ARGU_04_2011_NL - VSOA

ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO 

CHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND 

E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D 

ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G 

ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN 

P 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER 

RB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S 






P 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER 







P 2 DE POST 

OPENBARE 

LRB GROEP POLITIE 

SECTOR 

FINANCIËN RECHTER 


AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X · P409836 

België - Belgique 

P.B.- P.P 

Brussel X 

BC 9791 

argument 

www.vsoa.eu 

MAANDBLAD VAN HET VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT 

5 DE JAARGANG · N°4 · APRIL 2011 · MAANDELIJKSE UITGAVE VAN HET VSOA · OPENBARE SECTOR VAN DE ACLVB 

PAGINA’S 24 tot 27 

© SMITS 

VSOA-POLITIE STELT ZIJN PRÉ-MEMORANDUM VOOR 

VEILIGHEID HEEFT ZIJN PRIJS ! 

PAGINA 15 

GROEP LRB 

CONTRACTUELE 

WERKNEMERS EN 

PENSIOENAANVRAAG 

NIEUWIGHEDEN ! 

PAGINA’S 28-29 

GROEP ONDERWIJS 

FRANS HOLSTERS 

GAAT MET PENSIOEN. 

EEN RIJK GEVULDE 

CARRIÈRE (DEEL 1) 

PAGINA’S 10-13 

GROEP SPOOR 

ÉÉN JAAR NA DE 

RAMP VAN VAN 

BUIZINGEN. WAT 

IS ER VERANDERD ?

CHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ON 

ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND 

E SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 


ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI 

EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE 


ITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC 















VSOA 

2 

ONZE COÖRDINATEN 

INHOUD 

inhoud 

SECRETARIAAT-GENERAAL 

Lang Levenstraat 27-29 - 1050 BRUSSEL 

Tel 02/549.52.00 - 02/512.91.63 - Fax 02/514.16.95 

E-mail : vsoa@vsoa.eu 

GROEP SPOOR 

Kantersteen16 - 1000 BRUSSEL 

Tel 02/213.60.60 - Fax 02/224.66.10 

E-mail : secretariaat@vsoa-rail.be 

Nationaal Voorzitter : Roland VERMEULEN 

GROEP 2 : FEDERALE GEMEENSCHAPS- EN 

GEWESTADMINISTRATIES 

Boudewijnlaan 20-21 (2de verd.) - 1000 BRUSSEL 

Tel. : 02/201.19.77- Fax : 02/203.54.10 

N.M.K.N. 145-0526116-47 

E-mail : slfp-vsoa-gr2@skynet.be 

Nationaal Voorzitter : François FERNANDEZ-CORRALES 

GROEP LOKALE EN REGIONALE BESTUREN 

Vooruitgangstraat 319 - 1030 BRUSSEL 

Tel 02/201.14.00 - Fax 02/201.14.34 

E-mail : slfpvsoa@skynet.be 

Nationaal Voorzitter : René MARTENS 

GROEP ONDERWIJS 

Boudewijnlaan 20-21 (1ste verd.) - 1000 BRUSSEL 

Tel 02/529.81.30 - Fax 02/529.81.39 

E-mail : info@vsoa-onderwijs.be 

Wnd. Gemeenschapsvoorzitter : Willy HENDRIKX 

GROEP DE POST 

Centrumgalerij 244 (3e verdieping) - 1000 BRUSSEL 

Tel 02/223.00.20 - Fax 02/223.09.43 

P.R. : 000-0674537-96 

E-mail : post@vsoa.eu 

Nationaal Voorzitter : Marc DE MULDER 

GROEP BELGACOM 

Prinses Elisabethplein 12 - 1030 BRUSSEL 

Tel 02/245.21.20 - 02/245.12.70 - Fax 02/245.27.94 

P.R. : 000-0259656-84 

E-mail : vsoa.belgacom@skynet.be 

Nationaal Voorzitter : Pierre MOTTOULLE 

GROEP RECHTERLIJKE ORDE 

Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping 

Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL 

Tel 02/513.05.55 - Fax 02/503.25.02 

E-mail : info@ro-vsoa.be 

Nationaal Voorzitter : Jean-Marie MICHIELS 

GROEP DEFENSIE 

Lozenberg 2 - 1932 ZAVENTEM 

Tel 02/223.57.01 - Fax 02/219.02.15 

E-mail : info@vsoa-defensie.be 

Nationaal Voorzitter : Erwin DE STAELEN 

GROEP FINANCIEN 

Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping 

Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL 

Tel 02/226.41.11 - Fax 02/226.41.10 

E-mail : minfin@vsoa.eu 

Nationaal Voorzitter : Paul MONSAERT 

GROEP POLITIE 

Minervastraat 8 - 1930 ZAVENTEM 

Tel 02/660.59.11 - Fax 02/660.50.97 

E-mail : info@vsoa-pol.be 

Bank : 310-0543030-13 

Nationaal Voorzitter : Vincent GILLES 

Blz. 1, 24 tot 27 : POLITIE 

- Reis van Commissaris Generaal naar Qatar : 

91.992 €, een bedrag dat onaanvaardbaar is 

voor de politieman op de straat ! 

- Toegang tot portal voor gepensioneerden. 

- Graaicultuur. 

- Eurocop conventie 1 en 2 maart 2011 : 

Veiligheid heeft een kost. 

- Statutaire nieuws voor de oudere collega”s 

onder ons. 

- De toekenning van het stakersgeld. 

- COPERNICUS : Resultat eerste zitting en 

(on)verwachte gevolgen in het dossier 

Copernicus. 

Blz. 3 tot 5 : 

SECRETARIAAT-GENERAAL 

- Woord van de Voorzitter, Jan EYNDELS : 

Graaicultuur. 

Voordelen : 

- ACLVB-Vakantiehuizen : Wijziging agentschap 

in Barvaux-sur-Ourthe. 

Juridische dienst : 

- Wachtdienst thuis, het debat is verre van 

gesloten ! 

Federale Overheid : 

- Federaal bevorderingsexamen naar niveau B. 

Vrije tijd : 

- Luc SNOECKX, lid van de groep De Post, 

beoefent op hoog niveau het 

kruisboogschieten. 

Blz. 6 tot 8 : BELGACOM 

- Collectieve overeenkomst voor de jaren 

2011-2012 (deel II). 

- Agenda : april 2011. 

Blz. 9 : RECHTERLIJKE ORDE 

- Permanenties in het Vlaanderen en Brussel. 

- Algemene ledenvergadering op 26/5/2011. 

JOGGING VRIENDEN 

Kom samen met ons ontspannen en loop 

mee met het VSOA op 23 april 2011 in 

een bosrijk en landelijk parcours over 

een afstand van 11,6 km met mooie 

panorama’s onderweg... 

Pagina 32 

Blz. 10 tot 13 : SPOOR 

- Een jaar na Buizingen : Wat is er veranderd ? 

- Eindconferentie op 27/1/2011 in Rome over de 

analyse van de weerslag van het ERTMS – 

systeem. 

Blz. 14 tot 15 en 32 : LRB 

- Selor – taaltest : Nieuws. 

- De contractuele werknemers bij de openbare 

diensten mogen ook hun pensioenaanvraag 

online indienen. 

• SIAMU Brussel : Te veel is “trop”. 

• Twee MR kamerleden voor een versterking van 

de dienst Brandpreventie. 

Blz. 16 tot 17 : DE POST 

- PMP : Evaluatie of dwangbuis ? 

Blz. 17 tot 19 : GROEP 2 

- Vlaamse overheid : Algemene vergadering 

opgeluisterd met optreden van Lies LEFEVER. 

- Groep 2 – Justitie : Een ploeg tot uw dienst. 

Blz. 19 tot 23 : DEFENSIE 

- Edito van de Voorzitter Erwin DE STAELEN : 

Militairen zijn geen manusjes – van – alles. 

- Uitgebreid federaal comité VSOA-Defensie van 

19/2/2011. 

- Nieuwe afgevaardigden en ere-afgevaardigden. 

- De curatieve geneeskunde bij Defensie : Van 

insourcing naar outsourcing. 

- De informaticatoelage : Raad van State 

vernietigt weigeringen. 

Blz. 28 tot 31 : ONDERWIJS 

- Hommage aan Frans HOLSTERS; 

- Associatieafdeling Gent : Definitief uit de 

startblokken. 

- Handen af van de schoolvakanties ! 

- Provinciale werking en dienstverlening 

VSOA-Onderwijs. 


HOUDT U VAN JOGGEN ? 

KOM U DAN SAMEN MET ONS ONTSPANNEN EN LOOP MEE 

MET UW VAKBONDSORGANISATIE 

Zaterdag 

23/04/2011 

Start: 15.00u 

Een bosrijk en landelijk parcours over een afstand 

van 11,6 km met mooie panorama’s onderweg.. 

MILITAIRE BASIS van de 1 ste METEO WING BEVEKOM 

• Plaats van afspraak: Militaire Basis Van De 1 ste Meteo Wing Bevekom 

• E40: Brussel-Luik, uitrit 24 Boutersem-Bevekom, richting Bevekom 

• N91: Leuven-Namen: Richting Geldenaken (=Jodoigne), 1 ste WING 

• N25: Waver-Grez-Doiceau richting Jodoigne nemen (N240) - 1 ste WING 

• N40: Hannut-Jodoigne-Beauvechain : 1 ste WING 

Om organisatorische redenen vragen 

wij u vóór 16/04/2011 in te schrijven via 

slfpalrbxl@skynet.be met vermelding 

van uw contactgegevens (naam, 

voornaam, adres en geboortedatum). 

OOR BEL 

GACOM DEFENSIE ONDERW 

FENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE P 

RWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POL 

DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN REC 

GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORD 

E FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC 





EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER 


TIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC 

VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT 

Het rugnummer voor de dag kost 

6 euro maar is voor rekening van uw 

vakbondsorganisatie op vertoon van uw 

lidkaart. 

Dit nummer 

werd samengesteld 

met de 

medewerking 

van de 

verantwoordelijken 

van het 

Redactiecomité 


DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D 

GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G 

E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN 


LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S 

LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO 












EP 2 DE POST 

OPENBARE 

LRB GROEP POLITIE 

SECTOR 

FINANCIËN RECHTER 



LRB 

R. MARTENS 

G. HENDRICKX 

BELGACOM 

P. MOTTOULLE 

F. CLAUDE 

SPOOR 

R. VERMEULEN 

R. DE THAEY 

DEFENSIE 

E. DE STAELEN 

C. WILLEM 

ONDERWIJS 

Wnd. W. HENDRIKX 

M. HEYNDRICKX 

FINANCIËN 

P. MONSAERT 

P. BOQUET 

GROEP 2 

F. FERNANDEZ-CORRALES 

R. TOURLAMAIN 

R. WILLEMS 

POLITIE 

V. GILLES 

P. VANISTERBEEK 

M. TIELEMANS 

R. PARADE 

DE POST 

M. DE MULDER 

H. CLAUWAERT 

RECHTERLIJKE ORDE 

V. VANVAL 

C. HARDY 

Verantw. Uitgever: 

J. EYNDELS 

Beheer en Publiciteit: 

H. HERMAN 

Eindredactie: 

B. CORNELIS 

Fotoredactie: 

M. SMITS 

Prepress en druk 

Creative Plus Production 

& Nevada-Nimifi 

VERSCHIJNT NIET IN JULI EN AUGUSTUS

editoriaal 

ARGUMENT · APRIL 2011 

3 VSOA 

Graaicultuur 

De grote baas van de federale politie Fernand Koekelberg kon de druk niet meer 

aan en heeft de eer aan zichzelf gehouden. Hij liet aan de minister van 

Binnenlandse Zaken weten dat hij niet langer baas van de federale politie wou zijn. 

De zaak-Koekelberg is een perfecte illustratie van de ‘graaicultuur’ die zich ontwikkeld 

heeft bij de politie, met name in de leidinggevende posities. Het gaat 

daarbij om een echte vervaging van de normen, van de redelijkheid en van elke 

werkelijkheid ervaren door alle collega's. 

Wij hebben deze toestand nooit gevraagd. In de plaats van een maandenlang juridisch 

steekspel over zijn ontslag werd er gelukkig voor de korte pijn gekozen. Aan 

Koekelberg komt de eer toe dat hij eerst aan het imago van de politie heeft 

gedacht en aan de continuïteit van de leiding. 

Ondanks zijn falen had Koekelberg in het verleden 

zijn verdiensten waarmee hij in de toekomst 

nog voort kan. 

Zijn ontslag was ook onvermijdelijk vermits de 

gebeurtenissen bij de gewone politieman 

enorm kwaad bloed hadden gezet. Elke politieman 

wordt een strenge deontologische code 

voorgehouden. In die lijn schreef Koekelberg zelf een rondzendbrief waarin hij de 

manschappen aanmaant tot "noodzaak tot voorzichtigheid, gebaseerd op budgettaire 

discipline bij dienstverplaatsingen in binnen- en buitenland". We kunnen 

alleen maar vaststellen dat de feiten waarover de pers het heeft in geen enkel 

opzicht stroken met goed bestuur en topbestuurders die het goede voorbeeld 

moeten geven. 

Maar wat nu? Er doen geruchten de ronde dat Koekelberg een nieuwe topjob zou 

krijgen. Bevestiging door de bevoegde minister is er nog niet. Het enige wat ons 

nu rest is het intern onderzoek af te wachten. Intussen kunnen er geen intentieprocessen 

gemaakt worden. Vergeten we niet dat er een onderzoek loopt naar 

dubieuze uitgaven door de commissaris-generaal en zijn medewerkers. De man 

kan uiteraard vrijuit gaan, en dan staat niets een verdere politiecarrière in de weg. 

En dit onderzoek moet er komen. Indien onregelmatigheden worden vastgesteld 

moeten deze gemeld en onderzocht worden. Jammer genoeg denken niet alle politievakbonden 

in die richting met ons mee. Zo blijven zij zich verzetten tegen een 

initiatief van VSOA-Politie om een meldpunt te organiseren waar klachten kunnen 

bekendgemaakt worden. In afwachting dat de overheid op dat vlak een initiatief 

neemt. Vreemd, want in de zaak die meer de zaak is van zijn medewerkers dan van 

Woord van de voorzitter 

“Alle rotte appels moeten er uit 

om de werking van een goede 

politiedienst te vrijwaren.” 

Koekelberg zelf, stonden ze op de eerste rij te roepen en als er dan een initiatief 

komt van een vakbond om de graaicultuur aan te pakken, geven ze niet thuis. 

Voorwaar weinig consequent. Moet Koekelberg nu naar de hel? Uiteraard niet. Wij 

wachten het verder onderzoek af en de man zal, zoals alle functionarissen die over 

de schreef gaan, moeten beoordeeld en desnoods veroordeeld worden. 

Koekelberg was professioneel uit een goed hout gesneden, hij had, ondanks zijn 

zware tegenslagen in zijn persoonlijk leven, de nodige beroepsernst en wist de 

politiehervorming, wat als het ware zijn geesteskind was, verder in goede banen 

te leiden. De pers schreef terecht: “De verdiensten van Koekelberg als people 

manager en hervormer van onze politiediensten lijken de dimensies van het meetbare 

te overstijgen.” De zaak is dan ook een zaak 

met een menselijk trieste en tragische kant. 

Maar voor een politieman speelt nu ook eenmaal 

het morele gezag en de integriteit een heel 

belangrijke rol. En precies daar blijkt het bij 

Koekelberg fout te zijn gelopen. 

De politieke overheid moet nu werk maken van 

een waardige opvolger voor Koekelberg. 

Veiligheid is een essentieel goed voor de samenleving en deze moet dan ook op 

ordentelijke wijze georganiseerd worden. Het politiekorps mag dus niet overgeleverd 

worden aan malaise en chaos want dit zou voor de veiligheid van de burgers 

bijzonder nefast worden. En de politieagenten houden best zelf een oogje in het 

zeil om mogelijke schandalen aan het licht te brengen. Ook het VSOA zal hiertoe 

zijn bijdrage blijven leveren. Want naast de zaak zijn er nog andere malversaties 

aan de top van de politie ontdekt. En die moeten ook aangepakt worden. Alle rotte 

appels moeten er uit om de werking van een goede politiedienst te vrijwaren. Daar 

heeft onze samenleving recht op. 

Dus men wijst best zo spoedig mogelijk een nieuwe commissaris-generaal voor de 

federale politie aan. Het VSOA nodigt de politiek uit verder te kijken dan de risico’s 

die aan de keuze van een bepaald persoon verbonden zijn, wat ook diens taal 

is. Hij zal de kwaliteiten moeten bezitten om leiding te geven en van een onberispelijk 

gedrag zijn. ‘Lijken die uit de kast vallen’ kunnen we ons niet meer veroorloven. 

Dat is de prijs die we betalen om de geloofwaardigheid van deze voor de 

staat essentiële instelling te herstellen. 

Jan Eyndels 

Algemeen Voorzitter 

VOORDELEN VSOA 

BARVAUX-SUR-OURTHE : WIJZIGING AGENTSCHAP 

Sinds 1 maart wordt er samengewerkt met een nieuw immobiliënagentschap 

voor de ACLVB-vakantiehuizen in Barvaux. 

Reservatieformulieren zijn te verkrijgen bij het secretariaat generaal van het 

VSOA, telefonisch op 02/549.52.00 of per mail : voordelen@vsoa.eu. 

Voor eventuele vragen kan u steeds terecht bij de heer Frédéric Janssen 

(e-mail : janssen.immo@gmail.com of gsm-nummer : 0473-69.01.56). 

Leden die reeds een reservatie hadden doorgegeven aan het agentschap Ourthe & 

Somme, zullen spoedig van Frédéric Janssen de verdere nodige info ontvangen.

actualiteit 


4 


Juridisch 

Wachtdienst thuis, het debat is verre van gesloten ! 

Het debat over de “slapende wachtdienst” en de “wachtdienst 

thuis” is niet nieuw. 

De problematiek betreffende de bepaling van de arbeidsduur 

en de bezoldiging van deze wachtdiensten wordt 

druk besproken in de juridische en politieke pers, zowel 

op nationaal als op Europees vlak, en dit reeds sinds 

enkele jaren. 

Het vonnis uitgesproken op 13 januari 2011 door de 

Rechtbank van Eerste aanleg van Dinant wakkert de discussie 

evenwel nog aan. De rechtbank heeft beslist dat 

de wachtdienst, die de vrijwillige pompiers van de stad 

Couvin thuis waarnemen, als arbeidstijd moet 

beschouwd worden en dus vergoed moet worden. 

Deze nieuwe bijdrage aan de rechtspraak terzake moet 

geen verbazing opwekken. Reeds in het begin van de 

jaren 80 heeft het Hof van Cassatie geacht dat de wachtdienst 

uitgevoerd zowel thuis als in de onderneming als 

arbeidstijd moest beschouwd worden daar de werknemer 

op ieder moment kon opgeroepen worden, en op onverwachte 

wijze. (R. cass. 30 januari 1984, R. G. 4.097) 

Later heeft de Arbeidsrechtbank van Gent ook gesteld 

FEDERALE OVERHEID 

FEDERAAL BEVORDERINGSEXAMEN NAAR NIVEAU B 

Selor organiseert in de loop van het tweede semester 2011 het algemeen 

gedeelte voor de overgang naar het Niveau B voor de vastbenoemde 

ambtenaren van niveau C die zich op datum van 28.02.2011 hebben 

ingeschreven voor deze bevorderingsproeven. 

Het eerste gedeelte van het bevorderingsexamen wordt op PC afgelegd en bestaat 

uit een reeks oefeningen gebaseerd op professionele situatieschetsen en teksten 

uit het professioneel milieu en evalueren de meest karakteristieke competenties 

dat de duur van de wachtdienst als arbeidstijd moest 

worden beschouwd vermits de werknemer ter beschikking 

staat van de werkgever en in staat moet zijn iedere 

onvoorzienbare oproep te beantwoorden. (Arbeidsr., Gent, 

25 maart 1996, R. G. 94/331) 

Nog niet zo lang geleden heeft de Arbeidsrechtbank van 

Mons beslist, in verband met een bediende van een 

begrafenisonderneming die belast werd met wachtdiensten 

zowel thuis als in de onderneming, dat die als 

arbeidstijd moesten beschouwd worden en het voorwerp 

van een bezoldiging en van een toeslag moesten uitmaken, 

meer bepaald omdat de werknemer op ieder 

moment door de klanten kon opgeroepen worden, en dit 

op onverwachte wijze. (Arbeidsr., Mons,18 januari 2010, 

R.G. 2007/AM/20768) 

Het spreekt voor zich dat deze verschillende arresten en 

vonnissen een letterlijke toepassing zijn van artikel 19 

van de wet van 16 maart 1971 op de arbeid en artikel 8 

van de wet van 14 december 2000 tot regeling van sommige 

aspecten van de arbeidstijd in de openbare sector 

en die beide stellen dat de arbeidstijd, in principe, overeenkomt 

met de periode waarin de werknemer ter 

beschikking staat van de werkgever. Vermits de 

Belgische rechtspraak stilaan unaniem lijkt te worden 

voor wat betreft het vastleggen van de wachtdienst thuis 

als arbeidstijd, handelt de echte vraag voortaan alleen 

nog over de manier waarop die werkuren vergoed worden. 

Inderdaad, een zekere rechtspraak oordeelt dat de 

arbeidstijd die voortkomt uit een “slapende wachtdienst” 

en, a fortiori, uit een “wachtdienst thuis”, niet noodzakelijk 

als effectieve arbeidstijd moet vergoed worden en 

dus op een andere basis dan de gewone prestaties mag 

vergoed worden. (Zie Arbeidsr. Luik, 22 mei 2008, R.G. nr. 

8.171/06) 

Moet voortaan het debat dan niet over dit aspect van de 

problematiek gaan? 

Indien het vonnis van de Rechtbank van Eerste aanleg 

van Dinant in hoger beroep zou worden bevestigd, zal de 

basis voor het berekenen van de bezoldiging van die 

wachtdiensturen hoe dan ook alle aandacht aantrekken. 

Eric ROOS 

Juridisch Adviseur VSOA 

nodig voor het uitoefenen van een functie in niveau B. Het betreft: omgaan met 

informatie, omgaan met taken, interpersoonlijke relaties en persoonlijk 

functioneren. 

Het VSOA wil de ingeschreven leden-kandidaten bijstaan door het geven van een 

opleiding wanneer er voldoende interesse is. 

Daarom vragen wij de geïnteresseerden om zich kenbaar te maken door 

ons onderstaande strook terug te bezorgen. 

Terug te sturen naar VSOA GROEP 2, Boudewijnlaan 20-21 

(2de Verd) te 1000 BRUSSEL, per e-mail op slfp-vsoa-gr2@skynet.be 

of per fax op 02/203.54.10 

Of naar VSOA GROEP FINANCIEN, Centrumgalerij Blok II, 

Kleerkoperstraat 15-17 te 1000 BRUSSEL, per e-mail op 

minfin@vsoa.eu of per fax op 02/226.41.10 

Ik Ondergetekende 

Lid VSOA Groep 

Lidnummer 

✁ 

Adres : 

Telefoon : GSM : 

Email : 

Heb interesse in de opleiding Datum en handtekening :

vrije tijdARGUMENT 

· APRIL 2011 


Luc Snoeckx beoefent op hoog niveau het kruisboogschieten 

In de huid van 

Willem Tell 

Luc Snoeckx (43) is postbode in Hechtel-Eksel. Hij beoefent al van zijn achtste 

jaar het kruisboogschieten. Een sport die niet zo bekend is; ze haalt zelden het 

grote nieuws. “Alleen als een kruisboogschutter Koningin Fabiola met een 

aanslag bedreigde”, foetert Luc. Desondanks haar onbekendheid bij het grote 

publiek is kruisboogschieten een fijne sport waarbij concentratie, ademhaling en 

een juiste houding tot succes kunnen leiden. 

Luc Snoeckx viel de appel niet ver van 

de boom. De familie Snoeckx had het 

kruisboogschieten in de genen. Ook de 

grootvader en de ouders van Luc schoten 

met de kruisboog. “Mijn eerste boog werd 

trouwens door mijn vader gemaakt. Uit goed 

materiaal, zo wezen mijn resultaten uit. Ik ben 

aangesloten bij de club Willem-Tell Eksel, opgericht 

in 1952. We schieten zowel op het 

Limburgse als op het Belgisch kampioenschap. 

Individueel en in clubverband draaien we in de 

hoogste regionen mee”, zegt hij. 

Kampioenschappen 

In Limburg zijn nog een zevental kruisboogclubs 

actief. Op nationaal vlak zijn er dat enkele honderden. 

De wedstrijden voor het Belgisch kampioenschap 

vinden plaats over gans België. De 

schutters komen uit het ganse land. Elk jaar 

worden de Belgische kampioenen gehuldigd op 

het Brussels stadhuis. “Een unieke belevenis”, 

zegt Luc. 

“Kruisboogschieten is niet zo moeilijk”, aldus de 

kampioen die een rijkgevulde medaille- en trofeeënkast 

heeft. Vorig jaar behaalde hij nog goud 

en zilver op nationaal vlak. “Je moet letten op je 

houding, je concentratie en je ademhaling. En je 

moet natuurlijk je boog stilhouden, anders is het 

niet zo eenvoudig om in de roos te schieten. We 

schieten op een afstand van zes tot tien meter. 

De roos hangt op een hoogte van 125 cm en is op 

de afstand van tien meter 18 mm groot. De blazoenen 

waarop we schieten zijn van karton en 

zijn onderverdeeld in cirkels van zes tot tien, 

waarbij tien de roos is. Mijn gemiddelde op tien 

meter ligt iets boven de 197/200, dus dit zijn 17 

rozen op 20 pijlen”. 

Luc traint met zijn club elke donderdagavond 

tussen zeven en tien uur. “Het is spijtig dat onze 

sport zo weinig bekend is. Zelfs de plaatselijke 

pers vindt het niet meer nodig om uitslagen te 

geven. De tijd dat mijn vader een archief kon 

aanleggen met artikels en uitslagen is helaas 

voorbij. 

Alleen de grote gesponsorde sporten krijgen nog 

aandacht. Wij komen alleen negatief in het 

nieuws, zoals bij de aanslag van een kruisboogschutter 

op Koningin Fabiola. Heel jammer is 

dat”, zucht Luc. 

Om de eer 

Bij het kruisboogschieten gaat het dus om de 

sport en om de eer. “Bij de jeugd is er wel wat 

belangstelling, maar het grote publiek van jongeren 

bereiken we niet”, weet Luc. “Ze zitten liever 

voor hun pc of spelen met hun playstation. 

We nodigen af en toe wel scholen uit om te 

komen schieten”. 

Wie meer wil weten over de hobby van 

Luc kan hem mailen op wte@skynet.be 

B.C. 

Hebt u ook speciale 

hobby’s ? 

Laat het snel weten aan 

bert@reflextc.be 

Misschien bent u volgende keer wel onze 

gast in ‘Vrije Tijd’.

elgacom 


6 


Collectieve overeenkomst voor de 

jaren 2011 – 2012 (deel II) 

Verleden maand hebben wij gezien dat 

de CAO 2011 – 2012 in januari 

goedgekeurd werd en hebben wij de 

eerste thema’s samengevat. Zoals 

aangekondigd doen we voort in deze 

uitgave met het doorlopen van de 

andere hernomen domeinen. Zo zullen 

wij vandaag de volgende thema’s 

bekijken: de jubilarisgift, de tweede 

weddenschaal voor contractuele van 

niveau 4, de aanvullende ziekte- en 

invaliditeitsverzekering en de 

aanvullende overlijdensverzekering 

voor personeelsleden van rang 2a en 

niveau 3 en 4, de 8ste 

compensatierustdag voor niveaus 1 en 

sommige verkoopskrachten, de 

tweetaligheidpremie en de toelage 

voor het gebruik van zekere talen en 

tenslotte de hospitalisatiedekking. 

Ter herinnering kunnen wij alle artikelen 

niet weer geven. De volledige 

reglementaire tekst vindt u op onze 

site www.slfp-vsoabelgacom.be. 

Jubilarisgift 

In het gecoördineerd reglement van 2 april 2009 

voor de jubilarisgift wordt een nieuw artikel 5 

voorzien: “In afwijking van artikel 4, wordt de jubilarisgift 

betaald aan alle personeelsleden die voldoen 

aan de voorwaarden in het referentiejaar op 

het moment van hun in pensioenstelling of in het 

geval de reglementering voor bepaalde vormen 

van vertrek voorziet in het behoud van de betaling 

van de jubilarisgift. De betaling van de jubilarisgift 

zal in dit geval gebeuren op het moment van het 

vertrek.” De jubilarisgift wordt echter niet betaald 

aan personeelsleden die, in het referentiejaar 

waarin ze voldoen aan de voorwaarden, het bedrijf 

vrijwillig verlaten, in opzegging zijn of worden 

ontslagen. De bepalingen van onderhavig hoofdstuk 

zullen retroactief worden toegepast voor de in 

2010 betaalde jubilarisgiften. 

Creatie van een tweede weddenschaal 

voor contractuelen van niveau 4 

Een terechte koopkrachtverhoging! 

Opnieuw een stap in ons streven naar de volledige 

gelijkschakeling tussen statutaire en 

contractuele medewerkers. In deze conventie 

starten we met de minst bedeelde medewerkers 

bij Belgacom. De erkenning van het principe 

door Belgacom is al een overwinning! 

Voor contractuele personeelsleden van niveau 4 

wordt een tweede weddenschaal gecreëerd, 

naast de reeds bestaande weddenschalen C41 en 

C42 en naar analogie met het systeem voor de 

statutaire personeelsleden van niveau 4. De 

overgang naar de tweede weddenschaal betekent 

voor het personeelslid een verhoging van 

het referentiejaarloon, wat betekent dat alle verloningselementen 

die gebaseerd zijn op het referentiejaarloon 

eveneens worden aangepast. 

De uitbreiding van de toepassing van het principe 

van de creatie van een 2e weddenschaal voor 

contractuele personeelsleden van niveau 2 en 3 

is in de toekomst bespreekbaar. 

Aanvullende ziekte- en invaliditeitsverzekering 

voor personeelsleden van rang 2a 

en van de niveaus 3 en 4 

Voor de personeelsleden van rang 2a en van de 

niveaus 3 en 4 werd een aanvullende ziekte- en 

invaliditeitsverzekering opgestart op 01/01/2011. 

Deze verzekering waarborg voor de contractuele 

personeelsleden een periode van gewaarborgd 

loon en de uitkering van een jaarlijkse rente na 

de periode van gewaarborgd loon. 

De periode van gewaarborgd loon houdt in dat 

Belgacom NV gedurende de eerste 90 dagen van 

de arbeidsongeschiktheid het salaris doorbetaalt, 

verminderd met de tussenkomst van de 

mutualiteit. Vanaf de 91ste dag van de arbeidsongeschiktheid 

wordt, bovenop de uitkering van 

de mutualiteit, een bedrag uitgekeerd van 15% 

van het referentiejaarloon, beperkt tot de loongrens 

van de mutualiteit + 65% van het gedeelte 

van het referentiejaarloon dat de loongrens van 

de mutualiteit overschrijdt.

elgacom 



Het resultaat van de berekening geeft een 

bedrag op jaarbasis. De werkelijke uitkering 

gebeurt op maandbasis en bedraagt 1/12 van de 

uitkomst van de formule. 

Deze verzekering waarborgt voor de statutaire 

personeelsleden een periode van eventuele 

gewaarborgde marktpremie en de uitkering van 

een jaarlijkse rente na de periode van gewaarborgd 

loon, gebaseerd op de eventuele marktpremie. 

De periode van gewaarborgd loon houdt in dat 

Belgacom NV gedurende de eerste 90 dagen van 

de arbeidsongeschiktheid de marktpremie doorbetaalt. 

Vanaf de 91ste dag van de arbeidsongeschiktheid 

wordt een bedrag uitgekeerd van 65% 

van de aangepaste marktpremie, de aangepaste 

marktpremie zijnde gelijk aan de jaarlijkse 

marktpremie maal 13/13,92. Het resultaat van 

de berekening geeft een bedrag op jaarbasis. De 

werkelijke uitkering gebeurt op maandbasis en 

bedraagt 1/12 van de uitkomst van de formule. 

Aanvullende Overlijdensverzekering 

voor personeelsleden van rang 2a, 

niveau 3 en 4. 

We raden iedereen aan het hele reglement voor 

de aanvullende overlijdensverzekering te lezen, 

af te printen en thuis te bewaren. Verder hopen 

we uit de grond van ons hart dat uw begunstigden 

nog lang mogen wachten op deze regeling! 

Het bestaande reglement voor aanvullende overlijdensverzekering 

voor personeelsleden van 

niveau 1, rang 2b en verkoopsmedewerkers 

wordt uitgebreid naar alle personeelsleden en 

ter beschikking gesteld aan het personeel. Voor 

contractuele personeelsleden van rang 2a, 

niveau 3 en niveau 4 houdt deze verzekering de 

berekening in van een overlijdenskapitaal op 

basis van een formule die rekening houdt met 

het referentiejaarloon en de gezinssituatie van 

het personeelslid op het moment van overlijden. 

Voor statutaire personeelsleden van rang 2a, 

niveau 3 en niveau 4 houdt deze verzekering de 

berekening in van een overlijdenskapitaal op 

basis van een formule die rekening houdt met de 

eventuele marktpremie en de gezinssituatie van 

het personeelslid op het moment van overlijden. 

8 ste compensatierustdag voor niveaus 1 

en sommige verkoopskrachten. 

De personeelsleden van niveau 1 en de verkoopskrachten 

van de klassen > V4, die bekleed 

zijn met een vertrouwenspost van categorie I 

zoals bedoeld in het dossier “Vertrouwensposten 

/ Uitvoering Collectieve overeenkomst 2000 – 

2001/ PC 050702_ref GLR/SOC/041001/GLR/- 

1499” en die niet van een stelsel van compensatierust 

in het kader van de 38 urenweek genieten, 

krijgen sinds 1 januari 2011 een extra compensatierustdag 

op jaarbasis. De personeelsleden 

die deel uitmaken van de Top Group 

Resources zijn uitgesloten van deze regeling. Op 

basis van een gemiddelde arbeidsduur van 38 

uren per week wordt de reële wekelijkse arbeidsduur 

bij een voltijdse tewerkstelling op 39 uren 

en 12 minuten gebracht. In geval van deeltijdse 

prestaties zal deze aanpassing pro rata gebeuren. 

Het arbeidsreglement zal in die zin worden 

aangepast. 

Tweetaligheidpremie en de toelage voor 

het gebruik van zekere talen 

Inzake de tweetaligheidpremie, die werd ingevoerd 

in het kader van het akkoord van het sectorcomité 

VIII van 18 december 1990, worden de 

volgende wijzigingen aangebracht: 

het basisbedrag van de tweetaligheidpremie bij 

voltijdse tewerkstelling wordt verhoogd naar 20 

EUR bruto per maand, gerekend aan het indexcijfer 

op het moment van inwerkingtreding van 

onderhavige collectieve overeenkomst (index 

1,5157). De tweetaligheidpremie kan eveneens 

toegekend worden aan personeelsleden van 

niveau 2, 3 en 4 met een arbeidsovereenkomst 

van bepaalde duur, voor zover zij aan de overige 

toekenningvoorwaarden voldoen. De overige 

modaliteiten van de tweetaligheidpremie blijven 

ongewijzigd. 

Inzake de toelage voor het gebruik van zekere 

talen, die door het K.B. van 21 maart 1978, werd 

ingevoerd wordt de volgende wijziging aangebracht: 

het basisbedrag van de toelage voor het 

gebruik van zekere talen bij voltijdse tewerkstelling 

wordt verhoogd naar 20 EUR bruto per 

maand, gerekend aan het indexcijfer op het 

moment van inwerkingtreding van onderhavige 

collectieve overeenkomst (index 1,5157). De overige 

modaliteiten van de toelage voor het gebruik 

van zekere talen blijven ongewijzigd. 

Hospitalisatiedekking 

We zijn erin geslaagd het principe van de groepsverzekering 

te behouden. Het waren heel moeilijke 

onderhandelingen over dit uitermate belangrijk 

sociaal voordeel. Vooral voor onze grote 

groep gepensioneerden of niet-actieven (ongeveer 

15.000 begunstigden plus hun aangesloten 

rechthebbenden) loopt de kostprijs van de jaarlijkse 

bijdrage enorm hoog op. Ondanks het 

optrekken van de geldelijke middelen ten gunste 

van de sociale dienst zullen we heel inventief 

moeten zijn om het hospitalisatieplan voor onze 

niet-actieven te kunnen blijven garanderen. Het 

enorme budget van Social Benefits werd dankzij 

deze collectieve overeenkomst verhoogd met 

meer dan 450.000€ voor alle begunstigden ( een 

verhoging van 15€ per begunstigde voor meer 

dan 30.000 begunstigden) maar desondanks zal 

er naar een meer betaalbare formule of andere 

oplossing moeten gezocht worden voor het 

behoud van een groepsverzekering voor alle nietactieve 

personeelsleden. 

Hierbij zijn vele scenario’s mogelijk. We denken 

ondermeer aan een kleine persoonlijke bijdrage. 

Om een eventuele kleine persoonlijke bijdrage zo 

laag mogelijk te houden kunnen we de opheffing 

van enkele kleinere sociale voordelen in overweging 

nemen of bijvoorbeeld een aanpassing van 

de dekking onderhandelen. Is de zeer hoge kostprijs 

voor een “kamer alleen” nog gerechtvaardigd? 

Wie dit nog wil kan bijvoorbeeld meer franchise 

betalen of een hogere persoonlijke bijdrage? 

Alle pistes moeten onderzocht worden 

met als enig doel een betaalbare groepsverzekering 

te kunnen waarborgen voor de hospitalisatiekosten 

met een bijzondere aandacht voor ernstige 

en langdurige ziektes. 

De bedoeling is wel om het hospitalisatieplan 

volledig gratis te houden voor alle actieve mede-

elgacom 


8 


Collectieve overeenkomst voor de jaren 2011 – 2012 (vervolg) 

werkers voor wie zoals u weet de kostprijs veel lager ligt omdat de bijdragen 

leeftijdsgebonden zijn. 

Het forfaitaire bedrag per begunstigde dat Belgacom jaarlijks ter beschikking 

stelt van de dienst “Social Benefits” zal verhoogd worden met 15,00 

€ vanaf de budgetoefening van het jaar 2012. 

Gezondheidsindex 

Deze nieuwe forfaitaire dotatie per begunstigde zal 

jaarlijks vanaf 2013 geïndexeerd worden op 

basis van de gezondheidsindex volgens de geldende 

akkoorden. 

De huidige formules met betrekking tot de 

hospitalisatiedekking worden gegarandeerd 

in 2011, zonder persoonlijke bijdrage voor de 

niet-actieve personeelsleden. 

Vanaf 1 januari 2012 zal het behoud van de hospitalisatiedekking 

ten behoeve van de niet-actieve 

personeelsleden die begunstigde zijn van de Worklife 

Unit alsook van hun bij het hospitalisatieplan aangesloten 

rechthebbenden gegarandeerd worden door 

een mechanisme van cofinanciering, gedeeltelijk ten 

laste van Belgacom en, voor wat het saldo betreft, van de 

niet-actieve begunstigden van de hospitalisatiedekking. 

Te dien einde zal de bijdrage van Belgacom voor de hospitalisatiedekking 

ten behoeve van de niet-actieve personeelsleden 

overeenkomen met de middelen toegekend 

aan de niet-actieve populatie die begunstigde zijn 

van de Social Benefits verminderd met, de middelen 

voorbehouden voor andere sociale activiteiten georganiseerd 

ten behoeve van die zelfde groep. De persoonlijke 

bijdragen van de niet-actieve begunstigden 

zullen vastgesteld worden op dusdanige wijze dat hun 

totaal het verschil dekt tussen de totale kost van het 

hospitalisatieplan van de niet actieve personeelsleden en de bijdrage daaraan 

van Belgacom. Bij de bepaling van deze persoonlijke bijdragen zal Belgacom 

de opportuniteit en de toepasbaarheid van mogelijke sociale correctiemaatregelen 

in overweging nemen. 

Uniformisering 

Belgacom en de RVO’s verbinden zich ertoe in de loop van het eerste 

semester van het jaar 2011 de uitvoeringsmodaliteiten 

van onderhavig hoofdstuk te onderhandelen, 

met inbegrip van zowel een eventuele herprioritisatie 

van de middelen die moeten toegekend 

worden aan de sociale programma’s 

gewijd aan de niet-actieve personeelsleden, 

als een eventuele aanpassing van de draagwijdte 

van de garanties van de hospitalisatiedekkingen 

ten behoeve van de niet-actieve aangeslotenen. 

In dat kader zal een uniformisering van 

de hospitalisatiedekking ten behoeve van de nietactieve 

populatie worden voorgesteld. Bovendien zal 

eventuele synergie gezocht worden op het vlak van het 

geheel van de hospitalisatieplannen, zonder dat deze een 

negatieve impact kunnen hebben voor de actieve populatie. 

Deze onderhandelingen moeten leiden tot een ondertekende 

conventie vóór het einde van 2011 teneinde de in werkingstelling 

ervan toe te laten op 1 januari 2012. In geval van 

onmogelijkheid om tot een dergelijke overeenkomst te 

komen, zal de bijdrage van Belgacom en de persoonlijke 

bijdragen van de begunstigden van de hospitalisatiedekking 

bepaald worden, rekening houdend met een behoud 

van de huidige hospitalisatiedekkingen en de overige 

sociale activiteiten voorzien voor de niet-actieven. 

Het VSOA Team Groep Belgacom 

Agenda : april 2011 

Even in het oog houden : 

1) Evaluatie periode niveau 3 (01/04 > 31/05) 

2) Afsluiting van aanvragen voor deeltijdse loopbaanonderbreking 

voor 01 juli. 

a) gewone loopbaanonderbreking: hetzij vanaf 50 jaar, hetzij door de aanvaarding 

van een halftijdse betrekking, hetzij voor de opvang van kinderen; 

b) de thematische loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. 

Contacteer in alle gevallen je personeelsdienst (0800 ALL HR of per mail) en 

vervolledig het document A45/1. 

3) Betaling vakantiegeld alle niveaus en sales 

4) Betaling dubbel vakantiegeld contractueel personeel 

5) Einde van de periode opname verlof van verleden jaar 

NUTTIGE TELEFOONNUMMERS 

0800 / 91002 : contactnummer voor BeST leavers i.v.m. wachtgeld 

02 / 558 66 84 : contactnummer voor rusten overlevingspensioen 

(statutaire) 

02 / 237 03 11 : contactnummer i.v.m. betalingsmodaliteiten van 

pensioen (statutaire) 

0800 / 50246 : contactnummer voor het pensioen van de contractuele 

medewerkers 

Altijd uw nationaalnummer bij de hand hebben en uw brevetnummer 

(geboortejaar, geboortemaand gevolgd door 5 cijfers). 

Het VSOA Team Groep Belgacom

echterlijke orde 



Onze permanenties 

Wij willen jullie er aan herinneren dat de Nederlandstalige afgevaardigen maandelijks permanenties houden, die het personeel van rechterlijke orde (lid 

of geen lid) de kans gegeven een antwoord te krijgen op de vele vragen die hen soms bezighouden. Dus als u vragen hebt m.b.t. examens, vormingen en 

opleidingen, carrière, afwezigheden en verloven, e.d.m., aarzel niet om ons te ontmoeten. 

Hieronder vindt u de verschillende permanenties die worden georganiseerd in het Vlaanderen en Brussel: 

ANTWERPEN, Bolivarplaats, Vleugel C (2e v. – lokaal C205), elke 2e donderdag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur; 

BRUGGE, zittingszaal Jeugdrechtbank: om de twee maanden (afwisselend met Veurne), de 4e maandag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur; 

BRUSSEL, in het Portalis gebouw: elke 1e donderdag van de maand van 10.00 tot 13.00 uur; 

BRUSSEL, in het Justitiepaleis (grote hal): elke 2e donderdag van de maand van 12.00 tot 15.00 uur; 

DENDERMONDE, Justitieplein, elke 1e vrijdag van de maand van 09.00 tot 11.00 uur; 

GENT, gebouw Opgeëistenlaan 401 (kleine perszaal – verd. -1): elke 2e maandag van de maand van 8.30 tot 11.30 uur; 

GENT, gebouw Koophandelsplein 23 (lokaal 35), elke 2e maandag van de maand van 12.30 tot 14.30 uur; 

KORTRIJK, gebouw REA, elke 4e dinsdag van de maand van 11.30 tot 14.30 uur; 

LEUVEN, gerechtsgebouw, elke 3e maandag van de maand van 13.00 tot 15.00 uur; 

MECHELEN, gerechtsgebouw – vergaderzaal, elke 3e donderdag van de maand van 10.00 tot 13.00 uur; 

OUDENAARDE, gerechtsgebouw, elke 3e dinsdag van de maand van 11.30 tot 14.30 uur; 

TONGEREN, gerechtsgebouw, elke 4e maandag van de maand van 13.00 tot 15.00 uur; 

TURNHOUT, exacte plaats, en datum vindt je binnenkort op onze website; 

VEURNE, zaal Delphine Boël, om de twee maanden (afwisselend met Brugge), de 4e maandag van de maand van 08.45 tot 11.30 uur; 

Verder willen er nog uw aandacht op vestigen dat: 

- er tijdens de schoolvakanties geen permanenties zijn; 

- u zich voor alle bijkomende vragen of informatie tot ons kunt wenden via het e-mailadres info@ro-vsoa.be; 

- elke permanentie minimum één dag op voorhand per fax wordt herinnerd (wijzigingen van lokaal of uren zijn mogelijk) 

ALGEMENE LEDENVERGADERING OP DONDERDAG 26 MEI 2011 

De federale voorzitter nodigt bij deze alle leden uit om deel te nemen aan de jaarlijkse algemene vergadering van de groep 

rechterlijke orde, die zal doorgaan op donderdag 26 mei 2011 om 10.00 uur, in de lokalen van onze groep. 

Centrum Galerij, Blok II – 4e verdieping, Kleerkoperstraat 15-17 te 1000 BRUSSEL. 

AGENDA: 

Verwelkoming door de federaal voorzitter - Goedkeuring van de rekening voor het jaar 2010; - Voorstelling van jaaractieplan 

en meerjarenplan van het VSOA Rechterlijke Orde - Toelichting bij de huidige politieke situatie - Varia 

Ondergetekende : 

schrijf mij hierbij in voor de algemene vergadering op 26 mei 2011. 

Ik ben thans tewerkgesteld te : 

In de graad van : 

Privé adres : 

Email : 

Tel. of GSM nr. waarop u snel kan worden bereikt : 

Datum en handtekening, 

(terug te sturen uiterlijk tegen 19 mei 2011) 

✁

spoor 


10 


Eén jaar na Buizingen 

WAT IS ER VERANDERD ? 

Eén jaar na de treinramp in Buizingen, wat is 

de stand van zaken? Welke resultaten 

hebben de werkzaamheden van de 

Commissie opgeleverd en hoe zullen die 

opgevolgd worden? Welke zullen de gevolgen 

van de eventuele veranderingen zijn voor het 

personeel van de NMBS? Een hoop vragen 

die werden gesteld tijdens een gesprek 

tussen de federale volksvertegenwoordigers, 

Valérie de Bue (MR) en Ronny Balcaen 

(Ecolo), rapporteurs van de parlementaire 

Commissie over het ongeval in Buizingen, 

samen met Filoteo Africano en Jacques Joie 

van het VSOA Spoor. 

Concreet gesteld, hoe moet men reageren 

op het tekort aan veiligheid vermits er nieuwe 

ongevallen gebeurd zijn? Men beschikt 

nu over het rapport van de Commissie dat 

kwalitatief is. Maar zijn de problemen van 

technische aard of houden zij verband met 

de lage humanisering in de werkrelaties en 

-omstandigheden? 

De gauche à droite : Filoteo Africano (Vice -Président Fédéral du SLFP-Cheminots), Jacques Offergeld, Ronny Balcaen (Ecolo), 

Valérie De Bue, (MR) et Jacques Joie (Secrétaire Fédéral du SLFP-Cheminots). 

Valérie De Bue : Ik stel met u vast dat men in 

gans het debat vooral de aandacht gevestigd 

heeft op het niveau van de veiligheidsuitrusting 

en het antwoord op de vraag of de investeringskeuzes 

sinds het begin van de jaren 90 de juiste 

waren. Nochtans heeft de Commissie ook 

getracht de menselijke factor aan het licht te 

brengen en onze deskundigen hebben reeds in 

oktober het probleem van de veiligheidscultuur 

aangehaald. Ik besef dat dit voor sommigen 

beledigend kon zijn maar men heeft juist het 

gebrek aan samenhang tussen de techniek en 

de menselijke factor willen aantonen. En ook 

het feit dat de veiligheidscultuur niet voldoende 

aanwezig is binnen de NMBS groep. 

Het was de bedoeling om de gebreken te onderlijnen 

en de tekortkomingen op te sporen. Dus, 

zeggen dat het personeel niet attent is voor de 

veiligheid, is niet juist. Dat is niet wat we hebben 

willen zeggen. Maar het is wel waar dat, 

inzake de veiligheid, er geen echte collectieve 

ondernemingscultuur bestaat. 

De verantwoordelijkheid ligt dus 

bij de onderneming? 

VDB : Ja, dat is zo. Het is een verantwoordelijkheid 

van het management en van de onderneming 

als groep. Misschien is het ook een politieke 

verantwoordelijkheid daar het probleem 

van de beheerscontracten aangehaald is. 

Ronny Balcaen : Het is waar dat we ons vragen 

stellen bij die veiligheidscultuur. Ik neem altijd 

als voorbeeld de manier waarop men gereageerd 

heeft op de vragen van het spoorwegpersoneel 

na het ongeval in het station van Bergen, in 

november 2009. Er waren toen voorstellen om de 

signalisatie te wijzigen, veranderingen door te 

voeren, enz. Het heeft acht maanden geduurd 

vóór Infrabel een oplossing heeft ingevoerd die 

dan nog niet aan het gevraagde beantwoordde. 

Dat in de huidige structuur, acht maanden nodig 

zijn om zulke zaken te regelen, is te veel. In feite 

zijn de individuen, de werknemers, wel begaan 

met de veiligheid maar als het gaat om collectieve 

zaken, systemen, procedures, op gang te 

brengen, dat is een ander verhaal… 

Onverdraaglijke traagheid 

VDB : Wij hebben concrete gevallen gezien waar 

anderhalf jaar nodig was om het probleem van 

een slecht geplaatst signaal op te lossen! Onze 

deskundigen hebben alle documenten onderzocht 

en verslagen van vergaderingen gezien 

waaruit bleek dat Infrabel zijn standpunt had, de 

NMBS het zijne, en verder geen gevolg gegeven 

werd. Dat heeft zijn weerslag op het terrein. Ieder 

lid van de Commissie is gecontacteerd door 

treinbestuurders of begeleiders uit zijn streek 

met de klacht dat er geen opvolging is van hun 

problemen. Wanneer zij een onregelmatigheid 

vaststellen, geven zij verslag aan hun directe 

baas en nadien is er helemaal geen feedback. 

Filoteo Africano : Wat betreft de humanisering 

van de prestaties moet ik toch benadrukken dat 

wij, als VSOA-Spoor mensen, reeds meer dan 30 

jaar vragen dat men zou werk maken van de 

humanisering van nl. het werk van de treinbestuurders 

dat altijd maar zwaarder wordt. Dat is 

ook een veiligheidsfactor. Wanneer de uurregeling 

en de frequentie goed aangepast zijn, dan is 

dat een pluspunt voor hen. Ik ben dus blij dat de 

Commissie aandacht gegeven heeft aan de menselijke 

factor, dat is heel belangrijk voor ons. 

© SMITS

spoor 


11 


© SMITS 

VDB : Verschillende hoofdstukken van het rapport 

gaan in die richting. 

Communicatieproblemen 

FA : Men valt steeds terug op de communicatie. 

Als mensen één maal, twee maal, tot drie maal 

toe, een onregelmatigheid doorgeven en er 

spijts alles geen gevolg wordt gegeven, dat is 

demotiverend. 

Hetzelfde geldt voor de stiptheid. Eerder dan 

met de mensen op het terrein te gaan spreken, 

heeft men beroep gedaan op een consultant. 

VDB : De stiptheid komt uitgebreid aan bod in 

het rapport. 

RB : Het hoofdstuk over de aanbevelingen 

betreffende het personeelsbeleid beperkt zich 

ook niet tot de veiligheid. Men heeft werkelijk 

het geheel van de werking in acht genomen. 

FA : Ik denk dat het verkeerd zou zijn het veiligheidsplan 

af te zonderen en geen rekening te 

houden met al het overige, nl. het menselijk 

aspect, de psychologische achtergrond, het 

werk zelf, de manier waarop de zaken gebeuren, 

enz. Hoe meer men het menselijke wil uitschakelen 

en enkel met machines wil te maken hebben, 

hoe minder men tot een goed veiligheidssysteem 

zal komen. 

RB : De Commissie wil die weg niet opgaan. Wij 

verdedigen ons voorstel op technologisch vlak. 

Maar het daarbij houden zou een vergissing zijn, 

die we niet begaan hebben. Een hele hoop aanbevelingen 

zijn niet van technische aard. 

Ronny Balcaen (Ecolo) : 

“Het is de taak van de politiek om 

de NMBS wat meer te wijzen op 

wat zij moet doen.” 

Welke concrete en snelle maatregelen zouden 

nu prioritair moeten zijn? Al weet men 

dat alles niet op acht dagen kan gebeuren. 

Welk antwoord moet men geven aan de uitdagingen 

van de huidige situatie, aan de 

ongevallen die plaatsgehad hebben, aan de 

ontevredenheid van het spoorwegpersoneel, 

aan die van de reizigers, enz? 

Versnelling in de reorganisatie 

RB : Eerder dan in prioriteiten te denken moeten 

wij ons afvragen : wat kunnen we op korte tijd 

verwezenlijken? Men zou sneller willen gaan voor 

wat betreft de uitrusting maar daar gelden technische 

eisen. Naargelang de verschillende systemen 

wordt 2015, 2020, 2023, enz. vooropgesteld. 

Daarentegen denk ik dat men een versnelling kan 

doorvoeren in de verbetering van de organisatie, 

het luisteren naar het personeel… Al is dat moeilijk 

en kan niet alles van de ene dag op de andere 

veranderd worden in een grote onderneming 

zoals de NMBS groep. Misschien kan men hier 

toch sneller optreden omdat het dringend is. Er 

werden nog eens 130 signalen overschreden, dat 

had niet mogen gebeuren. Zelfs al is dat niet veel 

ten opzichte van het geheel, het heeft een uitwerking 

op de mensen. En dus is het daarop dat 

men moet werken, op de waakzaamheid van de 

treinbestuurders, hun stress, enz. 

VDB : Het klopt dat het rapport geen prioriteiten 

vastlegt omdat het geheel van de aanbevelingen 

tegelijk moeten aangepakt worden, maar men 

beseft wel dat sommige een snellere ontwikkeling 

zullen kennen dan andere die veel tijd zullen 

vragen. Namelijk de veiligheidscultuur die 

niet op bestraffingen moet berusten maar die 

ook leerzaam moet zijn en waarbij men lessen 

opsteekt uit een ongeval. Dat zal wel meer dan 

één of twee jaar vergen, het is een heel proces. 

Concreet, wat de Commissie betreft, zullen alle 

ondernemingen die een rol kunnen spelen in die 

veranderingen aangeschreven worden met de 

vraag naar de termijn waarin zij de aanbevelingen 

kunnen verwezenlijken en de budgettaire 

last ervan. 

FA : Dit betekent dat de Commissie 

Spoorveiligheid gaat blijven werken naast de 

Commissie Infrastructuur. Op die manier zullen 

de aanbevelingen dwingende verplichtingen 

kunnen worden. Dit lijkt mij een goede zaak 

want, indien men geen verplichtingen brengt in 

de beheerscontracten, zal de ontwikkeling traag 

verlopen of zal er helemaal niets gebeuren. 

Gaat men aan de NMBS de middelen geven 

voor dit nieuwe beleid? Vervolgens stelt 

Valérie De Bue (MR) : “Stations moeten 

vooral intermodale platforms zijn tussen de 

verschillende transportvormen.” 

zich de vraag van de controle van de 

beheerscontracten. Een voorbeeld : de 

enorme uitgaven voor het station des 

Guillemins in Luik hadden misschien beter 

kunnen worden geïnvesteerd, namelijk in 

de veiligheid of in personeelsaanwervingen 

eerder dan in een faraonisch project? 

RB : Het is de taak van de politiek om de NMBS 

wat meer te wijzen op wat ze moet doen. 

Wat betreft het beheerscontract hebben wij 

vooral een aanbeveling benadrukt : namelijk dat 

het Parlement in het vervolg ook aanbevelingen 

buiten de veiligheidsproblemen zou maken, dus 

op algemeen vlak. Dat het zijn rol zou spelen, 

naar de vakbonden en de gebruikers zou luisteren 

en, van daaruit, aanbevelingen zou maken 

aan de Minister, wijzend op de punten die aandacht 

vragen in het beheerscontract. Uiteraard 

moeten die aanbevelingen dan ook dwingend 

zijn. Het tweede punt is het investeringsplan dat 

opnieuw moet onderhandeld worden. Voor ons 

mag men bijkomende middelen overwegen voor 

de NMBS maar eerst moeten de huidige praktijken 

verdwijnen. Er moet een veel betere coördinatie 

komen tussen de drie entiteiten van de 

groep zodanig dat er geen drievoudig investeringsbeleid 

gevoerd wordt, het ene naast het 

andere. 

VDB : Ik ben dezelfde mening toegedaan. Eerst 

moet nagegaan worden of de NMBS over voldoende 

middelen beschikt maar de investeringen 

moeten ook gecoördineerd worden. 

Anderzijds, wat mij betreft, moeten stations 

vooral intermodale platforms zijn tussen de verschillende 

transportvormen. 

© SMITS

spoor 


12 


© SMITS 

Dit vergt een coördinatie met het Openbaar 

Vervoer om de aankomstlijnen in kaart te brengen, 

de tijd met mindere bezetting zoveel mogelijk 

te beperken, de doorgang van voetgangers en 

fietsers te verbeteren en eventueel parkings te 

voorzien maar als aanvulling van andere transportvormen 

daar de stations zich over het algemeen 

in het centrum van de steden bevinden. 

De Commissie blijft dus. Maar loopt men 

niet het risico van een ‘commissoriaal’ probleem, 

op zijn Belgisch, waarbij men een 

goed rapport opstelt en het vervolgens in 

een lade stopt? 

RB : Het feit dat de Commissie blijft bestaan is 

niet DE waarborg maar één van de waarborgen 

dat een blijvende druk uitgeoefend wordt. 

Nochtans zie ik een ander probleem : ik denk dat, 

sinds geruime tijd, een soort pact bestaat tussen 

enkele grote politieke partijen en de NMBS. Men 

laat gebeuren, men geeft de nodige middelen 

maar, indien men op het einde van het jaar wat 

moet terugnemen voor de staatsbegroting, doet 

men dat ook. Het werkt als een soort variabele, 

voor aanpassing vatbaar. Men heeft ook nooit de 

NMBS beschouwd als zijnde een echte protagonist 

van de mobiliteit. 

Ronny Balcaen (Ecolo) : 

“Men heeft de NMBS nooit beschouwd als zijnde 

een echte protagonist van de mobiliteit.” 

RB : Wat mij erg getroffen heeft tijdens onze laatste 

audities, die achter gesloten deuren verliepen, 

is dat vorig jaar, in 2010, 200 treinbestuurders 

weggevallen zijn. Wanneer men over mobiliteiten 

veiligheidsbeheer spreekt, moet men dan 

besparen op het aantal treinbestuurders? 

FA : En tegelijkertijd, hoeveel universitairs en 

raadgevers heeft men in dienst genomen? Ik zeg 

niet dat het nutteloos is maar volgens mij zijn ze 

wel met te velen. 

VDB : Wat betreft de opvolging is er nu een 

opvolgingslijst. Jaarlijks zullen verschillende 

rapporten aan het Parlement overgemaakt moeten 

worden en de verplichtingen beter bepaald 

worden, nl. wat betreft het investeringsplan. Er 

is ook de opvolging van de aanbevelingen van 

het SPC en het verslag over het negeren van signalen. 

Kortom, verscheidene verslagen zijn nu 

verplicht en moeten aan het Parlement overgemaakt 

worden. 

Die context biedt toch heel wat meer bescherming 

dan het vroeger het geval was. 

RB : Ik wil daarop inpikken. Ik beweer niet dat in 

het Parlement, vroeger, niemand geïnteresseerd 

was in de spoorwegen maar slechts enkele parlementairen 

hadden een individuele kennis van 

de NMBS. Het onderwerp was niet gekend. Terwijl 

nu, met het werk dat de Commissie geleverd 

heeft, er werkelijk een collectieve expertise 

bestaat. Dat is ook een beschermingsfactor. 

VDB : Er is ook de veiligheidscontrole waarvan 

duidelijk gemaakt is dat de middelen onvoldoende 

waren en waarvoor Europa België met de 

vinger heeft gewezen omdat de richtlijnen niet 

correct en niet op tijd werden nageleefd. 

FA : Wat de investeringen betreft is aan het licht 

gekomen dat men een groot aantal nieuwe locomotieven 

besteld heeft die nog altijd niet gehomologeerd 

zijn. Zij blijven gestockeerd in de 

streek van München. En niets wijst erop dat er 

sancties zullen volgen. Waarom heeft men dat 

type materiaal dan besteld? 

RB : Het zou goed zijn dat het Rekenhof zich 

over deze zaak zou buigen. 

Vormen de nieuwe technieken, zoals die op 

het Congres in Rome ter sprake zijn gekomen, 

op middellange termijn geen bedreiging 

voor de werkgelegenheid? 

RB : Ik hoop in ieder geval dat zij eerder een 

positief effect zullen hebben. Misschien gaan 

zich nieuwe beroepen kunnen ontwikkelen. Gaat 

dat automatisch minder werkgelegenheid 

scheppen? Ik weet het niet. Misschien andere 

jobs. In ieder geval, dit onderwerp valt niet 

onder de bevoegdheid van de Commissie. Maar 

indien men op termijn het RTMS wenst te 

gebruiken, zullen wij niet blindelings vertrouwen 

op de technologie. Wij zijn ervan overtuigd dat 

de treinbestuurder nog altijd zal moeten letten 

op wat er op het spoor gebeurt en op eventuele 

problemen. 

Valérie De Bue (MR) : 

“De verplichtingen moeten beter 

bepaald worden, namelijk wat betreft 

het investeringsplan.” 

VDB : De informatisering heeft zijn beperkingen. 

Vandaag zijn de locomotieven zodanig geïnformatiseerd 

dat ze alles behalve aangepast zijn 

aan zeer koud weer. Het vergt meer tijd om deze 

machines in gang te brengen dan de goede oude 

locomotief. 

FA : Vroeger werden in ons land heel goede 

locomotieven gemaakt. En ze werden over gans 

de wereld verkocht. Tegenwoordig halen wij onze 

locomotieven van overal, zelfs indien ze niet 

aangepast zijn aan ons klimaat of niet beantwoorden 

aan de noden van onze streken… 

Jacques Joie : Ik herinner mij de levering van 

voertuigen die van een soort dekmantel voorzien 

waren. In het pakket hadden wij een verwarming 

kunnen hebben maar die werd niet besteld. 

Resultaat : Bij vriesweer was iedere koppeling 

onmogelijk. Uiteindelijk heeft men opnieuw 

moeten investeren en knutselwerk moeten uitvoeren. 

Met als gevolg: een meerkost en geldverkwisting. 

In de mate dat er nog geen Europese richtlijnen 

maar wel sterke wensen bestaan 

inzake spoorweg investeringen en meer 

bepaald op het gebied van de veiligheid, 

mag men een Europese hulp op budgettair 

vlak overwegen of is dat een droom? 

RB : Wanneer in ‘99-2000 beslist werd over te 

stappen op ETCS, is dat niet doorgevoerd maar 

er waren wel Europese middelen voorzien. 

Luxemburg heeft van de gelegenheid gebruik 

gemaakt om zich uit te rusten. Het is misschien 

nog mogelijk om subsidies te verkrijgen. 

VDB : Ik denk dat er nog subsidies zijn voor 

bepaalde lijnen. Maar voor het nationaal net ben 

ik niet zeker. Ze zijn eerder bestemd voor de 

grote Europese lijnen. 

© SMITS

spoor 



AIMESC-ERTMS – Een nieuwe technologie voor de spoorsector. 

De weerslag op de tewerkstelling en de sociale context - Rome 27 januari 2011 

De eindconferentie 

Het VSOA - Spoor 

(vertegenwoordigd door de 

heren Africano en Joie, 

respectievelijk eerste 

ondervoorzitter en 

federaal secretaris) 

namen op 27 januari in 

Rome deel aan de 

eindconferentie over de 

analyse van de weerslag 

van het ERTMS – systeem 

op de tewerkstelling en de 

arbeidsvoorwaarden 

binnen de spoorwegsector. 

Ter herinnering 

Er bestaan in Europa evenveel veiligheidssystemen 

als er staten zijn. Dat is een grote rem op 

het onderlinge gebruik van de spoorwegnetten, 

wat op zich een basiselement is in de liberalisering 

(volgens Europa). 

Vertrekkende vanuit deze veronderstelling heeft 

de Europese Commissie aanbevolen om een 

gezamenlijk veiligheidssysteem op poten te zetten, 

ERTMS. 

Dit systeem (European Rail Traffic Management 

System) is een compleet systeem voor de regulering 

van de treinen (dus niet enkel qua veiligheid), 

wat grote implicaties zal hebben voor het 

werk van talloze spoorwegbedienden die direct 

of indirect betrokken zijn bij het spoorvervoer 

(bestuurders, begeleiders, technici, Traffic 

control, ingenieurs). 

Het was dus nodig dat het ETF er een grote studie 

aan wijdde bij werknemers in 6 landen, waaronder 

België. Het VSOA - spoor en het ACOD 

hebben deelgenomen aan het opstellen van dit 

rapport voor België. 

Dit rapport werd op 27 januari voorgesteld in 

Rome. 

Wat zijn de voornaamste punten 

uit dit rapport 

3 De indienststelling van een nieuw systeem 

moet een grotere veiligheid tot gevolg hebben; 

3 Het systeem werd al gedeeltelijk geïnstalleerd 

in bepaalde landen (Italië, 

Zwitserland) terwijl er in andere landen nog 

niets is gebeurd (V.K.); 

3 Het gaat over een aanbeveling en niet over 

een verplichting van de E.C. en de kosten 

zijn kolossaal. Alleen voor België spreken 

we over meerdere miljarden! 

3 Wie gaat het project financieren? Europa? 

De staten? De spoorwegmaatschappijen? 

Europa 

Er kan een gezamenlijke ontwikkeling komen 

met een nauwkeurig lastenboek en concrete 

planning. Er werd al van Europa bekomen dat zij 

een deel zouden betalen, maar geen 100% (politieke 

wil op Europees vlak of niet?). 

De staten zelf 

Naargelang de politieke wil om de binnenlandse 

mobiliteit te ontwikkelen en investeringsfondsen 

te vinden, bestaat er zekerheid om deel te 

nemen aan de ontwikkeling maar op afzonderlijke 

snelheden. 

De spoorwegmaatschappijen 

Het risico bestaat dat ze tegenover deze uitdaging 

verplicht zullen zijn om belangrijke budgetten 

te vinden voor de financiering van het ERTMS 

- project via een herschikking van diensten met 

een belangrijk verlies van banen als gevolg. 

3 Een meer en meer gesofisticeerd beheerssysteem 

zal belangrijke gevolgen hebben 

op de psychologische druk op het besturingspersoneel 

en regelaars. Een permanente 

medische opvolging en een herwerking 

van de arbeidsvoorwaarden lijken ons 

onontbeerlijk; 

3 Het is belangrijk dat de opeenvolgende systeemversies 

onderling compatibel zijn en 

een minimum aan aanpassingen vergen; 

3 Dat dit nieuwe systeem de nodige aandacht 

krijgt van alle maatschappijen, dat het een 

werkinstrument blijft en de mans centraal 

staat in alle handelingen; 

3 De eis naar andere competenties zal leiden 

tot een opvallende wijziging in veel spoorgebonden 

beroepen: opleidingen op hoog 

niveau en een aangepast salaris zullen 

sleutels zijn tot het welslagen. 

3 De knowhow van deze hoogtechnologische 

systemen zal moeten behouden blijven binnen 

de maatschappijen zonder ze aan privéfirma’s 

toe te vertrouwen met het risico het 

beheer erover te verliezen. 

Besluit 

3 Er zullen vele hoofdstukken en veel tijd 

nodig zijn om dit systeem operationeel te 

maken op het Europees net. 

3 ERTMS zal veel gevolgen hebben voor zowel 

het werk als de specialisatie en competenties 

van de diensten. 

3 Dat is de reden waarom de syndicale organisaties 

op permanente basis de ontwikkelingen 

van dit project moeten blijven volgen, 

en aandachtig moeten blijven voor de 

gevolgen op het vlak van arbeidsvoorwaarden 

en de negatieve gevolgen voor de werkzekerheid.


14 


lrb 

Lokale en Regionale besturen 

SELOR / TAALTEST 

NIEUWS 

Selor heeft de organisatie van de 

taaltesten herzien. Vanaf nu is het 

mogelijk dat je zelf kiest op welk 

moment je je test wil afleggen. 

Selor probeert je ook meer te helpen 

om te weten welk taalcertificaat van 

toepassing is op jouw situatie. 

Sinds een tijdje word je niet langer specifiek 

getest op je kennis van woordenschat 

en grammatica. 

De taaltesten van Selor worden genoemd naar de 

wetsartikels uit de verschillende wetgevingen 

die ze bepalen . Aan die artikels zijn taalcertificaten 

verbonden. Naargelang het artikel dat je 

kiest om een taalcertificaat te behalen moet je 

één of meerdere modules afleggen. 

Welk taalcertificaat je moet behalen, is afhankelijk 

van verschillende factoren: omdat je soms 

als ambtenaar moet voldoen aan de taalwetten, 

omdat je een premie wil of gewoon omdat je wil 

weten hoe het staat met je kennis van de andere 

landstaal. 

Slechts in zeer specifieke situaties moet je over 

een taalcertificaat beschikken, bij de federale 

overheid is het eerder uitzondering dan regel. 

Weet je niet welk taalcertificaat je moet behalen, 

dan kunnen enkele eenvoudige situatieschetsen 

je op weg helpen (raadpleeg de website 

van Selor). Als je ambtenaar bent, neem dan 

ook contact op met je personeelsdienst om na te 

gaan of je de juiste keuze maakt. Zij weten welk 

taalcertificaat je moet behalen voor het uitbetalen 

van een premie. 

Op zijn website heeft Selor de meest voorkomende 

situaties in kaart gebracht wanneer mensen 

een taalcertificaat willen behalen. 

Hierna enkele van deze situaties: 

3 Ik ben ambtenaar, maar niet bij de federale 

overheid en ik moet een taalcertificaat 

behalen voor de uitoefening van mijn job bij 

een Brusselse lokale overheidsdienst => 

Artikel 8 

p Ik heb contact met het publiek en geef 

leiding aan andere ambtenaren. => 

Artikel 9§1 voldoende kennis 

p Ik heb contact met het publiek en geef 

geen leiding aan andere ambtenaren. 

=> Artikel 9§1 elementaire kennis 

p Ik ben verantwoordelijk voor het behoud 

van de eenheid in de rechtspraak en het 

beheer van de dienst die mij is toevertrouwd 

. => Artikel 11 

3 Ik ben ambtenaar, maar niet bij de federale 

overheid en ik moet een certificaat behalen 

voor de uitoefening van mijn job bij een 

lokale overheidsdienst in een gemeente met 

taalfaciliteiten, in een functie waar ik in 

contact kom met het publiek. 

3 Ik werk in Drogenbos, Kraainem, Linkebeek 

of Wemmel. => Artikel 9§2 elementaire 

kennis 

p Ik werk in een andere gemeente met 

taalfaciliteiten dan Drogenbos, 

Kraainem, Linkebeek of Wemmel. 

3 Ik geef leiding aan andere ambtenaren. => 

Artikel 9§2 voldoende kennis 

3 Ik geef geen leiding aan andere ambtenaren. 

=> Artikel 9§2 elementaire kennis 

3 • Ik ben ambtenaar, maar niet bij de 

federale overheid en ik wil een taalpremie 

behalen => contacteer je personeelsdienst 

Voor inschrijving en info 

Website: www.selor.be 

Vragen over de taaltesten 

per e-mail: taal@selor.be 

Gratis infonummer 0800/505 54 

Ligne d'info gratuite 

0800/505.55 

Selor 

Bischoffsheimlaan 15 

1000 Brussel 

Ons kantoor in Eupen 

Ministerium der 

Deutschsprachigen Gemeinschaft 

Gosperstrasse 1 

4700 Eupen 

Bron : Selor 

VSOA groep LRB

lrb 

Lokale en Regionale besturen 



CONTRACTUELE WERKNEMERS 

EN PENSIOEN AANVRAAG 

Nieuw 

- De contractuelen bij de openbare diensten mogen ook hun 

pensioenaanvraag online indienen 

- Vanaf nu kan u het pensioen als werknemer en/of zelfstandige 

aanvragen via de website www.pensioenaanvraag.be.Deze 

nieuwe dienst is een initiatief van de 

Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) en het Rijksinstituut 

voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) en 

wil de pensioenaanvraag door de burger te vereenvoudigen. 

- Tot nu moesten de burgers zich wenden tot het gemeentebestuur 

of de bevoegde pensioeninstelling om hun aanvraag 

in te dienen. 

- Deze aanvraag kan nu vanaf de pc op de website www.pensioenaanvraag.be. 

In enkele minuten is de klus geklaard. 

Voor wie? 

- www.pensioenaanvraag.be is toegankelijk voor alle burgers 

die werken/gewerkt hebben als werknemer (bediende, 

arbeider of contractueel bij de overheid) of als zelfstandige. 

Vastbenoemde ambtenaren moeten hun pensioenaanvraag 

indienen bij hun laatste werkgever. 

Vanaf wanneer? 

Vervroegd met pensioen gaan, kan onder bepaalde voorwaarden 

vanaf 60 jaar. De aanvraag mag ten vroegste één jaar voor 

de gewenste ingangsdatum van het pensioen en dus ten 

vroegste de maand van de 59e verjaardag ingediend worden. 

Wie op de normale pensioenleeftijd (65 jaar) met pensioen 

wil gaan, moet geen aanvraag indienen. 

Hoe? 

Na identificatie aan de hand van uw elektronische identiteitskaart 

of een token, wordt u verzoch: 

3 de gegevens uit het Rijksregister te controleren; 

3 de contactgegevens in te vullen; 

3 de gevraagde uitkering te kiezen (pensioen of inkomensgarantie 

voor ouderen); 

3 de aard van de beroepsloopbaan te verduidelijken (werknemer 

of zelfstandige) ; 

3 de ingangsdatum te bepalen. 

De aanvraag wordt rechtstreeks naar de bevoegde instelling 

verzonden die, indien nodig, contact opneemt met u om uw 

dossier te vervolledigen. 

Meer informatie 

Indien u meer informatie wenst over de wetgeving of vragen 

hebt over de website kan u contact opnemen met: 

de RVP : 0800/502.46.voor werknemers; 

het RSVZ : 02/546.42.11 voor zelfstandigen. 

Bron : Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) 

VSOA groep LRB 

Siamu BRUSSEL 

Te veel is “trop” 

De situatie waarin het kader van 

de Brusselse brandweer zich 

bevindt is niet enkel schandalig 

voor de brandweerlui maar 

brengt ook de veiligheid van de ganse 

bevolking van de hoofdstad in het gedrang. 

Sinds meer dan twee jaar worden de loopbanen 

van de Brusselse pompiers geblokkeerd 

wegens herhaaldelijke arresten van 

de Raad van State die de benoemingen te 

niet doen. En dit enkel omdat het taalkader 

van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest illegaal is. 

Wat meer is, dezelfde Raad van State heeft ook meermaals de illegaliteit van het statuut van 

de Brusselse brandweermannen benadrukt. 

De bevoegde gewestelijke ministers voor de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische 

Hulp (DBDMH), welke ook hun politieke strekking was, hebben veelvuldige beloften gedaan om 

zich nadien niet meer te interesseren voor het dossier. 

Vandaag ontbreken er 3 majoors, 5 commandanten, 4 onder luitenanten, 21 adjudanten en 12 

sergeanten. De nietig verklaarde, geblokkeerde en uitgestelde promoties verzwakken het kader 

in hoge mate (nochtans van vitaal belang voor de goede werking van de dienst) en ondermijnen 

het moreel van de brandweerlui. Zij voelen zich ongeliefd van de politieke verantwoordelijken 

hoewel hun populariteit hoge toppen scheert onder de bevolking. 

Daarbij komt nog een verhoging van het personeelstekort daar de benoemingen van 56 nieuwe 

rekruten, in dienst getreden in 1993 en 1995, vernietigd werden.Al is deze situatie heel schadelijk 

voor de pompiers op materieel vlak, dreigt zij ook heel duur uit te vallen voor het Brussels 

Gewest. Want de bedrogen brandweermannen zullen juridische stappen ondernemen en schadevergoeding 

eisen, waardoor de zwakke gewestelijke financiën naar een groter dieptepunt 

dreigen te vallen. Tot op heden hebben de pompiers “geïncasseerd” en de dienstverlening naar 

de bevolking toe zonder meer waargenomen, niet tegenstaande de steeds moeilijkere omstandigheden 

voor een degelijke uitoefening van hun werk. Maar er zijn grenzen. Zowel voor het respect 

van hun rechten als voor de veiligheid van de burgers. 

Vandaag zijn die grenzen overschreden. We moeten tot actie overgaan! 

Twee MR kamerleden voor een versterking 

van de dienst Brandpreventie 

Béatrice Fraiteur en Caroline Persoons, beiden MR kamerleden van het Brussels Gewest, 

hebben een voorstel van resolutie neergelegd met als doel de statuten van het personeel 

van de hoofdstedelijke brandweer te wijzigen zodanig dat de mensen die de nodige diploma’s 

bezitten maar niet operationeel zijn op het terrein, de dossiers ter voorkoming van 

brand zouden kunnen behandelen. Het werk van de Preventiedienst bestaat erin een advies 

van de brandweer inzake bouwen renovatievergunningen uit te brengen. 

De dames Fraiteur en Persoons benadrukken dat, einde 2010, 613 dossiers op de wachtlijst 

stonden. Zij stellen ook een zeker personeelstekort vast. Vandaag zijn 29 officiers aan die 

dienst verbonden, maar niet voltijds daar zij ook andere activiteiten op het terrein moeten 

waarnemen. In 2006 waren zij nog met 34 en hun bezetting zal nog verminderen door het 

vertrek op pensioen van een aantal onder hen. 

Het voorstel van resolutie vraagt nog dat men standaard formulieren zou gebruiken en dat 

de gemeentelijke besturen en politiezones een voorafgaande selectie van de aanvragen 

zouden uitvoeren.


16 

de post 


PMP : evaluatie of dwangbuis ? 

PMP staat voor Performance Management Process (PMP). Deze evaluatie is van 

toepassing op alle baremieke contractuelen en statutairen van de klasse F en H, 

en van de klasse E3 met een variabel loon. Het is eveneens van toepassing op alle 

niet-baremieke contractuelen, de “young starters” en de mandatarissen. 

Er zijn vijf mogelijke scores : 

1 = functie op onvoldoende wijze uitgevoerd 

2 = ontwikkelingspunt(en) vastgesteld bij 

het uitvoeren van de functie 

3 = functie volledig binnen verwachting 

uitgevoerd 

4 = functie boven verwachting uitgevoerd 

5 = unctieverwachtingen op uitzonderlijke 

wijze overschreden 

De doelstelling van PMP is het bevorderen van 

de prestaties, waarbij gericht wordt op het realiseren 

van de bedrijfsdoelstellingen en de persoonlijke 

ontwikkeling van de medewerkers. 

Althans, dat is de officiële uitleg. 

De werkelijkheid is – zoals zo vaak – anders. 

Bij de toekenning van de PMP- evaluaties stellen 

we echter heel wat onduidelijkheden en 

onjuistheden vast. 

Daar waar de “norm” een score 3 zou moeten 

zijn, gaf het bedrijf zelf al aan dat een score 3 

enkel is voor wie de functie perfect uitvoert, en 

wie maakt eens geen fouten ? 

Met andere woorden : een score 3 is enkel voor 

wie geen fouten maakt, en mensen die veel doen 

Het VSOA bedankt al haar leden die 

deelgenomen hebben aan de acties. 

Zonder jullie massale steun zaten wij nog nergens. Door de 

staking van 11 februari is er eindelijk beweging gekomen 

in de onderhandelingen. 

Een ontwerpakkoord werd voorgelegd aan het paritair 

comité van 31 maart. 

Aangezien deze vergadering nog niet had plaats gevonden 

bij het drukken van dit nummer, zal de definitieve inhoud van 

het akkoord toegelicht worden in het volgende nummer. 

lopen een veel grotere kans om fouten te maken 

dan mensen die niets doen. 

Afrondingen gebeuren bij de hardliners steevast 

naar omlaag. 

Wie een score 2.9 haalt, heeft de doelstellingen 

niet bereikt, heeft de functie niet volledig binnen 

de verwachtingen uitgevoerd, en kan dus 

geen score 3 krijgen. 

2.9 wordt dus een 2. 

Onhaalbare objectieven 

Een van de objectieven is het absenteïsme. 

Dit wordt gezien in de ruime zin. 

Niet alleen het absenteïsme van de medewerkers 

wordt in acht genomen, ook het eigen 

absenteïsme wordt verwerkt in de PMP. 

Iemand die in de loop van het jaar 2010 de tegenslag 

gehad heeft om ziek te worden wordt daarop 

afgerekend in zijn PMP. 

Absenteïsme van de medewerkers telt voor 

bepaalde dossiers mee voor 20 % van de PMP, en 

de lat wordt hoog gelegd : het absenteïsme moet 

dalen wil men hier een positieve score halen. 

Een onhaalbaar objectief voor een leidinggevende, 

als het bedrijf zélf tegen personeelsleden van 

een bepaalde leeftijd zegt dat ze beter ziek thuis 

kunnen blijven. 

Sommige extern aangetrokken managers zijn 

specialist geworden in het “isoleren “ van statutairen 

en oudgedienden van het bedrijf. De PMP 

is voor hen een dankbaar middel om die mensen 

met de grond gelijk te maken. 

Misschien is dat wel hun opdracht … ?! 

Bij retail worden verkoopsobjectieven bepaald in 

functie van de inzetbare middelen. 

Helaas stellen wij nog altijd vast dat de problematiek 

van de niet ingezette uren blijft aanslepen. 

Van enige aanpassing van de objectieven 

merken we echter niet bijster veel. 

Dit geeft dan weer een vertekend beeld, en kan 

de PMP scores ernstig beïnvloeden. 

Een voorbeeld : 

Een kantoor moet een bepaald bedrag moet 

ophalen met 4 medewerkers. 

Ingevolge de ernstige ziekte van een medewerker 

die doorgaans niet vervangen wordt, beschikt het 

kantoor maar over 3 medewerkers. 

Indien dat kantoor 80% van dat objectief ophaalt 

met 3 personen, dan riskeert men op twee criteria 

een negatieve evaluatie te krijgen: objectieven 

en absenteïsme, terwijl het kantoor eigenlijk 

beter heeft gepresteerd dan de opgelegde 

“norm”. 

Het bedrijf neemt een loopje met de 

eigen procedures 

Ook met de procedures wordt vaak een loopje 

genomen. 

De procedures voor toekenning van de PMP 

voorzien bijvoorbeeld dat er in het begin van het 

jaar duidelijke objectieven worden vastgelegd. 

Wij stelden echter vast dat er vaak geen objectieven 

opgelegd werden bij het begin van de 

periode. 

Soms werden de objectieven voor 2010 pas vastgelegd 

in januari 2011. De mensen kregen dan 

te horen wat van hen verwacht werd (en niet dus 

niet : wordt). 

In vele gevallen was er geen enkele (schriftelijke) 

negatieve opmerking gedurende het hele 

jaar. 

In die gevallen is er dus totaal geen sprake van 

enige vorm van bijsturing. 

Op het einde van de periode wordt dan gezegd 

dat het onvoldoende was, en geeft men een 

score 2. 

Ook de toekenning van de PMP evaluaties doet 

dus de wenkbrauwen fronsen. 

Sommigen kregen twee tot drie verschillend 

ingevulde documenten ter ondertekening. 

Een eerste document met bepaalde objectieven 

en een score 3, dat nadien gewijzigd wordt met 

nieuwe objectieven en een score 2.

de post 

groep 2 

In een ander geval werd de PMP score 2 louter 

“meegedeeld”, en werd die score ingegeven in 

het systeem zonder dat betrokkene iets in handen 

heeft gekregen, zonder dat betrokkene weet 

op welke objectieven welke score behaald werd, 

en zelf zonder te weten wat de objectieven nu 

precies waren. 

Bepaalde chefs hebben personeel geëvalueerd 

terwijl zij het grootste deel van het jaar onder 

een andere chef gewerkt hebben. Wij vragen ons 

af in hoeverre in dat geval de toegekende scores 

correct kunnen zijn. 

Geen beroep mogelijk 

PMP-evaluaties hebben verstrekkende gevolgen 

voor het personeel en men kan zelfs niet in 

beroep gaan tegen deze evaluatie. Dergelijke 

willekeurige en dictatoriale methode heeft 

nefaste gevolgen voor de motivatie van het personeel. 

Daar waar een permanente evaluatie er 

zou moeten voor zorgen dat het personeel gestimuleerd 

wordt om sterker te worden, heeft dit 

een tegengesteld effect en zorgt dit voor immobilisme. 

Zo hebben wij een concreet voorbeeld van 

iemand die het vorig jaar aangedurfd heeft om 

de PMP aan te vechten. Men heeft ons noodgedwongen 

gelijk moeten geven toen. Dit jaar 

heeft men aan betrokkene drie verschillende 

documenten met objectieven voorgelegd en, 

zoals wij verwacht hadden, wordt het resultaat 

voor dit jaar een score 2. 

Statutair personeel dat een PMP 2 bekomt 

wordt gelijkgesteld met evaluatie C. Dit heeft 

verregaande gevolgen. Dit kan zelfs op termijn 

leiden tot afzetting. Na twee jaar onredelijk te 

zijn behandeld is de kans reëel dat het derde 

jaar de motivatie volledig weg is en dat betrokkene 

inderdaad ondermaats presteert. Op dat 

ogenblik kan hij in beroep gaan, maar dan is het 

uiteraard bij voorbaat een verloren zaak. 

Het VSOA stelt vast dat hetgeen er in werkelijkheid 

gebeurt mijlen ver afstaat van hetgeen het 

bedrijf in theorie als doelstelling vooropstelt, 

namelijk het bevorderen van de prestaties, 

waarbij gericht wordt op het realiseren van de 

bedrijfsdoelstellingen en de persoonlijke ontwikkeling 

van de medewerkers. 

Het VSOA heeft in die zin dan ook gereageerd op 

het paritair comité van 24 februari. Vlak voor het 

ter perse gaan hebben wij van bpost de garantie 

gekregen dat de dossiers die niet correct werden 

behandeld herbekeken zouden worden en, indien 

de procedure niet correct werd gevolgd, dat men 

betrokkene alsnog een evaluatie 3 zou toekennen. 

Ten gronde beloofde bpost ons een antwoord 

te bezorgen op het paritair comité van 31 maart. 



Algemene vergadering opgeluisterd 

met optreden van Lies Lefever 

Op Donderdag 27 januari hield 

het VSOA Vlaamse overheid haar 

jaarlijkse algemene vergadering. 

Naar jaarlijkse gewoonte werd een 

bilan opgemaakt van het 

afgelopen syndicale jaar. Het 

voorbije jaar stond vooral in het 

teken van de blinde besparingen 

van de Vlaamse overheid. 

Jeanine Desprets waar het allemaal mee begonnen is 

bij de Catering, samen met Maria en Cathy 

De fantastische ploeg van VSOA Catering 

De sterkhouders van de VMW 

De Mannen van ‘t water

groep 2 


18 


Groep 2 - Justitie 

Een ploeg tot uw dienst 

In de schoot van VSOA-Justitie bestaan er twee zeer 

actieve comités. Het meest bekende is zonder twijfel 

“Comité Justitie”, dat hoofdzakelijk is samengesteld 

uit afgevaardigden die hun syndicale taak uitvoeren 

bovenop hun functie van staatsambtenaar. Zij komen 

uit verschillende buitendiensten en diensten bij het 

Directoraat-generaal van de FOD Justitie. 

Dit comité doet de voorbereidingen van 

sectorcomités, BOC’s ( zoals deze van 

Justitiehuizen, Staatsblad, Centrale 

administratie, Nationaal Instituut 

voor Criminalistiek en Criminologie, enz.) 

of andere werkgroepvergaderingen (welzijn op 

het werk, arbeidsreglement, bevorderingsexamen, 

gecertificeerde opleidingen, enz). 

Individuele problemen van sommige leden worden 

ook besproken tijdens deze vergaderingen 

met het oog om op de beste en meest efficiënte 

wijze hulp te kunnen bieden. 

Naast het “Comité Justitie” hebben we het 

“Sector comité III”, voorgezeten door Jan Heuker. 

Voor al uw vragen en voor verdere informatie, 

aarzel niet contact op te nemen met : 

3 Jan Heuker op 02/542.69.04 

(mail : jan.heuker@just.fgov.be), 

3 Jonathan Collin op 02/542.83.37 

(mail : jonathan.collin@just.fgov.be) 

3 Johan Peeters op 02/274.26.17 

(mail : vsoa.johan.peeters@aclvb.be). 

FOTO (VAN LINKS NAAR RECHTS) 

Caroline DELBECQ, JH Doornik 

Laurence GENESSE, JH Charleroi 

Christian BRISSA, Centrale administratie ICT 

Guy MILIS, permanent secretaris EPI NL 

Jan HEUKER, Voorzitter Centrale adm. 

Jonathan COLLIN, Secretaris Centrale adm. EPI 

Christian PHILIPPE, Belgisch Staatsblad 

Guy CHARLES, JH° Namen 

Pascal VERHELST, permanent secretaris EPI Fr 

Alexandre LEJEUNE, Veiligheidskorps 

Johan PEETERS, Federaal secretaris Justitie 

Françoise JOTTARD, Centrale Administratie 

AFWEZIG BIJ FOTONAME 

Alex Bral, Centrale administratie 

Maurice COOLS, penningmeester sector comité III 

Eddy DESMET, centrale adm. EPI 

Rene Moyaert, Veiligheidskorps 

Gerda POPLEU, Juriste 

Chatherine SABLON, JH° Namen 

Nele SAMYN, NICC 

Stefaan VAN CAUTER, Gevangenis Antwerpen

defensie 



editoriaalErwin DE STAELEN, Voorzitter 

Militairen zijn geen 

MANUSJES-VAN-ALLES 

Eerst was het de bewaking 

aan de ambassades, dan de 

Brusselse politie versterken 

en het meest recente idee 

optreden aan de zijde van 

de veiligheidsagenten in het 

openbaar vervoer in 

Brussel. Ook PS-minister 

Laurette Onkelinx, die het 

idee lanceerde in de 

uitzending ‘L’Invité’ van 20 

februari op RTL-TVI 

moet begrijpen dat 

militairen geen manusjesvan-alles 

zijn. 

Het kan niet de bedoeling zijn om telkens 

projecten te lanceren en militairen 

te laten “demilitariseren” 

wanneer er een acuut probleem is in 

ons land en waarvoor Defensie dan nog op de 

koop toe voor de kosten opdraait. 

Bij de overgang naar het operationele kader van 

de federale politie bijvoorbeeld, wil men 100 

jonge operationele militairen laten vertrekken. 

Defensie zal gedurende vijf jaar de bezoldiging 

van deze militairen verder betalen (100% gedurende 

het eerste jaar en 66% gedurende de volgende 

vier jaar). Wetende dat de rekrutering van 

jonge elementen geen evidentie is, de attritie tot 

70% reikt en het budget alsmaar kleiner wordt, 

is dit het uitpersen van Defensie. 

Onze organisatie herinnert er bovendien aan dat 

minister DE CREM het project van een gemengd 

loopbaanconcept, waarmee we afstappen van de 

idee dat men “militair is voor het leven”, op ijs 

heeft gelegd. De bedoeling van het concept was 

net om militairen na een aantal jaren te laten 

doorstromen naar andere functies in de privésector 

of de openbare sector. Alleen al omdat 

het om een idee van zijn voorganger ging, kreeg 

het project geen schijn van kans en werden 

slechts enkele onderdelen uitgewerkt. 

VSOA-Defensie is wel de mening toegedaan dat 

de “hulp aan de natie” meer moet benadrukt 

worden als taak en niet enkel de buitenlandse 

missies. Hiertoe moeten dan uiteraard de nodige 

financiële middelen worden voorzien. De hoofdkerntaak 

van onze Defensie ligt op de buitenlandse 

operaties. Ook dat heeft een prijskaartje. 

Naar aanleiding van de ontwikkelingen in Libië, 

heeft de Kamer het Belgische engagement 

goedgekeurd om mee de no-flyzone boven Libië 

af te dwingen. Is het Defensiebudget wel toereikend 

om bovenop de +/- 1100 manschappen in 

operatie, een bijkomend contingent personeelsleden 

en materieel in te zetten in andere operatietheaters?

defensie 


20 


Uitgebreid federaal comité VSOA-Defensie 

Het traditionele uitgebreid federaal 

comité van het VSOA-Defensie 

bracht zowat 150 afgevaardigden 

bijeen op 19 februari 2010 in het 

‘Business Faculty’ in Neder-Over- 

Heembeek. 

Henk Herman, Secretaris-generaal VSOA 

De jaarlijkse bijeenkomst nam evenwel 

aanvang met een droevige mededeling 

want op hetzelfde moment 

ging de afscheidsplechtigheid door 

te Lochristi van onze vriend, collega afgevaardigde 

Erik MEULEWAETER. Er werd dan ook 

hulde gebracht aan Erik en een minuut stilte 

gehouden uit respect voor onze collega (In 

memoriam in Argument van maart 2011). 

Het land van waanzin 

In zijn gelegenheidstoespraak legde secretarisgeneraal 

(VSOA) Henk HERMAN de nadruk op de 

actualiteit: “Ons land en zijn instellingen hebben 

een vreemde koers genomen”. Hiermee verwees 

hij naar de pogingen van de politieke partijen 

om een staatshervorming in elkaar te boksen 

en een regering op de been te brengen. 

Voorlopig zonder resultaten. Maandenlange 

onderhandelingen hebben tot niets geleid. 

Integendeel. “De gemeenschappen in ons land 

zijn meer dan ooit uit elkaar gedreven. De solidariteit 

is weg”, ging het verder. 

Voorzitter Erwin De Staelen 

Het VSOA blijft zich verzetten tegen extremistische 

gedachten, zowel van Vlamingen als 

Franstaligen, om België op te delen en het land 

op te doeken. Als reden gaf de heer HERMAN 

aan dat onze organisatie solidair wil blijven met 

alle gemeenschappen. We verdedigen gezamenlijke 

belangen en maken geen taalonderscheid. 

Er circuleren voorstellen die onder de noemer 

‘waanzin’ moeten geklasseerd worden. Een vakbond 

moet ernaar streven om eensgezindheid op 

de werkvloer te creëren, dergelijke aberrante 

voorstellen leiden echter tot onenigheid en verdeeldheid. 

“Voor ons is iedereen gelijk op sociaal 

vlak, iedereen moet van dezelfde rechten 

kunnen genieten en er mag geen discriminatie 

zijn. Gelijkberechtiging, daar kan niet aan 

geraakt worden”. In zijn besluit stelde de secretaris-generaal 

dat het VSOA zich met alle kracht 

zal verzetten tegen het ondermijnen van de 

broze solidariteit binnen de federale administratie 

en het uiteendrijven van de gemeenschappen. 

Het VSOA wil met iedereen solidair blijven 

en in dialoog naar mogelijke oplossingen zoeken 

die voor iedereen een toekomst bieden 

Interne werking 

Vervolgens gaf VSOA-Defensie-voorzitter Erwin 

DE STAELEN een overzicht van de balans 2010 en 

de begroting 2011 van de groep Defensie, een 

uiteenzetting van de interne werkingstructuur 

en een uitleg over het vormingsplan van onze 

vakbondsafgevaardigden. 

FOTOʼS : MARC SMITS

defensie 



Daarna kwamen de vragen aan bod die op voorhand 

waren ingestuurd door onze lokale afdelingen. 

Deze werden elk afzonderlijk beantwoord. 

De voormiddag werd afgesloten met de toespraak 

van Erwin DE STAELEN. 

Samen vastberaden 

In een positieve boodschap legde de voorzitter de 

nadruk op onze vastberadenheid waarmee wij het 

hoofd hebben geboden aan de obstakels op onze 

weg in 2010. Hij stak echter niet onder stoelen of 

banken dat het transformatieplan nog altijd 

zwaar op de maag ligt. Het plan De Crem was 

niet de enige factor die onze aandacht opeiste 

het afgelopen jaar. Ook het behoud van een kwaliteitsvol 

Defensie binnen een steeds inkrimpende 

budgettaire ruimte baart ons zorgen. En tegelijkertijd 

worden de plannen van de beleidsmakers 

steeds ambitieuzer. “Het VSOA is eveneens 

ambitieus en vastberaden, om geen toegevingen 

te doen op kwaliteit en op menselijk kapitaal”. 

Ook de uitdagingen voor 2011 passeerden de 

revue: de rekrutering, de toekomst van het veteraneninstituut, 

de nieuwe structuur van de medische 

component… 

De voorzitter sprak ook een boodschap uit van 

vertrouwen. Vertrouwen in de toekomst en gemotiveerd 

om verder te gaan. En vooral trots op onze 

afgevaardigden die elke dag onze gezamenlijke 

visie uitdragen en telkens opnieuw onze acties 

aansturen. 

“Dankzij jullie houden wij ook de grootste vakbond 

van Defensie in stand. Ook daarom 

bedankt. Maar 2011 wordt voor Defensie 

opnieuw een woelig jaar. Er is dus geen tijd om 

bij de pakken te blijven zitten”, besloot de voorzitter. 

Welzijn op het werk 

Na de lunch ging het tweede gedeelte met de 

gastsprekers van start. 

Het welzijn van de werknemers, dus de burgers 

en militairen op de werkvloer, behoort tot de core 

business van onze vakbond. Sedert de inplaatsstelling 

van de basisoverlegcomités is al heel 

wat werk verzet in dit domein. Defensie beschikt 

over een eigen dienst arbeids- en milieu-inspectie 

(WB-I). Voor sommigen misschien bekend 

voor anderen niet. We vonden het dan ook opportuun 

om de heer PICCU te vragen om over zijn rol 

Françis Piccu 

als arbeidsinspecteur te spreken tijdens onze 

bijeenkomst. 

De heer PICCU gaf in eerste instantie een toelichting 

over de rol en de positionering van WB-I 

en vervolgens over de werking. 

KHID 

Onze tweede gastspreker was voor velen geen 

onbekende. Evident gezien hij deel uitmaakt van 

de VSOA-familie sinds vele jaren. Hij was onze 

algemeen voorzitter van het VSOA gedurende 12 

jaar en is nu ere-algemeen voorzitter. De heer 

Marcel Ongena, Ere-algemeen voorzitter VSOA 

Marcel ONGENA heeft ook na zijn pensionering 

zijn actviteiten verdergezet, namelijk als burgerlid 

van de raad van bestuur van het Koninklijk 

Hoger Instituut voor Defensie (KHID). 

In 2006 werd het vormingsinstituut omgevormd 

tot een denktank in het domein veiligheid en 

defensie en tot een wetenschappelijke en technologische 

schakel. De politieke oriëntatienota 

van de Defensie-minister DE CREM bepaalt dat 

het instituut in dit domein een “denktank” met 

nationale en internationale uitstraling moet zijn. 

Een denktank is een ontmoetingsruimte waar 

een beraadproces kan tot stand komen dat een 

beter begrip en een ruimere kennis van de grote 

maatschappelijke problemen op het oog heeft. 

De heer ONGENA gaf een overzicht van de 

opdrachten en de waarden van het instituut en 

enkele voorbeelden van de onderzoeksdomeinen. 

Cindy WILLEM 

Nieuwe afgevaardigden en 

ere-afgevaardigden 

De jaarlijkse bijeenkomst 

heeft ook een protocollair 

gedeelte. 

In elke organisatie is het 

van belang om de toekomst 

en de continuïteit te verzekeren. 

De vooruitzichten van het 

aantal leden en afgevaardigden 

dat de komende tien jaar met pensioen gaat zijn 

indrukwekkend. Vandaar dat we continu op zoek gaan naar 

nieuwe gemotiveerde afgevaardigden. Ook dit jaar konden we 

een aantal nieuwkomers voorstellen. 

Aan het einde van de loopbaan van onze afgevaardigden, moet 

niet perse afscheid genomen worden van het VSOA. Ook na 

het actieve beroepsleven kan een afgevaardigde nog een 

belangrijke rol spelen. We hebben een werkgroep 

‘Pensionorama’ onder leiding van Andre Verwimp die de 

belangen behartigt zowel op individueel als op collectief vlak 

van onze gepensioneerde leden, en dat zijn er heel wat. 

Daarnaast is ons uitgebreid federaal comité samengesteld uit 

een aantal ere-afgevaardigden. Deze erkenning vindt plaats 

na de pensionering. Dit kan gebeuren op voorstel van de 

lokale afdeling, de werkgroep pensionorama of op eigen aanvraag. 

Deze erkentelijkheid wordt toegekend op beslissing 

van het vast bureau. 

Hiermee worden zij geprezen voor hun inzet ten voordele van 

onze organisatie en de leden.

defensie 


22 


De curatieve geneeskunde bij Defensie 

Van insourcing naar outsourcing 

Meer dan zes maand na de 

bekendmaking van het 

concept “outsourcing van de 

eerstelijnsgeneeskunde” 

voor de personeelsleden van 

Defensie, blijft het wachten 

op de herziene reglementen 

(richtlijnen) en stapelen de 

vragen en problemen zich op. 

Dat het concept een valse 

start maakte, is duidelijk. 

Transformatie Medische Component 

Het plan van minister De Crem “de voltooiing van de transformatie” (oktober 

2009) omvat een hervorming van alle componenten, dus ook van de 

medische component (MC). 

Concreet werd aangekondigd om (een deel van de) curatieve geneeskunde 

(inclusief tandartsen en kinesisten) uit te besteden, met terugbetaling van 

het remgeld (RIZIV). 

De leden van het Medisch Technisch Korps die op een “operationele rol” 

staan, zouden evenwel eerstelijnsactiviteiten blijven uitoefenen wanneer 

ze niet ingezet worden voor operaties of steun aan de training. Verder betekende 

dit dat het aantal geneeskundigen dat aangeworven is op werkingskredieten 

maximaal zou worden afgebouwd. 

Dokters bedankt 

“Permanente kwaliteitsverbetering en gezondheidseconomie krijgen ook 

binnen de MC van Defensie de nodige aandacht. Om in de toekomst de rechthebbenden 

van Defensie op de meest efficiënte wijze medische en paramedische 

zorgen op maat te kunnen aanbieden, streven wij naar meer complementariteit 

tussen de zorgen die wij aanbieden binnen de MC en het zorgaanbod 

buiten Defensie.” 

Zo luidde de eerste paragraaf van de brief vanwege de DGHR gericht aan alle 

zorgverstrekkers die een dienstencontract hadden afgesloten met Defensie. 

Verder werd uitgelegd dat het de bedoeling was om voor de dagelijkse eerstelijnszorg 

samen te werken met een netwerk van externe aangenomen 

zorgverstrekkers. Ten slotte werd aangekondigd dat het nieuwe systeem in 

werking zou treden vanaf oktober 2010 waardoor de bestaande contracten 

zouden opgezegd worden vanaf juli 2010. 

De artsen werden ook bedankt voor hun 

bewezen diensten en alvast gevraagd 

om zich aan te bieden als kandidaat 

aangenomen geneesheer. 

Naast het zoeken naar een complementariteit tussen de zorgen intern en 

extern Defensie lag nog een andere reden aan de basis van deze herziening 

van de zorgverstrekking, namelijk de beperkte beschikbaarheid van medisch 

technisch personeel binnen Defensie. 

VSOA-Defensie naar rechtbank 

In heel wat ziekenhuizen en medische centra waren burgerartsen tewerkgesteld 

op functioneringskredieten. Omwille van de belangrijke veranderingen 

die op til stonden, stopte een aantal artsen medio 2010 onmiddellijk hun 

werkzaamheden, waardoor de capaciteit van raadplegingen daalde. Het personeel 

werd niet of nauwelijks geïnformeerd. 

De vragen en klachten stapelden zich op. Van duidelijkheid was geen sprake, 

van proactiviteit evenmin. Een briefing werd gepland over de outsourcing 

tijdens de informele ontmoeting met de Chef Defensie op 12 oktober 2010. 

Begin oktober stapte VSOA-Defensie alsnog naar de rechtbank, dagvaardde 

de minister in kortgeding en vroeg een veroordeling om in te staan voor 

een afdoende en gratis medische verzorging voor haar personeel.

defensie 



Het Koninklijk Besluit van 31 juli 2003 is zeer duidelijk: “…tenzij ze bewust 

een beroep doen op de medische burgersector (vrije keuze), verstrekt de 

medische component gratis de gezondheidszorgen in zijn eigen verzorgingsketen 

in België en in het buitenland…”. 

Outsourcing van start 

Op 12 oktober 2010 kregen de vertegenwoordigers van de representatieve 

syndicale organisaties uiteindelijk een briefing van de Commandant van de 

Medische Component met betrekking tot de outsourcing van de eerstelijnsgeneeskunde 

voor het defensiepersoneel. De communicatie naar het personeel 

zou geregeld worden middels twee nota’s van de CHOD gericht aan de 

korpscommandanten en via een nieuwe website www.mil.be/infopat 

Het was evenwel afwachten tot 18 oktober 2010 tot de website online ging. 

Een andere vakbond had het over een grootscheepse interne informatiecampagne. 

Wel integendeel, het personeel is veel te laat en slechts met 

mondjesmaat geïnformeerd. 

De aangenomen artsen moesten 

weken wachten op de 

dubbel-gele voorschriften 

van de geneesmiddelen. Op 

18 november waren 675 artsen 

voorzien van de formulieren. 

De verdere bevoorrading 

verliep à rato van 200 dokters 

per week. 

Uitspraak kortgedingrechter 

De verdediging (Defensie) stelde dat de vakbonden op 12 oktober 2010 een 

overlegvergadering hadden over de outsourcing, terwijl iedereen weet dat 

het om een loutere briefing ging. Meer nog, de nota’s van de CHOD deelden 

mee dat de outsourcing van start ging op 1 oktober. 

In het vonnis stelde de rechter duidelijk “dat niet kan betwist worden dat 

de toepassing van het nieuw systeem in het begin niet vlot verliep, waardoor 

de vordering van eiseres (VSOA) niet zonder pertinentie was. Het staat 

echter niet vast dat het louter en alleen omwille van de vordering is dat het 

systeem nu naar behoren functioneert”. 

De rechter heeft dan ook geen van de partijen tot de betaling van de 

rechtsplegingvergoeding veroordeeld. Evenmin heeft de rechter de vordering 

van VSOA, zoals pertinent gevorderd door het ministerie van 

Landsverdediging, onontvankelijk verklaard. 

Het VSOA is er in elk geval rotsvast van overtuigd dat de vordering heeft 

bijgedragen tot het sneller implementeren van het systeem. 

Hoe moet het verder? 

Er is noodzaak aan harmonisatie van de administratieve richtlijnen, met 

name het Koninklijk Besluit van 31 juli 2003, het reglement A12/1 en het 

reglement MEDIS. Daarnaast wordt gewerkt aan een nieuw reglement 

«Recht op gezondheidszorgen», dat zal overlegd worden met de vakbonden. 

In afwachting van deze herzieningen heeft de CHOD richtlijnen voor de 

overgangsperiode verspreid : nota 10-00620998 (territoriale medische 

steun) en 10-00572675 (outsouring - tijdelijke maatregelen) van 12 oktober 

2010. Het VSOA heeft op 21 oktober 2010 het Geschillencomité gevat 

omdat de tijdelijke richtlijnen afweken van de actuele reglementen. 

Ondanks het feit dat de overheid oordeelde dat er geen overleg noodzakelijk 

was, heeft de CHOD met nota 11-000157333 van 24 januari 2011 een 

aantal bepalingen van de initiële nota ingetrokken. 

Informatie en vragen 

Een aantal vragen die ons bereiken handelen 

over de administratieve formaliteiten en documenten. 

Bijvoorbeeld over het Model 150. “Mijn 

aangenomen geneesheer is niet in het bezit van 

het formulier Model 150. Mag mijn aangenomen 

geneesheer een Model 150 opstellen?...” Ook de 

klachten met betrekking tot weigering van terugbetaling 

zijn talrijk. We raden onze leden aan om 

niet alleen de website www.mil.be/infopat maar 

ook www.mil.be/MCtransform te consulteren. 

Deze laatste werd ontwikkeld voor de externe zorgverstrekkers waar alle 

informatie terug vinden is, alsook de formulieren (waaronder het Model 150). 

Wordt vervolgd... 

Cindy WILLEM 

U kunt ook terecht bij uw lokale VSOA-afgevaardigde of op ons 

hoofdkantoor via het nummer 02 223 57 01 of info@vsoa-defensie.be 

DE INFORMATICATOELAGE : RAAD VAN STATE VERNIETIGT WEIGERINGEN 

In 2000 werd voor het militair personeel, 

in navolging van de regeling voor de 

federale ambtenaren, een toelage voor 

militairen die informaticataken uitvoeren 

in het leven geroepen. 

De toekenning werd afhankelijk gemaakt van een 

advies van de korpscommandant en een beoordeling 

door een advies- en beroepscommissie. 

Bij deze toekenning werd op arbitraire wijze geoordeeld 

of het personeelslid in aanmerking kwam voor 

de toelage of niet. 

Tal van gedupeerden, aan wie de toekenning van de 

toelage voor het uitvoeren van informaticataken 

geweigerd werd, hebben de weigeringsbeslissing 

aangevochten voor de Raad van State met steun van 

het VSOA-Defensie. 

De Nederlandstalige Kamer van de Raad van State 

heeft al in september 2010 een reeks betwiste 

beslissingen vernietigd. Intussen heeft de 

Franstalige Kamer hetzelfde gedaan voor een aantal 

Franstalige militairen. 

Aangezien Defensie nog niet heeft laten weten op 

welke wijze uitvoering zal gegeven worden aan deze 

vernietigingsarresten, heeft onze raadsman geïnfomeerd 

bij zijn confrater die de verwerende partij verdedigt 

in deze aangelegenheid. Onze advocaat heeft 

dus verzocht om mee te delen op welke wijze 

Defensie voornemens is deze zaak te regelen. 

Wij houden jullie op de hoogte van de evolutie.

groep politie 


24 


91.992 €, een bedrag dat onaanvaardbaar 

is voor de politieman op de straat ! 

Wij vernemen uit de pers 

het totale bedrag dat werd 

gespendeerd aan de reis 

van de Commissaris 

Generaal naar Qatar. 

91.992 €, is uiteraard een 

onaanvaardbaar bedrag 

voor de “straatflik”! 

Het “echte blauw op straat” wordt 

voortdurend bijkomende besparingsmaatregelen 

opgelegd, dewelke 

vaak ten koste gaat van de 

dienstverlening aan de bevolking. Anderen dienen 

bedragen terug te betalen, terwijl het de 

overheid zelf is die fouten maakte... 

Het is niet te begrijpen dat een dergelijk bedrag, 

in tijden van crisis, wordt toegekend en uitgegeven 

voor een representatie. 

Wij stellen vast dat dit opnieuw rampzalige 

gevolgen zal hebben voor het imago van de politieman 

die dagdagelijks zijn werk op het terrein 

doet . 

Men moet ook verder kijken en zich vragen durven 

te stellen : 

TOEGANG TOT LOONFICHES VOOR 

GEPENSIONEERDEN 

Dankzij het VSOA Politie zullen onze gepensioneerde leden een toegang 

hebben tot hun loonfiches. Het secretariaat van de geïntegreerde politie 

maakte ons de onderstaande modaliteiten over. 

Van zodra een personeelslid op pensioen gaat, wordt het stamnummer 

van betrokkene afgesloten. Toegang tot Portal is enkel mogelijk via het 

stamnummer, bijgevolg heeft de gepensioneerde geen toegang meer 

tot Portal. 

Om als gepensioneerde een afdruk van de loonfiches te bekomen, volstaat 

het om contact op te nemen met de voormalige werkgever (zijnde 

DSP voor de federale politie en de personeelsdienst van de politiezone 

voor de lokale politie). Zij hebben via Portal toegang tot alle loonfiches 

van hun personeelsleden en kunnen hiervan een afdruk bezorgen aan 

betrokkene. 

Peter Vanisterbeek 

Nationaal Informatiedirecteur 

3 Het ontbreekt de politie zeker niet aan controle; 

3 De Politiek heeft ingestemd met deze reis; 

3 Een gunstige wind vertelt ons dat er een 

goedkeuring was van de Inspectie van 

Financiën. 

Wat nog veel erger is, is het onderzoek van het 

comité P: 

Dit hebben we nog nooit meegemaakt : “er komt 

een klacht binnen, deze wordt overgemaakt aan 

betrokkene dewelke een eerlijke kans krijgt om 

er op te reageren en/of zich te verdedigen”, en 

binnen de week is het onderzoek afgerond waarbij 

er geen onregelmatigheden werden vastgesteld. 

Deze manier van werken kunnen wij 

eigenlijk alleen maar toejuichen, voor zover dat 

deze voor alle politieambtenaren geldt. 

Gelijkheidsbeginsels... remember ? 

Was het maar altijd zo ! 

Maanden geleden hebben we aan de Minister 

gevraagd om eens klaar en duidelijk te zijn over 

wat de rechten en plichten zijn van een politieambtenaar 

ten opzichte van het comité P. Op 

het onderhandelingscomité werd gesteld dat de 

vraag zou worden overgemaakt aan het comité P 

zelf. Tot op heden geen antwoord ! Blijkbaar 

neemt dit meer tijd in beslag... 

Vraag maar eens aan de ”straatflik”hoe ze 

behandeld worden door sommige leden van het 

comité P (meestal wordt er zelfs trager gewerkt 

met een schorsing en loonverlies als gevolg). 

Bovendien hebben ze er alle belang bij om de 

potjes toe te houden. Als men die heren hun 

verloning en benoemingen wat nader gaat 

bekijken, doet de “win for life” van een dienst, 

die onder toezicht van het parlement valt, ook 

vragen rijzen. 

Het is ons reeds geruime tijd duidelijk dat de 

deontologische code blijkbaar alleen van toepassing 

is voor de kleine man, en stopt vanaf 

een bepaalde graad ! Welke geloofwaardigheid 

kan er nog worden gehecht aan deze rokerige 

theorie en aan de predikanten ervan ? 

Wij zijn overtuigd dat het tot de verantwoordelijkheid 

van de politieke overheid behoort om 

deze excessen en representatiekosten drastisch 

te beperken tot een strikt minimum, gecombineerd 

met een strikte controle op de opportuniteit 

ervan. 

Het is tijd dat men terug aandacht 

besteedt aan het essentiële : 

De politieman die zich dagdagelijks 

inzet ten dienste van de bevolking ! 

Vincent GILLES 

Nationaal Voorzitter 

Vincent HOUSSIN 

Nationaal Ondervoorzitter 

© SMITS

groep politie 



PRE-MEMORANDUM 

“Veiligheid heeft zijn prijs” 

Op maandag 21/03/11 hield het 

VSOA Politie een persconferentie 

om zijn “prememorandum” aan 

de talrijk opgekomen media 

kenbaar te maken. 

Het Vrij Syndicaat voor het Openbaar 

Ambt Groep Politie heeft sedert de 

aanzet tot de politiehervorming 

getracht zo constructief mogelijk mee 

te werken aan het tot stand komen van het nieuwe 

politielandschap. Bij de vorming van een nieuwe 

regering is het de gewoonte dat de vakorganisaties 

een Memorandum indienen bij de formateur. 

Zoals ook andere overheidsdiensten, lijdt de 

Politie onder de economisch moeilijke tijden. Het 

uitblijven van een regeringsvorming maakt het 

niet eenvoudig om concrete maatregelen te 

onderhandelen en door te voeren die een antwoord 

bieden op de dagdagelijkse problemen die 

de mensen ondervinden op het terrein. 

« Een antwoord bieden 

voor de dagdagelijkse 

problemen die onze 

mensen op het terrein 

ondervinden is 

primordiaal. » 

Niettegenstaande wij meestal een ongezouten, 

zelfs soms scherpe maar eerlijke mening hebben 

zijn we er ons ten zeerste van bewust dat in tijden 

van schaarse middelen er dan ook belangrijke 

beleidskeuzes dienen gemaakt te worden die op 

termijn kostenbesparend zijn. 

De nieuwe ploeg is dan ook klaar, en zeker als 

grootste Politievakbond, om zijn verantwoordelijkheid 

te nemen en de koers verder te zetten 

door op een constructieve manier mee te denken 

met de overheid waar er zowel economisch kan 

bespaard worden als politiecapaciteit kan gewonnen 

worden. 

Als grootste vakorganisatie in de sector dienen 

we het debat open te trekken waarbij wij ons niet 

alleen zullen beperken tot sectorale eisen. Wij 

nemen onze verantwoordelijkheid op door naar 

buiten te komen met- en te bouwen aan- een 

duidelijke visie. De nieuwe ploeg is zich zeer 

bewust van deze verantwoordelijkheid en ambitie. 

Wij koppelen echter enkele basisprincipes aan 

deze denkoefening : 

3 De gevonden middelen dienen ten goede te 

komen aan het operationele gebeuren; 

3 De dienstverlening moet er op vooruitgaan; 

3 Deze denkoefening kan niet leiden tot een 

uitholling van het statuut; 

3 Er dient onderzocht te worden welke alternatieven 

er in plaats kunnen gezet worden om 

de koopkracht van het politiepersoneel te 

verbeteren. 

Bij deze denkoefening worden concrete maatregelen 

voorgesteld die aan alle bovenvermelde 

criteria voldoen. 

« Veiligheid heeft zijn prijs », 

maar het gaat niet steeds over 

geldelijke maatregelen, maar 

eveneens over de politieke moed en 

wil om te slagen op lange termijn. 

Soms zijn het zeer eenvoudige maatregelen die 

enkel een mentaliteitswijziging vragen, maar die 

toch een grote positieve invloed kunnen hebben 

op de middelen en capaciteit. Men mag echter 

nooit uit het oog verliezen dat het garanderen van 

de veiligheid zijn prijs heeft. 

In de volgende edities van argument zullen wij 

dus de verschillende items die deel uitmaken van 

het “prememorandum” aan jullie voorstellen. 

Vincent GILLES - Nationaal Voorzitter 

Vincent HOUSSIN – Nationaal Ondervoorzitter 

© SMITS

groep politie 


26 


Statutair nieuws voor de 

oudere collega’s onder ons 

Dankzij de vakbondseisen in het raam 

van het sectoraal akkoord 2009-2010 

werd er een uitbreiding van het 

vakantieverlof voor oudere werknemers 

bekomen. In het kader van dit sectoraal 

akkoord is er voorzien in een progressieve verhoging 

van het jaarlijks vakantieverlof vanaf de 

vroegst mogelijke pensioenleeftijd "en regime", 

met name 58 jaar voor de agenten 

van politie, de inspecteurs en de hoofd inspecteurs 

en 60 jaar voor de officieren en de CALogpersoneelsleden. 

Deze regeling is een grote stap 

voorwaarts voor deze categorie van personeelsleden. 

Concreet betekent dit dat: het jaarlijks 

vakantieverlof van de agenten van politie, 

de inspecteurs en de hoofdinspecteurs 

wordt aangevuld met: 

3 3 werkdagen in het kalenderjaar waarin ze 

59 ja ar worden, 

3 6 werkdagen in het kalender jaar waarin ze 

60 jaar worden, 


61jaar worden, 

De toekenning van het stakersgeld 

Het sociale klimaat indachtig ziet de nabije toekomst 

voor de politieman er bewogen uit. 

Als politieman en ambtenaar zouden wij wel 

eens kunnen worden bewogen tot staken of 

actie voeren. 

Daarom willen wij als vakorganisatie nog eens 

duidelijk stellen dat het VSOA Politie een stakersgeld 

toekent aan zijn leden die deelnemen 

aan een staking. 

De financiële tussenkomst, stakersgeld 

genoemd, waarin het VSOA Politie voorziet, is 

slechts verschuldigd indien aan volgende voorwaarden 

wordt voldaan: 

3 De oproeping gaat uit van het VSOA Politie. 

3 Indien tot staking wordt opgeroepen door 

een andere syndicale vereniging, moet deze 

worden gesteund door het VSOA Politie. 

3 De aanvrager is in orde met zijn ledenbijdrage 

op het ogenblik van de oproeping tot 

staking, alsook op het ogenblik van de aanvraag. 


62 j aar worden, 




64 jaar worden. 

Het jaarlijks vakantieverlof van de 

officieren en de CALog- personeelsleden 

wordt aangevuld met: 




62 j aar worden, 




64 jaar worden. 

Het in sectoraal akkoord voorziet dat boven 

staande wijziging in werking treedt op 1 januari 

2011 (bron DGS/DSJ) 


Nationaal Informatiedirecteur 

Modaliteiten: 

1. Tussenkomst geschiedt vanaf de eerste dag. 

2. De tussenkomst geschiedt tot het bedrag, dat 

hiervoor werd aangelegd door het VSOA 

Politie in een stakerskas, volledig werd opgebruikt. 

Nadien is er geen uitbetaling van stakersgeld 

meer mogelijk en dit tot de stakerskas 

weer over de nodige fondsen beschikt om 

hierin te voorzien. 

3. De betaling van het stakersgeld geschiedt na 

voorlegging van het bewijs van inhouding van 

wedde, ingevolge de afwezigheid met betrekking 

tot de staking. 

4. De tussenkomst geschiedt indien het personeelslid 

was voorzien van dienst, m.a.w. met 

een reële prestatie bevolen. 

5. De tussenkomst geschiedt indien het lid aanwezig 

is tijdens de stakingsacties. 

6. Een halve dag staken = een halve premie. 

Bedragen: 

3 50 Euro per stakersdag per lid 

3 25 Euro per ½ stakersdag per lid. 

COPERNICUS 

RESULTAAT EERSTE ZITTING 

De voorafgaande zitting voor onze procedure Copernicus heeft 

plaatsgevonden. 

Het belang van deze eerste zitting is niet louter administratief, het 

gaat immers om meer dan alleen maar een agenda vast te leggen. 

Men moest immers eveneens op de twee hiernavolgende vragen antwoorden. 

De eerste vraag was of het om één collectieve dagvaarding 

ging of om 11.500 individuele dagvaardingen. En in functie van het 

antwoord op deze eerste vraag, ging het er vervolgens om het 

bedrag van de rechtsplegingvergoeding te bepalen (die door uw 

organisatie in uw plaats betaald zou worden als wij op het einde in 

het ongelijk zouden worden gesteld). 

Het besluit is dat het een collectieve dagvaarding betreft en dat het 

bedrag van de rechtsplegingvergoeding is vastgesteld op het wettelijke 

minimum. Een ding is zeker, u zal geduld moeten hebben want 

deze procedure dreigt zeer lang te zullen duren. 

Ten slotte is het mogelijk - indien op een dag uit de huidige politieke 

discussies een regering gevormd wordt - dat deze toekomstige 

regering aan zijn advocaat de opdracht geeft om de discussie verder 

te zetten tijdens onderhandelingen. In dergelijke geval is het ook 

duidelijk dat we terug bij jullie komen om onze houding te bepalen. 

De volgende zitting wordt op 24 maart vastgesteld, wij houden jullie 

op de hoogte. 

(ON)VERWACHTE GEVOLGEN IN HET 

DOSSIER COPERNICUS 

Als er vandaag, op juridisch en onderhandelingsvlak in het dossier 

Copernicus niets beweegt, gebeurt er wel degelijk iets binnen de 

administraties van de verschillende politiezones. 

Onlangs werd ons medegedeeld dat verschillende politiezones op 

vraag van hun politieke overheden reserves aan het vergaren zijn, 

ten belope van de bedragen die overeenstemmen met de voorziene 

budgettaire uitgaven ter uitbetaling van Copernicus voor het operationeel 

politiepersoneel. Wij kunnen deze wijze beslissingen alleen 

maar toejuichen. 

Maar er zijn andere, voorzal mono communale politiezones die nog 

verder gaan. Zo werd ons gemeld dat de beslissing tot uitbetaling 

van Corpnicus (reeds?) werd meegedeeld in zekere zones. Wat op 

zijn minst gezegd verassend is, is dat deze zelfde politieke overheden 

deze beslissingen aanwenden om alle eisen van het andere 

gemeentepersoneel weg te wimpelen onder het mom van: “alle budgettaire 

ruimte wordt aangewend voor het politiepersoneel ten 

gevolge hun dossier Copernicus”. Deze gangbare politiek is verwerpelijk 

zo niet degoutant te noemen… 

Wij kunnen stellen dat het uitbetalen van Copernicus, voor er een 

beslissing is gevallen, niet in het voordeel is van de 

politieman/vrouw. Inderdaad, in huidig dossier Copernicus zijn er 

nog teveel openstaande vragen om nu al over te gaan tot de uitbetaling 

ervan, zonder het risico te lopen dat deze uitbetaling binnen 

enkele maanden, jaren het voorwerp zou uitmaken van een invordering 

door de overheid. Ten slotte mag de uitbetaling van een tegoed 

waar het politiepersoneel recht op heeft (wij herinneren iedereen 

eraan dat er op dit ogenblik een gunstige uitspraak is in het kader 

van het dossier Copernicus) geen aanleiding kan zijn tot het beknotten 

van statutaire rechten en vooruitgang in andere sectoren… 

neemt men zijn gesprekspartners voor idioten? Het gemeentebudget 

heeft namelijk niets te zien met het budget van de politiezone, 

al is het, het ene budget dat het andere voed. 


Vincent HOUSSIN – Nationaal Ondervoorzitter

groep politie 



Graaicultuur 

Het zal u niet ontgaan zijn, de 

laatste weken worden wij via de 

media regelmatig geconfronteerd 

met schandalen van top en sub 

top kaderleden (zowel Federale 

als Lokale Politie). 

Het betreft vaak zaken waarbij er misbruik wordt 

gemaakt van hun positie om zich persoonlijk te 

verijken. 

Het is absoluut niet de bedoeling om bepaalde 

personeelscategorieën te viseren of om iedereen 

over dezelfde kam te scheren, integendeel ! Wij 

willen enkel er voor zorgen dat er gepast wordt 

gereageerd op de kleine minderheid die het 

imago van ons beroep bekladden. Men dient 

echter wel toe te geven dat het meestal niet 

over de “terreinflik” gaat wanneer men over 

graaicultuur spreekt. 

Ongetwijfeld hebt u gehoord over ons voorstel 

tot het organiseren van een meldpunt voor 

gegronde klachten (met bewijs) die onder de 

noemer “graaicultuur” kunnen vallen. Laat ons 

duidelijk zijn, we hebben het hier over duidelijk 

gefundeerde klachten. (geen roddels, geruchten, 

enz...) 

Wij nemen dit initiatief daar, ondanks ons aandringen 

bij de overheid, en niettegenstaande wij 

elke week in de kranten kunnen vaststellen dat 

de bestaande controle instanties duidelijk hun 

grenzen hebben voor wat betreft de zogenaamde 

“graaicultuur”, de politieke overheid niet reageert. 

De vraag die wij ons gesteld hebben is : moeten 

wij aan de zijlijn blijven toezien hoe sommigen 

het imago van goed draaiende eenheden bekladden 

en zodoende het vertrouwen van de bevolking 

dreigen te verliezen ? Of nemen wij initiatief 

? 

Ons initiatief is dan ook bedoeld als tijdelijk 

instrument in afwachting van een initiatief van 

de politieke overheden. Dit met als enig doel : 

Het belang en imago verdedigen van ALLE politieambtenaren. 

Wij begrijpen dan ook niet dat de andere vakorganisaties 

dergelijk initiatief afkraken, meer 

nog hun kop in het zand steken door te verwijzen 

naar het comité P en de Algemene Inspectie 

... 

Wij kunnen niet langer meer aan de zijlijn blijven 

toezien ! Het VSOA Politie zal een tijdelijk meldpunt 

“graaicultuur” organiseren. Wij roepen 

onze leden dan ook op, wanneer zij weet hebben 

van dergelijke wantoestanden deze, indien 

bewezen, te melden. 

In afwachting van een initiatief van de overheid. 


Vincent HOUSSIN – Nationaal Ondervoorzitter 

EUROCOP CONVENTIE 01 EN 02 MAART 2011 

VEILIGHEID HEEFT EEN KOST 

Tijdens de Eurocop conventie die plaatsvond in de gebouwen van de 

Europese raad ging het debat over de veiligheid, de werkomstandigheden 

en de verloning van de Europese Politieman. 

Zo werd er gesteld dat veiligheid een grondrecht is voor ieder burger maar ook voor 

ieder politieambtenaar en dat de politie de taak heeft deze veiligheid te garanderen. 

Dat de veiligheidsproblemen onze binnenlandse grenzen overstijgen is duidelijk, 

veiligheid is een Europees gegeven. Wat gezegd van de stroom illegalen en de 

georganiseerde misdaad waar wij dagelijks mee worden geconfronteerd. Maar niet 

alleen wij, aan onze Europese buitengrenzen is dit probleem een exponent van ons 

probleem. Steeds meer stellen wij binnen Eurocop vast dat de plaatselijke overheden 

aan onze buitengrenzen niet investeren in hun politie. Het zijn nochtans 

deze politiediensten die meehelpen onze binnenlandse veiligheid te garanderen. 

Indien er aan de Europese buitengrenzen geen correcte en degelijke controle 

plaatsvindt, kunnen wij de binnenlandse veiligheid ook niet meer garanderen. Als 

de kraan wordt opengezet, men de stroom illegalen geen halt toeroept (zuidgrenzen), 

als men de georganiseerde misdaad vrij spel geeft, (oost en noordgrenzen) 

dan kunnen ook onze politiemensen niet instaan voor de gevolgen. 

Daarom vragen wij via Eurocop aan de Europese instanties dat alle Europese politiemensen 

degelijk worden gehuisvest, verloond, uitgerust en dat in hun veiligheid 

wordt voorzien. 

Als onze Europese mandatarissen een één- gemaakt Europa met één Europees 

grondgebied waar het goed en veilig is om leven in gedachten hebben moeten zij 

stappen ondernemen om ‘bijvoorbeeld’ onze collega’s in de Baltische staten 

(erbarmelijke werkomstandigheden en miserabel loon) te helpen. In deze landen 

is politie/veiligheid geen prioriteit. 

Europa kan en moet de plaatselijke regeringen voor hun verantwoordelijkheid 

stellen en een ernstig naar Europese normen geschoeid politiekorps eisen. 

Europa mag de burger en zeker ook de politieman/vrouw geen rad voor de ogen 

draaien. Veiligheid kost geld!!! 


Eurocop delegate

onderwijs 


28 


HOMMAGE AAN 

FRANS 

HOLSTERS 

Frans Holsters, directeur CLB GO! Aalst, is per 1 februari 2011 met pensioen. Hij wordt 

door vriend en vijand zeer gewaardeerd en kan bogen op een imposant palmares. Deze 

man met een enorme dossierkennis en doorzettingsvermogen straalt nog steeds 

enthousiasme en energie uit. Frans combineert dat met een gevoel voor stijl en 

pragmatisme en stilzitten is niet aan hem besteed. Een impressie van zijn rijk gevuld 

leven wordt over twee nummers van Argument gespreid. 

IIn deze editie blikken we terug op zijn achtergrond, 

studies en intrede in het onderwijs. 

De periode bij de ARGO-administratie 

en zijn juridische strijd krijgen hierbij bijzondere 

aandacht. In het volgend nummer van 

Argument zal de bijzondere band die Frans heeft 

met Rusland en zijn rijk sociaal, cultureel en politiek 

leven belicht worden. De inspanningen voor 

het VSOA-Onderwijs zullen eveneens in de kijker 

gezet worden. Een terugblik, kijk op de toekomst 

en zijn plannen zullen het geheel afronden. 

Het interview ten huize van Frans Holsters bij een 

glas wijn in de veranda met zicht op de tuin is een 

gemoedelijk gesprek. Al vlug hang ik aan zijn lippen 

en voel ik mij erg verbonden met hem. Hier zit 

duidelijk een man met het hart op de juiste plek. 

Zijn roots 

Geboren te Boom in 1946 als oudste in een reeks 

van vijf kinderen, opgegroeid in een liberale 

familie, die politiek actief is in de Rupelstreek. 

Zo is zijn grootvader voor en na WO II burgemeester 

én tijdens de bezetting lid van het verzet. 

Al van in de kleuterschool gaat Frans naar 

het rijksonderwijs. Bij de verhuizing op 12-jarige 

leeftijd naar Strombeek (eind 1957) gaat hij eerst 

naar de rijksmiddelbare school en daarna naar 

de stedelijke normaalschool Karel Buls in 

Brussel. Hij combineert zijn studies met avondschool 

Duits en is mentor van zijn toenmalige 

leerling Guy Vanhengel, de huidige federale vicepremier 

(Open VLD). 

Zijn studies 

In 1965 studeert Frans Holsters af als onderwijzer 

en wordt gedurende 6 jaar bijzondere leermeester 

niet-confessionele zedenleer. Bij gebrek aan leerkrachten 

(toen al) moet hij verschillende keren als 

onderwijzer en zelfs als hoofdonderwijzer inspringen. 

Op een bepaald ogenblik geeft Frans zelfs 

aan een hele school (1ste t/m 6de leerjaar) te 

samen les: rekenen, schrijven, lezen, natuurkunde, 

knutselen... Differentiëren zit hem dus in het 

bloed. Tegelijkertijd studeert hij aan de VUB. Daar

onderwijs 



ontmoet hij Annemie Uyttebroeck-Neyts, thans 

Europees parlementslid (Open VLD) en Freddy 

Neyts, die ondertussen al vele jaren haar echtgenoot 

is. Een paar jaar later promoveert hij als 

licentiaat in de bedrijfspsychologie. 

Indiensttreding bij het PMS 

Na een omzwerving in de bedrijfsschool van 

D'Ieteren komt Frans Holsters op 1 december 1974 

in dienst bij het rijksPMS te Leuven. Herman De 

Croo is dan minister van nationale opvoeding en 

Nederlandstalige cultuur. In 1975 wordt Frans lid 

van het VSOA-Onderwijs, afdeling Ternat, iets later 

bij de afdeling PMS en behartigt namens onze vakbond 

de belangen van de PMS'en. Via Halle en 

Vilvoorde komt hij terecht in het consultatiekabinet 

van Asse, dat afhangt van het PMS 

Denderleeuw. Ondertussen geeft onze duizendpoot 

nog avondschool in Laken en Anderlecht, waar hij 

enkele jaren waarnemend directeur is. 

Zijn periode bij de ARGO-administratie 

In 1991 wordt Frans Holsters omwille van zijn enorme 

kennis en ervaring gedetacheerd naar de toenmalige 

ARGO om de nieuwe PMS-cel te bemannen. 

Jef Wellens, aan wie hij zeer goede herinneringen 

heeft, is er adjunct-administrateur-generaal en is 

tevens zijn overste. Later geeft Frans de fakkel 

door aan Marc De Soete, die op zijn beurt wordt 

opgevolgd door Dries Vandermeersch. Frans 

Holsters is eveneens voorzitter geweest van de 

zonale en lid van de interprovinciale reaffectatiecommissie. 

Achilles Van Leeuw, André Macharis, 

Marc Mathot, zwaargewichten uit de ARGO-administratie; 

hij kent ze allemaal. 

Zijn déjà vu 

Op 1 april 1992 wordt Frans Holsters directeur van 

het gemeenschapsPMS te Aalst, nog altijd in 

combinatie met ondersteuning van de ARGOadministratie; 

meer bepaald de dienst onderwijsondersteuning. 

In 1995 wordt zijn betrekking 

vacant, maar n.a.v. een anomalie in de wetgeving 

kan hij en enkele andere PMS-directeurs niet 

benoemd worden. Een ‘akte van bekwaamheid’ is 

een voorwaarde, maar dat is in de toenmalige 

PMS-sector een onbekend gegeven. Het is tot dan 

toe nooit ingericht. Als een akte niet bestaat, kan 

men er niet over beschikken. Toch is het volgens 

de ARGO-administratie noodzakelijk om tot de 

proeftijd toegelaten en daarna benoemd te kunnen 

worden. Deze ongerijmdheid is echter buiten 

onze man gerekend. Hij klaagt dit aan bij de Raad 

van State en wordt na amper vijf maanden al in 

zijn gelijk gesteld. Het arrest ‘Holsters’ is dan een 

feit. Technisch gaat het over de schorsing van een 

‘impliciete weigeringsbeslissing’. 

De uitspraak maakt het mogelijk - ondanks een 

benoemingsstop van PMS-directeurs (door minister 

Van den Bossche (SP.a) ingevoerd in afwachting 

van de grote hervorming van de PMS-centra 

tot CLB’s - dat hij en vijf collega’s in 1997 bij overgangsmaatregel 

(zonder noodzaak van akte van 

bekwaamheid) benoemd worden. Ondertussen 

heeft Frans dan wel cum laude de akte behaald, 

die niet echt meer nodig is. Iedereen is hem dankbaar 

voor zijn gevoerde strijd. Hijzelf en het VSOA- 

Onderwijs hebben toen flink gescoord. Zijn naam 

en het arrest staan voor eeuwig geboekstaafd in 

de geschiedenis van onze vakbond. 

In 2000 worden de PMS-en omgevormd tot CLB’s. 

Zo worden een aantal PMS-directeurs CLB-mandaathouders. 

Opnieuw moet hij zijn vaste benoeming 

aanvragen. Gelukkig kan Frans Holsters op 

artikel 40ter van het decreet rechtspositie personeel 

- gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 

terugvallen en wordt opnieuw benoemd als directeur-mandaathouder. 

Wordt vervolgd. 

Peter Gastemans 

Secretaris Brussel + Vlaams Brabant 

FAQ 

In deze terugkerende rubriek plaatsen wij een aantal vaak gestelde vragen van de 

afgelopen maand in de schijnwerpers. Van ons krijgt u het passende antwoord er 

bovenop. 

V | Voor ik aan de slag ging in het onderwijs als leraar elektriciteit werkte ik geruime 

tijd als zelfstandig elektricien. Telt deze beroepservaring mee? 

A | Nuttige ervaring (beroepservaring) opgedaan als werknemer in de privésector 

of als zelfstandige kan meetellen voor de geldelijke anciënniteit. Je kan “Nuttige 

ervaring” enkel aanvragen voor: technische en praktische vakken in het gewoon 

secundair onderwijs, specialiteiten beroepsgerichte vorming in het buitengewoon 

secundair onderwijs, kunstvakken in het kunstsecundair onderwijs (hedendaagse 

dans, klassieke dans en samenspel), sommige modules of technische en praktische 

vakken in het volwassenenonderwijs. Let wel dat de nuttige ervaring die in 

rekening kan worden gebracht, gelimiteerd is tot tien jaar. Bovendien kan je ook 

als lector aangesteld in het hoger onderwijs een aanvraag tot erkenning nuttige 

ervaring indienen. 

Een aanvraag tot erkenning gebeurt via een standaardformulier dat je kan krijgen 

bij je schoolsecretariaat. Zij sturen de aanvraag door naar het werkstation. De 

onderwijsinspectie oordeelt over de relatie tussen de privédiensten enerzijds en 

het vak, ambt, specialiteit of module waarvoor de nuttige ervaring wordt aangevraagd 

anderzijds. Haar gemotiveerd advies (gunstig of ongunstig) wordt door de 

bevoegde administratie schriftelijk meegedeeld aan de inrichtende macht en bij 

aangetekend schrijven ook aan het betrokken personeelslid. Is het advies negatief, 

dan heb je 60 dagen de tijd (na versturen van het aangetekend schrijven van 

het Agentschap voor Onderwijsdiensten) om met een aangetekend schrijven een 

herzieningsaanvraag in te dienen. Ze moet op straffe van ongeldigheid nieuwe of 

bijkomende elementen bevatten over de inhoud van de uitgeoefende opdrachten en 

wordt gestuurd naar het werkstation. Je kan ook worden gehoord, maar dit verzoek 

moet dan uitdrukkelijk vermeld worden in de aanvraag tot herziening van het 

uitgebrachte advies. Je kan je hierbij laten bijstaan. 

V | Kan de directie mij verplichten om een deel van de opdracht van een zieke 

collega over te nemen? 

A | Wanneer de school geen vervanger vindt voor een afwezige collega, dan kan zij 

desgevallend aan jou vragen om een deel van zijn of haar opdracht over te 

nemen. Je presteert dan uren bovenop het aantal uren van een volledige 

opdracht. (Een volledige opdracht komt overeen met het minimum aantal uren 

dat je presteert in één of meerdere scholen samen.) Deze extra uren worden 

“overwerk” genoemd wanneer je ze presteert in dezelfde school. Presteer je ze 

in een andere school dan noemt men ze “bijbetrekking”. Je bent NIET VERPLICHT 

om hierop in te gaan.

onderwijs 


30 


Associatieafdeling Gent 

Definitief uit de startblokken 

Op 28 januari hield de nieuwe 

associatiesectie Gent een 

nieuwjaarsreceptie waarop de 

secretaris Hoger Onderwijs Dirk 

De Vos en Louis Demeyere 

voorzitter Afdeling Gent de talrijk 

opgekomen leden toespraken. 

Hieronder een aantal aangehaalde 

speerpunten. 

2011 dient zich aan als een mijlpaal in 

de geschiedenis van het VSOA-Onderwijs 

In de nabije toekomst worden alle leden opgeroepen 

om deel te nemen aan de verkiezingen 

voor de respectievelijke besturen van de verscheidene 

afdelingen. Naast de schaalvergroting 

worden de afdelingen per provincie ingedeeld 

met één afdeling HO voor het ganse Vlaamse 

landschap. De afdeling HO wordt onderverdeeld 

in vijf secties; per associatie een sectie. De sectie 

Associatie Gent bestaat uit personeelsleden 

van: Ugent, HOGent, HOWest en Artevelde 

Hogeschool. Dit werd uitgewerkt in een nieuw 

reglement van inwendige orde en in samenspraak 

met het VSOA-Algemeen. Deze structuur 

wapent het VSOA-Onderwijs om te anticiperen op 

het wijzigend onderwijslandschap in Vlaanderen 

en Europa. 

Langs deze weg zou ik dan ook mijn bijzondere 

dank willen betuigen aan Henk Herman, 

Secretaris-generaal en Jan Eyndels, Algemeen 

Voorzitter van het VSOA, die dit mogelijk maakten. 

En niet te vergeten Eric Roos, juridisch adviseur 

van het VSOA, die in feite de auteur is van 

het nieuwe RIO. 

Een strategische zet 

De oprichting van een afdeling hoger onderwijs is 

dan ook een strategische zet naar de toekomst 

en heeft al in zijn prille bestaan vruchten afgeworpen. 

Waar wij, bij de bespreking van CAO III 

HO alle personeelscategorieën vanuit de universiteiten 

en hogescholen verzamelden, zijn wij 

unaniem geweest in het nemen van beslissingen 

en dat in tegenstelling tot de andere vakbonden 

die met serieuze problemen zitten tussen de verschillende 

personeelscategorieën, omdat deze in 

afzonderlijke afdelingen ingedeeld zijn. 

Het VSOA-Onderwijs zorgt dat de rechten 

van het personeel gevrijwaard worden 

Bovendien komen er de volgende jaren een aantal 

grote uitdagingen op ons af. Niet in het minst 

de inkanteling - nu integratie genoemd - van de 

twee cycli opleidingen van de hogescholen naar 

de universiteiten. Deze integratieoperatie zal in 

één keer en voor alle academiserende hogeschoolopleidingen 

gebeuren vanaf het academiejaar 

2013-2014. Hierbij ook niet te vergeten 

de oprichting van een nieuwe “School of Arts”. 

U kunt wel begrijpen, dat wij dit met argusogen 

zullen volgen en dit om de rechten van het personeel 

dat mee overgeheveld wordt te vrijwaren. 

Wij zullen er ook op toezien, dat de hogescholen 

niet verweesd achterblijven. Alleen al de manier 

van financieren dient herbekeken te worden. 

Verder is het een grote uitdaging voor de universiteiten 

om de tweede pensioenpijler uit te breiden 

naar al het contractueel personeel. Ik doe 

ook een oproep naar de verschillende besturen 

en naar de minister van onderwijs, Pascal Smet 

met de melding, dat het VSOA-Onderwijs altijd 

bereid is om het beleid constructief én in dialoog 

mee te helpen sturen. Daar waar geen rede 

mogelijk is en daar waar mensen dreigen het 

slachtoffer te worden van bepaalde beleidsbeslissingen, 

zal onze vakorganisatie de harde confrontaties 

niet uit de weg gaan. Deze en tal van 

andere uitdagingen zullen we gezamenlijk met 

een nieuw, sterk team realiseren. 

Dirk De Vos 

Secretaris Hoger Onderwijs

onderwijs 



Handen af van de schoolvakanties! 

Op 14 februari lanceerde Vlaams minister van 

Onderwijs Pascal Smet het idee om leerkrachten 

tijdens schoolvakanties op bedrijfsstage 

te laten gaan. Hij deed dat in Genk tijdens de 

voorstelling “Ondernemer voor de klas”, waar 

hij een toespraak hield over ondernemerschap 

en onderwijs. Toevallig of niet; de volgende 

dag was er een zonne-uitbarsting die mogelijk 

vooraf bij de minister alweer voor de nodige 

desoriëntatie zorgde… 

Op bedrijfsstage 

Onder het motto: “De kloof tussen onderwijs en het 

bedrijfsleven dichten”, wil minister Smet leerkrachten 

tijdens de schoolvakanties op bedrijfsstage sturen… 

In Het Nieuwsblad van 16 februari laat de woordvoerder 

van de minister zich het volgende ontvallen: “Het 

is een piste die we bekijken om de arbeidsmarkt en 

het onderwijs beter op elkaar af te stemmen in het 

kader van een lerarenloopbaan, maar concreet is het 

allemaal nog niet.” Minister Smet voegt er ook nog 

aan toe, dat men dergelijke stages ook op niet-vrijwillige 

basis moet kunnen organiseren, maar dat dit eerst 

nog met de vakorganisaties moet worden besproken… 

Het VSOA-Onderwijs stelt nu al: van 

verplichting kan geen sprake zijn! 

Het VSOA-Onderwijs stelt nu al klaar en duidelijk, dat 

van een verplichting geen sprake kan zijn. Het decreet 

rechtspositie van het onderwijspersoneel laat dat 

trouwens niet toe en dat zou de minister onderhand al 

moeten weten. Leerkrachten kunnen nu op vrijwillige 

basis stage lopen in een bedrijf. In tegenstelling tot 

vroeger krijgen ze daar niet langer een vergoeding 

voor, want die premie werd bij Decreet van 18 december 

2009 houdende bepalingen tot begeleiding van de 

begroting 2010 afgeschaft. Het lijkt ‘bon ton’ te zijn 

om van het onderwijzend personeel almaar meer 

inspanningen pro Deo te verlangen. Het VSOA- 

Onderwijs keurt dit radicaal af! 

Ook de secretaris-generaal van het VVKSO, Chris 

Smits, staat niet afkerig tegenover de minister zijn 

voorstel. Hij stelt dat bedrijfsstages een verdere professionalisering 

van het onderwijs mogelijk maken en 

vindt dat die stages verplicht kunnen worden. Ook in 

Het Nieuwsblad van 16 februari zegt hij nog: 

“Bedrijfsstages moeten gekoppeld worden aan de persoonlijke 

noden van de leerkracht. Zo heeft de ene 

wellicht meer nood aan nascholingen om te leren 

omgaan met gedragsproblemen in de klas of leerlingen 

met dyslexie. Het tijdstip om die te organiseren 

hoeft niet per se in de traditionele schoolvakanties te 

vallen, maar ook tijdens lesvrije halve dagen of de 

avonduren.” 

De vrachtwagen van het onderwijzend 

personeel is overvol! 

Het VSOA-Onderwijs stelt zich hierbij de vraag wie en 

volgens welke criteria zal beslissen welke leerkracht 

daartoe zal worden verplicht. Wij vragen ons ook hardop 

af wanneer de lesvoorbereidingen en het verbeterwerk 

dan nog moeten worden uitgevoerd. 

De minister moet maar eens gaan beseffen, dat de 

vrachtwagen van de leerkracht al geruime tijd meer 

dan vol is… Hem blijven overladen zal ontegensprekelijk 

schade veroorzaken aan het wegdek met alle 

noodlottige gevolgen van dien. Die weg gaan wij niet 

langer op! 

Marnix Heyndrickx 

Secretaris VSOA-Onderwijs 

PROVINCIALE WERKING EN DIENSTVERLENING VSOA-ONDERWIJS 

ANTWERPEN 

ACLVB-kantoor 

Londenstraat 25/1 - Antwerpen 2000 

Secr.-begeleider Marnix Heyndrickx 

GSM: 0478/64 00 73 

marnix.heyndrickx@vsoa-onderwijs.be 

LIMBURG 

ACLVB-kantoor 

Koningin Astridlaan 34 bus 1 - Hasselt 3500 

tel: 011/ 85 96 50 

Secr.-begeleider Marleen Deboes 


marleen.deboes@vsoa-onderwijs.be 

OOST-VLAANDEREN 

ACLVB- kantoor 

Koning Albertlaan 95 - 9000 Gent 

Secr.-begeleider Karine De Dier 


karine.dedier@vsoa-onderwijs.be 

VL. BRABANT EN BRUSSEL 

VSOA-Onderwijs 

Boudewijnlaan 20-21 - 1000 Brussel 

Secr.-begeleider Peter Gastemans 


peter.gastemans@vsoa-onderwijs.be 

WEST-VLAANDEREN 

Liberaal Ziekenfonds 

Iepersestraat 110 - 8800 Roeselare 

Tweede en vierde woensdagnamiddag 

ACLVB 

Houtkaai 23 - 8000 Brugge 

eerste, derde en vijfde namiddag v/d maand 

Secr.-begeleider Annie Bogaert 


annie.bogaert@vsoa-onderwijs.be 

Dirk De Vos 

Secretaris Dirk De Vos (Antwerpen, Oost- en West Vlaanderen) is 

bevoegd voor het hoger onderwijs. Met alle problemen inzake universiteiten 

en hogescholen kan u bij hem terecht. Leden uit het HO kunnen 

in verband met individuele problemen steeds rekenen op dit bijstand, 

liefst na afspraak en dit kan via GSM of mail. 

Tel: 0477/59 26 26 - dirk.devos@vsoa-onderwijs.be 

Op woensdagnamiddag (niet op schoolvrije dagen) is de 

secretaris-begeleider, verantwoordelijk voor uw provincie, 

steeds ter beschikking op onderstaand adres en dit van 13u30 

tot 16u30. Aarzel niet om hem/haar te contacteren!


HOUDT U VAN JOGGEN ? 

KOM DAN SAMEN MET ONS ONTSPANNEN EN LOOP MEE 

MET UW SYNDICALE PARTNER 

Zaterdag 

23/04/2011 

Start: 15.00u 

Een bosrijk en landelijk parcours over een afstand 

van 11,6 km met mooie panorama’s onderweg.. 

MILITAIRE BASIS van de 1 ste WING te BEVEKOM 

• E40: Brussel-Luik, uitrit 24 Boutersem-Bevekom richting Bevekom 

• N91: Leuven-Namen: Richting Geldenaken (=Jodoigne), 1 ste WING 

• N25: Waver-Grez-Doiceau richting Jodoigne nemen (N240) - 1 ste WING 

• N40: Hannut-Jodoigne-Beauvechain: 1 ste WING 

GRATIS DEELNAME VOOR DE LEDEN VAN HET VSOA * 

OOR BELG 

GACOM DEFENSIE ONDERW 

Om organisatorische redenen vragen 

FENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE P 

RWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POL 

U kan ook onderstaande bon ingevuld, 

wij u vóór 16/04/2011 in te schrijven 

DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN REC 

GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORD doorfaxen op het nummer 02/203.43.97. 

via slfpalrbxl@skynet.be met 

E FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC 

CHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ON * Het rugnummer voor de dag kost 6 euro 

vermelding van uw contactgegevens 


ACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G maar is voor rekening van uw vakbond 

(naam, voornaam, adres, geboortedatum ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN 


op vertoon van uw lidkaart. 

en beroepsgroep). 


TIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC 


VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT 

OPENBARE SECTOR 

Naam: ............................................................................................................................ Voornaam: ........................................................ 

Adres: ........................................................................................................................................................................................................ 

.................................................................................................................................................................................................................... 

Geboortedatum : . ......................................... Beroepsgroep : . ..................................................Lidnummer : . ........................................... 

Contactpersoon en verantwoordelijke uitgever : Brigitte Collin - Tel. 02/203.16.79 - Fax 02/203.43.97 - Lang Levenstraat 27-29, 1050 Brussel

ARGU_04_2011_NL - VSOA

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?