Herk-de-Stad

In 1107 wordt in een pauselijk document de naam Harke vermeld. In 1318 werd koning Eduard II van England er tot vicaris van het keizerrijk aangesteld. De stad floreerde in de 14de en 15de eeuw en werd reeds in de 14de eeuw versterkt. Herk-de-Stad was één van de Goede Steden van het graafschap Loon. In 1386 werden haar stadsrechten herbevestigd (Loon werd na 1366 integraal deel van het Prinsbisdom Luik). Er waren twee burgemeesters, tien raadsleden en vijf ambachten. De schepenen spraken Luiks recht voor de binnenkuip van de stad en Loons recht voor de buitengelegen gehuchten. Voor het Luiks recht trad de schepenbank van Luik op. Voor het Loons recht de buitenbank van Bilzen. De parochie behoorde tot het bisdom Luik, aartsdekenij Haspengouw, dekenij St.-Truiden. De kerk stond ter begeving van het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw van Maastricht en was de moederkerk van Schulen en Wijer.

Van de 13de eeuw tot 1794 luidde de naam Wuest-Herck. De Franse bezetter maakte er Herck-la-Ville van om onderscheid te maken met Herck-Saint-Lambert. Later werd het vertaald naar Herk-de-Stad, maar de stad verloor in België zijn stadsrechten. In 1985 werden ze bij Koninklijk Besluit hersteld. In 1971 werd Donk bij Herk-de-Stad gevoegd en in 1977 Berbroek (waar Schulen reeds bij hoorde sinds 1971).

In Herk-de-Stad waren er allicht slechts twee schansen nl. in de deelgemeente Schulen.

Recent onderzoek o.a. door Paul Bonneux bracht ook in Schakkebroek een schans aan het licht.

Annie Leemans vond in 02/2018 nog een verwijzing naar een schans in Donk

De geschiedenis van Wuest-Herck werd omstandig beschreven door Annie Leemans in 'Conflicten'. Je kan het HIER nalezen.

(met dank aan Annie Leemans voor de foto van het zegel)