Zjef Vanutysel en Lieven Tavernier in Bijloke muziekcentrum

© Dominique Dierick

© Dominique Dierick

1 / 2
thumbnail: null
thumbnail: null

Op 30 mei staat Zjef Vanuytsel in het muziekcentrum De Bijloke. Zjef komt er optreden op uitnodiging van de VZW Edad de Oro/ De verenigde Muze uit het praatcafé en kunstgalerie De muze aan het Gravensteen. Die vereniging heeft al een stevige reputatie in het organiseren van concerten met bekende namen van weleer, die toch nog weten aan te slaan. In het verleden waren op die concerten al grote namen te gast zoals de overleden Kevin Coyne, Steve Harley and cockney Rebel, 10 cc, Adamo, Manfred Mann en Angelo Branduardi om er maar enkele te noemen. Het is meteen de tiende editie. Dany Vandenbossche, die mee in de organisatie zit, maakte een uitgebreide bijdrage waarin hij Vanuytsel situeert binnen de zogenaamde kleinkunst

Dany Vandenbossche

Het is goed om bij wijze van inleiding even bij die verwarrende term kleinkunst te blijven stilstaan. Het gaat eigenlijk om de aanduiding van een podiumkunst die de bedoeling heeft te amuseren en in Nederland ook wel de naam cabaret meekreeg, maar men duidt er ook het luisterlied en de musical mee aan.

De term klein verwijst naar het intieme, vaak gevoelige karakter van de kunstvorm. In het Duits is kleinkunst synoniem voor cabaret. In Vlaanderen is het de verzamelterm voor zangers en muziekgroepen die in het Nederlands zingen met een eenvoudig, meestal akoestisch instrumentarium.

Waarmee men de tegenstelling met rockmuziek weergeeft die eerder in het Engels is en met een uitgebreidere versterkte bezetting. Hoewel in de praktijk dat onderscheid langzamerhand is vervaagd. We gaan er vanuit dat bij kleinkunst de nadruk op de tekst ligt en vaak maatschappijkritisch is, zeg maar het Franse chanson.

De term geraakte sinds de oprichting van de Amsterdamse academie voor kleinkunst in 1960 (nu samengevoegd met de Amsterdamse toneelschool (1874) volledig ingeburgerd. In 1966 werd de afdeling kleinkunst opgericht aan de Antwerpse studio Herman Teirlinck (nu hogeschool Antwerpen), de kleinkunst kende een ongelooflijke bloei in de jaren zeventig.

Het was in die tijd dat mensen als Chris De Bruijne, Johan Verminnen, Raymond van het Groenewoud hun debuut maakten. Een zekere Jan De Wilde scoorde later een hit met het fantastische nummer ”De fanfare van Honger en dorst” geschreven door de Gentse Lieven Tavernier, die onlangs nog een cd voorstelde in de Handelsbeurs.

Ook de Nederlandse chansonniers en cabaretiers waren toen ook in Vlaanderen razend populair, iemand als Boudewijn De Groot had monster hits met de nummers van de LP “Voor de overlevenden” maar ook mensen als Jaap Fischer( sinds 1976 Joop), Herman Van Veen en Dimitri van Toren veroverden Vlaanderen.

Revival

Ondertussen is het genre duidelijk aan een revival bezig met Yevgueni, Eva De Roovere, Buurman en Kommil Foo, om er maar enkele te noemen; Een absoluut monument en Godfather van de Vlaamse kleinkunst is Zjef Vanuytsel.

Jozef Guillaume Vanuytsel werd in 1945 geboren in Mol en ging als artiest door het leven met de naam Zjef, volledig in de lijn van de toen populaire progressieve spelling. Reeds als scholier in Hoogstraten componeerde hij liederen. Tijdens zijn architectuurstudies aan Sint Lucas in Brussel vervolmaakte hij ook zijn muziekvakmanschap. In zijn schooltijd schrijft hij vooral Nederlandstalige teksten op Engelse hits en is een groot fan van The Beatles en Jaap Fischer. Wanneer hij Jacques Brel ontdekt is hij volledig in de ban van deze Franstalige Belgische chansonnier. Al vlug schrijft hij eigen liederen en verzamelt rond hem een schare fans. Zijn carrière als componist en zanger geraakt in een stroomversnelling wanneer Jan Gheysen van de VRT een compilatie wil laten maken met Philips van de nieuwe muziektalenten in Vlaanderen, één van de geselecteerden is Vanuytsel.

De mensen van Philips vinden Zjef Vanuytsel zo boeiend en goed dat ze voorstellen om een volledige LP uit te brengen. Zjef tekent daardoor in 1968 een platencontract met Philips voor het uitbrengen van een LP. Het zou nog duren tot 1970 vooraleer hij die eerste LP uitbrengt, de opnames ervan gebeuren in zijn laatste jaar architectuur. Hij breekt als muzikant volledig door met die LP De zotte morgen in 1970 waarop ook Houten kop, Je weet wel mijn lief en Hop Marlene staan. De invloeden van Boudewijn De Groot zijn duidelijk maar Zjef heeft zelf ook een neus voor kleinkunstnummers. Van De zotte morgen werden meer dan 100.000 exemplaren verkocht en de plaat wordt beschouwd als de beste plaat in het kleinkunstgenre. De LP is geproduceerd door de legendarische Roland Verlooven.

Deze man duikt in de Vlaamse muziek op als tekstschrijver, producer en zanger, hij werkte samen met ontelbare Vlaamse zangers. Die producer Verlooven is een echte coryfee in het Vlaamse muzieklandschap die albums van Clouseau, Miek en Roel al over Zjef Vanuytsel ook Rocco Granata produceerde. Je kunt hem niet mislopen als je in Vlaanderen over muziek praat. Hij zette verscheidene Vlaamse artiesten op de kaart. De arrangementen zijn van Frans Ieven, die ik later ontmoette als radiobaas van de VRT (2000-2006) en zeg maar de kleinkunstproducer bij uitstek. Hij zou trouwens de tweede LP van Vanuytsel, de in 1974 uitgebrachte Er is geen weg terug produceren.

De songs van Zjef Vanuytsel zijn veelal autobiografisch en die eerste LP is daar kenmerkend voor. De Zjef ontdekt de wereld wanneer hij van het internaat in Hoogstraten plots als een vrije vogel In Brussel terecht komt aan St. Lucas. Hij ontdekt de wereld van de Brusselse kroegen en houdt wel van een nachtje uit. Het titelnummer De zotte Morgen schreef hij op de trein. A star is born en de vijfentwintigjarige Vanuytsel trekt door de Vlaamse zalen tot in de uithoeken van Vlaanderen, alleen met gitaar. Ik zie en hoor hem in één of ander parochiezaaltje in Brugge, zo ergens rond 1972 en ben in de ban van de muziek van die man.

Als in 1974 Er is geen weg terug verschijnt, trekt hij van dan af niet meer solo door Vlaanderen maar met een band. Op deze LP speelt Jean Blaute gitaar. Naast het fantastische titelnummer vind je op deze LP ook het bekende Toch is ze zo lief en voor mij één van zijn beste nummers ooit Zal ze dan nog voor me zorgen.

Kenmerkend voor Vanuytsel is dat hij zijn tijd neemt voor het uitbrengen van nieuw werk. In 1976 verschijnt: De zanger in een productie van Jean Blaute en met arrangementen van Koen De Bruyne. Koen de Bruyne was de broer van Kris, een fantastische pianist en bekend voor zijn arrangementen. De man was overigens de opvolger van Van ’t Groenewoud in de groep rond Johan Verminnen in 1973. Koen de Bruyne overleed in 1978, twee jaar na zijn broer Joost, de getalenteerde kunstschilder. Die overlijdens zorgden voor een breuk in de zangcarrière van Kris, die andere kleinkunst grootheid.

Nog twee jaar later in 1978 brengt Vanuytsel De stilte van Het land uit, opnieuw in een productie van Roland Verlooven en met Tars Lootens en Marc Malyster als arrangeurs. Deze Lp bevat de klassiekers Tussen Antwerpen en Amsterdam en De massa. Ondertussen was ook het Belgisch popgeweld losgebroken. De aandacht voor de kleinkunst begint te tanen en het duurt tot 1983 vooraleer Vanuytsel een nieuw album uitbrengt: Tederheid, een album dat niet in de tijdsgeest van de hippe Nederpop past. Dit album is zeker niet slecht en vermeldenswaardig is de cover van Randy Newman”s Guilty (Schuldig) die men op deze Lp vindt.

Op dat ogenblik heeft Vanuytsel al gekozen voor zijn architecten bureau. Hij gaat voluit voor zijn beroep en ontwerpt en realiseert onder meer de gemeentehuizen van Bertem en Huldenberg, het Nero café in Hoeilaert, het cultureel centrum van Scherpenheuvel en De Markten in Brussel. De muziek verdwijnt naar de achtergrond.

Het duurt tot 2007 vooraleer hij een nieuw album uitbrengt. De zanger die voordien alleen maar Lp’s uitbracht realiseert zo zijn eerste CD. Ondertussen wordt door Universal in 2007 een box met de eerste Vijf albums op CD uitgebracht. Ik ontmoette in die jaren van windstilte op muzikaal vlak Vanuytsel diverse keren. Zjef is een gedreven man in zijn vakgebied en denkt er toch aan om terug aan het liedjesschrijven te beginnen. 24 jaar na zijn laatste LP verschijnt een nieuwe CD Ouwe makkers (2007). Vanuytsel gaat terug op tournee met band. In Nekka nacht 2009 is Zjef Vanuytsel de centrale gast.

Om gezondheidsredenen moet hij zijn tour afbreken. Terug hersteld is Zjef opnieuw door Vlaanderen aan het toeren en op 30 mei 2012 doet hij het Bijlokemuziekcentrum aan met zijn favoriete begeleidingsgroep. Het concert kadert in de concertenreeks van de VZW Edad de Oro/ De verenigde Muze gehuisvest in Praatcafé en kunstgalerie De Muze aan het Gravensteen.

In het verleden waren op die concerten al grote namen te gast zoals de overleden Kevin Coyne, Steve Harley and cockney Rebel, 10 cc, Adamo, Manfred Mann en Angelo Branduardi om er maar enkele te noemen. Het concert van Vanuytsel en Lieven Tavernier en White Velvet is de tiende editie van de Muzeconcerten.

Meestal wordt bij de concerten van de Verenigde Muze een combinatie gemaakt met een Gentse artiest en dat is deze keer niet anders, de al eerder genoemde Gentse Lieven Tavernier is ook van de partij. Ik zou de waarheid geweld aan doen om Lieven te herleiden tot een plaatselijke coryfee. Tavernier is ongetwijfeld al evenzeer een monument van het Vlaamse chanson. Hij schreef onder meer, zoals al eerder vermeld, nummers voor Jan De Wilde; De eerste sneeuw en het definitieve Gentse lied De fanfare van honger en dorst. De man kwam pas in de jaren negentig zelf op het podium te staan met zijn doorwrochte en fantastische teksten na ontmoetingen met die andere Gentse Reuzen Bruno Deneckere en Nils De Caster. Zo vormde hij een band “de Zondaars”.

Lieven Tavernier is een boeiende artiest, die zichzelf altijd relativeert. Zijn eerste CD in een productie van Patrick Riguelle Doe het licht verscheen in 1995 en er volgden er nog drie, met Nils De Caster als producer. Het duurde acht jaar voor zijn tweede er kwam: Ilja (2003). Hij is een verwoed lezer van Nescio (Jan Herman Gronloh (Amsterdam 1882-Hilversum 1961), ik leerde deze boeiende schrijver kennen via een Nederlandse vriend die mij de verzamelde werken schonk. Maar ook songs van Brel, Brassens en Randy Newman hebben Tavernier in zijn teksten beïnvloed. Hij staat voor politiek en maatschappelijk engagement in zijn teksten, iets wat zeldzamer aan het worden is.

Recent verscheen van hem een nieuwe CD Witzand, verwijzende naar het Noord Franse Wissant in een productie van Koen Gisen (de producer van An Pierlé en The bony King of Nowhere). Tavernier zal in De Bijloke aantreden met White Velvet met An Pierlé.

Deze beide heren van stand van de Vlaamse kleinkunst staan op 30 mei op het podium van het Muziekcentrum De Bijloke vanaf 20 uur met Lieven Tavernier en White Velvet met An Pierlé, gevolgd om 22 uur door Zjef Vanuytsel en groep. De lezers van de Geus betalen geen 25 € maar 22 € in voorverkoop en kunnen hun kaarten bestellen via het Geuzenhuis.

Dany Vandenbossche