Bonheiden - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Home

Lokaal Sociaal Beleid Bonheiden 

“De toekomst is geen plaats waar we naartoe gaan, 

maar een plaats die we zelf creëren. De paden er naar toe 

moeten we niet vinden, maar zelf aanleggen” 

John Schaar 

Voorwoord 

Volgens het decreet wil het “Lokaal Sociaal Beleid” (LSB) bijdragen tot meer 

efficiëntie en coherentie van de sociale en individuele diensten hulpverlening, met als 

specifiek aandachtspunt de toegankelijkheid en bereikbaarheid. 

Deze materie kan niet enkel door specialisten worden beschreven in vakliteratuur 

zonder een grondige toetsing aan de plaatselijke situatie. Een theoretisch kader kan 

belangrijk zijn, maar een echt werkdocument dient te vertrekken vanuit de praktijk. 

Met dit LSB kiezen we voor een maatpak in de plaats van confectie. Het wordt 

gedragen door maatschappelijk werkers, vrijwilligers, bewoners, politiekers en allerlei 

betrokken sociale actoren en kwam tot stand na vele interviews, enquêtes, ronde tafel 

gesprekken en discussies. Sterke en zwakke punten op het gebied van welzijn in onze 

gemeente komen op die manier naar voor. Blinde vlekken worden zichtbaar en ook de 

eigen werking wordt in vraag gesteld. Door dit ‘nadenken over’ ontstaan nieuwe ideeën 

en initiatieven. 

Wij danken dan ook alle mensen voor hun positieve bijdrage en inzet. Hierdoor is het 

plan meer dan louter een structuur van een opeenvolging van stappen. Het is een 

bruikbaar werkinstrument dat door toetsing aan de werkelijkheid, constant 

onderhevig is aan evaluatie en bijsturing. 

Het gemeentebestuur en het OCMW hebben samen één grote uitdaging. In de huidige 

legislatuur is het sociale beleid geen afgebakend domein, maar een werkterrein 

waarop beide besturen samen én tegelijk een duidelijke rol moeten spelen. Onze 

bewoners en hun specifieke noden, staan hierbij centraal. Het mag duidelijk zijn dat 

er nog een lange weg is af te leggen. Een weg die we zelf zullen moeten maken. 

Voorzitter OCMW 

Hilde Schueremans 

Burgemeester 

Eric Duchesne 

1


Hoofdstuk 1: Inleiding 

1.PROCESBESCHRIJVING 

1.1.WETTELIJK KADER 

Deze nota voor het bestuur kadert in de opdrachten die het decreet van 3 maart 

2004 in verband met het lokaal sociaal beleid oplegt aan de lokale besturen. De lokale 

besturen moeten in het eerste jaar van de beleidsperiode een Lokaal Sociaal 

Beleidsplan opstellen. Artikel 4 van het decreet omschrijft een aantal elementen die 

in het Lokaal Sociaal Beleidsplan aan bod moeten komen: 

1. omgevingsanalyse; 

2. een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid; 

3. een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en de inzet van 

lokale middelen; 

4. de taakverdeling en werkafspraken tussen de gemeente en het Openbaar 

Centrum voor Maatschappelijk welzijn met betrekking tot de uitvoering van het 

meerjarenplan en de coördinerende rol van het lokaal bestuur; 

5. een beschrijving van de wijze waarop de bevolking en lokale actoren bij de 

voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de uitvoering en de 

voortgang van het beleidsplan en van het lokaal sociaal beleid zullen betrokken 

worden. 

Het eerste lokaal sociaal beleidsplan geldt voor de periode van 2006-2007 : 

het bevat een stappenplan om tot het eerste volwaardige lokaal sociaal beleidsplan te 

komen. 

1.2.INHOUDELIJKE AFBAKENING 

Het Lokaal Sociaal Beleid wordt in het decreet omschreven als het geheel van de 

beleidsbepaling en acties van het lokale bestuur en de acties van lokale actoren, met 

het oog op het garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten, vastgelegd 

in artikel 23 en artikel 24 §3 van de Grondwet. 

Dit is een zeer brede omschrijving van lokaal sociaal beleid. Ze gaat ervan uit dat 

lokaal sociaal beleid niet alleen acties omvat die gericht zijn op sociale diensten 

hulpverlening, maar ook betrekking heeft op de sociale aspecten van andere 

beleidsdomeinen zoals huisvesting, werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, leefmilieu, 

mobiliteit enz. 

2


Om het planningsproces overzichtelijk te houden en rekening te houden met de 

beschikbare tijd en mankracht die bij de Gemeente en het OCMW kunnen worden 

vrijgemaakt voor het planningsproces, is er voor gekozen het begrip 

“sociaal beleid” te beperken tot een aantal thema’s, die we in onderstaande tabel 

weergeven. Tevens werd er voor elke thema een verantwoordelijke aangeduid. 

CLUSTERS/WERKGROEP VERANTWOORDELIJKE 

1. Jeugd Baeyens Bea SD OCMW 

2. Senioren Daems Kristel SD OCMW 

3. Algemene Sociale Dienstverlening 

met extra aandacht voor wonen, 

arbeid en kansarmen 

Bral Jan 

SD OCMW 

1.3.PROJECTSTRUCTUUR 

Het opstellen van een Lokaal Sociaal Beleidsplan werd ondersteund 

door een tijdelijke projectstructuur me t verschillende niveaus zoals blijkt 

uit het onderstaande schema: 

Gemeenteraad 

OCMW-raad 

Stuurgroep 

Werkgroep Jeugd 

Werkgroep Senioren 

Werkgroep 

Algemene sociale dienstverlening 

1.3.1.GEMEENTERAAD EN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 

Overeenkomstig Art.4§3 van het Decreet betreffende het LSB moet het 

Beleidsplan worden goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en 

de Gemeenteraad. Binnen de context van de tijdelijke projectstructuur vormen 

zij het hoogste niveau. 

De gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk welzijn werden op geregelde 

tijstippen geïnformeerd over de stand van zaken. 

3


1.3.2.STUURGROEP 

De stuurgroep is samengesteld uit mandatarissen en ambtenaren. 

De resultaten van het planningswerk wordt een eerste maal getoetst aan de 

inzichten van het politieke beleidsniveau. 

Samenstelling van de stuurgroep: 

De burgemeester: Eric Duchesne 

De Voorzitter OCMW: Hilde Schueremans 

OCMW raadslid: Marc Huyghe 

OCMW raadslid Koen bekaert 

Diensthoofd OCMW: Marleen Bueds 

Coördinator LSB: Marcella Bex 

1.3.3.COÖRDINATOR 

De coördinator draagt de verantwoordelijkheid voor het planningsproces 

en houdt rekening met de eisen die gesteld worden door het Decreet Lokaal 

Sociaal Beleid. Zij vormt tevens de verbinding tussen de stuurgroep en de 

werkgroepverantwoordelijken. 

1.4.PARTICIPATIE 

In de werkgroepen jeugd, senioren en algemene sociale dienstverlening werden 

actoren en burgers samengebracht. De werkgroep algemene sociale dienstverlening 

had speciale aandacht voor werken, wonen en kansarmen. Bij elke werkgroep werd 

gewerkt met stellingen. De actor en gebruiker konden reageren vanuit hun situatie. 

Het werd een kruisbestuiving van informatie. We 

sloten de vergaderingen af met een korte bespreking en besluit. Voor elke groep 

hadden we drie verslaggevers zodat geen informatie zou verloren gaan. De aanwezigen 

en al wie dit graag wenste ontving een verslag van de vergadering. De verslagen 

werden waar nodig aangepast op basis van de opmerkingen van de deelnemers. 

Voor de werkgroep senioren was er apart overleg met thuiszorg en mantelzorg. Voor 

de werkgroep jeugd was er een gespreksavond voorzien met de jeugdleiding van 

Bonheiden en Rijmenam. Om de jongste inwoners van Bonheiden en Rijmenam ook hun 

zeg te laten doen hebben we een enquête online gezet en enquêtes verspreid in de 

lagere scholen, bij de jongeren die deelnamen aan de swap en de grabbelpas. 

Tijdens het verder verloop was er regelmatig intern overleg en terugkoppeling met de 

politieke en ambtelijke verantwoordelijken. 

Daarnaast waren er nog ad hoc bijeenkomsten. 

Overeenkomstig Art.4§3 van het Decreet betreffende het LSB moet het 

4


Beleidsplan worden goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en de 

Gemeenteraad. Binnen de context van de tijdelijke projectstructuur vormen zij het 

hoogste niveau. 

SAMENVATTING PROCESVERLOOP 

INHOUD 

UITVOERING 

−Coördinator/clusterverantwoordelijken bezorgen alle relevante Eind april 2007 

beleidsplannen+beschikbare interne data aan KINA 

−Definitieve samenstelling stuurgroep, werkgroep 

−Aanstellen van werkgroep/clusterverantwoordelijken 

−Definitieve afbakening van werkgroepen 

−Opmaak van Contactlijst voor gespreksgroepen Mei 2007 

⇨Check-up door domeindeskundigen of alle personen/organisaties 

die interessante info kunnen aanbrengen in de contactlijst zijn 

opgenomen 

−Vastleggen van data voor gespreksgroepen 

−Opstellen van uitnodigingen voor gespreksgroepen 

−Versturen van uitnodigingen voor de gespreksgroepen 

−Opmaak 1ste versie statistische analyse door KINA 

Midden/eind 

Mei 2007 

⇨cijferverzameling op Internet Mei 2007 

⇨Integratie beleidsplannen + Interne data 

⇨Vertaling in tekst van de belangrijke conclusies 

−Vergadering met coördinator/clusterverantwoordelijken 

over 1ste versie stat. Analyse Begin juni 2007 

⇨Eventuele bijstelling, supplementaire data 

−Opmaak 2de versie voorlopige statistische analyse door KINA 

−Opstellen van Topic lijsten voor gespreksgroepen 

−Bespreking van Topiclijsten met coördinator en Begin juni 2007 

clusterverantwoordelijken 

−Presentatie statistische analyse + reeds genomen en 

verdere stappen aan stuurgroep en beleid 

5


⇨uitlichten van belangrijke topics voor gespreksgroepen Mid. juni 2007 

⇨analyse, dus niet evaluatief/actiefgericht!! 

⇨consensus over werkwijze + verdere stappen 

−Organiseren van gespreksgroepen met ambtenaren gemeente/OCMW 

en lokale dienstverleners. 

⇨moderator en verslaggever 

−Organiseren van gespreksgroepen met ambtenaren gemeente/OCMW 

en lokale dienstverleners en cliënten/burgers in 

doelgroepenwerkgroep. 

⇨moderator en verslaggever 

⇨bespreken hoe en met wie dit kan gebeuren 

−Eerste synthese clustervergaderingen, evaluatie + bepaling 

van de verdere stappen. 

Eind juni 2007 

−Stuurgroep 19 juni 2007 

−Werkgroep Thuis- & Mantelzorg 27 juni 2007 

−Vergadering clusterverantwoordelijken 25 juli 2007 

−Afspraak VVSG - Overleg LSB 30 juli 2007 

−Overleg met werkgroep/clusterverantwoordelijken 29 aug. 2007 

−Overleg met werkgroep/clusterverantwoordelijken 3 sept. 2007 

−Gesprek studente i.v.m. LSB en communicatie/enquête 4 sept. 2007 

−Rondetafelgesprek met leiding Jeugdverenigingen van 19u - 21u 4 sept. 2007 

−Rondetafelgesprek Jeugd voormiddag 11 sept. 2007 

−Rondetafelgesprek Senioren namiddag 11 sept. 2007 

−Rondetafelgesprek Algemene Sociale Dienstverlening 13 sept. 2007 

−Evaluatie met voorzitter,diensthoofd,coördinator, 

Werkgroep/clusterverantwoordelijken 

17 sept. 2007 

−Afspraak VVSG - Overleg LSB 4 okt. 2007 

−Afspraak VVSG - Overleg LSB 16 okt. 2007 

−Stuurgroep 18 okt. 2007 

−OCMW - raad 05 nov. 2007 

−Afspraak VVSG - Overleg LSB 14 nov. 2007 

−Afspraak VVSG - Overleg LSB 30 nov. 2007 

−OCMW-raad goedkeuring verslag LSB 10 dec. 2007 

−Gemeenteraadscommissie LSB 11 dec. 2007 

−Gemeenteraad-goedkeuring verslag LSB 19 dec. 2007 

−Ter kennisgeving aan de Vlaamse Regering 31 dec. 2007 

6


1.5.AFSTEMMING MET ANDERE PLANNEN 

Integratie met andere beleidsplannen werd hoofdzakelijk op twee manieren 

nagestreefd: 

-Via het consulteren van bestaande informatiebronnen, analyses en 

beleidsplannen. De bedoeling was hieruit de gegevens te filteren die 

nuttig zijn voor de omgevingsanalyse in het kader van het Lokaal Sociaal 

Beleid 

-Door lokale ambtenaren die belast zijn met of betrokken zijn bij het 

opstellen van beleidsplannen op andere domeinen te betrekken bij het 

uitwerken van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. De sociale elementen uit de 

geëigende beleidsplannen worden meegenomen naar het lokaal sociaal 

beleidsplan. Uit de omgevingsanalyse bleek duidelijk dat er nood was aan 

een ontmoetingsruimte voor de jeugd in Bonheiden. Dit actiepunt is onder 

deze vorm terug te vinden in het jeugdbeleidsplan. In de werkgroepen 

werd er duidelijk gevraagd naar cultuur- en sportparticipatie voor 

kansarmen in Bonheiden. Ook deze actiepunten zijn terug te vinden in de 

andere beleidsplannen. Er werd voortdurend rekening gehouden meet de 

kennis van de actoren. Hun ideeën en acties werden in het beleidsplan 

opgenomen. 

Het Lokaal Beleidsplan Kinderopvang is in zijn geheel opgenomen in ons Lokaal 

Sociaal Beleidsplan onder hoofdstuk 6. 

7


Hoofdstuk 2: Omgevingsanalyse 

2.1.Analyse van de beschikbare cijfers 

Het lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007 voorzag de omgevingsanalyse, 

beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling voor 2007. Deze nota is er gekomen in 

uitvoering van het stappenplan en wil de start van de beleidsbepaling vormen. Ze 

bevat de belangrijkste vaststellingen uit de omgevingsanalyse en een overzicht van 

mogelijke beleidsinitiatieven om aan de knelpunten of uitdagingen tegemoet te komen. 

Voor onze omgevingsanalyse werden verschillende bronnen geraadpleegd: 

- cijfermateriaal; 

- bestaande documenten; 

- werkgroepen met actoren en/of gebruikers; 

- ad hoc overleg; 

- enquêtes senioren / jeugd. 

A. BESTUURLIJKE GEGEVENS 

De gemeente Bonheiden behoort tot het administratief en gerechtelijk 

arrondissement Mechelen, het administratief kanton Duffel, en het gerechtelijk 

kanton Mechelen. 

De hoofdgemeente Bonheiden telt 2 deelgemeenten: Bonheiden en Rijmenam. 

Bonheiden bestaat uit 5 woonwijken, nl. Putsesteenweg, Harent, Mart, Rijmenam 

Centrum en Bonheiden Centrum en 3 parochies. 

Op basis van het bevolkingsaantal heeft de gemeenteraad in Bonheiden 23 zetels. De 

gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 resulteerden in volgende 

zetelverdeling: 9 zetels werden toegewezen aan BR, 7 aan CD&V-NVA, 3 aan Vlaams 

Belang, 2 aan VLD en telkens 1 aan SP.A en GROEN!. 

Het college van burgemeester en schepenen is als volgt samengesteld: 

Eric Duchesne Burgemeester BR 

Steven Morrens Eerste schepen CD&V 

Eddy Claes Tweede schepen BR 

Julien Stephani Derde schepen BR 

Leo Verschooten Vierde schepen CD&V 

Jan Thirion Vijfde schepen BR 

Hilde Schueremans Zesde schepen CD&V 

8


Samenstelling van de gemeenteraad: 

Eric Duchesne Burgemeester BR 

Steven Morrens Schepen CD&V 

Eddy Claes Schepen BR 

Julien Stephani Schepen BR 

Leo Verschooten Schepen CD&V 

Jan Thirion Schepen BR 

Yves Goovaerts Raadslid BR 

Luc De Weerdt Raadslid BR 

Mia Cools Raadslid BR 

Jeannine Olbrechts-Janssens Raadslid BR 

Frans Uytterhoeven Raadslid BR 

Jan De Wever Raadslid CD&V 

Frank Iwens Raadslid CD&V 

Willy Hellemans Raadslid CD&V 

Wouter Verhoeven Raadslid CD&V 

Peter Dehaes Raadslid CD&V 

Luc Van Os Raadslid Vlaams Belang 

Godelieve Ryckeboer Raadslid Vlaams Belang 

André Geens Raadslid Vlaams Belang 

Frank Lagast Raadslid Open VLD 

Kristin Valkeniers-Peeters Raadslid Open VLD 

Jan Fonderie Raadslid GROEN! 

Katy Joli Raadslid SP.a 

Willem Peeters is gemeentesecretaris. 

Volgende personen maken deel uit van de raad voor maatschappelijk welzijn: 

Hilde Schueremans Voorzitter OCMW CD&V 

Koen Bekaert Raadslid CD&V 

Eddy Dirickx Raadslid GROEN! 

Marc Huyghe Raadslid BR 

Anke Geerts Raadslid BR 

Frans Van Oosterwyck Raadslid BR 

Karin Ceuterick Raadslid BR 

Philippe Petri Raadslid Vlaams Belang 

Lode Van Dievel Raadslid NVA 

Willy Heivers is OCMW-secretaris. 

9


B. ALGEMENE DEMOGRAFISCHE GEGEVENS. 

1. BEVOLKINGSOMVANG EN –DICHTHEID 

1.1 OMVANG 

Bonheiden telde in januari 2006 14 510 inwoners. De laatste tien jaar steeg het aantal 

inwoners in Bonheiden zeer geleidelijk met een goed duizendtal. Volgens de prognoses 

zal het bevolkingsaantal tegen 2010 met gelijke tred zijn toegenomen tot 14 806. Van 

2010 tot 2015 wordt een daling verwacht tot het niveau van 2006. Ook elders in 

Vlaanderen wordt een gelijkaardige evolutie voorspeld. 

1.2 DICHTHEID 

Bonheiden heeft een totale oppervlakte van 29,27 km² 

De bevolkingsdichtheid in Bonheiden ligt rond de mediaan van de gemeenten in de 

provincie Antwerpen. 

2. LOOP VAN DE BEVOLKING 

2.1 GEBOORTEN, OVERLIJDENS, NATUURLIJK ACCRES 

De afgelopen tien jaar overlijden er meer mensen in Bonheiden dan dat er geboren 

worden. Gemiddeld was er in die periode een negatieve groei van –36. In 2005 waren 

er 195 overlijdens en 124 geboortes. 

2.2 MIGRATIE 

Het aantal ingeweken of uitgeweken personen bleef door de jaren heen in Bonheiden 

op een vrij constant niveau. Het aantal inwijkingen (zowel binnenlands als buitenlands) 

overschreed steeds het aantal uitwijkingen. Wat de voorbije jaren betreft, was het 

migratiesaldo eerder gering in 2001 en 2002. De daaropvolgende jaren, van 2002 

t.e.m. 2005, waren er gemiddeld 142 méér inwijkingen dan uitwijkingen. 

Het binnenlands migratiesaldo naar leeftijdscategorie was in 2003 enkel negatief voor 

de groep van 20 tot en met 24 jarigen. Dit wil zeggen dat er meer 20-24 jarigen 

buiten Bonheiden gingen wonen dan dat er ingeschreven werden. Voor de groep van de 

45 t.e.m. 64 jarigen was dit saldo opnieuw positief, na een negatieve uitkomst in 2001 

en 2002. De belangrijkste groep inwijkelingen wordt gevormd door de 25 t.e.m. 44 

jarigen en vooral door de 65+ers. 

Er zijn iets meer inwijkingen in Bonheiden dan in Vlaanderen en de provincie 

Antwerpen. Bonheiden telt gemiddeld iets minder uitwijkingen dan Vlaanderen, maar 

bevindt zich wel rond de mediaan van de provincie. 

10


3. SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING 

3.1 SAMENSTELLING NAAR GESLACHT 

Wat de bevolkingssamenstelling naar geslacht betreft, ligt de verhouding man-vrouw 

in 2006 op ongeveer 48,6% tegenover 51,3%. In 2010 zal deze volgens de prognoses 

47% t.o.v. 53% bedragen. 

3.2 SAMENSTELLING NAAR LEEFTIJD 

De bevolkingspiramide voor Bonheiden in 2005 heeft een vorm die overeenkomt met 

wat we terugvinden voor andere gemeenten. Vooralsnog telt Bonheiden een relatief 

omvangrijke bevolking op beroepsactieve leeftijd. Deze brede strook zal in de 

toekomst naar boven toe opschuiven. De smallere basis van kinderen en jongeren zal 

naar verwachting nog verengen. 

Het aandeel 0 tot 19 jarigen ligt in 2005 op dezelfde hoogte als in Vlaanderen en in de 

provincie. De algemene afnemende trend zal in gelijke mate gevolgd worden. Het 

aandeel 20 tot 39 jarigen ligt in 2005 duidelijk onder de Vlaamse en provinciale 

waarde, maar zal in 2025 vermoedelijk op hetzelfde niveau liggen. Het aandeel 40-59 

jarigen ligt nu op gemiddeld niveau, kent rond 2010 een piek en volgt nadien de 

bekende dalende curve. Het aantal 60+ers zal zoals elders steeds toenemen. De 

80+ers zijn in Bonheiden nog meer uitgesproken vertegenwoordigd dan in Vlaanderen 

en de provincie. 

De grijze druk (aantal 60+ tgo. aantal 20-59 jarigen) weegt in Bonheiden op dit 

moment zwaarder dan in Vlaanderen en in de provincie Antwerpen. In 2025 zal aan 

deze situatie niets veranderd zijn; de grijze druk zal in dezelfde mate zijn 

toegenomen als in de vergelijkingsgebieden. 

3.3 SAMENSTELLING NAAR NATIONALITEIT 

Het aandeel inwoners met een vreemde nationaliteit anders dan van een buurland ligt 

in Bonheiden een stuk onder de mediaan van de provincie en de waarde van Vlaanderen. 

Het totaal percentage vreemdelingen steeg van 1995 tot 2000 lichtjes van 1,5% tot 

1,9%. De snelbelgwet van 2000 bracht daar nauwelijks verandering aan. In 2004 lag 

het percentage vreemdelingen in de totale bevolking nog steeds onder de 2%. 

De Noord-Europeanen vormen de grootste groep inwoners met vreemde nationaliteit 

te Bonheiden. Zij maken 70% uit van het totale aantal vreemdelingen. 

3.4 GEZINSSAMENSTELLING 

In 2005 telde Bonheiden 5478 gezinnen. Van 2000 tot 2004 steeg het aantal 

alleenstaanden met 1,6%. Het aantal huishoudens met 2 personen nam in diezelfde 

periode toe met 0,6% . Het aantal gezinnen met 3 of 4 personen nam af met 1,1% en 

11


0,4%. Ook het percentage huishoudens met 5 personen en meer daalde. Gelijkaardige 

tendensen worden waargenomen voor heel Vlaanderen. 

Van 2001 t.e.m. 2004 daalde het gemiddeld aantal personen per gezin van 2,62 naar 

2,57. Hiermee is het gemiddelde gezin in Bonheiden nog wel groter dan in de provincie 

Antwerpen (mediaan 2,52) en in Vlaanderen (2,40). 

Wat de verdeling naar geslacht betreft, stellen we vast dat 6 op 10 van de 

alleenstaanden in 2005 vrouwen waren. 

Het aantal éénoudergezinnen steeg van 2000 tot eind 2004 met 1/3 tot 659 gezinnen. 

Het aantal éénoudergezinnen met 1 kind steeg met 28%. Het aantal éénoudergezinnen 

met 2 of ≥ 3 kinderen steeg met 46% en 28%. Het percentage alleenstaanden en 

éénoudergezinnen op 1 januari 2004 lag nog wel duidelijk onder de waarde van 

Vlaanderen en iets onder deze van de provincie Antwerpen. 

In overeenstemming met de algemene tendens daalde de afgelopen jaren het aantal 

gehuwden en nam het aantal echtscheidingen licht toe. 

C. CIJFERGEGEVENS NAAR THEMA 

1. INDIVIDUELE MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 

In 2004 had het OCMW van Bonheiden contact met 1/5 van de cliëntsystemen 

(gezinnen of alleenstaanden). Dit betekent 1147 dossiers in totaal – 55 dossiers 

asielzoekers (die niet in Bonheiden wonen) = 1092/5445 gezinnen in Bonheiden, ofwel 

20 %. 

Ongeveer een derde van het aantal aangemaakte dossiers in 2004 waren van senioren. 

Van mensen die enkel informatie komen vragen, wordt geen dossier aangemaakt. 

Buiten de dossiers zijn er diensten te beheren: de kinderopvangdienst, het 

dienstencentrum, de opvanginitiatieven, alle thuisdiensten 

1.1 FINANCIËLE HULPVERLENING 

Het gemiddeld aantal leefloners per maand in 2005 lag op 16; een aantal dat wat hoger 

lag dan de voorbije jaren. Bonheiden laat een relatief klein percentage leefloners 

optekenen ten opzichte van de provincie en het Vlaams Gewest. 

In 2006 konden 284 personen een beroep doen op een tegemoetkoming aan personen 

met een handicap. 

Het aandeel titularissen met voorkeursregeling in de ziekteverzekering daalde de 

laatste jaren geleidelijk tot 72 per 1000 inwoners in 2004. 15 mensen genoten 

tussenkomst in (para)medische of farmaceutische onkosten. Ongeveer evenveel 

personen hadden een betalingsverbintenis in een rusthuis, rust- en verzorgingstehuis 

12


of serviceflat. 10 personen kregen een tussenkomst in huurgelden. Voor 21 personen 

diende een tussenkomst van het energiefonds geregeld te worden. Het aantal 

steundossiers voor sociale en culturele ontplooiing lag in 2004 op 17. 10 dossiers 

betroffen het leefgeld LOI. 

1.2 NIET-FINANCIËLE HULPVERLENING 

In 2004 werden 5 GPMI-contracten afgesloten. Er was een belangrijk aantal 

personen, nl. 77 met een budgetbeheerrekening. Daarnaast deden 41 personen een 

beroep op het OCMW voor budgetbeheer. 10 personen wendden zich tot het OCMW 

voor schuldbemiddeling. In totaal werden 30 dossiers behandeld in de Lokale 

Adviescommissie. 

2. ZORG EN GEZONDHEID 

2.1 ALGEMENE ZIEKENHUIZEN EN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG 

De Imelda vzw groepeert en beheert het Imeldaziekenhuis in Bonheiden, een 

collectief autodialysecentrum in Mechelen en in Hallaar, en het Woon- en 

Zorgcentrum Den Olm in Bonheiden. 

2.2 DAGVERZORGING, CENTRA VOOR KORTVERBLIJF EN LDC 

Wat dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf betreft, zijn telkens 7 

verblijfseenheden geprogrammeerd. Voor de dagverzorgingscentra zijn momenteel 15 

woongelegenheden (VZW) erkend. Bij de centra voor kortverblijf zijn dat er 18 

(VZW) en worden er nog 2 (VZW) gepland. Bonheiden voldoet dus in ruime mate aan 

het programma. 

Op basis van de regioberekening is er in Bonheiden evenwel nog plaats voor 27 

plaatsen wooneenheden in dagverzorgingscentra en 17 woongelegenheden in centra 

voor kortverblijf. In de overige gemeenten van de zorgregio is er immers telkens een 

tekort t.a.v. het programma. 

2.3 RUSTHUIZEN EN SERVICEFLATS 

Het programmacijfer voor de rusthuizen te Bonheiden ligt vast op 241. Op dit moment 

zijn 321 woongelegenheden erkend, wat een positief saldo oplevert. Rekening houdend 

met gemeente en regio worden te Bonheiden geen bijkomende woongelegenheden voor 

rusthuizen toegelaten. 

Bonheiden scoort opnieuw positief wat de serviceflatgebouwen betreft. Het 

programmacijfer vermeldt 83 wooneenheden: 62 zijn erkend, 26 worden in de 

toekomst gepland, zodat aan het totale programma voldaan wordt. In de zorgregio 

komt enkel Mechelen uit op een voldoende; de overige gemeenten bieden volgens de 

berekening te weinig serviceflats aan. Om deze reden worden in Bonheiden nog 191 

13


bijkomende wooneenheden toegestaan, rekening houdend met de ontvankelijke 

aanvraag tot het bekomen van de voorafgaande vergunning. 

2.4 THUISZORG 

Wat de gepresteerde uren gezinszorg betreft, bevindt Bonheiden zich in de dieprode 

zone: slechts maximaal 50% van het programma wordt benut. De aangrenzende 

gemeenten in de provincie Antwerpen (Mechelen, Sint-Katelijne-Waver, Putte) scoren 

tot 70%. 

Het gemiddeld aantal gepresteerde uren poetsdienst per 65+er ligt laag in Bonheiden. 

In de omliggende gemeenten van de provincie Antwerpen is het aanbod wat groter. 

2.5 KINDER- EN JEUGDZORG 

Het aandeel kinderen dat geboren wordt in kansarme gezinnen en het aantal 0-19 

jarigen dat begeleid wordt in de bijzondere jeugdbijstand ligt relatief laag in 

Bonheiden. In de buurstad Mechelen en enkele omliggende gemeenten is dit een 

problematischer gegeven. 

3. WONEN 

3.1 WOONOMGEVING 

De gemeente Bonheiden omvat 2 centrumwoonkernen - Bonheiden-centrum en 

Rijmenam-centrum - en 2 kleinere woonkernen - Putsesteenweg (behorende tot 

Bonheiden) en wijk Mart (behorende tot Rijmenam). De woonkernen zijn verbonden 

door verschillende residentiële en sociale verkavelingen. Het openbaar busvervoer 

verbindt Bonheiden-centrum met Rijmenam-centrum. De lijn Mechelen-Heist op den 

Berg doet de wijk Putsesteenweg aan en een andere buslijn zorgt ervoor dat de wijk 

Mart verbonden is met enerzijds Rijmenam, anderzijds Putte. Bonheiden-centrum en 

wijk Putsesteenweg worden gescheiden door het domein Zellaer. Bonheiden-centrum 

en Rijmenam-centrum worden langs de zuid-westzijde gescheiden door het 

natuurgebied “Cassenbroek”. De noord-zuidzijde van Bonheiden grenst aan het 

natuurgebied “Mechelsbroek”. 

Rijmenam-centrum en wijk Mart worden gescheiden door de verkeersas Mechelen- 

Keerbergen en verbonden door hoofdzakelijk residentiële bebouwing in een beboste 

streek en steeds zeldzamer wordende landbouwbedrijven. Stilaan vindt de wijk Mart 

aansluiting bij Rijmenam-centrum daar er veel gebouwd wordt en een hele verkaveling 

haar plaats heeft ingenomen. Langs de noord-oostzijde gaat de wijk Mart over in 

landbouwgebied dat grenst aan OLV Waver en Putte. 

De gemeente speelt het groen uit als toeristische trekpleister. Vele kilometers 

bewegwijzerde fietsen wandelpaden doorkruisen Bonheiden en Rijmenam. 

Het belang aan groen werd in 2002 bevestigd door enkele wijzigingen op het vlak van 

ruimtelijke ordening : de Dijlevallei – Pikhakendonk genoot erkenning als beschermd 

14


landschap en agrarisch gebied met landschappelijk waardevol karakter, dit werd 

veranderd naar agrarisch gebied met ecologisch belang en naar natuurgebied. 

Bovendien werd een voorziene gewestweg geschrapt. Door het sluiten van 

beheersovereenkomsten tussen landbouwers, gemeentebestuur en beheerders van 

natuurgebieden wordt de inname van waardevolle open ruimte afgeremd. Vooral de 

commissie ‘Beschermde landschappen en monumenten’, verder gegroeid in de 

gemeentelijke milieuraad heeft mede gerealiseerd dat er verscheidene wandelwegen 

op kaart werden gezet en dat verschillende landschappen en monumenten werden 

gewaardeerd. 

3.2 BODEMBENUTTING 

In 1995 was 18% van de oppervlakte in Bonheiden bebouwd. In 2005 lag dit aandeel 

4% hoger. De toenemende bebouwing was te Bonheiden meer uitgesproken dan in het 

Vlaams Gewest, maar gelijklopend met vergelijkbare gemeenten. Relatief gesproken is 

Bonheiden op dit moment een vrij sterk bebouwde gemeente. 

De totale oppervlakte van Bonheiden wordt voor 86,4% ingenomen door woonruimte en 

voor slechts 5,7% door industrie. De onbebouwde oppervlakte wordt het grootste 

gedeelte ingenomen door akkerland, bossen, grasland en landbouwoppervlakte. 

3.3 WONINGBESTAND 

De laatste beschikbare gegevens rond het woningbestand in België zijn te vinden in de 

algemene socio-economische enquête van 2001. Voorgaande volks- en woontellingen 

dateren van telkens tien jaar terug. In de conclusies moet er dus rekening mee 

gehouden worden dat een actualisatie van de gegevens slechts over een aantal jaren 

zal kunnen plaatsvinden. 

In 2001 telde Bonheiden 5 245 woningen: een toename van 16% in vergelijking met 

1991. In 2001 werd 83,5% van de woningen in Bonheiden bewoond door de eigenaar; 

het hoogste percentage in de regio. 

In 2001 waren 94,7% van de woningen ééngezinswoningen, slechts 4,6% waren 

appartementen; het kleinste percentage appartementen in de regio. 69,2% van de 

woningen in Bonheiden waren open bebouwing, waarmee Bonheiden rond de mediaan lag 

van de vergelijkingsgemeenten. 

Volgens de socio-economische enquête van 2001 telde Bonheiden, na Keerbergen en 

naast Putte, het kleinste percentage woningen gebouwd vóór 1945 in de regio, namelijk 

16,8%. 

In 2001 waren 67% van de woningen in Bonheiden uitgerust met groot comfort. Onder 

de vergelijkingsgemeenten telt enkel Keerbergen nog meer woningen in deze 

categorie. Het percentage woningen met middelmatig comfort ligt vrij laag (9,2%), 

terwijl toch nog een belangrijk aantal woningen uitgerust zijn met slechts klein 

15


comfort (17,3) of zonder klein comfort (4,1%). Dit percentage ligt evenwel nog steeds 

lager dan in de omringende gemeenten van de provincie Antwerpen. 

3.4 WONINGMARKT 

De gemiddelde verkoopprijs per m² van een bouwgrond was in 2004 112 € per m². In 

2007 bedraagt de prijs €200 - €250 per m². De prijs van een bouwgrond in Bonheiden 

is een stuk hoger dan in vergelijkbare gemeenten en in het Vlaamse Gewest. 

Het percentage verkochte appartementen en kleine tot middelgrote woningen ten 

opzichte van het aantal huishoudens ligt net onder dat van de andere gemeenten 

binnen de provincie Antwerpen. 

3.5 SOCIALE HUISVESTING 

In de gemeente Bonheiden zijn de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Volkswoningen van 

Duffel Gewestelijke Bouwvennootschap’ en sociaal verhuurkantoor ‘Bodukam’ actief. 

In de vergelijkingsgemeenten Boortmeerbeek en Keerbergen ligt het aandeel sociale 

huurhuizen en appartementen op het totale aantal woningen lager of gelijk aan 1%. 

Daarna volgt Bonheiden met een aandeel van 1,5%. Het aandeel in Sint-Katelijne- 

Waver, Putte en Haacht ligt om en bij de 3%. 

SHM Volkswoningen van Duffel Gewestelijke Bouwvennootschap beschikt in 

hoofdgemeente Bonheiden over 13 appartementen en 45 woningen, en in deelgemeente 

Rijmenam over 2 appartementen en 20 woningen. Een 25-tal woningen zijn voorhanden, 

maar kunnen nog niet verhuurd of verkocht worden wegens een gebrek aan 

infrastructuur. 

86 inwoners van Bonheiden zijn bij SHM Volkswoningen van Duffel kandidaat-huurder 

voor een sociale woning. 

Sociaal verhuurkantoor Bodukam stelt 4 huurhuizen, 1 appartement en 1 chalet ter 

beschikking. Er zijn op dit moment 347 dossiers van kandidaat huurders voor de regio 

Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver, Mechelen. 

De gewestelijke maatschappij voor de kleine landeigendom van Mechelen en omstreken 

stelde in de periode vóór 1981 32 sociale woningen te koop in de wijk Vennebos. 

Sindsdien werden geen nieuwe projecten meer opgestart. 

4. WERKEN 

4.1 AANGIFTEN 

Het gemiddeld inkomen per inwoner lag in Bonheiden in 2002 op €16.135 en in 

2007 op €17.287 . Het gemiddeld inkomen per aangifte op € 30 237 (2002). 

De inkomens liggen hoger dan in vergelijkbare gemeenten en in het Vlaamse Gewest. 

16


Het aantal aangiften kleiner dan € 10 000 maakte in 2003 20,1% uit van het totale 

aantal aangiften. De aangiften in de hoogste categorie (> € 50 000) maken 16,5% uit 

van het geheel. Het grootste aandeel (+/- 50%) wordt ingenomen door de aangiften 

tussen € 10 001 en € 30 000. 

4.2 ONDERNEMINGEN 

Het aantal actieve en opgerichte ondernemingen in Bonheiden nam de laatste jaren 

bescheiden toe, terwijl het aantal verdwenen ondernemingen licht daalde. 

4.3 WERKGELEGENHEID, WERKZAAMHEID, TEWERKSTELLING 

Bonheiden telt 8 626 inwoners op beroepsactieve leeftijd (18 tot 64 jarigen). Hiervan 

is ongeveer 3/4 werkend of werkzoekend. De gemiddelde werkloosheidsgraad in 

Bonheiden over de periode 2003-2005 ligt net onder deze van de mediaan in de 

provincie Antwerpen. 

Na een stijging van de werkloosheidsgraad van 2000 (3,58%) tot 2005 (5,34%), 

daalde deze tot minder dan 4% in mei 2007. Het gemiddeld aantal niet werkende 

werkzoekenden nam van 2005 tot 2006 af met bijna 5%. Het aantal 

uitkeringsgerechtigde werklozen volgde deze daling niet en kwam in 2006, na een 

geleidelijke stijging, uit op 248 personen in het totaal, ofwel 78% van de NWWZ. 

In 2006 waren 48% van de niet werkende werkzoekende mannen en 52% vrouwen. 

54,8% waren minder dan 1 jaar werkloos, 16,5% 1 tot 2 jaar en 28,5% langer dan 2 

jaar. 

De helft van de niet werkende werkzoekenden waren ouder dan 40; bijna één op vier 

was jonger dan 25. De verschillen in scholingsgraad waren niet echt uitgesproken, 

namelijk respectievelijk 33%, 36% en 30% voor laag-, midden- en hooggeschoolde 

NWWZ. Er waren in 2006 beduidend meer bedienden dan arbeiders werkzoekend 

(65,7% tgo. 34,2%). 

4.4 SOCIALE TEWERKSTELLING 

In 2004 werden 2 leefloners tewerkgesteld in het kader van artikel 60 paragraaf 7: 1 

in de kringwinkel en 1 op het OCMW zelf. Verder geraakten 13 leefloners aan werk 

door toedoen van de sociale dienst. 

4.5 KINDEROPVANG 

Bonheiden telt 1 (erkende) dienst voor opvanggezinnen, 4 mini-crèches en 2 

zelfstandige onthaalouders. De totale capaciteit van alle voorzieningen samen is 131 

plaatsen. In januari 2005 werden deze plaatsen ingenomen door 194 kinderen. 

17


5. CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING 

5.1 ONDERWIJS EN VORMING 

In 2005 gingen 507 kinderen naar school in het gewoon kleuteronderwijs en 909 in 

het gewoon lager onderwijs. 140 leerlingen volgden het gewoon voltijds secundair 

beroepsonderwijs. 

Het aantal leerlingen met schoolse vertraging in het gewoon lager onderwijs bleef de 

laatste jaren vrij constant op een 80-tal. 

5.2 CULTUUR EN VRIJE TIJD 

5.2.1 CULTUURRAAD 

De gemeentelijke cultuurraad had in 2002 85 leden. Bijna elke sociaal-culturele 

vereniging, hoe klein of groot ook, is aangesloten bij de cultuurraad. Het feit dat 

leden kunnen gebruik maken van de culturele infrastructuur is een belangrijke 

motivatie om lid te worden. 

5.2.2 CULTURELE INFRASTRUCTUUR 

Bonheiden beschikt over een aantal gemeentelijke (publieke) culturele voorzieningen 

en enkele niet-gemeentelijke culturele voorzieningen. Tot de gemeentelijke 

dienstverlening behoren de plaatselijke openbare bibliotheek, de gemeentelijke 

muziekschool en gemeenschapscentrum ’t Blikveld. Daarnaast zijn er in Bonheiden een 

aantal privé-initiatieven, een professionele galerie Art Depot en het 

jeugdmuziekatelier ‘Koekoek’. 

4 locaties worden beheerd vanuit Krankhoeve vzw. Als (feest)zalen te Bonheiden 

noemen we Sint-Martinus, Jef Verbert, het Heem, Weyneshof, ’t Salmhoeve. De 

parochiezalen zijn het Sint-Ludwinahuis, De Krekel en Volklust. Inwoners in Bonheiden 

kunnen beschikken over de sporthal Berentrode. Verder is er een aanbod van kleine 

ontmoetingsruimten 

5.2.3 WOORD, MUZIEK EN KUNSTEN 

De Krankhoeve vzw voorzag de gemeente in een eigen programmatie en 

vormingsaanbod zowel naar kinderen, jongeren als volwassenen toe, met aandacht voor 

specifieke doelgroepen als jeugd en senioren. De vzw evolueert naar een programmavzw 

en blijft verantwoordelijk voor de programmatie en vorming. 

De seizoensbrochure geeft elk jaar een goed overzicht van het hele aanbod. De 

programmatie is onderverdeeld in rubrieken als populairdere genres, 

seniorenprogramma, wereldmuziek, theater, chanson en poëzie, klassiek, 

familievoorstellingen, dans en beweging. Er is een programmatie voor kleuters, 

leerlingen uit de basisschool en secundaire scholen. 

18


Er is een groot cursusaanbod gaande van taalcursussen, djembé, wereldkeuken, 

plastische kunsten tot rondetafelgesprekken en antiek. Tot slot vinden er jaarlijks 

een vijftal exposities plaats. 

Het gemeenschapscentrum ’t Blikveld ontvangt dagelijks vele bezoekers, enerzijds 

voor de activiteiten van de verenigingen, anderzijds voor de eigen activiteiten. 

Alles te samen zijn er op jaarbasis ongeveer 75.000 bezoekers, waarvan een 15.000tal 

deelnemers aan de eigen programmatie en aan het vormingsaanbod. Dit cijfer moet 

enigszins genuanceerd worden, aangezien hierbij vele bezoekers zijn die meermaals 

het gemeenschapscentrum bezoeken. De verenigingen maken bijna dagelijks gebruik 

van de infrastructuur wat betekent dat er veel vergaderingen en activiteiten 

allerhande plaats vinden. Al deze tellingen verklaren het hoge bezoekersaantal. 

Een grondigere evaluatie van het bezoekersaantal voor de eigen programmatie en 

vorming dient zich aan. Met de automatisering in het vooruitzicht zullen statistische 

gegevens makkelijker opgevraagd worden. 

Wanneer we de jaargang 2005 met die van 2004 vergelijken, daalde het aantal actieve 

gebruikers van de bibliotheek licht in de hoofdbibliotheek, terwijl het wat steeg in de 

uitleenposten. De uitleningen kenden in de hoofdbib een lichte daling t.o.v. 2004, in de 

uitleenposten was er een stijging. 

Er bestaat zowel een gemeentelijke muziekschool als een de afdeling van het Mechels 

Conservatorium. Deze situatie blijft niet zo. Op vraag en initiatief van de gemeente 

wordt de muziekschool volledig omgevormd tot een afdeling van het Conservatorium. 

Het Mechelse Conservatorium heeft te Bonheiden één afdeling voor kinderen en 

jongeren uit de lagere en middelbare school (tot 15 jaar). Er worden muziek (vioolpiano-saxofoon-klarinet-dwarsfluit 

en gitaar) en woord (verbale vormingdramatische 

expressie) aangeboden in de lokalen van de gemeentelijke basisschool en 

in ’t Blikveld. Enkel voor kerkorgel moeten volwassenen niet naar Mechelen. 

Opmerkelijk is dat de deelnemers vaak uit omliggende gemeenten als Putte, 

Keerbergen, Haacht en Tremelo komen. Er bestaat blijkbaar een hiaat tussen 

Mechelen en Heist Op Den Berg. 

De gemeente telt twee balletscholen : het ballet van Bonheiden en Bolero. Beide 

verenigingen hebben jaarlijks een optreden in het Blikveld. 

Er wonen enkele kunstenaars in de gemeente : Paul Vernimme (etsen, collografiën en 

assemblages), Willy Laevaert, Frans Peerlings, Jan Adriaenssens, Roel Jacobs 

(fotografie). Bijna allemaal hebben zij reeds geëxposeerd in het Blikveld. Met het 

Blikveld wordt aan de eigen kunstenaars een plaats geboden om tentoon te stellen. 

Ook andere beroepsartiesten wonen in de gemeente zoals onder andere de componist 

Fernand Mortelmans, het Bonheidens Kamerorkest, actrice Emmy Leemans, acteurs 

Ugo Prinsen, Arthur Reynders en Jaak Van Assche, zangeressen Jo Lemaire, Bea Van 

19


der Maat en Rita Deneve, muzikanten Luc Tooten en André Walschaerts, kunstsmid 

Wim Tuyls. 

5.2.4 SPORT 

Bonheiden telde in 2005 81 aangesloten sportclubs verdeeld over 24 verschillende 

sportdisciplines. We mogen stellen dat, verwijzend naar de meest beoefende sporten 

in Vlaanderen, alle mogelijke mogelijkheden aanwezig zijn. 

In 2005 schreven 1.795 kinderen in voor de zomersportkampen. Dit is een absoluut 

record! Wekelijks zijn 750 sporters actief in één of ander aanbod van de sportdienst. 

Dat aanbod vult aan wat de clubs organiseren. Dagelijks zijn een 500-tal gebruikers in 

club-, school- en sportdienstverband actief in de sporthal. Eind 2004 werden 8.626 

uren geregistreerd voor de sportclubs, scholen, individuele en sportdienst in de 

sporthal. 

Op 8 september 2005 namen 275 ambtenaren deel aan de ambtenarensportdag, een 

regionale organisatie die in Bonheiden plaatsvond. De sportdienst nam in ditzelfde 

jaar voor de tweede maal deel aan het Sportlint van Bloso. Samen met 135 kinderen 

uit onze scholen van het 5de en 6de leerjaar brachten we de fakkel van Bonheiden 

naar Mechelen. 

In 2005 kreeg de sporthal Berentrode 192.682 bezoekers, een aantal dat weer groeit 

naar de piek van 2000-2002. 

5.2.5 VERENIGINGEN 

Er zijn talrijke verenigingen in Bonheiden actief op vlak van cultureel erfgoed, sociaalcultureel 

werk, cultuurspreidende verenigingen en samenwerkingsverbanden. 

Ook de plaatselijke horeca onderneemt verscheidene initiatieven. De 

Bombardonderdagen lokken in de zomerperiode vele bezoekers naar Rijmenam voor 

een muzikale avond en Café Tourné, een samenwerking van de plaatselijke cafés en de 

jeugdraad is al jaren een gekende kroegentocht. 

In samenwerking met de verenigingen worden een 5tal Zomerzondagen georganiseerd. 

De verenigingen zorgen voor de praktische uitwerking, de cultuurdienst voorziet een 

inhoudelijk programma. Het gebeuren vindt plaats onder een vlinderzeil aan de 

Krankhoeve en lokt op hoogdagen soms 1000 kijklustigen. 

5.2.6 JEUGDWERK 

In totaal waren in 2004 volgens de publieke statistieken 20 jeugdwerkinitiatieven 

werkzaam, waarvan 16 particulier en 4 gemeentelijk. Onder de particuliere initiatieven 

waren 7 jeugd- en jongerenbewegingen, 2 speelpleinwerkingen, 1 jeugdhuis en 6 

verenigingen rond kunstbeoefening. 

20


5.3 TOERISME 

In totaal waren er in Bonheiden in 2005 12 653 toeristische overnachtingen: een 

aantal dat iets lager lag dan in 2004, maar duidelijk hoger dan de voorgaande jaren. 

Vooral Belgen, iets meer dan 80%, logeerden in Bonheiden. 

21


2.THEMATISCHE ANALYSE 

2.1.INDIVIDUELE SOCIALE HULPVERLENING 

2.1.1.HULPVRAGEN SOCIALE DIENST OCMW 

2.1.1.1.KWANTITATIEF 

Er is een duidelijke toename in het aantal hulpvragen. In 2005 hadden we 1386 

lopende dossiers en in 2006 1563 . Dit is een toename van 12%. De periode vóór 

2005 werden de hulpvragen anders geregistreerd. 

2.1.1.2.INHOUDELIJK 

De hulpvragen zijn nu complexer. Een echtscheiding is niet alleen een relationeel 

probleem maar heeft zijn weerslag op het financiële, de huisvesting, de 

opvoeding van de kinderen, de tewerkstelling,…. 

De cliënt heeft nu meer dan ooit nood aan extra individuele aandacht. OCMWcliënten 

hebben voor 85% nood aan een complexe hulpverlening en slechts 15% 

aan een financiële tussenkomst. 

Deze werkwijze op maat en vraag van de cliënt zorgt voor extra werkbelasting 

van de hulpverlener. 

Bovendien kan de sociale dienst niet voor elk probleem een antwoord bieden. De 

sociale dienst, als eerstelijnsdienst, is beperkt en heeft nood aan samenwerking. 

2.1.2.TOEGANKELIJKHEID VAN DE HULPVERLENING 

Individuele sociale hulpverlening is de kerntaak van een OCMW. Om op dit vlak een 

kwalitatieve dienstverlening te verzekeren is een voldoende bezetting van de sociale 

dienst van het OCMW noodzakelijk. 

Werken aan de toegankelijkheid van de dienstverlening kan zowel langs de vraagzijde 

als langs de aanbodzijde gebeuren. 

2.1.2.1.AANBODZIJDE 

De samenwerking met andere actoren moeten we optimaliseren door elkaar beter 

te leren kennen en door de hulpverlening af te stemmen in functie van de cliënt. 

Zo komen we tot een structurele oplossing. 

Een complexe hulpverlening voor onze OCMW cliënten vraagt een goede 

samenwerking tussen de eerstelijnsdiensten op gemeentelijk niveau en 

gespecialiseerde hulpverleners. 

Om de aanbodzijde te verbeteren kunnen de volgende acties worden uitgewerkt: 

- Structureel overleg tussen lokale diensten en gespecialiseerde diensten met een 

dubbele doelstelling: 

- Elkaars dienstverlening beter leren kennen zodat de kwaliteit van de eerste 

lijn verhoogt en dat een meer gerichte doorverwijzing mogelijk is. 

- De hulpverlening afstemmen en coördineren op maat en vraag van de cliënt. 

22


- Een doorverwijzing naar gespecialiseerde hulpverleners wordt overlegd met de 

cliënt. 

- De sociale dienst van het OCMW kan zich de komende jaren voorstellen aan 

andere diensten. 

2.1.2.2.VRAAGZIJDE 

Naast de aanbodzijde hebben we de vraagzijde over hoe we de cliënten beter 

kunnen bereiken en doorverwijzen. 

De gebruikers moeten kennis hebben van de verschillende diensten en 

hulpverlening. 

Bij een doorverwijzing moeten cliënten zich meestal verplaatsen naar Mechelen, 

Leuven, …. 

Het onbekende en de afstand vormen voor deze mensen een drempel om een 

verdere stap te zetten in de hulpverlening. 

Bij een doorverwijzing stuiten we op wachtlijsten en kunnen mensen in een 

crisissituatie meestal niet geholpen worden. 

We moeten andere communicatiemiddelen gebruiken om meer mensen te 

bereiken. 

Concreet kan gewerkt worden aan : 

- Een specifieke sociale wegwijzer voor de zwakkere doelgroep met alle 

informatie op hun maat geschreven. 

- Een brochure met een hanteerbaar overzicht aan bestaande diensten en 

ondersteuning voor de gezinnen en senioren. Bij een huisbezoek zal de cliënt 

steeds de juiste informatie krijgen die hij in die levensfase nodig heeft. In 

eerste instantie wordt de brochure opgemaakt voor intern gebruik en na een 

periode van grondige evaluatie kan dit uitgroeien tot een welzijnsgids voor alle 

inwoners van de gemeente Bonheiden. 

- Een algemeen telefoonnummer binnen de gemeente om de mensen wegwijs te 

maken, vergelijkbaar met de Vlaamse infolijn van de overheid (1700). 

2.2.JEUGD 

2.2.1.JEUGDONTMOETINGSCENTRUM 

JONGEREN 

Het JOC Dirksen is een ontmoetingsplaats voor 18 jarigen en ouder. 

Voor de + 12 – 14/15jarigen is nergens ruimte om bijeen te komen. 

Vanuit het JOC Dirksen zijn er geen activiteiten die zich richten tot het jongere 

publiek. 

De jongeren van Rijmenam moeten zich ver verplaatsen wanneer activiteiten doorgaan 

in het centrum van Bonheiden. 

De ouders zijn ongerust wanneer de jongeren (vooral de meisjes) ’s avonds alleen in 

het donker naar huis fietsen. 

23


Na een fuif of een late vergadering is er geen openbaar vervoer. 

De jongeren hebben in de enquête gekozen voor een jeugdontmoetingscentrum in 

Bonheiden. 

LOKALE ACTOREN 

De jeugddienst is ondergebracht op de eerste verdieping in het gemeentehuis en niet 

direct uitnodigend voor kinderen en jongeren om eens binnen te lopen, in tegenstelling 

tot de vroegere locatie van de jeugddienst, waar je meteen bij de betrokkene terecht 

kwam. 

Het gemeentehuis is een informatiepunt en geen ontmoetingsplaats. 

In de gemeente worden soms problemen met jongeren gemeld waar men niet direct 

een oplossing voor heeft zoals pesten, vechten,…. 

Gewenste acties kunnen zijn: 

- een jeugdontmoetingscentrum bouwen in Bonheiden waar er meerdere diensten 

worden ondergebracht zoals buitenschoolse kinderopvang (BKO), een lokaal voor de 

jongeren, informatiedienst…; 

- een mobiliteitsbeleid; 

- meldpunt voor problemen bij vertrouwenspersoon; 

- een samenwerkingsproject tussen politie, jeugddienst, buurtwerker, OCMW 

2.2.2. FINANCIELE DREMPELS 

De jongeren, waarvan de ouders het financieel moeilijk hebben, zijn 

ondervertegenwoordigd in de verenigingen en sportclubs. Een lidmaatschap en 

aankoop van de nodige outfit van een club vormen meteen een financiële drempel voor 

het gezin. Eenoudergezinnen en tweeverdieners met een laag inkomen durven er 

nauwelijks over te spreken dat dit voor meerdere kinderen in hun gezin onhaalbaar is. 

Participeren in een cultuurprogramma stelt eveneens financiële problemen. 

Er werd opgemerkt dat het aanbod voor gehandicapten, vooral op het vlak van sport, 

haast onbestaande is. De sportdienst heeft dit reeds ingericht zonder veel succes. 

Mogelijke acties zijn : 

- Het invoeren van een sportpas voor mensen met een laag inkomen. 

- Het invoeren van een cultuurpas voor de mensen met een laag inkomen om te kunnen 

participeren in het culturele aanbod. 

- Actief op zoek gaan naar gehandicapte kinderen en jongeren binnen de gemeente. 

2.2.3.RONDHANGENDE JONGEREN 

Sommige inwoners zijn niet meer zo tolerant t.o.v. de jonge mensen. Er wordt vlug 

gesproken over onveiligheidsgevoel en lawaaihinder. 

De politie wordt nu vlugger ingeschakeld om corrigerend op te treden. 

Voor de ontwikkeling van jonge mensen is het belangrijk dat ze de kans krijgen om 

sociale contacten te leggen met hun leeftijdsgenoten. 

24


De jongeren hebben via de enquête laten weten dat ze een jeugdontmoetingscentrum 

en eigen pleintjes willen. 

2.2.4.WIJKWERKING 

In de Hogenopstal, Zellaerstraat en Nieuwstraat zijn een aantal jongeren die de wijk 

trachten naar hun hand te zetten. De ouders spelen hierin een belangrijke rol. 

De wijkanimatie ondervond dat de oudere jongens niet altijd interesse hadden in hun 

aanbod. Met één of twee mensen moeten zij activiteiten voorzien voor alle leeftijden. 

Dit was niet haalbaar. 

Deze woonzones hebben extra aandacht nodig om uit te groeien tot een aangename 

woon- en leefomgeving. 

Mogelijke acties voor 2.2.3./2.2.4 zijn : 

- Wijkregisseur als laagdrempelig aanspreekpunt voor de bewoners, zorgt voor 

overleg, projectleider van activiteiten om te komen tot een goede leefomgeving. 

- Buurtfeesten kunnen mensen dichter bij elkaar brengen. 

- Laagdrempelige opvoedingsondersteuning aanbieden. 

- Activiteiten inrichten op maat van de jongeren (vooral jongens) tussen 12 en 14/15 

jaar. 

2.2.5.KINDEROPVANG 

De kinderopvang is voor de ouders een middel om de combinatie arbeid en gezin beter 

op elkaar af te stemmen. 

In Bonheiden zijn er onvoldoende plaatsen in de kinderopvang. Het probleem is het 

grootst tijdens de vakantie en snipperdagen. 

In de toekomst moeten er meer plaatsen komen in de kinderopvangsector. 

2.3.WONEN 

2.3.1.DE NOOD AAN BIJKOMENDE SOCIALE WONINGEN. 

2.3.1.1.MAATSCHAPPIJEN VOOR SOCIALE HUISVESTING. 

In de deelgemeente Bonheiden waren er op 31 december 2006 58 sociale 

huurwoningen. In Rijmenam 22. 

Er zijn 53 sociale woningen verkocht in de Kardinaal Cardijnlaan te Bonheiden. 

De wachtlijst bij de Duffelse Volkswoningen voor Bonheiden/ Rijmenam bedraagt 

74 kandidaten en het aantal toewijzingen van oktober 2006 tot september 2007 

is 6 personen of gezinnen per jaar. De laatste 6 kandidaten op de wachtlijst 

zullen 12 jaar moeten wachten vooraleer ze een sociale woning toegewezen 

krijgen. 

In oktober 2007 zijn 14 nieuwe sociale huurwoningen en 10 nieuwe koopwoningen 

toegewezen in de wijk Hogenopstal te Rijmenam. Bij de toewijzing was er gebrek 

aan informatie. Het OCMW moest bemiddelend optreden en er waren heel wat 

25


problemen met de woningen zelf. De Duffelse Volkswoningen was er niet van op 

de hoogte dat heel wat toekomstige bewoners cliënten waren van het OCMW. Er 

is duidelijk een concentratie aan bewoners die extra nood hebben aan 

begeleiding en ondersteuning. 

Deze woonzone wordt hierdoor nog meer negatief bestempeld. 

Bij de sociale woningen zijn er overal lange wachtlijsten en weinig rotatie. De 

meeste mensen blijven wonen omdat de inplanting van de wijken goed gelegen is 

en omdat ze het financieel niet kunnen veroorloven om te verhuizen. 

In de vergelijkingsgemeenten Boortmeerbeek en Keerbergen ligt het aandeel 

sociale huurhuizen en appartementen op het totale aantal woningen lager of 

gelijk aan 1%. Daarna volgt Bonheiden met een aandeel van 1,5%. Het aandeel in 

Sint-Katelijne-Waver, Putte en Haacht ligt om en bij de 3%. 

2.3.1.2.OCMW EN GEMEENTE 

Het OCMW verhuurt twee doorgangshuizen in de Kardinaal Cardijnlaan die 

eigendom zijn van de Duffelse Volkswoningen. 

Twee huizen (weldra drie) zijn eigendom van het OCMW en worden verhuurd. 

Drie andere huizen worden van particulieren gehuurd door het OCMW. 

Het OCMW bezit 12 bejaardenwoningen. 

De gemeente heeft vier woningen die verhuurd en/of ter beschikking gesteld 

worden. 

Een aantal woningen worden ter beschikking gesteld van verenigingen. Tenslotte 

zijn er nog een tweetal woningen die vanwege hun toestand niet voor gebruik in 

aanmerking komen. 

Vanuit het OCMW wordt steun gegeven aan een aantal mensen om de huur te 

kunnen betalen en heel regelmatig wordt een huurwaarborg door het OCMW 

betaald. Deze huurwaarborg staat op een geblokkeerde rekening en de cliënten 

betalen de som in schijven terug aan het OCMW. 

2.3.1.3.HET SOCIAAL VERHUURKANTOOR. 

Het sociaal verhuurkantoor Bodukam werd opgericht omdat heel wat inwoners van 

Bonheiden geen betaalbare woning vonden. 

Het sociaal verhuurkantoor had eind 2006 in Bonheiden 4 woningen ingehuurd op 

de privé-markt . Het SVK vraagt voor de huurders huursubsidies aan indien ze 

voldoen aan de voorwaarden. 

De wachtlijst telt 202 kandidaat-huurders voor de hele regio Bodukam. 

Voor Bonheiden zijn er in 2006 21 actieve inschrijvingen gedaan. 

2.3.1.4.VLAAMSE REGERING 

De Vlaamse Regering heeft op 12 oktober 2007 de hervorming van de sociale 

huisvesting definitief goedgekeurd. Het nieuwe sociaal huurbesluit garandeert 

een betaalbare woning voor iedereen. De lokale overheden krijgen meer ruimte om 

26


hun eigen toewijzingsbeleid te voeren. Het kaderbesluit sociale huur en het 

nieuwe financieringsstelsel treden vanaf 1 januari 2008 in werking. 

De gemeente en het OCMW kunnen volgende acties ondernemen : 

kleinschalige aankoop van woningen; 

woonzones met extra zorg voorzien van woonbegeleiding d.w.z. woonbegeleider als 

aanspreekpunt voor de huurders; 

woonzones met extra aandacht voorzien van een buurtopbouwwerker; 

het lokale bestuur moet mee kunnen beslissen over de toewijzing; 

huurders sensibiliseren omtrent hun rechten. 

2.3.2.BETAALBARE BOUWGRONDEN. 

In Bonheiden kunnen jonge mensen, vaak tweeverdieners, niet meer in hun eigen 

gemeente wonen omwille van de dure bouwgronden. 

De verkoopprijs van bouwgrond per m² ligt momenteel tussen de 200 en de 250 euro. 

Dit is een verdubbeling van de prijs t.o.v. 2004. 

De kinderen bouwen dan in een andere gemeente verder weg van hun ouders. 

Dit heeft op zijn beurt gevolgen voor de kinderopvang en op termijn voor de 

mantelzorg. 

De gemeente en het OCMW plannen voor de toekomst : 

- verkaveling van Grote Heide voor een 80-tal woningen 

2.4.WERKEN 

De onderstaande grafiek geeft de graad van de gemiddelde werkloosheid weer van 

Bonheiden t.o.v. de andere omringende gemeentes. In Putte, Keerbergen en 

Boortmeerbeek scoren de mannen iets beter op gebied van werkloosheid, bij de 

vrouwen ligt de werkloosheidsgraad in Boortmeerbeek iets lager. 

Werkloosheidgraden jaargemiddelde 2006 

12% 

10% 

8,48% 

10,28% 

10,96% 

8% 

6% 

4% 

4,43% 

5,68% 

4,39% 

6,92% 

= 

4,11% 

5,71% 5,97% 

4,69% 5,05% 

4,20% 

5,38% 

2% 

0% 

Bonheiden Putte Mechelen Keerbergen Haacht Duffel Boortmeerbeek 

Mannen 

Vrouwen 

27


Bonheiden telt 8.626 inwoners op beroepsactieve leeftijd tussen de 18 en 64 jaar. 

Hiervan is ongeveer 3/4 werkend of werkzoekend. De gemiddelde werkloosheidsgraad 

in Bonheiden is in 2007 t.o.v. 2005 en 2006 gedaald. 

In september 2007 zijn er van de 271 niet werkende werkzoekenden (NWWZ) 100 

hooggeschoold. 

Bonheiden telt weinig werklozen. 

De langdurige werklozen in onze gemeente bestaan voor een groot deel uit oudere, 

hoger opgeleide mensen. Ze zijn meestal te duur voor bedrijven, maar bezitten een 

schat aan ervaring. Deze groep mensen ondervindt nadelige gevolgen voor hun 

pensioen als zij een minder betaalde betrekking aannemen. 

Alleenstaande ouders vinden door gebrek aan flexibiliteit zeer moeilijk een baan 

aangepast aan hun situatie en de jongeren hebben gebrek aan ervaring. 

Op 18 oktober 2007 meldt de VDAB dat de werkloosheid fors daalt in Mechelen. De 

werkloosheid is op het laagste peil van de afgelopen 10 jaar. 

2.4.1.PLAATSELIJK WERKGELEGENHEIDSAGENTSCHAP 

Uitkeringsgerechtigde werklozen worden bij het Plaatselijk 

Werkgelegenheidagentschap ingeschreven wanneer ze 2 jaar werkloos zijn of 6 

maanden werkloos zijn en ouder dan 45 jaar. 

In Bonheiden is het heel opvallend dat ingeschreven werklozen een hogere opleiding 

genoten dan in de buurgemeentes. Heel wat van deze mensen zijn niet geïnteresseerd 

in PWA werk. 

2.4.2.ARBEIDSTRAJECTBEGELEIDING 

De individuele arbeidstrajectbegeleiding is opgestart in januari 2006 in het kader van 

een startbaanovereenkomst en in samenwerking met de cluster Duffel, Nijlen en 

Berlaar. 

Zij bepaalt of de cliënt nood heeft aan bijscholing en/of attitudetraining. 

Op 31 december 2006 zijn er 4 dossiers lopende van de 37. De 33 andere dossiers 

bevinden zich in het archief. 

2.4.3.SOCIALE TEWERKSTELLING 

In 2006 werden twee cliënten met leefloon tewerkgesteld in kader van artikel 60§7. 

Het OCMW stimuleert deze mensen om door te stromen naar het gewone 

arbeidscircuit. 

Uit de praktijk blijkt dat heel wat mensen omwille van attitude e.d. niet in de 

mogelijkheid zijn om in het gewone arbeidscircuit te werken. 

28


2.5.SENIOREN 

De senioren zijn op te delen in drie fasen van afnemende zelfstandigheid. 

- Een periode waarin de senior nog gezond en actief is en volledig zelfstandig kan 

leven en wonen. 

- Een periode waarin de senior ondersteuning nodig heeft om thuis te leven 

(thuisondersteunende zorg, mantelzorg) en/of nood aan een aangepaste woning of 

woonvorm. 

- De fase waarin de senior in het rusthuis verblijft. 

In Bonheiden is de grijze druk groter dan in Vlaanderen en de provincie Antwerpen. 

Het aantal 60 jarigen en nog meer aantal +80 jarigen nemen in Bonheiden meer 

uitgesproken toe dan elders. 

Onderstaande tabel geeft een prognose van senioren in Bonheiden voor de komende 

20 jaar. 

Aantalinwoners 60-69j 70-79j 80-89j 90-99j totaal index 

2004 1.611 1.313 634 145 3.703 100 

2005 1.643 1.314 665 152 3.774 102 

2006 1.638 1.330 680 157 3.805 103 

2007 1.674 1.336 724 153 3.887 105 

2008 1.695 1.347 765 142 3.949 106 

2009 1.705 1.352 810 135 4.002 108 

2010 1.698 1.373 842 140 4.053 109 

2011 1.727 1.375 836 158 4.096 110 

2012 1.736 1.393 828 168 4.125 111 

2013 1.724 1.388 857 180 4.149 112 

2014 1.743 1.390 862 190 4.185 113 

2015 1.741 1.420 865 202 4.225 114 

2016 1.797 1.416 877 199 4.289 115 

2017 1.788 1.451 888 210 4.337 117 

2018 1.807 1.475 899 213 4.394 118 

2019 1.876 1.489 907 223 4.495 121 

2020 1.915 1.489 930 231 4.565 124 

2021 1.943 1.519 932 227 4.621 125 

2022 2.020 1.530 944 221 4.715 127 

2023 2.085 1.523 954 234 4.796 129 

2024 2.161 1.541 962 237 4.865 131 

2025 2.222 1.545 990 244 5.001 135 

29


De gemeente Bonheiden moet zich voorbereiden om deze toenemende zorg te kunnen 

opvangen. Het aantal dementerenden zal eveneens toenemen aangezien de inwoners 

ouder worden. 

Uit het behoefteonderzoek is duidelijk gebleken dat de oudere senior graag zo lang 

mogelijk thuis blijft en de overstap naar een rusthuis zo lang mogelijk uitstelt. Dit is 

alleen mogelijk wanneer voldoende thuisondersteunende zorg en aangepaste 

woonvormen voorhanden zijn. 

Heel wat kinderen hebben elders gebouwd, het aantal kinderen per gezin neemt af,… 

deze maatschappelijke ontwikkelingen maken dat mantelzorg niet meer evident is. De 

professionele thuiszorg zal door deze evolutie meer moeten uitgebouwd worden. 

Een aantal knelpunten en initiatieven werden geformuleerd tijdens de gesprekken met 

actoren en gebruikers. 

2.5.1.LEVENSLANG WONEN 

In Bonheiden wonen heel wat oudere mensen in een grote villa. De woningen zijn te 

groot en niet aangepast aan de noden en de behoeften van de ouder wordende mens. 

De kinderen wonen meestal verder weg of hebben door hun drukke baan weinig of 

geen tijd voor hun ouders. De senioren wensen heel graag zelfstandig in hun eigen 

huis te blijven wonen. 

De meeste mensen hebben er onvoldoende of te laat bij stil gestaan om hun woning 

aan te passen aan de nieuwe noden en behoeften eigen aan de hoge leeftijd. 

Bonheiden moet zich, nog meer dan andere gemeenten, voorbereiden op een 

ouderenboom. 

Daarom is het noodzakelijk om de jonge actieve senioren te sensibiliseren rond 

levenslang wonen en de oudere senioren gevoelig te maken voor de tal van voordelen 

bij een woningaanpassing. Deze mensen moeten ervaren dat dit een mogelijkheid is om 

langer thuis te blijven wonen en dat het ongemak tijdens het verbouwen van korte 

duur is. Het financiële plaatje moet bekeken worden in vergelijking met een 

rusthuisopname. 

De senioren moeten we ondersteunen met laagdrempelige adviesverlening waarbij op 

maat wordt geadviseerd en begeleid. 

Er zijn reeds heel wat gespecialiseerde organisaties die met levenslang wonen bezig 

zijn. Dit is een mogelijkheid om hiermee samen te werken zoals -In-Ham vzw – Gids in 

doordacht wonen. 

In-Ham vzw is een forum dat vertrekt vanuit een wisselwerking tussen enerzijds de 

technologie (mobiliteit, communicatie, domotica..) en anderzijds de oplossing die de 

technologie oplevert voor persoon met beperking en ouderen. 

Voor alternatieve woonvormen zoals kangoeroewoningen,… zal vanuit de gemeente nog 

meer duidelijkheid moeten komen van wat stedenbouwkundig kan en niet kan. 

30


Om dit optimaal te laten verlopen moeten de gemeentelijke diensten en diensten van 

het OCMW rond de tafel zitten om af te spreken wie wat gaat doen. De 

samenwerking en goede doorstroming van informatie is hier heel belangrijk. De 

cliënten moeten ervaren dat hun project vlot verloopt en dat de samenwerking 

vloeiend is. 

Een centraal loket is een goed vertrekpunt om de senioren gemakkelijk de toegang tot 

informatie te verstrekken rond levenslang wonen. 

Als de senioren niet meer in de eigen woning kunnen verblijven, wensen ze een 

serviceflat of een seniorenwoning. De keuze wordt vooral bepaald door hun 

onveiligheidsgevoel en eenzaamheid. 

Het lokaal bestuur zou in de toekomst kunnen investeren in extra wooneenheden, 

zorgwoningen voor senioren. 

2.5.2.LOKAAL DIENSTENCENTRUM 

Het lokaal dienstencentrum in Bonheiden moet uitgroeien tot een aanspreekpunt voor 

senioren. Nu bevindt zich het dienstencentrum in het rust- en verzorgingstehuis Den 

Olm. 

De meeste mensen denken dat het dienstencentrum het verlengde is van Den Olm. 

Het dienstencentrum is onvoldoende bekend bij de lokale actoren en de gebruikers. 

Hierdoor dringt de informatie, vorming, recreatie, advies en verwijzing onvoldoende 

door tot de doelgroepen. 

De senioren die naar het dienstencentrum gaan zijn heel tevreden en vertellen het 

verder. Er zijn nu 77 senioren ingeschreven in het dienstencentrum. In 2006 waren 

het 52 senioren. Dit is een toename van 48%. De verantwoordelijke van het LDC kan 

de werkdruk niet meer aan. De bekendheid van het LDC blijft groeien en de werkdruk 

wordt voor de verantwoordelijke van het LDC onhoudbaar. De infrastructuur zal ook 

niet meer voldoen. 

Momenteel moeten senioren geweigerd worden om aan bepaalde activiteiten deel te 

nemen. Enerzijds is er het probleem van het vervoer en anderzijds is er een tekort 

aan logistieke ondersteuning bij activiteiten. 

Hulpbehoevende senioren hebben tijdens een activiteit ondersteuning nodig en dit 

betekent in de praktijk meer mensen. De vrijwilligers zijn van goede wil, maar ze 

kunnen niet verplicht worden om steeds bij elke activiteit te komen helpen. Meestal 

zijn deze mensen ook niet meer zo jong. 

Er moet duidelijk gewerkt worden aan : 

het lokaal dienstencentrum nog meer bekend maken als aanspreekpunt bij de lokale 

actoren en de gebruikers; 

de infrastructuur van het huidig LDC zal op termijn om uitbreiding vragen om aan de 

grote vraag te kunnen blijven voldoen; 

extra personeel om de werkdruk van de verantwoordelijke van het LDC te verlichten 

en om al de senioren de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan activiteiten. 

31


2.5.3.MOBILITEIT EN ACTIVITEITEN 

Een minder mobiele senior is minder zelfstandig en zelfredzaam. 

Zijn levenskwaliteit gaat drastisch naar beneden en hij/zij belandt al snel in de 

eenzaamheid. 

De MMC, de belbus…vragen een strikte organisatie en planning van de senior. 

De ritten moeten tijdig worden aangevraagd. De belbus is beperkt in actieradius. 

Actiegroepen voor senioren vragen extra aandacht voor senioren met een klein 

pensioen, want vervoerskosten lopen soms hoog op. De vrijwilligers van ziekenzorg 

vragen extra aandacht voor senioren waarvan de partner overleden is. Dit is een 

risicogroep die zeer snel dreigt geïsoleerd te geraken door hun verdriet. 

Heel wat vrouwelijke senioren wensen meer bruikbare en goed onderhouden openbare 

toiletten in Bonheiden en Rijmenam. 

In het aanbod van het culturele programma wordt te weinig rekening gehouden met de 

dagindeling, locatie en de interesses van de senioren. In de gespreksgroepen kwam 

heel duidelijk naar voor dat heel wat publieke gebouwen, zoals het gemeentehuis, zeer 

moeilijk toegankelijk zijn voor minder mobiele mensen. 

Belangrijke punten waaraan kan gewerkt worden zijn : 

- een degelijk mobiliteitsbeleid zoals aangepast vervoer; 

- actief op zoek gaan naar kwetsbare senioren; 

- ondersteunen van vrijwilligers; 

- meer openbare toiletten plaatsen; 

- senioren laten participeren in het beleid via een goedwerkende adviesraad; 

- samenwerken met “Enter”, Vlaamse Expertisecentrum met als doel toegankelijk en 

bruikbaar wonen. 

2.5.4.THUISZORGONDERSTEUNENDE DIENSTEN 

De senior kan van een groot aanbod thuisondersteunende diensten gebruik maken 

zoals warme maaltijden, poetsdienst, klusjesdienst, alarmapparatuur. 

Toch is niet alle thuiszorg onmiddellijk beschikbaar. 

De poetsdienst van het OCMW heeft een wachtlijst van 13 personen en voor 

poetsdienst via dienstencheques is dit 31. In totaal zijn dus 44 mensen of gezinnen 

aan het wachten op hulp. 

De verlofregelingen, ziekteverloven en het tekort aan personeel in de 

thuiszorgdiensten zorgen voor problemen rond de continuïteit. 

Om senioren langer thuis te laten wonen is er ook nood aan ondersteunende 

opvangvormen: dagopvang, nachtopvang, kortverblijf, oppasdiensten. 

Deze voorzieningen moeten in staat zijn om de taken van mantelzorger tijdelijk over 

te nemen wanneer de druk onhoudbaar wordt. 

Momenteel weten we niet exact hoeveel mantelzorgers in de gemeente Bonheiden 

actief zijn. Uit onze verschillende bronnen weten we dat ze onvoldoende 

geïnformeerd zijn en dikwijls thuis geïsoleerd leven. 

De huisdokter, de thuisverpleging, andere thuisondersteunende diensten en 

vrijwilligers hebben hier een belangrijke signaalfunctie. 

32


De communicatie tussen de diverse diensten verloopt niet goed. 

Vooral een ziekenhuisopname en het ontslag op elke dag van de week, zelfs op 

zaterdag en zondag, zorgen voor heel wat moeilijkheden in de thuiszorg. De sociale 

dienst van het ziekenhuis moet heel wat opzoekwerk verrichten om de hulpverleners 

te vinden die aan huis komen. 

De patiënt noch de familie weet niet altijd precies welke dienst aan huis komt. 

Deze gegevens zijn noodzakelijk om aan een goed ontslagmanagement te doen. 

Om tegemoet te komen aan een beter thuisondersteunende zorg moeten we: 

- thuisondersteunende initiatieven beter bekend maken; 

- ondersteunende opvang uitbreiden: dagopvang, nachtopvang, kortverblijf, 

thuiszorgdiensten; 

- buurt- en nabijheidsdiensten (BND’s) oprichten in kader van de sociale economie; 

- de mantelzorgers actief opsporen, samenbrengen en informeren; 

- op gepaste tijdstippen de mantelzorgers extra aandacht geven; 

- communicatie tussen de thuisdiensten vlotter laten verlopen. 

2.5.5.WACHTLIJSTEN IN DE RESIDENTIELE OPVANG 

De wachtlijsten zijn erg lang, ondanks de verschillende voorzieningen die in Bonheiden 

aanwezig zijn. 

Een aantal senioren schrijven zich in op de wachtlijst voor het geval dat ze het ooit 

nodig hebben. Andere aanvragen zijn meestal van dringende aard. 

Er zijn te weinig mogelijkheden in de regio om in dringende situaties mensen op een 

snelle manier te helpen. 

De inwoners van Bonheiden zouden graag opgenomen worden in één van de residentiële 

opvangmogelijkheden die Bonheiden heeft. 

Een mogelijke actie is : 

- zorgen voor meer opvangmogelijkheden. 

33


Hoofdstuk 3:MEERJARENPLAN 

3.1. INDIVIDUELE SOCIALE HULPVERLENING 

3.1.1.VISIE 

Als lokaal bestuur vinden we het belangrijk dat de inwoners van Bonheiden met hun 

sociale problemen een eerste opvang kunnen krijgen binnen de gemeente. Dit is de 

taak van de lokale eerstelijnsdiensten en voornamelijk van de sociale dienst van het 

OCMW. 

Uit de omgevingsanalyse blijkt dat zowel het aantal lopende dossiers als de 

complexiteit van de hulpverlening toeneemt. In de sociale hulpverlening hebben we te 

maken met het kwantitatieve en het kwalitatieve gegeven. Er moet voldoende 

personeel zijn om de eerstelijnsopvang te garanderen en anderzijds moet voldoende 

kennis en ervaring in huis aanwezig zijn voor een hulpverlening op maat. 

Voor begeleiding op maat van de cliënt moet meer samengewerkt worden met 

gespecialiseerde diensten. Overleg en goede afspraken met andere dienstverleners is 

een noodzaak. Dit overleg heeft een dubbele doelstelling : 

• De medewerkers van de sociale dienst inzicht verschaffen in het aanbod en de 

werkwijze van de andere hulpverleners voor een gerichte doorverwijzing. 

• Concrete afspraken rond individuele hulpverleningsituaties 

In de analyse werd meerdere keren verwezen naar de noodzaak aan een verbeterde 

informatie-uitwisseling en samenwerking tussen dienstverleners in de welzijnssector. 

Bij een doorverwijzing van cliënten naar de tweedelijnsdienst moet de psychologische 

drempel en de bereikbaarheid van deze diensten een aandachtspunt zijn. 

Tevens werd de aandacht gevestigd op knelpunten en mogelijkheden inzake 

communicatie met gebruikers en toekomstige gebruikers. Het lokaal bestuur wil 

investeren in een laagdrempelige, toegankelijke welzijnssector voor alle inwoners van 

Bonheiden en in het bijzonder voor de meer kwetsbare doelgroepen. 

“HET SOCIAAL HUIS” zal hieraan tegemoet komen. 

3.1.2.ACTIES 

• Opzetten van structureel overleg tussen de gemeentelijke eerstelijnsdiensten en 

gespecialiseerde dienstverleners. 

• Een specifieke sociale wegwijzer voor de zwakkere doelgroepen met alle informatie 

op hun maat geschreven.Een handig en eenvoudig instrument om toegang te krijgen 

tot het aanbod in de dienstverlening. 

• Een brochure met een hanteerbaar overzicht aan bestaande diensten en 

ondersteuning voor gezinnen en senioren. Tijdens een huisbezoek zal de cliënt steeds 

de juiste informatie krijgen die hij in die levensfase nodig heeft. In eerste instantie 

wordt de brochure gemaakt voor intern gebruik en na een periode van grondige 

34


evaluatie kan dit uitgroeien tot een welzijnsgids voor alle inwoners van de gemeente 


Financieel: 

De opstartkosten voor de welzijnsgids in 2008 worden geraamd 

op € 5.000,00. 

Bij definitieve uitgave in 2009 op € 10.000,00 

• HET SOCIAAL HUIS 

Een algemeen centraal telefoonnummer binnen de gemeente om de 

mensen wegwijs te maken zal voor het OCMW via “HET SOCIAAL 

HUIS” worden gerealiseerd. 

De afstemmingsoefening voor “HET SOCIAAL HUIS” zal begin 2008 

starten. De diensten hulpverlening voor de burger moet 

toegankelijker worden en hiervoor zijn afspraken vereist tussen al de 

diensten en loketten over informatie en communicatie met de burger en 

de doorverwijzing. 

De verbouwing om te voldoen aan de loketfunctie zal volgend jaar van 

start gaan zodat “HET SOCIAAL HUIS” tegen mei 2009 een feit zal 

zijn. 

Geschatte kosten : 

De investering in de verbouwing om te voldoen aan de loketfunctie voor “Het 

Sociaal Huis” wordt geraamd op € 75.000,00. 

35


3.2. JEUGD 

3.2.1.VISIE 

Als lokaal bestuur willen we de jongeren een eigen plaats geven in de gemeente, 

waarbinnen zij zich kunnen ontwikkelen. 

3.2.1.1..EEN JEUGDONTMOETINGSCENTRUM 

biedt de kinderen en jongeren meer kansen om zich te ontplooien binnen onze 

gemeente. 

In een jeugdontmoetingscentrum in Bonheiden zullen verschillende diensten 

worden ondergebracht zoals de jeugddienst, buitenschoolse kinderopvang, een 

ontmoetingsruimte, een repetitieruimte, polyvalente ruimte,… 

Het jeugdontmoetingscentrum moet dé ontmoetingsplaats worden voor de jeugd en 

de jongeren van Bonheiden. Hier krijgen ze de ruimte en de mogelijkheid om zich 

te ontwikkelen en meer actief 

te participeren aan het jeugdbeleid van Bonheiden. 

Door de BKO onder te brengen in het jeugdontmoetingscentrum krijgen de ouders 

de gelegenheid om meer contacten te leggen met de verantwoordelijken van de 

jeugddienst. 

Als lokaal bestuur willen we de ouders bijstaan in de opvoeding van hun kinderen. 

3.2.1.2.DREMPELS IN DE SOCIALE EN CULTURELE PARTICIPATIE. 

De eerste drempel is mobiliteit. Door de beperkte vervoersmogelijkheden 

tussen de kerkdorpen. Het openbaar vervoer 

is onvoldoende uitgebreid als het in het weekend wat later wordt. 

De tweede drempel is de prijs. We willen de nodige aandacht besteden 

aan het optimaal laten deelnemen van de kinderen en jongeren van 

onze gemeente aan sport en cultuur. 

De derde drempel is het gebrek aan aanbod vanuit de jeugddienst 

voor jongeren tussen de 12 en 14/15 jaar. 

Jongeren, vooral jongens, moeten zich kunnen uitleven in activiteiten 

op maat van hun leeftijd. 

3.2.1.3.DE GEHANDICAPTE JONGEREN 

binnen onze gemeente moeten we kennen en de kansen geven om zich op sportief 

vlak te ontplooien. 

3.2.2.ACTIES 

• Bouwen van een jeugdontmoetingscentrum in Bonheiden. 

• Voor het mobiliteitsbeleid moeten er gesprekken komen met o.a. “De Lijn”. Het 

vervoer moet aangepast worden aan de vraag en de noden van de jeugd naar 

analogie van de eindejaarsacties van “De Lijn”. 

36


• De uitbouw van het aanbod voor gehandicapte kinderen en jongeren. 

• Actief op zoek gaan naar gehandicapte kinderen en jongeren binnen de 

gemeente. 

• De jonge gebruikers uit een gezin met een laag inkomen moeten de 

mogelijkheid krijgen om te kunnen deelnemen aan sport en cultuur. Dit zou 

kunnen gerealiseerd worden door o.a. een sporten cultuurpas, meer bekend 

maken van sociale en culturele ontplooiing… 

• Realisatie van laagdrempelige opvoedingsondersteuning. 

• Activiteiten inrichten op maat van de jongeren (jongens) tussen de 12 en de 

14/15 jaar. 

37


3.3.WONEN 

3.3.1.VISIE 

3.3.1.1.WONINGEN 

Als lokaal bestuur erkennen we dat zekerheid, betaalbaarheid en kwaliteit van 

het wonen een belangrijk onderdeel vormen van de maatschappelijke integratie. 

Voor de jonge gezinnen en sociaal zwakkeren vormt wonen hét probleem. 

3.3.1.1.1.BETAALBARE WONINGEN. 

In Bonheiden zijn er geen betaalbare bouwgronden voor jonge gezinnen. Dit 

heeft voor gevolg dat ze elders gaan wonen. Als lokaal bestuur willen we 

extra betaalbare bouwgronden ter beschikking stellen aan de inwoners van 

onze gemeente. De bevolking veroudert en er is nood aan jonge mensen om 

de grijze druk tegen te gaan. 

De omgevingsanalyse bevestigt deze problemen. 

3.3.1.1.2.AANBOD VOOR SOCIAAL ZWAKKEREN 

Het grote aantal mensen dat op de wachtlijst van de Duffelse Volkswoningen 

is ingeschreven, geeft een indicatie van de nood aan sociale woningen. 

Het sociaal verhuurkantoor is een belangrijk instrument in kader van de 

woonproblematiek en zou zijn woningenbestand nog verder moeten uitbreiden. 

3.3.1.2.WOONOMGEVING 

3.3.1.2.1.LEEFBAARHEIDPROBLEMEN 

In de gemeente Bonheiden bestaan woonzones die extra aandacht en zorg 

nodig hebben. Als lokaal bestuur willen we extra investeren om de 

buurtgebonden problemen aan te pakken. 

De complexiteit van de problematiek in deze woonzones vraagt een integrale 

benadering om tot een duurzame verandering te komen. Het herstel van de 

leefbaarheidproblemen vereist de inzet het OCMW, de gemeente en derden. 

Een geïntegreerde werker zorgt voor het overleg met alle partijen en 

betrokkenheid waar het nodig is. 

In de begeleiding van de bewoners kan rechtstreeks ingegrepen worden op 

het gedrag, de attitude, de perceptie, het welbevinden van de bewoner. 

Anderzijds kan ook indirect ingewerkt worden op de tevredenheid van de 

bewoners door te werken aan positieve veranderingen aan de woning of 

woonomgeving. 

Bovendien zal eveneens moeten gewerkt worden aan buurtbetrokkenheid. 

De betrokkenheid kan verhoogd worden door het voorzien van een 

ontmoetingsruimte, organiseren van buurtfeest, organiseren van 

bewonersparticipatie… 

38


3.3.1.2.2.HET NIEUW SOCIAAL HUURBESLUIT ALS HEFBOOM 

De Vlaamse Regering heeft op 12 oktober een definitieve goedkeuring 

gegeven voor de hervorming van de sociale huisvesting. Het nieuwe sociaal 

huurbesluit garandeert een betaalbare woning voor iedereen. De lokale 

overheid krijgt meer ruimte om hun eigen toewijzingsbeleid te voeren. De 

gemeente kan dan een toewijzingsbeleid voeren op basis van specifieke 

behoeften en noden. 

Met het nieuwe sociale huurbesluit zullen we als lokaal bestuur de wettelijke 

mogelijkheid krijgen om via een aangepast toewijzingssysteem in de 

bewonerssamenstelling in te grijpen. 

Voor de opvolging van de problemen in de woningen willen als bestuur 

samenwerken met de Duffelse Volkswoningen. 

3.3.1.2.3.COMMUNICATIE 

Met de uitbouw van een meldpunt voor problemen willen we als lokaal bestuur 

zorgen voor een laagdrempelig, bereikbaar en onafhankelijk vangnet. De 

meldingen moeten goed opgevangen en opgevolgd worden om uiteindelijk te 

leiden tot de oplossing van het probleem. 

De bevolking en de hulpverleners sensibiliseren rond pestgedrag, agressie,… 

Het meldpunt bekent maken bij het brede publiek, in de scholen, bij de 

hulpverleners. 

3.3.2.ACTIES 

• De gemeente zal de “Grote Heide” verkavelen voor een 80-tal woningen. Er 

wordt een extra clausule toegevoegd : voorrangsregel voor de inwoners van 


• Kleinschalige aankoop van woningen. 

Financieel : 

Een investeringsbudget voor de aankoop van woningen geraamd 

op € 150.000,00/jaar. 

• Aankoop van een bouwvallig pand in de Zellaerstraat nr 4. 

Dit project is een samenwerking tussen de gemeente en het OCMW. 

De gemeente kocht het pand aan met het recht op voorkoop en het OCMW 

gaat het pand verbouwen. 

Verloop van het project over verschillende jaren: 

- Voor de afbraakwerken wordt er beroep gedaan op personen met 

alternatieve straffen . 

- Voor de verbouwing van het pand worden er contacten gelegd met “De 

sleutel” in het kader van sociale tewerkstelling en met beroepsscholen 

in het kader van hun opleiding. 

39


Financieel: 

Een investeringsbudget voor de verbouwing van het bouwvallig pand geraamd op 

€ 100.000,00 

• Het aanstellen van een woonbegeleider in woonzones met nood aan begeleiding. 

Financieel: 

De exploitatiekosten voor een voltijdse woonbegeleider wordt op 

jaarbasis € 40.000,00 geraamd. 

• Het lokaal bestuur moet in de sociale huisvesting mee kunnen beslissen in het 

toewijzingsbeleid. 

• De woonbegeleider zal de huurder sensibiliseren inzake hun rechten. 

• Uitbouw van het meldpunt. 

40


3.4.WERKEN 

3.4.1.VISIE 

Het lokaal bestuur heeft weinig instrumenten in handen om meer werkgelegenheid 

te creëren en het bestrijden van de werkloosheid. 

De werkgelegenheid is o.a. afhankelijk van de economische groei. 

Uit de analyse komt naar voor dat Bonheiden weinig niet-werkende werkzoekenden 

heeft en dat een groot aantal van die oudere werklozen hooggeschoold zijn. Een 

aantal van deze mensen zijn ontslagen na een reorganisatie. 

Voor werkloze alleenstaande ouders en jongeren moeten we ons blijven inspannen. 

Verschillende initiatieven zoals het PWA, arbeidstrajectbegeleiding van het 

OCMW en sociale tewerkstelling (art.60) dragen ertoe bij dat het aantal 

werkzoekenden uit de risicogroepen meer kansen krijgen. Als lokaal bestuur 

vinden wij het belangrijk dat deze initiatieven blijven bestaan en willen wij ze in de 

mate van het mogelijke actief blijven steunen. Via een doorgedreven 

trajectbegeleiding op maat willen wij werkzoekenden uit risicogroepen maximaal 

ondersteunen om weer in het arbeidscircuit terecht te komen. Dit kan zowel in 

het reguliere arbeidscircuit als in de sociale economie. 

Er zijn momenteel geen extra werkpunten te vermelden. Mocht dit later wel zo 

blijken dan zullen extra werkpunten worden toegevoegd. 

De gemeente Bonheiden heeft geen werkwinkel of interim-bureau en is hiervoor 

aangewezen op de steden in de rand rond de gemeente. De afstand en de 

psychologische drempel maken het voor de werkzoekende moeilijker. 

De samenwerking met partners als de VDAB en anderen moeten optimaal benut 

worden voor de tewerkstelling en opleiding van de werklozen. 

De kinderopvangsector moet worden uitgebreid om gezinnen de mogelijkheid te 

geven deel te nemen aan het economische leven. 

3.4.2.ACTIES 

• Het aantal plaatsen in de kinderopvangsector verhogen. 

41


3.5.SENIOREN 

3.5.1.VISIE 

In Bonheiden is de grijze druk groter dan in Vlaanderen en de provincie 

Antwerpen. 

Als lokaal bestuur willen wij voor de nodige zorgcapaciteit ijveren om tegemoet te 

komen aan de behoeften van onze senioren, rekening houdend met hun afnemende 

zelfstandigheid. 

Uit de enquête en gesprekken met senioren blijkt duidelijk dat de oudere senior 

graag zo lang mogelijk thuis wil blijven wonen en de overstap naar een rusthuis zo 

lang mogelijk uitstelt. Dit is alleen haalbaar bij het voorhanden zijn van voldoende 

thuisondersteunende zorg en aangepaste woonvormen zijn. 

Als lokaal bestuur willen we de senioren ondersteunen om zolang mogelijk thuis te 

blijven wonen door ze te sensibiliseren voor een woningaanpassing op hun maat. 

Voor de realisatie hiervan kan er beroep gedaan worden op gespecialiseerde 

diensten die met levenslang wonen bezig zijn. 

In ons denken over senioren delen wij de periode van het senior-zijn op in drie 

fasen van afnemende zelfstandigheid. 

• De levensfase waarin de senior nog gezond en actief is en volledig zelfstandig 

kan leven en wonen. 

• De levensfase waarin de senior ondersteuning nodig heeft om thuis te leven 

(thuisondersteunende zorg, mantelzorg) en/of nood heeft aan een aangepaste 

woning of woonvorm. 

• De levensfase waarin de senior in het woon- en zorgcentrum verblijft. 

De senioren uit de gemeente Bonheiden moeten in elk van deze fasen een beroep 

kunnen doen op ondersteuning. 

Het LOKAAL DIENSTENCENTRUM 

Het lokale dienstencentrum (LDC) biedt activiteiten aan met een laagdrempelig 

karakter en brengt de activiteiten van het dagelijkse leven binnen het bereik van 

de gebruiker. Het LDC zal samen met andere actoren de mantelzorgers en 

vrijwilligers ondersteunen. 

In het LDC krijgen senioren informatie over bestaande hulpverleningsvormen of 

opvangmogelijkheden enerzijds en anderzijds is het LDC een plaats waar ze voor 

gezelligheid en ontspanning terecht kunnen. 

Het LDC kent een sinds een jaar een groei van 48%. Het aantal leden van het LDC 

is sterk gegroeid, maar het personeel is hierop niet voorzien. Het aantal +80 

jarigen is in onze gemeente hoger dan elders. We verwachten dan ook in de 

42


toekomst meer senioren in het LDC. Om dezelfde kwalitatieve service te bieden 

zullen we een uitbreiding van het personeelskader voorzien. 

Het Vlaamse ouderenbeleid ondergaat heel wat veranderingen. Ouderen vragen 

meer participatie en worden meer bij het beleid betrokken, rusthuizen veranderen 

in woon- en zorgcentra, thuiszorg wordt sterk gestimuleerd en de lokale 

dienstencentra spelen hierin een belangrijke rol. Het lokale dienstencentrum in 

Bonheiden wordt dus heel belangrijk binnen ons thuiszorglandschap. De 

laagdrempeligheid, het ruime aanbod aan hulp- en dienstverlening, de 

vrijwilligerswerking, mantelzorg en de opbouw van sociale netwerken zijn een 

duidelijke troef. Het lokale dienstencentrum bereikt een zeer heterogeen publiek. 

De pluralistische werking vanuit het LDC is zeker een aantrekkingspool. In een 

samenleving waar vereenzaming van ouderen een concrete problematiek is, kan het 

lokaal dienstencentrum een uitstekende preventieve taak vervullen. 

Goede mobiliteitsvoorzieningen zijn essentieel voor de levenskwaliteit van de 

senior, die daardoor meer kansen krijgt om zelfstandig te kunnen blijven 

deelnemen aan het maatschappelijke leven. 

Het openbaar vervoer speelt een cruciale rol voor vele oudere senioren. 

Er moet extra aandacht gaan naar de toegankelijkheid en de bereikbaarheid voor 

senioren. Het open afstappen, mag geen hinderpaal zijn voor oudere mensen. 

De mindermobielencentrale (MMC) en de belbus zijn in sommige situaties 

voldoende, hoewel de belbus een beperkte radius heeft en het vervoer een goede 

planning vraagt. 

Voor rolstoelgebonden personen willen we als lokaal bestuur de komende jaren 

werk maken van de D.A.V. (Diensten Aangepast Vervoer). 

Uit de analyse bleek dat vraag naar thuiszorgondersteuning het aanbod overstijgt. 

Een ontslag uit het ziekenhuis vraagt op kort termijn een thuiszorgplan op maat 

van de cliënt. Door het tekort aan personeel en de slechte timing van ontslag 

kunnen de thuiszorgdiensten onvoldoende anticiperen op de situatie. 

Alle diensten zijn op de hoogte van de situatie en willen het probleem helpen 

oplossen. 

Als lokaal bestuur zullen we de situatie goed opvolgen. 

Om de mantelzorger te ondersteunen is er nood aan opvangvormen zoals 

kortverblijf, dagverzorging, nachtopvang, oppasdiensten… 

Inzake residentiële opvang heeft de gemeente Bonheiden zijn vergunningen 

verleend door de Vlaamse overheid voor het bouwen van rusthuizen maximaal 

benut. 

43


3.5.2.ACTIES 

• Stimuleren van aangepaste woonvormen voor senioren in Bonheiden. 

Een concreet voorstel: 

Heel wat senioren wonen alleen in een groot huis en voelen zich eenzaam en 

onveilig. 

We leven in een maatschappij waar het individu primeert en waar er weinig 

ruimte is voor warmte en gezelligheid. Oudere senioren worden afgeschreven 

en voelen zich nutteloos. 

Voorstel van een project: 

Een 4-tal senioren, die niet graag alleen wonen, samenbrengen in één woning. 

Het OCMW stelt hiervoor een huis ter beschikking. De juridische dienst zal 

de fiscale en de administratieve gevolgen bestuderen. 

Op deze manier komen er huizen vrij om te verhuren enerzijds en anderzijds 

zijn de senioren minder eenzaam. Met dit project wil het lokaal bestuur een 

signaal geven dat er ook anders kan geleefd worden met meer warmte en meer 

gemeenschapsgevoel. 

Creëren van nieuwe woonvormen voor senioren vraagt om een 

haalbaarheidsonderzoek van dit project en andere woonvormen. 

Financieel: 

Indien er een woning door het OCMW wordt aangekocht worden de 

investeringskosten op € 350.000,00 geraamd. 

Indien de woning gehuurd wordt, wordt de kost op € 15.000,00/jaar geraamd. 

Doordat de huurders huur betalen is er een terugverdien effect van 

€ 12.000,00 à € 15.000,00/jaar. 

• Overleg en samenwerking met gespecialiseerde organisaties die met levenslang 

wonen en toegankelijkheid bezig zijn. 

• Uitbreiding van het urenpakket van de centrumleider en de logistieke 

medewerker. 

Financieel: 

De exploitatiekosten voor de uitbreiding van de uren voor de centrumleider en 

logistieke ondersteuning worden geraamd 

op € 40.000,00/jaar. 

• Samenwerking en communicatie tussen verschillende actoren vlotter laten 

verlopen. 

• De infrastructuur van het huidig LDC zal op termijn niet meer voldoende zijn. 

• Een degelijk mobiliteitsbeleid zoals aangepast vervoer, carpooling,… 

• Meer openbare toiletten in de Gemeente. 

• Senioren actief laten participeren in het beleid via een goedwerkende 

adviesraad. 

• Ondersteunende opvang uitbreiden : dagopvang, nachtopvang, kortverblijf, 

wooneenheden, thuiszorgdiensten. 

• Oppasdiensten (Buurt- en Nabijheidsdiensten) uitbouwen ter ondersteuning 

van de mantelzorgers en ter bestrijding van eenzaamheid. 

Het lokaal sociaal beleidsplan schetst een kader van waaruit verder concrete 

44


afspraken zullen worden gemaakt. Het is geen gedetailleerd plan voor de komende zes 

jaar. Afspraken met de lokale actoren moeten nog verder vorm krijgen. 

Dit plan is net een begin van verder overleg met verschillende partners die actief zijn 

op het terrein. Permanent evalueren is dus belangrijk. Het is een onderdeel van de 

planning die bij dit lokaal sociaal beleidsplan hoort. 

45


Hoofdstuk 4: TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN 

1. PROTOCOL VAN BESTUURSAKKOORD GEMEENTE – OCMW 2007 – 

2012 

Sinds de wijzigingen aan de organieke wet van 8 juli 1976 door het decreet van 5 juli 

2002 ( Belgisch Staatsblad 14 augustus 2002) van kracht zijn geworden, dient het 

meerjarenplan van het OCMW een protocol te worden gevoegd waarin het 

bestuursakkoord tussen gemeente en OCMW over het geïntegreerd lokaal sociaal 

beleid wordt opgenomen. Het is vooral om die reden dat het protocol expliciet de 

takenafspraken en de concrete samenwerking tussen de gemeente en OCMW voor de 

legislatuur omvat. Door een dergelijk protocol zal het lokaal bestuur erover waken dat 

overlappingen worden vermeden, maar ook - en dat is het belangrijkst – dat alle 

aspecten van het sociale beleid worden opgenomen. 

2. SAMEN AAN EEN LOKAAL SOCIAAL BELEID WERKEN. 

De gemeente en het OCMW van Bonheiden ( het lokaal bestuur) engageren zich om 

voor de legislatuur 2007 – 2012 een actief, centraal aangestuurd sociaal beleid te 

voeren. 

Leidraad daartoe is het lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2013, dat voorbereid werd 

door de stuurgroep lokaal sociaal beleid in samenwerking met vele welzijnswerkers, 

diensten en organisaties in onze gemeente, leden van adviesraden, meewerkende 

burgers en vrijwilligers. 

2.1 LOKAAL SOCIAAL BELEID 

Op 19 maart 2004 bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet Lokaal Sociaal 

Beleid dat de toegankelijkheid van de sociale diensten hulpverlening voor alle 

burgers wil verbeteren door: 

- een betere afstemming tussen gemeente en OCMW inzake sociale 

dienstverlening, 

- een loket- en doorverwijsfunctie georganiseerd via een sociaal huis, 

- netwerkvorming met derden. 

In Bonheiden streven wij naar een actief, dynamisch en efficiënt welzijnsbeleid dat 

gedragen wordt door het gemeentebestuur en het OCMW-bestuur. 

Daartoe maken de gemeente en het OCMW taakafspraken, hierna hernomen. 

2.2.TAAKAFSPRAKEN GEMEENTE – OCMW 

De gemeente en het OCMW tekenen samen het lokaal sociaal beleid uit in 

samenspraak met lokale actoren. Het OCMW is het eerste aanspreekpunt in verband 

46


met welzijn, maar verwijst door naar de gemeentelijke diensten, voor die domeinen die 

de gemeente behartigt. 

De gemeentelijke welzijnsdiensten zullen op hun beurt doorverwijzen naar het OCMW 

voor die taken die niet tot het pakket van de gemeente behoren. 

Binnen het lokaal sociaal beleid nemen de gemeente en het OCMW ieder een aantal 

specifieke taken op zich. 

Zo is de gemeente verantwoordelijk voor : 

Sociale dienstverlening eigen aan de gemeente: 

- pensioenen 

- parkeerkaarten/ blindenstok 

- aanvraag hulp aan bejaarden 

- aanvragen tegemoetkomingen mindervaliden en bijkomende voordelen 

voor personen met een handicap 

- buitenschoolse kinderopvang 

- vakantiespeelpleinwerking 

- preventieve gezondheidszorg ( drugspreventie, ondersteuning Logo 

werking, ….) 

- jeugdbeleid en jongerenoverleg 

- huisvesting 

- seniorenraad 

- 60 plus 

- sociaal telefoontarief 

- communicatie naar inwoners 

Het OCMW is verantwoordelijk voor: 

- armoedepreventie en –bestrijding 

- algemene sociale dienstverlening ( financiële steunverlening, 

budgetbegeleiding en schuldbemiddeling, collectieve 

schuldenregelingen, 

informatie verstrekken,…..) 

- sociale huisvesting 

- sociale economie en sociale tewerkstelling, cluster 

- organisatie van kinderopvang ( onthaalouders) 

- onthaal en opvang van asielzoekers 

- onthaal en opvang van thuislozen 

- organisatie van thuisdiensten 

- beheer van residentiële bejaardenvoorzieningen 

- rechtshulp 

De opgesomde taken van zowel gemeente als OCMW zijn niet limitatief, nieuwe of niet 

toegewezen taken worden in overleg toegewezen aan één van de partners. 

Op vlak van ondersteunende diensten moet betere samenwerking tussen de gemeente 

en OCMW mogelijk zijn die een meerwaarde kan bieden aan beide organisaties. In de 

eerste plaats denken we aan een betere samenwerking en integratie op vlak van 

logistieke, technische ondersteuning, ICT, en sociale tewerkstelling. 

47


Gemeente en OCMW zullen in overleg waar nodig of opportuun bewust kiezen voor 

intergemeentelijke samenwerking bv. vanuit doelmatigheidsmotieven of omwille van 

het voordeel van schaalvergroting ( opdrachten van intercommunales of interlokaal 

niveau bv. sociaal verhuurkantoor of aangepast vervoer). 

Op beleidsniveau werd door het opnemen van de OCMW-voorzitter in het college van 

burgemeester en schepenen de mogelijkheid geschapen om een meer samenhangend 

lokaal sociaal beleid te realiseren. 

De stuurgroep lokaal sociaal beleid, die naast de burgemeester- voorzitter/ 

schepenen en ook ambtenaren van de gemeente en het OCMW telt, volgt de concrete 

uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan. De coördinator lokaal sociaal beleid zorgt, 

samen met respectievelijke diensthoofden van de betrokken gemeente- en OCMWdiensten, 

voor de planning, opvolging, afstemming en evaluatie van de doelstellingen en 

acties die in het lokaal sociaal beleidsplan opgetekend zijn. 

2.3.FINANCIËN 

Het gemeentebestuur garandeert binnen haar financiële mogelijkheden voldoende 

middelen voor het uitvoeren van de welzijnstaken toegewezen aan het OCMW. 

Het OCMW krijgt van de gemeente jaarlijks in elk geval het bedrag zoals voorzien in 

het meerjarenplan van het OCMW( voor zover dit meerjarenplan uitvoerig werd 

besproken en hierover het akkoord van het gemeentebestuur werd bekomen.). Dit 

budget is verworven en kan niet in vraag gesteld worden bij de besprekingen van de 

jaarlijkse budgetten van het OCMW. 

Het OCMW verkrijgt het wettelijke minimum aandeel in het gemeentefonds. 

2.4.EVALUATIE 

Deze samenwerkingsovereenkomst zal halfjaarlijks geëvalueerd en zonodig 

bijgestuurd worden. 

Gedaan te ……………. Op 

Ondertekend 

Hilde Schueremans, 

OCMW voorzitter 

Eric Duchesne, 

Burgemeester 

Goedgekeurd in het college van Burgemeester en Schepenen dd…. 

Goedgekeurd door de Raad van Maatschappelijk Welzijn dd…… 

Goedgekeurd door de gemeenteraad dd 

48


Hoofdstuk 5: Betrokkenheid 

Het lokaal sociaal beleidsplan wordt in 2007 opgemaakt, het eerste jaar van de 

nieuwe legislatuur. Het moet goedgekeurd zijn voor 31 december 2007. Het 

beleidsplan beslaat een periode van zes jaar, namelijk van 2008 tot en met 

2013. 

Het is een meerjarenplan, inclusief acties en middelen. 

De kosten verbonden aan het plan moeten in de begroting ingecalculeerd 

worden. Het beleidsplan moet achtereenvolgens worden goedgekeurd door de 

OCMW-raad en de gemeenteraad en na de goedkeuring ter kennisgeving aan de 

Vlaamse regering worden overgemaakt. 

Het lokaal bestuur heeft in 2007 voor de uitwerking van het beleidsplan 

een stuurgroep samengesteld. 

De stuurgroep draagt de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van het 

LSB dat ter goedkeuring aan de gemeenteraad en OCMW-raad wordt 

voorgelegd. 

Het lokaal sociaal beleid en dus ook het LSBplan dat daarop betrekking heeft, 

omvat meer dan het eigen beleid en de eigen diensten hulpverlening van het 

lokaal bestuur. Dit impliceert dat er ook betrokkenheid is van particuliere 

organisaties die lokaal actief zijn. Die betrokkenheid is nodig om te komen tot 

een afstemming van het aanbod en de communicatie hierover op beleidsniveau. 

Via participatieve methode werden deze geïnventariseerd. 

De meeste geëigende personen, doelgroepen en aanverwante diensten werden 

uitgenodigd om deel te nemen aan de werkgroepen. Daarnaast was er ad hoc 

contacten met mantelzorg, thuisverpleging en jeugdverenigingen. 

De coördinator bereidde de werkgroepen voor samen met de 

groepsverantwoordelijken en het diensthoofd sociale dienst. 

Per thema werden de volgende actoren persoonlijk uitgenodigd: 

1. JEUGD 

Verslaggeving: Cindy Goovaerts en Marleen Moeyersons 

Verbeeck Nancy De Rakkertjes Minicreche 

Schelfhout Heidi Jannekemaan opvang begeleiding naschoolse 

Morrens Steven Jeugd schepen van jeugd 

Pelgrims Bart 

Jeugddienst jeugdcoördinator 

Cindy Goovaerts 

Jeugddienst 

Coeckelberg Ine 

Jeugdraad voorzitter 

Meuris Annemie Kind en gezin Bonheiden consultatiebureau 

49


Vertommen Nancy 

Kinderopvangdienst Reddie Teddy 

Van Dijcke Luc Klim Op directeur 

Wouters Piet Lagere Gemeenteschool Bonheiden directeur 

Poi Kribbe'l Krabbel Minicreche 

Nauwelaerts Peter Sinte Mariaschool directie 

Van Dijcke Johan sportcoördinator sportdienst 

Roofthooft Liliane t Kranske directrice 

Liesbeth Verhagen en 

Patrick De Preter Vrij CLB Haacht 

Lauwereys Eric Vrije Basisschool Rijmenam-Centrum directeur 

V D Wijngaerd Marijke Balou kinderopvang 

Keldermans Inge 

CLB Vrij Onderwijs - Het Kompas 

Verheyden Anja 

Gezinsbond 

Van Den Broeck Diana Zelfstandige onthaalouder 

Verschoren Marina Zelfstandige onthaalouder 

Van Looy Annemie Studente 

Ann Rampelbergh Studente 

Frans Ivo 

Wijkwerking politie 

Roggemans Paul 

Wijkcoördinator politie 

Fieuws Erika 

Justitiehuis Mechelen 

Antenne Mechelen Vertrouwenscentrum Kindermishandeling 

Noëz Alain verantwoordelijke speelpleinwerking SG Mechelen 

Verswijfel Michiel JOC Dirksen 

Van Dycke Johan 

Sportdienst Bonheiden 

Hilde Schueremans Voorzitter OCMW Bonheiden 

Baeyens Bea 

Maatschappelijk werker OCMW Bonheiden 

Bueds Marleen 

Diensthoofd sociale dienst OCMW Bonheiden 

Bex Marcella 

Coördinator LSB OCMW Bonheiden 

2. SENIOREN 

Verslaggeving: Marc Eeckeleers en Marleen Moeyersons 

Mergaerts Patricia Werkgroep thuisverzorgers vzw mantelzorger 

Decroos Greet 

TOM thuiszorgoverleg Mechelen coördinator 

thuiszorgcentrum 

Willemse Louis CM Bonheiden kantoorverantwoordelijke 

Verschueren Sandra cultuurraad assistent cultuurcoördinator 

Vernimmen Sabine De Voorzorg sectorverantw. Dienst thuishulp 

Eeckeleers Marc Den Olm verslaggeving 

Froyen Jos Den Olm directeur ouderzorg 

Liekens Sabine Familiehulp maatschappelijke assistente 

Van Der Plas Luc gemeente communicatieambtenaar 

Jacobs Mady 

Liberale Mutualiteit 

De Kunst Daisy 

OTV Vaartland 

Claes Eddy schepen /seniorenraad schepen van cultuur 

De Weerdt Luc 

Afgevaardigde Gemeenteraad Bonheiden 

50


Sowel 

Sowel diensten voor gezinszorg 

Ghekiere Hendrik Ter Bleuk verantwoordelijke 

Nauwelaerts Ann Thuiszorgoverleg VZW 

Luyten Lut 

Vlaams neutraal ziekenfonds 

Deleu Marc ziekenzorg CM Mechelen diensthoofd 

Guldentops Ivo 

Zonneweelde algemeen directeur 

De Kock Myriam 


Van Der Aa Renild voorzitster ziekenzorgkern Bonheiden 

Pauwels Frans 

Eksterveld directeur 

Verbeeck Willy 

Voorzitter van Gemeentelijke Raad voor Senioren 

Verdoodt Francis cultuurraad voorzitter 

De Weerdt Luc 

Raadslid 

Geivaerts Marcel Voorzitter S-plus Bonheiden 

V D Auwera Dominique Ziekenzorg 

Meysmans Gerda 

Verdoodt Francis Cultuurraad 

De Haes Monica 

Okra trefpunt Bonheiden 

Verschueren Yvonne Gebruiker LDC 

Van Looy Amelie 

Gebruiker LDC 

Wouters Leontine Gebruiker LDC 

Daems Kristel 

Maatschappelijk werkster OCMW Bonheiden 

Bueds Marleen 


Bex Marcella 


3. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING 

Verslaggeving: Marc Holvoet en Marleen Moeyersons 

De Dapper Frans 

Sportraad 

Buts Chris 

Meysmans Gerda 

Van Autenboer Geert ABVV secretaris 

Janssens Danny 

ACLVB secretaris 

Holsters Pieter 

Afgevaardigde ACV 

Heylen Marc 

Bibliothecaris Bonheiden 

De Breuker Ingrid Cluster OCMW Putte 

Selderslagh Luc Duffelse Volkswoning directeur 

Koninckx Heidi 

Ontslagmanager Imeldaziekenhuis 

Geens Jan 

Kleine Landeigendom directeur 

Bastiaans Kathleen PWA Bonheiden coördinator 

Vastmans Nathalie SVK Bodukam coördinator 

Rey Rudy Technische Dienst Bonheiden diensthoofd 

Van Craen Evi VDAB Mechelen vestigingsverantwoordelijke 

Werkwinkel 

Geys Leen Prisma coördinator 

Corvers Patrick RVA directeur 

51


Maes Barbara 

Cultuurbeleidscoördinator 

De Weerdt Luc 

Raadslid Bonheiden 

De Dapper Frans Sportraad voorzitter 

Van Looy Mieke 

Studente 

Rampelbergh Ann Studente 

Van Der Plas Luc 

Communicatieambtenaar 

Stephani Julien 

Schepen 

Verschooten Leo 

Schepen 

Thirion Jan 

Schepen 

Schueremans Hilde Voorzitter OCMW-raad 

Bral Jan 


Bueds Marleen 


Bex Marcella 


4. .JEUGDVERENIGINGEN 

Verslaggever: Moeyersons Marleen 

Vertommen Jeroen 

Dehert Anneke 

Huyghe Garance 

Sol Silke 

Vleminckx Wout 

Geeraerts Stephanie 

Pelgrims Saartje 

Vanhaeren Pieter 

Bex Marcella 

JOC Dirksen 

Chiro aksent 

Chiro Owaze 

Chiro Owaze 

Chiro St Elooi 

Chiro St Maarten 

Chiro St Maarten 

Scouts SGV St Paulus 

Coördinator LSB 

5. THUISVERPLEGING EN MANTELZORG 

Verslaggever: Moeyersons Marleen 

Werkgroep Thuisverzorgers 

Rijmenams Marie Christine Diensten gezinshulp 

Palliatieve netwerken 

Van Seuningen Mieke 

Thuisverpleging GMV 

De Raedt Mieke 

Vitalis verpleging 

Rits Bart 

Vitalis 

Vlaeyen An 

Vitalis verpleging 

Thielemans Griet 

Vitalis BVBA verpleging 

Briers Geert Wit-Gele Kruis regioverantwoordelijke 

Peeters Monique Wit-Gele Kruis hoofdverpleegkundige 

Bueds Marleen 


Bex Marcella 


52


Hoofdstuk 6: Sectorale planverplichtingen 

Lokaal Beleidsplan Kinderopvang 

Bonheiden december 2007 

Inleiding 

De gemeente Bonheiden startte met het Lokaal Overleg kinderopvang in juni 2004. 

Een eerste beleidsplan kinderopvang werd in januari 2006 door de gemeenteraad 

goedgekeurd en gunstig geadviseerd door Kind en Gezin op 16 maart 2006. 

Met het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid 

kinderopvang wordt er een andere manier van werken vooropgesteld. Het is niet meer 

het Lokaal Overleg dat het beleidsplan moet schrijven maar het is de gemeente. Het 

Lokaal Overleg krijgt een andere taak. Het wordt omgevormd tot een volwaardig, 

gemeentelijk adviesorgaan met als voornaamste taak het adviseren van het gemeentelijk 

beleid betreffende kinderopvang. 

Het beleidsplan moet voortaan ook geïntegreerd worden in het lokaal sociaal beleidsplan. 

Het decreet van 19 maart 2004 houdende het lokaal sociaal beleid legt het OCMW en de 

gemeente op om een gezamenlijk Lokaal Sociaal Beleidsplan op te maken. 

Het nieuw lokaal sociaal beleidsplan moet voor einde december 2007 aan de 

gemeenteraad worden voorgelegd met inbegrip van het geactualiseerde lokaal beleidsplan 

kinderopvang. 

Het beleidsplan kinderopvang zal nog een belangrijk onderdeel vormen van het lokaal 

sociaal beleidsplan om het gemeentelijk kinderopvangbeleid kwalitatief en kwantitatief 

verder uit te bouwen. 

53


Inhoudstafel 

1. De gemeentelijke raad voor kinderopvang (Lokaal Overleg) 

1.1. Samenstelling 

1.1.1. Leden 

1.1.2. Voorzitter 

1.1.3. Ondervoorzitter 

1.1.4. Secretaris 

1.1.5. Penningmeester 

1.2. Werking 

2. Demografische gegevens 

2.1. Bestuur 

2.2. Algemene gegevens 

2.3. Geografische indeling 

3. Kwantitatieve beschrijving van voorzieningen die een opvangfunctie vervullen 

3.1. Voor- en naschoolse opvang 

3.1.1. Het gemeentelijk reglement houdende de organisatie en inrichting van het 

ochtend-, woensdagmiddag-, en avondtoezicht en –begeleiding. 

3.1.2. Scholen 

3.1.3. Dienst Opvanggezinnen 

3.1.4. Zelfstandige onthaalouders 

3.1.5. Zelfstandige kinderdagverblijven 

3.1.6. Opvang aan huis 

3.2. Vrijetijdsaanbod 

3.3. Opvang zieke kinderen 

3.4. Samengevat 

4. Beoordeling van de kwaliteit van het opvangaanbod 

5. Onderzoek kinderopvang – omschrijving van de knelpunten 

6. Visie op gemeentelijke kinderopvang 

7. Operationele doelstellingen en acties. 

8. Advies Lokaal Overleg Kinderopvang betreffende het beleidsplan kinderopvang 

9. Planning verdere werking van de gemeentelijke raad voor kinderopvang (Lokaal 

Overleg) 

54


1. De gemeentelijke raad voor kinderopvang 

1.1 Samenstelling 

1.1.1 Leden 

• Voorzitter 

Miranda Rombouts, oudercomité Sinte-Mariaschool 

• afgevaardigden van het gemeentebestuur 

Eric Duchesne, burgemeester 

Steven Morrens, schepen van Jeugd en kinderopvang 

Jan De Wever, gemeenteraadslid 

• afgevaardigde van het OCMW-bestuur 

Hilde Schueremans, voorzitster 

Willy Heivers, secretaris 

Philippe Petri, raadslid 

• een afgevaardigde van het organiserend bestuur van elke dienst voor 

opvanggezinnen en elk kinderdagverblijf in de gemeente 

• een afgevaardigde van de zelfstandige onthaalouders 

• een afgevaardigde van de zelfstandige opvanginstellingen 

• een afgevaardigde van het organiserend bestuur of de directie van elke basisschool 

in de gemeente 

Piet Wauters, directie gemeenteschool Bonheiden 

Luc Van Dyck, directie gemeenschapsschool Klim Op 

Liliane Roofthooft, directie gemeentelijke autonome kleuterschool ’t Kranske 

Peter Nauwelaerts, directie vrije basisschool Sinte-Maria 

Eric Lauwereys, directie vrije basisschool Rijmenam 

• een afgevaardigde van het plaatselijk jeugdwerk 

Silke Sol, jeugdraad 

• een afgevaardigde van de gemeentelijke jeugddienst 

Bart Pelgrims, jeugdconsulent 

• een afgevaardigde van de speelpleinwerkingen 

een vertegenwoordiging van de ouders 

• een afgevaardigde van de sportdienst 

Johan Van Dijcke, sportfunctionaris 

• een afgevaardigde van de cultuurdienst 

Barbara Maes, cultuurbeleidscoördinator 

• een afgevaardigde van het Imeldaziekenhuis 

Wendy Nys, personeelsdienst Imeldaziekenhuis 

• een afgevaardigde van het consultatiebureau van vzw Kind en Preventie 

Evelyne Van den Eynden 

• een afgevaardigde van de mutualiteit 

• een afgevaardigde van Kind en Gezin (niet stemgerechtigd) 

Els Wijnendaele, PV-loko 

55


1.1.2 Voorzitter 

Miranda Rombouts werd door de gemeentelijke raad voor kinderopvang 

voorgedragen en aanvaard als voorzitter. 

De voorzitter 

- roept de raad voor de kinderopvang bijeen en stelt de agenda vast; 

samen met het Dagelijks Bestuur bereidt hij de Algemene Vergadering voor 

- zit de vergaderingen van de raad voor de kinderopvang voor; opent en sluit 

de vergadering en kan ze schorsen 

- geeft bij het begin van de vergadering van de raad voor de kinderopvang 

kennis van de tot de raad voor de kinderopvang gerichte verzoeken; doet 

alle mededelingen die de raad aanbelangen en deelt mee welke leden zich 

verontschuldigen 

- opent de inkomende briefwisseling en zorgt ervoor, dat daaraan het nodige 

gevolg wordt gegeven 

- ondertekent alle briefwisseling namens de raad voor de kinderopvang 

- brengt de besluiten, adviezen en het goedgekeurde verslag van de raad voor 

de kinderopvang schriftelijk ter kennis van het college van burgemeester en 

schepenen. 

1.1.3 Ondervoorzitter 

Bij het opstellen van dit plan werd nog geen ondervoorzitter gevonden. 

De ondervoorzitter 

- vervangt de voorzitter bij ontstentenis of verhindering van de voorzitter. 

1.1.4 Secretaris 

Bart Pelgrims werd door de gemeentelijke raad voor kinderopvang voorgedragen 

en aanvaard als secretaris. 

De secretaris 

- maakt het verslag op van de vergadering van de raad voor de kinderopvang. 

1.1.5 Penningmeester 

Sigrid Hertogs werd door de gemeentelijke raad voor kinderopvang voorgedragen 

en aanvaard als penningmeester. 

De penningmeester 

- regelt de financiële aangelegenheden, waaronder beheer van de gelden van 

de raad voor de kinderopvang op een post- en/of bankrekening; uitbetaling 

van schuldeisers van de raad voor de kinderopvang en is aan de raad voor 

de kinderopvang verantwoording verschuldigd van de kastoestand 

- houdt te dien einde een kasregister bij dat ter inzage ligt van de leden van 

de raad voor de kinderopvang 

- deelt ieder jaar in de maand januari het college van burgemeester en 

schepenen mee voor welke uitgaven de gemeentelijke subsidie van het 

voorgaande jaar werd aangewend. 

56


1.2 Werking 

De statuten en het huishoudelijk reglement werden op 3 oktober 2007 door het lokaal 

overleg gunstig geadviseerd. 

De gemeenteraad van 31 oktober 2007 keurde de statuten en het huishoudelijk reglement 

voor de gemeentelijke raad voor kinderopvang goed en legde daarmee de basis voor de 

nieuwe werking van de adviesraad vast, overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse 

Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang. 

Als bijlagen worden de statuten en het huishoudelijk reglement gevoegd. 

57


2. Demografische gegevens 

2.1 Bestuur 

Na de installatie van de nieuw verkozen gemeenteraad van 1 januari 2007 is het 

bestuur samengesteld als volgt: 

Coalitie: BR met 9 zetels en CD&V met 7 zetels. 

Oppositie: Vlaams Belang met 3 zetels, Open-VLD met 2 zetels, Sp.a en Groen! met elk 1. 

De gemeenteraad ging akkoord om ook de voorzitter van het OCMW in de 

gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen op te nemen. 

In het college heeft de voorzitter van het OCMW stemrecht, in de gemeenteraad niet. 

Samen goed voor een bestuur van 23 + 1 raadsleden met 6 schepenen en 1 burgervader. 

De eerste schepen Steven Morrens heeft de bevoegdheid over Jeugd en kinderopvang, 

leefmilieu, middenstand, cultuur en toerisme. 

2.2 Algemene gegevens 

Bevolkingsgegevens (op datum van 31.12.2006). 

Mannen Vrouwen TOTAAL 

0 – 102 jaar 7.042 7.455 14.497 

Onder de 14.497 inwoners van Bonheiden – Rijmenam bevinden zich 257 inwoners 

met één van de 37 vreemde nationaliteiten. De Nederlanders vormen veruit de 

grootste groep met 136 bewoners. 

IN 2003 

Jongens 

Meisjes 

0 - 3 jaar 244 261 

4 - 7 jaar 306 281 

8 - 11 jaar 327 351 

12 - 16 jaar 492 434 

17 – 25 jaar 741 710 

TOTAAL 2.110 2.037 

De groep van 0 tot 25 jaar vertegenwoordigen 28,6% van de totale bevolking van onze 

gemeente. 

58


2.3 Geografische indeling 

Ligging. 

De gemeente Bonheiden ligt in het uiterste zuiden van de provincie Antwerpen. De stad 

Mechelen en de gemeenten Sint-Katelijne-Waver en Putte zijn Antwerpse buren. De 

gemeenten Keerbergen, Haacht en Boortmeerbeek zijn buurgemeenten uit Vlaams- 

Brabant. 

Bonheiden behoort tot het arrondissement Mechelen. Sinds de fusie van 1 januari 1977 

bestaat de fusiegemeente Bonheiden uit twee deelgemeenten : Bonheiden en Rijmenam. 

Als we een luchtfoto van de gemeente nemen is daar veel groen op ingekleurd : van de 

totale oppervlakte, 2.926 ha58a is 66,7 ha voorzien voor recreatiegebied en ongeveer 

1.460 ha is waardevol landschap. Dat is meer dan 1/3 van de totale oppervlakte. De 

gemeente wordt ook gekenmerkt door de vele residentiële woonwijken die zich hebben 

ingeplant tussen de plaatselijke vegetatie van naaldbomen. 

Woongebied: 900,7 ha 

Industriegebied: 44,3 ha 

Recreatiegebied: 66,7 ha 

Beschermde en landschappelijke waardevolle gebieden: ongeveer 1.460 ha 

Woonkernen. 

De gemeente omvat 2 centrumwoonkernen zijnde Bonheiden-centrum en Rijmenamcentrum 

en 2 kleinere woonkernen zijnde wijk Putsesteenweg (behorende tot Bonheiden) 

en wijk Mart (behorende tot Rijmenam). 

De woonkernen zijn verbonden door verschillende residentiële of sociale verkavelingen. 

Openbaar vervoer (buslijn Mechelen-Aarschot) verbindt Bonheiden-centrum en 

Rijmenam-centrum. De lijn Mechelen-Heist op de Berg doet de wijk Putsesteenweg aan 

en nog een andere buslijn zorgt er voor dat de wijk Mart verbonden wordt met enerzijds 

Rijmenam-centrum en anderzijds met Putte. Tevens werd de lijn met nummer 04, vroeger 

eindigend in Muizen dorp, doorgetrokken tot het Imeldaziekenhuis. 

Bonheiden-centrum en wijk Putsesteenweg worden gescheiden door het domein Zellaer 

dat deel uitmaakt van het natuurbeschermingsgebied «Bruinbeekvallei». 

Bonheiden-centrum en Rijmenam-centrum wordt langs de zuid-westzijde gescheiden door 

het natuurgebeid «Cassenbroek». 

De Noord-zuidzijde van Bonheiden grenst aan het natuurgebied «Mechelsbroek». 

Rijmenam-centrum en wijk Mart worden gescheiden door de verkeersas Mechelen- 

Keerbergen en verbonden door hoofdzakelijk residentiële bebouwing in een beboste 

streek en steeds zeldzamer wordende landbouwbedrijven. Stilaan vindt de wijk Mart 

aansluiting bij Rijmenam-centrum daar er veel gebouwd wordt en een hele verkaveling 

haar plaats heeft ingenomen. Langs de noord-oostzijde gaat de wijk Mart over in het 

landbouwgebied dat grenst aan O.-L.-Vrouw Waver en Putte. 

59


SOCIAAL-ECONOMISCH 

Bonheiden neemt een bescheiden plaats in binnen het arrondissement Mechelen en is qua 

bevolkingsaantal de derde kleinste gemeente net voor Berlaar en Sint-Amands. 

Maar financieel is het heel anders gesteld. Het gemiddelde inkomen per aangifte bedraagt 

30.228 euro, en dat is ruim boven het gemiddelde van het arrondissement Mechelen 

( 24.894 euro ) en dat van de provincie Antwerpen ( 24.150 euro ). Bonheiden behoort 

tot het lijstje van de rijkste gemeenten van België ( 9 de plaats ). De SIF-criteria van 2001 

bevestigen de status van Bonheiden als rijke gemeente : amper 0,41 % van de kinderen 

wordt geboren in kansarme gezinnen, amper 0,17 % bestaansminimumtrekkers, amper 

0,16 % sociale huurappartementen, er zijn geen organisaties werkzaam voor 

maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren. 

De gemeente is niet rijk aan industrie en telt steeds minder land- en tuinbouwers. 

Ongeveer 374,53 ha wordt gebruikt voor land- en tuinbouw. Tuinbouw is zeer beperkt in 

tegenstelling tot de buurgemeenten ( Sint Katelijne Waver en Putte ). 

Bonheiden en Rijmenam zijn vooral een woonplaats geworden voor beroepsactieve 

mensen die in Brussel en Antwerpen werken. De nabijheid van Mechelen en haar rol als 

uitvalbasis 

( goede aansluiting met E17 en E40 ) spelen hierin mee. Het Imelda ziekenhuis is de 

grootse werkgever in de gemeente. 

Bonheiden vervult - met uitzondering van het ziekenhuis - geen echte centrumfunctie ten 

aanzien van omliggende gemeenten. De gemeente telt enkel kleuter- en lager onderwijs. 

60


3. Kwantitatieve beschrijving van voorzieningen die een (buitenschoolse) 

opvangfunctie vervullen 

3.1 Voor- en naschoolse opvang 

3.1.1 Het gemeentelijk reglement houdende de organisatie en inrichting van 

het ochtend-, woensdagmiddag-, en avondtoezicht en –begeleiding. 

Sinds 1991 bestaat in onze gemeente een reglement dat de voor- en naopvang in de 

scholen regelt. 

In alle scholen was er 1u ochtendtoezicht, middagtoezicht en 2u avondtoezicht. Voor de 

lagere gemeenteschool werd personeel aangesteld. Het was een combinatie van 

contractanten en mensen van het pwa. Aan de andere scholen op het grondgebeid van de 

gemeente werd via het ‘sociaal voordeel’ een subsidie toegekend. Met deze subsidie 

waren de scholen in staat om personeel aan te stellen. 

De gemeenteraad van 27 september 2006 besliste om het bestaande reglement uit te 

breiden door meer personeel in te zetten waardoor de kwaliteit van de voor- en 

naschoolse kinderopvang verder kan verbeteren. 

Grootste verandering is dat de gemeente (jeugddienst) voortaan de organisatie van het 

ochtend-, woensdagmiddag-, en avondtoezicht op zich neemt. Het personeel dat daarvoor 

voor de school zelf werkte, kreeg een contract van de gemeente (202u/w). 

Enkel het middagtoezicht, uitgezonderd op woensdag, blijft via het ‘sociaal voordeel’ 

geregeld. 

De scholen krijgen voor het avondtoezicht meer personeel ter beschikking wat zich zal 

vertalen in een opsplitsing van de kinderen in 2 (of 3) groepen. 

Voor de lagere schoolkinderen wordt de mogelijkheid gecreëerd om een opsplitsing te 

maken tussen toezicht op het huiswerk en spelbegeleiding. 

De kleuters kunnen apart blijven spelen. 

Vanaf 17 uur is het vaak voldoende dat één persoon wordt ingezet voor het 

avondtoezicht van lagere schoolkinderen en/of kleuters. 

Op woensdagmiddag wordt er voortaan ook één uur naopvang georganiseerd. Sommige 

scholen deden dit al in eigen beheer maar voortaan neemt de gemeente deze kost over. 

Er wordt voortaan geen ouderbijdrage meer voor de opvang gevraagd. 

3.1.2 Scholen 

Gesubsidieerde Vrije Basisschool 

Kloosterstraat 14, 2820 Rijmenam 

Bleukstraat 33, 2820 Rijmenam 

Tel. 015/51 42 95 

e-mail: directie@basisschool-rijmenam.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Eric Lauwereys, schoolhoofd 

Aantal leerlingen 

- kleuters: 98 (72 + 26) 

- lagere school: 203 (147 + 56) 

61


voorschoolse opvang 

openingsuren aantal gebruikers prijs 

7u35 – 8u35 loopt op tot 50 à 100 gratis 

naschoolse opvang 


16u15 – 18u15 van 50 naar 1 à 2 gratis 

Praktijk : 18u 

Vrijdags vanaf 15u15 van 50 naar 1 à 2 gratis 

woensdagnamiddag 


11.50u – 12.50u van 30 naar 1 à 2 gratis 

Organisatie: 

• openingsperiodes: voor- en naopvang tijdens schooldagen, niet op 

woensdagnamiddag (na 13u) of vakantiedagen 

• personeelsbezetting: 3 contractanten in Rijmenam dorp, 2 op de mart. 

• infrastructuur: kleuterrefter met grote en kleine tafels en een speelplaats, speelveld, 

speeltuigen 

• aangeboden activiteiten: vrij initiatief van de kinderen 

• maaltijden: een drankje kan mits betaling 

Gemeentelijke autonome kleuterschool ‘t Kranske 

Dorp 112, 2820 Rijmenam 

Tel. 015/51 22 61 

e-mail: directie@kranske.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Liliane Roofthooft, schoolhoofd 


- kleuters: 135 


Openingsuren aantal gebruikers prijs 

7u30 – 8u30 +/- 35 gratis 



16u – 18u +/- 40 gratis 



12u – 13u +/- 30 gratis 

Organisatie: 



62


• personeelsbezetting: 3 contractanten (inclusief middagtoezicht) 

• infrastructuur: klaslokaal, turnzaal, speelplaats 

• aangeboden activiteiten: sportactiviteiten, tekenen, boetseren, spel met 

constructiemateriaal, puzzels, enz. 

• maaltijden: kleuters brengen zelf drankje en vieruurtje mee 

Lagere Gemeenteschool Bonheiden 

Schommen 1, 2820 Rijmenam 

Tel. 015/51 26 38 

e-mail: piet.wauters@gebo.telenet.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Piet Wauters, schoolhoofd 


- lagere school: 283 



vanaf 7u30 50 gratis 



16u – 17u 

70-tal (varieert sterk naargelang gratis 

weersomstandigheden en periode 

17u – 18u sterke afname gratis 



12u – 13u 30 gratis 

Organisatie: 



• personeelsbezetting: 2 contractanten en 4 mensen van het pwa (inclusief 

middagtoezicht) 

• infrastructuur: refter, polyvalente zaal en de speelplaats 

• aangeboden activiteiten: mogelijkheid tot vrij spel of het werken aan huistaken 

• maaltijden: neen 

GEMEENSCHAPSSCHOOL KLIM OP 

Schoolstraat 10, 2820 Bonheiden 

Tel. 015/51 26 44 

e-mail: directie@bs-klimop.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Luc Van Dijk, schoolhoofd 




63




7u30 – 8u30 50 gratis 








Organisatie: 



• personeelsbezetting: 6 contractanten (waaronder 5 leerkrachten) 

infrastructuur: speelzalen, klaslokaal (huiswerkbegeleiding), (gedeeltelijk overdekte) 

speelplaatsen, speelweide 

• aangeboden activiteiten: huiswerkbegeleiding, binnenhuisspelen, speeltuigen, 

allerhande groepsspelen, individueel spel, zandbak, bibliotheek 

• maaltijden: kinderen brengen zelf koek en/of drankje mee 

Vrije Basisschool Sinte-Maria 

Zwarte Leeuwstraat 18 

2820 Bonheiden 

tel. 015/55 12 27 

email: sint-mariaschool@pandora.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Peter Nauwelaerts, schoolhoofd 






7u30 – 8u25 20 à 30 gratis 



16u – 18u 50 à 55 gratis 




Organisatie: 



64


• personeelsbezetting: 2 contractanten 

• infrastructuur: klaslokaal voor huiswerkbegeleiding, eetzaal voor spelactiviteiten, 

speelplaats met speeltoestellen 

• aangeboden activiteiten: huiswerkbegeleiding, spel, lezen 

• maaltijden: er wordt geen drankje of vieruurtje aangeboden 

3.1.3 Dienst Opvanggezinnen 

Dienst Opvanggezinnen OCMW 

Baxbos 15 – 17, 2820 Bonheiden 

Tel. 015/50 04 27 

e-mail: jan.bral@publilink.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Jan Bral 

Deze dienst wordt erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin. De dienst zorgt voor de 

plaatsing van kinderen in opvanggezinnen in Bonheiden en Rijmenam. 

Capaciteit: 17 onthaalgezinnen 

• 5 onthaalmoeders bieden enkel dagopvang (voor niet-schoolgaande kinderen) 

• 11 onthaalmoeders vangen baby’s en kleuters op tot 6 jaar (1 op 3 kinderen zijn 

kleuters). Sommige onthaalmoeders vangen ook kinderen op tot 12 jaar. 

• 1 onthaalmoeder biedt enkel buitenschoolse opvang aan (kinderen van 3 tot 12 

jaar), ook tijdens de schoolvakanties 

totaal aantal regelmatige gebruikers: ongeveer 90 kinderen 

Organisatie: 

• Elke onthaalmoeder mag 4 kinderen voltijds –of het equivalent daarvan opvangen, 

eigen kinderen beneden de 3 jaar meegerekend. Het maximum aantal aanwezige 

kinderen kan niet meer zijn dan 8, eigen kinderen beneden de 6 jaar meegerekend. 

• Openingsperiodes worden bepaald door het opvanggezin zelf (schommelend tussen 

6u ’s morgens en 19u ’s avonds). 

• Personeelsbezetting: er gelden geen speciale opleidingsvereisten – de 

onthaalouders volgen bij de start een basiscursus en worden permanent 

bijgeschoold in vormingsavonden (min. 4 per jaar) 

• Infrastructuur: de woning en de tuin van het opvanggezin met veilige 

slaapgelegenheid, aangepast spelmateriaal,… 

• Aangeboden activiteiten: alle voeding, verzorging, pedagogische activiteiten, 

mogelijkheid tot huiswerk maken en spelmateriaal allerhande 

• Maaltijden: ook de warme maaltijden worden verzorgd door het opvanggezin 

• Ouderbijdragen: deze bijdrage werd bij Ministerieel Besluit vastgesteld en is 

afhankelijk van het gezamenlijk belastbaar inkomen. De DOG regelt de betalingen. 

Opvangdienst Reddie-Teddy 

Nieuwe Beggaardenstraat 41, 2800 Mechelen 

Tel. 015/20 02 24 

e-mail: nancy.vertommen@socmut.be , gerd.croonen@socmut.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Nancy Vertommen en 

Gerd Croonen 

65


Deze dienst heeft opvanggezinnen in Mechelen, Bonheiden en St.Katelijne Waver. 

In Bonheiden zijn 2 onthaalgezinnen. 

Capaciteit: 2 onthaalgezinnen 

• er wordt zowel dagopvang als buitenschoolse opvang aangeboden 

totaal aantal regelmatige gebruikers: ongeveer 25 kinderen 

Organisatie: 

• Elke onthaalmoeder mag 4 kinderen voltijds –of het equivalent daarvan opvangen, 

eigen kinderen beneden de 3 jaar meegerekend. Het maximum aantal aanwezige 

kinderen kan niet meer zijn dan 8, eigen kinderen beneden de 6 jaar meegerekend. 

• Openingsperiodes worden bepaald door het opvanggezin zelf (schommelend tussen 

6u ’s morgens en 19u ’s avonds). 

• Personeelsbezetting: er zijn geen speciale opleidingsvereisten. De onthaalouders 

volgen tijdens hun eerste jaar een startopleiding en worden verder bijgeschoold via 

vormingsavonden (minimum 4 per jaar) 

• Infrastructuur: de woning en de tuin van het opvanggezin aangepast aan de 

geldende veiligheidsnormen 

• Aangeboden activiteiten: pedagogisch verantwoorde en ontwikkelingsstimulerende 

activiteiten aangepast aan de leeftijd 

• Maaltijden: de maaltijden worden verzorgd door de onthaalouder 

• Ouderbijdragen: deze bijdrage werd bij Ministerieel besluit vastgesteld en is 

afhankelijk van het gezamenlijk belastbaar inkomen. De opvangdienst regelt de 

betalingen. 

3.1.4 Zelfstandige onthaalouders 

Mevrouw Marina Verschoren 

Hondshoek 31, 2820 Bonheiden 

Tel. 015/51 12 71 

e-mail: devos.rik@skynet.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Marina Verschoren 

Organisatie: 

• onthaalgezin onder toezicht van Kind en Gezin 

• er wordt dagopvang aangeboden (niet-schoolgaande kinderen) 

• opvang voor schoolgaande kinderen 

• opvang in gezin 

• ook bereid om kinderen op te vangen die specifieke zorgen nodig hebben 

• capaciteit: 7 voltijdse kinderen 

• openingsuren: 7u – 17u30 , niet geopend op woensdag 

• ouderbijdrage: 17 euro per dag, 12 euro voor een halve dag 

• personeelsbezetting: 1 onthaalmoeder 

• infrastructuur: eigen woning 

• aangeboden activiteiten: spelmateriaal allerhande 

• maaltijden: 

66


3.1.5 Zelfstandige kinderdagverblijven 

Kinderdagverblijf Kribbe’l-Krabbel 

Mevrouw Ilse Cleirbaut 

Kapelweg 17, 2820 Bonheiden 

Tel. 015/55 56 54 

e-mail: jeroen.lauwers1@telenet.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Ilse Cleirbaut 

Organisatie: 

• zelfstandig kinderdagverblijf onder toezicht van Kind en Gezin, kostenvergoeding 

van Kind en Gezin voor gedeelte dagopvang 

• naast het aanbod dagopvang organiseert Kribbe’l-Krabbel ook buitenschoolse 

opvang 

• capaciteit: dagopvang (tot 3 jaar): 19 kinderen, 35 kinderen ingeschreven 

voorziening buitenschoolse opvang: 35 kinderen 

• openingsuren: 7u – 18u30, altijd open 

• ouderbijdrage: 21,5 euro per dag, 12 euro voor een halve dag, 

19 euro voor de buitenschoolse opvang, op vakantiedagen is de dagprijs 21,5 euro 

• personeelsbezetting: 5 kinderverzorgsters en enkele stagiaires 

• infrastructuur: zeer huiselijk, kleinschalig 

• aangeboden activiteiten: hoekenwerk en allerhande spelmateriaal, activiteiten 

tijdens de vakanties 

• maaltijden: mogelijkheid voor ontbijt, warme maaltijd (ook voor kinderen in 

buitenschoolse opvang) 

Kinderdagverblijf De Rakkertjes 

Mevrouw Annick Brems 

Putsesteenweg 7, 2820 Bonheiden 

Tel. 015/55 94 19 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : 

Organisatie: 

• minicrèche onder toezicht van Kind en Gezin, kostenvergoeding van Kind en Gezin 

• er wordt enkel dagopvang aangeboden (niet-schoolgaande kinderen) 

• capaciteit: 19 kinderen (gemiddeld 13 aanwezig) 

de meeste kinderen komen uit Mechelen en St.Katelijne Waver 

• openingsuren: 7u30 – 18u, sluiting 4 weken tijdens grote vakantie en tussen Kerst 

en Nieuwjaar 

• ouderbijdrage: net geen 18 euro per dag 

• personeelsbezetting: 3 personen, waarvan 1 kinderverzorgster 



• maaltijden: warme maaltijd 

Kinderdagverblijf Balou 

Mevrouw Marijke Vanden Wijngaerd 

Waversesteenweg 42, 2820 Bonheiden 

Tel. 015/34 48 04 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : 

67


Organisatie: 


• er wordt dagopvang aangeboden (niet-schoolgaande kinderen) 

• ook schoolgaande kinderen 

• opvang in groep 

• capaciteit: 12 kinderen voltijds (25 verschillende kinderen ingeschreven) 

• openingsuren: 7u – 18u, sluiting 3 weken tijdens grote vakantie en tussen Kerst en 

Nieuwjaar 

• ook bereid om kinderen op te vangen die specifieke zorgen nodig hebben 

• ouderbijdrage: 20 euro per dag, ook voor de vakantieopvang van kleuters 

• personeelsbezetting: 



• maaltijden: 

• vervoer van en naar de school wordt geregeld 

Minicrèche Jannekemaan 

De heer en mevrouw Michiel en Heidi Schelfhout 

Hoogstraat 7, 2820 Bonheiden/Rijmenam 

Tel. 015/41 12 58 

e-mail: minicreche_jannekemaan@hotmail.com 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Heidi en Michiel Schelfhout 

Organisatie: 


• er wordt enkel dagopvang aangeboden (0-3 jaar) 

• capaciteit: 17 kindjes 

• openingsuren: van 7u tot 18u 

• ouderbijdrage: 20 euro per dag, 15 euro per halve dag (minder dan 5 uur) 

• personeelsbezetting: broer en zus, geen specifiek diploma 

• infrastructuur: de opvang wordt georganiseerd in een apart gebouw dat speciaal 

met dit doel gerenoveerd en ingericht werd 

• aangeboden activiteiten: allerhande spelactiviteiten aangepast aan de leeftijd van de 

kinderen 

• maaltijden: worden ter plaatse en vers bereid 

3.1.6 Opvang aan huis 

Kinderoppasdienst Gezinsbond 

Afdeling Bonheiden 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Anja Verheyden 

anja.verheyden@skynet.be 

Afdeling Rijmenam 

contactpersonen gemeentelijke raad voor kinderopvang:Georgette Verstraeten en 

Eve Van Daele 

georgette.verstraeten@telenet.be 

68


De kinderoppasdienst van de Gezinsbond biedt tegen betaling kinderopvang aan huis aan. 

De oppas gebeurt door studenten die minstens 16 jaar zijn. 

De oppas wordt meestal ’s avonds aangeboden, soms ook overdag tijdens de 

vakantieperiodes. 

Nationaal en gewestelijk is er een vormingsaanbod voor de babysitters. 

Babysitdienst Reddie-Teddy 

De babysitdienst Reddie-Teddy biedt tegen betaling kinderopvang aan huis aan. De 

babysitters zijn meestal studerende jongeren. De dienst voorziet enkel occasionele 

opvang. De babysitdienst is geen alternatief voor buitenschoolse opvang. 

Zowel leden van de Voorzorg als niet leden kunnen gebruik maken van de babysitdienst. 

Voor leden is de service gratis. Niet-leden betalen een jaarlijks lidgeld van 12 euro. 

Info en aanvragen : 0800 92 396 

e-mail: babysit.304@reddie-teddy.be 

Babysitdienst liberale mutualiteiten 

De liberale mutualiteiten bieden in samenwerking met Sowel vzw een babysitdienst aan. 

Sowel vzw, arr. Mechelen –Lier 

Fr. De Merodestraat 76, 2800 Mechelen 

Tel. 015/20 66 90 

69


3.2 Vrijetijdsaanbod 

Speelpleinwerking Weyneshof vzw 

Weynesbaan 126 

2820 Bonheiden/Rijmenam 

tel. 015/34 80 42 

email: alain.noez@speelplein.net 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Alain Noëz 

Organisatie: 

• de opvang gebeurt in het Weyneshof in Rijmenam 

• de speelpleinwerking is toegankelijk voor kinderen van 4 tot en met 14 jaar 

• openingstijden: 6 weken tijdens de zomervakantie 

• de prijs bedraagt 9,5 euro per dag per kind (afhankelijk van de periode waarvoor 

men inschrijft, gezinskorting,..) 

• voor- en naopvang van de speelpleinwerking gebeurt in samenwerking met de 

buitenschoolse kinderopvang Stekelbees van Mechelen 

• Begeleiding: monitoren (op vrijwillige basis) 

Het aantal kinderen dat deelneemt aan deze speelpleinwerking: 

jaar aantal speeldagen aantal kinderen 

2001 655 83 

2002 519 71 

2003 462 56 

2004 426 67 

2005 522 79 

2006 317 54 

2007 385 62 

Speelpleinwerking De toekomst vzw 

Muntstraat 3 

2800 Mechelen 

tel. 015/28 03 44 

email: rudy.vangeel@socmut.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Rudy Vangeel 

Organisatie: 

• de opvang gebeurt in home “Jef Verbert” in de Doornlaarstraat te Rijmenam 

• de speelpleinwerking is toegankelijk voor kinderen van 4 tot 14 jaar 

• openingstijden: paasvakantie (2 weken), zomervakantie (8 weken)voor kinderen van 

6 tot 12 jaar 

• de speelpleinwerking is geopend van 7u tot 19u: de activiteiten beginnen om 9u en 

duren tot 16u45 

• de speelpleinwerking krijgt subsidies van de verschillende gemeenten 

70


• men biedt ook geïntegreerde speelpleinwerking aan (voor fysiek en mentaal 

gehandicapten), 1 week in de paasvakantie en 2 weken tijdens de zomervakantie. 

Men organiseert ook daguitstappen voor gehandicapten op de woensdagen tijdens 

de schoolvakanties. 

• De prijs is minimum 3 euro per dag en maximum 10,25 euro per dag (afhankelijk 

van lidmaatschap, de behoefte aan vervoer, de periode waarvoor men inschrijft) 

• Begeleiding: 

Het aantal kinderen dat deelneemt aan deze speelpleinwerking: 

Jaar Speeldagen kinderen 

2001 669 78 

2002 663 41 

2003 699 52 

2004 746 49 

2005 560 42 

2006 496 36 

2007 472 34 

Jeugddienst 

Waversesteenweg 13 


tel. 015 50 28 10 

email: jeugddienst@bonheiden.be grabbelpas@bonheiden.be swap@bonheiden.be 

contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Bart Pelgrims 

Organisatie: 

• Grabbelpas: voor kinderen van 8 tot 11 jaar. Met de grabbelpas kunnen kinderen 

tijdens de vakantie deelnemen aan allerlei activiteiten. De jeugddienst stelt het 

programma op samen met een werkgroep van kinderen zodat de activiteiten nauw 

aansluiten bij hun leefwereld. Daarnaast overlegt de jeugddienst met de sporten 

cultuurdienst zodat de activiteiten aanvullend zijn. Met de grabbelpas hebben 

kinderen ook allerlei kortingen op activiteiten tijdens het schooljaar (film, 

Nekker,…). 

Grabbelpas wordt tijdens de paas-, zomer-, en herfstvakantie georganiseerd. 

Prijs: afhankelijk van de activiteit 

Begeleiding: jobstudenten, aangevuld met vrijwilligers - monitorcursus (niet altijd) 

Deelnemers Grabbelpas 

Jaar Pasen Zomer Herfst 

2003 209 117 

2004 185 78 78 

2005 259 328 88 

2006 315 451 91 

2007 413 677 

71


• SWAP: voor tieners van 12 tot 16 jaar. In de paas-, zomer- en herfstvakantie 

organiseert de jeugddienst allerlei activiteiten voor tieners. Het programma wordt 

in overleg met de sporten cultuurdienst opgesteld zodat de activiteiten aanvullend 

zijn. 

Prijs: afhankelijk van de activiteit 

Begeleiding: jobstudenten, aangevuld met vrijwilligers - monitorcursus (niet altijd) 

Deelnemers Swap 

Pasen Zomer Herfst 

1999 145 

2000 109 143 

2001 171 216 72 

2002 126 403 79 

2003 179 354 110 

2004 84 263 128 

2005 134 305 81 

2006 170 280 92 

2007 241 288 

• Roefeldag: jaarlijks evenement, in samenwerking met gemeentebestuur, jeugdraad, 

cultuurdienst, sportdienst en technische dienst. 

De Roefeldag richt zich naar kinderen van 6 tot 14 jaar. 

Prijs: gratis 

Begeleiding: vrijwilligers - monitorcursus (niet altijd) 

• Sinds 6 november 2006 is de jeugddienst verantwoordelijk voor een groot deel van 

de buitenschoolse kinderopvang in de scholen, gelegen op het grondgebied van de 

gemeente. Het personeel dat vroeger met een contract verbonden was met de 

school, werd door de gemeente overgenomen. Dit komt neer op 202u per week 

aan opvang oftewel 5 FE + 12u. Het handelt hier over de organisatie van het 

ochtend-, woensdagmiddag-, en avondtoezicht. Het middagtoezicht op andere 

dagen, blijft onder de vleugels van elke school afzonderlijk. De gemeente 

subsidieert de scholen daarvoor. 

Sportdienst 

Gemeentelijke sportdienst – vzw Berentrode 

Grote Doelstraat 1b 


tel. 015 50 28 80 

email: sportdienst@bonheiden.be 

Contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Johan Van Dijcke 

Opvang aanbieden is uiteraard niet de hoofdopdracht van de sportdienst. Voor en na de 

sportkampen wordt wel beperkt opvang aangeboden door de monitoren. 

Organisatie: 

• Wekelijkse sportactiviteiten op zaterdagvoormiddag en woensdagnamiddag: 

kleuteraerobic(vanaf 4 jaar), sportspeeltuin (1 ste en 2 de leerjaar), sportacademie 

(3 de tot en met 6 de leerjaar) en sportspeeltuin voor kleuters vanaf 3 j. 

prijs: gemiddeld 2 euro per les (gezinskorting mogelijk) 

72


• 2 x 10 lessenreeks watergewenning en kleuterzwemmen op vrijdagavond. 

Deelnameprijs 30 euro. Korting leden gezinsbond. 

• 10 lessenreeksen Breakdance. Prijs: 2 euro per les – 15 euro voor reeks. 

• Wekelijks op maandag van 18 tot 19u. Jeugdvolleybal. Deelnameprijs: 2 euro per 

training – 25,50 voor de lessenreeks. Korting 2 de kind. 

• Sportkampen tijdens de schoolvakanties: 

de sportactiviteiten duren van 9u tot 16u, er wordt opvang voorzien van 8u tot 

uiterlijk 17u 

prijs: dagprijs (15 euro per dag) of totaalprijs (65 euro voor 5 dagen 

(gezinskorting mogelijk) 

• De begeleiding van de activiteiten gebeurt door bekwame monitoren 

Voor het volledige aanbod van de sportclubs in onze gemeente kan je terecht aan de 

balie van de sportdienst of op 

http://www.bonheiden.be/Sportverenigingen/918/default.aspx_vs=0_N&id=25 

Cultuurdienst 

Gemeenschapscentrum ’t Blikveld 

Waversesteenweg 11 


tel. 015/50 28 70 fax. 015/50 28 79 

e-mail: blikveld@bonheiden.be 

website : www.blikveld.be 

Contactpersoon gemeentelijke raad voor kinderopvang : Barbara Maes 

Als gemeenschapscentrum wordt er niet echt opvang georganiseerd voor kinderen. Men 

biedt wel een programmatie- en vormingsaanbod aan voor kinderen van verschillende 

leeftijden (overwegend tussen 4 en 12 jaar). 

De activiteiten worden door professionelen of door vrijwilligers met ervaring begeleid en 

vinden plaats in de eigen gebouwen, voornamelijk op woensdagnamiddag, op zaterdag en 

zondag of tijdens schoolvakanties. 

Een greep uit het aanbod dat per seizoen kan wijzigen : 

-familiefilms, sport/cultuurkamp, theaterkamp tijdens de schoolvakanties; 

-kookcursussen voor kinderen, verhalen vertellen voor kleuters, creatieve ateliers ( 6-12j 

); 

-familievoorstellingen op vrijdagavond of zondagnamiddag 

De familievoorstellingen worden vaak omkaderd met ludieke activiteiten voor kinderen. 

We willen hierbij opmerken dat het vrijetijdsaanbod van Bonheiden vele kinderen van 

naburige gemeenten aantrekt. 

Aanbod jeugddienst: 

Grabbelpas: varieert van 15% tot 20% 

Swap: varieert van 20% tot 40% 

Roefel : ongeveer 13% van de roefelaars is van buiten de gemeente 

Aanbod sportdienst: 

60% van de kinderen is van buiten de gemeente, voornamelijk Mechelen en St- Kat-Waver 

Aanbod cultuurdienst : 

Ook deze voorstellingen en activiteiten trekken vele kinderen van omliggende gemeenten 

aan: 40%. 

73


3.3 Opvang zieke kinderen 

Alle ziekenfondsen hebben een dienst thuisopvang zieke kinderen. 

Socialistische mutualiteiten 

◘ Thuisoppas zieke kinderen Reddie Teddy 

Je kind is ziek en je moet uit werken 

Een ervaren verzorgster van Reddie Teddy bezorgt je kind thuis een aangename 

herstelperiode zodat jij met een gerust hart uit werken kan. 

Oppas kost € 2,5 per uur. Leden van De VoorZorg ontvangen een tegemoetkoming van € 

1,5 per uur. 

Oppas is mogelijk voor kinderen tot 12 jaar op weekdagen tussen 7 en 21 uur. 

Aanvragen voor 20 uur ’s avonds op het nummer 015 27 03 55. 

e-mail: ziki.304@reddie-teddy.be 

◘ Thuisoppas voor kinderen met een handicap Reddie Teddy 

Je kind vraagt extra zorgen Je kan wel wat vrije tijd gebruiken. 

Een ervaren verzorgster van Reddie Teddy bezorgt je kind thuis een enkele aangename 

uurtjes, zodat jij er even tussenuit kan. 

Oppas kost € 2,5 per uur. Leden van De VoorZorg ontvangen een tegemoetkoming van € 

1,5 per uur. 

Oppas is mogelijk voor kinderen tot 21 jaar op weekdagen tussen 7 en 20 uur. 

Voor info en aanvragen : 015 27 03 55. 

e-mail: ziki.304@reddie-teddy.be 

Christelijke mutualiteiten 

De CM werkt voor deze dienstverlening samen met de erkende diensten 'Familiehulp' en 

de 'dienst Landelijke Thuiszorg'. 

Voorwaarden: 

- het zieke kind is ingeschreven als CM-lid 

- u kunt omwille van beroepswerkzaamheden uw ziek kind niet zelf oppassen 

- beschikken over een medisch attest (doktersbriefje) 

- de oppas duurt minimum 4 uur, maximum 5 werkdagen per ziekteperiode 

- alle werkdagen van 7u tot 20u, voor kinderen tot 14 jaar. 

- de opvang gebeurt door een team van gediplomeerde verzorgenden. 

- Prijs: 1,75 euro per uur per kind aanwezig in het huis. 

- Bel het telefoonnummer 015 21 58 94 (24 u/dag bereikbaar!) 

- Als u in de voormiddag belt (vòòr 12 uur) is de opvang mogelijk vanaf de 

eerstvolgende werkdag. Belt u na 12 uur, dan zal de opvang vanaf de tweede 

daaropvolgende werkdag ingaan. 

Eventuele wijzigingen of annulaties geeft u door vóór 16 uur (vrijdag 12 uur). 

74


Liberale mutualiteiten 

Voorwaarden: 

- uw kind kan wegens ziekte niet naar de school of opvang 

- beide ouders (of alleenstaande ouder) oefenen een beroepsactiviteit uit op het 

moment van de opvang 

- uw ziek kind mag niet ouder zijn dan 12 jaar 

- woonachtig zijn in de provincie Antwerpen 

- er zal u gevraagd worden ons een aantal attesten te bezorgen : doktersattest, 

ingevulde inschrijvingsfiche en attest kinderbijslagfonds 

- de oppas duurt maximum 3 werkdagen per ziekteperiode 

- Aanvragen die voor 12 uur op de dienst toekomen kunnen ingaan vanaf de 

volgende werkdag 

In samenwerking met de Liberale Mutualiteit organiseert SOWEL-Thuiszorg vzw een 

oppasdienst voor zieke kinderen. 

Algemeen nummer : 03 / 231.37.34 ( 24 u / 24 u ) 

Fax : 03 / 232.94.97 

info@gbh.lmpa.be 

Ervaren verzorgenden komen aan huis op het zieke kind passen. 

Prijs: Voor leden van de Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen die in regel zijn met hun 

mutualiteitsbijdragen en de nodige attesten bezorgen, is deze dienstverlening gratis. 

Voor niet-leden bedraagt de kostprijs € 6,25 / dag voor een opvang van minder dan 3 uur 

en € 11,5 / dag voor een opvang van 3 uur of meer. 

Vlaams Neutraal Ziekenfonds – Dienst thuisoppas zieke kinderen 

‘Kortjakje’ 

Voorwaarden: 

- lid zijn van het Vlaams Neutraal Ziekenfonds 

- beide ouders moeten werken of door overmacht getroffen worden 

- beschikken over een medisch attest 

- de oppas duurt maximum 5 werkdagen per ziekteperiode (max. 15 dagen per jaar) 

- er wordt geen oppas aangeboden tijdens het weekend en op feestdagen. 

- de opvang duurt minstens 7u en maximaal 10u per opvangdag (tussen 7u en 18u) 

en is er voor kinderen tot 12 jaar. 

- Prijs: 12,50 euro per dag. 

- doktersattest kind is noodzakelijk 

- voor meer info: 0800-62 009 

Onafhankelijk Ziekenfonds 

Voorwaarden: 

- kind is aangesloten bij het Onafhankelijk Ziekenfonds, bijdragen zijn betaald en de 

ouders (of de alleenstaande ouder) oefenen een beroep uit 

- de oppas duurt maximum 5 opeenvolgende dagen per ziekteperiode, maximum 12 

dagen per kalenderjaar, per kind 

- beschikken over een medisch attest 

- de oppas aan huis wordt door gekwalificeerde kinderverzorgsters gedaan. 

75


- opvang is bestemd voor kinderen tussen 3 maanden en 14 jaar. 

- tijdens het weekend en op feestdagen wordt geen oppas aangeboden, tenzij de 

ouders werken op zaterdag. 

- opvang duurt maximaal 10u per opvangdag tussen 8u en 19u. 

- de dienstverlening is gratis voor leden. 

3.4 Samengevat 

In deze samenvatting zetten we de mogelijkheden van opvang en vrijetijdsbesteding voor 

kinderen buiten de schooltijd op een rijtje. Om een duidelijk beeld te krijgen van de 

hiaten in het opvangaanbod vertrekken we van de verschillende opvangmomenten. 

Opvangmoment 

Voorschools / 

naschools 

scholen 

Aanbod 

POI Kribbe’l-Krabbel 

enkele onthaalouders 

Woensdagnamiddag sportactiviteiten (+ 4 j) 

cultuurdienst (+ 4 j) 



Snipperdagen 

Krokusvakantie 



sportkampen 



Paasvakantie 

grabbelpas (+ 8 j) en Swap 

speelpleinwerking Verbert (+ 4 j) 

sportkampen 



Zomervakantie 


speelpleinwerking Verbert (+ 4 j) 

speelpleinwerking Weyneshof (+4 j) 

sportkampen 

cultuurkampen 



76


Herfstvakantie 


sportkampen 



Kerstvakantie 

sportkampen 



Avondoppas aan 

huis 

Opvang zieke 

kinderen 

oppasdienst gezinsbond 

oppasdienst Reddie Teddy 

babysitdienst liberale mutualiteit 

mutualiteiten 

77


4. Beoordeling van de kwaliteit van het opvangaanbod 

Aan elke opvangvoorziening werd een vragenlijst bezorgd van Kind en Gezin. De 

vragenlijst is gebaseerd op de principes van het kwaliteitscharter buitenschoolse opvang. 

De vijf pijlers van het kwaliteitscharter komen terug in de vragenlijst: pedagogische 

werking, begeleiding, infrastructuur, veiligheid en gezondheid, participatie van ouders en 

kinderen. 

Via deze vragenlijsten hebben de bestaande aanbieders van opvang (of vrijetijdsactiviteiten) 

het eigen aanbod kunnen toetsen aan de vijf pijlers van het kwaliteitscharter. Er werd hen 

gevraagd zowel positieve als negatieve punten aan te geven. 

De vragenlijst en de antwoorden worden als bijlage toegevoegd. 

In het algemeen kunnen we stellen dat de verschillende voorzieningen de eigen werking 

positief beoordelen. Uiteraard heeft elke voorziening zijn eigen karakter, doelstellingen en 

accenten. Een voorziening die opvang aanbiedt op woensdagnamiddag of vakantiedagen zal 

andere accenten leggen in de werking en moet aan andere kwaliteitseisen voldoen (bijv. 

wat betreft infrastructuur of ouderparticipatie). De opvang die een onthaalmoeder biedt 

is anders dan de opvang in een kinderdagverblijf. 

We vinden het positief dat er een gevarieerd aanbod aan opvangen 

vrijetijdsvoorzieningen is in de gemeente. De kwaliteit van het huidige aanbod is goed. 

Het kinderdagverblijf Kribbe’l-Krabbel ziet, mits er financiële ondersteuning zou komen, 

vele mogelijkheden om het aanbod voor de kinderen nog te verbeteren. 

78


5. Onderzoek buitenschoolse opvang – omschrijving van de knelpunten 

◘ Bij het onderzoek in 2003-2004 is vertrokken vanuit het aanbod in de gemeente, en dit 

in de meest algemene zin. Dus niet alleen de officiële, maar ook de privé-initiatieven. 

Tevens werden alle organisatoren van randactiviteiten, die mogelijks kunnen bijdragen aan 

het opvangen van kinderen, bevraagd. 

Wat de schoolgaande kinderen betreft, werden de ouders bevraagd door middel van een 

enquête, die verspreid werd via alle scholen in onze gemeente. 

Er was een respons van 42%. Van de 1100 vragenlijsten kwamen er 467 ingevuld terug. 

Wij leren er o.a. het volgende uit : 

- Dat heel veel ouders bij hun kinderen kunnen zijn op uren dat het nodig is, m.a.w. 

niet voltijds werken en/of soepele uren hebben. 

- Dat +- 60 % van de ondervraagden gebruik maakt van voor en naschoolse 

bewaking. 

- Dat nog steeds veel grootouders en familieleden “inspringen”, hoewel dit cijfer in 

dalende lijn gaat. Slechts 11% kan nooit op iemand beroep doen. 

- Opvang van zieke kinderen: blijkt in 93 % van de gevallen geen probleem te zijn; bij 

de overige 7 % wel, maar vooral omdat men geen gebruik wil maken van de 

bestaande mogelijkheden. 

- Woensdagnamiddag: er wordt gebruik gemaakt van heel de waaier aan 

mogelijkheden, dikwijls gecombineerd. 

- Vakanties: ook hier een combinatie van de verschillende mogelijkheden. 

- Bij het zoeken naar opvang valt op dat er een grote vraag is naar meer informatie, 

en dat men het gevoel heeft dat er te weinig opvangmogelijkheden zijn, vooral voor 

kleuters en vooral op woensdagnamiddag. Ook de uren zijn nogal krap. Maar 

bovenal valt het op dat men meestal wel een oplossing heeft, maar om diverse 

redenen liever een andere en betere zou willen. Deze redenen zijn divers: te duur, 

te veel rijden, te veel organisatie, te belastend voor de 

kinderen/ouders/grootouders, men werkt deeltijds maar zou liever meer werken 

- Men benadrukt het belang van kwaliteitsvolle opvang, niet te ver weg, gemakkelijk 

toegankelijk en het flexibele karakter ervan. 

- Enkele suggesties: Een “pool” van jonggepensioneerden, die samen een aantal 

mogelijkheden op dit vlak uitbouwen. De zomervakantie opsplitsen. Centrale 

opvang: vb. een “Speelhuis”; knutseldagen. Een “oppas”-beurtrol van 4 of 5 

moeders (zo moet je als mama maar 1 maal per maand op een stuk of 5 kindjes 

passen) : hulp bij het organiseren ervan. Onthaalmoeders zoeken in de omgeving 

van de scholen…. 

◘ Uit onderzoek door het OCMW, uitgevoerd in 2007 blijkt nog steeds dat : 

- Er onvoldoende opvang in Bonheiden is. Vooral voor de 0 tot 6 jarigen is er een 

probleem en vooral tijdens de schoolvakanties en snipperdagen. 

- Niet iedereen de kans heeft om zijn uren af te stellen naar de opvang van de 

kinderen 

- Men zich ook de vraag moet stellen of alles wel door de gemeente of scholen dient 

opgelost te worden. Ouders kunnen vaak zelf veel oplossingen bieden, mits 

toegevingen naar zichzelf te doen. (bvb door apart verlof te nemen) 

79


Het aanbod 

Er zijn 2 erkende diensten voor opvanggezinnen die zo’n 20 erkende onthaalmoeders 

tellen, die elk volgens hun eigen geplogenheden kinderen opvangen, zowel dagopvang als 

buitenschoolse opvang. Er is 1 onthaalmoeder die uitsluitend buitenschoolse opvang 

verzorgt. De anderen vangen meestal ook wel kinderen naschools op, maar dan vooral die 

er als baby al opgevangen werden. Iedere klant betaalt naargelang zijn inkomen een 

bijdrage van minimum € 1,35 en maximum € 24,07 per dag (wordt jaarlijks geïndexeerd). 

De onthaalmoeders zijn allemaal +- volzet, en er is een beperkte wachtlijst voor mensen 

van Bonheiden. 

Er is 1 erkende zelfstandige onthaalmoeder. Ze heeft ook meer aanvragen dan ze kan 

aannemen. Ze vraagt 17 euro per dag. 

Er zijn 4 erkende kinderdagverblijven, allemaal privé-initiatieven, die een beperkte toelage 

krijgen van Kind en Gezin. Iedere klant betaalt hetzelfde tarief: ongeveer 19 € per dag. De 

kinderdagverblijven hebben allemaal wel meer aanvragen dan ze kunnen verwerken. Eén 

zelfstandig kinderdagverblijf (POI Kribbe’l- Krabbel) heeft grote financiële inspanningen 

gedaan om de, volgens haar noodzakelijke, buitenschoolse opvang te realiseren. De 

verantwoordelijke vraagt aan de gemeente om financieel bij te springen. 

Verder zijn er nog “onofficiële” onthaalmoeders, waarvan er ook 1 werd bevraagd, en zijn 

er de talloze grootouders die inspringen voor de opvang van hun kleinkinderen: volgens 

een onderzoek van Kind en Gezin zou zo’n 45 % van de grootouders wel eens aan opvang 

doen, waarvan meer dan de helft op regelmatige basis, nl. minstens 1 dag in de week. 

De 5 verschillende scholen bieden voor- en nabewaking aan van 7h30 tot 18h, op alle 

schooldagen en woensdagnamiddag tot ongeveer 13u. 

Tijdens de vakanties zijn er 2 speelpleinwerkingen actief , zijn er de sportvakanties van de 

gemeentelijke sportdienst, de Swappas en Grabbelpas van de gemeentelijke jeugddienst en 

de cultuurkampen (tijdens de zomer) van de gemeentelijke cultuurdienst. 

Alle mutualiteiten bieden uiteenlopende formules van vakantiekampen aan. 

Op woensdagnamiddag is er in Bonheiden het initiatief van de cultuurdienst en de 

activiteiten van vele sporten cultuurclubs. Dit creëert wel momenten van vrije tijd voor 

de ouders maar kan bezwaarlijk gezien worden als “buitenschoolse opvang”, dit 

hoofdzakelijk omdat de kinderen gebracht en gehaald moeten worden. 

Voor zieke kinderen bestaat er gespecialiseerde opvanghulp, meest via de mutualiteiten. 

80


De knelpunten 

◘ volgens de scholen: 

- de woensdagnamiddag wordt als problematisch ervaren door alle scholen. Voor een 

oplossing hiervan zitten zij niet op 1 lijn, wel vinden ze allen dat de eventuele 

woensdagnamiddagopvang anders opgevat zou moeten worden dan naschoolse bewaking. 

- voor de opvang van zieke kinderen stelt zich dikwijls het probleem dat de ouders niet 

bereikt kunnen worden: dit kan misschien organisatorisch opgelost worden. 

◘ volgens de onthaalmoeders en de kinderdagverblijven 

- de meeste onthaalmoeders zitten met het “gevoel” dat er te weinig adressen zijn; de 

kinderdagverblijven hebben wel allemaal hun wachtlijsten. 

- tijdens de vakanties zou er ook nog een probleem zijn, ondanks de veelheid van 

georganiseerde opvang. 

◘ volgens de ouders: 

- bij het zoeken naar opvang valt op dat er een grote vraag is naar meer informatie, en dat 

men het gevoel heeft dat er te weinig opvangmogelijkheden zijn, vooral voor kleuters en 

vooral op woensdagnamiddag. Ook de uren zijn nogal krap. Maar bovenal valt het op dat 

men meestal wel een oplossing heeft, maar om diverse redenen liever een andere en 

betere zou willen. Deze redenen zijn divers: te duur, te veel rijden, te veel organisatie, te 

belastend voor de kinderen/ouders/grootouders, men werkt deeltijds maar zou liever 

meer werken 

◘ volgens andere ondervraagden: 

- Kind en Preventie: ervaren dat veel jonge ouders niet weten waarheen – in Bonheiden 

zou volgens hen het aantal werkende moeders veel hoger liggen. 

- het Imeldaziekenhuis: constateerden een nood aan bijkomende kinderopvang, vooral 

buiten de gewone uren. Ze overwogen zelf een opvang te organiseren in Den Olm; maar 

zien veel praktische moeilijkheden. 

- de personeelsdienst van het Imeldaziekenhuis, de Gezinsbond en de Dienst 

Opvanggezinnen melden dat er nood is aan structurele thuisopvang. Mensen zijn op zoek 

naar “nanny’s” die de kinderen van school halen, helpen bij het huiswerk, het eten 

klaarmaken,… 

Diverse politieke partijen gaven hun standpunten en zienswijze weer. 

81


6. Visie op gemeentelijke kinderopvang 

Ziet de gemeente Bonheiden kinderopvang als een basisvoorziening 

Een prioriteit 

Is een sterk gezinsbeleid voeren een antwoord op de toenemende vergrijzing van onze inwoners 

en kunnen we daarmee de gemiddelde leeftijd van de inwoners verlagen 

Maakt kinderopvang een leefgemeenschap voor jonge gezinnen aantrekkelijker 

Willen we dat de kinderopvang – als speelplek voor de kinderen en als dienstverlening aan hun 

ouders – een volwaardig onderdeel is van onze leefgemeenschap 

Om een snelle instap in de arbeidsmarkt mogelijk te maken gaat meer en meer aandacht 

naar flexibele kinderopvang. Ouders met onregelmatige arbeidstijden willen gebruik 

kunnen maken van soepele en kwaliteitsvolle opvang. Kinderopvang ondersteunt het 

kunnen combineren van arbeid en gezin, want de wens of de nood te blijven werken, 

dwingt ouders ertoe om opvang voor het kind te regelen. 

Ouders hebben tegenwoordig de regie over de opvoeding van hun kinderen in handen. En 

hoewel het taboe op het uitbesteden van zorg verdwenen is, maakt nog steeds een deel 

van de ouders zich zorgen of het goed is hun kind naar een dagverblijf te brengen. 

Amerikaans onderzoek uit 1997 kon echter geen verschil vinden in veilige of onveilige 

hechting tussen kinderen die bij moeder thuisbleven of naar een kinderdagverblijf gingen. 

Uit een Europees waardenonderzoek blijkt dat 81% van de Vlamingen tussen 20 en 29 jaar 

aangeeft dat een werkende vrouw een even warme band en hechte relatie kan hebben met 

haar kinderen als een moeder die niet buitenshuis werkt. Ontwikkelingspsycholoog Elly 

Singer kwam tot gelijkaardige conclusies. Uit haar onderzoeken in kinderdagverblijven 

bleek dat kinderen die vrij spelen maar 15 procent van de tijd terugvallen op de 

opvoeders. De rest van de tijd zijn ze zelf aan het spelen of met elkaar in de weer. Singer 

is ervan overtuigd dat opvoeders vooral structuur moeten aanbrengen. Een goede 

structuur biedt veiligheid. 

Ook Marjan Riksen-Walraven, bijzonder hoogleraar in de kinderopvang aan de Universiteit 

van Amsterdam verklaart dat veiligheid het belangrijkste gevoel is dat je een klein kind als 

ouder, maar ook als opvoeder in een dagverblijf, kunt bieden. 

Vlaanderen 

Voormalig Vlaams minister Mieke Vogels reikte in haar beleidsnota (2000) waardevolle 

impulsen aan voor een lokaal gestuurde en kwalitatieve uitbouw van de kinderopvang. 

Het proces van het lokale overleg kinderopvang (nu : gemeentelijke raad voor 

kinderopvang) met een toenemende advies- en beslissingsbevoegdheid(1), een 

doorgedreven afstemming van het aanbod van de verschillende actoren (= 

meersporenbeleid)(2), prioritaire aandacht voor kwaliteit(3), het verder verankeren van 

het aanbod van de basisscholen in het opvanglandschap(4) en kinder- & 

ouderparticipatie(5) zijn de instrumenten die ze daarbij wilde hanteren. 

(1)De gemeentelijke raad voor kinderopvang brengt iedereen samen die begaan is met 

jonge kinderen en adviseert de gemeente in het voeren van een kinderopvangbeleid. De 

gemeentelijke raad voor de kinderopvang staat achter een beleid dat tot doel heeft het 

opvangaanbod zowel kwalitatief als kwantitatief op een hoger peil te brengen. 

Praktisch betekent dit dat het aanbod aan kinderopvang in de gemeente in kaart wordt 

gebracht, ouders worden geïnformeerd over de mogelijkheden, wordt gezocht naar 

oplossingen voor tekorten en de samenwerking tussen de actoren wordt bevorderd. 

82


(2)De functie kinderopvang, die in hoofde van de ouders wordt opgenomen door zowel de 

kinderopvangsector, het onderwijs, jeugd(werk)initiatieven, het sportaanbod enz. 

(=meersporenbeleid) moet niet vanuit de invalshoek van één actor bekeken worden, maar 

vanuit de leefsituatie van het kind. 

Doel is te komen tot een maximaal geïntegreerd vrije tijdsaanbod waarbij er 

samenwerking is over de grenzen van bevoegdheden en beleidsniveaus heen. 

(3)Vaak is de opvang afhankelijk van de individuele kwaliteiten van een opvoeder en kan er 

zelfs in een overigens goede crèche een groep de mist in gaan. De verschillende actoren 

moeten zorgvuldig te werk gaan bij de keuze van hun opvoeders/toezichters en tijdens hun 

functioneren. Ook die actoren waarbij opvang een nevenactiviteit is en het ogenschijnlijk 

van minder belang is. 

(4)Uit onderzoek van de jeugddienst (2002) drong, op vraag van ouders en schooldirecties 

een aanpassing van het toenmalig gemeentelijk reglement zich op. De gemeente nam de 

organisatie van het ochtend-, woensdagmiddag-, en avondtoezicht over en breidde het 

aantal toezichters uit. 

Zo anticipeerde de gemeente op de huidige manier van leven en op de steeds maar 

toenemende vraag van ouders die beroep doen op voor- en naopvang in de scholen. 

Belangrijk aandachtspunt voor de gemeente is om binnen dit aanbod grenzen te kunnen 

trekken waarbinnen kan opgevangen worden. 

Het verleden heeft al aangetoond dat de meeste ouders zich binnen de huidige grenzen 

(1u voor- en 2u naopvang) kunnen organiseren. Uit het onderzoek bleek dat een 

verlegging van deze grenzen geen behoefte was. 

Tevens kwam er ook naar voor dat de schooldirecties (vaak eerstelijnshulp van ouders op 

zoek naar opvangmogelijkheden) niet geheel op de hoogte zijn van het opvangaanbod. 

(5)De buitenschoolse kinderopvang is een dynamisch geheel en anticipeert op de omgeving 

waarbij het belang van het kind centraal staat. Kinderopvang is een sociaal gebeuren dat 

kinderen confronteert met de diversiteit van wat en wie hen omringt. Door het kind een 

eigen inbreng te geven, wordt de creativiteit aangewakkerd en krijgt het kind een groter 

zelfvertrouwen in zijn/haar mogelijkheden. 

Er moet getracht worden een evenwicht te vinden tussen de pedagogische doelstellingen 

en de voorwaarden opgelegd aan de kinderopvang enerzijds en de vrijheid van eigen 

invulling door de kinderen anderzijds. 

Beide dragen bij tot de ontwikkeling van een creatieve, kritische en open geest. 

Ouders en opvanginitiatieven zijn partners van elkaar en een partnerrelatie veronderstelt 

een grote openheid en een vlotte communicatie. Die communicatie kan gerealiseerd 

worden met afspraken en regels. 

Binnen de kinderopvang wordt ervaren dat ouders veeleisend zijn en de resterende tijd die 

hun kinderen hebben, zinvol willen invullen, door het huiswerk te laten maken of een 

andere nuttige vaardigheid te laten verwerven. 

Aan de andere kant willen de kinderen dat er na de schooltijd een overbruggingstijd is. 

Na een lange dagtaak op de school willen kinderen dat er een einde komt aan de 

verplichte tijd. 

Binnen de opvang moeten de kinderen de kans krijgen hun huistaak te maken, maar ten 

aanzien van de ouders moet duidelijk gesteld worden dat het niet a-priori de taak is van de 

opvoeders de huistaken op zich te nemen. 

83


Kortom, 

een uitgekookt pedagogisch verantwoord beleid kan de kinderopvang helpen een duidelijk 

kader te creëren. 

Op beleidsniveau zijn en blijven de gemeentelijke raad voor de kinderopvang en het 

meersporenbeleid de instrumenten bij uitstek om te komen tot een integraal en kwalitatief 

aanbod waaraan het kind actief kan participeren. Het beleid houdt best rekening met het 

feit dat bij alle soorten van kinderopvang de mate waarin kinderen zich thuis voelen 

(welbevinden) en de mate waarin ze van de activiteiten genieten en geboeid bezig zijn 

(betrokkenheid), twee belangrijke voorwaarden zijn om te groeien en om al zijn 

mogelijkheden te ontplooien. Is het welbevinden nogal laag, dan komt de emotionele 

ontwikkeling in gevaar. Is de betrokkenheid laag, dan kunnen de kinderen zich niet ten 

volle ontplooien. 

Het ultieme criterium dat bepaalt of kinderopvang goed is, is het welbevinden van de 

kinderen zelf. 

84


7. Operationele doelstellingen en acties. 

Operationele doelstelling I : 

Kwalitatieve verbetering van de voor- en naschoolse opvang in de scholen. 

Motivering: 

Sinds 2006 werd het aanbod van voor- en naschoolse opvang in en door de scholen 

uitgebreid. 

Wat betreft de 5 pijlers van het kwaliteitscharter (pedagogische werking, veiligheid, 

infrastructuur, participatie en begeleiding) blijft het huidige aanbod van de scholen goed 

scoren. Zowel de ouders, de scholen als de gemeente zijn vragende partij om dit 

opvangaanbod te behouden. 

De gemeente wil streven naar een verhoging van de kwaliteit van de naschoolse opvang 

door de opvang beter te ondersteunen en sneller in te spelen op behoeften van de 

toezichters, ouders en kinderen. 

Ideaal zou zijn dat de gemeente op korte termijn een ½ werkkracht zou aanwerven om 

het streven naar een hogere kwaliteit te bewerkstelligen. 

Een ruimere opvang aanbieden op woensdagnamiddag, snipper-, en vakantiedagen is geen 

taak van de scholen. Het staat als een paal boven water dat dergelijke opvang andere 

eisen stelt op het vlak van infrastructuur, spelmateriaal en begeleiding. Daarenboven 

wordt de schoolinfrastructuur op woensdagnamiddag ook door andere verenigingen 

gebruikt. 

Actie 1: Betere opvolging en ondersteuning van de toezichters met aandacht voor gerichte 

vorming voor de toezichters. 

Concrete actie 1.1: Tijdschema Wie Raming 

Budget 

De toezichters komen minstens om de twee maanden samen om 

na te gaan of afspraken worden nageleefd, om problemen te 

bespreken, om elkaar te superviseren en om kort op de bal te 

spelen. 

2008 Jeugddienst € 0 

Toezichters 

Deze samenkomsten, in overleg met gemeentelijke raad 

voor kinderopvang evalueren en eventueel bijsturen. 







2009 Raad voor Kinderopvang 

2010 € 0 

2011 € 0 

2012 € 0 

85


Concrete actie 1.2: Tijdschema Wie Raming 

Budget 

Mits de gemeente een extra werkkracht aantrekt ter 

2008 Jeugddienst € 6.350 

ondersteuning van het kinderopvangbeleid, zal een meerjarenplan 

voor vorming opgemaakt worden en wordt de eerste cursus 

georganiseerd. 

Toezichters 

In overleg met de betrokken partijen, wordt de planning en het 

vormingsaanbod geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. 


In overleg met de betrokken partijen, wordt de planning en het 2010 € 3.700 






2011 € 1.000 

Personeelskost 

overgenomen 

door actie 5 

2012 € 1.000 


overgenomen 

door actie 5 

Actie 2: Uitbouwen van de materiële ondersteuning van de opvang. 

Concrete actie : Tijdschema Wie Raming 

Budget 

Bij het begin van het schooljaar gaat de jeugddienst, in overleg met 

de toezichters na welk spel- of knutselmateriaal nodig is. 

2008 Jeugddienst € 300 

Toezichters 

Bij het begin van het schooljaar wordt er nagegaan welk spel- of 

knutselmateriaal nodig is. 








2010 € 300 

2011 € 300 

2012 € 300 

Actie 3: Klanttevredenheidsonderzoek. 


Budget 

2008 € 0 

Mits de gemeente een extra werkkracht aantrekt ter 

ondersteuning van het kinderopvangbeleid, zal een methode 

worden uitgewerkt waarbij continu kan gepeild worden naar de 

tevredenheid van de klanten. 

In overleg met de betrokken partijen, wordt de methode 

geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. 





2009 Jeugddienst 

€ 4.450 

Raad voor 

Kinderopvang 

2010 € 1.850 

2011 € 500 


overgenomen 

door actie 5 

2012 € 500 


overgenomen 

door actie 5 

86


Operationele doelstelling II : 

Aanzet van een gemeentelijk opvanginitiatieven dat een kwalitatief antwoord 

biedt op de vastgestelde noden aan buitenschoolse kinderopvang. 

Motivering: 

Onderzoeken blijven aantonen dat de prioriteit best uitgaat naar initiatieven die zich 

richten tot kleuters en een opvangaanbod hebben op woensdagnamiddag en/of 

snipperdagen en/of vakantiedagen. Hoewel er voor kinderen vanaf 4 jaar een 

vrijetijdsaanbod is, voelen vele 4-6 jarigen zich eerder thuis in een meer kleinschalige, 

veilige opvang. 

Daarom ligt de prioriteit bij de opvang van 2,5 – 6 jarigen. 

Actie 4: Het centraal meldpunt zoekt oplossingen voor knelpunten die bij de werking aan 

het licht komen. 


Budget 

Aansluitend op actie 7 tracht het centraal meldpunt, in overleg 2008 Jeugddienst € 5.350 

met de Raad voor de Kinderopvang, naar oplossingen te zoeken 

voor knelpunten die door de werking van het meldpunt aan het 

licht komen. Tevens kunnen hieruit nieuwe adviezen spruiten om 

extra opvangplaatsen te realiseren eventueel totdat de 

kinderopvang in de gemeente infrastructuur gestart is. 

In overleg met de betrokken partijen, wordt de werking van het 

meldpunt geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. 


In overleg met de betrokken partijen, wordt de werking van het 2010 € 4.000 






2011 € 0 


overgenomen 

door actie 5 

2012 € 0 


overgenomen 

door actie 5 

Actie 5: De gemeente voorziet zelf infrastructuur en werking voor een nieuw 

opvanginitiatief kinderopvang met prioriteit voor een aanbod op woensdagnamiddagen, 

snipper-, en vakantiedagen. 


Budget 


2009 € 0 

De gemeente start met de uitbouw van een volwaardig 

jeugdontmoetingscentrum. Eén van de functies zal de organisatie 

van kinderopvang zijn. 

In de aanloop naar het Joc zal dmv regelmatig overleg en 

plaatsbezoeken de concrete invulling worden gegeven aan 

infrastructuur, specifieke doelgroepen, werkmethoden, 

reglementeringen, vergunningen en subsidiemogelijkheden. 

Een werking kinderopvang wordt opgericht en infrastructuur 

wordt ingericht. 

In overleg met de betrokken partijen, wordt de algemene werking 

van de kinderopvang geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. 

2010 Jeugddienst 

Raad voor 

Kinderopvang 

€ 5.000 

2011 € 117.250 

2012 € 97.250 

87


Operationele doelstelling III : 

Kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de communicatie over het 

opvangen vrijetijdsaanbod in de gemeente. 

Motivering: 

De jeugddienst heeft reeds een informatiepakketje (“Piep”) met betrekking tot de 

opvangmogelijkheden in de gemeente en het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren. 

Dit is een losbladig pakketje waar per blad wijzigingen kunnen aangebracht worden. 

Dit pakket wordt nu reeds verspreid, maar de oplage mag hoger. 

De informatie is ook terug te vinden op de website van de gemeente. 

Er wordt gepleit voor een regelmatige verwijzing via het gemeenteblad. 

Actie 6: Communicatie over het opvangen vrijetijdsaanbod naar ouders kwalitatief en 

kwantitatief uitbouwen. 


Budget 

Het infopakketje “Piep” wordt zeer ruim verspreid in de 2007 Jeugddienst € 750 

gemeente: via de scholen, het OCMW, de zelfstandige 

kinderdagverblijven, de website, …. Ook bij de aangifte van een 

geboorte en bij de aanmelding van nieuwe gezinnen in de 

gemeente zal deze informatie meegegeven worden. 

Het infopakketje “Piep” wordt actueel op de website bijgehouden 2008 € 750 

en jaarlijks op papier bijgewerkt en verspreid. 

Het infopakketje “Piep” wordt actueel op de website bijgehouden 2009 € 750 






Het infopakketje “Piep” wordt actueel op de website bijgehouden 


2012 € 750 

Actie 7: De oprichting van een centraal meldpunt dat ouders sneller kan helpen bij het 

vinden van een opvangplaats. 


Budget 

Mits extra personeelsondersteuning en de nodige onderlinge 2008 Jeugddienst € 6.850 

afspraken met alle opvanginitiatieven, kan de gemeente een 

centraal meldpunt organiseren waar de ouders met vragen terecht 

Raad voor 

kunnen. 

Kinderopvang 









2011 € 1.000 


overgenomen 

door actie 5 

2012 € 1.000 


overgenomen 

door actie 5 

88


Actie 8: Organiseren van een behoefteonderzoek. 


Budget 


Mits extra personeelsondersteuning kan, in overleg met de 

betrokken partijen en gemeentelijke diensten, in het kader van het 

op te richten jeugdontmoetingscentrum, een behoefteonderzoek 

2009 Jeugddienst € 4.450 

worden georganiseerd. 

Op basis van de resultaten van het behoefteonderzoek wordt er, 

in overleg met de betrokken actoren, een nieuwe werkplanning 

opgesteld. 

In overleg met de betrokken partijen, wordt de werkplanning 


In overleg met de betrokken partijen, wordt de werkplanning 


2010 Raad voor 

Kinderopvang 

OCMW 

€ 1.850 

2011 € 500 


overgenomen 

door actie 5 

2012 € 500 


overgenomen 

door actie 5 

8. Advies gemeentelijke raad voor de Kinderopvang 

De in dit beleidsplan opgenomen strategische doelstellingen en acties werden door de 

adviesraad unaniem goedgekeurd tijdens haar vergadering van 20 november 2007. 

9. Planning verdere werking van de gemeentelijke raad voor 

kinderopvang 

De gemeentelijke raad voor kinderopvang volgt het beleid wat betreft kinderopvang 

verder op. Haar werking ligt in de statuten en het huishoudelijk reglement vast. 

(gemeenteraad 30/10/07) 

Het beleidsplan kinderopvang, geïntegreerd in het lokaal sociaal beleidsplan is zes jaar 

geldig en zal jaarlijks door de raad voor kinderopvang geëvalueerd worden. 

Bijlagen 

- Statuten gemeentelijke raad voor kinderopvang 

- Huishoudelijk reglement voor gemeentelijke raad voor kinderopvang 

89


INHOUDSTAFEL 

VOORWOORD........................................................................... 1 

HOOFDSTUK 1: INLEIDING .......................................................... 2 

1. PROCESBESCHRIJVING ............................................................ 2 

1.1 WETTELIJK KADER ............................................................... 2 

1.2 INHOUDELIJKE AFBAKENING................................................... 2 

1.3 PROJECTSTRUCTUUR ............................................................. 3 

1.3.1 GEMEENTERAAD EN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ........ 3 

1.3.2 STUURGROEP .................................................................... 4 

1.3.3 COÖRDINATOR ................................................................. 4 

1.4 PARTICIPATIE..................................................................... 4 

1.5 AFSTEMMING MET ANDERE PLANNEN ........................................ 7 

HOOFDSTUK 2: OMGEVINGSANALYSE.............................................. 8 

2.1. ANALYSE VAN DE BESCHIKBARE CIJFERS ................................... 8 

A. BESTUURLIJKE GEGEVENS........................................................ 8 

B. ALGEMENE DEMOGRAFISCHE GEGEVENS. ...................................... 10 

1. BEVOLKINGSOMVANG EN –DICHTHEID ......................................... 10 

1.1 OMVANG ........................................................................... 10 

1.2 DICHTHEID ........................................................................ 10 

2. LOOP VAN DE BEVOLKING ........................................................ 10 

2.1 GEBOORTEN, OVERLIJDENS, NATUURLIJK ACCRES......................... 10 

2.2 .MIGRATIE......................................................................... 10 

90


3. SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING.......................................... 11 

3.1 SAMENSTELLING NAAR GESLACHT ............................................ 11 

3.2 .SAMENSTELLING NAAR LEEFTIJD ............................................ 11 

3.3 SAMENSTELLING NAAR NATIONALITEIT .................................... 11 

3.4 GEZINSSAMENSTELLING ........................................................ 11 

C. CIJFERGEGEVENS NAAR THEMA ................................................. 12 

1. INDIVIDUELE MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING ..................... 12 

1.1 FINANCIËLE HULPVERLENING .................................................. 12 

1.2 NIET-FINANCIËLE HULPVERLENING........................................... 13 

2. .ZORG EN GEZONDHEID .......................................................... 13 

2.1 ALGEMENE ZIEKENHUIZEN EN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG....... 13 

2.2 DAGVERZORGING, CENTRA VOOR KORTVERBLIJF EN LDC ................. 13 

2.3 RUSTHUIZEN EN SERVICEFLATS............................................... 13 

2.4 THUISZORG ....................................................................... 14 

2.5 .KINDER- EN JEUGDZORG....................................................... 14 

3. WONEN .............................................................................. 14 

3.1 WOONOMGEVING................................................................. 14 

3.2 BODEMBENUTTING ............................................................... 15 

3.3 WONINGBESTAND................................................................ 15 

3.4 WONINGMARKT ................................................................... 16 

3.5 SOCIALE HUISVESTING ......................................................... 16 

4. WERKEN ............................................................................. 16 

91


4.1 AANGIFTEN ....................................................................... 16 

4.2 ONDERNEMINGEN ................................................................ 17 

4.3 WERKGELEGENHEID, WERKZAAMHEID, TEWERKSTELLING................. 17 

4.4 SOCIALE TEWERKSTELLING..................................................... 17 

4.5 KINDEROPVANG ................................................................... 17 

5. CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING.......................... 18 

5.1 ONDERWIJS EN VORMING ...................................................... 18 

5.2 CULTUUR EN VRIJE TIJD ....................................................... 18 

5.2.1 CULTUURRAAD .................................................................. 18 

5.2.2 CULTURELE INFRASTRUCTUUR ............................................... 18 

5.2.3 WOORD, MUZIEK EN KUNSTEN .............................................. 18 

5.2.4 SPORT............................................................................ 20 

5.2.5 VERENIGINGEN ................................................................. 20 

5.2.6 JEUGDWERK ..................................................................... 20 

5.3 TOERISME ......................................................................... 21 

2. THEMATISCHE ANALYSE.......................................................... 22 

2.1. INDIVIDUELE SOCIALE HULPVERLENING .................................... 22 

2.1.1 HULPVRAGEN SOCIALE DIENST OCMW ..................................... 22 

2.1.1.1 KWANTITATIEF .............................................................. 22 

2.1.1.2 INHOUDELIJK ................................................................ 22 

2.1.2 TOEGANKELIJKHEID VAN DE HULPVERLENING ............................ 22 

2.1.2.1 AANBODZIJDE ............................................................... 22 

92


2.1.2.2 VRAAGZIJDE.................................................................. 23 

2.2. JEUGD ............................................................................. 23 

2.2.1 JEUGDONTMOETINGSCENTRUM ............................................. 23 

2.2.2 FINANCIELE DREMPELS ....................................................... 24 

2.2.3 RONDHANGENDE JONGEREN ................................................. 24 

2.2.4 WIJKWERKING ................................................................. 25 

2.2.5 KINDEROPVANG................................................................. 25 

2.3. WONEN ........................................................................... 25 

2.3.1 DE NOOD AAN BIJKOMENDE SOCIALE WONINGEN. ..................... 25 

2.3.1.1 MAATSCHAPPIJEN VOOR SOCIALE HUISVESTING. .................... 25 

2.3.1.2 OCMW EN GEMEENTE ....................................................... 26 

2.3.1.3 HET SOCIAAL VERHUURKANTOOR. ....................................... 26 

2.3.1.4 VLAAMSE REGERING......................................................... 26 

2.3.2 BETAALBARE BOUWGRONDEN. ............................................... 27 

2.4. WERKEN ........................................................................... 27 

2.4.1 PLAATSELIJK WERKGELEGENHEIDSAGENTSCHAP ......................... 28 

2.4.2 ARBEIDSTRAJECTBEGELEIDING.............................................. 28 

2.4.3 SOCIALE TEWERKSTELLING .................................................. 28 

2.5. SENIOREN ........................................................................ 29 

2.5.1 LEVENSLANG WONEN ......................................................... 30 

2.5.2 LOKAAL DIENSTENCENTRUM ................................................. 31 

2.5.3 MOBILITEIT EN ACTIVITEITEN ............................................. 32 

93


2.5.4 THUISZORGONDERSTEUNENDE DIENSTEN ................................ 32 

2.5.5 WACHTLIJSTEN IN DE RESIDENTIELE OPVANG .......................... 33 

HOOFDSTUK 3:MEERJARENPLAN .................................................... 34 

3.1. INDIVIDUELE SOCIALE HULPVERLENING .................................... 34 

3.1.1 VISIE ............................................................................ 34 

3.1.2 ACTIES .......................................................................... 34 

3.2. JEUGD ............................................................................. 36 

3.2.1 VISIE ............................................................................ 36 

3.2.1.1. .EEN JEUGDONTMOETINGSCENTRUM ................................... 36 

3.2.1.2. DREMPELS IN DE SOCIALE EN CULTURELE PARTICIPATIE. .......... 36 

3.2.1.3. .DE GEHANDICAPTE JONGEREN .......................................... 36 

3.2.2 ACTIES .......................................................................... 36 

3.3. WONEN ........................................................................... 38 

3.3.1 VISIE ............................................................................ 38 

3.3.1.1. WONINGEN .................................................................. 38 

3.3.1.1.1 BETAALBARE WONINGEN. ............................................... 38 

3.3.1.1.2 AANBOD VOOR SOCIAAL ZWAKKEREN ................................. 38 

3.3.1.2. WOONOMGEVING ........................................................... 38 

3.3.1.2.1 LEEFBAARHEIDPROBLEMEN............................................... 38 

3.3.1.2.2 HET NIEUW SOCIAAL HUURBESLUIT ALS HEFBOOM ................ 39 

3.3.1.2.3 COMMUNICATIE ........................................................... 39 

3.3.2 ACTIES .......................................................................... 39 

94


3.4. WERKEN ........................................................................... 41 

3.4.1 VISIE ............................................................................ 41 

3.4.2 ACTIES .......................................................................... 41 

3.5. SENIOREN ........................................................................ 42 

3.5.1 VISIE ............................................................................ 42 

3.5.2 ACTIES .......................................................................... 44 

HOOFDSTUK 4: TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN.......................... 46 

1. PROTOCOL VAN BESTUURSAKKOORD GEMEENTE – OCMW 2007 – 2012.... 46 

2. SAMEN AAN EEN LOKAAL SOCIAAL BELEID WERKEN. ....................... 46 

2.1 LOKAAL SOCIAAL BELEID ....................................................... 46 

2.2 TAAKAFSPRAKEN GEMEENTE – OCMW ......................................... 46 

2.3 FINANCIËN ........................................................................ 48 

2.4 EVALUATIE ........................................................................ 48 

HOOFDSTUK 5: BETROKKENHEID ................................................... 49 

1. JEUGD ............................................................................... 49 

2. SENIOREN .......................................................................... 50 

3. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING....................................... 51 

4. .JEUGDVERENIGINGEN............................................................ 52 

5. THUISVERPLEGING EN MANTELZORG ........................................... 52 

HOOFDSTUK 6: SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN ............................. 53 

LOKAAL BELEIDSPLAN KINDEROPVANG ............................................ FOUT! 

BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 

95

Bonheiden - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Home

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?