De legende zegt dat Arnold in 1040 werd geboren in Tiegem, na het overlijden van het eerste zoontje uit een adellijke familie.
Zijn moeder die diepgelovig was droomde dat zij nog een zoon zou baren die ‘groot zou zijn in de ogen van God’, een Christusdrager.
Héél jong reeds groeide in hem het verlangen om priester te worden en dit straalde af uit zijn woorden, zijn houding, zijn hele manier van ‘zijn’
Toen Arnold naar de verwachting van zijn familie tot ridder werd geslagen
voelde hij enkel en alleen het verlangen naar
een dieper leven in dienstbaarheid en gebed.
Een leven van macht en rijkdom bracht hem geen voldoening.
Hij bleef het als een ‘omweg’ zien. Zijn leven, ook in het leger, bleef gekenmerkt door diepe waarden,
gewetensvol
maakte tijd voor gebed
was mild, nederig
had aandacht voor armen.
Hij bleef de droom trouw om ‘niet van de wereld’ te zijn.
Zo vertrok hij als ridder naar de Sint- Medardusabdij in Soissons met de vraag opgenomen te worden in de orde.
In het bijzijn van de schildknapen die met hem meereisden én de kloostergemeenschap moest hij alle sieraden en wapens afleggen in ruil voor een eenvoudig kruis en een pij.
Het was voor broeder Arnoldus een dag van groot geluk.
Vol overgave nam hij de zorg voor de armen op zich.
In Arnoldus groeide echter het verlangen aan naar een bestaan in eenzaamheid, in totale zelfopoffering en gebed.
Hij werd kluizenaar en asceet.
Door zijn manier van ‘zijn’ trof hij mensen in het hart. Wie hem beter leerde kennen werd een beter mens door hem.
Drie jaar en zes maanden heeft hij niet gesproken en bracht hij zijn tijd door in
stilte en gebed.
Toen de abdij waartoe hij behoorde, achteruit ging, werd hij teruggeroepen om de taak van abt op zich te nemen.
Diep bedroefd, maar gehoorzaam aan de roep, nam hij dit op zich.
Later wordt hij in de woelige tijd die volgt ook tot bisschop in Soissons benoemd.
Hij wordt gevraagd om een rondreis doorheen Vlaanderen te maken om de gistende gemoederen te bedaren.
Arnoldus is immers gekend om zijn wijsheid en iets in zijn uitstraling laat hem telkens ook weer de vrede en de rust herstellen.
In Oudenburg sticht hij een Benedictijnerabdij.
Als deze tot bloei komt, ziet hij zijn taak als volbracht, legt mijter en staf neer en keert hij als eenvoudige monnik terug naar de eenzaamheid van zijn kluis.
In dit leven van vasten en gebed, ontwikkelde hij de ‘gave van de profetie’
en velen kwamen bij hem om raad.
Er zijn ook verhalen van enkele ‘wonderbare genezingen’ die Arnoldus in zijn nederigheid niet aan zichzelf maar aan God toeschreef.
Toen zijn uur gekomen was, trok hij naar Oudenburg en stierf er op 14 augustus 1087.
Hij werd heilig verklaard op 13 mei 1121.
Zijn feestdag wordt gevierd op 16 augustus.
Hij wordt vereerd te Tiegem.
Beschermheilige van de bierbrouwers
Patroon van de vrede.