Maak kennis met Dirk Walraet, de oudste burgemeester van West-Vlaanderen: “Al die mails… Ik heb een telefoon en dat is genoeg”

Dirk Walraet: “De collega’s noemen mij de eigenzinnige prins van Spiere-Helkijn. Ze hebben gelijk.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

In 2024 stopt hij als burgemeester. Hij zal dan 80 jaar zijn en 36 jaar de sjerp van Spiere-Helkijn dragen. Als je zo’n palmares hebt, kan je zonder blad voor de mond spreken. “Vlaams Belang zal overal goed scoren. Het is te veel geworden voor de mensen.” Meet Dirk Walraet, volbloed liberaal en de oudste burgemeester van West-Vlaanderen.

Dirk Walraet

• Geboren op 19 augustus 1944 in Brugge.

• Opleiding: bouwkundig ingenieur (Universiteit Gent).

• Woont met zijn vrouw in Spiere-Helkijn.

• Werkte tientallen jaren voor het agentschap Bruggen en Wegen.

• Burgemeester van Spiere-Helkijn sinds 1 januari 1989.


Het gemeentehuis van Spiere-Helkijn, een uithoek in het zuiden van West-Vlaanderen. Het is een vrolijke Dirk Walraet die ons de hand schudt. Hij wijst een lange tafel aan in het midden van zijn kantoor. Of beter: het kantoor van de algemeen directeur (de vroegere secretaris). “Een tafel is al wat ik nodig heb, al dertig jaar lang”, zegt hij fier. Een bureau heeft de man niet, een computer evenmin. Wel aanwezig op de tafel: een vaste telefoon, een balpen, enkele krantenknipsels, koffie en taart. “Je zal hier amper dossiers vinden. Ik háát papier. Mijn medewerkers doen het klassement.”

Dirk Walraet, verkozen op de Lijst Burgemeester, is de oudste burgervader van onze provincie. Of dat een geuzennaam is? Hij wuift de vraag weg. “Waarom zou ik me zo voelen? Ik mag elke dag werken tussen het jeugdig geweld. De collega’s noemen mij de prins van het prinsdom Spiere-Helkijn. Of beter: de eigenzinnige prins, omdat ik een eigenzinnige koers vaar. En ze hebben gelijk.”

Dat moet u even uitleggen.

“Ik ben geen politieker. Ik ben bouwkundig ingenieur van opleiding. Dat zorgt voor een andere insteek. Ik ben een doener, ik wil dingen realiseren, de rest interesseert me niet. Als ik niet direct resultaat zie, zal ik me rap opwinden. Dat is een verschil met de nieuwe generatie. Die wil eerst mails sturen en wat weet ik nog allemaal. Ik heb een telefoon en dat is genoeg. Wie mij nodig heeft, weet mij te vinden.”

Bent u niet mee met WhatsApp, Facebook en Instagram?

“Maar neen. (lacht) Ik heb wel Facebook en ik zet daar soms iets ludieks op, maar ik antwoord nooit. Tegelijk ben ik wél up-to-date op vlak van ideeën en uitvoeringen. Een dom voorbeeld. Ik wil graag de kerk van Helkijn opfrissen met graffiti. Ik kan je verzekeren dat veel generatiegenoten omhoog springen als ze dat horen.” (lacht)

© Christophe De Muynck

U bent samen met Carlos Kallens (Ardooie) en Koenraad Degroote (Dentergem) de langst zetelende burgemeester van onze provincie. Wat is uw geheim?

“Dat ik geen geheimen heb. Dat is toch zo, Wout? (roept naar zijn secretaris die in hetzelfde kantoor wel een bureau met computer heeft) Ik zal je zeggen waar ik het meest fier op ben. Toen ik hier arriveerde, erfde ik een secretaris, een schrijfmachine en een stootkar. Dat was het. (op dreef) Mijn eerste realisatie was de aanleg van een prachtige industriezone van 25 hectare. Gevolg: tewerkstelling, onroerende voorheffing, extra inwoners, extra inkomsten, enzovoort. Dan kan je vooruit als gemeente. En zie eens hoe modern Spiere-Helkijn vandaag is. We hebben alles wat een gemeente nodig heeft.”

Toch verloor u vorige keer dertig procent van uw stemmen en behield u maar net uw meerderheid. Dat moet pijn gedaan hebben?

“Absoluut. Het zijn de Franstaligen en de ouderen die mij over de schreef getrokken hebben. De jonge generatie heeft niet voor mij gestemd. Zij weet niet meer welke weg deze gemeente heeft afgelegd. Wat vooral pijn heeft gedaan, is de dolk in mijn rug van Rik Vandevenne die vroeger schepen was. Hij heeft mij verraden. ‘De ouwe moet weg’, dat was zijn campagne. (even stil) Maar ik wou niet op deze manier eindigen. Ik ben iemand die graag uitdagingen aangaat. Daarom wou ik verder doen. Bovendien voel ik mij topfit.”

Bestaat het gevaar niet dat u het normaal vindt dat u burgemeester bent?

“Neen. Ik werk elke dag tussen de mensen. Als er iemand een probleem heeft met zijn fietspad, dan los ik dat op. Ik vind niets normaal.”

U bent een autoritair leider, hoor ik waaien.

(lacht) “Is dat zo? Ik zou het moeilijk hebben om een coalitie te vormen, denk ik. Gelukkig is dat hier niet nodig. Als ik een standpunt inneem, dan ga ik ervoor. Maar ik ben geen dictator. Ik laat mijn schepenen vrij om eigen initiatieven te nemen.”

Wat uw parcours nog opvallender maakt: u bent niet van Spiere-Helkijn. Hoe bent u hier aangespoeld?

“Ik ben van Steenbrugge bij Oostkamp. Mijn ouders hadden een plantenwinkel. Toen ik afstudeerde, kon ik districtshoofd worden van Bruggen en Wegen (nu: het Agentschap Wegen en Verkeer, red.) in Kortrijk. Ik heb eerst in Aalbeke gewoond, maar ik was op zoek naar iets ruimer en rustig. Zo ben ik hier beland. Of ik de gemeente kende? Maar neen, helemaal niet.” (lacht)

Waarom wou u aan politiek doen?

“Dat was het gevolg van een weddenschap. Ik was nogal dynamisch, al zeg ik het zelf. Ik was goed gekend in het verenigingsleven. Ik heb hier zelfs de tennisclub opgericht. Ik heb in die tijd, halfweg de jaren tachtig, Roland Rigole leren kennen, een onderwijzer die in de politiek zat. Dat de politiek voor geen meter draait en dat hij ermee wil stoppen, zei hij op een avond.”

“Ik antwoordde al lachend: En ik wou er net mee beginnen. Wel, zei hij, als jij begint, dan ga ik jouw lijst duwen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik werd weinig kansen toegedicht, omdat mijn stamcafé in Kooigem was, een deelgemeente van Kortrijk. Maar zie: we versloegen de twee bestaande lijsten, die aangevoerd werden door landbouwers, en we waren vertrokken.”

Wie was uw politiek voorbeeld?

“De Jabbeekse senator Albert Bogaert (CD&V), de grootvader van Hendrik. Hij had een sigarenhandel. Omdat mijn vader een fervent roker was, kwamen wij daar dikwijls over de vloer. De mannen speelden kaart en rookten sigaren. Ik ging graag mee als kind. Het is trouwens dankzij de senator dat ik na mijn studies werk vond bij de staat. Toen kon dat nog allemaal geregeld worden.” (lacht)

Hebt u een partijlidkaart?

“Ja, maar van Open VLD. Ook dat is de invloed van mijn ouders. Ondanks hun vriendschap met Bogaert waren zij toch vooral liberalen. Maar ik ben geen actief lid.”

Is Spiere-Helkijn een moeilijke gemeente om te besturen?

“Ja, omdat het een faciliteitengemeente is en bovendien een uitzonderlijke, want de Franstaligen, die eigenlijk beschermd moeten worden, zijn in de meerderheid met 67 procent. Wij volgen daarom rigoureus de taalwetgeving. Dat betekent dat elke briefwisseling, elke vergunning, noem maar op, in twee talen moet kunnen. Toen ik voor het eerst opkwam, was Jean-Pierre Detremmerie, de burgemeester van Moeskroen, mijn mentor. Dat was mijn grote geluk. Ik had de francofonen achter mij. Anders was ik nooit zo lang burgemeester kunnen blijven. Ik ben dan wel een West-Vlaming, maar ik ben evenveel vriend van de Walen.”

Zijn er hier geen pesterijen zoals in Voeren en Sint-Genesius-Rode, twee andere faciliteitengemeenten?

“Neen, maar het is dikwijls dansen op een slappe koord. Als we iets organiseren, moeten we goed nadenken. Als we Will Tura vragen, zal er niet veel volk komen. Als we Arno vragen, zal de sporthal vol zitten. In andere gemeenten worden die spanningen aangewakkerd door de politiek, hier niet. Dat is het grote verschil. Wij leven hier met elkaar, niet naast elkaar.”

© Christophe De Muynck

Straks doet u me geloven dat het hier het paradijs is.

(lacht) “Ik jeun me hier.”

Wat met de gezondheid van de inwoners? Vorig jaar bleek dat u informatie achtergehouden hebt over asbest in de sporthal.

(windt zich op) “Dat is niet waar. Dat stond in de krant, maar dat is niet waar. Van zodra ik wist van die asbest, heb ik die informatie overgemaakt aan het onderwijs, want de sporthal wordt gebruikt om les te geven. De school heeft even gewacht, maar uiteindelijk toch beslist om daar weg te blijven. Ik heb die beslissing volmondig gesteund en de sporthal gesloten. We hebben finaal zelfs beslist om de renovatie zelf te financieren. We zijn in plan gelaten door het ministerie en de provincie.”

U hebt toch iets van een politieker. Het is de schuld van een ander.

(onverstoord) “De provincie had steun beloofd, maar is haar belofte niet nagekomen. Een gemeente zoals Spiere-Helkijn heeft eigenlijk niet de middelen om zoiets zelf te financieren. We hebben daarom ook steun gevraagd aan het ministerie van Onderwijs. (fel) Maar denkt u dat Ben Weyts (N-VA, bevoegd minister, red.) daarvan wakker ligt? Zero, niets. Hij doet zelfs de moeite niet om te antwoorden. Ik ben daar heel ontgoocheld over.”

Dat is niet alles. Het water van de Spierebeek is het zwaarst vervuilde zoetwater van Vlaanderen. Het gaat over het intussen beruchte PFOS. Dat is ook schadelijk voor de bevolking?

“Neen, absoluut niet. Wie daar het meeste last van heeft, is de rijkste burger van onze gemeente (doelt op ondernemer Filip Balcaen, red.). De beek stroomt vooral over zijn domein. Let wel: ik lach hier niet mee, ik heb hierover de noodklok geluid. We komen op 22 maart samen met de bevoegde instanties. De vervuiling komt vanuit Moeskroen, wellicht van landbouw of industrie. (feller) Dat moet dus aangepakt worden, maar ik kan dat niet doen, hé. Ik ben geen baas in Moeskroen.”

Hebt u het moeilijk met kritiek?

(aarzelend) “Ja, dat moet ik toegeven. Ik vind de kritiek niet opwegen tegenover mijn realisaties.”

Hoe kijkt u naar de nationale politiek?

(droog) “Ik heb daar een lage dunk van.”

Er zit een tsunami aan te komen van de extremen in 2024, zegt Francis Benoit (CD&V), burgemeester van Kuurne. Denkt u dat ook?

“Ja, hij heeft gelijk. Ik beaam helemaal wat hij zegt. De extremisten zullen winnen, ik ben daar zeker van. Vlaams Belang zal overal goed scoren. Het is te veel geworden voor de mensen. De covid-crisis heeft de mentaliteit helemaal veranderd. Je voelt dat ook hier in Spiere-Helkijn. Er borrelt iets in onze samenleving. De vriendelijkheid en de kameraadschap verdwijnen. De mensen hebben minder contact met elkaar. En dan die energiefactuur. (zucht) Wat een halfslachtige oplossing was dat. De mensen zien hun koopkracht afnemen en dan doet de regering zoiets. Die Vivaldi-regering, wat is dat eigenlijk? Zit er daar een lijn in? Neen, toch? Dat zijn veel te veel partijen samen. Er is ook geen leiderschap. De Croo moet voortdurend schipperen tussen al die partijen. Weet je wat we nodig hebben? Autoritair leiderschap.”

© Christophe De Muynck

Zou u de democratie opheffen?

“Neen, dat zeg ik niet. Er moet een beter evenwicht komen. We hebben een sterke leider nodig die durft beslissingen nemen. Dat kan ook in een democratie.”

U doet me denken aan Leopold Lippens. Hij was 42 jaar burgemeester toen hij stierf. Wil u hem achterna?

“Neen, absoluut niet zelfs. Ik zal 80 jaar zijn bij de volgende stemming. Dan is het tijd om te stoppen. Ik kan niet meer mee met de bureaucratie, met al dat mailgedoe. Het is niet meer te doen. Ik heb u verteld over onze industriezone. In zes maanden tijd was die gerealiseerd. Vandaag zou dat zes jaar duren.”

Wie zal u opvolgen?

“Dat is een groot vraagteken. De jacht is open.”

Hebt u geen kinderen?

“Neen. (zoekt naar zijn woorden) We hebben ongelukkiglijk geen kinderen. Waren wij vandaag jong, dan zou het wel gelukt zijn. Je begrijpt wel wat ik bedoel, zeker? Vooral mijn echtgenote ziet daar van af. Zij was vroedvrouw in het ziekenhuis van Kortrijk. Je kan geloven hoe graag ze kinderen ziet. Maar het is ook voor mij een wonde die nooit heelt.” (zwijgt)

Wat zal u doen als u met pensioen bent?

“Vooral meer reizen. Mijn echtgenote zit nu anderhalve maand in Gran Canaria. Ik ga een weekje mee. Zij is zot van de zon. Ik heb het meer voor Schotland, Ierland en Wales. Als ik wat meer meega naar de zon, zal zij misschien wat meer willen meegaan naar het noorden. (lacht) Ik moet ook dringend wat Knacks inhalen. Ik lees het blad van de eerste tot de laatste pagina, maar de laatste maanden heb ik wat achterstand opgelopen. Ik zal me dus niet vervelen!”