Direct naar artikelinhoud
Lander Deweer.
ColumnBlik op België

In Couvin proberen de grensbewoners te begrijpen waarom hun Franse buren zo massaal op Marine Le Pen stemden

Lander Deweer is journalist. 

Terwijl hij zijn laatste frieten naar binnen werkt en nog snel een slok bier achteroverslaat, zegt Thierry dat hij niet begrijpt waarom zo veel van zijn dorps- en streekgenoten op Marine Le Pen hebben gestemd. “Er zijn hier amper buitenlanders, behalve Belgen. En met hen komen we toch goed overeen?”

Al zijn hele leven is Thierry vrachtwagenchauffeur. Hij woont twee dorpen verderop, vlak over de grens in Frankrijk, en is met een lading hout op weg naar Mariembourg, een deelgemeente van Couvin.

Zoals wel vaker houdt hij hier zijn middagpauze, in café-restaurant Les Routiers, pal op de grens tussen België en Frankrijk. Het bier is Belgisch. Op de televisie speelt een Franse zender. Blijkens het bord waarop zowel in het Frans als het Nederlands het menu is geschreven, kunnen de klanten vandaag kiezen tussen lasagne en steak-friet. “Toen ik hier dertig jaar geleden begon, was het elke dag drummen aan de toog”, zegt uitbaatster Jojo. “Dat is al lang niet meer het geval.”

Bunker van Hitler

Les Routiers is gelegen aan de monding van de N5, de steenweg die ontspringt aan de Hallepoort in Brussel en via Charleroi en Philippeville naar Frankrijk loopt, waar hij aansluit op de in 2018 geopende autosnelweg richting Reims.

Wie het café-restaurant buitengaat, bevindt zich nog net op Belgische bodem. Dit is het land tussen Samber en Maas, de streek van groene valleien en vreemde toeristische trekpleisters: het zinkgat van Fondry des Chiens en de bunker van Hitler in Brûly-de-Pesche.

Traditiegetrouw staat de PS hier sterk; bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 behaalde de socialistische partij 37,51 procent van de stemmen.

Couvin.Beeld rv

Honderd meter links van Les Routiers, voorbij het al jaren gesloten douanekantoor, begint Frankrijk. Het dorpje Gué-d’Hossus met name, waar tijdens de laatste presidentsverkiezingen 66,82 procent van de inwoners op Marine Le Pen stemde.

Ook in de omliggende dorpen Taillette, Fumay en Rocroi won de frontvrouw van het radicaal-rechtse Rassemblement National overtuigend van de zittende president Emmanuel Macron, die vorige week aan zijn tweede ambtstermijn begon.

“Die score deed pijn”, zegt vrachtwagenchauffeur Thierry, wiens grootouders na de Russische Revolutie in 1917 vanuit Oekraïne naar het noorden van Frankrijk vluchtten. “Ik kan begrijpen dat veel mensen boos zijn, maar onder Le Pen zou het toch niet beter worden?”

Papi Jumper

Aan de andere kant van de autosnelweg, bij de kerk van Gué-d’Hossus, is een feesttent opgetrokken. Na twee coronajaren viert de gemeente feest, met dj Papi Jumper, meters bier en een petanquetoernooi – jawel, dit is Frankrijk.

Achter het gemeentehuis geeft gemeentearbeider Simon de geraniums water. “In de eerste plaats gaat het om proteststemmen tegen Macron en het hele politieke systeem”, zegt hij. “Le Pen is hier ook actief campagne komen voeren, met slogans die bij iedereen aanslaan. De koopkracht verhogen, de pensioenleeftijd verlagen: ze belooft gewoon wat er op dat moment populair is. En wie het niet breed heeft, of niet lang genoeg nadenkt, is daar natuurlijk vatbaar voor. Met racisme heeft het niets te maken. De weinige Arabieren die hier woonden, zijn verhuisd naar Parijs of Straatsburg, waar er wel nog veel werk is.”

Ooit was alles anders, en al zeker het stemgedrag in deze regio. “Toen de fabrieken nog open waren, stemde zo goed als iedereen hier op de communistische of socialistische partij”, zegt Simon. Ondanks alles blijft hij optimistisch. “We hebben de natuur én we liggen op 100 kilometer van Brussel en op 200 van Parijs. Wat wil je nog meer? En op een dag strijkt hier opnieuw een grote fabriek neer, daar blijf ik in geloven.”

Voor Modassar, de Pakistaanse uitbater van de tabakswinkel tegenover café-restaurant Les Routiers, maakt het weinig uit. “Mijn winkel draait goed”, zegt hij. “Mensen blijven sigaretten kopen, ik ben gelukkig. De Fransen zijn iets minder vriendelijk dan de Belgen, heb ik de indruk. Maar zodra iemand iets onbeleefds of racistisch zegt, stel ik mijn grenzen. I am a tough guy. En mocht het politieke klimaat opeens veranderen, dan kan ik nog altijd verhuizen, niet?”