Château Jaap

Velen fronsten de wenkbrauwen toen Jaap van Rennes, een Nederlander die zijn fortuin had gemaakt in de horecagroothandel, op het kasteel van Genoels-Elderen wijndruiven begon te verbouwen. Zijn toewijding en een pak geld zorgden er evenwel voor dat zijn wijnen op blinde proeverijen niet afsteken tegenover menig chablis.

Het typeert hem. Kwaliteit primeert op kwantiteit. De 67-jarige kasteelheer van Wijnkasteel Genoels-Elderen beheerst de kunst van het savoir-vivre. Meer dan 25 jaar geleden streek deze Nederlandse Limburger in Lanaken neer. Fiscaal vluchteling, zoals dat heet. Maar ook de bijna vijandige houding die ze toen in Nederland tegenover bedrijfsleiders aannamen, joeg hem naar het buitenland. “Weet je dat ik op het punt heb gestaan om met mijn gezin naar Amerika te emigreren? Ik was die socialisten zo moe. Ze jankten dat die ‘verrekte prestatiezucht’ de kloof tussen rijk en arm groter maakte. Gelukkig kwam toen de christen-democraat Dries Van Agt aan de macht, die een ommekeer in de Nederlandse politiek inluidde. Zakelijk succes mocht weer.”

En zakelijk succes heeft Van Rennes gekend. Naar eigen zeggen maakte hij zijn fortuin in de horecagroothandel. Eind de jaren tachtig kon hij zijn carrière verzilveren toen een multinational zijn bedrijvenpark overnam. “We woonden toen in een grote villa met een zwembad, een tennisterrein, een Rolls-Royce, noem maar op. We hadden zelfs eigen huispersoneel, maar mijn vrouw en ik waren doodongelukkig. We maakten zelfs ruzie over de leeftijd van de paarden van onze buren,” lacht Van Rennes. “In het leven heb je luxepaarden en werkpaarden. Wij zijn niet in de wieg gelegd als luxepaarden.” Samen kwamen ze tot het besluit dat ze weer aan het werk moesten. In Genoels-Elderen, een deelgemeente van Riemst, konden ze een neoclassicistisch kasteel uit de achttiende eeuw op de kop tikken, met daaromheen een prachtig domein van 48 hectare. In 1990 werden daar de eerste wijnstokken aangeplant. Nu beslaat de wijngaard al 16 hectare.

Wijnland België

België staat niet bekend als een wijnproducerend land. Het telt nauwelijks 40 hectare wijngaarden. Bovendien ligt het te noordelijk om echt kwalitatieve wijnen te maken, zo luidt het. Maar enkele amateur-wijnbouwers uit het Hageland bewezen het tegendeel. Onder impuls van Maurice Fol, voorzitter van de vzw Interprofessionele Hagelandse Wijnbouwers, kreeg het Hageland in 1997 na jaren ijveren de erkenning als Appellation d’Origine Contrôlée (AOC). “Ik moest zelf alle informatie opzoeken, want de Vlaamse ambtenaren wisten niet hoe die procedure in zijn werk ging. Momenteel voldoen er in het Hageland een tiental wijnbouwers aan de kwaliteitseisen. Het commerciële succes blijft niet achter, want iedereen denkt aan bijplanten,” zegt de man die van zijn collega’s de bijnaam Meneer Appellation Contrôlée kreeg. De toekomst ziet er voor deze jonge wijngaarden ook goed uit, want het is een feit dat de kwaliteit van de druiven met de jaren toeneemt.

Aangespoord door het succes van de Hagelanders waagde ook het oostelijker gelegen Haspengouw een poging om een AOC aan te vragen. Drijvende kracht achter dit initiatief was natuurlijk Van Rennes, die kon rekenen op de steun en ervaring van Maurice Fol. Het was ondenkbaar dat het ministerie van Economische Zaken een AOC aan slechts één bedrijf zou toekennen. Daarom moest Van Rennes op zoek naar Haspengouwse collega’s die wilden meedoen. En het lukte. Sinds 6 januari 2000 mag de Belgische Nederlander samen met vier andere wijnbouwers met de AOC-erkenning zwaaien. “De kwaliteitsvereisten om de beschermde herkomstbenaming te krijgen, werden wel bewust lager gelegd dan onze normen,” zegt Van Rennes. “Anders zou er waarschijnlijk niemand van de Haspengouwse wijnbouwers in staat zijn geweest om mee te doen. Ik vind het dan ook fantastisch dat vier collega’s de nodige inspanningen willen leveren.”

Wijngeheimen prijsgeven

Kwaliteit. Tijdens een gesprek met Van Rennes valt het woord om de haverklap. “Onder de 5 euro (circa 200 frank) per fles kun je onmogelijk goede wijn maken,” zegt Van Rennes vastberaden. “Daarvoor is de grond en het personeel te duur. Het is jammer dat sommige collega’s toch rotzooi maken, maar je kunt hen dat moeilijk kwalijk nemen. Soms krijgen ze nog geen halve euro per liter wijn. Maar dergelijke knoeiers kunnen heel veel schade toebrengen aan de collega’s die wél plichtsbewust de allerhoogste kwaliteit nastreven.”

Een van de mogelijkheden om de kwaliteit te verbeteren, is de productie per hectare te beperken. In Duitsland bedraagt de gemiddelde opbrengst maar liefst 108 hectoliter per hectare. Voor chablis, waarmee de wijnen van Wijnkasteel Genoels-Elderen het meest worden vergeleken, ligt de wettelijke grens op 50 hectoliter per hectare. Van Rennes gaat echter nog verder. Hij streeft naar een maximale opbrengst van zowat 35 hectoliter per hectare.

Met het ouder worden van de stokken, verhoogt de eerstkomende jaren automatisch ook het rendement van de wijngaard. Toch wil dochter Joyce, die verantwoordelijk is voor de vinificatie van de wijn, niet meer dan 100.000 flessen per jaar maken. “Anders komt daar zoveel ander, administratief, werk bij kijken, dat we verplicht zouden zijn een keldermeester in dienst te nemen. Aan hem zou ik dan al de keldergeheimpjes moeten prijsgeven, en dat wil ik niet.” Van Rennes wil geen enkel risico nemen. Vooraleer nieuwe stokken aan te planten, worden eerst het klimaat en de bodem grondig geanalyseerd. Op basis van die resultaten selecteert hij dan de meest geschikte druivenvariëteit.

De kwaliteit van zijn wijnen wordt meer en meer erkend door binnenlandse en buitenlandse kenners. Wijnjournalist Etienne Van Steenberghe: “In het begin dacht ik ook dat het iemand was met veel geld die zich een folietje wou permitteren. Maar hij blijft zich manifesteren. Zijn Chardonnay Goud ( nvdr – de topper van Wijnkasteel Genoels-Elderen) is echt een uitzonderlijk product. Het is verrassend dat men in België tot zoiets in staat is.”

Geavanceerde wijnkelder

De weersomstandigheden ontsnappen echter aan de controle van deze kwaliteitsfreak. “Iedereen heeft het altijd over dat slechte klimaat van ons. Maar ons huidig klimaat is net hetzelfde als dat van de Bourgogne honderd jaar geleden. En toen werd daar toch ook al kwaliteitswijn gemaakt. De absolute uitdaging voor elke wijnbouwer is goede wijn te maken in de moeilijke jaren. Toch is het niet uitgesloten dat het weer je zo in de steek laat dat het gewoon onmogelijk is om kwaliteitswijn te maken met de opbrengst van de wijngaard. We hebben het nog niet voorgehad, maar in dat geval zullen we er niet voor terugdeinzen om dat jaar geen wijn op de markt te brengen. Dan gaat al het sap naar onze stookketel waaruit we dan marc of grappa stoken.”

Op 30 november werd de nieuwe kelder van het Wijnkasteel Genoels-Elderen ingehuldigd. “Onder het kasteel bevonden er zich al 23 kelders waarin vroeger ook wijn werd gemaakt, maar die voldeden niet meer voor 100% aan onze eisen,” vertelt Van Rennes. “We hebben toen beslist om een totaal nieuwe kelder te graven. Daardoor beschikken wij nu over de meest geavanceerde kelder in de wereld waarin we naast de temperatuur en de vochtigheid ook de hoeveelheid zuurstof kunnen aanpassen.” Een grapje van meer dan 1,2 miljoen euro of 48 miljoen frank. In 2000 werd er ook al voor 3,5 miljoen euro of 141 miljoen frank geïnvesteerd.

Het kan dan ook niet anders dat dergelijke zware investeringen sporen nalaten in de resultatenrekening van het Wijnkasteel Genoels-Elderen. Vorig jaar bedroeg het verlies meer dan 380.000 euro of 15 miljoen frank. Het zal trouwens nog jaren duren voor er winst wordt gemaakt. Maar dat kan ook niet anders want de inkomstenstroom is nog vrij beperkt. In 1999 werd zelfs een negatieve brutomarge opgetekend. Momenteel wordt de oogst van 1998 verkocht. Dit houdt in dat de oogst van 1999, die van 2000 en ook die van 2001, in totaal 185.000 flessen, nog steeds in de kelders ligt. Maar de personeelskosten, de etiketten, de flessen, de kurken enzovoort van die jaargangen zijn al lang betaald. Om een dergelijke onderneming tot een goed einde te brengen is er een immens werkkapitaal nodig. Niemand twijfelt echter aan de solvabiliteit van Van Rennes.

Zopas heeft de kasteelheer nog twee mensen extra in dienst genomen, wat het totaal op acht brengt. Tijdens de pluk krijgen die tijdelijk versterking van 45, vooral Turkse werknemers, uit de Luikse regio. “Die komen elke avond hun identiteitskaart afhalen en dan krijgen zij hun dagloon uitbetaald. Alles gebeurt volgens het boekje. Zwart geld is uit de tijd. Het past niet bij een bedrijf dat vooruitstrevend wil zijn.”

Tot tweemaal toe werd Van Rennes benaderd door een grote distributeur die zijn volledige productie wou opkopen, maar daar heeft Van Rennes geen oren naar. “Ik voel me lekkerder bij ons huidig systeem waarbij de volledige productie op het kasteel wordt verkocht. Jaarlijks bezoeken 20.000 toeristen het kasteel en er zijn er maar weinig die vertrekken zonder iets te hebben gekocht. Op termijn willen we ook een cliënteel van restauranthouders opbouwen. In dat opzicht hebben we dit jaar voor het eerst deelgenomen aan Horeca-Expo in Gent. Op die manier ben ik dus opnieuw in mijn oude vak terechtgekomen,” lacht Van Rennes. “De cirkel is rond.”

Dirk Van Thuyne

“Weet je dat ik op het punt heb gestaan om met mijn gezin naar Amerika te emigreren? Ik was die socialisten zo moe.”

[Jaap van Rennes]

“Het is jammer dat sommige collega’s rotzooi maken. Maar wat wil je: soms krijgen ze nog geen halve euro per liter wijn.”

[Jaap van Rennes]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content