Grote Haagbeuk (Carpinus betulus)
De Haagbeuk is een boom die redelijk langzaam groeit. De boom vertakt van nature veel en jonge exemplaren worden daarom ook als haag gebruikt. De vorm van de kroon is in de jeugd wat meer opgaand, maar zal in de volwassen jaren wat meer (ei)rond van vorm zijn.
Volwassen Haagbeuken zijn circa 10 meter in kroondiameter en 15 tot 20 meter hoog. De takken hangen naarmate de leeftijd vordert steeds meer naar buiten.
Jonge twijgen zijn bruingrijs, de stam (donker)grijs en opvallend glad. De stam neemt soms vormen aan van een uitgewrongen handdoek, met wat draaiing in de stam (tordatie). Het blad is frisgroen en de bladrand is gezaagd/getand. In de herfst kleurt het blad goudgeel waarna het uitvalt.
Indien de Carpinus jaarlijks gesnoeid wordt blijft het verdroogde, bruine blad in de regel tot diep in de winter aan de plant hangen. Snoei is echter voor de boomvorm niet direct nodig.
Na de bloei van 'katjes', vormen zich kleine nootjes die zich ophouden in een decoratieve hangende groene mini-kroonluchtertjes.
De wortelgroei van de Haagbeuk is tamelijk oppervlakkig.
Verteerd blad is een goede bodemverbetering, u kunt het gevallen blad dus gerust laten liggen.
Haagbeuken kunnen makkelijk 200 jaar worden.
