Waarom de zee in Blankenberge maar niet blauw wil kleuren

Hoe hard de zon ook schijnt, azuurblauw wordt de zee voor onze kust nooit. Wat mist de Noordzee dat de Middellandse Zee wel heeft?

Hilde Van den Eynde

Capo d’Orso, de Berenkaap, ligt aan de noordoostpunt van Sardinië. Wie de moeite neemt om tot boven aan de klif te klauteren, ziet vandaaruit Bonifacio liggen, de zuidelijkste stad van Corsica. Veel meer toeristische moet-je-gezien-hebbens heeft het vakantieoord goddank niet te bieden, op enkele steentijdbegraafplaatsen in het hinterland na, die ook snel af te vinken zijn.

Zeeën van tijd, dus, om te doen waar een vakantie in wezen voor bedoeld is: geen voet verzetten en eindeloos in gedachten voor je uitstaren. We slepen een strandstoel tot in de schaduw van een pijnboom, want die groeien hier op de Sardijnse stranden, en kijken uit over de Tyrreense Zee.

Het water is er azuurblauw, zoals van ­deze noordoostelijke tak van de Middellandse Zee mag worden verwacht. Slechts één dag van onze vakantie zal de zee grauw kleuren: de dag waarop donkere wolken voor de zon schuiven en er de hele dag ­regen uit de hemel valt. Voor het overige zal de zee haar blauwe kleur alleen ’s avonds voor een flauw rozerood ver­ruilen: de kleur van de zonsondergang. (Bij zonsopgang deed ze dat vast ook, maar omdat onze strandstoel dan nooit bemand was, kunnen we dat niet met een waar­neming stutten.)

Hemel weerspiegeld

Maar hoe komt het dat de Middellandse Zee zo blauw kleurt, veel blauwer dan de zee voor onze kust? Terugdenkend aan de lessen natuurkunde uit het middelbaar ­onderwijs, en onze strandstoelwaarne­mingen indachtig, lijkt weerspiegeling van de kleur van de hemel een plausibele verklaring te zijn. Wolken zie je zelden, hier in het zuiden. Dus overdag, wanneer de moleculen uit de lucht vooral zonlicht met korte golflengte (blauw) verstrooien, kleurt de hemel blauw en reflecteert het zeewater­oppervlak dit blauwe strooilicht. Bij zonsondergang en zonsopgang, wanneer het zonlicht een langere weg door de atmosfeer moet afleggen en vooral de langere, rozige golflengtes worden verstrooid, weerkaatst het zee­oppervlak deze rozige hemelkleuren.

Toch? De twijfel knaagt. Want onze ­leraar fysica had het indertijd, behalve over de reflectie van zonlicht, ook over de absorptie daarvan. Ziet de Middellandse Zee er misschien juist blauw uit omdat haar water de rode en groene golflengtes van het zonlicht sterker absorbeert dan de blauwe? En kan dat op een of andere ­manier verklaren waarom ze altijd blauwer oogt dan onze eigen Noordzee, zelfs al is de hemel boven deze laatste strakblauw?

We komen er niet uit, in ons eentje in onze strandstoel. Over naar een helper, dus, in de persoon van zeebioloog Filip Volckaert (KU Leuven). De twee verklaringen houden steek, zegt hij: er speelt een combinatie van reflectie en absorptie. Wanneer zonlicht door het zeewater schijnt, worden kleuren met korte golflengten, zoals blauw en violet, minder snel geabsorbeerd dan rood en groen. Ze worden ook harder verstrooid door deeltjes in het water, waardoor het water voor ons oog blauw lijkt. Tel daarbij de reflectie van de hemel op, en je begrijpt waarom de zee in het zuiden vaak blauwer oogt dan in het noorden.

Want, en dit kost de Noordzee punten: de vertroebeling van zeewater door slib, ­algen, plankton of andere onzuiverheden is er groter dan in de Middellandse Zee, en dat onderdrukt het natuurlijke blauw van het water. Die onzuiverheden verstrooien vooral de langere golflengtes van het licht, zoals rood en groen, wat het water een bruinige tint geeft.

Niet de blauwste

Ook het getij speelt een rol, zegt ­Volckaert: eb en vloed woelen het zand om, met meer verstrooiing van vooral donkere kleuren tot gevolg. ‘De Noordzee, met haar grotere getijdenverschillen, heeft daarvan meer last dan de Middellandse Zee.’

In de Noordzee belandt meer slib dan in de Middellandse Zee, legt Volckaert uit, én er zit meer voedsel in waarvan algen ­kunnen leven. ‘Dat maakt de Noordzee troebeler dan de Middellandse Zee, waarin vrijwel geen algen groeien en amper slib rondwarrelt – met uitzondering dan van de kop van de Adriatische Zee, in de buurt van ­Venetië, waar de Po uitstroomt in zee en waar veel slib uit het binnenland uitspoelt.’

De Noordzee dankt haar hogere slib­gehalte vooral aan de uitstroom van de Schelde, zegt Volckaert. ‘Zeker tot Oostende merk je daarvan het effect: de zee is er ­troebeler en grijzer dan tussen Oostende en de Franse grens, waar het water helderder is, en dus blauwer.’ Maar zo blauw als het water van de Middellandse Zee wordt het bij ons dus nooit.

Overigens is de Middellandse Zee bij lange na niet de blauwste zee op aarde, zegt Volckaert. ‘In de buurt van koraal­riffen of -atollen, zoals de Malediven, is het water nog veel blauwer, turkoois haast. Daar bestaat de bodem niet uit silicazand zoals bij ons, maar uit koraalzand, een ­calcium-carbonaatverbinding. Dat zand is veel witter en reflecteert de blauwe golflengtes nog beter.’

Helemaal verloren is de hoop voor ­liefhebbers van de Noordzee niet, zegt Volckaert, want door de klimaatop­warming wordt ze de jongste tijd almaar kleuriger. ‘In warmer water gedijen algen als dinoflagellaten en diatomeeën beter. Zij kleuren de zee geelgroen, zeker in het ­voorjaar, in periodes van forse algenbloei.’

Zo. De kwestie is opgelost: we weten nu waarom de zee waarop we vanuit onze strandstoel uitkijken, zo blauw is. Tijd voor een glas. Wie weet welke vragen daar straks weer uit voortkomen.

Dit artikel verscheen eerder op 12 juli 2022.