Bedevaartvaantje van papier, Sint Godelieve te Gistel, type Godelievenonnekes. Rechthoekige driehoek van links naar rechts. Zwart-wit afdruk van een houtsnede. Centraal links ziet men de wurging van St. Godelieve. Ze heeft een doek rond de hals, die vastgehouden wordt door twee bedienden. Boven haar hoofd zweven twee engelen. De linkse houdt een palmenkroon en een gouden kroon vast, de rechtse een dubbele palmtak en een gouden kroon. In de linkerbovenhoek hangt, bevestigd aan een kromstaf, het blazoen van de Godelieveabdij (ruitvormig schild met kruisjes en een leeuw). Voor St. Godelieve knielen twee zusters benedictinessen, waarvan één de abtstaf vasthoudt. Naast hen zitten verschillende pelgrims, waaronder een moeder met kind en een pelgrim met paternoster, staf, twee St.-Jacobsschelpen op de schoudermantel en een kalebas aan de gordel. Op de achtergrond staat de waterput, met twee figuren ernaast. Erboven staat het opschrift 'Hier wordt S. Godelieve versmoort'. Meer naar rechts staat een kapel. Daarnaast, in een braakliggend veld, staat in een lichte terreinglooiing geschreven ' Hier naeyde S. Godelive Bertolfs Hemden naer haer doot'. In de uiterste hoek rechts is een zicht op Gistel te zien, met naast de kerktoren het opschrift 'Ghistel'. Links daarvan vliegen drie kraaien naar de knielende pelgrims toe. Tussen hen wordt tweemaal het woord 'Cras' herhaald. Al het afgebeelde vindt plaats voor een afsluiting met houten latwerk. De tekst onderaan zoals bij type 'Godelievenonnekes' vialt weg. Ook één van de pelgrims, een jongeman met kaars, werd vervangen door een oude man.