Arbeidshof Brussel (Franstalig), 4 september 2023
Het arbeidshof oordeelt dat tekortkomingen op het vlak van de preventie en bescherming tegen seksuele intimidatie op het werk, indirecte discriminatie vormen ten aanzien van de vrouwen op de werkplaats. Het arbeidshof legt een aantal positieve maatregelen op.
Datum: 4 september 2023
Instantie: arbeidshof Brussel
Criterium: andere discriminatiegronden
De feiten
Een vrouw tekende op 2 september 2019 een stageovereenkomst bij een vzw, voor een duurtijd van drie maanden. Al snel deed ze haar beklag bij een directielid van de vzw over het ongepaste gedrag van een collega. Ook andere vrouwen hadden al geklaagd over het ongepaste gedrag van deze collega en minstens één van hen had dit gedaan bij de directie.
Omdat de vrouw de feiten aan de kaak wilde stellen, nam ze contact op met de preventieadviseur en met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
De vzw voerde een intern onderzoek uit (dat door de rechter een “schijnvertoning” werd genoemd), waaruit moest blijken dat de beschuldigingen van de verzoekster niet geloofwaardig zouden zijn geweest.
De vrouw diende een formele klacht in bij de preventieadviseur wegens seksuele intimidatie op het werk. Aan het einde van het onderzoek (dat in eerste instantie door de vzw werd gedwarsboomd) kwam de preventieadviseur tot het besluit dat een actief beleid moest worden gevoerd om nieuwe gevallen van seksuele intimidatie te voorkomen.
De preventieadviseur deed een aantal aanbevelingen: een gedragscode aannemen, trainingen geven over preventie, een contactpersoon aanduiden en de mogelijkheid bieden om een klacht in te dienen en, ten slotte, anticiperen op de te nemen maatregelen in het geval van een klacht.
Beslissing
Het arbeidshof baseerde zich op een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 19 oktober 2017 (C-531/15, Ramos) en oordeelde dat tekortkomingen op het vlak van preventie en bescherming tegen seksuele intimidatie op het werk, indien bewezen en ongerechtvaardigd, indirecte discriminatie vormen ten aanzien van vrouwen in de vzw. Er kan met andere woorden sprake zijn van discriminatie wanneer een werkgever nalaat om de risico’s op het werk te evalueren of om gepaste preventieve of curatieve maatregelen te nemen met betrekking tot deze risico’s en dit ten nadele van werknemers op wie een beschermd kenmerk van toepassing is.
Het arbeidshof stelde in deze zaak verschillende tekortkomingen vast: naar aanleiding van de klacht van de vrouw waren geen maatregelen genomen, de vzw had geen enkele voorziening getroffen om seksuele intimidatie te voorkomen, er was geen procedure om seksuele intimidatie te melden en om klachten op te volgen en er bestond geen enkele risicoanalyse.
Op basis van deze elementen concludeerde het arbeidshof dat er sprake was van indirecte discriminatie. Het arbeidshof legde een aantal (positieve) maatregelen op waaronder de verplichting om een risicoanalyse met betrekking tot seksuele intimidatie uit te voeren onder verbeurte van een dwangsom indien hiermee niet werd gestart binnen een periode van drie maanden.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Brussel (Fr.), 4-9-2023 – rolnummer 2022/AB/110
Vergelijkbare rechtspraak Arbeidshof Brussel (Franstalig), 4 september 2023
Arbeidshof Brussel (Franstalig) - 20 maart 2024
Een vrouw is een tijdje werkonbekwaam na een chirurgische ingreep. Ze heeft een afwezigheidsattest, maar hervat het werk niet na het verstrijken van de einddatum die op het afwezigheidsattest vermeld staat. De werkgever ontslaat haar vervolgens om dringende reden. Het arbeidshof oordeelt dat het ontslag niet discriminatoir is (op basis van de gezondheidstoestand).
Arbeidshof Bergen - 15 maart 2024
Een internationale organisatie ontslaat een vrouw na meer dan twee jaar afwezigheid wegens ziekte (volgend op ongepast gedrag van haar hiërarchische verantwoordelijke). Het arbeidshof kent een schadevergoeding tot voor ongewenst seksueel gedrag op het werk, niet respecteren van de welzijnswet, misbruik van het ontslagrecht en discriminatie op basis van de gezondheidstoestand.
Arbeidshof Antwerpen, afdeling Antwerpen, 4 januari 2024
Het arbeidshof kent een gecumuleerde schadevergoeding toe van drie maal zes maanden brutoloon aan een vrouw die werd ontslagen tijdens een periode van moederschapsrust.