werken. En we zetten een nieuw klantencontactcenter op met een gratis telefoonnummer.’ Enkele eenvoudige ingrepen in de lokettenzaal leidden tot een betere benutting van de ruimtes en een vlotte doorstroming. ‘Om voldoende pri‑ vacy te creëren werd een reeks loketten in een andere richting geplaatst,’ zegt Ranja Van Asbroeck. ‘Voor openbaar onderzoek, de inzage van documenten, persoonlijke gesprekken en vergaderingen met groepen


klanten richtten we aparte ruimtes in. En een speelhoek houdt de kindjes bezig.’

Organisatie, digitale en persoonlijke ondersteuning De openingsuren zijn verruimd – van 31 naar liefst 41 uur per week –, maar sinds maart 2015 werkt het Huis van de Mechelaar ook op afspraak. ‘Burgers die online, telefonisch of aan het onthaal een afspraak hebben gemaakt, krijgen twee uur voor de afspraak per sms een herinnering,’ legt Lore van den Bergh uit. Zij overziet als winkelmanager van het Huis van de Mechelaar de loket‑ werking en is ook verantwoordelijk voor het klantengeleidingssysteem. ‘Werken op afspraak biedt veel voordelen: je kunt langskomen wanneer het je het beste uit‑ komt, je hoeft niet in een wachtrij te staan om geholpen te worden, afspraken worden beter gespreid, en je kunt afspraken de klok rond inplannen. De bevestigingsmail laat je weten welke documenten je moet meebrengen. De medewerkers kunnen dan weer de nodige documenten voorbereiden. Zo gaat er veel minder tijd verloren aan het loket zelf.’ ‘De software om afspraken te boeken is een grote hulp bij het doorvoeren van het nieuwe concept,’ vult Ranja Van Asbroeck aan. ‘We stimuleren de burgers sterk om zelf de afspraken te boeken, door com‑ municatie maar ook door opleidingstra‑ jecten en cursussen die we aanbieden via bijvoorbeeld het Sociaal Huis, via sociale verenigingen die computerlessen organise‑ ren, via de dienstencentra en de wijkcentra. Dat wordt zeer positief onthaald. Onge‑

veer de helft van de boekingen gebeurt ondertussen door burgers zelf. Ook dat levert tijdwinst op voor de dienstverlening, niet onbelangrijk als je weet dat het Huis van de Mechelaar 106.000 bezoekers per jaar ontvangt.’ Daarnaast werd het digitale luik van de dienstverlening verder uitge‑ werkt met de ontwikkeling van een 40-tal nieuwe webformulieren, waarmee burgers diensten online kunnen aanvragen of ver‑ richten. ‘Een andere vernieuwing die we hebben doorgevoerd, betreft het afhalen en vernieuwen van de identiteitskaart, wat 33.000 verrichtingen en/of afspraken per jaar vertegenwoordigt,’ zegt Ranja Van Asbroeck. ‘Daar zijn we afgestapt van de uitnodiging die burgers van de federale overheid krijgen. We ontwikkelden zelf een uitnodigingsproces op maat van ons nieuwe afsprakensysteem.’ Voor een aantal dingen en voor algemene informatie kan de burger uiteraard nog gewoon langskomen zonder afspraak. Doorlopend kunnen documenten worden ingediend, afgehaald of ingezien, kun‑ nen spoedprocedures worden ingezet, zijn afvalkalenders, huisvuilniszakken en informatiegidsen te verkrijgen. Wie het Huis van de Mechelaar binnenstapt, wordt persoonlijk verwelkomd door de zoge‑ naamde ‘Mbassadeurs’, de onthaalploeg onder de hoede van winkelmanager Lore van den Bergh. ‘Het gaat om een team van dertien personen die geselecteerd werden op klantgerichtheid,’ vertelt ze. ‘Zij zijn het aanspreekpunt en het gezicht van de stad voor de bezoeker. Hun taak is elke klant vriendelijk, snel en correct voort te helpen.

Ze doen dat niet enkel aan het onthaal en snelloket, maar ook telefonisch en via mail.’

Balans? De nieuw georganiseerde dienstverlening verloopt heel vlot. ‘Werken op afspraak was even wennen,’ zegt Ranja Van Asbroeck. ‘Dankzij het tevredenheidson‑ derzoek dat we bij 500 bezoekers deden, konden we een correcte balans opmaken en gericht bijsturen. De digitale wachtrijen die er eerst nog waren, hebben we door mo‑ nitoring en communicatie met de burgers kunnen wegwerken. Aan de loketten is de wachttijd nu gemiddeld twee minuten. Dat brengt rust in de zaal, ook voor het personeel.’ Vóór de verdere uitbreiding van de lo‑ ketwerking in het Huis van de Mechelaar wordt nu eerst een pauze ingelast, aldus Van Asbroeck. ‘Vooraleer we nog andere diensten zoals de Milieudienst en de dienst Monumenten in het frontoffice opne‑ men, willen we onze productencatalogus aanscherpen en de onthaalmedewer‑ kers vertrouwder maken met de huidige diensten, zodat ze gericht kunnen helpen of doorverwijzen. Met de klantvriendelijk‑ heid voor ogen is het belangrijk dat ook complexe vragen van burgers een geïnte‑ greerd antwoord krijgen, met telkens één contactpersoon als aanspreekpunt. Let wel: dienstoverschrijdende diensten zoals openbare onderzoeken, bestekken en of‑ fertes hebben we wel al opgenomen in de loketwerking, zodat burgers daarvoor niet van hot naar her worden gestuurd.’ pieter plas is redacteur van lokaal

advertentie

HR SOFTWARE ZONDER KOPZORGEN

Intuïtieve E-recruitmentsoftware die: Vacatures maakt, beheert en publiceert Procedures en selecties beheert en opvolgt Een dynamische kandidatendatabank bouwt Wetenschappelijke testen integreert Uw processen onder controle houdt

Vrijblijvende demo: 09 389 69 90 - info@assolutions.be JobSolutions is een product van A&S Solutions I www.assolutions.be

Lokaal februari 2016

19


bestuurskracht financiën

De Vlaamse begroting door een lokale bril Ook dit jaar onderzocht Lokaal voor u de financiële stromen vanuit Vlaanderen naar de Vlaamse lokale besturen. Om het behapbaar te houden krijgt u de analyse in twee delen voorgeschoteld. In dit nummer komt u alles te weten over de middelen binnen de beleidsdomeinen Kanselarij en Bestuur, Financiën, Internationaal, Economie, Onderwijs en Welzijn. tekst ben gilot beeld stefan dewickere, layla aerts

Kanselarij en Bestuur Het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur, ontstaan uit de samenvoeging van de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid en Bestuurszaken, bevat traditiegetrouw voor de lokale besturen zeer belangrijke kredieten. Ook dit jaar stijgt het Gemeentefonds met 3,5% of zo’n 81,4 miljoen euro. Deze groei is absoluut noodzakelijk om de jaarlijks stijgende pensioenfactuur van de lokale besturen enigszins draaglijk te houden. In totaal wordt 2,4 miljard euro via het Gemeentefonds verdeeld. Daaraan wordt net als voorgaande jaren een bedrag toegevoegd ter compensatie van de weggevallen Eliaheffing. Dat bedraagt ook dit jaar 83 miljoen euro. De tot 2016 jaarlijks stijgende financiering van Audit Vlaanderen, het Vlaams Agentschap dat instaat voor de externe audit bij de lokale besturen, verloopt gedeeltelijk via het Gemeentefonds. De dotatie aan het Gemeentefonds wordt hiervoor met een bijkomende 1.044.000 euro verminderd. De overige financiering moet uit de Vlaamse begroting komen. Merkwaardig genoeg reserveert de Vlaamse regering voorlopig zelf geen bijkomende middelen voor de financiering van Audit Vlaanderen, hoewel ze dit enkele jaren geleden in de budgettaire krijtlijnen over de uitbouw van de externe audit zelf bepaald heeft. De toelichting bij de begroting meldt enkel dat over de extra 1,3 miljoen euro die de Vlaamse overheid in 2016 moet financieren, bij de begrotingsaanpassing nog een beslissing moet worden genomen. Er is een aanvullende dotatie van 130,4 20 februari 2016 Lokaal

miljoen euro aan het Gemeentefonds naar aanleiding van de integratie van zeven sectorale subsidiestromen: flankerend onderwijs, integratiebeleid, kinderarmoede, cultuur, jeugd, ontwikkelingssamenwerking en sport. Met deze sectorale subsidies verdwijnen ook de daaraan verbonden plannings- en verantwoordingsregels. Het geld wordt onder de gemeenten verdeeld op basis van wat ze in 2014 kregen. Specifieke investeringssubsidies zijn er wel voor openbare crematoria, voor werkzaamheden aan niet-beschermd patrimonium van de erkende erediensten en voor werkzaamheden aan ontmoetingscentra voor verenigingen van vrijzinnigen. Deze blijven op hetzelfde niveau als vorig jaar, namelijk 4,6 miljoen euro. Ter ondersteuning van de activiteiten van vzw De Rand, die het Vlaamse karakter van de Vlaamse Rand en de faciliteitengemeenten ondersteunt, behoudt de Vlaamse regering een subsidie van 5,1 miljoen euro. Daarvan gaat onder andere 33.700 euro naar de cultuurraden van de zes faciliteitengemeenten en 62.400 euro naar het lokale sportbeleid. Het steunpunt duurzame overheidsopdrachten ten behoeve van de lokale besturen krijgt ook dit jaar een subsidie. Hiervoor wordt een bedrag van 80.000 euro uitgetrokken. De Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen (GSD-V) ziet haar subsidie dan weer fors verminderen tot 155.000 euro (-22,5%). Binnen dit beleidsdomein zijn er ook kredieten die de lokale besturen indi-

rect ten goede komen. Voor de ondersteuning van de lokale besturen trekt Vlaanderen 759.000 euro uit. Dit krediet dient onder andere voor de ontwikkeling van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) tot kenniscentrum voor de lokale besturen, voor de organisatie van studiedagen en voor de subsidiëring van initiatieven ter versterking van de bestuurskracht van lokale besturen. Voor specifieke informaticaprojecten, zoals de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus, wordt binnen het Agentschap 2,5 miljoen euro apart gehouden (-1%). Vlaanderen trekt daarnaast meer middelen uit voor de organisatie van de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Voor 2016 reserveert het 400.000 euro (+150%) om de benodigde softwaretoepassingen tegen 2018 klaar te hebben. Stedenbeleid Net als voor het Gemeentefonds is decretaal bepaald dat het Stedenfonds jaarlijks met 3,5% stijgt, waardoor de toelage aan het Stedenfonds in 2016 157,8 miljoen euro bedraagt. 630.000 euro daarvan wordt gereserveerd voor vorming, communicatie en sensibilisering. Met het fonds wordt getracht de leefbaarheid van de centrumsteden te verhogen, de dualisering tegen te gaan en de kwaliteit van het democratisch besturen te verhogen. Dit wordt het laatste jaar dat er hiervoor een apart krediet in de begroting geschreven staat, volgend jaar wordt dit Fonds in het Gemeentefonds geïntegreerd. Voor de werking en communicatie van het stedenbeleid staat een krediet van


De gemeenten krijgen enkel nog compensaties voor de Vlaamse belastingverminderingen voor energiezuinige woningen en gebouwen.

Voor specifieke informaticaprojecten, zoals de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus, wordt binnen het Agentschap Binnenlands Bestuur 2,5 miljoen euro apart gehouden (-1%).

231.000 euro ingeschreven. Dit is bestemd om de werkingsuitgaven en de communicatie over het stedenbeleid mee te betalen (jurykosten, logistieke kosten of publicaties) en om relevante onderzoeken mee te bekostigen. Projecten duurzame en creatieve steden krijgen meer middelen van de Vlaamse regering, in totaal 12,4 miljoen euro (+13,1%). Dat geld gaat naar de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten, de Slim in de Stad Prijs en projecten voor buurtstewards. Met een deel van de middelen wordt ook het Kenniscentrum Vlaamse Steden gefinancierd. De middelen van het (vroegere federale) Grotestedenbeleid worden in 2016 enkel nog facultatief betaald aan Gent en Antwerpen. Daarvoor wordt 13,9 miljoen euro uitgetrokken. Dat betekent dat 1,4 miljoen euro niet meer ten goede komt aan Oostende, Mechelen en SintNiklaas. Dit bedrag wordt toegevoegd aan het budget stadsvernieuwingsprojecten. Ten slotte is er voor Antwerpen, Gent en Wemmel een krediet van 20 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het integratie- en inburgeringsbeleid. FinanciĂŤn, internationaal en economie De Vlaamse regering heft eenzijdig en zonder overleg de vergoeding op die de Vlaamse overheid aan de gemeenten betaalde voor de door haar toegekende korting op de onroerende voorheffing op materieel en outillage (machines). Die vergoeding bedroeg in 2014 47,9 miljoen euro, die uiteraard vooral verdeeld werd over de industriĂŤle gemeenten. Dit leidt

tot een direct verlies van 34 miljoen euro. Er wordt namelijk in een beperkte overgangsmaatregel voorzien. Gemeenten die door het wegvallen van deze compensatie meer verliezen dan de stijging van hun Gemeentefondsaandeel tussen 2013 en 2014, krijgen het verschil nog vier jaar bijgepast voor een bedrag van in totaal 13 miljoen euro. De Vlaamse overheid stuurt op deze manier de factuur van haar fiscaal beleid integraal door naar de lokale besturen. Deze Vlaamse besparing maakt het de gemeenten uiteraard moeilijk realistische meerjarenplannen te maken en dreigt de lokale investeringscapaciteit (verder) aan te tasten. Door bijkomende bedrijfsinvesteringen, die ertoe leiden dat een steeds groter deel van het kadastraal inkomen op materieel en outillage belastingvrij wordt, dreigen de lokale besturen in de toekomst nog veel meer geld mis te lopen. De gemeenten krijgen enkel nog compensaties voor de Vlaamse belastingverminderingen voor energiezuinige woningen en gebouwen. Hiervoor wordt een krediet voor 7,3 miljoen euro uitgetrokken. Het totaal van het krediet voor de compensaties voor de derving uit de OV-ontvangsten daalt dan ook met 46,9 miljoen euro tot 27 miljoen euro (-63,5%). Onder het beleidsdomein FinanciĂŤn wordt er een eenmalige provisie van 80,4 miljoen euro aangelegd in het kader van de vluchtelingenproblematiek. De lokale besturen zouden aanspraak kunnen maken op 20 miljoen euro. Het is nog onduidelijk hoe die middelen verdeeld zullen worden. Lokaal februari 2016

21


bestuurskracht financiën

Het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie worden vanaf 2016 verenigd tot het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Dat is ook zichtbaar in de begroting.

Onder het beleidsdomein Internationaal zijn er geen nieuwe middelen voor de lokale besturen terug te vinden. Er is wel nog een krediet van 500.000 euro om verbintenissen te betalen die in 2012 werden aangegaan in het kader van het kunststedenactieplan, het derde kustactieplan en het impulsprogramma Vlaamse Kust. Zoals vermeld worden de subsidies in het kader van het Impulsbeleid gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking geïntegreerd in het Gemeentefonds. In 2015 werd hiervoor nog een krediet van 2,4 miljoen euro uitgetrokken. Het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie worden vanaf 2016 verenigd tot het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Dat is ook zichtbaar in de begroting. Er is een krediet van 32,86 miljoen euro gereserveerd voor het stimuleren van de beste omgevingsfactoren voor transformatie en innovatie. Dit is onder meer bedoeld voor subsidies voor de aanleg van bedrijventerreinen en voor de heringebruikname van industriële sites, waarvoor ook gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een aanvraag kunnen indienen. Sinds 2012 organiseert de VVSG met steun van het Agentschap Ondernemen het project Overlegtafels Economie. Daarbij staat kennis- en ervaringsuitwisseling tussen gemeentelijke ambtenaren economie centraal. Voor het vernieuwde project Overlegtafels Economie krijgt de VVSG 750.000 euro steun gespreid over drie jaar.

22 februari 2016 Lokaal

Verder zijn er nog kredieten voor eerder aangegane engagementen. In het kader van de ondersteuning van ondernemingsvriendelijke gemeente werd in de periode 2012-2015 in totaal 5,75 miljoen euro aan steun toegekend. In de begroting voor 2016 staat een krediet van 696.000 euro om een deel van de engagementen van toen te betalen. In het kader van het programma handelskernversterking is er de voorbije jaren circa 6,28 miljoen toegekend aan de gemeenten. In de begroting 2016 is er een krediet beschikbaar van 2,2 miljoen euro voor de afhandeling van eerder aangegane verbintenissen. Onderwijs De inhaalbeweging in scholenbouw komt na jaren eindelijk op gang. Dat is ook zichtbaar in de begroting waar het krediet voor infrastructuurwerken voor het niet-hoger gesubsidieerd onderwijs voor AGIOn, het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, stijgt met 5 miljoen euro (+2,2%) tot 229,8 miljoen euro. Voor het gemeentelijk onderwijs wordt er structureel 6,3 miljoen euro meer uitgetrokken. In de loop van dit jaar zullen een groot aantal scholen in het kader van het DBFM-programma ‘scholen van morgen’ gerealiseerd worden. Verschillende gemeenten zullen dus beschikbaarheidsvergoedingen moeten beginnen te betalen, waarvoor ze (via een derde-betalersysteem) ook subsidies krijgen. Het overeenkomstige begrotingsartikel stijgt dan ook zeer fors tot 67,3 miljoen euro. Het begrotingsartikel bevat ook nog de toelage aan de onderwijskoepels voor de begeleiding en sen-


Onder het beleidsdomein FinanciĂŤn wordt er een eenmalige provisie van 80,4 miljoen euro aangelegd in het kader van de vluchtelingenproblematiek. De lokale besturen zouden aanspraak kunnen maken op 20 miljoen euro.

sibilisering van de inhaaloperatie, goed voor 568.000 euro. Tot nog toe werden de middelen die voor DBFM-subsidies waren gereserveerd, in afwachting van de effectieve realisatie van de gebouwen, aan het budget voor de reguliere scholenbouw toegevoegd. Naarmate er meer scholen via DBFM gerealiseerd worden, neemt uiteraard ook dit extraatje voor de reguliere bouw af. Maar in 2016 is dit voor het gemeentelijk onderwijs nog goed voor 3,7 miljoen euro bijkomende middelen. Voor het Departement Onderwijs is er ook een machtigingskrediet van 50 miljoen euro gereserveerd, hetzelfde bedrag als vorig jaar. Dit zal worden aangewend voor investeringen in schoolinfrastructuur en moet nog verdeeld worden over het GO! en AGIOn. Bij de verdeling van de middelen wordt rekening gehouden met de lokale capaciteitsdruk in de verschillende gemeenten. Ook dit jaar zijn er middelen voor het project Verkeersveiligheid naar en van school, waarbij startbanen worden toegewezen. Gemeenten kunnen daar naast provincies en verkeersorganisaties op intekenen. Het is niet duidelijk hoeveel middelen daarvoor gereserveerd worden. In totaal gaat het over maximaal 105 startbaners. De stad Genk krijgt subsidies voor opleidings- en onderwijsinfrastructuur in het kader van het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat. Deze subsidies blijven op 500.000 euro. De Vlaamse overheid staat in voor de betaling van de lonen en de werking van

het gemeentelijk onderwijzend personeel. Het treedt daarbij op als betalende derde: gemeenten nemen de lonen van het onderwijspersoneel pro forma in hun budget op, maar de facto betaalt Vlaanderen ze. Uit de toelichting bij de begroting is niet af te leiden hoeveel er juist naar het gemeentelijk onderwijs gaat, enkel de bedragen voor alle onderwijsnetten samen zijn er terug te vinden. Het krediet voor de lonen voor het basisonderwijs stijgt licht tot 3,1 miljard euro (+1,6%). Ook de werkingsmiddelen voor het gewone basisonderwijs stijgen, tot 456,7 miljoen euro (+1%). De grootste oorzaak daarvan is de stijging van het aantal leerlingen. De middelen voor de lonen voor het secundair onderwijs dalen met 1% tot 3,5 miljard euro. De werkingsmiddelen voor het secundair onderwijs stijgen licht tot 415 miljoen euro (+0,01%). Het krediet voor de lonen voor het deeltijds kunstonderwijs (DKO), dat hoofdzakelijk door gemeenten wordt georganiseerd, stijgt tot 209 miljoen euro (+0,7%). De werkingsmiddelen voor het DKO stijgen met 0,3% tot 4,6 miljoen euro omwille van een toename van het totale aantal lesuren van alle leraren per schooljaar. Ook voor de lonen voor de pedagogische begeleiding en de inspectie levensbeschouwelijke vakken stijgen de middelen, met 272.000 euro (+1,3%). De werkingsmiddelen voor pedagogische begeleiding en inspectie levensbeschouwelijke vakken kennen een sterke stijging (+29%), voornamelijk door een herschikking van de kredieten van het gemeenschapsonderwijs.

Welzijn Het krediet voor ouderenzorgbeleid vermindert tot 27,7 miljoen euro (-44%). Een groot deel van deze vermindering wordt veroorzaakt doordat de Vlaamse animatiesubsidies vanaf halfweg 2016 onder het andere begrotingsartikel voor de woonzorgcentra en de lokale dienstencentra geboekt worden. In overeenstemming met de budgettaire doelstellingen die bij het regeerakkoord afgesproken zijn, worden de totale beschikbare kredieten voor ouderenzorg verlaagd met ongeveer 11 miljoen euro. Door een verschil in het tijdstip van aanrekenen tussen de Vlaamse overheid en het Riziv kan deze verlaging eenmalig worden opgevangen in 2016. Er worden ondertussen maatregelen uitgewerkt om voor de integratie van de animatiesubsidie in het zorgforfait vanaf 2017 voldoende middelen te reserveren. De hervorming van de animatiesubsidie is geen goed nieuws voor de openbare ouderenzorg, omdat de hoogte van de subsidies zal afhangen van de zorgbehoevendheid van de bewoners, en omdat het beschikbare budget verdeeld zal worden over de volledige sector, en dus niet langer voorbehouden is voor de social profit. Met het krediet voor ouderenzorgbeleid worden de engagementen uit het verleden voortgezet voor de realisatie van bijkomende serviceflats met de vastgoedbevak Serviceflats Invest. Het begrotingsartikel waaronder de subsidies voor de lokale dienstencentra en de woonzorgcentra ressorteren, stijgt tot 1,9 miljard euro (+2,1%). Het is niet duidelijk hoeveel exact naar de lokale cenLokaal februari 2016

23


bestuurskracht financiën

In de praktijk is er net zoals vorig jaar een besparing binnen de gezinszorg en de aanvullende thuiszorg.

In het kader van het programma handelskernversterking is er de voorbije jaren circa 6,28 miljoen toegekend aan de gemeenten. In de begroting 2016 is er 2,2 miljoen euro beschikbaar voor de afhandeling van bestaande verbintenissen.

tra gaat. Wel zijn er acht nieuwe openbare lokale dienstencentra erkend. Ook het krediet voor subsidies in het kader van thuis- en ouderenzorgbeleid verhoogt, en wel tot 627 miljoen euro (+0,6%). Deze stijging komt vooral door een verschuiving van middelen door de regularisatie van de gesco’s van de private diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg (verschuiving van beleidsdomein werk naar welzijn). In de praktijk is er echter net zoals vorig jaar een besparing binnen de gezinszorg en aanvullende thuiszorg: in 2015 werd het urencontingent verminderd (gedeeltelijk gecompenseerd door een omzetting naar gesubsidieerde aanvullende thuiszorg vanaf 1 juli 2015). Daarenboven werd de realisatiegraad 2013 toegepast om het maximaal te subsidiëren budget te bepalen. Dit laatste heeft een grote impact op de openbare diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg. In 2016 wordt er op dit urencontingent verder lineair bespaard, doordat de omzetting uren gezinszorg naar gesubsidieerde VTE’s aanvullende thuiszorg nu voor een volledig jaar geldt in plaats van een half jaar. Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), dat infrastructuurwerken aan welzijnsvoorzieningen subsidieert, maakt enkel nog kredieten vrij om bestaande engagementen te financieren. De dotatie voor de alternatieve financiering van het VIPA stijgt fors door de aangegane verplichtingen tot 663,9 miljoen euro (+232,%). Ook de dotatie voor de klassieke financiering van het VIPA stijgt tot 31,1 miljoen euro (+9%). Een

24 februari 2016 Lokaal

alternatief systeem van infrastructuursubsidiëring wordt verwacht in de loop van deze bestuursperiode. De VVSG wordt gesubsidieerd ter ondersteuning van haar werking voor welzijnsbeleid en lokaal sociaal beleid. De subsidie voor de vzw Vlaams Centrum Schuldenlast wordt dit jaar verminderd met 20.000 euro tot 369.000 euro (-5,1%). Voor de uitvoering van het vierde Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social/non-profitsectoren staat een krediet van 31,7 miljoen euro ingeschreven, hetzelfde bedrag als vorig jaar. Een deel daarvan gaat naar de VVSG en de Gemeenschappelijke Sociale Dienst voor Vlaanderen voor de uitvoering van het akkoord voor de publieke sector. Van dat krediet wordt ook de tweede pensioenpijler van VIA-3 voor de publieke sector betaald. Daarnaast zijn er voor 650.000 euro aan vereffeningskredieten voor subsidies aan dertien Limburgse gemeenten in het kader van het Strategisch Actieprogramma voor Limburg in het Kwadraat (SALK), meer bepaald voor armoedebestrijding. Vanuit Kind en Gezin worden er ook subsidies verstrekt aan lokale besturen. Op basis van de toelichting bij het beleidsdomein welzijn is niet uit te maken hoeveel. Ben Gilot is VVSG-stafmedewerker gemeentefinanciën

Volgende maand krijgt u de analyse van de beleidsdomeinen cultuur, jeugd en sport, werk, leefmilieu, mobiliteit en ruimtelijke ordening.


Word een Smart City en bereid uw gemeente voor op de toekomst

De toekomst van uw gemeente? Die maakt u zelf, samen met iedereen die er leeft, woont en werkt. Om u daarbij te helpen, ontwikkelen we telco- en ICT-oplossingen waarmee u uw gemeente nú al voorbereidt op 2020 en lang daarna. En waarmee we slimme antwoorden bieden op uw belangrijkste vragen rond: • Mobiliteit: een vlotter verkeer naar, door en vóór uw gemeente • Veiligheid: van camera’s en veilige gebouwen tot preventieve sms’jes • Duurzaamheid: voor een gemeente waar het ook morgen goed is om te leven. Meer info? Contacteer uw vaste contactpersoon bij Proximus of surf naar www.proximus.be/smartcities Lokaal februari 2016

25


bestuurskracht financieel beleid

Gemeenten delen winst van nieuwe bedrijventerreinen of woonwijken In de ruimtelijke ordening weegt de financiële impact soms meer door dan bovenlokale ruimtelijke overwegingen. Veel gemeentebestuurders denken dat nieuwe ‘harde’ ruimtelijke ontwikkelingen zoals bedrijventerreinen of woongebieden geld in het laatje brengen. Maar is dat wel altijd zo? En zijn die inkomsten zo hoog? Dekken ze de extra kosten? Of zijn er financiële instrumenten denkbaar waardoor de baten gedeeld – verevend – kunnen worden, zodat zo’n ruimtelijke ontwikkeling op de best mogelijke locatie gebeurt? Ruimte Vlaanderen liet het onderzoeken. tekst wouter dernau, steven michiels en peter peeters beeld stefan dewickere

U

it het onderzoek van Ruimte Vlaanderen blijkt dat ‘harde’ ontwikkelingen meestal maar lang niet altijd positieve gevolgen hebben voor de gemeentekas. In elk geval zijn de gemeentelijke eenmalige en recurrente inkomsten en uitgaven – als gevolg van ‘harde’ ontwikkelingen – sterk verschillend. Als een gemeentebestuur niet participeert in een ontwikkeling, dan komen de inkomsten uit het Gemeentefonds, de onroerende voorheffing, de aanvullende personenbelasting en specifieke gemeentelijke belastingen op bedrijven en gezinnen. De belangrijkste uitgaven zijn dan vooral het onderhoud en de vernieuwing van het publieke domein en in mindere mate ook studie- en personeelskosten. Als een gemeentebestuur participeert in een nieuwe ontwikkeling, dan moeten daaraan de inkomsten uit de kavelverkoop en de uitgaven voor de aankoop van de gronden en de infrastructuurwerken worden toegevoegd. Om een correct inzicht te verwerven in de financiële impact van nieuwe ontwikkelingen is het aangewezen om de kasstromen over een voldoende lange periode in beeld te brengen. Uitgaande van de gemiddelde levensduur van de infrastructuur is een tijdsperspectief van vijftig jaar te verkiezen. Hierdoor kunnen de belangrijke onderhouds- en vernieuwingskosten aan de infrastructuur – ten laste van het gemeentebestuur – mee in rekening worden gebracht. Het

26 februari 2016 Lokaal

spreekt voor zich dat de som van de kasstromen over een periode die nauwer aansluit bij de politieke realiteit (zoals twaalf jaar), beduidend gunstiger kan zijn voor een gemeentebestuur. We opteren echter voor een ‘life cycle costing’ waarbij de investerings-, beheers- en onderhoudskosten samen in rekening worden gebracht. ‘Harde’ ontwikkelingen zijn globaal meestal batig voor de betrokken gemeentebesturen. Maar lang niet alle

socio-economisch zwakkeren de doelgroep vormen. Opvallend is dat voor deze woonontwikkelingen waaraan het gemeentebestuur niet participeert, het globale financiële resultaat in belangrijke mate bepaald zal worden door de extra inkomsten uit het Gemeentefonds. Deze extra inkomsten zijn voor centrumsteden steeds hoger dan voor landelijke gemeenten. Nogal wat nieuwe woonontwikkelingen in landelijke gemeenten hebben daarom maar een

Bij het bepalen van het te verevenen bedrag moet voldoende aandacht worden besteed aan belangrijke, eerder subjectieve winst-verliesberekeningen op het vlak van macht, invloed, kiezers of hinder. ‘harde’ ontwikkelingen scoren even goed. Het batig karakter van een ontwikkeling wordt in belangrijke mate bepaald door de mate van financiële participatie van het gemeentebestuur. Maar er zijn nog andere belangrijke parameters. Voor bepaalde nieuwe woonontwikkelingen waarbij het gemeentebestuur niet participeert, kan de ontwikkeling soms onrendabel zijn voor het gemeentebestuur. Dit is vooral het geval bij kleinere ontwikkelingen van minder dan één hectare en/of als vooral

beperkte positieve financiële impact. Indien een gemeentebestuur wel participeert in de ontwikkeling van een nieuw woongebied, zal dit voor alle betrokken gemeentebesturen (centrumstad én landelijke gemeente) nagenoeg altijd financieel rendabel zijn. Nieuwe bedrijventerreinen zijn bijna altijd rendabel voor een gemeentebestuur, tenzij kleine terreinen van minder dan vijf hectare waaraan het gemeentebestuur niet participeert. De globale financiële impact van ruimtelijke ontwikkeling voor een ge-


Vlaanderen beschikt niet over een wettelijke basis om de financiële verevening tussen gemeenten te verplichten of te organiseren.

meentebestuur wordt bepaald door een 75-tal parameters (indexen, inkomsten, uitgaven, kenmerken van de ruimtelijke ontwikkelingen). Indien een financiële verevening wordt overwogen, dan is een gedetailleerde berekening noodzakelijk. Bovendien moet bij het bepalen van het te verevenen bedrag ook voldoende aandacht worden besteed aan andere belangrijke, eerder subjectieve winst-verliesberekeningen op het vlak van macht, invloed, kiezers of hinder. Vereveningsmechanismen tussen gemeenten In Vlaanderen bestaan er weinig financiële vereveningsmechanismen tussen gemeentebesturen. De beschikbare cases beperken zich tot het verevenen van directe inkomsten en uitgaven, niet van recurrente inkomsten en uitgaven. Vlaanderen beschikt ook niet over een wettelijke basis om de financiële verevening tussen gemeenten te verplichten of te organiseren. Er bestaan diverse denkrichtingen, waarvan een gewestelijk begrotingsfonds en een herverdeling via het Gemeentefonds het meest

realistisch zijn. Een begrotingsfonds is een fonds dat opgericht wordt door een organiek decreet, waarbij bepaalde ontvangsten voorbestemd worden om bepaalde uitgaven te financieren. Dit is dus een afwijking op het algemene principe van eenheid van kas. Via een Vlaams begrotingsfonds kunnen vereveningsbedragen – zoals betaald door gemeenten – worden beschouwd als toegewezen ontvangsten. Op die manier kunnen de vereveningsbedragen ten voordele van gemeenten als variabele kredieten worden uitgegeven. Het Gemeentefonds zou kunnen worden aangepast door een filter toe te passen op de maatstaf ‘open ruimte’ voor natuur- en landbouwbestemmingen. Deze werkwijze leidt rechtstreeks tot een financiële verschuiving tussen beide gemeenten. In een tweede scenario kan de verevening gerealiseerd worden door een extra stap in de dotatieberekening in te voeren. Hierdoor zou de Gemeentefondsdotatie van de ene gemeente jaarlijks worden verminderd met een bepaald bedrag, terwijl de dotatie voor een andere gemeente wordt vermeer-

derd om zo een verevening te realiseren. Vrijwillige samenwerking tussen gemeenten via contractvorming is nu wel mogelijk zonder decreetwijziging. Er zijn twee decretale basissen om tot onderlinge contractvorming over te gaan: het Gemeentedecreet en het decreet intergemeentelijke samenwerking. Bij de keuze voor een contract volgens art. 196 van het Gemeentedecreet of voor een of andere samenwerkingsvorm volgens het decreet intergemeentelijke samenwerking, moet wel rekening worden gehouden met een aantal parameters die de ene of andere vorm uitsluiten. Het beste is voor de eenvoudigste oplossing te kiezen. Wouter Dernau en Peter Peeters zijn ruimtelijk planners bij ProFlow, Steven Michiels is advocaat bij GD&A advocaten en docent lokale en regionale belastingen aan de KUL. Zij voerden in 2015 het onderzoek Concepten en instrumentarium voor financiële verevening tussen lokale overheden in relatie tot ruimtelijk beleid uit. Het is terug te vinden op www.ruimtelijkeordening.be, knop diensten, onderzoek, studies.

Lokaal februari 2016

27


de raad van Zottegem

Bikkelen tot in de late uurtjes Meerderheid: vijftien verkozenen. Oppositie: veertien zitjes. De raadsleden spreken elkaar met de voornaam aan, het debat verloopt vrij hoffelijk, maar dat kan niet verbergen dat de rivaliteit groot is. Over elk punt wordt gebikkeld, tot ver na middernacht.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

De agenda van de laatste Zottegemse gemeenteraad van 2015 ziet er stevig uit. Maar dat ik in het holst van de nacht, om half één, stilletjes uit de Ridderzaal van het Kasteel van Egmont zal wegsluipen en zo de laatste loodjes van de vergadering aan me zal laten voorbijgaan, daar heb ik nog geen vermoeden van, wanneer burgemeester-voorzitter Jenne De Potter (CD&V) iets na achten het eerste punt aansnijdt. De toon wordt meteen gezet bij het aanduiden van de voorzitters van twee gemeenteraadscommissies. Er is telkens een stemming nodig, omdat de oppositie een tegenkandidaat voorstelt, waarbij Open VLD eerst een N-VA-ZAPkandidaat naar voren schuift en N-VA-ZAP vervolgens een Open VLD-raadslid. Ze ha28 februari 2016 Lokaal

len het (uiteraard) niet, maar het zal niet de laatste keer zijn dat de twee partijen schouder aan schouder staan tegen de CD&V-SP.A-meerderheid. Agendapunt vier gaat over een principebeslissing voor een GAS-reglement. ‘We willen eenzelfde reglement voor Herzele, Sint-Lievens-Houtem en Zottegem,’ licht de burgemeester toe. Hij schetst het werk dat tot nu toe is gedaan en de weg die nog moet worden afgelegd voordat het reglement voor definitieve goedkeuring weer naar de gemeenteraad zal komen. Bart Lateur (Open VLD) is blij dat ‘de grootste absurditeiten uit de tekst zijn gehaald’. Matthias Diependaele (N-VA-ZAP) is minder positief. ‘De tekst lijkt op nul de botten. Ik raad u aan hem grondig te laten bekijken door een jurist.’

Daarmee is het voorgerecht verorberd. Na enkele eenvoudige tussengerechtjes is het tijd voor een copieuze hoofdschotel van vier gangen: de jaarrekening, de aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019, de budgetwijziging 2015/2 en het budget 2016. Schepen van Financiën Leen Goossens (CD&V) en financieel beheerder Marnic Fort verduidelijken het werken met commercial papers – een financiering op korte termijn voor investeringen op lange termijn – en de boekhoudkundige verwerking ervan. Verschillende oppositieraadsleden hebben problemen met dit instrument. Dirk Minnaert (Open VLD): ‘Waarom geen langetermijnlening afsluiten als de rente zo laag staat?’ Anderen vinden sinds de invoering van de

beleids- en beheerscyclus hun weg niet meer in de jaarrekening. Ook de autofinancieringsmarge blijft voor sommigen ondoorgrondelijk. De schepen en de financieel beheerder antwoorden uitvoerig. Uiteindelijk worden de jaarrekening en de budgetwijziging meerderheid tegen oppositie goedgekeurd. Voordat ze de aanpassing van het meerjarenplan en het budget 2016 toelicht, doet schepen Goossens een oproep aan de Vlaamse en federale regering om op te houden met beknibbelen op de gemeentelijke in-


komsten. Matthias Diependaele voelt zich aangesproken: ‘We moeten niet aan de klaagmuur staan, we kunnen nog veel efficiënter werken. De integratie van gemeente en OCMW zal de impact van de Vlaamse en federale maatregelen compenseren.’ OCMWvoorzitter Kurt De Loor (SP.A) gelooft daar niets van. Er volgt een gedetailleerde uitleg door schepen Goossens over het budget voor het komende jaar, met daarna een al even lange repliek door verschillende raadsleden. De eerste inwoners en de plaatselijke

journalisten houden het voor bekeken en verlaten de zaal. Het inspireert Heidi Schuddinck, de enige verkozene van Groen, tot een suggestie: ‘Zou een gemeenteraadscommissie Financiën niet de geschikte plaats zijn om zeer diep op alle verschillende posten in te gaan? Dan blijft de gemeenteraad boeiend.’ Evert De Smet (N-VA-ZAP) treedt haar bij. ‘Organiseer een technische commissie, zodat de raad zich op het politieke kan toeleggen.’ De schepen vindt dat alle raadsleden volledig op de hoogte moeten zijn en wuift

het voorstel weg. De stemming over meerjarenplan en budget valt uit zoals verwacht: meerderheid voor, oppositie tegen. Er volgt nog een stevig nagerecht. Bij drie agendapunten over kerkfabrieken vraagt Bart Lateur de oprichting van een breed samengestelde werkgroep die zich buigt over de herbestemming van het kerkelijke patrimonium. NVA-ZAP sluit zich daarbij aan. Het antwoord van Leen Goossens is veelzeggend: ‘We zullen geen werkgroep oprichten. We denken na over de pro-

blematiek, zonder jullie.’ De kennisname van de meerjarenplanning 2014-2019 en het budget 2016 van het OCMW leidt tot een hoog oplopende discussie over de vraag of het OCMW nu schoonmaakhulp en een strijkwinkel moet organiseren of niet. Als Brecht Cassiman (N-VA-ZAP) na het antwoord van Kurt De Loor uitroept dat zijn broek nog net niet is afgezakt, is het ook voor mij genoeg geweest. De koffie zal voor een andere keer zijn. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal februari 2016

29


LAYLA AERTS

mens en ruimte nieuws

Opvang en vrije tijd van kinderen: conceptnota zet krijtlijnen nieuwe organisatie uit De Vlaamse regering keurde op 18 december 2015 de conceptnota ‘Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang en vrije tijd van schoolkinderen’ goed. Op basis van de nota en het maatschappelijk debat dat nu kan starten, moet een decreet buitenschoolse kinderopvang tot stand komen. Het streefdoel is een geïntegreerd opvang- en vrijetijdsaanbod, toegankelijk voor elk kind vanaf de kleuterschool dat er behoefte aan heeft. Dat aanbod ontstaat door een samenspel van opvang, onderwijs, het jeugd-, sport- en cultuuraanbod, en deeltijds kunstonderwijs. De buitenschoolse kinderopvang moet vorm krijgen in een regelluw kader: de conceptnota pleit voor deregulering en afstemming tussen de regelgeving in de betrokken sectoren. Er moet een referentiekader komen dat doelstellingen en principes beschrijft. Het legt geen normen op, maar biedt wel de garantie op goede samenwerking. De lokale besturen worden regisseur van het beleid: lokale besturen moeten au-

tonomie krijgen om beleid en aanbod te ontwikkelen op maat van wat er lokaal nodig is. Zij ontwikkelen een geïntegreerde visie op opvang en vrije tijd van kinderen. Het aanbod moet vorm krijgen binnen een lokaal samenwerkingsverband. Die lokale samenwerking initiëren en faciliteren is de opdracht van het lokale bestuur. De conceptnota stelt duidelijk dat er in de samenwerking uitdrukkelijk respect moet zijn voor ieders eigenheid: elke partner zet zijn sterktes in binnen wat voor hem haalbaar is. In de conceptnota is ook sprake van multifunctioneel gebruik van infrastructuur. En ten slotte moet er een gepaste en geactualiseerde financieringsregeling worden

uitgewerkt. Op basis van een zorgzame transitie moet de financiering van het aanbod evolueren naar een financiering van de lokale besturen voor het aanbod. Vlaanderen schept de voorwaarden om lokale samenwerking mogelijk te maken. Dit betekent onder andere dat de Vlaamse overheid het aanbod binnen de samenwerkingsverbanden zal financieren, dat ze de kwaliteit wil waarborgen via het referentiekader, en vooral ook de Vlaamse regelgeving zal aanpassen zodat samenwerking mogelijk wordt. ann lobijn

Mee debatteren over de conceptnota kan op de Ronde van Vlaanderen, die de VVSG vanaf 3 maart organiseert. De conceptnota staat geagendeerd in de workshop ‘De kinderopvang van schoolgaande kinderen kleurt lokaal’.

Tot 21 februari Geef je buurt een groene beurt Cera wil honderd projecten ondersteunen met telkens 1250 euro voor buurten die een moestuin of een parkje willen aanleggen, een groen kunstwerk creëren of eindelijk gaan composteren. De honderd duur-

30 februari 2016 Lokaal

zaamste ideeën die jong en oud, rijk en arm, mensen met en zonder beperking samenbrengen, krijgen 1250 euro voor hun realisatie. www.cera.be


print & web

Gemeenten en OCMW’s zoeken 400 nieuwe onthaalouders Vernieuwde website maatschappelijk verantwoord ondernemen

Op korte termijn willen de Vlaamse gemeenten en OCMW’s 400 nieuwe onthaalouders vinden. Die moeten het aantal kinderopvangplaatsen in de gezinsopvang op peil houden, zodat ouders een betaalbare opvangplaats voor hun baby vinden. Het VVSG-Steunpunt Kinderopvang lanceert een campagne.

VVSG_OO_POST_148x105_pureekampioen.indd 1

18/12/15 18:57 VVSG_OO_POST_148x105_brabbelbuddy.indd 1

18/12/15 18:57 VVSG_OO_POST_148x105_pampervedette.indd 1

Vandaag vinden organisatoren van gezinsopvang moeilijk vervangers voor onthaalouders die stoppen of afbouwen. Op twaalf jaar tijd (2000-2012) zijn er in heel Vlaanderen duizend onthaalouders minder aan de slag. Nochtans blijft de opvang door onthaalouders in Vlaanderen met ongeveer 6500 onthaalouders goed voor één derde van het aanbod kinderopvang van baby’s en peuters. Niet te onderschatten, dus. Het VVSG-Steunpunt Kinderopvang lanceert een campagne om nieuwe onthaalouders te werven. De bij het steunpunt aangesloten organisatoren gezinsopvang (gemeente- en OCMWbesturen en vzw’s) verspreiden de campagne

18/12/15 18:58 VVSG_OO_POST_148x105_groeispurter.indd 1

18/12/15 18:57 VVSG_OO_POST_148x105_hartenveroveraar.indd 1

in meer dan honderd Vlaamse gemeenten. De campagne benadrukt dat een onthaalouder een multifunctionele superheld is. De vijf eretitels (Pureekampioen, Brabbelbuddy, Pampervedette, Groeispurter en Hartenveroveraar) benadrukken de waardering die een onthaalouder verdient. Het onthaalouderschap is maatschappelijk ook heel waardevol: een onthaalouder draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Het werk biedt ook veel vrijheid en flexibiliteit, en is te combineren met de zorg voor eigen kinderen. ann lobijn

Meer weten over de campagne en over het VVSG-Steunpunt Kinderopvang: www.ikwordonthaalouder.be

Tot 11 april Buitenspeeldag woensdag 13 april - neemt uw gemeente deel? Op woensdag 13 april, de eerste woensdag na de paasvakantie, is het weer Buitenspeeldag. Vorig jaar namen al 233 Vlaamse gemeenten deel. Dit jaar 308? De inschrijvingen lopen. U vindt informatie en spe(e)lregels op www.isbvzw.be en www.vvj.be. Deelnemende gemeenten moeten zich aanmelden met een beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen waarin ze de deelnemingsvoorwaarden accepteren. Een kopie van die beslissing moet uiterlijk op maandag 11 april aankomen bij Buitenspeeldag 2016, August De Boeckstraat 1 bus 3, 9100 Sint-Niklaas of via mail naar info@Buitenspeeldag.be.

18/12/15 18:58

Mvo.vlaanderen.be is een druk bezochte ontmoetingsplaats voor ondernemers en iedereen met interesse in duurzaam on‑ dernemen. Per sector vindt u de thema’s waaraan u kunt werken zodat uw bedrijf duurzamer wordt. Er is ook een ruim aanbod aan instrumenten om duurzaam ondernemen in praktijk te bren‑ gen. U vindt er een overzicht van relevante adviseurs en netwerken, beleidsinformatie en subsidiemogelijkheden bij de Vlaamse overheid. U krijgt ook informatie over wat uw collega’s en concurrenten doen. www.mvo.vlaanderen.be

Online: Vlaamse migratie- en integratiemonitor De Vlaamse migratie- en inte‑ gratiemonitor is een periodiek rapport dat administratieve en andere statistische gegevens over migratie- en integratie‑ processen van vreemdelingen en personen van buitenlandse herkomst in Vlaanderen bundelt en duidt in een Belgisch en Eu‑ ropees kader. Daarnaast worden de gevolgen van migratie ook op regionaal niveau behandeld, onder meer via het Vlaamse integratie- en inburgeringsbe‑ leid. Al deze gegevens vormen belangrijke informatie voor de planning, ontwikkeling en evaluatie van dit beleid. Het is ook een zinvol instrument voor andere beleidsdomeinen zoals werk, onderwijs, welzijn of huisvesting. www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/vlaamse-migratieen-integratiemonitor-2015-1

Lokaal februari 2016

31


mens en ruimte nieuws

TECCON

Nieuw meetprocédé brengt ondergrond voor werken digitaal in kaart

Nieuwe apparatuur meet waar er geen kabels en leidingen liggen en er dus nog plaats is voor een sorteerstraatje.

De stad Antwerpen zoekt momenteel geschikte locaties voor de aanleg van zogenaamde sorteerstraatjes. Die bestaan uit ondergrondse afvalcontainers waar buurtbewoners tegen betaling hun huishoudelijk afval kunnen afleveren. Op een 75-tal locaties in Antwerpen wordt nu al gebruik gemaakt van het systeem, maar voor de komende jaren is er een forse uitbreiding gepland. Met gespecialiseerde meetapparatuur wordt de ondergrond daarvoor eerst digitaal in beeld gebracht. De grote hoeveelheid kabels en leidingen in de ondergrond maakt het niet zo eenvoudig een geschikte locatie voor ondergrondse containers te vinden. Om complexe situaties te vermijden en graafschade te voorkomen laat de stad Antwerpen de ondergrond van potentiële locaties

onderzoeken met gespecialiseerde en innovatieve meetapparatuur. Een Infraradar met SPAR300 brengt ondergrondse kabels en leidingen driedimensionaal in kaart zonder te boren, te graven of te breken. Er wordt als het ware een digitale proefsleuf gemaakt. Voor de positionering van de digitale proefsleuven en de vastgestelde kabels en leidingen wordt tijdens de metingen real-time gebruik gemaakt van GPS en een totaalstation (tachymeter). De aangetroffen kabels en leidingen worden gecombineerd met het KLIP (Kabel en Leiding Informatie Portaal) om op die manier de gegevens nog beter te kunnen interpreteren. Vervolgens wordt er een plan opgesteld waarin de ondergrondse kabels en leidingen worden weergegeven. Dat plan wordt gebruikt bij de beoordeling van de geschiktheid van een locatie

voor de aanleg van een sorteerstraat. Is er te veel hinder van ondergrondse objecten, dan wordt er naar een alternatieve locatie in de buurt gezocht. De techniek is uiteraard ook geschikt voor andere toepassingen en kan zowel in gebouwen als buiten worden ingezet. Dit kan gaan van een bedrijventerrein waar geen plannen van bestaan tot een werfzone of openbare plaats waar men de KLIPgegevens wil toetsen aan de werkelijkheid voordat de werkzaamheden worden gestart. lies steel

info@digitaleproefsleuf.be, www.digitaleproefsleuf.be, stijn.vandenbranden@stad.antwerpen.be

Minder hinder voor ondernemers dankzij Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD) In het kader van het actieplan ondernemingsvriendelijke gemeente van het Agentschap Ondernemen is de VVSG in januari begonnen met het project ‘GIPOD: van instrument tot communicatie’. Ondanks alle mogelijke minderhinder-initiatieven worden ondernemers nog te dikwijls geconfronteerd met laattijdige, onduidelijke of onjuiste informatie over (geplande) werken die de bereikbaarheid van hun onderneming belemmeren. Het feit dat de informatie over de hinder nog te veel verspreid zit bij de verschillende gemeentelijke diensten en niet op een uniforme manier te interpreteren valt, veroorzaakt veel overbodig zoekwerk en ligt bovendien aan de basis van het probleem.

aanwending van het GIPOD kan dit aspect aanzienlijk verbeterd worden. De VVSG wil met het project het gebruik van GIPOD stimuleren en faciliteren, met als doelstellingen: - een betere bereikbaarheid en minder hinder voor de ondernemers; - administratieve vereenvoudiging voor de dienst economie; - een betere, meer geïntegreerde, meer afgestemde en meer specifieke communicatie voor de ondernemers en leveranciers over de geplande hinder. We doen dit samen met de stad Brugge, de gemeente Wetteren, Informatie Vlaanderen en het Agentschap Ondernemen. ward van hal

Het Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD) brengt alle informatie over werken of manifestaties op het openbaar domein samen in één toegankelijk portaal. Met een goede 32 februari 2016 Lokaal

Meer informatie over GIPOD via www.vvsg.be/omgeving/gis/ pages/gipod.aspx. Voor deelname aan de klankbordgroep of meer informatie over het project: ward.vanhal@vvsg.be


print & web

Inspelen op e-commerce: detailhandel en lokale ondersteuning Het belang van e-commerce neemt in diverse sectoren jaar na jaar toe. In 2014 werden voor onlineverkopen groeivoeten van 27,6% (in elektro) en zelfs 34,6% (in mode) genoteerd. De fysieke verkopen gaan dan weer stelselmatig achteruit. Alle handelaars voelen de invloed van het internet, maar ze kunnen er ook op inspelen. Gemeenten kunnen hen daarbij ondersteunen. In de hoek van de kleine handelaars vallen de zwaarste klappen. De stijging van de onlineverkopen correleert sterk met een daling in het aantal handelspanden, vooral die met winkelvloeroppervlakte tot 200 vierkante meter. Dat blijkt uit een onderzoek van het Agentschap Ondernemen. Gemiddeld verdwijnen in Vlaanderen twee handelszaken per miljoen euro omzetstijging van e-commerce. Toch hebben naast de onlinehandel ook andere elementen een belangrijke invloed op het aantal zelfstandige uitbaters. Voorbeelden zijn professionalisering van winkelketens op het vlak van management, aankoop en marketing, concurrentie van baanwinkels, en nieuwe technologieën (bijvoorbeeld cd- en dvd-zaken die verdwijnen als gevolg van tv on demand, iTunes en streamingdiensten). Uit studies blijkt dat drie van de vier Belgen dingen die ze kopen, ook nog altijd eerst willen passen of aanraken. Klanten gaan ook veel op onlinevooronderzoek en kopen dan toch aan in een winkel. Dit fenomeen van webrooming heeft het overwicht op showrooming, waarbij iemand informatie vergaart in fysieke winkels om vervolgens de aankoop online te verrichten bij de goedkoopste aanbieder.

Werk aan de winkel: inspiratiesessies voor gemeenten Handelaars kunnen duidelijk niet meer om ecommerce heen. Dat betekent niet automatisch dat ze een webshop moeten oprichten. Naar gelang van de beschikbare tijd en middelen, de producten die worden verkocht en het soort klanten dat wordt bediend, kan onlineaanwezigheid al een belangrijke eerste stap zijn. Ook gemeenten moeten nadenken over de impact van e-commerce en kunnen initiatieven nemen om hun handelaars te ondersteunen: bijvoorbeeld door doordachte communicatie, door technologie (gratis wifi, apps), het aanbieden van gemeentelijke onlinehandelsplatformen, door de impact op mobiliteit in rekening te brengen. Vanaf midden februari organiseert het Agentschap Ondernemen hierover regionale inspiratiesessies.

Een onderzoek van CISMOC / IACCHOS Centre Interdisciplinaire d’Etudes de l’Islam dans le Monde Contemporain Célestine Bocquet, Brigitte Maréchal, Sofie Van Den Abbeele in samenwerking met Felice Dassetto en Fadi Iskandar April 2015

Moslims en niet-moslims in België: inspirerende praktijken bevorderen het samenleven In het verlengde van een studie uit 2013 over de wederzijdse relaties tussen moslims en niet-moslims in Brussel, ligt de focus in dit onderzoek op het in kaart brengen en analyseren van benaderingen, praktijken en projecten die het samenleven in België bevorderen. De domeinen onderwijs, jeugd, cultuur, arbeid, gezondheid, media en ook de interlevensbeschouwelijke dialoog werden telkens vanuit drie specifieke invalshoeken benaderd: soorten praktijken, doelgroepen en voorwaarden voor een geslaagde praktijk. www.kbs-frb.be, kies ‘Publicaties’

pieter plas

Meer details over het onderzoek van het Agent‑ schap Ondernemen leest u hier: www.detailhandelvlaanderen.be/e-commerce/ e-commerce-evolutie-en-impact-voor-detailhandel Praktische informatie over de inspiratiesessies vindt u via http://hetinternetookuwzaak.be/ events-en-opleidingen

Decreet integraal handelsvestigingsbeleid biedt mogelijkheden voor gemeenten Op 18 december keurde de Vlaamse regering voor de tweede keer het decreet integraal handelsvestigingsbeleid goed. Het ontwerp gaat voor advies naar de Raad van State en zal dan parlementair behandeld worden. Dit al lang aangekondigde decreet is een goede zaak. Het geeft gemeenten de nodige instrumenten om hun visie op detailhandel, vaak opgenomen in een strategisch commercieel plan, in de praktijk te brengen. Via stedenbouwkundige verordeningen (of ruimtelijke uitvoeringsplannen) hebben gemeenten de mogelijkheid om kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden af te bakenen en het winkelaanbod te sturen. Verder kunnen gemeenten handels-

Moslims en niet-moslims in België: inspirerende praktijken bevorderen het samenleven

vestigingsconvenants afsluiten met afspraken met ontwikkelaars of exploitanten over aanbod, gezamenlijke initiatieven en betrokkenheid bij kernversterkend beleid. Wat de vergunningen betreft is de VVSG positief over de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten (in opvolging van de geregionaliseerde sociaaleconomische vergunning). Ze zal in nauwe samenwerking met het Agentschap Ondernemen de nodige werkzaamheden verrichten, zodat gemeenten het decreet en de bijbehorende instrumenten op een optimale en zo efficiënt mogelijke manier kunnen aanwenden. stefan thomas

ErfgoedApp maakt museumcollecties interactief Internationaal is er de trend dat audiogidsen in musea vervangen worden door apps die werken op de smartphone van de bezoeker. Dankzij de nieuwe ErfgoedApp van Faro en de Vlaamse overheid krijgen bijna 2.000 musea en erfgoedorganisaties nu de mo‑ gelijkheid om zelf multimediale informatie aan te bieden via de app, door middel van iBeacons en augmented realitytechnolo‑ gie. Dat maakt de uitgebreide collecties van onze musea inter‑ actiever en toegankelijker. Via de handige app krijgt de bezoeker geluids- en beeldmateriaal op maat op zijn of haar smartphone of tablet. De kaart in de app toont ook de locaties van alle Vlaamse en Brusselse musea en erfgoedorganisaties. Download de app gratis via www.erfgoedapp.be

Lokaal februari 2016

33


LAYLA AERTS

mens en ruimte nieuws

Sinds 8 januari moeten gemeenten beoordelen of gemelde verbouwingen echt wel vrijgesteld zijn van vergunningsplicht.

Stedenbouwkundige meldingen voortaan op inhoud nakijken Voor omvangrijke (ver)bouwwerken is een stedenbouwkundige vergunning nodig. Andere, meestal kleinere, zijn daarvan vrijgesteld. Daarnaast is er een categorie van handelingen die meldingsplichtig zijn. Hiervan wil de overheid wél weten dat ze zullen worden uitgevoerd, maar er vindt geen beoordeling plaats. Tot nu toe kon de overheid die de melding ontving foutieve meldingen niet tegenhouden. Dat is nu veranderd. Met ingang van 8 januari moeten alle binnenkomende meldingen ook inhoudelijk worden nagekeken. Is de inhoud van de stedenbouwkundige melding eigenlijk vergunningsplichtig of vrijgesteld of verbieden de stedenbouwkundige voorschriften de uitvoering van de werken, dan mag het college géén akte nemen van de melding. Het college heeft voor de beoordeling dertig dagen de tijd.

Nieuw is ook dat de overheid bij de aktename beperkte voorwaarden kan opleggen. Naar onze mening kunnen die voorwaarden er enkel op gericht zijn de melding met de regelgeving in overeenstemming te brengen. Door voorwaarden op te leggen kan toch onmiddellijk akte worden genomen van meldingen die eigenlijk net te groot zijn om onder de meldingsplicht te vallen, maar toch als zodanig worden aangemeld. Een mededeling van aktename van stedenbouwkundige melding moet ter plekke worden uitgehangen, omdat derden de mogelijkheid moeten hebben ertegen in beroep te gaan bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De aanplakking gebeurt door de aanvrager, maar zoals dit ook het geval is bij vergunningsbeslissingen, ‘waakt’ de gemeentesecretaris of zijn gemachtigde erover dat de aanplakking daadwerkelijk gebeurt.

Overigens kent de stedenbouwkundige meldingsplicht tot op heden een wisselend succes. In sommige gemeenten gebeuren regelmatig meldingen, in andere niet of nauwelijks. De oorzaak van die verschillen is ons onduidelijk. Wellicht heeft het te maken met de mate waarin het instrument van de meldingsplicht onder de aandacht wordt gebracht in het informatieblad of op de website van de gemeente. Benieuwd of de nieuwe spelregels voor de stedenbouwkundige meldingsplicht een ‘boost’ geven aan het aantal meldingen. xavier.buijs@ vvsg.be

Behalve wijzigingen in de meldingsplicht is de ruimtelijke regelgeving ook nog op andere punten gewijzigd. Voor een overzicht: www.ruimtelijkeordening.be, klik op ‘wijzigingen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening’.

Tot 30 maart Urban Innovative Actions Nog tot 30 maart 2016 kunnen lokale besturen subsidieaanvragen indienen voor Urban Innovative Actions. Dat programma cofinanciert experimenten in steden, tot vijf miljoen euro per project. Voor deze oproep ligt de nadruk op arbeidsplaatsen en vaardigheden, integratie van migranten en vluchtelingen, armoede in steden en energietransitie. Meer informatie vindt u op www.vleva.eu/call/urban-innovative-actions

34 februari 2016 Lokaal


EXCELLENTE SERVICE VERLENEN VINDEN WE ELKE DAG OPNIEUW EEN UITDAGING. Koen Van Loon Infrax-medewerker

EXCELLENTIE, DA’S EEN VAN DE INFRAX-WAARDEN. www.infrax.be Lokaal februari 2016

35


Marleen Evenepoel: ‘Er is sprake van een heuse mindswitch: er werd in het verleden naar de natuur gekeken als wat niet meer kan, wij willen natuur nu zien als een aanbieder van kansen.’

Bekijk de opname van het interview via deze link.


mens en ruimte interview Marleen Evenepoel, administrateur-generaal van het Agentschap Natuur en Bos

Samen voor meer en betere natuur Het goedkeuren van de Europese natuurdoelen in het voorjaar van 2014 was het laatste wapenfeit van het vorige Vlaamse parlement. Ze zijn het logische gevolg van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen waarmee Europa al jaren bedreigde milieus en planten- of dierensoorten probeert te behouden. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft sindsdien bijkomende stappen gezet om deze natuurdoelen te halen dankzij de participatie van de natuurbewegingen, de lokale overheden, de landbouwsector, de industrie en alle andere sectoren die betrokken zijn. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

H

et Agentschap voor Natuur en Bos is de samensmelting van twee agentschappen, de vroegere afdeling Natuur en de afdeling Bos en Groen. Maar ook al was die fusie volgens administrateurgeneraal Marleen Evenepoel een succes, de buitenwereld merkte de effecten te weinig: ‘We tonen ons niet genoeg. En tegelijk tonen we de voordelen van de natuur niet voldoende. En dat is vooral in tijden van economische crisis heel belangrijk: om draagvlak voor de natuur te genereren moet je mensen interesse doen krijgen in die natuur.’ Hoe begint een Vlaams agentschap daar aan? ‘Door de mensen ervan te laten genieten. Laat mensen de natuur beleven, laat ons de natuur beleefbaar maken: ik denk aan recreatie, aan loop- en fietsparcoursen. Maar de natuur is evengoed geschikt voor meditatie en het is de ideale plaats voor mindfulness. Dat gebeurt meer en meer in de natuur, want het is bewezen: groen is weldadig voor de mens, je wordt gelukkig van in de natuur te zijn. Dat groen werkt in op de amygdala in je hersenkwab, zodat er meer serotonine vrijkomt als je natuur beleeft. En toch is natuur lange tijd de underdog geweest, er werd met het betuttelende vingertje over gesproken. Daarom hebben wij de boel radicaal omgegooid. Mensen worden niet alleen gelukkiger in de natuur, je kunt ook zoveel met de natuur doen. Je kunt de ecosysteemdiensten valoriseren door het hout uit de natuurgebieden te verkopen of je natuurgebied als filmlocatie te verhuren. Zelfs Britse en Amerikaanse films worden nu in Vlaamse natuurgebieden gedraaid. Voor de toekomst verwacht ik dat natuurontwikkeling ook in het klimaatbeleid een belangrijke plaats zal krijgen.’

Hoe promoot je als overheid de natuur als beleving? ‘Het is harmonisch gegroeid. We hebben projecten gelanceerd zoals Natuur in je buurt, we hebben een mooie website met tips over wat je in de Vlaamse natuur zoal kunt beleven (www.natuurenbos.be). Er is niets zo goed voor je gemoed als een fikse wandeling met een boswachter als gids die over het gebied en de aanwezige dieren en planten kan vertellen. We werken ook veel samen met bedrijven. Zo komt de zeldzame en beschermde lentevuurspin alleen op het nieuwe industriegebied Kristalpark in Lommel voor. De bedrijven en de gemeente vonden het eerst lastig, maar nu is de spin de mascotte van de bedrijfsleiders en de gemeente, en bovendien krijgen ze meer begrip voor ecologie.’ Wat werkt dan wel? ‘Participatie. Sinds we met alle belanghebbenden aan tafel zitten, zijn er meer mensen bereid aan de natuur te werken. Natuurlijk is participatie een langzaam proces. We moeten aldoor een evenwicht vinden tussen alle groepen, zowel de vissers en de jagers als de natuurbewegingen, de bedrijven en de boeren. Die belangen zijn niet altijd dezelfde.’ ‘Sinds 2007 zijn al die partijen – ook de lokale besturen – betrokken in een intensief overleg over de Europese natuurdoelen. Met lokale partners hebben we de natuurdoelen besproken en hebben we een agenda voor de realisatie opgesteld. Op Vlaams niveau bespreken we de strategie en maken we samen keuzes die we voorleggen aan de politiek. Alle grote beslissingen worden daar eerst afgetoetst en besproken. Natuurbeleid is ook heel complex geworden. Je krijgt soms een punthoofd van ons jargon en Lokaal februari 2016

37


mens en ruimte interview Marleen Evenepoel

Wij zijn er trots op dat ons participatieproces in Europa als een goede praktijk wordt doorgegeven en dat we er een prijs van de Europese Commissie voor hebben gekregen.

daarom organiseren we ook opleidingsdagen, ontwikkelen we onlinetools en schrijven we praktische wegwijzers. ’ Wat kunnen lokale besturen verwachten? ‘Voor het draagvlak met de burger hebben we de gemeenten nodig, zij krijgen de eerstelijnsvragen, omdat voor hun inwoners die afstand toch kleiner is dan die met de Vlaamse administratie. De gemeenten vormen een van onze belangrijkste partners om de doelstellingen te realiseren. Zij werken mee aan de belevingswaarde van de natuur, aan de nieuwe beheerplannen, samen met de maatschappelijke groepen van allerlei pluimage bespreken ze hoe ze de doelstellingen kunnen bereiken. Gemeenten zijn ook belangrijke partners, omdat ze vergunningen afleveren. Voor elke vergunning die impact op de natuur kan hebben, is ons advies nodig. Wij helpen hen bij die vergunningen.’ Is er door die Europese natuurdoelen nog iets voor de lokale besturen veranderd? ‘De beleidskaders zijn sterk veranderd. Het Natuurdecreet van de jaren negentig moest veranderen, het moest eenvoudiger en flexibeler om het af te stemmen op de beheerplannen. Ook de financiering zal wijzigen, maar dat wordt nog door de regering besproken. In elk geval kunnen de gemeenten op ons rekenen om die nieuwe wetgeving te leren kennen.’ Worden er van gemeenten ook bepaalde acties verwacht om gebieden te beschermen? ‘Als vergunningverleners moeten ze daar natuurlijk rekening mee houden in hun vergunningen. Daarnaast is de gemeente ook vaak beheerder van de natuur op de eigen gronden. Als dat eigendom in een speciale beschermingszone ligt, dan hoort ze als overheid de Europese natuurdoelen te realiseren. Maar daarbuiten moeten we ook nog doelen realiseren, denk maar aan de soortbescherming. Daarvoor beschikt ze niet altijd over de volledige knowhow. We bieden daarom hulp en ondersteuning, ook financieel.’ 38 februari 2016 Lokaal

‘Alles gebeurt niet van de ene op de andere dag en koken kost geld. Maar wij zijn er trots op dat ons participatieproces in Europa als een goede praktijk wordt doorgegeven en dat we er een prijs van de Europese Commissie voor hebben gekregen. Het is monnikenwerk, maar het zet aarde aan de dijk. Doelen die je in je eentje opmaakt, krijg je niet gerealiseerd. Het is vaak tangodansen, je moet ervoor met z’n tweeën zijn, je zet een stapje vooruit en dan weer eentje achteruit. En soms moet je trekken en sleuren, als het wat moeilijker gaat.’ Ook voor de gemeenten kost koken geld. Kunnen ze daarvoor op jullie terugvallen? ‘Als een gemeente een beheerplan opmaakt, krijgt ze direct toegang tot verschillende soorten middelen. Er zijn de investeringssubsidies voor natuur, specifiek voor de Europese natuurdoelen. Daarnaast hebben we ook oproepen voor natuurbevordering in de buurt, een groene speelplaats of een groene begraafplaats. Daar hangt altijd een subsidie aan vast.’ ‘We bieden op verschillende fronten mogelijkheden aan, zowel met onze subsidies als met onze uitleg over wat we verwachten. We hebben onze organisatie pas opnieuw door elkaar geschud, waardoor we ambtenaren als relatiebeheerders hebben vrijgesteld. Deze acht relatiebeheerders vormen de liaison tussen bijvoorbeeld de gemeente en het agentschap. Ze gaan ter plaatse kijken wat er nodig is. Ze kunnen hun portfolio vol producten en ideeën tonen en samen nadenken, want kleine gemeenten kampen vaak met een tekort aan mankracht. Groendiensten zijn trouwens meestal ook heel blij met onze traditionelere producten zoals het vademecum voor park- en groenbeheer.’ Na het vastleggen van doelstellingen moeten ze ook concreet gemaakt worden. Hoe gaat dat in zijn werk? ‘De nieuwe Europese natuurdoelen moeten de wetgeving eenvoudiger, efficiënter, sneller en allesomvattend maken. Vorig jaar is door het agentschap en de lokale partners hard gewerkt aan het in kaart brengen van de stand van


Iedereen heeft alle belang bij de natuurdoelen, omdat ze eindelijk rechtszekerheid bieden en ervoor zorgen dat we weten waar we aan toe zijn.

zaken op het terrein in zogenaamde platformen. Hoeveel doelen worden al gerealiseerd op het terrein? En welke acties en projecten zijn nog lopend, gepland of op te starten? Deze inventaris moet vertaald worden in een managementplan. Regelmatig zullen we een update maken om samen het overzicht te houden over de realisatie van de Europese natuurdoelen. Het zijn immers niet alleen het agentschap of de natuurverenigingen die zich inspannen. Als we al die acties en projecten willen realiseren uit de managementplannen, zijn we voor een hele tijd zoet, bovendien zijn er middelen van de Vlaamse regering aan verbonden. Ter plaatse kijken de platformen hoe al die acties en projecten kunnen worden uitgevoerd. Van in het begin luidt de afspraak dat er rekening wordt gehouden met het sociaaleconomische belang. Het is dus niet de bedoeling om hectares landbouwgebied weg te gommen. De ruimteclaims in Vlaanderen zijn het allermoeilijkst, we leven in een zeer dichtbevolkte regio met veel druk op de open ruimte. Maar anderzijds hebben de landbouwers bijvoorbeeld alle belang bij de natuurdoelen, omdat het realiseren van die doelen rechtszekerheid en duidelijkheid biedt.’ Zijn ze enthousiast? ‘Toen de doelen net voor de verkiezingen in het Vlaamse parlement werden goedgekeurd, waren de sectoren landbouw en natuur meteen laaiend enthousiast, nog voordat wij konden reageren. Dat is de vrucht van dat participatieve proces. Die doelen werden voor heel Vlaanderen goedgekeurd, nu moeten ze concreet tot op perceelniveau worden vastgelegd. Europa bepaalt welke habitats en soorten in een gunstige instandhouding moeten komen, dat gaat echt over zoveel kwartelkoningparen of koppels roerdomp, over zoveel hectare leefgebied. Daarvoor zoeken we plaats binnen afgebakende gebieden, de zogenaamde zoekzones. Als we bijvoorbeeld tien hectare nodig hebben en er zijn er al zes met een beheerplan, dan moeten we er nog vier zoeken. Via die beheerplannen gebeuren er te velde dan concrete acties die we gaan monitoren. Want voor die acties krijg je

middelen en behalve in geval van overmacht moet je die doelen realiseren.’ In de natuur leven soorten niet geïsoleerd. Alles is met alles verbonden. ‘De realisatie van de Europese natuurdoelen is de verantwoordelijkheid van ons allemaal. Daarom geven we op vraag van onder andere de lokale besturen in het managementplan een goed overzicht van wie wat aan het doen is. Ook moeten we samen inzetten om de impact op de Europese natuur op lange termijn op een verstandige manier aan te pakken. Ook de lucht- of waterkwaliteit moet goed zitten, daarom werken we samen met collega’s van de Vlaamse Landmaatschappij, de Vlaamse Milieumaatschappij en de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. En de natuur stopt niet aan grenzen. Zeker voor soorten houden we daar rekening mee aan de hand van de zogenaamde soortenbeschermingsplannen. Ik denk maar aan de Europese hamster waarvoor we een gepaste habitat moeten creëren zodat het beestje kan overleven. Dan gaan we met lokale besturen praten over hoe ze het best hun gronden inrichten, zodat de populatie in stand kan blijven of toenemen. Dan gaat het vooral over het creëren van voldoende leefgebied. Andere dieren liften dan mee op die vegetatie, zoals akkervogels. Wij kunnen nooit zelf voldoende akkers inrichten voor alle akkervogels, maar we kunnen wel als Vlaamse overheid beheersovereenkomsten met landbouwers sluiten zodat ze hun akkers zo inrichten dat die dieren beter gedijen. Dat is een win-winsituatie. Dat geldt ook voor de lokale besturen, zodra de financieringswet is goedgekeurd kunnen de natuurdoelen een hefboom betekenen om als gemeente nieuwe dingen te realiseren met geld van de Vlaamse overheid. Wanneer een gemeentebestuur zo’n initiatief neemt, reageren inwoners altijd zeer enthousiast. En wat willen de burgemeester en de schepenen nog meer? Samen voor meer en betere natuur.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal februari 2016

39


mens en ruimte cultuurbeleid

Cultuurconnect: de nieuwe Vlaamse speler in het lokale cultuurbeleid Locus, het Vlaams steunpunt voor lokaal cultuurbeleid, en Bibnet, de projectvereniging digitale bibliotheek Vlaanderen, fuseren tot een nieuwe organisatie: Cultuurconnect. Ook het lokale cultuurbeleid neemt radicaal een digitale koers. Bovendien zal Cultuurconnect met projectoproepen helemaal van onderuit werken. tekst en beeld bart beuten en an vanlierde

L

ocus en Bibnet maken een grote switch. Ze wilden niet de optelsom van beide organisaties worden, maar formuleerden een nieuwe missie die relevant is voor de bibliotheken, de cultuur- en gemeenschapscentra en het lokale cultuurbeleid. De nieuwe organisatie zal werken voor lokale besturen en hun lokale culturele instellingen, als een vereniging die innovatieve projecten met een digitale focus ondersteunt, mee opzet, uittest… om ze dan later op te schalen naar een Vlaams niveau. Cultuurconnect wordt een heel andere speler met een geheel nieuwe manier van werken. Door te experimenteren wil Cultuurconnect tot zinvolle oplossingen komen voor de uitdagingen waar de lokale cultuurhuizen voor staan. Cultuurconnect werkt van onderuit als een projectorganisatie, het legt de focus op het digitale. Daartoe wil het de projectoproep hanteren. Die maakt het mogelijk ambities van het werkveld te detecteren en te inventariseren, zodat er lokale pilots kunnen ontstaan. Bovendien wil Cultuurconnect de digitale in-

novaties van bibliotheken, cultuurcentra en andere lokale initiatiefnemers bekend maken bij een breed publiek. Daarom zetten ze samen met de kernpartners Linc, Mediaraven en Mediawijs in op een nieuwe benadering van de campagne Digitale Week.

weg te denken uit ons leven. Digitale evoluties hebben ertoe geleid dat we zowat alles anders zijn gaan doen. We bellen niet meer maar ‘sturen’, we spelen niet meer maar ‘gamen’, we kopen geen muziek maar ‘streamen’, we debatteren niet meer maar ‘liken’ en als we verha-

Cultuurconnect wil lokale culturele professionals ondersteunen bij hun digitale experimenten. Focus op het digitale: waarom? Tweemaal de inauguratie van de paus. De beelden spreken voor zich. Het digitale is vandaag overal, het zit in onze broekzak. Jongeren zijn vergroeid met hun smartphone en sturen elkaar soms honderden berichtjes per dag. Rusthuisbewoners skypen met hun kleinkinderen. Op de tram lezen mensen op hun e-reader. Opvangcentra voor daklozen bieden draadloos internet aan, zodat mensen niet in een digitaal isolement terechtkomen. Het digitale is niet meer

len willen vertellen, ‘bloggen’ we. En we doen dat allemaal vlotjes onderweg en tussendoor. Veel aspecten in het dagelijkse leven zijn totaal veranderd, en het gaat steeds sneller. Als bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra hun opdracht willen blijven vervullen, moeten ze alle kansen inzetten die het digitale hun biedt. Digitale kansen grijpen Steeds meer mensen maken gebruik van het internet om zich te informeren over,

De digitale beleving is de voorbije jaren enorm toegenomen, bij de inauguratie van paus Benedictus XVI waren een paar mensen met een smartphone, bij die van paus Franciscus waren er een paar mensen zonder.

40 februari 2016 Lokaal


Straffe voorbeelden Kent u de Maker Spaces, FabLabs en multimedialabs? In Friesland rijdt sinds kort een bus rond die omgebouwd is tot een mobiel bibliotheekfablab Frysklab. Een standaarduitrusting van een FabLab bestaat uit machines zoals een 3D-printer, een vinylsnijder, een lasercutter, een borduurmachine en een freesmachine. Deze toestellen zijn door snelle technologische ontwikkelingen plots binnen handbereik van de gewone burger gekomen. In het Frysklab zijn de bibliotheekmedewerkers begeleiders geworden die jongeren vol vertrouwen binnenloodsen in een wereld waar ze bijna alles kunnen maken wat in hun hoofd opkomt. De bibliotheek brengt mensen in contact met maker communities. De innovatie die in het maker move‑ ment schuilt, komt zo binnen handbereik van iedereen met een goed idee: een nieuwe cultuuruiting, een oplossing voor mensen met een beperking, een innova‑ tief business-idee. De rol van de bibliotheek evolueert hierbij van aanbieder naar facilitator en katalysator; de gebruiker evolueert van consument naar co-creator. Contender Charlie (een Britse organisatie die jongeren ondersteunt bij de verken‑ ning van hun emotionele ontwikkeling en creatief potentieel), theaterstudio China Plate en podiumhuis Warwicks Arts Centre ontwikkelden de theaterproductie MacBeth – Blood Will Have Blood. De productie richt zich op mensen van negen tot dertien jaar met weinig cultuurparticipatie. Het jonge publiek zit letterlijk in het drama van William Shakespeare. Nadien krijgen deelnemende scholen een edu‑ catief pakket waarin het platform bloodwillhaveblood.net centraal staat. Op het onlineplatform kunnen de jongeren videofragmenten uit de voorstelling herbekij‑ ken, nemen ze zelf een personage uit het toneelstuk aan en moeten ze belangrijke beslissingen nemen om het verhaal mee vorm te geven. Een mooi voorbeeld van culturele innovatie: door informatisering van het kernproduct (de voorstelling) ontstaat een nieuwe inhoud en vorm (onlineplatform) die de cultuurparticipatie verdiept en verbreedt.

De projectoproep: samen sterk Innoveren of vernieuwen gebeurt niet zomaar. Het gaat over mogelijkheden en uitdagingen zien, over ideeën hebben om die in praktijk te brengen. Dit vraagt experimenteerruimte om mogelijkheden te verkennen en uit te testen. Cultuurconnect wil daaraan meewerken door mensen en middelen in te zetten

Op het festival van Dranouter maakten zestig bezoekers korte filmpjes die werden geprojecteerd op de Wall of Moments.

MARC WATHIEU

Een fab lab, hier in de Brusselse Bozar, is een coöperatieve werkplaats waar uitvinders en ontwikkelaars gebruik kunnen maken van een collectieve infrastructuur.

om goede lokale innovatieve ideeën mee te helpen realiseren. Met de projectoproep ondersteunt Cultuurconnect lokale cultuurprofessionals om vanuit digitaal perspectief te experimenteren en ideeën om te zetten in vernieuwende projecten. Zo komen projecten of diensten tot stand die mensen aanzetten om in hun lokale omgeving

ICOSOLE

te laten inspireren door en deelgenoot te worden van cultuur. In december konden we vanuit onze luie stoel genieten van het wondermooie Soft Electric-optreden van dEUS in de Bourla – live gestreamd met prima beeld- en geluidskwaliteit. Daarom is de aanwezigheid van culturele organisaties op het web belangrijk, niet alleen met eigen communicatiekanalen, aanbod en dienstverlening, maar ook op de platformen buiten de eigen kring. Digitale technologie maakt het mogelijk het cultuurproduct beschikbaar te stellen voor het publiek, onafhankelijk van tijd of plaats en via nieuwe modellen voor spreiding en presentatie. Typisch voor een digitale omgeving is ook de mogelijkheid om inhoud op rijke en diverse manieren te contextualiseren. De culturele inhoud wordt verrijkt, zodat de cultuurbeleving breder en dieper wordt. De technologische mogelijkheden gaan echter verder dan het bekendmaken, toeleiden en verrijken van het bestaande aanbod (offline en online). Ze scheppen ook nieuwe plaatsen voor samenwerking en interactie, voor zelfexpressie, ontmoeting en uitwisseling in verband met cultuur, waar deelnemers consument én producent zijn. Het leven van veel mensen speelt zich almaar meer online af. Het lokale cultuurbeleid zal zich ook op dat pad moeten begeven en op zoek moeten gaan naar modellen en praktijken om bestaande vormen van cultuurcreatie, -spreiding, -bemiddeling en -participatie te versterken en om nieuwe vormen te ontwikkelen. Het internet en andere technologische ontwikkelingen bieden op dit gebied een pak kansen.

Lokaal februari 2016

41


BIB LOCHRISTI

mens en ruimte cultuurbeleid

op nieuwe manieren cultuur te ontdekken en te beleven, en zo sterker te staan in de wereld. Hoe kun je met technologie de zichtbaarheid van je organisatie vergroten of via digitalisering de efficiĂŤntie

dellen ver achter zich en dwingen hun concurrenten tot strategische vernieuwing. Maar ook de gebruikerservaring verandert ingrijpend. Het digitale heeft impact op hoe we leren, cultuur bele-

Digitale technologie maakt het mogelijk het cultuurproduct beschikbaar te stellen voor het publiek, onafhankelijk van tijd of plaats en via nieuwe modellen voor spreiding en presentatie. en effectiviteit verbeteren? Hoe ontwikkel je met digitale technologie nieuwe dienstverlening? Hoe neem je nieuwe rollen op of vergroot je het bereik en de betrokkenheid van het publiek? Hoe ondersteun je de gemeenschap in een kritische, creatieve of bewuste omgang met digitalisering? Op de projectoproep kunnen alle gemeenten via hun bibliotheek, cultuur- of gemeenschapscentrum of cultuurdienst intekenen. Dit kan nog tot 1 maart op www.cultuurconnect.be Nieuwe trends, nieuwe uitdagingen Digitalisering is verschoven van een ondersteunende rol naar een drijvende kracht in de samenleving. Uber, bol. com, Netflix en vele andere organisaties laten de klassieke organisatiemo42 februari 2016 Lokaal

ven en produceren, werken en samenwerken, media, burgerparticipatie en gezondheid. Digitalisering is disruptie. Dit betekent dat je vandaag meer nodig hebt dan knoppenkennis in de samenleving: weten hoe je de computer bedient, betekent nog niet dat je begrijpt hoe je met e-government aan de slag moet of dat een organisatie beseft hoe de digitali-

Van papier naar film met de De Boek-O-Matic tijdens Digitale Week: jonge kinderen leren een verhaal (boekje) om te zetten in een filmpje.

sering de verwachtingen van het publiek verandert. Cultuurconnect wil samen met Linc, Mediawijs en Mediaraven de Digitale Week vernieuwen om lokale initiatiefnemers en het brede publiek te sensibiliseren voor deze verregaande aspecten van de digitalisering. Dit gebeurt op twee sporen: een innovatietraject met de bestaande partners zoals bibliotheken, welzijnsorganisaties en het volwassenenonderwijs. Parallel hiermee mobiliseren ze nieuwe partners zoals onderwijs, musea, cultuurcentra, jeugdsector en het sociaal-cultureel werk om te participeren aan de campagne, want de digitalisering laat geen sector onberoerd. Bart Beuten is directeur van Cultuurconnect en An Vanlierde is projectleider praktijkontwikkeling

Contactgegevens Directeur Cultuurconnect: bart.beuten@cultuurconnect.be Projectoproep: maike.somers@cultuurconnect.be hannes.vanhaverbeke@cultuurconnect.be Digitale Week: lucy.vereertbrugghen@cultuurconnect.be www.cultuurconnect.be


mens en ruimte arbeidsmarkt

Snel scherpstellen op de lokale arbeidsmarkt Arvastat, de webtoepassing van de VDAB waar je in een oogopslag de evoluties in de arbeidsmarkt kunt zien, krijgt een nieuw en interactief jasje. Al sinds 2005 staat Arvastat op de website van de VDAB. Behalve studenten en onderzoekers maken vooral lokale besturen er intensief gebruik van omdat ze er al het cijfermateriaal over werkzoekenden en vacatures in Vlaanderen en hun gemeente van de laatste vijftien jaar vinden. tekst fabio contipelli

dan zes miljoen dynamisch opvraagbare rapporten. Daarnaast kan de gebruiker tabellen aanmaken aan de hand van zelf gekozen variabelen en invalshoeken. Voor de werkzoekendencijfers zijn hier eveneens zes miljoen mogelijkheden. Het vacatureluik bevat nog eens evenveel rapporten.

‘Met de nieuwe Arvastat zijn we vertrokken van dynamisch aangemaakte kaarten en grafieken, die in één oogopslag meer vertellen dan de lange cijferreeksen van vroeger,’ zegt Willem Vansina, verantwoordelijke arbeidsmarktinformatie VDAB. ‘In 2005 waren de grafische mogelijkheden nog erg beperkt, waardoor de nadruk lag op cijfertabellen die niet altijd even snel of gemakkelijk te interpreteren waren. Maar die zuivere data kun je uiteraard nog altijd raadplegen, ze hebben nu een meer ondersteunende rol.’ Vanaf de eerste muisklik in Arvastat valt het inderdaad op dat de grafische elementen centraal stonden bij de ontwikkeling van deze nieuwe versie. Ingekleurde kaarten en taart- en evolutiegrafieken maken de data meteen toegankelijk voor de modale gebruiker. Een kaart waarin alle 308 Vlaamse gemeenten een kleurtje krijgen in functie van hun werkloosheidsgraad geeft nu op een veel efficiëntere en mooiere manier een beeld van de situatie dan een tabel

met 308 gemeentenamen en een percentage erachter. Erg gebruiksvriendelijk is ook de navigatie-functionaliteit. Zo krijg je een volledig beeld van de werkloosheid in een gemeente door gewoon één keer in de kaart op deze gemeente te klikken. ‘Nu heb je als gebruiker veel meer mogelijkheden om data op te vragen,’ zegt Vansina. ‘Je kunt al klikkend op ontdekkingstocht gaan. Welke groep werkzoekenden kent een forse toe- of afname? Is er een opvallende trendbreuk in het aantal vacatures in de loop van een bepaalde periode? Welke werkloosheidsproblematiek bestaat er in de centrumsteden in verhouding tot de kleinere gemeenten in de omgeving?’ Handig is ook dat je al deze visualisaties kunt downloaden voor je eigen rapport of presentatie. Met de vernieuwde Arvastat hoopt de VDAB lokale beleidsmakers nog beter cijfermateriaal te geven om hun lokale arbeidsmarktbeleid te voeren. Het werkzoekendenluik van Arvastat bevat meer

Nog meer op komst ‘Tien jaar na de lancering van de oude Arvastat is de VDAB nog altijd uniek wat betreft de hoeveelheid arbeidsmarktdata die we vrij beschikbaar maken. Verschillende andere overheidsorganisaties in binnen- en buitenland zijn geïnteresseerd in het product en de achterliggende technologie. Met de nieuwe Arvastat is het werk echter niet af. De toepassing bevat enkel gegevens over werkzoekenden en vacatures. Met dezelfde technologie kunnen we nog veel meer informatie publiek beschikbaar maken. Er zijn voor de volgende maanden trouwens nog verschillende projecten in verband met datavisualisatie in voorbereiding,’ zegt Vansina. Fabio Contipelli is VVSG-stafmedewerker werk Arvastat is te raadplegen op arvastat.vdab.be. Een vraag? Contacteer studiedienst@vdab.be.

Een filmpje waarin Arvastat nog eens duidelijk wordt uitgelegd, vindt u hier.

Lokaal februari 2016

43


mens en ruimte ruimtelijke ordening

Professionele beelden van op het terrein Gemeenten hebben dikwijls betere beelden nodig dan wat er op Google Streetview te vinden is. Daarom liet het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) een 360° beeldendatabank van Vlaanderen maken. Alle deelnemers van GDI-Vlaanderen kunnen zo gratis de terreinsituatie online bekijken en metingen uitvoeren, zowel de loketmedewerkers als het gemeentebestuur als de GIS-specialist. tekst lies steel beeld gfs

D

e 360° beeldendatabank bevat panoramische beelden van alle Vlaamse wegen: bijna dertien miljoen foto’s van ongeveer 65.000 kilometer berijdbare wegen. De beelden worden gemaakt met vier mobile mapping-wagens uitgerust met een 360° camera en laserscanners. De combinatie van hoge resolutiebeelden (32 Megapixel) en 3D puntenwolken maakt gedetailleerde observaties en metingen mogelijk. De meting van een positie gaat eenvoudig met een klik. Klaar met meten en karteren? Dan exporteert u de data voor later gebruik in uw eigen GISof CAD-software. De beeldendatabank is, na eenmalige registratie, vrij en gratis toegankelijk voor alle medewerkers van de deelnemers aan het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen. Behalve gemeentebesturen zijn dat de politie en de brandweer, maar ook de provincies, de nutsmaatschappijen en instanties van het

44 februari 2016 Lokaal

Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. Dienstverleners die een opdracht van algemeen belang voor een deelnemer uitvoeren, kunnen ook toegang krijgen. De databank wordt niet opengesteld voor het brede publiek. De voornaamste reden hiervoor is dat er in zo’n geval bijkomende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bijvoorbeeld het blurren van huizen. Privacygevoelige informatie in de beelden zoals gezichten en nummerplaten wordt wel geanoni-

Vlaamse gemeenten beschikbaar gesteld in de webapplicatie. Stapsgewijs worden er gemeenten toegevoegd. Tegen november dit jaar zal heel Vlaanderen online beschikbaar zijn. Via de website www. image-v.be kunt u de planning opvolgen. Image-V is een tijdelijke handelsvereniging van landmeetkantoor Teccon en advies- en ingenieursbureau Grontmij Belgium waaraan deze opdracht voor vier jaar werd gegund. Voordat de auto’s van Image-V een gemeente binnenrijden, ontvangt het college een brief. De gemeente krijgt de mogelijkheid tegen betaling extra zones te laten inwinnen. Parken, fietspaden, sportterreinen en andere zones in be-

Gemeenten krijgen de mogelijkheid tegen betaling extra zones te laten inwinnen. Parken, fietspaden, sportterreinen en andere zones in beheer van de gemeente kunnen dan toegevoegd worden aan de 360° beeldendatabank van Vlaanderen. miseerd (geblurd) in overeenstemming met de aanbevelingen van de Vlaamse Toezichtscommissie. Door deze stap hoeft de gebruiker niet te beschikken over een goedgekeurd machtigingsdossier. Al zestig procent Sinds de start van het project in oktober 2014 is al meer dan zestig percent van de

heer van de gemeente kunnen dan toegevoegd worden aan de 360° beeldendatabank van Vlaanderen. Voor de wettelijke verplichtingen zoals KLIP, GRB, verkeersbordendatabank, leegstandsregister of stedenbouwkundige vergunningen kunnen de terreinbezoeken verminderen door gebruik te maken van de recente beelden in de viewer. Ook maakt de beeldendatabank


Veranderingen in de infrastructuur zijn duidelijk zichtbaar bij vergelijking tussen een foto van 2009 (links) en een foto van 2015 (rechts).

de communicatie met de burger bij een bouwaanvraag of de melding van een klacht een stuk makkelijker. De gebruiker kan hierbij niet enkel de beelden raadplegen, maar kan er ook punten, lijnen, vlakken en volumes op meten. Deze metingen kunnen vervolgens geëxporteerd worden in .shp, .kml en .ovf formaat. Op deze manier kunnen de data opgenomen worden in de eigen GIS- of CAD-omgeving. De beeldendatabank leent zich uitstekend voor het inventariseren van objecten in de openbare ruimte: groen, straatmeubilair, openbare verlichting, wegmarkering en types verharding. De beheerder kan deze informatie visualiseren, interpreteren, beheerskeuzes en bijhorende budgetten tegen elkaar afwegen en op die manier gefundeerde beslissingen nemen. De beelden worden samen met de puntenwolk aangeboden via een browserapplicatie van Orbit GT. Deze toepassing maakt het mogelijk op elk moment de terreinsituatie te bekijken via het internet. Deze gebruiksvriendelijke en intuïtieve onlineviewer bestaat uit een kaart- en een panoramacomponent. De kaartcomponent geeft een overzicht van de fotopositie en helpt bij het zoeken naar de juiste beelden. Via de panorama-

component kunt u de 360° beelden raadplegen, metingen uitvoeren en gegevens inventariseren. Met de mobile mapping API (Application Programming Interface) kan de 360° beeldendatabank binnen de eigen werkomgeving aangesproken en gebruikt worden.

schikbaar komen. In 2008-2010 werden er ook panoramabeelden ingewonnen van alle Vlaamse wegen in het kader van de verkeersbordendatabank. Deze dataset werd geïntegreerd in de toepassing. Naarmate er nieuwe data online komen, wordt de vorige dataset gearchiveerd. De

De beeldendatabank leent zich uitstekend voor het inventariseren van objecten in de openbare ruimte. De beheerder kan deze informatie visualiseren, interpreteren, beheerskeuzes en bijhorende budgetten tegen elkaar afwegen en op die manier gefundeerde beslissingen nemen. Integratie in een gangbaar GIS- of CADsoftwarepakket? Dan kunt u ook gebruik maken van een van de reeds ontwikkelde plugins voor ArcGIS, QGIS, AutoCAD... Voor mobiel gebruik kunt u gratis de ‘Mobile Mapping Vlaanderen App’ voor iOS downloaden. Zo kunt u de beeldendatabank gemakkelijk op uw iPhone of iPad raadplegen. Ook oudere beelden De toepassing archiveert oudere mobile mapping-data, wanneer er updates be-

gearchiveerde data blijven opvraagbaar via de toepassing. Zo kan de gebruiker teruggaan in de tijd en verschillende jaargangen vergelijken. Lies Steel is sales engineer bij Image-V, THV van Teccon en Grontmij Belgium

www.image-v.be info@image-v.be

Lokaal februari 2016

45


mens en ruimte praktijk

NEVELE – Bij het opmaken en onderzoeken van het gemeentelijke wegenregister stelde GIS-coördinator Sam Blok vast dat niet elke straat een naam droeg en dat sommige namen telkens anders werden geschreven. Daarin komt nu verandering.

SAM BLOK

Iedere straat een naam

Toen het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) begin 2015 een oproep lanceerde om het wegenregis‑ ter bij te werken, was Sam Blok geïnte‑ resseerd: ‘Ik zag de verbanden met veel andere thema’s zoals de trage wegen, de straatnamen, het eigen stratenplan of het vervangen van Navistreets, het commer‑ ciële gps-bestand dat we sinds eind vorig jaar niet meer gratis mogen gebruiken.’ Het AGIV leverde een startbestand dat tot stand was gekomen door het wegen‑ bestand van het Nationaal Geografisch In‑ stituut samen te voegen met de gegevens uit het Grootschalig Referentiebestand en het Centraal Referentieadressenbestand. Op het eerste gezicht zag dat er volledig uit, maar bij controle bleek dat er veel aangepast moest worden. Het startbestand van 350 kilometer bestond uit zo’n 2500 segmenten waarvan Sam Blok er 2000 op kantoor kon contro‑ leren. ‘De vijfhonderd laatste segmenten vormden pakweg honderdtwintig wegen. Naast deze honderdtwintig wegen wilde ik ook nog zo’n vijftig wegen uit de inventaris trage wegen controleren, omdat ze nog niet opgenomen waren in het wegenbe‑ stand.’ Tijdens de zomer fietste Sam Blok het terrein af. Hij kon hiervoor geen beroep doen op de 360°-beeldenbank omdat land‑ wegels er niet in opgenomen worden, het vlotter werkt via een goede luchtfoto dan via de 360° beelden en het dikwijls handig is om de situatie ter plaatse te bekijken omdat elementen zoals de eigendomsta‑ tus niet altijd duidelijk zijn. 46 februari 2016 Lokaal

Ondertussen kwamen de vragen almaar meer bovendrijven: werd de straatnaam correct geschreven, was de naam toege‑ kend op basis van een gemeenteraadsbe‑ slissing en droegen alle wegsegmenten een naam? ‘Om die zaken op te lossen ben ik onder meer in de archieven gedoken, wat het niet altijd simpeler maakte,’ zucht Sam Blok. Toen bij de fusie in 1977 een gemeente‑ raadsbeslissing werd opgemaakt van oude en nieuwe straatnamen, werden er ten minste vier straten vergeten waarvan er twee met een oude schrijfwijze terug te vinden zijn in de Atlas der Buurtwegen. Geen enkele van de vier straten is dus ooit volgens zijn huidige schrijfwijze officieel vastgesteld door de gemeenteraad. ‘In een van deze straten staan tachtig woningen, dus dit gaat niet over een voetwegeltje,’ zegt Sam Blok. In de archieven kwam hij ook een dossier uit 1985 tegen over de Steyaertmolen‑ straat: ‘Die straatnaam kende ik helemaal niet. Bij het uitpluizen van dat dossier bleek het een kort stukje weg te zijn waarop geen woningen uitkomen. Op het terrein is hiervan geen spoor terug te vinden, ook de bestuurssecretaris die toen al bij de ge‑ meente werkte en die honderd meter van het bewuste stukje weg woont, kende de straatnaam niet. Omdat het dossier volle‑ dig in orde was, heb ik dit stukje weg als de Steyaertmolenstraat in het wegenregister en het CRAB geregistreerd.’ Maar er was meer. Zo vond Sam Blok in de documenten van de fusie een straatnaam

Deze trage weg in Nevele zal binnenkort een door de gemeenteraad goedgekeurde naam krijgen.

terug met Sint-, maar in het CRAB, het Rijksregister en op het terrein was het Sint-voorvoegsel weggevallen. Enkel in het Kadaster was deze nog terug te vinden. Omdat de gemeenteraad nooit besliste deze straatnaam aan te passen, bevat hij het voorvoegsel officieel nog steeds. Dat een trage wegel geen naam heeft, ge‑ beurt vaker, maar ook grotere wegverbin‑ dingen zijn soms nooit geregistreerd. Zo is er in Nevele een weg van drie kilometer langs het water, waar tijdens het weekend veel wielertoeristen passeren, die geen naam heeft. Dit maakt dat deze straat op de meeste kaarten en gps niet bekend is. Op 1 november was het werk klaar en werd het wegenregister gevalideerd door het AGIV. Toen startte overleg om alle trage wegen en andere wegen zonder naam een straatnaam toe te kennen. Dit jaar wordt alles opgelost door het wegenregister met bijhorende straatnamen te laten goed‑ keuren door de gemeenteraad, waar nodig volgens de procedure van straatnaamwij‑ ziging. ‘Deze procedure duurt helaas wel even omdat er ook een openbaar onder‑ zoek aan vasthangt en er goed moet wor‑ den gekeken of alle straten nu wel de juiste naam krijgen,’ zegt Sam Blok die zo gauw het eigen volledig wegenbestand klaar is, een nieuw stratenplan wil opstellen. marlies van bouwel

GIS-coördinator Nevele Sam Blok, T 09-321 92 00, sam.blok@nevele.be


Samen sterker in energie

Als gemeente of stad kunt u op Eandis rekenen om uw keuzes en ambities op het vlak van energie te realiseren. Hiervoor bieden we u een breed gamma aan producten en diensten aan. Die helpen u om uw lokale energiebeleid vorm te geven. We geven advies, ondersteunen, coรถrdineren en voeren uit. Ondertekende u het Burgemeestersconvenant al of overweegt u dat? Eandis ondersteunt u graag bij de opmaak en de realisatie van een duurzaam energie-actieplan (SEAP).

Prod dien uctenen ste voor naanbo d lo best kale uren

Eandis, uw betrouwbare partner in energie

Meer info op www.eandis.be > Lokaal bestuur > Overzicht energiediensten


mens en ruimte praktijk

LIER – De legende gaat dat hertog Jan de Lierenaren in de veertiende eeuw liet kiezen tussen de rechten voor een veemarkt of een universiteit. De Lierenaren kozen voor het stapelrecht op vee, wat hun ondernemerszin illustreert. Vandaag staan ze voor de uitdaging de leefbaarheid en aantrekkingskracht van hun kernwinkelgebied te bestendigen. Hiervoor werkte het stadsbestuur een kernversterkend vestigingsbeleid uit, samen met een reeks ondernemingsvriendelijke acties.

DANIEL GEERAERTS

Een leefbaar en aantrekkelijk kernwinkelgebied

De cijfers van Lier zijn confronterend. De winkelvloeroppervlakte groeide tussen 2008 en 2014 met 17,3%. Het aantal winkels met een winkelvloeroppervlakte van 801-1600m² zwol zelfs aan met 45,5%. De leegstandevolutie volgt dit patroon met een stijging van maar liefst 115% in aantal panden en 50% toename in leegstaande winkelvloeroppervlakte. De stad pionierde door haar ‘Beleidsvisie Detailhandel’ te vertalen in een juridisch afdwingbare ‘Stedenbouwkundige Verordening Detailhandel’. ‘Deze kwam tot stand dankzij een nauwe samen‑ werking tussen het stadsbestuur, de Economische Raad en Unizo Lier en ze bakent letterlijk de grenzen van het kernwinkelgebied af,’ legt schepen van Economie Lucien Herijgers uit. Zo wordt buiten het centrum, in de periferie, gekozen voor winkels met een andere schaalgrootte of een ander aanbod. Deze handelszaken daar moe‑ ten complementair zijn met de detailhandel uit de binnenstad. Volgens schepen Lucien Herijgers mogen we spreken van een kentering van de leegstand in Lier: ‘We streven naar een maximale bezetting van ons kernwinkelgebied. In juni 2015 telde de kern 27 leegstaande panden, en zo’n 175 actieve. Tijdens de twee‑ de helft van 2015 kenden we al vijf premies toe van telkens 10.000 euro voor de ingebruikname van een leegstaande win‑ kel in de kern. Voor dit jaar hebben we dat bedrag verhoogd tot 100.000 euro en delen we tien premies uit. Bovendien stelde de laatste gemeenteraad van 2015 een belasting op leegstaande pan‑

den vast, namelijk 5000 euro binnen en 2500 euro buiten de kern, met een jaarlijkse verdubbeling als het pand leeg blijft. Ondertus‑ sen blijven we in nauw overleg met de pandeigenaars pop-upstores stimuleren.’ Met zijn cultuurhistorisch (wereld)erfgoed, belfort en begijnhof, en ruim 125 monumenten, stijgend toerisme en toenemende hotelac‑ commodatie, heeft Lier alle troeven in handen om de belevings‑ waarde van zijn handelskern uit te spelen. Hannelore Vermassen, ambtenaar lokale economie, legt uit: ‘Samen met de cel toerisme, evenementen en communicatie zorgt de stad voor een gezamen‑ lijke én aanhoudende stadpromotie, zo ook voor de koopzondagen in het kader van “Lier Winkelplezier”. Daarnaast zet de stad ook in op het aanzwengelen van de koopattractie, bijvoorbeeld door de invoering van een half uur gratis parkeren en van de Lierse Cen‑ trumbon als geschenkbon en als extralegaal sociaal voordeel voor personeel van bedrijven.’ Unizo nomineerde Lier vorig jaar tot Laureaat Ondernemende Ge‑ meente. Een vakjury loofde het totaalplan dat mooi het evenwicht bewaart tussen de rol van de stad en de inspraak van onderne‑ mers. Schepen Lucien Herijgers: ‘Alle neuzen staan in dezelfde richting. Zowel het voltallig schepencollege als de Economische Raad, waarin alle handelsverenigingen vertegenwoordigd zijn, levert inspanningen, en dat loont.’ katrien gordts is redacteur van lokaal

Lucien Herijgers, schepen voor economie Lier, T 03-491 61 12 lucien.herijgers@lier.be

Hannelore Vermassen, ambtenaar lokale economie, T 03-8000 382 hannelore.vermassen@lier.be Luk Collet, senior adviseur Unizo, T 02-21 22 573 luk.collet@unizo.be

48 februari 2016 Lokaal


Prijs:

€ 25*

DURVEN MET ENERGIE EN KLIMAAT

(VVSG-prijs)

€ 29*

(standaardprijs)

PRAKTIJKBOEKJE

'Durven met energie en klimaat' bundelt voor het eerst goede praktijkvoorbeelden van lokale besturen op het vlak van energiebezuiniging en klimaatadaptatie. Vandaag hebben meer dan twee op de drie Vlaamse steden en gemeenten het Europese Burgemeestersconvenant ondertekend, waarmee ze zich engageren om de CO2-uitstoot te verminderen. In deze publicatie wijzen voorlopersteden en -gemeenten hun collega-besturen nu de weg met concrete acties en innovatieve experimenten.

Goede praktijken inspireren jouw bestuur over … • de bevordering van de productie van hernieuwbare energie; • goedkopere én duurzamere openbare verlichting; • het stimuleren van milieuvriendelijke mobiliteit; • het doorbreken van energiearmoede.

BESTELKAART

Ja, ik bestel:

Stuur of fax naar:

....... ex. van

Durven met energie en klimaat

aan ¤ 29* (standaardprijs) / ¤ 25* (VVSG-prijs)

Ik ben VVSG lid  ja  nee

Uitgeverij Politeia Keizerslaan 34 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

Naam: ............................................................................................................. Functie: .......................................................................................................... Bestuur/Organisatie: ....................................................................................... Tel.: ................................................................................................................ E-mail: ............................................................................................................ Adres: ............................................................................................................. ........................................................................................................................ BTW: ...............................................................................................................

*

Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten, geldig tot 30.09.2016. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet doorgegeven aan derden. Overeenkomstig de wet op de privacy hebt u inzage- en correctierecht. Consulteer steeds www.politeia.be voor actuele prijzen.

Datum en handtekening


mens en ruimte praktijk

Met Sien is Kortrijk een magazine rijker – niet zomaar een blad, maar een exclusief blad voor die mensen die er nog geen hadden: de ongeveer 11.000 Kortrijkzanen die in armoede of op de grens van de armoede leven. Het blad toont hun de weg naar de vele initiatieven en mogelijkheden die voor hen echt het verschil kunnen maken. Een primeur voor Vlaanderen.

Glossy belevingsblad voor goedkoop leven met stijl

Mensen die het met minder moeten stellen lezen in Kortrijk de Sien, een belevingsmagazine vol verhalen en tips voor een beter en goedkoper leven.

Via welke kanalen bereikt uw lokaal bestuur mensen in (kans)armoede? Deel uw ervaringen met onze redactie op twitter en vermeld de hashtag #VVSGlokaal

50 februari 2016 Lokaal

Mensen in (kans)armoede maken onvol‑ doende gebruik van de rechten en voor‑ delen die het OCMW en andere lokale diensten hun aanbieden. Dat komt doordat de informatie daaromtrent hen via de traditionele kanalen moeilijker bereikt, doordat ze onduidelijk is of doordat de administratieve drempels te hoog zijn. Dat stelde ook het OCMW van Kortrijk vast bij een peiling bij cliënten naar hun ervaringen met de dienstverlening. ‘Terwijl het net die bevolkingsgroep is die een grote behoefte heeft aan goede en correcte informatie over alle initiatieven en maatregelen die er voor hen bestaan in Kortrijk en daarbuiten,’ zegt OCMW-voorzitter Philippe De Coene. ‘Dat je een sociaal tarief kunt aanvragen voor telefonie en internet, weten veel van de cliënten bijvoorbeeld niet.’ Om het probleem te verhelpen wou het OCMW eerst een gids maken, die vragen van mensen in moeilijkheden zou bundelen. ‘Toen ik bij de Kortrijkse armoedevereniging

A’kzie met dat idee ging aankloppen, kreeg ik als reactie een diepe zucht te horen,’ lacht Dirk Vandenberghe. Hij werkt voor de communicatiedienst van het OCMW en is coördinator van Sien. ‘Gidsen zijn te dik en te allesomvattend en ze zijn dikwijls na zes maanden al gedateerd, doordat contactper‑ sonen veranderen en regels evolueren.’ De communicatiedienst gooide het daarom over een heel andere boeg. ‘Met Sien ontwierpen we een modern magazine met verhalen van en voor mensen die armoede zelf dagelijks ervaren, een blad dat hen in hun eigenwaar‑ de versterkt en op weg helpt. En waarom zou dat geen blad zijn dat uitstraling heeft en er mooi uitziet, met een mix van ernstige en luchtige elementen? Daardoor trekt het de aandacht en wordt het toegankelijker. In San Francisco richtten daklozen en armen destijds het succesvolle glossy blad Poor Magazine op. Op gelijkaardige wijze, maar dan vanuit de overheid, biedt Kortrijk nu aan mensen die het met minder moeten stellen, een belevingsmagazine vol met verhalen en


tips voor een beter, goedkoper en aange‑ naam leven. Dit is armoedebestrijding 2.0.’ Sien is geschreven in duidelijk en beknopt Nederlands en verschijnt viermaal per jaar. Verhalen en getuigenissen ontvangt de redactie via het OCMW, via A’kzie, via het CAW, via stadsmedewerkers die cliën‑ ten helpen. ‘Werken met een periodiek magazine heeft het grote voordeel dat de informatie altijd actueel is, wat bij een eenmalige gids al snel niet meer het geval zou zijn,’ stelt Vandenberghe. ‘Door met themanummers te werken maken we de informatie extra toegankelijk en kunnen we inspelen op concrete situaties en actu‑ aliteit.’ Uitgebreider verhalen of reporta‑ ges worden afgewisseld met weetjes en tips. Ook sollicitatie-advies en recepten voor spotgoedkope topmenu’s behoren tot de vaste rubrieken.’ Het gids-element is niet helemaal verdwenen. In het mid‑ den van elk nummer zit een uitneembare

katern met nuttige informatie en adres‑ sen, in vraag en antwoord, en vertrekkend van de leefwereld van de doelgroep. Wie bijvoorbeeld in een oud huis woont en verwarmt op stookolie, komt er te weten dat er tot vier of vijf maatregelen of rechten bestaan die verwarmingskosten helpen beperken. ‘Op termijn willen we die middenkatern omvormen tot een website met antwoorden op veel gestelde vragen, inclusief vertalingen in het Frans, Engels en Arabisch,’ zegt Dirk Vandenberghe. En hoe zit het met de kosten van het magazine? Die vallen zeer goed mee, zo blijkt: 3000 euro drukkosten voor een oplage van 5000 exemplaren, waarvan er na distributie slechts 200 overblijven. Om‑ gerekend is dat 60 eurocent per exemplaar – een schijntje in het globale kader van de armoedebestrijding, waarvoor Kortrijk in deze bestuursperiode 30 miljoen euro uit‑

trekt. Tot nog toe verschenen er twee edi‑ ties. Het magazine wordt volledig binnen het OCMW zelf geschreven en opgemaakt en gratis verspreid op diverse locaties in de stad, vooral dan op plaatsen en bij organi‑ saties waar mensen in armoede regelma‑ tig komen. Naast het sociaal huis en A’kzie zijn dat bijvoorbeeld de bibliotheek, de kringloopwinkel, voedselbedeling De Vaart, het CAW, de ziekenfondsen en de vakbon‑ den. Dirk Vandenberghe bedeelt de bladen zelf met een bakfiets. ‘Dat geeft me de gelegenheid regelmatig zelf een woordje uitleg te geven bij het magazine,’ zegt hij. ‘De reacties op Sien zijn zeer positief, de mensen zijn aangenaam verrast en ik krijg veel tips voor nieuwe bijdragen. Met dit magazine bereiken we deze doelgroep ook veel beter dan via de digitale media. Daar is de weerstand nog aanzienlijk.’ pieter plas is redacteur van lokaal

Dirk Vandenberghe, redacteur communicatie OCMW Kortrijk, coördinator Sien, dirk.vandenberghe@ocmwkortrijk.be Lokaal februari 2016

51


mens en ruimte sterk werk

‘Zoals een grote broer die je op weg helpt’ De dag dat Ali Adel, zijn toen hoogzwangere vrouw Alaa en hun dochter Ansaam in Lille arriveerden, herinneren ze zich nog goed. Maatschappelijk werker Sven Tormans wachtte hen op en werd een vertrouwd gezicht. In amper vijf maanden tijd maakte hij het jonge gezin wegwijs; van de eerste schooldag van Ansaam tot de aangifte van dochter Fatima op de burgerlijke stand. tekst katrien gordts beeld daniel geeraerts

52 februari 2016 Lokaal


Het lokaal opvanginitiatief van het OCMW Lille biedt sinds 2001 opvang aan vijftien kandidaat-vluchtelingen. Het recente spreidingsplan wees zeven extra plaatsen toe. Het OCMW heeft hoofdzakelijk ervaring in de opvang van gezinnen met kinderen tijdens hun asielprocedure. Sven Tormans neemt samen met een collega de kandidaatvluchtelingen onder zijn hoede. ‘Het is opslorpend werk maar ik houd ervan. Je moet van alles iets weten en dat schept uitdagingen. Gelukkig kunnen we rekenen op de VVSG om ons wegwijs te maken in de snel veranderende wetgeving.’ De oorlog in zijn vaderland Irak bracht Ali Adel eerst naar het toen veilige Syrië waar hij de Syrische Alaa ontmoette. Ze waren nog maar pas gehuwd, toen de oorlog in Syrië uitbrak en ze besloten naar Irak te verhuizen. Ook daar bleken ze niet veilig te zijn. Ze lieten hun huis en werk achter en trokken met hun driejarige dochter Ansaam naar Turkije. Met de boot kwamen ze veilig aan in Griekenland en ze belandden uiteindelijk in België, hun geplande bestemming. In Antwerpen zag Ali Adel na acht jaar zijn vader en broer terug: ‘De laatste keer dat ik mijn broer zag was hij een jongen van dertien, nu is hij een volwassen man. We proberen elkaar zoveel mogelijk te zien, met de bus gaan we naar Antwerpen of zij komen hier op bezoek.’

Het gezin verbleef eerst tien dagen in het asielcentrum van Sint-Truiden en kon dan meteen terecht in Lille. Ali Adel: ‘Het was Sven die ons opwachtte en ons hier welkom heette in oktober vorig jaar. Alaa was hoogzwanger en Ansaam was ziek. Sven zorgde er meteen voor dat we naar de apotheek konden en legde uit dat we recht hadden op goedkope medicijnen. Toen hij vertrok en ons hier in onze tijdelijke woning achterliet, zijn mijn vrouw en ik beginnen huilen van geluk. We zijn zo dankbaar dat we in een veilig land zonder oorlog kunnen verblijven.’ Op 23 december kreeg Ansaam er een zusje bij, Fatima. Sven hielp Ali Adel bij de geboorteaangifte op het stadhuis van Turnhout. Ali Adel: ‘Sven is zoals een grote broer die me op weg helpt.

Toch kan ik niet wachten om zelf mijn weg te zoeken en werk te vinden.’ Sven legt uit dat dit niet kan, zolang zijn arbeidskaart niet in orde is. Maar Ali Adel dringt aan: ‘Ik hoef zelfs niet betaald te worden. Als ik maar iets terug kan doen voor de maatschappij die mij en mijn gezin opvangt.’ In de tussentijd volgt hij al een cursus Nederlands aan het centrum voor volwassenenonderwijs. Sven Tormans en het gezin ontmoeten elkaar wekelijks, daarnaast springt ook geregeld een vrijwilliger van het LOI bij. Sven helpt hen met de afspraken met de advocaat, regelt alle administratie, van het busabonnement tot de bankrekening en de aanvraag voor een arbeidskaart. Ook voor Ansaam is Sven al een vertrouwd gezicht. Hij regelde haar inschrijving in een nieuwe school en was erbij op haar eerste schooldag: ‘Met een klein hartje lieten we haar in haar klasje achter, maar ze was zo blij dat ze zelfs niet omkeek.’ Ali Adel is trots dat Ansaam nog altijd graag naar school gaat. ‘Elke avond wanneer ik haar van school afhaal, vraagt ze hoopvol: “Gaan we nu eten en slapen? Dan kan ik morgen opnieuw naar school.”’ Katrien Gordts is redacteur van Lokaal Sven Tormans, maatschappelijk werker OCMW Lille, sven.tormans@lille.be T 014-88 30 90

Lokaal februari 2016

53


organiseert een selectieprocedure voor de aanwerving van:

Voltijds (M/V) Deskundige Gebouwen (B1-B3) in statutair of contractueel verband en met het oog op de samenstelling van een wervingsreserve De deskundige gebouwen heeft de leiding over de dienst gebouwen die instaat voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, de aanwezige installaties (sanitair, elektriciteit, HVAC, schrijnwerk, brandbestrijdingsinstallaties, inbraakalarmen,…). Hij/zij doet toezicht op en coördineert alle uitbestede werken die betrekking hebben op gebouwen en de werken die het gemeentepersoneel zelf verricht aan de gemeentelijke gebouwen, met uitzondering van de schoonmaak. Hij/zij geeft leiding aan de technische assistenten die gespecialiseerd zijn in sanitair, schrijnwerkerij en elektriciteit (plannen, aansturen, begeleiden en controleren). Hij/zij staat in voor een veilige en efficiënte werking van de ploeg gebouwen en werkt hierin nauw samen met de deskundige werken. tewerkstelling:

examenprogramma:

in statutair of contractueel verband.

een schriftelijke en mondelinge proef, waaruit de bekwaamheid en de maturiteit van de kandidaat voor de voormelde functie moet blijken. de geïndexeerde bruto maandwedde: minimum 2.367,05 euro en maximum 3.907,07 euro. (index 01/2016)

diploma:

ofwel een bachelor diploma, ofwel een diploma van hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs. In het bezit zijn van een Rijbewijs B.

Voltijds (M/V) Tijdelijk Medewerker Dienst Vrije Tijd (B1-B3) in contractueel verband met vervangingsovereenkomst en met het oog op de samenstelling van een wervingsreserve De tijdelijke medewerker dienst Vrije Tijd staat samen met zijn/haar collega’s in voor de uitvoering van het meerjarenplan en meer bepaald voor de acties in verband met cultuur, maar ook sport en jeugd. Daarnaast wordt ook verwacht dat de tijdelijke medewerker de uitleendienst mee verzorgt en de collega die instaat voor de ondersteuning van de evenementen van verenigingen etc. helpt en vervangt bij diens afwezigheid. De tijdelijke medewerker werkt eveneens samen met de collega’ s van de dienst Infrastructuur en het OCMW. diploma:

ofwel een bachelor diploma, ofwel een diploma van hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs

examenprogramma: een interview, waaruit de bekwaamheid en de maturiteit van de kandidaat voor de voormelde functie moet blijken. de geïndexeerde bruto maandwedde: minimum 2.367,05 euro en maximum 3.907,07 euro. (index 01/2016)

Voltijds en/of Deeltijds (M/V) Technisch Beambte Poetsdienst (E1-E3) in statutair of contractueel verband en met het oog op de samenstelling van een wervingsreserve De technisch beambte poetsdienst reinigt de hem/haar toegewezen lokalen teneinde ze in een nette en hygiënische staat te houden. tewerkstelling:

diploma:

in statutair of contractueel verband, hetzij met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, bepaalde duur of vervangingsovereenkomst, met eventuele mogelijkheid tot statutaire benoeming in een latere fase.

geen diplomavereisten de geïndexeerde bruto maandwedde:

minimum 1.775,94 euro en maximum 2.218,25 euro. (index 01/2016)

Wervingsreserve: De kandidaten die slagen in de bekwaamheidsproef van de door hen gekozen functie(s), worden opgenomen in een wervingsreserve, geldig voor 3 jaar, eventueel verlengbaar met maximum 2 jaar. Uw kandidatuur, met duidelijke vermelding van de beoogde functie, vergezeld van een uitgebreid curriculum vitae moet: - hetzij overhandigd worden op het secretariaat van het gemeentebestuur Oud-Heverlee, op de 1° verdieping van het gemeentehuis, Gemeentestraat 2 te 3054 Oud-Heverlee, waar u een ontvangstbewijs zult ontvangen; - hetzij per post verzonden worden aan het college van burgemeester en schepenen, Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee. - hetzij verzonden worden via e-mail met ontvangstmelding en leesbevestiging, met een uitgebreid curriculum vitae als bijlage, naar volgend e-mailadres: personeel@oud-heverlee.be. BELANGRIJK: voor de functies van deskundige gebouwen en tijdelijk medewerker dienst Vrije Tijd dient u het vereiste diploma toe te voegen aan uw sollicitatie. Uiterste inschrijvingsdatum voor deze functies: 19 februari 2016 (postdatum of datum ontvangstbewijs of datum e-mail dient als bewijs). Bijkomende inlichtingen i.v.m. de functie, de arbeidsvoorwaarden en de selectieprocedure zijn te bekomen bij het gemeentebestuur Oud Heverlee, dienst personeel, Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee, tel. 016/38 88 29, e mail: personeel@oud-heverlee.be of via www. oud-heverlee.be


beweging actualiteit

gf

gf

Praktijkdag sociale media voor lokale besturen

Op 8 december 2015 vond de eerste Praktijkdag Sociale Media voor lokale besturen plaats. Ruim 130 communicatieprofessionals wisselden ervaringen uit en lieten zich inspireren door een tiental sterke praktijken. Voor vele converserende twitteraars was dit ook een gelegenheid om elkaar eens persoonlijk te ontmoeten. Gent toonde hoe je met een beperkt budget en een strategische inzet van sociale media een stadsmarketingcampagne met impact opzet. Overijse gaf een blik achter de schermen van zijn Druivenfeesten en toonde hoe de gemeente de betrokkenheid via Facebook en SnapChat wist te vergroten. Bij Marc van Daele, communicatiecoördinator gemeente en OCMW Zwijndrecht, kon je terecht voor een socialemediastrategie in zeven stappen. Ook de politiezones waren goed vertegenwoordigd met onder andere een gesmaakte lezing van hoofdcommissaris Steven De Smet die de uitdagingen voor de ‘nieuwe’ overheden schetste, PZ HAZODI die sociale media gebruikt en monitort tijdens Pukkelpop, en PZ Het Houtsche die al ‘Whatsappend’ samen bedrijventerreinen veiliger maakt. Socialmediastrateeg Nadja Desmet presenteerde de resultaten van het onderzoek, in samenwerking met de VVSG, naar het gebruik van sociale media bij lokale besturen en gaf een overzicht van de (nieuwste) mogelijkheden. De dag werd afgesloten met tips en valkuilen van drie jaar sociale media en 450.000 socialmediaberichten van De Lijnwoordvoerder Tom Van de Vreken.

gf

katrien gordts

Herbeleef de dag met deze sfeervideo

Lokaal februari 2016

55


beweging netwerk kerngroep HUURpunt

De signaalfunctie van de sociale huursector ten volle benutten De eerste kerngroep van HUURpunt, de ledenorganisatie van de sociale verhuurkantoren (SVK) in Vlaanderen, is een feit. De beslissing voor een kerngroep kwam er op vraag van de raad van bestuur in december vorig jaar. De groep kon meteen op veel belangstelling rekenen. Zestien coördinatoren van SVK’s tekenden present. Lokaal was erbij en polste naar de verwachtingen en ambities van de deelnemers. tekst katrien gordts beeld stefan dewickere

Lies Baarendse, coördinator HUURpunt: ‘We gaan vandaag van start met een goedgevulde agenda die hoofdzakelijk bepaald is door de actualiteit. Het standpunt dat we deze voormiddag in onze kerngroep bepalen over de wijziging van het Kaderbesluit Sociale Huur met tijdelijke huurcontracten, ga ik deze namiddag al verdedigen bij de Vlaamse Woonraad. In de toekomst zal er ook ruimte zijn om bepaalde knelpunten uit de praktijk zoals huursubsidies of laattijdige betalingen te behandelen. Het standpunt dat HUURpunt verdedigt, zal vanaf dit jaar meer gedragen zijn door de SVK’s.’

Vooraan: Ineke Brems, coördinator SVK Zuidkant Nathalie Folens, coördinator SVK Regio Izegem Sara Vallers, coördinator SVK Noorderkempen Sent Auwers, coördinator SVK Midden-Limburg Lies Baarendse, coördinator HUURpunt Nathalie Dumarey, stafmedewerker HUURpunt Ilse Baert, coördinator SVK Meetjesland Elke Acciani, coördinator SVK Het Scharnier

56 februari 2016 Lokaal

Joris Deleenheer, stafmedewerker wonen VVSG: ‘Deelname aan de kerngroep als vertegenwoordiger van de lokale besturen is voor mij leerrijk en nuttig om zo de besognes van de SVK’s en de ervaringen die zij met de lokale besturen hebben, te leren kennen. Tegelijkertijd kan ik hier de standpunten en ervaringen van de lokale besturen delen met de sociale verhuurkantoren. Ook al zitten we niet altijd op dezelfde lijn, wanneer we een gelijkaardig standpunt innemen, dan treden we er samen mee naar buiten. Daarmee versterken we elkaars positie.’

Achteraan: Joris Deleenheer, VVSG-stafmedewerker wonen Erna Jeanty, coördinator SVK WoonWeb Michel Peulen, coördinator SVK Maasland Stefaan Keirse, coördinator SVK Woonwinkel Knokke-Heist Bjorn Thienpont, coördinator RSVK Waregem Dimitri Zenner, SVK Leie &Schelde Yannick Claes, coördinator SVK Waasland Stephanie Brands, coördinator SVK Destelbergen


Elke Acciani, coördinator SVK Het Scharnier: ‘Deze kerngroep zal zorgen voor meer input van onze sociale huursector en bijgevolg meer voorbereidend werk doen voor de huidige raad van bestuur. Ik kijk er vooral naar uit de geplande wijzigingen in de wetgeving onder de loep te nemen en onze signaalfunctie ten volle te benutten.’ Sent Auwers, coördinator SVK MiddenLimburg: ‘Samen met collega’s zoeken we hier naar een gedragen standpunt. Ik merk dat er nuanceverschillen zijn, maar over de grote lijnen komen we wel overeen. We zitten hier allemaal met dezelfde pet op: die van verdediger van zwakke huurders. Door mijn inzet voor deze kerngroep sta ik sterker om de sociale huursector bij mijn lokale bestuur te vertegenwoordigen.’ Ineke Brems, coördinator SVK Zuidkant: ‘Nadenken over sociale verhuring en welke richting we uit willen; daar krijgen we in dit platform de tijd en de

ruimte voor. De raad van bestuur, waar ik vroeger ook zelf in zetelde, was niet de juiste plek om uitgebreid met collega’s van gedachten te wisselen en praktijkervaringen te delen. Ik ben blij dat we hier nauwer betrokken worden bij de standpuntbepaling van HUURpunt.’ Sara Vallers, coördinator SVK Noorderkempen: ‘Ik beschouw de kerngroep als een denktank. Het gaat uiteraard over beleid, maar het is belangrijk te motiveren waarom iets niet goed werkt in de praktijk en dan een alternatief voor te stellen. Deze bijeenkomst moet een klankbord zijn zowel van de sociale huursector naar HUURpunt als omgekeerd.’ Ilse Baert, coördinator SVK Meetjesland: ‘Ik hoorde tijdens deze eerste vergadering al boeiende gesprekken, dus dat belooft! De meningen zijn soms wat verdeeld, maar we geraken er wel uit. Ik apprecieer vooral dat we hier praktijkervaringen kunnen delen en nauwer

betrokken worden bij de standpuntbepaling.’ Yannick Claes, coördinator SVK Waasland: ‘Ervaringen uitwisselen betekent samen iets opbouwen. De laatste jaren is er meer aandacht voor overlegmomenten, ook op provinciaal vlak, en dat kan ik alleen maar toejuichen. Vaak genoeg ligt de nadruk uitsluitend op ons eigen werkeiland. Maar we hebben zoveel raakvlakken dat ik van elk SVK, groot of klein, kan bijleren.’ Erna Jeanty, coördinator SVK WoonWeb: ‘Bij elk voorstel voor wetswijzigingen hebben we vragen en bedenkingen. Ik vind kritiek positief en heel welgekomen, op voorwaarde dat we iets ondernemen en mee naar een alternatief zoeken. Ik verwacht dat dit de houding van de kerngroep zal zijn. Daarnaast zal het een grote hulp zijn om op een structurele manier praktijkervaringen te delen met elkaar.’ Katrien Gordts is redacteur van Lokaal

Lokaal februari 2016

57


perspiraat

“In 2021 zullen de gemeenten tien procent minder uit de aanvullende personenbelasting halen dan vandaag. (…) Gemeenten kunnen er perfect voor kiezen om lokaal de belasting lichtjes te verhogen. De belastingbetaler houdt dan nog altijd het grootste deel van de winst van de taxshift over. Maar een belastingverhoging ligt natuurlijk altijd gevoelig. En er is ook een mogelijk terugverdieneffect. De regering gaat ervan uit dat de taxshift, met een verlaging van de werkgeversbijdragen, meer jobs zal opleveren. En meer jobs komt neer op meer belastingbetalers.” Jan Leroy, directeur bestuur van de VVSG Gazet van Antwerpen 15/1

beweging laureaat

Knokke-Heist bijenvriendelijkste gemeente 21 gemeenten namen deel aan de wedstrijd Bijenvriendelijkste gemeente van Vlaanderen 2015 van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie in samenwerking met de Vereniging Voor Openbaar Groen. Per provincie nomineerde de jury een project. Zo mogen Leuven, Bonheiden, Genk en Beveren trots zijn op hun titel Bijenvriendelijke gemeente 2015. Maar de allerbijenvriendelijkste gemeente werd Knokke-Heist. Het wist de jury te overtuigen met de aanleg van een natuurlijke bijentuin, een uitgekiende reeks bloemenmengsels en de plaatsing van verschillende bijenkasten in parken en domeinen. Daarmee verdiende Knokke-Heist de hoofdtitel en een cheque van 250 euro voor de aankoop van bijenvriendelijke planten. Bonheiden won als aanmoedigingsprijs een mooi insectenhotel.

“De groep alleenstaande vrouwen met kinderen die bij het OCMW langskomt voor een leefloon, neemt sterk toe. Vroeger lieten we hen de tijd, net na de relatiebreuk. Maar nu gaan we hen sneller steunen en aanzetten om bijvoorbeeld een opleiding te volgen, of komen we ook al sneller tussen in de kosten voor kinderopvang.” VVSG-stafmedewerker Nathalie Debast – Het Nieuwsblad 20/1

katrien gordts

Dilbeek bekroond tot jeugdgemeente

GF

“90 procent van het zwerfvuil wordt door gemeenten en afvalintercommunales opgeruimd. Het zwerfvuilbeleid kost vandaag 61,5 miljoen euro, waarvan de lokale besturen 55 miljoen euro op zich nemen. Het is vreemd dat wij niet mee aan tafel mochten zitten om het beleid verder uit te tekenen.” VVSG-stafmedewerker Piet Coopman over de overeenkomst van minister Schauvliege met de bedrijfswereld voor de aanpak van zwerfvuil – De Standaard 19/1

GF

“Fietskoeriers zijn de snelste en meest betrouwbare manier om in een stedelijke omgeving een pakje te laten bezorgen.” Wout Baert van kenniscentrum Fietsberaad – Knack 13/1

Gemeenten die speciale aandacht hebben voor bijen, kunnen zich vanaf eind april 2016 inschrijven voor de wedstrijd ‘Groene Lente’. Meer informatie: www.weekvandebij.be

“Bewonerskaarten voor parkeren duurder maken is politiek niet vanzelfsprekend. Bovendien helpen bewonerskaarten wonen in de stad aantrekkelijk te maken voor jonge tweeverdieners. Ze hebben de stadsvlucht mee helpen tegengaan. Voor bezoekers en pendelaars is het beter om grote, goed bereikbare en goedkope randparkings uit te bouwen.” Erwin Debruyne, VVSGstafmedewerker mobiliteit – De Standaard 12/1

58 februari 2016 Lokaal

Op 15 december 2015 reikte Vlaams minister van Jeugd Sven Gatz voor de vierde keer de prijs ‘Jeugdgemeente van Vlaanderen’ uit. 38 lokale jeugdraden droegen hun gemeentebestuur voor, een jury selecteerde de vier genomineerden: Dilbeek, Landen, Leuven en Wuustwezel. Dilbeek ging met de bekroning aan de haal en ontvangt een geldprijs van 20.000 euro. De jury had alle lof voor het bestuur dat, samen met de jeugdraad en de jeugddienst, sterk inzet op een permanente dialoog en krachtige communicatie en zo voluit kiest voor beleid dat de behoeften van alle kinderen en jongeren vooropstelt. De praktijkvoorbeelden van de 38 kandidaat-gemeenten zijn gebundeld in de brochure ‘Kijk eens… zo doen we dat.’ katrien gordts

www.jeugdbeleid.be


@joblokaal vacatures in lokale besturen

Op zoek…

naar nieuwe collega’s?

De VVSG biedt vernieuwde tariefformules aan voor de plaatsing van uw vacatures. Ook een gezamenlijke formule met Jobpunt behoort tot de mogelijkheden. U leest er alles over op www.vvsg.be/vacatures. 1-02-2016

CIBE communicatie copywriter / content developer Gemeente Tremelo toeristisch ambtenaar Gemeente Tremelo technisch coördinator OCMW Brugge directeur vereniging de blauwe lelie

3-02-2016

Stad Halle deskundige alternatieve gerechtelijke maatregelen Stad Halle deskundige aankoop

Gemeente Maldegem coördinator infrastructuur Universitair Ziekenhuis Gent beleidsmedewerker mobiliteit

4-02-2016

Stad Vilvoorde adjunct-ambtenaar stedenbouw - luik handhaving

2-02-2016

Stad Wervik coördinator grondgebonden zaken Gemeente Duffel financieel expert Stad Sint-Truiden deskundige ontwikkelingssamenwerking

5-02-16

7-02-16

Provincie Antwerpen financieel beheerder 8-02-16

5-02-16

Hulpverleningszone 3 Rand bijzonder rekenplichtige Gemeente Maldegem coördinator financiën Gemeente Maldegem coördinator boekhouding

Gemeente Maasmechelen mobiliteitsambtenaar 9-02-16

OCMW Lochristi econoom-boekhouder Gemeente Boom diensthoofd grondgebiedzaken

Prestigieuze erkenning voor programma duurzame ontwikkeling van Belfius Bank Het financieringsprogramma Smart Cities & Sustainable Development van Belfius Bank werd in januari opgenomen in de rangschikking ‘World Finance 100’. Het Britse magazine World Finance selecteert jaarlijks honderd ondernemingen en persoonlijkheden in de financiële sector die zich hebben onderscheiden door hun verwezenlijkingen, hun visie of hun knowhow. De jury ziet in het Smart Cities & Sustainable Developmentprogramma een perfecte aansluiting bij de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie. Samen met de

Europese Investeringsbank helpt het programma steden en gemeenten bij de verwezenlijking van duurzame projecten in de domeinen mobiliteit en vervoer, stadsontwikkeling en energie-efficiëntie, en hernieuwbare energie. Daarnaast onderstreepte de jury het belang van de Businessto-Government-strategie van Belfius Bank ter ondersteuning van ondernemingen die structureel samenwerken met de overheid.

9-02-16

Gemeente Boom deskundige communicatie 19-02-16

Gemeente Oud-Heverlee deskundige gebouwen Gemeente Oud-Heverlee medewerker dienst vrije tijd Gemeente Oud-Heverlee technisch beambte poetsdienst 26-02-16

Gemeente en OCMW Lanaken afdelingshoofd social zaken 29-02-16

OCMW Lede hoofd sociale dienst

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week, op de VVSG-website én getweet via @JobLokaal inlevering personeelsadvertenties

Lokaal 3 (maartnummer) – 15 februari Lokaal 4 (aprilnummer) – 14 maart

informatie

nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43

katrien gordts

www.worldfinance.com/banking/ smarter-cities-can-and-will-be-builtin-belgium

Lokaal februari 2016

59


beweging agenda

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD OP WWW.VVSG.BE/OPLEIDINGEN Gent 4 feburari

Intervisie leidinggeven Na het theoretische kader in de eerste sessie vertrekken we de volgende sessies vanuit voorbeelden van de deelnemers. www.vvsg.be/opleidingen Harelbeke 5 februari

Lerend Netwerk Animatoren Stap in dit bruisend concept en put er tal van actuele ideeën, oplossingen en inzichten uit. Voor en door animatoren! www.vvsg.be/opleidingen Leuven 5 februari Antwerpen 1 maart

teerd. Intervisie met collega’s leert u hier anders naar te kijken. www.vvsg.be/opleidingen

lokale besturen willen zijn. Sociale en communicatieve vaardigheden zijn daarom cruciale competenties. www.vvsg.be/opleidingen

Leuven 15 februari

Omgaan met roddelen Tijdens deze verdiepingsdag worden roddels gekaderd en leert u heel praktisch hoe het best om te gaan met het geroddel tussen kinderbegeleiders of ouders. We oefenen met concrete voorbeelden. www.vvsg.be/opleidingen Gent 16 februari Mechelen 18 februari

Gent 23 februari

Intervisie ‘Pur Sang’ Hoofdverpleegkundigen Gedurende vijf bijeenkomsten bespreken we reële cases ingebracht door de deelnemers, praktijkvoorbeelden die voor elke deelnemer herkenbaar zijn. www.vvsg.be/opleidingen Mechelen 23 februari

ROP Assistentiewoningen

Intervisie voor Hoofdmaatschappelijk Werkers

Op dit regionaal ondersteuningspunt (ROP) krijgt u de kans om collega’s te ontmoeten, ervaringen te delen en op basis van actuele verandering nieuwe inzichten en grotere deskundigheid te verwerven. www.vvsg.be/opleidingen

Belangen behartigen van cliënten, collega’s én OCMW-raad is een complexe aangelegenheid en levert genoeg stof om van de intervisie onder deskundige begeleiding heel veel te leren. www.vvsg.be/opleidingen

Zorgverleners zijn extra vatbaar voor burnout. Hoe (h)erken je als leidinggevende tijdig de signalen en hoe reageer je? www.vvsg.be/opleidingen

Hasselt 5 februari

Leuven 22 februari

Moeilijke cliëntsituaties zijn eigen aan de dienst voor gezinszorg. Verantwoordelijken worden hiermee regelmatig geconfron‑

De loketmedewerker is het gezicht van het toegankelijke sociale huis dat

De studiedag geeft u inzicht, achtergrond‑ informatie en concrete tips om burgers te helpen bij het correct invullen van wet‑ telijke documenten inzake wilsverklaringen. www.vvsg.be/opleidingen

Intervisie moeilijke dossiers

Klantgericht handelen voor loketmedewerkers

Burn-out en stresshantering voor leidinggevenden

Mechelen 25 februari

Wilsverklaring over het levenseinde

Politieke Academie

De Ronde van Vlaanderen komt naar u toe! Actuadossiers halfweg de legislatuur en werken als lokale mandataris We nodigen politici en leden van het managementteam van harte uit op onze Ronde van Vlaanderen. Halfweg deze gemeentelijke beleidsperiode maken we met u een stand van zaken en vooruitblik op voor de belangrijke dossiers die op uw bestuurstafel liggen, dikwijls als gevolg van de Vlaamse of federale overheid. Deze avonden worden ook een unieke gelegenheid om u te verdiepen in dringende of actuele vraagstukken: de toekomst van de parochiekerken, de asielcrisis, de digitalisering van uw bestuur, de nieuwe omgevingsvergunning, de samenwerking gemeente-OCMW, de nieuwe perspectieven voor de buitenschoolse opvang, en de inzet van sociale media.

Leuven, 3 maart • Hasselt, 7 maart • Gent, 9 maart • Torhout, 15 maart • Malle, 17 maart

60 februari 2016 Lokaal


mis de vroegboekactie niet!

U zet vandaag meer dan ooit de lijnen uit voor een sterk sociaal beleid van morgen. Een lokaal beleid waarbij niemand in de kou blijft. Hoe ziet uw sociaal beleid eruit na de integratie van gemeente en OCMW? Hoe creëert u kansen voor iedereen? Hoe zorgt u ervoor dat ‘nieuw’ ook ‘beter’ betekent? Kom op dinsdag 26 april 2016 naar de #TREFDAGSOCIAAL van VVSG in Antwerpen. Ontdek het programma op www.trefdagsociaal.be. Wie snel inschrijft, geniet van onze vroegboekkorting. Tot dan. Volg ons op Facebook, LinkedIn en Twitter

www.trefdagsociaal.be

Slimme IT. Sterke dienstverlening.

Leuven 25 februari

Leuven 26 februari

Socialemediastrategie voor lokale besturen

To lean or not to lean in welzijnsvoorzieningen

Hoe maakt u het management duidelijk dat sociale media een meerwaarde zijn voor uw lokaal bestuur? Dit seminarie zet u op weg. www.vvsg.be/opleidingen

LEAN is succesvol als kwaliteitsverbetertechniek. Leer nu de filosofieën en technieken van LEAN kennen en toepassen. www.vvsg.be/opleidingen Gent 1 maart

Vlaanderen, Brussel, Wallonië 25 februari

OCMW/CPAS: zonder grenzen / sans frontières Door de asielzoekers staan OCMW’s weer in het centrum van de belangstelling. Welke methoden werken’ en hoe kunnen OCMW’s uit Vlaanderen, Wallonië of Brussel elkaar inspireren? www.vvsg.be/opleidingen

Lerend netwerk hoofdverpleegkundigen In dit lerend netwerk worden nieuwe inzichten, oplossingen of werkwijzen gedeeld en waar mogelijk samen verder ontwikkeld. www.vvsg.be/opleidingen Leuven 2 maart

Omgaan met verschillen in het thuiszorgteam Iedere medewerker heeft zijn eigen verhaal, achtergrond en behoeften. Hoe

rekening houden met individuele wensen? Wat als deze binnen het team elkaar tegenspreken? Hoe worden de verschillen de sterktes? www.vvsg.be/opleidingen Leuven 3 maart Gent 8 maart Mechelen 10 maart

BTW en de lokale besturen Op een namiddag licht de FOD Financiën de regels toe over de nieuwe btw-regels binnen de overheid. www.vvsg.be/opleidingen Brussel 17-18 maart

Open ruimte, open blik Congres over de kracht en het belang van de open ruimte, en de sleutelrol die is weggelegd voor de ruimtelijke planner. www.vrp.be

Lokaal februari 2016

61


tweets en tweeps

Volg ons op

Francesco Vanderjeugd, burgemeester van Staden @FrancescoFV: Om op te roepen tot meer respect en gezond verstand voor #vuilnismannen is het vandaag ‘Francesco achter de vuilkar’

Personeel gemeente en OCMW Westerlo samen over integratie organisaties en werktevredenheid #klant #kwaliteit #kostprijs

Geert Bourgeois @GeertBourgeois Minister-president Vlaamse regering Proficiat @mieckvos nieuwe algemeen directeur #VVSG in 2017. We rekenen op @M_Suykens om het ons nog een vol jaar lastig te maken A

Vlaamse Landmaatschappij @VLMtweet: ‘Open ruimte moet meer en meer de leiding nemen bij nieuwe ontwikkelingen’ - Dixit Toon Denys #nieuwjaarsreceptie

Peter Vanmechelen @petvanmechelen, financieel beheerder van de stad Zoutleeuw: Akkoord, maar er zijn ook grenzen aan creativiteit. Quid inspraak over wegvallen subsidies en dergelijke? #vvsg @ JanLeroyVVSG

Jan Leroy @JanLeroyVVSG directeur bestuur, VVSG In deze wintertijden lijkt het er in berichtgeving op dat alleen ‘Wegen en Verkeer’ paraat staat. Gemeenten staan ook paraat voor veel meer kilometers wegen!

Jobat @jobat @Coppens_David, gemeenteraadslid @stadAalst: Opening nieuw administratief centrum @stadAalst. Betere dienstverlening aan burgers & moderne werkomgeving voor medewerkers!

@Jobat: ‘Burgemeester zijn is de mooiste job ter wereld’ zegt Jozef De Borger bit.ly/1N93XY1 #jobat

@Thuis_inde_Stad: ‘Is urban design a matter of public health?’: Het belang van ontwerp voor de gezondheid. bit.ly/1ScPZvV

Jean-Christophe Hoste @jchoste

Senior Researcher @EgmontInstitute Waarom krijgt de economie van andere steden geen specifieke diplomatieke aandacht? #Diplodagen #VVSG #Bxl #Gent #Mons #Liège bit.ly/1PEDjbr

62 februari 2016 Lokaal

@WoutBaert: Markering voor fietsers en automobilisten aan oversteek @Stad_Roeselare: duidelijk en helder! Tip voor @wegenenverkeer

VVSG-stafmedewerker civiele veiligheid Kris Versaen, @kversaeVVSG: Vandaag hoorzitting over toekomst civiele bescherming met @JanJambon in @DeKamerBE


s e i t i C t r Sma Development, & Sustainable

d a t s e d n a a n e w u o samen b van morgen!

De Belgische steden en gemeenten staan voor tal van uitdagingen op het vlak van economie, mobiliteit en milieu. Ondanks een economische situatie die niet altijd eenvoudig is, gaan zij die uitdagingen aan met ambitie, wilskracht en creativiteit. Zo ontstaan tal van projecten die het label ‘duurzaam en slim’ verdienen. Dankzij zijn nauwe band met de openbare besturen, heeft Belfius meerdere initiatieven ontwikkeld om de ‘smart’ projecten van intelligente steden en gemeenten te stimuleren:

Een exclusieve kredietlijn van 400 miljoen euro, dankzij een overeenkomst tussen Belfius en de Europese Investeringsbank (EIB), om de projecten rond ‘Smart Cities & Sustainable Development’ te ondersteunen;

De lancering van de ‘Belfius Smart City Award’, een wedstrijd die de slimste stad of gemeente bekroont voor haar duurzame en vernieuwende oplossing met de bedoeling om milieu-impact te beperken, hernieuwbare energie te promoten en de levenskwaliteit van haar burgers te verbeteren;

De ondersteuning van het ‘Smart City Institute’, een nieuwe universitaire instelling, opgericht door en geïntegreerd in de École de Gestion van de Universiteit van Luik (HEC-ULg), met als ambitie het onderzoek, de opleiding, de innovatie en het ondernemerschap inzake ‘Smart City’ te stimuleren.

In 2015 kreeg Belfius internationale erkenning voor deze “Smart Cities” aanpak met een rangschikking in de “World Finance 100” van het toonaangevende Britse magazine World Finance.

Geïnteresseerd?

Smart Cities

Meer info bij uw relatiebeheerder of op www.belfius.be/smartcities

Verantwoordelijke uitgever: Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel - IBAN BE23 0529 0064 6991 - BIC GKCC BE BB - RPR Brussel BTW BE 0403 201 185 - FSMA nr. 19649 A


Fiets- & voetpaden sneeuw- & ijsvrij houden dankzij onze pekelspuit - Tank 300 L in polyethyleen + handwastank 16 L - Chassis gemetalliseerd en gespoten in twee componenten grondlaag en toplaag - Pomp AR70BP met vitonuitrusting - Aftakas - Spuitcomputer LH76 - Elektrische hoofdkraan en drukregelaar - 3 x elektrische 2weg kranen met inox bol - Inox spuitleiding met trijet dophouder - Elektrische einddop links en rechts - Automatische veerhaspel type mini (15m) - Handlans volledig in kunststof - Wegverlichting - Signalisatiebord A31 - Signalisatiebord D1 - Signalisatie borden - Zwaailicht


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.