De hoeve wordt vermeld in geschriften over de Eerste Wereldoorlog. De oorspronkelijke gebouwen werden verwoest, maar na de oorlog terug opgebouwd in typische ‘wederopbouwarchitectuur’. Het bouwplan werd teruggevonden in het Rijksarchief te Brussel (Dienst Verwoeste Gewesten). De hoeveherberg was oorspronkelijk eigendom van Mevr. Ameye-Verhoost die in het tegenoverliggende kasteel woonde. Dat kasteel werd eveneens verwoest tijdens de oorlog, maar niet meer terug opgebouwd. Mevr. Ameye trad in het huwelijk met Cyrille Van Overbergh, een gerenommeerde Brusselse professor, staatsman en weldoener. Hij schonk onder meer de gronden waarop het MPI Maria Ter Engelen in Klerken werd gebouwd (inmiddels omgedoopt tot De Vleugels).

De familie Van Overbergh-Ameye bleef graag naar Houthulst komen. Na jarenlange uitbating door mijn overgrootvader Florimond en grootvader Achiel Delheye konden mijn ouders de hoeve in de jaren 1960 aankopen.

“Mijn grootvader – die ik nooit heb gekend – was naast boer, paardenfokker, café- en winkeluitbater, kolenhandelaar, verzekeringsmakelaar ook boswachter. Een traditie die blijkbaar teruggaat tot in de 18de eeuw, de tijd van de Boskanters. Onze boerderij noemde trouwens ‘t Jagershof. Na afloop van de jacht kwamen de Heren uit Brussel bij ons thuis genieten van de maaltijd die mijn grootmoeder voor hen had bereid. Leuke anekdote: na de verdediging van mijn doctoraatsproefschrift in 2005 kwam ik te weten dat een van de Brusselse hoofdrolspelers van mijn onderzoek, namelijk Cyrille Van Overbergh, eigenaar was geweest van onze boerderij. Van Overbergh was een van de oprichters van het ACW en later ondervoorzitter van de Senaat en minister van Staat.” (100 Heerlijke Roeselarenaars, pag. 72)