13.09.2013 Views

stad torhout lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013 - Vlaanderen.be

stad torhout lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013 - Vlaanderen.be

stad torhout lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013 - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

STAD TORHOUT<br />

LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN <strong>2008</strong> <strong>–</strong> <strong>2013</strong><br />

1


INHOUDSOPGAVE<br />

VOORWOORD 4<br />

1 SITUERING VAN DE GEMEENTE 5<br />

2 DEMOGRAFISCHE GEGEVENS 6<br />

3 PROCESBESCHRIJVING 12<br />

4. ANALYSE VAN DE BELEIDSDOMEINEN 17<br />

4.1 WOONBELEID 17<br />

4.1.2 Omschrijving 17<br />

4.1.2 Omgevingsanalyse 17<br />

4.1.3 Gegevens via het participatietraject 32<br />

4.1.4 SWOT-analyse 32<br />

4.2 TEWERKSTELLING 35<br />

4.2.1 Omschrijving 35<br />

4.2.2 Omgevingsanalyse 35<br />

4.2.3 Gegevens via het participatietraject 41<br />

4.2.4 SWOT-analyse 42<br />

4.3 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING 43<br />

4.3.1 Gezondheid 43<br />

4.3.1.1 Omschrijving 43<br />

4.3.1.2 Omgevingsanalyse 44<br />

4.3.1.3 Gegevens via het participatietraject 46<br />

4.3.1.4 SWOT-analyse 47<br />

4.3.2 Financiële en materiële dienstverlening 50<br />

4.3.2.1 Omschrijving 50<br />

4.3.2.2 Omgevingsanalyse 50<br />

4.3.2.3 Gegevens via het participatietraject 54<br />

4.3.2.4 SWOT-analyse 54<br />

4.3.3. Vorming en Onderwijs 56<br />

4.3.3.1 Omschrijving 56<br />

4.3.3.2 Omgevingsanalyse 56<br />

4.3.3.3 Gegevens via het participatietraject 57<br />

4.3.3.4 SWOT-analyse 58<br />

4.4 MOBILITEIT 59<br />

4.4.1 Omschrijving 59<br />

4.4.2 Omgevingsanalyse 59<br />

4.4.2.4 Gegevens via het participatietraject 65<br />

4.4.3 SWOT-analyse 66<br />

2


4.5 VRIJE TIJDSBELEID 69<br />

4.5.1 Omschrijving 69<br />

4.5.2 Omgevingsanalyse 69<br />

4.5.3 Gegevens via het participatietraject 77<br />

4.5.4 SWOT-analyse 78<br />

4.6 KINDEROPVANG 80<br />

4.6.1 Omschrijving 80<br />

4.6.2 Omgevingsanalyse 80<br />

4.6.3 Gegevens via het participatietraject 86<br />

4.6.4 SWOT-analyse 86<br />

5 STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN + ACTIES 89<br />

5.1 Woon<strong>be</strong>leid 89<br />

5.2 Tewerkstelling 90<br />

5.3 Individuele dienstverlening 95<br />

5.3.1 Gezondheid 95<br />

5.3.2 Financiële en materiële dienstverlening 99<br />

5.3.3 Vorming en onderwijs 100<br />

5.4 Mobiliteit 101<br />

5.5 Vrije tijds<strong>be</strong>leid 105<br />

5.6 Kinderopvang 117<br />

6 SOCIAAL HUIS 125<br />

7 CONCLUSIES 131<br />

8 BIJLAGEN 135<br />

Bijlage 1 : cijfergegevens omtrent problematisch alcohol- en middelengebruik 135<br />

Bijlage 2 : cijfergegevens omtrent tabaksgebruik 141<br />

Bijlage 3 : cijfergegevens omtrent voedingsstatus, voedingsgedrag en<br />

lichaams<strong>be</strong>weging<br />

147<br />

Bijlage 4 : cijfergegevens omtrent borstkankerscreening 154<br />

Bijlage 5 : cijfergegevens omtrent zelfmoord 158<br />

Bijlage 6 : cijfergegevens omtrent de scholingsgraad van de <strong>be</strong>volking in het<br />

Vlaamse Gewest<br />

164<br />

3


VOORWOORD<br />

Met het decreet Lokaal Sociaal Beleid <strong>be</strong>oogt de Vlaamse Regering voor elke burger een maximale toegankelijkheid<br />

tot de economische, sociale en culturele grondrechten. Samen met de lokale <strong>be</strong>sturen en de particuliere organisaties wil<br />

de Vlaamse overheid immers de ongelijkheid in de toegang tot deze rechten wegwerken.<br />

De <strong>stad</strong> en het OCMW dienen samen tegen eind 2007 één <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te maken. Dit plan dient, op<br />

basis van een aantal omgevingsanalyses, aan te geven welke strategische en operationele doelstellingen het <strong>lokaal</strong><br />

<strong>be</strong>stuur op <strong>sociaal</strong> vlak zal vooropstellen voor de komende zes jaren (<strong>2008</strong>-<strong>2013</strong>). De <strong>be</strong>trokkenheid en participatie<br />

van de particuliere organisaties, doelgroepen en burgers is daarbij uiterst <strong>be</strong>langrijk.<br />

Er werd gewerkt met een stuurgroep, een coördinatiegroep, 6 werkgroepen en een forum.<br />

De stuurgroep vormt de brug tussen het <strong>be</strong>leidsniveau en het werkniveau en <strong>be</strong>staat uit een <strong>be</strong>perkt aantal<br />

geëngageerde <strong>be</strong>leidsmensen en ambtenaren, die tot taak heb<strong>be</strong>n de verschillende werkzaamheden uit het<br />

<strong>be</strong>leidsproces te sturen en voor te <strong>be</strong>reiden.<br />

De coördinatie- of reflectiegroep is samengesteld uit de personen die de leiding van een werkgroep op zich genomen<br />

heb<strong>be</strong>n, aangevuld met een opbouwwerker van Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> en de directeur van de sociale<br />

dienst van het OCMW, die verantwoordelijk was voor de algemene coördinatie.<br />

Per <strong>be</strong>leidsdomein werd er een werkgroep opgericht. Binnen de werkgroepen werden omgevings- en SWOT-analyses<br />

gemaakt alsook de strategische en operationele doelstellingen uitgewerkt en actiedoelen geformuleerd.<br />

Met het oog op een ruim gedragen <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd er bij de aanvang van de planningsfase een FORUM opgericht<br />

waartoe alle diensten, instellingen en voorzieningen werden uitgenodigd die iets te maken heb<strong>be</strong>n met een van de<br />

vooropgestelde <strong>be</strong>leidsdomeinen.<br />

Na grondige analyse van de <strong>be</strong>leidsdomeinenmatrix <strong>be</strong>sliste de stuurgroep dat het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> diende te<br />

worden opgebouwd rond volgende <strong>be</strong>leidsdomeinen: woon<strong>be</strong>leid, tewerkstelling, individuele dienstverlening, mobiliteit,<br />

vrije tijds<strong>be</strong>leid, kinderopvang. Deze <strong>be</strong>leidsdomeinen dienen telkens te worden getoetst aan volgende doelgroepen:<br />

jongeren, senioren, minder-validen, allochtonen, gezinnen en kansarmen.<br />

Van bij het <strong>be</strong>gin af heeft samenlevingsopbouw zich gepositioneerd op de participatie van de kansengroepen aan het<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.<br />

Het Sociaal Huis krijgt een <strong>be</strong>langrijke plaats binnen ons <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid, precies omdat het gezien wordt als een<br />

middel om de toegankelijkheid te <strong>be</strong>vorderen. Aldus is de uitbouw van een Sociaal Huis een uitdaging voor de <strong>stad</strong> en<br />

het OCMW om een efficiënte, transparante en kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren.<br />

Met dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> zetten de <strong>stad</strong> en het OCMW een <strong>be</strong>langrijke stap naar een gezamenlijk en<br />

geconsolideerd <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. De opgebouwde expertise binnen de welzijnssector zal verder ingezet worden om het<br />

leven in <strong>stad</strong> in het algemeen en voor kwetsbare groepen in het bijzonder <strong>be</strong>ter te maken. Stad en OCMW zullen, meer<br />

nog dan vroeger, herkenbare aanspreekpunten worden voor alle burgers.<br />

Agnes Verhelst Servais Deroo<br />

Schepen Sociale Zaken Voorzitter OCMW<br />

4


1. SITUERING VAN DE GEMEENTE<br />

Torhout is een in het midden van West-<strong>Vlaanderen</strong> gelegen goed uitgeruste kleine <strong>stad</strong>, binnen de driehoek gevormd<br />

door de regionale steden Brugge, Roeselare en Oostende. Zowel op economisch vlak als qua voorzieningen is het een<br />

verzorgend centrum voor het omliggende gebied. De handel, het onderwijs en de diensten heb<strong>be</strong>n een lokale en<br />

bovenlokale uitstraling.<br />

Torhout is tevens gelegen in het Houtland, op de overgang tussen zandstreek en zandleemstreek en langs de zuidelijke<br />

steilrand van het plateau van Wijnendale.<br />

De autosnelweg A17 en de spoorlijn Kortrijk-Brugge doorsnijden de gemeente van noord tot zuid. De <strong>stad</strong> vormt een<br />

knooppunt van regionale wegen : Torhout-Oostende (N33), Torhout-Roeselare (N32) en Torhout-Brugge (N32).<br />

Via de autosnelweg A17 Kortrijk/Brugge kunt u Torhout <strong>be</strong>reiken via de afrit nr. 10.<br />

Torhout:<br />

- Stedelijke kern Torhout waaronder De Goede Herder, Don Bosco, Torhout Oost<br />

- Kern Wijnendale<br />

- Kern Sint-Henricus<br />

- Kern Sint-Jozef Ar<strong>be</strong>ider<br />

- Kern Maria Assumpta<br />

omliggende gemeenten:<br />

- noorden: Zedelgem<br />

- oosten: Lichtervelde, Oostkamp<br />

- zuiden: Hooglede<br />

- westen: Ichtegem, Kortemark<br />

statistisch:<br />

<strong>stad</strong> | klasse 17 | 19476 inwoners | 4523 ha (45,23 km 2 ) | 430,599 inwoners/km 2<br />

administratief:<br />

Vlaamse Gewest | taalstelsel NL | arrondissement Brugge | provincie West-<strong>Vlaanderen</strong><br />

bron : website Stad Torhout<br />

5


Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking 18.969 19.159 19.403<br />

Groeipercentage - van Torhout de <strong>be</strong>volking Vlams van 19 tot 205<br />

Gewest Kleinstedelijk<br />

Groeipercentage provincial<br />

van de 1.9% 2.0% 2.5%<br />

<strong>be</strong>volking Bron: Lokale Statistiek Stad Torhout 2. DEMOGRAFISCHE GEGEVENS (er werd geopteerd voor de cijfers op 31.12.2005 omdat dit de jongste<br />

Bevolking van Torhout op 31/12/205 <strong>–</strong> volgens leftijdsklase<br />

klase Leftijd- Belgen Vremden<br />

0 Manelijk Vrouwelijk Total Manelijk Vrouwelijk Total Total<br />

20-59 <strong>–</strong> 19 2076 5417 197 5139 1056 4053 23 84 23 56 140 46 10696 409 gegevens zijn die relevant zijn voor alle <strong>be</strong>leidsdomeinen)<br />

60-79 + 80 1763 35 1961 567 3724 902 15 0 10 1 25 1 3749<br />

TOTAL 9591 964 19235 12 90 212 1947 903<br />

Bron: Bevolking Stad Torhout van <strong>–</strong> Dienst Torhout <strong>be</strong>volking op 31/12/205 <strong>–</strong> volgens leftijdsklase (procentuel t.o.v. de totale <strong>be</strong>volking)<br />

Bevolkingsevolutie op jaarbasis<br />

Statistiek <strong>be</strong>volking <strong>stad</strong> Torhout op 31/12/2005<br />

- 31/12/1998 31/12/1999 31/12/2000 31/12/2001 31/12/2002 31/12/2003 31/12/2004 31/12/2005<br />

Geboortes 200 168 168 166 146 180 181 190<br />

Overlijden 185 176 156 179 181 161 154 162<br />

Aankomst 744 652 668 698 764 863 837 900<br />

Vertrek 677 627 712 696 686 751 674 683<br />

Saldo +/- +82 +17 -32 -11 +43 +131 +190 +245<br />

Bevolking 18.816 18.840 18.803 18.795 <br />

6


Leeftijd- Belgen Vreemden<br />

klasse Mannelijk Vrouwelijk Totaal Mannelijk Vrouwelijk Totaal Totaal<br />

0 <strong>–</strong> 19 10,68 10,17 20,84 0,12 0,12 0,24 21,08<br />

20-59 27,86 26,43 54,28 0,43 0,29 0,72 55,00<br />

60-79 9,07 10,08 19,15 0,08 0,05 0,13 19,28<br />

+ 80 1,72 2,92 4,64 0,00 0,01 0,01 4,64<br />

TOTAAL 49,32 49,59 98,91 0,63 0,46 1,09 100<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />

Het totale aantal inwoners in de <strong>stad</strong> is gestegen.<br />

Oorzaken:<br />

Een positieve balans tussen het aantal geboorten en overlijdens<br />

Een positieve balans tussen het aantal aankomsten en vertrekken<br />

Inwoners tot 12 jaar<br />

o Stijging van het aantal woongelegenheden<br />

o De centrumfunctie van de <strong>stad</strong><br />

Cijfers op 31/12/2001 1 Cijfers op 31/12/2005 2<br />

Geboortejaar Absolute<br />

cijfers<br />

Geboortejaar Absolute cijfers<br />

2001 159 2005 190<br />

2000 170 2004 185<br />

1999 171 2003 192<br />

1998 189 2002 156<br />

1997 177 2001 164<br />

1996 210 2000 172<br />

1995 176 1999 178<br />

1994 190 1998 194<br />

1993 217 1997 176<br />

1992 220 1996 210<br />

1991 227 1995 176<br />

1990 217 1994 201<br />

TOTAAL 2323 TOTAAL 2194<br />

1 Bevolkingspiramide dd. 31/12/2001<br />

2 Bevolkingspiramide dd. 31/12/2005<br />

7


Niettegenstaande een <strong>be</strong>volkingsstijging blijkt het aantal inwoner tot 12 jaar terug gedaald te zijn. Op 31/12/2001 waren<br />

er 2323 kinderen tot 12 jaar. Dezelfde tendens was ook al zichtbaar in het vorige Beleidsplan. Op 31/12/1998 waren er<br />

in totaal 2460 inwoners tot 12 jaar in Torhout.<br />

Totaal aantal<br />

inwoners<br />

Totaal aantal<br />

inwoners tot 12<br />

jaar<br />

Procentuele<br />

verhouding<br />

31/12/2005 19.447 2.194 11.28<br />

31/12/2001 18.791 2.323 11.36<br />

31/12/1998 18.816 2.460 13.07<br />

Bron: <strong>be</strong>volkingpiramide op 31/12/2005<br />

Het aantal inwoners tot 12 jaar daalt procentueel t.o.v. het totaal aantal inwoners.<br />

Op 31/12/2005 constateerden we dat 3 % van de <strong>be</strong>volking minder of gelijk aan 3 jaar is = 570 kinderen<br />

Eenoudergezinnen<br />

Bevolkingssamenstelling van 1997 tot 2005<br />

Bron: Lokale Statistiek Stad Torhout<br />

Kansarmen<br />

Evolutie van het percentage kinderen geboren in kansarme gezinnen t.o.v. het aantal geboorten 1999-2004<br />

Bron: Lokale Statistiek Stad Torhout<br />

8


Gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan 3<br />

Op 1 januari 2001 telde de gemeente Torhout 18.800 inwoners. Sinds 1970 is het inwonersaantal met ongeveer 2.500<br />

personen toegenomen. De sterkste groei tekende zich op in de jaren tachtig. Tussen 1981 en 1991 groeide de <strong>be</strong>volking<br />

met ongeveer 1.000 personen. De gemiddelde jaarlijkse groei <strong>be</strong>droeg 0,56%. De laatste jaren bleef de <strong>be</strong>volking<br />

groeien, dit echter aan een trager groeitempo (gemiddeld 0,34%) per jaar. Enkel in het meest recente jaar kent de<br />

<strong>be</strong>volking een lichte daling met 38 personen.<br />

De <strong>be</strong>volkingsgroei in de gemeente Torhout lag in de periode 1991-2001 boven het arrondissementeel en provinciaal<br />

gemiddelde. Zowel deelgemeenten Torhout als Wijnendale hadden te maken met een stijgend inwonersaantal. Meer<br />

dan 90% van de Torhoutse <strong>be</strong>volking woont in de deelgemeente Torhout.<br />

De <strong>be</strong>volkingsevolutie is in de voorbije tien jaar zowel toe te schrijven aan inwijkingoverschotten als aan<br />

geboorteoverschotten. In de periode 1991-2000 was er een gemiddeld vestigingsoverschot van 32 personen per jaar.<br />

Enkel in de jaren 1993, 1996 en 2000 is er een negatief migratiesaldo. In dezelfde periode kent Torhout een natuurlijk<br />

overschot van gemiddeld 33 personen per jaar. Enkel in 1999 werden er meer sterfgevallen dan geboorten vastgesteld.<br />

Wat <strong>be</strong>treft de inwijkingoverschotten stellen we vast dat Torhout in hoofdzaak een aantrekkingskracht uitoefent op<br />

Zedelgem, Brugge en Kortemark.<br />

Een analyse van de migratie per leeftijd geeft aan dat er vooral een migratieoverschot is in de leeftijdsklassen tussen 10<br />

en 19 jaar en vanaf 35 jaar. De gemeente oefent weinig aantrekkingskracht uit op jonge gezinnen (20-34 jaar) met kleine<br />

kinderen.<br />

Torhout wordt gekenmerkt door een relatief groot aandeel van personen op actieve leeftijd. Het aandeel van de<br />

leeftijdscategorie 20-64 jaar in de totale <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>draagt 60,2% tegenover 59,8% in het arrondissement en 58,8% in<br />

de provincie. Het aandeel van de jongeren (0-19 jaar) (22,9%) ligt in Torhout hoger dan in het arrondissement, en op<br />

ongeveer hetzelfde niveau als dat van de provincie. Net als overal in <strong>Vlaanderen</strong> daalt het aandeel jongeren in de<br />

gemeente te voordele van het aandeel <strong>be</strong>jaarden. De afname van het aandeel jongeren tussen 1991 en 2001 is in de<br />

gemeente Torhout veel sterker dan in het arrondissement en de provincie. Het aandeel van de 65 plussers (16,9%) ligt<br />

in de gemeente duidelijk onder het aandeel in het arrondissement en de provincie (<strong>be</strong>ide 18,3%).<br />

Torhout heeft een vrij grote gemiddelde gezinsgrootte: 2,57% (2000) tegenover 2,42 in het arrondissement en 2,48 in de<br />

provincie. Net als overal in <strong>Vlaanderen</strong> wordt ook in Torhout de gemiddelde gezinsgrootte steeds kleiner. Tussen 1970<br />

en 2000 verminderde het gemiddeld aantal leden per gezin met 0,87 personen. Vooral het aantal personen die alleen<br />

3 Heel wat elementen en conclusies in navolgende tekst zijn overgenomen uit het ontwerp van Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan goedgekeurd<br />

door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2006.<br />

9


wonen neemt toe. De gezinsverdunning verloopt in de gemeente Torhout volgens een iets sneller tempo dan in de<br />

provincie West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Concluderend kan gesteld worden dat de <strong>be</strong>volking in Torhout gekenmerkt wordt door:<br />

• een toename met meer dan 2.500 personen over de voorbije 30 jaar;<br />

• een aangroei van de <strong>be</strong>volking die zowel het gevolg is van een inwijkingoverschot als van een geboorte overschot;<br />

• een vrij hoge gemiddelde gezinsgrootte, die evenwel afneemt;<br />

• een <strong>be</strong>volking met een relatief laag aandeel ouderen.<br />

Recente gegevens<br />

Ta<strong>be</strong>l 1: Statistiek <strong>be</strong>volking <strong>stad</strong> Torhout<br />

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005<br />

Geboorten 200 168 168 166 146 180 181 190<br />

Overlijdens 185 176 156 179 181 161 154 162<br />

Aankomsten 744 652 668 698 764 863 837 900<br />

Vertrekken 677 627 712 696 686 751 674 683<br />

Bevolking 18.816 18.840 18.803 18.795 18.838 18.969 19.159 19.403<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />

Ta<strong>be</strong>l 2: Bevolking van Torhout op 31/12/2005 <strong>–</strong> volgens leeftijdsklasse<br />

Leeftijd- Belgen Vreemden<br />

klasse Mannelijk Vrouwelijk Totaal Mannelijk Vrouwelijk Totaal Totaal<br />

0 <strong>–</strong> 19 2076 1977 4053 23 23 46 4099<br />

20-59 5417 5139 10556 84 56 140 10696<br />

60-79 1763 1961 3724 15 10 25 3749<br />

+ 80 335 567 902 0 1 1 903<br />

TOTAAL 9591 9644 19235 122 90 212 19447<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />

10


Ta<strong>be</strong>l 3: Bevolking van Torhout op 31/12/2005 <strong>–</strong> volgens leeftijdsklasse (procentueel t.o.v. de totale <strong>be</strong>volking)<br />

Leeftijd- Belgen Vreemden<br />

klasse Mannelijk Vrouwelijk Totaal Mannelijk Vrouwelijk Totaal Totaal<br />

0 <strong>–</strong> 19 10,68 10,17 20,84 0,12 0,12 0,24 21,08<br />

20-59 27,86 26,43 54,28 0,43 0,29 0,72 55,00<br />

60-79 9,07 10,08 19,15 0,08 0,05 0,13 19,28<br />

+ 80 1,72 2,92 4,64 0,00 0,01 0,01 4,64<br />

TOTAAL 49,32 49,59 98,91 0,63 0,46 1,09 100<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />

11


3. PROCESBESCHRIJVING<br />

Met het decreet Lokaal Sociaal Beleid <strong>be</strong>oogt de Vlaamse overheid voor elke burger een maximale toegankelijkheid tot<br />

de economische, sociale en culturele grondrechten. Samen met de lokale <strong>be</strong>sturen en de particuliere organisaties wil de<br />

Vlaamse overheid immers de ongelijkheid in de toegang tot deze rechten wegwerken.<br />

Gemeente én OCMW dienen samen tegen eind 2007 één <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te maken. Dit plan dient, op<br />

basis van een aantal omgevingsanalyses, aan te geven welke strategische en operationele het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur op <strong>sociaal</strong><br />

vlak zal vooropstellen voor de komende zes jaren (<strong>2008</strong> <strong>–</strong> <strong>2013</strong>). De <strong>be</strong>trokkenheid en participatie van de particuliere<br />

organisaties, doelgroepen en burgers is daarbij uiterst <strong>be</strong>langrijk.<br />

Na grondige analyse van de <strong>be</strong>leidsdomeinenmatrix <strong>be</strong>sliste de stuurgroep dat het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> diende te<br />

worden opgebouwd rond volgende <strong>be</strong>leidsdomeinen :<br />

• woon<strong>be</strong>leid<br />

• tewerkstelling<br />

• individuele dienstverlening<br />

• mobiliteit<br />

• vrije tijds<strong>be</strong>leid<br />

• kinderopvang<br />

Deze <strong>be</strong>leidsdomeinen dienen telkens te worden getoetst aan volgende doelgroepen :<br />

• jongeren<br />

• senioren<br />

• minder-validen<br />

• allochtonen<br />

• gezinnen<br />

• kansarmen<br />

3.1 Planningsstructuur<br />

3.1.1 Stuurgroep<br />

Dit orgaan vormt de brug tussen het <strong>be</strong>leidsniveau (Gemeenteraad en OCMW) en het werkniveau (coördinatiegroep) en<br />

<strong>be</strong>staat uit een <strong>be</strong>perkt aantal geëngageerde <strong>be</strong>leidsmensen en ambtenaren die tot taak heb<strong>be</strong>n de verschillende<br />

werkzaamheden uit het <strong>be</strong>leidsproces te sturen en voor te <strong>be</strong>reiden.<br />

De stuurgroep is samengesteld uit volgende personen :<br />

• Willy Depoorter <strong>–</strong> Schepen<br />

• Agnes Pauwels - Schepen<br />

• Luc Vandamme <strong>–</strong> Stadssecretaris<br />

• Heidi Cloet <strong>–</strong> Hoofd van de Dienst Burgerzaken en Sociale Zaken<br />

12


• Stefan Goemaere <strong>–</strong> Opbouwwerker Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong><br />

• Servais Deroo <strong>–</strong> Voorzitter OCMW<br />

• Eddy Vandecasteele <strong>–</strong> Secretaris OCMW<br />

• Dirk Strumane <strong>–</strong> Directeur sociale dienst OCMW<br />

3.1.2 Coördinatiegroep<br />

De coördinatie- of reflectiegroep is samengesteld uit de personen die de leiding van een werkgroep op zich genomen<br />

heb<strong>be</strong>n, aangevuld met Stefan Goemaere van Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> (die alle werkgroepen heeft<br />

opgevolgd) en Dirk Strumane die verantwoordelijk was voor de algemene coördinatie.<br />

De taak van de coördinatiegroep <strong>be</strong>stond er in om de grote lijnen die werden uitgezet door de stuurgroep te verfijnen en<br />

te vertalen naar het uitvoerend niveau (werkgroepen) toe evenals het uitwerken van de structuur die zou gevolgd<br />

worden voor de opbouw van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />

.<br />

3.1.3 Werkgroepen<br />

Per <strong>be</strong>leidsdomein werd er een werkgroep opgericht. Binnen de werkgroepen werden omgevings- en SWOT-analyses<br />

gemaakt alsook de strategische en operationele doelstellingen uitgewerkt en actiedoelen geformuleerd.<br />

De samenstelling van de werkgroepen zag er als volgt uit :<br />

Beleidsdomein Coördinatie Leden<br />

Woon<strong>be</strong>leid Geert Van Nieuwenhuyse Griet Pitteljon / Claudine Bolle <strong>–</strong> MPI Tordale<br />

Huisvestingsambtenaar Jef Ceenaeme <strong>–</strong> GECORO<br />

Rita Dewulf <strong>–</strong> De Mandel<br />

Lindsay David / Joke Denolf <strong>–</strong> SVK OCMW<br />

Chris Gryson <strong>–</strong> Immobiliën<br />

Jef Blomme - Immobiliën<br />

Lieven Deceuninck <strong>–</strong> Provincie<strong>be</strong>stuur<br />

Bart Naeyaert / Eddy De Ketelaere <strong>–</strong> Schepen huisvesting<br />

Eric Timmerman <strong>–</strong> De Ent<br />

Van Parijs Dieter - LOGO<br />

Nico Baeke - Huurdersbond<br />

Lieven Creteur <strong>–</strong> OCMW Rusthuis<br />

Luc Deneweth - Interbrugse<br />

Trui Naeyaert - WVI<br />

Tewerkstelling Roger Becue <strong>–</strong> ACV<br />

Filip Vantyghem<br />

OCMW Traject<strong>be</strong>geleider Christel Burke <strong>–</strong> ABVV<br />

Alex De Bock <strong>–</strong> ACLVB<br />

Ro<strong>be</strong>rt De Clercq <strong>–</strong> VDAB<br />

Luc Degandt <strong>–</strong> VOKA<br />

Stefaan Dehullu <strong>–</strong> RESOC / SERR<br />

Servais Deroo <strong>–</strong> OCMW / UNIZO<br />

Karin Hoste <strong>–</strong> Wijzer<br />

Koen La<strong>be</strong>euw <strong>–</strong> PWA / Blink<br />

Patrick Lagae <strong>–</strong> ATB<br />

Eddy De Ketelaere <strong>–</strong> Schepen / Werkwinkel<br />

Gerard Naeyaert <strong>–</strong> Boerenbond<br />

13


Individuele<br />

dienstverlening<br />

Peter Neirynck <strong>–</strong> VVSG<br />

Griet Pitteljon <strong>–</strong> Zorgcentrum Tordale<br />

Monika Geldhof <strong>–</strong> VDAB en Werkwinkel<br />

Veerle Cappelle <strong>–</strong> PWA-coördinator<br />

Guido Vermeulen <strong>–</strong> OptimaT<br />

Winkeluitbater Kringwinkel<br />

Dries Decorte <strong>–</strong> Oranje / jeugdraad<br />

Pieter Billiet <strong>–</strong> Jeugdraad<br />

Lies Bruynooghe<br />

Sarah Laplasse <strong>–</strong> CAW Bond Moyson<br />

OCMW Extramurale Zorg Inge Leenknegt - Familiezorg<br />

& Agnes Lavens <strong>–</strong> WGK<br />

Kristien De Groof<br />

Veerle Reygaert / Sofie Jaques- Familiehulp<br />

Stedelijke Preventiedienst Bieke Uytenhove / Patricia Lepla <strong>–</strong> SIT<br />

Anje Lam<strong>be</strong>rt <strong>–</strong> K&G<br />

An Silversmet <strong>–</strong> K&G<br />

Lieve Deprez <strong>–</strong> SD St.Rem<strong>be</strong>rt<br />

Huib Casier <strong>–</strong> CAW Christelijke Mutualiteit<br />

Daniël Joseph <strong>–</strong> ’t Groot Hers<strong>be</strong>rge<br />

Lieve Deknock <strong>–</strong> Gezinsraad<br />

Gerard Jonckheere <strong>–</strong> Bejaardenraad<br />

Karin Hoste <strong>–</strong> Wijzer<br />

Kathleen Acda <strong>–</strong> CAW De Viersprong<br />

Christelle Demoor - adviesraden<br />

Rudy Bassens <strong>–</strong> CM Landsbond<br />

JP Andries / Marleen Dob<strong>be</strong>ls <strong>–</strong> CLB Vrij Onderwijs<br />

Re<strong>be</strong>cca Vanwassenhove <strong>–</strong> CLB De Klaver<br />

Veerle Calle<strong>be</strong>rt - Jeugddienst<br />

Dries Decorte <strong>–</strong> Jeugdraad / Oranje<br />

Geert Canniere - huisartsen<br />

Tine Verfaille <strong>–</strong> LOGO<br />

Mobiliteit Geert Van Nieuwenhuyse Jef Ceenaeme <strong>–</strong> GECORO<br />

Mobiliteitsambtenaar Francine Pauwels <strong>–</strong> UNIZO<br />

Gerard Jonckheere <strong>–</strong> Bejaardenraad<br />

Tom Ocket <strong>–</strong> Jeugdraad<br />

Lies Bruynooghe <strong>–</strong> SKD OCMW<br />

Roland Verlinde <strong>–</strong> Lokale Politie<br />

Antoon Demeulenaere <strong>–</strong> Fietsersbond<br />

Bart Nayaert - (toenmalige -) Schepen van mobiliteit<br />

Vrije tijds<strong>be</strong>leid Michiel Mestdagh<br />

Heidi Trio <strong>–</strong> Sportdienst<br />

Cultuur<strong>be</strong>leidscoördinator Pieter Merlevede / Dries Deorte <strong>–</strong> Jeugdraad<br />

Veerle Calle<strong>be</strong>rt <strong>–</strong> Jeugddienst<br />

Annemie Nouwynck - Kinderopvang<br />

Sofie De Clercq <strong>–</strong> CCdB<br />

Kinderopvang Heidi Cloet - Diensthoofd Veerle Calle<strong>be</strong>rt - Jeugddienst<br />

Burgerzaken en Sociale Zaken Annick Dedoelder <strong>–</strong> LOKO<br />

& Liselotte Denolf / Willy Depoorter <strong>–</strong> Schepen<br />

A.M. Nouwynck - Coördinator<br />

Monique Vandeputte <strong>–</strong> Kornuit<br />

Ja<strong>be</strong>da<strong>be</strong>doe en IBO Ann Vercauteren <strong>–</strong> K&G<br />

Roos. Van Belle <strong>–</strong> ’t Mezennestje<br />

Dieter Ysebaert <strong>–</strong> St. Rem<strong>be</strong>rtgroep<br />

Karin Stocké <strong>–</strong> KAV<br />

14


3.1.4 Forum<br />

Met het oog op een ruim gedragen <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd er bij de aanvang van de planningsfase een Forum opgericht<br />

waartoe alle diensten, instellingen en voorzieningen werden uitgenodigd die via hun werking te maken heb<strong>be</strong>n met een<br />

(of meer) van de vooropgestelde <strong>be</strong>leidsdomeinen.<br />

Van de 118 uitgenodigde instanties zijn er uiteindelijk 36 lokale actoren naar de inleidende vergadering gekomen en<br />

heb<strong>be</strong>n de meeste onder hen zich <strong>be</strong>reid verklaard om deel te nemen aan de activiteiten van de werkgroep die het<br />

dichtst bij hun eigen werkzaamheden aanleunde. Hierdoor kunnen we gerust spreken van een <strong>be</strong>hoorlijke<br />

representatie van de lokale actoren bij de opbouw van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />

3.2 Participatie van de kansengroepen<br />

In het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid is er sprake van de participatie van burgers en mensen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen.<br />

Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> deed aan de stuurgroep te Torhout het voorstel om samen werk te maken van<br />

deze opdracht. De stuurgroep ging hier graag op in.<br />

Van bij het <strong>be</strong>gin af heeft Samenlevingsopbouw zich gepositioneerd op de participatie van de kansengroepen aan het<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. De eerste moeilijkheid was, dat er niet veel georganiseerde kansengroepen zijn te Torhout. We<br />

moesten dus op andere manieren bij deze groepen komen.<br />

Met het O.C.M.W. kwamen we tot de afspraak dat de maatschappelijk assistenten hun cliënten aanspreken om deel te<br />

nemen aan groepsgesprekken. Zo werden volgende groepjes samengesteld :<br />

• vreemdelingen<br />

• huurders van het O.C.M.W.<br />

• mensen in budget<strong>be</strong>heer/leefloon<br />

• tewerkgestelden via de werkwinkel<br />

• huurders van de O.C.M.W.. - serviceflats<br />

• de poetsvrouwen van de poetsdienst<br />

Deze laatste groep omwille van hun contacten met hulp<strong>be</strong>hoevende senioren en tevens als doorsneeburgergroep.<br />

Naast groepen binnen het O.C.M.W. <strong>be</strong>trekken we ook :<br />

• de groep werknemers van de kringwinkel<br />

• de moedergroep van het CAW De Viersprong.<br />

We stelden een participatietraject op <strong>be</strong>staande uit twee fases.<br />

In een eerste fase wilden we horen wat mensen spontaan te zeggen hadden rond elk van de door de stuurgroep<br />

gekozen <strong>be</strong>leidsthema’s. Wat leeft er bij hen op dat vlak ? Wat zijn de knelpunten die naar boven komen ? Welke<br />

oplossingen zien ze eventueel ? Waar moet het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid aandacht aan <strong>be</strong>steden ? Hoe ervaar je het huidige <strong>be</strong>leid<br />

op dit vlak ? Dat zijn vragen waar we een antwoord op wilden krijgen.<br />

15


De opbouwwerker nam vooraf per <strong>be</strong>leidsthema een aantal foto’s te Torhout die het thema visueel moesten voorstellen.<br />

Deze foto’s werden in een collage verwerkt per <strong>be</strong>leidsthema.<br />

Tijdens groepsgesprekken werd elk van de <strong>be</strong>leidsdomeinen overlopen. Een fotocollage gaf de deelnemers een <strong>be</strong>eld<br />

wat het thema te Torhout <strong>be</strong>tekent. Alles wat er gezegd werd, werd genoteerd op flappen en in een verslag. Aan die<br />

eerste fase namen in het totaal vierenzestig mensen deel.<br />

De vele resultaten van deze eerste fase werden teruggekoppeld aan de voorzitterswerkgroep, stuurgroep en de<br />

werkgroepen. De werkgroepen kregen de kans om de resultaten op te nemen in hun analyse en konden bijkomende<br />

vragen stellen. De opbouwwerker neemt deze vragen mee naar de tweede fase met de kansengroepen. Deze vragen<br />

handelen meestal over acties die de werkgroep wil opnemen in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />

In de tweede fase brachten we de mensen opnieuw bijeen. Het ging echter wel niet steeds om dezelfde personen.<br />

Opnieuw werden de maatschappelijk werkers van het OCMW gevraagd om mensen uit te nodigen naar een<br />

groepsmoment. Dertien bijkomende personen werden zo <strong>be</strong>reikt. We legden de aanwezigen het resultaat van de eerste<br />

fase voor en vroegen om hun reacties. Herkennen ze wat er gezegd werd ? Hadden ze nog aanvullingen ? We zochten<br />

samen met hen een antwoord op de vragen die vanuit de werkgroepen gekomen waren en peilden naar prioriteiten.<br />

In deze tweede fase hadden we ook een gesprek met een mindervalide persoon.<br />

Tevens werd aan alle deelnemers ook gevraagd rond welk thema, prioriteit ze eventueel verder willen meewerken.<br />

De resultaten van deze tweede ronde werd teruggekoppeld aan de voorzitters van de werkgroepen en aan de<br />

stuurgroep.<br />

Elke werkgroep kon voor het <strong>be</strong>palen van zijn doelstellingen zich baseren op de resultaten van het participatieproces.<br />

Via de aanwezigheid en de inbreng van de opbouwwerker op de stuurgroepbijeenkomsten, werd bij het vastleggen van<br />

de doelstellingen, ook rekening gehouden met het resultaat van het participatieproces.<br />

16


4. ANALYSE VAN DE BELEIDSDOMEINEN<br />

4.1 WOONBELEID<br />

4.1.1 Omschrijving<br />

Een goed <strong>lokaal</strong> woon<strong>be</strong>leid gaat ervan uit dat het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur (gemeente en OCMW) er naar streeft dat alle<br />

burgers van de gemeente, ongeacht hun leeftijd, geslacht, overtuiging of (etnische) afkomst, over een gepaste woning<br />

van goede kwaliteit kunnen <strong>be</strong>schikken in een <strong>be</strong>hoorlijke woonomgeving, tegen een <strong>be</strong>taalbare prijs en met<br />

woonzekerheid. Vooral huishoudens met een laag inkomen heb<strong>be</strong>n het steeds moeilijker om een kwaliteitsvolle en<br />

aangepaste woning te vinden. Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> zal zich daarom in hoofdzaak op die huishoudens richten<br />

4.1.2 Omgevingsanalyse<br />

4.1.2.1 Bestaande woonstructuur<br />

De <strong>be</strong>staande woonstructuur <strong>be</strong>staat uit volgende structuur<strong>be</strong>palende elementen:<br />

• de stedelijke kern;<br />

• de woonentiteiten Wijnendale, Sint-Henricus, Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider en Maria Assumpta;<br />

• woonlinten.<br />

17


De stedelijke kern Torhout <strong>be</strong>staat uit de binnen<strong>stad</strong> met drie uitwaaierende woonwijken: Don Bosco, Goede Herder en<br />

Torhout Oost. In de binnen<strong>stad</strong> (het gebied gelegen binnen de R34 en de spoorlijn) is wonen verweven met andere<br />

stedelijke functies en voorzieningen (handel, diensten, sport- en recreatie, cultuurvoorzieningen, … etc.). De typologie<br />

varieert van een dichte gesloten <strong>be</strong>bouwing in het kerngebied rond de Markt dat vrij snel evolueert naar een meer open<br />

<strong>be</strong>bouwing naar de R34.<br />

De buitenwijken zijn eerder monofunctionele woonomgevingen, gekenmerkt door een lage dichtheid. Het zijn<br />

verkavelingen en woonlinten die met de binnen<strong>stad</strong> vergroeid zijn en er samen één functioneel geheel mee vormen.<br />

Voor de woonentiteiten in de open ruimte kan een onderscheid gemaakt worden tussen de dorpen Wijnendale en Sint-<br />

Henricus en de perifeer of landelijk gelegen woonwijken Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider en Maria Assumpta.<br />

Daar waar de dorpen woonomgevingen zijn met een centrum en de aanwezigheid van voorzieningen op schaal van de<br />

dorpen, zijn de landelijke woonwijken eerder mono functionele woonomgevingen.<br />

Typisch, vooral het noorden van de gemeente, is de sterke aanwezigheid van verspreide <strong>be</strong>bouwing en linten in de open<br />

ruimte. Deze woonlinten <strong>be</strong>staan hoofdzakelijk uit vrijstaande woningen. De <strong>be</strong>langrijkste woonlinten zijn aangeduid op<br />

voorgaande kaart (niet limitatief).<br />

4.1.2.2 Woningvoorraad 4<br />

Torhout <strong>be</strong>schikte in 1991 over een woningpatrimonium van ongeveer 6.398 <strong>be</strong>woonde woningen.<br />

4.1.2.2.1 Woningtypologie<br />

Het grootste deel van het woningen<strong>be</strong>stand <strong>be</strong>stond in 1991 uit eengezinswoningen in open <strong>be</strong>bouwing (ongeveer<br />

51,2%). Wijnendale telt het hoogste aandeel woningen in open <strong>be</strong>bouwing (61,3%) tegenover 50,6% in Torhout). De<br />

gemeente scoort ver boven het arrondissementeel gemiddelde, dat sterk <strong>be</strong>paald wordt door gemeenten die deel<br />

uitmaken van het regionaalstedelijk gebied Brugge. Het aandeel open <strong>be</strong>bouwing in Torhout ligt ook veel hoger dan in<br />

de andere kleinstedelijke gebieden in West-<strong>Vlaanderen</strong>. Ongeveer 21% van het patrimonium <strong>be</strong>staat uit halfopen<br />

<strong>be</strong>bouwing. Ook het aandeel gesloten <strong>be</strong>bouwing ligt in die grootteorde. Het aandeel appartementen en studio’s binnen<br />

de gemeente is vrij <strong>be</strong>perkt 5 .<br />

4.1.2.2.2 Huur- en eigendomswoningen<br />

De woningvoorraad in <strong>Vlaanderen</strong> wordt gekenmerkt door een hoog aandeel eigendomswoningen. Ook in Torhout is dit<br />

het geval: 76,9% van de woningvoorraad in 1991 <strong>be</strong>stond uit eigendomswoningen. De gemeente scoort hiermee boven<br />

4<br />

Het cijfers uit het GRS dateren van 1991. Recentere cijfers, indien voorhanden (enquête 2001 <strong>–</strong> zie bijlage) zijn tussen haakjes in de tekst<br />

opgenomen.<br />

5<br />

Over het aantal kamers in kamerwoningen zijn geen cijfers <strong>be</strong>schikbaar.<br />

18


het arrondissementeel gemiddelde. Het aandeel van de eigendomswoningen ligt ook hoger dan in de andere<br />

kleinstedelijke gebieden in West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

4.1.2.2.3 Kwaliteit van het woningpatrimonium<br />

De kwaliteit van het woning<strong>be</strong>stand kan ingeschat worden aan de hand van een aantal criteria. De methode die het NIS<br />

hiervoor hanteert onderscheidt woningen in drie categorieën 6 :<br />

o woningen met klein comfort: woningen met stromend water, met wc met waterspoeling en met badkamer of douche;<br />

o woningen met middelmatig comfort: woningen met klein comfort en centrale verwarming;<br />

o woningen met groot comfort: woningen met middelmatig comfort met keuken (4m²), telefoon en autostaanplaats.<br />

Woningen die niet tot de eerste categorie <strong>be</strong>horen worden woningen zonder klein comfort genoemd. Het zijn woningen<br />

die ten aanzien van het huisvestings<strong>be</strong>leid prioritair in aanmerking komen voor een kwalitatieve opwaardering 7 .<br />

In Torhout <strong>be</strong>stond het woningen<strong>be</strong>stand in 1991 ongeveer uit 6398 <strong>be</strong>woonde woningen. 19% daarvan (ca. 1216<br />

woningen) waren woningen zonder klein comfort. Woningen zonder klein comfort zijn vaak oudere of kleinere woningen.<br />

Dit aandeel is inmiddels gedaald als gevolg van renovatie en het vervangen van woningen (zie hierna). In het<br />

arrondissement Brugge <strong>be</strong>staat 14,4% van het woningen<strong>be</strong>stand uit woningen zonder klein comfort, wat duidelijk lager<br />

is dan in Torhout. Het aandeel woningen zonder klein comfort in de provincie <strong>be</strong>draagt 18,4%.<br />

Op het moment van de volks- en woningtelling van 1991 was ongeveer een vierde van het woning<strong>be</strong>stand in de<br />

gemeente gebouwd vóór de Tweede Wereldoorlog. Voor de deelgemeente Torhout <strong>be</strong>draagt dit percentage 24,5%, voor<br />

Wijnendale 28,5%. Het profiel van de gemeente op het vlak van de ouderdom van het woningpatrimonium sluit nauw<br />

aan bij het arrondissementeel gemiddelde en dat van de omliggende gemeenten.<br />

4.1.2.2.4 Aanpassing- en ver<strong>be</strong>teringswerken aan woningen<br />

Het aantal uit<strong>be</strong>taalde premies voor het uitvoeren van ver<strong>be</strong>tering- en aanpassingwerken aan woningen in Torhout geeft<br />

een <strong>be</strong>eld van de inspanningen die door particulieren t.a.v. de materie genomen worden. Sedert 1995 8 werden aan 470<br />

woningen ver<strong>be</strong>tering- en aanpassingswerken uitgevoerd. Niettemin blijft de kwaliteit van heel wat woningen<br />

ondermaats.<br />

6<br />

De methodologie gehanteerd door het NIS wijkt af van de methodologie gebruikt bij de onderzoeken naar de kwaliteit van woningen in het kader<br />

van de Vlaamse Wooncode.<br />

7<br />

Bijkomend onderzoek kan uitwijzen of er een relatie <strong>be</strong>staat tussen de <strong>be</strong>woners of eigenaar <strong>be</strong>woners van deze woningen en <strong>be</strong>paalde doelgroepen<br />

van het sociale <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. In voorkomend geval kunnen specifieke acties t.b.v. deze woningen en <strong>be</strong>woners in het <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> opgenomen<br />

worden.<br />

8<br />

Er zijn geen gegevens <strong>be</strong>kend van vóór 1995<br />

19


Ta<strong>be</strong>l: Uit<strong>be</strong>taalde ver<strong>be</strong>terings- en aanpassingspremies<br />

Woningen<br />

Bedrag<br />

Jaar Aantal Totaal Gemiddeld<br />

1995<br />

per woning<br />

1996 35 10.287,59 294,47<br />

1997 50 13.751,39 293,93<br />

1998 43 11.392,15 275,03<br />

1999 38 10.280,04 264,93<br />

2000 39 10.149,24 270,53<br />

2001 32 9814,66 260,24<br />

2002 35 10.715,05 306,71<br />

2003 27 7920,21 293,34<br />

2004 33 12.241,09 370,94<br />

2005 37 12.994,50 351,20<br />

2006 68 19.127,54 281,29<br />

Totaal 470 138.390,90 294,45<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />

4.1.2.3 Nieuwbouwactiviteiten<br />

Onderstaande ta<strong>be</strong>l geeft een overzicht van het aantal vergunde wooneenheden in de periode 1991-2000. In die periode<br />

zijn er ongeveer 1.010 wooneenheden vergund of gemiddeld 112 per jaar.<br />

Ta<strong>be</strong>l 4: Nieuwbouwactiviteiten tussen 1991 & 2000<br />

Jaar Woongelegenheden in<br />

ééngezintypologieën<br />

1991 61 38<br />

1992 87 32<br />

1993 95 31<br />

1994 94 28<br />

1995 90 19<br />

1996 74 65<br />

1997 74 33<br />

1998 56 17<br />

1999 59 57<br />

TOTAAL 690 320<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />

Woongelegenheden in<br />

meergezintypologieën<br />

20


4.1.2.3.1 Eéngezinswoningen<br />

De nieuwbouwactiviteiten op het vlak van ééngezinswoningen (inclusief sociale huisvestingsprojecten) <strong>be</strong>draagt<br />

gemiddeld 77 woningen per jaar (periode 1991-2000).<br />

4.1.2.3.2 Meergezinswoningen<br />

Appartementen en studio’s worden hoofdzakelijk in de stedelijke kern Torhout gebouwd.<br />

Gemiddeld gaat het om 36 wooneenheden per jaar (periode 1991-2000) 9 .<br />

4.1.2.4 Aanbod aan bouwmogelijkheden<br />

De inschatting van het aantal <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden ge<strong>be</strong>urt op basis van de inventaris van on<strong>be</strong>bouwde<br />

percelen die door de gemeente wordt bijgehouden. In de inventaris is een onderscheid gemaakt tussen volgende<br />

categorieën:<br />

• percelen gelegen in goedgekeurde verkavelingen;<br />

• percelen gelegen langs uitgeruste wegen;<br />

• percelen gelegen in binnengebieden in woongebieden;<br />

• percelen gelegen in woonuitbreidingsgebieden 10<br />

Om een duidelijk <strong>be</strong>eld te geven van het <strong>be</strong>staande aanbod en het juiste aantal in te schatten is een hypothese van<br />

afbakening van het kleinstedelijk gebied gehanteerd, gebaseerd op de statistische sectoren. Dit geeft een (in<br />

grootteorde) gedifferentieerd <strong>be</strong>eld van de bouwmogelijkheden.<br />

Een eerste categorie <strong>be</strong>treft de bouwmogelijkheden in goedgekeurde verkavelingen (zie onderstaande ta<strong>be</strong>l). Bij het<br />

activeren van dat aanbod wordt een realisatiegraad van 80% gehanteerd. De realisatiegraad wordt <strong>be</strong>schouwd over de<br />

periode 2000 tot 2010 en daarna geëxtrapoleerd naar 2007.<br />

Ta<strong>be</strong>l 5: <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden in goedgekeurde verkavelingen<br />

Bruto Netto (80%)<br />

tot<br />

2010<br />

Stedelijke kern Torhout 259 207 145<br />

Totaal stedelijke kern 259 207 145<br />

Wijnendale 76 60 42<br />

Sint-Henricus 23 18 13<br />

Netto (80%)<br />

9 Wat het aantal kamerwoningen <strong>be</strong>treft en wat de ombouw van woningen tot kamerwoningen <strong>be</strong>treft zijn geen cijfergegevens voorhanden. Wetende<br />

dat dergelijke woningen dikwijls door de sociale doelgroepen <strong>be</strong>woond worden en gelet op de stijgende tendens die blijkt uit het aantal inschrijvingen<br />

in het <strong>be</strong>volkingsregister, is nader onderzoek in dat verband wellicht aangewezen.<br />

10 Woonuitbreidingsgebieden kunnen onder wel<strong>be</strong>paalde voorwaarden aangesneden worden voor sociale woningbouw.<br />

tot<br />

2007<br />

21


Maria Assumpta 26 20 14<br />

Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider 45 36 25<br />

Totaal in de open ruimte 170 134 94<br />

Overige (bvb. in woonlinten) 38 30 21<br />

TOTAAL 467 371 260<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />

Een tweede categorie zijn de <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden langs uitgeruste wegen. Uitgeruste wegen zijn wegen<br />

waarlangs een minimum aan nutsvoorzieningen aanwezig zijn (bvb. elektriciteit). Bij het activeren van dit aanbod wordt<br />

een realisatiegraad van 30% gehanteerd.<br />

Ta<strong>be</strong>l 6: <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden langs uitgeruste wegen<br />

Bruto Netto (30%)<br />

tot 2010<br />

Netto (30%)<br />

tot 2007<br />

Stedelijke kern Torhout 326 98 69<br />

Totaal stedelijke kern 326 98 69<br />

Wijnendale 100 30 21<br />

Sint-Henricus 15 5 3<br />

Maria Assumpta 22 6 3<br />

Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider 22 6 4<br />

Totaal in de open ruimte 162 47 32<br />

Overige (bvb. in woonlinten) 32 9 7<br />

TOTAAL 520 154 108<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />

wegen In totaal zijn in de gemeente 467 bouwkavels gelegen in goedgekeurde verkavelingen en kunnen naar schatting<br />

520 woongelegenheden gerealiseerd worden langs uitgeruste. Er liggen bijgevolg 987 bouwmogelijkheden juridisch<br />

vast. Deze mogelijkheden kunnen in principe onmiddellijk ingevuld worden. Voor ontwikkeling van de<br />

bouwmogelijkheden langs uitgeruste wegen is (meestal) een verkavelingvergunning noodzakelijk.<br />

Bij het activeren van deze bouwmogelijkheden worden realisatiegraden gehanteerd waarbij binnen de planhorizon<br />

(2007) gestreefd wordt naar de realisatie van 260 woongelegenheden in goedgekeurde verkavelingen en 108 langs<br />

uitgeruste wegen (in totaal 368 woongelegenheden).<br />

De derde categorie omvat vrij liggende binnengebieden in woongebied. Voor de ontwikkeling als woonomgeving is de<br />

aanleg van nieuwe infrastructuur noodzakelijk om deze gebieden te kunnen ontsluiten. Bij de raming van het aantal<br />

woongelegenheden is een dichtheid van 25 woningen per hectare gebruikt in de stedelijke kern (volgens hypothese van<br />

afbakening) en 15 woongelegenheden per hectare voor binnengebieden in de woonentiteiten in de open ruimte.<br />

22


Bij het activeren van dit aanbod wordt een realisatiegraad van 30% gehanteerd.<br />

Ta<strong>be</strong>l 7: <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden in binnengebieden<br />

Geschatte<br />

oppervlakte<br />

in ha<br />

Bruto Netto (30%)<br />

tot<br />

2010<br />

Netto (30%)<br />

Stedelijke kern Torhout 9,00 225 67 47<br />

Totaal stedelijke kern 9 225 67 47<br />

Wijnendale 2,50 35 11 8<br />

Sint-Henricus 0,00 0 0 0<br />

Maria Assumpta 4,20 63 19 13<br />

Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider 0,35 5 2 1<br />

Totaal in de open ruimte 106 32 22<br />

Overige (bvb. in woonlinten) 11 0,00 0 0 0<br />

TOTAAL 331 99 69<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />

De laatste categorie zijn de vrij liggende gebieden in de woonuitbreidingsgebieden. In Torhout zijn volgende gebieden<br />

vrij liggende gebieden gelegen in een woonuitbreidingsgebied: Moertjes / Kwaplasstraat / Bollestraat / Sparappelstraat /<br />

Wijnendalepark.<br />

De capaciteit van deze gebieden wordt indicatief weergegeven in functie van hun ligging (15 w/ha in buitengebied <strong>–</strong><br />

25w/ha in stedelijk gebied).<br />

Ta<strong>be</strong>l 8: Raming van de capaciteit in woonuitbreidingsgebieden<br />

Torhout<br />

Oppervlakte (in ha) Raming capaciteit<br />

- Moertjes en Kwaplasstraat 20,78 519,50<br />

- Bollestraat 6,50 162,50<br />

Wijnendale<br />

- Sparappel 15,52 232,80<br />

- Wijnendalepark 7,84 117,60<br />

TOTAAL 50,7 1.032<br />

Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />

11 Geen gegevens voorhanden. Eventueel nog te onderzoeken.<br />

tot<br />

2007<br />

23


4.1.2.4.1 Verdichtingmogelijkheden<br />

Onder verdichtingmogelijkheden wordt het vervangen van ééngezinswoningen door meergezinswoningen verstaan<br />

binnen het <strong>be</strong>staand woonweefsel. Verdichtingprojecten kunnen tegemoetkomen aan de vraag naar kleinere woningen.<br />

Hiermee wordt ingespeeld op de <strong>be</strong>hoefte van specifieke doelgroepen (starters, alleenstaanden, <strong>be</strong>jaarden, … etc.).<br />

Verdichting ge<strong>be</strong>urde voornamelijk in de gemengde woonomgeving van de <strong>stad</strong>skern. In de <strong>stad</strong>skern werden in de<br />

periode 1991-2000 gemiddeld 36 appartementen of studio’s per jaar gebouwd. Binnen de gemengde woonomgevingen<br />

situeren zich de <strong>be</strong>langrijkste potenties voor verdere verdichting. Door verdichting worden nieuwe wooneenheden<br />

gerealiseerd zonder bijkomende ruimte<strong>be</strong>slag.<br />

4.1.2.4.2 Leegstand<br />

In de gemeente Torhout zijn er 21 woongelegenheden opgenomen op de inventaris van leegstaande woningen 12 .<br />

De vermindering van de overtollige leegstand door renovatie en het opnieuw <strong>be</strong>woonbaar maken van langdurig<br />

leegstaande en verwaarloosde woningen kan een bijdrage geven t.a.v. de woning<strong>be</strong>hoefte. In toepassing van de<br />

Vlaamse Wooncode kan het <strong>be</strong>heer van deze woningen bovendien opgeëist worden door de <strong>stad</strong> of het OCMW zodat<br />

ze als sociale woningen gebruikt kunnen worden.<br />

4.1.2.5 Sociale huisvestingsprojecten<br />

4.1.2.5.1 Sociale bouwmaatschappijen<br />

4.1.2.5.1.1 Sociale bouwmaatschappij De Mandel<br />

De sociale bouwmaatschappij De Mandel uit Roeselare is actief op het grondgebied van Torhout. In de voorbije<br />

decennia werden er heel wat sociale (huur)woningen gebouwd waarvan er momenteel nog 177 door De Mandel <strong>be</strong>heerd<br />

en verhuurd worden. Daarnaast werden er 207 sociale koopwoningen gerealiseerd en verkocht (toestand 30/03/2006).<br />

In Torhout Oost, in het gebied tussen de Ernest Claeslaan, de Donaustraat, de Groenhovestraat en de<br />

Ruddervoordestraat <strong>be</strong>schikt de bouwmaatschappij nog over een <strong>be</strong>perkte reserve aan bouwgronden (zowel uitgerust<br />

als niet uitgerust).<br />

Op de wachtlijst staan 181 kandidaat-huurders ingeschreven. De gemiddelde wachttijd na aanvraag vooraleer een<br />

sociale huurwoning kan toegewezen worden <strong>be</strong>draagt ca. 45 maanden. De Mandel wil daarom in ijltempo het aantal<br />

sociale huurwoningen drastisch uitbreiden. Momenteel zijn volgende projecten in onderzoek, aanvraag of uitvoering:<br />

- aankoop grond jegens de <strong>stad</strong> in de Garonnestraat met de <strong>be</strong>doeling er 7 sociale huurwoningen op te bouwen;<br />

- bouwen van 22 huurwoningen in Torhout-Oost;<br />

- aankoop gronden Koer Van Thuyne deels jegens de <strong>stad</strong> / deels jegens het OCMW met de <strong>be</strong>doeling er een 40<br />

sociale huur- en koopappartementen op te richten;<br />

12 Op basis van de vermoedenlijst die jaarlijks door de Dienst Huisvesting van de gemeente aan AROHM wordt overgemaakt mag verondersteld worden dat er in<br />

Torhout heel wat meer leegstaande woongelegenheden zijn.<br />

24


- aankoop van gronden langs de Pastoriestraat in Don Bosco met de <strong>be</strong>doeling er sociale huur- en<br />

koopappartementen op te richten;<br />

- renovatie van 5 sociale huurwoningen in de Onze Lieve Vrouwestraat;<br />

- aanleg infrastructuur op gronden in de El<strong>be</strong>straat met de <strong>be</strong>doeling er 7woningen te bouwen.<br />

De gezinsgrootte onder de kandidaten is zeer divers. 30% van de kandidaten is alleenstaand <strong>–</strong> 40% van de kandidaten<br />

zijn gezinnen die uit slechts 2 personen <strong>be</strong>staan. 18% zijn gezinnen van 3 personen. Grote gezinnen van 4 of meer<br />

personen komen praktisch niet meer voor (12%).<br />

4.1.2.5.1.2 De sociale bouwmaatschappij VIVENDO<br />

De sociale bouwmaatschappij Vivendo uit Brugge was vroeger actief op het grondgebied van Torhout onder de naam<br />

Haard & Kouter. In de voorbije decennia heeft zij er 208 sociale koopwoningen, zgn. ‘kleine landeigendommen’<br />

gerealiseerd. Gezien het ontbreken van enig aanbod van gronden en/of panden waren er de laatste 20 jaar geen<br />

realisatie meer. Vivendo is echter vragende partij om in nauwe samenwerking met de <strong>stad</strong> als prioritaire partner te<br />

mogen optreden voor de uitvoering van het plaatselijk woon<strong>be</strong>leid cf. de Vlaamse Wooncode.<br />

Vivendo is ook <strong>be</strong>middelaar voor de aanvraag van sociale leningen bij de VHM en heeft in die hoedanigheid in de loop<br />

der jaren meerdere sociale leningen kunnen toestaan aan particulieren voor de bouw van een nieuwe woning of voor de<br />

aankoop en/of renovatie van een (sociale) woning in Torhout. Deze sociale bouwmaatschappij heeft inmiddels ook het<br />

vroegere ACV-gebouw in de Beerstraat aangekocht met de <strong>be</strong>doeling er 5 sociale appartementen in onder te brengen.<br />

4.1.2.5.2 Sociaal Verhuurkantoor (SVK)<br />

In 1997 werd binnen de sociale dienst van het OCMW het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) opgericht, met middelen van<br />

het <strong>sociaal</strong> impulsfonds (SIF). De werking van het SVK steunt op 4 basisideeën:<br />

- het recht op wonen met elementen zoals woonzekerheid, kwaliteit en <strong>be</strong>taalbaarheid;<br />

- het verstevigen van de positie van de zwakke huurder door op te treden als eigenaar of hoofdhuurder;<br />

- de complementariteit t.a.v. de andere huisvestings- en welzijnsactoren: t.o.v. de huisvestingsmaatschappijen door<br />

de flexi<strong>be</strong>le inschakeling op de private markt en t.o.v. welzijnsdiensten door specifieke huurders<strong>be</strong>geleiding<br />

- participatie van de doelgroep.<br />

Uit deze 4 basisideeën werden de 2 kerntaken van het SVK afgeleid:<br />

- het creëren van een extra aanbod aan kwalitatieve woningen aan een <strong>be</strong>taalbare prijs;<br />

- het aanbieden van woon<strong>be</strong>geleiding 13 .<br />

13 Bij de woon<strong>be</strong>geleiding worden huurders niet allen op hun rechten maar ook op hun plichten gewezen zoals het tijdig <strong>be</strong>talen van de huur en het goed<br />

onderhouden van de woning. In de huurovereenkomst wordt steeds een clausule opgenomen waarin vermeld wordt dat de huurders zich akkoord verklaren met de<br />

woon<strong>be</strong>geleiding die vanuit het SVK wordt aangeboden.<br />

25


Het Sociaal Verhuurkantoor <strong>be</strong>heert 51 woningen, waarvan 6 in eigendom zijn van de <strong>stad</strong> Torhout, 38 in eigendom van<br />

het OCMW en 17 in eigendom van private personen (toestand 30/09/2007).<br />

Op korte termijn zal dit aanbod nog worden uitgebreid. Volgende projecten zijn in onderzoek, aanvraag of uitvoering:<br />

- project “Koer Van Thuyne”<br />

- bouwen van 27 sociale appartementen na afbraak van 14 oude woningen in de Vanhullestraat.<br />

Als aanvullend bij het SVK werd een woonwinkel opgericht. In de woonwinkel kunnen huurders en verhuurders terecht<br />

met hun vragen en problemen i.v.m de huurwetgeving. Ze kunnen er informatie krijgen over huursubsidies en<br />

huisvestingspremies. De woonwinkel heeft tevens een doorverwijsfunctie naar de juiste instanties die een specifiek<br />

huisvestingsprobleem kunnen oplossen. Eén van de kerntaken van de woonwinkel <strong>be</strong>staat in het aanbieden van een<br />

volwaardige en kosteloze eerstelijnsrechtshelp inzake huurwetgeving. Daartoe werd een jurist in dienst genomen die<br />

deze eerstelijnsrechtshelp de nodige ondersteuning biedt.<br />

4.1.2.5.3 Het O.C.M.W.<br />

• Opvangtehuis De Reynaert<br />

In de Reynaert zijn er 4 tweepersoonskamers en 2 éénpersoonskamers voorzien voor Torhoutse inwoners die zich in<br />

een noodsituatie <strong>be</strong>vinden. Dit kan verschillende vormen aannemen:<br />

- uithuisdrijving door de deurwaarder;<br />

- op straat staan omwille van een ramp;<br />

- echtelijke moeilijkheden waarbij men geen ander onderdak vindt;<br />

- kandidaat-vluchtelingen die aan OCMW Torhout werden toegewezen voor het krijgen van financiële steun maar zelf<br />

in Torhout geen woning vinden;<br />

- mensen die bij eigenaars reeds gekend zijn als ‘slechte huurders’ en bijgevolg niet meer in staat zijn zelf een<br />

woning te vinden.<br />

De opvangmogelijkheden in De Reynaert kunnen echter niet gecatalogeerd worden als crisisopvang. Opname ge<strong>be</strong>urt<br />

enkel tijdens de kantooruren van de sociale dienst van het OCMW en dit na het afnemen van een intakegesprek en het<br />

<strong>be</strong>spreken van het dossier met de directeur sociale dienst en de voorzitter van het OCMW.<br />

• Service flats<br />

Deze vrij nieuwe vorm van huisvesting en serviceverlening is <strong>be</strong>doeld voor ouderen die nog vrij zelfstandig kunnen<br />

functioneren, maar toch niet verkiezen om in het eigen milieu te blijven wonen. Serviceflats <strong>be</strong>staan uit één of meer<br />

gebouwen die functioneel een geheel vormen. Het zijn individuele woongelegenheden waar ouderen zelfstandig wonen<br />

maar waar zij zo nodig <strong>be</strong>roep kunnen doen op een gemeenschappelijke dienstverlening. Die hulp is facultatief, d.w.z<br />

dat de <strong>be</strong>woner de vrije keuze heeft om er gebruik van te maken. Serviceflats zijn afgestemd op de specifieke noden<br />

van de ouderen. De grootte en huurprijs van de individuele woongelegenheden kunnen echter sterk variëren.<br />

26


Serviceflats zijn niet geschikt voor zorg<strong>be</strong>hoevende ouderen, tenzij ze samenwonen met een valide partner die nog veel<br />

voor hem of haar kan doen.<br />

Serviceflats bieden een <strong>be</strong>schermde woonomgeving. Zo is er een oproepsysteem aanwezig waarmee je zowel overdag<br />

als ’s nachts hulp kan oproepen.<br />

Veel serviceflats zijn gelegen in de nabijheid van of werken samen met een rusthuis. Als iemand zorg<strong>be</strong>hoevend wordt<br />

kan hij/zij naar dat rusthuis gaan.<br />

In het serviceflatgebouw van het OCMW langs de Karel De Goedelaan <strong>be</strong>vinden zich 21 woongelegenheden.<br />

• Rusthuis Sint-Augustinus<br />

Het Sint-Augustinus rusthuis is gelegen in de Vestingstraat en wordt <strong>be</strong>heerd door het OCMW. Het staat open voor<br />

semi-valide zorg<strong>be</strong>hoevenden, dementerende <strong>be</strong>woners en biedt ook faciliteiten voor echtparen. Er wordt<br />

woongelegenheid geboden aan 174 <strong>be</strong>woners. Er zijn ook 3 kamers voor kortverblijf. Alle kamers zijn standaard<br />

<strong>be</strong>meu<strong>be</strong>ld met een <strong>be</strong>d, kleerkast, tafel, stoel en een zetel. Het meubilair kan aangepast worden aan de noden van de<br />

<strong>be</strong>woner(s) en de kamer kan naar eigen smaak ingericht worden.<br />

Een aanvraag tot opname ge<strong>be</strong>urt meestal naar aanleiding van een ziekenhuisopname maar kan ook vanuit een<br />

thuissituatie. Een officiële aanvraag moet schriftelijk ge<strong>be</strong>uren. Deze aanvraag wordt <strong>be</strong>krachtigd in de Raad voor<br />

Maatschappelijk Welzijn. Vooreerst wordt met de kandidaat <strong>be</strong>woner(s) een oriëntatiegesprek gevoerd waarna de<br />

kandidaat <strong>be</strong>woner(s) ingeschreven worden op een wachtlijst. Deze wachtlijst is chronologisch. Momenteel staan 247<br />

kandidaten op de wachtlijst ingeschreven (situatie op 31.10.2007).<br />

Bij het rusthuis werd eind 2005 een nieuwe vleugel in gebruik genomen. De oudste delen van het rusthuis worden<br />

momenteel gerenoveerd en gemoderniseerd. In 2009 wordt er een dagverzorgingscentrum aan toegevoegd.<br />

Het rusthuis is heel centraal gelegen. Te voet is het centrum van de <strong>stad</strong> en het station gemakkelijk <strong>be</strong>reikbaar. De<br />

achterzijde van het rusthuis kijkt uit op het groene <strong>stad</strong>spark.<br />

4.1.2.5.4 Huize Tordale<br />

Huize Tordale biedt op het grondgebied van Torhout diverse vormen van wonen aan voor personen met een<br />

verstandelijke handicap. Deze vormen variëren van individueel wonen tot wonen in groepsverband.<br />

- Personen met een licht tot matig verstandelijke handicap kunnen zelfstandig wonen. Zij worden gehuisvest in<br />

huurwoningen. Op die manier kunnen zij maximaal integreren in de maatschappij. Momenteel maken 15 personen<br />

gebruik van deze mogelijkheid.<br />

27


- Werkende personen met een licht tot matig verstandelijke handicap en bijkomende gedrags-of psychische<br />

problemen kunnen in groepsverband gaan wonen of individueel in woningen eigendom van Tordale. Momenteel<br />

maken 35 personen gebruik van deze mogelijkheid.<br />

- Niet-werkende personen met een matig tot ernstige verstandelijke handicap en bijkomende gedrags- of psychische<br />

problemen kunnen in groepsverband of individueel gaan wonen in woningen eigendom van Tordale. Momenteel<br />

maken 94 personen gebruik van deze mogelijkheid.<br />

Daarnaast <strong>be</strong>schikt Tordale eveneens over een dagcentrum waar personen met een verstandelijke handicap en<br />

bijkomende gedrags- of psychische problemen overdag opgevangen kunnen worden. Momenteel maken 33 personen<br />

gebruik van deze mogelijkheid.<br />

Jongeren tussen 12 en 21 met een licht tot matig verstandelijke handicap en bijkomende gedrags- en psychische<br />

problemen of autisme kunnen terecht in het internaat. Voor een 10-tal jongeren heeft het internaat een<br />

gezinsvervangende functie.<br />

4.1.2.5.5 PVT De Ent<br />

Vanuit het psychiatrisch centrum Sint-Amandus te Beernem wordt in het psychiatrisch verzorgingstehuis De Ent in de<br />

Aartrijkestraat woongelegenheid aangeboden aan 60 chronisch gestabiliseerde psychiatrische patiënten. Er zijn geen<br />

plannen om dit aantal in de toekomst uit te breiden.<br />

Eind 2005 werd door de vzw Beschut Wonen Beernem in Torhout een gebouw aangekocht met de <strong>be</strong>doeling er 5<br />

plaatsen voor <strong>be</strong>schut wonen in onder te brengen. Het is de <strong>be</strong>doeling dit aantal later uit te breiden tot max. 12.<br />

Beide initiatieven zorgen ervoor dat psychiatrische patiënten zich opnieuw in de maatschappij kunnen integreren.<br />

4.1.2.5.6 Bejaardenzorg Ter Rem<strong>be</strong>rthove (service-flats)<br />

In het serviceflatgebouw van de vzw Gezondheids- en <strong>be</strong>jaardenzorg van het Houtland langs de Oostendestraat<br />

<strong>be</strong>vinden zich 34 woongelegenheden.<br />

4.1.2.5.7 ‘t Groot Hers<strong>be</strong>rge<br />

Geen nadere gegevens gekend<br />

4.1.2.6 Prognoses en <strong>be</strong>hoeften<br />

4.1.2.6.1 Raming van de woon<strong>be</strong>hoeften<br />

4.1.2.6.1.1 Nieuwbouw<strong>be</strong>hoefte<br />

28


Ta<strong>be</strong>l 9: Evolutie van de <strong>be</strong>volking per leeftijdscategorie voor een gesloten prognose<br />

Leeftijdscategorie 1997 2002 2007<br />

0-19 4.498 4.313 4.104<br />

20-39 5.563 5.207 4.887<br />

40-59 4.742 5.215 5.541<br />

60-79 3.217 3.394 3.585<br />

+80 672 705 794<br />

Totaal 18.692 18.834 18.911<br />

Bron: Ontwerp GRS januari 2006<br />

Ta<strong>be</strong>l 10: Evolutie het aantal gezinshoofden per leeftijdscategorie voor een gesloten prognose<br />

Leeftijdscategorie 1997 2002 2007<br />

0-19 7 8 8<br />

20-39 2.128 2.034 1.925<br />

40-59 2.545 2.838 3.064<br />

60-79 1.942 2.124 2.300<br />

+80 390 449 559<br />

Totaal 7.102 7.453 7.856<br />

Bron: Ontwerp GRS januari 2006<br />

De <strong>be</strong>hoefte aan bijkomende woningen is het gevolg van een aantal demografische ontwikkelingen. Er is het fenomeen<br />

van de gezinsverdunning die zich in de toekomst zal verder zetten. De gezinsverdunning heeft te maken met de<br />

vergrijzing van de <strong>be</strong>volking (ouderen die langer zelfstandig wonen), een toenemend aantal echtscheidingen, het<br />

zelfstandig wonen van niet gehuwden, … etc.<br />

De <strong>be</strong>hoefte aan bijkomende woongelegenheden is recht evenredig met de toename van het aantal gezinnen. Op basis<br />

van de inschatting van de toekomstige demografische ontwikkeling van de <strong>be</strong>volking van Torhout wordt de<br />

woning<strong>be</strong>hoefte in de periode 1997-2007 geraamd op 768 wooneenheden (toename gezinnen volgens gesloten<br />

prognose vermeerderd met een frictieleegstand van 3%). Wanneer de reeds gerealiseerde woningen in de periode<br />

1997-2000 in rekening worden gebracht, <strong>be</strong>tekent dit een woning<strong>be</strong>hoefte voor de periode 2000-2007 van ongeveer 472<br />

bijkomende woningen of gemiddeld ongeveer 67 per jaar.<br />

Op basis van de demografische ontwikkelingen (vraagzijde) en de kenmerken van het huidige woningpatrimonium<br />

(aanbodzijde) kunnen conclusies getrokken worden met <strong>be</strong>trekking tot een differentiatie van de nieuwbouw<strong>be</strong>hoefte<br />

naar sociale woningen, <strong>be</strong>jaardenwoningen en meergezinswoningen.<br />

29


4.1.2.6.1.2 Behoefte aan meergezinswoningen<br />

Voor de <strong>be</strong>hoefte aan meergezinswoningen wordt de <strong>be</strong>staande trend van gemiddeld 36 woningen per jaar als norm<br />

genomen. De verdichting door de bouw van meergezinswoningen vindt hoofdzakelijk plaats in de stedelijke kern.<br />

4.1.2.6.1.3 Behoefte aan wooneenheden voor specifieke doelgroepen<br />

• Behoefte aan sociale huur- en koopwoningen<br />

Het aandeel sociale woningen (huur- en koopwoningen) <strong>be</strong>draagt in Torhout 5% (ongeveer 366 wooneenheden op een<br />

totaal van ongeveer 7.329, toestand juli 2000). De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) hanteert een streefcijfer<br />

van 10% sociale wooneenheden. Torhout scoort <strong>be</strong>duidend lager dan dit streefcijfer.<br />

• Bejaardenwoningen<br />

Bejaarden heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>hoefte aan aangepaste huisvestingsvormen: kleinere woningen die op loopafstand van<br />

voorzieningen zijn gelegen. Vaak voldoen de huidige woningen niet aan deze voorwaarden. Het voorzien van passende<br />

woningen voor <strong>be</strong>jaarden kan hieraan een oplossing bieden. Hierdoor komen tevens woningen vrij voor andere<br />

doelgroepen.<br />

• Service flats<br />

Het OCMW erkent de <strong>be</strong>hoefte aan bijkomende serviceflats in Torhout en is <strong>be</strong>reid in dit verband actie te ondernemen<br />

indien zich haalbare opportuniteiten voordoen.<br />

• Bejaardentehuis<br />

Er zijn geen plannen om de capaciteit van het <strong>be</strong>jaardentehuis Sint-Augustinus uit te breiden.<br />

• Beschermd wonen<br />

Geen nadere gegevens <strong>be</strong>kend.<br />

• Beschut wonen<br />

PVT De Ent heeft geen uitbreidingsplannen.<br />

Zoals voorheen vermeld zou vzw Beschut Wonen Beernem het aantal plaatsen in Torhout willen uitbreiden van 5<br />

naar 12<br />

4.1.2.6.2 Confrontatie van <strong>be</strong>hoefte en aanbod<br />

De confrontatie tussen <strong>be</strong>hoefte en aanbod ge<strong>be</strong>urt op basis van het <strong>be</strong>staande juridisch aanbod: in goedgekeurde<br />

verkavelingen, langs uitgeruste wegen, verdichting en leegstand. Het <strong>be</strong>staande aanbod vertoont een licht tekort om de<br />

<strong>be</strong>hoefte voor de periode 2000-2007 op te vangen.<br />

Ta<strong>be</strong>l 11: confrontatie <strong>be</strong>hoefte en aanbod<br />

30


2000 <strong>–</strong> 2007<br />

Aanbod (netto) 437<br />

Behoefte 481<br />

Verschil -44<br />

Bron: Ontwerp GRS Torhout <strong>–</strong> 26/01/2006<br />

4.1.2.6.3 Confrontatie met de taakstelling uit het Provinciaal Structuurplan<br />

De taakstelling voor de gemeente Torhout voor de periode 1991-2007 <strong>be</strong>draagt volgens het Provinciaal Ruimtelijk<br />

Structuurplan West-<strong>Vlaanderen</strong> 1.275 bijkomende woongelegenheden, allen te realiseren binnen het nog af te bakenen<br />

stedelijk gebied.<br />

In 2000 waren reeds 1.010 woongelegenheden (80% van de taakstelling) gerealiseerd. Dit <strong>be</strong>tekent dat voor de periode<br />

2000-2007 een taakstelling overblijft van 265 wooneenheden. Dit <strong>be</strong>vestigt de conclusie dat buiten het <strong>be</strong>staande<br />

juridische aanbod geen bijkomende ruimte noodzakelijk is voor woongelegenheden (in de periode tot 2007).<br />

4.1.2.7 Sociale woningbouw in de woonuitbreidingsgebieden<br />

De ministeriele omzendbrief RO/2002/03 laat toe dat een deel van of een geheel woonuitbreidingsgebied ontwikkeld kan<br />

worden zonder voorafgaand een woning<strong>be</strong>hoeftenstudie te moeten opmaken. Deze mogelijkheid is onderworpen aan<br />

een aantal specifieke randvoorwaarden:<br />

- het woonuitbreidingsgebied moet gelegen zijn binnen de (hypothese van) perimeter van het stedelijk gebied;<br />

- de ontwikkeling ge<strong>be</strong>urt binnen de principes van het RSV;<br />

- er is geen interferentie met andere regelgeving;<br />

- het gemeente<strong>be</strong>stuur toont aan op welke wijze ernaar wordt gestreefd een gezonde mix te realiseren van normale<br />

kavels, sociale kavels (onder de marktprijs) en/of sociale huur- of koopwoningen. Private en openbare<br />

initiatiefnemers (gemeente, intercommunale, OCMW en sociale huisvestingmaatschappijen) worden in voorkomend<br />

geval gestimuleerd om de gewenste sociale mix gezamenlijk te realiseren.<br />

Niettegenstaande volgens het GRS buiten het <strong>be</strong>staande juridische aanbod aan bouwmogelijkheden geen bijkomende<br />

ruimte noodzakelijk is om de taakstelling voor woongelegenheden in de periode tot 2007 opgelegd door de provincie te<br />

realiseren, kunnen <strong>be</strong>paalde woonuitbreidingsgebieden in Torhout (Moertjes, Kwaplasstraat en Bollestraat naar alle<br />

waarschijnlijkheid toch aangesneden worden voor de bouw van sociale woningen. Op die wijze kan het aandeel sociale<br />

woningen in Torhout ruimschoots uitgebreid worden (nog nader te onderzoeken).<br />

31


4.1.3. Gegevens via het participatietraject<br />

Tijdens de gesprekken met mensen uit de <strong>be</strong>oogde doelgroepen was huisvesting hét prioritaire thema. Als mensen<br />

<strong>be</strong>vraagd worden rond welk thema ze in de toekomst eventueel <strong>be</strong>leidsparticipatie willen, dan scoort ‘huisvesting’ als het<br />

thema waar het meest mensen willen rond <strong>be</strong>trokken worden.<br />

Tijdens de diverse participatierondes kwam onder meer volgende zaken naar voor :<br />

- het verhogen van het aanbod aan sociale woningen in Torhout<br />

- het meer aanbieden van informatie rond aanpassingen voor senioren (levenslang wonen)<br />

- het feit dat huren op de private huurmarkt voor velen ‘on<strong>be</strong>taalbaar’ is geworden. De grens van 1/3 woonkost<br />

ten opzichte van het inkomen is voor velen niet haalbaar meer.<br />

- het <strong>be</strong>lang van goede informatie en een goede communicatie rond het thema wonen. Niet alle mensen waren<br />

bijvoor<strong>be</strong>eld op de hoogte dat er een huisvestingsambtenaar is, dat de huurdersbond te Torhout aanspreekbaar<br />

is, weinigen weten wat een huursubsidie is , welke premies er zijn, …<br />

- nogal wat getuigenissen van mensen gingen over woningen die kwalitatief niet in orde zijn. Sommige mensen<br />

wisten geen raad met ‘profiterende’ huiseigenaars, … Men vraagt dan ook om een aanpak van de<br />

huisjesmelkers die woningen van lage kwaliteit verhuren voor te veel geld aan mensen die (financieel) zwak<br />

staan. Huizen die opgedeeld worden in kamers zijn hier een voor<strong>be</strong>eld van.<br />

- Men vroeg om in voldoende capaciteit van (crisis)opvang te voorzien.<br />

- Men vroeg uitdrukkelijk dat die woningen waarnaar het ocmw je verwijst kwalitatief in orde moeten zijn.<br />

- Ook van een sociale huisvestingsmaatschappij verwachten de mensen klantvriendelijkheid, een antwoord op<br />

hun vragen, …<br />

- Als specifieke groepen die het moeilijk heb<strong>be</strong>n op de woonmarkt werden opgenoemd : alleenstaanden (al of<br />

niet met kinderen) en werklozen.<br />

4.1.4 SWOT-analyse<br />

Door de aantrekkingskracht van Torhout om er zich te vestigen en de vergrijzing van de <strong>be</strong>volking groeit de groep<br />

<strong>sociaal</strong> zwakkeren jaar na jaar. Zonder passende maatregelen kan dit op termijn een negatieve invloed heb<strong>be</strong>n op de<br />

leefbaarheid van de <strong>stad</strong>.<br />

Voor de huisvesting en (tijdelijke) opvang van <strong>sociaal</strong> zwakkeren <strong>be</strong>schikt Torhout reeds over heel wat faciliteiten. De<br />

aanbiedingen gaan uit van verschillende organisaties en verenigingen. Ze zijn echter niet altijd op elkaar afgestemd en<br />

vullen elkaar niet altijd aan. In <strong>be</strong>paalde gevallen is er zelfs sprake van enige vorm van concurrentie. Soms zijn de<br />

faciliteiten eerder <strong>be</strong>perkt en/of niet geschikt voor de <strong>be</strong>oogde doelgroep. Dikwijls is het aantal gegadigden vele malen<br />

groter dan het <strong>be</strong>schikbare aanbod waardoor lange wachttijden en <strong>–</strong>lijsten ontstaan.<br />

Ondanks de aanwezigheid van een gemeentelijke huisvestingambtenaar en een Woonwinkel met juridische<br />

dienstverlening onder de vleugels van het OCMW, <strong>be</strong>reikt de <strong>be</strong>schikbare informatie onvoldoende de doelgroepen.<br />

Oorzaak is enerzijds dat de doelgroepen onvoldoende kennis heb<strong>be</strong>n van het <strong>be</strong>staan van de aanspreekpunten en<br />

32


anderzijds de versnippering van de informatie en een gebrek aan onderlinge coördinatie en kennisoverdracht tussen de<br />

aanspreekpunten. Herstructureren door het <strong>be</strong>ter op elkaar afstemmen van de aanspreekpunten en een nauwere<br />

samenwerking kan hier een opmerkelijke ver<strong>be</strong>tering in aanbrengen.<br />

Het overzicht van de sterkten en zwakten, kansen en <strong>be</strong>dreigingen is op genomen in navolgende ta<strong>be</strong>l.<br />

Ta<strong>be</strong>l: SWOT-analyse<br />

Sterkten Zwakten Kansen Bedreigingen<br />

voldoende reserve aan<br />

<strong>be</strong>bouwbare gronden<br />

<strong>be</strong>bouwbare gronden niet<br />

echt <strong>be</strong>schikbaar<br />

grondreserve in eigendom<br />

van sociale<br />

bouwmaatschappijen raken<br />

stilaan uitgeput<br />

prijs/m² meestal enkel<br />

haalbaar voor privé<br />

investeerders<br />

mogelijkheden tot verdichten verdichten niet altijd<br />

evident<br />

prijzen van panden meestal<br />

niet haalbaar voor sociale<br />

bouwmaatschappijen<br />

woningenpatrimonium onvoldoende aanbod vanuit<br />

privé sector voor<br />

doorverhuring aan sociale<br />

doelgroepen (bvb. via SVK)<br />

nog heel wat woningen van<br />

slechte of mindere kwaliteit<br />

blijvende slechte kwaliteit<br />

van woningen door onwil<br />

van eigenaars om<br />

ver<strong>be</strong>terings-werken uit te<br />

voeren (woningen worden<br />

toch verhuurd <strong>–</strong> dikwijls net<br />

aan de <strong>sociaal</strong> zwakkere)<br />

blijvende slechte kwaliteit<br />

van woningen door<br />

onmogelijkheid van<br />

verwerven bouwgrond via<br />

onderhandse aankoop of<br />

onteigening<br />

blijvende vraag van sociale<br />

bouwmaatschappijen naar<br />

<strong>be</strong>schikbare gronden<br />

samenwerking met privé via<br />

PPS<br />

grond- en panden<strong>be</strong>leid en<br />

subsidiëring kan aankopen<br />

haalbaar houden<br />

verdichtingprojecten kunnen<br />

inspelen op de <strong>be</strong>hoefte<br />

van specifieke doelgroepen<br />

(starters, alleenstaanden,<br />

<strong>be</strong>jaarden, … )<br />

grond- en panden<strong>be</strong>leid en<br />

subsidiëring kan prijzen<br />

haalbaar houden<br />

stimulerende en specifieke<br />

maatregelen kunnen<br />

bijkomend aanbod creëren<br />

mogelijkheid tot ver<strong>be</strong>teren<br />

via (gemeentelijke) premies<br />

strenger toezicht op<br />

kwaliteit van woningen en<br />

eventueel overname <strong>be</strong>heer<br />

stimuleren door<br />

<strong>be</strong>geleiding, premies en<br />

eventueel overname <strong>be</strong>heer<br />

<strong>be</strong>schikbaarheid<br />

<strong>be</strong>bouwbare gronden voor<br />

sociale woonprojecten op<br />

de lange termijn<br />

creëren van getto’s (geen<br />

sociale mix)<br />

aandeel sociale<br />

woongelegenheden op de<br />

lange termijn<br />

werking van SVK (aanbod<br />

woningen)<br />

leegstaande en<br />

verwaarloosde panden<br />

heb<strong>be</strong>n een ongunstige<br />

invloed op de<br />

aantrekkelijkheid van hun<br />

omgeving (inductie)<br />

33


eigenaars om ver<strong>be</strong>teringswerken<br />

uit te voeren<br />

(wegens leeftijd, omwille<br />

van financiële redenen)<br />

<strong>be</strong>perkte leegstand onvoldoende leegstaande<br />

panden heb<strong>be</strong>n ongunstige<br />

invloed op de huurprijzen<br />

aantrekkingskracht van de<br />

gemeente<br />

veel verschillende actoren<br />

zijn actief<br />

constante uitbreiding van het<br />

aantal sociale huurwoningen<br />

aanwezigheid van een<br />

Woonwinkel (ook juridische<br />

dienstverlening) en SVK<br />

ressorterend onder het<br />

OCMW<br />

aanwezigheid van een<br />

Huisvestingsambtenaar<br />

ressorterend onder het<br />

gemeente<strong>be</strong>stuur<br />

aanwezigheid van heel wat<br />

faciliteiten o.m.<br />

opvangtehuis, rusthuis,<br />

serviceflats, MPI, <strong>be</strong>geleid,<br />

<strong>be</strong>schut en <strong>be</strong>schermd<br />

gemeente oefent weinig<br />

aantrekkingskracht uit op<br />

jonge gezinnen met kleine<br />

kinderen<br />

groeiend aantal <strong>sociaal</strong><br />

zwakkeren als gevolg van<br />

de aantrekkingskracht van<br />

de gemeente (bvb.<br />

Wachtlijst)<br />

activiteiten zijn niet<br />

gecoördineerd<br />

aantal sociale woningen<br />

blijft onvoldoende (cf.<br />

groeiende wachtlijsten)<br />

aantal sociale<br />

huurwoningen kleiner dan<br />

streefcijfer VHM (5% ><<br />

10%)<br />

aanbod nog teveel<br />

afgestemd op grotere<br />

gezinnen<br />

onvoldoende aanbod aan<br />

diensten<br />

Woonwinkel niet of<br />

onvoldoende gekend door<br />

doelgroep<br />

langdurig leegstaande<br />

woningen kunnen in <strong>be</strong>heer<br />

genomen worden (SVK /<br />

sociale<br />

bouwmaatschappijen) en na<br />

renovatie ter <strong>be</strong>schikking<br />

worden gesteld van de<br />

sociale doelgroepen<br />

diversiteit, sociale mix is<br />

een verrijking voor de<br />

samenleving<br />

coördinatie en bundeling<br />

van activiteiten verhoogd<br />

slagkracht en slaagkans<br />

aantal kan verder uitgebreid<br />

worden dmv specifieke<br />

projecten (Koer Van Thuyne<br />

/ Pastoriestraat)<br />

aanbod van woningen met<br />

1 of 2 slaapkamers kan<br />

systematisch vergroot<br />

worden<br />

bundeling met, of<br />

afstemmen op diensten van<br />

andere actoren (bvb.<br />

Huisvestingsdienst <strong>stad</strong>)<br />

informatiecampagnes<br />

kunnen een oplossing<br />

bieden<br />

patrimonium SVK samenwerking met andere<br />

aanbieders, ook van buiten<br />

eenzijdig aanbod t.a.v. de<br />

doelgroepen (hoofdzakelijk<br />

controlerende functie)<br />

rusthuis heeft ook na<br />

uitbreiding onvoldoende<br />

capaciteit waardoor grote<br />

wachtlijsten ontstaan<br />

de gemeente<br />

uitbreiden dienstverlening<br />

door bundeling met, of<br />

afstemmen op diensten van<br />

andere actoren (bvb.<br />

Woonwinkel)<br />

mogelijkheden tot<br />

uitbreiding aanwezig op of<br />

aansluitend bij <strong>be</strong>staande<br />

te groot aandeel ouderen<br />

in verhouding tot jongeren<br />

is ongunstig voor de<br />

leefbaarheid van de <strong>stad</strong><br />

te groot aandeel <strong>sociaal</strong><br />

zwakkeren is ongunstig<br />

voor de leefbaarheid van<br />

de <strong>stad</strong><br />

versnippering en<br />

onderlinge concurrentie<br />

gettovorming (geen<br />

sociale mix)<br />

stagnatie door gebrek aan<br />

sociale woningen<br />

patrimonium niet langer<br />

afgestemd op <strong>be</strong>hoefte<br />

versnippering aanbod van<br />

diensten<br />

geen investeringen in<br />

uitbreiding capaciteit<br />

34


wonen<br />

4.2 TEWERKSTELLING<br />

4.2.1. Omschrijving<br />

onvoldoende serviceflats<br />

faciliteiten opvangtehuis<br />

eerder <strong>be</strong>perkt en niet<br />

geschikt voor gezinnen<br />

geen faciliteiten voor<br />

crisisopvang<br />

gebrek aan fondsen subsidiëring en<br />

samenwerking met privé<br />

(PPS)<br />

Volgens de Belgische grondwet (art. 23) heeft iedereen recht een menswaardig leven te leiden.<br />

geen crisisopvang is<br />

nefast voor goed<br />

huisvestings<strong>be</strong>leid<br />

Dit recht omvat inzonderheid het recht op ar<strong>be</strong>id en op de vrije keuze van <strong>be</strong>roepsar<strong>be</strong>id in het raam van een<br />

algemeen werkgelegenheids<strong>be</strong>leid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel<br />

mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke ar<strong>be</strong>idsvoorwaarden en een billijke <strong>be</strong>loning, alsmede het recht<br />

op informatie, overleg en collectief onderhandelen.<br />

Ar<strong>be</strong>id is een middel om te komen tot een leefbaar inkomen om te voorzien in de eigen basis<strong>be</strong>hoeften (materieel<br />

wel<strong>be</strong>vinden), maar ar<strong>be</strong>id heeft ook effect op diverse dimensies in functie van kwaliteit van leven (emotioneel<br />

wel<strong>be</strong>vinden, sociale contacten, persoonlijke ontwikkeling, fysiek wel<strong>be</strong>vinden, zelf<strong>be</strong>paling, sociale inclusie, etc…).<br />

Het zijn nu net deze minder zichtbare functies van ar<strong>be</strong>id die vaak een grote rol spelen bij kansengroepen.<br />

In het kader van de opmaak van een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> verstaan we onder tewerkstelling:<br />

info, advies en traject<strong>be</strong>geleiding<br />

opleiding en werkervaring<br />

het aanbod inzake ar<strong>be</strong>id<br />

... ten aanzien van de kansengroepen.<br />

4.2.2. Omgevingsanalyse<br />

4.2.2.1. Cijfergegevens rond tewerkstelling <strong>–</strong> op basis van gemiddelden 2005 (bron: Arvastat VDAB Vlaamse en<br />

lokale werkloosheids- en werkaanbodstatistieken en RESOC/SERR regio Brugge)<br />

Torhout T.O.V.<br />

Regio Brugge <strong>Vlaanderen</strong><br />

Werkloosheidsgraad<br />

= aandeel van de werklozen <strong>–</strong> NWWZ <strong>–</strong> in de <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking<br />

Bedraagt 6,94% in Torhout<br />

Mannen: 4,96%<br />

Vrouwen: 9,50%<br />

Dit is een lichte stijging t.o.v. 2003 en 2004.<br />

Activiteitsgraad<br />

= mate waarin de <strong>be</strong>volking tussen 18-64j actief is op de<br />

ar<strong>be</strong>idsmarkt, d.w.z. een job heeft of een job zoekt<br />

6,91%<br />

• 5,66%<br />

• 8,45%<br />

8,52%<br />

• 7,00%<br />

• 10,45%<br />

35


Mannen: 82,3%<br />

Vrouwen: 70,6%<br />

Werkzaamheidsgraad<br />

= verhouding werkenden t.o.v. de <strong>be</strong>volking op ar<strong>be</strong>idsleeftijd<br />

Kenmerken NWWZ<br />

= niet-werkend werkzoekende<br />

In absolute cijfers: 623 personen<br />

… waarvan 72% (404 pers.) uitkeringsgerechtigd werkloos is<br />

… waarvan 40% man, 60% vrouw<br />

… waarvan 30% < 25j., 30% tss 25-40j. en 40% ouder dan 40j.<br />

Studieniveau<br />

50% is laaggeschoold<br />

= lager onderwijs + 1 e graad secundair<br />

= middenstandsopleiding<br />

= deeltijds <strong>be</strong>roepssecundair (2 e graad secundair)<br />

35% is middengeschoold<br />

= 3 e en 4 e graad secundair onderwijs<br />

15% is hooggeschoold<br />

Werkloosheidsduur<br />

= hoger onderwijs 1 of 2 cycli<br />

= universitair onderwijs<br />

64% minder dan 1j.<br />

17% tss 1-2j.<br />

19% langer dan 1j.<br />

Opvallende vaststellingen zijn:<br />

- een sterke toename van de langdurige werkloosheid (> 2j.)<br />

=> + 20% in vgl met 2004.<br />

Nationaliteit: 2,2% niet-EU<br />

Etniciteit: 2,7% etnisch niet-EU<br />

Ar<strong>be</strong>idsgehandicapten: 22%<br />

Onder ar<strong>be</strong>idsgehandicapten wordt <strong>be</strong>grepen:<br />

WZ’en met Vlaams Fondserkenning in zake tewerkstelling<br />

WZ’en uit het Buso<br />

WZ’en met <strong>be</strong>perkte of zeer <strong>be</strong>perkte geschiktheid<br />

80,5%<br />

68,9%<br />

69,7%<br />

8.638<br />

• 72%<br />

• 45%, 55%<br />

• 24%, 32%<br />

en 44%<br />

50%<br />

34%<br />

16%<br />

62,5%<br />

17%<br />

20,5%<br />

+ 16%<br />

4%<br />

5,5%<br />

16%<br />

80,7%<br />

67,1%<br />

63,7%<br />

235.344<br />

• 74,3%<br />

• 46%, 54%<br />

• 24%, 35,5%<br />

en 40,5%<br />

51,4%<br />

33,3%<br />

15,3%<br />

57%<br />

18,5%<br />

24,5%<br />

+ 18,5%<br />

8,3%<br />

16,3%<br />

12%<br />

36


Vaststelling: gestage toename van deze groep WZ’en<br />

In absolute cijfers: 107 in 2002, 116 in 2003, 132 in 2004 en 137<br />

in 2005<br />

Werkgelegenheid<br />

Zelfstandige tewerkstelling (cijfergegevens POM W-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />

1.197, 1.284,<br />

1.374 en 1.392<br />

18.730, 20.392<br />

24.172, 27.788<br />

Op 31.12.2005 telde Torhout 1.674 zelfstandigen en helpers (exclusief 419 zelfstandigen in bij<strong>be</strong>roep),<br />

dit zijn 1.162 zelfstandigen in hoofd<strong>be</strong>roep, 158 zelfstandigen actief na pensioenleeftijd en 354 helpers.<br />

Dit aantal wordt geteld naar de woonplaats van de zelfstandige en stemt dus niet noodzakelijk overeen<br />

met het adres waar de <strong>be</strong>roepsactiviteit wordt uitgeoefend.<br />

Deze cijfers zijn gelijklopend met voorgaande jaren:<br />

• 1.672 zelfstandigen en helpers op 31.12.2004<br />

• 1.687 zelfstandigen en helpers op 31.12.2003<br />

Loontrekkende tewerkstelling (cijfergegevens POM West <strong>Vlaanderen</strong>)<br />

Op 31.12.2004 telde Torhout 5.656 loontrekkenden, hier <strong>be</strong>treft het in tegenstelling tot de zelfstandigen<br />

het aantal personen die in Torhout werken in loondienst. Het gaat dus niet noodzakelijk om mensen die<br />

in Torhout wonen.<br />

Er is in vergelijking met voorgaande jaren een lichte daling merkbaar:<br />

• 5.752 loontrekkenden op 31.12.2003<br />

• 5.740 loontrekkenden op 30.06.2002 (geen gegevens <strong>be</strong>schikbaar voor 31.12.2002)<br />

De werkgelegenheid in Torhout situeert zich vnl. in de tertiaire en quartaire sector:<br />

Definiëring van de sectoren:<br />

Primair: <strong>be</strong>drijven die grondstoffen voortbrengen<br />

Secundair: <strong>be</strong>drijven die grondstoffen of gedeeltelijk afgewerkte producten verder <strong>be</strong>werken<br />

Tertiair: <strong>be</strong>drijven die goederen kopen en verkopen zonder ze te verwerken of presteren van<br />

verhandelbare diensten<br />

Quartair: <strong>be</strong>drijven/organisaties die niet-commerciële of niet-verhandelbare diensten verlenen<br />

In Torhout is de werkgelegenheid per sector als volgt verdeeld:<br />

Primaire sector: 89 jobs<br />

Secundaire sector: 1.274 jobs<br />

Tertiair: 1.631 jobs<br />

Quartair: 2.746 jobs<br />

Vergelijking t.o.v. arrondissement Brugge<br />

Primair: minieme tewerkstelling in Torhout: 1,55%<br />

Secundair: gemiddelde uitbouw: 22% ( 2% stijging bouwnijverheid, 11% jobverlies industrie)<br />

Tertiair: vrij sterk aanwezig: 28,4% met vooral stijgende jobgroei in de horeca<br />

Quartair: sterk aanwezig, omvat praktisch de helft van alle werkgelegenheid in Torhout (48%).<br />

Voornamelijk tewerkstelling in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening<br />

37


Toetsing aan de diverse doelgroepen<br />

Jongeren:<br />

In 2005 waren gemiddeld één op de vier Torhoutse werkzoekenden jonger dan 25 jaar. Daarvan is iets meer<br />

dan de helft (54%) vrouwelijk, en één op de drie is laaggeschoold. Uit de cijfers blijkt wel dat het overgrote deel<br />

van de Torhoutse jongeren (84%), zowel mannen als vrouwen, binnen het jaar aan de slag gaat. Al bij al<br />

kunnen we voor Torhout spreken over een aanhoudende daling van de jeugdwerk-loosheid, een trend die over<br />

heel <strong>Vlaanderen</strong> merkbaar is. Gelet op het vrij hoog aantal jongeren binnen de groep werkzoekenden (1 op 4)<br />

moet er ongetwijfeld blijvend aandacht <strong>be</strong>steed worden aan het creëren van tewerkstellingskansen voor<br />

jongeren.<br />

Mindervaliden<br />

Torhout wordt binnen de werkzoekendenpopulatie al een aantal jaren geconfronteerd met een stijgend aantal<br />

ar<strong>be</strong>idsgehandicapten. Voor 2005 gaat het gemiddeld over meer dan 1 op de 5 werkzoekenden, in absolute<br />

aantallen spreken we over 137 personen! Als je dan merkt dat het grootste deel van deze mensen<br />

laaggeschoold is (80%) en de kleine helft al meer dan twee jaar werkloos is, dan <strong>be</strong>hoeft het weinig <strong>be</strong>toog dat<br />

dit een prioritaire doelgroep vormt binnen het activerings- en tewerkstellings<strong>be</strong>leid. Voor 2006 merken we voor<br />

het eerst terug een daling in het aantal ar<strong>be</strong>idsgehandicapten (van 137 naar 116 personen), alhoewel hun<br />

aandeel binnen de werkzoekendenpopulatie (1 op 5) bijna hetzelfde blijft (de werkloosheid daalt immers in het<br />

algemeen).<br />

Allochtonen<br />

In Torhout is 2,5% van alle niet-werkende werkzoekenden van allochtone afkomst (17 personen), een heel<br />

kleine groep dus binnen de gehele werkzoekendenpopulatie. Als je dit gaat vergelijken met regio Brugge en<br />

<strong>Vlaanderen</strong>, waar er respectievelijk 5,5% en 16,20% allochtone werkzoekenden zijn, dan is het aandeel in<br />

Torhout verwaarloosbaar.<br />

Senioren<br />

Deze doelgroep is niet meer <strong>be</strong>schikbaar voor de ar<strong>be</strong>idsmarkt, maar het is echter wel <strong>be</strong>langrijk om de link<br />

met het vrijwilligerswerk te maken. Het afsluiten van een <strong>be</strong>roepscarrière maakt immers dat senioren plots veel<br />

vrije tijd heb<strong>be</strong>n, en voor sommigen onder hen kan vrijwilligerswerk een goede oplossing zijn, zeker als je weet<br />

dat bijna 1 op 4 van de Torhoutenaren ouder is dan 60 jaar.<br />

Gezinnen<br />

Torhout telde in 2005 7.821 huishoudens: ¼ <strong>be</strong>staat uit alleenstaande mannen en vrouwen, wat dus <strong>be</strong>tekent<br />

dat ¾ van de Torhoutse huishoudens gezinnen zijn. En van die gezinnen blijkt 1 op de 10 een alleenstaande<br />

vader of moeder. Verschillende studies heb<strong>be</strong>n uitgewezen dat éénoudergezinnen een kwetsbare<br />

maatschappelijke groep vormen en dat vooral alleenstaande moeders met kinderen minder actief deelnemen<br />

aan het <strong>be</strong>roepsleven dan andere gezinshoofden: ze heb<strong>be</strong>n minder vaak een <strong>be</strong>taalde baan en een relatief<br />

hoog aandeel doet een <strong>be</strong>roep op een werkloosheidsuitkering of een leefloon. De combinatie tussen werk en<br />

gezin maakt het immers voor alleenstaande moeders uiterst moeilijk, waardoor zij gedwongen worden om in<br />

een deeltijdse <strong>be</strong>trekking aan de slag te gaan. Dit geldt vooral voor alleenstaande moeders met een lage<br />

38


scholing, die in veel gevallen ook weinig financieel voordeel doen door te gaan werken (kosten kinderopvang,<br />

vervoerskosten naar werk…).<br />

Kansarmen<br />

Het is niet evident om een cijfer te plakken op het aantal kansarmen in Torhout. Kansarmoede is immers veel<br />

ruimer dan een <strong>be</strong>perkt inkomen, het is een amalgaan van problemen dat zijn weerslag heeft op faktoren als<br />

het gezin, de gezondheid, onderwijs, huisvesting, cultuur en ar<strong>be</strong>id. Mochten we toch een getal willen nemen,<br />

dan lijkt het aantal steundossiers in het OCMW een goede referentie. We spreken dan over de dossiers<br />

leefloon, art.60, budget<strong>be</strong>heer, collectieve schuldenregeling en asielzoekers (financiële en materiële hulp), in<br />

totaal een 250-tal huishoudens. Daarvan heeft het overgrote deel een zeer lage scholing en is slechts één op<br />

de vier aan de slag (waaronder dan nog een deel die <strong>sociaal</strong> tewerkgesteld worden). Het blijken de eersten die<br />

uitvallen als de economie minder goed draait (want veelal interimjobs) en ze komen hoofdzakelijk terecht in jobs<br />

waarvan het onmogelijk is om ze lang vol te houden. Het is dus een uitdaging om ten aanzien van deze<br />

doelgroep duurzame tewerkstellingskansen te bieden.<br />

4.2.2.2. Inventaris van het huidige aanbod in Torhout inzake tewerkstelling<br />

Actor<br />

Aanbod Doelgroep<br />

STAD<br />

Stad Torhout - Werkervaringsplaatsen WEP+<br />

Werkwinkel Torhout<br />

- Forum lokale werkgelegenheid<br />

- Service PWA<br />

- Regie lokale werkgelegenheid?<br />

Vzw PWA - Tewerkstelling langdurig werklozen via PWA-<br />

OCMW<br />

cheques of met contract dienstencheques.<br />

- Doorstroming naar regulier circuit waar<br />

mogelijk.<br />

- Organiseren van opleidingen<br />

- Creatie van duurzame jobs door oprichting<br />

van een diensten<strong>be</strong>drijf vzw Blink<br />

Dienst Tewerkstelling - Integrale traject<strong>be</strong>geleiding<br />

- Aanbod inzake sociale tewerkstelling:<br />

• In eigen diensten:<br />

o Sint-Augustinusrusthuis (art. 60, activa,<br />

gesco…) : schoonmaak, wasserij,<br />

Langdurig werkzoekenden en<br />

leefloners<br />

Werkzoekenden (WZ’en)<br />

Langdurig werklozen<br />

Gebruikers: particulieren,<br />

onderwijsinstellingen, lokale<br />

overheden, verenigingen<br />

- Art. 60-tewerkstelling:<br />

alleen voor leefloongerechtigden<br />

en <strong>be</strong>paalde groepen van<br />

gerechtigden op equivalent leefloon<br />

(BIVR).<br />

39


VDAB<br />

centrale keuken, technische dienst en<br />

<strong>be</strong>jaardenhulp<br />

o Sociale Koerierdienst (SINE / dienstench.)<br />

Buurt- & nabijheidsdienst (3,5 FTE)<br />

• In externe organisaties (art. 60):<br />

o Stad Torhout<br />

o Kringloopcentra<br />

o vzw’s<br />

o Sociale economie<br />

o Privé-ondernemingen<br />

Werkwinkel VDAB - Basisdienstverlening (inschrijving, attesten…)<br />

Derden<br />

ATB<br />

Ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding<br />

Vzw Jobcentrum<br />

Yambo <strong>–</strong> onthaalbureau<br />

voor nieuwkomers<br />

Wijzer - centrum voor<br />

basiseducatie regio<br />

Brugge<br />

- Traject<strong>be</strong>geleiding (individuele <strong>be</strong>geleiding)<br />

- Vacaturewerking (vacatures, IBO…) is nu en<br />

dan aanwezig<br />

- Opleidingen: sporadisch <strong>–</strong> meestal via VDAB<br />

Brugge<br />

Ar<strong>be</strong>ids<strong>be</strong>geleiding van personen met een<br />

handicap. Heeft vaste zitdag in de werkwinkel<br />

en werkt op afspraak.<br />

- Gespecialiseerd centrum voor opleiding,<br />

<strong>be</strong>geleiding en <strong>be</strong>middeling van personen<br />

met een ar<strong>be</strong>idshandicap<br />

- Loopbaan<strong>be</strong>geleiding van personen met een<br />

ar<strong>be</strong>idshandicap: nagaan van capaciteiten en<br />

vooropstellen realistisch jobdoelwit op basis<br />

van functieprofiel.<br />

Begeleiding van allochtone nieuwkomers.<br />

Heeft zitdag in de werkwinkel en werkt op<br />

afspraak.<br />

Cursusaanbod voor laaggeschoolden:<br />

- Taal (Nederlands, Nederlands voor<br />

anderstaligen, opfrissen Engels, Frans…)<br />

- Langdurig werklozen:<br />

SINE, Activa, gesco…<br />

- Cfr. de taak-, doelgroep- en<br />

capaciteitsafspraken LSO<br />

Werkzoekenden<br />

Personen met een ar<strong>be</strong>idshandicap<br />

Werkende of zelfstandige personen<br />

met een ar<strong>be</strong>idshandicap in de<br />

provincie West-<strong>Vlaanderen</strong> die zich<br />

<strong>be</strong>dreigd weten in hun job of en<br />

nieuwe job wensen (al dan niet bij<br />

dezelfde werkgever).<br />

Allochtone nieuwkomers<br />

Laaggeschoolde volwassenen<br />

= niet lang naar school geweest of<br />

geen diploma <strong>be</strong>haald.<br />

40


Vzw Kringloopcentrum<br />

Midden-West-<strong>Vlaanderen</strong>,<br />

afdeling Torhout<br />

Kom-p.a.s. (Tordale)<br />

Vzw Tordale<br />

- Ateliers (ambachtelijk, semi-<br />

industrieel, artistiek…) =<br />

intern<br />

- Jobbureau = extern<br />

- OptimaT = <strong>be</strong>schuttende<br />

werkplaats<br />

- Rekenvaardigheden<br />

- Cursussen rond zelfredzaamheid, commu-<br />

nicatie, sollicitatietraining, algemene kennis…<br />

- ICT en internet<br />

Sociale tewerkstelling:<br />

- Sociale werkplaats / SINE<br />

- Ar<strong>be</strong>idszorgcentrum<br />

- Werkervaring art. 60§7<br />

- Alternatieve straf<br />

- Screening en oriëntatie<br />

- Stage<br />

- Dag<strong>be</strong>steding<br />

- Helpt mensen die willen werken in een<br />

gewone ar<strong>be</strong>idsomgeving, meestal <strong>be</strong>treft<br />

het een aantal uren per week als vrijwilliger in<br />

het gewone ar<strong>be</strong>idscircuit met ondersteuning<br />

van een jobcoach.<br />

4.2.3 Gegevens via het participatietraject<br />

- Veelzijdig aanbod inzake aangepast werk:<br />

metaal, assemblage, elektriciteit, epoxy,<br />

verlichting, vloer- & raamwissers, verpakking,<br />

gelegenheidswerk, groenar<strong>be</strong>id…<br />

- Erkenning als sociale werkplaats<br />

en ar<strong>be</strong>idszorg-centrum (Vlaamse<br />

Gemeenschap)<br />

- Erkenning als kringloopcentrum<br />

(OVAM)<br />

- Allochtonen<br />

- Ar<strong>be</strong>idsgehandicapten<br />

- Volwassen mannen en vrouwen<br />

met een verstandelijke handicap<br />

- Mensen met erkenning bij het<br />

Vlaams Fonds<br />

- Volwassenen met een verstande-<br />

lijke handicap , autisme,<br />

psychische problemen en/o<br />

gedragsproble-men.<br />

‘Tewerkstelling’ was voor veel deelnemers aan het participatieproces het minst concrete thema. Dit hangt natuurlijk<br />

samen met het feit dat velen onder hen, leven van een vervangingsinkomen of gepensioneerd waren. Een aantal keer<br />

kwam de opmerking terug dat het toch gek is dat de regering voor die knelpunt<strong>be</strong>roepen mensen uit Oost-Europa moet<br />

‘invoeren’ terwijl er hier nog werklozen zijn. Er was de vraag waar in Torhout vrijwilligerswerk kan gedaan worden en wie<br />

dit kan doen (combinatie met vervangingsinkomen ?). Deze vraag kwam ook van mensen die hier ‘illegaal’ verblijven. Dit<br />

zijn mensen die niet mogen werken.<br />

Een aantal keer kwam de vraag of het tewerkstellingsinitiatief de sociale koeriersdienst niet uitgebreid worden (qua<br />

doelgroep en uurregeling). Vooral bij de poetsvrouwen van het ocmw leefde deze vraag.<br />

41


4.2.4 SWOT-analyse<br />

Op basis van de vergaderingen met de werkgroep ‘tewerkstelling’ en op basis van de schriftelijke <strong>be</strong>vraging<br />

(inventarisatie-fiches) per lid van de werkgroep.<br />

Antwoorden van Tordale/OptimaT, VDAB, ABVV, ACV, PWA/Blink, OCMW, Provinciaal Integratiecentrum nieuwkomers<br />

Yambo en kringwinkel Torhout.<br />

Sterktes op vlak van tewerkstelling in Torhout Zwaktes op vlak van tewerkstelling in Torhout<br />

één-loket-functie: aanwezigheid van lokale<br />

werkwinkel met diverse partners => vlotte<br />

samenwerking op cliëntniveau<br />

centrumfunctie<br />

sterk uitgebouwde dienstensector (onderwijs,<br />

openbaar <strong>be</strong>stuur, en vooral gezondheidszorg<br />

en maatschappelijke dienstverlening)<br />

Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> en tussen<br />

de meeste diensten is er een goede en vlotte<br />

samenwerking<br />

sterk <strong>lokaal</strong> tewerkstellingsaanbod ikv<br />

dienstencheques<br />

goed vertegenwoordigde bouwsector<br />

OCMW heeft aparte tewerkstellingsdienst met<br />

o.a. een uitgebreid aanbod inzake sociale<br />

tewerkstelling<br />

uitgebreid tewerkstellingsaanbod tav<br />

personen met een handicap (Tordale vzw),<br />

aangepast werk<br />

aanwezigheid van project inzake screening,<br />

oriëntatie en desgewenst korte werkervaring<br />

uitgebreid onderwijsnetwerk<br />

aanwezigheid van diverse interimkantoren<br />

• primaire sector is weinig vertegenwoordigd<br />

• weinig industrie<br />

• nood aan meer lokale opleidingen<br />

• nood aan meer <strong>be</strong>geleid werk: enclaves, <strong>be</strong>geleide<br />

dag<strong>be</strong>steding in de maatschappij, supported<br />

employment, ar<strong>be</strong>idszorg…<br />

• ‘trekkersrol’ op vlak van lokale diensteneconomie<br />

• gebrek aan gevarieerd aanbod inzake ar<strong>be</strong>idszorg<br />

Kansen op vlak van tewerkstelling in Torhout Bedreigingen op vlak van tewerkstelling in Torhout<br />

bouwsector blijft groeien<br />

infopunt voor niet-<strong>be</strong>taald werk (eventueel in<br />

samenwerking met de werkwinkel), wel eerst<br />

inventarisatie van vraag en aanbod<br />

sterke toename langdurige werkloosheid<br />

gestage toename van het aantal<br />

ar<strong>be</strong>idsgehandicapten, meer dan 1 op 5<br />

werkzoekenden<br />

42


uitbreiding <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>drijventerrein (langs de<br />

Oude Gentweg)<br />

realisatie van regionaal <strong>be</strong>drijventerrein (langs<br />

de Roeselaarseweg), ten vroegste < 3j.<br />

bijkomende tewerkstellingsplaatsen,<br />

ook aangepaste tewerkstelling<br />

nastreven<br />

dienstverlening op touw zetten tav<br />

<strong>be</strong>drijven, zoals catering,<br />

vergaderruimte, refter, strijk-service,<br />

bode, conciërge, onderhoud groen…<br />

opleidingen op maat van<br />

<strong>be</strong>drijfsnoden<br />

jobcoaching toepassen<br />

tijdelijk tewerkstellingsmanager<br />

aanwerven om <strong>be</strong>drijven aan te<br />

trekken<br />

fietsenproject aan het station (PWA): is reeds<br />

concreet => toezicht en kleine herstellingen, 3<br />

SINE-werknemers vf 09/2006<br />

onmoetingscentrum: piste verder <strong>be</strong>kijken<br />

oprichting CVBA-VSO ikv lokale diensteneconomie<br />

(uitbreiding huidige vzw Blink): kleine klusjes, tuin-<br />

onderhoud, mindermobielencentrale, in<strong>be</strong>dding<br />

van huidige Koerierdienst OCMW…<br />

voedselproject Den Oost: is reeds opgestart<br />

nieuw decreet lokale diensteneconomie<br />

4.3 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING<br />

4.3.1 GEZONDHEID<br />

4.3.1.1 Omschrijving<br />

in 2005 11% jobverlies in de industrie<br />

risicogroepen op vlak van tewerkstelling:<br />

laaggeschoolde vrouwen ouder dan 40<br />

jaar. Blijft een vrij grote groep ondanks<br />

het succes van bv. de DC’s. Waar ligt het<br />

probleem?<br />

ar<strong>be</strong>idsgehandicapten<br />

“Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organisation) is gezondheid niet enkel het resultaat van de<br />

afwezigheid van ziekte, maar is het een situatie van lichamelijk, geestelijk en <strong>sociaal</strong> wel<strong>be</strong>vinden. Gezondheid is het<br />

resultaat van een balans tussen wonen, welzijn en zorg.” In het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid wordt gewerkt via verschillende<br />

thema’s waarbij ‘wonen’ als apart thema <strong>be</strong>staat.<br />

43


Daarom verstaan we hier onder “gezondheid” zowel het lichamelijke als het geestelijke als het psychosociale<br />

wel<strong>be</strong>vinden dat we zowel preventief als curatief moeten <strong>be</strong>naderen:<br />

- Preventief: voorkomen van ziekten en het <strong>be</strong>vorderen van gezond gedrag en leefstijl.<br />

- Curatief: <strong>be</strong>handelen, verplegen en verzorging van ziekten.<br />

4.3.1.2 Omgevingsanalyse<br />

4.3.1.2.1 Gegevens rond gezondheid<br />

Gegevens rond middelengebruik en middelenmisbruik (alcohol en illegale middelen)<br />

(meer info: bijlage 1)<br />

• Cijfergegevens rond problematisch alcoholgebruik<br />

· In het Vlaamse gewest drinkt 5,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking 14 problematisch.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 911 inwoners. Het aantal <strong>be</strong>reikt een hoogtepunt tussen 35<br />

en 54 jaar.<br />

• Cijfergegevens rond cannabisgebruik<br />

· In het Vlaamse gewest heeft 3,8% van de volwassen <strong>be</strong>volking het laatste jaar cannabis gebruikten.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 616 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />

· In het Vlaamse gewest heeft 2,6% van de volwassen <strong>be</strong>voking recent cannabis gebruikt.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 358 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />

· Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 6,6% regelmatig cannabis.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 89 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />

• Cijfergegevens rond andere illegale middelen<br />

· In het Vlaamse gewest heeft 1,6% van de volwassen <strong>be</strong>voking ooit XTC of amfetamines gebruikt.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 238 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />

· Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 0,3% regelmatig andere illegale middelen.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 7 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />

Gegevens rond de gezondheidstoestand (op basis van de 5 gezondheidsdoelstellingen)<br />

(Meer info: bijlagen 2,3 en 4)<br />

• Cijfergegevens rond tabak<br />

14 Volwassenen: +15-jarigen<br />

· In het Vlaamse gewest rookt 26,8% van de volwassen <strong>be</strong>volking (dagelijkse rokers + occasionele<br />

rokers). Hiervan is 22,8% dagelijkse roker en 4,2% occasionele roker.<br />

· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 4364 inwoners.<br />

· Voor mannen tussen de 50 en 69 jaar is longkanker doodsoorzaak nummer 1. Langdurig roken is de<br />

<strong>be</strong>langrijkste oorzaak van longkanker.<br />

44


• Cijfergegevens rond gezonde voeding:<br />

· Overgewicht:<br />

In het Vlaamse gewest lijdt 42,7% van de volwassen <strong>be</strong>volking aan overgewicht. Bij een simulatie<br />

voor Torhout zijn dit zo’n 6953 inwoners (bij jongeren 15 : 10,9% [448], waarvan de grootste groep zich<br />

in de leeftijdscategorie 5 <strong>–</strong> 14-jarigen <strong>be</strong>vindt).. Het aantal stijgt met de leeftijd. Van deze groep maakt<br />

42,9% (2983 personen) zich geen zorgen over hun gewicht. 43,6% (3032 personen) pro<strong>be</strong>ren hun<br />

gewicht stabiel te houden en slechts 13,5% (939 personen) pro<strong>be</strong>ren te vermageren.<br />

· Voedingsgedrag:<br />

In het Vlaamse gewest heeft 21,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking een onregelmatig eetpatroon. Bij een<br />

simulatie voor Torhout zijn dit 3517 inwoners.<br />

Wanneer we een kijkje nemen bij de consumptie van groenten, zien we dat jongeren relatief minder<br />

frequent groeten eten. Fruit wordt in de leeftijdsgroep 15 tot 34 bij meer dan de helft onvoldoende<br />

geconsumeerd.<br />

• Cijfergegevens over de borstkankerscreening<br />

· <strong>Vlaanderen</strong>: borstkanker is de grootste doodsoorzaak bij vrouwen tussen de 35 en 69 jaar.<br />

· Torhout: Bij vrouwen ligt het aantal sterfgevallen ten gevolge van borstkanker binnen de<br />

verwachtingen op basis van de leeftijdsspecifieke sterfte in <strong>Vlaanderen</strong> (sterfteatlas)<br />

· In Torhout wordt momenteel 48% van de doelpopulatie gescreend.<br />

• Cijfergegevens rond ongevallen<br />

Ongevallen in de privé-sfeer zijn een <strong>be</strong>langrijke doodsoorzaak, vooral in de oudere leeftijdsgroepen. Bij<br />

mannen vooroorzaken ongevallen in de privé-sfeer 46% van de sterfgevallen bij 75-plussers, bij vrouwen is<br />

dat 76%.<br />

• Cijfergegevens rond infectieziekten<br />

Naast de basisvaccinaties bij kinderen, vormt een jaarlijkse griepvaccinatie een <strong>be</strong>paalde methodiek om de<br />

mortaliteit ten gevolge van infectieziekten te dalen.<br />

Cijfergegevens over zelfmoord<br />

(meer info: bijlage 5)<br />

• <strong>Vlaanderen</strong>: we stellen vast dat bij mannen zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak is in de<br />

leeftijdscategorie 30 <strong>–</strong> 49 jaar en bij vrouwen in de leeftijdscategorie 25 <strong>–</strong> 29 jaar.<br />

• Bij mannen in Torhout wordt op basis van de sterfteatlas sterven minder mannen door zelfmoord dan<br />

verwacht.<br />

• Het zelfmoordcijfer bij vrouwen ligt in Torhout 20% hoger dan verwacht.<br />

15 Jongeren: 0 tot 18-jarigen<br />

45


4.3.1.2.2 Dienstverlening in Torhout rond ‘gezondheid’<br />

Preventief:<br />

Curatief<br />

• Stad Torhout: drug<strong>be</strong>leid, gezondheidspreventie (preventie van borst- en baarmoederhalskanker i.s.m. de<br />

provincie, prostaatkanker i.s.m. de provincie, verjaardagskaartje rond pediatrische vaccins en<br />

griepvaccinatiecampagne i.s.m. LOGO)<br />

• OCMW sociale dienst: informatie/folders rond preventie van borst- en baarmoederhalskanker,<br />

griepvaccinatie, …<br />

• Mutualiteiten (li<strong>be</strong>raal ziekenfonds, Christelijke mutualiteit, Bond Moyson, Partena, Vlaams neutraal<br />

ziekenfonds): informatie / folders, vaccinaties, … (campagnes worden voornamelijk op niveau van de<br />

hoofdzetel gevoerd).<br />

• Onderwijs: project gezonde voeding en rookvrije klassen i.s.m. LOGO, projecten i.s.m. CLB, …<br />

• Kind & Gezin<br />

• OCMW<br />

• Mutualiteiten (li<strong>be</strong>raal ziekenfonds, Christelijke mutualiteit, Bond Moyson, Partena, Vlaams neutraal<br />

ziekenfonds)<br />

• Thuiszorg (familiezorg, familiehulp, wit-gele kruis, SIT, zelfstandige thuisverpleging, mutualiteiten)<br />

• Ziekenhuis Sint-Rem<strong>be</strong>rt<br />

• CAW De Viersprong<br />

• Keerpunt, ambulante drugzorg Houtland<br />

• Psychiatrisch verzorgingstehuis<br />

• CGG N.W.-Vl.<br />

• CLB<br />

• Huisartsen<br />

4.3.1.3 Gegevens via het participatietraject<br />

Op basis van een aantal gespreksrondes met verschillende doelgroepen (poetsvrouwen, senioren, werkwinkel,<br />

werknemers kringwinkel, vreemdelingen, cliënten budget<strong>be</strong>heer, huurders OCMW, vrouwengroep CAW) rond de<br />

verschillende thema’s die in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid opgenomen worden, kwamen volgende <strong>be</strong>vindingen rond<br />

‘gezondheid’ naar boven.<br />

- Dienstverlening <strong>–</strong> <strong>be</strong>kendheid: in de vragenrondes kwamen heel wat vragen naar boven rond ‘waar men terecht<br />

kan’ en ‘welke rechten men heeft’ . (alle doelgroepen)<br />

‘Er is een tekort aan kennis over de diensten die er in Torhout <strong>be</strong>staan en hun aanbod.’<br />

‘Veel <strong>be</strong>jaarden zijn niet op de hoogte van de rechten die ze kunnen uitoefenen Zelfs al komen andere<br />

hulpverleners over de vloer.’<br />

46


- Dienstverlening <strong>–</strong> <strong>be</strong>reikbaarheid: vele personen geven aan dat ze de diensten die ze nodig heb<strong>be</strong>n, niet<br />

gemakkelijk kunnen <strong>be</strong>reiken, vb. voor vele zaken moeten ze naar Brugge of moeten ze <strong>be</strong>talen om het in<br />

Torhout te krijgen. (alle doelgroepen)<br />

‘De thuiszorgwinkel is enkel in Brugge <strong>be</strong>reikbaar. Als je iets wenst moet je het zelf gaan halen of moet je<br />

ervoor <strong>be</strong>talen!’<br />

- Dienstverlening <strong>–</strong> inhoud/aanbod:<br />

o Over de inhoud van de dienstverlening horen we veel verschillende ideeën in de verschillende<br />

vragenrondes. De ene persoon vindt een <strong>be</strong>paalde dienst heel goed, terwijl een andere persoon over deze<br />

dienst niet te spreken is. Ook over wat er bij welke diensten te krijgen is, leven er heel wat verschillende<br />

opvattingen. (alle doelgroepen)<br />

o De dienstverlening moet ook een aparte aanpak voor alleenstaanden krijgen. Vele alleenstaanden zitten in<br />

een <strong>sociaal</strong> isolement en vinden geen aansluiting met de <strong>be</strong>staande dienstverlening/hulpverlening.<br />

(alleenstaanden - <strong>be</strong>jaarden)<br />

‘Ik zou graag meer initiatieven heb<strong>be</strong>n om andere alleenstaanden te leren kennen. Geen activiteiten om<br />

een partner te vinden, maar gewoon iets waardoor je steun kan vinden bij elkaar. Want met kleine<br />

kinderen geraak je echt geïsoleerd.’<br />

‘Onder <strong>be</strong>jaarden is er veel eenzaamheid. Velen kijken echt uit naar de komst van de poetsvrouw.’<br />

o Tekort aan (crisis)opvang en nood aan onmiddellijke hulp (te veel wachtlijsten). (alle doelgroepen)<br />

4.3.1.4 SWOT-analyse<br />

‘Bestaat er hulp die ’s nachts toezicht op je kinderen houdt als je zelf <strong>be</strong>dlegerig <strong>be</strong>nt?’<br />

‘Er is tekort aan opvang in Torhout, zeker ook voor vrouwen, ze mogen niet in de Reynaert binnen wegens<br />

de aanwezigheid van het LOI’<br />

‘Binnen de reguliere thuishulp <strong>be</strong>staat er soms een wachttijd van bijvoor<strong>be</strong>eld 6 weken. Die kan niet<br />

opgevuld worden via aanvullende thuishulp’<br />

Op basis van de vergaderingen met de werkgroep ‘gezondheid’ en op basis van de schriftelijke <strong>be</strong>vraging (antwoorden<br />

van Partena, CAW CM, SIT, LOGO, CAW De Viersprong, CAW BM, Keerpunt vzw, Sociale Dienst van het Sint-<br />

Rem<strong>be</strong>rtziekenhuis)<br />

Sterktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />

‘Gezondheid’<br />

- Bestaand <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en netwerk rond<br />

drugpreventie.<br />

- Huidige dienstverlening voor de meest kwetsbare en<br />

zorg<strong>be</strong>hoevende mensen is aanwezig: ziekenhuis,<br />

rusthuis, serviceflats, thuiszorgdiensten, …<br />

- Samenwerking op cliëntniveau gaat heel goed.<br />

Zwaktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />

‘gezondheid’<br />

- Preventie naar andere thema’s (dan drugs) rond<br />

gezondheid zitten overal verspreid, geen<br />

samenhangend <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en netwerk.<br />

- Tekort aan rusthuisplaatsen (en lange wachttijden,<br />

wat men plotse noodsituaties?)<br />

- Niet zwaar hulp<strong>be</strong>hoevenden vinden niet<br />

47


- Tussen sommige diensten is er een heel goede<br />

samenwerking<br />

- Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> waardoor je de<br />

partners vlot leert kennen.<br />

- Veel <strong>be</strong>reidheid en engagement van de<br />

verschillende partners.<br />

Kansen i.v.m. ‘gezondheid’ voor het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />

<strong>be</strong>leid<br />

- Kerntakendebat: initiatief en verantwoordelijkheid<br />

voor de gezondheid van de burger wordt<br />

grotendeels bij de lokale <strong>be</strong>sturen gelegd (i.s.m. de<br />

LOGO’s en SEL’s).<br />

- Vele diensten heb<strong>be</strong>n een kant-en-klaar aanbod<br />

naar gezondheidspreventie (waarmee<br />

samenwerking mogelijk is): logo’s, provincie, …<br />

- Heel wat diensten <strong>be</strong>staan reeds (bij mutualiteiten,<br />

ziekenhuis, …): doorverwijzing is mogelijk!<br />

- Verdere promotie van de nog minder <strong>be</strong>kende<br />

diensten zoals mindermobielencentrale.<br />

- Verder uitbouwen van <strong>be</strong>staande goede diensten<br />

(maar plaatsgebrek).<br />

- Promotie van de thuiszorgsector door de overheid.<br />

gemakkelijk een rusthuis<strong>be</strong>d.<br />

- Gebrek aan een dagverzorgingscentrum en gebrek<br />

aan nachtopvang (<strong>be</strong>jaarden)<br />

- Samenwerking op structureel niveau, vooral met<br />

gemeente en OCMW.<br />

- Versnippering en overlapping van diensten is<br />

enorm!<br />

- Tekort aan volwaardige 2de lijns (geestelijke)<br />

gezondheidszorg (o.a. hulp voor<br />

alcoholverslaafden).<br />

- Er wordt vaak te weinig rekening gehouden met de<br />

minder mobiliteit van <strong>be</strong>jaarden (vb wegbrengen van<br />

speciale vuilniszakken voor incontinentiemateriaal).<br />

- Betaalbaarheid van de gezondheidszorg voor<br />

iedereen?<br />

- Ondanks het ruime aanbod, blijft er steeds een<br />

groep van de <strong>be</strong>volking uit de boot vallen (kansarme<br />

groepen, vereenzaming, …).<br />

- Te veel individualisme, te weinig informeel overleg<br />

tussen de verschillende diensten.<br />

- Nood aan sociale huisvestingsmogelijkheden (o.a.<br />

voor druggebruikers).<br />

Bedreigingen i.v.m. ‘gezondheid’ voor het <strong>lokaal</strong><br />

<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />

- Preventie wordt via structurele kanalen naar de<br />

<strong>be</strong>volking gebracht: overgevraagd (vb. scholen).<br />

- Reglementering en subsidies rond rusthuis<strong>be</strong>dden.<br />

- Promotie van de thuiszorgsector: we moeten<br />

kunnen blijven ingaan op de vraag!<br />

- We moeten een voldoende groot draagvlak heb<strong>be</strong>n<br />

om projecten in de toekomst uit te werken (en<br />

samen te werken).<br />

- Opkomen van al maar nieuwe diensten: door het<br />

bos de bomen niet meer zien.<br />

- Aantal personen met financiële problemen wordt<br />

steeds groter (verdoken armoede en<br />

ontevredenheid).<br />

- Preventie blijft heel moeilijk te realiseren bij de<br />

48


- Stad en OCMW moeten een antwoord bieden aan<br />

de tekorten via het <strong>sociaal</strong> <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid.<br />

- Via het <strong>sociaal</strong> <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid kan <strong>stad</strong> en OCMW de<br />

afstemming en samenwerking binnen de<br />

preventieve en curatieve gezondheid <strong>be</strong>vorderen.<br />

- Netwerken worden <strong>be</strong>langrijker, we moeten hier ook<br />

deel van uitmaken.<br />

- Beleidsmatig werken (cfr drug<strong>be</strong>leid).<br />

- Coördinatie rond informatieverstrekking aan burger<br />

en diensten.<br />

- Correcte doorverwijzing, één aanspreekpunt, folder.<br />

4.3.1.5 Conclusies<br />

doelgroepen met minder kansen.<br />

- Veel zwaar drugsverslaafden.<br />

- Daling van de leeftijd van druggebruikers, meer<br />

polidruggebruikers (cannabis en andere drug).<br />

- Veel kanker (vooral borstkanker).<br />

- Vereenzaming.<br />

Vanuit de <strong>be</strong>vraging van de doelgroepen enerzijds en de <strong>be</strong>vraging van de verschillende diensten anderzijds kunnen we<br />

enkele conclusies trekken rond de sterkten en zwakte van de dienstverlening rond ‘gezondheid’ in Torhout’.<br />

Sterkten / kansen:<br />

- Er is reeds een groot aanbod aan diensten in Torhout.<br />

- Torhout is een kleinschalige <strong>stad</strong> waarbij de verschillende dienstverlening op elkaar kan afgestemd worden<br />

(afstemming is noodzakelijk).<br />

- Er zijn reeds veel preventieve initiatieven in Torhout (en partners om mee samen te werken), deze moeten<br />

echter op elkaar afgestemd worden en uitgebreid worden naar de noden van de <strong>be</strong>volking.<br />

- Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid en het <strong>sociaal</strong> huis is een kans dat moet aangegrepen worden om de dienstverlening<br />

in Torhout nog <strong>be</strong>ter op elkaar af te stemmen en <strong>be</strong>kend te maken bij de verschillende doelgroepen.<br />

Zwakten / <strong>be</strong>dreigingen:<br />

- Bekendheid / informatie / aanspreekpunt: De verschillende diensten kennen het aanbod van de andere<br />

diensten niet goed. De doelgroepen kennen de verschillende diensten met hun aanbod niet. De informatie<br />

komt niet op de juiste manier bij hen terecht. Eén aanspreekpunt zou interessant zijn, zowel voor de diensten<br />

als voor de <strong>be</strong>volking/doelgroepen.<br />

- Op sommige vlakken is de dienstverlening in Torhout niet toereikend en moet er een oplossing gezocht worden<br />

(uitbreiding van de dienstverlening, samenwerken met dienstverlening buiten <strong>torhout</strong>, …): 2 de lijnshulpverlening<br />

geestelijke gezondheid (o.a. alcoholproblematiek), rusthuisplaatsen, dagverzorging, crisisopvang, …<br />

- Er is een doelgroep die door de diensten niet <strong>be</strong>reikt wordt, deze doelgroepen leven vaak ook in eenzaamheid<br />

of <strong>sociaal</strong> isolement (alleenstaanden).<br />

49


4.3.2 FINANCIËLE & MATERIËLE DIENSTVERLENING<br />

4.3.2.1 Omschrijving<br />

Onder financiële en materiële hulp verstaan we alle toelagen, premies en andere voordelen, … die zowel door de <strong>stad</strong><br />

als door het OCMW worden toegekend en/of aangevraagd voor alleenstaanden en gezinnen. Hierbij <strong>be</strong>perken we ons<br />

tot sociale toelagen die via de <strong>stad</strong> kunnen <strong>be</strong>komen worden en financiële steun van het OCMW. Toelagen ivm milieu,<br />

huisvesting en vrije tijd worden hierbij niet opgenomen. De financiële en materiële hulp van derden (mutualiteit, CAW,<br />

kringwinkel,…) wordt niet vermeld.<br />

4.3.2.2 Omgevingsanalyse<br />

4.3.2.2.1 Financiële en materiële steun van de <strong>stad</strong><br />

• sociale toelagen die worden toegekend/aangevraagd via de <strong>stad</strong><br />

Sociale toelagen Aantal toegekende aanvragen 2005<br />

Geboortepremie 132<br />

Tussenkomst bij thuisverzorging<br />

gehandicapte kinderen<br />

Tussenkomst bij verblijf van<br />

gehandicapten in verlofkamp<br />

Tussenkomst voorhuwelijkssparen 43<br />

Toelage thuisverzorging<br />

zorgen<strong>be</strong>hoevende <strong>be</strong>jaarden, zwaar<br />

gehandicapten of langdurig zieken<br />

Tussenkomst in aangepaste vakanties<br />

voor nierdialysepatiënten<br />

Tussenkomst bij het overlijden van<br />

oudstrijders<br />

• premies van de Vlaamse en provinciale overheid die door de <strong>stad</strong> worden aangevraagd.<br />

17<br />

2<br />

393<br />

Premie Aantal aanvragen 2005<br />

Integratietegemoetkoming/Inkomensvervangende<br />

tegemoetkoming<br />

Hulp aan personen met een handicap 147<br />

0<br />

7<br />

61<br />

50


4.3.2.2.2 Financiële en materiële steun van het OCMW<br />

• leefloon<br />

Cijfers 1 ste kwartaal 2005:<br />

Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 42<br />

Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 8<br />

Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 10<br />

Aantal geweigerde aanvragen : 1<br />

Aantal dossiers studenten : 6<br />

Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />

Leeftijd Aantal Percentage<br />

< 25 jaar 6 14,29 %<br />

25 <strong>–</strong> 40 jaar 3 7,14 %<br />

40 <strong>–</strong> 50 jaar 10 23,81 %<br />

50 <strong>–</strong> 60 jaar 8 19,05 %<br />

> 60 jaar 15 35,71 %<br />

totalen 42 100 %<br />

Cijfers 2 de kwartaal 2005:<br />

Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 45<br />

Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 10<br />

Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 7<br />

Aantal geweigerde aanvragen : 4<br />

Aantal dossiers studenten : 10<br />

Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />

Leeftijd Aantal Percentage<br />

< 25 jaar 11 24,44 %<br />

25 <strong>–</strong> 40 jaar 5 11,11 %<br />

40 <strong>–</strong> 50 jaar 10 22,22 %<br />

50 <strong>–</strong> 60 jaar 6 13,33 %<br />

> 60 jaar 13 28,90 %<br />

totalen 45 100 %<br />

51


Cijfers 3 de kwartaal 2005:<br />

Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 40<br />

Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 10<br />

Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 15<br />

Aantal geweigerde aanvragen : 12<br />

Aantal dossiers studenten : 7<br />

Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />

Leeftijd Aantal Percentage<br />

< 25 jaar 7 17,50 %<br />

25 <strong>–</strong> 40 jaar 4 10,00 %<br />

40 <strong>–</strong> 50 jaar 8 20,00 %<br />

50 <strong>–</strong> 60 jaar 9 22,50 %<br />

> 60 jaar 12 30,00 %<br />

totalen 40 100 %<br />

Cijfers 4 de kwartaal 2005:<br />

Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 41<br />

Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 14<br />

Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 13<br />

Aantal geweigerde aanvragen : 12<br />

Aantal dossiers studenten : 8<br />

Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />

Leeftijd Aantal Percentage<br />

< 25 jaar 11 26,83 %<br />

25 <strong>–</strong> 40 jaar 3 7,32 %<br />

40 <strong>–</strong> 50 jaar 9 21,95 %<br />

50 <strong>–</strong> 60 jaar 8 19,51 %<br />

> 60 jaar 10 24,39 %<br />

totalen 41 100 %<br />

52


• Financiële dienstverlening<br />

Financiële dienstverlening Aantal toegekende aanvragen 2005<br />

Socio-culturele steun 391<br />

Ondersteuning energiefactuur 53<br />

Bijdrage stookolie 168<br />

Bijdragen in <strong>be</strong>taling ziekte- en<br />

invaliditeitsvergoeding<br />

Tussenkomst hospitalisatiekosten 3<br />

Tussenkomst in verblijfskosten van<br />

eigen/vreemd rusthuis<br />

Tussenkomst plaatsingskosten in<br />

onthaaltehuizen<br />

Tussenkomst huur 22<br />

Tussenkomst voor medische verzorging 6<br />

Tussenkomst voor farmaceutische<br />

verzorging<br />

Bijdrage in <strong>be</strong>grafeniskosten 1<br />

Financiële steun aan kandidaat politiek<br />

vluchtelingen<br />

Voorschotten op Loon 7<br />

Voorschotten op Pensioen 1<br />

Voorschotten op Uitkering A.O. 0<br />

Voorschotten op Ziekte- en<br />

invaliditeitsvergoeding<br />

Voorschotten op Kinderbijslag 2<br />

Voorschotten op Werkloosheidsuitkering 13<br />

Voorschotten op Tegemoetkoming<br />

gehandicapten<br />

Andere voorschotten 3<br />

• premies van de Vlaamse en provinciale overheid die door het OCMW worden aangevraagd.<br />

Soort premie Aantal toegekende aanvragen 2005<br />

Vlaamse zorgkas 10<br />

Provinciale tegemoetkoming PA -toestel 15<br />

2<br />

1<br />

0<br />

16<br />

59<br />

5<br />

2<br />

53


4.3.2.3 Gegevens via het participatietraject<br />

Op basis van een aantal gespreksrondes met verschillende doelgroepen (poetsvrouwen, senioren, werkwinkel,<br />

werknemers kringwinkel, vreemdelingen, cliënten budget<strong>be</strong>heer, huurders OCMW, vrouwengroep CAW) rond de<br />

verschillende thema’s die in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid opgenomen worden, kwamen volgende <strong>be</strong>vindingen rond<br />

‘financiële en materiële hulp’ naar boven.<br />

• financiële en materiële hulp <strong>–</strong> <strong>be</strong>kendheid: uit de vragenrondes blijkt dat er bij alle doelgroepen een tekort is<br />

aan goede informatie en communicatie. Er werd veel gevraagd waar men naartoe moet gaan indien er vragen<br />

zijn. Anderen vertelden dan dat ze hiervoor aankloppen bij het OCMW indien ze informatie willen over een<br />

<strong>be</strong>paalde dienst.<br />

‘ Bij problemen kan je meestal bij het OCMW terecht, meestal vinden zij wel een oplossing’<br />

‘Er is een tekort aan kennis over de diensten die in Torhout <strong>be</strong>staan’<br />

‘Men is afhankelijk van een hulpverlener om te weten te komen waarop men eventueel recht heeft’<br />

• financiële en materiële hulp <strong>–</strong> <strong>be</strong>reikbaarheid: Voor de meeste doelgroepen is de <strong>be</strong>reikbaarheid een groot<br />

probleem, mensen zijn afhankelijk van het openbaar vervoer ofwel zijn ze niet mobiel genoeg om er op eigen<br />

houtje te geraken. Daarom werd vaak de vraag gesteld of het niet mogelijk zou zijn dat <strong>be</strong>paalde diensten een<br />

zitdag in Torhout houden.<br />

‘Mijn man is Fransman, voor zijn pensioen moet ik steeds naar de vakbond in Brugge omdat hier in Torhout<br />

niemand is die daar iets van afweet’<br />

‘ Waarom houdt de medisch adviseur geen zitdag in Torhout’<br />

‘ De thuiszorgwinkel van de CM is enkel te <strong>be</strong>reiken in Brugge, als je iets wenst dan moet je dat zelf ophalen<br />

ofwel wordt het aan huis gebracht maar dan moet je ervoor <strong>be</strong>talen’<br />

• financiële en materiële hulp <strong>–</strong> inhoud/aanbod: In de rondvraag kwam bij iedere doelgroep voor dat ze niet of<br />

onvoldoende weet heb<strong>be</strong>n van het aanbod van de verschillende diensten ook al komen er reeds hulpverleners<br />

bij hen aan huis:<br />

‘ Men is afhankelijk van een hulpverlener om te weten te komen waarop men eventueel recht heeft’<br />

4.3.2.4 SWOT-analyse<br />

Sterktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />

‘financiële en materiële hulp’<br />

- Tussen <strong>stad</strong> en OCMW is er een goede<br />

samenwerking<br />

- Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> waardoor je de<br />

partners vlot leert kennen<br />

- Er is een ruim aanbod van financiële en materiële<br />

steun<br />

Zwaktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />

‘financiële en materiële hulp’<br />

- Het aanbod is niet gekend bij de Torhoutse<br />

inwoner<br />

- De diensten onderling zijn niet op de hoogte van<br />

de financiële steun die wordt toegekend<br />

- Er is niet veel financiële hulp voor preventieve<br />

acties<br />

54


- De meeste financiële steun wordt effectief<br />

gevraagd<br />

- Er is geen overlapping tussen wat <strong>stad</strong> en OCMW<br />

geven<br />

Kansen i.v.m. ‘financiële en materiële hulp’ voor<br />

het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />

- Ervoor zorgen dat iedereen (zowel individu als<br />

dienst voldoende geïnformeerd is over het ruime<br />

aanbod<br />

- Aandacht schenken aan financiële steun voor<br />

preventie<br />

4.3.2.5 Conclusies<br />

Bedreigingen i.v.m. ‘financiële en materiële hulp’<br />

voor het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />

- veel hangt af van de <strong>be</strong>schikbare middelen van<br />

vanuit het <strong>be</strong>leid<br />

- wisselvalligheid van het <strong>be</strong>leid (hogere overheid)<br />

- het gevaar <strong>be</strong>staat dat <strong>be</strong>paalde mensen zich<br />

‘nestelen’<br />

Vanuit de <strong>be</strong>vraging van de doelgroepen enerzijds en de <strong>be</strong>vraging van de verschillende diensten anderzijds kunnen we<br />

enkele conclusies trekken rond de sterkten en zwaktes van de dienstverlening rond ‘gezondheid’ in Torhout’.<br />

Sterkten / kansen:<br />

- Er is een ruim aanbod van financiële en materiële steun, maar de <strong>be</strong>kendheid ervan laat te wensen over, er is<br />

nood aan duidelijke informatie en communicatie<br />

- Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> waardoor het gemakkelijker moet zijn om de verschillende diensten onderling<br />

te leren kennen, de samenwerking tussen het OCMW en de <strong>stad</strong> verlopen goed.<br />

- Een blijvende aandacht voor preventie is noodzakelijk, hiervoor zouden er financiële middelen moeten voorzien<br />

worden<br />

Zwakten / <strong>be</strong>dreigingen:<br />

- Zowel bij financiële en materiële hulp is er bij veel mensen onduidelijkheid over de aangeboden hulp, ook bij de<br />

diensten onderling is het aanbod niet voldoende gekend<br />

- Het aanbod van financiële en materiële hulp is afhankelijk van een <strong>be</strong>leid dat er gevoerd wordt<br />

- Er is weinig geld <strong>be</strong>schikbaar voor preventie<br />

55


4.3.3 VORMING & ONDERWIJS<br />

4.3.3.2 Omschrijving<br />

Onder ‘vorming & onderwijs’ verstaan we het erkend onderwijsaanbod door de Vlaamse Overheid. Binnen het <strong>lokaal</strong><br />

<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid leggen we de nadruk op de toegankelijkheid van het onderwijs voor alle doelgroepen, met specifieke<br />

aandacht voor personen, die ondanks de leerplicht (van 6 tot 18 jaar), geen opleidingsgraad ‘lager secundair onderwijs’<br />

of ‘hoger secundair onderwijs’ <strong>be</strong>haald heb<strong>be</strong>n of die aangepast onderwijs nodig heb<strong>be</strong>n.<br />

4.3.3.3 Omgevingsanalyse<br />

4.3.3.2.1 Gegevens rond opleidingsgraad<br />

IALS-onderzoek : 15 à 18% van de Vlaamse volwassenen <strong>be</strong>zit onvoldoende basiscompetenties inzake taal en rekenen<br />

om zich adequaat te handhaven in een moderne samenleving. Het gaat vooral om specifieke doelgroepen:<br />

laaggeschoolden, ouderen, vrouwen, werklozen en laaggeletterde werkenden.<br />

Cijfers opleidingsgraad Vlaams gewest (zie bijlage 6)<br />

4.3.3.2.2 Aanbod ‘vorming & onderwijs’’ (Torhout): erkend door de Vlaamse Gemeenschap<br />

Centra voor Leerlingen<strong>be</strong>geleiding <strong>–</strong> CLB<br />

Geven ondersteuning aan leerlingen in het kader van ‘leren studeren’, ‘schoolloopbaan’, ‘preventieve gezondheidszorg’<br />

en ‘<strong>sociaal</strong> emotionele <strong>be</strong>geleiding’)<br />

• Vrij CLB Torhout<br />

• CLB De Klaver<br />

• Vrij CLB Oostende<br />

Basisonderwijs en buitengewoon lager onderwijs (Gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd vrij onderwijs)<br />

Basisschool De Ladder<br />

Basisschool Ten Parke<br />

Basisschool Driekoningen<br />

Basisschool Wijnendale<br />

Oefenschool<br />

BLO De Torretjes<br />

Basisschool De Revinze<br />

Basisschool Sint-Henricus<br />

Secundair onderwijs en buitengewoon secundair onderwijs (gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd vrij<br />

onderwijs)<br />

Houtland instituut<br />

Middenschool Sint-Rem<strong>be</strong>rt<br />

Vrij Technisch Instituut<br />

Technisch instituut Sint-Vincentius<br />

56


Vrij Land- en tuinbouwinstituut<br />

Sint-Jozefcollege<br />

BUSO Tordale<br />

Hoger onderwijs<br />

Katho, departement Reno<br />

Volwassenonderwijs<br />

Onderwijs voor sociale promotie : onderwijs voor volwassenen, cursussen op het niveau van het secundair onderwijs<br />

(tweede kans onderwijs) en het hoger onderwijs.<br />

CVO De avondschool (Houtland instituut)<br />

Basiseducatie<br />

• Richt zich tot volwassenen die een basisvorming nodig heb<strong>be</strong>n om <strong>be</strong>ter te functioneren of om verdere<br />

opleiding te volgen (gratis - niveau basisonderwijs, eerste graad secundair onderwijs)<br />

Centrum voor basiseducatie Brugge - Wijzer (slechts een <strong>be</strong>perkt <strong>lokaal</strong> aanbod voor Torhout, voor de meeste<br />

cursussen moeten de inwoners van Torhout naar Brugge)<br />

Huis van het Nederlands<br />

• Voor anderstalige volwassenen die Nederlands als tweede taal willen leren, het huis van het Nederlands geeft<br />

zelf geen cursussen maar test de mensen om te zien of ze al dan niet laag- of hooggeschoold zijn en verwijst<br />

ze door naar de <strong>be</strong>st passende diensten zijnde ofwel basiseducatie of naar de CVO’s voor Nederlands voor<br />

anderstaligen).<br />

Huis van het Nederlands West-<strong>Vlaanderen</strong> (Brugge)<br />

4.3.3.3 Gegevens via het participatietraject<br />

Op basis van een aantal gespreksrondes met verschillende doelgroepen (poetsvrouwen, senioren, werkwinkel,<br />

werknemers kringwinkel, vreemdelingen, cliënten budget<strong>be</strong>heer, huurders OCMW, vrouwengroep CAW) rond de<br />

verschillende thema’s die in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid opgenomen worden, kwamen volgende <strong>be</strong>vindingen rond ‘vorming<br />

en onderwijs’ naar boven.<br />

• vorming en onderwijs - <strong>be</strong>reikbaarheid/ <strong>be</strong>kendheid: vroeger was er een aanbod van basiseducatie (Wijzer) in<br />

Torhout, momenteel is dit niet meer zo en dit ervaart men als en tekort. (‘ waarom geeft Wijzer in Torhout geen<br />

cursussen meer, dit was goed te <strong>be</strong>reiken)’<br />

• vorming en onderwijs <strong>–</strong> inhoud/aanbod: Onderwijs is duur, vooral voor de doelgroepen die het financieel<br />

moeilijk heb<strong>be</strong>n. Daarnaast is er nood aan een goede ondersteuning bij opvoeding en onderwijs.<br />

‘ Gratis onderwijs voor kinderen is <strong>be</strong>langrijk’<br />

‘ Bestaat er een vorm van opvoedingsondersteuning ?’<br />

57


4.3.3.4 SWOT-analyse<br />

Op basis van de vergaderingen met de werkgroep ‘individuele dienstverlening’. De Torhoutse onderwijsinstellingen<br />

werden <strong>be</strong>vraagd maar we kregen echter geen antwoord van hen.<br />

Sterktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />

‘vorming & onderwijs’<br />

- In Torhout is er een groot aanbod van<br />

basisonderwijs en secundair onderwijs.<br />

- Torhout heeft een aanbod ‘volwassenonderwijs’<br />

(OSP).<br />

- Scholen in Torhout bieden vaak ondersteuning<br />

aan leerlingen die moeilijker leren of die minder<br />

financiële mogelijkheden heb<strong>be</strong>n.<br />

Kansen i.v.m. ‘vorming & onderwijs’ voor het<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />

- Financiële middelen om het Brugse aanbod ook in<br />

Torhout te organiseren van de overheid (lokale of<br />

hogere overheid)<br />

- VVSG kan een ondersteunende rol spelen.<br />

- Oproep voor het Strategisch Plan Geletterdheid 16<br />

4.3.3.5 Conclusie<br />

Zwaktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />

‘vorming & onderwijs’<br />

- Torhout heeft geen aanbod ‘basiseducatie’,<br />

hiervoor moet men zich naar Brugge verplaatsen<br />

(Wijzer).<br />

- De drempel om naar basiseducatie te stappen is<br />

meestal groot: schroom rond het niet kunnen<br />

lezen en schrijven, geen mogelijkheden tot verre<br />

verplaatsing, gezinscontext (vb. geen<br />

kinderopvang), …<br />

- De ondersteuning in scholen aan leerlingen die<br />

moeilijker leren of die minder financiële<br />

mogelijkheden heb<strong>be</strong>n is niet goed gekend en is<br />

schoolspecifiek.<br />

Bedreigingen i.v.m. ‘vorming & onderwijs’ voor het<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />

- Enveloppenfinanciering bij basiseducatie (wijzer)<br />

- Afhankelijk van de Vlaamse Overheid (vaak<br />

wisselvallig)<br />

Vanuit de <strong>be</strong>vraging van de doelgroepen enerzijds en de <strong>be</strong>vraging van de verschillende diensten anderzijds kunnen we<br />

enkele conclusies trekken rond de sterkten en zwaktes van de dienstverlening rond ‘vorming en onderwijs ’ in Torhout’.<br />

Sterkten / kansen:<br />

- Er is een groot aanbod van zowel basisonderwijs, secundair onderwijs en volwassenonderwijs<br />

- Vroeger was er ook basiseducatie in Torhout, dit aanbod zou er opnieuw moeten komen<br />

- Er wordt vanuit de scholen en het CLB aandacht geschonken aan leerlingen<strong>be</strong>geleiding en<br />

opvoedingsondersteuning<br />

16 Het Strategisch Plan Geletterdheid heeft als centrale doelstelling: het verhogen van het geletterdheidsniveau (geletterdheid =<br />

basisvaardigheid inzake informatieverwerking, <strong>be</strong>vat een scala van <strong>be</strong>kwaamheden) van de Vlaamse volwassen <strong>be</strong>volking. Het<br />

<strong>be</strong>reiken van een funcitoneel geletterdheidsniveau is een basisvereiste voor iedereen.<br />

58


Zwakten / <strong>be</strong>dreigingen:<br />

- De stap zetten naar basiseducatie is voor veel mensen moeilijk<br />

- Het aanbod van onderwijs en vorming hangt in hoofdzaak af van financiële middelen<br />

4.4 MOBILITEIT<br />

4.4.1 Omschrijving<br />

Om in de huidige maatschappij te kunnen functioneren en aan activiteiten te kunnen deelnemen moet men mobiel zijn.<br />

Mobiel zijn <strong>be</strong>tekent over de mogelijkheid <strong>be</strong>schikken om zich te verplaatsen. Zich verplaatsen kan men op diverse<br />

manieren en met <strong>be</strong>hulp van verschillende vervoersmiddelen. We kunnen te voet gaan of met de fiets, het openbaar<br />

vervoer (bus of trein) nemen of een andere vorm van collectie vervoer (taxi of carpoolen), of de auto (eigen auto,<br />

autodelen of leen- of huurauto). We kunnen ook een <strong>be</strong>roep doen op derden om onze mobiliteit te laten garanderen<br />

(bvb. <strong>be</strong>geleiders van rolstoelpatiënten).<br />

Onder de noemer ‘Mobiliteit’ vinden we enerzijds de primaire <strong>be</strong>hoefte van mensen om zich te verplaatsen (de<br />

vervoers<strong>be</strong>hoefte). Deze <strong>be</strong>hoefte vertaalt zich in een vervoersvraag. Anderzijds vinden we er alle middelen die ons in<br />

staat stellen om ons te verplaatsen <strong>–</strong> om aan de <strong>be</strong>hoefte en vraag te voldoen (de vervoermiddelen).<br />

Mobiliteit wordt uitgedrukt in het aantal verplaatsingen (van deur tot deur). Een verplaatsing is steeds gekoppeld aan een<br />

<strong>be</strong>paalde activiteit (bvb. winkelen of werken). Deze activiteit wordt het verplaatsingsmotief genoemd.<br />

Doordat we mobiel en we ons verplaatsen ontstaat verkeer. Verkeer, d.i het geheel van stilstaande en <strong>be</strong>wegende<br />

vervoermiddelen binnen een zelfde ruimte, is dus een afgeleide van mobiliteit.<br />

Heden ten dage worden mobiliteit en verkeer nog al te dikwijls hoofdzakelijk in verband gebracht met de auto. Daardoor<br />

is de auto<strong>be</strong>reikbaarheid doorgaans goed geregeld (<strong>be</strong>halve misschien voor personen met een handicap).<br />

4.4.2 Omgevingsanalyse<br />

4.4.2.1 Visies vanuit het mobiliteitsplan 17 Torhout<br />

De <strong>be</strong>staande verkeersstructuur van Torhout maakt dat de binnen<strong>stad</strong> met weinig doorgaand verkeer geconfronteerd<br />

wordt. Zwakke punten zijn de barrièrewerking van de spoorweg tussen Torhout <strong>–</strong> Oost en de binnen<strong>stad</strong>, en van de R34<br />

tussen de binnen<strong>stad</strong> en de woonlob<strong>be</strong>n ten westen (Don Bosco) en ten noorden (Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider) van de <strong>stad</strong>.<br />

Vooral voor de zwakke weggebruiker wordt de <strong>be</strong>reikbaarheid van de binnen<strong>stad</strong> door deze barrières en het ontbreken<br />

van veilige oversteekplaatsen <strong>be</strong>moeilijkt.<br />

De barrièrewerking van de spoorlijn is ook nadelig voor het gemotoriseerd verkeer. Tot voor kort kon dit verkeer vanuit<br />

Torhout<strong>–</strong>Oost het hoofdwegennet <strong>be</strong>staande uit de N32, de N33 en de R34 enkel via 3 onderdoorgangen <strong>be</strong>reiken.<br />

17 Het mobiliteitsplan van Torhout werd door de provinciale auditor conform verklaard op 10 februari 2003 en daarna door de<br />

gemeenteraad van Torhout goedgekeurd op 27 maart 2003.<br />

59


Door aangepaste signalisatie (Rijselstraat) en ingrepen in de binnen<strong>stad</strong> en door de aansluiting met de R34 t.h.v de<br />

Kei<strong>be</strong>rgstraat werd een <strong>be</strong>tere ontsluiting van Torhout - Oost op het hoofdwegennet gerealiseerd.<br />

Op de meeste gemeentewegen geldt een maximale snelheid van 90 km/u. Langs de provincie- en gewestwegen is dit<br />

doorgaans 70km/u. In doortochten en nabij <strong>be</strong>langrijke kruispunten zijn snelheids<strong>be</strong>perkingen voorzien. In het<br />

centrumgebied en de woonlob<strong>be</strong>n is dit 50km/u. In deze gebieden, in de kernen Wijnendale en Sint-Hernicus en in alle<br />

schoolomgevingen zijn zone 30 gebieden afgebakend.<br />

In de binnen<strong>stad</strong> en in de woonwijken werden reeds grote inspanningen geleverd ter ver<strong>be</strong>tering van de<br />

verblijfskwaliteit, en in het bijzonder de kwaliteit van de publieke ruimte. Een aantal locaties, waaronder de<br />

stationsomgeving, de omgeving van het oud kerkhof in de Bruggestraat, de omgeving van de Markt en de omgeving<br />

rond het containerpark zullen bijzondere aandacht krijgen. Het oud kerkhof en het containerpark zijn gebieden die in<br />

aanmerking kunnen komen voor her<strong>be</strong>stemming met specifieke potenties naar verdichting toe (wonen, kantoren,<br />

diensten); de stationsomgeving en de Markt zijn dringend aan heraanleg toe.<br />

Ook in de kernen Wijnendale en Sint-Henricus wordt de verblijfskwaliteit verder opgewaardeerd waardoor de<br />

leefbaarheid van deze kernen een stuk wordt <strong>be</strong>vorderd.<br />

In de binnen<strong>stad</strong> wordt via een selectief parkeer<strong>be</strong>leid (in voege sedert 1 maart 2005) en een aangepast<br />

verkeerscirculatieplan (nog op te maken) gewerkt aan een autoluw concept. Het parkeer<strong>be</strong>leid wordt gediversifieerd in<br />

functie van diverse doelgroepen (studenten, werknemers, <strong>be</strong>woners, <strong>be</strong>zoekers, … etc.)<br />

De parkeerplaatsen in de binnen<strong>stad</strong> worden deels voor <strong>be</strong>woners en kortparkeerders gereserveerd. Voor<br />

langparkeerders zijn speciale parkings aan de rand van het centrum. Om de verdrukking van de <strong>be</strong>woners tegen te gaan<br />

werd <strong>be</strong>woners parkeren ingevoerd in de zones met parkeerduur <strong>be</strong>perking. Sedert de inwerkingtreding van het<br />

parkeer<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is de parkeerdruk in het centrum afgenomen.<br />

Het terugdringen van het autogebruik voor korte ritten kan in de hand gewerkt worden door het gebruik van de andere<br />

vervoerswijzen aantrekkelijker te maken, al dan niet <strong>be</strong>geleid door wijzigingen in de verkeerscirculatie.<br />

Via aan<strong>be</strong>volen en/of voor<strong>be</strong>houden routes voor fietsers en voetgangers is de <strong>be</strong>reikbaarheid van het centrum te<br />

optimaliseren. Niettemin moeten voorzieningen zoals het <strong>stad</strong>huis, het station, … enz. ook <strong>be</strong>reikbaar blijven voor<br />

gemotoriseerd verkeer.<br />

Voorts gaat de aandacht gaan naar verkeersveiliger routes voor het fietsverkeer tussen de buurgemeenten en de<br />

deelgemeenten en Torhout centrum, en naar <strong>be</strong>veiligde routes voor het vrachtverkeer waarbij doorgaand vrachtverkeer<br />

uit de binnen<strong>stad</strong> wordt geweerd (tonnage<strong>be</strong>perking tot 7,5T in voege sedert 1 juni 2006).<br />

60


4.4.2.2 Openbaar vervoer<br />

Spoorverkeer<br />

Torhout wordt doorsneden door de spoorlijnen Brugge-Kortrijk en Gent-Diksmuide. Het station Torhout is gelegen op de<br />

spoorlijn Brugge-Kortrijk, met gemiddeld twee treinen per uur in elke richting.<br />

De halte in Lichtervelde geeft aansluiting naar Diksmuide-Veurne en Gent-Brussel (nationale luchthaven).<br />

Buslijnen<br />

Op het grondgebied Torhout lopen volgende buslijnen:<br />

• Lijn 32: Lichtervelde-Diksmuide-Veurne;<br />

• Lijn 40: Torhout-Kortemark-Ieper;<br />

• Lijn 51: Oostende-Gistel-Eernegem-Torhout;<br />

• Lijn 64: Diksmuide-Torhout-Aartrijke;<br />

• Lijn 74: Brugge-Torhout-Lichtervelde-Roeselare.<br />

In Torhout zijn tevens twee <strong>be</strong>lbussen operationeel. De formule van de <strong>be</strong>lbus is ideaal voor het aanbieden van een<br />

openbaar vervoersaanbod in dun <strong>be</strong>volkte gebieden.<br />

• Lijn B56: <strong>be</strong>lbus Kortemark-Koekelare-Ichtegem-Torhout;<br />

• Lijn B79: <strong>be</strong>lbus Torhout-Oostkamp-Zedelgem.<br />

Met uitzondering van lijn 32 <strong>be</strong>dienen alle buslijnen het station van Torhout dat derhalve als knooppunt fungeert. Er is<br />

tevens aansluiting van de buslijnen op de trein.<br />

Op 22 maart 2000 <strong>be</strong>sliste de gemeenteraad van Torhout het vervoer met trams en bussen van De Lijn via het derde<br />

<strong>be</strong>talersysteem met ingang van 1 juni 2000 gratis te maken voor alle 60 tot 64-jarige inwoners van Torhout.<br />

Twee jaar later, op 1 juli 2002 werd ook het gebruik van de <strong>be</strong>lbus voor ritten van en naar Torhout via het derde<br />

<strong>be</strong>talersysteem gratis op woensdagvoormiddagen en op zaterdagnamiddagen.<br />

61


Voor de toekomst wordt gestreefd naar een zo fijnmazig mogelijk netwerk, een goede verknoping en aansluiting met<br />

diverse vormen van gemeenschappelijk vervoer. Tussen de NMBS en de VVM De Lijn <strong>be</strong>staat een protocol met<br />

<strong>be</strong>trekking tot de aansluitingen bus - trein.<br />

De halteaccommodaties worden ver<strong>be</strong>terd (studie in opmaak).<br />

Beoordeling<br />

Over het algemeen wordt het openbaar vervoer goed <strong>be</strong>oordeeld. Toch kan de frequentie van sommige buslijnen (bvb.<br />

naar Roeselare) hoger. De <strong>be</strong>reikbaarheid van de overheidsgebouwen en van het ziekenhuis is goed. Wel zou de<br />

mogelijkheid onderzocht kunnen worden om de verschillende woonwijken en/of kernen van Torhout via openbaar<br />

vervoer met elkaar te verbinden.<br />

Ook de <strong>be</strong>lbus functioneert goed. Een evaluatie van de haltes (aantal, locatie, comfort) lijkt aangewezen.<br />

Het gratis busvervoer voor +60-jarigen en de gratis <strong>be</strong>lbus worden positief ervaren door de gebruikers. In het kader van<br />

het Lokaal Sociaal Beleidsplan kan nagegaan worden of gratis busvervoer ook naar andere sociale doelgroepen toe<br />

moet uitgebreid worden (studenten, werklozen, … etc.).<br />

De aansluitingen tussen trein en bus t.h.v. het station wordt over het algemeen gunstig <strong>be</strong>oordeeld.<br />

62


Taxi’s<br />

Voor zover <strong>be</strong>kend zijn in Torhout geen taxi<strong>be</strong>drijven actief. Vraag is of dergelijke diensten in Torhout gestimuleerd<br />

moeten worden. M.a.w is er een markt voor één of meer taxi<strong>be</strong>drijven in Torhout.<br />

Ziekenvervoer<br />

Het ziekenvervoer is goed uitgebouwd. Het OCMW (sociale koerierdienst 18 ) en de privé sector (o.a. Vandenbrande en<br />

Decom<strong>be</strong>le) doen hier uitstekend werk. De koerierdienst van het OCMW werkt echter niet tijdens het weekend.<br />

Bovendien <strong>be</strong>schikt het OCMW niet over een aangepast voertuig voor het vervoer van rolstoelgebruikers. In <strong>be</strong>paalde<br />

gevallen wordt daarom <strong>be</strong>roep gedaan op het O.C.M.W. van Zedelgem dat wel over zo’n voertuig <strong>be</strong>schikt. Een<br />

evaluatie van deze diensten is aangewezen (opsporen van hiaten). Privé initiatieven en vrijwilligerswerk kunnen<br />

gestimuleerd worden.<br />

4.4.2.3 Langzaam verkeer<br />

Fietsvoorzieningen<br />

Over het algemeen zijn er langs de regionale en de bovenlokale verbindingswegen fietsvoorzieningen aanwezig,<br />

aanliggend of vrij liggend, met enkelrijrichting of met dub<strong>be</strong>lrijrichting (zie onderstaande kaart). De <strong>be</strong>langrijkste zijn:<br />

• N33 Oostendestraat;<br />

• N32 Bruggestraat;<br />

• N32 Roeselaarseweg;<br />

• N35 Rijksweg;<br />

• Kortemarkstraat: van de grens met Kortemark tot aan de Vredelaan;<br />

• R34 (ring): van de Roeselaarseweg tot aan de Bruggestraat;<br />

• Rijselstraat;<br />

• Ruddervoordestraat: van de Donaustraat tot aan de grens met Oostkamp;<br />

• Aartrijkestraat: van de grens met Zedelgem tot aan de R34/Noordlaan;<br />

• Kei<strong>be</strong>rgstraat: van de Hugo Verriestlaan tot aan de R34.<br />

18 De sociale koerierdienst werkt o.m als boodschappendienst en als vervoerdienst voor 55-plussers woonachtig in Torhout.<br />

63


Daarnaast <strong>be</strong>staat een recreatief netwerk dat complementair werkt met het functionele netwerk. Dit netwerk <strong>be</strong>staat<br />

naast de oude spoorweg Oostende - Torhout (Groene 62) en twee <strong>be</strong>wegwijzerde fietsroutes (kastelenroute en<br />

Wijnendaleroute) voornamelijk uit landelijke wegen.<br />

De Groene 62 werd door de provincie geselecteerd als non-stop fietsroute voor utilitair fietsverkeer. In overleg met de<br />

gemeenten Gistel, Ichtegem, Middelkere en Oostende worden stappen ondernomen om ook de N33 Torhout <strong>–</strong><br />

Oostende in dat netwerk te laten opnemen.<br />

Beoordeling<br />

De infrastructuur voor de zwakke weggebruiker wordt stiefmoederlijk <strong>be</strong>handeld. Zeker in vergelijking met de<br />

inspanningen die gedaan worden t.b.v. de auto. Meer infrastructuur (meer fietspaden) is niet nodig, <strong>be</strong>halve misschien<br />

op sommige plaatsen i.f.v. de verkeersveiligheid langs de hoofdwegen.<br />

Er zouden meer controles moeten ge<strong>be</strong>uren op de kwaliteit van de infrastructuur. Het dagelijks onderhoud en het in<br />

stand houden van de infrastructuur kunnen <strong>be</strong>ter. Ook het regelmatig borstelen is nodig. Net als het maaien van<br />

graskanten (tegen distels en gras). In de winter zou de infrastructuur ijs- en sneeuwvrij moeten gehouden worden. In<br />

functie daarvan kan de <strong>stad</strong> speciale machines aankopen (strooi- en borstelmachines).<br />

64


Het functioneel fietsnetwerk langs gewestwegen en gemeentelijke wegen heeft soms geen adequate uitrusting. Dit<br />

resulteert in een plaatselijk <strong>be</strong>perkte verkeersveiligheid.<br />

Voorzieningen voor voetgangers<br />

De verblijfsgebieden zijn de gebieden bij uitstek voor voetgangers. In deze gebieden is steeds een obstakelvrije<br />

loopzone met een breedte van ten minste 1,50m vereist (voor rolstoelpatiënten is 1,80m aangewezen) en een minimum<br />

hoogte van 2,20m.<br />

Bijzondere aandacht moet gaan naar potentiële conflictpunten zoals oversteekplaatsen en schoolomgevingen en langs<br />

hoofdwegen. De kwaliteit van oversteekvoorzieningen moet <strong>be</strong>oordeeld worden aan de hand van de wachttijd (max. 20<br />

sec tot 1 min).<br />

Maatregelen voor de voetganger (wandelaar) zorgen voor de versterking van langzaam verkeer, zowel voor functioneel<br />

als recreatief gebruik. Deze maatregelen zijn onder meer: de opwaardering van het openbaar domein en de uitbouw van<br />

specifieke wandelpaden. Dit laatste kan bijvoor<strong>be</strong>eld door middel van het herstellen van <strong>be</strong>paalde buurtwegen.<br />

4.4.2.4 Gegevens vanuit het participatietraject<br />

Uit de gesprekken die gevoerd werden met mensen uit de <strong>be</strong>oogde doelgroepen kwamen de volgende zaken naar voor :<br />

- Nogal wat mensen hadden het over het onveilig zijn voor fietsers van <strong>be</strong>paalde straten. Zo werden de<br />

Zwevezelestraat en het <strong>stad</strong>scentrum regelmatig vernoemd.<br />

- Voor mensen uit de doelgroepen is reizen met de trein te duur. Velen zijn niet op de hoogte van eventuele<br />

reductiemogelijkheden. Mensen met drie kinderen bijvoor<strong>be</strong>eld denken dat de reductie enkel voor leden van De<br />

Bond is.<br />

- De busverbinding tussen Sint-Henricus en het <strong>stad</strong>scentrum werd al s een ramp ervaren.<br />

- Rond de service van de <strong>be</strong>lbus kwamen er een aantal opmerkingen :<br />

o Er wordt gevraagd dat het te <strong>be</strong>llen nummer om de reservatie te maken een GRATIS nummer zou<br />

zijn. Nu is dat een <strong>be</strong>talend. Gezien nogal wat mensen enkel over een gsm <strong>be</strong>schikken komt dit voor<br />

hen nogal duur uit.<br />

o De <strong>be</strong>lbus rijdt volgens sommigen te snel.<br />

o Anderen vinden het een moeilijk systeem dat je een dag op voorhand moet reserveren.<br />

o Rolwagengebruikers kunnen blijkbaar niet meer met twee (of meer) met de <strong>be</strong>lbus reizen. Vroeger kon<br />

dit wel. Ook worden wegens tijdsgebrek de rolwagens niet meer vastgelegd (wat eigenlijk moet).<br />

- Parkeren en parkeerproblemen waren ook een veelvuldig gespreksthema.<br />

- De informatie rond de vervoersmogelijkheden voor <strong>be</strong>jaarden moet meer en <strong>be</strong>ter verspreid worden. De sociale<br />

koeriersdienst heeft het nadeel dat het de ‘stempel’ van het ocmw draagt. Dit werkt afremmend voor <strong>be</strong>paalde<br />

mensen. Eenmaal ze over deze drempel geraakt zijn, zijn ze wel tevreden.<br />

- Vraag naar een aanpak van fietsdiefstallen (intussen is er wel de <strong>be</strong>waakte fietsenstalling)<br />

65


- Er op waken dat op de voetpaden geen hindernissen staan voor rolwagens, kinderwagens, … (bloembakken,<br />

(brom)fietsen, verkeerspalen, reclameborden, …).<br />

- Vraag om verbinding met De Warande (of een busje van de speelpleinwerking zelf).<br />

4.4.3 SWOT-analyse<br />

In het kader van het Lokaal Sociaal Beleidsplan kunnen een aantal alternatieven verder worden uitgewerkt.<br />

• Vanuit het oogpunt van de gebruiker:<br />

o In functie van de nood (reden van verplaatsing);<br />

o In functie van de <strong>be</strong>stemming (wat moet <strong>be</strong>reikbaar zijn);<br />

o In functie van de mogelijkheden (welke verplaatsingswijze);<br />

o In functie van de kostprijs.<br />

• Vanuit de aanbieder:<br />

o Wie organiseert (<strong>stad</strong>, OCMW, VVM De Lijn, privé);<br />

o Wie <strong>be</strong>taalt (<strong>stad</strong>, OCMW, VVM De Lijn, privé).<br />

Daartoe is het <strong>be</strong>langrijk de sterkten en zwakten van de verschillende vervoerssystemen te kennen en de tekorten van<br />

de huidige situatie te kunnen detecteren.<br />

Zie ta<strong>be</strong>l sterkten / zwakten.<br />

Als <strong>be</strong>langrijkste tekorten worden aangegeven:<br />

- in het centrum ontbreken op meerdere plaatsen specifieke wandel- en fietsroutes;<br />

- de voetpaden zijn dikwijls onvoldoende breed, heb<strong>be</strong>n veel obstakels, zijn in slechte staat en zijn niet aangepast<br />

voor <strong>be</strong>jaarden en invaliden;<br />

- de infrastructuur voor fietsers wordt slecht onderhouden, er zijn geen of slechts gebrekkige fietsstallingen en er is<br />

geen diefstalpreventie; bovendien is het gevaarlijk fietsen langs de ring (R34) en de langs de Oostendestraat;<br />

- er zijn geen busverbindingen met de wijken of Sint-Hernricus en de inplanting van de <strong>be</strong>lbushaltes is niet altijd<br />

logisch;<br />

- de <strong>be</strong>reikbaarheid van de openbare gebouwen voor personen met een handicap is niet optimaal.<br />

Volgende kansen worden gedetecteerd:<br />

- specifieke wandel- en fietsroutes doorheen het centrum kunnen in kaart worden gebracht waarna knelpunten<br />

weggewerkt kunnen worden en ontbrekende schakels kunnen ingevuld worden; bij voorkeur dient geopteerd<br />

voor korte loop- en fietsafstanden en korte wachttijden bij oversteekvoorzieningen; specifieke fietsroutes<br />

kunnen apart <strong>be</strong>wegwijzerd worden;<br />

- de <strong>be</strong>staande voetpaden kunnen een regelmatig onderhoud krijgen, en waar nodig kunnen bijkomend<br />

voetpaden worden aangelegd;<br />

- verhuur van fietsen (project i.s.m de Werkwinkel) en het invoeren van een fietstaxi;<br />

- het voorzien van kwalitatieve fietsstallingen op diverse plaatsen in het centrum<br />

66


- inleggen van een buurt- of wijkbus en een regelmatige verbinding met Sint-Hernicus;<br />

- gratis busvervoer voor specifieke doelgroepen via het derde <strong>be</strong>talersysteem;<br />

- optimaliseren van de halteaccomodatie en het ver<strong>be</strong>teren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer<br />

voor minder validen (rolstoelgebruikers);<br />

- verhuur van auto’s of systemen van autodelen en vrijwilligersvervoer invoeren.<br />

Ta<strong>be</strong>l: SWOT-analyse<br />

Vervoerswijze Zwakten <strong>–</strong> nadelen Sterkten <strong>–</strong><br />

Te voet - enkel voor korte<br />

afstanden<br />

- lage snelheid<br />

- kwetsbaarheid van<br />

voetganger<br />

- blootstelling aan<br />

diverse invloeden<br />

(weer, geluid, …)<br />

- dikwijls achtergesteld<br />

als verkeersdeelnemer<br />

- dikwijls vergeten<br />

-<br />

groep in de<br />

verkeersplanning<br />

Met de fiets - enkel geschikt voor<br />

korte afstanden<br />

- lage snelheid<br />

- kwetsbaarheid van de<br />

fietser<br />

voordelen<br />

- bij uitstek geschikt<br />

voor korte<br />

afstanden (


Openbaar<br />

vervoer: bus<br />

(incl. <strong>be</strong>lbus)<br />

Openbaar<br />

vervoer: trein<br />

- blootstelling aan<br />

diverse invloeden<br />

(weer, geluid, …)<br />

- dikwijls achtergesteld<br />

als verkeersdeelnemer<br />

- zeer omrijgevoelig<br />

-<br />

(daarom steeds<br />

kortste route<br />

aanbieden)<br />

- voor- en natransport<br />

nodig<br />

- van halte naar halte<br />

(soms met overstap<br />

tussenin)<br />

- <strong>be</strong>perkt radius<br />

<strong>be</strong>reikbaar<br />

- filegevoelig<br />

- <strong>be</strong>perkte capaciteit<br />

- relatief duur bij<br />

frequent gebruik<br />

- wachttijden<br />

- soms lange reistijden<br />

- comfort van de<br />

voertuigen<br />

- hoge exploitatiekosten<br />

-<br />

- enkel voor grotere<br />

afstanden<br />

- treinen rijden volgens<br />

een vast schema<br />

- voor- en natransport<br />

nodig<br />

- van station naar<br />

station<br />

- <strong>be</strong>perkte radius<br />

- alle <strong>be</strong>stemmingen<br />

<strong>be</strong>reikbaar<br />

- goedkoop<br />

- vlot <strong>be</strong>schikbaar<br />

- veel fietsers in<br />

straat<strong>be</strong>eld<br />

- er zijn voldoende<br />

-<br />

fietspaden<br />

aanwezig<br />

- bij uitstek geschikt<br />

voor middellange<br />

afstand maar ook<br />

bruikbaar voor<br />

kortere afstanden<br />

- <strong>be</strong>trouwbaar en<br />

klokvast<br />

- hoge frequentie<br />

-<br />

mogelijk<br />

- bij uitstek geschikt<br />

voor langere<br />

afstanden<br />

- snelheid<br />

- geen files<br />

- <strong>be</strong>trouwbare en<br />

klokvaste<br />

dienstregeling<br />

- hoog comfort<br />

ontbreken specifieke<br />

fietsroutes<br />

- slecht onderhouden<br />

infrastructuur<br />

- geen of gebrekkige<br />

fietsstallingen<br />

- geen<br />

diefstalpreventie<br />

- gevaarlijk fietsen<br />

-<br />

langs de ring (R34)<br />

en Oostendestraat<br />

- geen bussen naar<br />

wijken<br />

- geen busverbinding<br />

met Sint-Henricus<br />

- <strong>be</strong>lbushaltes niet<br />

-<br />

altijd logisch<br />

ingeplant<br />

- in kaart brengen van<br />

trajecten en dan<br />

knelpunten en hiaten<br />

wegwerken<br />

- verhuur van fietsen<br />

- fietstaxi<br />

- fietsstallingen<br />

- aparte <strong>be</strong>wegwijzering<br />

-<br />

- inleggen van een buurt-<br />

of wijkbus<br />

- gratis vervoer voor<br />

specifieke doelgroepen<br />

via derde <strong>be</strong>talersysteem<br />

- frequenter informeren<br />

omtrent <strong>be</strong>staan <strong>be</strong>lbus<br />

- ver<strong>be</strong>teren<br />

halteaccomodatie<br />

- ver<strong>be</strong>teren van de<br />

toegankelijkheid van het<br />

O.V. voor<br />

rolstoelpatiënten<br />

- informatieverstekking en<br />

-<br />

sensibiliseren<br />

- - ver<strong>be</strong>teren van de<br />

-<br />

toegankelijkheid van het<br />

station voor<br />

rolstoelgebruikers<br />

68


ereikbaar<br />

- weinig flexi<strong>be</strong>l<br />

- wachttijden<br />

- <strong>be</strong>diening gemeenten<br />

- dure infrastructuur<br />

- klant moet zich<br />

aanpassen aan het<br />

aanbod<br />

Taxi - niet goedkoop<br />

-<br />

- filegevoelig<br />

Auto - niet goedkoop<br />

-<br />

- filegevoelig<br />

- O.V. niet altijd een<br />

alternatief<br />

- aantal auto’s stijgt<br />

vlugger dan dat<br />

capaciteit toeneemt<br />

- nood aan<br />

4.5 VRIJE TIJDSBELEID<br />

4.5.1 Omschrijving<br />

parkeerplaatsen<br />

- milieu<strong>be</strong>lastend<br />

- aantrekkelijke<br />

tariefformules<br />

mogelijk<br />

- niet milieu<strong>be</strong>lastend<br />

-<br />

- deur tot deur<br />

- hoog comfortniveau<br />

-<br />

- hoge snelheid<br />

- deur tot deur<br />

- hoog comfortniveau<br />

- vlot <strong>be</strong>schikbaar<br />

- geen taxi’s (meer) in<br />

Torhout<br />

-<br />

- niet iedereen<br />

<strong>be</strong>schikt over een<br />

auto<br />

- <strong>be</strong>reikbaarheid van<br />

-<br />

de openbare<br />

gebouwen voor<br />

personen met een<br />

handicap<br />

- taxicheques<br />

- autodelen (carpool of<br />

carsharing)<br />

- verhuur van auto’s<br />

- vrijwilligersvervoer<br />

De <strong>stad</strong> Torhout kiest voor een vernieuwend en sensibiliserend vrijetijdsaanbod. De verenigingen en de gemeente zijn<br />

structurele partners in het te voeren vrijetijds<strong>be</strong>leid. De vrijetijdssector streeft naar de verdere uitbouw van een<br />

geïntegreerde en vraaggerichte dienstverlening waardoor nieuwe (ontmoetings)mogelijkheden worden gecreëerd. De<br />

gemeente draagt zorg voor het <strong>be</strong>houd, <strong>be</strong>heer en onderhoud van het cultureel erfgoed en voor het maximaal ontsluiten<br />

ervan voor de brede <strong>be</strong>volking.<br />

4.5.2 Omgevingsanalyse<br />

4.5.2.1 Het Cultuurpunt.<br />

Het Cultuurpunt is het centrale punt voor het cultuur<strong>be</strong>leid in de <strong>stad</strong>, met een aantal duidelijke opdrachten rond<br />

cultuurcommunicatie en coördinatie.<br />

-<br />

69


De uitvoering van het cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wordt opgevolgd vanuit het Cultuurpunt, naast een aantal structurele<br />

opdrachten rond gemeenschapsvorming (met ondermeer het verenigingsleven, ...), cultuurparticipatie en het nastreven<br />

van een grote diversiteit. Dit alles gekoppeld aan vernieuwende en uitbreidende initiatieven. Een niet limitatief overzicht<br />

• organisatie van inspraak en communicatie voor cultuur en het Cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><br />

• <strong>be</strong>geleiding en ondersteuning van het cultuur- inspraak/-adviesorgaan : inhoudelijk<br />

• organisatie van projectmatige inspraak ad hoc<br />

• hefboom voor een integraal en geïntegreerd <strong>be</strong>leid: overleg en samenwerking tussen de verschillende culturele<br />

actoren maar ook aansluitende zaken zoals Ruimtelijke Ordening, M&L, jeugd, toerisme, architectuur,…<br />

• netwerkmakelaar<br />

• participatie aan overleg en aan samenwerkingsverbanden met <strong>be</strong>lendende sectoren<br />

• participatie overleg en samenwerkingsverbanden over de gemeentegrenzen heen: organisatie Ginter/<br />

opstartfase / <strong>be</strong>geleiding / externe communicatie<br />

• op diverse wijze vorm geven aan de ondersteuning van het culturele leven in de gemeente. Ook een aantal<br />

ondersteunende elementen zijn gekoppeld aan de werking van het Cultuurpunt.<br />

Zo kan men in het Cultuurpunt terecht voor de Uitleendienst van alle mogelijke materialen voor socio- en<br />

cultureel gebruik. Deze uitleendienst wordt momenteel erg <strong>be</strong>vraagd: dagelijks worden alle mogelijke<br />

materialen ontleend en gebruikt. Zonder twijfel is dit een <strong>be</strong>langrijke materiële ondersteuning voor het<br />

organisatorisch leven te Torhout. Ook alle subsidiemogelijkheden worden integraal door het Cultuurpunt<br />

<strong>be</strong>handeld.<br />

• participatie aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden én intergemeentelijke projectverenigingen<br />

(GINTER) inclusief concrete projecten als OMD, Erfgoeddag, Dag van het park, Schaamrood, Dub<strong>be</strong>lglas, het<br />

Marktproject... De Cultuur<strong>be</strong>leidscoördinator volgt <strong>be</strong>leidsmatig de zaak op: randvoorwaarden contacten<br />

schepenen, het geven van een structuur, opvolgen decreet intergemeentelijke samenwerking, contacten met<br />

andere gemeenten, onderzoek, nieuwe initiatieven,..<br />

• verzamelen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over cultuurspreiding en participatie in de gemeente en de<br />

omgeving<br />

• nagaan van de effecten van de cultuurcommunicatie<br />

70


• evaluatie van de gemeenschapsvormende initiatieven<br />

• informeren nieuwe inwoners over het culturele aanbod in de <strong>stad</strong><br />

• projecten/activiteiten ontwikkelen die andere cultureel geïnteresseerden kunnen aantrekken samen met de<br />

andere culturele actoren<br />

Daarbij komt dus ook de leiding van de koepel Vrije Tijd in Torhout: organisatie samenwerking en coördinatie tussen de<br />

verschillende werksoorten in Torhout, ontwikkelen van een duidelijke communicatie en afstemming van de<br />

<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning tussen jeugd <strong>–</strong> toerisme en feestelijkheden<strong>–</strong> musea- cc <strong>–</strong> bibliotheek <strong>–</strong> sport <strong>–</strong> buitenschoolse<br />

kinderopvang <strong>–</strong> preventie en stedelijk muziekonderwijs<br />

4.5.2.2 Cultuurcentrum de Brouckère<br />

Een cultuurcentrum is culturele infrastructuur door de gemeente <strong>be</strong>heerd met het oog op cultuurparticipatie,<br />

gemeenschapsvorming en een breed en eigen cultuurspreidingsaanbod gericht op de <strong>be</strong>volking van een streekgericht<br />

werkingsgebied. Daarnaast heeft het cultuurcentrum ook bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit.<br />

Missie : het Cultuurcentrum wil voor de <strong>stad</strong> Torhout en de regio Houtland (ten zuiden van Brugge, ten oosten van<br />

Oostende en ten noorden van Roeselare) de plaats bij uitstek zijn waar, naast cultuurspreiding, initiatieven ontplooid<br />

worden rond gemeenschapsvorming en een actieve deelname aan het cultuurleven. Het cultuurcentrum is een<br />

<strong>be</strong>langrijke hefboom om de <strong>stad</strong> Torhout te leiden naar een grotere uitstraling op boven<strong>lokaal</strong> gebied waardoor een<br />

aantal menselijke netwerken <strong>be</strong>stendigd en uitgebreid kunnen worden. Het is immers voor deze <strong>stad</strong> van zeer groot<br />

<strong>be</strong>lang vanuit deze context te kunnen vertrekken.<br />

Het Cultuurcentrum de Brouckere wil het culturele leven in de <strong>stad</strong> Torhout en de regio duidelijk op de voorgrond van het<br />

maatschappelijk ge<strong>be</strong>uren zetten, het wil een permanent regionaal gericht forum zijn waar ontwikkelingen uit <strong>Vlaanderen</strong><br />

geconfronteerd worden met wat in de regio gaande is. De gevestigde namen dienen dan ook als magneten en als ruimer<br />

referentiekader voor de regionaal gerichte producties. Het Cultuurcentrum moet een actief knooppunt in het lokale en<br />

regionale culturele leven worden. Daarnaast wil het Cultuurcentrum meer ondersteuning bieden aan experiment, creatie<br />

en innovatie én aan <strong>be</strong>ginnende kunstenaars met veel aandacht voor samenwerking en overleg. Daarom dient ook de<br />

organisatiestructuur van het CC verder op punt gezet te worden met als voornaamste kenmerken een representatief en<br />

transparant <strong>be</strong>heer gekoppeld aan een efficiënte werking.<br />

Het Cultuurcentrum de Brouckere wil ook een centrumfunctie heb<strong>be</strong>n voor alle mensen uit Torhout: er zal dan ook een<br />

inspanning worden geleverd meer mensen te <strong>be</strong>trekken in de werking en het aanbod van het Cultuurcentrum. Een<br />

kwaliteitsvolle dienstverlening op alle vlakken moet een pijler van de werking zijn, gekoppeld aan een aangepaste<br />

infrastructuur en <strong>be</strong>kwaam, voldoende, gemotiveerd en klantvriendelijk personeel. Ook de samenwerking met andere<br />

lokale culturele actoren is een <strong>be</strong>langrijk aandachtspunt: de <strong>stad</strong>sbibliotheek, musea, toerisme, feestelijkheden, de<br />

verenigingen, het onderwijs, … gekoppeld aan de andere <strong>stad</strong>sdiensten.<br />

71


Hoofddoelstellingen<br />

⇒ De Torhoutse <strong>be</strong>volking dient in zijn geheel meer <strong>be</strong>trokken te worden bij en in de werking van het CC de Brouckere<br />

en in één of andere vorm van cultuur<strong>be</strong>leving.<br />

⇒ Het CC de Brouckere speelt duidelijk zijn rol op cultureel gebied in de regio<br />

⇒ De uitbouw van een divers aanbod van interessante avondvoorstellingen, educatieve activiteiten,<br />

schoolprogrammering, familievoorstellingen, film en tentoonstellingen<br />

⇒ Voortdurende aandacht voor een nieuw en interessant aanbod voor de doelgroepen<br />

Jongeren<br />

speciale korting voor jongeren<br />

schoolprogramma<br />

Woodland<br />

Allochtonen<br />

zeer laag percentage allochtonen in Torhout (0,75% van totale <strong>be</strong>volking), daardoor is er minder nood aan de<br />

ontwikkeling van een specifiek cultureel divers programma.<br />

er is wel aandacht voor sensibilisering via het thema diversiteit “Lente in novem<strong>be</strong>r.”<br />

Personen met een handicap<br />

samenwerking met Tordale, instelling voor fysiek en mentaal gehandicapten op verschillende vlakken:<br />

programma-aanbod door actieve samenwerking met organisaties: tentoonstelling en cursusaanbod “De andere<br />

academie”.<br />

binnen de schoolprogrammering : deelname door instellingen voor personen met een handicap en kinderen<br />

bijzonder lager onderwijs (aandacht voor selectie, toegankelijkheid en extraatje: affiche)<br />

inschakelen mentaal gehandicapten in de operationele werking van cultuurcentrum<br />

infrastructuur: aandacht voor toegankelijkheid voor andersvaliden<br />

goedkoper tarief voor organisaties die activiteiten inrichten voor deze doelgroep (Oranje…)<br />

Minnestreel: lage toegangsprijs; personen met een handicap worden toegelaten tot alle cursussen<br />

Laaggeschoolden<br />

samenwerking met Wijzer, vereniging die cursussen voor laaggeschoolden inricht, mogen gratis infrastructuur<br />

gebruiken in het CC<br />

72


Minnestreel: lage toegangsprijs<br />

Kansarmen<br />

samenwerking met OCMW<br />

filmtickets voor OCMW-cliënten<br />

krasbiljetten en waardebonnen (10 EUR, 12 EUR, 6 EUR) voor voorstellingen<br />

Senioren:<br />

programmaluik ’s Noens<br />

korting voor senioren<br />

samenwerking met OCMW-rusthuis: ’s Noens: programmering extra muros: 1 voorstelling in rusthuis Sint-<br />

Augustinus<br />

4.5.2.3 De Stadsbibliotheek<br />

Voor 1992 <strong>be</strong>stonden er verschillende bibliotheken in Torhout, grotendeels verzuild: de katholieke bibliotheek het<br />

Centrum, de li<strong>be</strong>rale bibliotheek het Willemsfonds en de socialistische bibliotheek het Vermeylenfonds. In 1983<br />

(Willemsfonds), 1989 (Vermeylenfonds) en 1990 (Centrum) werden deze overgenomen door het <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur en<br />

groeide er een volwaardige <strong>stad</strong>sbibliotheek. Op 23 decem<strong>be</strong>r 1992 werd een nieuwbouw geopend voor het publiek, op<br />

1 januari 1983 werd de bibliotheek erkend als deeltijds werkende openbare bibliotheek. In 1984 werd het startschot<br />

gegeven voor de automatisering met het inbrengen van de collecties en het leden<strong>be</strong>stand in de computer. Samen met<br />

de opening van de AVM-afdeling in het najaar van 1997 werd de eerste geautomatiseerde uitlening verricht. In okto<strong>be</strong>r<br />

2002 werd de AVM- afdeling uitgebreid met Cd-roms<br />

De bibliotheek heeft 4 grote doelstellingen uitgewerkt in zijn <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><br />

⇒ meer burgers laten participeren aan cultuur<br />

de burgers zijn goed geïnformeerd omtrent het cultuuraanbod van de eigen <strong>stad</strong><br />

• elke burger is er zich van <strong>be</strong>wust dat hij/zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en<br />

⇒ de informatiekloof verkleint<br />

ondersteuning bij de eigen cultuurparticipatie<br />

• de burger heeft dezelfde kansen op informatie, ongeacht waar hij woont<br />

• de digitale informatie is voor iedereen toegankelijk<br />

⇒ levenslang leren wordt een tweede natuur voor steeds meer mensen<br />

73


• de burger is zich er van <strong>be</strong>wust dat men na het schoolverlaten of afstuderen continu moet blijven leren<br />

om zich maatschappelijk, economisch en persoonlijk te ontplooien en een actieve rol te kunnen blijven<br />

spelen in de samenleving.<br />

• elke burger is zich er van <strong>be</strong>wust dat hij of zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en<br />

ondersteuning bij de eigen levenslange leerprocessen<br />

• meer 50-plussers zijn er zich van <strong>be</strong>wust dat zij tot op zeer hoge leeftijd kunnen leren<br />

⇒ meer ontmoeting en contact tussen de burgers<br />

4.5.2.4 De Jeugddienst<br />

• er zijn meer vanzelfsprekende contacten en ontmoetingen tussen de burgers van onze <strong>stad</strong>. Ze<br />

<strong>be</strong>schikken hiertoe, het hele jaar door, over meer aangename en goed aangepaste<br />

ontmoetingsplaatsen of sociale trefpunten<br />

In Torhout is er op bijna elke wijk een jeugd<strong>be</strong>weging actief. We heb<strong>be</strong>n Chiro (actief op zondag) en scouts en (v)KSJ<br />

(actief op zaterdag). We heb<strong>be</strong>n gemengde groepen en groepen voor jongens of meisjes. Naast de 10 klassieke<br />

jeugd<strong>be</strong>wegingen die zich in eerste instantie op kinderen richten, heb<strong>be</strong>n we KLJ en diverse (politieke) jongeren<br />

verenigingen. Enkel op St.-Henricus is er geen werking. Daar is ook de kleinste groep kinderen en jongeren (120 tussen<br />

6 en 18 jaar). De meeste kinderen en jongeren uit die omgeving sluiten aan bij het jeugdwerk in Gits.<br />

Het Torhoutse jeugdwerk staat open voor kinderen en jongeren met een (fysieke en/of mentale) handicap en voor<br />

kinderen en jongeren uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Toch is er slechts een <strong>be</strong>perkt aantal kinderen en<br />

jongeren uit die doelgroep dat bij het reguliere jeugdwerk aansluit.<br />

Er werden in het verleden een aantal initiatieven uitgewerkt om specifieke doelgroepen te laten deelnemen aan het<br />

jeugdwerk.<br />

Aandacht voor kinderen en jongeren met een handicap:<br />

In Torhout is er maar 1 doelgroepspecifieke werking: clubwerking Torhout. Het is een afdeling van Oranje en zet in<br />

Torhout activiteiten op voor jongeren vanaf 16 jaar met of zonder handicap. Deze werking is zeker een meerwaarde voor<br />

de <strong>stad</strong> en verdient dan ook verder ondersteuning.<br />

We kunnen ook op de steun van Oranje rekenen om het <strong>be</strong>staande jeugdwerk toegankelijker te maken. Zo gaan de<br />

<strong>be</strong>roepskrachten van Oranje mee op huis<strong>be</strong>zoek bij kinderen van het speelplein die extra aandacht en <strong>be</strong>geleiding<br />

vragen. Of organiseren ze een vorming voor de monitoren van het speelplein of voor de leiding van de Torhoutse<br />

jeugdvereniging.<br />

Om het <strong>be</strong>staande jeugdwerk toegankelijker te maken voorzien we een extra toelage aan de vereniging die een kind met<br />

een handicap laat deelnemen aan het jeugdwerk. Daarnaast organiseren we jaarlijks vorming.<br />

74


Toch stellen we vast dat elke specifieke situatie <strong>be</strong>keken moet worden. Afhankelijk van de wensen en <strong>be</strong>hoeften van het<br />

kind en zijn ouders en de mogelijkheden van de verenigingen kan er naar een oplossing worden gezocht.<br />

We durven zeggen dat we in Torhout al een grote stap heb<strong>be</strong>n gezet. Toegankelijk jeugdwerk is <strong>be</strong>spreekbaar<br />

geworden. We staan ervoor open en zijn ons <strong>be</strong>wust geworden van de knelpunten.<br />

Kinderen en jongeren uit kansarmen gezinnen.<br />

Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen (lager dan de grens voor loon<strong>be</strong>slag) kunnen voor de helft van de prijs<br />

deelnemen aan het Torhoutse jeugdwerk.<br />

De selectie van de gezinnen ge<strong>be</strong>urt door het CAW De Viersprong en de Sociale Dienst van het OCMW. Enerzijds via<br />

de <strong>be</strong>kendmaking bij hun cliënten en anderzijds via gezinnen die door de leiding van de Torhoutse jeugdverenigingen<br />

naar het CAW of OCMW worden doorverwezen. De selectie ge<strong>be</strong>urt jaarlijks.<br />

Een keer per jaar kunnen de verenigingen de helft van de kosten (lidgeld, uniform, kamp, activiteiten) van de <strong>stad</strong><br />

terug<strong>be</strong>taald krijgen.<br />

Daarnaast kreeg het OCMW een budget om zijn cliënten te laten deelnemen aan culturele activiteiten. Het OCMW<br />

<strong>be</strong>taalde een deel van de kosten om deel te nemen aan het jeugdwerk (lidgeld, uniform, kamp,…).<br />

We heb<strong>be</strong>n voor het eerst een overleg gehad met alle maatschappelijk werkers van de sociale dienst van het OCMW en<br />

met alle <strong>be</strong>roepskrachten van het Centrum Algemeen Welzijnwerk. Naast een aantal knelpunten die gesignaleerd<br />

werden was dit overleg vooral positief om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen: kinderen willen er bij horen en<br />

kunnen deelnemen aan de activiteiten waar ook andere kinderen van hun klas aan meedoen. We moeten met z’n allen<br />

samenwerken om de psychische en financiële drempels omlaag te halen. Belangrijkste opmerking was dat er <strong>–</strong> naast de<br />

deelnameprijs <strong>–</strong> ook nog heel wat andere kosten zijn voor het gezin om een kind te laten meegaan op kamp.<br />

Verdere opmerkingen waren er vooral rond promotie en rond kosten voor deelname aan sport- en<br />

volwassenenactiviteiten, maar dit werd meegenomen in de sport en cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen.<br />

Het Torhoutse jeugdwerk staat open voor kinderen en jongeren met een handicap of voor kinderen (cfr resultaat van<br />

<strong>be</strong>vraging in de ta<strong>be</strong>l hieronder) en jongeren uit maatschappelijk achtergestelde gezinnen. Toch is het niet altijd even<br />

makkelijk om de doelgroep te <strong>be</strong>reiken.<br />

Naast het <strong>be</strong>houden en <strong>be</strong>ter promoten van de <strong>be</strong>staande ondersteuningsvormen moet er in Torhout onderzocht worden<br />

welke knelpunten en mogelijkheden er nog zijn. Zowel de doelgroep zelf, het jeugdwerk en de doelgroepspecifieke<br />

werkingen (al dan niet van Torhout) moeten hierin <strong>be</strong>trokken worden. Voortdurend overleg en regelmatige<br />

evaluatiemomenten zullen hierbij <strong>be</strong>langrijk zijn.<br />

Jeugdvereniging<br />

Staat u open voor kinderen<br />

met een handicap?<br />

Extra ondersteuning nodig?<br />

Chiro Jomada Ja Wij krijgen de nodige informatie van de ouders.<br />

75


Wijnendale jongens<br />

Chiro Jomada<br />

Wijnendale meisjes<br />

Chirojongens Don<br />

Bosco<br />

Chiromeisjes Don<br />

Bosco<br />

Ja Neen.<br />

Neen /<br />

Ja<br />

Op dit ogenblik geen personen met een handicap in onze<br />

Chiro, maar vorige jaren wel. Dit lukt, maar is niet evident<br />

voor alle leidsters. Wat extra vorming rond het omgaan met<br />

deze personen en eventuele alternatieven tijdens spelen of<br />

op kamp zou wel interessant kunnen zijn!<br />

KSA Ja Ja, als we met dergelijke leden te maken krijgen.<br />

KSJ De Wiek Ja Kan zeker geen kwaad.<br />

KSJ Driekoningen<br />

VKSJ<br />

Scouts en gidsen<br />

Robrecht van<br />

Bethune<br />

Scouts en gidsen St.-<br />

Rem<strong>be</strong>rt<br />

KLJ<br />

4.5.2.5 De Sportdienst<br />

Ja, als ze willen komen, zijn ze<br />

zeer welkom<br />

Ja, maar dit jaar niet van<br />

toepassing<br />

/ /<br />

Ja Ja.<br />

Ja, voorlopig heb<strong>be</strong>n we er niet<br />

veel ervaring mee. Dit werkjaar<br />

is er een blinde jongen lid<br />

geworden van KLJ voorlopig<br />

zonder probleem<br />

We zullen pro<strong>be</strong>ren ons zo goed mogelijk aan te passen.<br />

Neen niet van toepassing.<br />

Het is een kleine aanpassing voor de groep, maar mits wat<br />

inspanning van de groep lukt dit wel. Vb. voor elke activiteit<br />

wordt 1 <strong>be</strong>stuurslid verantwoordelijk gesteld voor die jongen.<br />

Problematiek van kansarmen kwam binnen de sport tot nu toe zeer <strong>be</strong>perkt aan bod. Er zijn dus enorme groeikansen.<br />

Kansarmen:<br />

Sociaal -tariefkaartje voor kansarmen (analoog met jeugddienst): geldig voor alle activiteiten georganiseerd door de<br />

sportdienst; zowel voor jeugd als volwassenen<br />

OCMW cliënten kunnen aanspraak maken op fondsen via de subsidie ter <strong>be</strong>vordering van de socio-, culturele en<br />

sportieve ontplooiing<br />

76


Senioren<br />

Aanbod vanuit de sportdienst: wandelen, fietsen, fitheidsgym, hydrobic + <strong>be</strong>kendmaking project petanque<br />

Kortingen: basistarief lager dan voor volwassenenwerking<br />

Personen met een handicap:<br />

Zwemmen aan schooltarief<br />

Integratie in gewone lessen mits voldoende <strong>be</strong>geleiding, door deelnemer zelf te organiseren. Ge<strong>be</strong>urt sporadisch en<br />

volgens aanvraag<br />

Allochtonen<br />

Geen specifieke initiatieven - Huize Tordale:<br />

Huren wekelijks het bad voor schoolzwemmen<br />

Alleen tijdens Vlaamse zwemweek specifieke activiteit voor <strong>be</strong>woners<br />

Nemen deel aan de gezinsfietstochten van de <strong>stad</strong><br />

Verenigingen:<br />

Torhout 1992 KM heeft overeenkomst met serviceclub: tussenkomst in lidgeld mensen die het moeilijk heb<strong>be</strong>n<br />

Initiatief serviceclub (contactpersoon Peter Loeys): Bloso sportkamp voor kinderen met sociale achterstand:<br />

vertrekken gezamenlijk met busje uit Torhout (jaarlijks éénmalig)<br />

Hans Matton: ontvangt in internaat deze zomer groepje kinderen (kansarmen); zoekt mogelijkheden om hen te laten<br />

<strong>be</strong>wegen. Bvb. zwemmen bij ons.<br />

Geen specifieke sportverenigingen in Torhout voor mensen met een fysieke of mentale handicap. Er zijn wel een<br />

aantal verenigingen waar deze mensen terecht kunnen en mee geïntegreerd kunnen worden in de groep.<br />

4.5.3 Gegevens via het participatietraject<br />

Tijdens de gesprekken die gevoerd werden met de mensen uit de <strong>be</strong>oogde doelgroepen werd het <strong>be</strong>grip ‘Cultuur’ ruim<br />

geïnterpreteerd. Er werd ruimer gekeken dan het culturele aanbod an sich. Thema’s die ook aan bod kwamen waren :<br />

samenleven, wijken, …<br />

Tijdens de gesprekken kwamen volgende zaken naar voor :<br />

⇒ Eén van de <strong>be</strong>langrijkste vaststellingen was dat nogal wat mensen vroegen om mogelijkheden om met andere<br />

mensen in contact te komen.<br />

volgens veel mensen moet het lokale <strong>be</strong>leid meer aandacht <strong>be</strong>steden aan alleenstaanden en aan<br />

vereenzaamde personen.<br />

ook moeten er nog meer activiteiten georganiseerd worden met een lage drempel waar je in contact kan komen<br />

met anderen, het bieden van ontmoetingskansen (bijvoor<strong>be</strong>eld ontbijt op de markt)<br />

het stimuleren van wijk- en buurtwerkingen<br />

⇒ deelnemen aan cultuur (producties, cursussen, …) wordt als duur <strong>be</strong>schouwd. Voor velen liggen de prijzen te hoog<br />

en is de drempel van het on<strong>be</strong>kende.<br />

77


⇒ ook hier het <strong>be</strong>lang van een goede communicatie. Vanuit het lokale <strong>be</strong>stuur ge<strong>be</strong>uren er heel wat inspanningen om<br />

het aanbod <strong>be</strong>kend te maken, maar blijkbaar <strong>be</strong>reiken deze inspanningen onvoldoende de doelgroepen.<br />

⇒ de nood aan speelpleintjes voor kinderen kwam ook verschillende keren terug.<br />

4.5.4 SWOT-analyse<br />

Uitgangspunt<br />

In het kader van de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> deden we een SWOT-analyse van het vrijetijdswerkveld<br />

in Torhout om de toekomstmogelijkheden te kunnen <strong>be</strong>palen. We analyseerden systematisch de sterktes, zwaktes,<br />

<strong>be</strong>dreigingen en de kansen van de <strong>be</strong>leidsdomeinen. We <strong>be</strong>perkten ons niet enkel tot de vermelde sociale doelgroepen<br />

(kansarmen, allochtonen, ouderen, mindervalide personen,1-oudergezinnen), maar analyseerden het globale aanbod<br />

voor alle gebruikers en eventuele niet -gebruikers over de <strong>be</strong>leidsdomeinen heen.<br />

Sterktes Zwaktes<br />

- uitgebreid cultureel aanbod zowel naar eigen<br />

programmatie als naar receptief aanbod<br />

- redelijk potentieel publiek in de regio<br />

- centrumfunctie tov kleine gemeenten in de regio<br />

- een sterk onderbouwd verenigingsleven<br />

- technische ondersteuning bij receptieve activiteiten<br />

- eigen aanbod films<br />

- goede <strong>be</strong>reikbaarheid<br />

- financiële inspanningen <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur (incl.<br />

personeel<br />

- vormingsaanbod<br />

- de ligging tov de drie grote steden Brugge, Oostende<br />

en Roeselare<br />

- tekort aan algemeen profiel Torhout<br />

- participatie Torhoutse <strong>be</strong>volking is veel te laag<br />

- participatie lokale netwerken is veel te laag<br />

- promotie en publiciteit<br />

- personeel en <strong>be</strong>schikbare middelen<br />

- efficiëntie en rendement van personeel<br />

- huisstijl<br />

- samenwerking met andere culturele organisaties/<br />

evenementen/.. (Landjuweel, Kunst<strong>be</strong>nde, projecten,<br />

….)<br />

- profilering en keuzes<br />

- nood aan een degelijk tentoonstellings<strong>be</strong>leid met<br />

ruimte voor meer ondersteuning (materieel /<br />

personeel) met een duidelijk onderscheid tussen<br />

eigen en receptieve tentoonstellingen<br />

- CC als organiserende partner (bv Torhout World)<br />

- koppeling met ander <strong>lokaal</strong> cultureel aanbod bv CC<br />

binnen toeristisch aanbod<br />

- geen professionele actoren<br />

- geen professionele communicatie over cultuur in de<br />

regio<br />

- weinig aandacht voor creatie<br />

78


- weinig aandacht voor vernieuwing<br />

- weinig aandacht voor doelgroepen sp. de senioren<br />

- aantrekkingskracht verenigingen naar jongeren toe is<br />

niet groot<br />

- signalisatie in de binnen<strong>stad</strong> en vanuit de<br />

invalswegen naar het Cultuurcentrum<br />

- problemen met infrastructuur bv fauteuils, tekort aan<br />

op<strong>be</strong>rgruimte, akoestiek, directe parkeergelegenheid,<br />

Kansen Bedreigingen<br />

-mogelijkheid tot ontwikkeling als centrum voor het<br />

Houtland op cultureel gebied<br />

- werken naar een kwaliteitsvol aanbod zonder de druk<br />

van massatoerisme of massa-manifestaties<br />

- potentieel aan (jonge) artiesten<br />

- groot potentieel publiek<br />

- de ligging tov de drie grote steden Brugge, Oostende<br />

en Roeselare<br />

- nabijheid van Brugge en de Kust: samenwerking met<br />

de grote huizen<br />

- goede <strong>be</strong>reikbaarheid<br />

- aantal boeiende sites voor projecten<br />

- aanwezigheid van een uitgebreid aanbod<br />

onderwijsvormen én de aanwezigheid van hoger<br />

onderwijs (Katho/Reno)<br />

- <strong>be</strong>dreigende aanwezigheid van de grote steden<br />

Brugge, Oostende en Roeselare<br />

- gebrek aan lange ‘culturele’ visie op termijn<br />

- maatschappelijke desinteresse<br />

- toenemende concurrentie op vele gebieden en in<br />

vele steden<br />

- financiële situatie van Torhout<br />

- vrij zwakke economische opbouw<br />

- toenemende daling van de ledenaantallen van socio-<br />

culturele verenigingen<br />

- toenemende kosten organisaties (uitkoopsommen,<br />

extra’s, …)<br />

Besluitend kan er gesteld worden dat het cultuur<strong>be</strong>leid de komende jaren moet geconcentreerd worden op:<br />

het in stand houden van de <strong>be</strong>staande programmering ten aanzien van de gedane infrastructurele<br />

investeringen én het personeelskader.<br />

het ontwikkelen van de aanwezige sterktes en potenties: de jeugdige en dynamische profilering van de <strong>stad</strong>, de<br />

link naar Torhout als onderwijs<strong>stad</strong>, het historisch patrimonium, de aanwezigheid van een groot potentieel<br />

publiek en de aanwezigheid van dynamische culturele actoren.<br />

79


het ontwikkelen van een dynamisch cultureel leven, o.a. door het <strong>be</strong>waken van een transparante en efficiënte<br />

werking van de <strong>stad</strong>sdiensten, subsidiair aan de werking van het culturele werkveld. Daarbij moet de lokale<br />

overheid synergie tot stand brengen door een voorwaardenscheppend <strong>be</strong>leid te voeren.<br />

het handhaven van het huidig uitgebreid en gevarieerd aanbod, en het uitbreiden van het aanbod hedendaagse<br />

<strong>be</strong>eldende kunst en literatuur. Gemeenschapsvorming is een <strong>be</strong>langrijke leidraad hierbij. Inhoud en praktische<br />

organisatie dienen hand in hand te gaan: toegankelijkheid van exposities (openingsuren museum Torhouts<br />

Aardewerk, Cultuurcentrum, ..) dient her<strong>be</strong>keken te worden.<br />

het ontwikkelen van een <strong>be</strong>tere gecoördineerde en planmatige communicatie (zowel intern als extern) en<br />

promotie. Integraal denken op alle niveaus wordt een <strong>be</strong>langrijk uitgangspunt.<br />

het ondersteunen van het <strong>sociaal</strong>-cultureel vormingswerk. Doelgroepenwerking met name richting jeugd,<br />

senioren en medioren moet duidelijk op de agenda staan. Er is een duidelijke link naar het Lokaal Sociaal<br />

Beleidsplan. De infrastructuur voor de verenigingen moet vanuit de <strong>stad</strong> pro <strong>–</strong> actief <strong>be</strong>naderd worden.<br />

keuzes maken tussen projectmanagement en langdurige evenementen. Een aantal evenementen <strong>be</strong>staan<br />

reeds, moeten worden gecontinueerd en vormen <strong>be</strong>langrijke merktekens in het geheel: de Nacht van<br />

<strong>Vlaanderen</strong>, het Marktproject, Schaamrood, Woodland, Kamermuziek in het Houtland.<br />

de regionale uitstraling van de <strong>stad</strong> met een duidelijke formulering van ambities: Torhout als centrum voor de<br />

regio oefent zijn centrumfuncties uit en versterkt deze. De projectvereniging Ginter kan hierin een interessante<br />

rol spelen.<br />

4.6 KINDEROPVANG<br />

4.6.1 Omschrijving<br />

We moeten streven naar de uitbouw en ondersteuning van een <strong>be</strong>taalbare en kwalitatieve kinderopvang voor ALLE<br />

kinderen en dit in een veilige en pedagogisch verantwoorde opvang. Daarbij moeten we rekening houden met kinderen,<br />

ouders, middelen, personeel en omgeving.<br />

We <strong>be</strong>perken ons in dit luik niet tot <strong>be</strong>paalde doelgroepen maar zoals <strong>be</strong>paald wordt in het Besluit van de Vlaamse<br />

regering van 4 mei 2007, wordt het vroegere <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang volledig geïntegreerd in het Lokaal Sociaal<br />

Beleidsplan.<br />

4.6.2 Omgevingsanalyse :<br />

4.6.2.1 Autonome diensten voor opvanggezinnen<br />

Een onthaalouder kan aangesloten zijn bij een door Kind en Gezin erkende dienst voor opvanggezinnen. De<br />

onthaalouder wordt dan <strong>be</strong>geleid door medewerkers van de dienst. De eerste contacten heb je als ouders met een<br />

medewerker van deze dienst, die je zal voorstellen aan voor jou geschikte onthaalouders. Ook later kan je <strong>be</strong>roep blijven<br />

80


doen op de medewerkers van de dienst, bijvoor<strong>be</strong>eld wanneer er problemen ontstaan. Een onthaalouder vangt de<br />

kinderen bij haar of hem thuis op. Typisch is de huiselijke sfeer die er heerst.<br />

De dagprijs is gekoppeld aan het <strong>be</strong>lastbaar inkomen. De schalen liggen bij ministerieel <strong>be</strong>sluit vast. Ook wordt er<br />

rekening gehouden met het aantal kinderen ten laste.<br />

Aantal diensten Aantal aangesloten onthaalouders Aantal opvangplaatsen<br />

2 14 56<br />

4.6.2.2 Zelfstandige onthaalouders<br />

Een onthaalouder kan <strong>be</strong>slissen zelfstandig te werken en <strong>be</strong>paalt dan zelf welke kinderen opgevangen worden. Het is<br />

rechtstreeks met hem of haar dat je als ouder de opvang regelt. Zelfstandige onthaalouders heb<strong>be</strong>n een attest van<br />

toezicht van Kind en Gezin, wat <strong>be</strong>tekent dat Kind en Gezin er de kwaliteit van controleert.<br />

Zelfstandige onthaalouders in Torhout :<br />

Aantal onthaalouder Aantal opvangplaatsen<br />

2 14<br />

4.6.2.3 Mini-Crèche<br />

Een mini-crèche is een grotere opvangvoorziening. De opvang ge<strong>be</strong>urt niet in privé-ruimtes, maar in lokalen die er<br />

speciaal voor zijn ingericht. De kinderen worden verdeeld in leefgroepen met een <strong>be</strong>perkt aantal kinderen. Er is een<br />

ritme van eten, drinken, vrij spel en georganiseerde activiteiten, waarbij rekening gehouden wordt met de individuele<br />

<strong>be</strong>hoeften van je kind. Een leefgroep heeft zoveel mogelijk vaste <strong>be</strong>geleiders.<br />

Mini-crèches werken autonoom en <strong>be</strong>slissen zelf over de openingsuren en welke kinderen opgevangen worden. Ze<br />

heb<strong>be</strong>n meestal een attest van toezicht van Kind en Gezin. Kind en Gezin controleert of zij aan <strong>be</strong>paalde<br />

kwaliteitsnormen <strong>be</strong>antwoorden.<br />

De openingsuren <strong>–</strong> en dagen liggen vast.<br />

Aantal Minicrèches Aantal opvangplaatsen<br />

5 (op 6 locaties) 88<br />

4.6.2.4 Erkend kinderdagverblijf<br />

Een erkend kinderdagverblijf is een grotere opvangvoorziening. De opvang ge<strong>be</strong>urt niet in privé-ruimtes, maar in lokalen<br />

die er speciaal voor zijn ingericht. De kinderen worden verdeeld in leefgroepen met een <strong>be</strong>perkt aantal kinderen. Er is<br />

een ritme van eten, drinken, vrij spel en georganiseerde activiteiten, waarbij rekening gehouden wordt met de individuele<br />

<strong>be</strong>hoeften van je kind. Een leefgroep heeft zoveel mogelijk vaste <strong>be</strong>geleiders.<br />

81


Kind en Gezin controleert erkende kinderdagverblijven: de openingsuren, de gebouwen, de inrichting, het personeel en<br />

de manier van werken moeten aan <strong>be</strong>paalde kwaliteitsnormen <strong>be</strong>antwoorden. De openingsuren <strong>–</strong> en dagen liggen vast.<br />

Aantal erkende kinderdagverblijven Aantal opvangplaatsen<br />

1 36<br />

4.6.2.5 IBO (Initiatief voor buitenschoolse opvang)<br />

Deze initiatieven organiseren opvang voor kleuters en lagere schoolkinderen, voor en na de schooluren en tijdens<br />

vakantiedagen. De afstand naar en van de verschillende scholen blijft <strong>be</strong>perkt (op iedere wijk is er momenteel een IBO<br />

werkzaam). De opvang ge<strong>be</strong>urt in lokalen die daarvoor speciaal werden ingericht. Het speelgoed, de inrichting en de<br />

activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en de interesses van de kinderen. Na schooltijd kan je kind zich in de opvang<br />

uitleven en mag het kiezen met wat en met wie het speelt.<br />

Aantal IBO’s Aantal opvangplaatsen<br />

3 (op 7 locaties) 222<br />

Er zijn tevens nog 2 scholen die zelf opvang organiseren gemeld bij Kind & Gezin<br />

82


Inplanting van de opvanginitiatieven op het grondgebied van Torhout<br />

4.6.2.6 Andere opvangmogelijkheden<br />

Oppas zieke kinderen<br />

Torhoutse ouders die een oppas zoeken voor een ziek kind thuis kunnen op onderstaande diensten een <strong>be</strong>roep doen.<br />

Bond Moyson<br />

Familiehulp & CM<br />

Onafhankelijk ziekenfonds<br />

83


Sloe<strong>be</strong>r City / Solidariteit voor het Gezin / West-Vlaams Li<strong>be</strong>raal Ziekenfonds<br />

Vzw oppas<br />

Kinderoppasdienst Gezinsbond.<br />

Wie een oppas wil bij de kinderen thuis kan een <strong>be</strong>roep doen op de kinderoppasdienst van de Gezinsbond. De<br />

kinderoppasdienst geeft ouders met kleine kinderen de kans om ontspanning te nemen, boodschappen te doen,<br />

familiale en andere verplichtingen na te komen, kortom van huis weg te kunnen terwijl de kinderen in goede handen zijn.<br />

Een plaatselijke coördinator <strong>be</strong>middelt vrijwillig en <strong>be</strong>langeloos tussen ouders die babysit wensen en kandidaat-babysits,<br />

zorgvuldig geselecteerd en zo goed mogelijk geschoold. De coördinator moet minstens drie à vier dagen op voorhand<br />

worden gecontacteerd. Zo heb<strong>be</strong>n zij tijd genoeg om een babysit te vinden.<br />

De babysits verrichten hun taak op vrijwillige en autonome basis na aanvaarding door het gezin. Het zijn meestal<br />

studerende jongeren, met de <strong>be</strong>perkingen van dien: tijdens examenperiodes en op schooldagen overdag is het niet altijd<br />

mogelijk aan een vraag te voldoen.<br />

Speelpleinwerking<br />

Tijdens de zomervakantie kunnen kinderen en jongeren zich naar hartelust uitleven op domein de Warande.<br />

Per leeftijdsgroep (kleuters <strong>–</strong> lagere school 12+) wordt er elke dag een gevarieerde activiteit aangeboden door ervaren<br />

en <strong>be</strong>zielde monitoren (bv. Koken, <strong>stad</strong>sspel, uitstappen, creamomenten, bosspel, …). We <strong>be</strong>schikken over een<br />

afzonderlijk kleuterdomein waar ook de kleinsten zich thuis voelen.<br />

Aantal opvangplaatsen<br />

250<br />

Jeugdwerk<br />

:<br />

In Torhout zijn er een 10-tal jeugd<strong>be</strong>wegingen actief. Kinderen vanaf 6 jaar kunnen aan de werking deelnemen. Tijdens<br />

de zomervakantie organiseren zij als afsluiter van hun werkjaar meestal een kamp. De duur varieert van 3 à 4 dagen tot<br />

10 dagen.<br />

Een overzicht van alle jeugdverenigingen is te verkrijgen op de stedelijke jeugddienst.<br />

Sportkampen<br />

Wij willen kleuters via sportdagen een leuke vakantie geven door hen op een actieve manier aan het <strong>be</strong>wegen te zetten.<br />

Tijdens de activiteiten, waar met veel en leuk materiaal gewerkt wordt, ontdekken ze hun eigen kunnen en leren ze hun<br />

grenzen te verleggen.<br />

Aan de kinderen van de lagere school bieden wij sportieve vakanties aan waar telkens weer een andere sport te<br />

ontdekken valt. Klassiekers zoals zwemmen, estafettes, hockey en andere leuke activiteiten worden aangeboden in<br />

84


combinatie met nieuwe of andere sporten. Kinderen kijken er alvast naar uit om samen met hun vriendjes een leuke<br />

sportieve vakantie te mogen <strong>be</strong>leven.<br />

Aantal opvangplaatsen<br />

90<br />

Activiteiten op de Kinderboerderij<br />

Op woensdagnamiddag is er de KIBOECLUB vanaf 13u tot 16u. De kinderen helpen mee op de boerderij. Dat kan zijn:<br />

dieren voederen, hokken schoonmaken, de serre aanplanten of onderhouden, wieden, producten van de hoeve<br />

verwerken, dieren verzorgen, enz. Tijdens de pauze is er voor de kinderen een hapje en een drankje voorzien.<br />

In het groot verlof zijn er vier BOERDERIJKAMPEN, in het paasverlof is er één. De kinderen van Torhout krijgen de<br />

eerste kans om in te schrijven, namelijk vanaf nieuwjaar. Pas vanaf het paasverlof kunnen niet-Torhoutse kinderen<br />

inschrijven voor de kampen van juli en augustus. De kinderen proeven, ruiken, voelen en zien wat er zo allemaal op een<br />

boerderij te <strong>be</strong>leven valt. Er wordt gekookt, gebakken en geknutseld. Ze werken dagelijks op de boerderij.<br />

Aantal opvangplaatsen<br />

25<br />

4.6.2.7 Opvangmogelijkheden naar doelgroepen toe<br />

Momenteel is er weinig initiatief naar de doelgroepen toe. Hierna een <strong>be</strong>knopte <strong>be</strong>schrijving per doelgroep.<br />

Personen met een handicap<br />

Er zijn enkele onthaalouders waar kinderen met een handicap terecht kunnen.<br />

Geen specifieke initiatieven<br />

Allochtonen<br />

Deze mensen komen vaak terecht bij opvanginitiatieven die het tarief volgens <strong>be</strong>lastbaar inkomen <strong>be</strong>palen, indien ze de<br />

weg naar de opvang vinden.<br />

Geen specifieke initiatieven.<br />

Kansarmen<br />

Ook hier zien we dat de mensen hoofdzakelijk hun weg vinden naar opvanginitiatieven die het tarief <strong>be</strong>palen op basis<br />

van het <strong>be</strong>lastbaar inkomen.<br />

De IBO ’s in Torhout bieden een <strong>sociaal</strong> tarief aan, aan mensen die het niet breed heb<strong>be</strong>n indien ze voldoen aan de<br />

gestelde voorwaarden. Ook de diensten voor opvanggezinnen en de erkende kinderdagverblijven houden rekening met<br />

de inkomens.<br />

85


Senioren<br />

Een aantal senioren neemt de zorg voor hun kleinkinderen op. We heb<strong>be</strong>n echter geen idee over hoeveel mensen het<br />

hier gaat.<br />

Geen specifieke initiatieven.<br />

4.6.3 Gegevens via participatietraject<br />

Er blijken weinig opvangmogelijkheden na 19 uur te zijn in de streek. O.a. mensen die in de horeca werken heb<strong>be</strong>n hier<br />

een probleem.<br />

De opvang in het weekend is voor de mensen die een laag inkomen heb<strong>be</strong>n vaak te duur.<br />

De babysitdienst van de Gezinsbond is enkel toegankelijk voor leden en te duur volgens de participanten. Er wordt<br />

meestal hulp gezocht bij familie of vrienden.<br />

De mensen zijn heel tevreden over opvanginitiatieven waar het tarief <strong>be</strong>paald wordt aan de hand van het inkomen.<br />

Sommige allochtone mensen sturen hun kinderen in de vakantie toch naar de opvang omdat het kind daar Nederlands<br />

kan praten.<br />

Sommige werkelozen heb<strong>be</strong>n geen opvang nodig, ze zijn toch thuis.<br />

De vakantieperiode blijkt voor sommige alleenstaande personen een probleem te vormen, zeker als hun opvanginitiatief<br />

5 weken sluit. Er zou meer informatie moeten komen waar mensen tijdens verlofperiodes terecht kunnen met hun<br />

kinderen.<br />

Men is heel tevreden over de speelpleinwerking enkel het vervoer blijkt soms voor problemen te zorgen<br />

4.6.4 SWOT-analyse :<br />

In het kader van de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> deden we een SWOT-analyse van het opvanglandschap<br />

in Torhout om de toekomstmogelijkheden te kunnen <strong>be</strong>palen. We analyseerden systematisch de sterktes, zwaktes,<br />

<strong>be</strong>dreigingen en de kansen van het <strong>be</strong>leidsdomein ‘kinderopvang’. We <strong>be</strong>perkten ons niet enkel tot de vermelde sociale<br />

doelgroepen (kansarmen, allochtonen, ouderen, mindervalide personen,1-oudergezinnen), maar analyseerden het<br />

globale aanbod voor alle gebruikers en eventuele niet-gebruikers.<br />

Sterktes Zwaktes<br />

- Dynamische adviesraad - <strong>lokaal</strong> overleg<br />

Kinderopvang<br />

- Groot aanbod (ook op vlak van vrije tijd)<br />

aanwezig in Torhout<br />

- Aanbod op de verschillende wijken (=<br />

gedecentraliseerd)<br />

- Te weinig communicatie tussen verschillende<br />

diensten (<strong>stad</strong>sdiensten, scholen, OCMW,<br />

CAW, scholen, andere initiatieven,…)!<br />

- Kinderopvang <strong>be</strong>perkt vanuit regelgeving tot<br />

12 jaar. Al dan niet uit te breiden?<br />

- Vervoer en veilig verplaatsen van kinderen -<br />

86


- Grote tevredenheid over de <strong>be</strong>staande<br />

opvang ( tevredenheidsonderzoek<br />

Mezennestje, BKO’s)<br />

- Tegenwoordig zijn de kinderen mondiger: Dit<br />

biedt mogelijkheden naar kinderinspraak (zie<br />

ook <strong>be</strong>dreigingen)<br />

- Sociaal tarief <strong>be</strong>schikbaar maar verwarring<br />

met verminderd tarief van de jeugddienst<br />

- Groeiende <strong>be</strong>volking: nieuw, vers bloed<br />

- Er is een samenwerkingsoverleg tussen de<br />

verschillende opvanginitiatieven<br />

- Er zijn verschillende organiserende <strong>be</strong>sturen<br />

- Compact <strong>stad</strong>scentrum<br />

- In sommige initiatieven is er doorstroming<br />

mogelijk van voorschoolse opvang naar BKO<br />

- Gedrevenheid van de <strong>be</strong>staande initiatieven<br />

- Relatief jonge opvanginitiatieven<br />

link met mobiliteit<br />

- Opvang is duur<br />

- Geen aanbod m.b.t. acute of urgentie-<br />

opvang: cfr. solliciteren<br />

- Weinig aanbod m.b.t. flexi<strong>be</strong>le opvang (vb.<br />

ploegensysteem opvang nodig van 6.00u ’s<br />

morgens of tot 21.00u, vb. waar naartoe als<br />

dagmoeder ziek is?), te weinig en gebrekkige<br />

info hierover.<br />

- Minimum aan personeel <strong>–</strong> probleem bij<br />

ziektes<br />

- Gezamenlijke sluitingsperiode van<br />

verschillende initiatieven<br />

- Versnipperde organiserende <strong>be</strong>sturen (vzw’s,<br />

<strong>stad</strong>, scholengroep, particulieren,…) en<br />

versnippering van informatie<br />

- Beperkt aantal opvangplaatsen met lange<br />

wachtlijsten (voorschoolse opvang)<br />

- Flexi<strong>be</strong>lere werktijden ouders (ouders werken<br />

meer deeltijds: gevolg: minder continuïteit in<br />

opvang, pieken op di en do, dal op woensdag<br />

omdat meeste ouders dan thuis zijn, KO moet<br />

<strong>be</strong>schikbare capaciteit verspreiden)<br />

- Te lange wachtlijsten, te weinig plaatsen<br />

- Te weinig aanbod voor +12-jarigen (moeilijk<br />

te vatten doelgroep door maatschappelijke<br />

context)<br />

- Weinig tot geen integratie met andere<br />

<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen<br />

- Verzuiling merkbaar vb. <strong>be</strong>paalde<br />

mutualiteiten doen opvang zieke kinderen;<br />

verschillende manier van werken, lid zijn vaak<br />

noodzakelijk,…<br />

- Personeel te weinig geschoold om om te<br />

gaan met minder-validen en andere<br />

doelgroepen (vb kinderen met adhd,<br />

autisme,…)<br />

- Hoge drempel voor doelgroepen (=kans)<br />

87


- Te weinig zicht op de noden van de MBB’s<br />

- Sociaal tarief onvoldoende gekend +<br />

verwarring met verminderd tarief ( taak<br />

OCMW)<br />

Kansen Bedreigingen<br />

- Witte vlekken in voorschoolse opvang: zie<br />

bijlage<br />

- CKO (Centra Kinderopvang) met o.a. link<br />

naar <strong>sociaal</strong> huis<br />

- Vernieuwingen in de kinderopvang<br />

- Sociaal tarief uitbreiden naar andere<br />

opvanginitiatieven (analyse van het aantal<br />

uitgereikte pasjes) - + verwarring wegwerken<br />

rond verminderd tarief jeugddienst<br />

- Ouderparticipatie<br />

- Kinderen met een handicap (Analyse: vooral<br />

nood aan opvang in vakantieperiodes of niet?<br />

Link met Oranje Brugge?)<br />

- Analyse van vervoer en veiligheid: Link naar<br />

mobiliteit<br />

- KO uitbreiden voor kinderen +12 jaar<br />

- Aanpakken personeelsprobleem door vlinder<br />

tussen de verschillende opvanginitiatieven<br />

onderling te voorzien<br />

- Oplossing vinden voor sluitingsperiode van<br />

verschillende initiatieven <strong>–</strong> opdracht CKO’s<br />

- Er is nood aan opvoedingsondersteuning en<br />

gezins<strong>be</strong>geleiding<br />

- Decreet voor opvoedingsondersteuning<br />

- Integratie met andere <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen via<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><br />

- Kinderparticipatie en kinderinspraak<br />

- Optimaliseren van de kwaliteit<br />

- Toegankelijk maken voor mensen met minder<br />

<strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen (MBB’s) <strong>–</strong><br />

drempelverlagend werken<br />

- Steeds wijzigende subsidiëring vanuit<br />

verschillende instanties vb FCUD,<br />

Kind&Gezin, tewerkstelling,…<br />

- Recente initiatieven krijgen erkenning maar<br />

geen financiële middelen<br />

- 1-oudergezinnen nemen toe, daling van<br />

aantal kerngezinnen (continuïteit en stabiliteit<br />

ontbreekt vaak voor kinderen, meer partners<br />

in opvoeding, meer nood aan<br />

opvoedingsondersteuning)<br />

- Steeds strenger wordende reglementeringen<br />

(o.a. vervoer, speeltoestellen, voedsel-<br />

inspectie, ontsmetten speelgoed, <strong>be</strong>djes,<br />

subsidiëring,…). Hogere verantwoordelijkheid<br />

en aansprakelijkheid.<br />

- Ouders worden steeds veeleisender (hoge<br />

verwachtingen van ouders naar<br />

Kinderopvang, scholen, CLB’s,… op vlak van<br />

opvoedingsondersteuning (zie ook OW:<br />

zorgcoördinatoren: mensen zoeken en eisen<br />

steeds vaker hulp/ positief is wel dat<br />

communicatie tussen scholen en ouders stijgt<br />

en ook positief voor kind zelf)<br />

- Veeleisende kinderen (verzadiging bij veel<br />

kinderen; vinden niets nog een uitdaging)<br />

- Versnippering van alle initiatieven <strong>be</strong>moeilijkt<br />

o.a. communicatie<br />

- Veel administratie (papier=kwaliteit??)<br />

- Veranderingen maatschappelijke<br />

ontwikkelingen<br />

88


- Personeel van initiatieven kunnen eigen<br />

kinderen meenemen tijdens werk (link<br />

tewerkstelling)<br />

- Zicht krijgen op de noden van de MBB’s<br />

- Participatietraject MBB’s<br />

5. STRATEGISCHE & OPERATIONELE DOELSTELLINGEN + ACTIES<br />

5.1 WOONBELEID :<br />

5.1.1 Strategische doelstellingen<br />

5.1.1.1 Iedere inwoner van Torhout kan over een kwalitatieve woning <strong>be</strong>schikken binnen zijn of haar financiële<br />

mogelijkheden.<br />

5.1.1.2 Informatie en dienstverlening m.b.t wonen op een vlotte manier voor iedereen <strong>be</strong>reikbaar moet zijn<br />

zonder dat daarvoor van hot naar her moet gelopen worden. Deze tweede doelstelling kan op eenvoudige wijze<br />

gerealiseerd worden door de informatiebronnen en de dienstverlenende instanties te bundelen. Een mogelijkheid<br />

<strong>be</strong>staat erin om de verschillende diensten te centraliseren op één locatie. De diensten kunnen hun autonomie <strong>be</strong>houden<br />

maar de burger hoeft zich slechts naar 1 locatie te <strong>be</strong>geven. Bijkomend voordeel is dat er een regelmatig (dagelijks)<br />

contact is tussen de verschillende diensten en instanties. Dit vergt een andere <strong>be</strong>nadering dan tot nu toe gebruikelijk is<br />

(bvb. wie stelt het gebouw ter <strong>be</strong>schikking, hoe worden de vaste kosten verdeeld, … etc.). Indien dit niet haalbaar is zou<br />

ook gewerkt kunnen worden met vaste zitdagen en/of <strong>–</strong>avonden (bvb. in het <strong>stad</strong>huis).<br />

De informatie en een aantal basishandelingen moeten ook toegankelijkheid gemaakt worden via e-loket.<br />

5.1.1.3 De verschillende initiatieven moeten mekaar versterken. Daarvoor moeten de initiatieven op mekaar worden<br />

afgestemd. Dub<strong>be</strong>l werk moet vermeden worden. Het subsidiariteitprincipe kan daarbij toegepast worden, t.t.z dat<br />

iedereen datgene doet waarvoor hij/zij het <strong>be</strong>st geplaatst is.<br />

Om deze basisdoelstellingen te realiseren kan het nodig dat flankerende maatregelen zoals woon-en budget<strong>be</strong>geleiding,<br />

grond- en panden<strong>be</strong>leid, crisisopvang, … etc. genomen worden.<br />

Ook de privé kan een <strong>be</strong>langrijke taak vervullen door bvb. eigenaars ertoe aan te zetten om woningen ter <strong>be</strong>schikking te<br />

stellen van de sociale doelgroepen (via het SVK, de sociale bouwmaatschappijen, de <strong>stad</strong>, … etc.).<br />

89


5.1.2 Operationele doelstellingen<br />

5.1.2.1 Eén wachtlijst voor sociale woningen:<br />

Eén wachtlijst voor kandidaat huurders verdient de voorkeur. Hoe men dit in de praktijk realiseert is niet direct duidelijk.<br />

Een <strong>be</strong>langrijke voorwaarde is dat de autonomie van de maatschappijen niet in het gedrang komt en dat de mogelijkheid<br />

om personen te weigeren blijft <strong>be</strong>staan (weliswaar gemotiveerd t.a.v de inventaris<strong>be</strong>heerder). In feite gaat het om een<br />

centrale inventaris met kandidaat huurders <strong>be</strong>heerd door 1 inventaris<strong>be</strong>heerder. Het is aangewezen dat de <strong>be</strong>trokken<br />

sociale bouwmaatschappijen i.c De Mandel en Interbrugse, het SVK en de <strong>stad</strong> daaromtrent apart vergaderen. Als<br />

coördinator van dergelijke projecten kan de <strong>stad</strong> daarvoor het initiatief nemen.<br />

5.1.2.2 Uitwerken van een éénloketsysteem<br />

Het éénloket systeem kan een oplossing bieden voor het probleem van de toegankelijkheid tot informatie en dub<strong>be</strong>l<br />

werk kan vermijden. Vraag is hoever men daarin wil en kan gaan. In een eerste fase kan bvb. gewerkt worden met vaste<br />

zitdagen. In een latere fase kan cf. De Werkwinkel bvb. onder het statuut van een vzw gewerkt worden met een raad<br />

van <strong>be</strong>stuur en een aantal vaste medewerkers. Ook een autonoom gemeente<strong>be</strong>drijf <strong>be</strong>hoort tot de mogelijkheden. Het<br />

blijft een <strong>be</strong>leidskeuze waarbij o.m de financiële haalbaarheid van het project een rol zal spelen. Opdat het <strong>be</strong>leid een<br />

keuze zou kunnen maken is het aangewezen een voorstel uit te werken en de kostprijs te ramen (werkingskosten,<br />

personeelskosten, … etc.). Op korte termijn kan reeds in kaart gebracht worden wat momenteel de activiteiten van de<br />

Woonwinkel, het SVK en de Huisvestingsdienst van de <strong>stad</strong> zijn. Waar er overlappingen zijn en welke hiaten er zijn.<br />

5.2 TEWERKSTELLING<br />

5.2.1 Strategische doelstellingen<br />

5.2.1.1 Op het vlak van de dienstverlening<br />

• Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de werkwinkel: basisdienstverlening VDAB en<br />

traject<strong>be</strong>geleiding in functie van kansengroepen<br />

5.2.1.2 Op het vlak van opleiding en werkervaring<br />

• Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van opleiding en werkervaring in functie van kansengroepen<br />

5.2.1.3 Op het vlak van het aanbod van ar<strong>be</strong>id<br />

• Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de lokale sociale economie in functie van ar<strong>be</strong>id voor<br />

kansengroepen<br />

• Sociale inclusie van specifieke kansengroepen door middel van ar<strong>be</strong>idszorg<br />

• Inschakelen kansengroepen in het kader van lokale diensten (cfr. nieuw decreet diensteneconomie)<br />

90


5.2.1.4 Op het vlak van overleg en participatie<br />

• Coördinatie, opvolging en verdere uitbouw van het Forum Lokale Werkgelegenheid<br />

• Als gemeente binnen regio Brugge verder afstemming zoeken met regionaal overleg<br />

5.2.2 Operationele doelstellingen<br />

5.2.2.1 Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de werkwinkel: basisdienstverlening VDAB en<br />

traject<strong>be</strong>geleiding in functie van kansengroepen (dienstverlening - strategische doelstelling 1)<br />

Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 Vanuit werkwinkel Torhout instaan voor de coördinatie en de<br />

goede gang van zaken voor wat <strong>be</strong>treft de dienstverlening op<br />

het vlak van opleiding en tewerkstelling t.a.v. alle Torhoutse<br />

werkzoekenden, en meer specifiek de kansengroepen.<br />

2 De werking en het aanbod van werkwinkel Torhout nog meer<br />

<strong>be</strong>kendmaken, vooral dan ten aanzien van werkgevers.<br />

3 Het nieuwe systeem van ‘teamwerking’ bij de VDAB zo efficiënt<br />

mogelijk implementeren en aanwenden in de werking van de<br />

werkwinkel Torhout. Een aantal VDAB-diensten (zoals IBO-cel,<br />

vacaturelijn…) zullen immers een meer lokale in<strong>be</strong>dding krijgen.<br />

4 Het nieuwe systeem van ‘teamwerking’ bij de VDAB voorziet<br />

voor regio Torhout en ommeland (Beernem, Oostkamp en<br />

Zedelgem) een teamchef die mogelijks ook de taak van<br />

vestigingsverantwoordelijke op zich zal nemen. Vanuit het<br />

Dagelijks Bestuur van de werkwinkel zal hieromtrent in het<br />

najaar van 2007 een <strong>be</strong>slissing moeten genomen worden.<br />

5 Het OCMW van Torhout blijft verder via de Dienst<br />

Tewerkstelling (traject<strong>be</strong>geleiding) voltijds aanwezig in de<br />

werkwinkel, rekening houdende met de gemaakte doelgroep- en<br />

capaciteitsafspraken.<br />

6 Het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) blijft verder<br />

voltijds aanwezig in de werkwinkel, rekening houdende met de<br />

gemaakte doelgroep- en capaciteitsafspraken.<br />

7 De dienst Ar<strong>be</strong>idsTrajectBegeleiding (ATB) blijft verder via zijn<br />

zitdagen aanwezig in de werkwinkel, rekening houdende met de<br />

gemaakte doelgroep- en capaciteitsafspraken.<br />

8 Opstellen van een nieuwe lokale samenwerkingsovereenkomst<br />

(LSO) tussen de diverse partners in de werkwinkel van Torhout<br />

VDAB Partners lokale<br />

werkwinkel: PWA,<br />

OCMW, ATB,<br />

Yambo…<br />

VDAB Partners lokale<br />

werkwinkel<br />

VDAB Partners lokale<br />

Dagelijks Bestuur<br />

werkwinkel<br />

OCMW / sociale<br />

dienst<br />

Stad Torhout /<br />

RVA<br />

ATB<br />

werkwinkel<br />

Partners lokale<br />

werkwinkel die<br />

voltijds aanwezig<br />

zijn: VDAB, PWA<br />

en OCMW/<strong>lokaal</strong><br />

<strong>be</strong>stuur<br />

Vertegenwoordi-<br />

ging <strong>stad</strong>, sociale<br />

partners (wn/wg)<br />

VDAB Partners lokale<br />

werkwinkel<br />

91


9 Andere derden (zoals het Huis van het Nederlands) de kans<br />

geven om, na goedkeuring en eventuele richtlijnen van het<br />

Dagelijks Bestuur, een zitdag te houden in de werkwinkel<br />

teneinde het dienstverleningsaanbod te ver<strong>be</strong>teren.<br />

Dagelijks Bestuur<br />

werkwinkel<br />

Partners lokale<br />

werkwinkel die<br />

voltijds aanwezig<br />

10 Infopunt voor niet-<strong>be</strong>taalde ar<strong>be</strong>id Stand van zaken provincie nagaan<br />

5.2.2.2 Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van opleiding en werkervaring in functie van<br />

kansengroepen (opleiding en werkervaring - strategische doelstelling 2)<br />

Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 Het huidige aanbod inzake werkervaringscontracten (wepplus)<br />

bij <strong>stad</strong> Torhout <strong>be</strong>houden en indien opportuun uitbreiden.<br />

2 Het huidige aanbod inzake sociale tewerkstelling (art.60§7) via<br />

het OCMW Torhout <strong>be</strong>houden en indien opportuun uitbreiden.<br />

Werkervaring en doorstroming moeten daarbij essentieel zijn.<br />

3 Bestendigen van het actuele PWA-aanbod (via PWA-cheques)<br />

en waar nodig uitbreiden (bv. bij vzw’s, tuinbouwers).<br />

4 De federale visie en plannen omtrent de toekomst van het PWA<br />

goed opvolgen teneinde tijdig te kunnen inspringen op eventuele<br />

mogelijkheden of lacunes op het vlak van werkervaring en/of<br />

opleiding.<br />

5 Verder actief gebruik maken van het VDAB-opleidingsaanbod of<br />

andere opleidingsverstrekkers in Torhout, Brugge, Roeselare<br />

e.a. Waar mogelijk en haalbaar het aanbod naar Torhout halen<br />

<strong>–</strong> hoewel de groep werkzoekenden daartoe meestal té klein is <strong>–</strong><br />

of via de LPP (lokale projectprogrammatie) een extra aanbod<br />

voorzien.<br />

6 Afstemming van onderwijs en <strong>be</strong>drijfsleven (doelstelling 6 van<br />

het Streekpact RESOC Brugge) door o.a. een promotie van het<br />

technisch en <strong>be</strong>roepsonderwijs.<br />

zijn.<br />

Stad Torhout VDAB<br />

OCMW / sociale<br />

dienst<br />

PWA Particulieren, vzw<br />

PWA Partners Forum<br />

VDAB, andere<br />

verstrekkers<br />

lokale werkgele-<br />

genheid<br />

RESOC Brugge Basis-, secundaire<br />

en hogescholen,<br />

CLB, VDAB,<br />

werknemers- en<br />

werkgevers-<br />

organisaties…<br />

5.2.2.3 Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de lokale sociale economie in functie van ar<strong>be</strong>id voor<br />

kansengroepen (aanbod van ar<strong>be</strong>id - strategische doelstelling 3)<br />

92


Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 De diverse partners in de werkwinkel van Torhout moeten<br />

blijvend oog heb<strong>be</strong>n voor de situatie en problematiek van de<br />

Torhoutse werkzoekenden. Tijdens overlegvergaderingen en<br />

fora moet dit samen met de werkloosheidscijfers (via Arvastat)<br />

leiden tot zinvolle antwoorden. Sociale economie kan één van<br />

de antwoorden zijn.<br />

2 Het OCMW van Torhout blijft verder het kringloopcentrum<br />

Midden-West-<strong>Vlaanderen</strong>, en dan meer specifiek de afdeling in<br />

Torhout, ondersteunen met een voltijds personeelslid.<br />

3 Het OCMW van Torhout zoekt naar de nodige oplossingen om<br />

de sociale koerierdienst (booschappendienst, mobiliteitsservice,<br />

klusjesdienst, aanvullende thuishulp, voedselproject) structureel<br />

in te <strong>be</strong>dden. Concreet vervalt de KBS-financiering vanaf maart<br />

’08 en wordt de SKD gekaderd in het nieuwe decreet omtrent de<br />

lokale diensteneconomie.<br />

4 Het PWA van Torhout levert verder de nodige inspanningen op<br />

het vlak van sociale economie. In eerste instantie tracht het<br />

PWA de lopende projecten te <strong>be</strong>stendigen, met name ’t Leegtje<br />

(fietsenproject aan het station) en het diensten<strong>be</strong>drijf Blink vzw<br />

(poets en strijk).<br />

5 Opstart en uitbouw van een ontmoetingsruimte. Het concept<br />

verder uitwerken en <strong>be</strong>spreken in de komende fora lokale<br />

werkgelegenheid. Ondertussen levert een 3 de jaars stagiaire<br />

maatschappelijk werk in het OCMW vanaf het najaar ‘07 een<br />

stuk voor<strong>be</strong>reidend (verkennings)werk.<br />

6 Uitbouwen van het <strong>be</strong>staande <strong>be</strong>drijventerrein te Torhout mét<br />

voldoende oog voor tewerkstelling van kansengroepen.<br />

7 Bij de realisatie van een regionaal <strong>be</strong>drijventerrein (langs de<br />

Roeselaarseweg), ten vroegste binnen drie jaar, voldoende oog<br />

heb<strong>be</strong>n voor bijkomende tewerkstellingsplaatsen met kansen op<br />

werk voor iedereen (doelstelling 7 Streekpact RESOC Brugge).<br />

Bij de uitbouw van een regionaal <strong>be</strong>drijventerrein alvast rekening<br />

houden met de volgende aandachtspunten:<br />

mogelijkheden t.a.v. de <strong>be</strong>drijven op het vlak van<br />

dienstverlening zoals catering, vergaderruimte, refter,<br />

strijkservice, bode, conciërge, onderhoud groen…?<br />

Diverse partners<br />

in de werkwinkel<br />

OCMW<br />

OCMW / sociale<br />

dienst<br />

PWA Vertegenwoordi-<br />

ging <strong>stad</strong>, sociale<br />

partners<br />

OCMW Stad, Tordale,<br />

Stad Torhout als<br />

Lokaal <strong>be</strong>stuur<br />

Stad Torhout als<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur<br />

PWA…<br />

Partners<br />

werkwinkel<br />

Partners<br />

werkwinkel en<br />

forum LWW<br />

93


nood aan opleidingen op maat van <strong>be</strong>drijfsnoden?<br />

interessant om tijdelijk een tewerkstellingsmanager aan<br />

te werven om <strong>be</strong>drijven aan te trekken?<br />

acties rond jobcoaching (cfr. Streekpact)<br />

8 Bij de verdere uitbouw van lokale (sociale) economie rekening<br />

houden met en optimaliseren van ar<strong>be</strong>idsondersteunende<br />

voorwaarden: kinderopvang, mobiliteit, vorming, gezinsonder-<br />

steunende dienstverlening… (cfr. Streekpact, 2 de maatregel bij<br />

doelstelling 7)<br />

Lokaal <strong>be</strong>stuur Betrokken<br />

partners<br />

5.2.2.4 Sociale inclusie van specifieke kansengroepen d.m.v. ar<strong>be</strong>idszorg (aanbod van ar<strong>be</strong>id - strategische<br />

doelstelling 4)<br />

Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 Ar<strong>be</strong>idszorg via <strong>be</strong>staande sociale economie intiatieven in en<br />

rond Torhout <strong>be</strong>stendigen<br />

2 Experiment ar<strong>be</strong>idszorg via <strong>be</strong>schutte werkplaatsen opvolgen en<br />

na de ‘experimentenfase’ evalueren.<br />

Sociale<br />

werkplaatsen<br />

OptimaT, Tordale<br />

OC, SOBO, WOK<br />

Loca Labora…<br />

T.A.Z.<br />

(Toegangspoort<br />

Ar<strong>be</strong>idsZorg)<br />

5.2.2.5 Inschakelen kansengroepen in het kader van lokale diensten - cfr. nieuw decreet diensteneconomie <strong>–</strong><br />

(aanbod van ar<strong>be</strong>id - strategische doelstelling 5)<br />

Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 Het OCMW van Torhout vervult als <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur de regierol<br />

voor de (verdere) uitbouw van de lokale diensteneconomie<br />

2 Het Forum lokale werkgelegenheid brengt jaarlijks advies uit<br />

omtrent de ontwikkeling, uitbouw en evolutie van de lokale<br />

diensteneconomie<br />

3 Structurele in<strong>be</strong>dding van de Sociale Koerierdienst (momenteel<br />

KBS-project) obv nieuw decreet lokale diensteneconomie<br />

4 Structurele in<strong>be</strong>dding van het fietsenproject ’t Leegtje obv nieuw<br />

decreet lokale diensteneconomie<br />

Lokaal <strong>be</strong>stuur Diverse diensten,<br />

Forum LWW<br />

OCMW / sociale<br />

dienst<br />

Stad Torhout/<br />

PWA<br />

5 Bestendiging en verdere uitbouw diensten<strong>be</strong>drijf Blink vzw Stad Torhout/<br />

PWA<br />

organisaties<br />

Vertegenwoordi-<br />

ging <strong>stad</strong>/ sociale<br />

partners<br />

6 Voldoende overleg en feedback tussen de diverse partners in de Vestigings- Alle partners in<br />

94


werkwinkel omtrent vacatures en plaatsingen in lokale diensten,<br />

en dit met het oog op een efficiënte toeleiding.<br />

7 Bij de uitbouw van een regionaal <strong>be</strong>drijventerrein nagaan wat de<br />

mogelijkheden zijn op het vlak van diensteneconomie (bv. strijk-<br />

service, catering, groenonderhoud…) met het oog op extra jobs<br />

voor de kansengroepen.<br />

verantwoordelijke de werkwinkel<br />

OCMW als <strong>lokaal</strong><br />

<strong>be</strong>stuur<br />

PWA en<br />

desgewenst de<br />

overige partners<br />

in de werkwinkel<br />

5.2.2.6 Coördinatie, opvolging en verdere uitbouw van het Forum Lokale Werkgelegenheid (overleg en<br />

participatie - strategische doelstelling 6)<br />

Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 Het Forum lokale werkgelegenheid minstens driemaal per jaar<br />

samenbrengen met het oog op constructieve discussies en de<br />

(eventueel) daaruit vloeiende <strong>be</strong>leidsvoorstellen/adviezen.<br />

Nieuwe<br />

vestigings-<br />

verantwoordelijke<br />

Partners<br />

werkwinkel<br />

5.2.2.7 als gemeente binnen regio Brugge verder afstemming zoeken met regionaal overleg (overleg en<br />

participatie - strategische doelstelling 7)<br />

Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />

1 Actief participeren en samenwerken met de <strong>be</strong>staande regionale<br />

structuren zoals RESOC (Regionaal Sociaal-Economisch<br />

Overlegcomité), SERR (Sociaal Economische Raad van de<br />

Regio), PWK (Permanente Werkgroep Kansengroepen), ROD<br />

(Regionaal Overleg Derden), …<br />

5.3 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING<br />

5.3.1 Gezondheid<br />

5.3.1.1 Strategische doelstellingen<br />

Lokaal <strong>be</strong>stuur /<br />

OCMW /<br />

vestigings-<br />

verantwoordelijke<br />

werkwinkel<br />

Enerzijds willen we het <strong>be</strong>houd van gezondheid stimuleren en ‘ziekte’ voorkomen door preventief te werken, ook bij de<br />

sociale doelgroepen.<br />

Anderzijds willen we de aanwezigheid van ‘ziekte’ <strong>be</strong>handelen, verplegen en verzorgen door de toegang tot de<br />

<strong>be</strong>staande curatieve gezondheidsdiensten te vergroten (drempelverlagend werken) en de dienstverlening op zich uit te<br />

breiden en af te stemmen op de <strong>be</strong>hoeften van de sociale doelgroepen. Dit vertaalt zich in volgende prioriteiten :<br />

95


Prioriteit 1 : toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten rond lichamelijke, geestelijke gezondheid en psychosociale<br />

gezondheid verruimen<br />

Prioriteit 2: preventief werken, ook bij sociale doelgroepen, om het <strong>be</strong>houd van gezondheid (zowel lichamelijk<br />

als geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong> wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en ziekte te voorkomen<br />

5.3.1.2 Operationele doelstellingen<br />

5.3.1.2.1 toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten rond lichamelijke, geestelijke gezondheid en psychosociale<br />

gezondheid verruimen (strategische doelstelling 1)<br />

De <strong>be</strong>kendheid van de diensten onder mekaar verhogen.<br />

De <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij de <strong>be</strong>volking en bij de sociale doelgroepen verhogen = drempelverlagend<br />

werken (binnen het concept <strong>sociaal</strong> huis).<br />

5.3.1.2.2 preventief werken, ook bij sociale doelgroepen, om het <strong>be</strong>houd van gezondheid (zowel lichamelijk als<br />

geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong> wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en ziekte te voorkomen (strategische doelstelling 2)<br />

Bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden verder zetten en blijven onderhouden i.s.m. CGG, Logo,<br />

provincie West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

• drug<strong>be</strong>leid, griepvaccinaties, prostaatkanker.<br />

Het <strong>sociaal</strong> isolement van kansarme groepen en alleenstaanden doorbreken en gezondheid stimuleren.<br />

Creëren van een ontmoetingsplaats voor kansarmen met daaraan informatieve en vormingsmomenten rond<br />

gezondheid (rond gezonde voeding, <strong>be</strong>wegen, <strong>be</strong>kendmaking curatieve gezondheidsdiensten, …) gekoppeld.<br />

Mee realiseren van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen in samenwerking met het LOGO en de LOGO-<br />

partners.<br />

• Tabakspreventie<br />

20% van de populatie is jonger dan 18 jaar. Een groot deel van de jongeren gaat naar school in Torhout<br />

en maakt gebruik van lokale verenigingen. De <strong>stad</strong> stimuleert het opzetten van een tabakspreventie<strong>be</strong>leid<br />

in scholen en jeugdverenigingen (zie drug<strong>be</strong>leid van de <strong>stad</strong> Torhout).<br />

Een groot deel van de <strong>be</strong>roepsactieve <strong>be</strong>volking uit Torhout (44%) werkt ook in Torhout. Stimuleren van<br />

rookvrije werkruimtes en het ondersteunen van een tabaks (of middelen)<strong>be</strong>leid in <strong>be</strong>drijven is <strong>be</strong>langrijk.<br />

• Gezonde voeding<br />

20% van de populatie is jonger dan 18 jaar. Een groot deel van de jongeren gaat naar school in Torhout<br />

en is lid van lokale verenigingen. De <strong>stad</strong> stimuleert een gezond voedings<strong>be</strong>leid in scholen en<br />

jeugdverenigingen.<br />

Een groot deel van de <strong>be</strong>roepsactieve <strong>be</strong>volking uit <strong>torhout</strong> (44%) werkt ook in Torhout. Stimuleren van<br />

gezonde voeding op de werkplek is <strong>be</strong>langrijk.<br />

96


• Vroegtijdige opsporing van borstkanker<br />

23 % van de vrouwelijke <strong>be</strong>volking in Torhout zijn vrouwen uit de doelgroep voor de Vlaamse<br />

<strong>be</strong>volkingsonderzoek (50 <strong>–</strong> 69 jaar). Tot nu toe liet 48% een screeningsmammografie nemen. Het<br />

streefcijfer is 75%.<br />

We willen lokale acties die werken rond informeren, faciliteren, sensibiliseren, … verder uitbouwen.<br />

• Valpreventie<br />

19% van de Torhoutse <strong>be</strong>volking is 65-plusser. Zowel primaire als secundaire preventie rond vallen zijn<br />

dan ook relevant. Daarenboven is er ook in Torhout een grijze druk (42,3), wat <strong>be</strong>tekent dat de <strong>be</strong>volking<br />

ook ouder wordt en het aantal valincidenten kan stijgen.<br />

• Preventie van infectieziekten<br />

De <strong>stad</strong> streeft ernaar de mortaliteit ten gevolge van infectieziekten zoals griep te doen dalen door het mee<br />

ondersteunen van jaarlijkse griepvaccinatiecampagnes.<br />

Preventief werken rond zelfdoding<br />

Zowel naar het jongeren als naar volwassenen moet het preventief werken rond zelfmoord gestimuleerd worden.<br />

In Torhout ligt het sterftecijfer door zelfdoding bij vrouwen immers 20% hoger dan het Vlaamse gemiddelde.<br />

Kansen geven aan nieuwe initiatieven gebaseerd op actuele tendensen n.a.v. het aanbod van diverse partners<br />

die werken rond preventieve gezondheidszorg.<br />

5.3.1.3 Acties<br />

Doelstelling Subdoelstelling Actie<br />

Prioriteit 1:<br />

‘Toegang tot de <strong>be</strong>staande<br />

diensten rond lichamelijke,<br />

geestelijke gezondheid en<br />

psychosociale gezondheid<br />

verruimen’<br />

Prioriteit 2:<br />

‘Preventief werken, ook bij<br />

sociale doelgroepen, om het<br />

<strong>be</strong>houd van gezondheid<br />

(zowel lichamelijk als<br />

De <strong>be</strong>kendheid van de diensten onder<br />

mekaar verhogen.<br />

De <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij de<br />

<strong>be</strong>volking en bij de sociale doelgroepen<br />

verhogen = drempelverlagend werken<br />

(binnen het concept <strong>sociaal</strong> huis).<br />

Bestaande initiatieven en samenwerkings-<br />

verbanden verder zetten en blijven<br />

onderhouden i.s.m. CGG, Logo, provincie<br />

West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Website (*)<br />

Website &<br />

Ontmoetingshuis (**)<br />

Continueren <strong>be</strong>staande<br />

initiatieven<br />

97


geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong><br />

wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en<br />

ziekte te voorkomen’<br />

(*) Website<br />

Het <strong>sociaal</strong> isolement van kansarme<br />

groepen en alleenstaanden doorbreken en<br />

gezondheid stimuleren.<br />

Mee realiseren van de Vlaamse<br />

gezondheidsdoelstellingen in samenwerking<br />

met het LOGO en de LOGO-partners.<br />

Ontmoetingshuis<br />

Ontmoetingshuis<br />

Preventief werken rond zelfdoding Ontmoetingshuis<br />

Kans geven aan nieuwe initiatieven<br />

gebaseerd op actuele tendensen n.a.v. het<br />

aanbod van diverse partners die werken<br />

rond preventieve gezondheidszorg.<br />

Ontmoetingshuis<br />

We willen een algemene website creëren waarop alle diensten van Torhout in opgenomen zijn. Via deze website<br />

kunnen de verschillende diensten op zoek gaan naar het aanbod van anderen en vinden ze meer informatie over deze<br />

diensten.<br />

De sociale kaart van de provincie West-<strong>Vlaanderen</strong> (SOKA) <strong>be</strong>staat al en is redelijk up-to-date. We willen actief de<br />

verschillende diensten van Torhout aanbrengen zodat de informatie volledig wordt opgenomen. Iedere dienst zorgt ook<br />

voor een verwijzing naar een eigen website die zo goed mogelijk up-to-date gehouden wordt.<br />

Voorwaarde : personeel dat zich kan vrijmaken voor de coördinatie van het doorgeven van de info aan SOKA.<br />

(**) Ontmoetingshuis<br />

Het idee <strong>be</strong>staat er in om een ontmoetingsruimte te creëren voor kansarme doelgroepen, ruimte waar men terecht kan<br />

voor informatie, doorverwijzingen, ruimte waar activiteiten (die preventief werken) aangeboden worden, …<br />

De ontmoetingsruimte mag niet gezien worden als een apart circuit maar is een instap om ook deel te nemen aan<br />

<strong>be</strong>staande activiteiten/diensten.<br />

Aandachtspunten:<br />

- Locatie: in de buurt waar kansarmen wonen, <strong>be</strong>reikbaar voor iedereen, laagdrempelig (bijna letterlijk niet op een<br />

zolder kruipen), eventueel koppelen aan iets <strong>be</strong>staand (maar dan wel een neutraal initiatief, vb. de kringwinkel),<br />

permanent <strong>lokaal</strong>, …<br />

- Bereiken van mensen: we moeten het ontmoetingshuis oprichten samen met alle diensten. De verschillende<br />

diensten moeten de mensen doorverwijzen naar het ontmoetingshuis, concrete info geven, eventueel meegaan als<br />

vertrouwenspersoon, …<br />

- Aanbod in het ontmoetingshuis: kop koffie aan democratische prijs, allerhande activiteiten zodat men een reden<br />

heeft om langs te komen (vbn. televestiaire, internettoegang, mogelijkheid tot kleren wassen, …). Vanuit alle<br />

98


eleidsdomeinen kunnen activiteiten in het ontmoetingshuis geïntegreerd worden, zoals sport, cultuur, preventie,…<br />

We moeten er op letten dat dit heel laagdrempelig aangepakt wordt, bijvoor<strong>be</strong>eld eerst een <strong>be</strong>zoek aan het<br />

cultureel centrum brengen met uitleg, dan met een klein groepje naar een voorstelling gaan, … Er moet aandacht<br />

geschonken worden aan het feit dat er geen etiketten gekleefd worden op de <strong>be</strong>zoekers van het<br />

ontmoetingscentrum en deze mensen moeten ook gestimuleerd worden om hun weg te zoeken in het ‘gewone<br />

circuit’.<br />

- Samenwerking: er moet samenwerking zijn met alle diensten om mensen de weg te wijzen naar het centrum,<br />

folders met informatie van de diensten ter plaatse te leggen, gemakkelijke doorverwijzing te kunnen doen, inspelen<br />

op het <strong>be</strong>staande aanbod (geen nieuw aanbod ontwikkelen als er al een <strong>be</strong>staand aanbod is binnen <strong>be</strong>paalde<br />

diensten).<br />

Voorwaarden :<br />

- personeel voor de oprichting en coördinatie van het ontmoetingshuis<br />

- geschikte locatie<br />

- werkingsmiddelen om het aanbod aan te bieden (bronnen aanspreken binnen de Koning Boudewijnstichting,<br />

service clubs, … )<br />

5.3.2 Financiële en materiële dienstverlening<br />

5.3.2.1 Strategische doelstelling : <strong>be</strong>kendheid van de verschillende premies en tussenkomsten verhogen<br />

5.3.2.2 Operationele doelstellingen<br />

- de <strong>be</strong>kendheid van de diensten onder mekaar verhogen<br />

- de <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij de <strong>be</strong>volking en de sociale doelgroepen verhogen.<br />

5.3.2.3 Acties<br />

Doelstellingen Subdoelstellingen Acties<br />

Prioriteit 1:<br />

Bekendheid van de verschillende<br />

premies en tussenkomsten<br />

de <strong>be</strong>kendheid van de diensten<br />

onder mekaar verhogen<br />

de <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij<br />

de <strong>be</strong>volking en de sociale<br />

doelgroepen verhogen<br />

website<br />

website & ontmoetingshuis<br />

99


5.3.3 Vorming & Onderwijs<br />

5.3.3.1 Strategische doelstellingen<br />

Prioriteit 1: ‘Toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten/instellingen rond vorming & onderwijs verruimen’<br />

Prioriteit 2: ‘Stimuleren van de sociale doelgroepen om het functioneel geletterdheidniveau te verkrijgen’<br />

Prioriteit 3 : ‘Opvoedingsondersteuning bieden aan kansarme groepen’<br />

5.3.3.2 Operationele doelstellingen<br />

• De <strong>be</strong>kendheid van de diensten/instellingen onder mekaar verhogen<br />

• De <strong>be</strong>kendheid van de diensten/instellingen bij de <strong>be</strong>volking en bij de sociale doelgroepen verhogen =<br />

drempelverlagend werken (binnen het concept <strong>sociaal</strong> huis)<br />

• Drempelverlagende voorwaarden scheppen om het functioneel geletterdheidniveau te verkrijgen<br />

5.3.3.3 Acties<br />

Doelstellingen Subdoelstellingen Acties<br />

Prioriteit 1:<br />

‘Toegang tot de <strong>be</strong>staande<br />

diensten/instellingen rond<br />

vorming & onderwijs verruimen’<br />

Prioriteit 2:<br />

‘Stimuleren van de sociale<br />

doelgroepen om het functioneel<br />

geletterdheidniveau te verkrijgen<br />

Prioriteit 3:<br />

Opvoedingsondersteuning<br />

bieden aan kansarme groepen<br />

de <strong>be</strong>kendheid van de diensten<br />

onder mekaar verhogen<br />

de <strong>be</strong>kendheid van de<br />

diensten/instellingen bij de<br />

<strong>be</strong>volking en bij de sociale<br />

doelgroepen verhogen =<br />

drempelverlagend werken (binnen<br />

het concept <strong>sociaal</strong> huis).<br />

website<br />

website & ontmoetingshuis<br />

Wijzer (*)<br />

project opvoedingsondersteuning<br />

en studie<strong>be</strong>geleiding (**)<br />

100


(*) Wijzer<br />

Momenteel is er een aanbod van Wijzer in Torhout, nl. Nederlands voor anderstaligen. Dit moet zeker kunnen <strong>be</strong>houden<br />

worden en eventueel uitgebreid worden (vb. computerinitiatie, dit loopt momenteel als proefproject in enkele<br />

gemeenten).<br />

Voorwaarde : financiële middelen voor de cursussen + locatie<br />

(**) Opvoedingsondersteuning & Studie-ondersteuning aan huis<br />

Project: ‘studie-ondersteuning aan huis’ : Dit project wordt momenteel uitgewerkt in een werkgroep waarin het Vrij CLB,<br />

CLB De Klaver, de directies van de Torhoutse basisscholen, de RENO, het CAW en het OCMW deel uitmaken. Het is<br />

een project waarbij studenten drie maand studie-ondersteuning kunnen geven aan kinderen uit kansarme gezinnen.<br />

Naast de studie-ondersteuning verwijzen de studenten door naar de ankerfiguur (coördinator van het project) die verder<br />

kan doorverwijzen bij andere problemen of noden.<br />

Vanaf septem<strong>be</strong>r <strong>2008</strong> zou men hiermee willen starten.<br />

Ook rond opvoedingsondersteuning is er binnen onze regio een en ander in <strong>be</strong>weging aan het komen. Onder<br />

opvoedingsondersteuning verstaan we het geheel aan activiteiten die tot doel heb<strong>be</strong>n ouders en andere opvoeders<br />

steun te bieden bij het opvoeden van hun kinderen. Vanuit de Welzijnsraad voor de regio Brugge wordt de haalbaarheid<br />

van een “opvoedingswinkel” voor onze regio nagegaan en inmiddels (juli 2007) is er door de Vlaamse overheid een<br />

decreet goedgekeurd inzake de organisatie van de opvoedingsondersteuning. Het ligt alvast in de <strong>be</strong>doeling om de<br />

evoluties op dit vlak verder te volgen zodat tijdig kan worden ingegaan op opportuniteiten die zich voor onze <strong>stad</strong><br />

zouden voordoen.<br />

5.4 MOBILITEIT<br />

5.4.1 Strategische doelstellingen<br />

Doordat we mobiel zijn kunnen we deelnemen aan maatschappelijke activiteiten en maken we deel uit van de<br />

maatschappij.<br />

Niet op elke vervoers<strong>be</strong>hoefte volgt een verplaatsing. Voor elke verplaatsing zijn immers offers nodig zoals tijd of geld.<br />

Er <strong>be</strong>staat m.a.w een verplaatsingsweerstand. De offers die men <strong>be</strong>reid is te maken variëren naargelang het<br />

verplaatsingsmotief. Ze zijn groter bij woon/werkverplaatsingen, kleiner in vrijetijdsverkeer. Er is bovendien een verschil<br />

naargelang de <strong>sociaal</strong>-economische klasse waartoe men <strong>be</strong>hoort. Vaak zijn het net de sociale doelgroepen voor wie de<br />

verplaatsingsweerstanden te groot worden. Hierdoor kunnen zij niet deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Ze<br />

dreigen in een isolement te geraken. De algemene doelstelling van het LSB m.b.t. mobiliteit zou daarom kunnen zijn:<br />

ver<strong>be</strong>teren, optimaliseren en <strong>be</strong>taalbaar maken van de mobiliteit voor de sociale doelgroepen.<br />

Deze doelstelling zou eenvoudig gerealiseerd kunnen worden door:<br />

- de <strong>be</strong>staande mogelijkheden te optimaliseren;<br />

101


- nieuwe mogelijkheden te creëren.<br />

In realiteit is het echter niet zo simpel. Het verlagen van de offers genereert immers nieuwe verplaatsingen en nieuwe<br />

infrastructuur creëert haar eigen vraag (inductie van verkeer). Het gevolg zou enkel een toename zijn van het verkeer<br />

met alle gevolgen van dien. Daarom moet naast het optimaliseren en verder uitbouwen van de <strong>be</strong>staande<br />

mogelijkheden om mobiel te kunnen zijn ook gewerkt aan een vermindering van de noodzaak om zich te verplaatsen.<br />

Een <strong>be</strong>leid moet dus op twee peilers gesteund zijn:<br />

- werken aan de vervoers<strong>be</strong>hoefte en vervoersvraag;<br />

- werken aan het aanbod en comfort.<br />

Beide peilers vormen dan ook de basisdoelstellingen van het LSB:<br />

1) de vervoer<strong>be</strong>hoefte en vervoersvraag <strong>be</strong>perken door:<br />

- het bundelen van de activiteiten (wonen, werken of schoolgaan, winkelen, recreëren, uitgaan, … etc.);<br />

- het werken op mogelijke alternatieven (bvb. thuiswerken, cultuur aan huis, … etc.);<br />

- het aanbod aan activiteiten in eigen regio te vergroten (voorkomen van verre verplaatsingen);<br />

- … etc.<br />

2) de verplaatsingweerstand verminderen door:<br />

- te werken aan het aanbod (meer verplaatsingsmogelijkheden);<br />

- de <strong>be</strong>staande infrastructuur te ver<strong>be</strong>teren (comfort verhogen);<br />

- de ontbrekende schakels van de verschillende vervoersystemen of infrastructuur op te sporen en aan te vullen;<br />

- het aanbod (selectief) <strong>be</strong>taalbaar te maken;<br />

- … etc.<br />

Aanvullend moet geïnformeerd en gesensibiliseerd worden (mogelijkheid tot subsidie via module 15 en de<br />

samenwerkingsovereenkomst) waarbij vooral aandacht moet gaan naar de alternatieve vervoerswijzen (te voet / met de<br />

fiets of met het openbaar vervoer). Een coördinator of mobiliteitswinkel kan daarbij een <strong>be</strong>langrijke rol vervullen als<br />

aanspreekpunt, ombudsman, … etc.<br />

5.4.2 Operationele doelstellingen en acties<br />

De basisdoelstellingen moeten vertaald worden naar de verschillende doelgroepen 19 van het LSB: jongeren, (jonge)<br />

gezinnen, <strong>be</strong>jaarden, werklozen, kansarmen, minder validen, vreemdelingen, … etc.<br />

Concrete acties formuleren gericht naar vreemdelingen blijkt moeilijk. Enerzijds is onvoldoende geweten over hoeveel<br />

vreemdelingen het precies gaat en wat hun specifieke noden zijn. Zijn zij werkloos, heb<strong>be</strong>n zij een inkomen, wat zijn hun<br />

19 Een aantal van de doelgroepen kunnen elkaar overlappen<br />

102


dagelijkse activiteiten, … etc. Anderzijds is niet geweten of zij ü<strong>be</strong>rhaupt een mobiliteitsprobleem heb<strong>be</strong>n (waarschijnlijk<br />

wel). Deze vragen blijven voorlopig on<strong>be</strong>antwoord.<br />

Volgende mogelijke acties worden voorgesteld:<br />

Nr.<br />

Doelstelling<br />

Basis-<br />

Doelstelling<br />

1. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

2. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

3. Vervoersvraag en <strong>–</strong><br />

<strong>be</strong>hoefte <strong>be</strong>perken<br />

4. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

5. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

6. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

7. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

8. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

9 Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

Sub-<br />

doelstelling<br />

Werken op<br />

alternatieven<br />

Ver<strong>be</strong>teren<br />

infrastructuur<br />

werken op<br />

alternatieven<br />

Ver<strong>be</strong>teren<br />

infrastructuur<br />

Ver<strong>be</strong>teren<br />

infrastructuur<br />

Ver<strong>be</strong>teren<br />

infrastructuur<br />

Uitbreiden van<br />

het aanbod<br />

Aanbod selectief<br />

<strong>be</strong>taalbaar<br />

maken<br />

Verminderen<br />

onveiligheids-<br />

gevoel <br />

Doel-<br />

groep(en)<br />

Jongeren m.b<br />

school-<br />

gaande jeugd<br />

Jongeren m.b<br />

school-<br />

gaande jeugd<br />

Actie<br />

Officialiseren<br />

alternatieve<br />

fietsroutes<br />

Torhout Oost:<br />

<strong>be</strong>wegwijzeren<br />

Officialiseren<br />

alternatieve<br />

fietsroutes<br />

Torhout Oost:<br />

aanleg<br />

ontbrekende<br />

infrastructuur<br />

Alle Omgeving<br />

Minder<br />

validen<br />

Minder<br />

validen<br />

Minder<br />

validen<br />

Werklozen en<br />

kansarmen<br />

Werklozen en<br />

kansarmen<br />

fietsvriende-<br />

lijker maken<br />

Obstakelvrije<br />

voetpaden<br />

Aangepaste<br />

stoepranden<br />

Veilige<br />

oversteek-<br />

plaatsen<br />

Uitbreiden<br />

<strong>be</strong>lbus<br />

Systeem derde<br />

<strong>be</strong>taler<br />

Ouderen Verkeers-<br />

educatie<br />

Ver-<br />

antwoorde-<br />

lijke<br />

Part-<br />

ner(s)<br />

Stad Torhout n.v.t.<br />

Stad Torhout n.v.t.<br />

Stad Torhout n.v.t.<br />

Stad Torhout n.v.t.<br />

Stad Torhout n.v.t.<br />

Stad Torhout n.v.t.<br />

VVM De Lijn Stad<br />

Torhout<br />

Stad Torhout VVM De<br />

Lijn<br />

Stad Torhout Lokale<br />

politie<br />

103


10. Verplaatsings-<br />

weerstand verminderen<br />

11. Vervoersvraag en <strong>–</strong><br />

<strong>be</strong>hoefte <strong>be</strong>perken<br />

Verhogen<br />

comfort<br />

Informeren en<br />

sensibiliseren<br />

Ouderen<br />

Minder<br />

validen<br />

Toelichting bij het éénloketsysteem - mobiliteitswinkel<br />

Hoffelijk-<br />

heidskaart<br />

Alle 1-loket<br />

systeem:<br />

oprichten<br />

mobiliteits-<br />

winkel<br />

Stad Torhout OCMW<br />

Stad Torhout Alle<br />

De coördinatie van de <strong>be</strong>staande en nog te ontwikkelen initiatieven is aangewezen. Daartoe zou een lokale coördinator<br />

kunnen aangesteld worden die opereert vanuit een mobiliteitswinkel (cf. woonwinkel). De coördinator coördineert, kan<br />

zelf initiatieven nemen, en heeft een doorverwijs- en ombudsfunctie.<br />

De mobiliteitswinkel fungeert tevens als infobalie en meldpunt. Derden (gebruikers) kunnen tekorten aan de<br />

infrastructuur of noodzakelijke herstellingen via de coördinator melden die in dat geval als ombudsman optreedt en de<br />

planning en uitvoering van de herstellingswerken opvolgt. Het systeem kan perfect werken op voorwaarde dat tussen de<br />

verschillende diensten afspraken worden gemaakt opdat de herstellingswerken binnen een redelijke termijn worden<br />

uitgevoerd.<br />

Een mobiliteitswinkel zou een centrale plaats moeten zijn waar omtrent mobiliteit en mobiel zijn informatie wordt<br />

verstrekt en diensten worden aangeboden. Een ideale locatie om dergelijke winkel onder te brengen is de<br />

stationsomgeving.<br />

Zo zou het o.m de <strong>be</strong>doeling zijn dat in de mobiliteitswinkel bvb. tickets en abonnementen voor (trein en) bus<br />

aangekocht kunnen worden, maar dat de burger er tevens informatie kan vinden over parkeren in Torhout, er een<br />

parkeerkaart kan kopen, … etc. Men moet er ook terecht kunnen met klachten over het gevoerde mobiliteits<strong>be</strong>leid, de<br />

infrastructuur, … etc. en er een antwoord kunnen krijgen op vragen (ombudsdienst). Het moet m.a.w een plaats zijn<br />

waar burger en overheid elkaar kunnen vinden.<br />

Aangezien de meeste taken m.b.t. mobiliteit en verkeer de verantwoordelijkheid zijn van de gemeente is het logisch dat<br />

een mobiliteitswinkel zal ressorteren onder de <strong>stad</strong>.<br />

104


5.5 VRIJE TIJDSBELEID<br />

5.5.1 Het Cultuurpunt<br />

5.5.1.1 Strategische doelstelling 1 : de <strong>stad</strong> werkt verder aan een leervriendelijk <strong>be</strong>leid met een maximale<br />

deelname aan en interesse voor het <strong>be</strong>staande aanbod.<br />

De <strong>stad</strong> investeerde heel wat in infrastructuur, niet in het minst voor het onderwijs. De <strong>stad</strong> wil van “leren” een<br />

basisgegeven voor iedereen maken. Een verhoogde cultuurcompetentie is een <strong>be</strong>langrijk onderdeel van het<br />

cultuurverhaal.<br />

5.5.1.2 Operationele doelstellingen (1)<br />

⇒ Alle inwoners moeten op de hoogte zijn van het aanbod<br />

Een eenvoudige en klare communicatie is de boodschap. Er worden inspanningen geleverd om de <strong>be</strong>staande<br />

informatiekloof te verkleinen, dit ook voor speciale doelgroepen (allochtonen, kansarmen,..) Voor de bibliotheek is er hier<br />

een <strong>be</strong>langrijke taak weggelegd (zie doelstellingen <strong>be</strong>leidsdomeinen, info en kennis en educatie).<br />

⇒ Fysieke en financiële drempels moeten weggewerkt worden<br />

Alle infrastructuur dient gescreend te worden. Dit wordt ook gekoppeld aan de initiatieven van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />

<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> waar het wegwerken van drempels een <strong>be</strong>langrijke klemtoon is. Opvallende<br />

infrastructuur is momenteel het Stadsarchief dat naar toegankelijkheid toe erg laag scoort.<br />

⇒ Er wordt ook heel wat ingezet op educatie binnen de verschillende <strong>be</strong>leidsdomeinen.<br />

Zowel het CC, de bibliotheek, het Cultuurpunt, de kinderboerderij als verschillende andere <strong>stad</strong>sdiensten werken op een<br />

brede basis aan deze verdieping en ondersteuning.<br />

⇒ De ontwikkeling en het proces naar een volwaardige vorm van deeltijds kunstonderwijs is een essentieel<br />

gegeven voor deze <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning.<br />

de overgang naar een volwaardige DKO- instelling is een uitermate <strong>be</strong>langrijke strategische investering.<br />

<strong>be</strong>staande initiatieven met een basis binnen de <strong>stad</strong> (als TIC en Minnestreel) dienen vanuit een veranderend<br />

werkveld geheroriënteerd te worden. Dit zal resulteren in convenanten waarin de operationele werking wordt<br />

vastgelegd voor deze <strong>be</strong>leidsperiode.<br />

5.5.1.3 Strategische doelstelling 2 : Netwerken en mensen worden aangespoord om mee te gaan in het verhaal<br />

en het aanbod: het proces wordt <strong>be</strong>langrijk.<br />

De <strong>stad</strong> investeerde ruim in het aanbod van Cultuur in de <strong>stad</strong>: een <strong>be</strong>langrijke rol is tijdens de volgende <strong>be</strong>leidsperiode<br />

weggelegd voor processen die het <strong>sociaal</strong> weefsel gaan versterken. Gemeenschapsvorming is en blijft het uitgangspunt.<br />

De rol van het cultuur<strong>be</strong>leid ligt erin de gemeenschappen, groepen, verenigingen,.. die aanwezig zijn in de <strong>stad</strong>, te<br />

105


verbinden en te versterken. Er is een <strong>be</strong>langrijke rol weggelegd voor de wijken: deze worden uitdrukkelijk meegenomen<br />

in het algemene verhaal. Er wordt altijd vertrokken vanuit een subsidiair denken: de complementariteit wordt zorgvuldig<br />

afgewogen.<br />

5.5.1.4 Operationele doelstellingen (2)<br />

⇒ Publieksvergroting en publieksmaximalisering<br />

Het continueren van zowel aanbod als <strong>be</strong>langstelling is een elementair gegeven. Ook daarin zullen keuzes gemaakt<br />

moeten worden: niet alles kan aangeboden worden. Méér mensen <strong>be</strong>trekken <strong>be</strong>tekent ook méér gemeenschap. Deze<br />

groter wordende gemeenschap zou zich ook meer moeten engageren voor het publieke debat.<br />

brede initiatieven zoals Ontbijt <strong>–</strong>op <strong>–</strong>de - Markt, Leve Torhout, Schaamrood, Gedichtendag blijven uitbouwen<br />

het Marktproject ‘Zuurstof voor de Markt’ als gemeenschapsvormend project<br />

deelname aan nationale acties zoals OMD, Erfgoeddag, Dag van het park, Week van de Smaak …<br />

⇒ Andere mensen en andere groepen zouden <strong>be</strong>reikt moeten worden:<br />

De nadruk ligt ondermeer op moeilijk te <strong>be</strong>reiken doelgroepen, de participatieverdieping en kwaliteitszorg versterken<br />

bovenstaande doelstellingen. Ook leeftijdsgroepen komen voor in het verhaal: kinderen en jongeren, medioren,<br />

senioren,..<br />

⇒ Alle mogelijke acties worden ondernomen om gemeenschappen, groepen, verenigingen,… verder te<br />

ondersteunen.<br />

Naast de acties in het Cultuurcentrum en de bibliotheek gaat dit over financiële, infrastructurele en logistieke<br />

ondersteuning. Belangrijk is dat er pro <strong>–</strong>actief gedacht wordt aan <strong>be</strong>langrijke infrastructuurvraagstukken.<br />

ondersteuning voor repetitie- en werkruimten: hier is het pleidooi voor ruimte voor amateurkunsten erg<br />

essentieel en te <strong>be</strong>kijken op korte termijn<br />

blijvende uitbouw en vernieuwing/investering van/voor de uitleendienst<br />

nieuw subsidiereglement financiële subsidies …, doorlichting projectsubsidies<br />

⇒ Binnen de <strong>be</strong>leidsvisie wordt er ruimte gezocht om de participatie op en van de wijken te verhogen,<br />

de culturele impact te verhogen, knelpuntwijken aan te pakken en locaties te <strong>be</strong>kijken.<br />

Dit kan zeker ook samengaan met andere domeinen: ook hier kan een geïntegreerde werking nieuwe mogelijkheden<br />

scheppen.<br />

⇒ Alle samenwerking tussen verenigingen is van groot <strong>be</strong>lang: middelen én communicatie moeten<br />

aangestuurd en uitgewerkt worden om dit te <strong>be</strong>vorderen<br />

106


5.5.2 Het Cultuurcentrum de Brouckère<br />

5.5.2.1 Strategische doelstelling 1 : het Cultuurcentrum de Brouckere waarborgt een breed, eigentijds en<br />

kwaliteitsvol cultuurspreidingsaanbod gericht op de Torhoutse <strong>be</strong>volking en de ruime regio.<br />

Het eigen kunstaanbod wordt gerealiseerd op maat van de <strong>stad</strong> en verzorgingsgebied, binnen het niveau van minstens<br />

een cultuurcentrum categorie C.<br />

5.5.2.2 Operationele doelstellingen (1)<br />

⇒ Per seizoen wordt een podiumkunstenaanbod ontwikkeld en dit op vlak van theater, muziek, humor, dans met<br />

evenwicht tussen gevestigde waarden en vernieuwing. Het CC profileert zich op vlak van theater, muziek<br />

(kleinkunst/folk) en humor.<br />

⇒ Per seizoen wordt een actueel en kwaliteitsvol filmaanbod ontwikkeld, dit in afstemming met andere aanbieders<br />

zoals het FUF-circuit.<br />

⇒ Het realiseren van een gediversifieerd en kwaliteitsvol aanbod schoolprogrammering. Het cultuurcentrum wil op dit<br />

segment zijn regionale functie uitwerken met aandacht voor alle netten binnen het gegeven van Torhout als<br />

onderwijs<strong>stad</strong> voor <strong>stad</strong> en regio.<br />

⇒ Kleuter- en basisonderwijs: programmering met aandacht voor diversiteit in het aanbod en voor een evenwicht<br />

tussen vaste waarden en vernieuwing, alsook focus op een goed contact met de scholen.<br />

⇒ Secundair onderwijs: programmering ontwikkelen, met aandacht voor verder onderzoek van de <strong>be</strong>hoeften van het<br />

secundair onderwijs, met bijzondere klemtoon op het <strong>be</strong>roeps- en technisch onderwijs, aandacht voor een goed<br />

contact met de scholen. Daarnaast is er blijvende aandacht voor de participatie aan de schoolprogrammering door<br />

mensen met een handicap, alsook voor de educatieve omkadering van de schoolprogrammering.<br />

⇒ Familievoorstellingen : het cultuurcentrum is zich <strong>be</strong>wust van de <strong>be</strong>langrijke rol van familievoorstellingen als bijdrage<br />

tot cultuurspreiding en het verhogen van de culturele competentie en wil blijven werken aan de publieksopbouw<br />

voor deze doelgroep. Concreet: realiseren van een kwalitatieve programmering voor families en blijvende aandacht<br />

voor de publieksopbouw.<br />

⇒ Binnen <strong>be</strong>eldende kunsten streven we naar een eigen tentoonstellingsaanbod met bijzondere aandacht voor<br />

erfgoed, jonge en actuele kunstenaars, <strong>be</strong>zig in alle vormen van hedendaagse kunstdisciplines<br />

5.5.2.3 Strategische doelstelling 2 : Het Cultuurcentrum de Brouckère werkt aan gemeenschapsvorming, -<br />

opbouw en versterking en draagt zo bij tot een grotere samenhang van de lokale gemeenschap.<br />

Het versterken en vernieuwen van het <strong>sociaal</strong> weefsel en de groepsvorming draagt bij tot een democratische, solidaire,<br />

open en cultureel diverse samenleving.<br />

107


5.5.2.4 Operationele doelstellingen (2)<br />

⇒ Cultuurcentrum de Brouckere voert een actief ondersteunings<strong>be</strong>leid voor verenigingen en andere actoren. Concreet<br />

wordt dit gerealiseerd door verder te blijven investeren in technische en logistieke ondersteuning, alsook het ter<br />

<strong>be</strong>schikking stellen van de goed uitgeruste infrastructuur aan democratische prijzen.<br />

⇒ Het cultuurcentrum zal initiatieven nemen om het lokale weefsel te versterken via geïntegreerde artistieke projecten<br />

die samen met derden worden opgezet.<br />

⇒ Het cultuurcentrum zal samenwerken met andere <strong>stad</strong>sdiensten met het oog op een integraal en geïntegreerd<br />

cultuur<strong>be</strong>leid.<br />

⇒ Het cultuurcentrum programmeert ook buiten de eigen infrastructuur en verhoogt zijn aanwezigheid in de <strong>stad</strong> en de<br />

verschillende wijken. De extra muroswerking in de wijken, indien gewenst, zal worden geënt op een onderzoek naar<br />

de <strong>be</strong>hoeften in de verschillende wijken.<br />

5.5.2.5 Strategische doelstelling 3 : Het Cultuurcentrum de Brouckère werkt aan de verhoging en verbreding<br />

van de cultuurparticipatie om een zo ruim en divers mogelijk publiek te <strong>be</strong>reiken.<br />

5.5.2.6 Operationele doelstellingen (3)<br />

⇒ Het cultuurcentrum voert een actieve publiekswerving om een zo groot mogelijk geïnteresseerd publiek aan te<br />

spreken. Een doelmatig en hedendaags publieks<strong>be</strong>leid wordt hiertoe ingezet, met aandacht voor<br />

publieksonderzoek, promotievoering en prijzen<strong>be</strong>leid.<br />

⇒ Het cultuurcentrum voert een actieve publiekswerking om mensen toe te leiden naar het cultuuraanbod en de<br />

cultuurcompetentie te verhogen. Passende publieks<strong>be</strong>geleiding (toeleidings-, omkaderingsactiviteiten en duiding)<br />

maken het mogelijk te werken aan een verdieping van de cultuur<strong>be</strong>leving. Daarnaast is er een grote aandacht voor<br />

toegankelijkheid, zodat mensen het cultuurcentrum als cultuur(t)huis ervaren.<br />

⇒ Het cultuurcentrum werkt aan de verhoging van de cultuurcompetentie en wil mensen kansen geven tot levenslang<br />

leren door het verder ontwikkelen van een eigen educatief aanbod, in samenwerking met huidige en toekomstige<br />

partners/vormingsinstellingen in de <strong>stad</strong>. De komst van de Academie zal een herschikking inhouden van de<br />

overeenkomsten met de huidige partners TIC en Minnestreel.<br />

⇒ Het CC voert een actief doelgroepen<strong>be</strong>leid naar families, jongeren, senioren en maatschappelijk kwetsbare<br />

groepen.<br />

5.5.3 De Stadsbibliotheek<br />

Deze doelstellingen situeren zich binnen 5 <strong>be</strong>leidsdomeinen: Info en Kennis, Educatie, Ontspanning, Cultuurparticipatie<br />

en Ontmoeting<br />

108


5.5.3.1 Strategische doelstelling 1 : op vlak van ‘Info en kennis’ wil de bib het informatieaanbod vergroten en de<br />

informatiekloof verkleinen<br />

Operationele doelstelling (1) : de burger <strong>be</strong>wustmaken dat hij/zij dezelfde kansen op informatie heeft, ongeacht waar<br />

hij/zij woont én de digitale informatie voor iedereen toegankelijk maken<br />

Beleidsinstrumenten hiertoe zijn ondermeer:<br />

• uitbreiden, up-to-date houden en promoten van de collecties<br />

• verder doorverwijzen naar andere (bibliotheek)voorzieningen indien materialen niet uit de eigen collectie<br />

verstrekt kunnen worden.<br />

• het IBL verder uitbouwen en promoten.<br />

• collectieafspraken, waarbij in het kader van het streekgericht bibliotheek<strong>be</strong>leid, elke deelnemende bibliotheek<br />

zich toelegt op <strong>be</strong>paalde accentrubrieken binnen het segment non-fictie<br />

• promoten en up-to-date houden van overheidsinfo in samenwerking met de stedelijke informatiedienst.<br />

• zoeken naar mogelijkheden om de verst afgelegen wijken te sensibiliseren<br />

• het bieden van hulp en advies aan gebruikers bij bibliotheek- en informatiegebruik.<br />

• als bibliotheek actief toegang bieden tot zoveel mogelijk gegevens<strong>be</strong>standen zodat informatie ter <strong>be</strong>schikking<br />

komt die anders niet <strong>be</strong>reikbaar is voor grote categorieën van de <strong>be</strong>volking (Mediargus, Vlacc II, VubisSmart,<br />

muzieksites…)<br />

• verder promoten van het gratis gebruik van internet.<br />

• verdere aandacht voor het onthaal van nieuwe gebruikers (korte introductie/rondleiding)<br />

5.5.3.2 Strategische doelstelling 2 : Binnen het domein ‘Educatie’ <strong>be</strong>oogt de bib dat levenslang leren een<br />

tweede natuur moet worden voor steeds meer mensen.<br />

Operationele doelstellingen (2) :<br />

• de burger <strong>be</strong>wustmaken dat men na het schoolverlaten/afstuderen continu moet blijven leren om zich<br />

maatschappelijk, economisch en persoonlijk te ontplooien en een actieve rol te kunnen blijven spelen in de<br />

samenleving.<br />

• Elke burger <strong>be</strong>wustmaken dat hij/zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en ondersteuning bij de<br />

eigen levenslange leerprocessen.<br />

• Meer 50-plussers <strong>be</strong>wustmaken dat zij tot op zeer hoge leeftijd kunnen leren.<br />

Aangewende <strong>be</strong>leidsinstrumenten zijn:<br />

• samenwerking met lokale verenigingen of organisaties.<br />

• nauwere samenwerking met het secundair onderwijs om de bibliotheek te promoten bij de leerlingen.<br />

• verdere samenwerking met het cultureel centrum bij het zoeken naar activiteiten voor 50- plussers.<br />

109


• aangepaste bibliotheekintroducties voor de diverse doelgroepen (klassen, senioren, verenigingen,…).<br />

• verdere aandacht voor het onthaal van nieuwe gebruikers (korte introductie).<br />

• uitbreiden, up-to-date houden en promoten van de collecties (actuele themastanden,…)<br />

• marketing en promotie van de bibliotheek zelf.<br />

5.5.3.3 Strategische doelstelling 3 : niet in het minst wil de bibliotheek ook de ontspanningsfunctie van de<br />

burger <strong>be</strong>hartigen<br />

Operationele doelstelling (3) : de bib komt met haar collecties tegemoet aan de ontspannings<strong>be</strong>hoefte van de<br />

burger.<br />

Dit kan gerealiseerd worden door volgende <strong>be</strong>leidsinstrumenten<br />

• vraaggerichte uitbouw van de collectie door aankoopsuggesties, resultaten gebruikersonderzoek,…<br />

• presentatie collectie via themastanden, weetjesbord literatuur, top-10 lijsten,…<br />

• voordrachten, uitbreidingsactiviteiten,…<br />

5.5.3.4 Strategische doelstelling 4 : wat <strong>be</strong>treft cultuurparticipatie wil de bibliotheek meer burgers laten<br />

participeren aan cultuur.<br />

Operationele doelstellingen (4)<br />

• de burgers goed te informeren omtrent het cultuuraanbod van de eigen gemeente<br />

• elke burger <strong>be</strong>wust te maken dat hij/zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en ondersteuning bij<br />

de eigen cultuurparticipatie (cfr. alg <strong>be</strong>leidsdoelstellingen)<br />

Een aantal <strong>be</strong>leidsinstrumenten hiertoe zijn:<br />

• het promoten van het cultureel aanbod in de eigen gemeente<br />

• samenwerken met andere actoren uit de culturele sector en met de <strong>be</strong>leidscoördinator om een integraal<br />

cultuur<strong>be</strong>leid te realiseren (bv organiseren van laagdrempelige activiteiten, kleinschalige tentoonstellingen,…)<br />

• verdere deelname aan <strong>be</strong>staande (jeugdboekenweek, bibliotheekweek, Kinder- en Jeugdjury,…) en nieuwe<br />

regionale en landelijke initiatieven<br />

• zorg te dragen voor het eigen cultureel en literair erfgoed (geschiedenis Torhout, klassiekers uit de Vlaamse<br />

literatuur,…)<br />

• marketing en promotie van de bibliotheek zelf<br />

5.5.3.5. Strategische doelstelling 5 : op vlak van ontmoeting wil ze ontmoetingen en contacten tussen de<br />

burgers <strong>be</strong>vorderen<br />

Operationele doelstelling (5)<br />

110


• de bibliotheek moet nog meer een open huis worden waar mensen in en uit kunnen lopen en de nodige<br />

infrastructuur vinden om elkaar te ontmoeten<br />

Volgende <strong>be</strong>leidsinstrumenten worden hiervoor aangewend<br />

• <strong>be</strong>ter inrichten van een gezellig praathoekje in de bibliotheek<br />

• <strong>be</strong>houd van verruimde klantvriendelijke openingsuren<br />

• uitleenbaar maken en uitbreiding van de tijdschriftencollectie<br />

• onderhoud van de leestuin als aangename ontmoetingsruimte met aanbieden mogelijkheid tot spelen<br />

gezelschapsspellen aan tafeltjes<br />

5.5.4 De Jeugddienst<br />

5.5.4.1 Strategische doelstelling : <strong>be</strong>vorderen van toegankelijkheid en diversiteit van het jeugdwerk<br />

Elk kind, elke jongere heeft rechtop vrije tijd en kansen om die in te vullen. Binnen die vrijetijds<strong>be</strong>steding speelt het<br />

jeugdwerk een grote rol. (1 op 3 van de 6-18 jarigen is lid van een jeugd<strong>be</strong>weging). Er moet permanent aandacht zijn<br />

voor kinderen en jongeren uit kansarme gezinnen en voor kinderen en jongeren met een handicap. In eerste instantie<br />

vinden we dat kinderen moeten kunnen aansluiten bij het reguliere jeugdwerk. In tweede instantie moeten er waar nodig<br />

doelgroepspecifieke werkingen worden uitgebouwd en/of ondersteund.<br />

5.5.4.2 Operationele doelstelling : het jeugdwerk toegankelijker maken voor kinderen en jongeren met een<br />

handicap of kinderen uit kansarme gezinnen<br />

Actie 1 : uitbouwen van de werkgroep diversiteit<br />

⇒ Doel : met de werkgroep diversiteit, opgericht in 2006, blijven kijken hoe we de toegankelijkheid van het jeugdwerk<br />

kunnen ver<strong>be</strong>teren met <strong>be</strong>staande en nieuwe initiatieven.<br />

⇒ Doelgroep: samenstellen van de werkgroep met jongeren en deskundigen.<br />

Actie 2 : gratis ter <strong>be</strong>schikking stellen van kamppakketten (voor kinderen uit kansarme gezinnen)<br />

⇒ Doel: het drukken van de kampkost voor maatschappelijk kwetsbaarden door het ontlenen van kamppakketten<br />

⇒ Doelgroep: alle kinderen en jongeren, in het bijzonder die uit kansarme gezinnen. Om niet stigmatiserend te<br />

werken, kan iedereen de pakketten gratis ontlenen.<br />

⇒ Modaliteiten : samenstellen van kamppakketen (rugzak, slaapzak, handdoeken,…) en afspraken maken met CAW<br />

i.v.m. de ontleningen. Initiatief promoten bij de doelgroep.<br />

Actie 3: Het organiseren/ondersteunen van vormende activiteiten die de toegankelijkheid van het jeugdwerk<br />

ver<strong>be</strong>teren.<br />

⇒ Doel: leiding en monitoren via vorming doen nadenken over toegankelijkheid van het jeugdwerk.<br />

⇒ Doelgroep: leiding van de Torhoutse jeugdverenigingen en monitoren van het speelplein.<br />

111


⇒ Modaliteiten: op zoek gaan naar goede vorming (bijv. bij Oranje of Uit de marge) die ons jeugdwerk kan doen<br />

nadenken over toegankelijkheid van het jeugdwerk. Bijv. spelen aanpassen aan kinderen met een handicap,<br />

omgaan met grensoverschrijdend gedrag…<br />

Actie 4 : uitbreiden van het verminderd tarief voor deelname aan het jeugdwerk<br />

⇒ Doel financiële drempel verlagen om kinderen uit kansarme gezinnen te kunnen laten deelnemen aan het<br />

jeugdwerk<br />

⇒ Doelgroep: kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.<br />

⇒ Modaliteiten: mensen met een laag inkomen (selectie door OCMW en CAW) krijgen een pas waarmee ze<br />

gedurende een jaar minder <strong>be</strong>talen voor deelname aan het jeugdwerk. De korting vergroten van 50 naar 75% en<br />

open trekken naar sport- en cultuuractiviteiten in de sport- en cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen. Verdere promotie van dit<br />

initiatief via sociale diensten en groepsleiding.<br />

Actie 5: subsidiëren van de intergemeentelijke kampen met kansarmen.<br />

⇒ Doel: kansarmen de mogelijkheid geven om in de zomervakantie op kamp te gaan<br />

⇒ Doelgroep : verenigingen die dergelijk kamp organiseren (ook intergemeentelijk).<br />

⇒ Verdeling en formaliteiten: De organisator moet door een Torhoutse jeugdvereniging, aangesloten bij de Stedelijke<br />

Jeugdraad, voorgedragen worden om in aanmerking te komen voor subsidie. Het reglement wordt aangepast zodat<br />

het de vereniging die de organisator voordragen wel een jeugdvereniging moet zijn, maar geen lid moet zijn van<br />

jeugdraad. Bovendien is een advies van een sociale dienst (OCMW, CAW De Viersprong, Comité Bijzondere<br />

Jeugdzorg) noodzakelijk wat <strong>be</strong>treft de selectie van de deelnemers. Per ‘kansarme’ jongere en per nacht wordt een<br />

subsidie van 15 euro toegekend.<br />

Actie 6 : bijzondere aandacht in het jeugdwerk voor kinderen met een handicap<br />

⇒ Doel: kinderen met een handicap laten deelnemen aan het jeugdwerk en verenigingen daar financieel voor<br />

steunen.<br />

⇒ Doelgroep: Torhoutse jeugd<strong>be</strong>wegingen (A-categorie)<br />

⇒ Verdeling en formaliteiten: verenigingen moeten aantonen dat een kind met een handicap lid is van hun<br />

verenigingen. Ze krijgen hiervoor een extra subsidie van 25 euro.<br />

5.5.5 De Sportdienst<br />

5.5.5.1 Anders georganiseerde sporten<br />

Naast de sportverenigingen zijn een aantal andere actoren die sport<strong>be</strong>oefening in onze samenleving aanbieden,<br />

organiseren, mogelijk maken. We onderscheiden 4 grote groepen: de buurtsporten, de schoolsportinitiatieven, de eigen<br />

sportpromotionele activiteiten en de private sector.<br />

Met de organisatoren van buurtsporten en de sporten georganiseerd door de private sector was tot nu toe geen<br />

structurele samenwerking. Nochtans is dit segment van de sportmarkt steeds meer aan <strong>be</strong>lang aan het winnen. In de<br />

112


afgelopen zes jaar kwamen verschillende actoren op de markt die ondertussen uitgroeiden tot gevestigde waarden met<br />

een uitgebreid klanten<strong>be</strong>stand. Uit overleg met afgevaardigden uit de private sector bleek dat er nood is aan extra<br />

promotie; <strong>be</strong>zetting van accommodaties op kalmere momenten en<br />

Het idee, dat onze <strong>stad</strong> zich wil inzetten tegen de verzuring van de maatschappij door het contact tussen mensen en<br />

buurten en wijken te stimuleren, biedt buurtsportorganisaties enorme kansen. Buurt-, wijk- en andere organisatiecomités<br />

die zelf met initiatieven op de proppen komen moeten op maximale ondersteuning van het <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur kunnen<br />

genieten. De aanstelling van een schepen van wijkgezelligheid moet voor de vrije tijdssector deuren openen om de<br />

diverse wijk- en buurtverantwoordelijken gemakkelijker te kunnen <strong>be</strong>reiken.<br />

Strategische doelstelling 1 : Buurtsporten: de <strong>stad</strong> wil het sporten in diverse wijken en buurten ondersteunen<br />

en <strong>be</strong>vorderen.<br />

Het sporten op wijken en in buurten verlaagt de drempel tot sport<strong>be</strong>oefening, verhoogt de sociale integratie waardoor via<br />

het sporten een hechtere gemeenschap gevormd wordt.<br />

Operationele doelstellingen<br />

• Met afgevaardigden van wijkcomités en organisatoren voor buurtsportactiviteiten wordt een commissie<br />

gevormd binnen de schoot van de sportraad. Hier kunnen specifieke noden en wensen van deze groep<br />

<strong>be</strong>sproken worden en kan het bieden van ondersteuning in gezamenlijk overleg uitgewerkt worden. We streven<br />

naar een integrale aanpak binnen de koepel vrije tijd van de <strong>stad</strong>.<br />

• Op basis van vastgestelde noden investeert de <strong>stad</strong> in materiaal waarop de organisatiecomités kunnen<br />

terugvallen voor de realisatie van hun buurtsportactiviteiten. De sportraad heeft hierin een adviserende functie.<br />

Strategische doelstelling 2: Naschoolse schoolsportinitiatieven aanmoedigen.<br />

Schoolsport vormt een essentiële peiler in het aanzetten van kinderen en jongeren tot <strong>be</strong>wegen en sport<strong>be</strong>oefening. De<br />

<strong>stad</strong> wil schoolsport<strong>be</strong>oefening alle kansen bieden door als bruggenbouwer, coördinator, ondersteuner en subsidiair als<br />

initiatiefnemer tussen school, FOLLO leerkracht en het sportverenigingsleven op te treden.<br />

Operationele doelstellingen (2)<br />

• Torhoutse scholen en de stichting Vlaamse schoolsport kunnen gebruik maken van de stedelijke<br />

sportaccommodaties aan Torhouts tarief<br />

• Leerkrachten LO worden geïnformeerd en aangemoedigd om met hun leerlingen deel te nemen aan<br />

naschoolse sportinitiatieven<br />

• Het halfjaarlijks overleg met de schoolsportafgevaardigden wordt aantrekkelijker gemaakt door middel van<br />

verschillende stimulansen<br />

• De scholen kunnen rekenen op ondersteuning van de sportdienst voor het leggen van contacten met sportclubs<br />

of andere sportinstanties i.f.v. hun schoolsportinitiatieven<br />

• Na overleg met de sector uitleen van sportmaterialen voor schoolsport uitwerken<br />

113


Strategische doelstelling 3 : Stedelijke sportpromotie-initiatieven.<br />

Aanvullend op het clubinitiatief, schoolsport, buurtsport en initiatieven uit de private sector ontwikkelt de <strong>stad</strong> eigen<br />

initiatieven in nauw overleg met de sportraad om mensen aan te zetten tot sport<strong>be</strong>oefening met het doel mensen op<br />

permanente basis te laten sporten in synergie met de clubs.<br />

Operationele doelstellingen (3)<br />

• Kinderen en jongeren kunnen tijdens elke schoolvakantie deelnemen aan minstens één activiteit met een<br />

aantrekkelijk en aan hun leeftijd aangepast programma.<br />

• De stedelijke sportdienst biedt jaarlijks voor elke leeftijdsgroep minstens één lessenreeks van 10 lessen. De<br />

participatie aan deze initiatieven zal in de loop van de legislatuur jaarlijks met 5% toenemen<br />

• De sportdienst legt het accent niet op het organiseren maar treedt wel op als promotor, medewerker in<br />

evenementen van overkoepelende organen zoals IGOS, Bloso, Provinciale sportdienst, Stichting Vlaamse<br />

Schoolsport, ISB, koepel vrije tijd van de <strong>stad</strong>, om zo, via verenigde krachten tot aantrekkelijke activiteiten voor<br />

de inwoners te komen.<br />

• Wanneer nieuwe trends ontstaan in het sportlandschap treedt de sportdienst op als promotor door initiaties te<br />

organiseren of initiatieven <strong>be</strong>kend te maken en of waar mogelijk infrastructuur en materiaal te voorzien.<br />

• Inwoners worden aangemoedigd om deel te nemen aan zoveel mogelijk Torhoutse organisaties<br />

• Het personeel van de <strong>stad</strong> wordt aangemoedigd tot sportparticipatie. Bij elk initiatief is er aandacht voor<br />

participatie door het personeel van de <strong>stad</strong>. Er wordt in samenwerking met de personeelsdienst een structuur<br />

opgezet om initiatieven bij het <strong>stad</strong>spersoneel te promoten. Aanvullend zal ook jaarlijks minstens één sportief<br />

initiatief specifiek voor deze doelgroep georganiseerd worden.<br />

• Het inschrijf- en registratiesysteem wordt gemoderniseerd. Tegen 2010 kunnen deelnemers zich online<br />

inschrijven voor elke activiteit die door de sportdienst wordt aangeboden. Bovendien wordt het ICT ge<strong>be</strong>uren<br />

verder uitgewerkt en ingepast in de vernieuwde huisstijl van de <strong>stad</strong>.<br />

• Ontwikkeling van een Torhoutse zwemschool: kinderen kunnen in Torhout in een vernieuwd systeem waarbij<br />

redders, zwemclub en gezinsbond samenwerken, genieten van watergewenning tot specialisatie in het<br />

zwemmen.<br />

Strategische doelstelling 4 : De <strong>stad</strong> wil door samenwerking met het commerciële initiatief goedkopere<br />

kennismakingsreeksen organiseren met aandacht voor kwaliteit en <strong>be</strong>taalbaarheid. Ook kansarmen moeten de<br />

mogelijkheid krijgen om aan deze initiatieven deel te nemen.<br />

Operationele doelstellingen (4)<br />

• Er wordt binnen de schoot van de sportraad een commissie opgestart waarin overleg rond noden en<br />

mogelijkheden tot samenwerking met de sector worden <strong>be</strong>handeld.<br />

• Jaarlijks wordt met minstens twee commerciële initiatieven een samenwerking opgezet waarbij de <strong>stad</strong> deze<br />

initiatieven promoot. Inwoners kunnen in een kennismakingsreeks genieten van initiatie aan gereduceerd tarief.<br />

114


• Tegen 2010 kent het pasje <strong>sociaal</strong> tarief (zie 4.3.2. toegankelijkheid en diversiteit) ook ingang bij de<br />

verschillende private instellingen en kunnen kansarmen deelnemen aan deze initiatieven tegen 25% van de<br />

reële kostprijs.<br />

• Sportkampen van de Torhoutse private initiatieven worden mee opgenomen in de brochure van de<br />

vakantieactiviteiten van de <strong>stad</strong>. De diverse organisatoren worden samengebracht zodat de diverse kalenders<br />

op elkaar kunnen worden afgestemd. De <strong>stad</strong> organiseert alleen aanvullend en niet in concurrentie met de<br />

diverse initiatieven<br />

5.5.5.2 Toegankelijkheid en diversiteit<br />

De <strong>stad</strong> wil kansen bieden aan de mensen die het moeilijker heb<strong>be</strong>n. Daarom wil ze ook sport<strong>be</strong>oefening <strong>be</strong>vorderen en<br />

mogelijk maken voor alle inwoners, ook voor mensen voor wie de stap tot sport<strong>be</strong>oefening of deelname aan het<br />

reguliere circuit groot is. De <strong>stad</strong> wil dit doen door de infrastructuur aan te passen, drempelverlagende maatregelen te<br />

voorzien en specifieke activiteiten op te starten.<br />

Uit de schriftelijke enquête naar de Torhoutse <strong>be</strong>volking stelden we vast dat vrouwen vanaf 36 jaar en oudere personen<br />

<strong>be</strong>duidend minder goed scoren in sportparticipatie, ook mensen met een lager opleidingsniveau en mensen die in de<br />

verst gelegen wijken wonen doen <strong>be</strong>duidend minder aan sport. Wellicht ligt hier een potentieel aan mensen die we<br />

kunnen aanmoedigen om aan sport te gaan doen.<br />

De <strong>be</strong>langrijkste redenen die aangehaald worden om niet aan sport te doen zijn: geen tijd (27%) en<br />

gezondheidsredenen (17%). 12% van de mensen die niet aan sport doen <strong>be</strong>weren dat ze niemand heb<strong>be</strong>n om samen<br />

mee te sporten en 11% haalt aan dat ze niet graag sporten 4% van de respondenten <strong>be</strong>weert niet te sporten omdat<br />

zijn/haar financiële situatie dit niet toelaat en 6% <strong>be</strong>weert dat de gezinssituatie het niet mogelijk maakt om aan sport te<br />

doen. 5% Van de mensen vindt ook dat er te weinig informatie is over het sportaanbod. Slechts 1% haalt <strong>be</strong>reikbaarheid<br />

van de sportaccommodaties aan als reden voor het niet sporten.<br />

Wanneer we deze redenen van niet sport<strong>be</strong>oefening koppelen aan het geslacht, dan zien we opmerkelijke verschillen:<br />

voor vrouwen is de <strong>be</strong>langrijkste redenen van niet sporten: geen tijd (32%). Anderzijds halen zij ook <strong>be</strong>reikbaarheid en<br />

gezinssituatie meer dan mannen als reden aan om niet te sporten. Ook bij mannen is gebrek aan tijd de <strong>be</strong>langrijkste<br />

reden om niet te sporten maar in mindere mate dan bij vrouwen (20%). Mannen halen ook, meer dan vrouwen, de<br />

financiële redenen en het niet <strong>be</strong>schikbaar zijn van de gewenste sporttak in onze <strong>stad</strong> aan als oorzaak van het niet<br />

sporten.<br />

Een andere <strong>be</strong>langrijke vaststelling is dat 11%van de mensen die wel aan sport doen, maar niet in een sportclub<br />

hiervoor aanhaalt dat ze het sporten in clubverband te duur vinden.<br />

Uit overleg met een afgevaardigde van Recreas, en met verschillende afgevaardigden van Huize Tordale blijkt dat er<br />

enerzijds grote nood is aan sportinitiatieven specifiek voor mensen met een handicap, anderzijds is er ook nood aan<br />

mogelijkheden om deel te nemen en te integreren in de gewone sportclub. Integratie kan echter alleen wanneer er extra<br />

inspanningen geleverd worden door verenigingen, mits het voorzien van opgeleide trainers en voor een <strong>be</strong>perkt aantal<br />

personen. Het is <strong>be</strong>langrijk, zeker voor mensen met een mentale handicap dat de vaste <strong>be</strong>geleiders uit Tordale<br />

115


etrokken worden bij de activiteit. Voor <strong>be</strong>woners van Tordale blijkt de kostprijs van sportinitiatieven <strong>be</strong>palend te zijn<br />

voor het al of niet deelnemen. Het democratisch houden van deelnamegelden of kortingen voorzien voor deze<br />

doelgroep is zeker een aanrader. Daarnaast blijkt het voor Recreas vooral <strong>be</strong>langrijk wanneer de <strong>stad</strong> inspanningen kan<br />

leveren om materiële aanpassingen uit te voeren opdat ze hun aangepaste sport zouden kunnen uitvoeren.<br />

Strategische doelstelling 1 : De <strong>stad</strong> wil haar sportinfrastructuur toegankelijk maken voor mensen met<br />

<strong>be</strong>perkingen.<br />

Operationele doelstellingen (1):<br />

• Tegen 2009 is het zwembad toegankelijk; er wordt een studie voorzien om de toegankelijkheid en gebreken<br />

van toegankelijkheid van de sportaccommodaties in kaart te brengen<br />

• Mensen met een <strong>be</strong>perking kunnen tegen 2009 genieten van een voordeeltarief in alle stedelijke<br />

sportaccommodaties.<br />

Strategische doelstelling 2 : De <strong>stad</strong> wil de drempel tot sport<strong>be</strong>oefening voor mensen die het financieel moeilijk<br />

heb<strong>be</strong>n verlagen.<br />

Al enkele jaren <strong>be</strong>staat het pasje <strong>sociaal</strong> tarief, een initiatief dat werd uitgewerkt door de jeugddienst i.s.m. de sociale<br />

diensten CAW en OCMW. Met dit pasje kunnen mensen genieten van een korting op lidgelden of inkomgelden bij<br />

activiteiten van de jeugddienst, jeugd<strong>be</strong>wegingen en activiteiten van de stedelijke sportdienst.<br />

Operationele doelstellingen (2):<br />

• Toepassing van het pasje <strong>sociaal</strong> tarief (75% korting) wordt tegen de start van het sportseizoen <strong>2008</strong>-2009<br />

uitgebreid naar minstens 50% van de sportverenigingen<br />

• Tegen 2010 wordt de toepassing van dit pasje ook uitgebreid naar het commerciële initiatief.<br />

Strategische doelstelling 3 : Initiatieven voor minder sportieve doelgroepen.<br />

Vanuit de vaststelling dat een aantal specifieke doelgroepen niet participeren aan het sportaanbod (zoals mensen die<br />

kampen met overgewicht, vrouwen die nog steeds veel minder sporten dan mannen, de groeiende groep senioren<br />

waarvoor het aanbod aan sport<strong>be</strong>oefening te <strong>be</strong>perkt is) wil de <strong>stad</strong> voor deze mensen specifieke initiatieven opstarten,<br />

bundelen, coördineren en promoten.<br />

Operationele doelstellingen (3) :<br />

• De sportdienst organiseert activiteiten en lessenreeksen voor deze minder sportieve doelgroepen.<br />

• De sportdienst fungeert als aanspreekpunt om in samenspraak met deze doelgroepen geschikte<br />

<strong>be</strong>wegingsactiviteiten uit te werken waar mogelijk in samenwerking met de <strong>be</strong>staande sportclubs en andere<br />

maatschappelijke organisaties.<br />

116


5.6 KINDEROPVANG<br />

5.6.1 Strategische doelstellingen<br />

We willen dat kinderopvang een meerwaarde <strong>be</strong>tekent. Kinderen zijn immers de toekomst van onze samenleving.<br />

In de mate van het mogelijke moet de kinderopvang een weerspiegeling zijn van de maatschappij. Alle kinderen moeten<br />

er terecht kunnen: arm, rijk, sterk en zwak<br />

Kinderopvang moet aandacht schenken aan drie functies om een meerwaarde te <strong>be</strong>tekenen voor zowel kinderen,<br />

ouders en de maatschappij.<br />

Dat kinderopvang <strong>be</strong>staat voor werkende ouders, is bij iedereen <strong>be</strong>kend en aanvaard. Dit is de economische functie<br />

van kinderopvang. Al iets minder vertrouwd zijn we met het <strong>be</strong>lang van kinderopvang voor ouders die en opleiding<br />

volgen of solliciteren, zodat ze later kunnen gaan werken. Deze opvang is minder makkelijk in te plannen: hij is plots<br />

nodig en op onregelmatige tijdstippen. Ook andere gezinnen vallen uit de boot. De stap voor de opvang is voor hen te<br />

groot: de taal, de inrichting, de manier van werken en de medewerk(st)ers, die niet altijd aansluit bij de wereld van de<br />

gezinnen thuis. Toch moet kinderopvang uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie <strong>be</strong>vorderen.<br />

Via deze sociale functie levert de kinderopvang een bijdrage aan een <strong>sociaal</strong> rechtvaardige maatschappij. Een<br />

buurtgerichte aanpak en samenwerking met andere organisaties is hierbij heel <strong>be</strong>langrijk.<br />

Kinderen worden geboren in een gezin met de opvoeding en de gewoonten van dat gezin. Daarnaast brengen ze al<br />

vanaf heel jonge leeftijd een <strong>be</strong>paalde tijd door in de kinderopvang. Kinderopvang moet aan ieder kind de kans geven<br />

om op zijn manier op verkenning te gaan. Het is een plek bij uitstek om anderen te leren kennen en er respectvol mee te<br />

leren omgaan. Dit alles is de educatieve functie van kinderopvang.<br />

5.6.2 Operationele doelstellingen<br />

5.6.2.1 doelstelling 1: een netwerk tussen verschillende actoren vormen waarbij kinderopvang verankerd wordt<br />

in een groter geheel<br />

Het <strong>be</strong>leid rond kinderopvang mag niet op een eilandje werken. Het is een <strong>be</strong>langrijke schakel in de samenleving. Dit<br />

moet ook tot uiting komen in de samenwerkingsverbanden die gesmeed worden door het uitbouwen van eenvormige,<br />

brede, transparante en toegankelijke diensten.<br />

Acties<br />

• Actieve participatie van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang aan het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.<br />

Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is een adviesraad waarin een heleboel actoren uit de sector zetelen. Zij zijn<br />

<strong>be</strong>voorrechte getuigen en moeten dan ook actief <strong>be</strong>trokken worden bij het tot stand komen van het <strong>be</strong>leid rond<br />

kinderopvang.<br />

• Afstemmen kinderopvang en vrijetijdsaanbod<br />

Het is van <strong>be</strong>lang dat kinderen die naar de opvang gaan eveneens kunnen aansluiten bij de verschillende<br />

vrijetijdsinitiatieven.<br />

117


Maatregelen: Overleg opzetten en stimuleren van een <strong>be</strong>tere afstemming van de kinderopvang en het<br />

vrijetijdsaanbod. Continuering van de <strong>be</strong>staande en nieuwe samenwerkingsverbanden.<br />

• Afstemmen kinderopvang op woon<strong>be</strong>leid<br />

Al dan niet promoten van een actief woon<strong>be</strong>leid en voorzien van kinderopvang op de verschillende woonkernen.<br />

• Afstemmen kinderopvang op individuele dienstverlening<br />

Linken met CLB met netwerk- en draaischuiffunctie, gelijke onderwijskansen, geïntegreerd onderwijs met extra<br />

ondersteuning, integrale jeugdhulpfunctie, OCMW, CAW, CLB, Yambo, Oranje, e.a.<br />

• Afstemmen kinderopvang op mobiliteit<br />

Oplossingen zoeken voor het vervoersprobleem dat zich hierbij stelt in samenwerking met de koerierdienst van<br />

het OCMW, de Werkwinkel, schoolbussen, e.a.<br />

• Afstemmen kinderopvang op preventie en veiligheid<br />

Promoten van Gezonde voeding, nagaan veiligheid van de initiatieven en hun omgeving, aandacht heb<strong>be</strong>n voor<br />

veilige verplaatsingen van kinderen.<br />

• Afstemmen kinderopvang op tewerkstelling<br />

Invalshoeken: Kinderopvang startte als tewerkstellingsproject. Initiatieven heb<strong>be</strong>n nood aan goed en geschoold<br />

personeel.<br />

We willen mensen de kans geven om een loopbaan en ouderschap te combineren. We willen tevens zoveel<br />

mogelijk mensen aan de slag. De werkloosheid daalt dus <strong>be</strong>tekent dit dat er een groeiende nood is aan<br />

kinderopvang. Ook flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang zijn in dit kader van <strong>be</strong>lang.<br />

• Afstemmen van de verschillende organiserende opvanginitiatieven/<strong>be</strong>sturen op elkaar<br />

Samenwerken biedt flink wat voordelen. Je blijft op de hoogte van nieuwigheden en je doet ideeën op. Je krijgt<br />

raad en steun bij het oplossen van problemen en vaak kan je ook efficiënter of kosten<strong>be</strong>sparend werken door<br />

samen activiteiten en vormingen uit te werken.<br />

⇒ maatregelen: vorming organiseren<br />

duidelijk communicatiesysteem ontwikkelen<br />

overleg stimuleren<br />

5.6.2.2 doelstelling 2: een voldoende groot aanbod aan kinderopvang voorzien zodat iedereen die het wil,<br />

gebruik kan maken hiervan<br />

• Kinderopvang voorzien in elke woonkern<br />

118


Kinderen heb<strong>be</strong>n recht op een kwaliteitsvolle opvang op een redelijke afstand van de school en van het<br />

vrijetijdsaanbod. In Torhout wordt er gekozen voor een gedecentraliseerde organisatie van de buitenschoolse<br />

kinderopvang.<br />

⇒ maatregelen: gestructureerd overleg<br />

• Witte vlekken in voorschoolse opvang aanpakken<br />

In heel <strong>Vlaanderen</strong> is er meer kinderopvang nodig. Kind en Gezin <strong>be</strong>paalt op basis van objectieve criteria ( het<br />

aantal opvangplaatsen in verhouding tot het aantal kinderen, het aantal schoolgaande kinderen, het aantal<br />

ar<strong>be</strong>idsplaatsen ingevuld door vrouwen tussen 25 en 35 jaar,…) de gemeenten waar de nood het hoogst is. In de<br />

nieuwe witte vlekkenoefening van april 2005 staat Torhout op de 11 de plaats van de 23 gemeentes uit West-<br />

<strong>Vlaanderen</strong> die opgenomen werden in de lijst.<br />

⇒ maatregelen: - vragen naar eventuele wachtlijsten om <strong>be</strong>hoeften na te gaan<br />

- uitbreiding subsidiereglement naar onthaalouders ?<br />

- opstart van nieuwe initiatieven stimuleren<br />

• Afstemmen van het aanbod op nieuwe tendensen<br />

Een <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is een momentopname. Bij het <strong>be</strong>gin van dergelijk plan kan het ge<strong>be</strong>uren dat er nog geen nood<br />

merkbaar is in een <strong>be</strong>paalde wijk. Zes jaar is echter een lange periode. In het kinderopvanglandschap kan er van<br />

vandaag op morgen een nieuwe nood ontstaan voortvloeiend uit maatschappelijke ontwikkelingen. Teneinde hier<br />

vlot op in te kunnen spelen wensen wij dit punt op te nemen in ons <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />

⇒ maatregelen: aandacht <strong>be</strong>steden aan het detecteren van nieuwe noden en tendensen<br />

• Nagaan atypische opvangnoden<br />

Uit allerhande onderzoeken blijkt de nood aan atypische (flexi<strong>be</strong>le en urgentie-opvang) opvang te stijgen. Hoe zit<br />

het eigenlijk in Torhout? Wij verwachten dezelfde conclusies uitgaande van de maatschappelijke ontwikkelingen.<br />

⇒ maatregelen: - <strong>be</strong>vraging bij ouders / opvanginitiatieven en <strong>be</strong>voorrechte getuigen<br />

- inspelen op de resultaten voortvloeiend uit de enquêtes<br />

• Het in kaart brengen van alle doelgroepen aangaande het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />

Acties<br />

(zodat kinderopvang wordt ontwikkeld voor iedereen)<br />

Dit kan door het verzamelen van relevante cijfergegevens maar eveneens door de <strong>be</strong>trokkenen te <strong>be</strong>vragen. Deze<br />

cijfers dienen gekoppeld te worden aan een algemeen cijferpakket vanuit de <strong>stad</strong> en het OCMW, voortdurend<br />

opgevolgd te worden en <strong>be</strong>schikbaar te zijn voor het interne en het externe gebruik.<br />

• Uitvoeren enquête vraagzijde: steekproef <strong>sociaal</strong> minder<strong>be</strong>deelde doelgroepen<br />

⇒ doel: zicht krijgen op nood aan kinderopvang en de tevredenheid over kinderopvang bij de <strong>sociaal</strong> minder<strong>be</strong>deelde<br />

doelgroepen<br />

119


• Ontwikkelen enquête aanbodzijde met <strong>be</strong>trekking tot toegankelijkheid van <strong>sociaal</strong> minder<strong>be</strong>deelde doelgroepen<br />

⇒ doel: zicht krijgen op de mate waarin de verschillende opvanginitiatieven geconfronteerd worden met de<br />

verschillende doelgroepen + vaststellen noden, <strong>be</strong>hoeften en knelpunten.<br />

5.6.2.3 doelstelling 3: informatieverspreiding<br />

Informatieverspreiding is een essentieel onderdeel van het <strong>be</strong>leid. De burgers moeten voldoende op de hoogte zijn van<br />

het aanbod dat <strong>be</strong>staat op het grondgebied van de <strong>stad</strong> Torhout.<br />

Hiertoe gebruiken we allerhande media zoals brocures, de website, publicatie in Sparresprokkels,…<br />

• folder vakantieaanbod voor kinderen en jongeren in Torhout<br />

Deze folder biedt een overzicht van alle initiatieven (opvanginitiatieven, sportverenigingen, speelpleinwerking,….) die<br />

gedurende de zomervakantie een aanbod richten naar kinderen en jongeren. De verspreiding ge<strong>be</strong>urt in samenwerking<br />

met de scholen.<br />

⇒ maatregelen : - tegen <strong>be</strong>gin mei dienen alle initiatieven die willen opgenomen worden in de folder hun infoblad in.<br />

- in samenwerking met de werkwinkel worden PWA-werknemers aangesproken om de folder samen<br />

te stellen<br />

• Brochure kinderopvang in Torhout<br />

- <strong>be</strong>gin juni ge<strong>be</strong>urt de verspreiding in de scholen.<br />

Er worden twee brochures uitgegeven inzake het aanbod in de kinderopvangsector: een uitgebreide folder die ter<br />

<strong>be</strong>schikking ligt in het <strong>stad</strong>huis en het ziekenhuis en daarnaast een <strong>be</strong>knopte folder die meegegeven wordt met de<br />

informatiepakketten voor nieuwe inwoners.<br />

⇒ maatregelen: jaarlijkse aanpassing en verspreiding van de brochures.<br />

• Opvang zieke kinderen<br />

De opvang van zieke kinderen geniet vaak te weinig <strong>be</strong>kendheid onder de burger. De diensten die hiervoor instaan<br />

worden opgenomen in de uitgebreide brochure rond kinderopvang. We dienen de ouders op geregelde tijdstippen te<br />

wijzen op het <strong>be</strong>staan van deze diensten.<br />

⇒ maatregelen: - initiatieven opnemen in de uitgebreide brochure.<br />

- jaarlijks de gegevens controleren en aanpassen.<br />

• Informeren over veiligheid in een opvangsituatie<br />

- nieuwe media, zoals de website, gebruiken om de oppasdiensten voor te stellen.<br />

Kinderen ontwikkelen zich snel en willen de wereld rondom hen ontdekken. Daarbij zien zij geen gevaar. Een<br />

ongeluk is dan ook snel ge<strong>be</strong>urd.<br />

⇒ maatregelen : informeren over regels, voorschriften en adviezen die veiligheid nastreven<br />

120


• Specifieke acties die we kunnen ondernemen t.o.v. de doelgroepen<br />

⇒ nagaan van de meest geschikte methode is om de <strong>sociaal</strong> minder <strong>be</strong>deelde doelgroepen te <strong>be</strong>reiken.<br />

⇒ nagaan van de impact van de verschillende <strong>be</strong>staande media zoals brochures, de website, publicatie in<br />

Sparrensprokkels,…op de <strong>sociaal</strong> minder <strong>be</strong>deelde doelgroepen.<br />

5.6.2.4 doelstelling 4: onthaalouders als <strong>be</strong>langrijke schakel in de opvangsector <strong>be</strong>trekken bij het <strong>be</strong>leid<br />

Onthaalouders worden soms te weinig geapprecieerd en ondersteund. We willen hier in de volgende jaren werk van<br />

maken.<br />

• Isolement van de onthaalouders doorbreken<br />

De onthaalouders zijn moeilijk te overhalen om naar vergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg te komen. We willen<br />

hen echter wel samen brengen, zodat zij ervaringen kunnen uitwisselen, problemen aankaarten e.d.<br />

⇒ maatregelen: - uitwisselen ervaring op informele momenten<br />

• Uitleendienst onthaalouders<br />

- gezamenlijk vorming organiseren<br />

- recruteren van nieuwe onthaalouders<br />

Begin 2006 starten we met de uitleendienst voor onthaalouders in samenwerking met de stedelijke uitleendienst.<br />

Degelijk speelgoed is vaak een dure aangelegenheid, waar wij als <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur ons steentje kunnen in bijdragen.<br />

Dit is een <strong>be</strong>leidsoptie die permanent moet worden opgenomen in de <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning van het <strong>lokaal</strong> overleg<br />

kinderopvang.<br />

⇒ maatregelen: - spelmateriaal jaarlijks aanvullen, met inachtneming van de wensen van de onthaalouders.<br />

- nazien of de uitleendienst kan uitgebreid worden naar opvanginitiatieven van buiten Torhout.<br />

• Onderzoeken mogelijkheden tot financiële tegemoetkoming<br />

We willen de mogelijkheden onderzoeken om de gemeentelijke ondersteuning van mini-crèches, erkende<br />

kinderdagverblijven en zelfstandige kinderdagverblijven uit te breiden zodat ook de onthaalouders hiervan kunnen<br />

genieten.<br />

5.6.2.5 doelstelling 5: kwaliteit leveren<br />

• Definiëren, stimuleren, controleren en <strong>be</strong>waken kwaliteit<br />

Hierbij moeten we ons baseren op het kwaliteitscharter.<br />

Het kwaliteitscharter omvat volgende items:<br />

De Pedagogische werking<br />

121


De pedagogische werking heeft het vooral over hoe we met kinderen kunnen omgaan. Rekening houdend met hun<br />

eigenheid, hun ontwikkeling, hun voorkeur,.... zodat ze in de opvang zichzelf kunnen zijn.<br />

Bepalingen inzake de <strong>be</strong>geleiding<br />

Hier wordt vooral de nadruk gelegd op de kwalificatie en de continuïteit van de <strong>be</strong>geleiding<br />

De Ouderparticipatie<br />

De Infrastructuur<br />

Geschikte binnen- en buitenruimte<br />

Veiligheid en Gezondheid<br />

Eisen op vlak van ouderbijdragen<br />

We opteren voor kwalitatieve opvang in geval van langdurige buitenschoolse opvang.<br />

⇒ maatregelen: - vorming organiseren.<br />

5.6.2.6 doelstelling : participatie<br />

- ervaring uitwisselen tussen de verschillende initiatieven.<br />

• Optimaliseren van de <strong>be</strong>trokkenheid en wel<strong>be</strong>vinden van de kinderen<br />

Een kind ontwikkelt zich op allerlei manieren. Het heeft heel wat ver<strong>be</strong>elding en ontdekt al spelend de wereld<br />

rondom zich. Om al zijn talenten te kunnen ontplooien is het <strong>be</strong>langrijk dat een kind zich goed in zijn vel voelt<br />

(wel<strong>be</strong>vinden) en geboeid <strong>be</strong>zig is (<strong>be</strong>trokkenheid).<br />

⇒ maatregelen: - vorming organiseren met verschillende initiatieven<br />

- werken met ZIKO (via observatie kijken of kinderen zich goed voelen in opvangsituatie)<br />

- ervaringen uitwisselen met verschillende initiatieven<br />

- evenwicht vinden tussen <strong>be</strong>hoeften kinderen en <strong>be</strong>hoeften ouders<br />

- streven naar samenwerking en afstemming tussen de verschillende voorzieningen<br />

• Ouders actief <strong>be</strong>trekken bij de opvang van hun kinderen<br />

De ouders en het opvanginitiatief zijn partners met hetzelfde doel: het kind <strong>be</strong>geleiden bij het opgroeien. Alle ouders<br />

evenveel <strong>be</strong>trekken is niet mogelijk. Niet alle ouders heb<strong>be</strong>n daar trouwens op dezelfde manier <strong>be</strong>hoefte aan.<br />

⇒ maatregelen: - informatie geven over het opgevangen kind is een taak van ieder opvanginitiatief.<br />

- informeren over de verschillende vormen van <strong>be</strong>trokkenheid gaande van meeleven,<br />

meedoen, meedenken, mee<strong>be</strong>slissen<br />

- uitwisseling van ervaring tussen de verschillende opvanginitiatieven<br />

- <strong>be</strong>vraging ouders<br />

• Opvoedingsondersteunend <strong>be</strong>leid uitwerken<br />

122


Ouders zijn de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Zij gaan echter steeds vaker op<br />

zoek naar ondersteuning bij hun taak als opvoeder bij de opvanginitiatieven, de school, hun ouders,…. Ouders<br />

moeten de mogelijkheid krijgen ‘opvoedingsvragen’ te kunnen stellen zonder dat ze het gevoel krijgen dat ze hun<br />

taak niet goed uitvoeren.<br />

⇒ maatregelen: - eerst en vooral dient de mogelijkheid om opvoedingsondersteuning te bieden onderzocht<br />

worden. Met opvoedingsondersteuning wordt <strong>be</strong>doeld: opleidings-, vormings- of<br />

trainingsactiviteiten onder deskundige <strong>be</strong>geleiding die tot doel heb<strong>be</strong>n gezinnen en iedereen die<br />

met de opvoeding van kinderen <strong>be</strong>gaan is in staat te stellen kennis, inzichten en vormings- of<br />

trainingsactiviteiten te verwerven of verder te ontwikkelen met <strong>be</strong>trekking tot de opvoeding van<br />

jongeren en kinderen.<br />

- informatie verspreiden over gespecialiseerde instanties in het kader van problematische<br />

opvoedingssituaties dit zowel voor kind als ouder.<br />

5.6.2.7 Doelstelling 7 : kinderopvang moet toegankelijk zijn voor alle burgers<br />

• De éénloketfunctie<br />

We gaan na wat de mogelijkheden zijn van een éénloketfunctie<br />

We zetten een coördinatiesysteem voor opvangvragen op poten (via website) om zicht te krijgen op de noden aan<br />

opvang van de Torhoutse burgers.<br />

We willen een gecoördineerd opname<strong>be</strong>leid invoeren en ervoor zorgen dat ouders een duidelijke en correcte info<br />

over kinderopvang krijgen (ouderbijdrage, locatie, openingsuren, vrije plaatsen).<br />

• Toegankelijkheid van de kinderopvang <strong>be</strong>vorderen waarbij het wegwerken van de financiële, sociale en fysieke<br />

Acties<br />

drempels centraal staat<br />

We willen het opvangaanbod stimuleren voor bijzondere doelgroepen. Kinderopvang moet <strong>be</strong>taalbaar zijn en binnen<br />

een redelijke afstand <strong>be</strong>schikbaar zijn. Toegankelijkheid <strong>be</strong>tekent ook dat er aandacht wordt <strong>be</strong>steed aan andere<br />

drempels. Voor kansengroepen kan de manier van inschrijven of het publiek bijvoor<strong>be</strong>eld een hinderpaal zijn. Een<br />

overzichtelijk aanbod via 1 loket kan de algemene <strong>be</strong>kendheid en toegankelijkheid eveneens <strong>be</strong>vorderen.<br />

• Optimaliseren van het <strong>sociaal</strong> tarief<br />

• Wegnemen van financiële en culturele drempels<br />

• Stimuleren van integratie<strong>be</strong>vorderende initiatieven<br />

• Nagaan cijfers doelgroep <strong>sociaal</strong> minder <strong>be</strong>deelden<br />

• Nagaan noden<br />

- Demografische gegevens (aantal éénoudergezinnen, …)<br />

- Specifieke tewerkstellingssituaties<br />

- Kansarmoedesituatie<br />

• Overleg tussen praktijkdeskundigen (CAW, OCMW, Yambo, Oranje,…)<br />

123


5.6.2.8 Doelstelling 8 : opvolgen en uitvoeren van nieuwe regelgeving<br />

De regelgevers zitten niet stil. Er wordt telkens bijgestuurd en aangepast. Om de nodige ruimte te krijgen bij de<br />

uitvoering van de richtlijnen wensen we dit punt mee te nemen in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />

⇒ maatregelen: - op punt zetten van een doorgeefsysteem van nieuwe regelgeving<br />

- uitwerken van een Centrum Kinderopvang<br />

124


6 SOCIAAL HUIS :<br />

6.1 Doelstelling<br />

De Vlaamse overheid wil met het decreet <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid een kader scheppen waarbij de hulpverlening<br />

laagdrempelig en meer toegankelijk wordt, en dit met speciale aandacht voor de kansengroepen.<br />

Het Sociaal Huis krijgt een <strong>be</strong>langrijke plaats binnen dit <strong>be</strong>leid, precies omdat het gezien wordt als een middel om de<br />

toegankelijkheid te <strong>be</strong>vorderen. Aldus is de uitbouw van een Sociaal Huis een uitdaging voor het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur om een<br />

efficiënte, transparante en kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren.<br />

In <strong>be</strong>paalde steden en gemeenten die nieuwbouwplannen hadden, heeft men van de gelegenheid gebruik gemaakt om<br />

een aantal welzijnsvoorzieningen samen met de lokale <strong>be</strong>sturen letterlijk onder één dak onder te brengen. Voor een<br />

goed <strong>be</strong>grip is het evenwel <strong>be</strong>langrijk te stellen dat een <strong>sociaal</strong> huis in de eerste plaats niet naar een fysiek gebouw<br />

verwijst, maar veeleer naar een systeem waarbij tussen het OCMW, <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur en andere lokale actoren, afspraken<br />

worden gemaakt opdat de burger zich maar tot één loket moet wenden met eender welke sociale vraag. De doelstelling<br />

is dat de hulpvrager met zijn verzoek op de juiste plaats terecht kan en zo snel mogelijk het juiste antwoord krijgt.<br />

In Torhout wordt er momenteel niet gedacht aan een echt huis waarin meerdere diensten een onderkomen zouden<br />

kunnen vinden. Niets sluit uit dat toekomstige opportuniteiten daar een andere wending kunnen aan geven maar in<br />

eerste instantie zou er voor geopteerd worden om de uitbouw van het <strong>sociaal</strong> huis te incorporeren in de werking van de<br />

sociale dienst van het OCMW. Individuele sociale hulpverlening is immers reeds een kerntaak van het OCMW (dat<br />

trouwens een <strong>be</strong>langrijke actor is binnen het lokale hulpverleningslandschap) zodat de organisatie van een toegankelijk<br />

aanspreekpunt en een klantvriendelijk onthaal nu eenmaal inherent zou moeten zijn aan de werking van de sociale<br />

dienst.<br />

6.2 Taken voor het Sociaal Huis<br />

Artikel 9 van het Decreet Lokaal Sociaal Beleid stelt dat “met het oog op de doelstelling zoals omschreven in artikel 8<br />

(=maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger), realiseert het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur een Sociaal Huis, dat<br />

minimaal een informatie- loket- en doorverwijzingsfunctie heeft”<br />

De term “Sociaal Huis” zelf wordt niet nader gedefinieerd, de functies daarentegen dus duidelijk wel.<br />

125


6.2.1 Eénloketfunctie (zorgloket)<br />

De loketfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket<br />

dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur.<br />

Dit impliceert dat de burger aan minimum één loket terecht kan waarbij hij/zij zowel informatie kan <strong>be</strong>komen over de<br />

sociale dienstverlening en opvang- en hulpvormen van OCMW, <strong>stad</strong> en andere actoren en waarbij hij/zij gericht wordt<br />

doorverwezen voor die vragen die niet ter plaatse kunnen opgelost worden.<br />

Gezien de Torhoutse stedelijke administratie niet over een uitgebouwde eigen welzijnsdienst <strong>be</strong>schikt lijkt het<br />

aangewezen om dit loket onder te brengen binnen de OCMW-structuur, ook al omdat er redelijkerwijze kan worden<br />

aangenomen dat de sociale dienst van het OCMW qua personeels<strong>be</strong>zetting (8 maatschappelijk assistenten en 1 jurist)<br />

<strong>be</strong>ter uitgerust is om de informatiefunctie, de vraagverhelderingsfunctie en de doorverwijsfunctie die aan het loket<br />

verbonden zijn, adequaat te vervullen.<br />

6.2.1.1 Fysiek loket<br />

Het valt af te wachten hoe het concept Sociaal Huis in de toekomst zal evolueren en in welke mate de <strong>be</strong>volking op deze<br />

voorziening <strong>be</strong>roep zal doen.<br />

Toch gaan we er van uit dat we in de startfase met het Sociaal Huis op korte termijn dienen te streven naar het<br />

aanbieden van een minimaal basispakket, dat dient te <strong>be</strong>staan uit<br />

⇒ Onthaal, intake en vraagverheldering<br />

Iemand die het Sociaal Huis binnen stapt zal via de <strong>be</strong>diende aan de onthaalbalie doorverwezen worden naar de<br />

maatschappelijk assistent die op die dag (volgens een <strong>be</strong>urtrolsysteem) de intakes <strong>be</strong>handelt en derhalve ook het<br />

‘zorgloket’ <strong>be</strong>mant. De eenvoud of de complexiteit van de vraag zullen <strong>be</strong>palend zijn voor het feit of er al dan niet<br />

onmiddellijk een antwoord kan geformuleerd worden.<br />

Het is niet ondenk<strong>be</strong>eldig dat de cliënt zijn/haar vraag niet gemakkelijk kan verwoorden of dat er meerdere<br />

problemen tegelijkertijd spelen. In dergelijke situaties zal het <strong>be</strong>langrijk zijn dat de maatschappelijk assistent helpt bij<br />

het verhelderen van de vraag en desgevallend een zorgtraject uittekent.<br />

Indien de vraag niet onmiddellijk kan worden opgelost zal de cliënt gericht worden doorverwezen naar de <strong>be</strong>voegde<br />

personen binnen (bv. Sociaal Verhuurkantoor of Woonwinkel) of buiten (bv. CAW) het Sociaal Huis.<br />

⇒ Uittekenen zorgtraject<br />

Indien de vraag niet onmiddellijk aan het zorgloket kan worden <strong>be</strong>antwoord (bv. omdat meerdere problemen tegelijk<br />

voorkomen of omdat er eerst bijkomend onderzoek zal nodig zijn), dan kan het aangewezen zijn dat de<br />

126


maatschappelijk assistent in samenspraak met de cliënt een zorgtraject uittekent. Hierin worden de verschillende<br />

stappen omschreven die dienen gevolgd te worden om tot een oplossing te komen.<br />

⇒ Informatieverstrekking<br />

Deze functie, die per definitie verbonden is met de loketfunctie, wordt in het decreet expliciet gemaakt via artikel<br />

10§1 dat stelt dat : “het Sociaal Huis de opdracht heeft zo ruim mogelijke informatie te verstrekken over onder meer<br />

de mogelijke opvang- en hulpvormen en <strong>be</strong>staande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op het lokale en<br />

regionale niveau”.<br />

Dit houdt in dat de burger die naar het loket komt informatie krijgt over de dienstverlening van OCMW en <strong>stad</strong>, maar<br />

tegelijkertijd ook over alle gelijkaardige dienstverlening van andere aanbodverstrekkers.<br />

Aansluitend bij de (eerder passieve) individuele informatieverstrekking kan in de toekomst overwogen worden om<br />

vanuit het Sociaal Huis ook te werken aan een meer actieve en pro-actieve communicatie naar groepen toe. De<br />

collectieve informatieverstrekking kan <strong>be</strong>staan uit het uitgeven van folders, verspreiden van brochures, publiceren<br />

van artikels in het Sparrensprokkels e.d.m.<br />

⇒ (Grond-)Rechtenonderzoek<br />

Bij het rechtenonderzoek wordt een stap verder gegaan dan bij de passieve of actieve informatieverstrekking.<br />

Vertrekkend van de vraag van de burger wordt nagegaan waar deze persoon overal recht op heeft, rekening<br />

houdend met zijn/haar specifieke situatie.<br />

Het feit dat men er voor gaat zorgen dat de cliënt niet zelf dient uit te zoeken waar hij/zij allemaal recht op heeft ,<br />

mag als een van de meerwaarden van het Sociaal Huis worden <strong>be</strong>schouwd.<br />

⇒ Sociale administratie<br />

Op zich is het niet evident dat een aantal wettelijke taken van het <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur (bv. de <strong>be</strong>handeling van aanvragen<br />

pensioen of tegemoetkoming minder-validen) door het OCMW zouden worden overgenomen. Enerzijds is er de<br />

vraag of deze taken juridisch door een ander <strong>be</strong>stuur kunnen worden opgenomen en anderzijds zou ook moeten<br />

worden nagegaan welke de gevolgen zijn op het vlak van de personeels<strong>be</strong>zetting.<br />

Vandaar dat deze overweging eerder als een denkoefening voor de toekomst wordt meegegeven maar op het<br />

eerste zicht lijkt het ons aangewezen dat de lokale overheden verder hun administratie in eigen handen houden.<br />

127


6.2.1.2 Virtueel /digitaal loket<br />

Een e-loket kan <strong>be</strong>schouwd worden als een elektronische toegangspoort tot het lokale dienstverleningsaanbod.<br />

Dergelijke voorziening laat de burger toe om van thuis uit een aantal administratieve zaken (bv. het invullen en<br />

doorsturen van formulieren, het aanvragen van premies) op elektronische wijze te regelen.<br />

Deze virtuele invulling is een zinvolle ondersteuning voor het fysiek loket en kan voor een stuk ook de informatie- en<br />

vraagverhelderingsrol van dit loket ontlasten, zij het dat de toegankelijkheid ervan <strong>be</strong>perkt zal zijn tot de groep van<br />

mensen die over de vaardigheden en attitudes <strong>be</strong>schikken die vereist zijn om met dergelijk medium om te gaan.<br />

6.2.2 Doorverwijsfunctie<br />

Het decreet voorziet dat de doorverwijsfunctie vanuit het Sociaal Huis dient gerealiseerd te worden via de uitbouw van<br />

samenwerkingsovereenkomsten met andere lokale actoren.<br />

Vandaar dat in dit kader het <strong>be</strong>lang dient onderstreept te worden om te kunnen <strong>be</strong>schikken over een goed netwerk,<br />

waarbij degelijke afspraken worden gemaakt tussen de diverse actoren.<br />

Een goede doorverwijzer/dispatcher zorgt er immers voor dat de cliënt niet ‘verloren loopt’ in het hulp- en<br />

dienstverleningslandschap.<br />

Een goede doorverwijzing <strong>be</strong>tekent tevens dat er een afspraak met de <strong>be</strong>trokken dienst wordt gemaakt op het moment<br />

dat de cliënt er bij is en dat deze afspraak ook wordt opgevolgd.<br />

Logischerwijze is een van de randvoorwaarden voor een goede doorverwijzing een goede kennis van de permanent<br />

geactualiseerde lokale en regionale sociale kaart bij de doorverwijzer.<br />

6.2.3 Signaalfunctie<br />

Op basis van de ervaringen met het werkveld en de vragen waarmee burgers naar het Sociaal Huis komen, kunnen<br />

diverse hiaten, aandachtspunten en structurele problemen gesignaleerd worden naar de verantwoordelijken van het<br />

<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid en dit op :<br />

• <strong>lokaal</strong> niveau<br />

• regionaal/provinciaal niveau<br />

• centraal (Vlaams/federaal) niveau<br />

De actoren <strong>be</strong>trokken bij het Sociaal Huis dienen m.a.w. ‘een vinger aan de pols te houden’ van het lokale, regionale<br />

en/of centrale <strong>be</strong>leid.<br />

6.3 Organisatorische voorwaarden<br />

6.3.1 Bereikbaarheid / Nabijheid<br />

128


• centrale ligging<br />

• <strong>be</strong>reikbaarheid met het openbaar vervoer<br />

• voldoende parkeergelegenheid<br />

• openingsuren afgestemd op de burger (minimum 1 avond per week ’s avonds langer open<br />

• toegankelijk gebouw (rolstoelgebruikers, moeders met kinderwagens)<br />

• telefonische <strong>be</strong>reikbaarheid<br />

• toegankelijke website<br />

6.3.2 Laagdrempeligheid<br />

• het Sociaal Huis moet een ‘open huis’ zijn, mensen die er <strong>be</strong>roep op doen mogen zich niet gestigmatiseerd of<br />

<strong>be</strong>keken voelen<br />

• moet alle <strong>be</strong>volkingsgroepen aanspreken<br />

6.3.3 Herkenbaarheid<br />

• duidelijk uithangbord / logo<br />

• gerichte promotiecampagne, afgestemd op de verschillende <strong>be</strong>volkingsgroepen, om het aanbod kenbaar te<br />

maken<br />

6.3.4 Respecteren privacy<br />

• in de organisatorische setting voorzien dat andere niet kunnen meeluisteren naar wat de persoon aan de balie<br />

vraagt of vertelt<br />

• deontologische code i.v.m. het omgaan met de privacy van de cliënt<br />

6.3.5 Kwaliteitsmeting / zelfevaluatie<br />

• uitwerken van een bruikbare methode (criteria, indicatoren) om de kwaliteit te meten<br />

• periodieke <strong>be</strong>vraging bij de <strong>be</strong>volking om na te gaan in welke mate men het Sociaal Huis kent, welke de mate<br />

6.3.6 Personeel<br />

van tevredenheid is<br />

• aangepast opleidings- en vormingspakket voor het personeel van het Sociaal Huis<br />

• systeem voor opvolging en bijhouden van wetteksten inzake sociale materie<br />

• systeem voor het actualiseren van de sociale kaart<br />

• systeem voor het periodiek updaten van de website “rechtenverkenner.<strong>be</strong>”<br />

• systeem voor het bijhouden van cliëntdossiers<br />

• aansluiting op <strong>be</strong>staande databanken (o.a. Kruispuntbank)<br />

129


6.4 Fasering<br />

Voor de realisatie van het Sociaal Huis heb<strong>be</strong>n wij van de overheid uitstel gekregen tot 22 mei 2009. Dit moet ons de<br />

mogelijkheid bieden om de uitbouw van het Sociaal Huis gefaseerd te laten verlopen zodat deze voorziening tegen<br />

(voorstel) eind <strong>2008</strong> daadwerkelijk operationeel is.<br />

6.4.1 Eerste fase : afstemming tussen <strong>stad</strong> en OCMW<br />

• opmaak conceptnota<br />

• afstemming taakinhoud en gradaties van samenwerking<br />

• financiering<br />

• personeels<strong>be</strong>zetting<br />

• ontwikkeling website<br />

6.4.2 Tweede fase : afstemming met de lokale actoren<br />

• uitbouw netwerk met derden<br />

6.5 Slot<strong>be</strong>denkingen<br />

Het mag nooit de <strong>be</strong>doeling zijn dat het Sociaal Huis als “flessenhals” of als enige toegangspoort naar het<br />

welzijnslandschap fungeert. Het Sociaal Huis richt zich in de eerste plaats naar mensen die niet weten waar ze met hun<br />

vraag naartoe moeten maar dit <strong>be</strong>tekent niet dat iedere vraag rond welzijn via het Sociaal Huis moet geïnitieerd worden.<br />

De <strong>be</strong>staande lokale actoren dienen derhalve hun <strong>be</strong>staande positie binnen het welzijnslandschap te <strong>be</strong>houden en de<br />

oprichting van een Sociaal Huis mag voor hen dan ook absoluut geen <strong>be</strong>dreiging vormen.<br />

Vaak wordt aangehaald dat het onderbrengen van een nieuw loket, met een nieuwe naam op een nieuwe plaats het<br />

<strong>be</strong>staande stigma zou wegnemen dat samenhangt met het OCMW en aldus de drempel zou verlagen. Niets zegt echter<br />

dat de nieuwe naam, het nieuwe loket en de nieuwe plaats na verloop van tijd ook geen stigma krijgen, waardoor het<br />

slechts een voordeel van tijdelijke aard zou <strong>be</strong>treffen. Vandaar ook dat we geen <strong>be</strong>zwaar zien tegen de uitbouw van een<br />

Sociaal Huis vanuit de werking van het OCMW.<br />

6.6 Bronnen<br />

• Het Sociaal Huis binnen het Lokaal Sociaal Beleid (VVSG-nota)<br />

• Geïntegreerd document werkgroep <strong>sociaal</strong> huis (expertengroep in opdracht van het Vlaams ministerie van<br />

Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen)<br />

130


7 CONCLUSIES<br />

7.1 Conclusies vanuit de werkgroepen<br />

Afgaande of op de indrukwekkende lijst met strategische en operationele doelstellingen zoals die zijn weergegeven in<br />

hoofdstuk 5, mag er gerust gesteld worden dat de diverse werkgroepen erg productief geweest zijn.<br />

Vanuit het Woon<strong>be</strong>leid wordt het <strong>be</strong>grijpelijke, maar niet in een handomdraai te realiseren, voornemen geformuleerd<br />

om iedere inwoner over een kwaliteitsvolle woning te laten <strong>be</strong>schikken binnen zijn/haar financiële mogelijkheden.<br />

Informatie en dienstverlening m.b.t. wonen moet op een vlotte manier <strong>be</strong>reikbaar zijn zonder dat de mensen van hot<br />

naar her moeten lopen. In die zin kan er toekomstgericht gedacht worden aan een éénloketsysteem specifiek voor de<br />

huisvesting. Voor de verdere toekomst wordt er ook gedacht aan het bijhouden van één wachtlijst voor alle sociale<br />

woningen, maar dit is op vandaag nog een heel prematuur idee.<br />

De werkgroep Tewerkstelling stelt een gamma maatregelen voor die er op gericht zijn de toeleiding van de<br />

kansengroepen naar de ar<strong>be</strong>idsmarkt te <strong>be</strong>vorderen. Op het vlak van de dienstverlening wordt gedacht aan de uitbouw<br />

van de werkwinkel met de daarbij de basisdienstverlening van de VDAB en specifieke traject<strong>be</strong>geleiding in functie van<br />

de kansengroepen. Ten <strong>be</strong>hoeve van deze groepen is tevens de verdere uitbouw noodzakelijk van opleidings- en<br />

werkervaringsprojecten.<br />

Op het vlak van aanbod van ar<strong>be</strong>id ziet men vooral mogelijkheden via de lokale diensteneconomie en de verdere<br />

uitbouw van sociale economieprojecten alsook via de sociale inclusie van de kansengroepen door middel van<br />

ar<strong>be</strong>idszorg.<br />

In een ruimer kader, op het vlak van overleg en participatie, wordt het <strong>be</strong>lang <strong>be</strong>nadrukt van de verdere uitbouw van het<br />

Forum Lokale Werkgelegenheid.<br />

De werkgroep Individuele hulpverlening wil vooral de toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten rond lichamelijke, geestelijke<br />

gezondheid en psychosociale gezondheid verruimen (drempelverlagend werken) en <strong>be</strong>nadrukt het <strong>be</strong>lang van de<br />

preventie bij de kansengroepen om het <strong>be</strong>houd van gezondheid (zowel lichamelijk als geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong><br />

wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en ziekte te voorkomen.<br />

Verder blijkt het nodig te zijn dat de diensten hun onderlinge <strong>be</strong>kendheid verhogen (ondermeer via een centrale<br />

website), hun producten <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend maken doch ook hun <strong>be</strong>kendheid bij de <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>waken. De werkgroep<br />

<strong>be</strong>nadrukt verder het <strong>be</strong>lang van het doorbreken van het <strong>sociaal</strong> isolement van kansarmen en alleenstaanden. Om<br />

hieraan tegemoet te komen kan er gedacht worden aan de oprichting van een ontmoetingshuis, een plaats die in eerste<br />

instantie ingericht wordt als ontmoetingsruimte waar mensen uit de kansengroepen terecht kunnen voor tal van zaken,<br />

maar waar er ook ruimte is voor het organiseren van activiteiten, preventie en vorming (dergelijke <strong>be</strong>hoefte werd ook<br />

geformuleerd door de werkgroep Tewerkstelling).<br />

131


Tenslotte pleit deze groep nog voor openheid voor nieuwsoortige initiatieven zoals opvoedingsondersteuning en<br />

studie<strong>be</strong>geleiding aan huis.<br />

De werkgroep Mobiliteit pleit vooral voor het ver<strong>be</strong>teren, optimaliseren en <strong>be</strong>taalbaar maken van de mobiliteit voor de<br />

sociale doelgroepen.<br />

Om het mobiliteitsvraagstuk binnen de perken te houden moet er naast het optimaliseren en verder uitbouwen van de<br />

<strong>be</strong>staande mogelijkheden om mobiel te kunnen zijn ook gewerkt worden aan een verminderen van de noodzaak om zich<br />

te verplaatsen. Aanvullend moet er geïnformeerd en gesensibiliseerd worden waarbij vooral aandacht moet gaan naar<br />

de alternatieve vervoerswijzen (te voet / met de fiets of met het openbaar vervoer).<br />

De werkgroep doet ook een inspanning om de basisdoelstellingen inzake mobiliteit te vertalen naar de verschillende<br />

doelgroepen en tenslotte wordt hier, zoals bij een aantal andere <strong>be</strong>leidsdomeinen, gepleit voor een éénloketsysteem<br />

(mobiliteitswinkel) waarbij een coördinator / ombudsman een <strong>be</strong>langrijke rol zou kunnen spelen.<br />

De sector Vrije Tijd wil vooral het aanbod toegankelijker maken voor personen uit de kansengroepen. In een streven<br />

naar een verhoogde cultuurcompetentie worden inspanningen geleverd om de <strong>be</strong>staande informatiekloof te verkleinen<br />

en is het daarnaast de <strong>be</strong>doeling om niet enkel de fysieke, maar ook de financiële drempels weg te werken.<br />

Vanuit de Jeugddienst worden ernstige inspanningen gedaan om het jeugdwerk toegankelijker te maken voor jongeren<br />

met een handicap of kinderen uit kansarme gezinnen en ook de Sportdienst wil de drempel tot sport<strong>be</strong>oefening voor<br />

mensen die het financieel moeilijk heb<strong>be</strong>n verlagen.<br />

Tenslotte <strong>be</strong>nadrukt de werkgroep Kinderopvang dat er eerst en vooral een voldoende groot aanbod moet zijn zodat<br />

iedereen die het wil, gebruik kan maken van kinderopvang. Het tekort dat zich stelt in de voorschoolse opvang (0-3 jaar)<br />

moet in dit kader dringend worden aangepakt. Hierbij is een uitgebreid <strong>be</strong>hoefteonderzoek noodzakelijk.<br />

Ten tweede willen we een kinderopvang die toegankelijk is voor alle burgers, waarbij het wegwerken van de financiële,<br />

sociale en fysieke drempels centraal staat. We zullen een coördinatiesysteem op poten zetten via de website van het<br />

<strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur om ouders een overzichtelijk <strong>be</strong>eld van het aanbod te geven. We willen in de toekomst komen tot een<br />

gecoördineerd opname<strong>be</strong>leid.<br />

Ten derde moeten we een netwerk vormen tussen verschillende actoren waarbij kinderopvang verankerd wordt in een<br />

groter geheel. Een goede communicatie tussen de verschillende diensten is hierbij <strong>be</strong>palend.<br />

Ten slotte moeten we verdere aandacht <strong>be</strong>steden aan alle lopende projecten en initiatieven om een kwalitatieve opvang<br />

te <strong>be</strong>houden en verder te realiseren.<br />

7.2 Conclusies vanuit de participatie<br />

Wanneer de resultaten van het participatieproces samen gelegd worden met het werk van de werkgroepen, komen er<br />

een aantal gelijklopende lijnen naar voor.<br />

Een eerste is de toegankelijkheid van hulpverlenende diensten. Het is <strong>be</strong>langrijk dat mensen met een hulpvraag vrij<br />

vlug aan het juiste adres terecht komen met hun vraag. Velen weten momenteel niet waar en waarvoor men terecht kan<br />

132


ij de <strong>be</strong>staande diensten. Mogelijke pistes om de toegankelijkheid te verhogen zijn : het stimuleren van overleg tussen<br />

de diensten zodat ze op de hoogte zijn van elkaars aanbod, het opzetten van een laagdrempelig éénloketsysteem vanuit<br />

het <strong>sociaal</strong> huis waarbij gewerkt wordt met een actieve doorverwijzing, … Een andere werkwijze is het opstellen van een<br />

overzichtelijke brochure die samengesteld wordt aan de hand van vragen uit de doelgroepen.<br />

Een tweede lijn is de aandacht voor alleenstaanden en vereenzaming in combinatie met aantal sporen (tewerkstelling,<br />

maatschappelijke dienstverlening, cultuur, …). Steeds meer mensen in onze samenleving wonen alleen of raken<br />

geïsoleerd van de samenleving. Tijdens gesprekken kwam dit veelvuldig naar voor. Vooral de geïsoleerde mensen<br />

vinden vaak hun weg niet meer uit die isolatie.<br />

Een mogelijke piste om deze mensen uit hun isolatie te halen is het opzetten van een ‘inloophuis’ voor mensen uit de<br />

doelgroepen. Dit ‘inloophuis’ (of ‘ontmoetingshuis’) kan dienst doen als pleisterplek voor deze mensen. Ontmoeting is<br />

bij hen een <strong>be</strong>langrijke nood geworden. Bijkomende voordelen van zo’n plaats is dat diensten met een aanbod naar<br />

deze doelgroep niet langer op zoek moeten naar hen. Er is dan een plaats waar zij (of een deel er van) <strong>be</strong>reikbaar zijn.<br />

Vooral de diensten met een preventief aanbod, breken nu hun tanden hier op. Ook een aantal <strong>be</strong>staande initiatieven<br />

kunnen in dit inloophuis plaats vinden. Zo kan bijvoor<strong>be</strong>eld het groepswerk van CAW De Viersprong er een vaste stek<br />

krijgen. Dit ‘inloophuis’ kan ook dienst doen als een plaats waar de mensen met een vraag naar toe kunnen stappen en<br />

vlot doorverwezen worden, ….<br />

Een derde lijn is de vraag naar <strong>be</strong>taalbare en kwalitatieve huisvesting. Huisvesting is voor mensen één van de<br />

<strong>be</strong>langrijke pijlers in hun leven. Tijdens de gesprekken kwam het probleem van huurwoningen van ondermaatse kwaliteit<br />

naar voor, soms zelfs huisjesmelkerij. Huurprijzen zijn de laatste jaren flink gestegen, zeker voor mensen uit de<br />

kansengroepen. Maatregelen zijn nodig maar moeten in een breder geheel genomen worden vandaar de vraag naar de<br />

opstart van een <strong>lokaal</strong> woonoverleg / woon<strong>be</strong>leid met inbreng van de <strong>be</strong>oogde doelgroepen. Ook hier is een goede<br />

éénloketfunctie met een goede doorverwijsfunctie <strong>be</strong>langrijk. Mensen heb<strong>be</strong>n nood aan een centraal informatiepunt<br />

waar ze met hun vragen terecht kunnen. Speciale aandacht in het woon<strong>be</strong>leid kan gaan naar het verhogen van het<br />

aantal sociale huurwoningen te Torhout en het ontwikkelen van een <strong>be</strong>leid rond de problematiek van kamerwonen en<br />

huisjesmelkerij te Torhout.<br />

Als vierde lijn kwam uit de gesprekken met de doelgroepen de nood aan basisdiensten in Torhout. Vanuit de<br />

doelgroepen is er een vraag naar het opnieuw inrichten van cursussen basiseducatie te Torhout. Momenteel zijn deze<br />

mensen aangewezen op het aanbod in Brugge. Het zou goed zijn mocht Wijzer (het centrum voor basiseducatie uit de<br />

regio) opnieuw een aanbod naar de autochtone laaggeletterden heb<strong>be</strong>n te Torhout.<br />

Als laatste moet in de toekomst ook eens <strong>be</strong>keken worden hoe de kansengroepen op een blijvende wijze kunnen<br />

participeren aan het <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid te Torhout. De inspanningen die genomen werden naar aanleiding van de opmaak<br />

van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mogen geen ééndagsvlieg blijven. Ook tijdens de uitvoering van de doelstellingen,<br />

opgenomen in het plan, moet <strong>be</strong>keken worden op welke wijze de <strong>be</strong>oogde doelgroepen <strong>be</strong>trokken worden. Mogelijke<br />

pistes zijn :<br />

133


- een aandacht bij het <strong>be</strong>leid om ‘gebruik’ te maken van <strong>be</strong>staande groepen te Torhout (eigen groepen OCMW,<br />

moedergroep CAW, …)<br />

- de <strong>be</strong>zoekers en gebruikers van het eventueel te realiseren inloophuis<br />

- …<br />

Bijzondere aandacht kan <strong>be</strong>steed worden aan de mindervaliden te Torhout. Vanuit middenveldorganisaties is er de<br />

vraag naar een raad die deze materie <strong>be</strong>hartigt.<br />

7.3 Verdere aanpak en opvolging<br />

De opmaak van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mag niet als een eindpunt worden <strong>be</strong>schouwd evenmin als het een<br />

werkstuk is waarin de sociale <strong>be</strong>leidsdoelen voor de komende zes jaar worden vastge<strong>be</strong>iteld. Het siert elke<br />

<strong>be</strong>leidsvorm die rekening houdt met lange termijndoelen maar in een snel veranderende maatschappij moeten de<br />

<strong>be</strong>leidsverantwoordelijken en de hulpverleners vooral de soepelheid kunnen opbrengen om in te spelen op de zich even<br />

snel wijzigende noden. Vandaar dat het in de huidige samenleving weinig zin heeft om ons vast te pinnen op<br />

doelstellingen die binnen vier, vijf of zes jaar zouden moeten gerealiseerd worden, terwijl de werkelijkheid er volgend<br />

jaar alweer totaal anders kan uitzien.<br />

Bovendien ontbreken de middelen om echt structurele veranderingen (die meestal lange termijnprojecten zijn), te gaan<br />

financieren. De overheid legt de lokale <strong>be</strong>sturen dan wel deze nieuwe planlast op maar stelt daartegenover geen extra<br />

middelen ter <strong>be</strong>schikking. Vandaar dat de sociale <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning zich noodgedwongen moet richten op haalbare<br />

doelstellingen die kunnen gerealiseerd worden zonder de lokale overheidsfinanciën zwaar te moeten <strong>be</strong>lasten.<br />

Dit alles <strong>be</strong>let niet dat de opmaak van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> veeleer moet gezien worden als de start van een<br />

nieuwe overlegcultuur tussen <strong>stad</strong>, OCMW en lokale actoren, die samen het welzijn van de <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>waken en<br />

daarbij bijzondere aandacht heb<strong>be</strong>n voor de participatie van de kansengroepen. De werkgroepen heb<strong>be</strong>n een<br />

bijzondere dynamiek gegenereerd die geresulteerd heeft in een pakket erg zinvolle voorstellen en vanuit die optiek lijkt<br />

het aangewezen om de ingeslagen weg verder te blijven volgen.<br />

Dit zou <strong>be</strong>tekenen dat de werkgroepen die rond de diverse <strong>be</strong>leidsdomeinen gevormd werden, verder actief blijven en in<br />

de toekomst op gezette tijden blijven samenkomen.<br />

Op die manier kan de opvolging van de realisatie van een aantal doelstellingen <strong>be</strong>waakt worden en wordt bij de<br />

uitvoering en de verwezenlijking van de doelstellingen tevens de medewerking vanuit de sectoren verzekerd.<br />

Daarenboven biedt deze werkwijze de mogelijkheid om per <strong>be</strong>leidsdomein periodiek overleg te plegen rond nieuwe<br />

noden of <strong>be</strong>hoeften. Vanuit de werkgroepen kunnen er dan, waar en wanneer nodig, aangepaste voorstellen worden<br />

geformuleerd naar het <strong>be</strong>leid toe zodat er tijdig op nieuwe tendensen kan worden ingespeeld.<br />

Op die manier creëert het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> een dynamische structuur die de noden en evoluties binnen de<br />

welzijnssector quasi op de voet kan volgen, die vlot moet kunnen inspelen op de zich bijna permanent wijzigende<br />

omstandigheden en dit vanuit de voorwaarde dat de afstand tussen het uitvoerend en het <strong>be</strong>leidsniveau zo klein<br />

mogelijk wordt gehouden .<br />

134


8 BIJLAGEN<br />

Bijlage 1 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema<br />

gezondheid)<br />

Cijfergegevens omtrent problematisch alcoholgebruik en middelengebruik op basis van een simulatie van de<br />

cijfergegevens uit de Gezondheidsenquête 2004 en de VAD leerlingen<strong>be</strong>vraging van 2003 <strong>–</strong> 2004.<br />

Resultaten gezondheidsenquête 2004<br />

Problematisch alcoholgebruik<br />

In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 8 vragen gesteld in verband met het gebruik van alcohol. Op basis van<br />

de antwoorden op deze vragen krijgt men een zicht op de prevalentie van problematisch alcohol gebruik.<br />

Volgende vragen werden gesteld:<br />

Welke alcoholische dranken hebt u de afgelopen 12 maand gedronken?<br />

Hebt u in de afgelopen 6 maand ooit op één dag 6 of meer alcoholische dranken gedronken? Hoe vaak?<br />

Drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken tijdens de week (maandag tot donderdag)?<br />

Drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken tijdens het weekend?<br />

Voor de drinkers:<br />

Hoe vaak drinkt u (in de week en in het weekend)<br />

Hoe veel drinkt u (in de week en in het weekend)<br />

Hebt u ooit de drank gevoeld om minder te gaan drinken?<br />

Hebt u het ooit moeilijk met kritiek op uw drinken?<br />

Hebt u zich ooit schuldig gevoeld omwille van uw drinkgedrag?<br />

Hebt u ooit alcohol gedronken om ’s morgens echt wakker te worden?<br />

Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />

15-<br />

24<br />

jaar<br />

25-<br />

34<br />

jaar<br />

35-<br />

44<br />

jaar<br />

45-<br />

54<br />

jaar<br />

55-<br />

64<br />

jaar<br />

65-<br />

74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />

135


Simulatie van het aantal 15-plussers die problematisch alcohol gebruiken, op basis van de data in de<br />

Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-<br />

24<br />

jaar<br />

25-<br />

34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-<br />

64<br />

jaar<br />

65-74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Man 99 93 150 118 62 98 26 646<br />

Vrouw 27 36 40 103 14 39 6 265<br />

Totaal 126<br />

5,1%<br />

129<br />

5,6%<br />

190<br />

6,4%<br />

221<br />

7,8%<br />

In het Vlaamse gewest drinkt 5,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking problematisch. Bij een simulatie voor Torhout zijn<br />

76<br />

3,5%<br />

dit zo’n 911 inwoners. Het aantal <strong>be</strong>reikt een hoogtepunt tussen 35 en 54 jaar.<br />

Resultaten leerlingen<strong>be</strong>vraging VAD<br />

In de VAD leerlingen<strong>be</strong>vraging worden jongeren tussen 12 en 18 jaar van verschillende scholen <strong>be</strong>vraagd. De<br />

meest recente gegevens komen uit het rapport 2003 <strong>–</strong> 2004. De resultaten zijn een representatieve weergaven van<br />

het alcohol en druggebruik van de leerlingen uit het Vlaamse gewest.<br />

Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2004):<br />

12-14<br />

jaar<br />

15-16<br />

jaar<br />

17-18<br />

jaar<br />

Totaal<br />

Jongens 357 225 270 852<br />

Meisjes 233 212 240 685<br />

Totaal 590 437 510 1537<br />

Simulatie van het aantal 12 <strong>–</strong> 18-jarigen die regelmatig alcohol gebruiken (minimum 1x / week), op basis van de<br />

data in de leerlingen<strong>be</strong>vraging 2003 - 2004:<br />

12-14<br />

jaar<br />

15-16<br />

jaar<br />

17-18<br />

jaar<br />

Totaal<br />

Jongens 36 109 181 312<br />

Meisjes 18 62 99 150<br />

Totaal 53<br />

8,9%<br />

169<br />

38,7%<br />

281<br />

55,1%<br />

462<br />

34,2%<br />

137<br />

6,9%<br />

32<br />

2,1%<br />

911<br />

5,6%<br />

136


Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar drinkt 34,2% regelmatig alcohol. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n<br />

432 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />

Illegaal Illegaal druggebruik<br />

druggebruik<br />

Resultaten gezondheidsenquête 2004<br />

In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 8 vragen gesteld in verband met het gebruik van illegale drugs. Op<br />

basis van de antwoorden op deze vragen krijgt men een zicht op de prevalentie van illegaal druggebruik.<br />

Volgende vragen werden gesteld:<br />

Hebt u ooit cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikt?<br />

Voor de ooit-gebruikers:<br />

Hoe oud was u toen u voor het eerst cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikte?<br />

Hebt u in de afgelopen 12 maanden cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikt?<br />

Hebt u in de afgelopen 30 dagen cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikt?<br />

Gebruikt u meestal marihuana of meestal hasjiesj?<br />

Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />

15-<br />

24<br />

jaar<br />

25-<br />

34<br />

jaar<br />

35-<br />

44<br />

jaar<br />

45-<br />

54<br />

jaar<br />

55-<br />

64<br />

jaar<br />

65-<br />

74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers die het laatste jaar cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruik(t)en, op<br />

basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-<br />

44<br />

jaar<br />

45-<br />

54<br />

jaar<br />

55-<br />

64<br />

jaar<br />

65-<br />

74<br />

jaar<br />

75<br />

+<br />

Totaal<br />

Man 215 166 48 26 0 0 0 455<br />

Vrouw 64 82 7 8 0 0 0 161<br />

Totaal 279<br />

11,3%<br />

248<br />

10,8%<br />

55<br />

5,8%<br />

34<br />

1,2%<br />

0<br />

0%<br />

0<br />

0%<br />

0<br />

0%<br />

616<br />

3,8%<br />

137


In het Vlaamse gewest heeft 3,8% van de volwassen <strong>be</strong>volking het laatste jaar cannabis gebruikt. Bij een simulatie<br />

voor Torhout zijn dit zo’n 616 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers die recent cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikten, op basis van de<br />

data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-<br />

24<br />

jaar<br />

25-<br />

34<br />

jaar<br />

35-<br />

44<br />

jaar<br />

45-<br />

54<br />

jaar<br />

55-<br />

64<br />

jaar<br />

65-<br />

74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Man 100 154 29 0 0 0 0 283<br />

Vrouw 21 50 4 0 0 0 0 75<br />

Totaal 121<br />

4,9%<br />

204<br />

8,6%<br />

33<br />

1,1%<br />

0<br />

0%<br />

In het Vlaamse gewest heeft 2,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking recent cannabis gebruikt. Bij een simulatie voor<br />

0<br />

0%<br />

Torhout zijn dit zo’n 358 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers die ooit XTC of amfetamines gebruikten, op basis van de data in de<br />

Gezondheidsenquête 2001 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-<br />

24<br />

jaar<br />

25-<br />

34<br />

jaar<br />

35-<br />

44<br />

jaar<br />

45-<br />

54<br />

jaar<br />

55-<br />

64<br />

jaar<br />

0<br />

0%<br />

65-<br />

74<br />

jaar<br />

0<br />

0%<br />

358<br />

2,6%<br />

75 + Totaal<br />

Man 58 63 27 4 0 0 0 152<br />

Vrouw 22 35 16 10 3 0 0 86<br />

Totaal 80<br />

3,2%<br />

98<br />

4,2%<br />

43<br />

1,4%<br />

14<br />

0,6%<br />

In het Vlaamse gewest heeft 1,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking ooit XTC of amfetamines gebruikt. Bij een simulatie<br />

3<br />

0,1%<br />

voor Torhout zijn dit zo’n 238 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />

Resultaten leerlingen<strong>be</strong>vraging VAD<br />

In de VAD leerlingen<strong>be</strong>vraging worden jongeren tussen 12 en 18 jaar van verschillende scholen <strong>be</strong>vraagd. De<br />

meest recente gegevens komen uit het rapport 2003 <strong>–</strong> 2004. De resultaten zijn een representatieve weergaven van<br />

het alcohol en druggebruik van de leerlingen uit het Vlaamse gewest.<br />

0<br />

0%<br />

0<br />

0%<br />

238<br />

1,6%<br />

138


Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2004):<br />

12-14<br />

jaar<br />

15-16<br />

jaar<br />

17-18<br />

jaar<br />

Totaal<br />

Jongens 357 225 270 852<br />

Meisjes 233 212 240 685<br />

Totaal 590 437 510 1537<br />

Simulatie van het aantal 12 <strong>–</strong> 18-jarigen die regelmatig cannabis gebruiken (minimum 1x / week), op basis van<br />

de data in de leerlingen<strong>be</strong>vraging 2003 - 2004:<br />

12-14<br />

jaar<br />

15-16<br />

jaar<br />

17-18<br />

jaar<br />

Totaal<br />

Jongens 3 24 41 66<br />

Meisjes 1 12 17 23<br />

Totaal 4<br />

0,6%<br />

35<br />

8,0%<br />

59<br />

11,2%<br />

Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 6,6% regelmatig cannabis. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit<br />

zo’n 89 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />

Simulatie van het aantal 12 <strong>–</strong> 18-jarigen die regelmatig andere illegale middelen gebruiken (minimum 1x / week),<br />

op basis van de data in de leerlingen<strong>be</strong>vraging 2003 - 2004:<br />

12-14<br />

jaar<br />

15-16<br />

jaar<br />

17-18<br />

jaar<br />

89<br />

6,6%<br />

Totaal<br />

Jongens 0 1 5 4<br />

Meisjes 0 0 5 3<br />

Totaal 0<br />

0%<br />

1<br />

0,2%<br />

9<br />

1,8%<br />

Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 0,3% regelmatig andere illegale middelen. Bij een simulatie voor<br />

Torhout zijn dit zo’n 7 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />

7<br />

0,3%<br />

139


KWALITATIEVE GEGEVENS ROND GEZONDHEID: MIDDELENGEBRUIK EN MIDDELENMISBRUIK<br />

De factoren die VAD vanuit internationaal vergelijkend onderzoek naar voor schuiven zijn de volgende:<br />

risicofactoren voor druggebruik<br />

individuele kenmerken:<br />

leeftijd: toenemend gebruik tot midden 20 jaar en<br />

nadien afnemend<br />

sekse: meer gebruik onder mannen<br />

vroegrijpheid<br />

gebruik van alcohol of tabak<br />

Gezinskenmerken:<br />

middelengebruik door ouders<br />

Omgevingskenmerken:<br />

uitgaansleven: bars, disco’s, party’s<br />

stedelijke omgeving: groter risico voor illegale<br />

drugs maar niet voor alcohol, tabak, medicijnen,<br />

oplosmiddelen<br />

gebieden met hoge prevalentie en <strong>be</strong>schikbaarheid<br />

van drugs<br />

positief imago van druggebruik onder<br />

leeftijdgenoten<br />

Sociaal-economisch:<br />

hoger <strong>be</strong>schikbaar inkomen<br />

risicofactoren voor problematisch druggebruik<br />

Individuele kenmerken:<br />

genetische, metabolische en<br />

persoonlijkheidskenmerken<br />

andere sociale en psychologische problemen <strong>–</strong> al op<br />

jonge leeftijd schoolproblemen, geringe eigenwaarde,<br />

depressie<br />

eerste gebruik op jonge leeftijd <strong>–</strong> vooral in<br />

samenhang met andere schoolproblemen<br />

Gezinskenmerken:<br />

opvoedings- of gezinsproblemen<br />

Omgevingskenmerken:<br />

herhaalde blootstelling aan <strong>be</strong>schikbaarheid van<br />

drugs, vooral in kwetsbare groepen met andere<br />

risicofactoren<br />

ontbreken van duidelijke en relevante informatie over<br />

gezondheidsrisico’s<br />

Sociaal-economisch:<br />

lage <strong>sociaal</strong>-economische status, maatschappelijke<br />

marginalisering, werkloosheid<br />

140


Torhout<br />

Bijlage 2 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema gezondheid)<br />

Cijfergegevens omtrent het tabaksgebruik op basis van een simulatie van de cijfergegevens uit de<br />

Gezondheidsenquête 2004<br />

Onder de diverse risicofactoren voor de gezondheid is het gebruik van tabak zonder twijfel de meest kritische. Het<br />

gebruik van tabak wordt tegenwoordig <strong>be</strong>schouwd als de <strong>be</strong>langrijkste vermijdbare oorzaak van morbiditeit en mortaliteit<br />

in de wereld.<br />

Zo heb<strong>be</strong>n talloze studies aangetoond dat het gebruik van tabak de voornaamste determinant van longkanker is, en dat<br />

ze aan de basis ligt van ongeveer één kanker op drie, wanneer alle types mee in rekening worden genomen. Het<br />

tabaksgebruik speelt daarnaast een <strong>be</strong>langrijke rol in de ontwikkeling van onder andere cardiovasculaire aandoeningen,<br />

chronische ademhalingsproblemen en emfyseem.<br />

Het gebruik van sigaretten tijdens de zwangerschap is verantwoordelijk, naast andere factoren, voor een laag<br />

geboortegewicht en wiegendood. Bovendien wordt passief roken als een <strong>be</strong>langrijk risico <strong>be</strong>schouwd voor longkanker<br />

en cardiovasculaire aandoeningen bij de niet-rokers, alsook voor ademhalingsproblemen bij de jonge kinderen.<br />

1. Resultaten van de Gezondheidsenquête 2004<br />

In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 12 vragen gesteld in verband met het gebruik van tabak. Op basis van de<br />

antwoorden op deze vragen krijgt men een zicht op de prevalentie van dit gebruik.<br />

Algemeen wordt wel aangenomen dat de vragen rond het gebruik van tabak in de Gezondheidsenquête de reële<br />

consumptie, gebaseerd op de verkoopscijfers, onderschatten.<br />

Volgende vragen werden gesteld:<br />

• Hebt u al minstens 100 sigaretten, of een gelijkwaardige hoeveelheid tabak, gerookt tijdens uw leven?<br />

• Rookt u nu?<br />

Voor huidige rokers:<br />

o Alle dagen<br />

o Af en toe<br />

• Welke tabaksproducten rookt u en hoe vaak?<br />

141


• Hoe oud was u toen u regelmatig <strong>be</strong>gon te roken?<br />

• Hoeveel sigaretten rookt u gewoonlijk per dag?<br />

• Wanneer rookt u uw eerste sigaret na het ontwaken?<br />

• Zou u kunnen zeggen dat in vergelijking met 2 jaar geleden uw gebruik van tabak is veranderd?<br />

• Hebt u ooit getracht te stoppen met roken?<br />

Voor voormalige rokers:<br />

• Welke tabaksproducten rookte u en hoe vaak?<br />

• Hoe oud was u toen u regelmatig <strong>be</strong>gon te roken?<br />

• Hoeveel sigaretten rookte u gewoonlijk per dag?<br />

• Hoe lang geleden <strong>be</strong>nt u met roken gestopt?<br />

Demografische gegevens Torhout (01.01.2006):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

2474 2301 2954 2819 2187 1995 1554 16284<br />

Simulatie van het aantal rokers (aantal dagelijkse rokers + aantal occasionele rokers), op basis van de data in de<br />

Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

30.2 % 30.6 % 32.6 % 34.1 % 19.9 % 15.5 % 10.9 %<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 747 704 963 961 435 309 169 4364<br />

(26.8 %)<br />

Simulatie van de verdeling van het aantal huidige rokers (aantal dagelijkse rokers + aantal occasionele rokers) volgens<br />

hun motivatie om te stoppen met roken (= heeft gepoogd / is geneigd te stoppen), op basis van de data in de<br />

Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

57.5 % 62.8 % 74.0 % 75.2 % 64.2 % 75.7 % 62.0 %<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 430 442 713 723 279 234 105 2989<br />

(68.5%)<br />

142


Simulatie van het aantal dagelijkse rokers, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

26.6 % 23.4 % 28.6 % 29.3 % 17.1 % 13.6 % 7.2 %<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 658 538 845 826 374 271 112 3680<br />

(22.6 %)<br />

Simulatie van het aantal occasionele rokers, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams<br />

Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

3.6 % 7.3 % 4.0 % 4.8 % 2.9 % 2.0 % 3.6 %<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 89 168 118 135 63 40 56 684<br />

(4.2%)<br />

Informatie omtrent het percentage rokers (van 15 jaar en ouder) per opleidingsniveau, dit <strong>be</strong>treft Vlaamse cijfers op<br />

basis van de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

Geen of lager<br />

onderwijs<br />

Lager<br />

middelbaar<br />

Hoger<br />

middelbaar<br />

Hoger<br />

onderwijs<br />

Dagelijkse<br />

rokers<br />

Occasionele<br />

rokers<br />

Totaal aantal<br />

rokers<br />

Ex-rokers Nooit<br />

gerookt<br />

Totaal aantal<br />

niet-rokers<br />

23.2 % 1.7 % 24.9 % 21.1 % 54.0 % 75.1 %<br />

26.6 % 3.1 % 29.7 % 19.6 % 50.8 % 70.3 %<br />

26.3 % 4.0 % 30.2 % 20.0 % 49.8 % 69.8 %<br />

17.3 % 5.3 % 22.6 % 21.8 % 55.6 % 77.4 %<br />

Totaal 22.5 % 4.0 % 26.5 % 20.7 % 52.7 % 73.5 %<br />

143


Na correctie voor leeftijd en geslacht kan een significant verschil worden vastgesteld in de verdeling van de rokers in<br />

functie van opleidingsniveau: bij diegenen met een diploma hoger onderwijs kan een minder grote proportie huidige<br />

rokers worden teruggevonden in vergelijking met diegenen met een minder hoge opleiding.<br />

Na correctie voor leeftijd en geslacht kan ook worden vastgesteld dat de gemiddelde leeftijd waarop met roken wordt<br />

gestart significant minder hoog is bij diegenen met een eerder <strong>be</strong>perkte opleiding in vergelijking met diegenen met een<br />

diploma hoger onderwijs.<br />

De Gezondheidsenquête 2004 concludeert dat de prevalentie van het gebruik van tabak daalt over de jaren heen,<br />

telkens met 1 %. Na controle voor leeftijd en geslacht gaat hier niet om een significante daling, wat doet veronderstellen<br />

dat de geobserveerde verschillen meer te maken heb<strong>be</strong>n met de demografische samenstelling van de <strong>be</strong>volking, dan<br />

met veranderingen in tabaksgebruik.<br />

2. Voortijdige en potentieel vermijdbare sterfgevallen<br />

De potentieel preventief vermijdbare doodsoorzaken werden geselecteerd op basis van een review van de medische en<br />

epidemiologische literatuur inzake de effectiviteit van preventie en gezondheidspromotie.<br />

In 2003 werden bij mannelijke residenten van het Vlaamse Gewest 5 609 voortijdige en potentieel vermijdbare<br />

sterfgevallen genoteerd, wat 42.6 % uitmaakt van alle sterfgevallen in de leeftijdsgroep van 0 tot 74 jaar. Het grootste<br />

deel daarvan (57.7% van de voortijdig en potentieel vermijdbare sterfgevallen ofwel 25 % van alle sterfgevallen) kon<br />

worden voorkomen door primaire preventie, meer in het bijzonder van<br />

• Longkanker (58 % van de primaire vermijdbare sterfgevallen) (te vermijden door niet te roken)<br />

• Ischemische hartziekten (IHZ) (22 %) (te vermijden door onder andere een gezonde voeding en voldoende<br />

fysieke activiteit)<br />

• Levercirrose (8 %) (te vermijden door matiging van het alcoholgebruik)<br />

• Verkeersongevallen (12 %) (te vermijden door een aangepast rijgedrag en een goede controle op de<br />

verkeersveiligheid)<br />

Bij vrouwen waren er 3 305 voortijdige en vermijdbare sterfgevallen. Het verschil tussen medische en primaire preventie<br />

is hier omgekeerd: respectievelijk 73 % en 26.9 %. Vooral borstkanker, cerebrovasculaire sterfte en colorectale kanker<br />

liggen hieraan ten grondslag.<br />

Als we de verschillende <strong>be</strong>langrijke voortijdige en potentieel te vermijden sterfgevallen linken aan de leeftijd <strong>be</strong>komen<br />

we volgende gegevens:<br />

Mannen Vrouwen<br />

< 1 jaar Perinatale verwikkelingen (57 / 35%) Perinatale verwikkelingen (40 / 41%)<br />

1 - 4 jaar Ongevallen privé-sfeer (6 / 16%) Ongevallen privé-sfeer (7 / 20%)<br />

5 - 9 jaar Vervoersongevallen (2 / 9%) Vervoersongevallen (4 / 17%)<br />

10 - 14 jaar Vervoersongevallen (3 / 14%) Vervoersongevallen (7 / 39%)<br />

15 - 19 jaar Vervoersongevallen (54 / 50%) Vervoersongevallen (14 / 31%)<br />

20 - 24 jaar Vervoersongevallen (94 / 50%) Vervoersongevallen (24 / 38%)<br />

144


25 - 29 jaar Vervoersongevallen (72 / 41%) Zelfdoding (19 / 29%)<br />

30 - 34 jaar Zelfdoding (69 / 34%) Vervoersongevallen (13 / 14%)<br />

35 - 39 jaar Zelfdoding (86 / 29%) Borstkanker (28 / 15%)<br />

40 - 44 jaar Zelfdoding (92 / 22%) Borstkanker (30 / 13%)<br />

45 - 49 jaar Zelfdoding (87 / 13%) Borstkanker (61 / 16%)<br />

50 - 54 jaar Longkanker (128 / 13%) Borstkanker (114 / 19%)<br />

55 - 59 jaar Longkanker (238 / 17%) Borstkanker (123 / 16%)<br />

60 - 64 jaar Longkanker (303 / 17%) Borstkanker (142 / 15%)<br />

65 - 69 jaar Longkanker (512 / 18%) Borstkanker (168 / 11%)<br />

70 - 74 jaar Ischemische hartziekten (606 / 15%) Ischemische hartziekten (312 / 13%)<br />

75 - 79 jaar Ischemische hartziekten (799 / 15%) Ischemische hartziekten (529 / 13%)<br />

80 - 84 jaar Ischemische hartziekten (701 / 15%) Cerebrovasculaire ziekten (675 / 13%)<br />

>= 85 jaar Ischemische hartziekten (717 / 13%) Hartinsufficiëntie (1453 / 12%)<br />

Eén van de <strong>be</strong>langrijkste doodsoorzaken is longkanker, vooral bij mannen. Langdurig roken is de <strong>be</strong>langrijkste oorzaak<br />

van longkanker, vandaar ook dat longkanker door primaire preventie kan vermeden worden. Roken vormt een ernstige<br />

<strong>be</strong>dreiging voor de individuele gezondheid én voor de volksgezondheid.<br />

Uit de Gezondheidsindicatoren 2003 blijft dat 29.2 % van de sterfte bij mannen boven de 35 jaar door ziekte zou kunnen<br />

vermeden worden door niet te roken. Bij vrouwen ligt dit percentage <strong>be</strong>duidend lager, o.a. door het <strong>be</strong>langrijke aandeel<br />

van borstkanker, maar merken dat het percentage lichtjes aan het stijgen is.<br />

Mannen Sterfgevallen Aan tabak<br />

toegeschreven:<br />

Longkanker 3 019 2 811 93.1 %<br />

Aëro-digestieve kankers 621 424 68.3 %<br />

Andere kankers 5 347 749 14.0 %<br />

COPD 1 854 1 344 72.5 %<br />

Hart- en vaataandoeningen 9 611 1 541 16.0 %<br />

Alle andere medische oorzaken 6 287 903 14.4 %<br />

Totaal medische oorzaken 26 739 7 773 29.1 %<br />

Vrouwen Sterfgevallen Aan tabak<br />

toegeschreven:<br />

Longkanker 649 395 60.9 %<br />

%<br />

%<br />

145


Aëro-digestieve kankers 164 39 23.5 %<br />

Andere kankers 5 713 65 1.1 %<br />

COPD 979 395 40.4 %<br />

Hart- en vaataandoeningen 11 477 250 2.2 %<br />

Alle andere medische oorzaken 8 750 293 3.3 %<br />

Totaal medische oorzaken 27 732 1 437 5.2 %<br />

Uit de cijfers van het Kankerregister 2000 kunnen we volgende gegevens terugvinden:<br />

• Mannen: 566 geregistreerde invasieve longkankers (totaal aantal geregistreerde invasieve kankers: 3 730).<br />

• Vrouwen: 84 geregistreerde invasieve longkankers (totaal aantal geregistreerde invasieve kankers: 2 804).<br />

3. STIVORO<br />

Op de website van STIVORO is er sinds kort een “Urgentiemeter Tabak” <strong>be</strong>schikbaar. Deze maakt op basis van het<br />

aantal inwoners in de gemeente een simulatie van het aantal overledenen door roken per jaar, het aantal overledenen<br />

door meeroken per jaar en het aantal ondernomen stoppogingen in een jaar. Deze simulatie vertrekt wel van<br />

Nederlandse statistieken en dus niet van Belgische of Vlaamse.<br />

Torhout (totaal aantal inwoners op 01.01.2006 : 19181) :<br />

• Aantal overledenen per jaar: 21<br />

• Aantal overledenen per jaar door meeroken: 3<br />

• Aantal ondernomen stoppogingen in een jaar: 1497<br />

146


Bijlage 3 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema<br />

gezondheid)<br />

Stad Torhout<br />

Cijfergegevens omtrent de voedingsstatus, het voedingsgedrag en de lichaams<strong>be</strong>weging op basis van een<br />

simulatie van de cijfergegevens uit de Gezondheidsenquête 2004<br />

Belangrijke chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, verschillende kankers, botontkalking en nog vele<br />

andere, worden geassocieerd met voedingsfactoren.<br />

Om deze reden <strong>be</strong>hoort het thema voeding tot 1 van de vijf gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse gemeenschap<br />

<strong>be</strong>treft deze voedingsgewoonten. De doelstelling luidt als volgt: ‘De consumptie van vetrijke voeding, zowel bij mannen<br />

als bij vrouwen, moet op significante wijze dalen ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding.’<br />

In 2007 wordt deze doelstelling geherformuleerd. In elk geval staat vast dat het <strong>be</strong>vorderen van gezond eten hand in<br />

hand gaat met het <strong>be</strong>vorderen van regelmatig <strong>be</strong>wegen. Een gezonde en evenwichtige voeding en <strong>be</strong>weging zijn<br />

<strong>be</strong>langrijk. Mensen <strong>be</strong>wust maken van het evenwicht tussen energie-inname en calorieverbruik en hen aanzetten tot<br />

gedragsverandering is daarom een noodzaak.<br />

4. Resultaten van de Gezondheidsenquête 2004<br />

In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 22 vragen gesteld in verband met de voedingsstatus en het<br />

voedingsgedrag.<br />

a. Voedingsstatus:<br />

Naast de peiling naar de Body Mass Index (BMI) werden volgende vragen gesteld i.v.m. de voedingsstatus:<br />

• Pro<strong>be</strong>ert u op dit ogenblik af te slanken, te verdikken of uw gewicht stabiel te houden? Of zou u veeleer stellen<br />

dat u zich daar geen zorgen over maakt?<br />

• Wat doet u op dit ogenblik om af te slanken of om uw gewicht stabiel te houden?<br />

• Wie heeft u aangeraden iets aan uw gewicht te doen?<br />

147


Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers met overgewicht, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel<br />

Vlaams Gewest):<br />

Totaal<br />

18-24<br />

jaar<br />

14.1%<br />

349<br />

25-34<br />

jaar<br />

26.4%<br />

607<br />

35-44<br />

jaar<br />

41.7%<br />

1.232<br />

45-54<br />

jaar<br />

47.4%<br />

1.336<br />

55-64<br />

jaar<br />

58.5%<br />

1.280<br />

65-74<br />

jaar<br />

60.1%<br />

1.199<br />

75 + Totaal<br />

48.8%<br />

758<br />

6.953<br />

(42.7%)<br />

In het Vlaamse gewest lijdt 42.7% van de volwassen <strong>be</strong>volking aan overgewicht. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit<br />

zo’n 6.953 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers met een overgewicht volgens de houding ten aanzien van het eigen gewicht, op<br />

basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

Maakt zich geen zorgen over het gewicht:<br />

Totaal<br />

49.2%<br />

172<br />

43.6%<br />

265<br />

Pro<strong>be</strong>ert gewicht stabiel te houden:<br />

Totaal 33.5%<br />

117<br />

Pro<strong>be</strong>ert te vermageren<br />

Totaal 17.3%<br />

60<br />

42.7%<br />

259<br />

13.7%<br />

83<br />

37.7%<br />

464<br />

45.9%<br />

565<br />

16.4%<br />

202<br />

45-54<br />

jaar<br />

36.8%<br />

492<br />

51.2%<br />

684<br />

11.9%<br />

159<br />

55-64<br />

jaar<br />

37.9%<br />

485<br />

50.6%<br />

648<br />

11.5%<br />

147<br />

65-74<br />

jaar<br />

41.2%<br />

494<br />

48.0%<br />

576<br />

10.6%<br />

127<br />

75 + Totaal<br />

60.5%<br />

459<br />

36.0%<br />

273<br />

3.5%<br />

27<br />

2.983<br />

(42.9%)<br />

3.032<br />

(43.6%)<br />

939<br />

(13.5%)<br />

148


Wat opvalt, is dat 2.983 personen van de groep die lijdt aan overgewicht zich geen zorgen maakt over hun gewicht.<br />

3.032 pro<strong>be</strong>ren hun gewicht stabiel te houden en slechts 939 mannen en vrouwen die met overgewicht kampen,<br />

pro<strong>be</strong>ren te vermageren.<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers met een overgewicht die voor de afslankingsmethode roken opteren, op basis van<br />

de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

Totaal<br />

15-24<br />

jaar<br />

8.7%<br />

15<br />

25-34<br />

jaar<br />

5.9%<br />

20<br />

35-44<br />

jaar<br />

4.9%<br />

38<br />

45-54<br />

jaar<br />

7.9%<br />

67<br />

55-64<br />

jaar<br />

4.6%<br />

37<br />

65-74<br />

jaar<br />

3.4%<br />

24<br />

75 + Totaal<br />

5.2%<br />

16<br />

246<br />

(6.2%)<br />

246 inwoners van Torhout die last heb<strong>be</strong>n van overgewicht en die hun gewicht pro<strong>be</strong>ren te <strong>be</strong>houden of wensen te<br />

vermageren, doen dit door te roken(!).<br />

Simulatie van het aantal 15-plussers en met een ondergewicht, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004<br />

(deel Vlaams Gewest):<br />

Totaal<br />

15-24<br />

jaar<br />

22.5%<br />

557<br />

25-34<br />

jaar<br />

15.1%<br />

347<br />

35-44<br />

jaar<br />

8.0%<br />

236<br />

45-54<br />

jaar<br />

6.1%<br />

172<br />

55-64<br />

jaar<br />

2.0%<br />

48<br />

65-74<br />

jaar<br />

4.1%<br />

82<br />

75 + Totaal<br />

8.8%<br />

137<br />

1.466<br />

(9.0%)<br />

Een kleinere groep, maar daarom niet on<strong>be</strong>langrijk, zijn het aantal inwoners met een ondergewicht. Voor Torhout<br />

zouden dit maar liefst 1.466 inwoners zijn.<br />

Demografische gegevens Stad Torhout Jongeren (01.01.2006):<br />

0-4<br />

jaar<br />

5-9<br />

jaar<br />

10-14<br />

jaar<br />

15-19<br />

jaar<br />

Totaal<br />

Totaal 844 935 1137 1192 4108<br />

149


Simulatie van het aantal jongeren met overgewicht, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams<br />

Gewest):<br />

Totaal<br />

0-4<br />

jaar<br />

7.2%<br />

61<br />

5-9<br />

jaar<br />

13.8%<br />

129<br />

10-14<br />

jaar<br />

11.1%<br />

126<br />

15-19<br />

jaar<br />

6.5%<br />

77<br />

Totaal<br />

448<br />

(10.9%)<br />

Meer dan een tiende van het aantal jongeren lijdt aan overgewicht, voor Torhout <strong>be</strong>draagt dit 448 inwoners. De grootste<br />

groep <strong>be</strong>vindt zich in de leeftijdscategorie 5 tot 14-jarigen.<br />

b. Voedingsgedrag:<br />

Volgende vragen werden gesteld i.v.m. de voedingsgewoontes:<br />

• Hoe vaak eet u een ontbijt?<br />

• Hoe vaak eet u een middagmaal?<br />

• Hoe vaak eet u een avondmaal?<br />

• Hoe vaak eet u <strong>be</strong>reide of rauwe groenten (droge peulvruchten niet in<strong>be</strong>grepen)?<br />

• Hoeveel <strong>be</strong>reide of rauwe groenten eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />

• Hoe vaak eet u vers fruit ?<br />

• Hoeveel fruit eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />

• Hoeveel bruin brood eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />

• Hoe vaak eet u vis of schelp- of schaaldieren (zoals koolvis, ka<strong>be</strong>ljauw, mosselen, garnalen,…)?<br />

• Hoeveel vis of schelp- of schaaldieren eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />

• Hoe vaak drinkt u gesuikerde of alcoholische dranken (zoals bier, wijn, frisdrank, gesuikerde koffie of thee,<br />

industrieel vervaardigde vruchtensappen,…)?<br />

• Hoeveel gesuikerde of alcoholische dranken drinkt u gemiddeld op zo’n dag?<br />

• Hebt u de afgelopen 2 jaar uw vetconsumptie verminderd?<br />

• Om welke reden hebt u uw vetconsumptie verminderd?<br />

• Bent u de afgelopen 2 jaar meer vezelrijke voedingsmiddelen gaan gebruiken?<br />

• Om welke reden <strong>be</strong>nt u meer vezelrijke voedingsmiddelen gaan gebruiken?<br />

150


Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />

Simulatie van het aantal inwoners volgens de regelmatigheid in het eetpatroon en het nemen van een ontbijt, op basis<br />

van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

Onregelmatig eetpatroon:<br />

Totaal<br />

25.3%<br />

626<br />

Onregelmatig ontbijt:<br />

Totaal<br />

23.8%<br />

589<br />

25-34<br />

jaar<br />

33.3%<br />

766<br />

30.4%<br />

700<br />

35-44<br />

jaar<br />

28.0%<br />

827<br />

23.7%<br />

700<br />

45-54<br />

jaar<br />

23.1%<br />

651<br />

18.7%<br />

527<br />

55-64<br />

jaar<br />

14.1%<br />

308<br />

9.9%<br />

217<br />

65-74<br />

jaar<br />

8.6%<br />

172<br />

5.7%<br />

114<br />

75 + Totaal<br />

6.5%<br />

101<br />

3.6%<br />

559<br />

3.517<br />

(21.6%)<br />

2.964<br />

(18.2%)<br />

Van de 16.284 15-plussers te Torhout, zijn er 3.517 die geen regelmatig eetpatroon aannemen. Ook een onregelmatig<br />

ontbijt komt bij 2.964 van de populatie voor. Het nemen van een middagmaal (5.2%) en een avondmaal (2.0%) neemt<br />

een regelmatiger patroon aan.<br />

151


Simulatie van het aantal inwoners volgens een onvoldoende consumptie van groenten, fruit, bruin brood en vis, op basis<br />

van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

Groenten 17.4%<br />

430<br />

Fruit 56.0%<br />

1.385<br />

Bruin brood 39.6%<br />

980<br />

Vis 49.9%<br />

1.235<br />

25-34<br />

jaar<br />

18.5%<br />

426<br />

50.3%<br />

1.157<br />

40.4%<br />

930<br />

38.0%<br />

874<br />

35-44<br />

jaar<br />

13.9%<br />

411<br />

42.5%<br />

1.255<br />

37.3%<br />

1.102<br />

41.5%<br />

1.226<br />

Leeftijdsgroep<br />

45-54<br />

jaar<br />

12.9%<br />

364<br />

42.5%<br />

1.198<br />

28.9%<br />

815<br />

29.6%<br />

826<br />

55-64<br />

jaar<br />

12.8%<br />

280<br />

32.5%<br />

710<br />

26.8%<br />

586<br />

18.5%<br />

405<br />

65-74<br />

jaar<br />

11.7%<br />

233<br />

27.2%<br />

543<br />

28.0%<br />

559<br />

21.5%<br />

430<br />

75 +<br />

9.8%<br />

152<br />

28.8%<br />

448<br />

34.0%<br />

528<br />

22.2%<br />

345<br />

Totaal<br />

2280<br />

(14.0%)<br />

6.530<br />

(40.1%)<br />

5.911<br />

(36.3%)<br />

5.553<br />

(34.1%)<br />

Wanneer we een kijkje nemen bij de consumptie van groenten, zien we dat jongeren relatief minder frequent groenten<br />

eten.<br />

Fruit wordt in de leeftijdsgroep 15 tot 34 bij meer dan de helft onvoldoende geconsumeerd. 5.911 15-plussers van<br />

Torhout eten nog te weinig bruin brood.<br />

Wat vis <strong>be</strong>treft, is de proportie personen die dit onvoldoende frequent eet, globaal genomen hoger bij de jongere<br />

leeftijdsgroepen. De consumptie van vis is <strong>be</strong>duidend meer populair bij personen met een diploma hoger onderwijs.<br />

Met uitzondering van de leeftijdgroep 75 jaar en ouder, daalt het percentage personen dat onvoldoende gezond eet met<br />

de leeftijd.<br />

Simulatie van het aantal inwoners dat de afgelopen twee jaar de vetconsumptie nog niet heeft verminderd, op basis van<br />

de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

Totaal 77.2%<br />

1.910<br />

25-34<br />

jaar<br />

67.7%<br />

1.558<br />

35-44<br />

jaar<br />

67.9%<br />

2.006<br />

45-54<br />

jaar<br />

58.0%<br />

1.635<br />

55-64<br />

jaar<br />

54.5%<br />

1.192<br />

65-74<br />

jaar<br />

56.8%<br />

1.133<br />

75 + Totaal<br />

67.1%<br />

1.043<br />

10.454<br />

(64.2%)<br />

152


Zoals de gezondheidsdoelstelling i.v.m. voeding aangeeft, moet de consumptie van vetrijke voeding, zowel bij mannen<br />

als bij vrouwen, op significante wijze dalen. Wanneer we de cijfers voor Torhout erbij nemen, zien we dat dit nog niet de<br />

juiste richting uitwijst. In de laatste twee jaar zijn er 10.454 individuen die nog geen poging ondernomen heb<strong>be</strong>n om hun<br />

vetconsumptie te doen afnemen. Het valt op dat de inzet om minder vetrijke voeding te consumeren, stijgt met de<br />

leeftijd.<br />

Van de groep die wel een inspanning levert, is de hoofdreden ‘vermageren’. Dit motief daalt met het ouder worden. Een<br />

tweede reden daarentegen, ‘de angst voor de gevolgen’, stijgt met de leeftijd. Ook ‘ziekte’ is een vaak aangegeven<br />

argument.<br />

Simulatie van het aantal inwoners dat de afgelopen twee jaar nog geen poging heeft ondernomen om meer vezelrijke<br />

voedingsmiddelen te gebruiken, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

15-24<br />

jaar<br />

Totaal 79.5%<br />

1.967<br />

25-34<br />

jaar<br />

79.1%<br />

1.820<br />

35-44<br />

jaar<br />

76.1%<br />

2.248<br />

45-54<br />

jaar<br />

75.4%<br />

2.126<br />

55-64<br />

jaar<br />

72.9%<br />

1.594<br />

65-74<br />

jaar<br />

78.4%<br />

1.564<br />

75 + Totaal<br />

87.1%<br />

1.354<br />

12.653<br />

(77.7%)<br />

Een vetrijke voeding kan deels vervangen worden door vezelrijke voedingsmiddelen. 77.7% (12.653 inwoners te<br />

Torhout) heeft hier nog geen poging toe ondernomen. De 22.3% die wel meer vezelrijke voeding is gaan consumeren<br />

geeft aan dit onder andere te doen omdat het goed is voor de gezondheid. Een tweede argument luidt dat het hoort bij<br />

hun dieet.<br />

Tenslotte nog een woord over mogelijke veranderingen in gewoonten. Vele mensen zijn er <strong>–</strong> onterecht - van overtuigd<br />

dat ze gezond eten en zijn dan ook niet van plan deze gewoonten te veranderen.<br />

Veranderingen in voedingsgewoonten zijn echter in eerste instantie gebaseerd op het <strong>be</strong>sef dat deze gewoonten op<br />

lange termijn niet goed voor de gezondheid zijn. Het is dan ook de boodschap om eerst de mensen <strong>be</strong>wust te maken<br />

van hun ongezonde eetgewoonten.<br />

De voornaamste les die we uit de resultaten van dit thema kunnen trekken is dat een aanzienlijk deel van de <strong>be</strong>volking<br />

onvoldoende gezond eet om hiervan een positief gevolg op de gezondheid te heb<strong>be</strong>n. Het is dan ook noodzakelijk op<br />

deze situatie te reageren.<br />

153


Bijlage 4 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema gezondheid)<br />

Stad Torhout<br />

Cijfergegevens omtrent de borstkankerscreening<br />

5. Voortijdige en potentieel vermijdbare sterfgevallen<br />

De potentieel preventief vermijdbare doodsoorzaken werden geselecteerd op basis van een review van de medische en<br />

epidemiologische literatuur inzake de effectiviteit van preventie en gezondheidspromotie.<br />

In 2003 werden bij mannelijke residenten van het Vlaamse Gewest 5 609 voortijdige en potentieel vermijdbare<br />

sterfgevallen genoteerd, wat 42.6 % uitmaakt van alle sterfgevallen in de leeftijdsgroep van 0 tot 74 jaar. Het grootste<br />

deel daarvan (57.7% van de voortijdig en potentieel vermijdbare sterfgevallen ofwel 25 % van alle sterfgevallen) kon<br />

worden voorkomen door primaire preventie, meer in het bijzonder van<br />

• Longkanker (58 % van de primaire vermijdbare sterfgevallen) (te vermijden door niet te roken)<br />

• Ischemische hartziekten (IHZ) (22 %) (te vermijden door onder andere een gezonde voeding en voldoende<br />

fysieke activiteit)<br />

• Levercirrose (8 %) (te vermijden door matiging van het alcoholgebruik)<br />

• Verkeersongevallen (12 %) (te vermijden door een aangepast rijgedrag en een goede controle op de<br />

verkeersveiligheid)<br />

Bij vrouwen waren er 3 305 voortijdige en vermijdbare sterfgevallen. Het verschil tussen medische en primaire preventie<br />

is hier omgekeerd: respectievelijk 73 % en 26.9 %. Vooral borstkanker, cerebrovasculaire sterfte en colorectale kanker<br />

liggen hieraan ten grondslag.<br />

Als we de verschillende <strong>be</strong>langrijke voortijdige en potentieel te vermijden sterfgevallen linken aan de leeftijd <strong>be</strong>komen<br />

we volgende gegevens:<br />

Mannen Vrouwen<br />

< 1 jaar Perinatale verwikkelingen (57 / 35%) Perinatale verwikkelingen (40 / 41%)<br />

1 - 4 jaar Ongevallen privé-sfeer (6 / 16%) Ongevallen privé-sfeer (7 / 20%)<br />

5 - 9 jaar Vervoersongevallen (2 / 9%) Vervoersongevallen (4 / 17%)<br />

10 - 14 jaar Vervoersongevallen (3 / 14%) Vervoersongevallen (7 / 39%)<br />

154


15 - 19 jaar Vervoersongevallen (54 / 50%) Vervoersongevallen (14 / 31%)<br />

20 - 24 jaar Vervoersongevallen (94 / 50%) Vervoersongevallen (24 / 38%)<br />

25 - 29 jaar Vervoersongevallen (72 / 41%) Zelfdoding (19 / 29%)<br />

30 - 34 jaar Zelfdoding (69 / 34%) Vervoersongevallen (13 / 14%)<br />

35 - 39 jaar Zelfdoding (86 / 29%) Borstkanker (28 / 15%)<br />

40 - 44 jaar Zelfdoding (92 / 22%) Borstkanker (30 / 13%)<br />

45 - 49 jaar Zelfdoding (87 / 13%) Borstkanker (61 / 16%)<br />

50 - 54 jaar Longkanker (128 / 13%) Borstkanker (114 / 19%)<br />

55 - 59 jaar Longkanker (238 / 17%) Borstkanker (123 / 16%)<br />

60 - 64 jaar Longkanker (303 / 17%) Borstkanker (142 / 15%)<br />

65 - 69 jaar Longkanker (512 / 18%) Borstkanker (168 / 11%)<br />

70 - 74 jaar Ischemische hartziekten (606 / 15%) Ischemische hartziekten (312 / 13%)<br />

75 - 79 jaar Ischemische hartziekten (799 / 15%) Ischemische hartziekten (529 / 13%)<br />

80 - 84 jaar Ischemische hartziekten (701 / 15%) Cerebrovasculaire ziekten (675 / 13%)<br />

>= 85 jaar Ischemische hartziekten (717 / 13%) Hartinsufficiëntie (1453 / 12%)<br />

Eén van de <strong>be</strong>langrijkste doodsoorzaken is borstkanker bij vrouwen.<br />

6. Sterfte-atlas<br />

Bij vrouwen in Torhout ligt het aantal sterfgevallen ten gevolge van borstkanker binnen de verwachtingen op basis van<br />

de leeftijdsspecifieke sterfte in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />

155


7. Participatiegraad aan de screening 2003-2004 en 2004-2005<br />

De Europese norm is 75% van de vrouwen uit de doelgroep. We zitten er dus lang nog niet.<br />

%<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

participatiegraad regio Logo brugge<br />

Blanken<strong>be</strong>rge<br />

Brugge<br />

Knokke-Heist<br />

Beernem<br />

Jab<strong>be</strong>ke<br />

zuienkerke<br />

Zedelgem<br />

Damme<br />

2003-2004<br />

2004-2005<br />

Oostkamp<br />

Torhout<br />

156


<strong>Vlaanderen</strong><br />

(2003-2004)<br />

RSC VOB<br />

(2004-2005)<br />

Logo (2004-<br />

2005)<br />

Torhout<br />

Doelpopulatie 650.000 78.099 33.968 2.180<br />

Gescreende<br />

vrouwen<br />

233.267<br />

(35,9%)<br />

32.721<br />

(41.8%)<br />

13.365<br />

(39.4%)<br />

(2004-2005)<br />

1.055<br />

(48%)<br />

Europese<br />

norm<br />

75%<br />

157


Bijlage 5 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema<br />

gezondheid)<br />

Stad Torhout<br />

Cijfergegevens omtrent zelfmoord,<br />

Een simulatie voor Torhout op basis van globale cijfers voor <strong>Vlaanderen</strong><br />

Er <strong>be</strong>staan verschillende argumenten om werk te maken van een preventief <strong>be</strong>leid omtrent depressie en suïcide.<br />

Harde epidemiologische gegevens tonen zwart op wit hoe <strong>–</strong> pover <strong>–</strong> het gesteld is met de geestelijke gezondheid in<br />

onze maatschappij.<br />

Met grote regelmaat verschijnen er krantenartikels over stress, psychisch onwelzijn, depressie, suïcide...<br />

De druk op het <strong>be</strong>leid om iets te doen aan deze toenemende maatschappelijke malaise neemt toe.<br />

1. Leeftijdsspecifieke sterfte door zelfmoord (per 100.000 inwoners),<br />

op basis van de data van de gezondheidsconferentie,Vlaams gewest 2000<br />

158


Wanneer men kijkt naar de leeftijdsspecifieke sterfte door zelfmoord, dan blijkt dat er in alle leeftijdsgroepen een hogere<br />

sterfte is bij mannen.<br />

2. De indirect gestandaardiseerde mortaliteitsratio van zelfmoord bij mannen,<br />

Op basis van de sterfteatlas<br />

Wanneer men sterftecijfers in verschillende populaties wil vergelijken, moet rekening worden gehouden met de<br />

verschillen in leeftijdsopbouw in die populaties. De statistische techniek die corrigeert voor die verschillen, wordt<br />

"standaardisering" genoemd. De "indirect gestandaardiseerde mortaliteitsratio" (SMR) is één van de mogelijke<br />

technieken en geeft de verhouding weer van het waargenomen aantal sterfgevallen in een <strong>be</strong>paalde regio (bvb. een<br />

gemeente) tot het aantal sterfgevallen dat men theoretisch verwacht indien in die regio dezelfde leeftijdsspecifieke<br />

sterfte (d.i. de sterfteverdeling over de verschillende leeftijdsgroepen) zou <strong>be</strong>staan als in een referentieregio (hier het<br />

Vlaams Gewest als geheel). Een SMR gelijk aan 1 <strong>be</strong>tekent dus dat het waargenomen aantal sterfgevallen gelijk is aan<br />

het theoretisch verwachte aantal..<br />

Het zelfmoordcijfer bij mannen ligt in Torhout in de gele zone, dat wil zeggen dat er minder zelfmoord wordt gepleegd<br />

door deze groep dan verwacht.<br />

159


Het zelfmoordcijfer bij vrouwen ligt in Torhout in de zwarte zone, dat wil zeggen dat er 20 % meer zelfmoord wordt<br />

gepleegd door deze groep dan verwacht.<br />

Dit cijfer ligt duidelijk hoger in Torhout dan elders in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Als we de verschillende <strong>be</strong>langrijke voortijdige en potentieel te vermijden sterfgevallen linken aan de leeftijd <strong>be</strong>komen<br />

we volgende gegevens:<br />

Mannen Vrouwen<br />

< 1 jaar Perinatale verwikkelingen (57 / 35%) Perinatale verwikkelingen (40 / 41%)<br />

1 - 4 jaar Ongevallen privé-sfeer (6 / 16%) Ongevallen privé-sfeer (7 / 20%)<br />

5 - 9 jaar Vervoersongevallen (2 / 9%) Vervoersongevallen (4 / 17%)<br />

10 - 14 jaar Vervoersongevallen (3 / 14%) Vervoersongevallen (7 / 39%)<br />

15 - 19 jaar Vervoersongevallen (54 / 50%) Vervoersongevallen (14 / 31%)<br />

20 - 24 jaar Vervoersongevallen (94 / 50%) Vervoersongevallen (24 / 38%)<br />

25 - 29 jaar Vervoersongevallen (72 / 41%) Zelfdoding (19 / 29%)<br />

30 - 34 jaar Zelfdoding (69 / 34%) Vervoersongevallen (13 / 14%)<br />

35 - 39 jaar Zelfdoding (86 / 29%) Borstkanker (28 / 15%)<br />

40 - 44 jaar Zelfdoding (92 / 22%) Borstkanker (30 / 13%)<br />

45 - 49 jaar Zelfdoding (87 / 13%) Borstkanker (61 / 16%)<br />

50 - 54 jaar Longkanker (128 / 13%) Borstkanker (114 / 19%)<br />

160


55 - 59 jaar Longkanker (238 / 17%) Borstkanker (123 / 16%)<br />

60 - 64 jaar Longkanker (303 / 17%) Borstkanker (142 / 15%)<br />

65 - 69 jaar Longkanker (512 / 18%) Borstkanker (168 / 11%)<br />

70 - 74 jaar Ischemische hartziekten (606 / 15%) Ischemische hartziekten (312 / 13%)<br />

75 - 79 jaar Ischemische hartziekten (799 / 15%) Ischemische hartziekten (529 / 13%)<br />

80 - 84 jaar Ischemische hartziekten (701 / 15%) Cerebrovasculaire ziekten (675 / 13%)<br />

>= 85 jaar Ischemische hartziekten (717 / 13%) Hartinsufficiëntie (1453 / 12%)<br />

We stellen vast dat bij mannen zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak is in de leeftijdscategorie 30 tot 49 jaar<br />

en bij vrouwen in de leeftijdscategorie 25-29 jaar.<br />

3. Percentage <strong>be</strong>vraagden met zelfmoordgedachten naar aantal met angst en depressiviteit gerelateerde klachten, op<br />

basis van de data van de gezondheidsconferentie, Vlaams Gewest 1998<br />

Psychische problemen zijn een <strong>be</strong>langrijke risicofactor in de problematiek van zelfmoord. Het risico dat iemand die<br />

depressief is ooit zelfmoord zal plegen, <strong>be</strong>draagt 6 tot 15% en bij schizofrenen is het risico van dezelfde grootorde. Ook<br />

middelengebruik is duidelijk gerelateerd aan een verhoogd risico van suïcide: het cumulatief risico bij mensen die<br />

afhankelijk zijn van alcohol wordt geraamd op 5 à 10%. De <strong>be</strong>langrijkste voorspellende factor is evenwel een<br />

voorgeschiedenis van een zelfmoordpoging.<br />

Van degenen die een zelfmoordpoging heb<strong>be</strong>n ondernomen, gaat jaar na jaar ongeveer 1% vervolgens daadwerkelijk<br />

over tot het plegen van zelfmoord. Dit <strong>be</strong>tekent dat, gemiddeld genomen, na 10 jaar 1 op de 10 mensen die een<br />

zelfmoordpoging heb<strong>be</strong>n ondernomen, uiteindelijk ook zelfmoord heeft gepleegd.<br />

161


4. Simulatie van het aantal inwoners (van 15 jaar en ouder) met zelfmoordgedachten of dat een zelfmoordpoging heeft<br />

ondernomen tijdens hun leven, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004<br />

(deel Vlaams Gewest):<br />

Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />

Zelfmoord-<br />

gedachten<br />

Zelfmoord-<br />

pogingen<br />

15-24<br />

jaar<br />

25-34<br />

jaar<br />

35-44<br />

jaar<br />

45-54<br />

jaar<br />

55-64<br />

jaar<br />

65-74<br />

jaar<br />

75 + Totaal<br />

2474 2301 2954 2819 2187 1995 1554 16284<br />

Leeftijdsgroep<br />

15-24<br />

jaar<br />

12.0%<br />

297<br />

1.0%<br />

25<br />

25-34<br />

jaar<br />

14.9%<br />

343<br />

4.2%<br />

97<br />

35-44<br />

jaar<br />

11.2%<br />

331<br />

3.1%<br />

92<br />

45-54<br />

jaar<br />

10.3%<br />

290<br />

2.2%<br />

62<br />

55-64<br />

jaar<br />

6.9%<br />

151<br />

1.7%<br />

37<br />

65-74<br />

jaar<br />

5.6%<br />

112<br />

1.2%<br />

24<br />

75 +<br />

3.0%<br />

47<br />

1.6%<br />

25<br />

Totaal<br />

1596<br />

(9.8%)<br />

375<br />

(2.3%)<br />

In het Vlaams gewest is er gemiddeld 10% van de <strong>be</strong>volking die wel eens aan zelfmoord denkt en 2% die minsten 1<br />

zelfmoordpoging heeft ondernomen tijdens zijn leven. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit maar liefst 1596 inwoners<br />

die met zelfmoordgedachten zitten en 375 inwoners die ooit een zelfmoordpoging heb<strong>be</strong>n ondernomen. De grootste<br />

groep <strong>be</strong>vindt zich in de leeftijdscategorie 25 tot 44-jarigen.<br />

162


5. Simulatie van het aantal inwoners (van 15 jaar en ouder) dat een depressie in de afgelopen 12 maanden heeft<br />

gerapporteerd en het aantal personen dat hiervoor geconsulteerd heeft en/of hiervoor <strong>be</strong>handeling heeft gehad, op<br />

basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />

Gerappor-<br />

teerde<br />

depressie<br />

Leeftijdsgroep<br />

15-24 jaar 25-34<br />

2.3%<br />

57<br />

Huisarts 39.1%<br />

22<br />

Specialist 60.5%<br />

Genees-<br />

middelen<br />

Psycho-<br />

therapie<br />

Geen<br />

<strong>be</strong>handeling<br />

34<br />

66.2%<br />

38<br />

65.2%<br />

37<br />

29.2%<br />

17<br />

jaar<br />

4.2%<br />

97<br />

51.4%<br />

50<br />

29.5%<br />

29<br />

91.0%<br />

88<br />

36.7%<br />

36<br />

9.0%<br />

9<br />

35-44<br />

jaar<br />

6.1%<br />

180<br />

65.9%<br />

119<br />

49.0%<br />

88<br />

88.3%<br />

159<br />

15.8%<br />

28<br />

11.7%<br />

21<br />

45-54<br />

jaar<br />

4.5%<br />

127<br />

28.7%<br />

36<br />

56.8%<br />

72<br />

92.2%<br />

117<br />

37.3%<br />

47<br />

5.0%<br />

6<br />

55-64<br />

jaar<br />

5.2%<br />

114<br />

67.2%<br />

77<br />

43.0%<br />

49<br />

89.8%<br />

102<br />

21.0%<br />

24<br />

8.0%<br />

9<br />

65-74<br />

jaar<br />

5.7%<br />

114<br />

60.2%<br />

69<br />

26.0%<br />

30<br />

71.0%<br />

81<br />

5.5%<br />

6<br />

25.8%<br />

29<br />

75 +<br />

5.6%<br />

87<br />

56.7%<br />

49<br />

10.2%<br />

9<br />

94.4%<br />

82<br />

0.0%<br />

0<br />

3.3%<br />

3<br />

Totaal<br />

782<br />

(4.8%)<br />

431<br />

(55.1%)<br />

314<br />

(40.1%)<br />

671<br />

(85.8%)<br />

175<br />

(22.4%)<br />

98<br />

(12.5%)<br />

In het Vlaams Gewest heeft 5% (Torhout : 782 inwoners) van de <strong>be</strong>volking van 15 jaar en ouder te kampen met<br />

depressies. Binnen deze groep heeft 55% contact opgenomen met zijn huisarts, 40% heeft een specialist geraadpleegd<br />

22% heeft psychotherapie gevolgd. 86% van de personen die een depressie gerapporteerd heb<strong>be</strong>n heeft een<br />

<strong>be</strong>handeling met geneesmiddelen gevolgd, en 13% ten slotte, onderging geen enkele vorm van <strong>be</strong>handeling.<br />

163


NAAM<br />

Bijlage 6 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema vorming<br />

en onderwijs)<br />

Scholingsgraad van de <strong>be</strong>volking van het Vlaamse Gewest (25-64 jaar), naar<br />

geslacht, in %<br />

DIMENSIES Ruimte Vlaams Gewest<br />

Tijd 1990 - 2004<br />

Hoogst <strong>be</strong>haalde<br />

diploma maximaal lager secundair, …<br />

Geslacht totaal, mannen, vrouwen<br />

BRON MVG OND, Algemene Directie Statistiek<br />

Voor meer<br />

informatie http://aps.vlaanderen.<strong>be</strong>/sgml/largereeksen/idnr.htm<br />

hoogst<br />

<strong>be</strong>haalde<br />

diploma<br />

totaal<br />

maximaal lager<br />

laatst<br />

gewijzigd 15/05/2006<br />

2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1996 1994 1992 1990<br />

secundair 34,6 37,5 37,8 39,0 40,4 42,3 42,3 45,0 49,5 54,2 60,6<br />

hoger<br />

secundair 35,2 34,1 34,3 33,4 33,0 32,5 33,1 31,0 28,9 26,5 22,4<br />

hoger niet-<br />

universitair 17,4 16,7 15,9 15,4 15,3 14,0 13,5 14,0 12,4 11,3 9,0<br />

universitair<br />

niveau 12,8 11,7 12,0 12,2 11,3 11,2 11,2 9,0 9,2 8,0 8,0<br />

mannen<br />

maximaal lager<br />

2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1996 1994 1992 1990<br />

secundair 37,6 37,5 38,2 40,1 42,1<br />

hoger<br />

secundair 34,5 35,2 34,3 33,5 32,8<br />

hoger niet-<br />

universitair 13,3 12,8 12,6 12,3 11,1<br />

universitair 14,6 14,6 15,0 14,2 14,0<br />

164


niveau<br />

vrouwen<br />

maximaal lager<br />

2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1996 1994 1992 1990<br />

secundair 37,4 38,2 39,8 40,8 42,5<br />

hoger<br />

secundair 33,7 33,4 32,6 32,5 32,1<br />

hoger niet-<br />

universitair 20,1 19,0 18,3 18,4 17,0<br />

universitair<br />

niveau 8,8 9,4 9,3 8,3 8,4<br />

165

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!