Wij vieren op elf november de wapenstilstand na de Eerste Wereldoorlog. We vieren niet het begin van die oorlog, want dat is het begin van angst, verdriet, pijn, rouw en dood. Het begin van onbeschrijflijk lijden. De oorlogen worden door de moeders betreurd. Betreurd om het ontzaglijk leed dat ze over de mensen brengen.
Als de gevechten stoppen, dan mogen we dat vieren. Als men tot bezinning komt en elkaar vrede gunt, zoals men zich verheugt als een ruzie wordt bijgelegd. Is oorlog niet ruzie in het groot?
En niet alleen de soldaten lijden, maar ook hun familie lijdt mee, en deze laatste is elke dag bang dat noodlottig nieuws hen zou bereiken. De oorlogen worden door de moeders verfoeid. En niet minder door de vaders. Want in vredestijd begraven de zonen hun vaders, maar in oorlogstijd begraven de vaders hun zonen. Daarom moet de oorlog uit de mensengeschiedenis verdwijnen.
(Fons Winkelmans)
Enkele herinneringen van onze geliefde 104 jarige “oud-strijder” Adolf De Jaegere (geboren op 15 november 1911 en overleden op 22 juli 2016).
Hier een stukje uit z’n boek, “Pépé vertelt”, neergepend door een kleinkind.
(het echte verhaal speelt zich af in het dorp Anzegem)
‘Bij de bevrijding door de Engelsen in 1918 lag de Kerkstraat in Anzegem, die toen nog een kasseiweg was, gedurende enkele weken op de frontlinie. Met velen samen werd er geschuild in de kelders. Ik lag soms samen met mijn broer in een greppel in de kelder waar de aardappelen in bewaard werden. Door het kelderraampje zagen we de lichtflitsen van de bommen en granaten. Maar toen de strijd heviger werd, zijn we gevlucht naar het huis van mijn tante Leonie, de zus van mijn moeder, in de Grote Leiestraat, op de grens met Waregem. (recht tegenover het monument ‘De Predikheer’ ter nagedachtenis van 6 mensen die gefusilleerd werden tijdens wereldoorlog II. Tijdens die gevechten werd er grote schade aangericht. Er werden verschillende gebouwen afgebrand, o.a. ’de patronage’ en een woning van Julien Van den Driessche.
Toen Anzegem bevrijd was en we terug naar huis stapten, zagen we eens voorbij café ”De Predikhere” (toen gelegen achter ‘De Ast’ in de Grote Leiestraat) hier en daar munitie en gesneuvelde Duitse soldaten langs de weg liggen. Ook aan ”Snoukies” (aan de woning ‘Het Rozenhuisje’, thans van de familie Ver in de Grote Leiestraat) lag er een soldaat in de gracht.
Terug thuis gekomen, troffen we in ons huis een groep Engelse soldaten aan. Ze gaven ons toen heerlijke rijstpap met bruine suiker. Nooit heb ik smakelijker gegeten als toen.’
Dit fragment geeft een beeld wat het leven geweest is ten tijde van oorlog, angst, verdriet, gemis, strijden, leven en overleven, …
Gelukkig weten wij, mensen van na de tweede wereldoorlog, niet wat het is om als mens een wereldoorlog mee te maken, laat staan 2 wereldoorlogen mee te maken. Dit tekent een mensenleven. Velen hebben dit niet meer kunnen navertellen en hebben voor ons en het land “gestreden” voor onze vrijheid.
De soldaten die op 11 november 1918 vernamen dat de wapens zwegen, moeten heel verheugd geweest zijn. Het was een verblijdende dag, die we na zoveel jaren terecht nog altijd gedenken en vieren.
11 november 1918, wapenstilstand
Eén maal per jaar gedenken wij hun,
de helden van het land!
Zij stierven opdat wij konden leven.
Slechts één maal per jaar,
zoveel keer te weinig.
Te weinig staan we er bij stil,
wat zij moesten doormaken opdat wij
konden doorgaan met leven.
De helden van het vaderland worden zij genoemd
en dat zijn ze ook.
Ze deden het zonder enige verplichting.
Zonder hun waren wij niets.
Laat ons hun ook vandaag gedenken,
zomaar.
Want zij stierven,
voor vorst, voor vrijheid en voor recht.
(Lieve Terras, kleindochter van Adolf De Jaeghere, oud-strijder ’40-’45)
De fusillade (het neerschieten) van 6 verzetslui (weerstanders) aan de Anzegemseweg op 06 september 1944, op de vooravond van de bevrijding van Anzegem en omstreken door de Britse troepen.
Op 5 september 1944 verschijnen de eerste Engelse soldaten in Waregem, met de gekende uitgelaten bevrijdings-taferelen tot gevolg. Pas tegen de avond wordt duidelijk dat dit slechts een doortrekkende voorhoede was, en dat terugtrekkende Duitsers nog in de streek zijn. Waregem is te vroeg beginnen feesten. De meedogenloze Duitsers maken in de straten van Waregem nog 6 burgers, sommigen nog getooid met bloemenkransen en Belgische vlaggen, zonder pardon af: Medard Calant, Cyriel Demoor, René Deveugele, Jean-Marie Leclercq, Gerard Vercruysse en Prosper Waelkens. Ook twee verzetsstrijders, Adolf Cannie en Henri Lebbe, worden geëxecuteerd.
De weerstanders van het Geheime Leger, die overdag nog triomfantelijk gevierd werden door de bevolking, realiseren zich het gevaar. Ze trekken zich diezelfde avond nog terug in de Spitaalbossen (Anzegem-Wortegem). Wat ze echter niet weten, is dat zich daar ook soldaten van de 712ste Duitse Divisie schuilhouden, die de Anzegemseweg, de invalsweg voor de Britten, onder schot houden.
De volgende dag, woensdag 6 september 1944, speelt zich de tragedie af. Een patrouille van het Geheime Leger kijkt uit naar Duitse soldaten maar ook naar Engelse troopers om ze te verwittigen van de situatie in Waregem. Tot de groep behoren Roger Vansteenbrugge, Jozef Duthoy, Marcel Windels en Daniel Delmulle. Ook John Mahoney en Jim Cockriel. zijn erbij. De twee Amerikanen zijn enkele maanden eerder uit een, in de tuin van het Kasteel van Spierre neergestorte, B24 gesprongen. Verborgen bij een Waregemse familie, hebben zij zich bij het Geheime Leger aangesloten. Ook weerstander Wally Loosveldt is op dat moment, alleen, in de omgeving.
Het is rond 17.00 u., koud en regenachtig. De mannen horen geratel. Tot hun opluchting zijn het Engelsen: een tank en een verkenningsjeep. Zij houden de voertuigen tegen om hen te briefen. Maar dan breekt de hel los. De Duitsers vallen aan.
De tank wordt geraakt door een 88mm pantserafweerkanon. Leonard Williams, van het 44ste Royal Tanks, wordt hierbij gedood.
Troopers en weerstanders worden ook met een machinegeweer onder vuur genomen. Harold Hoyle van het 15de Recce, chauffeur van de jeep, wordt dodelijk geraakt.
De weerstanders vluchten een kolenveld in, maar worden omsingeld. Ze worden naar een nabijgelegen aardeweg gedreven op de scheiding tussen Anzegem en Waregem. Een jonge Duitse officier laat de mannen oplijnen tegen de haag van hoeve De Cock en heeft het bevel tot executie. De zes worden neergemaaid met twee mitrailleurladingen. Roger Vansteenbrugge, Jozef Duthoy, Marcel Windels en John Mahoney sterven. De Duitsers zien wat verder de vluchtende Wally Loosveldt en schieten ook hem dood.
Jim Cockriel en Daniel Delmulle hebben zich bij de executie laten vallen en worden zo wat beschermd door de lichamen van de anderen. Zij zijn zwaar gewond, maar houden zich voor dood. Eens de Duitsers vertrokken, slepen de twee zich naar de boerderij van Michel De Cock. Daar krijgen ze verzorging. De volgende dag worden ze met een ambulance van het Rode Kruis naar het hospitaal in Waregem gebracht.
Zij zijn onze getuigen van deze tragedie, op de vooravond van de ‘echte’ bevrijding.
In 1945 werd er langs de Anzegemseweg aan de ‘Predikheer’ (de naam van een vroegere café op die plaats) een monument van het Geheim Leger opgericht voor de gesneuvelde weerstanders en medestanders. Elk jaar heeft daar een herdenking plaats met de naam ‘Heldentrouw’ die plaats vindt op de zondag die op de kalender het dichtst bij 06 september valt.
In 1947 werden de namen van gesneuvelde verzetslui (weerstanders) toegekend aan de door ons allen goed gekende straatnamen in Waregem, zoals Henri Lebbestraat, Marcel Windelstraat, Roger Vansteenbruggestraat en Jozef Duthoystraat.
(Roland Caes)
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.