stad torhout lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013 - Vlaanderen.be
stad torhout lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013 - Vlaanderen.be
stad torhout lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013 - Vlaanderen.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STAD TORHOUT<br />
LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN <strong>2008</strong> <strong>–</strong> <strong>2013</strong><br />
1
INHOUDSOPGAVE<br />
VOORWOORD 4<br />
1 SITUERING VAN DE GEMEENTE 5<br />
2 DEMOGRAFISCHE GEGEVENS 6<br />
3 PROCESBESCHRIJVING 12<br />
4. ANALYSE VAN DE BELEIDSDOMEINEN 17<br />
4.1 WOONBELEID 17<br />
4.1.2 Omschrijving 17<br />
4.1.2 Omgevingsanalyse 17<br />
4.1.3 Gegevens via het participatietraject 32<br />
4.1.4 SWOT-analyse 32<br />
4.2 TEWERKSTELLING 35<br />
4.2.1 Omschrijving 35<br />
4.2.2 Omgevingsanalyse 35<br />
4.2.3 Gegevens via het participatietraject 41<br />
4.2.4 SWOT-analyse 42<br />
4.3 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING 43<br />
4.3.1 Gezondheid 43<br />
4.3.1.1 Omschrijving 43<br />
4.3.1.2 Omgevingsanalyse 44<br />
4.3.1.3 Gegevens via het participatietraject 46<br />
4.3.1.4 SWOT-analyse 47<br />
4.3.2 Financiële en materiële dienstverlening 50<br />
4.3.2.1 Omschrijving 50<br />
4.3.2.2 Omgevingsanalyse 50<br />
4.3.2.3 Gegevens via het participatietraject 54<br />
4.3.2.4 SWOT-analyse 54<br />
4.3.3. Vorming en Onderwijs 56<br />
4.3.3.1 Omschrijving 56<br />
4.3.3.2 Omgevingsanalyse 56<br />
4.3.3.3 Gegevens via het participatietraject 57<br />
4.3.3.4 SWOT-analyse 58<br />
4.4 MOBILITEIT 59<br />
4.4.1 Omschrijving 59<br />
4.4.2 Omgevingsanalyse 59<br />
4.4.2.4 Gegevens via het participatietraject 65<br />
4.4.3 SWOT-analyse 66<br />
2
4.5 VRIJE TIJDSBELEID 69<br />
4.5.1 Omschrijving 69<br />
4.5.2 Omgevingsanalyse 69<br />
4.5.3 Gegevens via het participatietraject 77<br />
4.5.4 SWOT-analyse 78<br />
4.6 KINDEROPVANG 80<br />
4.6.1 Omschrijving 80<br />
4.6.2 Omgevingsanalyse 80<br />
4.6.3 Gegevens via het participatietraject 86<br />
4.6.4 SWOT-analyse 86<br />
5 STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN + ACTIES 89<br />
5.1 Woon<strong>be</strong>leid 89<br />
5.2 Tewerkstelling 90<br />
5.3 Individuele dienstverlening 95<br />
5.3.1 Gezondheid 95<br />
5.3.2 Financiële en materiële dienstverlening 99<br />
5.3.3 Vorming en onderwijs 100<br />
5.4 Mobiliteit 101<br />
5.5 Vrije tijds<strong>be</strong>leid 105<br />
5.6 Kinderopvang 117<br />
6 SOCIAAL HUIS 125<br />
7 CONCLUSIES 131<br />
8 BIJLAGEN 135<br />
Bijlage 1 : cijfergegevens omtrent problematisch alcohol- en middelengebruik 135<br />
Bijlage 2 : cijfergegevens omtrent tabaksgebruik 141<br />
Bijlage 3 : cijfergegevens omtrent voedingsstatus, voedingsgedrag en<br />
lichaams<strong>be</strong>weging<br />
147<br />
Bijlage 4 : cijfergegevens omtrent borstkankerscreening 154<br />
Bijlage 5 : cijfergegevens omtrent zelfmoord 158<br />
Bijlage 6 : cijfergegevens omtrent de scholingsgraad van de <strong>be</strong>volking in het<br />
Vlaamse Gewest<br />
164<br />
3
VOORWOORD<br />
Met het decreet Lokaal Sociaal Beleid <strong>be</strong>oogt de Vlaamse Regering voor elke burger een maximale toegankelijkheid<br />
tot de economische, sociale en culturele grondrechten. Samen met de lokale <strong>be</strong>sturen en de particuliere organisaties wil<br />
de Vlaamse overheid immers de ongelijkheid in de toegang tot deze rechten wegwerken.<br />
De <strong>stad</strong> en het OCMW dienen samen tegen eind 2007 één <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te maken. Dit plan dient, op<br />
basis van een aantal omgevingsanalyses, aan te geven welke strategische en operationele doelstellingen het <strong>lokaal</strong><br />
<strong>be</strong>stuur op <strong>sociaal</strong> vlak zal vooropstellen voor de komende zes jaren (<strong>2008</strong>-<strong>2013</strong>). De <strong>be</strong>trokkenheid en participatie<br />
van de particuliere organisaties, doelgroepen en burgers is daarbij uiterst <strong>be</strong>langrijk.<br />
Er werd gewerkt met een stuurgroep, een coördinatiegroep, 6 werkgroepen en een forum.<br />
De stuurgroep vormt de brug tussen het <strong>be</strong>leidsniveau en het werkniveau en <strong>be</strong>staat uit een <strong>be</strong>perkt aantal<br />
geëngageerde <strong>be</strong>leidsmensen en ambtenaren, die tot taak heb<strong>be</strong>n de verschillende werkzaamheden uit het<br />
<strong>be</strong>leidsproces te sturen en voor te <strong>be</strong>reiden.<br />
De coördinatie- of reflectiegroep is samengesteld uit de personen die de leiding van een werkgroep op zich genomen<br />
heb<strong>be</strong>n, aangevuld met een opbouwwerker van Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> en de directeur van de sociale<br />
dienst van het OCMW, die verantwoordelijk was voor de algemene coördinatie.<br />
Per <strong>be</strong>leidsdomein werd er een werkgroep opgericht. Binnen de werkgroepen werden omgevings- en SWOT-analyses<br />
gemaakt alsook de strategische en operationele doelstellingen uitgewerkt en actiedoelen geformuleerd.<br />
Met het oog op een ruim gedragen <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd er bij de aanvang van de planningsfase een FORUM opgericht<br />
waartoe alle diensten, instellingen en voorzieningen werden uitgenodigd die iets te maken heb<strong>be</strong>n met een van de<br />
vooropgestelde <strong>be</strong>leidsdomeinen.<br />
Na grondige analyse van de <strong>be</strong>leidsdomeinenmatrix <strong>be</strong>sliste de stuurgroep dat het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> diende te<br />
worden opgebouwd rond volgende <strong>be</strong>leidsdomeinen: woon<strong>be</strong>leid, tewerkstelling, individuele dienstverlening, mobiliteit,<br />
vrije tijds<strong>be</strong>leid, kinderopvang. Deze <strong>be</strong>leidsdomeinen dienen telkens te worden getoetst aan volgende doelgroepen:<br />
jongeren, senioren, minder-validen, allochtonen, gezinnen en kansarmen.<br />
Van bij het <strong>be</strong>gin af heeft samenlevingsopbouw zich gepositioneerd op de participatie van de kansengroepen aan het<br />
<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.<br />
Het Sociaal Huis krijgt een <strong>be</strong>langrijke plaats binnen ons <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid, precies omdat het gezien wordt als een<br />
middel om de toegankelijkheid te <strong>be</strong>vorderen. Aldus is de uitbouw van een Sociaal Huis een uitdaging voor de <strong>stad</strong> en<br />
het OCMW om een efficiënte, transparante en kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren.<br />
Met dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> zetten de <strong>stad</strong> en het OCMW een <strong>be</strong>langrijke stap naar een gezamenlijk en<br />
geconsolideerd <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. De opgebouwde expertise binnen de welzijnssector zal verder ingezet worden om het<br />
leven in <strong>stad</strong> in het algemeen en voor kwetsbare groepen in het bijzonder <strong>be</strong>ter te maken. Stad en OCMW zullen, meer<br />
nog dan vroeger, herkenbare aanspreekpunten worden voor alle burgers.<br />
Agnes Verhelst Servais Deroo<br />
Schepen Sociale Zaken Voorzitter OCMW<br />
4
1. SITUERING VAN DE GEMEENTE<br />
Torhout is een in het midden van West-<strong>Vlaanderen</strong> gelegen goed uitgeruste kleine <strong>stad</strong>, binnen de driehoek gevormd<br />
door de regionale steden Brugge, Roeselare en Oostende. Zowel op economisch vlak als qua voorzieningen is het een<br />
verzorgend centrum voor het omliggende gebied. De handel, het onderwijs en de diensten heb<strong>be</strong>n een lokale en<br />
bovenlokale uitstraling.<br />
Torhout is tevens gelegen in het Houtland, op de overgang tussen zandstreek en zandleemstreek en langs de zuidelijke<br />
steilrand van het plateau van Wijnendale.<br />
De autosnelweg A17 en de spoorlijn Kortrijk-Brugge doorsnijden de gemeente van noord tot zuid. De <strong>stad</strong> vormt een<br />
knooppunt van regionale wegen : Torhout-Oostende (N33), Torhout-Roeselare (N32) en Torhout-Brugge (N32).<br />
Via de autosnelweg A17 Kortrijk/Brugge kunt u Torhout <strong>be</strong>reiken via de afrit nr. 10.<br />
Torhout:<br />
- Stedelijke kern Torhout waaronder De Goede Herder, Don Bosco, Torhout Oost<br />
- Kern Wijnendale<br />
- Kern Sint-Henricus<br />
- Kern Sint-Jozef Ar<strong>be</strong>ider<br />
- Kern Maria Assumpta<br />
omliggende gemeenten:<br />
- noorden: Zedelgem<br />
- oosten: Lichtervelde, Oostkamp<br />
- zuiden: Hooglede<br />
- westen: Ichtegem, Kortemark<br />
statistisch:<br />
<strong>stad</strong> | klasse 17 | 19476 inwoners | 4523 ha (45,23 km 2 ) | 430,599 inwoners/km 2<br />
administratief:<br />
Vlaamse Gewest | taalstelsel NL | arrondissement Brugge | provincie West-<strong>Vlaanderen</strong><br />
bron : website Stad Torhout<br />
5
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking 18.969 19.159 19.403<br />
Groeipercentage - van Torhout de <strong>be</strong>volking Vlams van 19 tot 205<br />
Gewest Kleinstedelijk<br />
Groeipercentage provincial<br />
van de 1.9% 2.0% 2.5%<br />
<strong>be</strong>volking Bron: Lokale Statistiek Stad Torhout 2. DEMOGRAFISCHE GEGEVENS (er werd geopteerd voor de cijfers op 31.12.2005 omdat dit de jongste<br />
Bevolking van Torhout op 31/12/205 <strong>–</strong> volgens leftijdsklase<br />
klase Leftijd- Belgen Vremden<br />
0 Manelijk Vrouwelijk Total Manelijk Vrouwelijk Total Total<br />
20-59 <strong>–</strong> 19 2076 5417 197 5139 1056 4053 23 84 23 56 140 46 10696 409 gegevens zijn die relevant zijn voor alle <strong>be</strong>leidsdomeinen)<br />
60-79 + 80 1763 35 1961 567 3724 902 15 0 10 1 25 1 3749<br />
TOTAL 9591 964 19235 12 90 212 1947 903<br />
Bron: Bevolking Stad Torhout van <strong>–</strong> Dienst Torhout <strong>be</strong>volking op 31/12/205 <strong>–</strong> volgens leftijdsklase (procentuel t.o.v. de totale <strong>be</strong>volking)<br />
Bevolkingsevolutie op jaarbasis<br />
Statistiek <strong>be</strong>volking <strong>stad</strong> Torhout op 31/12/2005<br />
- 31/12/1998 31/12/1999 31/12/2000 31/12/2001 31/12/2002 31/12/2003 31/12/2004 31/12/2005<br />
Geboortes 200 168 168 166 146 180 181 190<br />
Overlijden 185 176 156 179 181 161 154 162<br />
Aankomst 744 652 668 698 764 863 837 900<br />
Vertrek 677 627 712 696 686 751 674 683<br />
Saldo +/- +82 +17 -32 -11 +43 +131 +190 +245<br />
Bevolking 18.816 18.840 18.803 18.795 <br />
6
Leeftijd- Belgen Vreemden<br />
klasse Mannelijk Vrouwelijk Totaal Mannelijk Vrouwelijk Totaal Totaal<br />
0 <strong>–</strong> 19 10,68 10,17 20,84 0,12 0,12 0,24 21,08<br />
20-59 27,86 26,43 54,28 0,43 0,29 0,72 55,00<br />
60-79 9,07 10,08 19,15 0,08 0,05 0,13 19,28<br />
+ 80 1,72 2,92 4,64 0,00 0,01 0,01 4,64<br />
TOTAAL 49,32 49,59 98,91 0,63 0,46 1,09 100<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />
Het totale aantal inwoners in de <strong>stad</strong> is gestegen.<br />
Oorzaken:<br />
Een positieve balans tussen het aantal geboorten en overlijdens<br />
Een positieve balans tussen het aantal aankomsten en vertrekken<br />
Inwoners tot 12 jaar<br />
o Stijging van het aantal woongelegenheden<br />
o De centrumfunctie van de <strong>stad</strong><br />
Cijfers op 31/12/2001 1 Cijfers op 31/12/2005 2<br />
Geboortejaar Absolute<br />
cijfers<br />
Geboortejaar Absolute cijfers<br />
2001 159 2005 190<br />
2000 170 2004 185<br />
1999 171 2003 192<br />
1998 189 2002 156<br />
1997 177 2001 164<br />
1996 210 2000 172<br />
1995 176 1999 178<br />
1994 190 1998 194<br />
1993 217 1997 176<br />
1992 220 1996 210<br />
1991 227 1995 176<br />
1990 217 1994 201<br />
TOTAAL 2323 TOTAAL 2194<br />
1 Bevolkingspiramide dd. 31/12/2001<br />
2 Bevolkingspiramide dd. 31/12/2005<br />
7
Niettegenstaande een <strong>be</strong>volkingsstijging blijkt het aantal inwoner tot 12 jaar terug gedaald te zijn. Op 31/12/2001 waren<br />
er 2323 kinderen tot 12 jaar. Dezelfde tendens was ook al zichtbaar in het vorige Beleidsplan. Op 31/12/1998 waren er<br />
in totaal 2460 inwoners tot 12 jaar in Torhout.<br />
Totaal aantal<br />
inwoners<br />
Totaal aantal<br />
inwoners tot 12<br />
jaar<br />
Procentuele<br />
verhouding<br />
31/12/2005 19.447 2.194 11.28<br />
31/12/2001 18.791 2.323 11.36<br />
31/12/1998 18.816 2.460 13.07<br />
Bron: <strong>be</strong>volkingpiramide op 31/12/2005<br />
Het aantal inwoners tot 12 jaar daalt procentueel t.o.v. het totaal aantal inwoners.<br />
Op 31/12/2005 constateerden we dat 3 % van de <strong>be</strong>volking minder of gelijk aan 3 jaar is = 570 kinderen<br />
Eenoudergezinnen<br />
Bevolkingssamenstelling van 1997 tot 2005<br />
Bron: Lokale Statistiek Stad Torhout<br />
Kansarmen<br />
Evolutie van het percentage kinderen geboren in kansarme gezinnen t.o.v. het aantal geboorten 1999-2004<br />
Bron: Lokale Statistiek Stad Torhout<br />
8
Gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan 3<br />
Op 1 januari 2001 telde de gemeente Torhout 18.800 inwoners. Sinds 1970 is het inwonersaantal met ongeveer 2.500<br />
personen toegenomen. De sterkste groei tekende zich op in de jaren tachtig. Tussen 1981 en 1991 groeide de <strong>be</strong>volking<br />
met ongeveer 1.000 personen. De gemiddelde jaarlijkse groei <strong>be</strong>droeg 0,56%. De laatste jaren bleef de <strong>be</strong>volking<br />
groeien, dit echter aan een trager groeitempo (gemiddeld 0,34%) per jaar. Enkel in het meest recente jaar kent de<br />
<strong>be</strong>volking een lichte daling met 38 personen.<br />
De <strong>be</strong>volkingsgroei in de gemeente Torhout lag in de periode 1991-2001 boven het arrondissementeel en provinciaal<br />
gemiddelde. Zowel deelgemeenten Torhout als Wijnendale hadden te maken met een stijgend inwonersaantal. Meer<br />
dan 90% van de Torhoutse <strong>be</strong>volking woont in de deelgemeente Torhout.<br />
De <strong>be</strong>volkingsevolutie is in de voorbije tien jaar zowel toe te schrijven aan inwijkingoverschotten als aan<br />
geboorteoverschotten. In de periode 1991-2000 was er een gemiddeld vestigingsoverschot van 32 personen per jaar.<br />
Enkel in de jaren 1993, 1996 en 2000 is er een negatief migratiesaldo. In dezelfde periode kent Torhout een natuurlijk<br />
overschot van gemiddeld 33 personen per jaar. Enkel in 1999 werden er meer sterfgevallen dan geboorten vastgesteld.<br />
Wat <strong>be</strong>treft de inwijkingoverschotten stellen we vast dat Torhout in hoofdzaak een aantrekkingskracht uitoefent op<br />
Zedelgem, Brugge en Kortemark.<br />
Een analyse van de migratie per leeftijd geeft aan dat er vooral een migratieoverschot is in de leeftijdsklassen tussen 10<br />
en 19 jaar en vanaf 35 jaar. De gemeente oefent weinig aantrekkingskracht uit op jonge gezinnen (20-34 jaar) met kleine<br />
kinderen.<br />
Torhout wordt gekenmerkt door een relatief groot aandeel van personen op actieve leeftijd. Het aandeel van de<br />
leeftijdscategorie 20-64 jaar in de totale <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>draagt 60,2% tegenover 59,8% in het arrondissement en 58,8% in<br />
de provincie. Het aandeel van de jongeren (0-19 jaar) (22,9%) ligt in Torhout hoger dan in het arrondissement, en op<br />
ongeveer hetzelfde niveau als dat van de provincie. Net als overal in <strong>Vlaanderen</strong> daalt het aandeel jongeren in de<br />
gemeente te voordele van het aandeel <strong>be</strong>jaarden. De afname van het aandeel jongeren tussen 1991 en 2001 is in de<br />
gemeente Torhout veel sterker dan in het arrondissement en de provincie. Het aandeel van de 65 plussers (16,9%) ligt<br />
in de gemeente duidelijk onder het aandeel in het arrondissement en de provincie (<strong>be</strong>ide 18,3%).<br />
Torhout heeft een vrij grote gemiddelde gezinsgrootte: 2,57% (2000) tegenover 2,42 in het arrondissement en 2,48 in de<br />
provincie. Net als overal in <strong>Vlaanderen</strong> wordt ook in Torhout de gemiddelde gezinsgrootte steeds kleiner. Tussen 1970<br />
en 2000 verminderde het gemiddeld aantal leden per gezin met 0,87 personen. Vooral het aantal personen die alleen<br />
3 Heel wat elementen en conclusies in navolgende tekst zijn overgenomen uit het ontwerp van Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan goedgekeurd<br />
door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2006.<br />
9
wonen neemt toe. De gezinsverdunning verloopt in de gemeente Torhout volgens een iets sneller tempo dan in de<br />
provincie West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Concluderend kan gesteld worden dat de <strong>be</strong>volking in Torhout gekenmerkt wordt door:<br />
• een toename met meer dan 2.500 personen over de voorbije 30 jaar;<br />
• een aangroei van de <strong>be</strong>volking die zowel het gevolg is van een inwijkingoverschot als van een geboorte overschot;<br />
• een vrij hoge gemiddelde gezinsgrootte, die evenwel afneemt;<br />
• een <strong>be</strong>volking met een relatief laag aandeel ouderen.<br />
Recente gegevens<br />
Ta<strong>be</strong>l 1: Statistiek <strong>be</strong>volking <strong>stad</strong> Torhout<br />
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005<br />
Geboorten 200 168 168 166 146 180 181 190<br />
Overlijdens 185 176 156 179 181 161 154 162<br />
Aankomsten 744 652 668 698 764 863 837 900<br />
Vertrekken 677 627 712 696 686 751 674 683<br />
Bevolking 18.816 18.840 18.803 18.795 18.838 18.969 19.159 19.403<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />
Ta<strong>be</strong>l 2: Bevolking van Torhout op 31/12/2005 <strong>–</strong> volgens leeftijdsklasse<br />
Leeftijd- Belgen Vreemden<br />
klasse Mannelijk Vrouwelijk Totaal Mannelijk Vrouwelijk Totaal Totaal<br />
0 <strong>–</strong> 19 2076 1977 4053 23 23 46 4099<br />
20-59 5417 5139 10556 84 56 140 10696<br />
60-79 1763 1961 3724 15 10 25 3749<br />
+ 80 335 567 902 0 1 1 903<br />
TOTAAL 9591 9644 19235 122 90 212 19447<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />
10
Ta<strong>be</strong>l 3: Bevolking van Torhout op 31/12/2005 <strong>–</strong> volgens leeftijdsklasse (procentueel t.o.v. de totale <strong>be</strong>volking)<br />
Leeftijd- Belgen Vreemden<br />
klasse Mannelijk Vrouwelijk Totaal Mannelijk Vrouwelijk Totaal Totaal<br />
0 <strong>–</strong> 19 10,68 10,17 20,84 0,12 0,12 0,24 21,08<br />
20-59 27,86 26,43 54,28 0,43 0,29 0,72 55,00<br />
60-79 9,07 10,08 19,15 0,08 0,05 0,13 19,28<br />
+ 80 1,72 2,92 4,64 0,00 0,01 0,01 4,64<br />
TOTAAL 49,32 49,59 98,91 0,63 0,46 1,09 100<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Dienst <strong>be</strong>volking<br />
11
3. PROCESBESCHRIJVING<br />
Met het decreet Lokaal Sociaal Beleid <strong>be</strong>oogt de Vlaamse overheid voor elke burger een maximale toegankelijkheid tot<br />
de economische, sociale en culturele grondrechten. Samen met de lokale <strong>be</strong>sturen en de particuliere organisaties wil de<br />
Vlaamse overheid immers de ongelijkheid in de toegang tot deze rechten wegwerken.<br />
Gemeente én OCMW dienen samen tegen eind 2007 één <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> op te maken. Dit plan dient, op<br />
basis van een aantal omgevingsanalyses, aan te geven welke strategische en operationele het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur op <strong>sociaal</strong><br />
vlak zal vooropstellen voor de komende zes jaren (<strong>2008</strong> <strong>–</strong> <strong>2013</strong>). De <strong>be</strong>trokkenheid en participatie van de particuliere<br />
organisaties, doelgroepen en burgers is daarbij uiterst <strong>be</strong>langrijk.<br />
Na grondige analyse van de <strong>be</strong>leidsdomeinenmatrix <strong>be</strong>sliste de stuurgroep dat het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> diende te<br />
worden opgebouwd rond volgende <strong>be</strong>leidsdomeinen :<br />
• woon<strong>be</strong>leid<br />
• tewerkstelling<br />
• individuele dienstverlening<br />
• mobiliteit<br />
• vrije tijds<strong>be</strong>leid<br />
• kinderopvang<br />
Deze <strong>be</strong>leidsdomeinen dienen telkens te worden getoetst aan volgende doelgroepen :<br />
• jongeren<br />
• senioren<br />
• minder-validen<br />
• allochtonen<br />
• gezinnen<br />
• kansarmen<br />
3.1 Planningsstructuur<br />
3.1.1 Stuurgroep<br />
Dit orgaan vormt de brug tussen het <strong>be</strong>leidsniveau (Gemeenteraad en OCMW) en het werkniveau (coördinatiegroep) en<br />
<strong>be</strong>staat uit een <strong>be</strong>perkt aantal geëngageerde <strong>be</strong>leidsmensen en ambtenaren die tot taak heb<strong>be</strong>n de verschillende<br />
werkzaamheden uit het <strong>be</strong>leidsproces te sturen en voor te <strong>be</strong>reiden.<br />
De stuurgroep is samengesteld uit volgende personen :<br />
• Willy Depoorter <strong>–</strong> Schepen<br />
• Agnes Pauwels - Schepen<br />
• Luc Vandamme <strong>–</strong> Stadssecretaris<br />
• Heidi Cloet <strong>–</strong> Hoofd van de Dienst Burgerzaken en Sociale Zaken<br />
12
• Stefan Goemaere <strong>–</strong> Opbouwwerker Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong><br />
• Servais Deroo <strong>–</strong> Voorzitter OCMW<br />
• Eddy Vandecasteele <strong>–</strong> Secretaris OCMW<br />
• Dirk Strumane <strong>–</strong> Directeur sociale dienst OCMW<br />
3.1.2 Coördinatiegroep<br />
De coördinatie- of reflectiegroep is samengesteld uit de personen die de leiding van een werkgroep op zich genomen<br />
heb<strong>be</strong>n, aangevuld met Stefan Goemaere van Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> (die alle werkgroepen heeft<br />
opgevolgd) en Dirk Strumane die verantwoordelijk was voor de algemene coördinatie.<br />
De taak van de coördinatiegroep <strong>be</strong>stond er in om de grote lijnen die werden uitgezet door de stuurgroep te verfijnen en<br />
te vertalen naar het uitvoerend niveau (werkgroepen) toe evenals het uitwerken van de structuur die zou gevolgd<br />
worden voor de opbouw van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />
.<br />
3.1.3 Werkgroepen<br />
Per <strong>be</strong>leidsdomein werd er een werkgroep opgericht. Binnen de werkgroepen werden omgevings- en SWOT-analyses<br />
gemaakt alsook de strategische en operationele doelstellingen uitgewerkt en actiedoelen geformuleerd.<br />
De samenstelling van de werkgroepen zag er als volgt uit :<br />
Beleidsdomein Coördinatie Leden<br />
Woon<strong>be</strong>leid Geert Van Nieuwenhuyse Griet Pitteljon / Claudine Bolle <strong>–</strong> MPI Tordale<br />
Huisvestingsambtenaar Jef Ceenaeme <strong>–</strong> GECORO<br />
Rita Dewulf <strong>–</strong> De Mandel<br />
Lindsay David / Joke Denolf <strong>–</strong> SVK OCMW<br />
Chris Gryson <strong>–</strong> Immobiliën<br />
Jef Blomme - Immobiliën<br />
Lieven Deceuninck <strong>–</strong> Provincie<strong>be</strong>stuur<br />
Bart Naeyaert / Eddy De Ketelaere <strong>–</strong> Schepen huisvesting<br />
Eric Timmerman <strong>–</strong> De Ent<br />
Van Parijs Dieter - LOGO<br />
Nico Baeke - Huurdersbond<br />
Lieven Creteur <strong>–</strong> OCMW Rusthuis<br />
Luc Deneweth - Interbrugse<br />
Trui Naeyaert - WVI<br />
Tewerkstelling Roger Becue <strong>–</strong> ACV<br />
Filip Vantyghem<br />
OCMW Traject<strong>be</strong>geleider Christel Burke <strong>–</strong> ABVV<br />
Alex De Bock <strong>–</strong> ACLVB<br />
Ro<strong>be</strong>rt De Clercq <strong>–</strong> VDAB<br />
Luc Degandt <strong>–</strong> VOKA<br />
Stefaan Dehullu <strong>–</strong> RESOC / SERR<br />
Servais Deroo <strong>–</strong> OCMW / UNIZO<br />
Karin Hoste <strong>–</strong> Wijzer<br />
Koen La<strong>be</strong>euw <strong>–</strong> PWA / Blink<br />
Patrick Lagae <strong>–</strong> ATB<br />
Eddy De Ketelaere <strong>–</strong> Schepen / Werkwinkel<br />
Gerard Naeyaert <strong>–</strong> Boerenbond<br />
13
Individuele<br />
dienstverlening<br />
Peter Neirynck <strong>–</strong> VVSG<br />
Griet Pitteljon <strong>–</strong> Zorgcentrum Tordale<br />
Monika Geldhof <strong>–</strong> VDAB en Werkwinkel<br />
Veerle Cappelle <strong>–</strong> PWA-coördinator<br />
Guido Vermeulen <strong>–</strong> OptimaT<br />
Winkeluitbater Kringwinkel<br />
Dries Decorte <strong>–</strong> Oranje / jeugdraad<br />
Pieter Billiet <strong>–</strong> Jeugdraad<br />
Lies Bruynooghe<br />
Sarah Laplasse <strong>–</strong> CAW Bond Moyson<br />
OCMW Extramurale Zorg Inge Leenknegt - Familiezorg<br />
& Agnes Lavens <strong>–</strong> WGK<br />
Kristien De Groof<br />
Veerle Reygaert / Sofie Jaques- Familiehulp<br />
Stedelijke Preventiedienst Bieke Uytenhove / Patricia Lepla <strong>–</strong> SIT<br />
Anje Lam<strong>be</strong>rt <strong>–</strong> K&G<br />
An Silversmet <strong>–</strong> K&G<br />
Lieve Deprez <strong>–</strong> SD St.Rem<strong>be</strong>rt<br />
Huib Casier <strong>–</strong> CAW Christelijke Mutualiteit<br />
Daniël Joseph <strong>–</strong> ’t Groot Hers<strong>be</strong>rge<br />
Lieve Deknock <strong>–</strong> Gezinsraad<br />
Gerard Jonckheere <strong>–</strong> Bejaardenraad<br />
Karin Hoste <strong>–</strong> Wijzer<br />
Kathleen Acda <strong>–</strong> CAW De Viersprong<br />
Christelle Demoor - adviesraden<br />
Rudy Bassens <strong>–</strong> CM Landsbond<br />
JP Andries / Marleen Dob<strong>be</strong>ls <strong>–</strong> CLB Vrij Onderwijs<br />
Re<strong>be</strong>cca Vanwassenhove <strong>–</strong> CLB De Klaver<br />
Veerle Calle<strong>be</strong>rt - Jeugddienst<br />
Dries Decorte <strong>–</strong> Jeugdraad / Oranje<br />
Geert Canniere - huisartsen<br />
Tine Verfaille <strong>–</strong> LOGO<br />
Mobiliteit Geert Van Nieuwenhuyse Jef Ceenaeme <strong>–</strong> GECORO<br />
Mobiliteitsambtenaar Francine Pauwels <strong>–</strong> UNIZO<br />
Gerard Jonckheere <strong>–</strong> Bejaardenraad<br />
Tom Ocket <strong>–</strong> Jeugdraad<br />
Lies Bruynooghe <strong>–</strong> SKD OCMW<br />
Roland Verlinde <strong>–</strong> Lokale Politie<br />
Antoon Demeulenaere <strong>–</strong> Fietsersbond<br />
Bart Nayaert - (toenmalige -) Schepen van mobiliteit<br />
Vrije tijds<strong>be</strong>leid Michiel Mestdagh<br />
Heidi Trio <strong>–</strong> Sportdienst<br />
Cultuur<strong>be</strong>leidscoördinator Pieter Merlevede / Dries Deorte <strong>–</strong> Jeugdraad<br />
Veerle Calle<strong>be</strong>rt <strong>–</strong> Jeugddienst<br />
Annemie Nouwynck - Kinderopvang<br />
Sofie De Clercq <strong>–</strong> CCdB<br />
Kinderopvang Heidi Cloet - Diensthoofd Veerle Calle<strong>be</strong>rt - Jeugddienst<br />
Burgerzaken en Sociale Zaken Annick Dedoelder <strong>–</strong> LOKO<br />
& Liselotte Denolf / Willy Depoorter <strong>–</strong> Schepen<br />
A.M. Nouwynck - Coördinator<br />
Monique Vandeputte <strong>–</strong> Kornuit<br />
Ja<strong>be</strong>da<strong>be</strong>doe en IBO Ann Vercauteren <strong>–</strong> K&G<br />
Roos. Van Belle <strong>–</strong> ’t Mezennestje<br />
Dieter Ysebaert <strong>–</strong> St. Rem<strong>be</strong>rtgroep<br />
Karin Stocké <strong>–</strong> KAV<br />
14
3.1.4 Forum<br />
Met het oog op een ruim gedragen <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> werd er bij de aanvang van de planningsfase een Forum opgericht<br />
waartoe alle diensten, instellingen en voorzieningen werden uitgenodigd die via hun werking te maken heb<strong>be</strong>n met een<br />
(of meer) van de vooropgestelde <strong>be</strong>leidsdomeinen.<br />
Van de 118 uitgenodigde instanties zijn er uiteindelijk 36 lokale actoren naar de inleidende vergadering gekomen en<br />
heb<strong>be</strong>n de meeste onder hen zich <strong>be</strong>reid verklaard om deel te nemen aan de activiteiten van de werkgroep die het<br />
dichtst bij hun eigen werkzaamheden aanleunde. Hierdoor kunnen we gerust spreken van een <strong>be</strong>hoorlijke<br />
representatie van de lokale actoren bij de opbouw van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />
3.2 Participatie van de kansengroepen<br />
In het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid is er sprake van de participatie van burgers en mensen met minder <strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen.<br />
Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> deed aan de stuurgroep te Torhout het voorstel om samen werk te maken van<br />
deze opdracht. De stuurgroep ging hier graag op in.<br />
Van bij het <strong>be</strong>gin af heeft Samenlevingsopbouw zich gepositioneerd op de participatie van de kansengroepen aan het<br />
<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid. De eerste moeilijkheid was, dat er niet veel georganiseerde kansengroepen zijn te Torhout. We<br />
moesten dus op andere manieren bij deze groepen komen.<br />
Met het O.C.M.W. kwamen we tot de afspraak dat de maatschappelijk assistenten hun cliënten aanspreken om deel te<br />
nemen aan groepsgesprekken. Zo werden volgende groepjes samengesteld :<br />
• vreemdelingen<br />
• huurders van het O.C.M.W.<br />
• mensen in budget<strong>be</strong>heer/leefloon<br />
• tewerkgestelden via de werkwinkel<br />
• huurders van de O.C.M.W.. - serviceflats<br />
• de poetsvrouwen van de poetsdienst<br />
Deze laatste groep omwille van hun contacten met hulp<strong>be</strong>hoevende senioren en tevens als doorsneeburgergroep.<br />
Naast groepen binnen het O.C.M.W. <strong>be</strong>trekken we ook :<br />
• de groep werknemers van de kringwinkel<br />
• de moedergroep van het CAW De Viersprong.<br />
We stelden een participatietraject op <strong>be</strong>staande uit twee fases.<br />
In een eerste fase wilden we horen wat mensen spontaan te zeggen hadden rond elk van de door de stuurgroep<br />
gekozen <strong>be</strong>leidsthema’s. Wat leeft er bij hen op dat vlak ? Wat zijn de knelpunten die naar boven komen ? Welke<br />
oplossingen zien ze eventueel ? Waar moet het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid aandacht aan <strong>be</strong>steden ? Hoe ervaar je het huidige <strong>be</strong>leid<br />
op dit vlak ? Dat zijn vragen waar we een antwoord op wilden krijgen.<br />
15
De opbouwwerker nam vooraf per <strong>be</strong>leidsthema een aantal foto’s te Torhout die het thema visueel moesten voorstellen.<br />
Deze foto’s werden in een collage verwerkt per <strong>be</strong>leidsthema.<br />
Tijdens groepsgesprekken werd elk van de <strong>be</strong>leidsdomeinen overlopen. Een fotocollage gaf de deelnemers een <strong>be</strong>eld<br />
wat het thema te Torhout <strong>be</strong>tekent. Alles wat er gezegd werd, werd genoteerd op flappen en in een verslag. Aan die<br />
eerste fase namen in het totaal vierenzestig mensen deel.<br />
De vele resultaten van deze eerste fase werden teruggekoppeld aan de voorzitterswerkgroep, stuurgroep en de<br />
werkgroepen. De werkgroepen kregen de kans om de resultaten op te nemen in hun analyse en konden bijkomende<br />
vragen stellen. De opbouwwerker neemt deze vragen mee naar de tweede fase met de kansengroepen. Deze vragen<br />
handelen meestal over acties die de werkgroep wil opnemen in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />
In de tweede fase brachten we de mensen opnieuw bijeen. Het ging echter wel niet steeds om dezelfde personen.<br />
Opnieuw werden de maatschappelijk werkers van het OCMW gevraagd om mensen uit te nodigen naar een<br />
groepsmoment. Dertien bijkomende personen werden zo <strong>be</strong>reikt. We legden de aanwezigen het resultaat van de eerste<br />
fase voor en vroegen om hun reacties. Herkennen ze wat er gezegd werd ? Hadden ze nog aanvullingen ? We zochten<br />
samen met hen een antwoord op de vragen die vanuit de werkgroepen gekomen waren en peilden naar prioriteiten.<br />
In deze tweede fase hadden we ook een gesprek met een mindervalide persoon.<br />
Tevens werd aan alle deelnemers ook gevraagd rond welk thema, prioriteit ze eventueel verder willen meewerken.<br />
De resultaten van deze tweede ronde werd teruggekoppeld aan de voorzitters van de werkgroepen en aan de<br />
stuurgroep.<br />
Elke werkgroep kon voor het <strong>be</strong>palen van zijn doelstellingen zich baseren op de resultaten van het participatieproces.<br />
Via de aanwezigheid en de inbreng van de opbouwwerker op de stuurgroepbijeenkomsten, werd bij het vastleggen van<br />
de doelstellingen, ook rekening gehouden met het resultaat van het participatieproces.<br />
16
4. ANALYSE VAN DE BELEIDSDOMEINEN<br />
4.1 WOONBELEID<br />
4.1.1 Omschrijving<br />
Een goed <strong>lokaal</strong> woon<strong>be</strong>leid gaat ervan uit dat het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur (gemeente en OCMW) er naar streeft dat alle<br />
burgers van de gemeente, ongeacht hun leeftijd, geslacht, overtuiging of (etnische) afkomst, over een gepaste woning<br />
van goede kwaliteit kunnen <strong>be</strong>schikken in een <strong>be</strong>hoorlijke woonomgeving, tegen een <strong>be</strong>taalbare prijs en met<br />
woonzekerheid. Vooral huishoudens met een laag inkomen heb<strong>be</strong>n het steeds moeilijker om een kwaliteitsvolle en<br />
aangepaste woning te vinden. Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> zal zich daarom in hoofdzaak op die huishoudens richten<br />
4.1.2 Omgevingsanalyse<br />
4.1.2.1 Bestaande woonstructuur<br />
De <strong>be</strong>staande woonstructuur <strong>be</strong>staat uit volgende structuur<strong>be</strong>palende elementen:<br />
• de stedelijke kern;<br />
• de woonentiteiten Wijnendale, Sint-Henricus, Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider en Maria Assumpta;<br />
• woonlinten.<br />
17
De stedelijke kern Torhout <strong>be</strong>staat uit de binnen<strong>stad</strong> met drie uitwaaierende woonwijken: Don Bosco, Goede Herder en<br />
Torhout Oost. In de binnen<strong>stad</strong> (het gebied gelegen binnen de R34 en de spoorlijn) is wonen verweven met andere<br />
stedelijke functies en voorzieningen (handel, diensten, sport- en recreatie, cultuurvoorzieningen, … etc.). De typologie<br />
varieert van een dichte gesloten <strong>be</strong>bouwing in het kerngebied rond de Markt dat vrij snel evolueert naar een meer open<br />
<strong>be</strong>bouwing naar de R34.<br />
De buitenwijken zijn eerder monofunctionele woonomgevingen, gekenmerkt door een lage dichtheid. Het zijn<br />
verkavelingen en woonlinten die met de binnen<strong>stad</strong> vergroeid zijn en er samen één functioneel geheel mee vormen.<br />
Voor de woonentiteiten in de open ruimte kan een onderscheid gemaakt worden tussen de dorpen Wijnendale en Sint-<br />
Henricus en de perifeer of landelijk gelegen woonwijken Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider en Maria Assumpta.<br />
Daar waar de dorpen woonomgevingen zijn met een centrum en de aanwezigheid van voorzieningen op schaal van de<br />
dorpen, zijn de landelijke woonwijken eerder mono functionele woonomgevingen.<br />
Typisch, vooral het noorden van de gemeente, is de sterke aanwezigheid van verspreide <strong>be</strong>bouwing en linten in de open<br />
ruimte. Deze woonlinten <strong>be</strong>staan hoofdzakelijk uit vrijstaande woningen. De <strong>be</strong>langrijkste woonlinten zijn aangeduid op<br />
voorgaande kaart (niet limitatief).<br />
4.1.2.2 Woningvoorraad 4<br />
Torhout <strong>be</strong>schikte in 1991 over een woningpatrimonium van ongeveer 6.398 <strong>be</strong>woonde woningen.<br />
4.1.2.2.1 Woningtypologie<br />
Het grootste deel van het woningen<strong>be</strong>stand <strong>be</strong>stond in 1991 uit eengezinswoningen in open <strong>be</strong>bouwing (ongeveer<br />
51,2%). Wijnendale telt het hoogste aandeel woningen in open <strong>be</strong>bouwing (61,3%) tegenover 50,6% in Torhout). De<br />
gemeente scoort ver boven het arrondissementeel gemiddelde, dat sterk <strong>be</strong>paald wordt door gemeenten die deel<br />
uitmaken van het regionaalstedelijk gebied Brugge. Het aandeel open <strong>be</strong>bouwing in Torhout ligt ook veel hoger dan in<br />
de andere kleinstedelijke gebieden in West-<strong>Vlaanderen</strong>. Ongeveer 21% van het patrimonium <strong>be</strong>staat uit halfopen<br />
<strong>be</strong>bouwing. Ook het aandeel gesloten <strong>be</strong>bouwing ligt in die grootteorde. Het aandeel appartementen en studio’s binnen<br />
de gemeente is vrij <strong>be</strong>perkt 5 .<br />
4.1.2.2.2 Huur- en eigendomswoningen<br />
De woningvoorraad in <strong>Vlaanderen</strong> wordt gekenmerkt door een hoog aandeel eigendomswoningen. Ook in Torhout is dit<br />
het geval: 76,9% van de woningvoorraad in 1991 <strong>be</strong>stond uit eigendomswoningen. De gemeente scoort hiermee boven<br />
4<br />
Het cijfers uit het GRS dateren van 1991. Recentere cijfers, indien voorhanden (enquête 2001 <strong>–</strong> zie bijlage) zijn tussen haakjes in de tekst<br />
opgenomen.<br />
5<br />
Over het aantal kamers in kamerwoningen zijn geen cijfers <strong>be</strong>schikbaar.<br />
18
het arrondissementeel gemiddelde. Het aandeel van de eigendomswoningen ligt ook hoger dan in de andere<br />
kleinstedelijke gebieden in West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
4.1.2.2.3 Kwaliteit van het woningpatrimonium<br />
De kwaliteit van het woning<strong>be</strong>stand kan ingeschat worden aan de hand van een aantal criteria. De methode die het NIS<br />
hiervoor hanteert onderscheidt woningen in drie categorieën 6 :<br />
o woningen met klein comfort: woningen met stromend water, met wc met waterspoeling en met badkamer of douche;<br />
o woningen met middelmatig comfort: woningen met klein comfort en centrale verwarming;<br />
o woningen met groot comfort: woningen met middelmatig comfort met keuken (4m²), telefoon en autostaanplaats.<br />
Woningen die niet tot de eerste categorie <strong>be</strong>horen worden woningen zonder klein comfort genoemd. Het zijn woningen<br />
die ten aanzien van het huisvestings<strong>be</strong>leid prioritair in aanmerking komen voor een kwalitatieve opwaardering 7 .<br />
In Torhout <strong>be</strong>stond het woningen<strong>be</strong>stand in 1991 ongeveer uit 6398 <strong>be</strong>woonde woningen. 19% daarvan (ca. 1216<br />
woningen) waren woningen zonder klein comfort. Woningen zonder klein comfort zijn vaak oudere of kleinere woningen.<br />
Dit aandeel is inmiddels gedaald als gevolg van renovatie en het vervangen van woningen (zie hierna). In het<br />
arrondissement Brugge <strong>be</strong>staat 14,4% van het woningen<strong>be</strong>stand uit woningen zonder klein comfort, wat duidelijk lager<br />
is dan in Torhout. Het aandeel woningen zonder klein comfort in de provincie <strong>be</strong>draagt 18,4%.<br />
Op het moment van de volks- en woningtelling van 1991 was ongeveer een vierde van het woning<strong>be</strong>stand in de<br />
gemeente gebouwd vóór de Tweede Wereldoorlog. Voor de deelgemeente Torhout <strong>be</strong>draagt dit percentage 24,5%, voor<br />
Wijnendale 28,5%. Het profiel van de gemeente op het vlak van de ouderdom van het woningpatrimonium sluit nauw<br />
aan bij het arrondissementeel gemiddelde en dat van de omliggende gemeenten.<br />
4.1.2.2.4 Aanpassing- en ver<strong>be</strong>teringswerken aan woningen<br />
Het aantal uit<strong>be</strong>taalde premies voor het uitvoeren van ver<strong>be</strong>tering- en aanpassingwerken aan woningen in Torhout geeft<br />
een <strong>be</strong>eld van de inspanningen die door particulieren t.a.v. de materie genomen worden. Sedert 1995 8 werden aan 470<br />
woningen ver<strong>be</strong>tering- en aanpassingswerken uitgevoerd. Niettemin blijft de kwaliteit van heel wat woningen<br />
ondermaats.<br />
6<br />
De methodologie gehanteerd door het NIS wijkt af van de methodologie gebruikt bij de onderzoeken naar de kwaliteit van woningen in het kader<br />
van de Vlaamse Wooncode.<br />
7<br />
Bijkomend onderzoek kan uitwijzen of er een relatie <strong>be</strong>staat tussen de <strong>be</strong>woners of eigenaar <strong>be</strong>woners van deze woningen en <strong>be</strong>paalde doelgroepen<br />
van het sociale <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>. In voorkomend geval kunnen specifieke acties t.b.v. deze woningen en <strong>be</strong>woners in het <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> opgenomen<br />
worden.<br />
8<br />
Er zijn geen gegevens <strong>be</strong>kend van vóór 1995<br />
19
Ta<strong>be</strong>l: Uit<strong>be</strong>taalde ver<strong>be</strong>terings- en aanpassingspremies<br />
Woningen<br />
Bedrag<br />
Jaar Aantal Totaal Gemiddeld<br />
1995<br />
per woning<br />
1996 35 10.287,59 294,47<br />
1997 50 13.751,39 293,93<br />
1998 43 11.392,15 275,03<br />
1999 38 10.280,04 264,93<br />
2000 39 10.149,24 270,53<br />
2001 32 9814,66 260,24<br />
2002 35 10.715,05 306,71<br />
2003 27 7920,21 293,34<br />
2004 33 12.241,09 370,94<br />
2005 37 12.994,50 351,20<br />
2006 68 19.127,54 281,29<br />
Totaal 470 138.390,90 294,45<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />
4.1.2.3 Nieuwbouwactiviteiten<br />
Onderstaande ta<strong>be</strong>l geeft een overzicht van het aantal vergunde wooneenheden in de periode 1991-2000. In die periode<br />
zijn er ongeveer 1.010 wooneenheden vergund of gemiddeld 112 per jaar.<br />
Ta<strong>be</strong>l 4: Nieuwbouwactiviteiten tussen 1991 & 2000<br />
Jaar Woongelegenheden in<br />
ééngezintypologieën<br />
1991 61 38<br />
1992 87 32<br />
1993 95 31<br />
1994 94 28<br />
1995 90 19<br />
1996 74 65<br />
1997 74 33<br />
1998 56 17<br />
1999 59 57<br />
TOTAAL 690 320<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />
Woongelegenheden in<br />
meergezintypologieën<br />
20
4.1.2.3.1 Eéngezinswoningen<br />
De nieuwbouwactiviteiten op het vlak van ééngezinswoningen (inclusief sociale huisvestingsprojecten) <strong>be</strong>draagt<br />
gemiddeld 77 woningen per jaar (periode 1991-2000).<br />
4.1.2.3.2 Meergezinswoningen<br />
Appartementen en studio’s worden hoofdzakelijk in de stedelijke kern Torhout gebouwd.<br />
Gemiddeld gaat het om 36 wooneenheden per jaar (periode 1991-2000) 9 .<br />
4.1.2.4 Aanbod aan bouwmogelijkheden<br />
De inschatting van het aantal <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden ge<strong>be</strong>urt op basis van de inventaris van on<strong>be</strong>bouwde<br />
percelen die door de gemeente wordt bijgehouden. In de inventaris is een onderscheid gemaakt tussen volgende<br />
categorieën:<br />
• percelen gelegen in goedgekeurde verkavelingen;<br />
• percelen gelegen langs uitgeruste wegen;<br />
• percelen gelegen in binnengebieden in woongebieden;<br />
• percelen gelegen in woonuitbreidingsgebieden 10<br />
Om een duidelijk <strong>be</strong>eld te geven van het <strong>be</strong>staande aanbod en het juiste aantal in te schatten is een hypothese van<br />
afbakening van het kleinstedelijk gebied gehanteerd, gebaseerd op de statistische sectoren. Dit geeft een (in<br />
grootteorde) gedifferentieerd <strong>be</strong>eld van de bouwmogelijkheden.<br />
Een eerste categorie <strong>be</strong>treft de bouwmogelijkheden in goedgekeurde verkavelingen (zie onderstaande ta<strong>be</strong>l). Bij het<br />
activeren van dat aanbod wordt een realisatiegraad van 80% gehanteerd. De realisatiegraad wordt <strong>be</strong>schouwd over de<br />
periode 2000 tot 2010 en daarna geëxtrapoleerd naar 2007.<br />
Ta<strong>be</strong>l 5: <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden in goedgekeurde verkavelingen<br />
Bruto Netto (80%)<br />
tot<br />
2010<br />
Stedelijke kern Torhout 259 207 145<br />
Totaal stedelijke kern 259 207 145<br />
Wijnendale 76 60 42<br />
Sint-Henricus 23 18 13<br />
Netto (80%)<br />
9 Wat het aantal kamerwoningen <strong>be</strong>treft en wat de ombouw van woningen tot kamerwoningen <strong>be</strong>treft zijn geen cijfergegevens voorhanden. Wetende<br />
dat dergelijke woningen dikwijls door de sociale doelgroepen <strong>be</strong>woond worden en gelet op de stijgende tendens die blijkt uit het aantal inschrijvingen<br />
in het <strong>be</strong>volkingsregister, is nader onderzoek in dat verband wellicht aangewezen.<br />
10 Woonuitbreidingsgebieden kunnen onder wel<strong>be</strong>paalde voorwaarden aangesneden worden voor sociale woningbouw.<br />
tot<br />
2007<br />
21
Maria Assumpta 26 20 14<br />
Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider 45 36 25<br />
Totaal in de open ruimte 170 134 94<br />
Overige (bvb. in woonlinten) 38 30 21<br />
TOTAAL 467 371 260<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />
Een tweede categorie zijn de <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden langs uitgeruste wegen. Uitgeruste wegen zijn wegen<br />
waarlangs een minimum aan nutsvoorzieningen aanwezig zijn (bvb. elektriciteit). Bij het activeren van dit aanbod wordt<br />
een realisatiegraad van 30% gehanteerd.<br />
Ta<strong>be</strong>l 6: <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden langs uitgeruste wegen<br />
Bruto Netto (30%)<br />
tot 2010<br />
Netto (30%)<br />
tot 2007<br />
Stedelijke kern Torhout 326 98 69<br />
Totaal stedelijke kern 326 98 69<br />
Wijnendale 100 30 21<br />
Sint-Henricus 15 5 3<br />
Maria Assumpta 22 6 3<br />
Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider 22 6 4<br />
Totaal in de open ruimte 162 47 32<br />
Overige (bvb. in woonlinten) 32 9 7<br />
TOTAAL 520 154 108<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />
wegen In totaal zijn in de gemeente 467 bouwkavels gelegen in goedgekeurde verkavelingen en kunnen naar schatting<br />
520 woongelegenheden gerealiseerd worden langs uitgeruste. Er liggen bijgevolg 987 bouwmogelijkheden juridisch<br />
vast. Deze mogelijkheden kunnen in principe onmiddellijk ingevuld worden. Voor ontwikkeling van de<br />
bouwmogelijkheden langs uitgeruste wegen is (meestal) een verkavelingvergunning noodzakelijk.<br />
Bij het activeren van deze bouwmogelijkheden worden realisatiegraden gehanteerd waarbij binnen de planhorizon<br />
(2007) gestreefd wordt naar de realisatie van 260 woongelegenheden in goedgekeurde verkavelingen en 108 langs<br />
uitgeruste wegen (in totaal 368 woongelegenheden).<br />
De derde categorie omvat vrij liggende binnengebieden in woongebied. Voor de ontwikkeling als woonomgeving is de<br />
aanleg van nieuwe infrastructuur noodzakelijk om deze gebieden te kunnen ontsluiten. Bij de raming van het aantal<br />
woongelegenheden is een dichtheid van 25 woningen per hectare gebruikt in de stedelijke kern (volgens hypothese van<br />
afbakening) en 15 woongelegenheden per hectare voor binnengebieden in de woonentiteiten in de open ruimte.<br />
22
Bij het activeren van dit aanbod wordt een realisatiegraad van 30% gehanteerd.<br />
Ta<strong>be</strong>l 7: <strong>be</strong>schikbare bouwmogelijkheden in binnengebieden<br />
Geschatte<br />
oppervlakte<br />
in ha<br />
Bruto Netto (30%)<br />
tot<br />
2010<br />
Netto (30%)<br />
Stedelijke kern Torhout 9,00 225 67 47<br />
Totaal stedelijke kern 9 225 67 47<br />
Wijnendale 2,50 35 11 8<br />
Sint-Henricus 0,00 0 0 0<br />
Maria Assumpta 4,20 63 19 13<br />
Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider 0,35 5 2 1<br />
Totaal in de open ruimte 106 32 22<br />
Overige (bvb. in woonlinten) 11 0,00 0 0 0<br />
TOTAAL 331 99 69<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />
De laatste categorie zijn de vrij liggende gebieden in de woonuitbreidingsgebieden. In Torhout zijn volgende gebieden<br />
vrij liggende gebieden gelegen in een woonuitbreidingsgebied: Moertjes / Kwaplasstraat / Bollestraat / Sparappelstraat /<br />
Wijnendalepark.<br />
De capaciteit van deze gebieden wordt indicatief weergegeven in functie van hun ligging (15 w/ha in buitengebied <strong>–</strong><br />
25w/ha in stedelijk gebied).<br />
Ta<strong>be</strong>l 8: Raming van de capaciteit in woonuitbreidingsgebieden<br />
Torhout<br />
Oppervlakte (in ha) Raming capaciteit<br />
- Moertjes en Kwaplasstraat 20,78 519,50<br />
- Bollestraat 6,50 162,50<br />
Wijnendale<br />
- Sparappel 15,52 232,80<br />
- Wijnendalepark 7,84 117,60<br />
TOTAAL 50,7 1.032<br />
Bron: Stad Torhout <strong>–</strong> Technische Dienst Administratie<br />
11 Geen gegevens voorhanden. Eventueel nog te onderzoeken.<br />
tot<br />
2007<br />
23
4.1.2.4.1 Verdichtingmogelijkheden<br />
Onder verdichtingmogelijkheden wordt het vervangen van ééngezinswoningen door meergezinswoningen verstaan<br />
binnen het <strong>be</strong>staand woonweefsel. Verdichtingprojecten kunnen tegemoetkomen aan de vraag naar kleinere woningen.<br />
Hiermee wordt ingespeeld op de <strong>be</strong>hoefte van specifieke doelgroepen (starters, alleenstaanden, <strong>be</strong>jaarden, … etc.).<br />
Verdichting ge<strong>be</strong>urde voornamelijk in de gemengde woonomgeving van de <strong>stad</strong>skern. In de <strong>stad</strong>skern werden in de<br />
periode 1991-2000 gemiddeld 36 appartementen of studio’s per jaar gebouwd. Binnen de gemengde woonomgevingen<br />
situeren zich de <strong>be</strong>langrijkste potenties voor verdere verdichting. Door verdichting worden nieuwe wooneenheden<br />
gerealiseerd zonder bijkomende ruimte<strong>be</strong>slag.<br />
4.1.2.4.2 Leegstand<br />
In de gemeente Torhout zijn er 21 woongelegenheden opgenomen op de inventaris van leegstaande woningen 12 .<br />
De vermindering van de overtollige leegstand door renovatie en het opnieuw <strong>be</strong>woonbaar maken van langdurig<br />
leegstaande en verwaarloosde woningen kan een bijdrage geven t.a.v. de woning<strong>be</strong>hoefte. In toepassing van de<br />
Vlaamse Wooncode kan het <strong>be</strong>heer van deze woningen bovendien opgeëist worden door de <strong>stad</strong> of het OCMW zodat<br />
ze als sociale woningen gebruikt kunnen worden.<br />
4.1.2.5 Sociale huisvestingsprojecten<br />
4.1.2.5.1 Sociale bouwmaatschappijen<br />
4.1.2.5.1.1 Sociale bouwmaatschappij De Mandel<br />
De sociale bouwmaatschappij De Mandel uit Roeselare is actief op het grondgebied van Torhout. In de voorbije<br />
decennia werden er heel wat sociale (huur)woningen gebouwd waarvan er momenteel nog 177 door De Mandel <strong>be</strong>heerd<br />
en verhuurd worden. Daarnaast werden er 207 sociale koopwoningen gerealiseerd en verkocht (toestand 30/03/2006).<br />
In Torhout Oost, in het gebied tussen de Ernest Claeslaan, de Donaustraat, de Groenhovestraat en de<br />
Ruddervoordestraat <strong>be</strong>schikt de bouwmaatschappij nog over een <strong>be</strong>perkte reserve aan bouwgronden (zowel uitgerust<br />
als niet uitgerust).<br />
Op de wachtlijst staan 181 kandidaat-huurders ingeschreven. De gemiddelde wachttijd na aanvraag vooraleer een<br />
sociale huurwoning kan toegewezen worden <strong>be</strong>draagt ca. 45 maanden. De Mandel wil daarom in ijltempo het aantal<br />
sociale huurwoningen drastisch uitbreiden. Momenteel zijn volgende projecten in onderzoek, aanvraag of uitvoering:<br />
- aankoop grond jegens de <strong>stad</strong> in de Garonnestraat met de <strong>be</strong>doeling er 7 sociale huurwoningen op te bouwen;<br />
- bouwen van 22 huurwoningen in Torhout-Oost;<br />
- aankoop gronden Koer Van Thuyne deels jegens de <strong>stad</strong> / deels jegens het OCMW met de <strong>be</strong>doeling er een 40<br />
sociale huur- en koopappartementen op te richten;<br />
12 Op basis van de vermoedenlijst die jaarlijks door de Dienst Huisvesting van de gemeente aan AROHM wordt overgemaakt mag verondersteld worden dat er in<br />
Torhout heel wat meer leegstaande woongelegenheden zijn.<br />
24
- aankoop van gronden langs de Pastoriestraat in Don Bosco met de <strong>be</strong>doeling er sociale huur- en<br />
koopappartementen op te richten;<br />
- renovatie van 5 sociale huurwoningen in de Onze Lieve Vrouwestraat;<br />
- aanleg infrastructuur op gronden in de El<strong>be</strong>straat met de <strong>be</strong>doeling er 7woningen te bouwen.<br />
De gezinsgrootte onder de kandidaten is zeer divers. 30% van de kandidaten is alleenstaand <strong>–</strong> 40% van de kandidaten<br />
zijn gezinnen die uit slechts 2 personen <strong>be</strong>staan. 18% zijn gezinnen van 3 personen. Grote gezinnen van 4 of meer<br />
personen komen praktisch niet meer voor (12%).<br />
4.1.2.5.1.2 De sociale bouwmaatschappij VIVENDO<br />
De sociale bouwmaatschappij Vivendo uit Brugge was vroeger actief op het grondgebied van Torhout onder de naam<br />
Haard & Kouter. In de voorbije decennia heeft zij er 208 sociale koopwoningen, zgn. ‘kleine landeigendommen’<br />
gerealiseerd. Gezien het ontbreken van enig aanbod van gronden en/of panden waren er de laatste 20 jaar geen<br />
realisatie meer. Vivendo is echter vragende partij om in nauwe samenwerking met de <strong>stad</strong> als prioritaire partner te<br />
mogen optreden voor de uitvoering van het plaatselijk woon<strong>be</strong>leid cf. de Vlaamse Wooncode.<br />
Vivendo is ook <strong>be</strong>middelaar voor de aanvraag van sociale leningen bij de VHM en heeft in die hoedanigheid in de loop<br />
der jaren meerdere sociale leningen kunnen toestaan aan particulieren voor de bouw van een nieuwe woning of voor de<br />
aankoop en/of renovatie van een (sociale) woning in Torhout. Deze sociale bouwmaatschappij heeft inmiddels ook het<br />
vroegere ACV-gebouw in de Beerstraat aangekocht met de <strong>be</strong>doeling er 5 sociale appartementen in onder te brengen.<br />
4.1.2.5.2 Sociaal Verhuurkantoor (SVK)<br />
In 1997 werd binnen de sociale dienst van het OCMW het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) opgericht, met middelen van<br />
het <strong>sociaal</strong> impulsfonds (SIF). De werking van het SVK steunt op 4 basisideeën:<br />
- het recht op wonen met elementen zoals woonzekerheid, kwaliteit en <strong>be</strong>taalbaarheid;<br />
- het verstevigen van de positie van de zwakke huurder door op te treden als eigenaar of hoofdhuurder;<br />
- de complementariteit t.a.v. de andere huisvestings- en welzijnsactoren: t.o.v. de huisvestingsmaatschappijen door<br />
de flexi<strong>be</strong>le inschakeling op de private markt en t.o.v. welzijnsdiensten door specifieke huurders<strong>be</strong>geleiding<br />
- participatie van de doelgroep.<br />
Uit deze 4 basisideeën werden de 2 kerntaken van het SVK afgeleid:<br />
- het creëren van een extra aanbod aan kwalitatieve woningen aan een <strong>be</strong>taalbare prijs;<br />
- het aanbieden van woon<strong>be</strong>geleiding 13 .<br />
13 Bij de woon<strong>be</strong>geleiding worden huurders niet allen op hun rechten maar ook op hun plichten gewezen zoals het tijdig <strong>be</strong>talen van de huur en het goed<br />
onderhouden van de woning. In de huurovereenkomst wordt steeds een clausule opgenomen waarin vermeld wordt dat de huurders zich akkoord verklaren met de<br />
woon<strong>be</strong>geleiding die vanuit het SVK wordt aangeboden.<br />
25
Het Sociaal Verhuurkantoor <strong>be</strong>heert 51 woningen, waarvan 6 in eigendom zijn van de <strong>stad</strong> Torhout, 38 in eigendom van<br />
het OCMW en 17 in eigendom van private personen (toestand 30/09/2007).<br />
Op korte termijn zal dit aanbod nog worden uitgebreid. Volgende projecten zijn in onderzoek, aanvraag of uitvoering:<br />
- project “Koer Van Thuyne”<br />
- bouwen van 27 sociale appartementen na afbraak van 14 oude woningen in de Vanhullestraat.<br />
Als aanvullend bij het SVK werd een woonwinkel opgericht. In de woonwinkel kunnen huurders en verhuurders terecht<br />
met hun vragen en problemen i.v.m de huurwetgeving. Ze kunnen er informatie krijgen over huursubsidies en<br />
huisvestingspremies. De woonwinkel heeft tevens een doorverwijsfunctie naar de juiste instanties die een specifiek<br />
huisvestingsprobleem kunnen oplossen. Eén van de kerntaken van de woonwinkel <strong>be</strong>staat in het aanbieden van een<br />
volwaardige en kosteloze eerstelijnsrechtshelp inzake huurwetgeving. Daartoe werd een jurist in dienst genomen die<br />
deze eerstelijnsrechtshelp de nodige ondersteuning biedt.<br />
4.1.2.5.3 Het O.C.M.W.<br />
• Opvangtehuis De Reynaert<br />
In de Reynaert zijn er 4 tweepersoonskamers en 2 éénpersoonskamers voorzien voor Torhoutse inwoners die zich in<br />
een noodsituatie <strong>be</strong>vinden. Dit kan verschillende vormen aannemen:<br />
- uithuisdrijving door de deurwaarder;<br />
- op straat staan omwille van een ramp;<br />
- echtelijke moeilijkheden waarbij men geen ander onderdak vindt;<br />
- kandidaat-vluchtelingen die aan OCMW Torhout werden toegewezen voor het krijgen van financiële steun maar zelf<br />
in Torhout geen woning vinden;<br />
- mensen die bij eigenaars reeds gekend zijn als ‘slechte huurders’ en bijgevolg niet meer in staat zijn zelf een<br />
woning te vinden.<br />
De opvangmogelijkheden in De Reynaert kunnen echter niet gecatalogeerd worden als crisisopvang. Opname ge<strong>be</strong>urt<br />
enkel tijdens de kantooruren van de sociale dienst van het OCMW en dit na het afnemen van een intakegesprek en het<br />
<strong>be</strong>spreken van het dossier met de directeur sociale dienst en de voorzitter van het OCMW.<br />
• Service flats<br />
Deze vrij nieuwe vorm van huisvesting en serviceverlening is <strong>be</strong>doeld voor ouderen die nog vrij zelfstandig kunnen<br />
functioneren, maar toch niet verkiezen om in het eigen milieu te blijven wonen. Serviceflats <strong>be</strong>staan uit één of meer<br />
gebouwen die functioneel een geheel vormen. Het zijn individuele woongelegenheden waar ouderen zelfstandig wonen<br />
maar waar zij zo nodig <strong>be</strong>roep kunnen doen op een gemeenschappelijke dienstverlening. Die hulp is facultatief, d.w.z<br />
dat de <strong>be</strong>woner de vrije keuze heeft om er gebruik van te maken. Serviceflats zijn afgestemd op de specifieke noden<br />
van de ouderen. De grootte en huurprijs van de individuele woongelegenheden kunnen echter sterk variëren.<br />
26
Serviceflats zijn niet geschikt voor zorg<strong>be</strong>hoevende ouderen, tenzij ze samenwonen met een valide partner die nog veel<br />
voor hem of haar kan doen.<br />
Serviceflats bieden een <strong>be</strong>schermde woonomgeving. Zo is er een oproepsysteem aanwezig waarmee je zowel overdag<br />
als ’s nachts hulp kan oproepen.<br />
Veel serviceflats zijn gelegen in de nabijheid van of werken samen met een rusthuis. Als iemand zorg<strong>be</strong>hoevend wordt<br />
kan hij/zij naar dat rusthuis gaan.<br />
In het serviceflatgebouw van het OCMW langs de Karel De Goedelaan <strong>be</strong>vinden zich 21 woongelegenheden.<br />
• Rusthuis Sint-Augustinus<br />
Het Sint-Augustinus rusthuis is gelegen in de Vestingstraat en wordt <strong>be</strong>heerd door het OCMW. Het staat open voor<br />
semi-valide zorg<strong>be</strong>hoevenden, dementerende <strong>be</strong>woners en biedt ook faciliteiten voor echtparen. Er wordt<br />
woongelegenheid geboden aan 174 <strong>be</strong>woners. Er zijn ook 3 kamers voor kortverblijf. Alle kamers zijn standaard<br />
<strong>be</strong>meu<strong>be</strong>ld met een <strong>be</strong>d, kleerkast, tafel, stoel en een zetel. Het meubilair kan aangepast worden aan de noden van de<br />
<strong>be</strong>woner(s) en de kamer kan naar eigen smaak ingericht worden.<br />
Een aanvraag tot opname ge<strong>be</strong>urt meestal naar aanleiding van een ziekenhuisopname maar kan ook vanuit een<br />
thuissituatie. Een officiële aanvraag moet schriftelijk ge<strong>be</strong>uren. Deze aanvraag wordt <strong>be</strong>krachtigd in de Raad voor<br />
Maatschappelijk Welzijn. Vooreerst wordt met de kandidaat <strong>be</strong>woner(s) een oriëntatiegesprek gevoerd waarna de<br />
kandidaat <strong>be</strong>woner(s) ingeschreven worden op een wachtlijst. Deze wachtlijst is chronologisch. Momenteel staan 247<br />
kandidaten op de wachtlijst ingeschreven (situatie op 31.10.2007).<br />
Bij het rusthuis werd eind 2005 een nieuwe vleugel in gebruik genomen. De oudste delen van het rusthuis worden<br />
momenteel gerenoveerd en gemoderniseerd. In 2009 wordt er een dagverzorgingscentrum aan toegevoegd.<br />
Het rusthuis is heel centraal gelegen. Te voet is het centrum van de <strong>stad</strong> en het station gemakkelijk <strong>be</strong>reikbaar. De<br />
achterzijde van het rusthuis kijkt uit op het groene <strong>stad</strong>spark.<br />
4.1.2.5.4 Huize Tordale<br />
Huize Tordale biedt op het grondgebied van Torhout diverse vormen van wonen aan voor personen met een<br />
verstandelijke handicap. Deze vormen variëren van individueel wonen tot wonen in groepsverband.<br />
- Personen met een licht tot matig verstandelijke handicap kunnen zelfstandig wonen. Zij worden gehuisvest in<br />
huurwoningen. Op die manier kunnen zij maximaal integreren in de maatschappij. Momenteel maken 15 personen<br />
gebruik van deze mogelijkheid.<br />
27
- Werkende personen met een licht tot matig verstandelijke handicap en bijkomende gedrags-of psychische<br />
problemen kunnen in groepsverband gaan wonen of individueel in woningen eigendom van Tordale. Momenteel<br />
maken 35 personen gebruik van deze mogelijkheid.<br />
- Niet-werkende personen met een matig tot ernstige verstandelijke handicap en bijkomende gedrags- of psychische<br />
problemen kunnen in groepsverband of individueel gaan wonen in woningen eigendom van Tordale. Momenteel<br />
maken 94 personen gebruik van deze mogelijkheid.<br />
Daarnaast <strong>be</strong>schikt Tordale eveneens over een dagcentrum waar personen met een verstandelijke handicap en<br />
bijkomende gedrags- of psychische problemen overdag opgevangen kunnen worden. Momenteel maken 33 personen<br />
gebruik van deze mogelijkheid.<br />
Jongeren tussen 12 en 21 met een licht tot matig verstandelijke handicap en bijkomende gedrags- en psychische<br />
problemen of autisme kunnen terecht in het internaat. Voor een 10-tal jongeren heeft het internaat een<br />
gezinsvervangende functie.<br />
4.1.2.5.5 PVT De Ent<br />
Vanuit het psychiatrisch centrum Sint-Amandus te Beernem wordt in het psychiatrisch verzorgingstehuis De Ent in de<br />
Aartrijkestraat woongelegenheid aangeboden aan 60 chronisch gestabiliseerde psychiatrische patiënten. Er zijn geen<br />
plannen om dit aantal in de toekomst uit te breiden.<br />
Eind 2005 werd door de vzw Beschut Wonen Beernem in Torhout een gebouw aangekocht met de <strong>be</strong>doeling er 5<br />
plaatsen voor <strong>be</strong>schut wonen in onder te brengen. Het is de <strong>be</strong>doeling dit aantal later uit te breiden tot max. 12.<br />
Beide initiatieven zorgen ervoor dat psychiatrische patiënten zich opnieuw in de maatschappij kunnen integreren.<br />
4.1.2.5.6 Bejaardenzorg Ter Rem<strong>be</strong>rthove (service-flats)<br />
In het serviceflatgebouw van de vzw Gezondheids- en <strong>be</strong>jaardenzorg van het Houtland langs de Oostendestraat<br />
<strong>be</strong>vinden zich 34 woongelegenheden.<br />
4.1.2.5.7 ‘t Groot Hers<strong>be</strong>rge<br />
Geen nadere gegevens gekend<br />
4.1.2.6 Prognoses en <strong>be</strong>hoeften<br />
4.1.2.6.1 Raming van de woon<strong>be</strong>hoeften<br />
4.1.2.6.1.1 Nieuwbouw<strong>be</strong>hoefte<br />
28
Ta<strong>be</strong>l 9: Evolutie van de <strong>be</strong>volking per leeftijdscategorie voor een gesloten prognose<br />
Leeftijdscategorie 1997 2002 2007<br />
0-19 4.498 4.313 4.104<br />
20-39 5.563 5.207 4.887<br />
40-59 4.742 5.215 5.541<br />
60-79 3.217 3.394 3.585<br />
+80 672 705 794<br />
Totaal 18.692 18.834 18.911<br />
Bron: Ontwerp GRS januari 2006<br />
Ta<strong>be</strong>l 10: Evolutie het aantal gezinshoofden per leeftijdscategorie voor een gesloten prognose<br />
Leeftijdscategorie 1997 2002 2007<br />
0-19 7 8 8<br />
20-39 2.128 2.034 1.925<br />
40-59 2.545 2.838 3.064<br />
60-79 1.942 2.124 2.300<br />
+80 390 449 559<br />
Totaal 7.102 7.453 7.856<br />
Bron: Ontwerp GRS januari 2006<br />
De <strong>be</strong>hoefte aan bijkomende woningen is het gevolg van een aantal demografische ontwikkelingen. Er is het fenomeen<br />
van de gezinsverdunning die zich in de toekomst zal verder zetten. De gezinsverdunning heeft te maken met de<br />
vergrijzing van de <strong>be</strong>volking (ouderen die langer zelfstandig wonen), een toenemend aantal echtscheidingen, het<br />
zelfstandig wonen van niet gehuwden, … etc.<br />
De <strong>be</strong>hoefte aan bijkomende woongelegenheden is recht evenredig met de toename van het aantal gezinnen. Op basis<br />
van de inschatting van de toekomstige demografische ontwikkeling van de <strong>be</strong>volking van Torhout wordt de<br />
woning<strong>be</strong>hoefte in de periode 1997-2007 geraamd op 768 wooneenheden (toename gezinnen volgens gesloten<br />
prognose vermeerderd met een frictieleegstand van 3%). Wanneer de reeds gerealiseerde woningen in de periode<br />
1997-2000 in rekening worden gebracht, <strong>be</strong>tekent dit een woning<strong>be</strong>hoefte voor de periode 2000-2007 van ongeveer 472<br />
bijkomende woningen of gemiddeld ongeveer 67 per jaar.<br />
Op basis van de demografische ontwikkelingen (vraagzijde) en de kenmerken van het huidige woningpatrimonium<br />
(aanbodzijde) kunnen conclusies getrokken worden met <strong>be</strong>trekking tot een differentiatie van de nieuwbouw<strong>be</strong>hoefte<br />
naar sociale woningen, <strong>be</strong>jaardenwoningen en meergezinswoningen.<br />
29
4.1.2.6.1.2 Behoefte aan meergezinswoningen<br />
Voor de <strong>be</strong>hoefte aan meergezinswoningen wordt de <strong>be</strong>staande trend van gemiddeld 36 woningen per jaar als norm<br />
genomen. De verdichting door de bouw van meergezinswoningen vindt hoofdzakelijk plaats in de stedelijke kern.<br />
4.1.2.6.1.3 Behoefte aan wooneenheden voor specifieke doelgroepen<br />
• Behoefte aan sociale huur- en koopwoningen<br />
Het aandeel sociale woningen (huur- en koopwoningen) <strong>be</strong>draagt in Torhout 5% (ongeveer 366 wooneenheden op een<br />
totaal van ongeveer 7.329, toestand juli 2000). De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) hanteert een streefcijfer<br />
van 10% sociale wooneenheden. Torhout scoort <strong>be</strong>duidend lager dan dit streefcijfer.<br />
• Bejaardenwoningen<br />
Bejaarden heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>hoefte aan aangepaste huisvestingsvormen: kleinere woningen die op loopafstand van<br />
voorzieningen zijn gelegen. Vaak voldoen de huidige woningen niet aan deze voorwaarden. Het voorzien van passende<br />
woningen voor <strong>be</strong>jaarden kan hieraan een oplossing bieden. Hierdoor komen tevens woningen vrij voor andere<br />
doelgroepen.<br />
• Service flats<br />
Het OCMW erkent de <strong>be</strong>hoefte aan bijkomende serviceflats in Torhout en is <strong>be</strong>reid in dit verband actie te ondernemen<br />
indien zich haalbare opportuniteiten voordoen.<br />
• Bejaardentehuis<br />
Er zijn geen plannen om de capaciteit van het <strong>be</strong>jaardentehuis Sint-Augustinus uit te breiden.<br />
• Beschermd wonen<br />
Geen nadere gegevens <strong>be</strong>kend.<br />
• Beschut wonen<br />
PVT De Ent heeft geen uitbreidingsplannen.<br />
Zoals voorheen vermeld zou vzw Beschut Wonen Beernem het aantal plaatsen in Torhout willen uitbreiden van 5<br />
naar 12<br />
4.1.2.6.2 Confrontatie van <strong>be</strong>hoefte en aanbod<br />
De confrontatie tussen <strong>be</strong>hoefte en aanbod ge<strong>be</strong>urt op basis van het <strong>be</strong>staande juridisch aanbod: in goedgekeurde<br />
verkavelingen, langs uitgeruste wegen, verdichting en leegstand. Het <strong>be</strong>staande aanbod vertoont een licht tekort om de<br />
<strong>be</strong>hoefte voor de periode 2000-2007 op te vangen.<br />
Ta<strong>be</strong>l 11: confrontatie <strong>be</strong>hoefte en aanbod<br />
30
2000 <strong>–</strong> 2007<br />
Aanbod (netto) 437<br />
Behoefte 481<br />
Verschil -44<br />
Bron: Ontwerp GRS Torhout <strong>–</strong> 26/01/2006<br />
4.1.2.6.3 Confrontatie met de taakstelling uit het Provinciaal Structuurplan<br />
De taakstelling voor de gemeente Torhout voor de periode 1991-2007 <strong>be</strong>draagt volgens het Provinciaal Ruimtelijk<br />
Structuurplan West-<strong>Vlaanderen</strong> 1.275 bijkomende woongelegenheden, allen te realiseren binnen het nog af te bakenen<br />
stedelijk gebied.<br />
In 2000 waren reeds 1.010 woongelegenheden (80% van de taakstelling) gerealiseerd. Dit <strong>be</strong>tekent dat voor de periode<br />
2000-2007 een taakstelling overblijft van 265 wooneenheden. Dit <strong>be</strong>vestigt de conclusie dat buiten het <strong>be</strong>staande<br />
juridische aanbod geen bijkomende ruimte noodzakelijk is voor woongelegenheden (in de periode tot 2007).<br />
4.1.2.7 Sociale woningbouw in de woonuitbreidingsgebieden<br />
De ministeriele omzendbrief RO/2002/03 laat toe dat een deel van of een geheel woonuitbreidingsgebied ontwikkeld kan<br />
worden zonder voorafgaand een woning<strong>be</strong>hoeftenstudie te moeten opmaken. Deze mogelijkheid is onderworpen aan<br />
een aantal specifieke randvoorwaarden:<br />
- het woonuitbreidingsgebied moet gelegen zijn binnen de (hypothese van) perimeter van het stedelijk gebied;<br />
- de ontwikkeling ge<strong>be</strong>urt binnen de principes van het RSV;<br />
- er is geen interferentie met andere regelgeving;<br />
- het gemeente<strong>be</strong>stuur toont aan op welke wijze ernaar wordt gestreefd een gezonde mix te realiseren van normale<br />
kavels, sociale kavels (onder de marktprijs) en/of sociale huur- of koopwoningen. Private en openbare<br />
initiatiefnemers (gemeente, intercommunale, OCMW en sociale huisvestingmaatschappijen) worden in voorkomend<br />
geval gestimuleerd om de gewenste sociale mix gezamenlijk te realiseren.<br />
Niettegenstaande volgens het GRS buiten het <strong>be</strong>staande juridische aanbod aan bouwmogelijkheden geen bijkomende<br />
ruimte noodzakelijk is om de taakstelling voor woongelegenheden in de periode tot 2007 opgelegd door de provincie te<br />
realiseren, kunnen <strong>be</strong>paalde woonuitbreidingsgebieden in Torhout (Moertjes, Kwaplasstraat en Bollestraat naar alle<br />
waarschijnlijkheid toch aangesneden worden voor de bouw van sociale woningen. Op die wijze kan het aandeel sociale<br />
woningen in Torhout ruimschoots uitgebreid worden (nog nader te onderzoeken).<br />
31
4.1.3. Gegevens via het participatietraject<br />
Tijdens de gesprekken met mensen uit de <strong>be</strong>oogde doelgroepen was huisvesting hét prioritaire thema. Als mensen<br />
<strong>be</strong>vraagd worden rond welk thema ze in de toekomst eventueel <strong>be</strong>leidsparticipatie willen, dan scoort ‘huisvesting’ als het<br />
thema waar het meest mensen willen rond <strong>be</strong>trokken worden.<br />
Tijdens de diverse participatierondes kwam onder meer volgende zaken naar voor :<br />
- het verhogen van het aanbod aan sociale woningen in Torhout<br />
- het meer aanbieden van informatie rond aanpassingen voor senioren (levenslang wonen)<br />
- het feit dat huren op de private huurmarkt voor velen ‘on<strong>be</strong>taalbaar’ is geworden. De grens van 1/3 woonkost<br />
ten opzichte van het inkomen is voor velen niet haalbaar meer.<br />
- het <strong>be</strong>lang van goede informatie en een goede communicatie rond het thema wonen. Niet alle mensen waren<br />
bijvoor<strong>be</strong>eld op de hoogte dat er een huisvestingsambtenaar is, dat de huurdersbond te Torhout aanspreekbaar<br />
is, weinigen weten wat een huursubsidie is , welke premies er zijn, …<br />
- nogal wat getuigenissen van mensen gingen over woningen die kwalitatief niet in orde zijn. Sommige mensen<br />
wisten geen raad met ‘profiterende’ huiseigenaars, … Men vraagt dan ook om een aanpak van de<br />
huisjesmelkers die woningen van lage kwaliteit verhuren voor te veel geld aan mensen die (financieel) zwak<br />
staan. Huizen die opgedeeld worden in kamers zijn hier een voor<strong>be</strong>eld van.<br />
- Men vroeg om in voldoende capaciteit van (crisis)opvang te voorzien.<br />
- Men vroeg uitdrukkelijk dat die woningen waarnaar het ocmw je verwijst kwalitatief in orde moeten zijn.<br />
- Ook van een sociale huisvestingsmaatschappij verwachten de mensen klantvriendelijkheid, een antwoord op<br />
hun vragen, …<br />
- Als specifieke groepen die het moeilijk heb<strong>be</strong>n op de woonmarkt werden opgenoemd : alleenstaanden (al of<br />
niet met kinderen) en werklozen.<br />
4.1.4 SWOT-analyse<br />
Door de aantrekkingskracht van Torhout om er zich te vestigen en de vergrijzing van de <strong>be</strong>volking groeit de groep<br />
<strong>sociaal</strong> zwakkeren jaar na jaar. Zonder passende maatregelen kan dit op termijn een negatieve invloed heb<strong>be</strong>n op de<br />
leefbaarheid van de <strong>stad</strong>.<br />
Voor de huisvesting en (tijdelijke) opvang van <strong>sociaal</strong> zwakkeren <strong>be</strong>schikt Torhout reeds over heel wat faciliteiten. De<br />
aanbiedingen gaan uit van verschillende organisaties en verenigingen. Ze zijn echter niet altijd op elkaar afgestemd en<br />
vullen elkaar niet altijd aan. In <strong>be</strong>paalde gevallen is er zelfs sprake van enige vorm van concurrentie. Soms zijn de<br />
faciliteiten eerder <strong>be</strong>perkt en/of niet geschikt voor de <strong>be</strong>oogde doelgroep. Dikwijls is het aantal gegadigden vele malen<br />
groter dan het <strong>be</strong>schikbare aanbod waardoor lange wachttijden en <strong>–</strong>lijsten ontstaan.<br />
Ondanks de aanwezigheid van een gemeentelijke huisvestingambtenaar en een Woonwinkel met juridische<br />
dienstverlening onder de vleugels van het OCMW, <strong>be</strong>reikt de <strong>be</strong>schikbare informatie onvoldoende de doelgroepen.<br />
Oorzaak is enerzijds dat de doelgroepen onvoldoende kennis heb<strong>be</strong>n van het <strong>be</strong>staan van de aanspreekpunten en<br />
32
anderzijds de versnippering van de informatie en een gebrek aan onderlinge coördinatie en kennisoverdracht tussen de<br />
aanspreekpunten. Herstructureren door het <strong>be</strong>ter op elkaar afstemmen van de aanspreekpunten en een nauwere<br />
samenwerking kan hier een opmerkelijke ver<strong>be</strong>tering in aanbrengen.<br />
Het overzicht van de sterkten en zwakten, kansen en <strong>be</strong>dreigingen is op genomen in navolgende ta<strong>be</strong>l.<br />
Ta<strong>be</strong>l: SWOT-analyse<br />
Sterkten Zwakten Kansen Bedreigingen<br />
voldoende reserve aan<br />
<strong>be</strong>bouwbare gronden<br />
<strong>be</strong>bouwbare gronden niet<br />
echt <strong>be</strong>schikbaar<br />
grondreserve in eigendom<br />
van sociale<br />
bouwmaatschappijen raken<br />
stilaan uitgeput<br />
prijs/m² meestal enkel<br />
haalbaar voor privé<br />
investeerders<br />
mogelijkheden tot verdichten verdichten niet altijd<br />
evident<br />
prijzen van panden meestal<br />
niet haalbaar voor sociale<br />
bouwmaatschappijen<br />
woningenpatrimonium onvoldoende aanbod vanuit<br />
privé sector voor<br />
doorverhuring aan sociale<br />
doelgroepen (bvb. via SVK)<br />
nog heel wat woningen van<br />
slechte of mindere kwaliteit<br />
blijvende slechte kwaliteit<br />
van woningen door onwil<br />
van eigenaars om<br />
ver<strong>be</strong>terings-werken uit te<br />
voeren (woningen worden<br />
toch verhuurd <strong>–</strong> dikwijls net<br />
aan de <strong>sociaal</strong> zwakkere)<br />
blijvende slechte kwaliteit<br />
van woningen door<br />
onmogelijkheid van<br />
verwerven bouwgrond via<br />
onderhandse aankoop of<br />
onteigening<br />
blijvende vraag van sociale<br />
bouwmaatschappijen naar<br />
<strong>be</strong>schikbare gronden<br />
samenwerking met privé via<br />
PPS<br />
grond- en panden<strong>be</strong>leid en<br />
subsidiëring kan aankopen<br />
haalbaar houden<br />
verdichtingprojecten kunnen<br />
inspelen op de <strong>be</strong>hoefte<br />
van specifieke doelgroepen<br />
(starters, alleenstaanden,<br />
<strong>be</strong>jaarden, … )<br />
grond- en panden<strong>be</strong>leid en<br />
subsidiëring kan prijzen<br />
haalbaar houden<br />
stimulerende en specifieke<br />
maatregelen kunnen<br />
bijkomend aanbod creëren<br />
mogelijkheid tot ver<strong>be</strong>teren<br />
via (gemeentelijke) premies<br />
strenger toezicht op<br />
kwaliteit van woningen en<br />
eventueel overname <strong>be</strong>heer<br />
stimuleren door<br />
<strong>be</strong>geleiding, premies en<br />
eventueel overname <strong>be</strong>heer<br />
<strong>be</strong>schikbaarheid<br />
<strong>be</strong>bouwbare gronden voor<br />
sociale woonprojecten op<br />
de lange termijn<br />
creëren van getto’s (geen<br />
sociale mix)<br />
aandeel sociale<br />
woongelegenheden op de<br />
lange termijn<br />
werking van SVK (aanbod<br />
woningen)<br />
leegstaande en<br />
verwaarloosde panden<br />
heb<strong>be</strong>n een ongunstige<br />
invloed op de<br />
aantrekkelijkheid van hun<br />
omgeving (inductie)<br />
33
eigenaars om ver<strong>be</strong>teringswerken<br />
uit te voeren<br />
(wegens leeftijd, omwille<br />
van financiële redenen)<br />
<strong>be</strong>perkte leegstand onvoldoende leegstaande<br />
panden heb<strong>be</strong>n ongunstige<br />
invloed op de huurprijzen<br />
aantrekkingskracht van de<br />
gemeente<br />
veel verschillende actoren<br />
zijn actief<br />
constante uitbreiding van het<br />
aantal sociale huurwoningen<br />
aanwezigheid van een<br />
Woonwinkel (ook juridische<br />
dienstverlening) en SVK<br />
ressorterend onder het<br />
OCMW<br />
aanwezigheid van een<br />
Huisvestingsambtenaar<br />
ressorterend onder het<br />
gemeente<strong>be</strong>stuur<br />
aanwezigheid van heel wat<br />
faciliteiten o.m.<br />
opvangtehuis, rusthuis,<br />
serviceflats, MPI, <strong>be</strong>geleid,<br />
<strong>be</strong>schut en <strong>be</strong>schermd<br />
gemeente oefent weinig<br />
aantrekkingskracht uit op<br />
jonge gezinnen met kleine<br />
kinderen<br />
groeiend aantal <strong>sociaal</strong><br />
zwakkeren als gevolg van<br />
de aantrekkingskracht van<br />
de gemeente (bvb.<br />
Wachtlijst)<br />
activiteiten zijn niet<br />
gecoördineerd<br />
aantal sociale woningen<br />
blijft onvoldoende (cf.<br />
groeiende wachtlijsten)<br />
aantal sociale<br />
huurwoningen kleiner dan<br />
streefcijfer VHM (5% ><<br />
10%)<br />
aanbod nog teveel<br />
afgestemd op grotere<br />
gezinnen<br />
onvoldoende aanbod aan<br />
diensten<br />
Woonwinkel niet of<br />
onvoldoende gekend door<br />
doelgroep<br />
langdurig leegstaande<br />
woningen kunnen in <strong>be</strong>heer<br />
genomen worden (SVK /<br />
sociale<br />
bouwmaatschappijen) en na<br />
renovatie ter <strong>be</strong>schikking<br />
worden gesteld van de<br />
sociale doelgroepen<br />
diversiteit, sociale mix is<br />
een verrijking voor de<br />
samenleving<br />
coördinatie en bundeling<br />
van activiteiten verhoogd<br />
slagkracht en slaagkans<br />
aantal kan verder uitgebreid<br />
worden dmv specifieke<br />
projecten (Koer Van Thuyne<br />
/ Pastoriestraat)<br />
aanbod van woningen met<br />
1 of 2 slaapkamers kan<br />
systematisch vergroot<br />
worden<br />
bundeling met, of<br />
afstemmen op diensten van<br />
andere actoren (bvb.<br />
Huisvestingsdienst <strong>stad</strong>)<br />
informatiecampagnes<br />
kunnen een oplossing<br />
bieden<br />
patrimonium SVK samenwerking met andere<br />
aanbieders, ook van buiten<br />
eenzijdig aanbod t.a.v. de<br />
doelgroepen (hoofdzakelijk<br />
controlerende functie)<br />
rusthuis heeft ook na<br />
uitbreiding onvoldoende<br />
capaciteit waardoor grote<br />
wachtlijsten ontstaan<br />
de gemeente<br />
uitbreiden dienstverlening<br />
door bundeling met, of<br />
afstemmen op diensten van<br />
andere actoren (bvb.<br />
Woonwinkel)<br />
mogelijkheden tot<br />
uitbreiding aanwezig op of<br />
aansluitend bij <strong>be</strong>staande<br />
te groot aandeel ouderen<br />
in verhouding tot jongeren<br />
is ongunstig voor de<br />
leefbaarheid van de <strong>stad</strong><br />
te groot aandeel <strong>sociaal</strong><br />
zwakkeren is ongunstig<br />
voor de leefbaarheid van<br />
de <strong>stad</strong><br />
versnippering en<br />
onderlinge concurrentie<br />
gettovorming (geen<br />
sociale mix)<br />
stagnatie door gebrek aan<br />
sociale woningen<br />
patrimonium niet langer<br />
afgestemd op <strong>be</strong>hoefte<br />
versnippering aanbod van<br />
diensten<br />
geen investeringen in<br />
uitbreiding capaciteit<br />
34
wonen<br />
4.2 TEWERKSTELLING<br />
4.2.1. Omschrijving<br />
onvoldoende serviceflats<br />
faciliteiten opvangtehuis<br />
eerder <strong>be</strong>perkt en niet<br />
geschikt voor gezinnen<br />
geen faciliteiten voor<br />
crisisopvang<br />
gebrek aan fondsen subsidiëring en<br />
samenwerking met privé<br />
(PPS)<br />
Volgens de Belgische grondwet (art. 23) heeft iedereen recht een menswaardig leven te leiden.<br />
geen crisisopvang is<br />
nefast voor goed<br />
huisvestings<strong>be</strong>leid<br />
Dit recht omvat inzonderheid het recht op ar<strong>be</strong>id en op de vrije keuze van <strong>be</strong>roepsar<strong>be</strong>id in het raam van een<br />
algemeen werkgelegenheids<strong>be</strong>leid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel<br />
mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke ar<strong>be</strong>idsvoorwaarden en een billijke <strong>be</strong>loning, alsmede het recht<br />
op informatie, overleg en collectief onderhandelen.<br />
Ar<strong>be</strong>id is een middel om te komen tot een leefbaar inkomen om te voorzien in de eigen basis<strong>be</strong>hoeften (materieel<br />
wel<strong>be</strong>vinden), maar ar<strong>be</strong>id heeft ook effect op diverse dimensies in functie van kwaliteit van leven (emotioneel<br />
wel<strong>be</strong>vinden, sociale contacten, persoonlijke ontwikkeling, fysiek wel<strong>be</strong>vinden, zelf<strong>be</strong>paling, sociale inclusie, etc…).<br />
Het zijn nu net deze minder zichtbare functies van ar<strong>be</strong>id die vaak een grote rol spelen bij kansengroepen.<br />
In het kader van de opmaak van een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> verstaan we onder tewerkstelling:<br />
info, advies en traject<strong>be</strong>geleiding<br />
opleiding en werkervaring<br />
het aanbod inzake ar<strong>be</strong>id<br />
... ten aanzien van de kansengroepen.<br />
4.2.2. Omgevingsanalyse<br />
4.2.2.1. Cijfergegevens rond tewerkstelling <strong>–</strong> op basis van gemiddelden 2005 (bron: Arvastat VDAB Vlaamse en<br />
lokale werkloosheids- en werkaanbodstatistieken en RESOC/SERR regio Brugge)<br />
Torhout T.O.V.<br />
Regio Brugge <strong>Vlaanderen</strong><br />
Werkloosheidsgraad<br />
= aandeel van de werklozen <strong>–</strong> NWWZ <strong>–</strong> in de <strong>be</strong>roeps<strong>be</strong>volking<br />
Bedraagt 6,94% in Torhout<br />
Mannen: 4,96%<br />
Vrouwen: 9,50%<br />
Dit is een lichte stijging t.o.v. 2003 en 2004.<br />
Activiteitsgraad<br />
= mate waarin de <strong>be</strong>volking tussen 18-64j actief is op de<br />
ar<strong>be</strong>idsmarkt, d.w.z. een job heeft of een job zoekt<br />
6,91%<br />
• 5,66%<br />
• 8,45%<br />
8,52%<br />
• 7,00%<br />
• 10,45%<br />
35
Mannen: 82,3%<br />
Vrouwen: 70,6%<br />
Werkzaamheidsgraad<br />
= verhouding werkenden t.o.v. de <strong>be</strong>volking op ar<strong>be</strong>idsleeftijd<br />
Kenmerken NWWZ<br />
= niet-werkend werkzoekende<br />
In absolute cijfers: 623 personen<br />
… waarvan 72% (404 pers.) uitkeringsgerechtigd werkloos is<br />
… waarvan 40% man, 60% vrouw<br />
… waarvan 30% < 25j., 30% tss 25-40j. en 40% ouder dan 40j.<br />
Studieniveau<br />
50% is laaggeschoold<br />
= lager onderwijs + 1 e graad secundair<br />
= middenstandsopleiding<br />
= deeltijds <strong>be</strong>roepssecundair (2 e graad secundair)<br />
35% is middengeschoold<br />
= 3 e en 4 e graad secundair onderwijs<br />
15% is hooggeschoold<br />
Werkloosheidsduur<br />
= hoger onderwijs 1 of 2 cycli<br />
= universitair onderwijs<br />
64% minder dan 1j.<br />
17% tss 1-2j.<br />
19% langer dan 1j.<br />
Opvallende vaststellingen zijn:<br />
- een sterke toename van de langdurige werkloosheid (> 2j.)<br />
=> + 20% in vgl met 2004.<br />
Nationaliteit: 2,2% niet-EU<br />
Etniciteit: 2,7% etnisch niet-EU<br />
Ar<strong>be</strong>idsgehandicapten: 22%<br />
Onder ar<strong>be</strong>idsgehandicapten wordt <strong>be</strong>grepen:<br />
WZ’en met Vlaams Fondserkenning in zake tewerkstelling<br />
WZ’en uit het Buso<br />
WZ’en met <strong>be</strong>perkte of zeer <strong>be</strong>perkte geschiktheid<br />
80,5%<br />
68,9%<br />
69,7%<br />
8.638<br />
• 72%<br />
• 45%, 55%<br />
• 24%, 32%<br />
en 44%<br />
50%<br />
34%<br />
16%<br />
62,5%<br />
17%<br />
20,5%<br />
+ 16%<br />
4%<br />
5,5%<br />
16%<br />
80,7%<br />
67,1%<br />
63,7%<br />
235.344<br />
• 74,3%<br />
• 46%, 54%<br />
• 24%, 35,5%<br />
en 40,5%<br />
51,4%<br />
33,3%<br />
15,3%<br />
57%<br />
18,5%<br />
24,5%<br />
+ 18,5%<br />
8,3%<br />
16,3%<br />
12%<br />
36
Vaststelling: gestage toename van deze groep WZ’en<br />
In absolute cijfers: 107 in 2002, 116 in 2003, 132 in 2004 en 137<br />
in 2005<br />
Werkgelegenheid<br />
Zelfstandige tewerkstelling (cijfergegevens POM W-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
1.197, 1.284,<br />
1.374 en 1.392<br />
18.730, 20.392<br />
24.172, 27.788<br />
Op 31.12.2005 telde Torhout 1.674 zelfstandigen en helpers (exclusief 419 zelfstandigen in bij<strong>be</strong>roep),<br />
dit zijn 1.162 zelfstandigen in hoofd<strong>be</strong>roep, 158 zelfstandigen actief na pensioenleeftijd en 354 helpers.<br />
Dit aantal wordt geteld naar de woonplaats van de zelfstandige en stemt dus niet noodzakelijk overeen<br />
met het adres waar de <strong>be</strong>roepsactiviteit wordt uitgeoefend.<br />
Deze cijfers zijn gelijklopend met voorgaande jaren:<br />
• 1.672 zelfstandigen en helpers op 31.12.2004<br />
• 1.687 zelfstandigen en helpers op 31.12.2003<br />
Loontrekkende tewerkstelling (cijfergegevens POM West <strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Op 31.12.2004 telde Torhout 5.656 loontrekkenden, hier <strong>be</strong>treft het in tegenstelling tot de zelfstandigen<br />
het aantal personen die in Torhout werken in loondienst. Het gaat dus niet noodzakelijk om mensen die<br />
in Torhout wonen.<br />
Er is in vergelijking met voorgaande jaren een lichte daling merkbaar:<br />
• 5.752 loontrekkenden op 31.12.2003<br />
• 5.740 loontrekkenden op 30.06.2002 (geen gegevens <strong>be</strong>schikbaar voor 31.12.2002)<br />
De werkgelegenheid in Torhout situeert zich vnl. in de tertiaire en quartaire sector:<br />
Definiëring van de sectoren:<br />
Primair: <strong>be</strong>drijven die grondstoffen voortbrengen<br />
Secundair: <strong>be</strong>drijven die grondstoffen of gedeeltelijk afgewerkte producten verder <strong>be</strong>werken<br />
Tertiair: <strong>be</strong>drijven die goederen kopen en verkopen zonder ze te verwerken of presteren van<br />
verhandelbare diensten<br />
Quartair: <strong>be</strong>drijven/organisaties die niet-commerciële of niet-verhandelbare diensten verlenen<br />
In Torhout is de werkgelegenheid per sector als volgt verdeeld:<br />
Primaire sector: 89 jobs<br />
Secundaire sector: 1.274 jobs<br />
Tertiair: 1.631 jobs<br />
Quartair: 2.746 jobs<br />
Vergelijking t.o.v. arrondissement Brugge<br />
Primair: minieme tewerkstelling in Torhout: 1,55%<br />
Secundair: gemiddelde uitbouw: 22% ( 2% stijging bouwnijverheid, 11% jobverlies industrie)<br />
Tertiair: vrij sterk aanwezig: 28,4% met vooral stijgende jobgroei in de horeca<br />
Quartair: sterk aanwezig, omvat praktisch de helft van alle werkgelegenheid in Torhout (48%).<br />
Voornamelijk tewerkstelling in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening<br />
37
Toetsing aan de diverse doelgroepen<br />
Jongeren:<br />
In 2005 waren gemiddeld één op de vier Torhoutse werkzoekenden jonger dan 25 jaar. Daarvan is iets meer<br />
dan de helft (54%) vrouwelijk, en één op de drie is laaggeschoold. Uit de cijfers blijkt wel dat het overgrote deel<br />
van de Torhoutse jongeren (84%), zowel mannen als vrouwen, binnen het jaar aan de slag gaat. Al bij al<br />
kunnen we voor Torhout spreken over een aanhoudende daling van de jeugdwerk-loosheid, een trend die over<br />
heel <strong>Vlaanderen</strong> merkbaar is. Gelet op het vrij hoog aantal jongeren binnen de groep werkzoekenden (1 op 4)<br />
moet er ongetwijfeld blijvend aandacht <strong>be</strong>steed worden aan het creëren van tewerkstellingskansen voor<br />
jongeren.<br />
Mindervaliden<br />
Torhout wordt binnen de werkzoekendenpopulatie al een aantal jaren geconfronteerd met een stijgend aantal<br />
ar<strong>be</strong>idsgehandicapten. Voor 2005 gaat het gemiddeld over meer dan 1 op de 5 werkzoekenden, in absolute<br />
aantallen spreken we over 137 personen! Als je dan merkt dat het grootste deel van deze mensen<br />
laaggeschoold is (80%) en de kleine helft al meer dan twee jaar werkloos is, dan <strong>be</strong>hoeft het weinig <strong>be</strong>toog dat<br />
dit een prioritaire doelgroep vormt binnen het activerings- en tewerkstellings<strong>be</strong>leid. Voor 2006 merken we voor<br />
het eerst terug een daling in het aantal ar<strong>be</strong>idsgehandicapten (van 137 naar 116 personen), alhoewel hun<br />
aandeel binnen de werkzoekendenpopulatie (1 op 5) bijna hetzelfde blijft (de werkloosheid daalt immers in het<br />
algemeen).<br />
Allochtonen<br />
In Torhout is 2,5% van alle niet-werkende werkzoekenden van allochtone afkomst (17 personen), een heel<br />
kleine groep dus binnen de gehele werkzoekendenpopulatie. Als je dit gaat vergelijken met regio Brugge en<br />
<strong>Vlaanderen</strong>, waar er respectievelijk 5,5% en 16,20% allochtone werkzoekenden zijn, dan is het aandeel in<br />
Torhout verwaarloosbaar.<br />
Senioren<br />
Deze doelgroep is niet meer <strong>be</strong>schikbaar voor de ar<strong>be</strong>idsmarkt, maar het is echter wel <strong>be</strong>langrijk om de link<br />
met het vrijwilligerswerk te maken. Het afsluiten van een <strong>be</strong>roepscarrière maakt immers dat senioren plots veel<br />
vrije tijd heb<strong>be</strong>n, en voor sommigen onder hen kan vrijwilligerswerk een goede oplossing zijn, zeker als je weet<br />
dat bijna 1 op 4 van de Torhoutenaren ouder is dan 60 jaar.<br />
Gezinnen<br />
Torhout telde in 2005 7.821 huishoudens: ¼ <strong>be</strong>staat uit alleenstaande mannen en vrouwen, wat dus <strong>be</strong>tekent<br />
dat ¾ van de Torhoutse huishoudens gezinnen zijn. En van die gezinnen blijkt 1 op de 10 een alleenstaande<br />
vader of moeder. Verschillende studies heb<strong>be</strong>n uitgewezen dat éénoudergezinnen een kwetsbare<br />
maatschappelijke groep vormen en dat vooral alleenstaande moeders met kinderen minder actief deelnemen<br />
aan het <strong>be</strong>roepsleven dan andere gezinshoofden: ze heb<strong>be</strong>n minder vaak een <strong>be</strong>taalde baan en een relatief<br />
hoog aandeel doet een <strong>be</strong>roep op een werkloosheidsuitkering of een leefloon. De combinatie tussen werk en<br />
gezin maakt het immers voor alleenstaande moeders uiterst moeilijk, waardoor zij gedwongen worden om in<br />
een deeltijdse <strong>be</strong>trekking aan de slag te gaan. Dit geldt vooral voor alleenstaande moeders met een lage<br />
38
scholing, die in veel gevallen ook weinig financieel voordeel doen door te gaan werken (kosten kinderopvang,<br />
vervoerskosten naar werk…).<br />
Kansarmen<br />
Het is niet evident om een cijfer te plakken op het aantal kansarmen in Torhout. Kansarmoede is immers veel<br />
ruimer dan een <strong>be</strong>perkt inkomen, het is een amalgaan van problemen dat zijn weerslag heeft op faktoren als<br />
het gezin, de gezondheid, onderwijs, huisvesting, cultuur en ar<strong>be</strong>id. Mochten we toch een getal willen nemen,<br />
dan lijkt het aantal steundossiers in het OCMW een goede referentie. We spreken dan over de dossiers<br />
leefloon, art.60, budget<strong>be</strong>heer, collectieve schuldenregeling en asielzoekers (financiële en materiële hulp), in<br />
totaal een 250-tal huishoudens. Daarvan heeft het overgrote deel een zeer lage scholing en is slechts één op<br />
de vier aan de slag (waaronder dan nog een deel die <strong>sociaal</strong> tewerkgesteld worden). Het blijken de eersten die<br />
uitvallen als de economie minder goed draait (want veelal interimjobs) en ze komen hoofdzakelijk terecht in jobs<br />
waarvan het onmogelijk is om ze lang vol te houden. Het is dus een uitdaging om ten aanzien van deze<br />
doelgroep duurzame tewerkstellingskansen te bieden.<br />
4.2.2.2. Inventaris van het huidige aanbod in Torhout inzake tewerkstelling<br />
Actor<br />
Aanbod Doelgroep<br />
STAD<br />
Stad Torhout - Werkervaringsplaatsen WEP+<br />
Werkwinkel Torhout<br />
- Forum lokale werkgelegenheid<br />
- Service PWA<br />
- Regie lokale werkgelegenheid?<br />
Vzw PWA - Tewerkstelling langdurig werklozen via PWA-<br />
OCMW<br />
cheques of met contract dienstencheques.<br />
- Doorstroming naar regulier circuit waar<br />
mogelijk.<br />
- Organiseren van opleidingen<br />
- Creatie van duurzame jobs door oprichting<br />
van een diensten<strong>be</strong>drijf vzw Blink<br />
Dienst Tewerkstelling - Integrale traject<strong>be</strong>geleiding<br />
- Aanbod inzake sociale tewerkstelling:<br />
• In eigen diensten:<br />
o Sint-Augustinusrusthuis (art. 60, activa,<br />
gesco…) : schoonmaak, wasserij,<br />
Langdurig werkzoekenden en<br />
leefloners<br />
Werkzoekenden (WZ’en)<br />
Langdurig werklozen<br />
Gebruikers: particulieren,<br />
onderwijsinstellingen, lokale<br />
overheden, verenigingen<br />
- Art. 60-tewerkstelling:<br />
alleen voor leefloongerechtigden<br />
en <strong>be</strong>paalde groepen van<br />
gerechtigden op equivalent leefloon<br />
(BIVR).<br />
39
VDAB<br />
centrale keuken, technische dienst en<br />
<strong>be</strong>jaardenhulp<br />
o Sociale Koerierdienst (SINE / dienstench.)<br />
Buurt- & nabijheidsdienst (3,5 FTE)<br />
• In externe organisaties (art. 60):<br />
o Stad Torhout<br />
o Kringloopcentra<br />
o vzw’s<br />
o Sociale economie<br />
o Privé-ondernemingen<br />
Werkwinkel VDAB - Basisdienstverlening (inschrijving, attesten…)<br />
Derden<br />
ATB<br />
Ar<strong>be</strong>idstraject<strong>be</strong>geleiding<br />
Vzw Jobcentrum<br />
Yambo <strong>–</strong> onthaalbureau<br />
voor nieuwkomers<br />
Wijzer - centrum voor<br />
basiseducatie regio<br />
Brugge<br />
- Traject<strong>be</strong>geleiding (individuele <strong>be</strong>geleiding)<br />
- Vacaturewerking (vacatures, IBO…) is nu en<br />
dan aanwezig<br />
- Opleidingen: sporadisch <strong>–</strong> meestal via VDAB<br />
Brugge<br />
Ar<strong>be</strong>ids<strong>be</strong>geleiding van personen met een<br />
handicap. Heeft vaste zitdag in de werkwinkel<br />
en werkt op afspraak.<br />
- Gespecialiseerd centrum voor opleiding,<br />
<strong>be</strong>geleiding en <strong>be</strong>middeling van personen<br />
met een ar<strong>be</strong>idshandicap<br />
- Loopbaan<strong>be</strong>geleiding van personen met een<br />
ar<strong>be</strong>idshandicap: nagaan van capaciteiten en<br />
vooropstellen realistisch jobdoelwit op basis<br />
van functieprofiel.<br />
Begeleiding van allochtone nieuwkomers.<br />
Heeft zitdag in de werkwinkel en werkt op<br />
afspraak.<br />
Cursusaanbod voor laaggeschoolden:<br />
- Taal (Nederlands, Nederlands voor<br />
anderstaligen, opfrissen Engels, Frans…)<br />
- Langdurig werklozen:<br />
SINE, Activa, gesco…<br />
- Cfr. de taak-, doelgroep- en<br />
capaciteitsafspraken LSO<br />
Werkzoekenden<br />
Personen met een ar<strong>be</strong>idshandicap<br />
Werkende of zelfstandige personen<br />
met een ar<strong>be</strong>idshandicap in de<br />
provincie West-<strong>Vlaanderen</strong> die zich<br />
<strong>be</strong>dreigd weten in hun job of en<br />
nieuwe job wensen (al dan niet bij<br />
dezelfde werkgever).<br />
Allochtone nieuwkomers<br />
Laaggeschoolde volwassenen<br />
= niet lang naar school geweest of<br />
geen diploma <strong>be</strong>haald.<br />
40
Vzw Kringloopcentrum<br />
Midden-West-<strong>Vlaanderen</strong>,<br />
afdeling Torhout<br />
Kom-p.a.s. (Tordale)<br />
Vzw Tordale<br />
- Ateliers (ambachtelijk, semi-<br />
industrieel, artistiek…) =<br />
intern<br />
- Jobbureau = extern<br />
- OptimaT = <strong>be</strong>schuttende<br />
werkplaats<br />
- Rekenvaardigheden<br />
- Cursussen rond zelfredzaamheid, commu-<br />
nicatie, sollicitatietraining, algemene kennis…<br />
- ICT en internet<br />
Sociale tewerkstelling:<br />
- Sociale werkplaats / SINE<br />
- Ar<strong>be</strong>idszorgcentrum<br />
- Werkervaring art. 60§7<br />
- Alternatieve straf<br />
- Screening en oriëntatie<br />
- Stage<br />
- Dag<strong>be</strong>steding<br />
- Helpt mensen die willen werken in een<br />
gewone ar<strong>be</strong>idsomgeving, meestal <strong>be</strong>treft<br />
het een aantal uren per week als vrijwilliger in<br />
het gewone ar<strong>be</strong>idscircuit met ondersteuning<br />
van een jobcoach.<br />
4.2.3 Gegevens via het participatietraject<br />
- Veelzijdig aanbod inzake aangepast werk:<br />
metaal, assemblage, elektriciteit, epoxy,<br />
verlichting, vloer- & raamwissers, verpakking,<br />
gelegenheidswerk, groenar<strong>be</strong>id…<br />
- Erkenning als sociale werkplaats<br />
en ar<strong>be</strong>idszorg-centrum (Vlaamse<br />
Gemeenschap)<br />
- Erkenning als kringloopcentrum<br />
(OVAM)<br />
- Allochtonen<br />
- Ar<strong>be</strong>idsgehandicapten<br />
- Volwassen mannen en vrouwen<br />
met een verstandelijke handicap<br />
- Mensen met erkenning bij het<br />
Vlaams Fonds<br />
- Volwassenen met een verstande-<br />
lijke handicap , autisme,<br />
psychische problemen en/o<br />
gedragsproble-men.<br />
‘Tewerkstelling’ was voor veel deelnemers aan het participatieproces het minst concrete thema. Dit hangt natuurlijk<br />
samen met het feit dat velen onder hen, leven van een vervangingsinkomen of gepensioneerd waren. Een aantal keer<br />
kwam de opmerking terug dat het toch gek is dat de regering voor die knelpunt<strong>be</strong>roepen mensen uit Oost-Europa moet<br />
‘invoeren’ terwijl er hier nog werklozen zijn. Er was de vraag waar in Torhout vrijwilligerswerk kan gedaan worden en wie<br />
dit kan doen (combinatie met vervangingsinkomen ?). Deze vraag kwam ook van mensen die hier ‘illegaal’ verblijven. Dit<br />
zijn mensen die niet mogen werken.<br />
Een aantal keer kwam de vraag of het tewerkstellingsinitiatief de sociale koeriersdienst niet uitgebreid worden (qua<br />
doelgroep en uurregeling). Vooral bij de poetsvrouwen van het ocmw leefde deze vraag.<br />
41
4.2.4 SWOT-analyse<br />
Op basis van de vergaderingen met de werkgroep ‘tewerkstelling’ en op basis van de schriftelijke <strong>be</strong>vraging<br />
(inventarisatie-fiches) per lid van de werkgroep.<br />
Antwoorden van Tordale/OptimaT, VDAB, ABVV, ACV, PWA/Blink, OCMW, Provinciaal Integratiecentrum nieuwkomers<br />
Yambo en kringwinkel Torhout.<br />
Sterktes op vlak van tewerkstelling in Torhout Zwaktes op vlak van tewerkstelling in Torhout<br />
één-loket-functie: aanwezigheid van lokale<br />
werkwinkel met diverse partners => vlotte<br />
samenwerking op cliëntniveau<br />
centrumfunctie<br />
sterk uitgebouwde dienstensector (onderwijs,<br />
openbaar <strong>be</strong>stuur, en vooral gezondheidszorg<br />
en maatschappelijke dienstverlening)<br />
Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> en tussen<br />
de meeste diensten is er een goede en vlotte<br />
samenwerking<br />
sterk <strong>lokaal</strong> tewerkstellingsaanbod ikv<br />
dienstencheques<br />
goed vertegenwoordigde bouwsector<br />
OCMW heeft aparte tewerkstellingsdienst met<br />
o.a. een uitgebreid aanbod inzake sociale<br />
tewerkstelling<br />
uitgebreid tewerkstellingsaanbod tav<br />
personen met een handicap (Tordale vzw),<br />
aangepast werk<br />
aanwezigheid van project inzake screening,<br />
oriëntatie en desgewenst korte werkervaring<br />
uitgebreid onderwijsnetwerk<br />
aanwezigheid van diverse interimkantoren<br />
• primaire sector is weinig vertegenwoordigd<br />
• weinig industrie<br />
• nood aan meer lokale opleidingen<br />
• nood aan meer <strong>be</strong>geleid werk: enclaves, <strong>be</strong>geleide<br />
dag<strong>be</strong>steding in de maatschappij, supported<br />
employment, ar<strong>be</strong>idszorg…<br />
• ‘trekkersrol’ op vlak van lokale diensteneconomie<br />
• gebrek aan gevarieerd aanbod inzake ar<strong>be</strong>idszorg<br />
Kansen op vlak van tewerkstelling in Torhout Bedreigingen op vlak van tewerkstelling in Torhout<br />
bouwsector blijft groeien<br />
infopunt voor niet-<strong>be</strong>taald werk (eventueel in<br />
samenwerking met de werkwinkel), wel eerst<br />
inventarisatie van vraag en aanbod<br />
sterke toename langdurige werkloosheid<br />
gestage toename van het aantal<br />
ar<strong>be</strong>idsgehandicapten, meer dan 1 op 5<br />
werkzoekenden<br />
42
uitbreiding <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>drijventerrein (langs de<br />
Oude Gentweg)<br />
realisatie van regionaal <strong>be</strong>drijventerrein (langs<br />
de Roeselaarseweg), ten vroegste < 3j.<br />
bijkomende tewerkstellingsplaatsen,<br />
ook aangepaste tewerkstelling<br />
nastreven<br />
dienstverlening op touw zetten tav<br />
<strong>be</strong>drijven, zoals catering,<br />
vergaderruimte, refter, strijk-service,<br />
bode, conciërge, onderhoud groen…<br />
opleidingen op maat van<br />
<strong>be</strong>drijfsnoden<br />
jobcoaching toepassen<br />
tijdelijk tewerkstellingsmanager<br />
aanwerven om <strong>be</strong>drijven aan te<br />
trekken<br />
fietsenproject aan het station (PWA): is reeds<br />
concreet => toezicht en kleine herstellingen, 3<br />
SINE-werknemers vf 09/2006<br />
onmoetingscentrum: piste verder <strong>be</strong>kijken<br />
oprichting CVBA-VSO ikv lokale diensteneconomie<br />
(uitbreiding huidige vzw Blink): kleine klusjes, tuin-<br />
onderhoud, mindermobielencentrale, in<strong>be</strong>dding<br />
van huidige Koerierdienst OCMW…<br />
voedselproject Den Oost: is reeds opgestart<br />
nieuw decreet lokale diensteneconomie<br />
4.3 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING<br />
4.3.1 GEZONDHEID<br />
4.3.1.1 Omschrijving<br />
in 2005 11% jobverlies in de industrie<br />
risicogroepen op vlak van tewerkstelling:<br />
laaggeschoolde vrouwen ouder dan 40<br />
jaar. Blijft een vrij grote groep ondanks<br />
het succes van bv. de DC’s. Waar ligt het<br />
probleem?<br />
ar<strong>be</strong>idsgehandicapten<br />
“Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organisation) is gezondheid niet enkel het resultaat van de<br />
afwezigheid van ziekte, maar is het een situatie van lichamelijk, geestelijk en <strong>sociaal</strong> wel<strong>be</strong>vinden. Gezondheid is het<br />
resultaat van een balans tussen wonen, welzijn en zorg.” In het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid wordt gewerkt via verschillende<br />
thema’s waarbij ‘wonen’ als apart thema <strong>be</strong>staat.<br />
43
Daarom verstaan we hier onder “gezondheid” zowel het lichamelijke als het geestelijke als het psychosociale<br />
wel<strong>be</strong>vinden dat we zowel preventief als curatief moeten <strong>be</strong>naderen:<br />
- Preventief: voorkomen van ziekten en het <strong>be</strong>vorderen van gezond gedrag en leefstijl.<br />
- Curatief: <strong>be</strong>handelen, verplegen en verzorging van ziekten.<br />
4.3.1.2 Omgevingsanalyse<br />
4.3.1.2.1 Gegevens rond gezondheid<br />
Gegevens rond middelengebruik en middelenmisbruik (alcohol en illegale middelen)<br />
(meer info: bijlage 1)<br />
• Cijfergegevens rond problematisch alcoholgebruik<br />
· In het Vlaamse gewest drinkt 5,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking 14 problematisch.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 911 inwoners. Het aantal <strong>be</strong>reikt een hoogtepunt tussen 35<br />
en 54 jaar.<br />
• Cijfergegevens rond cannabisgebruik<br />
· In het Vlaamse gewest heeft 3,8% van de volwassen <strong>be</strong>volking het laatste jaar cannabis gebruikten.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 616 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />
· In het Vlaamse gewest heeft 2,6% van de volwassen <strong>be</strong>voking recent cannabis gebruikt.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 358 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />
· Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 6,6% regelmatig cannabis.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 89 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />
• Cijfergegevens rond andere illegale middelen<br />
· In het Vlaamse gewest heeft 1,6% van de volwassen <strong>be</strong>voking ooit XTC of amfetamines gebruikt.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 238 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />
· Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 0,3% regelmatig andere illegale middelen.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 7 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />
Gegevens rond de gezondheidstoestand (op basis van de 5 gezondheidsdoelstellingen)<br />
(Meer info: bijlagen 2,3 en 4)<br />
• Cijfergegevens rond tabak<br />
14 Volwassenen: +15-jarigen<br />
· In het Vlaamse gewest rookt 26,8% van de volwassen <strong>be</strong>volking (dagelijkse rokers + occasionele<br />
rokers). Hiervan is 22,8% dagelijkse roker en 4,2% occasionele roker.<br />
· Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n 4364 inwoners.<br />
· Voor mannen tussen de 50 en 69 jaar is longkanker doodsoorzaak nummer 1. Langdurig roken is de<br />
<strong>be</strong>langrijkste oorzaak van longkanker.<br />
44
• Cijfergegevens rond gezonde voeding:<br />
· Overgewicht:<br />
In het Vlaamse gewest lijdt 42,7% van de volwassen <strong>be</strong>volking aan overgewicht. Bij een simulatie<br />
voor Torhout zijn dit zo’n 6953 inwoners (bij jongeren 15 : 10,9% [448], waarvan de grootste groep zich<br />
in de leeftijdscategorie 5 <strong>–</strong> 14-jarigen <strong>be</strong>vindt).. Het aantal stijgt met de leeftijd. Van deze groep maakt<br />
42,9% (2983 personen) zich geen zorgen over hun gewicht. 43,6% (3032 personen) pro<strong>be</strong>ren hun<br />
gewicht stabiel te houden en slechts 13,5% (939 personen) pro<strong>be</strong>ren te vermageren.<br />
· Voedingsgedrag:<br />
In het Vlaamse gewest heeft 21,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking een onregelmatig eetpatroon. Bij een<br />
simulatie voor Torhout zijn dit 3517 inwoners.<br />
Wanneer we een kijkje nemen bij de consumptie van groenten, zien we dat jongeren relatief minder<br />
frequent groeten eten. Fruit wordt in de leeftijdsgroep 15 tot 34 bij meer dan de helft onvoldoende<br />
geconsumeerd.<br />
• Cijfergegevens over de borstkankerscreening<br />
· <strong>Vlaanderen</strong>: borstkanker is de grootste doodsoorzaak bij vrouwen tussen de 35 en 69 jaar.<br />
· Torhout: Bij vrouwen ligt het aantal sterfgevallen ten gevolge van borstkanker binnen de<br />
verwachtingen op basis van de leeftijdsspecifieke sterfte in <strong>Vlaanderen</strong> (sterfteatlas)<br />
· In Torhout wordt momenteel 48% van de doelpopulatie gescreend.<br />
• Cijfergegevens rond ongevallen<br />
Ongevallen in de privé-sfeer zijn een <strong>be</strong>langrijke doodsoorzaak, vooral in de oudere leeftijdsgroepen. Bij<br />
mannen vooroorzaken ongevallen in de privé-sfeer 46% van de sterfgevallen bij 75-plussers, bij vrouwen is<br />
dat 76%.<br />
• Cijfergegevens rond infectieziekten<br />
Naast de basisvaccinaties bij kinderen, vormt een jaarlijkse griepvaccinatie een <strong>be</strong>paalde methodiek om de<br />
mortaliteit ten gevolge van infectieziekten te dalen.<br />
Cijfergegevens over zelfmoord<br />
(meer info: bijlage 5)<br />
• <strong>Vlaanderen</strong>: we stellen vast dat bij mannen zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak is in de<br />
leeftijdscategorie 30 <strong>–</strong> 49 jaar en bij vrouwen in de leeftijdscategorie 25 <strong>–</strong> 29 jaar.<br />
• Bij mannen in Torhout wordt op basis van de sterfteatlas sterven minder mannen door zelfmoord dan<br />
verwacht.<br />
• Het zelfmoordcijfer bij vrouwen ligt in Torhout 20% hoger dan verwacht.<br />
15 Jongeren: 0 tot 18-jarigen<br />
45
4.3.1.2.2 Dienstverlening in Torhout rond ‘gezondheid’<br />
Preventief:<br />
Curatief<br />
• Stad Torhout: drug<strong>be</strong>leid, gezondheidspreventie (preventie van borst- en baarmoederhalskanker i.s.m. de<br />
provincie, prostaatkanker i.s.m. de provincie, verjaardagskaartje rond pediatrische vaccins en<br />
griepvaccinatiecampagne i.s.m. LOGO)<br />
• OCMW sociale dienst: informatie/folders rond preventie van borst- en baarmoederhalskanker,<br />
griepvaccinatie, …<br />
• Mutualiteiten (li<strong>be</strong>raal ziekenfonds, Christelijke mutualiteit, Bond Moyson, Partena, Vlaams neutraal<br />
ziekenfonds): informatie / folders, vaccinaties, … (campagnes worden voornamelijk op niveau van de<br />
hoofdzetel gevoerd).<br />
• Onderwijs: project gezonde voeding en rookvrije klassen i.s.m. LOGO, projecten i.s.m. CLB, …<br />
• Kind & Gezin<br />
• OCMW<br />
• Mutualiteiten (li<strong>be</strong>raal ziekenfonds, Christelijke mutualiteit, Bond Moyson, Partena, Vlaams neutraal<br />
ziekenfonds)<br />
• Thuiszorg (familiezorg, familiehulp, wit-gele kruis, SIT, zelfstandige thuisverpleging, mutualiteiten)<br />
• Ziekenhuis Sint-Rem<strong>be</strong>rt<br />
• CAW De Viersprong<br />
• Keerpunt, ambulante drugzorg Houtland<br />
• Psychiatrisch verzorgingstehuis<br />
• CGG N.W.-Vl.<br />
• CLB<br />
• Huisartsen<br />
4.3.1.3 Gegevens via het participatietraject<br />
Op basis van een aantal gespreksrondes met verschillende doelgroepen (poetsvrouwen, senioren, werkwinkel,<br />
werknemers kringwinkel, vreemdelingen, cliënten budget<strong>be</strong>heer, huurders OCMW, vrouwengroep CAW) rond de<br />
verschillende thema’s die in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid opgenomen worden, kwamen volgende <strong>be</strong>vindingen rond<br />
‘gezondheid’ naar boven.<br />
- Dienstverlening <strong>–</strong> <strong>be</strong>kendheid: in de vragenrondes kwamen heel wat vragen naar boven rond ‘waar men terecht<br />
kan’ en ‘welke rechten men heeft’ . (alle doelgroepen)<br />
‘Er is een tekort aan kennis over de diensten die er in Torhout <strong>be</strong>staan en hun aanbod.’<br />
‘Veel <strong>be</strong>jaarden zijn niet op de hoogte van de rechten die ze kunnen uitoefenen Zelfs al komen andere<br />
hulpverleners over de vloer.’<br />
46
- Dienstverlening <strong>–</strong> <strong>be</strong>reikbaarheid: vele personen geven aan dat ze de diensten die ze nodig heb<strong>be</strong>n, niet<br />
gemakkelijk kunnen <strong>be</strong>reiken, vb. voor vele zaken moeten ze naar Brugge of moeten ze <strong>be</strong>talen om het in<br />
Torhout te krijgen. (alle doelgroepen)<br />
‘De thuiszorgwinkel is enkel in Brugge <strong>be</strong>reikbaar. Als je iets wenst moet je het zelf gaan halen of moet je<br />
ervoor <strong>be</strong>talen!’<br />
- Dienstverlening <strong>–</strong> inhoud/aanbod:<br />
o Over de inhoud van de dienstverlening horen we veel verschillende ideeën in de verschillende<br />
vragenrondes. De ene persoon vindt een <strong>be</strong>paalde dienst heel goed, terwijl een andere persoon over deze<br />
dienst niet te spreken is. Ook over wat er bij welke diensten te krijgen is, leven er heel wat verschillende<br />
opvattingen. (alle doelgroepen)<br />
o De dienstverlening moet ook een aparte aanpak voor alleenstaanden krijgen. Vele alleenstaanden zitten in<br />
een <strong>sociaal</strong> isolement en vinden geen aansluiting met de <strong>be</strong>staande dienstverlening/hulpverlening.<br />
(alleenstaanden - <strong>be</strong>jaarden)<br />
‘Ik zou graag meer initiatieven heb<strong>be</strong>n om andere alleenstaanden te leren kennen. Geen activiteiten om<br />
een partner te vinden, maar gewoon iets waardoor je steun kan vinden bij elkaar. Want met kleine<br />
kinderen geraak je echt geïsoleerd.’<br />
‘Onder <strong>be</strong>jaarden is er veel eenzaamheid. Velen kijken echt uit naar de komst van de poetsvrouw.’<br />
o Tekort aan (crisis)opvang en nood aan onmiddellijke hulp (te veel wachtlijsten). (alle doelgroepen)<br />
4.3.1.4 SWOT-analyse<br />
‘Bestaat er hulp die ’s nachts toezicht op je kinderen houdt als je zelf <strong>be</strong>dlegerig <strong>be</strong>nt?’<br />
‘Er is tekort aan opvang in Torhout, zeker ook voor vrouwen, ze mogen niet in de Reynaert binnen wegens<br />
de aanwezigheid van het LOI’<br />
‘Binnen de reguliere thuishulp <strong>be</strong>staat er soms een wachttijd van bijvoor<strong>be</strong>eld 6 weken. Die kan niet<br />
opgevuld worden via aanvullende thuishulp’<br />
Op basis van de vergaderingen met de werkgroep ‘gezondheid’ en op basis van de schriftelijke <strong>be</strong>vraging (antwoorden<br />
van Partena, CAW CM, SIT, LOGO, CAW De Viersprong, CAW BM, Keerpunt vzw, Sociale Dienst van het Sint-<br />
Rem<strong>be</strong>rtziekenhuis)<br />
Sterktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />
‘Gezondheid’<br />
- Bestaand <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en netwerk rond<br />
drugpreventie.<br />
- Huidige dienstverlening voor de meest kwetsbare en<br />
zorg<strong>be</strong>hoevende mensen is aanwezig: ziekenhuis,<br />
rusthuis, serviceflats, thuiszorgdiensten, …<br />
- Samenwerking op cliëntniveau gaat heel goed.<br />
Zwaktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />
‘gezondheid’<br />
- Preventie naar andere thema’s (dan drugs) rond<br />
gezondheid zitten overal verspreid, geen<br />
samenhangend <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en netwerk.<br />
- Tekort aan rusthuisplaatsen (en lange wachttijden,<br />
wat men plotse noodsituaties?)<br />
- Niet zwaar hulp<strong>be</strong>hoevenden vinden niet<br />
47
- Tussen sommige diensten is er een heel goede<br />
samenwerking<br />
- Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> waardoor je de<br />
partners vlot leert kennen.<br />
- Veel <strong>be</strong>reidheid en engagement van de<br />
verschillende partners.<br />
Kansen i.v.m. ‘gezondheid’ voor het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />
<strong>be</strong>leid<br />
- Kerntakendebat: initiatief en verantwoordelijkheid<br />
voor de gezondheid van de burger wordt<br />
grotendeels bij de lokale <strong>be</strong>sturen gelegd (i.s.m. de<br />
LOGO’s en SEL’s).<br />
- Vele diensten heb<strong>be</strong>n een kant-en-klaar aanbod<br />
naar gezondheidspreventie (waarmee<br />
samenwerking mogelijk is): logo’s, provincie, …<br />
- Heel wat diensten <strong>be</strong>staan reeds (bij mutualiteiten,<br />
ziekenhuis, …): doorverwijzing is mogelijk!<br />
- Verdere promotie van de nog minder <strong>be</strong>kende<br />
diensten zoals mindermobielencentrale.<br />
- Verder uitbouwen van <strong>be</strong>staande goede diensten<br />
(maar plaatsgebrek).<br />
- Promotie van de thuiszorgsector door de overheid.<br />
gemakkelijk een rusthuis<strong>be</strong>d.<br />
- Gebrek aan een dagverzorgingscentrum en gebrek<br />
aan nachtopvang (<strong>be</strong>jaarden)<br />
- Samenwerking op structureel niveau, vooral met<br />
gemeente en OCMW.<br />
- Versnippering en overlapping van diensten is<br />
enorm!<br />
- Tekort aan volwaardige 2de lijns (geestelijke)<br />
gezondheidszorg (o.a. hulp voor<br />
alcoholverslaafden).<br />
- Er wordt vaak te weinig rekening gehouden met de<br />
minder mobiliteit van <strong>be</strong>jaarden (vb wegbrengen van<br />
speciale vuilniszakken voor incontinentiemateriaal).<br />
- Betaalbaarheid van de gezondheidszorg voor<br />
iedereen?<br />
- Ondanks het ruime aanbod, blijft er steeds een<br />
groep van de <strong>be</strong>volking uit de boot vallen (kansarme<br />
groepen, vereenzaming, …).<br />
- Te veel individualisme, te weinig informeel overleg<br />
tussen de verschillende diensten.<br />
- Nood aan sociale huisvestingsmogelijkheden (o.a.<br />
voor druggebruikers).<br />
Bedreigingen i.v.m. ‘gezondheid’ voor het <strong>lokaal</strong><br />
<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />
- Preventie wordt via structurele kanalen naar de<br />
<strong>be</strong>volking gebracht: overgevraagd (vb. scholen).<br />
- Reglementering en subsidies rond rusthuis<strong>be</strong>dden.<br />
- Promotie van de thuiszorgsector: we moeten<br />
kunnen blijven ingaan op de vraag!<br />
- We moeten een voldoende groot draagvlak heb<strong>be</strong>n<br />
om projecten in de toekomst uit te werken (en<br />
samen te werken).<br />
- Opkomen van al maar nieuwe diensten: door het<br />
bos de bomen niet meer zien.<br />
- Aantal personen met financiële problemen wordt<br />
steeds groter (verdoken armoede en<br />
ontevredenheid).<br />
- Preventie blijft heel moeilijk te realiseren bij de<br />
48
- Stad en OCMW moeten een antwoord bieden aan<br />
de tekorten via het <strong>sociaal</strong> <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid.<br />
- Via het <strong>sociaal</strong> <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>leid kan <strong>stad</strong> en OCMW de<br />
afstemming en samenwerking binnen de<br />
preventieve en curatieve gezondheid <strong>be</strong>vorderen.<br />
- Netwerken worden <strong>be</strong>langrijker, we moeten hier ook<br />
deel van uitmaken.<br />
- Beleidsmatig werken (cfr drug<strong>be</strong>leid).<br />
- Coördinatie rond informatieverstrekking aan burger<br />
en diensten.<br />
- Correcte doorverwijzing, één aanspreekpunt, folder.<br />
4.3.1.5 Conclusies<br />
doelgroepen met minder kansen.<br />
- Veel zwaar drugsverslaafden.<br />
- Daling van de leeftijd van druggebruikers, meer<br />
polidruggebruikers (cannabis en andere drug).<br />
- Veel kanker (vooral borstkanker).<br />
- Vereenzaming.<br />
Vanuit de <strong>be</strong>vraging van de doelgroepen enerzijds en de <strong>be</strong>vraging van de verschillende diensten anderzijds kunnen we<br />
enkele conclusies trekken rond de sterkten en zwakte van de dienstverlening rond ‘gezondheid’ in Torhout’.<br />
Sterkten / kansen:<br />
- Er is reeds een groot aanbod aan diensten in Torhout.<br />
- Torhout is een kleinschalige <strong>stad</strong> waarbij de verschillende dienstverlening op elkaar kan afgestemd worden<br />
(afstemming is noodzakelijk).<br />
- Er zijn reeds veel preventieve initiatieven in Torhout (en partners om mee samen te werken), deze moeten<br />
echter op elkaar afgestemd worden en uitgebreid worden naar de noden van de <strong>be</strong>volking.<br />
- Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid en het <strong>sociaal</strong> huis is een kans dat moet aangegrepen worden om de dienstverlening<br />
in Torhout nog <strong>be</strong>ter op elkaar af te stemmen en <strong>be</strong>kend te maken bij de verschillende doelgroepen.<br />
Zwakten / <strong>be</strong>dreigingen:<br />
- Bekendheid / informatie / aanspreekpunt: De verschillende diensten kennen het aanbod van de andere<br />
diensten niet goed. De doelgroepen kennen de verschillende diensten met hun aanbod niet. De informatie<br />
komt niet op de juiste manier bij hen terecht. Eén aanspreekpunt zou interessant zijn, zowel voor de diensten<br />
als voor de <strong>be</strong>volking/doelgroepen.<br />
- Op sommige vlakken is de dienstverlening in Torhout niet toereikend en moet er een oplossing gezocht worden<br />
(uitbreiding van de dienstverlening, samenwerken met dienstverlening buiten <strong>torhout</strong>, …): 2 de lijnshulpverlening<br />
geestelijke gezondheid (o.a. alcoholproblematiek), rusthuisplaatsen, dagverzorging, crisisopvang, …<br />
- Er is een doelgroep die door de diensten niet <strong>be</strong>reikt wordt, deze doelgroepen leven vaak ook in eenzaamheid<br />
of <strong>sociaal</strong> isolement (alleenstaanden).<br />
49
4.3.2 FINANCIËLE & MATERIËLE DIENSTVERLENING<br />
4.3.2.1 Omschrijving<br />
Onder financiële en materiële hulp verstaan we alle toelagen, premies en andere voordelen, … die zowel door de <strong>stad</strong><br />
als door het OCMW worden toegekend en/of aangevraagd voor alleenstaanden en gezinnen. Hierbij <strong>be</strong>perken we ons<br />
tot sociale toelagen die via de <strong>stad</strong> kunnen <strong>be</strong>komen worden en financiële steun van het OCMW. Toelagen ivm milieu,<br />
huisvesting en vrije tijd worden hierbij niet opgenomen. De financiële en materiële hulp van derden (mutualiteit, CAW,<br />
kringwinkel,…) wordt niet vermeld.<br />
4.3.2.2 Omgevingsanalyse<br />
4.3.2.2.1 Financiële en materiële steun van de <strong>stad</strong><br />
• sociale toelagen die worden toegekend/aangevraagd via de <strong>stad</strong><br />
Sociale toelagen Aantal toegekende aanvragen 2005<br />
Geboortepremie 132<br />
Tussenkomst bij thuisverzorging<br />
gehandicapte kinderen<br />
Tussenkomst bij verblijf van<br />
gehandicapten in verlofkamp<br />
Tussenkomst voorhuwelijkssparen 43<br />
Toelage thuisverzorging<br />
zorgen<strong>be</strong>hoevende <strong>be</strong>jaarden, zwaar<br />
gehandicapten of langdurig zieken<br />
Tussenkomst in aangepaste vakanties<br />
voor nierdialysepatiënten<br />
Tussenkomst bij het overlijden van<br />
oudstrijders<br />
• premies van de Vlaamse en provinciale overheid die door de <strong>stad</strong> worden aangevraagd.<br />
17<br />
2<br />
393<br />
Premie Aantal aanvragen 2005<br />
Integratietegemoetkoming/Inkomensvervangende<br />
tegemoetkoming<br />
Hulp aan personen met een handicap 147<br />
0<br />
7<br />
61<br />
50
4.3.2.2.2 Financiële en materiële steun van het OCMW<br />
• leefloon<br />
Cijfers 1 ste kwartaal 2005:<br />
Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 42<br />
Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 8<br />
Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 10<br />
Aantal geweigerde aanvragen : 1<br />
Aantal dossiers studenten : 6<br />
Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />
Leeftijd Aantal Percentage<br />
< 25 jaar 6 14,29 %<br />
25 <strong>–</strong> 40 jaar 3 7,14 %<br />
40 <strong>–</strong> 50 jaar 10 23,81 %<br />
50 <strong>–</strong> 60 jaar 8 19,05 %<br />
> 60 jaar 15 35,71 %<br />
totalen 42 100 %<br />
Cijfers 2 de kwartaal 2005:<br />
Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 45<br />
Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 10<br />
Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 7<br />
Aantal geweigerde aanvragen : 4<br />
Aantal dossiers studenten : 10<br />
Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />
Leeftijd Aantal Percentage<br />
< 25 jaar 11 24,44 %<br />
25 <strong>–</strong> 40 jaar 5 11,11 %<br />
40 <strong>–</strong> 50 jaar 10 22,22 %<br />
50 <strong>–</strong> 60 jaar 6 13,33 %<br />
> 60 jaar 13 28,90 %<br />
totalen 45 100 %<br />
51
Cijfers 3 de kwartaal 2005:<br />
Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 40<br />
Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 10<br />
Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 15<br />
Aantal geweigerde aanvragen : 12<br />
Aantal dossiers studenten : 7<br />
Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />
Leeftijd Aantal Percentage<br />
< 25 jaar 7 17,50 %<br />
25 <strong>–</strong> 40 jaar 4 10,00 %<br />
40 <strong>–</strong> 50 jaar 8 20,00 %<br />
50 <strong>–</strong> 60 jaar 9 22,50 %<br />
> 60 jaar 12 30,00 %<br />
totalen 40 100 %<br />
Cijfers 4 de kwartaal 2005:<br />
Aantal dossiers in <strong>be</strong>handeling op het einde van het kwartaal : 41<br />
Aantal nieuwe dossiers tijdens het afgelopen kwartaal : 14<br />
Aantal stopzettingen tijdens het afgelopen kwartaal : 13<br />
Aantal geweigerde aanvragen : 12<br />
Aantal dossiers studenten : 8<br />
Leeftijdsprofiel van cliënten<strong>be</strong>stand<br />
Leeftijd Aantal Percentage<br />
< 25 jaar 11 26,83 %<br />
25 <strong>–</strong> 40 jaar 3 7,32 %<br />
40 <strong>–</strong> 50 jaar 9 21,95 %<br />
50 <strong>–</strong> 60 jaar 8 19,51 %<br />
> 60 jaar 10 24,39 %<br />
totalen 41 100 %<br />
52
• Financiële dienstverlening<br />
Financiële dienstverlening Aantal toegekende aanvragen 2005<br />
Socio-culturele steun 391<br />
Ondersteuning energiefactuur 53<br />
Bijdrage stookolie 168<br />
Bijdragen in <strong>be</strong>taling ziekte- en<br />
invaliditeitsvergoeding<br />
Tussenkomst hospitalisatiekosten 3<br />
Tussenkomst in verblijfskosten van<br />
eigen/vreemd rusthuis<br />
Tussenkomst plaatsingskosten in<br />
onthaaltehuizen<br />
Tussenkomst huur 22<br />
Tussenkomst voor medische verzorging 6<br />
Tussenkomst voor farmaceutische<br />
verzorging<br />
Bijdrage in <strong>be</strong>grafeniskosten 1<br />
Financiële steun aan kandidaat politiek<br />
vluchtelingen<br />
Voorschotten op Loon 7<br />
Voorschotten op Pensioen 1<br />
Voorschotten op Uitkering A.O. 0<br />
Voorschotten op Ziekte- en<br />
invaliditeitsvergoeding<br />
Voorschotten op Kinderbijslag 2<br />
Voorschotten op Werkloosheidsuitkering 13<br />
Voorschotten op Tegemoetkoming<br />
gehandicapten<br />
Andere voorschotten 3<br />
• premies van de Vlaamse en provinciale overheid die door het OCMW worden aangevraagd.<br />
Soort premie Aantal toegekende aanvragen 2005<br />
Vlaamse zorgkas 10<br />
Provinciale tegemoetkoming PA -toestel 15<br />
2<br />
1<br />
0<br />
16<br />
59<br />
5<br />
2<br />
53
4.3.2.3 Gegevens via het participatietraject<br />
Op basis van een aantal gespreksrondes met verschillende doelgroepen (poetsvrouwen, senioren, werkwinkel,<br />
werknemers kringwinkel, vreemdelingen, cliënten budget<strong>be</strong>heer, huurders OCMW, vrouwengroep CAW) rond de<br />
verschillende thema’s die in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid opgenomen worden, kwamen volgende <strong>be</strong>vindingen rond<br />
‘financiële en materiële hulp’ naar boven.<br />
• financiële en materiële hulp <strong>–</strong> <strong>be</strong>kendheid: uit de vragenrondes blijkt dat er bij alle doelgroepen een tekort is<br />
aan goede informatie en communicatie. Er werd veel gevraagd waar men naartoe moet gaan indien er vragen<br />
zijn. Anderen vertelden dan dat ze hiervoor aankloppen bij het OCMW indien ze informatie willen over een<br />
<strong>be</strong>paalde dienst.<br />
‘ Bij problemen kan je meestal bij het OCMW terecht, meestal vinden zij wel een oplossing’<br />
‘Er is een tekort aan kennis over de diensten die in Torhout <strong>be</strong>staan’<br />
‘Men is afhankelijk van een hulpverlener om te weten te komen waarop men eventueel recht heeft’<br />
• financiële en materiële hulp <strong>–</strong> <strong>be</strong>reikbaarheid: Voor de meeste doelgroepen is de <strong>be</strong>reikbaarheid een groot<br />
probleem, mensen zijn afhankelijk van het openbaar vervoer ofwel zijn ze niet mobiel genoeg om er op eigen<br />
houtje te geraken. Daarom werd vaak de vraag gesteld of het niet mogelijk zou zijn dat <strong>be</strong>paalde diensten een<br />
zitdag in Torhout houden.<br />
‘Mijn man is Fransman, voor zijn pensioen moet ik steeds naar de vakbond in Brugge omdat hier in Torhout<br />
niemand is die daar iets van afweet’<br />
‘ Waarom houdt de medisch adviseur geen zitdag in Torhout’<br />
‘ De thuiszorgwinkel van de CM is enkel te <strong>be</strong>reiken in Brugge, als je iets wenst dan moet je dat zelf ophalen<br />
ofwel wordt het aan huis gebracht maar dan moet je ervoor <strong>be</strong>talen’<br />
• financiële en materiële hulp <strong>–</strong> inhoud/aanbod: In de rondvraag kwam bij iedere doelgroep voor dat ze niet of<br />
onvoldoende weet heb<strong>be</strong>n van het aanbod van de verschillende diensten ook al komen er reeds hulpverleners<br />
bij hen aan huis:<br />
‘ Men is afhankelijk van een hulpverlener om te weten te komen waarop men eventueel recht heeft’<br />
4.3.2.4 SWOT-analyse<br />
Sterktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />
‘financiële en materiële hulp’<br />
- Tussen <strong>stad</strong> en OCMW is er een goede<br />
samenwerking<br />
- Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> waardoor je de<br />
partners vlot leert kennen<br />
- Er is een ruim aanbod van financiële en materiële<br />
steun<br />
Zwaktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />
‘financiële en materiële hulp’<br />
- Het aanbod is niet gekend bij de Torhoutse<br />
inwoner<br />
- De diensten onderling zijn niet op de hoogte van<br />
de financiële steun die wordt toegekend<br />
- Er is niet veel financiële hulp voor preventieve<br />
acties<br />
54
- De meeste financiële steun wordt effectief<br />
gevraagd<br />
- Er is geen overlapping tussen wat <strong>stad</strong> en OCMW<br />
geven<br />
Kansen i.v.m. ‘financiële en materiële hulp’ voor<br />
het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />
- Ervoor zorgen dat iedereen (zowel individu als<br />
dienst voldoende geïnformeerd is over het ruime<br />
aanbod<br />
- Aandacht schenken aan financiële steun voor<br />
preventie<br />
4.3.2.5 Conclusies<br />
Bedreigingen i.v.m. ‘financiële en materiële hulp’<br />
voor het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />
- veel hangt af van de <strong>be</strong>schikbare middelen van<br />
vanuit het <strong>be</strong>leid<br />
- wisselvalligheid van het <strong>be</strong>leid (hogere overheid)<br />
- het gevaar <strong>be</strong>staat dat <strong>be</strong>paalde mensen zich<br />
‘nestelen’<br />
Vanuit de <strong>be</strong>vraging van de doelgroepen enerzijds en de <strong>be</strong>vraging van de verschillende diensten anderzijds kunnen we<br />
enkele conclusies trekken rond de sterkten en zwaktes van de dienstverlening rond ‘gezondheid’ in Torhout’.<br />
Sterkten / kansen:<br />
- Er is een ruim aanbod van financiële en materiële steun, maar de <strong>be</strong>kendheid ervan laat te wensen over, er is<br />
nood aan duidelijke informatie en communicatie<br />
- Torhout is een relatief kleine <strong>stad</strong> waardoor het gemakkelijker moet zijn om de verschillende diensten onderling<br />
te leren kennen, de samenwerking tussen het OCMW en de <strong>stad</strong> verlopen goed.<br />
- Een blijvende aandacht voor preventie is noodzakelijk, hiervoor zouden er financiële middelen moeten voorzien<br />
worden<br />
Zwakten / <strong>be</strong>dreigingen:<br />
- Zowel bij financiële en materiële hulp is er bij veel mensen onduidelijkheid over de aangeboden hulp, ook bij de<br />
diensten onderling is het aanbod niet voldoende gekend<br />
- Het aanbod van financiële en materiële hulp is afhankelijk van een <strong>be</strong>leid dat er gevoerd wordt<br />
- Er is weinig geld <strong>be</strong>schikbaar voor preventie<br />
55
4.3.3 VORMING & ONDERWIJS<br />
4.3.3.2 Omschrijving<br />
Onder ‘vorming & onderwijs’ verstaan we het erkend onderwijsaanbod door de Vlaamse Overheid. Binnen het <strong>lokaal</strong><br />
<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid leggen we de nadruk op de toegankelijkheid van het onderwijs voor alle doelgroepen, met specifieke<br />
aandacht voor personen, die ondanks de leerplicht (van 6 tot 18 jaar), geen opleidingsgraad ‘lager secundair onderwijs’<br />
of ‘hoger secundair onderwijs’ <strong>be</strong>haald heb<strong>be</strong>n of die aangepast onderwijs nodig heb<strong>be</strong>n.<br />
4.3.3.3 Omgevingsanalyse<br />
4.3.3.2.1 Gegevens rond opleidingsgraad<br />
IALS-onderzoek : 15 à 18% van de Vlaamse volwassenen <strong>be</strong>zit onvoldoende basiscompetenties inzake taal en rekenen<br />
om zich adequaat te handhaven in een moderne samenleving. Het gaat vooral om specifieke doelgroepen:<br />
laaggeschoolden, ouderen, vrouwen, werklozen en laaggeletterde werkenden.<br />
Cijfers opleidingsgraad Vlaams gewest (zie bijlage 6)<br />
4.3.3.2.2 Aanbod ‘vorming & onderwijs’’ (Torhout): erkend door de Vlaamse Gemeenschap<br />
Centra voor Leerlingen<strong>be</strong>geleiding <strong>–</strong> CLB<br />
Geven ondersteuning aan leerlingen in het kader van ‘leren studeren’, ‘schoolloopbaan’, ‘preventieve gezondheidszorg’<br />
en ‘<strong>sociaal</strong> emotionele <strong>be</strong>geleiding’)<br />
• Vrij CLB Torhout<br />
• CLB De Klaver<br />
• Vrij CLB Oostende<br />
Basisonderwijs en buitengewoon lager onderwijs (Gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd vrij onderwijs)<br />
Basisschool De Ladder<br />
Basisschool Ten Parke<br />
Basisschool Driekoningen<br />
Basisschool Wijnendale<br />
Oefenschool<br />
BLO De Torretjes<br />
Basisschool De Revinze<br />
Basisschool Sint-Henricus<br />
Secundair onderwijs en buitengewoon secundair onderwijs (gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd vrij<br />
onderwijs)<br />
Houtland instituut<br />
Middenschool Sint-Rem<strong>be</strong>rt<br />
Vrij Technisch Instituut<br />
Technisch instituut Sint-Vincentius<br />
56
Vrij Land- en tuinbouwinstituut<br />
Sint-Jozefcollege<br />
BUSO Tordale<br />
Hoger onderwijs<br />
Katho, departement Reno<br />
Volwassenonderwijs<br />
Onderwijs voor sociale promotie : onderwijs voor volwassenen, cursussen op het niveau van het secundair onderwijs<br />
(tweede kans onderwijs) en het hoger onderwijs.<br />
CVO De avondschool (Houtland instituut)<br />
Basiseducatie<br />
• Richt zich tot volwassenen die een basisvorming nodig heb<strong>be</strong>n om <strong>be</strong>ter te functioneren of om verdere<br />
opleiding te volgen (gratis - niveau basisonderwijs, eerste graad secundair onderwijs)<br />
Centrum voor basiseducatie Brugge - Wijzer (slechts een <strong>be</strong>perkt <strong>lokaal</strong> aanbod voor Torhout, voor de meeste<br />
cursussen moeten de inwoners van Torhout naar Brugge)<br />
Huis van het Nederlands<br />
• Voor anderstalige volwassenen die Nederlands als tweede taal willen leren, het huis van het Nederlands geeft<br />
zelf geen cursussen maar test de mensen om te zien of ze al dan niet laag- of hooggeschoold zijn en verwijst<br />
ze door naar de <strong>be</strong>st passende diensten zijnde ofwel basiseducatie of naar de CVO’s voor Nederlands voor<br />
anderstaligen).<br />
Huis van het Nederlands West-<strong>Vlaanderen</strong> (Brugge)<br />
4.3.3.3 Gegevens via het participatietraject<br />
Op basis van een aantal gespreksrondes met verschillende doelgroepen (poetsvrouwen, senioren, werkwinkel,<br />
werknemers kringwinkel, vreemdelingen, cliënten budget<strong>be</strong>heer, huurders OCMW, vrouwengroep CAW) rond de<br />
verschillende thema’s die in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid opgenomen worden, kwamen volgende <strong>be</strong>vindingen rond ‘vorming<br />
en onderwijs’ naar boven.<br />
• vorming en onderwijs - <strong>be</strong>reikbaarheid/ <strong>be</strong>kendheid: vroeger was er een aanbod van basiseducatie (Wijzer) in<br />
Torhout, momenteel is dit niet meer zo en dit ervaart men als en tekort. (‘ waarom geeft Wijzer in Torhout geen<br />
cursussen meer, dit was goed te <strong>be</strong>reiken)’<br />
• vorming en onderwijs <strong>–</strong> inhoud/aanbod: Onderwijs is duur, vooral voor de doelgroepen die het financieel<br />
moeilijk heb<strong>be</strong>n. Daarnaast is er nood aan een goede ondersteuning bij opvoeding en onderwijs.<br />
‘ Gratis onderwijs voor kinderen is <strong>be</strong>langrijk’<br />
‘ Bestaat er een vorm van opvoedingsondersteuning ?’<br />
57
4.3.3.4 SWOT-analyse<br />
Op basis van de vergaderingen met de werkgroep ‘individuele dienstverlening’. De Torhoutse onderwijsinstellingen<br />
werden <strong>be</strong>vraagd maar we kregen echter geen antwoord van hen.<br />
Sterktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />
‘vorming & onderwijs’<br />
- In Torhout is er een groot aanbod van<br />
basisonderwijs en secundair onderwijs.<br />
- Torhout heeft een aanbod ‘volwassenonderwijs’<br />
(OSP).<br />
- Scholen in Torhout bieden vaak ondersteuning<br />
aan leerlingen die moeilijker leren of die minder<br />
financiële mogelijkheden heb<strong>be</strong>n.<br />
Kansen i.v.m. ‘vorming & onderwijs’ voor het<br />
<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />
- Financiële middelen om het Brugse aanbod ook in<br />
Torhout te organiseren van de overheid (lokale of<br />
hogere overheid)<br />
- VVSG kan een ondersteunende rol spelen.<br />
- Oproep voor het Strategisch Plan Geletterdheid 16<br />
4.3.3.5 Conclusie<br />
Zwaktes van de Torhoutse dienstverlening rond<br />
‘vorming & onderwijs’<br />
- Torhout heeft geen aanbod ‘basiseducatie’,<br />
hiervoor moet men zich naar Brugge verplaatsen<br />
(Wijzer).<br />
- De drempel om naar basiseducatie te stappen is<br />
meestal groot: schroom rond het niet kunnen<br />
lezen en schrijven, geen mogelijkheden tot verre<br />
verplaatsing, gezinscontext (vb. geen<br />
kinderopvang), …<br />
- De ondersteuning in scholen aan leerlingen die<br />
moeilijker leren of die minder financiële<br />
mogelijkheden heb<strong>be</strong>n is niet goed gekend en is<br />
schoolspecifiek.<br />
Bedreigingen i.v.m. ‘vorming & onderwijs’ voor het<br />
<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />
- Enveloppenfinanciering bij basiseducatie (wijzer)<br />
- Afhankelijk van de Vlaamse Overheid (vaak<br />
wisselvallig)<br />
Vanuit de <strong>be</strong>vraging van de doelgroepen enerzijds en de <strong>be</strong>vraging van de verschillende diensten anderzijds kunnen we<br />
enkele conclusies trekken rond de sterkten en zwaktes van de dienstverlening rond ‘vorming en onderwijs ’ in Torhout’.<br />
Sterkten / kansen:<br />
- Er is een groot aanbod van zowel basisonderwijs, secundair onderwijs en volwassenonderwijs<br />
- Vroeger was er ook basiseducatie in Torhout, dit aanbod zou er opnieuw moeten komen<br />
- Er wordt vanuit de scholen en het CLB aandacht geschonken aan leerlingen<strong>be</strong>geleiding en<br />
opvoedingsondersteuning<br />
16 Het Strategisch Plan Geletterdheid heeft als centrale doelstelling: het verhogen van het geletterdheidsniveau (geletterdheid =<br />
basisvaardigheid inzake informatieverwerking, <strong>be</strong>vat een scala van <strong>be</strong>kwaamheden) van de Vlaamse volwassen <strong>be</strong>volking. Het<br />
<strong>be</strong>reiken van een funcitoneel geletterdheidsniveau is een basisvereiste voor iedereen.<br />
58
Zwakten / <strong>be</strong>dreigingen:<br />
- De stap zetten naar basiseducatie is voor veel mensen moeilijk<br />
- Het aanbod van onderwijs en vorming hangt in hoofdzaak af van financiële middelen<br />
4.4 MOBILITEIT<br />
4.4.1 Omschrijving<br />
Om in de huidige maatschappij te kunnen functioneren en aan activiteiten te kunnen deelnemen moet men mobiel zijn.<br />
Mobiel zijn <strong>be</strong>tekent over de mogelijkheid <strong>be</strong>schikken om zich te verplaatsen. Zich verplaatsen kan men op diverse<br />
manieren en met <strong>be</strong>hulp van verschillende vervoersmiddelen. We kunnen te voet gaan of met de fiets, het openbaar<br />
vervoer (bus of trein) nemen of een andere vorm van collectie vervoer (taxi of carpoolen), of de auto (eigen auto,<br />
autodelen of leen- of huurauto). We kunnen ook een <strong>be</strong>roep doen op derden om onze mobiliteit te laten garanderen<br />
(bvb. <strong>be</strong>geleiders van rolstoelpatiënten).<br />
Onder de noemer ‘Mobiliteit’ vinden we enerzijds de primaire <strong>be</strong>hoefte van mensen om zich te verplaatsen (de<br />
vervoers<strong>be</strong>hoefte). Deze <strong>be</strong>hoefte vertaalt zich in een vervoersvraag. Anderzijds vinden we er alle middelen die ons in<br />
staat stellen om ons te verplaatsen <strong>–</strong> om aan de <strong>be</strong>hoefte en vraag te voldoen (de vervoermiddelen).<br />
Mobiliteit wordt uitgedrukt in het aantal verplaatsingen (van deur tot deur). Een verplaatsing is steeds gekoppeld aan een<br />
<strong>be</strong>paalde activiteit (bvb. winkelen of werken). Deze activiteit wordt het verplaatsingsmotief genoemd.<br />
Doordat we mobiel en we ons verplaatsen ontstaat verkeer. Verkeer, d.i het geheel van stilstaande en <strong>be</strong>wegende<br />
vervoermiddelen binnen een zelfde ruimte, is dus een afgeleide van mobiliteit.<br />
Heden ten dage worden mobiliteit en verkeer nog al te dikwijls hoofdzakelijk in verband gebracht met de auto. Daardoor<br />
is de auto<strong>be</strong>reikbaarheid doorgaans goed geregeld (<strong>be</strong>halve misschien voor personen met een handicap).<br />
4.4.2 Omgevingsanalyse<br />
4.4.2.1 Visies vanuit het mobiliteitsplan 17 Torhout<br />
De <strong>be</strong>staande verkeersstructuur van Torhout maakt dat de binnen<strong>stad</strong> met weinig doorgaand verkeer geconfronteerd<br />
wordt. Zwakke punten zijn de barrièrewerking van de spoorweg tussen Torhout <strong>–</strong> Oost en de binnen<strong>stad</strong>, en van de R34<br />
tussen de binnen<strong>stad</strong> en de woonlob<strong>be</strong>n ten westen (Don Bosco) en ten noorden (Sint-Jozef-Ar<strong>be</strong>ider) van de <strong>stad</strong>.<br />
Vooral voor de zwakke weggebruiker wordt de <strong>be</strong>reikbaarheid van de binnen<strong>stad</strong> door deze barrières en het ontbreken<br />
van veilige oversteekplaatsen <strong>be</strong>moeilijkt.<br />
De barrièrewerking van de spoorlijn is ook nadelig voor het gemotoriseerd verkeer. Tot voor kort kon dit verkeer vanuit<br />
Torhout<strong>–</strong>Oost het hoofdwegennet <strong>be</strong>staande uit de N32, de N33 en de R34 enkel via 3 onderdoorgangen <strong>be</strong>reiken.<br />
17 Het mobiliteitsplan van Torhout werd door de provinciale auditor conform verklaard op 10 februari 2003 en daarna door de<br />
gemeenteraad van Torhout goedgekeurd op 27 maart 2003.<br />
59
Door aangepaste signalisatie (Rijselstraat) en ingrepen in de binnen<strong>stad</strong> en door de aansluiting met de R34 t.h.v de<br />
Kei<strong>be</strong>rgstraat werd een <strong>be</strong>tere ontsluiting van Torhout - Oost op het hoofdwegennet gerealiseerd.<br />
Op de meeste gemeentewegen geldt een maximale snelheid van 90 km/u. Langs de provincie- en gewestwegen is dit<br />
doorgaans 70km/u. In doortochten en nabij <strong>be</strong>langrijke kruispunten zijn snelheids<strong>be</strong>perkingen voorzien. In het<br />
centrumgebied en de woonlob<strong>be</strong>n is dit 50km/u. In deze gebieden, in de kernen Wijnendale en Sint-Hernicus en in alle<br />
schoolomgevingen zijn zone 30 gebieden afgebakend.<br />
In de binnen<strong>stad</strong> en in de woonwijken werden reeds grote inspanningen geleverd ter ver<strong>be</strong>tering van de<br />
verblijfskwaliteit, en in het bijzonder de kwaliteit van de publieke ruimte. Een aantal locaties, waaronder de<br />
stationsomgeving, de omgeving van het oud kerkhof in de Bruggestraat, de omgeving van de Markt en de omgeving<br />
rond het containerpark zullen bijzondere aandacht krijgen. Het oud kerkhof en het containerpark zijn gebieden die in<br />
aanmerking kunnen komen voor her<strong>be</strong>stemming met specifieke potenties naar verdichting toe (wonen, kantoren,<br />
diensten); de stationsomgeving en de Markt zijn dringend aan heraanleg toe.<br />
Ook in de kernen Wijnendale en Sint-Henricus wordt de verblijfskwaliteit verder opgewaardeerd waardoor de<br />
leefbaarheid van deze kernen een stuk wordt <strong>be</strong>vorderd.<br />
In de binnen<strong>stad</strong> wordt via een selectief parkeer<strong>be</strong>leid (in voege sedert 1 maart 2005) en een aangepast<br />
verkeerscirculatieplan (nog op te maken) gewerkt aan een autoluw concept. Het parkeer<strong>be</strong>leid wordt gediversifieerd in<br />
functie van diverse doelgroepen (studenten, werknemers, <strong>be</strong>woners, <strong>be</strong>zoekers, … etc.)<br />
De parkeerplaatsen in de binnen<strong>stad</strong> worden deels voor <strong>be</strong>woners en kortparkeerders gereserveerd. Voor<br />
langparkeerders zijn speciale parkings aan de rand van het centrum. Om de verdrukking van de <strong>be</strong>woners tegen te gaan<br />
werd <strong>be</strong>woners parkeren ingevoerd in de zones met parkeerduur <strong>be</strong>perking. Sedert de inwerkingtreding van het<br />
parkeer<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is de parkeerdruk in het centrum afgenomen.<br />
Het terugdringen van het autogebruik voor korte ritten kan in de hand gewerkt worden door het gebruik van de andere<br />
vervoerswijzen aantrekkelijker te maken, al dan niet <strong>be</strong>geleid door wijzigingen in de verkeerscirculatie.<br />
Via aan<strong>be</strong>volen en/of voor<strong>be</strong>houden routes voor fietsers en voetgangers is de <strong>be</strong>reikbaarheid van het centrum te<br />
optimaliseren. Niettemin moeten voorzieningen zoals het <strong>stad</strong>huis, het station, … enz. ook <strong>be</strong>reikbaar blijven voor<br />
gemotoriseerd verkeer.<br />
Voorts gaat de aandacht gaan naar verkeersveiliger routes voor het fietsverkeer tussen de buurgemeenten en de<br />
deelgemeenten en Torhout centrum, en naar <strong>be</strong>veiligde routes voor het vrachtverkeer waarbij doorgaand vrachtverkeer<br />
uit de binnen<strong>stad</strong> wordt geweerd (tonnage<strong>be</strong>perking tot 7,5T in voege sedert 1 juni 2006).<br />
60
4.4.2.2 Openbaar vervoer<br />
Spoorverkeer<br />
Torhout wordt doorsneden door de spoorlijnen Brugge-Kortrijk en Gent-Diksmuide. Het station Torhout is gelegen op de<br />
spoorlijn Brugge-Kortrijk, met gemiddeld twee treinen per uur in elke richting.<br />
De halte in Lichtervelde geeft aansluiting naar Diksmuide-Veurne en Gent-Brussel (nationale luchthaven).<br />
Buslijnen<br />
Op het grondgebied Torhout lopen volgende buslijnen:<br />
• Lijn 32: Lichtervelde-Diksmuide-Veurne;<br />
• Lijn 40: Torhout-Kortemark-Ieper;<br />
• Lijn 51: Oostende-Gistel-Eernegem-Torhout;<br />
• Lijn 64: Diksmuide-Torhout-Aartrijke;<br />
• Lijn 74: Brugge-Torhout-Lichtervelde-Roeselare.<br />
In Torhout zijn tevens twee <strong>be</strong>lbussen operationeel. De formule van de <strong>be</strong>lbus is ideaal voor het aanbieden van een<br />
openbaar vervoersaanbod in dun <strong>be</strong>volkte gebieden.<br />
• Lijn B56: <strong>be</strong>lbus Kortemark-Koekelare-Ichtegem-Torhout;<br />
• Lijn B79: <strong>be</strong>lbus Torhout-Oostkamp-Zedelgem.<br />
Met uitzondering van lijn 32 <strong>be</strong>dienen alle buslijnen het station van Torhout dat derhalve als knooppunt fungeert. Er is<br />
tevens aansluiting van de buslijnen op de trein.<br />
Op 22 maart 2000 <strong>be</strong>sliste de gemeenteraad van Torhout het vervoer met trams en bussen van De Lijn via het derde<br />
<strong>be</strong>talersysteem met ingang van 1 juni 2000 gratis te maken voor alle 60 tot 64-jarige inwoners van Torhout.<br />
Twee jaar later, op 1 juli 2002 werd ook het gebruik van de <strong>be</strong>lbus voor ritten van en naar Torhout via het derde<br />
<strong>be</strong>talersysteem gratis op woensdagvoormiddagen en op zaterdagnamiddagen.<br />
61
Voor de toekomst wordt gestreefd naar een zo fijnmazig mogelijk netwerk, een goede verknoping en aansluiting met<br />
diverse vormen van gemeenschappelijk vervoer. Tussen de NMBS en de VVM De Lijn <strong>be</strong>staat een protocol met<br />
<strong>be</strong>trekking tot de aansluitingen bus - trein.<br />
De halteaccommodaties worden ver<strong>be</strong>terd (studie in opmaak).<br />
Beoordeling<br />
Over het algemeen wordt het openbaar vervoer goed <strong>be</strong>oordeeld. Toch kan de frequentie van sommige buslijnen (bvb.<br />
naar Roeselare) hoger. De <strong>be</strong>reikbaarheid van de overheidsgebouwen en van het ziekenhuis is goed. Wel zou de<br />
mogelijkheid onderzocht kunnen worden om de verschillende woonwijken en/of kernen van Torhout via openbaar<br />
vervoer met elkaar te verbinden.<br />
Ook de <strong>be</strong>lbus functioneert goed. Een evaluatie van de haltes (aantal, locatie, comfort) lijkt aangewezen.<br />
Het gratis busvervoer voor +60-jarigen en de gratis <strong>be</strong>lbus worden positief ervaren door de gebruikers. In het kader van<br />
het Lokaal Sociaal Beleidsplan kan nagegaan worden of gratis busvervoer ook naar andere sociale doelgroepen toe<br />
moet uitgebreid worden (studenten, werklozen, … etc.).<br />
De aansluitingen tussen trein en bus t.h.v. het station wordt over het algemeen gunstig <strong>be</strong>oordeeld.<br />
62
Taxi’s<br />
Voor zover <strong>be</strong>kend zijn in Torhout geen taxi<strong>be</strong>drijven actief. Vraag is of dergelijke diensten in Torhout gestimuleerd<br />
moeten worden. M.a.w is er een markt voor één of meer taxi<strong>be</strong>drijven in Torhout.<br />
Ziekenvervoer<br />
Het ziekenvervoer is goed uitgebouwd. Het OCMW (sociale koerierdienst 18 ) en de privé sector (o.a. Vandenbrande en<br />
Decom<strong>be</strong>le) doen hier uitstekend werk. De koerierdienst van het OCMW werkt echter niet tijdens het weekend.<br />
Bovendien <strong>be</strong>schikt het OCMW niet over een aangepast voertuig voor het vervoer van rolstoelgebruikers. In <strong>be</strong>paalde<br />
gevallen wordt daarom <strong>be</strong>roep gedaan op het O.C.M.W. van Zedelgem dat wel over zo’n voertuig <strong>be</strong>schikt. Een<br />
evaluatie van deze diensten is aangewezen (opsporen van hiaten). Privé initiatieven en vrijwilligerswerk kunnen<br />
gestimuleerd worden.<br />
4.4.2.3 Langzaam verkeer<br />
Fietsvoorzieningen<br />
Over het algemeen zijn er langs de regionale en de bovenlokale verbindingswegen fietsvoorzieningen aanwezig,<br />
aanliggend of vrij liggend, met enkelrijrichting of met dub<strong>be</strong>lrijrichting (zie onderstaande kaart). De <strong>be</strong>langrijkste zijn:<br />
• N33 Oostendestraat;<br />
• N32 Bruggestraat;<br />
• N32 Roeselaarseweg;<br />
• N35 Rijksweg;<br />
• Kortemarkstraat: van de grens met Kortemark tot aan de Vredelaan;<br />
• R34 (ring): van de Roeselaarseweg tot aan de Bruggestraat;<br />
• Rijselstraat;<br />
• Ruddervoordestraat: van de Donaustraat tot aan de grens met Oostkamp;<br />
• Aartrijkestraat: van de grens met Zedelgem tot aan de R34/Noordlaan;<br />
• Kei<strong>be</strong>rgstraat: van de Hugo Verriestlaan tot aan de R34.<br />
18 De sociale koerierdienst werkt o.m als boodschappendienst en als vervoerdienst voor 55-plussers woonachtig in Torhout.<br />
63
Daarnaast <strong>be</strong>staat een recreatief netwerk dat complementair werkt met het functionele netwerk. Dit netwerk <strong>be</strong>staat<br />
naast de oude spoorweg Oostende - Torhout (Groene 62) en twee <strong>be</strong>wegwijzerde fietsroutes (kastelenroute en<br />
Wijnendaleroute) voornamelijk uit landelijke wegen.<br />
De Groene 62 werd door de provincie geselecteerd als non-stop fietsroute voor utilitair fietsverkeer. In overleg met de<br />
gemeenten Gistel, Ichtegem, Middelkere en Oostende worden stappen ondernomen om ook de N33 Torhout <strong>–</strong><br />
Oostende in dat netwerk te laten opnemen.<br />
Beoordeling<br />
De infrastructuur voor de zwakke weggebruiker wordt stiefmoederlijk <strong>be</strong>handeld. Zeker in vergelijking met de<br />
inspanningen die gedaan worden t.b.v. de auto. Meer infrastructuur (meer fietspaden) is niet nodig, <strong>be</strong>halve misschien<br />
op sommige plaatsen i.f.v. de verkeersveiligheid langs de hoofdwegen.<br />
Er zouden meer controles moeten ge<strong>be</strong>uren op de kwaliteit van de infrastructuur. Het dagelijks onderhoud en het in<br />
stand houden van de infrastructuur kunnen <strong>be</strong>ter. Ook het regelmatig borstelen is nodig. Net als het maaien van<br />
graskanten (tegen distels en gras). In de winter zou de infrastructuur ijs- en sneeuwvrij moeten gehouden worden. In<br />
functie daarvan kan de <strong>stad</strong> speciale machines aankopen (strooi- en borstelmachines).<br />
64
Het functioneel fietsnetwerk langs gewestwegen en gemeentelijke wegen heeft soms geen adequate uitrusting. Dit<br />
resulteert in een plaatselijk <strong>be</strong>perkte verkeersveiligheid.<br />
Voorzieningen voor voetgangers<br />
De verblijfsgebieden zijn de gebieden bij uitstek voor voetgangers. In deze gebieden is steeds een obstakelvrije<br />
loopzone met een breedte van ten minste 1,50m vereist (voor rolstoelpatiënten is 1,80m aangewezen) en een minimum<br />
hoogte van 2,20m.<br />
Bijzondere aandacht moet gaan naar potentiële conflictpunten zoals oversteekplaatsen en schoolomgevingen en langs<br />
hoofdwegen. De kwaliteit van oversteekvoorzieningen moet <strong>be</strong>oordeeld worden aan de hand van de wachttijd (max. 20<br />
sec tot 1 min).<br />
Maatregelen voor de voetganger (wandelaar) zorgen voor de versterking van langzaam verkeer, zowel voor functioneel<br />
als recreatief gebruik. Deze maatregelen zijn onder meer: de opwaardering van het openbaar domein en de uitbouw van<br />
specifieke wandelpaden. Dit laatste kan bijvoor<strong>be</strong>eld door middel van het herstellen van <strong>be</strong>paalde buurtwegen.<br />
4.4.2.4 Gegevens vanuit het participatietraject<br />
Uit de gesprekken die gevoerd werden met mensen uit de <strong>be</strong>oogde doelgroepen kwamen de volgende zaken naar voor :<br />
- Nogal wat mensen hadden het over het onveilig zijn voor fietsers van <strong>be</strong>paalde straten. Zo werden de<br />
Zwevezelestraat en het <strong>stad</strong>scentrum regelmatig vernoemd.<br />
- Voor mensen uit de doelgroepen is reizen met de trein te duur. Velen zijn niet op de hoogte van eventuele<br />
reductiemogelijkheden. Mensen met drie kinderen bijvoor<strong>be</strong>eld denken dat de reductie enkel voor leden van De<br />
Bond is.<br />
- De busverbinding tussen Sint-Henricus en het <strong>stad</strong>scentrum werd al s een ramp ervaren.<br />
- Rond de service van de <strong>be</strong>lbus kwamen er een aantal opmerkingen :<br />
o Er wordt gevraagd dat het te <strong>be</strong>llen nummer om de reservatie te maken een GRATIS nummer zou<br />
zijn. Nu is dat een <strong>be</strong>talend. Gezien nogal wat mensen enkel over een gsm <strong>be</strong>schikken komt dit voor<br />
hen nogal duur uit.<br />
o De <strong>be</strong>lbus rijdt volgens sommigen te snel.<br />
o Anderen vinden het een moeilijk systeem dat je een dag op voorhand moet reserveren.<br />
o Rolwagengebruikers kunnen blijkbaar niet meer met twee (of meer) met de <strong>be</strong>lbus reizen. Vroeger kon<br />
dit wel. Ook worden wegens tijdsgebrek de rolwagens niet meer vastgelegd (wat eigenlijk moet).<br />
- Parkeren en parkeerproblemen waren ook een veelvuldig gespreksthema.<br />
- De informatie rond de vervoersmogelijkheden voor <strong>be</strong>jaarden moet meer en <strong>be</strong>ter verspreid worden. De sociale<br />
koeriersdienst heeft het nadeel dat het de ‘stempel’ van het ocmw draagt. Dit werkt afremmend voor <strong>be</strong>paalde<br />
mensen. Eenmaal ze over deze drempel geraakt zijn, zijn ze wel tevreden.<br />
- Vraag naar een aanpak van fietsdiefstallen (intussen is er wel de <strong>be</strong>waakte fietsenstalling)<br />
65
- Er op waken dat op de voetpaden geen hindernissen staan voor rolwagens, kinderwagens, … (bloembakken,<br />
(brom)fietsen, verkeerspalen, reclameborden, …).<br />
- Vraag om verbinding met De Warande (of een busje van de speelpleinwerking zelf).<br />
4.4.3 SWOT-analyse<br />
In het kader van het Lokaal Sociaal Beleidsplan kunnen een aantal alternatieven verder worden uitgewerkt.<br />
• Vanuit het oogpunt van de gebruiker:<br />
o In functie van de nood (reden van verplaatsing);<br />
o In functie van de <strong>be</strong>stemming (wat moet <strong>be</strong>reikbaar zijn);<br />
o In functie van de mogelijkheden (welke verplaatsingswijze);<br />
o In functie van de kostprijs.<br />
• Vanuit de aanbieder:<br />
o Wie organiseert (<strong>stad</strong>, OCMW, VVM De Lijn, privé);<br />
o Wie <strong>be</strong>taalt (<strong>stad</strong>, OCMW, VVM De Lijn, privé).<br />
Daartoe is het <strong>be</strong>langrijk de sterkten en zwakten van de verschillende vervoerssystemen te kennen en de tekorten van<br />
de huidige situatie te kunnen detecteren.<br />
Zie ta<strong>be</strong>l sterkten / zwakten.<br />
Als <strong>be</strong>langrijkste tekorten worden aangegeven:<br />
- in het centrum ontbreken op meerdere plaatsen specifieke wandel- en fietsroutes;<br />
- de voetpaden zijn dikwijls onvoldoende breed, heb<strong>be</strong>n veel obstakels, zijn in slechte staat en zijn niet aangepast<br />
voor <strong>be</strong>jaarden en invaliden;<br />
- de infrastructuur voor fietsers wordt slecht onderhouden, er zijn geen of slechts gebrekkige fietsstallingen en er is<br />
geen diefstalpreventie; bovendien is het gevaarlijk fietsen langs de ring (R34) en de langs de Oostendestraat;<br />
- er zijn geen busverbindingen met de wijken of Sint-Hernricus en de inplanting van de <strong>be</strong>lbushaltes is niet altijd<br />
logisch;<br />
- de <strong>be</strong>reikbaarheid van de openbare gebouwen voor personen met een handicap is niet optimaal.<br />
Volgende kansen worden gedetecteerd:<br />
- specifieke wandel- en fietsroutes doorheen het centrum kunnen in kaart worden gebracht waarna knelpunten<br />
weggewerkt kunnen worden en ontbrekende schakels kunnen ingevuld worden; bij voorkeur dient geopteerd<br />
voor korte loop- en fietsafstanden en korte wachttijden bij oversteekvoorzieningen; specifieke fietsroutes<br />
kunnen apart <strong>be</strong>wegwijzerd worden;<br />
- de <strong>be</strong>staande voetpaden kunnen een regelmatig onderhoud krijgen, en waar nodig kunnen bijkomend<br />
voetpaden worden aangelegd;<br />
- verhuur van fietsen (project i.s.m de Werkwinkel) en het invoeren van een fietstaxi;<br />
- het voorzien van kwalitatieve fietsstallingen op diverse plaatsen in het centrum<br />
66
- inleggen van een buurt- of wijkbus en een regelmatige verbinding met Sint-Hernicus;<br />
- gratis busvervoer voor specifieke doelgroepen via het derde <strong>be</strong>talersysteem;<br />
- optimaliseren van de halteaccomodatie en het ver<strong>be</strong>teren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer<br />
voor minder validen (rolstoelgebruikers);<br />
- verhuur van auto’s of systemen van autodelen en vrijwilligersvervoer invoeren.<br />
Ta<strong>be</strong>l: SWOT-analyse<br />
Vervoerswijze Zwakten <strong>–</strong> nadelen Sterkten <strong>–</strong><br />
Te voet - enkel voor korte<br />
afstanden<br />
- lage snelheid<br />
- kwetsbaarheid van<br />
voetganger<br />
- blootstelling aan<br />
diverse invloeden<br />
(weer, geluid, …)<br />
- dikwijls achtergesteld<br />
als verkeersdeelnemer<br />
- dikwijls vergeten<br />
-<br />
groep in de<br />
verkeersplanning<br />
Met de fiets - enkel geschikt voor<br />
korte afstanden<br />
- lage snelheid<br />
- kwetsbaarheid van de<br />
fietser<br />
voordelen<br />
- bij uitstek geschikt<br />
voor korte<br />
afstanden (
Openbaar<br />
vervoer: bus<br />
(incl. <strong>be</strong>lbus)<br />
Openbaar<br />
vervoer: trein<br />
- blootstelling aan<br />
diverse invloeden<br />
(weer, geluid, …)<br />
- dikwijls achtergesteld<br />
als verkeersdeelnemer<br />
- zeer omrijgevoelig<br />
-<br />
(daarom steeds<br />
kortste route<br />
aanbieden)<br />
- voor- en natransport<br />
nodig<br />
- van halte naar halte<br />
(soms met overstap<br />
tussenin)<br />
- <strong>be</strong>perkt radius<br />
<strong>be</strong>reikbaar<br />
- filegevoelig<br />
- <strong>be</strong>perkte capaciteit<br />
- relatief duur bij<br />
frequent gebruik<br />
- wachttijden<br />
- soms lange reistijden<br />
- comfort van de<br />
voertuigen<br />
- hoge exploitatiekosten<br />
-<br />
- enkel voor grotere<br />
afstanden<br />
- treinen rijden volgens<br />
een vast schema<br />
- voor- en natransport<br />
nodig<br />
- van station naar<br />
station<br />
- <strong>be</strong>perkte radius<br />
- alle <strong>be</strong>stemmingen<br />
<strong>be</strong>reikbaar<br />
- goedkoop<br />
- vlot <strong>be</strong>schikbaar<br />
- veel fietsers in<br />
straat<strong>be</strong>eld<br />
- er zijn voldoende<br />
-<br />
fietspaden<br />
aanwezig<br />
- bij uitstek geschikt<br />
voor middellange<br />
afstand maar ook<br />
bruikbaar voor<br />
kortere afstanden<br />
- <strong>be</strong>trouwbaar en<br />
klokvast<br />
- hoge frequentie<br />
-<br />
mogelijk<br />
- bij uitstek geschikt<br />
voor langere<br />
afstanden<br />
- snelheid<br />
- geen files<br />
- <strong>be</strong>trouwbare en<br />
klokvaste<br />
dienstregeling<br />
- hoog comfort<br />
ontbreken specifieke<br />
fietsroutes<br />
- slecht onderhouden<br />
infrastructuur<br />
- geen of gebrekkige<br />
fietsstallingen<br />
- geen<br />
diefstalpreventie<br />
- gevaarlijk fietsen<br />
-<br />
langs de ring (R34)<br />
en Oostendestraat<br />
- geen bussen naar<br />
wijken<br />
- geen busverbinding<br />
met Sint-Henricus<br />
- <strong>be</strong>lbushaltes niet<br />
-<br />
altijd logisch<br />
ingeplant<br />
- in kaart brengen van<br />
trajecten en dan<br />
knelpunten en hiaten<br />
wegwerken<br />
- verhuur van fietsen<br />
- fietstaxi<br />
- fietsstallingen<br />
- aparte <strong>be</strong>wegwijzering<br />
-<br />
- inleggen van een buurt-<br />
of wijkbus<br />
- gratis vervoer voor<br />
specifieke doelgroepen<br />
via derde <strong>be</strong>talersysteem<br />
- frequenter informeren<br />
omtrent <strong>be</strong>staan <strong>be</strong>lbus<br />
- ver<strong>be</strong>teren<br />
halteaccomodatie<br />
- ver<strong>be</strong>teren van de<br />
toegankelijkheid van het<br />
O.V. voor<br />
rolstoelpatiënten<br />
- informatieverstekking en<br />
-<br />
sensibiliseren<br />
- - ver<strong>be</strong>teren van de<br />
-<br />
toegankelijkheid van het<br />
station voor<br />
rolstoelgebruikers<br />
68
ereikbaar<br />
- weinig flexi<strong>be</strong>l<br />
- wachttijden<br />
- <strong>be</strong>diening gemeenten<br />
- dure infrastructuur<br />
- klant moet zich<br />
aanpassen aan het<br />
aanbod<br />
Taxi - niet goedkoop<br />
-<br />
- filegevoelig<br />
Auto - niet goedkoop<br />
-<br />
- filegevoelig<br />
- O.V. niet altijd een<br />
alternatief<br />
- aantal auto’s stijgt<br />
vlugger dan dat<br />
capaciteit toeneemt<br />
- nood aan<br />
4.5 VRIJE TIJDSBELEID<br />
4.5.1 Omschrijving<br />
parkeerplaatsen<br />
- milieu<strong>be</strong>lastend<br />
- aantrekkelijke<br />
tariefformules<br />
mogelijk<br />
- niet milieu<strong>be</strong>lastend<br />
-<br />
- deur tot deur<br />
- hoog comfortniveau<br />
-<br />
- hoge snelheid<br />
- deur tot deur<br />
- hoog comfortniveau<br />
- vlot <strong>be</strong>schikbaar<br />
- geen taxi’s (meer) in<br />
Torhout<br />
-<br />
- niet iedereen<br />
<strong>be</strong>schikt over een<br />
auto<br />
- <strong>be</strong>reikbaarheid van<br />
-<br />
de openbare<br />
gebouwen voor<br />
personen met een<br />
handicap<br />
- taxicheques<br />
- autodelen (carpool of<br />
carsharing)<br />
- verhuur van auto’s<br />
- vrijwilligersvervoer<br />
De <strong>stad</strong> Torhout kiest voor een vernieuwend en sensibiliserend vrijetijdsaanbod. De verenigingen en de gemeente zijn<br />
structurele partners in het te voeren vrijetijds<strong>be</strong>leid. De vrijetijdssector streeft naar de verdere uitbouw van een<br />
geïntegreerde en vraaggerichte dienstverlening waardoor nieuwe (ontmoetings)mogelijkheden worden gecreëerd. De<br />
gemeente draagt zorg voor het <strong>be</strong>houd, <strong>be</strong>heer en onderhoud van het cultureel erfgoed en voor het maximaal ontsluiten<br />
ervan voor de brede <strong>be</strong>volking.<br />
4.5.2 Omgevingsanalyse<br />
4.5.2.1 Het Cultuurpunt.<br />
Het Cultuurpunt is het centrale punt voor het cultuur<strong>be</strong>leid in de <strong>stad</strong>, met een aantal duidelijke opdrachten rond<br />
cultuurcommunicatie en coördinatie.<br />
-<br />
69
De uitvoering van het cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> wordt opgevolgd vanuit het Cultuurpunt, naast een aantal structurele<br />
opdrachten rond gemeenschapsvorming (met ondermeer het verenigingsleven, ...), cultuurparticipatie en het nastreven<br />
van een grote diversiteit. Dit alles gekoppeld aan vernieuwende en uitbreidende initiatieven. Een niet limitatief overzicht<br />
• organisatie van inspraak en communicatie voor cultuur en het Cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><br />
• <strong>be</strong>geleiding en ondersteuning van het cultuur- inspraak/-adviesorgaan : inhoudelijk<br />
• organisatie van projectmatige inspraak ad hoc<br />
• hefboom voor een integraal en geïntegreerd <strong>be</strong>leid: overleg en samenwerking tussen de verschillende culturele<br />
actoren maar ook aansluitende zaken zoals Ruimtelijke Ordening, M&L, jeugd, toerisme, architectuur,…<br />
• netwerkmakelaar<br />
• participatie aan overleg en aan samenwerkingsverbanden met <strong>be</strong>lendende sectoren<br />
• participatie overleg en samenwerkingsverbanden over de gemeentegrenzen heen: organisatie Ginter/<br />
opstartfase / <strong>be</strong>geleiding / externe communicatie<br />
• op diverse wijze vorm geven aan de ondersteuning van het culturele leven in de gemeente. Ook een aantal<br />
ondersteunende elementen zijn gekoppeld aan de werking van het Cultuurpunt.<br />
Zo kan men in het Cultuurpunt terecht voor de Uitleendienst van alle mogelijke materialen voor socio- en<br />
cultureel gebruik. Deze uitleendienst wordt momenteel erg <strong>be</strong>vraagd: dagelijks worden alle mogelijke<br />
materialen ontleend en gebruikt. Zonder twijfel is dit een <strong>be</strong>langrijke materiële ondersteuning voor het<br />
organisatorisch leven te Torhout. Ook alle subsidiemogelijkheden worden integraal door het Cultuurpunt<br />
<strong>be</strong>handeld.<br />
• participatie aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden én intergemeentelijke projectverenigingen<br />
(GINTER) inclusief concrete projecten als OMD, Erfgoeddag, Dag van het park, Schaamrood, Dub<strong>be</strong>lglas, het<br />
Marktproject... De Cultuur<strong>be</strong>leidscoördinator volgt <strong>be</strong>leidsmatig de zaak op: randvoorwaarden contacten<br />
schepenen, het geven van een structuur, opvolgen decreet intergemeentelijke samenwerking, contacten met<br />
andere gemeenten, onderzoek, nieuwe initiatieven,..<br />
• verzamelen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over cultuurspreiding en participatie in de gemeente en de<br />
omgeving<br />
• nagaan van de effecten van de cultuurcommunicatie<br />
70
• evaluatie van de gemeenschapsvormende initiatieven<br />
• informeren nieuwe inwoners over het culturele aanbod in de <strong>stad</strong><br />
• projecten/activiteiten ontwikkelen die andere cultureel geïnteresseerden kunnen aantrekken samen met de<br />
andere culturele actoren<br />
Daarbij komt dus ook de leiding van de koepel Vrije Tijd in Torhout: organisatie samenwerking en coördinatie tussen de<br />
verschillende werksoorten in Torhout, ontwikkelen van een duidelijke communicatie en afstemming van de<br />
<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning tussen jeugd <strong>–</strong> toerisme en feestelijkheden<strong>–</strong> musea- cc <strong>–</strong> bibliotheek <strong>–</strong> sport <strong>–</strong> buitenschoolse<br />
kinderopvang <strong>–</strong> preventie en stedelijk muziekonderwijs<br />
4.5.2.2 Cultuurcentrum de Brouckère<br />
Een cultuurcentrum is culturele infrastructuur door de gemeente <strong>be</strong>heerd met het oog op cultuurparticipatie,<br />
gemeenschapsvorming en een breed en eigen cultuurspreidingsaanbod gericht op de <strong>be</strong>volking van een streekgericht<br />
werkingsgebied. Daarnaast heeft het cultuurcentrum ook bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit.<br />
Missie : het Cultuurcentrum wil voor de <strong>stad</strong> Torhout en de regio Houtland (ten zuiden van Brugge, ten oosten van<br />
Oostende en ten noorden van Roeselare) de plaats bij uitstek zijn waar, naast cultuurspreiding, initiatieven ontplooid<br />
worden rond gemeenschapsvorming en een actieve deelname aan het cultuurleven. Het cultuurcentrum is een<br />
<strong>be</strong>langrijke hefboom om de <strong>stad</strong> Torhout te leiden naar een grotere uitstraling op boven<strong>lokaal</strong> gebied waardoor een<br />
aantal menselijke netwerken <strong>be</strong>stendigd en uitgebreid kunnen worden. Het is immers voor deze <strong>stad</strong> van zeer groot<br />
<strong>be</strong>lang vanuit deze context te kunnen vertrekken.<br />
Het Cultuurcentrum de Brouckere wil het culturele leven in de <strong>stad</strong> Torhout en de regio duidelijk op de voorgrond van het<br />
maatschappelijk ge<strong>be</strong>uren zetten, het wil een permanent regionaal gericht forum zijn waar ontwikkelingen uit <strong>Vlaanderen</strong><br />
geconfronteerd worden met wat in de regio gaande is. De gevestigde namen dienen dan ook als magneten en als ruimer<br />
referentiekader voor de regionaal gerichte producties. Het Cultuurcentrum moet een actief knooppunt in het lokale en<br />
regionale culturele leven worden. Daarnaast wil het Cultuurcentrum meer ondersteuning bieden aan experiment, creatie<br />
en innovatie én aan <strong>be</strong>ginnende kunstenaars met veel aandacht voor samenwerking en overleg. Daarom dient ook de<br />
organisatiestructuur van het CC verder op punt gezet te worden met als voornaamste kenmerken een representatief en<br />
transparant <strong>be</strong>heer gekoppeld aan een efficiënte werking.<br />
Het Cultuurcentrum de Brouckere wil ook een centrumfunctie heb<strong>be</strong>n voor alle mensen uit Torhout: er zal dan ook een<br />
inspanning worden geleverd meer mensen te <strong>be</strong>trekken in de werking en het aanbod van het Cultuurcentrum. Een<br />
kwaliteitsvolle dienstverlening op alle vlakken moet een pijler van de werking zijn, gekoppeld aan een aangepaste<br />
infrastructuur en <strong>be</strong>kwaam, voldoende, gemotiveerd en klantvriendelijk personeel. Ook de samenwerking met andere<br />
lokale culturele actoren is een <strong>be</strong>langrijk aandachtspunt: de <strong>stad</strong>sbibliotheek, musea, toerisme, feestelijkheden, de<br />
verenigingen, het onderwijs, … gekoppeld aan de andere <strong>stad</strong>sdiensten.<br />
71
Hoofddoelstellingen<br />
⇒ De Torhoutse <strong>be</strong>volking dient in zijn geheel meer <strong>be</strong>trokken te worden bij en in de werking van het CC de Brouckere<br />
en in één of andere vorm van cultuur<strong>be</strong>leving.<br />
⇒ Het CC de Brouckere speelt duidelijk zijn rol op cultureel gebied in de regio<br />
⇒ De uitbouw van een divers aanbod van interessante avondvoorstellingen, educatieve activiteiten,<br />
schoolprogrammering, familievoorstellingen, film en tentoonstellingen<br />
⇒ Voortdurende aandacht voor een nieuw en interessant aanbod voor de doelgroepen<br />
Jongeren<br />
speciale korting voor jongeren<br />
schoolprogramma<br />
Woodland<br />
Allochtonen<br />
zeer laag percentage allochtonen in Torhout (0,75% van totale <strong>be</strong>volking), daardoor is er minder nood aan de<br />
ontwikkeling van een specifiek cultureel divers programma.<br />
er is wel aandacht voor sensibilisering via het thema diversiteit “Lente in novem<strong>be</strong>r.”<br />
Personen met een handicap<br />
samenwerking met Tordale, instelling voor fysiek en mentaal gehandicapten op verschillende vlakken:<br />
programma-aanbod door actieve samenwerking met organisaties: tentoonstelling en cursusaanbod “De andere<br />
academie”.<br />
binnen de schoolprogrammering : deelname door instellingen voor personen met een handicap en kinderen<br />
bijzonder lager onderwijs (aandacht voor selectie, toegankelijkheid en extraatje: affiche)<br />
inschakelen mentaal gehandicapten in de operationele werking van cultuurcentrum<br />
infrastructuur: aandacht voor toegankelijkheid voor andersvaliden<br />
goedkoper tarief voor organisaties die activiteiten inrichten voor deze doelgroep (Oranje…)<br />
Minnestreel: lage toegangsprijs; personen met een handicap worden toegelaten tot alle cursussen<br />
Laaggeschoolden<br />
samenwerking met Wijzer, vereniging die cursussen voor laaggeschoolden inricht, mogen gratis infrastructuur<br />
gebruiken in het CC<br />
72
Minnestreel: lage toegangsprijs<br />
Kansarmen<br />
samenwerking met OCMW<br />
filmtickets voor OCMW-cliënten<br />
krasbiljetten en waardebonnen (10 EUR, 12 EUR, 6 EUR) voor voorstellingen<br />
Senioren:<br />
programmaluik ’s Noens<br />
korting voor senioren<br />
samenwerking met OCMW-rusthuis: ’s Noens: programmering extra muros: 1 voorstelling in rusthuis Sint-<br />
Augustinus<br />
4.5.2.3 De Stadsbibliotheek<br />
Voor 1992 <strong>be</strong>stonden er verschillende bibliotheken in Torhout, grotendeels verzuild: de katholieke bibliotheek het<br />
Centrum, de li<strong>be</strong>rale bibliotheek het Willemsfonds en de socialistische bibliotheek het Vermeylenfonds. In 1983<br />
(Willemsfonds), 1989 (Vermeylenfonds) en 1990 (Centrum) werden deze overgenomen door het <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur en<br />
groeide er een volwaardige <strong>stad</strong>sbibliotheek. Op 23 decem<strong>be</strong>r 1992 werd een nieuwbouw geopend voor het publiek, op<br />
1 januari 1983 werd de bibliotheek erkend als deeltijds werkende openbare bibliotheek. In 1984 werd het startschot<br />
gegeven voor de automatisering met het inbrengen van de collecties en het leden<strong>be</strong>stand in de computer. Samen met<br />
de opening van de AVM-afdeling in het najaar van 1997 werd de eerste geautomatiseerde uitlening verricht. In okto<strong>be</strong>r<br />
2002 werd de AVM- afdeling uitgebreid met Cd-roms<br />
De bibliotheek heeft 4 grote doelstellingen uitgewerkt in zijn <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><br />
⇒ meer burgers laten participeren aan cultuur<br />
de burgers zijn goed geïnformeerd omtrent het cultuuraanbod van de eigen <strong>stad</strong><br />
• elke burger is er zich van <strong>be</strong>wust dat hij/zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en<br />
⇒ de informatiekloof verkleint<br />
ondersteuning bij de eigen cultuurparticipatie<br />
• de burger heeft dezelfde kansen op informatie, ongeacht waar hij woont<br />
• de digitale informatie is voor iedereen toegankelijk<br />
⇒ levenslang leren wordt een tweede natuur voor steeds meer mensen<br />
73
• de burger is zich er van <strong>be</strong>wust dat men na het schoolverlaten of afstuderen continu moet blijven leren<br />
om zich maatschappelijk, economisch en persoonlijk te ontplooien en een actieve rol te kunnen blijven<br />
spelen in de samenleving.<br />
• elke burger is zich er van <strong>be</strong>wust dat hij of zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en<br />
ondersteuning bij de eigen levenslange leerprocessen<br />
• meer 50-plussers zijn er zich van <strong>be</strong>wust dat zij tot op zeer hoge leeftijd kunnen leren<br />
⇒ meer ontmoeting en contact tussen de burgers<br />
4.5.2.4 De Jeugddienst<br />
• er zijn meer vanzelfsprekende contacten en ontmoetingen tussen de burgers van onze <strong>stad</strong>. Ze<br />
<strong>be</strong>schikken hiertoe, het hele jaar door, over meer aangename en goed aangepaste<br />
ontmoetingsplaatsen of sociale trefpunten<br />
In Torhout is er op bijna elke wijk een jeugd<strong>be</strong>weging actief. We heb<strong>be</strong>n Chiro (actief op zondag) en scouts en (v)KSJ<br />
(actief op zaterdag). We heb<strong>be</strong>n gemengde groepen en groepen voor jongens of meisjes. Naast de 10 klassieke<br />
jeugd<strong>be</strong>wegingen die zich in eerste instantie op kinderen richten, heb<strong>be</strong>n we KLJ en diverse (politieke) jongeren<br />
verenigingen. Enkel op St.-Henricus is er geen werking. Daar is ook de kleinste groep kinderen en jongeren (120 tussen<br />
6 en 18 jaar). De meeste kinderen en jongeren uit die omgeving sluiten aan bij het jeugdwerk in Gits.<br />
Het Torhoutse jeugdwerk staat open voor kinderen en jongeren met een (fysieke en/of mentale) handicap en voor<br />
kinderen en jongeren uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Toch is er slechts een <strong>be</strong>perkt aantal kinderen en<br />
jongeren uit die doelgroep dat bij het reguliere jeugdwerk aansluit.<br />
Er werden in het verleden een aantal initiatieven uitgewerkt om specifieke doelgroepen te laten deelnemen aan het<br />
jeugdwerk.<br />
Aandacht voor kinderen en jongeren met een handicap:<br />
In Torhout is er maar 1 doelgroepspecifieke werking: clubwerking Torhout. Het is een afdeling van Oranje en zet in<br />
Torhout activiteiten op voor jongeren vanaf 16 jaar met of zonder handicap. Deze werking is zeker een meerwaarde voor<br />
de <strong>stad</strong> en verdient dan ook verder ondersteuning.<br />
We kunnen ook op de steun van Oranje rekenen om het <strong>be</strong>staande jeugdwerk toegankelijker te maken. Zo gaan de<br />
<strong>be</strong>roepskrachten van Oranje mee op huis<strong>be</strong>zoek bij kinderen van het speelplein die extra aandacht en <strong>be</strong>geleiding<br />
vragen. Of organiseren ze een vorming voor de monitoren van het speelplein of voor de leiding van de Torhoutse<br />
jeugdvereniging.<br />
Om het <strong>be</strong>staande jeugdwerk toegankelijker te maken voorzien we een extra toelage aan de vereniging die een kind met<br />
een handicap laat deelnemen aan het jeugdwerk. Daarnaast organiseren we jaarlijks vorming.<br />
74
Toch stellen we vast dat elke specifieke situatie <strong>be</strong>keken moet worden. Afhankelijk van de wensen en <strong>be</strong>hoeften van het<br />
kind en zijn ouders en de mogelijkheden van de verenigingen kan er naar een oplossing worden gezocht.<br />
We durven zeggen dat we in Torhout al een grote stap heb<strong>be</strong>n gezet. Toegankelijk jeugdwerk is <strong>be</strong>spreekbaar<br />
geworden. We staan ervoor open en zijn ons <strong>be</strong>wust geworden van de knelpunten.<br />
Kinderen en jongeren uit kansarmen gezinnen.<br />
Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen (lager dan de grens voor loon<strong>be</strong>slag) kunnen voor de helft van de prijs<br />
deelnemen aan het Torhoutse jeugdwerk.<br />
De selectie van de gezinnen ge<strong>be</strong>urt door het CAW De Viersprong en de Sociale Dienst van het OCMW. Enerzijds via<br />
de <strong>be</strong>kendmaking bij hun cliënten en anderzijds via gezinnen die door de leiding van de Torhoutse jeugdverenigingen<br />
naar het CAW of OCMW worden doorverwezen. De selectie ge<strong>be</strong>urt jaarlijks.<br />
Een keer per jaar kunnen de verenigingen de helft van de kosten (lidgeld, uniform, kamp, activiteiten) van de <strong>stad</strong><br />
terug<strong>be</strong>taald krijgen.<br />
Daarnaast kreeg het OCMW een budget om zijn cliënten te laten deelnemen aan culturele activiteiten. Het OCMW<br />
<strong>be</strong>taalde een deel van de kosten om deel te nemen aan het jeugdwerk (lidgeld, uniform, kamp,…).<br />
We heb<strong>be</strong>n voor het eerst een overleg gehad met alle maatschappelijk werkers van de sociale dienst van het OCMW en<br />
met alle <strong>be</strong>roepskrachten van het Centrum Algemeen Welzijnwerk. Naast een aantal knelpunten die gesignaleerd<br />
werden was dit overleg vooral positief om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen: kinderen willen er bij horen en<br />
kunnen deelnemen aan de activiteiten waar ook andere kinderen van hun klas aan meedoen. We moeten met z’n allen<br />
samenwerken om de psychische en financiële drempels omlaag te halen. Belangrijkste opmerking was dat er <strong>–</strong> naast de<br />
deelnameprijs <strong>–</strong> ook nog heel wat andere kosten zijn voor het gezin om een kind te laten meegaan op kamp.<br />
Verdere opmerkingen waren er vooral rond promotie en rond kosten voor deelname aan sport- en<br />
volwassenenactiviteiten, maar dit werd meegenomen in de sport en cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen.<br />
Het Torhoutse jeugdwerk staat open voor kinderen en jongeren met een handicap of voor kinderen (cfr resultaat van<br />
<strong>be</strong>vraging in de ta<strong>be</strong>l hieronder) en jongeren uit maatschappelijk achtergestelde gezinnen. Toch is het niet altijd even<br />
makkelijk om de doelgroep te <strong>be</strong>reiken.<br />
Naast het <strong>be</strong>houden en <strong>be</strong>ter promoten van de <strong>be</strong>staande ondersteuningsvormen moet er in Torhout onderzocht worden<br />
welke knelpunten en mogelijkheden er nog zijn. Zowel de doelgroep zelf, het jeugdwerk en de doelgroepspecifieke<br />
werkingen (al dan niet van Torhout) moeten hierin <strong>be</strong>trokken worden. Voortdurend overleg en regelmatige<br />
evaluatiemomenten zullen hierbij <strong>be</strong>langrijk zijn.<br />
Jeugdvereniging<br />
Staat u open voor kinderen<br />
met een handicap?<br />
Extra ondersteuning nodig?<br />
Chiro Jomada Ja Wij krijgen de nodige informatie van de ouders.<br />
75
Wijnendale jongens<br />
Chiro Jomada<br />
Wijnendale meisjes<br />
Chirojongens Don<br />
Bosco<br />
Chiromeisjes Don<br />
Bosco<br />
Ja Neen.<br />
Neen /<br />
Ja<br />
Op dit ogenblik geen personen met een handicap in onze<br />
Chiro, maar vorige jaren wel. Dit lukt, maar is niet evident<br />
voor alle leidsters. Wat extra vorming rond het omgaan met<br />
deze personen en eventuele alternatieven tijdens spelen of<br />
op kamp zou wel interessant kunnen zijn!<br />
KSA Ja Ja, als we met dergelijke leden te maken krijgen.<br />
KSJ De Wiek Ja Kan zeker geen kwaad.<br />
KSJ Driekoningen<br />
VKSJ<br />
Scouts en gidsen<br />
Robrecht van<br />
Bethune<br />
Scouts en gidsen St.-<br />
Rem<strong>be</strong>rt<br />
KLJ<br />
4.5.2.5 De Sportdienst<br />
Ja, als ze willen komen, zijn ze<br />
zeer welkom<br />
Ja, maar dit jaar niet van<br />
toepassing<br />
/ /<br />
Ja Ja.<br />
Ja, voorlopig heb<strong>be</strong>n we er niet<br />
veel ervaring mee. Dit werkjaar<br />
is er een blinde jongen lid<br />
geworden van KLJ voorlopig<br />
zonder probleem<br />
We zullen pro<strong>be</strong>ren ons zo goed mogelijk aan te passen.<br />
Neen niet van toepassing.<br />
Het is een kleine aanpassing voor de groep, maar mits wat<br />
inspanning van de groep lukt dit wel. Vb. voor elke activiteit<br />
wordt 1 <strong>be</strong>stuurslid verantwoordelijk gesteld voor die jongen.<br />
Problematiek van kansarmen kwam binnen de sport tot nu toe zeer <strong>be</strong>perkt aan bod. Er zijn dus enorme groeikansen.<br />
Kansarmen:<br />
Sociaal -tariefkaartje voor kansarmen (analoog met jeugddienst): geldig voor alle activiteiten georganiseerd door de<br />
sportdienst; zowel voor jeugd als volwassenen<br />
OCMW cliënten kunnen aanspraak maken op fondsen via de subsidie ter <strong>be</strong>vordering van de socio-, culturele en<br />
sportieve ontplooiing<br />
76
Senioren<br />
Aanbod vanuit de sportdienst: wandelen, fietsen, fitheidsgym, hydrobic + <strong>be</strong>kendmaking project petanque<br />
Kortingen: basistarief lager dan voor volwassenenwerking<br />
Personen met een handicap:<br />
Zwemmen aan schooltarief<br />
Integratie in gewone lessen mits voldoende <strong>be</strong>geleiding, door deelnemer zelf te organiseren. Ge<strong>be</strong>urt sporadisch en<br />
volgens aanvraag<br />
Allochtonen<br />
Geen specifieke initiatieven - Huize Tordale:<br />
Huren wekelijks het bad voor schoolzwemmen<br />
Alleen tijdens Vlaamse zwemweek specifieke activiteit voor <strong>be</strong>woners<br />
Nemen deel aan de gezinsfietstochten van de <strong>stad</strong><br />
Verenigingen:<br />
Torhout 1992 KM heeft overeenkomst met serviceclub: tussenkomst in lidgeld mensen die het moeilijk heb<strong>be</strong>n<br />
Initiatief serviceclub (contactpersoon Peter Loeys): Bloso sportkamp voor kinderen met sociale achterstand:<br />
vertrekken gezamenlijk met busje uit Torhout (jaarlijks éénmalig)<br />
Hans Matton: ontvangt in internaat deze zomer groepje kinderen (kansarmen); zoekt mogelijkheden om hen te laten<br />
<strong>be</strong>wegen. Bvb. zwemmen bij ons.<br />
Geen specifieke sportverenigingen in Torhout voor mensen met een fysieke of mentale handicap. Er zijn wel een<br />
aantal verenigingen waar deze mensen terecht kunnen en mee geïntegreerd kunnen worden in de groep.<br />
4.5.3 Gegevens via het participatietraject<br />
Tijdens de gesprekken die gevoerd werden met de mensen uit de <strong>be</strong>oogde doelgroepen werd het <strong>be</strong>grip ‘Cultuur’ ruim<br />
geïnterpreteerd. Er werd ruimer gekeken dan het culturele aanbod an sich. Thema’s die ook aan bod kwamen waren :<br />
samenleven, wijken, …<br />
Tijdens de gesprekken kwamen volgende zaken naar voor :<br />
⇒ Eén van de <strong>be</strong>langrijkste vaststellingen was dat nogal wat mensen vroegen om mogelijkheden om met andere<br />
mensen in contact te komen.<br />
volgens veel mensen moet het lokale <strong>be</strong>leid meer aandacht <strong>be</strong>steden aan alleenstaanden en aan<br />
vereenzaamde personen.<br />
ook moeten er nog meer activiteiten georganiseerd worden met een lage drempel waar je in contact kan komen<br />
met anderen, het bieden van ontmoetingskansen (bijvoor<strong>be</strong>eld ontbijt op de markt)<br />
het stimuleren van wijk- en buurtwerkingen<br />
⇒ deelnemen aan cultuur (producties, cursussen, …) wordt als duur <strong>be</strong>schouwd. Voor velen liggen de prijzen te hoog<br />
en is de drempel van het on<strong>be</strong>kende.<br />
77
⇒ ook hier het <strong>be</strong>lang van een goede communicatie. Vanuit het lokale <strong>be</strong>stuur ge<strong>be</strong>uren er heel wat inspanningen om<br />
het aanbod <strong>be</strong>kend te maken, maar blijkbaar <strong>be</strong>reiken deze inspanningen onvoldoende de doelgroepen.<br />
⇒ de nood aan speelpleintjes voor kinderen kwam ook verschillende keren terug.<br />
4.5.4 SWOT-analyse<br />
Uitgangspunt<br />
In het kader van de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> deden we een SWOT-analyse van het vrijetijdswerkveld<br />
in Torhout om de toekomstmogelijkheden te kunnen <strong>be</strong>palen. We analyseerden systematisch de sterktes, zwaktes,<br />
<strong>be</strong>dreigingen en de kansen van de <strong>be</strong>leidsdomeinen. We <strong>be</strong>perkten ons niet enkel tot de vermelde sociale doelgroepen<br />
(kansarmen, allochtonen, ouderen, mindervalide personen,1-oudergezinnen), maar analyseerden het globale aanbod<br />
voor alle gebruikers en eventuele niet -gebruikers over de <strong>be</strong>leidsdomeinen heen.<br />
Sterktes Zwaktes<br />
- uitgebreid cultureel aanbod zowel naar eigen<br />
programmatie als naar receptief aanbod<br />
- redelijk potentieel publiek in de regio<br />
- centrumfunctie tov kleine gemeenten in de regio<br />
- een sterk onderbouwd verenigingsleven<br />
- technische ondersteuning bij receptieve activiteiten<br />
- eigen aanbod films<br />
- goede <strong>be</strong>reikbaarheid<br />
- financiële inspanningen <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur (incl.<br />
personeel<br />
- vormingsaanbod<br />
- de ligging tov de drie grote steden Brugge, Oostende<br />
en Roeselare<br />
- tekort aan algemeen profiel Torhout<br />
- participatie Torhoutse <strong>be</strong>volking is veel te laag<br />
- participatie lokale netwerken is veel te laag<br />
- promotie en publiciteit<br />
- personeel en <strong>be</strong>schikbare middelen<br />
- efficiëntie en rendement van personeel<br />
- huisstijl<br />
- samenwerking met andere culturele organisaties/<br />
evenementen/.. (Landjuweel, Kunst<strong>be</strong>nde, projecten,<br />
….)<br />
- profilering en keuzes<br />
- nood aan een degelijk tentoonstellings<strong>be</strong>leid met<br />
ruimte voor meer ondersteuning (materieel /<br />
personeel) met een duidelijk onderscheid tussen<br />
eigen en receptieve tentoonstellingen<br />
- CC als organiserende partner (bv Torhout World)<br />
- koppeling met ander <strong>lokaal</strong> cultureel aanbod bv CC<br />
binnen toeristisch aanbod<br />
- geen professionele actoren<br />
- geen professionele communicatie over cultuur in de<br />
regio<br />
- weinig aandacht voor creatie<br />
78
- weinig aandacht voor vernieuwing<br />
- weinig aandacht voor doelgroepen sp. de senioren<br />
- aantrekkingskracht verenigingen naar jongeren toe is<br />
niet groot<br />
- signalisatie in de binnen<strong>stad</strong> en vanuit de<br />
invalswegen naar het Cultuurcentrum<br />
- problemen met infrastructuur bv fauteuils, tekort aan<br />
op<strong>be</strong>rgruimte, akoestiek, directe parkeergelegenheid,<br />
Kansen Bedreigingen<br />
-mogelijkheid tot ontwikkeling als centrum voor het<br />
Houtland op cultureel gebied<br />
- werken naar een kwaliteitsvol aanbod zonder de druk<br />
van massatoerisme of massa-manifestaties<br />
- potentieel aan (jonge) artiesten<br />
- groot potentieel publiek<br />
- de ligging tov de drie grote steden Brugge, Oostende<br />
en Roeselare<br />
- nabijheid van Brugge en de Kust: samenwerking met<br />
de grote huizen<br />
- goede <strong>be</strong>reikbaarheid<br />
- aantal boeiende sites voor projecten<br />
- aanwezigheid van een uitgebreid aanbod<br />
onderwijsvormen én de aanwezigheid van hoger<br />
onderwijs (Katho/Reno)<br />
- <strong>be</strong>dreigende aanwezigheid van de grote steden<br />
Brugge, Oostende en Roeselare<br />
- gebrek aan lange ‘culturele’ visie op termijn<br />
- maatschappelijke desinteresse<br />
- toenemende concurrentie op vele gebieden en in<br />
vele steden<br />
- financiële situatie van Torhout<br />
- vrij zwakke economische opbouw<br />
- toenemende daling van de ledenaantallen van socio-<br />
culturele verenigingen<br />
- toenemende kosten organisaties (uitkoopsommen,<br />
extra’s, …)<br />
Besluitend kan er gesteld worden dat het cultuur<strong>be</strong>leid de komende jaren moet geconcentreerd worden op:<br />
het in stand houden van de <strong>be</strong>staande programmering ten aanzien van de gedane infrastructurele<br />
investeringen én het personeelskader.<br />
het ontwikkelen van de aanwezige sterktes en potenties: de jeugdige en dynamische profilering van de <strong>stad</strong>, de<br />
link naar Torhout als onderwijs<strong>stad</strong>, het historisch patrimonium, de aanwezigheid van een groot potentieel<br />
publiek en de aanwezigheid van dynamische culturele actoren.<br />
79
het ontwikkelen van een dynamisch cultureel leven, o.a. door het <strong>be</strong>waken van een transparante en efficiënte<br />
werking van de <strong>stad</strong>sdiensten, subsidiair aan de werking van het culturele werkveld. Daarbij moet de lokale<br />
overheid synergie tot stand brengen door een voorwaardenscheppend <strong>be</strong>leid te voeren.<br />
het handhaven van het huidig uitgebreid en gevarieerd aanbod, en het uitbreiden van het aanbod hedendaagse<br />
<strong>be</strong>eldende kunst en literatuur. Gemeenschapsvorming is een <strong>be</strong>langrijke leidraad hierbij. Inhoud en praktische<br />
organisatie dienen hand in hand te gaan: toegankelijkheid van exposities (openingsuren museum Torhouts<br />
Aardewerk, Cultuurcentrum, ..) dient her<strong>be</strong>keken te worden.<br />
het ontwikkelen van een <strong>be</strong>tere gecoördineerde en planmatige communicatie (zowel intern als extern) en<br />
promotie. Integraal denken op alle niveaus wordt een <strong>be</strong>langrijk uitgangspunt.<br />
het ondersteunen van het <strong>sociaal</strong>-cultureel vormingswerk. Doelgroepenwerking met name richting jeugd,<br />
senioren en medioren moet duidelijk op de agenda staan. Er is een duidelijke link naar het Lokaal Sociaal<br />
Beleidsplan. De infrastructuur voor de verenigingen moet vanuit de <strong>stad</strong> pro <strong>–</strong> actief <strong>be</strong>naderd worden.<br />
keuzes maken tussen projectmanagement en langdurige evenementen. Een aantal evenementen <strong>be</strong>staan<br />
reeds, moeten worden gecontinueerd en vormen <strong>be</strong>langrijke merktekens in het geheel: de Nacht van<br />
<strong>Vlaanderen</strong>, het Marktproject, Schaamrood, Woodland, Kamermuziek in het Houtland.<br />
de regionale uitstraling van de <strong>stad</strong> met een duidelijke formulering van ambities: Torhout als centrum voor de<br />
regio oefent zijn centrumfuncties uit en versterkt deze. De projectvereniging Ginter kan hierin een interessante<br />
rol spelen.<br />
4.6 KINDEROPVANG<br />
4.6.1 Omschrijving<br />
We moeten streven naar de uitbouw en ondersteuning van een <strong>be</strong>taalbare en kwalitatieve kinderopvang voor ALLE<br />
kinderen en dit in een veilige en pedagogisch verantwoorde opvang. Daarbij moeten we rekening houden met kinderen,<br />
ouders, middelen, personeel en omgeving.<br />
We <strong>be</strong>perken ons in dit luik niet tot <strong>be</strong>paalde doelgroepen maar zoals <strong>be</strong>paald wordt in het Besluit van de Vlaamse<br />
regering van 4 mei 2007, wordt het vroegere <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> kinderopvang volledig geïntegreerd in het Lokaal Sociaal<br />
Beleidsplan.<br />
4.6.2 Omgevingsanalyse :<br />
4.6.2.1 Autonome diensten voor opvanggezinnen<br />
Een onthaalouder kan aangesloten zijn bij een door Kind en Gezin erkende dienst voor opvanggezinnen. De<br />
onthaalouder wordt dan <strong>be</strong>geleid door medewerkers van de dienst. De eerste contacten heb je als ouders met een<br />
medewerker van deze dienst, die je zal voorstellen aan voor jou geschikte onthaalouders. Ook later kan je <strong>be</strong>roep blijven<br />
80
doen op de medewerkers van de dienst, bijvoor<strong>be</strong>eld wanneer er problemen ontstaan. Een onthaalouder vangt de<br />
kinderen bij haar of hem thuis op. Typisch is de huiselijke sfeer die er heerst.<br />
De dagprijs is gekoppeld aan het <strong>be</strong>lastbaar inkomen. De schalen liggen bij ministerieel <strong>be</strong>sluit vast. Ook wordt er<br />
rekening gehouden met het aantal kinderen ten laste.<br />
Aantal diensten Aantal aangesloten onthaalouders Aantal opvangplaatsen<br />
2 14 56<br />
4.6.2.2 Zelfstandige onthaalouders<br />
Een onthaalouder kan <strong>be</strong>slissen zelfstandig te werken en <strong>be</strong>paalt dan zelf welke kinderen opgevangen worden. Het is<br />
rechtstreeks met hem of haar dat je als ouder de opvang regelt. Zelfstandige onthaalouders heb<strong>be</strong>n een attest van<br />
toezicht van Kind en Gezin, wat <strong>be</strong>tekent dat Kind en Gezin er de kwaliteit van controleert.<br />
Zelfstandige onthaalouders in Torhout :<br />
Aantal onthaalouder Aantal opvangplaatsen<br />
2 14<br />
4.6.2.3 Mini-Crèche<br />
Een mini-crèche is een grotere opvangvoorziening. De opvang ge<strong>be</strong>urt niet in privé-ruimtes, maar in lokalen die er<br />
speciaal voor zijn ingericht. De kinderen worden verdeeld in leefgroepen met een <strong>be</strong>perkt aantal kinderen. Er is een<br />
ritme van eten, drinken, vrij spel en georganiseerde activiteiten, waarbij rekening gehouden wordt met de individuele<br />
<strong>be</strong>hoeften van je kind. Een leefgroep heeft zoveel mogelijk vaste <strong>be</strong>geleiders.<br />
Mini-crèches werken autonoom en <strong>be</strong>slissen zelf over de openingsuren en welke kinderen opgevangen worden. Ze<br />
heb<strong>be</strong>n meestal een attest van toezicht van Kind en Gezin. Kind en Gezin controleert of zij aan <strong>be</strong>paalde<br />
kwaliteitsnormen <strong>be</strong>antwoorden.<br />
De openingsuren <strong>–</strong> en dagen liggen vast.<br />
Aantal Minicrèches Aantal opvangplaatsen<br />
5 (op 6 locaties) 88<br />
4.6.2.4 Erkend kinderdagverblijf<br />
Een erkend kinderdagverblijf is een grotere opvangvoorziening. De opvang ge<strong>be</strong>urt niet in privé-ruimtes, maar in lokalen<br />
die er speciaal voor zijn ingericht. De kinderen worden verdeeld in leefgroepen met een <strong>be</strong>perkt aantal kinderen. Er is<br />
een ritme van eten, drinken, vrij spel en georganiseerde activiteiten, waarbij rekening gehouden wordt met de individuele<br />
<strong>be</strong>hoeften van je kind. Een leefgroep heeft zoveel mogelijk vaste <strong>be</strong>geleiders.<br />
81
Kind en Gezin controleert erkende kinderdagverblijven: de openingsuren, de gebouwen, de inrichting, het personeel en<br />
de manier van werken moeten aan <strong>be</strong>paalde kwaliteitsnormen <strong>be</strong>antwoorden. De openingsuren <strong>–</strong> en dagen liggen vast.<br />
Aantal erkende kinderdagverblijven Aantal opvangplaatsen<br />
1 36<br />
4.6.2.5 IBO (Initiatief voor buitenschoolse opvang)<br />
Deze initiatieven organiseren opvang voor kleuters en lagere schoolkinderen, voor en na de schooluren en tijdens<br />
vakantiedagen. De afstand naar en van de verschillende scholen blijft <strong>be</strong>perkt (op iedere wijk is er momenteel een IBO<br />
werkzaam). De opvang ge<strong>be</strong>urt in lokalen die daarvoor speciaal werden ingericht. Het speelgoed, de inrichting en de<br />
activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en de interesses van de kinderen. Na schooltijd kan je kind zich in de opvang<br />
uitleven en mag het kiezen met wat en met wie het speelt.<br />
Aantal IBO’s Aantal opvangplaatsen<br />
3 (op 7 locaties) 222<br />
Er zijn tevens nog 2 scholen die zelf opvang organiseren gemeld bij Kind & Gezin<br />
82
Inplanting van de opvanginitiatieven op het grondgebied van Torhout<br />
4.6.2.6 Andere opvangmogelijkheden<br />
Oppas zieke kinderen<br />
Torhoutse ouders die een oppas zoeken voor een ziek kind thuis kunnen op onderstaande diensten een <strong>be</strong>roep doen.<br />
Bond Moyson<br />
Familiehulp & CM<br />
Onafhankelijk ziekenfonds<br />
83
Sloe<strong>be</strong>r City / Solidariteit voor het Gezin / West-Vlaams Li<strong>be</strong>raal Ziekenfonds<br />
Vzw oppas<br />
Kinderoppasdienst Gezinsbond.<br />
Wie een oppas wil bij de kinderen thuis kan een <strong>be</strong>roep doen op de kinderoppasdienst van de Gezinsbond. De<br />
kinderoppasdienst geeft ouders met kleine kinderen de kans om ontspanning te nemen, boodschappen te doen,<br />
familiale en andere verplichtingen na te komen, kortom van huis weg te kunnen terwijl de kinderen in goede handen zijn.<br />
Een plaatselijke coördinator <strong>be</strong>middelt vrijwillig en <strong>be</strong>langeloos tussen ouders die babysit wensen en kandidaat-babysits,<br />
zorgvuldig geselecteerd en zo goed mogelijk geschoold. De coördinator moet minstens drie à vier dagen op voorhand<br />
worden gecontacteerd. Zo heb<strong>be</strong>n zij tijd genoeg om een babysit te vinden.<br />
De babysits verrichten hun taak op vrijwillige en autonome basis na aanvaarding door het gezin. Het zijn meestal<br />
studerende jongeren, met de <strong>be</strong>perkingen van dien: tijdens examenperiodes en op schooldagen overdag is het niet altijd<br />
mogelijk aan een vraag te voldoen.<br />
Speelpleinwerking<br />
Tijdens de zomervakantie kunnen kinderen en jongeren zich naar hartelust uitleven op domein de Warande.<br />
Per leeftijdsgroep (kleuters <strong>–</strong> lagere school 12+) wordt er elke dag een gevarieerde activiteit aangeboden door ervaren<br />
en <strong>be</strong>zielde monitoren (bv. Koken, <strong>stad</strong>sspel, uitstappen, creamomenten, bosspel, …). We <strong>be</strong>schikken over een<br />
afzonderlijk kleuterdomein waar ook de kleinsten zich thuis voelen.<br />
Aantal opvangplaatsen<br />
250<br />
Jeugdwerk<br />
:<br />
In Torhout zijn er een 10-tal jeugd<strong>be</strong>wegingen actief. Kinderen vanaf 6 jaar kunnen aan de werking deelnemen. Tijdens<br />
de zomervakantie organiseren zij als afsluiter van hun werkjaar meestal een kamp. De duur varieert van 3 à 4 dagen tot<br />
10 dagen.<br />
Een overzicht van alle jeugdverenigingen is te verkrijgen op de stedelijke jeugddienst.<br />
Sportkampen<br />
Wij willen kleuters via sportdagen een leuke vakantie geven door hen op een actieve manier aan het <strong>be</strong>wegen te zetten.<br />
Tijdens de activiteiten, waar met veel en leuk materiaal gewerkt wordt, ontdekken ze hun eigen kunnen en leren ze hun<br />
grenzen te verleggen.<br />
Aan de kinderen van de lagere school bieden wij sportieve vakanties aan waar telkens weer een andere sport te<br />
ontdekken valt. Klassiekers zoals zwemmen, estafettes, hockey en andere leuke activiteiten worden aangeboden in<br />
84
combinatie met nieuwe of andere sporten. Kinderen kijken er alvast naar uit om samen met hun vriendjes een leuke<br />
sportieve vakantie te mogen <strong>be</strong>leven.<br />
Aantal opvangplaatsen<br />
90<br />
Activiteiten op de Kinderboerderij<br />
Op woensdagnamiddag is er de KIBOECLUB vanaf 13u tot 16u. De kinderen helpen mee op de boerderij. Dat kan zijn:<br />
dieren voederen, hokken schoonmaken, de serre aanplanten of onderhouden, wieden, producten van de hoeve<br />
verwerken, dieren verzorgen, enz. Tijdens de pauze is er voor de kinderen een hapje en een drankje voorzien.<br />
In het groot verlof zijn er vier BOERDERIJKAMPEN, in het paasverlof is er één. De kinderen van Torhout krijgen de<br />
eerste kans om in te schrijven, namelijk vanaf nieuwjaar. Pas vanaf het paasverlof kunnen niet-Torhoutse kinderen<br />
inschrijven voor de kampen van juli en augustus. De kinderen proeven, ruiken, voelen en zien wat er zo allemaal op een<br />
boerderij te <strong>be</strong>leven valt. Er wordt gekookt, gebakken en geknutseld. Ze werken dagelijks op de boerderij.<br />
Aantal opvangplaatsen<br />
25<br />
4.6.2.7 Opvangmogelijkheden naar doelgroepen toe<br />
Momenteel is er weinig initiatief naar de doelgroepen toe. Hierna een <strong>be</strong>knopte <strong>be</strong>schrijving per doelgroep.<br />
Personen met een handicap<br />
Er zijn enkele onthaalouders waar kinderen met een handicap terecht kunnen.<br />
Geen specifieke initiatieven<br />
Allochtonen<br />
Deze mensen komen vaak terecht bij opvanginitiatieven die het tarief volgens <strong>be</strong>lastbaar inkomen <strong>be</strong>palen, indien ze de<br />
weg naar de opvang vinden.<br />
Geen specifieke initiatieven.<br />
Kansarmen<br />
Ook hier zien we dat de mensen hoofdzakelijk hun weg vinden naar opvanginitiatieven die het tarief <strong>be</strong>palen op basis<br />
van het <strong>be</strong>lastbaar inkomen.<br />
De IBO ’s in Torhout bieden een <strong>sociaal</strong> tarief aan, aan mensen die het niet breed heb<strong>be</strong>n indien ze voldoen aan de<br />
gestelde voorwaarden. Ook de diensten voor opvanggezinnen en de erkende kinderdagverblijven houden rekening met<br />
de inkomens.<br />
85
Senioren<br />
Een aantal senioren neemt de zorg voor hun kleinkinderen op. We heb<strong>be</strong>n echter geen idee over hoeveel mensen het<br />
hier gaat.<br />
Geen specifieke initiatieven.<br />
4.6.3 Gegevens via participatietraject<br />
Er blijken weinig opvangmogelijkheden na 19 uur te zijn in de streek. O.a. mensen die in de horeca werken heb<strong>be</strong>n hier<br />
een probleem.<br />
De opvang in het weekend is voor de mensen die een laag inkomen heb<strong>be</strong>n vaak te duur.<br />
De babysitdienst van de Gezinsbond is enkel toegankelijk voor leden en te duur volgens de participanten. Er wordt<br />
meestal hulp gezocht bij familie of vrienden.<br />
De mensen zijn heel tevreden over opvanginitiatieven waar het tarief <strong>be</strong>paald wordt aan de hand van het inkomen.<br />
Sommige allochtone mensen sturen hun kinderen in de vakantie toch naar de opvang omdat het kind daar Nederlands<br />
kan praten.<br />
Sommige werkelozen heb<strong>be</strong>n geen opvang nodig, ze zijn toch thuis.<br />
De vakantieperiode blijkt voor sommige alleenstaande personen een probleem te vormen, zeker als hun opvanginitiatief<br />
5 weken sluit. Er zou meer informatie moeten komen waar mensen tijdens verlofperiodes terecht kunnen met hun<br />
kinderen.<br />
Men is heel tevreden over de speelpleinwerking enkel het vervoer blijkt soms voor problemen te zorgen<br />
4.6.4 SWOT-analyse :<br />
In het kader van de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> deden we een SWOT-analyse van het opvanglandschap<br />
in Torhout om de toekomstmogelijkheden te kunnen <strong>be</strong>palen. We analyseerden systematisch de sterktes, zwaktes,<br />
<strong>be</strong>dreigingen en de kansen van het <strong>be</strong>leidsdomein ‘kinderopvang’. We <strong>be</strong>perkten ons niet enkel tot de vermelde sociale<br />
doelgroepen (kansarmen, allochtonen, ouderen, mindervalide personen,1-oudergezinnen), maar analyseerden het<br />
globale aanbod voor alle gebruikers en eventuele niet-gebruikers.<br />
Sterktes Zwaktes<br />
- Dynamische adviesraad - <strong>lokaal</strong> overleg<br />
Kinderopvang<br />
- Groot aanbod (ook op vlak van vrije tijd)<br />
aanwezig in Torhout<br />
- Aanbod op de verschillende wijken (=<br />
gedecentraliseerd)<br />
- Te weinig communicatie tussen verschillende<br />
diensten (<strong>stad</strong>sdiensten, scholen, OCMW,<br />
CAW, scholen, andere initiatieven,…)!<br />
- Kinderopvang <strong>be</strong>perkt vanuit regelgeving tot<br />
12 jaar. Al dan niet uit te breiden?<br />
- Vervoer en veilig verplaatsen van kinderen -<br />
86
- Grote tevredenheid over de <strong>be</strong>staande<br />
opvang ( tevredenheidsonderzoek<br />
Mezennestje, BKO’s)<br />
- Tegenwoordig zijn de kinderen mondiger: Dit<br />
biedt mogelijkheden naar kinderinspraak (zie<br />
ook <strong>be</strong>dreigingen)<br />
- Sociaal tarief <strong>be</strong>schikbaar maar verwarring<br />
met verminderd tarief van de jeugddienst<br />
- Groeiende <strong>be</strong>volking: nieuw, vers bloed<br />
- Er is een samenwerkingsoverleg tussen de<br />
verschillende opvanginitiatieven<br />
- Er zijn verschillende organiserende <strong>be</strong>sturen<br />
- Compact <strong>stad</strong>scentrum<br />
- In sommige initiatieven is er doorstroming<br />
mogelijk van voorschoolse opvang naar BKO<br />
- Gedrevenheid van de <strong>be</strong>staande initiatieven<br />
- Relatief jonge opvanginitiatieven<br />
link met mobiliteit<br />
- Opvang is duur<br />
- Geen aanbod m.b.t. acute of urgentie-<br />
opvang: cfr. solliciteren<br />
- Weinig aanbod m.b.t. flexi<strong>be</strong>le opvang (vb.<br />
ploegensysteem opvang nodig van 6.00u ’s<br />
morgens of tot 21.00u, vb. waar naartoe als<br />
dagmoeder ziek is?), te weinig en gebrekkige<br />
info hierover.<br />
- Minimum aan personeel <strong>–</strong> probleem bij<br />
ziektes<br />
- Gezamenlijke sluitingsperiode van<br />
verschillende initiatieven<br />
- Versnipperde organiserende <strong>be</strong>sturen (vzw’s,<br />
<strong>stad</strong>, scholengroep, particulieren,…) en<br />
versnippering van informatie<br />
- Beperkt aantal opvangplaatsen met lange<br />
wachtlijsten (voorschoolse opvang)<br />
- Flexi<strong>be</strong>lere werktijden ouders (ouders werken<br />
meer deeltijds: gevolg: minder continuïteit in<br />
opvang, pieken op di en do, dal op woensdag<br />
omdat meeste ouders dan thuis zijn, KO moet<br />
<strong>be</strong>schikbare capaciteit verspreiden)<br />
- Te lange wachtlijsten, te weinig plaatsen<br />
- Te weinig aanbod voor +12-jarigen (moeilijk<br />
te vatten doelgroep door maatschappelijke<br />
context)<br />
- Weinig tot geen integratie met andere<br />
<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen<br />
- Verzuiling merkbaar vb. <strong>be</strong>paalde<br />
mutualiteiten doen opvang zieke kinderen;<br />
verschillende manier van werken, lid zijn vaak<br />
noodzakelijk,…<br />
- Personeel te weinig geschoold om om te<br />
gaan met minder-validen en andere<br />
doelgroepen (vb kinderen met adhd,<br />
autisme,…)<br />
- Hoge drempel voor doelgroepen (=kans)<br />
87
- Te weinig zicht op de noden van de MBB’s<br />
- Sociaal tarief onvoldoende gekend +<br />
verwarring met verminderd tarief ( taak<br />
OCMW)<br />
Kansen Bedreigingen<br />
- Witte vlekken in voorschoolse opvang: zie<br />
bijlage<br />
- CKO (Centra Kinderopvang) met o.a. link<br />
naar <strong>sociaal</strong> huis<br />
- Vernieuwingen in de kinderopvang<br />
- Sociaal tarief uitbreiden naar andere<br />
opvanginitiatieven (analyse van het aantal<br />
uitgereikte pasjes) - + verwarring wegwerken<br />
rond verminderd tarief jeugddienst<br />
- Ouderparticipatie<br />
- Kinderen met een handicap (Analyse: vooral<br />
nood aan opvang in vakantieperiodes of niet?<br />
Link met Oranje Brugge?)<br />
- Analyse van vervoer en veiligheid: Link naar<br />
mobiliteit<br />
- KO uitbreiden voor kinderen +12 jaar<br />
- Aanpakken personeelsprobleem door vlinder<br />
tussen de verschillende opvanginitiatieven<br />
onderling te voorzien<br />
- Oplossing vinden voor sluitingsperiode van<br />
verschillende initiatieven <strong>–</strong> opdracht CKO’s<br />
- Er is nood aan opvoedingsondersteuning en<br />
gezins<strong>be</strong>geleiding<br />
- Decreet voor opvoedingsondersteuning<br />
- Integratie met andere <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen via<br />
<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong><br />
- Kinderparticipatie en kinderinspraak<br />
- Optimaliseren van de kwaliteit<br />
- Toegankelijk maken voor mensen met minder<br />
<strong>be</strong>hartigde <strong>be</strong>langen (MBB’s) <strong>–</strong><br />
drempelverlagend werken<br />
- Steeds wijzigende subsidiëring vanuit<br />
verschillende instanties vb FCUD,<br />
Kind&Gezin, tewerkstelling,…<br />
- Recente initiatieven krijgen erkenning maar<br />
geen financiële middelen<br />
- 1-oudergezinnen nemen toe, daling van<br />
aantal kerngezinnen (continuïteit en stabiliteit<br />
ontbreekt vaak voor kinderen, meer partners<br />
in opvoeding, meer nood aan<br />
opvoedingsondersteuning)<br />
- Steeds strenger wordende reglementeringen<br />
(o.a. vervoer, speeltoestellen, voedsel-<br />
inspectie, ontsmetten speelgoed, <strong>be</strong>djes,<br />
subsidiëring,…). Hogere verantwoordelijkheid<br />
en aansprakelijkheid.<br />
- Ouders worden steeds veeleisender (hoge<br />
verwachtingen van ouders naar<br />
Kinderopvang, scholen, CLB’s,… op vlak van<br />
opvoedingsondersteuning (zie ook OW:<br />
zorgcoördinatoren: mensen zoeken en eisen<br />
steeds vaker hulp/ positief is wel dat<br />
communicatie tussen scholen en ouders stijgt<br />
en ook positief voor kind zelf)<br />
- Veeleisende kinderen (verzadiging bij veel<br />
kinderen; vinden niets nog een uitdaging)<br />
- Versnippering van alle initiatieven <strong>be</strong>moeilijkt<br />
o.a. communicatie<br />
- Veel administratie (papier=kwaliteit??)<br />
- Veranderingen maatschappelijke<br />
ontwikkelingen<br />
88
- Personeel van initiatieven kunnen eigen<br />
kinderen meenemen tijdens werk (link<br />
tewerkstelling)<br />
- Zicht krijgen op de noden van de MBB’s<br />
- Participatietraject MBB’s<br />
5. STRATEGISCHE & OPERATIONELE DOELSTELLINGEN + ACTIES<br />
5.1 WOONBELEID :<br />
5.1.1 Strategische doelstellingen<br />
5.1.1.1 Iedere inwoner van Torhout kan over een kwalitatieve woning <strong>be</strong>schikken binnen zijn of haar financiële<br />
mogelijkheden.<br />
5.1.1.2 Informatie en dienstverlening m.b.t wonen op een vlotte manier voor iedereen <strong>be</strong>reikbaar moet zijn<br />
zonder dat daarvoor van hot naar her moet gelopen worden. Deze tweede doelstelling kan op eenvoudige wijze<br />
gerealiseerd worden door de informatiebronnen en de dienstverlenende instanties te bundelen. Een mogelijkheid<br />
<strong>be</strong>staat erin om de verschillende diensten te centraliseren op één locatie. De diensten kunnen hun autonomie <strong>be</strong>houden<br />
maar de burger hoeft zich slechts naar 1 locatie te <strong>be</strong>geven. Bijkomend voordeel is dat er een regelmatig (dagelijks)<br />
contact is tussen de verschillende diensten en instanties. Dit vergt een andere <strong>be</strong>nadering dan tot nu toe gebruikelijk is<br />
(bvb. wie stelt het gebouw ter <strong>be</strong>schikking, hoe worden de vaste kosten verdeeld, … etc.). Indien dit niet haalbaar is zou<br />
ook gewerkt kunnen worden met vaste zitdagen en/of <strong>–</strong>avonden (bvb. in het <strong>stad</strong>huis).<br />
De informatie en een aantal basishandelingen moeten ook toegankelijkheid gemaakt worden via e-loket.<br />
5.1.1.3 De verschillende initiatieven moeten mekaar versterken. Daarvoor moeten de initiatieven op mekaar worden<br />
afgestemd. Dub<strong>be</strong>l werk moet vermeden worden. Het subsidiariteitprincipe kan daarbij toegepast worden, t.t.z dat<br />
iedereen datgene doet waarvoor hij/zij het <strong>be</strong>st geplaatst is.<br />
Om deze basisdoelstellingen te realiseren kan het nodig dat flankerende maatregelen zoals woon-en budget<strong>be</strong>geleiding,<br />
grond- en panden<strong>be</strong>leid, crisisopvang, … etc. genomen worden.<br />
Ook de privé kan een <strong>be</strong>langrijke taak vervullen door bvb. eigenaars ertoe aan te zetten om woningen ter <strong>be</strong>schikking te<br />
stellen van de sociale doelgroepen (via het SVK, de sociale bouwmaatschappijen, de <strong>stad</strong>, … etc.).<br />
89
5.1.2 Operationele doelstellingen<br />
5.1.2.1 Eén wachtlijst voor sociale woningen:<br />
Eén wachtlijst voor kandidaat huurders verdient de voorkeur. Hoe men dit in de praktijk realiseert is niet direct duidelijk.<br />
Een <strong>be</strong>langrijke voorwaarde is dat de autonomie van de maatschappijen niet in het gedrang komt en dat de mogelijkheid<br />
om personen te weigeren blijft <strong>be</strong>staan (weliswaar gemotiveerd t.a.v de inventaris<strong>be</strong>heerder). In feite gaat het om een<br />
centrale inventaris met kandidaat huurders <strong>be</strong>heerd door 1 inventaris<strong>be</strong>heerder. Het is aangewezen dat de <strong>be</strong>trokken<br />
sociale bouwmaatschappijen i.c De Mandel en Interbrugse, het SVK en de <strong>stad</strong> daaromtrent apart vergaderen. Als<br />
coördinator van dergelijke projecten kan de <strong>stad</strong> daarvoor het initiatief nemen.<br />
5.1.2.2 Uitwerken van een éénloketsysteem<br />
Het éénloket systeem kan een oplossing bieden voor het probleem van de toegankelijkheid tot informatie en dub<strong>be</strong>l<br />
werk kan vermijden. Vraag is hoever men daarin wil en kan gaan. In een eerste fase kan bvb. gewerkt worden met vaste<br />
zitdagen. In een latere fase kan cf. De Werkwinkel bvb. onder het statuut van een vzw gewerkt worden met een raad<br />
van <strong>be</strong>stuur en een aantal vaste medewerkers. Ook een autonoom gemeente<strong>be</strong>drijf <strong>be</strong>hoort tot de mogelijkheden. Het<br />
blijft een <strong>be</strong>leidskeuze waarbij o.m de financiële haalbaarheid van het project een rol zal spelen. Opdat het <strong>be</strong>leid een<br />
keuze zou kunnen maken is het aangewezen een voorstel uit te werken en de kostprijs te ramen (werkingskosten,<br />
personeelskosten, … etc.). Op korte termijn kan reeds in kaart gebracht worden wat momenteel de activiteiten van de<br />
Woonwinkel, het SVK en de Huisvestingsdienst van de <strong>stad</strong> zijn. Waar er overlappingen zijn en welke hiaten er zijn.<br />
5.2 TEWERKSTELLING<br />
5.2.1 Strategische doelstellingen<br />
5.2.1.1 Op het vlak van de dienstverlening<br />
• Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de werkwinkel: basisdienstverlening VDAB en<br />
traject<strong>be</strong>geleiding in functie van kansengroepen<br />
5.2.1.2 Op het vlak van opleiding en werkervaring<br />
• Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van opleiding en werkervaring in functie van kansengroepen<br />
5.2.1.3 Op het vlak van het aanbod van ar<strong>be</strong>id<br />
• Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de lokale sociale economie in functie van ar<strong>be</strong>id voor<br />
kansengroepen<br />
• Sociale inclusie van specifieke kansengroepen door middel van ar<strong>be</strong>idszorg<br />
• Inschakelen kansengroepen in het kader van lokale diensten (cfr. nieuw decreet diensteneconomie)<br />
90
5.2.1.4 Op het vlak van overleg en participatie<br />
• Coördinatie, opvolging en verdere uitbouw van het Forum Lokale Werkgelegenheid<br />
• Als gemeente binnen regio Brugge verder afstemming zoeken met regionaal overleg<br />
5.2.2 Operationele doelstellingen<br />
5.2.2.1 Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de werkwinkel: basisdienstverlening VDAB en<br />
traject<strong>be</strong>geleiding in functie van kansengroepen (dienstverlening - strategische doelstelling 1)<br />
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 Vanuit werkwinkel Torhout instaan voor de coördinatie en de<br />
goede gang van zaken voor wat <strong>be</strong>treft de dienstverlening op<br />
het vlak van opleiding en tewerkstelling t.a.v. alle Torhoutse<br />
werkzoekenden, en meer specifiek de kansengroepen.<br />
2 De werking en het aanbod van werkwinkel Torhout nog meer<br />
<strong>be</strong>kendmaken, vooral dan ten aanzien van werkgevers.<br />
3 Het nieuwe systeem van ‘teamwerking’ bij de VDAB zo efficiënt<br />
mogelijk implementeren en aanwenden in de werking van de<br />
werkwinkel Torhout. Een aantal VDAB-diensten (zoals IBO-cel,<br />
vacaturelijn…) zullen immers een meer lokale in<strong>be</strong>dding krijgen.<br />
4 Het nieuwe systeem van ‘teamwerking’ bij de VDAB voorziet<br />
voor regio Torhout en ommeland (Beernem, Oostkamp en<br />
Zedelgem) een teamchef die mogelijks ook de taak van<br />
vestigingsverantwoordelijke op zich zal nemen. Vanuit het<br />
Dagelijks Bestuur van de werkwinkel zal hieromtrent in het<br />
najaar van 2007 een <strong>be</strong>slissing moeten genomen worden.<br />
5 Het OCMW van Torhout blijft verder via de Dienst<br />
Tewerkstelling (traject<strong>be</strong>geleiding) voltijds aanwezig in de<br />
werkwinkel, rekening houdende met de gemaakte doelgroep- en<br />
capaciteitsafspraken.<br />
6 Het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) blijft verder<br />
voltijds aanwezig in de werkwinkel, rekening houdende met de<br />
gemaakte doelgroep- en capaciteitsafspraken.<br />
7 De dienst Ar<strong>be</strong>idsTrajectBegeleiding (ATB) blijft verder via zijn<br />
zitdagen aanwezig in de werkwinkel, rekening houdende met de<br />
gemaakte doelgroep- en capaciteitsafspraken.<br />
8 Opstellen van een nieuwe lokale samenwerkingsovereenkomst<br />
(LSO) tussen de diverse partners in de werkwinkel van Torhout<br />
VDAB Partners lokale<br />
werkwinkel: PWA,<br />
OCMW, ATB,<br />
Yambo…<br />
VDAB Partners lokale<br />
werkwinkel<br />
VDAB Partners lokale<br />
Dagelijks Bestuur<br />
werkwinkel<br />
OCMW / sociale<br />
dienst<br />
Stad Torhout /<br />
RVA<br />
ATB<br />
werkwinkel<br />
Partners lokale<br />
werkwinkel die<br />
voltijds aanwezig<br />
zijn: VDAB, PWA<br />
en OCMW/<strong>lokaal</strong><br />
<strong>be</strong>stuur<br />
Vertegenwoordi-<br />
ging <strong>stad</strong>, sociale<br />
partners (wn/wg)<br />
VDAB Partners lokale<br />
werkwinkel<br />
91
9 Andere derden (zoals het Huis van het Nederlands) de kans<br />
geven om, na goedkeuring en eventuele richtlijnen van het<br />
Dagelijks Bestuur, een zitdag te houden in de werkwinkel<br />
teneinde het dienstverleningsaanbod te ver<strong>be</strong>teren.<br />
Dagelijks Bestuur<br />
werkwinkel<br />
Partners lokale<br />
werkwinkel die<br />
voltijds aanwezig<br />
10 Infopunt voor niet-<strong>be</strong>taalde ar<strong>be</strong>id Stand van zaken provincie nagaan<br />
5.2.2.2 Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van opleiding en werkervaring in functie van<br />
kansengroepen (opleiding en werkervaring - strategische doelstelling 2)<br />
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 Het huidige aanbod inzake werkervaringscontracten (wepplus)<br />
bij <strong>stad</strong> Torhout <strong>be</strong>houden en indien opportuun uitbreiden.<br />
2 Het huidige aanbod inzake sociale tewerkstelling (art.60§7) via<br />
het OCMW Torhout <strong>be</strong>houden en indien opportuun uitbreiden.<br />
Werkervaring en doorstroming moeten daarbij essentieel zijn.<br />
3 Bestendigen van het actuele PWA-aanbod (via PWA-cheques)<br />
en waar nodig uitbreiden (bv. bij vzw’s, tuinbouwers).<br />
4 De federale visie en plannen omtrent de toekomst van het PWA<br />
goed opvolgen teneinde tijdig te kunnen inspringen op eventuele<br />
mogelijkheden of lacunes op het vlak van werkervaring en/of<br />
opleiding.<br />
5 Verder actief gebruik maken van het VDAB-opleidingsaanbod of<br />
andere opleidingsverstrekkers in Torhout, Brugge, Roeselare<br />
e.a. Waar mogelijk en haalbaar het aanbod naar Torhout halen<br />
<strong>–</strong> hoewel de groep werkzoekenden daartoe meestal té klein is <strong>–</strong><br />
of via de LPP (lokale projectprogrammatie) een extra aanbod<br />
voorzien.<br />
6 Afstemming van onderwijs en <strong>be</strong>drijfsleven (doelstelling 6 van<br />
het Streekpact RESOC Brugge) door o.a. een promotie van het<br />
technisch en <strong>be</strong>roepsonderwijs.<br />
zijn.<br />
Stad Torhout VDAB<br />
OCMW / sociale<br />
dienst<br />
PWA Particulieren, vzw<br />
PWA Partners Forum<br />
VDAB, andere<br />
verstrekkers<br />
lokale werkgele-<br />
genheid<br />
RESOC Brugge Basis-, secundaire<br />
en hogescholen,<br />
CLB, VDAB,<br />
werknemers- en<br />
werkgevers-<br />
organisaties…<br />
5.2.2.3 Coördinatie, afstemming en verdere uitbouw van de lokale sociale economie in functie van ar<strong>be</strong>id voor<br />
kansengroepen (aanbod van ar<strong>be</strong>id - strategische doelstelling 3)<br />
92
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 De diverse partners in de werkwinkel van Torhout moeten<br />
blijvend oog heb<strong>be</strong>n voor de situatie en problematiek van de<br />
Torhoutse werkzoekenden. Tijdens overlegvergaderingen en<br />
fora moet dit samen met de werkloosheidscijfers (via Arvastat)<br />
leiden tot zinvolle antwoorden. Sociale economie kan één van<br />
de antwoorden zijn.<br />
2 Het OCMW van Torhout blijft verder het kringloopcentrum<br />
Midden-West-<strong>Vlaanderen</strong>, en dan meer specifiek de afdeling in<br />
Torhout, ondersteunen met een voltijds personeelslid.<br />
3 Het OCMW van Torhout zoekt naar de nodige oplossingen om<br />
de sociale koerierdienst (booschappendienst, mobiliteitsservice,<br />
klusjesdienst, aanvullende thuishulp, voedselproject) structureel<br />
in te <strong>be</strong>dden. Concreet vervalt de KBS-financiering vanaf maart<br />
’08 en wordt de SKD gekaderd in het nieuwe decreet omtrent de<br />
lokale diensteneconomie.<br />
4 Het PWA van Torhout levert verder de nodige inspanningen op<br />
het vlak van sociale economie. In eerste instantie tracht het<br />
PWA de lopende projecten te <strong>be</strong>stendigen, met name ’t Leegtje<br />
(fietsenproject aan het station) en het diensten<strong>be</strong>drijf Blink vzw<br />
(poets en strijk).<br />
5 Opstart en uitbouw van een ontmoetingsruimte. Het concept<br />
verder uitwerken en <strong>be</strong>spreken in de komende fora lokale<br />
werkgelegenheid. Ondertussen levert een 3 de jaars stagiaire<br />
maatschappelijk werk in het OCMW vanaf het najaar ‘07 een<br />
stuk voor<strong>be</strong>reidend (verkennings)werk.<br />
6 Uitbouwen van het <strong>be</strong>staande <strong>be</strong>drijventerrein te Torhout mét<br />
voldoende oog voor tewerkstelling van kansengroepen.<br />
7 Bij de realisatie van een regionaal <strong>be</strong>drijventerrein (langs de<br />
Roeselaarseweg), ten vroegste binnen drie jaar, voldoende oog<br />
heb<strong>be</strong>n voor bijkomende tewerkstellingsplaatsen met kansen op<br />
werk voor iedereen (doelstelling 7 Streekpact RESOC Brugge).<br />
Bij de uitbouw van een regionaal <strong>be</strong>drijventerrein alvast rekening<br />
houden met de volgende aandachtspunten:<br />
mogelijkheden t.a.v. de <strong>be</strong>drijven op het vlak van<br />
dienstverlening zoals catering, vergaderruimte, refter,<br />
strijkservice, bode, conciërge, onderhoud groen…?<br />
Diverse partners<br />
in de werkwinkel<br />
OCMW<br />
OCMW / sociale<br />
dienst<br />
PWA Vertegenwoordi-<br />
ging <strong>stad</strong>, sociale<br />
partners<br />
OCMW Stad, Tordale,<br />
Stad Torhout als<br />
Lokaal <strong>be</strong>stuur<br />
Stad Torhout als<br />
<strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur<br />
PWA…<br />
Partners<br />
werkwinkel<br />
Partners<br />
werkwinkel en<br />
forum LWW<br />
93
nood aan opleidingen op maat van <strong>be</strong>drijfsnoden?<br />
interessant om tijdelijk een tewerkstellingsmanager aan<br />
te werven om <strong>be</strong>drijven aan te trekken?<br />
acties rond jobcoaching (cfr. Streekpact)<br />
8 Bij de verdere uitbouw van lokale (sociale) economie rekening<br />
houden met en optimaliseren van ar<strong>be</strong>idsondersteunende<br />
voorwaarden: kinderopvang, mobiliteit, vorming, gezinsonder-<br />
steunende dienstverlening… (cfr. Streekpact, 2 de maatregel bij<br />
doelstelling 7)<br />
Lokaal <strong>be</strong>stuur Betrokken<br />
partners<br />
5.2.2.4 Sociale inclusie van specifieke kansengroepen d.m.v. ar<strong>be</strong>idszorg (aanbod van ar<strong>be</strong>id - strategische<br />
doelstelling 4)<br />
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 Ar<strong>be</strong>idszorg via <strong>be</strong>staande sociale economie intiatieven in en<br />
rond Torhout <strong>be</strong>stendigen<br />
2 Experiment ar<strong>be</strong>idszorg via <strong>be</strong>schutte werkplaatsen opvolgen en<br />
na de ‘experimentenfase’ evalueren.<br />
Sociale<br />
werkplaatsen<br />
OptimaT, Tordale<br />
OC, SOBO, WOK<br />
Loca Labora…<br />
T.A.Z.<br />
(Toegangspoort<br />
Ar<strong>be</strong>idsZorg)<br />
5.2.2.5 Inschakelen kansengroepen in het kader van lokale diensten - cfr. nieuw decreet diensteneconomie <strong>–</strong><br />
(aanbod van ar<strong>be</strong>id - strategische doelstelling 5)<br />
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 Het OCMW van Torhout vervult als <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur de regierol<br />
voor de (verdere) uitbouw van de lokale diensteneconomie<br />
2 Het Forum lokale werkgelegenheid brengt jaarlijks advies uit<br />
omtrent de ontwikkeling, uitbouw en evolutie van de lokale<br />
diensteneconomie<br />
3 Structurele in<strong>be</strong>dding van de Sociale Koerierdienst (momenteel<br />
KBS-project) obv nieuw decreet lokale diensteneconomie<br />
4 Structurele in<strong>be</strong>dding van het fietsenproject ’t Leegtje obv nieuw<br />
decreet lokale diensteneconomie<br />
Lokaal <strong>be</strong>stuur Diverse diensten,<br />
Forum LWW<br />
OCMW / sociale<br />
dienst<br />
Stad Torhout/<br />
PWA<br />
5 Bestendiging en verdere uitbouw diensten<strong>be</strong>drijf Blink vzw Stad Torhout/<br />
PWA<br />
organisaties<br />
Vertegenwoordi-<br />
ging <strong>stad</strong>/ sociale<br />
partners<br />
6 Voldoende overleg en feedback tussen de diverse partners in de Vestigings- Alle partners in<br />
94
werkwinkel omtrent vacatures en plaatsingen in lokale diensten,<br />
en dit met het oog op een efficiënte toeleiding.<br />
7 Bij de uitbouw van een regionaal <strong>be</strong>drijventerrein nagaan wat de<br />
mogelijkheden zijn op het vlak van diensteneconomie (bv. strijk-<br />
service, catering, groenonderhoud…) met het oog op extra jobs<br />
voor de kansengroepen.<br />
verantwoordelijke de werkwinkel<br />
OCMW als <strong>lokaal</strong><br />
<strong>be</strong>stuur<br />
PWA en<br />
desgewenst de<br />
overige partners<br />
in de werkwinkel<br />
5.2.2.6 Coördinatie, opvolging en verdere uitbouw van het Forum Lokale Werkgelegenheid (overleg en<br />
participatie - strategische doelstelling 6)<br />
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 Het Forum lokale werkgelegenheid minstens driemaal per jaar<br />
samenbrengen met het oog op constructieve discussies en de<br />
(eventueel) daaruit vloeiende <strong>be</strong>leidsvoorstellen/adviezen.<br />
Nieuwe<br />
vestigings-<br />
verantwoordelijke<br />
Partners<br />
werkwinkel<br />
5.2.2.7 als gemeente binnen regio Brugge verder afstemming zoeken met regionaal overleg (overleg en<br />
participatie - strategische doelstelling 7)<br />
Operationele doelstellingen Uitvoerder Partners<br />
1 Actief participeren en samenwerken met de <strong>be</strong>staande regionale<br />
structuren zoals RESOC (Regionaal Sociaal-Economisch<br />
Overlegcomité), SERR (Sociaal Economische Raad van de<br />
Regio), PWK (Permanente Werkgroep Kansengroepen), ROD<br />
(Regionaal Overleg Derden), …<br />
5.3 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING<br />
5.3.1 Gezondheid<br />
5.3.1.1 Strategische doelstellingen<br />
Lokaal <strong>be</strong>stuur /<br />
OCMW /<br />
vestigings-<br />
verantwoordelijke<br />
werkwinkel<br />
Enerzijds willen we het <strong>be</strong>houd van gezondheid stimuleren en ‘ziekte’ voorkomen door preventief te werken, ook bij de<br />
sociale doelgroepen.<br />
Anderzijds willen we de aanwezigheid van ‘ziekte’ <strong>be</strong>handelen, verplegen en verzorgen door de toegang tot de<br />
<strong>be</strong>staande curatieve gezondheidsdiensten te vergroten (drempelverlagend werken) en de dienstverlening op zich uit te<br />
breiden en af te stemmen op de <strong>be</strong>hoeften van de sociale doelgroepen. Dit vertaalt zich in volgende prioriteiten :<br />
95
Prioriteit 1 : toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten rond lichamelijke, geestelijke gezondheid en psychosociale<br />
gezondheid verruimen<br />
Prioriteit 2: preventief werken, ook bij sociale doelgroepen, om het <strong>be</strong>houd van gezondheid (zowel lichamelijk<br />
als geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong> wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en ziekte te voorkomen<br />
5.3.1.2 Operationele doelstellingen<br />
5.3.1.2.1 toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten rond lichamelijke, geestelijke gezondheid en psychosociale<br />
gezondheid verruimen (strategische doelstelling 1)<br />
De <strong>be</strong>kendheid van de diensten onder mekaar verhogen.<br />
De <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij de <strong>be</strong>volking en bij de sociale doelgroepen verhogen = drempelverlagend<br />
werken (binnen het concept <strong>sociaal</strong> huis).<br />
5.3.1.2.2 preventief werken, ook bij sociale doelgroepen, om het <strong>be</strong>houd van gezondheid (zowel lichamelijk als<br />
geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong> wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en ziekte te voorkomen (strategische doelstelling 2)<br />
Bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden verder zetten en blijven onderhouden i.s.m. CGG, Logo,<br />
provincie West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
• drug<strong>be</strong>leid, griepvaccinaties, prostaatkanker.<br />
Het <strong>sociaal</strong> isolement van kansarme groepen en alleenstaanden doorbreken en gezondheid stimuleren.<br />
Creëren van een ontmoetingsplaats voor kansarmen met daaraan informatieve en vormingsmomenten rond<br />
gezondheid (rond gezonde voeding, <strong>be</strong>wegen, <strong>be</strong>kendmaking curatieve gezondheidsdiensten, …) gekoppeld.<br />
Mee realiseren van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen in samenwerking met het LOGO en de LOGO-<br />
partners.<br />
• Tabakspreventie<br />
20% van de populatie is jonger dan 18 jaar. Een groot deel van de jongeren gaat naar school in Torhout<br />
en maakt gebruik van lokale verenigingen. De <strong>stad</strong> stimuleert het opzetten van een tabakspreventie<strong>be</strong>leid<br />
in scholen en jeugdverenigingen (zie drug<strong>be</strong>leid van de <strong>stad</strong> Torhout).<br />
Een groot deel van de <strong>be</strong>roepsactieve <strong>be</strong>volking uit Torhout (44%) werkt ook in Torhout. Stimuleren van<br />
rookvrije werkruimtes en het ondersteunen van een tabaks (of middelen)<strong>be</strong>leid in <strong>be</strong>drijven is <strong>be</strong>langrijk.<br />
• Gezonde voeding<br />
20% van de populatie is jonger dan 18 jaar. Een groot deel van de jongeren gaat naar school in Torhout<br />
en is lid van lokale verenigingen. De <strong>stad</strong> stimuleert een gezond voedings<strong>be</strong>leid in scholen en<br />
jeugdverenigingen.<br />
Een groot deel van de <strong>be</strong>roepsactieve <strong>be</strong>volking uit <strong>torhout</strong> (44%) werkt ook in Torhout. Stimuleren van<br />
gezonde voeding op de werkplek is <strong>be</strong>langrijk.<br />
96
• Vroegtijdige opsporing van borstkanker<br />
23 % van de vrouwelijke <strong>be</strong>volking in Torhout zijn vrouwen uit de doelgroep voor de Vlaamse<br />
<strong>be</strong>volkingsonderzoek (50 <strong>–</strong> 69 jaar). Tot nu toe liet 48% een screeningsmammografie nemen. Het<br />
streefcijfer is 75%.<br />
We willen lokale acties die werken rond informeren, faciliteren, sensibiliseren, … verder uitbouwen.<br />
• Valpreventie<br />
19% van de Torhoutse <strong>be</strong>volking is 65-plusser. Zowel primaire als secundaire preventie rond vallen zijn<br />
dan ook relevant. Daarenboven is er ook in Torhout een grijze druk (42,3), wat <strong>be</strong>tekent dat de <strong>be</strong>volking<br />
ook ouder wordt en het aantal valincidenten kan stijgen.<br />
• Preventie van infectieziekten<br />
De <strong>stad</strong> streeft ernaar de mortaliteit ten gevolge van infectieziekten zoals griep te doen dalen door het mee<br />
ondersteunen van jaarlijkse griepvaccinatiecampagnes.<br />
Preventief werken rond zelfdoding<br />
Zowel naar het jongeren als naar volwassenen moet het preventief werken rond zelfmoord gestimuleerd worden.<br />
In Torhout ligt het sterftecijfer door zelfdoding bij vrouwen immers 20% hoger dan het Vlaamse gemiddelde.<br />
Kansen geven aan nieuwe initiatieven gebaseerd op actuele tendensen n.a.v. het aanbod van diverse partners<br />
die werken rond preventieve gezondheidszorg.<br />
5.3.1.3 Acties<br />
Doelstelling Subdoelstelling Actie<br />
Prioriteit 1:<br />
‘Toegang tot de <strong>be</strong>staande<br />
diensten rond lichamelijke,<br />
geestelijke gezondheid en<br />
psychosociale gezondheid<br />
verruimen’<br />
Prioriteit 2:<br />
‘Preventief werken, ook bij<br />
sociale doelgroepen, om het<br />
<strong>be</strong>houd van gezondheid<br />
(zowel lichamelijk als<br />
De <strong>be</strong>kendheid van de diensten onder<br />
mekaar verhogen.<br />
De <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij de<br />
<strong>be</strong>volking en bij de sociale doelgroepen<br />
verhogen = drempelverlagend werken<br />
(binnen het concept <strong>sociaal</strong> huis).<br />
Bestaande initiatieven en samenwerkings-<br />
verbanden verder zetten en blijven<br />
onderhouden i.s.m. CGG, Logo, provincie<br />
West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Website (*)<br />
Website &<br />
Ontmoetingshuis (**)<br />
Continueren <strong>be</strong>staande<br />
initiatieven<br />
97
geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong><br />
wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en<br />
ziekte te voorkomen’<br />
(*) Website<br />
Het <strong>sociaal</strong> isolement van kansarme<br />
groepen en alleenstaanden doorbreken en<br />
gezondheid stimuleren.<br />
Mee realiseren van de Vlaamse<br />
gezondheidsdoelstellingen in samenwerking<br />
met het LOGO en de LOGO-partners.<br />
Ontmoetingshuis<br />
Ontmoetingshuis<br />
Preventief werken rond zelfdoding Ontmoetingshuis<br />
Kans geven aan nieuwe initiatieven<br />
gebaseerd op actuele tendensen n.a.v. het<br />
aanbod van diverse partners die werken<br />
rond preventieve gezondheidszorg.<br />
Ontmoetingshuis<br />
We willen een algemene website creëren waarop alle diensten van Torhout in opgenomen zijn. Via deze website<br />
kunnen de verschillende diensten op zoek gaan naar het aanbod van anderen en vinden ze meer informatie over deze<br />
diensten.<br />
De sociale kaart van de provincie West-<strong>Vlaanderen</strong> (SOKA) <strong>be</strong>staat al en is redelijk up-to-date. We willen actief de<br />
verschillende diensten van Torhout aanbrengen zodat de informatie volledig wordt opgenomen. Iedere dienst zorgt ook<br />
voor een verwijzing naar een eigen website die zo goed mogelijk up-to-date gehouden wordt.<br />
Voorwaarde : personeel dat zich kan vrijmaken voor de coördinatie van het doorgeven van de info aan SOKA.<br />
(**) Ontmoetingshuis<br />
Het idee <strong>be</strong>staat er in om een ontmoetingsruimte te creëren voor kansarme doelgroepen, ruimte waar men terecht kan<br />
voor informatie, doorverwijzingen, ruimte waar activiteiten (die preventief werken) aangeboden worden, …<br />
De ontmoetingsruimte mag niet gezien worden als een apart circuit maar is een instap om ook deel te nemen aan<br />
<strong>be</strong>staande activiteiten/diensten.<br />
Aandachtspunten:<br />
- Locatie: in de buurt waar kansarmen wonen, <strong>be</strong>reikbaar voor iedereen, laagdrempelig (bijna letterlijk niet op een<br />
zolder kruipen), eventueel koppelen aan iets <strong>be</strong>staand (maar dan wel een neutraal initiatief, vb. de kringwinkel),<br />
permanent <strong>lokaal</strong>, …<br />
- Bereiken van mensen: we moeten het ontmoetingshuis oprichten samen met alle diensten. De verschillende<br />
diensten moeten de mensen doorverwijzen naar het ontmoetingshuis, concrete info geven, eventueel meegaan als<br />
vertrouwenspersoon, …<br />
- Aanbod in het ontmoetingshuis: kop koffie aan democratische prijs, allerhande activiteiten zodat men een reden<br />
heeft om langs te komen (vbn. televestiaire, internettoegang, mogelijkheid tot kleren wassen, …). Vanuit alle<br />
98
eleidsdomeinen kunnen activiteiten in het ontmoetingshuis geïntegreerd worden, zoals sport, cultuur, preventie,…<br />
We moeten er op letten dat dit heel laagdrempelig aangepakt wordt, bijvoor<strong>be</strong>eld eerst een <strong>be</strong>zoek aan het<br />
cultureel centrum brengen met uitleg, dan met een klein groepje naar een voorstelling gaan, … Er moet aandacht<br />
geschonken worden aan het feit dat er geen etiketten gekleefd worden op de <strong>be</strong>zoekers van het<br />
ontmoetingscentrum en deze mensen moeten ook gestimuleerd worden om hun weg te zoeken in het ‘gewone<br />
circuit’.<br />
- Samenwerking: er moet samenwerking zijn met alle diensten om mensen de weg te wijzen naar het centrum,<br />
folders met informatie van de diensten ter plaatse te leggen, gemakkelijke doorverwijzing te kunnen doen, inspelen<br />
op het <strong>be</strong>staande aanbod (geen nieuw aanbod ontwikkelen als er al een <strong>be</strong>staand aanbod is binnen <strong>be</strong>paalde<br />
diensten).<br />
Voorwaarden :<br />
- personeel voor de oprichting en coördinatie van het ontmoetingshuis<br />
- geschikte locatie<br />
- werkingsmiddelen om het aanbod aan te bieden (bronnen aanspreken binnen de Koning Boudewijnstichting,<br />
service clubs, … )<br />
5.3.2 Financiële en materiële dienstverlening<br />
5.3.2.1 Strategische doelstelling : <strong>be</strong>kendheid van de verschillende premies en tussenkomsten verhogen<br />
5.3.2.2 Operationele doelstellingen<br />
- de <strong>be</strong>kendheid van de diensten onder mekaar verhogen<br />
- de <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij de <strong>be</strong>volking en de sociale doelgroepen verhogen.<br />
5.3.2.3 Acties<br />
Doelstellingen Subdoelstellingen Acties<br />
Prioriteit 1:<br />
Bekendheid van de verschillende<br />
premies en tussenkomsten<br />
de <strong>be</strong>kendheid van de diensten<br />
onder mekaar verhogen<br />
de <strong>be</strong>kendheid van de diensten bij<br />
de <strong>be</strong>volking en de sociale<br />
doelgroepen verhogen<br />
website<br />
website & ontmoetingshuis<br />
99
5.3.3 Vorming & Onderwijs<br />
5.3.3.1 Strategische doelstellingen<br />
Prioriteit 1: ‘Toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten/instellingen rond vorming & onderwijs verruimen’<br />
Prioriteit 2: ‘Stimuleren van de sociale doelgroepen om het functioneel geletterdheidniveau te verkrijgen’<br />
Prioriteit 3 : ‘Opvoedingsondersteuning bieden aan kansarme groepen’<br />
5.3.3.2 Operationele doelstellingen<br />
• De <strong>be</strong>kendheid van de diensten/instellingen onder mekaar verhogen<br />
• De <strong>be</strong>kendheid van de diensten/instellingen bij de <strong>be</strong>volking en bij de sociale doelgroepen verhogen =<br />
drempelverlagend werken (binnen het concept <strong>sociaal</strong> huis)<br />
• Drempelverlagende voorwaarden scheppen om het functioneel geletterdheidniveau te verkrijgen<br />
5.3.3.3 Acties<br />
Doelstellingen Subdoelstellingen Acties<br />
Prioriteit 1:<br />
‘Toegang tot de <strong>be</strong>staande<br />
diensten/instellingen rond<br />
vorming & onderwijs verruimen’<br />
Prioriteit 2:<br />
‘Stimuleren van de sociale<br />
doelgroepen om het functioneel<br />
geletterdheidniveau te verkrijgen<br />
Prioriteit 3:<br />
Opvoedingsondersteuning<br />
bieden aan kansarme groepen<br />
de <strong>be</strong>kendheid van de diensten<br />
onder mekaar verhogen<br />
de <strong>be</strong>kendheid van de<br />
diensten/instellingen bij de<br />
<strong>be</strong>volking en bij de sociale<br />
doelgroepen verhogen =<br />
drempelverlagend werken (binnen<br />
het concept <strong>sociaal</strong> huis).<br />
website<br />
website & ontmoetingshuis<br />
Wijzer (*)<br />
project opvoedingsondersteuning<br />
en studie<strong>be</strong>geleiding (**)<br />
100
(*) Wijzer<br />
Momenteel is er een aanbod van Wijzer in Torhout, nl. Nederlands voor anderstaligen. Dit moet zeker kunnen <strong>be</strong>houden<br />
worden en eventueel uitgebreid worden (vb. computerinitiatie, dit loopt momenteel als proefproject in enkele<br />
gemeenten).<br />
Voorwaarde : financiële middelen voor de cursussen + locatie<br />
(**) Opvoedingsondersteuning & Studie-ondersteuning aan huis<br />
Project: ‘studie-ondersteuning aan huis’ : Dit project wordt momenteel uitgewerkt in een werkgroep waarin het Vrij CLB,<br />
CLB De Klaver, de directies van de Torhoutse basisscholen, de RENO, het CAW en het OCMW deel uitmaken. Het is<br />
een project waarbij studenten drie maand studie-ondersteuning kunnen geven aan kinderen uit kansarme gezinnen.<br />
Naast de studie-ondersteuning verwijzen de studenten door naar de ankerfiguur (coördinator van het project) die verder<br />
kan doorverwijzen bij andere problemen of noden.<br />
Vanaf septem<strong>be</strong>r <strong>2008</strong> zou men hiermee willen starten.<br />
Ook rond opvoedingsondersteuning is er binnen onze regio een en ander in <strong>be</strong>weging aan het komen. Onder<br />
opvoedingsondersteuning verstaan we het geheel aan activiteiten die tot doel heb<strong>be</strong>n ouders en andere opvoeders<br />
steun te bieden bij het opvoeden van hun kinderen. Vanuit de Welzijnsraad voor de regio Brugge wordt de haalbaarheid<br />
van een “opvoedingswinkel” voor onze regio nagegaan en inmiddels (juli 2007) is er door de Vlaamse overheid een<br />
decreet goedgekeurd inzake de organisatie van de opvoedingsondersteuning. Het ligt alvast in de <strong>be</strong>doeling om de<br />
evoluties op dit vlak verder te volgen zodat tijdig kan worden ingegaan op opportuniteiten die zich voor onze <strong>stad</strong><br />
zouden voordoen.<br />
5.4 MOBILITEIT<br />
5.4.1 Strategische doelstellingen<br />
Doordat we mobiel zijn kunnen we deelnemen aan maatschappelijke activiteiten en maken we deel uit van de<br />
maatschappij.<br />
Niet op elke vervoers<strong>be</strong>hoefte volgt een verplaatsing. Voor elke verplaatsing zijn immers offers nodig zoals tijd of geld.<br />
Er <strong>be</strong>staat m.a.w een verplaatsingsweerstand. De offers die men <strong>be</strong>reid is te maken variëren naargelang het<br />
verplaatsingsmotief. Ze zijn groter bij woon/werkverplaatsingen, kleiner in vrijetijdsverkeer. Er is bovendien een verschil<br />
naargelang de <strong>sociaal</strong>-economische klasse waartoe men <strong>be</strong>hoort. Vaak zijn het net de sociale doelgroepen voor wie de<br />
verplaatsingsweerstanden te groot worden. Hierdoor kunnen zij niet deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Ze<br />
dreigen in een isolement te geraken. De algemene doelstelling van het LSB m.b.t. mobiliteit zou daarom kunnen zijn:<br />
ver<strong>be</strong>teren, optimaliseren en <strong>be</strong>taalbaar maken van de mobiliteit voor de sociale doelgroepen.<br />
Deze doelstelling zou eenvoudig gerealiseerd kunnen worden door:<br />
- de <strong>be</strong>staande mogelijkheden te optimaliseren;<br />
101
- nieuwe mogelijkheden te creëren.<br />
In realiteit is het echter niet zo simpel. Het verlagen van de offers genereert immers nieuwe verplaatsingen en nieuwe<br />
infrastructuur creëert haar eigen vraag (inductie van verkeer). Het gevolg zou enkel een toename zijn van het verkeer<br />
met alle gevolgen van dien. Daarom moet naast het optimaliseren en verder uitbouwen van de <strong>be</strong>staande<br />
mogelijkheden om mobiel te kunnen zijn ook gewerkt aan een vermindering van de noodzaak om zich te verplaatsen.<br />
Een <strong>be</strong>leid moet dus op twee peilers gesteund zijn:<br />
- werken aan de vervoers<strong>be</strong>hoefte en vervoersvraag;<br />
- werken aan het aanbod en comfort.<br />
Beide peilers vormen dan ook de basisdoelstellingen van het LSB:<br />
1) de vervoer<strong>be</strong>hoefte en vervoersvraag <strong>be</strong>perken door:<br />
- het bundelen van de activiteiten (wonen, werken of schoolgaan, winkelen, recreëren, uitgaan, … etc.);<br />
- het werken op mogelijke alternatieven (bvb. thuiswerken, cultuur aan huis, … etc.);<br />
- het aanbod aan activiteiten in eigen regio te vergroten (voorkomen van verre verplaatsingen);<br />
- … etc.<br />
2) de verplaatsingweerstand verminderen door:<br />
- te werken aan het aanbod (meer verplaatsingsmogelijkheden);<br />
- de <strong>be</strong>staande infrastructuur te ver<strong>be</strong>teren (comfort verhogen);<br />
- de ontbrekende schakels van de verschillende vervoersystemen of infrastructuur op te sporen en aan te vullen;<br />
- het aanbod (selectief) <strong>be</strong>taalbaar te maken;<br />
- … etc.<br />
Aanvullend moet geïnformeerd en gesensibiliseerd worden (mogelijkheid tot subsidie via module 15 en de<br />
samenwerkingsovereenkomst) waarbij vooral aandacht moet gaan naar de alternatieve vervoerswijzen (te voet / met de<br />
fiets of met het openbaar vervoer). Een coördinator of mobiliteitswinkel kan daarbij een <strong>be</strong>langrijke rol vervullen als<br />
aanspreekpunt, ombudsman, … etc.<br />
5.4.2 Operationele doelstellingen en acties<br />
De basisdoelstellingen moeten vertaald worden naar de verschillende doelgroepen 19 van het LSB: jongeren, (jonge)<br />
gezinnen, <strong>be</strong>jaarden, werklozen, kansarmen, minder validen, vreemdelingen, … etc.<br />
Concrete acties formuleren gericht naar vreemdelingen blijkt moeilijk. Enerzijds is onvoldoende geweten over hoeveel<br />
vreemdelingen het precies gaat en wat hun specifieke noden zijn. Zijn zij werkloos, heb<strong>be</strong>n zij een inkomen, wat zijn hun<br />
19 Een aantal van de doelgroepen kunnen elkaar overlappen<br />
102
dagelijkse activiteiten, … etc. Anderzijds is niet geweten of zij ü<strong>be</strong>rhaupt een mobiliteitsprobleem heb<strong>be</strong>n (waarschijnlijk<br />
wel). Deze vragen blijven voorlopig on<strong>be</strong>antwoord.<br />
Volgende mogelijke acties worden voorgesteld:<br />
Nr.<br />
Doelstelling<br />
Basis-<br />
Doelstelling<br />
1. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
2. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
3. Vervoersvraag en <strong>–</strong><br />
<strong>be</strong>hoefte <strong>be</strong>perken<br />
4. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
5. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
6. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
7. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
8. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
9 Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
Sub-<br />
doelstelling<br />
Werken op<br />
alternatieven<br />
Ver<strong>be</strong>teren<br />
infrastructuur<br />
werken op<br />
alternatieven<br />
Ver<strong>be</strong>teren<br />
infrastructuur<br />
Ver<strong>be</strong>teren<br />
infrastructuur<br />
Ver<strong>be</strong>teren<br />
infrastructuur<br />
Uitbreiden van<br />
het aanbod<br />
Aanbod selectief<br />
<strong>be</strong>taalbaar<br />
maken<br />
Verminderen<br />
onveiligheids-<br />
gevoel <br />
Doel-<br />
groep(en)<br />
Jongeren m.b<br />
school-<br />
gaande jeugd<br />
Jongeren m.b<br />
school-<br />
gaande jeugd<br />
Actie<br />
Officialiseren<br />
alternatieve<br />
fietsroutes<br />
Torhout Oost:<br />
<strong>be</strong>wegwijzeren<br />
Officialiseren<br />
alternatieve<br />
fietsroutes<br />
Torhout Oost:<br />
aanleg<br />
ontbrekende<br />
infrastructuur<br />
Alle Omgeving<br />
Minder<br />
validen<br />
Minder<br />
validen<br />
Minder<br />
validen<br />
Werklozen en<br />
kansarmen<br />
Werklozen en<br />
kansarmen<br />
fietsvriende-<br />
lijker maken<br />
Obstakelvrije<br />
voetpaden<br />
Aangepaste<br />
stoepranden<br />
Veilige<br />
oversteek-<br />
plaatsen<br />
Uitbreiden<br />
<strong>be</strong>lbus<br />
Systeem derde<br />
<strong>be</strong>taler<br />
Ouderen Verkeers-<br />
educatie<br />
Ver-<br />
antwoorde-<br />
lijke<br />
Part-<br />
ner(s)<br />
Stad Torhout n.v.t.<br />
Stad Torhout n.v.t.<br />
Stad Torhout n.v.t.<br />
Stad Torhout n.v.t.<br />
Stad Torhout n.v.t.<br />
Stad Torhout n.v.t.<br />
VVM De Lijn Stad<br />
Torhout<br />
Stad Torhout VVM De<br />
Lijn<br />
Stad Torhout Lokale<br />
politie<br />
103
10. Verplaatsings-<br />
weerstand verminderen<br />
11. Vervoersvraag en <strong>–</strong><br />
<strong>be</strong>hoefte <strong>be</strong>perken<br />
Verhogen<br />
comfort<br />
Informeren en<br />
sensibiliseren<br />
Ouderen<br />
Minder<br />
validen<br />
Toelichting bij het éénloketsysteem - mobiliteitswinkel<br />
Hoffelijk-<br />
heidskaart<br />
Alle 1-loket<br />
systeem:<br />
oprichten<br />
mobiliteits-<br />
winkel<br />
Stad Torhout OCMW<br />
Stad Torhout Alle<br />
De coördinatie van de <strong>be</strong>staande en nog te ontwikkelen initiatieven is aangewezen. Daartoe zou een lokale coördinator<br />
kunnen aangesteld worden die opereert vanuit een mobiliteitswinkel (cf. woonwinkel). De coördinator coördineert, kan<br />
zelf initiatieven nemen, en heeft een doorverwijs- en ombudsfunctie.<br />
De mobiliteitswinkel fungeert tevens als infobalie en meldpunt. Derden (gebruikers) kunnen tekorten aan de<br />
infrastructuur of noodzakelijke herstellingen via de coördinator melden die in dat geval als ombudsman optreedt en de<br />
planning en uitvoering van de herstellingswerken opvolgt. Het systeem kan perfect werken op voorwaarde dat tussen de<br />
verschillende diensten afspraken worden gemaakt opdat de herstellingswerken binnen een redelijke termijn worden<br />
uitgevoerd.<br />
Een mobiliteitswinkel zou een centrale plaats moeten zijn waar omtrent mobiliteit en mobiel zijn informatie wordt<br />
verstrekt en diensten worden aangeboden. Een ideale locatie om dergelijke winkel onder te brengen is de<br />
stationsomgeving.<br />
Zo zou het o.m de <strong>be</strong>doeling zijn dat in de mobiliteitswinkel bvb. tickets en abonnementen voor (trein en) bus<br />
aangekocht kunnen worden, maar dat de burger er tevens informatie kan vinden over parkeren in Torhout, er een<br />
parkeerkaart kan kopen, … etc. Men moet er ook terecht kunnen met klachten over het gevoerde mobiliteits<strong>be</strong>leid, de<br />
infrastructuur, … etc. en er een antwoord kunnen krijgen op vragen (ombudsdienst). Het moet m.a.w een plaats zijn<br />
waar burger en overheid elkaar kunnen vinden.<br />
Aangezien de meeste taken m.b.t. mobiliteit en verkeer de verantwoordelijkheid zijn van de gemeente is het logisch dat<br />
een mobiliteitswinkel zal ressorteren onder de <strong>stad</strong>.<br />
104
5.5 VRIJE TIJDSBELEID<br />
5.5.1 Het Cultuurpunt<br />
5.5.1.1 Strategische doelstelling 1 : de <strong>stad</strong> werkt verder aan een leervriendelijk <strong>be</strong>leid met een maximale<br />
deelname aan en interesse voor het <strong>be</strong>staande aanbod.<br />
De <strong>stad</strong> investeerde heel wat in infrastructuur, niet in het minst voor het onderwijs. De <strong>stad</strong> wil van “leren” een<br />
basisgegeven voor iedereen maken. Een verhoogde cultuurcompetentie is een <strong>be</strong>langrijk onderdeel van het<br />
cultuurverhaal.<br />
5.5.1.2 Operationele doelstellingen (1)<br />
⇒ Alle inwoners moeten op de hoogte zijn van het aanbod<br />
Een eenvoudige en klare communicatie is de boodschap. Er worden inspanningen geleverd om de <strong>be</strong>staande<br />
informatiekloof te verkleinen, dit ook voor speciale doelgroepen (allochtonen, kansarmen,..) Voor de bibliotheek is er hier<br />
een <strong>be</strong>langrijke taak weggelegd (zie doelstellingen <strong>be</strong>leidsdomeinen, info en kennis en educatie).<br />
⇒ Fysieke en financiële drempels moeten weggewerkt worden<br />
Alle infrastructuur dient gescreend te worden. Dit wordt ook gekoppeld aan de initiatieven van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />
<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> en het jeugd<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> waar het wegwerken van drempels een <strong>be</strong>langrijke klemtoon is. Opvallende<br />
infrastructuur is momenteel het Stadsarchief dat naar toegankelijkheid toe erg laag scoort.<br />
⇒ Er wordt ook heel wat ingezet op educatie binnen de verschillende <strong>be</strong>leidsdomeinen.<br />
Zowel het CC, de bibliotheek, het Cultuurpunt, de kinderboerderij als verschillende andere <strong>stad</strong>sdiensten werken op een<br />
brede basis aan deze verdieping en ondersteuning.<br />
⇒ De ontwikkeling en het proces naar een volwaardige vorm van deeltijds kunstonderwijs is een essentieel<br />
gegeven voor deze <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning.<br />
de overgang naar een volwaardige DKO- instelling is een uitermate <strong>be</strong>langrijke strategische investering.<br />
<strong>be</strong>staande initiatieven met een basis binnen de <strong>stad</strong> (als TIC en Minnestreel) dienen vanuit een veranderend<br />
werkveld geheroriënteerd te worden. Dit zal resulteren in convenanten waarin de operationele werking wordt<br />
vastgelegd voor deze <strong>be</strong>leidsperiode.<br />
5.5.1.3 Strategische doelstelling 2 : Netwerken en mensen worden aangespoord om mee te gaan in het verhaal<br />
en het aanbod: het proces wordt <strong>be</strong>langrijk.<br />
De <strong>stad</strong> investeerde ruim in het aanbod van Cultuur in de <strong>stad</strong>: een <strong>be</strong>langrijke rol is tijdens de volgende <strong>be</strong>leidsperiode<br />
weggelegd voor processen die het <strong>sociaal</strong> weefsel gaan versterken. Gemeenschapsvorming is en blijft het uitgangspunt.<br />
De rol van het cultuur<strong>be</strong>leid ligt erin de gemeenschappen, groepen, verenigingen,.. die aanwezig zijn in de <strong>stad</strong>, te<br />
105
verbinden en te versterken. Er is een <strong>be</strong>langrijke rol weggelegd voor de wijken: deze worden uitdrukkelijk meegenomen<br />
in het algemene verhaal. Er wordt altijd vertrokken vanuit een subsidiair denken: de complementariteit wordt zorgvuldig<br />
afgewogen.<br />
5.5.1.4 Operationele doelstellingen (2)<br />
⇒ Publieksvergroting en publieksmaximalisering<br />
Het continueren van zowel aanbod als <strong>be</strong>langstelling is een elementair gegeven. Ook daarin zullen keuzes gemaakt<br />
moeten worden: niet alles kan aangeboden worden. Méér mensen <strong>be</strong>trekken <strong>be</strong>tekent ook méér gemeenschap. Deze<br />
groter wordende gemeenschap zou zich ook meer moeten engageren voor het publieke debat.<br />
brede initiatieven zoals Ontbijt <strong>–</strong>op <strong>–</strong>de - Markt, Leve Torhout, Schaamrood, Gedichtendag blijven uitbouwen<br />
het Marktproject ‘Zuurstof voor de Markt’ als gemeenschapsvormend project<br />
deelname aan nationale acties zoals OMD, Erfgoeddag, Dag van het park, Week van de Smaak …<br />
⇒ Andere mensen en andere groepen zouden <strong>be</strong>reikt moeten worden:<br />
De nadruk ligt ondermeer op moeilijk te <strong>be</strong>reiken doelgroepen, de participatieverdieping en kwaliteitszorg versterken<br />
bovenstaande doelstellingen. Ook leeftijdsgroepen komen voor in het verhaal: kinderen en jongeren, medioren,<br />
senioren,..<br />
⇒ Alle mogelijke acties worden ondernomen om gemeenschappen, groepen, verenigingen,… verder te<br />
ondersteunen.<br />
Naast de acties in het Cultuurcentrum en de bibliotheek gaat dit over financiële, infrastructurele en logistieke<br />
ondersteuning. Belangrijk is dat er pro <strong>–</strong>actief gedacht wordt aan <strong>be</strong>langrijke infrastructuurvraagstukken.<br />
ondersteuning voor repetitie- en werkruimten: hier is het pleidooi voor ruimte voor amateurkunsten erg<br />
essentieel en te <strong>be</strong>kijken op korte termijn<br />
blijvende uitbouw en vernieuwing/investering van/voor de uitleendienst<br />
nieuw subsidiereglement financiële subsidies …, doorlichting projectsubsidies<br />
⇒ Binnen de <strong>be</strong>leidsvisie wordt er ruimte gezocht om de participatie op en van de wijken te verhogen,<br />
de culturele impact te verhogen, knelpuntwijken aan te pakken en locaties te <strong>be</strong>kijken.<br />
Dit kan zeker ook samengaan met andere domeinen: ook hier kan een geïntegreerde werking nieuwe mogelijkheden<br />
scheppen.<br />
⇒ Alle samenwerking tussen verenigingen is van groot <strong>be</strong>lang: middelen én communicatie moeten<br />
aangestuurd en uitgewerkt worden om dit te <strong>be</strong>vorderen<br />
106
5.5.2 Het Cultuurcentrum de Brouckère<br />
5.5.2.1 Strategische doelstelling 1 : het Cultuurcentrum de Brouckere waarborgt een breed, eigentijds en<br />
kwaliteitsvol cultuurspreidingsaanbod gericht op de Torhoutse <strong>be</strong>volking en de ruime regio.<br />
Het eigen kunstaanbod wordt gerealiseerd op maat van de <strong>stad</strong> en verzorgingsgebied, binnen het niveau van minstens<br />
een cultuurcentrum categorie C.<br />
5.5.2.2 Operationele doelstellingen (1)<br />
⇒ Per seizoen wordt een podiumkunstenaanbod ontwikkeld en dit op vlak van theater, muziek, humor, dans met<br />
evenwicht tussen gevestigde waarden en vernieuwing. Het CC profileert zich op vlak van theater, muziek<br />
(kleinkunst/folk) en humor.<br />
⇒ Per seizoen wordt een actueel en kwaliteitsvol filmaanbod ontwikkeld, dit in afstemming met andere aanbieders<br />
zoals het FUF-circuit.<br />
⇒ Het realiseren van een gediversifieerd en kwaliteitsvol aanbod schoolprogrammering. Het cultuurcentrum wil op dit<br />
segment zijn regionale functie uitwerken met aandacht voor alle netten binnen het gegeven van Torhout als<br />
onderwijs<strong>stad</strong> voor <strong>stad</strong> en regio.<br />
⇒ Kleuter- en basisonderwijs: programmering met aandacht voor diversiteit in het aanbod en voor een evenwicht<br />
tussen vaste waarden en vernieuwing, alsook focus op een goed contact met de scholen.<br />
⇒ Secundair onderwijs: programmering ontwikkelen, met aandacht voor verder onderzoek van de <strong>be</strong>hoeften van het<br />
secundair onderwijs, met bijzondere klemtoon op het <strong>be</strong>roeps- en technisch onderwijs, aandacht voor een goed<br />
contact met de scholen. Daarnaast is er blijvende aandacht voor de participatie aan de schoolprogrammering door<br />
mensen met een handicap, alsook voor de educatieve omkadering van de schoolprogrammering.<br />
⇒ Familievoorstellingen : het cultuurcentrum is zich <strong>be</strong>wust van de <strong>be</strong>langrijke rol van familievoorstellingen als bijdrage<br />
tot cultuurspreiding en het verhogen van de culturele competentie en wil blijven werken aan de publieksopbouw<br />
voor deze doelgroep. Concreet: realiseren van een kwalitatieve programmering voor families en blijvende aandacht<br />
voor de publieksopbouw.<br />
⇒ Binnen <strong>be</strong>eldende kunsten streven we naar een eigen tentoonstellingsaanbod met bijzondere aandacht voor<br />
erfgoed, jonge en actuele kunstenaars, <strong>be</strong>zig in alle vormen van hedendaagse kunstdisciplines<br />
5.5.2.3 Strategische doelstelling 2 : Het Cultuurcentrum de Brouckère werkt aan gemeenschapsvorming, -<br />
opbouw en versterking en draagt zo bij tot een grotere samenhang van de lokale gemeenschap.<br />
Het versterken en vernieuwen van het <strong>sociaal</strong> weefsel en de groepsvorming draagt bij tot een democratische, solidaire,<br />
open en cultureel diverse samenleving.<br />
107
5.5.2.4 Operationele doelstellingen (2)<br />
⇒ Cultuurcentrum de Brouckere voert een actief ondersteunings<strong>be</strong>leid voor verenigingen en andere actoren. Concreet<br />
wordt dit gerealiseerd door verder te blijven investeren in technische en logistieke ondersteuning, alsook het ter<br />
<strong>be</strong>schikking stellen van de goed uitgeruste infrastructuur aan democratische prijzen.<br />
⇒ Het cultuurcentrum zal initiatieven nemen om het lokale weefsel te versterken via geïntegreerde artistieke projecten<br />
die samen met derden worden opgezet.<br />
⇒ Het cultuurcentrum zal samenwerken met andere <strong>stad</strong>sdiensten met het oog op een integraal en geïntegreerd<br />
cultuur<strong>be</strong>leid.<br />
⇒ Het cultuurcentrum programmeert ook buiten de eigen infrastructuur en verhoogt zijn aanwezigheid in de <strong>stad</strong> en de<br />
verschillende wijken. De extra muroswerking in de wijken, indien gewenst, zal worden geënt op een onderzoek naar<br />
de <strong>be</strong>hoeften in de verschillende wijken.<br />
5.5.2.5 Strategische doelstelling 3 : Het Cultuurcentrum de Brouckère werkt aan de verhoging en verbreding<br />
van de cultuurparticipatie om een zo ruim en divers mogelijk publiek te <strong>be</strong>reiken.<br />
5.5.2.6 Operationele doelstellingen (3)<br />
⇒ Het cultuurcentrum voert een actieve publiekswerving om een zo groot mogelijk geïnteresseerd publiek aan te<br />
spreken. Een doelmatig en hedendaags publieks<strong>be</strong>leid wordt hiertoe ingezet, met aandacht voor<br />
publieksonderzoek, promotievoering en prijzen<strong>be</strong>leid.<br />
⇒ Het cultuurcentrum voert een actieve publiekswerking om mensen toe te leiden naar het cultuuraanbod en de<br />
cultuurcompetentie te verhogen. Passende publieks<strong>be</strong>geleiding (toeleidings-, omkaderingsactiviteiten en duiding)<br />
maken het mogelijk te werken aan een verdieping van de cultuur<strong>be</strong>leving. Daarnaast is er een grote aandacht voor<br />
toegankelijkheid, zodat mensen het cultuurcentrum als cultuur(t)huis ervaren.<br />
⇒ Het cultuurcentrum werkt aan de verhoging van de cultuurcompetentie en wil mensen kansen geven tot levenslang<br />
leren door het verder ontwikkelen van een eigen educatief aanbod, in samenwerking met huidige en toekomstige<br />
partners/vormingsinstellingen in de <strong>stad</strong>. De komst van de Academie zal een herschikking inhouden van de<br />
overeenkomsten met de huidige partners TIC en Minnestreel.<br />
⇒ Het CC voert een actief doelgroepen<strong>be</strong>leid naar families, jongeren, senioren en maatschappelijk kwetsbare<br />
groepen.<br />
5.5.3 De Stadsbibliotheek<br />
Deze doelstellingen situeren zich binnen 5 <strong>be</strong>leidsdomeinen: Info en Kennis, Educatie, Ontspanning, Cultuurparticipatie<br />
en Ontmoeting<br />
108
5.5.3.1 Strategische doelstelling 1 : op vlak van ‘Info en kennis’ wil de bib het informatieaanbod vergroten en de<br />
informatiekloof verkleinen<br />
Operationele doelstelling (1) : de burger <strong>be</strong>wustmaken dat hij/zij dezelfde kansen op informatie heeft, ongeacht waar<br />
hij/zij woont én de digitale informatie voor iedereen toegankelijk maken<br />
Beleidsinstrumenten hiertoe zijn ondermeer:<br />
• uitbreiden, up-to-date houden en promoten van de collecties<br />
• verder doorverwijzen naar andere (bibliotheek)voorzieningen indien materialen niet uit de eigen collectie<br />
verstrekt kunnen worden.<br />
• het IBL verder uitbouwen en promoten.<br />
• collectieafspraken, waarbij in het kader van het streekgericht bibliotheek<strong>be</strong>leid, elke deelnemende bibliotheek<br />
zich toelegt op <strong>be</strong>paalde accentrubrieken binnen het segment non-fictie<br />
• promoten en up-to-date houden van overheidsinfo in samenwerking met de stedelijke informatiedienst.<br />
• zoeken naar mogelijkheden om de verst afgelegen wijken te sensibiliseren<br />
• het bieden van hulp en advies aan gebruikers bij bibliotheek- en informatiegebruik.<br />
• als bibliotheek actief toegang bieden tot zoveel mogelijk gegevens<strong>be</strong>standen zodat informatie ter <strong>be</strong>schikking<br />
komt die anders niet <strong>be</strong>reikbaar is voor grote categorieën van de <strong>be</strong>volking (Mediargus, Vlacc II, VubisSmart,<br />
muzieksites…)<br />
• verder promoten van het gratis gebruik van internet.<br />
• verdere aandacht voor het onthaal van nieuwe gebruikers (korte introductie/rondleiding)<br />
5.5.3.2 Strategische doelstelling 2 : Binnen het domein ‘Educatie’ <strong>be</strong>oogt de bib dat levenslang leren een<br />
tweede natuur moet worden voor steeds meer mensen.<br />
Operationele doelstellingen (2) :<br />
• de burger <strong>be</strong>wustmaken dat men na het schoolverlaten/afstuderen continu moet blijven leren om zich<br />
maatschappelijk, economisch en persoonlijk te ontplooien en een actieve rol te kunnen blijven spelen in de<br />
samenleving.<br />
• Elke burger <strong>be</strong>wustmaken dat hij/zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en ondersteuning bij de<br />
eigen levenslange leerprocessen.<br />
• Meer 50-plussers <strong>be</strong>wustmaken dat zij tot op zeer hoge leeftijd kunnen leren.<br />
Aangewende <strong>be</strong>leidsinstrumenten zijn:<br />
• samenwerking met lokale verenigingen of organisaties.<br />
• nauwere samenwerking met het secundair onderwijs om de bibliotheek te promoten bij de leerlingen.<br />
• verdere samenwerking met het cultureel centrum bij het zoeken naar activiteiten voor 50- plussers.<br />
109
• aangepaste bibliotheekintroducties voor de diverse doelgroepen (klassen, senioren, verenigingen,…).<br />
• verdere aandacht voor het onthaal van nieuwe gebruikers (korte introductie).<br />
• uitbreiden, up-to-date houden en promoten van de collecties (actuele themastanden,…)<br />
• marketing en promotie van de bibliotheek zelf.<br />
5.5.3.3 Strategische doelstelling 3 : niet in het minst wil de bibliotheek ook de ontspanningsfunctie van de<br />
burger <strong>be</strong>hartigen<br />
Operationele doelstelling (3) : de bib komt met haar collecties tegemoet aan de ontspannings<strong>be</strong>hoefte van de<br />
burger.<br />
Dit kan gerealiseerd worden door volgende <strong>be</strong>leidsinstrumenten<br />
• vraaggerichte uitbouw van de collectie door aankoopsuggesties, resultaten gebruikersonderzoek,…<br />
• presentatie collectie via themastanden, weetjesbord literatuur, top-10 lijsten,…<br />
• voordrachten, uitbreidingsactiviteiten,…<br />
5.5.3.4 Strategische doelstelling 4 : wat <strong>be</strong>treft cultuurparticipatie wil de bibliotheek meer burgers laten<br />
participeren aan cultuur.<br />
Operationele doelstellingen (4)<br />
• de burgers goed te informeren omtrent het cultuuraanbod van de eigen gemeente<br />
• elke burger <strong>be</strong>wust te maken dat hij/zij gratis bij de bibliotheek terecht kan voor informatie en ondersteuning bij<br />
de eigen cultuurparticipatie (cfr. alg <strong>be</strong>leidsdoelstellingen)<br />
Een aantal <strong>be</strong>leidsinstrumenten hiertoe zijn:<br />
• het promoten van het cultureel aanbod in de eigen gemeente<br />
• samenwerken met andere actoren uit de culturele sector en met de <strong>be</strong>leidscoördinator om een integraal<br />
cultuur<strong>be</strong>leid te realiseren (bv organiseren van laagdrempelige activiteiten, kleinschalige tentoonstellingen,…)<br />
• verdere deelname aan <strong>be</strong>staande (jeugdboekenweek, bibliotheekweek, Kinder- en Jeugdjury,…) en nieuwe<br />
regionale en landelijke initiatieven<br />
• zorg te dragen voor het eigen cultureel en literair erfgoed (geschiedenis Torhout, klassiekers uit de Vlaamse<br />
literatuur,…)<br />
• marketing en promotie van de bibliotheek zelf<br />
5.5.3.5. Strategische doelstelling 5 : op vlak van ontmoeting wil ze ontmoetingen en contacten tussen de<br />
burgers <strong>be</strong>vorderen<br />
Operationele doelstelling (5)<br />
110
• de bibliotheek moet nog meer een open huis worden waar mensen in en uit kunnen lopen en de nodige<br />
infrastructuur vinden om elkaar te ontmoeten<br />
Volgende <strong>be</strong>leidsinstrumenten worden hiervoor aangewend<br />
• <strong>be</strong>ter inrichten van een gezellig praathoekje in de bibliotheek<br />
• <strong>be</strong>houd van verruimde klantvriendelijke openingsuren<br />
• uitleenbaar maken en uitbreiding van de tijdschriftencollectie<br />
• onderhoud van de leestuin als aangename ontmoetingsruimte met aanbieden mogelijkheid tot spelen<br />
gezelschapsspellen aan tafeltjes<br />
5.5.4 De Jeugddienst<br />
5.5.4.1 Strategische doelstelling : <strong>be</strong>vorderen van toegankelijkheid en diversiteit van het jeugdwerk<br />
Elk kind, elke jongere heeft rechtop vrije tijd en kansen om die in te vullen. Binnen die vrijetijds<strong>be</strong>steding speelt het<br />
jeugdwerk een grote rol. (1 op 3 van de 6-18 jarigen is lid van een jeugd<strong>be</strong>weging). Er moet permanent aandacht zijn<br />
voor kinderen en jongeren uit kansarme gezinnen en voor kinderen en jongeren met een handicap. In eerste instantie<br />
vinden we dat kinderen moeten kunnen aansluiten bij het reguliere jeugdwerk. In tweede instantie moeten er waar nodig<br />
doelgroepspecifieke werkingen worden uitgebouwd en/of ondersteund.<br />
5.5.4.2 Operationele doelstelling : het jeugdwerk toegankelijker maken voor kinderen en jongeren met een<br />
handicap of kinderen uit kansarme gezinnen<br />
Actie 1 : uitbouwen van de werkgroep diversiteit<br />
⇒ Doel : met de werkgroep diversiteit, opgericht in 2006, blijven kijken hoe we de toegankelijkheid van het jeugdwerk<br />
kunnen ver<strong>be</strong>teren met <strong>be</strong>staande en nieuwe initiatieven.<br />
⇒ Doelgroep: samenstellen van de werkgroep met jongeren en deskundigen.<br />
Actie 2 : gratis ter <strong>be</strong>schikking stellen van kamppakketten (voor kinderen uit kansarme gezinnen)<br />
⇒ Doel: het drukken van de kampkost voor maatschappelijk kwetsbaarden door het ontlenen van kamppakketten<br />
⇒ Doelgroep: alle kinderen en jongeren, in het bijzonder die uit kansarme gezinnen. Om niet stigmatiserend te<br />
werken, kan iedereen de pakketten gratis ontlenen.<br />
⇒ Modaliteiten : samenstellen van kamppakketen (rugzak, slaapzak, handdoeken,…) en afspraken maken met CAW<br />
i.v.m. de ontleningen. Initiatief promoten bij de doelgroep.<br />
Actie 3: Het organiseren/ondersteunen van vormende activiteiten die de toegankelijkheid van het jeugdwerk<br />
ver<strong>be</strong>teren.<br />
⇒ Doel: leiding en monitoren via vorming doen nadenken over toegankelijkheid van het jeugdwerk.<br />
⇒ Doelgroep: leiding van de Torhoutse jeugdverenigingen en monitoren van het speelplein.<br />
111
⇒ Modaliteiten: op zoek gaan naar goede vorming (bijv. bij Oranje of Uit de marge) die ons jeugdwerk kan doen<br />
nadenken over toegankelijkheid van het jeugdwerk. Bijv. spelen aanpassen aan kinderen met een handicap,<br />
omgaan met grensoverschrijdend gedrag…<br />
Actie 4 : uitbreiden van het verminderd tarief voor deelname aan het jeugdwerk<br />
⇒ Doel financiële drempel verlagen om kinderen uit kansarme gezinnen te kunnen laten deelnemen aan het<br />
jeugdwerk<br />
⇒ Doelgroep: kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.<br />
⇒ Modaliteiten: mensen met een laag inkomen (selectie door OCMW en CAW) krijgen een pas waarmee ze<br />
gedurende een jaar minder <strong>be</strong>talen voor deelname aan het jeugdwerk. De korting vergroten van 50 naar 75% en<br />
open trekken naar sport- en cultuuractiviteiten in de sport- en cultuur<strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>nen. Verdere promotie van dit<br />
initiatief via sociale diensten en groepsleiding.<br />
Actie 5: subsidiëren van de intergemeentelijke kampen met kansarmen.<br />
⇒ Doel: kansarmen de mogelijkheid geven om in de zomervakantie op kamp te gaan<br />
⇒ Doelgroep : verenigingen die dergelijk kamp organiseren (ook intergemeentelijk).<br />
⇒ Verdeling en formaliteiten: De organisator moet door een Torhoutse jeugdvereniging, aangesloten bij de Stedelijke<br />
Jeugdraad, voorgedragen worden om in aanmerking te komen voor subsidie. Het reglement wordt aangepast zodat<br />
het de vereniging die de organisator voordragen wel een jeugdvereniging moet zijn, maar geen lid moet zijn van<br />
jeugdraad. Bovendien is een advies van een sociale dienst (OCMW, CAW De Viersprong, Comité Bijzondere<br />
Jeugdzorg) noodzakelijk wat <strong>be</strong>treft de selectie van de deelnemers. Per ‘kansarme’ jongere en per nacht wordt een<br />
subsidie van 15 euro toegekend.<br />
Actie 6 : bijzondere aandacht in het jeugdwerk voor kinderen met een handicap<br />
⇒ Doel: kinderen met een handicap laten deelnemen aan het jeugdwerk en verenigingen daar financieel voor<br />
steunen.<br />
⇒ Doelgroep: Torhoutse jeugd<strong>be</strong>wegingen (A-categorie)<br />
⇒ Verdeling en formaliteiten: verenigingen moeten aantonen dat een kind met een handicap lid is van hun<br />
verenigingen. Ze krijgen hiervoor een extra subsidie van 25 euro.<br />
5.5.5 De Sportdienst<br />
5.5.5.1 Anders georganiseerde sporten<br />
Naast de sportverenigingen zijn een aantal andere actoren die sport<strong>be</strong>oefening in onze samenleving aanbieden,<br />
organiseren, mogelijk maken. We onderscheiden 4 grote groepen: de buurtsporten, de schoolsportinitiatieven, de eigen<br />
sportpromotionele activiteiten en de private sector.<br />
Met de organisatoren van buurtsporten en de sporten georganiseerd door de private sector was tot nu toe geen<br />
structurele samenwerking. Nochtans is dit segment van de sportmarkt steeds meer aan <strong>be</strong>lang aan het winnen. In de<br />
112
afgelopen zes jaar kwamen verschillende actoren op de markt die ondertussen uitgroeiden tot gevestigde waarden met<br />
een uitgebreid klanten<strong>be</strong>stand. Uit overleg met afgevaardigden uit de private sector bleek dat er nood is aan extra<br />
promotie; <strong>be</strong>zetting van accommodaties op kalmere momenten en<br />
Het idee, dat onze <strong>stad</strong> zich wil inzetten tegen de verzuring van de maatschappij door het contact tussen mensen en<br />
buurten en wijken te stimuleren, biedt buurtsportorganisaties enorme kansen. Buurt-, wijk- en andere organisatiecomités<br />
die zelf met initiatieven op de proppen komen moeten op maximale ondersteuning van het <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur kunnen<br />
genieten. De aanstelling van een schepen van wijkgezelligheid moet voor de vrije tijdssector deuren openen om de<br />
diverse wijk- en buurtverantwoordelijken gemakkelijker te kunnen <strong>be</strong>reiken.<br />
Strategische doelstelling 1 : Buurtsporten: de <strong>stad</strong> wil het sporten in diverse wijken en buurten ondersteunen<br />
en <strong>be</strong>vorderen.<br />
Het sporten op wijken en in buurten verlaagt de drempel tot sport<strong>be</strong>oefening, verhoogt de sociale integratie waardoor via<br />
het sporten een hechtere gemeenschap gevormd wordt.<br />
Operationele doelstellingen<br />
• Met afgevaardigden van wijkcomités en organisatoren voor buurtsportactiviteiten wordt een commissie<br />
gevormd binnen de schoot van de sportraad. Hier kunnen specifieke noden en wensen van deze groep<br />
<strong>be</strong>sproken worden en kan het bieden van ondersteuning in gezamenlijk overleg uitgewerkt worden. We streven<br />
naar een integrale aanpak binnen de koepel vrije tijd van de <strong>stad</strong>.<br />
• Op basis van vastgestelde noden investeert de <strong>stad</strong> in materiaal waarop de organisatiecomités kunnen<br />
terugvallen voor de realisatie van hun buurtsportactiviteiten. De sportraad heeft hierin een adviserende functie.<br />
Strategische doelstelling 2: Naschoolse schoolsportinitiatieven aanmoedigen.<br />
Schoolsport vormt een essentiële peiler in het aanzetten van kinderen en jongeren tot <strong>be</strong>wegen en sport<strong>be</strong>oefening. De<br />
<strong>stad</strong> wil schoolsport<strong>be</strong>oefening alle kansen bieden door als bruggenbouwer, coördinator, ondersteuner en subsidiair als<br />
initiatiefnemer tussen school, FOLLO leerkracht en het sportverenigingsleven op te treden.<br />
Operationele doelstellingen (2)<br />
• Torhoutse scholen en de stichting Vlaamse schoolsport kunnen gebruik maken van de stedelijke<br />
sportaccommodaties aan Torhouts tarief<br />
• Leerkrachten LO worden geïnformeerd en aangemoedigd om met hun leerlingen deel te nemen aan<br />
naschoolse sportinitiatieven<br />
• Het halfjaarlijks overleg met de schoolsportafgevaardigden wordt aantrekkelijker gemaakt door middel van<br />
verschillende stimulansen<br />
• De scholen kunnen rekenen op ondersteuning van de sportdienst voor het leggen van contacten met sportclubs<br />
of andere sportinstanties i.f.v. hun schoolsportinitiatieven<br />
• Na overleg met de sector uitleen van sportmaterialen voor schoolsport uitwerken<br />
113
Strategische doelstelling 3 : Stedelijke sportpromotie-initiatieven.<br />
Aanvullend op het clubinitiatief, schoolsport, buurtsport en initiatieven uit de private sector ontwikkelt de <strong>stad</strong> eigen<br />
initiatieven in nauw overleg met de sportraad om mensen aan te zetten tot sport<strong>be</strong>oefening met het doel mensen op<br />
permanente basis te laten sporten in synergie met de clubs.<br />
Operationele doelstellingen (3)<br />
• Kinderen en jongeren kunnen tijdens elke schoolvakantie deelnemen aan minstens één activiteit met een<br />
aantrekkelijk en aan hun leeftijd aangepast programma.<br />
• De stedelijke sportdienst biedt jaarlijks voor elke leeftijdsgroep minstens één lessenreeks van 10 lessen. De<br />
participatie aan deze initiatieven zal in de loop van de legislatuur jaarlijks met 5% toenemen<br />
• De sportdienst legt het accent niet op het organiseren maar treedt wel op als promotor, medewerker in<br />
evenementen van overkoepelende organen zoals IGOS, Bloso, Provinciale sportdienst, Stichting Vlaamse<br />
Schoolsport, ISB, koepel vrije tijd van de <strong>stad</strong>, om zo, via verenigde krachten tot aantrekkelijke activiteiten voor<br />
de inwoners te komen.<br />
• Wanneer nieuwe trends ontstaan in het sportlandschap treedt de sportdienst op als promotor door initiaties te<br />
organiseren of initiatieven <strong>be</strong>kend te maken en of waar mogelijk infrastructuur en materiaal te voorzien.<br />
• Inwoners worden aangemoedigd om deel te nemen aan zoveel mogelijk Torhoutse organisaties<br />
• Het personeel van de <strong>stad</strong> wordt aangemoedigd tot sportparticipatie. Bij elk initiatief is er aandacht voor<br />
participatie door het personeel van de <strong>stad</strong>. Er wordt in samenwerking met de personeelsdienst een structuur<br />
opgezet om initiatieven bij het <strong>stad</strong>spersoneel te promoten. Aanvullend zal ook jaarlijks minstens één sportief<br />
initiatief specifiek voor deze doelgroep georganiseerd worden.<br />
• Het inschrijf- en registratiesysteem wordt gemoderniseerd. Tegen 2010 kunnen deelnemers zich online<br />
inschrijven voor elke activiteit die door de sportdienst wordt aangeboden. Bovendien wordt het ICT ge<strong>be</strong>uren<br />
verder uitgewerkt en ingepast in de vernieuwde huisstijl van de <strong>stad</strong>.<br />
• Ontwikkeling van een Torhoutse zwemschool: kinderen kunnen in Torhout in een vernieuwd systeem waarbij<br />
redders, zwemclub en gezinsbond samenwerken, genieten van watergewenning tot specialisatie in het<br />
zwemmen.<br />
Strategische doelstelling 4 : De <strong>stad</strong> wil door samenwerking met het commerciële initiatief goedkopere<br />
kennismakingsreeksen organiseren met aandacht voor kwaliteit en <strong>be</strong>taalbaarheid. Ook kansarmen moeten de<br />
mogelijkheid krijgen om aan deze initiatieven deel te nemen.<br />
Operationele doelstellingen (4)<br />
• Er wordt binnen de schoot van de sportraad een commissie opgestart waarin overleg rond noden en<br />
mogelijkheden tot samenwerking met de sector worden <strong>be</strong>handeld.<br />
• Jaarlijks wordt met minstens twee commerciële initiatieven een samenwerking opgezet waarbij de <strong>stad</strong> deze<br />
initiatieven promoot. Inwoners kunnen in een kennismakingsreeks genieten van initiatie aan gereduceerd tarief.<br />
114
• Tegen 2010 kent het pasje <strong>sociaal</strong> tarief (zie 4.3.2. toegankelijkheid en diversiteit) ook ingang bij de<br />
verschillende private instellingen en kunnen kansarmen deelnemen aan deze initiatieven tegen 25% van de<br />
reële kostprijs.<br />
• Sportkampen van de Torhoutse private initiatieven worden mee opgenomen in de brochure van de<br />
vakantieactiviteiten van de <strong>stad</strong>. De diverse organisatoren worden samengebracht zodat de diverse kalenders<br />
op elkaar kunnen worden afgestemd. De <strong>stad</strong> organiseert alleen aanvullend en niet in concurrentie met de<br />
diverse initiatieven<br />
5.5.5.2 Toegankelijkheid en diversiteit<br />
De <strong>stad</strong> wil kansen bieden aan de mensen die het moeilijker heb<strong>be</strong>n. Daarom wil ze ook sport<strong>be</strong>oefening <strong>be</strong>vorderen en<br />
mogelijk maken voor alle inwoners, ook voor mensen voor wie de stap tot sport<strong>be</strong>oefening of deelname aan het<br />
reguliere circuit groot is. De <strong>stad</strong> wil dit doen door de infrastructuur aan te passen, drempelverlagende maatregelen te<br />
voorzien en specifieke activiteiten op te starten.<br />
Uit de schriftelijke enquête naar de Torhoutse <strong>be</strong>volking stelden we vast dat vrouwen vanaf 36 jaar en oudere personen<br />
<strong>be</strong>duidend minder goed scoren in sportparticipatie, ook mensen met een lager opleidingsniveau en mensen die in de<br />
verst gelegen wijken wonen doen <strong>be</strong>duidend minder aan sport. Wellicht ligt hier een potentieel aan mensen die we<br />
kunnen aanmoedigen om aan sport te gaan doen.<br />
De <strong>be</strong>langrijkste redenen die aangehaald worden om niet aan sport te doen zijn: geen tijd (27%) en<br />
gezondheidsredenen (17%). 12% van de mensen die niet aan sport doen <strong>be</strong>weren dat ze niemand heb<strong>be</strong>n om samen<br />
mee te sporten en 11% haalt aan dat ze niet graag sporten 4% van de respondenten <strong>be</strong>weert niet te sporten omdat<br />
zijn/haar financiële situatie dit niet toelaat en 6% <strong>be</strong>weert dat de gezinssituatie het niet mogelijk maakt om aan sport te<br />
doen. 5% Van de mensen vindt ook dat er te weinig informatie is over het sportaanbod. Slechts 1% haalt <strong>be</strong>reikbaarheid<br />
van de sportaccommodaties aan als reden voor het niet sporten.<br />
Wanneer we deze redenen van niet sport<strong>be</strong>oefening koppelen aan het geslacht, dan zien we opmerkelijke verschillen:<br />
voor vrouwen is de <strong>be</strong>langrijkste redenen van niet sporten: geen tijd (32%). Anderzijds halen zij ook <strong>be</strong>reikbaarheid en<br />
gezinssituatie meer dan mannen als reden aan om niet te sporten. Ook bij mannen is gebrek aan tijd de <strong>be</strong>langrijkste<br />
reden om niet te sporten maar in mindere mate dan bij vrouwen (20%). Mannen halen ook, meer dan vrouwen, de<br />
financiële redenen en het niet <strong>be</strong>schikbaar zijn van de gewenste sporttak in onze <strong>stad</strong> aan als oorzaak van het niet<br />
sporten.<br />
Een andere <strong>be</strong>langrijke vaststelling is dat 11%van de mensen die wel aan sport doen, maar niet in een sportclub<br />
hiervoor aanhaalt dat ze het sporten in clubverband te duur vinden.<br />
Uit overleg met een afgevaardigde van Recreas, en met verschillende afgevaardigden van Huize Tordale blijkt dat er<br />
enerzijds grote nood is aan sportinitiatieven specifiek voor mensen met een handicap, anderzijds is er ook nood aan<br />
mogelijkheden om deel te nemen en te integreren in de gewone sportclub. Integratie kan echter alleen wanneer er extra<br />
inspanningen geleverd worden door verenigingen, mits het voorzien van opgeleide trainers en voor een <strong>be</strong>perkt aantal<br />
personen. Het is <strong>be</strong>langrijk, zeker voor mensen met een mentale handicap dat de vaste <strong>be</strong>geleiders uit Tordale<br />
115
etrokken worden bij de activiteit. Voor <strong>be</strong>woners van Tordale blijkt de kostprijs van sportinitiatieven <strong>be</strong>palend te zijn<br />
voor het al of niet deelnemen. Het democratisch houden van deelnamegelden of kortingen voorzien voor deze<br />
doelgroep is zeker een aanrader. Daarnaast blijkt het voor Recreas vooral <strong>be</strong>langrijk wanneer de <strong>stad</strong> inspanningen kan<br />
leveren om materiële aanpassingen uit te voeren opdat ze hun aangepaste sport zouden kunnen uitvoeren.<br />
Strategische doelstelling 1 : De <strong>stad</strong> wil haar sportinfrastructuur toegankelijk maken voor mensen met<br />
<strong>be</strong>perkingen.<br />
Operationele doelstellingen (1):<br />
• Tegen 2009 is het zwembad toegankelijk; er wordt een studie voorzien om de toegankelijkheid en gebreken<br />
van toegankelijkheid van de sportaccommodaties in kaart te brengen<br />
• Mensen met een <strong>be</strong>perking kunnen tegen 2009 genieten van een voordeeltarief in alle stedelijke<br />
sportaccommodaties.<br />
Strategische doelstelling 2 : De <strong>stad</strong> wil de drempel tot sport<strong>be</strong>oefening voor mensen die het financieel moeilijk<br />
heb<strong>be</strong>n verlagen.<br />
Al enkele jaren <strong>be</strong>staat het pasje <strong>sociaal</strong> tarief, een initiatief dat werd uitgewerkt door de jeugddienst i.s.m. de sociale<br />
diensten CAW en OCMW. Met dit pasje kunnen mensen genieten van een korting op lidgelden of inkomgelden bij<br />
activiteiten van de jeugddienst, jeugd<strong>be</strong>wegingen en activiteiten van de stedelijke sportdienst.<br />
Operationele doelstellingen (2):<br />
• Toepassing van het pasje <strong>sociaal</strong> tarief (75% korting) wordt tegen de start van het sportseizoen <strong>2008</strong>-2009<br />
uitgebreid naar minstens 50% van de sportverenigingen<br />
• Tegen 2010 wordt de toepassing van dit pasje ook uitgebreid naar het commerciële initiatief.<br />
Strategische doelstelling 3 : Initiatieven voor minder sportieve doelgroepen.<br />
Vanuit de vaststelling dat een aantal specifieke doelgroepen niet participeren aan het sportaanbod (zoals mensen die<br />
kampen met overgewicht, vrouwen die nog steeds veel minder sporten dan mannen, de groeiende groep senioren<br />
waarvoor het aanbod aan sport<strong>be</strong>oefening te <strong>be</strong>perkt is) wil de <strong>stad</strong> voor deze mensen specifieke initiatieven opstarten,<br />
bundelen, coördineren en promoten.<br />
Operationele doelstellingen (3) :<br />
• De sportdienst organiseert activiteiten en lessenreeksen voor deze minder sportieve doelgroepen.<br />
• De sportdienst fungeert als aanspreekpunt om in samenspraak met deze doelgroepen geschikte<br />
<strong>be</strong>wegingsactiviteiten uit te werken waar mogelijk in samenwerking met de <strong>be</strong>staande sportclubs en andere<br />
maatschappelijke organisaties.<br />
116
5.6 KINDEROPVANG<br />
5.6.1 Strategische doelstellingen<br />
We willen dat kinderopvang een meerwaarde <strong>be</strong>tekent. Kinderen zijn immers de toekomst van onze samenleving.<br />
In de mate van het mogelijke moet de kinderopvang een weerspiegeling zijn van de maatschappij. Alle kinderen moeten<br />
er terecht kunnen: arm, rijk, sterk en zwak<br />
Kinderopvang moet aandacht schenken aan drie functies om een meerwaarde te <strong>be</strong>tekenen voor zowel kinderen,<br />
ouders en de maatschappij.<br />
Dat kinderopvang <strong>be</strong>staat voor werkende ouders, is bij iedereen <strong>be</strong>kend en aanvaard. Dit is de economische functie<br />
van kinderopvang. Al iets minder vertrouwd zijn we met het <strong>be</strong>lang van kinderopvang voor ouders die en opleiding<br />
volgen of solliciteren, zodat ze later kunnen gaan werken. Deze opvang is minder makkelijk in te plannen: hij is plots<br />
nodig en op onregelmatige tijdstippen. Ook andere gezinnen vallen uit de boot. De stap voor de opvang is voor hen te<br />
groot: de taal, de inrichting, de manier van werken en de medewerk(st)ers, die niet altijd aansluit bij de wereld van de<br />
gezinnen thuis. Toch moet kinderopvang uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie <strong>be</strong>vorderen.<br />
Via deze sociale functie levert de kinderopvang een bijdrage aan een <strong>sociaal</strong> rechtvaardige maatschappij. Een<br />
buurtgerichte aanpak en samenwerking met andere organisaties is hierbij heel <strong>be</strong>langrijk.<br />
Kinderen worden geboren in een gezin met de opvoeding en de gewoonten van dat gezin. Daarnaast brengen ze al<br />
vanaf heel jonge leeftijd een <strong>be</strong>paalde tijd door in de kinderopvang. Kinderopvang moet aan ieder kind de kans geven<br />
om op zijn manier op verkenning te gaan. Het is een plek bij uitstek om anderen te leren kennen en er respectvol mee te<br />
leren omgaan. Dit alles is de educatieve functie van kinderopvang.<br />
5.6.2 Operationele doelstellingen<br />
5.6.2.1 doelstelling 1: een netwerk tussen verschillende actoren vormen waarbij kinderopvang verankerd wordt<br />
in een groter geheel<br />
Het <strong>be</strong>leid rond kinderopvang mag niet op een eilandje werken. Het is een <strong>be</strong>langrijke schakel in de samenleving. Dit<br />
moet ook tot uiting komen in de samenwerkingsverbanden die gesmeed worden door het uitbouwen van eenvormige,<br />
brede, transparante en toegankelijke diensten.<br />
Acties<br />
• Actieve participatie van het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang aan het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid.<br />
Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang is een adviesraad waarin een heleboel actoren uit de sector zetelen. Zij zijn<br />
<strong>be</strong>voorrechte getuigen en moeten dan ook actief <strong>be</strong>trokken worden bij het tot stand komen van het <strong>be</strong>leid rond<br />
kinderopvang.<br />
• Afstemmen kinderopvang en vrijetijdsaanbod<br />
Het is van <strong>be</strong>lang dat kinderen die naar de opvang gaan eveneens kunnen aansluiten bij de verschillende<br />
vrijetijdsinitiatieven.<br />
117
Maatregelen: Overleg opzetten en stimuleren van een <strong>be</strong>tere afstemming van de kinderopvang en het<br />
vrijetijdsaanbod. Continuering van de <strong>be</strong>staande en nieuwe samenwerkingsverbanden.<br />
• Afstemmen kinderopvang op woon<strong>be</strong>leid<br />
Al dan niet promoten van een actief woon<strong>be</strong>leid en voorzien van kinderopvang op de verschillende woonkernen.<br />
• Afstemmen kinderopvang op individuele dienstverlening<br />
Linken met CLB met netwerk- en draaischuiffunctie, gelijke onderwijskansen, geïntegreerd onderwijs met extra<br />
ondersteuning, integrale jeugdhulpfunctie, OCMW, CAW, CLB, Yambo, Oranje, e.a.<br />
• Afstemmen kinderopvang op mobiliteit<br />
Oplossingen zoeken voor het vervoersprobleem dat zich hierbij stelt in samenwerking met de koerierdienst van<br />
het OCMW, de Werkwinkel, schoolbussen, e.a.<br />
• Afstemmen kinderopvang op preventie en veiligheid<br />
Promoten van Gezonde voeding, nagaan veiligheid van de initiatieven en hun omgeving, aandacht heb<strong>be</strong>n voor<br />
veilige verplaatsingen van kinderen.<br />
• Afstemmen kinderopvang op tewerkstelling<br />
Invalshoeken: Kinderopvang startte als tewerkstellingsproject. Initiatieven heb<strong>be</strong>n nood aan goed en geschoold<br />
personeel.<br />
We willen mensen de kans geven om een loopbaan en ouderschap te combineren. We willen tevens zoveel<br />
mogelijk mensen aan de slag. De werkloosheid daalt dus <strong>be</strong>tekent dit dat er een groeiende nood is aan<br />
kinderopvang. Ook flexi<strong>be</strong>le en occasionele opvang zijn in dit kader van <strong>be</strong>lang.<br />
• Afstemmen van de verschillende organiserende opvanginitiatieven/<strong>be</strong>sturen op elkaar<br />
Samenwerken biedt flink wat voordelen. Je blijft op de hoogte van nieuwigheden en je doet ideeën op. Je krijgt<br />
raad en steun bij het oplossen van problemen en vaak kan je ook efficiënter of kosten<strong>be</strong>sparend werken door<br />
samen activiteiten en vormingen uit te werken.<br />
⇒ maatregelen: vorming organiseren<br />
duidelijk communicatiesysteem ontwikkelen<br />
overleg stimuleren<br />
5.6.2.2 doelstelling 2: een voldoende groot aanbod aan kinderopvang voorzien zodat iedereen die het wil,<br />
gebruik kan maken hiervan<br />
• Kinderopvang voorzien in elke woonkern<br />
118
Kinderen heb<strong>be</strong>n recht op een kwaliteitsvolle opvang op een redelijke afstand van de school en van het<br />
vrijetijdsaanbod. In Torhout wordt er gekozen voor een gedecentraliseerde organisatie van de buitenschoolse<br />
kinderopvang.<br />
⇒ maatregelen: gestructureerd overleg<br />
• Witte vlekken in voorschoolse opvang aanpakken<br />
In heel <strong>Vlaanderen</strong> is er meer kinderopvang nodig. Kind en Gezin <strong>be</strong>paalt op basis van objectieve criteria ( het<br />
aantal opvangplaatsen in verhouding tot het aantal kinderen, het aantal schoolgaande kinderen, het aantal<br />
ar<strong>be</strong>idsplaatsen ingevuld door vrouwen tussen 25 en 35 jaar,…) de gemeenten waar de nood het hoogst is. In de<br />
nieuwe witte vlekkenoefening van april 2005 staat Torhout op de 11 de plaats van de 23 gemeentes uit West-<br />
<strong>Vlaanderen</strong> die opgenomen werden in de lijst.<br />
⇒ maatregelen: - vragen naar eventuele wachtlijsten om <strong>be</strong>hoeften na te gaan<br />
- uitbreiding subsidiereglement naar onthaalouders ?<br />
- opstart van nieuwe initiatieven stimuleren<br />
• Afstemmen van het aanbod op nieuwe tendensen<br />
Een <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> is een momentopname. Bij het <strong>be</strong>gin van dergelijk plan kan het ge<strong>be</strong>uren dat er nog geen nood<br />
merkbaar is in een <strong>be</strong>paalde wijk. Zes jaar is echter een lange periode. In het kinderopvanglandschap kan er van<br />
vandaag op morgen een nieuwe nood ontstaan voortvloeiend uit maatschappelijke ontwikkelingen. Teneinde hier<br />
vlot op in te kunnen spelen wensen wij dit punt op te nemen in ons <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />
⇒ maatregelen: aandacht <strong>be</strong>steden aan het detecteren van nieuwe noden en tendensen<br />
• Nagaan atypische opvangnoden<br />
Uit allerhande onderzoeken blijkt de nood aan atypische (flexi<strong>be</strong>le en urgentie-opvang) opvang te stijgen. Hoe zit<br />
het eigenlijk in Torhout? Wij verwachten dezelfde conclusies uitgaande van de maatschappelijke ontwikkelingen.<br />
⇒ maatregelen: - <strong>be</strong>vraging bij ouders / opvanginitiatieven en <strong>be</strong>voorrechte getuigen<br />
- inspelen op de resultaten voortvloeiend uit de enquêtes<br />
• Het in kaart brengen van alle doelgroepen aangaande het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid<br />
Acties<br />
(zodat kinderopvang wordt ontwikkeld voor iedereen)<br />
Dit kan door het verzamelen van relevante cijfergegevens maar eveneens door de <strong>be</strong>trokkenen te <strong>be</strong>vragen. Deze<br />
cijfers dienen gekoppeld te worden aan een algemeen cijferpakket vanuit de <strong>stad</strong> en het OCMW, voortdurend<br />
opgevolgd te worden en <strong>be</strong>schikbaar te zijn voor het interne en het externe gebruik.<br />
• Uitvoeren enquête vraagzijde: steekproef <strong>sociaal</strong> minder<strong>be</strong>deelde doelgroepen<br />
⇒ doel: zicht krijgen op nood aan kinderopvang en de tevredenheid over kinderopvang bij de <strong>sociaal</strong> minder<strong>be</strong>deelde<br />
doelgroepen<br />
119
• Ontwikkelen enquête aanbodzijde met <strong>be</strong>trekking tot toegankelijkheid van <strong>sociaal</strong> minder<strong>be</strong>deelde doelgroepen<br />
⇒ doel: zicht krijgen op de mate waarin de verschillende opvanginitiatieven geconfronteerd worden met de<br />
verschillende doelgroepen + vaststellen noden, <strong>be</strong>hoeften en knelpunten.<br />
5.6.2.3 doelstelling 3: informatieverspreiding<br />
Informatieverspreiding is een essentieel onderdeel van het <strong>be</strong>leid. De burgers moeten voldoende op de hoogte zijn van<br />
het aanbod dat <strong>be</strong>staat op het grondgebied van de <strong>stad</strong> Torhout.<br />
Hiertoe gebruiken we allerhande media zoals brocures, de website, publicatie in Sparresprokkels,…<br />
• folder vakantieaanbod voor kinderen en jongeren in Torhout<br />
Deze folder biedt een overzicht van alle initiatieven (opvanginitiatieven, sportverenigingen, speelpleinwerking,….) die<br />
gedurende de zomervakantie een aanbod richten naar kinderen en jongeren. De verspreiding ge<strong>be</strong>urt in samenwerking<br />
met de scholen.<br />
⇒ maatregelen : - tegen <strong>be</strong>gin mei dienen alle initiatieven die willen opgenomen worden in de folder hun infoblad in.<br />
- in samenwerking met de werkwinkel worden PWA-werknemers aangesproken om de folder samen<br />
te stellen<br />
• Brochure kinderopvang in Torhout<br />
- <strong>be</strong>gin juni ge<strong>be</strong>urt de verspreiding in de scholen.<br />
Er worden twee brochures uitgegeven inzake het aanbod in de kinderopvangsector: een uitgebreide folder die ter<br />
<strong>be</strong>schikking ligt in het <strong>stad</strong>huis en het ziekenhuis en daarnaast een <strong>be</strong>knopte folder die meegegeven wordt met de<br />
informatiepakketten voor nieuwe inwoners.<br />
⇒ maatregelen: jaarlijkse aanpassing en verspreiding van de brochures.<br />
• Opvang zieke kinderen<br />
De opvang van zieke kinderen geniet vaak te weinig <strong>be</strong>kendheid onder de burger. De diensten die hiervoor instaan<br />
worden opgenomen in de uitgebreide brochure rond kinderopvang. We dienen de ouders op geregelde tijdstippen te<br />
wijzen op het <strong>be</strong>staan van deze diensten.<br />
⇒ maatregelen: - initiatieven opnemen in de uitgebreide brochure.<br />
- jaarlijks de gegevens controleren en aanpassen.<br />
• Informeren over veiligheid in een opvangsituatie<br />
- nieuwe media, zoals de website, gebruiken om de oppasdiensten voor te stellen.<br />
Kinderen ontwikkelen zich snel en willen de wereld rondom hen ontdekken. Daarbij zien zij geen gevaar. Een<br />
ongeluk is dan ook snel ge<strong>be</strong>urd.<br />
⇒ maatregelen : informeren over regels, voorschriften en adviezen die veiligheid nastreven<br />
120
• Specifieke acties die we kunnen ondernemen t.o.v. de doelgroepen<br />
⇒ nagaan van de meest geschikte methode is om de <strong>sociaal</strong> minder <strong>be</strong>deelde doelgroepen te <strong>be</strong>reiken.<br />
⇒ nagaan van de impact van de verschillende <strong>be</strong>staande media zoals brochures, de website, publicatie in<br />
Sparrensprokkels,…op de <strong>sociaal</strong> minder <strong>be</strong>deelde doelgroepen.<br />
5.6.2.4 doelstelling 4: onthaalouders als <strong>be</strong>langrijke schakel in de opvangsector <strong>be</strong>trekken bij het <strong>be</strong>leid<br />
Onthaalouders worden soms te weinig geapprecieerd en ondersteund. We willen hier in de volgende jaren werk van<br />
maken.<br />
• Isolement van de onthaalouders doorbreken<br />
De onthaalouders zijn moeilijk te overhalen om naar vergaderingen van het <strong>lokaal</strong> overleg te komen. We willen<br />
hen echter wel samen brengen, zodat zij ervaringen kunnen uitwisselen, problemen aankaarten e.d.<br />
⇒ maatregelen: - uitwisselen ervaring op informele momenten<br />
• Uitleendienst onthaalouders<br />
- gezamenlijk vorming organiseren<br />
- recruteren van nieuwe onthaalouders<br />
Begin 2006 starten we met de uitleendienst voor onthaalouders in samenwerking met de stedelijke uitleendienst.<br />
Degelijk speelgoed is vaak een dure aangelegenheid, waar wij als <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur ons steentje kunnen in bijdragen.<br />
Dit is een <strong>be</strong>leidsoptie die permanent moet worden opgenomen in de <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning van het <strong>lokaal</strong> overleg<br />
kinderopvang.<br />
⇒ maatregelen: - spelmateriaal jaarlijks aanvullen, met inachtneming van de wensen van de onthaalouders.<br />
- nazien of de uitleendienst kan uitgebreid worden naar opvanginitiatieven van buiten Torhout.<br />
• Onderzoeken mogelijkheden tot financiële tegemoetkoming<br />
We willen de mogelijkheden onderzoeken om de gemeentelijke ondersteuning van mini-crèches, erkende<br />
kinderdagverblijven en zelfstandige kinderdagverblijven uit te breiden zodat ook de onthaalouders hiervan kunnen<br />
genieten.<br />
5.6.2.5 doelstelling 5: kwaliteit leveren<br />
• Definiëren, stimuleren, controleren en <strong>be</strong>waken kwaliteit<br />
Hierbij moeten we ons baseren op het kwaliteitscharter.<br />
Het kwaliteitscharter omvat volgende items:<br />
De Pedagogische werking<br />
121
De pedagogische werking heeft het vooral over hoe we met kinderen kunnen omgaan. Rekening houdend met hun<br />
eigenheid, hun ontwikkeling, hun voorkeur,.... zodat ze in de opvang zichzelf kunnen zijn.<br />
Bepalingen inzake de <strong>be</strong>geleiding<br />
Hier wordt vooral de nadruk gelegd op de kwalificatie en de continuïteit van de <strong>be</strong>geleiding<br />
De Ouderparticipatie<br />
De Infrastructuur<br />
Geschikte binnen- en buitenruimte<br />
Veiligheid en Gezondheid<br />
Eisen op vlak van ouderbijdragen<br />
We opteren voor kwalitatieve opvang in geval van langdurige buitenschoolse opvang.<br />
⇒ maatregelen: - vorming organiseren.<br />
5.6.2.6 doelstelling : participatie<br />
- ervaring uitwisselen tussen de verschillende initiatieven.<br />
• Optimaliseren van de <strong>be</strong>trokkenheid en wel<strong>be</strong>vinden van de kinderen<br />
Een kind ontwikkelt zich op allerlei manieren. Het heeft heel wat ver<strong>be</strong>elding en ontdekt al spelend de wereld<br />
rondom zich. Om al zijn talenten te kunnen ontplooien is het <strong>be</strong>langrijk dat een kind zich goed in zijn vel voelt<br />
(wel<strong>be</strong>vinden) en geboeid <strong>be</strong>zig is (<strong>be</strong>trokkenheid).<br />
⇒ maatregelen: - vorming organiseren met verschillende initiatieven<br />
- werken met ZIKO (via observatie kijken of kinderen zich goed voelen in opvangsituatie)<br />
- ervaringen uitwisselen met verschillende initiatieven<br />
- evenwicht vinden tussen <strong>be</strong>hoeften kinderen en <strong>be</strong>hoeften ouders<br />
- streven naar samenwerking en afstemming tussen de verschillende voorzieningen<br />
• Ouders actief <strong>be</strong>trekken bij de opvang van hun kinderen<br />
De ouders en het opvanginitiatief zijn partners met hetzelfde doel: het kind <strong>be</strong>geleiden bij het opgroeien. Alle ouders<br />
evenveel <strong>be</strong>trekken is niet mogelijk. Niet alle ouders heb<strong>be</strong>n daar trouwens op dezelfde manier <strong>be</strong>hoefte aan.<br />
⇒ maatregelen: - informatie geven over het opgevangen kind is een taak van ieder opvanginitiatief.<br />
- informeren over de verschillende vormen van <strong>be</strong>trokkenheid gaande van meeleven,<br />
meedoen, meedenken, mee<strong>be</strong>slissen<br />
- uitwisseling van ervaring tussen de verschillende opvanginitiatieven<br />
- <strong>be</strong>vraging ouders<br />
• Opvoedingsondersteunend <strong>be</strong>leid uitwerken<br />
122
Ouders zijn de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Zij gaan echter steeds vaker op<br />
zoek naar ondersteuning bij hun taak als opvoeder bij de opvanginitiatieven, de school, hun ouders,…. Ouders<br />
moeten de mogelijkheid krijgen ‘opvoedingsvragen’ te kunnen stellen zonder dat ze het gevoel krijgen dat ze hun<br />
taak niet goed uitvoeren.<br />
⇒ maatregelen: - eerst en vooral dient de mogelijkheid om opvoedingsondersteuning te bieden onderzocht<br />
worden. Met opvoedingsondersteuning wordt <strong>be</strong>doeld: opleidings-, vormings- of<br />
trainingsactiviteiten onder deskundige <strong>be</strong>geleiding die tot doel heb<strong>be</strong>n gezinnen en iedereen die<br />
met de opvoeding van kinderen <strong>be</strong>gaan is in staat te stellen kennis, inzichten en vormings- of<br />
trainingsactiviteiten te verwerven of verder te ontwikkelen met <strong>be</strong>trekking tot de opvoeding van<br />
jongeren en kinderen.<br />
- informatie verspreiden over gespecialiseerde instanties in het kader van problematische<br />
opvoedingssituaties dit zowel voor kind als ouder.<br />
5.6.2.7 Doelstelling 7 : kinderopvang moet toegankelijk zijn voor alle burgers<br />
• De éénloketfunctie<br />
We gaan na wat de mogelijkheden zijn van een éénloketfunctie<br />
We zetten een coördinatiesysteem voor opvangvragen op poten (via website) om zicht te krijgen op de noden aan<br />
opvang van de Torhoutse burgers.<br />
We willen een gecoördineerd opname<strong>be</strong>leid invoeren en ervoor zorgen dat ouders een duidelijke en correcte info<br />
over kinderopvang krijgen (ouderbijdrage, locatie, openingsuren, vrije plaatsen).<br />
• Toegankelijkheid van de kinderopvang <strong>be</strong>vorderen waarbij het wegwerken van de financiële, sociale en fysieke<br />
Acties<br />
drempels centraal staat<br />
We willen het opvangaanbod stimuleren voor bijzondere doelgroepen. Kinderopvang moet <strong>be</strong>taalbaar zijn en binnen<br />
een redelijke afstand <strong>be</strong>schikbaar zijn. Toegankelijkheid <strong>be</strong>tekent ook dat er aandacht wordt <strong>be</strong>steed aan andere<br />
drempels. Voor kansengroepen kan de manier van inschrijven of het publiek bijvoor<strong>be</strong>eld een hinderpaal zijn. Een<br />
overzichtelijk aanbod via 1 loket kan de algemene <strong>be</strong>kendheid en toegankelijkheid eveneens <strong>be</strong>vorderen.<br />
• Optimaliseren van het <strong>sociaal</strong> tarief<br />
• Wegnemen van financiële en culturele drempels<br />
• Stimuleren van integratie<strong>be</strong>vorderende initiatieven<br />
• Nagaan cijfers doelgroep <strong>sociaal</strong> minder <strong>be</strong>deelden<br />
• Nagaan noden<br />
- Demografische gegevens (aantal éénoudergezinnen, …)<br />
- Specifieke tewerkstellingssituaties<br />
- Kansarmoedesituatie<br />
• Overleg tussen praktijkdeskundigen (CAW, OCMW, Yambo, Oranje,…)<br />
123
5.6.2.8 Doelstelling 8 : opvolgen en uitvoeren van nieuwe regelgeving<br />
De regelgevers zitten niet stil. Er wordt telkens bijgestuurd en aangepast. Om de nodige ruimte te krijgen bij de<br />
uitvoering van de richtlijnen wensen we dit punt mee te nemen in het <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>.<br />
⇒ maatregelen: - op punt zetten van een doorgeefsysteem van nieuwe regelgeving<br />
- uitwerken van een Centrum Kinderopvang<br />
124
6 SOCIAAL HUIS :<br />
6.1 Doelstelling<br />
De Vlaamse overheid wil met het decreet <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid een kader scheppen waarbij de hulpverlening<br />
laagdrempelig en meer toegankelijk wordt, en dit met speciale aandacht voor de kansengroepen.<br />
Het Sociaal Huis krijgt een <strong>be</strong>langrijke plaats binnen dit <strong>be</strong>leid, precies omdat het gezien wordt als een middel om de<br />
toegankelijkheid te <strong>be</strong>vorderen. Aldus is de uitbouw van een Sociaal Huis een uitdaging voor het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur om een<br />
efficiënte, transparante en kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren.<br />
In <strong>be</strong>paalde steden en gemeenten die nieuwbouwplannen hadden, heeft men van de gelegenheid gebruik gemaakt om<br />
een aantal welzijnsvoorzieningen samen met de lokale <strong>be</strong>sturen letterlijk onder één dak onder te brengen. Voor een<br />
goed <strong>be</strong>grip is het evenwel <strong>be</strong>langrijk te stellen dat een <strong>sociaal</strong> huis in de eerste plaats niet naar een fysiek gebouw<br />
verwijst, maar veeleer naar een systeem waarbij tussen het OCMW, <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur en andere lokale actoren, afspraken<br />
worden gemaakt opdat de burger zich maar tot één loket moet wenden met eender welke sociale vraag. De doelstelling<br />
is dat de hulpvrager met zijn verzoek op de juiste plaats terecht kan en zo snel mogelijk het juiste antwoord krijgt.<br />
In Torhout wordt er momenteel niet gedacht aan een echt huis waarin meerdere diensten een onderkomen zouden<br />
kunnen vinden. Niets sluit uit dat toekomstige opportuniteiten daar een andere wending kunnen aan geven maar in<br />
eerste instantie zou er voor geopteerd worden om de uitbouw van het <strong>sociaal</strong> huis te incorporeren in de werking van de<br />
sociale dienst van het OCMW. Individuele sociale hulpverlening is immers reeds een kerntaak van het OCMW (dat<br />
trouwens een <strong>be</strong>langrijke actor is binnen het lokale hulpverleningslandschap) zodat de organisatie van een toegankelijk<br />
aanspreekpunt en een klantvriendelijk onthaal nu eenmaal inherent zou moeten zijn aan de werking van de sociale<br />
dienst.<br />
6.2 Taken voor het Sociaal Huis<br />
Artikel 9 van het Decreet Lokaal Sociaal Beleid stelt dat “met het oog op de doelstelling zoals omschreven in artikel 8<br />
(=maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger), realiseert het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur een Sociaal Huis, dat<br />
minimaal een informatie- loket- en doorverwijzingsfunctie heeft”<br />
De term “Sociaal Huis” zelf wordt niet nader gedefinieerd, de functies daarentegen dus duidelijk wel.<br />
125
6.2.1 Eénloketfunctie (zorgloket)<br />
De loketfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket<br />
dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het <strong>lokaal</strong> <strong>be</strong>stuur.<br />
Dit impliceert dat de burger aan minimum één loket terecht kan waarbij hij/zij zowel informatie kan <strong>be</strong>komen over de<br />
sociale dienstverlening en opvang- en hulpvormen van OCMW, <strong>stad</strong> en andere actoren en waarbij hij/zij gericht wordt<br />
doorverwezen voor die vragen die niet ter plaatse kunnen opgelost worden.<br />
Gezien de Torhoutse stedelijke administratie niet over een uitgebouwde eigen welzijnsdienst <strong>be</strong>schikt lijkt het<br />
aangewezen om dit loket onder te brengen binnen de OCMW-structuur, ook al omdat er redelijkerwijze kan worden<br />
aangenomen dat de sociale dienst van het OCMW qua personeels<strong>be</strong>zetting (8 maatschappelijk assistenten en 1 jurist)<br />
<strong>be</strong>ter uitgerust is om de informatiefunctie, de vraagverhelderingsfunctie en de doorverwijsfunctie die aan het loket<br />
verbonden zijn, adequaat te vervullen.<br />
6.2.1.1 Fysiek loket<br />
Het valt af te wachten hoe het concept Sociaal Huis in de toekomst zal evolueren en in welke mate de <strong>be</strong>volking op deze<br />
voorziening <strong>be</strong>roep zal doen.<br />
Toch gaan we er van uit dat we in de startfase met het Sociaal Huis op korte termijn dienen te streven naar het<br />
aanbieden van een minimaal basispakket, dat dient te <strong>be</strong>staan uit<br />
⇒ Onthaal, intake en vraagverheldering<br />
Iemand die het Sociaal Huis binnen stapt zal via de <strong>be</strong>diende aan de onthaalbalie doorverwezen worden naar de<br />
maatschappelijk assistent die op die dag (volgens een <strong>be</strong>urtrolsysteem) de intakes <strong>be</strong>handelt en derhalve ook het<br />
‘zorgloket’ <strong>be</strong>mant. De eenvoud of de complexiteit van de vraag zullen <strong>be</strong>palend zijn voor het feit of er al dan niet<br />
onmiddellijk een antwoord kan geformuleerd worden.<br />
Het is niet ondenk<strong>be</strong>eldig dat de cliënt zijn/haar vraag niet gemakkelijk kan verwoorden of dat er meerdere<br />
problemen tegelijkertijd spelen. In dergelijke situaties zal het <strong>be</strong>langrijk zijn dat de maatschappelijk assistent helpt bij<br />
het verhelderen van de vraag en desgevallend een zorgtraject uittekent.<br />
Indien de vraag niet onmiddellijk kan worden opgelost zal de cliënt gericht worden doorverwezen naar de <strong>be</strong>voegde<br />
personen binnen (bv. Sociaal Verhuurkantoor of Woonwinkel) of buiten (bv. CAW) het Sociaal Huis.<br />
⇒ Uittekenen zorgtraject<br />
Indien de vraag niet onmiddellijk aan het zorgloket kan worden <strong>be</strong>antwoord (bv. omdat meerdere problemen tegelijk<br />
voorkomen of omdat er eerst bijkomend onderzoek zal nodig zijn), dan kan het aangewezen zijn dat de<br />
126
maatschappelijk assistent in samenspraak met de cliënt een zorgtraject uittekent. Hierin worden de verschillende<br />
stappen omschreven die dienen gevolgd te worden om tot een oplossing te komen.<br />
⇒ Informatieverstrekking<br />
Deze functie, die per definitie verbonden is met de loketfunctie, wordt in het decreet expliciet gemaakt via artikel<br />
10§1 dat stelt dat : “het Sociaal Huis de opdracht heeft zo ruim mogelijke informatie te verstrekken over onder meer<br />
de mogelijke opvang- en hulpvormen en <strong>be</strong>staande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op het lokale en<br />
regionale niveau”.<br />
Dit houdt in dat de burger die naar het loket komt informatie krijgt over de dienstverlening van OCMW en <strong>stad</strong>, maar<br />
tegelijkertijd ook over alle gelijkaardige dienstverlening van andere aanbodverstrekkers.<br />
Aansluitend bij de (eerder passieve) individuele informatieverstrekking kan in de toekomst overwogen worden om<br />
vanuit het Sociaal Huis ook te werken aan een meer actieve en pro-actieve communicatie naar groepen toe. De<br />
collectieve informatieverstrekking kan <strong>be</strong>staan uit het uitgeven van folders, verspreiden van brochures, publiceren<br />
van artikels in het Sparrensprokkels e.d.m.<br />
⇒ (Grond-)Rechtenonderzoek<br />
Bij het rechtenonderzoek wordt een stap verder gegaan dan bij de passieve of actieve informatieverstrekking.<br />
Vertrekkend van de vraag van de burger wordt nagegaan waar deze persoon overal recht op heeft, rekening<br />
houdend met zijn/haar specifieke situatie.<br />
Het feit dat men er voor gaat zorgen dat de cliënt niet zelf dient uit te zoeken waar hij/zij allemaal recht op heeft ,<br />
mag als een van de meerwaarden van het Sociaal Huis worden <strong>be</strong>schouwd.<br />
⇒ Sociale administratie<br />
Op zich is het niet evident dat een aantal wettelijke taken van het <strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur (bv. de <strong>be</strong>handeling van aanvragen<br />
pensioen of tegemoetkoming minder-validen) door het OCMW zouden worden overgenomen. Enerzijds is er de<br />
vraag of deze taken juridisch door een ander <strong>be</strong>stuur kunnen worden opgenomen en anderzijds zou ook moeten<br />
worden nagegaan welke de gevolgen zijn op het vlak van de personeels<strong>be</strong>zetting.<br />
Vandaar dat deze overweging eerder als een denkoefening voor de toekomst wordt meegegeven maar op het<br />
eerste zicht lijkt het ons aangewezen dat de lokale overheden verder hun administratie in eigen handen houden.<br />
127
6.2.1.2 Virtueel /digitaal loket<br />
Een e-loket kan <strong>be</strong>schouwd worden als een elektronische toegangspoort tot het lokale dienstverleningsaanbod.<br />
Dergelijke voorziening laat de burger toe om van thuis uit een aantal administratieve zaken (bv. het invullen en<br />
doorsturen van formulieren, het aanvragen van premies) op elektronische wijze te regelen.<br />
Deze virtuele invulling is een zinvolle ondersteuning voor het fysiek loket en kan voor een stuk ook de informatie- en<br />
vraagverhelderingsrol van dit loket ontlasten, zij het dat de toegankelijkheid ervan <strong>be</strong>perkt zal zijn tot de groep van<br />
mensen die over de vaardigheden en attitudes <strong>be</strong>schikken die vereist zijn om met dergelijk medium om te gaan.<br />
6.2.2 Doorverwijsfunctie<br />
Het decreet voorziet dat de doorverwijsfunctie vanuit het Sociaal Huis dient gerealiseerd te worden via de uitbouw van<br />
samenwerkingsovereenkomsten met andere lokale actoren.<br />
Vandaar dat in dit kader het <strong>be</strong>lang dient onderstreept te worden om te kunnen <strong>be</strong>schikken over een goed netwerk,<br />
waarbij degelijke afspraken worden gemaakt tussen de diverse actoren.<br />
Een goede doorverwijzer/dispatcher zorgt er immers voor dat de cliënt niet ‘verloren loopt’ in het hulp- en<br />
dienstverleningslandschap.<br />
Een goede doorverwijzing <strong>be</strong>tekent tevens dat er een afspraak met de <strong>be</strong>trokken dienst wordt gemaakt op het moment<br />
dat de cliënt er bij is en dat deze afspraak ook wordt opgevolgd.<br />
Logischerwijze is een van de randvoorwaarden voor een goede doorverwijzing een goede kennis van de permanent<br />
geactualiseerde lokale en regionale sociale kaart bij de doorverwijzer.<br />
6.2.3 Signaalfunctie<br />
Op basis van de ervaringen met het werkveld en de vragen waarmee burgers naar het Sociaal Huis komen, kunnen<br />
diverse hiaten, aandachtspunten en structurele problemen gesignaleerd worden naar de verantwoordelijken van het<br />
<strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid en dit op :<br />
• <strong>lokaal</strong> niveau<br />
• regionaal/provinciaal niveau<br />
• centraal (Vlaams/federaal) niveau<br />
De actoren <strong>be</strong>trokken bij het Sociaal Huis dienen m.a.w. ‘een vinger aan de pols te houden’ van het lokale, regionale<br />
en/of centrale <strong>be</strong>leid.<br />
6.3 Organisatorische voorwaarden<br />
6.3.1 Bereikbaarheid / Nabijheid<br />
128
• centrale ligging<br />
• <strong>be</strong>reikbaarheid met het openbaar vervoer<br />
• voldoende parkeergelegenheid<br />
• openingsuren afgestemd op de burger (minimum 1 avond per week ’s avonds langer open<br />
• toegankelijk gebouw (rolstoelgebruikers, moeders met kinderwagens)<br />
• telefonische <strong>be</strong>reikbaarheid<br />
• toegankelijke website<br />
6.3.2 Laagdrempeligheid<br />
• het Sociaal Huis moet een ‘open huis’ zijn, mensen die er <strong>be</strong>roep op doen mogen zich niet gestigmatiseerd of<br />
<strong>be</strong>keken voelen<br />
• moet alle <strong>be</strong>volkingsgroepen aanspreken<br />
6.3.3 Herkenbaarheid<br />
• duidelijk uithangbord / logo<br />
• gerichte promotiecampagne, afgestemd op de verschillende <strong>be</strong>volkingsgroepen, om het aanbod kenbaar te<br />
maken<br />
6.3.4 Respecteren privacy<br />
• in de organisatorische setting voorzien dat andere niet kunnen meeluisteren naar wat de persoon aan de balie<br />
vraagt of vertelt<br />
• deontologische code i.v.m. het omgaan met de privacy van de cliënt<br />
6.3.5 Kwaliteitsmeting / zelfevaluatie<br />
• uitwerken van een bruikbare methode (criteria, indicatoren) om de kwaliteit te meten<br />
• periodieke <strong>be</strong>vraging bij de <strong>be</strong>volking om na te gaan in welke mate men het Sociaal Huis kent, welke de mate<br />
6.3.6 Personeel<br />
van tevredenheid is<br />
• aangepast opleidings- en vormingspakket voor het personeel van het Sociaal Huis<br />
• systeem voor opvolging en bijhouden van wetteksten inzake sociale materie<br />
• systeem voor het actualiseren van de sociale kaart<br />
• systeem voor het periodiek updaten van de website “rechtenverkenner.<strong>be</strong>”<br />
• systeem voor het bijhouden van cliëntdossiers<br />
• aansluiting op <strong>be</strong>staande databanken (o.a. Kruispuntbank)<br />
129
6.4 Fasering<br />
Voor de realisatie van het Sociaal Huis heb<strong>be</strong>n wij van de overheid uitstel gekregen tot 22 mei 2009. Dit moet ons de<br />
mogelijkheid bieden om de uitbouw van het Sociaal Huis gefaseerd te laten verlopen zodat deze voorziening tegen<br />
(voorstel) eind <strong>2008</strong> daadwerkelijk operationeel is.<br />
6.4.1 Eerste fase : afstemming tussen <strong>stad</strong> en OCMW<br />
• opmaak conceptnota<br />
• afstemming taakinhoud en gradaties van samenwerking<br />
• financiering<br />
• personeels<strong>be</strong>zetting<br />
• ontwikkeling website<br />
6.4.2 Tweede fase : afstemming met de lokale actoren<br />
• uitbouw netwerk met derden<br />
6.5 Slot<strong>be</strong>denkingen<br />
Het mag nooit de <strong>be</strong>doeling zijn dat het Sociaal Huis als “flessenhals” of als enige toegangspoort naar het<br />
welzijnslandschap fungeert. Het Sociaal Huis richt zich in de eerste plaats naar mensen die niet weten waar ze met hun<br />
vraag naartoe moeten maar dit <strong>be</strong>tekent niet dat iedere vraag rond welzijn via het Sociaal Huis moet geïnitieerd worden.<br />
De <strong>be</strong>staande lokale actoren dienen derhalve hun <strong>be</strong>staande positie binnen het welzijnslandschap te <strong>be</strong>houden en de<br />
oprichting van een Sociaal Huis mag voor hen dan ook absoluut geen <strong>be</strong>dreiging vormen.<br />
Vaak wordt aangehaald dat het onderbrengen van een nieuw loket, met een nieuwe naam op een nieuwe plaats het<br />
<strong>be</strong>staande stigma zou wegnemen dat samenhangt met het OCMW en aldus de drempel zou verlagen. Niets zegt echter<br />
dat de nieuwe naam, het nieuwe loket en de nieuwe plaats na verloop van tijd ook geen stigma krijgen, waardoor het<br />
slechts een voordeel van tijdelijke aard zou <strong>be</strong>treffen. Vandaar ook dat we geen <strong>be</strong>zwaar zien tegen de uitbouw van een<br />
Sociaal Huis vanuit de werking van het OCMW.<br />
6.6 Bronnen<br />
• Het Sociaal Huis binnen het Lokaal Sociaal Beleid (VVSG-nota)<br />
• Geïntegreerd document werkgroep <strong>sociaal</strong> huis (expertengroep in opdracht van het Vlaams ministerie van<br />
Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen)<br />
130
7 CONCLUSIES<br />
7.1 Conclusies vanuit de werkgroepen<br />
Afgaande of op de indrukwekkende lijst met strategische en operationele doelstellingen zoals die zijn weergegeven in<br />
hoofdstuk 5, mag er gerust gesteld worden dat de diverse werkgroepen erg productief geweest zijn.<br />
Vanuit het Woon<strong>be</strong>leid wordt het <strong>be</strong>grijpelijke, maar niet in een handomdraai te realiseren, voornemen geformuleerd<br />
om iedere inwoner over een kwaliteitsvolle woning te laten <strong>be</strong>schikken binnen zijn/haar financiële mogelijkheden.<br />
Informatie en dienstverlening m.b.t. wonen moet op een vlotte manier <strong>be</strong>reikbaar zijn zonder dat de mensen van hot<br />
naar her moeten lopen. In die zin kan er toekomstgericht gedacht worden aan een éénloketsysteem specifiek voor de<br />
huisvesting. Voor de verdere toekomst wordt er ook gedacht aan het bijhouden van één wachtlijst voor alle sociale<br />
woningen, maar dit is op vandaag nog een heel prematuur idee.<br />
De werkgroep Tewerkstelling stelt een gamma maatregelen voor die er op gericht zijn de toeleiding van de<br />
kansengroepen naar de ar<strong>be</strong>idsmarkt te <strong>be</strong>vorderen. Op het vlak van de dienstverlening wordt gedacht aan de uitbouw<br />
van de werkwinkel met de daarbij de basisdienstverlening van de VDAB en specifieke traject<strong>be</strong>geleiding in functie van<br />
de kansengroepen. Ten <strong>be</strong>hoeve van deze groepen is tevens de verdere uitbouw noodzakelijk van opleidings- en<br />
werkervaringsprojecten.<br />
Op het vlak van aanbod van ar<strong>be</strong>id ziet men vooral mogelijkheden via de lokale diensteneconomie en de verdere<br />
uitbouw van sociale economieprojecten alsook via de sociale inclusie van de kansengroepen door middel van<br />
ar<strong>be</strong>idszorg.<br />
In een ruimer kader, op het vlak van overleg en participatie, wordt het <strong>be</strong>lang <strong>be</strong>nadrukt van de verdere uitbouw van het<br />
Forum Lokale Werkgelegenheid.<br />
De werkgroep Individuele hulpverlening wil vooral de toegang tot de <strong>be</strong>staande diensten rond lichamelijke, geestelijke<br />
gezondheid en psychosociale gezondheid verruimen (drempelverlagend werken) en <strong>be</strong>nadrukt het <strong>be</strong>lang van de<br />
preventie bij de kansengroepen om het <strong>be</strong>houd van gezondheid (zowel lichamelijk als geestelijk en psycho<strong>sociaal</strong><br />
wel<strong>be</strong>vinden) te stimuleren en ziekte te voorkomen.<br />
Verder blijkt het nodig te zijn dat de diensten hun onderlinge <strong>be</strong>kendheid verhogen (ondermeer via een centrale<br />
website), hun producten <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>kend maken doch ook hun <strong>be</strong>kendheid bij de <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>waken. De werkgroep<br />
<strong>be</strong>nadrukt verder het <strong>be</strong>lang van het doorbreken van het <strong>sociaal</strong> isolement van kansarmen en alleenstaanden. Om<br />
hieraan tegemoet te komen kan er gedacht worden aan de oprichting van een ontmoetingshuis, een plaats die in eerste<br />
instantie ingericht wordt als ontmoetingsruimte waar mensen uit de kansengroepen terecht kunnen voor tal van zaken,<br />
maar waar er ook ruimte is voor het organiseren van activiteiten, preventie en vorming (dergelijke <strong>be</strong>hoefte werd ook<br />
geformuleerd door de werkgroep Tewerkstelling).<br />
131
Tenslotte pleit deze groep nog voor openheid voor nieuwsoortige initiatieven zoals opvoedingsondersteuning en<br />
studie<strong>be</strong>geleiding aan huis.<br />
De werkgroep Mobiliteit pleit vooral voor het ver<strong>be</strong>teren, optimaliseren en <strong>be</strong>taalbaar maken van de mobiliteit voor de<br />
sociale doelgroepen.<br />
Om het mobiliteitsvraagstuk binnen de perken te houden moet er naast het optimaliseren en verder uitbouwen van de<br />
<strong>be</strong>staande mogelijkheden om mobiel te kunnen zijn ook gewerkt worden aan een verminderen van de noodzaak om zich<br />
te verplaatsen. Aanvullend moet er geïnformeerd en gesensibiliseerd worden waarbij vooral aandacht moet gaan naar<br />
de alternatieve vervoerswijzen (te voet / met de fiets of met het openbaar vervoer).<br />
De werkgroep doet ook een inspanning om de basisdoelstellingen inzake mobiliteit te vertalen naar de verschillende<br />
doelgroepen en tenslotte wordt hier, zoals bij een aantal andere <strong>be</strong>leidsdomeinen, gepleit voor een éénloketsysteem<br />
(mobiliteitswinkel) waarbij een coördinator / ombudsman een <strong>be</strong>langrijke rol zou kunnen spelen.<br />
De sector Vrije Tijd wil vooral het aanbod toegankelijker maken voor personen uit de kansengroepen. In een streven<br />
naar een verhoogde cultuurcompetentie worden inspanningen geleverd om de <strong>be</strong>staande informatiekloof te verkleinen<br />
en is het daarnaast de <strong>be</strong>doeling om niet enkel de fysieke, maar ook de financiële drempels weg te werken.<br />
Vanuit de Jeugddienst worden ernstige inspanningen gedaan om het jeugdwerk toegankelijker te maken voor jongeren<br />
met een handicap of kinderen uit kansarme gezinnen en ook de Sportdienst wil de drempel tot sport<strong>be</strong>oefening voor<br />
mensen die het financieel moeilijk heb<strong>be</strong>n verlagen.<br />
Tenslotte <strong>be</strong>nadrukt de werkgroep Kinderopvang dat er eerst en vooral een voldoende groot aanbod moet zijn zodat<br />
iedereen die het wil, gebruik kan maken van kinderopvang. Het tekort dat zich stelt in de voorschoolse opvang (0-3 jaar)<br />
moet in dit kader dringend worden aangepakt. Hierbij is een uitgebreid <strong>be</strong>hoefteonderzoek noodzakelijk.<br />
Ten tweede willen we een kinderopvang die toegankelijk is voor alle burgers, waarbij het wegwerken van de financiële,<br />
sociale en fysieke drempels centraal staat. We zullen een coördinatiesysteem op poten zetten via de website van het<br />
<strong>stad</strong>s<strong>be</strong>stuur om ouders een overzichtelijk <strong>be</strong>eld van het aanbod te geven. We willen in de toekomst komen tot een<br />
gecoördineerd opname<strong>be</strong>leid.<br />
Ten derde moeten we een netwerk vormen tussen verschillende actoren waarbij kinderopvang verankerd wordt in een<br />
groter geheel. Een goede communicatie tussen de verschillende diensten is hierbij <strong>be</strong>palend.<br />
Ten slotte moeten we verdere aandacht <strong>be</strong>steden aan alle lopende projecten en initiatieven om een kwalitatieve opvang<br />
te <strong>be</strong>houden en verder te realiseren.<br />
7.2 Conclusies vanuit de participatie<br />
Wanneer de resultaten van het participatieproces samen gelegd worden met het werk van de werkgroepen, komen er<br />
een aantal gelijklopende lijnen naar voor.<br />
Een eerste is de toegankelijkheid van hulpverlenende diensten. Het is <strong>be</strong>langrijk dat mensen met een hulpvraag vrij<br />
vlug aan het juiste adres terecht komen met hun vraag. Velen weten momenteel niet waar en waarvoor men terecht kan<br />
132
ij de <strong>be</strong>staande diensten. Mogelijke pistes om de toegankelijkheid te verhogen zijn : het stimuleren van overleg tussen<br />
de diensten zodat ze op de hoogte zijn van elkaars aanbod, het opzetten van een laagdrempelig éénloketsysteem vanuit<br />
het <strong>sociaal</strong> huis waarbij gewerkt wordt met een actieve doorverwijzing, … Een andere werkwijze is het opstellen van een<br />
overzichtelijke brochure die samengesteld wordt aan de hand van vragen uit de doelgroepen.<br />
Een tweede lijn is de aandacht voor alleenstaanden en vereenzaming in combinatie met aantal sporen (tewerkstelling,<br />
maatschappelijke dienstverlening, cultuur, …). Steeds meer mensen in onze samenleving wonen alleen of raken<br />
geïsoleerd van de samenleving. Tijdens gesprekken kwam dit veelvuldig naar voor. Vooral de geïsoleerde mensen<br />
vinden vaak hun weg niet meer uit die isolatie.<br />
Een mogelijke piste om deze mensen uit hun isolatie te halen is het opzetten van een ‘inloophuis’ voor mensen uit de<br />
doelgroepen. Dit ‘inloophuis’ (of ‘ontmoetingshuis’) kan dienst doen als pleisterplek voor deze mensen. Ontmoeting is<br />
bij hen een <strong>be</strong>langrijke nood geworden. Bijkomende voordelen van zo’n plaats is dat diensten met een aanbod naar<br />
deze doelgroep niet langer op zoek moeten naar hen. Er is dan een plaats waar zij (of een deel er van) <strong>be</strong>reikbaar zijn.<br />
Vooral de diensten met een preventief aanbod, breken nu hun tanden hier op. Ook een aantal <strong>be</strong>staande initiatieven<br />
kunnen in dit inloophuis plaats vinden. Zo kan bijvoor<strong>be</strong>eld het groepswerk van CAW De Viersprong er een vaste stek<br />
krijgen. Dit ‘inloophuis’ kan ook dienst doen als een plaats waar de mensen met een vraag naar toe kunnen stappen en<br />
vlot doorverwezen worden, ….<br />
Een derde lijn is de vraag naar <strong>be</strong>taalbare en kwalitatieve huisvesting. Huisvesting is voor mensen één van de<br />
<strong>be</strong>langrijke pijlers in hun leven. Tijdens de gesprekken kwam het probleem van huurwoningen van ondermaatse kwaliteit<br />
naar voor, soms zelfs huisjesmelkerij. Huurprijzen zijn de laatste jaren flink gestegen, zeker voor mensen uit de<br />
kansengroepen. Maatregelen zijn nodig maar moeten in een breder geheel genomen worden vandaar de vraag naar de<br />
opstart van een <strong>lokaal</strong> woonoverleg / woon<strong>be</strong>leid met inbreng van de <strong>be</strong>oogde doelgroepen. Ook hier is een goede<br />
éénloketfunctie met een goede doorverwijsfunctie <strong>be</strong>langrijk. Mensen heb<strong>be</strong>n nood aan een centraal informatiepunt<br />
waar ze met hun vragen terecht kunnen. Speciale aandacht in het woon<strong>be</strong>leid kan gaan naar het verhogen van het<br />
aantal sociale huurwoningen te Torhout en het ontwikkelen van een <strong>be</strong>leid rond de problematiek van kamerwonen en<br />
huisjesmelkerij te Torhout.<br />
Als vierde lijn kwam uit de gesprekken met de doelgroepen de nood aan basisdiensten in Torhout. Vanuit de<br />
doelgroepen is er een vraag naar het opnieuw inrichten van cursussen basiseducatie te Torhout. Momenteel zijn deze<br />
mensen aangewezen op het aanbod in Brugge. Het zou goed zijn mocht Wijzer (het centrum voor basiseducatie uit de<br />
regio) opnieuw een aanbod naar de autochtone laaggeletterden heb<strong>be</strong>n te Torhout.<br />
Als laatste moet in de toekomst ook eens <strong>be</strong>keken worden hoe de kansengroepen op een blijvende wijze kunnen<br />
participeren aan het <strong>sociaal</strong> <strong>be</strong>leid te Torhout. De inspanningen die genomen werden naar aanleiding van de opmaak<br />
van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mogen geen ééndagsvlieg blijven. Ook tijdens de uitvoering van de doelstellingen,<br />
opgenomen in het plan, moet <strong>be</strong>keken worden op welke wijze de <strong>be</strong>oogde doelgroepen <strong>be</strong>trokken worden. Mogelijke<br />
pistes zijn :<br />
133
- een aandacht bij het <strong>be</strong>leid om ‘gebruik’ te maken van <strong>be</strong>staande groepen te Torhout (eigen groepen OCMW,<br />
moedergroep CAW, …)<br />
- de <strong>be</strong>zoekers en gebruikers van het eventueel te realiseren inloophuis<br />
- …<br />
Bijzondere aandacht kan <strong>be</strong>steed worden aan de mindervaliden te Torhout. Vanuit middenveldorganisaties is er de<br />
vraag naar een raad die deze materie <strong>be</strong>hartigt.<br />
7.3 Verdere aanpak en opvolging<br />
De opmaak van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> mag niet als een eindpunt worden <strong>be</strong>schouwd evenmin als het een<br />
werkstuk is waarin de sociale <strong>be</strong>leidsdoelen voor de komende zes jaar worden vastge<strong>be</strong>iteld. Het siert elke<br />
<strong>be</strong>leidsvorm die rekening houdt met lange termijndoelen maar in een snel veranderende maatschappij moeten de<br />
<strong>be</strong>leidsverantwoordelijken en de hulpverleners vooral de soepelheid kunnen opbrengen om in te spelen op de zich even<br />
snel wijzigende noden. Vandaar dat het in de huidige samenleving weinig zin heeft om ons vast te pinnen op<br />
doelstellingen die binnen vier, vijf of zes jaar zouden moeten gerealiseerd worden, terwijl de werkelijkheid er volgend<br />
jaar alweer totaal anders kan uitzien.<br />
Bovendien ontbreken de middelen om echt structurele veranderingen (die meestal lange termijnprojecten zijn), te gaan<br />
financieren. De overheid legt de lokale <strong>be</strong>sturen dan wel deze nieuwe planlast op maar stelt daartegenover geen extra<br />
middelen ter <strong>be</strong>schikking. Vandaar dat de sociale <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong>ning zich noodgedwongen moet richten op haalbare<br />
doelstellingen die kunnen gerealiseerd worden zonder de lokale overheidsfinanciën zwaar te moeten <strong>be</strong>lasten.<br />
Dit alles <strong>be</strong>let niet dat de opmaak van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> veeleer moet gezien worden als de start van een<br />
nieuwe overlegcultuur tussen <strong>stad</strong>, OCMW en lokale actoren, die samen het welzijn van de <strong>be</strong>volking <strong>be</strong>waken en<br />
daarbij bijzondere aandacht heb<strong>be</strong>n voor de participatie van de kansengroepen. De werkgroepen heb<strong>be</strong>n een<br />
bijzondere dynamiek gegenereerd die geresulteerd heeft in een pakket erg zinvolle voorstellen en vanuit die optiek lijkt<br />
het aangewezen om de ingeslagen weg verder te blijven volgen.<br />
Dit zou <strong>be</strong>tekenen dat de werkgroepen die rond de diverse <strong>be</strong>leidsdomeinen gevormd werden, verder actief blijven en in<br />
de toekomst op gezette tijden blijven samenkomen.<br />
Op die manier kan de opvolging van de realisatie van een aantal doelstellingen <strong>be</strong>waakt worden en wordt bij de<br />
uitvoering en de verwezenlijking van de doelstellingen tevens de medewerking vanuit de sectoren verzekerd.<br />
Daarenboven biedt deze werkwijze de mogelijkheid om per <strong>be</strong>leidsdomein periodiek overleg te plegen rond nieuwe<br />
noden of <strong>be</strong>hoeften. Vanuit de werkgroepen kunnen er dan, waar en wanneer nodig, aangepaste voorstellen worden<br />
geformuleerd naar het <strong>be</strong>leid toe zodat er tijdig op nieuwe tendensen kan worden ingespeeld.<br />
Op die manier creëert het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong><strong>be</strong>leidsplan</strong> een dynamische structuur die de noden en evoluties binnen de<br />
welzijnssector quasi op de voet kan volgen, die vlot moet kunnen inspelen op de zich bijna permanent wijzigende<br />
omstandigheden en dit vanuit de voorwaarde dat de afstand tussen het uitvoerend en het <strong>be</strong>leidsniveau zo klein<br />
mogelijk wordt gehouden .<br />
134
8 BIJLAGEN<br />
Bijlage 1 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema<br />
gezondheid)<br />
Cijfergegevens omtrent problematisch alcoholgebruik en middelengebruik op basis van een simulatie van de<br />
cijfergegevens uit de Gezondheidsenquête 2004 en de VAD leerlingen<strong>be</strong>vraging van 2003 <strong>–</strong> 2004.<br />
Resultaten gezondheidsenquête 2004<br />
Problematisch alcoholgebruik<br />
In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 8 vragen gesteld in verband met het gebruik van alcohol. Op basis van<br />
de antwoorden op deze vragen krijgt men een zicht op de prevalentie van problematisch alcohol gebruik.<br />
Volgende vragen werden gesteld:<br />
Welke alcoholische dranken hebt u de afgelopen 12 maand gedronken?<br />
Hebt u in de afgelopen 6 maand ooit op één dag 6 of meer alcoholische dranken gedronken? Hoe vaak?<br />
Drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken tijdens de week (maandag tot donderdag)?<br />
Drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken tijdens het weekend?<br />
Voor de drinkers:<br />
Hoe vaak drinkt u (in de week en in het weekend)<br />
Hoe veel drinkt u (in de week en in het weekend)<br />
Hebt u ooit de drank gevoeld om minder te gaan drinken?<br />
Hebt u het ooit moeilijk met kritiek op uw drinken?<br />
Hebt u zich ooit schuldig gevoeld omwille van uw drinkgedrag?<br />
Hebt u ooit alcohol gedronken om ’s morgens echt wakker te worden?<br />
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />
15-<br />
24<br />
jaar<br />
25-<br />
34<br />
jaar<br />
35-<br />
44<br />
jaar<br />
45-<br />
54<br />
jaar<br />
55-<br />
64<br />
jaar<br />
65-<br />
74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />
135
Simulatie van het aantal 15-plussers die problematisch alcohol gebruiken, op basis van de data in de<br />
Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-<br />
24<br />
jaar<br />
25-<br />
34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-<br />
64<br />
jaar<br />
65-74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Man 99 93 150 118 62 98 26 646<br />
Vrouw 27 36 40 103 14 39 6 265<br />
Totaal 126<br />
5,1%<br />
129<br />
5,6%<br />
190<br />
6,4%<br />
221<br />
7,8%<br />
In het Vlaamse gewest drinkt 5,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking problematisch. Bij een simulatie voor Torhout zijn<br />
76<br />
3,5%<br />
dit zo’n 911 inwoners. Het aantal <strong>be</strong>reikt een hoogtepunt tussen 35 en 54 jaar.<br />
Resultaten leerlingen<strong>be</strong>vraging VAD<br />
In de VAD leerlingen<strong>be</strong>vraging worden jongeren tussen 12 en 18 jaar van verschillende scholen <strong>be</strong>vraagd. De<br />
meest recente gegevens komen uit het rapport 2003 <strong>–</strong> 2004. De resultaten zijn een representatieve weergaven van<br />
het alcohol en druggebruik van de leerlingen uit het Vlaamse gewest.<br />
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2004):<br />
12-14<br />
jaar<br />
15-16<br />
jaar<br />
17-18<br />
jaar<br />
Totaal<br />
Jongens 357 225 270 852<br />
Meisjes 233 212 240 685<br />
Totaal 590 437 510 1537<br />
Simulatie van het aantal 12 <strong>–</strong> 18-jarigen die regelmatig alcohol gebruiken (minimum 1x / week), op basis van de<br />
data in de leerlingen<strong>be</strong>vraging 2003 - 2004:<br />
12-14<br />
jaar<br />
15-16<br />
jaar<br />
17-18<br />
jaar<br />
Totaal<br />
Jongens 36 109 181 312<br />
Meisjes 18 62 99 150<br />
Totaal 53<br />
8,9%<br />
169<br />
38,7%<br />
281<br />
55,1%<br />
462<br />
34,2%<br />
137<br />
6,9%<br />
32<br />
2,1%<br />
911<br />
5,6%<br />
136
Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar drinkt 34,2% regelmatig alcohol. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit zo’n<br />
432 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />
Illegaal Illegaal druggebruik<br />
druggebruik<br />
Resultaten gezondheidsenquête 2004<br />
In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 8 vragen gesteld in verband met het gebruik van illegale drugs. Op<br />
basis van de antwoorden op deze vragen krijgt men een zicht op de prevalentie van illegaal druggebruik.<br />
Volgende vragen werden gesteld:<br />
Hebt u ooit cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikt?<br />
Voor de ooit-gebruikers:<br />
Hoe oud was u toen u voor het eerst cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikte?<br />
Hebt u in de afgelopen 12 maanden cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikt?<br />
Hebt u in de afgelopen 30 dagen cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikt?<br />
Gebruikt u meestal marihuana of meestal hasjiesj?<br />
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />
15-<br />
24<br />
jaar<br />
25-<br />
34<br />
jaar<br />
35-<br />
44<br />
jaar<br />
45-<br />
54<br />
jaar<br />
55-<br />
64<br />
jaar<br />
65-<br />
74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers die het laatste jaar cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruik(t)en, op<br />
basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-<br />
44<br />
jaar<br />
45-<br />
54<br />
jaar<br />
55-<br />
64<br />
jaar<br />
65-<br />
74<br />
jaar<br />
75<br />
+<br />
Totaal<br />
Man 215 166 48 26 0 0 0 455<br />
Vrouw 64 82 7 8 0 0 0 161<br />
Totaal 279<br />
11,3%<br />
248<br />
10,8%<br />
55<br />
5,8%<br />
34<br />
1,2%<br />
0<br />
0%<br />
0<br />
0%<br />
0<br />
0%<br />
616<br />
3,8%<br />
137
In het Vlaamse gewest heeft 3,8% van de volwassen <strong>be</strong>volking het laatste jaar cannabis gebruikt. Bij een simulatie<br />
voor Torhout zijn dit zo’n 616 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers die recent cannabis (hasjiesj of marihuana) gebruikten, op basis van de<br />
data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-<br />
24<br />
jaar<br />
25-<br />
34<br />
jaar<br />
35-<br />
44<br />
jaar<br />
45-<br />
54<br />
jaar<br />
55-<br />
64<br />
jaar<br />
65-<br />
74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Man 100 154 29 0 0 0 0 283<br />
Vrouw 21 50 4 0 0 0 0 75<br />
Totaal 121<br />
4,9%<br />
204<br />
8,6%<br />
33<br />
1,1%<br />
0<br />
0%<br />
In het Vlaamse gewest heeft 2,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking recent cannabis gebruikt. Bij een simulatie voor<br />
0<br />
0%<br />
Torhout zijn dit zo’n 358 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers die ooit XTC of amfetamines gebruikten, op basis van de data in de<br />
Gezondheidsenquête 2001 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-<br />
24<br />
jaar<br />
25-<br />
34<br />
jaar<br />
35-<br />
44<br />
jaar<br />
45-<br />
54<br />
jaar<br />
55-<br />
64<br />
jaar<br />
0<br />
0%<br />
65-<br />
74<br />
jaar<br />
0<br />
0%<br />
358<br />
2,6%<br />
75 + Totaal<br />
Man 58 63 27 4 0 0 0 152<br />
Vrouw 22 35 16 10 3 0 0 86<br />
Totaal 80<br />
3,2%<br />
98<br />
4,2%<br />
43<br />
1,4%<br />
14<br />
0,6%<br />
In het Vlaamse gewest heeft 1,6% van de volwassen <strong>be</strong>volking ooit XTC of amfetamines gebruikt. Bij een simulatie<br />
3<br />
0,1%<br />
voor Torhout zijn dit zo’n 238 inwoners. Het aantal daalt met de leeftijd.<br />
Resultaten leerlingen<strong>be</strong>vraging VAD<br />
In de VAD leerlingen<strong>be</strong>vraging worden jongeren tussen 12 en 18 jaar van verschillende scholen <strong>be</strong>vraagd. De<br />
meest recente gegevens komen uit het rapport 2003 <strong>–</strong> 2004. De resultaten zijn een representatieve weergaven van<br />
het alcohol en druggebruik van de leerlingen uit het Vlaamse gewest.<br />
0<br />
0%<br />
0<br />
0%<br />
238<br />
1,6%<br />
138
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2004):<br />
12-14<br />
jaar<br />
15-16<br />
jaar<br />
17-18<br />
jaar<br />
Totaal<br />
Jongens 357 225 270 852<br />
Meisjes 233 212 240 685<br />
Totaal 590 437 510 1537<br />
Simulatie van het aantal 12 <strong>–</strong> 18-jarigen die regelmatig cannabis gebruiken (minimum 1x / week), op basis van<br />
de data in de leerlingen<strong>be</strong>vraging 2003 - 2004:<br />
12-14<br />
jaar<br />
15-16<br />
jaar<br />
17-18<br />
jaar<br />
Totaal<br />
Jongens 3 24 41 66<br />
Meisjes 1 12 17 23<br />
Totaal 4<br />
0,6%<br />
35<br />
8,0%<br />
59<br />
11,2%<br />
Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 6,6% regelmatig cannabis. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit<br />
zo’n 89 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />
Simulatie van het aantal 12 <strong>–</strong> 18-jarigen die regelmatig andere illegale middelen gebruiken (minimum 1x / week),<br />
op basis van de data in de leerlingen<strong>be</strong>vraging 2003 - 2004:<br />
12-14<br />
jaar<br />
15-16<br />
jaar<br />
17-18<br />
jaar<br />
89<br />
6,6%<br />
Totaal<br />
Jongens 0 1 5 4<br />
Meisjes 0 0 5 3<br />
Totaal 0<br />
0%<br />
1<br />
0,2%<br />
9<br />
1,8%<br />
Van alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar gebruikt 0,3% regelmatig andere illegale middelen. Bij een simulatie voor<br />
Torhout zijn dit zo’n 7 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />
7<br />
0,3%<br />
139
KWALITATIEVE GEGEVENS ROND GEZONDHEID: MIDDELENGEBRUIK EN MIDDELENMISBRUIK<br />
De factoren die VAD vanuit internationaal vergelijkend onderzoek naar voor schuiven zijn de volgende:<br />
risicofactoren voor druggebruik<br />
individuele kenmerken:<br />
leeftijd: toenemend gebruik tot midden 20 jaar en<br />
nadien afnemend<br />
sekse: meer gebruik onder mannen<br />
vroegrijpheid<br />
gebruik van alcohol of tabak<br />
Gezinskenmerken:<br />
middelengebruik door ouders<br />
Omgevingskenmerken:<br />
uitgaansleven: bars, disco’s, party’s<br />
stedelijke omgeving: groter risico voor illegale<br />
drugs maar niet voor alcohol, tabak, medicijnen,<br />
oplosmiddelen<br />
gebieden met hoge prevalentie en <strong>be</strong>schikbaarheid<br />
van drugs<br />
positief imago van druggebruik onder<br />
leeftijdgenoten<br />
Sociaal-economisch:<br />
hoger <strong>be</strong>schikbaar inkomen<br />
risicofactoren voor problematisch druggebruik<br />
Individuele kenmerken:<br />
genetische, metabolische en<br />
persoonlijkheidskenmerken<br />
andere sociale en psychologische problemen <strong>–</strong> al op<br />
jonge leeftijd schoolproblemen, geringe eigenwaarde,<br />
depressie<br />
eerste gebruik op jonge leeftijd <strong>–</strong> vooral in<br />
samenhang met andere schoolproblemen<br />
Gezinskenmerken:<br />
opvoedings- of gezinsproblemen<br />
Omgevingskenmerken:<br />
herhaalde blootstelling aan <strong>be</strong>schikbaarheid van<br />
drugs, vooral in kwetsbare groepen met andere<br />
risicofactoren<br />
ontbreken van duidelijke en relevante informatie over<br />
gezondheidsrisico’s<br />
Sociaal-economisch:<br />
lage <strong>sociaal</strong>-economische status, maatschappelijke<br />
marginalisering, werkloosheid<br />
140
Torhout<br />
Bijlage 2 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema gezondheid)<br />
Cijfergegevens omtrent het tabaksgebruik op basis van een simulatie van de cijfergegevens uit de<br />
Gezondheidsenquête 2004<br />
Onder de diverse risicofactoren voor de gezondheid is het gebruik van tabak zonder twijfel de meest kritische. Het<br />
gebruik van tabak wordt tegenwoordig <strong>be</strong>schouwd als de <strong>be</strong>langrijkste vermijdbare oorzaak van morbiditeit en mortaliteit<br />
in de wereld.<br />
Zo heb<strong>be</strong>n talloze studies aangetoond dat het gebruik van tabak de voornaamste determinant van longkanker is, en dat<br />
ze aan de basis ligt van ongeveer één kanker op drie, wanneer alle types mee in rekening worden genomen. Het<br />
tabaksgebruik speelt daarnaast een <strong>be</strong>langrijke rol in de ontwikkeling van onder andere cardiovasculaire aandoeningen,<br />
chronische ademhalingsproblemen en emfyseem.<br />
Het gebruik van sigaretten tijdens de zwangerschap is verantwoordelijk, naast andere factoren, voor een laag<br />
geboortegewicht en wiegendood. Bovendien wordt passief roken als een <strong>be</strong>langrijk risico <strong>be</strong>schouwd voor longkanker<br />
en cardiovasculaire aandoeningen bij de niet-rokers, alsook voor ademhalingsproblemen bij de jonge kinderen.<br />
1. Resultaten van de Gezondheidsenquête 2004<br />
In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 12 vragen gesteld in verband met het gebruik van tabak. Op basis van de<br />
antwoorden op deze vragen krijgt men een zicht op de prevalentie van dit gebruik.<br />
Algemeen wordt wel aangenomen dat de vragen rond het gebruik van tabak in de Gezondheidsenquête de reële<br />
consumptie, gebaseerd op de verkoopscijfers, onderschatten.<br />
Volgende vragen werden gesteld:<br />
• Hebt u al minstens 100 sigaretten, of een gelijkwaardige hoeveelheid tabak, gerookt tijdens uw leven?<br />
• Rookt u nu?<br />
Voor huidige rokers:<br />
o Alle dagen<br />
o Af en toe<br />
• Welke tabaksproducten rookt u en hoe vaak?<br />
141
• Hoe oud was u toen u regelmatig <strong>be</strong>gon te roken?<br />
• Hoeveel sigaretten rookt u gewoonlijk per dag?<br />
• Wanneer rookt u uw eerste sigaret na het ontwaken?<br />
• Zou u kunnen zeggen dat in vergelijking met 2 jaar geleden uw gebruik van tabak is veranderd?<br />
• Hebt u ooit getracht te stoppen met roken?<br />
Voor voormalige rokers:<br />
• Welke tabaksproducten rookte u en hoe vaak?<br />
• Hoe oud was u toen u regelmatig <strong>be</strong>gon te roken?<br />
• Hoeveel sigaretten rookte u gewoonlijk per dag?<br />
• Hoe lang geleden <strong>be</strong>nt u met roken gestopt?<br />
Demografische gegevens Torhout (01.01.2006):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
2474 2301 2954 2819 2187 1995 1554 16284<br />
Simulatie van het aantal rokers (aantal dagelijkse rokers + aantal occasionele rokers), op basis van de data in de<br />
Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
30.2 % 30.6 % 32.6 % 34.1 % 19.9 % 15.5 % 10.9 %<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 747 704 963 961 435 309 169 4364<br />
(26.8 %)<br />
Simulatie van de verdeling van het aantal huidige rokers (aantal dagelijkse rokers + aantal occasionele rokers) volgens<br />
hun motivatie om te stoppen met roken (= heeft gepoogd / is geneigd te stoppen), op basis van de data in de<br />
Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
57.5 % 62.8 % 74.0 % 75.2 % 64.2 % 75.7 % 62.0 %<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 430 442 713 723 279 234 105 2989<br />
(68.5%)<br />
142
Simulatie van het aantal dagelijkse rokers, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
26.6 % 23.4 % 28.6 % 29.3 % 17.1 % 13.6 % 7.2 %<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 658 538 845 826 374 271 112 3680<br />
(22.6 %)<br />
Simulatie van het aantal occasionele rokers, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams<br />
Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
3.6 % 7.3 % 4.0 % 4.8 % 2.9 % 2.0 % 3.6 %<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 89 168 118 135 63 40 56 684<br />
(4.2%)<br />
Informatie omtrent het percentage rokers (van 15 jaar en ouder) per opleidingsniveau, dit <strong>be</strong>treft Vlaamse cijfers op<br />
basis van de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
Geen of lager<br />
onderwijs<br />
Lager<br />
middelbaar<br />
Hoger<br />
middelbaar<br />
Hoger<br />
onderwijs<br />
Dagelijkse<br />
rokers<br />
Occasionele<br />
rokers<br />
Totaal aantal<br />
rokers<br />
Ex-rokers Nooit<br />
gerookt<br />
Totaal aantal<br />
niet-rokers<br />
23.2 % 1.7 % 24.9 % 21.1 % 54.0 % 75.1 %<br />
26.6 % 3.1 % 29.7 % 19.6 % 50.8 % 70.3 %<br />
26.3 % 4.0 % 30.2 % 20.0 % 49.8 % 69.8 %<br />
17.3 % 5.3 % 22.6 % 21.8 % 55.6 % 77.4 %<br />
Totaal 22.5 % 4.0 % 26.5 % 20.7 % 52.7 % 73.5 %<br />
143
Na correctie voor leeftijd en geslacht kan een significant verschil worden vastgesteld in de verdeling van de rokers in<br />
functie van opleidingsniveau: bij diegenen met een diploma hoger onderwijs kan een minder grote proportie huidige<br />
rokers worden teruggevonden in vergelijking met diegenen met een minder hoge opleiding.<br />
Na correctie voor leeftijd en geslacht kan ook worden vastgesteld dat de gemiddelde leeftijd waarop met roken wordt<br />
gestart significant minder hoog is bij diegenen met een eerder <strong>be</strong>perkte opleiding in vergelijking met diegenen met een<br />
diploma hoger onderwijs.<br />
De Gezondheidsenquête 2004 concludeert dat de prevalentie van het gebruik van tabak daalt over de jaren heen,<br />
telkens met 1 %. Na controle voor leeftijd en geslacht gaat hier niet om een significante daling, wat doet veronderstellen<br />
dat de geobserveerde verschillen meer te maken heb<strong>be</strong>n met de demografische samenstelling van de <strong>be</strong>volking, dan<br />
met veranderingen in tabaksgebruik.<br />
2. Voortijdige en potentieel vermijdbare sterfgevallen<br />
De potentieel preventief vermijdbare doodsoorzaken werden geselecteerd op basis van een review van de medische en<br />
epidemiologische literatuur inzake de effectiviteit van preventie en gezondheidspromotie.<br />
In 2003 werden bij mannelijke residenten van het Vlaamse Gewest 5 609 voortijdige en potentieel vermijdbare<br />
sterfgevallen genoteerd, wat 42.6 % uitmaakt van alle sterfgevallen in de leeftijdsgroep van 0 tot 74 jaar. Het grootste<br />
deel daarvan (57.7% van de voortijdig en potentieel vermijdbare sterfgevallen ofwel 25 % van alle sterfgevallen) kon<br />
worden voorkomen door primaire preventie, meer in het bijzonder van<br />
• Longkanker (58 % van de primaire vermijdbare sterfgevallen) (te vermijden door niet te roken)<br />
• Ischemische hartziekten (IHZ) (22 %) (te vermijden door onder andere een gezonde voeding en voldoende<br />
fysieke activiteit)<br />
• Levercirrose (8 %) (te vermijden door matiging van het alcoholgebruik)<br />
• Verkeersongevallen (12 %) (te vermijden door een aangepast rijgedrag en een goede controle op de<br />
verkeersveiligheid)<br />
Bij vrouwen waren er 3 305 voortijdige en vermijdbare sterfgevallen. Het verschil tussen medische en primaire preventie<br />
is hier omgekeerd: respectievelijk 73 % en 26.9 %. Vooral borstkanker, cerebrovasculaire sterfte en colorectale kanker<br />
liggen hieraan ten grondslag.<br />
Als we de verschillende <strong>be</strong>langrijke voortijdige en potentieel te vermijden sterfgevallen linken aan de leeftijd <strong>be</strong>komen<br />
we volgende gegevens:<br />
Mannen Vrouwen<br />
< 1 jaar Perinatale verwikkelingen (57 / 35%) Perinatale verwikkelingen (40 / 41%)<br />
1 - 4 jaar Ongevallen privé-sfeer (6 / 16%) Ongevallen privé-sfeer (7 / 20%)<br />
5 - 9 jaar Vervoersongevallen (2 / 9%) Vervoersongevallen (4 / 17%)<br />
10 - 14 jaar Vervoersongevallen (3 / 14%) Vervoersongevallen (7 / 39%)<br />
15 - 19 jaar Vervoersongevallen (54 / 50%) Vervoersongevallen (14 / 31%)<br />
20 - 24 jaar Vervoersongevallen (94 / 50%) Vervoersongevallen (24 / 38%)<br />
144
25 - 29 jaar Vervoersongevallen (72 / 41%) Zelfdoding (19 / 29%)<br />
30 - 34 jaar Zelfdoding (69 / 34%) Vervoersongevallen (13 / 14%)<br />
35 - 39 jaar Zelfdoding (86 / 29%) Borstkanker (28 / 15%)<br />
40 - 44 jaar Zelfdoding (92 / 22%) Borstkanker (30 / 13%)<br />
45 - 49 jaar Zelfdoding (87 / 13%) Borstkanker (61 / 16%)<br />
50 - 54 jaar Longkanker (128 / 13%) Borstkanker (114 / 19%)<br />
55 - 59 jaar Longkanker (238 / 17%) Borstkanker (123 / 16%)<br />
60 - 64 jaar Longkanker (303 / 17%) Borstkanker (142 / 15%)<br />
65 - 69 jaar Longkanker (512 / 18%) Borstkanker (168 / 11%)<br />
70 - 74 jaar Ischemische hartziekten (606 / 15%) Ischemische hartziekten (312 / 13%)<br />
75 - 79 jaar Ischemische hartziekten (799 / 15%) Ischemische hartziekten (529 / 13%)<br />
80 - 84 jaar Ischemische hartziekten (701 / 15%) Cerebrovasculaire ziekten (675 / 13%)<br />
>= 85 jaar Ischemische hartziekten (717 / 13%) Hartinsufficiëntie (1453 / 12%)<br />
Eén van de <strong>be</strong>langrijkste doodsoorzaken is longkanker, vooral bij mannen. Langdurig roken is de <strong>be</strong>langrijkste oorzaak<br />
van longkanker, vandaar ook dat longkanker door primaire preventie kan vermeden worden. Roken vormt een ernstige<br />
<strong>be</strong>dreiging voor de individuele gezondheid én voor de volksgezondheid.<br />
Uit de Gezondheidsindicatoren 2003 blijft dat 29.2 % van de sterfte bij mannen boven de 35 jaar door ziekte zou kunnen<br />
vermeden worden door niet te roken. Bij vrouwen ligt dit percentage <strong>be</strong>duidend lager, o.a. door het <strong>be</strong>langrijke aandeel<br />
van borstkanker, maar merken dat het percentage lichtjes aan het stijgen is.<br />
Mannen Sterfgevallen Aan tabak<br />
toegeschreven:<br />
Longkanker 3 019 2 811 93.1 %<br />
Aëro-digestieve kankers 621 424 68.3 %<br />
Andere kankers 5 347 749 14.0 %<br />
COPD 1 854 1 344 72.5 %<br />
Hart- en vaataandoeningen 9 611 1 541 16.0 %<br />
Alle andere medische oorzaken 6 287 903 14.4 %<br />
Totaal medische oorzaken 26 739 7 773 29.1 %<br />
Vrouwen Sterfgevallen Aan tabak<br />
toegeschreven:<br />
Longkanker 649 395 60.9 %<br />
%<br />
%<br />
145
Aëro-digestieve kankers 164 39 23.5 %<br />
Andere kankers 5 713 65 1.1 %<br />
COPD 979 395 40.4 %<br />
Hart- en vaataandoeningen 11 477 250 2.2 %<br />
Alle andere medische oorzaken 8 750 293 3.3 %<br />
Totaal medische oorzaken 27 732 1 437 5.2 %<br />
Uit de cijfers van het Kankerregister 2000 kunnen we volgende gegevens terugvinden:<br />
• Mannen: 566 geregistreerde invasieve longkankers (totaal aantal geregistreerde invasieve kankers: 3 730).<br />
• Vrouwen: 84 geregistreerde invasieve longkankers (totaal aantal geregistreerde invasieve kankers: 2 804).<br />
3. STIVORO<br />
Op de website van STIVORO is er sinds kort een “Urgentiemeter Tabak” <strong>be</strong>schikbaar. Deze maakt op basis van het<br />
aantal inwoners in de gemeente een simulatie van het aantal overledenen door roken per jaar, het aantal overledenen<br />
door meeroken per jaar en het aantal ondernomen stoppogingen in een jaar. Deze simulatie vertrekt wel van<br />
Nederlandse statistieken en dus niet van Belgische of Vlaamse.<br />
Torhout (totaal aantal inwoners op 01.01.2006 : 19181) :<br />
• Aantal overledenen per jaar: 21<br />
• Aantal overledenen per jaar door meeroken: 3<br />
• Aantal ondernomen stoppogingen in een jaar: 1497<br />
146
Bijlage 3 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema<br />
gezondheid)<br />
Stad Torhout<br />
Cijfergegevens omtrent de voedingsstatus, het voedingsgedrag en de lichaams<strong>be</strong>weging op basis van een<br />
simulatie van de cijfergegevens uit de Gezondheidsenquête 2004<br />
Belangrijke chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, verschillende kankers, botontkalking en nog vele<br />
andere, worden geassocieerd met voedingsfactoren.<br />
Om deze reden <strong>be</strong>hoort het thema voeding tot 1 van de vijf gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse gemeenschap<br />
<strong>be</strong>treft deze voedingsgewoonten. De doelstelling luidt als volgt: ‘De consumptie van vetrijke voeding, zowel bij mannen<br />
als bij vrouwen, moet op significante wijze dalen ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding.’<br />
In 2007 wordt deze doelstelling geherformuleerd. In elk geval staat vast dat het <strong>be</strong>vorderen van gezond eten hand in<br />
hand gaat met het <strong>be</strong>vorderen van regelmatig <strong>be</strong>wegen. Een gezonde en evenwichtige voeding en <strong>be</strong>weging zijn<br />
<strong>be</strong>langrijk. Mensen <strong>be</strong>wust maken van het evenwicht tussen energie-inname en calorieverbruik en hen aanzetten tot<br />
gedragsverandering is daarom een noodzaak.<br />
4. Resultaten van de Gezondheidsenquête 2004<br />
In de Gezondheidsenquête 2004 werden er 22 vragen gesteld in verband met de voedingsstatus en het<br />
voedingsgedrag.<br />
a. Voedingsstatus:<br />
Naast de peiling naar de Body Mass Index (BMI) werden volgende vragen gesteld i.v.m. de voedingsstatus:<br />
• Pro<strong>be</strong>ert u op dit ogenblik af te slanken, te verdikken of uw gewicht stabiel te houden? Of zou u veeleer stellen<br />
dat u zich daar geen zorgen over maakt?<br />
• Wat doet u op dit ogenblik om af te slanken of om uw gewicht stabiel te houden?<br />
• Wie heeft u aangeraden iets aan uw gewicht te doen?<br />
147
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers met overgewicht, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel<br />
Vlaams Gewest):<br />
Totaal<br />
18-24<br />
jaar<br />
14.1%<br />
349<br />
25-34<br />
jaar<br />
26.4%<br />
607<br />
35-44<br />
jaar<br />
41.7%<br />
1.232<br />
45-54<br />
jaar<br />
47.4%<br />
1.336<br />
55-64<br />
jaar<br />
58.5%<br />
1.280<br />
65-74<br />
jaar<br />
60.1%<br />
1.199<br />
75 + Totaal<br />
48.8%<br />
758<br />
6.953<br />
(42.7%)<br />
In het Vlaamse gewest lijdt 42.7% van de volwassen <strong>be</strong>volking aan overgewicht. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit<br />
zo’n 6.953 inwoners. Het aantal stijgt met de leeftijd.<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers met een overgewicht volgens de houding ten aanzien van het eigen gewicht, op<br />
basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
Maakt zich geen zorgen over het gewicht:<br />
Totaal<br />
49.2%<br />
172<br />
43.6%<br />
265<br />
Pro<strong>be</strong>ert gewicht stabiel te houden:<br />
Totaal 33.5%<br />
117<br />
Pro<strong>be</strong>ert te vermageren<br />
Totaal 17.3%<br />
60<br />
42.7%<br />
259<br />
13.7%<br />
83<br />
37.7%<br />
464<br />
45.9%<br />
565<br />
16.4%<br />
202<br />
45-54<br />
jaar<br />
36.8%<br />
492<br />
51.2%<br />
684<br />
11.9%<br />
159<br />
55-64<br />
jaar<br />
37.9%<br />
485<br />
50.6%<br />
648<br />
11.5%<br />
147<br />
65-74<br />
jaar<br />
41.2%<br />
494<br />
48.0%<br />
576<br />
10.6%<br />
127<br />
75 + Totaal<br />
60.5%<br />
459<br />
36.0%<br />
273<br />
3.5%<br />
27<br />
2.983<br />
(42.9%)<br />
3.032<br />
(43.6%)<br />
939<br />
(13.5%)<br />
148
Wat opvalt, is dat 2.983 personen van de groep die lijdt aan overgewicht zich geen zorgen maakt over hun gewicht.<br />
3.032 pro<strong>be</strong>ren hun gewicht stabiel te houden en slechts 939 mannen en vrouwen die met overgewicht kampen,<br />
pro<strong>be</strong>ren te vermageren.<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers met een overgewicht die voor de afslankingsmethode roken opteren, op basis van<br />
de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
Totaal<br />
15-24<br />
jaar<br />
8.7%<br />
15<br />
25-34<br />
jaar<br />
5.9%<br />
20<br />
35-44<br />
jaar<br />
4.9%<br />
38<br />
45-54<br />
jaar<br />
7.9%<br />
67<br />
55-64<br />
jaar<br />
4.6%<br />
37<br />
65-74<br />
jaar<br />
3.4%<br />
24<br />
75 + Totaal<br />
5.2%<br />
16<br />
246<br />
(6.2%)<br />
246 inwoners van Torhout die last heb<strong>be</strong>n van overgewicht en die hun gewicht pro<strong>be</strong>ren te <strong>be</strong>houden of wensen te<br />
vermageren, doen dit door te roken(!).<br />
Simulatie van het aantal 15-plussers en met een ondergewicht, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004<br />
(deel Vlaams Gewest):<br />
Totaal<br />
15-24<br />
jaar<br />
22.5%<br />
557<br />
25-34<br />
jaar<br />
15.1%<br />
347<br />
35-44<br />
jaar<br />
8.0%<br />
236<br />
45-54<br />
jaar<br />
6.1%<br />
172<br />
55-64<br />
jaar<br />
2.0%<br />
48<br />
65-74<br />
jaar<br />
4.1%<br />
82<br />
75 + Totaal<br />
8.8%<br />
137<br />
1.466<br />
(9.0%)<br />
Een kleinere groep, maar daarom niet on<strong>be</strong>langrijk, zijn het aantal inwoners met een ondergewicht. Voor Torhout<br />
zouden dit maar liefst 1.466 inwoners zijn.<br />
Demografische gegevens Stad Torhout Jongeren (01.01.2006):<br />
0-4<br />
jaar<br />
5-9<br />
jaar<br />
10-14<br />
jaar<br />
15-19<br />
jaar<br />
Totaal<br />
Totaal 844 935 1137 1192 4108<br />
149
Simulatie van het aantal jongeren met overgewicht, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams<br />
Gewest):<br />
Totaal<br />
0-4<br />
jaar<br />
7.2%<br />
61<br />
5-9<br />
jaar<br />
13.8%<br />
129<br />
10-14<br />
jaar<br />
11.1%<br />
126<br />
15-19<br />
jaar<br />
6.5%<br />
77<br />
Totaal<br />
448<br />
(10.9%)<br />
Meer dan een tiende van het aantal jongeren lijdt aan overgewicht, voor Torhout <strong>be</strong>draagt dit 448 inwoners. De grootste<br />
groep <strong>be</strong>vindt zich in de leeftijdscategorie 5 tot 14-jarigen.<br />
b. Voedingsgedrag:<br />
Volgende vragen werden gesteld i.v.m. de voedingsgewoontes:<br />
• Hoe vaak eet u een ontbijt?<br />
• Hoe vaak eet u een middagmaal?<br />
• Hoe vaak eet u een avondmaal?<br />
• Hoe vaak eet u <strong>be</strong>reide of rauwe groenten (droge peulvruchten niet in<strong>be</strong>grepen)?<br />
• Hoeveel <strong>be</strong>reide of rauwe groenten eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />
• Hoe vaak eet u vers fruit ?<br />
• Hoeveel fruit eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />
• Hoeveel bruin brood eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />
• Hoe vaak eet u vis of schelp- of schaaldieren (zoals koolvis, ka<strong>be</strong>ljauw, mosselen, garnalen,…)?<br />
• Hoeveel vis of schelp- of schaaldieren eet u dan gemiddeld op zo’n dag?<br />
• Hoe vaak drinkt u gesuikerde of alcoholische dranken (zoals bier, wijn, frisdrank, gesuikerde koffie of thee,<br />
industrieel vervaardigde vruchtensappen,…)?<br />
• Hoeveel gesuikerde of alcoholische dranken drinkt u gemiddeld op zo’n dag?<br />
• Hebt u de afgelopen 2 jaar uw vetconsumptie verminderd?<br />
• Om welke reden hebt u uw vetconsumptie verminderd?<br />
• Bent u de afgelopen 2 jaar meer vezelrijke voedingsmiddelen gaan gebruiken?<br />
• Om welke reden <strong>be</strong>nt u meer vezelrijke voedingsmiddelen gaan gebruiken?<br />
150
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
Totaal 2.474 2.301 2.954 2.819 2.187 1.995 1.554 16.284<br />
Simulatie van het aantal inwoners volgens de regelmatigheid in het eetpatroon en het nemen van een ontbijt, op basis<br />
van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
Onregelmatig eetpatroon:<br />
Totaal<br />
25.3%<br />
626<br />
Onregelmatig ontbijt:<br />
Totaal<br />
23.8%<br />
589<br />
25-34<br />
jaar<br />
33.3%<br />
766<br />
30.4%<br />
700<br />
35-44<br />
jaar<br />
28.0%<br />
827<br />
23.7%<br />
700<br />
45-54<br />
jaar<br />
23.1%<br />
651<br />
18.7%<br />
527<br />
55-64<br />
jaar<br />
14.1%<br />
308<br />
9.9%<br />
217<br />
65-74<br />
jaar<br />
8.6%<br />
172<br />
5.7%<br />
114<br />
75 + Totaal<br />
6.5%<br />
101<br />
3.6%<br />
559<br />
3.517<br />
(21.6%)<br />
2.964<br />
(18.2%)<br />
Van de 16.284 15-plussers te Torhout, zijn er 3.517 die geen regelmatig eetpatroon aannemen. Ook een onregelmatig<br />
ontbijt komt bij 2.964 van de populatie voor. Het nemen van een middagmaal (5.2%) en een avondmaal (2.0%) neemt<br />
een regelmatiger patroon aan.<br />
151
Simulatie van het aantal inwoners volgens een onvoldoende consumptie van groenten, fruit, bruin brood en vis, op basis<br />
van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
Groenten 17.4%<br />
430<br />
Fruit 56.0%<br />
1.385<br />
Bruin brood 39.6%<br />
980<br />
Vis 49.9%<br />
1.235<br />
25-34<br />
jaar<br />
18.5%<br />
426<br />
50.3%<br />
1.157<br />
40.4%<br />
930<br />
38.0%<br />
874<br />
35-44<br />
jaar<br />
13.9%<br />
411<br />
42.5%<br />
1.255<br />
37.3%<br />
1.102<br />
41.5%<br />
1.226<br />
Leeftijdsgroep<br />
45-54<br />
jaar<br />
12.9%<br />
364<br />
42.5%<br />
1.198<br />
28.9%<br />
815<br />
29.6%<br />
826<br />
55-64<br />
jaar<br />
12.8%<br />
280<br />
32.5%<br />
710<br />
26.8%<br />
586<br />
18.5%<br />
405<br />
65-74<br />
jaar<br />
11.7%<br />
233<br />
27.2%<br />
543<br />
28.0%<br />
559<br />
21.5%<br />
430<br />
75 +<br />
9.8%<br />
152<br />
28.8%<br />
448<br />
34.0%<br />
528<br />
22.2%<br />
345<br />
Totaal<br />
2280<br />
(14.0%)<br />
6.530<br />
(40.1%)<br />
5.911<br />
(36.3%)<br />
5.553<br />
(34.1%)<br />
Wanneer we een kijkje nemen bij de consumptie van groenten, zien we dat jongeren relatief minder frequent groenten<br />
eten.<br />
Fruit wordt in de leeftijdsgroep 15 tot 34 bij meer dan de helft onvoldoende geconsumeerd. 5.911 15-plussers van<br />
Torhout eten nog te weinig bruin brood.<br />
Wat vis <strong>be</strong>treft, is de proportie personen die dit onvoldoende frequent eet, globaal genomen hoger bij de jongere<br />
leeftijdsgroepen. De consumptie van vis is <strong>be</strong>duidend meer populair bij personen met een diploma hoger onderwijs.<br />
Met uitzondering van de leeftijdgroep 75 jaar en ouder, daalt het percentage personen dat onvoldoende gezond eet met<br />
de leeftijd.<br />
Simulatie van het aantal inwoners dat de afgelopen twee jaar de vetconsumptie nog niet heeft verminderd, op basis van<br />
de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
Totaal 77.2%<br />
1.910<br />
25-34<br />
jaar<br />
67.7%<br />
1.558<br />
35-44<br />
jaar<br />
67.9%<br />
2.006<br />
45-54<br />
jaar<br />
58.0%<br />
1.635<br />
55-64<br />
jaar<br />
54.5%<br />
1.192<br />
65-74<br />
jaar<br />
56.8%<br />
1.133<br />
75 + Totaal<br />
67.1%<br />
1.043<br />
10.454<br />
(64.2%)<br />
152
Zoals de gezondheidsdoelstelling i.v.m. voeding aangeeft, moet de consumptie van vetrijke voeding, zowel bij mannen<br />
als bij vrouwen, op significante wijze dalen. Wanneer we de cijfers voor Torhout erbij nemen, zien we dat dit nog niet de<br />
juiste richting uitwijst. In de laatste twee jaar zijn er 10.454 individuen die nog geen poging ondernomen heb<strong>be</strong>n om hun<br />
vetconsumptie te doen afnemen. Het valt op dat de inzet om minder vetrijke voeding te consumeren, stijgt met de<br />
leeftijd.<br />
Van de groep die wel een inspanning levert, is de hoofdreden ‘vermageren’. Dit motief daalt met het ouder worden. Een<br />
tweede reden daarentegen, ‘de angst voor de gevolgen’, stijgt met de leeftijd. Ook ‘ziekte’ is een vaak aangegeven<br />
argument.<br />
Simulatie van het aantal inwoners dat de afgelopen twee jaar nog geen poging heeft ondernomen om meer vezelrijke<br />
voedingsmiddelen te gebruiken, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
15-24<br />
jaar<br />
Totaal 79.5%<br />
1.967<br />
25-34<br />
jaar<br />
79.1%<br />
1.820<br />
35-44<br />
jaar<br />
76.1%<br />
2.248<br />
45-54<br />
jaar<br />
75.4%<br />
2.126<br />
55-64<br />
jaar<br />
72.9%<br />
1.594<br />
65-74<br />
jaar<br />
78.4%<br />
1.564<br />
75 + Totaal<br />
87.1%<br />
1.354<br />
12.653<br />
(77.7%)<br />
Een vetrijke voeding kan deels vervangen worden door vezelrijke voedingsmiddelen. 77.7% (12.653 inwoners te<br />
Torhout) heeft hier nog geen poging toe ondernomen. De 22.3% die wel meer vezelrijke voeding is gaan consumeren<br />
geeft aan dit onder andere te doen omdat het goed is voor de gezondheid. Een tweede argument luidt dat het hoort bij<br />
hun dieet.<br />
Tenslotte nog een woord over mogelijke veranderingen in gewoonten. Vele mensen zijn er <strong>–</strong> onterecht - van overtuigd<br />
dat ze gezond eten en zijn dan ook niet van plan deze gewoonten te veranderen.<br />
Veranderingen in voedingsgewoonten zijn echter in eerste instantie gebaseerd op het <strong>be</strong>sef dat deze gewoonten op<br />
lange termijn niet goed voor de gezondheid zijn. Het is dan ook de boodschap om eerst de mensen <strong>be</strong>wust te maken<br />
van hun ongezonde eetgewoonten.<br />
De voornaamste les die we uit de resultaten van dit thema kunnen trekken is dat een aanzienlijk deel van de <strong>be</strong>volking<br />
onvoldoende gezond eet om hiervan een positief gevolg op de gezondheid te heb<strong>be</strong>n. Het is dan ook noodzakelijk op<br />
deze situatie te reageren.<br />
153
Bijlage 4 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema gezondheid)<br />
Stad Torhout<br />
Cijfergegevens omtrent de borstkankerscreening<br />
5. Voortijdige en potentieel vermijdbare sterfgevallen<br />
De potentieel preventief vermijdbare doodsoorzaken werden geselecteerd op basis van een review van de medische en<br />
epidemiologische literatuur inzake de effectiviteit van preventie en gezondheidspromotie.<br />
In 2003 werden bij mannelijke residenten van het Vlaamse Gewest 5 609 voortijdige en potentieel vermijdbare<br />
sterfgevallen genoteerd, wat 42.6 % uitmaakt van alle sterfgevallen in de leeftijdsgroep van 0 tot 74 jaar. Het grootste<br />
deel daarvan (57.7% van de voortijdig en potentieel vermijdbare sterfgevallen ofwel 25 % van alle sterfgevallen) kon<br />
worden voorkomen door primaire preventie, meer in het bijzonder van<br />
• Longkanker (58 % van de primaire vermijdbare sterfgevallen) (te vermijden door niet te roken)<br />
• Ischemische hartziekten (IHZ) (22 %) (te vermijden door onder andere een gezonde voeding en voldoende<br />
fysieke activiteit)<br />
• Levercirrose (8 %) (te vermijden door matiging van het alcoholgebruik)<br />
• Verkeersongevallen (12 %) (te vermijden door een aangepast rijgedrag en een goede controle op de<br />
verkeersveiligheid)<br />
Bij vrouwen waren er 3 305 voortijdige en vermijdbare sterfgevallen. Het verschil tussen medische en primaire preventie<br />
is hier omgekeerd: respectievelijk 73 % en 26.9 %. Vooral borstkanker, cerebrovasculaire sterfte en colorectale kanker<br />
liggen hieraan ten grondslag.<br />
Als we de verschillende <strong>be</strong>langrijke voortijdige en potentieel te vermijden sterfgevallen linken aan de leeftijd <strong>be</strong>komen<br />
we volgende gegevens:<br />
Mannen Vrouwen<br />
< 1 jaar Perinatale verwikkelingen (57 / 35%) Perinatale verwikkelingen (40 / 41%)<br />
1 - 4 jaar Ongevallen privé-sfeer (6 / 16%) Ongevallen privé-sfeer (7 / 20%)<br />
5 - 9 jaar Vervoersongevallen (2 / 9%) Vervoersongevallen (4 / 17%)<br />
10 - 14 jaar Vervoersongevallen (3 / 14%) Vervoersongevallen (7 / 39%)<br />
154
15 - 19 jaar Vervoersongevallen (54 / 50%) Vervoersongevallen (14 / 31%)<br />
20 - 24 jaar Vervoersongevallen (94 / 50%) Vervoersongevallen (24 / 38%)<br />
25 - 29 jaar Vervoersongevallen (72 / 41%) Zelfdoding (19 / 29%)<br />
30 - 34 jaar Zelfdoding (69 / 34%) Vervoersongevallen (13 / 14%)<br />
35 - 39 jaar Zelfdoding (86 / 29%) Borstkanker (28 / 15%)<br />
40 - 44 jaar Zelfdoding (92 / 22%) Borstkanker (30 / 13%)<br />
45 - 49 jaar Zelfdoding (87 / 13%) Borstkanker (61 / 16%)<br />
50 - 54 jaar Longkanker (128 / 13%) Borstkanker (114 / 19%)<br />
55 - 59 jaar Longkanker (238 / 17%) Borstkanker (123 / 16%)<br />
60 - 64 jaar Longkanker (303 / 17%) Borstkanker (142 / 15%)<br />
65 - 69 jaar Longkanker (512 / 18%) Borstkanker (168 / 11%)<br />
70 - 74 jaar Ischemische hartziekten (606 / 15%) Ischemische hartziekten (312 / 13%)<br />
75 - 79 jaar Ischemische hartziekten (799 / 15%) Ischemische hartziekten (529 / 13%)<br />
80 - 84 jaar Ischemische hartziekten (701 / 15%) Cerebrovasculaire ziekten (675 / 13%)<br />
>= 85 jaar Ischemische hartziekten (717 / 13%) Hartinsufficiëntie (1453 / 12%)<br />
Eén van de <strong>be</strong>langrijkste doodsoorzaken is borstkanker bij vrouwen.<br />
6. Sterfte-atlas<br />
Bij vrouwen in Torhout ligt het aantal sterfgevallen ten gevolge van borstkanker binnen de verwachtingen op basis van<br />
de leeftijdsspecifieke sterfte in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
155
7. Participatiegraad aan de screening 2003-2004 en 2004-2005<br />
De Europese norm is 75% van de vrouwen uit de doelgroep. We zitten er dus lang nog niet.<br />
%<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
participatiegraad regio Logo brugge<br />
Blanken<strong>be</strong>rge<br />
Brugge<br />
Knokke-Heist<br />
Beernem<br />
Jab<strong>be</strong>ke<br />
zuienkerke<br />
Zedelgem<br />
Damme<br />
2003-2004<br />
2004-2005<br />
Oostkamp<br />
Torhout<br />
156
<strong>Vlaanderen</strong><br />
(2003-2004)<br />
RSC VOB<br />
(2004-2005)<br />
Logo (2004-<br />
2005)<br />
Torhout<br />
Doelpopulatie 650.000 78.099 33.968 2.180<br />
Gescreende<br />
vrouwen<br />
233.267<br />
(35,9%)<br />
32.721<br />
(41.8%)<br />
13.365<br />
(39.4%)<br />
(2004-2005)<br />
1.055<br />
(48%)<br />
Europese<br />
norm<br />
75%<br />
157
Bijlage 5 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema<br />
gezondheid)<br />
Stad Torhout<br />
Cijfergegevens omtrent zelfmoord,<br />
Een simulatie voor Torhout op basis van globale cijfers voor <strong>Vlaanderen</strong><br />
Er <strong>be</strong>staan verschillende argumenten om werk te maken van een preventief <strong>be</strong>leid omtrent depressie en suïcide.<br />
Harde epidemiologische gegevens tonen zwart op wit hoe <strong>–</strong> pover <strong>–</strong> het gesteld is met de geestelijke gezondheid in<br />
onze maatschappij.<br />
Met grote regelmaat verschijnen er krantenartikels over stress, psychisch onwelzijn, depressie, suïcide...<br />
De druk op het <strong>be</strong>leid om iets te doen aan deze toenemende maatschappelijke malaise neemt toe.<br />
1. Leeftijdsspecifieke sterfte door zelfmoord (per 100.000 inwoners),<br />
op basis van de data van de gezondheidsconferentie,Vlaams gewest 2000<br />
158
Wanneer men kijkt naar de leeftijdsspecifieke sterfte door zelfmoord, dan blijkt dat er in alle leeftijdsgroepen een hogere<br />
sterfte is bij mannen.<br />
2. De indirect gestandaardiseerde mortaliteitsratio van zelfmoord bij mannen,<br />
Op basis van de sterfteatlas<br />
Wanneer men sterftecijfers in verschillende populaties wil vergelijken, moet rekening worden gehouden met de<br />
verschillen in leeftijdsopbouw in die populaties. De statistische techniek die corrigeert voor die verschillen, wordt<br />
"standaardisering" genoemd. De "indirect gestandaardiseerde mortaliteitsratio" (SMR) is één van de mogelijke<br />
technieken en geeft de verhouding weer van het waargenomen aantal sterfgevallen in een <strong>be</strong>paalde regio (bvb. een<br />
gemeente) tot het aantal sterfgevallen dat men theoretisch verwacht indien in die regio dezelfde leeftijdsspecifieke<br />
sterfte (d.i. de sterfteverdeling over de verschillende leeftijdsgroepen) zou <strong>be</strong>staan als in een referentieregio (hier het<br />
Vlaams Gewest als geheel). Een SMR gelijk aan 1 <strong>be</strong>tekent dus dat het waargenomen aantal sterfgevallen gelijk is aan<br />
het theoretisch verwachte aantal..<br />
Het zelfmoordcijfer bij mannen ligt in Torhout in de gele zone, dat wil zeggen dat er minder zelfmoord wordt gepleegd<br />
door deze groep dan verwacht.<br />
159
Het zelfmoordcijfer bij vrouwen ligt in Torhout in de zwarte zone, dat wil zeggen dat er 20 % meer zelfmoord wordt<br />
gepleegd door deze groep dan verwacht.<br />
Dit cijfer ligt duidelijk hoger in Torhout dan elders in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Als we de verschillende <strong>be</strong>langrijke voortijdige en potentieel te vermijden sterfgevallen linken aan de leeftijd <strong>be</strong>komen<br />
we volgende gegevens:<br />
Mannen Vrouwen<br />
< 1 jaar Perinatale verwikkelingen (57 / 35%) Perinatale verwikkelingen (40 / 41%)<br />
1 - 4 jaar Ongevallen privé-sfeer (6 / 16%) Ongevallen privé-sfeer (7 / 20%)<br />
5 - 9 jaar Vervoersongevallen (2 / 9%) Vervoersongevallen (4 / 17%)<br />
10 - 14 jaar Vervoersongevallen (3 / 14%) Vervoersongevallen (7 / 39%)<br />
15 - 19 jaar Vervoersongevallen (54 / 50%) Vervoersongevallen (14 / 31%)<br />
20 - 24 jaar Vervoersongevallen (94 / 50%) Vervoersongevallen (24 / 38%)<br />
25 - 29 jaar Vervoersongevallen (72 / 41%) Zelfdoding (19 / 29%)<br />
30 - 34 jaar Zelfdoding (69 / 34%) Vervoersongevallen (13 / 14%)<br />
35 - 39 jaar Zelfdoding (86 / 29%) Borstkanker (28 / 15%)<br />
40 - 44 jaar Zelfdoding (92 / 22%) Borstkanker (30 / 13%)<br />
45 - 49 jaar Zelfdoding (87 / 13%) Borstkanker (61 / 16%)<br />
50 - 54 jaar Longkanker (128 / 13%) Borstkanker (114 / 19%)<br />
160
55 - 59 jaar Longkanker (238 / 17%) Borstkanker (123 / 16%)<br />
60 - 64 jaar Longkanker (303 / 17%) Borstkanker (142 / 15%)<br />
65 - 69 jaar Longkanker (512 / 18%) Borstkanker (168 / 11%)<br />
70 - 74 jaar Ischemische hartziekten (606 / 15%) Ischemische hartziekten (312 / 13%)<br />
75 - 79 jaar Ischemische hartziekten (799 / 15%) Ischemische hartziekten (529 / 13%)<br />
80 - 84 jaar Ischemische hartziekten (701 / 15%) Cerebrovasculaire ziekten (675 / 13%)<br />
>= 85 jaar Ischemische hartziekten (717 / 13%) Hartinsufficiëntie (1453 / 12%)<br />
We stellen vast dat bij mannen zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak is in de leeftijdscategorie 30 tot 49 jaar<br />
en bij vrouwen in de leeftijdscategorie 25-29 jaar.<br />
3. Percentage <strong>be</strong>vraagden met zelfmoordgedachten naar aantal met angst en depressiviteit gerelateerde klachten, op<br />
basis van de data van de gezondheidsconferentie, Vlaams Gewest 1998<br />
Psychische problemen zijn een <strong>be</strong>langrijke risicofactor in de problematiek van zelfmoord. Het risico dat iemand die<br />
depressief is ooit zelfmoord zal plegen, <strong>be</strong>draagt 6 tot 15% en bij schizofrenen is het risico van dezelfde grootorde. Ook<br />
middelengebruik is duidelijk gerelateerd aan een verhoogd risico van suïcide: het cumulatief risico bij mensen die<br />
afhankelijk zijn van alcohol wordt geraamd op 5 à 10%. De <strong>be</strong>langrijkste voorspellende factor is evenwel een<br />
voorgeschiedenis van een zelfmoordpoging.<br />
Van degenen die een zelfmoordpoging heb<strong>be</strong>n ondernomen, gaat jaar na jaar ongeveer 1% vervolgens daadwerkelijk<br />
over tot het plegen van zelfmoord. Dit <strong>be</strong>tekent dat, gemiddeld genomen, na 10 jaar 1 op de 10 mensen die een<br />
zelfmoordpoging heb<strong>be</strong>n ondernomen, uiteindelijk ook zelfmoord heeft gepleegd.<br />
161
4. Simulatie van het aantal inwoners (van 15 jaar en ouder) met zelfmoordgedachten of dat een zelfmoordpoging heeft<br />
ondernomen tijdens hun leven, op basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004<br />
(deel Vlaams Gewest):<br />
Demografische gegevens Stad Torhout (01.01.2006):<br />
Zelfmoord-<br />
gedachten<br />
Zelfmoord-<br />
pogingen<br />
15-24<br />
jaar<br />
25-34<br />
jaar<br />
35-44<br />
jaar<br />
45-54<br />
jaar<br />
55-64<br />
jaar<br />
65-74<br />
jaar<br />
75 + Totaal<br />
2474 2301 2954 2819 2187 1995 1554 16284<br />
Leeftijdsgroep<br />
15-24<br />
jaar<br />
12.0%<br />
297<br />
1.0%<br />
25<br />
25-34<br />
jaar<br />
14.9%<br />
343<br />
4.2%<br />
97<br />
35-44<br />
jaar<br />
11.2%<br />
331<br />
3.1%<br />
92<br />
45-54<br />
jaar<br />
10.3%<br />
290<br />
2.2%<br />
62<br />
55-64<br />
jaar<br />
6.9%<br />
151<br />
1.7%<br />
37<br />
65-74<br />
jaar<br />
5.6%<br />
112<br />
1.2%<br />
24<br />
75 +<br />
3.0%<br />
47<br />
1.6%<br />
25<br />
Totaal<br />
1596<br />
(9.8%)<br />
375<br />
(2.3%)<br />
In het Vlaams gewest is er gemiddeld 10% van de <strong>be</strong>volking die wel eens aan zelfmoord denkt en 2% die minsten 1<br />
zelfmoordpoging heeft ondernomen tijdens zijn leven. Bij een simulatie voor Torhout zijn dit maar liefst 1596 inwoners<br />
die met zelfmoordgedachten zitten en 375 inwoners die ooit een zelfmoordpoging heb<strong>be</strong>n ondernomen. De grootste<br />
groep <strong>be</strong>vindt zich in de leeftijdscategorie 25 tot 44-jarigen.<br />
162
5. Simulatie van het aantal inwoners (van 15 jaar en ouder) dat een depressie in de afgelopen 12 maanden heeft<br />
gerapporteerd en het aantal personen dat hiervoor geconsulteerd heeft en/of hiervoor <strong>be</strong>handeling heeft gehad, op<br />
basis van de data in de Gezondheidsenquête 2004 (deel Vlaams Gewest):<br />
Gerappor-<br />
teerde<br />
depressie<br />
Leeftijdsgroep<br />
15-24 jaar 25-34<br />
2.3%<br />
57<br />
Huisarts 39.1%<br />
22<br />
Specialist 60.5%<br />
Genees-<br />
middelen<br />
Psycho-<br />
therapie<br />
Geen<br />
<strong>be</strong>handeling<br />
34<br />
66.2%<br />
38<br />
65.2%<br />
37<br />
29.2%<br />
17<br />
jaar<br />
4.2%<br />
97<br />
51.4%<br />
50<br />
29.5%<br />
29<br />
91.0%<br />
88<br />
36.7%<br />
36<br />
9.0%<br />
9<br />
35-44<br />
jaar<br />
6.1%<br />
180<br />
65.9%<br />
119<br />
49.0%<br />
88<br />
88.3%<br />
159<br />
15.8%<br />
28<br />
11.7%<br />
21<br />
45-54<br />
jaar<br />
4.5%<br />
127<br />
28.7%<br />
36<br />
56.8%<br />
72<br />
92.2%<br />
117<br />
37.3%<br />
47<br />
5.0%<br />
6<br />
55-64<br />
jaar<br />
5.2%<br />
114<br />
67.2%<br />
77<br />
43.0%<br />
49<br />
89.8%<br />
102<br />
21.0%<br />
24<br />
8.0%<br />
9<br />
65-74<br />
jaar<br />
5.7%<br />
114<br />
60.2%<br />
69<br />
26.0%<br />
30<br />
71.0%<br />
81<br />
5.5%<br />
6<br />
25.8%<br />
29<br />
75 +<br />
5.6%<br />
87<br />
56.7%<br />
49<br />
10.2%<br />
9<br />
94.4%<br />
82<br />
0.0%<br />
0<br />
3.3%<br />
3<br />
Totaal<br />
782<br />
(4.8%)<br />
431<br />
(55.1%)<br />
314<br />
(40.1%)<br />
671<br />
(85.8%)<br />
175<br />
(22.4%)<br />
98<br />
(12.5%)<br />
In het Vlaams Gewest heeft 5% (Torhout : 782 inwoners) van de <strong>be</strong>volking van 15 jaar en ouder te kampen met<br />
depressies. Binnen deze groep heeft 55% contact opgenomen met zijn huisarts, 40% heeft een specialist geraadpleegd<br />
22% heeft psychotherapie gevolgd. 86% van de personen die een depressie gerapporteerd heb<strong>be</strong>n heeft een<br />
<strong>be</strong>handeling met geneesmiddelen gevolgd, en 13% ten slotte, onderging geen enkele vorm van <strong>be</strong>handeling.<br />
163
NAAM<br />
Bijlage 6 bij de omgevingsanalyse van het <strong>be</strong>leidsdomein individuele dienstverlening (subthema vorming<br />
en onderwijs)<br />
Scholingsgraad van de <strong>be</strong>volking van het Vlaamse Gewest (25-64 jaar), naar<br />
geslacht, in %<br />
DIMENSIES Ruimte Vlaams Gewest<br />
Tijd 1990 - 2004<br />
Hoogst <strong>be</strong>haalde<br />
diploma maximaal lager secundair, …<br />
Geslacht totaal, mannen, vrouwen<br />
BRON MVG OND, Algemene Directie Statistiek<br />
Voor meer<br />
informatie http://aps.vlaanderen.<strong>be</strong>/sgml/largereeksen/idnr.htm<br />
hoogst<br />
<strong>be</strong>haalde<br />
diploma<br />
totaal<br />
maximaal lager<br />
laatst<br />
gewijzigd 15/05/2006<br />
2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1996 1994 1992 1990<br />
secundair 34,6 37,5 37,8 39,0 40,4 42,3 42,3 45,0 49,5 54,2 60,6<br />
hoger<br />
secundair 35,2 34,1 34,3 33,4 33,0 32,5 33,1 31,0 28,9 26,5 22,4<br />
hoger niet-<br />
universitair 17,4 16,7 15,9 15,4 15,3 14,0 13,5 14,0 12,4 11,3 9,0<br />
universitair<br />
niveau 12,8 11,7 12,0 12,2 11,3 11,2 11,2 9,0 9,2 8,0 8,0<br />
mannen<br />
maximaal lager<br />
2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1996 1994 1992 1990<br />
secundair 37,6 37,5 38,2 40,1 42,1<br />
hoger<br />
secundair 34,5 35,2 34,3 33,5 32,8<br />
hoger niet-<br />
universitair 13,3 12,8 12,6 12,3 11,1<br />
universitair 14,6 14,6 15,0 14,2 14,0<br />
164
niveau<br />
vrouwen<br />
maximaal lager<br />
2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1996 1994 1992 1990<br />
secundair 37,4 38,2 39,8 40,8 42,5<br />
hoger<br />
secundair 33,7 33,4 32,6 32,5 32,1<br />
hoger niet-<br />
universitair 20,1 19,0 18,3 18,4 17,0<br />
universitair<br />
niveau 8,8 9,4 9,3 8,3 8,4<br />
165