Toen een team van onderzoekers op een ochtend in mei 2008 op pad ging om een stuk oerwoud in het Indonesische deel van Borneo te bestuderen, hadden ze geen idee dat ze tijdens hun lunchpauze op de ‘heilige graal van de herpetologie’ zouden stuiten. Terwijl ze op de oever van een beekje zaten, spotte een van de Indonesische leden van het team een bruingele hagedis van ongeveer dertig centimeter lengte. De ‘minikrokodil’ had een kop en opvallende schubben die in een tekenfilm over dinosauriërs niet zouden misstaan.

Het was een zogenaamde ‘dove varaan’, het eerste exemplaar dat in tientallen jaren in het wild was aangetroffen. Het nieuws van de herontdekking, die in 2012 in een wetenschappelijk artikel werd beschreven, leidde tot verrukking onder reptielenliefhebbers.

Indonesië en Maleisië kennen al tientallen jaren strikte wetten ter bescherming van dove varanen, wat betekent dat de soort niet verzameld of verhandeld mag worden. Geen van beide landen staat de uitvoer van dove varanen toe, maar het artikel over de herontdekking wekte grote interesse onder verzamelaars, die bereid waren duizenden dollars voor één enkel exemplaar te betalen. De auteurs van de studie onthulden ongewild genoeg informatie om stropers een idee te geven waar ze de zeldzame hagedissen konden vinden.

Experts schatten dat er tussen 2013 en 2016 zo’n tweehonderd dove varanen zijn verkocht, voornamelijk aan verzamelaars in Japan, Europa en de VS. De meeste van deze dieren zijn uit de wilde natuur weggekaapt of bewust gefokt uit exemplaren die al in het wild waren gevangen. Ook enkele geaccrediteerde dierentuinen zijn indirect betrokken geweest bij deze handel.

In een artikel dat op 14 juni in het vakblad Nature Conservation is verschenen, wordt erop gewezen dat talloze (de meeste zelfs) van de dove varanen die in geaccrediteerde dierentuinen in Europa en de VS zijn te zien, daar als gevolg van illegale handelspraktijken zijn beland. Technisch gesproken hebben de dierentuinen mogelijk geen enkele wet overtreden, maar volgens Vincent Nijman, auteur van de studie en conserveringsecoloog aan de Oxford Brookes University in Groot-Brittannië, zal het artikel dierentuinen er hopelijk toe aanzetten om zorgvuldiger te kijken naar de gecompliceerde ethiek en professionele aspecten rond het aankopen van zeldzame dieren met een bedenkelijke herkomst.

“Als dierentuinen willen dat hun stellingname tegen illegale wildsmokkel serieus wordt genomen en als ze een positieve bijdrage willen leveren aan het natuurbehoud, dan moeten ze onberispelijk zijn,” zegt Nijman. “Ze zouden de organisaties moeten zijn die het goede voorbeeld geven.”

Thomas Ziegler, curator reptielen van de Kölner Zoo in Keulen, waar vier dove varanen worden gehouden, is het ermee eens dat dierentuinen op ethische dilemma’s stuiten nu er steeds meer wilde dieren op de internationale markt worden aangeboden. Maar hij vindt dat geaccrediteerde dierentuinen wel het recht hebben om zeldzame soorten aan te kopen. “Moeten we ze laten sterven? Laten verdwijnen in privéverzamelingen, omdat wij er niets mee te maken mogen hebben? In dat geval zouden we ze voorgoed kwijt kunnen raken,” zegt hij. “Dierentuinen kunnen ook als moderne Arken van Noach dienen.”

Het is onduidelijk hoe het in het wild met de dove varaan gaat. In evolutionair opzicht is de soort uniek, want het is de enige in de familie van dove varanen die niet is uitgestorven. De hagedissen komen voor in het noordwesten van Borneo, dat is verdeeld tussen de Maleisische deelstaat Sarawak en de Indonesische provincie Kalimantan. De dove varaan wordt beschouwd als ‘kwetsbaar’ voor uitsterving, zegt Mark Auliya, herpetoloog van het Zoologisches Forschungsmuseum Alexander Koenig in Bonn en lid van het team dat op verzoek van de International Union for Conservation of Nature de beschermingsstatus van het reptiel beoordeelt.

Om hagedissen beter te beschermen werd in 2016 de handel in deze dieren zonder speciale vergunning verboden door de ‘Conventie inzake de internationale handel van bedreigde soorten flora en fauna’ (CITES), het orgaan dat toeziet op de internationale handel in wilde dieren en planten.

Maar tegen die tijd werden dove varanen al online en op reptielenbeurzen te koop aangeboden. Volgens expert en diverse onderzoeksrapporten zijn het voornamelijk commerciële handelaren en hobbyisten die de reptielen kopen en verkopen. Daarnaast zijn er in Europa elf geaccrediteerde dierentuinen die tenminste zestig dove varanen houden. In februari 2021 kocht de Audubon Zoo in New Orleans tien exemplaren van de dierentuin van Praag.

Van oudsher werken dierentuinen nauw samen met handelaren die dieren in het wild verzamelen. Tientallen jaren lang hebben dierentuinen deze wilde dieren vooral aangekocht om hun publiek te vermaken, zonder al te veel aandacht te schenken aan de potentiële gevolgen van dit beleid voor het natuurbehoud. Maar in het laatste decennium zijn dierentuinorganisaties en hun geaccrediteerde leden een steeds grotere rol in het natuurbehoud gaan spelen. Ook hebben ze zich fel uitgesproken tegen stroperij en wildsmokkel.

Voor dit verhaal interviewden we zes dierentuinverzorgers en -functionarissen, die verklaarden dat de dove varanen onder hun hoede allemaal op legale wijze zijn verkregen ten behoeve van onderzoek en het behoud van de soort. Volgens hen kunnen deze dieren in gevangenschap dienen als genetische reddingsboei, mocht de soort in het wild uitsterven.

Het achterhalen van de herkomst

Nijman baseerde zijn artikel op informatie die hij op sociale media en in nieuwsberichten tegenkwam en op gegevens uit een officiële database van dierentuinen. Daarnaast sprak hij met CITES-medewerkers, commerciële handelaren en dierentuinverzorgers. Zo kon hij de herkomst van de dove varanen in dertien geaccrediteerde en drie niet-geaccrediteerde dierentuinen achterhalen. Een van de geaccrediteerde dierentuinen kocht zijn dove varanen uitsluitend aan uit partijen van illegaal gesmokkelde dieren die bij douanecontroles in beslag waren genomen. De andere instellingen hadden de hagedissen voornamelijk van commerciële handelaren en andere dierentuinen gekocht. Volgens Nijman lijken veel van die dieren uit de wilde natuur te zijn weggekaapt of nakomelingen te zijn van in het wild gevangen ouders.

De Audubon Zoo kocht tien in gevangenschap gefokte hagedissen van de Praagse dierentuin. Deze reptielen waren vrijwel allemaal nakomelingen van zeven exemplaren die in 2016 van iZoo werden gekocht, een niet-geaccrediteerde dierentuin in de Japanse prefectuur Shizuoka. De dove varanen die door iZoo aan de Praagse dierentuin werden geleverd, waren op hun beurt nakomelingen van exemplaren die in het wild waren gevangen, zoals Tsuyoshi Shirawa, eigenaar van iZoo en Japans grootste handelaar in reptielen en andere exotische dieren, toegeeft. (Shirawa zat bijna twee jaar in de cel nadat hij in 2007 was veroordeeld voor valsheid in geschrifte en de illegale handel in andere beschermde reptielen.)

Toen ik Shirawa in 2016 interviewde voor een boek dat ik over het onderwerp schreef, vertelde hij me dat hij geen enkele wet had overtreden toen hij dove varanen uit Maleisië en Indonesië kocht en daarna doorverkocht. In tegenstelling tot de VS erkent Japan de wetgeving inzake wildbehoud van andere landen niet, dus als een diersoort die in een bepaald land wordt beschermd naar Japan wordt gesmokkeld, is die handel niet illegaal.

“In Indonesië is de soort misschien beschermd of misschien ook niet. Dat maakt niet uit, want het gaat dan om plaatselijke wetgeving, een Indonesische wet,” vertelde Shirawa mij.

Een soortgelijke maas in de wet bestaat er in Europa voor dieren die in Europese regelgeving niet uitdrukkelijk worden vermeld of door de CITES-regels nog niet worden beschermd. Het gevolg was dat de verkoop van dove varanen aan Europese landen voorafgaand aan 2017, toen de CITES-regels voor de soort van kracht werden, sterk toenam.

In 2014 ontving Sandra Altherr, medeoprichtster van de Duitse milieugroep Pro Wildlife, een tip van een klokkenluider. Volgens de tipgever verzamelden twee Duitse handelaren in Indonesië dove varanen in het wild en smokkelden ze de dieren daarna het land uit.

Volgens een mede door Nijman geschreven onderzoek uit 2014 van de organisatie Traffic, die de illegale handel in wilde dieren in de gaten houdt, begonnen niet lang daarna handelaren in heel Europa, waaronder Duitsland, de Oekraïne, Tsjechië en Frankrijk, dove varanen online aan te bieden. Een van de hoofdrolspelers was Robert Seipp, een handelaar in exotische dieren die in 1986 in Duitsland was veroordeeld voor de smokkel van reptielen uit Australië. Ook verkocht hij in 2014 dove varanen en andere reptielen op de grootste reptielenbeurs van Europa, in het Duitse Hamm.

Volgens Nijmans artikel in Nature Conservation leverde Seipp in 2014 ook vier dove varanen aan de Hoofdstedelijke Dieren- en Plantentuin van Boedapest. Al deze transacties waren legaal.

Seipp reageerde niet op verzoeken om een interview voor dit artikel.

Aanspraken op 'legale handel'

Shirawa vertelde me dat hij niet alleen samenwerkte met mensen die dove varanen uit Indonesië smokkelden, maar dat hijzelf ook enkele exemplaren legaal uit Maleisië had geïmporteerd. Ook andere handelaren in reptielen stellen dat Maleisische officials exportvergunningen voor de hagedissen hebben afgegeven.

Jürgen Schmidt, een professionele reptielenfokker uit Oostenrijk, schrijft in een e-mail dat hij in 2016 op legale wijze acht dove varanen van de Maleisische reptielenhandel Versus Creation, bij Kuala Lumpur, heeft gekocht en daarna geïmporteerd.

Schmidt “is een van de beste fokkers die ik ken,” zegt Anton Weissenbacher, curator zoölogie en reptielenspecialist van de Tiergarten Schönbrunn in Wenen. De dierentuin kocht in 2017 vier in gevangenschap gefokte dove varanen van Schmidt. “We zouden niet met hem samenwerken als we ook maar enigszins het gevoel zouden hebben dat er iets niet klopte of dat er rare dingen gebeurden,” zegt Weissenbacher.

Ook Versus Creation reageerde niet op verzoeken om een interview.

Volgens Schmidt kent hij nog drie andere mensen die beweren in totaal twintig tot dertig dove varanen uit Maleisië en Indonesië te hebben ingevoerd.

Maar officials in beide landen ontkennen dit. Volgens hen zijn er nooit exportvergunningen voor deze soort afgegeven.

Volgens Melvin Gumal, hoofd van de afdeling voor onderzoek en het behoud van biodiversiteit van de Sarawak Forestry Corporation, de Maleisische overheidsdienst die toeziet op de naleving van de CITES-regels, zijn er nooit vergunningen afgegeven voor de uitvoer van dove varanen vanuit Maleisië, Borneo of andere delen van het land.

“Sarawak heeft hier een probleem mee,” zegt Gumal over de handel in dove varanen. “Bovenal is deze handel illegaal, maar hij is ook onethisch.”

In Indonesië daarentegen hebben reptielenhandelaren mogelijk gebruik gemaakt van een maas in de wet, die is ontstaan door verwarring over de wetenschappelijke en Engelse benamingen voor de soort. Handelaren konden exportvergunningen voor dove varanen aanvragen door de dieren aan te duiden met een naam die in de Indonesische wetgeving niet voorkomt, waardoor ze de douaneregels konden omzeilen. (Deze situatie werd in 2018 rechtgezet.)

“Er waren heel wat juridische steegjes en straatjes waardoor de soort toch het land uit gesmokkeld kon worden,” zegt Amir Hamidy, herpetoloog van het Indonesisch Instituut van Wetenschappen en lid van het Indonesische CITES-team

Maar dat verandert volgens hem niets aan het feit dat de dove varaan een beschermde soort is. “Dit is smokkel.”

Hogere verantwoordelijkheid

Noch de dierentuin van Boedapest noch die van Praag heeft geantwoord op verzoeken om commentaar. Bob Lessnau, vicevoorzitter en algemeen curator van de Audubon Zoo, schreef in een e-mail dat hij en zijn collega’s meenden dat het artikel van Nijman was “gebaseerd op veronderstellingen” en “een gebrek aan feitelijk bronnenmateriaal vertoonde om deze veronderstellingen te onderbouwen.”

“We hebben duidelijk goed vooronderzoek verricht en de vereiste en juiste vergunningen van de daartoe bevoegde autoriteiten verkregen,” zegt Lessnau over de tien dove varanen die van de Praagse dierentuin zijn aangekocht. “We hebben geen bewijzen gezien die aantonen dat de ouderdieren van deze varanen op illegale wijze zijn verkregen.”

Dan Ashe, voorzitter en directeur van de Association of Zoos and Aquariums, een ngo en koepelorganisatie waarbij ruim 240 dierentuinen en aquaria in de VS en elders zijn aangesloten, noemt de argumenten van Nijman “een samenraapsel.”

“Hij doet de algemene uitspraak dat dierentuinen een hogere verantwoordelijkheid hebben dan zich aan de wet te houden,” zegt Ashe. Maar het is door ons aan de wet te houden “dat we de smokkel tegen kunnen gaan,” zegt hij. Volgens hem toont Nijman “niet aan dat iemand zich niet aan de wet heeft gehouden.”

Maar gezien de mazen in de Europese en Japanse wetgeving is het volgen van de regels misschien niet altijd genoeg, zegt Chris Shepherd, directeur van Monitor, een ngo die zich wijdt aan onderzoek naar de handel en smokkel van minder bekende diersoorten. “Je zegt dan eigenlijk dat het oké is om de wetten van de landen van herkomst te overtreden en dat het ‘witwassen’ van illegaal gevangen dieren prima is,” zegt hij.

Volgens anderen in de dierentuinwereld stelt Nijman belangrijke kwesties aan de orde. “In het kader van hun zorgplicht hebben dierentuinen en aquariums de verantwoordelijkheid om de illegale export van dieren te voorkomen,” zegt Danny de Man, vicedirecteur van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA), het accrediterende orgaan voor de Europese dierentuinen. “Ik verwelkom dit artikel en ik denk dat de publicatie ervan ons zal helpen om ons beleid en onze procedures onder de loep te nemen en zo nodig bij te stellen.”

Ivan Rehák, voorzitter van de reptielengroep van de EAZA, houdt een officieus stamboek van dove varanen bij en is het ermee eens dat de herkomst van dove varanen in gevangenschap “problematisch” is. Maar volgens hem zijn het niet de dierentuinen geweest die de illegale smokkel hebben opgezet en de vraag naar dove varanen hebben aangewakkerd. Wat betreft het onderzoek naar de precieze herkomst van de dieren die ze aankopen, hebben ze bovendien niet de middelen om veel meer te doen dan zich aan de officiële regels te houden.

“Ik denk dat dierentuinen in staat zouden moeten zijn om de legaliteit en bewijsbare herkomst van alle dieren die ze verwerven, aan te tonen,” zegt Shepherd. “De verdenking zou niet op de schouders van iemand als Nijman mogen rusten.”

Ethische argumenten

Zelfs als een dier een bedenkelijke herkomst lijkt te hebben, zijn er nog altijd “talloze ethische problemen” die een rol spelen bij de beslissing om het dier aan te kopen, zegt Rehák. In het geval van dove varanen kunnen dierentuinen een waardevolle rol spelen in de instandhouding van populaties in gevangenschap en in beschermingsprogramma’s die “bijdragen aan het voortbestaan van de soort in de toekomst,” zegt hij.

Commerciële handelaren en dierentuinen verwijzen geregeld naar habitatverlies als rechtvaardiging om populaties dove varanen en andere diersoorten in gevangenschap te houden, oftewel om over een ‘back-up’ te beschikken als de dieren in het wild zouden uitsterven.

De meeste milieubeschermers zijn het eens met de noodzaak om soorten die zich op het randje van uitsterving bevinden, met behulp van zorgvuldige fokprogramma’s in gevangenschap te redden en weer in het wild uit te zetten. Met zo’n programma werd bijvoorbeeld de bijna uitgestorven Californische condor eind jaren tachtig van de ondergang gered. Maar voor soorten als de dove varaan, die niet op het punt staat te verdwijnen, is het verwijzen naar de verwoesting van habitats niet meer dan een “zeer algemeen en onaanvaardbaar argument,” zegt Auliya. Grote delen van de laaglandbossen op Borneo worden geveld ten behoeve van palmolieplantages, maar de hagedissen lijken in ongerepte gebieden te overleven. Bovendien weten experts volgens Auliya nog niet of de achteruitgang in het aantal dove varanen op het eiland is te wijten aan stropers.

“Het argument van habitatverlies wordt vaak gebruikt, maar ik vind het erg zwak,” zegt ook Hamidy. “Het is geen rechtvaardiging om dieren in een kooi gevangen te houden.”

Volgens Gumal kennen de Maleisische autoriteiten een handvol strikt beschermde gebieden, waaronder enkele nationale parken, waar dove varanen voorkomen, wat het argument van habitatverlies tegenspreekt. Gumal is niet blij met het feit dat Maleisische en Indonesische wetenschappers en autoriteiten tot nu toe niet zijn betrokken bij de gesprekken tussen westerse dierentuinen over het behoud van de dove varaan.

Momenteel “verliezen onze landen hun natuurlijke schatten aan nietsontziende handelaren,” zegt hij. Deze gang van zaken druist volgens hem in tegen de beste praktijk voor een eerlijke en evenwichtige verdeling van de voordelen van biodiversiteit.

Volgens Shepherd biedt de kwestie rond dove varanen dierentuinen de kans om hun betrokkenheid bij de uitvoer van niet alleen deze specifieke soort onder de loep te nemen, maar opnieuw te kijken naar hun algehele benadering van de aankoop van wilde dieren. “Dit artikel komt zeer gelegen, want het belicht een probleem dat echt moet worden aangepakt,” zegt hij. “Als dierentuinen een belangrijke rol in het natuurbehoud willen spelen, dan moeten ze deze puinhoop oplossen.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com