Direct naar artikelinhoud
ReportageBrussel

‘Een jaar geleden leek het hier wel oorlogsgebied, en moet je nu eens kijken’

Een stapel brandend afval op een plein in Anderlecht. De daders zijn verdwenen.Beeld Stéphanie Romans

De échte herrieschoppers lieten zich in Brussel niet tegenhouden door een coronaregel meer of minder. Net als vorig jaar staken onruststokers tientallen auto’s en nog meer vuilnisbakken in brand. Maar dankzij diezelfde coronaregels had de politie hen dit jaar veel sneller in de gaten. Onze journalist liep op oudejaarsnacht mee met een politieploeg van de zone Brussel-Zuid. ‘Een jaar geleden leek het hier wel oorlogsgebied, en moet je nu eens kijken.’

Video wordt geladen...

Elk ander jaar weten ze bij de Brusselse politie vrij zeker wat ze van de jaarwisseling mogen verwachten: hopen vuurwerk, brandende auto’s en een hoog risico op confrontaties. Maar hoe het déze keer zou gaan? Niemand die het kon voorspellen. De avondklok, die in de negentien Brusselse gemeentes overal ingaat om 22 uur, kon een godsgeschenk blijken. Maar evengoed ontplofte de maatregel in het gezicht van de ordediensten.

Eén ding is zeker: de zes Brusselse zones waren op het ergste voorbereid. Niemand wilde een herhaling van wat er twee jaar geleden in Molenbeek gebeurde. Relschoppers verrasten de politie en sloegen aan het plunderen. De manschappen op het terrein konden niets tegen die menigte beginnen. Ze konden alleen toekijken hoe tientallen jongeren winkels kort en klein sloegen.

Bidons met benzine

Om herhaling te vermijden bereidden de ordediensten zich al weken voor op de Saint-Sylvestre van 2020. Zo had politie afgesproken dat de netheidsdiensten zoveel mogelijk afval zouden ophalen langs de straat. Grote afvalcontainers, houten palletten en hoge stapels karton moesten weg - op zijn minst in de gevoeligste wijken zoals Kuregem, het Lemmensplein en het Sint-Denijsplein. De speurders maakten bovendien al weken jacht op vuurwerk. Een inspanning die in Molenbeek al tot de vangst van meer dan een ton illegale knallers leidde. Tot enkele uren voor aanvang van de feestnacht ontdekken inspecteurs nog een vijftal bidons met benzine die klaarstaan voor gebruik.

Op een gevel verscheen vlak voor de jaarwisseling deze graffiti.Beeld Marc Baert

Toch lijken bepaalde onruststokers er zo hun eigen versie van goede voornemens op na te houden. Op een gevel in de Elooystraat schreven ze een nieuwjaarswens: Joyeuses émeutes. (Gelukkige rellen)

De taak van eerste commissaris Filip Bombaert (46): voorkomen dat die nieuwjaarswens uitkomt. Hij heeft in de nacht van oud op nieuw het commando op het terrein in de politiezone Brussel Zuid (Anderlecht, Sint-Gillis, Vorst), waar de Vlaming al sinds 1993 werkt. Samen met inspecteurs Gaetan (28) en Adrien (30) zal hij de hele nacht op pad zijn in een anonieme politiewagen.

Commissaris Filip Bombaert en inspecteurs Gaetan en Adrien laden hun beschermingsmateriaal in.Beeld Marc Baert

Het is half zeven ‘s avonds als Adrien het parkeerterrein achter het politiecommissariaat in de Demosthenesstraat in Anderlecht verlaat. Voorlopig is het nog rustig in de wijken. “Vorig jaar hadden we nu al de eerste incidenten”, zegt Bombaert. Maar wat niet is, kan nog komen.

Een half uur later komt de eerste melding van een autobrand binnen aan de Goujons, zo heten de woonblokken in Grondelstraat. Inspecteurs Adrien, Gaetan en hun collega’s zoeken achter de woontorens naar verdachten. Bombaert loopt mee en wijst bij de volkstuintjes naar de bidons tussen de planten. “Controleer eens even of daar water in zit?”, zegt hij tegen een inspecteur. Geen detail ontsnapt aan zijn aandacht. 

Een ambulance werd eventjes omringd bij deze woonblokken in Anderlecht, de politie kwam ter plaatse om bescherming te bieden indien nodig.Beeld Stéphanie Romans

Niet veel later meldt de radio alweer een autobrand, dit keer aan Aumale. Mogelijk zijn de daders het ommuurde park in gevlucht, want achter de toegangspoort staat een berg vuilnis in brand. “Pas op dat er niets over de muur vliegt”, waarschuwt inspecteur Gaetan. Aan de andere kant van het park hebben jongeren nadarhekken geplaatst, om de weg te versperren voor de politie. Agenten controleren de identiteit van drie jongeren, maar er is geen hard bewijs tegen hen.

 “Wat is daar toch zo plezant aan, de auto van je buurman in brand steken?”, vraagt Bombaert zich af als hij weer in de auto stapt. “Ik begrijp dat niet. De grootste slachtoffers zijn de mensen uit hun eigen straat. Waarom zou je dat je buren aandoen?”

De politie ondersteunt de brandweer bij het blussen van een voertuigbrand.Beeld Marc Baert

De autobranden zijn zowat de aftrap van een kat- en muisspel tussen politie en jongeren dat nog uren zal duren. Het is nog geen 22 uur als Bombaert een belangrijke melding hoort: een zestigtal jongeren verzamelt zich in de omgeving van Clemenceau en het Raadsplein. Hij stuurt een ploeg van de Koban CPO, een team van de nabijheidspolitie, dat de wijk en haar inwoners haarfijn kent.

Onbekende Gezichten

Als de ploeg meldt dat er onbekende gezichten rondlopen in de buurt, beseft Bombaert dat hij op het randje balanceert. “Grijp je te snel in, dan ben je misschien de hele avond aan het vechten. Doe je te lang niets, dan groeit de massa. Dat is een groot risico. Je hebt maar een kleine harde kern nodig en een bende meelopers om de boel te doen ontsporen.” Hij geeft het bevel om metrostation Clemenceau te sluiten. “Zeg dat de metro die halte moet overslaan.”

De kans is namelijk groot dat de Onbekende Gezichten met de metro zijn gekomen. Dat weet Bombaert omdat hij kan volgen wat zijn collega’s in buurgemeente Brussel-Stad doen. Daar hebben ze al eerder op de dag veel incidenten te verwerken. De jongeren die zij wegjagen, duiken wellicht de metro in en komen boven in Clemenceau.

Bombaert belt alvast versterking van de federale politie. Team Juliette komt hem tegemoet. Aan het Zuidstation wachten de ploegen af. Het is kwart voor tien. De ploeg op het Raadsplein laat weten dat de sfeer nog niet grimmig is. Er lopen veel jongeren, maar wel in kleine groepjes. “Zeg hen maar dat ze om 22 uur thuis moeten zijn. Anders schenden ze de avondklok”, zegt Bombaert.

Een groepje jongeren dat na het ingaan van de avondklok nog op straat rondhangt, in de buurt van een brand, moet mee naar het commissariaat.Beeld Stéphanie Romans

De minuten tikken weg. De avondklok gaat in. We wachten. “Verschillende groepjes vertrekken naar huis”, zegt een stem uit de politieradio. Elders breken intussen nog verschillende branden uit. Onbekenden hebben een stapel afval in brand gestoken tegen de gevel van een huis. De politiemannen zien een groepje jonge mannen, dat nog rondloopt in de straat. “Wat doen jullie nog op straat?”, vraagt de commissaris. “Het is al veel te laat.” De politie neemt hen allemaal mee naar het commissariaat. Als de jongens in een arrestatiebusje zitten, wijst een inspecteur naar de hoge berg afvalzakken en karton langs de straat. “Dat had toch weg moeten zijn?”

Bagdad

Jongeren op het Lemmensplein hebben het achtergebleven karton gebruikt om midden op het plein brand te stichten. Weer stuift iedereen weg zodra de politie aan komt rijden. Zo gaat het steeds: jongeren komen hun huis uit, steken iets in brand, en zitten in een flits weer binnen.

De ploegen zijn rond middernacht zo druk bezig, dat het een kwartier duurt voor iemand beseft dat het 2021 is. Vorig jaar zag Brussel er rond hetzelfde tijdstip heel anders uit. “Het leek toen wel Bagdad, zoveel vuurwerk was er”, zegt Bombaert. “Je wist op den duur niet meer of de pijlen nu van links of rechts kwamen. We hadden toen ook veel meer confrontaties, met jongeren die vuurwerk naar ons gooiden. Dat is dit jaar een heel stuk minder.”

Een stapel brandend afval in het midden van het Lemmensplein.Beeld Stéphanie Romans

Dat heeft natuurlijk alles te maken met de coronamaatregelen. De hoge boetes zijn één ding, maar wellicht niet eens de belangrijkste factor, denkt commissaris Bombaert: “Er zijn geen grote fuiven, geen caféruzies én geen mensenmassa’s. En een massa, dat is net wat je nodig hebt om rellen te starten.”

Betrapt in de jacuzzi

Rond 1 uur kruipen de mensen thuis stilaan in bed. Dat betekent ook dat de luidruchtige buren, die te veel bezoek hebben, bij de politie worden verraden. De ploegen reageren massaal op een melding over een lockdownfeestje in de Schotlandstraat. Een buur zag dat er aan de overkant zeker tien mensen samen in de jacuzzi zaten. Gek, vindt de politie, want op datzelfde adres staan officieel maar vier mensen ingeschreven. 

De bewoner aan de deur kijkt verbaasd: “Zijn jullie hier allemaal vanwege mij?” Hij legt uit dat de mensen in de jacuzzi wél in het gebouw wonen. Ze staan alleen niet ingeschreven. Ze huren maar voor korte duur. “Wij denken toch dat hier iets niet klopt”, zegt een politievrouw. De man wil de deur dichtdoen, maar een politieman houdt hem tegen. “We komen pas binnen als het parket toestemming geeft”, zegt de politievrouw. “Maar ik zou de deur open laten: anders moeten we die straks openbreken.” Het parket geeft nog geen minuut later toestemming om de woning te betreden. De mensen in het bubbelbad krijgen allemaal een coronaboete.

De politie wacht op toestemming van het parket om een huis te betreden waar een lockdownfeestje zou hebben plaatsgevonden.Beeld Stephanie Romans

Het is half drie ’s nachts als Adrien de anonieme politiewagen terugzet op de parkeerplaats achter het hoofdcommissariaat. Hier en daar zijn er nog wat incidentjes, maar de politie kan de inzet op het terrein stilaan afbouwen. Het cellencomplex in de Demosthenesstraat zit propvol. 62 mensen zijn vannacht opgepakt in de drie gemeentes van de politiezone. “Acht voertuigbranden in totaal”, is de optelsom die de commissaris met zijn collega’s in een vergaderzaal maakt. 

Ondanks de relatief rustige nacht, is de zone een van de koplopers. “Helaas lijkt het hier de traditie te worden, zoals in Frankrijk. Voor ons blijft het nu eenmaal lastig om die branden te voorkomen. Maar vergeleken met vorig jaar, was het deze keer veel rustiger”, zegt Bombaert. De commissaris kan straks tevreden naar huis. De mensen die vastzitten in het cellencomplex klinken een stuk minder tevreden. Ze joelen luid en beuken tegen de celdeuren. Het lawaai is tot in de vergaderzaal te horen. 2020 werd alvast niet het jaar van de joyeuses émeutes.

De cijfers

De voorbije oudejaarsnacht hebben de zes Brusselse politiezones 528 interventies uitgevoerd. Dat zijn er een stuk minder dan vorig jaar. Toen hadden de zes politiekorpsen hun handen vol met 2.025 interventies. Toch bleef het aantal voertuigbranden vrijwel gelijk ten opzichte van een jaar eerder. Afgelopen oudejaarsnacht werden 20 auto’s in brand gestoken, een jaar eerder waren dat er 21. 

De zes Brusselse politiekorpsen pakten afgelopen nacht  209 mensen op. Vorig jaar verrichtte de politie in totaal 211 arrestaties. Ook dit jaar richtten brandstichters veel schade aan aan straatmeubilair. Zo brandde er in Schaarbeek een fietsbox uit, en gingen overal in Brussel heel wat vuilnisbakken in vlammen op. 

De politiekorpsen legden donderdagnacht zes lockdownfeestjes stil. De lokale politie van de zone Brussel-Hoofdstad Elsene trof op drie feestjes vijf personen aan. Op een vierde feest, waren acht  drie gevallen vijf personen en in één geval acht personen. In Brussel Zuid ging het om een feestje met tien personen. In Brussel Noord waren vijftien personen stiekem samengekomen.

 Tot slot kregen 84 personen een proces-verbaal omdat ze de avondklok niet respecteerden. 55 mensen hebben een boete gekregen, omdat  ze het samenscholingsverbod hadden geschonden.