Economische en Monetaire Unie (EMU)

Meer samenwerken op economisch en financieel gebied. Dat houdt de Economische en Monetaire Unie (EMU) in. Deze unie is opgericht om de interne Europese markt beter te laten werken, zodat er stabiele prijzen zijn.

Belangrijkste afspraken uit de EMU

Binnen de EMU coördineren lidstaten hun begrotingsbeleid. Dat moet ervoor zorgen dat schulden houdbaar blijven. En dat lidstaten in goede tijden buffers opbouwen die ze kunnen inzetten in slechte tijden. De EMU kwam tot stand door het Verdrag van Maastricht uit 1992. 

Volgens de bekendste afspraken mogen de EU-landen:

  • een begrotingstekort hebben van maximaal 3% van het bbp;
  • een maximale overheidsschuld hebben van 60% van het bbp.

Deze afspraken zijn vastgelegd in het Stabiliteits- en groeipact (SGP). Dat is een groot pakket met regels. Hebben landen een te hoog tekort of een te hoge staatsschuld? Dan moeten ze maatregelen nemen om tekort en schuld geleidelijk terug te brengen. Bijvoorbeeld door te kijken naar de resultaten van de uitgaven van een land of door over meer zaken belasting te heffen. Deze afspraken zijn belangrijk, want zo kunnen lidstaten blijven investeren in de welvaart en het welzijn van hun burgers.

Modernisering van Europese Begrotingsregels

De EU heeft in 2024 een akkoord bereikt over de modernisering van de Europese begrotingsregels, ook wel het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) genoemd. Onder de nieuwe regels moeten EU-lidstaten een plan opstellen voor hun begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen voor een periode van 4 jaar. Dat moet ervoor zorgen dat landen sneller hun schuld afbouwen of dat deze niet te hoog worden. Ook moeten zij hun economie versterken. Daarnaast zorgen de afspraken voor beter toezicht zodat landen de regels beter naleven.

Extra afspraken om de EMU te versterken

Om de EMU te versterken, hebben eurolanden extra afspraken gemaakt:

  • Strengere regels voor overheidsbegrotingen. Landen moeten bijvoorbeeld vooraf hun begrotingen laten beoordelen door de Europese Commissie;
  • Meer toezicht op het economische beleid van eurolanden. Een aantal maanden per jaar licht de Europese Commissie de economie van alle EU-landen door om problemen tijdig te signaleren. In dit Europees Semester rapporteert zij over problemen in de economie, bijvoorbeeld over risicovolle leningen van banken, de huizenprijzen en de werkloosheid. Deze monitoring heet de macro-economische onevenwichtigheden procedure (MEOP). Lees meer over de Macroeconomic imbalance procedure (Engelstalig) op de website van de Europese Commissie.
  • Oprichting van een noodfonds om landen in financiële problemen te helpen (het Europees Stabiliteitsmechanisme of ESM). Deze landen moeten in ruil voor steun hervormingen en bezuinigingen doorvoeren.
  • Strengere regels voor banken. Banken moeten bijvoorbeeld buffers hebben om verliezen op te vangen. De afspraken die landen hiervoor hebben gemaakt gelden voor alle banken in de EU- en vormen een onderdeel van de Europese Bankenunie

Bekijk het Verdrag over het noodfonds ESM.