Zitting van maandag 25 september 2023

1. Goedkeuren notulen 26 juni 2023

FEITEN EN CONTEXT

De notulen vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen.

Ze vermelden ook het gevolg dat aan die punten werd gegeven waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft getroffen.

De notulen maken ook duidelijk melding van alle beslissingen.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        artikel 74 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

●        huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 oktober 2019, laatst gewijzigd op 19 december 2022

ARGUMENTATIE

De notulen van de vergadering van 26 juni 2023 liggen ter goedkeuring voor.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Met algemeenheid van stemmen

Besluit

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van 26 juni 2023 goed.

Zitting van maandag 25 september 2023

2. Goedkeuren notulen 12 juli 2023

FEITEN EN CONTEXT

De notulen vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen.

Ze vermelden ook het gevolg dat aan die punten werd gegeven waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft getroffen.

De notulen maken ook duidelijk melding van alle beslissingen.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        artikel 74 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

●        huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 oktober 2019, laatst gewijzigd op 19 december 2022

ARGUMENTATIE

De notulen van de vergadering van 12 juli 2023 liggen ter goedkeuring voor.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Met algemeenheid van stemmen

Besluit

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van 12 juli 2023 goed.

Zitting van maandag 25 september 2023

3. Kennisnemen rapportering intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

FEITEN EN CONTEXT

Volgens artikel 84 § 6 van het decreet lokaal bestuur dient het vast bureau een volledig en geactualiseerd overzicht bij te houden van:

●        alle verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deelneemt.

Minstens eenmaal per jaar wordt de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte gebracht van het geactualiseerde overzicht met een toelichting van alle wijzigingen die zich sinds de vorige toelichting hebben voorgedaan.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, deel 2, titel 1, hoofdstuk 4 afdeling 3 over de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 84 § 6

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald deel 3 titel 3 over de intergemeentelijke samenwerking

ARGUMENTATIE

De raad voor maatschappelijk welzijn dient minstens één keer per jaar kennis te nemen van het geactualiseerde overzicht met toelichting zoals hierboven vermeld.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Besluit

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het volledig en geactualiseerd overzicht van:

1. alle verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin het OCMW deelneemt
2. alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deel uitmaakt, hun statuten en de overeenkomsten die ze hebben gesloten met het OCMW en de toelichting van alle wijzigingen die zich sinds de vorige rapportering van 27 september 2021 hebben voorgedaan.

Zitting van maandag 25 september 2023

4. Goedkeuren samenwerkingsovereenkomst juridische dienstverlening tussen de OCMW ‘s van Geel, Herselt, Hulshout, Meerhout, Westerlo en Laakdal

FEITEN EN CONTEXT

Tussen de OCMW ’s van Westerlo, Herselt, Hulshout en Laakdal werd op 30 oktober 1986 een overeenkomst tot oprichting van een intergemeentelijke juridische dienst aangegaan.

Gelet op het feit dat deze overeenkomst intussen gedateerd is en we als lokaal besturen momenteel in de Eerstelijnszone Zuiderkempen opereren en samenwerken, is er de noodzaak tot aanpassing van deze overeenkomst.

Tijdens een overleg van de algemeen directeurs en de bevoegde schepenen is de intentie geuit om de krachten te bundelen en deze vorm van dienstverlening te organiseren binnen de zes lokale besturen van de Eerstelijnszone.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 77 en 78

●        overeenkomst van 30 oktober 1986 tussen de gemeenten Westerlo, Herselt, Hulshout en Laakdal tot oprichting van een intergemeentelijke juridische dienst

ARGUMENTATIE

De lokale besturen van Geel, Westerlo, Herselt, Hulshout, Meerhout en Laakdal vormen samen de Eerstelijnszone Zuiderkempen.

Er wordt op dit niveau intensief samengewerkt in het kader van het welzijn van de respectievelijke burgers, meer specifiek gericht op de meer kwetsbare burgers.

Op het vlak van juridische dienstverlening is er intussen een jurist van Westerlo aan de slag voor de lokale besturen van Westerlo, Herselt, Hulshout, Meerhout en Laakdal. Anderzijds is er in het lokaal bestuur Geel eveneens een jurist in dienst met quasi dezelfde finaliteit.

Bovengenoemde lokale besturen wensen nu deze samenwerking op het vlak van juridische dienstverlening te formaliseren binnen de OCMW ’s van de eerstelijnszone via een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

Deze samenwerking moet zorgen voor een tweeledige eerstelijnshulp op het vlak van juridische dienstverlening, zowel op het niveau van de maatschappelijke werkers als rechtstreeks naar cliënten toe:

●        dossiergebonden ondersteuning in concrete dossiers: rechtstreeks ten aanzien van cliënten of via de maatschappelijk werker

●        algemene ondersteuning van de sociale diensten van de respectievelijke OCMW ‘s.

De samenwerking zal ook de continuïteit van de dienstverlening versterken en zorgt bovendien voor een expertisedeling binnen de Eerstelijnszone op dit vlak.

Binnen de Eerstelijnszone ontstaat er op die manier een gelijkaardige en gelijkwaardige aanpak inzake juridische eerstelijnshulp met focus op de meest kwetsbare burgers en de maatschappelijk werkers.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Het bedrag van de brutoloonkost en de direct toegewezen werkingskosten (laptop, gsm-kosten, vergoeding woon-werkverkeer, opleidingskosten, …) van de juridische dienst zullen verdeeld worden over de partner-OCMW ’s.

De hierboven omschreven kosten worden verdeeld op basis van volgende parameters:

●        de helft van de totale kost van de juridische dienst wordt verdeeld op basis van inwonersaantal

●        de helft van de totale kost van de juridische dienst wordt gedeeld door 6 (het aantal OCMW ‘s van het werkingsgebied).

Driemaandelijks versturen OCMW Westerlo en OCMW Geel een afrekening naar de partner-OCMW ‘s.

Stemming op naam:

Met 15 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, Luc Lievens, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren, Toon Hendrickx en Jos Tordoor), 3 onthoudingen (Mannu Dox, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck)

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn

Artikel1

Keurt de samenwerkingsovereenkomst juridische dienstverlening tussen de OCMW ‘s van Geel, Herselt, Hulshout, Meerhout, Westerlo en Laakdal goed met ingang van 1 oktober 2023.

Artikel 2

Gelast het vast bureau met het overmaken van een afschrift van dit besluit aan de deelnemende OCMW’ s zoals vernoemd in artikel 1 van dit besluit.

Zitting van maandag 25 september 2023

5. Wijzigen deontologische code voor raadsleden

FEITEN EN CONTEXT

Op 24 februari 2020 stelde de raad voor maatschappelijk welzijn de deontologische code voor raadsleden vast.

Op 3 februari 2023 bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet deontologische commissie.

De nieuwe regeling gaat in 10 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dit decreet wijzigt artikel 39 en 127 van het decreet over het lokaal bestuur.

Op 15 mei 2023 werd dit agendapunt ter bespreking gebracht op de raad voor maatschappelijk welzijn en werd beslist het punt te verdagen.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 39 en 127

●        decreet van 3 februari 2023 tot wijziging decreet 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad

●        beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 24 februari 2020 over 'vaststelling deontologische code voor raadsleden'

●        beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 mei 2023 over 'Wijzigen deontologische code voor raadsleden'

ARGUMENTATIE

Het decreet tot wijziging van artikels 39 en 127 van het decreet over het lokaal bestuur voorziet in de verplichte oprichting van een deontologische commissie. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt in de deontologische code de werkwijze, de samenstelling en de bevoegdheid van de deontologische commissie.

De raad voor maatschappelijk welzijn van lokaal bestuur Meerhout stelde op 24 februari 2020 de deontologische code voor raadsleden vast.

Het decreet deontologische commissie geeft nu aanleiding tot een aanpassing van de deontologische code, meer specifiek het onderdeel aangaande de werkwijze, samenstelling en de bevoegdheid van de deontologische commissie. Hiervoor wordt het aangeleverd addendum van de VVSG als basis gebruikt.

Ook werd het document hernoemd naar 'deontologische code voor lokale mandatarissen' in plaats van 'deontologische code voor raadsleden' en inhoudelijk aangepast zodat duidelijk is op wie deze deontologische code betrekking heeft.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Tussenkomst

Gemeenteraadslid Mannu Dox vraagt om volgend amendement ter stemming voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn alvorens over te gaan tot de stemming van de hoofdvraag betreffende agendapunt 5 'Wijzigen deontologische code voor raadsleden':

'Amendement ter stemming voor te leggen aan de gemeenteraad en RVMW alvorens over te gaan tot stemming over de wijziging van de deontologische code voor de raadsleden

In het voorliggend voorstel tot wijziging van de deontologische code is geen vertegenwoordiging voorzien in de commissie van onafhankelijke raadsleden. Deze onafhankelijke raadsleden zijn democratisch verkozen en vertegenwoordigen een deel van de bevolking.

Uit democratisch standpunt lijkt het aangewezen om deze onafhankelijke raadsleden toch het recht te geven om de zittingen van de deontologische commissie bij te wonen zonder spreek-, beslissings- of presentiegeldrecht. Zeker bij de vaststelling dat één onafhankelijk raadslid, tegen haar wil in, gedwongen werd om als onafhankelijke te zetelen.

In het addendum van VVSG (art. 42) wordt uitdrukkelijk gesteld dat enkel de raad zich kan uitspreken of een mandataris een schending heeft begaan en dit op basis van een gemotiveerd advies (en dus geen uitspraak) van de deontologische commissie. Het lijkt dan ook aangewezen dit op te nemen in de wijziging van de deontologische code en de hiermee strijdige bepalingen te weren of aan te passen.

Het is moeilijk te vatten dat in de toelichtende nota over dit agendapunt letterlijk gesteld wordt: “Hiervoor wordt het aangeleverd addendum van VVSG gebruikt” en dat er niet naar gehandeld wordt…

Amendement 1

Onafhankelijke raadsleden hebben het recht om de zittingen van de deontologische commissie voor lokale mandatarissen bij te wonen zonder spreek-, beslissings- of presentiegeldrecht. Zij zullen mede uitgenodigd worden voor de commissiezittingen.

Amendement 2

Conform de bepalingen van het addendum van VVSG zal in de gewijzigde deontologische code opgenomen worden: “Enkel de raad kan zich uitspreken of een mandataris een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit”.'

Stemming op naam:

stemming amendement 1

Met 7 stemmen voor (Luc Lievens, Mannu Dox, Cris Rutten, Jo Laenen, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck en Toon Hendrickx), 11 stemmen tegen (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, François Tielemans, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren en Jos Tordoor)

Stemming op naam:

stemming amendement 2

Met 7 stemmen voor (Luc Lievens, Mannu Dox, Cris Rutten, Jo Laenen, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck en Toon Hendrickx), 11 stemmen tegen (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, François Tielemans, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren en Jos Tordoor)

Stemming op naam:

stemming hoofdvraag

Met 11 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, François Tielemans, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren en Jos Tordoor), 7 stemmen tegen (Luc Lievens, Mannu Dox, Cris Rutten, Jo Laenen, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck en Toon Hendrickx)

Besluit

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn wijzigt de bestaande deontologische code voor raadsleden, zoals omschreven in de gecoördineerde versie van het document '20230925_deontologischecode_lokale mandataris'.

De wijzigingen aan de deontologische code zijn van toepassing vanaf 26 september 2023.

Zitting van maandag 25 september 2023

6. Aanpassen personeelsformatie en organogram

FEITEN EN CONTEXT

De OCMW-personeelsformatie werd op 24 april 2023 een laatste keer door de raad voor maatschappelijk welzijn gewijzigd.

De functie van woonzorgcentrum directeur werd niet in de algemene Vlaamse IFIC operatie meegenomen waardoor er voortaan een zeer beperkte loonspanning, of soms zelfs negatieve loonspanning, is ontstaan tussen de woonzorgcentrumdirecteurs in de openbare sector en andere onderliggende woonzorgcentrumfuncties.

Teneinde deze onlogische en organisatorisch onwenselijke situatie te kunnen verhelpen wordt door VVSG, met akkoord van de syndicale organisaties, voorgesteld om tot een passendere verloning van WZC-directeurs bij lokale overheden te komen via de toekenning van een IFIC loonbarema zijnde van IFIC 18, IFIC 19 of IIFIC 20, en de keuze daartussen te baseren op objectieve criteria.

Door het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023, het zogenaamde nieuwe rechtspositiebesluit, tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen krijgen lokale besturen meer vrijheid, onder meer om de salarisschalen voor hun functies te bepalen.

Er wordt geadviseerd om de overweging tussen deze drie voorgestelde IFIC loonbarema's 18, 19 of 20, te stoelen op drie objectieve criteria zijnde :

1° de IFIC inschaling van de functie N-1 = is in context van WZC De Berk, de functie van hoofdverpleegkundige met IFIC loonbarema 17.

2° het loonbarema van N+1 = het loonbarema van de algemeen directeur van lokaal bestuur Meerhout aan wie de directeur van WZC De Berk rechtstreeks rapporteert en die het hoogste loonbarema binnen lokaal bestuur Meerhout heeft.

3° de verantwoordelijkheden die aan de functie van de WZC-directeur toegekend zijn, zoals de mate van eindverantwoordelijkheid, de grootte en de veelheid van de diensten, al of niet financiële verantwoordelijkheden of nog andere financiële criteria.

Op basis van een afweging van deze elementen wordt voorgesteld om voor de functie van directeur van WZC De Berk per 1 oktober 2023 het IFIC loonbarema 19 van toepassing te stellen.

De voorgestelde aanpassing aan het verloningsniveau van de directeur van het OCMW woonzorgcentrum De Berk :

●        bekwam een akkoord in het syndicaal onderhandelings- en overlegcomité van 16 juni 2023 

●        werd besproken en gunstig geadviseerd in het managementteam van 12 september 2023

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 meer bepaald artikel 161

●        besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 24 april 2023 houdende de vaststelling van de huidige personeelsformatie en gemeenschappelijk organogram gemeente en OCMW

●        besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

●        besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 , het zogenaamde nieuwe rechtspositiebesluit , tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen

●        rechtspositieregeling voor het OCMW personeel zoals vastgesteld geworden door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 27 juli 2011 en zoals tot op heden gewijzigd, een laatste keer in huidige zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn 

ARGUMENTATIE

Om aan de organisatorisch onwenselijke situatie van de, na de IFIC implementatie ontstane, zeer geringe loonspanning tussen de functie van woonzorgcentrumdirecteur en van de onderliggende functie van hoofdverpleegkundige een oplossing te kunnen geven beveelt VVSG de piste aan tot inschaling van de functie van openbaar woonzorgcentrumdirecteur in een IFIC loonbarema, meer bepaald IFIC catg 18, 19 of 20. De keuze tussen deze 3 aanbevolen IFIC looncategorieën dient op objectieve criteria vastgesteld te worden. Zo het verloningsniveau van de zogenaamde functies N-1 en N+1 die binnen de setting van lokaal bestuur Meerhout de 3 IFIC loonbarema's nog weerhouden. Het derde criterium omschreven als een mix van allerlei specifieke lokale contextelementen zoals de verantwoordelijkheden die aan de functie van de WZC-directeur toegekend zijn, zoals de mate van eindverantwoordelijkheid, de grootte en de veelheid van de diensten, al of niet financiële verantwoordelijkheden of nog andere financiële criteria lijkt dan ook bepalend om een onderbouwde IFIC loonbaremakeuze te maken.

Op basis van de elementen dat:

●        woonzorgcentrum De Berk met 74 bedden als een woonzorgcentrum van middelmatige grootte te beschouwen is

●        dat er een specifieke lokale functieverzwarende context is door de verregaande samenwerking  en integratie-intentie met het ernaast gelegen woonzorgcentrum Ter Kempen

●        dat de directeur van WZC De Berk wel geen formeel juridisch budgethouderschap heeft maar de facto wel instaat voor het beheer van een groot budget

●        dat de directeur van woonzorgcentrum De Berk geen hoofd van het personeel is met eigen aanstellingsbevoegdheid maar dat er binnen WZC De Berk vanuit de hiërarchische lijn wel meer initiatieven en taken op hr vlak opgenomen worden dan in andere diensten

●        dat de directeur van WZC De Berk als manager binnen lokaal bestuur Meerhout instaat voor de grootste personeelsgroep en voor het grootste exploitatiebudget alsook voor het managen van een instelling die 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 uur dienstverlening levert                     

is het aangewezen het door VVSG voorgestelde medio IFIC loonbarema 19 voor de functie van directeur van OCMW woonzorgcentrum De Berk van toepassing te stellen.    

FINANCIËLE GEVOLGEN

De meerkost van een herinschaling van de huidige directeur van woonzorgcentrum De Berk met 31 jaar geldelijke anciënniteit in het IFIC loonbarema 19 in plaats van in de huidige A3 inschaling betreft inclusief patronale bijdragen een 14 000 euro op jaarbasis.   

Er is hiervoor voldoende personeelsbudget beschikbaar.

Er is geen visum vereist.

Stemming op naam:

Met 14 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, Mannu Dox, François Tielemans, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck en Jos Tordoor), 4 stemmen tegen (Luc Lievens, Cris Rutten, Jo Laenen en Toon Hendrickx)

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de OCMW-personeelsformatie en het organogram van lokaal bestuur Meerhout vast zoals voorzien in het document 'Personeelsformatie en organogram gemeente en OCMW Meerhout september 2023' en dit met navolgende aanpassingen erin verwerkt:

●        de voltijdse functie van directeur woonzorgcentrum in statutair verband wordt voortaan ingeschaald op IFIC looncategorie 19 in plaats van voorheen in de traditionele Kelchtermans  A1a-A2a-A3a salarisschalen

Zitting van maandag 25 september 2023

7. Aanpassen rechtspositieregeling uitrol IFIC

FEITEN EN CONTEXT

In uitvoering van het VIA6-akkoord en in het kader van de implementatie van de Vlaamse IFIC-functieclassificatie met bijbehorende IFIC-loonbarema's in de Vlaamse zorgsectoren dienden de meeste in het woonzorgcentrum aanwezige functies, conform de daartoe voorzien protocollen, aan één of meer beschikbare IFIC-sectorfuncties gekoppeld te worden met nieuwe bijbehorende IFIC-loonbarema's.

Deze nieuwe IFIC gebaseerde loonbarema's dienden conform een schrijven van Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen Bart Somers van 22 december 2021 reeds van toepassing gesteld te worden in de loop van 2022 en dit met terugwerkende kracht tot 1 juli 2021.Verdere onderbouwende Vlaamse regelgeving diende op dat moment nog op punt gesteld te worden.

De nieuwe medewerkers die na 1 januari 2022 in woonzorgcentrum De Berk in dienst zullen komen of in dienst kwamen, in functies waarvoor de IFIC-loonbarema's geactiveerd werden, krijgen voortaan automatisch de verloning conform de IFIC-loonabarema's.

De medewerkers van woonzorgcentrum De Berk die een functie uitoefenen waarvoor de IFIC-loonbarema's geactiveerd werden en die in dienst waren voor 1 januari 2022 hebben elk individueel een keuze kunnen maken of ze al dan niet overstapten naar het nieuwe IFIC-loon voor hun functie en dat dan met terugwerkende kracht tot uiterlijk 1 juli 2021 of dat ze hun huidige verloning en de verdere evolutie ervan wilden behouden op basis van de klassieke zogenaamde krachtlijnen Kelchtermans loonschalen van de lokale openbare sector.   

Sedert 8 juli 2022 is er een besluit van de Vlaamse Regering over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het zesde VIA-akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en op 8 maart 2023 werd het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023, het zogenaamde nieuwe rechtspositiebesluit, tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

De voorgestelde aanpassingen aan de rechtspositieregeling werden besproken en gunstig geadviseerd in de verplichte lokale IFIC-begeleidingscommissie in de syndicaal onderhandelings- en overlegcomités tijdens het doorlopen IFIC-implementatietraject.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

●        besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

●        besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023, het zogenaamde nieuwe rechtspositiebesluit, tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen

●        rechtspositieregeling voor OCMW-personeelsleden zoals vastgesteld in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 juli 2011 en zoals tot op heden gewijzigd, een laatste keer door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 23 januari 2023

●        VIA6-akkoord van 6 maart 2021

●        besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het zesde VIA-akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren

●        schrijven van Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen Bart Somers van 22 december 2021 inzake de uitvoering van VIA6, uitrol IFIC en aangepaste barema's

●        verslag van de interne IFIC-begeleidingscommissie van 20 december 2021

ARGUMENTATIE

De rechtspositieregeling dient nog aangepast te worden omwille van de doorgevoerde IFIC-functieclassificatie door koppeling van de nieuwe IFIC-loonbarema's aan de voor IFIC geactiveerde functies binnen het woonzorgcentrum met een officiële toevoeging in bijlage aan de rechtspositieregeling van de nieuwe van toepassing zijnde IFIC-loonbarema's.

Tevens vallen de OCMW-personeelsleden van woonzorgcentrum De Berk en de verzorgenden van de dienst gezinszorg die in het aangepaste IFIC-loonbarema komen niet meer onder de bepalingen van de evolutie van de functionele loopbaan waarbij de verloning in een graad tijdens de loopbaan niet enkel op basis van verworven anciënniteitsjaren evolueert maar ook via doorschaling naar volgende salarisschalen aan dezelfde graad verbonden. In een IFIC-loonbarema is er enkel nog een verhoging van het salaris op basis van opbouw van anciënniteitsjaren.

FINANCIËLE GEVOLGEN

De nieuwe IFIC-lonen zijn reeds in het meerjarenplan gebudgetteerd.

De aanzienlijke verhoging van de loonkost binnen het woonzorgcentrum wordt grotendeels gecompenseerd door extra toegekende Vlaamse middelen ingevolge het VIA6-akkoord zodat de uiteindelijke nettokost voor het OCMW eerder beperkt is.

Met algemeenheid van stemmen

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn

Artikel 1

Stelt navolgende IFIC loonbarema's conform de Vlaamse IFIC-protocollen voor navolgende functies binnen woonzorgcentrum De Berk van toepassing en dit alzo per 1 juli 2021:

●        hoofdverpleegkundige IFIC-loonbarema 17 (IFIC-classificatiefunctie 6320 hoofdverpleegkundige residentiële ouderenzorg)

●        leidinggevende zorg IFIC-loonbarema 17 (IFIC-classificatiefunctie 6320 hoofdverpleegkundige residentiële ouderenzorg)

●        diensthoofd facilitaire diensten focus woonassistentie en kapsalon IFIC-loonbarema 15 (IFIC-classificatiefunctie 2020 dienstverantwoordelijke huishoudelijk onderhoud)

●        diensthoofd facilitaire diensten focus keuken en wasserij 50 % IFIC-loonbarema 16 en 50 % IFIC-loonbarema 13 (IFIC-classificatiefuncties 50 % 2620 dienstverantwoordelijke voeding en 50 % 2030 adjunct dienstverantwoordelijke huishoudelijk onderhoud)

●        kinesitherapeut IFIC-loonbarema 15 (IFIC-classificatiefunctie 4071 kinesitherapeut)

●        referentiepersoon dementie IFIC-loonbarema 15 (IFIC ontbrekende functie, meest passende IFIC-referentiefunctie 6166 referentieverpleegkundige binnen dienst/afdeling)

●        ergotherapeut IFIC-loonbarema 14 (IFIC-classificatiefunctie 4073 ergotherapeut)

●        verpleegkundige met minstens scholing op bachelorniveau IFIC-loonbarema 14 en verpleegkundige met lager scholingsniveau dan bachelorniveau IFIC-loonbarema 14B (IFIC-classificatiefunctie 6370 verpleegkundige residentiële ouderenzorg)

●        maatschappelijk werk(st)er WZC IFIC-loonbarema 14 (IFIC-classificatiefunctie 5070 medewerker sociale dienst in de residentiële ouderenzorg)

●        begeleid(st)er wonen en leven IFIC-loonbarema 12 (IFIC-classificatiefunctie 4078 animator in de residentiële ouderenzorg)

●        zorgkundige IFIC-loonbarema 11 en na verwerving 18 jaar anciënniteit bijpassing tot openbare lokale besturen loonschaal C2 (IFIC-classificatiefunctie 6372 zorgkundige residentiële ouderenzorg)

●        kap(p)(st)er IFIC-loonbarema 6 (IFIC-classificatiefunctie 2071 kapper)

●        woonassistent(e) 50 % IFIC-loonbarema 8 en 50 % IFIC-loonbarema 4 (IFIC-classificatiefuncties 50 % 6071 logistiek medewerker in een verpleeg- of verblijfseenheid en 50 % 2072 schoonmaker)

●        medewerker wasserij IFIC-loonbarema 5 (IFIC-classificatiefunctie 2074 medewerker wasserij).

Artikel 2

Deze nieuwe IFIC-loonbarema's zijn niet van toepassing op de personeelsleden van OCMW woonzorgcentrum De Berk reeds in dienst in de betreffende functie voor 1 januari 2022 en die er uitdrukkelijk niet voor geopteerd hebben om naar de nieuwe IFIC-loonbarema's voor hun functie over te gaan en alzo hun vorige traditionele lokale bestuur salarisschalen behouden alsook de verdere ontwikkeling ervan.

Artikel 3

Beslist dat deze nieuwe bij OCMW Meerhout van toepassing zijnde IFIC-loonbarema's zoals hieronder weergegeven voortaan als bijlage aan de rechtspositieregeling worden toegevoegd.

Artikel 4

In de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel onder titel II de loopbaan, hoofdstuk XI de functionele loopbaan een artikel 116 b als navolgend toe te voegen:

'De bepalingen inzake de functionele loopbaan bestaande uit meerdere salarisschalen, en de verdere evolutie ervan tijdens de loopbaan aan een bepaalde graad gekoppeld, zijn niet van toepassing op de personeelsleden die volgens een IFIC loonbarema verloond worden, hun salaris evolueert enkel verder op basis van de verworven anciënniteit.'

Zitting van maandag 25 september 2023

8. Vaststellen kader inschakelen flexi-jobs bij het OCMW

FEITEN EN CONTEXT

Door de programmawet van 26 december 2022 werd het toepassingsgebied voor flexi-jobs per 1 januari 2023 uitgebreid tot extra sectoren, waarbij de openbare instellingen en diensten van de publieke zorgsector, en werd alzo een wettelijke kader gecreëerd voor de inschakeling van flexi-jobs in zorgondersteunende functies in het woonzorgcentrum.

De gereglementeerde gezondheidszorgberoepen zoals verpleegkundigen, zorgkundigen en paramedici zijn hiervan wel uitgesloten. 

Er wordt voorgesteld om binnen de federale flexiwerkreglementering het kader vast te leggen binnen hetwelk het OCMW Meerhout in de toekomst op de formule van flexi-jobs een beroep zou kunnen doen om tijdelijke personele noden te kunnen ondervangen.

Dit kader voor eventuele inschakeling van flexi-jobs bij het OCMW Meerhout werd:

●        besproken en gunstig geadviseerd in het syndicaal onderhandelings- en overlegcomité van 16 juni 2023.

●        besproken en gunstig geadviseerd in het managementteam van 12 september 2023.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

●        wet van 16 november 2015 houdende diverse sociale bepalingen

●        programmawet van 26 december 2022

ARGUMENTATIE

Via de formule van flexi-jobtewerkstellingen kan aanvullend ingespeeld worden op tijdelijke personele noden in het woonzorgcentrum wat gezien de krapte op de arbeidsmarkt zeker een meerwaarde heeft.

De flexi-jobformule is vanuit fiscaal- en RSZ-standpunt financieel interessant zowel voor de flexibele werkwillige, die aan de ertoe gestelde voorwaarden voldoet, als voor het OCMW als werkgever.    

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Stemming op naam:

Met 14 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, Mannu Dox, François Tielemans, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck en Jos Tordoor), 4 onthoudingen (Luc Lievens, Cris Rutten, Jo Laenen en Toon Hendrickx)

Besluit

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat er, op basis van navolgende motieven en binnen navolgende modaliteiten, door het OCMW Meerhout een beroep op flexi-jobtewerkstellingen gedaan kan worden:

1. om personeelstekorten flexibel te kunnen opvangen en niet in afbouw van gewone tewerkstellingen, dus wegens afwezigheden van regulier personeel en indien de opvang van deze afwezigheden niet kan opgevangen worden door nieuwe gewone contractuele personeelsleden aan te trekken of door extra arbeidsuren aan andere gewone contractuele personeelsleden toe te kennen.
2. enkel voor uitoefening van zorgondersteunende functies binnen het woonzorgcentrum zoals de functie van woonassistent, geenszins voor de uitoefening van verpleegkundige, zorgkundige of paramedische functies die thans ook wettelijk uit het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgesloten zijn.
3. er wordt door het OCMW zelf mee gescreend of de mogelijke flexi-jobber wel aan de wettelijke toelatingsvoorwaarden voor de flexi-jobtewerkstelling voldoet inzake minimale tewerkstelling bij een andere werkgever of inzake statuut als gepensioneerde.
4. de algemeen directeur beslist omtrent het al dan niet tijdelijk inschakelen van flexi-jobtewerkstellingen en is bevoegd tot de aanstelling van flexi-jobbers en tot het afsluiten van de daartoe benodigde raamovereenkomsten en flexi-jobarbeidsovereenkomsten met de flexi-jobbers.
5. de flexijobber die in woonzorgcentrum De Berk een zorgondersteunende functie opneemt zal  verloond worden conform het wettelijke voorzien minimale bruto uurloon voor flexi-jobs in zorgondersteunende functies in de zorgsector zijnde thans 14,29 euro per uur met tevens toekenning van een flexi-vakantiegeld zijnde thans ten belope van 1,10 euro per uur zijnde 7,67 % van het flexiloon, dus met een vergoeding van 15,39 euro per uur in totaliteit.
6. dit flexi-jobuurloon zoals hierboven in punt 5 omschreven wordt gekoppeld aan de verdere evolutie van het wettelijk voorziene flexi-job minimum uurloon voor zorgondersteunde functies in de zorgsector zoals bijvoorbeeld eventuele indexaties ervan.
7. de flexijobber krijgt als verloning enkel het in punt 5 voorziene uurloon en daarbovenop dus geen enkele extra vergoeding, toeslag of extralegaal voordeel.
8. één keer per jaar, normaliter op het eerste van het volgende jaar, wordt op het syndicaal onderhandelings- en overlegcomité een terugkoppeling gegeven over de inschakeling van flexi- jobbers bij lokaal bestuur Meerhout in het voorgaande jaar en dit betreffende de functies, de periodes en de contracturen.       

Zitting van maandag 25 september 2023

9. Opvolgingsrapport 2023 meerjarenplan 2020-2025

FEITEN EN CONTEXT

Op 19 december 2019 keurde de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het meerjarenplan 2020-2025 goed.

Om gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn de mogelijkheid te geven de uitvoering van het meerjarenplan te kunnen opvolgen, heeft het decreet lokaal bestuur de opvolgingsrapportering in het leven geroepen.

De frequentie van de opvolgingsrapportering kan worden bepaald door gemeente- en OCMW raad maar minstens voor het einde van het derde kwartaal moet een opvolgingsrapport over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd worden.

De opvolgingsrapportering bevat minstens volgende elementen:

●        een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan

●        een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar

●        in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan

●        in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        artikel 263 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

●        artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

ARGUMENTATIE

Het opvolgingsrapport 2023 werd opgemaakt door de financieel directeur en bevat alle uitgaven en ontvangsten van het eerste semester van 2023.

De opvolgingsrapportering wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Besluit

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het opvolgingsrapport 2023 voor gemeente en OCMW.

Zitting van maandag 25 september 2023

10. Goedkeuren lastvoorwaarden, gunningswijze en uit te nodigen firma's in het kader van de opdracht 'Elektronisch zorgdossier voor WZC De Berk en WZC Ter Kempen'

FEITEN EN CONTEXT

In het kader van de opdracht 'Elektronisch zorgdossier voor WZC De Berk en WZC Ter Kempen' werd op 7 september 2023 een bestek met nr. MEERHOUT-2023-011 opgesteld door WZC De Berk.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn

●        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

●        wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

●        wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140 000,00 euro niet), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders)

●        koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

●        koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

●        wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen

ARGUMENTATIE

In het kader van de opdracht 'Elektronisch zorgdossier voor WZC De Berk en WZC Ter Kempen' werd op 7 september 2023 een bestek met nr. MEERHOUT-2023-011 opgesteld door WZC De Berk.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 94 596,53 euro exclusief btw of 114 461,80 euro inclusief 21 % btw voor beide woonzorgcentra samen. (WZC De Berk 49 983.78 euro exclusief btw en WZC Ter Kempen 44 612.75 euro exclusief btw)

De raming exclusief btw bereikt de limiet van 140 000,00 euro voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking niet.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

OCMW Meerhout treedt op als aankoopcentrale voor WZC De Berk, gasthuisstraat 27A, 2450 Meerhout en WZC Ter Kempen, Smissestraat 8, 2450 Meerhout bij de gunning van de opdracht.

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

●        Care Solutions nv, Molenberghlei 8, 2627 Schelle

●        Corilus nv, Luchthavenlaan 2, 1800 Vilvoorde

●        Cevi Groep-logins, Generaal De Witte, 2800  Mechelen

●        Cevi nv, Bisdomplein 3, 9000 Gent

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 30 oktober om 11 uur voorgesteld.

FINANCIËLE GEVOLGEN

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024 en volgende jaren, op budgetcode GBB2-ICT/0953-00/613080/OCMW/RVMW/IP-GEEN voor de jaarlijkse exploitatiekosten.

Hiervoor is voldoende budget beschikbaar.

Voor de eenmalige omschakeling en investeringskosten zal er bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan een verhoging van het budget worden opgenomen op de sleutel
GBB2-ICT/0953-00/211007/OCMW/RVMW/ Aankoop software, licenties en rechten WZC De Berk.

Stemming op naam:

Met 15 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, Luc Lievens, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren, Toon Hendrickx en Jos Tordoor), 3 onthoudingen (Mannu Dox, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck)

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn

Artikel 1

Keurt het bestek met nr. MEERHOUT-2023-011 van 7 september 2023 en de raming voor de opdracht 'Elektronisch zorgdossier voor WZC De Berk en WZC Ter Kempen', opgesteld door WZC De Berk goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 94 596,53 euro exclusief btw of 114 461,80 euro inclusief 21 % btw voor WZC De Berk en WZC Ter Kempen samen.

Artikel 2

Keurt goed dat bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal OCMW Meerhout optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze overheidsopdrachten of raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten plaatst die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald :

WZC De Berk en WZC Te Kempen.

Artikel 4

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Zitting van maandag 25 september 2023

11. Goedkeuren opstart Peuterspeelpunt Huis van het Kind Geel, Laakdal en Meerhout en de Buitenschoolse Kinderopvang De Meerkatjes Meerhout

FEITEN EN CONTEXT

Sinds 2016 participeert het lokaal bestuur van Meerhout in het Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout. De ondersteuning van Huis van het Kind gebeurt op diverse vlakken, zowel naar medewerkers, partners in het brede welzijnslandschap als beleidsvoorbereiding.

Om optimaal gebruik te maken van het aanbod van Huis van het Kind is het aangewezen om een peuterspeelpunt op te richten in Meerhout. Huis van het Kind krijgt op deze manier meer zichtbaarheid en kan inspelen op de lokale noden en vragen die tijdens de ontmoetingsmomenten naar boven komen. Tal van projecten en acties die momenteel in de peuterspeelpunten van Geel en Laakdal georganiseerd worden, kunnen overgenomen worden in Meerhout.

In Laakdal en Geel is reeds enige tijd een peuterspeelpunt aanwezig. Zij merken een grote meerwaarde, voor alle gebruikers. De opgedane ervaringen van deze besturen kunnen meegenomen worden in de uitbouw van het peuterspeelpunt in Meerhout.

Een peuterspeelpunt is een ontmoetingsruimte voor kinderen tot 3 jaar en hun mama, papa, grootouders of andere opvoeder. De kinderen kunnen in een speelpunt wennen aan andere kinderen, een andere omgeving, andere volwassenen. Zo zal de stap naar de kleuterschool kleiner zijn.

Ouders, grootouders of babysit blijven de hele tijd aanwezig, kunnen samen met de kleintjes spelen en gezellig met andere opvoedingsverantwoordelijken praten. Zij kunnen elkaar niet alleen ontmoeten, maar ook bijstaan bij de opvoeding van hun kinderen, een netwerk uitbouwen en ervaringen uitwisselen. Zo leggen ze op een aangename en speelse manier contacten. Ze leren reflecteren en zoeken naar antwoorden, samen met anderen en met de begeleiders.

De begeleider(s) van het peuterspeelpunt houdt(en) alles mee in de gaten en nodigt(en) de bezoekers uit om er een leuk moment van te maken.

Een peuterspeelpunt is geen kinderopvang. Ouders of andere opvoeders zijn het ganse ontmoetingsmoment zelf verantwoordelijk voor het toezicht op hun kind(eren) en worden verondersteld samen met hun kind(eren) te spelen en dingen te ontdekken. Het peuterspeelpunt zet vooral in op betrokkenheid en participatie) - er worden geen lange opvoedkundige gesprekken gevoerd. De begeleiders zijn geen experten op alle domeinen, maar hebben de nodige bagage om ouders verder te helpen en zo nodig door te verwijzen als het vragen betreft waarbij gespecialiseerde kennis noodzakelijk is.

Momenteel loopt een tijdelijk project met een deskundige opvoedingsondersteuning Huis van het Kind. Zij is vaak aanwezig in een peuterspeelpunt en kan opvoedingsvragen mee opvolgen of advies geven. De ervaringen van Geel en Laakdal beamen dit. Dit project loopt nog tot midden 2024. De uitbouw van een peuterspeelpunt biedt een concrete mogelijkheid om deze ondersteuning meer zichtbaar te maken.

De inrichting van een peuterspeelpunt sluit aan bij de beleidsdoelstelling 4 waar we stimuleren dat burgers deelnemen aan de samenleving.

De gezinswerker van het OCMW begeeft zich, vanuit de werking van de sociale dienst, al volop op het terrein van het ondersteunen van jonge/toekomstige gezinnen. In tandem met de maatschappelijk assistenten werkt zij in kwetsbare gezinnen rond zeer diverse aspecten van opvoedingsondersteuning, ze zet samen met de scholen in op huiswerkbegeleiding, ze neemt zelf heel wat vragen op, maar kent ook de sociale kaart zeer goed en heeft een breed professioneel netwerk zodat doorverwijzing naar meer gespecialiseerde hulp- of dienstverlening vlot kan verlopen.

Binnen Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout ligt de focus niet alleen op kwetsbare gezinnen en kinderen, maar wordt gewerkt aan een aanbod voor alle inwoners, ongeacht achtergrond, leefsituatie of financiële toestand. Jonge mensen die voor de eerste keer ouders worden, inwijkelingen die nog niet meteen een groot netwerk van vrienden en kennissen hebben, alleenstaande moeders of vaders met onzekerheden betreffende het ouderschap, eenoudergezinnen die zich sociaal geïsoleerd voelen of  geconfronteerd worden met praktische beperkingen. Zij leren elkaar kennen binnen deze ontmoetingsplek.

Een peuterspeelpunt is een laagdrempelig opstapje voor al deze mensen die zoekende zijn naar hun opvoedende rol in deze samenleving, maar evengoed is het een plek waar mensen initiatieven leren kennen zoals een sportkamp, een buitenschoolse kinderopvang, een Huis van het Kind, een vormingsaanbod, een zomerschool, de plaatselijke jeugdverenigingen en sportinitiatieven,… Kortom het sociale en culturele leven waar zij zelf en hun kinderen aan zullen kunnen deelnemen.

In het kader van plan Samenleven zijn er mogelijkheden om kwetsbare anderstalige ouders via een peuterspeelpunt oefenkansen te geven om de Nederlandse taal te leren of om een netwerk uit te bouwen.

Het verhuizen van de werking van de sociale dienst naar het gemeentehuis heeft tot gevolg dat de huidige werking binnen de sociale dienst niet langer verder gezet kan worden. Een aantal van de lopende projecten kan, mogelijk in licht aangepaste vorm, gekoppeld worden aan het peuterspeelpunt. Denk hierbij aan de pamperbedeling, Feestvarken, verdelen van schoentjes voor kwetsbare kinderen... De concrete invulling wordt nog verder uitgewerkt.

Er zijn reeds verkennende gesprekken geweest met de buitenschoolse kinderopvang De Meerkatjes in het kader van een geschikte locatie en personeelsinzet. De BKO wil hier zeker in ondersteunen. Het peuterspeelpunt wordt georganiseerd op momenten dat er geen andere kinderen aanwezig zijn. Tijdens de schoolvakanties zal er geen peuterspeelpunt georganiseerd worden. Daarnaast is er ook bereidheid om personeel in te zetten. Hiervoor wordt 2x 0,1 FTE medewerker op C-niveau voorzien om het peuterspeelpunt 1x per week een halve dag te organiseren. Het doel is om dit te voorzien via een contractuitbreiding bij kandidaten vanuit de huidige BKO-medewerkers. Een functieprofiel is opgenomen in de bijlage.

Er zal ook een werkingsbudget voorzien worden van 1.500 euro om specifieke aankopen te doen. We denken aan fruit, water, soep... of specifiek en leeftijdsgebonden speelgoed of benodigdheden (verzorgingskussen, kinderstoel...).

Het voorstel is om het peuterspeelpunt vanaf begin 2024 effectief te organiseren zodat er voldoende voorbereidingstijd is. De voorbereidingstijd zal voornamelijk gericht worden op de selectie en opleiding van het personeel van de BKO en op voldoende communicatie om het peuterspeelpunt bekend te maken bij de brede bevolking en mogelijke partners.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

●        beslissing raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2017 over 'Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst feitelijke vereniging Huis van het Kind Geel - Laakdal - Meerhout'

ARGUMENTATIE

Het lokaal bestuur participeert in Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout en maakt op dit moment geen optimaal gebruik van het volledige aanbod. Een peuterspeelpunt creëert een ontmoetingsmoment waar het totaalaanbod van Huis van het Kind zichtbaar kan worden gemaakt. Er wordt op middellange termijn onderzocht welke projecten verder geïmplementeerd kunnen worden in Meerhout in samenwerking met het peuterspeelpunt.

De opvoedingsondersteuner zal tijdens deze momenten aanwezig zijn en laagdrempelig advies verlenen.

Het peuterspeelpunt is voor alle burgers van Meerhout (en Geel en Laakdal) toegankelijk. Er zijn reeds jonge gezinnen die in Geel naar het peuterspeelpunt gaan. Als het in de eigen gemeente georganiseerd wordt, leren ze ook mensen uit de eigen buurt kennen.

Het aanbod wordt afgestemd met Geel en Laakdal zodat er op verschillende weekdagen in een van de drie gemeenten een peuterspeelpunt georganiseerd wordt. Dit vergroot de mogelijkheid voor jonge gezinnen om naar een peuterspeelpunt te gaan en in contact te komen met andere ouders en tevens ook het aanbod van Huis van het Kind.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Er is voldoende budget beschikbaar.

Registratiesleutel: GBB2-WEL1/0945-00/620200/OCMW/RVMW/IP-GEEN

Jaar: 2024 en volgende jaren.

Beschikbaar: 11.386 euro

Bedrag: 11.000 euro

Er is geen visum vereist.

Met algemeenheid van stemmen

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn

Artikel 1

Gaat akkoord met de opstart van een peuterspeelpunt onder begeleiding van Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout in de BKO De Meerkatjes in Meerhout vanaf 2024. De voorbereidende gesprekken en selectie van het personeel kan al van start gaan in het najaar 2023.

Artikel 2

Gaat akkoord met een contractuitbreiding van 2x 0,1 FTE medewerker op C-niveau om het peuterspeelpunt 1x per week een halve dag te organiseren. Huidige BKO-medewerkers kunnen zich kandidaat stellen voor deze functie.

Artikel 3

Gaat akkoord met het bijgevoegde functieprofiel begeleid(st)er peuterspeelpunt.

Zitting van maandag 25 september 2023

12. Bestendigen bijdrage Huis van het Kind

FEITEN EN CONTEXT

In de budgetbesprekingen MJP 2022 werd een verhoging van de werkingsmiddelen van Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout goedgekeurd. De verhoging van de werkingsmiddelen werd gevraagd om een deskundige opvoedingsondersteuning in dienst te nemen om gedurende twee jaar te onderzoeken wat de impact van deze functie binnen onze intergemeentelijke werking Huis van het Kind kan betekenen.

Om dit te kunnen betalen werd de intergemeentelijke bijdrage voor het Huis van het Kind voor Geel, Laakdal en Meerhout verhoogd van 0,75 euro per inwoner naar 1,25 euro.

Op 14 maart 2022 startte de deskundige opvoedingsondersteuning binnen het intergemeentelijk Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout met een tijdelijk contract van 2 jaar.

13 maart 2024 loopt dat contract af. Na 17 maanden uitbouw en onderzoek blijkt deze functie zijn vruchten af te werpen en is ze zeker een meerwaarde binnen de werking Huis van het Kind. Daarom stellen we voor om dit contract te bestendigen voor onbepaalde duur in een 30,4/38 voltijdsequivalent.

Binnen Huis van het Kind is er een medewerker opvoedingsondersteuning 80 % voltijdsequivalent. Deze medewerker werkt de opvoedingsondersteuning in Geel, Laakdal en Meerhout verder uit in samenwerking met de lokale actoren en partners.

Deze persoon:

●        is binnen Geel Laakdal Meerhout het aanspreekpunt rond alle opvoedkundige vragen, voor zowel de gezinnen, scholen, als voor de andere dienst- en hulpverleners. Zij zal de eerste opvoedingsvragen detecteren, verhelderen en gezinnen kortdurend vasthouden en waar nodig door verwijzen naar langdurige en meer gespecialiseerde hulp.

 Er is reeds een goede samenwerking opgebouwd met de gezinswerker van de sociale dienst.

●        is aanwezig op lokale ontmoetingsmomenten bv. binnenspeeldag, dag van het gezin,… waardoor het een vertrouwd gezicht wordt voor de gezinnen en ouders sneller met een vraag komen. De opstart van een peuterspeelpunt biedt een extra ontmoetingsmoment in Meerhout.

●        kent de sociale kaart in de ruime omgeving en zorgt hierdoor voor naadloos schakelen naar gepaste hulp indien nodig.

●        is binnen de 3 gemeenten de brugfiguur tussen onderwijs en welzijn. In Meerhout wordt dit luik nog verder uitgewerkt.

●        organiseert het kindwelzijnsoverleg: Dit is een thema-gericht netwerkmoment en wordt door alle deelnemers (scholen, organisaties binnen de hulpverlening,…) als zeer positief ervaren. Partners weten elkaar sneller te vinden en er is een grotere samenwerking. Drempels tussen partners binnen verschillende levensdomeinen worden weggewerkt.

●        heeft een netwerk uitgebouwd met verschillende partners en zoekt samen met hen naar de meest gepaste hulp, op maat van het gezin.

●        ondersteunt in de uitwerking en update van sociale media en communicatie rond laagdrempelige opvoedingsondersteuning.

●        werkt initiatieven uit naargelang de noden van de gezinnen en partners. Bv. lezing, workshops gespreksavonden.

●        zet in op de werking rond Sterrenkinderen.

Ondertussen hebben de verschillende organisaties de weg gevonden naar de deskundige opvoedingsondersteuning en betekent deze functie voor zowel gezinnen als organisaties een grote meerwaarde. Er zijn nog heel wat uitdagingen waarop tot nu toe nog niet werd ingezet, maar waar zeker nog bijkomende opportuniteiten liggen.

●        Nog meer brug slaan met de scholen, aanwezig zijn op info-avonden, teamvergaderingen en eventueel schooloverleg in de 3 gemeenten

●        Samenwerking met de buitenschoolse opvang rond doorverwijzing ouders

●        Samenwerking met CLB verder uitbouwen

●        Kwetsbare anderstalige mama’s binnen Moeder-taal ondersteunen rond opvoeding en vb. ook de schoolstart. Het project Moeder-taal wordt nog niet in Meerhout georganiseerd. Het peuterspeelpunt kan hier mogelijkheden bieden om dit ook in Meerhout te organiseren of geïnteresseerden warm toe te leiden naar Geel.

●        Inzetten op ouderparticipatie zodat het Huis van het Kind nog meer een Huis van en door ouders wordt

●        Samenwerking met OPZ

Een raming van de kosten voor de komende jaren:

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

●        beslissing raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2017 over 'Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst feitelijke vereniging Huis van het Kind Geel - Laakdal - Meerhout'

ARGUMENTATIE

We zijn overtuigd van de meerwaarde van dit aanbod opvoedingsondersteuning binnen een Huis van het Kind.

In het decreet ‘geïntegreerd gezins- en jeugdhulpbeleid’ dat in het najaar zal goedgekeurd worden en gebaseerd is op de conceptnota Vroeg en Nabij, wordt er vaak verwezen naar het belang van opvoedingsondersteuning vanuit het Huis van het Kind. 'We streven ernaar dat ieder kind kansrijk opgroeit, maximale ontwikkelingskansen krijgt en de nodige bescherming ontvangt in kwetsbare situaties.'

Met ons aanbod opvoedingsondersteuning zetten we zeker in op de belangrijke speerpunten in het decreet:

●        Laagdrempelig: Gezinnen kunnen terecht in Huis van het Kind zonder afspraak, er is altijd iemand die luistert, het is een vertrouwde plek, geen aanmeldprocedure,… ook voor doorverwijzende instanties.

●        Snel: geen lange wachttijden, binnen de twee weken is er een eerste contact

●        Outreachend: opvoedingsondersteuner is een gekend gezicht op het peuterspeelpunt, binnenspeeldag, buitenspeeldag, dag van het Gezin….. door zelf naar de ouders te stappen neem je een drempel weg voor hun. Ze komen hierdoor sneller met vragen.

●        Preventief: er is een intensieve samenwerking met de regioverpleegkundigen van het consultatiebureau voor ouders met baby’s. Ouders kennen zo vlak na de geboorte van hun kind het aanbod van Huis van het Kind.

●        Pro-actief: door de vele contacten met de gezinnen krijgen we als Huis van het Kind zicht op de noden van jonge ouders. Het aanbod wordt hierop afgestemd door o.a. infoavonden, extra speelmomenten creëren,….

●        Vroegdetectie: We streven ernaar om vroegtijdig signalen op te vangen bij kinderen die wijzen op een stoornis of psychische/psychiatrische problematiek. We schakelen hier naar gespecialiseerde hulp in de vorm van diagnostiek en/of psychische ondersteuning. Hoe sneller dit gedetecteerd wordt, hoe meer ontwikkelingskansen het kind krijgt. De intensieve samenwerking met de gezinswerker en bij uitbreiding alle maatschappelijk werkers is cruciaal.

●        Naadloos aansluiten op meer gespecialiseerde hulp: De opvoedingsondersteuning in Huis van het Kind is beperkt in tijd en aantal. Indien nodig wordt er mee gezocht naar de juiste vervolghulp en aanmelding. Dit zorgt voor continuïteit in de zorg.

●        Samenwerking met andere diensten (gedeelde verantwoordelijkheid): Andere diensten kunnen gebruik maken van onze expertise in de vorm van een consult, een huisbezoek samen doen, een voortraject van hun hulp of een tijdelijke overname (Bv. bij geen plaats via crisismeldpunt, begeleiding CLB in vakantieperiodes)

●        Proportioneel universalisme: We zijn er voor ieder gezin. Voor diegene die ons wat meer nodig hebben, passen we ons aanbod aan. We bieden ondersteuning op maat van het gezin.

Daarom willen we de functie van deskundige opvoedingsondersteuning bestendigen voor onbepaalde duur in een jobtime van 80 %.

Dit impliceert dat de samenwerkingsovereenkomst voor het intergemeentelijk Huis van het Kind wordt bijgestuurd. De tussenkomst van de gemeentes voor Huis van het Kind wordt dan blijvende € 1,25 per inwoner (+ jaarlijkse indexering aan de lonen) en dit voor onbepaalde duur.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Er is onvoldoende budget beschikbaar.

Registratiesleutel: 2023/4.3.11/0944-00/649700/OCMW/RVMW/IP-GEEN

Jaar: 2023

Beschikbaar: 3000 euro

Bedrag: 12.926,2 euro

De bijkomende budgetten zullen opgenomen worden in de eerstvolgende budgetwijziging.

Er werd een visum aangevraagd aan de financieel directeur op donderdag 7 september 2023.

De financieel directeur verleende op donderdag 7 september 2023 het visum met nummer 2023-51-O.

Stemming op naam:

Met 15 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Roger Verheyen, Wim Nysmans, Luc Lievens, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren, Toon Hendrickx en Jos Tordoor), 3 onthoudingen (Mannu Dox, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck)

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn

Artikel 1

Gaat akkoord met een bestendiging van de tussenkomst voor Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout van 1,25 euro per inwoner rekening houdend met de verwachte stijging van de loonsindex. De bijkomende budgetten zullen opgenomen worden in de eerstvolgende budgetwijziging.

Artikel 2

Gaat akkoord met het voorstel om de bijkomende middelen in te zetten voor een vaste contract voor de functie van deskundige opvoedingsondersteuning voor 0,8 FTE niveau B1-B3 in Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout.

Zitting van maandag 25 september 2023

13. Mededelingen

Mededeling

De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben geen mededelingen.

Zitting van maandag 25 september 2023

14. Aanvullende agenda

Aanvullende agenda

Geen aanvullende agenda.

Zitting van maandag 25 september 2023

15. Mondelinge vragen van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn

Mondelinge vragen

De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben geen mondelinge vragen.