Elke gemeente en elk OCMW moet vanaf 2 maart 2023 een deontologische commissie hebben. Deze commissie ziet er op toe dat de deontologische code nageleefd wordt door de lokale mandatarissen. Lokale besturen die al eerder een deontologische commissie of een bureau voor integriteit hadden, moeten deze omvormen zodat deze voldoen aan de bepalingen daarover in het DLB.

Een belangrijk uitgangspunt van deze verplichting is waarborgen dat een regelmatig debat over deontologie plaatsvindt onder de mandatarissen. Die vraag is terecht: De burger verwacht van de verkozenen dat ze hun politiek mandaat integer en deontologisch juist uitoefenen. Door een gespecialiseerd orgaan op te richten dat zich uitspreekt over de toepassing van de deontologische code wordt die verwachting bewaakt. De deontologische commissie is dus van belang voor de handhaving van de code, maar kan de code ook evalueren en voorstellen doen voor een eventuele bijsturing.

Geen "gewone" raadscommissie

Belangrijk is dat een deontologische commissie is geen gemeenteraadscommissie zoals de eventuele andere commissies van de gemeenteraad.
De samenstelling gebeurt volgens andere regels:

  • De deontologische code moet de regels voor de deontologische commissie uitwerken op vlak van samenstelling, werking en bevoegdheid.
  • Elke fractie uit de gemeenteraad moet minstens één vertegenwoordiger hebben in de deontologische commissie (en dat hoeft niet noodzakelijk een raadslid te zijn).
  • Daarnaast is er eventueel plaats voor onafhankelijke experten. 

VVSG maakte een addendum over het oprichten van een deontologische commissie dat hoort bij het model van deontologische code. Het addendum moest de besturen te helpen om snel in orde te zijn met de verplichting om snel een deontologische commissie te hebben. Aanvullingen en opmerkingen op zowel het addendum als het model van deontologische code zijn nog steeds welkom op marian.verbeek@vvsg.be en pieter.vanderstappen@vvsg.be. Deze opmerkingen zullen gebruikt worden bij de opmaak van een nieuw model van deontologische code dat klaar moet zijn tegen de start van de nieuwe bestuursperiodes op het einde van 2024 en in het begin van 2025.

Levend proces

Een code en een op papier samengestelde commissie zijn een begin, maar zeker zo belangrijk is het proces om tot die code te komen en permanent aandacht te hebben voor verbeteringen daarvan. Beter dan te moeten reageren op een vermeende schending van de deontologische code is met elkaar in gesprek gaan over wat wel en wat niet kan. Een deontologische code dient immers in de eerste plaats om de mandatarissen te beschermen. Als je bv. weet onder welke voorwaarden je geschenken mag aannemen of op uitnodigingen kan ingaan, dan weet jij ook wanneer dat niet kan. Het verfijnen van de code en de oprichting en bijsturing van de deontologische commissie zijn alvast goede aanleidingen om het gesprek aan te gaan.

 

Presentiegeld

Wat betreft het presentiegeld voor het bijwonen van de deontologische commissie geldt dat:

  • Gemeenteraadsleden, OCMW-raadsleden, leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en districtsraadsleden die zetelen in de deontologische commissie daarvoor een presentiegeld kunnen krijgen als de gemeenteraad (respectievelijk OCMW-raad) dat beslist. Dit komt door een besluit van de Vlaamse regering dat met terugwerkende kracht van kracht werd vanaf 2 maart 2023. 
  • Presentiegeld voor externen is ook mogelijk. Er staat niets in de regelgeving, het is dus niet verboden.