Auteur(s)
Mares Ann
Bron

Documentatiecentrum Vlaamse Rand, Rand-abc-fiche, 2009

Organisatie
Documentatiecentrum Vlaamse Rand
Jaar
2009
Taal
NL
Rand-abc fiche

Met Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) wordt het vroegere kies- en gerechtelijk arrondissement bedoeld, samengesteld uit kantons van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de provincie Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde) in het Vlaams Gewest.
BHV was de enige kieskring in België die meerdere gewesten en taalgebieden overlapte. In BHV kon voor de Federale en Europese verkiezingen bijgevolg zowel op Nederlandstalige als op Franstalige partijen worden gestemd, en dat niet alleen in de tweetalige kantons, maar ook in een aantal eentalig Nederlandse kieskantons. Franstalig-Brusselse kopstukken konden dus in eentalig Nederlands gebied opkomen op de lijsten voor het federale parlement. De heterogene samenstelling van het arrondissement maakte van BHV reeds lang een communautair twistpunt. De vastlegging van de taalgrens, de indeling in taalgebieden en de opeenvolgende staatshervormingen zijn er op gericht geweest om de taaltegenstellingen tussen de gemeenschappen op te lossen door een stapsgewijze evolutie naar taalhomogene gebieden (het territorialiteitsprincipe: streektaal is bestuurs- en onderwijstaal), met daarnaast de taalwetgeving en afspraken in verband met de vertegenwoordiging van minderheden in de eentalige gewesten en in het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

brussel halle vilvoorde kaart
Kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, Studiedienst van de Vlaamse Regering

De splitsing van de kieskring werd aan Vlaamse kant beschouwd als het sluitstuk van het federaliseringsproces. Sinds de jaren ’60 werden door Vlaamse politici herhaaldelijk wetsvoorstellen ingediend met de bedoeling de kieskring te splitsen. Bij de initiatiefnemers ervan bestond de overtuiging dat een sluitende regeling de communautaire spanningen definitief zou kunnen regelen. Onder de Vlaamse politieke klasse was er een consensus over de noodzaak tot splitsing van het kiesarrondissement. Eenzelfde eensgezindheid was echter merkbaar aan Franstalige zijde. Daar stootten de Vlaamse splitsingsvoorstellen op een njet omdat de Franstalige partijen de kiezers uit Halle-Vilvoorde niet wilden verliezen en de band met de faciliteitengemeenten wilden behouden. Bovendien beschouwden Franstalige politici Brussel-Halle-Vilvoorde als een van de laatste buffers tegen een Vlaamse onafhankelijkheid. De uitbreiding van het tweetalige statuut tot en met de 6 randgemeenten en eventueel verder werd door hen als definitieve oplossing voor de regeling van het communautaire conflict aanzien. BHV was daardoor uitgegroeid tot een symbooldossier, waarin Vlaamse en Franstalige politici lijnrecht tegenover elkaar staan.

Kieskring in strijd met het gelijkheidsbeginsel

Brussel-Halle-Vilvoorde was lang het enige arrondissement waar voor federale verkiezingen niet de provinciale kieskring gold. Sinds 2002 vielen immers de andere kiesomschrijvingen in het land samen met de provinciegrenzen. Over de herindeling van de kieskring in BHV en Leuven kon toen echter geen akkoord worden bereik. Het compromis werd een ingewikkeld systeem, waarbij de stem- en zetelverdeling van de kieskringen BHV, Leuven en Nijvel aan elkaar werden gekoppeld. Het Grondwettelijk Hof (vroegere Arbitragehof) oordeelde in een arrest in 2003 dat de huidige indeling van België in kieskringen onhoudbaar was wegens de asymmetrie tussen de provinciale kieskringen en die in Vlaams-Brabant en Brussel. Deze 'onaanvaardbare ongelijkheid' moest voor volgende federale verkiezingsronde (normaal voorzien voor 2011) worden opgelost. Deze uitspraak werd door de Vlaamse partijen aanzien als een bevestiging van de noodzaak om het kiesarrondissement te splitsen, terwijl aan Franstalige zijde zelfs het behoud van de oude indeling in arrondissementen werd verkozen boven de splitsing van BHV.

Splitsingsvoorstel in de Kamer

De kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde vormde een van de voornaamste inzetten van de federale verkiezingen van 10 juni 2007. Een compromis over de splitsing van de kieskring, al dan niet als onderdeel van een grote staatshervorming, bleek, mede door het voorafgaandelijke communautaire opbod, niet haalbaar voor de regeringsonderhandelaars. Wegens het uitblijven van een compromis, werd door een aantal Vlaamse Volksvertegenwoordigers een nieuw splitsingsvoorstel ingediend. In de Commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer volgde daarover op 7 november 2007 een historische stemming, waarbij de Vlaamse commissieleden, op 1 onthouding na, allen een voorstel tot splitsing van het kiesarrondissement goedkeurden. De stemming werd historisch genoemd, omdat het de eerste keer was dat de Nederlandstaligen gebruik maakten van hun meerderheidspositie. De Franstalige Gemeenschap riep vervolgens een belangenconflictprocedure in, waardoor de eindstemming in de plenaire vergadering kon worden uitgesteld. Toen in de daaropvolgende 6 maanden geen oplossing werd gevonden binnen het Overlegcomité van de Gemeenschappen en Gewesten, belandde het voorstel terug in het parlement. Bij de behandeling in plenaire zitting in mei 2008 dienden de Franstalige partijen amendementen in, die voor advies aan de Raad van State werden voorgelegd en de Franse Gemeenschapscommissie van Brussel (COCOF) riep vervolgens eveneens een belangenconflict in. Hierdoor werd de behandeling van de wetsvoorstellen opnieuw met maanden uitgesteld voor een verplichte overlegperiode. In januari 2009 riep het Waals Parlement op haar beurt een belangenconflict in en op 26 oktober 2009 maakte ook de Duitstalige gemeenschap van dit vertragingsmechanisme gebruik. Jean-Luc Dehaene kreeg van de Koning de opdracht om een oplossing over Brussel-Halle-Vilvoorde voor te bereiden voor Pasen 2010. Door het uitblijven van een compromis, viel de regering op 26 april 2010. Om te vermijden dat het splitsingsvoorstel alsnog door een meerderheid in het Parlement zou worden gestemd, schakelden partijen van de Franstalige taalgroep de alarmbelprocedure in. Daardoor werd de parlementaire procedure opgeschort en was het aan een nieuw parlement om een compromis over BHV te zoeken.

Achtergronden

De politiek-administratieve opdeling van het arrondissement is historisch en taalkundig gegroeid. Aan de afbakening van de kieskringen lagen duidelijk politiek-ideologische motieven ten grondslag. De antithese stad-platteland stond in de indeling van het kiezerskorps centraal, in die zin dat aan stedelijke kiezers doorgaans meer liberale ideeën, vrijzinnigheid en progressisme werd toegeschreven, terwijl het platteland werd geässocieerd met een conservatieve katholieke stem. De combinatie van de landelijke gemeenten met de verstedelijkte voorsteden van Brussel in gemengde kieskantons koppelde met andere woorden het kiestechnische aan een politiek voordeel, omdat zo de radicalere stedelijke stromingen konden worden afgezwakt. In de 20ste eeuw trad de rol van deze gemengde administratieve afbakeningen in het verfransingsproces duidelijker op de voorgrond. De suburbanisatie van de aan de agglomeratie aanpalende gemeenten werkte daarbij versterkend. Een belangrijk deel van het kiesarrondissement, namelijk de Brusselse agglomeratie, bezat een tweetalig statuut en de bevolking sprak er overwegend Frans. Het grensgebied fungeerde als ontmoetingsplaats tussen ééntaligen en tweetaligen. Deze interacties leidden tot een verhoogde druk op het Nederlands als lage statustaal door de Franse hogere cultuurtaal, vooral wegens de vermeende statusverhoging die met de taalaanpassing gepaard ging. Ook de nabijgelegen taalgrens oefende een sterk verfransende kracht uit in dit kiesarrondissement.

De in het kiesarrondissement verkozen volksvertegenwoordigers bepaalden door de taal van de eedaflegging tot welke taalgroep zij zich rekenden. Het aantal Nederlandstaligen en Franstaligen in het parlement schommelde bijgevolg naargelang de verkiezing en de globale taalverhouding in het parlement werd grotendeels op het grondgebied van dit kiesarrondissement bepaald.
Het gevolg van deze ambivalente situatie was dat Franstalig-Brusselse aanspraken op de gemeenten in het Vlaamse randgebied voort konden blijven duren. Franstalige inwijkelingen behielden zo de mogelijkheid om, niet enkel in de 6 gemeenten met faciliteiten, maar in een groter hinterland, te stemmen op Franstalige kandidaten voor Kamer en Senaat. De Franstalige bewoners konden vanuit het Nederlandstalige taalgebied eigen Franstalige vertegenwoordigers uit de Vlaamse randgemeenten of de Brusselse agglomeratie naar de kamers sturen om daar hun eventuele Franstalige belangen te verdedigen. In de ogen van Franstaligen in de Rand en van Franstalige Brusselaars bleef op die manier de deur van de uitbreiding van de agglomeratie en van het faciliteitenstelsel toch enigszins op een kier. Hoewel deze mogelijkheid niet nadrukkelijk als faciliteit voor de Franstaligen in de wetgeving werd omschreven en ook niet beperkt was tot de zes zogenaamde faciliteitengemeenten, werd ze toch aanzien als een tegemoetkoming voor de Franstaligen uit de rand. In plaats van de taalhomogeniteit op alle vlakken door te trekken, bleven de Vlaamse gemeenten uit het kiesarrondissement alzo een soort overgangszone tussen de tweetalige Brusselse agglomeratie en het volledig Nederlandstalige taalgebied.

De heterogene samenstelling van de kieskring bood echter ook voordelen voor de Vlaamse partijen in Brussel. Door de stemmen van Nederlandstaligen uit de Vlaamse gemeenten van het kiesarrondissement geraakten de Nederlandstalige Brusselaars nog op eigen partijlijsten verkozen. Bij een splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde valt dit voordeel weg. Vandaar dat in de wetsvoorstellen tot splitsing van BHV de apparentering of lijstenverbinding werd opgenomen ter compensatie. Zonder apparentering zouden de Vlaamse lijsten in Brussel niet aan bod komen tenzij via gewaarborgde vertegenwoordiging.

De zesde staatshervorming

Na de lange regeringsvorming na de federale verkiezingen van 2010 kwamen de meerderheidspartijen overeen om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. In juli 2012 keurde na de Senaat ook de Kamer het splitsingsvoorstel goed met 106 stemmen voor en 42 tegen. Het vroegere kiesarrondissement BHV, bestaande uit de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 35 Vlaamse gemeenten van Halle-Vilvoorde, werd opgedeeld in twee kieskringen: de kieskring Brussel-Hoofdstad (19 gemeenten) en de kieskring Vlaams-Brabant (een samenvoeging van de vroegere kieskring Leuven en de gemeenten van Halle-Vilvoorde).
In deze laatste kieskring is stemmen op kandidaten die opkomen in Brussel voortaan niet meer mogelijk, tenzij voor de inwoners van de zes faciliteitengemeenten. In de gemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem kunnen de inwoners immers kiezen of zij op Brusselse lijsten hun stem uitbrengen, dan wel voor partijen die in de kieskring Vlaams-Brabant op komen. Op 25 mei 2014 wordt gestemd voor een nieuw federaal halfrond en vinden ook Europese verkiezingen plaats. Dat zijn meteen de eerste verkiezingen sinds de splitsing en met de nieuwe kiesomschrijvingen. Het is uitkijken naar de effecten van de nieuwe indelingen in het bijzonder voor de Nederlandstalige vertegenwoordiging in Brussel en naar de keuze van de inwoners van de zes randgemeenten.


Ann Mares, 2010 (met aanpassingen 2014)


Meer informatie

  • Het Regeerakkoord van de regering-Di Rupo, 1 december 2011, 180 p.
  • Wet houdende verscheidene wijzigingen van het Kieswetboek, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik der talen in bestuurszaken, van de wet van 3 juli 1971 tot indeling van de leden van de Wetgevende Kamers in taalgroepen en houdende diverse bepalingen betreffende de cultuurraden voor de Nederlandse cultuurgemeenschap en voor de Franse cultuurgemeenschap en van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, Belgisch Staatsblad, 22 augustus 2012, pp. 49274 e.v.
  • Wetsvoorstel van 21 november 1961, Kamer van Volksvertegenwoordigers, zitting 1961–1962, stuk 204
  • Arrest van het Arbitragehof (huidige Grondwettelijk Hof), Arrest nr. 73/2003 van 26 mei 2003
  • Wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving, in de Kamer neergelegd op 24 oktober 2003 , 97 p.,
  • Resolutie Vlaams Parlement van 10 december 2003 ter ondersteuning van het actieplan van de Staten-Generaal van Burgemeesters en Schepenen Halle-Vilvoorde, 3 p.,
  • Resolutie provincieraad van Vlaams-Brabant van 4 november 2003 betreft splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en gerechtelijk arrondissement Brussel, 2 p.
  • Staten-Generaal Colleges van Burgemeesters en Schepenen Halle-Vilvoorde, Samenvattende nota van 10 oktober 2003, 3 p.,
  • BHV in 2 minuten: Synthese door Ivan De Vadder voor het VRT-nieuws
Publicatie type
Fiche
Categorie
Communautaire verhoudingen
Kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
Politiek / Bestuur
Relatie Brussel / Vlaanderen
Verkiezingen / kiessysteem / partijen
Regio
Vlaamse Rand
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Share this