Als je vanuit de medina van Chefchaouen naar het noordoosten kijkt, prijken er twee hoge bergtoppen aan de horizon. Ze hebben wel wat weg van de hoorns van een geit, moeten de oude bewoners van dit stadje in het uiterste noorden van Marokko hebben gedacht. Chef echaouen betekent namelijk ‘kijk naar de hoorns’ in het Berbers.

Maar nog veel opmerkelijker is het uiterlijk van het oude stadscentrum zelf: de hele medina van Chefchaouen is namelijk blauw van kleur. Chefchaouen wordt dan ook de blauwe stad van Marokko genoemd. Maar waarom is Chefchaouen eigenlijk blauw? Dit is wat je moet weten voordat je de stad bezoekt.

De geschiedenis van Chefchaouen

Chefchaouen werd in de vijftiende eeuw gesticht als bolwerk tegen de Portugese kolonisator, die in 1471 vanuit de Atlantische kust het binnenland probeerde te veroveren. Omdat er een waterbron bij de kashba was gelegen, zou zich algauw een stadje rond de verdedigingsmuur vormen. Chefchaouen was geboren.

Aanvankelijk woonden er met name Ghomara, een Berberstam, in Chefchaouen. Maar toen de christenen tegen het einde van de reconquista het Iberisch Schiereiland heroverden, kwamen er steeds meer Europese vluchtelingen in Marokko terecht.

Een veelvoud aan culturen

Met name moslims, morisken en Joden werden ten tijden van de reconquista uit Spanje en Portugal verdreven. Velen daarvan vestigden zich in steden in Noord-Afrika en het Ottomaanse Rijk. Zo ook in Chefchaouen.

Zo werd Chefchaouen een smeltkroes van verschillende culturen. Het zouden dan ook waarschijnlijk deze buitenlandse gebruiken en tradities zijn geweest, die Chefchaouen in de eeuwen die volgden haar blauwe uiterlijk gaven.

Wat is er te doen in Chefchaouen?

Naast het bewonderen van de blauwe medina is er ontzettend veel te doen in Chefchaouen. Wandel bijvoorbeeld naar de Spaanse Moskee, bezoek de oude kashba en het naastgelegen museum, of neem een kijkje op het bruisende Plaza Uta El-Hammam, het centrale plein van de stad.

Ook de omgeving van Chefchaouen is het ontdekken waard. De regio rondom de stad staat bekend om zijn ambachtelijke geitenkaas en de Kef Toghobeit, de diepste grot van Marokko, ligt op slechts dertig kilometer afstand van de stad.

Waarom is Chefchaouen blauw?

Als je Chefchaouen bezoekt zal een ding je direct opvallen: in de medina is bijna alles blauw. Van turquoise trappen en azuurblauwe tegels tot hemelsblauwe muren en kobaltblauwe deuren. Geen straat of gebouw is hetzelfde. Over de oorsprong van Chefchaouens blauwe uiterlijk gaan verschillende verhalen de ronde. Dit zijn de aannemelijkste verklaringen.

Een Joodse traditie?

Mogelijk zouden de Joodse vluchtelingen, die zich in de vijftiende eeuw vanuit het Iberisch Schiereiland in Chefchaouen vestigden, de blauwe kleur in het Marokkaanse stadje hebben geïntroduceerd. Blauw is traditioneel een belangrijke kleur in het jodendom, die onder meer voorkomt op de tailliet, een soort gebedskleed.

Anderen zeggen dat de huizen in de medina hun blauwe kleur pas kregen in de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw. Joodse Europeanen, die bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog naar het zuiden uitweken, zouden de traditie naar Marokko hebben meegebracht.

Muggen en koelte

Een andere mogelijke verklaring is dat de blauwe kleur muggen zou weren, of dat het de huizen koel zou houden in de warme zomermaanden. Misschien dat de blauwe woningen in de mellah, het Arabische woord voor een Joodse wijk in een Marokkaanse stad, zo koel en muggenvrij waren, dat ook de niet-Joodse inwoners van Chefchaouen besloten hun huizen blauw te kleuren.

Wat de reden ook is, de huidige bewoners van Chefchaouen zorgen ook nu nog dat de stad haar blauwe kleur behoudt. De medina wordt goed onderhouden en regelmatig bijgeschilderd, meestal met een mengsel van water, kalk en pigment. Logisch, want de blauwe medina heeft Chefchaouen tot een van de populairste bestemmingen van Marokko gemaakt.

Headshot of Merav Pront
Merav Pront
Editor

Merav Pront is digital editor bij National Geographic en schrijft daarnaast geregeld voor het magazine. Tijdens haar studie sociale geografie leerde ze lokale fenomenen in een internationale context plaatsen. Als freelance journalist zoekt ze naar de kleine verhalen achter het grote nieuws. Ze schrijft onder meer voor de VPRO en het Nationaal Holocaustmuseum.