‘Poesje’-speler hangt zijn poppen aan de haak: “Ik zit nog boordevol ideeën, maar het is tijd om met pensioen te gaan”

Antwerpen -

De poppen van Guy Van de Casteele, beter bekend als De Poesje van Sint-Andries, zullen geen zaaltjes meer vullen. Het pensioen lonkt. Hij veroverde Antwerpen, Brussel en zelfs Spanje met zijn poppenkunst, na veertig jaar laat hij zijn behendige handen rusten.

Margot De Clercq

“Niemand kan mij opvolgen. Als er iemand verdergaat als De Poesje moet het op hun eigen manier en liefst beter.” Guy Van de Casteele, beter bekend als De Poesje van Sint-Andries, heeft er een carrière opzitten van veertig jaar als traditionele poppenspeler. “Ik zit boordevol ideeën, maar als ik ze allemaal moet uitvoeren dan heb ik nog drie levens nodig: tijd om met pensioen te gaan. Net zoals er nooit echt een eerste show is geweest, zal er ook geen laatste zijn.”

Met houten stangpoppen speelde Guy jaren in verschillende keldertheaters. Want dat zijn de twee voorwaarde waar een authentieke poppenspeler of De Poesje aan moet voldoen: de poppen worden met twee stangen bediend, aan het hand en hoofd, en het theater wordt meestal opgevoerd in een kelder.

Guy ijverde zelf voor het standbeeldje van De Neus.© Patrick De Roo

Guy stond jaren voor de klas en jaren in zijn viswinkel. Waar hij de klanten leerde koken door zijn vele tips. Maar wanneer de winkel moest opdoeken, was het weer tijd voor iets anders. Hij volgde op 23 februari 1984 eindelijk zijn jarenlange droom.

“Op mijn zeventiende wist ik dat ik poppenspeler ging worden. Ik zag de professionals aan het werk en twintig jaar later werd ik er zelf één.” Het spelen had hij al onder de knie op zijn negen jaar. “Mijn vader was een man met veel talenten, maar theater was er geen van. Hij maakte wel een prachtige poppenkast als Sinterklaascadeau en ik moest er mee optreden. Hij gooide me in het water en ik moest mijn hoofd maar boven water houden.”

Wij

Hoewel hij alle poppen van een Antwerps accent voorzag, waren er steeds meer mensen die de poppen samen met hem bedienden. “Samen met twee tot vijf andere spelers traden mijn vrouw en ik op. Op het podium mocht ze misschien niets zeggen, maar in onze vzw De Verlengde Huiskamer had ze het als voorzitter wel voor het zeggen.”

Veertien jaar deelde hij zij passie met Zita. Ze verhuisden naar Tenerife om daar op te treden en leerden anderen hun kunsten in de poppenschool. Maar tijdens een repetitie trof hij haar aan op de grond in de coulissen. Ze was op slag overleden aan een hersenbloeding. “Het is cru, maar het was de mooiste plek waar ze kon sterven. In het theater.” Hij moest alleen verder met de spelers die hij had opgeleid.

In Spanje leerde Guy leerlingen poppenspelen, hier ook in een school in Berchem.© Patrick De Roo

In de wintermaanden gidste Guy verschillende reizen in Santa Cruz, voor avonturiers en cultuurliefhebbers. En na drie jaar vond hij een nieuw puzzelstukje. “Want het moest allemaal just zijn he, een waardige opvolgster voor Zita. Maar daar was Annike, een Brusselse uit een artistiek nest. Ze had liefde voor poppenspel, Tenerife én de reisleider.

Zijn verdienste als traditionele poppenspeler ging niet onopgemerkt voorbij. In 2004 werd hij door het Koninklijke theater Toone in Brussel geridderd. “Ik moest daar de eed afleggen en heel de rimram, tot hun verbazing deed ik dat in perfect Brussels. Na afloop zei ik trots: ‘Nie slecht voor nen Antwerpeneir he’.” “Het is de grootste waardering die ik ooit kreeg, ik ben daar nog altijd heel trots op. Zeker omdat ik de eerste en waarschijnlijk ook de enige Antwerpenaar ooit ben die deze titel ontving.”

“Ik heb de poppen zelf uit hout gesneden. Rond de eeuwwisseling maakte ik kleinere modellen. Altijd de vlieger en de boot op met die grote poppen, het was goed geweest. De Neus die ik maakte in 2000 is nog steeds dezelfde.” De Neus, een pop met (twee keer raden) een grote neus, speelt steeds de hoofdrol in het traditionele theater.

Poppenspeler Guy met zijn hoofdrol De Neus.© Dimitri Bludts

Hoewel ze zeer secuur opgeborgen worden, zien de poppen stevig af op het podium. “Een klassiek poppenspel eindigt altijd met een gevecht. Het vraagt veel finesse om die laatste scène te spelen, daarom doe ik die liefst zelf.”

Zijn knokge vingers zijn het bewijs van die finesse en van zijn levenswerk. “Andere dokters zullen denken dat ik artritis aan mijn vingers heb. Maar mijn dokter is de zoon van een poppenspeler en herkent deze beroepsaandoening.”

Aangeboden door onze partners