Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-3

17 OKTOBER 1995


Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Sociale Zaken

Vraag nr. 10 van de heer Anciaux d.d. 5 september 1995 (N.) :
Federale middelen voor de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang.

In 1991 ontstond het Vlaams Overleg Buitenschoolse Opvang (VOBO), onder de vleugels van het ministerie van Tewerkstelling. Inmiddels organiseert het VOBO buitenschoolse kinderopvang in 84 gemeenten, met in totaal 20 000 kinderen, onder de vorm van kinderclubs.

Het mooie idee dat vier jaar geleden binnen de Vlaamse Gemeenschap gestalte kreeg, is echter nu op sterven na dood wegens een gebrekkige omkadering en regelgeving en een labiele financieringsgrond.

Op het kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn zou men bezig zijn met de regelgeving. Bovendien werd in het Vlaams regeerakkoord een gunstige financiering in het vooruitzicht gesteld via het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten (FCUD).

Sinds januari 1995 wacht men tevergeefs op het geld van het FCUD dat er wel is, maar niet uitbetaald wordt. Slechts een snelle tussenkomst kan beletten dat een project van hoogstaande kwalitatieve kinderopvang dreigt te verdwijnen.

Kan de geachte minister me meedelen welke stappen zullen gezet worden opdat de noodzakelijke federale middelen via het FCUD zullen vrijgemaakt worden ? Kan de geachte minister meedelen hoe het komt dat deze middelen klaarblijkelijk geblokkeerd werden ? Hoe kan een betere samenwerking tussen federaal beheerde fondsen en de Gemeenschappen in de toekomst bereikt worden ?