Een jaar lang fietste Marc elke dag 100 km per dag. “Dat was eigenlijk te zot voor woorden”, zegt Marc. “Dat ga ik dus niet meer doen. Maar ik blijf wel fietsen.” ©  Tom Palmaers

Volgens de dokter zou Marc (65) nog amper kunnen fietsen, nu rijdt hij élke dag 100 km

Wellen -

Het begon met een weddenschap aan de kerstdis in 2021: als Wellenaar Marc élke dag van 2022 zo’n 100 km fietste, zouden zijn zonen ervoor zorgen dat hij in de krant komt. Zo, nu weet u ook meteen dat Marc de weddenschap gewonnen heeft. En dat terwijl de dokters hem na een zware behandeling voor prostaatkanker vertelden dat intensief fietsen nooit meer zou kunnen.

Jo Sente

We kunnen het ons levendig voorstellen: de familie Weeghmans geniet van een lekker kerstmenu, de wijn vloeit rijkelijk en er wordt wat gediscussieerd en geplaagd. Tot er een straffe weddenschap op tafel komt. “Ik ben een fietsfanaat en ik had ergens gelezen dat ex-wielrenner Dirk De Wolf elke dag 100 kilometer op de fiets zit”, vertelt Marc. “Aan de feesttafel zei ik dat ik dat ook nog wel zou kunnen.”

Zoon Cédric (32): “Ja, toen begon het hé. Mijn broer Jannick en ik steuken nogal graag. Puh, wat zou gij dat kunnen. Wedden van niet? zeiden we dan. Als gij elke dag 100 km fietst, zorgen wij ervoor dat er een artikel in de krant komt.”

Marc: “Tegen mij moet ge niet wedden, want dan doe ik er alles aan om de weddenschap te winnen. Dus op 1 januari 2022 kroop ik op de fiets voor een eerste van 365 ritten van 100 kilometer.”

Zaterdag reed Marc zijn laatste rit, samen met zoon Cédric. Aan de aankomst werd hij door de familie luid toegejuicht.   ©  Tom Palmaers

Prostaatkanker

Dat het al zover gekomen was, is een klein mirakel. Drie jaar geleden kreeg Marc immers te horen dat hij prostaatkanker had. “Ik doe elk jaar een cardiotest, de dokter laat dan ook bloed trekken. Bij u is dat altijd goed, zei hij, maar toen was het helemaal niet goed.”

“Dat was een heel zware klap”, zegt zoon Cédric. “Onze sportieve papa was ineens ziek. Fietsen en gezond leven zijn heilig voor hem en dat leek plots allemaal weg te vallen.”

Marc was leerkracht lichamelijke opvoeding, koerste zelf bij de liefhebbers, was jeugdcoördinator bij de Limburgse Wielerbond en gaf opleidingen aan jongens die later prof zouden worden. Ook vóór de kankerdiagnose zat hij nog vaak op de fiets. “Maar na de loodzware operatie - ik hing 5 uur ondersteboven - zei de uroloog dat ik vanaf nu nog just naar de bakker of de krantenwinkel zou kunnen fietsen. Toen zat ik echt wel in de put, maar tegelijk werden die harde woorden een uitdaging. We zullen wel zien, zei ik nog tegen de dokter.”

Zoon Cédric reed de laatste rit mee met Marc. ©  Tom Palmaers

Persoonlijke masseur

Amper zes weken later zat de Wellenaar alweer op de fiets. “Eerst maakte ik op een vrouwenfiets een ritje naar mijn mama in Heks, zo’n 20 kilometer van thuis”, vertelt Marc. “Maar ’s anderendaags pakte ik mijn koersfiets van de haak en reed ik er 40 kilometer mee. Na een week zat ik aan 100 kilometer.” En toen was er dus die kerstweddenschap. “Een jaar lang elke dag 100 kilometer fietsen. Ik besefte na mijn stoere woorden dat een jaar wel heel lang is. Je mag niet ziek worden of iets voorhebben. Het zou een hele opoffering worden.”

“De eerste weken gingen vlotjes”, pikt zoon Cédric in. “Maar na zo’n zes maanden kreeg hij het toch moeilijk. 100 kilometer fietsen betekent elke dag 3,5 tot 4 uur op de fiets zitten, dat is heel tijdrovend. Mijn vader heeft nog een flexi-job in een wijnhoeve, in de zomer gaat hij fruit plukken, hij zit in de gemeenteraad en hij werkt veel in zijn grote tuin.”

“Ik wou echt stoppen met die fietsuitdaging, maar Cédric heeft mij erdoor gesleurd”, gaat Marc verder. “Hij werd zelfs mijn persoonlijke masseur. Met frisse benen en nieuwe moed kroop ik weer in het zadel. Vanaf toen viel het allemaal goed mee. Ik haalde soms zelfs 200 kilometer op één dag. Mijn langste rit was er eentje van 230 kilometer, helemaal alleen.”

©  Tom Palmaers

Laatste rit

Bij slecht weer fietste Marc thuis op rollen, hij deed aan mountainbiken én hij is aangesloten bij drie wielerclubs. “100 kilometer per dag, dan zou ik op 36.500 kilometer moeten uitkomen. Uiteindelijk staat de teller nu op 43.300. Die weddenschap heb ik dus glorieus gewonnen”, lacht de Wellenaar. “Mijn dokter kan zijn oren niet geloven. Maar het is vooral een overwinning voor mezelf, mentaal en fysiek. De herstelperiode na de operatie was enorm zwaar. Maar ik heb de ongemakken overwonnen. Soms kreeg ik na enkele tientallen kilometers zware buikpijn, maar ik gaf niet op tot de pijn weg was. Ook het urineverlies kreeg ik onder controle. Hout vasthouden, maar ik voel me supergoed, ook al moet ik de rest van mijn leven medicijnen pakken.”

Zaterdag reed Marc zijn laatste rit, samen met zoon Cédric. Aan de aankomst werd hij door de familie luid toegejuicht. En nu? “Elke dag 100 kilometer fietsen is eigenlijk te zot voor woorden, kapotmakerij. Dat ga ik dus niet meer doen. Maar ik blijf wel fietsen.”

Aangeboden door onze partners