Op papier komen er binnen acht jaar meer dan een miljoen sociale woningen beschikbaar. Genoeg voor alle woningzoekenden, claimen betrokken partijen. Maar die zien hele groepen over het hoofd, blijkt uit een inventarisatie van Follow the Money.
Dit stuk in 1 minuut
Wat is het nieuws
- Er zijn voor het eind van 2030 veel meer nieuwe sociale huurwoningen nodig dan 250.000, het streefgetal van de nu demissionaire minister Hugo de Jonge (CDA). Onder zijn aanvoering willen wooncorporaties en gemeenten in de komende acht jaar huisvesting bieden aan meer dan een miljoen mensen.
- Maar bij het in kaart brengen van rechthebbenden op een sociale huurwoning negeerden ze grote groepen, ontdekte Follow the Money, dat met het gespecialiseerde onderzoeksbureau ABF Research de cijfers op een rij zette.
- De berekeningen houden bijvoorbeeld géén rekening met jongeren die nog thuis wonen omdat ze geen betaalbare plek voor zichzelf kunnen vinden. Buiten beschouwing blijven ook ‘scheefwoners’ die noodgedwongen in een te duur particulier huurhuis zitten, maar eigenlijk recht hebben op een corporatiewoning.
Waarom is dit van belang?
- Na jaren van politieke versloffing onder eerdere kabinetten-Rutte probeert minister De Jonge weer grip te krijgen op de sociale huursector. In de afgelopen vrijdag gepubliceerde Staat van de Volkshuisvesting laat hij zien dat allerlei factoren roet in het eten gooien: de toestroom van migranten, oplopende rente, duurder wordende bouwmaterialen.
- Maar ook zonder deze tegenslagen lukt het niet de woningnood echt op te lossen, omdat De Jonge rekent met een papieren werkelijkheid en veel woningzoekenden niet meetelt.
- Over de zorgelijke koopwoningmarkt voor mensen met een middeninkomen publiceerde Follow the Money zaterdag dit artikel.
Lees verder
Voor 16.000 huishoudens van migranten moeten gemeenten voor het einde van dit jaar huisvesting zien te vinden, schreef staatssecretaris Eric van der Burg (VVD, Asiel en Migratie) in oktober in een brandbrief.
‘Die woningen zijn van groot belang, die mensen kunnen dan beginnen met integreren en participeren.’
Dat klinkt als een overzichtelijke opgave, in een land met meer dan twee miljoen sociale woningen. Maar de 16.000 woningen die nodig zijn voor nieuwkomers met een verblijfsvergunning, zijn slechts het topje van de ijsberg.
Het werkelijke tekort is veel groter.
Op basis van cijfers van het gespecialiseerde onderzoeksbureau ABF Research, is te berekenen voor hoeveel huishoudens de woningcorporaties vóór 31 december 2030 huisvesting moeten zien te regelen. Eerder zegden de corporaties de minister toe per die datum 250.000 sociale woningen te hebben opgeleverd.
Daarnaast is ook een schatting te maken van de hoeveelheid woningen die in een periode van acht jaar (2023-2030) beschikbaar komt.
Huurders vergrijzen
Nederland vergrijst razendsnel, wat – cru gezegd – voor de woningmarkt een zegen is.
Op dit moment is zo’n 10 procent van de bevolking 75 jaar of ouder. De eersten van de naoorlogse babyboomers zijn dus begonnen aan hun laatste levensfase. Veel van de huidige 75-plussers zullen over zeven à acht jaar niet meer onder ons zijn.
In de corporatiesector weegt de vergrijzing extra zwaar.
ABF Research verwacht op grond van sterftecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het recentste Woon-onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat tot eind 2030 385.600 sociale woningen vrijkomen door overlijden, of door verhuizing naar een verpleeghuis of psychiatrische inrichting.
Doodsteek verzorgingshuizen
Dat er de komende jaren zoveel woningen vrijkomen, hangt ook samen met de naoorlogse geboortegolf én met het besluit van Rutte-I (2010-2012) om de bekostiging van wonen los te koppelen van die van de ouderenzorg. Dat was de doodsteek voor de klassieke verzorgingshuizen – zij draaiden op die koppeling.
Sinds 2014 moeten ouderen volgens het adagium van de ‘participatiesamenleving’ op zichzelf blijven wonen. Daarbij dienen familie en omwonenden ze zo veel mogelijk te ondersteunen.
Die koerswijziging had grote gevolgen voor de woningcorporaties.
Ze betekende dat de corporaties een belangrijke bron van doorstroming zagen opdrogen. Er ontstond een enorm stuwmeer van oudere babyboomers in corporatiewoningen. Die groep verklaart voor een deel het huidige tekort.
Doorstromers
Natuurlijk zijn er nog volop bewoners die wel doorstromen.
Jaarlijks verruilen 61.900 huishoudens hun sociale woning voor een woning buiten de corporatiesector. Tot en met 2030 zullen er zo'n 495.200 vrijkomen door deze ‘binnenlandse doorstroming’.
En er is nóg een categorie doorstromers: immigranten die terugkeren naar het land van herkomst. Per jaar leveren die volgens ABF gemiddeld zo’n 14.900 woningen in, oftewel 119.200 tot en met 2030.
Bij elkaar komen er zo voor het eind van 2030 een miljoen woningen vrij. Daar komt nog nieuwbouw bij.
Arbeidsmigranten en buitenlandse studenten moeten altijd al in de particuliere sector onderdak zien te vinden
Volgens afspraken tussen het ministerie, Aedes (de brancheorganisatie van woningcorporaties), de provincies en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) moeten er in de periode 2022 tot en met 2030 nog 250.000 woningen worden bijgebouwd.
Bruto, want in de tussenliggende tijd gaan ook 76.000 oude woningen onder de sloophamer, en worden er 32.000 verkocht aan particulieren. Zo gerekend, komen er netto maar 142.000 nieuwe sociale huurwoningen bij.
En alles bij elkaar, komen er tot eind 2030 dus 1,142 miljoen sociale woningen beschikbaar voor nieuwe huurders. Een enorm aantal, maar is het ook genoeg? Wat kan de corporatiesector verwachten aan de vraagkant?
Immigratie
Migratie is een heet hangijzer. Er komen volgens meerdere politieke partijen te veel mensen het land binnen.
Die instroom speelt zeker een rol, meent ABF-directeur Berry Blijie. ‘Het migratiesaldo zegt echter niet onmiddellijk iets over de vraag naar sociale woningen.’
Zo hebben arbeidsmigranten en buitenlandse studenten helemaal geen recht op een sociale woning. Die moeten in de particuliere sector onderdak zien te vinden.
Dossier
De nieuwe woningnood
Nederland kampt met een groeiende woningnood. Wie profiteert? En hoe lossen we dit op?
Door de Russische inval van Oekraïne was 2022 een extreem jaar. Er kwamen volgens het CBS 403.000 immigranten Nederland in, en 179.000 gingen er weer weg. Het positieve saldo was bijna 224.000.
Van gemeenten werd verwacht dat ze de 108.000 binnengekomen Oekraïners meteen onderdak zouden bieden. Voor de woningcorporaties is het belangrijk om te weten hoeveel van hen uiteindelijk permanent in Nederland zullen blijven.
Statistici kunnen een inschatting maken op basis van historische terugkeerpercentages van vluchtelingen, maar het gaat hier om een andere groep dan Syriërs of Eritreeërs. Het is daarom vooral afwachten hoeveel Oekraïners op den duur in aanmerking komen voor een sociale woning.
Vanwege die onzekerheid is die ‘Oekraïense factor’ niet verdisconteerd in de becijfering van de toekomstige behoefte aan sociale woningen.
Beroep op sociale huur
In 2003 waren immigratie en emigratie voor het laatst in evenwicht. Zestien jaar later, in 2019, kwam het saldo, met 108.000, voor het eerst uit boven de 100.000.
Dit jaar is het migratiesaldo volgens CBS-prognoses 230.000, in 2024 180.000, en in 2025 130.000. Vanaf 2027 zakt het weer onder de 100.000.
ABF-directeur Blijie erkent dat dit soort cijfers weinig houvast bieden: ‘Niemand kan een oorlog voorspellen en een oorlog is meestal de reden om te vluchten.’
De vraag naar sociale woningen voor immigranten bedraagt 32.700 per jaar. Tot en met 2030 zijn dat er dus 261.600.
Gemiddeld komt 17 procent van de migrantengezinnen in het eerste jaar in een sociale woning terecht
Hoe kan die vraag zo bescheiden zijn, terwijl het migratiesaldo torenhoog is?
Blijie: ‘Gemiddeld komt maar 17 procent van de migrantengezinnen in het eerste jaar in een sociale woning terecht. Dat cijfer lijkt laag, maar is wel goed verklaarbaar.’
Arbeidsmigranten staan bijvoorbeeld meestal niet ingeschreven als woningzoekende. Schrijven ze zich wel in, dan duurt het lang voordat ze voldoende inschrijfjaren hebben opgebouwd. De Poolse schilder is dus kansloos in de strijd om een sociale woning.
Onduidelijk is wat de effecten zijn als Polen, Bulgaren en Roemenen op veel grotere schaal besluiten hun gezin hierheen te halen en zich permanent in Nederland te vestigen.
Verder, zegt Blijie, bestaat het gemiddelde huishouden uit 1,7 leden. ‘Het werkelijk aantal jaarlijks gehuisveste migranten overstijgt dus het aantal van 32.700 jaarlijks benodigde sociale woningen.’
Wie zijn de nieuwkomers in de sociale huursector?
Het aandeel asielzoekers in de immigratiestroom wordt vaak overschat.
De totale immigratiestroom bestaat volgens het CBS uit een mengeling van arbeidsmigranten, asielzoekers, buitenlandse studenten en mensen die om gezinsredenen hiernaartoe komen.
In 2021 kwamen 57.000 arbeidsmigranten het land binnen. Daarvan waren er 39.000 afkomstig uit Europa, en 18.000 van buiten Europa. Dit zijn de mensen die nodig zijn om de economie te laten draaien. Denk aan een Poolse timmerman of een Indiase programmeur.
Bij gezinsmigratie (29.000 tot 30.000 mensen in 2021) gaat het om buitenlandse huwelijkspartners, maar ook om na-reizigers van statushouders.
De groep asielzoekers kwam in 2021 uitsluitend van buiten Europa en bestond toen uit 21.000 personen.
Voor studie kwamen van binnen Europa tussen 21.000 en 22.000 mensen naar Nederland, en van buiten Europa tussen 18.000 en 19.000.
Dan was er nog een groep ‘overigen’ van 31.000 mensen: een kleine 3.000 van buiten Europa en ruim 28.000 vanuit een Europees land.
Tegenover deze 252.500 immigranten stonden 143.300 emigranten.
Sinds 2022 is het aantal immigranten door de instroom van Oekraïners (bijna 224.000) overigens aanzienlijk hoger geworden.
Lees verder
Inklappen
Een voor de woningcorporaties veel grotere groep is die van de starters: vaak jongeren die het gevoel hebben dat met een woning een einde komt aan een periode van persoonlijke stagnatie. Ze staan meestal al sinds hun 18e ingeschreven.
Gemiddeld huisvesten de corporaties jaarlijks 66.900 starters – dat zijn er 535.200 tot en met 2030.
Omdat deze groep toch al moeilijk aan een eigen plek komt, zet staatssecretaris Van der Burg veel kwaad bloed met zo’n oproep voor 16.000 woningen voor migranten. Elke woning die buiten de wachtlijst om wordt toegekend aan een statushouder, gaat ten koste van iemand die daar al jaren op staat.
Is het een kwestie van het nog even uitzingen met dat tekort aan sociale woningen?
Nog een groep die aanklopt bij woningcorporaties zijn de huishoudens die instromen vanuit een woning buiten de sociale sector. Dat kunnen gescheiden mensen zijn, mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt, of dure scheefhuurders. Die laatsten hebben qua inkomen recht op een sociale woning. Maar ze zijn eerder noodgedwongen uitgeweken naar de veel duurdere vrije sector en intussen ingeschreven gebleven als woningzoekende.
Deze groep zij-instromers bestaat uit 45.600 huishoudens per jaar. Dat zijn er 364.800 tot eind 2030.
Bij elkaar – migranten, starters en zij-instromers – zien de woningcorporaties een te huisvesten groep van 1.161.600 personen. Dat ligt erg dicht bij de 1.142.000 sociale woningen aan de aanbodkant.
Ligt de corporatiesector dan netjes op koers? Is het een kwestie van het nog even uitzingen met dat tekort aan sociale woningen? Dat is helaas niet het geval.
Onderzoeksbureau ABF wijst op een onbekende ‘stille behoefte’.
In de eerste plaats onder de eerdergenoemde dure scheefwoners, die recht hebben op een sociale woning maar hun heil elders moesten zoeken. Hoe groot deze groep landelijk is, weet niemand precies. Maar ze vormen een serieus probleem dat in de volkshuisvesting bekendstaat als ‘de betaalbaarheidsopgave’.
Veel mensen handhaven hun inschrijving bij een woningcorporatie ‘voor de zekerheid’
!Woon, een Amsterdamse stichting voor huuradvies, stelt dat 36 procent van de huurders in het hoofdstedelijke middensegment eigenlijk recht heeft op een sociale woning. Amsterdam is niet representatief voor heel Nederland, maar zeker in de Randstad gaat het om serieuze aantallen.
Een tweede groep waarop geen helder zicht is, zijn de mensen op wachtlijsten.
Op zich kunnen alle ingeschrevenen worden opgeteld, maar veel mensen handhaven hun inschrijving bij een woningcorporatie ‘voor de zekerheid’. Ze hebben een dak boven hun hoofd, maar willen liefst doorschuiven – of denken ‘ooit’ misschien toch een andere woning nodig te hebben.
Te weinig inschrijfjaren
Er zijn ook mensen die al jaren wachten, en weten dat meedingen naar een beschikbare sociale woning nauwelijks zin heeft omdat ze nog te weinig inschrijfjaren hebben. Deze groep woont eigenlijk altijd suboptimaal.
Zo blijkt uit een onderzoek dat Aedes recent liet uitvoeren door I&O Research, dat de helft van de thuiswonende jongeren boven de 18 zijn woonsituatie onbevredigend vindt. Die groep moeten de corporaties in feite zien te huisvesten, maar in de bouwdoelstelling zien we daar niets van terug.
Tot slot wordt van corporaties verwacht dat ze onderdak bieden aan mensen die uit instellingen komen, denk aan gevangenissen en psychiatrische inrichtingen. Ook dat is een onbekende factor.
Aan de aanbodkant zit ook een onduidelijkheid.
De corporaties gaan tot eind 2030 nog 50.000 woningen bouwen in het zogeheten lagere middensegment, met een huurprijs tussen 808 en circa 1100 euro berekend op basis van de puntentelling van het woningwaarderingsstelsel. Die nieuwe woningen kunnen extra doorstroming vanuit de sociale sector opleveren. Wat gunstig zou zijn.
Want al met al zien de volkshuisvestingsplannen tot en met 2030 er op papier mooi uit, maar er zijn te veel groepen genegeerd.
Halvering productie
Nadat van 1995 tot 2005 800.000 zogeheten Vinex-woningen waren bijgebouwd, ontstond het idee dat de woningnood voorbij was.
Stef Blok (VVD), minister van Wonen in Rutte-II (2012-2017), zei eind 2016 zelfs trots dat hij het toenmalige ministerie van Wonen ‘overbodig’ had gemaakt.
Blok had zijn ambtstermijn benut om een verhuurdersheffing op de WOZ-waarde van sociale woningen in te voeren. Die maatregel kostte de corporaties per jaar zo’n 1,7 miljard euro, en halveerde zo hun bouwproductie.
Ze hadden de investeringsruimte en het vertrouwen niet meer om op volle kracht nieuwe woningen neer te zetten. Bovendien moesten ze woningen verkopen om de heffing te kunnen betalen. Mede daardoor daalde het landelijke percentage corporatiewoningen van 28,3 procent in 2014 naar 26,1 procent in 2021.
Al met al is de sector een kleine twintig jaar verwaarloosd.
Nu denken de betrokken partijen – ministerie, provincies, gemeenten en corporaties – dat goed te maken met een tussensprint, door in acht jaar tijd 250.000 sociale woningen op te leveren. Maar als dat al lukt, lossen die de tekorten maar ten dele op.
Corporaties hebben moeite hun plannen te verwezenlijken
In zijn voortgangsrapportage de Staat van de Volkshuisvesting 2023 stelt het demissionaire kabinet op vrijdag 17 november dat de corporaties weliswaar hebben toegezegd om tot eind 2030 zo’n 250.000 sociale woningen te bouwen, maar dat er in de zogeheten ‘regionale woondeals’ plannen staan voor 290.000 sociale woningen. Bijna 14 procent meer dan afgesproken.
De vraag is wel of die er eind 2030 inderdaad zijn.
De gezamenlijke corporaties realiseerden in 2022 13.100 woningen. In de eerste helft van 2023 kwamen er 6.300 bij, en op basis van de verstrekte bouwvergunningen mag worden verwacht dat er over heel het jaar iets meer dan 13.000 worden opgeleverd.
Dergelijke aantallen zijn veel te laag.
Voor 290.000 woningen in acht jaar tijd moeten de corporaties er jaarlijks 32.200 neerzetten. En wat het ene jaar niet lukt, moet worden ingelopen in het volgende.
Die lage productie is de corporaties overigens niet aan te rekenen. Ze werken meestal samen met ontwikkelaars en die leggen, in verband met de hoge bouwkosten en de gestegen rente, nu veel projecten tijdelijk stil.
Lees verder
Inklappen
14 Bijdragen
Roland Horvath 7
Woningcorporaties zijn een vies woord want de EU wil dat niet in principe. De EU zegt liberaal te zijn, dat betekent dat met alles geld kan verdiend worden. NL is een betere leerling van de EU.
In de periode Rutte+ is er dus veel gerommeld met de woning bouw. Opvallend is de verhuurders waarde op de WOZ waarde van de Sociale woningen, wat nog steeds een ernstige hinder is bij de bouw.
Huizen van de woningcorporaties moeten groter worden en er moeten tal van nieuwe duurdere woningen bij komen. Dat stabiliseert de markt in plaats van die te ontwrichten wat de bedoeling was van Rutte2, 2012-2017, Stef Blok, VVD, om groot geld te verdienen. In Wenen, een deelstaat van het federale Oostenrijk, zijn 90% van de woningen tot stand gekomen door de overheid. Wenen is een voorbeeld.
Rutte+ is ook te naïef wat betreft de klimaat problemen. Sommige zaken zoals warmte pompen zijn te duur en nog steeds te weinig duurzaam.
Dan is er de willekeur van de ECB, die doet wat ze wil o.a. een 'normale' prijsstijging van 2% nastreven, terwijl haar opdracht prijsstabiliteit is. Eén van de oorzaken is het feit dat de ECB president Christine Lagarde, jurist, geen deskundige is wat geld betreft.
Ook de EU moet een federale structuur krijgen in plaats van de huidige onbekwame, confederale structuur. De ECB moet onder de bevoegdheid van de politiek van het EU Parlement ressorteren. Voor een federale EU is er weinig belangstelling. De onbekwame, onverantwoordelijke, niet transparante, niet ideologische EU vinden velen het nec plus ultra.
John Janssen 6
Roland HorvathWaarom niet hele nieuwbouwwijken, die niet op restwarmte van de industrie kunnen, aansluiten op geothermieke warmtepompen? 1 grote installatie per x tientallen woningen.
Paste natuurlijk niet in het plaatje van Robbie, want die had waarschijnlijk een aardig pakketje aandelen BDR Thermea Group:-)
Roland Horvath 7
John JanssenSylvia de Koster-Kok 1
Alfred Heeroma 3
Maar nu wonen er nog maar 2.11 mensen per woning, wat naar voren komt in de groei van de eenpersoonshuishoudens; 8% aan begin deze eeuw, naar 18% nu en 40% in 2040. Aan die groei liggen verschillende oorzaken, maar aan die oorzaken wordt niets gedaan. Het 'bouwen, bouwen, bouwen' is een vorm van pleisters plakken.
Samen met de in het artikel genoemde cijfers zou een denktank eens aan de slag moeten gaan en met een radicaal andere visie op wonen moeten komen.
Woningtekort is van alle jaren. In 1980: 'Geen woning, geen kroning'.
Het probleem is er al jaren en is nooit opgelost. En zal met huidige beleid ook niet opgelost worden.
John Janssen 6
Alfred HeeromaAls ik de hele kudde zo heb horen, en zien, debatteren absoluut niet.
Een denktank is absoluut een goed idee. Wel graag eentje die ruim 'buiten een doos' kan denken en niet weer een verre neef, en/of, oud collega van de nieuwe Minister van Wonen!
Wat dat betreft lijken we hier wel af en toe Panama aan de Noordzee.
John Janssen 6
De bouwproductie had ook al een 'knauw' gekregen van de Vestia affaire . Bouwbedrijven gingen toen op 'hold' aangezien het nog niet duidelijk was wie er allemaal meegesleept zou worden!
Een Rutte ging nog meer 'ombuigen' en haalde dat liever bij de sociale sector vandaan dan de eeuwige 'pinautomaat', zijnde het grote bedrijfsleven.
En Blok? Blok bediende zo indirect zijn vrinden bij een Blackstone e.d., die een 'voorspeld' tekort zagen ontstaan en massaal in de pandjes doken in de Randstad.
Kijk ook eens hoeveel projecten er momenteel geen doorgang vinden zuiver door opgelopen kosten. In een straal van 500 meter vanwaar ik dit neerpen 3 stuks, met een dikke 200 sociale huurwoningen.
Dus terug naar het Vinex concept en de regie weer terug bij een overheid en weg van die , te kommersjeele, handjes van de wethoudertjes en bijbeunende provinciaalse bestuurders.
Peter Hendriks 7
John JanssenDe bouw ligt nu stil door de hoge rente en de uit de hand gelopen bouwkosten.
John Janssen 6
Peter HendriksMaar wat was de output van corporaties dan qua nieuwe woningen(ga het niet goegellen)?
Petrus Harts 3
Peter HendriksIk hoor van bouwondernemers dat ze absoluut niet kunnen leveren tegen de prijzen die ze afgegeven hebben aan corporaties tussen 2018 - 2020. Als die offertes nu - door inflatie en rente - zouden worden ingeroepen, gaan ze failliet. Op die offertes zit vrijwel altijd een geldigheidstermijn dus er is een acute dreiging, maar als een corporatie nu gaat 'shoppen' krijgen ze veel hogere prijzen te horen.
Petrus Harts 3
Minipuntje van kritiek:
" Amsterdam is niet representatief voor heel Nederland". Klopt!
Maar het is erger dan dat: Amsterdam is de minst representatieve stad voor Nederlandse steden. Gewoon 'by default' overslaan als het over Nederland gaat.
Martijn Kruisselbrink
Tussen 1992 en 2012 daalde het percentage corporatiewoningen van 44% naar 31%. Daar had Rutte dan weer niet zoveel mee te maken! Blijkbaar vonden we al veel langer dat iedereen beter af zou zijn met een koopwoning en dat corporatiewoningen verkocht zouden mogen (moeten) worden.....
Jan Sinke 10
Pe. B. 2
Hier in Groningen, in de omgeving waar ik woon (zuid, richting Haren dus villa wijk), stonden vroeger de rijkskantoren.
Allemaal gesloopt en daar staat nu een prachtig 'schip'. Mooi geworden hoor.
De vrijgekomen ruimte is gebruikt om woningen te bouwen.
Maar i.p.v. in de hoogte meerdere lagen te bouwen staan er nu alleen joekels van eengezins(koop)woningen. Mijns inziens had op die plek wel het tienvoudige aan woningen gerealiseerd kunnen worden. (maar ja redelijk luxe wijk hè, daar wil je toch geen arme sloebers)
Hetzelfde met nog een aangrenzende wijk. Stond het oude diakonessenziekenhuis, Enorm oppervlakte, met een enorme mogelijkheid tot ook sociale bouw.
Nee, hoor zo mogelijk een nóg luxere wijk, dus verrezen daar kapitale villa's voor de happy few. Met Nul sociale (huur)woningen.
Zo maar even 2 voorbeelden van wat ik zie in mijn omgeving, zal in veel steden niet veel anders zijn.
En de grote hoeveelheid scheidingen. Papa, mama kinderen wonen mooi samen in 1 huis maar dan gaan ze scheiden en moet papa (of mama) weer een huis voor zich alleen........Meer regel dan uitzondering.
Het ligt echt niet alleen aan migranten.
En wat is er eigenlijk mis met bejaardentehuizen? Ik woon bijna 40 jaar in een bejaardentehuis voor jongeren, (Oude Rooms Katholiek Ziekenhuis, voormalig kraakpand, al jaren gelegaliseerd met zo'n 375 bewoners) Samen is nooit alleen en dan ben je met een kleine ruimte ook meer dan tevreden als je maar mensen om je heen hebt en gezamenlijke voorzieningen.
Ook zo'n systeem dat door jarenlang VVD beleid om zeep is geholpen, en nu houden al die bejaarden eenzaam een huis bezet waar ook een heel gezin kan wonen. (als ze maar niet gaan scheiden dan ;)
Gisteren (donderdag 30 nov) goed item over sociale bouw in Wenen. Tegenlicht.