Direct naar artikelinhoud
InterviewDaan Stuyven

Muzikant Daan Stuyven: ‘Ik ben dankbaar dat ik nog leef’

Muzikant Daan Stuyven: ‘Ik ben dankbaar dat ik nog leef’
Beeld Hannes Vandenbroucke

Op een heuvel in de Vlaamse rand rond Brussel staat een oude vierkantshoeve. Samen met het omliggende grasland vormt ze Daanland, het private pretpark van Daan Stuyven (54), muzikant, zanger en sinds kort ook aspirant-hippie. ‘De existentiële vraag op dit moment is: hoe kan ik Daantje blijven op oudere leeftijd?’

Het zijn de laatste dagen van de Indian summer. Op het binnenplein staan de mobiele hangmat en de grote trampoline nog op het gras. Op het verhoogde terras doet een lange tafel dienst als hangplek, lunchplek en kantoor in de gezonde buitenlucht. De grote glazen deuren van de leefkamers staan wagenwijd open. Vogeltjes fluiten in de windstilte.

BIO

geboren op 24 september 1969 in Leuven

vormde eind jaren 90 met ex-dEUS-gitarist Rudy Trouvé de band Dead Man Ray

maakte in 1999 zijn solodebuut met het album Profools

brak door in 2002 met de single ‘Swedish Designer Drugs’

won in 2004 de ZAMU-award voor beste album met Victory, scoort daarna aan de lopende band hits: ‘Housewife’, ‘Exes’, ‘Icon’...

bracht in 2007 een duet met Bobbejaan Schoepen: ‘De lichtjes van de Schelde’

zorgde voor dé verrassing in Liefde voor muziek met een cover van ‘Intro’ van Metejoor

woont en werkt in Overijse

Ik ken de indeling van Daanland nog van eerdere bezoeken. De vleugel met de slaapvertrekken, waar de gordijnen altijd gesloten zijn. De vleugel met de studio, waar hij de geluidscollages maakt die later onze oren bereiken. De vleugel met de keuken die overloopt in een enorme woonkamer – waar nu het salon is, stond vroeger een auto als decorstuk. De ruim bemeten schuur met het hoge podium, waar weleens try-outs met zijn band en intieme concerten plaatsvinden.

Op deze verraderlijk idyllische plek probeert Daan Stuyven het werkelijke leven te verzoenen met het imaginaire. Het werkelijke leven als vader van drie kinderen bij drie verschillende moeders. Het in hoge mate imaginaire leven van de scheppende kunstenaar, in zijn geval dat van muzikant en zanger. Handen uit de mouwen, hoofd in de wolken.

Over de kinderen niets dan goeds. Zijn zoon George (24) is leraar Nederlands en Engels in een Franstalige school. “Hij lacht altijd, hij zit goed in zijn vel.” Dochter Michelle (16) heeft het artistieke gen geërfd. “Enkele maanden geleden begon ze plots op gitaren te tokkelen, ze speelt nu al beter dan ik na vijf jaar oefenen.” En Samuelle Lou Jane (4), de jongste spruit, heeft net een lang en zorgeloos weekend bij hem doorgebracht. Hun moeders zijn uit het zicht verdwenen, maar niet uit zijn leven, en al helemaal niet uit de planningen.

Daan Stuyven: ‘Ik ben dankbaar voor het feit dat ik nog leef. Het is nu mijn ambitie om ook het volgende decennium zonder kleerscheuren door te komen.’Beeld Hannes Vandenbroucke

Hij ziet er gezond uit, zij het ook een beetje moe. Aan de Daan van vroeger zou je de vraag gesteld hebben waarop je het antwoord al wist: “Zwaar feestje gehad?”

“Nee, ik ben gewoon keihard aan het werk”, lacht de Daan van vandaag. “Ik heb een paar nachten na elkaar slecht geslapen van pure opwinding.” In zijn imaginaire leven is het ook Indian summer, zo blijkt.

“Ik weet als geen ander dat het leven van een artiest met ups en downs gaat. Soms heb je af te rekenen met, euh, externe factoren die zoveel emotionele energie kosten, dat het pure creëren naar de achtergrond wordt gedrongen. Muziek maken wordt op zo’n moment iets futiels, zelfs irrelevants. Maar op dit moment heb ik de rust, de vrijheid en de luxe om muziek opnieuw belangrijk te laten zijn. Ik ben heel bewust en geconcentreerd aan een nieuwe plaat bezig. En ik ben in vorm. Dus ik moet nu doorduwen, want het kan zo weer voorbij zijn. (lacht) Muziek blijft mijn favoriete uitlaatklep, stel ik dezer dagen met veel genoegen vast. Het beste wat ik kan, het liefste wat ik doe.”

Heb je daar de voorbije jaren soms aan getwijfeld?

“Het is in elk geval lang geleden dat ik me zo heb gevoeld. Evident is het niet, hoor, eens je de vijftig voorbij bent. Het leven wordt serieuzer en serieuzer, terwijl muziek maken iets is wat je fris en onbezonnen moet kunnen doen. Dus ik moet mijn uitlaatklep zien af te schermen van het sérieux van het leven. Dat is best een lastige opdracht. (denkt na) Hoe dieper je doordringt in de jungle van het leven, hoe dichter het struikgewas wordt, en hoe vreemder de dieren die je tegenkomt. Maar je wil niet aan de rand van het woud blijven zitten, je moet erdoor. Ik hou van bossen!”

Je praat in raadsels, Daan.

“Ik bedoel: je moet onbekend terrein blijven verkennen, risico’s nemen, een zekere zotheid zien te behouden, en er tezelfdertijd over waken dat je mentaal op de rails blijft en geen karikatuur van jezelf wordt.”

Daan Stuyven: ‘Als muzikant kan je niet overleven van je platen alleen, je moet ook een personage cultiveren. Dat heb ik gedaan, ja, maar ik had mezelf nog veel minder au sérieux moeten nemen.’Beeld Hannes Vandenbroucke

Wordt dat het thema van de nieuwe plaat: waardig ouder worden in de muziek?

“We lopen nu enigszins op de feiten vooruit, maar: ja, dat is voor mij de existentiële vraag op dit moment: hoe kan ik Daantje blijven op oudere leeftijd? Hoe sleur ik dat onbezonnen kind doorheen zijn vijftiger en zestiger jaren? Net was ‘La chanson des vieux amants’ van Jacques Brel nog eens op de radio. Het liedje met de fameuze zin: ‘Il nous fallut bien du talent, pour être vieux sans être adultes.’ Dat is de grote uitdaging, hè. Maar om te beginnen ga ik een vrijgevochten plaat maken. Wilder, stoneder en vrijer dan ooit!”

Heb je inmiddels geleerd om ‘stonede’ muziek te maken zonder roesmiddelen?

“Ik hang het in elk geval niet meer uit. I don’t push my luck anymore. Ik ben dankbaar voor het feit dat ik nog leef, en ik kan ertegen dat men mij tegenwoordig met ‘meneer’ aanspreekt bij de bakker. Het is nu mijn ambitie om ook het volgende decennium zonder kleerscheuren door te komen. Ik ben pas 54 geworden. Er bestaat een 27-club, maar er is ook zoiets als een 2x27-club...”

De 27-club ken ik. Jimi Hendrix, Janis Joplin, Jim Morrison, Kurt Cobain: allemaal gestorven op hun 27ste, door toedoen van drank en drugs.

“Juist, en de 2x27-club, dat zijn de groten die con brio de kaap van de 27 hebben genomen, maar die in hun vijftiger jaren alsnog zijn gesneuveld: Michael Jackson, Prince, George Michael, mijn oude held Robert Palmer... Ik probeer mezelf ervan te doordringen dat, als ik de 65 haal, mij nog een kwarteeuw vol onbezorgd geluk wacht.”

Huiselijk geluk, opgeluisterd met muziek uit eigen hoeve?

“Nee, want ik ben op mijn best als ik op reis ben. Geef mij een landschap en een fiets om erdoorheen te rijden, en mijn hersenen beginnen vrolijk te knetteren. Drop mij op een onbekende plek en ik vind mezelf opnieuw uit. Ver van huis word ik vanzelf lyrisch.

“Enkele weken geleden was ik in Woodstock om opnames te maken voor de nieuwe plaat. Eind deze maand vertrek ik naar Italië. En daarna ga ik ook nog naar India. Ik heb geen internationale carrière, zoals je weet. (lachje) Dus ik moet op eigen houtje de wereld intrekken. Als men mij niet uitnodigt, ga ik wel ongenood.”

Daan Stuyven: ‘Ik haal letters op bij mensen die op het punt staan om hun winkel te sluiten. Eigenlijk is het hier een rusthuis voor letters.’Beeld Hannes Vandenbroucke

Straks word je nog een oude hippie.

“Dat is het streven! Een hippie is voor mij geen langharige jointroker met een gitaar en een hond, maar een eeuwige outsider, een dolende ziel, een principiële einzelgänger. Iemand die zich niet in een keurslijf laat persen en blijft experimenteren. Iemand die op de tast leeft en werkt.

“Ik was in de staat New York, om een pelgrimstocht te maken langs de huizen die Edward Hopper heeft geschilderd in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, maar belandde toevallig in Woodstock. Ik kreeg spontaan zin om de studio in te duiken; in het wilde weg belde ik een paar mensen. Ze vroegen: ‘Wanneer wil je komen?’ Ik antwoordde: ‘Vanavond of morgenvroeg, morgennamiddag heb ik mijn terugvlucht.’ ‘Wie wil je hebben?’ ‘Iemand die pedal steel-gitaar speelt.’ In België vind je nauwelijks mensen die dat instrument beheersen. Ze stelden Cindy Cashdollar voor, een vrouw die vijf grammy’s heeft gewonnen en Bob Dylan heeft begeleid. Maar aan haar durfde ik mijn embryonale demo’s niet te laten horen, ik heb iemand anders gevraagd. Dat ging heel vlot en gemoedelijk, hippies onder elkaar. En in Italië wil ik op zoek gaan naar muzikanten die de soundtracks van spaghettiwesterns hebben ingespeeld. Alles om te verhinderen dat mijn muziek Vlaams-Brabants gaat klinken.” (lacht)

Jij gaat het nogal eens zoeken in het groteske, in de overdrijving, in het soort zelfmythologisering waarachter ik zelfrelativering vermoed.

“Daar is een simpele uitleg voor: je kunt als muzikant niet overleven van je platen alleen, je moet ook een personage cultiveren. Dat heb ik gedaan. Ja, ik heb overdreven met alles, ik heb mij soms onnozel gedragen. Maar ik heb er geen spijt van. Integendeel: ik had het misschien nog veel meer moeten doen. Ik had mezelf nog veel minder au sérieux moeten nemen.”

De Johnny Cash in jou is nog niet geboren.

“In het dagelijks leven moet ik mij kalm zien te houden. Maar eens ik een microfoon in handen heb verlies ik elke vorm van beheersing en komt het er allemaal uit. Het is sterker dan mezelf, hoe groot mijn bewondering ook is voor een zanger als Lou Reed, die niet méér nodig heeft dan zijn droge spreekstem.

“Bovendien ben ik een stemfetisjist. Eergisteren kwam ik een vrouw van een zekere leeftijd tegen, ik dacht dat ik haar niet kende. Ze sprak een paar woorden tegen mij en ik was helemaal flabbergasted. Zo’n mooie stem had ik niet meer gehoord sinds Lies Steppe van Klara. Dat zei ik ook tegen haar. De vrouw antwoordde: ‘Dat heb je mij tien jaar geleden ook al eens gezegd.’ (lacht) In sommige zaken blijk ik dan toch consequent te zijn, haha. Ik hou van mensen die mooi praten.”

Daan Stuyven: ‘Ik beschouw AI als een aansporing om nog meer tegen de stroom in te roeien. Als 99 pijlen in dezelfde richting wijzen, is het voor mij simpel om te beslissen welke richting ik uitga.’Beeld Hannes Vandenbroucke

Je spreekt zelf ook zeer verdienstelijk Algemeen Nederlands.

(laat een stilte vallen) “Ik neem me voor om rond mijn zestigste verjaardag een plaat te maken in het Nederlands, waarop ik alles zeg wat ik te zeggen heb.”

Echt?

“Ja, en ik kijk er erg naar uit. De ambitie is om met veel minder effect en volume méér te zeggen. We zullen zien wat het wordt. Ik geef mezelf nog zes jaar de tijd. Hopelijk klink ik tegen dan niet als een ouwe zak.”

Is muziek nog je enige uitlaatklep?

“Vergeet de woorden niet. Woorden zijn belangrijk in wat ik doe. Ik heb geen enkele affiniteit meer met oude songs waar ik een belabberde tekst bij heb bedacht. Dat zijn de liedjes die snel verwelken. Maar de nummers met een goeie tekst, met de juiste woorden, kan ik moeiteloos blijven zingen en eindeloos blijven herinterpreteren. Die worden mooi oud.

“Daarom is reizen zo belangrijk voor mij. In de VS pik ik andere woorden op dan in pakweg Frankrijk of Italië. Ik tref ze aan op billboards, in winkelreclames, op aanplakbiljetten en affiches, en ik verwerk ze in mijn teksten. Woorden zijn ook beelden voor mij, grafische signalen in het landschap. Mijn favoriete Amerikaanse artiest is geen muzikant maar een beeldend kunstenaar: de Californische schilder Ed Ruscha, in wiens werk woorden van cruciaal belang zijn. En op de tweede plaats komt Lenny Bruce, de sociaal geëngageerde stand-upcomedian die een grote inspiratiebron was voor Bob Dylan, en die van grove taal zijn handelsmerk maakte.

“Dat is ook de uitdaging met een Nederlandstalige plaat: de juiste woorden vinden. De wijsheid en de maturiteit bereiken om mooie, simpele dingen te kunnen poneren.”

Je bezit een uitgebreide verzameling woorden en letters van oude lichtreclames. Hoe is die ontstaan?

“Ik ben grafisch vormgever van opleiding. Advertenties opmaken, folders, affiches en platenhoezen, was een tijdlang mijn beroep. Maar van meet af aan was ik gefrustreerd over het feit dat ik wel mooie combinaties van teksten en beelden mocht maken, maar dat ik de titels niet zelf mocht kiezen. Wat voor zin had het dat ik een opvallende, beklijvende affiche maakte, als de boodschap banaal was, en als ik daar bovendien niks over te zeggen had? Bij nader inzien was ik veel liever copywriter geworden. Ik heb er nog even aan gedacht om zelf een bureau voor grafische vormgeving op te richten, waar enkel gewerkt zou worden met oude, analoge, ambachtelijke druktechnieken: linosnede, diepdruk, zeefdruk, dat soort dingen. Met lichtbakken en letterkasten, desnoods met plakletters. Op die manier had ik het misschien nog vijf of tien jaar langer kunnen volhouden.

“Ik ben gestopt op het moment dat het internet doorbrak. Ik wist: de computers en de softwareprogramma’s gaan vanaf nu razendsnel evolueren, de letters waar ik van hou zullen lelijker worden of helemaal verdwijnen. Ongeveer op hetzelfde moment ben ik grote, tastbare letters beginnen te verzamelen.”

Daan Stuyven: 'Ik hou van mijn ‘ontsnapte’ gitaren: exemplaren die het Sovjettijdperk hebben overleefd. Ze zijn radicaal van vorm en heel punky van klank.'Beeld Hannes Vandenbroucke

Waar komen ze vandaan?

“Ik haal ze op bij mensen die op het punt staan hun winkel te sluiten. Soms op plekken die ik al vijf jaar in de gaten hou. Mijn moeder had vroeger een winkel met interieurartikelen en antiek. Ik voel het, ik ruik het wanneer het bordje met ‘totale uitverkoop’ eraan zit te komen. En dan moet je snel zijn. Ik zou nu letters moeten gaan ophalen in Kontich en in Lokeren. Maar ik heb een probleem: ik heb geen slijpschijf meer.”

Dus je haalt die dingen zelf van de muren?

“Ja, als ik zelf opdaag, werkt dat drempelverlagend. Je komt bij mensen terecht bij wie die letters veertig, vijftig jaar lang aan de gevel, boven de deur, hebben gehangen. Sommigen zijn er zeer aan gehecht, zeker als de letters hun naam vormen: ‘Stoffen Irene’, ‘Slagerij Rik Van Dam’. Decennialang heeft dat opschrift hun identiteit uitgedragen, hun positie in de gemeenschap bepaald. Uiteraard ligt dat gevoelig. Dus je moet die mensen respectvol en met een zekere schroom tegemoet treden. Je moet ze overtuigen met een goed verhaal. En dat heb ik. Bij mij zijn die letters in goede handen, zeg ik altijd. Ik red ze niet alleen, ik geef ze ook een tweede leven. Hier worden ze omringd door andere letters, zielsverwanten in alle vormen en kleuren, dus ze zijn geen moment alleen. Ik verkoop niks, ook geen individuele letters, dus gezinnen van letters worden niet uit elkaar gerukt. Eigenlijk is het hier een rusthuis voor letters. Bovendien zijn ze bij mij vrij om te doen wat ze willen. Ze hebben vijftig jaar naast elkaar gehangen in een bepaalde volgorde, hier kunnen ze naar believen van positie wisselen of relaties aangaan met letters uit andere families. Samen kunnen ze nieuwe woorden vormen. Ze hebben een toekomst!” (lacht)

Je bent een letterverzamelaar, maar op platenhoezen gebruik je altijd dezelfde letter. Welk font is dat?

“Eurostile extended #2 bold. De woorden in brute witte hoofdletters boven op een aflopende foto: inderdaad, altijd hetzelfde. Volledig in lijn met hoe ik mijn gevoelens uitdruk in muziek: direct, simplistisch, maar met grote gebaren, in hoofdletters.”

In feite is het dat lettertype dat al jouw muziek verbindt tot een oeuvre. Het houdt de boel samen.

“Ik wist van in het begin dat er geen muzikale rode draad in mijn muziek zou zitten, dus ik moest ’m wel ergens anders gaan zoeken. (lacht) Nu is er tenminste een visuele rode draad. Het is ook luiheid en gierigheid, hoor: alleen op deze simplistische manier kon ik mijn eigen hoezen blijven maken.”

Daan Stuyven: 'Mijn streefdoel is een oude hippie te worden: eeuwige outsider, dolende ziel, principiële einzelgänger.'Beeld Hannes Vandenbroucke

Ik hoef jou waarschijnlijk niet te vragen hoe je aankijkt tegen de komst van artificiële intelligentie?

“Tja, wat kunnen we nog doen als AI straks álles beter kan: journalistieke teksten schrijven, beelden creëren, grafiek en muziek maken? Ik zie het nog gebeuren dat ik mijn platen laat samenstellen door mijn kinderen. Ik zal al blij mogen zijn als ze nog een flard muziek van mijn hand of een sample van mijn stem gebruiken.

“Vorige week was ik in een opnamestudio om een reclamespot in te spreken. Op een gegeven moment zei de technicus: ‘We zouden nu kunnen stoppen, met de klanken die je nu al hebt uitgestoten, kunnen we de tekst van de spot perfect samenstellen.’

“Maar misschien is AI op termijn ook een zegen. Want het enige wat we kunnen doen, lijkt mij, is nog menselijker worden, nog meer onszelf worden, nog persoonlijker, nog weirder. Zo raadselachtig dat zelfs de slimste machines er geen snars van begrijpen.

“Ik beschouw AI in ieder geval als een aansporing om nog meer haaks op de tijd te gaan staan, nog meer tegen de stroom in te roeien. Als 99 pijlen in dezelfde richting wijzen, is het voor mij simpel om te beslissen welke richting ik uitga: de tegenovergestelde. De laatste ambachtelijke, analoge muzikant groet u.

“En verder is AI natuurlijk een godsgeschenk voor iemand zoals ik, die wel eens een stommiteit uitkraamt. Vanaf nu kan ik straffeloos beweren: ‘Dat heb ik nooit gezegd, dat is een sample, samengesteld met AI.’ Het Don Quichote-gehalte van mijn leven zal alleen maar groter worden.”

Verzamel je naast letters nog andere dingen?

“Fietsen, in alle maten en vormen: oude fietsen, koersfietsen, kinderfietsen, miniatuurfietsjes, tijdschriften over fietsen, boeken... Van alle sporten is fietsen de sport waarmee ik mij het meest vereenzelvig. De eenzaamheid van de wielerheld, dat is ook de eenzaamheid van de zanger op het podium. Je rijdt wel in een ploeg, je speelt in een band, maar je bent toch de kopman van wie het meest wordt verwacht.”

Daan Stuyven: 'Deze boerderij staat hier al 260 jaar. Ik voel me niet de eigenaar van deze plek. Ik beschouw mezelf als een passant.'Beeld Hannes Vandenbroucke

Gitaren slingeren hier ook overal rond. Zitten er unieke exemplaren bij, die nog betokkeld werden door je grote helden?

“Ik heb nu toevallig wel de gitaar van Johnny Cash in huis. In bruikleen, welteverstaan. Een akoestische Gibson uit 1949. Al wat je erop speelt klinkt even fantastisch. Maar voor de rest heb ik vooral veel kapotte gitaren. Verloren gitaren, uitgebluste gitaren, mishandelde gitaren...”

De straatkatten onder de gitaren?

“Ja, die hebben de meeste streetcredibility. (lacht) Ik ben er iets mee van plan, maar ik kan nog niet zeggen wat. Zonder ze te restaureren ga ik ze toch in ere herstellen.”

Heb je, man van de vorm zijnde, een favoriete gitaar qua design? De blauwe Fender Mustang van Kurt Cobain? De witte Stratocaster van Jimi Hendrix? Een Jazzmaster, een Gibson Les Paul?

“Oude Europese gitaren vind ik de mooiste: Franse, Italiaanse, zelfs Zweedse. Vaak kwamen die uit fabrieken waar vroeger accordeons werden geproduceerd. Zoals de eerste auto’s werden gemaakt in koetsenfabrieken, vandaar dat ze zo hard op elkaar leken. De eerste elektrische gitaren zagen eruit als accordeons met een steel, overdadig gedecoreerd met parelmoer en toeters en bellen. Dat is mijn favoriete esthetiek.

“Maar net zo goed hou ik van mijn ‘ontsnapte’ gitaren: Oost-Duitse, Tsjechische, Joegoslavische en Russische exemplaren die het Sovjettijdperk hebben overleefd. Ze zijn vervaardigd uit de goedkoopste materialen, maar zijn radicaal van vorm en heel punky van klank. En ze zijn vooral blij dat ze opnieuw bespeeld worden. Dat hoor je, dat vóél je. Een gitaar die je uit de goot hebt opgeraapt, is dankbaar en helpt je op weg. Daar voelen die chique, dure Amerikanen van Fender of Gibson zich te goed voor. Die zijn zelden onder de indruk. Je slaat een akkoord aan en je hoort ze zeggen: ‘Pfew, you don’t even know how to play me’.”

Ben je tegenwoordig zo eenzaam dat je conversaties voert met je instrumenten?

(lacht) “Ik ben een animist. Ik geloof in goede en kwade geesten, en ik geloof dat ook eenvoudige gebruiksvoorwerpen bezield kunnen zijn. Of het nu een plastic letter in een metalen behuizing is, een oude kinderfiets of een obscure gitaar: iemand heeft die dingen met de hand in elkaar gezet, iemand heeft er liefde en toewijding in gestopt, iemand heeft ze een leven gegeven.”

Daan Stuyven: 'Van enkel schrijven zou ik zot worden. Ik vind songteksten verzinnen al zo moeilijk.'Beeld Hannes Vandenbroucke

Doe je dat op alle vlakken: je omringen met spullen die al een leven hebben gehad?

“Eigenlijk wel. Ik draag graag tweedehandskleren, ik rij graag in tweedehandsauto’s... (denkt na, kijkt rond) Deze boerderij staat hier al 260 jaar. Ik voel me niet de eigenaar van deze plek. Ik beschouw mezelf als een passant, als iemand die tien, twintig jaar zorg draagt voor de gebouwen en de landerijen en dan weer wegtrekt...”

Hoe lang woon je hier al?

“Tien jaar ondertussen.”

Dus binnenkort kras je op?

(lacht) “Dat zal moeilijk gaan. Alles zit hier stampvol met spullen. Ik heb nog zeker tien jaar nodig om te ontdekken wat ik allemaal heb.”

Als ik een kunstgalerie had, zou ik je proberen te porren tot een tentoonstelling. Je zou een prachtige installatie kunnen maken met al die letters. Een park vol woordsculpturen, en ergens speelt een orkest van kapotte gitaren. Enfin, je verzint wel iets.

“Lief dat je zo met mijn toekomst begaan bent. (denkt na) Ik heb me tot nog toe zelden buiten mijn comfortzone gewaagd, en ik weet ook waarom. Films maken is te duur, en bovendien weet je zeker dat allerlei producenten zich met het creatief proces zullen bemoeien. En dan krijgen we ruzie. Van enkel schrijven zou ik zot worden. Ik vind songteksten verzinnen al zo moeilijk. En in de beeldende kunsten is de voorgeschiedenis zo indrukwekkend, zo overweldigend zelfs, dat ik er bang van word. Maar je moet me natuurlijk niet op ideeën brengen...”

Daan Stuyven tourt nog t.e.m. 22 december met zijn nieuwste soloplaat The Ride. Tickets en info via daan.be